VERENIGING VOOR BOS IN VLAANDEREN VZW
INRICHTINGSSTUDIE STADSRANDBOS ANTWERPEN (GRONDGEBIED AARTSELAAR, EDEGEM EN KONTICH) AGENTSCHAP VOOR NATUUR EN BOS (ANB), PROVINCIE ANTWERPEN, GEMEENTE AARTSELAAR, GEMEENTE EDEGEM, GEMEENTE KONTICH
EINDRAPPORT VERENIGING VOOR BOS IN VLAANDEREN VZW
SUMRESEARCH
GERAARDSBERGSESTEENWEG 267, 9090 GONTRODE
COUPURE RECHTS 164B, 9000 GGENT
09/264.90.50
09/264.90.92
[email protected]
09/225.54.88
09/223.98.92
[email protected]
SumResearch Urban Consultancy
Gontrode, Gent, mei 2008
Dossiernummer: VBV/35 - 5079 - B&G/082005
STADSRANDBOS ANTWERPEN - INLEIDING
PAGINA - I
INHOUD 1.
INLEIDING
1
1.1.
CONTEXT VAN DE STUDIEOPDRACHT
1
1.2.
VOORWERP VAN DE OPDRACHT
1
1.3.
SITUERING VAN DE OPDRACHT
2
1.4.
DE GRENZEN VAN HET VISIEGEBIED
3
1.5.
PROCESVERLOOP
3
1.6.
SYNTHESE BESTAANDE STRUCTUUR
6
2.
1.6.1.
RUIMTELIJKE STRUCTUUR
6
1.6.2.
BIOTISCHE STRUCTUUR
7
BELEIDSCONTEXT 2.1.
2.2.
2.3.
2.4.
10
JURIDISCHE CONTEXT
10
2.1.1.
GEWESTPLAN
10
2.1.2.
SPECIALE BESCHERMINGSZONES
12
2.1.3.
VLAAMS ECOLOGISCHE NETWERK
12
2.1.4.
ERKENDE NATUURRESERVATEN EN BOSRESERVATEN
12
2.1.5.
BESCHERMDE MONUMENTEN,
12
STADS- EN DORPSGEZICHTEN EN LANDSCHAPPEN
BELEIDSCONTEXT – VLAAMS EN PROVINCIAAL
13
2.2.1.
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN (RSV)
13
2.2.2.
AFBAKENING GROOTSTEDELIJK GEBIED ANTWERPEN
14
2.2.3.
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN PROVINCIE ANTWERPEN (RSPA)
16
2.2.4.
KADERPLAN “OPEN RUIMTEVINGER”
17
2.2.5.
PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DRIE EYCKEN (PRUP)
20
2.2.6.
PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN RESTOORN (PRUP)
21
BELEIDSCONTEXT –
GEMEENTELIJK
– AARTSELAAR
23
2.3.1.
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AARTSELAAR (GRS AARTSELAAR)
23
2.3.2.
GEMEENTELIJK NATUURONTWIKKELINGSPLAN AARTSELAAR (GNOP AARTSELAAR)
24
2.3.3.
RUP SPORTCENTRUM “DE ARK”
25
BELEIDSCONTEXT – 2.4.1.
GEMEENTELIJK
– EDEGEM
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN EDEGEM (GRS EDEGEM)
28 28
PAGINA – II
2.5.
2.4.2.
BPA HAZESCHRANS
30
2.4.3.
MOBILITEITSPLAN EDEGEM
32
BELEIDSCONTEXT – 2.5.1.
2.6.
3.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - INLEIDING
GEMEENTELIJK
– KONTICH
32
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN KONTICH (GRS KONTICH)
ANDERE RELEVANTE PLANNINGSPROCESSEN
32 37
2.6.1.
STREEFBEELD N171
37
2.6.2.
PROVINCIAAL FIETSROUTENETWERK
37
2.6.3.
LANDSCHAPSATLAS
38
2.6.4.
RISICOZONES VOOR OVERSTROMINGEN
38
ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MACROSCHAAL
39
3.1.
BOS-,
3.2.
WOONASPECTEN
40
3.3.
ECONOMISCHE ASPECTEN
40
3.4.
VERKEERSKUNDIGE ASPECTEN
41
3.5.
TOERISTISCHE EN RECREATIEVE ASPECTEN
41
4.
ECOLOGISCHE EN NATUURASPECTEN IN LANDSCHAPPELIJK PERSPECTIEF
ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL 4.1.
4.2.
4.3.
KARAKTERISTIEKEN VAN HET FYSISCH MILIEU
39
44 44
4.1.1.
BODEM
44
4.1.2.
RELIËF
46
4.1.3.
HYDROGRAFIE
46
4.1.4.
GEOLOGISCHE ONDERGROND EN GRONDWATERKWETSBAARHEID
47
CULTUURHISTORISCHE ONDERZOEK EN VOORMALIG LANDGEBRUIK 4.2.1.
DE PERIODE VAN GRAAF DE FERRARIS –
4.2.2.
DE PERIODE VAN VANDERMAELEN –
4.2.3.
DE PERIODE VAN DE 3E EDITIE TOPOKAARTEN – 1910-1940
50
4.2.4.
HUIDIGE BOSSEN – 2006
50
ROND
ROND
1777
49
1850
BIOTISCHE KARAKTERISTIEKEN
49 49
52
4.3.1.
HUIDIG BOSAANDEEL
52
4.3.2.
HUIDIGE ECOLOGISCHE WAARDE VOLGENS DE BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART
54
4.3.3.
ECOSYSTEEMKWETSBAARHEID
56
4.3.4.
POTENTIËLE ECOLOGISCHE WAARDE
58
STADSRANDBOS ANTWERPEN - INLEIDING
4.4.
4.5.
4.6.
4.7.
ACTUEEL LANDGEBRUIK
PAGINA - III
58
4.4.1.
LANDGEBRUIK ANNO FEBRUARI 2006
58
4.4.2.
VERANDERING IN LANDGEBRUIK TEN OPZICHTE VAN 2000
62
ANALYSE VAN HET LANDSCHAP
63
4.5.1.
LANDSCHAPSRELICTEN
63
4.5.2.
HUIDIGE LANDSCHAPSASPECTEN
67
RECREATIEF NETWERK
70
4.6.1.
RECREATIEVE STRUCTUUR
70
4.6.2.
BOS EN GROEN ALS RECREATIEF ELEMENT
73
4.6.3.
BEREIKBAARHEID D.M.V.
73
VERSCHILLENDE VERVOERSMODI
ANALYSE VAN DE LANDBOUWACTIVITEITEN
75
5.
GEWENSTE STRUCTUUR OP MACROSCHAAL
77
6.
GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
79
6.1.
DOELSTELLINGEN
79
6.2.
CONCEPTEN
80
6.3.
IDEALE VISIE
82
6.4.
LANDBOUWECONOMISCHE IMPACTSTUDIE OP IDEALE VISIE
84
6.5.
HAALBARE VISIE
87
6.5.1.
RECREATIE
88
6.5.2.
BOSSEN,
98
6.5.3.
WATER EN NATUUR
106
6.5.4.
LANDSCHAP
106
LANDBOUW EN KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN
6.6.
LANDBOUWECONOMISCHE IMPACTSTUDIE OP HAALBARE VISIE
107
6.7.
STRUCTUURVISIE OP MESOSCHAAL
112
7. 7.1.
7.2.
GEWENSTE STRUCTUUR OP MICROSCHAAL
115
DEELGEBIED 1: EDEGEMSE HOEK – VUILE PLAS
116
7.1.1.
BESTAANDE STRUCTUUR
116
7.1.2.
GEWENSTE INRICHTINGSPRINCIPES
117
DEELGEBIED 2: SPORTCENTRUM DE ARK – GROENINGENHOF – PANNENBOSSEN 7.2.1.
BESTAANDE STRUCTUUR
120 120
PAGINA – IV
STADSRANDBOS ANTWERPEN - INLEIDING
7.2.2. 7.3.
8.
GEWENSTE INRICHTINGSPRINCIPES
121
DEELGEBIED 3: SOLHOF – HEIMOLEN – N171 7.3.1.
BESTAANDE STRUCTUUR
7.3.2.
GEWENSTE STRUCTUUR –
123 124 125
ACTIES
OPERATIONEEL INRICHTINGSPLAN –
ACTIEPLAN
128
8.1.
ACTIEPLAN
128
8.2.
TOELICHTING
129
9.
8.2.1.
RUP “STADSRANDBOS ANTWERPEN”
129
8.2.2.
VERWERVINGEN
135
8.2.3.
INRICHTING
135
8.2.4.
RECREATIEVE ONTSLUITINGSSTRUCTUUR
138
8.2.5.
TAAKVERDELING TUSSEN DE PARTNERS
140
8.2.6.
SUBSIDIËRING
140
BIJLAGEN
142
KAARTEN KAART 1
: AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED
5
KAART 2
: BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR
9
KAART 3
: GEWESTPLAN
11
KAART 4
: BELEIDSCONTEXT – GRS AARTSELAAR
27
KAART 5
: BELEIDSCONTEXT – GRS EDEGEM
31
KAART 6
: BELEIDSCONTEXT – GRS KONTICH
36
KAART 7
: BESTAANDE FIETSROUTES
43
KAART 8
: BODEM EN FYSISCH SYSTEEM
45
KAART 9
: RELIËF EN HYDROGRAFIE
48
KAART 10
: BOSEVOLUTIE 1775 - 1940
51
KAART 11
: BOSLEEFTIJD
53
KAART 12
: BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART
55
KAART 13
: ECOSYSTEEMKWETSBAARHEID
57
KAART 14
: ACTUEEL LANDGEBRUIK
61
KAART 15
: LANDSCHAPSATLAS
66
KAART 16
: HUIDIGE LANDSCHAPSASPECTEN
69
KAART 17
: BESTAANDE LANDBOUWSTRUCTUUR
76
KAART 18
: GEWENSTE STRUCTUUR OP MACROSCHAAL
78
KAART 19
: IDEALE VISIE
KAART 20
: GEWENSTE BOSSTRUCTUUR
102
KAART 21
: GEWENSTE BOSSTRUCTUUR MET FASERING
103
KAART 22
: KNELPUNTEN LANDBOUW NA TWEEDE LANDBOUWECONOMISCHE IMPACTSTUDIE
111
KAART 23
: STRUCTUURVISIE STADSRANDBOS ANTWERPEN
113
83
STADSRANDBOS ANTWERPEN - INLEIDING
PAGINA - V
KAART 24
: VOORSTEL RUP “STADSRANDBOS ANTWERPEN”
134
KAART 25
: INRICHTINGSVISIE STADSRANDBOS ANTWERPEN
137
KAART 26
: RECREATIEVE ONTSLUITING VAN HET STADSRANDBOS ANTWERPEN
139
TABELLEN TABEL 1
: BESCHERMDE MONUMENTEN EN DORPSGEZICHTEN
13
TABEL 2
: LANDSCHAPSATLAS
38
TABEL 3
: LANDSCHAPSATLAS
63
TABEL 4
: IMPACT IDEALE VISIE OP DE LANDBOUWBEDRIJVEN
108
TABEL 5
: IMPACT HAALBARE VISIE OP DE LANDBOUWBEDRIJVEN
108
TABEL 6
: RUIMTEBALANS
133
TABEL 7
: OVERZICHT INRICHTING STADSRANDBOS ANTWERPEN
136
STADSRANDBOS ANTWERPEN - INLEIDING
1.
PAGINA - 1
INLEIDING
Binnen dit hoofdstuk wordt de opdracht gesitueerd.
1.1.
CONTEXT VAN DE STUDIEOPDRACHT
Vlaanderen is één van de bosarmste en bovendien één van de meest dichtbevolkte regio’s in Europa. Het bosareaal in Vlaanderen wordt globaal gekenmerkt door een beperkte oppervlakte, versnippering en een onevenwichtige spreiding. Tot in de jaren 1970 waren de meeste bossen in Vlaanderen ontoegankelijk voor het publiek en stonden zij voornamelijk in voor de houtopbrengst en de jacht. Tegenwoordig dient het bos ook heel wat andere maatschappelijke diensten te leveren. Zo vervullen vele openbare bossen, maar deels ook privé-bossen, een belangrijke rol als (zacht) recreatiegebied. Daarnaast worden ook steeds hogere eisen gesteld aan het bosbeheer in functie van de natuurwaarden1. Bosuitbreiding is gewenst, maar de beschikbare ruimte in Vlaanderen is beperkt. Iedere inname van ruimte door één functie heeft gevolgen voor een andere. In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen worden duidelijke afspraken gemaakt hoe het ruimtegebruik in Vlaanderen dient te evolueren in de periode 1994-2007. In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt 10.000 ha bijkomend aan ecologisch verantwoorde bosuitbreiding vooropgesteld. Deze ecologisch verantwoorde bosuitbreiding omvat twee luiken: –
Effectieve bosuitbreiding: 10.000 ha nieuw bos aansluitend bij bestaande bossen in functie van natuurontwikkeling en -verbinding of in de nabijheid van stedelijke gebieden in bosarme gebieden.
–
Planologische bosuitbreiding: om deze effectieve bosuitbreiding te ondersteunen zullen 10.000 ha nieuwe bos- of bosuitbreidingsgebieden worden afgebakend in ruimtelijke uitvoeringplannen (RUP’s).
Beide types (effectieve en planologische) bosuitbreiding overlappen zoveel mogelijk. Binnen de taakstelling van zowel de planologische als de effectieve bosuitbreiding nemen de stads(rand)bossen een prominente plaats in. Stadsrandbossen zijn in de eerste plaats bedoeld om tegemoet te komen aan de maatschappelijke noden inzake bos. Algemeen wordt aangenomen dat, alleen al om de sociaal-recreatieve functie te vervullen, één hectare toegankelijk bos per 100 inwoners noodzakelijk is. Deze norm wordt in Vlaanderen absoluut niet gehaald. Daarom wordt prioriteit gegeven aan de ontwikkeling van stads(rand)bossen in het Vlaamse beleid. Er staan in Vlaanderen 51 stadsbosprojecten op stapel die samen een effectieve bosuitbreiding inhouden van 5.200 ha.
1.2.
VOORWERP VAN DE OPDRACHT
De opdracht van de studie (B&G/08/2005) omvat het uitwerken van een structuurvisie en een operationeel inrichtingplan (met bijbehorend actieplan) voor de inrichting van het stadsrandbos ten zuiden van Antwerpen. De studie gebeurt in het gebied Edegemse Hoek – Groeningenhof – Pannebossen. Dit gebied werd samen met Klaverblad-Kleidaal en Moretus-Boshoek tijdens de localisatiestudie (Aeolus & VBV, 2003) geselecteerd als wenselijk en haalbaar voor de aanleg van een stadsrandbos.
1
Naar “Bosuitbreiding in Vlaanderen: plannen en uitvoeren”, Theo Vitse in het kader van de Studiedag “Natuurontwikkeling: Tips voor de toekomst”, 26 maart 2006
PAGINA – 2
STADSRANDBOS ANTWERPEN - INLEIDING
De studie verliep volgens drie fasen: Fase 1 -
Inventarisatie
Het evalueren van de knelpunten en mogelijkheden in het studiegebied alsook van de behoeften van de eindgebruikers op basis van de inventarisatie en de analyse van de bestaande structuur, de bestaande planningsdocumenten en het huidige landgebruik van het studiegebied. Fase 2 -
Ideale visie
Een creatieve fase waarin aan de hand van structuurschetsen mogelijkheden en onmogelijkheden, gewenste
en
ongewenste
evoluties
worden
besproken.
Op
basis
daarvan
kunnen
dan
ontwikkelingsscenario’s opgemaakt worden en een gewenste structuurvisie uitgewerkt worden. Toetsing aan de huidige situatie op microniveau leidt tot een optimale en haalbare structuurvisie. Op basis van de kenmerken van het huidige landschap en de bestaande ecologische kenmerken, wordt een ideale visie opgemaakt. Deze ideale visie is gericht op het behoud van het gebied als open ruimte en het maximaliseren van het functioneren van het gebied voor zachte recreatie. Deze ideale visie wordt vervolgens getoetst aan de landbouweconomische studie (uitgevoerd door de VLM) en aan de huidige situatie op microniveau, waardoor een optimale en haalbare structuurvisie wordt opgesteld. Fase 3 Een
Operationeel inrichtingsplan
realisatiegerichte
fase
waarbij
het
operationeel
inrichtingsplan
opgesteld
wordt
op
(geaggregeerd) perceelsniveau. Een actieplan beschrijft de te ondernemen acties om dit inrichtingsplan te realiseren. Beide plannen zijn zowel gericht op bestemmingswijzigingen naar bos(uitbreidings)gebied als naar effectieve realisatie bosuitbreiding op het terrein.
1.3.
SITUERING VAN DE OPDRACHT
Uit het Lange Termijnplan Bosbouw blijkt dat bosbezoek de belangrijkste vorm van openluchtdagrecreatie vormt. Ook uit de studie “Maatschappelijke waardering van groen en landschap”2, blijkt dat bos, op de zee na, de meest gewaardeerde dagbestemming is. De realisatie van meer bos past in het streven naar een leefbare en duurzame omgeving3. Bossen zijn belangrijk als groene ruimte voor mensen, voor het wonen (woonomgeving), om zich te ontspannen, te spelen, te leren, te ontmoeten,... Recreatieve bossen in een dichtbevolkte regio kunnen op een relatief beperkte oppervlakte een groot aantal
recreanten
opvangen
en
bieden,
wegens
hun
nabijheid
tot
stedelijke
kernen,
ontspanningsmogelijkheden aan diverse sociale groepen. Ze zorgen ervoor dat de natuurbeleving in de onmiddellijke woonomgeving kan plaatsvinden en dat de leefbaarheid van de stad verhoogt. Sinds het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (1997) is de herwaardering van het stedelijk weefsel één van de basisprincipes en hoekstenen van het Vlaamse ruimtelijk beleid. Het begrip stadsrandbos is in Vlaanderen niet duidelijk gedefinieerd. Het spreekt voor zich dat het gaat om bossen in de buurt van steden. Een belangrijker kenmerk is evenwel de recreatiedruk door mensen die vanuit de stad het bos regelmatig gaan bezoeken. De bosbeheerders zullen bij de planning, het beheer en de communicatie rekening moeten houden met de recreatiefunctie. Daarbij moet de ecologische functie van het bos gevrijwaard worden. Er dient dus een evenwicht gezocht te
2 3
Mens en Ruimte (1999). Maatschappelijke Waardering van Groen en Landschap. In opdracht van AMINAL, afdeling Bos & Groen. Mens en Ruimte & Vereniging voor Openbaar Groen v.z.w. (1993). Lange Termijnplanning Groenvoorziening. In opdracht van AMINAL, dienst Groen, Bestuur Natuurbehoud en –Ontwikkeling.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - INLEIDING
PAGINA - 3
worden tussen deze recreatieve functie en de andere bosfuncties. Bovenop de recreatieve en ecologische functie van een stadsrandbos, kan een weloverwogen inrichting ervan ook een structuurversterkend effect hebben voor de regio. Juridisch gezien is er geen onderscheid tussen een stadsrandbos en andere types bos. Je kan dan ook niet zomaar bepalen of een bos al dan niet een stadsrandbos is. Een bos heeft in min of meerdere mate een stadsrandboskarakter. Momenteel is
het
stadsrandboskarakter
van het
studiegebied
“Edegemse
Hoek
–
Groeningenhof
–
Pannebossen” laag. Er komen slechts kleinere en verspreide bosjes voor, waarbij het dan meestal enerzijds om eerder parkachtige bossen gaat en anderzijds om populierenbosjes. De bosindex voor het studiegebied bedraagt nog geen 6%. Het nieuw te creëren stadsrandbos wil inspelen op de recreatieve vraag vanuit de inwoners van de omliggende woonkernen (Kontich, Edegem en Aartselaar) en het stedelijk gebied Antwerpen en en wil tevens de toegang tot het bestaande bos verzekeren. Een stadsrandbos is ook verbonden met de stad en het stedelijk weefsel. Deze verbondenheid is zowel fysisch (inbedding in de stedelijke agglomeratie; groene en recreatieve corridors tussen de stad en het stadsrandbos), als psychisch (stadsbewoners voelen zich verbonden met en betrokken bij het stadsrandbos).
1.4.
DE GRENZEN VAN HET VISIEGEBIED
Tijdens de inventarisatiefase werd gewerkt met een voorlopige, vage perimeter. Op basis van de resultaten van de inventarisatie, werd de perimeter van het studiegebied concreter gemaakt en begrensd op basis van voornamelijk wegen. De grenzen van het visiegebied zijn in wijzerzin: Noordgrens
-
Drie Eikenstraat
Oostgrens
-
E19
Zuidgrens
-
Pierstraat,
tussen
E19
en
knooppunt
van
Oever
met
Keizershoek
/
Industriezone Satenrozen
Westgrens
-
Keizershoek, van het knooppunt met Pierstraat tot de Expressweg (N171)
-
Expressweg (N171), deel ten westen van de kruising met Keizershoek
-
Pierstraat, vanaf Expressweg (N171) tot aan ‘Bonte Koe’
-
Reetsesteenweg (met Heimolen)
-
Centrum Aartselaar (woongebied + woonuitbreidingsgebied Lindenlei)
-
Kruispunt
Baron
Van
Ertbornstraat
/
Solhofdreef
tot
kruispunt
met
Kontichsesteenweg -
Dijkstraat tot Edegemse Beek
-
Rondom bestaande bedrijvigheid naar kruispunt Doornstraat – Drie Eikenstraat
De grenzen van het visiegebied worden op kaart 1 gevisualiseerd.
1.5.
PROCESVERLOOP
Dit document is het einddocument van de studie als samenvatting van de verschillende fases. Op basis van de inventarisatie (1e fase) werd een ideale visie (2e fase) opgemaakt voor het recreatief en landschaps(ecologisch) functioneren van het stadsrandbos. Deze ideale visie is ideaal vanuit recreatief, landschappelijk en ecologisch standpunt. Vervolgens werd deze ideale visie afgetoetst aan de landbouwstructuur d.m.v. een eerste landbouwimpactanalyse door VLM. Door de gemeentelijke en provinciale diensten werden ook opmerkingen gegeven rond de haalbaarheid ten opzichte van andere functies.
PAGINA – 4
STADSRANDBOS ANTWERPEN - INLEIDING
Op basis van de 1e VLM landbouwimpactanalyse en de opmerkingen van de gemeenten, provincie en Vlaamse Overheid werd de ideale visie aangepast tot een haalbare visie. Hierin werd bijvoorbeeld het bebossen van huiskavels zoveel mogelijk vermeden. Vervolgens heeft de VLM een 2e impactanalyse opgemaakt, waarbij de impact van de haalbare visie op de landbouw werd gedocumenteerd. Deze tweede landbouwimpactanalyse heeft geen aanleiding gegeven tot grote bijsturingen van de haalbare visie. De bedoeling van deze 2e impactanalyse was immers de impact van de realisatie van de haalbare visie op de landbouw te documenteren. De haalbare visie werd vervolgens uitgewerkt in een operationeel inrichtingsplan of kortweg OIP (3e fase). Het OIP vertaalt de haalbare visie op (geaggregeerd) perceelsniveau, waarbij de acties voor het realiseren het stadsrandbos worden weergegeven, zowel cartografisch als in tabelvorm. Iedere actie wordt kort beschreven, gesitueerd in de tijd en de uitvoeringspartners worden opgesomd. Dit document is het einddocument van de studie en bevat de conclusies van het proces.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - INLEIDING
KAART 1
PAGINA - 5
: AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED
LegendE ~~
Afbakening
~udisg&biad
LDGIS[:HE RELATIES MET DE IH.HiEVING
A - Univarsitair Ziekanhuis I r&hting Anh\'l;~rpan 8 - Kl&ine Struis baak_(Ede.gem~ Baa.k) - Zandbli'rgen/Mclenbm (in rela'tie metVulle P\3s) C - Oe Reu ~«i-ns (lcleal imtiatief bosuit:breiding)
0- 80\'anvlii!t (Mandoarsa: Beïe:k)
Inrichtingsplan Stadsrand bos Antwerpen
Ji;i'ii'"•"•r, E'Oogomoo Kootich ~,~!!:\~~ searc h OpdrachiQ:sver: Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) I .s.rn . Provincie Antwerpen, Gern&anten Aar-tselaar, Edegem en Konfuh
KAART 01.
AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED
AugusbJs 20 []ê
VBV/35 - S 07.9 - B&..G/08/"2005 - wvs
PAGINA – 6
1.6.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - INLEIDING
SYNTHESE BESTAANDE STRUCTUUR
Het studiegebied werd op drie schaalniveaus geanalyseerd: –
Macroschaal: ruime omgeving rondom het studiegebied
–
Mesoschaal: het studiegebied
–
Microschaal: delen in het studiegebied
Binnen de analyse van de bestaande structuur worden enkel macroschaal en mesoschaal behandeld. De microschaal bewijst enkel haar nut binnen de gewenste structuur en de opmaak van het Operationeel Inrichtingsplan. In het inventarisatierapport werd de bestaande structuur van het studiegebied uitgebreid toegelicht, zowel op macro- als op mesoschaal. In dit hoofdstuk wordt die omschrijving samengevat in een hoofdstuk “Ruimtelijke structuur” enerzijds en “Biotische structuur” anderzijds.
1.6.1.
RUIMTELIJKE STRUCTUUR
Het studiegebied is ruimtelijk ingesloten door de E19/N171, bebouwing (kern van Aartselaar en UA) en bedrijvigheid (bedrijventerrein Satenrozen). Twee woonlinten doorkruisen het gebied namelijk Groeningenlei (oost-westverbinding tussen Aartselaar en Kontich) en de Kleistraat (zuidwestverbinding, evenwijdig met het centrum van Aartselaar). Deze woonlinten zijn grotendeels bebouwd (met tuinen) maar sporadisch zijn er nog zichten vanaf de straat naar het achterliggende landschap. De Groeningenlei is gedeeltelijk maar langs één zijde bebouwd. Zes “punt”elementen domineren in het gebied namelijk de kasteeldomeinen Solhof en Groeningenhof, de bossen van de Pannenbossen, de kunstmatige ophoging met aansluitend bos van de Vuile Plas, het golfterrein en tenslotte het sportcentrum De Ark. Het sportcentrum heeft plannen om uit te breiden naar het oosten toe. Alleenstaande woningen liggen verspreid in het gebied maar in het centrale gedeelte tussen Groeningenhof en de Pannenbossen zijn er meerdere woningen aanwezig zoals bijvoorbeeld de Kapittelhoeve (gedeeltelijk afgebrand). Deze woningen hebben een hoeve-functie of zijn een zuivere woongelegenheid. De Jachthoorn heeft tevens een horeca-functie. Serres zijn hoofdzakelijk in het zuiden terug te vinden maar er zijn er tevens enkele aanwezig in het noorden. In twee locaties (t.h.v. het golfterrein en t.h.v. Satenrozen) vervullen de serres een kleinhandelsfunctie. De twee dominerende waterlopen zijn de Edegemse Beek en de Mandoerse Beek. Enkele andere beken sluiten hierbij op aan met als belangrijkste de verbinding tussen het Groeningenhof en Oever (AS 108).
STADSRANDBOS ANTWERPEN - INLEIDING
PAGINA - 7
Kleine landschapselementen – al dan niet in de vorm van dreven – zijn voornamelijk te situeren in het centrale gedeelte. Dit gedeelte heeft momenteel de sterkste landschappelijke waarde (werd binnen de landschapsatlas geselecteerd als ankerplaats). Er zijn fiets- en wandelwegen aanwezig in het gebied maar ofwel sluiten ze niet op elkaar aan ofwel zijn ze afgesloten voor het publiek. In het zuiden is er een molen aanwezig, de “Heimolen” maar ook een oude fabriekstoren vormt een landschappelijk baken.
1.6.2. -
BIOTISCHE STRUCTUUR
KARAKTERISTIEKEN VAN HET FYSISCH MILIEU:
Bodem: alle bodems binnen het studiegebied worden ingedeeld bij de vochtige zandleembodems.
Reliëf: het studiegebied is nagenoeg vlak (tussen 10 en 25 meter, helling van minder dan 0,5 %), enkel onderbroken door kunstmatige ophogingen namelijk Vuile Plas en Zandbergen / Molenbos (resultaat van wegenwerken door AWV).
Hydrografie: er zijn twee belangrijke waterlopen in het studiegebied, namelijk de Mandoerse Beek en de Edegemse Beek (categorie 2). Andere waterlopen sluiten aan bij de beken met als grootste de verbinding tussen de Pannenbossen en Groeningenhof (AS 108 – noordelijke deel is categorie 2). De Edegemse Beek wordt ook wel de Struisbeek genoemd.
Geologische ondergrond en grondwaterkwetsbaarheid: merendeel weinig kwetsbaar. -
CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK EN VOORMALIG LANDGEBRUIK: Rond 1777 (Graaf van Ferraris): de meeste structuren die we op de Ferrariskaart zien, zijn nog
steeds
aanwezig,
namelijk
de
wegenstructuren
(dreven)
en
oude
gebouwen
(Groeningenhof, Solhof, Cappitel Hoeven, Battenbroecksche Hoeve, Den Keyseren Hoeck, …). Ongeveer 40 % (96 ha) van het gebied was bebost maar de Pannenbossen bestonden nog niet. Rond 1850 (Vandermaelen): zeer lage bebossingsgraad van ongeveer 37 ha (versnippering van bossen sinds periode Ferraris met aanleg van enkele nieuwe bosjes). Rond 1910-1940 (topokaarten): weer een verdubbeling van het bosareaal van ongeveer 85 ha met een ruimtelijke ligging van de bossen die sterk gelijkt op de huidige situering van de bossen, inclusief de Pannenbossen.
2006: voornamelijk een inkrimping en verdwijnen van een aantal kleinere bossen, ongeveer 69 ha is de oppervlakte van het huidige bosareaal. -
BIOTISCHE KARAKTERISTIEKEN:
Huidig bosareaal: bosarm studiegebied, een oppervlakte van 69 ha (bebossingsindex 7,5 % ). Er zijn een drietal grotere aangesloten boscomplexen namelijk Groeningenhof (ongeveer 13 ha loofbos), Solhof (bijna 6 ha loofbos) en Pannenbossen (ruim 25 ha zowel loof-, naald- als gemengd bos). Het gebied van de Vuile Plas is 25 ha groot maar slechts voor de helft bebost. De bossen hebben meestal een recente ontstaansgeschiedenis behalve drie kleine bosfragmenten in de noordoostelijke punt van de Vuile Plas, het zuidwestelijke punt van de Pannenbossen en ter hoogte van de Kleistraat. Populierenbossen zijn recent ontstaan. Huidige ecologische waarde volgens de Biologische Waarderingskaart: het grootste gedeelte van het studiegebied is biologisch minder waardevol, biologisch waardevolle gebieden zijn te vinden in Solhof en Groeningenhof, biologisch zeer waardevolle gebieden zijn terug te vinden in de Pannenbossen en de Vuile Plas. Schakeringen tussen biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen zijn gesitueerd langs de Mandoerse Beek (westelijk zijde) en de Edegemse Beek (zuidelijke zijde).
PAGINA – 8
STADSRANDBOS ANTWERPEN - INLEIDING
Ecosysteemkwetsbaarheid: meeste terreinen zijn aangeduid als niet tot weinig kwetsbaar. Binnen de klasse van kwetsbaar gebied zitten enkel bossen, als dan niet binnen de kasteeldomeinen. Zeer kwetsbare gebieden zijn terug te vinden in het centrale gedeelte van de Pannenbossen, een klein terrein ten westen van de Pannenbossen en tenslotte een voormalig akkerland aansluitend bij de Vuile Plas.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - INLEIDING
PAGINA - 9
EDEGEM KAART 2
: BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR
."
KONTICH
AARTSELAAR
Legende
Cl
Open ruim'hi Oandbouwge:bied)
~
Bebouwing (wenen+ tuinen)
cftilïJ
;::;:;:::;
BedrijvantarNi:inen
~
Kast.e611domeinllin
[i:::J
Gofur".io
1:,-11
Uniwrslt:lir Ziliikanhu~ Anh"Qrpen (UZ)
-
Bos
~
Sportcentrum DeArk
~
Geplande uitbralding spol"'b::&ntrum
1}
.ft
- > ~ . . .- . . .
ifSI ~
Sar-r6!
S&l'l'&
m61t k&inhar.de&funclîe
Heimol!in
Tol"iS!n
Inrichtingsplan Stadsrandbos Antwerpen
(fabMe~toren)
Openbare: wegen (V&r-hard) Zl:::ht vanaf weg naar achtarliggand landschap
Opdrac:htJewr-: Vlaarnsa Gemeenschap, Afdeling Bos & Grt:lii'n
I. :;o.m. ProvinciEi! Antwerpen, Gamaent.e:n Aartwlaar-, Edegem en Konti::h
Bomenrijan
KAART
G-••••
Afgeslct&n fiE"ttE· en wandalwegen
BESTAAN 0 E RUIMTELIJKESTRUCTUUR
Al&enstaand6! woningen
Wo."rlopon
02:
Apr·îl
VBV/35 - S 079 • B&.G/0 8/2005 • w~
PAGINA – 10
2.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
BELEIDSCONTEXT
Binnen dit hoofdstuk wordt de beleidscontext gesitueerd: –
Juridische context
–
Beleidscontext – Vlaams en Provinciaal
–
Beleidscontext – Gemeentelijk – Aartselaar
–
Beleidscontext – Gemeentelijk – Edegem
–
Beleidscontext – Gemeentelijk – Kontich
–
Andere relevante planningsprocessen
2.1.
JURIDISCHE CONTEXT
De volgende elementen binnen de juridische context worden aangehaald: –
Gewestplan
–
Speciale beschermingszones
–
Erkende natuurreservaten en bosreservaten
–
Beschermde monumenten, stads- en dorpsgezichten en landschappen
2.1.1.
GEWESTPLAN
Het gewestplan van Antwerpen is van toepassing voor de gemeenten Aartselaar, Edegem en Kontich en werd goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979. Nadien zijn er een aantal gewestplanswijzigingen doorgevoerd. Met betrekking tot het studiegebied werd het reservatiegebied voor de grote ring rond Antwerpen teruggebracht tot een reservatiestrook voor pijpleidingen. Binnen het studiegebied komen de volgende bestemmingen voor: –
Woongebied, woongebied met landelijk karakter, woonuitbreidingsgebied, reservegebied voor woonwijken: binnen het studiegebied komt er geen woongebied voor maar het sluit wel aan bij de kern van Aartselaar dat volledig als woongebied is ingekleurd. Doorheen het gebied lopen er twee woonlinten ingekleurd als woongebied met landelijk karakter, namelijk de Groeningenlei en de Solhofdreef – Kleistraat – Oever – Reetsesteenweg. Een lintvormig landelijk woongebied is tevens terug te vinden langsheen de Pierstraat. Een niet-aangesneden woonuitbreidingsgebied situeert zich tegen de kern van Aartselaar aan (achter de begraafplaats). Ook het reservegebied voor woonwijken “De Reukens” is niet aangesneden.
–
Ambachtelijk bedrijventerrein, industriegebied, gebied voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut, universiteitspark, recreatiegebied: aan de afrit 7 Kontich van de E19 is er een ruim bedrijventerrein Satenrozen gesitueerd dat gedeeltelijk in industriegebied en gedeeltelijk in ambachtelijk bedrijventerrein is gelegen. Ten noorden van het studiegebied is er een grote zone voor gemeenschapsvoorziening voor het Universitair Ziekenhuis en Fort 6. Aansluitend aan het ziekenhuis is er een speciale zone ingetekend als universiteitspark. Het sportcentrum van Aartselaar is gesitueerd in recreatiegebied.
–
Bosgebied, parkgebied, groengebied, buffergebied: enkel de Pannebossen zijn ingekleurd als bosgebied. Het Groeningenhof, Solhof en een gedeelte in het zuiden tegen de Pierstraat aan zijn gesitueerd als parkgebied. Ter hoogte van de Vuile Plas is er een groengebied aanwezig. Rondom het industriegebied Satenrozen is er een bufferzone aanwezig.
–
Agrarisch gebied, agrarisch gebied in landschappelijk waardevol gebied: het centrale gedeelte van het gebied, namelijk tussen de Groeningenlei, E19, Pierstraat, Oever, Kleistraat, Solhof en de Baron Van Ertbornstraat is waardevol agrarisch gebied. De randgebieden zijn gewone agrarische gebieden.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
KAART 3
PAGINA - 11
: GEWESTPLAN
Legende
Belan,g rijkste gewestplanbesternmingen:
-
Industriegebied
-
Gemeente,grenzen
~
Gebied voor ambadltehjke bedrijven en KMO's
-
Woon,gebied
-
Bos.gebied
f~~§~~~~§~~
Woon,gebi ed met landelijk karakter
~
Buffergebied
-
Woonuitbreidingsgebied
Q=:J
Parkgebied
~
Reserve,gebied voor woonwijken
CJ
Aararisch ,gebied
c=J
Gebied voor ,gemeenschapsvoorzienin,gen
~~~~ffi~~~~~~
Landschappelijk waardevol a.grarisch ,gebied
~
Universiteitspark
Voor de betekenis van de andere kleuren wordt er verwezen naar de officiële kleurenc:odes van de ,gewestplan bestemmin,gen
~
Recreatie,gebied
Inrichtingsplan Stadsrand bos Antwerpen Grondgebied Aartselaar, Ede,gem en Kontich
Surn Resea r el,_._._ Opdr~c:htgever: ;.~.m .
fo..gsnbchop veer N~tuur en 8~ (AN8) ProVincts Antwerpen, Gemeentenfll:Jrbe.'bor, Edeyam en Kontich
KAART 03:
CIIWISTPLAN
vsvn~
.
~o1s- El> G/DB/ZDD5. wv~
PAGINA – 12
2.1.2.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
SPECIALE BESCHERMINGSZONES
In het studiegebied en de directe omgeving zijn er geen habitat- of vogelrichtlijngebieden aangeduid.
2.1.3.
VLAAMS ECOLOGISCHE NETWERK
Er zijn voorlopig nog geen GEN of GENO-gebieden (Grote Eenheden Natuur en Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling) gesitueerd in het studiegebied of de directe omgeving.
2.1.4.
ERKENDE NATUURRESERVATEN EN BOSRESERVATEN
In het studiegebied zijn er geen erkende natuurreservaat of bosreservaten. In de directe omgeving zijn er enkele: –
Oeyvaersbosch te Aartselaar – 3,0 ha (Natuurpunt)
–
Oude Spoorwegberm Kontich te Kontich – 14,8 ha (Natuurpunt)
Bosreservaten zijn er niet aanwezig in het studiegebied.
2.1.5.
BESCHERMDE MONUMENTEN, STADS- EN DORPSGEZICHTEN EN LANDSCHAPPEN
Stads-
en
dorpsgezichten
en
individuele monumenten worden beschermd door het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van
monumenten
stads-
en en
dorpsgezichten, gewijzigd bij decreet van 22 februari 1995. Waardevolle landschappen werden in het verleden beschermd via de wet van 1931 op het
behoud
monumenten landschappen.
van
de en Een
nieuw decreet van 16 april 1996 beoogt de bescherming landschappen
van waarvan
het behoud in historisch, esthetisch, cultureel
sociaalof
natuurwetenschappelijk opzicht belang is.
van
nationaal
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
PAGINA - 13
De volgende beschermde monumenten zijn aanwezig in en in de directe omgeving van het studiegebied:
NAAM
BESCHERMING
DATUM BESLUIT
OMGEVING KASTEEL SOLHOF (OMGRACHTING, BIJGEBOUWEN, GRONDEN BINNEN EN
DORPSGEZICHT
11 APRIL 1984
VAN
MONUMENT
14 AUGUSTUS 1946
KASTEEL SOLHOF (HOOFDGEBOUW EN RONDE HOEKTORENS) – BARON VAN
MONUMENT
11 APRIL 1984
DORPSGEZICHT
16 JUNI 1978
HOUTEN WINDMOLEN HEIKEN – REETSESTEENWEG TE AARTSELAAR
MONUMENT
15 AUGUSTUS 1978
OMGEVING HOEVE DOORNSTRAAT 150 TE EDEGEM
DORPSGEZICHT
6 NOVEMBER 1981
BUITEN DE OMGRACHTING, DREVEN)
PASTORIJ
(VML.
– BARON VAN ERTBORNSTRAAT TE AARTSELAAR
WOLFAERTSHOF)
THANS
GEMEENTEHUIS
–
BARON
ERTBORNSTRAAT 1 TE AARTSELAAR ERTBORNSTRAAT TE AARTSELAAR ONMIDDELLIJKE OMGEVING HOUTEN WINDMOLEN OP HET HEIKEN – REETSESTEENWEG TE AARTSELAAR
HOEVE DOORNSTRAAT 150 TE EDEGEM
MONUMENT
6 NOVEMBER 1981
HAZESCHRANSHOEVE MET ONMIDDELLIJKE OMGEVING – DRIE EIKENSTRAAT 628 TE
DORPSGEZICHT
6 NOVEMBER 1981
EDEGEM HAZESCHRANSHOEVE – DRIE EIKENSTRAAT 628 TE EDEGEM
MONUMENT
5 FEBRUARI 1982
“GROENINGENHOF” MET OMGEVING MET INBEGRIP VAN DE HUIZEN KONTICHHOF 3,
DORPSGEZICHT
9 MAART 1995
MONUMENT
9 MAART 1995
15, 23A, GROENINGENLEI 157 – TE KONTICH KASTEEL Z.G. GROENINGENHOF EN DE DIENSTGEBOUWEN – KONTICHHOF 25-27 TE KONTICH TABEL 1
2.2.
: BESCHERMDE MONUMENTEN EN DORPSGEZICHTEN
BELEIDSCONTEXT – VLAAMS EN PROVINCIAAL
De volgende elementen binnen de beleidscontext (Vlaams en Provinciaal) worden aangehaald: –
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)
–
Afbakening Grootstedelijk Gebied Antwerpen
–
Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (RSPA)
–
Kaderplan “Open Ruimtevinger”
–
Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Drie Eycken (PRUP)
2.2.1.
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN (RSV)
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is op 23 september 1997 door de Vlaamse regering goedgekeurd. In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werd een gewenste ruimtelijke structuur voor Vlaanderen uitgewerkt in het perspectief van 2007. De uitgangsvisie van dit ruimtelijk structuurplan is een duurzame ruimtelijke ontwikkeling voor Vlaanderen, gebaseerd op draagkracht (d.i. de maximaal toelaatbare belasting) en kwaliteit (waardering) van de ruimte. Omwille van deze visie wordt er in het RSV een onderscheid gemaakt tussen buitengebied en stedelijk gebied: het geeft aan welke gemeenten en delen van gemeenten tot het geselecteerd stedelijk gebied behoren en welke niet en m.a.w. een deel van het buitengebied vormen. Zo een ruimtelijke afbakening van stedelijke gebieden heeft tot doel aan te duiden in welke gemeenten en gebieden een beleid van groei, concentratie en verdichting van toepassing is (stedelijk gebied beleid).
PAGINA – 14
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
De volgende elementen vanuit het RSV zijn van belang i.f.v. het studiegebied: – –
Stedelijk netwerk op internationaal niveau: Vlaamse Ruit Stedelijk gebied – buitengebied: delen van de gemeenten Aartselaar, Kontich en Edegem zijn geselecteerd als onderdeel van het grootstedelijk gebied Antwerpen.
–
Economisch knooppunt: onderdelen van een stedelijk gebied zijn automatisch economisch knooppunt.
–
Lijninfrastructuren: A1 (Nederland, Antwerpen, Brussel – E19) is geselecteerd als hoofdweg.
–
Natuurlijke
en
agrarische
structuur:
afbakenen
in
overdruk van 125.000 ha grote eenheden natuur en grote
eenheden
natuur
in
ontwikkeling,
afbakenen
750.000 ha agrarisch gebied, afbakenen van 10.000 ha bijkomend bos- of bosuitbreidingsgebied waarbinnen ecologisch Afbakenen
verantwoorde in
bosuitbreiding
overdruk
van
plaatsvindt.
150.000
ha
natuurverwevingsgebied.
2.2.2.
AFBAKENING GROOTSTEDELIJK GEBIED ANTWERPEN
In mei 2003 is in opdracht van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap begonnen aan een onderzoek naar de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden van het stedelijk gebied Antwerpen. Dit onderzoek heeft als doel te komen tot een voorstel van afbakeningslijn en tot een actieprogramma van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in het Antwerpse. In mei 2005 was de eindnota van deze (voor)studie klaar. Op basis van deze studie maakt de Vlaamse Overheid nu een gewestelijk RUP op om uitvoering te geven aan het actieprogramma. Na de voorlopige goedkeuring van het ontwerp van RUP door de Vlaamse Regering zal dit plan voorliggen aan de bevolking in een twee maanden durend onderzoek. Binnen het afbakeningsproces wordt de volgende suggestie geformuleerd m.b.t. het studiegebied:
Het gebied Edegemse Hoek strekt zich uit vanaf Fort 6 tot Satenrozen, Kontich, en zal zich in de toekomst profileren als één gebied: Zuidpark. Vertrekkende vanuit de lokale context kan het gebied zich ontwikkelen als smeltkroes van fragmenten. Woonfragmenten en natuurfragmenten kunnen in een patchwork worden afgewisseld met bedrijfsfragmenten, stadslandbouw, recreatie, universiteitsfragmenten enz. (cfr. Zuidpark Den Haag, Zuidpark Rotterdam, Amsterdams Bos). Vanuit de algemene tendens naar privatisering van de open ruimte voor hobbylandbouw, de matige tot lage waardering van dit gebied vanuit landbouw, en de specifieke vraag van lokale landbouwers naar toepassingsmogelijkheden voor verbrede landbouw kan worden geconcludeerd dat dit gebied in transformatie is. Bovendien moet een kwalitatief antwoord worden geboden aan de verschillende ruimteclaims die vanuit verschillende sectoren de open ruimte verder aansnijden. Uitgangspositie voor de ontwikkeling van Zuidpark is de lokale context. Gebieden die vanuit natuurlijk en landschappelijk oogpunt als waardevol worden geacht, vormen de basis voor de verdere ontwikkeling van het park. Zo worden de valleien van de Edegemse Beek en de Mandoerse Beek als waardevolle en essentiële open ruimten aangeduid en gevrijwaard. De bestaande Pannebossen,
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
PAGINA - 15
centraal gelegen in het gebied, maken deel uit van een groot stadsrandbos, waarbij verschillende boscomplexen fragmentarisch over het park worden verspreid. De lokale context (bijvoorbeeld zichten enz.) bepaalt echter de uiteindelijke lokatie van de bosfragmenten. Ter hoogte van het woonuitbreidingsgebied Groeninge (Kontich) wordt de poort tot Zuidpark ontwikkeld. Een bezoekerscentrum, gekoppeld aan de tramhalte en de nieuwe ontwikkelingen rond Satenrozen, nodigt de recreant uit het gebied te ontdekken. De bestaande heuvel kan in die mate worden verhoogd dat hij fungeert als uitzichtpunt over Zuidpark en een centrale positie inneemt in het gebied. Met een ecoduct, ingewerkt in de heuvel, kan de oversteekbaarheid van E19 worden opgelost voor mens en dier. In het noorden kunnen Fort 6, de universiteit en het universitair ziekenhuis onderdeel vormen van het park. Nieuwe satellieten en spin-off bedrijfjes kunnen zich vestigen als losse objecten, in het park of in boskamers. Het golfterrein wordt uitgebreid en toegankelijk gemaakt voor het publiek als nieuwe vorm van meervoudig ruimtegebruik en open ruimte beheer. Doorheen het Zuidpark moet een structurerend padennetwerk de verschillende fragmenten met elkaar verbinden. Vanuit de voorstudie werden een aantal suggesties geformuleerd om op te nemen in het afbakeningsplan (onder de vorm van een gewestelijk RUP). Een aantal van deze suggesties hebben invloed op het studiegebied (dit RUP is nog NIET goedgekeurd): –
Afbakeningslijn grootstedelijk gebied: er wordt voorgesteld om de afbakeningslijn te zuiden van het studiegebied te laten lopen (Keizershoek
–
Oever
Reetsesteenweg
– –
Langlaarsteenweg), m.a.w. het studiegebied maakt deel uit van het grootstedelijk gebied.
–
Pilootproject open ruimte: voor het gebied tussen E19 en A12 is de
opmaak
van
een
door
het
inrichtingsschets
Agentschap voor Natuur en Bos van de Vlaamse Overheid een uitgangspunt, samen met het kaderplan Tijdens
van
de
de
provincie.
opmaak
van
het
gewestelijk R.U.P. is er verder overleg
nodig
Agentschap
voor
met Natuur
het en
Bos, VLM, de universiteit Antwerpen, de stad Antwerpen, de gemeenten Edegem, Kontich en Aartselaar, Middelheim en de provincie opdat het stadsrandbosproject, de plannen voor de universiteitssite en de rol van de landbouw op elkaar kunnen worden afgestemd. De pool ter hoogte van UA die in de afbakening wordt geselecteerd, is een bijkomende randvoorwaarde.
–
Omzetting woonuitbreidingsgebied (WUG) naar woongebied: WUG Lindelei aansluitend bij de kern van Aartselaar. Ter compensatie van de schrapping van de ontwikkelingsmogelijkheden in RVW – Reetsesteenweg – in overeenstemming met de gemeentelijke intenties. Nood aan verder onderzoek in verband met dichtheid en aansluiting op het stadsrandbos en het kasteeldomein Solhof.
PAGINA – 16
2.2.3.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN PROVINCIE ANTWERPEN (RSPA)
Het RSPA, goedgekeurd op 10 juli 2001, vormt de gebiedsgerichte provinciale vertaling van het RSV. Het studiegebied behoort tot de hoofdruimte “Antwerpse fragmenten”, in het bijzonder de deelruimten “Grootstedelijk
Gebied
Antwerpen” en “Antwerpse gordel als grootstedelijke
groenstructuur”. De volgende elementen vanuit het RSPA zijn van belang i.f.v. het studiegebied: – –
Natuurverbindingen: de Struisbeek (Edegemse Beek) als verbindend element. Selecties hoofddorpen – woonkernen: de provincie heeft Aartselaar, Edegem en Kontich voorlopig geselecteerd als een gemeenten met een gewoon hoofddorp type II. Het gaat om een voorlopige aanduiding in de vermoedelijke rand van het grootstedelijk gebied Antwerpen.
–
Kleinhandelsconcentratie: de N177 Boomsesteenweg in Wilrijk, Aartselaar, Schelle, Rumst en Boom werd geselecteerd als een kleinhandelsconcentratie die ruimtelijk samenhangt met een stedelijk gebied (type I).
–
Landbouw: randstedelijke landbouw moet mogelijk blijven in de groene vingers van het verstedelijkt gebied Antwerpen, zodat de landbouw een functie als buffer voor verstedelijking kan krijgen. De nadruk ligt dan ook op grondgebonden landbouwactiviteiten. Vanuit het ruimtelijk beleid vereist dit maatregelen die de randstedelijke landbouwgebieden concreet afbakenen en de nodige garanties geven voor het voortbestaan van de bestaande landbouwactiviteiten daarbinnen. Ook glastuinbouw is mogelijk.
–
Toerisme en recreatie: het studiegebied behoort tot het toeristisch- recreatief netwerk “Steden en Stromen”.
–
Verkeers- en vervoersstructuur: de N171 tussen Eikenstraat en E19 is geselecteerd als secundaire weg type I.
–
Landschappelijk structuur – bakengroep: de (kasteel)domeinen ten zuiden van de stad Antwerpen, met o.a. het domein Groeningenhof (Kontich), is geselecteerd als bakengroep.
–
Landschappelijk structuur – open ruimte verbindingen: omgeving van Wilrijk – Edegem (Hazeschrans – Fort 6 – UIA –Middelheim).
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
2.2.4.
PAGINA - 17
KADERPLAN “OPEN RUIMTEVINGER”
De “Open Ruimtevinger” gelegen tussen E19 en A12 is onderhevig aan tal van ruimtelijke processen. Bij alle lopende en toekomstige projecten in dit gebied dient er derhalve ruime aandacht te worden besteed aan de ruimtelijke, fysische en maatschappelijke randvoorwaarden en de randvoorwaarden inzake mobiliteit opdat de gewenste ingrepen zullen gebeuren op een verantwoorde wijze en garanties zullen bieden voor een duurzaam beheer. In deze optiek heeft de provincie beslist de visie uit het RSPA uit te werken in een kaderplan voor dit gebied, dat als een verantwoording kan worden aangewend teneinde toekomstige projecten vlot en gericht te laten ontwikkelen. Het eindrapport van deze studie werd opgesteld in augustus 2004. Het studiegebied maakt een groot deel uit van de Open Ruimtevinger, namelijk de deelruimten “Recreatieveld”, “Open valleiverbinding” en “Boshart”. De volgende doelstellingen en suggesties werden geformuleerd in het kaderplan: RECREATIEVELD (NUMMER 3,
NOORD)
Landschappelijke uitbouw: versterken van de bestaande openheid van dit gebied. De karakteristieke
bomenrijen,
landschapsbosjes,
kleine
kleine
landschaps-
elementen (poelen) en waardevolle hoeves vormen beeldbepalende elementen en dienen te worden versterkt. De bestaande en nieuwe
recreatievormen
dienen
als
onderling samenhangend geheel te worden uitgebouwd en maximaal geïntegreerd in het landschappelijk patroon. Grootschalige wenselijk
bebossing is eerder niet
in
Voornamelijk
het
”Recreatieveld”.
(talrijke)
kleinschalige
landschapsbosjes, onderling verbonden door dreefstructuren zijn wenselijk. Bestaande
open
ruimte
zichten
dienen
worden versterkt en uitgebouwd. Het ”Recreatieveld” wordt als een samenhangend netwerk van hoog- en laagdynamische
recreatievormen beschouwd, waarbinnen de bestaande hoogdynamische recreatiepolen (sportcampus Kattenbroek, Mariënborgh) kunnen worden versterkt én waartussen zachte recreatievormen kunnen worden uitgebouwd. Het uitbouwen van de natuurwaarden van de Vuile Plas en het uitbouwen van het bestaande golfterrein met recreatief medegebruik én in verweving met natuur, kunnen deel uitmaken van dit ”Recreatieveld”. De zachte recreatievormen komen in verweving met natuur en landbouw voor. Het ”Recreatieveld” kan volledig (als een open deel) in het stadsrandbos worden opgenomen. Uitbouw van een onderling verbonden recreatief fiets- en wandelpadennetwerk: noordzuidverbinding tussen Drie Eikenstraat en Aartselaarstraat, oost-westverbinding DoornstraatAartselaarstraat, noord-zuidverbinding (fietsroutenetwerk) langsheen de E19 en verbinding met overig netwerk, oost-westverbinding sportcampus Kattenbroek-Vuile Plas, verbinding Vuile Plas met Aartselaarstraat-Groeningenlei, oost-westverbinding langsheen de Kleine Struisbeek,
Uitbouw van aanwezige en nieuwe natuurwaarden: opwaarderen van bestaande (historische) poelen en inbreng van nieuwe poelen, versterken en uitbouwen van kleine ecozones en landschapsbosjes
in
verweving
met
recreatie
en
landbouw,
Kleine
Struisbeek
als
PAGINA – 18
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
natuurverbinding met beekbegeleidende vegetatie, accentueren van bestaande bomenrijen, waar mogelijk aanplanten van nieuwe bomenrijen of dreven, maximale inbreng van streekeigen groen, behoud en versterken van de natuurgebieden rond de Kleine Struisbeek.
Landbouwgebieden: de grote ‘open’ landbouwpercelen worden gehandhaafd en versterkt, grondgebonden landbouw is wenselijk, beleid rond bio-landbouw ontwikkelen, beleid bestaande hoeves behoudt landbouwactiviteiten als hoofdbestemming (geen intensieve bedrijvigheid). De nabestemming
van
deze
gebouwen
maatschappelijke
activiteiten
kinderboerderijen,
educatieve
kan
zoals of
buiten
wonen
hoevetoerisme,
sociale
landelijke
worden
voorbehouden
landschappelijk
centra.
Nieuwe
voor
geïntegreerde inplantingen
van
landbouwbedrijven worden in deze landschapskamer vermeden, opdeling van percelen i.f.v. hobbylandbouw
is
niet
wenselijk.
Enkel
behoud
van
bestaande
serrecomplexen,
met
nabestemming open ruimte (uitdovingsbeleid). Grootschalige landschappelijke buffering van de bedrijvenzone aan de A12 (zone ten westen van Doornstraat). Twee poortgebieden worden uitgebouwd in het ”Recreatieveld”: -
Poortgebied Ia: Edegemse Hoek: Ruimtelijke
toegangspoort
op
de
overgang
tussen
“Open
Ruimtesluis”
en
“Recreatieveld”, en op een landschappelijke grens tussen stedelijkheid (bebouwing Edegem) en E19 (tunnel). Complementair met poortgebied 1b. Beginpunt van de eigenlijke Open Ruimtevinger, ontmoetingsplaats, landschappelijk baken, knooppunt van fiets- en wandelpaden en golfterrein (Drie Eycken). Er worden hier geen bijkomende parkeerplaatsen voorzien, gelet op de reeds bestaande parkeerproblematiek (UZA) en om geen bijkomende verkeersdruk op de afrit E19 te genereren. De bestaande parkeerplaatsen bij UA en VTV kunnen gemeenschappelijk aangewend worden (bijvoorbeeld in het weekend of na de werkuren) t.b.v. de open ruimterecreant. Beperkte infrastructuur in functie van zachte recreatie in de Open Ruimtevinger (zoals infostand,…). Mogelijkheid tot gemeenschappelijk gebruik van bestaande faciliteiten (horeca) t.b.v. de ‘gebruiker’ van de Open Ruimtevinger. -
Poortgebied Ib: Vuile Plas: Poortgebied van Edegem, dat de sportcampus Kattenbroek verbindt met Vuile Plas (over E19). Complementair met poortgebied Ia. Knooppunt van fiets- en wandelpaden en verbinding met eigenlijke Open Ruimtevinger (boven/onder E19). Gemeenschappelijk gebruik parkeergelegenheden sportcampus Kattenbroek.
Lokale poorten worden voorzien, ter hoogte van Doornstraat – fiets en wandelpad Kleine Struisbeek (infopaneel, rustpunt), Kleine Doornstraat - fiets en wandelpad Kleine Struisbeek (infopaneel, rustpunt), nieuw recreatief pad aan de Doornstraat: nieuw pad doorheen “Recreatieveld”, teneinde Doornstraat met Aartselaarstraat (en poortgebied) te verbinden. Indien een positief planologisch attest bekomen wordt voor de Jachthoorn (nv Restoorn), kan ook dit complex deel uitmaken van de lokale poort, met gemeenschappelijk gebruik van parking en horeca (met infopaneel, rustpunt, …). Er worden geen mogelijke zoekzones voor retentie weerhouden in het “Recreatieveld”. Een lokale retentiezone t.b.v. de afwatering op het golfterrein kan evenwel worden overwogen.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
PAGINA - 19
OPEN VALLEIVERBINDING (NUMMER 3, ZUID)
Landschappelijke uitbouw: maximaal vrijwaren van de vallei van de Struisbeek-Edegemse Beek van bebouwing. De bestaande openheid wordt maximaal versterkt. Natuurlijke uitbouw van de loop van de Edegemse Beek. De karakteristieke bomenrijen, kleine landschapsbosjes, kleine landschapselementen (poelen) en waardevolle hoeves vormen beeldbepalende elementen en dienen te worden versterkt. Grootschalige bebossing is niet wenselijk in de “Open valleiverbinding”. Enkel (talrijke) kleinschalige landschapsbosjes zijn wenselijk (ook vanuit historisch standpunt), onderling verbonden door dreefstructuren. De uitbouw van dit gebied staat in functie van de loop van de Edegemse Beek (cfr. BPA Hazeschrans). De functies landbouw en recreatie zijn in de ”Open valleiverbinding” ondergeschikt aan de natuurlijke functie. Deze natuurlijke hoofdfunctie wordt maximaal uitgebouwd. Enkel laagdynamische recreatie en grondgebonden landbouw kan als nevenfunctie aanwezig blijven. Er kunnen geen nieuwe hoogdynamische functies in deze zone worden voorzien. De “Open valleiverbinding” kan volledig (als een open en natuurlijk deel) bij het stadsrandbos worden opgenomen. Uitbouw van een onderling verbonden recreatief fiets- en wandelpadennetwerk: noordzuidverbinding Aartselaarstraat
Drie naar
Eikenstraat-Groeningenlei Groeningenlei),
(poortgebied
oost-westverbinding
Edegemse
Hoek
via
Doornstraat-Aartselaarstraat,
verbinding Vuile Plas met Aartselaarstraat-Groeningenlei.
Uitbouw van aanwezige en nieuwe natuurwaarden: uitbouw van de Struisbeek en de Edegemse Beek als natuurverbindingen met beekbegeleidende vegetatie, versterken van de meanderende loop, opwaarderen van bestaande (historische) poelen in dit gebied en eventueel inbrengen van nieuwe poelen, versterken en uitbouw van kleine ecozones en landschapsbosjes, accentueren van bestaande bomenrijen, waar mogelijk aanplanten van nieuwe bomenrijen of dreven, maximale inbreng van streekeigen groen. Behoud en versterken van de natuurwaarden van de Vuile Plas.
Landbouwgebieden: de grote ‘open’ landbouwpercelen worden gehandhaafd en versterkt: grondgebonden
landbouw
is
wenselijk, bestaande
hoeves
worden
voorbehouden
voor
landbouwactiviteiten (geen intensieve bedrijvigheid). De nabestemming van deze gebouwen kan buiten wonen worden voorbehouden voor maatschappelijke activiteiten zoals hoevetoerisme, landschappelijk geïntegreerde kinderboerderijen, educatieve of sociale landelijke centra. Opdeling van percelen i.f.v. hobbylandbouw is niet wenselijk. Nieuwe inplantingen van landbouwbedrijven worden in deze landschapskamer vermeden. Enkel behoud van bestaande serrecomplexen, met nabestemming open ruimte (uitdovingsbeleid). Grootschalige landschappelijke buffering van de bedrijvenzone aan de A12 (zone ten westen van Doornstraat). Openhouden van de vallei ter hoogte van de A12. Er worden geen poortgebieden weerhouden in de “Open valleiverbinding”.
Lokale poorten worden voorzien, ter hoogte van Groeningenlei – (kleine) Groeningenlei (verlengde Aartselaarstraat) - (infopaneel, rustpunt), Groeningenlei-Baddenbroekse hoeven (infopaneel, rustpunt), Vuile Plas. Mogelijke zoekzones voor retentie aan Edegemse Beek: ter hoogte van de bedrijventerreinen A12 (ten oosten A12) of ter hoogte van Kattenbroek (ten oosten van E19).
BOSHART (NUMMERS 4 “CENTRALE ONTSNAPPINGSKAMER” EN 5A “KLEISTRAAT AARTSELAAR”)
Landschappelijke uitbouw: bijkomende grootschalige bebossing tussen de bestaande historische bossen (Solhof, Groeningenhof, Pannebossen en Molenbos) is aangewezen. Grootschalige boscomplexen komen hier voor, in verweving met landbouw en zachte recreatie. Het “Boshart” kan volledig (als een eerder gesloten natuurlijk deel) bij het stadsrandbos worden opgenomen.
PAGINA – 20
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
Versterken en integratie van bestaande hoogdynamische recreatiepolen (fitnesscomplex hoek Kontichsesteenweg en gemeentelijk sportcomplex Aartselaar) in de omgeving. Er kunnen geen nieuwe hoogdynamische functies in deze zone worden voorzien. De
laagdynamische recreatie-infrastructuur omvat wandel-, fiets- en ruiterpaden en
speelbossen. Uitbouw van een onderling verbonden recreatief fiets- en wandelpadennetwerk: noordzuidverbinding
Groeningenlei–Pannebossen-Pierstraat,
oost-westverbinding
Solhof-
Groeningenhof-Pannebossen, verbinding Vuile Plas met Pannebossen, Stijn Streuvelslaan–A. Sanderslei (Aartselaar).
Uitbouw van aanwezige en nieuwe natuurwaarden: boscomplexen, Mandoerse Beek als natuurverbinding met beekbegeleidende vegetatie, accentueren van bestaande bomenrijen, waar mogelijk aanplanten van nieuwe bomenrijen of dreven (in open delen), maximale inbreng van streekeigen groen, behoud en versterken van de natuurwaarden van de aanwezige bossen.
Landbouwgebieden in landschapskamer 4: de grote ‘open’ landbouwpercelen, die behouden blijven tussen grote boscomplexen in, kunnen worden gehandhaafd en versterkt. Deze grote landbouwpercelen dienen deel uit te maken van het stadsrandbos: grondgebonden landbouw is hier wenselijk. Bestaande hoeves worden voorbehouden voor landbouwactiviteiten (geen intensieve bedrijvigheid). De nabestemming van deze gebouwen kan enkel in functie van wonen. Opdeling van percelen i.f.v. hobbylandbouw is niet wenselijk in kamer 4. Nieuwe inplantingen van landbouwbedrijven worden in deze landschapskamer vermeden. Behoud en inbreiding van bestaande serrecomplexen in het zuiden (nabij Satenrozen).
Landbouwgebieden in landschapskamer 5a: gedifferentieerde landbouw (in verweving met bebossing) is hier mogelijk. Hobbylandbouw en diverse vormen van landbouw (kwekerijen,… ) kunnen in deze zone verder gestimuleerd worden. Er worden geen serrecomplexen of uitbreidingen van bestaande serrecomplexen toegelaten. Belangrijk aspect is het stimuleren van perceelsrandbegroeiingen en de inbreng van kleine landschapsbosjes als ecologische “stepping stones”. Grootschalige landschappelijke buffering (door bebossing) t.o.v. E19 is wenselijk.
Eén poortgebied wordt uitgebouwd in het “Boshart”: -
Poortgebied II: Bospoort (Aartselaar): Dynamisch poortgebied tussen hoek Dijkstraat-Kontichsesteenweg (fitnesscomplex), Solhof en sportcentrum Aartselaar (Kleistraat). Beginpunt van grootschalige boscomplexen. Dit poortgebied wordt aanzien als een ruimtelijk uiteengelegd poortgebied: binnen dit poortgebied kunnen verschillende kleinere polen worden uitgebouwd, elk met een specifieke functie (recreatiecomplex met parkeergelegenheid, fitnesscomplex met parkeergelegenheid,
bezoekerscentrum,
horeca
met
parkeergelegenheden,
fietsverhuur,…).
Lokale poorten worden voorzien, ter hoogte van Stijn Streuvelslaan–A. Sanderslei (infopaneel, rustpunt, ruimtelijke ”ingang”), Groeningenlei-Groeningenhof (infopaneel, rustpunt, ruimtelijke “ingang”), Groeningenlei-Eikeboom (infopaneel, rustpunt, ruimtelijke “ingang”). Er worden geen retentiezones weerhouden in het “boshart”.
2.2.5.
PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DRIE EYCKEN (PRUP)
Het PRUP “Golfterrein Drie Eycken” werd op 2 december 2005 definitief goedgekeurd. Door de goedkeuring kan de Edegemse golfclub De Drie Eycken zijn terreinen beperkt uitbreiden in oostwestelijke richting langs de loop van de Edegemse Beek.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
PAGINA - 21
De provincie Antwerpen, die volgens het Vlaams Golfmemorandum van 20 juni 2003 bevoegd is voor golfterreinen van minder dan 40 ha en met maximaal 9 holes, werkte een “Kaderplan Open Ruimtevinger” uit. In dit kaderplan vormt het golfterrein een onderdeel van het ”Recreatieveld”, een overgangsgebied van het verstedelijkt gebied naar de open ruimte. Binnen dit gebied wordt een verweving nagestreefd tussen recreatie, landbouw en natuur. Bij een eventuele stopzetting van de golfactiviteiten is een nabestemming voorzien tot gemeentelijk parkbos. De verwerving en uiteindelijke realisatie van de recreatieve paden zal de gemeente Edegem voor haar rekening nemen. De realisatie van de wandelpaden (in het golfterrein) zal voor de rekening van het golfterrein gebeuren.
2.2.6.
PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN RESTOORN (PRUP)
Het PRUP Restoorn werd op 22 juni 2006 definitief vastgesteld door de provincieraad van Antwerpen. Het plan voorziet in de regularisatie en de beperkte uitbreiding van “De Jachthoorn”. De bestaande omliggende parkeerplaatsen en de tuingedeelten incl. constructies worden eveneens mee opgenomen. Langsheen de Doornstraat is een “zone voor lokale poort” voorzien. In deze zone wordt, in overleg met het gemeentebestuur en de uitbater van “De Jachthoorn”, een zone voorzien voor de inrichting van een “lokale poort”. Hier kan, conform het Kaderplan Open Ruimtevinger, een rustpunt in functie van zachte recreatie worden ingericht. Het bevat de volgende concepten: Macro:
–
Site Jachthoorn als wezenlijk onderdeel van de “Open Ruimtevinger”: de site vormt een “lokale poort” in het recreatief netwerk.
–
Site als onderdeel van het “Recreatieveld” in de Open Ruimtevinger (cfr. Kaderplan), met natuurlijke verweving en recreatief medegebruik.
–
Historisch karakter van de site verankeren, vergroten zichtlocatie, koppeling met monument Doornstraat 150 (“historische poort”).
PAGINA – 22
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
Micro: –
Concentratie van gebouwen, centraal op de site. Uitbreidingen volgens planologisch attest en volledig aansluitend op gebouwen. Bestemming: bestaande activiteiten, geen overnachtingsaccommodatie.
–
Behoud van historische configuratie (o.a. hofplaats) en typologie.
–
Niet-waterdoorlatende verhardingen enkel nabij de gebouwensite en op zones voor nutsvoorzieningen. Maximale waterdoorlatendheid van overige zones.
–
Behoud en uitbreiding van groen karakter van de site.
–
“Groene
compartimentering”
van
parkeergelegenheden. –
Bijkomende groene (onverharde) elementen op de parkeerzones.
–
Plafonneren parkeercapaciteit (parkeerquotum).
–
Concentreren van “werkzone” (parking personeel, opslag, afval, laden/lossen,…).
–
Mogelijkheid tot ecologische waterzuivering op de site.
–
Site
“Jachthoorn”
als
lokale
poort
van
”Recreatieveld”: Ruimtelijke toegang tot het netwerk. Aantakking op netwerk van recreatieve assen. Landschappelijk baken. Mogelijkheid
tot
(beperkt)
parkeergelegenheden
i.f.v.
medegebruik recreant
Ruimtevinger. Fietsenstalling. Rustplaats, infopunt, verzamelplaats. Beperkte infrastructuur (schuilplaats). –
Medegebruik mogelijk van bestaande horeca.
van Open
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
2.3.
BELEIDSCONTEXT –
GEMEENTELIJK
PAGINA - 23
– AARTSELAAR
De volgende elementen binnen de beleidscontext (gemeentelijk – Aartselaar) worden aangehaald: –
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Aartselaar (GRS Aartselaar)
–
Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan Aartselaar (GNOP Aartselaar)
2.3.1.
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AARTSELAAR (GRS AARTSELAAR)
Het GRS Aartselaar werd bij besluit van van 28 april 2005 door de Bestendige Deputatie van de provincieraad van Antwerpen definitief goedgekeurd. Net zoals in Edegem zijn er in Aartselaar zeer veel bovenlokale elementen (afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen,…) waarnaar de gemeente enkel suggesties kan formuleren. De volgende visie-elementen vanuit het GRS Aartselaar zijn van belang voor de ontwikkeling van het stadsrandbos. Let op, het is een zuivere opsomming van de gegevens vermeld in het GRS Aartselaar, de mogelijkheid bestaat dat er tegenstrijdigheden vermeld staan met de huidige inrichting van het stadsrandbos Antwerpen. –
Gewenste open ruimte structuur: Ten oosten van de kern van loopt er een “groene vinger” rond Antwerpen. Zowel de Edegemse Beek als de Wullebeek worden geherwaardeerde beekvalleien als natuurlijke verbinding. Het gebied Briez-Oever wordt aangeduid als een te behouden concentratie aan glastuinbouw. Er wordt voorgesteld om het parkgebied van het Kasteel Solhof uit te breiden in noordelijk richting namelijk tot tegen de Kleistraat. T.h.v. de Reukens wordt er bosontwikkeling voorgesteld. Voor de kern van Aartselaar worden er kleinschalige open ruimten voorgesteld.
–
Gewenste landschappelijke structuur: Benadrukken van Solhof en Groeningenhof als landschappelijke belangrijke componenten en de onderlinge verbinding tussen beide in de vorm van een kasteeldreef (ook rondom Groeningenhof). Benadrukken belang van enerzijds de beekvalleien Edegemse Beek en Wullebeek en anderzijds de “groene vinger” rond Antwerpen. Zowel de kerk in de dorpskern van Aartselaar als de Heimolen worden aangeduid als belangrijke landschappelijk bakens.
–
Gewenste verkeer- en vervoersstructuur: Kleistraat en Oever zijn lokale wegen II. Reetsesteenweg – Kapellestraat – Baron van Ertbornstraat – Dijkstraat is een lokale weg I. Een lokaal fietstraject loopt vanuit Rumst via Reukens, centrum Aartselaar, Solhof, sportcentrum naar Groeningenhof zo verder richting Wilrijk.
–
Gewenste nederzettingsstructuur: Niet verdichten van linten: Kleistraat, Oever. Compacte kern Aartselaar. Voor het woonuitbreidingsgebied (WUG) t.h.v. de Lindelei wordt er voorgesteld om dit gefaseerd te ontwikkelen beginnend bij WUG1a. Er worden in totaal een 140-tal woningen voorzien. Ontsluiting via Lindelei (WUG1a) en Solhofdreef (WUG1b). Omsluit kerkhof langs drie zijden. Omvat groot perceel met villa. Grenzend aan open ruimte-gebied en parkgebied (Solhofkasteel).
PAGINA – 24
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
Het binnengebied t.h.v. Lieven Renslaan wordt voorgesteld om te ontwikkelen voor woningen. Er wordt geschat op 12 woningen. Het is ontsluitbaar via bestaande boerderijen. Dit gebied heeft een groen karakter en grenst aan de oostelijke rand van het centrum. Voor het reservegebied voor woonwijken t.h.v. de Reetsesteenweg is het niet wenselijk om te ontwikkelen. Dit gebied grenst aan landschappelijk waardevolle Wullebeekvallei. Deels bebouwde percelen (boerderijen, oude woonhuizen). Te ontsluiten langs Wullebeekstraat en niet-uitgeruste zijweg van Reetsesteenweg. Ontwikkelen van het gebied vormt ruimtelijk een aantasting van het landschappelijk karakter van de open ruimte van de Reukens en zou in tegenspraak zijn met de genomen opties voor de gewenste open ruimte structuur. De zonevreemde woningen in Aartselaar t.h.v. het stadsrandbos volgen de huidige decretale bepalingen voor woningen in ruimtelijk niet-kwetsbare gebieden. –
Gewenste ruimtelijke – economische structuur: Nogmaals aanduiding cluster glastuinbouw BriezOever. De perimeter van zone blijft beperkt tot de huidige. Dit betekent dat schaalvergroting enkel kan via inbreiding. Herlocalisatie van het zonevreemd bedrijf op de hoek van de Reetsesteenweg en Oever. Versterken en bevestigen van de congres- en hotelfaciliteiten van Solhof: door de aanwezigheid van hotel- en congresfaciliteiten, speelt het Solhof ook een
rol
in
de
economische
(en
toeristisch
–
recreatieve) structuur. De huidige congres- en hotelactiviteiten betekenen een versterking van de lokale
ruimtelijk
–
economische
structuur.
De
economische functie zorgt ook voor de instandhouding van het waardevol historisch gebouw en het park eromheen. De activiteiten worden bestendigd maar er wordt geen verdere uitbreiding voorzien. –
Gewenste toeristische – recreatieve structuur: Bevestiging van een lokaal fietstraject loopt vanuit Rumst via Reukens, centrum Aartselaar, Solhof, sportcentrum naar Groeningenhof zo verder richting Wilrijk. Uitbreiding van het sportcentrum Aartselaar met ongeveer 1 ha in noordoostelijke richting.
Uitbreiding parkgebied Solhof en bevestiging congres- en hotelfaciliteiten van Solhof.Op kaart 4 worden de in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Aartselaar geformuleerde structuren weergegeven.
2.3.2.
GEMEENTELIJK NATUURONTWIKKELINGSPLAN AARTSELAAR (GNOP AARTSELAAR)
Op 22 december 1997 is het GNOP door de beoordelingscommissie van AMINAL goedgekeurd. Een opvolgingscommissie moet instaan voor de opvolging van de voorgestelde acties in het GNOP. Het GNOP kent geen juridische basis en biedt bijgevolg geen garantie dat het actieplan effectief zal uitgevoerd worden. De algemene doelstelling van het actieplan van het GNOP is enerzijds het beschermen van de resterende fragmenten en anderzijds deze uit hun isolatie halen. Daarnaast dient de ecologische infrastructuur verder ontwikkeld te worden (kleine landschapselementen, kleine natuurentiteiten zoals hagen, houtkanten, oevervegetaties, enz…) als natuurlijke structuur binnen een gebied waarin bewoning, industrie en landbouw het leeuwendeel van de open ruimte hebben opgeslokt. Deze
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
PAGINA - 25
natuurlijke structuur draagt in hoge mate bij tot de visuele aantrekkelijkheid van het landschap in Aartselaar. Twee gebieden in de gemeente moeten de hoogste prioriteit krijgen: 1. Het bos- en landbouwgebied ten zuiden van de Kleidaallaan. 2. Het landschap tussen de Kontichsesteenweg, Solhof en Kontich (Geuzenhoofd, De Oever) Integraal behoud van landschappelijke éénheden en de verhoging van ecologische
en
belevingswaarde zijn de doelstellingen. De voornaamste actie in deze gebieden is het ontwikkelen van landschapselementen.
2.3.3.
RUP SPORTCENTRUM “DE ARK”
De provincieraad stelde het PRUP golfterrein Drie Eycken te Edegem definitief vast op 22 september 2005. De Vlaamse regering keurde het goed op 2 december 2005. EEN LANDSCHAPPELIJK WAARDEVOL STUDIEGEBIED Het studiegebied vormt een recreatief element voor de gemeente, waar enerzijds gestreefd wordt naar interne uitbreiding van de recreatieve infrastructuur (o.a. uitbreiding park Solhof en sportcentrum) en anderzijds gezocht wordt naar een sterkere onderlinge binding en relatie met de dorpskern. Deze versterkte ruimtelijke binding kan vooral vormgegeven worden door het uitwerken van langzaam verkeer-routes en een herinrichting van het publiek domein. Het resterend open ruimtegebied betreft een landbouwgebied (grondgebonden landbouw, overwegend weiland) dat kan ingeschakeld worden in de ontwikkeling en inrichting van een stadsrandbos, een doelstelling die door het Vlaams Gewest en de provincie werd vooropgesteld en overeenstemt met de gemeentelijk visie geformuleerd in het GRS. De uitbreiding van het sportcentrum met één oefenveld sluit aan bij de doelstellingen van deze algemene visie. De kleinschalige uitbreiding van het recreatiegebied vormt geen structurele aantasting van de actuele landschapswaarden. De uitbreidingszone sluit ruimtelijk aan bij de bestaande recreatieve cluster. EEN DUURZAME UITBREIDING VAN HET SPORT-
EN RECREATIEGEBIED
De geplande uitbreiding gebeurt in overeenstemming met de inrichting van het bestaande sportcentrum. De huidige inrichting wordt over het algemeen als kwalitatief beschouwd en kan worden voortgezet. De aanwezige ruimtelijke kwaliteit wordt bepaald door het intensief ruimtegebruik (d.w.z. een groot aantal recreatieve voorzieningen op een beperkte oppervlakte) en de landschappelijke inrichting, zowel op het domein zelf als de landschappelijke inpassing in de omgeving. De noordelijke rand van de uitbreidingszone (plangebied) wordt afgeschermd van de noordelijke landbouwruimte. Het landschapsscherm sluit ruimtelijk aan bij de bestaande landschapsschermen rondom het gedeeltelijk zonevreemde voetbalveld (B-veld). De landschappelijke afscherming zal niet in een afzonderlijk afgebakende bestemmingszone worden opgelegd maar eerder als algemene bepaling worden opgenomen binnen de zone voor recreatie. Op langere termijn kan dit landschapsscherm volledig worden opgenomen binnen de voorziene bosuitbreiding (speelbos) in het kader van de ontwikkeling van het stadsrandbos. De waardevolle beekbegeleidende beplanting en de beek worden gevrijwaard en op een duurzame wijze geïntegreerd in het plangebied. Het verloop van de beek is sterk bepalend en richtinggevend voor het positioneren van het sportveld.
PAGINA – 26
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
Er wordt gestreefd naar een optimale interne samenhang tussen het B-veld (kunstgras) en het nieuwe C-veld. Deze samenhang wordt bereikt door het creëren van enkele functionele en kwalitatieve doorgangen tussen beide sportvelden. Het zicht tussen beide velden zal een zekere openheid vereisen. Het principe van een geclusterde of gegroepeerde bebouwing en infrastructuur staat voorop. Daarom wordt er binnen het plangebied geen nieuwe overdekte en/of verwarmde bebouwing toegestaan (oa. sportzaal, jeugdlokaal, kantine, sanitaire ruimten, opslag, berging, tribune). Nieuwe bebouwing kan vanuit een duurzame ruimtelijk ontwikkelingskader enkel plaatsvinden aansluitend bij de bestaande bebouwing, dus buiten het plangebied. Er worden geen parkeervoorzieningen toegestaan binnen het plangebied. Het huidige aantal parkeerplaatsen aan de Kleistraat volstaat. Er worden geen toegangswegen voorzien aansluitend op de Groeningenlei. Dit om het karakter als langzaam verkeersverbinding van deze dreef te vrijwaren. De waardevolle dreefbeplanting behoort tot het openbaar domein van de Groeningenlei en valt buiten het plangebied. Voldoende garanties worden ingebouwd zodanig dat deze groenstructuur niet wordt aangetast. Kleinschalige recreatieve infrastructuur zoals constructies en infrastructuur noodzakelijk voor het uitvoeren van de sportieve of recreatieve activiteiten worden wel toegelaten (bvb. doelen, lichtpalen, speelinfrastructuur). De uitrusting wordt ingeplant op voldoende afstand van de beek, de laanbeplanting aan de Groeningenlei en de noordelijke perceelsgrens (buffer).
Ruimtelijke organisatie bestaande toestand sportcentrum + indicatieve aanduiding gewenste uitbreiding ‘oefenterrein’.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
KAART 4
PAGINA - 27
: BELEIDSCONTEXT – GRS AARTSELAAR
GEWENSTE OPENRUIMTE STRJCTUUR
GEW ENST E lANDSCHAPPEUJ KE STRUCTUUR
GEWENSTE VERKE ERS· EN VERVOERSSTRUCTUUR
·"'\
Î )..•'"'\
i
~.... I.
/
>
J
J · - - -- -
G EWENSTE NEOERZETTI NtiSTRUCTUUR
G EWENSTE ECONOMISCHE STRUCTUUR
~f'OeMl~
G EWE NSTE TOERISTISC HE · RECREATIEVE STRUCTUUR
Legende
I nrichtingspl an Stadsrandbos Antwerpen
J~i'lî"'•loor,ccoga.,onKcntbh~.I:'E':'..~.~se:trch Opdr-.chtQevar : Agwnb:lc:hap voor Natvur a n 8011; (A NB)
I.s.m. Pro'llinala Antwerp•n , ll•rneant.n A•rt:cel• • r, Es:lllg•m on KDnt:b:h
KAART 04 .
BELEIO~CIJ N TEXT
Moort2DDii
GR~
AARTSELAAR
VBV/35 - 5079-
B~G/08/2005-
wvs
PAGINA – 28
2.4.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
BELEIDSCONTEXT –
GEMEENTELIJK
– EDEGEM
De volgende elementen binnen de beleidscontext (gemeentelijk – Edegem) worden aangehaald: –
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Edegem (GRS Edegem)
–
BPA Hazeschrans
–
Mobiliteitsplan Edegem
–
Toekomstplan U.A. Campus – Drie Eiken – Fort VI
2.4.1.
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN EDEGEM (GRS EDEGEM)
Op 8 december 2005 heeft de Bestendige Deputatie van de provincieraad van Antwerpen het GRS Edegem definitief goedgekeurd. Net zoals in Aartselaar zijn er in Edegem er zeer veel bovenlokale elementen (afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen,…) waarnaar de gemeente enkel suggesties kan formuleren. De volgende visieelementen vanuit het GRS Edegem zijn van belang voor de ontwikkeling van het stadsrandbos, hier wordt er enkel het deel ten westen van E19 behandeld. Let op, het is een zuivere opsomming van de gegevens vermeld in het GRS Edegem, de mogelijkheid bestaat dat er tegenstrijdigheden vermeld staan met de huidige inrichting van het stadsrandbos Antwerpen: –
Gewenste natuurlijke structuur: Edegemse Beek – Struisbeek als natte natuurverbinding (provinciaal). De aanwezige ‘snippers’ natuur, waaronder enkele bosrelicten (incl. Kontichse bergen) kunnen aangewend worden als impulsgebieden voor verdere natuurontwikkeling. Deze gebieden kunnen mogelijk als centraal natuurelement aangewend worden waarrond een stadsrandbos wordt opgebouwd. Enkele oude voetwegen kunnen opgewaardeerd worden en als basis aangewend voor het realiseren van een ‘groencorridor’ die een bovenlokale noord-zuid gerichte recreatieve fietsroute omvat. Deze fietsroute kan eveneens geïnterpreteerd worden als alternatieve functionele fietsverbinding, zoals opgenomen in het provinciaal fietsroutenetwerk. De gemeente wenst het golfterrein “Drie Eycken”, momenteel zonevreemd, te bestendigen. Een landschappelijke inpassing van de infrastructuur is mogelijk.
–
Gewenste landschappelijke structuur: Bevestiging van de open ruimte vinger. Hazeschranshoeve, Hoeve Doornhoek en Groenendaalhoeve (hoeve Paddenpoel) werden geselecteerd als lokale bakens.
–
Gewenste agrarische structuur: Ter hoogte van Hazenschrans wordt het maximaal behoud van de landbouw als beheerder van het landschap nagestreerd (exclusief UZ en golfterrein maar inclusief het gebied tussen UA en E19). Er
wordt
een
suggestie
geformuleerd
om
het
universiteitspark
een
duidelijke
“voorbestemming” als een agrarische functie te geven. Het bestaande glastuinbouwbedrijf en tuincentrum worden bevestigd. Aangezien het huidig BPA Hazeschrans strijdig is met de ontwikkeling van deze activiteit, wordt deze problematiek opgenomen en behandeld in het kader van de inrichtingsstudie voor het stadsrandbos4. Omzetting van agrarische zones in bos is mogelijk wanneer de landbouwactiviteit wordt stopgezet.
4
Op het moment dat het gewestelijk RUP Stadsrandbos Antwerpen wordt opgemaakt zullen de twee zonvreemde situaties bekeken worden: op dit moment zal beslist worden of dit van gemeentelijk of gewestelijk belang is.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT –
PAGINA - 29
Gewenste verkeer- en vervoersstructuur: De Doornstraat – Drie Eikenstraat werd geselecteerd als lokale ontsluitingsweg type II. De Drie Eikenstraat – Hovestraat wordt de drager van de tangentiële openbaarvervoerslijn en vormt een belangrijk onderdeel van het bovenlokale provinciale fietsroutenetwerk. De combinatie hiervan werkt tevens als filter om de gemiddelde reissnelheid van het autoverkeer te beperken. De op- en afrit aan de UA wordt niet weerhouden als volwaardige op- en afrit. Er wordt voorgesteld de op- en afrit enkel te laten gebruiken door hulpdiensten.
–
Gewenste nederzettingsstructuur: Naar het wonen toe zijn er binnen het studiegebied in het GRS geen visie-elementen of opties genomen. Er is binnen het GRS Edegem geen gebiedsgericht beleid m.b.t. de zonevreemde woningen voorgesteld. M.a.w. de zonevreemde woningen in Edegem t.h.v. het stadsrandbos vallen onder de huidige decretale bepalingen voor woningen in ruimtelijk niet-kwetsbare gebieden.
–
Gewenste ruimtelijke – economische structuur: Universiteitspark: omwille van het bovenlokale karakter kan het GRS hier enkel suggesties formuleren. De gemeente vraagt aan het Vlaams Gewest om in het kader van het afbakeningsproces een duidelijke behoefteraming op te stellen waarbij aangetoond wordt of verdere aansnijding van deze zone op korte of lange termijn verantwoord is, ten opzichte van de gewenste open ruimte functie (groene vinger) van het gebied. De gemeente wijst de provincie en het Vlaams Gewest op de mogelijkheid voor een gedeeltelijke herbestemming van deze zone in functie van het aanreiken van een (verbreed) ontwikkelingsperspectief voor de aanwezige landbouw, welke momenteel onbestaande is. Het landbouwbedrijf krijgt dan dezelfde ontwikkelingsperspectieven toebedeeld als de overige landbouwbedrijven in dit gebied. De gemeente
is
van
mening
dat
een
mengvorm
‘landbouw/onderzoek’ haalbaar is. Een
aanwezig
glastuinbouwbedrijf
(Tuincentrum
Claes) ten zuiden van de Drie Eikenstraat heeft een commerciële ontwikkeling gekend en is geëvolueerd naar een volwaardig tuincentrum (verkoop bloemen en planten). De gemeente wenst dit bedrijf aan te duiden
als
solitaire
handelsvestiging
en
ontwikkelingsperspectieven aan te reiken zodat een behoud en reorganisatie van deze functie op de huidige locatie mogelijk is. Aangezien het huidig BPA Hazeschrans strijdig is met de ontwikkeling van deze activiteit, wordt deze problematiek opgenomen en behandeld in het kader van de inrichtingsstudie voor het
stadsrandbos.
Nieuwe
commerciële
ontwikkelingen, m.n. bijkomende vestigingen in het gebied Hazeschrans zijn echter niet mogelijk. –
Gewenste toeristische – recreatieve structuur: Mariënborg werd als een lokaal recreatief knooppunt geselecteerd.
PAGINA – 30
2.4.2.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
BPA HAZESCHRANS
Het BPA Hazeschrans werd bij Ministrieel Besluit goedgekeurd op 23 juli 1996. Dit BPA wordt gedeeltelijk overschreven door het Provinciaal RUP “Golfterrein Drie Eycken”. De belangrijkste elementen i.f.v. van het stadsrandbos vanuit het BPAzijn (ter informatie wordt de afbakening van het PRUP op de tekening aangeduid): –
Het hele centrale open gebied wordt ingekleurd als agrarisch gebied met landschappelijke waarde (gewestplan: agrarisch gebied).
–
Mariënborg wordt ingekleurd als zone voor dagrecreatie met parkkarakter, een gedeelte is specifiek bosgebied en er wordt een gedeelte tuinzone voor de woningen langsheen de Dijkstraat voorzien. Naar de Struisbeek (Edegemse Beek) en de tuinen werd er een bufferzone ingetekend (gewestplan: dagrecreatie).
–
De woningen langsheen de Dijkstraat werden ingekleurd als woongebied (gewestplan: woongebied met landelijk karakter).
–
Langsheen de Edegemse Beek werd er een zone voor agrarisch gebied met ecologische waarde opgetekend (gewestplan: agrarisch gebied).
–
Voetwegen werden bevestigd (komen niet overeen met het RUP).
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
KAART 5
PAGINA - 31
: BELEIDSCONTEXT – GRS EDEGEM
GEW ENSTE NATUURLlJKE STRUCTUUR
GEWENSTE VERKEERS • EN VERVOERSSTRUCTUUR
GEW ENSTE lAN DSCHA PPELIJKE STRUCTUU R
GEWENSTE ECONOMISCHE STRUCTUUR
GEW ENSTE A GRARISCH E STRUCTUUR
GEWENSTE TOERISTISCHE· RECREATIEVE STRUCTUUR
Legende
Inrichtingsplan Stadsrand bos Antwerpen Grcndgebiad Aartse'L:.ar, 8:h:ilgeroen Konti:::h
,~t&t
Sum r!e::e:~rch .lU• • :.,, ~ll l&h)
OpdrijCh1Q&ver: Agantschap voor Natuur an Bos (ANB) I .s.rn. Provincie Antwerpen, Gemeanl&n Aar-tselaar, Edegem en i(Dntic:k
KAART 05 .
B ELEI OSCON T EXT- GRS EOEGEM
VBV/35 • S 07; • B&.G/OBnoos •
wvo
PAGINA – 32
2.4.3.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
MOBILITEITSPLAN EDEGEM
Het mobiliteitsplan van Edegem werd goedgekeurd 19 december 2002 (beleidsnota). Zoals in het GRS Edegem overgenomen wordt de Drie Eikenstraat – Doornstraat geselecteerd als een lokale ontsluitingsweg type II.
2.5.
BELEIDSCONTEXT –
GEMEENTELIJK
– KONTICH
De volgende elementen binnen de beleidscontext (gemeentelijk – Kontich) worden aangehaald: –
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kontich (GRS Kontich)
–
PRUP Restoorn
2.5.1.
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN KONTICH (GRS KONTICH)
Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Kontich werd voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 21 mei 2007. Het openbaar onderzoek liep van 15 juni 2007 en tot en met 15 september 2007. De volgende visieelementen vanuit het GRS Kontich zijn van belang voor de ontwikkeling van het stadsrandbos, hier wordt er enkel het gebied ten westen van E19 behandeld. Let op, het is een zuivere opsomming van de gegevens vermeld in het GRS Kontich, de mogelijkheid bestaat dat er tegenstrijdigheden vermeld staan met de huidige inrichting van het stadsrandbos Antwerpen: –
Gewenste natuurlijke structuur: Grotere aaneengesloten open ruimte gebieden: de open ruimte gebieden met inbegrip van de boscomplexen Groeningenhof, Pannebossen, Tanghof, Hesselpoelbos, Duffelshoek en Kapellekesbos vormen belangrijke biotopen voor de ontwikkeling van natuurwaarden. Het vrijwaren ervan is dan ook primordiaal. Versnippering van open ruimte door wegen en infrastructuur leidt tot isolatie en verbreking van ecologische processen. Een groen netwerk langs en over deze infrastructuren schept nieuwe samenhang en maakt verplaatsing van dier en plant mogelijk. Beekvalleien: de vallei van de Edegemse Beek is oost-west georiënteerd. Als langgerekte verbindingsroute voor fauna en flora tussen gelijkaardige biotopen in en buiten de gemeente kunnen de natuurwaarden langsheen deze waterloop worden behouden en versterkt. De open ruimte structuren van deze vallei worden dan ook zoveel mogelijk gevrijwaard van verstening en versnippering. Beekvalleien: ook de waterlopen en valleilinten Mandoerse Beek, Babbelkroonbeek, Hessespoelbeek, Boutersembeek en Duffelse en Rumstse Schelbeek vormen landschappelijke en ecologische structuurdragers. Groene stapstenen: omgeving Pannebossen, Tanghof, Hessespoelbos, Duffelshoek. Bindend: Bovenlokaal: vraag om Edgemse Beekvallei als een belangrijke open –ruimte corridor met structurerende waarde op bovengemeentelijk niveau te selecteren. Bovenlokaal: de gemeente ondersteunt de hogere overheid bij de groenrecreatieve ontwikkeling van de gewestelijke groene vinger en de selectie van een stadsrandbos (met inbegrip van o.a. Pannebossen) zoals voorzien in de afbakening van het stedelijk gebied en het kaderplan “Open Ruimtevinger”. Lokaal: de gemeente selecteert de vallei van de Mandoerse Beek en Babbelkroonbeek als waardevolle beekvalleien met structurerende waarde op gemeentelijk niveau. Er kunnen
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
PAGINA - 33
beperkte maatregelen worden genomen met betrekking tot landbouwactiviteiten in de beekvallei. –
Gewenste nederzettingsstructuur: naar het wonen toe zijn er binnen het studiegebied in het GRS geen visie-elementen of opties genomen. Binnen het GRS Kontich werd er een gebiedsgerichte visie uitgewerkt m.b.t. de zonevreemde woningen. Voor de omgeving van het stadsrandbos zijn er drie elementen van toepassing, namelijk (zie kaart):
De volledige zone werd geselecteerd als de deelruimte “Westelijke groene vinger” -
Langsheen de Edegemse Beek werd de deelruimte “De vallei van de Edegemse Beek en het Broekbos” geselecteerd.
-
Langsheen de Pierstraat zijn er twee clusters in kwetsbaar gebied aangeduid.
-
Langsheen de Groeningenlei is er een cluster in kwetsbaar gebied en een cluster in niet-kwetsbaar gebied geselecteerd.
De vallei van de Edegemse Beek –Broekbos Bestemming en beleid: -
Uitdovingsbeleid
-
Voorkooprecht voor de gemeente
Handelingen en werken aan zonevreemde woningen: -
Onderhoud- en instandhoudingwerken zijn toegestaan
-
Verbouwen van een woning is niet toegestaan
-
Herbouw van een woning is niet toegestaan
-
Uitbreiding is niet toegestaan
De westelijke groene vinger & De zuidelijke open ruimteband Bestemming en beleid: -
De hoofdbestemming van het gewestplan blijft behouden – bestemmingswijzigingen in functie van inrichting stadsrandbos zijn mogelijk (zie afbakening grootstedelijk gebied)
-
Inpassing in open ruimte - perceelsafsluitingen in natuurlijke/streekeigen materialen, hagen of struwelen
-
Uitdovingsbeleid binnen de beekvalleien
-
Behoud van natuurlijk reliëf
-
Behoud van de woningen, ook op lange termijn, maar met beperkingen naar de open ruimte waarde
-
Beperkte functiewijzigingen zijn toegestaan: recreatieve nevenbestemming (hoevetoerisme), en horeca
Handelingen en werken aan zonevreemde woningen: -
Afbraak van een zonevreemd gebouw is toegestaan
-
Onderhoud- en instandhoudingwerken zijn toegestaan
-
Verbouwen van een woning is toegestaan
-
Herbouw van een woning is toegestaan als de 1000 m3 niet wordt overschreden
Voor woonconcentraties binnen de gemeente wordt een specifiek beleid gevoerd tot op perceelsniveau. Deze woonconcentraties zullen in het kader van een RUP nader onderzocht
PAGINA – 34
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
worden, voor deze woningen worden aangepaste principes gehanteerd. Daarbij wordt nagegaan of bepaalde woningen kunnen behoren tot een woonkorrel. De voorwaarde is dat er minimum 5 woningen met een maximum afstand van 75 m tussen twee woningen (gemeten vanaf de voorgevels), al dan niet gecombineerd met woningen binnen de juridisch vastgestelde woongebieden, kunnen worden afgebakend. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen concentraties in kwetsbare gebieden en concentraties in niet kwetsbare gebieden en concentraties aansluitend bij het woongebied. Woonconcentraties binnen ruimtelijk kwetsbare gebieden Voor deze woningen worden de principes voor zonevreemde woningen binnen ruimtelijk kwetsbare gebieden en recreatiegebieden, zoals opgenomen in het decreet, iets ruimer gehanteerd. Aanvullend worden hier echter nog enkele mogelijkheden toegelaten. Concreet betekent dit dat het mogelijk is om deze woningen mogelijkheden te bieden tot herbouwen, binnen hetzelfde volume. Bijkomend zullen er ook voorschriften uitgewerkt worden met betrekking tot de landschappelijke inpassing, zoals o.a. afsluitingen in natuurlijke en streekeigen materialen, hagen of struwelen. Woonconcentraties buiten ruimtelijk kwetsbare gebieden en recreatiegebieden Voor deze woningen worden de principes voor zonevreemde woningen buiten ruimtelijk kwetsbare gebieden en recreatiegebieden, zoals opgenomen in het decreet, iets ruimer gehanteerd. Aanvullend worden hier nog enkele bijkomende mogelijkheden toegelaten: -
Het oprichten van afzonderlijke bijgebouwen, binnen een afstand van 50 m wordt toegestaan. Bijkomend
zullen
er
ook
voorschriften
uitgewerkt
worden
met
betrekking
op
de
landschappelijke inpassing, zoals o.a. afsluitingen van terrein in natuurlijke en streekeigen materialen, hagen of struwelen –
Gewenste economische structuur / Gewenste agrarische structuur Industriegebied Satenrozen: Satenrozen heeft mogelijkheden om ten zuiden van de Expresweg uit te breiden tot aan Keizershoek, maar dient tegelijkertijd uitgebouwd binnen een ruimtelijk veel compacter infrastructuurconcept. Omwille van de goede bereikbaarheid en in combinatie met de tramterminus kunnen binnen dit concept ook nevenbedrijven en kantoorontwikkelingen aan het op- en afrittencomplex van de E19 onderzocht worden. Satenrozen wordt aldus een poort, waar een hogere dichtheid van activiteiten wordt nagestreefd. Het contact met de open ruimte wordt structureel in het concept geïntegreerd. Binnen het geheel is er ruimte voor agrarisch medegebruik: o.a. Pannebossen. In de westelijke groene vinger wordt ruimte voorzien voor een stadsrandbos ter hoogte van het zgn. “Boshart”. Grootschalige boscomplexen zullen hier worden ontwikkeld, in verweving met landbouw en zachte recreatie. Er is een zonevreemd bedrijf aanwezig t.h.v. de Pierstraat, tegen de Mandoerse Beek aan. Het grootschalig tuincentrum langs de Pierstraat wordt niet in het GRS vermeld. Bindend: Bovenlokaal: de gemeente onderschrijft de intentie van het Vlaams Gewest om rond het open afrittencomplex van de E19 een modern gemengd bedrijventerrein uit te bouwen, met locaties voor transport, distributie en logistiek. Tevens vraagt de gemeente om de stadspoort Satenrozen als toegang tot het stadsgewest te selecteren en samen met de gemeente te ontwikkelen.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
PAGINA - 35
Lokaal: het agrarische gebied komt overeen met de volgende gebieden: zuidelijke open ruimteband en de westelijke groene vinger. Landbouw is nevengeschikt in de Pannebossen en omgeving (zie afbakening stadsrandbos), de vallei van de Babbelkroonbeek en Keizerenberg. –
Gewenste structuur voor sport en recreatie Een recreatief netwerk met enerzijds de oost-westverbinding als voornaamste verbinding: Groeningenhof – Vuile Plas – Vallei Edegemse Beek – Meyweg – Kontich-Kazerne. En anderzijds langs (ter hoogte van natuurgebied) en op Oude Spoorwegberm: Romeinse Put (Edegem) – Sint-Rita – Waarloos – Rupelvallei. Zachte recreatie in regionale landschapseenheden – westelijke groene vinger: bijkomende bebossing draagt bij tot het “stadsrandbos”, verweven met landbouw en zachte recreatie. Belangrijkste steunpunten zijn het Groeningenhof en de Pannebossen. Vallei van de Edegemse Beek. Bindend: Bovenlokaal: De gemeente suggereert de hogere overheid om de Edegemse Beekvallei (op gewestplan als overdruk leidingenstraat) gelegen tussen Kontich en Edegem te selecteren als een waardevolle beekvallei met recreatieve mogelijkheden. Een gecoördineerde aanpak met Edegem is noodzakelijk. Bovenlokaal: Stadsrandbos + vallei van de Mandoerse Beek.
–
Gewenste verkeersstructuur: Bovenlokale functionele fietsroutes: langsheen Groeningenlei naar F. Maesstraat. Alternatieve functionele fietsroutes: langs de oude spoorwegbedding en op het oude verbindingsspoor, fietsroute Edegemse Beekvallei. Bindend: Bovenlokaal: zie hierboven. Lokaal: lokale weg type I: Groeningenlei (tussen E19 en Aartselaar). Lokale weg type II: Pierstraat.
De in het Gemeentelijk Structuurplan Kontich uitgewerkte gewenste deelstructuren worden weergegeven op kaart 6.
PAGINA – 36
KAART 6
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
: BELEIDSCONTEXT – GRS KONTICH
G EWENSTE NATUURUJKE STR UCTUUR
G EWENSTE AG.RARISCHE STRUCTUUR
G EWENST E ECONOMISCH E STRU CTUUR · 5ATEN ROZ EN
G EWENS TE STRUCTUUR VOORS PORT • RECREATIE
GEW ENSTE VERKEERS STRUCTUU R
Leg ende
Zio tltl$t
I nri chtingsplan Stadsrand bos Antwerpen
~tnlNr,
f
h
~.';I,T.~~Se:lrch
O pdracMgavwr : Aganbx::hap vccr NabJur &n Bos (ANB)
Lc.m. ProvincitAntwerp&n, G•r~een-.n A•r"t&el••r. Edlgef'fl en Kcnti::h
KAAHI 06:
BELE IDCiCON TEXT
Augustus 20 06
G. Rc; Kfl NTICH
VFN/35 • S 07ll •
8~0 8/2 005-
wvs
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
2.6.
PAGINA - 37
ANDERE RELEVANTE PLANNINGSPROCESSEN
De volgende planningsprocessen zijn relevant i.f.v. het studiegebied: –
Streefbeeld N171
–
Provinciaal Fietsroutenetwerk
–
Landschapsatlas
–
Risicozones voor overstromingen
2.6.1.
STREEFBEELD N171
De Afdeling Wegen en Verkeer
Antwerpen
heeft in februari 2004 een streefbeeldstudie – met
inclusief
een
landschapsstudie opgemaakt
–
voor
de
N171. De
N171
wordt
doorgetrokken E19
en
tussen
A12.
Het
eindbeeld van de N171 voorziet een 2x1 autoweg met een landschappelijke inpassing. Het bestaande deel is een 2x2 autoweg. Het streefbeeld voorziet de vergroening van de N171 tussen Pierstraat en Satenrozen door herschikking tot 2x1 en de creatie van een laan voor een afwerking van de randen van het industriegebied. Dit vrijkomende deel van het bestaande tracé N171 wordt als een lineair park met fiets-, skate- en wandelrecreatie ingericht. De bestaande tramlijn wordt doorgetrokken op een vrije bedding van het station Oude God tot Kontich over de N171- Boniverlei.
2.6.2.
PROVINCIAAL FIETSROUTENETWERK
Het provinciaal functioneel fietsroutenetwerk is gebaseerd op functionele verplaatsingen (woon-werk-, woon-winkel- en woon-schoolverplaatsingen). Het provinciaal netwerk van fietspaden verbindt de meeste woonkernen, scholen en regionale bedrijventerreinen. Binnen
het
studiegebied
zijn
de
volgende
functionele
fietsroutes terug te vinden: –
Kontichsesteenweg – Groeningenlei
–
Doornstraat
–
Drie Eikenstraat
–
Pierstraat
Binnen
het
studiegebied
zijn
de
volgende
alternatieve
functionele fietsroutes terug te vinden: –
Reetsesteenweg
–
Kapellestraat
Ertbornstraat – Dijkstraat –
Oever
–
Baron
Van
PAGINA – 38
2.6.3.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BELEIDSCONTEXT
LANDSCHAPSATLAS
De landschapsatlas zal worden toegepast in het hoofdstuk “Analyse van het landschap”. In de volgende tabel wordt er een overzicht gegeven van de aanwezige traditionele landschappen, relictzones, ankerplaatsen en tenslotte punt- en lijnrelicten: TRADITIONELE LANDSCHAPPEN
PUNTRELICTEN
LAND VAN KONTICH – RANST
FORT 6
RELICTZONES
HAZENSCHRANSHOEVE
KASTEELDOMEINEN Z-ZO ANTWERPEN EN RANDGEMEENTEN
HOEVE DOORNHOEK EN GROENENDAALHOEVE (HVE. PADDENPOEL)
ANKERPLAATSEN
KASTEEL GROENINGENHOF
DOMEIN GROENINGENHOF EN SOLHOF MET OMGEVING
KASTEEL SOLHOF
LIJNRELICTEN
DORPSKERN AARTSELAAR MET KERK, PASTORIE EN KAAK
GROTE STRUISBEEK
HOF TER BRIEZ
OUDE SPOORWEG ANTWERPEN – MECHELEN
HEIKENMOLEN
OUDE SPOORWEG DEELTRAJECT BOOM – MORTSEL
OEVERHOF
TABEL 2
2.6.4.
: LANDSCHAPSATLAS
RISICOZONES VOOR OVERSTROMINGEN
De volgende zones binnen het studiegebied vallen binnen de voorlopige
afbakening
van
de
risicozones
voor
overstromingen: –
Neerland
–
Langsheen de Edegemse Beek
–
Ten oosten van Groeningenhof langsheen Mandoerse Beek
–
Ten zuiden van Groeningenhof, ten oosten van Solhof tot Ten Dorp
–
Delen van de kern van Aartselaar
Het kaartje geeft een overzicht van de recent overstroomde zones binnen en in de omgeving van het studiegebied. Deze zones werden dan ook aangeduid als risicozones voor overstromingen. Logischerwijs bevinden deze zones zich langs of in de omgeving van de waterlopen, maar opvallend is dat ook zones werden waargenomen binnen de woonzones van Aartselaar (rioleringsprobleem). Eén van de oorzaken is het feit dat het water van de E19 afvloeit naar de Mandoerse Beek. Gezien de grote en ondoordringbare oppervlakte van deze snelweg, kan bij hevige regenval de piekafvoei via de beken aanzienlijke proporties aannemen.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MACROSCHAAL
3.
PAGINA - 39
ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MACROSCHAAL
Binnen dit hoofdstuk wordt het studiegebied in een ruime omgeving bekeken. De volgende aspecten worden besproken5: Bos-, ecologische en natuuraspecten in landschappelijk perspectief Woonaspecten Economische aspecten Verkeerskundige aspecten Toeristische en recreatieve aspecten
3.1.
BOS-,
ECOLOGISCHE EN NATUURASPECTEN IN LANDSCHAPPELIJK PERSPECTIEF
Het studiegebied zit ingesloten tussen harde grenzen. Toch is het mogelijk om landschappelijk verbindingen te leggen met de omgeving op het vlak van open ruimte en natuur. In het noorden wordt het gebied begrensd door de Drie Eikenstraat en de campus van de UZA. Op de campus zijn de gebieden rond de gebouwen momenteel nog vrij open van structuur. Een belangrijk natuurlijk lijnvormig element door de campus is de Kleine Struisbeek, die een ecologische verbinding vormt van oost naar west. De campus als open (groene) ruimte is vooral belangrijk als verbinding tussen het studiegebied in het zuiden en Fort 6 in het noorden. Fort 6 maakt op zijn beurt deel uit van de fortengordel rond Antwerpen. Dit is een ecologisch belangrijke gordel van gebieden met een hoge (en soms beschermde) natuurwaarde. In het oosten is de harde grens de autoweg E19. Als deze grens echter even wordt weggedacht, dan is er een logische eenheid van de Vuile Plas met de Zandbergen/Molenbos. Verder oostwaarts is een open strook van weiland en akkers die de verbinding vormt met de open ruimte “Moretus-Boshoek”. Een gelijkaardig beeld wordt aangetroffen aan de westkant van het gebied. De harde grenzen zijn daar de woonkern van de gemeente Aartselaar en verderop de A12. Rond de Bovenvliet (samenvloeiing van de Kleine Struikbeek, de Edegemse Beek en de Mandoerse Beek) is daar een (eerst zeer smalle en bedreigde) open verbinding met het westelijk gelegen open gebied “KleidaalKlaverblad”. In het zuiden tenslotte bevinden zich nog twee open gebieden, namelijk Reukens en Keizershoek. Het gebied Keizershoek is van het studiegebied gescheiden door de N171. Het gebied Reukens is eveneens gescheiden van het studiegebied, door de drukke Reetsesteenweg. In het gebied Reukens is een lokaal bebossingsproject lopende, hetgeen de link van dit gebied met het studiegebied nog extra belangrijk maakt. Het recreatief en ecologisch overbruggen van de door lintbebouwing gesloten Reetsesteenweg is hierbij wel een belangrijk obstakel.
5
Bron: Gedeeltelijk op basis van het Kaderplan”Open Ruimtevinger”
PAGINA – 40
3.2. Ten
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MACROSCHAAL
WOONASPECTEN noorden
van
het
studiegebied
wordt
het
gebied
gekenmerkt door aaneengesloten bebouwingsstructuur van het stedelijk conglomeraat van Antwerpen. Ten zuiden van Antwerpen komen o.a. de kernen Aartselaar en Kontich voor. Tussen de kernen komen grootschalige verkavelingen voor met talrijke aaneengesloten woonlinten en verspreide bebouwing.
3.3.
ECONOMISCHE ASPECTEN
Grootschalige
bedrijventerreinen
komen
voor
nabij
de
grootschalige verkeersaders (A12, E19). Het economisch zwaartepunt concentreert
in zich
de
nabijheid rond
de
van A12
het
studiegebied
t.h.v.
Aartselaar
(bedrijventerreinen Aartselaar), waar ook grootschalige baanwinkels
zijn
gelokaliseerd.
Ten
zuiden
van
het
studiegebied is, bij het op- en afrittencomplex van Kontich, het ruimtelijk ietwat geïsoleerd bedrijventerrein Satenrozen gesitueerd. Verspreide (individuele) bedrijvigheid is redelijk beperkt,
enkel
rond
de
UIA
komen
enkele
onderzoeksgerelateerde bedrijven voor. Voor de beschrijving van de landbouw in en rond het studiegebied wordt verwezen naar de landbouwimpactanalyse die door de VLM werd uitgevoerd in het kader van deze inrichtingsstudie.
UIA
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MACROSCHAAL
3.4.
VERKEERSKUNDIGE ASPECTEN
Het studiegebied wordt in het oosten begrensd door de hoofdweg E19, de A12 (Boomsesteenweg) ligt op een beperkte afstand in het westen. De verbindende lijninfrastructuren tussen E19 en A12 lopen niet door het studiegebied maar ten zuiden ervan ligt de (gedeeltelijke) verbinding langsheen de N171 op beperkte afstand. De R11 ten noorden van het gebied kent een iets grotere afstand tot het studiegebied. De wegen doorheen het studiegebied zijn lokaal van aard, waarvan enkele straten door hun profiel en ligging een verbindend karakter tussen de kernen hebben (Groeningenlei, Doornstraat en Pierstraat). Het
openbaar
vervoer
is
in
het
westen
voornamelijk
geconcentreerd op de A12 en is in het oosten gericht op de verbinding tussen Antwerpen, Edegem en Kontich en naar de zone rond UA/UZA. De enkele fietsroutes maken voornamelijk gebruik maken van het bestaande weggenet.
3.5.
TOERISTISCHE EN RECREATIEVE ASPECTEN
Het noordelijk en zuidelijk deel van de as Rupel – Antwerpen kent een duidelijke toeristische aantrekkingskracht. In het noordelijke deel situeren zich de Brialmontforten rond Antwerpen en enkele uitgesproken parken (Nachtegalenpark, Den Brandt, Middelheim). De zuidelijke zone rond de Rupel kent een grote dynamiek (waterrecreatie).
De
Schorre
(Boom)
maakt
een
wezenlijk
onderdeel uit van dit “netwerk” aan het water. Het centrale deel van de as Antwerpen - Rupel wordt gekenmerkt door zachte recreatievormen (fietsen, wandelen,…) in open gebied. Ter hoogte van de kernen van Wilrijk, Aartselaar en Edegem komen sport-
en
recreatieve
voorzieningen
voor
(sportterreinen,
golfterrein,…). Het studiegebied zelf en de omgeving er rond bevatten
fietsknooppunten
die
deel
uitmaken
van
het
fietsknooppuntennetwerk van de provincie Antwerpen. Opvallend is dat
de
knooppunten
voornamelijk
buiten
het
studiegebied
voorkomen. Binnen het gebied komen slechts twee knooppunten voor, namelijk nummer 15 en 16. Deze bevinden zich bovendien op korte afstand van elkaar nabij Groeningenhof. Hieruit blijkt dat het gebied voornamelijk fungeert als doorgangs- en verbindingsgebied binnen
het
fietsknooppuntennetwerk.
Het
deel
van
het
knooppuntennetwerk, de recreatieve fietsroutes en het functioneel fietsroutenetwerk in en rond het gebied worden op kaart 7 weergegeven.
R11
PAGINA - 41
PAGINA – 42
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MACROSCHAAL
Aan de oostelijke zijde van de E19, op het grondgebied van Kontich bevindt zich een gebied dat door spontane natuurontwikkeling op de grondophopingen afkomstig van de constructie van de Prins Boudewijnlaan, een belangrijke natuurwaarde hebben gekregen (Vuile Plas). Het gebied sluit aan op het sportcampus Kattenbroek en de stedelijke omgeving van Edegem.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MACROSCHAAL
KAART 7
PAGINA - 43
: BESTAANDE FIETSROUTES
Legende
Oorspronkelijke peri meter Gemeente,g renzen
In Mchtingsplan Stadsrand bos Antwerpen Grond.gebied Aartselaar, Ede.gem en Kontich
Fietsroutes
Sum Resea r cl-
*
u-c..~
Knooppunten
Opdroctltgever: A,gsnb~p veer Notuur en 8o.=J: (AN9) ;.~.m .
Provinc\e.Antwerpen, Gemeentenkrbe.'bor, Edegem en Kontich
KAART 07:
liSTMIDI IIJITSKNDDPPUNTINRDUTII
AugustusZOOG
PAGINA – 44
4.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
Binnen dit hoofdstuk wordt het studiegebied op zich bekeken (inclusief logische uitbreidingen).
4.1.
KARAKTERISTIEKEN VAN HET FYSISCH MILIEU
Binnen dit hoofdstuk wordt de bodem, het reliëf, de hydrografie en de geologische ondergrond en grondwaterkwetsbaarheid besproken.
4.1.1.
BODEM
Nagenoeg alle bodems binnen het studiegebied worden ingedeeld bij de vochtige zandleembodems. Volgens de codes van de Belgische classificatie behoren ze (in volgorde van afnemend voorkomen) tot de Pdcz-, Pccz-, Ldcz-, Lca- en Lda-bodems. Bij deze codes staat de eerste (hoofd)letter (textuurklasse) P voor licht zandleem- en L voor zandleembodems, terwijl de tweede letter (drainageklasse) c licht vochtig en d vochtig betekent, en de derde letter (profielontwikkeling) c duidt op een sterk gevlekte textuur B horizont, terwijl a staat voor een gewone textuur B horizont. Deze bodems worden omschreven als matig tot goed gedraineerde bodems met een middelmatige tot goede voedselrijkdom. Naar bos toe betekent dit dat zowat alle inheemse boomsoorten erop kunnen groeien. Een minderheid van de bodems wordt omschreven als natte zandleembodems. Ze komen vooral voor langs de beken. Opvallend is ook een groep van natte bodems in het zuidelijke deel van de Vuile Plas, waar zich de waterpartijen met riet bevinden. Ook een strook ten zuiden van Groeningenhof en ten oosten van Solhof wordt gekenmerkt door natte zandleembodems, en verder nog wat plekjes hier en daar. In de bodemcode (Lhc of Lhcz) geeft de letter h de oorzaak weer van de hoge vochtigheid van deze bodems: onder de relatief doorlatende zandleemlaag zit op geringe diepte een minder doorlatende laag, die het indringende water tegenhoudt(stuwwater). Op deze bodems dient bij bebossing gekozen te worden voor boomsoorten die het verdragen om met hun wortels in de buurt van het grondwater te vertoeven gedurende het grootste deel van het jaar, zoals Els, Es en Wilg. In kaart 8 wordt de bodemkaart en het fysisch systeem voor het studiegebied weergegeven.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
KAART 8 :
PAGINA - 45
BODEM EN FYSISCH SYSTEEM
Legende W•trlopen
Scdlnl
[liJ]
rzl1 E:l
E9 ti'\:-~J
~ m .
~ ~
'-""
~
Lda
Wab>Mop&n (gmct) Wai&rbpan (klein)
Inrichtingsplan Stadsrand bos Antwerpen
Ldaz Lho Lhe> -
OB
Grcnd9nvandaprassiesan a lluvia l.anrig zand- an licht& :zandli'limbadams (duin)
OT
lANiig l'•nd· en 11ahtl: 2Andftmbcel8mc (otet'~ng)
O pdrachtQ:ewf' : Ag&nt:&chap veer Natuur an Bos (ANB) l .c.n1. Flrovii'ICrieAntwef"p&n, G8NIMtntan A•rtwlttar,l!dlgem en Konti::h
Poo -
Poo2 Pde>
VarwbdltUjt:g.abiad 7~nrtiP~Rihnr1Rrm::: (r1rtin)
KAART 08.
Pho Phaz
E1110E M & FYSISCH
~V~
TEEM
Sbcz Sce>
Ma120!Hi
V8V/3S - 5 0711 • Be..G/08/2005 • wvs
PAGINA – 46
4.1.2.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
RELIËF
Het studiegebied is nagenoeg vlak (zie reliëfkaart 9). Een gemiddelde helling van het laagste punt (de Edegemse Beek, hoogteligging 10 meter) naar het hoogste punt (in het zuiden, hoogteligging 25 meter) – die onderling 3,5 kilometer van elkaar zijn verwijderd - is minder dan 0,5 %. In de omgeving van de Edegemse Beek en de Mandoerse Beek helt het gebied steeds af naar de beek toe. Dit is af te leiden uit het min of meer parallelle verloop van de hoogtelijnen ten opzichte van deze beken. De andere waterlopen drukken weinig tot niet hun stempel op het reliëf binnen het studiegebied. Deze algemene reliëfarme tendens wordt lokaal doorbroken door kunstmatige ophogingen. Een goed voorbeeld hiervan zijn de Vuile Plas en de Zandbergen/Molenbos. Het betreft ophogingen van enkele meters aan de rand van het gebied, waardoor de Vuile Plas en de Zandbergen dus hoger liggen dan de omgeving. Beide ophogingen zijn het resultaat van wegenwerken door het Vlaams Gewest (AWV). Verder vallen vooral de ophogingen op in functie van de aanleg van wegen. Het meest in het oog springend zijn de bermen langs de autosnelweg E19. Bovendien wordt in de strook van de Vuile Plas naar de E19 een aarden wal aangebracht. Een ander type van door de mens veroorzaakte reliëfverandering, zijn de niveauverschillen tussen de landbouwpercelen. In dit geval betreft het een hoogteverschil van enkele decimeter.
4.1.3.
HYDROGRAFIE
De twee belangrijkste waterlopen binnen het studiegebied zijn: –
Mandoerse Beek: een waterloop van categorie 2, op het grondgebied van Kontich en met een zuidoost-noordwest oriëntatie. Deze vloeit ongeveer 200 m ten zuiden van De Jachthoorn samen met de Edegemse Beek.
–
Edegemse Beek: eveneens een waterloop van categorie 2, die de grens volgt tussen Edegem en Kontich, en een oost-west oriëntatie kent.
Samen met de Kleine Struisbeek (categorie 2, volgt de noordgrens van Edegem door campus UZA, met noordoost-zuidwest oriëntatie) vormen deze drie beken even buiten het studiegebied (ter hoogte van Ijsselaar) de Grote Struisbeek (categorie 1, oost-west georiënteerd). Het deel van de Mandoerse Beek van juist na Groeningenhof tot de uitmonding in de Schelde een kleine 6 kilometer verderop, krijgt de administratieve naam van Bovenvliet toebedeeld. Binnen het gebied zijn er ook enkele waterlopen aanwezig van derde categorie. Ze krijgen een afzonderlijke vermelding omdat de beken van categorie 3 onder gemeentelijke bevoegdheid vallen (onderhoud,…). Deze waterlopen staan weergegeven op kaart. Volgende waterlopen vallen binnen categorie 3: –
De Wullebeek, in het zuidwestelijke deel van het gebied. Stroomafwaarts naar het westen volgt deze waterloop de grens Aartselaar-Schelle.
–
De waterloop AS 108 die helemaal in het zuiden van het gebied ontspringt en noordwaarts stroomt langs Oever en de westrand van de Pannebossen, om uiteindelijk uit te monden in de Mandoerse Beek ter hoogte van Groeningenhof. Het noordelijke deel van deze beek is trouwens van categorie 2.
–
De waterloop die ter hoogte van het midden van de Kleistraat ontspringt en noordwaarts stroomt, om ten slotte uit te monden in vorig vermelde waterloop.
De ligging van deze waterlopen wordt weergegeven op kaart 9. Het directe gevolg van het reliëfarme karakter van het gebied, is dat het verval van de beken in het gebied erg laag is. We spreken over een verval van ongeveer 1 meter hoogteverschil per kilometer
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
PAGINA - 47
beeklengte. Zonder ingrijpen van de mens zou het verloop van de beek gekenmerkt worden door een sterke meandering. In de meeste gevallen is dit ook zo voor de Edegemse Beek en de Mandoerse Beek binnen het gebied. Waar de Mandoerse Beek echter rond Groeningenhof wordt geleid, werd de beek duidelijk rechtgetrokken. Het effect hiervan is een kortere lengte van de beek voor eenzelfde debiet, en hiermee samenhangend een lagere weerstand. Men zegt algemeen dat hierdoor de bufferende capaciteit van deze waterloop daalt: bij plotse toename van de hoeveelheid af te voeren water kan de opslagmogelijkheid binnen de grenzen van de waterloop ontoereikend worden, zodat een overstroming plaatsvindt. Even westelijk buiten het gebied wordt deze situatie opnieuw aangetroffen. De Edegemse Beek (Bovenvliet) werd er eveneens rechtgetrokken. Merk op dat een kronkelend doodlopend waterloopje, in contact met de Edegemse Beek, net buiten het gebied wellicht de oorsponkelijke meandering van de beek weergeeft. Deze meandering komt overeen met de gemeentegrens van Aartselaar. De gemeentegrens blijft ook verder nog volgens een meanderend beeld verlopen, hetgeen suggereert dat de gemeentegrens van Aartselaar op die plaats wellicht ook de oorspronkelijke loop van deze beek weergeeft (ook al is de beek zelf daar niet meer terug te vinden). Plannen voor het oplossen van de overstromingsproblematiek (zie ook ROG-kaarten) bestaan reeds (zie deelbekkenbeheerplan). Ze omvatten concrete maatregelen zoals het aanleggen van oeverzones, behouden en herstellen van de meandering van de waterlopen en het aanpakken en bergen van de piekafvloei afkomstig van de E19. Een aantal maatregelen kunnen een interessante overlap geven met de inrichting van het stadsrandbos. Een combinatie van oeverzones, (her)meandering en overstromingsgebieden in risicovolle zones, lijkt het meest aangewezen.
4.1.4.
GEOLOGISCHE ONDERGROND EN GRONDWATERKWETSBAARHEID
Het grondwater binnen het gebied is voor het merendeel weinig kwetsbaar voor vervuiling vanaf het oppervlak (Databank Ondergrond Vlaanderen, 2000). Enkel het noordoostelijke deel binnen de Edegemse Hoek wordt omschreven als zeer kwetsbaar. Het gevolg hiervan is dat een groot deel van Golf Drie Eycken binnen een zeer kwetsbare zone gelegen is voor grondwater. Golfclub Drie Eycken bevat ook meer dan de helft van de kwetsbare zone in het gebied. De verklaring voor de kwetsbaarheid binnen het studiegebied dient gezocht te worden bij de geologische ondergrond van het gebied. In de weinig kwetsbare zone bestaat de deklaag uit bodemmateriaal dat minder zandig van aard is, waardoor de eerste watervoerende laag kan omschreven worden als “klei- of leemhoudend zand”. De dikte van de onverzadigde zone is er ongeveer 10 m dik of dikker. In deze zone treedt dus een vertraging en buffering op van de aanvoer van oppervlaktewater naar de grondwaterlagen (percolatie). De zeer kwetsbare zone heeft een zandige deklaag van 5 m dik of minder. De onverzadigde zone is dunner dan 10 m. Hierdoor wordt vanop de oppervlakte sneller het grondwater bereikt bij percolatie dan bij de weinig kwetsbare zone. De eerste watervoerende laag bestaat uit zand, hetgeen het doorsijpelende water slechts zeer beperkt vertraagt en buffert.
PAGINA – 48
KAART 9 :
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
RELIËF EN HYDROGRAFIE
Legende
Oorspronkelijke peri meter Hoogtelijnen - zie tekening
In Mchtingsplan Stadsrand bos Antwerpen Grond.gebied Aartselaar, Ede.gem en Kontich
-
Waterlopen (grootste)
-
Waterlopen
Sum Resea r clu-c..--...a
Opdroctltgever: A,gsnbct"t=lp veer Notuur en 8o.=J: (AN8)
Waterlopen (klein st e)
;.~.m .
Provinc\e.Antwerpen,
Gemeentenkrbe.'b::~r,
Edegem en Kontich
KAART 09:
RILtiPI • HYDRCiaRAfiJI
AugustusZOOG
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
4.2.
PAGINA - 49
CULTUURHISTORISCHE ONDERZOEK EN VOORMALIG LANDGEBRUIK
Bij de studie van de cultuurgeschiedenis en het voormalige landgebruik, wordt in wat volgt de nadruk vooral gelegd op de evolutie van het bosareaal en tevens worden ook de belangrijkste historische elementen gesitueerd (voor zover dit nog niet aan bod kwam onder 4.2.5. Beschermde monumenten, stads- en dorpsgezichten en landschappen, en onder 5.3. Landschappelijke aspecten (macroschaal). De analyse gebeurde op basis van de Ferrariskaart (anno 1777) en de digitale boslagen uit de periodes 1777 (Ferraris), 1850 (Vandermaelen) en 1910-1940 (topografische kaarten 1/20.000, 3e editie).
4.2.1.
DE PERIODE VAN GRAAF DE FERRARIS –
ROND
1777
De meeste structuren en namen op de Ferrariskaart zijn heden nog steeds aanwezig binnen het gebied. Het gaat hierbij om wegenstructuren, namen van deelgebieden en oude gebouwen: klassiekers als Groeningenhof en Solhof, maar ook de “Capittel Hoeven”, de “Battenbroecksch Hoeve” en “Den Keyseren Hoeck” spreken voor zich. Enkele opvallende vaststellingen inzake het bosareaal en de ligging van de bossen: –
De totale bosoppervlakte in 1777 binnen het gebied is 96 ha, of bijna 40 % meer dan de huidige situatie.
–
Hoewel er nogal wat afwijking kan zitten op de juistheid van de digitalisatie van de Ferrariskaarten, zijn de grote structuren toch duidelijk zichtbaar. Zo waren er meerdere grote boscomplexen binnen en aansluitend bij het studiegebied. Sommige daarvan droegen een naam, zoals het kleinere “Capittel Bosch” centraal in het gebied en het grote oostelijk gelegen bos “Battenbroeck”. Bij de andere complexen staat geen naam vermeld: het bos tussen Neerland en Drie Eycken in het noorden, het centrale complex, het complex ter hoogte van het huidige Satenrozen, en het bos in de zuidelijk punt van het gebied.
–
Opvallend is dat er van de Pannebossen geen sprake was in deze periode. Deze zone was toenertijd een open landschap met landbouwactiviteiten. Ook Groeningenhof en Solhof kenden nog geen bosjes rondom de kasteelgebouwen.
Het landgebruik ten tijde van Ferraris was in de eerste plaats landbouw. De dorpskernen zijn reeds duidelijk zichtbaar met hier en daar wat beginnende lintbebouwing. De meeste bebouwing is echter nog erg verspreid, en het betreft voornamelijk landbouwhoeven. De dreven rond Groeningenhof zijn ook duidelijk te zien op de Ferrariskaart, hetgeen niet wil zeggen dat er toen ook dezelfde bomen stonden als nu. Een ruwe schatting tijdens de terreinobservaties van de leeftijd van de Zomereiken in de dreven brengt de leeftijd eerder op 70-120 jaar. De dreven werden tussen 1777 en nu dus reeds (meermaals?) heraangeplant en dit niet over de gehele lengte ineens.
4.2.2.
DE PERIODE VAN VANDERMAELEN –
ROND
1850
Erg in het oog springend is de bijzonder lage bebossingsgraad van het gebied in de periode rond 1850. In totaal is binnen het gebied slecht 37 ha van de oppervlakte bos, of dus slechts de helft van het huidige bosareaal binnen het gebied. De grote boscomplexen uit de tijd van de Ferraris zijn in sterke mate verkleind tot bossnippers die verspreid en geïsoleerd liggen binnen het gebied. De wat grotere bossen bevinden zich ter hoogte van Satenrozen en de Zandbergen/het Molenbos. Toch zijn er ook enkele nieuwe bosjes bijgekomen. Dit is het geval rond de Edegemse Beek, op het westelijke perceel van de huidige Pannebossen, alsook parallel met de Mandoerse Beek in de omgeving van Groeningenhof.
PAGINA – 50
4.2.3.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
DE PERIODE VAN DE 3E EDITIE TOPOKAARTEN – 1910-1940
Ten opzichte van de periode rond 1850 wordt in de periode 1910-1940 een ruime verdubbeling vastgesteld van het bosareaal binnen het studiegebied. De toen aanwezige 85 ha bos betekenen ruim een vijfde meer dan het huidige areaal. De ruimtelijke ligging van de bossen lijkt reeds sterk op deze van de huidige bossen in het gebied. Zo wordt bos aangetroffen rond de kasteelgebouwen van Groeningenhof en Solhof, en ook de Pannebossen kennen ongeveer de huidige vorm.
4.2.4.
HUIDIGE BOSSEN – 2006
De sprong naar 2006 brengt voornamelijk een inkrimping en verdwijning van de kleinere bosjes tussen de huidige groenpolen met zich mee. Anderzijds neemt de bebossing rond de kasteeldomeinen wel enigszins toe, en ook de Pannebossen breiden beperkt uit. De zone waar nu de Vuile Plas gelegen is, kent eveneens een bostoename ten opzichte van 1910-1940.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
KAART 10
Bren: TcpcgMtleo:l'la
~•rt,
PAGINA - 51
: BOSEVOLUTIE 1775 - 1940
GIS-VIa.ndaren
Legende
ZB tai<E!ning
Inrichtingsplan Stadsrand bos Antwerpen
J~lt"'oloor, El:Jagarm
K<Jntl>h
~.I:',T.~-,~Se~rch
Opdr-.ch~awr : Agantllcl'l•p voor Natuur en Bo~ (A NB) I .s.rn . Pra'llina:la Antwarpan , Qarn&&nt.n A•rt:Ml••r, Er:lllg&m en Kcntb:h
KAART10 .
BO~EVOLUTIE
M~i~OOS"
1775 - 1940
VBV/ 35 - SD79 - B~G/DB/< OOS - wvs
PAGINA – 52
4.3.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
BIOTISCHE KARAKTERISTIEKEN
Binnen de biotische karakteristieken wordt het huidig bosaandeel, de huidige ecologische waarde volgens de biologische waarderingskaart, de ecosysteemkwetsbaarheid en de potentiële ecologische waarde besproken.
4.3.1.
HUIDIG BOSAANDEEL
Het studiegebied is bosarm. De totale bosoppervlakte binnen het gebied bedraagt 69 ha, hetgeen een bebossingsindex betekent van nog geen 7,5 %. Er bevinden zich een drietal grotere aaneengesloten boscomplexen of parkachtige bossen binnen het gebied: Groeningenhof (ongeveer 13 ha loofbos), Solhof (bijna 6 ha loofbos) en de Pannebossen (ruim 25 ha zowel loof-, naald- als gemengd bos). Slechts een kleine minderheid van de bossen bestaat uit populierenaanplantingen. Deze populierenbosjes komen zeer verspreid voor en omvatten slechts een kleine oppervlakte. Verder is ook het gebied van de Vuile Plas (tegen de E19 aan op grondgebied van Kontich, ruim 25 hectare groot, maar slechts voor ongeveer de helft bebost) gelegen binnen de perimeter. Dit gebied werd/wordt gebruikt als bergplaats voor grondspecie bij de wegenwerken aan de Antwerpse Ring, maar heeft als nabestemming natuurgebied. De bosleeftijd van de bosfragmenten varieert (zie kaart 11), maar opvallend is dat de meeste bosjes een recente ontstaansgeschiedenis kennen (zoals ook reeds bleek uit de historische situering). De enige oude bosfragmenten situeren zich in de noordoostelijke punt van de Vuile Plas, de zuidwestelijke punt van de Pannebossen en het bos oostelijk van het midden van de Kleistraat (het loofbosje). Uit de tijd van voor Vandermaelen (1850) dateert dan het westelijke perceel van de Pannebossen, en alle andere bosdelen ontstonden pas later. Heel opvallend en typisch is het recente ontstaan van de populierenbosjes.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
KAART 11
PAGINA - 53
: BOSLEEFTIJD
Legende
Plir-ma n&:nt bebost s.ind~ 1775 (P:d'"S%) c f onfstaiiln tussan 1715 an lBSO (P• .Q%)
Inrichtingsplan Stadsrandbos Antwerpen Grondgebiad Aarlse1aar, B::leglilm&n Kcnfuh
Permanliint bebostsinds 1775 (P=Il317a) ofon1staan tu5S80 1775 an 1.930 (P=S'2%)
P• rrne n•nt b•boM: llindll 17 75 (P • 4 ~ 9"a) at a nt1t1u11n tuaan 177 S • n '20 00 (P•SB9"a) Ontstaa n tussen 177 5 an 1850 (fl=4 '2%), mogelijk parrnamint ba bost sinds 177 S (P='23%)
,~t!t
S u m 1-i. e::esrc h .Jo UI ' ~~t ~w Iu~~
Opdrec:h1Qawr : Agentschap voor Natuur &n Bo~ (ANB) I.s.m. Provinc:ia Antwerpen, Gamaentan Aari:wlaar, Edegem an Kcnfuh
On~an tussen 1775 &n 1850 (F:32%) of tussen 185 0 !in 1930 (P=S417o)
On~en
tuw•n 1775 •n 1850 (P•"Zilfa) of tuw•n 185 0 &n '2000 (P•IiSfo)
KAART ll .
Ontstaa n tussen 185 0 a n 1930 (P= 7.Q'ra)
BOSLEE FT IJ D
OotEtaan tussen 185 0 lin 1Q30 (P=-5"2%) of na 1.930 (P=42%)
Moi200B
VBV/35 • 5 0 7~ • B~G/OB/2005 • wvo
PAGINA – 54
4.3.2.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
HUIDIGE ECOLOGISCHE WAARDE VOLGENS DE BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART
Het grootste deel van het studiegebied wordt op de biologische waarderingskaart (versie 2, zie kaart 12) beoordeeld als “biologisch minder waardevol” (711 ha of 76 %). Het betreft hierbij meestal gronden die gebruikt zijn door de landbouw en bebouwde oppervlakken. Bij de overige terreinen (224 ha) gaat de biologische waardering van “ biologisch minder waardevol met waardevolle elementen” tot en met “biologisch zeer waardevol”. Het valt op dat de biologisch interessante terreinen ofwel gelegen zijn langs de loop van de twee hoofdbeken van het gebied, ofwel binnen de cultuurhistorisch waardevolle delen van het gebied. De terreinen met “biologisch minder waardevolle met waardevolle elementen” (131 ha of 14%) situeren zich voornamelijk op weilanden langs de Edegemse en de Mandoerse Beek. Langs het meest stroomopwaartse deel van de Mandoerse Beek binnen het studiegebied, werden deze weilanden blijkbaar (recent) omgeploegd en omgezet naar akkerland (zie kaart 14 – actueel landgebruik). De inkleuring “biologisch minder waardevol met zeer waardevolle elementen” werd enkel gebruikt voor een terrein van minder dan 1 ha, dat gelegen is binnen het domein van Groeningenhof. De “biologisch waardevolle elementen” vormen samen 52 ha (5,6 %) en komen verspreid voor binnnen het gebied. Het betreffen meestal bosjes en groenelementen met bomen. De meest opvallende entiteiten zijn het Solhof, een deel van Groeningenhof en een noordelijk deel van de Vuile Plas. Deze laatste inkleuring is echter niet meer actueel, gezien de bomen er werden verwijderd voor het gebruiken van de terreinen voor het storten van grond. Dit gebied heeft een oppervlakte van 2,7 ha en hoort nu thuis in de klasse van de “biologisch minder waardevolle elementen”. De categorie van “biologisch waardevolle met zeer waardevolle elementen” beslaat een oppervlakte van 15 ha (1,6 %) en omvat een deel van Groenigenhof en de huidige beboste delen van de Vuile Plas. Bij de “biologisch zeer waardevolle elementen” tot slot, vallen meteen de Pannebossen op. Dit gebied bevat een aantal natte bosbestanden en daarmee samengaand een bijzondere flora en fauna. Ook meerdere oudbosplanten komen er voor. Verder behoren enkele kleine bosfragmenten tot deze categorie, alsook delen van de Vuile Plas waarbinnen zich zeer waardevolle waterpartijen bevinden. Deze categorie heeft binnen het studiegebied een oppervlakte van 24 ha (2,6 %). Binnen het studiegebied zijn er twee Historisch Permanente Graslanden (1,86 ha). Een eerste terrein situeert zich binnen Groeningenhof, in het zuidoostelijke puntje van het deel dat als biologisch waardevol wordt omschreven. Het heeft een grootte van slechts 0,22 ha. Het andere terrein is het vierhoekige perceel ten oosten van de Pannebossen en eveneens ingekleurd als biologisch waardevol, met een oppervlakte van 1,64 ha. Het huidige landgebruik van deze percelen is weiland.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
KAART 12
PAGINA - 55
: BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART
Lagende
D D
Blobgl"'h mlndar waardavol
Ccmplax van blolcglooh mlndar waardovona an waardavona a lama ntan
~
Ccm plox van blolcgiS<:h mlndor woardovono , waordovollo on zoor waardovollo olomon
~
Ccmplox van blolcglwh mlndor waardovono an , .. r waardovono alamontan
D [@
D
Inrichtingsplan Stadsrand bos Antwerpen
~~ilt<solaar,8:JogomonKcnti:h~.':',~,~-~S:e:lrCh Opdr-ach~awr-: Agantscha p voor- Natuur an Be* (ANB) I.s.rn. Provincie A nt:werpen, Gemaanten Aar-t&&laar, Edegem en Kcnfuh
Slobglooh woordaval
KAART
12 :
Ccmplax van blolcglwha waardovolla on zoor waardavolla alomanton BIOLOGISCH EWAARDERINGSKAART
Blobglooh zoor woord•vol Moi20DG
VBV/35 • 5 07; •
B~G/OB/2005
•
WVC
PAGINA – 56
4.3.3.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
ECOSYSTEEMKWETSBAARHEID
De ecosysteemkwetsbaarheidskaart dateert van 2000 en werd opgesteld op basis van de biologische waarderingskaart, de bodemkaart en de ecologische typologie van de waterlopen. Aan de effectengroepen ecotoopverlies, verdroging, vermesting en verzuring werd een waarde toegekend. Deze waarden samen bepalen de kwetsbaarheidsklasse waarbinnen een gebied valt. Daarnaast werden ontsnippering en barrières eveneens beschouwd. De kwetsbaarheidskaarten geven een idee van de mogelijke effecten van bepaalde ingrepen op de huidige aanwezige biologische waarde. Op kaart 13 wordt de ecosysteemkwetsbaarheid voor het studiegebied weergegeven. Binnen het gebied zijn de meeste terreinen aangeduid als niet-kwetsbaar tot weinig kwetsbaar. Als belangrijkste bedreiging wordt voor al deze delen van het gebied het ecotoopverlies aangegeven. Voor het gebiedsdeel ten westen van de Doornstraat wordt – naast ecotoopverlies – ook een hogere score gegeven voor verdroging. Hierdoor komt deze zone in een categorie tussen weinig kwetsbaar en kwetsbaar. Het feit dat binnen dit deel de Mandoerse en de Edegemse Beek samenvloeien, schept wel mogelijkheden om aan dit probleem tegemoet te komen. Binnen de klasse van kwetsbare gebieden zitten enkel bossen, al dan niet binnen de kasteeldomeinen. Dat is ook niet zo verwonderlijk, daar bossen erg gevoelig zijn aan zowel verdroging, verzuring, eutrofiëring en ecotoopverlies. Voor de meeste bossen binnen deze klasse scoren de vier bedreigingen vrij gelijkaardig. Bij het noordelijke en westelijke deel van de Pannebossen scoort de verzuring echter hoger dan de andere bedreigingen. Tot de klasse tussen kwetsbaar en zeer kwetsbaar behoort enkel een deel van universitaire campus ten noorden van de Drie Eikenstraat. Ecotoopverlies en verdroging vormen de belangrijkste bedreiging van dit vochtige tot natte grasland (drainageklasse d). Opvallend bij de hoogste kwetsbaarheidsklasse (zeer kwetsbaar) is het centrale deel van de Pannebossen. Het aspect ecotoopverlies scoort hier bijzonder hoog, gevolgd door vermesting en verzuring. Het is duidelijk dat binnen het studiegebied deze zone ecologisch ook de meest waardevolle is. Het afschermen en versterken van dit bosdeel zal dan ook moeten bekeken worden. De overige twee terreinen binnen deze klasse zijn enerzijds een bosje ten westen van de Pannebossen, dat over de hele lijn hoog scoort, en anderzijds een spontaan natuurlijk ontwikkelend stukje voormalig akkerland aansluitend bij de Vuile Plas, dat enkel voor het verdrogingsgevaar laag scoort. Het Historisch Permanent Grasland in de omgeving van de Pannebossen valt in de klasse “weinig kwetsbaar”. Het andere binnen Groeningenhof kreeg de beoordeling “kwetsbaar” mee.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
KAART 13
PAGINA - 57
: ECOSYSTEEMKWETSBAARHEID
'•
\·
~·
'·. ~
~·~ ,, 6mf'"
Lagende
Geen informatie
Inrichtingsplan Stadsrand bos Antwerpen GrondgebiEidAart:se\aar, 8::1egeroen Konti:h
N &t kwetsbaar
Weinig kwetsbaar
-
l~t!~
Sum r<ese :~ rc h .... u• • : ... .. ~ ·h•~)
Opdrachftlewr : Agentschap voor Natuur en Be~ (ANB) I.s.m . Provincie A nt:werpen, Gernfifinl&n Aart:zelaar, 8::1egern fin Konti:h
KAART
13 .
ECOSYSTEEM KW ETSBAAR H EID
z..,, kwo~boor
Mo12DOG
VBV/35 • S 01; • B.~G/OB/2005 • "'""
PAGINA – 58
4.3.4.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
POTENTIËLE ECOLOGISCHE WAARDE
De kaart van de Potentieel Natuurlijke Vegetatie (PNV) geeft een goede indicatie van de potentiële ecologische waarde. De PNV is de climaxvegetatie op een bepaalde bodem binnen een bepaald klimaat. Voor het hele studiegebied is de PNV bos. Wat de bostypes betreft, wordt voor de vochtige bodems (drainageklasse c) het type van de typische eiken-beukenbossen – droge variant naar voren geschoven, terwijl dit voor de vochtig-natte bodems (drainageklasse d) hetzelfde type is, zij het dan de natte variant. Enkel het kleine deel met de droge bodem heeft als PNV de groep van bostypes arm eiken-beukenbos en beukenbos – droge variant meegekregen. Voor de volledigheid nog even de vermelding dat alle bodems binnen het studiegebied zandleembodems zijn. Volgens de huidige toestand is de variatie naar bodems en dus naar bostypes eerder beperkt. Daarin kan verandering komen door bepaalde delen van het studiegebeid te reserveren voor overstroming. Ook vanuit de hoek van het waterbeheer is men hiervoor vragende partij. Deze overstromingszones kunnen bestaan onder de vorm van oeverzones of echte overstromingsgronden. In het laatste geval kan een bos worden aangeplant dat behoort tot de natte types (broekbossen).
4.4.
ACTUEEL LANDGEBRUIK
Binnen het hoofdstuk actueel landgebruik wordt het landgebruik anno februari 2006 en de verandering in landgebruik t.o.v. 2000 beschreven. Kaart 14 illustreert het actueel landgebruik.
4.4.1. Op
LANDGEBRUIK ANNO FEBRUARI 2006
basis
van
terreinwaarnemingen,
de
digitale
kaartlaag
met
de
perceelsgrenzen,
de
kleurenorthofoto’s (2003) en de topografische kaart schaal 1:10.000, werd een kaart opgesteld met het actuele landgebruik. In wat volgt worden de grote lijnen uit de kaart kort toegelicht. Een overzicht van de grootte en het aandeel van de verschillende elementen binnen het gebied wordt weergegeven in de volgende tabel (de kleuren komen overeen met de kleuren van de kaart):
OMSCHRIJVING
OPP.(HA)
ACTIEF LB BEDRIJF
AANDEEL (%)
5,5
0,60
235,8
25,45
WEILAND PAARDEN
28,0
3,03
SERRECOMPLEX
16,8
1,82
GRASLAND
SOM PER SECTOR
GRAS: 263,8 HA; 28,48 %
187,2
20,20
AKKER INGEZAAID MET GRAS
44,7
4,82
AKKER (INCL. BOOMKWEKERIJ): 245,9 HA; 26,53 %
BOOMKWEKERIJ
14,0
1,51
LANDBOUW: 532,0 HA; 57,43 %
BEBOUWING (MET GROENELEMENTEN)
88,3
9,53
184,2
19,89
52,1
5,62
BOS (POPULIER)
5,4
0,59
BOS (GEMENGD)
11,8
1,27
AKKERLAND
BEBOUWING (MET TUINEN) BOS (LOOF)
RECREATIEF (SPORT)
24,2
2,61
VARIA
28,2
3,05
926,3
100
TOTAAL
BEBOUWING: 272,5 HA; 29,42 %
BOS: 69,3 HA; 7,48 %
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
PAGINA - 59
De gebruikte categorieën zijn de volgende: –
Graslanden, met “grasland” de weilanden voor landbouwvee, en “weiland paarden” de weilanden die bij de terreinobservaties gebruikt werden voor het huisvesten van paarden voor recreatief gebruik. Het afsplitsen van deze tweede categorie laat toe een indicatie te hebben van het belang van de recreatieve paardenhouderij binnen het gebied in het licht van de recreatie en vrijetijdslandbouw.
–
Akker, met het klassieke “akkerland” en anderzijds een categorie “akker ingezaaid met gras”. Deze laatste werd bij akker ondergebracht, omdat het niet duidelijk is welke het doel is van deze inzaaiing met gras: hooien of gebruik als weiland? Het verschil tussen grasland en recent ingezaaid akkerland heeft een ecologische betekenis. Het omploegen van een perceel en opnieuw inzaaien ervan brengt met zich mee dat het microreliëf en de andere dan landbouwkundig bedoelde kruidachtige vegetaties verdwijnen. Het zijn net het microreliëf en deze vegetaties die aanleiding geven tot een hogere biologisch hogere waarde. De biologische waarde van een ingezaaid grasland is eerder deze van een akker, dan deze van een weiland. De boomkwekerijen werden eveneens als een afzonderlijke categorie weergegeven.
–
De serrecomplexen kregen een aparte inkleuring. Ze liggen tussen een landbouwkundige invulling en een bebouwde invulling in. Enerzijds functioneren de serreconstructies zoals een ander gebouw wat de afvloei van regenwater betreft; anderzijds worden ze gebruikt voor landen tuinbouwteelten en hebben ze veelal een minder blijvend karakter dan andere gebouwen.
–
De gekende actieve landbouwbedrijven op basis van terreinobservaties staan eveneens weergegeven. Voor een volledig overzicht van de bedrijfszetels wordt verwezen naar de landbouweconomische impactanalyse die door VLM werd uitgevoerd.
–
Andere bebouwing werd opgesplitst in “bebouwing met tuinen”, de woonfunctie dus, en “bebouwing met groenelementen”, waaronder woningen, parken en bedrijven vallen.
–
De bossen werden opgedeeld in loofbossen, populierenbossen en gemengde bossen.
–
De aanwezige recreatieve infrastructuur werd aangeduid. Alle nog resterende terreinen werden in de categorie “varia” ondergebracht.
Op het vlak van LANDBOUW kunnen volgende vaststellingen worden gedaan: –
Grasland en akkerland (inclusief boomkwekerijen) nemen een gelijkwaardig aandeel in van de ruimte binnen het gebied, namelijk elk ruim een vierde. Samen betekent dit dat de zuivere landbouwpercelen ruim de helft van de ruimte gebruiken.
–
Grasland en akkerland liggen vrij gelijkmatig verspreid over het studiegebied; ze komen elk wel meestal in grote aaneengesloten blokken voor.
–
De serrecomplexen nemen een kleine 2 % in van de ruimte en bevinden zich voornamelijk in het zuiden van het gebied. De actieve landbouwbedrijven werden gekarteerd als 5,5 ha of ruim een halve procent.
PAGINA – 60
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
Wat de aanwezige BOSSEN binnen het gebied betreft, volgende vaststellingen: –
De meeste bossen zijn loofbossen (ruim 50 ha of 5,6 %), bijna 12 ha is gemengd en een minderheid van ruim 5 ha is populierenbos. Samen nemen de bossen nog geen 7,5 % van de ruimte in binnen het gebied.
–
De bossen situeren zich voornamelijk in het centrale deel van het gebied. Er zijn vier grotere aaneengesloten stukken bos: delen van de Vuile Plas, het Groeningenhof, Solhof en als grootste de Pannebossen. De Pannebossen is het enige echte en waardevolle complex in het gebied, de andere drie zijn parkachtig (Groeningenhof, Solhof) of recent spontaan ontstaan (Vuile Plas). Alle andere bossen zijn kleine fragmenten die erg verspreid voorkomen.
Aspecten rond BEBOUWING: –
De bebouwing (met tuinen en andere groenelementen) neemt bijna 30 % in van de ruimte in het gebied.
–
Binnen de bebouwing met groenelementen zit ook de categorie van de woonparken (deel Solhof en Groeningenhof) en de grote tuinen (noordwesten Pannebossen, ...).
De RECREATIEVE INFRASTRUCTUUR bestaat uit: –
Golf Drie Eycken in het uiterste noordoosten (Edegemse Hoek) van het gebied.
–
Het sportcentrum De Ark (Aartselaar) in het centraal-westelijke deel van het gebied. Het centrum bestaat uit een ruime parking, een sporthal en een zwembad. Verder zijn er ook nog halfverharde sportterreinen aanwezig.
Van de overige terreinen (“VARIA”) is het gebruik ofwel niet gekend, ofwel bevatten ze spontaan opgeschoten struwelen (hoekjes van landbouwgronden) ofwel gaat het om naakte grond (delen van de Vuile Plas). Waar er wel rekening met gehouden moet worden zijn de elementen onder de grond, namelijk de leidingen. De volgende leidingen lopen door het studiegebied: –
Zuurstof- en waterstofleiding langsheen het voormalige wegtracé van de grote ring op het gewestplan en rondom de Vuile Plas.
–
Hoogspanningsleidingen: tussen Oever en N171 (evenwijdig).
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
KAART 14
-
PAGINA - 61
: ACTUEEL LANDGEBRUIK
Legende
~
Acöet \tndbcuwbedrjf Akbitr- î ng612aai::l matgf'Sli:
Inrichtingsplan Stadsrandbos Antwerpen
.
~~i"'• ••.&~o~~eomKDntloo~~!!;l,t;,~se:lrch lfimland paan:hiln
OpdrachVtver: AgantE:chap war Natuur en lkr8o ( ANB) Provh~cri• Antwer.,.n, Gemaeni&n A•t"tat..r 1 l:dagef'lll•n kl:Jntbh
I.&:.n Bebauwing (mat tuinen) """(hnf) -
-
KAART 14 .
(gomongd)
(popu~or)
Reereataf (çport)
A CTUEEL
LANO GEB~ III K
Verwid&rd In~tarE
actueellandgebruik maart 2006
Mai200&
VBV/35- 50111 -
B~G/08/2 005 - ww
PAGINA – 62
4.4.2.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
VERANDERING IN LANDGEBRUIK TEN OPZICHTE VAN 2000
In deze paragraaf worden de meest markante veranderingen in landgebruik belicht die zich hebben voorgedaan gedurende de laatste vijf jaar. De bevindingen zijn het resultaat van het vergelijken van de kaart met het actuele landgebruik (zie vorige paragraaf) met de recente topografische kaart op schaal 1:10.000; dit is rond 2000. Zoals in de meeste delen van Vlaanderen het geval is, kent ook dit gebied een toename van de bebouwde oppervlakte. Het betreft daarbij een uitbreiding van zowel woningbouw (binnen de reeds bestaande linten), bedrijfsgebouwen en infrastructuur en serrecomplexen. Enkel het serrecomplex ten zuidwesten van Oever werd tussen 2000 en 2006 afgebroken en ingezaaid met gras. In enkele gevallen is de uitbreiding in de rode inkleuring op de kaart het gevolg van een toename in tuinoppervlakte. Het becijferen van de toename in verharde oppervlakte is omwille van deze reden niet nauwkeurig te doen. Wel kan gesteld worden dat de toename niet explosief is, maar anderzijds werden bestaande vista’s hierdoor wel verkleind of zelfs gesloten, waardoor het zicht vanuit de wegen op het omringende landschap veel beperkter is geworden. Een tweede opvallende verandering is de omzetting van weilanden naar akkerland. Drie grote delen vallen op: ten zuiden van Sint-Lenaerts-Lint, ter hoogte van Oever en de eerste akkers stroomafwaarts de Mandoerse Beek vanuit het knooppunt Pierstraat-E19. Samen gaat het om ongeveer 50 ha; in totaal spreken we over een 70-tal hectare. De omgekeerde beweging vond eveneens plaats, dus van akkerland naar weiland, maar in mindere mate. Het gaat om een vijftiental percelen met een totale oppervlakte van ongeveer 15 ha. Tot slot werd er weinig of geen verandering vastgesteld naar recreatie- en bosoppervlakte toe. Het sportcentrum De Ark kende wel een uitbreiding met het zuidoostelijk gelegen perceel en zal nog uitbreiden in de nabije toekomst, evenals het golfterrein Drie Eycken, dat wel aanzienlijk zal vergroot worden. De beboste oppervlakte bleef nagenoeg gelijk, waarbij enkel een verschuiving optrad binnen de Vuile Plas van noord (gerooid voor storten grond) naar zuid (spontane bebossing).
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
4.5.
PAGINA - 63
ANALYSE VAN HET LANDSCHAP
Binnen het hoofdstuk m.b.t. de analyse van het landschap worden de landschaprelicten en de huidige landschapsaspecten besproken.
4.5.1.
LANDSCHAPSRELICTEN
Voor de analyse van de landschappelijke aspecten wordt er gebruik gemaakt van de landschapsatlas (zie kaart 15). Deze atlas werd opgemaakt door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en bevat een inventaris van traditionele landschappen, punt- en lijnrelicten, ankerplaatsen en relictzones. De volgende relicten zijn terug te vinden in en in de directe nabijheid van het studiegebied: TRADITIONELE LANDSCHAPPEN
KASTEEL GROENINGENHOF
LAND VAN KONTICH – RANST
KASTEEL SOLHOF
RELICTZONES
DORPSKERN AARTSELAAR MET KERK, PASTORIE EN KAAK
KASTEELDOMEINEN Z-ZO ANTWERPEN EN RANDGEMEENTEN
HOF TER BRIEZ
ANKERPLAATSEN
HEIKENMOLEN
DOMEIN GROENINGENHOF EN SOLHOF MET OMGEVING
OEVERHOF
PUNTRELICTEN
LIJNRELICTEN
FORT 6
GROTE STRUISBEEK
HAZENSCHRANSHOEVE
OUDE SPOORWEG ANTWERPEN – MECHELEN
HOEVE DOORNHOEK EN GROENENDAALHOEVE (HVE. PADDENPOEL)
OUDE SPOORWEG DEELTRAJECT BOOM – MORTSEL
TABEL 3
: LANDSCHAPSATLAS
In de landschapsatlas werden volgende toelichting en suggesties geformuleerd voor de relicten die in het studiegebied liggen6: Relictzone - R10082 – Kasteel Kasteeldomeinen Z-ZO Antwerpen en randgemeenten –
Verstoring: vergravingen in beekvalleien, door de band snijdt sterke bebouwingsdruk kasteelparken af van landelijke omgeving; andere verstedelijkingselementen (golfterrein, infrastructuren e.a.) versnijden relictzone.
–
Historische waarde: Struisbeek – Edegemse Beek: loop Struisbeek goed zichtbaar door begeleidend opgaand groen; loop Edegemse Beek meanderend en geaccentueerd door opgaand groen; vallei van Edegemse Beek bestaat uit open akkerland met vage authentieke perceelsstructuur, doch vergroot of aangepast, en verspreide hoeven (Vuilen Plas Hoeve, Badaenbroeksche Hoeven, Groeningenhoek Hoeve, e.a.); dreef naar Groeningenhofkasteel is nog aanwezig; Groeningenhofkasteel: structuur en opbouw van domein nagenoeg intact; te midden van sterk uitgekleed landbouwland verspreide restanten van perceelsrandbegroeiing en verspreide hoeven (o.a. omwalde Kappittelhoeve); Solhofkasteel: park en kasteel met relatief gave structuur; archeologische vondsten: belangrijke Romeinse nederzetting ten oosten van Groeningenhof.
–
Esthetische waarde: groene vlekken binnen verstedelijkte zone of aansluitend op een beekvallei. Vroegere omgeving van kasteeldomeinen is nagenoeg volledig verloren gegaan, waardoor binding met omgeving – op enkele uitzonderingen na – verstoord of onbestaande is.
–
Beleidswenselijkheden: Behoud kasteeldomeinen en nog bestaande aanpalende landelijke omgeving; vrijwaren van verdere bebouwing(sdruk).
6
De beschreven elementen die niet van toepassing zijn voor het studiegebied worden niet vermeld.
PAGINA – 64
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
Ankerplaats – A10030 - Domein Groeningenhof en Solhof met omgeving –
Tekstuele omschrijving: de kasteeldomeinen Groeningenhof en Solhof zijn respectievelijk gelegen op grondgebied van de gemeenten Kontich en Aartselaar ten zuiden van de stedelijke agglomeratie Antwerpen. Deze ankerplaats wordt begrensd door de Groeningenlei in het noorden, de autostrade E19 Antwerpen-Brussel in het oosten, de bewoning langsheen de Pierstraat in het zuiden en de Kleistraat en de Baron van Ertbornstraat in het westen. Het landschap wordt gevormd door drie kasteeldomeinen, omgeven door een relatief gaaf bewaarde landelijke omgeving. Een opvallende gekasseide dreef leidt naar het “Groeningenhof” of “Kontichshof”, dat reeds wordt vermeld op de Ferrariskaart uit 1777. Oorspronkelijk betrof het een waterkasteel. Nu is het nagenoeg rechthoekige kasteel in neo-Vlaamse renaissancestijl met neogotische elementen omgeven door een onregelmatige, ovale omwatering die aansluit op de door de Mandoerse Beek gevoede vijver. Het geheel wordt omgeven door een omhaagd landschapspark met solitaire bomen, boomgroepen, e.d. L-vormige dienstgebouwen uit de 19de eeuw, een poortgebouw uit de 16de of 17de eeuw en een duiventoren die vermoedelijk teruggaat tot de 17de eeuw vervolledigen het domein. De “Lillaarschrans” of “Lillaarhoeve” is een neoclassicistisch kasteeltje, dat waarschijnlijk werd opgetrokken in de loop van de eerste helft van de 19de eeuw. Het is net als Groeningenhof gelegen binnen een ovale omgrachting en beboomd park. De oorspronkelijke “Lillaarhoeve” die vermeld werd vanaf 1674 is ondertussen verdwenen. Kasteel “Solhof” werd voor het eerst vermeld in de 15de eeuw en is ook terug te vinden op de kaart van Ferraris (1777). Het oorspronkelijke huis van plaisantie werd in de 19de eeuw vervangen door een neoclassicistisch kasteel binnen een rechthoekige omgrachting. Dit bouwwerk werd echter in de loop van de jaren 1990 afgebroken ten voordele van een hotelcomplex. De bijhorende landschapstuin onderging aanpassingen, doch de basisstructuur bleef bewaard, net als de ijskelder, de omgrachting en enkele bruggetjes. Het koetshuis, de conciërgewoning en de stallingen - allen uit de 19de eeuw - bleven eveneens gespaard van afbraak. Naast de kastelen, treffen we binnen de grenzen van de ankerplaats verschillende oudere hoeven aan. Vooral de “Kapittelhoeven” of “Te Nieuwen Hove” zijn vermeldenswaardig. Het goed Nieuwen Hove werd reeds vermeld in 1304 en voor 1347 verscheen op het domein een hoeve. In de 15de eeuw werd een tweede, en dit keer omwalde, hoeve gebouwd. In 1826 brandde de meest zuidelijk gelegen hoeve af en werd de andere gedeeltelijk vernield. De huidige, sterk verbouwde hoeven dateren uit de 18de en de 2de helft van de 19de eeuw, doch behielden de oorspronkelijke ligging en omgeving. Het landschap dat al dit bouwkundig erfgoed omvat, heeft een landelijk karakter met hier en daar nog landschapselementen die verwijzen naar de vroegere kleinschaligheid. Opvallende structuren in het geheel zijn de nog kronkelende Mandoerse Beek en de zuidelijk gelegen Pannebossen. De natuurwetenschappelijke waarde van deze ankerplaats wordt vooral bepaald door de aanwezigheid van de Pannebossen die, zeker voor wat de struiken kruidlaag betreft, nog een hoge natuurlijkheidgraad vertonen. Samen met de omgeving en de kasteelparken bieden ze goede kansen voor verschillende diergroepen, waarvan de vogels en de vlinders misschien de meest opvallende zijn. Deze ankerplaats is een typisch voorbeeld van kleine kasteeldomeinen binnen een landelijke omgeving in het Land van Kontich-Ranst. Het landschap vrijwaren van een verdere bebouwingsdruk is essentieel om het typische karakter van dit complex te behouden.
–
Wetenschappelijke waarde: de Pannebossen langs de zuidelijke rand van de ankerplaats vertegenwoordigen dankzij een natuurlijke kruid- en struiklaag een belangrijke waarde met betrekking tot de flora. Samen met de omliggende open omgeving en de beboste domeinen rond
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
PAGINA - 65
de kastelen bieden zij bovendien goede mogelijkheden voor verschillende faunagroepen, waarbij de vogels en vlinders het opvallendst zijn. –
Historische waarde: de drie kastelen binnen deze ankerplaats worden reeds vermeld op de kaart van Ferarris (1777). De structuur en opbouw van de domeinen is redelijk gaaf bewaard gebleven. Vooral het kasteel Groeningenhof, deels teruggaand tot de 16de eeuw, is als bouwwerk historisch zeer waardevol. Eveneens te vermelden zijn de Kapittelenhoeve, waarvan de site reeds wordt vermeld in 1304.
–
Esthetische waarde: de gaaf bewaarde kasteeldomeinen binnen een landelijke omgeving met nog een aantal kleine landschapselementen resulteert in een esthetisch aantrekkelijk geheel. De mooi bewaarde kasseiwegen en de oude hoeven vervolledigen het historische karakter van deze ankerplaats.
–
Sociaal-culturele waarde: geen.
–
Ruimtelijk-structurerende waarde: deze ankerplaats vertegenwoordigt een relict van de oorspronkelijk veel uitgestrektere landelijke omgeving tussen Kontich en Aartselaar. Gezien de steeds toenemende bebouwingsdruk, wint de laatste open ruimte in deze omgeving steeds meer aan belang.
–
Opmerkingen en knelpunten: ten gevolge van de steeds toenemende bebouwing langsheen de randen, ligt deze ankerplaats volledig ingesloten. Het gebied verder vrijwaren van verkaveling en bebouwing is essentieel om het typisch landelijk karakter rond de kasteeldomeinen te bewaren.
PAGINA – 66
KAART 15
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
: LANDSCHAPSATLAS
Legende
*
Puntrelict Lijnrelict
E:::l IE [:J
Ankerplaats
Inrichtingsplan Stadsrand bos Antwerpen Grondgebied Aartselaar, Edegem en Kontid-.
SumResearcr ~-·
Rehcl:zone
Traditioneellandsdîap
St u di e.gebied
Opdroct!t9eve.r: Vloomss Gemee.nsch:lp, Afdslin,g 8o.s ~Groen 1..s.m. ProvincieAntwe.rpen, Geme.sntsnkrb:e.bor, Ede9e.m en Kontich
KAART 15:
t.\aat2006
VIW[.lS
-50~
- E&C?(OW2005 -wn
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
4.5.2.
PAGINA - 67
HUIDIGE LANDSCHAPSASPECTEN
Naast de historisch gegroeide landschapsaspecten zijn in het huidige landschap eveneens een aantal landschapsfactoren terug te vinden (zie ook kaart 16). 4.5.2.1.
LEZEN VAN HET LANDSCHAP
Het landschap kan bij wijze van spreken gelezen worden. Het geheel bestaat uit lijnelementen (bomenrijen, waterlopen, woonstraten,…), puntelementen (alleenstaande woningen, een imposante boom,…) en vlakelementen (weiland, akker,…). De samenhang van deze elementen vormen het landschap. –
IN HET LANDSCHAP:
LIJNEN
E19, Groeningenlei met bebouwing, Kleistraat met bebouwing,
Pierstraat met bebouwing, N171, Reetsesteenweg, Struisbeek, Edegemse Beek, Mandoerse Beek, Oude spoorweg Antwerpen – Mechelen, Oude spoorweg deeltraject Boom – Mortsel. Anderzijds zijn er in het gebied zeer veel bomenrijen aanwezig. Hoofdzakelijk in het centrale gedeelte (rondom Groeningenhof) zijn er landschappelijk innemende bomenrijen ingeplant. –
IN HET LANDSCHAP:
PUNTEN
vanuit de landschapsatlas worden Fort 6, Hazenschranshoeve, Hoeve
Doornhoek en Groenendaalhoeve (Hve. Paddenpoel), Kasteel Groeningenhof, Kasteel Solhof, Dorpskern Aartselaar met kerk, pastorie en kaak, Hof ter Briez, Hei(ken)molen en Oeverhof aangeduid.
Aangevuld
met
elementen
terreinonderzoek:
verschillende
hoeves
tussen
Groeningenhof en Pannebossen en andere, Kapittelhoeve, Eikeboom, Vuile Plas, Jachthoorn, schouwen, serres, sportcentrum Aartselaar,…) –
VLAKKEN IN HET LANDSCHAP: akkerland, grasland, weiland, bebossing,… .
4.5.2.2.
INDELING VAN HET LANDSCHAP
De samenhang van de verschillende landschapelementen vormen een aantal gemeenschappelijke kenmerken die het mogelijk maken om het studiegebied landschappelijk in te delen (nummering verwijst naar de kaart): 1 - DE
RUGGENGRAAT VAN HET LANDSCHAP:
de massa’s vormen een geheel, zowel “harde” als “zachte”
massa’s. De massa’s zijn de E19, Satenrozen, Kleistraat (met bebouwing, sportcentrum en Solhof), de Groeningenlei (met Groeningenhof en bebouwing) en het Universitair Ziekenhuis. 2 - CENTRALE
GEDEELTE
GROENINGENHOF – PANNEBOSSEN: dit is landschappelijk het meest waardevolle
gedeelte met een rijkdom aan kleine landschapselementen. Het westelijke gedeelte hiervan is duidelijk meer open. 3 - NOORDELIJKE
GEDEELTE
EDEGEMSE BEEK – VUILE PLAS: dit gedeelte is open met een duidelijke
landschappelijke benadrukking van de Edegemse Beek met bomenrijen. Omdat de Vuile Plas hoger gelegen is geeft een dominante indruk. Dit gebied heeft een duidelijke link met de omgeving van het studiegebied door het verdere verloop van de Edegemse Beek en haar omgeving. 4 - WESTELIJK
GEDEELTE:
dit langgerekte gedeelte tussen (de bebouwing van) de Kleistraat en het
centrum van Aartselaar is zeer open en heeft zeer weinig kleine landschapselementen. 4.5.2.3.
BELEVING VAN HET LANDSCHAP
Naar de beleving van het landschap toe kan er in twee opzichten bekeken worden: –
VISUELE
BELEVENIS:
binnen het landschap zijn er een aantal vaste gegevens die kenmerkend zijn
voor elk gedeelte van het landschap. Zo ligt het landschap grotendeels verborgen achter woonlinten (bvb. langsheen de Kleistraat) maar zijn er momenteel nog wel een aantal vrijliggende percelen die de weggebruiker een visuele blik gunnen op het achterliggende landschap.
PAGINA – 68
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
Anderzijds kunnen de bewoners van die woonlinten wel genieten van het landschap in die mate ze het niet afgesloten hebben (hagen, beplanting op perceel). Ook oriëntatiepunten zijn noodzakelijk in het landschap: in het huidige landschap zijn de E19, de Pannebossen, Vuile Plas, UA, de molen,… oriëntatiepunten. Verrassende confrontaties met die punten is een meerwaarde voor het landschap. Anderzijds zijn er tevens landschappelijk storende punten aanwezig: een serre kan bijvoorbeeld in die mate domineren dat het gaat storen in het landschap. –
GEVOELSMATIGE
BELEVENIS:
Het idee dat een landschap “iets” is dat buiten een stad is gelegen en
bestaat uit een aantal bomen langsheen een maïsveld met wat verder een paar koeien, komt nog sterk tot uiting (vraag maar eens aan een aantal mensen om een landschap te tekenen). Neen, het is meer dan dat, het is de hele belevingswaarde van het geheel, het gevoel dat iemand krijgt wanneer hij of zij door een gebied loopt: Welke weeromstandigheden zijn er (is het warm, sneeuwt het, is het zomerseizoen,…)? Wat is er waarneembaar (opmerkelijke bomen, water, woningen, tuinen, bedrijven, afval,…)? Wat is er te horen (vogels, auto’s, trein, kinderen die spelen, het getik op een asfaltweg van de wandelstok van een oudere medemens, luister je naar een mp-3 speler,…)? Wat kan je ruiken (bloemen, vervuiling, geuren in de winter, geuren in de lente,…)? Wat is de gemoedstoestand van iemand die door een landschap loopt (zitten de gedachten nog bij de belangrijke vergadering van deze morgen, ben je op weg naar je lief,…)?… . Met andere woorden moet je een landschap vooral beleven of het nu bestaat uit o.a. bomen, een concentratie van bedrijven of het centrum van een mooie stad.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
KAART 16
PAGINA - 69
: HUIDIGE LANDSCHAPSASPECTEN
legende
I nrichtingsplan Stadsrandbos Antwe rpen Grondgebkid Aa r tsalaar, fda:gern &n Konti::::h
~~t
S um Hese:trch
OpdrachÇevar: Aganb:;chap ~er Natuur a n Bos ( ANB) I .s:.,... Pt"DY'incia Antw&rpen, Gemeenten Aarbi:elaar, Edag&l'fi&O rtlnfu:h
KAARf 16 :
1. O• f'UQQit"GrNt v•n h•t \u1cts-d\ep 2. C.ntrt~la Qlld•l• llrt~•nlnoenhct • Pannenbouen 3. Nccrdaljm ga_daalta Edagaf&8 Bmk ·Vui& P&. 4 . W&sbiljkg&daab
HUID IG E
Aug u~~[] ê
LAN(I~C HA P<SA.; ~: CTE N
VBV/35 - 507U - Bi!..G/08/'2005- ww
PAGINA – 70
4.6.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
RECREATIEF NETWERK
Binnen het recreatief netwerk wordt de recreatieve structuur, bos en groen als recreatief element en tenslotte de bereikbaarheid d.m.v. verschillende vervoersmodi besproken.
4.6.1.
RECREATIEVE STRUCTUUR
De recreatieve structuur binnen het gebied bestaat uit verschillende vormen. Deze zullen in wat volgt elk afzonderlijk worden toegelicht. Telkens wordt ook aangegeven welke de knelpunten zijn. In het algemeen kan gesteld worden dat vooral het beperkt aantal toegankelijke wegen een probleem vormt bij een gelijktijdig voorkomen van verschillende recreatievormen, zoals binnen dit gebied het geval is, en zoals binnen de toekomstige stadsrandbosfunctie van het gebied zeker zo zal zijn. 4.6.1.1.
GEBRUIK VAN RECREATIEVE WEGEN
Zoals reeds geschetst onder de beschrijving op macroniveau, is het studiegebied voornamelijk een doorgangsgebied voor de groep van de recreatieve fietsers. Van het fietsknooppuntennetwerk liggen slechts twee punten (met nummer 15 en 16) binnen het gebied. Deze knooppunten bevinden zich bovendien op slechts 300 meter van elkaar. De gebruikte wegen kennen op recreatief vlak een meervoudig gebruik: zowel wandelaars, fietsers, voertuigen, als ruiters gebruiken veelal deze wegen binnen het gebied. Dit kan leiden tot onveilige situaties voor de meest zwakke recreantengroepen (bijvoorbeeld kinderen als wandelaars). Het gebied wordt reeds als wandelgebied benut. De wandelaars zijn meestal mensen uit het gebied of uit de nabije omgeving, die regelmatig tot bijna dagelijks wandelen rond de groene polen van het gebied (Groeningenhof, Solhof, Pannebossen). Er wordt ook melding gemaakt van recreanten (gezinnen) die met de auto tot aan het gebied komen en dan een (meestal kortere) wandeling maken langs de dreven van Groeningenhof (bron: overleg met de eigenaar van het domein). De auto wordt dan geparkeerd aan het begin van de dreven in de gelijkgrondse berm. Maar globaal genomen is het wandelaspect binnen het gebied eerder beperkt. Bij zonnige vakantiedagen gaat het om een vijftal wagens. Van ruiters wordt niet meteen melding gemaakt. Wel werd door ruiterorganisaties de wens geuit om bij de inrichting van het gebied rekening te houden met de noden van deze recreatievorm. Uit het overleg met de burgemeester van Aartselaar bleek tevens dat binnen het gebied een oude manege bestaat die eventueel – zo de inrichting van het gebied dit toe zou laten – weer deze functie zou kunnen gaan vervullen. 4.6.1.2.
KNELPUNTEN INZAKE WEGEN EN GEBIEDEN VOOR RECREATIE
Het grootste probleem naar een degelijke, aantrekkelijke en verantwoorde uitbouw toe van het studiegebied als recreatiezone, is het beperkt aantal toegankelijke wegen en de hiermee samengaande beperkte toegang tot meerdere zones binnen het gebied. De autowegen hebben meestal het karakter van wegen voor doorgaand verkeer, al dan niet met een voet- en fietspad aan één of beide kanten van de weg. De snelheid is beperkt tot 50 km/h, met uitzondering van een deel van de Kleistraat en de Doornstraat, waar een maximumsnelheid van 70 km/h geldt, evenals enkele lokale beperkingen door een zone 30. Deze wegen bieden duidelijk niet de omkadering voor een functioneren binnen het stadsrandbos (een afwisselend beeld van groenelementen en open landbouwdelen dat rust en openheid uitstraalt). De totale lengte van dit type wegen binnen het studiegebeid is ongeveer 18 km.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
PAGINA - 71
Het tweede type van wegen in het gebied zijn de publiek toegankelijke wegen, eventueel in privaat eigendom. De dreven en wegen rondom Groeningenhof, alsook weg langs de Pannebossen tot aan de Pierstraat, zijn privaat eigendom van de eigenaar van het domein, de heer R. della Faille. Wat de eigenaar betreft kan deze situatie zo blijven. De vermelding “privaat” aan het begin van de wegen heeft een louter juridische betekenis. Ook binnen het Solhof zijn meerdere private maar publiek toegankelijke wegen. Opvallend bij dit wegenpatroon is dat het aantal verbindingen tussen de reeds bestaande groenpolen erg beperkt is en dat hierdoor het grootste gedeelte van het gebied onbenut blijft. De totale lengte van de recreatieve wegen is slechts 9 km. Een interessante categorie van wegen zijn de buurtwegen die nog niet zijn afgeschaft (volgens de Atlas der Buurtwegen van de provincie), maar die niet meer toegankelijk zijn. De reden hiervoor kan tweeledig zijn: ofwel is de weg afgesloten, ofwel is (een deel van) de weg niet meer terug te vinden (waardoor de rest doodloopt). Deze beide vormen staan eveneens weergegeven op de kaart. De afgeloten gedeelten zijn samen goed voor een lengte van bijna 2 km, de niet meer bestaande buurtwegen zijn samen 5 km lang. Met deze wegen erbij zou de beschikbare lengte “trage wegen” bijna verdubbelen. De laatste groep van wegen zijn de diverse wegen, die ofwel toegankelijk zijn, ofwel afgesloten, ofwel doodlopend, maar die gemeen hebben dat ze geen structurele meerwaarde bieden in het licht van een betere verbinding en toegankelijkheid binnen het gebied. Vandaar dat ze werden samengenomen in een diffuse groep. Bij deze wegen zijn er ook die in praktijk wel gebruikt worden door recreanten (zoals de alternatieve verbindingsweg tussen Groeningenhof en de Pannebossen), hetgeen niet op appreciatie van de eigenaars kan rekenen (overleg met de eigenaar van de Pannebossen). Zelfs indien alle officiële buurtwegen weer in gebruik zouden worden genomen, dan nog zou er een tekort zijn aan recreatieve wegen om gescheiden routes uit te werken die enerzijds een scheiding van de verschillende recreatietypes toestaan, en anderzijds voldoende variatie per recreatietype bieden. Een mogelijke oplossing hiervoor is het creëren van extra wegen, of het combineren van recreatief gebruik op dezelfde weg langs eenzelfde weg maar dan onder een gescheiden vorm (ene kant van de bomenrij wandelaars, andere kant de fietsers), of beide tegelijk. 4.6.1.3.
ANDERE RECREATIEVE INFRASTRUCTUUR
Een andere recreatievorm die binnen het gebied zeker belangrijk is, is de golfsport op het golfterrein “De Drie Eycken” op grondgebied Edegem. Voor de regularisatie en uitbreiding van dit golfterrein werd een PRUP opgemaakt en goedgekeurd. Het gaat hier om een relatief klein terrein met 9 holes (een volledig terrein heeft 18 holes). In het PRUP wordt een oppervlakte-uitbreiding van het golfterrein voorzien, waarbij echter niets verandert naar de golfsport toe: het blijft een golfspel met negen holes en een klein oefenveld met zes miniholes. De uitbreiding gebeurt enkel in oostelijke en westelijke richting. De noordelijke grens van het golfterrein blijft dus de Drie Eikenstraat, en de zuidelijke grens de kleine waterloop. Het PRUP laat het golfterrein Drie Eycken deel uitmaken van de Open Ruimtevinger. De belangrijkste elementen uit het PRUP naar de doelstelling van de Open Ruimtevinger toe (een open gebied met zacht-recreatieve invulling die landschappelijk en ecologisch verantwoord is) zijn: het voorzien van bijkomende trage wegen in en langs het gebied (ten zuiden van het beekje via onteigening door de gemeente), het aanplanten van drie bosjes in het gebied en het voorzien van een grote poort (in de hoek van de Drie Eikenstraat – E19) en een lokale poort (in de hoek van de Doornstraat met de aan te leggen weg langs het beekje). De poorten kunnen recreanten de mogelijkheid bieden om via het golfterrein in de Open Ruimtevinger te komen. Ook de parking zal hierbij worden uitgebreid, maar het dubbele gebruik ervan (Golf en stadsrandbos) baart de beheerder van het golfterrein wel wat zorgen (overleg met de manager). Het Milieubeheersplan Drie Eycken Golf is goedgekeurd. Indien het PRUP volledig wordt uitgevoerd, dan zullen er dus trage
PAGINA – 72
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
wegen bijkomen die publiek toegankelijk zijn (dus niet enkel voor de leden van de golfclub). Ook rondom het gebied zal de gemeente Edegem via een onteigeningsprocedure dan enkele wegen aanleggen die een betere recreatieve ontsluiting van de Edegemse Hoek toelaten. Bovendien zullen de nog te ontwikkelen bosjes de mozaïekstructuur bieden die ook wordt nagestreefd binnen deze studie. Een andere recreatiepool binnen het gebied is het sportcentrum De Ark te Aartselaar. Het bevat een ruime parking, een zwembad met cafetaria, een sporthal met cafetaria en een reeks sportvelden. Ook deze pool zal een beperkte uitbreiding kennen met het oostelijk gelegen perceel. Merk op dat het zuidoostelijke perceel (weiland op de topokaart 1/10.000) reeds in gebruik is door de sporthal. Het sportcentrum kent een strategisch zeer interessante ligging naar het stadsrandbos toe. Het is gelegen tussen het Solhof en Groeningenhof, en situeert zich daardoor centraal in het gebied (in tegenstelling tot de noordelijke ligging van het golfterrein), hetgeen ook is gebleken tijdens het grote publieksmoment van 26 maart 2006 (de zogenaamde stadsrandbosINSTUIF). Het spreekt voor zich dat deze pool zich verder zal dienen uit te bouwen tot een hoofdpoort tot het stadsrandbos. Een laatste aanwezige pool is de vroegere hoeve Groenendael, nu horecazaak “De Jachthoorn”. Deze is gelegen langs de Doornstraat, tegenover de Hoeve Paddenpoel. Er werd voor deze locatie een PRUP opgemaakt met de bedoeling de bestemming van het complex te wijzigen, het PRUP werd op 22 juni 2006 door de provincieraad van Antwerpen definitief vastgesteld. In het PRUP wordt aangegeven dat het gebouw en de omgeving zal dienen als “poort voor het nog te realiseren stadsrandbos”. Een parking is eveneens aanwezig. Indien de Jachthoorn effectief een poort wordt voor het stadsrandbos, dan zal een dubbel gebruik van de parking deel moeten uitmaken van deze functie.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
4.6.2.
PAGINA - 73
BOS EN GROEN ALS RECREATIEF ELEMENT
Dat bossen en groenelementen in een landschap een bijzondere aantrekkingskracht op mensen hebben en een hoge appreciatiegraad krijgen toebedeeld, is alom geweten en onderzocht. Ook binnen het studiegebied bevinden zich reeds zulke aantrekkelijke elementen: kasteeldomeinen, bossen en bosjes, de Vuile Plas, dreven van Zomereik en populierenrijen langs waterlopen. Het spreekt voor zich dat deze elementen behouden dienen te worden. Terreinobservaties hebben echter aan het licht gebracht dat deze elementen niet steeds volledig tot hun recht komen. Meermaals bevinden ze zich niet in goede staat (wegkwijnende bomen in dreven, lege plaatsen in bomenrijen,...). Bovendien is van de vier aanwezige groene polen (Groeningenhof, Solhof, Pannebossen en de Vuile Plas) slechts één groene pool publiek toegankelijk, met name Solhof. De huidige toestand is weinig aantrekkelijk naar recreanten toe. Om een beter kader te scheppen, moeten dreven hersteld worden en meer bossen toegankelijk zijn. Omdat de eigenaars (uitgenomen voor de Vuile Plas dan) niet geneigd zijn recreanten toe te laten tot hun gebied (overleg eigenaars Groeningenhof en Pannebossen), zal de noodzakelijke versterking en uitbreiding van het aanwezige bos, ook deze tekortkoming moeten opvangen. Om een maximale vrijwaring van de ecologische eenheid binnen een bos te behouden en tevens de recreant het bos aan te bieden voor ontspanning en verpozing, is het in het bosdecreet niet toegestaan van de boswegen af te gaan. Paden dienen echter dan ook zo aangebracht te worden dat ze de recreant voldoende afwisseling en tegelijk een zekere mate van eenheid met het bos geven. Dit kan door het aanbrengen van voldoende wegen en een afwisseling van rechte dreven (uitzicht en overzicht) en golvende drevenpatronen (eenheid met het bos en privacy). In het laatste geval kunnen heel wat meer recreanten tegelijk gebruik maken van de paden zonder het gevoel te hebben te behoren tot een stroom van mensen die gelijktijdig in het bos aanwezig zijn. Toch zullen kinderen en jongeren graag het bos zelf opzoeken om erin te spelen, al dan niet binnen de jeugdvereniging. Het concept van de speelzones in bossen komt hieraan tegemoet. Speelzones zijn bossen of zones binnen bossen waarbinnen men de paden mag verlaten. Binnen het gebied bevinden zich nog geen speelzones. Ten oosten van de E19 (Zandbergen/Molenbos) wordt er wel gespeeld in het bos, maar dit is (nog) geen officiële speelzone. De Vlaamse Overheid werkt aan een overdracht van het gebied aan het gemeentebestuur van Kontich, zodat Kontich er een officiële speelzone kan ontwikkelen. Een rechtstreekse recreatieve link tussen de Zandbergen en het studiegebeid is er ook (nog) niet. In het jeugdbeleidsplan van de gemeente Aartselaar wordt de wens uitgedrukt om in de omgeving van het sportcentrum De Ark een speelbos aan te leggen. De gemeente zelf heeft reeds plannen om het perceel ten noorden van Solhof aan te kopen om het vervolgens te bebossen. Een verdere uitbreiding van dit bos tot aan Groeningenhof, met aanbrengen van een speelzone, komt meteen tegemoet aan zowel de ecologische verbindingsfunctie van het bos als aan de recreatieve versterking van de recreatiepool van De Ark.
4.6.3.
BEREIKBAARHEID D.M.V. VERSCHILLENDE VERVOERSMODI
Met de auto is het gebied vlot te bereiken langs de verschillende kanten van de perimeter. Bovendien doorsnijden een aantal autowegen het gebied (Groeningenlei, Kleistraat, Oever,...), zodat dit de bereikbaarheid versterkt, maar tevens ook de versnippering doet toenemen. Het probleem bij een hogere mate van recreatief gebruik van het gebied door mensen die met de wagen komen, is echter de beperkte aanwezigheid van parkeerplaatsen. De mogelijkheden voor bijkomende parkeerplaatsen in het noordelijke en centraal westelijke deel van het gebied werden reeds onder het vorige punt besproken, maar voor het zuidelijke en het centraal oostelijke deel (kruising Groeningenlei – E19)
PAGINA – 74
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
blijft dit probleem bestaan. De ontwikkeling van twee extra “autopoorten” zal dan ook moeten uitgewerkt worden. Voor het noordelijke deel dient opgemerkt te worden dat de parking van het Universitaire Ziekenhuis vandaag de dag betalend is, hetgeen de aantrekkelijkheid en inzetbaarheid van deze parking voor de recreant sterk hypothekeert. Met het openbaar vervoer (bussen van De Lijn) vanuit de stad is het noordelijke (UZA) en westelijke deel (kant Aartselaar centrum) vlot en aan een goede frequentie te bereiken vanuit de stad (NMBSstation Antwerpen-Berchem en Antwerpen-Centraal) via meerdere buslijnen. Om de UZA te bereiken kan je vertrekken vanuit Antwerpen-Centraal (lijn 17 en 21), Antwerpen-Berchem (lijn 21), de Groenplaats van Antwerpen (lijn 22 en 25), Hoboken-Wijnegem-Wommelgem-Mortsel (lijn 140), met een gezamenlijke frequentie op zondagnamiddag van 11 bussen per uur en een reistijd van minder dan een half uur. Ook vanuit Lier is deze locatie te bereiken via de lijn 130 (Lier-KontichWilrijk), met een reistijd van ruim 40 minuten. Het centrum van Aartselaar (westelijke grens van het studiegebied) is eveneens vlot bereikbaar met de bus via de lijnen 501/502 naar Antwerpen Rijnkaai en lijn 26 naar de Groenplaats, met een gezamenlijke frequentie van 4 bussen per uur (2x2 per uur) op zondag en een reistijd van een veertigtal minuten vanuit de stad (Antwerpen-Centraal of de Groenplaats) tot aan Solhof. De zuidelijke punt, het centrale deel en zeker het oostelijke deel, zijn echter onbereikbaar met de huidige openbare busverbindingen in het weekend. Er is wel sprake van een verlenging van een tramlijn tot in de buurt van de afrit Kontich van de E19, maar een tijdskader hiervoor is nog niet afgelijnd. De ontsluiting van de moeilijk te bereiken zones met het openbaar vervoer moet verder onderzocht worden om zo wenselijke verlengingen van buslijnen en nieuwe haltes aan te kunnen geven. Globaal genomen zal het gaan om de Pierstraat (in het weekend wordt de halte aan Oever niet bediend) en oostkant van Groeningenlei (heden nog geen busverbinding). Een combinatie van een halte met een (hoofd-)poort moeten worden nagestreefd.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
4.7.
PAGINA - 75
ANALYSE VAN DE LANDBOUWACTIVITEITEN
In het gebied zijn nog een aantal jonge bedrijfsleiders actief en de meeste bedrijven worden uitgeoefend in hoofdberoep. Het gaat hier dus om een waardevol landbouwgebied. Daarom werd door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) een landbouweconomische impactanalyse uitgevoerd die de impact van de realisatie van het stadsrandbos op de landbouw in het gebied nagaat. De resultaten van deze analyse zijn gebundeld in een apart rapport. Op de volgende kaart 17 worden enkele analysekaarten uit de landbouweconomische impactanalyse overgenomen, namelijk: -
Situering en kavelligging
-
Teelten 2005
-
Bedrijfstypes
SITUERING EN KAVELLIGGING Op deze kaart staan de veld- en huiskavels binnen het studiegebied aangeduid. Een huiskavel is een perceel dat gebruikt wordt door de landbouwer en dat rechtstreeks aansluit bij het bedrijf, zonder dat er hiervoor een weg of waterloop moet worden gekruist. Een veldkavel wordt eveneens gebruikt door de landbouwer maar deze sluit niet rechtstreeks aan bij het bedrijf. Centraal in het gebied tussen het Groeningenhof en de Pannenbossen is er een grote huiskavel van een melkveebedrijf gesitueerd alsook ten zuiden van het golfterrein. De andere huiskavels zijn beperkter van oppervlakte. Ter hoogte van Hof Ter Briez is er een nog een huiskavel van een varkensbedrijf. De overige percelen worden ingenomen door de veldkavels. TEELTEN 2005 Op deze kaart staan de teelten van 2005 weergegeven. Centraal in het gebied en langsheen de Edegemse Beek is hoofdzakelijk grasland aanwezig. De oppervlakte maïs is ongeveer in verhouding met grasland. Ter hoogte van Satenrozen is er glastuinbouw aanwezig en tarwe is verspreid binnen het studiegebied terug te vinden. BEDRIJFSTYPES Op deze kaart staan de bedrijfstypes vermeld. Binnen het studiegebied zijn er hoofdzakelijk melkveebedrijven aanwezig. In het zuidelijke gedeelte van het gebied zijn er eerder versnipperde activiteiten aanwezig, namelijk para-agrarisch, vleesvee, varkens maar een boomkwekerij is er ook terug te vinden.
PAGINA – 76
KAART 17
STADSRANDBOS ANTWERPEN - ANALYSE BESTAANDE TOESTAND OP MESOSCHAAL
: BESTAANDE LANDBOUWSTRUCTUUR
Inrichtingsplan Stadsrandbos Antwerpen GrondiDI'~Jt~KtMrftlNr, ~l'll &n I:'Dnö:h
.m .
J~&~
S u m H ese ~rch
Jeu•
.._.,,~UI~~
a.
Opd rech~YW r:
Vlaamse GeAI&&nschap, Afdltlirç; Bos Groen l.ll!,n PtoYIMie Antwerpen, G&Ni&&ntan Aartselaar, e:t•g•NI er. kbntbh
k .4•~YH
-
.
;...:;.~:zt~::!!;f2:.d~d::...2~~~:.:1::!;;!!;~ -
per•·~., sen• odo\hol
KAAKt 17 '
trbelOf'd
\..rt.tlf'l'
,,, ... . AAP. ' f
L A~ :
f:IÜI .;,
~
·;.- -·1 !I""
_ \11_,,..,.kfr""""' \1-IH
ApMI~CCI
VBY/35 - 50711- BO.O/CI/20115 • .,..
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MACROSCHAAL
5.
PAGINA - 77
GEWENSTE STRUCTUUR OP MACROSCHAAL
Binnen dit hoofdstuk en op kaart 18 worden de relaties weergegeven tussen het studiegebied en de belangrijkste
externe
elementen.
Dit
op
basis
van
aangereikte
elementen
uit
het
inventarisatierapport waaruit in eerste instantie de verschillende elementen vanuit de beleidscontext worden
geïntegreerd
(Gewestplan,
Beschermde
monumenten
en
landschappen,
Ruimtelijk
Structuurplan Vlaanderen, Afbakening Grootstedelijk Gebied Antwerpen,…). Dit heeft de volgende consequenties: -
Woonuitbreidingsgebieden te Aartselaar en Kontich (tussen E19 en centrum Kontich) worden ingevuld met woningen.
-
Bedrijventerrein Satenrozen wordt uitgebreid t.h.v. de verkeerswisselaar E19 – N171.
-
De Struisbeek (Edegemse Beek) werd geselecteerd als natuurverbinding, de Mandoerse Beek sluit hierbij aan.
-
Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Drie Eycken: RUP i.f.v. regularisatie en uitbreiding golfterrein.
-
Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Restoorn: integratie van de Jachthoorn.
-
Verbinding maken tussen Solhof, Groeningenhof en Pannenbossen.
-
Uitbreiding parkgebied Solhof.
-
Aanwezigheid van bestaande fietsknooppunten en fietsroutes.
-
De aanwezigheid van Ankerplaats A10030 “Domein Groeningenhof en Solhof met omgeving”7 (Landschapsatlas).
-
Bescherming van de Historisch Permanente Graslanden (Natuurdecreet).
-
Deelbekkenbeheerplannen van het Provinciebestuur (Dienst Waterbeleid).
-
Andere, zoals de Jeugdwerkbeleidsplannen,...
7
In deze ankerplaats kan bosuitbreiding, mits de waarde van het landschap wordt gerespecteerd (dreven, ...).
PAGINA – 78
KAART 18
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MACROSCHAAL
: GEWENSTE STRUCTUUR OP MACROSCHAAL
Legende
Inrichtingsplan Stadsrandbos Antwerpen
J&ili w•ll•r. ëdog•~>••
KDntllh
?...I:'L':'•.~.~se re h 3
OpdMch'Çewr : AgwntschiiiiP voor- Natuur- lin Boa (ANB) t.s.rn . Provlnlli• Anbv&rp•n , Ciam&&ntan A•M:&o:l•4r, B:l&g•m an KDnlilM
KAART 18:
G.t.WENS rE ST RilGlUUR OP MACPOSCHAAL
JanuaM "2DC7
VBV/35 - 5 07Q •
.B~G/08/2005
- wvs
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
6.
PAGINA - 79
GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
Door de aanwezigheid van zowel de E19 en de N171 is er een duidelijk ruimtelijke afbakening in de oostelijke zijde van het studiegebied. Het gevolg is dat er momenteel slechts drie toegangen zijn vanuit het oosten, namelijk: t.h.v. het knooppunt E19 – N171, t.h.v. Groeningenlei en t.h.v. Drie Eikenstraat. Tegen de kern van Aartselaar aan zijn er meerdere straten die aansluiten op het studiegebied en is het studiegebied dus intenser verweven met de omgeving. Het stadsrandbos van Antwerpen zal geen massief bosgebied worden maar een afwisselend geheel van bos en open ruimte. Een boeiend geheel dat een meerwaarde zal vormen op recreatief, maatschappelijk, landschappelijk en natuurlijk vlak. Het stadsrandbos heeft als voornaamste taak om er voor te zorgen dat dit gebied een aantrekkelijke open ruimte blijft voor deze en toekomstige generaties. Vanuit deze visie werd er een logo ontwikkeld. Het logo stelt in het grijs de belangrijkste wegen rond het stadsrandbos voor (A12 in het westen, R11 in het noorden, E19 in het westen). Centraal ligt het stadsrandbos. In het stadsrandbos stelt de gele lijn de integratie van landbouw in het geheel voor. De oranje stip wijst op het recreatieve belang van het stadsrandbos. Het groen verwijst naar de groene invulling en de aanplanting van bijkomende bossen.
6.1.
DOELSTELLINGEN
Naar de inrichting van het stadsrandbos toe worden de volgende doestellingen geformuleerd: -
Behoud van open gebied: de doelstelling is het behoud van het open gebied en de verbetering ervan zodat er een open en groen wandel- en fietsgebied ontstaat. Daarnaast gaat de inrichtingsstudie na hoeveel bos er kan bijkomen zonder dat het bestaande landschap onder druk komt.
-
Kwaliteiten behouden: door de jaren heen heeft zich een mooi gebied gevormd (landbouw, domeinen, bossen,…). Het stadsrandbos zal dit gebied nog mooier en aantrekkelijker maken.
-
Leefbaar houden: het stadsrandbos mag het gebied niet onleefbaar maken voor de huidige gebruikers.
Vooral
met
de
landbouw
zal
er
voorzichtig
omgegaan
worden:
huidige
landbouwgrond kan pas bebost worden wanneer de landbouwer zijn activiteiten vrijwillig stopzet en zijn gronden vrijwillig laat bebossen of verkoopt voor bebossing. -
Toegankelijkheid verbeteren: de bereikbaarheid met het openbaar vervoer, te voet of met de fiets zal worden verbeterd, zowel naar het gebied als in het gebied. Conflicten tussen de verschillende verplaatsingsvormen worden vermeden door een gescheiden infrastructuur voor fietsers en wandelaars in het gebied.
PAGINA – 80
6.2.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
CONCEPTEN
Aan de hand van enkele concepten wordt de basis gelegd voor de uitwerking van de visie op mesoniveau. De concepten geven de richting aan waarin het studiegebied ontwikkeld kan worden om de vooropgestelde doelstellingen te realiseren. Volgende concepten zullen dienen als bouwstenen voor het inrichtingsplan van het stadsrandbos Antwerpen: CONCEPT 1 – Meerdere hoofdpoorten / lokale poorten voor verschillende gebruikers Er worden meerdere “poorten” aangeduid voor het stadsrandbos, met een uniforme inrichting. Bezoekers kunnen via de verschillende poorten verschillende zones binnen het gebied verkennen. Het hele gebied blijft volledig toegankelijk. Een bestaande toegangspoort is bijvoorbeeld het sportcentrum van Aartselaar. Er wordt ook een duidelijk onderscheid gemaakt tussen “hoofdpoorten” en “lokale poorten”. In “hoofdpoorten” worden parkeerplaatsen voor auto’s voorzien en kan er een bezoekerscentrum gerealiseerd worden (bij voorkeur in een bestaand gebouw), “lokale poorten” kunnen bijvoorbeeld
beperkt
blijven
tot
een
fietsenstalling
(geen
parkeerplaatsen voor auto’s).
CONCEPT 2 – Ontwikkeling van oriëntatiepunten in het stadsrandbos Bestaande oriëntatiepunten zoals de E19, de bruggen over/onder de E19,
de
Heimolen,
geïntegreerd
in
het
woonstraten
en
stadsrandbos.
fabrieksschouwen,
worden
Ook
nieuwe
kunnen
er
oriëntatiepunten worden gecreëerd, bijvoorbeeld een nieuw uitkijkpunt ter hoogte van de Vuile Plas.
CONCEPT 3 – Transparantie naar het stadsrandbos vanuit de omgeving Het stadsrandbos mag geen afgesloten geheel worden. De bestaande vista's (doorkijken) richting stadsrandbos blijven maximaal behouden. De kern van Aartselaar zal uitlopen in het stadsrandbos, zowel recreatief als visueel. Er wordt geen massieve “bosbuffer” voorzien langsheen de rand van Aartselaar. Straten die vanuit de kern van Aartselaar uitlopen in het studiegebied worden lokale toegangspoorten naar het stadsrandbos. Als overgang naar het stadsrandbos kunnen er bijkomende straatbomen worden voorzien.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
PAGINA - 81
CONCEPT 4 – Bos als onderdeel van afwisselend landschap met landbouw, natuur en open ruimte Bij de ontwikkeling van het stadsrandbos is het niet de bedoeling om een massief bos te ontwikkelen: in het stadsrandbos vormt bos een doorlopend
geheel
met
landbouw,
graslanden,
open
natuur,
infrastructuur, wonen, leven,…. Dit landschap vormt een gevarieerd “decor” voor de bezoekende wandelaar en fietser. In ecologisch belangrijke zones wordt er voorrang gegeven aan fauna en flora. Delen met een huidige of toekomstige belangrijke natuurwaarde worden een rustzone om die natuuraspecten optimaal tot uiting te laten komen (bijvoorbeeld delen van de Pannenbossen).
CONCEPT 5 – Accentueren van de belangrijkste waterlopen De Edegemse Beek en de Mandoerse Beek vormen een ruggengraat in de afwatering van de omgeving. Beide waterlopen worden duidelijk geaccentueerd in het landschap door bijvoorbeeld het (her)aanplanten van bomenrijen of het openhouden van de beekvalleien. Er worden ook meer natuurlijke oeverzones gecreëerd. Deze zones vervullen naast een functie in de waterhuishouding eveneens een educatieve, natuurlijke en/of recreatieve functie (bijvoorbeeld amfibieënpoel, knuppelpaden in natte gebieden,…).
CONCEPT 6 – Respect voor de bestaande landschappelijke kwaliteiten en buffering E19 Het studiegebied beschikt nu reeds over prachtige landschappelijke kwaliteiten. Het stadsrandbos zorgt ervoor dat het huidige landschap behouden blijft en nog aantrekkelijker gemaakt wordt. Storende elementen zoals de E19 en industriële constructies zullen met schermbossen afgeschermd worden. De schermbossen maken integraal deel uit van het stadsrandbos en zullen dus ook toegankelijk zijn voor recreanten.
PAGINA – 82
6.3.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
IDEALE VISIE
De ideale visie geeft de ideale inrichting van het stadsrandbos weer vanuit de aspecten bos, natuur, landschap en zachte recreatie. De ideale visie wil het gebied maximaal een natuurlijke en zachtrecreatieve invulling geven, gebaseerd op de huidige landschappelijke en ecologische waarden. Deze visie houdt geen rekening met haalbaarheid ten opzichte van landbouw of andere functies, de haalbare visie (zie verder) doet dat wel.De ideale visie wordt weergegeven in kaart 19. Hieronder wordt een inschatting gemaakt van de ruimtelijke impact van de realisatie ervan. Lijnvormige elementen (recreatieve wegen, dreven, beekbegeleidende aanplantingen) die binnen een te
realiseren
bosuitbreidings-
of
overstromingszone
vallen,
werden
meegerekend
bij
de
bosuitbreidingsoppervlakte of de oppervlakte overstromingszone. In grote lijnen kan worden gesteld dat: -
Het visiegebied ruim 850 ha groot is. Er 215 ha bos bijgekleurd werd. Samen met de 60 ha reeds bestaande bossen betekent dit zo’n 275 ha of 32 % van de ruimte binnen de visiegrens.
-
Er via hermeandering een supplementaire beeklengte van 2 km of een toename van 10 % wordt gerealiseerd of een extra oppervlakte van (2 km * 2 m =) bijna 0,5 ha. Samen met ruim 30 ha overstromingszone en (1,85 km * 5 m =) bijna 1 ha oeverzone zou dit de piekafvloei moeten kunnen opvangen (bij 0,5 m hoogte van het water betekent dit dus een capaciteit van ruim 150.000 m³ water).
-
Er 20 km recreatiewegen bij zouden komen. Samen met de bestaande wegen betekent dit meer dan 30 km zacht-recreatieve routes.
-
Er ruim 25 km structuurbepalende en ecologisch verbindende bomenrijen zullen zijn, waarvan bijna de helft nog moet aangelegd worden.
-
Er extra zo’n 1,2 ha poortgebied voor 16 (5 + 11) hoofd- en lokale toegangen tot het stadsrandbos nodig zal zijn. De oppervlakte voor de beperkte uitbreiding van “De Jachthoorn” (PRUP Restoorn) en voor de realisatie van het portaal op het golfterrein (PRUP “Golfterrein Drie Eycken”) zijn niet opgenomen, daar deze reeds voorzien zijn in goedgekeurde Provinciale Ruimtelijke Uitvoeringsplannen.
-
Er op de kaart 244 ha of 28,5 % van het visiegebied zou worden gewijzigd bij de realisatie van de ideale visie. Dit wil dus zeggen dat, buiten extra bos, er nog zo’n 30 ha ruimte nodig is, inclusief de overstromingszones van 15 ha. Anderzijds, wijzigt het gebruik niet in 61,5 % van het studiegebied. Merk op dat daar bovenop de PRUP’s van het golfterrein en De Jachthoorn nog een bijkomende wijzigingen vastleggen (zit niet in de vermelde cijfers).
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
PAGINA - 83
EDEGEM KAART 19
: IDEALE VISIE
KONTICH
AARTSELAAR
ti A
Legende
Op&n r-uimte Oandbouwgebied)
CJ
-
)
Haimcl!in / lcNiln
(fabr-&~ran)
Openb.:u'ISI wagen (ver-hartt) Bomenrije
Babouwing (wone:n + b.Jin!i!n)
Badrijventerreinen
---/o--
Toegank&liik& futs· en wandalwagen (pBatsal~k var !
Kast:aaldomeinan
Q
Biji
Golftarn:i!in
Sporteen iJ' urn 06! Ark+ gepland& uitb re'ding
An~anstaander:
Sarrlli ~
Walar-lopen
woningen
Inrichtingsplan Stadsrand bos Antwerpen
~<solaa•, EdogornonKcntich~.~!!.l.,j_eo;ea~::h
bomanr~6!n
OpdrachitJawr- Vlaamse GemEiUinschap 1 Afd611ins Bos e,., Gro6!n
Universitair- Zie:k&nhuis Antwarpen (UZ) Bos
f
I.s.nL Provino::i!i! Antwer pen, G&meanf:&n Aar-tEelaar, Edeg!i!m an Konfuh
...CJ \ ·~·'-
Her-sbiller:n maandering
Invullen woonuitbr-eidingsgebied
KAART 19 ·
Ow rstrc m ingsge b&dlii n
IDEALE VIS! E HOJfpccrtan
Serre met klolinhandelrofunctie
0
l.oka'e poorten
Oldn1Rr"200ê
VBV/35 - 5 079 - B&G/08/"2005- wvs
PAGINA – 84
6.4.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
LANDBOUWECONOMISCHE IMPACTSTUDIE OP IDEALE VISIE
De ideale visie is ideaal met het oog op de structurele, landschappelijke, recreatieve en ecologische waarden. Ze is daarom niet noodzakelijk ideaal voor de landbouw. Om de impact van de realisatie van de ideale visie na te gaan werd door de VLM een landbouweconomische impactanalyse uitgevoerd. De resultaten van deze impactanalyse hebben in belangrijke mate het uitwerken van de haalbare visie gestuurd. Hieronder
worden
de
aanbevelingen
uit
de
eerste
landbouweconomische
impactanalyse
weergegeven.
ALGEMEEN Algemeen kan gesteld worden dat de impact van het inrichtingsplan op de landbouw groot is. Een belangrijke oppervlakte van de huidige landbouwgrond verdwijnt op termijn uit het landbouwareaal. Grond is een uiterst belangrijke productiefactor voor de landbouw, het is dus evident dat dit een negatieve impact heeft op macro- of mesoniveau. Voor de meeste landbouwers is het dan ook heel eenvoudig: “Hoe minder bos, hoe liever”. In het kader van deze studieopdracht wordt de bosuitbreiding echter als een gegeven beschouwd en wordt gezocht naar manieren om het impact op micro-niveau (op bedrijfsniveau dus) beperkt te houden. De ideale visie werd onder de loep genomen en de impact op bedrijfsniveau werd geanalyseerd. Het is in deze fase niet de bedoeling om flankerende maatregelen uit te werken, bij een tweede impactanalyse (op de haalbare visie) is dit wel voorzien. In deze fase worden dan ook enkel suggesties of adviezen meegegeven die ertoe kunnen bijdragen dat het voorgestelde plan meer haalbaar wordt. DUIDELIJKHEID I.V.M. BESTEMMING RESTERENDE LANDBOUWPERCELEN Het inrichtingsplan voorziet dat een aantal zones als bosuitbreidingsgebied worden aangeduid. Het is voor de landbouw positief dat deze zones landbouwgebied blijven zolang ze niet bebost worden. Er is echter minder duidelijkheid over de resterende landbouwgronden. Er wordt dan ook gesuggereerd om deze mee op te nemen in de agrarische structuur. Hiermee verwijzen we naar de lopende afbakeningsprocessen voor de natuurlijke en agrarische structuur en de afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen. Om het plan voor het stadsrandbos haalbaar te maken, is het voor de landbouwsector wellicht van groot belang dat er duidelijkheid ontstaat over de resterende oppervlakte. Hiervoor is het wellicht aangewezen om op korte termijn terug te koppelen met de bevoegde administratie. DUIDELIJKHEID VOOR DE PACHTERS Zoals gesteld, is het in het kader van de haalbaarheid zeer positief dat de percelen pas de bestemming bos krijgen als er effectief bos geplant wordt. In de praktijk betekent dit meestal dat de zittende landbouwer zijn bedrijf verder kan uitbaten tot hij het bedrijf stopzet. Dit geldt echter alleen als de landbouwer ook eigenaar is van de gronden. Als de landbouwer pachter is, is er veel minder duidelijkheid. De eigenaar kan immers autonoom beslissen om de gronden bv. aan het Vlaams Gewest te verkopen. In dat geval is het onvoldoende duidelijk welke de gevolgen zullen zijn voor de zittende landbouwer. Dit komt ook tot uiting in de impactanalyses.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
PAGINA - 85
Alleen als er gegarandeerd wordt dat er geen pacht wordt opgezegd voor het algemeen belang (in het kader van bebossing), kunnen we ervan uit gaan dat het minimale scenario van toepassing is. In het kader van de haalbaarheid en de creatie van draagvlak, zou duidelijkheid hierover een belangrijke meerwaarde zijn. HUISKAVEL In het gebied bevinden zich een groot aantal jonge, dynamische bedrijven met hoofdrichting melk- of vleesvee. Voor hen is de huiskavel van levensbelang. Ook voor andere bedrijfstypes verhoogt dit de efficiëntie en de kwaliteit van de landbouwactiviteiten. Het voortbestaan van deze bedrijven hangt grotendeels af van het behoud van deze huiskavel. Deze huiskavels zijn ook de percelen die meestal blijvend grasland zijn en begraasd worden. Omdat we ervan uitgaan dat dit in een afwisselend landschap van een stadsrandbos een gewenst element is, stellen we voor om zo veel mogelijk de huiskavels te vrijwaren van bebossing. KLEINE PERCELEN Kleine percelen hebben een lagere waarde voor de landbouw dan grote. Een groter aandeel van de oppervlakte van het perceel ligt hierbij langs de rand, waardoor er meer opbrengstverliezen zijn. Kleinere percelen hebben ook een hogere bewerkingskost per hectare. Deze percelen zijn dan ook minder belangrijk voor de landbouw en komen dan ook eerder in aanmerking voor bebossing. AFBAKENING LANGS PERCEELSRANDEN Er zijn zeer veel kleine oppervlakteverliezen vanwege een onnauwkeurige aanduiding van de gebieden voor bosuitbreiding en overstroming. De onnauwkeurigheden langs lijnvormige elementen (wegen en beken) werden weggewerkt door het bijwerken van het basisbestand. Deze lijnen werden opnieuw gedigitaliseerd tussen en langs de perceelsranden. De gebieden voor bosuitbreiding en overstroming zijn met een golvende lijn aangeduid in de visieschets, waardoor percelen sterk versnipperd worden. Wanneer gebieden en wegen afgebakend worden lange de randen van bestaande percelen, kan de impact door versnippering en de oppervlakte restpercelen (kleiner dan 30 are) gereduceerd worden tot nul. GLASTUINBOUW De serres van tuinbouwers werden allemaal zo goed als volledig gespaard bij de aanduiding van bosuitbreidingsgebied, overstromingsgebied en wegen. Dit is uiteraard een goede zaak, maar het bosuitbreidingsgebied komt dikwijls tot vlak naast de serre. Hierdoor is er een grote invloed van schaduw. Het arbeidsinkomen per hectare in de tuinbouw is veel hoger dan bij akkerbouw, waardoor de verliezen door schaduw zeer hoog kunnen oplopen. Dit kan vermeden door een strook langs de serre vrij te houden van bebossing. Bovendien beperkt deze manier van afbakenen – tot vlak naast de serre – de uitbreidingsmogelijkheden van het tuinbouwbedrijf. Wanneer men wil uitbreiden, wordt idealiter een nieuwe serre gebouwd tegen de oude serre. Dit is niet mogelijk wanneer er rondom de serre bosuitbreidingsgebied aangeduid is. Ook de waarde van zo een serre daalt sterk. Bij de enquêtering werd verschillende keren vermeld dat er wateroverlast is lange de Mandoerse Beek, vanwege een duiker ter hoogte van het Groeningenhof. Indien dit probleem bij de bron aangepakt kan worden, is er wellicht minder behoefte aan een overstromingszone. BEBOSSING OP PERCELEN VAN UITBOLLENDE BEDRIJVEN
PAGINA – 86
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
Op basis van de gemaakte analyse is het vrij duidelijk welke bedrijven uitbollend zijn en welke gronden in gebruik zijn door jonge, dynamische landbouwers. Het is evident dat bebossing minder gevolgen heeft voor de landbouw als die voorzien wordt op de percelen van de uitbollende landbouwers. ONTSLUITING EN RECREATIEVE ROUTES VOORZIEN LANGS BEDRIJVEN MET RECHTSTREEKSE VERKOOP Op basis van de enquêtering bestaat er een duidelijk overzicht van de landbouwers die actief zijn (of plannen hebben) in de rechtstreekse verkoop. Het is aangewezen om recreatieve routes die opgenomen worden in het inrichtingsplan, langs deze bedrijven te voorzien. Door rekening te houden met bovenstaande suggesties, kan de voorgestelde visie voor het stadsrandbos ongetwijfeld verfijnd worden en wordt de haalbaarheid voor de betrokken landbouwers ongetwijfeld vergroot. Door maximaal rekening te houden met de resultaten van deze eerste impactanalyse, zal de behoefte aan flankerende maatregelen ongetwijfeld gereduceerd worden.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
6.5. Op
PAGINA - 87
HAALBARE VISIE basis
van
de
eerste
landbouweconomische
impactanalyse
en
gesprekken
met
de
gemeentebesturen en de provinciale diensten werd de ideale visie aangepast tot een haalbare visie. Het is deze haalbare visie die verder werd uitgewerkt en die zal worden gerealiseerd. De haalbare visie wordt voorgesteld in kaart 23. De haalbare structuurvisie beschrijft hoe het stadsrandbos er op deze plek zal uitzien, rekening houdende met de landschappelijke, recreatieve, ecologische en landbouwkundige aspecten, in overleg met de volgende betrokkenen van het studiegebied: -
bewoners
-
eigenaars
-
gebruikers van de landbouwgronden
-
gemeentelijke besturen van Aartselaar, Kontich en Edegem
-
provincie Antwerpen (ruimtelijke planning, waterbeleid, natuur en leefmilieu)
-
Agentschap voor Natuur en Bos (ANB)
-
Andere overheidsdiensten (Onroerend Erfgoed, Ruimtelijke Planning)
Op basis van het voorgaand onderzoek, werden de volgende functies en subfuncties geselecteerd om opgenomen te worden binnen het stadsrandbos: -
Recreatie: speelbos, wandelbos, fietsrecreatie en paardenrecreatie (op paden), integratie golfterrein “Drie Eycken” (PRUP)
-
Bos: speelbos, schermbos, recreatief bos, rustzones, bosuitbreiding, landschappelijk en historisch bos
-
Natuur: behoud en ontwikkeling kleine landschapselementen (voornamelijk dreven), behoud historisch permanente graslanden, behoud bestaande bossen en bosjes, behoud rustzones in bestaande bossen (voornamelijk Pannenbossen en beboste delen van de Vuile Plas en in mindere mate Groeningenhof en Solhof).
-
Economische functie: integratie horeca in “De Jachthoorn” (PRUP goedgekeurd) en De Ark, integratie landbouw (landbouweconomische impactstudie uitgevoerd door VLM).
-
Landschap: behoud en ontwikkeling oriëntatiepunten, behouden beschermde landschappen als open gebieden, behoud vista’s en inkijken, accentueren beken.
-
Water: oeverzones en hermeandering om wateroverlast tegen te gaan, accentueren beken.
Al deze functies functioneren niet als een eiland binnen het stadsrandbos maar worden verbonden met de omgeving, zowel recreatief als ecologisch: -
Recreatief: de verschillende fiets- en wandelpaden binnen het stadsrandbos sluiten aan op zowel recreatieve als functionele fietsroutes die de verbinding maken met de stad Antwerpen, de Reukens en de omliggende woonkernen.
-
Ecologisch: de natuurlijke elementen binnen het stadsrandbos moeten aansluiten op de ecologische infrastructuur van de omgeving. Deze binding verloopt via de beken (Mandoerse Beek, Edegemse Beek, verbinding Groeningenhof – Pannenbossen), kleine landschapselementen, natuurverbinding langsheen de Edegemse Beek, ecoduct tussen Vuile Plas en bestaande bossen aan de overzijde van E19.
Deze haalbare visie wordt in de volgende hoofdstukken verduidelijkt.
PAGINA – 88
6.5.1.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
RECREATIE
De recreatieve invulling omvat het voorzien van poorten tot het stadsrandbos (punten) en recreatieve paden en wegen (lijnen). 6.5.1.1.
RECREATIEVE POORTEN VOOR HET STADSRANDBOS
I.f.v. de toegankelijkheid van het stadsrandbos worden er “hoofdpoorten” en “lokale poorten” onderscheiden die enerzijds duidelijke en zichtbare plaatsen vormen om het gebied binnen te gaan en anderzijds kleine en plaatselijke toegangen tot het gebied vormen. Het is duidelijk dat de ruimtelijke impact van beide soorten poorten sterk verschillend is. -
Bij
“hoofdpoorten”
worden
parkeerplaatsen
voor
auto’s
voorzien
en
kan
er
een
bezoekerscentrum of ontvangstruimte gerealiseerd worden (bij voorkeur in een bestaand gebouw). Binnen het stadsrandbos Antwerpen worden er zes hoofdpoorten voorzien die enerzijds volgens een optimale ruimtelijke spreiding zijn gesitueerd en anderzijds in bestaande en/of geschikte locaties worden ingericht. Een hoofdpoort bestaat in principe uit (beperkte) ontvangstinfrastructuur met informatie over het
stadsrandbos
en
de
recreatiemogelijkheden
binnen
het
stadsrandbos,
auto-
en
fietsenparking, pick-nickplaats, en eventueel horeca (indien landschappelijk inpasbaar). Ook fietsenverhuur is mogelijk. -
“Lokale poorten” blijven beperkt tot een fietsenstalling (geen parkeerplaatsen voor auto’s) met een informatiebord. Binnen het stadsrandbos worden er elf lokale poorten voorzien, het betreft alle toegangen tot het gebied waar er geen ruimte is of gewenst is voor het stationeren van wagens (parking). In lokale poorten worden info-borden, fietsenstallingen, rustbanken en ev. pick-nickplaatsen voorzien.
De inrichting van de poorten moet zo gebeuren dat ze in evenwicht is met de omgeving en niet als een storend element in het landschap overkomt. Bijvoorbeeld moeten de parkings zo groen mogelijk en milieubewust ingericht worden (bijvoorbeeld met waterdoorlatende verharding). Los van het verschil tussen hoofd- en lokale poorten moet er steeds een infopaneel geplaatst worden. Het infopaneel bevat enerzijds algemene informatie over het stadsrandbos en anderzijds specifieke informatie over de nabije omgeving (bijvoorbeeld geschiedenis Solhof, historische groei landschap,…). Op deze panelen worden de voorziene wandel- en fietsroutes binnen het stadsrandbos
én
aansluitingen
vermeld. De verschillende panelen moeten uniform zijn en moeten zeker
het
logo
stadsrandbos
van
het
bevatten.
Bijvoorbeeld werd de informatie voor
de
reeds
in
voorgesteld:
stadsrandbosinstuif een
uniform
kader
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
PAGINA - 89
De poorten sluiten zoveel mogelijk aan bij het bestaande openbaar vervoersnetwerk in de omgeving, zodat er een netwerk van Groene Haltes wordt gevormd. De bezoeker kan met de lijnbus aankomen aan een bepaalde Groene Halte en via het recreatief netwerk binnen het stadsrandbos naar een andere Groene Halte wandelen, waar hij/zij de bus terug neemt. HOOFDPOORTEN:
SITUERING EN INRICHTINGSPRINCIPES
De volgende zes hoofdpoorten worden voorzien (op schets grote rode bollen): (1) Golf Drie Eycken te Edegem (integratie in bestaande poort) (2) Kapittelhoeve (Groeningenlei) te Kontich (integratie in bestaande infrastructuur) (3) Satenrozen te Kontich (nieuwe poort) (4) Hof te Briez te Aartselaar (nieuwe poort) (5) Sportcentrum De Ark te Aartselaar (integratie in bestaande poort) (6) Jachthoorn te Kontich (integratie in bestaande poort) (7) Kattenbroek (potentiële hoofdpoort in bestaande infrastructuur)
(1)
(6)
(7)
(5) (2)
(4)
(3)
PAGINA – 90
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
1 - GOLF DRIE EYCKEN TE EDEGEM (INTEGRATIE IN BESTAANDE POORT) De hoofdpoort “Golf Drie Eycken” is een bestaande poort. In het goedgekeurde Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Golfterrein Drie Eycken – Edegem” wordt de hoek van de Drie Eikenstraat en de E19 bestemd als een toegankelijke publieke ruimte met een uitgesproken beeldbepalende functie. Deze zone doet dienst als een ontmoetingsplaats in een groen kader en heeft een recreatief karakter. Volgens het RUP kunnen er geen parkeerplaatsen worden aangelegd maar is er wel ruimte voor de inrichting als park, lig- en speelweide, beperkte hondenweide, speeltuin, een ruime fietsenstalling en tenslotte een schuilhok en infopunt. Het infopunt geeft in de vorm van een paneel meer informatie over het golfgebied en het stadsrandbos (uitleg en oriëntatie). Binnen deze poort is het echter moeilijk om parkeerplaatsen te voorzien in functie van het stadsrandbos. Deze parkeerplaatsen zouden gratis moeten ter beschikking gesteld worden en dit zou conflicten teweegbrengen met de betaalparking van het UZ. M.a.w. worden er geen extra parkeerplaatsen voorzien i.f.v. het stadsrandbos maar wordt de poort – zoals vastgelegd in het RUP – wel uitgewerkt worden als een volwaardige toegang tot het stadsrandbos. De poort bevindt zich echter wel op wandelafstand (ongeveer 300 m) van de bushalte Edegem W. Herreynstraat, deze bevindt zich echter aan de andere kant van de E19, waardoor de wandelaar onder de E19 door moet. Het is aangeraden een bijkomende halte voor de buslijnen 130 en 140 te voorzien op het einde van de Wilrijkstraat (2 bussen per uur op zondag). Het UZ wordt weliswaar bedient door heel wat bussen (lijnen 17, 21, 22 en 15, tezamen 10 per uur), maar deze halte ligt op 650 m van het golfterrein.
2 - KAPITTELHOEVE Het woongebouw van de Kapittelhoeve is volledig afgebrand en vervolgens afgebroken. Dit biedt mogelijkheden om de poortfunctie te integreren bij de heropbouw van de hoeve of in één van de schuren. De volgende inrichtingsvoorwaarden worden eraan gekoppeld: -
Parking zal worden voorzien ten westen van de huidige vijver, ingekaderd in een bescheiden groene bufferzone die geen afbreuk veroorzaakt op het omliggende open landschap. Er wordt
tevens
voorzien.
een
Deze
poort
fietsenstalling is
niet
te
bereiken met het openbaar vervoer. -
In deze hoofdpoort kan er overwogen worden
een
bezoekerscentrum
te
ontwikkelen in de her op te bouwen hoeve of in één van de schuren. Dit centrum
houdt
in
dat
er
een
(beperkte) overdekte ruimte wordt voorzien
met
informatie
over
het
gehele
stadsrandbos
(geschiedenis
gebied,
idee
stadsrandbos,
achter
recreatieve folders,…). -
Fietsvoorzien
en
wandelroutes
zowel
naar
het
worden zuiden
(richting Mandoerse Beek) als naar het noorden toe.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
PAGINA - 91
3 - SATENROZEN De hoofdpoort Satenrozen kan ontwikkeld worden op de gemeentelijke parking langs de Pierstraat (aan het kruispunt met Oever, ter hoogte van het tuincentrum). Daar er reeds een bestaande parking is, is het aantal bijkomende investeringen voor deze hoofdpoort eerder beperkt. Deze hoofdpoort bevindt zich op ongeveer 500 m van de huidige bushalte Oever (echter niet bediend op zater- en zondagen). De volgende inrichtingsvoorwaarden worden geformuleerd: -
Een gedeelte van de parking wordt ingericht met fietsenstalling,
informatiebord
zitmogelijkheden.
Dit
en
enkele
gegeven
wordt
groen
aan
de
ingekaderd. -
De
hoofdpoort
sluit
op
fiets-
en
wandelwegen van het stadsrandbos (richting Pannebossen). -
Deze hoofdpoort richt zich eveneens op de mensen die het tuincentrum bezoeken.
-
Deze poort is op zaterdag- en zondag niet te bereiken met het openbaar vervoer.
4 - HOF TE BRIEZ De hoofdpoort Hof te Briez kan ontwikkeld worden tussen de hoeve “Hof te Briez” en de Kapellestraat (Hof te Briezlaan). Deze poort is voornamelijk gericht op bezoekers vanuit het centrum van Aartselaar. De volgende
inrichtingsvoorwaarden
worden
geformuleerd: -
Momenteel is er een vrij perceel gesitueerd tussen
de
Kapellestraat
en
de
hoeve
(landbouwperceel). Het gedeelte tegen de straat (50 m) aan kan mogelijks bebouwd worden met woningen (juridische voorraad). In het ontwerpRUP
wordt
voorgesteld
dit
perceel
te
herbestemmen naar poortgebied om het van bebouwing te vrijwaren en om een insteek naar het stadsrandbos te realiseren. -
Er
kan
een
parking,
fietsenstalling,
informatiepaneel en schuilmogelijkheid voorzien worden
tussen
de
hoeve
en
de
mogelijks
bijkomende bebouwing. Dit kan groen ingekaderd worden. -
Een deel van de hoevegebouwen kunnen op termijn gebruikt worden als informatiecentrum en schuilmogelijkheid.
-
De
hoofdpoort
sluit
aan
op
de
fiets-
en
wandelwegen van het stadsrandbos. -
Hof te Briez is vlot bereikbaar met het openbaar vervoer
(lijnen
26
en
501/502
met
een
gezamenlijke frequentie van 4 bussen per uur op zondag). Halte J. Davidlaan is vlakbij de poort.
PAGINA – 92
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
5 - SPORTCENTRUM DE ARK Het sportcentrum De Ark te Aartselaar heeft momenteel een aangelegde parking, cafetaria en fietsenstalling. Het functioneert reeds als recreatief centrum. Door de gemeente wordt er een uitbreiding voorzien. Er wordt voorgesteld om hier enkel een informatiepaneel en picknickbanken toe te voegen om deze hoofdpoort in het stadsrandbos in te schakelen. Op termijn kan er ook fietsverhuur worden voorzien. Deze hoofdpoort is met het openbaar vervoer niet zo vlot bereikbaar: de dichtste halte aan het Solhof ligt op 800 m. Een nieuwe halte op het kruispunt van de Kleistraat met de Baron van Ertbornstraat zou op ongeveer 500 m van De Ark liggen. 6 - JACHTHOORN Zoals ook voor het golfterrein werd er voor de Jachthoorn een Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan opgesteld. Voor de Jachthoorn wordt er langsheen de Doornstraat een poortzone voorzien waar er ruimte is voorzien voor o.a. een schuilhok, infopunt, fietsenstalling en straatmeubilair (banken,…). De bestaande parking kan zowel gebruikt worden voorzien voor de Jachthoorn – als multifunctioneel horecabedrijf – en voor de bezoekers van het stadsrandbos. Deze poort is moeilijk te bereiken met het huidige openbaar vervoers-aanbod. 7 - KATTENBROEK (POTENTIËLE POORT) De Zandbergen (ook gekend als Edegemse Bergen of Molenbos) zijn een natuurlijke uitbreiding van het stadsrandbos, maar de E19 werkt op dit moment als een niet te overbruggen barrière. Het inrichtingsplan voorziet echter een verbinding over of onder de E19 om de kernen van Edegem en Kontich én de Zandbergen te verbinden met het stadsrandbos. Op dat moment kan ook het sport- en recreatiecentrum Kattenbroek functioneren als hoofdpoort van het stadsrandbos. Dit centrum beschikt over parking en horeca. Een verdere inrichting i.f.v. het stadsrandbos vereist het voorzien van een infobord, fietsenstalling, pick-nicktafels, etc. Er kan in het sport- en recreatiecentrum ook een infohoek en fietsverhuur worden voorzien. Deze poort is moeilijk met het openbaar vervoer te bereiken (1200 m van de halte van lijn 32 Edegem – Antwerpen, 4 per uur op zondag).
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
LOKALE POORTEN:
PAGINA - 93
SITUERING EN INRICHTINGSPRINCIPES
De volgende elf lokale poorten worden voorzien (op schets kleine gele bollen): (1) Kruising Edegemse Beek met Dijkstraat (Aartselaar) (2) Kruispunt Kontichsesteenweg – Dijkstraat Baron
van
Ertbornstraat
(Aartselaar,
gesitueerd 100 m ten oosten van het kruispunt) (3) Solhof (Aartselaar) (4) Einde van Lieven Renslaan(Aartselaar)
(1)
(11)
(5) Einde van Adriaan Sanderslei (Aartselaar) (6) Einde
van
Felix
Timmermanslaan
(2)
(Aartselaar) (7) Heimolen (Reetsesteenweg, Aartselaar)
(3)
(8) Bonte Koe (kruispunt Reetsesteenweg – Pierstraat, Aartselaar) (9) Pierstraat (aan de start van het huidige
(10)
(12) (4) (5)
fietspad richting Pannenbossen, Kontich) (10) Onderdoorgang van de Pierstraat onder de E19 (en kruising van de Mandoerse Beek, Kontich) (11) Vuile
Plas
(Kontich)
(inclusief
de
te
(9)
(6) (7)
realiseren aansluiting naar de Edegemse Bergen/Zandbergen aan de overzijde van
(8)
de E19) (12) Woonuitbreidingsgebied Lindelei
De lokale poorten 1 t.e.m. 3 zijn heel vlot te bereiken met het openbaar vervoer. Er stoppen 4 bussen per uur vlakbij de poort. De poorten 4 t.e.m. 6 zijn eerder gericht op bewoners van Aartselaar en liggen verder af van een bushalte (halte Gemeentehuis op ongeveer 700 m, 4 bussen per uur). De Heimolen (lokale poort 7, halte Molen) en Bonte Koe (lokale poort 8, halte Bekersveld op 200 m) worden beiden 2 keer per uur bedient. De andere lokale poorten zijn niet bereikbaar met het openbaar vervoer op zaterdag of zondag. De inrichtingsprincipes voor de elf lokale poorten blijven beperkt tot het plaatsen van een infopaneel en een fietsenstalling. Enkel t.h.v. de Vuile Plas (nr. 11) – omdat dit gebied hoger is gelegen dan haar omgeving – wordt er een extra belevingswaarde toegevoegd in de vorm van (o.a.) een uitkijktoren. Deze sluit eveneens aan op de fiets- en voetgangersbrug die het stadsrandbos zal verbinden met het gebied ten oosten van de E19 (gecombineerd met ecoduct). De volgende schetsen geven een impressie hoe de brug (ecoduct met fiets- en wandelweg) en de uitkijktoren er zouden kunnen uitzien. (BRON
SCHETSEN UITKIJKTOREN:
“BEELDKWALITEITSPLAN DUMONTWIJK – DE PANNE”,
WEERGAVE FIETS- EN WANDELWEG, ECODUCT
VELUWE –
ECODUCT OVER
A50.)
FOTO’S ECODUCTEN: ECODUCT LEUDERHEIDE
(MET
GRAFISCHE
PAGINA – 94
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
6.5.1.2. Op
dit
PAGINA - 95
RECREATIEVE WEGEN moment
is
het
studiegebied
slecht
toegankelijk voor recreanten. Het verbeteren van de interne toegankelijkheid van het stadsrandbos zal dan ook één van de eerste taken zijn bij de realisatie van het stadsrandbos. De aanwezige wandel- en fietswegen zijn momenteel ofwel niet of beperkt aan elkaar gesloten ofwel niet toegankelijk. MOGELIJKHEDEN
TOT KORTERE WANDELINGEN RONDOM
HOOFDPOORTEN
De situering van bijkomende recreatieve wegen zijn volgens twee principes uitgekozen: -
Aansluitingen maken tussen de verschillende bestaande wegen.
-
Rondom de hoofdpoorten wordt de intensiteit opgedreven om vooral wandelaars toe te laten wandelingen van een beperkte afstand af te leggen.
(ORANJE =
BESTAANDE WEGEN, ROOD-GRIJZE WEGEN
=
NIEUWE WEGEN)
AANSLUITEN OP BESTAANDE RECREATIEVE FIETSROUTES ALS LINK MET DE OMGEVING In het gebied liggen twee knooppunten van het fietsknooppuntennetwerk. Wanneer er nieuwe wegen worden ingericht i.f.v. het stadsrandbos kan er overwogen worden om deze doorsteken iets te wijzigen. In de volgende schets wordt er een voorstel geformuleerd: -
Om de Pierstraat (Satenrozen) te vermijden zou de fietsknooppuntenroute evenwijdig maar meer naar het noorden toe kunnen verlopen. Het is dan wel noodzakelijk dat de buurtweg ten zuiden van de Pannenbossen toegankelijk zou worden.
-
Ter hoogte van de Kleistraat kan er eveneens een evenwijdig gedeelte verlopen doorheen het stadsrandbos.
-
Het knooppunt 16 t.h.v. sportcentrum De Ark kan vervolgens verdwijnen en een nieuw kan geplaatst worden t.h.v. de Pannenbossen.
Langsheen
de
Groeningenlei
worden
er
geen
alternatieven voorgesteld omdat het noodzakelijk blijft
om
de
weg
verkeerslichten
(nu
te
kunnen aanwezig
kruisen op
d.m.v.
kruispunt
Groeningenlei – Doornstraat). (VOLLE
BLAUWE LIJNEN
ROOD-GEARCEERD
=
=
BESTAANDE FIETSROUTES TUSSEN KNOOPPUNTEN,
VERDWIJNEN BESTAANDE ROUTE, BLAUWE STIPPELLIJN
VOORSTEL NIEUWE ROUTE)
=
PAGINA – 96
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
AANSLUITEN OP BESTAANDE FUNCTIONELE FIETSROUTES ALS LINK MET DE OMGEVING Functionele fietsroutes hebben in tegenstelling tot de recreatieve fietsroutes hoofdzakelijk een verbindingsfunctie. Voor het stadsrandbos is de verbinding met de stad Antwerpen en de verschillende woonkernen vooral van belang. Binnen deze studie wordt een beperkte wijziging voorgesteld namelijk door de alternatieve functionele fietsroute langsheen de E19 door te trekken tussen de Groeningenlei en de Pierstraat: op deze manier is het ook eenvoudiger om Satenrozen te bereiken vanuit de stad Antwerpen.
(RODE LIJNEN =
HOOFDROUTE,
ORANJE STIPPELLIJN
=
PAARSE LIJNEN =
FUNCTIONELE FIETSROUTE,
VOLLE ORANJE LIJNEN =
BESTAANDE ALTERNATIEVE FUNCTIONELE FIETSROUTE,
VOORSTEL NIEUWE ALTERNATIEVE ROUTE)
RECREATIEVE WEGEN DOORHEEN LANDBOUWGEBIEDEN De bijkomende wegen worden zowel doorheen veld- als huiskavels voorgesteld maar ze mogen geen invloed hebben op de werking van het landbouwbedrijf. Daarom worden de recreatieve wegen zoveel mogelijk langs perceelsranden gesitueerd. Het kruisen van doorgangen (van weiland tot weiland) die gesloten moeten blijven voor dieren kan bijvoorbeeld opgelost worden met behulp van hekjes (waar mensen wel kunnen passeren maar dieren niet). Dergelijke situaties moeten echter zoveel mogelijk vermeden worden. TOEGANKELIJK MAKEN VAN (BESTAANDE)
RECREATIEVE WEGEN (BUURTWEGEN)
Veel van de bestaande wegen zijn momenteel afgesloten voor publiek. Er zal met de eigenaars onderhandeld moeten worden om deze wegen toch toegankelijk te maken. Op basis van de Atlas van de Buurtwegen kan hier wel onderhandeld worden: zo zijn er enerzijds buurtwegen die nog bestaan maar niet toegankelijk zijn en anderzijds zijn er verdwenen buurtwegen die in kader van het stadsrandbos opnieuw zouden moeten gerealiseerd worden. De wet op de buurtwegen bepaalt
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
PAGINA - 97
immers dat buurtwegen die niet officieel afgeschaft zijn (en dus geschrapt zijn uit de Atlas der Buurtwegen) toegankelijk moeten zijn. De volgende wegen zijn bestaande buurtwegen en staan vermeld op de Atlas van de Buurtwegen maar zijn niet toegankelijk -
(BLAUWE GESTIPPELDE WEGEN OP DE SCHETS):
Gemeente Edegem: buurtweg nr. 19 (gedeelte dat doorheen golfterrein loopt)
-
Gemeente
Kontich:
(gedeelte
buurtwegen,
tussen
Kapittelhoeve
nr.
Groeningenlei
en
gedeelte
35 en
tussen
Groeningenlei en Baddenbroekse Hoeven) en nr.
34
(gedeelte
ten
zuiden
van
de
Pannenbossen) De volgende wegen zijn momenteel verdwenen maar
staan
Buurtwegen -
wel
nog
op
de
Atlas
van
de
(RODE WEGEN OP DE SCHETS):
Gemeente Edegem: buurtwegen nr. 22 (tussen Hazeschrans
en
Jachthoorn)
en
nr.
19
(gedeelte van de weg dat doorheen golfterrein loopt) -
Gemeente
Kontich:
buurtwegen
nr.
358
(gedeelte tussen Vuile Plas en Baddenbroekse Hoeven), nr. 34 (klein gedeelte ten zuiden van Pannenbossen) en nr. 29 (tussen Oever en grens met Aartselaar). -
Gemeente Aartselaar: buurtweg nr. 20 (tussen Kleistraat en centrum Aartselaar)
COMBINEREN VAN RECREATIETYPES OP WEGEN (FIETSEN,
WANDELEN, PAARDRIJDEN,…)
De wegen en paden zullen meerdere types van recreatie combineren. Het gaat hierbij om wandelen, fietsen en paardrijden. Er wordt binnen dit gebied niet gekozen om de verschillende types van elkaar te scheiden maar wel te combineren in één traject. De aanleiding hiervoor is de beperkte oppervlakte van het studiegebied: veel wegen geeft veel versnippering, ook ten nadele van de landbouw. Elke weg zal dus meerdere recreatietypes combineren, daarom wordt voor de nieuwe fiets-, wandel- en ruiterwegen een breedte van 5 meter voorzien. Toch is het niet noodzakelijk om de volledige breedte te verharden (of half-verhard uit te voeren), voor ruiters – en ook joggers – is het zelfs beter om onverharde wegen te voorzien. Bovendien kan er verschil gemaakt worden tussen nieuwe wegen doorheen
enerzijds
landbouwgebied
en
anderzijds
langsheen
waterlopen.
Doorheen
landbouwgebieden wordt een combinatie verhard – niet verhard voorgesteld (type I), langsheen waterlopen is de combinatie half-verhard – niet verhard (type II) meer voor de hand liggend. Dit verschil in verhardingsmateriaal zal automatisch een andere soort gebruiker aantrekken (bijvoorbeeld is het voor skeelers moeilijker om zich op half-verharde wegen voort te bewegen). Het voorgestelde recreatief netwerk (zie kaart 26) is het hoofdnetwerk, waar wandelen en fietsen op zullen worden toegestaan. Binnen de te ontwikkelen bossen kunnen bijkomende wandelpaden worden
8
Het eerste gedeelte van de weg bestaat nog, maar is afgesloten met verbodsbord (private oprit).
PAGINA – 98
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
ontwikkeld, die aansluiten op het recreatief hoofdnetwerk. De ligging van deze wandelpaden dient te worden bekeken tijdens het uitwerken van de gedetailleerde inrichtingsplannen voor de aan te leggen bossen. Type I: Combinatie verhard – niet-verhard Totaal: 5 m Verhard: 3 m Niet-verhard: 2 m
NIETVERHARD
VERHARD
2m
3m Type II: Combinatie half-verhard – niet-verhard Totaal: 5 m
OEVERZONE
Half-verhard: 3 m
HALF-VERHARD
Niet-verhard: 2 m
6.5.2. Naar
NIETVERHARD
BOSSEN, LANDBOUW EN KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN de
landschappelijke
opbouw
van
een
stadsrandbos
zijn
bossen,
bomenrijen
en
landbouwactiviteiten een belangrijk ruimtelijk gegeven. Bossen en landbouw zijn beide vragers van (grotere) oppervlakten om hun functie en (economische) waarde te kunnen uitoefenen. In de loop van het proces omtrent het stadsrandbos zijn hier dan ook de meeste aanpassingen doorgevoerd. Het is de bedoeling dat ze elkaar versterken en aanvullen. Kleine landschapselementen (bomenrijen, houtkanten,…) vormen een bindingselement tussen beide. KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN
BOS
LANDBOUW
Evenwicht tussen bos- en landbouwoppervlakte met KLE als bindingselement. 6.5.2.1.
BOSSEN EN LANDBOUW
Bij de uitwerking van het stadsrandbos worden de volgende principes uitgewerkt: -
Aaneengesloten bospercelen op basis van zo minimaal mogelijke impact op landbouw
-
Uitwerken
van
aaneengesloten
bosgebieden
landschappelijke voorwaarden -
Aansluiting met bossen buiten het studiegebied
op
basis
van
ecologische,
natuurlijke
en
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
-
Fasering in de realisering van bijkomende bebossing
-
Voldoende bijkomende bosoppervlakten
-
Bosfuncties
PAGINA - 99
AANEENGESLOTEN BOSPERCELEN OP BASIS VAN MINIMAAL MOGELIJKE IMPACT OP LANDBOUW VLM heeft op basis van de ideale visie een landbouweconomische impactanalyse uitgevoerd. Deze impactanalyse heeft geleid tot een ingrijpende bijsturing van de ideale visie tot een haalbare visie. Deze bijsturing werd volgens de volgende principes opgebouwd: -
Wel veldkavels, geen huiskavels bebossen9: de huiskavels zijn de belangrijkste gronden voor een landbouwer omdat ze rechtstreeks aansluiten bij het bedrijf. Er wordt dan ook binnen deze studie geopteerd om geen huiskavels te bebossen. M.a.w. in principe komen enkel veldkavels in aanmerking voor bebossing.
-
Kavels van uitbollende landbouwers: er werd hoofdzakelijk gezocht naar die percelen die momenteel bewerkt worden door uitbollende landbouwers. De realisatie van bebossing in een stadsrandbos is een verhaal op lange termijn maar het aanduiden van gronden die bewerkt worden door een jonge landbouwer is minder voor de hand liggend dan gronden die bewerkt worden door een landbouwer die stilaan aan zijn pensioen begint te denken.
-
Voorkeur voor gronden van niet-beroepslandbouw: gronden die nu open ruimte zijn maar niet bewerkt worden door een landbouwer in hoofd- of nevenberoep (bijvoorbeeld gronden in privébezit gebruikt voor hobby-doeleinden) komen eerder in aanmerking dan gronden in gebruik door een professionele landbouwer. In de VLM-impactanalyses komen bijna, maar niet alle percelen, weiland aan bod. De overige gronden zijn wellicht in het bezit van particulieren, eventueel wordt er (vrijetijds)landbouw op uitgevoerd. Deze gronden worden geacht ter beschikking te staan voor bebossing weliswaar afhankelijk of de eigenaar hierop wil ingaan, net zoals dit voor de landbouwgronden het geval is.
UITWERKEN
VAN
AANEENGESLOTEN
BOSGEBIEDEN
OP
BASIS
VAN
ECOLOGISCHE,
NATUURLIJKE
EN
LANDSCHAPPELIJKE VOORWAARDEN
Vanuit de voorgaande principes werden percelen geselecteerd die in aanmerking komen voor bebossing. De uiteindelijke selectie wordt aan de volgende voorwaarden gekoppeld: -
Aaneengesloten bosgebieden nastreven, al dan niet verbonden via kleine landschapselementen en via de waterlopen (valleigebieden): wat betreft de landschapsecologische en natuurlijke functie van de bossen is het noodzakelijk dat de verschillende bossen met elkaar worden verbonden. Dit kan enerzijds door aaneengesloten bospercelen maar ook via ecologische verbindingen langsheen waterlopen.
-
“Storende” elementen gebufferd door bebossing: het gebied wordt landschappelijk versterkt door de storende elementen (E19, bedrijvigheid,…) te omkaderen met bossen.
-
Vuile Plas als hét uitkijkpunt: de centrale ruimte van de hoger gelegen Vuile Plas wordt open gehouden en er wordt een uitkijktoren voorzien. De bestaande bebossing omheen de Vuile Plas wordt laag houden. Het geheel wordt verbonden met de overzijde van de E19 door een fiets- en voetgangersbrug gecombineerd met een ecoduct (zie vroeger).
-
Doorzichten bewaren d.m.v. specifieke voorschriften: voorschriften of erfdienstbaarheden opstellen dat de vrijliggende percelen in woongebied (gewestplan) wel bebouwd kunnen worden maar dat er een doorgang en/of zicht moet bewaard blijven naar het achterliggende stadsrandbos.
9
Een huiskavel is een perceel dat gebruikt wordt door de landbouwer en dat rechtstreeks aansluit bij het bedrijf. Een veldkavel wordt eveneens gebruikt door de landbouwer maar deze sluit niet rechtstreeks aan bij het bedrijf.
PAGINA – 100
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
Concreet worden er binnen het stadsrandbos twee grote bosstructuren gevormd (zie kaart 20): -
Bosstructuur 1: Langsheen de E19, inclusief de Vuile Plas, over de Mandoerse Beek naar de Pannenbossen, over de waterloop Groeningenhof – Oever, doorheen het woonlint Kleistraat naar de kern van Aartselaar toe.
-
Bosstructuur 2: Vanaf Solhof, langsheen sportcentrum De Ark richting Groeningenhof, over de Groeningenlei naar de Edegemse Beek.
Beide bosstructuren worden met elkaar verbonden langsheen de Mandoerse Beek, de Edegemse Beek en de verbinding tussen het Groeningenhof en de Pannenbossen. AANSLUITING MET BOSSEN BUITEN HET STUDIEGEBIED Het principe om een aaneengesloten bosstructuur uit te werken binnen het studiegebied gaat echter verloren wanneer deze niet worden aangesloten bij de groenstructuur op een ruimere schaal. Hiervoor worden de volgende verbindingen voorzien (zie kaart 20): -
Verbinding met de (bestaande) bossen ten oosten van de E19: Het is noodzakelijk dat er tussen de
bossen
van
het
stadsrandbos
en
de
bossen
ten
oosten
van
de
E19
(Molenbos/Zandbergen/Edegemse Bergen) een verbinding wordt aangelegd. Zoals eerder vermeld wordt er een fiets- en voetgangersverbinding gemaakt gekoppeld aan een ecoduct. -
Voorstel bijkomend bos in woonuitbreidingsgebied: bijkomend bos kan er voorzien worden in het te ontwikkelen woonuitbreidingsgebied ten zuiden van de Groeningenlei (Kontich, ten oosten van de E19). Bij de invulling ervan dient minimum 50 % groen te worden voorzien. Dit “groen” zijn niet enkel bossen maar ook andere groenvormen (heesters,…). Binnen het stadsrandbos wordt er voorgesteld om langsheen de E19 een schermbos te voorzien dat aansluit op de groenstructuur in het gebied. (op kaart schematisch weergegeven).
FASERING IN DE REALISERING VAN BIJKOMENDE BEBOSSING Door op basis van de voorgaande principes en voorwaarden de bosstructuur in te planten wordt er zowel op natuurlijk, op landschappelijk, socio-economisch én op menselijk vlak een sterk concept uitgewerkt. Echter sluiten niet alle (volgens de hierboven weergegeven principes) geselecteerde percelen op elkaar aan om optimaal aan de voorwaarden te kunnen voldoen. Om die nieuwe bosstructuur realistisch te houden wordt er voorgesteld de bebossing gefaseerd te realiseren. Door de fasering kunnen gronden bebost worden naarmate ze vrijkomen (stopzetting landbouwbedrijven door pensioen bedrijfsleiders) en kunnen de landbouwers naar de toekomst toe rekening houden met de bosuitbreiding. Het is niet wenselijk om een exacte timing op te leggen voor de bebossing, enkel het principe zou moeten gevolgd worden. Bovendien is het ecologisch gezien beter om een gevarieerdere leeftijdsstructuur te bekomen. -
Eerste fase: gronden die op vrij korte termijn vrij kunnen komen. Zij vormen een aaneengesloten structuur, weliswaar soms via een vrij beperkte corridor (bvb. smal bosperceel).
-
Tweede fase: gronden die niet op korte termijn vrij kunnen komen maar wel noodzakelijk geacht worden om de bosstructuur te versterken (bvb. landbouwperceel in gebruik door een landbouwer maar die op lange termijn – volgende generatie – ter beschikking kan komen voor bosuitbreiding).
De ruimtelijke verdeling van deze fasering wordt weergegeven in kaart 21.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
PAGINA - 101
VOLDOENDE BIJKOMENDE BOSOPPERVLAKTEN Binnen het stadsrandbos van Antwerpen wordt er nu 117,6 ha bijkomend bos voorzien (85,4 ha in eerste fase, 32,2 ha in tweede fase) en 6 ha natuurontwikkeling op de Vuile Plas. Het aantal hectares bosuitbreiding is in de loop van het proces sterk gedaald. Het wordt nu echter meer realistisch om deze bossen ook effectief te realiseren. Samen met de 84,3 ha bestaand bos (waarvan echter 22,8 ha binnen parkgebieden) geeft dit een totaal van 201,9 ha bos en 6 ha natuurontwikkeling in het studiegebied. BOSFUNCTIES Binnen de visie worden in het studiegebied de volgende types bossen onderscheiden: -
Bestaande
bossen
met
een
belangrijke
landschappelijke
en
historische
functie
–
Groeningenhof: binnen de bestaande bossen hebben de bossen rond het Groeningenhof een belangrijke landschappelijke en historische functie. Een verdere openstelling van deze bossen op de reeds toegankelijke wegen wordt voorzien, net als in de uitbreidingen rond het Groeningenhof. Er is een verbinding tussen Groeningenhof en Solhof langsheen kleine landschapselementen. -
Bestaande bossen met een belangrijke recreatieve functie met landschappelijke en ecologisch belang – Solhof: het Solhof heeft voornamelijk een recreatieve functie, naast zijn landschappelijk en ecologisch belang.
-
Bestaande bossen als ecologische rustzones – Pannenbossen: tenslotte worden er ecologische rustzones voorzien binnen de Pannenbossen. Deze bossen worden op de biologische waarderingskaart aangeduid als ecologisch zeer waardevol, omwille van het voorkomen van natte bostypes met de hiermee gepaarde gaande flora en fauna. Ook komen er in de Pannenbossen typische oudbos-planten voor. Het is dus wenselijk dit gebied slechts beperkt recreatief te laten gebruiken.
-
Bosuitbreiding: de bosuitbreiding heeft voornamelijk als doel om de bestaande bos(kernen) te versterken en tevens om de bosoppervlakte uit te breiden zodat het bos binnen het studiegebied ook structuurversterkend werkt en een grotere recreatieve rol te vervullen krijgt.
-
Bosuitbreiding met een schermfunctie (schermbossen): de schermbossen schermen het stadsrandbos visueel – en deels ook auditief – af ten opzichte van het achterliggende gebied. Het gaat hierbij om de zone langs de E19 (beide zijden, maar enkel de westkant valt binnen het studiegebied) De lijnvormige structuur van deze bosstroken heeft ook een belangrijke ecologische verbindingsfunctie. Bovendien kunnen deze schermbossen door een aangepaste inrichting luchtzuiverend werken (bvb. opvangen van fijn stof en stikstofoxiden).
-
Bosuitbreiding met een recreatieve functie (speelbossen): de speelbossen zijn eveneens bosuitbreidingen maar met een bepaalde recreatieve functie. Het verschil ligt zich hoofdzakelijk dat er binnen deze bossen van de paden mag gegaan worden. Er wordt een speelbos ter hoogte van het sportcentrum De Ark voorzien.
-
Bosuitbreiding met een specifieke functie, groen op golfterrein: het groen op het golfterrein is tevens een afzonderlijke categorie. Binnen het RUP “Golfterrein Drie Eycken” worden deze gebieden als “natuurkernzone” aangeduid. I.p.v. grootschalige bebossing in deze zones voorop te stellen, is geopteerd om een evenredige opbouw van deze natuurkernzones na te streven d.m.v. landschapsbosjes in samenhang met amfibieënpoelen, moerassen, bomenrijen en botanisch waardevolle (ruige, verwilderde) graslanden.
PAGINA – 102
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
EDEGEM KAART 20
: GEWENSTE BOSSTRUCTUUR
KoNTICH
AARTSELAAR
Legende Open r-uimbi Oandbouwgebier:d)
-
Bosstr-uct.Ju r binnen stadsrandbos
Inrichtingsplan Stadsrandbos Antwerpen
Bosver-binding via baakval\iian en kte'inelandschapsalemenbin
V
-> ~
Uitkijktcre:n vanafVuile Plas: in varlengde van fiets=· an
volitQangerswrbinding over E 19 Openbare weger:n (verhard)
Door2ic:hten beware:n dmv specifieklil
vco~c:hriftan
OpdracJdgawr-: V1aamsa Gemeenschap, Afdelirtg Bos & Gmen l.s. nl. Provincie Antwerpan, G1irnstan1an Aa~laar, Edegam en Konti::::h
KAART
20
HAALBARE VIS! E
Oktober- 2000
G. EWENSTE B
VBV/35 - 5 07.1 -
B~G/08/2005
- wvo
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
KAART 21
PAGINA - 103
: GEWENSTE BOSSTRUCTUUR MET FASERING
Legende
8066E P.l BIPHI Hl HE'T 6TU01E GEBUO
BOEiFUNCTIElEi
-
Bastaande bossan
Ui"tb l"iiidiog:s bc~~n
-
Nfiuwe bossen • fase 1
Speelboswn
D
N&uwe boss61n - fasa "2
Sc: her-mbossen
BoEisEN auneN Hn sruoieGea:uo
Groen op golt'tlirrein
Grondgebied Aar-tselaar-, Edeglim en Kcnfuh
)~l!t Opdrachft~ewr-
~.~~.~-Esearch
Vlaamse GerneQnoohap 1 Afdeling Bos &. Grolin
I.s.rn_ Provino::ili Arrtwerpen, G&rnaenf:an Aar-tselaar-, Edegem sm Konfuh
Bastaande bosSGtn Voo~"l:al bijkilmand bos bij ontwikkaling woonuitbraiding:;;gebied (min. SOifo graS~:n): SJ:her-mbos + integf'etie gr-oonelementen
Inrichtingsplan Stadsrandbos Antwerpen
ANDERE
Fiets- an wandelbr-ug in combinam met 61e;odukt en uitktikt:I:H'Ein
KAART 21 :
UitktiktDren op VuilQ PBs
GEWENSTE BOSSTRUCTUUR MET FASERING
Maart 2008
VBV/35 - 50 7!1 - B&.G/08/'2005- wvs
PAGINA – 104
6.5.2.2.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN
De basisdoelstelling van de kleine landschapselementen is enerzijds het intern verbinden van de twee bosstructuren en anderzijds het stadsrandbos verbinden met de bossen buiten het studiegebied. Bovendien hebben ze een belangrijke landschappelijke functie als enerzijds structurerend (dreefstructuur,
afbakening
van
de
weg,…)
en
anderzijds
als
buffer
t.o.v.
“storende”
landschappelijke elementen (houtkant tussen bedrijfsgebouw en open landschap,…). M.a.w. wordt er onder de noemer “kleine landschapselementen” zowel bomenrijen als struiken bedoeld. De volgende principes worden verder uitgewerkt: -
Versterken van de bestaande (historisch gegroeide) drevenstructuur
-
Versterken van de verbinding tussen de bosstructuren langsheen de belangrijkste waterlopen
-
Versterken van een aantal belangrijke assen in het landschap
-
Versterken van bestaande houtkanten
VERSTERKEN VAN BESTAANDE (HISTORISCH GEGROEIDE)
DREVENSTRUCTUUR
Binnen het studiegebied zijn er rondom het Solhof en het Groeningenhof een heel aantal rechtlijnige dreven aanwezig. Deze
blijven
behouden Concreet
én
EDEGEMSE BEEK
uiteraard onderhouden.
betekent
dit
dat
wanneer bepaalde bomen in die
dreven
verdwijnen
(ouderdom, weersomstandigheden,…) dat MANDOERSE BEEK
ze worden vervangen door een exemplaar van dezelfde soort als de rest van de dreef.
RECHTLIJNIGE DREVENSTRUCTUUR
Er worden geen bijkomende rechtlijnige
dreven
voorgesteld. (ZWARTE
LIJNEN
=
BESTAANDE
EN
TE
VERBINDING GROENINGENHOF - PANNENBOSSEN
BEHOUDEN, HISTORISCHE, GEGROEIDE DREVEN)
VERSTERKEN VAN VERBINDING BOSSTRUCTUREN LANGSHEEN DE BELANGRIJKSTE WATERLOPEN Langsheen de Mandoerse Beek, de Edegemse Beek en de verbinding tussen het Groeningenhof en de Pannenbossen worden de kleine landschapselementen versterkt door o.a. bijkomende bomenrijen. Zowel langsheen de Mandoerse als langsheen de Edegemse Beek zijn er reeds bomenrijen aanwezig, hier is het versterken en onderhouden van deze assen een belangrijk aspect. Langsheen de verbinding Groeningenhof – Pannenbossen zullen er nieuwe bomenrijen worden voorzien. Hiervoor worden inheemse boomsoorten (bvb. zomereik) gebruikt. (ZIE
SCHETS ONDER
“VERSTERKEN
VAN BESTAANDE
(HISTORISCH
GEGROEIDE) DREVENSTRUCTUUR”, GRIJZE, DIKKE LIJNEN
WATERLOPEN, DONKER GROENE BOLLETJES = BESTAANDE BOMENRIJEN, LICHTE GROENE BOLLETJES = NIEUWE BOMENRIJEN)
=
LOOP VAN BELANGRIJKSTE
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
PAGINA - 105
VERSTERKEN VAN EEN AANTAL BELANGRIJKE ASSEN IN HET LANDSCHAP Ter versterking van het landschap worden er in het centrale gedeelte Groeningenhof – Pannenbossen nog enkele bijkomende bomenrijen voorzien, namelijk t.h.v. de Groeningenlei, evenwijdig met de Mandoerse Beek, verbinding tussen Groeningenhof en Oever en langsheen de Pannenbossen. Het noordelijke gedeelte van het studiegebied (omgeving Edegemse Hoek) beschikt – door de aanwezigheid van de Vuile Plas en het voorgesteld uitkijkpunt – over voldoende bomenrijen. Plaatselijk dienen wel gaten in de bomenrijen te worden aangevuld. Het westelijk gedeelte (tussen Kleistraat en kern van Aartselaar wordt er een groot gedeelte als bosuitbreiding voorgesteld en om deze goed te doen uitkomen (open-gesloten ook t.o.v. de kern van Aartselaar) worden er hier geen bijkomende bomenrijen voorzien. VERSTERKEN VAN BESTAANDE HOUTKANTEN Naast de voorgestelde bomenrijen langsheen de beken en de verschillende (bijkomende) bossen worden er ook houtkanten gepromoot. Dit op voorwaarde dat er inheemse soorten worden gebruikt (inheemse abeel, es, zomereik, schietwilg of grauwe els). Deze kunnen als hakhout of knotbomen worden beheerd. Al deze lijnelementen vormen een versterking van het landschap.
PAGINA – 106
6.5.3.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
WATER EN NATUUR
Een goede bos- en landbouwstructuur is niet voldoende indien deze niet wordt ondersteund door een duidelijke natuur-ecologische structuur. Deze structuur wordt hoofdzakelijk uitgebouwd langsheen de belangrijkste waterlopen. Langs de beken worden geen overstromingsgebieden meer voorzien zoals oorspronkelijk in de ideale visie werd voorgesteld (overstromingsrisico werd opgelost door maatregelen stroomopwaarts) maar er wordt wel meer ruimte langsheen de beken gevrijwaard (oeverzones met een richtbreedte van 10 m langs beide zijden, ook in huiskavels). In deze zone wordt er aan natuurbeheer gedaan en is er bijkomende wateropvangcapaciteit. Een verbeterde waterkwaliteit is een noodzakelijke voorwaarde om resultaat te verkrijgen in de oeverzones (cfr. langs de Molenbeek te Vremde, Boechout). Oeverzones zijn geleidelijke of trapsgewijze overgangen tussen de beek en de omliggende gronden en dit in tegenstelling tot de meestal aanwezige steile oeverranden langs de beken in het studiegebied (zie voorbeeld in de figuur hieronder). Oeverzones zijn aangewezen langs de Mandoerse Beek, de Edegemse Beek en de verbinding Groeningenhof – Pannenbossen – Oever. Om de beken te accentueren wordt er geopperd om er bomenrijen aan te planten of te herstellen (zie ook hierboven). Er worden voorgesteld gebruik te maken van inheemse soorten zoals grauwe abeel, es, schietwilg of grauwe els, eventueel in hakhout beheer of als knotbomen.
OEVERZONE MET INTEGRATIE VAN BOMENRIJ EN BIJKOMENDE WATEROPVANGCAPACITEIT
OEVERZONE MET BIJKOMENDE WATEROPVANGCAPACITEIT
WATERLOOP
RICHTBREEDTE: 10 M
6.5.4.
VARIABEL
FIETS- EN WANDELWEG
RICHTBREEDTE: 10 M
LANDSCHAP
Het studiegebied beschikt reeds over een hoge landschappelijke kwaliteit en er wordt dan ook getracht om door de inrichting van het stadsrandbos de landschappelijke kwaliteit te behouden en te versterken: het landschap wordt versterkt door de combinatie van recreatie, bos, bomenrijen, water en landbouw. Ook de huidige oriëntatiepunten worden geïntegreerd in het toekomstige landschap van het stadsrandbos. Het betreft hier zeker de Heimolen, het Groeningenhof, de fabriekstoren, de voorgestelde uitkijktoren t.h.v. de Vuile Plas, serres,… . Ook “doorkijken” tussen de lintbebouwing van bijvoorbeeld de Kleistraat zouden moeten bewaard blijven (zie ook hierboven), zodat men van op straat nog een zicht heeft op het stadsrandbos.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
6.6.
PAGINA - 107
LANDBOUWECONOMISCHE IMPACTSTUDIE OP HAALBARE VISIE
Binnen het stadsrandbos is er ook ruimte voor landbouw. Op basis van de landbouweconomische impactanalyse is de ligging van de bosuitbreiding zodanig gekozen dat er een minimale impact is op de landbouw. Voor de realisatie van de haalbare visie dient geen enkel landbouwbedrijf te worden stopgezet. Bovendien moeten de landbouwers binnen het studiegebied mogelijkheden krijgen om een mogelijks verlies
aan
inkomsten
door
bebossing
te
compenseren
door
een
diversificatie
van
de
bedrijfsactiviteiten (bijvoorbeeld verkoop van hoeveprodukten, landschapsbeheer,…). Het mogelijk uitbouwen van een horecazaak in een bedrijfszetel moet geval per geval bekeken worden. De uitwerking is namelijk afhankelijk van allerlei factoren zoals situering in het geheel, bereikbaarheid, aanwezigheid van reeds bestaande horecazaken,… . Om de impact van de realisatie van het stadsrandbos te bepalen, werd door de Vlaamse Landmaatschappij
(VLM)
twee
landbouwimpactanalyses
uitgevoerd.
De
eerste
landbouwimpactanalyse berekende de landbouweconmische impact van de realisatie van de ideale visie
op
de
landbouw
in
het
studiegebied.
landbouwimpactanalyse werd de visie grondig
Op
basis
van
de
resultaten van deze
1e
bijgestuurd tot een haalbare visie. De VLM heeft
vervolgens een 2e landbouwimpactanalyse uitgevoerd, die de impact van de realisatie van de haalbare visie berekende. Hieronder worden de conclusies van dit onderzoek overgenomen. (Bron: VLM 2007. Stadsrandbos Antwerpen. Landbouweconomische impactanalyse)
Via de 1e impactanalyse (impactstudie op bedrijfsniveau van de realisatie van de ideale visie, nvdr) en de daaruit geformuleerde adviezen voor de ontwerpers werd in de haalbare visie de impact van het stadsrandbos op de landbouwbedrijven waar mogelijk beperkt. De impact op bedrijfsniveau werd gespreid, naargelang de mogelijkheden, zodat geen enkel bedrijf met sluiting bedreigd wordt. Uiteraard blijft er een impact op de landbouw en zullen enkele bedrijven een belangrijke impact ondervinden. Bij de opmaak van het ontwerp is er sterk op toegezien paden en bosuitbreidingsgebied af te bakenen langs perceelsgrenzen. Op deze manier wordt overbodige versnippering vermeden. Daarnaast hebben de huiskavels in het gebied een zeer grote invloed gehad op het uiteindelijke inrichtingsplan. Zij werden volledig gevrijwaard van bosuitbreiding. Het is wel mogelijk dat er een pad of bomenrij langs een huiskavel zal komen, waardoor een bedrijf oppervlakte verliest in de huiskavel. INDELING IN CATEGORIEËN VAN IMPACT Hieronder wordt de impact op bedrijfsniveau voor de verschillende bedrijven samengevat. Dit doen we aan de hand van een vijftal categorieën voor de impact. Ter vergelijking wordt ook de impact van de eerste versie van het inrichtingsplan meegegeven. Bij die eerste versie werd echter helemaal geen rekening gehouden met de aanwezige landbouw. Men ging uit van een ideaal plan vanuit het standpunt recreatie, natuur en bos, waardoor de impact veel groter was. De 5 categorieën kunnen als volgt beschreven worden: -
Geen impact: Er is geen schaduw op de percelen die door het bedrijf gebruikt worden, geen oppervlakteverlies en dus geen inkomensverlies. Beperkte impact: Er is een klein oppervlakteverlies in verhouding met het volledige bedrijfsareaal en/of er is extra beschaduwde oppervlakte, waardoor er een relatief klein inkomensverlies is. De bedrijfsvoering komt niet in gevaar.
PAGINA – 108
-
-
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
Matige impact: Er is een klein tot matig oppervlakteverlies met een redelijk inkomensverlies als gevolg. Het beïnvloedt de bedrijfsvoering, maar het bedrijf kan verder blijven bestaan. Belangrijke impact: Er is een matig tot groot oppervlakteverlies en het inkomensverlies dat ermee gepaard gaat is groot. Het bedrijf wordt sterk verzwakt. De bedrijfsvoering moet aangepast worden. Vanaf een oppervlakteverlies van 10 % van het areaal kan een bedrijf een belangrijke impact ondervinden, afhankelijk van het bedrijfstype, de bedrijfsvoering, toekomstperspectieven, andere verliezen, enz. Met sluiting bedreigd: Er is een groot tot zeer groot oppervlakteverlies en een groot inkomensverlies. De bedrijfsvoering zoals ze nu is, wordt onmogelijk. In het ergste geval moet het bedrijf stopgezet worden. Minstens een omvorming van het bedrijf is nodig.
Deze beschrijving geldt als leidraad. De uiteindelijke toewijzing kan licht afwijken afhankelijk van de specifieke situatie, bijvoorbeeld: -
-
Een gepensioneerde, sterk uitbollende boer met mogelijk 75 % areaalverlies ondervindt een beperkte impact van het inrichtingsplan. Volgens bovenstaande beschrijving zou dit bedrijf vallen onder de categorie ‘belangrijke impact’ of zelfs ‘met sluiting bedreigd’; Een bedrijf, in hoofdberoep uitgeoefend, dat net 8 ha verloren heeft en door het inrichtingsplan nog eens 4 % van het areaal verliest, ondervindt een matige impact in plaats van een beperkte impact.
Het is dus niet mogelijk om enkel op basis van enkele cijfers te bepalen tot welke categorie een bedrijf behoort. De indeling zoals hier voorgesteld, gebeurt op basis van expertise, de berekende impactcijfers en de specifieke bedrijfssituatie en kwetsbaarheid die bij de enquêtering duidelijk werden. In onderstaande tabellen wordt de impact weergegeven voor het eerste ‘ideale’ scenario en het tweede meer haalbare scenario. IMPACT VAN DE ‘IDEALE’ VISIE
AANTAL BEDRIJVEN
GEZAMENLIJK OPPERVLAKTE-
GEMIDDELD
OPPERVLAKTE-
VERLIES (HA)
VERLIES PER BEDRIJF (HA)
GEEN IMPACT
9
0,20
0,02
BEPERKTE IMPACT
12
8,90
0,74
MATIGE IMPACT
8
19,55
2,44
BELANGRIJKE IMPACT
6
49,90
8,32
MET SLUITING BEDREIGD
7
95,90
13,70
TOTAAL
42
173,85
4,14
TABEL 4
: IMPACT IDEALE VISIE OP DE LANDBOUWBEDRIJVEN
IMPACT VAN DE ‘IDEALE’ VISIE
AANTAL BEDRIJVEN
GEZAMENLIJK OPPERVLAKTE-
GEMIDDELD
OPPERVLAKTE-
VERLIES (HA)
VERLIES PER BEDRIJF (HA)
GEEN IMPACT
4
0,05
0,01
BEPERKTE IMPACT
23
24,83
1,08
MATIGE IMPACT
5
12,00
2,40
BELANGRIJKE IMPACT
8
55,98
7,00
MET SLUITING BEDREIGD
0
-
-
TOTAAL
40
92,86
2,32
TABEL 5
: IMPACT HAALBARE VISIE OP DE LANDBOUWBEDRIJVEN
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
PAGINA - 109
BESCHRIJVING VAN DE IMPACT Bij de ideale visie ondervindt de helft van de bedrijven geen of een beperkte (negatieve) impact van het inrichtingsplan. De andere helft ondervindt wel een significante impact. Hiervan worden er 7 bedreigd met sluiting. Het zijn de grote bedrijven, met meer oppervlakte in het gebied, die het meest bedreigd worden door dit inrichtingsplan. Bij de haalbare visie wordt geen enkel bedrijf met sluiting bedreigd. Er zijn wel nog 7 grote rundveebedrijven en 1 tuinbouwbedrijf met een belangrijke impact. Zij zullen hun bedrijf niet moeten stopzetten, maar zullen hun bedrijfsvoering wel sterk moeten aanpassen. De 7 rundveebedrijven zijn grote dynamische bedrijven in hoofdberoep, die veel grond in het gebied bewerken (gemiddeld 35 ha in het gebied). Vier daarvan verliezen elk 4 à 6 ha. De andere drie verliezen mogelijk elk ongeveer 12 ha. Het gaat om 10 tot 30 % van hun bedrijfsoppervlakte. De laatste drie zijn speciale gevallen omdat zij het voorbije jaar, na de enquêtes, hun bedrijfsoppervlakte nog hebben vergroot en dit grotendeels aansluitend op de huiskavel (zie verder ‘Recente overnames van percelen’). Het tuinbouwbedrijf, ook uitgebaat in hoofdberoep, wordt bedreigd door een nieuwe weg die langs de percelen loopt. Het moet mogelijk zijn de visieschets hier te herzien en deze weg te verleggen of gewoonweg niet in te plannen. Bij de eerste versie van het inrichtingsplan (ideale visie) was de impact bij de bedrijven in de categorie ‘belangrijke impact’ vaak hoger dan bij de tweede versie. Toen was er sprake van oppervlakteverliezen van 10 tot 50 % van de bedrijfsoppervlakte in deze groep! Binnen de haalbare visie zijn er ook 5 bedrijven met een matige impact. Deze bedrijven zullen eveneens hun bedrijfsvoering moeten aanpassen, maar in mindere mate. Tenslotte zijn er 23 bedrijven met een beperkte impact. De impact kan gaan van een beetje schaduw op de percelen door bomenrijen tot 1 à 2 ha oppervlakteverlies door wegen, oeverzones of bosuitbreidingszones. Onder deze categorie zitten ook enkele uitbollende bedrijven zonder opvolger die een grotere oppervlakte verliezen. Er wordt echter vanuit gegaan dat bij de uitvoering van het inrichtingsplan met hen rekening gehouden wordt, zodat ze nog een aantal jaar verder kunnen boeren. Er zijn slechts 4 bedrijven die helemaal geen rechtstreekse impact ondervinden van het haalbare inrichtingsplan. Het is wel mogelijk dat zij in de toekomst problemen kunnen ondervinden bij het uitbreiden van hun bedrijf wegens grondschaarste en hoge grondprijzen. Dit geldt uiteraard voor alle bedrijven in het gebied en in de nabije omgeving. RECENTE OVERNAMES VAN PERCELEN Begin 2006 werden 42 bedrijven geënquêteerd. Daarvan zijn in de loop van 2006 twee bedrijven stopgezet. De percelen van deze twee uitbollende bedrijven werden bij de opmaak van het inrichtingsplan als bosuitbreidingsgebied aangeduid. Ondertussen werden deze percelen (8,5 ha) echter opnieuw in gebruik genomen door twee andere jonge bedrijven. Begin 2006 was er ook een bedrijf, waarvan de bedrijfsleider recent overleden was. Hier werd geen enquête afgenomen, maar de percelen werden kort daarna wel in gebruik genomen door een ander bedrijf. Ook deze percelen (8,7 ha) werden in bosuitbreidingsgebied opgenomen. Tenslotte werden ook een groot perceel (3,4 ha), waarvan het gebruik voordien niet bekend was, in gebruik genomen door de landbouwers in het studiegebied.
PAGINA – 110
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
Telkens gaat het om percelen die om logische redenen aangeduid werden voor bosuitbreiding (uitbollend bedrijf of niet in landbouwgebruik). Door de dynamiek in het gebied behoren zij ondertussen echter tot de bedrijfsoppervlakte van 3 grote bedrijven. Dit zijn uiteindelijk de drie bedrijven met de grootste impact in de categorie ‘bedrijven met belangrijke impact’. Met deze recente overnames werd nog geen rekening gehouden in het inrichtingsplan. Ze zijn pas aan het licht gekomen bij de zitdagen begin maart 2007. OPPERVLAKTE BIJKOMEND BOS Deze studie en ook de oppervlaktes in tabellen 4 en 5 geven enkel de impact op het landbouwgebruik in het gebied. Er wordt ook op andere gronden (niet-landbouwpercelen) bosuitbreiding en paden voorzien in het plan. Zij worden hier niet besproken. Het is ook niet zo dat enkel landbouwgronden aangesproken zullen worden. Naast de oppervlakte bijkomend bos in landbouwgebruik van 93 ha is 33 ha bijkomend bos aangeduid op gronden die niet in landbouwgebruik zijn. Hobbyisten die geen mestbankaangifte doen en ook niet aan de enquêtering hebben deelgenomen horen dus bij deze 33 ha. FLANKEREND BELEID Wanneer het inrichtingsplan uitgevoerd wordt, zullen geen bedrijven met sluiting bedreigd worden. Een flankerend beleid zal echter wel nodig zijn. Als algemene maatregel wordt onder andere gewezen op het belang van een snelle en duidelijke communicatie naar de betrokken landbouwers. Ook een gelijktijdige afbakening van de agrarische en natuurlijke structuur in en in de omgeving van het stadsrandbos is wenselijk. Bij de uitvoering van het inrichtingsplan kan men ook lokale knelpunten vanuit de landbouwsector meenemen, zoals wateroverlast en ontsluiting van percelen. Naast deze algemene maatregelen zijn ook maatregelen op bedrijfsniveau belangrijk. Er moet immers telkens een oplossing op maat gevonden worden per bedrijf. Het is een goede zaak dat de aankopen gebeuren in der minne, maar de mening van de pachter wordt hierbij in principe niet gevraagd. Voor de pachter gelden minimaal de bepalingen opgenomen in de pachtwet. Daarenboven kan een gebruiksovereenkomst gesloten worden tussen de overheid en de pachter voor een bepaalde periode, waardoor de pachter de gronden nog een tijdje kan bewerken. Een lokale grondenbank, een grondenbank op lange afstand of een bedrijfsverplaatsing kan voor veel landbouwer-eigenaars een oplossing zijn. Op deze manier kan de realisatie van het stadsrandbos ook sneller verlopen. Tenslotte kunnen de landbouwers ook meer betrokken worden bij het stadsrandbos via communicatie omtrent het bosbeheer, maar ook door hen in te schakelen in het beheer van het gebied. Op deze manier kan het draagvlak voor het stadsrandbos vergroot worden bij de landbouwsector. Op de volgende kaart 22 wordt de ligging van de te bebossen percelen weergegeven waarvoor er in de landbouweconomische impactanalyse nog een knelpunt wordt gesignaleerd.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
KAART 22
PAGINA - 111
: KNELPUNTEN LANDBOUW NA TWEEDE LANDBOUWECONOMISCHE IMPACTSTUDIE
. .
· : ••
'•-
·. \~i-
:~
J
..
'~"
..
·.:· :~
.. '
'~::~_.:.>?. ' - \ , .,.
'
t
~ ·>... \ ~)
\. i I,: ~~;l'rq/1..~. ~1;: ., . -.r ,
I
:.
•
·.. .
'··
.;.
".-:." ·..,
•
··,
-i __._ , .._.:
(
.. ·
.' -:-·:_
.........., ... ~ ' -
.
...":\._ t ... .:~
"' /
'
,' '
·~-:Ct•,:\~1"'9~~· i
Legende
NRuwe huisd-av&l
Nbuw• ""ldlr.-v.l
-
D
Rr.&d~ vrc&gmr vatlkawl
Inrichtingspl an Stadsrand bos Antwerpen
3
j~t_~•l>or,El:lagomonKontbn~.':',~..t':.~Se rch
Ewotu&&l aan bi pass&n
{!)
Hmfdpaart
0
l.J:l~& poort
Opd~chiQ &Wf' :
Agantzcha p veer Natuur e:n SOli: (ANB)
I.m.rn , Prcv1nai• A nt.w•rp•n , G•munlan A• rt:Ml••r, Ed•gam •n Kcntio:h
KAART 22 :
KNELPtt~JHN L~NOBOttW
Ri:brYar121lC8
VBV/35 - 5 07.9 - Bê...G/08/2005 - ww
PAGINA – 112
6.7.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
STRUCTUURVISIE OP MESOSCHAAL
Wanneer al de voorgaande beschreven elementen worden gebundeld kan de volgende kaart 23 “Structuurvisie stadsrandbos Antwerpen” worden opgesteld.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
PAGINA - 113
EDEGEM KAART 23
: STRUCTUURVISIE STADSRANDBOS ANTWERPEN
KONTICH
AARTSELAAR
Legende ~
Open rui mta (landbouwgebied)
86tbouwing (won&n + t.linen)
Bli'drijva nb:i!r rein sm
~11
~
- >
Kas1aeldorneinen
Fîeh:- en wandelbr-ug in ccmbinat& met ae:cwarbinding
Haimolen
I
fnr9n (fabr&kstiJ~n)
Uitkijktx:H'en op Vuile Plas
Inrichtingsplan Stadsrand bos Antwerpen
)~Is&
Openbare wegan (wrhart:l)
Bar, 8J&g&m . , Kooljoh
~.l:',~,j_e:;; ea ~ ~h
Bomenrij61n
Golfterr-ain Uniwrsltair Zie~nhuis Antwarp8n (UZ) Bes
Spcrb:::en trum De Ark+ geplande uitil Nilding
Al'k:ite:nsta.ande woningen
---jo-Q
:......\
Toag.anka:l~~ Afge~lol:l3n
futs- en wandelwagen (p'L3atsalijk verklie:r) fiats- an wandelwagen
I
Opdrac:h1gever: V1aarnsa GemeQnschap, Afdeling Bos &. Gmen
I.s.m . Prcvinda Antwar-pen, Gemaenta:n Aartselaar, Edegem en IU:Inti:::h
Bijkilmand bes
KAART 23 Invunen woonuitbl'eidingsgebir:id STRUCTUURVISIE STADSRAN 0 BOSANTWERPEN
Ss: rre: rna:t k'Hi nha nde:Bfu natie:
0
LDkah poorten
MeiZOOS
V8V)3S - S 07.9 - Sê..G/08/'20[)5 - ww
PAGINA – 114
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MESOSCHAAL
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MICROSCHAAL
7.
GEWENSTE STRUCTUUR OP MICROSCHAAL
Binnen de gewenste structuur op microschaal worden de hiervoor voorgestelde elementen gezamenlijk voorgesteld en uitgewerkt op perceelsniveau. Hiervoor
wordt
het
studiegebied
opgesplitst
in
3
deelgebieden: Deelgebied 1 - Edegemse Hoek – Vuile Plas Deelgebied 2 - Sportcentrum De Ark – Groeningenhof – Pannenbossen Deelgebied 3 - Solhof – Heimolen – N171
PAGINA - 115
PAGINA – 116
7.1.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MICROSCHAAL
DEELGEBIED 1: EDEGEMSE HOEK – VUILE PLAS
Dit hoofdstuk bevat de volgende elementen omtrent deelgebied 1: -
Bestaande structuur
-
Gewenste inrichtingsprincipes
7.1.1.
BESTAANDE STRUCTUUR
Deelgebied 1 bevat het gebied ten noorden van de Groeningenlei. De structuur wordt via het onderstaande perspectief duidelijk gemaakt. De volgende doorslaggevende structurerende elementen werden waargenomen: -
Kunstmatige ophoging Vuile Plas
-
Golfterrein “Drie Eycken”
-
Edegemse Beek
-
Bestaand horecabedrijf “De Jachthoorn”
De volgende belangrijkste structurerende knelpunten werden waargenomen: -
Geen verbinding met de oostelijke zijde van E19 (bestaande bossen).
-
Beperkte toegankelijkheid (amper één verbinding, niet/moeilijk toegankelijke wegen t.h.v. Vuile Plas).
-
Ontoegankelijk golfterrein.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MICROSCHAAL
7.1.2.
PAGINA - 117
GEWENSTE INRICHTINGSPRINCIPES
Het betreft de volgende inrichtingsprincipes, weergegeven op onderstaande schets: 1 - Uitwerken van hoofd- en lokale poorten: -
Hoofdpoort “Golf Drie Eycken”
-
Hoofdpoort “Jachthoorn”
-
Lokale poort 2 (Kontichsestwg.)
-
Lokale poort 1 (Dijkstraat – Edegemse Beek)
-
Lokale poort 11 (Vuile Plas)
2 - Bijkomende recreatieve wegen: -
Recreatieve weg type I tussen Drie Eikenstraat en Geitenpad (UZA)
-
Recreatieve weg type I tussen Vuile Plas en Groeningenlei (herstel buurtweg nr. 35)
-
Recreatieve weg type I langs- en doorheen golfterrein (o.a. herstel buurtwegen nr. 19, 22)
-
Recreatieve weg type I tussen golfterrein en Edegemse Beek
-
Recreatieve weg type I tussen Jachthoorn en Edegemse Beek
-
Recreatieve weg type I tussen Edegemse Beek en Kontichsesteenweg
-
Recreatieve weg type II langsheen Edegemse Beek
3 - Bijkomende bossen, zowel in 1ste als 2de fase: -
Fase 1 – schermbos E19
-
Fase 1 – bijkomend groen binnen golfterrein
-
Fase 1 – bijkomend bos tussen Edegemse Beek, Groeningenlei en Doornstraat
-
Fase 2 – bijkomend bos tussen Edegemse Beek en bestaand bosje
4 - Bijkomende kleine landschapselementen -
Bomenrij langsheen Edegemse Beek tussen Doornstraat en Kleine Doornstraat
-
Bomenrij tussen E19 en parallel fietspad
5 - Ontwikkeling van oeverzones -
Langsheen Edegemse Beek
6 - Open houden zichten vanaf weg naar achterliggend landschap: aangepaste bouwvoorwaarden. -
Langsheen Groeningenlei
POTENTIËLE HOOFDPOORT KATTENBROEK
PAGINA – 118
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MICROSCHAAL
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP; MICROSCHAAL .......: ....
·.
;
PAGINA - 119
.":--r~
I \ ,.;
I I.
'
t :
' ;.d
..'
..
..."._ ' .:-e+ +. (.
·'
'•
.1-
I
-
, -I
,.l
\
\
~t
/
·i§]··-
..,
' ··l,,
+
. ,, •. .,
~
..···il /, .
~ .':~
~.
'. .. •
H
I
··---~
·.. , ... I
l -- - -t :
\
! ~
I
,I
.. \
,,.
\
PAGINA – 120
7.2.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MICROSCHAAL
DEELGEBIED 2: SPORTCENTRUM DE ARK – GROENINGENHOF – PANNENBOSSEN
Dit hoofdstuk bevat de volgende elementen omtrent deelgebied 2: -
Bestaande structuur
-
Gewenste inrichtingsprincipes
7.2.1.
BESTAANDE STRUCTUUR
Deelgebied 2 bevat het gebied tussen de Groeningenlei, Satenrozen en de Kleistraat. De structuur wordt via het onderstaande perspectief duidelijk gemaakt. De volgende doorslaggevende structurerende elementen werden waargenomen: -
Grootste oppervlakte bestaand bos: Pannenbossen.
-
Kasteeldomein met kasteel en een aantal woningen: Groeningenhof.
-
Rondom Groeningenhof een aantal structurerende dreven.
-
Sterk landschappelijk geheel tussen Groeningenhof en Pannenbossen (ankerplaats).
-
Belangrijke waterlopen: Mandoerse Beek en verbinding Edegemse Beek – Oever.
-
Sportcentrum “De Ark”.
-
Serres, hoofdzakelijk naar Satenrozen toe.
-
Kapittelhoeve (gedeeltelijk afgebrand, beschermd monument).
De volgende belangrijkste structurerende knelpunten werden waargenomen: -
Geen verbinding met de oostelijke zijde van E19 (bestaande bossen).
-
Beperkte toegankelijkheid: doodlopend of niet toegankelijk (privé).
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MICROSCHAAL
7.2.2.
PAGINA - 121
GEWENSTE INRICHTINGSPRINCIPES
Het betreft de volgende inrichtingsprincipes, weergegeven op onderstaande schets: 1 - Uitwerken van hoofd- en lokale poorten: Hoofdpoort “Sportcentrum De Ark”
-
Lokale poort 9 (Pannenbossen)
-
Hoofdpoort “Kapittelhoeve”
-
Lokale poort 10 (Pierstraat)
-
Hoofdpoort “Satenrozen”
-
2 - Bijkomende recreatieve wegen: -
Type I ts. De Ark en Kontichsestwg.
-
Heropenen buurtweg 34 of dreef ten zuiden ervan (type I)
-
Type I langsheen Groeningenlei en E19
-
Type I Mandoerse Beek en Pannenbossen
-
Type I Kapittelhoeve en Mandoerse Beek
-
Type II langsheen Mandoerse Beek
-
Type I ts. Pannebossen en Pierstraat
-
Type II beek tussen Groeningenhof en Oever
-
Type I beek (tussen Groeningenhof en Pannebossen) – Kleistraat
3 - Bijkomende bossen, zowel in 1ste als 2de fase: -
Fase 1, 2 – schermbos E19
-
Fase 1, 2 – Kleistraat en Pannenbossen
-
Fase 2 – Mandoerse Beek – Pannenbos
-
Fase 1 – speelbos t.h.v. Sportcentrum
-
Fase 1 – aansluitend Pannenbossen
-
Fase 1, 2 – Kleistraat en Groeningenhof
-
Fase 1 – Pannenbossen en Pierstraat
-
Fase 2 – Kleistraat en Pannenbossen
4 - Bijkomende kleine landschapselementen -
Bomenrij Groeningenlei (hof en E19)
-
Bomenrij langsheen weg t.h.v. Pannenbos.
-
Bomenrij Groeningenhof en Pannenbos
-
Bomenrij beek ts. Groeningenhof en Oever
-
Bomenrij tussen E19 en parallel fietspad
-
5 - Ontwikkeling van oeverzones -
Langsheen Mandoerse Beek
-
Langsheen beek ts. Groeningenhof en Oever
6 - Open houden zichten vanaf weg naar achterliggend landschap: aangepaste bouwvoorwaarden. -
Langsheen Kontichsestwg. – Groeningenlei
-
Langsheen Kleistraat
PAGINA – 122
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MICROSCHAAL
·.
,.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MICROSCHAAL .: t
PAGINA - 123
.~
''\
'\. l
i
I
/
~~ •••02 '1-f'
\
I
/ I 1... ............
•
. ".
.---L+ oo
/\
\
0"0-. .. I
I ~
/
' ·.
0/ /
\
0
'
0
l
't;
0
,'
'
'
\
.,
oo•
(/\:.
!' ~ 00\\... \0'
\( h
,J
0' -j
\
{ 10;
(
•
0
i"'.:. 7.3.
DEELGEBIED 3: SOLHOF – HEIMOLEN – N171
Dit hoofdstuk bevat de volgende elementen omtrent deelgebied 3: -
Bestaande structuur
-
Gewenste inrichtingsprincipes
"
,.
..-........·. ......
••'"•
..
.•
...
0:
..
,•'
PAGINA – 124
7.3.1.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MICROSCHAAL
BESTAANDE STRUCTUUR
Deelgebied 3 bevat het gebied tussen het centrum van Aartselaar en de Kleistraat met aansluitend het gebied tussen Oever en de N171. De structuur wordt via het onderstaande perspectief duidelijk gemaakt. De volgende doorslaggevende structurerende elementen werden waargenomen: -
Open landschap met weinig kleine landschapselementen.
-
Grenzend aan de kern van Aartselaar
-
Meerdere doodlopende straten vanuit Aartselaar naar het stadsrandbos
-
Kasteeldomein Solhof
-
Rondom Solhof een aantal structurerende dreven.
-
Aanwezigheid van molen (Heimolen)
De volgende belangrijkste structurerende knelpunten werden waargenomen: -
Woningen langsheen Oever vormen een barrière tussen noordelijk en zuidelijk deel.
-
Beperkte toegankelijkheid: verdwenen (voet)wegen of doodlopend.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MICROSCHAAL
7.3.2.
GEWENSTE STRUCTUUR –
PAGINA - 125
ACTIES
Het betreft de volgende inrichtingsprincipes, weergegeven op onderstaande schets: 1 - Uitwerken van hoofd- en lokale poorten: -
Hoofdpoort “Hof Te Briez”
-
Lokale poort 6 (F. Timmermanslaan)
-
Lokale poort 3 (Solhof)
-
Lokale poort 7 (Heimolen)
-
Lokale poort 4 (L. Renslaan)
-
Lokale poort 8 (Bonte Koe)
-
Lokale poort 5 (A. Sanderslei)
2 - Bijkomende recreatieve wegen: -
Recreatieve weg type I (noord-zuid) tussen Kleistraat en centrum Aartselaar (lokale poort nr. 4)
-
Recreatieve weg type I tussen Kleistraat en centrum Aartselaar (lokale poort nr. 4, herstel buurtweg nr. 20)
-
Recreatieve weg type I tussen Kleistraat en centrum Aartselaar (lokale poort nr. 6)
-
Recreatieve weg type I tussen verbinding Kleistraat / Aartselaar en Hof Te Briez
-
Recreatieve weg type I tussen verbinding Kleistraat / Aartselaar en Heimolen
-
Recreatieve weg type II tussen Oever en Reetsesteenweg (herstel buurtwegen nr. 28, 29)
3 - Bijkomende bossen, zowel in 1ste als 2de fase: -
Fase 1 – bijkomend bos t.h.v. Solhof
-
Fase 1, 2 – bijkomend bos tussen centrum Aartselaar en Kleistraat
4 - Bijkomende kleine landschapselementen -
Bomenrij langsheen beek tussen Oever en Reetsesteenweg
-
Bomenrij langs nieuwe recreatieve weg tussen Oever en Reetsesteenweg
5 - Ontwikkeling van oeverzones -
Langsheen Oever en Reetsesteenweg
6 - Open houden zichten vanaf weg naar achterliggend landschap: aangepaste bouwvoorwaarden. -
Langsheen Kleistraat, Oever, Reetsesteenweg
PAGINA – 126
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MICROSCHAAL
....
".,.
-I
I.
I
I
STADSRANDBOS ANTWERPEN - GEWENSTE STRUCTUUR OP MICROSCHAAL
PAGINA - 127
'
.--
.
~
...
J .., ....... '\
/
,_ 'I
-·· ..
.·
I
I
' ~- .
Î
I
~
PAGINA – 128
8.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - OPERATIONEEL INRICHTINGSPLAN – ACTIEPLAN
OPERATIONEEL INRICHTINGSPLAN –
ACTIEPLAN
In dit hoofdstuk worden de nodige acties om de voorgestelde visie te realiseren in een actieplan gegoten. Om de gewenste eindtoestand te bereiken moeten er een aantal acties worden ondernomen. Deze acties worden onderverdeeld in algemene acties en acties omtrent de inrichtingsvoorstellen: -
Algemene acties: deze omvatten de beheerselementen voor, tijdens en na de realisatie van het stadsrandbos
Antwerpen
(bestemmingswijzigingen,
verwerving,
beheer,
communicatie,
betrekken van privé-grondeigenaars, opstarten van een beheersstructuur). -
Inrichtingsvoorstellen: deze omvatten de taakverdeling van de concrete inrichting met daarbij de mogelijke partners (inrichting, ontsluiting, timing en priorisering)
8.1.
ACTIEPLAN
Deze inrichtingsstudie beschrijft de gewenste te realiseren eindtoestand van het stadsbos. Om deze gewenste eindtoestand te bereiken, moeten een aantal acties worden ondernomen. In het bijgevoegde actieplan (bijlage) worden deze acties per deelgebied besproken. Daarnaast zijn er ook een aantal algemene acties, die voor het hele gebied gelden. Deze worden op het einde van het actieplan besproken. Iedere actie is een uitwerking van een bepaald visie-element. Deze visieelementen worden opgegeven, waaronder de opbouwende acties beschreven worden, om dit visieelement te realiseren. De acties worden onderverdeeld in de volgende actietypes: -
Acties in verband met verwerving (VW): timing en taakverdeling van verwerving, overzicht mogelijke partners voor verwerving
-
Acties in verband met inrichting (IR): timing en taakverdeling van inrichting, overzicht mogelijke partners voor inrichting
-
Acties in verband met beheer (BH): timing en taakverdeling van opstellen beheerplan, taakverdeling voor beheer en bewaking, overzicht mogelijke partners voor beheer
-
Acties in verband met ontsluiting en toegankelijkheid (OT): timing en taakverdeling voor inrichten en voorzien van ontsluitings- en interne circulatiemogelijkheden, timing en aakverdeling voor opstellen van een toegankelijkheidsreglement
Algemene acties: -
Acties in verband met het opzetten van een beheerstructuur die de realisatie en het beheer van het stadsrandbos zal coördineren
-
Acties in verband met communicatie (CO): timing en taakverdeling voor het opmaken en van een communicatieplan, uitwerken huisstijl, ...
-
Acties i.v.m. de opmaak van een gezamenlijk uitgebreid beheerplan voor de bossen en parken binnen het stadsrandbos: timing, partners, …
-
Algemene acties i.v.m. recreatief netwerk en recreatieve infrastructuur (uitwerken huisstijl poorten, realisatie, overleg met De Lijn over Groene Haltes, beheer, ...)
De acties worden weergegeven in een tabel (zie bijlage). De acties worden gegroepeerd per visieelement, waartoe de actie behoort. Voor iedere actie worden de volgende punten beschreven: -
10
Nummer10 van de actie
het nummer is opgebouwd als volgt (bvb. actie 1a1): verwijzing naar deelgebied (1.1.1); verwijzing naar het visieelement waarvan de actie een uitwerking is (1.1.1); volgnummer van de actie (1.1. 1)
STADSRANDBOS ANTWERPEN - OPERATIONEEL INRICHTINGSPLAN – ACTIEPLAN
PAGINA - 129
-
Nadere omschrijving van de actie
-
Type actie
-
Prioriteit van de actie (0: geen actie te ondernemen, passief te bewaken; 1: prioritair; 2: minder prioritair; 3: laagste prioriteit of slechts nadat voorwaarden vervult zijn)
-
Timing van de actie, planningshorizon tussen 2009 en 2030
-
Uitvoerder(s) van de actie en mogelijke partners
-
Kadasternummers van de betrokken percelen
8.2.
TOELICHTING
Het actieplan geeft aan wie welke acties zal ondernemen om het stadsrandbos te realiseren. In dit hoofdstuk worden er vanuit de inrichtingsstudie bijkomende informatie / suggesties gegeven i.v.m. het opstellen van het RUP “Stadsrandbos Antwerpen” en de cijfermatige benadering (oppervlakten) van het geheel (herbestemmingen en verwervingen).
8.2.1.
RUP “STADSRANDBOS ANTWERPEN”
De realisatie van het stadsrandbos Antwerpen is van bovenlokaal belang. Dit betekent dat de noodzakelijke
herbestemmingen
door
het
Vlaams
Gewest
via
een
Gewestelijk
Ruimtelijk
Uitvoeringsplan (Gewestelijk RUP) moeten worden uitgevoerd. Ofwel gebeuren de herbestemmingen via een aparte RUP-procedure, ofwel worden ze als een deelplan mee opgenomen in het RUP voor de afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen, dat momenteel in opmaak is. Dit laatste geniet de voorkeur omdat dit RUP volop in opmaak is. De grens van het inrichtingsplan stadsrandbos Antwerpen loopt niet gelijk met het voorstel van RUP “Stadsrandbos Antwerpen”. Het zuidelijke gedeelte (alles ten zuiden van de straat Oever) wordt niet in het RUP opgenomen daar in het eindvoorstel van inrichtingsplan hier geen bebossingen worden voorgesteld, enkel het behoud en versterken van kleine landschapselementen en enkele voetgangersen fietsdoorsteken. Dit zijn elementen waarvoor geen wijzigingen van gewestplanbestemming (agrarisch gebied) noodzakelijk zijn. Vanuit de inrichtingsstudie wordt er – op basis van de voorgestelde visie – een zonering voorgesteld. In eerste instantie wordt voorgesteld om een volledige overdruk te leggen over het gebied als “stadsrandbos”. Dit stadsrandbos is een multifunctioneel gebied met een overwegend openruimtekarakter. Het gebied is uitermate geschikt om te functioneren als een zachte recreatieve pool binnen een afwisseling van bossen en open kamers. De landschappelijke kwaliteit van het gebied wordt versterkt. Bovendien wordt de leefbaarheid van de landbouwactiviteiten gegarandeerd. Een groot deel van het stadsrandbos wordt in de landschapsatlas aangeduid als ankerplaats (domeinen Groeningenhof & Solhof met omgeving). Conform het landschapszorgdecreet kan een ankerplaats juridisch vastgelegd worden als een erfgoedlandschap. Belangrijke elementen van dit erfgoedlandschap zijn de aanwezige dreven, die samen met de kasteelparken als beeldbepalende dragers fungeren en in overdruk worden aangeduid. De administratie verantwoordelijk voor onroerend erfgoed dient hiervoor de eerste stap te zetten, nl. de decretale erkenning als ankerplaats binnen de contouren van het landschapszorgdecreet. De eerste stap werd echter nog niet gezet en gezien het procesverloop van het gewestelijk RUP voor de afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen kan de ankerplaats binnen de opmaak van het RUP niet meer opgenomen worden.
PAGINA – 130 8.2.1.1.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - OPERATIONEEL INRICHTINGSPLAN – ACTIEPLAN
RELATIE MET BESTAANDE PLANNEN
Binnen de lijn die de overdruk “stadsrandbos” aangeeft, worden alle gewestplanbestemmingen overschreven, behoudens de goedgekeurde Provinciale RUP’s “Restoorn” en “Golfterrein Drie Eycken”. Het BPA Hazeschrans wordt gedeeltelijk overschreven. Het RUP “uitbreiding sportcentrum Aartselaar” wordt eveneens overschreven (maar kan mogelijk ook worden behouden, het is immers niet contradictorisch met de inrichtingsstudie). 8.2.1.2.
ZONEVREEMDE WONINGEN EN BEDRIJVEN
Een aanzienlijk deel van de woningen binnen het stadsrandbos zijn niet gelegen binnen woonzones en zijn bijgevolg zonevreemd. Eveneens zijn er een beperkt aantal bedrijven aanwezig die zonevreemd zijn. De ontwikkelingsperspectieven voor deze woningen en bedrijven worden gebaseerd op de visie die
de
drie
betrokken
gemeenten
in
hun
gemeentelijk
ruimtelijk
structuurplan
hebben
neergeschreven. In de planningscontext werd de visie van de drie gemeente m.b.t. de zonevreemde woningen en bedrijven besproken. ZONEVREEMDE WONINGEN Om uniformiteit voor al de zonevreemde woningen in het stadsrandbos na te streven en omwille van de ingewikkelde en anderzijds vage visie voor de woningen gelegen op het grondgebied van Kontich, wordt er voorgesteld om voor al de zonevreemde woningen, zowel die van Kontich, Aartselaar en Edegem, de huidige decretale mogelijkheden voor woningen in ruimtelijk niet-kwetsbare gebieden toe te passen. Om de landschappelijke inpassing van deze woningen in het stadsrandbos te optimaliseren wordt er bijkomend voorgesteld dat de afsluitingen van de terreinen in natuurlijke en streekeigen materialen, hagen of struwelen worden uitgewerkt. ZONEVREEMDE BEDRIJVEN /
KLEINHANDEL
Zonevreemde ambachtelijke bedrijven zijn er – buiten 1 leegstaand gebouw – niet aanwezig binnen het RUP stadsrandbos. De twee bestaande tuincentra gegroeid uit glastuinbouw (kleinhandel gerelateerd aan land- en tuinbouw) krijgen binnen het stadsrandbos kansen om verder geëxploiteerd te worden maar de perimeter blijft beperkt tot de huidige. Dit betekent dat schaalvergroting enkel kan via inbreiding11. De huidige congres- en hotelactiviteiten in Solhof worden bevestigd. 8.2.1.3.
ZONERING
De volgende bestemmingszones worden voorzien: (1) Zone voor bos (bestaande bossen) (2) Zone voor bosuitbreiding (voorziene nieuw aan te planten bossen) (3) Zone voor kasteelparkgebied (Groeningenhof, Solhof met uitbreiding, privaat park langs Pierstraat) (4) Zone voor agrarische activiteiten (omvat de bestaande land- en tuinbouwzetels) (5) Zone voor wonen (landelijk woongebied met specifieke voorschriften omtrent het open houden van zichten tussen weg en achterliggend gebied)
11
Op te merken valt dat geen onderzoek is gebeurd omtrent de vergunningstoestand van de twee tuincentra.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - OPERATIONEEL INRICHTINGSPLAN – ACTIEPLAN
PAGINA - 131
(6) Zone voor dagrecreatie (sportcentrum De Ark Aartselaar) (7) Zone voor natuurontwikkeling (deel Vuile Plas) Daarnaast worden de volgende elementen indicatief aangeduid: (1) Hoofdpoort (2) Waterlopen (3) Pijpleidingen
ZONE VOOR BOS Het bosgebied omvat het huidige bosgebied op het gewestplan van de Pannebossen (nog niet volledig gerealiseerd) en andere reeds bestaande bosjes. Ook de omgeving van de Vuile Plas, behoudens het deel natuurontwikkeling, wordt opgenomen in het bosgebied. Zone voor BOSUITBREIDING Het bosuitbreidingsgebied omvat de percelen waarvoor bosuitbreiding wordt voorzien (zowel 1e als 2e fase). De bestemming bosuitbreidingsgebied wordt pas van kracht op het moment dat er bos wordt aangeplant. Zolang er geen bos wordt aangeplant, blijft de bestemming agrarische activiteiten van kracht. Zone voor kasteelparkgebied De aanwezige kasteelparkgebieden fungeren als cultuurhistorische bakens in het stadsrandbos. Als aparte structuurbepalende entiteiten dienen deze domeinen visueel gevrijwaard worden, zodat ze mee de sfeer van het stadsrandbos kunnen blijven bepalen. Behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarde van deze sites staat voorop. De huidige congres- en hotelactiviteiten in het Solhof wordt bestendigd en zal als versterkend element binnen het stadsrandbos fungeren. Een verdere uitbreiding is niet mogelijk. Zone voor agrarische activiteiten In de zone voor agrarische activiteiten zijn alle actieve en klassieke landbouwzetels opgenomen. Zij kunnen verder toekomstgericht functioneren binnen deze zone, op voorwaarde dat deze ontwikkeling landschappelijk wordt geïntegreerd. Er wordt geen uitbreidingsperimeter rondom de bedrijfszetels getrokken, omdat de te verwachte bijkomende gebouwen (stallen) qua landschapsimpact beperkt zal zijn. Wel moeten ze opgetrokken worden aansluitend bij bestaande gebouwen. Nieuwe agrarische bedrijfsgebouwen zijn dus mogelijk, nieuwe agrarische zetels in het gebied zijn niet toegestaan. Aanvullend zijn er mogelijkheden op het vlak van hoevetoerisme en andere vormen van recreatief medegebruik, thuisverkoop,… . Wat de glastuinbouwzetels betreft, wordt omwille van de grote landschappelijke impact wel een perimeter rondom de bedrijfszetel afgebakend. Er wordt steeds gezorgd voor ruimte tot uitbreiding. Een grote concentratie is aanwezig ten zuiden van de Pannebossen. Een uitbreiding tot aan de rand van het bosgebied dient wel absoluut vermeden te worden. Verder komen nog een aantal solitaire glastuinbouwbedrijven voor.
PAGINA – 132
STADSRANDBOS ANTWERPEN - OPERATIONEEL INRICHTINGSPLAN – ACTIEPLAN
Zone voor wonen De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze bedrijven om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. Voor de afbakening van deze zone is vertrokken van het woongebied zoals voorzien op het gewestplan. Er werd rekening gehouden met de feitelijke kadastrale percelering. Binnen het woongebied zijn, vooral langsheen de Kleistraat, nog een aantal niet-bebouwde percelen. Het betreft vier bestaande zichten langsheen de Kleistraat. Het is belangrijk om de inkijken vanuit de woonstraten in het stadsrandbos en verbinding naar en binnen het stadsrandbos maximaal te vrijwaren. De strategie bestaat erin om geen absoluut bouwverbod op te leggen of na te streven, maar een relatief bouwverbod, d.w.z. een aantal beperkingen opleggen naar de verkavelaar toe, die ervoor zorgen dat een aantal zichtrelatie behouden blijven.
Deze
beperkingen
geven
geen
aanleiding
tot
planschade, want er wordt geen absoluut bouwverbod opgelegd. De gemeente Aartselaar zal dit overwegen op het ogenblik van verkavelingsaanvragen voor de betreffende te behouden zichten. Het volgende principe kan toegepast worden: “Behouden en creëren van openheid”: Een grote fysische en visuele doordringbaarheid van het landschap is het uitgangspunt. Zichten op het achterland worden gevrijwaard. Ruime dwarsrelaties worden gevrijwaard
door
het
reguleren
van
afsluitingen
en
van
voortuinbeplanting, het stimuleren van doorlopende grasvelden, het verbieden van hoge hagen aan te leggen,...” (Collegebesluit). Zone voor dagrecreatie De zone voor dagrecreatie omvat het lokaal sportcentrum De Ark te Aartselaar. Er wordt rekening gehouden met de voorziene uitbreiding in recent goedgekeurde RUP. Zone voor natuurontwikkeling De zone voor natuurontwikkeling (natuurlijke graslanden) is een gevolg van de stedenbouwkundige vergunning voor het gebruik van de Vuile Plas als tijdelijke stortplaats. Binnen deze zone zal er een uitkijktoren worden opgericht om het mogelijk te maken een uitzicht over het omliggende landschap te creëren. Bovendien sluit deze zone aan op de fiets- en voetgangersbrug die het stadsrandbos zal verbinden met het oosten van de E19 (ecoduct). Binnen deze zone moet het mogelijk zijn de fiets- en voetgangersbrug te verbinden met de andere fiets- en wandelpaden in de omgeving.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - OPERATIONEEL INRICHTINGSPLAN – ACTIEPLAN
PAGINA - 133
Indicatieve elementen Indicatief worden de hoofdpoorten aangeduid die nog niet correct zijn bestemd. Het betreft hier de Kapittelhoeve (Kontich), Satenrozen (Kontich), Hof te Briez (Aartselaar) en Golf Drie Eycken (Edegem). In de portalen worden expliciete mogelijkheden geschapen voor horeca, parkeerruimte, gebiedsinformatie, info over fiets- en wandelroutes. De lokale poorten zijn niet aangeduid: hier is enkel info over het stadsrandbos mogelijk, naast fietsstallingen, rustbanken, enz. Langsheen de waterlopen Edegemse Beek en de Mandoerse Beek dient een natuurlijk beheer mogelijk te worden gemaakt, met een richtbreedte van 10 m langs beide zijden van de waterloop. Aanvullend kan in deze strook een fiets- of wandelpad worden aangelegd. De historische gegroeide dreven ter hoogte van het Groeningenhof en Solhof dienen behouden te blijven en daar waar nodig vervangen. Op de voormalige reservatiestrook voor de grote ring rond Antwerpen (gewestplan) worden vandaag wel nog leidingen toegestaan. Er loopt reeds een gasleiding doorheen het gebied maar deze loopt niet volledig binnen deze reservatiestrook. Deze strook brengt een aantal beperkingen met zich mee, zo is geen bebossing mogelijk tot een bepaalde afstand ten opzichte van de bestaande en mogelijks nieuwe leidingen; het aanplanten van ondiep wortelende struiken is wel toegestaan. Deze reservatiestrook wordt binnen de inrichtingsstudie behouden voor de aanleg van pijpleidingen. De strook kan wel bebost worden tot op het ogenblik dat een pijpleiding moet worden aangelegd. 8.2.1.4.
RUIMTEBALANS
Vervolgens kan er een ruimtebalans opgesteld worden. De PRUP’s Restoorn, Drie Eycken en Sportcentrum zijn hier niet bij opgenomen. VAN
NAAR
OPPERVLAKTE
AGRARISCH GEBIED
BOSGEBIED
+ 25,8 HA
AGRARISCH GEBIED
BOSUITBREIDINGSGEBIED
+ 114,4 HA
AGRARISCH GEBIED
KASTEELPARKGEBIED
+ 6,9 HA
AGRARISCH GEBIED
NATUURONTWIKKELING
+ 6,0 HA
TABEL 6
: RUIMTEBALANS
Op de volgende kaart 24 wordt het voorstel van RUP weergegeven.
PAGINA – 134
KAART 24
: VOORSTEL RUP “STADSRANDBOS ANTWERPEN”
Legende
-
Zonavror- brEuitbraiding
Z:onavlliJr- ka:;'hielpark{labil5id
D
ZonevCDr wonstn
D
Zone VCEII' dagrGcrG:atie
(Q)
Hrnfdpoort
WafRrlopen
IHHll rEt'F.nl
tt..1.tl]
-
~
ZB bitkst 8'.'2. 1. RUP "Stads randbos AntwerpBn"
D
STADSRANDBOS ANTWERPEN - OPERATIONEEL INRICHTINGSPLAN – ACTIEPLAN
Rs.servatiistrook pijpleiding61n
•
000
Fiet8- en wandalbr-ug owr- E l!lin combinati6! roataco\'Eirbinding
Zonevi:Dr bes
Afbal
StudiegebBd stadsrandbos Antiverpen
tie meentalfik RUP/BPA
Inrichtingsplan Stadsrand bos Antwerpen
~ts•l>ar,Eö•g•ru•nKDnM?~';'/!:'.~~search
Zona vrnr- natuu rontwikk&ling met integratie van uitkijktDren
Dreven
Opdrach1Qewr : AgentlE::o:::hap voor- Natuur !in Bos (ANB) l.s.ro . Provin6e A ntwe,..pen, Gem&~&n1en Aar-t;Ee,laar, Edegem lin Kcnti::l1
Bastaand6! gas&iding
Parimater gestuinbouw
KAART 24.
Kleinhandel garEil\abierd aan lan,d- en tuinbouw
VOORSTEL RUP
R&e&r'\•atiistrook pijplaidingen m&t natuurontwikk&ling Apri1'200E
VBV/35 - 5 07.9 - B~G/OE/'2005- w~
STADSRANDBOS ANTWERPEN - OPERATIONEEL INRICHTINGSPLAN – ACTIEPLAN
8.2.2.
PAGINA - 135
VERWERVINGEN
Om het stadsrandbos te realiseren moeten er een aantal gronden verworven worden of moet er een gebruiks- of beheersovereenkomst worden opgesteld met de huidige eigenaar en/of gebruiker. Prioritair worden er gronden verworven voor de recreatieve ontsluiting van het gebied door het aanleggen van bijkomende paden. Naast verwerving door de overheid, is het ook mogelijk dat de overheid de nodige gronden huurt, de gronden in erfpacht neemt of een overeenkomst ten behoeve van een recht van overgang afsluit. Voor het realiseren van de oeverzones ligt een beheersovereenkomst met grondeigenaar en/of grondgebruiker voor de hand. Op dit moment bestaat nog geen specifieke beheersovereenkomst rond het aanleggen van oeverzones, maar men kan verder bouwen op de reeds bestaande beheersovereenkomsten perceelsrandenbeheer van de VLM. Binnen het op te stellen RUP kan de mogelijkheid opgenomen worden dat de overheid, op verzoek van de eigenaars of gebruikers van oeverzones, dient over te gaan tot het aankopen van de oeverzones. De realisatie van de bosuitbreiding kan zowel door overheden (gemeenten, provincie, Vlaams Gewest) als door particulieren (eigenars en gebruikers) gebeuren. Voor particulieren, gemeenten en provincie bestaan hiervoor specifieke subsidies. Wanneer overheden gronden zullen aankopen met het oog op bebossing, zal dit steeds in der minne gebeuren.
8.2.3.
INRICHTING
Het toekomstige stadsrandbos zal bestaan uit een mozaïek van landbouw, bos, natuur en bomenrijen. De bosuitbreiding wordt gerealiseerd in 2 fasen. De eerste fase omvat de gronden die, in principe, vrij eenvoudig verworven en bebost kunnen worden. De selectie van deze gronden is gebeurd volgens de beschikbare informatie in 2006 en het voorjaar van 2007. De landbouweconomische studie van VLM heeft een belangrijke rol gespeeld in de uiteindelijke selectie van de te bebossen percelen. De bosuitbreiding van de 2e fase betreft gronden waar er nu nog een landbouwer actief is, maar waarvan op basis van de beschikbare informatie te verwachten is dat deze landbouwer zijn bedrijf op langere termijn (binnen 10 tot 15 jaar) zal stopzetten omwille het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en de afwezigheid van een opvolger binnen het gezin. Op deze manier wordt er op termijn 202 ha bos voorzien in het stadsrandbos (exclusief de Zandbergen): de bestaande 84 ha bos zal worden aangevuld met 85 ha bos in de eerste fase en 32 ha in de tweede fase. De bestaande bossen vallen uiteen in 2 categorieën: bos als dusdanig (62 ha) en bossen binnen parken (22 ha). Deze bossen blijven behouden. Naast bos speelt landbouw een belangrijke rol als behoeder van de open ruimte in het stadsrandbos. Een belangrijk deel van het gebied blijft, ook na de realisatie van het stadsrandbos, dan ook voorzien voor landbouw. De voorziene oppervlakte voor landbouw binnen het inrichtingsplan bedraagt 374 ha, of 49 % van de totale oppervlakte van het gebied (inclusief bebouwing). Rond de Vuile Plas wordt 6 ha natuurontwikkeling voorzien, conform de stedenbouwkundige vergunning voor het gebruik van de Vuile Plas als grondstortplaats. De bomenrijen bestaan enerzijds uit percelen die als dreef opgenomen zijn (5,4 ha), en anderzijds uit bomenrijen die binnen de andere categorieën worden voorzien. Er wordt 40,1 km bomenrijen voorzien, waarvan er momenteel al 30,3 km bestaan. Er dienen dus 9,8 km bomenrijen te worden bij aangeplant.
PAGINA – 136
STADSRANDBOS ANTWERPEN - OPERATIONEEL INRICHTINGSPLAN – ACTIEPLAN
Tenslotte worden er ook bijkomende oeverzones voorzien langs de belangrijke waterlopen (Mandoerse Beek, Edegemse beek en de beek tussen Groeningenhof en Reetsesteenweg). De maximale oppervlakte van deze oeverzones is 17,7 ha, welke voorzien wordt als overdruk boven de bestaande inrichting. De uiteindelijke selectie waar er oeverzones zullen worden gecreëerd zal worden uitgevoerd in het kader van het deelbekkenbeheerplan. In de volgende tabel wordt de verdeling van de verschillende inrichtingscategorieën weergegeven. De gronden van de Zandbergen zijn in dit overzicht niet opgenomen.
INRICHTING BEBOUWING (EV. MET TUIN)
OPPERVLAKTE (HA)
OPPERVLAKTEVERDELING (%)
102,69
13,51%
BOS (EXCL. BOS IN PARK)
61,52
8,09%
BOSUITBREIDING (1E FASE)
85,40
11,23%
BOSUITBREIDING (2E FASE)
32,16
4,23%
DREEF
5,42
0,71%
GOLFTERREIN
30,14
3,96%
HOOFDPOORT
6,04
0,79%
374,03
49,19%
LANDBOUW LOKALE POORT
0,21
0,03%
NATUURONTWIKKELING
6,06
0,80%
PARK
6,36
0,84%
PRIVAAT PARK
27,39
3,60%
SPORTCENTRUM DE ARK
8,32
1,09%
TUIN
14,19
1,87%
WEG
0,19
0,02%
ANDERE
0,22
0,03%
TOTAAL
760,35
100,00%
TABEL 7
: OVERZICHT INRICHTING STADSRANDBOS ANTWERPEN
De voorgestelde inrichting wordt weergegeven op kaart 25.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - OPERATIONEEL INRICHTINGSPLAN – ACTIEPLAN
KAART 25
PAGINA - 137
: INRICHTINGSVISIE STADSRANDBOS ANTWERPEN
!Legende bebouwing (ev. met nin) gemeensdhapsvoorziemngen en openba~ nut sportcentrum De Alik hoofdpoort lokale poort
-
park:
priva
: : : : golfterrein tuin weg
.....• bestaande romenrij :.-..:: nieuw aan te leggen bomenrij
® ®
pQt-entiële hoofdpoort
o
zcoe voor ontwid<eling hoofdpoort zcoe voor onlwi
-
oeverzones
N wateliopen
Cl perimeter stadsrr:n::lbos
Inrichtingplan Stadsrandbos Antwerpen ~ied
Aar1seK, Edeg&m En Kontich
~
§.~c!!I,,B~search
Opd racttgever: Agentschap voor N
schaal: 1./30.000 0.5 0
0.5 Kilometers
~~~--iiiiiiiiil KMRT25:
INRICHTING Mal2006
\I'BV/35 • 5079 • 9&Gi'00'200S • WIS
PAGINA – 138
8.2.4.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - OPERATIONEEL INRICHTINGSPLAN – ACTIEPLAN
RECREATIEVE ONTSLUITINGSSTRUCTUUR
De interne recreatieve ontsluiting van het stadsrandbos Antwerpen zal voornamelijk te voet en per fiets gebeuren. Hiervoor worden zowel bestaande wegen en paden ingeschakeld, als nieuw te ontwikkelen wegen en paden. In de volgende kaart (kaart 26) wordt het recreatief hoofdnetwerk voorgesteld. Dit netwerk vormt de basis van de ontsluiting van het stadsrandbos. De in dit hoofdnetwerk opgenomen wegen zijn in principe toegankelijk voor wandelaars, fietsers en paardrijders (tenzij anders aangeduid). Daarnaast kunnen er tijdens de realisatie van het stadsrandbos bijkomende recreatieve wegen worden uitgewerkt in functie van de noden en in functie van de vooruitgang van de realisatie van het stadsrandbos. Dit zal voornamelijk het geval zijn voor bijkomende wandelwegen, die in eerste instantie op de te bebossen percelen zullen worden gerealiseerd. De hoofd- en lokale poorten zijn de instappunten voor het stadsrandbos. Het principe en de voorgestelde inrichtingen van de poorten wordt hierboven toegelicht. De poorten zijn zodanig gelokaliseerd dat ze een maximale bereikbaarheid garanderen. Vanuit de omliggende woonkernen (Edegem, Kontich, Aartselaar, Mortsel, Wilrijk, Antwerpen, Hoboken, ...) dienen veilige fietsroutes te worden voorzien en bewegwijzerd naar het stadsrandbos. Ook de ontsluiting van de poorten met het openbaar vervoer wordt weergegeven op kaart. Er wordt onderscheid gemaakt tussen bestaande bushaltes en gewenste bijkomende bushaltes. Door het voorzien van een aantrekkelijk en hoogfrequent bediend netwerk aan bushaltes rond het gebied, kan een aantrekkelijk systeem van Groene Haltes en verbindende wandelingen ertussen worden uitgebouwd. Het principe van een Groene Halte-wandeling is dat een recreant aankomt aan een bushalte aan de rand van het gebied, van waar er een aangeduide wandeling vertrekt, die hem/haar naar een andere bushalte brengt, waar hij/zij terug kan opstappen op een bus die de recreant terug naar huis brengt.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - OPERATIONEEL INRICHTINGSPLAN – ACTIEPLAN
KAART 26
:
PAGINA - 139
RECREATIEVE ONTSLUITING VAN HET STADSRANDBOS ANTWERPEN
Legende
® ®
zone voor ootwikk:elirlg hoofdpoort
o
zone voor ootwikk:elirlg lokale poort
•
infop~t
potmliëfe zone voor ontv\i
Inrichti ngplan Stadsrandbos A ntwerpen Grondgebled Aatselaar, Edegem oeniKontien
Wandel- en recreatiieve wegen t.' rieuw aan te leggen paden y ...' bestaande gesloten paden, te heropenen riell'N aan te leggen paden (PRUP Gdf) ~~.- bestaande toegankelijke paden \ wandel\veg - nieuw aan te ~ , ' warnetNeg - bestaand toeg warnetNeg - rieuw PRUP Gdf Groene haltes
"''I:•..'
•'i '
Fietsknooppuntennetwerk •
A
besl:acl1d knooppunt
nioow knooppunt
gewenste bushalte . perimeter stadsrandbos
§.~!!'.,!3"~search
Opdrachtgever: Agentschap voor Natuur en Bos
I.s.m. Provincie Anlweq)en, Gemeenten Aartselaar, Edegem en Kalticll
sctlaal: 1/30.000
0.5
0
0.5 Kilometers
~~~~
IKAART26:
bestaande bushalte
op te heffen knooppunt recreatieve fie1sroutes
tJk
VOORSTEL RECREATIEVE ONTSLUITING Mci2!JOO
VBV/35 · &l79. ~. wv:
PAGINA – 140
8.2.5.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - OPERATIONEEL INRICHTINGSPLAN – ACTIEPLAN
TAAKVERDELING TUSSEN DE PARTNERS
De realisatie van het stadsrandbos zal gebeuren door tal van betrokkenen, zowel overheden (Vlaamse Overheid, provincie, gemeentebesturen), als particuliere grondeigenaars en –gebruikers. Er dient dan ook een taakverdeling te worden opgesteld wie welke taken zal uitvoeren en/of coördineren en wie hierbij als partner kan optreden. In het actieplan is een gedetailleerd overzicht opgenomen van uitvoerders en partners bij de taken. De algemene taakverdeling tussen de partners is als volgt: -
De Vlaamse Overheid (Agentschap voor Natuur en Bos en VLM) staan in voor de grondverwerving voor het luik bosuitbreiding en landbouw. Hiervoor kan er een lokale grondenbank worden opgericht. Het Agentschap voor Natuur en Bos staat in voor het beheer van de openbare bossen in het gebied. Private bossen worden beheerd door de eigenaar (bij voorkeur i.s.m. de bosgroep). De eigenaar kan het beheer overdragen aan ANB.
-
De provincie staat in voor het realiseren en beheren van de hoofdpoorten en de delen van het functioneel fietsroutenetwerk die binnen het stadsrandbos gelegen zijn. De provincie oefent ook haar taken i.v.m. integraal waterbeheer uit in de oeverzones langs de beken in het gebied, zoals bepaald in het bekkenbeheerplan. Zij coördineert de inrichting en het beheer van de oeverzones.
-
De gemeenten staan in voor het realiseren en beheren van de lokale poorten, bomenrijen en het recreatief
netwerk.
De
gemeentebesturen
kunnen,
bijvoorbeeld
via
beheers-
of
gebruiksovereenkomsten, hiervoor samenwerken met de grondeigenaars en –gebruikers. Voor het beheer van de bomenrijen nemen de gemeenten de coördinatie op zich, maar ook dit beheer kan – volgens lokale gebruiken en geldende wetgeving – door andere partners worden uitgevoerd. -
Ook particuliere grondeigenaars en –gebruikers kunnen hun steentje bijdragen aan de realisatie van het stadsrandbos, bijvoorbeeld door het realiseren van een lokale poort of recreatieve weg op hun percelen, door het aanplanten van bomenrijen of door het voorzien van andere kleine landschapselementen.
Om de uitvoering van de acties te coördineren, zal er een beheersstructuur worden opgestart, waarin alle relevante partners (of hun afvaardiging) in worden opgenomen. Voor de samenstelling en werking van deze beheersstructuur wordt verwezen naar het Parkbos Gent, waar het provinciebestuur de trekker is van de realisatie van dit bosuitbreidingsproject.
8.2.6.
SUBSIDIËRING
Voor de uitvoering van dit project kunnen voornamelijk de gemeentebesturen op heel wat subsidies een beroep doen. Omwille van de overzichtelijkheid en de snelle evoluties rond voorwaarden, termijnen en subsidiepercentages, geven we hier geen uitgebreid overzicht, maar beperken we ons tot enkele suggesties van mogelijk subsidiekanalen. -
Aankopen van gronden voor bosuitbreiding, het aanleggen van speelbossen en parken wordt voor
50
%
gesubsidieerd
door
het
Departement
LNE
in
het
kader
van
de
Samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten/provincies en de Vlaamse Overheid. -
Ook voor de recreatieve ontsluiting en uitbouw van de bossen is er een (beperktere) subsidiemogelijkheid via de Samenwerkingsovereenkomst.
-
Subsidies voor het bebossen van (landbouw)gronden worden door het Agentschap voor Natuur en Bos verstrekt in het kader van het Programmeringsdocument Plattelandsontwikkeling.
-
Subsidies voor het opstellen en uitvoeren van een bosbeheerplan volgens de criteria voor duurzaam bosbeheer bij het Agentschap voor Natuur en Bos; het beheer kan ook ondersteund worden door de Bosgroep
STADSRANDBOS ANTWERPEN - OPERATIONEEL INRICHTINGSPLAN – ACTIEPLAN
-
PAGINA - 141
Het aanleggen van fietspaden (al dan niet binnen het functioneel fietsroutenetwerk) wordt tot 80 % gesubsidieerd door het provinciebestuur en de Vlaamse Overheid. Het provinciebestuur kan ook dure ingrepen die noodzakelijk zijn voor het realiseren van het functioneel fietsroutenetwerk op zich nemen (bvb. brug over Edegemse Beek t.h.v. de Vuile Plas).
-
Voor de coördinatie kan een strategisch project ter uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen worden ingediend bij het Agentschap RO-Vlaanderen. Indien dit project wordt goedgekeurd, financiert de Vlaamse Overheid 80 % van de personeels- en werkingskosten van een aan te stellen projectcoördinator.
Ook
particulieren kunnen
beroep
doen op subsidies. Landbouwers kunnen bij de VLM
beheersovereenkomsten afsluiten rond kleine landschapselementen en perceelsrandenbeheer. Op deze manier dragen ze bij tot de realisatie van het stadsrandbos. De subsidie voor het bebossen van (landbouw)gronden kan ook door particulieren worden aangevraagd, en omvat voor particulieren ook een tegemoetkoming in het inkomensverlies door de bebossing.
PAGINA – 142
9.
STADSRANDBOS ANTWERPEN - BIJLAGEN
BIJLAGEN
Uitwerken oeverzones en provinciale natuurverbinding Edegemse Beek
VW/I Concretiseren R/OT afspraken en /BH/ taakverdeling uit actieplan in protocol en CO plechtige ondertekening.
A3
BH
Opzetten van een overkoepelende beheerstructuur met alle betrokken partners om een geïntegreerde beheervisie op te maken en geïntegreerd beheer te voeren.
Opzetten beheerstructuur
Algemene acties Visie / actie Type Opstellen RUP "Stadsrandbos HB Uitwerken van een Ruimtelijk Uitvoeringsplan voor de verankering van het stadsrandbos in de bestemmingsplannen
A2
A1
Nr.
1
1
20092010
1
20082010
20092010
Prioriteit
Timing
Om het stadsrandbos ook in de bestemmingsplannen te verankeren dient er een RUP te worden opgemaakt. Dit RUP kan onderdeel zijn van het RUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, of kan een apart RUP zijn. In navolging van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen staat de Vlaamse Overheid in voor de opmaak van het RUP.
Omschrijving
De afspraken en taakverdeling uit het actieplan en de inrichtingsstudie worden vastgelegd in een Provinciebestuur protocol dat plechtig wordt ondertekend door de politiek verantwoordelijken. Antwerpen i.s.m. gemeentebesturen en Agentschap voor Natuur en Bos
Bewaken van het geïntegreerde beeld en kwaliteit van het stadsrandbos; administratieoverschrijdende Provinciebestuur acties uitwerken; coördinatie van de uitvoering van de verschillende acties; aanspreekpunt voor Antwerpen i.s.m. externen; interne communicatie; gemeentebesturen en Agentschap voor Natuur en Bos
Vlaamse Overheid (Agentschap ROVlaanderen) i.s.m. Provinciebestuur Antwerpen, ANB en gemeentebesturen
Uitvoerder / partners
1
A6
A5
Nr. A4
Bekendmaking van de reeds bestaande recreatieve mogelijkheden in het stadsrandbos en aansporen van de omwonenden om gebruik te maken van het stadsrandbos
Uitwerken communicatiecampagn e
Om een eenvormig beeld in en over het stadsbos te creëren, is het uitwerken van een huisstijl aan te bevelen.
Uitwerken huisstijl
CO
CO
Algemene acties Visie / actie Type IR De inrichting van de oeverzones (incl. de aanleg van recreatieve wegen en bomenrijen) dient meer in detail te worden onderzocht en te worden ingepast in de uitwerking van het deelbekkenbeheerplan.
20092015
20092010
1
1
Timing Prioriteit 20091 2011
Omschrijving De algemene principes voor de inrichting en het beheer van de oeverzones die binnen de inrichtingsstudie worden gegeven dienen te worden verfijnd in een inrichtings- en beheerplan in overleg met de eigenaars en gebruikers van de gronden langs de waterlopen (Edegemse Beek, Mandoerse Beek, AS 108). Dit inrichtings- en beheerplan wordt ook gekaderd in het deelbekkenbeheerplan. Ook de aanleg van bomenrijen en recreatieve wegen dient te worden ingepast in het gedetailleerde inrichtings- en beheerplan. Het gedetailleerde inrichtings- en beheerplan dient de exacte ligging van de recreatieve wegen vast te leggen, in overleg met de grondgebruikers en -eigenaars.
Provinciebestuur Antwerpen i.s.m. gemeentebesturen en Agentschap voor Natuur en Bos
In het stadsrandbos zijn reeds een aantal recreatieve mogelijkheden (wegen naar en rond Groeningenhof, reeds bestaande maar afgesloten paden, Geitenpad, buurtwegen, ...). Het uitwerken van een eerste recreatief netwerk op basis van deze wegen is mogelijk (bvb. wandelknooppuntennetwerk). Dit dient gekaderd te worden binnen de realisatie van het stadsandbos en gecommuniceerd te worden naar de omwonenden.
Huisstijl wordt toegepast op publicaties rond stadsrandbos (website, folders, brochures), wegwijzers Provinciebestuur naar en in het stadsrandbosgebied, infopanelen in het stadrandbosgebied, … Antwerpen i.s.m. gemeentebesturen en Agentschap voor Natuur en Bos
Uitvoerder / partners Provinciale Dienst Waterbeleid i.s.m. Gemeentebesturen Edegem, Kontich & Aartselaar, Agentschap voor Natuur en Bos, grondeigenaars en gebruikers
2
A9
A8
Nr. A7
en
en
BH
Type CO
20052010
1
1
Timing Prioriteit 20092 2015
IR/OT 2009Protocol tussen /BH 2010 gemeentebesturen, provinciebestuur en Agentschap voor Natuur en Bos m.b.t. de realisatie en het onderhoud van de poorten, de recratieve wegen en de recreatieve infrastructuur
Realiseren onderhouden padennetwerk recreatieve infrastructuur
Er wordt een uitgebreid, gemengd, gezamenlijk bosbeheerplan opgemaakt voor alle openbare en zoveel mogelijk privé-bossen binnen het stadsbosgebied.
Opmaak van een bosen parkbeheerplan
Algemene acties Visie / actie Oprichten van eyecatchers
Conform de criteria duurzaam bosbeheer (voor privé-bossen) en de beheervisie voor openbare bossen wordt een uitgebreid beheerplan opgemaakt voor alle openbare en zoveel mogelijk privébossen in het gebied. De bosgroep kan de opmaak van het bosbeheerplan coördineren voor de privé-eigenaars en de lokale besturen.
Omschrijving Eyecatchers en andere vormen van landart zijn een symbolisering van het stadsrandbos. Een dergelijke eyecatcher is reeds aanwezig aan het Geitenpad in Wilrijk (50 m ten oosten van het kruispunt met de Doornstraat). Het bestaande recreatieve netwerk kan een meerwaarde krijgen door het inplanten van dergelijke eyecatchers.
De taakverdeling rond aanleg en onderhoud van poorten, recreatieve wegen en recreatieve Provinciebestuur infrastructuur wordt in detail vastgelegd in een protocol tussen het provinciebestuur, de Antwerpen i.s.m. gemeentebesturen en het Agentschap voor Natuur en Bos gemeentebesturen en Agentschap voor Natuur en Bos
Bosgroep AntwerpenZuid & Agentschap voor Natuur en Bos i.s.m. Boseigenaars, bosbeheerders, Natuurpunt, ...
Uitvoerder / partners Provinciebestuur Antwerpen i.s.m. gemeentebesturen en Agentschap voor Natuur en Bos
3
A11 Onderhoud poorten, recreatieve wegen en recreatieve infrastructuur en bewegwijzering
IR
Algemene acties Nr. Visie / actie Type IR A10 Realiseren poorten, padennetwerk en aanleg recreatieve infrastructuur (inclusief bewegwijzerde wandelen fietsroutes en groene halters).
2010-…
2
Timing Prioriteit 20101 2020
Omschrijving Het provinciebestuur is verantwoordelijk voor de realisatie van de hoofdpoorten, de gemeentebesturen voor het recreatieve netwerk. Voor de recreatieve infrastructuur kan het Agentschap voor Natuur en Bos bepaalde zaken aanleveren (informatiepanelen en inhoud, banken, picknicktafels).
De gemeentebesturen zijn verantwoordelijk voor de onderhoud van het padennetwerk en de Provinciebestuur recreatieve infrastructuur en voor de lokale poorten. Het provinciebestuur is verantwoordelijk voor Antwerpen i.s.m. het beheer van de hoofdpoorten. gemeentebesturen en Agentschap voor Natuur en Bos
Uitvoerder / partners Provinciebestuur Antwerpen i.s.m. gemeentebesturen en Agentschap voor Natuur en Bos
4
1
Openstellen van het OT golfterrein (parking, paden, fietsenstalling, ...)
1.1.3
2011
1
1
Opmaken van een gedetailleerd inrichtingsplan voor de publieke delen van het golfterrein binnen de uniforme inrichting van het stadsrandbos. Binnen het golfterrein zullen er vooral aanpassingen nodig zijn naar toegankelijkheid en diensten naar de recreanten (inrichting paden, parking, fietsenstalling, infoborden, rustbanken, picknicktafels, voor het publiek toegankelijke toiletten, schuilhut, speelweide, ...). Het inrichtingsplan dient te worden ingepast in het PRUP Drie Eycken. De uniforme inrichting wordt mede gewaarborgd door het uniform materialengebruik. Tijdens de opmaak van het inrichtingsplan wordt er ook contact opgenomen met De Lijn om afspraken te maken rond het inrichten van een Groene Halte in de onmiddellijke omgeving van het golfterrein (bijkomende halte voor de lijnbussen 130 en 140). Het provinciebestuur kan een deel van de inrichtingskosten van de hoofdpoort op zich nemen.
Omschrijving
Beheerder Golfterrein Drie Eycken
Openstellling van stadsrandbos.
het
golfterrein
voor
bezoekers
van
het
Uitvoeren van inrichtingswerken in het golfterrein met het oog op Provinciebestuur de openstelling voor het grote publiek en het inpassen van het Antwerpen i.s.m. Gemeentebestuur Edegem golfterrein in het stadsrandbos. en Beheerder Golfterrein Drie Eycken
Provinciebestuur Antwerpen i.s.m. Gemeentebestuur Edegem en Beheerder Golfterrein Drie Eycken
Prioriteit Uitvoerder / partners
Uitvoeren inrichtingsplan IR/OT 2011 hoofdpoort Golfterrein
Timing
1.1.2
Type
Opmaken gedetailleerd IR/OT 20092010 inrichtingsplan voor hoofdpoort Golf Drie Eycken
Poorten Hoofdpoort 1 - Golf Drie Eycken (Edegem)
Deelgebied 1 Visie / actie
1.1.1
1.1
Nr.
11472_C_0031_B_000_00 11472_C_0032_C_000_00 11472_C_0106_B_000_00 11472_C_0112_C_000_00 11472_C_0114_K_000_00 11472_C_0115_E_002_00 11472_C_0123_B_000_00 11472_C_0125___000_00 11472_C_0127_A_000_00 11472_C_0126_A_000_00 11472_C_0129___000_00 11472_C_0107_A_000_00 11472_C_0117_F_000_00 11472_C_0117_E_000_00 11472_C_0124_A_000_00 11472_C_0123_A_000_00 11472_C_0029_C_000_00 11472_C_0109_A_000_00 11472_C_0034_A_000_00 11472_C_0019_G_000_00
Kadastrale percelen
1
Opmaken gedetailleerde IR/OT 2011 inrichtingsplan voor hoofdpoort Jachthoorn
1.2.2
20102011
VW Afsluiten samenwerkingsovereenko mst met eigenaar(s)/gebruiker(s) Jachthoorn
1.2.1
-
Hoofdpoort 6 Jachthoorn (Kontich)
2011-
Timing
1.2
Type
Onderhoud en beheer BH recreatieve infrastructuur golfterrein i.h.k.v. het stadsrandbos
Deelgebied 1 Visie / actie
1.1.4
Nr.
2
2
1
Omschrijving
Provinciebestuur Antwerpen i.s.m. Eigenaar(s) en gebruiker(s) Jachthoornsite en gemeentebestuur Kontich
Provinciebestuur Antwerpen i.s.m. Eigenaar(s) en gebruiker(s) Jachthoornsite en gemeentebestuur Kontich
Kadastrale percelen
Opmaken van een gedetailleerd inrichtingsplan binnen de uniforme inrichting van het stadsrandbos (landschappelijke inkleding, ruimtelijke ordening van de hoofdpoort (waar komt parking en fietsenstalling, waar komen infopanelen, rustbanken, schuilgelegenheid, ...). De uniforme inrichting wordt mede gewaarborgd door het uniform materialengebruik.
De samenwerkingsovereenkomst bevat afspraken rond het 11024_A_0009_B_000_00 gebruiken van de gronden van De Jachthoorn als hoofdpoort voor 11024_A_0003_C_000_00 het stadsrandbos. Deze afspraken bevatten bepalingen rond parkinggebruik en specifieke inrichtingswerken ten behoeve van het stadsrandbos (voorzien infobord, rustbank, infobord, fietsenstalling, voor het publiek toegankelijke toiletten, schuilgelegenheid, ...) binnen de uniforme inrichting van het stadsrandbos. Ook rond onderhoud van de recreatieve infrastructuur en parking worden er afspraken gemaakt. De juridische grond voor het medegebruik van de Jachthoorn door het stadsrandbos is te vinden in het PRUP Restoorn. Het provinciebestuur kan een deel van de inrichtingskosten op zich nemen.
De voor het publiek toegankelijke delen van het golfterrein worden Beheerder Golfterrein onderhouden en beheerd volgens de bepalingen van het Drie Eycken i.s.m. Gemeentebestuur Edegem Milieubeheerplan en het inrichtingsplan door de beheerder van het golfterrein. Het provincie- of gemeentebestuur kan een deel van het onderhoud op zich nemen.
Prioriteit Uitvoerder / partners
2
20092010
2010
Lokale poort 1 - Kruispunt Dijkstraat - Edegemse Beek (Aartselaar)
Voorstudie naar ligging OT recreatief pad tussen Dijkstraat en Doornstraat via Edegemse Beek (binnen de opmaak van een gedetailleerd inrichtingsplan voor de oeverzones van de Edegemse Beek).
Aankopen perceel (deel) VW of afsluiten gebruiksovereenkomst met grondeigenaar
1.3
1.3.1
1.3.2
2
1
2
2012-
Onderhoud en beheer BH recreatieve infrastructuur Jachthoorn i.h.k.v. het stadsrandbos
Omschrijving
Gemeente Aartselaar i.s.m. grondeigenaar en grondgebruiker.
Provinciebestuur Antwerpen i.s.m. Gemeentebestuur Aartselaar, eigenaars en gebruikers van de aanpalende percelen aan de Edegemse Beek
Beheerder Jachthoorn i.s.m. Gemeentebestuur Kontich
Kadastrale percelen
De gemeente Aartselaar koopt het perceel aan of sluit een gebruiksovereenkomst af met de eigenaar (en eventuele gebuiker) met het oog op het realiseren van een lokale poort. Binnen de gebruiksovereenkomst kan de gemeente de kosten voor inrichting en onderhoud van de lokale poort op zich nemen, naast een eventuele vergoeding voor het gebruik van (een deel van het) perceel als lokale poort.
Er zijn 2 mogelijke locaties voor het pad tussen de Dijkstraat en de 11001_C_0024_F_000_02 (alternatief: Doornstraat langs de Edegemse Beek (zie actie 1.7.2). De ligging van de lokale poort wordt bepaald door de ligging van 11001_C_0029_E_000_00) het recreatieve pad en het gedetailleerde inrichtings- en beheerplan voor de oeverzones van de Edegemse Beek (zie actie 1.15.1). In het voorkeursscenario en alternatief scenario 1 ligt de lokale poort op perceel C/24/F-/2, in het 2e alternatieve scenario ligt de lokale poort op perceel C/29.
De voor de stadsrandbosbezoeker toegankelijke delen van het golfterrein worden onderhouden en beheerd volgens de bepalingen van het inrichtingsplan door de beheerder van de site. Het provincie- of gemeentebestuur kan een deel van het onderhoud op zich nemen.
Aanleggen van de hoofdpoort Jachthoorn en openstellen van de Provinciebestuur hoofdpoort voor het grote publiek. Antwerpen i.s.m. Eigenaar(s) en gebruiker(s) Jachthoornsite en gemeentebestuur Kontich
Prioriteit Uitvoerder / partners
1.2.4
Timing 2
Type
Uitvoeren inrichtingsplan IR/OT 2012 hoofdpoort Jachthoorn en openstellen hoofdpoort
Deelgebied 1 Visie / actie
1.2.3
Nr.
3
2
2
20102011
Aankopen perceel (deel) VW of afsluiten gebruiksovereenkomst met grondeigenaar
Opmaken inrichtingsplan IR/OT 20112012 en inrichten lokale poort nr. 2
Lokale poort 11 - Vuile Plas (Kontich)
1.4.1
1.4.2
1.5
2
Lokale poort 2 - Kruispunt Kontichsesteenweg Dijkstraat - Baron van Ertbronstraat (Aartselaar)
2012-
1.4
beheer BH
2
Gemeente Aartselaar
Gemeente Aartselaar
Gemeente Aartselaar
Gemeente Aartselaar
Prioriteit Uitvoerder / partners
Onderhoud en lokale poort nr. 1
Timing
1.3.4
Type
Opmaken inrichtingsplan IR/OT 2012 en inrichten lokale poort nr. 1
Deelgebied 1 Visie / actie
1.3.3
Nr.
Kadastrale percelen
Er wordt een inrichtingsplan gemaakt en gerealiseerd conform de huisstijl van het stadsrandbos. Het inrichtingsplan omvat de landschappelijke inkleding en de inrichting van de poort (infopaneel, fietsenstalling, rustbank). Er wordt gestreefd naar uniformiteit in het stadsrandbos door een uniforme inrichting en materiaalgebruik.
De gemeente Aartselaar koopt het perceel aan of sluit een 11001_C_0049_A_000_00 gebruiksovereenkomst af met de eigenaar met het oog op het (deel) realiseren van een lokale poort. Dit is een deel van een huiskavel, maar de oppervlakteimpact van een lokale poort is beperkt tot ongeveer 100 m².
Het gemeentebestuur staat in voor het onderhoud en het beheer van de lokale poort.
Er wordt een beperkt inrichtingsplan gemaakt en gerealiseerd. De inrichting bestaat uit infopaneel en fietsenstalling. Er wordt gestreefd naar uniformiteit door inrichting en materiaalgebruik in de verschillende poorten te uniformiseren.
Omschrijving
4
Openstelling
Beheer Vuile Plas
Potentiële hoofdpoort Kattenbroek (Edegem)
1.5.4
1.5.5
1.6
-
BH
2010-
IR/OT 2010
1
1
1
Overdracht van de VW gronden van Agentschap Wegen en Verkeer naar ANB
1.5.3
2010
1
IR/OT 2010
en
Uitvoeren natuurinrichting recreatieve inrichting
Agentschap voor Natuur en Bos
Agentschap voor Natuur en Bos i.s.m. Agentschap Wegen en Verkeer
Agentschap Wegen en Verkeer en Agentschap voor Natuur en Bos
Agentschap Wegen en Verkeer en Agentschap voor Natuur en Bos
Agentschap voor Natuur en Bos i.s.m. Agentschap Wegen en Verkeer
Prioriteit Uitvoerder / partners
1.5.2
Timing 1
Type
IR/OT 2009 Opmaken herinrichtingsplan Vuile Plas (natuurinrichting en recreatieve wegen en uitkijktoren)
Deelgebied 1 Visie / actie
1.5.1
Nr.
Kadastrale percelen
Beheer van de Vuile Plas volgens de beheervisie van het Agentschap en het inrichtingsplan van het stadsrandbos.
Realisatie van de herinrichting van de Vuile Plas. De herinrichting kan een pilootproject zijn in de realisatie van het stadsrandbos en dient dus prioritair te worden gerealiseerd.
De stedenbouwkundige vergunning voor de zandstockage voorzag het uitvoeren van natuurinrichting na het aflopen van de werken aan de Antwerpse Ring. Vooraleer de natuurinrichting wordt gerealiseerd dient een beperkt inrichtingsplan te worden opgemaakt voor de recreatieve ontsluiting en de recreatieve inrichting van de Vuile Plas, zodat de natuurinrichting en de recreatieve inrichting gezamenlijk kunnen worden gerealiseerd. Binnen de eigenheid van het gebied dient er gebruik te worden gemaakt van de uniforme inrichting en materialengebruik binnen het stadsrandbos. Ook dient er een uitkijktoren te worden voorzien. Deze landmark wordt het aantrekkingspunt van de poort, maar ook van het stadsrandbos. Daarom dient deze poort zo snel mogelijk te worden ingericht en dient er niet te worden gewacht op de realisatie van de verbinding onder/boven de E19.
11024_B_0005_B_000_00 11024_B_0010_A_000_00 11024_B_0035___000_00 11024_B_0036___000_00 11024_B_0039_A_000_00 11024_B_0041_K_000_00 11024_B_0011_C_000_00 11024_B_0054_G_000_00 11024_B_0037_B_000_00 11024_B_0038___000_00 11024_B_0006_D_000_00 11024_B_0009_A_000_00 11024_B_0010_B_000_00 11024_B_0040___000_00 11024_B_0042_D_000_00 11024_B_0011_B_000_00 11024_B_0011_G_000_00 11024_B_0008_C_000_00 De natuurinrichting en de recreatieve inrichting worden gezamenijk 11024_B_0007_C_000_00 gerealiseerd. 11024_B_0005_A_000_00 11024_B_0011_A_000_00 De gronden van de Vuile Plas zijn reeds in eigendom van de Vlaamse Overheid (Agentschap Wegen en Verkeer, overdracht naar het Agentschap voor Natuur en Bos in onderhandeling).
Omschrijving
5
Uitvoeren herinrichtingsplan Kattenbroek
Onderhoud en Kattenbroek
Recreatieve wegen
1.6.2
1.6.3
1.7
het als het
Timing
2013-
IR/OT 2013
IR/OT 2012
Type
beheer BH
Opmaken herinrichtingsplan Kattenbroek i.f.v. functioneren ervan hoofdpoort voor stadsrandbos
Deelgebied 1 Visie / actie
1.6.1
Nr.
2
2
2
Gemeentebestuur Edegem i.s.m. eigenaars/beheerders Kattenbroek
Gemeentebestuur Edegem i.s.m. eigenaars/beheerders Kattenbroek
Gemeentebestuur Edegem i.s.m. eigenaars/beheerders Kattenbroek
Prioriteit Uitvoerder / partners
Kadastrale percelen
Het gemeentebestuur en de beheerder/eigenaar van het sport- en recreatiecentrum dienen afspraken te maken rond het beheer van de specifieke recreatieve infrastructuur ten gevolge van het inschakelen van Kattenbroek in het stadsrandbos.
De gemeente Aartselaar koopt het perceel aan of sluit een gebruiksovereenkomst af met de eigenaar (en eventuele gebuiker) met het oog op het realiseren van een lokale poort. Binnen de gebruiksovereenkomst kan de gemeente de kosten voor inrichting en onderhoud van de lokale poort op zich nemen, naast een eventuele vergoeding voor het gebruik van (een deel van het) perceel als lokale poort.
Na de realisatie van de verbinding onder/boven de E19 tussen de 11472_C_0156_N_000_00 Zandbergen en de Vuile Plas kan het sport- en recreatiecentrum 11472_C_0163_G_000_00 Kattenbroek de functie van een hoofdpoort op zich nemen. Hiervoor dienen geen grote investeringen te gebeuren, aangezien er reeds auto- en fietsparking, taverne, etc. aanwezig zijn. Het (beperkt) herinrichtingsplan geeft weer waar er bijkomende infrastructuur nodig is (informatiebord, bijkomende picknicktafels en rustbanken, ...), welke herinrichtingswerken nodig zijn en hoe de aansluiting van Kattenbroek op het stadsrandbos kan worden gerealiseerd. Er wordt gebruikgemaakt van de uniforme inrichting en materialenkeuze die de huisstijl van het stadsrandbos vormen.
Omschrijving
6
2
Aanleggen bijkomende OT/VW 20112012 recreatieve weg 1.3 /IR tussen Jachthoorn en de recreatieve weg nr. 1.4 ten noorden van de Edegemse Beek tussen Dijkstraat en Doornstraat: verwerving en inrichting als recreatieve weg type I.
Omschrijving
Gemeentebestuur Aartselaar & Gemeentebestuur Kontich i.s.m. grondeigenaars en gebruikers
Verbinding tussen Kleine Doornstraat (Wilrijk)/Dijkstraat (Aartselaar) en Doornstraat (Kontich) langs de Edegemse Beek. Dit pad doorkruist landbouwpercelen. Het pad dient te worden verworven of er dient een gebruiksovereenkomst te worden afgesloten met de grondeigenaar(s) en -gebruiker(s). Er zijn 2 mogelijke locaties voor het pad tussen de Dijkstraat en de Doornstraat langs de Edegemse Beek (zie ook actie 1.3.1) ter hoogte van het bedrijventerrein Ingberthoeveweg. Het voorkeursscenario (omwille van de minimale impact op de landbouw) ligt ten noorden van de Edegemse Beek. Mogelijk knelpunt is de beperkte ruimte tussen de Edegemse Beek en de parking van het bedrijf Rentokil (Ingberthoeveweg 17). Indien hiervoor geen oplossing gevonden kan worden, zijn er 2 alternatieven: 1. het recreatief pad ten zuiden van de Edegemse Beek leggen (over huiskavel) 2. het recreatief pad laten starten op het einde van de Ingberthoeveweg en ten oosten van het bedrijf laten lopen (over weiland); om dit alternatief te bereiken moet de recreant echter Gemeentebestuur Kontich Verbinding tussen hoofdpoort 6 (Jachthoorn, Kontich) en de i.s.m. Jachthoorn recreatieve verbinding 1.2 tussen de Kleine Doornstraat (Wilrijk)/Dijkstraat (Aartselaar) en Doornstraat (Kontich) ten noorden van de de Edegemse Beek. Dit pad dient te worden gerealiseerd over percelen van de Jachthoorn en landbouwpercelen. Het pad dient te worden verworven of er dient een gebruiksovereenkomst te worden afgesloten met de grondeigenaar(s) en -gebruiker(s). Vervolgens wordt de weg ingericht met een 3 m brede halfverharde strook.
Prioriteit Uitvoerder / partners
1.7.3
Timing 1
Type
Aanleggen bijkomende OT/VW 20112012 recreatieve weg 1.2 ten /IR noorden van de Edegemse Beek tussen Dijkstraat en Doornstraat: voorstudie (i.h.k.v. inrichtingsplan oeverzones Edegemse Beek), verwerving en inrichting als recreatieve weg type II.
Deelgebied 1 Visie / actie
1.7.2
Nr.
11024_A_0007_A_000_00 11024_A_0009_B_000_00 11024_A_0012_A_000_00 11024_A_0013_B_000_00
11001_C_0016_A_000_00 11001_C_0024_F_000_02 11001_C_0024_M_000_02 11001_C_0024_N_000_02 11001_C_0024_P_000_02 11001_C_0025_A_000_00 11024_A_0013_A_000_00 11024_A_0013_A_000_02 11024_A_0013_B_000_00 11024_A_0014_F_000_00 11024_A_0014_H_000_00 Bij alternatief scenario 1: 11001_C_0029_E_000_00 11001_C_0029_K_000_00 11001_C_0040___000_00
Kadastrale percelen
7
1.7.4
Nr.
Type
Timing
Aanleggen bijkomende OT/VW 20112012 recreatieve weg 1.4 /IR tussen Edegemse Beek en Kontichsesteenweg: verwerving en inrichting als recreatieve weg type I.
Deelgebied 1 Visie / actie
2
Gemeentebestuur Aartselaar i.s.m. grondeigenaars en gebruikers
Prioriteit Uitvoerder / partners
Verbinding tussen Edegemse Beek en Kontichsesteenweg (lokale poort nr. 2). Dit pad bestaat reeds gedeeltelijk en is als erfdienstbaarheid opgenomen in de kadasterplannen. Het statuut van het pad dient te worden nagekeken en eventueel dient er een gebruiksovereenkomst te worden afgesloten met de grondeigenaar(s) en -gebruiker(s). Dit pad gaat over een huiskavel van een melkveebedrijf, hiermee dient rekening te worden gehouden. Er dient ook rekening te worden gehouden met de privacy van de woning Kontichsesteenweg 77 (het oorspronkelijke pad loopt over het erf, een omlegging is aangewezen). Vervolgens wordt de weg ingericht met een 3 m brede verharde en een 2 m brede niet-verharde strook.
De definitieve keuze rond de ligging van de recreatieve weg 1.2 dient te worden genomen in het gedetailleerde inrichtings- en beheerplan voor de oeverzones van de Edegemse Beek (zie actie 1.15.1) dat wordt opgemaakt in het kader van dit inrichtingsplan en het deelbekkenbeheerplan. De 3 m brede weg wordt half-verhard ingericht. Na de kruising met recreatieve weg 1.4 (komende van de Kontichsesteenweg) kan dit aangevuld worden met een 2 m brede niet-verharde strook. Het oostelijke deel van dit pad ligt op grondgebied van Kontich, het westelijke deel op grondgebied Aartselaar.
Omschrijving
11001_C_0011_B_000_00 11001_C_0039___000_00 11001_C_0041___000_00 11001_C_0042___000_00 11001_C_0043___000_00 11001_C_0048___000_00 11001_C_0048___000_02 11001_C_0049_A_000_00
Kadastrale percelen
8
1.7.5
Nr.
Type
Timing
OT/VW 2011Aanleggen bijkomende /IR 2012 recreatieve weg 1.5 ten zuiden van het golfterrein Drie Eycken en verder richting Jachthoorn: verwerving en inrichting als recreatieve weg type I (alternatief tracé voor buurtweg nr. 22).
Deelgebied 1 Visie / actie 2
Omschrijving
Gemeentebestuur Edegem Verbinding tussen Aartselaarstraat (Edegem) en hoofdpoort 6 i.s.m. grondeigenaars en - (Jachthoorn, Kontich). Deze verbinding is opgenomen in het PRUP Drie Eycken. gebruikers De verbinding ten zuiden van het golfterrein dient te worden verworven door het gemeentebestuur van Edegem of er dient een gebruiksovereenkomst te worden afgesloten met de grondeigenaar(s) en -gebruiker(s) van de betrokken landbouwpercelen (percelen ten oosten van recreatieve weg 1.7 zijn huiskavels). Hierna dient het gemeentebestuur Edegem het pad in te richten met een 3 m brede verharde en een 2 m brede nietverharde strook, met respect voor de aanwezige bomenrij.
Prioriteit Uitvoerder / partners
11472_C_0027_B_000_00 11472_C_0132_G_000_00 11472_C_0132_H_000_00 11472_C_0132_K_000_00 11472_C_0133_G_000_00 11472_C_0133_H_000_00 11472_C_0133_L_000_00 11472_C_0133_M_000_00
Kadastrale percelen
9
2
OT/VW 2011/IR 2012
Aanleggen bijkomende recreatieve weg 1.7 tussen recreatieve weg ten zuiden van het golfterrein en de Edegemse Beek: verwerving en inrichting als recreatieve weg type I.
Omschrijving
11472_C_0018_L_000_00 11472_C_0019_G_000_00 11472_C_0029_C_000_00 11472_C_0031_B_000_00 11472_C_0032_C_000_00 11472_C_0106_B_000_00 11472_C_0107_A_000_00 11472_C_0114_K_000_00 11472_C_0126_A_000_00 11472_C_0127_A_000_00
Kadastrale percelen
Gemeentebestuur Edegem Verbinding tussen de verbinding ten zuiden van het golfterrein en 11472_C_0027_B_000_00 i.s.m. grondeigenaars en - de recreatieve weg ten noorden van de Edegemse Beek. Het pad 11472_C_0135_B_000_00 dient te worden verworven door het gemeentebestuur van Edegem 11472_C_0136_B_000_00 gebruikers of er dient een gebruiksovereenkomst te worden afgesloten met de grondeigenaar(s) en -gebruiker(s). Hierna dient het gemeentebestuur Edegem het pad in te richten met een 3 m brede verharde en een 2 m brede niet-verharde strook, met respect voor de aanwezige bomenrij.
Verbindingen tussen hoofdpoort 1 (Golf Drie Eycken) en Drie Golfterrein Drie Eycken i.s.m. grondeigenaars en - Eikenstraat enerzijds en de verbindingen 1.5 en 1.7 ten zuiden van het golfterrein anderzijds. De verbindingen 1.6 zijn wandelwegen gebruikers opgenomen in het PRUP Drie Eycken en lopen door het golfterrein.
Prioriteit Uitvoerder / partners
1.7.7
Timing 1
Type
OT/VW 2009Aanleggen bijkomende 2011 recreatieve wandelwegen /IR 1.6 doorheen het golfterrein Drie Eycken: inrichting als recreatieve weg type I (alternatieve tracés voor buurtwegen nr. 19 en 22).
Deelgebied 1 Visie / actie
1.7.6
Nr.
10
1.7.8
Nr.
Type
Timing
Aanleggen bijkomende OT/VW 20112012 recreatieve weg 1.8 ten /IR noorden van de Edegemse Beek tussen Doornstraat en Aartselaarstraat: verwerving en inrichting als recreatieve weg type II.
Deelgebied 1 Visie / actie 1
Omschrijving
Gemeentebestuur Edegem Verbinding tussen Doornstraat (Kontich) en Aartselaarstraat i.s.m. grondeigenaars en - (Edegem) langs de Edegemse Beek. Dit pad dient te worden gerealiseerd over landbouwpercelen (grotendeels huiskavel van gebruikers een melkveebedrijf, enkel perceel C/27/B is geen huiskavel). Het pad dient te worden verworven of er dient een gebruiksovereenkomst te worden afgesloten met de grondeigenaar(s) en -gebruiker(s). Vervolgens wordt de weg ingericht met een 3 m brede halfverharde en een 2 m brede niet-verharde strook.
Prioriteit Uitvoerder / partners
11472_C_0027_B_000_00 11472_C_0136_B_000_00 11472_C_0137_A_000_00 11472_C_0138_A_000_00 11472_C_0139_A_000_00 11472_C_0140_C_000_00
Kadastrale percelen
11
1.7.9
Nr.
Type
Timing
(Her)aanleggen en openen OT/VW 2010 wandelcircuit op Vuile Plas /IR (zie ook actie 1.5.)
Deelgebied 1 Visie / actie 1
Vlaamse Overheid (Agentschap Wegen en Verkeer en Agentschap voor Natuur en Bos) i.s.m. Provinciebestuur (Dienst Mobiliteit).
Prioriteit Uitvoerder / partners Na de overdracht van het beheer van de gronden van het Agentschap Wegen en Verkeer naar het Agentschap voor Natuur en Bos dient ANB de wandelpaden op de Vuile Plas (her) aan te leggen en open te stellen. Zie ook openstellen lokale poort nr. 11 (actie 1.5.). Parallel aan de E19 voorziet de provincie een alternatieve functionele fietsroute. Samenwerking met de Provinciale Dienst Mobiliteit hierrond is dan ook nodig.
Omschrijving
11024_B_0005_B_000_00 11024_B_0010_A_000_00 11024_B_0035___000_00 11024_B_0036___000_00 11024_B_0039_A_000_00 11024_B_0041_K_000_00 11024_B_0011_C_000_00 11024_B_0054_G_000_00 11024_B_0037_B_000_00 11024_B_0038___000_00 11024_B_0006_D_000_00 11024_B_0009_A_000_00 11024_B_0010_B_000_00 11024_B_0040___000_00 11024_B_0042_D_000_00 11024_B_0011_B_000_00 11024_B_0011_G_000_00 11024_B_0008_C_000_00 11024_B_0007_C_000_00 11024_B_0005_A_000_00 11024_B_0011_A_000_00
Kadastrale percelen
12
OT/VW 2010 1.7.12 Aanleggen recreatieve 2011 weg nr. 1.12 tussen Drie /IR Eikenstraat en Geitenpad als verbinding van het stadsrandbos met het UZA en Fort VI.
1.7.11 Heropenen buurtweg nr. 35 tussen Vuile Plas en Groeningelei (langs de Baddenbroekse Hoeven) en inrichting als recreatieve weg type I.
1
Kadastrale percelen
Tegelijkertijd met de opening van het wandelcircuit op de Vuile Plas 11024_B_0012___000_00 dient ook de verbinding te worden opengesteld tussen de Vuile Plas en 11024_B_0013_A_000_00 de verbinding tussen de Aartselaarstraat en de Groeningelei. Deze verbinding bestaat reeds, maar is afgesloten. Deze weg wordt uitgevoerd als een 3 m brede half-verharde weg.
Omschrijving
Gemeentebestuur Edegem Om de verbinding van het stadsrandbos naar de buitenwereld te 11472_C_0054_D_000_00 i.s.m. UZA verbeteren, dient er een recreatieve weg te worden aangelegd van het 11472_C_0061_A_000_00 stadsrandbos naar het Geitenpad en verder naar de UZA-campus en 11472_C_0069_C_000_00 (grondeigenaar) het Fort VI. Deze route takt aan op één van de recreatieve wegen door het golfterrein.
Gemeentebestuur Kontich De verbinding tussen de Vuile Plas en de Groeningelei verloopt deels 11024_B_0011_C_000_00 i.s.m. grondeigenaars en - langs het tracé van de afgesloten, niet-afgeschafte buurtweg nr. 35. 11024_B_0011_D_000_00 Deze recreatieve verbinding dient, in overleg met de grondgebruiker en - 11024_B_0013_A_000_00 gebruikers eigenaar te worden heropend. Ter hoogte van de Baddenbroekse 11024_B_0020_D_000_00 Hoeven dient het tracé van in detail te worden bekeken, o.m. omwille 11024_B_0031_C_000_00 van de privacy van de bewoners van de hoeven. 11024_B_0034_D_000_00 De toegangsweg naar de Baddenbroekse Hoeven dient te worden opengesteld voor recreatieve gebruikers. Het deel tussen de Vuile Plas en de Baddenbroekse Hoeven dient te worden heringericht als recreatieve weg type I met een 3 m brede verharde en een 2 m brede niet-verharde strook.
Gemeentebestuur Kontich i.s.m. ANB, grondeigenaars en gebruikers
Prioriteit Uitvoerder / partners
1
Timing
OT/VW 2010 /IR
Type 1
Deelgebied 1 Visie / actie
OT/VW 2010 1.7.10 Heropenen recreatieve /IR verbinding tussen de verbinding Aartselaarstraat Groeningelei en de Vuile Plas: verwerving en inrichting als recreatieve weg type II.
Nr.
13
Bosuitbreiding & Natuurontwikkeling
1
1.7.15 Onderhoud en beheer BH recreatieve wegen
Gemeentebesturen (i.s.m. Provinciebestuur en ANB, grondeigenaars en grondgebruikers)
Agentschap voor Natuur en Bos i.s.m. Gemeentebestuur Edegem (en ev. grondeigenaar/gebruiker)
Gemeentebestuur Kontich (i.s.m. Provinciebestuur dienst Mobiliteit en Vlaamse Overheid Agentschap Wegen en Verkeer & Agentschap voor Natuur en Bos, grondeigenaars en gebruikers)
Prioriteit Uitvoerder / partners
3
Timing
1.7.14 Aanleg recratief OT/IR 2025wandelpad nr. 1.14 door 2030 nieuw schermbos
Type 3
Deelgebied 1 Visie / actie
1.7.13 Verwerven en aanleggen OT/VW 20132014 van recreatieve weg 1.13 /IR type I langs E19
Nr.
11472_C_0154_D_000_00 11472_C_0165_H_000_00 11472_C_0166_E_000_00 11024_B_0006_D_000_00 11024_B_0007_C_000_00 11024_B_0008_C_000_00 11024_B_0037_B_000_00 11024_B_0041_K_000_00 11024_B_0042_D_000_00 11024_B_0043_S_000_00 11024_B_0044_V_000_00 11024_B_0045_B_000_00 11024_B_0054_G_000_00
11472_C_0152_B_000_00 11472_C_0153_A_000_00 11472_C_0154_D_000_00 11472_C_0165_H_000_00
Dit recreatief pad is o.a. gericht op functionele en recreatieve fietsers, maar zal ook gebruikt worden door wandelaars. Het maakt deel uit van het functioneel fietsroutenetwerk van de provincie, waardoor het provinciebestuur de aanleg ervan kan subsidiëren. Deze weg vertrekt aan de Aartselaarstraat en loopt via een aan te leggen brug over de Edegemse Been en de Vuile Plas parallel aan de E19 tot de brug van de Groeningenlei over de E19. Via een ondersteek van de brug van de Groeningenlei is er zuidwaarts aansluiting met recreatieve weg nr. 2.10 (parallel aan de E19, nog aan te leggen) en recreatieve weg (nr. 2.9, langs de Groeningenlei richting Groeningenhof). Door de ondersteek onder de brug is er geen kruising van de Groeningenlei nodig. Het tracé van deze weg maakt gebruik van een bestaand onverhard pad (ten noorden van de Vuile Plas), het aan te leggen recreatief netwerk op de Vuile Plas en de vroegere ontsluitingsweg (reeds geasfalteerd) van de Vuile Plas weg. De vroegere ontsluitingsweg is van de E19 afgescheiden d.m.v. een berm. De weg wordt ingericht als 3 m brede verharde weg met daarnaast een 2 m brede onverharde strook. Tussen deze weg en de E19 dient een groenscherm te worden geplaatst. Er dienen maatregelen te worden genomen om gemotoriseerd verkeer tegen te gaan (inclusief handhaving). Nadat het schermbos voldoende gegroeid is, kan er een wandelpad worden aangelegd dat de Aartselaarstraat verbindt met de Vuile Plas. Doordat dit pad verder van de E19 ligt vormt dit een aangenamer alternatief dan het pad langs de E19.
De gemeentebesturen zijn de eindverantwoordelijken voor het onderhoud en het beheer van de recreatieve wegen. Ze kunnen voor het onderhoud en beheer beheersovereenkomsten afsluiten met de grondeigenaars en grondgebruikers van de gronden waarop de recreatieve wegen gelegen zijn.
Kadastrale percelen
Omschrijving
14
Aanplanting en beheer schermbos tussen Aartselaarstraat en E19 (fase 1 en 2)
Verwerven van te VW bebossen gronden - fase 1
1.9
1.9.1
20092014
2011-
Beheer golfterrein
beplantingen BH
2011
Uitvoeren beplantingsplan IR golfterrein
1.8.2
20092010
Opmaken gedetailleerd IR beplantingsplan van het golfterrein.
het
Timing
1.8.1
van
Type
Beplanting golfterrein
Deelgebied 1 Visie / actie
1.8
Nr.
1
1
1
1
Agentschap voor Natuur en Bos
Kadastrale percelen
Aankopen van de te bebossen gronden door het Vlaamse Gewest. 11472_C_0165_H_000_00 Alternatief kan de grondeigenaar of de grondgebruiker de grond zelf bebossen (eventueel met subsidies) of kan er een gebruiksovereenkomst worden opgemaakt tussen de eigenaar en het Vlaamse Gewest. Dit perceel komt prioritair in aanmerking voor aankoop en bebossing omdat het geen huiskavel is.
Binnen de krijtlijnen van het PRUP en het milieubeheerplan wordt een beplantingsplan opgemaakt voor het golfterrein. Het beplantingsplan dient te voldoen aan de criteria duurzaam bosbeheer (gebruik van inheemse soorten, aanleggen van bosranden, ...)
Omschrijving
11472_C_0031_B_000_00 11472_C_0032_C_000_00 11472_C_0106_B_000_00 11472_C_0112_C_000_00 11472_C_0114_K_000_00 11472_C_0115_E_002_00 Aanplanten van het golfterrein. Voor de aanplanting kan gebruik Golfterrein Drie Eycken 11472_C_0123_B_000_00 gemaakt worden van bebossingssubsidies van ANB. i.s.m. Provinciebestuur 11472_C_0125___000_00 Antwerpen & Agentschap 11472_C_0127_A_000_00 voor Natuur en Bos 11472_C_0126_A_000_00 11472_C_0129___000_00 Golfterrein Drie Eycken De beheerder van het golfterrein staat in voor het beheer van de 11472_C_0107_A_000_00 beplantingen op het terrein. Het Agentschap voor Natuur en Bos 11472_C_0117_F_000_00 11472_C_0117_E_000_00 kan advies geven rond het natuurgericht beheer ervan. 11472_C_0124_A_000_00 11472_C_0123_A_000_00 11472_C_0029_C_000_00 11472_C_0109_A_000_00 11472_C_0034_A_000_00 11472_C_0019_G_000_00 Golfterrein Drie Eycken i.s.m. Provinciebestuur Antwerpen & Agentschap voor Natuur en Bos
Prioriteit Uitvoerder / partners
15
20092018
20092028
Verwerven van te VW bebossen gronden - fase 1
Verwerven van te VW bebossen gronden - fase 2
Beplanten van gronden - IR fase 1
Beplanten van gronden - IR fase 1
Beplanten van gronden - IR fase 2
1.9.3
1.9.4
1.9.5
1.9.6
1.9.7
20202030
20152020
20102015
20102015
Opmaken beplantingsplan IR
Timing
1.9.2
Type
Deelgebied 1 Visie / actie
Nr.
2
2
1
2
1
1
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos
Prioriteit Uitvoerder / partners
11472_C_0152_B_000_00 11472_C_0153_A_000_00 11472_C_0154_D_000_00 11472_C_0165_H_000_00
Kadastrale percelen
Aanplanten van de percelen volgens de criteria duurzaam 11472_C_0152_B_000_00 bosbeheer. Het aanplanten kan gebeuren door ANB of de 11472_C_0153_A_000_00 grondeigenaar of -gebruiker (met bebossingssubsidies van ANB).
Aanplanten van de percelen volgens de criteria duurzaam 11472_C_0154_D_000_00 bosbeheer. Het aanplanten kan gebeuren door ANB of de grondeigenaar of -gebruiker (met bebossingssubsidies van ANB).
Aanplanten van de percelen volgens de criteria duurzaam 11472_C_0165_H_000_00 bosbeheer. Het aanplanten kan gebeuren door ANB of de grondeigenaar of -gebruiker (met bebossingssubsidies van ANB).
Aankopen van de te bebossen gronden door het Vlaamse Gewest. 11472_C_0152_B_000_00 Alternatief kan de grondeigenaar of de grondgebruiker de grond 11472_C_0153_A_000_00 zelf bebossen (eventueel met subsidies) of kan er een gebruiksovereenkomst worden opgemaakt tussen de eigenaar en het Vlaamse Gewest. Deze percelen zijn huiskavels.
Aankopen van de te bebossen gronden door het Vlaamse Gewest. 11472_C_0154_D_000_00 Alternatief kan de grondeigenaar of de grondgebruiker de grond zelf bebossen (eventueel met subsidies) of kan er een gebruiksovereenkomst worden opgemaakt tussen de eigenaar en het Vlaamse Gewest. Dit perceel is een huiskavel.
Opmaken van gedetailleerd beplantingsplan voor percelen, binnen de krijtlijnen van de criteria duurzaam bosbeheer. Bij de opmaak van het inrichtingsplan wordt de geluidsdempende en luchtzuiverende eigenschap van het bos geoptimaliseerd door een doordachte soortenkeuze en beplantingsschema van het schermbos. Het inrichtingsplan houdt rekening met de aanleg van de recreatieve weg 1.13 parallel met de E19 (actie 1.7.13).
Omschrijving
16
20102015
IR
BH
1.10.3 Beplanten van gronden
1.10.4 Beheer schermbossen
2015-
20102015
1.10.2 Opmaken beplantingsplan IR
2015-
Timing
20092014
Aanplanting en beheer schermbos langs E19 ten zuiden van de Vuile Plas (fase 1)
1.10
BH
Type
te VW
Beheer schermbossen
1.9.8
1.10.1 Verwerven van bebossen gronden
Deelgebied 1 Visie / actie
Nr.
1
1
1
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker (i.s.m. Bosgroep)
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker (i.s.m. Bosgroep)
Prioriteit Uitvoerder / partners
ANB, de grondeigenaar of de grondgebruiker staat in voor beheer van de schermbossen. Er wordt bijzonder op toegezien de aanplantingen slagen en dat de voorziene inrichting soortenmengeling gerealiseerd wordt. Ook de veiligheid van verkeer is een belangrijk aandachtspunt.
het dat en het
Aanplanten van de percelen volgens de criteria duurzaam bosbeheer. Het aanplanten kan gebeuren door ANB of de grondeigenaar of -gebruiker (met bebossingssubsidies van ANB).
Opmaken van gedetailleerd beplantingsplan voor percelen, binnen de krijtlijnen van de criteria duurzaam bosbeheer. Bij de opmaak van het inrichtingsplan wordt de geluidsdempende en luchtzuiverende eigenschap van het bos geoptimaliseerd door een doordachte soortenkeuze en beplantingsschema van het schermbos. Het inrichtingsplan houdt rekening met de aanleg van de recreatieve weg 1.13 parallel met de E19 (actie 1.7.13).
Aankopen van de te bebossen gronden door het Vlaamse Gewest. Alternatief kan de grondeigenaar of de grondgebruiker de grond zelf bebossen (eventueel met subsidies) of kan er een gebruiksovereenkomst worden opgemaakt tussen de eigenaar en het Vlaamse Gewest.
11024_B_0024_G_000_00 11024_B_0043_S_000_00 11024_B_0044_P_000_00 11024_B_0044_V_000_00 11024_B_0045_B_000_00
11472_C_0152_B_000_00 11472_C_0153_A_000_00 11472_C_0154_D_000_00 11472_C_0165_H_000_00
ANB, de grondeigenaar of de grondgebruiker staat in voor beheer van de schermbossen. Er wordt bijzonder op toegezien de aanplantingen slagen en dat de voorziene inrichting soortenmengeling gerealiseerd wordt. Ook de veiligheid van verkeer is een belangrijk aandachtspunt.
het dat en het
Kadastrale percelen
Omschrijving
17
20202030
IR
VW
BH
1.11.3 Beplanten van gronden
1.10.4 Verwerven relictbosje
1.10.5 Beheer
20092030
20102030
1.11.2 Opmaken beplantingsplan IR
Timing
20102028
Type
te VW
Uitbreiden relictbosje tussen Edegemse Beek en golfterrein door spontane verbossing en natuurontwikkeling & beheer (fase 2)
Deelgebied 1 Visie / actie
1.11.1 Verwerven van bebossen gronden
1.11
Nr.
3
3
3
3
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker (i.s.m. Bosgroep)
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker (i.s.m. Bosgroep)
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Prioriteit Uitvoerder / partners
Kadastrale percelen
ANB en/of de bosgroep coördineert een gezamenlijk beheer van 11472_C_0136_B_000_00 het relictbosje en de uitbreiding ervan. Het beheer van de bossen 11472_C_0135_B_000_00 zelf wordt uitgevoerd door de eigenaar, gebruiker of beheerder van het bos.
Om tot een optimaal en gezamenlijk beheer te komen kan het 11472_C_0135_B_000_00 Vlaamse Gewest het relictbosje aankopen. Alternatief wordt er door de grondeigenaar of de grondgebruiker een beheerplan opgesteld (i.s.m. de bosgroep en ANB) dat door de eigenaar/gebruiker wordt uitgevoerd (eventueel met subsidies).
Aanplanten van de percelen volgens de criteria duurzaam bosbeheer. Het aanplanten kan gebeuren door ANB of de grondeigenaar of -gebruiker (met bebossingssubsidies van ANB).
Opmaken van gedetailleerd beplantingsplan voor percelen, binnen de krijtlijnen van de criteria duurzaam bosbeheer. Deze bosuitbreiding zal eerder de vorm van een struweel of wastine aannemen i.p.v. massieve bosuitbreiding.
Aankopen van de te bebossen gronden door het Vlaamse Gewest. 11472_C_0136_B_000_00 Alternatief kan de grondeigenaar of de grondgebruiker de grond zelf bebossen (eventueel met subsidies) of kan er een gebruiksovereenkomst worden opgemaakt tussen de eigenaar en het Vlaamse Gewest. Er dient rekening mee te worden gehouden dat deze grond een huiskavel is.
Omschrijving
18
1.14
Zie actie 1.5. Kleine landschapselementen
Natuurontwikkeling Vuile Plas
op
BH
1.10.4 Beheer
1.13
20092020
IR
1.12.3 Beplanten van gronden
2015-
20092020
1.12.2 Opmaken beplantingsplan IR
Timing
20092018
Type
te VW
Aanplanten en beheren bos tussen Edegemse Beek en Groeningelei (fase 1)
Deelgebied 1 Visie / actie
1.12.1 Verwerven van bebossen gronden
1.12
Nr.
2
2
2
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker (i.s.m. Bosgroep)
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Prioriteit Uitvoerder / partners
Het beheer van de bossen wordt uitgevoerd door de eigenaar, gebruiker of beheerder van het bos. De bosgroep kan particuliere bosbeheerders ondersteuning geven bij het bosbeheer en mee het particuliere bosbeheer binnen het stadsrandbos op het beheer door ANB afstemmen.
Aanplanten van de percelen volgens de criteria duurzaam bosbeheer. Het aanplanten kan gebeuren door ANB of de grondeigenaar of -gebruiker (met bebossingssubsidies van ANB).
Opmaken van gedetailleerd beplantingsplan voor percelen, binnen de krijtlijnen van de criteria duurzaam bosbeheer. Er wordt gestreefd om het bos te integreren in de vallei van de Edegemse Beek door in de mate van het mogelijke inheemse natte bostypes aan te planten (geen populier). Delen van het bos kunnen spontaan verbossen (in plaats van bebossen door aan te planten)
Aankopen van de te bebossen gronden door het Vlaamse Gewest. Alternatief kan de grondeigenaar of de grondgebruiker de grond zelf bebossen (eventueel met subsidies) of kan er een gebruiksovereenkomst worden opgemaakt tussen de eigenaar en het Vlaamse Gewest. Er dient rekening mee te worden gehouden dat deze grond een huiskavel is.
Omschrijving
11024_A_0020_H_000_00 11024_A_0020_K_000_00 11024_A_0021_C_000_00 11024_A_0023_E_000_00 11024_A_0027___000_00 11024_A_0028___000_00 11024_A_0029_B_000_00
Kadastrale percelen
19
20112012
20122017
1.14.3 Heraanplanten bomenrij IR ten oosten van Kleine Doornstraat (Edegem)
Timing
1.14.2 Vervolledigen bomenrij IR langsheen Edegemse Beek tussen Aartselaarstraat en E19
Type
20112012
Deelgebied 1 Visie / actie
1.14.1 Heraanplanten bomenrij IR langsheen Edegemse Beek tussen Dijkstraat en Mandoerse Beek
Nr.
3
1
1
Gemeente Edegem i.s.m. wegbeheerder, aanpalende grondeigenaars en grondgebruikers
Gemeente Edegem i.s.m. Provinciebestuur (Dienst Waterbeleid), grondeigenaar en grondgebruiker
Gemeenten Aartselaar & Kontich i.s.m. Provinciebestuur (Dienst Waterbeleid), grondeigenaars en grondgebruikers
Prioriteit Uitvoerder / partners
11001_C_0016_A_000_00 11001_C_0029_E_000_00 11001_C_0029_K_000_00 11001_C_0040___000_00 11024_A_0013_A_000_00 11024_A_0013_A_000_02 11024_A_0013_B_000_00
Langs de Edegemse Beek is de bomenrij tussen de Dijkstraat (Aartselaar) en de monding met de Mandoerse Beek verdwenen. Hier en daar staan er wel enkele struiken. Het herstel van de bomenrij langs de Edegemse Beek is prioritair en dient te worden opgenomen in het gedetailleerde inrichtings- en beheerplan voor de oeverzones langs de Edegemse Beek (zie actie 1.15.1). De bomenrijen worden zoveel mogelijk gekoppeld met de recreatieve weg 1.2 die bij voorkeur ten noorden van de Edegemse Beek ligt. Tussen de Dijkstraat en het bedrijf Rentokil is er ten noorden van de Edegemse Beek onvoldoende plaats om een bomenrij aan te leggen. Hier wordt de bomenrij ten zuiden van de Edegemse beek voorzien. De provinciale dienst Waterbeleid prefereert het gebruik van es, zwarte els en inlandse eik boven populieren. Alle drie de soorten kunnen als geknot worden. Er dient zeker en vast gebruik te worden gemaakt van inheemse soorten. Het westelijke deel van de aan te planten bomenrij ligt op grondgebied Aartselaar, het oostelijke deel op grondgebied Kontich.
Hoewel dit gebiedje buiten de perimeter van het stadsrandbos ligt, buiten perimeter kant het aanplanten van bomen langs de oostzijde van de 11472_C_0059_B_000_00 Doornstraat de externe connectiviteit van het stadsrandbos met de 11472_C_0065_B_000_00 omgeving versterken. Deze bomenrij vormt een verbinding van de 11472_C_0066_B_000_00 reeds bestaande bomenrij langs de Doornstraat ten zuiden van de Drie Eikenstraat met de bomenrij langs het Geitenpad (en zo verder naar het UZA en Fort VI) en de bosjes langs de Kleine Struisbeek. Voorafgaandelijk overleg met de grondeigenaar(s) en beheerder(s) is aangewezen. Er dient gebruik te worden gemaakt van inheemse soorten.
Plaatstelijk ontbreekt er een stukje van de bomenrij ten noorden 11472_C_0151_F_000_00 van de Edegemse Beek. Deze dient te worden aangevuld, in overleg met de grondeigenaar en grondgebruiker van het aanliggende perceel. Er dient gebruik te worden gemaakt van inheemse soorten.
Kadastrale percelen
Omschrijving
20
1.15 Oeverzones 1.15.1 Opstellen van IR gedetailleerd inrichtingsen beheerplan voor de oeverzones langs de Edegemse Beek, in overleg met grondeigenaars en gebruikers
20092011
2012-
Timing
1.14.5 Beheer van de bomenrijen BH
Type
20132014
Deelgebied 1 Visie / actie
1.14.4 Aanleggen bomenrij IR tussen E19 en recreatieve weg 1.13
Nr.
1
3
Provinciale Dienst Waterbeleid i.s.m. gemeentebesturen, Agentschap voor Natuur en Bos, grondeigenaars en -gebruikers
Gemeenten i.s.m. Provinciebestuur (Dienst Waterbeleid), ANB, grondeigenaars en grondgebruikers
Gemeentebestuur Kontich (i.s.m. Provinciebestuur dienst Mobiliteit en Vlaamse Overheid Agentschap Wegen en Verkeer & Agentschap voor Natuur en Bos)
Prioriteit Uitvoerder / partners
De algemene principes voor de inrichting en het beheer van de oeverzones die binnen de inrichtingsstudie worden gegeven dienen te worden verfijnd in een inrichtings- en beheerplan in overleg met de eigenaars en gebruikers van de gronden langs de Edegemse Beek. Dit inrichtings- en beheerplan wordt ook gekaderd in het deelbekkenbeheerplan. Ook de aanleg van recreatieve wegen nrs. 1.2 en 1.8 langs de Edegemse Beek en de aanleg van bomenrijen (actie 1.14.1) dienen te worden ingepast in het gedetailleerde inrichtings- en beheerplan. Het gedetailleerde inrichtings- en beheerplan dient de exacte ligging van de recreatieve wegen vast te leggen, in overleg met de grondgebruikers en -eigenaars.
Alle percelen die grenzen aan de Edegemse Beek komen in aanmerking als oeverzone. Het gedetailleerde inrichtingsplan zal vastleggen welke percelen effectief zullen worden betrokken in het oeverzonebeheer.
11472_C_0154_D_000_00 11472_C_0165_H_000_00 11472_C_0166_E_000_00 11024_B_0006_D_000_00 11024_B_0007_C_000_00 11024_B_0008_C_000_00 11024_B_0037_B_000_00 11024_B_0041_K_000_00 11024_B_0042_D_000_00 11024_B_0043_S_000_00 11024_B_0044_V_000_00 11024_B_0045_B_000_00 11024_B_0054_G_000_00
Ter afscheiding van de recreatieve weg nr. 1.13 (zie actie 1.7.13) langs de E19 wordt een groenscherm aangeplant, in overleg met de grondeigenaar en -gebruiker. Omwille van de veilgheid van het wegverkeer mag dit groenscherm niet te hoog worden. Er dient dus gewerkt te worden met hakhout of knotbomen, of een struikengordel met niet te hoog groeiende struiken. Ten noorden van de Vuile Plas is er reeds een volledige bomenrij aanwezig, deze dient te worden nagekeken en plaatselijk te worden ingeboet. Ter hoogte van de Vuile Plas dient het groenscherm te worden geïntegreerd in de herinrichting van de poort Vuile Plas (zie actie 1.5), de inrichting van het recreative circuit op de Vuille Plas (actie 1.7.9) en de inrichting van de recreatieve weg 1.13 (actie 1.7.13).
Het beheer van de bomenrijen gebeurt door de eigenaar van de bomen, tenzij er andere gebruiken zijn. De eigenaar kan het beheer overdragen aan de gemeenten of de grondgebruiker.
Kadastrale percelen
Omschrijving
21
2
BH
1.15.4 UItvoeren van aangepast beheer in de oeverzones
2013-
1
20112913
de IR/OT de de
Prioriteit Uitvoerder / partners
1.15.3 Uitvoeren van inrichtingswerken in oeverzones langs Edegemse Beek
Timing 1
Type
20112012
Deelgebied 1 Visie / actie
1.15.2 Verwerving van delen van VW de percelen langs de Edegemse Beek of afsluiten van beheers- of gebruiksovereenkomsten tussen de overheid en grondeigenaars/gebruike rs voor de realisatie van de oeverzones
Nr.
Uitvoeren van het beheerplan.
De inrichtingswerken worden uitgevoerd door de Vlaamse Overheid (ANB), het provinciebestuur of de grondgebruikers/grondeigenaars (i.h.k.v. beheers/gebruiksovereenkomsten)
De delen waarvoor in het inrichtingsplan een aangepaste of recreatieve inrichting of een aangepast beheer wordt voorzien dienen te worden verworven door het provinciebestuur of de Vlaamse Overheid (ANB). Alternatief kunnen er beheersovereenkomsten worden afgesloten tussen de grondgebruikers en de VLM, of gebruiksovereenkomsten tussen de eigenaars/beheerders en de provinciale overheid (Dienst Waterbeleid).
Omschrijving
Kadastrale percelen
22
Opmaken gedetailleerde IR/O 2013 inrichtingsplan voor T hoofdpoort Kapittelhoeve
20102012
2.1.2
-
2
2
Provinciebestuur Antwerpen (i.s.m. Agentschap voor Natuur en Bos, Erfgoed Vlaanderen en Gemeente Kontich)
Provinciebestuur Antwerpen
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
Verwerven gronden of VW afsluiten gebruiksovereenkomst gronden en gebouwen hoofdpoort Kapittelhoeve
Poorten Hoofdpoort 2 Kapittelhoeve (Kontich)
Deelgebied 2 Visie / actie
2.1.1
2.1
Nr.
Opmaken van een gedetailleerd inrichtingsplan binnen de uniforme inrichting van het stadsrandbos (landschappelijke inkleding, ruimtelijke ordening van de hoofdpoort (waar komt parking en fietsenstalling, waar komen infopanelen, rustbanken, lig- of speelweide, hondenweide, ...). De gebouwen kunnen worden hergebruikt als informatie- en bezoekerscentrum voor het stadsrandbos, met respect voor het beschermd historisch karakter van de gebouwen. Er kan eventueel ook fietsverhuur worden voorzien. Er dient ook een auto- en fietsparking te worden ingericht. Voor een goede ontsluiting dient de toegangsweg te worden verbreed. De uniforme inrichting wordt mede gewaarborgd door het uniform materialengebruik. Voor het beschermd erfgoed kan Erfgoed Vlaanderen vzw een belangrijke partner zijn.
Het Provinciebestuur koopt gronden aan met het oog op de realisatie van de hoofdpoort. In een alternatief scenario wordt er een gebruiksovereenkomst gesloten tussen het provinciebestuur en de grondeigenaar(s) en gebruiker(s). Binnen zo een gebruiksovereenkomst neemt het provinciebestuur de inrichting en het onderhoud van de hoofdpoort op zich, naast een vergoeding voor het gebruik van de percelen als hoofdpoort.
Omschrijving
11024_B_0425_D_000_00 11024_B_0436___000_00 11024_B_0437___000_00 11024_B_0438___000_00 11024_B_0439___000_00 11024_B_0440___000_00 11024_B_0442_A_000_00 11024_B_0442_B_000_00 11024_B_0443_C_000_00 11024_B_0444_A_000_00 11024_B_0445___000_00 11024_B_0446___000_00 11024_B_0447_C_000_00 11024_B_0448_A_000_00 11024_B_0448_B_000_00 11024_B_0449___000_00 11024_B_0453_A_000_00
Kadastrale percelen
1
Kadastrale percelen
Heraanleggen van de hoofdpoort Satenrozen. Provinciebestuur Antwerpen (i.s.m. ANB en Gemeente Kontich)
3
Uitvoeren inrichtingsplan IR/O 2015 hoofdpoort Satenrozen en T opensteling
het Geen kadastraal nummer
2.2.2
van
De hoofdpoort Satenrozen maakt voornamelijk Provinciebestuur Antwerpen (i.s.m. ANB en gebruik van reeds bestaande infrastructuur (nl. gemeentelijke parking). De omgeving dient echter te Gemeente Kontich) worden ingericht om landschappelijk en visueel aan te sluiten bij het stadsrandbos. Er dient fietsparking, een informatiebord, rustbanken , schuilhut, en eventueel picknickmogelijkheden te worden voorzien, dit alles groen ingekaderd. Deze hoofdlijnen worden vertaald in een gedetaileerd inrichtingsplan binnen de uniforme inrichting van het stadsrandbos. De uniforme inrichting wordt mede gewaarborgd door het uniform materialengebruik.
eigendom
3
Gemeentebestuur Kontich Gronden zijn reeds gemeentebestuur Kontich
Opmaken gedetailleerde IR/O 2014 inrichtingsplan voor T hoofdpoort Satenrozen
niet VW
Realisatie van de (her)inrichting van de Kapittelhoeve en omgeving. Erfgoed Vlaanderen vzw kan de restauratie van de Kapittelhoeve op zich nemen.
Het beheer en onderhoud van de hoofdpoort Provinciebestuur Antwerpen (i.s.m. gebeurd door het provinciebestuur. De betrokken gemeenten kunnen gebruik maken van het Gemeente Kontich) bezoekerscentrum om een natuureducatieve werking (met natuureducatief medewerker of vrijwillige gidsen) uit te bouwen (te bespreken).
Provinciebestuur Antwerpen (i.s.m. ANB, Erfgoed Vlaanderen en Gemeente Kontich)
Omschrijving
2.2.1
Grondverwerving nodig
-
Hoofdpoort 3 Satenrozen (Kontich)
2.2
2014-
Beheer en onderhoud BH hoofdpoort Kapittelhoeve
2.1.4
2
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
Uitvoeren inrichtingsplan IR/O 2014 hoofdpoort Kapittelhoeve T
Deelgebied 2 Visie / actie
2.1.3
Nr.
2
Hoofdpoort Sportcentrum (Aartselaar)
2.3
5 De
Ark
infopunt IR/O 2012 T
Uitbouwen Keizershoek
2.2.4
2015-
3
Omschrijving
Gemeentebestuur Kontich i.s.m. Provinciebestuur Antwerpen en Agentschap Wegen en Verkeer (wegbeheerder)
Kadastrale percelen
Keizershoek is een belangrijk lokaal Geen kadastraal nummer, hoek verkeersknooppunt, zowel voor fietsers Expressweg met Keizershoek (oversteekbaarheid expressweg door verkeerslichten) als voor automobilisten (verbinding tussen Reet en E19). Er wordt dan ook geopteerd om hier een landmark te plaatsen die ook als informatieen oriëntatiepunt dient. Dit oriëntatiepunt stuurt recreanten en geïnteresseerden door naar het hoofdportaal Satenrozen, dat een belangrijke onthaalfunctie zal hebben naar recreanten die via de E19 naar het stadsrandbos komen.
Gemeentebestuur Kontich Gezien het eigendomsstatuur en de beperkte oppervlakte van de hoofdpoort, wordt ervoor geopteerd dat het beheer en onderhoud van deze hoofdpoort verdergezet wordt door de gemeente Kontich.
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
Beheer en onderhoud BH hoofdpoort Satenrozen
Deelgebied 2 Visie / actie
2.2.3
Nr.
3
Uitvoering herinrichting IR/O 2010 hoofdpoort De Ark - deel 2 T
Beheer en onderhoud BH hoofdpoort "De Ark'
2.3.3
2.3.4
2008-
Uitvoering herinrichting IR/O 2009 hoofdpoort De Ark - deel 1 T
2.3.2
2
1
1
Omschrijving
Gemeente Aartselaar
Gemeente Aartselaar
Gemeente Aartselaar
Het gemeentebestuur blijft verantwoordelijk voor het onderhoud en het beheer van het sportcentrum en de toegevoegde recreatieve infrastructuur.
Uitvoeren van het herinrichtingsplan. De landschappelijke inpassing van het sportcentrum gebeurt in de tweede fase van de uitvoering van het herinrichtingsplan.
Uitvoeren van het herinrichtingsplan. In eerste instantie dient er een aansluiting te komen met de omgevende recreatieve wegen, dienen de bewegwijzering te worden aangepast (inpassen in huisstijl stadsrandbos) en dient er een infobord te worden geplaatst. Ook de integratie van de bestaande horeca binnen het stadsrandbos en het voorzien van fietsverhuur kan tijdens de eerste fase gebeuren.
Gemeente Aartselaar Het terrein van het sportcentrum dient te worden i.s.m. Provinciebestuur heringericht om te passen binnen de huisstijl van het stadsrandbos (uniforme inrichting en uniform Antwerpen materialengebruik). Er wordt dan ook een herinrichtingsplan gemaakt conform de huisstijl van het stadsrandbos. Het inrichtingsplan omvat de landschappelijke inkleding (integratie bestaande gebouwen in stadsrandbos) en de inrichting van de poort (infopaneel, integratie horeca, voorzien van fietsenvernhuur, aanpassen bewegwijzering, aansluiting op recreatieve wegen, publiek toegankelijke toiletten, rustbanken, picknicktafels). Het (her)inrichtingsplan dient te worden ingepast in het RUP Sportcentrum "De Ark" en de inrichtingsstudie van het stadsrandbos.
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
Opmaken gedetailleerde IR/O 2009 (her)inrichtingsplan voor T hoofdpoort De Ark
Deelgebied 2 Visie / actie
2.3.1
Nr. 11001_C_0064_E_000_00 11001_C_0064_F_000_00 11001_C_0065___000_02 11001_C_0066_G_000_00 11001_C_0067_C_000_00
Kadastrale percelen
ok
4
Lokale poort 10 onderdoorgang Pierstraat onder E19 en kruising met Mandoerse Beek (Kontich)
2.5
2012-
Onderhoud en lokale poort nr. 9
2.4.3
beheer BH
Opmaken inrichtingsplan IR/O 2012 en inrichten lokale poort T nr. 9
2.4.2
20102011
Aankopen perceel (deel) of VW afsluiten gebruiksovereenkomst met grondeigenaar en/of gebruiker
2.4.1
2
1
1
Gemeente Kontich
Gemeente Kontich
Gemeente Kontich
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
Lokale poort 9 Pierstraat (fietspad naar Pannebossen en Groeningenhof, Kontich)
Deelgebied 2 Visie / actie
2.4
Nr.
Kadastrale percelen
Het gemeentebestuur staat in voor het onderhoud en het beheer van de lokale poort.
Er wordt een inrichtingsplan gemaakt en gerealiseerd conform de huisstijl van het stadsrandbos. Het inrichtingsplan omvat de landschappelijke inkleding en de inrichting van de poort (infopaneel, fietsenstalling, rustbank). Er wordt gestreefd naar uniformiteit in het stadsrandbos door een uniforme inrichting en materiaalgebruik.
De gemeente Kontich koopt het perceel aan of sluit 11024_A_0172_E_000_02 (deel) of een gebruiksovereenkomst af met de eigenaar en/of 11024_A_0170_H_000_00 (deel) gebruiker met het oog op het realiseren van een lokale poort. In het ideale geval wordt de poort ingeplant aan het begin van het fietspad naar de Pannebossen langs de Pierstraat (perceel 11024_A_0170_H_000_00), maar dit is hoogstwaarschijnlijk niet haalbaar (afsluiting privépark te verplaatsen). De geselecteerde locatie bevindt zich achter de bebouwing langs de aanzet van het fietspad (deel van perceel 11024_A_0172_E_000_02), in een zone voorzien voor bosuitbreiding (2e fase).
Omschrijving
5
Onderhoud en beheer BH lokale poort nr. 10
Recreatieve wegen Aanleggen recreatieve OT/V 2012 weg 2.1 tussen W/IR Kontichsesteenweg en sportcentrum De Ark (westelijke tak): verwerving en inrichting als recreatieve weg type I.
2.5.3
2.6 2.6.1
2012-
Opmaken inrichtingsplan IR/O 2012 en inrichten lokale poort T nr. 10
2.5.2
20102011
2
2
2
2
Gemeentebestuur Aartselaar i.s.m. grondeigenaars en gebruikers
Gemeente Kontich
Gemeente Kontich
Gemeente Kontich
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
Aankopen perceel of VW afsluiten gebruiksovereenkomst met grondeigenaar en/of gebruiker
Deelgebied 2 Visie / actie
2.5.1
Nr.
Kadastrale percelen
Verzekeren van de verbinding door verlenging van bestaande weg tussen Kontichsesteenweg en hoeve voorbij de hoeve (Kontichsesteenweg 74). Dit pad ontsluit verbindt het speelbos met De Ark. Het pad dient te worden verworven of er dient een gebruiksovereenkomst te worden afgesloten met de grondeigenaar(s) en -gebruiker(s). Dit pad gaat door een huiskavel van een landbouwbedrijf, hiermee dient rekening te worden gehouden. Vervolgens wordt de weg ingericht met een verharde (3 m) en een niet-verharde (2 m) strook.
Het gemeentebestuur staat in voor het onderhoud en het beheer van de lokale poort.
Er wordt een inrichtingsplan gemaakt en gerealiseerd conform de huisstijl van het stadsrandbos. Het inrichtingsplan omvat de landschappelijke inkleding en de inrichting van de poort (infopaneel, fietsenstalling, rustbank). Er wordt gestreefd naar uniformiteit in het stadsrandbos door een uniforme inrichting en materiaalgebruik.
11001_C_0051_B_000_00 11001_C_0052_B_000_00 11001_C_0064_E_000_00 11001_C_0069_D_000_00 11001_C_0080_D_000_00 11001_C_0080_E_000_00 11001_C_0081_D_000_00
De gemeente Kontich koopt het perceel aan of sluit 11024_B_0411_E_000_00 een gebruiksovereenkomst af met de eigenaar en/of gebruiker met het oog op het realiseren van een lokale poort. Dit perceel sluit aan bij een zone voorzien voor bosuitbreiding (2e fase).
Omschrijving
ok
6
2.6.2
Nr.
2
Gemeentebestuur Aartselaar & Gemeentebestuur Kontich i.s.m. Provinciebestuur (Dienst Waterbeleid) en grondeigenaars en gebruikers
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
Aanleggen recreatieve OT/V 2012weg 2.2 langs de beek W/IR 2014 tussen Groeningenhof en Oever: verwerving en inrichting als recreatieve weg type II.
Deelgebied 2 Visie / actie Kadastrale percelen 11001_C_0098_P_000_00 11001_C_0099_E_000_00 11001_C_0099_D_000_00 11001_C_0101_A_000_00 11001_C_0102_A_000_00 11001_C_0103_A_000_00 11001_C_0103_A_000_00 11001_C_0117___000_00 11001_C_0118_A_000_00 11024_A_0093_B_000_00 11024_A_0096_D_000_00 11024_A_0097_D_000_00 11024_A_0097_E_000_00 11024_A_0097_F_000_00 11024_A_0108___000_00 11024_A_0109___000_00 11024_A_0110___000_00 11024_A_0111___000_00 11024_A_0112___000_00 11024_A_0113___000_00 11024_A_0181_C_000_00
Omschrijving Dit pad gaat van het noorden naar het zuiden langs de beek die de verbinding vormt tussen het Groeningenhof en Oever. Het pad ligt zowel op grondgebied van Aartselaar als van Kontich. De exacte locatie van het pad dient nog te worden bepaald binnen het gedetailleerde inrichtings- en beheerplan voor de oeverzones dat wordt opgemaakt in het kader van het deelbekkenbeheerplan, maar het pad ligt aansluitend bij de beek. Het pad kan worden gesitueerd in de te ontwikkelen oeverzone. Het pad dient te worden verworven of er dient een gebruiksovereenkomst te worden afgesloten met de grondeigenaar(s) en -gebruiker(s). Dit pad gaat over (een) huiskavel(s) van een melkveebedrijf, hiermee dient rekening te worden gehouden. Vervolgens wordt de weg ingericht met een halfverharde (3 m) en een niet-verharde (2 m) strook.
ok
7
Nr.
Deelgebied 2 Visie / actie
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
Omschrijving 11024_A_0212_D_000_00 11024_A_0215_E_000_00 11024_A_0216_A_000_00 11024_A_0217___000_00 11024_A_0218_A_000_00 11024_A_0233_C_000_00 11024_A_0234_B_000_00 11024_A_0234_C_000_00 11024_A_0244_A_000_00 11024_A_0244_B_000_00 11024_A_0244_C_000_00 11024_A_0245___000_00 11024_A_0246___000_00 11024_A_0247_A_000_00 11024_A_0247_C_000_00 11024_A_0248_A_000_00 11024_A_0250_A_000_00 11024_A_0250_B_000_00 11024_A_0250_C_000_00 11024_A_0250_F_000_00 11024_A_0251_C_000_00 11024_A_0258_K_000_00 11024_A_0260___000_00 11024_A_0261_A_000_00 11024_G_0307_C_000_00
Kadastrale percelen
ok
8
3
1
Heropenen buurtweg nr. OT/V 2009 34 langs de Pannebossen W/IR als recreatieve weg 2.4 en eventuele herinrichting OF openen van de dreef ten zuiden van de Pannebossen en aanplanten van scheidende haag met doornige struiken.
2.6.4
Gemeentebestuur Kontich i.s.m. Eigenaar Pannebossen en eigenaar/gebruiker oostzijde van (het verlengde van) de buurtweg
Gemeentebestuur Aartselaar i.s.m. grondeigenaars en gebruikers
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
Aanleggen recreatieve OT/V 2014 weg 2.3 tussen Kleistraat W/IR en recreatieve weg 2.2 langs de beek tussen Groeningenhof en Oever: verwerving en inrichting als recreatieve weg type I.
Deelgebied 2 Visie / actie
2.6.3
Nr.
Kadastrale percelen 11001_C_0102_A_000_00 11001_C_0104_D_000_00 11001_C_0114_A_000_00 11001_C_0115_A_000_00
11024_A_0122_K_000_00 11024_A_0122_L_000_00 11024_A_0122_M_000_00 11024_A_0178_S_000_00 11024_A_0178_T_000_00
Omschrijving Dit pad verbindt de Kleistraat met de recreatieve weg langs de beek tussen het Groeningenhof en Oever. Het pad gaat volledig door een gebied waar bosuitbreiding is voorzien en vertrekt op het einde van een bestaande, open weg. Het pad dient te worden verworven of er dient een gebruiksovereenkomst te worden afgesloten met de grondeigenaar(s) en -gebruiker(s). Dit pad gaat over een (potentiële) huiskavel van een melkveebedrijf, hiermee dient rekening te worden gehouden. Vervolgens wordt de weg ingericht met een verharde (3 m) en een niet-verharde (2 m) strook.
Deze buurtweg is nog steeds opgenomen in de Atlas der Buurtwegen en dient dus open te zijn voor het publiek. Het heropenen van deze weg is een prioritaire actie voor het functioneren van het stadsrandbos. Eventueel dient deze weg te worden heringericht. De eigenaar van de Pannebossen (en de buurtweg) heeft echter bezwaren tegen de heropening van de buurtweg. Daarom wordt als alternatief voor de heropening van de buurtweg de opening van de dreef ten zuiden van de Pannebossen voorgesteld. Als afscheiding met de Pannebossen word het aanplanten van een doornige struikenhaag vooropgesteld. Ten zuiden van deze weg wordt ook een bomenrij voorzien (zie actie 2.14.5).
9
2
2
2
Aanleggen recreatieve OT/V 2010weg 2.6 vanaf Pierstraat W/IR 2012 naar Kapittelhoeve via de Mandoerse Beek: voorstudie, verwerving en inrichting als recreatieve weg type II
Aanleggen recreatieve OT/V 2012 weg 2.7 tussen de W/IR recreatieve weg 2.6 langs de Mandoerse Beek en het fietspad tussen de Pierstraat en Groeningenhof: verwerving en inrichting als recreatieve weg type II
2.6.6
2.6.7
11024_B_0411_E_000_00 11024_B_0411_F_000_00 11024_B_0411_G_000_00 11024_B_0412_B_000_00 11024_B_0413_A_000_00 11024_B_0413_B_000_00 11024_B_0419_A_000_00 11024_B_0419_B_000_00 11024_B_0420_A_000_00 11024_B_0420_B_000_00 11024_B_0430___000_00 11024_B_0431___000_00 11024_B_0432___000_00 11024_B_0433___000_00 11024_A_0145_C_000_00 11024_A_0146_B_000_00 11024_A_0149_A_000_00 11024_A_0172_E_000_02
Gemeentebestuur Kontich Deze recreatieve weg loopt grotendeels langs de i.s.m. grondeigenaars en - Mandoerse Beek. De realisatie ervan dient dan ook te gebeuren in combinatie met de realisatie van gebruikers oeverzones (zie actie 2.XX) en de realisatie van het deelbekkenbeheerplan. Om verstoring van fauna te voorkomen wordt het pad beperkt tot de Kapittelhoeve. De eerste 60 m van dit pad zijn al aangelegd als bedieningsweg voor de achterliggende woningen. De weg wordt ingericht met een half-verharde (3 m) en een niet-verharde (2 m) strook.
Gemeentebestuur Kontich Deze weg verbindt de Kapittelhoeve, de Mandoerse i.s.m. grondeigenaars en - Beek en de Pannebossen met mekaar. De weg ligt in een bosuitbreidingszone (fase 2). Gezien gebruikers bosuitbreiding op langere termijn wordt voorzien, wordt de weg langs de perceelsrand gelocaliseerd. Voor de inrichting van de weg voorzien we een halfverharde (3 m) en een niet-verharde (2 m) strook.
Kadastrale percelen 11024_A_0183_D_000_00 11024_A_0190_S_000_00 11024_A_0196_A_002_00 11024_A_0196_S_000_00
Omschrijving
Gemeentebestuur Kontich Het eerste deel van deze weg (250 m) is reeds in i.s.m. grondeigenaars en - gebruik voor de toegang tot de huizen nrs. 206 t.e.m. 228. De verderop gelegen weg is reeds in gebruikers privé-gebruik. Het openstellen van deze weg (125 m) tot aan de buurtweg langs de Pannebossen geeft toegang tot het recratief netwerk van het stadsrandbos. Dit is echter pas relevant nadat de buurtweg langs de Pannebossen heropend is.
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
Aanleggen recreatieve OT/V 2009 weg 2.5 tussen zijstraat W/IR van de Pierstraat (Pierstraat nrs. 206 t.e.m. 228) en buurtweg 34 (recreatieve weg 2.4): verwerving en inrichting als recreatieve weg type II
Deelgebied 2 Visie / actie
2.6.5
Nr.
10
2
1
Verwerven en aanleggen OT/V 2010van recreatieve weg 2.9 W/IR 2012 type I langs de Groeningenlei
2.6.9
11024_B_0424_V_000_00 11024_B_0425_C_000_00 11024_B_0425_D_000_00 11024_B_0453_A_000_00
Gemeentebestuur Kontich De Groeningenlei is momenteel niet veilig voor i.s.m. grondeigenaars en - fietsers, voetgangers en andere recreanten. Ter hoogte van de Kapittelhoeve is er voldoende ruimte gebruikers om een recreatieve wandel- en fietsweg aan te leggen, die aansluit op de dreven van Groeningenhof. Het gemeentebestuur van Kontich dient de nodige gronden te verwerven voor de aanleg van deze recreatieve weg en de weg aan te leggen. Er wordt voorgesteld een 3 m brede verharde strook en een 2 m brede onverharde strook aan te leggen. Tussen de rereatieve weg en de Groeningenlei wordt een bomenrij aangelegd (zie actie 2.14.6)
Kadastrale percelen 11024_B_0425_D_000_00 11024_B_0440___000_00 11024_B_0443_C_000_00 11024_B_0451___000_00 11024_B_0453_A_000_00
Omschrijving
Gemeentebestuur Kontich Deze weg is momenteel privé-eigendom en dient te i.s.m. grondeigenaars en - worden verworven en opengesteld in het kader van de openstelling van de hoofdpoort Kapittelhoeve. De gebruikers weg zal ook dienen te worden verbreed en heringericht om het verkeer vlot naar de parking te laten komen.
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
Verwerven, herinrichten OT/V 2012 en openstellen W/IR toegangsweg tot de Kapittelhoeve (recreatieve weg 2.8)
Deelgebied 2 Visie / actie
2.6.8
Nr.
11
2.7
Speelbos "De Ark" (fase 1)
Bosuitbreiding & Natuurontwikkeling
1
2.6.11 Onderhoud en beheer BH recreatieve wegen Gemeentebesturen (i.s.m. Provinciebestuur en ANB, grondeigenaars en grondgebruikers)
Gemeentebestuur Kontich (i.s.m. Provinciebestuur dienst Mobiliteit en Vlaamse Overheid Agentschap Wegen en Verkeer & Agentschap voor Natuur en Bos, grondeigenaars en gebruikers)
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
3
Deelgebied 2 Visie / actie
2.6.10 Verwerven en aanleggen OT/V 2013van recreatieve weg 2.10 W/IR 2014 type I langs E19
Nr. 11024_B_0411_E_000_00 11024_B_0411_F_000_00 11024_B_0411_G_000_00 11024_B_0414_A_000_00 11024_B_0415_M_000_00 11024_B_0415_P_000_00 11024_B_0417_D_000_00 11024_B_0417_F_000_00 11024_B_0421_A_000_00 11024_B_0422_A_000_00 11024_B_0423_A_000_00 11024_B_0424_V_000_00 11024_B_0427_A_000_00
Dit recreatief pad is voornamelijk gericht op functionele en recreatieve fietsers, maar zal ook gebruikt worden door wandelaars. Het sluit aan op een vergelijkbare recreatieve weg ten noorden van de Groeningenlei parallel aan de E19 (recreatieve weg 1.13), die opgenomen is in het functioneel fietsroutenetwerk. De aansluiting met de recreatieve weg 1.13 kan onder de brug van de Groeningenlei over de E19 gebeuren, waar deze weg ook aansluit op de recreatieve weg 2.9 langs de Groeningenlei. Naast de aanloop van de brug van de Groeningenlei is deze weg reeds aanwezig, maar dient deze te worden verhard. Op het zuidelijke eindpunt sluit de weg aan op de lokale poort nr. 10 en de recreatieve weg langs de Mandoerse Beek richting Kapittelhoeve. De weg wordt ingericht als 3 m brede verharde weg met daarnaast een 2 m brede onverharde strook. Tussen deze weg en de E19 dient een groenscherm te worden geplaatst (zie actie 2.14.7).
De gemeentebesturen zijn de eindverantwoordelijken voor het onderhoud en het beheer van de recreatieve wegen. Ze kunnen voor het onderhoud en beheer beheersovereenkomsten afsluiten met de grondeigenaars en grondgebruikers van de gronden waarop de recreatieve wegen gelegen zijn.
Kadastrale percelen
Omschrijving
12
Opmaken beplantingsplan
2.7.2
IR/O 2011 T
20092011
1
1
Agentschap voor Natuur en Bos i.s.m. Gemeentebestuur Aartselaar en Aartselaarse Jeugdraad
Agentschap voor Natuur en Bos i.s.m. Grondeigenaar(s) en gebruiker(s)
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
te VW
Verwerven van bebossen gronden
Deelgebied 2 Visie / actie
2.7.1
Nr.
Opmaken van gedetailleerd beplantingsplan voor percelen, binnen de krijtlijnen van de criteria duurzaam bosbeheer en met inachtname van het toekomstig gebruik als speelbos. Dit houdt in dat de gekozen soorten robuust moeten zijn, dat er geen soorten met giftige plantendelen worden gebruikt en dat de plantdichtheden plaatselijk zeer dicht mogen zijn. Ook is er minimaal één voldoende grote open plek nodig. Bij de inrichting kunnen er ook wijzigingen aan het reliëf worden aangebracht om het natuurlijk karakter van het speelbos te maximaliseren. Het inplanten van speeltoestellen is uit den boze, de natuur zelf dient de spelprikkels te geven. Om de jeugd van bij het begin bij het speelbos te betrekken is het aangewezen de jeugdverenigingen (via de gemeentelijke Jeugdraad) te betrekken bij de opmaak van het inrichtingsplan.
Aankopen van de te bebossen gronden door het Vlaamse Gewest. Alternatief kan de grondeigenaar of de grondgebruiker de grond zelf bebossen (eventueel met subsidies) of kan er een gebruiksovereenkomst worden opgemaakt tussen de eigenaar en het Vlaamse Gewest. Gezien dit bos een speelbos zal worden, is verwerving door een overheid echter te verkiezen boven een gebruiksovereenkomst.
Aanleggen van een speelbos aansluitend bij het sportcentrum "De Ark". In het gemeentelijk jeugdwerkbeleidsplan wordt de realisatie van een speelbos naar voor geschoven.
Omschrijving
11001_C_0069_D_000_00 11001_C_0075_B_002_00 11001_C_0076_C_000_00 11001_C_0076_D_000_00 11001_C_0077_D_000_00 11001_C_0079_A_000_00 11001_C_0080_D_000_00 11001_C_0080_E_000_00 11001_C_0081_D_000_00 11001_C_0093_D_000_00
Kadastrale percelen
13
Beheer speelbos "De Ark" BH
Bosuitbreiding langs Kleistraat en verbinding met Groeningenhof & beheer (fase 1 en 2)
2.7.4
2.8
2012-
20122020
1
1
Agentschap voor Natuur en Bos
Agentschap voor Natuur en Bos i.s.m. Gemeentebestuur Aartselaar en Aartselaarse jeugdverenigingen
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
Beplanten van gronden en IR openstelling
Deelgebied 2 Visie / actie
2.7.3
Nr.
Het Agentschap voor Natuur en Bos staat in voor het beheer van het speelbos. Eens het speelbos is opengesteld wordt er bijzondere aandacht besteed aan de veiligheid van het speelbos voor de spelende kinderen (controle op dode bomen, loszittende takken, gevaarlijke objecten, ...).
Van zodra de gronden verworven zijn en vrij zijn, dient het speelbos te worden aangeplant. Hiervoor wordt best samengewerkt met de jeugverenigingen. Om het speelbos open te stellen hoeft men niet noodzakelijk te wachten totdat de bomen voldoende groot zijn. De paden en open plekken kunnen reeds kort na de aanplanting worden opengesteld, mits goede afspraken met de gebruikers om schade aan de aangeplante boompjes te vermijden. Indien er geopteerd wordt om te wachten met de openstelling totdat de bomen voldoende groot zijn, moet men op min. 7 jaar wachttijd rekenen.
Omschrijving
Kadastrale percelen
14
Beplanten van gronden - IR fase 1
Verwerven van te VW bebossen gronden - fase 2
2.8.3
2.8.4
20202028
20122020
IR/O 2010T 2020
Opmaken beplantingsplan
2.8.2
20102018
3
2
2
2
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
Verwerven van te VW bebossen gronden - fase 1
Deelgebied 2 Visie / actie
2.8.1
Nr.
Aankopen van de te bebossen gronden door het Vlaamse Gewest. Alternatief kan de grondeigenaar of de grondgebruiker de grond zelf bebossen (eventueel met subsidies) of kan er een gebruiksovereenkomst worden opgemaakt tussen de eigenaar en het Vlaamse Gewest.
Aanplanten van de percelen volgens de criteria duurzaam bosbeheer. Het aanplanten kan gebeuren door ANB of de grondeigenaar of -gebruiker (met bebossingssubsidies van ANB). 11001_C_0094_D_000_00 11001_C_0094_E_000_00 11001_C_0095_H_000_00 (deel) 11001_C_0095_H_000_00 11001_C_0095_K_000_00
fase 1: 11001_C_0101_A_000_00 11001_C_0102_A_000_00 11001_C_0104_A_000_00 11001_C_0104_B_000_00 11001_C_0104_C_000_00 11001_C_0104_D_000_00 11001_C_0104_G_000_00 11001_C_0113_C_000_00 11001_C_0113_F_000_00 11001_C_0114_A_000_00 11001_C_0115_A_000_00
Aankopen van de te bebossen gronden door het Vlaamse Gewest. Alternatief kan de grondeigenaar of de grondgebruiker de grond zelf bebossen (eventueel met subsidies) of kan er een gebruiksovereenkomst worden opgemaakt tussen de eigenaar en het Vlaamse Gewest. De volgende percelen zijn een potentiële huiskavel van een melkveehouder: 11001_C_0102_A_000_00, 11001_C_0104_A_000_00, 11001_C_0104_B_000_00, 11001_C_0104_C_000_00, 11001_C_0104_D_000_00. Perceel 11001_C_0101_A_000_00 is nu reeds een huiskavel.
Opmaken van gedetailleerd beplantingsplan voor percelen, binnen de krijtlijnen van de criteria duurzaam bosbeheer. Delen van het bos kunnen spontaan verbossen (in plaats van bebossen door aan te planten)
Kadastrale percelen
Omschrijving
15
Beheer
Bosuitbreiding tussen Kleistraat en Pannebossen & beheer (fase 1 en 2)
Verwerven van te VW bebossen gronden - fase 1
Opmaken beplantingsplan
2.8.7
2.9
2.9.1
2.9.2
20102018
2015-
20102030
IR/O 2010T 2020
BH
aanwezige VW
Verwerven bosjes
2.8.6
20202030
2
2
3
3
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker (i.s.m. Bosgroep)
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
Beplanten van gronden - IR fase 2
Deelgebied 2 Visie / actie
2.8.5
Nr.
Kadastrale percelen
Opmaken van gedetailleerd beplantingsplan voor percelen, binnen de krijtlijnen van de criteria duurzaam bosbeheer. Delen van het bos kunnen spontaan verbossen (in plaats van bebossen door aan te planten)
Aankopen van de te bebossen gronden door het Vlaamse Gewest. Alternatief kan de grondeigenaar of de grondgebruiker de grond zelf bebossen (eventueel met subsidies) of kan er een gebruiksovereenkomst worden opgemaakt tussen de eigenaar en het Vlaamse Gewest.
Het beheer van de bossen wordt uitgevoerd door de eigenaar, gebruiker of beheerder van het bos. De bosgroep kan particuliere bosbeheerders ondersteuning geven bij het bosbeheer en mee het particuliere bosbeheer binnen het stadsrandbos op het beheer door ANB afstemmen.
11001_C_0159_B_000_00 11024_A_0227_A_000_00 11024_A_0238_B_000_00 11024_A_0238_C_000_00 11024_A_0242___000_00 11024_A_0243_B_000_00 11024_A_0244_A_000_00 11024_A_0244_B_000_00 11024_A_0244_C_000_00 11024_A_0245___000_00 11024_A_0246___000_00 11024_A_0247_C_000_00 11024_A_0250_A_000_00 11024 A 0251 C 000 00
Om tot een optimaal en gezamenlijk beheer te komen 11001_C_0103_A_000_00 kan het Vlaamse Gewest de aanwezige bosjes 11001_C_0122___000_00 aankopen. Alternatief wordt er door de grondeigenaar of de grondgebruiker een beheerplan opgesteld (i.s.m. de bosgroep en ANB) dat door de eigenaar/gebruiker wordt uitgevoerd (eventueel met subsidies).
Aanplanten van de percelen volgens de criteria duurzaam bosbeheer. Het aanplanten kan gebeuren door ANB of de grondeigenaar of -gebruiker (met bebossingssubsidies van ANB).
Omschrijving
16
Beplanten van gronden - IR fase 2
Verwerven van aanwezige bosje
Beheer
Uitbreiding en beheer van de Pannebossen (fase 1)
2.9.5
2.9.6
2.9.7
2.10
BH
het VW
Verwerven van te VW bebossen gronden - fase 2
2.9.4
2015-
20102030
20202030
20202028
20122020
3
3
3
2
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker (i.s.m. Bosgroep)
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
Beplanten van gronden - IR fase 1
Deelgebied 2 Visie / actie
2.9.3
Nr. 11024_A_0251_C_000_00 11024_A_0267_A_000_00 11024_A_0268_C_000_00 11024_A_0270_A_000_00 11024 A 0271 B 000 00 11001_C_0161_G_000_00 11001_C_0162___000_00 11001_C_0169_H_000_00 11001_C_0169_K_000_00 11024_A_0228_A_000_00 11024_A_0235_C_000_00 11024_A_0235_D_000_00 11024_A_0247_A_000_00 11024_A_0248_A_000_00 11024_A_0249_B_000_00 11024_A_0250_B_000_00 11024_A_0250_C_000_00 11001_C_0159_A_000_00
Aanplanten van de percelen volgens de criteria duurzaam bosbeheer. Het aanplanten kan gebeuren door ANB of de grondeigenaar of -gebruiker (met bebossingssubsidies van ANB).
Het beheer van de bossen wordt uitgevoerd door de eigenaar, gebruiker of beheerder van het bos. De bosgroep kan particuliere bosbeheerders ondersteuning geven bij het bosbeheer en mee het particuliere bosbeheer binnen het stadsrandbos op het beheer door ANB afstemmen.
Om tot een optimaal en gezamenlijk beheer te komen kan het Vlaamse Gewest het aanwezige bosje aankopen. Alternatief wordt er door de grondeigenaar of de grondgebruiker een beheerplan opgesteld (i.s.m. de bosgroep en ANB) dat door de eigenaar/gebruiker wordt uitgevoerd (eventueel met subsidies).
Aanplanten van de percelen volgens de criteria duurzaam bosbeheer. Het aanplanten kan gebeuren door ANB of de grondeigenaar of -gebruiker (met bebossingssubsidies van ANB).
Aankopen van de te bebossen gronden door het Vlaamse Gewest. Alternatief kan de grondeigenaar of de grondgebruiker de grond zelf bebossen (eventueel met subsidies) of kan er een gebruiksovereenkomst worden opgemaakt tussen de eigenaar en het Vlaamse Gewest.
Kadastrale percelen
Omschrijving
17
Deelgebied 2 Visie / actie
2015-
2.10.5 Beheer bestaande aangeplante bossen
2.11
20092030
2.10.4 Opname Pannebossen in VW gezamenlijk bosbeheerplan.
Aanleggen bosjes tussen Pannebossen en Pierstraat & beheer (fase 1)
en BH
20122020
IR
2.10.3 Beplanten van gronden
20102018
IR/O 2010T 2020
te VW
3
2
2
2
11024_A_0112___000_00 11024_A_0113___000_00 11024_A_0113___000_02 11024_A_0114___000_00 11024_A_0119_P_000_00 11024_A_0120___000_00 11024_A_0121_D_000_00 11024_A_0121_E_000_00 11024_A_0124_B_000_00 11024_A_0124_C_000_00 11024_A_0125_C_000_00 11024_A_0126_C_000_00 11024_A_0181_C_000_00 beboste deel)
Aankopen van de te bebossen gronden door het Vlaamse Gewest. Alternatief kan de grondeigenaar of de grondgebruiker de grond zelf bebossen (eventueel met subsidies) of kan er een gebruiksovereenkomst worden opgemaakt tussen de eigenaar en het Vlaamse Gewest.
Om tot een optimaal en gezamenlijk beheer te komen 11024_A_0180_C_000_00 dient er overleg te zijn tussen het Vlaamse Gewest 11024_A_0181_C_000_00 (ANB) en de grondeigenaar. De bosgroep kan hier een coördinerende rol in spelen en een gezamenlijk beheerplan opstellen dat door de eigenaar wordt uitgevoerd (subsidies beschikbaar).
Aanplanten van de percelen volgens de criteria duurzaam bosbeheer. Het aanplanten kan gebeuren door ANB of de grondeigenaar of -gebruiker (met bebossingssubsidies van ANB).
Opmaken van gedetailleerd beplantingsplan voor percelen, binnen de krijtlijnen van de criteria duurzaam bosbeheer. Indien in de Pannebossen goed uitgangsmateriaal voorhanden is, kunnen grote delen van het bijkomende bos spontaan verbossen (in plaats van bebossen door aan te planten)
Kadastrale percelen
Omschrijving
Agentschap voor Natuur Het beheer van de Pannebossen wordt uitgevoerd en Bos en grondeigenaar door de huidige eigenaar, het beheer van de uitbreiding door de beheerder van de (i.s.m. Bosgroep) bosuitbreiding.
Grondeigenaar (i.s.m. Bosgroep en eventueel ANB)
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
2.10.2 Opmaken beplantingsplan
2.10.1 Verwerven van bebossen gronden
Nr.
(niet
18
Deelgebied 2 Visie / actie
2.12
Aanleggen en beheer bosje tussen Mandoerse Beek en Pannebossen (fase 2)
BH
2.11.4 Beheer
2015-
20122020
IR
2.11.3 Beplanten van gronden
20102018
IR/O 2010T 2020
te VW
3
3
3
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker (i.s.m. Bosgroep)
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
2.11.2 Opmaken beplantingsplan
2.11.1 Verwerven van bebossen gronden
Nr. 11024_A_0184_H_000_00 (deel) 11024_A_0184_K_000_00 11024_A_0193_F_000_00 11024_A_0193_R_000_00 11024_A_0195_Z_000_00 11024_A_0208_A_000_00
Aankopen van de te bebossen gronden door het Vlaamse Gewest. Alternatief kan de grondeigenaar of de grondgebruiker de grond zelf bebossen (eventueel met subsidies) of kan er een gebruiksovereenkomst worden opgemaakt tussen de eigenaar en het Vlaamse Gewest. Perceel 11024_A_0208_A_000_00 is volgens de landbouwimpactstudie (VLM, 2007) een huiskavel, maar blijkt biij nader onderzoek slechts via een zeer smalle strook van enkele meters breed met de rest van de huiskavels verbonden.
Het beheer van de bossen wordt uitgevoerd door de eigenaar, gebruiker of beheerder van het bos. De bosgroep kan particuliere bosbeheerders ondersteuning geven bij het bosbeheer en mee het particuliere bosbeheer binnen het stadsrandbos op het beheer door ANB afstemmen.
Aanplanten van de percelen volgens de criteria duurzaam bosbeheer. Het aanplanten kan gebeuren door ANB of de grondeigenaar of -gebruiker (met bebossingssubsidies van ANB).
Opmaken van gedetailleerd beplantingsplan voor percelen, binnen de krijtlijnen van de criteria duurzaam bosbeheer. Delen van het bos kunnen spontaan verbossen (in plaats van bebossen door aan te planten)
Kadastrale percelen
Omschrijving
19
Deelgebied 2 Visie / actie
Aanleg en beheer schermbossen langs E19 (fase 1 en 2)
2.13.1 Verwerven van te VW bebossen gronden - fase 1
2.13
BH
2.12.4 Beheer
20102018
20202030
IR
2.12.3 Beplanten van gronden
20102028
IR/O 2020T 2030
te VW
2
2
2
2
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker (i.s.m. Bosgroep)
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
2.12.2 Opmaken beplantingsplan
2.12.1 Verwerven van bebossen gronden
Nr.
Aankopen van de te bebossen gronden door het Vlaamse Gewest. Alternatief kan de grondeigenaar of de grondgebruiker de grond zelf bebossen (eventueel met subsidies) of kan er een gebruiksovereenkomst worden opgemaakt tussen de eigenaar en het Vlaamse Gewest.
Het beheer van de bossen wordt uitgevoerd door de eigenaar, gebruiker of beheerder van het bos. De bosgroep kan particuliere bosbeheerders ondersteuning geven bij het bosbeheer en mee het particuliere bosbeheer binnen het stadsrandbos op het beheer door ANB afstemmen.
Aanplanten van de percelen volgens de criteria duurzaam bosbeheer. Het aanplanten kan gebeuren door ANB of de grondeigenaar of -gebruiker (met bebossingssubsidies van ANB).
11024_B_0421_A_000_00 11024_B_0422_A_000_00 11024_B_0423_A_000_00 11024_B_0424_V_000_00
11024_A_0145_C_000_00 11024_A_0146_B_000_00 11024_A_0148_C_000_00 11024_A_0149_A_000_00 11024_A_0172_E_000_02
Aankopen van de te bebossen gronden door het Vlaamse Gewest. Alternatief kan de grondeigenaar of de grondgebruiker de grond zelf bebossen (eventueel met subsidies) of kan er een gebruiksovereenkomst worden opgemaakt tussen de eigenaar en het Vlaamse Gewest. Opmaken van gedetailleerd beplantingsplan voor percelen, binnen de krijtlijnen van de criteria duurzaam bosbeheer. Delen van het bos kunnen spontaan verbossen (in plaats van bebossen door aan te planten)
Kadastrale percelen
Omschrijving
20
Deelgebied 2 Visie / actie
2015-
2.13.6 Beheer schermbossen
Kleine landschapselementen
20202030
2.13.5 Beplanten van gronden - IR fase 2
2.14
20202028
2.13.4 Verwerven van te VW bebossen gronden - fase 2
BH
20122020
IR/O 2010T 2020
3
3
2
2
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker (i.s.m. Bosgroep)
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
2.13.3 Beplanten van gronden - IR fase 1
2.13.2 Opmaken beplantingsplan
Nr.
Kadastrale percelen
Aankopen van de te bebossen gronden door het Vlaamse Gewest. Alternatief kan de grondeigenaar of de grondgebruiker de grond zelf bebossen (eventueel met subsidies) of kan er een gebruiksovereenkomst worden opgemaakt tussen de eigenaar en het Vlaamse Gewest.
11024_B_0411_F_000_00 11024_B_0411_G_000_00 11024_B_0412_B_000_00 11024_B_0413_A_000_00 11024_B_0413_B_000_00 11024_B_0414_A_000_00 11024_B_0415_M_000_00 11024_B_0415_N_000_00 Aanplanten van de percelen volgens de criteria 11024_B_0415_P_000_00 duurzaam bosbeheer. Het aanplanten kan gebeuren 11024_B_0417_D_000_00 door ANB of de grondeigenaar of -gebruiker (met 11024_B_0417_F_000_00 bebossingssubsidies van ANB). 11024_B_0418___000_00 ANB, de grondeigenaar of de grondgebruiker staat in voor het beheer van de schermbossen. Er wordt bijzonder op toegezien dat de aanplantingen slagen en dat de voorziene inrichting en soortenmengeling gerealiseerd wordt. Ook de veiligheid van het verkeer is een belangrijk aandachtspunt.
Aanplanten van de percelen volgens de criteria duurzaam bosbeheer. Het aanplanten kan gebeuren door ANB of de grondeigenaar of -gebruiker (met bebossingssubsidies van ANB).
Opmaken van gedetailleerd beplantingsplan voor percelen, binnen de krijtlijnen van de criteria duurzaam bosbeheer. Bij de opmaak van het inrichtingsplan wordt de geluidsdempende en luchtzuiverende eigenschap van het bos geoptimaliseerd door een doordachte soortenkeuze en beplantingsschema van het schermbos.
Omschrijving
21
Deelgebied 2 Visie / actie
20132015
2
Provinciale Dienst Waterbeleid i.s.m. gemeentebesturen, Agentschap voor Natuur en Bos, grondeigenaars en -gebruikers
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
2.14.1 Aanplanten van bomenrij IR langs de AS 108 (beek tussen Groeningenhof en Oever)
Nr.
Kadastrale percelen 11001_C_0098_P_000_00 11001_C_0099_C_000_00 11001_C_0099_E_000_00 11001_C_0100_B_000_00 11001_C_0101_A_000_00 11001_C_0102_A_000_00 11001_C_0117___000_00 11001_C_0118_A_000_00
11024_A_0093_B_000_00 11024_A_0096_D_000_00 11024_A_0097_D_000_00 11024_A_0097_E_000_00 11024_A_0107_E_000_00 11024_A_0108___000_00 11024_A_0109___000_00 11024_A_0111___000_00 11024_A_0112___000_00 11024_A_0113___000_00 11024_A_0181_C_000_00 11024_A_0212_D_000_00 11024_A_0215_E_000_00 11024_A_0216_A_000_00 11024_A_0217___000_00 11024_A_0218_A_000_00 11024_A_0233_C_000_00 11024_A_0234_B_000_00 11024_A_0258_K_000_00 11024_A_0258_L_000_00 11024_A_0260___000_00 11024_A_0261_A_000_00 11024_G_0307_C_000_00
Omschrijving Heraanplanten en vervolledigen van een enkele bomenrij langs de beek tussen Groeningenhof en Oever. Het herstel van de bomenrij langs deze beek dient te worden opgenomen in het gedetailleerde inrichtings- en beheerplan voor de oeverzones langs de beek (zie actie 2.16) dat wordt opgemaakt in het kader van het deelbekkenbeheerplan. De bomenrij worden zoveel mogelijk gekoppeld met de recreatieve weg 2.2.
De exacte ligging van de bomenrij wordt bepaald in het gedetailleerde inrichtingsplan, in overleg met de aanpalende grondeigenaars en -gebruikers. Heel wat kavels in het noordelijke deel van deze verbinding zijn immers huiskavels van melkveebedrijven. De provinciale dienst Waterbeleid prefereert het gebruik van es, zwarte els en inlandse eik boven populieren. Alle drie de soorten kunnen als geknot worden.
22
2009 - 1 2010
IR 2.14.3 Aanplanten bomenrij/dreef langs het fietspad tussen Pierstraat en Groeningenhof
Gemeente Kontich i.s.m. Aanpalende grondeigenaars en gebruikers.
Gemeente Kontich i.s.m. Aanpalende grondeigenaars en gebruikers.
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
2009 - 1 2010
Deelgebied 2 Visie / actie
2.14.2 Aanplanten bomenrij langs IR de bestaande (verharde) zijweg van de Pierstraat (bedieningsweg Pierstraat nrs. 282, 284, 286)
Nr.
Kadastrale percelen 11024_A_0202_M_000_00 11024_A_0208_A_000_00 11024_A_0208_E_000_00 11024_A_0208_F_000_00 11024_A_0235_D_000_00 11024_A_0237_B_000_00 11024_A_0238_C_000_00 11024_A_0239_A_000_00
11024_A_0070_C_000_00 11024_A_0072_A_000_00 11024_A_0073_C_000_00 11024_A_0074_C_000_00 11024_A_0122_N_000_00 11024_A_0128_C_000_00 11024_A_0128_D_000_00 11024_A_0129_A_000_00 11024_A_0131_D_000_00 11024_A_0133_A_000_00 11024_A_0134___000_00 11024_A_0143_B_000_00 11024_A_0172_E_000_02 11024_A_0178_S_000_00
Omschrijving Langs deze toegangsweg tussen de hoofdpoort Satenrozen en het stadsrandbos dient een bomenrij te worden aangeplant om het stadsrandbos ruimtelijk tot aan de hoofdpoort te brengen. Voorafgaandelijk overleg met de omliggende grondeigenaars en -gebruikers is nodig. De aan te planten soorten dienen inheems te zijn. Ten oosten van deze bedieningsweg zijn de landbouwgronden huiskavels, die echter maar via een heel smalle strook met de bedrijfszetel verbonden zijn.
Deze route is reeds een belangrijke recreatieve (en functionele) ontsluitingsweg binnen het stadsrandbos. Het - in overleg met de aanpalende grondeigenaars en -gebruikers - aanplanten van een bomenrij of dreef langs dit (fiets)pad is een prioritaire, concrete realisatie van het stadsrandbos. Er worden inheemse soorten gebruikt. Er dient rekening mee te worden gehouden dat alle omliggende landbouwgronden huiskavels van melkveebedrijven zijn.
23
2009
20102012
2.14.5 Aanleggen bomenrij ten IR zuiden van recreatieve weg nr. 2.4 langs de Pannebossen.
2.14.6 Aanleggen bomenrij IR tussen Groeningenlei en recreatieve weg 2.9
1
1
1
Kadastrale percelen 11024_A_0145_C_000_00 11024_A_0150_D_000_00 11024_B_0411_E_000_00 11024_B_0411_F_000_00 11024_B_0411_G_000_00 11024_B_0413_A_000_00 11024_B_0413_B_000_00 11024_B_0419_A_000_00 11024_B_0419_B_000_00 11024_B_0419_B_000_00 11024_B_0420_B_000_00
11024_A_0122_L_000_00 11024_A_0122_M_000_00 11024_A_0178_S_000_00 11024_A_0178_T_000_00 11024_A_0181_C_000_00 11024_A_0183_D_000_00 11024_A_0183_N_000_00 11024_A_0196_L_000_00 11024_A_0196_S_000_00 11024_A_0196_T_000_00 11024_A_0197_B_000_00 11024_A_0197_E_000_00 11024_A_0208_A_000_00
Omschrijving De bomenrij langs de Mandoerse Beek vertoont plaatselijk gaten. Deze dienen, in overleg met de grondeigenaars en -gebruikers, te worden aangevuld met inheemse (knot)soorten (bvb. eik, es, els, geen populier). De precieze invulling hiervan wordt vastgelegd in het gedetailleerd inrichtingsen beheerplan voor de oeverzones dat door het provinciebestuur wordt opgemaakt in het kader van het deelbekkenbeheerplan (zie actie 2.X.X). De bomenrij wordt zoveel mogelijk gecombineerd met recreatieve weg 2.6. Enkel perceel 11024_A_0145_C_000_00 is een huiskavel van een melkveebedrijf. De eigenaar van de Pannebossen stelt een dreef ten zuiden van de Pannebossen (en dus ten zuiden van de buurtweg) voor (zie actie 2.6.4). Ten noorden van de dreef zou een afscheiding met doornige struiken komen, ten zuiden ervan een bomenrij met inheemse soorten. De exacte locatie van de doornige struikenrij, de dreef en de bomenrij dient nog te worden bepaald. Hiervoor zal overleg met de aanpalende grondeigenaars en -gebruikers nodig zijn. De gronden ten zuiden van de Pannebossen zijn huiskavels (o.a. van melkveebedriijven).
Gemeentebestuur Kontich Ter afscheiding van de recreatieve weg nr. 2.9 (zie 11024_B_0453_A_000_00 actie 2.6.9) langs de Groeningenlei wordt een inheemse bomenrij aangeplant, in overleg met de grondeigenaar en -gebruiker.
Gemeentebestuur Kontich i.s.m. Grondeigenaar Pannebossen en aanliggende grondeigenaars en gebruikers.
Provinciale Dienst Waterbeleid i.s.m. gemeentebesturen, Agentschap voor Natuur en Bos, grondeigenaars en -gebruikers
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
20112013
Deelgebied 2 Visie / actie
2.14.4 Aanvullen bomenrij langs IR de Mandoerse Beek
Nr.
24
2.15
Oeverzones Mandoerse Beek
2009-
2.14.8 Beheer van de bomenrijen BH
3
Omschrijving
Gemeenten i.s.m. Provinciebestuur (Dienst Waterbeleid), ANB, grondeigenaars en grondgebruikers
Het beheer van de bomenrijen gebeurt door de eigenaar van de bomen, tenzij er andere gebruiken zijn. De eigenaar kan het beheer overdragen aan de gemeenten of de grondgebruiker.
Gemeentebestuur Kontich Ter afscheiding van de recreatieve weg nr. 2.10 (zie i.s.m. Agentschap Wegen actie 2.6.10) langs de E19 wordt een groenscherm aangeplant, in overleg met de grondeigenaar en en Verkeer gebruiker. Omwille van de veilgheid van het wegverkeer mag dit groenscherm niet te hoog worden. Er dient dus gewerkt te worden met hakhout of knotbomen, of een struikengordel met niet te hoog groeiende struiken.
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
20132014
Deelgebied 2 Visie / actie
2.14.7 Aanleggen bomenrij IR tussen E19 en recreatieve weg 2.9
Nr. 11024_B_0411_E_000_00 11024_B_0411_F_000_00 11024_B_0411_G_000_00 11024_B_0414_A_000_00 11024_B_0415_M_000_00 11024_B_0415_P_000_00 11024_B_0417_D_000_00 11024_B_0417_F_000_00 11024_B_0421_A_000_00 11024_B_0422_A_000_00 11024_B_0423_A_000_00 11024_B_0424_V_000_00 11024_B_0427_A_000_00
Kadastrale percelen
25
2.15.4 UItvoeren van aangepast BH beheer in de oeverzones 2.16 Beek tussen Groeningenhof en Oever (AS 108)
2013-
2
1
de IR/O 20112013 de T de
van 2.15.3 Uitvoeren inrichtingswerken in oeverzones langs Mandoerse Beek
1
20112012
2.15.2 Verwerving van delen van VW de percelen langs de Mandoerse Beek of afsluiten van beheers- of gebruiksovereenkomsten tussen de overheid en grondeigenaars/gebruiker s voor de realisatie van de oeverzones
1
Provinciale Dienst Waterbeleid i.s.m. Gemeentebesturen Kontich & Aartselaar, Agentschap voor Natuur en Bos, grondeigenaars en -gebruikers
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
20092011
Deelgebied 2 Visie / actie
2.15.1 Opstellen van IR gedetailleerd inrichtingsen beheerplan voor de oeverzones langs de Mandoerse Beek, in overleg met grondeigenaars en gebruikers
Nr.
Uitvoeren van het beheerplan.
De inrichtingswerken worden uitgevoerd door de Vlaamse Overheid (ANB), het provinciebestuur of de grondgebruikers/grondeigenaars (i.h.k.v. beheers/gebruiksovereenkomsten)
De delen waarvoor in het inrichtingsplan een aangepaste of recreatieve inrichting of een aangepast beheer wordt voorzien dienen te worden verworven door het provinciebestuur of de Vlaamse Overheid (ANB). Alternatief kunnen er beheersovereenkomsten worden afgesloten tussen de grondgebruikers en de VLM, of gebruiksovereenkomsten tussen de eigenaars/beheerders en de provinciale overheid (Dienst Waterbeleid).
De algemene principes voor de inrichting en het beheer van de oeverzones die binnen de inrichtingsstudie worden gegeven dienen te worden verfijnd in een inrichtings- en beheerplan in overleg met de eigenaars en gebruikers van de gronden langs de Mandoerse Beek. Dit inrichtings- en beheerplan wordt ook gekaderd in het deelbekkenbeheerplan. Ook de aanleg van de recreatieve weg nr. 2.6 langs de Mandoerse Beek en de aanleg van bomenrijen (actie 2.14.4) dienen te worden ingepast in het gedetailleerde inrichtings- en beheerplan. Het gedetailleerde inrichtings- en beheerplan dient de exacte ligging van de recreatieve wegen vast te leggen, in overleg met de grondgebruikers en eigenaars.
Omschrijving Alle percelen die grenzen aan de Mandoerse Beek komen in aanmerking als oeverzone. Het gedetailleerde inrichtingsplan zal vastleggen welke percelen effectief zullen worden betrokken in het oeverzonebeheer.
Kadastrale percelen
26
2
2.16.4 UItvoeren van aangepast beheer in de oeverzones
2015-
2
van de IR/O 20132.16.3 Uitvoeren 2015 inrichtingswerken in de T oeverzones langs de AS 108
BH
2
20112012
2.16.2 Verwerving van delen van VW de percelen langs de AS 108 of afsluiten van beheersof gebruiksovereenkomsten tussen de overheid en grondeigenaars/gebruiker s voor de realisatie van de oeverzones
2
Provinciale Dienst Waterbeleid i.s.m. Gemeentebesturen Kontich & Aartselaar, Agentschap voor Natuur en Bos, grondeigenaars en -gebruikers
Type Timing Prioriteit Uitvoerder / partners
20092011
Deelgebied 2 Visie / actie
2.16.1 Opstellen van IR gedetailleerd inrichtingsen beheerplan voor de oeverzones langs de AS 108, in overleg met grondeigenaars en gebruikers
Nr.
Uitvoeren van het beheerplan.
De inrichtingswerken worden uitgevoerd door de Vlaamse Overheid (ANB), het provinciebestuur of de grondgebruikers/grondeigenaars (i.h.k.v. beheers/gebruiksovereenkomsten)
De delen waarvoor in het inrichtingsplan een aangepaste of recreatieve inrichting of een aangepast beheer wordt voorzien dienen te worden verworven door het provinciebestuur of de Vlaamse Overheid (ANB). Alternatief kunnen er beheersovereenkomsten worden afgesloten tussen de grondgebruikers en de VLM, of gebruiksovereenkomsten tussen de eigenaars/beheerders en de provinciale overheid (Dienst Waterbeleid).
De algemene principes voor de inrichting en het beheer van de oeverzones die binnen de inrichtingsstudie worden gegeven dienen te worden verfijnd in een inrichtings- en beheerplan in overleg met de eigenaars en gebruikers van de gronden langs de AS 108. Dit inrichtings- en beheerplan wordt ook gekaderd in het deelbekkenbeheerplan. Ook de aanleg van de recreatieve weg nr. 2.2 langs de Mandoerse Beek en de aanleg van bomenrijen (actie 1.14.1) dienen te worden ingepast in het gedetailleerde inrichtings- en beheerplan. Het gedetailleerde inrichtings- en beheerplan dient de exacte ligging van de recreatieve wegen vast te leggen, in overleg met de grondgebruikers en eigenaars.
Omschrijving Alle percelen die grenzen aan de AS 108 komen in aanmerking als oeverzone. Het gedetailleerde inrichtingsplan zal vastleggen welke percelen effectief zullen worden betrokken in het oeverzonebeheer.
Kadastrale percelen
27
Opmaken gedetailleerde IR/OT 2015 inrichtingsplan voor hoofdpoort Hof te Briez
3.1.2
20102012
Timing
Verwerven gronden of VW afsluiten gebruiksovereenkomst gronden hoofdpoort Hof te Briez
Deelgebied 3 Visie / actie Type Poorten Hoofdpoort 4 - Hof Te Briez (Aartselaar)
3.1.1
3.1
Nr.
3
1
Prioriteit
Provinciebestuur Antwerpen (i.s.m. Agentschap voor Natuur en Bos en Gemeente Aartselaar)
Provinciebestuur Antwerpen
Uitvoerder / partners
Opmaken van een gedetailleerd inrichtingsplan binnen de uniforme inrichting van het stadsrandbos (landschappelijke inkleding, ruimtelijke ordening van de hoofdpoort (waar komt parking en fietsenstalling, waar komen infopanelen, rustbanken, ...). Een deel van de gebouwen kan eventueel worden gebruikt als informatie- en bezoekerscentrum voor het stadsrandbos. Er kan eventueel ook fietsverhuur worden voorzien. Er dient ook een auto- en fietsparking te worden ingericht. Om de ontsluiting te verbeteren dient de toegangsweg te worden verbreed. De uniforme inrichting wordt mede gewaarborgd door het uniform materialengebruik.
Het Provinciebestuur koopt gronden aan met het oog op de realisatie van de hoofdpoort. In een alternatief scenario wordt er een gebruiksovereenkomst gesloten tussen het provinciebestuur en de grondeigenaar(s) en gebruiker(s). Binnen zo een gebruiksovereenkomst neemt het provinciebestuur de inrichting en het onderhoud van de hoofdpoort op zich, naast een vergoeding voor het gebruik van de percelen als hoofdpoort. Ook het op dit moment nog onbebouwde (landbouw)perceel tussen de straat en Hof te Briez zou best worden verworven om het van bebouwing te vrijwaren en om een insteek naar het stadsrandbos te realiseren. Dit perceel is echter een huiskavel. De openstelling van deze poort hangt samen met de openstelling van de bosuitbreiding tussen Hof ten Briez en de Kleistraat. In tussentijd kan wel al een beperkte inrichting worden uitgevoerd en dienen de percelen aan de straatkant te worden verworven (strategische aankoop).
Omschrijving
11001_C_0253_A_000_00 (deel) 11001_C_0255_A_000_00 11001_C_0258_A_000_00 (deel) Van bebouwing te vrijwaren perceel: 11001_C_0257_D_000_00 11001_C_0256_A_000_00
Kadastrale percelen
1
Lokale poort 3 - Solhof (Aartselaar)
Verweren gronden voor VW uitbreiding park Solhof
3.2
3.2.1
20102012
Opmaken (her)inrichtingsplan park Solhof
Realisatie herinrichting IR/OT 2009 bestaande park
3.2.2
3.2.3
IR/OT 2009
Beheer en onderhoud BH hoofdpoort Hof te Briez
Deelgebied 3 Visie / actie Type Timing IR/OT 2015Uitvoeren 2020 inrichtingsplan hoofdpoort Hof te Briez
3.1.4
Nr. 3.1.3
1
1
2
Prioriteit 3
Gemeente Aartselaar i.s.m. Hotelen congrescentrum Solhof
Gemeente Aartselaar i.s.m. Hotelen congrescentrum Solhof
Gemeente Aartselaar
Kadastrale percelen
Aankopen gronden ten noorden van het Park Solhof met het oog 11001_C_0409_S_000_00 11001_C_0413_B_000_00 op de uitbreiding van het bestaande park (zie actie 3.X.X). 11001_C_0413_C_000_00 Het park dient beperkt te worden heringericht zodat het binnen 11001_C_0425_D_000_00 de uniforme huisstijl van het stadsrandbos past (uniforme 11001_C_0425_K_000_00 inrichting en uniform materialengebruik). Daarnaast wordt ook 11001_C_0425_M_000_00 de inrichting van de parkuitbreiding opgenomen binnen het 11001_C_0425_P_000_00 (her)inrichtingsplan. Dit laatste omvat zowel de lanschappelijke 11001_C_0426_F_000_00 11001_C_0426_G_000_00 inkleding als de inrichting (infopaneel, fietsenstalling). 11001_C_0427___000_00 11001_C_0428___000_00 Realisatie van de herinrichting van het bestaande park Solhof. De 11001_C_0429_A_000_00 herinrichting kan een pilootproject zijn in de realisatie van het 11001_C_0430_A_000_00 11001_C_0433_E_000_00 stadsrandbos en dient dus prioritair te worden gerealiseerd. De herininrichting betreft voornamelijk het inpassen van het park 11001_C_0433_H_000_00 in de huisstijl van het stadsrandbos (uniforme inrichting en 11001_C_0433_K_000_00 uniform materialengebruik). We denken hierbij in de eerste plaats 11001_C_0433_L_000_00 aan het voorzien van een infopaneel en bewegwijzering in de 11001_C_0434___000_00 huisstijl van het stadsrandbos. Er dienen dus niet noodzakelijk 11001_C_0435_B_000_00 11001_C_0435_K_000_00 nieuwe paden, etc. te worden aangelegd. 11001_C_0436_K_000_00 11001_C_0437_E_000_00 Uitbreiding:
Het beheer en onderhoud van de hoofdpoort gebeurd door het Provinciebestuur Antwerpen (i.s.m. provinciebestuur. Gemeente Aartselaar)
Uitvoerder / partners Omschrijving Aanleggen van de hoofdpoort Hof te Briez Provinciebestuur Antwerpen (i.s.m. Gemeente Aartselaar)
2
i.f.v. timing WUG
van VW naar
Grondoverdracht lokale poort gemeentebestuur
Inrichten nr. X
Onderhoud en beheer BH lokale poort
Lokale poort 4 - Lieven Renslaan (Aartselaar)
3.3.2
3.3.3
3.3.4
3.4
lokale poort IR/OT i.f.v. timing WUG
i.f.v. timing WUG
Integreren locatiekeuze IR en opmaak inrichtingsplan in inrichtingsplan woonuitbreidingsgebied Lindelei
3.3.1
Timing
Lokale poort X woonuitbreidingsgebied Lindelei
Deelgebied 3 Visie / actie Type Beheer en onderhoud BH lokale poort Park Solhof
3.3
Nr. 3.2.4
Gemeente Aartselaar
Verkavelaar van woonuitbreidingsgebied (i.s.m. gemeentebestuur Aartselaar)
2
2
Gemeente Aartselaar
Gemeente Aartselaar
Uitvoerder / partners Gemeente Aartselaar
1
Prioriteit
Het gemeentebestuur staat in voor het onderhoud en het beheer van de lokale poort.
De verkavelaar richt de lokale poort in conform de principes van het inrichtingsplan en conform de bepalingen van het inrichtingsof verkavelingsplan. De realisatie van de lokale poort wordt in de verkavelingsvergunning opgenomen als last ten opzichte van de verkavelaar.
De verkavelaar dient de lokale poort te realiseren als een opgelegde last binnen de verkavelingsvergunning en daarna de grond over te dragen aan het gemeentebestuur.
Bij de opmaak van een inrichtingsplan/verkavelingsplan voor het woonuitbreidingsgebied wordt het voorzien van een lokale poort mee opgenomen (zowel exacte locatiebepaling als inrichting). De lokale poort wordt voorzien op één van de volgende percelen (zie hiernaast, slechts een deel van het perceel wordt ingenomen door de lokale poort). De lokale poort sluit aan op de te ontwikkelen recratieve weg 3.2 (zie actie 3.10). De inrichting van de lokale poort past in de uniforme huisstijl van het stadsrandbos (inrichting en materialenkeuze) en omvat een infopaneel en een fietsenstalling.
Locatie te kiezen op één van deze percelen: 11001_C_0142_B_000_00 11001_C_0141_F_000_00 11001_C_0387___000_00 11001_C_0388___000_00 11001_C_0394_C_000_00 11001_C_0394_T_000_00 11001_C_0395___000_00
Kadastrale percelen Omschrijving Het gemeentebestuur beheert het park reeds. Het is dan ook 11001_C_0414_B_000_00 logisch dat het bestuur instaat voor het onderhoud van de 11001_C_0421___000_00 11001_C_0423___000_00 specifieke inrichting van de lokale poort. 11001_C_0424_A_000_00 11001_C_0425_L_000_00
3
2
Aankopen perceel (deel) VW of afsluiten gebruiksovereenkomst met grondeigenaar
Opmaken inrichtingsplan IR/OT 20082010 en inrichten lokale poort nr. 5
Onderhoud en beheer BH lokale poort nr. 5
Lokale poort 6 - Einde Felix Timmermanslaan (Aartselaar)
Aankopen perceel (deel) VW of afsluiten gebruiksovereenkomst met grondeigenaar
3.5.1
3.5.3
3.5.3
3.6
3.6.1
20092010
2010-
3
2
20082009
Lokale poort 5 - Einde Adriaan Sanderslei (Aartselaar)
3.5
2011-
Onderhoud en beheer BH lokale poort nr. 4
3
Prioriteit 3
3.4.3
Timing 20092010
Opmaken inrichtingsplan IR/OT 20102011 en inrichten lokale poort nr. 4
Deelgebied 3 Visie / actie Type Aankopen percelen of VW afsluiten gebruiksovereenkomst met grondeigenaar
3.4.2
Nr. 3.4.1
Gemeente Aartselaar
Gemeente Aartselaar
Gemeente Aartselaar
Gemeente Aartselaar
Gemeente Aartselaar
Gemeente Aartselaar
Uitvoerder / partners Gemeente Aartselaar
De gemeente Aartselaar koopt de grond aan of sluit een 11001_C_0218___000_00 (deel) gebruiksovereenkomst af met de eigenaar met het oog op het realiseren van een lokale poort.
Het gemeentebestuur staat in voor het onderhoud en het beheer van de lokale poort.
Er wordt een inrichtingsplan gemaakt en gerealiseerd conform de huisstijl van het stadsrandbos. Het inrichtingsplan omvat de landschappelijke inkleding en de inrichting van de poort (infopaneel, fietsenstalling). Er wordt gestreefd naar uniformiteit in het stadsrandbos door een uniforme inrichting en materiaalgebruik.
De gemeente Aartselaar koopt de grond aan of sluit een 11001_C_0217_F_000_00 (deel) gebruiksovereenkomst af met de eigenaar met het oog op het realiseren van een lokale poort.
Het gemeentebestuur staat in voor het onderhoud en het beheer van de lokale poort.
Er wordt een inrichtingsplan gemaakt en gerealiseerd conform de huisstijl van het stadsrandbos. Het inrichtingsplan omvat de landschappelijke inkleding en de inrichting van de poort (infopaneel, fietsenstalling). Er wordt gestreefd naar uniformiteit in het stadsrandbos door een uniforme inrichting en materiaalgebruik.
Kadastrale percelen Omschrijving De gemeente Aartselaar koopt de gronden aan of sluit een 11001_C_0290___000_02 gebruiksovereenkomst af met de eigenaar met het oog op het 11001_C_0296___000_00 (deel) realiseren van een lokale poort.
4
Onderhoud en beheer BH lokale poort nr. 7
Lokale poort 8 - Bonte Koe (Kruispunt Reetsesteenweg Pierstraat, Aartselaar)
Aankopen perceel of VW afsluiten gebruiksovereenkomst met grondeigenaar
3.7.3
3.8
3.8.1
20102012
3
Opmaken inrichtingsplan IR/OT 20152020 en inrichten lokale poort nr. 7
3.7.2
3
3
3
20102012
Aankopen perceel of VW afsluiten gebruiksovereenkomst met grondeigenaar
3.7.1
-
Lokale poort 7 Heimolen (Reetsesteenweg, Aartselaar)
3.7
2011-
Prioriteit 3
Onderhoud en beheer BH lokale poort nr. 6
Deelgebied 3 Visie / actie Type Timing Opmaken inrichtingsplan IR/OT 20102011 en inrichten lokale poort nr. 6
3.6.3
Nr. 3.6.2
Gemeente Aartselaar
Gemeente Aartselaar
Gemeente Aartselaar
Gemeente Aartselaar
Gemeente Aartselaar
Uitvoerder / partners Gemeente Aartselaar
De gemeente Aartselaar koopt het perceel aan of sluit een 11372_D_0150_T_000_00 gebruiksovereenkomst af met de eigenaar met het oog op het realiseren van een lokale poort.
Het gemeentebestuur staat in voor het onderhoud en het beheer van de lokale poort.
Er wordt een inrichtingsplan gemaakt en gerealiseerd conform de huisstijl van het stadsrandbos. Het inrichtingsplan omvat de landschappelijke inkleding en de inrichting van de poort (infopaneel, fietsenstalling). Er wordt gestreefd naar uniformiteit in het stadsrandbos door een uniforme inrichting en materiaalgebruik. Binnen het inrichtingsplan wordt er gewaakt over het openhouden van de onmiddellijke omgeving van de Heimolen.
De gemeente Aartselaar koopt het perceel aan of sluit een 11001_C_0238_G_000_00 gebruiksovereenkomst af met de eigenaar met het oog op het realiseren van een lokale poort.
Het gemeentebestuur staat in voor het onderhoud en het beheer van de lokale poort.
Kadastrale percelen Omschrijving Er wordt een inrichtingsplan gemaakt en gerealiseerd conform de huisstijl van het stadsrandbos. Het inrichtingsplan omvat de landschappelijke inkleding en de inrichting van de poort (infopaneel, fietsenstalling). Er wordt gestreefd naar uniformiteit in het stadsrandbos door een uniforme inrichting en materiaalgebruik.
5
2
2
Aanleg recreatieve weg VW/OT 20102011 (nr. 3.2) type I tussen /IR Kleistraat en de Lieven Renslaan: verwerving en inrichting als recreatieve weg type I.
3.10
3
Prioriteit 3
Aanleg recreatief OT/IR 20122013 wandelpad 3.1 in uitbreiding park Solhof
Recreatieve wegen
Onderhoud en beheer BH lokale poort nr. 8
Deelgebied 3 Visie / actie Type Timing Opmaken inrichtingsplan IR/OT 20152020 en inrichten lokale poort nr. 8
3.9
3.8.3
Nr. 3.8.2
Het gemeentebestuur staat in voor het onderhoud en het beheer van de lokale poort.
Kadastrale percelen Omschrijving Er wordt een inrichtingsplan gemaakt en gerealiseerd conform de huisstijl van het stadsrandbos. Het inrichtingsplan omvat de landschappelijke inkleding en de inrichting van de poort (infopaneel, fietsenstalling). Er wordt gestreefd naar uniformiteit in het stadsrandbos door een uniforme inrichting en materiaalgebruik.
Gemeente Aartselaar Dit pad verbindt de Kleistraat (tusen nrs. 175 en 177) met de i.s.m. grondeigenaars en - Lieven Renslaan en sluit aan op de recreatieve weg tussen de de Adriaan Sanderslei en de Kleistraat (3.4). Het pad loopt door een gebruikers aantal bosuitbreidingszones (fase 1) en te behouden landbouwpercelen. Het pad dient te worden verworven of er dient een gebruiksovereenkomst te worden afgesloten met de grondeigenaar(s) en -gebruiker(s). Het zuidelijke deel van het pad gaat door een huiskavel van een gepensioneerd landbouwer, waar er bosuitbreiding (fase 1) wordt voorzien (percelen C/142/B,C/145/A en C/296). Deze weg loopt ook langs het te ontwikelen woonuitbreidingsgebied Lindelei en wordt toegankelijk gemaakt vanuit het woonuitbreidingsgebied via de te ontwikkelen lokale poort X (zie actie 3.3). De timing van de ontwikkeling van deze weg is afhankelijk van de timing van de realisatie van de bosuitbreidingszones en het woonuitbreidingsgebied. Vervolgens wordt de weg ingericht met een verharde (3 m) en
11001_C_0141_F_000_00 11001_C_0142_B_000_00 11001_C_0145_A_000_00 11001_C_0296___000_00 11001_C_0387___000_00 11001_C_0388___000_00 11001_C_0394_C_000_00 11001_C_0394_L_000_00 11001_C_0394_T_000_00 11001_C_0395___000_00 11001_C_0396_A_000_00 11001_C_0396_C_000_00 11001_C_0397_F_000_00
Gemeente Aartselaar Aanleg van een recreatief wandelpad in de uitbreiding van park 11001_C_0424_A_000_00 11001_C_0425_K_000_00 i.s.m. grondeigenaars en - Solhof, tussen het bestaande pad en de Kleistraat. gebruikers
Gemeente Aartselaar
Uitvoerder / partners Gemeente Aartselaar
6
3.12
Nr. 3.11
Aanleg recreatieve weg OT/IR 20102015 3.4 type I tussen Adriaan Sanderslei en Kleistraat : heropenen buurtweg nr. 20 en inrichting
Deelgebied 3 Visie / actie Type Timing Aanleg verbinding 3.3 VW/OT 20102011 tussen Solhofdreef en /IR centrale recreatieve weg 3.2: verwerving en inrichting als recreatieve weg type I. 1
Prioriteit 2
Kadastrale percelen Omschrijving Aanleg verbinding tussen Solhofdreef en recreatieve weg 3.2 11001_C_0394_S_000_00 tussen Kleistraat en Lieven Renslaan. Deze verbinding start ter 11001_C_0394_T_000_00 hoogte van Solhofdreef nr. 56. De realisatie van deze verbinding gebeurt tegelijkertijd met de realisatie van verbinding 3.2.
Gemeente Aartselaar met Deze niet-afgeschafte buurtweg verbindt de Kleistraat met de 11001_C_0134_N_000_00 Adriaan Sanderslei (en verder met het centrum van Aartselaar). 11001_C_0134_P_000_00 betrokken De weg is echter wederrechtelijk afgesloten ter hoogte van een 11001_C_0135_A_000_00 eigenaars/gebruikers landbouwbedrijf aan de Adriaan Sanderslei. Dit bedrijf is echter 11001_C_0136___000_00 een uitbollend bedrijf waarvan de gronden op vrij korte termijn in 11001_C_0137___000_00 aanmerking komen voor bosuitbreiding. De buurtweg loopt 11001_C_0141_D_000_00 langs/door de huiskavel van het uitbollend landbouwbedrijf 11001_C_0141_E_000_00 11001_C_0141_F_000_00 (percelen C/136, C/142/B, C/145/A, C/296, C/297, C/387). Nadat er een overeenkomst is tussen het gemeentebestuur en de 11001_C_0145_A_000_00 grondeigenaars en -gebruikers, dient de weg te worden ingericht 11001_C_0154_B_002_00 11001_C_0154_H_000_00 met een verharde (3 m) en een niet-verharde (2 m) strook. 11001_C_0294_C_000_00 11001_C_0294_E_000_00 11001_C_0296___000_00 11001_C_0297___000_00 11001_C_0298_A_000_00 11001_C_0299_B_000_00 11001_C_0300_K_000_00 11001_C_0300_L_000_00 11001_C_0387___000_00
Uitvoerder / partners Gemeente Aartselaar i.s.m. grondeigenaars en gebruikers
7
3.14
Nr. 3.13
Aanleg recreatieve weg VW/OT 20152020 (nr. 3.6) tussen poort /IR Hof te Briez en de bestaande verbinding tussen Adriaan Sanderslei en Kleistraat: verwerving en inrichting als recreatieve weg type I.
Deelgebied 3 Visie / actie Type Timing Aanleg recreatief OT/IR 20152020 wandelpad (nr. 3.5) tussen Lieven Renslaan en de bestaande verbinding tussen Adriaan Sanderslei en Kleistraat: verwerving en inrichting als recreatief wandelpad
2
Prioriteit 3
11001_C_0213_A_000_00 11001_C_0214_A_000_00 11001_C_0214_F_000_00 11001_C_0214_P_000_00 11001_C_0219___000_00 11001_C_0220___000_00 11001_C_0221___000_00 11001_C_0259_S_003_00 11001_C_0260___000_00 11001_C_0261_V_000_00
Kadastrale percelen Omschrijving Deze niet-afgeschafte buurtweg verbindt de Kleistraat met de 11001_C_0135_A_000_00 Adriaan Sanderslei (en verder met het centrum van Aartselaar). 11001_C_0135_B_000_00 De weg is echter wederrechtelijk afgesloten ter hoogte van een 11001_C_0136___000_00 landbouwbedrijf aan de Adriaan Sanderslei. Dit bedrijf is echter 11001_C_0145_A_000_00 een uitbollend bedrijf waarvan de gronden op vrij korte termijn in 11001_C_0148___000_00 aanmerking komen voor bosuitbreiding. De buurtweg loopt 11001_C_0148_C_000_02 langs/door de huiskavel van het uitbollend landbouwbedrijf 11001_C_0296___000_00 (percelen C/136, C/142/B, C/145/A, C/296, C/297, C/387). Nadat er een overeenkomst is tussen het gemeentebestuur en de grondeigenaars en -gebruikers, dient de weg te worden ingericht met een verharde (3 m) en een niet-verharde (2 m) strook.
Gemeente Aartselaar met Deze recreatieve weg verbindt de te ontwikkelen poort Hof te Briez met de bestaande verbinding tussen Adriaan Sanderslei en betrokken Kleistraat. Het pad loopt langs te behouden landbouwpercelen, eigenaars/gebruikers door een bestaand bos en door bosuitbreidingszones (fase 1 en fase 2). Nabij het Hof te Briez gaat het pad langs de rand van de huiskavel van het bedrijf dat gelegen is op het Hof te Briez (perceel C/260). Nadat er een overeenkomst is tussen het gemeentebestuur en de grondeigenaars en -gebruikers, dient de weg te worden ingericht met een verharde (3 m) en een nietverharde (2 m) strook.
Uitvoerder / partners Gemeente Aartselaar met betrokken eigenaars/gebruikers
8
2
2
Aanleg recreatieve weg VW/OT 20152020 nr. 3.9 tussen lokale /IR poort 7 (Heimolen) en hoofdpoort Hof te Briez: verwerving en inrichting als recreatieve weg type I.
3.16
Prioriteit 2
Aanleg recreatieve weg VW/OT 20152020 (nr. 3.8) tussen lokale /IR poort 6 (F. Timmermanslaan) en Kleistraat: verwerving en inrichting als recreatieve weg type I.
Deelgebied 3 Visie / actie Type Timing Aanleg recreatieve weg VW/OT 20152020 (nr. 3.7) tussen /IR Kapellestraat (t.h.v. nr. 149) en de nieuwe recratieve weg nr. 3.6 (verbinding tussen Hof te Briez en bestaande verbinding tussen A. Sanderslei en Kleistraat): verwerving en inrichting als recreatieve weg type I.
3.15
Nr. 3.14
Gemeente Aartselaar Deze nieuw te realiseren recreatieve weg gaat door 11001_C_0223___000_00 i.s.m. grondeigenaars en - landbouwgebied, en loopt door/langs een deel van de huiskavel 11001_C_0224___000_00 van Hof te Briez (percelen C/224 en C/248). Nadat er een 11001_C_0225_E_000_00 gebruikers overeenkomst is tussen het gemeentebestuur en de 11001_C_0239_D_003_00 grondeigenaars en -gebruikers, dient de weg te worden ingericht 11001_C_0239_E_004_00 11001_C_0248___000_00 met een verharde (3 m) en een niet-verharde (2 m) strook. 11001_C_0251_C_000_00 11001_C_0251_C_000_00 11001_C_0251_C_000_00
11001_C_0202_A_000_00 11001_C_0203_D_000_00 11001_C_0207_W_000_00 11001_C_0214_A_000_00 11001_C_0218___000_00 11001_C_0219___000_00 11001_C_0220___000_00
Kadastrale percelen Omschrijving Deze recreatieve weg verbindt de nieuw aan te leggen 11001_C_0259_S_003_00 recreatieve weg nr. 3.6 met de Kapellestraat en dit door het 11001_C_0261_V_000_00 bestaande bosje en langs een bestaande losweg. Nadat er een 11001_C_0262_B_003_00 overeenkomst is tussen het gemeentebestuur en de grondeigenaars en -gebruikers, dient de weg te worden ingericht met een verharde (3 m) en een niet-verharde (2 m) strook.
Gemeente Aartselaar Deze nieuw te realiseren recreatieve weg gaat door i.s.m. grondeigenaars en - bosuitbreidingsgebied (fase 1 en fase 2). Deze weg wordt gerealiseerd nadat de bosuitbreiding is gerealiseerd. gebruikers Grondverwerving gebeurt in het kader van de bosuitbreiding. De weg dient te worden ingericht met een verharde (3 m) en een niet-verharde (2 m) strook.
Uitvoerder / partners Gemeente Aartselaar i.s.m. grondeigenaars en gebruikers
9
1
2
Verwerven, inrichten en VW/OT 20102015 openstellen van /IR recreatieven verbindingen naar De Reukens.
3.19
Prioriteit 3
Onderhoud en beheer BH recreatieve wegen
Deelgebied 3 Visie / actie Type Timing Aanleg recreatieve weg VW/OT 20152020 nr. 3.10 tussen Oever /IR en Reetsesteenweg: verwerving en inrichting als recreatieve weg type I.
3.18
Nr. 3.17
De gemeentebesturen zijn de eindverantwoordelijken voor het onderhoud en het beheer van de recreatieve wegen. Ze kunnen voor het onderhoud en beheer beheersovereenkomsten afsluiten met de grondeigenaars en grondgebruikers van de gronden waarop de recreatieve wegen gelegen zijn.
Omschrijving Nieuw te realiseren recreatieve weg door landbouwgebied. Een deel van deze weg (noordoosten) is reeds verhard (toegangsweg naar boerderij). Deze weg vormt de verbinding van het stadsrandbos met het bos op de Reukens. Om de weg te kunnen aansluiten op de Reetsesteenweg dient perceel D/150/T aan de kruising van de Reetsesteenweg met de Pierstraat open te blijven, of dient er minimaal een erfdienstbaarheid te worden opgelegd. De weg wordt afgezoomd met een enkele bomenrij (zie actie 3.31). De volgende percelen zijn onderdeel van de huiskavel van het bedrijf langs deze weg: G/313/B, G/316/D, G/316/F, G/317/B, GL331/L.
Gemeente Aartselaar Het stadsrandbos dient verbonden te worden met het i.s.m. grondeigenaars en - bosuitbreidingsproject in De Reukens. Er zijn reeds een aantal insteken die vanuit de Reetsesteenweg het gebied van De gebruikers Reukens binnengaan, maar er zijn geen doorlopende verbindingen. De bestaande buurtweg kan als basis voor het ontwikkelen van een verbinding dienen.
Gemeentebesturen Aartselaar en Kontich (i.s.m. Provinciebestuur en ANB, grondeigenaars en grondgebruikers)
Uitvoerder / partners Gemeenten Aartselaar en Kontich i.s.m. grondeigenaars en gebruikers
Kadastrale percelen 11372_D_0140_B_000_00 11372_D_0141_C_000_00 11372_D_0141_N_000_00 11372_D_0141_P_000_00 11372_D_0149_P_000_00 11372_D_0150_D_002_00 11372_D_0150_T_000_00 11372_D_0150_W_000_00 11372_D_0151_B_002_00 11372_D_0151_T_003_00 11024_G_0307_A_000_00 11024_G_0308_D_000_00 11024_G_0308_K_000_00 11024_G_0309_A_000_00 11024_G_0311_B_000_00 11024_G_0313_B_000_00 11024_G_0316_D_000_00 11024_G_0316_F_000_00 11024_G_0317_B_000_00 11024_G_0331_L_000_00 11024_G_0332_A_000_00 11024_G_0334___000_00 11024_G_0335___000_00
10
3.23
Realisatie park Solhof
3.22
2012
20102012
Timing
Verwerven van te VW bebossen gronden fase 1
Bosuitbreiding tussen kern Aartselaar en Kleistraat
20102018
uitbreiding IR/OT 20132014
Opmaken inrichtingsplan IR uitbreiding park Solhof
3.21
Type
Aankopen percelen voor VW uitbreiding park Solhof
Uitbreiding Park Solhof
Deelgebied 3 Visie / actie Bosuitbreiding, parkuitbreiding, natuurontwikkeling
3.20
Nr.
2
2
2
2
Prioriteit
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Gemeente Aartselaar
Gemeente Aartselaar
Gemeente Aartselaar
Uitvoerder / partners
Kadastrale percelen
Aankopen van de te bebossen gronden door het Vlaamse Gewest. Alternatief kan de grondeigenaar of de grondgebruiker de grond zelf bebossen (eventueel met subsidies) of kan er een gebruiksovereenkomst worden opgemaakt tussen de eigenaar en het Vlaamse Gewest.
Inrichting van de uitbreiding van het park Solhof.
inkleding, ruimtelijke ordening van de hoofdpoort (waar komt parking en fietsenstalling, waar komen infopanelen, rustbanken, ...). Dit inrichtingsplan houdt rekening met de principes van het Harmonisch Park- en Groenbeheer en integreert de bestaande poel (perceel C/423).
11001_C_0135_A_000_00 11001_C_0135_B_000_00 11001_C_0136___000_00 11001_C_0141_E_000_00 11001_C_0141_F_000_00 11001 C 0142 B 000 00
De gemeente Aartselaar koopt de gronden aan ten noorden van 11001_C_0414_B_000_00 het Park Solhof met het oog op de uitbreiding van het bestaande 11001_C_0421___000_00 park. 11001_C_0423___000_00 Opmaken van een gedetailleerd inrichtingsplan binnen de 11001_C_0424_A_000_00 uniforme inrichting van het stadsrandbos (landschappelijke 11001_C_0425_L_000_00
Omschrijving
11
Beplanten van gronden IR fase 2
Verwerven van aanwezige bosjes
Beheer bossen
3.27
3.28
3.29
BH
de VW
20202028
Verwerven van te VW bebossen gronden fase 2
3.26
2015-
20102030
20202030
20122020
Type Timing IR/OT 20102020
Beplanten van gronden IR fase 1
Deelgebied 3 Visie / actie Opmaken beplantingsplan
3.25
Nr. 3.24
3
3
3
2
Prioriteit 2
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker (i.s.m. Bosgroep)
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Uitvoerder / partners Agentschap voor Natuur en Bos en/of grondeigenaar of gebruiker
Kadastrale percelen 11001_C_0142_B_000_00 11001_C_0145_A_000_00 11001_C_0146___000_00 11001_C_0147___000_00 11001_C_0148___000_00 11001_C_0148_C_000_02 11001_C_0207_D_002_00 11001_C_0207_L_002_00 11001_C_0207_R_000_00 11001_C_0207_W_000_00 11001_C_0212_A_000_00 11001_C_0213_A_000_00 11001_C_0217_C_000_00 11001_C_0217_D_000_00 11001_C_0217_E_000_00 11001_C_0217_F_000_00 11001_C_0218___000_00 11001_C_0202_A_000_00 11001_C_0203_D_000_00 11001_C_0214_A_000_00 11001_C_0214_F_000_00 11001_C_0214_P_000_00
ANB, de grondeigenaar of de grondgebruiker staat in voor het beheer van de schermbossen. Er wordt bijzonder op toegezien dat de aanplantingen slagen en dat de voorziene inrichting en soortenmengeling gerealiseerd wordt. Ook de veiligheid van het verkeer is een belangrijk aandachtspunt.
Om tot een optimaal en gezamenlijk beheer te komen kan het 11001_C_0259_S_003_00 Vlaamse Gewest het aanwezige bosje aankopen. Alternatief wordt 11001_C_0261_V_000_00 (deel) er door de grondeigenaar of de grondgebruiker een beheerplan 11372_D_0151_T_003_00 (deel) opgesteld (i.s.m. de bosgroep en ANB) dat door de eigenaar/gebruiker wordt uitgevoerd (eventueel met subsidies).
Aanplanten van de percelen volgens de criteria duurzaam bosbeheer. Het aanplanten kan gebeuren door ANB of de grondeigenaar of -gebruiker (met bebossingssubsidies van ANB).
Aankopen van de te bebossen gronden door het Vlaamse Gewest. Alternatief kan de grondeigenaar of de grondgebruiker de grond zelf bebossen (eventueel met subsidies) of kan er een gebruiksovereenkomst worden opgemaakt tussen de eigenaar en het Vlaamse Gewest.
Aanplanten van de percelen volgens de criteria duurzaam bosbeheer. Het aanplanten kan gebeuren door ANB of de grondeigenaar of -gebruiker (met bebossingssubsidies van ANB).
Omschrijving Opmaken van gedetailleerd beplantingsplan voor percelen, binnen de krijtlijnen van de criteria duurzaam bosbeheer. Ook de ligging van recreatieve wegen (nrs. 3.5, 3.6, 3.7 en 3.8) en de inrichting van de aan te planten bossen in de 2e fase wordt vastgelegd. Bij het opmaken van het inrichtingsplan wordt er rond de recreatieve wegen voldoende brede overgangen naar de omliggende bossen voorzien (brede bosranden), o.a. omwille van de veiligheid van de gebruikers van de paden. Vooral voor de (reeds bestaande) recreatieve verbinding tussen de A. Sanderslei en Kleistraat is dit van belang.
12
20152020
Aanplanten van IR bomenrij langs nieuwe recreatieve weg 3.10 tussen Oever en Reetsesteenweg
3.31
Timing
20132015
Type
Aanplanten van IR bomenrij langs de AS 108 (beek tussen Oever en Reetsesteenweg)
Deelgebied 3 Visie / actie Kleine landschapselementen
3.30
Nr.
3
2
Prioriteit
Aanplanten van een enkele bomenrij langs de recreatieve weg nr. 11372_D_0140_B_000_00 3.10 (zie actie 3.17). Deze aanplanting gebeurt na de aanleg van 11372_D_0141_C_000_00 11372_D_0141_N_000_00 de recreatieve weg. 11372_D_0141_P_000_00 11372_D_0149_P_000_00 11372_D_0150_D_002_00 11372_D_0150_T_000_00 11372_D_0150_W_000_00 11372_D_0151_B_002_00 11372_D_0151_T_003_00 11024_G_0307_A_000_00 11024_G_0308_D_000_00 11024_G_0308_K_000_00 11024_G_0309_A_000_00 11024_G_0311_B_000_00 11024_G_0313_B_000_00 11024_G_0316_D_000_00 11024_G_0316_F_000_00 11024_G_0317_B_000_00 11024_G_0331_L_000_00 11024_G_0332_A_000_00 11024_G_0334___000_00 11024_G_0335___000_00
11372_D_0138_A_002_00 11372_D_0138_M_002_00 11372_D_0152_B_002_00 11372_D_0152_C_002_00 11024_G_0330_S_000_00 11024_G_0331_L_000_00 11024_G_0334___000_00 11024_G_0335___000_00
Aanplanten van een enkele bomenrij langs de beek AS 108 (niet geklasseerd). Dit dient te worden opgenomen in het gedetailleerde inrichtings- en beheerplan voor de oeverzones langs de beek (zie actie 3.33) dat wordt opgemaakt in het kader van het deelbekkenbeheerplan. Perceel G/331/L is een huiskavel.
Provinciale Dienst Waterbeleid i.s.m. Gemeentebesturen Kontich en Aartselaar, Agentschap voor Natuur en Bos, grondeigenaars en -gebruikers
Gemeentebesturen Kontich en Aartselaar, Agentschap voor Natuur en Bos, grondeigenaars en -gebruikers
Kadastrale percelen
Omschrijving
Uitvoerder / partners
13
Type de BH
Verwerving van delen VW van de percelen langs de AS 108 of afsluiten van beheersof gebruiksovereenkomste n tussen de overheid en grondeigenaars/gebruik ers voor de realisatie van de oeverzones
Uitvoeren van de IR/OT inrichtingswerken in de oeverzones langs de AS 108
UItvoeren van aangepast BH beheer in de oeverzones
3.35
3.36
Oeverzones Opstellen van IR gedetailleerd inrichtings en beheerplan voor de oeverzones langs de AS 108, in overleg met grondeigenaars en gebruikers
Deelgebied 3 Visie / actie Beheer van bomenrijen
3.34
3.33
Nr. 3.32
2
2
20132015
2015-
2
2
Prioriteit 3
20112012
20092011
Timing 2015-
Provinciale Dienst Waterbeleid i.s.m. Gemeentebesturen Kontich & Aartselaar, Agentschap voor Natuur en Bos, grondeigenaars en -gebruikers
Uitvoerder / partners Gemeenten i.s.m. Provinciebestuur (Dienst Waterbeleid), ANB, grondeigenaars en grondgebruikers
Uitvoeren van het beheerplan.
De inrichtingswerken worden uitgevoerd door de Vlaamse Overheid (ANB), het provinciebestuur of de grondgebruikers/grondeigenaars (i.h.k.v. beheers/gebruiksovereenkomsten)
De delen waarvoor in het inrichtingsplan een aangepaste of recreatieve inrichting of een aangepast beheer wordt voorzien dienen te worden verworven door het provinciebestuur of de Vlaamse Overheid (ANB). Alternatief kunnen er beheersovereenkomsten worden afgesloten tussen de grondgebruikers en de VLM, of gebruiksovereenkomsten tussen de eigenaars/beheerders en de provinciale overheid (Dienst Waterbeleid).
De algemene principes voor de inrichting en het beheer van de oeverzones die binnen de inrichtingsstudie worden gegeven dienen te worden verfijnd in een inrichtings- en beheerplan in overleg met de eigenaars en gebruikers van de gronden langs de AS 108. Dit inrichtings- en beheerplan wordt ook gekaderd in het deelbekkenbeheerplan. Ook de aanleg van bomenrijen (actie 3.30) dient te worden ingepast in het gedetailleerde inrichtings- en beheerplan. Het gedetailleerde inrichtings- en beheerplan dient de exacte ligging van de recreatieve wegen vast te leggen, in overleg met de grondgebruikers en -eigenaars.
14
Alle percelen die grenzen aan de AS 108 komen in aanmerking als oeverzone, uitgezonderd de percelen langs Oever. Het gedetailleerde inrichtingsplan zal vastleggen welke percelen effectief zullen worden betrokken in het oeverzonebeheer.
Kadastrale percelen Omschrijving Het beheer van de bomenrijen gebeurt door de eigenaar van de bomen, tenzij er andere gebruiken zijn. De eigenaar kan het beheer overdragen aan de gemeenten of de grondgebruiker.
STADSRANDBOS ANTWERPEN
PAGINA - 143
COLOFON Opgesteld te Gontrode – Gent, mei 2008 VERENIGING VOOR BOS IN VLAANDEREN VZW
SUMRESEARCH
DIRECTEUR: BERT DE SOMVIELE
DIRECTEUR: PAUL LIEVEVROUW
PROJECTCOÖRDINATOR: RIK DE VREESE
VERANTWOORDELIJKE RUIMTELIJKE PLANNING: PATRICK MAES
Bio-ingenieur land- en bosbeheer
Geograaf – Ruimtelijk planner
PROJECTMEDEWERKER: BERT GEYSELS
PROJECTMEDEWERKER: WANDA VAN SOENS
Bio-ingenieur land- en bosbeheer Afdruk: mei 2008 Eindrapport_MK.doc
Landschapsarchitecte – Ruimtelijk planner