Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
INHOUDSTAFEL
INLEIDING............................................................................................................................................... 3 Deel 1
TOELICHTINGSNOTA........................................................................................................... 4
1.
REDENEN TOT OPMAAK.............................................................................................................. 4
2.
SITUERING .................................................................................................................................... 5
3.
FEITELIJKE EN JURIDISCHE TOESTAND................................................................................... 6
4.
DE RELATIE MET HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ............................ 12
5.
VOORGAANDE RELEVANTE STUDIES ..................................................................................... 15
6.
VISIE EN KRACHTLIJNEN VOOR DE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING ................................... 22
7.
INTEGRAAL WATERBELEID....................................................................................................... 25
8.
MAATREGELEN TER REALISATIE............................................................................................. 28
9.
ONTEIGENINGSPLAN ................................................................................................................. 29
10. OVERZICHT VAN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN STRIJDIG MET VOORLIGGEND GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN.............................................. 30 11.
RUIMTEBALANS...................................................................................................................... 30
Deel 2: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN........................................................................ 31
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Inhoudstafel
2
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
INLEIDING De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat ruimtelijke uitvoeringsplannen worden opgemaakt ter uitvoering van een ruimtelijk structuurplan. Het Ruimtelijk Structuurplan Gent (goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 09/04/2003) vormt het ruimtelijk kader waarbinnen in Gent een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan tot stand komt.
Volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bevat een ruimtelijk uitvoeringsplan de volgende onderdelen: • • • • • • •
•
•
een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is; de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer; een weergave van de feitelijke en juridische toestand; de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waaraan het uitvoering geeft; in voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden; in voorkomend geval een overzicht van de conclusies van het planmilieueffectenrapport, de passende beoordeling, het ruimtelijk veiligheidsrapport of andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing of een kaptaalschadecompensatie, voortvloeiend uit het decreet grond- en pandenbeleid; in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd of een overdruk wordt toegevoegd die aanleiding kan geven tot gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen. eventueel een onteigeningsplan.
Deze bundel bestaat uit: •
•
een toelichtingsnota (deel I), waarin onder meer de relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Gent is opgenomen, de op te heffen voorschriften limitatief zijn opgesomd en de registers van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd zijn opgenomen; de stedenbouwkundige voorschriften (opgenomen in deel II).
Enkel het grafisch plan en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften hebben verordenende kracht. De toelichtingsnota (deel I), met ondermeer de visie, ruimtelijke concepten en de gewenste ruimtelijke structuur, heeft geen verordenende kracht. Deze toelichting en beschrijving vormen een belangrijk inhoudelijk onderdeel van het geheel van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Deze toelichtingen vormen samen met de verordenende stedenbouwkundige voorschriften het beoordelingskader voor de vergunningverlenende overheid van stedenbouwkundige en verkavelingsaanvragen.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Inleiding
3
Stad Gent
Deel 1
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
TOELICHTINGSNOTA
1. REDENEN TOT OPMAAK De vertrekbasis voor de opmaak van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan is de studie” Bruggen naar Rabot+”. Deze studie kwam tot stand in het kader van de conceptsubsidiëring van het stadsvernieuwingsfonds (SVF). Deze werd beëindigd in juni 2005 en er werd akte van genomen door het College van Burgemeester en Schepenen op 8 september 2005. Het doel van deze studie was om voor het projectgebied Rabot-Blaisantvest (ruw gesitueerd: de driehoek tussen Nieuwevaart, kanaal Gent-Oostende, en Begijnhoflaan-Opgeëistenlaan-Blaisantvest) een samenhangende visie te ontwikkelen die moest tegemoet komen aan de volgende vastgestelde problemen: een geïsoleerde ligging, weinig ruimtelijke samenhang, slechte woningtypes, edm… Vanuit het studiegebied BNR+ werd de Sint-Lucasziekenhuiscampus in beeld gebracht en werden ook voor dit gebied stedenbouwkundige voorstellen gedaan. Voor de Sint-Lucasziekenhuiscampus zijn bovendien bepaalde ingrepen niet mogelijk volgens het BPA Binnenstad nr. 117 – deel Tolhuis. Doordat het Sint-Lucasziekenhuis een fusie betreft van meerdere aan elkaar grenzende ziekenhuizen waren omvangrijke aanpassingswerken nodig om tot één functionerend geheel te komen. Zo zal in de toekomst het parkeren gecentraliseerd worden op één locatie. Dit blijkt niet mogelijk te zijn volgens het huidige BPA. Vanuit deze problematiek liet het ziekenhuis een ruimtelijk ontwikkelingsplan voor de site maken. Dit plan had als doel tegemoet te komen aan de volgende problemen: de ziekenhuisfuncties liggen te verspreid over de site. het ziekenhuis is slecht zichtbaar en leesbaar de toegang is onduidelijk en de ontsluiting verloopt niet logisch een moeilijk doorwaadbaar bouwblok een aantal aanwezige groene ruimten zijn niet functioneel met elkaar verbonden en zijn enkel toegankelijk langs de straatzijde. Ook is het wenselijk om een aantal zwakkere bestemmingen (zoals de park- en woonfunctie) hard vast te leggen in het uitvoeringsplan en zou de ontsluiting van het ziekenhuis beter georganiseerd kunnen worden.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
4
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
2. SITUERING Het plangebied is gelegen ten noordwesten van de stadskern en is grotendeels gelegen binnen de vroegere laatmiddeleeuwse stadsomwallingen. Doordat enkel deze delen zijn opgenomen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan waarvan de bestemming moet gewijzigd of verfijnd worden, is het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nogal grillig van vorm.
Het plangebied is een onderdeel van het grote bouwblok, ruwweg begrensd door Vogelenzang in het noorden, de Molenaarsstraat in het westen, de Groenebriel in het zuiden en de Tolhuislaan en het Berouw in het oosten. Het deelgebied omvat de volledige Sint-Lucasziekenhuiscampus. De terreinen toebehorend aan de “Wereld van Kina” en de Tolhuissporthal zijn mee opgenomen in functie van het voorzien van een voetgangers- en/of fietsersverbinding. De begrenzing in het zuiden wordt gevormd door de Groenebriel, de Sint-Margrietstraat, de Brandweerstraat, in het westen door de Molenaarsstraat en Vogelenzang. De grenslijn dwarst de Blaisantvest om de terreinen van de Maria Gorettikerk en de kleuterschool De Mozaïek mee te nemen, om dan terug op de rooilijn van Vogelenzang uit te komen. Vervolgens volgt de grens de rooilijn in Berouw, de perceelsgrens van de kinderkribbe en de tuin van het schoolmuseum en het domein van de Tolhuissporthal. De grens sluit de woningen aan de Tolhuislaan en het terrein van de Psychiatrische instelling St. Jan de Deo uit. Het huidige BPA biedt hier voldoende garanties op een kwalitatieve inrichting. De oppervlakte van dit deelgebied bedraagt 17,95 ha. Topografisch en cultuurhistorisch groepeert dit plangebied een perifere zone, bestaande uit het noodwestelijke tracé van de laatmiddeleeuwse stadsomwalling met bijbehorende buitenbolwerken en een voormalig stedelijk buitengebied.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
5
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
3. FEITELIJKE EN JURIDISCHE TOESTAND 3.1.
FEITELIJKE TOESTAND
De bestaande feitelijke toestand van het plangebied is af te lezen op het plan ‘Feitelijke en juridische toestand’ en op bijgaande luchtfoto’s. In het noorden van de kernstad is een belangrijke dienstverlenende cluster gesitueerd. Het overgrote deel van dit gebied bestaat uit het Sint-Lucasziekenhuis met bijhorende parkeergelegenheid, opslagruimtes, crematorium en aan het ziekenhuis verbonden kinderkribbe. Het museum, de “Wereld van Kina’ met museumtuin (de vroegere Hortus Michel Thiery) en de Tolhuissportarena zijn ander belangrijke gemeenschapsvoorzieningen in het plangebied. Aan de Molenaarsstraat is de verpleegsterschool, een klooster en het rusthuis St. Jozef gevestigd. Hier is ook een beperkte woonfunctie aanwezig, net zoals aan Vogelenzang. Aan de overkant van de Blaisantvest is de moderne kerk Maria Goretti ingeplant. Hierachter is een binnengebied met openbare functies gelegen. Als belangrijke groene gehelen kunnen aangestipt worden: het Vogelenzangpark, de tuin van de Villa Voortman, de tuin van de Wereld van Kina en de speeltuin bij de Tolhuissporthal.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
6
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
7
Stad Gent
3.2.
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
JURIDISCHE TOESTAND
De bestaande juridische toestand van het plangebied is af te lezen op het plan ‘Feitelijke en juridische toestand’. Voorliggend gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan is gelegen binnen het gewestplan ‘Gents en kanaalzone’. Decretaal is bepaald dat deze plannen blijven gelden totdat ze door andere plannen worden vervangen.
Gewestplan ‘Gentse en kanaalzone’ (KB 14 september 1977 en latere wijzigingen) In het plangebied komen volgende gewestplanbestemmingen voor: woongebied, woongebied met cultureel, historische en/of esthetische waarde, gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut en parkgebied.
Fig. Uittreksel uit gewestplan met aanduiding contouren RUP
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Afbakening grootstedelijk gebied Gent” De Vlaamse regering heeft op 16 december 2005 het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ” Afbakening Grootstedelijk Gebied Gent” definitief vastgesteld. Het plangebied maakt hiervan deel uit. Binnen grootstedelijke gebieden wordt een belangrijk aandeel van de groei in Vlaanderen op het gebied van bijkomende woongelegenheden, stedelijke voorzieningen en ruimte voor economische activiteiten opgevangen.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
8
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
BPA nr. 117 Binnenstad deel Tolhuis (MB 4 augustus 1989) •
Het overgrote deel van het plangebied is gelegen in BPA nr. 117 Binnenstad deel Tolhuis (goedgekeurd bij MB op 4 augustus 1989)
•
Volgende BPA-bestemmingen zijn in het plangebied gesitueerd: zones voor gemeenschapsuitrusting, zone A voor woningen, multifunctionele zone, zone voor open ruimten en tuinen, zone voor wegen.
Fig. BPA Binnenstad nr. 117 deel Tolhuis (MB 4 augustus 1989)
Verkavelingsplannen Er zijn geen verkavelingsvergunningen in het plangebied verleend.
Rooilijnen Er zijn geen rooilijnplannen in het plangebied vastgesteld. Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
9
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Biologische waarderingskaart (BWK) Volgens de biologische waarderingskaart is de tuin van de Villa Voortman, als een park met veel natuurlijke elementen, als biologisch waardevol gecatalogeerd. Als complex van minder waardevolle en waardevolle elementen zijn aangeduid: de tuin van het schoolmuseum de tuin van het klooster in de Molenaarstraat het Vogelenzangpark de parkgedeelten langs de Blaisantvest.
Fig. Uittreksel uit de Biologische Waarderingskaart
Beschermde monumenten en/of stadsgezichten In het plangebied zijn er beschermde monumenten. Deze zijn aangeduid op het plan bestaande toestand. Beschermde stadsgezichten zijn niet aanwezig. Beschermde monumenten La Linière Gantoise (Rabotvins)
Vogelenzang 1-2-3-4
MB 18/10/1995
Huis Voortman
Vogelenzang 22
MB 18/10/1995
Bij ministerieel besluit van 18 september 2009 is op de ontwerplijst opgenomen: Klooster van de Zusters van Liefde met kapel, pandhof, gastenkwartier, hospice en resterende gebouwen van de voormalige abdij van Terhagen
Molenaarsstraat 22-24
MB 18/09/2009 (ontwerplijst)
Beschermde stadsgezichten Het voormalige huis Voortman met tuin en bijgebouw
Vogelenzang
MB 18/10/1995
De plantentuin Michel Thiery
Berouw
MB 15/10/1980
In de omgeving komen nog volgende beschermde monumenten voor. kapel + voormalige priorswoning v/h Kartuizerklooster
Fratersplein 9
MB 18/07/1996
verbindingsvleugel tussen priorswoning en kapel
Fratersplein 9
MB 23/05/2001
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
10
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Vervuilde terreinen In het plangebied is op volgende terreinen een gedeelte van de bodem vervuild. Bij de herontwikkeling ervan zullen deze eerst gesaneerd worden. perceelsnummer A 0209s 2
omschrijving Historische verontreiniging door exploitant AZ Sint-Lucas. Dossiernummer OVAM: 8776. Perceel opgenomen in het register van verontreinigde gronden. A 1604a 4 Historische verontreiniging door exploitant AZ Sint-Lucas. Dossiernummer OVAM: 8147. Perceel opgenomen in het register van verontreinigde gronden. A 0209p 2 Historische verontreiniging door exploitant AZ Sint-Lucas. Dossiernummer OVAM: 8776. Perceel opgenomen in het register van verontreinigde gronden. A 1429 v Historische verontreiniging door exploitant AZ Sint-Lucas. Dossiernummer OVAM: 8776. Perceel opgenomen in het register van verontreinigde gronden. OVAM heeft conform artikel 6 van het bodemsaneringsdecreet geen voorstellen gedaan m.b.t. de bestemming en de inrichting van dit gebied.
Toegekende milieuvergunningen Volgende relevante milieu- en exploitatievergunningen zijn in het plangebied goedgekeurd. Milieuvergunning 9424/E/1 (ziekenhuis, rusthuis, funerarium) Zuster van Liefde van J.M. Molenaarsstraat, Sint Vincentiusplein 1 (diverse, geldig tot 20/08/2020) Milieuvergunning 5429/E/1 en 5429/E/3 (ziekenhuis) AZ Sint-Lucas, Groenebriel 1 (diverse; geldig tot 23/05/2021) Bodemsaneringsproject 10998/B/1 AZ Sint-Lucas & Volkskliniek, Vogelenzang 23 (diverse) Milieuvergunning 5289/E/1 (bottelen en op flessen trekken van wijnen) Rabotvins nv. Vogelenzang 1 (diverse; geldig tot 15/05/2017)
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
11
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
4. DE RELATIE MET HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN Het Ruimtelijk Structuurplan Gent is op 9 april 2003 door de minister goedgekeurd. In het bindend gedeelte wordt de wijk Rabot – Blaisantvest, met als utibreiding de Sint-Lucas-ziekenhuissite, opgesomd als prioritair te herwaarderen gordelwijk.(p. 323) Hierbij zal de Stad Gent ten behoeve van deze stadsvernieuwing een actieprogramma per wijk met een financierings- en verwervingsplan opstellen. Ook zal de Stad Gent binnen haar mogelijkheden de woonomgeving verbeteren. De Stad wil bovendien strategische projecten uitwerken voor deze wijk.
Fig. Uittreksel structuurplan Gent m.b.t. de kernstad met aanduiding aandachtsgebied. In het richtinggevend gedeelte vinden we bij de beleidsdoelstellingen volgende verwijzingen terug: Wonen hoort in de eerste plaats in de stad thuis. (p. 214) Specifieke uitdagingen voor het plangebied zijn jonge gezinnen en aankomende senioren aantrekken en jongeren (20’ers) houden; het aanbieden en onderling mengen van diverse woontypes (zowel groot als klein als sociaal en privaat) en het mengen met andere functies. Onderbrekingen in het woonweefsel moeten hersteld worden. Omdat de nog bebouwbare terreinen moeten verdicht worden op een stedelijke manier, zal er bij de ontwikkeling van grotere gebieden bijzondere aandacht moeten uitgaan naar een aantal kwalitatieve randvoorwaarden. 12 Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Tegenover een hoge densiteit moet een kwalitatieve inrichting van de woonomgeving staan. Deze nieuwe woonwijken moeten kwalitatieve openbare ruimten bevatten, bij voorkeur groene ruimten die tegelijk ook kunnen functioneren als speelruimte. Het ontwerp voor het openbaar domein neemt een wezenlijke plaats in binnen het totaalconcept. Bij het ontwerp van nieuwe woonstraten is een verkeersluwe inrichting met straatbomen de regel en wordt de ruimte voor parkeren beperkt gehouden. Bij grotere ontwikkelingen wordt ook de architectonische diversiteit van de woningen belangrijk. Om monotonie te vermijden, worden grote projecten in onderdelen ingedeeld en gedifferentieerd door een verschillende architectuur, woontypologie, materiaalkeuze, enz… (p. 216) In het noordelijke deel van de gordel (waartoe de Ziekenhuissite behoort) zijn vergroening, verluchting en opwaardering van de woonkwaliteiten elementen waar prioritair aandacht aan moet worden besteed. Nieuwe woningbouwprojecten worden gecombineerd met het behoud en de creatie van bijkomend groen in semi-publieke ruimten voor woninggroepen, in het oplossen van het woonparkeren en het leggen van nieuwe ruimtelijke relaties tussen de verschillende buurten onderling. Bovendien zorgen zij voor een vernieuwing van het bestaande woningenbestand of een nieuwe invulling van voormalige fabriekspanden. De creatie van nieuwe typewoningen verrijkt dit bestand met ruimere ééngezinswoningen. Grootschalige functies, zowel in deze buurten als aan de randen ervan kunnen de eigenheid van deze buurten aantasten. De inplanting van die grootschalige functies moet dus zorgvuldig onderzocht worden. Wel kunnen ze een stimulans vormen voor de opwaardering van het handelsapparaat in de wijk. Specifiek voor de herstructurering in de gordel worden inrichtingsprincipes vooropgesteld die moeten terug te vinden zijn in de stadsvernieuwingsoperaties (p. 225): • de aansluitingen op de kernstad en de randstad moeten verbeterd worden; • de leesbaarheid en interne opbouw van de woonwijken moet aangepakt worden; • de diversiteit van het woningaanbod moet behouden blijven en het (bestaand) aanbod aan grondgebonden woningen moet beschermd en ondersteund worden; • Het schrijnende gebrek aan groen, kleur en openbare ruimte moet verholpen worden door op welgekozen plaatsen de bebouwde ruimte open te breken en naar oplossingen van meervoudig ruimtegebruik te streven. Het groen moet een maximale zichtbaarheid en gebruikswaarde krijgen. • De uitstraling, de identiteit en het gevoel van eigenwaarde van de wijk moet verbeterd worden door een kwalitatieve inrichting van het openbaar domein en de inbreng van hoogwaardig straatmeubilair. Naar analogie met de richtinggevende doelstelling om in nieuwe bestemmingsplannen – in de kernstad in het bijzonder – systematisch een aantal welgekozen straten of delen van straten uitsluitend voor te behouden voor ééngezinswoningen, zal dit in dit RUP opgenomen worden door per deelzone een minimum percentage aan ééngezinswoningen te verplichten. Rekening houdend met de groennorm van 10 m²/inwoner zijn goed gespreide parken noodzakelijk. Een voldoende gebruikswaarde moet door aanzienlijke oppervlakte en kwalitatieve inrichting (gebruiksgroen, geen kijkgroen/plantsoenen) gerealiseerd worden (waar deze nog niet aanwezig is). Onder de prioritaire beleidsthema’s is de grote nood aan bijkomend buurtgroen en buurparken, bij voorkeur in een samenhangende groenstructuur, dan ook opgenomen. De Stad Gent wenst de grote gerichtheid op het autoverkeer sterk om te buigen naar het gebruik van het openbaar vervoer, de fiets of het te voet gaan. Specifiek voor het plangebied zijn volgende verkeers- en vervoersconcepten van toepassing: De creatie van een globaal gebiedsdekkend voetgangersnetwerk waardoor de verblijfsgebieden op een veilige en comfortabele wijze gekoppeld worden en waardoor ook de activiteiten langsheen de hoofdassen voor voetgangers bereikbaar worden; Over het geheel van het stadsgrondgebied wordt een fietsnetwerk met vlotte, comfortabele, veilige en aantrekkelijke fietsroutes tussen de kernen, wijken en activiteitenpolen kordaat verder uitgebouwd. Steenwegen en groenassen spelen hierin een vooraanstaande rol. De voorgestelde linken tussen Bloemekenswijk, trambrug en binnenstad zorgen voor comfortabele groene linken tussen tot op heden afgescheiden buurten. Voor gemotoriseerd verkeer is de stadsboulevard (R40) de bindende en scheidende structuur van de kernstad. Ter hoogte van het plangebied vormt de Nieuwe Vaart een onderdeel van de stadsboulevard. De stadsboulevard wordt in de toekomst opgevat als hoofdverdeelweg, als bindmiddel tussen de kernstadsbuurten en wordt als een groene stedelijke laan ontwikkeld. Bij de ontwikkeling van de stadsboulevard, wordt duidelijk geopteerd voor de grote variant (langs Gasmeterlaan – Rooigemlaan), om Brugse Poort en Rabot als kansarmste wijken van de stad sterker met de rest van de kernstad en de binnenstad te kunnen verbinden en omdat het bijkomende scheidende effect langs Nieuwe Vaart veel kleiner is (bundeling lijninfrastructuur). De inpassing van kantoren en handelsfuncties op geschikte plaatsen in het stedelijk weefsel gebeurt het best volgens een hiërarchische spreiding, waarbij de bereikbaarheid en de aard en draagkracht van de omgeving een rol speelt. Locaties verweven in het weefsel van de binnenstad en kernstad (categorie III) kunnen richtinggevend enkel kleine kantoren (<2.500 m²) bevatten. Verweven in kuip en kernstad zijn ook enkel handelsfuncties op lokaal niveau gewenst. Richtinggevend maximum per handelsruimte bedraagt 500 m². Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
13
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
De Sint-Lucasziekenhuissite blijft wenselijk in het weefsel van de kernstad ingepast. (p. 291 e.v.) Langs goed met openbaar vervoer ontsloten assen fungeert ze als trekker voor de omliggende wijk. De architectuur en stedenbouwkundige inpassing in de wijk dragen daar op zorgvuldige wijze toe bij. De voorzieningen, en in het bijzonder de ondersteunende functies, zoals parkings, worden op compacte wijze en zonder de draagkracht van hun omgeving te overschrijden uitgebouwd. Een verdere ontwikkeling kan door verdichting, zonder evenwel het wonen in hun omgeving te verdringen en waar mogelijk met inpassing van vormen van medegebruik van de voorzieningen en infrastructuren door de buurt. Op stadslandschappelijk vlak worden er hoge eisen gesteld aan de kwaliteit van de architectuur in de binnenstad. Nieuwe bebouwing past zich wat schaal betreft in binnen het fijnmazige historisch weefsel (p. 281). Om een stedelijk karakter, sociale veiligheid en ‘ambiance’ te houden worden niet-woonfuncties steeds omringd en liefst overdekt met woningen.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
14
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
5. VOORGAANDE RELEVANTE STUDIES 5.1.
Studie Bruggen naar Rabot+
Het studiegebied Bruggen naar Rabot+ was veel omvattender dan voorliggend plangebied. Het doel van de studie was, om voor de driehoek tussen Nieuwevaart, Brugse vaart, en Begijnhoflaan-OpgeëistenlaanBlaisantvest een samenhangende visie te ontwikkelen die moest tegemoet komen aan de volgende vastgestelde problemen: een geïsoleerde ligging, weinig ruimtelijke samenhang, slechte woningtypes, edm… Om dit te realiseren, is o.a. het RUP Bruggen naar Rabot opgemaakt. Hierbij werd volgende visie nagestreefd: Een duurzame en innovatieve herinvulling en ontwikkeling van het gebied. Het creëren van een volwaardige stedelijke ruimte is hier het hoofdopzet. Daarnaast moeten hoogwaardige elementen en verbindingen zorgen voor een grote meerwaarde voor de volledige stad. Het belang en de potenties van het noordelijk deel van de stad zorgen voor een uitzonderlijke kans en vergen een sterk staaltje hedendaagse stadsontwikkeling. Het stadsbestuur wenst hier bewust op in te zetten omdat het één van de laatste ontwikkelingssites is. Een aantal huidige bestemmingen (industrie) is gedeeltelijk achterhaald en past niet in de planningsopties op deze centrale locatie. De stad voorziet een meervoudige rol voor het gebied, met wonen, bedrijvigheid en publieke en private voorzieningen, publieke diensten en openbare ruimten. Er wordt gestreefd naar een nieuwe betekenis voor de buurt én voor de ruimtelijke structurerende elementen ervan. Een inventief evenwicht tussen behoud en verandering moeten zorgen dat de noodzakelijke vernieuwing – nodig voor het scheppen van uitdagende kansen – niet ten koste gaat van ruimtelijk karakter en sociale cohesie. Door zijn ligging in de stedelijke structuur kan het gebied een ruimtelijke en functionele schakel zijn tussen de noordelijke wijken en het historische centrum. Het gebied streeft ook een hoogwaardiger identiteit voor de plek na en schrijft op die manier het gebied terug in in het collectieve geheugen van de Gentenaars. Naast een ruimtelijke en functionele samenhang is daarvoor ook een specifieke landschappelijke en inrichtingskwaliteit nodig. Het project streeft een geïntegreerde benadering na. Dat geldt voor het op elkaar betrekken van verleden (spoortracé, kanaal, gasreservoirs, industriële architectuur) heden (verkeer, ontsluiting, bebouwde en open ruimte, bewoners) en toekomst (gerechtsgebouw, jeugdlokalen, brug, groenstructuren, nieuwe verbindingen). Volgende uitgangspunten werden hierbij voorop gesteld. Eigen identiteit van de wijk De gebieden Rabot en Blaisant, samen met de tussenliggende stadsgassite, worden als één samenhangende wijk beschouwd. De ambitie om deze wijk opnieuw functioneel en mentaal aansluiting te doen vinden bij de binnenstad, betekent niet dat de wijk zijn eigenheid moet opgeven me de voorgestelde ingrepen.
Nieuwe verkeersstructuur Om deze doelstellingen waar te maken, wordt een nieuwe verkeersstructuur uitgewerkt. Op de as Blaisantvest – Opgeëistenlaan - Begijnhoflaan moet doorgaand verkeer worden ontmoedigd. Uitgangspunt is de concentratie van de beide richtingen van het ringverkeer op de Nieuwevaart, zodat op de Gasmeterlaan enkel lokaal verkeer overblijft.
Groene bindende ruimte aan de zuidrand Het openbaar domein van de as Blaisantvest – Opgeëistenlaan - Begijnhoflaan, van de omgeving van het gerechtshof en van de omgeving van de Rabottorens, wordt als samenhangende groene ruimte geconcipieerd die de wijk ruimtelijk met het stadscentrum verbindt.
Relaties met het centrum Via de groene ruimte worden dwarse relaties voor zacht verkeer voorzien tussen wijk en stadscentrum, zodat beide ook functioneel met elkaar verbonden worden.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
15
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Orthogonale structuur Binnen de wijk is zeer duidelijk een orthogonale structuur in het stratenpatroon aanwezig (meerbepaald loodrecht op de Gasmeterlaan). Deze oriëntatie brengt de straten zowel met de waterkant als met de bindende groene ruimte rechtstreeks in contact. Deze structuur wordt bij de ontwikkeling van de stadsgassite (of site Gasmeterlaan) aangehouden.
Stedelijke assen Een aantal van deze assen lopen door naar het noorden, en vormen stedelijke verbindingen tussen het stadscentrum, de wijk en het stadsdeel ten noorden van de Nieuwevaart.
Totaalplan Bruggen naar Rabot+ Deze concepten zijn verder uitgewerkt in een stadsontwerp voor het volledige gebied. Voor de as Opgeëistenlaan- Begijnhoflaan- Blaisantvest werd een groen straatprofiel ontwikkeld.
Fig. Totaalplan Bruggen naar Rabot+. In de loop van het ontwerpproces werden voor de aanliggende gebieden ook een ruimtelijke visie ontwikkeld: Dit gebeurde onder meer voor de Sint-Lucasziekenhuiscampus. Uitgangspunt hierbij was dat een aantal voorstellen voor het gebied ook hun invloed hebben op het omliggende weefsel en er hier een ruimtelijk antwoord op geformuleerd moet worden.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
16
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Structuurschets Ziekenhuiscampus en omgeving
Fig. Inrichtingsschets ziekenhuiscampus (fig. DSRP op basis van figuur BNR+) In de studie Bruggen naar Rabot + hebben een aantal ingrepen gevolgen voor de herinrichting van de ziekenhuiscampus. Het voorstel voor de herinrichting van de Blaisantvest omvat ter hoogte van Maria Goretti de aanleg van een nieuw plein tussen de kerk en de ziekenhuiscampus. Dit plein vormt net als de trambrugsite een cesuur in het langsprofiel van de Blaisantvest. Landschappelijk gebeurt dit door een andere inrichting (minerale aanleg van het maaiveld – formele, dwarse groenstructuur). Verkeerskundig kan dit gebeuren door het doorknippen van de ventwegen en door een insnoering van de hoofdweg. Via secundaire aansluitingen op de hoofdweg worden de ventwegen en het ziekenhuis bediend. Wat de ziekenhuiscampus betreft, voorziet de studie Bruggen naar Rabot + een aantal relaties doorheen de site. Vandaag zijn er geen verbindingen tussen de Blaisantvest en de Tolhuislaan of het Fratersplein. Het hele gebied wordt ingenomen door grotere functies, vaak met een publiek karakter. De respectievelijke buitenruimten volgen elkaar op zonder dat een onderlinge relatie mogelijk is. Dit is een gemiste kans. Via een verbinding tussen de opeenvolgende sites zou een route voor zacht verkeer mogelijk worden tussen de Blaisantvest en de Tolhuislaan en Fratersplein, waardoor de omrijfactor drastisch vermindert. Bovendien kan dit leiden tot een opwaardering van de verschillende buitenruimten. Via eenvoudige maatregelen (openingen in de tuinmuren, verbindingen tussen bestaande paden) kan een route voor fietsers en voetgangers worden gecreëerd doorheen dit plangebied.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
17
Stad Gent
5.2.
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
STUDIE NAAR BESCHIKBAAR WIJKGROEN
In 2006 is door de Groendienst een studie uitgevoerd over de groenbehoefte voor de wijken Rabot, Bloemekenswijk en Tolhuislaan. Deze studie behandelde het kernvraagstuk van de gewenste recreatieve groenstructuur en voerde een verfijnde berekening uit van de groennorm voor wijkgroen op wandelafstand. Voor drie situaties (1. de huidige situatie; 2. de situatie met de voorziene parken Rabotpark en Park op de FNOsite en 3. de situatie rekening houdend met het voorontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan) is telkens de actieradius en de gebruiksoppervlakte van het aanwezige groen onderzocht. Voor de ziekenhuissite is het openbaar maken van alle huidige en nieuw geplande groengebieden zeer noodzakelijk. Deze site is als openbaar wijkpark zeer goed gelegen om aan de nood van 5.131 inwoners in de randen van de Rabotwijk en de noordelijke kernstad tegemoet te komen. Deze inwoners hebben nu geen wijkpark en weinig woongroen binnen wandelafstand. Als dit bekeken wordt voor de volledige stad, (en rekening houdend met een aantal nieuwe parken in de buurt (ACEC, Loodsenstraat) valt op dat er op deze manier iedereen in de noordelijke gordel van de stad de beschikking heeft over wijkgroen. Aanvullend op het onderzoek naar de afstand tussen bewoner en groen is het eveneens belangrijk om een beeld te verkrijgen van de intensiteiten die bepaalde groene ruimtes moeten verwerken. Groene ruimtes hebben nl. een bepaalde draagkracht, een limiet die verdragen kan worden alvorens de kwaliteit van de groene ruimte en de recreatieve bruikbaarheid gaat dalen. Om een beeld te genereren van deze druk is de hoeveelheid inwoners op een effectieve loopafstand van 400 m. in relatie gebracht tot de oppervlakte van de groene ruimte. Zowel de theoretische druk als de druk in de realiteit (visuele waarnemingen) in deze buurt is momenteel zeer groot. Zodanig groot dat de gebruikskwaliteiten van bv. het Tolhuispark in het gedrang komen. Het bijkomend voorzien van openbaar groen is dan ook essentieel. In het BPA Binnenstad nr. 117 deel Tolhuis was 2,80 ha groen en open ruimte juridisch vastgelegd. In het RUP nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving is dit nu 3,52 ha. In theorie wordt hiermee binnen het plangebied de gewenste groennorm van 10 m² openbaar groen per inwoner bereikt en wordt er bovendien nog een surplus gecreëerd. Evenwel dient ook rekening gehouden te worden met de bestaande woningen buiten het plangebied, waardoor er nog altijd een behoefte blijft aan bijkomend openbaar groen in dit stadsdeel. In theorie betekent dit dat voor de 5131 inwoners die binnen een wandelafstand van 400 m van dit parkgebied wonen, dat er 6,8 m² openbaar groen beschikbaar is. In deze berekening is geen rekening gehouden met andere parken die ook binnen wandelafstand van sommige woningen liggen.
5.3.
Ruimtelijk ontwikkelingsplan AZ Sint-Lucas
Tijdens het planningsproces van dit RUP liet het AZ St. Lucas een Ruimtelijk ontwikkelingsplan opmaken voor de volledige ziekenhuissite. Dit gebeurde, rekening houdend met de stedenbouwkundige randvoorwaarden zoals die in het ontwerp van RUP waren opgenomen. Door dit masterplan kunnen de gewenste ontwikkelingen met zijn mogelijkheden en zijn beperkingen beter ingeschat worden en is de stad in staat geweest om de stedenbouwkundige voorschriften hier en daar te verfijnen. De concepten die in dit ruimtelijk ontwikkelingsplan zijn toegepast zijn: De ziekenhuisfuncties worden geclusterd. Op die manier ontstaan 2 aparte ontwikkelingszones. Een centrale hoofdstraat wordt ontwikkeld als een structurerend element. Er komen duidelijke toegangen tot het ziekenhuis. Een nieuw gebouw herbergt diverse ondersteunende ziekenhuisfuncties en fungeert als visueel baken. Het bouwblok wordt doorwaadbaar gemaakt: een publiek toegankelijke, maar niet openbare fietsroute zal de Molenaarsstraat met het Griendeplein verbinden. De aanwezige tuinen worden met elkaar verbonden en toegankelijk gemaakt. Nieuwe bebouwing wordt afgestemd op de context. Hierbij is het vooral de bedoeling om bestaande functies te herschikken en te moderniseren. Het is niet de bedoeling om de capaciteit van het ziekenhuis uit te breiden. Zo blijft het personeelsbestand en het aantal bedden ongeveer gelijk. Hierdoor worden er ook geen bijkomende mobiliteitseffecten verwacht bovenop wat nu het geval is. Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
18
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Illustratief zijn hier een aantal vrijblijvende figuren opgenomen.
Figuur: Totaalplan masterplan
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
19
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Fig. Woningverdeling hoek Vogelenzang- Berouw
Fig. 3d-simulatie hoek Vogelenzang- Berouw (gezien uit het noorden)
5.4.
Verkeerskundige studie voor de as Contributiebrug – Begijnhoflaan – Opgeëistenlaan – Blaisantvest
In 2008 – 2009 is een studie in opdracht van de stad Gent uitgevoerd voor de as vanaf de Contributiebrug tot aan het Neuseplein. Deze studie had, naast het verbeteren van de oversteekbaarheid, o.a. tot doel een goede aansluiting te voorzien van de nieuwe wegenis op de Blaisantvest
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
20
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Na een analyse is een visie opgesteld voor de as, met een overzicht van de gewenste maatregelen, uitgesplitst naar autoverkeer, openbaar vervoer en fiets. Vervolgens is de visie uitgewerkt per deelgebied aan de hand van ontwerpend onderzoek. Zowel het inrichtingsconcept van de stedenbouwkundige studie Bruggen naar Rabot als de alternatieve voorstellen die in deze studie worden gedaan, worden beschreven en tegenover elkaar afgewogen. Van beide voorstellen worden de voor- en nadelen beschreven. Vervolgens wordt per deelgebied van de maatregelen een raming opgemaakt. Een eindafweging per deelgebied gebeurt aan de hand van de vooropgestelde doelstellingen van het project. Binnen de verkeerskundige studie wordt deze as gerespecteerd als een interne lokale ontsluitingsweg, terwijl de Gasmeterlaan- Nieuwevaart fungeert als stedelijke ringboulevard. Aldus is een downgrading van een 2x2-weg naar een 2x1weg haalbaar. Een asymmetrisch dwarsprofiel zal zorgen voor een goede doorstroming. De parallelwegen Blaisantvest-Vogelenzang zullen fungeren als lokale woonstraat. Specifiek voor het gedeelte aangrenzend aan het plangebied is voorzien in de organisatie van een nieuw kruispunt ter hoogte van de Oosteekloostraat. Dit kruispunt zal fungeren voor de aantakking van de parallelwegen. Deze omvorming is mogelijk met relatief beperkte maatregelen. Het verplaatsen van het kruispunt Molenaarsstraat – Biervlietstraat kan worden meegelift met de werken voor de doortrekking van de tramverbinding richting stelplaats. Bijgaande beelden illustreren dit.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
21
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
6. VISIE EN KRACHTLIJNEN VOOR DE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING 6.1.
Algemene visie voor het studiegebied Bruggen naar Rabot +
Het studiegebied BNR+ kent een aantal knelpunten: vrij geïsoleerd gelegen woonwijken, druk autoverkeer, stigmatisering door geconcentreerde en zichtbare sociale woningbouw... Met het stadsvernieuwingsproject heeft de stad een duurzame en vernieuwende herinvulling en ontwikkeling van het volledige gebied op het oog. Hierbij heeft de stad de ambitie om de noordelijk gelegen woonwijken als een volwaardige stedelijke ruimte te ontwikkelen met voldoende verbindingen naar de andere stadsdelen. Als rode draad doorheen dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan gelden volgende algemene visie-elementen: In de kernstad moet de woonfunctie behouden en versterkt worden. Wonen vormt het basisweefsel van de stad. Dit moet dan ook in alle stadsdelen in voldoende mate en op een kwaliteitsvolle manier aanwezig zijn. In de delen van het plangebied die vandaag een vrij monofunctionele invulling kennen, wordt bijkomend wonen voorzien. Zonevreemde woningen worden, waar gewenst, zone-eigen gemaakt. Voor het volledige studiegebied is specifieke aandacht nodig voor grondgebonden woningen, omdat die dikwijls vervangen worden door kleinere woningtypes (appartementen en studio’s), wat vaak leidt tot te éénzijdige bevolkingssamenstelling. Doorheen het woonweefsel wordt gestreefd naar een evenwichtige functionele verweving met gemeenschapsvoorzieningen, handel, horeca, kantoren… Mits een geschikte locatiekeuze en een evenwichtige onderlinge verhouding tussen de verschillende functies kan het studiegebied verder ontwikkelen tot een veelzijdig en kwaliteitsvol stedelijk gebied. Meer bruikbaar groen, ontmoetings- en speelruimte dragen enorm bij tot de woonkwaliteiten van dit stadsdeel. Ze zorgen voor de nodige ademruimte in de dichtbebouwde gordelwijken. Groenas 8 wordt verder uitgebouwd met vertakkingen in de richting van de Bloemekenswijk en de Binnenstad. Voldoende aaneengesloten openbare groengebieden worden voorzien voor de wijken Rabot, Blaisantvest en Bloemekenswijk, die momenteel een groot tekort kennen aan openbare groengebieden. Door de realisatie van bijkomende verbindingen voor zacht verkeer (fietsers, voetgangers) worden de vrij geïsoleerde fragmenten van het plangebied nauwer op elkaar betrokken. Deze verbindingen creëren een kwalitatief fijnmazig netwerk tussen de verschillende stadsdelen. Zo worden de verplaatsingsmogelijkheden gevarieerder en veiliger. Het studiegebied BNR+, dat doorsneden wordt door het Verbindingskanaal, kent nog verschillende sporen van het rijke industriële verleden van het noordelijke stadsdeel van Gent. Die verlenen aan dit stadsdeel een unieke identiteit. De meest waardevolle industriële relicten worden via dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan behouden. In de verordenende voorschriften worden enkel essentieel noodzakelijke stedenbouwkundige bepalingen vastgelegd, waarbinnen voldoende flexibiliteit is ingebouwd voor eigentijdse vernieuwende invullingen. Dit schept kansen binnen een ruimte die door de jaren evolueert. Nieuwe ontwikkelingen zijn mogelijk en houden rekening met de morfologie van de omliggende buurten.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
22
Stad Gent
6.2.
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Specifiek voor de ziekenhuiscampus Clustering van de bestaande gemeenschapsvoorzieningen en beperkte mogelijkheden voor nieuwe gemeenschapsvoorzieningen, mits integratie in de omliggende stedelijke structuur De bestaande zorginstellingen, scholen, museum en sporthal worden als ondersteunende dienstverlenende cluster geconcentreerd vlakbij het stadscentrum. Toekomstige herstructureringen (waaraan vooral de verzorgingssector onderhevig is) worden mogelijk gemaakt doordat meestal de volledige zone voor gemeenschapsvoorzieningen kan worden verhard en bebouwd, mits aan een aantal stedenbouwkundige randvoorwaarden wordt voldaan: de voorzieningen moeten op een minder ruimteverslindende wijze / op een meer ruimte-intensieve manier georganiseerd worden; de voorzieningen moeten geïntegreerd worden in het nabijgelegen dense stedelijk weefsel. In functie van een optimale bezonning en privacy van de naburige percelen worden enkele minimale vormvereisten vastgelegd m.b.t. bouwhoogtes. de verkeersafwikkeling moet op een zo logisch en zo rechtstreeks mogelijke manier gebeuren vanaf de Blaisantvest. Ter versterking van de omgeving van de Maria Gorettikerk als centrum van de wijk Blaisantvest worden bijkomende gemeenschapsvoorzieningen mogelijk gemaakt.
Bescherming en versterking van het wonen langs Molenaarstraat en Berouw, gemengde stedelijke woonprojecten langs Vogelenzang Het is de wens van de stad om de bestaande monofunctionele dienstverleningscluster om te vormen tot een gemengd stedelijk gebied door er andere functies te introduceren. Om maximaal aan te sluiten bij het woonkarakter van de omliggende wijken, is vooral de versterking van de woonfunctie noodzakelijk. Hiertoe worden: de bestaande woongehelen langs de Molenaarstraat en Vogelenzang behouden; het woonkarakter van Berouw met hoofdzakelijk grondgebonden woningen verdergezet;
-
het woonkarakter van het volledige bouwblok versterkt door een minimaal aandeel wonen op te leggen aan de ontwikkelingen langs Vogelenzang. Een verwijzing naar het industriële verleden wordt in stand gehouden doordat de Villa Voortman en het complex Rabotvins enerzijds worden behouden en anderzijds kunnen herbestemd worden tot gemengde stedelijke projecten.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
23
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Versterking en openbaar maken van de massieve groenstructuur tussen Blaisantvest en Tolhuislaan Groenas 8 (vanaf de Wondelgemse Meersen) wordt verder uitgebouwd en krijgt een vertakking in de richting van de binnenstad. Hiertoe worden de bestaande groengebieden enerzijds geoptimaliseerd en openbaar gemaakt en anderzijds aaneengesloten en versterkt tot een massieve groenstructuur met veel gebruikskwaliteiten. De verschillende parksferen worden behouden: de toegang tot en de verbindingen met het Vogelenzangpark worden geoptimaliseerd; de als stadsgezicht beschermde tuin van de Villa Voortman wordt openbaar gemaakt; waar nu het parkeergebouw van het Sint-Lucasziekenhuis staat, wordt een nieuw parkgedeelte aangelegd; de als stadsgezicht beschermde plantentuin van de Wereld van Kina wordt toegankelijker gemaakt en aaneengesloten met de andere parkdelen.
Het plangebied wordt op een logische manier aangetakt op een heringerichte Blaisantvest. De ziekenhuiscampus wordt op een logische en korte wijze aangetakt op het bovenliggende wegennet. Momenteel is de ziekenhuiscampus omslachtig ontsloten. De toerit en uitrit zijn niet duidelijk en ze belasten bovendien gebieden, die, zonder deze wegen, veel kwalitatiever kunnen ingericht worden. Een directe ontsluiting maakt de ontsluiting efficiënter, de ziekenhuiscampus zichtbaarder en bevordert de beeldvorming van het ziekenhuis. Aanvullende ontsluitingsmogelijkheden blijven mogelijk. Een langwerpige openbare ruimte, dwars op de Blaisantvest, onderbreekt het vrij monotone lineaire karakter van de Blaisantvest en biedt een kwaliteitsvol voorplein voor de waardevolle modernistische kerk Maria Goretti. Aan de zuidzijde biedt dit plein een brede entree tot het nieuwe parkgedeelte. De Blaisantvest blijft evenwel een lokale ontsluitingsweg, terwijl de Gasmeterlaan-Nieuwe Vaart de ringfunctie vervult.
Bijkomende relaties voor zacht verkeer verbinden de fietsbrug, de Gasmeterlaan en de binnenstad Door het heel grote bouwblok waarbinnen het Sint-Lucasziekenhuis is gelegen via een aantal tracés publiek doorwaadbaar te maken, worden bestaande woonbuurten en verblijfsgebieden (wijk Blaisantvest, verschillende buurten van de binnenstad) op een veilige en comfortabele manier onderling gekoppeld en worden een aantal functies en activiteitenpolen (kleinhandelsconcentratie langs Blaisantvest, gemeenschapsvoorzieningen op ziekenhuiscampus, binnenstad) vlotter bereikbaar voor voetgangers en fietsers. Binnen dit deelgebied zijn volgende verbindingen voor zacht verkeer noodzakelijk: een verbinding tussen het verlengde van de fietsbrug (kruising Blaisantvest en Molenaarstraat) met GroeneBriel, Tolhuislaan en Berouw; een verbinding tussen de Gasmeterlaan via Maria Goretti met GroeneBriel en Berouw/Tolhuislaan.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
24
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
7. INTEGRAAL WATERBELEID In uitvoering van het decreet betreffende het Integraal Waterbeleid (d.d. 18/07/2003) heeft de Vlaamse regering op 20 juli 2006 het besluit over de watertoets definitief goedgekeurd. Dit besluit geeft de lokale, provinciale en gewestelijke overheden, die een vergunning moeten afleveren, richtlijnen voor de toepassing van de watertoets. De “watertoets” kan worden opgevat als het proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de mogelijke effecten van plannen voor het watersysteem. Het doel van de watertoets is in hoofdzaak het ontstaan van schadelijke effecten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken en als dat niet kan, om de schadelijke effecten te herstellen of te compenseren. Bij het uitvoeringsbesluit horen een aantal kaarten die moeten geconsulteerd worden in het kader van de toepassing van de Watertoets: - Overstromingsgevoelige gebieden - VHA - Waterbeheerders - Infiltratiegevoelige gebieden - Grondwaterstromingsgevoelige gebieden - Erosiegevoelige gebieden - Hellingenkaart - Winterbedkaart
Bodemkenmerken De bodemkaart geeft voor deze zone weinig informatie. Aangezien het RUP in bebouwd gebied is gelegen, worden op de bodemkaart kunstmatige gronden aangegeven.
Context en hydrografische ligging van het plangebied Het plangebied van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ligt in het bekken “Gentse kanalen”. Omdat voor het bekken ‘Gentse Kanalen’ nog geen beheerplan bestaat, moet een toetsing gebeuren met de tot heden beschikbare kaarten.
Overstromingsgevoeligheid Deze kaart geeft de effectief en de mogelijk overstromingsgevoelige gebieden aan.
Het plangebied is grotendeels gelegen in nietoverstromingsgevoelig gebied. De oude Blaisantvest (waterloop) is als potentieel overstromingsgevoelig gebied gelegen.
Het volledige plangebied is gelegen in een van nature overstroombaar gebied (vanuit een waterloop).
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
25
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Infiltratiegevoeligheid Deze kaart geeft aan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. Het plangebied is gelegen in niet-infiltratiegevoelig gebied.
Grondwaterstromingsgevoeligheid Deze kaart geeft weer welke gebieden er minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming. Deze stroming kan worden beïnvloed of verstoord door ondergrondse constructies: kelders, ondergrondse garages, damwanden, kwelschermen e.d. Het plangebied is gelegen in een gebied zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1).
Mogelijke effecten van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan kan leiden tot werkzaamheden met tijdelijke en/of permanente effecten op de grondwaterkwantiteit: Tijdelijke effecten kunnen ontstaan door bemalingen in functie van eventuele sanerings- en bouwwerken. De invloed van elke grondwaterverlaging op receptoren (in de omgeving, zoals vegetatie, mogelijk zettingsgevoelige constructies) moet op voorhand nagegaan worden. Indien een betekenisvolle impact verwacht wordt, moet men de nodige maatregelen treffen om deze impact te neutraliseren (retourbemaling, onderwaterstorting, gesloten bouwkuip, ...). Permanente effecten kunnen ontstaan door de bouw van waterdichte ondergrondse barrières, in functie van saneringswerken en/of ondergrondse constructies. Hierbij speelt de bodemgelaagdheid: Kwantitatieve beoordeling Uit een grondwatermodellering door de Universiteit Gent op een aangrenzende site blijkt dat ondoorlaatbare barrières tot 20 meter en dieper onder het maaiveld geen betekenisvolle effecten zal hebben op de stijghoogte van het grondwater in de omgeving. Bij de notie 'betekenisvol' wordt de huidige situatie als referentie genomen. In alle redelijkheid kan aldus geoordeeld worden dat ook in dit plangebied ondergrondse constructies geen betekenisvolle effecten zullen hebben op de stijghoogte van het grondwater in de omgeving.
Conclusies •
Uit de overstromingskaarten blijkt dat er geen risico is op overstromingen, wat niet betekent dat het risico nul is. Daarom moet het risico steeds zo veel mogelijk ingeperkt worden.
•
Op vlak van waterinfiltratie kunnen volgende conclusies gemaakt worden: - In het plangebied wordt een bijkomende zone voor park gesitueerd. - vergunningsaanvragen getoetst aan het stedelijk Algemeen Bouwreglement en de Gewestelijke
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
26
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozingen van afvalwater en hemelwater. In het ‘ Algemeen Bouwreglement’ van de Stad Gent zijn er verschillende maatregelen opgenomen die verplichten een gescheiden afvoerstelsel, een hemelwaterput en een installatie voor gebruik van hemelwater te installeren bij nieuwbouw. In gebieden zonder openbaar rioolstelsel, en in gebieden met een openbaar rioolstelsel voor afvalwater dat niet is aangesloten op een waterzuiveringsinstallatie, moet een individuele voorbehandelinginstallatie voor afvalwater geplaatst worden. Er is een verplichting tot het beperken en het vertragen van de afvoer van hemelwater naar het openbaar domein. Dit kan door de afvoer op het eigen terrein via doorlaatbare verharding, via infiltratie in de bodem, via grachten, (blus)waterbekkens en vijvers, of door plaatsing van groendaken. Het vertragen van de afvoer van hemelwater naar het openbaar domein geschiedt door de plaatsing van bufferbekkens. De ‘Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater’ verplicht tot het toepassen van het principe van integraal waterbeheer. Er wordt hier verwezen naar § 7.2.2.1.2. De Code voor Goede Praktijk voor Duurzaam Lokaal Waterbeleid stelt de volgende doelstelling voorop: ‘Maximale retentie (infiltratie, berging en vertraagde afvoer) van hemelwater aan de bron’: Zo min mogelijk wordt hemelwater versneld afgevoerd naar de waterloop. Het hemelwater wordt zoveel mogelijk aan de bron opgevangen en gebruikt, geïnfiltreerd en zo nodig vertraagd afgevoerd, gescheiden van het rioleringsstelsel. Dit wordt vnl. met de stedenbouwkundige vergunning bepaald. •
Inzake grondwaterstromingen wordt in alle redelijkheid geoordeeld dat er geen sprake kan zijn van een ‘schadelijk effect’ zoals bedoeld in het decreet (zijnde ieder betekenisvol nadelig effect op het milieu dat voortvloeit uit een verandering van de toestand van watersystemen of bestanddelen ervan die wordt teweeggebracht door een menselijke activiteit).
•
De stedenbouwkundige vergunningsaanvraag moet de nodige informatie bevatten om aan te tonen hoe betekenisvolle tijdelijke en permanente effecten concreet zullen vermeden worden.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
27
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
8. MAATREGELEN TER REALISATIE Voor de realisatie van de opties in het plangebied worden de volgende maatregelen vooropgesteld: De voorgestelde ruimtelijke opties op de Ziekenhuiscampus zullen door het ziekenhuis, kaderend binnen het door hun opgestelde masterplan en de daaruit voortvloeiende vergunningsaanvragen, gefaseerd uitgevoerd worden. De parkdelen zijn al grotendeels in eigendom van de stad. De tuin Voortman zal dmv. een erfpachtovereenkomst door het Sint-Lucasziekenhuis in beheer gegeven worden aan de stad. Er is een consensus met het Sint-Lucasziekenhuis over de noodzakelijke fiets- en voetgangersverbinding over /langs hun terrein. Deze zal aangelegd worden samen met de grootschalige herstructurering van hun parkeerfaciliteiten en worden publiek toegankelijk. Voor de realisatie van de nieuwe toegangsweg naar de ziekenhuiscampus langs het park Vogelenzang, moet nog een klein gedeelte verworven worden en is samen met dit RUP een onteigeningsplan opgemaakt. De aanleg gebeurt door private partners en de wegenis wordt later overgedragen naar openbaar domein. De ontwikkeling van het gedeelte tussen Vogelenzang en Berouw kan pas starten eenmaal de parkeerfunctie en de logistieke functies geherlocaliseerd zijn. Vervolgens zal de ontwikkeling van dit gebied op privaat initiatief gebeuren.
Fig. De eigendomsstructuur (enkel de grote eigenaars) (situatie op 01/01/2005)
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
28
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
9. ONTEIGENINGSPLAN Aan dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan is, overeenkomstig artikel 2.4.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, een onteigeningsplan gekoppeld. Er wordt onteigend in functie van de aanleg van een nieuwe weg vanaf de Blaisantvest – Vogelenzang tot tegen de ziekenhuissite. Deze onteigening is noodzakelijk in functie van 1. een betere ontsluiting van stedelijke functies: De huidige situatie bestaat uit een zeer onduidelijke ontsluiting. Aan de Blaisantvest bereikt men via een desoriënterende slalombeweging over meerdere honderden meters de bezoekersparking van de ziekenhuissite. Vervolgens verloopt het uitrijden langs de Molenaarsstraat, om opnieuw via 2 kruispunten aan te takken op de Blaisantvest. Met een nieuwe ontsluitingsweg worden de omslachtige in- en uitrit gebundeld, opmerkelijk korter gemaakt en worden de aangrenzende zones voor stedelijk woongebied en zone voor park toegankelijker gemaakt. 2. een algemene betere structurering: Eenvoudige wegenis met een orthogonale structuur bevordert de leesbaarheid en het oriënteringsvermogen. De nieuwe wegenis maakt de omliggende stedelijke functies zichtbaar, wat ook de stedelijke structuur duidelijker maakt. In de toekomst is een herinrichting van dit gedeelte van de Blaisantvest voorzien. Dit zal gebeuren in functie van de aantakking van de tramsporen op de nieuwe trambrug en in functie van het nieuwe woon- en winkelproject tussen het Rabotpark en de Oosteeklostraat. Zo is het de bedoeling om het huidige kruispunt ter hoogte van de Molenaarsstraat te verleggen naar de Oosteeklostraat. Met dit nieuw kruispunt is er een opportuniteit om dit kruispunt te vervolledigen met een zuidelijke aantakking, waardoor de ziekenhuiscampus rechtstreeks kan ontsloten worden vanop de Blaisantvest. Met de toekomstige heraanleg van de Blaisantvest wordt ook de structuur van deze lokale ontsluitingsweg verbeterd en worden verkeersknooppunten duidelijke geaccentueerd. De nieuwe rechte weg draagt bij tot dit grotere structurerend vermogen van het openbaar domein. De nieuwe weg biedt ook een visueel perspectief op het nieuwe ziekenhuis-parkeergebouw. Deze verbeterde zichtbaarheid bevordert mee de leesbaarheid van de stedenbouwkundige structuur. 3. een verkeersveilige organisatie: Door een inkorting van de rijroutes naar het ziekenhuis, het verminderen van het aantal verkeersknooppunten en door het overzichtelijker maken van de wegenis wordt ook een veiliger verkeersorganisatie bekomen. 4. de realisatie van één aaneengesloten parkgebied wat niet meer doorsneden wordt door routes voor gemotoriseerd verkeer: Door de in- en uitrit te bundelen, kunnen de huidige in-en uitritten verdwijnen. Op de locatie van de huidige inrit ontstaat aldus ruimte voor een aaneengesloten rustig groengebied. 5. het verminderen van hinder door autoverkeer op de bestaande fietsroute langs de Molenaarsstraat: De Molenaarsstraat maakt een onderdeel uit van het stedelijk fietsnetwerk. Deze is geselecteerd als een hoofdroute en wordt wenselijk dan ook zou autoluw mogelijk ingericht. Door de uitrit van het ziekenhuis niet meer te voorzien in de Molenaarsstraat, kan deze straat zich aldus verder ontwikkelen tot autoluwe en verkeersveilige fietsroute Bij de nieuwe weg is rechtlijnigheid zeer essentieel. Dit is nl. een belangrijk element om tot een heldere stedenbouwkundige structuur te komen, waarin mensen zich gemakkelijk kunnen oriënteren. Ook draagt rechtlijnigheid bij aan de gewenste overzichtelijkheid in functie van verkeersveiligheid. Bij de positionering van de weg is dan ook rekening gehouden met de economische levensvatbaarheid van de drankengroothandel. De noodzakelijke onteigening omvat slechts 321 m² opslagruimte van een drankengroothandel. Ter compensatie kan een opslagruimte aan de andere zijde (kant Molenaarsstraat) voorzien worden die eenzelfde opslag kan bevatten. Door deze mogelijkheid te voorzien kan de noodzakelijke oppervlakte minstens gelijk blijven.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
29
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
10. OVERZICHT VAN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN STRIJDIG MET VOORLIGGEND GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN Volgende stedenbouwkundige voorschriften van de delen van het Gewestplan “Gentse en kanaalzone” (KB van 14 september 1977 en latere wijzigingen) zijn strijdig met het voorliggend gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en worden opgeheven: • • • •
woongebied woongebied met cultureel, historische en/of esthetische waarde gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut parkgebied
Volgende stedenbouwkundige voorschriften van delen van het Bijzonder Plan van Aanleg nr. 117 Binnenstad deel Tolhuis zijn strijdig met het voorliggend gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en worden opgeheven. • • • • •
Zone A voor woningen (A1, A3) Multifunctionele zone (M1) Zone voor gemeenschapsuitrusting (G1, G2, G3) Zone voor open ruimten en tuinen (T3) Zone voor wegen
11. Ruimtebalans Als we de ruimtebalans opmaken, zoals bedoeld in het Besluit van de Vlaamse Regering van 11/04/2008, en dit groeperen per groep bekomen we volgende evolutie.
Categorie 1 “ wonen” Categorie 9 “gemeenschapsvoorzieningen”
Bijzonder Plan van Aanleg nr. 117 Binnenstad deel Tolhuis 4,47 ha. 13, 48 ha.
RUP nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving 7,47 ha. 10,48 ha.
Indien we dit wat meer in detail bekijken en de aan wonen verwante functies opsplitsen in de bebouwbare zones (zone voor wonen, stedelijk woongebied, zone A voor woningen, multifunctionele zone) en de niet bebouwbare zones (zone voor park of zone voor open ruimten en tuinen):
wonen groen gemeenschapsvoorzieningen
Bijzonder Plan van Aanleg nr. 117 Binnenstad deel Tolhuis 1, 67 ha. 2,80 ha. 13, 48 ha.
RUP nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 1 - Toelichtingsnota
3,95 ha. 3,52 ha. 10,48 ha.
30
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Deel 2: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN De stedenbouwkundige voorschriften zijn de verordenende vertaling van de inhoudelijke opties die uit de visie en de krachtlijnen zijn geselecteerd voor de ontwikkeling van het plangebied. De inhoudelijke invulling steunt op de visie en de krachtlijnen die voor de ruimtelijke ontwikkeling zijn uitgewerkt. De stedenbouwkundige voorschriften met een grijze achtergrond evenals het grafisch plan hebben verordenende en bijgevolg ook bindende kracht. Zij vormen de basis voor het vergunningenbeleid. Categorieën van gebiedsaanduidingen Artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat een stedenbouwkundig voorschrift in een ruimtelijk uitvoeringsplan te allen tijde onder een categorie of een subcategorie van gebiedsaanduiding sorteert. Voor dit gemeentelijk RUP geeft dit volgend, samenvattend overzicht: categorie of subcategorie van gebiedsaanduiding 1° wonen a) woongebied
Bestemmingszones RUP 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Z2 – zone voor wonen Z3 – zone voor wonen met nabestemming park Z4 – stedelijk woongebied Z5 – zone voor park Z6 – zone voor tuinen Z7 – zone voor wegenis
b) gebied voor wonen en voor landbouw 2° bedrijvigheid 3° recreatie 4° landbouw a) agrarisch gebied b) agrarische bedrijvenzone c) bouwvrij agrarisch gebied 5° bos 6° overig groen a) gemengd open ruimtegebied b) parkgebied 7° reservaat en natuur 8° lijninfrastructuur 9° gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen 10° ontginning en waterwinning a) gebied voor infrastructuur voor duurzame watervoorziening b) gebied voor de winning van oppervlaktedelfstoffen c) gebied voor de verwerking van oppervlaktedelfstoffen
-
-
Z1 – zone voor gemeenschapsvoorzieningen -
1. Algemene stedenbouwkundige voorschriften 1.1. Begrippen Bedrijven
Diensten
Een bedrijf is een gebouw of inrichting waarin een bepaalde economische activiteit wordt uitgeoefend. In dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan worden onder deze definitie SEVESO-bedrijven expliciet uitgesloten. Diensten worden aangeduid als activiteiten gericht op een frequente dienstverlening naar de bevolking (loketfuncties). Het betreft onder meer vrije beroepen, wasserijen, kapsalons, banken en verzekeringen, reisbureaus en bemiddelingsadvies en andere…
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 2 – stedenbouwkundige voorschriften
31
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Grondgebonden woning
Niet-gestapelde woning op een eigen perceel; de woning heeft een voordeur die rechtstreeks of via de eigen kavel aansluit op het openbaar of het collectief privaat domein; In dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan wordt met grondgebonden woning bedoeld: een woning met een netto vloeroppervlakte van minimaal 100 m² en op het eigen perceel een gelijkvloerse private buitenruimte, die rechtstreeks verbonden is met de leefruimte van de woning en een oppervlakte die minstens één derde van de perceelsoppervlakte bedraagt.
Hoofdtoegang
De meest publieke toegang waar het adres van een gebouw gevestigd is.
Horeca
Infrastructuur met semi-publiek karakter waar dranken of maaltijden worden verkocht en genuttigd, eventueel gekoppeld aan private gedeelten met ondersteunende functies zoals conciërgewoning, kantoren, bergruimtes, sanitaire ruimtes, enz. Voorbeelden zijn cafés, tavernes, restaurants, snackbars, enz. Worden hiervan expliciet uitgesloten: lunaparken en dancings.
Kleinhandel
Gebouwen waar goederen en/of diensten verhandeld worden en die gericht zijn op privépersonen als cliënteel. Het gemiddelde peil van het aanliggend openbaar domein (stoep of plein), of bij ontstentenis daarvan de aangrenzende onbebouwde ruimte met het minst private karakter.
Maaiveld Netto vloeroppervlakte
Parkeerplaats
De som van de oppervlakte van alle ruimtes die behoren tot dezelfde functionele eenheid (bv. een woning of een handelsfunctie), gemeten tussen de muren, met uitsluiting van collectieve circulatieruimte, technische ruimtes, bergingen, parkeerplaatsen en private buitenruimtes. Als parkeerplaats wordt beschouwd: ofwel een garage, een garagebox of carport ofwel een standplaats (overdekt of in open lucht) voor een wagen, daartoe speciaal aangelegd en uitgerust.
Perceel
Aaneengesloten grond van één eigenaar (verschillende kadastrale percelen van één eigenaar worden dus samengenomen).
Plangebied
Het volledige gebied aangeduid op het grafisch plan dat binnen de RUP-grens valt.
Private ruimte (individueel)
Gebied in private eigendom dat ter beschikking staat van de bewoners van één woning.
Private ruimte (collectief)
Gebied in private eigendom dat ter beschikking staat van de bewoners van meer dan één woning en waarvan de ligging en de ontsluiting niet zijn afgestemd op betreding en gebruik door een groter publiek.
Recreatie
Infrastructuur bestemd voor een vorm van vrijetijdsbesteding, eventueel gekoppeld aan private gedeelten met ondersteunende functies zoals conciërgewoning, sanitaire ruimtes, bergruimtes, ...
Rooilijn
De grens tussen het openbare weg en de aanpalende private eigendom, hetzij overeenkomstig de actuele eigendomsstructuur, hetzij volgens de door de administratieve overheid vastgelegde, toekomstige eigendomsstructuur.
Straatbeeld
Het uitzicht op het geheel van de gebouwde omgeving die de begrenzing vormt van een openbare of een collectieve private ruimte.
Studiegebied
Het gebied dat in functie van dit RUP bestudeerd is. Dit gebied is ruimer dan het plangebied.
Technische ruimte
Vertrek waarin technische uitrusting is ondergebracht, zoals de uitrusting voor klimaatregeling, voor de verticale circulatie van personen, voor de watervoorziening, enz. Vertrekken louter voor opslag zoals bergruimtes, archieven enz. vallen niet onder deze noemer.
Verbouwing
Wijziging en/of uitbreiding van een bestaande constructie met behoud van minstens 60% van de buitenmuren van de volledige constructie, en/of waarbij structurele ingrepen worden uitgevoerd.
Verharding
Behandeling van de bodem waardoor deze moeilijker samendrukbaar en moeilijker waterdoordringbaar wordt. Vallen onder meer onder verhardingen: natuursteen, betonproducten, KWS, grind, gemalen steen, dolomiet, kunststoffen, enz.
Verplichte bouwlijn
Lijn waarop meer dan de helft van de totale lengte van een gevel van een gebouw geplaatst moet worden.
Vrije hoogte
Vertikaal gemeten afstand tussen het afgewerkte vloerpeil en de onderzijde van het afgewerkte plafond, of bij ontstentenis hiervan het laagste punt van de dragende constructieelementen.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 2 – stedenbouwkundige voorschriften
32
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
2. Stedenbouwkundige voorschriften Z1. Zone voor gemeenschapsvoorzieningen (categorie 9 “gemeenschapsvoorzieningen” art. 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) Niet verordenend Verordenend Ruimtelijke opties Stedenbouwkundige voorschriften Bestemmingsvoorschriften De bestaande zorginstellingen, scholen, museum en sporthal worden De bestemming van de zone is gemeenschapsvoorzieningen. geclusterd en krijgen beperkte uitbreidingsmogelijkheden. Bebouwingsvoorschriften
Binnen deze bestemmingszone zijn op het grafisch plan volgende projectzones aangeduid: Projectzone A betreft het bestaande gebouwencomplex en bijhorende terreinen van het Sint-Lucasziekenhuis, gelegen tussen de Groene Briel, Brandweerstraat en de Molenaarstraat. Projectzone B betreft het binnenbouwblok van de Maria Gorettikerk.
Binnen deze bestemmingszone zijn op het grafisch plan twee projectzones aangeduid. Hiervoor gelden specifieke voorschriften.
Met het oog op een meer ruimte-intensieve reorganisatie van de dienstverleningscluster, kan 90% van de volledige zone voor gemeenschapsvoorzieningen worden verhard en bebouwd. Tegelijkertijd is het de bedoeling om zo zuinig mogelijk met ruimte om te springen
Onverminderd de beperkingen die gelden t.a.v. het beschermde stadsgezicht, kan 90% van de zone verhard en bebouwd worden. Een compacte, gestapelde vormgeving, waarbij ook ondergronds de mogelijkheden aangewend zijn, is essentieel. Bij de hierbij ontwikkelde vormgeving dient men rekening te houden met de omgevende bebouwing binnen de zone.
Om de gemeenschapscluster te integreren in de omliggende stedelijke structuur, moet aan een aantal stedenbouwkundige randvoorwaarden worden voldaan: In functie van privacy en een optimale bezonning van het openbaar domein worden enkele minimale vormvereisten vastgelegd m.b.t. bouwhoogtes. De maximale bouwhoogtes op de rooilijn worden bepaald door de bestaande omgevende bebouwing. In het binnengebied biedt een hogere maximale bouwhoogte mogelijkheden tot reorganisatie en uitbreiding.
De maximale kroonlijsthoogte op de rooilijn is aangeduid op het grafisch plan. Vanaf hier kan de bouwhoogte toenemen onder een denkbeeldig 45 graden-vlak tot de maximale toegestane kroonlijsthoogte. De maximaal toegestane kroonlijsthoogte (over de resterende zone) is aangeduid op het grafisch plan. Bestaande vergunde toestanden die afwijken van deze regel, kunnen behouden blijven en binnen het bestaande volume verbouwd worden.
De Maria Gorettikerk is een beeldbepalend element in de buurt. Het behoud van de Maria Gorettikerk is dan ook wenselijk. Bij sloop is een extra motivering vereist en dient aangetoond te worden dat de ruimtelijke kwaliteit van het nieuwe project minstens evenwaardig is als de huidige kerk. Bestaande gebouwen (bv. het kloostercomplex in de Molenaarsstraat) die afwijken van de voorschriften kunnen behouden blijven.
Sloop van de Maria Gorettikerk is verboden, tenzij het nieuwe project van een uitzonderlijke en ruimtelijk hoogstaande kwaliteit is, die de kwaliteiten van het bestaande gebouw kan vervangen.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 2 – stedenbouwkundige voorschriften
Bestaande vergunde gebouwen die afwijken van de voorschriften mogen verbouwd worden met behoud van inplanting, hoogte, volume en de aanwezige vergunde functies. 34
Stad Gent
Voorschriften met betrekking tot de onbebouwde ruimte
Bijkomende afwegingscriteria
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Het RUP garandeert een minimale toegankelijkheid van de bestemmingszone voor zacht verkeer en sluit de bestemmingszone aan op het bestaande en geplande netwerk voor zacht verkeer.
Enkele verbindingen voor zacht verkeer moeten aangelegd worden. (zie indicatieve aanduiding voor een voetgangers- en/of fietserverbinding op het grafisch plan).
In functie van een optimaal functioneren van de ziekenhuissite zijn bijkomende wegenis en ontsluitingen toegelaten, voor zover ze geen afbreuk doen aan de hoofdontsluitingsstructuur langs park Vogelenzang. In en rond de Sint-Lucasziekenhuissite is een minimum aan groene ruimte gewenst. Een groene omgeving heeft positieve effecten op zieken. In eerste instantie is dit de tuin van de Zusters Van Liefde waaraan gedacht wordt en die aan de 10% norm voldoet.
Bijkomende wegenis en ontsluitingen zijn toegelaten indien aanvullend en ondergeschikt aan de hoofdontsluiting.
In de Blaisantvestwijk is een grote behoefte aan toegankelijk openbaar groen. Aansluitend bij de verbinding voor zacht verkeer doorheen de Maria Goretti-site kan een beperkt deel als openbaar groen ontwikkeld worden. Dit groen dient aaneengesloten, kwalitatief en bruikbaar te zijn. Aangezien de ontwikkelingen in de aangeduide projectzones (A en B) een lange duurtijd kennen, werd er gekozen voor flexibele voorschriften, die binnen het streven naar kwaliteit, toch een aantal kwaliteitsvolle varianten mogelijk maken.
In projectzone B (Maria Goretti) moet minstens 10% van de totale oppervlakte als onverharde aaneengesloten groene openbare ruimte ingericht worden.
Daarom zal iedere vergunningsaanvraag die in deze zone een wezenlijke bijdrage levert aan de invulling van de projectzone getoetst worden aan bijkomende afwegingscriteria. Zijn hiervan onder meer vrijgesteld: tijdelijke vergunningen, werken van kleine opvang, kleine werken die niet relevant zijn voor de globale ontwikkeling.
Iedere stedenbouwkundige of verkavelingsaanvraag in de projectzone, die een belangrijke invulling geeft aan de projectzone, moet beoordeeld worden rekening houdend met een kwalitatieve ontwikkeling van de totaliteit van de projectzone en de onmiddellijke omgeving en zal getoetst worden aan volgende afwegingscriteria: - de mogelijkheid tot ruimtelijke en functionele samenhang waarbij de schaal, de morfologie, de ligging t.o.v. andere functies, de groenstructuur, het materiaalgebruik, de structuur van de bebouwing en de eventuele fasering bepalend zijn; - een aanvaardbare mobiliteit over de volledige projectzone en de omgeving: op vlak van bereikbaarheid, parkeergelegenheid, verkeersopwekking en verkeersbewegingen. Zo zal bij een grondige reorganisatie van de parkeerinfrastructuur op de ziekenhuissite voorzien moeten worden in een nieuwe ontsluitingsstructuur die de parkeerinfrastructuur rechtstreeks aantakt op de Blaisantvest, zoals voorzien op het grafisch plan; - een aanvaardbaar milieuprofiel over de volledige projectzone: op vlak van de normale en de extra milieuhinder en de waterhuishouding
Hiertoe kan het nuttig zijn om de vergunningverlenende overheid bijkomende informatie te bezorgen bijvoorbeeld onder de vorm van een inrichtingsplan voor de volledige projectzone. Dit plan kan bijkomende informatie bevatten over onder meer de schaal, de morfologie en inpassing in de omgeving, de ligging t.o.v. andere functies, de (interne) ontsluiting, parkeeroplossing, de manier waarop dit project zich verhoudt t.o.v. de toekomstige bouwprojecten met bijhorende timing, de inrichting openbaar domein, een eventuele fasering, de waterhuishouding, enz…
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 2 – stedenbouwkundige voorschriften
In projectzone A moet minstens 10 % van de totale oppervlakte als onverharde groene ruimte ingericht worden.
35
Stad Gent
Z 2. Zone voor wonen
Bestemmingsvoorschriften
Bebouwingsvoorschriften
Voorschriften met betrekking tot de onbebouwde ruimte
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
(categorie 1,a “wonen” art. 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) Niet verordenend Verordenend Ruimtelijke opties Stedenbouwkundige voorschriften Om de woonfunctie te behouden, worden de bestaande woongehelen De bestemming is wonen. Dit kan zowel onder de vorm van langs de Molenaarstraat en Vogelenzang als woningen behouden. grondgebonden ééngezinswoningen als méérgezinswoningen. Bestaande vergunde en vergund geachte bestemmingen kunnen behouden blijven. De bestaande historisch gegroeide bebouwing van het meer zuidelijk gelegen deel van de Molenaarstraat wordt in het noordelijk deel voortgezet om de straatwand af te werken. Dit impliceert een gesloten straatwand zonder voortuinen en een beperkte bouwhoogte en bouwdiepte die bepaald worden door de nood aan voldoende openheid en licht t.o.v. de achterliggende gebouwen.
In deze zone mag enkel aaneengesloten bebouwing opgericht worden. De rooilijn is een verplichte bouwlijn. De maximaal toegelaten kroonlijsthoogte van de hoofdgebouwen is aangeduid op het grafisch plan. Op het gelijkvloers bedraagt de maximale bouwdiepte 15 meter. Op de verdiepingen bedraagt de maximale bouwdiepte 12 meter.
Het bestaande meergezinsgebouw aan de Molenaarstraat, dat wel achteruit gebouwd is t.o.v. de rooilijn, kan behouden blijven. Zolang dit gebouw bestaat, kan voor eventuele bijkomende volumes afgeweken worden van de verplichting tot bouwen op de rooilijn.
Bestaande vergunde en vergund geachte gebouwen die afwijken van dit stedenbouwkundig voorschrift mogen verbouwd worden met behoud van inplanting, hoogte, volume en de aanwezige vergunde functies. Zolang het afwijkend meergezinsgebouw aan de Molenaarsstraat bestaat, geldt de verplichting tot verplichte bouwlijn niet.
Groenaanleg verhoogt de individuele woonkwaliteit en die van de omgeving.
Maximaal één derde van de oppervlakte van de tuin mag verhard worden.
Z 3. Zone voor wonen met nabestemming park (categorie 1,a “wonen” art. 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) Niet verordenend Verordenend Ruimtelijke opties Stedenbouwkundige voorschriften Bestemmingsvoorschriften In het Vogelenzangpark zijn een 12-tal stadswoningen gelegen. De bestemming is wonen. Deze zorgen voor een conflicterende situatie met het omliggende Als nabestemming gelden de stedenbouwkundige voorschriften van openbare park. De gewenste openbaarheid van het park conflicteert met de zone voor park. de privacy die bij de woningen hoort. Deze woningen kunnen weliswaar De nabestemming gaat inde dag dat de woningen gesloopt zijn en nog verbouwd worden naar hedendaagse noden. Indien er zeer geldt per perceel. drastische ingrepen noodzakelijk zouden zijn, dienen deze woningen te verhuizen naar een andere locatie. Voor deze stadswoningen wordt aldus een nabestemming als park voorzien. De nabestemming gaat in de dag dat de woningen gesloopt zijn en geldt per perceel.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 2 – stedenbouwkundige voorschriften
36
Stad Gent
Bebouwingsvoorschriften
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Aangezien de woningen temidden de zone voor park zijn gesitueerd, zijn de bebouwingsmogelijkheden beperkt tot de bestaande volumes. Bij vernieling door overmacht (brand, ramp) is heropbouw mogelijk.
2. Van zodra de parkbestemming geldt: Nabestemming: zie voorschriften zone voor park Nabestemming: zie voorschriften zone voor park
Voorschriften met betrekking tot de onbebouwde ruimte
Z 4. Stedelijk woongebied
Bestemmingsvoorschriften
1. zolang de bestemming “wonen” geldt: Binnen bestaande volumes kunnen verbouwingswerken uitgevoerd worden. Bij vernieling door overmacht is heropbouw mogelijk.
(categorie 1,a “wonen” art. 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) Niet verordenend Verordenend Ruimtelijke opties Stedenbouwkundige voorschriften Om de bestaande monofunctionele dienstverleningscluster om te Toegelaten bestemmingen zijn: wonen, kleinhandel, horeca, vormen tot een gemengd stedelijk gebied en om maximaal aan te bedrijven, kantoren en diensten, openbare en private nuts- en sluiten bij het woonkarakter van de omliggende wijken, biedt dit RUP de gemeenschapsvoorzieningen, openbare, groene en verharde ruimten, mogelijkheid om de zones langs Vogelenzang en Berouw te lokale openbare wegen, socio-culturele inrichtingen en recreatieve ontwikkelen als een gemend woongebied. voorzieningen. De volgende bestemmingen zijn maar toegelaten onder de volgende voorwaarden: Aangezien wonen het basisweefsel bij uitstek is, dient het overgrote deel van de projectzone een woonbestemming te hebben.
- de woonbestemming wordt voor minstens 50% van de oppervlakte van de projectzone gerealiseerd.
Aangezien het plangebied gelegen is in het weefsel binnenstad en kernstad (categorie III) worden enkel kleinschalige kantoren toegelaten.
- specifiek voor kantoren geldt een maximum aandeel van 10%van de oppervlakte van de projectzone. Per functionele eenheid bedraagt de maximum bruto vloeroppervlakte 2500 m².
Aangezien het plangebied gelegen is in het weefsel van de kernstad en binnenstad, wordt kleinhandel beperkt tot kleinhandel op lokaal niveau (categorie IV)
- specifiek voor kleinhandel geldt een maximum bruto vloeroppervlakte van 500 m² bruto vloeroppervlakte per projectzone.
Bedrijvigheid is toegestaan, maar wordt beperkt tot kleinschalige niethinderlijke bedrijvigheid die blijvend kan vermengd worden binnen het woonweefsel.
- specifiek voor bedrijvigheid is enkel kleinschalige niet-hinderlijke bedrijvigheid die blijvend kan vermengd worden binnen het woonweefsel toegelaten. De bestemming moet verenigbaar zijn met de woonbestemming van de zone. Hierbij wordt ten minste aandacht besteed aan de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers of
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 2 – stedenbouwkundige voorschriften
37
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
bezoekers en de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid.
Bebouwingsvoorschriften
Om er voor te zorgen dat de verdere ontwikkeling van de economische activiteiten van het complex Rabotvins en de activiteiten van het St. Lucasziekenhuis nog mogelijk blijven, wordt aangegeven dat de bestaande bestemmingen kunnen behouden blijven.
Bestaande vergunde en vergund geachte bestemmingen kunnen behouden blijven.
Aan bestaande activiteiten willen we een mogelijkheid bieden voor een stedenbouwkundig wenselijk alternatief. Nieuwe projecten binnen deze bestemmingszone moeten een nieuwe invulling geven aan de enkele gebouwen die refereren naar het rijke industriële verleden in dit stadsdeel, met name de Villa Voortman en het complex Rabotvins, en aan de onderbenutte terreinen op de hoek van Vogelenzang en Berouw. Binnen deze bestemmingszone zijn op het grafisch plan volgende twee projectzones aangeduid. Binnen deze projectzones gelden specifieke voorschriften. - Projectzone Z4A betreft de bestaande gebouwen van het complex Rabotvins langs Vogelenzang. - Projectzone Z4B betreft het leegstaande gebouw van Villa Voortman langs Vogelenzang, zijn ruimere omgeving samen met de terreinen op de hoek van Vogelenzang en Berouw, waar momenteel het mortuarium, de opslag en een kinderdagverblijf van het Sint-Lucasziekenhuis zijn gelegen.
Binnen deze zone zijn op het grafisch plan twee projectzones aangeduid: ProjectzoneZ4A en Z4B. Binnen deze projectzones gelden specifieke voorschriften.
Nieuwe woningbouwprojecten zullen het bestaande woningenbestand van de omliggende wijken van de binnenstad verrijken met ruimere grondgebonden ééngezinswoningen met tuin.
Bij vergunningsaanvragen van minstens 4 woonentiteiten moet minstens 1 op 4 woningen een grondgebonden ééngezinswoning met tuin.
Om een diversiteit aan woningtypes te stimuleren (rijwoningen, patiowoningen, geschakelde woningen…) worden weinig verordenende bepalingen opgelegd m.b.t. de algemene morfologie van de bebouwing. Tenzij anders bepaald, kunnen bouwhoogtes en bouwdieptes dus variëren, zowel op het gelijkvloers als op de verdiepingen, rekening houdend met de woonkwaliteit voor de omgeving. Maatgevende afwegingselementen hierbij zijn oriëntatie, optimale bezonning en lichtinval, minimale privacygaranties… Een maximale kroonlijsthoogte wordt vastgelegd.
De maximale kroonlijsthoogte over de volledige zone is aangeduid op het grafisch plan. Aanvullend aan deze bouwhoogte is de bouwhoogte ook beperkt tot 4 bouwlagen.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving
38
Deel 2 – stedenbouwkundige voorschriften
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Langs Vogelenzang Omdat de Blaisantvest (de parallel lopende Vogelenzang inbegrepen) van een hogere orde is binnen de wegenhiërarchie en om de wijde open ruimte tussen de twee bebouwingswanden van de Blaisantvest als stedelijke ruimte te versterken, wordt de zuidelijke wand van de Blaisantvest (langs Vogelenzang) uitgebouwd als een helder afgelijnde volwaardige stedelijke wand. Dit vertaalt zich in volgende stedenbouwkundige randvoorwaarden voor de bebouwing langs Vogelenzang: - Om een helder afgelijnde wand te genereren, geldt de rooilijn als verplichte bouwlijn. - Om voldoende massa te garanderen, wordt langs Vogelenzang een minimale kroonlijsthoogte gerealiseerd, die gelijk is aan de gemiddelde kroonlijsthoogte van de omliggende wijken van de binnenstad. De maximale kroonlijsthoogte wordt bepaald met het oog op voldoende licht en lucht en een optimale bezonning van het aangrenzende park. De bebouwing in het stedelijk woongebied moet een te grote schaduwwerking in het park vermijden. Langs Berouw Langs Berouw wordt de bestaande historisch gegroeide bebouwing voortgezet om de straatwand af te werken. Dit impliceert een gesloten straatwand zonder voortuinen en een beperkte bouwhoogte en bouwdiepte die bepaald worden door de nood aan voldoende openheid en licht t.o.v. de achterliggende gebouwen.
Voorschriften met betrekking tot de onbebouwde ruimte
Langs Vogelenzang is de rooilijn een verplichte bouwlijn. Langs Vogelenzang bedraagt de minimale kroonlijsthoogte 9 meter.
Langs Berouw is de rooilijn een verplichte bouwlijn. Langs Berouw mag enkel aaneengesloten bebouwing opgericht worden.
- De maximale kroonlijsthoogte wordt bepaald met het oog op voldoende licht en lucht en een optimale bezonning van het aangrenzende woongebied. De bebouwing in het stedelijk woongebied moet een te grote schaduwwerking op de omliggende woongebieden vermijden.
De maximale kroonlijsthoogte langs Berouw is aangeduid op het grafisch plan. Aanvullend aan deze bouwhoogte is de bouwhoogte ook beperkt tot 3 bouwlagen.
Het bestaande mortuarium, de opslagloodsen en het kinderdagverblijf van het Sint-Lucasziekenhuis kunnen behouden blijven.
Bestaande vergunde gebouwen die afwijken van de voorschriften mogen verbouwd worden met behoud van inplanting, hoogte, volume en de aanwezige vergunde functies.
Om de projectzone Z4B te ontsluiten voor wegverkeer, wordt de hoofdontsluiting van de zone zo direct mogelijk verbonden met het hogere wegennet (i.c. Vogelenzang – Blaisantvest)
De indicatieve aanduidingen in projectzone Z4B geven de hoofdstructuur voor de wegenis doorheen de zones (zie: wegenis, indicatieve aanduiding)
Om een diversiteit aan vegetatie te stimuleren, worden geen verordenende bepalingen opgelegd m.b.t. de gedetailleerde inrichting van de onbebouwde delen. Met het oog op kwalitatieve functionele
De onbebouwde delen worden maximaal onverhard, groen en duurzaam ingericht.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 2 – stedenbouwkundige voorschriften
39
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
buitenruimtes, worden wel enkele duurzaamheidsprincipes meegegeven die als afwegingskader voor de vergunningverlening zullen dienen: maximale inrichting met waterdoorlatende materialen i.f.v. een gezonde waterhuishouding; maximale ingroening van privé tuinen die aansluiten op openbaar groen, bijvoorbeeld met hoogstammige bomen en struiken en groene erfafscheidingen; aanleg van groendaken in het geval van platte daken i.f.v. waterinfiltratie, isolatie en zichten voor de buren… De inrichting van de onbebouwde ruimte ondersteunt de geleidelijke overgang van de stedelijke wand langs Vogelenzang naar de achterliggende groene parkomgeving.
Voorschriften inzake parkeren
Het RUP garandeert een minimale toegankelijkheid van de bestemmingszone voor zacht verkeer en sluit de bestemmingszone aan op het bestaande en geplande netwerk voor zacht verkeer.
Een verbinding voor zacht verkeer moet de op het grafisch plan aangeduide projectzone Z4B (zie indicatieve aanduiding voor een voetgangers- en fietsersverbinding op het grafisch plan) doorkruisen.
De parkeerdruk ten gevolge van de ontwikkeling van de zone wordt volledig binnen de zone opgevangen zodat de omliggende wijken, die al een hoge parkeerdruk kennen, hiervan geen bijkomende hinder ondervinden.
De parkeerbehoefte van de ontwikkelingen binnen de zone wordt binnen de zone opgevangen.
Binnen de projectzones gebeurt parkeren grotendeels ondergrond. Gezien de schaarse open ruimte in de omliggende wijken van de binnenstad, is het noodzakelijk dat alle bijkomende openbare ruimte wordt ingericht met het oog op maximale verblijfskwaliteit. indien parkings gelijkgronds worden voorzien, moeten deze zo in het stedelijk weefsel geïntegreerd worden zodat straatwanden over het overgrote deel een levendige aanblik hebben. Dit betekent dat de ruimtes direct achter de gevel, ruimtes moeten zijn die levendige functies kunnen bevatten en dat de gevel ook voldoende raamopeningen bevat, zodat de levendigheid kan uitgestraald worden op het openbaar domein.
Parkings voor meergezinswoningen worden ondergronds of in een gebouw voorzien. Inritten van ondergrondse parkings vallen steeds volledig binnen de private kavelgrenzen. Indien parkings in een gebouw voorzien worden, bestaat minstens 50% van de gevellengte uit levendige functies, potentieel zichtbaar van op het openbaar domein d.m.v. voldoende raamopeningen.
Er worden randvoorwaarden opgelegd die tot doel hebben de negatieve gevolgen van het voorzien van garages in een grondgebonden woning te beperken. Door het verplichten van een levendige functie (een ruimte waar een langdurige menselijke aanwezigheid mogelijk is bv. keuken, leefruimte, slaapkamer, kantoorruimte, aan straatzijde; zijn niet levendig: circulatieruimte, sanitair, bergruimte), is interactie met het openbaar domein mogelijk (bv. via raamopeningen) en worden op deze manier dode straatwanden vermeden. Het is wenselijk dat het aandeel
Een inpandige bovengrondse parking in een grondgebonden woning is enkel toegelaten indien de gevelbreedte aan de straatzijde minstens 7 meter bedraagt. Per grondgebonden woning mag maximaal 3 meter gevellengte gebruikt worden voor de toegang tot de parking. Achter de overige gevelbreedte is minstens één ruimte met een levendige functie gesitueerd, potentieel zichtbaar van op het openbaar domein d.m.v. voldoende raamopeningen.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 2 – stedenbouwkundige voorschriften
40
Stad Gent
Bijkomende afwegingscriteria
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
woningen met garage evenwichtig gespreid wordt over de straatlengte. Een te hoge concentratie van dit woningtype langs één straatwand hypothekeert namelijk de kwaliteit van het straatbeeld. Aangezien de ontwikkelingen in de aangeduide projectzones (Z4A en Z4B) een lange duurtijd kennen, werd er gekozen voor flexibele voorschriften, die binnen het streven naar kwaliteit, toch een aantal kwaliteitsvolle varianten mogelijk maken. Daarom zal iedere vergunningsaanvraag die in deze zone een wezenlijke bijdrage levert aan de invulling van de projectzone getoetst worden aan bijkomende afwegingscriteria. Vrijgesteld hiervan zijn o.a.: tijdelijke vergunningen, werken van kleine opvang, kleine werken die niet relevant zijn voor de globale ontwikkeling. Hiertoe kan het nuttig zijn om de vergunningverlenende overheid bijkomende informatie te bezorgen bijvoorbeeld onder de vorm van een inrichtingsplan voor de volledige projectzone. Dit plan kan bijkomende informatie bevatten over onder meer de schaal, de morfologie en inpassing in de omgeving, de ligging t.o.v. andere functies, (de (interne) ontsluiting, parkeeroplossing, de manier waarop dit project zich verhoudt t.o.v. de toekomstige bouwprojecten, de inrichting openbaar domein, een eventuele fasering, de waterhuishouding, enz…
Z.5. Zone voor park
Bestemmingsvoorschriften
Iedere stedenbouwkundige of verkavelingsaanvraag in de projectzone, die een belangrijke invulling geeft aan de projectzone, moet beoordeeld worden rekening houdend met een kwalitatieve ontwikkeling van de totaliteit van de projectzone en zal getoetst worden aan volgende afwegingscriteria: - de mogelijkheid tot ruimtelijke en functionele samenhang waarbij de schaal, de morfologie, de ligging t.o.v. andere functies, de groenstructuur, het materiaalgebruik, de structuur van de bebouwing en de eventuele fasering bepalend zijn; - een aanvaardbare mobiliteit over de volledige projectzone: op vlak van bereikbaarheid, parkeergelegenheid, verkeersopwekking en verkeersbewegingen; - een aanvaardbaar milieuprofiel over de volledige projectzone: op vlak van de normale en de extra milieuhinder, de waterhuishouding en de ligging t.o.v. kwetsbare functies.
(categorie 1,a “wonen” art. 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) Niet verordenend Verordenend Ruimtelijke opties Stedenbouwkundige voorschriften De hoofdbestemming is openbaar park. Om groenas 8, komende van Wondelgem, verder uit te bouwen in de richting van de binnenstad, worden de bestaande groengebieden enerzijds geoptimaliseerd en openbaar gemaakt en anderzijds aaneengesloten en versterkt tot een massieve groenstructuur met veel gebruikskwaliteiten. De verschillende parksferen van de bestaande groengebieden worden behouden: - het Vogelenzangpark wordt toegankelijk gemaakt. - de als stadsgezicht beschermde tuin van de Villa Voortman wordt openbaar gemaakt; - waar nu het parkeergebouw van het Sint-Lucasziekenhuis staat, wordt een nieuw parkgedeelte aangelegd; van hieruit behoort de mogelijkheid om een nieuwe toegang naar de tuin van Kina te voorzien. - de als stadsgezicht beschermde plantentuin van de Wereld van Kina wordt planologisch vastgelegd;
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 2 – stedenbouwkundige voorschriften
41
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
- het park aan de Tolhuissporthal wordt als groene recreatieruimte planologisch vastgelegd. Recreatieve functies kunnen het park opladen met activiteit, zonder de roeping van het gebied in het gedrang te brengen. Ze worden daarom als nevenfunctie toegelaten.
Toegelaten nevenbestemming is: zachte openluchtrecreatie, voor zover deze verenigbaar is met de hoofdbestemming.
Bebouwingsvoorschriften
Enkel constructies ten behoeve van de park- en/of recreatieve bestemming zoals speeltoestellen, zandbakken, zithoeken, kunstwerken, hondentoiletten, terrassen, infoborden, publiek sanitair, kiosk, e.d. zijn toegelaten.
In deze zone geldt een bouwverbod, met uitzondering van constructies die noodzakelijk zijn ter ondersteuning van de parkfunctie of rechtstreeks verband houden met zachte recreatie. De maximale kroonlijsthoogte van gesloten constructies bedraagt 1 bouwlaag of 3,6 meter.
Voorschriften inzake onbebouwde ruimte
Bedoeling is één kwaliteitsvol groengebied te realiseren, waar de groene kwaliteiten overwegen. Om het groene karakter van het park te vrijwaren, wordt de verharde oppervlakte tot een minimum beperkt.
In deze zone blijft de verharde oppervlakte tot een minimum beperkt. Verharding kan enkel worden aangebracht ter ondersteuning van de parkfunctie en in functie van fietsers- en voetgangersverkeer.
De verschillende parksferen van de bestaande groengebieden, worden behouden en maximaal versterkt. Dit geldt in het bijzonder voor de als stadslandschap beschermde tuin van Villa Voortman met een collectie van waardevolle hoogstammige beukenbomen en voor de als stadslandschap beschermde plantentuin van de Wereld van Kina. Het RUP garandeert een minimale toegankelijkheid van de bestemmingszone voor zacht verkeer en sluit de bestemmingszone aan op het bestaande en geplande netwerk voor zacht verkeer. Voorschriften inzake parkeren
Om het groene karakter van het park te vrijwaren, mogen er in de bestemmingszone geen parkeervoorzieningen gecreëerd worden. De bestaande vergunde ondergrondse parking bij de Tolhuisarena kan behouden blijven.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 2 – stedenbouwkundige voorschriften
Bestaande waardevolle vegetatie en landschapselementen worden zoveel mogelijk behouden.
Looplijnen en fietsroutes lopen doorheen het park en het aantal verbindingen met de omliggende wijken wordt gemaximaliseerd (zie indicatieve aanduiding voor een voetgangers- en fietsersverbinding op het grafisch plan. Bjikomende fietsers- en voetgangersverbinding, bovenop deze aangeduid op plan zijn mogelijk.) In deze zone is de aanleg van parkeerplaatsen niet toegelaten. De bestaande vergunde ondergrondse parking, die afwijkt van dit stedenbouwkundig voorschrift, mag verbouwd worden met behoud van inplanting, hoogte, volume en de aanwezige vergunde functies.
42
Stad Gent
Z.6. Zone voor tuinen
Bestemmingsvoorschriften
Bebouwingsvoorschriften
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
(categorie 1,a “wonen” art. 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) Niet verordenend Verordenend Ruimtelijke opties Stedenbouwkundige voorschriften Deze zone wordt bestemd als een private groene ruimte. De bestemming is tuin
De tuinzone dient maximaal als private groene ruimte ontwikkeld te kunnen worden.
In deze zone geldt een bouwverbod. Bovengrondse en ondergrondse parkeerplaatsen zijn niet toegelaten.
Voorschriften inzake onbebouwde ruimte
Z.7. Zone voor wegenis
Bestemmingsvoorschriften
Om het groene karakter van de tuinzone te vrijwaren, wordt de verharde oppervlakte tot een minimum beperkt. De kwaliteit van deze ruimte zit voornamelijk in de aanwezige waardevolle groenelementen. Deze dienen dan ook behouden te worden. Om een optimale zichtrelatie tussen de beschermde Villa Voortman en het park te bewerkstelligen dienen eventuele afsluitingen tot een minimum beperkt te worden.
Maximum 1/3 van de oppervlakte kan verhard worden. Bestaande waardevolle vegetatie en landschapselementen worden zoveel mogelijk behouden. Specifiek voor de tuin bij de Villa Voortman is het essentieel dat de eventuele tuinafsluiting doorzichtig en minimaal in omvang is
(categorie 1,a “wonen” art. 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) Niet verordenend Verordenend Ruimtelijke opties Stedenbouwkundige voorschriften Deze zone is bestemd als weg of als plein. In deze zone zijn alle werken toegelaten die betrekking hebben op de Deze nieuwe wegenis zal voor een nieuwe ontsluitingsstructuur van het aanleg, het beheer en de exploitatie van openbare weg- en plangebied zorgen. pleininfrastructuur. Aan de noordzijde wordt de autotoegangsweg voorzien op een nieuw te construeren kruispunt op de Blaisantvest. Dit biedt een veel logischer en zichtbaarder toegang voor het ziekenhuis dan de huidige toegang. Om het profiel van de Blaisantvest te breken wordt een langwerpig plein dwars over deze laan voorzien. Dit langwerpige plein ligt in het verlengde van de open ruimte voor de Maria Gorettikerk. Het plein is aldus een rustpunt/onderbreking in het langsprofiel van de Blaisantvest.
Voorschriften inzake onbebouwde ruimte
Gezien de schaarse open ruimte in de omliggende wijken van de binnenstad, is een kwalitatieve aanleg van de openbare ruimte noodzakelijk.
De inrichting van de zone is afgestemd op zijn functie als lokale weg en plein. De inrichting gebeurt zo dat zacht verkeer zich steeds veilig, direct en comfortabel kan verplaatsen. Deze ruimten worden qua materiaal en kleur sober, maar kwaliteitsvol ingericht. Speciale aandacht gaat naar beplantingen langsheen de openbare weg.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 2 – stedenbouwkundige voorschriften
43
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Wegenis (indicatieve aanduiding) Niet verordenend Ruimtelijke opties Bestemmingsvoorschriften Om onnodige circulatie van gemotoriseerd verkeer doorheen de zone ‘stedelijk woongebied’ te vermijden, wordt de ontsluiting van die zone zo direct mogelijk verbonden met het hogere wegennet. Die ontsluitingsweg staat op het grafisch plan ingetekend met een indicatieve aanduiding voor wegenis.
Voorschriften met betrekking tot de onbebouwde ruimte
Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften De ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer gebeurt via een weg die rechtstreeks aantakt op de Blaisantvest.
De ontsluitingsweg heeft een openbaar karakter en wordt na aanleg opgenomen binnen het openbaar domein van de stad.
Na aanleg wordt de wegenis opgenomen bij het openbaar domein.
Om het publieke karakter van de ontsluitingswegen te benadrukken, kunnen deze niet overbouwd worden.
De wegenis ligt op maaiveldniveau, heeft een vrij gabariet van minstens 8 meter breed en is niet overbouwbaar. De grafische aanduiding van de wegenis is indicatief. De maximale afwijkingsmarge bedraagt 30 m. tov. de aanduiding op het grafisch plan.
Een sobere, kwaliteitsvolle aanleg van de openbare ruimte wordt nagestreefd. Bijzondere aandacht gaat naar groenvoorzieningen langsheen de openbare weg.
De wegenis wordt zo ingericht dat zacht verkeer zich steeds veilig, direct en comfortabel kan verplaatsen. Deze ruimte wordt qua materiaal en kleur sober, maar kwaliteitsvol ingericht.
Niet verordenend Ruimtelijke opties Om het ziekenhuis aan de zuidzijde een gezicht te geven, wordt aansluitend op de zuidelijke ingang een stedelijk plein voorzien. Ook vóór de Maria Gorettikerk dient ook een verblijfsruimte vormgegeven te worden. Deze ruimte zal bovendien het lineaire karakter van de Blaisantvest breken. Deze ruimte staat op het grafisch plan ingetekend met een indicatieve aanduiding voor plein. De exacte vormgeving kan als dusdanig nog veranderen
Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften Ter hoogte van de indicatieve aanduiding op het grafisch plan, moet een plein aangelegd worden. Bij de aanleg van deze pleinen primeert de voetgangersfunctie en het zachte verkeer boven het autoverkeer.
Deze pleinen hebben een openbaar karakter, een verblijfskarakter en een hoge representatieve functie.
Het plein heeft een openbaar karakter.
Een sobere, kwaliteitsvolle aanleg van de openbare ruimte wordt nagestreefd. Bijzondere aandacht gaat naar groenvoorzieningen op dit plein. Het plein aan de zuidkant van het Sint Lucasziekenhuis wordt als een eenheid met het aangrenzende St. Vincentiusplein ontworpen.
Het plein wordt zo ingericht dat zacht verkeer zich steeds veilig, direct en comfortabel kan verplaatsen. Deze ruimte wordt qua materiaal en kleur sober, maar kwaliteitsvol ingericht.
Plein (indicatieve aanduiding)
Bestemmingsvoorschriften
Voorschriften met betrekking tot de onbebouwde ruimte
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 2 – stedenbouwkundige voorschriften
De locatie van deze aanduiding is indicatief.
44
Stad Gent
Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning
Voetgangers- en/of fietsersverbinding (indicatieve aanduiding) Niet verordenend Ruimtelijke opties Bestemmingsvoorschriften Bijkomende relaties voor zacht verkeer dwarsen dit grootschalige bouwblok. Deze bijkomende routes voor voetgangers en/of fietsers maken woonbuurten, activiteitenpolen en groengebieden onderling vlotter bereikbaar. De aangeduide relaties op het grafisch plan zijn essentiële relaties. Er kunnen altijd bijkomende relaties voorzien worden. Omdat in welbepaalde gevallen (beperkte breedte tussen bestaande gebouwen) het onmogelijk is om een exclusief gebruik te eisen, kan over een beperkte lengte een gemengd gebruik getolereerd worden.
Voorschriften met betrekking tot de onbebouwde ruimte
Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften De essentiële verbindingen voor zacht verkeer staan op het grafisch plan ingetekend als indicatieve aanduiding voor een voetgangersen/of fietsersverbinding. De maximale afwijkingsmarge bedraagt 30 m. t.o.v. de indicatieve aanduiding op plan. Deze voetgangers- en fietsersverbinding wordt ingericht voor exclusief gebruik door voetgangers en/of fietsers. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden kan de voetgangers- en fietsersverbinding samenvallen met een route voor gemotoriseerd verkeer. Dit dient bijkomend gemotiveerd te worden.
In functie van een optimale bruikbaarheid zijn deze voetgangers- en fietserverbindingen publiek toegankelijk.
Deze voetgangers- en fietsersverbindingen zijn publiek toegankelijk.
De verbindingen zijn openbaar. Een uitzondering wordt gemaakt voor de verbinding over de terreinen van de ziekenhuiscampus. Deze laatste is dan ook geen openbaar domein. Bij de inrichting van deze infrastructuur worden specifieke aspecten (tracé, dwarsprofiel, lengteprofiel, materiaalgebruik,…) bepaald door de bestemming en de inrichtingseigenschappen van de zone waarin de infrastructuur wordt aangelegd.
De verbindingen zijn openbaar, behalve de verbinding doorheen de zone voor gemeenschapsvoorzieningen.
Om het gebruiksgemak en de sociale veiligheid langs deze verbindingen voor zacht verkeer te optimaliseren, worden enkele minimale afmetingen meegegeven m.b.t. breedte en hoogte.
De verbindingen voor zacht verkeer liggen op maaiveldniveau en hebben een vrij gabariet van minstens 3 meter breed. Voor zover ze privé eigendom doorkruisen, zijn ze overbouwbaar, mits een vrije hoogte van 4 meter onder de overbouwing wordt gerespecteerd.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 145 Ziekenhuiscampus Sint-Lucas en omgeving Deel 2 – stedenbouwkundige voorschriften
De voetgangers- en fietsersverbinding wordt zo ingericht dat zacht verkeer zich steeds veilig, direct en comfortabel kan verplaatsen. De hiervoor noodzakelijke infrastructuur, zoals nutsvoorzieningen, groenaanleg en straatmeubilair, kunnen langs deze verbinding worden opgericht.
45