Deel 1: INLEIDING en BASISBEGRIPPEN
Als eerste… Gefeliciteerd met de aanschaf van SONAR Home Studio XL! Sonar is professionele software waarmee je muziek kunt opnemen, bewerken, componeren en arrangeren. Met Sonar neem je net zo makkelijk Midi als audio op, en door het gebruik van software synthesizers en effect plugins kun je in elk denkbare situatie bij SONAR terecht. Of het nu gaat om het produceren van een R&B hit, of dat je een arrangementje voor het koor wilt uitwerken, een stuk klassieke muziek wilt componeren of een partymix wilt maken, dit programma is je werkplek. Met SONAR kun je verschillende audio formaten aan, zoals Wave, MP3, ACIDized waves, WMA, AIFF en andere gangbare audio formaten. Sonar ondersteunt naast de standaard Windows geluidskaart drivers ook high end audio hardware voor gebruik in een muziekstudio. Daarnaast werkt SONAR natuurlijk ook met MIDI en met software synthesizers.
Installeren Voordat je met Sonar aan de gang kunt, moet je het gaan installeren op je computer. Dit is niet zo moeilijk. Nadat je je computer hebt opgestart en je alle andere programma's hebt afgesloten leg je de Sonar DVD in de DVD speler van je computer. Een beetje afhankelijk van hoe je bepaalde instellingen hebt gemaakt start het installatie programma nu automatisch op, of er gebeurd niets. Er kan ook een Windows scherm verschijnen waarin gevraagd wordt wat je wilt doen, met een aantal opties daaronder. Als het installatieprogramma niet vanzelf opstart, dan ga je via mijn computer naar de DVD speler waarin de Sonar DVD ligt, dubbel klik. Nu zal de installer wel opstarten. Zoniet, dan klik je rechtermuisknop, openen en dan dubbelklik op autorun.exe. Het Sonar installatie scherm verschijnt, en je hoort een muziekje. Let op dat je geluidsinstallatie niet te hard staat. Je kunt nu kiezen uit drie verschillende talen: Duits, Frans en Engels. Kies Engels, tenzij je Duits of Frans prefereert. Hierna volg je de instructies op het scherm op. Je kunt bijvoorbeeld kiezen welke onderdelen er geïnstalleerd moeten worden, en in welke folder op je harddisk. SONAR doet steeds een voorstel, die zijn in verreweg de meeste gevallen helemaal ok, dus daar hoef je eigenlijk niets aan te doen. Wil je na een tijdje Sonar weer deïnstalleren, Sonar plaatst tijdens de installatie een Uninstal icoon in het Start menu. Gebruik die in dat geval.
Installeren Het opstarten van Sonar gaat op dezelfde manier als bij al je andere programma's. Het kan via het Sonar icoon op je bureaublad, via het menu start, of wanneer je dubbelklikt op een Sonar document. Wanneer Sonar is opgestart krijg je het Snelstart (Quickstart) menu te zien. Een Sonar bestand heet 'project' . Dat hoeft niet vertaald te worden, want het is duidelijk dat alles wat je met Sonar doet, of het nou om de audio of midifiles gaat, om geïmporteerde geluiden of eigen opnames, het Het snelstart menu hoort bij die song, dat lied, kortom dat speciale project. heeft verschillende opties Vandaar de benaming Project. Stel dat je dit snelstart menu niet (meer) wilt gebruiken, dan kun je het vinkje wegklikken dat staat bij 'Show this at Startup' (laat dit bij het opstarten zien). Dan verschijnt het niet meer in beeld na het opstarten van Sonar en kun je deze handelingen gewoon via het file menu (bestand menu) doen zoals je dat meestal gaat in andere programma's.
OPTIE Open a Project (een Project openen)
WANNEER en HOE Wanneer je verder gaat werken aan een reeds bestaand project. Vanuit de browser kies je het project waaraan je verder wilt gaan werken. Open a Recent Project Wanneer je verder gaat werken aan een project (Een project openen waarmee je pas waarmee je nu bezig bent. Druk op het kleine nog bezig bent geweest) driehoekje en je kunt het project uit een lijst kiezen. Create a new Project Klik hierop als je met een nieuw lied, of een (Aan een nieuw project beginnen) nieuwe opname wilt beginnen. Je moet dan in het volgende scherm even aangeven hoe het gaat heten en waar het moet komen op je harddisk. Getting Started Wanneer je hierop klikt kom je bij de (Hoe te beginnen…) (Engelstalige) help bestanden terecht.
Eerdere versies Wanneer je een eerdere versie van SONAR of Cakewalk al geïnstalleerd hebt, dan ontdekt SONAR dat tijdens het installatieproces. Je krijgt dan de mogelijkheid een aantal voorkeursinstellingen mee te nemen naar de huidige versie. Wanneer je daarvoor kiest dan neemt SONAR de volgende dingen mee: INSTELLINGEN Algemene instellingen (global options) Toets combinaties Instrument definities
BESCHRIJVING Instellingen gemaakt in het Global options menu. Je eigen toets combinaties voor het bedienen van Sonar. Bestanden die gebruikt worden om specifieke Midi instrumenten aan te spreken
Wave Profiler Wanneer je SONAR voor het eerst gebruikt wordt automatisch de functie 'Wave Profiler' opgestart. Dit is een functie die je vanuit SONAR ook zelf kunt opstarten (via
) die kijkt naar de hardware van je computer en bepaalt hoe het met de synchronisatie zit. Wave Profiler kijkt naar audio en Midi hardware en stelt vast welk merk en model audio en Midi hardware je hebt. Wanneer je hardware hebt die gebruik maakt van een WDM driver, dan wordt er alleen naar die audiokaart gekeken. Wil je meerdere geluidskaarten tegelijk gebruiken, en ze hebben niet allebei een WDM driver (de andere heeft alleen een MME driver, de voorloper van WDM) , dan zul je degene met een WDM driver deze moeten laten gebruiken als een MME driver. Wanneer WAVE Profiler heeft vastgesteld welke kaart je hebt, verander de standaard instellingen (default settings) die Sonar heeft vastgesteld dan niet. Eventuele Asio hardware wordt genegeerd. Sterker nog, wanneer je een audio kaart hebt met een ASIO driver, hoef je Wave Profiler niet te draaien en kun je deze actie gewoon skippen.
Midi in- en uitgangen Ook bij de eerste keer opstarten zoekt SONAR alle Midi apparaten die er op je computer geïnstalleerd zijn bij elkaar. Denk daarbij aan geluidskaarten, aparte Midi interfaces, en software midi poorten. Soms is het echter handig als je SONAR precies kunt vertellen welke Midi apparaten je wel en niet wilt gebruiken. Ga naar <MIDI DEVICES> om het dialoog venster te openen waarin je de diverse Midi in en Midi uit apparaten kunt kiezen. Wat je daar ziet zijn alle Midi apparaten die op je computer geïnstalleerd zijn.
Midi in- en uitgangen 1. Kies en dan <MIDI DEVICES> Je krijgt nu het Midi apparaten venster te zien. Hier kun je kiezen welke in- en uitgangen je wilt gebruiken. 2. Je ziet dat het bovenste gedeelte de Midi ingangen (inputs) weergeeft. Wanneer er géén vinkje voorstaat, kun je deze Midi ingang niet gebruiken in SONAR. 3. Het onderste gedeelte laat de Midi uitgangen (outputs) zien. SONAR geeft de Midi uitgangen nummers op basis van de volgorde waarin je ze hier ziet. Dus de bovenste is nummer één, die daaronder nummer twee,… enzovoort. Je kunt de volgorde aanpassen met de optie 'Move Checked Devices to Top'. Aangevinkte Midi uitgangen worden dan naar boven verplaatst.
Definiëren van Midi instrument SONAR speelt Midi sequences in principe af als zijnde voor een General Midi instrument. Gebruik je echter een synthesizer die de General Midi standaard niet ondersteund, of je wilt gebruik maken van de andere geluidsbanken dan wil je dat instrument definiëren binnen SONAR, zodat SONAR weet hoe met dat instrument om te gaan. Kijk dan op de online hulp bij het onderwerp Intrument Definitions voor meer informatie.
Basis begrippen Via de menu's en werkbalken in SONAR kun je gemakkelijk alle functies van SONAR bereiken. Soms gaat dat in de vorm van een dialoog venster, waarin je kunt kiezen uit verschillende opties, of waarin je een bepaalde waarde invult. Rechts klikken met de muis geeft je in veel gevallen een keuze menu dat te maken heeft met waar je klikt. Een project is de omgeving waarin bij SONAR alles gebeurd. Als je een muzikant bent is een project wellicht een lied, een jingle of een deel van een concert. Zit je in de postproductie dan is je project mogelijk een 30 seconden durende radiospot, of een soundtrack voor een film of computergame. Standaard wordt elk project opgeslagen in een bestand (het project bestand/ project file). De extentie voor een SONAR werk bestand is .cwp. SONAR organiseert de geluiden en muziek van je project in tracks (sporen), clips (fragment) en events (gebeurtenis). Tracks worden gebruikt om geluid of muziek op te slaan van alle instrumenten/geluidsbronnen die je in een project gebruikt. Je hebt bijvoorbeeld een lied gemaakt voor vier instrumenten en stem, je hebt dan vijf tracks (sporen). Een spoor voor ieder instrument en een spoor voor de vocalist(e). Ieder project kan zoveel tracks hebben als je maar wilt. Sommige daarvan kun je dan gebruikten in je definitieve project/eindmix, andere zijn bijvoorbeeld alternatieve opnames, back-up sporen en variaties die je wilt bewaren voor eventueel toekomstig gebruik. Iedere track kan één of meerdere clips bevatten. Clips zijn stukjes geluid en/of muziek die tezamen een track vormen. Een track kan bestaan uit één clip, bijvoorbeeld een opname van een vioolsolo of synthbasriff, maar ook uit een reeks van clips. Bijvoorbeeld diezelfde vioolsolo maar dan opgeknipt in allerlei kleinere deeltjes, of een drumloop die steeds herhaald wordt. Je kunt clips heel gemakkelijk van de ene track naar de andere slepen. Groove clips zijn speciale clips. Deze clips weten namelijk het tempo en de toonhoogte van de audio die ze in zich hebben. Ze kunnen daardoor hun tempo aanpassen aan het tempo dat jij in het project hebt ingesteld. Ze kunnen dus ook tempowisselingen gewoon volgen. Of toonhoogte veranderingen in je project. Wanneer je aan een van de zijkanten van een groove clip klikt gebeurd er iets leuks, wat ook erg handig is. Door klik/sleep rek je de clip uit en er ontstaat een zich herhalende loop. Events is informatie over de automatisering zoals volume en panorama van de mixer. Onder events valt ook alle midi informatie.
SONAR bestand typen Extenties en SONAR Projecten in SONAR worden bewaard als een project bestand met de extensie .CWP of als een Bundle bestand met de extensie .CWB . Dat CW staat nog voor 'CakeWalk', zo heette SONAR vroeger en nu heet het overkoepelende bedrijf ook nog CakeWalk. Bij een CWB file wordt ook de gebruikte audio meegenomen in het bestand, bij een standaard CWP file is er alleen een referentie naar de plaats waar de audio staat op je computer. Andere bestanden… Naast de .CWP en .CWB bestanden kun je in SONAR ook met midifiles (.MID) en met template files (.TPL) werken. EEN BESTAND OPENEN 1. SONAR opstarten 2. Kies: file-open 3. In het 'Open' dialoog venster, ga naar de map waarin het project dat je wilt openen staat en selecteer het door erop te klikken. 4. Klik nu op de knop 'open'. Het project wordt nu in SONAR geladen.
Views SONAR laat je project zien in een aantal schermen (windows) die 'views' worden genoemd. Je kunt veel van die views tegelijk open hebben staan, allemaal van hetzelfde project. Wanneer je in het ene view iets veranderd aan de inhoud, zie je in de andere views die verandering - voor zover dat relevant is- ook doorgevoerd worden. Track view Het track view venster zul je het meeste gebruiken wanneer je aan het werk bent met SONAR. Dit is ook het venster waar SONAR als eerste mee op de proppen komt na het openen van een project. Wanneer je het trackview venster sluit, zal SONAR ook het project sluiten. Het track view venster heeft bovenaan zoals vaak in Windows het geval is de werkbalken. Daarnaast is het track view venster nog verdeelt in diverse onderdelen, ik noem ze hier vakken: het navigatie vak, video vak (alleen in de Producer versie), track vak, track/bus vak, het clip vak en het bus vak. Je kunt de omvang van ieder vak aanpassen door aan de randen te klik/slepen. Op de volgende bladzijde wordt een en ander met een illustratie verduidelijkt.
Views Track vak
Clip vak
werkbalken
Transport balk Navigator balk
View opties
Clips
Track/bus inspector Tracks
In het track vak kun je de instellingen zien die bij alle tracks horen. Zoals volume, panorama, of het een midi track is of een audio track, enzovoort. Je kunt gemakkelijk een andere track kiezen door met de muis erop te klikken of met je computerqwerty.
TOETS Links/rechts pijltjestoetsen Omhoog/omlaag pijltjestoetsen Page up/ Down Home End
WAT IE DOET Beweegt de selectie naar de volgende of vorige controller Je gaat naar dezelfde controller van de volgende of vorige track (van dezelfde soort). Je ziet nu de vorige/ volgende pagina met tracks Naar de eerste track Naar de laatste track
Meerdere tracks kun je selecteren door CTRL ingedrukt te houden terwijl je klikt. Dat is standaard Windows gedrag.
Views De controllers van de geselecteerde track zie je ook terug in de track/bus inspector. In het clip vak zie je de clips van je project gerangschikt volgens een horizontale tijdlijn. Die heet de 'Time Ruler'. Dit helpt je om visueel overzicht te houden over hoe je project in elkaar zit. Het bus vak laat de verschillende bussen van het huidige project zien evenals editing views die achter een tabblad verscholen zitten. De 'show/hide' (laat zien/verstop) knop zet het Bus vak open of dicht. Het navigator vak laat een groot deel van je project zien zodat je een overzicht hebt van je song.Het navigator vak laat al je tracks in klein formaat zien. Vaak kun je dan aan de vorm en de hoeveelheid van de clips in de tracks zien wat waar ongeveer gebeurd, ook weer als visuele bijdrage aan het overzicht. In het clip vak kun je clips selecteren, verplaatsten, wissen en kopiëren. Clips hebben markeringen die aangeven wat er in de clip zit. Op deze manier kun je je arrangement gemakkelijk veranderen. Hieronder de gebruikelijke selectie methodes: OM…. Een clip te selecteren Alle clips in één track te selecteren Meerdere clips van verschillende tracks te selecteren Een stuk tijd selecteren Een gedeelte van een clip selecteren
DOE JE DIT….. Klik je op die clip Click je op het track nummer , of je elastiekt over alle clips van die track elastiek je over de clips van die verschillende tracks Sleep in de TimeRuler, of klik tussen twee markers Druk de ALT toets in terwijl je over het gedeelte dat je wilt selecteren elastiekt.
Zoals met de meeste Windows programma's kun je ook de SHIFT-klik en de CTRL-klik combinaties gebruiken voor het selecteren van tracks en clips. SHIFT voegt tracks of clips toe aan de reeds geselecteerde clips/tracks, CTRL laat je knipperen tussen wel en niet geselecteerd van de track/clip waarop je klikt. Let erop dat je bij de tracks op het tracknummer klikt,…anders lukt het niet.
Views
Track / bus inspector Bijna alle instellingen van de geselecteerde track kun je zien in de track/bus inspector, helemaal links op je beeldscherm. Dat is een soort uitgebreide versie van de informatie die je standaard al ziet in het track vak. Wanneer je een andere track aanklik veranderd deze informatie in die van de aangeklikte track. Je kunt de track/bus inspector aan en uitzetten door op de 'i' te drukken van je computertoetsenbord. De track/bus inspector is bedoeld om het gemakkelijk te maken bepaalde instellingen van de geselecteerde track aan te passen. Er zitten ook wat extra mogelijkheden op in vergelijking met de standaard track info zoals de 4 band eq. Hiernaast nog een plaatje van de track/bus inspector….
4 ban eq
Plug ins
Volume/ panorama aux Mute/solo/rec Panorama track Volume track VU meter Track routing
Je kunt in principe alle functies van de track/bus inspector uitklappen, afhankelijk van de omvang en resolutie van je monitor. Onderstaande tabel laat zien hoe en wat.
OM…. De track/bus inspector verstoppen/tevoorschijn toveren De track inspector vastzetten op de huidige track of bus
Track naam Display menu. Hier klik je aan wat je wilt zien en wat niet
DOE JE DIT… Druk op 'i' op je qwerty Open het dropdown menu van de tracknaam op de track inspector en kies 'lock the current track or bus' uit het menu. Klik op de track
De track parameters van een bepaalde track zichtbaar maken in de trackinspector Een parameter toewijzen aan een groep, Rechts-klik op de parameter en kies de klaarzetten voor automatisering, een optie uit het popup menu. automatisering snapshot nemen, of remote control instellen. De FX bypassen Rechts-klik op de FX en kies 'bypass Bin' uit het popup menu
Views Console view (mengpaneel view) Het console view venster is de plaats waar alle geluiden van al de verschillende tracks samenkomen en waar je de uiteindelijke mix maakt van je project. Deze view ziet er dan ook grotendeels uit zoals we dat van een traditioneel mengpaneel gewend zijn. De console view gebruik je om de volumes, panorama, effectsends enzovoort van de verschillende tracks in je project uit te balanceren. In het console view venster zien we een aantal groepen parameters. Zo is er een kanaalstrip voor iedere track in je project, en een kanaal strip voor iedere bus die je hebt aangemaakt. De bus sends kun je gebruiken om bepaalde tracks naar de bussen te sturen. Bussen gebruik je bijvoorbeeld voor effecten. Je maakt een bus met daarin een galm plugin en iedere track waarvan je wilt dat die wat galm krijgt stuur je, helemaal of een beetje, naar die 'galm bus'. Audio channel strips
Midi
bus channel strips
Master outputs
Inputs
Equalizer
Insert effecten Bus effecten
Automatisering
Bus sends
Hier geef je aan welke strips je wilt zien in de mixer Hier geef je aan welke onderdelen van de channelstrip je wilt zien
Track faders
Bus track faders
Master output faders
Views Andere views SONAR heeft ook een aantal andere views die je kunt gebruiken als hulp bij het werken aan je project. Om deze views te bekijken selecteer je een of meer tracks en click je op een van de view iconen in de view werkbalk of je kiest een view uit het view menu. We lopen ze hieronder even door… Eerst bekijken we twee typische midi view functies, pianorol view en notenbalk view: Je hebt misschien wel eens ooit staan kijken bij zo'n ouderwets draaiorgel. Achterin stoppen ze dan van die kartonnen boeken, waar allemaal strepen uit gestanst zijn. Die strepen stellen dan de noten voor van de muziek die gespeeld moet worden. Het boek glijdt over een rij pinnetjes en als er dan een gaatje, of streep, in het boek zit schiet het pinnetje omhoog en we horen de bijbehorende toon. Hoe langer de streep, hoe langer we de toon horen klinken. Een zelfde systeem werd vroeger gebruikt voor pianola's. Die dingen zie je niet meer tegenwoordig omdat we andere manieren hebben om muziek te automatiseren. Maar in Sonar zit wel een view die naar dat draaiorgel en pianola systeem vernoemd is, omdat het er voor het oog een beetje op lijkt: de pianorol view. In de pianorol view zie je de noten als strepen op een raster. Zo'n raster noemen we grid. Naar boven op het grid zijn de noten hoger, naar beneden lager. De tijd loopt van links naar rechts. Je kunt midi noten tekenen, wissen verlengen of verkorten, verplaatsen en ook parameters per midi noot zoals aanslaggevoeligheid editten. In deze view zit ook de Drum Editor, voor het tekenen van ritmes voor een drumtrack.
pianorol view
Views Een view die natuurlijk niet kan ontbreken is de notenbalk view, in het Engels is dat dan staff view. Hier zie je de noten van een of meer midi tracks in de vorm van traditioneel westers notenschrift. Je kunt ook hier noten tekenen, wissen, verplaatsten enzovoort. Tevens kun je notatie tekens toevoegen zoals bijvoorbeeld gitaarakkoord symbolen en zelfs omzetten naar gitaar TAB notatie.
Notenbalk view Een speciale view voor de audio afdeling is loop construction view. Bedoeld om zelf Groove Clips mee te maken., die je vervolgens kunt exporteren als ACID bestand. Dat is een min of meer universele standaard voor automatisch timestretchende loops.
Loop construction view
Views In de loop explorer view kun je ACID loops en andere wav bestanden zoeken en voorbeluisteren. Vervolgens kun je die importeren met drag&drop (je sleept ze met de muis gewoon je project in).
Loop explorer view Het meest gedetailleerde view venster is die van de event list view. Hier worden alle events (noten, automatiseringsdata, controllers enzovoort) nauwgezet weergegeven zodat je deze op een microscopisch niveau kunt aanpassen.
Event view list
Views Hier nog een aantal views op een rijtje, dit zijn views met een heel specifieke functie. VIEW Meter/Key (Maatsoort/toonsoort)
Big Time (grote klok) Markers
Lyrics (teksten) Video Synth Rack Navigator Sysex
Tempo
Verticaal uitzoomen
zoombalk
Verticaal inzoomen
Horizontaal uitzoomen zoombalk
Horizontaal inzoomen
WAARVOOR Om de maatsoort of toonsoort te veranderen, aan het begin of op bepaalde plaatsten in het project. Om het NU van je project groot in beeld te krijgen. Om labels (markers) in te voegen, hernoemen, te wissen, zodat het makkelijker is om van de ene plek van je project naar de andere te gaan. Om lied teksten in te voeren en zichtbaar te maken. Om een ingeladen video zichtbaar te maken. Om al je softsynths te beheren Het NU beheren in je project. Voor met maken, opslaan, bekijken en editten van System Exclusive MIDI data. Wordt gebruikt om hardware synthesizers en dergelijke mee aan te sturen. Om het tempo van je project zichtbaar te maken en te editten. Zoom Control In veel van de hiervoor genoemde views kun je door middel van het zoom gereedschap in het venster in en uitzoomen, zowel horizontaal als verticaal. Zoomen kun je doen door met de muis op de zoomicoontjes te klikken of de zoombalk te gebruiken door met klik/ sleep de juiste zoom in te stellen. Nog sneller gaat het door CTRL+ pijltjestoetsen te gebruiken.
Views Locken (bevriezen) van views In SONAR kun je in principe maar één versie van iedere view open hebben staan. Maar van de meeste views kun je de inhoud bevriezen. Waardoor je de huidige view behoudt om een nieuwe versie van de view te laten verschijnen als dat nodig is. Bevriezen, of 'locken' is de enige manier waarop je meerdere versies van dezelfde view open kunt hebben staan. Alleen de trackview en de console (mixer) view kunnen niet gelocked worden. Floating (zwevende) views Wanneer een view zwevend (floating) is gemaakt, kun je deze overal op je computerscherm neerzetten. Vooral handig natuurlijk wanneer je met twee of meerdere monitors werkt. Op de online help staat meer informatie over het werken met meerdere monitoren en SONAR. X-Ray (transparante) vensters Met X-ray vensters is het niet meer nodig om steeds maar weer vensters te minimaliseren, of opzij te schuiven. Dat is mogelijk omdat deze functie het venster doorzichtig maakt, zodat je het venster achter het huidige venster kunt zien en ermee werken. Je schakelt Xray in door op SHIFT+X te drukken als de muis op het venster dat je transparant wilt maken staat. Je kunt één venster dat onder de muiscursor is X-rayen, of automatisch alle FX/synth vensters in een klap. X-ray werkt met de volgende vensters: . Audio snap pallet . Synth rack . Piano rol . Snap naar raster (grid) dialoogbox . plugin effecten en synthesizers . Controller plugins.
MENU lay-out Flexibele menu's Alle menu's zijn flexibel. Flexibel in de zin dat je ze kunt aanpassen aan jouw doel en werkwijze. Je kunt dus kiezen wat je wel en niet wilt zien in een bepaald menu. Opties die je zelden tot nooit gebruikt, hoeven ook niet steeds in de menulijst terug te komen, dat maakt het werken met deze menu's alleen maar onoverzichtelijk. Je kunt dus ook de samenstelling van je menu's ontwerpen voor een specifieke toepassing, en het onder die naam saven. Bijvoorbeeld Masteren, Midifile Maker, enzovoort.
MENU lay-out Maar let op! Je kunt opdrachten ook helemaal uit hun oorspronkelijke context halen. Bijvoorbeeld je kunt een optie uit het EDIT menu verplaatsten naar het PROCES menu. Deze handleiding blijft natuurlijk alle opties beschrijven vanuit hun oorspronkelijke locatie. Dus als je zoekt naar de help topic over de Process-Nudge opdracht en je hebt het Nudge commando verplaatst naar het EDIT menu, dan staat het in deze handleiding en de online help nog steeds aangeduid als Process-Nudge en niet Edit-Nudge. Om de menu's te veranderen ga je naar Options-Menu-Editor. In de menu editor kies je het menu dat je wilt gaan veranderen uit de MENU dropdownlijst.
Menu lay-out editor Dropdown menu om een lay-out te laden, saven of te wissen Dropdown menu het menu te kiezen dat je wilt aanpassen
Browser waar je de opties van het gekozen menu ziet. Hier kun je de volgorde bepalen van de menu opties, wat je wel en niet ziet en via rechtsklik kom je bij nog meer functies zoals de horizontale scheidslijnen die je kunt toevoegen en verwijderen om het overzicht te bevorderen.
MENU lay-out OM…. Onderdelen verbergen in een menu
Onderdelen zichtbaar maken in een menu
Onderdelen herorganiseren Nieuw submenu maken
Nieuwe naam voor menu item of submenu
Nieuwe scheidslijn maken
Een menu lay-out saven Een lay-out wissen Een lay-out aanpassen. Een menu lay-out laden
DOE JE DIT… Klik op het menu item (CTRL-klik voor meerdere) om het te selecteren en druk op de knop HIDE. De verborgen commando's zullen dan alleen nog zichtbaar zijn in het submenu helemaal onderaan lijst van opties. Dit submenu maak je zichtbaar door op een van de pijltjes te drukken, en zo kom je dan weer bij de items die je verborgen hebt om ze alsnog te kunnen gebruiken. Selecteer de menu items die je wilt laten zien, en druk op de knop SHOW. De commando's zullen weer zichtbaar worden op hun oorspronkelijke plaats. Klik/sleep menu onderdelen naar de plaats waar je wilt dat ze komen te staan in het menu. Dat werkt ook met submenu's. Rechts-klik op een van de menu items in de lijst en kies create submenu. Dat onderdeel zal nu in zijn eigen submenu verschijnen. Of,…. Kies een of meer onderdelen uit een menu en druk op create new button in het submenu gedeelte van de dialoogbox. Rechts-klik op een menu onderdeel of een submenu, kies rename en tik de nieuwe naam in. Of,… Druk op F2 en voer de nieuwe naam in. Je kunt tussen alle menu's een horizontale stippellijn zetten. Rechtsklik op een menu, kies insert seperator en hij staat ertussen. Om zo'n stippellijn weer te verwijderen kies je op dezelfde manier 'remove separator'. Deze lijnen zie je in de menu's verschijnen als doorgetrokken lijnen tussen de menu items, ze helpen de menu's meer overzichtelijk te maken omdat je opties die bij elkaar horen tussen twee lijnen kunt zetten. Eerst voor je een nieuwe naam in voor de lay-out die je gemaakt hebt, dan druk je op het floppy disk icoontje, dat is de SAVE knop. Selecteer de lay-out die je wilt wissen en druk op het kruisje, dat is de delete knop. Kies uit het dropdown menu de lay-out die je wilt veranderen. Deze wordt dan actief, je kunt hem nu veranderen. Ga naar de Menu Editor en kies de menu lay-out die je wilt gebruiken uit de lijst in het dropdown menu, daarna sluit je de editor weer af. Of;… Gebruik Options-Menu Lay-outs en kies daar uit de bestaande mogelijkheden. Dit laatste is natuurlijk sneller….
Opmerking: De standaard menu lay-out zoals die door SONAR is bedacht kan niet worden overschreven. Als je hierop een variatie wilt maken, schrijf je die gewoon weg onder een andere naam. Wanneer je de menu structuur zo hebt veranderd dat je een bepaalde functie niet meer kunt vinden, kun je dus altijd teruggrijpen op deze standaard lay-out.
MENU lay-out HOTKEYS Wanneer je de menu structuur gaat veranderen met de Menu lay-out editor kan het gebeuren dat de 'hotkeys', dat zijn de toetsen op je qwerty waarmee je veel functies in SONAR kunt aanspreken zónder de muis te hoeven gebruiken, niet meer werken of anders werken dan voorheen. Je kunt zien welke toets aan welke functie is verbonden. Wanneer je op ALT drukt zie je in de toolbar bij alle menu entries onder één van de letters een streepje verschijnen. Dat streepje geeft aan welke toets de hotkey is. Bij Tools is dat bijvoorbeeld de 'L'. Druk op 'L' en het Tools menu gaat open. Je krijgt een lijst aan Cakewalk/Sonar tools te zien. Een daarvan is de Cakewalk Plugin Manager, met de 'M' onderstreept. Druk op 'M' en deze optie opent zich. Je kunt je voorstellen dat als je veel veranderingen hebt doorgevoert in de menu structuur dat er dan letters door elkaar kunnen raken. In de Lay-out editor zit een functie waarmee je kunt checken of alles nog klopt en er geen dubbele functies en zo in zijn geslopen. 1. Open de Menu editor en kies het menu dat je wilt controleren. Rechtsklik het menu item en kies check hotkeys. De menu editor verteld je nu of er overlappingen zijn, of dat er menu items zijn die helemaal geen hotkey hebben. Maar deze checker kijkt dus alleen in het menu dat je hebt geselecteerd, en ook niet in de submenus van dat menu. 2. Wanneer er dubbele of ontbrekende hotkeys gevonden zijn, dan kun je met wederom een rechtsklik generate hotkeys kiezen om de juiste hotkeys aan te maken. Ieder niveau in de menustructuur heeft zijn eigen hotkeys, je kunt dus ook alleen hotkeys controleren en aanmaken voor het menu niveau waar je op dat moment zit. De hotkeys worden in de menu editor aangeduid met dit teken: '&'. Dat staat dan direct vóór de letter van het menu commando dat de hotkey is. Dus als je een menu een andere naam geeft, plaats je het & teken ook vóór de letter waarvan jij wilt dat dat de hotkey wordt. 3. Als je veranderingen hebt gemaakt, dus ook het checken en opnieuw toewijzen van hotkeys, moet je de menu lay-out saven.
WERKBALKEN lay-out Wat geldt voor de menu lay-out, gaat ook op voor de werkbalken in SONAR. Je kunt die helemaal aanpassen naar gebruik, toepassingen en jouw werkwijze. Dat gaat op een vergelijkbare wijze als we hiervoor met de menu lay-out zagen. Je begint met een rechtsklik boven de werkbalk die je wilt aanpassen.
WERKBALKEN lay-out
Rechtsklik, en je ziet de Werkbalk editor verschijnen
Met de werkbalkeditor kun je items toevoegen, en verwijderen. Je kunt werkbalkknoppen ook een andere naam geven, dat doe je ook met rechtsklik, en dan kies je 'rename'. Verder kun je werkbalken ook zwevend maken, of horizontaal of verticaal op een vaste plaats neerzetten. Dat gaat allemaal heel recht door zee met klik-sleep op het sleep handvat van de werkbalk. Zo zie je dat vaker in software, zoals bijvoorbeeld Photoshop en Word. OPSLAAN De lay-out die je hebt gemaakt kan worden opgeslagen in het project bestand, maar zoals eerder al aangestipt kun je het ook apart opslaan. Voor meer info over de lay-outs kun je het online help bestand raadplegen. TRANSPORT BALK Als je aan de gang gaat met een project ben je vaak aan het opnemen, luisteren, heen en weer spoelen, knippen, kopiëren, importeren… De transportbalk is dan je steun en toeverlaat. De meest gebruikte knoppen zitten bij elkaar, en de transportbar is ook steeds een bron van relevante informatie. Dingen zoals opnemen en afspelen bedien je via de transportbalk. Daar zijn er twee van: een kleine, die maar een paar knoppen heeft en de grote, die je meestal zult gebruiken vanwege de handige knoppen en de uitgebreide informatie die je hierop vindt. Druk op F4 om deze transportbalk te laten verschijnen of te laten verdwijnen. De transportbalk werkt verder eigenlijk hetzelfde als de transportknoppen bij een CD speler of bandrecorder. In ieder project heb je te maken met tijd. Begin, einde en alles wat daar tussen zit. Wanneer je een project afspeelt, verschuift het NU van het begin naar het einde,… Dat nu heet in SONAR Now time. De Now time is dus je huidige positie in het project. Wanneer je opneemt of afspeelt kun je aan de Now time zien waar je bent. Wanneer je een nieuw project aanmaakt in SONAR dan staat de Now time aan het begin van het project. De Now time positie wordt onthouden bij het opslaan van het project.
WERKBALKEN Tijdens het werken aan een project kun je met de mute en solo functies in SONAR kiezen welke tracks je hoort en welke niet., en je kunt een bepaald gedeelte van je project laten loopen. Ook kun je ankers (markers) plaatsen, dat zijn punten op een bepaalde plaats in je project waar je snel naar toe kunt springen. MIDI ACTIVITEIT MONITOR Wanneer SONAR loopt kun je aan twee lampjes zien dat er iets met MIDI gebeurd. Er is een lampje voor MIDI in data en eentje voor MIDI uit. Wanneer je bijvoorbeeld op je midikeyboard speelt gaat het MIDI in lampje knipperen, speelt SONAR een MIDI track af, dan knippert het MIDI uit lampje. VOLUME CONTROL Maak je gebruik van de standaard geluidskaart met de Windows drivers, dan kun je via deze knop bij het volume control venster komen, waarin je dan de verschillende volumes voor audio, MIDI, CD playback en opnemen kunt instellen.
KLEUREN Je kunt SONAR wat betreft uiterlijk helemaal aanpassen. We hebben de menustructuur en de werkbalken al besproken, maar je kunt ook de kleuren en de achtergrond aanpassen zoals jij dat wilt. KLEUREN KIEZEN .1 kies options-colors in het 'configure colors' dialoog venster. .2 Kies het onderdeel waarvan je de kleur wilt veranderen uit de lijst met 'screen elements'. .3 Je kunt nu een kleur kiezen uit het Windows schema door een van de kleuren te kiezen in de Follow System Color lijst, of je vinkt 'Use Specific Color' aan, klikt op de 'Choose Color' knop, en hier kies je de kleur die je wilt. .4 Als je deze kleuren ook in andere projecten wilt gebruiken, vink de 'Save changes for Next Session' aan. .5 wanneer je klaar bent klik je op OK. Om de originele kleuren weer terug te krijgen gebruik je de 'Default' knop. Eerst wel even selecteren welke onderdelen terug naar de standaard kleuren moeten..
KLEUREN ACHTERGROND KIEZEN Om een andere bitmap te kiezen ga je naar optoins-colors. Hier kun je de achtergrond kiezen die je wilt. Drie keuzen: de standaard achtergrond, géén achtergrond, of een eigen bitmap. Die 'laatste kun je dan via de knop 'open' kiezen, waarmee je in een standaard browser komt zodat je het achtergrondplaatje dat je wilt gebruiken kunt opzoeken. KLEUREN PRESETS Nu je een kleureninstelling hebt gevonden die je bevalt, kun je deze saven als kleurenpreset. En dus gebruiken als dat zo uitkomt. Je kunt hier ook een van de vele presets van Cakewalk en SONAR kiezen, waarbij ook kleurenschema's zitten van eerdere versies van Cakewalk/SONAR. Dat ziet er dan meteen weer vertrouwd uit. Je kunt ook kleurenpresets importeren en exporteren in een bestand met de extensie .CLR, op die manier kunnen SONAR gebruikers Lay-outs uitwisselen. Voor meer info over kleurenpresets en het exporteren en uitwisselen daarvan, check de Engelstalige handleiding en de online help onderwerpen. Hierna gaat deze handleiding verder met een aantal voorbeeldprojecten, die stap voor stap laten zien hoe het werken met SONAR in de praktijk in zijn werk gaat.