INHOUDSTAFEL De auteurs
v
Woord vooraf van de heer Muis
vii
Woord vooraf van de heer Swolfs
ix
DEEL 1: INLEIDING: AUDITING EN HET AUDITBEROEP
1
Hoofdstuk 1 CONTROLE EN AUDIT
3
1.1 1.2 1.3 1.4
Controle Auditing: controle van de tweede orde Accounting en auditing Audittypes 1.4.1 Financiële audit 1.4.2 Operationele audit 1.4.3 Overeenstemmingsaudit (compliance audit) 1.4.4 Managementaudit 1.4.5 Computeraudit 1.4.6 Speciale audits
Hoofdstuk 2 INTERNECONTROLESYSTEMEN, INTERNE AUDIT EN EXTERNE AUDIT 2.1
2.2 2.3
2.4
Het internecontrolesysteem in de onderneming 2.1.1 De benadering van het Institute of Internal Auditors 2.1.2 Interne controle zoals beschreven in het COSO-rapport Interne audit Externe controle of externe audit 2.3.1 Situering 2.3.2 Basisstandaarden van de externe audit 2.3.3 Kernelementen van het externeauditproces Vergelijking van het interne- en externeauditberoep
3 3 5 6 6 8 8 8 9 9
13 13 14 15 16 18 18 19 20 21
Hoofdstuk 3 DE ECONOMISCHE ROL VAN AUDITING
25
3.1 3.2 3.3
25 26 27
Wat wordt aangeboden? Vraag naar auditdiensten Kenmerken van het auditaanbod en van de -productie
Intersentia
xi
Handboek auditing
3.4 3.5
Auditmarkten, prijszetting en kwaliteitsdifferentiatie Economische argumenten voor auditregulering
Hoofdstuk 4 HET INSTITUTIONEEL KADER VAN DE EXTERNE AUDIT 4.1
4.2
xii
28 30 33
Institutioneel kader van externe audit in België 33 4.1.1 Het externeauditberoep in België 36 4.1.1.1 Het Instituut der Bedrijfsrevisoren: Oprichting, opdracht en werking 36 4.1.1.2 Toegang tot het beroep van bedrijfsrevisor 38 4.1.1.3 Opdrachten van de bedrijfsrevisor 40 A. Wettelijke opdrachten 40 B. Non-auditdiensten verenigbaar met de onafhankelijkheid van de commissaris 41 C. Non-auditdiensten onverenigbaar met de onafhankelijkheid van de commissaris 42 4.1.1.4 Deontologische code vervat in het KB van 10 januari 1994 43 4.1.1.5 Nieuwe onafhankelijkheidsregels vervat in de Corporate Governance Wet van 2 augustus 2002 en het KB van 4 april 2003 48 A. Wachtperiode van twee jaar 48 B. Uitbreiding van het toepassingsgebied 49 C. One-to-one regel 49 D. Vastleggen van een lijst van onverenigbare activiteiten 50 E. Comité voor advies en controle 50 F. Openbaarmaking van honoraria 50 4.1.1.6 Algemene auditnormen 51 4.1.2 Instituut der Accountants en Belastingconsulenten 54 4.1.3 Hoge Raad voor het Bedrijfsrevisoraat en voor de Accountancy 55 Relevante internationale regelgeving en buitenlandse beroepsverenigingen 57 4.2.1 Internationale regelgeving 57 4.2.1.1. Wereldwijd: IFAC 57 4.2.1.2 De Europese Commissie 58 4.2.1.3 Het onafhankelijkheidsdebat in de VS: de Sarbanes-Oxley wet 59 A. Public Company Accounting Oversight Board 60 B. Strengere onafhankelijkheidsregels in Sarbanes-Oxley 60 4.2.2 Buitenlandse toonaangevende externeauditberoepsverenigingen: NIVRA, AICPA, ICAEW 62
Intersentia
Inhoudstafel
Hoofdstuk 5 INSTITUTIONEEL KADER VAN INTERNE AUDIT 5.1 5.2 5.3
5.4
5.5 5.6
De opdracht en de werking van het Intitute of Internal Auditors (IIA) Lidmaatschap van het IIA Het certificaat “Certified Internal Auditor” (CIA) 5.3.1 Algemeen 5.3.2 Het CIA-examen Opdrachten van de interne auditor volgens het IIA 5.4.1 Doelstelling en reikwijdte 5.4.2 Verantwoordelijkheid en bevoegdheid 5.4.3 Onafhankelijkheid Deontologische code Algemene auditnormen 5.6.1 Professional Standards and Responsibilities Committee 5.6.2 Doelstellingen en opbouw
Hoofdstuk 6 De audit van de 21ste eeuw – De derde millennium auditor 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10
Inleiding Auditrisicobeoordeling doorheen een strategische bril Een ruimer kader voor een strategische risico-georiënteerde auditbenadering Bedrijfsmetingsproces Analyse van de ondernemingsprocessen Risicobeoordeling Resultaatmeting Continue verbetering Verband tussen het ondernemingsmodel, de sleutelperformantieindicatoren en het bewijskrachtig auditmateriaal Besluit
65 65 66 67 67 68 68 68 68 69 69 70 70 71 75 75 77 78 79 83 85 86 87 87 90
DEEL 2: INTERNE CONTROLE
93
Hoofdstuk 7 INTERNE CONTROLE – INLEIDING
95
7.1 7.2
95 97
Enkele definities van interne controle Belang van interne controle voor operationele en financiële audit
Intersentia
xiii
Handboek auditing
Hoofdstuk 8 HET COSO-RAPPORT: EEN GEÏNTEGREERD REFERENTIEKADER VOOR INTERNE CONTROLE 8.1 8.2 8.3 8.4
8.5 8.6
99
Inleiding 99 Doelstellingen van het COSO-rapport 101 Definitie van interne controle 101 Componenten van het internecontrolesysteem 102 8.4.1 Inleiding 102 8.4.2 Controleomgeving 103 8.4.3 Risicobeoordeling 105 8.4.4 Controlemaatregelen 106 8.4.4.1 Soorten controleactiviteiten 107 8.4.4.2 Integratie met risicobeoordeling 108 8.4.4.3 Controlemaatregelen m.b.t. het informatiesysteem 108 8.4.5 Informatie en communicatie 109 8.4.6 Controlebewaking 110 Beperkingen van het internecontrolesysteem 111 Naar een nieuw referentiekader voor de risicogebaseerde interne audit 112 8.6.1 Evolutie in het audit- en controleconcept 112 8.6.2 Voordelen van dit nieuwe referentiekader 114 8.6.3 Een nieuwe definitie van risicobeheer 115 8.6.4 De categorieën doelstellingen en componenten van het ERM-Referentiekader 116 8.6.4.1 Vier categorieën doelstellingen 116 8.6.4.2 Acht componenten 116 8.6.4.3 Interne omgeving 117 8.6.4.4 Bepaling van de doelstellingen 117 8.6.4.5 Identificatie van de gebeurtenissen 117 8.6.4.6 Risicobeoordeling 118 8.6.4.7 Risicorespons 118 8.6.5 Samenvatting: van COSO-raamwerk naar ERM-raamwerk 119
DEEL 3: ALGEMEEN CONCEPTUEEL KADER VOOR AUDITING 121 Hoofdstuk 9 HET AUDITPROCES 9.1
xiv
Fase 1 – Planning van de opdracht 9.1.1 Doelstelling en reikwijdte 9.1.2 Risicobeoordeling 9.1.3 Samenstelling van het auditteam 9.1.4 Voorbereiding van de auditprogramma’s
123 124 124 125 125 126
Intersentia
Inhoudstafel
9.2 9.3
9.4
9.1.5 Materiële voorbereiding a) Nazicht van de vorige auditdossiers en aanmaak van het nieuwe auditdossier b) Aankondiging van de audit c) Vastlegging van een budget Fase 2 – Uitvoering van de opdracht Fase 3 – Afsluiting van de opdracht 9.3.1 Afwerking en laatste nazicht van het dossier 9.3.2 Rapportering 9.3.3 Voortgangscontrole urenbesteding 9.3.4 Klassement van de dossiers 9.3.5 Kwaliteitscontrole Fase 4 – Opvolging
Hoofdstuk 10 MATERIALITEIT EN RISICO 10.1
10.2
Materialiteit 10.1.1 Materialiteit in het algemeen 10.1.2 Materialiteit in de context van attestatie van financiële informatie a) Kwantitatieve bases van materialiteit b) Kwalitatieve elementen c) Materialiteit opsplitsen d) Illustratie van allocatie van materialiteit aan balansrubrieken Auditrisico 10.2.1 Auditrisico en de financiële audit a) Soorten auditrisico b) Het auditrisico-model: componenten c) Gebruik van het ARM voor planningsdoeleinden d) Tekortkomingen van het ARM en alternatieve modellen e) Analyse van de bedrijfsomgeving van de geauditeerde 10.2.2 Risicoanalyse voor allocatie van middelen in de interne audit
Hoofdstuk 11 BESCHRIJVING EN EVALUATIE VAN HET INTERNECONTROLESYSTEEM (ICS) 11.1
Beschrijving van het ICS 11.1.1 Vormen van procedurebeschrijvingen 11.1.2 Bronnen van informatie
Intersentia
129 129 129 130 130 130 130 131 131 131 132 132 133 133 133 133 134 134 135 135 136 137 137 138 140 141 142 142
145 145 146 147
xv
Handboek auditing
11.2 11.3
11.4
11.1.3 De inhoud van de procedurebeschrijvingen 11.1.4 Flowcharting 11.1.4.1 Kenmerken en soorten 11.1.4.2 Werkwijze en symbolen 11.1.5 Voorbeeld “Procedure aankoopcyclus” 11.1.5.1 Beschrijving 11.1.5.2 Flowchart Walk-through tests Fase 1 van de evaluatie van het ICS: proceduretests 11.3.1 Risicogebaseerde Interne Audit (Risk-Based Auditing) 11.3.2 Verantwoordelijkheden van het management en van de auditor 11.3.3 Bedrijfsdoelstellingen 11.3.4 Risicobeoordeling 11.3.5 Interne controles 11.3.6 Auditopdracht 11.3.7 Doelstellingen interne controle en identificatie van potentiële risico’s 11.3.8 Identificatie van de sterke punten 11.3.9 Identificatie van de zwakke punten 11.3.10 Evaluatie per doelstelling (effectief/niet effectief) 11.3.11 Conclusie van het sterkte/zwakte-onderzoek 11.3.12 Adviesverstrekking aan de geauditeerde dienst Fase 2 van de evaluatie van het ICS: Planning en uitvoering van de transactietests 11.4.1 Overeenstemmingstransactietests 11.4.1.1 Algemeenheden 11.4.1.2 Planning en uitvoering 11.4.1.3 Evaluatie 11.4.2 Substantieve transactietests 11.4.3 Model van werkpapier 11.4.4 Illustratie
147 148 148 149 150 150 154 155 155 156 157 158 160 163 164 165 166 166 167 168 168 170 171 171 172 172 173 174 174
Hoofdstuk 12 SOORTEN BEWIJSKRACHTIG MATERIAAL, CONTROLES EN AUDITTESTS
179
12.1
179
xvi
Algemeenheden 12.1.1 Relevante normen aangaande het verzamelen van bewijsmateriaal 12.1.2 Bewijskracht van auditbewijsmiddelen 12.1.3 Controle door middel van steekproeven
180 181 182
Intersentia
Inhoudstafel
12.2
Vormen van controles 12.2.1 Formele vs. materiële controle 12.2.2 Detailcontrole vs. totaalcontrole 12.2.3 Positieve vs. negatieve controle 12.3 Inventarisatie – Fysieke telling 12.3.1 Situering van de audittechniek 12.3.2 Bespreking van de auditprocedure 12.3.2.1 Voorbereiding 12.3.2.2 Inventarisatieprocedures van de cliënt 12.3.2.3 Beoordeling van de inventarisatieprocedures 12.3.2.4 Controletellingen 12.3.2.5 Auditwerkzaamheden ná de inventarisopname 12.3.3 Tijdstip 12.3.3.1 Voorraadtelling op het jaareinde 12.3.3.2 Voorraadtelling vóór het jaareinde (op interimbasis) 12.3.3.3 Telling ná het jaareinde 12.3.4 Bijzondere modaliteiten 12.3.4.1 Voorraden opgeslagen in verschillende magazijnen 12.3.4.2 Goederen in bewerking 12.3.4.3 Voorraden opgeslagen buiten de onderneming 12.3.4.4 Bijstand van een extern deskundige 12.3.4.5 Cyclische voorraadtelling 12.3.5 Alternatieve procedures 12.4 Confirmaties 12.4.1 Situering van de audittechniek 12.4.2 Bespreking van de auditprocedure – Saldobevestigingen 12.4.2.1 Soorten en gebruik 12.4.2.2 Planning 12.4.2.3 Analyse van de antwoorden 12.4.3 Bespreking van de auditmaatregel – Alternatieve procedures 12.5 Boeken en verantwoordingsstukken 12.6 Observatie 12.7 Inlichtingen ingewonnen bij de cliënt en/of bij derden 12.8 Rekenkundig nazicht 12.9 Analytische tests 12.9.1 Situering 12.9.2 Doelstellingen 12.9.3 Vormen 12.9.4 Technieken 12.10 Verband tussen de auditdoelstellingen en de auditmiddelen 12.11 Overzicht van de audittests 12.11.1 Proceduretests
183 183 183 185 185 185 187 187 188 188 189 190 191 191 192 193 194 194 194 194 194 195 195 196 196 198 198 199 200 200 201 201 202 202 202 202 203 203 205 205 206 207
Intersentia
xvii
Handboek auditing
12.11.2 Transactietests 12.11.2.1 Doel 12.11.2.2 Overeenstemmingstransactietests 12.11.2.3 Substantieve transactietests 12.11.3 Analytische tests 12.11.4 Directe balanstests
207 207 207 208 208 209
Hoofdstuk 13 STEEKPROEVEN EN STATISTISCHE METHODEN IN DE AUDIT
211
13.1
211
13.2
xviii
Basisprincipes van sampling 13.1.1 Het nemen van statistische versus niet-statistische steekproeven 13.1.2 Basisbegrippen uit de waarschijnlijkheidsleer a) Populatie b) Steekproefeenheid (sampling unit) c) Frame d) Kenmerken (characteristics) e) Variabele f) Attribuut g) Waarschijnlijkheidsverdeling h) Populatieverdeling i) Steekproefverdeling (sampling distribution) 13.1.3 Soorten steekproefselectiemethodes a) Niet-probabilistische methodes b) Probabilistische methodes Typische stappen in een auditsamplingbenadering 13.2.1 Het plannen van de steekproef a) Definitie van de auditdoelstellingen van de audittest b) Bepalen of een steekproefbenadering relevant is voor de gekozen audittest c) Definitie van het kenmerk d) Definitie van de populatie e) Definitie van de steekproefeenheid f) Specificeren van de aanvaardbare afwijking (TER en TM) g) Specificeren van het aanvaardbare steekproefrisico (ARACR en ARIA) h) Ex-ante verwachting inzake afwijking in de populatie (EPER en EPM) i) Het bepalen van de initiële steekproefgrootte
211 212 212 213 213 213 213 213 214 214 214 214 214 215 216 217 217 217 217 217 217 218 218 219 219
Intersentia
Inhoudstafel
13.3 13.4
13.5
13.2.2 Steekproefselectie en uitvoeren van auditprocedures a) Steekproefselectie b) Uitvoeren van de auditprocedures 13.2.3 Evaluatie van de resultaten a) Veralgemening van de steekproefresultaten naar de populatie b) Analyse van de afwijkingen c) Beslissing of de populatie aanvaard kan worden Precisie, betrouwbaarheid en steekproefrisico: verdere verduidelijking van enkele begrippen Attributes sampling 13.4.1 Attributes sampling en de binomiale waarschijnlijkheidsverdeling 13.4.2 Bepalen van de steekproefgrootte bij attributes sampling 13.4.3 Het evalueren van steekproefresultaten bij attributes sampling Variables sampling 13.5.1 Puntschatting en intervalschatting 13.5.2 Variables sampling in de auditcontext a) Mean estimation b) Difference estimation c) Ratio estimation
Hoofdstuk 14 DOSSIERBEHEER EN RAPPORTERING 14.1
14.2
Dossierbeheer en rapportering 14.1.1 Definitie en kenmerken 14.1.2 Relevante normen 14.1.3 Het nut van het auditdossier 14.1.4 Regels voor goed dossierbeheer 14.1.5 Soorten dossiers 14.1.6 Review van werkpapieren 14.1.6.1 Review door de auditoren belast met de audit 14.1.6.2 Review door een ander auditteam 14.1.6.3 Confraternele controle Rapportering 14.2.1 Interne rapportering 14.2.2 Externe rapportering
Intersentia
220 220 220 220 220 221 221 222 224 224 227 230 231 232 235 236 238 241 243 243 243 244 245 246 247 250 250 250 251 251 252 252
xix
Handboek auditing
DEEL 4: OPERATIONELE AUDIT
253
Hoofdstuk 15 DOELSTELLINGEN, METHODOLOGIE EN PROGRAMMA
255
15.1
15.2
15.3
Doelstellingen van de operationele audit 15.1.1 Algemene doelstellingen 15.1.1.1 Een adequaat ICS 15.1.1.2 Dat in de praktijk wordt toegepast 15.1.1.3 Formuleren van aanbevelingen 15.1.2 Specifieke doelstellingen 15.1.3 Reikwijdte 15.1.4 Doelstelling en reikwijdte van een auditopdracht Methodologie van de operationele audit 15.2.1 Fase 1 – deel 1: voorbereiding 15.2.1.1 Selectie van de auditentiteit 15.2.1.2 Vastlegging van de doelstelling en de reikwijdte 15.2.1.3 Planning van de rapportering 15.2.2 Fase 1 – deel 2: vooronderzoek 15.2.2.1 Eerste gesprek 15.2.2.2 Vastlegging van de benodigde informatie 15.2.2.3 Kennismaking met de activiteit – Rondleiding 15.2.2.4 Beschrijving van de activiteiten 15.2.3 Fase 2 – deel 1: onderzoek naar de adequaatheid van het ICS 15.2.3.1 Opbouw 15.2.3.2 Bemerkingen aangaande de beschrijving van het ICS 15.2.4 Fase 2 – deel 2: onderzoek naar de effectiviteit van het ICS 15.2.5 Gebruik van steekproeftechnieken bij de evaluatie van het ICS: voorbeeld a) Plannen van de overeenstemmingstest b) Steekproefselectie en uitvoeren van auditprocedures c) Evaluatie van de resultaten Auditprogramma & auditmaatregelen 15.3.1 Het auditprogramma 15.3.2 Auditmaatregelen
255 255 255 256 257 257 258 258 259 260 260 261 262 262 262 263 264 264 265 265 265 266 267 268 269 269 272 272 277
Hoofdstuk 16 OPERATIONELE AUDIT VAN DE BELANGRIJKSTE TRANSACTIECYCLI
279
16.1 16.2 16.3 16.4
279 288 294 295
xx
Audit van de aankoopcyclus Audit van de verkoopcyclus Audit van de investeringscyclus Audit van de personeelscyclus
Intersentia
Inhoudstafel
16.5 16.6
Audit van de productie- en voorraadcyclus Audit van de boekhoud- en financiële rapporteringscyclus
Hoofdstuk 17 DOSSIERBEHEER, RAPPORTERING EN OPVOLGING 17.1
17.2
17.3
Dossierbeheer en werkpapieren 17.1.1 Documentatie van het sterkte/zwakte-onderzoek 17.1.2 Documentatie van vaststellingen en aanbevelingen a) Formulering van auditvaststellingen b) Formulering van aanbevelingen c) Vastlegging van een vaststelling en een aanbeveling d) Supervisie 17.1.3 Werkpapieren gebruikt voor documentatie van detailtests Rapportering 17.2.1 De “exit meeting” 17.2.2 Nut van het auditrapport 17.2.3 Rapportering van de vaststellingen en aanbevelingen Opvolging 17.3.1 Begripsomschrijving 17.3.2 Verantwoordelijkheid 17.3.3 Opvolgingsmaatregelen 17.3.4 Planning 17.3.5 Procedures 17.3.6 Follow-up 17.3.7 Hulpmiddel: opvolgingstabel
300 303 305 305 305 307 307 308 309 312 312 313 315 315 316 317 318 318 318 319 319 320 320
DEEL 5: FINANCIËLE AUDIT
323
Hoofdstuk 18 DOELSTELLINGEN, METHODOLOGIE EN PROGRAMMA
325
18.1
Doelstellingen van de financiële audit 18.1.1 Algemene doelstelling 18.1.2 Beweringen van het topmanagement 18.1.3 Auditsegmentering 18.1.4 Bespreking van de negen algemene auditdoelstellingen a) Globale redelijkheid b) Rechtmatigheid of validiteit – Enkel rechtmatige bedragen zijn opgenomen c) Volledigheid – Alle bedragen die opgenomen moeten worden, zijn opgenomen
Intersentia
325 325 327 328 330 330 330 331
xxi
Handboek auditing
18.2
18.3
d) Eigendom – Alle opgenomen activa/passiva behoren de onderneming toe e) Waardering – Alle rubrieken zijn behoorlijk gewaardeerd f) Classificatie – Alle rekeningen zijn in de juiste rubriek opgenomen g) Toerekening tot de juiste periode (cutoff) – De boekhoudkundige afgrenzing h) Rekenkundige juistheid en accuratessecontroles i) Openbaarmaking 18.1.5 Specifieke doelstellingen Methodologie van de financiële audit 18.2.1 Voorbereiding 18.2.1.1 Auditstrategie 18.2.1.2 Algemene omgevingsinformatie a) Opvragen van algemene omgevingsinformatie b) Checken van juridische verplichtingen c) Beslissen omtrent de aanvaardbaarheid van de opdracht d) Planning van het personeel voor de opdracht e) Opstellen van de opdrachtbevestigingsbrief (letter of engagement) 18.2.1.3 Voorlopige planning 18.2.2 Studie en evaluatie van het internecontrolesysteem 18.2.3 Aanpassing van de planning Auditprogramma & auditmaatregelen 18.3.1 Het auditprogramma 18.3.2 Auditmaatregelen
Hoofdstuk 19 DE FINANCIËLE AUDIT VAN DE JAARREKENING 19.1
xxii
331 331 331 332 332 332 332 333 334 334 335 335 335 336 337 337 338 339 340 340 340 342 345
Audit van de jaarrekening: algemeenheden 19.1.1 Analytische tests 19.1.2 Tests op de jaarrekening 19.1.2.1 Verificatie van de aansluiting van de jaarrekening met de proef- en saldibalans 19.1.2.2 Controle van de eindejaarsverrichtingen 19.1.2.3 Beoordeling van de waarderingsgrondslagen 19.1.2.4 Nazicht van de rubrieken van de balans en de resultatenrekening 19.1.2.5 Controle op de naleving van de wettelijke voorschriften
345 346 347 347 347 347 348 348
Intersentia
Inhoudstafel
19.2
19.3
19.1.3 Gebeurtenissen na balansdatum 19.1.3.1 Algemeen principe 19.1.3.2 Gebeurtenissen vóór de datum van het auditrapport 19.1.3.3 Gebeurtenissen die worden geconstateerd na de datum van het auditrapport, maar voordat de jaarrekening openbaar wordt gemaakt 19.1.3.4 Feiten die worden geconstateerd nadat de jaarrekening openbaar is gemaakt (USGAAS) 19.1.4 Voorbereiding van de directe balanstests Audit van de vaste activa 19.2.1 Doelstelling van de externe auditor 19.2.2 Audit van de oprichtingskosten 19.2.3 Audit van de immateriële vaste activa a) Activeren van immateriële vaste activa b) Auditeren van immateriële vaste activa 19.2.4 Audit van de materiële vaste activa a) Controle van de waardering en juistheid b) Controle van de volledigheid en van het bestaan c) Controle van de eigendom d) Controle van de voorstelling in de jaarrekening e) Andere controles inzake vaste activa 19.2.5 Audit van de financiële vaste activa a) Controle van de volledigheid, de eigendom en het bestaan b) Controle van de juistheid en waardering c) Controle van de voorstelling in de jaarrekening Audit van de vlottende activa 19.3.1 Doelstelling van de externe auditor 19.3.2 Voorraden en bestellingen in uitvoering a) Analytische controles b) Fysieke inventarisatie of hoeveelheidstelling c) Waardering d) Eigendom e) Afgrenzing f) Voorstelling in de jaarrekening 19.3.3 Vorderingen op ten hoogste één jaar a) Analytische tests van de vorderingen b) Directe balanstests van de vorderingen 19.3.4 Geldbeleggingen en liquide middelen a) Analytische procedures b) Directe balanstests 19.3.5 Overlopende rekeningen actief
Intersentia
348 348 349
350 351 352 352 352 353 354 354 355 357 357 358 358 359 359 360 360 361 362 362 362 363 363 364 366 367 367 368 368 369 369 371 372 372 373
xxiii
Handboek auditing
19.4 19.5
19.6 19.7 19.8 19.9
Audit van het eigen vermogen en voorzieningen voor risico’s en kosten Audit van het vreemd vermogen op lange termijn a) Analytische controles b) Detailtests Audit van het vreemd vermogen op korte termijn Audit van de kosten en opbrengsten Audit van de belastingen Audit van de resultaatverwerking
Hoofdstuk 20 DOSSIERBEHEER EN RAPPORTERING 20.1
20.2 20.3
xxiv
Dossierbeheer en werkpapieren 20.1.1 Bij het opstellen van werkpapieren van het jaardossier 20.1.1.1 Planning van lay-out en inhoud 20.1.1.2 Indexeren a) Controletekens (“tick marks”) b) Kruisreferenties 20.1.1.3 Verticale en horizontale tellingen van tabellen (“Footing” en “Cross-footing”) 20.1.1.4 Aantekening op het auditprogramma 20.1.1.5 De hoofdwerkpapieren (“lead-schedules”) 20.1.1.6 Onderzoek van de onderliggende documenten en handelingen 20.1.1.7 Het aanleggen van een “nog-te-doen-lijst” 20.1.1.8 De correctie- en reclasseringsjournaalposten (“adjustment journal entries” (AJE) en “reclassification journal entries” (RJE)) 20.1.1.9 Afsluiting van auditdossiers 20.1.1.10Aaneenschakeling van de detailwerkpapieren 20.1.2 Leidraad voor de aanmaak van werkpapieren 20.1.2.1 Keuze van de aanpak 20.1.2.2 Volgorde van de uit te voeren werkzaamheden 20.1.3 Doorvoeren van de correctiejournaalposten in de boeken van de geauditeerde Afsluiting van de audit Rapportering 20.3.1 Auditrapport – Waarmerking van de jaarrekening 20.3.2 Rapport met bevindingen en aanbevelingen – “management letter”
374 376 377 377 378 382 384 385 387 387 389 389 390 390 391 391 392 392 394 394
395 396 396 398 398 401 401 402 404 404 418
Intersentia
Inhoudstafel
APPENDIX A: INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING
421
APPENDIX B: STANDAARD NORMAAL VERDELING
426
BIBLIOGRAFIE
427
1. 2. 3. 4.
427 429 431 432
Normatief kader Financiële audit Interne controle & Operationele audit Andere
Intersentia
xxv