2
3
Inleiding
4
Financieel resultaat
5
De Programma’s
9
Programma 1. Burger en Bestuur Programma 2. Openbare orde en Veiligheid Programma 3. Verkeer en Vervoer Programma 4. Economische ontwikkelingen Programma 5. Educatie Programma 6. Sport, Recreatie en Landschap Programma 7. Maatschappelijke ondersteuning Programma 8. Inkomen en Werkgelegenheid Programma 9. Milieu Programma 10. Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving Programma 11. Dekkingsmiddelen Paragrafen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Bedrijfsvoering Weerstandsvermogen Lokale lasten en heffingen Verbonden Partijen Kapitaalgoederen Financiering Grondbeleid
Jaarrekening Overzicht van baten en lasten Balans Toelichting op de balans Toelichting op overzicht baten en lasten - Begrotingsrechtmatigheid - Wet normering topinkomens - Incidentele Baten en Lasten - Single information, single audit Vaststelling Restantkredieten Controle verklaring
10 15 18 22 25 28 31 36 39 43 50 54 55 60 62 65 76 78 79 82 83 84 87 100 100 104 106 107 112 114 122
4
Inleiding Aanbieding Hierbij wordt de Programmarekening over het jaar 2014 aangeboden. Voor de gemeente Bunnik was 2014 een jaar waarin belangrijke en ingewikkelde processen zijn afgerond en belangrijke besluiten zijn genomen. Kortheidshalve wordt verwezen naar de samenvatting van de Programmarekening (de flyer). De Programmarekening Deze Programmarekening bestaat enerzijds uit het beleidsmatig verslag (de tekstuele verantwoording) en anderzijds de financiële verantwoording zoals balans, rekening van baten en lasten, paragrafen en toelichtende staten over het afgelopen begrotingsjaar. Naast de verantwoording over het jaar 2014 wordt op enkele onderdelen ingegaan op de huidige (economische) situatie en verwachtingen, zoals in de paragraaf Grondbeleid. Indeling Programmarekening In het kader van de verantwoording wordt zoveel mogelijk antwoord gegeven op de volgende drie vragen: - Wat hebben we bereikt? - Wat hebben we daarvoor gedaan? - Wat heeft het gekost? De eerste twee onderdelen zijn te zien als het beleidsmatig jaarverslag. Het laatste onderdeel is de financiële verantwoording. Per programma wordt aangegeven wat het bestaande beleid is bij dat programma. Daarna wordt ingegaan op de acties die zijn ondernomen om dat beleid uit te voeren. Hier wordt meer specifiek aandacht besteed aan de voortgang van de ontwikkelingen die in de begroting zijn vermeld. Tenslotte wordt een overzicht gegeven van de bij de begroting geraamde bedragen en de werkelijke lasten en baten. Bij afwijkingen groter dan € 25.000 op productniveau tussen de raming en de werkelijke lasten/baten wordt in hoofdlijnen een toelichting gegeven hoe die afwijking is ontstaan. In de kolom “begroting na wijziging” zijn de begrotingscijfers vermeld inclusief de Nota van Actualisatie, de e e 1 en 2 Bestuursrapportage en enkele begrotingswijzigingen die voortvloeiden uit afzonderlijke besluiten van de gemeenteraad. Naast bovenstaande verantwoording is een zevental paragrafen voorgeschreven, te weten: a. Bedrijfsvoering b. Weerstandsvermogen c. Lokale lasten en heffingen d. Verbonden partijen e. Kapitaalgoederen f. Financiering g. Grondbeleid
5
Financieel resultaat Het financieel resultaat van de jaarrekening bedraagt € 2.107.400 positief. Dit resultaat is inclusief een (verplichte) winstneming van € 188.600 uit het grondexploitatiecomplex Rijneiland, een (verplichte) winstneming van € 140.100 op de Delteijk en een opwaardering van de marktwaarde Odijk-West van € 226.300. Dit betekent dat de normale bedrijfsvoering sluit met een positief resultaat van € 1.552.400 inclusief stortingen en onttrekkingen aan reserves (d.w.z. resultaat na bestemming). Analyse van het financieel resultaat in hoofdlijnen In de analyseparagraaf worden de belangrijkste oorzaken die leiden tot het positieve resultaat van € 2.107.400 aangegeven. De belangrijkste oorzaken > € 25.000 worden hieronder vermeld. Deze zijn incidenteel van aard. De belangrijkste oorzaken van het resultaat zijn: Verklaring resultaat progr. : 1
2
3 5 7 8 9 10
11
pensioenen wethouders salaris wethouders lagere doorbelasting kostenplaatsen meer uren burgerzaken kapitaallasten brandweer gemeenschappelijke regeling VRU minder kostendekkende uren APV drank en horeca kap lasten salto A12 straatreiniging voorziening Barbaraschool eigen bijdrage hulp bij het huishouden bijstandsuitkeringen lagere bijdrage ODRU hogere bijdrage ODRU planontwikkeling kapitaallasten basisregistraties strookjes snippergroen treasury uitbetaling GZO algemene uitkering reserve reiniging meer bespaarde rente stelpost onvoorzien vrijval reserve coll programma vrijval bufferreserve overig Saldo jaarrekening normale bedrijfsvoering winstneming grondexploitatie Rijneiland winstneming grondexploitatie Delteijk lagere verliesneming Odijk west Resultaat rekening 2014
2.107.400 V € € € € € € € €
-164.000 41.000 131.400 -37.700 56.000 21.200 88.400 28.000
N V V N V V V V
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
61.700 34.300 55.000 57.400 58.600 52.900 -21.700 -30.000 35.100 21.800 -175.200 28.900 257.000 276.600 37.100 43.800 25.000 375.000 194.800 1.552.400 188.600 140.100 226.300 2.107.400
V V V V V V N N V V N V V V V V V V V V V V V V
Toelichtingen belangrijkste oorzaken resultaat > € 50.000 Pensioenen en salarissen wethouders € 123.000 nadelig De voorziening pensioenen wethouders is naar aanleiding van de nieuwe berekeningen bijgeraamd. Dit is mede het gevolg van de bestuurswisseling. Daarnaast zijn de salarissen van burgemeester en wethou-
6 ders lager dan begroot. In de begroting was nog geen rekening gehouden met de fornatiegrootte van het nieuwe college. Lagere doorbelasting kostenplaatsen.€ 131.000 voordelig Op de kostenplaats bedrijfsvoering is een voordeel te zien zodat er een lagere doorbelasting plaatsvindt. Dit betreffen onder andere de lagere kapitaallasten investeringen RID, lagere werving en selectie kosten, minder inhuur derden en lagere kosten loopbaanbudget. Kapitaallasten € 153.000 voordelig De kapitaallasten van de brandweer, salto A12 en basisregistraties zijn lager. Dit komt, omdat de brandweerkazerne Werkhoven later is opgeleverd dan gepland en de renovatie brandweer Bunnik later is gestart. Daarnaast is er onderuitputting op de kapitaallasten in verband met latere besluitvorming rondom e Salto A12 2 fase. Tot slot is er een incidenteel voordeel op de kapitaallasten Basisregistratie objecten, omdat de basisregistraties nog niet volledig zijn geïmplementeerd. Voorziening Barbaraschool € 55.000 voordelig De voorziening Barbaraschool is vrij komen te vallen wegens de wet decentralisatie buitenonderhoud die aangeeft dat de scholen nu zelf voor buitenonderhoud moeten zorgdragen. Eigen bijdrage hulp bij het huishouden € 57.000 voordelig Vanaf 1 januari 2013 wordt voor de berekening van de eigen bijdrage in de Wmo rekening gehouden met het vermogen. Dit leidt tot meer inkomsten vanuit de eigen bijdrage. Bijstandsuitkeringen € 59.000 voordelig De administratieve ontschotting (interne verrekening binnen gemeenschappelijke regeling) van het inkomensdeel tussen de vijf RDWI-gemeenten werkt voor Bunnik financieel gunstig uit. Financiering (treasury) € 175.000 nadelig Er zijn hogere lasten op de kostenplaats kapitaallasten. Deze bestaan voornamelijk uit hogere rentetoerekening aan de algemene reserve. Dus in plaats dat dit bedrag in de exploitatie komt gaat het naar de algemene reserve. Daarnaast zijn er hogere rentelasten geweest in verband met het aantrekken van een nieuwe lening. Algemene Uitkering € 257.000 voordelig De berekening van de algemene uitkering op begrotingsbasis is gebaseerd op de septembercirculaire. Naar aanleiding van de decembercirculaire is de algemene uitkering nog aangepast. Daarnaast zijn er nog bedragen ontvangen als nacalculatie 2012 en 2013. Dit levert een voordeel op van € 257.000. Vrijval reserves reiniging, collegeprogramma en bufferreserve € 676.000 voordelig In 2014 is er van de reserve reiniging, collegeprogramma en bufferreserve een totaalbedrag van € 676.000 vrij komen te vallen. Conform nota financieel beleid valt het bedrag van de reserve reiniging boven de € 150.000 vrij ten gunste van de exploitatie. In de reserve collegeprogramma stond nog een bedrag van € 25.000. Dit betrof het oude collegeprogramma dat afgerond is. En met betrekking tot de bufferreserve is een bedrag van € 375.000 komen vrij te vallen aangezien het risico zich niet meer voordoet. Voor meer informatie wordt verwezen naar de paragraaf weerstandsvermogen. Overige verschillen Voor de overige toelichtingen wordt verwezen naar de betreffende programma’s. Grondexploitaties Er is een verplichte winstneming op Rijneiland en een verplichte winstneming op Delteijk genomen. De marktwaarde van Odijk-West is in verband met het lichte herstel van de economie positief bijgesteld. Dit leidt tot een lagere afwaardering waardoor de voorziening gedeeltelijk vrijvalt.
7 Resultaat voor en na bestemming Bij de bepaling van het rekeningresultaat wordt onderscheid gemaakt tussen het rekeningresultaat voor en na bestemming. Bij het resultaat vóór bestemming worden alle mutaties in bestemmingsreserves die van invloed zijn geëlimineerd. Bij het resultaat na bestemming wordt wel rekening gehouden met die mutaties. Voor bestemming komt het saldo op € 1.490.700 voordelig. De exploitatierekening sluit na bestemming met een voordelig saldo van € 2.107.400 (zie recapitulatie baten en lasten). Hieronder is het verschil van € 616.700 toegelicht. Mutaties reserves verwerkt in het rekeningresultaat 2014 (x €1.000): Algemene reserves Toevoegingen aan algemene reserves 866,4 Onttrekkingen aan algemene reserves 4.667,4 -3.801,0 Bestemmingsreserves Toevoegingen aan bestemmingsreserves Onttrekkingen aan bestemmingsreserves
7.789,8 4.605,5 3.184,3 - 616,7
Budgetoverheveling 2014 naar 2015 Allereerst dient de gemeenteraad nog formeel in te stemmen met de overheveling van budgetten 2014 naar 2015. Deze overhevelingen zijn al in het resultaat verwerkt. Bij overheveling gaat het om budgetten die de gemeenteraad in 2014 heeft gevoteerd voor de uitvoering van activiteiten. Deze activiteiten zijn nog niet of niet volledig uitgevoerd en daardoor resteren nog bepaalde budgetten. Om tot volledige uitvoering van deze activiteiten te komen, zijn de resterende budgetten wel nodig. Hiervoor is toestemming van de gemeenteraad nodig. Het betreft de activiteiten/budgetten zoals in onderstaande tabel zijn aangegeven. Overhevelingen incidenteel budget 2014 naar 2015
Inzet buurtsportcoaches Het nieuwe werken Opleidingen Juridische ondersteuning Vervanging bewegwijzering Strategische agenda Implementatie zorgnet RMN afvalstoffenbeleidsplan Bommenregeling
€ 26.400 € 35.000 € 33.500 € 22.800 € 4.800 € 10.000 € 13.600 € 10.000 € 60.200
Totaal overhevelingen 2014
€ 216.300
Toelichting op de overhevelingen groter of gelijk aan € 15.000: Inzet Buurtsportcoaches Het budget voor de inzet buurtsportcoaches 2014 is in januari 2015 uitbetaald. Voorgesteld wordt om het bedrag over te hevelen naar 2015. Het nieuwe werken/Bunnikse Manier van Werken (BMW) Het budget opleiding binnen project BMW is nog maar voor een klein gedeelte gebruikt. Het gaat om de opleidingskosten en de begeleiding van management en coördinatoren tijdens de opstart van het project. Het restant van het budget is nodig om na de fysieke afronding van het project in te zetten voor opleiding en begeleiding van het personeel en management in de nieuwe werkwijze. Opleidingen Van zowel het centrale als de decentrale opleidingsbudgetten hebben in verband met andere prioriteiten een aantal opleidingen niet gevolgd kunnen worden. Dit zal in 2015 alsnog gebeuren.
8 Juridische ondersteuning Er is juridisch advies ingewonnen. Dit loopt nog door in 2015. Restant van het budget overhevelen naar 2015. Bommenregeling Voor het opruimen van explosieven binnen het project Fort Vechten heeft de gemeente Bunnik een aanvullende bijdrage uit het gemeentefonds ontvangen. Dit bedrag moet nog worden overgemaakt aan project Fort Vechten. Vandaar dat dit bedrag overgeheveld moet worden. Voorstel bestemming financieel resultaat Indien wordt ingestemd met voorstaande budgetoverheveling wordt voorgesteld een storting aan de algemene reserve van € 2.107.400 te doen. Ontwikkeling algemene reserve De stand van de algemene reserve per 31 december 2014 bedraagt € 4,0 miljoen (exclusief de buffer ten behoeve van risico’s van € 1,2 miljoen). Met de storting van het rekeningresultaat 2014 stijgt de algemene reserve met € 2,1 miljoen tot € 6,1 miljoen. De komende jaren (2015 en 2016) zal naar verwachting uitsluitend het resterende positieve resultaat uit de ontwikkeling van het grondexploitatiecomplex Rijneiland, totaal € 0,7 miljoen, aan deze reserve kunnen worden toegevoegd. Hieronder is grafisch het verloop van de algemene reserve over de periode 1-1-2015 tot en met 1-1-2018 weergegeven.
10.000.000 9.000.000 8.000.000 7.000.000 6.000.000 5.000.000 4.000.000 3.000.000 2.000.000 1.000.000 2015
2016
2017
2018
Saldo per 1-1-2015 = 4,0 + 2,1 = 6,1 Saldo per 1-1-2016 = 6,1 + 0,3 (Rijneiland) = 6,4 Saldo per 1-1-2017 = 6,4 + 0,4 (Rijneiland) = 6,8 Saldo per 1-1-2018 = 6,8
Bunnik in Balans Eind 2011 heeft de gemeenteraad een bezuinigingspakket vastgesteld ter hoogte van € 525.000 in 2012, oplopend naar € 925.000 in 2015. 2014 was het derde jaar waarin bezuinigingsmaatregelen voorbereid en/of geïmplementeerd werden. De taakstelling voor dat jaar was € 776.900. De geplande bezuinigingen zijn in 2014 succesvol doorgevoerd en de (veelal in de jaren daarvoor genomen) besluiten hebben geleid tot een realisatie van € 832.100. De realisatie wijkt positief af van de taakstelling voor 2014. Dat komt vooral doordat een aantal bezuinigingen hoger is uitgevallen dan ingeschat was en doordat een aantal bezuinigingen eerder gerealiseerd kon worden.
9
De Programma’s
10
Programma: 1. Burger en Bestuur Doelstellingen Algemene doelstellingen 1. 2. 3. 4.
Verbeteren van de kwaliteit van de publieke dienstverlening Bestuurskrachtige (lokale) overheid Versterken van de gemeente Door actief te communiceren met interne en externe doel- en publieksgroepen de beeld- en meningvorming over de gemeente Bunnik positief beïnvloeden
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Samenwerking Op 16 december 2014 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel van het kabinet Rutte-II om de WGR+ op te heffen. Al in 2012 was sprake van het voornemen tot afschaffing van de WGR+, waardoor reeds in een vroegtijdig stadium afspraken zijn gemaakt tussen BRU en provincie Utrecht. Daarom zijn per 1 januari 2015 alle verkeer- en vervoerstaken, inclusief mensen en middelen, van het BRU naar de provincie Utrecht overgegaan. Het BRU bestaat nog steeds, in de vorm van een gewone gemeenschappelijke regeling. In U10-verband (de BRU-gemeenten en Woerden) wordt bekeken op welke gebieden samenwerking wenselijk is en hoe die samenwerking vorm moet krijgen. In de eerste helft van 2015 wordt besloten over de toekomstige samenwerking en daarmee over de status van het BRU en/of de U10. Strategische agenda Het in 2012 uitgevoerde Bestuurskrachtonderzoek (BKO) bevestigde het voornemen van het vorige college de Toekomstvisie 2004 te actualiseren. De gemeenteraad heeft het initiatief genomen voor het vervolgtraject, door een regiegroep te formeren. Daarin zijn gemeenteraad, college en organisatie allen vertegenwoordigd. Het vervolgtraject moet leiden tot een zogenoemde Strategische Agenda. Daartoe is een scenariostudie uitgevoerd. Begin 2014 zijn de resultaten van de scenariostudie gepresenteerd. Na de verkiezingen van maart 2014 heeft de regiegroep een nieuwe samenstelling gekregen. Deze regiegroep in nieuwe samenstelling heeft besloten dat het college een eerste concept voor de Strategische Agenda zal opstellen. Bestuurswisseling Tot de bestuurswisseling van maart 2014 heeft de gemeente Bunnik gewerkt aan de hand van het Collegeprogramma 2010-2014, Partner van de samenleving. Uit de evaluatie van dit collegeprogramma is gebleken dat vrijwel alle doelen zijn gehaald, terwijl de gemeente ook nog eens relatief onverwacht de drie grote decentralisatie-opgaven te verwerken kreeg. Daarmee is de uitvoering van het collegeprogramma succesvol te noemen. In maart 2014 hebben gemeenteraadsverkiezingen plaatsgevonden. Dit betekent dat de gemeenteraad een nieuwe samenstelling heeft gekregen, coalitieonderhandelingen hebben plaatsgevonden, een coalitieakkoord is opgesteld en dat er raadsleden en wethouders afscheid
11 hebben genomen en nieuwe zijn benoemd. Daarnaast hebben de nieuwe raads- en collegeleden een introductieprogramma doorlopen. Na het aantreden van het nieuwe college op 24 april 2014 is gewerkt aan de nieuwe Collegeagenda 2014-2018: Binden en Bewegen. Daarmee wordt het coalitieakkoord Zorgzekerheid en Realisme nader ingevuld. De keuze voor een collegeagenda in plaats van een collegeprogramma illustreert de wens van het college een nieuwe bestuursstijl te hanteren, omdat het meer ruimte biedt dan een de voorgaande collegeprogramma’s.
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Burger en Bestuur weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2014 zouden worden herzien: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Datum van besluit
Jaartal Herziening
Toelichting
Legesverordening
2014
2014
De legesverordening 2015 is in december 2014 herzien.
Strategische Agenda
2004
2014
In 2014 is een volgende stap gezet met de strategische ontwikkeling
Collegeprogramma 2010-2014
2010
2014
In 2014 is een collegeagenda 20142018 opgesteld.
Lokale regelgeving
Collegeprogramma 2010-2014 Intergemeentelijke samenwerking Intergemeentelijke samenwerking is van groot belang voor de gemeente Bunnik. Dit wordt onderschreven in het bestuurskrachtonderzoek en de Collegeagenda 2014-2018. De gemeente Bunnik werkt in diverse verbanden samen (BRU, U10, RDWI en meerdere samenwerkingsverbanden of gemeenschappelijke regelingen). De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist vormen de meest frequent voorkomende partners.
Nieuw beleid vanuit de Kadernota Introductie nieuwe raad De nieuwe gemeenteraad is wegwijs gemaakt in dit huis. Hiervoor heeft de griffie in collegiale samenwerking met de organisatie een programma gepresenteerd direct na het aantreden van de nieuwe gemeenteraad. Het budget van € 8.000 is hiervoor beschikbaar gesteld. Het restant van het budget uit 2014 wordt overgeheveld naar 2015 en ingezet voor het traject overheidsparticipatie. Opleiding college nieuw verkiezingsjaar In het verkiezingsjaar 2014 zijn extra kosten gemaakt in verband met training van het nieuwe college.
12
Overige Ontwikkelingen BghU Begin 2014 heeft de gemeente Bunnik de intentie tot samenwerking met de BghU (Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht) uitgesproken. De BghU is een Gemeenschappelijke Regeling, die samenwerking op het gebied van belastingen en belastinginningen beoogt. Uitgangspunten voor deze samenwerking zijn: kostenbesparing, continuïteit en kwaliteit. In 2014 heeft verder onderzoek naar deze samenwerking plaatsgevonden. Het onderzoek heeft uitgewezen dat deze samenwerking voor de gemeente Bunnik een verstandige keuze is. In dat kader heeft de gemeenteraad op 18 september 2014 besloten om tot samenwerking op het gebied van belastingen en belastinginningen over te gaan. Deze samenwerking bestaat uit het hoogheemraadschap Utrecht en de gemeenten: Bunnik, De Bilt, Houten, Lopik, Nieuwegein, Utrecht en Zeist. Met deze samenwerking hebben de (Buitengewone) Ondernemingsraad en (Bijzonder) Georganiseerd Overleg ingestemd. Voor de medewerkers belastingen en belastinginningen, totaal 3 medewerkers, betekende dit dat zij vanaf 1 januari 2015 werkzaam zijn bij de BghU. Wijziging Paspoortwet Op 13 februari 2014 is de legesverordening 2014 aangepast in verband met wijzigingen in de Paspoortwet per 9 maart 2014. Met de wijziging van deze wet is de geldigheidsduur van de reisdocumenten en de Nederlandse identiteitskaart voor personen van 18 jaar en ouder verlengd tot 10 jaar en zijn er nieuwe maximumtarieven gaan gelden. Voor personen tot achttien jaar is de geldigheid van deze documenten gehandhaafd op vijf jaar. Verkiezingen In 2014 hebben twee verkiezingen plaatsgevonden, de verkiezing van de gemeenteraad en de verkiezing van het Europees Parlement.
13
Wat heeft het gekost? Programma 01
Lasten en baten
Burger en Bestuur Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Bestuursorganen - Bestuurlijke samenwerking - Bestuursondersteuning - Bestuursinstrumenten - Burgerzaken - Dienstverlening
7.641,0 622,2 66,2 94,7 637,2 6.220,7
7.797,9 653,8 66,2 99,7 663,5 6.314,7
7.891,8 877,9 67,0 86,4 721,4 6.139,1
93,9224,10,813,3 57,9175,6
Baten - Bestuursorganen - Bestuurlijke samenwerking - Bestuursondersteuning - Bestuursinstrumenten - Burgerzaken - Dienstverlening
260,4 10,0 250,4 -
291,2 10,0 281,2 -
311,3 15,3 296,0 -
20,15,314,8-
7.380,7-
7.506,7-
7.580,5-
73,8-
Saldo lasten en baten
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen (lasten) Bestuursorganen 224,1 Nadeel De voorziening pensioenen wethouders en de voorziening wachtgelden voormalig wethouders zijn naar aanleiding van de nieuwe berekeningen bijgeraamd. Dit is een nadeel van € 260.100. De bijraming voorziening wachtgelden wordt gedekt uit de bufferreserves aangezien deze als risico was opgenomen voor een bedrag van € 96.100. Het bedrag voor de voorziening pensioenen van € 164.000 heeft een negatief effect op de exploitatie. De salarissen van burgemeester en wethouders zijn lager dan begroot. In de begroting was nog geen rekening gehouden met de formatiegrootte van het nieuwe college. Dit is een voordeel van € 41.200. Overig Totaal
€
260.100
N
€ € €
41.200 5.200 224.100
V N N
€
37.700
N
€ €
18.600 1.700 57.900
N N N
Burgerzaken 57,9 Nadeel Met betrekking tot de burgerlijke stand zijn meer uren gemaakt. Er zijn meer huwelijken afgesloten en de huwelijksvoltrekking op andere locaties hebben meer tijd gekost (meer afstemmingsmomenten in de beginfase). Door meer huwelijken zijn er ook meer leges ontvangen. De meeropbrengst daarvan is al verwerkt bij de e 2 Bestuursrapportage 2014. Tot slot zijn abusievelijk improductieve uren op dit product geschreven en deze zijn de belangrijkste oorzaak van de overschrijding. Overigens leidt dit tot minder lasten op programma 1 product dienstverlening. Er zijn meer uren besteed aan de werkzaamheden verbonden aan de rijbewijzen. Dit betreffen de veranderingen voor rijbewijzen in het beroepsgoederenvervoer en de verandering van de leeftijd voor de medische keuring voor ouderen en de publicaties hierover. Overig Totaal
14
Dienstverlening 175.6 Voordeel Op de kostenplaats bedrijfsvoering is een voordeel te zien zodat er een lagere doorbelasting plaatsvindt. Dit betreft onder andere de lagere kapitaallasten investeringen RID, lagere werving en selectie kosten, minder inhuur derden en lagere kosten loopbaanbudget. € Voor de Bunnikse kwaliteit was een bedrag van € 55.000 beschikbaar gesteld dit was voor de communicatie en training procesbegeleider. Hiervoor zijn uiteindelijk lagere kosten geweest. Het restant is niet meer nodig. Dit is een voordeel van € 27.600. Hiertegenover staat een lagere onttrekking uit de algemene reserve (zie programma 11). € Overig € Totaal €
131.400
V
27.600 V 16.600 V 175.600 V
15
Programma: 2. Openbare orde en Veiligheid Doelstellingen Algemene doelstellingen 1. 2. 3.
Verbeteren van de veiligheid en leefbaarheid Voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar (brandweer) Beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand (crisisbestrijding)
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Lokaal veiligheidsbeleid In 2013 is een nieuw integraal veiligheidsplan vastgesteld door de gemeenteraad. Uit het veiligheidsplan volgt een actieplan. Voor 2014 zijn de afgesproken acties uitgevoerd. Drank- en horecawet In 2013 is het beleid inzake het toezicht op de Drank- en Horecawet vastgesteld door de gemeenteraad. Als uitvloeisel hiervan zijn afspraken gemaakt met alle betrokkene, commercieel en para commercieel, over drank en jongeren, sluitingstijden, het toezicht en de vergunningverlening. De afspraken worden in 2015 geëvalueerd. Veiligheidshuis In de begroting is aangegeven dat de regie en de financiering van de veiligheidshuizen veranderd. Gebleken is dat er voor de gemeente Bunnik geen extra kosten aan verbonden zijn.
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Openbare orde en Veiligheid weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2014 zouden worden herzien: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Datum van besluit
Lokale regelgeving Evenementbeleid
Jaartal Herziening
2008
Regionaal crisisbeheersingsplan
2014
Toelichting Herziening van dit beleid is in 2014 niet mogelijk gebleken. De planning is nu in 2015. In 2014 is het Regionaal crisisbeheersingsplan vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de VRU.
Collegeprogramma 2010-2014 Naast de voorgenomen beleidsontwikkelingen op bestaand beleid zijn geen activiteiten voor 2014 op grond van het Collegeprogramma benoemd.
16
Nieuw beleid vanuit de Kadernota Crisisbeheersing In 2014 is de organisatie van de crisisbeheersing veranderd en verbeterd. De professionalisering van de belangrijkste functies heeft plaatsgevonden. Er zijn nu poolen van medewerkers gevormd om de ondersteuning aan alle gemeenten binnen het VRU gebied te kunnen ondersteunen. De gemeenten zelf geven ondersteuning middels de eigen crisisorganisatie en faciliteren om de calamiteit heen. Ook de gemeentelijke crisisorganisatie is in 2014 aangepast aan de nieuwe regionale structuur. In het kader van de crisisbeheersing is in 2014 gestart met een intensieve samenwerking met de gemeente Zeist. Ook op dit punt is voor de gemeente Bunnik de ondersteuning verbeterd en versterkt. Er is nu sprake van continue bereikbaarheid van de OOV-er. Het geheel is gerealiseerd binnen het bestaande budget. Renovatie en nieuwbouw brandweerkazernes De Brandweerkazernes Bunnik en Werkhoven voldoen niet aan arbonormen en veiligheidsrichtlijnen. In 2014 is de kazerne van Werkhoven aangepast aan de arbo-normen en veiligheidsrichtlijnen. Deze is op 13 december officieel in gebruik genomen. Voor de brandweerkazerne voor Bunnik is in 2014 de sloop en verbouw inmiddels aanbesteed. In 2015 zal deze worden opgeleverd.
Overige Ontwikkelingen Op dit programma hebben zich geen overige ontwikkelingen voorgedaan.
Wat heeft het gekost? Programma 02
Lasten en baten
Openbare orde en veiligheid Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Lasten - Openbare orde - Brandweer - Rampenbestrijding
1.218,6 257,2 957,4 4,0
1.320,8 331,4 985,4 4,0
1.061,6 153,7 907,6 0,3
Baten - Openbare orde - Brandweer - Rampenbestrijding
27,5 23,0 4,5 -
27,5 23,0 4,5 -
38,8 34,2 4,6 -
Saldo lasten en baten
1.191,1-
1.293,3-
1.022,8-
Verschil (A) - (B) (x € 1.000) 259,2 177,7 77,7 3,8 11,311,20,1-
270,5
17 De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten Openbare orde 177,7 Voordeel Bij de berekening van de ambtelijke kosten op openbare orde is het tijdschrijven als uitgangspunt gehanteerd. Vanwege inhuur (APV) en detachering (openbare orde en veiligheid) is door deze medewerkers geen tijd geschreven. Hierdoor is een voordeel ontstaan op dit onderdeel. Tegenover dit voordeel staan de kosten voor inhuur en detachering. Deze zijn verantwoord op programma 1 product dienstverlening. Het verschil heeft dus geen invloed op het financieel resultaat. Het beleid voor de naleving drank- en horecawet is minder breed uitgevoerd als gepland. Voor project Fort Vechten is in de meicirculaire een aanvullende bijdrage toegekend voor het opsporen en opruimen van explosieven. Dit budget wordt overgemaakt aan Fort Vechten. Middels reserve budgetoverheveling verantwoord op programma 11. Overig Totaal:
€
88.400
V
€
28.000
V
€ €
60.200 1.100 177.700
V V V
€
23.100
V
€
32.800
V
€ € €
21.200 600 77.700
V V V
Brandweer 77,7 Voordeel Lagere kapitaallasten; De brandweerkazerne Werkhoven is later opgeleverd dan gepland. Hierdoor is de periode van afschrijving en renteberekening korter als verwacht. Lagere kapitaallasten; bij het krediet van de renovatie brandweer Bunnik is de start van de werkzaamheden vertraagd. Hierdoor zijn de beschikbaar gestelde kapitaallasten niet gebruikt. In 2014 is een afrekening Veiligheidsregio Utrecht gekomen over boekjaar 2013. Deze afrekening was niet in de begroting 2014 was opgenomen. Overig Totaal:
18
Programma: 3. Verkeer en Vervoer Doelstellingen Algemene doelstellingen 1. 2.
Instandhouden en verbeteren van de bereikbaarheid en levensvatbaarheid van de gemeente Een verkeersveilige en verkeersluwe gemeente
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Wegennota In 2014 heeft een evaluatie van de wegennota 2009 plaatsgevonden. Daaruit is gebleken dat de kwaliteit van het huidige wegenbestand dusdanig is dat de dotatie in het wegenfonds met € 50.000 kan worden terug gebracht tot een bedrag van € 224.00 jaarlijks. De gemeenteraad is daarover via een informatienota op de hoogte gesteld. In 2014 is aan de volgende wegen (groot) onderhoud uitgevoerd: Grotelaan, Fietspad Singel, Schaderwijkerweg, Fietspad (Kerkepad) Bunnik, Tureluurweg, van Zijldreef en de Zeisterweg te Odijk. Aan bestrating is onderhoud uitgevoerd: Vletweide (trotttoir), Achterdijk en Marsdijk (bermen). Integrale Verkeer en Vervoer Plan (IVVP) Het is van belang dat de gemeente beschikt over een actueel verkeersbeleid. Het huidige IVVP is in 2002 vastgesteld en is aan een update toe. In 2014 is een nieuw verkeersbeleidsplan opgesteld dat echter nog niet aan de raad kon worden aangeboden. De actuele ontwikkelingen rondom de N411 en het nog uitblijven van eindresultaten in het verkeersproject Gebiedsaanpak Bunnik – Houten – A12 dat door de provincie wordt getrokken, waren hier debet aan. Verbindingsweg Houten-A12 (N421) De aanleg van de provinciale verbindingsweg tussen Houten en de A12 is in 2014 ver gevorderd. De oplevering staat gepland voor april 2015. Fietsmaatregelen Fietsfilevrij Houten – De Bilt In 2014 is het project Fietsfilevrij, de fietssnelweg Houten- De Bilt opgeleverd. De keuze van het noordelijk van de A12 gelegen fietspad tracédeel werd in begin 2014 gemaakt en is vervolgens in 2014 in uitvoering genomen. De aanleg van het gehele tracé kon daarmee worden afgerond. Het project wordt volledig gefinancierd door het Rijk en het BRU. Het college streeft ernaar om de fietsbrug, onderdeel van dit fietstracé, in samenwerking met externe partijen in de toekomst te verbeteren. Project gebiedsaanpak Bunnik-Houten-A12 In 2013 is, als vervolg op de resultaten van de gebiedsgerichte studie, een samenwerkingsproject gestart waarin naast de provincie Utrecht, de gemeenten Houten en Bunnik participeren. De twee hoofddoelstellingen van dit project zijn de oostelijke verbinding van Houten naar de A12 en een autoluw buitengebied. Hierbij worden alle mobiliteitsprojecten in en rondom het buitengebied gelegen tussen Houten, Bunnik
19 en Odijk in relatie tot elkaar gebracht om zo te komen tot een optimale inhoudelijke en financiële afstemming, rekening houdend met de aanleg van de N421. Het project staat onder de regie van de provincie. De resultaten van dit samenwerkingsproject zullen in de eerste helft van 2015 beschikbaar komen. Vervolgens zal een voorlopig besluit genomen worden door de drie betrokken bestuurders. Dit besluit komt tot stand aan de hand van enerzijds een ambtelijk advies, en anderzijds een advies dat is uitgebracht door de bewoners en gebruikers van het buitengebied (klankbordgroep). Dan zal duidelijk worden welke maatregelen wel en niet relevant zijn, welke kosten daarmee gepaard gaan en hoe deze over betrokken partijen worden verdeeld. In 2015 zal de raad voorstellen tegemoet kunnen zien. Fietspad N410 en Odijk-Vechten De keuze voor het al dan niet aanleggen van deze fietspaden in het buitengebied, als opgenomen in de bestuursovereenkomst Salto 2009, worden betrokken in het project gebiedsaanpak Bunnik-Houten-A12. De keuze hierin is o.a. mede afhankelijk van de keuze van een mogelijke oostelijke ontsluiting van Houten richting A12. Beleidsplan Openbare verlichting In 2014 is vooruitlopend op het opstellen van het beleidsplan Openbare Verlichting gestart met de voorbereidingen van de aanbesteding van een nieuw beheerscontract en de meest geëigende beheersvorm. Dat onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met een aantal gemeenten in de regio. Er wordt nu gewerkt aan een nieuwe aanbesteding. Het huidige contract met Citytec is in afwachting van de nieuwe aanbesteding met een jaar verlengd tot 2016. In het beleidsplan zullen de keuzes en de financiële consequenties van de vervanging van verouderde lichtmasten en armaturen inzichtelijk worden gemaakt. Lichtmastreclame In 2013 en 2014 werden veel klachten ontvangen over verrommeling van de openbare ruimte als gevolg van allerlei vormen van reclame langs de wegen in onze gemeente. Daarop is besloten om deze uitingen meer te regulieren door het recht om reclame aan lichtmasten aan te brengen, aan te besteden. Als resultaat daarvan is een contract met een marktpartij afgesloten die het bedrijf de komende jaren het recht geeft om reclamedisplays aan lichtmasten te exploiteren. Daarmee is een eind gekomen aan de wildgroei aan reclame-uitingen van reclameborden.
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Verkeer en Vervoer weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2014 zouden worden herzien: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Lokale regelgeving
Datum van besluit
Jaartal Herziening
Toelichting
Strategisch Mobiliteitsplan Provincie Utrecht (SMPU)
2014
Integraal Verkeer en Vervoer Plan (IVVP)
2002
2015
In 2014 is gestart met het opstellen van een nieuwe verkeersbeleidsplan. Dit zal in 2015 in werking treden
Wegennota
2009
2015
De geactualiseerde nota is door het college vastgesteld begin 2015.
20
Collegeprogramma 2010-2014 Aanleg spoortunnels Bunnik De aanleg van de spoortunnel in de te verlengen Baan van Fectio is in 2013 aanbesteed. In het eerste kwartaal 2014 is met de aanleg begonnen. De oplevering staat gepland voor het eerste kwartaal 2016. In 2014 is de bouw van de langzaamverkeertunnel onder het station aanbesteed. Na de zomer is gestart met de bouw, de oplevering is eveneens gepland in 2016. Het project Spoortunnels Bunnik loopt al enige tijd. Het betreft de aanleg van 2 tunnels, een tunnel voor gemotoriseerd verkeer in de te verlengen Baan van Fectio en een tunnel voor langzaam verkeer tussen de Groeneweg en de Runnenburg in de directe nabijheid van het station.
Nieuw beleid vanuit de Kadernota Mutaties als gevolg van discrepanties in de Openbare Ruimte De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) wordt de gedetailleerde grootschalige digitale kaart van heel Nederland. Alle fysieke objecten zoals gebouwen, wegen, water en groen zijn hier eenduidig op vastgelegd. De BGT is een wettelijk verplichte registratie binnen het stelsel van basisregistraties. Het IMGeo is een uitbreiding op de wettelijk verplichte registratie die uitwisseling van gegevens in specifieke sectoren ondersteunt. Deze gegevensbestanden zijn in 2014 verwerkt. Ontsluiting Fort Vechten Fort Vechten wordt door de provincie tot Liniecentrum omgebouwd. Daarnaast wordt ook het Castellum Fectio verder ontwikkeld. De provincie heeft de gemeente een subsidie ter beschikking gesteld (groot € 648.000) voor de verbetering van de ontsluiting van het Fort, die kostendekkend zou moeten zijn. Er zijn geen kosten voor de gemeente aan verbonden. De ontsluitingsroute zal worden meegenomen in de afwegingen in het kader van het mobiliteitsproject gebiedsaanpak Bunnik-Houten-A12.
Overige Ontwikkelingen Op dit programma hebben zich geen overige ontwikkelingen voorgedaan.
21
Wat heeft het gekost? Programma 03
Lasten en baten
Verkeer en vervoer Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Lasten - Wegen - Openbare verlichting - Bruggen - Verkeer en vervoer
1.479,7 1.030,4 250,9 47,0 151,5
1.476,7 1.022,9 250,9 47,0 156,0
1.266,0 828,5 247,8 40,5 149,1
Baten - Wegen - Openbare verlichting - Bruggen - Verkeer en vervoer
14,2 8,4 5,9
14,2 8,4 5,9
33,9 0,0 12,3 21,6
Saldo lasten en baten
1.465,5-
1.462,5-
1.232,1-
Verschil (A) - (B) (x € 1.000) 210,7 194,4 3,0 6,4 6,9 19,70,03,915,7-
230,4
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten Wegen 194,4 Voordeel In verband met de nog niet afgeronde besluitvorming rondom het gebiedsgericht verkeersproject voor het buitengebied waarbij de provincie Utrecht, de gemeente e Houten en Bunnik in samenwerken, kortweg Salto 2 fase, kon nog geen beroep worden gedaan op het krediet. Daardoor ontstond een onderuitputting op de kapitaallasten van € 111.300 (inclusief investeringen fietspad Werkhoven – Houten en Fort bij Vechten). Definitieve besluitvorming is voorzien in 2015. Door een andere wijze van straten reinigen en minder uren voor het vegen ontstaat een voordeel op het product Straatreiniging. Dit wordt mede bepaald door minder veegvuil. De lasten van het product Straatreiniging wegen voor 50% mee in de tariefbepaling voor de rioolrechten. De helft van dit voordeel wordt dan ook gestort in de reserve egalisatie riolering. Deze mutatie is verwerkt op programma 11. Overig Totaal:
€
111.300
V
€ € €
68.600 14.500 194.400
V V V
22
Programma: 4. Economische ontwikkelingen Doelstellingen Algemene doelstellingen 1.
Creëren van een gunstig ondernemersklimaat en voldoende werkgelegenheid
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Economisch beleidsplan In het kader van Bunnik in Balans zijn de gelden voor uitvoering van het economisch beleid 2 jaar bevroren. In 2014 zijn er op beperkte schaal weer middelen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het economisch beleid. Het oorspronkelijke budget is echter fors teruggebracht. Dit geldt ook voor de beschikbare uren. De ambtelijke inzet is tot een minimum beperkt. Hierdoor heeft de gemeente slechts op zeer beperkte schaal kunnen fungeren als partner voor de middenstand en het overige bedrijfsleven. Wel zijn er de afgelopen jaren enkele bestuurlijke consultaties geweest. Het bedrijfsleven in de gemeenten Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug en Zeist hebben samenwerking gezocht in een economisch platform: Q4. Doel is om samen sterk te staan bij grootschalige ontwikkelingen, waaronder het Science Park. De gemeente is als partner aangehaakt. Ook is een financiële bijdrage verstrekt om de doorontwikkeling van de Q4 mogelijk te maken. De samenwerking met de middenstand en bedrijfsleven zal de komende jaren steeds belangrijker worden als aanjager voor de economische ontwikkeling.
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Economische ontwikkelingen weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2014 zouden worden herzien: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN. Wettelijk kader
Gemeentelijk structuurplan
Lokale regelgeving Evenementenbeleid
Datum van besluit
Jaartal Herziening
Toelichting
2007
2014
Ultimo 2014 is besloten om geen structuurvisie, maar een Omgevingsvisie op te stellen die voldoet aan de toekomstige Omgevingswet. Het opstellen van deze visie wordt in 2015 gestart.
Datum van besluit
Jaartal Herziening
Toelichting
2008
De herziening in 2014 heeft niet plaatsgevonden. De planning is nu in 2015.
23
Collegeprogramma 2010 - 2014 Naast de voorgenomen beleidsontwikkelingen op bestaand beleid zijn geen activiteiten voor 2014 op grond van het Collegeprogramma benoemd.
Nieuw beleid vanuit de Kadernota In de Kadernota 2014 – 2017 is met betrekking tot Economische ontwikkelingen geen nieuw beleid opgenomen.
Overige Ontwikkelingen Samenwerking bedrijfsleven – overheid (Q4) In het overleg tussen het bedrijfsleven en de gemeenten Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug en Zeist, is een samenwerking ontstaan die zich richt op de profilering van dit gebied. Ondernemersverenigingen hebben zich verenigd in een platform waar ook de gemeenten in participeren. Ook het Utrecht Science Park is hierbij aangesloten. Gezamenlijk biedt dit platform de mogelijkheid de regionale economie van Zuidoost Utrecht te versterken. In 2014 hebben wij dit initiatief financieel ondersteund met een eenmalige bijdrage. Een sterke samenwerkende regio op economisch vlak biedt kansen voor de regio, de gemeenten daarbinnen en het bedrijfsleven om zich verder te ontwikkelen en te versterken. Utrechts Science Park kan hierbij een motor zijn. Ook ondernemersverenigingen van andere gemeenten hebben aangegeven hierbij te willen aansluiten. Het Verbond van Bunnik In de gesprekken tussen gemeentebestuur en bedrijfsleven is onder andere gesproken over de nieuwe Participatiewet. In deze gesprekken is stilgestaan bij het landelijk afgesloten Sociaal Akkoord, waarin door het bedrijfsleven is toegezegd extra arbeidsplaatsen te zullen creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit heeft uiteindelijk geleidt tot het Verbond van Bunnik. Diverse ondernemers, het ROC, de RDWI en gemeente hebben hierin afgesproken zich te zullen inspannen om kansen te bieden voor opleiding en werk. In programma 8 wordt hier nader op ingegaan
24
Wat heeft het gekost? Programma 04
Lasten en baten
Economische ontwikkeling Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Economische aangelegenheden - Markten en standplaatsen
22,3 6,7 15,6
22,2 6,6 15,6
22,1 6,2 15,9
0,1 0,4 0,3-
Baten - Economische aangelegenheden - Markten en standplaatsen
15,1 15,1
15,1 15,1
16,0 16,0
0,80,8-
Saldo lasten en baten
7,2-
7,1-
6,1-
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten en baten Geen verdere toelichting op de verschillen aangezien deze kleiner zijn dan € 25.000.
1,0
25
Programma: 5. Educatie Doelstellingen Algemene doelstellingen 1. 2. 3. 4.
Kwalitatief goede huisvesting basisonderwijs Handhaven van (openbaar) onderwijs. Ondersteunende maatregelen om kwalitatief goed onderwijs te bieden Aanbieden van (beroeps)onderwijs voor volwassenen
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Openbaar onderwijs Het openbaar onderwijs is in Bunnik verzelfstandigd en het bestuur is op afstand geplaatst. Het bestuur van Wereldkidz heeft in de tweede helft van 2013 een Plan van aanpak opgesteld om tot een sluitende begroting te komen. In het jaar 2014 heeft het bestuur dit plan verder uitgevoerd en is de personele formatie in balans gebracht met het aantal leerlingen. Het aantal leerlingen in de regio daalt. Echter, de belangstelling voor openbaar onderwijs in Bunnik vertoont een licht stijgende lijn. Educatie aan volwassenen De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft besloten dat gemeenten de regie krijgen op het geld voor educatie voor Nederlandse taal- en rekenopleidingen aan volwassenen. Dat betekent dat Gemeenten in de nabije toekomst zelf mogen kiezen welke opleiding het beste aansluit bij de wensen, behoeften en mogelijkheden van de doelgroep. Gemeenten zijn dan niet meer alleen gebonden aan het aanbod van het Regionaal Opleidingen Centrum. De regering is van plan deze wijziging door te voeren per 1 januari 2015 om daarmee aan te sluiten bij de decentralisaties op het sociale domein.
Overzicht kaders en regelingen In volgend overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Educatie weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2014 zouden worden herzien: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN. Lokale regelgeving
Datum van besluit
Cultuurnota 2008-2012
2008
Jaartal Herziening
Toelichting De Cultuurnota komt tot stand in samenwerking met het Cultuurplatform. De discussie hieromtrent loopt nog. Herziening staat nu gepland voor 2015.
Collegeprogramma 2010 - 2014 Huisvesting onderwijs De scholen in Bunnik konden het nieuw schooljaar beginnen in de nieuwe Multifunctionele Accommodatie de Kersentuin. Elke kern beschikt nu over een nieuwe, multifunctionele accommodatie met moderne huisvesting voor het onderwijs. De Barbaraschool in Bunnik is gerenoveerd in het kader van de rijksregeling ‘verbetering binnenklimaat’.
26
Nieuw beleid vanuit de Kadernota Passend onderwijs Per 1 augustus is de Wet passend onderwijs ingevoerd. Schoolbesturen zijn verplicht om leerlingen passend onderwijs aan te bieden. Scholen krijgen de gelegenheid om zich te specialiseren. De schoolbesturen hebben overleg gevoerd met de gemeenten over hun ondersteuningsplannen passend onderwijs. In de ondersteuningsplannen geven de samenwerkingsverbanden onderwijs aan hoe zij passend onderwijs vorm zullen geven. De gemeenten hebben in 2014 niet te maken gekregen met een verschuiving van de vraag naar huisvesting en leerlingenvervoer als gevolg van passend onderwijs. In 2014 hebben de gemeenten overleg gevoerd met de schoolbesturen over de gemeentelijke plannen voor jeugdhulp. In het gesprek met de regioverbanden primair en voortgezet onderwijs in Zuidoost Utrecht zijn in 2014 de eerste afspraken gemaakt over de afstemming tussen onderwijs en de jeugdhulp (decentralisatie). Er wordt gewerkt aan samenwerkingsafspraken tussen het onderwijsveld en de vijf gemeenten, die voor de leerlingen die zorg nodig hebben tot een goed hulpaanbod leiden en op gemeentelijk niveau tot een correcte afstemming. Decentralisatie buitenonderhoud onderwijshuisvesting Het Rijk was voornemens om het budget voor buitenonderhoud te decentraliseren. Per 1 januari 2015 is de Wet decentralisatie buitenonderhoud van kracht geworden. Het budget voor buitenonderhoud wordt vanaf dan overgedragen van gemeenten naar schoolbesturen. Voorheen dienden schoolbesturen bij de gemeente een aanvraag in voor een voorziening buitenonderhoud. Het Rijk koppelt aan de decentralisatie een bezuiniging voor gemeenten. Alle scholen in Bunnik zijn gehuisvest in een multifunctionele accommodatie. Alleen de Barbarschool is een zelfstandig gehuisvest schoolgebouw. Een multifunctioneel gebouw bevat meerdere gezamenlijke onderdelen die onderhouden dienen te worden. Ook is het wenselijk dat de verschillende onderdelen van het gebouw op een gelijk niveau onderhouden worden. Gemeenten en schoolbesturen zijn in 2014 overleg gestart over deze elementen. Naar verwachting wordt het meerjarenonderhoudsplan een belangrijk instrument bij de praktische invulling.
Overige Ontwikkelingen Op dit programma hebben zich geen overige ontwikkelingen voorgedaan.
27
Wat heeft het gekost? Programma 05
Lasten en baten
Educatie Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Basisonderwijs - Onderwijsvoorzieningen - Volwasseneneducatie
1.033,9 814,9 205,3 13,8
1.206,9 1.025,2 167,9 13,8
1.216,4 1.021,3 170,6 24,5
9,53,9 2,710,7-
Baten - Basisonderwijs - Onderwijsvoorzieningen - Volwasseneneducatie
53,8 38,6 2,5 12,7
53,3 38,1 2,5 12,7
101,8 73,2 5,7 22,9
48,535,23,210,2-
1.114,6-
39,0
Saldo lasten en baten
980,1-
1.153,6-
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen baten Basisonderwijs 35,2 Voordeel De voorziening Barbaraschool is vrij komen te vallen wegens de wet decentralisatie buitenonderhoud die aangeeft dat de scholen nu zelf voor buitenonderhoud moeten zorgdragen. Overig Totaal
€ € €
55.000 19.800 35.200
V V V
28
Programma: 6. Sport, Recreatie en Landschap Doelstellingen Algemene doelstellingen 1. 2. 3.
Versterken van de sportsector en vergroten van de sportdeelname (sport) Behouden en versterken van de kwaliteit en beleefbaarheid van het landschap (Vitaal platteland/landschap) Stimuleren van recreatie en toerisme passend bij het karakter van het Kromme Rijngebied (recreatie en toerisme)
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Sport Op 18 juli 2013 is aan de gemeenteraad aangeboden de Notitie “Sport op orde”. In deze notitie is aangegeven op welke wijze het taakveld sport ‘onder control’ kan worden gebracht. De verdere uitwerking hiervan is in 2013 afgerond, zodat in 2014 de bezuinigingstaakstelling kon worden gerealiseerd. Er heeft geen overschrijding van de kosten plaatsgevonden. Participeren in poorten en entrees De gemeente is in 2014 betrokken geweest bij de voorbereiding van realisatie van een toeristisch overstappunt bij Fort Vechten. Dit toeristisch overstappunt zal in 2015 geopend worden. Daarnaast is het netwerk van routes dat op dit punt samenkomt, verbeterd en aangevuld. Streekhuis/Gebiedscommissie Kromme Rijn Het Streekplatform en de gebiedscommissie Kromme Rijn zijn in 2014 opgegaan in de gebiedscoöperatie O-gen. Gemeente Bunnik heeft begin 2014 besloten om voor een periode van 1 jaar lid te worden van de gebied coöperatie. Deze periode geldt als een proefperiode. In 2015 zal besloten worden of verlenging van het lidmaatschap wenselijk is.
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Sport, Recreatie en Landschap weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2014 zouden worden herzien: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Lokale regelgeving
Datum van besluit
Jaartal Herziening
Toelichting
Collegeprogramma 2010 - 2014 Naast de voorgenomen beleidsontwikkelingen op bestaand beleid zijn geen activiteiten voor 2014 op grond van het Collegeprogramma benoemd.
29
Nieuw beleid vanuit de Kadernota Sport In 2014 waren voor sport de volgende investeringen gepland: - Renovatie kleed- en wasaccommodatie Midlandia - Renovatie tennisvelden Odijk - Vervanging beregeningsinstallaties Daarnaast is financieel rekening gehouden met een toezegging aan Bunnik ’73 voor uitbreiding van de trainingsfaciliteiten. Hiervoor is een bedrag van € 15.500 gereserveerd. De investeringen zijn uitgevoerd met uitzondering van de renovatie van de Kleed- en wasaccommodatie Midlandia. Hierover zijn de gesprekken nog gaande. Uit deze gesprekken blijkt dat de kosten voor de renovatie enigszins hoger zullen uitvallen. Voor de eerste opvang van deze extra kosten wordt gebruik gemaakt van de overschotten vanuit de andere investeringen. Op de investering voor de trainingsfaciliteiten wordt bij overige ontwikkelingen onder Kunstgras nader ingegaan. Inzet buurtsportcoaches impuls combinatiefuncties In 2012 is besloten om alsnog mee te doen aan het programma sport en bewegen door middel van de buurt/combinatiefuncties en de intentieverklaring te ondertekenen. In 2013 en 2014 zijn hiervoor gelden door het Rijk beschikbaar gesteld. Het Sporthuis heeft besloten om de realisering, en daarmee ook de co-financiering, voor de buurtsportcoach op zich te nemen. Dit heeft geleid tot het oprichten van Bunnik Beweegt 3. In 2014 is door Bunnik Beweegt 3 een presentatie gehouden in het Open Huis over de wijze waarop hieraan inhoud gegeven zal worden. Eind 2014 is de eerste buurtsportcoach benoemd (in dienst bij het Sporthuis). De gelden vanuit het Rijk zijn inmiddels uitbetaald aan het Sporthuis.
Overige Ontwikkelingen Kunstgras In 2014 is er door twee verenigingen het initiatief genomen om te komen tot het aanleggen van kunstgrasvelden. Voetbalvereniging Bunnik ’73 heeft, in samenwerking met de firma Nootenboom Sport (onderdeel van BAM), de mogelijkheid gekregen om mee te doen met een pilot voor een nieuw soort ondergrond voor kunstgrasvelden. Naast eigen gelden (goede doelenorganisatie) heeft de gemeente bijgedragen in de kosten. Enerzijds door de gelden voor de trainingsfaciliteiten, al opgenomen in het investeringsschema voor 2014, hiervoor beschikbaar te stellen. Anderzijds met een bijdrage gebaseerd op de besparing op de onderhoudslasten. Hockeyclub Kromme Rijn heeft eveneens het initiatief genomen voor de aanleg van een eigen kunstgrasveld. De hockeyclub maakt gebruik van velden van andere verenigingen (o.a. van Midlandia). Sinds de oprichting hebben zij gezocht naar financiers voor een kunstgrasveld. In 2014 is er zicht gekomen op het sluitend maken van de begroting. Er is om een gemeentelijke bijdrage gevraagd voor de aanleg. Facilitair is de vereniging ondersteund met het beschikbaar stellen van de accommodatie (voormalige kantine en kleedlokalen van Celeritas en het gravelveld).
30 Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied In maart 2014 is door het Algemeen Bestuur van het Recreatieschap definitief besloten om het schap op te heffen. De opheffing gaat niet direct in. De opheffing moet op 1 januari 2018 een feit zijn. Het liquidatieplan gaat uit van een gefaseerd proces, waarin de komende jaren de eigendommen, rechten en verplichtingen ofwel worden beëindigd ofwel bij een rechtsopvolger worden ondergebracht.
Wat heeft het gekost? Programma 06
Lasten en baten
Sport, Recreatie en Landschap Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Sport - Recreatieve voorzieningen en landschap
1.056,6 980,1 76,5
1.074,5 1.000,5 74,0
1.097,0 1.012,9 84,1
Baten - Sport - Recreatieve voorzieningen en landschap
346,1 333,0 13,1
346,1 333,0 13,1
341,8 332,4 9,5
4,3 0,6 3,7
Saldo lasten en baten
710,5-
728,4-
755,1-
26,7-
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten en baten Geen verdere toelichting op de verschillen aangezien deze kleiner zijn dan € 25.000.
22,412,410,0-
31
Programma: 7. Maatschappelijke ondersteuning Doelstellingen Algemene doelstellingen 1.
2.
3.
Een gezonde, sociale en leefbare gemeente waarin het goed toeven is, ook voor kwetsbare groepen (maatschappelijke ondersteuning) Bevorderen van ontplooiingsmogelijkheden en mogelijkheden voor maatschappelijke participatie van kinderen, jeugd en jongeren (jeugd en gezin) In stand houden van cultureel erfgoed binnen de gemeente (cultuur)
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Doorontwikkelen Centrum Jeugd en Gezin (CJG) De pilots ‘doorontwikkeling CJG’ en ‘experimenteerregeling lokaal veld en jeugdzorg’ zijn in 2014 afgerond. Wat betreft de doorontwikkeling CJG is ervoor gekozen het CJG op te nemen in het nieuw te vormen Centrum voor Elkaar. Dit Centrum voor Elkaar gaat vanaf 1 januari 2015 van start als onderdeel van de nieuwe afdeling Sociaal Domein. De pilot experimenteerregeling heeft waardevolle ervaringen voor de decentralisatie van de jeugdzorg opgeleverd. De werkwijze wordt vanaf 1 januari 2015 structureel ingebed in het Centrum voor Elkaar. Subsidieplafonds Bij de begroting 2014 zijn de subsidieplafonds vastgesteld. Toewijzing van subsidies heeft plaatsgevonden conform het door het college vastgestelde subsidieprogramma. Er heeft geen overschrijding plaatsgevonden van het totale subsidieplafond. Tevens zijn in 2014 de bezuinigingen van structureel € 75.000 vanuit Bunnik in Balans gerealiseerd, mede door de ideeën vanuit de verenigingen en instellingen, die tijdens de participatieavond zijn aangedragen. Besloten is om de subsidies niet te indexeren. Dit heeft effect op alle subsidies. Daarnaast hebben enkele verenigingen op eigen initiatief bijgedragen aan de bezuinigingen door minder subsidie aan te vragen.
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Maatschappelijke ondersteuning weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2014 zouden worden herzien: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Wettelijk kader
Datum van besluit
Jaartal Herziening
Toelichting
Jeugdwet
2014
De verordening Jeugdhulp gemeente Bunnik 2015’ is vastgesteld in oktober 2014 .
Leerplichtwet
2009
Regelmatige aanpassing.
Lokaal gezondheidsbeleid
2009
De nota gezondheidsbeleid wordt geïntegreerd met de agenda sociaal domein 2015-2018.
32 Datum van besluit
Jaartal Herziening
Algemene Subsidieverordening
2008
2013
Beleidsregels subsidieverstrekking
2008
2013
Cultuurnota 2008-2012
2008
2013
WMO verordening
2014
Lokale regelgeving
Toelichting Herijking gemeentelijk subsidiebeleid is uitgesteld. Herziening is gepland voor 2015. Herijking gemeentelijk subsidiebeleid is uitgesteld. Herziening is gepland voor 2015. Herziening van de Cultuurnota is in 2014 niet tot stand gekomen. Er moet nog een nieuwe planning worden opgesteld. Herziening is gepland voor 2015. De verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bunnik 2015 is vastgesteld in oktober 2014.
Collegeprogramma 2010 – 2014 Naast de voorgenomen beleidsontwikkelingen op bestaand beleid zijn geen activiteiten voor 2014 op grond van het Collegeprogramma benoemd.
Nieuw beleid vanuit de Kadernota Decentralisaties sociaal domein De decentralisaties in het Sociaal Domein zijn conform de Routekaart Sociaal Domein Bunnik voorbereid. In juli heeft de gemeenteraad ingestemd met een aanvullend krediet om deze voorbereidingen in voldoende mate te kunnen vervolgen op grond van het voortschrijdend inzicht van dat moment. Het beeld is dat de bestedingen vanuit het totale krediet in de goede zin netjes op koers liggen, zonder dat al aan te geven is of eind eerste kwartaal 2015 (zie verderop) de projectuitgaven binnen de gestelde budgettaire grens zullen blijven. In het laatste kwartaal zijn door middel van diverse informatiebijeenkomsten de inwoners geïnformeerd over de aankomende veranderingen en zijn vice versa de vragen die leefden, geïnventariseerd. Vanaf 1 oktober is een aantal kwartiermakers begonnen om vanuit de projectsituatie een regulier werkproces te implementeren, met voldoende (tijdelijke) personele bezetting om uiteindelijk op 1 januari 2015 ‘de winkel open te doen’. Gedurende het gehele jaar is de gemeenteraad frequent informeel bijgepraat over de ontwikkelingen en in gezamenlijkheid met de raad en het college van B&W is in december een informatieavond over ‘calamiteiten’ gehouden. Door al deze voorbereidingen, en mede door de constructieve samenwerking tussen politiek en organisatie, was op 31 december daarom het gevoel ‘dat Bunnik er klaar voor was’. Dat dit overigens nadrukkelijk geen ‘100%startsituatie’ betekende, blijkt wel uit het feit dat besloten is om de kwartiermaakfase door te laten lopen tot en met het eerste kwartaal 2015 Regiotaxi Door het Algemeen Bestuur van het Bestuur Regio Utrecht (BRU) is besloten om de verdeling van de kosten van de Regiotaxi tussen het BRU en de deelnemende gemeenten aan te passen. Vanaf 1 januari 2013 draagt de BRU nog maar een vast bedrag bij aan de Regiotaxi. Hierdoor komt de ‘open-einde’ regeling volledig bij de deelnemende gemeenten te liggen. Het vaste bedrag van de BRU wordt in enkele jaren afgebouwd tot één vast bedrag. Tevens is er een nieuwe verdeling
33 van de bijdragen van de individuele gemeenten afgesproken. De uitkomst van de nieuwe verdeling van de kosten heeft geleid tot een hogere bijdrage voor de kosten voor Regiotaxi. In 2013 is Regiotaxi opnieuw aanbesteed. De uitkomst van de aanbesteding heeft geresulteerd in gunstigere tarieven vanaf 1 februari 2014 voor de uitvoering van Regiotaxi. Hierdoor zijn de kosten voor Regiotaxi als gevolg van de herverdeling van de kosten tussen het BRU en de gemeente minder hard gestegen dan in eerste instantie werd verwacht. Basistaken Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU) Door het in 2014 samengaan van de GGD-en Utrecht en Midden Nederland in de GGDrU wordt een besparing behaald. Er wordt onderscheid gemaakt in basistaken, regionale en lokale taken. Dit wordt doorbelast naar Bunnik. Zorgzwaartepakketten 1 en 2 Per 1 januari 2013 zijn landelijk wijzigingen doorgevoerd waardoor cliënten die gebruik maakten van de lichtere pakketten (ZZP 1 en ZZP 2) voor het wonen, niet meer worden toegelaten tot Awbz instellingen. Hierdoor zouden extra verzoeken voor ondersteuningen bij de gemeenten kunnen worden ingediend, met een stevige financiële impact. In 2014 zijn er bij de Wmo-uitgaven geen extra kosten gemaakt die hierop betrekking hebben.
Overige Ontwikkelingen Op dit programma hebben zich geen overige ontwikkelingen voorgedaan.
34
Wat heeft het gekost? Programma 07
Lasten en baten
Maatschappelijke ondersteuning Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Monumenten - Dorp- en buurtbeleid - Beleid voor kwetsbare burgers - Jeugdbeleid - Integraal beleid maatschappelijke opvang - Gemeentelijke welzijnsaccommodaties
3.416,0 9,7 418,4 1.858,1 461,1 472,7 195,9
3.439,5 9,7 442,0 1.676,3 516,5 466,3 328,6
3.434,8 5,7 448,4 1.686,7 519,9 486,2 288,0
4,7 4,1 6,410,33,320,040,7
Baten - Monumenten - Dorp- en buurtbeleid - Beleid voor kwetsbare burgers - Jeugdbeleid - Integraal beleid maatschappelijke opvang - Gemeentelijke welzijnsaccommodaties
610,7 300,4 72,5 237,9
695,9 335,4 72,5 288,0
752,2 392,8 112,2 247,2
56,357,439,740,8
2.805,3-
2.743,6-
2.682,6-
61,0
Saldo lasten en baten
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen (lasten) Gemeentelijke welzijnsaccommodaties 40,7 Voordeel De onderhoudskosten zijn lager uitgevallen voor een aantal gemeentelijke welzijnsaccommodaties. Dit betreft onder andere de jeugdaccommodatie Odijk en de muziektent in Werkhoven. Onderuitputting op de realisatie van kapitaallasten doordat nog geen invulling is gegeven aan het opstellen van het accommodatiebeleid. Overig
€
21.600
V
€ € €
6.600 12.500 40.700
V V V
€ €
57.400 57.400
V V
€ €
22.000 6.700
V V
€ €
11.000 39.700
V V
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen (baten) Beleid voor kwetsbare burgers 57,4 Voordeel Vanaf 1 januari 2013 wordt voor de berekening van de eigen bijdrage in de Wmo rekening gehouden met het vermogen. Deze verhoging leidt tot meer inkomsten vanuit de eigen bijdrage.
Integraal beleid maatschappelijke opvang 39,7 Voordeel De uitvoering van inburgering is breder uitgevoerd, waardoor extra rijksuitkering is aangevraagd en ontvangen. Bijdrage gemeenschappelijke regeling inzake oude Melkert-baan. Dit betreft de ontvangen Rijksbijdrage maatschappelijke begeleiding voor verstrekking verblijfsvergunning asielgerechtigden.
35 Gemeentelijke welzijnsaccommodaties 40,8 Nadeel De lasten verband houdende met het gebruik van water en elektra welke worden doorbelast aan de scholen (in Het Palet) zijn hier geraamd; dit had echter op programma 5 Educatie geraamd moeten worden. Overig
€ € €
29.500 11.300 40.800
N N N
36
Programma: 8. Inkomen en Werkgelegenheid Doelstellingen Algemene doelstellingen 1.
2. 3.
Iedere inwoner beschikt tenminste over een inkomen op het voor hem haar geldende bijstandsniveau (armoedeproblematiek) Bijstandsgerechtigden die kunnen werken stromen zo snel mogelijk uit naar werk (meer mensen aan het werk) Iedere inwoner is financieel gezien in staat voldoende maatschappelijk te participeren in werk of verenigingsleven
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Participatiewet De nieuwe Participatiewet zal op hoofdlijnen sterk lijken op de Wet werken naar vermogen: onderdelen van de Wet werk en bijstand, de Wajong en de Wet sociale werkvoorziening worden samengevoegd. De doelgroep wordt verruimd en de gemeenten krijgen er nieuwe taken bij. Ook zullen werkbedrijven De nieuwe Participatiewet zal op hoofdlijnen sterk lijken op de Wet werken naar vermogen: onderdelen van de Wet werk en bijstand, de Wajong en de Wet sociale werkvoorziening worden samengevoegd. De doelgroep wordt verruimd en de gemeenten krijgen er nieuwe taken bij. Ook zullen werkbedrijven gevormd worden van waaruit vakbonden, gemeenten en werkgevers ervoor gaan zorgen dat mensen aan het werk komen. In verband met het voorjaar 2013 gesloten sociaal akkoord heeft het kabinet de geplande invoeringsdatum van de Participatiewet met een jaar uitgesteld tot 1 januari 2015. Over de precieze inhoud van de nieuwe wet is op het moment dat dit wordt geschreven nog discussie tussen VNG, sociale partners en kabinet. De samengevoegde Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen zal de nieuwe wet voor Bunnik gaan uitvoeren. Speciaal punt van lokale aandacht betreft de samenloop/overlap met de decentralisaties van (delen van) de Awbz en de Jeugdzorg. Om die reden is de Participatiewet binnen het project en de inrichting van het Sociaal Domein Bunnik van begin af aan ook onderdeel geweest van de integrale benadering in de implementatie van de decentralisaties. Het Verbond van Bunnik Op 15 december 2014 ondertekenden tien partijen (BHIK, BOVAG, Cofely Nederland NV, Brothers Horeca Groep, Postillion Hotels, BAM Groep, Krachtig Krommerijn, RDWI, ROC Midden Nederland en gemeente Bunnik) het Verbond van Bunnik. Daarin spreken deze partijen, zowel publiek als privaat, zich uit voor een goede uitvoering van de Participatiewet; zij spannen zich in voor het bieden van kansen aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, en zien dit nadrukkelijk als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Concreet is afgesproken dat iedere organisatie in 2015 ten minste één inwoner van Bunnik met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans biedt, waarbij ROC Midden Nederland zorgt voor de benodigde (bij)scholing. Ook hebben de partijen uitgesproken dat ze bij de vervulling van hun toekomstige vacatures kijken of kandidaten uit het bestand van de gemeente in de selectie betrokken kunnen worden.
37
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Inkomen en Werkgelegenheid weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2014 zouden worden herzien: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Wettelijk kader
Datum van besluit
Jaartal Herziening
Toelichting
Lokale regelgeving
Datum van besluit
Jaartal Herziening
Toelichting
Collegeprogramma 2010 – 2014 Naast de voorgenomen beleidsontwikkelingen op bestaand beleid zijn geen activiteiten voor 2014 op grond van het Collegeprogramma benoemd.
Nieuw beleid vanuit de Kadernota Schuldhulpverlening Het aantal aanvragen Schuldhulpverlening bij de Regionale Sociale Dienst is nog sterker gegroeid dan werd voorzien. Het aantal aanvragen laat als gevolg van de economische crisis al enige tijd een stijging zien. Onderliggende cijfers wijzen er op dat deze stijging een structureel karakter heeft.
Overige Ontwikkelingen Bijstandsuitkeringen Het aantal bijstandsuitkeringen stijgt. Het aantal Bunnikse uitkeringen is gestegen van 97 (1-1-2014) naar 105) Deze stijging met 8 cliënten is de resultante van een instroom van 39 en een uitstroom van 31 over de genoemde periode. De aanvragen schuldhulpverlening laten ook een grote stijging zien: Aantal aanvragen 2014 is 1.750 (uitgegaan was van 1.200). Mede als gevolg hiervan heeft de RSD de werkwijze ingrijpend veranderd. Onderdeel van die verandering is de samenwerking met lokale vrijwilligers. In 2014 is in Bunnik een vrijwilligersinitiatief genomen op dit terrein. In samenspraak met de RSD en de gemeente wordt dit in 2015 verder vorm gegeven door de initiatiefnemers. Bunnik zal ook over 2014 (net als in voorgaande jaren) voor de overschrijding van het ontvangen rijksbudget voor het I-deel (uitkeringen) een aanvullende uitkering bij het Rijk moeten aanvragen (de zogen. 10 %-regeling). De RDWI-interne ontschotting van de uitkeringslasten tussen de gemeenten lijkt voor Bunnik in 2014 gunstig uit te pakken. De voorbereidingen op de Participatiewet zijn tijdig afgerond. Richtinggevende, strategische kaders daarvoor zijn medio 2014 door de gemeenteraad vastgelegd.
38
Wat heeft het gekost? Programma 08
Lasten en baten
Inkomen en werkgelegenheid Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Inkomensvoorzieningen - Werkgelegenheidsvoorzieningen
2.181,7 1.666,5 515,2
2.233,7 1.718,5 515,2
2.526,3 2.032,8 493,5
292,6314,321,7
Baten - Inkomensvoorzieningen - Werkgelegenheidsvoorzieningen
1.513,9 1.030,1 483,8
1.513,9 1.030,1 483,8
1.860,9 1.398,4 462,5
346,9368,321,3
Saldo lasten en baten
667,8-
719,8-
665,4-
54,4
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen (lasten) Inkomensvoorzieningen 314,3 Nadeel Als gevolg van de aanhoudende crisis is het aantal bijstandsuitkeringen hoger uitgevallen dan geraamd. De effecten van de economische crisis werken nog steeds door. De ontschotting (interne verrekening binnen gemeenschappelijke regeling) van het inkomensdeel tussen de vijf RDWI-gemeenten werkt voor Bunnik financieel gunstig uit. Overig
€
388.900
N
€ € €
58.600 16.000 314.300
V V N
€ €
368.300 368.300
V V
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen (baten) Inkomensvoorzieningen 368,3 Voordeel Het definitief vastgesteld gebundeld budget 2014 valt hoger uit dan de oorspronkelijke raming (op basis van ontwerpbegroting 2014 RDWI), inclusief aanvullende uitkering.
39
Programma: 9. Milieu Doelstellingen Algemene doelstellingen 1. 2.
3.
Het behouden, en waar mogelijk verbeteren, van een gezonde, veilige en prettige leefomgeving Inzamelen en transporteren van afvalwater en hemelwater in het kader van de volksgezondheid en de kwaliteit van de woonomgeving (waterkwaliteit) Verwijderen van afval uit de bewoonde omgeving in het kader van het bevorderen van de volksgezondheid en de kwaliteit van de woonomgeving
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Evaluatie Gemeentelijk waterplan In 2014 is in het kader van het waterbeheer, binnen het samenwerkingsverband van WINNET, veel inzet gepleegd om te komen tot een regionaal afvalwaterbeleid. Ook de nieuwe grondwatertaken zijn daarin betrokken en worden in 2014 verder uitgewerkt. De resultaten van deze samenwerking zullen worden betrokken bij de evaluatie en actualisatie van het waterplan en het Gemeentelijk Riolerings Plan. In 2014 is in het samenwerkingsverband veel energie gestoken in de samenwerking. Het bleek niet opportuun om het waterplan te evalueren vooruitlopend op de resultaten van de regionale samenwerking. De evaluatie van het waterplan is voorzien in 2015. Evaluatie milieubeleidsplan (duurzaamheidsprogramma) In 2014 is het milieubeleidsplan geëvalueerd, de resultaten zijn vastgelegd in een (nieuw) duurzaamheidsprogramma dat door de raad in december 2014 is vastgesteld. In 2015 e.v. jaren zal de uitvoering van dit programma dat in nauwe samenwerking met de Bunnikse samenleving is opgesteld, worden opgepakt. Afvalstoffenbeleidsplan In 2013 heeft een art. 213a onderzoek plaats gevonden naar de doelmatigheid van het inzamelbeleid van de gemeente Bunnik. De resultaten zullen worden verwerkt in een beleidsvoorstel over de wijze waarop het college in Bunnik de komende jaren met afval wil omgaan. Met het opstellen van dit beleidsplan is gestart, de aanbieding van dit plan staat gepland voor de eerste helft van 2015. Omgevingsdienst/Vorming Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) De Milieudienst Noord-West Utrecht en de milieudienst Zuidoost Utrecht zijn in 2012 gefuseerd tot een nieuwe, gemeenschappelijke omgevingsdienst, de Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU), Deze dienst ondersteunt vijftien gemeenten en andere overheden in de regio Midden-Nederland bij de uitvoering van milieu- en omgevingstaken. De omgevingsdienst richt zich niet alleen meer op milieu, maar integreert milieu in andere thema’s. Naast de leef- en woonomgeving gaat de omgevingsdienst zich ook meer bezighouden met ruimtelijke ontwikkeling en bouwregelgeving- en handhaving. Bunnik zal vooralsnog vooral gebruik maken van de diensten op het gebied van milieu. Conform het vastgestelde koersdocument is het uitgangspunt dat de transitie van de Omgevingsdienst naar Regionale Uitvoeringsdienst voor de deelnemende gemeenten kostenneutraal zal plaats vinden.
40 Nadat de Omgevingsdienst (de ODRU) in 2013 in financiële problemen is gekomen is in 2014 veel inzet gepleegd in het op orde brengen van de Omgevingsdienst. Ook in 2014 heeft dat nog een (laatste) financiele impact gehad op de participerende gemeenten. De gemeenteraad is een aantal keren over deze ontwikkelingen geïnformeerd.
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Milieu weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2014 zouden worden herzien: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Lokale regelgeving
Datum van besluit
Jaartal Herziening
Toelichting
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP
2012
2017
De doorlooptijd in het plan is gesteld op 5 jaar.
Waterplan Bunnik 2008-2013
2008
2015
Evaluatie wordt samen met het HDSR uitgevoerd
Afvalstoffenbeleidsplan 2004-2012
2004
2015
Het afvalstoffenbeleidsplan wordt in 2015 herzien .
Collegeprogramma 2010 – 2014 Naast de voorgenomen beleidsontwikkelingen op bestaand beleid zijn geen activiteiten voor 2014 op grond van het Collegeprogramma benoemd.
Nieuw beleid vanuit de Kadernota In de Kadernota 2014 – 2017 is met betrekking tot Milieu geen nieuw beleid opgenomen.
Overige Ontwikkelingen Afronden ISV3-project geluidssanering Voor het afronden van de geluidssanering van de woningen op de Alijst heeft de gemeente Bunnik bij de provincie Utrecht een subsidie gevraagd vanuit het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 20142014 (ISV3). De subsidie was aangevraagd omdat niet bij alle woningen voldoende zekerheid bestond dat deze daadwerkelijk waren gesaneerd. Het betrof 14 woningen. In 2010 is een subsidie toegekend à € 58.853, waarvan € 29.947 (zijnde 50%) als voorschot is uitgekeerd Bij de uitvoering van het programma is uit de beschikbare dossiers en een visuele inspectie gebleken dat voor de meeste woningen zekerheid bestaat dat deze in het verleden zijn gesaneerd. Voor vier woningen is een nieuw saneringsprogramma gestart. Tijdens het proces bleek dat bij één woning geluidsisolerende voorzieningen noodzakelijk waren. De eigenaar heeft echter niet ingestemd met de maatregelen. Deze zijn daarom niet aangebracht. In het kader van het verlengen van de Baan van Fectio, onder het spoor door en het aansluiten hiervan op de provinciale weg N401 bleken nog twee saneringssituaties te bestaan. In overleg met de gemeenteraad heeft het deze woningen opgenomen in het ISV-3 programma en heeft een onderzoek naar de geluidssituatie plaatsgevonden. Gebleken is dat geen maatregelen meer nodig zijn.
41
Woningbouw ’t Burgje In het kader van het ontwikkelen van ’t Burgje is in het nieuwe coalitieakkoord opgenomen om door te gaan met de woningbouwontwikkeling, met als randvoorwaarde om te komen tot een wijk met energiezuinige woningen. Met de gemeenteraad is vervolgens gesproken over de verschillende mogelijkheden van energiezuinig bouwen. In het kader van de aanbesteding van deze wijk is een leidraad opgesteld waarin ook dit opgenomen is. In 2015 krijgt dit zijn vervolg.
Wat heeft het gekost? Programma 09
Lasten en baten
Milieu Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Lasten - Afval - Rioleringen - Milieubeheer
2.456,8 1.056,2 1.042,0 358,6
2.575,3 1.066,2 1.042,0 467,1
2.130,0 873,9 882,1 374,0
Baten - Afval - Rioleringen - Milieubeheer
2.427,6 1.198,4 1.229,2 -
2.531,9 1.302,7 1.229,2 -
2.501,5 1.377,2 1.148,7 24,4-
Saldo lasten en baten
29,2-
43,4-
371,5
Verschil (A) - (B) (x € 1.000) 445,3 192,3 159,9 93,1 30,3 74,680,5 24,4
415,0
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten Afval 192,3 Voordeel In 2014 zijn de kosten voor het inzamelen en het afvoeren en verwerken van GFTen restafval lager. Dit levert een voordeel op van € 97.300 op dit product. Daarnaast zijn er minder uren voor het product Afval gerealiseerd. Dit levert een voordeel op van € 81.600. Beide voordelen worden gestort in de reserve egalisatie reiniging. Deze mutatie is verantwoord op programma 11. Het opstellen van een afvalstoffenbeleidsplan is niet gebeurd. Dit is een voordeel. Hiervoor wordt een budgetoverheveling gedaan. Deze mutatie is verwerkt op programma 11. Overig Totaal:
€
178.900
V
€ € €
10.000 3.400 192.300
V V V
€ € €
158.500 1.400 159.900
V V V
Rioleringen 159,9 Voordeel In september 2012 is het vernieuwde Gemeentelijk RioleringsPlan 2012-2016 (vGRP) vastgesteld. Op basis hiervan zijn de ramingen voor riolering c.a. aangepast. De daaruit voortvloeiende lasten (bijvoorbeeld advies- en onderzoekskosten, uren ambtelijk personeel) zijn in 2014 nog niet gestegen. Deze zijn in 2014 zo veel als mogelijk toegerekend aan de projecten, waar deze advieskosten voor gemaakt zijn. Dit betekent voor 2014 een incidenteel voordeel op dit product van € 158.500. In 2015 zal worden gekeken of deze ramingen structureel neerwaarts bijgesteld kunnen worden. Dit voordeel wordt gestort in de reserve kosten riolering. Deze mutatie is verantwoord op programma 11. Overig Totaal:
42
Milieubeheer 93,1 Voordeel In 2014 zijn minder uitgevoerde acties voorkomend uit de luchtnota en waren er minder benodigde adviezen (n.a.v. klachten) en ondersteuning inzake geluidsaspecten. Daarnaast is er meer uren doorbelast naar programma 10 waardoor het voordeel op milieubeheer hoger is. De Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing geluidsprojecten is afgerond. De hiervoor opgenomen afrekening is niet gekomen. Dit is voor zowel baten (€ 24.400 negatief) als lasten (€ 33.900 positief) Overig Totaal:
€
52.900
V
€ € €
33.900 6.300 93.100
V V V
€ € €
70.500 4.100 74.600
V V V
€ € €
68.500 12.000 80.500
N N N
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen baten Afval 74,6 Voordeel Per jaar wordt een bijdrage ontvangen voor het gescheiden inzamelen van papier, verpakkingsmateriaal, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Er is een hogere bijdrage ontvangen dan geraamd. Dit levert op dit product een voordeel op van € 70.500. Dit wordt gestort in de reserve egalisatie reiniging. Deze mutatie is verantwoord op programma 11. Overig Totaal: Rioleringen 80,5 Nadeel In de begroting 2014 is rekening gehouden met een geraamde onttrekking uit de voorziening egalisatie kosten riolering. In werkelijkheid vindt er een dotatie in de reserve kosten riolering plaats. Deze mutatie wordt verantwoord op programma 11 en niet op dit product. Overig Totaal:
43
Programma: 10. Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving Doelstellingen Algemene doelstellingen 1. 2. 3. 4.
5.
6.
Duurzame ruimtelijke ordening met een integrale afweging tussen ruimtelijk relevante belangen (ruimtelijke ordening). Verminderen regeldruk op het gebied van ruimtelijke ordening en woonomgeving (verminderen regeldruk). Nastreven evenwichtig woningaanbod en voorzien in de woningbehoefte van eigen burgers (bouwen en wonen). Het bijdragen aan een prettig en veilig woon-, werk- en leefklimaat respectievelijk de openbare ruimte door middel van instandhouding en inbreng van natuur en ecologische elementen (woonomgeving). Bescherming waardevol bestaand groen en waarborgen aanplant groen bij nieuwe ontwikkelingen en zorgen voor gezond en veilig bomenbestand. Vergroten van de leefbaarheid voor kinderen en jongeren en stimuleren buitenspelen kinderen.
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Impact invoering stelsel van basisregistraties De implementatie van een stelsel van basisregistraties is meer dan alleen een technische operatie en heeft daarom ook veel impact op de organisatie. De inrichting van en de koppelingen tussen de registraties en het inregelen van de bijbehorende beheerprocessen, zijn complexe en kennisintensieve activiteiten. Daarbij brengt dit gezien de omvang van de werkzaamheden een nieuwe capaciteitsvraag met zich mee, waarbij het deels ook zo is dat er een beroep gedaan zal worden op andere competenties. Om deze impact voor de organisatie uiteen te zetten is de business case basisregistraties gemeente Bunnik opgesteld. Besloten is om deze business case de basis te laten zijn voor een plan van aanpak, om met deze aanbevelingen in 2015 aan de slag te gaan. Voor de toekomst zal bekeken worden welke financiële middelen daarvoor benodigd zijn. Bestemmingsplannen De afgelopen jaren zijn, conform de verplichte actualisatie, (nagenoeg) alle bestemmingsplannen binnen de gemeente geactualiseerd. Hieronder vallen de drie kernen, waarbij alleen het plan Dorp Odijk-2012 nog niet in volledige inwerking is getreden. Dit houdt verband met een beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake de dakopbouwen in de Zweeds Buurt. Vanwege een tussenuitspraak zijn de planregels nader aangescherpt. De uitspraak in de hoofdzaak wordt begin 2015 verwacht. Voor de gebieden De Raaphof en ’t Burgje zijn de geldende plannen van oudere datum. Voor het gebied De Raaphof zijn in 2011 de kaders neergelegd en is in 2013 een plan in voorbereiding genomen. Begin 2014 is een ontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegd. De ontvangen zienswijzen en de ontwikkeling van een nieuw verkeersmodel bij
44 de provincie hebben er voor gezorgd dat voornoemde planning niet haalbaar is. Er is aanvullend onderzoek en overleg nodig. Verder is actualisering vereist van de verrichte mobiliteitsscan ten behoeve van de bepaling van toekomstige verkeersstromen in relatie tot de wegcapaciteit. Deze activiteiten vinden momenteel plaats en hebben ook samenhang met de studies die worden verricht voor het samenwerkingsproject met de provincie en de gemeente Houten over de oostelijke verbinding van Houten naar de A12 en een autoluw buitengebied. Naar verwachting kan het plan begin 2015 een stap verder worden gebracht. De planvorming voor ’t Burgje is nadrukkelijk gekoppeld aan de planvorming voor woningbouw in dit gebied. Dit plan kent zijn eigen tijdpad en brengt geen risico’s met zich mee omdat de gemeente de gronden in eigendom heeft. Naast deze algehele herzieningen van bestemmingsplannen zijn in 2014 ook partiële plannen en wijzigingsplannen in voorbereiding genomen. Deze plannen maken, veelal op verzoek van derden, specifieke ontwikkelingen mogelijk. Voor een deel van deze plannen loopt de procedure en besluitvorming door in 2015. Enkele partiële plannen en wijzigingsplannen waaraan in 2015 een vervolg wordt gegeven zijn onder andere Schoudermantel 32, De Gaarde (herontwikkeling locatie kerk), Land van Kemp, Castellum Fectio, en Huize Cammingha. Afhankelijk van de mate van concretisering van initiatieven van derden en het bereiken van overeenstemming, zal in 2015 voor een aantal locaties een partieel plan of een uitwerkingsplan ter hand worden genomen. Het betreft initiatieven voor het perceel Weerdenburg, Oude Haven (CNV bouw en-houtbond) en ’t Burgje, Lokaal maatwerk In navolging van het collegeprogramma ‘Binden en Bewegen’ zijn in enkele specifieke situaties de mogelijkheden bezien om te komen tot lokaal ‘maatwerk’. Het gaat om specifieke situaties, waar het reguliere beleidskader onvoldoende mogelijkheden voor biedt. In nauw overleg met de initiatiefnemer zijn en worden de mogelijkheden verkend. Het faciliteren van mogelijkheden en ‘ruimtelijke’ kwaliteit zijn hierbij belangrijke uitgangspunten. Voorbeelden hiervan, die in 2015 een vervolg krijgen via een planologische procedure, zijn: Leemkolkweg 3-3a, Molenspoor 1 en Werkhovenseweg 16. Structuurvisie/Omgevingsvisie Gekoppeld aan de verplichting uit de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) om actuele bestemmingsplannen te hebben is de verplichting om deze plannen ook actueel te houden. In 2014 is een voorzet gegeven om te komen tot een periodieke actualisatie van plannen. Deze beleidscyclus dient vooraf gegaan te worden door een actuele structuurvisie. Deze visie is meer dan een herijking van het ruimtelijk beleid uit het structuurplan 2007-2015. De visie moet ook voldoen aan de wettelijke standaarden en digitaal raadpleegbaar zijn en het leggen van een relatie met de GREX-wet is van belang om te kunnen komen tot kostenverhaal bij derden. Met de opstelling van de structuurvisie is voorlopig een pas op de plaats gemaakt. Reden hiervoor is dat de discussie over de strategische agenda nog niet is afgerond en medio 2014 ook een traject is gestart om te komen tot een essay ‘stip op de horizon’. Medio 2014 zijn vanuit het Rijk diverse pilots opgezet in het kader van de Omgevingswet. Deze nieuwe wet moet in 2018 in werking treden. Een van de pilots richt zich op een Omgevingsvisie. Dit is In feite de toekomstig opvolger van de structuurvisie, maar kent een veel grotere reikwijdte. Naast de ruimtelijke ontwikkeling is de visie ook richtinggevend op de beleidsterreinen verkeer en vervoer, economie, milieu en
45 water. Samen met de buurgemeenten Houten en Wijk bij Duurstede hebben wij het initiatief genomen om gezamenlijk een omgevingsvisie op te stellen voor het agrarisch gebied. Uiteindelijk is het initiatief vanuit het Rijk niet gehonoreerd, maar is besloten om de samenwerking toch voor te zetten. Er zijn nadere afspraken gemaakt en er heeft een bureauselectie plaats gevonden. In 2015 zal inhoudelijk worden gewerkt aan deze Omgevingsvisie. Gebiedsgerichte aanpak omgeving N229 en oostelijke ontsluiting Houten In 2013 is, als vervolg op de resultaten van de gebiedsgerichte studie, een samenwerkingsproject gestart waarin naast de provincie Utrecht, de gemeenten Houten en Bunnik participeren. De twee hoofddoelstellingen van dit project zijn de oostelijke verbinding van Houten naar de A12 en een autoluw buitengebied. Hierbij worden alle mobiliteitsprojecten in en rondom het buitengebied gelegen tussen Houten, Bunnik en Odijk in relatie tot elkaar gebracht om zo te komen tot een optimale inhoudelijke en financiële afstemming, rekening houdend met de aanleg van de N421. Het project staat onder de regie van de provincie. De resultaten van dit samenwerkingsproject zullen in de eerste helft van 2015 beschikbaar komen. Vervolgens zal een voorlopig besluit genomen worden door de drie betrokken bestuurders. Dit besluit komt tot stand aan de hand van enerzijds een ambtelijk advies, en anderzijds een advies dat is uitgebracht door de bewoners en gebruikers van het buitengebied (klankbordgroep). Dan zal duidelijk worden welke maatregelen wel en niet relevant zijn, welke kosten daarmee gepaard gaan en hoe deze over betrokken partijen worden verdeeld. In 2015 zal de gemeenteraad voorstellen tegemoet kunnen zien
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Wettelijk kader Regionaal structuurplan (BRU) Lokale regelgeving Regionale Huisvestingsverordening
Datum van besluit
Jaartal Herziening
2005
2015
Datum van besluit
Jaartal Herziening
2006
Jaarlijks
Toelichting
Toelichting
Structuurplan Bunnik
2007
2014
Ultimo 2014 is besloten om geen structuurvisie, maar een Omgevingsvisie op te stellen die voldoet aan de toekomstige Omgevingswet. Het opstellen van deze visie wordt in 2015 gestart.
Afvalstoffenbeleidsplan 2004-2012
2008
2015
Het afvalstoffenbeleidsplan wordt in 2015 herzien .
46
Collegeprogramma 2010 - 2014 Naast de voorgenomen beleidsontwikkelingen op bestaand beleid zijn geen activiteiten voor 2014 op grond van het Collegeprogramma benoemd.
Nieuw beleid vanuit de Kadernota Implementatie stelsel van basisregistraties De gemeente staat voor de (wettelijke) opgave en uitgave voor de aanschaf of aanpassing van informatiesystemen en begeleiding van de invoering van bestaande en nieuwe basisregistraties. 2014 heeft vooral in het teken gestaan van de opbouwfase van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). De invoering van de Gemeentelijke Basisregistratie Personen (BRP) en Basisregistratie Kadaster (BRK) is op landelijk niveau vertraagd. Daarnaast is er besloten om de voorziene invoering van het Handelsregister (NHR) uit te stellen. De voorbereidingen voor de invoering van deze basisregistraties zijn nu in 2015 voorzien.
Overige Ontwikkelingen Op dit programma hebben zich geen overige ontwikkelingen voorgedaan.
47
Wat heeft het gekost? Programma 10
Lasten en baten
Ruimtelijke ordening en woonomgeving Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Ruimtelijke ontwikkeling - Volkshuisvesting - Eigendomm en - Bouwzaken - Grondzaken - Huisnummering - Openbaar groen - Openbare speel- en ontmoetingsvoorzieningen - Algemene begraafplaats
3.284,1 209,7 16,0 9,3 686,7 1.673,3 154,0 395,0 62,7 77,3
5.817,4 234,7 11,0 9,3 686,7 4.207,3 154,0 359,3 77,7 77,3
8.410,3 621,8 24,1 6,0 604,4 6.535,9 102,9 360,4 82,2 72,6
2.592,8387,113,03,3 82,4 2.328,551,1 1,14,64,8
Baten - Ruimtelijke ontwikkeling - Volkshuisvesting - Eigendomm en - Bouwzaken - Grondzaken - Huisnummering - Openbaar groen - Openbare speel- en ontmoetingsvoorzieningen - Algemene begraafplaats
2.141,4 75,9 0,7 9,3 364,2 1.665,8 0,0 25,5
4.939,5 50,9 0,7 15,3 647,2 4.199,9 0,0 25,5
7.788,3 37,9 12,7 44,8 937,6 6.733,5 0,0 21,9
2.848,813,0 12,029,5290,42.533,60,03,6
Saldo lasten en baten
1.142,7-
877,9-
621,9-
256,0
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten Ruimtelijke ordening 387,1 Nadeel De uitvoering van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) leidt tot een overschrijding. Voor externe juridische ondersteuning is € 50.000 krediet beschikbaar gesteld. De daadwerkelijke kosten zijn € 27.100. Het restant wordt via budgetoverheveling op programma 11 verantwoord. e Bij de 2 Bestuursrapportage 2014 is het budget voor bestemmingsplannen afgeraamd. Bij het opmaken van de jaarrekening is geconstateerd dat een enkele facturen ten onrechte op post milieu waren geboekt. De gefactureerde werkzaamheden hadden betrekking op RO gerelateerde activiteiten. Door deze correctie ontstaat er op de post structuur- en bestemmingsplannen een overschrijding. Voor projecten zijn meer uren en (externe) begeleidende kosten gemaakt. Deze worden middels anterieure exploitatieovereenkomsten doorbelast. Overig Totaal:
€
357.000
N
€
22.100
V
€
20.200
N
€ € €
28.900 3.100 387.100
N N N
48
Bouwzaken 82,4 Voordeel Lagere kapitaallasten; Er is een krediet beschikbaar gesteld voor toetsingsprotocollen. De werkzaamheden voor dit krediet zijn niet volledig uitgevoerd. Er zijn voor het product Leges omgevingsvergunning minder uren gemaakt. Dit levert een eenmalig voordeel op dit product op. Beide voordelen worden ten gunste van de reserve leges omgevingsvergunning gebracht. Deze mutatie wordt verantwoord op programma 11. Overig Totaal:
€
7.300
V
€ € €
65.700 9.400 82.400
V V V
€ € €
2.327.800 700 2.328.500
N N N
€
35.100
V
€ € €
12.900 3.100 51.100
V V V
€ € €
21.800 7.700 29.500
V V V
Grondzaken 2.328,5 Nadeel In de begroting 2014 is rekening gehouden met een totale last voor alle grondexploitatie-projecten van € 4.196.800. In werkelijkheid is er een totale last van € 6.524.600 (inclusief doorbelastingen) ten laste van de grondexploitatieprojecten gebracht. Dit wordt met name veroorzaakt vanwege de verliesneming van de grondexploitatie scholeneiland Odijk en de dekking vanuit de grondexploitaties Anne Frank, Churchillhalterrein en scholeneiland Bunnik ten behoeve van het krediet multifunctionele accommodatie De Kersentuin in Bunnik. Voor een verdere toelichting betreffende de diverse in uitvoering zijnde grondexploitaties wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid. Overig Totaal: Huisnummering 51,1 Voordeel Er is een incidenteel voordeel op het product Basisregistratie objecten, omdat de basisregistraties nog niet volledig geïmplementeerd zijn. De onderhouds-, ict- en administratieve kosten voor het product Basisregistratie objecten vallen incidenteel lager uit. Dit betekent een voordeel van € 12.900. Overig Totaal: De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen baten Eigendommen 29,5 Voordeel e
In 2014 zijn er een aantal stroken grond verkocht. Bij de 2 Bestuursrapportage 2014 is reeds een opbrengst grondverkoop gemeld. Na het opstellen van deze rapportage zijn er nog een viertal stukjes grond verkocht. Dit betreft een incidentele baat. Overig Totaal:
49
Bouwzaken 290,4 Voordeel Voor de begroting 2014 is het woningbouwprogramma 2014 – 2018, 1 april 2013 als uitgangspunt gehanteerd. Hierin is bepaald dat er 14 woningen in het jaar 2015 worden opgeleverd. Deze worden normaliter het jaar ervoor verleend. Hiervan zijn er 8 in 2013 of ervoor verleend. In 2014 is er rekening gehouden met de legesopbrengst van 6 woningen. Daarnaast is het infrastructurele project de snelverkeer onderdoorgang gepland. Bij de tweede Bestuursrapportage 2014 is aangegeven dat in het jaar 2014 totaal 39 tot 83 woningen kunnen worden verleend en is de raming voor de legesopbrengst verhoogd met € 283.000. Nu blijkt dat er projectmatig voor 74 woningen vergunningen zijn verleend. Daarnaast is de langzaamonderdoorgang in 2014 verleend in plaats van in 2015 met een hogere legesopbrengst. Dit betekent een voordeel van € 290.400. En geeft een nadeel op programma 11 doordat er geen onttrekking uit de reserve plaatsvindt.
€ €
290.400 290.400
V V
€ € €
2.536.500 2.900 2.533.600
V N V
Grondzaken 2.533,6 Voordeel In de begroting 2014 is rekening gehouden met een totale baat voor alle grondexploitatieprojecten van € 4.196.800. In werkelijkheid is er een totale baat van € 6.733.300 ten gunste van de grondexploitatieprojecten gebracht. Eén en ander wordt veroorzaakt door ontvangsten voor grondopbrengsten voor o.a. het Delteijkterrein en Anne Frankterrein. Daarnaast valt de voorziening grondexploitatie voor de grondexploitatie scholeneiland Odijk vrij en deels voor de grondexploitatie Odijk-West. Voor een verdere toelichting betreffende de diverse in uitvoering zijnde grondexploitaties wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid. Overig Totaal
50
Programma: 11. Dekkingsmiddelen Doelstellingen Algemene doelstellingen 1. 2. 3.
In stand houden van een financieel gezond Bunnik Belastingtarieven meer in overeenstemming brengen met het landelijk gemiddelde (belastingen) Uitvoeren Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ) op betrouwbare en transparante wijze (uitvoering Wet WOZ)
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid De algemene dekkingsmiddelen worden niet als baten in de diverse programma’s opgenomen. Inzicht in de algemene dekkingsmiddelen is echter essentieel en zullen hieronder beschreven worden. Lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is Betreffende de lokale heffingen gaat het om die heffingen waarvan de besteding niet gebonden is. Voorbeelden hiervan zijn de OZB, hondenbelastingen en de toeristenbelasting. In de gemeente Bunnik wordt de opbrengst onroerende zaakbelasting verhoogd met inflatie. Voor 2014 is de inflatie bepaald op 2,5%. Daarnaast is rekening gehouden met een waardedaling van 7% voor de woningen en 5% voor de nietwoningen. Voor de overige lokale heffingen wordt verwezen naar de paragraaf lokale lasten en heffingen. Voorbeelden van lokale heffingen waarvan de besteding wel gebonden is zijn het rioolrecht en de afvalstoffenheffing. Deze heffingen worden op de desbetreffende programma’s verantwoord. Algemene Uitkering De algemene uitkering is berekend op basis van de decembercirculaire 2014. Daarnaast zijn er nog verrekeningen geweest van 2012 en 2013. Dit geeft nog een positievere bijstelling ten opzichte van het bee drag waar in de 2 Bestuursrapportage 2014 rekening mee is gehouden. Dividend De gemeente Bunnik heeft deelnemingen in Vitens en de Bank Nederlandse Gemeente (BNG). In 2014 is een bedrag van € 40.000 ontvangen. Onvoorzien In 2014 is het bedrag voor onvoorzien van € 43.815 niet nodig geweest.
51
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Dekkingsmiddelen weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Datum van besluit
Lokale regelgeving
Jaartal Herziening
Toelichting
Collegeprogramma 2010 - 2014 Naast de voorgenomen beleidsontwikkelingen op bestaand beleid zijn geen activiteiten voor 2014 op grond van het Collegeprogramma benoemd.
Nieuw beleid vanuit de Kadernota In de Kadernota 2014 – 2017 is met betrekking tot Dekkingsmiddelen geen nieuw beleid opgenomen.
Overige Ontwikkelingen Bezuinigingsproject “Bunnikse Kwaliteit” In 2013 is het Plan van Aanpak ‘Bunnikse Kwaliteit’ vastgesteld. De gemeente Bunnik sprak uit graag met de samenleving dit bezuinigingsproject te realiseren. Dit is gedaan vanuit de oprechte wens om de in Bunnik aanwezige krachten, expertise en creativiteit aan te boren en te benutten. Voor dit proces is gekozen voor een zeer interactieve vorm van samenwerken. Op 10 maart 2014 is de aftrap van dit project gedaan. Daarna is in drie avonden met de samenleving een visie op de drie thema’s: dienstverlening, fysiek domein en sociaal domein, ontwikkeld en is een rolverdeling tussen de gemeente en de samenleving besproken. Deze visieontwikkeling en rolverdeling is benoemd als de verkenningsfase. De werkdocumenten daarvan zijn voor kennisgeving aangenomen door het college van B&W en de gemeenteraad. De rode draad in deze visies is dat de gemeente Bunnik moet vertrouwen en loslaten, en niet reguleren. Belangrijke kernwaarden in deze visies zijn: samenwerken, verbinden, stimuleren, zakelijk ondernemerschap, betrokkenheid, creativiteit en laten wat kan, doen wat moet. Vervolgens is met de expertgroepen de oplossingsfase gestart. In deze fase hebben de expertgroepen voorstellen geformuleerd en besproken om de bezuinigingstaakstelling in 2017 te realiseren. Deze voorstellen zijn gedurende het proces in de ambtelijke organisatie uitgezet en van feedback voorzien en beoordeeld op haalbaarheid. Tot slot hebben de expertgroepen in een besloten bijeenkomst met de gemeenteraad hun voorstellen gepresenteerd en zijn deze bediscussieerd. In de gemeenteraad van 6 november 2014 is besloten om uitvoering te geven aan een realistisch scenario of wel het groene scenario. Daarmee is een bezuinigingsresultaat bereikt van € 375.000 voor 2015 oplopend tot € 784.000 in 2017 en is de doelstelling van het bezuinigingsproject “Bunnikse Kwaliteit” gerealiseerd. De monitoring van dit bezuinigingsproject zal vanaf 2015 plaatsvinden. Tot slot wordt opgemerkt, dat deze interactieve vorm van samenwerken als inspirerend is ervaren en past in de zogezegde participatiesamenleving, die vertrouwt en loslaat en niet alles wil reguleren.
52
Wat heeft het gekost? Programma 11
Lasten en baten
Dekkingsmiddelen Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Treasury - Plaatselijke belastingen - Uitvoering Wet WOZ - Algemene uitkering gemeentefonds - Algemene baten en lasten - Saldo jaarrekening
1.020,6 19,4 22,2 47,7 3,6 927,7 -
5.306,4 19,4 22,2 47,7 3,6 5.213,5 -
9.363,4 14,6 14,8 98,8 4,0 9.231,2 -
4.057,14,7 7,4 51,10,44.017,7-
Baten - Treasury - Plaatselijke belastingen - Uitvoering Wet WOZ - Algemene uitkering gemeentefonds - Algemene baten en lasten - Saldo jaarrekening
17.400,6 473,7 4.626,7 10.135,2 2.170,4 5,4-
21.957,7 473,7 4.621,6 10.299,5 6.568,2 5,4-
26.780,4 335,1 4.636,9 10.556,4 11.251,9 -
4.822,7138,6 15,3257,04.683,75,4-
Saldo lasten en baten
16.380,0
16.651,3
17.417,0
765,7
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten Uitvoering Wet WOZ 51,1 Nadeel De bijdrage BghU van € 55.200 staat hier als een nadeel, bij de baten en lasten staat deze onttrekking van de algemene reserve als baat opgenomen zodat dit budgettair neutraal is. Overig Totaal Algemene baten en lasten 4.017,7 Nadeel De voorziening voormalig personeel is geactualiseerd naar aanleiding van de laatste gegevens. Dit is een nadeel van € 111.100. Dit wordt gedekt uit de bufferreserve. De stelpost onvoorzien is niet nodig geweest in 2014 De resultaten van de omgeving legesvergunningen, reiniging, riolering en stuurgroep kromme rijn zijn in de betreffende reserves gestort. Deze storting is hier een nadeel van € 362.300. En op de betreffende producten een voordeel dus budgettair neutraal. De storting van de € 3.000.000 voor het vormen van de reserve sociaal domein, de jaarlijkse dotaties aan de reserves en de budgetoverheveling van 2014 naar 2015 van € 216.300 geeft een nadeel van: Er wordt meer bespaarde rente van de reserves/voorzieningen gestort in de algemene reserve dan begroot. Dit komt door een hogere beginstand van de reserves dan begroot. Dit is een nadeel van: Een deel van de investeringslasten MFA de Kersentuin mogen niet afgeschreven worden volgens de BBV voorschriften en komen nu eenmalig ten laste van de exploitatie. Zie ook toelichting batenkant Overig Totaal
€ € €
55.200 N 4.100 V 51.100 N
€ €
111.100 43.800
N V
€
362.300
N
€
3.219.300
N
€ €
118.500
N
261.100 10.800 4.017.700
N V N
€ €
53 De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen baten Treasury 138,6 Nadeel De uitbetaling van de deelneming GZO geeft een voordeel van € 28.900. Er is een lager voordelig resultaat op de financiering dan begroot. Dit komt onder andere door een hogere rentetoerekening aan de algemene reserve (zie ook toelichting algemene baten en lasten bespaarde rente) Overig Totaal
€
28.900
V
€ € €
175.200 7.700 138.600
N V V
€ €
257.000 257.000
V V
€
328.700
V
€
276.600
V
€
3.992.400
V
€
223.200
N
€
288.100
N
€
155.600
V
€
261.100
V
€
224.600 44.000 4.683.700
V N V
Algemene uitkering gemeentefonds 257,0 Voordeel Naar aanleiding van de decembercirculaire is de algemene uitkering positief bijgesteld. Daarnaast zijn er nog verrekeningen geweest over 2012 en 2013. Dit geeft e een positief resultaat ten opzichte van de 2 Bestuursrapportage 2014 van € 257.000. Totaal Algemene baten en lasten 4.683,7 Voordeel Op de grondexploitaties Rijneiland en Delteijk is een verplichte winstneming opgenomen. De reserve reiniging wordt afgeraamd naar het maximum bedrag dat de omvang van de reserve mag zijn conform de nota financieel beleid. Dit is een voordeel voor de exploitatie. In de jaarrekening wordt de reserve sociaal domein gevormd. Het bedrag van € 3.000.000 wordt uit de algemene reserve onttrokken en in de reserve sociaal domein gestort (de storting is te zien aan de lasten kant). Daarnaast wordt een bedrag van € 1.020.100 uit de bufferreserve onttrokken ter dekking van de risico’s die in 2014 hebben voorgedaan. Deze onttrekkingen waren niet geraamd dus voordeel op programma 11. Daartegenover was voor de Bunnikse kwaliteit minder onttrokken dan begroot aangezien niet het volledige bedrag nodig is geweest. Totaal is op programma 11 een voordeel te zien van € 3.992.400 waarvan een bedrag van € 375.000 een voordeel geeft op het rekeningresultaat (de vrijval vanuit de bufferreserve) voor het overige staan de nadelen op de betreffende programma’s. In 2014 zijn uitgaven geweest die gedekt zouden worden uit de reserves. In werkelijkheid is er minder onttrokken dan begroot. Dit is een nadeel op programma 11, maar daartegenover staat dat op de andere programma de lasten ook lager zijn en daar een voordeel te zien is. Voor de reserve leges omgevingsvergunningen stond een onttrekking geraamd dit is een storting geworden (zie programma 10). Dit is hier een nadeel en op programma 10 een voordeel. Een hogere bespaarde rente van de reserves en voorzieningen, zie ook de toelichting aan de lasten kant, en een hogere bespaarde rente van de reserve kapitaallasten. Op de kostenplaats MFA is een voordelig saldo, maar aan de lastenkant een nadeel. Dit is budgettair neutraal. Er wordt meer onttrokken uit de reserve kapitaallasten dan begroot. Dit is een voordeel op programma 11 maar daartegenover staan hogere kapitaallasten op de diverse programma’s. Overig Totaal
€
54
Paragrafen
55
1. Bedrijfsvoering Doelstellingen Algemene doelstellingen 1.
2.
3.
Een klantgerichte en open organisatie, resultaatgericht met een breed inzetbare en flexibele personeelsbezetting, werkzaam op eigentijdse arbeidsvoorwaarden (strategische organisatievisie) Ondersteunen van de gemeentelijke organisatie en een kwalitatief beheer en toegankelijkheid van gemeentelijke informatie en archiefbescheiden (Door)ontwikkelen en in stand houden van een bedrijfsvoering die ‘in control’ is (ondersteuning)
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Personeelsbeleid Het personeelsbeleid is vastgelegd in het p&o-beleidsplan en de daaruit voortvloeiende deelnotities. In het Sociaal Jaarverslag wordt jaarlijks verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid. In 2014 is voor wat betreft de organisatieontwikkeling de aandacht uit gegaan naar het voorbereiden van de organisatie op het overdragen van taken op het gebied van zorg en hulpverlening in het Sociaal Domein. Bovendien is de organisatie overgestapt op de Bunnikse Manier van Werken, de Bunnikse wijze om vorm te geven aan Het Nieuwe Werken. In het herijken van de strategische organisatievisie in relatie tot de Strategische Agenda zijn stappen gezet. Verder is de organisatie klaar voor de Werkkostenregeling, die vanaf 2015 is in gegaan. Tot slot is gewerkt aan het selecteren en implementeren van een nieuw personeelsinformatie en salarissysteem, dat vanaf januari 2015 operationeel is.
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Bedrijfsvoering weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Lokale regelgeving
Datum van besluit
Jaartal herziening
2005
2014
Strategische organisatievisie Bunnik “Kijk verder, kijk Bunnik”
Toelichting
Collegeprogramma 2010 - 2014 Naast de voorgenomen beleidsontwikkelingen op bestaand beleid zijn geen activiteiten voor 2014 op grond van het Collegeprogramma benoemd.
56
Nieuw beleid vanuit de Kadernota Beveiligingsassesment DigiD Door de migratie van ICT-systemen naar de centrale ICT-infrastructuur bij de RID, kon er pas eind 2014 gestart worden met de voorbereidingen van het beveiligingsassesment DigiD. Deze zal begin 2015 worden afgerond Geluidsoverlast Het Palet In 2014 zijn er een aantal aanpassingen aan het gebouw verricht. Deze aanpassingen hebben geleid tot positieve reacties van de bewoners, de scholen en de Vereniging van Eigenaren (Vve). Er is nog wel een evaluatie moment afgesproken. De evaluatie wordt in de VvE vergadering van 2015 besproken. Luchtbehandelinginstallatie Het Kwartier In 2014 zijn er aanpassingen aan het klimaatsysteem verricht en alle klachten omtrent de kou en tocht zijn hiermee verholpen. Vervanging automatiseringsapparatuur 2014-2017 Vervanging van automatiseringapparatuur heeft deels plaatsgevonden. Er wordt echter niet automatisch vervangen, vooral zaken als storingsgevoeligheid, onderhoudskosten, capaciteit en nieuwe ontwikkelingen worden afgewogen bij de vervanging. Om die reden zijn er ook vervangingen uitgesteld naar 2015. Geluidsinstallatie raadszaal In 2014 is een groot deel van de nieuwe installatie, het discussie systeem (de microfoons en ontvanger) geleverd en in werking gesteld. De laatste afwerking moet nog plaatsvinden in 2015. Organisatieontwikkeling-digitalisering In de ‘Eindrapportage bezuinigingsproject Bunnik in Balans’ uit 2011 is vanaf 2015 een taakstelling van € 100.000 op de bedrijfsvoering opgenomen. In de ‘Eindrapportage bezuinigingsproject Bunnik in Balans’ is vanaf 2015 een taakstelling van € 100.000 op de bedrijfsvoering opgenomen. Deze taakstelling wordt gerealiseerd door de kosten van de gemeentelijke organisatie te reduceren, onder andere via digitalisering. Veel meer digitale afhandeling in plaats van geschreven papier, veel meer mogelijkheden om via het e-loket de dienstverlening naar de klant toe te laten komen. De maatregelen die tot en met 2014 zijn genomen, geven al voor € 80.000 invulling aan de eerder genoemde taakstelling per 1 januari 2015. De resterende € 20.000 wordt met ingang van 2015 gerealiseerd door de verdere implementatie van digitalisering van werkprocessen (zaakgericht werken). Migratie Oracle databases De migratie is voorzien voor 2015. In 2014 hebben er geen voorbereidende werkzaamheden plaatsgevonden. Bijdrage RID Dit betrof een financieel technische bijraming, deze is gebeurd. Het Nieuwe Werken in Bunnik Inmiddels is in 2014 een groot deel van het Project Bunnikse Manier van werken (BMW) uitgevoerd, De 1e fase van de verbouwing, 1e etage zuid en westgevel, is nagenoeg afgerond en er is een deel van het nieuwe meubilair, de Flexwerkplekken, geleverd. Het project management en coördinatie is intern uitgevoerd en gedeeltelijk op basis van expertise ingehuurd. Door middel van een pilot flexwerken zijn eerste ervaringen opgedaan m.b.t. tot de inzet van activiteitgerichte
57 flexwerkplekken, vervolgens zijn deze op de nieuwe vleugel ook toegepast. Daarnaast is ook aan de cultuur kant gewerkt door het inzetten van inspiratiesessies, voor management en coördinatoren. Overige vervangingsinvesteringen In verband met de heroriëntatie van de werkzaamheden die worden verricht vanuit de gemeentewerf en om niet vooruit te lopen op mogelijke beslissingen zijn de geraamde vervangingsinvesteringen voor de gemeentewerf niet uitgevoerd. - Vervanging Citroën Berlingo - Vervanging Porter transporter - Vervanging mobiele kraan - Vervanging zoutstrooier vrachtwagen - Vervanging zoutstrooier kleine vrachtwagen - Vervanging sneeuwschuif Mitsubishi - Vervanging sneeuwschuif vrachtwagen - Rior rioolspuit - Vervanging containers werf - Vervanging aanhangwagen - Vervanging Mitsubishi - Vervanging Frontbezem - Vervanging graflift - Vervanging grafbekisting Vervangingen gemeentewerf < 5.000 Dit betreft de vervanging van divers klein materieel ten behoeve van de buitendienst. Hierbij kan gedacht worden aan de vervanging van kleine machinale gereedschappen. Conform de Nota financieel beleid worden deze vervangingen niet afgeschreven. Daarnaast worden diverse kleine gereedschappen, zoals scheppen en bezems, maar ook een boortol, schroevendraaiers vervangen.
Overige ontwikkelingen Onderzoek werf In 2014 is het onderzoek afgerond naar de mogelijkheden om de taken van het cluster Technische Uitvoering (gemeentewerf) over te dragen naar Reinigingsdienst Midden Nederland (RMN). Op basis van de resultaten van dit onderzoek heeft het college van burgemeester en wethouders eind 2014 besloten om in te stemmen om deze taken aan RMN over te dragen en bij RMN een formeel verzoek in te dienen om toe te treden tot de gemeenschappelijke regeling RMN. De raad neemt hierover in januari 2015 een positief besluit. Na positief besluit van RMN op 18 februari 2015 dient nog besluitvorming plaats te vinden bij de gemeenteraden van de aangesloten gemeenten van RMN. Na positieve besluitvorming hierover kunnen de taken per 1 januari 2016 formeel worden overgedragen.
58
Wat heeft het gekost? Lasten en baten
Begroot
Begroot
Werkelijk
voor
na
gerealiseerd
w ijziging
w ijziging (A)
(B)
(A) - (B)
(x € 1.000)
(x € 1.000)
(x € 1.000)
(x € 1.000)
Verschil
Lasten
8.554,7
8.606,5
8.076,5
530,1
Personeelskosten bestuursdienst
6.238,9
6.234,9
6.026,6
208,3
Overige kosten w erf
30,9
30,9
26,3
4,5
Materieel w erf
77,9
77,9
48,4
29,5
508,8
542,9
394,0
148,9 53,0
Overige personeelskosten Gemeentehuis
572,1
572,1
519,1
Werkplekken + facilitaire ondersteuning
262,8
267,8
263,6
4,2
Informatie- en communicatietechnologie
745,9
750,6
636,8
113,7
Overige kosten bedrijfsvoering
136,3
148,3
166,1
Overhead Stuurgroep Kromme Rijn
18,7-
18,7-
17,8-
4,5-
14,2-
Baten
98,8-
98,8-
184,2-
85,4
Directe baten
98,8-
98,8-
184,2-
85,4
Saldo lasten en baten
8.455,9
8.507,7
7.892,3
615,4
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten Personeelskosten bestuursdienst 208,3 Voordeel In 2014 zijn er lagere salarissenkosten geweest hiervoor is niet volledig ingehuurd. Het betreft vacatures op de afdelingen S&B, DV en U&R. Overig Totaal
€ € €
203.100 5.200 208.300
V V V
€ € €
46.200 16.700 29.500
V N V
€ €
50.400 38.700
V V
€ € €
54.000 5.800 148.900
V V V
Materieel werf 29,5 Voordeel Lagere kapitaallasten doordat een aantal investeringen nog niet gereed of opgestart zijn. Dit in verband met onderzoek naar de overname naar RMN zijn de investeringen uitgesteld. Overig Totaal Overige personeelskosten 148,9 Voordeel Voor 2014 stond een bedrag voor loopbaanbudget geraamd. Deze is niet volledig benut daarnaast is er een voordeel op het Arbo budget. Er is minder uitgegeven aan werving en selectie. Het centrale opleidingsbudget en het opleidingsbudget is niet volledig gebruikt in 2014. Dit wordt overgeheveld naar 2015 zie programma 11. Hier is het een voordeel van: Overig Totaal
59 Gemeentehuis 53,0 Voordeel Lagere kapitaallasten doordat de investeringen met betrekking tot het nieuwe werken nog niet zijn afgerond waardoor er nog niet wordt afgeschreven. Er is minder jaarlijks onderhoud aan het gemeentehuis gedaan in verband met alle verbouwingen die hebben plaatsgevonden vanwege het nieuwe werken. Overig Totaal
€
34.500
V
€ € €
10.000 8.500 53.000
V V V
€ € €
93.200 20.500 113.700
V N V
€ € €
72.200 13.200 85.400
V V V
Informatie en communicatietechnologie 113,7 Voordeel Er zijn lagere kapitaallasten doordat de investeringen oprichten RID Utrecht en investering digitalisering bouwvergunningen nog niet gereed dan wel opgestart zijn. Overig Totaal De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen baten Directe baten 85,4 Voordeel Jaarlijks ontvangt de gemeente vergoedingen van het UWV voor onder andere zwangerschapsverlof. Dit wordt niet geraamd aangezien het niet in te schatten is. In 2014 is een vergoeding van € 72.200 ontvangen. Overig Totaal
60
2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing Onder weerstandsvermogen wordt verstaan “het vermogen van de gemeente om niet-structurele financiele risico’s op te kunnen vangen teneinde zijn taken voort te kunnen zetten”. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen weerstandscapaciteit (dit zijn de middelen waarover de gemeente beschikt/kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente voor het begrotingsjaar en de volgende jaren van het meerjarenperspectief. Voor het beoordelen van het weerstandsvermogen is inzicht nodig in de omvang en in de achtergronden van de risico’s in relatie tot de aanwezige weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide geeft het weerstandsvermogen aan volgens onderstaande figuur. Aan de hand van dit schema wordt het weerstandsvermogen van de gemeente Bunnik bepaald.
Risico’s
Weerstandscapaciteit
Economisch
Vrij besteedbaar deel algemene reserve
Politiek Juridisch
+
Milieu
Onbenutte belastingcapaciteit Stille reserves Post onvoorzien
Financieel
= Weerstandsvermogen Verzekeringen
Voorzieningen
Beheersmaatregelen De berekening van het weerstandvermogen is gebaseerd op de hoogte van een risico en de kans dat het risico zich voordoet (zie onderstaande risicoprofiel). De risico’s voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet anderszins zijn ondervangen. Reguliere risico’s – risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn – maken geen deel uit van de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd.
61 Risicoprofiel Voor de bepaling dat de kans zich voordoet is onderstaande verdeling aangehouden. Omschreven als Geschatte kans dat het risico zich in werkelijkheid voor zal doen Uitgesloten 0% Zeer onwaarschijnlijk 5% Onwaarschijnlijk 10% Uitzonderlijk 20% Mogelijk 30% Aannemelijk 50% Waarschijnlijk 70% Zeer waarschijnlijk 90% Voor de risico’s met een kans van 50% of meer wordt een bufferreserve aangehouden. Verantwoordingscyclus Het weerstandsvermogen (en de daarop gebaseerde bufferreserve) wordt bij het opstellen van de begroting geactualiseerd. Dit betekent dat de risico’s opnieuw beoordeeld worden, voor het gecalculeerd bedrag en de risicokans. Nieuwe risico’s worden opgenomen, vervallen risico’s worden verwijderd. Bij de jaarrekening wordt vastgesteld welke risico’s zich hebben voortgedaan en wat de financiële impact is. Deze bedragen worden uit de bufferreserve onttrokken en verwerkt in het programma waarop het risico betrekking heeft. Voor boekjaar 2014 is dit als volgt weer te geven: Saldo bufferreserve per 1 januari 2014
2.181.560
Voorgedane risico’s 2014
645.103
Vrijval risico’s 2014
374.965 1.020.068
Saldo bufferreserve per 31 december 2014
1.161.492
62
3. Lokale lasten en heffingen Beleid De gemeentelijke belastingen en retributies voor 2014 zijn, overeenkomstig het beleid vastgesteld in de Nota financieel beleid, verhoogd met 2,5% ten opzichte van 2013. De tarieven van de reinigingsheffingen (reinigingsrechten en afvalstoffenheffing) en de rioolrechten worden gebaseerd op volledige kostendekkendheid. Hierbij moet worden opgemerkt dat de compensabele BTW ook als kostenbestanddeel moet worden meegenomen. Weliswaar wordt deze BTW terugontvangen via het BTW compensatiefonds, maar daar tegenover staat een korting op de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Bovendien wordt de helft van de kosten van straatreiniging verdisconteerd in de rioolheffing. Kwijtscheldingsbeleid Kwijtschelding is mogelijk van de afvalstoffenheffing en rioolheffing. Van de andere belastingen is in 2014 geen kwijtschelding mogelijk. In grote lijnen wordt kwijtschelding verleend indien het netto besteedbaar inkomen onder de bijstandsnorm ligt die voor de betreffende gezinssituatie van toepassing is. De volgende kwijtscheldingen zijn verleend: Belastingsoort Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal
Bedrag van de kwijtschelding (afgerond) 20.320 20.648 40.968
Belastingopbrengsten In onderstaand overzicht worden de opbrengsten van de diverse leges, tarieven en belastingen in beeld gebracht.
Overzicht opbrengsten diverse leges, tarieven en belastingen Bedragen x € 1.000,-
Rekening 2013 Begroting 2014
Rekening 2014
Onroerende zaakbelastingen Tarieven % van de WOZ waarde Gebruikersbelasting voor onroerende zaken: - die niet in hoofdzaak tot woning dienen
€
536 €
608 €
585
Eigenarenbelasting voor onroerende zaken: - die in hoofdzaak tot woning dienen - die niet in hoofdzaak tot woning dienen
€ €
2.943 € 882 €
2.968 € 862 €
2.980 894
Hondenbelasting
€
70 €
72 €
70
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
€
1.219 €
1.154 €
1.157
Rioolheffing Per heffingseenheid
€
1.140 €
1.160 €
1.148
Toeristenbelasting
€
127 €
113 €
108
Omgevingsvergunningen
€
499 €
647 €
938
Marktgelden
€
5 €
6 €
8
63 Tarieven De tarieven voor afvalstoffenheffing en reinigingsrechten daalden. Dit was een gevolg van een afname van de kosten van afvoer en verwerking van restafval. Het tarief van de afvalstoffenheffing was daarmee kostendekkend; op grond van de Gemeentewet mag afvalstoffenheffing niet meer dan kostendekkend geheven worden. De tarieven hondenbelasting en toeristenbelasting stegen met de geraamde prijsontwikkeling. Dit gold ook voor de marktgelden. In de gemeente Bunnik is de berekeningssystematiek voor de tarieven onroerende zaakbelasting als volgt: het tarief onroerende zaakbelastingen 2013 voor woningen en niet-woningen wordt verhoogd met de inflatie en gecorrigeerd met het percentage waardedaling van de onroerende zaken. Voor 2014 was de inflatie bepaald op 2,5%. Dit betekent dat de opbrengst onroerende zaakbelasting 2014, exclusief de extra opbrengst uit nieuw- en verbouw, 2,5% hoger is dan de geraamde opbrengst 2013. De gemiddelde waardedaling van de woningen bedroeg 7% en voor de niet-woningen 5%. Deze waardedaling heeft geleid tot een hogere tariefstijging van de onroerende zaakbelasting dan de inflatie, omdat met een lagere totale WOZ waarde een hogere belastingopbrengst moet worden behaald. De waardeontwikkeling in individuele gevallen kan van het gemiddelde afwijken doordat er verschil kan zitten in de waardeontwikkeling per objectsoort. Een appartement kan meer in trek zijn, dan een vrijstaande woning en daardoor kunnen deze objectsoorten beiden een andere waardeontwikkeling laten zien. Op 20 september 2012 is het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bunnik 2012 – 2016 vastgesteld. Het tarief rioolheffing voor 2014 is vastgesteld op € 175,80. Op de volgende bladzijde worden de tarieven voor gemeentelijke belastingen en retributies in beeld gebracht.
64
Tarieven gemeentelijke belastingen en retributies 2013 - 2014 Toename in %
2013
2014
0,1994%
0,2144%
7,5%
- die in hoofdzaak tot woning dienen
0,1601%
0,1753%
9,5%
- die niet in hoofdzaak tot woning dienen
0,2493%
0,2680%
7,5%
Onroerende zaakbelastingen Tarieven % van de WOZ waarde Gebruikersbelasting voor onroerende zaken: - die niet in hoofdzaak tot woning dienen
Eigenarenbelasting voor onroerende zaken:
Hondenbelasting Voor de 1e hond
€
83,66
85,75
2,5%
Voor de 2e hond
€
113,04
115,87
2,5%
Voor iedere hond boven het aantal van twee
€
114,73
117,60
2,5%
Voor honden gehouden in kennels
€
311,64
319,43
2,5%
- Eenpersoonshuishouden
€
165,00 €
150,00
-9,1%
- Meerpersoonshuishouden
€
219,00 €
203,00
-7,3%
Reinigingsrechten (incl. BTW)
€
230,18 €
212,78
-7,6%
€
175,80 €
175,80
0,0%
- op campings
€
0,61 €
0,62
1,6%
- in overige verblijfsaccommodaties
€
1,86 €
1,91
2,7%
Dagstandplaats per strekkende meter per marktdag
€
2,88 €
2,95
2,4%
Vaste kwartaalstandplaats per strekkende meter per kwartaal
€
25,80 €
26,45
2,5%
Vaste halfjaarstandplaats per strekkende meter per halfjaar
€
48,95 €
50,17
2,5%
Vaste jaarstandplaats per strekkende meter per jaar
€
93,13 €
95,46
2,5%
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Afvalstoffenheffing:
Rioolheffing Per heffingseenheid
Toeristenbelasting Per overnachting:
Marktgelden
65
4. Verbonden partijen De gemeente heeft een deel van de uitvoering van haar gemeentelijke taken ondergebracht bij zogenoemde verbonden partijen. Verbonden partijen zijn derde rechtspersonen waarin de gemeente Bunnik een bestuurlijk en financieel belang heeft*. Het voordeel van een verbonden partij is dat zij de werkzaamheden voor meerdere gemeentes (en mogelijk andere partijen) uitvoert waardoor de effectiviteit, efficiency, kwaliteit, specialisme en risicobeheersing beter te borgen is. Voor de gemeente is het van belang dat de verbonden partij binnen het beschikbare budget het beleid van de gemeente Bunnik zodanig uitvoert dat de beoogde doelstellingen van de programma’s wordt gerealiseerd. Daarbij is het van belang dat monitoring plaatsvindt of de doelstellingen en de kwaliteit van de uitvoering correspondeert met de kaders die de gemeente Bunnik heeft . Ondanks de verbonden partij het uitvoerende orgaan is, blijft de hoofdverantwoordelijk bij de gemeente zelf. Hierdoor blijft voor de gemeenteraad een kaderstellende-, controlerende- en financiële taak behouden. Onder de financiële taak is eveneens behouden de financiële gevolgen van het niet of niet juist uitvoeren van de activiteiten door de verbonden partij en financiële gevolgen uit hoofde van faillissementen / financiële problemen. Overzicht verbonden partijen
Uitvoeringskosten 2014
Verbonden partij/gemeenschappelijke regeling (hierna te noemen: GR) GR Bestuur Regio Utrecht (BRU)
44.798
GR Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD)
168.168
GR Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)
442.803
GR Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied
28.102
GR Regionale ICT-Dienst Utrecht (RID)
372.128
GR Afval Verwijdering Utrecht (AVU)
273.631
Stuurgroep Kromme Rijnlandschap
19.202
GR Welstand en Monumenten Midden Nederland
25.180
GR Veiligheidsregio Utrecht (VRU) GR Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht GR Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI) Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Stichting Kromme Rijnstreek Gebiedscoördinatie O-Gen Totaal
869.044 48.623 2.686.980 nihil 6.500 5.000 4.990.159
Deelnemingen BNG Waterleidingbedrijf Vitens Nieuwe verbonden partijen: Gebiedcoördinatie O-Gen Beëindigde verbonden partijen: geen * Bestuurlijk belang betekent dat de gemeente een zetel in het bestuur of het op andere wijze hebben van stemrecht. Het financieel belang gaat verder dan enkel het ter beschikking stellen van middelen. Deze middelen zijn immers achtergesteld en financiële gevolgen/problemen bij de verbonden partij kan verhaald worden de gemeente.
66
Bestuur Regio Utrecht (BRU) Vestigingsplaats Utrecht Doel Gezamenlijke aanpak van grootstedelijke, bovenlokale vraagstukken (hoofdzakelijk verkeer en vervoer) Programma Burger en Bestuur. Deelprogramma Bestuurlijke samenwerking. Deelnemende Utrecht, Zeist, De Bilt, Houten, Vianen, Nieuwegein, IJsselstein, Stichtse Vecht, partijen Bunnik. Bestuurder(s) Dagelijks bestuur: H.M. Ostendorp Algemeen bestuur: H.M. Ostendorp, P.B.M. Heijmerink (vanaf 27 maart 2014: F.A. Schenk Openbaar belang Op verschillende terreinen worden de regionale belangen behartigd met name op dat wordt behar- het gebied van verkeer en vervoer en ruimtelijke ontwikkeling. tigd Bestuurlijk belang De gemeente wordt in het BRU vertegenwoordigd door een collegelid in het dagelijks bestuur en algemeen bestuur en een raadslid in het algemeen bestuur. Toelichting op n.v.t. gemeentelijke financiële bijdrage Ontwikkelingen De Eerste Kamer heeft op 16 december 2014 ingestemd met het wetsvoorstel van het kabinet Rutte-II om de WGR+ op te heffen. Het kabinet Rutte-I had dit voornemen al, waardoor de BRU-gemeenten en de Provincie Utrecht al in 2012 (principe-)afspraken hebben gemaakt. Alle verkeer- en vervoerstaken, inclusief mensen en middelen, zouden worden overgedragen aan de Provincie Utrecht. Die afspraken zijn geëffectueerd: op 1 januari 2015 is de overdracht van eerdergenoemde taken een feit geworden. U10-verband (de BRU-gemeenten en Woerden) wordt bekeken op welke gebieden samenwerking wenselijk is en hoe die samenwerking vorm moet krijgen. In de eerste helft van 2015 wordt besloten over de toekomstige samenwerking en daarmee over de status van het BRU, dat op dit moment nog bestaat in de vorm van een gewone gemeenschappelijke regeling en/of de U10. De U10 voerde in 2014 overigens al een aantal taken uit, niet voortvloeiend uit de WGR+, dat eerder door het BRU werd uitgevoerd.
Overige relevante gegevens
De inwonersbijdrage van Bunnik vervalt in principe na de liquidatie van BRU. Overige mogelijke financiële gevolgen van de opheffing en takenoverdracht, ofwel een nieuwe vorm van samenwerking, zijn momenteel nog niet bekend en moeten als pro memorie worden beschouwd. Hier dient opgemerkt te worden dat projecten waartoe door het BRU reeds beschikkingen zijn afgegeven, gewoon doorgang blijven vinden en uitgevoerd zullen worden door ofwel onder toezicht van de provincie Utrecht. Niet van toepassing.
67
Gemeenschappelijke gezondheidsdienst regio Utrecht(GGDrU) Vestigingsplaats Zeist. Doel De GGD regio Utrecht (GGDrU) is als gemeenschappelijke regeling verbonden aan gemeenten. De GGDrU voert de Wet publieke gezondheid (Wpg) voor een deel uit (o.a. het rijksvaccinatieprogramma), adviseert en ondersteunt gemeenten bij het uitvoeren van (lokaal) gezondheidsbeleid en stelt burgers in staat hun gezondheid te optimaliseren. Programma Maatschappelijke ondersteuning. Deelprogramma Gemeenschappelijke, regionale en lokale taken Deelnemende Alle Utrechtse gemeenten (26 gemeenten). partijen Bestuurder(s) Algemeen bestuur: J.J. Eijbersen Dagelijks bestuur: J.J. Eijbersen Openbaar belang Preventieve Publieke Gezondheidsbevordering. dat wordt behartigd Bestuurlijk belang Alle 26 gemeenten nemen deel aan het algemeen bestuurlijk overleg. Het collegelid zit namens de gemeente in het algemeen bestuur en vervult de functie van penningmeester in het dagelijks bestuur. De rol van de portefeuillehouder is het verstrekken informatie en het afleggen van verantwoording aan de gemeenteraad. Toelichting op de n.v.t. gemeentelijke financiële bijdrage Ontwikkelingen Om aan de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) te voldoen werken de 26 gemeenten in de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) vanaf 1 januari 2014 met één GGD die geleid wordt door een directeur Publieke Gezondheid. Deze GGD heeft de juridische vorm van een gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam. En heeft de naam GGD regio Utrecht (GGDrU). De taken van de GGD zijn ondergebracht in het zogenaamde ‘Huis van de Volksgezondheid’. Hierbij hebben de gemeenten meer keuzevrijheid bij de taken die zij afnemen van de GGD. De GGDrU werkt met vijf adviescommissies, waarbij de algemeen bestuur leden ieder hun regio vertegenwoordigen via het dagelijks bestuur richting het algemeen bestuur. De regio’s zijn: Eemland, Lekstroom, Utrecht West, Vallei, Zuid Oost Utrecht (waaronder Bunnik valt). Overige relevante De kosten voor het in stand houden van de GGDrU worden verrekend op basis gegevens van het inwoneraantal van de deelnemende gemeenten. Relatie beoogd De GGD helpt gemeenten bij hun taak door middel van onderzoek en advies maatschappelijk door: effect • het voorkomen van ziekten; • het bevorderen van gezond gedrag; • het scheppen van een gezonde leefomgeving. De GGD richt zich vooral op preventie. De GGD heeft een relatie met de eerstelijnsgezondheidszorg door het verstrekken van informatie. Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) Vestigingsplaats Zeist. Doel Het inhoudelijke adviseren van de deelnemende gemeenten op het gebied van milieu en archeologie, met daarbij als taak onder meer het inhoudelijk adviseren over omgevingsvergunningen, voor milieuaspecten, en het uitvoeren van de handhavingstaken op milieugebied. Programma Milieu. Deelprogramma Monumenten en archeologie. Milieubeheer. Deelnemende par- Stichtse Vecht, De Ronde Venen, Oudewater, Montfoort, Woerden, Utrechtse tijen Heuvelrug, De Bilt, Bunnik, Vianen, Wijk bij Duurstede, Zeist, Veenendaal, Rhenen en Renswoude Bestuurder(s) Algemeen bestuur: R. Zakee
68 Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) Openbaar belang In stand houden en beschermen van de bestaande milieukwaliteiten van zowel dat wordt behartigd de bebouwde als groene leefomgeving. Leveren van een bijdrage aan een duurzame ontwikkeling van een aantrekkelijke leefomgeving. In stand houden van de archeologische waarden binnen de gemeente. Bestuurlijk belang Alle deelnemende gemeenten participeren in het bestuurlijk overleg van de Milieudienst. Het collegelid zit namens de gemeente in het algemeen bestuur. De rol van het collegelid is, naast de deelname in het bestuurlijk overleg, het geven van inlichtingen over het bestuur en het afleggen van verantwoording aan de gemeenteraad. Toelichting op de De werkzaamheden die de Omgevingsdienst voor Bunnik levert zijn vastgelegd gemeentelijke fiin een milieubijstandscontract. Jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma opgenanciële bijdrage steld waarin de daadwerkelijke inzet van de Milieudienst wordt vastgelegd. Ontwikkelingen Op 1 juli 2012 is de Omgevingsdienst met haar activiteiten begonnen vanuit de fusie tussen de Milieudiensten Noordwest Utrecht en Zuidoost-Utrecht. De taken die de omgevingsdienst voor Bunnik uitvoert, hebben betrekking op ondersteuning en advisering op het brede terrein van milieu zowel in de beleidsvoorbereiding als de uitvoering en de handhaving.
Overige relevante gegevens Relatie beoogd maatschappelijk effect
Vanuit het Rijk is besloten om Regionale Uitvoerings Diensten (RUD’s) in het leven te roepen die breed inzetbaar zijn op de uitvoering van zowel vergunningverlening – en handhaving als voor bouw- en milieutaken. Een deel van de werkzaamheden van de huidige omgevingsdienst Milieudienst vallen hieronder. Het was de bedoeling dat de RUD’s per 1 januari 2014 in Nederland operationeel zullen opereren. De samensmelting tussen de ODRU en RUD heeft in 2014 echter niet plaatsgevonden. In 2015 zal het verdere proces om te komen tot één RUD (hernieuwd) in gang worden gezet. Geen. De Omgevingsdienst ondersteunt de gemeenten bij de uitvoering van de taak op het gebied van milieu en archeologie op o.a. de onderdelen: het opstellen van voorschriften bij omgevingsvergunning voor milieuaspecten; het handhaven van milieu-inrichtingen c.q. milieuwerken; Het beoordelen van bodemonderzoeken en het bijhouden van deze uitkomsten; Het beoordelen van archeologische werkzaamheden, zoals een plan van aanpak en de uitkomsten van de (tussen)onderzoeken.
Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied Vestigingsplaats Utrecht Doel Behartiging van het belang van de deelnemers bij de intergemeentelijke openluchtrecreatie in het landelijke gebied. Het recreatieschap ontwikkelt, exploiteert en onderhoudt diverse recreatiegebieden en recreatieve verbindingen Programma Sport en recreatie. Deelprogramma Recreatievoorzieningen. Deelnemende Amersfoort, Bunnik, De Bilt, Leusden, Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, partijen Veenendaal, Wijk bij Duurstede, Woudenberg, Zeist, provincie Utrecht Bestuurder(s) Dagelijks bestuur: J.J. Eijbersen Algemeen bestuur: J.J. Eijbersen, B.G. Schipper Openbaar belang Behoefte aan recreatieterreinen en recreatieve verbindingen. dat wordt behartigd Bestuurlijk belang ‘Ontzorgen’ van de deelnemende gemeenten op het gebied van beheer en exploitatie van recreatieterreinen en recreatieve verbindingen. Een collegelid is lid van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur en een raadslid is lid van het algemeen bestuur. De gemeentelijke nazoeken financiële bijdra-
69 Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied ge Ontwikkelingen In 2013 heeft een discussie plaatsgevonden over de toekomst van recreatie(schappen) in Utrecht en een deel van Noord-Holland. Hier is uitgekomen dat voor het recreatieschap UHVK liquidatie het meest wenselijk is omdat er onvoldoende draagvlak is voor de bestaande samenwerking in relatie tot toekomstige ontwikkelingen. Het schap heeft de leden een verzoek gedaan tot gefaseerde liquidatie (einddatum 1-1-2018) In 2014 wordt een definitief besluit genomen over de liquidatie van het schap. Overige relevante N.v.t. gegevens Relatie beoogd Het recreatieschap zorgt voor de toegankelijkheid en ontsluiting van natuur en maatschappelijk landschap. Dit draagt bij aan een aantrekkelijke leefomgeving voor de burgers van effect de gemeente Bunnik.
Regionale ICT-Dienst Utrecht (RID) Vestigingsplaats Doorn Doel Het openbaar lichaam is ingesteld met als doel het uitvoeren van taken die zien op het garanderen van de continuïteit en kwalitatief adequate dienstverlening op het terrein van ICT en de hiervoor benodigde middelen, waaronder soft- en hardware voor de deelnemers aan de RID. Programma Bedrijfsvoering Deelprogramma . Deelnemende Gemeenten Baarn, Bunnik, De Bilt, Soest, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurpartijen stede en de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug Bestuurder(s) Dagelijks bestuur: H.M. Ostendorp Algemeen bestuur: H.M. Ostendorp Openbaar belang Zorgdragen voor continuïteit in ICT van de deelnemers, zodat de dienstverlening dat wordt behar- adequaat kan plaatsvinden. tigd Bestuurlijk belang Het collegelid vertegenwoordigd de gemeente Bunnik in het Algemeen Bestuur en Dagelijks bestuur. De directeur vertegenwoordigt de gemeente Bunnik in het Opdrachtgeversoverleg. De gemeentelijke De deelnemende organisaties dragen bij aan de jaarlijkse begroting van de RID financiële bijdra- naar rato van het aantal applicaties en het aantal accounts. ge De bijdrage van de gemeente Bunnik bedroeg in het jaar 2014 € 372.128 Ontwikkelingen In 2014 heeft vooral in het teken gestaan van de frontend-migratie van de ICT. In 2014 is deze migratie afgerond in Soest, Wijk bij Duurstede, RDWI en Bunnik en zijn de migratietrajecten gestart bij de andere deelnemers. De afronding van de frontend-migratie en de backend-migratie die voor alle deelnemers nog moet worden uitgevoerd zal in 2015 uitgevoerd worden. Daarnaast is iedere deelnemer aangesloten op de nieuwe centrale telefoonoplossing en mobiele belbundel, en is de aanbesteding van multifunctionele printers afgerond. Deze printers zullen in 2015 uitgerold worden bij de deelnemers. Er is afgelopen jaar één klanttevredenheidsonderzoek geweest over de dienstverlening door de RID. Ook zijn er veel procedures geformaliseerd om de dienstverlening te verbeteren. Overige relevante N.v.t. gegevens Relatie beoogd Zorgdragen voor continuïteit in ICT van de deelnemers, zodat de dienstverlening maatschappelijk adequaat kan plaatsvinden. effect
70 Afval Verwijdering Utrecht (AVU) Vestigingsplaats Soest. Doel De AVU is een publiekrechtelijke organisatie met een wettelijk geregelde bestuurlijke basis. De gemeenschappelijke regeling behartigt de belangen van de Utrechtse gemeenten op het gebied van afvalbewerking en verwerking. Op grond van de statuten van de gemeenschappelijke regeling en het door het algemeen bestuur vastgestelde beleidsplan heeft de AVU de zorg voor een goede, reguliere en milieuverantwoorde verwerking van door de gemeente(n) ingezamelde afvalstromen (restafval, grof huishoudelijk afval, GFT-afval, plastic) en de inzameling en verwerking van glas en papier / karton. Hiervoor heeft de AVU contracten afgesloten. Programma Milieu. Deelprogramma GFT- en restafval. Deelnemende par- Provincie Utrecht en 26 Utrechtse gemeenten. tijen Bestuurder(s) Algemeen bestuur: R.A. Zakee Openbaar belang De AVU bundelt de deskundigheid van de aangesloten gemeenten en de prodat wordt behartigd vincie, waardoor er voor beleid en uitvoering een platform met veel (plaatselijke) kennis beschikbaar is. Op dat gebied is de AVU van de gemeenten en de provincie en werkt zij ten dienste van de gemeenten en de provincie. Bestuurlijk belang De provincie Utrecht en alle 26 Utrechtse gemeenten zijn vertegenwoordigd in het algemeen bestuur. Het collegelid vertegenwoordigt de gemeente Bunnik in het algemeen bestuur van de AVU. Toelichitng op ge- n.v.t. meentelijke financiële bijdrage Ontwikkelingen Per 1 januari 2015 zijn gemeenten zelf verantwoordelijk voor de afvoer en verwerking van verpakkingsplastic, blik en drankkartons. In 2014 is er in AVU verband samen met 5 andere grote partijen een aanbestedingsprocedure geweest waarbij Sita als marktpartij als beste uit de bus is gekomen. Met deze aanbestedingsprocedure is de inzameling van verpakkingsafval per 1 januari 2015 gewaarborgd. Verder zijn er voor 2014 geen ontwikkelingen te melden. Overige relevante AVU heeft geen eigen vermogen. De financiële resultaten worden verrekend gegevens met de deelnemers. Relatie beoogd Duurzame ontwikkeling gaat ook over milieu en dus over afvalverwijdering. Door maatschappelijk te zorgen voor een milieuverantwoorde verwerking van afval wordt zo min moeffect gelijk schade aangericht aan de natuur.
Stuurgroep Kromme Rijnlandschap Vestigingsplaats Odijk. Doel Stuurgroep Kromme Rijnlandschap is een gebiedsgericht samenwerkingsverband van zes gemeenten en de provincie voor natuur en landschap in het Kromme Rijngebied. De stuurgroep is gericht op het bevorderen van ‘stille recreatie’ middels het creëren van een aantrekkelijk en karakteristiek landschap met extensieve recreatiemogelijkheden. De belangrijkste taken zijn: • kosteloos individuele advisering aan en ondersteuning van particuliere grondeigenaren betreffende (kleinschalige) natuur- en landschapsontwikkeling en bijbehorende subsidieregelingen, • beperkte aanvullende subsidieverlening, • voorlichting door middel van nieuwsbrief, foldermateriaal en persberichten, • afstemming, zowel horizontaal (tussen de participanten) als verticaal (tussen bewoners en overheden) en formuleren van beleid voor natuur en landschap in het Kromme Rijngebied. • Bevorderen ruimtelijke kwaliteit bij functieverandering en schaalvergroting door o.a. landschappelijke inpassing Om dit te realiseren zet de stuurgroep onder meer een landschapscoördinator in. Programma Sport en recreatie.
71 Stuurgroep Kromme Rijnlandschap Deelprogramma Landschap. Deelnemende par- Overheden: Bunnik, provincie Utrecht, De Bilt, Zeist, Utrechtse Heuvelrug, Wijk tijen bij Duurstede en Utrecht en Houten (agendaleden); Gebiedspartijen: LTO Noord, UPG, LEU, HDSR, Vereniging Natuur en Milieu, Vereniging Dorp en Natuur Bestuurder(s) Wethouder R.A. Zakee is bestuurlijk vertegenwoordiger Openbaar belang Het bevorderen van ‘stille recreatie’ middels het creëren van een aantrekkelijk en dat wordt behartigd karakteristiek landschap met extensieve recreatiemogelijkheden. Bestuurlijk belang Het collegelid is lid van de stuurgroep waarin wethouders, gedeputeerden en andere bestuurders zitting hebben. Daarnaast functioneert op ambtelijk niveau een werkgroep en wordt de dagelijkse uitvoering verzorgd door de landschapscoördinator. Toelichting op de n.v.t. gemeentelijke financiële bijdrage Ontwikkelingen Geen relevante ontwikkelingen. Overige relevante N.v.t. gegevens Relatie beoogd De Stuurgroep Kromme Rijnlandschap levert een belangrijke bijdrage aan de maatschappelijk realisatie en instandhouding van een aantrekkelijk en karakteristiek landschap effect binnen o.a. de gemeente Bunnik.
Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) Vestigingsplaats Bunnik. Doel Deze commissie adviseert over redelijke eisen van welstand en voert zowel wettelijk verplichte als niet wettelijk verplichte taken uit. De wettelijke taken vanuit de welstandscommissie (Commissie Ruimtelijke Kwaliteit) worden onder andere uitgevoerd op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening, Woningwet, Monumentenwet, Erfgoedverordening Bunnik 2010, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit Omgevingsrecht. De commissie is beleidsmatig gebonden aan het gemeentelijke welstandsbeleid, zoals dit onder andere is vastgelegd in de Welstandsnota en (Beeld)kwaliteitsplannen. Programma Maatschappelijke ondersteuning (monumenten) Openbare orde en Veiligheid. Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving. Deelprogramma Omgevingsvergunningen. (bouwen en monumenten) Vergunningen APV en bijzondere wetten. Deelnemende par- De meeste gemeenten binnen de provincie Utrecht zijn aangesloten bij WMMN. tijen Eind 2014 zijn totaal 24 gemeenten aangesloten. Grotere gemeenten hebben vaak een eigen welstandcommissie. Bestuurder(s) Algemeen bestuur: R.A. Zakee Openbaar belang Het bevorderen van monumentenzorg, ruimtelijke- en straatbeeldkwaliteit dat wordt behartigd Bestuurlijk belang Een collegelid vertegenwoordigt de gemeente Bunnik in het algemeen bestuur Toelichting op de Per jaar worden de tarieven voor de producten vastgesteld. Deze kosten worden gemeentelijke fi- via de legesverordening doorberekend aan de klant. In de begroting is bij het nanciële bijdrage product Omgevingsvergunning en monumenten een post opgenomen. Voor monumenten is er een post van ruim € 5.000,- opgenomen. Ontwikkelingen Op 19 december 2013 heeft de raad besloten om deze gemeenschappelijke regeling op te heffen. Tot 1 januari 2017 blijft de gemeenschappelijke regeling in stand. Voor 2017 wordt er een transitie voorbereid om met een andere private organisatie vorm de verschillende gemeenten breder en gerichter te kunnen be-
72 Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) dienen. Momenteel worden de eerste aanzetten voor een Dienstverleningsovereenkomst ontwikkeld. Gemeenten hebben hiermee vrijheid om wel of geen producten af te nemen. Met deze exercitie wordt ook een toekomstbestendig organisatie beoogd. Overige relevante Op 3 december 2014 is het nieuwe logo van nieuwe stichting MooiSticht onthuld. gegevens Voorheen dus Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) Hiermee wordt een start gemaakt met de samenwerking tussen WMMN en Landschap Erfgoed Utrecht. Relatie beoogd Het bevorderen van ruimtelijke- en straatbeeldkwaliteit. Hiermee wordt een bijmaatschappelijk drage geleverd aan de leefbaarheid en woonkwaliteit van Bunnik. Ook kan hiereffect mee verloedering van woon/werkgebieden ongedaan worden gemaakt.
Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Vestigingsplaats Utrecht Doel Op 1 januari 2006 is de regeling “Veiligheidsregio Utrecht” in werking getreden. Met de Wet veiligheidregio’s van 1 oktober 2010 is deze vorm van samenwerking wettelijke geborgd. De veiligheidsregio moet voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing over een goed geoefende professionele organisatie beschikken door het bundelen van krachten kunnen de hulpverleningsdiensten, zich goed voorbereiden op bijvoorbeeld incidenten zoals grote branden, grote evenementen of een pandemie. Programma Openbare orde en veiligheid. Deelprogramma Deelnemende par- De 26 gemeenten gelegen binnen de provincie Utrecht zijn deelnemer aan de tijen gemeenschappelijke regeling en daardoor medeverantwoordelijk voor de bestuurlijke en organisatorische aansturing van de veiligheidsregio. Bestuurder(s) Algemeen bestuur: H.M. Ostendorp Openbaar belang De organisatie kan door het bundelen van krachten, grote branden, rampen en dat wordt behartigd crisis beter aan. Bestuurlijk belang Het bestuur bestaat uit de 26 burgemeesters in de regio Utrecht. De taken van het bestuur worden weergegeven in artikel 14 van de Wet veiligheidsregio. Het bestuur is o.a. verantwoordelijk voor; het beleid ten aanzien van de taken van de veiligheidsregio, de beoogde operationele prestaties, het oefenbeleid en de brandweer opkomsttijden. Toelichting op de Naast de vaste bijdrage voor de veiligheidsregio maakt de gemeente geld over gemeentelijke fi- voor de taken zoals afgesproken in de gemeenschappelijke regeling. Hieronder nanciële bijdrage is te noemen de bijdrage aan de meldkamer ambulancevervoer (MKA) € 3.235. Ontwikkelingen Op 4 juli 2014 heeft het Algemeen Bestuur besloten in te stemmen met een voorstel over de zogenaamde majeure projecten. Dit betreft het regionaal dekkingsplan met 1 vergelijkbaar veiligheidsniveau voor de gehele regio. Voorgesteld is om alle brandweerposten over te laten gaan van de gemeenten naar de VRU. Daarnaast wordt de organisatiestructuur aangepast. Enerzijds om beter aan te sluiten bij het proces van regionalisering. Anderzijds om de centrale rol van de brandweerposten in de repressie beter te borgen en het contact met de gemeenten zo goed mogelijk in te richten. Verder is daarin opgenomen de afronding van de discussie over de bijdrage van de gemeenten aan de VRU. De verdeling op basis van historische kosten is niet meer de meest correcte verdeling. Een verdeling op basis van de verdeling van de landelijke middelen (verdeling gelden gemeentefonds) lijkt correcter. Hierdoor wordt de bijdrage van de gemeente Bunnik lager. Voor 2015 bedraagt de bijdrage aan de VRU € 808.000 Overige relevante De overdracht van de brandweerkazernes van de gemeente naar de VRU moet gegevens nog plaatsvinden. Relatie beoogd Door deelname aan de Veiligheidsregio Utrecht wordt de samenwerking tussen maatschappelijk de verschillende hulpverleningsinstanties inclusief de gemeenten bij de crisisbeeffect heersing verbeterd.
73
Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht Vestigingsplaats Wijk bij Duurstede. Doel 1. De zorg voor en het beheer van de in de archiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden van de deelnemende gemeenten, zoals nader omschreven in de archiefwet 1995. 2. Het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de deelnemende gemeenten voor zover deze niet zijn overgebracht. 3. Het stimuleren van de lokale en regionale geschiedbeoefening en het daartoe aanleggen, beheren en bewaren van een zo compleet mogelijke collectie bronnen op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis. Programma Bedrijfsvoering Deelprogramma Documentmanagement Deelnemende par- Bunnik, Houten, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Vianen, Wijk bij Duurstede tijen Bestuurder(s) Dagelijks bestuur: J.J. Eijbersen Openbaar belang N.v.t. dat wordt behartigd Bestuurlijk belang Het collegelid vertegenwoordigd de gemeente Bunnik in het Algemeen Bestuur. Toelichting op de n.v.t. gemeentelijke financiële bijdrage Ontwikkelingen In 2014 is gemeente Vianen toegetreden tot de gemeenschappelijke regeling en zijn alle documenten die hier een relatie mee hebben aangepast. In 2014 zijn ook de archieven van Vianen overgedragen aan het RHC.
Overige relevante gegevens Relatie beoogd maatschappelijk effect
Daarnaast is er een “Plan e-Depotvoorziening 2015-2017” opgesteld om te onderzoeken hoe het RHC de wettelijk verplichte e-Depotvoorziening kan gaan realiseren. N.v.t. Het RHC levert een belangrijke bijdrage aan het culturele erfgoed binnen de gemeente en draagt dus bij aan verbetering van het klimaat op het gebied van kunst en cultuur.
Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI) Vestigingsplaats Zeist. Doel De RDWI heeft als doel kwalitatief hoogstaande diensten en producten aan te bieden op de terreinen van werk, inkomen, sociale werkvoorziening, reintegratie, schuldhulpverlening, inburgering en overige daarmee verband houdende onderwerpen. Programma Inkomen en werkgelegenheid. Deelprogramma Bijstandverlening, inkomensvoorzieningen, werkgelegenheidsvoorzieningen Deelnemende par- Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede, Zeist. tijen Bestuurder(s) Dagelijks bestuur: J.J. Eijbersen. Algemeen bestuur J.J. Eijbersen, R.A. Zakee Openbaar belang Waarborging en vergroting van kwaliteit, continuïteit, doelmatigheid en doeltrefdat wordt behartigd fendheid van de werkzaamheden op het terrein van sociale zaken. Bestuurlijk belang De gemeenteraad van Bunnik heeft twee collegeleden in het algemeen bestuur aangewezen. De bestuurlijke en strategische kaders voor de RDWI zijn door de deelnemende gemeenten medio 2014 neergelegd in een meerjarenbeleidsplan ‘Participatie en inkomen in de regio Kromme Rijn Heuvelrug, strategische kaders’. Toelichting op de Alle kosten van de RDWI worden doorberekend aan de deelnemende gemeengemeentelijke fi- ten. Dit gebeurt op basis van een begroting, jaarrekening en tussentijdse rappornanciële bijdrage tages. De p & c cyclus van de RDWI is afgestemd op die van de gemeente. Ontwikkelingen Op 1-1-2015 treedt de Participatiewet in werking. Deze wet heeft ingrijpende
74 Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI) gevolgen. Voorbeelden hiervan zijn: - Nieuwe doelgroepen waarvoor gemeenten verantwoordelijk zijn (ook jonggehandicapten met verdiencapaciteit); - de sociale werkvoorziening (instroom wordt stopgezet); - Financiën (waarop wordt flink bezuinigd).
Overige relevante gegevens
Relatie beoogd maatschappelijk effect
Door de nieuwe ontwikkelingen wordt de analyse gemaakt of samenwerkingsverbanden met organisaties met ervaring inzake Wet Sociale Werkvoorziening (BIGA-groen) aangegaan moeten worden. De directeur van de werkorganisatie van de RDWI is ambtelijk secretaris van het Bestuur van de GR. In het kader van het minimabeleid voert de gemeente Bunnik zelf het Participatiefonds Declaratie uit. Bestrijding armoedeproblematiek en bevordering van sociale en economische participatie.
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland (Wereldkidz) Vestigingsplaats Zeist. Doel Openbaar Onderwijs Programma Educatie. Deelprogramma Deelnemende par- Bunnik, Zeist, De Bilt, Veenendaal, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug. tijen Bestuurder(s) Geen bestuurlijke afvaardiging in stichtingsbestuur; begroting en jaarrekening WereldKidz behoeven instemming van het college. Openbaar belang N.v.t. dat wordt behartigd Bestuurlijk belang De gemeentelijke Er is Bunnik voor gekozen om het gemeentebestuur niet zelf de bestuurder van financiële bijdrage de openbare scholen voor basisonderwijs te laten zijn. Het bestuur van het openbaar onderwijs is op afstand van het gemeentebestuur geplaatst. De gemeente heeft geen financieel belang in de stichting. De stichting krijgt budget van het Rijk. Mocht de stichting op enig moment in gebreke blijven, dan kan de gemeente alsnog worden aangesproken. De gemeente blijft in het geval van openbaar onderwijs verantwoordelijk voor het genoegzaam voorzien in de behoefte aan openbaar onderwijs in de gemeente. Ontwikkelingen Het bestuur van Wereldkidz heeft in de tweede helft van 2013 een Plan van aanpak opgesteld om de uitgaven meer in overeenstemming te brengen met de inkomsten. In het jaar 2014 heeft het bestuur dit plan verder uitgevoerd en is de personele formatie in balans gebracht met het aantal leerlingen. Het aantal leerlingen in de regio daalt. Echter, de belangstelling voor openbaar onderwijs in Bunnik vertoont een licht stijgende lijn. Overige relevante N.v.t. gegevens Relatie beoogd N.v.t. maatschappelijk effect
Gebiedscoöperatie O-gen Vestigingsplaats Scherpenzeel. Doel De gebiedscoöperatie werkt samen met haar leden aan de verbetering van de vitaliteit en de kwaliteit voor het landelijk gebied van Gelderse Vallei, Heuvelrug en de Kromme Rijnstreek. Programma
Sport en recreatie.
75 Gebiedscoöperatie O-gen Deelprogramma Landschap. Deelnemende par- In de Gebiedscoöperatie O-gen werken overheden, maatschappelijke organisaties, terreineigenaren, ondernemers en particulieren uit de Geldersche Vallei, tijen Heuvelrug en Kromme Rijnstreek samen. Sinds 1 januari 2014 is het Programmabureau Kromme Rijnstreek onderdeel van Gebiedscoöperatie O-gen. Het bureau coördineert de projecten in de Kromme Rijnstreek van het gebiedsprogramma Agenda Vitaal Platteland (AVP) en het Europese LEADER Programma. Ook de Gebiedscommissie Kromme Rijnstreek maakt sinds 1 januari 2014 deel uit van de Gebiedscoöperatie O-gen. De Gebiedscommissie is een adviescommissie aan Gedeputeerde Staten voor de provinciale onderwerpen in het landelijk gebied. Daarnaast is de Gebiedscommissie betrokken bij het opstellen van het uitvoeringsprogramma van de regio. De volgende partijen zijn hierin vertegenwoordigd: gemeente Bunnik, gemeente Wijk bij Duurstede, gemeente Houten, gemeente Utrechtse Heuvelrug, Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden, Plaatselijke Groep LEADER Kromme Rijn, Agrarische Natuurvereniging Kromme Rijnstreek, Stichting Terecht Anders, Utrechts Particulier Grondbezit, LTO-Noord, Natuur- en Milieufederatie Utrecht, Utrechts Landschap, mede namens Landschap Erfgoed Utrecht en Staatsbosbeheer. De Plaatselijke Groep LEADER krijgt ook een plek in de organisatie van O-gen. Bestuurder(s) Openbaar belang dat wordt behartigd Bestuurlijk belang De gemeentelijke financiële bijdrage Ontwikkelingen
Overige relevante gegevens Relatie beoogd maatschappelijk effect
collegelid R. Zakee is lid van de gebiedscommissie Kromme Rijnstreek, onderdeel van AVP-gebied Oost Realiseren van een vitaal platteland en een aantrekkelijk landschap binnen de Kromme Rijnstreek, stimuleren van plattelandsondernemerschap. collegelid R. Zakee is lid van de gebiedscommissie Kromme Rijnstreek, onderdeel van AVP-gebied Oost Gemeente Bunnik betaalt € 5.000,- voor lidmaatschap van gebiedscoöperatie O-gen. In 2014 heeft de gemeente Bunnik besloten om voor de periode van een jaar lid te worden van de nieuwe gebiedscoöperatie O-gen. Begin 2015 bepaalt de gemeente Bunnik of de samenwerking in de gebiedscoöperatie O-gen voor de gemeente Bunnik zinvol is en of zij het lidmaatschap voor meerdere jaren voortzet. N.v.t. Gebiedscoöperatie O-gen is een belangrijk samenwerkingsverband voor platteland ondernemerschap binnen het Kromme Rijngebied en speelt daarmee een essentiële rol bij het realiseren en in stand houden van een vitaal platteland.
Deelnemingen Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) De gemeente is aandeelhouder van de Bank Nederlandse Gemeenten. De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Waterleidingbedrijf Vitens De gemeente is aandeelhouder in deze vennootschap. De vennootschap heeft ten doel de uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf, daaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, alsmede het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.
76
5. Kapitaalgoederen Kapitaalgoederen zijn investeringen met een langdurig economisch of maatschappelijk nut. Kapitaalgoederen zijn wegen, riolering, water, groen, gebouwen, automatisering en inventarissen (zgn. materiële activa), maar ook bijvoorbeeld bestemmingsplannen (zgn. immateriële activa). Al deze kapitaalgoederen dienen “onderhouden” te worden. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan zijn bepalend voor het voorzieningenniveau en de jaarlijkse lasten. In de Nota financieel beleid zijn de volgende uitgangspunten ten aanzien van kapitaalgoederen opgesteld: • Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut, voor zover ze niet in het kader van grondexploitatie worden getroffen, activeren; • Investeringen met een economisch nut worden geactiveerd en conform de waardevermindering van de investeringen, op consistente wijze afgeschreven; • Gronden en terreinen worden geactiveerd, maar niet op afgeschreven; • Onderhoud dat niet levensduurverlengend is wordt niet geactiveerd; • Onderhoudswerkzaamheden, die leiden tot een nieuwe functionaliteit van het actief of een duidelijke technische verandering mogen wel worden geactiveerd; • Activa met een verkrijgingsprijs minder dan € 5.000 of een afschrijvingslast minder dan € 500 worden niet geactiveerd. Het beleid van de gemeente Bunnik voor de kapitaalgoederen wegen, riolering, gebouwen en groen is onder andere opgenomen in de volgende onderhoudsplannen en daarnaast is het niveau van onderhoud aangegeven. Soort eigendom
Onderhoudsplan
Onderhoudsniveau o.b.v. Onderhoudsplan
Wegen
Wegenplan 2009
Goed
Riolering
vGRP 2012 tot en met 2016
Goed
Water
Goed
Gebouwen – scholen
Waterplan 2008 - 2015 Onderhoudsplan d.d. 1 juli 2005 Scholen Het Kwartier Werkhoven (nieuwbouw) onderhoudsplan 2011 bij Beheerstichting Barbaraschool 2012
Gebouwen – gemeentehuis
Onderhoudsplan d.d. mei 2013
Redelijk/goed
Gebouwen –overige
Onderhoudsplan d.d. mei 2013
Redelijk/goed
Openbaar groen
Bomenbeheerplan 2011
Redelijk
Goed. Meerjarenonderhoudsplan MFA De Kersentuin is in voorbereiding.
In het onderhoudsbeheerplan voor wegen is geen rekening gehouden met totale vervanging van wegen. Daar steeds de afweging zal worden gemaakt of vervanging noodzakelijk is, wordt dit beschouwd als de aanleg van een nieuwe weg. Dit zal steeds bij afzonderlijke besluitvorming plaats vinden. Dergelijke uitgaven zullen worden geactiveerd en in 30 jaar worden afgeschreven. Dit is in overeenstemming met de uitgangspunten in de Nota financieel beleid.
77 De totale vervanging van riolering is in het Gemeentelijk Riolerings Plan 2012-2016 begrepen. De werkingsduur van dit GRP is vijf jaar en daarna (in 2017) wordt een hernieuwd vGRP opgesteld met een geactualiseerde financiële berekening. Met betrekking tot de vervanging van een gebouw is dit niet in de onderhoudbeheersplannen opgenomen met een vergelijkbare redenering als bij de onderhoudsplannen van wegen (zie Nota financieel beleid). De scholen in Werkhoven zitten in Het Kwartier en de scholen in Odijk zitten in Het Palet Het beheer is ondergebracht in de beheerstichting; de beheerstichting is verantwoordelijk voor het periodiek onderhoud. Daarnaast zijn bijna alle scholen in Bunnik (met uitzondering van de Barbaraschool) verhuisd naar de multifunctionele accommodatie De Kersentuin. In de hiernavolgende tabel wordt het onderhoud ten laste van de getroffen financiële voorzieningen aangegeven.
Overzicht onderhoudsuitgaven 2014 Op grond van de vastgestelde meerjarenonderhoudsplannen zijn in 2014 de volgende uitgaven gedaan ten laste van de onderhoudsvoorzieningen. Begroting 2014 Rekening 2014 7603008 7603009
Overige gebouw en - gebouw muziekschool * - ambtsw oning burgemeester
7603010
- brandw eergarage Bunnik
7603011
- brandw eergarage Werkhoven
7603012
4.455 27.085
65.085 -
7.287
-
13.575
43.147
- jeugaccomodatie Odijk
6.683
2.337
7603015
- w oning Langstraat 11
236
-
7603016
- poortgebouw begraafplaats
7603017
-
-
- gebouw en gemeentew erf
15.357
19.050
7603018
- gemeentehuis
29.547
5.047
7603022
- muziektent Werkhoven
-
-
104.225
134.666
314.000
333.317
314.000
333.317
418.225
467.984
Overig onderhoud 7603019
- w egen
Totaal onderhoudsuitgaven Ad * Voorziening is vervallen i.v.m. afrekening De kersentuin
78
6. Financiering Algemene ontwikkelingen In 2011 is het treasurystatuut geactualiseerd. Dit statuut geeft kaders waarbinnen het college en de ambtelijke organisatie moeten blijven bij het beheer van de kasmiddelen en het aantrekken van geldleningen op de korte en de lange termijn. Uitgangspunt van het statuut is een risicomijdend beleid bij het uitzetten/beleggen van overtollige kasgelden. Het treasurystatuut sluit hierbij volledig aan op de verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet, vastgesteld in 2012 (de Financiële verordening). Kasbeheer De gemeente heeft de beschikking over rekeningen bij de N.V. Bank Nederlandse gemeenten (BNG), de Rabobank. Vrijwel alle betalingen en ontvangsten lopen via de BNG. Met deze bank is een zogenaamde raamovereenkomst gesloten. Dit houdt in dat indien het saldo op de rekening boven of beneden bepaalde grenzen komt automatisch een gunstiger renteregiem geldt. Hiertegenover staat dat, indien middelen worden aangetrokken of uitgezet bij een andere bank, een renteverschil ten opzichte van de BNG-tarieven aanwezig moet zijn van ten minste 0,05%. Renterisicobeheer Renterisicobeheer omvat het beperken van de invloed van externe rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente. De Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) beoogt grote fluctuaties in rentelasten van lagere overheden te voorkomen. Hiertoe wordt via de kasgeldlimiet een maximum gesteld aan het met kortlopende leningen voorzien in de financieringsbehoefte. Achtergrond is dat de rente van kortlopende (kasgeld)leningen in korte tijd sterk kunnen fluctueren. In de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) staat de bepaling van de renterisconorm. De kasgeldlimiet wordt bepaald op een percentage van 8,5% van het totaal van de exploitatie-uitgaven van het dienstjaar. Voor 2014 lag de kasgeldlimiet op ca 8,5% x € 24,8 mln. = € 2,1 miljoen. In 2014 is de kasgeldlimiet niet overschreden. Op dit moment (februari 2014) bedraagt de rente van kasgeldleningen circa 0,2 % en voor in deposito gezette gelden is op aanvraag. Het tarief voor langlopende geldleningen (25 jaar) bedraagt op het moment van samenstellen van dit jaarverslag circa 1,07%. Voor het beheersen van het renterisico op de vaste geldleningen door het aanbrengen van spreiding in de looptijd in de leningenportefeuille is de renterisiconorm ingevoerd. Deze norm bedraagt 20 % van het begrotingstotaal. Voor 2014 lag deze norm op € 5,0 miljoen. Hieraan moet worden getoetst het totaal van de in dat jaar verschuldigde aflossingen vermeerderd met de restschuld van de leningen, waarvan het rentepercentage in dat dienstjaar contractueel moet worden herzien en verminderd met eventueel nieuw aangetrokken geldleningen. Er zijn geen leningen aanwezig waarvan de rente tijdens de looptijd kan worden veranderd. In 2014 is in totaal € 1,5 miljoen afgelost op de vaste geldleningen. Hiermee wordt ruimschoots binnen de norm gebleven. Gemeentefinanciering De financieringspositie is enerzijds afhankelijk van de financieringsbehoefte die voortvloeit uit voorgenomen investeringen en anderzijds uit mogelijke investeringssubsidies en de verwachte opbrengsten uit de grondexploitaties. Maandelijks wordt er een liquiditeitenbegroting opgesteld zodat er een beeld is wat de financieringspositie is. Discrepanties in de financieringsbehoefte zullen naar verwachting van betrekkelijk korte duur zijn. Deze zullen in eerste instantie opgevangen worden via korte financieringen. Indien op grond van de Wet Fido vaste financieringsmiddelen moeten worden aangetrokken zal dit toch voor een periode van maximaal 5 tot 10 jaar nodig zijn. Stand van de vaste leningen op 1 januari 2014 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen
€ 11.113.445 € 2.000.000 € 1.456.723
Stand van de vaste leningen per 31 december 2014
€ 11.656.722
De gemiddelde rente van deze vaste financieringsmiddelen ligt op ca. 3,9%.
79
7. Grondbeleid Grondbeleid algemeen Grondexploitatie is het proces waarbij grond wordt aangekocht, bouwrijp wordt gemaakt en rioleringen en wegen worden aangelegd om vervolgens de grond te verkopen voor de bouw van woningen of bedrijven. Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van de programma’s Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving, Economische ontwikkelingen, Verkeer en Vervoer, Sport, Recreatie en Landschap. Daarnaast heeft het grondbeleid een grote financiële impact. De financiële baten, maar vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de algemeen financiële positie. Het grondbeleid voor de gemeente Bunnik staat vermeld in de nota Grondbeleid 2008.. Onder grondbeleid wordt verstaan de positie die de gemeente in wil nemen ten behoeve van uitbreiding voor woningbouw, bedrijventerreinen en overige doeleinden. Er is een onderscheid tussen actief en faciliterend (passief) grondbeleid. Actief grondbeleid houdt in dat de gemeente zelf grond verwerft, bouwrijp maakt en uitgeeft. Bij faciliterend grondbeleid stelt de gemeente voorwaarden aan de ontwikkeling van grond in eigendom van een particulier. Vanaf 2010 heeft de gemeente Bunnik het actieve grondbeleid omgezet in passief grondbeleid, dat wil zeggen de gemeente stelt de voorwaarden aan de ontwikkeling van grond in eigendom van een particulier. De volgende grondexploitaties waren in 2014 in uitvoering: Plan Rijneiland: De woningbouw in de fases 1 t/m 4 is afgerond. Begin 2014 zijn de woningen in fase 6 opgeleverd. Het betreft 13 rijwoningen. Aansluitend zijn de werkzaamheden voor het woonrijp maken ter hand genomen en afgerond. In fase 5 (12 vrije sector kavels) waren nog 4 kavels beschikbaar. Na een herijking van de prijsstelling zijn 3 kavels verkocht. Er is nog één kavel beschikbaar. Afgaande op de getoonde belangstelling en de aantrekkende woningmarkt wordt verwacht dat deze laatste kavel begin 2015 wordt verkocht. Scholeneiland Odijk Medio 2013 is Van Wijnen gestart met de bouw van 43 vrije sector huurappartementen en 14 koopappartementen. De bouw van de woningen en de (her)inrichting van de openbare ruimte zijn in 2014 afgerond. De huurappartementen zijn volledig bewoond. Van de koopappartementen zijn er nog enkele beschikbaar. Door de introductie van een staterslening door Van Wijnen komt de verkoop nu op gang. In het plan zijn ook 4 grondgebonden twee-onder-een kapwoningen opgenomen. Deze woningen zijn bedoeld voor senioren en hebben een volledig woonprogramma op de begane grond. Ondanks toenemende belangstelling voor deze woningen is Van Wijnen nog niet gestart met de bouw. MOB-complex te Odijk De laatste kavel is op 1 juli 2013 verkocht. Als uitvloeisel van het bestemmingsplan en de daarin vastgelegde bebouwingsmogelijkheden moet voorzien worden in voldoende waterberging. Deze werkzaamheden zijn gekoppeld aan een verzoek van de ondernemers voor herijking van het planologisch kader. De gesprekken hierover lopen nog, waardoor de uitvoering van de waterberging is uitgesteld tot 2015. Project Breed Werkhoven Delteijkterrein De gemeente heeft een overeenkomst afgesloten met een ontwikkelaar over de realisatie van 26 woningen. Het gaat hierbij om 14 sociale huurappartementen en 12 eengezinswoningen. In 2013 is de bouw e e gestart met de 1 fase van de eengezinswoningen. Start bouw van de 2 fase is in 2014 gestart. Eveneens is in 2014 gestart met de bouw van de sociale huurappartementen. Deze worden door Lekstede Wonen uit Vianen afgenomen.
80 De Werkhof De gemeente heeft voor de realisatie van 13 eengezinswoningen een overeenkomst afgesloten met een ontwikkelaar. Start bouw van het eerste deel van de eengezinswoningen is gestart in 2013. Start bouw van het overig deel van de woningen gestart in 2014. Van de 15 vrije kavels staan nog 6 kavels te koop. Project Dorpshart Bunnik MFA In juni 2012 is de bouw van de MFA gestart. Het gebouw is in oktober 2013 opgeleverd. De bouw van de zorg- en starterswoningen is vertraagd. Het oorspronkelijk plan van zorg- en starterswoningen bleek als gevolg van bezuinigingen in de AWBZ niet haalbaar. Er worden nu een aantal alternatieven voor deze locatie uitgewerkt. Anne Frankterrein Voor de ontwikkeling van de locatie Anne Frankschool is begin 2014 een overeenkomst afgesloten met een ontwikkelaar voor realisatie van 29 koopwoningen. Na de sloop van de Anne Frankschool start in het voorjaar van 2015 de bouw. Churchillterrein Voor deze locatie is, in plaats van de oorspronkelijke geplande woningbouw in 2013, een overeenkomst afgesloten ten behoeve van de uitbreiding van de Albert Heijn. In 2014 is hiervoor een gewijzigd bestemmingsplan vastgesteld. De bouw van de uitbreiding vindt in 2015 plaats. Odijk-West (locatie ’t Burgje) In november 2013 is besloten om het project Odijk met als opgave realisatie van 1000 woningen te beeindigen en alleen in te zetten op de ontwikkeling van locatie ’t Burgje. Voor deze ontwikkeling wordt op basis van minimale spelregels een aanbesteding voorbereid en een aanbestedingsleidraad opgesteld. Hierin wordt ook de aanvullende randvoorwaarde uit het coalitieakkoord ten aanzien van energiezuinige woningen opgenomen. Er heeft een uitgebreide marktconsultatie plaatsgevonden. Daarnaast is met deskundigen en raadsleden gesproken over de verschillende mogelijkheden van energiezuinig bouwen. Ook is er een excursie georganiseerd naar twee energiezuinige woningbouwprojecten in de regio. De aanbesteding zal starten in de eerste helft van 2015. Daarnaast zijn de gronden van locatie ‘t Burgje tijdelijk in beheer gegeven bij een anti-kraak instantie. Op dit moment maakt o.a. Reinaerde gebruik van de boerderij. Voor de gronden van Peek (Schoudermantel 62) wordt gezocht naar een tijdelijke gebruiksvorm. De overige agrarische gronden die in eigendom zijn van de gemeente worden verpacht. Particuliere ontwikkelingen Naast de gemeentelijke grondexploitatiegebieden is de gemeente ook voorwaarden scheppend betrokken bij een aantal particuliere gebiedsontwikkelingen. Deze projecten komen tot stand op basis van tussen de gemeente en de particuliere exploitant afgesloten samenwerkings- en bouwexploitatieovereenkomsten. Van Dam-terrein Bunnik Er hebben in 2014 gesprekken plaatsgevonden met het bedrijf over de stand van zaken met betrekking tot een mogelijke verplaatsing van het bedrijf uit Bunnik en de ontwikkeling van het terrein met woningbouw. Dit heeft nog niet geleid tot concrete afspraken hierover. Kemp In 2013 is met een ontwikkelaar een bouw-exploitatieovereenkomst afgesloten ten behoeve van de realisatie van circa 60 woningen aan de Achterdijk in Werkhoven en is de bestemmingsplanprocedure gestart. In 2014 is het ontwerpbestemmingsplan heeft in het derde kwartaal van 2014 ter visie gelegen en ligt in het eerste kwartaal 2015 ter vaststelling in de raad. In 2014 is gestart met de verkoop van de woningen. Winstneming 2014 Bij afsluiting van een grondexploitatie, of eventueel tussentijds als de exploitatie dit mogelijk maakt, zal een eventueel voordelig saldo worden toegevoegd aan de algemene reserve. In 2014 is een verplichte winstneming genomen voor Rijneiland en Delteijk van € 328.700. Verliesneming 2014 Bij afsluiting van een grondexploitatie, of als tussentijds blijkt dat een project verliesgevend gaat zijn, zal een verliesneming genomen moeten worden. Voor scholeneiland Odijk is een verliesneming genomen, hiervoor was al een voorziening gevormd.
81
Risico’s 2014 Met betrekking tot de grondexploitatie zijn de kosten verwerkt in de grondprijsberekeningen.
82
Jaarrekening
83
Het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over het begrotingsjaar
Lasten
Programm a 1. Burger en Bestuur Programm a 2. Openbare Orde en Veiligheid Programm a 3. Verkeer en Vervoer Programm a 4. Economische ontwikkeling Programm a 5. Educatie Programm a 6. Sport, Recreatie en Landschap Programm a 7. Maatschappelijke ondersteuning Programm a 8. Inkomen en werkgelegenheid Programm a 9. Milieu Programm a 10. Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving Programm a 11. Dekkingsmiddelen Voor bestemming Toevoegingen reserves Na bestemming
Baten
Programm a 1. Burger en Bestuur Programm a 2. Openbare Orde en Veiligheid Programm a 3. Verkeer en Vervoer Programm a 4. Economische ontwikkeling Programm a 5. Educatie Programm a 6. Sport, Recreatie en Landschap Programm a 7. Maatschappelijke ondersteuning Programm a 8. Inkomen en werkgelegenheid Programm a 9. Milieu Programm a 10. Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving Programm a 11. Dekkingsmiddelen Voor bestemming Mutatie reserves Na bestemming
Saldo
Gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten Toevoegingen/onttrekkingen reserves Gerealiseerde resultaat
Begroot voor wijziging (x € 1.000)
7.641,0 1.218,6 1.479,7 22,3 1.033,9 1.056,6 3.416,0 2.181,7 2.456,8 3.284,1 1.020,6 24.811,5 0,0 24.811,5
Begroot voor wijziging (x € 1.000)
260,4 27,5 14,2 15,1 53,8 346,1 610,7 1.513,9 2.427,6 2.141,4 17.400,6 24.811,5 0,0 24.811,5 Begroot voor wijziging (x € 1.000)
0,0 0,0 0,0
Begroot Werkelijk Verschil na gerealiseerd wijziging (A) (B) (A) - (B) (x € 1.000) (x € 1.000) (x € 1.000)
7.797,9 1.320,8 1.476,7 22,2 1.206,9 1.074,5 3.439,5 2.233,7 2.575,3 5.817,4 5.306,4 32.271,3 0,0 32.271,3
7.891,8 1.061,6 1.266,0 22,1 1.216,4 1.097,0 3.434,8 2.526,3 2.130,0 8.410,3 707,2 29.763,3 8.656,2 38.419,5
-93,9 259,2 210,7 0,1 -9,5 -22,4 4,7 -292,6 445,3 -2.592,8 4.599,1 2.508,0 -8.656,2 -6.148,2
Begroot Werkelijk Verschil na gerealiseerd wijziging (A) (B) (A) - (B) (x € 1.000) (x € 1.000) (x € 1.000)
291,2 27,5 14,2 15,1 53,3 346,1 695,9 1.513,9 2.531,9 4.939,5 21.957,7 32.386,3 0,0 32.386,3
311,3 38,8 33,9 16,0 101,8 341,8 752,2 1.860,9 2.501,5 7.788,3 17.041,1 30.787,5 9.739,4 40.526,9
-20,1 -11,3 -19,7 -0,8 -48,5 4,3 -56,3 -346,9 30,3 -2.848,8 4.916,6 1.598,8 -9.739,4 -8.140,6
Begroot Werkelijk Verschil na gerealiseerd wijziging (A) (B) (A) - (B) (x € 1.000) (x € 1.000) (x € 1.000)
-115,0 0,0 -115,0
-1.024,2 -1.083,1 -2.107,4
909,2 1.083,1 1.992,3
In bovenstaand overzicht is het resultaat voor en na bestemming weergegeven. In de programma’s staan de baten en lasten weergegeven inclusief toevoegingen en onttrekkingen uit de reserves. In bovenstaand tabel staan de baten en lasten exclusief de toevoegingen en onttrekkingen uit de reserves.
84
Balans
31-12-2014
31-12-2013
31-12-2014
ACTIVA
PASSIVA
VASTE ACTIVA:
EIGEN VERMOGEN:
- immateriële vaste activa - materiële vaste activa economisch nut
32.643
78.886
26.810.365
33.122.578
- materiële vaste activa met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
5.086.112
- materiële vaste activa maatschappelijk nut
2.787.680
3.118.733
351.310
362.560
- financiële vaste activa
Totaal vaste activa
- reserves
27.023.381
29.652.616
2.107.374
1.546.090-
29.130.755
28.106.526
5.705.814
5.339.928
Totaal vaste schulden met een rente-typische looptijd van 1 jaar of langer
11.656.722
11.115.558
Totaal vaste passiva
46.493.291
44.562.012
1.210.787
2.434.524
504.389
1.197.790
1.715.176
3.632.314
- nog te bestemmen resultaat Totaal eigen vermogen
35.068.110
31-12-2013
-
36.682.757
VOORZIENINGEN LANGLOPENDE SCHULDEN
VLOTTENDE ACTIVA:
VLOTTENDE PASSIVA
Voorraden
6.055.272
6.204.225
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
4.320.265
2.449.426
204.963
2.066.207
2.559.857
791.711
Totaal vlottende activa
13.140.357
11.511.569
Totaal vlottende passiva
TOTAAL ACTIVA
48.208.467
48.194.326
TOTAAL PASSIVA
48.208.467
48.194.326
Gewaarborgde geldleningen/garantstellingen
23.324.510
24.622.646
Liquide middelen Overlopende activa
Overlopende passiva
85 GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
Balans
Algemeen De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft. Immateriële en materiële vaste activa De immateriële en materiële vaste activa zijn opgenomen tegen historische verkrijgings- en/of vervaardigingsprijzen of lagere marktwaarde verminderd met eventuele ontvangen investeringsbijdragen en gecumuleerde (in het algemeen lineaire) afschrijvingen. Activering en afschrijvingstermijnen vinden plaats conform nota Financieel Beleid 2013. Op grond wordt niet afgeschreven. Per november 2014 is in de vernieuwde voorschriften Besluit begroting en verantwoording (BBV) de nieuwe categorie "Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven" opgenomen. Voor deze nieuwe categorie gelden dezelfde grondslagen. In de toelichting in de balans wordt het overgaan van materiële activa maatschappelijk nut of economisch nut naar de nieuwe categorie aangeduid met ‘reclassificatie’. Afschrijvingstermijnen • Globaal kan voor regelmatig voorkomende investeringen de volgende afschrijvingstermijn worden aangehouden: Gebouwen 40 jaar Gronden geen afschrijving Inventaris gebouwen 15 jaar Automatisering 4 jaar Personeelsvoertuigen 7 jaar Wegaanleg 25 jaar Rioolaanleg 60 jaar Persleidingen en pompputten riolering 45 jaar Pompinstallaties riolering 15 jaar • De methode van lineaire afschrijving wordt gehanteerd. • Annuïtaire afschrijving wordt uitsluitend gekozen indien tegenover de investeringslast inkomsten staan.
Financiële activa en passiva Verstrekte en opgenomen geldleningen zijn opgenomen tot het nominaal verstrekte bedrag minus de ontvangen aflossingen. De deelnemingen en effecten zijn opgenomen tegen verkrijgingsprijzen of lagere marktwaarde.
Voorraden De voorraden burgerzaken zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijzen of lagere marktwaarde. Nog niet in exploitatie genomen gronden zijn gewaardeerd tegen de historische verkrijgingsprijzen of lagere marktwaarde, vermeerderd met bijgeschreven rente en exploitatiekosten en (voor een complex) door de exploitatie van het complex te dekken (gekapitaliseerde) kosten. Onderhanden werken zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingskosten, of lagere marktwaarde vermeerderd met de bijgeschreven rente en exploitatiekosten en verminderd met de opbrengst wegens gerealiseerde verkopen. Vorderingen en overlopende activa Vorderingen zijn opgenomen tegen nominale waarde. Voor het risico van mogelijke oninbaarheid zijn voorzieningen gevormd. De omvang van de voorzieningen is deels gebaseerd op een beoordeling van individuele vorderingen en deels geschat op basis van de ouderdom van de vorderingen. Voorzieningen Voorzieningen voor onderhoud c.a.
86 Voorzieningen voor onderhoud zijn gebaseerd op onderhoud- en beheerplannen over een periode van 10 jaar. Voorzieningen voor verplichtingen Voorzieningen voor verplichtingen zijn gebaseerd gedeeltelijk op de nominale waarde en gedeeltelijk op de contante waarde van de desbetreffende verplichtingen. Voorzieningen wegens uit te voeren werken voor afgesloten projecten grondexploitatie zijn gebaseerd op de gecalculeerde nog te maken kosten op het moment van afwikkeling van de desbetreffende complexen. Vaste schulden Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva De vlottende passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarden. Borg- en garantstellingen Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen. Grondslagen voor de bepaling van het saldo Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben. Grondexploitatie Als resultaat van de grondexploitatie wordt aangemerkt het resultaat van de afgewikkelde complexen en de kosten die naar verwachting niet door de grondexploitatie kunnen worden terugverdiend. Complexen worden definitief afgewikkeld wanneer alle voor verkoop beschikbare kavels zijn verkocht en vrijwel alle werkzaamheden voor bouw- en woonrijpmaken zijn gerealiseerd. Indien sprake is van een positief saldo, wordt verantwoord winst uitgenomen. Voor zover voor deze complexen nog kosten gemaakt moeten worden, wordt daarvoor een voorziening gevormd. De baten en lasten van de nog niet in exploitatie genomen complexen en de onderhanden werken worden verrekend met de boekwaarden van deze gronden. Van enkele terreinen, waarvan nog geen concrete exploitatie is voorgenomen, worden de lasten ten laste gebracht van de exploitatierekening, dit gezien de onzekerheid van de mogelijkheid tot verhaal van de volledige kosten in de toekomst. Rente Het renteresultaat is verantwoord op het product "Financiering". De rentelasten betreffen het saldo van de betaalde en de ontvangen rente, vermeerderd met de gecalculeerde bespaarde rente over reserves en voorzieningen. De rentebaten betreffen de aan de diverse producten toegerekende rente. Kostenplaatsen De verdeling van de kosten van de kostenplaatsen over de diverse producten geschiedt voornamelijk op basis van de inzet van personeel en tractiemiddelen.
87
Toelichting op de Balans TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2014 VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa
1) Kosten van onderzoek en ontwikkeling 2) Kosten Afsluiten geldleningen/Saldo agio en disagio Totaal Mutaties Immateriële vaste activa
Boekwaarde 31 december 2013
Boekwaarde 31-12-2013
32.643 32.643 Kosten van onderzoek en ontwikkeling 78.886
78.886 78.886 afsluiten geldleningen/ saldo agio en disagio -
Totaal
78.886
Investering in het jaar
143.459
Desinvesteringen Bijdragen van derden
-
-
222.345 189.702 -
-
222.345 189.702 -
32.643
-
32.643
Afschrijving in het boekjaar Afwaardering in het boekjaar Boekwaarde 31 december 2014 Materiële vaste activa
1) Gronden en terreinen 2) Woonruimten 3) Bedrijfsgebouwen *
Boekwaarde 31-12-2014
143.459
Boekwaarde 31-12-2013
2.475.585 121.723 23.179.789
2.682.420 121.723 24.221.088
2.564.343 71.700
2.867.691 5.112.090
47.880
56.849
7) Machines, apparaten en installaties (maatschappelijk) 8) Machines, apparaten en installaties (economisch)
155.341 595.139
169.354 565.483
9) Overige materiële vaste activa (maatschappelijk) 10) Overige materiële vaste activa (economisch) 11) investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
67.996 318.549
81.687 362.926
5.086.112
-
34.684.157
36.241.311
4) Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (maatschappelijk) 5) Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (economisch) 6) Vervoermiddelen
Totaal *
Boekwaarde 31-12-2014
In de jaarrekening 2014 zijn de vergelijkende cijfers 2013 met € 72.000 aangepast en sluit zodoende niet met de jaarrekening 2013. Bij materiele vaste activa zijn de vergelijkende cijfers bedrijfsgebouwen € 72.000 verlaagd en de financiële vaste activa Bijdrage aan activa in eigendom van derden met hetzelfde bedrag verhoogd. Conform de aanpassingen 2014 in de Besluit begroting en verantwoording (BBV) is categorie 'investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven' opgenomen.
88 Mut Materiële vaste activa Economisch nut
Boekwaarde per 31 december 2013
Gronden en terreinen (opstallen)
Woonruimten
Bedrijfsgebouwen
2.682.420
121.723
24.221.088
Herclassifactie * Investering in het jaar
236.079
-
4.143.104
Desinvesteringen Bijdragen van derden
222.499-
-
4.639.000-
Afschrijving in het jaar Afwaardering in het boekjaar
2.696.000 220.415 -
121.723 -
23.725.192 545.403
Boekwaarde 31 december 2014
2.475.585
121.723
23.179.789
Mut Materiële vaste activa Economisch nut
Boekwaarde per 31 december 2013
Herclassifactie * Investering in het jaar Desinvesteringen Bijdragen van derden
Afschrijving in het jaar Herclassificatie afschrijving * Afwaardering in het boekjaar
Boekwaarde 31 december 2014
Mut Materiële vaste activa Economisch nut
Boekwaarde per 31 december 2013
Herclassifactie * Investering in het jaar Desinvesteringen Bijdragen van derden
Afschrijving in het jaar Herclassificatie afschrijving * Afwaardering in het boekjaar
Boekwaarde 31 december 2014
Grond-, wegen waterbouwkundige werken (economisch) 5.112.090
Vervoermiddelen
56.849
5.035.39025.673 -
-
102.373 133.308 102.635-
56.849 8.969
71.700
47.880
Overige materiële vaste activa (economisch) 362.926 -
47.290 6.777403.439 84.890 -
318.549
-
Machines, apparaten en installaties (economisch) 565.483
2.200226.852 65.752724.383 130.344 1.100-
595.139
Totaal
(economisch) 33.122.579
5.037.5904.678.998 4.868.27665.75227.829.959 1.123.329 103.735-
26.810.365
* Dit betreft de herclassificatie naar Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.
89 Mut Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven Herclassificatie vanuit: Grond-, wegGrond-, wegMachines, en waterbouw- en waterbouw- apparaten en kundige werk kundige werken installaties (maatschap.) (economisch) (economisch) Herclassificatie in 2014 Investering in het jaar Desinvesteringen Bijdragen van derden
Totaal
182.851 -
5.035.390 -
2.200 -
5.220.441 -
Afschrijving in het jaar Afwaardering in het boekjaar
182.851 30.594 -
5.035.390 102.635 -
2.200 1.100 -
5.220.441 134.329 -
Boekwaarde 31 december 2014
152.257
4.932.755
1.100
5.086.112
Machines, apparaten en installaties (maatschap.) 169.354
Overige materiële vaste activa (maatschap.) 81.687
Mut Materiële vaste activa Maatschappelijk nut Grond-, wegen waterbouwkundige werk (maatschap.) Boekwaarde per 31 december 2013 2.867.691
Totaal
(maatschap.) 3.118.732
Herclassifactie * Investering in het jaar
182.851247.019
-
8.161
182.851255.180
Desinvesteringen Bijdragen van derden
2.645187.879-
-
6.800-
2.645194.679-
Afschrijving in het jaar Herclassificatie afschrijving * Afwaardering in het boekjaar
2.741.335 207.586 30.594-
169.354 14.013 -
83.048 15.052 -
2.993.737 236.651 30.594-
Boekwaarde 31 december 2014
2.564.343
155.341
67.996
2.787.680
Financiële vaste activa
1) Overige uitzettingen ≥ 1 jaar 2) Bijdragen aan activa in eigendom van derden Totaal
Boekwaarde 31-12-2014
Boekwaarde 31-12-2013
36.810 314.500 351.310
36.810 325.750 362.560
Boekwaarde 31 december 2013
36.810
Bijdragen aan activa in eigendom van derden 325.750
Vermeerdering in het jaar Vermindering in het boekjaar Afschrijving/aflossing in het jaar Boekwaarde 31 december 2014
36.810
11.250 314.500
Mutaties Financiële vaste activa
Overige uitzettingen(≥ 1j.)
90 Boekwaarde 31-12-2014 De overige uitzettingen ≥ 1 jaar betreffen de volgende posten: - Bank Nederlandse Gemeenten ( 3.000 st.) - Aandelen N.V. Vitens Totaal
Boekwaarde 31-12-2013
23.496 13.314 36.810
23.496 13.314 36.810
VLOTTENDE ACTIVA Boekwaarde 31-12-2014
Voorraden Waardedocumenten Burgerzaken Verspreide gronden Onderhanden werk (incl. bouwgronden in exploitatie)
Boekwaarde 31-12-2013
1.105 525.362
A) Verliesvoorziening grondexploitatie BIE A) Verliesvoorziening grondexploitatie NIEGG Nog niet in exploitatie genomen gronden Totaal
2.715 3.202.096
14.6455.135.94810.679.398 6.055.272
1.788.0025.362.44810.149.864 6.204.225
A) Verliesvoorziening grondexploitatie BIE; betreft afwaardering Scholeneiland Odijk A) Verliesvoorziening grondexploitatie NIEGG; betreft afwaardering Odijk West en Percelen Stationsweg
Waardedoc. Burgerzaken 2.715 1.610-
Mutaties Voorraden Boekwaarde 31 december 2013 Mutatie naar in exploitatie genomen gronden Vermeerdering in het jaar Vermindering in het boekjaar Boekwaarde 31 december 2014
1.105
Gronden in exploitatie 3.202.096 558.888 3.235.622525.362
Nog niet in exploitatie genomen gronden De niet in exploitatie genomen gronden betreffen de volgende complexen: Boekwaarde 31-12-2014 - Odijk-West 10.316.128 - Bedrijventerrein Bunnik 31.911 - Panden Stationsweg 51, 53 en 55 331.359 10.679.398
Gronden niet in expl. 10.149.864 529.534 10.679.398
Boekwaarde 31-12-2013 9.786.594 31.911 331.359 10.149.864
Van de niet in exploitatie genomen bouwgronden kan het volgende overzicht worden gegeven:
Nog niet in exploitatie genomen gronden
- Odijk-West - Bedrijventerrein Bunnik - Panden Stationsweg 51, 53 en 55 Totaal
Gemiddelde boekwaarde per m2 NIEGG
Boekwaarde 31-12-2013
Investeringen
Desinvesterin gen
9.786.594 31.911 331.359
529.534 -
-
10.149.864
529.534
-
€ 44,65
Boekwaarde 31-12-2014
10.316.128 31.911 331.359 10.679.398
91
Boekwaarde 31-12-2014
Boekwaarde 31-12-2013
In exploitatie genomen gronden De in exploitatie genomen gronden betreffen de volgende complexen: - Churchillhal 111.542- Anne Frankterrein 159.491- Rijneiland 118.211- Scholeneiland Odijk - Burgweg 265.502- Werkhofterrein 1.001.239 - Delteijk 418.739- Scholeneiland Bunnik 597.608 Totaal 525.362
104.060 177.829 279.4501.731.064 278.2951.052.138 255.639 439.111 3.202.096
Van de bouwgronden in exploitatie kan het volgende overzicht worden gegeven:
In exploitatie genomen gronden
Boekwaarde 31-12-2013
Investeringen
Desinvesterin- Boekwaarde gen 31-12-2014
- Churchillhal - Anne Frankterrein - Rijneiland - Scholeneiland Odijk - Burgweg - Werkhofterrein - Delteijk - Scholeneiland Bunnik
104.060 177.829 279.4501.731.064 278.2951.052.138 255.639 439.111
188.614 58.930 12.793 140.054 158.497
215.602337.32027.3751.789.99450.899814.432-
Totaal
3.202.096
558.888
3.235.622-
raming uitgaven
raming opbrengsten
Resultaat
1.625.369
3.117.932
-967.201
31-12-2014 In exploitatie genomen gronden 525.362
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar Debiteuren algemeen Debiteuren openbare lichamen Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen Vorderingen inzake bijstandverlening Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar * Overige vorderingen Totaal
111.542159.491118.211265.5021.001.239 418.739597.608 525.362
31-12-2014
31-12-2013
24.874 2.349.152 160.724 190.791
33.866 1.901.554 304.862 185.914
1.591.777 2.947 4.320.265
23.230 2.449.426
Het drempelbedrag uitzettingen buiten 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd van korter dan één jaar is € 250.000. Het saldo buiten 's Rijks schatkist is ultimo kwartaal 1: € 205.412; kwartaal 2 € 131.449; kwartaal 3: € 211.013 en kwartaal 4: € 193.563. De conclusie luidt dat het drempelbedrag van € 250.000 niet overschreden is.
92 Debiteuren algemeen / openbare lichamen Debiteuren overige 2009 (oa afrek. BTW compensatiefonds Debiteuren overige 2010 (oa afrek. BTW compensatiefonds Debiteuren overige 2011 (oa afrek. BTW compensatiefonds Debiteuren overige 2012 (oa afrek. BTW compensatiefonds Debiteuren overige 2013 (oa afrek. BTW compensatiefonds Debiteuren overige 2014 (oa afrek. BTW compensatiefonds Sub-totaal Af: voorziening voor mogelijke oninbaarheid Per saldo
Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen Debiteuren 2008 Debiteuren 2010 Debiteuren 2011 Debiteuren 2012 Debiteuren 2013 Debiteuren 2014 Sub-totaal Af: voorziening in verband met mogelijke oninbaarheid Per saldo
Vorderingen inzake bijstandsverlening Debiteuren Sociale Zaken Af: voorziening in verband met mogelijke oninbaarheid Totaal Liquide middelen Kas C)Bank Totaal
31-12-2014 '10) '10) '11) '12) '13) '14)
1.057 3.792 2.376.597 2.381.446 7.420 2.374.026
31-12-2014 192 2.174 3.565 18.935 158.438 183.304 22.580 160.724
31-12-2014 450.620 259.829 190.791 31-12-2014 5.619 199.344 204.963
31-12-2013 9.076 57 1.336 1.935.203 1.945.672 10.252 1.935.420
31-12-2013
9.6747.036 41.631 336.617 375.610 70.748 304.862
31-12-2013 368.308 182.394 185.914 31-12-2013 3.475 2.062.732 2.066.207
Bij de bankier is in 2011 een rekening-courantfaciliteit afgesloten van € 3.100.000. Ultimo 2014 wordt geen gebruik gemaakt van deze faciliteit. C)betreft een positief banksaldo op de BNG als gevolg van een aangegane geldlening de liquide middelen staan ter vrije beschikking van de gemeente Bunnik
Overlopende activa Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Nog te ontvangen voorschotten op specifieke uitkeringen Totaal
31-12-2014 283.441 2.269.701 6.715 2.559.857
31-12-2013 343.234 441.762 6.715 791.711
93
PASSIVA Reserves
31-12-2014
Algemene reserve Bestemmingsreserves Nog te bestemmen saldo boekjaar Totaal
31-12-2013
5.168.019 21.855.362
10.515.120 19.137.496
27.023.381
29.652.616
Mutaties Reserves Boekwaarde 31-12-2013 A. Algem ene reserves Bufferreserve Algemene reserve Totaal onderdeel A
Vermeerderingen
Verminderingen
Boekwaarde 31-12-2014
2.181.560 8.333.560 10.515.120
0 866.361 866.361
1.020.068 5.193.394 6.213.462
1.161.492 4.006.527 5.168.019
B. Bestem m ingsreserves B-1 Vrije bestem m ingsreserves Reserve uitv deelnota beeldende kunst Reserve bedrijfsvoering Reserve management traject reserve w aardevolle bomen Reserve personeelsfeest Reserve onderw ijshuisvesting - A. Frankschool - Camminghaschool - De Lage Engh onderh. Acc. peuterspeelzaal Kruimeltje Reserve volkshuisvesting Reserve Dorpshart Bunnik Reserve maatregelen verkeer en mobiliteit Reserve uitvoering collegeprogramma Reserve persoonsgebonden budget Reserve sociaal domein Reserve budgetoverheveling Totaal vrije bestem m ingsreserves
60.988 200.000 43.979 10.000 20.209 256.486 179.680 56.598 94.384 96.421 158.949 2.700.000 1.215.000 25.000 18.588 0 294.163 5.430.445
1.055 0 14.066 4.396 0 0 0 0 0 0 2.948 0 0 0 25.000 3.000.000 216.299 3.263.764
0 0 19.000 4.396 0 256.486 179.680 56.598 94.384 96.421 5.000 2.700.000 0 25.000 24.964 0 192.100 3.654.029
62.043 200.000 39.045 10.000 20.209 0 0 0 0 0 156.897 0 1.215.000 0 18.624 3.000.000 318.362 5.040.180
B-2 Egalisatiereserves Reserve stuurgroep kromme rijn lanschap Reserve kosten riolering Reserve egalisatie kosten gem.reiniging Reserve egalisatie bouw leges Totaal egalisatiereserves
222.013 358.080 150.001 540.342 1.270.436
0 108.408 276.555 354.981 739.944
9.648 466.488 276.556 0 752.692
212.365 0 150.000 895.323 1.257.688
B-3 Geblokkeerde bestem m ingsreserves Reserve dekking kapitaallasten Totaal geblokkeerde bestem m ingsreserves
12.436.615
3.786.154
665.275
15.557.494
12.436.615
3.786.154
665.275
15.557.494
Totaal onderdeel B
19.137.496
7.789.862
5.071.996
21.855.362
Totaal reserves
29.652.616
8.656.223
11.285.458
27.023.381
94 Toelichting reserves en voorzieningen Algemene reserve Doel: Algemeen dekkingsmiddel Toevoeging Onttrekking Toelichting € 866.361 Dit betreft de toevoeging van de bespaarde rente die ten guste komt van de algemene reserve € 329.804 Dit betreft € 50.000 m.b.t. juridische bijstand, € 27.300 pva bezuinigingen, € 62.392 bovenformatief, € 190.112 eenmalige uitgaven kadernota. € 3.317.500 € 138.000 sociaal domein, € 109.500 kunstgrasveld, € 70.000 bghu, € 3.000.000 sociaal domein. € 1.546.090 Dit betreft het jaarrekening resultaat van 2013. Bufferreserve Doel: Afdekking risico’s zoals weergegeven in hoofdstuk Weerstandsvermogen Toelichting onttrekking: Naar aanleiding van de geïnventariseerde risico’s 2014 er € 1.020.068 uit de bufferreserve onttrokken ter dekking van de risico’s. Reserve uitvoering deelnota beeldende kunst Doel: Incidentele aankoop kunstwerken. Voeding: structureel bedrag per jaar en € 0,45 per uitgeefbare vrije sectorgrond. Toelichting storting: jaarlijkse dotatie. Reserve bedrijfsvoering Doel: Deze reserve is bedoeld om onverwachte calamiteiten op te vangen op het gebied van bedrijfsvoering. Reserve management traject Doel: Professionalisering management Toelichting storting: jaarlijkse dotatie Toelichting onttrekking: In 2014 is er een bedrag van € 19.000 voor opleidingen aan het management gebruikt. Reserve waardevolle bomen Doel: Betreft reservering voor het beheer en onderhoud van de waardevolle en monumentale gemeentelijke bomen zoals genoemd in de bomenlijst. Deze heeft een maximum van € 10.000 conform nota financieel beleid. Toelichting storting: jaarlijkse dotatie Toelichting onttrekking: vrijval i.v,m, met overschrijden maximum bedrag. Reserve personeelsfeest Doel: Betreft reservering voor een personeelsfeest. Reserve onderwijshuisvesting Doel: Dekking lasten van huisvestingsvoorzieningen onderwijs. Dekking wordt voor 1/3 voor MFA Werkhoven ingezet en het restant wordt ingezet voor MFA Bunnik. Daarna opheffen. Toelichting onttrekking: In 2014 heeft de afrekening van de Kersentuin plaatsgevonden en kan de reserve opgeheven worden. Diverse reserves Onderhoud gebouwen Doel: Egalisatie per jaar van ongelijke onderhoudslasten over meerdere jaren waaraan geen recent onderhoudsplan ten grondslag ligt. Dit betreft onderhoudsreserves die in de toekomst overgaan in MFA Bunnik en Werkhoven. Toelichting onttrekking: In 2014 heeft de afrekening van de Kersentuin plaatsgevonden en kan de reserve opgeheven worden. Reserve Volkshuisvesting (BLS gelden) Doel: Deze reserve is voor sociale volkshuisvesting.(voorheen gelabeld aan de algemene reserve). e Toelichting toevoeging: 3 termijn omzettingsvergunning. Toelichting onttrekking: advisering volkshuisvesting.
95 Reserve Dorpshart Bunnik Doel: Deze reserve is ter dekking van het MFA Bunnik. (voorheen gelabeld aan de algemene reserve) Toelichting onttrekking: In 2014 heeft de afrekening van de Kersentuin plaatsgevonden en kan de reserve opgeheven worden. Reserve maatregelen verkeer en mobiliteit (Salto) Deze reserve is bedoeld voor het aandeel van de gemeente Bunnik in de financiering van verkeersprojecten die in de bestuursovereenkomst Salto zijn opgenomen.(voorheen gelabeld aan de algemene reserve). Reserve uitvoering collegeprogramma Doel: Deze reserve is voor het uitvoeren van het collegeprogramma. (voorheen gelabeld aan de algemene reserve). Toelichting onttrekking: Het collegeprogramma 2010-2014 is afgerond. Reserve persoonsgebonden budget Doel: Het niet door de medewerkers benutte deel van het persoonsgebonden budget moet beschikbaar blijven voor dekking besteding in volgende jaren. Toelichting storting: jaarlijkse dotatie. Toelichting onttrekking: Het bedrag dat in 2014 aan PGB is gebruikt door medewerkers. Reserve sociaal domein: Doel: Een deel van de algemene reserve ter grootte van 3 miljoen wordt geoormerkt als bufferreserve voor de dekking van mogelijke tekorten in de komende 3 jaar bij de overgang van zorgtaken naar de gemeente. Deze reserve wordt in deze 3 jaar trapsgewijs afgebouwd. Als de bufferreserve niet nodig of deels niet nodig is, vloeit het weer terug in de algemene reserve. Inwoners die zorg nodig hebben kunnen ervan verzekerd zijn dat de overgang van zorgtaken naar de gemeente en de aanpassing van de werkwijze in de zorg geleidelijk zullen plaatsvinden. Er zal niet van de een op de ander dag “nee” worden verkocht. Uiteindelijke doel is dat de nieuwe werkwijze op het gebied van zorg ertoe leidt dat binnen 3 jaar met het voor de zorg beschikbaar gestelde budget gewerkt kan worden. Toelichting storting: Bij de begroting 2015 is besloten een reserve van € 3.000.000 voor sociaal domein te vormen. Reserve budgetoverheveling Doel: Opvang overlopende uitgaven van vorige dienstjaren Toelichting storting: Budgetoverheveling van 2014 naar 2015 conform jaarrekening 2014. Toelichting onttrekking: Vrijval van diverse budgetoverhevelingen 2013 en voorgaande jaren. Reserve Stuurgroep Kromme Rijn Landschap Doel: Egalisatiereserve van de Stuurgroep Kromme Rijn Landschap. Deze reserve is bestemd voor de 6 deelnemende gemeenten. Toelichting onttrekking: Het saldo kostenplaats stuurgroep kromme rijn landschap komt uit de reserve. Reserve egalisatie kosten riolering Doel: Egalisatie is het verschil tussen de kosten en opbrengsten riolering. Hieronder vallen onverwachte overschotten op rekeningbasis, geld dat aan het einde van het jaar overblijft (bijvoorbeeld omdat een activiteit goedkoper is uitgevoerd). Toelichting storting: Het overschot 2014 wordt in de egalisatiereserve gestort. Toelichting onttrekking: Conform notitie riolering is dit bedrag naar de voorziening “door derden beklemde middelen”overgeheveld. Reserve egalisatie kosten gemeentereiniging Doel: Egalisatie verschil tussen kosten en opbrengsten reiniging. Deze reserve is op een maximum van € 150.000 gezet conform nota financieel beleid. Toelichting storting: het overschot 2014 wordt in de egalisatiereserve gestort. Toelichting onttrekking: Het overschot boven de € 150.000 komt vrij te vallen ten gunste van het resultaat 2014. Reserve bouwleges Doel: Egalisatie in de baten van de bouwleges Toelichting storting: Het overschot 2014 wordt in de egalisatiereserve gestort.
96
Reserve dekking kapitaallasten Doel: Dekking kapitaallasten van in het verleden ten laste van reserves gedekte investeringen. Omvang gelijk aan daartegenover staande boekwaarde investeringen. Toelichting storting: In verband met diverse nieuwe investeringen in 2014 worden de investeringsbedragen in de reserve gestort zodat de kapitaallasten in de toekomst gedekt kunnen worden. Toelichting onttrekking: de kapitaallasten van 2014.
Voorzieningen
31-12-2014
1) Voorzieningen voor verplichtingen, risico's, e.d. 2) Voorzieningen voor onderhoud c.a. Verliesvoorziening grondexploitatie BIE Verliesvoorziening grondexploitatie NIEGG Totaal
31-12-2013
9.298.313 1.558.094 14.6455.135.9485.705.814
10.879.834 1.610.544 1.788.0025.362.4485.339.928
Mutaties Voorzieningen Boekwaarde 31-12-2013 1. Verplichtingen en verliezen Voorziening FPU/voormalig personeel Voorziening verplichtingen voormalige w ethouders Voorziening pensioenverplichtingen w ethouders Voorziening w achtgelduitk.voormalig pers. Voorziening grondexploitatie Achterstallig onderhoud sport 2. Egalisatievoorzieningen Voorziening egalisatie kosten riolering 3. Door derden beklem de m iddelen’ Voorziening riolering Totaal t.b.v. verplichtingen/risico's 2. Onderhoudsvoorzieningen Voorziening onderhoud accommodaties: - gebouw muziekschool - ambtsw oning burgemeester - brandw eergarage Bunnik - brandw eergarage Werkhoven - jeugdcentrum Schoudermantel - w oning Langstraat 11 - poortgebouw begraafplaats Onderhoud gebouw en gemeentew erf Onderhoud gemeentehuis Onderhoud w egen Muziektent Werkhoven Barbaraschool Totaal onderhoudsvoorzieningen Totaal voorzieningen
Vermeerderingen
Verminderingen
Boekwaarde 31-12-2014
9.442
0
8.742
700
166.995
96.108
70.493
192.610
1.339.579 75.808 7.150.450 66.038
164.008 111.083 16.637 4.638
59.828 105.549 2.016.494 10.500
1.443.759 81.342 5.150.593 60.176
2.071.522
103.249
272.126
1.902.645
466.488
466.488
10.879.834
962.211
2.543.732
9.298.313
65.085 26.566 74.180 71.913 40.068 18.939 4.226 46.174 387.210 823.066 5.452 47.665 1.610.544
0 8.898 7.707 11.436 13.371 3.251 6.279 19.620 93.520 296.164 2.953 10.041 473.240
65.085 0 0 43.147 2.337 0 0 19.050 5.047 333.318 0 57.706 525.690
0 35.464 81.887 40.202 51.102 22.190 10.505 46.744 475.683 785.912 8.405 0 1.558.094
12.490.378
1.435.451
3.069.422
10.856.407
97
Voorzieningen De toevoegingen en onttrekkingen van de voorzieningen zijn conform onderliggende onderhoudsplannen of actualisatie van de voorzieningen. Voorziening FPU/voormalig personeel Doel: Opvang kosten gemeentelijke FPU bijdrage. Deze kan na 2015 vervallen Voorziening wachtgeldverplichtingen voormalige wethouders. Doel: Bekostiging ontslaguitkeringen voormalige wethouders. Voorziening pensioenverplichtingen wethouders Doel: Bekostiging pensioenaanspraken wethouders Voorziening wachtgeldverplichtingen voormalig personeel Doel: Dekking van bestaande ontslag uitkeringen. Voorziening grondexploitatie Doel: Voorziening voor de verwachte verliesneming op scholeneiland Odijk en Odijk-West. Toelichting toevoeging: Naar aanleiding van de actualisatie van scholeneiland Odijk is er een storting gedaan voor de verwachte verliesneming van het project. Toelichting onttrekking: De actualisatie van Odijk-West en de verliesneming van scholeneiland Odijk heeft tot een vrijval geleid. Voorziening achterstallig onderhoud sport Doel: Verbeteren onderhoudsniveau in het kader van de verzelfstandiging van de sport. Voorziening egalisatie kosten riolering Doel: Dekking toekomstige investeringslasten ingevolge van GRP. Hierdoor worden fluctuaties in het tarief voorkomen. Voorziening riolering Naar aanleiding van de notitie riolering is het bedrag van de reserve riolering overgeheveld naar de voorziening riolering. Diverse voorzieningen onderhoud gemeentelijke gebouwen Doel: Spreiding van de per jaar ongelijke lasten over meerdere jaren, blijkend uit recent opgestelde onderhoudsplannen. Voorziening onderhoud wegen Doel: Spreiding van de per jaar ongelijke lasten over meerdere jaren, blijkend uit recent opgestelde onderhoudsplannen.
98 VASTE SCHULDEN MET EEN LOOPTIJD LANGER DAN ÉÉN JAAR Opgenomen langlopende geldleningen
31-12-2014
1. Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen 2. Waarborgsommen Totaal
31-12-2013
11.656.722 11.656.722 Geldleningen
Mutaties Langlopende geldleningen Boekwaarde 31 december 2013
11.113.445
Opgenomen in het boekjaar (vermeerderingen) Aflossing in het boekjaar Boekwaarde 31 december 2014
2.000.000 1.456.72311.656.722
11.113.445 2.113 11.115.558 Waarborg sommen 2.113 2.113-
Totaal 11.115.558 2.000.000 1.458.83611.656.722
VLOTTENDE PASSIVA Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
31-12-2014
Crediteuren algemeen Totaal schulden < 1 jaar
Overlopende passiva Vooruitontvangen bedragen Van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotten op specifieke uitkeringen Nog te betalen bedragen Totaal
31-12-2013
1.210.787 1.210.787
2.434.524 2.434.524
31-12-2014 960
31-12-2013 3.963
17.840 485.589 504.389
12.472 1.181.355 1.197.790
Van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotten op specifieke uitkeringen Saldo 1-1-2014 Vrijwilligerswerk Investering stedelijke vernieuwing
Toevoegingen
Vrijgevallen bedragen
Saldo 31-12-2014
8.609 3.863
6.183
815
8.609 9.231
12.472
6.183
815
17.840
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Gewaarborgde geldleningen Woningbouwverenigingen/ bejaardentehuizen/ verenigingen/ stichtingen Particuliere woningbouw/regeling gehandicapten Totaal
31-12-2014
1.573.779 21.750.731 23.324.510
31-12-2013
1.722.346 22.535.868 24.258.214
Vakantiegeld en -dagen In het kader van vakantiegeld en -dagen heeft gemeente Bunnik een toekomstige verplichting ten overstaan van het personeel. Conform de uitgangspunten van het BBV is hiervoor geen verplichting in de balans opgenomen.
99
Overzicht gegarandeerde geldleningen
Nummer
Oorspronkelijk bedrag van de geldlening
Doel van de geldlening
290.419 bouw bejaardenwoningen
40.92546 40.73736.01
Datum raadsbesluit
27-5-1998
Rentepercentage
Restantbedrag van de geldlening aan het begin van het dienstjaar 6,90% 94.076
Bedrag van de in de loop van het dienstjaar te waarborgen geldleningen
Totaalbedrag Restantbedrag van de gewovan de geldne en buitenlening aan het gewone afloseinde van het sing dienstjaar 10.813 83.263
230.560 bouw De Regenboog
9-1-1989
6,65%
82.426
12.464
69.962
319.915 uitbr. Dorpshuis 453.780 bouw bejaardenhuis Werkhoven 68.067 bouw bejaardenhuis Werkhoven 499.158 bouw kinderspeelzaal school 40.840 bouw troephuis 13.613 bouw troephuis (aanvulling) 668.681 bibliotheekgebouw
4-9-1989 30-6-1969
7,55% 7,50%
181.044 98.284
21.346 18.793
159.698 79.491
30-6-1969
7,50%
14.742
2.819
11.924
31-1-1994
6,30%
393.508
7.739
385.770
2-9-1996 27-2-1997
lin. 6,40% lin. 6,00%
25.185 8.395
1.361 454
23.823 7.941
25-9-1997
ann 6,25%
479.424
31.446
447.978
27-5-1999 27-5-1999 17-3-2004
lin. ca. 5% lin. 5% lin. 6,1%
43.563 116.168 54.000 21.073 110.459
2.723 7.260 3.600 21.073 6.677
40.840 108.907 50.400 0 103.782
1.722.346
148.567
1.573.779
68.067 uitbreiding tennisbanen 181.512 bouw sporhal Bunnik 90.000 renovatie tennispark 198.196 140.250
3.263.060
100
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over het begrotingsjaar Begrotingsrechtmatigheid Bij de rechtmatigheidcontrole vormt het begrotingscriterium een belangrijk toetsingscriterium. In de toelichting op het BAPG wordt begrotingsrechtmatigheid omschreven als: “Financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten, alsmede de balansposten, dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s (begrotingscriterium). In de begroting zijn de maxima voor de lasten vermeld die door de raad zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen dienen te passen binnen de begroting, waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag, alsmede het begrotingsjaar van belang zijn.” De toe te passen normen voor het begrotingscriterium zijn op hoofdlijnen door de wetgever bepaald (artikel 189, 190 en 191 van de Gemeentewet) en worden door de gemeenteraad zelf nader ingevuld en geconcretiseerd. Dit gebeurt door middel van de begroting en via de verordening op het financieel beheer ex artikel 212 van de Gemeentewet. Het normenkader voor het begrotingscriterium bestaat uit de door de raad vastgestelde begroting 2012-2015. Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium wordt getoetst of het budgetrecht van de gemeenteraad is gerespecteerd. Hierbij wordt getoetst of er afwijkingen zijn tussen begroting en realisatie middels een analyse van de lasten per programma. Bij eventuele overschrijdingen van de lasten wordt vervolgens getoetst in hoeverre de raad hier (via begrotingswijzigingen) achteraf goedkeuring voor heeft verleend. Heeft dit niet plaatsgevonden dan is er in principe sprake van een onrechtmatigheid. Hier kan van worden afgeweken in een aantal gevallen. Te denken valt aan open einde regelingen waarbij vooraf niet goed in te schatten was hoeveel de lasten exact zullen zijn. Tevens kunnen hogere lasten worden gecompenseerd door een onttrekking uit reserve of voorziening. Dit is eveneens niet onrechtmatig aangezien de raad hiervoor separaat een besluit neemt over de onttrekkingen aan reserves. De in de kadernota ‘Rechtmatigheid’ genoemde criteria zijn voor onze gemeente leidraad voor de controle op begrotingsrechtmatigheid. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de volgende zeven soorten overschrijdingen en de daarbij behorende consequentie voor het oordeel van de accountant:
Tabel: overzicht van soorten overschrijdingen van begrotingsrechtmatigheid Nr Soorten van overschrijdingen Onrechtmatig maar telt niet mee voor het oordeel
Onrechtmatig en telt mee voor het oordeel
1
X
2
3
4
Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten die niet passen binnen het bestaande beleid en waarvoor men tegen beter weten in geen voorstel tot begrotingsaanpassing heeft ingediend. Bijvoorbeeld de doelgroep c.q. de activiteiten zijn in de praktijk aantoonbaar ruimer geïnterpreteerd dan in regelgeving (subsidieregeling, -verordening) was gedefinieerd. Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar waarbij de accountant ondubbelzinnig vaststelt dat die ten onrechte niet tijdig zijn gesignaleerd. Bijvoorbeeld: de verwachte kostenoverschrijding op jaarbasis was via tussentijdse informatie al wel bekend, maar men heeft geen voorstel tot begrotingsaanpassing ingediend en dit is in strijd met de budgetregels zoals afgesproken met de raad. Kostenoverschrijdingen die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten, bijvoorbeeld via subsidies of kostendekkende omzet. Kostenoverschrijdingen bij open einde (subsidie)regelingen. Vaak blijkt vanwege dit open karakter in het kader van het opmaken van de jaarrekening een (niet eerder geconstateerde) overschrijding.
X
X
X
101 Nr
Soorten van overschrijdingen
5
Kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door extra inkomsten die niet direct gerelateerd zijn. Over de aanwending van deze extra inkomsten heeft de raad nog geen besluit genomen Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten welke achteraf als onrechtmatig moeten worden beschouwd omdat dit bijvoorbeeld bij nader onderzoek van de subsidieverstrekker, belastingdienst of een toezichthouder blijkt (bijvoorbeeld een belastingnaheffing). Het zal hier in de praktijk vaak gaan om interpretatieverschillen bij de uitleg van wet- en regelgeving die na het verantwoordingsjaar aan het licht komen. Er zijn dan geen rechtmatigheidgevolgen voor dat verantwoordingsjaar. Wel zal de gemeente er voor moeten zorgen dat de overschrijdingen getrouw in de jaarrekening worden weergegeven. Ook kunnen er gevolgen zijn voor het lopende jaar.
6
6a 6b
Onrechtmatig maar telt niet mee voor het oordeel
Onrechtmatig en telt mee voor het oordeel X
X X
- geconstateerd tijdens verantwoordingsjaar
7 7a 7b
- geconstateerd na verantwoordingsjaar Kostenoverschrijdingen op activeerbare activiteiten (investeringen) waarvan de gevolgen voornamelijk zichtbaar worden via hogere afschrijvings- en financieringslasten in het jaar zelf of pas in de volgende jaren. - jaar van investeren
X X
- afschrijvings- en financieringslasten in latere jaren
Bevindingen 2014 Bij de beoordeling van de begrotingsrechtmatigheid is gekeken op programmaniveau (in tegenstelling tot de toelichting bij de jaarrekening, waarbij naar afwijkingen > € 25.000 op subproductniveau gekeken is) en zijn de werkelijke lasten afgezet tegenover de begrote lasten. Met uitzondering van programma 1 Bestuur en Burgers en Programma 5 Educatie (beiden overschrijding) is er voor de overige programma’s sprake van lagere werkelijke lasten dan begroot. Deze programma’s zijn vervolgens nader geanalyseerd aan de hand van de hierboven genoemde criteria in hoeverre er sprake is van een (on)rechtmatigheid. Tussen haakjes is aangegeven welke soort overschrijding van toepassing is zoals weergegeven in bovenstaande tabel. Bij programma 1 Burger en bestuur was er sprake van een onderschrijding van de lasten met 0,094 mln; begroot was 7.797 mln, de werkelijke lasten waren 7.891 mln. De voornaamste oorzaak is gelegen in het product Bestuursorganen, de voorziening pensioenen wethouders is naar aanleiding van de nieuwe berekeningen bijgeraamd. Een andere overschrijding betreft Burgerzaken. Er zijn meer huwelijken geweest en een extra trouwlocatie is in gebruik genomen. De nadelen worden gecompenseerd doordat de kostenverdeling ondersteuningspakket een voordeel heeft. Op het programma 2 Openbare orde en Veiligheid werd voor 259.000 euro minder lasten verantwoord. De onderschrijding is op openbare orde (177.700 euro) en brandweer (77.700 euro) Bij openbare orde zijn de onderschrijdingen gelegen in de overige kostensfeer (o.a. drank en horecatoezicht). Daarnaast is in de meicirculaire een aanvullende bijdrage toegekend voor het opsporen en opruimen van explosieven voor € 60.200. Bij de brandweer komt de onderschrijding door onderuitputting kapitaallasten en een afrekening van de gemeenschappelijke regeling over 2013.
102 Bij programma 3 Verkeer en vervoer was er sprake van een onderschrijding van 210.700 euro. Dit betrof grotendeels het product Wegen (194.400 euro). De voornaamste oorzaak is gelegen in onderuitputting kapitaallasten; In verband met de nog niet afgeronde besluitvorming rondom de ontwikkelingen ontsluitingsweg N421 en de Oost west verbinding en N411 ( Koningsweg/Achterdijk) zijn de geraamde investeringen Salto A12 (inclusief de investering voor Fort bij Vechten) niet uitgevoerd. Tevens ontstaat door een andere wijze van straten reinigen een voordeel op het product Straatreiniging. Bij programma 4 Economische ontwikkelingen was er sprake van een onderschrijding van € 100 euro. Dit betreft grotendeels lagere lasten m.b.t de weekmarkt. Bij programma 5 Educatie is er een overschrijding van € 9.500. De stijging betreft meer afgenomen contracturen volwasseneneducatie. Bij het programma 6 Sport, recreatie en landschap zijn de lasten € 22.400 hoger waarvan € 12.400 betrekking heeft op sport en € 10.000 op recreatieve voorzieningen en landschappen. Bij programma 7 Maatschappelijke ondersteuning zijn er lagere lasten van € 4.700. De onderhoudskosten zijn lager uitgevallen voor een aantal gemeentelijke welzijnsaccommodaties. Dit betreft onder andere de jeugdaccommodatie Odijk en de muziektent in Werkhoven. Bij programma 8 Inkomen en Werkgelegenheid zijn er € 292.600 hogere lasten dan begroot Als gevolg van de aanhoudende crisis is het aantal bijstandsuitkeringen hoger uitgevallen dan geraamd. De effecten van de economische crisis blijven duidelijker merkbaar. Bij programma 9 Milieu zijn er € 445.300 lagere lasten dan begroot. Er zijn een drietal hoofdoorzaken hiervoor aan te voeren, te weten: 1. In 2014 zijn de kosten voor het inzamelen en het afvoeren en verwerken van GFT- en restafval lager. Daarnaast zijn er minder uren voor het product Afval gerealiseerd. Dit wordt gestort in de reserve egalisatie reiniging. Deze mutatie is verantwoord op programma 11. 2. In september 2012 is het vernieuwde Gemeentelijk RioleringsPlan 2012-2016 (vGRP) vastgesteld. Op basis hiervan zijn de ramingen voor riolering c.a. aangepast. De daaruit voortvloeiende lasten (bijvoorbeeld advies- en onderzoekskosten, uren ambtelijk personeel) zijn in 2014 t.o.v. 2013 nog niet gestegen. Dit betekent voor 2014 een incidenteel voordeel op dit product 3. In 2014 zijn minder werkzaamheden en adviezen in kader van milieu uitgevoerd. Bij programma 10 Ruimtelijke ordening en woonomgeving zijn er € 2.592.800 hogere lasten dan begroot. In de begroting 2014 is rekening gehouden met een totale last voor alle grondexploitatie-projecten van € 4.207.300. In werkelijkheid is er een totale last van € 6.535.900 (inclusief doorbelastingen) ten laste van de grondexploitatieprojecten gebracht. Dit wordt met name veroorzaakt vanwege de verliesneming van de grondexploitatie scholeneiland Odijk en de dekking vanuit de grondexploitaties Anne Frank, Churchillhalterrein en scholeneiland Bunnik ten behoeve van het krediet multifunctionele accommodatie De Kersentuin in Bunnik. Voor een verdere toelichting betreffende de diverse in uitvoering zijnde grondexploitaties wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid. De uitvoering van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) past binnen het bestaande beleid. Tegenover de lasten staan bijbehorende baten, zodat de financiële gevolgen nihil zijn. Bij programma 11 Dekkingsmiddelen zijn er € 4.057.100 hogere lasten dan begroot. Dit is terug te voeren op de volgende oorzaken: -
Storting van de reserve sociaal domein voor € 3.000.000.
-
De resultaten ter waarde van € 362.300 van de omgeving legesvergunningen, reiniging, riolering en stuurgroep kromme rijn zijn in de betreffende reserves gestort.
-
In 2014 zijn diverse budgetten om verschillende redenen niet gebruikt Hiervoor wordt gevraagd deze over te hevelen. De overheveling is al verwerkt in de jaarrekening 2014.
-
Er is meer rente ten gunste van de algemene reserve geboekt.
103 Samenvattend Programma Burger en bestuur Openbare orde en Veiligheid Verkeer en vervoer Economische ontwikkelingen Educatie Sport, Recreatie en Landschap Maatschappelijke ondersteuning Inkomen en Werkgelegenheid Milieu Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving Dekkingsmiddelen Resultaatbestemming Totaal in mln euro
Begrote lasten 7.798 1.321 1.477 22 1.207 1.075 3.440 2.234 2.575 5.817
Werkelijke lasten 7.891 1.062 1.266 22 1.216 1.097 3.435 2.526 2.130 8.410
Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig
5.306
708
Rechtmatig
32.271
29.763
Er zijn geen overschrijdingen onrechtmatig: Totale begrotingsonrechtmatigheid:
€ 0,-
eindoordeel
104
Informatie Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Publicatieverplichting beloning regulier Van elke topfunctionaris en van elke andere functionaris, die in het betreffende jaar een totale bezoldiging heeft ontvangen hoger dan de maximale bezoldigingsnorm, moet de gemeente op grond van de WNT en het gewijzigde artikel 28 BBV in de toelichting op de programmarekening het volgende opnemen: de beloning; de belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding; de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn; de functie of functies; de duur en omvang van het dienstverband in het verslagjaar; de beloning in het voorgaande jaar; en een motivering voor de overschrijding van de maximale bezoldigingsnorm. Van topfunctionarissen moet bovendien ook de naam openbaar worden gemaakt. Bij de niettopfunctionarissen is dit niet verplicht en kan worden volstaan met het noemen van de functie(s). Beloningen regulier Functie
Griffier H.R.E. Gemeentesecretaris Hofland G. Veenhof
Beloning
€ 45.311,77
Functie 3
Functie 4
€ 94.415,14
Belastbare vaste en variabele € 337,19 onkostenvergoeding
€ 554,26
Voorzieningen ten behoeve € 6.520,08 van beloningen betaalbaar op termijn
€ 15.376,80
Duur en omvang van het dienstverband in het verslagjaar
12 maanden 24 uur
12 maanden 36 uur
Beloning in het voorgaande jaar
€ 41.478,36
€ 92.703,36
Motivering voor de overschrij- Niet van toeding van de maximale bezol- passing digingsnorm. Publicatieverplichting beloning inhuur Indien sprake is van externe inhuur voor langer dan zes maanden binnen een periode van 18 maanden zal van elke topfunctionaris (ook als norm niet is overschreden) en van elke andere extern ingehuurde niet-topfunctionaris, die in het betreffende jaar een totale bezoldiging heeft ontvangen hoger dan de maximale bezoldigingsnorm, het volgende worden opgenomen in de toelichting op de programmarekening: de bezoldiging; de functie of functies; en de duur en omvang van de functievervulling in het boekjaar. Van extern ingehuurde topfunctionarissen moet bovendien ook de naam openbaargemaakt worden. Bij andere extern ingehuurde functionarissen is dit niet verplicht en kan worden volstaan met het noemen van de functie. Onder externe inhuur valt overigens niet het inhuren van extern advies. Voor zowel de topfunctionaris als de niet-topfunctionaris geldt dat indien het dienstverband (of de inhuur) niet fulltime is of niet het hele jaar heeft geduurd, de bezoldigingsnorm pro rata moet worden toegepast. De gemeente moet alle voorgaande gegevens, die worden opgenomen in de toelichting op de programmarekening, uiterlijk voor 1 juli volgend op het verslagjaar digitaal melden aan het ministerie van Binnen-
105 landse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en daarbij een toelichting geven indien sprake is van overschrijding van de maximale bezoldigingsnorm. Beloningen inhuur Functie externe inhuur
Topfunctionaris (+naam) 1
Functie 2
Bezoldiging Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding Duur en omvang van de functievervulling in het boekjaar Publicatieverplichting uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband De openbaarmaking van uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband, bijvoorbeeld een ontslagvergoeding, is ook gewijzigd ten opzichte van de Wopt. Volgens de WNT zal voor elke topfunctionaris (volgens de wet: gemeentesecretaris en griffier) en voor elke gewezen topfunctionaris moeten worden vermeld: - de uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband; - de naam, functie of functies die tijdens het dienstverband zijn bekleed; en - het jaar waarin het dienstverband is beëindigd. Zoals al eerder opgemerkt, is sprake van een maximum norm voor ontslagvergoeding voor topfunctionarissen, die niet mag worden overschreden. Voor alle andere medewerkers zal een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband moeten worden vermeld in het jaardocument indien: 1. in enig voorafgaand jaar voor deze persoon een Wopt-melding is gedaan; of 2. het totaal van de uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband meer bedraagt of zal bedragen dan de maximale bezoldigingsnorm in het jaar waarin het dienstverband is beëindigd. De norm moet pro rata worden toegepast als geen sprake is van een fulltime dienstverband of als dit korter heeft geduurd dan een kalenderjaar. In dat geval moeten de volgende gegevens worden vermeld: - de uitkering wegens beëindiging dienstverband; - de functie of functies die tijdens het dienstverband zijn bekleed; en - het jaar waarin het dienstverband is beëindigd. De naam van de medewerker is niet noodzakelijk. De gemeente moet deze informatie voor alle topfunctionarissen en alle medewerkers, voor wie de ontslagvergoeding openbaar gemaakt moet worden, uiterlijk voor 1 juli volgend op het verslagjaar digitaal melden aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en daarbij een toelichting geven indien sprake is van overschrijding van de maximale norm. Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband Functie
Griffier H.R.E. Hofland
Gemeentesecretaris G. Veenhof
Uitkeringen wegens beëindi- Niet van toeging van het dienstverband passing
Niet van toepassing
Het jaar waarin het dienstver- Niet van toeband is beëindigd passing
Niet van toepassing
106
Incidentele Baten en lasten
Incidentele lasten en baten
Lasten en baten (x € 1.000) Lasten Onderz.kostendifferentiatie dig.dienstverl. Strategische Agenda Vergoeding raadsleden Administratiekosten pensioenen en wachtgelden Kabinetszaken Implementatie Drank en Horecawet
Bommenregeling Verkeersregelinstallaties Aanbesteding leerlingenvervoer Uitvoering landschapsontwikkelingsplan Calamiteiten groen Eenmalige koopkrachttegemoetkoming Extra middelen sociaal domein (participatiewet) Hulp bij het huishouden PGB's Hulp bij het huishouden ZIN Datasysteem sociaal domein wmo net WMO hulpmiddelen 1e tranche invoeringskosten jeugdzorg
Invoeringskosten jeugdzorg Opstellen afvalstoffenbeleidsplan ODrU Uitvoering overgedragen VTH-taken Verbetermaatregelen ODrU op orde
CAO personeel Baten
Leges huwelijken Eigen bijdrage WMO hulp bij het huishouden Verkoop snippergroen Algemene uitkering Risico woningbouw
Opbrengst toeristenbelasting
Saldo incidentele lasten en baten
219,2 12,0 5,1 16,3 10,2 5,0 14,0 60,2 5,0 35,01,08,0 24,9 27,1 38,815,835,0 144,011,2 44,1 10,0 31,0 85,0 49,6 251,5 6,5 35,0 6,0 133,3 75,8 5,1-
32,3-
107
Single information, single audit
108
109
SZW
G2
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_gemeente 2014 Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Besteding (jaar T) algemene bijstand
Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) IOAW
Baten (jaar T) IOAW (exclusief Besteding (jaar T) IOAZ Rijk)
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 01
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 02
€0 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€0 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk)
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 07
SZW
G2A
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_totaal 2013 Gemeenten die uitvoering in (jaar T-1) geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T1) regeling G2B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G2C-1)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 03
€0 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€0 Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 08
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 09
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 10
Nee Besteding (jaar T-1) IOAW
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 02
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 03
Baten (jaar T-1) IOAW (exclusief Rijk)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 04
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 05
€ 1.206.935
€ 21.777
€ 72.198
€0
Besteding (jaar T-1) IOAZ
Baten (jaar T-1) IOAZ (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T-1) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Baten (jaar T-1) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 06
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 07
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 08
€0
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 06
€0
€0 Baten (jaar T-1) algemene bijstand (exclusief Rijk)
In de kolommen hiernaast de verantwoordingsinformatie voor I.3 Wet inkomensvoorziening die gemeente invullen oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
1 60312 Bunnik 2 3
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 05
€0 Besteding (jaar T-1) algemene bijstand
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 01
1 60312 Bunnik 2 3 Hieronder verschijnt de gemeente(code) conform de keuzes gemaakt bij indicator G2A / 01
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 04
€0 €0 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 09
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 10
€ 508
Baten (jaar T-1) WWIK (exclusief Rijk) inclusief geldstroom naar openbaar lichaam I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 11
€0
110
SZW
G3
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gemeent e 2014
Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 01
€0 Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk)
Besluit
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02
G3A
Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_totaal 2013 Besluit
€0 Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 08
Nee Besteding (jaar T-1) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 02
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 05
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 06
€0
Baten (jaar T-1) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Baten (jaar T-1) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T-1) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 03
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 04
Besteding (jaar T-1) Bob
Baten (jaar T-1) Bob (exclusief Besteding (jaar T-1) aan Rijk) uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 08
€0
Besteding (jaar T) Bob
€0
€ 146.000
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3A / 07
1 60312 Bunnik 2 3
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 04
€ 22.605
In de kolommen hiernaast de inclusief geldstroom naar verantwoordingsinformatie voor openbaar lichaam die gemeente invullen
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3 / 09
€0 Besteding (jaar T-1) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3A / 01
1 60312 Bunnik 2 3 Hieronder verschijnt de gemeente(code) conform de keuzes gemaakt bij G3A / 01
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 03
€0 €0 €0 Besteding (jaar T) aan Volledig zelfstandige uitvoering uitvoeringskosten Bob als Ja/Nee bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 07
SZW
Baten (jaar T) levensonderhoud Baten (jaar T) gevestigde zelfstandigen kapitaalverstrekking (exclusief (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Bob) (exclusief Rijk)
€ 7.534
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 09
€0
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 10
€0
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 05
€ 4.856
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 06
€ 15.833
111
SZW
G5
Wet participatiebudget (WPB)_gemeente 2014
Het aantal in (jaar T) bij een ROC ingekochte contacturen
Wet participatiebudget (WPB)
Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering
Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Let op: Deze verantwoording kan niet door een gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd, ongeacht de keuze van de gemeente bij indicator G5/07 Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 01
103 Besteding (jaar T) participatiebudget
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 02
SZW
G5A
€ 23.185 Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Wet Participatiebudget (WPB)_totaal 2013 Wet participatiebudget (WPB)
Waarvan besteding (jaar T) van Baten (jaar T) (niet-Rijk) educatie bij roc's participatiebudget
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 03
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 04
Reservering besteding van educatie bij roc’s in jaar T voor volgend kalenderjaar (jaar T+1 )
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 05
Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee De zelfstandige uitvoering betreft de indicatoren G5/02 tot en met G5/06
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 06
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G5 / 07
€ 22.269 Besteding (jaar T-1) participatiebudget
€ 1.029 Waarvan besteding (jaar T-1) van educatie bij roc's
€ 1.029 Baten (jaar T-1) (niet-Rijk) participatiebudget
€0 Waarvan baten (jaar T-1) van educatie bij roc’s
Nee Besteding (jaar T-1) Regelluw
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
Dit onderdeel is uitsluitend van toepassing op gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk.
Gemeenten die uitvoering in (jaar T-1) geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T1) regeling G5B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G5C-1)
inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G5A / 01
1 60312 Bunnik 2 3
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 02
€ 135.571
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 03
€ 12.693
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 04
€0
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 05
€0
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 06
€0
112
Vaststelling
113
Vaststelling
Nummer 15De raad van de gemeente Bunnik;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 april 2015; gelet op artikel 197 van de Gemeentewet; besluit: de balans per 31 december 2014 en het jaarverslag en de jaarrekening 2014 vast te stellen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 11 juni 2015.
De raad voornoemd,
de griffier
de voorzitter
114
Restantkredieten
115 Restantkredieten per 31 december 2014 Onderstaand wordt een overzicht weergegeven van de ontwikkeling van de nog niet afgewikkelde investeringskredieten die tot en met 2014 door de gemeenteraad zijn verstrekt. Tevens treft u een overzicht aan van de restantkredieten die zijn afgevoerd in verband met afronding van werkzaamheden.
Overzicht restantkredieten per 31-12-2014 Rekening Omschrijving
Beschikbaar gesteld krediet
Besteed t/m 2013
Vermeerderingen Verminderingen in in 2014 2014
Restant
Te handhaven 7003007 implementatie basisregistraties 2013
36.500
0
0
0
36.500
7003008 Implementatie basisregistraties '14
92.000
0
0
0
92.000
7050009 Vervanging Airco computerruimte
10.000
0
0
0
10.000
7050033 digitalisering Bouw vergunningen
75.000
0
3.266
0
71.734
7050050 DAF Vrachtw agen 7050061 Grote sneeuw schuiver 7050093 Oprichten RID Utrecht 7050094 Vervanging telefooncentrale
140.000
0
0
0
140.000
15.000
0
0
0
15.000
330.000
172.643
109.835
0
47.522
60.000
10.125
0
0
49.875
7050095 Vervanging netw erkbekabeling
67.500
0
28.357
0
39.143
7050097 Migratie Oracle database
12.000
0
4.472
0
7.528
6.000
0
5.050
0
950
17.500
0
3.595
0
13.905 32.620
7050098 Digitalisering tekeningen gebouw en 7050101 Automatiseringsapparatuur 2013 7050102 Personeelsinformatiesysteem
40.000
0
7.380
0
7050103 Geluidinstallatie raadszaal
25.000
0
20.877
0
4.123
5.335
0
0
0
5.335
7050104 Automatiseringsapparatuur 2014 7050105 Mobiele kraan
65.000
0
0
0
65.000
7050106 Zoutstrooier vrachtw agen
42.000
0
0
0
42.000
7050107 Zoutstrooier kleine vrachtw agen
34.000
0
0
0
34.000
7050109 Sneeuw schuif vrachtw agen 7050110 Het Nieuw e Werken (aanp. gemeentehuis)
9.000
0
0
0
9.000
345.000
0
196.357
0
148.643
7050111 Het Nieuw e Werken (aanschaf meubilair)
63.000
0
47.292
0
15.708
7050114 Sneeuw schuif Mitsubishi
19.000
0
0
0
19.000
7120024 Vloeistofdichte vloer Bunnik/Werkhoven
50.000
0
0
0
50.000
7120025 Verbouw brandw eergarage Werkhoven
800.000
1.250
332.369
0
466.381
7120026 Aanpassen afzuiginstallatie
15.000
0
0
0
15.000
7120027 Bouw kundige aanpassing
95.000
0
0
0
95.000 1.255.373
7210017 Verkeersprojecten A12/Salto 7210035 Ontsluitingsw eg Fort Vechten 7210036 Fiets File Vrij 7211004 Actualisatie IVVV
1.300.000
44.627
0
0
0
-583.200
0
0
583.200
1.100.000
-82.383
245.641
0
936.742
25.000
11.594
7.990
0
5.416
7211004 Actualisatie IVVV
15.000
0
0
0
15.000
7211007 Verbeteren OV en fietsverkeer
40.000
18.376
0
0
21.624
7530019 2e veld Aurora
89.490
76.895
0
0
12.595
7530020 Kleed-/w asaccommodatie Midlandia Verv.beregeningsinstallatie 7530023 Bunnik/Werkhoven
32.000
0
0
0
32.000
7620001 Routekaart sociaal domein 7630001 Ontw ikkeling accommodatiebeleid
12.000
0
7.230
0
4.770
242.000
43.258
88.284
0
110.458
30.000
3.439
0
0
26.561 22.000
7722038 Rior rioolspuit
22.000
0
0
0
7822006 Toetsingsprotocollen
35.000
26.219
0
0
8.781
7930002 Toetreding Bghu
70.000
0
55.175
0
14.825
Totaal
5.481.325
257.155-
1.163.171
-
4.575.309
NB Krediet verkeersprojecten A12/Salto is netto krediet (rekening houdend met bijdragen van derden).
116 Toelichting op Restantkredieten Te handhaven kredieten 7003007 Implementatie Basisregistratie 2013 Er was voorzien dat voor de basisregistratie grootschalige topografie (BGT) alle benodigde systemen en koppelingen aangeschaft en geïmplementeerd zouden worden. Er is echter gekozen in eerste instantie alleen een systeem voor de opbouwfase aan te schaffen. De aanbesteding en implementatie van benodigde beheersystemen en koppelingen is nu voorzien voor 2015. 7003008 Implementatie Basisregistratie 2014 De invoering van de Basisregistratie Personen (BRP) en Basisregistratie Kadaster (BRK) is op landelijk niveau vertraagd. Daarnaast is er besloten om de voorziene invoering van het Handelsregister (NHR) uit te stellen. De voorbereidingen voor de invoering van deze basisregistraties zijn nu in 2015 voorzien. 7050009 Vervanging Airco computerruimte In verband met de werkzaamheden omtrent de verbouwing van het gemeentehuis; het migreren van de systemen en server en de werkzaamheden in verband met de komst van huurders in het gemeentehuis zijn deze werkzaamheden uitgesteld tot april 2015. 7050033 Digitalisering bouwvergunningen Voor alle overheidsorganisaties geldt dat blijvend te bewaren archiefbescheiden van een overheidsorgaan na 20 jaar overgebracht moeten worden naar een archiefbewaarplaats. Het project digitalisering bouwvergunningen is afhankelijk van het project aanschaf zaaksysteem. In 2013 is het nieuwe zaaksysteem in productie gegaan. In 2013 is het plan van aanpak en het programma van eisen opgesteld met betrekking tot het digitaliseren van de bouwvergunningen. Het offertetraject is in 2014 doorlopen. In 2015 wordt dit plan uitgevoerd. 7050050 DAF Vrachtwagen De vervanging van de vrachtwagen is in verband met het onderzoek van de werf opgeschoven. 7050061 Grote sneeuwschuiver De vervanging van de grote sneeuwschuiver is in verband met het onderzoek van de werf opgeschoven. 7050093 Oprichten RID Utrecht Om de Regionale ICT Dienst Utrecht (RID) tot stand te brengen worden incidentele kosten gemaakt en zijn er frictiekosten (zoals achterblijvende kapitaallasten) die door de deelnemende organisaties zelf worden gedragen. In 2014 is een belangrijk deel van de implementatie uitgevoerd. In 2015 zal de implementatie worden afgerond. 7050094 Vervanging telefooncentrale Dit krediet kan in 2015 worden afgeraamd ten laste van het krediet Oprichten RID Utrecht. 7050095 Vervanging netwerkbekabeling gemeentehuis De vervanging van de netwerkapparatuur en netwerkbekabeling in de serverruimte is in 2014 afgerond. In 2015 zal dit project afgerond worden met het vervangen van de oude netwerkbekabeling die niet goed meer functioneert. 7050097 Migratie Oracle database De RID zal de migratie van Oracle databases centraal gaan regelen voor alle deelnemende organisaties. De technische omgeving is in 2013 gerealiseerd en de migratie is in 2013 gestart voor de eerste deelnemers. De migratie van de Oracle databases van gemeente Bunnik heeft voor het grootste deel in 2014 plaatsgevonden. De laatste systemen worden in 2015 gemigreerd. 7050098 Digitalisering tekeningen gebouwen De tekeningen voor het gemeentehuis dienen na de verbouwing te worden aangepast. Deze werkzaamheden zullen in 2015 plaats vinden. 7050101 Vervanging automatiseringsapparatuur 2013
117 In verband met de oprichting van de Regionale ICT Dienst Utrecht (RID) en de plannen van de RID om in 2015 volledig op de nieuwe gecentraliseerde ICT-voorzieningen over te zijn, zijn de beoogde investeringen zoveel mogelijk uitgesteld om desinvesteringen te voorkomen. In 2015 zal duidelijk worden of de resterende investeringen alsnog moeten worden gedaan. 7050102 Personeel Informatie Systeem Het nieuwe personeelsinformatiesysteem is in 2014 aangeschaft en met ingang van 1 januari 2015 geïmplementeerd. In 2015 zullen nog meerdere modules van het systeem geïmplementeerd worden. Denk bijvoorbeeld aan digitale declaraties. Om die reden zullen in 2015 nog kosten gemaakt worden. 7050103 Geluidsinstallatie raadszaal Inmiddels is een groot deel van de nieuwe installatie, het discussie systeem (de microfoons en ontvanger) opgeleverd en in werking. In 2015 wordt nog de afwerking plaats van de apparatuur in de geluidskast. Uiteindelijk is het doel om de gehele geluidsinstallatie weer aan de laatste eisen van deze tijd te laten voldoen. 7050104 Vervanging automatiseringsapparatuur 2014 In verband met de oprichting van de Regionale ICT Dienst Utrecht (RID) en de plannen van de RID om in 2015 volledig op de nieuwe gecentraliseerde ICT-omgeving over te zijn, zijn de beoogde investeringen uitgesteld om desinvesteringen te voorkomen. In 2015 zal duidelijk worden of deze investeringen alsnog moeten worden gedaan. 7050105 Mobiele kraan 7050106 Zoutstrooier vrachtwagen 7050107 Zoutstrooier kleine vrachtwagen 7050109 Sneeuwschuif vrachtwagen 7050114 Sneeuwschuif Mitsubishi Deze investeringen zijn in verband met het onderzoek werf doorgeschoven. 7050110 Het nieuwe werken gemeentehuis 7050111 Het nieuwe werken kantoormeubels Inmiddels is een groot deel van het Project Bunnikse Manier van werken (BMW) uitgevoerd, de werkzaamheden in de laatste fase en de oplevering zullen plaats vinden in 2015. De uiteindelijke oplevering van het project is uiterlijk 1 maart 2015. 7120024 Vloeistofdichte vloer Bunnik-Werkhoven/7120025 Verbouw brandweergarage Werkhoven 7120026 Aanpassen afzuiginstallatie/7120027 Bouwkundige aanpassing De kredieten zijn beschikbaar gesteld voor de (ver)bouw(ing) van de brandweergarages Bunnik en Werkhoven. De brandweerkazerne Werkhoven is per 13 december 2014 opgeleverd. Voor de brandweerkazerne Bunnik heeft de aanbesteding in 2014 plaatsgevonden. In 2015 zullen de daadwerkelijke bouwwerkzaamheden uitgevoerd worden. 7210017 Verkeersproject A12 Salto In het gezamenlijk gebiedsgericht verkeersproject participeren Houten, de provincie Utrecht, het BRU ende gemeente Bunnik. Als projecttrekker fungeert de Provincie Utrecht. De bedoeling is om een gezamenlijk en op elkaar afgestemd pakket aan mobiliteitsmaatregelen voor en in het buitengebied tussen Houten, Bunnik en Odijk vast te stellen. Dit maatregelenpakket zal er ertoe moeten leiden dat het buitengebied wordt gevrijwaard van sluipverkeer waardoor de verkeersveiligheid, vooral voor hetlangzaam verkeer, en de leefbaarheid in het gebied wordt verbeterd. Op dit moment word daar in samenwerking een plan voor opgesteld. Belangrijk onderdeel daarin vormt de keuze van de oostelijke ontsluitingsweg van Houten naar de A12. Daarnaast zijn mogelijke aanvullende maatregelen het plaatsen van een spitsknip, de aanleg van fietspaden en het aanbrengen van snelheid remmende maatregelen. Op het moment dat het totale maatregelenpakket zal zijn vastgesteld, zal Bunnik zijn aandeel daarin moeten kunnen leveren. Daarom dient het Salto krediet te worden veilig gesteld. Besluitvorming over de maatregelen zal in 2015 plaats moeten vinden.
118
7210035 Ontsluitingsweg Fort Vechten De keuze voor de ontsluiting van Fort Vechten wordt meegenomen in de mobiliteitsstudie voor het buitengebied die onder regie van de Provincie en in samenwerking met Houten wordt uitgevoerd. In die studie wordt bezien op welke wijze de ontsluiting van Houten op de A12 in oostelijke richting (Arnhem) kan worden gerealiseerd en op welke wijze het gebied autoluw kan worden gemaakt. Op basis van de resultaten zullen bestuurlijke keuzes worden gemaakt, ook over de ontsluiting van het Liniecentrum Fort Vechten. In 2015 zal hierover duidelijkheid ontstaan. 7210036 Fiets File Vrij Vorig jaar is het Vagantenpad als laatste aangepast. Het was de bedoeling om de route over het Eikenpad door te trekken tussen het Vagantenpad en de Van Zijldreef. De bewoners waren hier op tegen. Voorgesteld wordt nu om het krediet eind van dit jaar te sluiten. 7211004 Actualisatie IVVV Het verkeerbeleidsplan wordt momenteel opgesteld, de opdracht is verleend aan adviesbureau een adviesbureau. De werkzaamheden lopen door naar 2015 en zullen in dat jaar ook worden afgerond. Het restantkrediet zal daarvoor nodig zijn en voor moeten worden ingezet. Het krediet kan daarom niet worden afgesloten. 7211007 Verbeteren openbaar vervoer (OV) en fietsverkeer De komende jaren vinden mogelijk wijzigingen plaats in de busroute en halteplaatsen. In 2015 wordt duidelijk welke verbeteringen worden doorgevoerd en worden aangepast. Mogelijk wordt nog uitbreiding verwacht met de busreiziger informatie systeem. De fietsroute en de beoogde aanpassingen zijn nog niet uitgevoerd vanwege de ontwikkeling van de Oostelijke ontsluiting. Er wordt op meer duidelijkheid gewacht. De kleinere aanpassingen worden eveneens nog uitgesteld tot meer duidelijkheid komt over het VCP en de beoogde situatie verbeteringen rond de scholen en de multifunctionele accommodaties. 7530019 2e veld Aurora In 2011 is een aanvullend krediet beschikbaar gesteld voor de aanleg van het tweede veld voor Aurora in Werkhoven. In het voorstel is aangegeven dat het veld gedurende 5 jaar als voetbalveld gebruikt zou worden. Daarna zou het eventueel omgevormd moeten worden naar andersoortige speelruimte. Het omvormen naar een andersoortige speelruimte maakt onderdeel uit van het krediet. Daarom dient het restantkrediet beschikbaar te blijven voor de kosten van deze aanpassing. In 2016 volgt pas duidelijkheid. 7530020 Kleed wasaccommodatie Midlandia In het kader van Sport op orde is onderzoek uitgevoerd naar de onderhoudsstaat van de kleed/wasaccommodatie bij Midlandia/Sporthal De Tol. Uit het onderzoek is gebleken dat renovatie nodig is. Met het bestuur van Sporthal De Tol is overleg gevoerd om na renovatie de kleedaccommodatie over te dragen aan hen. De noodzaak voor de gemeente is door de verzelfstandiging van Midlandia (kunstgras) niet meer aanwezig. Deze discussie loopt door naar 2015. Het is dus van belang om het krediet nog in 2015 beschikbaar te houden. De totale kosten van de renovatie was geraamd op € 53.000. In het kader van de renovatie Sportpark Tolhuislaan in 2010 was al een bijdrage opgenomen van € 21.000 voor de renovatie van de kleed/wasaccommodatie. De gemeenteraad heeft voor 2014 een extra krediet beschikbaar gesteld van € 32.000. Deze bedragen moeten derhalve beschikbaar blijven. 7530023 Vervanging beregeningsinstallatie Deze werkzaamheden worden in 2015 opgepakt. Het betreft de beregeningsinstallatie van de tennisvereniging Niënhof. 7620001 Routekaart sociaal domein De werkzaamheden in het kader van de routekaart sociaal domein lopen door tot en met het eerste kwartaal 2015. Het restantkrediet moet gehandhaafd blijven voor 2015. 7630001 Ontwikkeling Accommodatiebeleid In 2013 en 2014 is gewerkt aan de inventarisatie van de accommodaties die bij de gemeente in eigendom en beheer zijn. Er is nu een overzicht van de accommodaties, over de wijze van verhuur, etc. Dit overzicht moet nog verder uitgewerkt worden zodanig dat er op een eenduidige manier omgegaan wordt met de verhuur en in gebruik geving van de accommodaties. Dit geheel vormt de Accommodatienota.
119 Externe ondersteuning is noodzakelijk voor de afronding van de Accommodatienota. Hierdoor is het noodzakelijk dat de voor dit doel beschikbaar gestelde krediet ook nog in 2015 beschikbaar blijft. 7722038 Rior rioolspuit Deze investering wordt in verband met het onderzoek van de werf doorgeschoven. 7822006 Toetsingsprotocollen Het project heeft zijn eindfase benaderd. Als laatste stap wordt er een professionaliseringsslag gemaakt met specifieke vakopleidingen. Met deze professionalisering heeft het college van burgemeester en wethouders op 10 december 2013 ingestemd. Een groot deel van de opleidingen zijn vorig jaar gestart het laatste deel volgt dit jaar. In 2015 wordt het project afgerond. Daarom moet het krediet gehandhaafd worden. 7930002 Toetreding BGHU In de raadsvergadering van 18 september 2014 heeft de gemeenteraad voor de samenwerking met de BghU een krediet van € 70.000 beschikbaar gesteld. Specifiek gaat het om de eenmalige projectkosten, zoals projectorganisatie, 0-metingen, conversie geautomatiseerde bestanden, synchroniseren bestanden, inrichten en testen ICT omgeving. Daarvan is in 2014 € 55.175 uitgegeven. De werkzaamheden zijn nog niet volledig uitgevoerd; de afronding daarvan is in 2015. Verwacht wordt dat het restantkrediet € 14.825 daarvoor nodig is.
120 De volgende (restanten) van kredieten zijn niet meer nodig en worden afgeraamd: Rekening Omschrijving
Beschikbaar gesteld krediet
Besteed t/m 2013
Vermeerderingen Verminderingen in in 2014 2014
Restant afvoeren
Restant niet m eer nodig - afgeraam d 7050040 Depotbedrag frankeermachine 7050108 Geluidsoverlast Het Palet
0
2.780
0
0
2.780-
20.000
0
14.466
0
5.534
7050112 Luchtbehandeling Het Kw artier
10.500
9.339
0
0
1.161
7003006 implementatie Basisregistratie 2012
34.000
13.025
9.519
0
11.456
600.000
252.494
1.379
176.293
522.421
1.000.000
127.595
0
11.586
883.991
85.000
60.000
25.673
0
673-
0
77.869
0
0
77.86923.461-
7210015 Verkeersmaatregelen Bunnik 7210016 Fietspad Werkhoven - Houten 7212004 Aanpassing N229 / ontsluitingsw eg Houten 7421002 Grondkosten * 7421003 Aanpassingen i.vm. Gebruikersvergunning *
0
23.461
0
0
7423004 Grondkosten *
0
68.135
0
68.135
0-
7423005 Gevolgen klassenverkleining *
0
34.669
0
0
34.669-
7423008 8e lokaal ivm klassenverkleining *
0
23.298
0
0
23.298-
7423009 2 semi-permanente lokalen *
0
133.591
0
0
133.591-
7423010 1e inrichting lp Camminghaschool * Inrichting 11een enow 12e groep 7423011 Camminghaschool *
0
23.000
0
0
23.000-
0
29.037
0
0
29.037-
7423024 13e/14e ow lp camminghaschool *
26.100
26.099
0
0
1
7423025 15e ow lp camminghaschool *
13.050
13.049
0
0
1
0
543.973
0
0
7423016 Gebouw * 7423017 Grondkosten * 7423020 Aanpassingen i.vm. Gebruikersvergunning * 7423022 3 lokalen Cammingaschool *
543.973-
0
154.365
0
154.364
80.396
72.638
0
0
7.758
1-
0
86.907
0
0
86.907-
7530021 Renovatie tennisvelden
147.000
0
126.579
0
20.421
7530022 Gemeentelijke bijdrage kunstgrasveld
109.500
0
109.500
0
50.000
58.744
171
6.800
7560008 Vervangen zieke bomen Odijk
2.115-
7650001 3 lokalen bij Anne Frankschool *
0
70.336
0
0
70.336-
7650003 Brandveiligheidsvoorzieningen *
0
14.510
0
0
14.51013.576-
7050015 Uitbreiding meubilair (w erkplekken) + 7050032 Call-management systeem + 7050035 Vervangingautomatiseringsapparatuur '10 +
0
20.353
0
6.777
6.500
1.562
0
625
5.563
74.200
72.344
0
14.593
16.449
7050092 Autom.apparatuur'11 +
28.500
29.193
0
11.677
10.984
7050096 Autom.apparatuur '12 +
62.200
26.052
12.805
38.857
62.200
7050079 MFA Bunnk
8.259.000
10.045.680
1.254.133
4.639.000
1.598.187
7050115 MFA Bunnk tlv res.inc.invest.
2.700.000
0
2.700.000
0
-
Totaal Ad * Ad +
13.305.946
12.114.098
4.254.224
5.128.707
2.066.331
In verband met de afrekening van multifunctionele accommodatie De Kersentuin w orden deze kredieten afgeraamd. Deze kredieten w orden afgeraamd ten laste van het krediet Oprichten RID (7050093).
7050108 Geluidsoverlast Het Palet De bewoners van het Palet hebben geklaagd over geluidsoverlast van de schoolgebouwen. Hierop zijn enkele verbeteringen toegepast en zijn er afspraken gemaakt. 7050112 Luchtbehandeling Het Kwartier Er zijn maatregelen getroffen om de klachten over de luchtbehandeling weg te nemen. Dit blijkt effectief te zijn. Als er geen klachten meer komen gedurende dit schooljaar worden geen verdere noodzakelijke aanpassingen verwacht.
121 7003006 Implementatie Basisregistratie 2012 Voorbereidende werkzaamheden voor de basisregistratie grootschalige topografie (BGT) zijn afgerond en een informatiesysteem voor de opbouwfase van deze basisregistratie zijn aangeschaft. 7210015 Verkeersmaatregelen Bunnik De werkzaamheden zijn uitgevoerd en afgerond en het krediet kan worden gesloten. 7210016 Fietspad Werkhoven Houten De werkzaamheden zijn uitgevoerd en afgerond; het krediet voor dit fietspad kan worden afgesloten. Het krediet maakt deel uit van project Salto A12. Dit krediet specifiek voor de aanleg van dit fietspad kan worden afgesloten. 7212004 Aanpassing N229 / ontsluitingsweg Houten In 2013 is in totaal een krediet van 85.000 beschikbaar gesteld. In 2013 is 60.000 hiervan besteed aan het projectmanagement van de studie aanpassing N229 in combinatie met de oostelijke ontsluiting. In 2014 is het resterende krediet besteed aan het projectmanagement van de studie integrale afweging oostelijke ontsluiting. Afhankelijk van de besluitvorming hierover in 2015 zal zo nodig aanvullend krediet worden aangevraagd. 7530021 Renovatie tennisvelden In december 2012 is onderzoek verricht naar de onderhoudsstaat van de gemeentelijke buitensportaccommodaties. Er is geconstateerd dat vier kunstgrasvelden in 2013 al aan renovatie toe waren. Twee andere velden zouden in 2014 gerenoveerd moeten worden. In overleg met de tennisvereniging is afgesproken om de investering niet in 2013 te doen, maar de zes kunstgrasvelden in één keer in 2014 aan te pakken. Het onderzoek geeft weer dat de huidige staat van de velden een verder uitstel van de renovatie niet verantwoord is. De renovatie betreft een vervanging van de toplaag van alle velden en een aanpassing van de onderlaag van vier velden. De kosten hiervoor zijn geraamd op €147.000,-. Dit budget is taakstellend voor deze investering. 7530022 Gemeentelijke bijdrage kunstgrasveld De gemeentelijke bijdrage aan het kunstgrasveld is in 2014 uitbetaald en derhalve kan het krediet worden gesloten.
7560008 Vervangen zieke bomen Odijk Dit project is succesvol met burgerparticipatie uitgevoerd. Het krediet kan worden gesloten.
122
Controle verklaring
123
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan de gemeenteraad van de gemeente Bunnik Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening 2014 van de gemeente Bunnik gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2014 met de toelichtingen, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa-bijlage. Verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Het college van burgemeester en wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) en het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiele verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De financiële rechtmatigheidscriteria zijn vastgesteld met het normenkader op 26 maart 2015. De operationalisering van het normenkader voor rechtmatigheid in de beheersorganisatie van de gemeente heeft plaatsgevonden. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2, lid 7 Bado is deze goedkeuringstolerantie door de gemeenteraad vastgesteld bij raadsbesluit op grond van artikel 213 van de gemeentewet. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn. Daarbij zijn voor de controle van de in de jaarrekening opgenomen WNT-informatie de toleranties gehanteerd zoals vastgelegd in het Controleprotocol WNT. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
124 Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de gemeente Bunnik een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2014 als van de activa en passiva per 31 december 2014 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Utrecht, 19 mei 2015 Deloitte Accountants B.V.
Was getekend: drs. R.D.H. Killeen RA MGA