1
1
2
2
3
Inhoud Inleiding ....................................................................................................... 4 De Programmarekening.................................................................................. 7 De Programma’s ........................................................................................... 12 Dienstverlening en Organisatie ...................................................................... 13 Programma: 1. Bestuur en Organisatie ............................................................................................... 14 Programma: 2. Dienstverlening ............................................................................................................ 18 Programma: 3. Algemene Dekkingsmiddelen ..................................................................................... 20
Fysiek domein ............................................................................................. 23 Programma: 4. Veiligheid ...................................................................................................................... 24 Programma: 5. Openbare ruimte .......................................................................................................... 26 Programma: 6. Bouwen, wonen & ondernemen ................................................................................. 29
Sociaal domein............................................................................................ 34 Programma: 7. Maatschappelijke Ontwikkelingen ............................................................................. 35 Programma: 8. Algemene Ondersteuning ........................................................................................... 39 Programma: 9. Maatwerkvoorziening .................................................................................................. 42
Paragrafen .................................................................................................. 46 1. Bedrijfsvoering ................................................................................................................................... 47 2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing .................................................................................... 50 3. Lokale lasten en heffingen ................................................................................................................ 54 4. Verbonden partijen ............................................................................................................................ 57 5. Kapitaalgoederen ............................................................................................................................... 65 6. Financiering ........................................................................................................................................ 67 7. Grondbeleid ........................................................................................................................................ 68 8. Interbestuurlijk toezicht .................................................................................................................... 70
Jaarrekening ................................................................................................ 71 Balans ..................................................................................................................................................... 73 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling.......................................................................... 74 Toelichting op de Balans ...................................................................................................................... 76 Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over het begrotingsjaar ..... 89 Wet normering topfunctionarissen (WNT) .......................................................................................... 92 Incidentele Baten en lasten ................................................................................................................... 94 Single information, single audit ........................................................................................................... 95 Vaststelling ............................................................................................................................................. 99
Restantkredieten ........................................................................................ 101 Controle verklaring .................................................................................... 108 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant ................................... 109
3
4
Inleiding Aanbieding Hierbij wordt de Programmarekening over het jaar 2015 aangeboden. Voor de gemeente Bunnik was 2015 een jaar waarin belangrijke en ingewikkelde processen zijn afgerond en belangrijke besluiten zijn genomen. Hieronder staan enkele speerpunten voor 2015: Beleidsagenda Sociaal Domein 2015-2018 In 2015 is de Beleidsagenda Sociaal Domein 2015-2018 opgesteld. De beleidsagenda beschrijft de beleidsvoornemens van de Gemeente Bunnik. De nadruk ligt op zaken die nieuw zijn, die veranderen of die zouden moeten veranderen. De beleidsagenda gaat onder meer in op zaken als preventie, openbare gezondheid, vrijwilligerswerk en mantelzorg, de doorontwikkeling van het Centrum voor Elkaar en de rol van gemeenten bij burgerinitiatieven in het sociaal domein. De agenda is uitgebreid participatief voorbereid en tot stand gekomen met inbreng van veel lokale betrokkenen. Het stuk bestrijkt het gehele lokale sociaal domein en gaat over meer dan ‘alleen’ de nieuwe taken. Met de beleidsagenda wordt richting gegeven aan het beleid en worden een aantal keuzes expliciet gemaakt. De Beleidsagenda is door de Gemeenteraad vastgesteld in januari 2016. Centrum voor Elkaar Vanaf 1 januari 2015 kunnen inwoners van Bunnik met vragen en problemen terecht bij het Centrum voor Elkaar. Dat is de vooruitgeschoven post van de gemeente waar het gaat om zorg- en hulpverlening. Het Centrum is gespecialiseerd in vraagverheldering en ondersteunt inwoners bij het organiseren van hulp rond bijvoorbeeld ouder worden, opvoeden en opgroeien, eenzaamheid, huiselijk geweld en psychische problemen. Belangrijk hierbij is het stimuleren van eigen netwerkvorming en zelfredzaamheid en het helpen bij verbindingen. Kern is het verschuiven van zorg naar ondersteuning. Ook de functie van mantelzorgondersteuning is onderdeel geworden van het Centrum voor Elkaar. Het Centrum voor elkaar werkt nauw samen met onder meer scholen, consultatiebureaus, huisartsen en wijkverpleging. De regie en coördinatie van het Centrum voor Elkaar ligt bij de gemeente. Voor de samenstelling van het team is in 2015 naast gemeentelijk consulenten ook gebruik gemaakt van organisaties als Vitras, MEE, De Rading en Save. Het Centrum voor Elkaar zal zich de komende jaren verder ontwikkelen. Voorbeelden hiervan zijn professionalisering, meer ‘naar buiten’(vindplaatsen), verbinding formele en informele hulp. Afgelopen jaar zijn door het Centrum voor Elkaar (her)-indicaties uitgevoerd voor bestaande en nieuwe doelgroepen op huishoudelijke hulp, jeugd en begeleiding zowel voor Zorg in Natura als voor PGBgebruikers. Hiervoor is veelal de gekantelde manier van werken met Het (keukentafel) Gesprek toegepast en worden ondersteuningsplannen opgesteld niet vóór, maar samen met de cliënt. Regionale samenwerking In de overloop van 2014 naar 2015 heeft de transitie plaatsgevonden in het sociaal domein. Met deze verschuiving is er een groot budget naar gemeenten overgekomen. Voor Bunnik er is gekozen om met dit budget samen met de regio Zuid-Oost Utrecht jeugdhulpverlening en begeleiding in te kopen. Deze samenwerking heeft geleidt tot een grotere schaal van inkoop. Gevolgen hiervan is dat de zorg ‘goedkoper’ ingekocht kan worden. Deze manier van inkoop en samenwerking met alle aanbieders en de andere gemeenten in de regio Zuid-Oost Utrecht zal worden gecontinueerd. Binnen de regio Zuid-Oost Utrecht zijn afspraken gemaakt over de onderlinge afstemming van de zorgmiddelen en de spreiding over de regio. Ook trekken de gemeenten in de regio samen op ten aanzien van innovatie in de zorg en interlokale afstemming van kennis. Openbare Ruimte Elke dag komt de inwoner in aanraking met de openbare ruimte en de (directe) fysieke leefomgeving. Bij de inwoners leven dan ook vaak ideeën over de eigen leefomgeving. Via de wijkregisseur wordt meer ingezet op de contacten met de inwoners om samen in gesprek te komen, om initiatieven te faciliteren en waar nodig te stimuleren. In 2016 zijn op deze wijze, met behulp van reguliere onderhoudsbudgetten, verschillende initiatieven genomen om de leefomgeving aan te passen. Enkele projecten hiervan zijn het oplappen van de speelplaats en het groen in de Oranjebuurt in Bunnik en ’t Haantje in Werkhoven. Ook bij gesprekken over het plaatsen van laadpalen in straten en met de winkeliers over de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden in de openbare ruimte heeft de wijkregisseur een rol. De openbare ruimte heeft veel zorg en aandacht nodig. In de afgelopen jaren zijn de budgetten op het onderhoud van de openbare ruimte verminderd vanwege de economische crisis. Ondanks deze lagere budgetten is toch veel energie gestoken in het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. In het kader van de bezuinigingsronde Bunniks Kwaliteit is besloten om stroken groen aan particulieren te verkopen. In 2015 is gestart met de verkoop van stroken groen. Diverse inwoners hebben zich gemeld 4
5 voor de verkoop van stroken groen. In 2015 zijn diverse stroken grond verkocht en enkele zijn ook inmiddels geleverd. Rondom de zomer van 2015 is in de samenleving een discussie ontstaan over het verkopen van stroken groen aan het Eikenpad. Deze discussie was voor de gemeenteraad aanleiding voor een debat over de verkoop van het groen. Besloten is om een bestemmingsplan te laten opstellen van de te verkopen stroken groen, zodat daarover, aan de hand van zienswijzen, een discussie kan worden gevoerd welke stroken wel en welke stroken niet verkocht kunnen worden. De gemeenteraad neemt dan een definitief besluit. Alle verkopen zijn daarop stil gelegd en er is een ontwerp-bestemmingsplan gemaakt. Duurzaamheid Om de dialoog en samenwerking met inwoners en ondernemers goed te kunnen aangaan, is in 2015 een duurzaamheidsmakelaar aangesteld. Vanuit haar positie tussen de gemeente en de samenleving, kan ze initiatieven snel signaleren, met elkaar verbinden en waar nodig op gang helpen. Het is vooral de intentie met de duurzaamheidsmakelaar de contacten met het lokaal bedrijfsleven uit te breiden en met hen samen te werken om duurzaamheid in Bunnik te realiseren. De succesvolle informatieavond op 12 november over isoleren en ventileren, Heel Bunnik Isoleert, is daar een voorbeeld van. In 2016 zal hier vervolg aan gegeven worden. Voor elektrisch rijden is de gewenste aanpak met betrekking tot de laadinfrastructuur in de openbare ruimte verder verkend. Daarnaast is een intentieovereenkomst getekend voor de uitrol van een regionaal laadsysteem volgens het principe Solar Charging waarbij gebruik gemaakt wordt van duurzame laadpalen (waarbij energieopwekking middels zonnepanelen geschied). Duurzaamheid is in de aanbesteding van Het Burgje een belangrijke randvoorwaarde. Voor een algemene ambitie op het gebied van duurzaam bouwen zijn ambtelijk de mogelijkheden voor het vaststellen verkend. Organisatieontwikkeling In 2015 is gewerkt aan het Organisatieperspectief 2021 en de bijbehorende Veranderagenda 2016-2021. In het Organisatieperspectief 2021 is geschetst hoe de organisatie er in 2021 uit zou kunnen zien, rekening houdend met de diverse ontwikkelingen die zich in hoog tempo om de gemeente heen afspelen en waarvan de gemeente onderdeel is. Bij het perspectief is gewerkt met het uitgangspunt van een bestuurskrachtige gemeente die haar veranderende rol als regisserend partner in netwerken oppakt en meer dan nu aan kan sluiten op de ontwikkelingen in de participatieve samenleving. Het organisatieperspectief gaat in op de verwachtingen omtrent omvang, inrichting en werkwijze van de gemeentelijke organisatie. In de bijbehorende veranderagenda 2016-2021 is duidelijk gemaakt welke stappen richting 2021 nodig zijn. Definitieve vaststelling van het Organisatieperspectief 2021 en de Veranderagenda 2016-2021 vindt in 2016 plaats. Naast de rol en structuur van de organisatie, is in 2015 ook volop aandacht besteed aan de cultuur binnen de organisatie. Daartoe is allereerst aandacht besteed aan het benoemen en verder invullen van de kernwaarden die voor de Bunnikse organisatie gelden. Dat zijn Betrokkenheid vanuit het hart, Openheid, Creatief ondernemerschap en Zelfbewustzijn. Vertrouwen is de vijfde waarde die als basis onder de andere waarden ligt. Een ‘inspiratiegroep’ van enthousiaste medewerkers is met die input aan de slag gegaan om bij het cultuurontwikkelingsproces te helpen. Zo wordt gebouwd aan een cultuur die extern gericht is, dynamisch, flexibel en wendbaar. In dit licht is in 2015 ook verder gebouwd aan de Bunnikse Manier van Werken. In 2015 is de laatste fase van de Bunnikse Manier van Werken ingevoerd. Om het gedachtegoed van activiteitgericht, plaats- en tijdonafhankelijk werken neer te zetten is een verbouwing van het Huis van de Gemeente uitgevoerd en zijn het inventaris en de ICT-voorzieningen aangepast. In de laatste fase is tevens de raadzaal en de hal aangepast en is er, mede door eigen medewerkers, een buitenterras en meubilair aangebracht. In 2015 hebben twee niet-commerciële huurders en twee commerciële huurders hun intrek genomen op de 1e & 2 etage van de oostelijke vleugel en in het vrijgekomen oude politiebureau. De politie is verhuisd naar het nieuwe politiesteunpunt binnen het Huis van de Gemeente. In 2016 zal nog een commerciële partij hun intrek nemen op de 2e etage. In 2015 is gestart met de verhuur van de Raadzaal, Hal en vergaderlocaties voor externe verhuur. Strategische agenda De gemeente Bunnik heeft in 2015 het proces rondom de strategische agenda voortgezet. Dit heeft geresulteerd in een procesvoorstel “totstandkoming strategische agenda” dat op 1 oktober 2015 door de gemeenteraad is aangenomen. De strategische agenda zal in de eerste helft van 2016 worden vastgesteld door de gemeenteraad. Vanwege het ontbreken van ambtelijke strategische capaciteit is binnen U-10-verband gevraagd om hulp. Vanuit de gemeente Utrecht is een team van strategen beschikbaar gesteld om samen met onze inhoudelijke experts het proces te trekken/begeleiden. Eind 2015 zijn hier de eerste stappen in genomen. 5
6 Ruimtemakers/overheidsparticipatie De werkgroep Ruimtemakers, bestaande uit raadsleden, burgemeester, griffier en ambtenaren, is in 2015 ingesteld en wil investeren in een nieuwe relatie tussen gemeente en gemeenschap. Een enquête over participatie is uitgezet onder het burgerpanel. De leden van de werkgroep hebben interviews gehouden met een aantal leden van het burgerpanel. De Ruimtemakers hebben een thema-avond over burgerinitiatief en Sociaal Domein georganiseerd en zijn ook op werkbezoek geweest bij de gemeente Lochem. Een aantal Ruimtemakers heeft het Cultuurcafé bezocht om te zien hoe burgerinitiatieven zich daar presenteren. De werkgroep heeft ook meegedacht over de opzet en regels van het Bunnik Aan Zet Fonds, een aanjaagfonds voor burgerinitiatieven dat in 2016 van start gaat. Samenwerking (BRU/U10) Op 1 januari 2016 is het BRU opgeheven. De gemeenteraden van alle negen BRU-gemeenten, inclusief de Bunnikse gemeenteraad, hebben ingestemd met de opheffing. Daarmee is een einde gekomen aan een periode van twintig jaar waarin het BRU een belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van de stedelijke regio. De negen gemeenten hebben in de aanloop naar de opheffing van het BRU de wil uitgesproken om te blijven samenwerken, ook na het BRU. Die wil heeft geresulteerd in de vormgeving van de U10 samenwerking, waarbij Woerden ook is aangesloten. Op 29 oktober 2015 heeft de Bunnikse gemeenteraad officieel besloten om deel te nemen aan de U10. De U10-samenwerking is een netwerksamenwerking zonder grote gemeenschappelijke regeling en centraal ambtelijk apparaat, waarbij de (gezamenlijke) inhoudelijke behoefte leidend is en niet de structuur. Zo kunnen thema’s toegevoegd worden, maar ook afvallen. De thema’s worden aan zogenaamde bestuurstafels besproken. Ook het aantal deelnemers kan per thema verschillen. De gemeente Utrecht vervult, als grootste gemeente, een actieve voortrekkersrol. De U10 krijgt in 2016 verder vorm, zowel inhoudelijk als wat betreft het samenwerkingsproces. Bunnikse Kwaliteit Voor 2015 is de bezuinigingstaakstelling vanuit de Bunnikse Kwaliteit gerealiseerd en voor de volgende jaren is de besluitvorming zodanig geweest dat ook daarmee de bezuinigingstaakstelling gerealiseerd kan worden. Kan worden, omdat de acties die nodig zijn om te komen tot de bezuinigingstaakstelling daadwerkelijk zijn genomen, maar deze nog niets zeggen over de daadwerkelijke besparing. Overigens zijn de signalen positief. De Bunnikse Kwaliteit heeft met name impact gehad op de gemeentelijke bedrijfsvoering. Voor 2015 betreft dit 95% van de bezuinigingstaakstelling 2015. Te denken valt dan aan een forse personeelsreductie in het kader van vermindering bouwvolume, zaakgericht werken, het aangaan van samenwerkingsverbanden (belastingsamenwerking en samenwerking gemeentewerf) en verlaging van de directe budgetten van bedrijfsvoering (bijvoorbeeld het budget werving en selectie).
6
7
De Programmarekening Deze Programmarekening bestaat enerzijds uit het beleidsmatig verslag (de tekstuele verantwoording) en anderzijds de financiële verantwoording zoals balans, rekening van baten en lasten, paragrafen en toelichtende staten over het afgelopen begrotingsjaar. Naast de verantwoording over het jaar 2015 wordt op enkele onderdelen ingegaan op de huidige (economische) situatie en verwachtingen, zoals in de paragraaf Grondbeleid. Indeling Programmarekening In het kader van de verantwoording wordt zoveel mogelijk antwoord gegeven op de volgende drie vragen: - Wat hebben we bereikt? - Wat hebben we daarvoor gedaan? - Wat heeft het gekost? De eerste twee onderdelen zijn te zien als het beleidsmatig jaarverslag. Het laatste onderdeel is de financiële verantwoording. Per programma worden de actiepunten 2015 uit de collegeagenda opgenoemd. Daarna wordt ingegaan op de acties die zijn ondernomen om dat beleid uit te voeren. Vervolgens worden overige beleidsontwikkelingen uit 2015 vermeld. Tenslotte wordt een overzicht gegeven van de bij de begroting geraamde bedragen en de werkelijke lasten en baten. Bij afwijkingen groter dan € 25.000 op productniveau tussen de raming en de werkelijke lasten/baten wordt in hoofdlijnen een toelichting gegeven hoe die afwijking is ontstaan. e e In de kolom “begroting na wijziging” zijn de begrotingscijfers vermeld inclusief de 1 en 2 Bestuursrapportage en enkele begrotingswijzigingen die voortvloeiden uit afzonderlijke besluiten van de gemeenteraad. Naast bovenstaande verantwoording is een aantal paragrafen voorgeschreven, te weten: a. Bedrijfsvoering b. Weerstandsvermogen c. Lokale lasten en heffingen d. Verbonden partijen e. Kapitaalgoederen f. Financiering g. Grondbeleid h. Interbestuurlijk toezicht
Financieel resultaat Het financieel resultaat van de jaarrekening bedraagt € 4.605.100 positief. Dit resultaat is inclusief een (verplichte) winstneming van € 1.077.300 uit de grondexploitaties Rijneiland, Delteijk en Churchill. Daarnaast is er een opwaardering van de marktwaarde Odijk-West van € 1.727.500. Dit betekent dat de normale bedrijfsvoering sluit met een positief resultaat van € 1.800.300 inclusief stortingen en onttrekkingen aan reserves (d.w.z. resultaat na bestemming). Analyse van het financieel resultaat in hoofdlijnen In de analyseparagraaf worden de belangrijkste oorzaken die leiden tot het positieve resultaat van € 4.605.108 aangegeven. De belangrijkste oorzaken > € 25.000 worden vermeld. Deze zijn deels incidenteel en deels structureel van aard.
7
8 De belangrijkste oorzaken van het resultaat zijn: progr. Verklaring resultaat : 1 1 2 3 3 3 3 3 3 6 7 7 8 9 9 9 9 9 9 div
Voorziening wethouder pensioenen/wachtgelden Bedrijfsvoering Leges kabels en leidingen Bghu Vernieuwingsimpuls Financiering Ozb/toeristenbelasting Vrijval reserve reiniging Algemene uitkering Structuur- en bestemmingsplannen/planontwikkeling Decentralisatie onderwijs Gebouwenbeheer Jeugdhulp zorg in natura Wmo hulp bij het huishouden Wmo Hulpmiddelen Huishoudelijke hulp toelage Sociaal team WMO zorg in natura Persoonsgebonden budgetten Budgetoverhevelingen Overig Saldo jaarrekening normale bedrijfsvoering Winstneming Rijneiland, Delteijk en Churchill Lagere verliesneming Odijk west Resultaat rekening 2015
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
V/N
I/S
-226.400 152.000 80.700 45.600 97.800 -70.300 -26.000 67.000 282.500 -30.400 -90.500 24.000 115.400 31.300 179.000 100.500 158.000 385.100 296.700 118.000 110.255
N V V V V N N V V V N V V V V V V V V V N
I I S I I I I/S I I I I I I S S I I I I I I
1.800.255 1.077.332 1.727.521 4.605.108
V V V V
V V V V
Toelichtingen belangrijkste oorzaken resultaat > € 50.000 Voorziening wethouders pensioenen en voorziening wachtgelden voormalig wethouders € 226.400 nadelig De voorziening pensioenen wethouders is naar aanleiding van de nieuwe berekeningen bijgesteld. In verband met de lagere rente is de voorziening bijgeraamd om aan de verplichtingen te voldoen. De voorziening wachtgelden voormalige wethouders is naar aanleiding van de nieuwe berekeningen naar beneden bijgesteld. Per saldo is dit € 226.800 nadelig. Doorbelasting Bedrijfsvoering € 152.000 voordelig De doorbelasting van de niet kostendekkende uren gemeentewerf is € 186.000 voordelig. Dit betreft onder andere lagere salariskosten werf, lagere onderhoudskosten werf, en lagere kapitaallasten werf doordat investeringen uitgesteld zijn in verband met overname Reiniging Midden Nederland (RMN) in 2016. Daartegenover staat een nadeel op de niet kostendekkende uren bedrijfsvoering van € 34.000 (bestaande uit een nadeel van inhuur sociaal domein en een voordeel kapitaallasten RID zie ook paragraaf bedrijfsvoering). Leges kabels en leidingen € 80.700 voordelig Het jaar 2015 is het eerste hele jaar waarin de nieuwe “Verordening kabels en leidingen Bunnik” van toepassing was. Dat is ook het geval voor de op het onderdeel kabels en leidingen aangepaste deel van de legesverordening. De praktijk wijst nu uit dat er meer kabels en leidingen zijn gelegd/verlegd dan de aanname voor wat betreft de inkomsten rekening is gehouden. Vernieuwingsimpuls € 97.800 voordelig De stelpost vernieuwingsimpuls is in 2015 niet volledig ingezet.
8
9 Financiering (treasury) € 70.300 nadelig Er zijn lagere baten op de kostenplaats kapitaallasten door lagere kapitaallasten. Deze lagere kapitaallasten zijn op financiering een nadeel maar op de overige programma’s een voordeel (zie toelichting kapitaallasten). Ozb/toeristenbelasting € 26.000 nadelig Er is een nadeel op de OZB van € 73.900. Dit betreft een nadeel van € 41.000 op niet-woningen en € 32.900 op de woningen. Het nadeel op de niet-woningen heeft te maken met de leegstand waar in de begroting geen rekening mee gehouden wordt. Er is een voordeel op de toeristenbelasting. Dit komt doordat er 8 belastingplichtigen (bed en breakfast ondernemingen) zijn bijgekomen in 2015. Vrijval reserve reiniging € 67.000 voordelig De reserve reiniging heeft conform de nota financieel beleid een maximum van € 150.000. Dit maximum is bereikt dus kan er € 67.000 vrijvallen ten gunste van het resultaat. Algemene Uitkering € 282.000 voordelig De berekening van de algemene uitkering op begrotingsbasis is gebaseerd op de septembercirculaire. Naar aanleiding van de decembercirculaire is de algemene uitkering nog aangepast. Tevens worden bij de jaarrekening de maatstaven geactualiseerd. Daarnaast zijn er nog bedragen ontvangen als nacalculatie 2013 en 2014. Dit levert een voordeel op van € 282.000. Decentralisatie onderwijs € 90.500 nadelig Per 1 januari 2015 is de Wet Decentralisatie buitenonderhoud in werking getreden. Hierdoor worden de gelden voor het onderhoud van de scholen niet meer uitgekeerd aan de gemeenten, maar aan de schoolbesturen. In de begroting was hiervoor een stelpost opgenomen van € 90.500. Jeugdhulp zorg in natura € 115.500 voordelig Bij de begroting 2015 is voor Jeugdhulp 100% van het bedrag vanuit het gemeentefonds beschikbaar gesteld voor de levering van jeugdhulp in de vorm zorg in natura en persoonsgebonden budget. Kosten voor preventieve zorg, Centrum voor Elkaar en overige kosten zijn in het kader van de ontschotting ten laste gegaan van het decentralisatiebudget voor Wmo, ook al zitten hier kosten op het gebied van jeugdhulp bij. Hierdoor is er meer geld beschikbaar gesteld voor de levering van jeugdhulp. Alle inwoners die als gevolg van de transitie jeugdhulp ontvangen vanuit de gemeente hebben deze hulp ook ontvangen in het kader van zorgcontinuïteit. Zoals het er nu naar uitziet is er een positief saldo op het jeugdbudget. Eventuele nakomende kosten worden ten laste gebracht van de reserve sociaal domein. Wet Maatschappelijke ondersteuning Hulpmiddelen € 179.000 voordelig Al in 2014 is het beleid dat er niet gekort wordt op deze voorzieningen maar dat "het gesprek" met de inwoner leidt tot de meest adequate zorg in een zelfredzame omgeving. Samen met de inwoner wordt onderzoek gedaan naar wat in zijn of haar netwerk kan worden opgevangen en waar maatwerkvoorziening nodig is. Dit leidt vaak tot een andere (goedkopere) oplossing dan de aanvankelijke hulpvraag aangaf. Huishoudelijke hulptoelage (HHT) € 100.500 Voordelig Eind 2014 is door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de HHT ter beschikking gesteld voor de jaren 2015 en 2016 als werkgelegenheidsmaatregel voor de huishoudelijke hulp. Deze maatregel is toegekend vanuit het uitgangspunt dat vaste langdurige zorg is gericht op ontwikkeling van nieuwe integrale functies op de grens van huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging, begeleiding en dagbesteding. Daaraan tevens gekoppeld de verbetering van de arbeidsmarktpositie van werknemers in de zorg. Initiërend zijn aan de regeling specifieke doelgroepen en resultaten verbonden. Omdat in Bunnik niet is gekort op de voorzieningen én aanbieders ook weinig bekend waren met deze regeling is slechts een klein deel van de begrote middelen besteed. Evenals bij de overige saldi voor oude en nieuwe taken geldt dat dit voordeel daarom als incidenteel dient te worden aangemerkt. Sociaal team € 158.000 voordelig In het sociaal team is budget opgenomen voor inhuur extern partijen en indicatiestelling Wmo en Wonen, rollen en vervoer. Deze activiteiten zijn met nieuw eigen en ingehuurd personeel ingevuld. Deze kosten zijn verantwoord in de paragraaf bedrijfsvoering. Wet maatschappelijke ondersteuning zorg in natura € 385.100 Het getoonde jaarrekeningsaldo is gebaseerd op de per 1 juni 2016 ontvangen facturen, de ontvangen opgaaf onderhanden werk en jaaropgaven van zorgleveranciers. Indien deze informatie ontbrak is 9
10 uitgegaan van de uitvraag van zorg van leveranciers ten tijde van het derde kwartaal 2015. Een aantal zorgverleners heeft aangegeven de gegevens dan wel een rechtmatige verantwoording ervan, niet eerder dan in de loop van 2016 te kunnen aanleveren. Deze situatie zal naar verwachting nog tot zeker het najaar van 2016 voortbestaan. Eventuele nakomende kosten worden ten laste gebracht van de reserve sociaal domein. Persoonsgebonden budgetten € 296.700 voordelig Het positieve saldo op de persoonsgebonden budgetten (PGB’s jeugd én Wmo) van € 296.700 is ontstaan doordat bij de landelijke overdracht van gegevens via Vektis en CAK het woonplaatsbeginsel door ontoereikende administratie van rijkswege niet correct is toegepast. Na controle in de eigen gemeentelijke administratie kon voor een belangrijk bedrag aan PGB’s overgedragen worden aan andere gemeenten. Evenals bij de overige saldi voor oude en nieuwe taken geldt dat dit voordeel derhalve als incidenteel dient te worden aangemerkt. Eventuele nakomende kosten worden ten laste gebracht van de reserve sociaal domein. Budgetoverhevelingen € 118.000 voordelig Bij budgetoverheveling gaat het om budgetten die de gemeenteraad in 2015 heeft gevoteerd voor de uitvoering van activiteiten in 2015. Deze activiteiten zijn nog niet of niet volledig uitgevoerd in 2015 en daardoor resteren nog bepaalde budgetten. Om tot volledige uitvoering van deze activiteiten te komen, zijn de resterende budgetten wel nodig in 2016. In 2015 is het een voordeel. Bij de resultaatbestemming zal gevraagd worden deze bedragen in de reserve budgetoverhevelingen te storten zodat in 2016 geld hiervoor beschikbaar is. Overige verschillen Voor de overige toelichtingen wordt verwezen naar de betreffende programma’s. Grondexploitaties Er is een verplichte winstneming op Rijneiland, Delteijk en Churchill genomen. Daarnaast is de marktwaarde van Odijk-West in verband met het lichte herstel van de economie positief bijgesteld. Dit leidt tot een lagere afwaardering waardoor de voorziening gedeeltelijk vrijvalt. Resultaat voor en na bestemming Bij de bepaling van het rekeningresultaat wordt onderscheid gemaakt tussen het rekeningresultaat voor en na bestemming. Bij het resultaat vóór bestemming worden alle mutaties in bestemmingsreserves die van invloed zijn geëlimineerd. Bij het resultaat na bestemming wordt wel rekening gehouden met die mutaties. Voor bestemming komt het saldo op € 3.394.700 voordelig. De exploitatierekening sluit na bestemming met een voordelig saldo van € 4.605.100 (zie recapitulatie baten en lasten). Hieronder is het verschil van € 1.210.400 toegelicht. Mutaties reserves verwerkt in het rekeningresultaat 2015 (x €1.000): Algemene reserves Toevoegingen aan algemene reserves Onttrekkingen aan algemene reserves
542,8 1.087,1 -544,3
Bestemmingsreserves Toevoegingen aan bestemmingsreserves Onttrekkingen aan bestemmingsreserves Totaal:
437,7 1.103,8 -666,1 -1.210,4
10
11 Budgetoverheveling 2015 naar 2016 Allereerst dient de gemeenteraad nog formeel in te stemmen met de overheveling van budgetten 2015 naar 2016. Deze overhevelingen zijn al in het resultaat verwerkt. Bij overheveling gaat het om budgetten die de gemeenteraad in 2015 heeft gevoteerd voor de uitvoering van activiteiten. Deze activiteiten zijn nog niet of niet volledig uitgevoerd en daardoor resteren nog bepaalde budgetten. Om tot volledige uitvoering van deze activiteiten te komen, zijn de resterende budgetten wel nodig. Hiervoor is toestemming van de gemeenteraad nodig. Het betreft de activiteiten/budgetten zoals in onderstaande tabel zijn aangegeven. Overhevelingen incidenteel budget 2015 naar 2016
Onderzoek U10 gemeenten Mantelzorgwaardering 2015 ODrU op Orde Zoutopslag Sociaal Domein deel op de website en de sociale kaart Onderhoud openbare verlichting Opleidingen Totaal overhevelingen 2015
€ 12.000 € 35.000 € 11.000 € 20.000 € 13.000 € 17.000 € 10.000 € 118.000
Toelichting op de overhevelingen groter of gelijk aan € 15.000: Mantelzorgwaardering 2015 Mantelzorgers kunnen zich tot het einde van het jaar melden voor de mantelzorgwaardering. Hierop is besloten om de mantelzorgwaardering 2015 in januari 2016 uit te betalen aan de mantelzorgers. Zoutopslag In 2015 is opdracht verleend voor het plaatsen van een zoutopslag tank. Deze werkzaamheden zijn doorgeschoven naar het voorjaar van 2016. Onderhoud openbare verlichting In 2015 is een einde gekomen aan het beheerscontract voor openbare verlichting. In 2015 heeft de focus daarom gelegen op de aanbesteding van een nieuw meerjarig onderhoudscontract. De ontvlechting van het beheerscontract heeft meer tijd gekost en zal naar verwachting begin 2016 worden afgerond. In 2016 wordt een plan opgesteld voor de vervanging en vernieuwing van de openbare verlichting waarna de uitvoering kan starten. Voorstel bestemming financieel resultaat Indien wordt ingestemd met voorstaande budgetoverheveling wordt voorgesteld het financieel resultaat als volgt te bestemmen: Een storting aan de reserve budgetoverhevelingen van € 118.000 te doen. Daarnaast een bedrag van € 4.487.100 toe te voegen aan de algemene reserve. Ontwikkeling algemene reserve De stand van de algemene reserve per 31 december 2015 bedraagt € 5,7 miljoen (exclusief de buffer ten behoeve van risico’s van € 1,1 miljoen). Met de storting van het rekeningresultaat 2015 stijgt de algemene reserve met € 4,5 miljoen tot € 10,2 miljoen. Er worden de komende jaren geen winstnemingen meer verwacht uit de grondexploitaties. Bunnikse Kwaliteit In 2014 heeft de gemeenteraad de bezuinigingstaakstelling ‘Bunnikse Kwaliteit’ vastgesteld. Dit betekende dat in 2015 € 371.600 bezuinigd moest worden. Deze bezuinigingstaakstelling is gerealiseerd en bedraagt € 431.400. De werkelijke bezuinigingen 2015 zijn dus hoger dan ingeschat. Voor de komende jaren liggen de bezuinigingen op schema.
11
12
De Programma’s
12
13
Dienstverlening en Organisatie
13
14
Programma: 1. Bestuur en Organisatie Doelstellingen Collegeagenda 2015 t/m 2018 1. Ontwikkelen van uitgangspunten van passende participatie. 2. Uitbreiden van de inzet van sociale media en webcare. 3. Profileren van Bunnik als het dorpse karakter van de stadsregio en de groene voortuin van de stad. 4. Ontwikkelen van een nieuwe, toekomstgerichte organisatievisie. 5. Ontwikkelen van de rol van de gemeente als partner in een netwerk. 6. Inzetten op de doorontwikkeling van maatschappelijke en politieke sensitiviteit van de organisatie. 7. Werken aan een faciliterende organisatie met faciliterende medewerkers. 8. Doorvoeren van de Bunnikse Manier van Werken in de organisatie. 9. Verbeteren van de informatievoorziening. 10. Streven naar een verdere verduurzaming van de bedrijfsvoering.
Actiepunten 2015 1.1 In kaart brengen welke vorm van participatie bij welke situatie of welk vraagstuk past en die vorm vervolgens toepassen. 1.2 De gemeente faciliteert passende participatie van en initiatieven vanuit de samenleving, tenzij dat om aanwijsbare redenen niet mogelijk is. 2.1 De inzet van sociale media en webcare maakt kennisdeling makkelijker en zorgt dat de gemeente participeert in netwerken, signalen uit de samenleving kan opvangen en snel kan reageren op bepaaldevragen. 4.1 Inzetten op een verandering in houding: stimuleren van het denken in oplossingen en maximaal gebruiken van de regelruimte (“ja, mits”). 5.1 Dwarsverbanden binnen de ambtelijke organisatie zoeken, om écht integraal te kunnen werken, maar ook buiten de organisatie met stakeholders als regiogemeenten, maatschappelijke organisaties en bedrijven. 6.1 Faciliteren wat kan; regisseren/samenwerken waar het (financieel) voordeel heeft; reguleren wat moet. 7.1 Waar nodig kijken naar de mogelijkheid om maatwerk voor verschillende “klantgroepen” te ontwikkelen: een plusaanbod dat tegen een vergoeding beschikbaar is bovenop het basisaanbod. 8.1 Streven naar plaats- en tijdonafhankelijk werken met aandacht voor faciliteiten en gedrag. 8.2 Versterken van de interne communicatie.
Uitvoering van collegeagenda Organisatiekoers (1.1 / 1.2 / 4.1 / 5.1 / 6.1 / 7.1 / 8.2) In 2015 is gewerkt aan het Organisatieperspectief 2021 en de bijbehorende Veranderagenda 2016-2021. In het Organisatieperspectief 2021 is geschetst hoe de organisatie er in 2021 uit zou kunnen zien, rekening houdend met de diverse ontwikkelingen die zich in hoog tempo om de gemeente heen afspelen en waarvan de gemeente onderdeel is. Bij het perspectief is gewerkt met het uitgangspunt van een bestuurskrachtige gemeente die haar veranderende rol als regisserend partner in netwerken oppakt en meer dan nu aan kan sluiten op de ontwikkelingen in de participatieve samenleving. Het organisatieperspectief gaat in op de verwachtingen omtrent omvang, inrichting en werkwijze van de gemeentelijke organisatie. In de bijbehorende Veranderagenda 2016-2021 is duidelijk gemaakt welke stappen richting 2021 nodig zijn. Definitieve vaststelling van het Organisatieperspectief 2021 en de Veranderagenda 2016-2021 vindt in 2016 plaats. Naast de rol en structuur van de organisatie is in 2015 ook volop aandacht besteed aan de cultuur binnen de organisatie. Daartoe is allereerst aandacht besteed aan het benoemen en verder invullen van de kernwaarden die voor de Bunnikse organisatie gelden. Dat zijn Betrokkenheid vanuit het hart, Openheid, Creatief ondernemerschap en Zelfbewustzijn. Vertrouwen is de vijfde waarde die als basis onder de andere waarden ligt. Een ‘inspiratiegroep’ van enthousiaste medewerkers is met die input aan de slag gegaan om bij het cultuurontwikkelingsproces te helpen. Zo wordt gebouwd aan een cultuur die extern gericht is, dynamisch, flexibel en wendbaar.
14
15 Social media en webcare (2.1) De gemeente Bunnik heeft in 2015 de communicatie met de burgers en haar digitale dienstverlening versterkt via social media en webcare. Dat laatste houdt in dat de organisatie reageert en inspeelt op vragen, klachten, opmerkingen of complimenten die via de website en social media binnenkomen. Social media waren een belangrijk aandachtspunt in het communicatiebeleid. Die stellen inwoners en gemeente namelijk in staat meer met elkaar in dialoog te gaan. Ze versterken de digitale dienstverlening en bieden de gemeente een extra mogelijkheid om te luisteren naar wat er leeft onder inwoners en ondernemers. En daar dan op te reageren of waar mogelijk op te anticiperen. Afgelopen jaar is vooral gericht geïnvesteerd in Facebook en Twitter, en in mindere mate in online video. Met zichtbaar succes. Het aantal volgers van de gemeente op Twitter en het aantal likes van de Facebookpagina is (flink) gegroeid. De social media van de gemeente worden in vergelijking met andere kleine gemeenten goed gelezen en gebruikt. Om integraal te werken, kennisdeling gemakkelijker te maken en beter op signalen en vragen vanuit de samenleving te kunnen reageren, is ook versterking van de interne communicatie nodig. In 2015 is een onderzoek ingezet naar een sociaal intranet. Ook is afgelopen jaar een onderzoek begonnen om de website te moderniseren. Zodat die nog beter aansluit op wat de klant zoekt en dat zelf snel vindt. De toegankelijkheid van de website was en blijft een belangrijk punt. Bunnikse Manier van Werken (8.1) De in 2014 ingezette omslag van werken voor de medewerkers en management is in 2015 verder doorgevoerd. In 2015 is de laatste fase van de Bunnikse Manier van Werken ingevoerd. Om het gedachtegoed van activiteitgericht, plaats- en tijdonafhankelijk werken neer te zetten is een verbouwing van het Huis van de Gemeente uitgevoerd en zijn het inventaris en de ICT-voorzieningen aangepast. In de laatste fase is tevens de raadzaal en de hal aangepast en is er, mede door eigen medewerkers, een buitenterras en meubilair aangebracht. In 2015 hebben twee niet commerciële huurders en twee commerciële huurders hun intrek genomen op e de 1 en 2 etage van de oostelijke vleugel en in het vrijgekomen oude politiebureau. De politie is verhuist naar het nieuwe politiesteunpunt binnen het Huis van de Gemeente. In 2016 zal nog een commerciële e partij hun intrek nemen op de 2 etage. In 2015 is gestart met de verhuur van de raadzaal, hal en vergaderlocaties voor externe verhuur. Ruimtemakers (1.1/1.2) De werkgroep Ruimtemakers, bestaande uit raadsleden, burgemeester, griffier en ambtenaren, is in 2015 ingesteld en wil investeren in een nieuwe relatie tussen gemeente en gemeenschap. Een enquête over participatie is uitgezet onder het burgerpanel. De leden van de werkgroep hebben interviews gehouden met een aantal leden van het burgerpanel. De Ruimtemakers hebben een thema-avond over burgerinitiatief en Sociaal Domein georganiseerd en zijn ook op werkbezoek geweest bij de gemeente Lochem. Een aantal Ruimtemakers heeft het Cultuurcafé bezocht om te zien hoe burgerinitiatieven zich daar presenteren. De werkgroep heeft ook meegedacht over de opzet en regels van het Bunnik Aan Zet Fonds, een aanjaagfonds voor burgerinitiatieven dat in 2016 van start gaat. BRU/U10 (5.1/6.1) Op 1 januari 2016 is het BRU opgeheven. De gemeenteraden van alle negen BRU-gemeenten, inclusief de Bunnikse gemeenteraad, hebben ingestemd met de opheffing. Daarmee is een einde gekomen aan een periode van twintig jaar waarin het BRU een belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van de stedelijke regio. De negen gemeenten hebben in de aanloop naar de opheffing van het BRU de wil uitgesproken om te blijven samenwerken, ook na het BRU. Die wil heeft geresulteerd in de vormgeving van de U10 samenwerking, waarbij Woerden ook is aangesloten. Op 29 oktober 2015 heeft de Bunnikse gemeenteraad officieel besloten om deel te nemen aan de U10. De U10-samenwerking is een netwerksamenwerking zonder grote gemeenschappelijke regeling en centraal ambtelijk apparaat, waarbij de (gezamenlijke) inhoudelijke behoefte leidend is en niet de structuur. Zo kunnen thema’s toegevoegd worden, maar ook afvallen. De thema’s worden aan zogenaamde bestuurstafels besproken. Ook het aantal deelnemers kan per thema verschillen. De gemeente Utrecht vervult, als grootste gemeente, een actieve voortrekkersrol. De U10 krijgt in 2016 verder vorm, zowel inhoudelijk als wat betreft het samenwerkingsproces.
15
16
Relevante beleidsontwikkelingen Implementatie stelsel van basisregistraties De gemeente staat voor de (wettelijke) opgave en uitgave voor de aanschaf of aanpassing van informatiesystemen en begeleiding van de invoering van bestaande en nieuwe basisregistraties. 2015 heeft vooral in het teken gestaan van de afronding van de opbouwfase van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) en de voorbereidingen op de beheerfase. Ook is de invoering en implementatie van de van de Basisregistratie Kadaster (BRK) in 2015 afgerond en is er een start gemaakt met de voorbereidingen voor de invoering van het Handelsregister (NHR). De invoering van de Gemeentelijke Basisregistratie Personen (Operatie BRP) is op landelijk niveau vertraagd en hiervoor zijn in 2015 geen werkzaamheden uitgevoerd. De voorgenomen integrale ontwikkeling van de processen rondom basisregistraties is opgeschort en wordt meegenomen bij de uitwerking van de plannen zoals deze in het Organisatieperspectief 2021 staan beschreven. Strategische agenda De gemeente Bunnik heeft in 2015 het proces rondom de strategische agenda voortgezet. Dit heeft geresulteerd in een procesvoorstel “totstandkoming strategische agenda” dat op 1 oktober 2015 door de gemeenteraad is aangenomen. De strategische agenda zal in de eerste helft van 2016 worden vastgesteld door de gemeenteraad. Vanwege het ontbreken van ambtelijke strategische capaciteit is binnen U10-verband gevraagd om hulp. Vanuit de gemeente Utrecht is een team van strategen beschikbaar gesteld om samen met inhoudelijke experts het proces te trekken/begeleiden. Eind 2015 zijn hier de eerste stappen in genomen.
Wat heeft het gekost? Program m a 01
Lasten en baten
Bestuur en organisatie
Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Gemeenteraad - College van B&W - Samenwerking - Gegevensbeheer - Bedrijfsvoering
7.456,4 226,8 395,7 68,5 405,8 6.359,6
7.520,8 231,3 390,7 68,5 426,8 6.403,5
7.594,2 222,5 664,5 67,6 388,7 6.250,9
73,48,8 273,80,9 38,1 152,6
Baten - Gemeenteraad - College van B&W - Samenwerking - Gegevensbeheer - Bedrijfsvoering
35,4 14,9 20,5 -
35,4 14,9 20,5 -
71,2 55,3 15,8 -
35,840,44,7 -
Saldo lasten en baten
7.421,0-
7.485,4-
7.523,0-
37,6-
16
17 De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen (lasten) College van B&W 273,8 Nadeel De voorziening pensioenen wethouders is naar aanleiding van de nieuwe berekeningen bijgesteld. In verband met de lagere rente is de voorziening bijgeraamd om aan de toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. Dit is een nadeel van € 266.800. Overig Totaal Gegevensbeheer 38,1 Voordeel Op de kapitaallasten basisregistratie personen is een voordeel van € 38.700; dit komt doordat de kredieten nog niet zijn afgerond waardoor de kapitaallasten lager uitvallen. Overig Totaal Bedrijfsvoering 152,6 Voordeel De doorbelasting van de niet kostendekkende uren gemeentewerf is € 186.000 voordelig. Dit betreft onder andere lagere salariskosten werf, lagere onderhoudskosten werf, en lagere kapitaallasten werf doordat investeringen uitgesteld zijn in verband met overname RMN in 2016. Daartegenover staat een nadeel op de niet kostendekkende uren bedrijfsvoering van € 34.000. Totaal
€ € €
266.800 7.000 273.800
N N N
€ €
38.700 600 38.100
V N V
€
186.300
V
€
33.700 152.600
N V
€ €
40.400 40.400
V V
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen (baten) College van B&W 40,4 Voordeel De voorziening wachtgelden voormalige wethouders is naar aanleiding van de nieuwe berekeningen naar beneden bijgesteld. Dit is een voordeel van € 40.400. Totaal
17
18
Programma: 2. Dienstverlening Doelstellingen Collegeagenda 2015 t/m 2018 1. Inzetten op verdere digitalisering van onze dienstverlening. 2. Zoeken naar andere, nieuwe manieren van fysieke dienstverlening. 3. Streven naar deregulering en versimpeling van regels waar nodig.
Actiepunten 2015 1.1 Zowel binnen de organisatie als naar de samenleving zoveel mogelijk werken vanuit de houding digitaal, tenzij. 2.1 De mogelijkheden onderzoeken om producten (paspoorten e.d.) thuis te bezorgen.
Uitvoering van collegeagenda Kostendifferentiatie digitale producten (1.1) In 2015 is de ontwikkeling van digitale formulieren die via de website in te vullen zijn voortgezet. Hierdoor kunnen meer producten volledig digitaal worden afgehandeld. Daarmee heeft de samenleving een keuze tussen het fysiek of digitaal aanvragen van een product. Aansluiting op de Berichtenbox (1.1) De aansluiting op de Berichtenbox van MijnOverheid is uitgesteld naar 2016 omdat het percentage aangesloten burgers nog te beperkt was. De verwachting is dat dit in 2016 flink verandert doordat de Belastingdienst al haar correspondentie via de Berichtenbox zal gaan versturen. Nieuwe vormen van fysieke dienstverlening (2.1) Het ‘dichter bij de inwoner brengen van producten’ gebeurt niet alleen langs de genoemde digitale weg. Daarom stond voor 2015 een onderzoek gepland naar vernieuwende mogelijkheden in de fysieke dienstverlening. Dit gebeurt door het op locatie in de dorpskernen aanwezig zijn voor vraagbeantwoording. Ook is eind 2015 een onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van een weekendopenstelling van het gemeentehuis. Het rapport daarover zal in 2016 aan de gemeenteraad worden aangeboden.
Relevante beleidsontwikkelingen
18
19
Wat heeft het gekost? Programma 02
Lasten en baten
Dienstverlening Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Klantcontact - Burgerzaken - Vergunningverlening - Begraafplaats
1.386,0 44,5 342,2 934,6 64,7
1.348,1 42,5 329,6 935,8 40,2
1.352,7 26,0 376,7 898,2 51,8
4,616,5 47,137,6 11,6-
Baten - Klantcontact - Burgerzaken - Vergunningverlening - Begraafplaats
866,7 258,4 582,9 25,5
851,7 258,4 582,9 10,5
1.128,0 282,4 834,3 11,3
276,324,1251,50,8-
Saldo lasten en baten
519,3-
496,3-
224,7-
271,7
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten Burgerzaken 47,1 Nadeel Met betrekking tot de burgerlijke stand zijn meer uren gemaakt. Er zijn meer huwelijken afgesloten zowel intern als extern. Door meer huwelijken zijn er ook meer leges ontvangen (zie hiervoor baten Burgerzaken). Overig Totaal
€ € €
41.700 5.400 47.100
N N N
Vergunningverlening 37,6 Voordeel Er zijn met betrekking tot het product Handhaving bouwvergunningen minder externe adviezen ingewonnen. Dit kan per jaar verschillen. Overig Totaal
€ € €
24.100 13.500 37.600
V V V
€
164.800
V
€ € €
80.700 6.000 251.500
V V V
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen baten Vergunningverlening 251,5 Voordeel In de programmabegroting 2015 is uitgegaan van 83 woningen waarvoor een vergunning verleend zou worden. In werkelijkheid zijn er 96 woningen verleend. Dit is een verschuiving met het jaar 2016. Daarnaast zijn de bouwkosten per woning hoger dan geprognotiseerd. Dit betekent een voordeel van € 164.800. En geeft een nadeel op programma 3 doordat er geen onttrekking uit de reserve plaatsvindt. Het jaar 2015 is het eerste hele jaar waarin de nieuwe “Verordening kabels en leidingen Bunnik” van toepassing was. Dat is ook het geval voor de op het onderdeel kabels en leidingen aangepaste deel van de legesverordening. De praktijk wijst nu uit dat er meer kabels en leidingen zijn gelegd/verlegd dan de aanname voor wat betreft de inkomsten rekening is gehouden. Overig Totaal
19
20
Programma: 3. Algemene Dekkingsmiddelen Doelstellingen Collegeagenda 2015 t/m 2018 1. Een gezonde financiële positie behouden: het gemeentelijk huishoudboekje moet op orde zijn.
Actiepunten 2015 1.1 Uitvoering geven aan het project Bunnikse Kwaliteit. 1.2 Doorgaan met de verbetering van risicomanagement. 1.3 Verbeteren van de sturing op gemeenschappelijke regelingen, in samenspel met de gemeenteraad.
Uitvoering van collegeagenda Implementatie bezuinigingmaatregelen Bunnikse Kwaliteit (1.1) Voor 2015 is de bezuinigingstaakstelling in getal (€) vanuit de ‘Bunnikse Kwaliteit’ gerealiseerd. Voor de komende jaren is dit eveneens het geval. Alleen het bezuinigingsvoorstel herinrichting speelterreinen op basis van buurtparticipatie moet nog worden opgestart. Zoals in de Programmabegroting 2016-2019 aangegeven een mooi resultaat dat op een constructieve en innovatieve manier gezamenlijk met de samenleving tot stand is gekomen. Inbedding risicomanagement (1.2) Eind 2015 is gestart met een opzet voor een integrale benadering van risicomanagement. Een benadering waarin het uitgangspunt is dat risicomanagement niet alleen gericht is op het voorkomen van schade, maar ook op het voorkomen dat kansen niet gezien en benut worden. De verdere uitwerking van een integraal systeem van risicomanagement wordt in 2016 verder opgepakt en vormgegeven. Sturing en beheersing binnen samenwerkingen (1.3) De gemeenteraad van Bunnik wil zijn sturing op verbonden partijen verbeteren. Daarom is in 2014 de werkgroep Verbonden Partijen ingesteld. Die bestaat uit raadsleden, de burgemeester, de griffier en twee medewerkers van de gemeente. De werkgroep Verbonden Partijen heeft 6 uitgangspunten geformuleerd, waar in 2015 naar is gehandeld: het instellen van een klankbordgroep (als pilot), een jaarlijks terugkerende thema-avond over majeure ontwikkelingen, nieuwe procedures voor de gemeenschappelijke regelingen (door ondertekening van het Manifest Verbonden Partijen), de opbouw van een raadsnetwerk en een andere inrichting van de paragraaf Verbonden Partijen. Het resultaat van dat laatste uitgangspunt is in de Programmabegroting 2016-2019 verwerkt. Tot slot is de werkwijze die de werkgroep voor ogen heeft ten aanzien van sturing op verbonden partijen verwoord in de zogenaamde Kadernota Verbonden Partijen, die begin 2016 door de Raad is vastgesteld
Relevante beleidsontwikkelingen De algemene dekkingsmiddelen worden niet als baten in de diverse programma’s opgenomen. Inzicht in de algemene dekkingsmiddelen is echter essentieel en zullen hieronder beschreven worden. Lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is Betreffende de lokale heffingen gaat het om die heffingen waarvan de besteding niet gebonden is. Voorbeelden hiervan zijn de OZB, hondenbelasting en de toeristenbelasting. In de gemeente Bunnik wordt de opbrengst onroerende zaakbelasting verhoogd met inflatie. Voor 2015 is de inflatie bepaald op 2,25%. Daarnaast is rekening gehouden met een waardedaling van 1,2% voor de woningen en 3,5% voor de niet-woningen. Voor de overige lokale heffingen wordt verwezen naar de paragraaf lokale lasten en heffingen. Voorbeelden van lokale heffingen waarvan de besteding wel gebonden is, zijn het rioolrecht en de afvalstoffenheffing. Deze heffingen worden op de desbetreffende programma’s verantwoord.
20
21 Algemene Uitkering De algemene uitkering uit het gemeentefonds is berekend op basis van de decembercirculaire 2015. Ook zijn de maatstaven geactualiseerd. Daarnaast zijn er nog verrekeningen geweest van 2013 en 2014. Dit e geeft een nog positievere bijstelling ten opzichte van het bedrag wat in de 2 bestuursrapportage 2015 rekening mee is gehouden. Dividend De gemeente Bunnik heeft deelnemingen in Vitens en de Bank Nederlandse Gemeente (BNG). In 2015 is een bedrag van € 40.400 ontvangen. Onvoorzien e In 2015 is het bedrag voor onvoorzien ingezet voor dekking van het tekort van de 1 bestuursrapportage 2015 en voor activiteiten rondom de Tour de France.
Wat heeft het gekost? Programma 03
Lasten en baten
Algemene dekkingsmiddelen Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Geldbeheer - Belastingen - Algemene uitkering - Algemene baten en lasten
1.052,1 19,2 60,1 3,8 969,0
1.451,0 7,4 224,7 3,8 1.215,1
1.323,1 3,9 163,9 4,2 1.151,1
127,9 3,5 60,8 0,463,9
Baten - Geldbeheer - Belastingen - Algemene uitkering - Algemene baten en lasten
20.161,4 402,6 4.809,8 13.217,6 1.731,5
21.731,7 402,6 4.850,8 9.034,5 7.443,9
22.902,8 319,4 4.823,3 9.317,1 8.443,0
1.171,183,1 27,4 282,5999,1-
Saldo lasten en baten
19.109,3
20.280,7
21.579,7
1.299,0
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen (lasten) Belastingen 60,8 Voordeel De bijdrage BGHU heeft een voordeel van € 62.600. Dit komt doordat een deel van de bijdrage (personeelskosten) gedekt wordt uit de belastingen op reiniging en riolering. Overig Totaal
€ € €
62.600 1.800 60.800
V N V
€
97.800
V
€
29.300
N
€
117.100
N
Algemene baten en lasten 63,9 Voordeel De stelpost vernieuwingsimpuls is niet volledig ingezet in 2015; dit is een voordeel van € 97.800. Met betrekking tot het Anne Frank terrein is € 29.300 in de voorziening gestort voor de nog te maken kosten. Daarna is deze afgesloten. Het positieve saldo van de omgevingsvergunningen en het positieve saldo op reinigingsrechten wordt in de egalisatiereserve gestort. Deze storting is een nadeel van € 117.100. Tot slot is er een voordeel van € 143.400 wegens een lagere storting in de algemene reserve van bespaarde rente en snippergroen. De lagere bespaarde (€ 122.500) rente komt door een lagere beginstand van de reserves dan begroot. Daarnaast zijn er meer kosten gemaakt aan snippergroen (€ 20.900) waardoor er
21
22 een lager voordeel in de algemene reserve is gestort dan geraamd. Overig Totaal
€ € €
143.400 30.900 63.900
V N V
€
70.300
N
€ € €
17.000 4.200 83.100
N V N
€ €
73.900
N
€ €
47.900 1.400 27.400
V N N
€ €
282.500 282.500
V V
€
1.076.800
V
€
75.000
N
€
2.800
V
€ €
122.500
N
43.600
V
81.900 8.500 999.100
V N V
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen (baten) Geldbeheer 83,1 Nadeel Er is een lager voordelig resultaat op financiering dan begroot. Dit komt door lagere kapitaallasten. Deze lagere kapitaallasten zijn op financiering een nadeel maar op de overige programma’s een voordeel doordat daar lagere kapitaallasten staan. In de begroting stonden nog baten geraamd met betrekking tot dwangbevelkosten/aanmaningskosten. Aangezien deze taken naar de BGHU is overgedragen is dit niet meer van toepassing. Overig Totaal Belastingen 27,4 Nadeel Er is een nadeel op de OZB van € 73.900. Dit betreft een nadeel van € 41.000 op niet-woningen en € 32.900 op de woningen. Het nadeel op de niet-woningen heeft te maken met de leegstand waar in de begroting geen rekening mee gehouden wordt. Er is een voordeel op de toeristenbelastingen. Dit komt doordat er 8 belastingplichtigen (bed en breakfast ondernemingen) zijn bijgekomen in 2015. Overig Totaal Algemene uitkering 282,5 Voordeel De algemene uitkering is begroot op basis van de septembercirculaire 2015. Naar aanleiding van de decembercirculaire 2015 en de bijstelling van de maatstaven op basis van de laatste gegevens per 31 december 2015 is de algemene uitkering 2015 positief bijgesteld. Daarnaast zijn er nog verrekeningen geweest uit 2013 en 2014. Totaal is dit een voordeel van € 282.500. Totaal Algemene baten en lasten 999,1 Voordeel Op de grondexploitaties Rijneiland, Delteijk en Churchill is een verplichte winstneming opgenomen. In de begroting is een verwacht voordeel op de onderuitputting kapitaallasten geraamd, deze is ook ruimschoots behaald. De onderuitputting kapitaallasten staat echter op de diverse programma’s. Hier is dus een nadeel te zien maar deze staat als voordeel op de overige programma’s. De reserve reiniging zit op zijn maximum van € 150.000. Hierdoor valt een bedrag van € 67.000 vrij. Dit is een voordeel. Tevens is er een onttrekking van de reserve Stuurgroep Kromme Rijn van € 21.000. Hiertegenover staan de kosten op Bedijfsvoering (budgettair neutraal). Tot slot is er een nadeel op de reserve omgevingsvergunningen van € 85.000 doordat er geen onttrekking is gedaan maar een storting (zie ook programma 2)(budgettair neutraal). Lagere bespaarde rente (€ 122.500 N) op de reserves en voorzieningen. (zie ook lastenkant). De persoonsgebonden budgetten voor personeel zijn eind 2015 vrij komen te vallen aangezien de regeling is stop gezet. De uitbetalingen staan bij de salarissen de onttrekking uit de reserve persoonsgebonden budget valt onder programma 3. Dit is budgettair neutraal. Er zijn extra kosten gemaakt voor wachtgelden personeel. Deze kosten worden gedekt uit de bufferreserve. De onttrekking aan de bufferreserve bedraagt € 81.900. Dit is budgettair neutraal. Overig Totaal
€ € €
22
23
Fysiek domein
23
24
Programma: 4. Veiligheid Doelstellingen Collegeagenda 2015 t/m 2018 1. De organisatie van de crisisbeheersing verder vorm geven. 2. De (gemoderniseerde) brandweergarages overdragen aan de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). 3. De samenleving participatief betrekken bij veiligheid, waarbij de eigen verantwoordelijkheid gestimuleerd wordt.
Actiepunten 2015 1.1 Actief samenwerken met de politie. 1.2 Bibob-beleid opzetten om de integriteit van vergunning- en subsidieaanvragers beter te kunnen beoordelen. 2.1 Intensiveren van de samenwerking met de VRU en de gemeente Zeist om de crisisbeheersing verder te optimaliseren. 3.1 Promoten van de aansluiting van de inwoners van Bunnik op Burgernet. 3.2 Meer aandacht besteden aan preventie, vooral op het gebied van (auto)inbraken in Bunnik.
Uitvoering van collegeagenda De organisatie van de crisisbeheersing verder vorm geven In 2015 is de interne organisatie ter ondersteuning bij de crisisbeheersing geheel opnieuw ingericht. Alle functiegroepen binnen de crisisbeheersing zijn verdeeld. Daarbij is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij het reguliere werk van de functionarissen. In november heeft er een regionale oefening plaatsgevonden van de crisisorganisatie. Bij de evaluatie van de oefening zijn leerpunten naar voren gekomen die worden opgepakt om de organisatie nog beter in te richten. De (gemoderniseerde) brandweergarages overdragen aan de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Na de renovatie van de brandweergarage van Werkhoven is in 2015 de vernieuwde brandweergarage voor Bunnik opgeleverd. In het najaar is de brandweergarage in gebruik genomen. Op het dak van de brandweerkazerne zijn, in het kader van de duurzaamheid, zonnepanelen geplaatst. Bij de start van de renovatie en nieuwbouw is aangegeven dat het streven er op is gericht de brandweergarages over te dragen aan de VRU, conform de uitgangspunten bij de reorganisatie. Het proces overdracht vastgoed brandweerkazernes heeft echter vertraging opgelopen, waardoor dit in 2015 nog niet gerealiseerd is. De samenleving participatief betrekken bij veiligheid, waarbij de eigen verantwoordelijkheid gestimuleerd wordt Samenwerking binnen de veiligheidsketen In het kader van de veiligheid wordt gezocht naar samenwerkingsvormen tussen inwoners, gemeente en politie. In 2015 is, mede vanuit initiatieven vanuit de gemeenteraad, in dit kader een Whatsapp groep ontstaan. Via Whatsapp kunnen snel contacten gelegd worden en kan snel informatie verspreid worden. Dit geeft een waardevolle aanvulling voor de veiligheid binnen de leefomgeving. Hiermee wordt de waakzaamheid in de buurten vergroot. Het actief informeren van de inwoners (bijvoorbeeld in verband met de groei van het aantal autokraken) is een voorbeeld hiervan. In het kader van het betrekken van de samenleving bij de veiligheid is er in het voorjaar door de VRU een lunchbijeenkomst georganiseerd voor de ouderen in de gemeente over brandpreventie, “Broodje Brandweer”. Door de aanwezige ouderen bij de bijeenkomst is de informatie positief ontvangen. Integriteitbeoordeling In 2015 is gewerkt aan het opzetten van een Bibob beleid. Uit het onderzoek bleek dat voor de ondernemers de regeldruk gaat toenemen als de gemeente gaat werken met nieuwe formulieren, waarin extra gegevens gevraagd worden. Dit is niet direct de bedoeling. Uit het onderzoek naar dit instrument kwam ook naar voren dat met een goede motivering Bibob direct ingezet kan worden. Daarvoor is geen uitgebreid beleidskader nodig. Dit wordt nu verder uitgewerkt en toegepast. 24
25 Veiligheid in de buurt Burgernet wordt maandelijks gepromoot op diverse manieren. Naast het effectverhaal van een positieve afwikkeling van een burgernetmelding wordt er ook geadverteerd. De gemeente Bunnik heeft een deelnamepercentage van ruim 12,4% van het aantal inwoners en zit daarmee in de top binnen de provincie. In 2015 is er veel aandacht besteed aan preventie van autokraken. Naast het inzetten van tekstkarren, ophangen van banners is er ook herhaaldelijk aandacht geweest op de diverse gemeentelijke mediakanalen. Er is met inwoners en ondernemers actief ingezet op preventie van autokraken middels de WhatsApp groep. Ook zijn er diverse (on) opvallende acties gehouden in samenwerking met politie.
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Bijdrage VRU De nieuwe financieringssystematiek van de VRU is per 1 januari 2015 geeffectueerd. Dit betekent dat de bijdrage aan de VRU in 2015 lager is geworden. In de begroting is gemeld dat het voordeel voor de gemeente uiteindelijk oploopt tot € 123.000 op jaarbasis in 2020. Eind 2015 is gemeld door de VRU dat het uiteindelijk voordeel in 2020 waarschijnlijk lager zal uitvallen. Hierover volgt nog nadere berichtgeving en besluitvorming. Evenementenbeleid In 2015 is gestart met de herijking van het evenementenbeleid. In 2016 zal dit worden afgerond. Vluchtelingen en landelijke crisisbeheersing In het najaar van 2015 is er veel aandacht uitgegaan naar het opvangen van vluchtelingen uit oorlogsgebieden. Een kernteam met 7 medewerkers heeft onderzoek verricht naar mogelijke locaties voor, in eerste aanleg, crisisnoodopvang en in tweede instantie voor het huisvesten van statushouders. De gemeente Bunnik heeft met 13 medewerkers ondersteuning gegeven aan de crisisnoodopvang van vluchtelingen in de gemeente Houten. Het door ontwikkelen van de regionale en landelijke crisisbeheersing rondom het thema terrorisme heeft in het tweede deel van 2015 actief op de agenda gestaan.
Wat heeft het gekost? Programma 04
Lasten en baten
Veiligheid Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Lasten - Beschermende maatregelen - Brandweerzorg
990,2 57,2 933,1
1.033,6 130,1 903,6
1.009,0 116,4 892,6
Baten - Beschermende maatregelen - Brandweerzorg
4,6 4,6
4,6 4,6
4,7 4,7
Saldo lasten en baten
985,6-
1.029,0-
1.004,3-
Verschil (A) - (B) (x € 1.000) 24,6 13,7 11,0 0,10,1-
24,8
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten en baten Geen verschillen groter dan € 25.000
25
26
Programma: 5. Openbare ruimte Doelstellingen Collegeagenda 2015 t/m 2018 1.Samenwerken met buurgemeenten, Provincie, BRU, partners uit de omgeving, inwoners en bedrijven aan een gezamenlijke visie op de inrichting van het buitengebied waarin invulling wordt gegeven aan termen als autoluw, fietsvriendelijk en bereikbaarheid (voor ondernemers en bewoners). 2. Duurzaam inzetten op verkeersveiligheid. 3. Verbeteren van de aansluiting van routes in het Openbaar Vervoer. 4. Verder werken aan verduurzaming van verkeer en vervoer. 5. De openbare ruimte minimaal op het huidige niveau houden.
Actiepunten 2015 1.1 Bijdragen aan de optimalisering van de ontwikkeling van de infrastructuur rond Vechten. Streven naar een verkeersveilige situatie door herinrichting van het kruispunt bij Vroeg, waarbij de recreatieve ontwikkeling van het gebied voorop staat. Vermindering van de verkeersdruk voor doorgaand verkeer en het terugbrengen van de maximum snelheid vormen een doelstelling. 1.2 Bijdragen aan een spoedige aanleg van de oostelijke ontsluiting van Houten over de parallelweg van de A12 en onderzoeken welke kansen dit biedt voor een betere verkeersafwikkeling rond de N229, in relatie tot de ruimtelijke ontwikkelingen aan de westkant van Odijk. 1.3 In navolging op de gezamenlijke visie voor het buitengebied samenstellen van een maatregelenpakket om een autoluw, fietsvriendelijk en bereikbaar buitengebied te realiseren (bijvoorbeeld: verbetering van fietspaden, de aanleg van een carpoolplaats en de introductie van een spitsknip). 1.4 Verbeteren van de verbinding tussen Bunnik en het Utrechtse Science Park. 2.1 Verkeersonveilige kruispunten aanpakken, met het kruispunt op de N229 bij Odijk als prioriteit. 2.2 Wegen binnen de bebouwde komen zo veilig mogelijk inrichten; de Provincialeweg wordt na omlegging van de Baan van Fectio autoluw, met een maximumsnelheid van 30 km/u. 4.1 Zoeken naar creatieve manieren en pilots om oplaadpunten voor elektrisch autorijden te faciliteren. 5.1 Verkennen van nieuwe vormen van (passende) participatie in het onderhoud van de openbare ruimte, ook op bedrijventerreinen. 5.2 Het herintroduceren van het hondenpoepbeleid.
Uitvoering van collegeagenda Verkeersbeleid (1.1 / 1.3 / 2.2 / 4.1) Het verkeersbeleidsplan is in september in de Raad vastgesteld, na een uitvoerig traject van participatie en inspraak. Dit beleidsplan zal leidend zijn voor het programma verkeer voor de komende jaren. Naast een aantal kleinere verbetermaatregelen zullen als uitwerking van dit beleidsplan enkele grotere projecten opgepakt worden.. Regionaal verkeer en vervoer (1.2 / 1.4 / 2.1) In 2015 is in regionaal verband, met inbegrip van de provincie, een voorkeur uitgesproken om Houten in oostelijke richting direct aan te sluiten op de A12. Rijkswaterstaat zal naar verwachting in het eerste halfjaar van 2016 hierover een definitief besluit nemen. De keuze voor de oostelijke ontsluiting vanuit Houten is van (groot) belang in verband met de keuzes en verdere uitwerking van verkeersmaatregelen in het buitengebied. Ook de verbeterde ontsluiting van Fort Vechten zal hier onderdeel van uitmaken. Openbare ruimte (5.1 / 5.2) Elke dag komt de inwoner in aanraking met de openbare ruimte of haar (directe) fysieke leefomgeving. De inwoners hebben vaak ideeën over hun eigen leefomgeving. Er wordt via de wijkregisseur meer ingezet op contacten met de inwoners om samen in gesprek te komen, om initiatieven te faciliteren en waar nodig te stimuleren. In 2016 zijn op deze wijze, mede met behulp van reguliere onderhoudsbudgetten, verschillende initiatieven genomen om de leefomgeving aan te passen. Enkele projecten hiervan zijn het oplappen van de speelplaats en het groen in de Oranjebuurt in Bunnik en ’t Haantje in Werkhoven. Ook bij gesprekken over het plaatsen van laadpalen in straten en met de winkeliers over onderhoudswerkzaamheden in de openbare ruimte heeft de wijkregisseur een rol. 26
27
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Wegenplan 2015-2020 Er is uitvoering gegeven aan het Wegenplan met asfalteringswerkzaamheden op de Achterdijk en Singel – Zeisterweg. Beleidsplan Openbare verlichting Begin 2015 was het beeld dat gestart zou kunnen worden met de achterstand bij het vervangen van verouderde masten en armaturen. Doordat de discussie met de beheerder over het beëindigen van de overeenkomst langer heeft geduurd, is het niet wenselijk gebleken nu al te starten met de vervanging. In 2015 liep het beheerscontract voor openbare verlichting met de beheerder af. Dit jaar heeft de focus daarom gelegen op de aanbesteding van een nieuw meerjarig onderhoudscontract. Vooruitlopend daarop is samen met de gemeente Soest een onderhoudscontract afgesloten voor één jaar, te weten 2016. In 2016 zal het meerjarig contract worden aanbesteed. Groenplan 2014-2018 vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen Aan het wegwerken van de achterstanden bij het onderhoud aan het bomenbestand is in 2015 veel aandacht besteed. Diverse trajecten zijn opgestart. De bomen aan de Otselaan in Odijk en de Marskramersbaan in Bunnik zijn vervangen. Doordat beide plannen gelijktijdig in uitvoering kwamen is er een overschrijding ontstaan op het beschikbaar gestelde budget. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de bijlage Restantkredieten. Toetreding Reiniging Midden Nederland (RMN) en uitbesteden werkzaamheden Buitendienst In 2015 is de besluitvorming afgerond om toe te treden tot de RMN. Aan dit besluit ligt ten grondslag de keuze om de werkzaamheden van de gemeentewerf uit te besteden aan de RMN per 1 januari 2016. In het najaar is met een kwartiermaker van de RMN gewerkt aan een soepele overgang van de medewerkers naar de RMN. Per 1 januari 2016 zijn de medewerkers in dienst gekomen van de RMN.
Wat heeft het gekost? Programma 05
Lasten en baten
Openbare ruimte Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Wegen - Verkeer - Riolering - Recreatie en landschap - Openbaar groen
2.986,7 1.340,8 149,0 1.050,5 77,9 368,5
2.992,6 1.280,8 156,0 1.059,1 81,8 415,0
2.778,3 1.096,3 134,5 1.028,5 93,7 425,2
214,3 184,4 21,5 30,6 11,910,2-
Baten - Wegen - Verkeer - Riolering - Recreatie en landschap - Openbaar groen
1.245,1 8,4 1.223,3 13,4 0,0
1.258,3 8,4 18,2 1.218,3 13,4 0,0
1.160,4 5,3 18,2 1.127,2 9,7 0,0
97,9 3,1 0,091,1 3,7 0,0-
Saldo lasten en baten
1.741,6-
1.734,3-
1.617,9-
116,4
27
28 De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten Wegen 184,4 Voordeel Het krediet A12 Salto is bedoeld als (deel)investering in voor de gemeente belangrijke mobiliteitsmaatregelen. In 2016 zal een besluit worden genomen over de aansluiting van Houten in oostelijke richting op de A12. Daardoor ontstond een onderuitputting op de kapitaallasten van € 110.000 (inclusief investeringen fietspad Werkhoven – Houten en Fort bij Vechten). In 2015 is een einde gekomen aan het beheerscontract voor openbare verlichting. In 2015 heeft de focus daarom gelegen op de aanbesteding van een nieuw meerjarig onderhoudscontract. De ontvlechting van het beheerscontract heeft meer tijd gekost en zal naar verwachting begin 2016 worden afgerond. In 2016 zal een plan worden opgesteld voor de vervanging en vernieuwing van de openbare verlichting waarna de uitvoering kan starten. Hiervoor wordt voorgesteld om een budgetoverheveling op te nemen (€ 17.000). Door een andere wijze van straten reinigen en minder uren voor het vegen ontstaat een voordeel op het product Straatreiniging. Dit wordt mede bepaald door minder veegvuil. De lasten van het product Straatreiniging wegen voor 50% mee in de tariefbepaling voor de rioolrechten. De helft van dit voordeel wordt dan ook gestort in de voorziening egalisatie riolering. Deze mutatie is verwerkt op het product Rioleringen. Overig Totaal:
€
110.000
V
€
28.800 €
V
€ € €
32.400 13.200 184.400
V V V
€ €
30.600 30.600
V V
€
51.600
N
€ € €
42.900 3.400 91.100
N V N
Rioleringen 30,6 Voordeel In 2016 zal een start worden gemaakt met de actualisatie van het huidige vGRP dat een doorlooptijd heeft tot en met 2016. Het streven is er op gericht om deze begin 2017 ter vaststelling aan de Raad aan te bieden. In dat vGRP zal op basis van een hernieuwde hydraulische berekening, een inspectie en inventarisatie een hernieuwde kostendoorrekening worden gemaakt. Het gaat daarbij niet alleen om de uitgaven voor beheer en onderhoud, maar ook voor vervangingen en aanpassingen. Daarbij wordt ook betrokken het gegeven dat de laatste jaren sprake was van positieve saldo’s en de financiële stand van zaken in de voorziening riolering. De resultaten zullen in het vernieuwde vGRP worden opgenomen. Op basis daarvan kunnen indien nodig de huidige rioolheffingen worden aangepast en worden vastgesteld. Totaal: De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen baten Rioleringen 91,1 Nadeel In de begroting 2015 is rekening gehouden met een geraamde onttrekking uit de voorziening egalisatie kosten riolering. In werkelijkheid vindt er een dotatie in de voorziening egalisatie kosten riolering plaats. Deze mutatie wordt verantwoord aan de lastenkant van dit product. Er is een lagere opbrengst rioolrechten over 2015 ontvangen. Dit is zo’n 3% van het totale woningen en niet-woningenbestand. Overig Totaal:
28
29
Programma: 6. Bouwen, wonen & ondernemen Doelstellingen Collegeagenda 2015 t/m 2018 1.Inzetten op een spoedige realisatie van Het Burgje, tegen maximale opbrengst en inspelend op de regionale woningbouwvraag. 2. Creëren van mogelijkheden tot woningbouw in de kernen door middel van inbreiding, na realisatie van het bedrijventerrein A12. 3. Het huidige Structuurplan, dat tot 2015 loopt, wordt vernieuwd. 4. Actualiseren van de Woonvisie. 5. Bevorderen van duurzaamheid door initiatieven vanuit de samenleving te faciliteren. 6. Zo snel mogelijk realiseren van het nieuwe bedrijventerrein langs de A12. 7. Participeren in en anticiperen op ontwikkelingen rondom het Utrecht Science Park. 8. Faciliteren van initiatieven van (lokale) ondernemers om het voorzieningenniveau van de Bunnikers op peil te houden. 9.Verruimen van de mogelijkheden voor recreatief (mede)gebruik van het buitengebied om een vitaal platteland te creëren. 10. Versterken van de positionering van de streek.
Actiepunten 2015 1.1 Werken aan een snelle uitvraag van en grondbod op Het Burgje. 1.2 Streven naar energieneutraal bouwen (in overleg met experts zoals NMU), waarbij ook andere alternatieven onderzocht worden. 1.3 Onderzoeken van de mogelijkheid om op de gronden ten westen van Odijk zonnepanelen te plaatsen; 1.4 De overige (onbestemde) gronden ten westen van Odijk worden verkocht. 2.1 Meedenken met initiatieven in particuliere woningbouw en deze faciliteren waar dat mogelijk is. 2.2 Herzien (versimpelen/flexibiliseren) van bestemmingsplannen waar dat nodig blijkt. 2.3 Opnieuw bezien van het integraal handhavingsbeleid. 3.1 Het huidige Structuurplan vernieuwen, in samenwerking met andere beleidsvelden en in samenwerking met onder meer Houten en Wijk bij Duurstede, om ruimte in de zogenaamde “driehoek” tussen deze kernen te creëren. 4.1 Bij de actualisering van de Woonvisie aandacht besteden aan het bieden van ruimte voor diverse groepen inwoners en woningtypen in zowel koop als huur. 4.2 Versterken van de relatie tussen het woonbeleid en de ontwikkelingen op het Utrechts Science Park, waar werkgevers van veel van de inwoners van de gemeente Bunnik zijn gevestigd. 4.3 In overleg gaan met partners (corporaties e.d.) over de wijze waarop de combinatie tussen Wonen, Welzijn en Zorg (WWZ) verder wordt vormgegeven. 5.1 Faciliteren van duurzaamheidsmaatregelen van ondernemers, corporaties en bewoners bij hun bestaande bedrijven en woningen. 5.2 Stimuleren van verhuizing van milieuonvriendelijke bedrijven uit de kernen; 5.3 Bevorderen van de afkoppeling van regenwater. 6.1 Naast aandacht voor werk voor hoogopgeleide inwoners aandacht behouden voor laaggeschoolde arbeid, zodat zoveel mogelijk Bunnikers een baan kunnen vinden in de omgeving. 7.1 Aansluiting zoeken bij en samenwerking met de stuurgroep Utrecht Science Park. 7.2 Voorwaarden scheppen zodat tot een locatie voor ZZPérs en kleine ondernemingen en start-ups gekomen kan worden, bijvoorbeeld in de vorm van een bedrijfsverzamelgebouw. 7.3 Een actieve rol spelen in de verbinding van wonen, ondernemen en recreatie. 8.1 Het college investeert in de relatie met Bunnikse ondernemers (onder meer de BHIK). 8.2 Mee denken met ondernemingen en een verbindende houding aannemen, onder meer op het gebied van regelgeving, om economische ontwikkeling mogelijk te maken. 9.1 In regionaal verband stimuleren van recreatieve fiets-, wandel- en vaarroutes met aandacht voor toeristische overstappunten (TOP’s). 9.2 Faciliteren van innovatieve recreatiemogelijkheden en daarop inspelen. 10.1 Inzetten op verbetering van de communicatie in de vorm van streekpromotie.
29
30
Uitvoering van collegeagenda Ontwikkeling Het Burgje Voor de ontwikkeling van Het Burgje zijn spelregels gemaakt en verder uitgewerkt. Voor het maken van deze regels is contact geweest met marktpartijen, klankbordgroep en gemeenteraad. De spelregels vormen de basis van de aanbestedingsleidraad voor het kiezen van een marktpartij die locatie Het Burgje gaat ontwikkelen. Belangrijke elementen zijn het duurzaam en energiezuinig wonen en bouwen, een hoge ruimtelijke kwaliteit en een visie op het gebied. Op 9 juli 2015 heeft de Raad in een vertrouwelijke raadsvergadering ingestemd met de kwalitatieve gunningscriteria. Deze criteria vormen de basis voor de inzendingen die marktpartijen moeten doen. Eerst heeft voorselectie plaatsgevonden. Die is 8 oktober 2015 definitief geworden. Op basis van voorselectie zijn 5 marktpartijen geselecteerd voor de tweede fase van de aanbesteding. Deze procedure zal naar verwachting in het voorjaar van 2016 gegund worden. Boerderij Het Burgje wordt tijdelijk gebruikt door een zorginstelling. De agrarische gronden van Het Burgje worden verpacht. Dit tijdelijk gebruik zal worden beëindigd nadat de gunning een feit is. Met de omwonenden van locatie Het Burgje wordt momenteel in een open participatief proces gewerkt aan een buurtplan voor het omliggend gebied. Structuurvisie / omgevingsvisie In 2015 is een start gemaakt voor de opstelling van een omgevingsvisie voor het buitengebied (voorheen Structuurplan). De omgevingsvisie richt zich op het gehele fysieke domein en heeft hiermee een grotere reikwijdte dan een structuurplan. De omgevingsvisie wordt gezamenlijk met de buurgemeenten Houten en Wijk bij Duurstede opgesteld en bestrijkt nagenoeg het gehele Kromme Rijngebied. Het proces is gestart met een dialoog met de samenleving en met stakeholders. In twee bijeenkomsten voor de bewoners, bedrijven en belangenorganisaties uit het gebied was er gelegenheid om aan te geven welke vraagstukken er spelen in te brengen. Via een internetdiscussie is de samenleving vervolgens uitgenodigd om mee te denken en te schrijven over de gewenste ontwikkelingskoers en beleidsinitiatieven. Hierbij wordt ook aansluiting gezocht bij de Strategische Agenda die in voorbereiding is. De omgevingsvisie Kromme Rijnstreek zal medio 2016 worden afgerond. Woonvisie In 2015 is gestart met de voorbereidingen voor de woonvisie. Eind 2015 heeft het college besloten de woonvisie te splitsen in twee documenten: de woonvisie en het sociaal woonbeleid ten behoeve van prestatieafspraken met de corporaties. Het sociaal woonbeleid zal in de eerste helft van 2016 worden vastgesteld door het college. De woonvisie zal in 2016 worden opgesteld en in de eerste helft van 2017 worden vastgesteld door de Raad. In samenspraak met de ontwikkelaar/bouwer is de afgelopen jaren de mogelijkheid om voor drie specifieke woningbouwprojecten een starterslening te krijgen. De inzet van dit instrumentarium is geëvalueerd. Mede als gevolg van een toenemende vraag naar sociale woningbouw is een actieplan opgesteld waarin inzichtelijk is gemaakt op welke wijze de sociale woningbouw een impuls kan worden gegeven. Flexibilisering bestemmingsplannen / ruimtelijk beleid In de collegeagenda wordt ingezet op het flexibiliseren van de ruimtelijke kaders. Dit om tegemoet te kunnen komen aan initiatieven vanuit de samenleving met behoud van ruimtelijke kwaliteit. In bijeenkomsten met het college en Raad zijn de ambities verkend en is het begrip ruimtelijke kwaliteit gezamenlijk geduid. Met deze input is op meerdere niveaus ingezet op de gewenste flexibilisering. Als eerste is er beleid in voorbereiding, waarmee binnen de wettelijke kaders situationeel kan worden afgeweken van de huidige bestemmingsplannen. Dit beleid is vanuit praktijksituaties tot stand gekomen en zal formeel begin 2016 worden vastgesteld. Parallel hieraan is een paraplubestemmingsplan voor het buitengebied in voorbereiding. Ook dit plan wordt aan de hand van praktijkcasussen opgesteld. De procedure voor dit plan zal in 2016 worden doorlopen. Als derde stap in het proces van flexibilisering van het ruimtelijk kader loopt het proces van de Omgevingsvisie Kromme Rijnstreek met de gemeenten Houten en Wijk bij Duurstede, zoals hiervoor al geduid. Duurzaamheid Om de dialoog en samenwerking met inwoners en ondernemers goed te kunnen aangaan, is in 2015 een duurzaamheidsmakelaar aangesteld. Vanuit haar positie tussen de gemeente en de samenleving, kan ze initiatieven snel signaleren, met elkaar verbinden en waar nodig op gang helpen. Het is vooral de intentie met de duurzaamheidsmakelaar de contacten met het lokaal bedrijfsleven uit te breiden en met hen samen te werken om duurzaamheid in Bunnik te realiseren. De succesvolle informatieavond op 12 30
31 november over isoleren en ventileren, Heel Bunnik Isoleert, is daar een voorbeeld van. In 2016 zal hier vervolg aan gegeven worden. Voor elektrisch rijden is de gewenste aanpak met betrekking tot de laadinfrastructuur in de openbare ruimte verder verkend. Daarnaast is een intentieovereenkomst getekend voor de uitrol van een regionaal laadsysteem volgens het principe Solar Charging waarbij gebruik gemaakt wordt van duurzame laadpalen (waarbij energieopwekking middels zonnepanelen komt). Duurzaamheid is in de aanbesteding van Het Burgje een belangrijke randvoorwaarde. Voor een algemene ambitie op het gebied van duurzaam bouwen zijn ambtelijk de mogelijkheden voor het vaststellen verkend. Voor de eigen organisatie is 2015 vooral gebruikt om de benodigde gegevens voor de milieubarometer te verzamelen. Verder zijn afspraken gemaakt over een onderzoek naar het verduurzamen van het gemeentehuis en sportvoorzieningen. Dit gaat begin 2016 van start. Ondernemen Bunnik is de groene voortuin van de stedelijke regio, een mooie plek om te wonen vlak bij een belangrijke economische motor van de regio: Utrecht Science Park (USP). In 2015 is ingespeeld op en geparticipeerd in ontwikkelingen die een directe relatie hebben met het USP. Ook voor de komende jaren zal de focus op het USP blijven liggen. Het USP biedt kansen voor gemeente Bunnik en kan leiden tot een versterking van de positionering van de gemeente en de streek. De Q4(+), de samenwerking van de ondernemersverenigingen van Bunnik, De Bilt, Zeist, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurstede gericht op het Science Park, heeft zich in 2016 op de kaart gezet met een visiedocument. Dit wordt door hen verder uitgewerkt. In U10 verband is een regioatlas opgesteld waarin de gewenste ruimtelijke-economische koers voor de regio is opgenomen. Dit koersdocument geeft richting aan de gewenste ontwikkelingen en biedt ook handvaten voor het lokale bedrijfsleven en de middenstand. De initiatieven van de ondernemers verenigd in Q4(+) sluiten hier ook op aan en worden vanuit de gemeente gefaciliteerd. Naast Q4 is ook de Economic Board Utrecht (EBU) op regionaal niveau een belangrijke partner. Recreëren Gemeente Bunnik participeert in de ontwikkeling van poorten en toeristische overstappunten (TOP’s) in o.a. het Kromme Rijngebied. Een belangrijk toeristisch overstappunt voor de gemeente Bunnik ligt bij Fort Vechten. Deze is inmiddels gerealiseerd en geopend. De ontwikkeling hiervan is een initiatief van de Provincie Utrecht en wordt ondersteund door Gebiedscoöperatie O-gen. In de Gebiedscoöperatie werken overheden, maatschappelijke organisaties, terreineigenaren, ondernemers en particulieren uit de Geldersche Vallei, Heuvelrug en Kromme Rijnstreek samen. Hier worden ook mogelijkheden verkend om innovatieve recreatiemogelijkheden te verkennen en faciliteren. Er zullen geen andere opstappunten in Bunnik worden gerealiseerd omdat andere locaties in het Kromme Rijngebied geschikter bleken te zijn.
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied Reeds enkele jaren wordt melding gemaakt van de opheffing van het Recreatieschap. De opheffing moet op 1 januari 2018 een feit zijn. Het liquidatieplan gaat uit van een gefaseerd proces, waarin de komende jaren de eigendommen, rechten en verplichtingen ofwel worden beëindigd ofwel bij een rechtsopvolger worden ondergebracht. Dan kan de gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2018 opgeheven worden. De deelnemers blijven nog vier jaar in de huidige samenwerking en met de huidige afspraken bij elkaar als recreatieschap. Ook de deelnemersbijdrage blijft vooralsnog de komende 4 jaar gelijk. Verkoop snippergroen In het kader van Bunniks Kwaliteit is in 2014 gestart met de verkoop van stroken groen aan particulieren. Er zijn veel aanmeldingen voor de verkoop van stroken groen. In 2015 zijn diverse stroken grond verkocht en enkele zijn ook inmiddels geleverd. Rondom de zomer van 2015 is in de samenleving een discussie ontstaan over het verkopen van stroken groen aan het Eikenpad. Deze discussie was voor de gemeenteraad aanleiding voor een debat. Uitkomst hiervan was dat de gemeenteraad zelf een beslissing wil nemen over de te verkopen percelen grond aan de hand van het bestemmingsplan. Alle verkopen zijn daarop stil gelegd en er is een ontwerpbestemmingsplan gemaakt. Sociale huurwoningen De gemeente is in het afgelopen jaar geconfronteerd met een sterk toenemende vraag naar sociale huurwoningen. Deze vraag is het gevolg van een geringe bouwproductie in de afgelopen jaren als gevolg van de economische crisis, de beperkte financieringsruimte bij corporaties, de gemaakte beleidskeuzes 31
32 en de groeiende taakstelling voor opvang van vluchtelingen en statushouders. Om een oplossing te bieden voor deze vraag is een actieplan sociale woningbouw opgesteld. In dit actieplan zijn de ruimtelijke mogelijkheden verkend en zijn aanbevelingen gedaan om tot (versnelde) relatie te komen voor dit type woningen.
Wat heeft het gekost? Programma 06
Lasten en baten
Bouwen, wonen & ondernemen Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Economie - Wonen - Milieu - Ruimtelijke ordening - Grondexploitaties
4.777,2 6,6 100,8 1.497,6 211,2 2.960,9
4.884,5 6,6 147,6 1.497,6 221,7 3.010,9
4.130,5 4,3 136,2 1.446,3 171,5 2.372,2
754,1 2,3 11,4 51,3 50,3 638,7
Baten - Economie - Wonen - Milieu - Ruimtelijke ordening - Grondexploitaties
4.278,1 10,2 1.225,2 81,7 2.960,9
4.431,1 88,2 1.225,2 106,7 3.010,9
5.472,3 114,3 1.251,3 42,0 4.064,7
1.041,326,126,064,7 1.053,8-
1.341,9
1.795,3
Saldo lasten en baten
499,1-
453,5-
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten Milieu 51,3 Voordeel Bij het traject Odru op Orde is voor meerdere boventallige medewerkers de oplossing gevonden om hun bij opdrachtgevers te detacheren. Zij blijven echter overtallig en zullen alsnog deelnemen aan het sociaal plan. Zodoende is het positieve saldo als budgetoverheveling aangevraagd. In 2015 zijn de kosten voor het inzamelen en het afvoeren en verwerken van GFTen restafval lager. Dit levert een voordeel op van € 40.600 op dit product. Het totale voordeel voor reiniging wordt gestort in de reserve egalisatie reiniging. Deze mutatie is verantwoord op programma 3. Overig Totaal:
€
11.000
V
€ € €
40.600 300 51.300
V N N
€
34.300
V
€ € €
18.400 2.400 50.300
V N V
Ruimtelijke ordening 50,3 Voordeel Bij de jaarrekening 2014 is € 10.000 beschikbaar gesteld voor uitvoering van Stip op de Horizon. Begin 2015 is geen vervolg aan het project gegeven doordat het traject samen loopt met de Strategische Agenda, welke uit andere middelen wordt gefinancierd. Daarnaast worden de kosten voor het opstellen en opvoeren van planologische procedures, voor zover mogelijk bij, de initiatiefnemers neergelegd. Bij plannen waar dit niet gebeurd is de constatering dat deze plannen zijn vertraagd omdat de ontwikkelaar de planvorming wegens economische omstandigheden nog niet ter hand heeft genomen. Bij planontwikkeling projecten zijn minder uren gemaakt doordat initiatiefnemers de keuze hebben gemaakt om projecten uit te stellen. Overig Totaal:
32
33 Grondexploitaties 638,7 Voordeel In de begroting 2015 is rekening gehouden met een totale last voor alle grondexploitatie-projecten van € 3.010.900. In werkelijkheid is er een totale last van € 2.372.200 (inclusief doorbelastingen) ten laste van de grondexploitatieprojecten gebracht. Enerzijds is er een voordeel, omdat de werkelijke lasten lager zijn dan geraamd voor de diverse grondexploitaties. Anderzijds is er een nadeel vanwege het vormen van voorzieningen voor de grondexploitaties Anne Frank, Churchillhalterrein, Delteijk en Rijneiland. Voor een verdere toelichting betreffende de diverse in uitvoering zijnde grondexploitaties wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid. Totaal:
€ €
638.700 638.700
V V
€ € €
20.000 6.100 26.100
V V V
€ € €
22.500 3.500 26.000
V V V
€ €
64.700 64.700
N N
€
1.053.800
V
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen baten Wonen 26,1 Voordeel Voor het project verkoop “stroken groen” is er een voorlopige opbrengst geraamd. In werkelijkheid is er een hogere opbrengst ontvangen. Dit bedrag wordt, gecorrigeerd met de voor dit project gemaakte kosten, in de algemene reserve gestort. Deze mutatie wordt verantwoord op programma 3. Overig Totaal: Milieu 26,0 Voordeel Per jaar wordt een bijdrage ontvangen voor het gescheiden inzamelen van papier, verpakkingsmateriaal, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Er is een hogere bijdrage ontvangen dan geraamd. Dit levert op dit product een voordeel op van € 22.500. Dit wordt gestort in de reserve egalisatie reiniging. Deze mutatie is verantwoord op programma 3. Overig Totaal: Ruimtelijke ordening 64,7 Nadeel De lagere opbrengsten planontwikkeling is door het achterblijven van planontwikkelingen van derden waardoor de uren niet kunnen worden doorbelast. Voor die planontwikkelingen die wel doorgang hebben gevonden zijn de opbrengsten (€ 27.500) van de planologische procedure ten gunste van leges omgevingsvergunningen gekomen. Totaal: Grondexploitaties 1.053,8 Voordeel In de begroting 2015 is rekening gehouden met een totale baat voor alle grondexploitatieprojecten van € 3.010.900. In werkelijkheid is er een totale baat van € 4.064.700 (inclusief doorbelastingen) ten gunste van de grondexploitatieprojecten gebracht. Enerzijds is er een nadeel, omdat de werkelijke grondopbrengsten lager zijn dan geraamd voor de diverse grondexploitaties. Anderzijds is er een voordeel vanwege de vrijval van een gedeelte van de voorziening grondexploitatie. Voor een verdere toelichting betreffende de diverse in uitvoering zijnde grondexploitaties wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid.
33
34
Sociaal domein
34
35
Programma: 7. Maatschappelijke Ontwikkelingen Doelstellingen Collegeagenda 2015 t/m 2018 1. Verbinden van sport met andere onderdelen van het sociaal domein. 2. Herijken subsidiebeleid op basis van door de Raad vastgestelde maatschappelijke doelen. 3. Samen met sportverenigingen op zoek naar mogelijkheden om kunstgrasvelden aan te leggen.
Actiepunten 2015 1.1 Inzetten op buurtsportcoaches als makelaars met een signaalfunctie binnen het sociale domein. 2.1 Periodiek herzien van de maatschappelijke vraagstukken en doelstellingen van het subsidiebeleid. 3.1 Samen met sportverenigingen zoeken naar mogelijkheden om deze verenigingen (deels) te verzelfstandigen en de positie van het Sporthuis in die discussie betrekken.
Uitvoering van collegeagenda Implementatie transitie sociaal domein In de overloop van 2014 naar 2015 heeft de transitie plaatsgevonden in het sociaal domein. Met het in werking treden van de Jeugdwet, de nieuwe Wmo en de Participatiewet is de gemeente verantwoordelijk geworden voor de uitvoering in deze zorgsegmenten. Deze transitie is voor gemeenten ongeëvenaard in impact en complexiteit. In 2015 is de nadruk komen te liggen op de uitvoering van de nieuwe wet- en regelgeving voor maatschappelijke ondersteuning voor bestaande en nieuwe doelgroepen. Ondersteuningsvraagstukken betreffen naast de bekende hulpvragen voor vervoer en wonen vanaf 2015 ook begeleiding, dagbesteding en participatie. Naast de inzet van maatwerkvoorzieningen voor (individuele) hulp is beleid gericht op inzet van informele hulp en op een verbreding van algemene voorzieningen. De gemeente kent hierin drie rollen, die van uitvoerder, opdrachtgever en regisseur. In 2015 is met name de uitvoerende rol sterk uitgebreid met de komst van het Centrum voor Elkaar en de functie preventiemedewerker. Per 1 januari 2015 is ook de jeugdhulp van rijksoverheid gedecentraliseerd naar gemeenten. Met deze verschuiving is er een groot budget naar gemeenten overgekomen. Voor Bunnik er is gekozen om met dit budget samen met de regio Zuid-Oost Utrecht jeugdhulpverlening in te kopen. Voor meer informatie, zie programma 8. Toegang en contractering in het kader van de Participatiewet zijn ondergebracht bij de RDWI. 2015 was het eerste jaar van de Participatiewet. Vanaf 1 januari 2015 zijn de gemeenten geleidelijk geconfronteerd met de nieuwe doelgroep (jonggehandicapten met verdiencapaciteit) en hebben ze de eerste (vooralsnog beperkte) ervaringen opgedaan met de inzet van nieuwe instrumenten (beschut werk, loonkostensubsidie, garantiebanen). Voor meer informatie, zie programma 9. In het kader van preventie is een start gemaakt in de samenwerking in de lokale formele zorg- en hulpverlening onderling en de verbinding daarbij met de informele hulp. Verbinding van lokale zorg- en hulpverleners, huisartsen en interne begeleiders van scholen met het Centrum voor Elkaar heeft geleid tot makkelijkere contacten en kortere lijnen. Door zorgvuldig netwerkbeheer wordt gewerkt aan integrale aanpak van hulpvragen met een multi-probleemkarakter en het signaleren van trends Het hele jaar 2015 was een aanloopjaar waarin nog veel kinderziektes moesten worden overwonnen. Heel veel tijd en energie van de gemeente heeft gezeten in het op orde krijgen van administratie en werkprocessen, (regionale) beleidsontwikkeling en inkoop en het leren omgaan met de nieuwe zorgvragen. Eind 2015 is met de Raad vastgesteld dat de "lerende organisatie" nog verder zal worden ontwikkeld waarbij steeds weer wordt gezocht naar een goede balans tussen noodzakelijke zorg en toeleiding daar naartoe vanuit de gemeente. Voor meer specifieke toelichting op deze interactie wordt verwezen naar betreffende programma’s in de jaarrekening. Bij het opmaken van de balans per eind 2015 is een heel eind opgeschoten in het sociaal domein. Er is nog wel een kleine achterstand in de af te handelen indicaties en er zijn nog onzekerheden met betrekking tot de werkelijke zorgafname in 2015 met name op het gebied van jeugdhulp. De te maken regionale afspraken over onderlinge solidariteit verkeren in een afrondingsfase. Eind 2015 staat er een goede basis voor de verdere doorontwikkeling in het sociaal domein en met name het inzetten op de transformatie. Een specifieke toelichting op de ingezette ontwikkeling wordt tevens gegeven bij de programma's 8 en 9. 35
36 Centrum voor Elkaar Vanaf 1 januari 2015 kunnen inwoners van Bunnik met vragen en problemen terecht bij het Centrum voor Elkaar. Dat is de vooruitgeschoven post van de gemeente waar het gaat om zorg- en hulpverlening. Het Centrum is gespecialiseerd in vraagverheldering en ondersteunt inwoners bij het organiseren van hulp rond bijvoorbeeld ouder worden, opvoeden en opgroeien, eenzaamheid, huiselijk geweld en psychische problemen. Belangrijk hierbij is het stimuleren van eigen netwerkvorming en zelfredzaamheid en het helpen bij verbindingen. Kern is het verschuiven van zorg naar ondersteuning. Ook de functie van mantelzorgondersteuning is onderdeel geworden van het Centrum voor Elkaar. Het Centrum voor Elkaar werkt nauw samen met onder meer scholen, consultatiebureaus, huisartsen en wijkverpleging. De regie en coördinatie van het Centrum voor Elkaar ligt bij de gemeente. Voor de samenstelling van het team is in 2015 naast gemeentelijke consulenten ook gebruik gemaakt van organisaties als Vitras, MEE, De Rading en Save. Het Centrum voor Elkaar zal zich de komende jaren verder ontwikkelen. Voorbeelden hiervan zijn professionalisering, meer ‘naar buiten’(vindplaatsen), verbinding formele en informele hulp. Het aantal geregistreerde zorg- en informatievragen bij het Centrum voor Elkaar bedroeg in 2015 in totaal 1.707. Deze vragen hebben betrekking op de thema’s: Thema Jeugd Maatschappelijke Ontwikkeling Participatie/ financieel Mantelzorg Veiligheid Overige Eindtotaal
Aantal 242 1.056 109 94 9 197 1.707
Over het algemeen zijn de zorg vragende inwoners in 2015 geholpen met informatie, advies en/of een passende doorverwijzing naar professionele zorgverleners. In de loop van 2015 is wat betreft de jeugdhulp ook extra ingezet op korte directe begeleiding (uitgebreide "triage") waarmee kan worden voorkomen dat doorverwijzing naar zwaardere en belastende hulp plaatsvindt. Indicatief voor de kwaliteit van de dienstverlening vanuit het Centrum voor Elkaar is ondermeer het geringe aantal bezwaren dat door inwoners is ingediend na afgegeven indicaties. In 2015 is één bezwaarschrift over de Wmo-begeleiding afgehandeld. Over 2015 zijn sociaal domein breed slechts drie klachten aan de gemeente gericht: één inzake de vervoerder regiotaxi, één ten aanzien van de PGBproblematiek en een laatste betrof de zorgverzekering minima. Al deze zaken zijn naar tevredenheid afgerond. In regionaal verband is gestart met een monitoringproject waarin naar verwachting in de loop van 2016 nadere kwalitatieve criteria kunnen worden gemeten. Deze doorontwikkeling zal zoals afgesproken in goede samenspraak met de Raad plaatsvinden. Afgelopen jaar zijn door het Centrum voor Elkaar (her)-indicaties uitgevoerd voor bestaande en nieuwe doelgroepen op huishoudelijke hulp, jeugd en begeleiding zowel voor Zorg in Natura als voor PGBgebruikers. Hiervoor is veelal de gekantelde manier van werken met Het (keukentafel) Gesprek toegepast en worden ondersteuningsplannen opgesteld niet vóór, maar samen met de cliënt. Dit werk is relatief arbeidsintensief van karakter en heeft ook extra (personele) aandacht gevraagd waarvoor uw Raad in december toestemming gaf. De hiermee gemoeide incidentele financiële investering van € 75.500 is ten laste gebracht van de door de Raad in 2014 in het leven geroepen reserve sociaal domein Beleidsagenda Sociaal Domein 2015-2018 In 2015 is de Beleidsagenda Sociaal Domein 2015-2018 opgesteld. De beleidsagenda beschrijft de beleidsvoornemens van de gemeente Bunnik. De nadruk ligt op zaken die nieuw zijn, die veranderen of die zouden moeten veranderen. De beleidsagenda gaat onder meer in op zaken als preventie, openbare gezondheid, vrijwilligerswerk en mantelzorg, de doorontwikkeling van het Centrum voor Elkaar en de rol van gemeenten bij burgerinitiatieven in het sociaal domein. De beleidsagenda is uitgebreid participatief voorbereid en tot stand gekomen met inbreng van veel lokale betrokkenen. Het stuk bestrijkt het gehele lokale sociaal domein en gaat over meer dan ‘alleen’ de nieuwe taken. Met de beleidsagenda wordt 36
37 richting gegeven aan het beleid en worden een aantal keuzes expliciet gemaakt. De Beleidsagenda is door de gemeenteraad vastgesteld in januari 2016. Sport Hoewel binnen het sociaal domein op dit moment de aandacht grotendeels gericht is op de komst van de extra zorgtaken naar de gemeente per 1 januari 2015, zijn er op lokaal gebied ook ontwikkelingen gaande. De afgelopen jaren is veel over sport gesproken. Inmiddels is ‘sport op orde’. De financiën zijn onder controle en er is sprake van een constructieve samenwerking met het Sporthuis en de sportverenigingen. Het is nu van belang naar de toekomst te kijken en te de mogelijkheden te onderzoeken om met alle partijen te komen tot meer verzelfstandiging. Inmiddels zijn op dit vlak al enkele stappen gezet, recentelijk met Bunnik ’73. Daarnaast kan de sport meer betekenen binnen het sociaal domein. Met buurtsportcoaches kan de sport een stimulans zijn voor inwoners om meer te gaan sporten en te bewegen. Niet alleen om te sporten op zich, maar om mensen vitaler en gezond te houden, eenzaamheid te voorkomen en de leefbaarheid in wijken en buurten te bevorderen. In 2014 is er een initiatief gestart vanuit de samenleving (sportverenigingen, Sporthuis, jongerenwerk en welzijn ouderen). In 2015 is met sportverenigingen gesproken, in lijn met de collegeagenda, over kunstgrasvelden voor de voetbalvereniging in Odijk en in Werkhoven. Dit heeft nog niet geleid tot concrete uitwerkingen. De gesprekken zijn constructief en naar verwachting zijn in 2016 concrete acties te verwachten. In het jaar 2015 is Bunnik Beweegt 3 van start gegaan. Dit is een burgerinitiatief van Sporthuis, Jongerenwerk Schoudermantel, Schoolsportcommissie, Welzijnsorganisatie ouderen, Sportplatform en sportverenigingen. Buurtsportcoaches werden actief in Bunnik en organiseerden talloze activiteiten. Deze zijn gericht op bewegen, sport en preventie. Zij organiseerden bijvoorbeeld valtraining voor ouderen, een straatvoetbaltoernooi voor kinderen en jongeren en clincs. Herijking subsidiebeleid In 2015 is een aanloop gestart naar de herziening van het subsidiebeleid. Een beleid dat beter aansluit bij de transformatie in het sociaal domein waarbij taken binnen dat sociaal domein elkaar aanvullen en versterken ter ondersteuning van de inwoners, bedrijven en instellingen in de gemeente. De wijze van de subsidiëring hoort hierop aan te sluiten zodat subsidies een duidelijke meerwaarde hebben voor de samenleving.
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Decentralisatie buitenonderhoud onderwijshuisvesting Per 1 januari 2015 is de Wet Decentralisatie buitenonderhoud in werking getreden. Hierdoor worden de gelden voor het onderhoud van de scholen niet meer uitgekeerd aan de gemeenten, maar aan de schoolbesturen. Door de scholen is aangegeven dat zij de gelden zelf willen behouden en daarmee zelf verantwoordelijk worden voor het buitenonderhoud. In de begroting is rekening gehouden dat deze gelden wel naar de gemeente zouden vloeien. Door deze wijziging is de gemeente niet meer verantwoordelijk voor het onderhoud van de schoolgebouwen. Er vervallen dus (op termijn) werkzaamheden in het kader van onderhoud, hetgeen ook geld bespaard. Echter deze besparing levert niet genoeg op om het verlies aan inkomsten te compenseren. Voor de komende jaren zal dit tekort verwerkt worden in de Kadernota voor 2017-2020. Passend onderwijs Het verzorgen van passend onderwijs is sinds 2015 een verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. Via de leerplichtambtenaar en het Centrum voor Elkaar is contact onderhouden om de aansluiting op ontwikkeling in de jeugdzorg te borgen. De leerplichtambtenaar is ingezet op de scholen om te voorkomen dat jongeren in de problemen gaan geraken. In september van 2015 werd in Odijk een nevenvestiging van Beukenrode school voor voortgezet speciaal onderwijs geopend. Er wordt samengewerkt met Timon, hulpverleningsorganisatie voor jongeren. Het doel is om jongeren die in het regulier onderwijs niet of nog niet terecht kunnen een vorm van passend onderwijs te bieden. Subsidieplafonds Bij de begroting zijn de subsidieplafonds vastgesteld. Toewijzing van subsidies heeft plaatsgevonden conform het door het college vastgestelde subsidieprogramma. Er heeft geen overschrijding plaatsgevonden van het totale subsidieplafond.
37
38 De subsidieplafonds in 2015 bedragen: Totaal H1: sportbeleid
€
13.360
Totaal H2: dorp- en buurtbeleid
€
442.143
Totaal H3: beleid voor kwetsbare burgers
€
264.532
Totaal H4: jeugdbeleid
€
370.796
Totaal H5: incidentele subsidies
€
7.349
Totaal
€
1.098.180
Wat heeft het gekost? Programma 07
Lasten en baten
Maatschappelijke ontwikkeling Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Onderwijs - Sport - Welzijn - Welzijnsaccommodaties
2.373,1 750,4 964,3 472,5 185,8
2.549,0 749,6 1.069,1 487,4 242,9
2.586,9 821,9 1.054,0 497,7 213,3
Baten - Onderwijs - Sport - Welzijn - Welzijnsaccommodaties
591,8 38,6 390,3 163,0
596,6 38,6 427,3 130,8
568,5 17,1 422,3 129,1
28,1 21,5 5,0 1,7
1.781,3-
1.952,4-
2.018,5-
66,0-
Saldo lasten en baten
37,972,315,1 10,329,6
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen (lasten) Onderwijs 72,3 Nadeel Per 1 januari 2015 is de Wet Decentralisatie buitenonderhoud in werking getreden. Hierdoor worden de gelden voor het onderhoud van de scholen niet meer uitgekeerd aan de gemeenten, maar aan de schoolbesturen. In de begroting was hiervoor een stelpost opgenomen van € 90.500. In de totale doorbelasting van de drie multifunctionele accommodaties (mfa’s) is er per saldo een voordeel van € 15.000. De oorzaak is per mfa divers (huuropbrengst, gebruiksvergoeding onderwijs, enz.) Overig Totaal
€
90.500
N
€ € €
15.000 3.200 72.300
V V N
Gemeentelijke welzijnsaccommodaties 29,6 Voordeel Er is een raming opgenomen voor de werkzaamheden voor het gebouwenbeheer. Deze middelen zijn niet besteed in 2015, omdat het gebouwenbeheer nog (deels) intern is opgelost. Dit levert voor 2015 een incidenteel voordeel op van € 24.000. Overig
€ € €
24.000 5.600 29.600
V V V 38
39
Programma: 8. Algemene Ondersteuning Doelstellingen Collegeagenda 2015 t/m 2018 1.Streven naar een gemeente die sturend en verbindend werkt, als partner in een netwerk van inwoners, andere overheden, zorgverleners, verzekeraars en vrijwilligersorganisaties. 2.Stimuleren van de participatiesamenleving door ondersteuning en stimulering van de eigen kracht en verantwoordelijkheid van inwoners.
Actiepunten 2015 2.1 Zoeken naar creatieve manieren om mantelzorgers en vrijwilligers te ondersteunen. 2.2 Samen met de samenleving op zoek naar innovatieve ideeën die bijdragen aan zorg op maat, waarbij er goedkoper gewerkt wordt zonder dat het ten koste gaat van kwaliteit. 2.3 Actief samenwerken met Stichting Krachtig Kromme Rijn in zijn rol van sociaal makelaar.
Uitvoering van collegeagenda Jeugdhulp Per 1 januari 2015 is de jeugdhulp van rijksoverheid gedecentraliseerd naar gemeenten. Met deze verschuiving is er een groot budget naar gemeenten overgekomen. Voor Bunnik er is gekozen om met dit budget samen met de regio Zuidoost Utrecht jeugdhulpverlening in te kopen. Deze samenwerking heeft geleidt tot een grotere schaal van inkoop. Gevolg hiervan is dat de zorg ‘goedkoper’ ingekocht kan worden. De decentralisatie heeft het afgelopen jaar veel strubbelingen gekend waardoor het inzicht in het verbruik van de jeugdhulp en hiermee de kosten lange tijd lastig in te schatten zijn geweest. Er zijn in het afgelopen jaar echter veel stappen gezet in de wijze van declareren, privacy en monitoren van gegevens. Voorop heeft echter de zorg aan kinderen en hun gezin gestaan. Met de invoering van het Centrum voor Elkaar voor lichte hulpvraag en breed inkopen van alle zwaardere vormen van hulp heeft Bunnik voldaan aan haar zorgplicht. Er is nauwkeurig gekeken naar wat ieder kind nodig heeft en welke hulp passend is, met daarbij de insteek om de hulp meer lokaal plaats te laten vinden. Deze manier van inkoop en samenwerking met alle jeugdhulpaanbieders en de andere gemeenten in de regio Zuid-Oost Utrecht zal worden gecontinueerd. In het regionaal beleidskader transitie jeugd Zuid Oost Utrecht van december 2013 is afgesproken dat de regionale financiering en risicodeling binnen de jeugdhulp nader zou worden uitgewerkt. Verschillende verkenningen hebben geleid tot een set aan principes waarover op 12 februari 2016 overeenstemming is bereikt binnen het regionaal bestuurlijk overleg Sociaal domein en die voorgelegd is aan de verschillende gemeenteraden. Deze principes zullen leidend zijn bij het onderling verrekenen van de tekorten binnen de totale jeugdhulp voor de jaren 2015 en 2016. De diverse principes zijn verbonden door het basisprincipe dat de vijf gemeenten hebben uitgesproken er voor elkaar te willen zijn als dat nodig is. Definitieve afrekening tussen de gemeenten over 2015 vindt plaats wanneer alle relevante informatie van de zorgaanbieders binnen is en wordt verwerkt in de jaarrekening 2016. Op basis van de afspraken is de in 2015 ontvangen kasschuif van € 170.000 opgenomen in de jaarrekening 2015 als verplichting aan de gemeenten Zeist en Utrechtse Heuvelrug. Huishoudelijke hulp toelage (HHT) Eind 2014 is door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de HHT ter beschikking gesteld voor de jaren 2015 en 2016 als werkgelegenheidsmaatregel voor de huishoudelijke hulp. Deze maatregel is toegekend vanuit het uitgangspunt dat vaste langdurige zorg is gericht op ontwikkeling van nieuwe integrale functies op de grens van huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging, begeleiding en dagbesteding. Daaraan is gekoppeld de verbetering van de arbeidsmarktpositie van werknemers in de zorg. Initiërend zijn aan de regeling specifieke doelgroepen en resultaten verbonden. Bij het gebruik van deze thuiszorg wordt een gemeentelijke bijdrage op het uurtarief verstrekt. De cliënt betaalt zelf het overige deel van het uurtarief aan de zorgleverancier. Inmiddels is door de rijksoverheid afgekondigd dat deze regeling vrij is in te vullen door gemeenten voor de realisatie van deze uitgangspunten. De HHT-regeling zal structureel worden opgenomen in de integratie-uitkering Wmo. Het budget wordt toegevoegd aan de integratie-uitkering Wmo/huishoudelijke hulp. Deze zorgvernieuwingsopdracht is opgenomen in de Bunnikse beleidsagenda Sociaal Domein 20152018. 39
40 Stimuleren en ondersteunen van lokale initiatieven De gemeente juicht nieuwe maatschappelijke initiatieven vanuit de inwoners toe. In het verslagjaar is dit aan de orde geweest bij het initiatief van een aantal inwoners van Odijk om te komen tot de Huiskamer van Odijk, een coöperatie van inwoners, waarin inwoners van Odijk elkaar helpen met raad en daad. De gemeente ondersteunt dit zowel financieel als in de dialoog.
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Wat heeft het gekost? Programma 08
Lasten en baten
Lasten - Informele hulp - Algemene voorziening
Algemene ondersteuning Begroot voor wijziging (x € 1.000) 2.984,4 146,6 2.837,8
Baten - Informele hulp - Algemene voorziening
Saldo lasten en baten
-
2.984,4-
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
3.194,6 193,6 3.001,0
2.766,8 145,2 2.621,6
-
3.194,6-
1,1 1,1
2.765,7-
Verschil (A) - (B) (x € 1.000) 427,8 48,4 379,4 1,11,1-
428,9
Informele hulp (mantelzorgwaardering) (48,4 Voordeel) Mantelzorgers kunnen zich tot het einde van het jaar melden voor de mantelzorgwaardering. Hierop is besloten om de mantelzorgwaardering 2015 in januari 2016 uit te betalen aan de mantelzorgers. Zie ook budgetoverheveling mantelzorgwaardering 2015. Overig
€ € €
35.000 13.400 48.400
V V V
€
115.400
V
€
221.100
V
Algemene voorziening (379,4 Voordeel) Bij de begroting 2015 is voor Jeugdhulp 100% van het bedrag vanuit het gemeentefonds beschikbaar gesteld voor de levering van jeugdhulp in de vorm zorg in natura en persoonsgebonden budget. Kosten voor preventieve zorg, Centrum voor Elkaar en overige kosten zijn in het kader van de ontschotting ten laste gegaan van het decentralisatiebudget voor Wmo, ook al zitten hier kosten op het gebied van jeugdhulp bij. Hierdoor is er meer geld beschikbaar gesteld voor de levering van jeugdhulp. Alle inwoners die als gevolg van de transitie jeugdhulp ontvangen vanuit de gemeente hebben deze hulp ook ontvangen in het kader van zorgcontinuïteit. Zoals het er nu naar uitziet is er een positief saldo op het jeugdbudget. Eventuele nakomende kosten worden ten laste gebracht van de reserve sociaal domein. Het positieve saldo op de persoonsgebonden budgetten (PGB's) van € 296.700, inclusief Wmo, is ontstaan doordat bij de landelijke overdracht van gegevens via Vektis en CAK het woonplaatsbeginsel vanwege ontoereikende administratie niet correct is toegepast. Na controle in de eigen gemeentelijke administratie kon voor een belangrijk bedrag aan PGB’s overgedragen worden aan andere gemeenten. Evenals bij de overige saldi voor oude en nieuwe taken geldt dat dit voordeel derhalve als incidenteel dient te worden aangemerkt. Eventuele nakomende kosten worden ten laste gebracht van de reserve sociaal domein
40
41 In 2015 zal de website voor sociaal domein opgezet worden. Deze werkzaamheden worden in 2016 opgepakt, zie ook budgetoverheveling website. Overig
€ € €
12.700 30.200 379.400
V V V
41
42
Programma: 9. Maatwerkvoorziening Doelstellingen Collegeagenda 2015 t/m 2018 1. Versterken van de samenwerking tussen de verschillende disciplines in het sociaal domein en werken aan één toegangspoort voor het sociaal domein om maatwerk te leveren. 2. Streven naar een gemeente die sturend en verbindend werkt, als partner in een netwerk van inwoners, andere overheden, zorgverleners, verzekeraars en vrijwilligersorganisaties. 3. Uitvoering en beleid dichterbij elkaar brengen, om de regisserende rol beter te kunnen invullen. 4. Vorm geven aan Social Return On Investment (SROI), de maatschappelijke tegenprestatie. 5. Werkgevers zo goed mogelijk positioneren in hun rol met het oog op de Participatiewet. 6. De toegankelijkheid van de voorzieningen behouden en vergroten door ondersteunende maatregelen voor lagere inkomens.
Actiepunten 2015 1.1 Kijken naar de mogelijkheid van “keukentafelgesprekken”, om aan de voorkant te zien hoe kracht van inwoners en hun omgeving maximaal benut kan worden en de gemeente maatwerk kan leveren. 2.1 Inzetten op een goed functionerende sociaal domein-raad, samen wordt vorm gegeven aan het sociaal domein; 2.2 De financiële en beleidsmatige schotten in het sociaal domein zoveel mogelijk weghalen. 3.1 De samenwerking op beleid en uitvoering met de gemeentelijke partners, waaronder de RDWIgemeenten, voortzetten. 4.1 In eerste instantie richten op de groep die de meeste kans heeft om binnen afzienbare tijd terug te keren op de arbeidsmarkt. 5.1 De positie van organisaties als Biga en zorgaanbieders tegen het licht houden, met het oog op de kaders van de participatiewet. 6.1 Zoeken naar de beste – en juridisch haalbare – manier om mensen met een laag inkomen (tot 125% van het minimuminkomen) te ondersteunen bij hun deelname aan sport en cultuur, indien eventuele bezuinigingen op die sectoren leiden tot contributiestijgingen. Daarbij kan gedacht worden aan een declaratiefonds participatie, wat actief onder de aandacht van de inwoners van de gemeente gebracht wordt.
Uitvoering van collegeagenda Sturing en verbinding binnen het Sociaal Domein De sturing en verbinding binnen het Sociaal Domein is opgenomen onder programma 7. Reserve Sociaal Domein In het verslagjaar bleek een extra inspanning nodig in verband met het opnieuw uitnodigen, spreken en "her-indiceren" van alle inwoners die voorheen waren geïndiceerd in het kader van de jeugdzorg en de Awbz-begeleiding (wettig aangeduid als "overgangscliënten"). De hiermee gemoeide incidentele financiële investering van € 75.500 is ten laste gebracht van de door de Raad in 2014 in het leven geroepen reserve sociaal domein. Beleidsagenda Sociaal Domein 2015-2018 De uitvoering van beleidsagenda Sociaal Domein 2015-2018 is opgenomen onder programma 7. Maatwerk (1.1 / 4.1) Het onderdeel maatwerk en het aangaan van “keukentafelgesprekken met zorgbehoevenden is opgenomen onder programma 7 onder kop implementatie transitie sociaal domein en onder kop Centrum voor Elkaar. Sociaal domein-raad (2.1) In 2015 heeft de Wmo-raad onverminderd gevraagd en ongevraagd gedegen onderbouwd, waardevol, advies uitgebracht. Het proces van omvorming naar een sociaal domeinraad viel in 2015 samen met meerdere veranderingen. Zo is, in goed overleg, de ondersteuning anders ingericht en zijn rijks- en provinciaal beleid voor ondersteuning van cliëntperspectief anders ingericht en versoberd. Dit leidde af en 42
43 toe tot een langere afwegingstijd waarmee het proces van formalisering naar een sociaal domeinraad iets is vertraagd. Participatiewet (5.1 / 6.1) 2015 was het eerste jaar van de Participatiewet. Vanaf 1 januari 2015 zijn de gemeenten geleidelijk geconfronteerd met de nieuwe doelgroep (jonggehandicapten met verdiencapaciteit) en hebben ze de eerste (vooralsnog beperkte) ervaringen opgedaan met de inzet van nieuwe instrumenten (beschut werk, loonkostensubsidie, garantiebanen). Daarbij wordt zoveel mogelijk ook de samenhang en samenwerking met de andere gemeentelijke taken in het sociaal domein bewaakt. Met name bij de toegang en toeleiding. Met die samenhang en samenwerking is in 2015 een begin gemaakt. Dat wordt de komende jaren verder uitgewerkt en uitgebouwd. Hierbij wordt maximaal aangesloten bij de reorganisatie ‘van bolwerk naar netwerk’ van de Regionale Dienst Werk en Inkomen. De Participatiewet voert Bunnik uit samen met buurgemeenten in de Regionale Dienst Werk en Inkomen (RDWI). De RDWI werkt in de arbeidsmarktregio Utrecht Midden op grotere schaal samen: 15 gemeenten, Uitvoeringsorgaan Werknemers Verzekeringen, werkgevers en vakbonden. In die (overigens niet geformaliseerde) netwerksamenwerking gaat het bijvoorbeeld om arbeidsmarktanalyses, de aanpak jeugdwerkloosheid, harmonisatie werkgeversinstrumenten en één systeem van loonwaardemeting. Cijfermatige ontwikkelingen Het landelijk stijgende aantal bijstandsgerechtigden manifesteert zich ook in Bunnik. Waar eind 2014 sprake was van 108 Bunnikse bijstandsgerechtigden waren dat op het einde van het jaar 122. De Regionale Sociale Dienst (RSD) geeft aan dat dit deels toe te schrijven is aan de door de RSD niet beïnvloedbare toename van het aantal statushouders. De stijging betekent dat over 2015 (net als over vorig jaar) een aanvullende uitkering bij het Rijk (vangnetregeling) zal worden aangevraagd.
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Wmo hulpmiddelen Nadat in 2013 is besloten de kanteling in de Wmo voort te zetten is de eerder ingezette trend naar een vermindering van het aantal daadwerkelijke aanvragen van hulpmiddelen doorgezet in 2015. Met name in de categorie wonen, rollen en vervoer zijn aanzienlijk minder hulpmiddelen aangevraagd dan in voorafgaande jaren. Mogelijk dat dit het gevolg is van het door het Centrum voor Elkaar geboden maatwerk door middel van vraagverheldering, onderzoek, goede voorlichting en zorgvuldig gekozen hulpmiddelen. Voor zekerheid ten aanzien van deze trend blijft kritische monitoring hierop de komende jaren nodig. Verbond van Bunnik Op het lokale niveau verdient vooral vermelding het Verbond van Bunnik. Hierin werken lokale ondernemers, de regionale Sociale Dienst (van de RDWI), het Werkgeverservicepunt Kromme Rijn Heuvelrug en de gemeente samen om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan werk te helpen. Toekomst sociale werkvoorziening In 2015 is een belangrijke stap gezet met betrekking tot de sociale werkvoorziening (SW). Als gevolg van de nieuwe Participatiewet kunnen mensen geen SW indicatie meer krijgen. Hierdoor stopt de nieuwe instroom bij de BIGA, het privaatrechtelijke SW-uitvoeringsbedrijf van de vijf RDWI-gemeenten. Daarnaast loopt de rijkssubsidie per SW-medewerker jaarlijks met € 500 af (tot en met het jaar 2020). Deze beide oorzaken hebben grote financiële gevolgen voor de BIGA. Zonder aanpassingen zou de BIGA verliesgevend worden. Tegen die achtergrond hebben de vijf betrokken gemeenten besloten om de aandelen BIGA over te nemen en is een ontwikkelagenda opgesteld met verschillende toekomstscenario’s. In 2016 zal nadere besluitvorming plaatsvinden over het toekomstbestendig maken van de BIGA. Compensatie ziektekosten Mensen met een chronische ziekte of handicap hebben vaak hoge zorgkosten. Ter compensatie daarvan kwamen zij in het verleden in aanmerking voor een tegemoetkoming van het Rijk in het kader van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de Compensatieregeling Eigen Risico (CER). Beide regelingen zijn in 2014 door het Rijk afgeschaft. Daartoe is eind 2014 een vervangende regeling in het leven geroepen. Deze komt erop neer dat inwoners met hoge zorgkosten en een laag inkomen (tot 130% van het geldende sociaal minimum) een gemeentelijke bijdrage in de kosten te geven bij deelname aan een regionale Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering. De regeling is uitgevoerd door de Regionale Dienst Werk en Inkomen. Het aantal gebruikers (50) van de nieuwe regeling 43
44 in 2015 viel wat tegen. De regeling is in 2016 gecontinueerd, zij het dat er extra inspanningen zijn gepleegd op de communicatie. Afgesproken is om (samen met de buurgemeenten die dezelfde regeling kennen) in de eerste helft van 2016 te evalueren. Aan de hand hiervan kunnen eventuele beleidsaanpassingen worden ontwikkeld.
Wat heeft het gekost? Programma 09
Lasten en baten
Maatwerkvoorziening Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Maatwerkvoorziening - Werk - Inkomen
5.800,7 2.977,2 605,6 2.218,0
5.812,6 2.981,3 582,5 2.248,8
5.027,1 2.146,5 587,9 2.292,7
785,5 834,8 5,443,9-
Baten - Maatwerkvoorziening - Werk - Inkomen
1.908,8 309,7 569,0 1.030,1
1.829,8 309,7 12,7 1.507,4
1.864,6 327,1 8,6 1.529,0
34,817,44,1 21,5-
Saldo lasten en baten
3.891,9-
3.982,8-
3.162,5-
820,3
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten Maatwerkvoorziening (834,8 voordeel) Wet maatschappelijke ondersteuning nieuwe taken: Het getoonde jaarrekeningsaldo is gebaseerd op de per 1 april 2016 ontvangen facturen, de ontvangen opgaaf onderhanden werk en jaaropgaven van zorgleveranciers. Indien deze informatie ontbrak is uitgegaan van de uitvraag van zorg van leveranciers ten tijde van het derde kwartaal 2015. Een aantal zorgverleners heeft aangegeven de gegevens dan wel een rechtmatige verantwoording ervan, niet eerder dan in de loop van 2016 te kunnen aanleveren. Hierbij geldt dus dat dit in de loop van 2016 waarschijnlijk nog gevolgd wordt door meerdere facturen voor verleende zorgtrajecten die thans nog niet in beeld zijn. Dit onderdeel van het rekeningsaldo betreft dus een incidenteel voordeel. Met de overgang van de verantwoordelijkheid voor de jeugdhulp en de Wmobegeleiding naar de gemeente werd in 2014 uitgegaan van een landelijk rekenmodel gebaseerd op historische gegevens per gemeente. Omdat deze gegevens afkomstig waren uit administraties bij zorgaanbieders waarbij het “woonplaatsbeginsel” niet of ontoereikend was verwerkt, zei dit weinig over de werkelijke zorgvaag per gemeente. Werkende wijs zou binnen de jeugdwet en de Wmo meer inzicht in de werkelijke zorgvraag ontstaan gevolgd door beter verdeelmodel op basis waarvan de uitkering uit het gemeentefonds zal worden aangepast. Deze aanpassing zal komende jaren plaatsvinden. Bij de start in 2015 zijn via de rijksoverheid klantbestanden overgedragen vanuit Vektis die in velerlei opzicht onvolledig waren of onvoldoende inzicht boden. Verder is in de loop van het jaar gebleken dat met name in de jeugdzorg de administraties nog niet waren toegerust op het per gemeente exact in beeld brengen van de verleende zorg aan inwoners. Ook de voormalige Awbz-begeleiding was administratief niet op orde. De facturatie door zorgverleners zou de werkelijk verleende zorg aan Bunnikse inwoners in beeld moeten brengen maar is nu dus nog niet betrouwbaar. Deze situatie zal naar verwachting nog tot zeker het najaar van 2016 voortbestaan.
€
385.100
V
44
45 Er is niet gekort op de (huishoudelijke hulp) voorzieningen, de kwaliteit ervan is gehandhaafd én er ook nauwelijks effect is geweest op de lokale werkgelegenheid, hebben aanbieders weinig gebruik gemaakt van de regeling zodat huishoudelijke hulp toelage (HHT) en slechts een klein deel van de begrote middelen is besteed. In 2014 is het beleid dat er niet gekort wordt op deze voorzieningen maar dat "het gesprek" met de inwoner leidt tot de meest adequate zorg in een zelfredzame omgeving. Samen met de inwoner wordt onderzoek gedaan naar wat in zijn of haar netwerk kan worden opgevangen en waar maatwerkvoorziening nodig is. Dit leidt vaak tot een andere (goedkopere) oplossing dan de aanvankelijke hulpvraag aangaf. De tendens die zich in 2014 al liet zien in minder zorgkosten wordt in 2015 nog eens versterkt omdat vooral is geïnvesteerd in "het gesprek". De inzet hierin van uit het Centrum voor Elkaar is vergroot. Herindicaties laten zien dat inwoners beter in staat zijn om met minder zware hulpmiddelen of zorg hun leven te kunnen inrichten. Dit vertaalt zich financieel in minder uitgaven voor hulpmiddelen en huishoudelijke hulp. Wat het eerste betreft geldt bij voorbeeld dat momenteel veel minder (dure) trapliften worden aangebracht en inwoners in staat blijken op andere wijze in beperkingen te kunnen voorzien. Ook bij huishoudelijke hulp is hierdoor sprake van een zichtbare daling van het aantal ingezette uren. De samen met hulpvragende inwoners gevonden oplossingen blijken naar tevredenheid aan te sluiten op de werkelijke zorgvraag hetgeen zich in 2015 laat afmeten in zowel de gevoerde gesprekken als in het minimale aantal bezwaren en klachten. Dit positieve resultaat (in combinatie met eventueel positief resultaat bij de nieuwe taken sociaal domein) staat in 2015 naast de kostenpost die in programma 1 is verantwoord voor de gemeentelijke organisatie van het sociaal domein en waarop al is gewezen bij het raadsbesluit van december 2015 om extra te investeren in de toeleiding naar zorg (zowel nieuwe als oude taken). De gemaakte kosten werken door in 2016 en volgende jaren waarbij naar verwachting het financieel positieve resultaat nog verder zal worden versterkt en zich ook zal laten zien ten aanzien van de nieuwe taken. Wet maatschappelijke ondersteuning hulpmiddelen Wet maatschappelijke ondersteuning hulp bij het huishouden – zorg in natura Wet maatschappelijke ondersteuning hulp bij het huishouden – persoonsgebonden budget Sociaal team WMO nieuwe taken: In het sociaal team is budget opgenomen voor inhuur extern partijen en indicatiestelling Wmo en Wonen, rollen en vervoer. Deze activiteiten zijn met nieuw eigen en ingehuurd personeel ingevuld. Deze kosten zijn verantwoord in programma 1 bedrijfsvoering Uitvoeringskosten WMO routekaart sociaal domein: Dit betreft een technische, budgettair neutrale verwerking van het krediet routekaart sociaal domein, welke wordt afgeschreven ten laste van de algemene reserve. Overig
€
100.500
V
€ €
177.800 31.400
V V
€
60.900
V
€
157.900
V
€ € €
110.200 31.400 834.800
N V V
45
46
Paragrafen
46
47
1. Bedrijfsvoering Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Personeelsbeleid Het personeelsbeleid is vastgelegd in het p&o-beleidsplan en de daaruit voortvloeiende deelnotities. In het Sociaal Jaarverslag wordt het gevoerde beleid jaarlijks geëvalueerd. In 2015 heeft de aandacht zich vooral gericht op de implementatie van de Bunnikse Manier van Werken, de vaststelling van het inzetbaarheidsbeleid, de outsourcing van de medewerkers van de gemeentewerf en actualisatie van diverse rechtspositieregelingen. Wet revitalisering generiek toezicht Zie paragraaf 8 Interbestuurlijk toezicht. Vervangen automatiseringsapparatuur 2015-2018 Vervanging van automatiseringsapparatuur heeft deels plaatsgevonden. Er wordt echter niet automatisch vervangen, vooral zaken als storingsgevoeligheid, onderhoudskosten, capaciteit en nieuwe ontwikkelingen worden afgewogen bij de vervanging. Om die reden zijn er ook vervangingen uitgesteld naar 2016. Migratie Oracle databases De migratie van de Oracle databases van versie 10 naar versie 11 is afgerond in 2015. Informatiebeveiliging In 2015 is er informatieveiligheidsbeleid opgesteld aan de hand van het basisnormenkader BaselineInformatiebeveiliging Gemeenten (BIG). Dit beleid zal begin 2016 worden vastgesteld. Ook is er eind 2015 een informatiebeveiligingsfunctionaris aan de slag gegaan om het beleid te implementeren en te borgen. Daarnaast hebben er enkele audits plaatsgevonden, namelijk het beveiligingsassesment DigiD, de zelfevaluatie BRP, de zelfevaluatie Waardedocumenten en een inspectie op het veilig gebruik van Suwinet. Voor al deze audits voldeed de gemeente aan de normen. Overige vervangingsinvesteringen Voor de restantkredieten wordt een vergoeding ontvangen van RMN. De overige geplande investeringen in het kader van het materieel kunnen in verband met de overgang van de gemeentewerf naar RMN per 1 januari 2016 vervallen.
47
48
Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Begroot
Begroot
Werkelijk
voor
na
gerealiseerd
Verschil
w ijziging
w ijziging (A)
(B)
(A) - (B)
(x € 1.000)
(x € 1.000)
(x € 1.000)
(x € 1.000)
Lasten
8.550,8
8.246,8
8.288,7
41,9-
Personeelskosten bestuursdienst
6.230,3
5.933,6
6.062,8
129,3-
Overige kosten w erf
33,1
33,1
27,4
5,7
Materieel w erf
83,4
32,7
42,7
10,0-
Overige personeelskosten
480,2
486,2
525,7
39,6-
Gemeentehuis
577,0
581,6
554,1
27,5
Werkplekken + facilitaire ondersteuning
240,1
276,6
273,7
3,0
Informatie- en communicatietechnologie
794,8
790,3
658,5
131,8
Overige kosten bedrijfsvoering
130,7
131,4
148,3
16,9-
Overhead Stuurgroep Kromme Rijn
18,7-
18,7-
4,5-
14,2-
Baten
99,0-
132,5-
127,7-
4,9-
Directe baten
99,0-
132,5-
127,7-
4,9-
Saldo lasten en baten
8.451,8
8.114,3
8.161,1
46,8-
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen (lasten) Personeelskosten bestuursdienst 129,3 Nadeel Dit is een financieel technische verklaring. Voor de vacatureruimtes is personeel ingehuurd. Dit is budgettair neutraal verlopen. In de paragraaf bedrijfsvoering is echter een nadeel van € 121.000 te zien aangezien de inhuur hier geboekt is. Tevens zijn er minder vergoedingen van personeel geweest van € 40.000 (aan de baten kant). De dekking hiervan staat op programma 9 daar staat een voordeel van € 170.000. Totaal is het budgettair neutraal. Overig Totaal
€ € €
121.300 8.000 129.300
N N N
€
36.300
N
€
81.900
N
€
27.000
V
€ €
9.000
V
20.000 22.600 39.600
V V N
Overige Personeelskosten 39,6 Nadeel Eind 2015 zijn de persoonsgebonden budgetten van het personeel uitbetaald aangezien de regeling in deze vorm is beëindigd. De uitbetalingen worden gedekt uit de reserve persoonsgebonden budget (zie ook programma 3). Voor de wachtgelden personeel is de voorziening geactualiseerd. Dit heeft een nadelig effect van € 81.900. Dit risico is opgenomen in het weerstandsvermogen zodat dit bedrag gedekt wordt uit de bufferreserve. Laag verzuim en gering inzet van de bedrijfsarts en minder gebruik van loopbaanbudget heeft een voordeel van € 27.000 Het krediet personeelsinformatiesysteem is nog niet afgerond. Hierdoor zijn er lagere kapitaallasten van € 9.000 Op organisatieontwikkeling is een voordeel van € 20.000 aangezien er een breed organisatieperspectief is ontwikkeld. In 2015 zijn geen andere organisatieadviezen van kleinere orde gevraagd zoals in andere jaren. Overig Totaal
€ €
48
49 Gemeentehuis 27,5 Voordeel Er is een voordeel op de kapitaallasten van € 14.600. Dit komt doordat investeringen zoals digitalisering tekeningen gebouwen, airco en netwerkbekabeling nog niet afgerond zijn. In verband met extra verhuur van het gemeentehuis zijn er extra opbrengsten. Overig Totaal
€ € € €
14.600 6.700 6.200 27.500
V V V V
€ € €
129.800 2.000 131.800
V V V
Informatie en communicatietechnologie 131,8 Voordeel Er zijn lagere kapitaallasten doordat de investeringen oprichten RID Utrecht nog niet afgerond zijn. Dit is een voordeel van € 129.800. Aangezien de kapitaallasten via de algemene reserve gaan heeft dit geen effect op het rekeningresultaat (budgettair neutraal). Overig Totaal
49
50
2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing BEGRIPPEN Onder weerstandsvermogen wordt verstaan “het vermogen van de gemeente om niet-structurele financiële risico’s op te kunnen vangen teneinde zijn taken voort te kunnen zetten”. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen weerstandscapaciteit (dit zijn de middelen waarover de gemeente beschikt/kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente voor het begrotingsjaar en de volgende jaren van het meerjarenperspectief. Voor het beoordelen van het weerstandsvermogen is inzicht nodig in de omvang en in de achtergronden van de risico’s in relatie tot de aanwezige weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide geeft het weerstandsvermogen aan volgens onderstaande figuur. Aan de hand van dit schema wordt het weerstandsvermogen van de gemeente Bunnik bepaald.
Risico’s
Weerstandscapaciteit
Economisch
Vrij besteedbaar deel algemene reserve
Politiek Juridisch Milieu
+
Onbenutte belastingcapaciteit Stille reserves Post onvoorzien
Financieel
= Weerstandsvermogen Verzekeringen
Voorzieningen
Beheersmaatregelen De risico’s voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet anderszins zijn ondervangen. Reguliere risico’s – risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn – maken geen deel uit van de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd. Risicoprofiel Voor de bepaling dat de kans zich voordoet is onderstaande verdeling aangehouden. Omschreven als Uitgesloten Zeer onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk Uitzonderlijk Mogelijk Aannemelijk Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk
Geschatte kans dat het risico zich in werkelijkheid voor zal doen 0% 5% 10% 20% 30% 50% 70% 90% 50
51
Verantwoordingscyclus Het weerstandsvermogen (en de daarop gebaseerde bufferreserve) wordt bij het opstellen van de begroting geactualiseerd. Dit betekent dat de risico’s opnieuw beoordeeld worden, voor het gecalculeerd bedrag en de risicokans. Nieuwe risico’s worden opgenomen, vervallen risico’s worden verwijderd. In 2015 hebben zich meerdere ontwikkelingen voorgedaan, te weten: Bufferreserve Saldo bufferreserve per 1 januari 2015 Voortgedane risico’s Wachtgeld voormalig personeel Mutaties 2015
Saldo bufferreserve per 31 december 2015
1.161.492 81.903 81.903 1.079.589
Financiële kengetallen De BBV schrijft voor om vanaf begroting 2016 en de jaarstukken 2015 een verplichte basisset van vijf financiële kengetallen op te nemen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Deze vijf financiële kengetallen zijn: 1. Netto schuldquote (en: netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) 2. De solvabiliteitsratio 3. Kengetal grondexploitatie 4. Structurele exploitatieruimte 5. Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden (voorheen opgenomen onder paragraaf Lokale lasten en heffingen) 1. Netto schuldquote De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een daling van de netto schuldquote is positief, de schuldenlast daalt (oftewel: financiering geschiedt meer met eigen middelen).
A Vaste schulden
2015
2014
10.000
11.657
B Netto vlottende schuld
1.473
1.211
C Overlopende passiva
1.273
504
37
37
6.784
4.320
D Financiële activa E Uitzettingen < 1 jaar F Liquide middelen
212
205
G Overlopende activa
975
2.560
H Totale baten (excl. Mutaties reserves))
33.148
30.787
Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100%
14,30%
20,30%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. De gemeente Bunnik heeft geen doorgeleende gelden. Hierdoor is de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen gelijk aan de netto schuldquote.
51
52 2. De solvabiliteitsratio Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balans totaal. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten. Het eigen vermogen is exclusief geblokkeerde bestemmingsreserves. (Bedragen x 1.000) 2015
2014
A Eigen vermogen
12.856
11.466
B Balanstotaal
36.321
32.651
Solvabiliteit (A/B) x 100%
35,39%
35,12%
3. Kengetal grondexploitatie De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant moet ieder jaar beoordelen of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen. In de BBV wordt gevraagd om grond- en hulpstoffen in de balans afzonderlijk op te nemen gespecificeerd naar: 1. Niet in exploitatiegenomen bouwgronden; en 2. Overige grond- en hulpstoffen. Daarnaast wordt in de BBV gevraag om de bouwgrond in exploitatie (in de balans wordt dit ‘onderhanden werk’) te noemen. (Bedragen x 1.000) A Niet in exploitatie genomen bouw gronden B Bouw gronden in exploitatie
2015
2016
7.552
10.679
789
525
C Totale baten (excl. Mutaties reserves)
33.148
30.787
Grondexploitatie (A+B)/C x 100%
25,16%
36,39%
4. Structurele exploitatieruimte Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de jaarrekening wordt thans het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Een jaarrekening waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een jaarrekening waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn. (Bedragen x 1.000) 2015
2014
A Totale structurele lasten
27.472
29.544
B Totale structurele baten
30.938
30.533
C Totale structurele toevoegingen aan de reserves
981
8.656
D Totale structurele onttrekkingen aan de reserves
2.191
9.739
55.239
41.682
8,5%
5,0%
E Totale baten(A+B+C-D) Structurele exploitatieruim te ((B-A)+(D-C))/(E) x100%
52
53 5. Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB en de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in een jaar te vergelijken met het landelijk gemiddelde van voorgaand jaar. 2015
2014
A OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-w aarde
486
470
B Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-w aarde
176
176
C Afvalstoffenheffing voor een gezin
206
203
E Totale w oonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-w aarde(A+B+C-D)
868
849
F Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in 2015
716
704
121,2%
120,5%
D Eventuele heffingskorting
Woonlasten t.o.v. landelijke gem iddelde jaar er voor (E/F) x 100%
53
54
3. Lokale lasten en heffingen Beleid De gemeentelijke belastingen en retributies voor 2015 zijn, overeenkomstig het beleid vastgesteld in de Nota financieel beleid, verhoogd met 2,25% ten opzichte van 2014. De tarieven van de reinigingsheffingen (reinigingsrechten en afvalstoffenheffing) en de rioolrechten worden gebaseerd op volledige kostendekkendheid. Hierbij moet worden opgemerkt dat de compensabele BTW ook als kostenbestanddeel moet worden meegenomen. Weliswaar wordt deze BTW terugontvangen via het BTW compensatiefonds, maar daar tegenover staat een korting op de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Bovendien wordt de helft van de kosten van straatreiniging verdisconteerd in de rioolheffing. Kwijtscheldingsbeleid Kwijtschelding is mogelijk van de afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting en onroerende zaakbelastingen. Van de andere belastingen is geen kwijtschelding mogelijk. In grote lijnen wordt kwijtschelding verleend indien het netto besteedbaar inkomen onder de bijstandsnorm ligt die voor de betreffende gezinssituatie van toepassing is. De volgende kwijtscheldingen zijn verleend: Belastingsoort Afvalstoffenheffing Rioolheffing Hondenbelasting Onroerende zaakbelastingen Totaal
Bedrag van de kwijtschelding (afgerond) 22.647 21.623 1.112 45.382
Belastingopbrengsten In onderstaand overzicht worden de opbrengsten van de diverse leges, tarieven en belastingen in beeld gebracht.
Overzicht opbrengsten diverse leges, tarieven en belastingen Bedragen x € 1.000,-
Rekening 2014 Begroting 2015
Rekening 2015
Onroerende zaakbelastingen Tarieven % van de WOZ waarde Gebruikersbelasting voor onroerende zaken: - die niet in hoofdzaak tot woning dienen
€
585 €
636 €
597
Eigenarenbelasting voor onroerende zaken: - die in hoofdzaak tot woning dienen - die niet in hoofdzaak tot woning dienen
€ €
2.980 € 894 €
3.060 € 929 €
3.028 926
Hondenbelasting
€
70 €
73 €
71
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
€
1.157 €
1.156 €
1.159
Rioolheffing Per heffingseenheid
€
1.148 €
1.166 €
1.123
Toeristenbelasting
€
108 €
113 €
138
Omgevingsvergunningen
€
938 €
539 €
704
Marktgelden
€
8 €
6 €
6
54
55 Tarieven De tarieven voor afvalstoffenheffing en reinigingsrechten stegen licht. Het tarief van de afvalstoffenheffing was daarmee kostendekkend; op grond van de Gemeentewet mag afvalstoffenheffing niet meer dan kostendekkend geheven worden. De tarieven hondenbelasting en toeristenbelasting stegen met de geraamde prijsontwikkeling. Dit gold ook voor de marktgelden. In de gemeente Bunnik is de berekeningssystematiek voor de tarieven onroerende zaakbelasting als volgt: het tarief onroerende zaakbelastingen 2014 voor woningen en niet-woningen wordt verhoogd met de inflatie en gecorrigeerd met het percentage waardedaling van de onroerende zaken. Voor 2015 was de inflatie bepaald op 2,25%. Dit betekent dat de opbrengst onroerende zaakbelasting 2015, exclusief de extra opbrengst uit nieuw- en verbouw, 2,25% hoger is dan de geraamde opbrengst 2014. De gemiddelde waardedaling van de woningen bedroeg 1,2% en voor de niet-woningen 3,5%. Deze waardedaling heeft geleid tot een hogere tariefstijging van de onroerende zaakbelasting dan de inflatie, omdat met een lagere totale WOZ waarde een hogere belastingopbrengst moet worden behaald. De waardeontwikkeling in individuele gevallen kan van het gemiddelde afwijken doordat er verschil kan zitten in de waardeontwikkeling per objectsoort. Een appartement kan meer in trek zijn, dan een vrijstaande woning en daardoor kunnen deze objectsoorten beiden een andere waardeontwikkeling laten zien. Op 20 september 2012 is het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bunnik 2012 – 2016 vastgesteld. Het tarief rioolheffing voor 2015 is vastgesteld op € 175,80. Op de volgende bladzijde worden de tarieven voor gemeentelijke belastingen en retributies in beeld gebracht.
55
56
Tarieven gemeentelijke belastingen en retributies 2014 - 2015 Toename in %
2014
2015
0,2144%
0,2267%
5,7%
- die in hoofdzaak tot woning dienen
0,1753%
0,1813%
3,4%
- die niet in hoofdzaak tot woning dienen
0,2680%
0,2834%
5,8%
Onroerende zaakbelastingen Tarieven % van de WOZ waarde Gebruikersbelasting voor onroerende zaken: - die niet in hoofdzaak tot woning dienen
Eigenarenbelasting voor onroerende zaken:
Hondenbelasting Voor de 1e hond
€
85,75
87,60
2,2%
Voor de 2e hond
€
115,87
118,45
2,2%
Voor iedere hond boven het aantal van twee
€
117,60
120,25
2,3%
Voor honden gehouden in kennels
€
319,43
326,60
2,2%
- Eenpersoonshuishouden
€
150,00 €
152,00
1,3%
- Meerpersoonshuishouden
€
203,00 €
206,00
1,5%
Reinigingsrechten (incl. BTW)
€
212,78 €
216,19
1,6%
€
175,80 €
175,80
0,0%
- op campings
€
0,62 €
0,63
1,6%
- in overige verblijfsaccommodaties
€
1,91 €
1,95
2,1%
Dagstandplaats per strekkende meter per marktdag
€
2,95 €
3,01
2,0%
Vaste kwartaalstandplaats per strekkende meter per kwartaal
€
26,45 €
27,04
2,2%
Vaste halfjaarstandplaats per strekkende meter per halfjaar
€
50,17 €
51,30
2,3%
Vaste jaarstandplaats per strekkende meter per jaar
€
95,46 €
97,61
2,3%
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Afvalstoffenheffing:
Rioolheffing Per heffingseenheid
Toeristenbelasting Per overnachting:
Marktgelden
56
57
4. Verbonden partijen Vanwege bestuurlijke, beleidsmatige en financiële belangen voeren verbonden partijen vaak beleid uit dat de gemeente in principe ook zelf kan blijven doen. Er blijft voor de gemeenteraad nog steeds een kaderstellende -, controlerende - en financiële taak over (het vergt budgettair beslag en de gemeente loopt daardoor risico’s). In verband met de gemeentelijke belangen is het gewenst dat in de begroting en jaarrekening aandacht wordt besteed aan de verbonden partijen. Verbonden partijen zijn derde rechtspersonen waarin de gemeente Bunnik een bestuurlijke en financiële belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt in dit verband verstaan: het hebben van een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die achtergesteld zijn in geval van faillissement van de verbonden partij en/of dat financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Het belang van verbonden partijen is dat deze vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe ook zelf kan (blijven) doen. De gemeente houdt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Kernvragen zijn of de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds corresponderen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden. Het tweede belang betreft het budgettaire beslag en de financiële risico’s die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. In deze paragraaf is per gemeenschappelijke regeling een format ingevuld. De reden hiervoor is dat meer inzicht wordt verlangd in de verbonden partijen waardoor het inzicht en de “grip” vergroot kan worden. Overzicht verbonden partijen Verbonden partij/gemeenschappelijke regeling 1. Gemeenschappelijke regeling Bestuur Regio Utrecht (BRU) 2. Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) regio Utrecht 3. Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) 4. Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Valleien Kromme Rijngebied (UHVKR) 5. Gemeenschappelijke regeling Regionale ICT-Dienst Utrecht (RID) 6. Gemeenschappelijke regeling Afvalverwijdering Utrecht (AVU) 7. Stuurgroep Kromme Rijnlandschap 8. Gemeenschappelijke regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland 9. Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht (VRU) 10.Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum (RHC) Zuidoost Utrecht 11.Gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI) 12. Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht (BghU) Totaal
Werkelijk 2015
Begroot 2015
45.145 218.796
45.145 203.176
406.959 28.105
409.590 28.102
440.417 315.645 19.202 29.815 781.887 50.535
443.166 264.035 19.202 32.884 781.872 50.282
2.694.990
2.309.544
222.003
222.000
5.253.499
4.808.998
Deelnemingen BNG Waterleidingbedrijf Vitens SVW Biga Groep Een belangrijke ontwikkeling is de intentie van gemeente Vianen, Leerdam en Zederik voor bestuurlijke fusie en herindeling gemeente Vijfherenlanden per 1 januari 2018. Daarbij is besloten dat gemeente Vijfherenland zich committeert aan provincie Utrecht. Dit kan/zal ertoe leiden dat Leerdam en Zederik toetreden bij één of meerdere verbonden partijen.
57
58 Wijzigingen in verbonden partijen Nieuw in de rekening 2015 is verbonden partij gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht (BghU). Deze partij voert de heffing en invordering van lokale belastingen uit en stelt de hoogte van de WOZ waarden vast. Daarnaast is met vier andere betrokken gemeenten de aandelen van BIGA Groep (sociale werkvoorziening) overgenomen. Wereldkidz en Gebiedscoöperatie O-gen zijn geen verbonden partijen meer omdat bij beiden niet voldaan wordt aan de voorwaarde van criteria bestuurlijk belang.
58
59
1.
Bestuur Regio Utrecht (BRU) te Utrecht
Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
€ 87.000 Nihil Eigen vermogen: Begin jaar: € 13.432.861 Eind jaar: € 11.151.000 Vreemd vermogen Begin jaar: € 254.146.968 Eind jaar: € 254.146.968
Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij
1 van de 10 stemmen (9 deelnemende gemeenten, Gemeente Utrecht heeft twee stemmen)
Openbaar belang / Kernactiviteiten van de organisatie
Het Bestuur Regio Utrecht is sinds 1 januari 2016 in liquidatie. De lopende zaken worden afgehandeld, waarbij het BRU uiterlijk 1 januari 2018 is opgeheven. De BRU-taken verkeer en vervoer zijn overgedragen aan de Provincie Utrecht, inclusief mensen en middelen.
Essentiële ontwikkelingen
Het BRU is per 1 januari 2016 in liquidatie, waarbij de lopende dossiers binnen twee jaar worden afgerond. Uiterlijk 1 januari 2018 houdt het BRU op te bestaan. Geen
Nieuwe / vertrokken deelnemers
2. Verwachte resultaat
Gemeentelijke GezondheidsDienst regio Utrecht (GGDrU) te Utrecht omvang
financieel
Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
Geprognotiseerd resultaat voor 2015 is € 56.000 (€ 390.000 na onttrekkingen uit de bestemmingsreserves doorontwikkeling Algemene Publieke Gezondheidszorg (APG) en Jeugdgezondheidszorg (JGZ)). Nihil Eigen vermogen: Begin jaar: € 3.212.195 Vreemd vermogen Begin jaar: € 12.929.123
Openbaar belang / Kernactiviteiten van de organisatie
Essentiële ontwikkelingen
Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Nieuwe / vertrokken deelnemers
De GGDrU voert de Wet publieke gezondheid (Wpg) voor een deel uit (o.a. het rijksvaccinatieprogramma), adviseert en ondersteunt gemeenten bij het uitvoeren van (lokaal) gezondheidsbeleid en stelt inwoners in staat hun gezondheid te optimaliseren. 1. Kwaliteitstoezicht Wet maatschappelijke ontwikkeling 2. Preventieve gezondheidszorg kinderen en jongeren in asielzoekerscentrum (AZC’s) 3. Verbinding met de vernieuwde zorgketen in volle gang 4. Integrale jeugdgezondheidszorg 5. Aanbesteding Digitaal Dossier jeugdgezondheidzorg (JGZ) 1 van de 26 deelnemende gemeenten geen 59
60
3. Omgevingsdienst Regio Utrecht te Utrecht Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
€ 100.000 Nihil Eigen vermogen: Begin jaar: € 203.137 Vreemd vermogen Begin jaar: € 3.969.812
Openbaar belang / Kernactiviteiten van de organisatie
Essentiële ontwikkelingen Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Nieuwe / vertrokken deelnemers
Het inhoudelijke adviseren van de deelnemende gemeenten op het gebied van milieu en archeologie, met daarbij als taak onder meer het inhoudelijk adviseren over omgevingsvergunningen, voor milieuaspecten, en het uitvoeren van de handhavingstaken op milieugebied. Iedere deelnemer heeft 1 stem (1 van de 16 stemmen) geen
4. Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug en Kromme Rijn Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
Nihil Eigen vermogen: Begin jaar: € 986.061 Vreemd vermogen Begin jaar: € 1.179.879
Openbaar belang / Kernactiviteiten van de organisatie Essentiële ontwikkelingen Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Nieuwe / vertrokken deelnemers
Het realiseren en in stand houden van (open lucht)recreatiemogelijkheden en nieuwe recreatieprojecten op de Utrechtse Heuvelrug en in het Vallei- en Kromme Rijngebied.
Iedere deelnemer heeft 1 stem (1 van de 13 stemmen) geen
60
61
5. Regionale ICT-Dienst (RID) Utrecht te Doorn Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
Nihil Nihil Eigen vermogen: Begin jaar: € 23.977 Vreemd vermogen Begin jaar: € 8.247.786
Kernactiviteiten van de organisatie
De RID heeft tot doel het uitvoeren van taken die zien op het garanderen van de continuïteit en kwalitatief adequate dienstverlening op het terrein van ICT en de hiervoor benodigde middelen, waaronder soft- en hardware voor de deelnemers aan de RID.
Essentiële ontwikkelingen
Realisatie van een stabiele centrale ICT-infrastructuur is nog niet afgerond. Er wordt een verbeterplan opgesteld om dit om dit alsnog te realiseren. Iedere deelnemer heeft 1 stem (1 van de 7 stemmen)
Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Nieuwe / vertrokken deelnemers
geen
6. Afval Verwijdering Utrecht (AVU) te Soest Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
Kernactiviteiten van de organisatie
Essentiële ontwikkelingen Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Nieuwe / vertrokken deelnemers
Nihil Nihil Eigen vermogen Begin jaar: € 184.186 Eind jaar: € 296.322 Vreemd vermogen Begin jaar: € 8.423.431 Eind jaar: € 13.055.460 Het behartigen van belangen van de Utrechtse gemeenten op het gebied van afvalbewerking en verwerking. Op grond van de statuten van de gemeenschappelijke regeling en het door het algemeen bestuur vastgestelde beleidsplan heeft de AVU de volgende kernactiviteiten: -zorg voor een goede, reguliere en milieuverantwoorde inzameling van door de gemeente(n) ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen (restafval, grof huishoudelijk afval, GFT-afval, plastic) - de verwerking en in de markt zetten van deze afvalstoffen - de inzameling en verwerking van glas, papier en karton - het aangaan en monitoren van contracten namens de gemeenten met marktpartijen Het opzetten en registeren van kunststoftinzameling. Per 1 januari 2015 is de directeur van de AVU met pensioen gegaan. Deze vacature intern ingevuld. 2 van de 73 stemmen (stemverhouding naar rato aantal inwoners van de deelnemende gemeenten) geen
61
62
7. Stuurgroep Kromme Rijnlandschap te Bunnik Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
Negatief € 20.819 Nihil Eigen vermogen: Begin jaar: € 212.366 Eind jaar: € 191.547 Vreemd vermogen Begin jaar: nihil Eind jaar: nihil
Kernactiviteiten van de organisatie
Essentiële ontwikkelingen Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Nieuwe / vertrokken deelnemers
Het bevorderen van ‘stille recreatie’ middels het creëren van een aantrekkelijk en karakteristiek landschap met extensieve recreatiemogelijkheden. Bevorderen ruimtelijke kwaliteit middels advisering en ondersteuning van particuliere eigenaren in het buitengebied. Instandhouding cultuurlandschap en natuurwaarden Het collegelid is voorzitter van de stuurgroep waarin wethouders, gedeputeerde en andere bestuurders zitting hebben. Daarnaast functioneert op ambtelijk niveau een werkgroep en wordt de dagelijkse uitvoering verzorgd door de landschapscoördinator. geen
8. Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) te Bunnik Verwachte omvang financieel resultaat
Nihil
Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
Nihil Eigen vermogen: Begin jaar: € 227.019 Vreemd vermogen Begin jaar: € 213.304
Kernactiviteiten van de organisatie Essentiële ontwikkelingen Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Nieuwe / vertrokken deelnemers
Ruimtelijke Kwaliteitszorg van de Fysieke leefomgeving 1 van de 19 stemmen Leusden is per 1 januari uitgetreden maar neemt wel weer op uurbasis diensten af
62
63
9. Veiligheids Regio Utrecht (VRU) te Utrecht Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
€ 1.700.000 Geen Eigen vermogen: Begin jaar: € 5.408.000 Vreemd vermogen Begin jaar: € 45.013.000
Kernactiviteiten van de organisatie Essentiele ontwikkelingen Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Nieuwe / vertrokken deelnemers
Brandpreventie, crisisbeheersing
brandrepressie,
rampenbestrijding
en
Iedere deelnemer heeft 1 stem (1 van de 26 stemmen) geen
10. Regionaal Historisch Centrum (RHC) Zuidoost Utrecht te Wijk bij Duurstede Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
Nihil Nihil Eigen vermogen: Begin jaar: € 488.000 Vreemd vermogen Begin jaar: € 300.000
Kernactiviteiten van de organisatie
Essentiele ontwikkelingen
Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Nieuwe / vertrokken deelnemers
Het in het samenwerkingsgebied uitvoering geven aan de Archiefwet 1995, alsmede het vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historische bronnen en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek. Er is een Digitaliseringsplan opgesteld waarmee komende jaren de digitale toegankelijkheid van informatie voor klanten beter wordt. Daarnaast is er op het gebied van e-Depot een samenwerking met meerdere RHC’s uit de regio gestart. Tenslotte is er besloten om naar aanleiding van de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) de gemeenschappelijke regeling om te vormen tot een Bedrijfsvoeringsorganisatie, met name om onnodige bestuurlijke drukte te voorkomen. 2 van de 19 stemmen (stemverhouding naar rato aantal inwoners van de deelnemende gemeenten) geen
63
64
11. Regionale Dienst Werk en Inkomen (RDWI) te Zeist Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
Nihil Nihil Eigen vermogen: Begin jaar: € 106.119 Eind jaar: € 616.775 Vreemd vermogen Begin jaar: € 11.937.991 Eind jaar: € 11.173.852
Kernactiviteiten van de organisatie Essentiele ontwikkelingen Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Nieuwe / vertrokken deelnemers
De Regionale Dienst Werk en Inkomen biedt een vangnet voor de inwoners die tijdelijk niet of onvoldoende in hun inkomen kunnen voorzien. Iedere deelnemer heeft 1 stem (1 van de 5 stemmen) geen
12. Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht (BghU) Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
Nihil Nihil Eigen vermogen: Begin jaar: € 720.356 Vreemd vermogen Begin jaar: € 14.069.662
Kernactiviteiten van de organisatie Essentiele ontwikkelingen Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Nieuwe / vertrokken deelnemers
De BghU is belast met de waardering van de onroerende zaken en de heffing en inning van de gemeentelijke belastingen. 2% (stemverhouding naar rato aantal inwoners van de deelnemende gemeenten) geen
64
5. Kapitaalgoederen Kapitaalgoederen zijn investeringen met een langdurig economisch of maatschappelijk nut. Kapitaalgoederen zijn wegen, riolering, water, groen, gebouwen, automatisering en inventarissen (zogenaamde materiële activa), maar ook bijvoorbeeld bestemmingsplannen (zogenaamde immateriële activa). Al deze kapitaalgoederen dienen “onderhouden” te worden. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan zijn bepalend voor het voorzieningenniveau en de jaarlijkse lasten. In de Nota financieel beleid zijn de volgende uitgangspunten ten aanzien van kapitaalgoederen opgesteld: Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut, voor zover ze niet in het kader van grondexploitatie worden getroffen, activeren; Investeringen met een economisch nut worden geactiveerd en conform de waardevermindering van de investeringen, op consistente wijze afgeschreven; Gronden en terreinen worden geactiveerd, maar niet op afgeschreven; Onderhoud dat niet levensduur verlengend is wordt niet geactiveerd; Onderhoudswerkzaamheden, die leiden tot een nieuwe functionaliteit van het actief of een duidelijke technische verandering mogen wel worden geactiveerd; Activa met een verkrijgingsprijs minder dan € 5.000 of een afschrijvingslast minder dan € 500 worden niet geactiveerd. Het beleid van de gemeente Bunnik voor de kapitaalgoederen wegen, riolering, gebouwen en groen is onder andere opgenomen in de volgende onderhoudsplannen en daarnaast is het niveau van onderhoud aangegeven. Soort eigendom
Onderhoudsplan
Onderhoudsniveau o.b.v. Onderhoudsplan
Wegen
Wegennota 2015 - 2024
Goed
Riolering
vGRP 2012 tot en met 2016
Goed
Water
Waterplan 2008 - 2015 Goed Scholen Het Kwartier Werkhoven (onderhoudsplan 2011) en De Kersentuin Voldoende (onderhoudsplan 2015) en Het Palet bij Beheerstichting
Gebouwen – scholen
Gebouwen gemeentehuis
– Onderhoudsplan d.d. april 2014
Redelijk/goed
Gebouwen –overige
Onderhoudsplan d.d. april 2014
Redelijk/goed
Openbaar groen
Bomenbeheerplan 2011
Redelijk
In het onderhoudbeheerplan voor wegen, wat in 2014 is geactualiseerd, is geen rekening gehouden met totale vervanging van wegen. Daar steeds de afweging zal worden gemaakt of vervanging noodzakelijk is, wordt dit beschouwd als de aanleg van een nieuwe weg. Dit zal steeds bij afzonderlijke besluitvorming plaats vinden. Dergelijke uitgaven zullen worden geactiveerd en in 30 jaar worden afgeschreven. Dit is in overeenstemming met de uitgangspunten in de Nota financieel beleid.
66 De totale vervanging van riolering is in het verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (vGRP) 2012-2016 begrepen. De werkingsduur van dit GRP is vijf jaar en daarna (in 2017) wordt een hernieuwd vGRP opgesteld met een geactualiseerde financiële berekening. Met betrekking tot de vervanging van een gebouw is dit niet in de onderhoudbeheersplannen opgenomen met een vergelijkbare redenering als bij de onderhoudsplannen van wegen (zie Nota financieel beleid). De scholen in Werkhoven zitten in Het Kwartier, de scholen in Odijk zitten in Het Palet en de scholen in Bunnik zitten in De Kersentuin. Het beheer is ondergebracht in de beheerstichting; de beheerstichting is verantwoordelijk voor het periodiek onderhoud. Daarnaast is er de Barbaraschool in Bunnik. Het bomenbeheerplan is op 1 november 2011 vastgesteld. In de hiernavolgende tabel wordt het onderhoud ten laste van de getroffen financiële voorzieningen aangegeven.
Overzicht onderhoudsuitgaven 2015 Op grond van de vastgestelde meerjarenonderhoudsplannen zijn in 2015 de volgende uitgaven gedaan ten laste van de onderhoudsvoorzieningen. Begroting 2015
Rekening 2015
Overige gebouw en 7603009
- ambtsw oning burgemeester
7603010
- brandw eergarage Bunnik
22.937
949
569
6.378
7603011
- brandw eergarage Werkhoven
7603012
- jeugaccomodatie Odijk
7603015
- w oning Langstraat 11
7603017
- gebouw en gemeentew erf
82.054
150
7603018
- gemeentehuis
48.328
53.982
7603022
- muziektent Werkhoven
9.294
6.791
12.996
9.464
7.057
171
6.847
-
190.082
77.886
393.000
431.386
393.000
431.386
583.082
509.272
Overig onderhoud 7603019
- w egen
Totaal onderhoudsuitgaven
66
67
6. Financiering Algemene ontwikkelingen In 2011 is het treasurystatuut vastgesteld. Dit statuut geeft kaders waarbinnen het college en de ambtelijke organisatie moeten blijven bij het beheer van de kasmiddelen en het aantrekken van geldleningen op de korte en de lange termijn. Uitgangspunt van het statuut is een voorzichtig risicomijdend beleid bij het uitzetten/beleggen van overtollige kasgelden. Het treasurystatuut sluit hierbij volledig aan op de verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet (de Financiële verordening). Kasbeheer De gemeente heeft de beschikking over rekeningen bij de NV Bank Nederlandse gemeenten (BNG), de Rabobank en de ING bank. Vrijwel alle betalingen en ontvangsten lopen via de BNG. Met deze bank is een zogenaamde raamovereenkomst gesloten. Dit houdt in dat indien het saldo op de rekening boven of beneden bepaalde grenzen komt automatisch een gunstiger renteregiem geldt. Hiertegenover staat dat, indien middelen worden aangetrokken of uitgezet bij een andere bank, een renteverschil ten opzichte van de BNG-tarieven aanwezig moet zijn van ten minste 0,05%. Renterisicobeheer Renterisicobeheer omvat het beperken van de invloed van externe rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente. De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) beoogt grote fluctuaties in rentelasten van lagere overheden te voorkomen. Hiertoe wordt via de kasgeldlimiet een maximum gesteld aan het met kortlopende leningen voorzien in de financieringsbehoefte. Achtergrond is dat de rente van kortlopende (kasgeld)leningen in korte tijd sterk kunnen fluctueren. In de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) staat de bepaling van de renterisiconorm. Deze wordt getoetst aan het totaal van de begroting. De kasgeldlimiet wordt bepaald op een percentage van 8,5% van het totaal van de exploitatie-uitgaven van het dienstjaar. Voor 2015 lag de kasgeldlimiet op ca 8,5% x € 29,3 mln. = € 2,5 miljoen. In 2015 is de kasgeldlimiet niet overschreden. Per februari 2016 bedraagt de rente van kasgeldleningen circa 0,15% en voor in deposito gezette gelden is op aanvraag. Het tarief voor langlopende geldleningen (25 jaar) bedraagt op het moment van samenstellen van dit jaarverslag circa 1,08%. Voor het beheersen van het renterisico op de vaste geldleningen door het aanbrengen van spreiding in de looptijd in de leningenportefeuille is de renterisiconorm ingevoerd. Deze norm bedraagt 20% van het begrotingstotaal. Voor 2015 lag deze norm op € 5,9 miljoen. Hieraan moet worden getoetst het totaal van de in dat jaar verschuldigde aflossingen vermeerderd met de restschuld van de leningen, waarvan het rentepercentage in dat dienstjaar contractueel moet worden herzien en verminderd met eventueel nieuw aangetrokken geldleningen. Er zijn geen leningen aanwezig waarvan de rente tijdens de looptijd kan worden veranderd. In 2015 is in totaal € 1,7 miljoen afgelost op de vaste geldleningen. Hiermee wordt ruimschoots binnen de norm gebleven. Gemeentefinanciering De financieringspositie is enerzijds afhankelijk van de financieringsbehoefte die voortvloeit uit voorgenomen investeringen en anderzijds uit mogelijke investeringssubsidies en de verwachte opbrengsten uit de grondexploitaties. Er wordt een liquiditeitsbegroting opgesteld zodat er een beeld is wat de financieringspositie is. Discrepanties in de financieringsbehoefte zullen naar verwachting van betrekkelijk korte duur zijn. Deze zullen in eerste instantie opgevangen worden via korte financieringen. Indien op grond van de Wet Fido vaste financieringsmiddelen moeten worden aangetrokken zal dit toch voor een periode van maximaal 5 tot 10 jaar nodig zijn. Stand van de vaste leningen op 1 januari 2015 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Stand van de vaste leningen per 31 december 2015
€ € € €
11.656.722 1.656.722 10.000.000
De gemiddelde rente van deze vaste financieringsmiddelen ligt op ca. 3,9%.
67
68
7. Grondbeleid Grondbeleid algemeen Grondexploitatie is het proces waarbij grond wordt aangekocht, bouwrijp wordt gemaakt en rioleringen en wegen worden aangelegd om vervolgens de grond te verkopen voor de bouw van woningen of bedrijven. Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van diverse programma’s. Daarnaast heeft het grondbeleid een grote financiële impact. De financiële baten, maar vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de algemeen financiële positie. Het grondbeleid voor de gemeente Bunnik staat vermeld in de Nota grondbeleid 2008. Onder grondbeleid wordt verstaan de positie die de gemeente in wil nemen ten behoeve van uitbreiding voor woningbouw, bedrijventerreinen en overige doeleinden. Er is een onderscheid tussen actief en faciliterend (passief) grondbeleid. Actief grondbeleid houdt in dat de gemeente zelf grond verwerft, bouwrijp maakt en uitgeeft. Bij faciliterend grondbeleid stelt de gemeente voorwaarden aan de ontwikkeling van grond in eigendom van een particulier. Vanaf 2010 heeft de gemeente Bunnik het actieve grondbeleid omgezet in passief grondbeleid, dat wil zeggen de gemeente stelt voorwaarden aan de ontwikkeling van grond in eigendom van een particulier. In het totaal van alle nieuwbouwplannen in de komende jaren samen wordt de door de gemeenteraad gestelde randvoorwaarde 30% sociale huurwoningen en 70% koopwoningen uitgevoerd. Dit is onder andere vastgelegd in de woonvisie. De volgende grondexploitaties waren in 2015 in uitvoering: Plan Rijneiland: De woningbouw in het plan Rijneiland bevindt zich in de afrondende fase. De laatste 4 vrije sector kavels (fase 5) in het project zijn verkocht. Inmiddels zijn ook de benodigde omgevingsvergunningen aangevraagd dan wel verleend en is gestart met de bouw. Vooruitlopend op de verkoop van deze laatste kavels is de inrichting van de openbare ruimte in 2014 al afgerond. Na afronding van de bouwwerkzaamheden moeten naar verwachting nog enkele herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd. Deze grondexploitatie is in 2015 financieel afgesloten. MOB-complex te Odijk Als uitvloeisel van het bestemmingsplan moet binnen/rondom het complex worden voorzien in voldoende waterberging. In overleg met de provincie, het HDSR (Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden) wordt overleg gevoerd over een passende oplossing. De benodigde waterhuishoudkundige onderzoeken en vergunningsaanvragen zijn in gang gezet. De uitvoering wordt in 2016 opgepakt. Project Breed Werkhoven Delteijkterrein De gemeente heeft een overeenkomst afgesloten met een ontwikkelaar over de realisatie van 24 woningen. Het gaat hierbij om 12 sociale huurappartementen en 12 eengezins koopwoningen. De bouw is gestart in 2014. Corporatie Lekstede realiseert de huurwoningen. Het bouwplan is inmiddels in zijn geheel afgerond. De aanleg van de openbare infra is in december 2015 gereed gekomen. Deze grondexploitatie is in 2015 financieel positief afgesloten. De Werkhof De gemeente heeft voor de realisatie van 12 eengezins koopwoningen een overeenkomst afgesloten met een ontwikkelaar. In 2013 is gestart met de bouw en alle woningen zijn verkocht. Van de 15 vrije sectorkavels zijn nog 4 kavels niet verkocht. Verkoop van deze kavels kost meer tijd. Na het gereed komen van de laatste woning zal het woonrijp maken van het terrein afgerond. Deze fase moet apart worden aanbesteed. Project Dorpshart Bunnik MFA In oktober 2013 is MFA de Kersentuin opgeleverd. Op de locatie van de oude Camminghaschool zijn nog zorgwoningen gepland. Partijen zijn in overleg over de mogelijkheden van realisatie hiervan. Gesprekken verlopen in een positieve sfeer tussen Lekstede, Quarijn en plaatselijke zorgverleners. 68
69 Op dit moment wordt gesproken over een gezondheidscentrum en woningen. Er wordt o.a. gesproken over verhuur van appartementen in het kader van scheiden wonen en zorg (dus aan medisch geïndiceerde). Dit is de wens van Quarijn om tot een haalbare case te komen. Voor Lekstede is het belangrijk dat regulier woningzoekenden kunnen worden gehuisvest. Anne Frankterrein De locatie van de Anne Frankschool is in 2013 verkocht aan een ontwikkelaar. De bouw van de 29 woningen is gestart in 2015. De oplevering staat gepland voor voorjaar 2016. Er is een start gemaakt met het woonrijp maken. De grondexploitatie is in 2015 financieel afgesloten. Churchillterrein In 2013 is besloten om af te zien van het oorspronkelijke programma van woningbouw. Er is een overeenkomst afgesloten ten behoeve van realisatie van uitbreiding van een supermarkt en een parkeerterrein. De bestemmingsplanprocedure voor deze afronding is in 2015 doorlopen. Met de nieuwe eigenaar van de Albert Hein zijnde afspraken herbevestigd. In 2016 zal de bebouwing gerealiseerd worden ter afronding van het geheel. De grondexploitatie is in 2015 financieel afgesloten. Locatie Het Burgje Het jaar 2015 stond voor de woningbouwontwikkeling op locatie Het Burgje in het teken van de aanbesteding. Op 9 juli 2015 heeft de Raad in een vertrouwelijke raadsvergadering ingestemd met de kwalitatieve gunningscriteria. Deze criteria vormen de basis voor de inzendingen die marktpartijen moeten doen. Belangrijke elementen zijn het duurzaam en energiezuinig wonen en bouwen, een hoge ruimtelijke kwaliteit en een visie op het gebied. Voor het zomerreces heeft de voorselectie plaatsgevonden. Op 8 oktober was het selectiebesluit definitief en werd bekend welke 5 marktpartijen deelnemen aan de tweede fase van de aanbesteding. Deze procedure is momenteel nog gaande. Verwacht wordt dat in maart/april 2016 gegund kan worden aan de marktpartij die de aanbesteding heeft gewonnen. Vervolgens is tijd nodig voor het doorlopen van de bestemmingsplanprocedure en het verkrijgen van de Omgevingsvergunning. De eerste woningen worden niet voor begin 2018 verwacht. Boerderij Het Burgje is momenteel (tijdelijk) in gebruik door Stichting Reinaerde. De agrarische gronden worden verpacht. Dit tijdelijk gebruik zal worden beëindigd nadat de gunning een feit is. Particuliere ontwikkelingen Naast de gemeentelijke grondexploitatiegebieden is de gemeente ook voorwaarden scheppend betrokken bij een aantal particuliere gebiedsontwikkelingen. Deze projecten komen tot stand op basis van tussen de gemeente en de particuliere exploitant afgesloten samenwerkings- en bouwexploitatieovereenkomsten. Winstneming 2015 Bij afsluiting van een grondexploitatie, of eventueel tussentijds als de exploitatie dit mogelijk maakt, zal een eventueel voordelig saldo worden toegevoegd aan de algemene reserve. In 2015 is een verplichte winstneming genomen voor Rijneiland, Delteijk en Churchill van € 1.077.332. Verliesneming 2015 Bij afsluiting van een grondexploitatie, of als tussentijds blijkt dat een project verliesgevend gaat zijn, zal een verliesneming genomen moeten worden. Voor Odijk west is de verliesneming afgeraamd, hiervoor was al een voorziening gevormd, deze aframing bedraagt € 1.727.521. Voor de stationsweg is een verliesvoorziening gevormd van € 44.824. En voor Anne Frank en verliesvoorziening van € 29.348. Risico’s 2015 Met betrekking tot de grondexploitatie zijn de kosten verwerkt in de grondprijsberekeningen.
69
70
8. Interbestuurlijk toezicht Met oog op de Wet revitalisering generiek toezicht (Wet Rgt) is het belangrijk dat het college jaarlijks inzicht geeft in de prestaties van de gemeente Bunnik op de gemeentelijke medebewindstaken. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het instrument ‘Toezichtinformatie’ op www.waarstaatjegemeente.nl. Via de informatie op deze website kan men zich eenvoudig een oordeel vormen over hoe de gemeente presteert op de uitvoering van de medebewindstaken. Deze horizontale verantwoording vormt vervolgens, in tweede lijn, de basis voor het verticale toezicht door de provincie en het Rijk. Met de auditcommissie is afgesproken dat de gemeenteraad in de jaarrekening niet over alle medebewindstaken wordt geïnformeerd maar enkel over die waar belangrijke ontwikkelingen zijn of waar wordt afgeweken van de norm. Hoewel het verzamelen van de toezichtinformatie over 2015 nog niet volledig is afgerond is de eerste indruk dat hieruit een aantal verbeterpunten zullen komen op het gebied van de taakuitvoering van de Wabo, de Archiefwet en de Drank- en horecawet. Verbeterpunten uitvoering Wabo De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) combineert een aanzienlijk aantal vergunningen, ontheffingen en meldingen (ongeveer 25) op het gebied van de ruimtelijke ordening tot één omgevingsvergunning. Dit is verder uitgewerkt in de Bor (wat staat voor Besluit omgevingsrecht). De gemeenten voeren in medebewind taken uit op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Uit de inventarisatie van de toezichtinformatie over 2015 komt naar voren dat de gemeente Bunnik op enkele aspecten van de Wabo niet voldoet aan haar wettelijke medebewindstaak. Zo heeft de gemeente geen uitvoeringsprogramma vastgesteld, bedoeld in artikel 7.3 van het Bor en ook geen rapportages, bedoeld in artikel 7.7, eerste en tweede lid van het Bor. Verbeterpunten uitvoering Archiefwet De Archiefwet 1995 regelt het beheer van en de toegang tot overheidsarchieven. Overheidsorganen zijn verplicht hun archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren, en waar nodig zorg te dragen voor vernietiging. De Archiefwet 1995 bevat hier regels voor. De wet regelt ook dat bepaalde archiefstukken na verloop van tijd openbaar worden. Met betrekking tot de uitvoering van de archiefwet blijkt uit de toezichtinformatie dat de gemeente Bunnik het archieftoezicht redelijk goed uitvoert, maar op enkele taken nog niet volledig in control is. Dat geldt met name voor de ontwikkeling van een kwaliteitssysteem, de inrichting van duurzame digitale archivering en de zorg voor het archiefbeheer bij organisaties waar Bunnik taken aan uitbesteedt. Verbeterpunten uitvoering Drank- en horecawet De Drank- en horecawet (DHW) regelt de verantwoorde verstrekking van alcohol. Op die manier worden gezondheidsrisico’s en maatschappelijke problemen rond alcohol voorkomen. De Drank- en horecawet stelt eisen aan bedrijven bij de verkoop van alcohol. Hierbij valt te denken aan eisen rond de bedrijfsinrichting en leeftijdsgrenzen. De nieuwe Drank– en horecawet die sinds 1 januari 2013 van kracht is heeft het toezicht gedecentraliseerd. Gemeenten zijn hier nu voor verantwoordelijk. De Rijkstoezichthouder (NVWA) houdt enkel nog selectief toezicht op een klein aantal zaken zoals het rookverbod. Uit de inventarisatie van de toezichtinformatie over 2015 komt naar voren dat door de gemeente geen controles zijn uitgevoerd in het kader van de Drank- en horecawet. De volledige toezichtinformatie over het jaar 2015 is vanaf 15 juli 2016 te vinden op de website www.waarstaatjegemeente.nl. Via deze site zijn de gegevens van de gemeente Bunnik ook te vergelijken met andere gemeenten.
70
71
Jaarrekening
71
72
Het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over het begrotingsjaar Lasten
Programma 1. Bestuur en Organisatie Programma 2. Dienstverlening Programma 3. Algemene Dekkingsmiddelen Programma 4. Veiligheid Programma 5. Openbare ruimte Programma 6. Bouwen, Wonen en Ondernemen Programma 7. Maatschappelijke ontwikkeling Programma 8. Algemene Ondersteuning Programma 9. Maatwerk Ondersteuning Voor bestemming Toevoegingen reserves Na bestemming
Baten
Programma 1. Bestuur en Organisatie Programma 2. Dienstverlening Programma 3. Algemene Dekkingsmiddelen Programma 4. Veiligheid Programma 5. Openbare ruimte Programma 6. Bouwen, Wonen en Ondernemen Programma 7. Maatschappelijke ontwikkeling Programma 8. Algemene Ondersteuning Programma 9. Maatwerk Ondersteuning Voor bestemming Mutatie reserves Na bestemming
Saldo
Gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten Toevoegingen/onttrekkingen reserves Gerealiseerde resultaat
Begroot voor wijziging (x € 1.000)
7.456,4 1.386,0 1.052,1 990,2 2.986,7 4.777,2 2.373,1 2.984,4 5.800,7 29.806,9 0,0 29.806,9 Begroot voor wijziging (x € 1.000)
35,4 866,7 20.161,4 4,6 1.245,1 4.278,1 591,8 0,0 1.908,8 29.091,9 0,0 29.091,9 Begroot voor wijziging (x € 1.000)
714,9 0,0 714,9
Begroot Werkelijk Verschil na gerealiseerd wijziging (A) (B) (A) - (B) (x € 1.000) (x € 1.000) (x € 1.000)
7.520,8 1.348,1 1.451,0 1.033,6 2.992,6 4.884,5 2.549,0 3.194,6 5.812,6 30.786,8 0,0 30.786,8
7.594,2 1.352,7 342,6 1.009,0 2.778,3 4.130,5 2.586,9 2.766,8 5.027,1 27.588,0 980,5 28.568,5
-73,4 -4,6 1.108,4 24,6 214,3 754,1 -37,9 427,8 785,5 3.198,8 -980,5 2.218,3
Begroot Werkelijk Verschil na gerealiseerd wijziging (A) (B) (A) - (B) (x € 1.000) (x € 1.000) (x € 1.000)
35,4 851,7 21.731,7 4,6 1.258,3 4.431,1 596,6 0,0 1.829,8 30.739,2 0,0 30.739,2
71,2 1.128,0 20.711,9 4,7 1.160,4 5.472,3 568,5 1,1 1.864,6 30.982,7 2.190,9 33.173,6
-35,8 -276,3 1.019,8 -0,1 97,9 -1.041,3 28,1 -1,1 -34,8 -243,6 -2.190,9 -2.434,5
Begroot Werkelijk Verschil na gerealiseerd wijziging (A) (B) (A) - (B) (x € 1.000) (x € 1.000) (x € 1.000)
47,7 0,0 47,7
-3.394,7 -1.210,4 -4.605,1
3.442,4 1.210,4 4.652,8
In bovenstaand overzicht is het resultaat voor en na bestemming weergegeven. In de programma’s staan de baten en lasten weergegeven inclusief toevoegingen en onttrekkingen uit de reserves. In bovenstaand tabel staan de baten en lasten exclusief de toevoegingen en onttrekkingen uit de reserves.
72
73
Balans 31-12-2015
31-12-2014
31-12-2015
31-12-2014
27.920.400
27.023.381
4.605.108
2.107.374
32.525.508
29.130.755
6.113.663
5.705.814
Totaal vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer
10.000.000
11.656.722
Totaal vaste passiva
48.639.171
46.493.291
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
1.473.247
1.210.787
Overlopende passiva
1.273.238
504.389
2.746.485
1.715.176
ACTIVA
PASSIVA
VASTE ACTIVA:
EIGEN VERMOGEN:
- immateriële vaste activa - materiële vaste activa economisch nut
14.345
32.643
26.923.199
26.810.366
- materiële vaste activa met een economisch nut, w aarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan w orden geheven
4.951.161
5.086.112
- materiële vaste activa maatschappelijk nut
2.843.130
2.787.679
340.060
351.310
- financiële vaste activa
Totaal vaste activa
- reserves - nog te bestemmen resultaat Totaal eigen vermogen
35.071.895
35.068.110
VLOTTENDE ACTIVA:
VOORZIENINGEN LANGLOPENDE SCHULDEN
VLOTTENDE PASSIVA
Voorraden
8.343.077
6.055.272
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
6.783.651
4.320.265
Liquide middelen
212.362
204.963
Overlopende activa
974.671
2.559.857
Totaal vlottende activa
16.313.761
13.140.357
Totaal vlottende passiva
TOTAAL ACTIVA
51.385.656
48.208.467
TOTAAL PASSIVA
51.385.656
48.208.467
Gew aarborgde geldleningen/garantstellingen
23.182.620
23.324.510
73
74
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Balans Algemeen De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft. Immateriële en materiële vaste activa De immateriële en materiële vaste activa zijn opgenomen tegen historische verkrijgings- en/of vervaardigingsprijzen of lagere marktwaarde verminderd met eventuele ontvangen investeringsbijdragen en gecumuleerde (in het algemeen lineaire) afschrijvingen. Activering en afschrijvingstermijnen vinden plaats conform nota Financieel Beleid 2013. Op grond wordt niet afgeschreven. Per november 2014 is in de vernieuwde voorschriften Besluit begroting en verantwoording (BBV) de nieuwe categorie "Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven" opgenomen. Voor deze nieuwe categorie gelden dezelfde grondslagen. In de toelichting in de balans wordt het overgaan van materiële activa maatschappelijk nut of economisch nut naar de nieuwe categorie aangeduid met ‘reclassificatie’. Afschrijvingstermijnen Globaal kan voor regelmatig voorkomende investeringen de volgende afschrijvingstermijn worden aangehouden: Onderzoek en ontwikkeling 5 jaar Gebouwen 40 jaar Gronden geen afschrijving Inventaris gebouwen 15 jaar Automatisering 4 jaar Personeelsvoertuigen 7 jaar Wegaanleg 25 jaar Rioolaanleg 60 jaar Persleidingen en pompputten riolering 45 jaar Pompinstallaties riolering 15 jaar De methode van lineaire afschrijving wordt gehanteerd. Annuïtaire afschrijving wordt uitsluitend gekozen indien tegenover de investeringslast inkomsten staan. Financiële activa en passiva Verstrekte en opgenomen geldleningen zijn opgenomen tot het nominaal verstrekte bedrag minus de ontvangen aflossingen. De deelnemingen en effecten zijn opgenomen tegen verkrijgingsprijzen of lagere marktwaarde. Voorraden De voorraden burgerzaken zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijzen of lagere marktwaarde. Nog niet in exploitatie genomen gronden zijn gewaardeerd tegen de historische verkrijgingsprijzen of lagere marktwaarde, vermeerderd met bijgeschreven rente en exploitatiekosten en (voor een complex) door de exploitatie van het complex te dekken (gekapitaliseerde) kosten. Onderhanden werken zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingskosten, of lagere marktwaarde vermeerderd met de bijgeschreven rente en exploitatiekosten en verminderd met de opbrengst wegens gerealiseerde verkopen. Vorderingen en overlopende activa Vorderingen zijn opgenomen tegen nominale waarde. Voor het risico van mogelijke oninbaarheid zijn voorzieningen gevormd. De omvang van de voorzieningen is deels gebaseerd op een beoordeling van individuele vorderingen en deels geschat op basis van de ouderdom van de vorderingen.
74
75 Voorzieningen Voorzieningen voor onderhoud c.a. Voorzieningen voor onderhoud zijn gebaseerd op onderhoud- en beheerplannen over een periode van 10 jaar. Voorzieningen voor verplichtingen Voorzieningen voor verplichtingen zijn gebaseerd gedeeltelijk op de nominale waarde en gedeeltelijk op de contante waarde van de desbetreffende verplichtingen. Voorzieningen wegens uit te voeren werken voor afgesloten projecten grondexploitatie zijn gebaseerd op de gecalculeerde nog te maken kosten op het moment van afwikkeling van de desbetreffende complexen. Vaste schulden Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva De vlottende passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarden. Borg- en garantstellingen Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. In de toelichting op de balans is nadere informatie opgenomen. Grondslagen voor de bepaling van het saldo Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben. Grondexploitatie Als resultaat van de grondexploitatie wordt aangemerkt het resultaat van de afgewikkelde complexen en de kosten die naar verwachting niet door de grondexploitatie kunnen worden terugverdiend. Complexen worden definitief afgewikkeld wanneer alle voor verkoop beschikbare kavels zijn verkocht en vrijwel alle werkzaamheden voor bouw- en woonrijpmaken zijn gerealiseerd. Indien sprake is van een positief saldo, wordt verantwoord winst uitgenomen. Voor zover voor deze complexen nog kosten gemaakt moeten worden, wordt daarvoor een voorziening gevormd. De baten en lasten van de nog niet in exploitatie genomen complexen en de onderhanden werken worden verrekend met de boekwaarden van deze gronden. Van enkele terreinen, waarvan nog geen concrete exploitatie is voorgenomen, worden de lasten ten laste gebracht van de exploitatierekening, dit gezien de onzekerheid van de mogelijkheid tot verhaal van de volledige kosten in de toekomst. Rente Het renteresultaat is verantwoord op het product "Financiering". De rentelasten betreffen het saldo van de betaalde en de ontvangen rente, vermeerderd met de gecalculeerde bespaarde rente over reserves en voorzieningen. De rentebaten betreffen de aan de diverse producten toegerekende rente. Kostenplaatsen De verdeling van de kosten van de kostenplaatsen over de diverse producten geschiedt voornamelijk op basis van de inzet van personeel en tractiemiddelen.
75
76
Toelichting op de Balans VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa
Kosten van onderzoek en ontwikkeling Totaal
Boekwaarde 31-12-2015
Boekwaarde 31-12-2014
14.345 14.345
Mutaties Immateriële vaste activa
32.643 32.643 Kosten van onderzoek en ontwikkeling
Boekwaarde 31 december 2014
32.643
Investering in het jaar
17.963
Afschrijving in het boekjaar Afwaardering in het boekjaar
50.606 36.261 -
Boekwaarde 31 december 2015
14.345
Materiële vaste activa
1) Gronden en terreinen 2) Woonruimten 3) Bedrijfsgebouwen *
Boekwaarde 31-12-2015
Boekwaarde 31-12-2014
2.442.538 121.723 23.309.745
2.475.585 121.723 23.179.789
2.524.471 66.700
2.564.342 71.700
-
47.880
7) Machines, apparaten en installaties (maatschappelijk) 8) Machines, apparaten en installaties (economisch)
141.328 652.983
155.341 595.139
9) Overige materiële vaste activa (maatschappelijk) 10) Overige materiële vaste activa (economisch) 11) investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
177.331 329.510
67.996 318.550
4.951.161
5.086.112
34.717.490
34.684.157
4) Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (maatschappelijk) 5) Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (economisch) 6) Vervoersmiddelen
Totaal
In 2014 is in Besluit begroting en verantwoording (BBV) de categorie 'investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven' opgenomen. In 2015 is geconstateerd dat één pand verkeerd gepresenteerd is. Deze in in onderstaande overzichten met "Herclassificatie" aangegeven.
76
77
Mut Materiële vaste activa Economisch nut
Boekwaarde per 31 december 2014
Gronden en terreinen (opstallen)
Woonruimten
Bedrijfsgebouwen
2.475.585
121.723
Herclassificatie Investering in het jaar
-
-
152.2581.528.137
Desinvesteringen Bijdragen van derden
-
-
748.654-
Afschrijving in het jaar Afwaardering in het boekjaar
2.475.585 33.047 -
121.723 -
23.807.014 497.269
Boekwaarde 31 december 2015
2.442.538
121.723
23.309.745
Mut Materiële vaste activa Economisch nut
Boekwaarde per 31 december 2014 Herclassificatie Investering in het jaar Desinvesteringen Bijdragen van derden
Grond-, wegen waterbouwkundige werken (economisch) 71.700
-
Vervoermiddelen
47.880
23.179.789
Machines, apparaten en installaties (economisch) 595.139
38.911-
150.137 15.410-
Afschrijving in het jaar Afwaardering in het boekjaar
71.700 5.000 -
8.969 8.969 -
729.866 76.883 -
Boekwaarde 31 december 2015
66.700
-
652.983
Mut Materiële vaste activa Economisch nut
Boekwaarde per 31 december 2014 Herclassificatie Investering in het jaar Desinvesteringen Bijdragen van derden
Overige materiële vaste activa (economisch) 318.550
Totaal
(economisch) 26.810.366
56.034 -
152.2581.734.308 787.56515.410-
Afschrijving in het jaar Afwaardering in het boekjaar
374.584 45.074 -
27.589.441 666.242 -
Boekwaarde 31 december 2015
329.510
26.923.199
77
78
Mut Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
Totaal Boekwaarde 31 december 2014 Investering in het jaar Desinvesteringen Bijdragen van derden
5.086.112 -
Afschrijving in het jaar Afwaardering in het boekjaar
5.086.112 134.951 -
Boekwaarde 31 december 2015
4.951.161
Mut Materiële vaste activa Maatschappelijk nut
Boekwaarde per 31 december 2014
Grond-, wegen waterbouwkundige werk (maatschap.)
Machines, apparaten en installaties (maatschap.)
Overige materiële vaste activa (maatschap.)
Totaal
(maatschap.)
2.564.342
155.341
67.996
2.787.679
Herclassificatie Investering in het jaar
152.258 -
-
117.256
152.258 117.256
Desinvesteringen Bijdragen van derden
-
-
-
-
Afschrijving in het jaar Afwaardering in het boekjaar
2.716.600 192.129 -
155.341 14.013 -
185.252 7.921 -
3.057.193 214.063 -
Boekwaarde 31 december 2015
2.524.471
141.328
177.331
2.843.130
Financiële vaste activa
1) Overige uitzettingen ≥ 1 jaar 2) Bijdragen aan activa in eigendom van derden Totaal Mutaties Financiële vaste activa
Boekwaarde 31-12-2015
Boekwaarde 31-12-2014
36.810 303.250 340.060
36.810 314.500 351.310 Overige uitzettingen(≥ 1j.)
Boekwaarde 31 december 2014
Bijdragen aan activa in eigendom van derden 36.810 314.500
Vermeerdering in het jaar Vermindering in het boekjaar Afschrijving/aflossing in het jaar Boekwaarde 31 december 2015
36.810
11.250 303.250
78
79
Boekwaarde 31-12-2015 De overige uitzettingen ≥ 1 jaar betreffen de volgende posten: - Bank Nederlandse Gemeenten ( 3.000 st.) - Aandelen N.V. Vitens Totaal
Boekwaarde 31-12-2014
23.496 13.314 36.810
23.496 13.314 36.810
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Waardedocumenten Burgerzaken Verspreide gronden Onderhanden werk (incl. bouwgronden in exploitatie) A) Verliesvoorziening grondexploitatie BIE A) Verliesvoorziening grondexploitatie NIEGG Nog niet in exploitatie genomen gronden Totaal
Boekwaarde 31-12-2015
Boekwaarde 31-12-2014
1.493 789.171
1.105 525.362 14.6455.135.94810.679.398 6.055.272
7.552.413 8.343.077
A) Verliesvoorziening grondexploitatie BIE; betreft afwaardering Scholeneiland Odijk A) Verliesvoorziening grondexploitatie NIEGG; betreft afwaardering Odijk West en Percelen Stationsweg
Mutaties Voorraden Boekwaarde 31 december 2014 Mutatie naar in exploitatie genomen gronden Vermeerdering in het jaar Desinvestering Winstneming inkomsten Voorziening verlieslatend complex Opgenomen voorziening Boekwaarde 31 december 2015
Waardedoc. Burgerzaken 1.105 388 1.493
Nog niet in exploitatie genomen gronden De niet in exploitatie genomen gronden betreffen de volgende complexen: Boekwaarde 31-12-2015 - Odijk-West 7.271.169 - Bedrijventerrein Bunnik 32.709 - Panden Stationsweg 51, 53 en 55 248.535 7.552.413
Gronden in exploitatie 525.362 228.883 1.076.831 1.322.934325.022 43.993789.171
Gronden niet in expl. 10.679.398 364.266 38.0003.453.2517.552.413
Boekwaarde 31-12-2014 10.316.128 31.911 331.359 10.679.398
79
80
Van de niet in exploitatie genomen bouwgronden kan het volgende overzicht worden gegeven:
Nog niet in exploitatie genomen gronden
Boekwaarde 31-12-2014
Desinvesteringen
Investeringen
Van/naar gronden in exploitatie
- Odijk-West - Bedrijventerrein Bunnik - Panden Stationsweg 51, 53 en 55
10.316.128 31.911 331.359
363.468 798 -
38.000
-
Totaal
10.679.398
364.266
38.000
-
Opgenomen voorziening
- Odijk-West - Bedrijventerrein Bunnik - Panden Stationsweg 51, 53 en 55
3.408.42744.8243.453.251-
Gemiddelde boekwaarde per m2 NIEGG
Boekwaarde 31-12-2015 7.271.169 32.709 248.535 7.552.413
€ 44,65
Boekwaarde 31-12-2015 In exploitatie genomen gronden De in exploitatie genomen gronden betreffen de volgende complexen: - Churchillhal - Anne Frankterrein - Rijneiland - Scholeneiland Odijk - Burgweg - Werkhofterrein - Delteijk - Scholeneiland Bunnik Totaal
Boekwaarde 31-12-2014
29.34814.645240.804449.515 624.453 789.171
111.543159.491118.211265.5021.001.240 418.739597.608 525.362
Van de bouwgronden in exploitatie kan het volgende overzicht worden gegeven:
In exploitatie genomen gronden
- Churchillhal - Anne Frankterrein - Rijneiland - Scholeneiland Odijk - Burgweg - Werkhofterrein - Delteijk - Scholeneiland Bunnik Totaal
Boekwaarde 31-12-2014
Van/naar gronden in exploitatie
Investeringen Winstuitneming
111.543159.491118.211-
-
7.369 44.874 -
265.5021.001.240 418.739597.608
-
24.698 125.097 26.845
11.555 788.154 277.122 -
228.883
1.076.831 80
525.362
81
inkomsten
- Churchillhal - Anne Frankterrein - Rijneiland - Scholeneiland Odijk - Burgweg - Werkhofterrein - Delteijk - Scholeneiland Bunnik Totaal
Voorziening verlieslatend complex
Opgenomen voorziening
771.209551.725-
92.619 114.617 101.266 16.520 -
29.34814.645-
1.322.934-
325.022
43.993-
833.164
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar Debiteuren algemeen Debiteuren openbare lichamen Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen Vorderingen inzake bijstandverlening Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar * Overige vorderingen Totaal
29.34814.645240.804449.515 624.453 789.171
raming uitgaven
raming opbrengsten
Resultaat
1.625.369
3.117.932
-659.399
31-12-2015 In exploitatie genomen gronden
Boekwaarde 31-12-2015
31-12-2015
31-12-2014
44.803 2.057.251 37.773 160.238
24.874 2.349.152 160.724 190.791
4.484.069 4836.783.651
1.591.777 2.947 4.320.265
Het drempelbedrag uitzettingen buiten 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd van korter dan één jaar is € 250.000. Het saldo buiten 's Rijks schatkist is ultimo kwartaal 1: € 199.571; kwartaal 2 € 212.595; kwartaal 3: € 211.030 en kwartaal 4: € 210.278. De conclusie luidt dat het drempelbedrag van € 250.000 niet overschreden is.
Debiteuren algemeen / openbare lichamen Debiteuren overige 2012 (oa afrek. BTW compensatiefonds Debiteuren overige 2013 (oa afrek. BTW compensatiefonds Debiteuren overige 2014 (oa afrek. BTW compensatiefonds Debiteuren overige 2015 (oa afrek. BTW compensatiefonds Sub-totaal Af: voorziening voor mogelijke oninbaarheid Per saldo
31-12-2015 '12) '13) '14) '15)
335.728 1.779.746 2.115.474 13.420 2.102.054
31-12-2014 1.057 3.792 2.376.597 2.381.446 7.420 2.374.026
81
82
Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen
31-12-2015
Debiteuren 2008 Debiteuren 2010 Debiteuren 2011 Debiteuren 2012 Debiteuren 2013 Debiteuren 2014 Debiteuren 2015 Sub-totaal Af: voorziening in verband met mogelijke oninbaarheid Per saldo
Vorderingen inzake bijstandsverlening
60.353 60.353 22.580 37.773
31-12-2015
Debiteuren Sociale Zaken Af: voorziening in verband met mogelijke oninbaarheid Totaal Liquide middelen
400.596 240.358 160.238 31-12-2015
Kas B Bank Totaal
3.343 209.019 212.362
31-12-2014 192 2.174 3.565 18.935 158.438 183.304 22.580 160.724
31-12-2014 450.620 259.829 190.791 31-12-2014 5.619 199.344 204.963
Bij de bankier is in 2011 een rekening-courantfaciliteit afgesloten van € 3.100.000. Ultimo 2015 wordt geen gebruik gemaakt van deze faciliteit. B De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de gemeente Bunnik Overlopende activa Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Nog te ontvangen voorschotten op specifieke uitkeringen Totaal
31-12-2015 320.626 647.330 6.715 974.671
31-12-2014 283.441 2.269.701 6.715 2.559.857
82
83
Reserves
31-12-2015
Algemene reserve Bestemmingsreserves Nog te bestemmen saldo boekjaar Totaal
31-12-2014
6.731.097 21.189.303
5.168.019 21.855.362
27.920.400
27.023.381
Mutaties Reserves Boekwaarde 31-12-2014
Vermeerderingen
Verminderingen
Boekwaarde 31-12-2015
A. Algem ene reserves Bufferreserve Algemene reserve Totaal onderdeel A
1.161.492 4.006.527 5.168.019
2.650.146 2.650.146
81.903 1.005.165 1.087.068
1.079.589 5.651.508 6.731.097
B. Bestem m ingsreserves B-1 Vrije bestem m ingsreserves Reserve uitv deelnota beeldende kunst Reserve bedrijfsvoering Reserve management traject reserve w aardevolle bomen Reserve personeelsfeest Reserve volkshuisvesting Reserve maatregelen verkeer en mobiliteit Reserve persoonsgebonden budget Reserve sociaal domein Reserve MFA de Kersentuin Reserve budgetoverheveling Totaal vrije bestem m ingsreserves
62.043 200.000 39.045 10.000 20.209 156.896 1.215.000 18.624 3.000.000 318.363 5.040.180
1.079 14.383 2.948 25.000 261.127 304.537
4.500 43.624 68.875 75.918 313.563 506.480
63.122 200.000 53.428 10.000 15.709 159.844 1.215.000 2.931.125 185.209 4.800 4.838.237
B-2 Egalisatiereserves Reserve stuurgroep kromme rijn landschap Reserve kosten riolering Reserve egalisatie bouw leges Totaal egalisatiereserves
212.365 150.000 895.323 1.257.688
67.839 49.328 117.167
20.820 67.839 88.659
191.545 150.000 944.651 1.286.196
15.557.494
16.000
508.624
15.064.870
15.557.494
16.000
508.624
15.064.870
Totaal onderdeel B
21.855.362
437.704
1.103.763
21.189.303
Totaal reserves
27.023.381
3.087.850
2.190.831
27.920.400
B-3 Geblokkeerde bestem m ingsreserves Reserve dekking kapitaallasten Totaal geblokkeerde bestem m ingsreserves
83
84
Voorzieningen
31-12-2015
1) Voorzieningen voor verplichtingen, risico's, e.d. 2) Voorzieningen voor onderhoud c.a. Verliesvoorziening grondexploitatie BIE Verliesvoorziening grondexploitatie NIEGG Totaal
31-12-2014
8.021.494 1.589.412 14.6453.482.5996.113.663
9.298.313 1.558.094 14.6455.135.9485.705.814
Mutaties Voorzieningen Boekwaarde 31-12-2014 1. Verplichtingen en verliezen Voorziening FPU/voormalig personeel Voorziening verplichtingen voormalige w ethouders Voorziening pensioenverplichtingen w ethouders Voorziening w achtgelduitk.voormalig pers. Voorziening grondexploitatie Voorziening Anne Frank Voorziening Churchill Voorziening Delteijk Voorziening Rijneiland Achterstallig onderhoud sport 2. Egalisatievoorzieningen Voorziening egalisatie kosten riolering 3. Door derden beklem de m iddelen Voorziening riolering
Vermeerderingen
Verminderingen
Boekwaarde 31-12-2015
700
-
700
-
192.610
-
110.607
82.003
1.443.759 81.342 5.150.593 60.176
266.792 81.903 29.348 143.965 92.619 16.520 101.266 1.351
62.437 151.627 1.682.697 40.390
1.648.114 11.618 3.497.244 143.965 92.619 16.520 101.266 21.137
1.902.645
52.608
207.488
1.747.765
466.488
192.756
-
659.244
Totaal t.b.v. verplichtingen/risico's
9.298.313
979.127
2.255.946
8.021.494
2. Onderhoudsvoorzieningen Voorziening onderhoud accommodaties: - ambtsw oning burgemeester - brandw eergarage Bunnik - brandw eergarage Werkhoven - jeugdcentrum Schoudermantel - w oning Langstraat 11 - poortgebouw begraafplaats Onderhoud gebouw en gemeentew erf Onderhoud gemeentehuis Onderhoud w egen Muziektent Werkhoven Totaal onderhoudsvoorzieningen
35.464 81.887 40.202 51.102 22.190 10.505 46.744 475.683 785.913 8.405 1.558.094
8.030 8.001 11.035 10.653 3.358 26.036 97.031 245.152 3.414 412.710
987 6.378 8.371 9.464 171 10.505 150 53.982 291.384 381.392
42.507 83.510 42.866 52.291 25.377 72.630 518.732 739.681 11.819 1.589.412
10.856.407
1.391.837
2.637.338
9.610.907
Totaal voorzieningen
84
85 Toelichting reserves en voorzieningen Algemene reserve Doel: Algemeen dekkingsmiddel Toevoeging Onttrekking Toelichting € 479.072 Dit betreft de toevoeging van de bespaarde rente die ten guste komt van de algemene reserve €2.171.074 Dit betreft het jaarrekening resultaat van 2014 van € 2.107.374, € 40.100 e Groenstroken, en € 23.600 resultaat 2 berap 2014. € 728.038 Dit betreft € 64.048 bovenformatief, € 44.700 eenmalige uitgaven e kadernota. Daarnaast 103.948 resultaat 2 berap 2015 en € 515.342 begrotingssaldo primitieve begroting. € 277.127 € 261.127 naar reserve mfa de kersentuin, € 16.000 naar reserve dekking kapitaallasten mbt sociaal domein. Bufferreserve Doel: Afdekking risico’s zoals weergegeven in hoofdstuk Weerstandsvermogen Toelichting onttrekking: Naar aanleiding van de geïnventariseerde risico’s 2015 is er € 81.903 uit de bufferreserve onttrokken ter dekking van de risico’s. Reserve uitvoering deelnota beeldende kunst Doel: Incidentele aankoop kunstwerken. Voeding: structureel bedrag per jaar en € 0,45 per uitgeefbare vrije sectorgrond. Toelichting storting: jaarlijkse dotatie. Reserve bedrijfsvoering Doel: Deze reserve is bedoeld om onverwachte calamiteiten op te vangen op het gebied van bedrijfsvoering. Reserve management traject Doel: Professionalisering management Toelichting storting: jaarlijkse dotatie. Reserve waardevolle bomen Doel: Betreft reservering voor het beheer en onderhoud van de waardevolle en monumentale gemeentelijke bomen zoals genoemd in de bomenlijst. Deze heeft een maximum van € 10.000 conform nota financieel beleid. Reserve personeelsfeest Doel: Betreft reservering voor een personeelsfeest. Toelichting onttrekking: Begin 2015 is er voor het personeel een bedankavond georganiseerd. Reserve Volkshuisvesting (BLS gelden) Doel: Deze reserve is voor sociale volkshuisvesting.(voorheen gelabeld aan de algemene reserve). e Toelichting toevoeging: 4 termijn omzettingsvergunning. Reserve maatregelen verkeer en mobiliteit (Salto) Deze reserve is bedoeld voor het aandeel van de gemeente Bunnik in de financiering van verkeersprojecten die in de bestuursovereenkomst Salto zijn opgenomen (voorheen gelabeld aan de algemene reserve). Reserve persoonsgebonden budget Doel: Het niet door de medewerkers benutte deel van het persoonsgebonden budget moet beschikbaar blijven voor dekking besteding in volgende jaren. Toelichting storting: jaarlijkse dotatie. Toelichting onttrekking: Het bedrag dat in 2015 aan PGB is gebruikt door medewerkers. Deze reserve kan komen te vervallen aangezien het PGB is stopgezet.
85
86 Reserve sociaal domein: Doel: Een deel van de algemene reserve ter grootte van 3 miljoen wordt geoormerkt als bufferreserve voor de dekking van mogelijke tekorten in de komende 3 jaar bij de overgang van zorgtaken naar de gemeente. Deze reserve wordt in deze 3 jaar trapsgewijs afgebouwd. Als de reserve niet nodig of deels niet nodig is, vloeit het weer terug in de algemene reserve. Inwoners die zorg nodig hebben kunnen ervan verzekerd zijn dat de overgang van zorgtaken naar de gemeente en de aanpassing van de werkwijze in de zorg geleidelijk zullen plaatsvinden. Er zal niet van de een op de ander dag “nee” worden verkocht. Uiteindelijke doel is dat de nieuwe werkwijze op het gebied van zorg ertoe leidt dat binnen 3 jaar met het voor de zorg beschikbaar gestelde budget gewerkt kan worden. Toelichting onttrekking: In 2015 zijn uitgaven geweest voor herindicaties voor jeugdzorg en Wmo. Reserve MFA Kersentuin Doel: Deze reserve is bedoeld om de lasten te dekken voor de multifunctionele accommodatie De Kersentuin. In betreft de lasten voor de huisvestingssubsidie van de muziekschool, de (eventuele) planschadekosten en de subsidie voor de programmamanager verwerkt. Toelichting onttrekking: Dit betreft de lasten voor 2015 voor de huisvestingssubsidie voor de muziekschool, subsidie voor de programmamanager en voor uitgekeerde planschades. Reserve budgetoverheveling Doel: Opvang overlopende uitgaven van vorige dienstjaren Toelichting onttrekking: Vrijval van diverse budgetoverhevelingen 2014 en voorgaande jaren. Reserve Stuurgroep Kromme Rijn Landschap Doel: Egalisatiereserve van de Stuurgroep Kromme Rijn Landschap. Deze reserve is bestemd voor de 6 deelnemende gemeenten. Toelichting onttrekking: Het saldo kostenplaats stuurgroep kromme rijn landschap komt uit de reserve. Reserve egalisatie kosten gemeentereiniging Doel: Egalisatie verschil tussen kosten en opbrengsten reiniging. Deze reserve is op een maximum van € 150.000 gezet conform nota financieel beleid. Toelichting storting: het overschot 2015 wordt in de egalisatiereserve gestort. Toelichting onttrekking: Het overschot boven de € 150.000 komt vrij te vallen ten gunste van het resultaat 2015. Reserve bouwleges Doel: Egalisatie in de baten van de bouwleges Toelichting storting: Het overschot 2015 wordt in de egalisatiereserve gestort. Reserve dekking kapitaallasten Doel: Dekking kapitaallasten van in het verleden ten laste van reserves gedekte investeringen. Omvang gelijk aan daartegenover staande boekwaarde investeringen. Toelichting storting: In verband met nieuwe investeringen in 2015 worden de investeringsbedragen in de reserve gestort zodat de kapitaallasten in de toekomst gedekt kunnen worden. Toelichting onttrekking: de kapitaallasten van 2015.
86
87
VASTE SCHULDEN MET EEN LOOPTIJD LANGER DAN ÉÉN JAAR Opgenomen langlopende geldleningen
31-12-2015
1. Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige 2. Waarborgsommen Totaal
31-12-2014
10.000.000 10.000.000
Mutaties Langlopende geldleningen
Geldleningen
11.656.722 11.656.722 Waarborg sommen
Totaal
Boekwaarde 31 december 2014
11.656.722
-
11.656.722
Opgenomen in het boekjaar (vermeerderingen) Aflossing in het boekjaar Boekwaarde 31 december 2015
1.656.72210.000.000
-
1.656.72210.000.000
VLOTTENDE PASSIVA Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
31-12-2015
Crediteuren algemeen Totaal schulden < 1 jaar
31-12-2014
1.473.247 1.473.247
Overlopende passiva Vooruitontvangen Van Europese en bedragen Nederlandse
1.210.787 1.210.787
31-12-2015
overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotten op specifieke uitkeringen Nog te betalen bedragen Totaal
-
31-12-2014 960
38.140 1.235.098 1.273.238
17.840 485.589 504.389
Van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotten op specifieke uitkeringen Saldo Toevoegingen Vrijgevallen Saldo 1-1-2015 bedragen 31-12-2015 Vrijwilligerswerk Gevelmaatregelen (B-woningen) Kidsproof Klompenpad Investering stedelijke vernieuwing
8.609 9.231
24.435 3.863 -
7.998
8.609 24.435 3.863 1.233
17.840
28.298
7.998
38.140
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Gewaarborgde geldleningen Woningbouwverenigingen/ bejaardentehuizen/ verenigingen/ stichtingen Particuliere woningbouw/regeling gehandicapten Totaal
31-12-2015
1.431.889 21.750.731 23.182.620
31-12-2014
1.573.779 21.750.731 23.324.510
Vakantiegeld en -dagen Gemeente Bunnik heeft ten overstaan van het personeel een toekomstige verplichting van vakantiegeld (€ 179.092) en -dagen (€ 88.571). Conform de uitgangspunten van het BBV is hiervoor geen verplichting in de balans opgenomen.
87
Overzicht gegarandeerde geldleningen
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over het begrotingsjaar Begrotingsrechtmatigheid Bij de rechtmatigheidscontrole vormt het begrotingscriterium een belangrijk toetsingscriterium. In de toelichting op het Besluit accountantscontrole Provincies en Gemeenten (BAPG) wordt begrotingsrechtmatigheid omschreven als: “Financiële beheershandelingen die ten grondslag liggen aan de baten en lasten, alsmede de balansposten, dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s (begrotingscriterium). In de begroting zijn de maxima voor de lasten vermeld die door de Raad zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen dienen te passen binnen de begroting, waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag, alsmede het begrotingsjaar van belang zijn.” De toe te passen normen voor het begrotingscriterium zijn op hoofdlijnen door de wetgever bepaald (artikel 189, 190 en 191 van de Gemeentewet) en worden door de gemeenteraad zelf nader ingevuld en geconcretiseerd. Dit gebeurt door middel van de begroting en via de verordening op het financieel beheer ex artikel 212 van de Gemeentewet. Het normenkader voor het begrotingscriterium bestaat uit de door de Raad vastgestelde begroting 2012-2015. Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium wordt getoetst of het budgetrecht van de gemeenteraad is gerespecteerd. Hierbij wordt getoetst of er afwijkingen zijn tussen begroting en realisatie middels een analyse van de lasten per programma. Bij eventuele overschrijdingen van de lasten wordt vervolgens getoetst in hoeverre de Raad hier (via begrotingswijzigingen) achteraf goedkeuring voor heeft verleend. Heeft dit niet plaatsgevonden dan is er in principe sprake van een onrechtmatigheid. Hier kan van worden afgeweken in een aantal gevallen. Te denken valt aan open einde regelingen waarbij vooraf niet goed in te schatten was hoeveel de lasten exact zullen zijn. Tevens kunnen hogere lasten worden gecompenseerd door een onttrekking uit reserve of voorziening. Dit is eveneens niet onrechtmatig aangezien de raad hiervoor separaat een besluit neemt over de onttrekkingen aan reserves. De in de kadernota ‘Rechtmatigheid’ genoemde criteria zijn voor onze gemeente leidraad voor de controle op begrotingsrechtmatigheid. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de volgende zeven soorten overschrijdingen en de daarbij behorende consequentie voor het oordeel van de accountant: Tabel: overzicht van soorten overschrijdingen van begrotingsrechtmatigheid Nr
Soorten van overschrijdingen
1
Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten die niet passen binnen het bestaande beleid en waarvoor men tegen beter weten in geen voorstel tot begrotingsaanpassing heeft ingediend. Bijvoorbeeld de doelgroep c.q. de activiteiten zijn in de praktijk aantoonbaar ruimer geïnterpreteerd dan in regelgeving (subsidieregeling, -verordening) was gedefinieerd. Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar waarbij de accountant ondubbelzinnig vaststelt dat die ten onrechte niet tijdig zijn gesignaleerd. Bijvoorbeeld: de verwachte kostenoverschrijding op jaarbasis was via tussentijdse informatie al wel bekend, maar men heeft geen voorstel tot begrotingsaanpassing ingediend en dit is in strijd met de budgetregels zoals afgesproken met de Raad. Kostenoverschrijdingen die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten, bijvoorbeeld via subsidies of kostendekkende omzet. Kostenoverschrijdingen bij open einde (subsidie)regelingen. Vaak blijkt vanwege dit open karakter in het kader van het opmaken van de jaarrekening een (niet eerder geconstateerde) overschrijding.
2
3 4
Onrechtmatig maar telt niet mee voor het oordeel
Onrechtmatig en telt mee voor het oordeel X
X
X X
90 Nr
Soorten van overschrijdingen
5
Kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door extra inkomsten die niet direct gerelateerd zijn. Over de aanwending van deze extra inkomsten heeft de Raad nog geen besluit genomen Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten welke achteraf als onrechtmatig moeten worden beschouwd omdat dit bijvoorbeeld bij nader onderzoek van de subsidieverstrekker, Belastingdienst of een toezichthouder blijkt (bijvoorbeeld een belastingnaheffing). Het zal hier in de praktijk vaak gaan om interpretatieverschillen bij de uitleg van wet- en regelgeving die na het verantwoordingsjaar aan het licht komen. Er zijn dan geen gevolgen voor de rechtmatigheid voor dat verantwoordingsjaar. Wel zal de gemeente er voor moeten zorgen dat de overschrijdingen getrouw in de jaarrekening worden weergegeven. Ook kunnen er gevolgen zijn voor het lopende jaar.
6
6a 6b
Onrechtmatig maar telt niet mee voor het oordeel
Onrechtmatig en telt mee voor het oordeel X
X X
- geconstateerd tijdens verantwoordingsjaar
7 7a 7b
- geconstateerd na verantwoordingsjaar Kostenoverschrijdingen op activeerbare activiteiten (investeringen) waarvan de gevolgen voornamelijk zichtbaar worden via hogere afschrijvings- en financieringslasten in het jaar zelf of pas in de volgende jaren. - jaar van investeren
X X
- afschrijvings- en financieringslasten in latere jaren Bevindingen 2015 Bij de beoordeling van de begrotingsrechtmatigheid is gekeken op programmaniveau (in tegenstelling tot de toelichting bij de jaarrekening, waarbij naar afwijkingen > € 25.000 op subproductniveau gekeken is) en zijn de werkelijke lasten afgezet tegenover de begrote lasten. Met uitzondering van programma 1 Burger en organisatie, programma 2 Dienstverlening en Programma 7 Maatschappelijke ontwikkeling (allen overschrijding) is er voor de overige programma’s sprake van lagere werkelijke lasten dan begroot. Deze programma’s zijn vervolgens nader geanalyseerd aan de hand van de hierboven genoemde criteria in hoeverre er sprake is van een (on)rechtmatigheid. Daarbij is aangegeven welke soort overschrijding van toepassing is zoals weergegeven in bovenstaande tabel. De genoemde bedragen zijn afgerond op € 1.000. Bij programma 1 Burger en organisatie: was er sprake van een overschrijding van de lasten met € 73.000; begroot was € 7.521.000, de werkelijke lasten waren € 7.594.000. De overschrijding betreft het product College van B&W, per saldo € 233.000. De voorziening pensioenen wethouders is naar aanleiding van de nieuwe berekeningen (in verband met lagere rente) bijgesteld. Het negatieve resultaat wordt gecompenseerd door positieve voordelen op Bedrijfsvoering en kapitaallasten gegevensbeheer. Soort overschrijding is nummer 4. Op het programma 2 Dienstverlening is voor € 5.000 meer lasten verantwoord. Door de stijging van het aantal huwelijken zijn meer uren gemaakt waardoor het budget € 47.000 is overschreden. Deze overschrijding is middels heffing van leges grotendeels gecompenseerd. Soort overschrijding is nummer 3. 90
91 Bij programma 3 Algemene dekkingsmiddelen is sprake van onderschrijding van € 154.000. Binnen de Algemene baten en lasten hebben budgetoverschrijdingen plaatsgevonden door het vormen van een reserve grondexploitatie Anna Frank terrein van € 29.000 en het storten aan de egalisatiereserve voor positieve saldo’s op omgevingsvergunningen en reinigingsrecht. Bij programma 4 veiligheid was er sprake van een onderschrijding van € 25.000 euro. Er hebben geen overschrijdingen groter dan € 25.000 plaatsgevonden. Bij programma 5 openbare ruimte zijn de lasten € 214.000 lager dan begroot. Er hebben geen overschrijdingen groter dan € 25.000 plaatsgevonden. Bij het programma 6 Bouwen, wonen & ondernemen zijn de lasten € 754.000 lager dan begroot. Er hebben geen overschrijdingen groter dan € 25.000 plaatsgevonden. Bij programma 7 Maatschappelijke ontwikkeling is sprake van € 38.000 overschrijding. Per 1 januari 2015 is de Wet Decentralisatie Buitenonderhoud in werking getreden. Hierdoor worden de gelden voor het onderhoud van de scholen niet meer uitgekeerd aan de gemeenten, maar aan de schoolbesturen. In de begroting was hiervoor een stelpost opgenomen van € 90.500, welke geheel overschreden is. Bij programma 8 Algemene ondersteuning zijn er € 428.000 minder lasten dan begroot. Er hebben geen overschrijdingen groter dan € 25.000 plaatsgevonden. Bij programma 9 Maatwerkvoorzieningen zijn er € 786.000 lagere lasten dan begroot. Wel hebben overschrijdingen plaatsgevonden op het gebied van uitvoeringskosten bij gemeenschappelijke regeling RDWI van € 67.000 en de verlaging van het debiteurensaldo RDWI van € 31.000. De stijging van uitvoeringskosten is doordat nieuwe taken belegd zijn, waaronder participatie, individuele studietoelage en taaleis. Voor deze extra taken zijn gelden ontvangen via het gemeentefonds waardoor de overschrijding rechtmatig is. Soort overschrijding is nummer 3. Samenvattend Programma Bestuur en Organisatie Dienstverlening Algemene Dekkingsmiddelen Veiligheid Openbare ruimte Bouwen, wonen & ondernemen Maatschappelijke ontwikkelingen Algemene ondersteuning Maatwerkvoorziening Totaal in mln euro
Begrote lasten 7.521 1.348 1.477 1.034 2.993 4.885 2.549 3.195 5.813 30.815
Werkelijke lasten 7.594 1.353 1.323 1.009 2.778 4.131 2.587 2.767 5.027 28.569
Eindoordeel Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig
Er zijn geen overschrijdingen onrechtmatig: Totale begrotingsonrechtmatigheid: € 0,-
91
92 Wet normering topfunctionarissen (WNT) Wet normering bezoldiging topfunctionarissen Publicatieverplichting beloning regulier
publieke
en
semipublieke
sector
(WNT)
Van elke topfunctionaris en van elke andere functionaris, die in het betreffende jaar een totale bezoldiging heeft ontvangen hoger dan de maximale bezoldigingsnorm, moet de gemeente op grond van de WNT en het gewijzigde artikel 28 BBV in de toelichting op de programmarekening het volgende opnemen: de beloning; de belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding; de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn; de functie of functies; de duur en omvang van het dienstverband in het verslagjaar; de beloning in het voorgaande jaar; en een motivering voor de overschrijding van de maximale bezoldigingsnorm. Van topfunctionarissen moet bovendien ook de naam openbaar worden gemaakt. Bij de niettopfunctionarissen is dit niet verplicht en kan worden volstaan met het noemen van de functie(s). Beloningen regulier Functie
Griffier H.R.E. Gemeentesecretaris Hofland G. Veenhof
Beloning
€ 43.380,60
Functie 3
Functie 4
€ 94.101,94
Belastbare vaste en variabele € 700,63 onkostenvergoeding
€ 1.116,40
Voorzieningen ten behoeve € 6.004,02 van beloningen betaalbaar op termijn
€ 13.929,48
Duur en omvang van het 12 maanden 12 maanden 36 uur dienstverband in het 24 uur verslagjaar Beloning in het voorgaande € 41.608,90 jaar
€ 92.919,30
Motivering voor de Niet van overschrijding van de toepassing maximale bezoldigingsnorm. Publicatieverplichting beloning inhuur Indien sprake is van externe inhuur voor langer dan zes maanden binnen een periode van 18 maanden zal van elke topfunctionaris (ook als norm niet is overschreden) en van elke andere extern ingehuurde niet-topfunctionaris, die in het betreffende jaar een totale bezoldiging heeft ontvangen hoger dan de maximale bezoldigingsnorm, het volgende worden opgenomen in de toelichting op de programmarekening: de bezoldiging; de functie of functies; en de duur en omvang van de functievervulling in het boekjaar. Van extern ingehuurde topfunctionarissen moet bovendien ook de naam openbaargemaakt worden. Bij andere extern ingehuurde functionarissen is dit niet verplicht en kan worden volstaan met het noemen van de functie. Onder externe inhuur valt overigens niet het inhuren van extern advies.
92
93 Voor zowel de topfunctionaris als de niet-topfunctionaris geldt dat indien het dienstverband (of de inhuur) niet fulltime is of niet het hele jaar heeft geduurd, de bezoldigingsnorm pro rata moet worden toegepast. De gemeente moet alle voorgaande gegevens, die worden opgenomen in de toelichting op de programmarekening, uiterlijk voor 1 juli volgend op het verslagjaar digitaal melden aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en daarbij een toelichting geven indien sprake is van overschrijding van de maximale bezoldigingsnorm. Beloningen inhuur Functie externe inhuur
Topfunctionaris (+naam) 1
Functie 2
Bezoldiging Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding Duur en omvang van de functievervulling in het boekjaar Publicatieverplichting uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband De openbaarmaking van uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband, bijvoorbeeld een ontslagvergoeding, is ook gewijzigd ten opzichte van de Wopt. Volgens de WNT zal voor elke topfunctionaris (volgens de wet: gemeentesecretaris en griffier) en voor elke gewezen topfunctionaris moeten worden vermeld: - de uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband; - de naam, functie of functies die tijdens het dienstverband zijn bekleed; en - het jaar waarin het dienstverband is beëindigd. Zoals al eerder opgemerkt, is sprake van een maximum norm voor ontslagvergoeding voor topfunctionarissen, die niet mag worden overschreden. Voor alle andere medewerkers zal een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband moeten worden vermeld in het jaardocument indien: 1. in enig voorafgaand jaar voor deze persoon een Wopt-melding is gedaan; of 2. het totaal van de uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband meer bedraagt of zal bedragen dan de maximale bezoldigingsnorm in het jaar waarin het dienstverband is beëindigd. De norm moet pro rata worden toegepast als geen sprake is van een fulltime dienstverband of als dit korter heeft geduurd dan een kalenderjaar. In dat geval moeten de volgende gegevens worden vermeld: - de uitkering wegens beëindiging dienstverband; - de functie of functies die tijdens het dienstverband zijn bekleed; en - het jaar waarin het dienstverband is beëindigd. De naam van de medewerker is niet noodzakelijk. De gemeente moet deze informatie voor alle topfunctionarissen en alle medewerkers, voor wie de ontslagvergoeding openbaar gemaakt moet worden, uiterlijk voor 1 juli volgend op het verslagjaar digitaal melden aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en daarbij een toelichting geven indien sprake is van overschrijding van de maximale norm. Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband Functie Uitkeringen wegens het dienstverband
Griffier H.R.E. Hofland
Gemeentesecretaris G. Veenhof
beëindiging van Niet van toepassing
Niet van toepassing
Het jaar waarin het dienstverband is Niet van toepassing beëindigd
Niet van toepassing
93
94
Incidentele Baten en lasten Incidentele lasten en baten
Lasten en baten (x € 1.000) Lasten Vrijval verplichtingen 2013 Teruggave Veiligheidsregio Utrecht over 2014 Veiligheid Storingen verkeerslichtinstallaties Loopbaanbudget Opstellen afvalstoffenbeleidsplan Onkruidbestrijding Jeugdzorg GGD teruggave over 2014 Implementatie Jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar Huishoudelijke hulp toelage Werving en selectie Arbo Leegstand MFA De Kersentuin Extra inhuur voor uitvoering herindicaties Afwikkeling project routekaart sociaal domein Baten
115,7 50,4 29,510,0 5,0 51,410,05,0155,1 5,06,7 105,0 10,025,011,0 75,516,0-
Algemene uitkering
44,9 44,9
Saldo incidentele lasten en baten
70,8
94
95 Single information, single audit
95
OCW
D11
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2015 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 11 januari 2016 DEFINITIEF Wet participatiebudget Besteding in 2015 van OCWBaten in 2015 van OCW2014 - overgangsrecht gelden educatie binnen de gelden educatie binnen de 2015 grenzen van de grenzen van de reservringsregeling reserveringsregeling. reserveringsregeling. deel educatie Wet participatiebudget Gemeenten Aard controle R Indicatornummer: D11 / 01
SZW
G1A
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_totaal 2014 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
€ 1.015 Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) na controle door de
SZW
G2
Aard controle R Indicatornummer: D11 / 02
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1A / 01
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 02
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 03
1 60312 Bunnik 2 3 Gebundelde uitkering Besteding (jaar T) algemene op grond van artikel 69 bijstand Participatiewet_gemeen tedeel 2015 Gemeente
16,09
2,30
Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) IOAW
Baten (jaar T) IOAW (exclusief Besteding (jaar T) IOAZ Rijk)
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
I.1 Participatiewet (PW)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
I.1 Participatiewet (PW)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 01
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 02
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 03
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 04
€0 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€0 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€0 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk)
€0 Besteding (jaar T) Loonkostensubsidie o.g.v. art. 10d Participatiewet
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
I.7 Participatiewet (PW)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 05
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 06
€0 €0 Baten (jaar T) Volledig zelfstandige Loonkostensubsidie o.g.v. uitvoering Ja/Nee art. 10d Participatiewet (excl. Rijk) Gemeente
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 07
€0
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 08
€0
I.7 Participatiewet (PW)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 09
€0
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 10
€0
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 11
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 12
Nee
97 SZW
G2A
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_totaal 2014 Gemeenten die uitvoering in (jaar T-1) geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T1) regeling G2B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G2A)
Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Besteding (jaar T-1) algemene bijstand
Baten (jaar T-1) algemene bijstand (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T-1) IOAW
Baten (jaar T-1) IOAW (exclusief Rijk)
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 01
1 60312 Bunnik 2 3 Hieronder verschijnt de gemeente(code) conform de keuzes gemaakt bij indicator G2A / 01
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 02
G3
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief Aard controle R levensonderhoud Indicatornummer: G3 / 01 beginnende zelfstandigen)_gemeent € 0 edeel 2015 Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk) Besluit bijstandverlening Aard controle R
€ 113.570
€0
Besteding (jaar T-1) IOAZ
Baten (jaar T-1) IOAZ (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T-1) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
Baten (jaar T-1) Bbz 2004 Baten (jaar T-1) WWIK levensonderhoud beginnende (exclusief Rijk) zelfstandigen inclusief geldstroom naar inclusief geldstroom naar openbaar lichaam openbaar lichaam I.6 Wet werk en inkomen I.4 Besluit bijstandverlening kunstenaars (WWIK) zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 07
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 08
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 09
€ 22.751
€0
Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Baten (jaar T) levensonderhoud Baten (jaar T) gevestigde zelfstandigen kapitaalverstrekking (exclusief (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Bob) (exclusief Rijk)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02
€ 1.568
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 03
€0 €0 €0 Besteding (jaar T) aan Volledig zelfstandige uitvoering uitvoeringskosten Bob als Ja/Nee bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 Aard controle R Indicatornummer: G3 / 08
Indicatornummer: G3 / 07
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 05
€ 30.981
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 06
SZW
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 04
€ 1.420.240
In de kolommen hiernaast de verantwoordingsinformatie voor I.3 Wet inkomensvoorziening die gemeente invullen oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
1 60312 Bunnik 2 3 Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 03
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 10
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 11
€ 200
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 04
Besteding (jaar T) Bob
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 05
€0
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 06
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3 / 09
Nee
97
98
SZW
G3A
Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_totaal 2014 Besluit
Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Besteding (jaar T-1) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
Besteding (jaar T-1) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Baten (jaar T-1) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Baten (jaar T-1) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T-1) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3A / 01
1 60312 Bunnik 2 3 Hieronder verschijnt de gemeente(code) conform de keuzes gemaakt bij G3A / 01
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 02
€0
Besteding (jaar T-1) Bob
Baten (jaar T-1) Bob (exclusief Besteding (jaar T-1) aan Rijk) uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3A / 07
SZW
G5A
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G5A / 01
1 60312 Bunnik
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 04
€ 21.800
In de kolommen hiernaast de inclusief geldstroom naar verantwoordingsinformatie voor openbaar lichaam die gemeente invullen
1 60312 Bunnik 2 3 Wet Participatiebudget Hieronder per regel één (WPB)_totaal 2014 gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen Wet participatiebudget ernaast de (WPB) verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen Gemeenten die uitvoering in (jaar T-1) geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T1) regeling G5B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G5)
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 03
€ 8.004
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 08
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 05
€ 18.645
€ 23.728
Reservering besteding van educatie bij roc’s in jaar T voor volgend kalenderjaar (jaar T+1)
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 09
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 10
€0
€0
€0
Besteding (jaar T-1) participatiebudget
Waarvan besteding (jaar T-1) van educatie bij roc's
Baten (jaar T-1) (niet-Rijk) participatiebudget
Waarvan baten (jaar T-1) van educatie bij roc’s
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
inclusief geldstroom naar openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 02
€ 134.819
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 03
€ 22.269
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 06
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 04
€ 1.029
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 05
inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 06
€ 1.029
98
Vaststelling
100 Vaststelling
Nummer 15De raad van de gemeente Bunnik;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 juni 2016; gelet op artikel 197 van de Gemeentewet; besluit: de balans per 31 december 2015 en het jaarverslag en de jaarrekening 2015 vast te stellen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 23 juni 2016. De raad voornoemd,
de griffier
de voorzitter
100
101
Restantkredieten
101
102 Restantkredieten per 31 december 2015 Onderstaand wordt een overzicht weergegeven van de ontwikkeling van de nog niet afgewikkelde investeringskredieten die tot en met 2015 door de gemeenteraad zijn verstrekt. Tevens treft u een overzicht aan van de restantkredieten die zijn afgevoerd in verband met afronding van werkzaamheden.
Overzicht restantkredieten per 31-12-2015 Rekening
Omschrijving
Beschikbaar
Besteed t/m
gesteld krediet
2014
Vermeerderingen Verminderingen in in 2015
Restant
2015
Te handhaven 7003008
Implementatie basisregistraties '14
92.000
0
6.975
0
85.025
7003009
Implementatie basisregistraties '15
52.500
0
0
0
52.500
7050009
Vervanging Airco computerruimte
10.000
0
3.314
0
6.686
7050033
digitalisering Bouw vergunningen
75.000
3.266
44.320
0
27.413
7050093
Oprichten RID Utrecht
330.000
282.478
32.172
0
15.350
7050095
Vervanging netw erkbekabeling
67.500
28.357
106
0
39.037
7050098
Digitalisering tekeningen gebouw en
6.000
5.050
0
0
950
7050102
Personeelsinformatiesysteem
40.000
7.380
22.230
0
10.390
7050116
Automatiseringsapparatuur 2015
7210017
Verkeersprojecten A12/Salto
7210035
Ontsluitingsw eg Fort Vechten
7210036
Fiets File Vrij
7211004
7.829
0
0
0
7.829
1.300.000
44.627
0
0
1.255.373
0
-583.200
0
0
583.200
1.100.000
163.258
0
0
936.742
Actualisatie IVVV
25.000
19.584
1.520
0
3.896
7211004
Actualisatie IVVV
15.000
0
0
0
15.000
7211007
Verbeteren OV en fietsverkeer
40.000
18.376
0
0
21.624
7530019
2e veld Aurora
89.490
76.895
0
0
12.595
7630001
Ontw ikkeling accommodatiebeleid
30.000
3.439
10.906
0
15.655
Totaal
3.280.319
69.512
121.543
-
3.089.264
NB Krediet verkeersprojecten A12/Salto is netto krediet (rekening houdend met bijdragen van derden). Toelichting op Restantkredieten Te handhaven kredieten 7003008 Implementatie Basisregistratie 2014 De invoering van de Basisregistratie Kadaster (BRK) is afgerond. De invoering van de Basisregistratie Personen (Operatie BRP) is op landelijk niveau vertraagd. Daarnaast is er besloten om de voorziene invoering van het Handelsregister (NHR) uit te stellen. De voorbereidingen voor de invoering van deze basisregistraties zijn nu in 2016 voorzien. 7003009 Implementatie Basisregistratie 2015 De invoering van de Basisregistratie Personen (Operatie BRP) is op landelijk niveau vertraagd. De invoering van deze basisregistraties zijn nu in 2017 voorzien. 7050009 Vervanging Airco computerruimte De opdracht voor het vervangen van de airco in de serverruimte is verstrekt in december 2015. De eerste termijn is reeds betaald. De daadwerkelijke vervanging vindt plaats in overleg met de Regionale ICT Dienst Utrecht (RID) en de huurders. De planning voor de werkzaamheden is mei / juni 2016. Het krediet dient gehandhaafd te blijven. 7050033 Digitalisering bouwvergunningen Voor alle overheidsorganisaties geldt dat blijvend te bewaren archiefbescheiden van een overheidsorgaan
102
103 na 20 jaar overgebracht moeten worden naar een archiefbewaarplaats. Het project digitalisering bouwvergunningen zorgt ervoor dat deze bouwvergunningen makkelijk beschikbaar blijven voor medewerkers en inwoners van de gemeente Bunnik. In 2015 is gestart met dit project en wordt in het 2e kwartaal van 2016 afgerond. 7050093 Oprichten RID Utrecht Om de Regionale ICT Dienst Utrecht (RID) tot stand te brengen worden incidentele kosten gemaakt en zijn er frictiekosten (zoals achterblijvende kapitaallasten) die door de deelnemende organisaties zelf worden gedragen. In 2015 zijn de meeste implementaties afgerond. In 2016 zal de implementatie worden afgerond. 7050095 Vervanging netwerkbekabeling gemeentehuis De vervanging van de netwerkapparatuur en netwerkbekabeling in de serverruimte is voor een belangrijk deel in 2014 uitgevoerd. De afronding van dit project is mede afhankelijk van de definitieve implementaties door de Regionale ICT Dienst Utrecht (RID), wat nu gepland is voor 2016. Daarnaast heeft de verhuur van delen van het gemeentehuis voor vertraging gezorgd. 7050098 Digitalisering tekeningen gebouwen Er worden op dit moment diverse tekeningen van het gemeentehuis aangepast. In 2015 zijn er een aantal werkzaamheden verricht in verband met het verhuren van diverse ruimtes aan derden in het gemeentehuis. Er worden revisietekeningen en nieuwe vluchtplannen gemaakt. Het restant krediet dient gehandhaafd te blijven. 7050102 Personeel Informatie Systeem Het nieuwe personeelsinformatiesysteem is met ingang van 1 januari 2015 geïmplementeerd. In 2015 zijn nog modules geïmplementeerd (bijv. de digitale declaraties). In 2016 zullen nog meerdere modules van het systeem geïmplementeerd worden. 7050116 Automatiseringsapparatuur 2015 In verband met de plannen van de Regionale ICT Dienst Utrecht (RID) om in 2016 volledig op de nieuwe gecentraliseerde ICT-voorzieningen over te zijn, zijn de beoogde investeringen uit 2015 uitgesteld om desinvesteringen te voorkomen. In 2015 zal duidelijk worden of de resterende investeringen alsnog moeten worden gedaan. Daarnaast wordt er ook niet automatisch vervangen, maar zaken als storingsgevoeligheid, onderhoudskosten, capaciteit en nieuwe ontwikkelingen worden afgewogen bij de vervanging. Om die reden zijn er ook vervangingen uitgesteld naar 2016. 7210017 Verkeersproject A12 Salto Dit budget is bedoeld als (deel)investering in voor onze gemeente belangrijke mobiliteitsmaatregelen. Voor de komende jaren concentreren die maatregelen zich op het buitengebied. In 2016 zal een besluit worden genomen over de aansluiting van Houten in Oostelijke richting op de A12. Rijkswaterstaat is hierin bepalend. Daarna kan tot een daarop afgestemd maatregelenpakket worden gekomen om het buitengebied verkeersluw en daarmee verkeersveilig te maken. Na de oplevering van de beide spooronderdoorgangen in 2015 zal deze weg moeten worden aangepast teneinde het (doorgaand) verkeer te stimuleren gebruik te maken van de nieuwe rondweg om Bunnik. Voor de (deel)financiering van beide projecten is een aanzienlijk budget nodig. Op dit moment is nog niet te zeggen hoe groot dat budget zal zijn en of het voldoende is. Dat zal na verdere uitwerking moeten blijken. Het huidige krediet is nodig als (deel)financiering en zal daarom moeten worden gehandhaafd voor 2016. 7210035 Ontsluitingsweg Fort Vechten De keuze voor de ontsluiting van Fort Vechten is meegenomen in de mobiliteitsstudie voor het buitengebied. Deze mobiliteitsstudie valt onder regie van de Provincie en wordt in samenwerking met Houten uitgevoerd. In die studie wordt bezien op welke wijze de ontsluiting van Houten op de A12 in oostelijke richting (Arnhem) kan worden gerealiseerd en op welke wijze het gebied autoluw kan worden gemaakt. Er is daarbij in regionaal verband een bestuurlijke keuze gemaakt voor een (halve) aansluiting op de A12, naast de aansluiting in westelijke richting die al gerealiseerd is (de N421). Het wachten is nu op een definitief groen licht van Rijkswaterstaat, in 2016 zal daarover worden besloten. Omdat dat besluit van grote invloed is op de wijze van ontsluiting van Fort Vechten kan pas daarna het budget doelmatig worden ingezet. Daarom moet het krediet gehandhaafd voor 2016 gehandhaafd blijven.
103
104 7210036 Fiets File Vrij De werkzaamheden zijn binnen de kaders van dit krediet uitgevoerd, behoudens de route door Bunnik vanwege commotie onder bewoners. Het project fietsfilevrij is thans afgesloten en financieel wordt dit nu verder afgewikkeld: de afrekening voor de subsidie van de provincie Utrecht is nu in behandeling. Het is niet meer mogelijk om verdere aanpassingen vanuit het project fietsfilevrij te kunnen uitvoeren. Er zijn nog wel aanpassingen wenselijk maar dit wordt niet uitgevoerd vanwege de ontwikkeling van de oostelijke ontsluiting, ontsluiting Fort vechten en ruimtelijke inpassingen rond het Stationsgebied. Er wordt op meer duidelijkheid gewacht van de provincie en de gebieds-/omgevingsvisie. Voor verdere aanpassingen in de openbare ruimte dienen hiervoor andere financieringsbronnen voor worden aangewend. 7211004 Actualisatie IVVV In 2015 is het IVVP vastgesteld, het integraal verkeers- en vervoersplan (ook wel verkeersbeleidsplan) In 2016 zal een monitoring/evaluatie plaats vinden. Daartoe zal het restantkrediet worden ingezet. 7211007 Verbeteren openbaar vervoer (OV) en fietsverkeer De afgelopen jaren is geïnvesteerd in het verbeteren van bushalteplaatsen en het reizigersinformatiesysteem. Verwacht wordt dat de komende jaren voor het vervoeren van reizigers nog aanpassingen komen. Niet alle bushalten zijn voorzien van een abri of hebben goede parkeervoorzieningen voor fietsers. De provincie (voorheen BRU) en vervoersbedrijven gaan nog nadenken over verdere uitbreiding of aanpassingen van de routen. De bus is een goed alternatief om zich over relatief korte afstanden te kunnen verplaatsen mits er zo min mogelijk overstappunten zijn en de busritten zo kort mogelijk duren. Zo ook komt er nog een studie om een busverbinding van Driebergen door Odijk naar Houten te kunnen ontwikkelen. Dit heeft te maken met de ontwikkeling van het Stationsgebied Zeist-Driebergen. Om deze ontwikkeling te blijven volgen en onze wensen hierin te kunnen vervullen dient het krediet voor verbeteren OV te worden gehandhaafd. 7530019 2e veld Aurora In 2011 is een aanvullend krediet beschikbaar gesteld voor de aanleg van het tweede veld voor Aurora in Werkhoven. In het voorstel is aangegeven dat het veld gedurende 5 jaar als voetbalveld gebruikt zou worden. Daarna zou het eventueel omgevormd moeten worden naar andersoortige speelruimte. Het omvormen naar een andersoortige speelruimte maakt onderdeel uit van het krediet. Daarom dient het restantkrediet beschikbaar te blijven voor de kosten van deze aanpassing. In 2016 volgt pas duidelijkheid. 7630001 Ontwikkeling Accommodatiebeleid Al enige jaren is er een krediet beschikbaar voor de herijking en harmonisering van het accommodatiebeleid. In 2014/5 zijn er diverse onderzoeken uitgevoerd naar de mogelijkheden tot harmonisering. Ook is een onderzoek gestart naar de gebruiksmogelijkheden van de MFA de Kersentuin, als voorbeeld voor de harmonisering en een verbetering van het gebruik voor maatschappelijke doeleinden. In 2016 krijgen deze gesprekken een vervolg. Mede gelet op het feit dat er lokalen voor scholen leegstaan in de verschillende MFA’s in de gemeente in verband met de opheffing van een school en de terugloop van leerlingen, is het van belang tot goede uitgangspunten te komen voor de leegstaande lokalen en ruimtes. Samen met de drie beheerstichtingen wordt gewerkt aan een plan voor een beter en optimaler gebruik van de locaties.
104
105 De volgende (restanten) van kredieten zijn niet meer nodig en worden afgeraamd:
Rekening
Omschrijving
Beschikbaar
Besteed t/m
gesteld krediet
2014
Vermeerderingen Verminderingen in in 2015
Restant afvoeren
2015
Restant niet m eer nodig - afgeraam d 7003007
implementatie basisregistraties 2013
7050050
DAF Vrachtw agen
36.500
0
12.955
0
23.545
140.000
0
0
0
140.000
7050061
Grote sneeuw schuiver
7050094
Vervanging telefooncentrale
15.000
0
0
0
15.000
60.000
10.125
0
10.125
7050097
60.000
Migratie Oracle database
12.000
4.472
0
0
7.528
7050101
Automatiseringsapparatuur 2013
17.500
3.595
14.193
0
288-
7050103
Geluidinstallatie raadszaal
25.000
20.877
5.312
0
1.188-
7050104
Automatiseringsapparatuur 2014
5.335
0
6.589
0
7050105
Mobiele kraan
65.000
0
0
0
65.000
7050106
Zoutstrooier vrachtw agen
42.000
0
0
0
42.000
7050107
Zoutstrooier kleine vrachtw agen
34.000
0
0
0
34.000
7050109
Sneeuw schuif vrachtw agen
9.000
0
0
0
9.000
7050110
Het Nieuw e Werken (aanp. gemeentehuis)
345.000
196.357
88.848
0
59.796
7050111
Het Nieuw e Werken (aanschaf meubilair)
63.000
47.292
52.720
0
37.012-
7050114
Sneeuw schuif Mitsubishi
19.000
0
0
0
19.000
7050117
Porter transporter
18.000
0
0
0
18.000
7050118
Citroën Berlingo
20.000
0
0
0
20.000
7050119
Aanhangw agen
12.000
0
5.285
5.285
12.000
7120024
Vloeistofdichte vloer Bunnik/Werkhoven
50.000
0
0
0
50.000
7120025
Verbouw brandw eergarage Bunnik
400.000
333.619
311.686
0
245.306-
7120026
Aanpassen afzuiginstallatie
15.000
0
0
0
15.000
7120027
Bouw kundige aanpassing
95.000
0
0
0
95.000
7120033
Verbouw brandw eergarage Werkhoven
400.000
0
334.965
0
65.035
7530020
Kleed-/w asaccommodatie Midlandia
32.000
0
43.985
0
11.985-
7530023
Verv.beregeningsinstallatie
12.000
7.230
0
0
4.770
7560009
Groenplan 2015 (deels)
42.500
0
42.500
0
-
7620001
Routekaart sociaal domein
258.000
131.542
126.240
0
218
7722038
Rior rioolspuit
22.000
0
0
0
22.000
7822006
Toetsingsprotocollen
35.000
26.219
4.859
0
3.922
7930002
Toetreding Bghu
70.000
55.175
2.198
0
12.627
Totaal
2.369.835
836.503
1.052.334
15.410
1.254-
496.408
7003007 Implementatie Basisregistratie 2013 Voor de basisregistratie grootschalige topografie (BGT) zijn de benodigde systemen en koppelingen aangeschaft en geïmplementeerd. 7050050 DAF vrachtwagen / 7050054 Mitsubishi (restantkrediet) / 7050118 Citroën Berlingo / 7050117 Porter transporter / 7050061 Grote sneeuwschuif / 7050062 Bladblazer voor tractor (restantkrediet) / 7050064 John Deere tractor(restantkrediet) / 7050065 Vervanging actiewagen (restantkrediet) / 7050105 Mobiele kraan / 7050106 Zoutstrooier vrachtwagen / 7050107 Zoutstrooier kleine vrachtwagen / 7050114 Sneeuwschuif Mitsubishi / 7050109 Sneeuwschuif vrachtwagen / 7050119 Aanhangwagen / 7722038 Rior rioolspuit Voor de restantkredieten wordt een vergoeding ontvangen van RMN. De overige geplande investeringen in het kader van het materieel kunnen in verband met de overgang van de gemeentewerf naar RMN per 1 januari 2016 vervallen.
105
106 7050094 Vervanging telefooncentrale De werkzaamheden zijn afgerond en dit krediet is in 2015 ten laste van het krediet Oprichten RID Utrecht afgeraamd. 7050097 Migratie Oracle database De migratie van de Oracle databases van versie 10 naar versie 11 is afgerond in 2015. 7050101 Vervanging automatiseringsapparatuur 2013 Benodigde vervangingen, zoals van de scanomgeving en GBA-V, zijn in 2015 afgerond. Het krediet kan worden afgesloten. 7050103 Geluidsinstallatie raadszaal Inmiddels is een groot deel van de nieuwe installatie, het discussie systeem (de microfoons en ontvanger) opgeleverd en in werking. In 2015 zijn nog audio visuele middelen aangeschaft voor de raadszaal. 7050104 Vervanging automatiseringsapparatuur 2014 Benodigde vervangingen, zoals van het afspraken- en klantgeleidingssysteem, zijn in 2015 afgerond. Het krediet kan worden afgesloten. 7050110 Het nieuwe werken gemeentehuis 7050111 Het nieuwe werken kantoormeubels Inmiddels is het Project Bunnikse Manier van werken (BMW) uitgevoerd, de werkzaamheden in de laatste fase en de oplevering hebben plaatsgevonden in 2015. Daarnaast hebben extra werkzaamheden plaatsgevonden zoals de aanpassing van de hal, raadszaal en terras. 7120024 Vloeistofdichte vloer Bunnik-Werkhoven / 7120025 Verbouw brandweergarage Bunnik 7120026 Aanpassen afzuiginstallatie / 7120027 Bouwkundige aanpassing / 7120033 Verbouw brandweergarage Werkhoven Het krediet en alle restantkredieten kunnen worden afgesloten. Het project brandweerkazernes (verbouwing brandweerkazerne Werkhoven en nieuwbouw brandweerkazerne Bunnik) is succesvol afgerond en binnen het krediet gerealiseerd. 7530020 Kleed-/wasaccommodatie Midlandia In december 2012 is onderzoek uitgevoerd naar de onderhoudsstaat van de gemeentelijke binnensportaccommodaties. Hierbij is geconstateerd dat de onderhoudsstaat van de kleed- en wasaccommodatie bij Sporthal De Tol (ten behoeve van Midlandia) zich als enige op een duidelijk lager niveau bevindt. Gelijktijdig is aangegeven dat na de verbeteringen en herstelwerkzaamheden de kleed- en wasaccommodatie zal worden afgestoten. Na een lange discussie is medio 2015 overeenstemming bereikt met het bestuur van Sporthal De Tol over de te verrichten werkzaamheden. Deze zijn in 2015 uitgevoerd, met een kleine uitloop (verbetering dakbedekking) naar 2016. Ten behoeve van deze werkzaamheden zijn er twee kredieten voor dit werk beschikbaar. Dit betreft het krediet voor de kleedkamers van Midlandia en de voorziening renovatie Sportpark Tolhuislaan. Het krediet voor de kleedkamers van Midlandia kan nu worden afgesloten met hetgeen in 2015 is uitgevoerd. 7530023 Vervanging beregeningsinstallatie De installatie is in 2015 vervangen en het krediet kan worden afgesloten. 7560009 Groenplan 2015 (deels) Aan het wegwerken van de achterstanden bij het onderhoud aan het bomenbestand is in 2015 veel aandacht besteed. Diverse trajecten zijn opgestart. Begin 2015 ontstond er onduidelijkheid omtrent de procedure om te komen tot kap en herplant van de bomen aan de Otselaan in Werkhoven, op verzoek van de omwonenden. Gelijktijdig werd er gesproken met bewoners van de Marskramersbaan in Bunnik over het kappen en vervangen van de bomen. Medio 2015 werd duidelijk dat beide projecten toch voortgang konden krijgen. Uiteindelijk is het gelukt beide projecten af te ronden. Bij de uitvoering bleken meer werkzaamheden noodzakelijk dan vooraf voorzien. Daarbij is niet tijdig onderkend dat hiervoor te weinig budget beschikbaar was. Er is door de uitvoering van de werkzaamheden een tekort ontstaan van € 74.000.
106
107 7620001 Routekaart sociaal domein De werkzaamheden in het kader van de routekaart sociaal domein zijn in het eerste kwartaal 2015 afgerond. Het restantkrediet kan worden afgesloten. 7822006 Toetsingsprotocllen Dit krediet was bestemd voor de invoering van en het werken met toetsingsprotocollen. De omgevingswet (Wabo) beoogt naast klantgericht werken ook professionalisering op het gebied van vergunningen, toezicht en handhaving. Om die professionalisering te bewerkstelligen is geïnvesteerd in de aanschaf van digitale protocollen, Ipads en het opzetten van opleidingsplannen. Van belang is ook om de professionalisering te borgen. Dit wordt binnen de begroting opgevangen. 7930002 Toetreding BGHU In de raadsvergadering van 18 september 2014 heeft de gemeenteraad voor de samenwerking met de BghU een krediet van € 70.000 beschikbaar gesteld. Specifiek gaat het om de eenmalige projectkosten, zoals projectorganisatie, 0-metingen, conversie geautomatiseerde bestanden, synchroniseren bestanden, inrichten en testen ICT omgeving. De werkzaamheden zijn volledig uitgevoerd; het krediet kan worden afgesloten. De volgende (restanten) van kredieten zijn niet toereikend: Rekening
Omschrijving
Beschikbaar
Besteed t/m
gesteld krediet
2014
Vermeerderingen Verminderingen in in 2015
Restant afvoeren
2015
Niet toereikend 7560009 Groenplan 2015 (deels)
-
-
73.236
-
73.236-
7560009 Groenplan 2015 (deels) Aan het wegwerken van de achterstanden bij het onderhoud aan het bomenbestand is in 2015 veel aandacht besteed. Diverse trajecten zijn opgestart. Begin 2015 ontstond er onduidelijkheid omtrent de procedure om te komen tot kap en herplant van de bomen aan de Otselaan in Werkhoven, op verzoek van de omwonenden. Gelijktijdig werd er gesproken met bewoners van de Marskramersbaan in Bunnik over het kappen en vervangen van de bomen. Medio 2015 werd duidelijk dat beide projecten toch voortgang konden krijgen. Uiteindelijk is het gelukt beide projecten af te ronden. Bij de uitvoering bleken meer werkzaamheden noodzakelijk dan vooraf voorzien. Daarbij is niet tijdig onderkend dat hiervoor te weinig budget beschikbaar was. Er is door de uitvoering van de werkzaamheden een tekort ontstaan van € 74.000.
107
108
Controle verklaring
108
109
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant (KOMT NOG!!!!!)
109