2
3
Inhoud Inleiding
4
Financieel resultaat
5
De Programma’s
11
Programma 1. Burger en Bestuur Programma 2. Openbare orde en Veiligheid Programma 3. Verkeer en Vervoer Programma 4. Economische ontwikkelingen Programma 5. Educatie Programma 6. Sport, Recreatie en Landschap Programma 7. Maatschappelijke ondersteuning Programma 8. Inkomen en Werkgelegenheid Programma 9. Milieu Programma 10. Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving Programma 11. Dekkingsmiddelen Jaarrekening Programmarekening Balans Toelichting op de balans Toelichting op programmarekening - Begrotingsrechtmatigheid - Wet normering topinkomens - Incidentele Baten en Lasten - Single information, single audit Vaststelling Paragrafen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Bedrijfsvoering Weerstandsvermogen Lokale lasten en heffingen Verbonden Partijen Kapitaalgoederen Financiering Grondbeleid
Reserves en voorzieningen Restantkredieten Controle verklaring
12 17 20 24 27 31 35 42 46 50 58 63 64 66 69 79 79 83 85 86 92 94 95 100 102 105 116 118 120 123 128 135
4
Inleiding Aanbieding Hierbij wordt de Programmarekening over het jaar 2013 aangeboden. Voor de gemeente Bunnik was 2013 een jaar waarin belangrijke en ingewikkelde processen zijn afgerond en belangrijke besluiten zijn genomen. Als voorbeelden worden genoemd: - Transities sociaal domein - MFA Bunnik - Gebiedsgerichte aanpak N229 - Odijk west De Programmarekening Deze Programmarekening bestaat enerzijds uit het beleidsmatig verslag (de tekstuele verantwoording) en anderzijds de financiële verantwoording zoals balans, rekening van baten en lasten, paragrafen en toelichtende staten over het afgelopen begrotingsjaar. Naast de verantwoording over het jaar 2013 wordt op enkele onderdelen ingegaan op de huidige (economische) situatie en verwachtingen, zoals in de paragraaf Grondbeleid. Indeling Programmarekening In het kader van de verantwoording wordt zoveel mogelijk antwoord gegeven op de volgende drie vragen: - Wat hebben we bereikt? - Wat hebben we daarvoor gedaan? - Wat heeft het gekost? De eerste twee onderdelen zijn te zien als het beleidsmatig jaarverslag. Het laatste onderdeel is de financiële verantwoording. Per programma wordt aangegeven wat het bestaande beleid is bij dat programma. Daarna wordt ingegaan op de acties die zijn ondernomen om dat beleid uit te voeren. Hier wordt meer specifiek aandacht besteed aan de voortgang van de ontwikkelingen die in de begroting zijn vermeld. Tenslotte wordt een overzicht gegeven van de bij de begroting geraamde bedragen en de werkelijke lasten en baten. Bij afwijkingen groter dan € 25.000 op productniveau tussen de raming en de werkelijke lasten/baten wordt in hoofdlijnen een toelichting gegeven hoe die afwijking is ontstaan. In de kolom “begroting na wijziging” zijn de begrotingscijfers vermeld inclusief de Nota van Actualisatie, de e e 1 en 2 Bestuursrapportage en enkele begrotingswijzigingen die voortvloeiden uit afzonderlijke besluiten van de gemeenteraad. Naast bovenstaande verantwoording is een zevental paragrafen voorgeschreven, te weten: a. Bedrijfsvoering b. Weerstandsvermogen c. Lokale lasten en heffingen d. Verbonden partijen e. Kapitaalgoederen f. Financiering g. Grondbeleid In de vastgestelde Nota financieel beleid 2013 zijn delen van de paragrafen weerstandsvermogen en kapitaalgoederen uitvoerig belicht. Het gaat dan met name om activeren, waarderen en afschrijven, reserves en voorzieningen en het weerstandsvermogen in relatie tot de risico’s. 1
De accountant controleert de jaarrekening (blz 63 t/m 90), de verschillenanalyses per programma en het overzicht van de reserves en voorzieningen (blz 122). Hierop wordt de controleverklaring afgegeven..
1
Dit betreft de blz: 15,16,22,23,26,29,30,33,34,39,40,41,44,45,48,49,55,56,57,60,61,62
5
Financieel resultaat Het financieel resultaat van de jaarrekening bedraagt € 1.546.100 negatief. Dit resultaat is inclusief een (verplichte) winstneming van € 0,64 miljoen uit het grondexploitatiecomplex Rijneiland, een (verplichte) winstneming van € 0,46 het MOB complex en een (verplichte) verliesneming Odijk-West van € 2,42 miljoen. Dit betekent dat de normale bedrijfsvoering sluit met een negatief resultaat van € 227.400 inclusief stortingen en onttrekkingen aan reserves (d.w.z. resultaat na bestemming). Analyse van het financieel resultaat in hoofdlijnen In de analyseparagraaf worden de belangrijkste oorzaken die leiden tot het negatieve resultaat van € 227.400 aangegeven. De belangrijkste oorzaken > € 25.000 worden hieronder vermeld. Deze zijn incidenteel van aard met uitzondering van leerlingenvervoer. De belangrijkste oorzaken van het resultaat zijn: - Actualiseren voorzieningen - Onderuitputting kapitaallasten - Leerlingenvervoer - Centrum Jeugd en gezin (CJG) - Wmo hulpmiddelen en hulp bij het huishouden - Terugvordering bijstandsuitkeringen - Adviezen ODRU - Verhaal inzet ambtelijke uren - Startersleningen en BLS-gelden - Reststroken - Financiering (treasury) - MFA Werkhoven - Algemene uitkering - Stelposten uren - Lagere onttrekking reserves - Overig Saldo jaarrekening normale bedrijfsvoering Winstneming grondexploitatie Rijneiland Winstneming grondexploitatie MOB complex Verliesneming Odijk west Resultaat jaarrekening 2013
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
71.000 167.000 50.000 33.000 126.000 180.000 49.000 43.000 34.000 45.000 420.000 265.000 157.000 200.000 193.000 123.600 227.400 637.900 459.100 2.415.700 1.546.100
N V V V V V V N V V N N V N N V N V V N N
Toelichtingen belangrijkste oorzaken resultaat Actualiseren voorzieningen Jaarlijks moeten de voorzieningen geactualiseerd worden of deze toereikend zijn conform onderliggende berekeningen of onderhoudsplannen. De voorziening wethouderspensioenen moest opgehoogd worden met €100.000 daartegenover kon de voorziening wachtgelden wethouders verlaagd worden met € 30.000. Onderuitputting kapitaallasten Er is onderuitputting op de realisatie van de kapitaallasten, omdat geraamde investeringen nog niet gestart zijn of omdat er vertraging in de investeringen is. Te denken valt aan de investeringen in het kader van de ict, investeringen in het materieel van de gemeentewerf en investeringen in het kader van Salto A12. Leerlingenvervoer De gemeente Bunnik heeft in samenwerking met de gemeenten De Bilt, Houten, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist het leerlingenvervoer opnieuw aanbesteed. De Europese openbare aanbesteding heeft geleid tot gunstigere tarieven ten opzichte van het vorige contract. Dit komt met name door een nieuwe perceelindeling en het daaraan gekoppelde tarief. Dit levert een structureel voordeel van € 50.000 op.
6 Centrum Jeugd en Gezin (CJG) De beschikbare middelen zijn efficiënter en geënt op de nieuwe werkwijze in het kader van de transitie jeugd ingezet hetgeen resulteert in lagere lasten CJG dan begroot. Wmo hulpmiddelen en hulp bij het huishouden Eind 2012 is er gestart met de pilot ‘Het gesprek’ in het kader van de Wmo-kanteling. In de loop van 2013 is besloten dat deze werkwijze voortgezet wordt. Het lijkt erop dat door de pilot ‘Het gesprek’ en het hiermee anders kijken naar de ondersteuningsvraag er aanzienlijk minder voorzieningen zijn aangevraagd en beschikt (circa 35%). Daarnaast is in 2013 is het aantal Wmo-cliënten met een indicatie voor Hulp bij het Huishouden afgenomen. Deze afname is te zien in de daling van het aantal PGB-cliënten en daardoor zijn de lasten voor het PGB gedaald. Tot slot is er een voordeel door hogere inkomsten eigen bijdragen. Door wijziging in de terugbetaal termijnen betalen cliënten makkelijker hun eigen bijdragen terug, bovendien zijn er in 2013 nog bijdragen ontvangen over de jaren 2010, 2011 en 2012. Terugvordering bijstandsuitkeringen (RDWI) Door de RDWI worden veel inspanningen genomen om te voorkomen dat mensen ten onrechte een uitkering ontvangen. Indien in het verleden ten onrechte uitkeringen werden verstrekt, worden er de nodige acties tot terugvordering ondernomen. Voor de gemeente Bunnik is door deze actie het aantal terugvorderingen op (Ex-)Cliënten toegenomen. Dit betekent een voordeel van € 130.000 aangezien dit niet geraamd was. Het definitief vastgesteld gebundeld budget 2013 valt hoger uit dan de oorspronkelijke raming (hogere baten). Daar staat tegenover dat als gevolg van de aanhoudende crisis het aantal bijstandsuitkeringen hoger is uitgevallen dan geraamd. Per saldo is dit een voordeel van € 50.000. Adviezen Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU) De ODRU heeft meer adviezen uitgebracht aan kostendekkende producten. Dit is een voordeel van € 49.000. Verhaal inzet ambtelijke uren In de begroting 2013 is een raming opgenomen ten aanzien van de te ontvangen exploitatiebijdrage voor diverse (woningbouw)projecten. Het initiatief voor deze projecten ligt echter geheel bij derden. Geconstateerd kan worden dat de plannen zoals die in de begroting voor 2013 waren opgevoerd zijn vertraagd. Hierdoor zijn ook de geraamde inkomsten voor inzet van ambtelijke uren niet ontvangen. Startersleningen en BLS-gelden In 2013 is besloten voor een drietal projecten in de gemeente Bunnik startersleningen te verstrekken. Eind 2013 zijn van twee ontwikkelaars afkoopbedragen ontvangen voor de financiering van te vertrekken startersleningen. Omdat de gemeente hierbij uitsluitend fungeert als doorgeefluik (het bedrag dat de ontwikkelaars aan de gemeente overmaken is altijd gelijk aan het bedrag dat naar SVn wordt overgemaakt), is hiervoor geen bedrag in de begroting opgenomen. Dit is een voordeel in 2013 maar zal in 2014 een nadeel zijn. Daarnaast heeft er een eindafrekening van de Besluit Lokaalgebonden Subsidies (BLS)-gelden van het BRU plaatsgevonden. Deze subsidieregeling is beëindigd in 2010. Er was echter nog een bedrag over dat in 2013 naar rato is verdeeld onder de deelnemende gemeenten. Reststroken e In 2013 zijn er een aantal stroken grond verkocht. Bij de 2 Bestuursrapportage 2013 is reeds een opbrengst grondverkoop gemeld. Na het opstellen van deze rapportage zijn er nog een tweetal stukjes grond verkocht. Financiering (treasury) Er zijn hogere lasten op de kostenplaats kapitaallasten. Deze bestaan uit voornamelijk uit hogere rentetoerekening aan de algemene reserve van € 300.000 (conform nota financieel beleid). Dus in plaats dat dit bedrag in de exploitatie komt gaat het naar de algemene reserve. Daarnaast zijn de baten op de kostenplaats kapitaallasten lager door lagere kapitaallasten.. Deze lagere kapitaallasten zijn op financiering een nadeel maar op de overige programma’s een voordeel. (zie toelichting kapitaallasten)
7 MFA Werkhoven Dit betreft een financieel technisch effect. In de begroting 2013 was rekening gehouden met het feit, dat de kapitaallasten van de multifunctionele accommodatie Het Kwartier te Werkhoven volledig afgedekt werden door middel van een doorbelasting naar de balans (vermeerdering boekwaarde). Na ingebruikname van de MFA drukt de kapitaallast volledig op de begroting. Algemene Uitkering De berekening van de algemene uitkering op begrotingsbasis is gebaseerd op de septembercirculaire. Naar aanleiding van de decembercirculaire is de algemene uitkering nog aangepast. Daarnaast zijn er nog bedragen ontvangen als nacalculatie 2011 en 2012. Dit levert een voordeel op van € 152.000. Stelposten uren Deze stelpost bestond uit een te verwachten baat van extra uren op projecten. Meerjarig was dit al uit de begroting gehaald bij de kadernota 2014. Voor het jaar 2013 stond deze baat nog geraamd maar is niet gehaald. Lagere onttrekking reserves In 2013 zijn uitgaven geweest die gedekt zouden worden uit de reserves. In werkelijkheid is er minder onttrokken dan begroot. Daarnaast zijn de resultaten van de bestuursrapportages niet daadwerkelijk onttrokken uit de algemene reserve maar verwerkt in het rekening resultaat. Grondexploitaties Er is een verplichte winstneming op Rijneiland en een verplichte winstneming op het MOB complex genomen. Daarnaast heeft eind 2013 de besluitvorming rond Odijk west plaatsgevonden. Dit betekent een verliesneming op Odijk west die in deze jaarrekening een grote impact heeft op het jaarresultaat. Resultaat voor en na bestemming Bij de bepaling van het rekeningresultaat wordt onderscheid gemaakt tussen het rekeningresultaat voor en na bestemming. Bij het resultaat vóór bestemming worden alle mutaties in bestemmingsreserves die van invloed zijn geëlimineerd. Bij het resultaat na bestemming wordt wel rekening gehouden met die mutaties. Voor bestemming komt het saldo op € 1.035.700 nadelig. De exploitatierekening sluit na bestemming met een nadelig saldo van € 1.546.100 (zie recapitulatie baten en lasten). Hieronder is het verschil van € 510.400 toegelicht. Mutaties reserves verwerkt in het rekeningresultaat 2013 (x €1.000): Algemene reserves Toevoegingen aan algemene reserves 2.895,1 Onttrekkingen aan algemene reserves 5.413,7 -2.518,6 Bestemmingsreserves Toevoegingen aan bestemmingsreserves Onttrekkingen aan bestemmingsreserves
5.260,9 2.231,9 3.029,0 510,4
8 Budgetoverheveling 2013 naar 2014 Allereerst dient de gemeenteraad nog formeel in te stemmen met de overheveling van budgetten 2013 naar 2014. Deze overhevelingen zijn al in het resultaat verwerkt. Bij overheveling gaat het om budgetten die de gemeenteraad in 2013 heeft gevoteerd voor de uitvoering van activiteiten. Deze activiteiten zijn nog niet of niet volledig uitgevoerd en daardoor resteren nog bepaalde budgetten. Om tot volledige uitvoering van deze activiteiten te komen, zijn de resterende budgetten wel nodig. Hiervoor is toestemming van de gemeenteraad nodig. Het betreft de activiteiten/budgetten zoals in onderstaande tabel zijn aangegeven. Overhevelingen incidenteel budget 2013 naar 2014
Inzet buurtsportcoaches Cultuur platform Speelplek Drie Joffergaarde Opleidingen Organisatie ontwikkeling Workshop digitalisering Stelpost Camminghaschool Invoeringskosten jeugdzorg Drank en horecawet
€ 26.400 € 7.700 € 15.000 € 6.300 € 4.700 € 5.000 € 25.000 € 20.000 € 14.000
Totaal overhevelingen 2013
€ 124.100
Toelichting op de overhevelingen groter of gelijk aan € 15.000:
Inzet buurtsportcoaches In 2013 zijn gelden ontvangen voor de invoering van buurtsportcoaches. Het Ministerie van VWS stelt in het kader van het programma ‘Sport en Bewegen in de Buurt’ financiële middelen beschikbaar aan gemeenten voor de inzet van buurtsportcoaches op lokaal niveau. Buurtsportcoaches zijn medewerkers die sport- en beweegaanbod kunnen gaan organiseren, in breed verband. Hierbij kan een combinatie gemaakt worden tussen sport- en beweegaanbieders en andere sectoren zoals onderwijs, cultuur, welzijn, gezondheid en bso/kinderopvang. De taken van de buurtsportcoach kunnen zowel liggen op het vlak van coördinatie en versterken van samenwerking. Deze regeling is het vervolg op de regeling combinatiefuncties, waarover de gemeente Bunnik enkele jaren geleden is geadviseerd. In 2013 is gezocht naar de juiste partner voor het opzetten van dit project. Eind 2013 is duidelijk geworden dat het Sporthuis hiermee aan slag gaat en heeft hiervoor het verdere initiatief genomen. In 2014 zal dit concreet leiden tot voorstellen waarvoor de toegekende middelen ingezet kunnen worden. Daarom wordt gevraagd het budget van € 26.400 over te hevelen naar 2014. Speelplek de Joffergaarde Ieder jaar worden er speellocaties in de gemeente gerenoveerd. Voor 2013 stond de speelplek aan de Drie Jofferengaarde op de planning om opnieuw te worden ingericht met nieuwe speeltoestellen. In een enquête konden de bewoners aangeven waar hun speelbehoefte naar uit ging. Na deze enquête is er een burgerinitiatief ontstaan. Deze bewoners hebben zich opgeworpen om met zelfwerkzaamheden het maximale uit het beschikbare budget te halen. Zij hebben hiervoor meer tijd gevraagd. Daarom wordt voorgesteld om het budget van € 15.000 over te hevelen naar 2014. Stelpost Camminghaschool Het krediet voor de multifunctionele accommodatie De Kersentuin in Bunnik kan in 2014 worden afgesloten. Dit budget van € 25.000 dient daarom te worden overgeheveld van 2013 naar 2014. Invoeringskosten jeugdzorg Om verdere invulling te kunnen geven de transitie jeugdzorg is in de gemeenteraad van 13 maart 2014 besloten een bedrag van € 20.000 over te hevelen naar 2014. Dit bedrag zal worden aangewend voor de implementatie van de jeugdzorg.
9
Voorstel bestemming financieel resultaat Indien wordt ingestemd met voorstaande overheveling wordt voorgesteld een onttrekking aan de algemene reserve van € 1.546.100 te doen. Ontwikkeling algemene reserve 2 De stand van de algemene reserve per 31 december 2013 bedraagt € 8,3 miljoen (exclusief de buffer ten behoeve van risico’s van € 2,2 miljoen). Met de onttrekking van het rekeningresultaat 2013 daalt de algemene reserve met € 1,5 miljoen tot € 6,8 miljoen. De komende jaren (2015 en 2016) zal naar verwachting uitsluitend het resterende positieve resultaat uit de ontwikkeling van het grondexploitatiecomplex Rijneiland, totaal € 0,9 miljoen, aan deze reserve kunnen worden toegevoegd. Hieronder is grafisch het verloop van de algemene reserve over de periode 1-1-2014 tot en met 1-1-2017 weergegeven .
10.000.000 9.000.000 8.000.000 7.000.000 6.000.000 5.000.000 4.000.000 3.000.000 2.000.000 1.000.000 2014
2015
2016
2017
Saldo per 1-1-2014 = 8,3 -1,5 = 6,8 Saldo per 1-1-2015 = 6,8 + 0,5 (Rijneiland) = 7,3 Saldo per 1-1-2016 = 7,3 + 0,4 (Rijneiland) =7,7 Saldo per 1-1-2017 = 7,7
2
De algemene reserve is naar aanleiding van de Nota financieel beleid in 2013 naar beneden bijgesteld aangezien er aparte reserves gevormd zijn zoals reserve dorpshart bunnik en reserve maatregelen verkeer en mobiliteit, zie bijlage reserves en voorzieningen.
10
Bunnik in Balans Eind 2011 heeft de gemeenteraad een bezuinigingspakket vastgesteld ter hoogte van € 525.000 in 2012, oplopend naar € 925.000 in 2015. 2013 was het tweede jaar waarin bezuinigingsmaatregelen voorbereid en/of geïmplementeerd werden. De geplande bezuinigingen zijn in 2013 succesvol doorgevoerd. In de 3 volgende tabel zijn de financiële resultaten opgenomen . De realisatie is mogelijk geweest door de inzet van inwoners, verenigingen, bestuur en organisatie.
Omschrijving Gerealiseerd Totaal taakstelling Verschil (- = tekort)
Verklaring verschil: Niet te realiseren (N)
Frictiekosten (N)
2013
Toelichting
766.900 668.150 98.750
35.000-
3.500-
Eerdere bezuiniging (V)
97.250
Extra bezuiniging (V)
40.000
Totaal verschil
98.750
De belangrijkste oorzaken zijn: De implementatie van de actie ‘adopteer een haag’ heeft meer tijd gevraagd en daardoor is de bezuiniging op de hagen niet in 2013 gehaald. De aanpassing van het eigen bijdrage beleid uitgesteld in afwachting van de wijzigingen in het totale Awbz-pakket als gevolg van de decentralisatie. Het nadeel betreft ook het dubbel ingeboekte voordeel door de sloop van de scouting in Bunnik in 2012. Dit betreft (eenmalige) frictiekosten als gevolg van het afschaffen van de bibliotheekbus. Dit betreft voornamelijk 3 bezuinigingen, die in latere jaren waren gepland, maar al eerder mogelijk zijn gebleken. Het gaat met name om de het spreiden van bestemmingsplannen, de formatiereductie wethouders en een besparing op organisatiekosten door digitalisering. Dit betreft in hoofdzaak 2 bezuinigingen, die meer geld op hebben geleverd, dan verwacht was. Het gaat met name om de aanbesteding van hulpmiddelen en om de aangepaste wijze van onkruidbestrijding.
Naast deze feitelijke realisaties in 2013 is ook gewerkt aan de voorbereidingen voor de bezuinigingen in de jaren 2014 en 2015. De financieel gezien voornaamste onderdelen waren de uitwerking van het proces tot herijking van de subsidiekaders, de invulling van de bezuiniging op het taakveld sport en de voorbereidende maatregelen om het onderhoudsniveau in de openbare ruimte te verlagen.
3
Om deze resultaten zuiver te houden ten aanzien van de realisatie van Bunnik in Balans, is geen rekening gehouden met andere ontwikkelingen die eventueel tot meer of minder kosten hebben geleid. Dat houdt in dat de cijfers niet allemaal direct te herleiden zijn in voorliggende jaarrekening.
11
De Programma’s
12
Programma: 1. Burger en Bestuur Doelstellingen Algemene doelstellingen 1. 2. 3. 4.
Verbeteren van de kwaliteit van de publieke dienstverlening Bestuurskrachtige (lokale) overheid Versterken van de gemeente Door actief te communiceren met interne en externe doel- en publieksgroepen de beeld- en meningvorming over de gemeente Bunnik positief beïnvloeden
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Doorontwikkeling (digitale) dienstverlening In 2013 is de website doorontwikkeld. De burger kan nu zakendoen met de gemeente via de website. Daarvoor zijn koppelingen met SDU (producten- en dienstencatalogus) en Mozard (zaaksysteem) tot stand gebracht en digitale formulieren ontwikkeld waarmee direct een zaak in Mozard aangemaakt wordt. Dit zorgt zowel voor de burger als voor de gemeente voor een efficiënter en transparanter proces, want burgers kunnen op elk moment zien wat de status van zijn aanvraag is en documenten toevoegen aan zijn zaak. Het e-loket biedt ook de mogelijkheid om producten en diensten te bestellen waarvoor betaald moet worden (Ogone) en waarvoor een digitale handtekening nodig is (DigiD). De website biedt meer online gemak en mogelijkheden om te communiceren met de gemeente. De afsprakenmodule is geheel vernieuwd zodat de klant op een makkelijke manier zelf een afspraak kan maken en daarvoor niet meer hoeft te bellen. De website is responsive gemaakt; dat houdt in dat het design zich aanpast op mobiel gebruik (tablet of smartphone), om tegemoet te komen aan het toenemend mobiel gebruik. Er is een koppeling gemaakt met sociale media zoals Twitter, Facebook en een YouTubekanaal, welke in 2014 uitgebreid worden. Ook is een speciale afvalmodule ontwikkeld, waarmee de Bunnikse inwoner actuele informatie kan krijgen over welk soort afval wanneer opgehaald wordt. Deze afvalmodule is mede ontwikkeld als alternatief voor de gedrukte afvalkalender, die vanaf 2014 niet meer verspreid wordt.
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Burger en Bestuur weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2013 zouden worden herzien: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Datum van besluit
Jaartal Herziening
Legesverordening
2013
2012
De legesverordening 2013 is in december 2012 herzien.
Toekomstvisie
2004
2014
In plaats van een Toekomstvisie wordt in 2014 een Strategische Agenda opgesteld
Lokale regelgeving
Toelichting
13 Verordening gemeenschappelijke rekenkamercommissie Vallei en veluwerand 2014
2013
2014
De verordening is in 2013 vastgesteld.
Financiële verordening gemeente Bunnik (art 212)
2013
2013
De verordening is in 2013 vastgesteld.
Gedragscode voor de leden van de gemeenteraad van de gemeente Bunnik
2013
2013
Op 28 november is de gedragscode door de raad vastgesteld.
Collegeprogramma 2010-2014 Samenwerking Binnen het ICT-domein wordt sinds 2012 binnen de Regionale ICTDienst (RID) Utrecht samengewerkt met de gemeenten Baarn, Bunnik, De Bilt, Soest, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurstede en de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug. In 2013 is er gestart met de migratie van de ICT. Hiervoor zijn er door de RID verschillende aanbestedingen uitgeschreven en gegund. Medio 2013 is de RID verhuist naar de structurele locatie bij het gemeentehuis van Utrechtse Heuvelrug in Doorn. Vanaf dat moment konden de rekencentra in Doorn en Soest ingericht gaan worden met apparatuur en is de glasvezelring tussen alle deelnemers gerealiseerd. Op het gebied van intergemeentelijke samenwerking is in 2013 een nieuwe samenwerking tot stand gekomen binnen het sociaal domein met de gemeenten Wijk bij Duurstede, Zeist, Utrechtse Heuvelrug en De Bilt. Ook zijn in 2013 onderzoeken gestart naar samenwerking op het gebied belastingen en de gemeentewerf. Daarnaast werkt de gemeente Bunnik nog altijd samen met Wijk bij Duurstede op het gebied van inkopen, leerplicht en centrum voor jeugd en gezin. Klantcontactcentrum In juni is het Klantcontactcentrum (KCC) na een intensieve voorbereiding succesvol van start gegaan. Doelstelling van het KCC is onder andere om zo veel mogelijk vragen van klanten (via welk kanaal dan ook) bij het eerste contact te beantwoorden. Zo is bijvoorbeeld ook het afhalen van rijbewijzen en reisdocumenten nu gedurende de gehele openingstijden van het gemeentehuis mogelijk, zonder afspraak en direct bij de receptie. Voor onder andere het aanvragen van producten is met de komst van het KCC het werken op afspraken geïntroduceerd. Klanten kunnen via de website (of eventueel telefonisch) een afspraak inplannen, zodat zij exact weten op welk moment zij geholpen worden en de organisatie ervoor kan zorgen dat de juiste medewerker hiervoor beschikbaar is. Toekomstvisie/Strategische agenda In 2004 heeft de gemeente Bunnik haar toekomstvisie vastgesteld. In het collegeprogramma 2010-2014 staat de ambitie om nog in die collegeperiode een herijking uitvoeren; deze ambitie is geconcretiseerd in de programmabegroting van 2013, waarin een nieuwe toekomstvisie is aangekondigd. De basis voor deze nieuwe toekomstvisie is het in 2012 uitgevoerde bestuurskrachtonderzoek (BKO). Begin 2013 is er een regiegroep geformeerd om het vervolgtraject voor het BKO, in de vorm van een Strategische Agenda, vorm te geven. Gedurende het jaar 2013 zijn stappen gezet in de voorbereiding van de Strategische Agenda. In de raadsvergadering van 13 maart 2014 zijn de resultaten van het voorbereidingsproces in de vorm van concrete scenario’s door de Regiegroep ter informatie aangeboden aan de raad. De nieuwe raad kan deze scenariostudie gebruiken bij de opstellen van de Strategische Agenda en alle keuzes die daarbinnen nog gemaakt zullen moeten worden.
14
Nieuw beleid vanuit de Kadernota Samenwerking De intergemeentelijke samenwerking krijgt in U10-verband langzamerhand meer vorm. De U10 is een samenwerking tussen 10 Utrechtse gemeenten, die op uitdrukkelijk verzoek van alle participerende gemeenten niet de vorm van een gemeenschappelijke regeling krijgt. Binnen de U10 zal vrijwillig worden samengewerkt op diverse beleidsterreinen en mogelijk in diverse samenstellingen: het karakter is veel minder verplichtend. Een handvol medewerkers zal vanuit centrumgemeente Utrecht een proces- en netwerkrol vervullen, om zo de samenwerking te stimuleren. De inhoudelijke input komt vanuit de gemeenten zelf, zonder dat er een losstaand ambtelijk apparaat (gelijk het BRU) ontstaat. Invoering Papierloos werken Papierloos vergaderen is in 2013 ingevoerd bij de gemeente Bunnik. De invoering van 'papierloos vergaderen' voor gemeenteraad, college en management heeft een besparing in kopieerkosten opgeleverd. In 2014 zal er ook een reductie van het aantal multifunctionele printers worden gerealiseerd.
Overige Ontwikkelingen BRU (bestuur regio utrecht) Het kabinet Rutte-II heeft het voornemen van het kabinet Rutte-I om de regeling WGR+ af te schaffen doorgezet, wat feitelijk het einde van het BRU zal betekenen. Ten tijde van het schrijven van deze jaarrekening is er nog geen uitsluitsel over de behandeling van het wetsvoorstel ter afschaffing en evenmin van de uitkomst daarvan; de verwachting is echter dat het BRU per 1 januari 2015 zal ophouden te bestaan. Tussen de provincie Utrecht en het BRU bestaat de principeafspraak dat de provincie de verantwoordelijkheden op het gebied van verkeer en vervoer en alle middelen en personeel van het BRU overneemt. Op andere beleidsterreinen zoeken Utrechtse gemeenten naar nieuwe vormen van samenwerking in U10-verband. Communicatie en participatie Het college ziet burgerparticipatie en interactieve beleidsvorming als belangrijk speerpunt. De wensen, behoeften en signalen van burgers, organisaties en ander belanghebbenden uit de samenleving zijn de basis voor de activiteiten in het gemeentehuis. Daarvoor worden onder meer sociale media gemonitord (webcare), peilingen gehouden (in 2013 bijvoorbeeld voor de nieuwe winkeltijdenverordening) en stakeholders betrokken bij ontwikkelingen, evaluaties en nieuw beleid. De pers is actief in Bunnik en dat biedt kansen voor de gemeente. Het aantal perscommunicatiemomenten is zelfs verdrievoudigd in de afgelopen anderhalf jaar.
15
Wat heeft het gekost? Programma 01
Burger en Bestuur Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Lasten en baten
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Bestuursorganen - Bestuurlijke samenwerking - Bestuursondersteuning - Bestuursinstrumenten - Burgerzaken - Dienstverlening
3.489,9 1.434,9 95,3 518,4 364,5 742,3 334,5
3.666,7 1.420,0 95,3 518,4 364,5 741,0 527,5
3.709,9 1.465,4 98,2 513,4 364,5 749,1 519,3
43,345,53,05,0 8,18,2
Baten - Bestuursorganen - Bestuurlijke samenwerking - Bestuursondersteuning - Bestuursinstrumenten - Burgerzaken - Dienstverlening
248,6 10,0 238,6 -
252,2 10,0 242,2 -
302,8 43,3 0,5 259,0 -
50,633,30,516,8-
3.241,3-
3.414,5-
3.407,1-
7,4
Saldo lasten en baten
1.700
Begroot voor wijziging Begroot na wijziging Werkelijk gerealiseerd
1.500 Saldo lasten - baten (€ x 1000)
1.300 1.100 900 700 500 300 100 100Be stu u
Be s
Die rge ns tve r za rso rlij rso rsi rle k ke n rga n e s ni n d n t s rum ers ne am g t n e eu en n ten ni n we g rki ng tuu
Be s
tuu
Be s
tuu
Bu
16
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen (lasten) Bestuursorganen 45,5 Nadeel De voorziening pensioenen wethouders is naar aanleiding van de nieuwe berekeningen bijgeraamd. Dit wordt vooral veroorzaakt door een sterke toename van de pensioenaanspraken van de huidige bestuurders en (in mindere mate) door een toename van de pensioenaanspraken van ex-bestuurders. Dit is een nadeel van € 100.900. De kostenverdeling ondersteuningspakket heeft een voordeel. Dit heeft te maken met lagere opleidingskosten en lagere kosten inhuur. Er is een voordeel op de kapitaallasten bezuinigingen bunnik in balans aangezien deze vorig jaar al afgeschreven was. Dit geeft in 2013 een voordeel van € 6.300. Overig Totaal
€
100.900
N
€
36.200
V
€ € €
6.300 12.900 45.500
V V N
€ € €
29.000 4.300 33.300
V V V
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen (baten) Bestuursorganen 33,3 Voordeel De voorzieningen worden jaarlijks bij de jaarrekening geactualiseerd en bekeken of de omvang voldoende is om toekomstige verplichtingen te kunnen betalen. De voorziening wachtgelden voormalig wethouders is naar beneden bijgesteld zodat dit een voordeel geeft van € 29.000. Overig Totaal:
17
Programma: 2. Openbare orde en Veiligheid Doelstellingen Algemene doelstellingen 1. 2. 3.
Verbeteren van de veiligheid en leefbaarheid Voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar (brandweer) Beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand (crisisbestrijding)
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Lokaal veiligheidsbeleid Eind 2012 is de Veiligheidsmonitor gehouden. De Veiligheidsmonitor is een landelijk uitgevoerd belevingsonderzoek waaraan ook de inwoners van de gemeente Bunnik deelnemen. Met de uitkomsten uit dit onderzoek is met de verschillende partners in veiligheid aan de slag gegaan om te komen tot een nieuw integraal Veiligheidsplan voor de gemeente Bunnik. In de vergadering van de gemeenteraad van 19 december 2013 is het nieuwe Integraal Veiligheidsplan gemeente Bunnik 2014-2018 vastgesteld.
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Openbare orde en Veiligheid weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2013 zouden worden herzien: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Datum van besluit
Lokale regelgeving Evenementbeleid
Jaartal Herziening
Herziening van dit beleid is in 2013 niet mogelijk gebleken. De planning is nu in 2014.
2008
Kadernota Integrale veiligheid Bunnik 20082012
Toelichting
2013
Herziening beleid is gerealiseerd in 2013.
Collegeprogramma 2010-2014 Naast de voorgenomen beleidsontwikkelingen op bestaand beleid zijn geen activiteiten voor 2013 op grond van het Collegeprogramma benoemd.
Nieuw beleid vanuit de Kadernota Veiligheidshuis In de begroting voor 2013 is aangegeven dat de financiële bijdrage die aan het Veiligheidshuis zou moeten worden betaald nog niet bekend was. Het Veiligheidshuis voert taken van en voor de gemeente uit, bijvoorbeeld de Wet tijdelijk huisverbod, de Leerplicht en afspraken ten
18 behoeve van nazorg (ex-)gedetineerden. In 2013 is gebleken dat de kostenverhoging minimaal is geweest. Dit kon binnen de reguliere begroting worden opgevangen.
Drank- en Horecawet In 2012 is een nieuwe Drank en Horecawet vastgesteld en per 1 januari 2013 van kracht geworden. Deze nieuwe wet geeft de gemeente extra taken op het gebied van de drank en horeca, met name op het gebied van toezicht. Er is één taak die verplicht geregeld moet worden en dat is het stellen van regels ter voorkoming van oneerlijke mededinging. In 2013 is gesproken over en onderzoek verricht naar de situatie in Bunnik. Hierbij is met alle betrokkenen, horecaondernemers en paracommerciële instellingen, gesproken over de regels en de wijze van uitvoering. Op basis van deze informatie is het beleidsplan ‘Toezicht en handhaving Drank- en Horecawet’ opgesteld. Renovatie en nieuwbouw brandweerkazernes De Brandweergarages Bunnik en Werkhoven voldoen niet aan arbonormen en veiligheidsrichtlijnen. In 2013 is gestart met het uitwerken van plannen waarbij de brandweerkazernes in Bunnik en Werkhoven voldoen aan de arbo-normen en veiligheidsrichtlijnen op sobere en doelmatige wijze.
Overige Ontwikkelingen Niet van toepassing.
Wat heeft het gekost? Programma 02
Lasten en baten
Openbare orde en veiligheid Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Lasten - Openbare orde - Brandweer - Rampenbestrijding
1.421,6 352,8 976,5 92,3
1.617,3 582,1 942,9 92,3
1.599,8 570,5 940,8 88,5
Baten - Openbare orde - Brandweer - Rampenbestrijding
28,4 24,0 4,4 -
28,4 24,0 4,4 -
36,2 31,7 4,5 -
Saldo lasten en baten
1.393,2-
1.588,9-
1.563,6-
Verschil (A) - (B) (x € 1.000) 17,5 11,6 2,0 3,8 7,87,70,1-
25,4
19
1.800
Begroot voor wijziging Begroot na wijziging
1.600
Werkelijk gerealiseerd
1.400 Saldo lasten - baten (€ x 1000)
1.200 1.000 800 600 400 200 Op en ba re
ord e
Br an dw ee r
Ra
mp en be str ij
din g
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten Geen verdere toelichting op de verschillen aangezien deze kleiner zijn dan €25.000.
20
Programma: 3. Verkeer en Vervoer Doelstellingen Algemene doelstellingen 1. 2.
Instandhouden en verbeteren van de bereikbaarheid en levensvatbaarheid van de gemeente Een verkeersveilige en verkeersluwe gemeente
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Integrale Verkeer en Vervoer Plan (IVVP) In 2013 is gestart met het opstellen van een nieuwe verkeer- en vervoerbeleid. De raad heeft in 2013 de evaluatie van het vigerende beleid (het IVVV 2002) vastgesteld. In 2013 zijn inwoners en instanties verzocht om knelpunten aan te geven, dit gebeurde op een interactieve wijze. Ook werd een brainstormavond georganiseerd waarin de aanwezigen werden uitgenodigd hun visie te geven en input te geven voor het nieuwe beleidsplan. Het leverde veel bruikbare informatie op. In 2014 zal het plan aan de raad ter vaststelling worden voorgelegd. Verbindingsweg Houten-A12 (N421) In 2013 is de verbindingsweg Houten-A12 aanbesteed en is met de aanleg van de wegverbinding gestart. De verwachting is dat deze in de eerste helft van 2015 zal worden opgeleverd. De Provincie Utrecht is opdrachtgever van dit plan. Fietsmaatregelen Fietsfilevrij De gemeente neemt deel aan de aanleg van een fietsfilevrij route tussen Houten en de Bilt. De werkzaamheden worden voor 100% gesubsidieerd via het BRU. Een deel van de route, gelegen aan de zuidzijde van de A12 is al gerealiseerd. Voor 2013 stond het tracé aan de noordzijde van de A12 tussen de van Zijldreef en het Vagantenpad op de planning. Hiervoor waren twee varianten beschikbaar één via de Gildenring en één via het Eikenpad. Na diverse inspraakronde is een keuze gemaakt door het college voor het Eikenpad. In het eerste kwartaal 2014 zal een definitief voorstel daartoe aan de raad ter besluitvorming worden voorgelegd. Het project heeft hierdoor vertraging opgelopen. Het is de bedoeling dat de aanleg van dit tracédeel in 2014 plaats zal vinden. De beschikbare subsidie gelden moet in 2014 worden aangewend anders vervallen deze.
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Verkeer en Vervoer weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2013 zouden worden herzien: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Lokale regelgeving
Integraal Verkeer en Vervoer Plan (IVVP)
Datum van besluit 2002
Jaartal Herziening
Toelichting Evaluatie is in 2012 afgerond. Opstelling nieuw plan is vertraagd en wordt, naar verwachting, in 2014 afgerond.
21
Collegeprogramma 2010-2014 Verkeersmaatregelen buitengebied/gebiedsgerichte aanpak omgeving N229 en de oostelijke ontsluiting Houten Maatregelen doorgaand verkeer: In 2013 is gezamenlijk met de gemeente Houten en onder regie van de Provincie gewerkt aan het opstellen van een mobiliteitsvisie voor het buitengebied, gebiedsgericht, rekening houdend met en afgestemd op de huidige en mogelijk toekomstige functies in het gebied (gebiedsgerichte aanpak). Na aanvankelijk een negatieve uitkomst is in december alsnog de gezamenlijke bestuurlijke intentie uitgesproken om voor de oostelijke ontsluiting van Houten naar de A12 het parallelwegtracé, direct aan de zuidzijde van de A12, te kiezen, in combinatie met een (spits)afsluiting op de N410. Daarmee wordt afgezien van de aanleg van een fietspad langs de N410. Deze afspraken zijn gemaakt onder voorbehoud van instemming door de colleges en de raden. In 2014 zullen definitieve maatregelen na een participatieproces met bewoners worden vastgesteld. Verhogen verkeersveiligheid/snelheidsreductie: In het kader van het opstellen van een visie en de gesprekken rondom de gebiedsgerichte aanpak is in 2013 geen invulling gegeven aan snelheidsremmende maatregelen.
Spoortunnels Bunnik (verlenging Baan van Fectio) Het bestemmingsplan is in 2013 onherroepelijk geworden. Prorail heeft in 2013 gewerkt aan de verwerving van de benodigde gronden en de voorbereiding van de aanbesteding. De grondaankoop voor de langzaamverkeeronderdoorgang (LVO) heeft meer tijd in beslag genomen dan gedacht. Omdat de gronden voor de snelverkeeronderdoorgang (SVO) wel beschikbaar zijn gekomen, is besloten om de beide tunnels los van elkaar aan te besteden. De SVO zal worden opgeleverd in het eerste kwartaal 2016. De verwachting is dat de LVO eveneens in de eerste helft van 2016 opgeleverd wordt.
Nieuw beleid vanuit de Kadernota Mutaties als gevolg van discrepanties in de openbare ruimte In 2013 zijn de gegevens voor de wegen en groen geactualiseerd in kader van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). BGT wordt beschouwd als de opvolger van de Grootschalige BasisKaart Nederland (GBKN). De BGT is een infrastructurele voorziening. De BGT is feitelijk de basisregistratie voor fysieke objecten als wegen, water en terreinen. De discrepanties zijn hiermee weggewerkt. Dit betekent dat die GBKN nu compleet, actueel en metrisch betrouwbaar is en zijn verwerkt in de beheerpakketten.
Overige Ontwikkelingen Aanleg fietspad Oostromsdijkje Het fietspad werd in mei 2013 officieel door de beide wethouders van Houten en Bunnik in gebruik genomen. Daarmee is dit project tot een afronding gekomen. In 2014 zal het te ontvangen subsidiebedrag van BRU en provincie definitief worden vastgesteld.
22
Wat heeft het gekost? Programma 03
Verkeer en vervoer Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Lasten en baten
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Lasten - Wegen - Openbare verlichting - Bruggen - Verkeer en vervoer
2.661,9 1.591,7 278,4 83,4 708,4
2.646,5 1.561,3 285,4 83,4 716,4
2.465,1 1.393,3 281,9 79,9 710,1
Baten - Wegen - Openbare verlichting - Bruggen - Verkeer en vervoer
14,0 8,4 5,7
14,0 8,4 5,7
12,9 3,8 8,5 0,6
Saldo lasten en baten
2.647,9-
2.632,5-
2.000
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
2.452,2-
Begroot voor wijziging
1.800
Begroot na wijziging Werkelijk gerealiseerd
1.600 Saldo lasten - baten (€ x 1000)
1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 We
ge n
Op en ba re
ve rlic
Br ug ge n hti ng
Ve rke er en v
erv oe r
181,4 168,1 3,5 3,5 6,3 1,2 3,80,15,1
180,2
23
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten Wegen 168,1 Voordeel Onderuitputting kapitaallasten; In verband met de nog niet afgeronde besluitvorming rondom de ontwikkelingen ontsluitingsweg N421 en de Oost west verbinding en N411 ( Koningsweg/Achterdijk) zijn de geraamde investeringen Salto A12 (inclusief de investering voor Fort bij Vechten) niet uitgevoerd. Door een andere wijze van straten reinigen ontstaat een voordeel op het product Straatreiniging. Dit wordt mede bepaald door minder veegvuil. De lasten van het product Straatreiniging wegen voor 50% mee in de tariefbepaling voor de rioolrechten. De helft van dit voordeel wordt dan ook gestort in de reserve egalisatie riolering. Deze mutatie is verwerkt op programma 11. Overig Totaal:
€
136.200
V
€ € €
21.500 10.400 168.100
V V V
24
Programma: 4. Economische ontwikkelingen Doelstellingen Algemene doelstellingen 1.
Creëren van een gunstig ondernemersklimaat en voldoende werkgelegenheid
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Economisch Beleidsplan In 2010 is het Economisch Beleidsplan vastgesteld. Bij de vaststelling is aangegeven dat de ambities vanuit dit beleidsplan niet direct uitgevoerd kunnen worden, maar dat op een laag niveau, passend bij de Bunnikse financiële mogelijkheden, de diverse aandachtsvelden nader uitgewerkt worden. Vanuit Bunnik in Balans is besloten om voor de uitvoering van het Economisch Beleidsplan voor 2012 en 2013 geheel geen middelen beschikbaar te stellen. In aansluiting hierop zijn ook de ambities teruggebracht. Op bestuurlijk niveau wordt geparticipeerd in de overleggen met het bedrijfsleven. Dit leidt ook tot concrete acties op bijvoorbeeld het gebied van de inzet van werklozen bij Bunnikse bedrijven. Samenwerking op economisch vlak (Opstellen Plan van Aanpak / Projectplan Bedrijventerrein A12) In het kader van het uitwerken van het Structuurplan gemeente Bunnik, 2007-2015 wordt gewerkt aan een bedrijventerrein langs de A12 (zuidzijde). In dat kader is onderzoek gedaan naar de behoefte op grond van de zogenaamde SER-ladder. Het bedrijventerrein is mede ingegeven vanuit herstructurering, waarbij bedrijven binnen de dorpskernen verplaatst worden en ruimte ontstaat voor binnenstedelijke herontwikkeling naar wonen. Om de plannen verder te brengen is het van belang dat de provincie instemt met deze bedrijvenlocatie. Het bedrijventerrein A12 is opgenomen in de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie. Hierin wordt het niet direct mogelijk gemaakt, maar heeft het de status van “nader te onderzoeken en te onderbouwen locatie”. Het onderzoek naar de fysieke beschikbaarheid en de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het bedrijventerrein A12 maakt onderdeel uit van de mobiliteitsstudie die wordt uitgevoerd door de provincie Utrecht en de gemeenten Houten en Bunnik (zie ook programma 3).
25
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Economische ontwikkelingen weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2013 zouden worden herzien:
OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN. Datum van besluit
Lokale regelgeving Evenementenbeleid
2008
Algemeen Plaatselijke Verordening (APV)
2010
Jaartal Herziening
Toelichting De herziening in 2013 heeft niet plaatsgevonden. De planning is nu in 2014.
2013
Er zijn in 2013 kleine onderdelen van de APV aangepast.
Collegeprogramma 2010 - 2014 Herstructurering bedrijventerreinen In het Economisch Beleidsplan is opgenomen de herstructurering van de bedrijventerreinen. In het Collegeprogramma is het opstellen van een plan van aanpak voor deze herstructureringsopgave opgenomen. De herstructurering heeft een directe relatie met het mogen ontwikkelen van een nieuw bedrijventerrein langs de A12. Gemeente en provincie onderzoeken, door middel van een gebiedsgerichte aanpak, de ruimtelijke haalbaarheid. Eind 2013 is de discussie over de oostelijke ontsluiting weer opgestart, waarbij ook dit punt weer aan de orde kan komen.
Nieuw beleid vanuit de Kadernota In de Kadernota 2013 – 2016 is met betrekking tot Economische ontwikkelingen geen nieuw beleid opgenomen.
Overige Ontwikkelingen Nieuwe winkeltijdenverordening Vanwege een aanpassing van de winkeltijdenwet is een nieuwe winkeltijdenverordening noodzakelijk. In samenspraak met ondernemers en inwoners is in 2013 een nieuwe verordening opgesteld waarin ruimte wordt geboden aan ondernemers om open te gaan op zondag. Stroomkasten op de Meent in Odijk Op De Meent is ten behoeve van de standplaatsen de stroomvoorziening aangepast. Er is nu sprake van een goede en veilige stroomvoorziening voor standplaatshouders door middel van een tweetal stroomkasten gelegen aan weerszijden van de standplaatsen. Oprichting Q4 In de regio wordt op initiatief van de ondernemersverenigingen samengewerkt om de regionale economische uitstraling te verbeteren en Utrecht Oost op de kaart te zetten. De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Bunnik en Zeist nemen hieraan deel.
26
Wat heeft het gekost? Programma 04
Economische ontwikkeling Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Lasten en baten
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Economische aangelegenheden - Markten en standplaatsen
41,8 24,4 17,4
44,3 26,9 17,4
48,6 25,8 22,8
4,31,1 5,4-
Baten - Economische aangelegenheden - Markten en standplaatsen
15,1 15,1
15,1 15,1
16,7 16,7
1,61,6-
Saldo lasten en baten
26,7-
29,2-
31,9-
2,7-
Begroot voor wijziging
1.800
Begroot na wijziging
1.600
Werkelijk gerealiseerd
1.400 Saldo lasten - baten (€ x 1000)
1.200 1.000 800 600 400 200 Ec
on om i sc
he aa ng ele ge nh ed
Ma rkt en en s
tan dp laa tse
n
en
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten en baten Geen verdere toelichting op de verschillen aangezien deze kleiner zijn dan €25.000.
27
Programma: 5. Educatie Doelstellingen Algemene doelstellingen 1. 2. 3. 4.
Kwalitatief goede huisvesting basisonderwijs Handhaven van (openbaar) onderwijs. Ondersteunende maatregelen om kwalitatief goed onderwijs te bieden Aanbieden van (beroeps)onderwijs voor volwassenen
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Vavo-gelden In de programmabegroting is aangegeven dat het algemeen voorbereidend onderwijs voor volwassenen (Vavo) vanaf 1 januari 2013 onder aansturing van het rijk wordt gebracht. Dit is ook daadwerkelijk gebeurd. Een deel van de educatiemiddelen, die deel uitmaken van het Participatiebudget, zijn niet meer door het rijk uitgekeerd. Aangezien er ook geen kosten meer zijn is het één en ander budgetneutraal verlopen.
Overzicht kaders en regelingen In volgend overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Educatie weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2013 zouden worden herzien: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN. Lokale regelgeving
Datum van besluit
Cultuurnota 2008-2012
2008
Jaartal herziening
Toelichting Herziening van de Cultuurnota is in 2013 niet tot stand gekomen. Er moet nog een nieuwe planning worden opgesteld.
Collegeprogramma 2010 - 2014 Multi Functionele Accommodatie (MFA) in Bunnik In oktober 2013 is MFA Kersentuin opgeleverd. In dit gebouw zijn de Anne Frankschool, de Camminghaschool, de muziekschool, de bibliotheek, drie kinderopvangorganisaties en de spelotheek gehuisvest. Het gebouw beschikt over een mooie grote multifunctionele zaal en publieksruimte die door alle organisaties in het gebouw gebruikt kunnen worden. Deze en overige ruimtes in het gebouw zijn ook te huur voor externe organisaties. Het beheer en de verhuur van de multifunctionele ruimtes wordt verzorgd door de beheerstichting Kersentuin. .
Nieuw beleid vanuit de Kadernota
Leerlingenvervoer De gemeente Bunnik heeft in samenwerking met de gemeenten De Bilt, Houten, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist het leerlingenvervoer opnieuw aanbesteed. De nieuwe contracten zijn ingegaan per 1 augustus 2012, schooljaar 2012/2013. De Europese openbare aanbesteding heeft geleid tot gunstigere tarieven ten opzichte
28 van het vorige contract. Dit komt met name door een nieuwe perceelindeling en het daaraan gekoppelde tarief. De routes naar de "dichtbijpercelen" hebben een vaste prijs per rit en de routes naar de "ver-wegpercelen" hebben een tarief per beladen kilometer.
Passend Onderwijs Per 1 augustus 2014 word de Wet passend onderwijs ingevoerd. Dat betekent dat de schoolbesturen verplicht worden om leerlingen zoveel als mogelijk passend onderwijs te bieden binnen het reguliere onderwijs. De gevormde samenwerkingsverbanden van schoolbesturen zijn wettelijk verplicht om een Ondersteuningsplan op te stellen. Hier ligt een samenhang met de jeugdzorg. In 2013 heeft de gemeente overleg gevoerd en informatie verstrekt voor het op te stellen Ondersteuningsplan.
Overige Ontwikkelingen
Primair onderwijs In 2013 heeft het bestuur van de Stichting scholen voor christelijk basisonderwijs te Zeist en omstreken besloten dat de Aquamarijn in Bunnik gesloten zal worden na het einde van het schooljaar 2013/2014. Dit betekent dat protestants-christelijk onderwijs enkel in de kernen Werkhoven en Odijk wordt aangeboden. Het leerlingenaantal van het primair onderwijs is licht gedaald in 2013.
29
Wat heeft het gekost? Programma 05
Educatie Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Lasten en baten
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Lasten - Basisonderwijs - Onderwijsvoorzieningen - Volwasseneneducatie
1.064,6 743,9 260,7 60,0
1.274,8 954,1 260,7 60,0
1.152,6 922,8 212,4 17,3
Baten - Basisonderwijs - Onderwijsvoorzieningen - Volwasseneneducatie
89,8 31,9 3,7 54,2
95,7 37,8 3,7 54,2
19,4 6,7 12,7
Saldo lasten en baten
974,8-
1.179,1-
1.800
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
1.133,2-
Begroot voor wijziging Begroot na wijziging
1.600
Werkelijk gerealiseerd
1.400 Saldo lasten - baten (€ x 1000)
1.200 1.000 800 600 400 200 Ba sis on de rw ij
On de rw s
ijsv oo rzi en ing en
Vo lw a ss
en en ed uc a
tie
122,2 31,3 48,3 42,6 76,3 37,8 3,041,5
45,9
30
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten Basisonderwijs 31,3 Voordeel Het krediet voor de multifunctionele accommodatie De Kersentuin in Bunnik kan financieel pas in 2014 worden afgesloten. Het daarvoor in 2013 geraamde bedrag van € 25.000 is pas in 2014 nodig. Dit budget wordt overgeheveld naar de reserve budgetoverheveling. Deze mutatie (nadeel) wordt verantwoord op programma 11. Dat betekent op dit product een voordeel van €25.000. Overig Totaal:
€ € €
25.000 6.300 31.300
V V V
€ € €
49.800 1.500 48.300
V N V
€ € €
41.500 1.100 42.600
V V V
€ € €
31.100 6.700 37.800
N N N
€ €
41.500 41.500
N N
Onderwijsvoorzieningen 48,3 Voordeel De gemeente Bunnik heeft in samenwerking met de gemeenten De Bilt, Houten, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist het leerlingenvervoer opnieuw aanbesteed. De Europese openbare aanbesteding heeft geleid tot gunstigere tarieven ten opzichte van het vorige contract. Dit komt met name door een nieuwe perceelindeling en het daaraan gekoppelde tarief. Dit levert een structureel voordeel van € 49.800 op. Overig Totaal: Volwasseneneducatie 42,6 Voordeel In de begroting 2013 is rekening gehouden met een last voor volwasseneneducatie (wat onderdeel uitmaakt van het educatie gedeelte van het participatiebudget) van € 54.220. Deze raming is gelijk gehouden met de bijdrage van het rijk voor participatie. In werkelijkheid zijn zowel de lasten als de baat € 12.711. Dit levert hier een voordeel op van € 41.500; echter een nadeel aan de batenkant. Overig Totaal:
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen (baten) Basisonderwijs 37,8 Nadeel Op begrotingsbasis is rekening gehouden met een doorbelasting van multifunctionele accommodatie Het Palet. Deze stond abusievelijk zowel op programma 5 als op programma 7 geraamd. Op rekeningbasis zijn deze baten verantwoord op programma 7, product Gemeentelijke welzijnsaccommodaties. Daardoor ontstaat op dit programma een incidenteel nadeel op van € 31.100. Overig Totaal: Volwasseneneducatie 41,5 Nadeel Op dit product wordt de bijdrage van het rijk voor het participatiebudget, onderdeel educatie verantwoord. De werkelijke bijdrage is € 41.500 lager dan geraamd. Dit levert hier een nadeel op; echter een voordeel aan de lastenkant. Totaal:
31
Programma: 6. Sport, Recreatie en Landschap Doelstellingen Algemene doelstellingen 1. 2. 3.
Versterken van de sportsector en vergroten van de sportdeelname (sport) Behouden en versterken van de kwaliteit en beleefbaarheid van het landschap (Vitaal platteland/landschap) Stimuleren van recreatie en toerisme passend bij het karakter van het Kromme Rijngebied (recreatie en toerisme)
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Beleid recreatie en toerisme gemeente Bunnik In 2013 is de ontwikkelingsagenda Recreatie en Toerisme gemeente Bunnik opgesteld. Met deze agenda laat de gemeente zien op welke manier zij een faciliterende rol wil vervullen en de samenwerking met initiatiefnemers wil aangaan om het recreatief en toeristisch potentieel van de gemeente nog beter te gebruiken. De ontwikkelingsagenda laat zien waar de gemeente Bunnik kansen ziet om de ‘parels’ van de gemeente beter te benutten, de (voornamelijk kleinschalige) recreatie en het toerisme te laten toenemen en de samenwerking tussen ondernemers te bevorderen, ook in relatie met de omliggende regio. De agenda is eind 2013 behandeld in het Open Huis. In januari 2014 is de agenda door de gemeenteraad vastgesteld. Streekhuis/Gebiedscommissie Kromme Rijn/Gebiedscoöperatie O-Gen In 2012 is een einde gekomen aan de gebiedssamenwerking zoals deze vanaf 2007 heeft plaatsgevonden als Gebiedscommissie Kromme Rijn met uitvoering via Streekhuis Kromme Rijn. Provincie Utrecht heeft de voormalige AVP-gebieden (Agenda Vitaal Platteland) samengevoegd in deelgebied West en deelgebied Oost waarin de gebiedscommissie Kromme Rijn een aparte status behield. De bestuurlijke afspraken over de streeksamenwerking liepen tot en met 2013. De uitvoeringsorganisatie van deelgebied Oost wordt vanaf 1 januari 2014 omgevormd naar een gebiedscoöperatie met de naam O-Gen. Dit was nodig om beter en gelijkwaardiger samen te kunnen werken met de verschillende partijen in het gebied (zowel non-overheid en overheid als particulieren). In 2013 heeft de gemeente Bunnik besloten voor een periode van een jaar lid te worden van de coöperatie. In de loop van 2014 zal bekeken worden of lidmaatschap voor volgende jaren zinvol is en verlengd moet worden.
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Sport, Recreatie en Landschap weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2013 zouden worden herzien: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Lokale regelgeving Toeristisch recreatief ontwikkelingsplan (TROP)
Datum van besluit
Jaartal Herziening
2000
2013
Toelichting Ontwikkelingsagenda Recreatie en Toerisme is in januari 2014 vastgesteld.
32
Collegeprogramma 2010 - 2014 Participeren in entrees en poorten In het collegeprogramma is aangegeven dat de gemeente wil participeren in entrees (later toeristische overstappunten genoemd) en poorten. In 2013 heeft de uitvoeringsorganisatie van de gebiedscommissie Kromme Rijn mogelijke locaties gezocht voor toeristische overstappunten in het Kromme Rijngebied. De aanleg van kansrijke toeristische overstappunten en verdere uitwerking van mogelijke locaties zullen in 2014 plaatsvinden.
Nieuw beleid vanuit de Kadernota Sport Het jaar 2012 heeft volledig in het teken gestaan van de evaluatie van de samenwerking met het Sporthuis en het maken van nieuwe afspraken voor de toekomst. Daarnaast moest, vanuit Bunnik in Balans, verder gewerkt worden aan de bezuiniging op het taakveld sport van € 30.000. Ten behoeve van de evaluatie en om de taken en kosten op het gebied van het taakveld sport goed in beeld te krijgen zijn er diverse onderzoeken uitgevoerd. Hierbij is een verdiepend onderzoek verricht naar de samenwerking met het Sporthuis en de financiën die daarmee gemoeid zijn. Uiteindelijk hebben deze onderzoeken geleid tot een rapportage: “Sport op orde”. Deze rapportage is in juni aan de gemeenteraad aangeboden. Daarbij is door de gemeenteraad besloten de relatie met het Sporthuis te handhaven, maar wel onder nieuwe condities. Om de bezuinigingen te kunnen realiseren is het kwaliteitsniveau van het onderhoud verlaagd. Verder is besloten de rol van het Sportplatform te beperken tot belangenbehartiger van sportverenigingen. Tenslotte is besloten om de formatie voor het taakveld sport met 0,1 fte met ingang van 1 januari 2014 te verhogen.
Overige Ontwikkelingen Huurgeschil Bunnik ‘73 Eind 2013 heeft de gemeenteraad ingestemd met de vaststellingsovereenkomst met de sportvereniging Bunnik ’73. Hiermee is een einde gekomen aan een jarenlang conflict over de huursom voor het gebruik van het sportpark. Recreatieschap Utrechtse heuvelrug, Vallei- en kromme Rijngebied (UHVK) In 2013 heeft een discussie plaatsgevonden over de toekomst van recreatie(schappen) in Utrecht en een deel van Noord-Holland. Hier is uitgekomen dat voor het recreatieschap UHVK liquidatie het meest wenselijk is omdat er onvoldoende draagvlak is voor de bestaande samenwerking in relatie tot toekomstige ontwikkelingen. Het schap heeft de leden een verzoek gedaan tot gefaseerde liquidatie (einddatum 1-1-2018) In 2014 wordt een definitief besluit genomen over de liquidatie van het schap.
33
Wat heeft het gekost? Programma 06
Sport, Recreatie en Landschap Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Lasten en baten
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Sport - Recreatieve voorzieningen en landschap
1.167,5 973,3 194,3
1.338,6 1.149,7 188,9
1.291,3 1.116,3 174,9
Baten - Sport - Recreatieve voorzieningen en landschap
338,8 324,5 14,3
384,2 371,3 12,8
403,5 393,3 10,2
19,422,02,6
Saldo lasten en baten
828,8-
954,4-
887,7-
66,7
Begroot voor wijziging 1.700
Begroot na wijziging
1.500
Werkelijk gerealiseerd
Saldo lasten - baten (€ x 1000)
1.300 1.100 900 700 500 300 100 100Sp ort
Re
cre ati e
ve v
oo rz.
en l
an ds c
ha p
47,3 33,4 14,0
34
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten Sport 33,4 Voordeel Het budget voor de inzet van buurtsportcoaches impuls combinatiefuncties is nog geen invulling gegeven. Het levert daarom op dit product een incidenteel voordeel op. Dit budget wordt overgeheveld naar de reserve budgetoverheveling. Deze mutatie wordt verantwoord op programma 11. Overig
€ € €
26.400 7.000 33.400
V V V
35
Programma: 7. Maatschappelijke ondersteuning Doelstellingen Algemene doelstellingen 1.
2.
3.
Een gezonde, sociale en leefbare gemeente waarin het goed toeven is, ook voor kwetsbare groepen (maatschappelijke ondersteuning) Bevorderen van ontplooiingsmogelijkheden en mogelijkheden voor maatschappelijke participatie van kinderen, jeugd en jongeren (jeugd en gezin) In stand houden van cultureel erfgoed binnen de gemeente (cultuur)
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Wmo beleidsplan Eind 2013 was het meerjaren Wmo-beleidsplan halverwege de looptijd. Kort na afloop van het verslagjaar is een tussentijdse evaluatie c.q. actualisatie van dat plan in de gemeenteraad besproken. Geconstateerd werd dat de gemeente de afgelopen jaren op het gebied van de kanteling en de civil society een aantal belangrijke stappen heeft gezet, dat de maatschappelijke ondersteuning er in Bunnik goed bij ligt, dat cliënten over het algemeen tevreden zijn en de uitgaven onder controle. Vooruitkijkend besloot de gemeenteraad om het lokale gezondheidsbeleid te integreren in de nota. Dit is gebeurd door het toevoegen van een prioritair beleidsonderwerp: eenzaamheidssignalering en -bestrijding. Ook besloot de Raad om (binnen bestaande budgettaire kaders) de resterende looptijd van het plan extra in te zetten op mantelzorg. Tenslotte werd besloten de einddatum van het Wmobeleidsplan te koppelen aan de datum inwerkingtreden decentralisatie Awbz-taken (naar verwachting 1-1-2015). Ontwikkelingen GGD Midden-Nederland Het jaar 2013 stond in het teken van de voorbereiding van een gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling (GR) voor de GGD. De aanleiding hiervoor was de Wet Publieke Gezondheid, die verplicht dat er per veiligheidsregio één GGD bestaat. De gemeenteraad heeft, evenals de overige 25 gemeenten in de regio, in november ingestemd met het wijzigen van de GR: per 1 januari 2014 gaan GGD Midden-Nederland (25 gemeenten) en een deel van GG&GD Utrecht (gemeente Utrecht) op in de nieuwe GGD regio Utrecht (GGDrU). Deze gewijzigde GR is aangegaan door alle 26 gemeenten in de veiligheidsregio en provincie Utrecht. Subsidieplafonds Bij de begroting zijn de subsidieplafonds vastgesteld. Toewijzing van subsidies heeft plaatsgevonden conform het door het college vastgestelde subsidieprogramma. Er heeft geen overschrijding plaatsgevonden van het totale subsidieplafond. In 2013 is de herijking van het subsidiebeleid voortgezet en de invulling van de te realiseren bezuinigingen. In januari heeft er een participatieavond met verenigingen plaatsgevonden om hierbij mee te denken. Dit heeft er in geresulteerd dat de bezuinigingen, zoals opgeno-
36 men in Bunnik in Balans, worden gerealiseerd. Besloten is om de subsidies niet te indexeren. Dit heeft effecten op alle subsidies. Daarnaast hebben enkele verenigingen op eigen initiatief bijgedragen aan de bezuinigingen door minder subsidie aan te vragen. De participatieavond heeft verder goede ideeën gegeven voor de nieuwe kaders voor het subsidiebeleid. Dit zal verder opgepakt worden met de invulling van het bezuinigingsproject Bunnikse Kwaliteit.
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Maatschappelijke ondersteuning weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2013 zouden worden herzien:
OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN. Wettelijk kader
Datum van besluit
Algemene Subsidieverordening
2008
Monumentenwet
1988
Lokale regelgeving
Datum van besluit
Cultuurnota 2008-2012
2008
Beleidsregels subsidieverstrekking
2008
Wmo verordening
2009
Jaartal Herziening
Toelichting Herijking gemeentelijk subsidiebeleid is uitgesteld. Herziening vindt op later tijdstip plaats.
Jaartal Herziening
Toelichting Herziening van de Cultuurnota is in 2013 niet tot stand gekomen. Er moet nog een nieuwe planning worden opgesteld. Herijking gemeentelijk subsidiebeleid is uitgesteld. Herziening vindt op later tijdstip plaats. Vanwege vertraging in de transitie van de AWBZ was het niet mogelijk de verordening al in 2013 te herzien. Dit volgt in 2014.
Collegeprogramma 2010 – 2014 Bundeling welzijnsorganisaties In het voorjaar is een lokaal onderzoek naar de haalbaarheid van een bundeling van welzijnsorganisaties gehouden. Dit punt, genoemd in het Collegeprogramma voor 2013, heeft nadrukkelijk de aandacht. Eind 2011 heeft het onderwerp in het kader van de versterking van de civil society een plek gekregen in het Wmo-Beleidsplan 2012-2015. Actie op dit punt is in 2012 ingezet in de vorm van een haalbaarheidsonderzoek. Mede afhankelijk van de uitkomsten daarvan zullen vervolgacties worden ingezet die naar verwachting zullen doorlopen in 2013. Het betreft een proces wat van onder af moet worden vormgegeven. Belangrijke participant in dit proces is Krachtig Kromme Rijn. De gemeente zal dit proces waar het kan ondersteunen. De uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek betreffen diverse aanbevelingen en vervolgacties die vooral betrekking op ontwikkelingen rondom de decentralisaties en de rol van civil society hierin. In 2013 hebben deze daarom ook hun plaats op de Routekaart voor het sociaal domein gekregen. Bovendien zijn de uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek vergeleken met de evaluatie Meerjarenbeleidsplan Wmo 2012-2015. Regelmatig heeft ook de Wmo-raad haar inbreng in deze beleidsstukken gegeven. Enkele aanbevelingen uit het onderzoek worden verder opgepakt. Zoals een vrijwillige hulpdienst en meer coördinatie op het samenspel tussen formele en informele zorg. Deze lijn zal in 2014, ingebed in de Routekaart, worden voortgezet.
37
Nieuw beleid vanuit de Kadernota Routekaart Sociaal Domein Het positieve besluit van de raad over het 'Krediet realisatie Routekaart Sociaal Domein Bunnik' in juni was het startsein voor het project Sociaal Domein Bunnik. De realisatie van deze Routekaart moet ertoe leiden dat we als gemeente er op 1 januari 2015 klaar voor zijn om de nieuwe gedecentraliseerde taken rond Jeugdhulp, AWBZ en Participatiewet goed te kunnen uitvoeren. Er is een projectorganisatie geformeerd en de verschillende werkgroepen (Beleidskaders, Toeleiding, P&O en Inkoop & Financiën) zijn hard aan de slag gegaan. Als eerste product is als basis onder de hele ontwikkeling de Visie Sociaal Domein Bunnik 2013-2018 beschreven en door het college vastgesteld. Andere kaders, met name vanuit rijksniveau, bleken gedurende het jaar nogal eens aan verandering onderhevig. Vanuit het project is hier steeds zo goed mogelijk een mouw aan gepast en is in elk geval steeds een proactieve houding aangenomen. Over deze en andere aspecten (bijvoorbeeld over de start van de pilots Sociaal Team Bunnik en Krachtig Bunnik) is in drie-/vierwekelijkse bijpraatsessies de gemeenteraad continu bijgepraat. De realisatie van de Routekaart heeft in 2013 in de pas gelopen met de opgestelde plannen van aanpak per werkgroep. Transitie jeugdzorg Beleidskaders: De gemeente Bunnik heeft een ‘lokaal beleidsplan jeugdhulp Bunnik’ opgesteld, waarin is beschreven hoe de gemeente invulling geeft aan het nieuwe jeugdstelsel op lokaal niveau. In de concept Jeugdwet staat dat gemeenten voor een aantal vormen van jeugdhulp bovenlokaal samenwerken. De vijf colleges van de gemeenten De Bilt, Bunnik, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist (samen de regio Zuidoost Utrecht) hebben besloten om samen te werken op het sociaal domein. Hier is de gemeenteraad in mei 2013 via een informatienota over geïnformeerd. De gemeenten hebben gezamenlijk het ‘regionaal beleidskader transitie jeugd Zuidoost Utrecht 2014-2018’ opgesteld, waarin de kaders op regionaal niveau zijn opgenomen. Beide stukken zijn eind december aan de gemeentebesturen aangeboden. Pilots: Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Bunnik is gestart met een pilot outreachend werken. De jeugdverpleegkundigen bezoeken de scholen (intern begeleiders, gesprekken met ouders op schoolpleinen) en de peuterspeelzalen en kinderopvang. In de ‘pilot experimenteerregeling’ biedt de provincie de mogelijkheid om maximaal 10% van de doeluitkering jeugdzorg flexibel in te zetten. Gemeenten krijgen hiermee de gelegenheid om in aansluiting op de lokale organisatie een deel van de zorg – onder verantwoordelijkheid van de provincie – te laten uitvoeren door de aanbieders van jeugd- en opvoedhulp die vallen onder de Wet op de jeugdzorg. Samen met Wijk bij Duurstede heeft de gemeente Bunnik gekozen om in te steken op de samenwerking tussen het primair onderwijs en de gemeenten.
38 Invoeringskosten: De toegekende gelden voor de implementatie van de transitie Jeugdzorg zijn en worden ingezet voor de voorbereidende werkzaamheden.
Decentralisatie Extramurale begeleiding (AWBZ) Het hele jaar 2013 is onduidelijkheid geweest over de precieze omvang van de taak die naar de gemeente moet worden overgeheveld. Eind 2013 is, in tegenstelling met de afspraken, bekend geworden dat de AWBZ-functie Persoonlijke Verzorging niet naar de gemeenten zal worden overgeheveld, maar door de zorgverzekeraars zal worden uitgevoerd. Dit betekent ook voor de gemeente Bunnik dat er minder combinaties kunnen worden gemaakt. Er blijft nog steeds grote onduidelijkheid over de taken en de middelen die de gemeente krijgt om de taken uit te voeren. Ondanks de onduidelijkheden zijn de voorbereiding op de decentralisatie opgepakt. In eerste aanleg om de taken lokaal op te pakken, nauw aansluitend bij de bestaande Wmo-taken van de gemeente. In regioverband wordt bekeken welke werkzaamheden in gezamenlijkheid kunnen worden opgepakt (inkoop en doelgroepenvervoer). Eind 2013 is de transitienota AWBZ/Wmo afgerond. Bij het tot stand komen van de nota is gebruik gemaakt van de uitkomsten van de reeds in 2012 gehouden ‘werkateliers’ en de regionale marktconsultatie (september 2013). Bezuinigingen AWBZ/Wmo-voorzieningen In de begroting is melding gemaakt van de tussentijdse bezuinigingen op het gebied van de AWBZ, de Zorgzwaartepakketten 1-3. Onduidelijk was of de gemeenten nog extra geld zouden krijgen en wat eventueel de directe consequenties van dit rijksbeleid voor de gemeente is. Er zijn dit jaar geen extra gelden hiervoor ontvangen en er is geen verhoging aan de vraagzijde geconstateerd. Evaluatie Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Het jaar 2013 stond in het teken van doorontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Er is een pilot gestart waarin outreachend werken centraal staat: jeugdverpleegkundigen en maatschappelijk werker bezoeken scholen en kinderopvang. Daarnaast is er een pilot experimenteerruimte in het kader van (transitie) jeugdzorg gestart. In de nota ‘Centrum voor jeugd en gezin gemeente Bunnik’ is aanbevolen om twee jaar na de start van het CJG (in november 2011) een evaluatieonderzoek uit te voeren. Dit onderzoek heeft in 2013 plaatsgevonden. Begin 2014 volgt hiervan een beknopte rapportage. Regiotaxi Door het Algemeen Bestuur van het BRU is besloten om de verdeling van de kosten van de Regiotaxi tussen de BRU en de deelnemende gemeenten aan te passen. Vanaf 1 januari 2013 draagt de BRU nog maar een vast bedrag bij aan de Regiotaxi. Hierdoor is de ‘open-einde’ regeling volledig bij de deelnemende gemeenten komen te liggen. Het vaste bedrag van de BRU wordt in enkele jaren afgebouwd tot één vast bedrag. Tevens is er een nieuwe verdeling van de bijdragen van de individuele gemeenten afgesproken. De uitkomst van de nieuwe verdeling van de kosten heeft geleid tot een hogere bijdrage voor de kosten voor Regiotaxi.
Overige Ontwikkelingen
39
Wat heeft het gekost? Programma 07
Maatschappelijke ondersteuning Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Lasten en baten
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Lasten - Monumenten - Dorp- en buurtbeleid - Beleid voor kwetsbare burgers - Jeugdbeleid - Integraal beleid maatschappelijke opvang - Gemeentelijke welzijnsaccommodaties
4.295,5 25,6 493,0 2.235,6 637,7 722,8 180,8
4.462,1 25,6 494,8 2.277,9 702,5 724,0 237,2
4.191,9 19,2 473,7 2.192,5 662,2 636,5 207,8
Baten - Monumenten - Dorp- en buurtbeleid - Beleid voor kwetsbare burgers - Jeugdbeleid - Integraal beleid maatschappelijke opvang - Gemeentelijke welzijnsaccommodaties
704,6 300,4 224,1 180,1
713,7 300,4 224,1 189,2
634,4 341,6 0,3 133,8 158,9
3.591,0-
3.748,4-
3.557,5-
Saldo lasten en baten
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
1.800 Begroot voor wijziging
1.600
Begroot na wijziging
1.400
Werkelijk gerealiseerd
1.200 Saldo lasten - baten (€ x 1000)
1.000 800 600 400 200 200400600Mo nu me
Do nte n
rpen b
Be lei d uu rtb
ele id
kw e
tsb
Je ug db ele id
are b
urg ers
Int eg r.
be lei d
Ge m. we lzij ns ma ac ats co mm ch .op od va ati ng es
270,1 6,4 21,0 85,4 40,3 87,5 29,4 79,3 41,20,390,4 30,3
190,9
40
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen (lasten) Beleid voor kwetsbare burgers 85,4 Voordeel Eind 2012 is er gestart met de pilot ‘Het gesprek’ in het kader van de Wmokanteling. In de loop van 2013 is besloten dat deze werkwijze voortgezet wordt. Het lijkt erop dat door de pilot ‘Het gesprek’ en het hiermee anders kijken naar de ondersteuningsvraag er aanzienlijk minder voorzieningen zijn aangevraagd en beschikt (circa 35%). In 2013 is het aantal Wmo-cliënten met een indicatie voor Hulp bij het Huishouden afgenomen. Deze afname is te zien in de daling van het aantal PGB-cliënten en daardoor zijn de lasten voor het PGB gedaald. Eind 2012 is er gestart met de pilot ‘Het gesprek’ in het kader van de Wmokanteling. In de loop van 2013 is besloten dat deze werkwijze voortgezet wordt. Door de andere wijze van indiceren door middel van ‘Het gesprek’ zijn er minder indicatieadviezen aangevraagd bij de MO Zaak. Overig
€
45.200
V
€
24.400
V
€ € €
12.500 3.300 85.400
V V V
€
21.000
N
€
23.400
V
€ € €
33.200 4.700 40.300
V V V
€ € €
73.200 14.300 87.500
V V V
€ €
5.000 7.700
V V
€ € €
6.100 10.600 29.400
V V V
Jeugdbeleid 40,3 Voordeel Er is een schadeloosstelling betaald voor een schuifwand in het dorpshuis te Odijk. Dit betreft de frictiekosten van de in 2012 geïmplementeerde bezuinigingsmaatregel “sluiten consultatiebureau Odijk” uit Bunnik in Balans. Van de beschikbare middelen Transitie jeugdzorg zijn nog niet alle activiteiten in 2013 uitgevoerd. In de raad is besloten om dit bedrag over te hevelen naar 2014. Lagere lasten CJG dan begroot, de beschikbare middelen zijn efficiënter en geënt op de nieuwe werkwijze in het kader van de komende transitie jeugd ingezet. Overig
Integraal beleid maatschappelijke opvang 87,5 Voordeel Als gevolg van de economische ontwikkelingen is de uitstroom naar werk door reintegratie achtergebleven bij de afspraken. Tevens blijft daarmee de afname van vacatures achter bij de prognoses. Overig
Gemeentelijke welzijnsaccommodaties 29,4 Voordeel De onderhoudskosten zijn lager uitgevallen bij jeugdaccommodatie Odijk Wegens de sluiting van de Aquamarijn is de huur komen te vervallen. Onderuitputting op de realisatie van kapitaallasten doordat nog geen invulling is gegeven aan het opstellen van het accommodatiebeleid. Overig
41
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen (baten) Beleid voor kwetsbare burgers 41,2 Voordeel Het voordeel op dit onderdeel wordt veroorzaakt door hogere inkomsten eigen bijdragen. In 2010 is het maximaal aantal terugbetaal termijnen gewijzigd van 9 naar 39. Hierdoor betalen cliënten makkelijker hun eigen bijdragen terug, maar zijn er in 2013 nog bijdragen ontvangen over de jaren 2010, 2011 en 2012.
€ €
41.200 41.200
V V
€ € €
94.400 4.000 90.400
N V N
€
12.300
N
€ € €
10.200 7.800 30.300
N N N
Integraal beleid maatschappelijke opvang 90,4 Nadeel Als gevolg van achterblijvende resultaten inzake re-integratie, laat de rijksuitkering een tekort zien tov de prognose Overig
Gemeentelijke welzijnsaccommodaties 30,3 Nadeel Wegens de sluiting van de Aquamarijn is de huur komen te vervallen. Dit levert hier een nadeel op en aan de lastenkant een voordeel De lasten verband houdende met het gebruik van water en elektra welke worden doorbelast aan de huurders van de peuterspeelzalen (in Het Palet) zijn lager uitgevallen, hetgeen resulteert in lagere opbrengsten. Overig
42
Programma: 8. Inkomen en Werkgelegenheid Doelstellingen Algemene doelstellingen 1.
2. 3.
Iedere inwoner beschikt tenminste over een inkomen op het voor hem haar geldende bijstandsniveau (armoedeproblematiek) Bijstandsgerechtigden die kunnen werken stromen zo snel mogelijk uit naar werk (meer mensen aan het werk) Iedere inwoner is financieel gezien in staat voldoende maatschappelijk te participeren in werk of verenigingsleven
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid In dit programma zijn geen relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid.
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Inkomen en Werkgelegenheid weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2013 zouden worden herzien: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Datum van besluit
Lokale regelgeving
Jaartal Herziening
Toelichting
Collegeprogramma 2010 – 2014 Naast de voorgenomen beleidsontwikkelingen op bestaand beleid zijn geen activiteiten voor 2013 op grond van het Collegeprogramma benoemd.
Nieuw beleid vanuit de Kadernota Invoeren Wet werken naar vermogen Met het aantreden van het Kabinet Rutte II werd de beoogde Wet werken naar vermogen omgedoopt naar Participatiewet. De Regionale Dienst Werk en Inkomen zal de nieuwe wet gaan uitvoeren. In afwachting van duidelijkheid uit Den Haag hebben de regionale voorbereidingen geruime tijd stil gestaan. Begin december werd de wet dan eindelijk ingediend in de Tweede Kamer. Op dat moment werd ook de regionale projectorganisatie Participatiewet gereactiveerd. De Participatiewet zal naar verwachting op 1 januari 2015 in werking treden.
Overige Ontwikkelingen Ontwikkeling cliëntenbestand Regionale Dienst Werk en Inkomen Als gevolg van de economische teruggang van de afgelopen jaren neemt het aantal bijstandsgerechtigden landelijk reeds enkele jaren
43 toe. Gezien onder meer de arbeidsmarktkenmerken lijkt in de regio midden Nederland sprake van een iets uitgesteld effect, dat zich in het afgelopen jaar erg sterk heeft gemanifesteerd. Waar Bunnik eind 2012 76 inwoners met recht op bijstand had is dat aantal eind 2013 gestegen tot 96. Door het beschikbaar komen van ruimere rijksbudgetten voor de uitkeringen en door de ontschotting binnen de Regionale Dienst Werk en Inkomen zijn de budgettaire effecten voor de Bunnikse begroting van dit oplopende aantal uitkeringsgerechtigden weliswaar beperkt, maar sociaal-maatschappelijk biedt dit grote zorgen. Via onder meer een aanvalsplan Jeugdwerkloosheid wordt getracht hier iets aan te doen.
44
Wat heeft het gekost? Programma 08
Inkomen en werkgelegenheid Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Lasten en baten
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Inkomensvoorzieningen - Werkgelegenheidsvoorzieningen
2.145,8 1.566,3 579,5
2.164,4 1.584,9 579,5
2.199,1 1.697,9 501,1
34,7113,078,3
Baten - Inkomensvoorzieningen - Werkgelegenheidsvoorzieningen
1.474,2 958,8 515,4
1.474,2 958,8 515,4
1.695,8 1.251,6 444,3
221,7292,871,2
Saldo lasten en baten
671,6-
690,2-
503,2-
Begroot voor wijziging 1.700
Begroot na wijziging
1.500
Werkelijk gerealiseerd
Saldo lasten - baten (€ x 1000)
1.300 1.100 900 700 500 300 100 100Ink o
me ns vo orz i
We en ing en
rkg ele g
en he ids
vo
orz ien ing en
187,0
45
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen (lasten) Inkomensvoorzieningen 113,0 Nadeel Als gevolg van de aanhoudende crisis is het aantal bijstandsuitkeringen hoger uitgevallen dan geraamd. De effecten van de economische crisis worden steeds duidelijker merkbaar. Door de RDWI worden veel inspanningen genomen om te voorkomen dat mensen ten onrechte een uitkering ontvangen. Indien in het verleden ten onrechte uitkeringen werden verstrekt, worden er de nodige acties tot terugvordering ondernomen. Voor de gemeente Bunnik is door deze actie het aantal terugvorderingen op (Ex-) Cliënten toegenomen. Dit betekent een voordeel van € 130.000 aangezien dit niet geraamd was. Overig
€
248.000
N
€ € €
131.000 4.000 113.000
V V N
€
71.000
V
€ €
7.300 78.300
V V
€ €
292.800 292.800
V V
€ € €
71.000 200 71.200
N N N
Werkgelegenheidsvoorzieningen 78,3 Voordeel In de begroting 2013 is rekening gehouden met een last voor de uitvoering van de sociale werkvoorziening van € 515.000. Deze raming is gelijk gehouden met de bijdrage van het rijk voor de uitvoering van deze taak. In werkelijkheid zijn zowel de lasten als de baat € 444.000. Dit levert hier een voordeel op van € 71.000; echter een nadeel aan de batenkant Lagere lasten kinderopvang als gevolg van de hogere bijdrage van doelgroepouders
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen (baten) Inkomensvoorzieningen 292,8 Voordeel Het definitief vastgesteld gebundeld budget 2013 valt hoger uit dan de oorspronkelijke raming (op basis van ontwerpbegroting 2013 RDWI), inclusief aanvullende uitkering.
Werkgelegenheidsvoorzieningen 71,2 Nadeel Op dit product wordt de bijdrage van het rijk voor de uitvoering van de sociale werkvoorziening verantwoord. De werkelijke bijdrage is € 71.000 lager dan geraamd. Dit levert een nadeel op; echter een voordeel aan de lastenkant Overig
46
Programma: 9. Milieu Doelstellingen Algemene doelstellingen 1. 2.
3.
Het behouden, en waar mogelijk verbeteren, van een gezonde, veilige en prettige leefomgeving Inzamelen en transporteren van afvalwater en hemelwater in het kader van de volksgezondheid en de kwaliteit van de woonomgeving (waterkwaliteit) Verwijderen van afval uit de bewoonde omgeving in het kader van het bevorderen van de volksgezondheid en de kwaliteit van de woonomgeving
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (vGRP) In 2013 is uitvoering gegeven aan het beleid en de maatregelen als vastgelegd en beschreven in het in 2012 door de raad vastgestelde vGRP. In het planjaar is een Wateroverlastkaart opgesteld die inzicht geeft in waar mogelijk wateroverlastsituaties optreden bij zeer zware neerslag. In onze gemeente blijken die zich vrijwel niet voor te doen. Daarnaast is een studie uitgevoerd naar mogelijke locaties, wijken, straten, waar zich reële mogelijkheden voordoen om het hemelwater van de riolering te ontkoppelen. Op natuurlijke momenten, zoals vervanging van riolering, kan de planvorming hierop worden afgestemd bijvoorbeeld door de aanleg van een aparte hemelwaterriolering. Daarnaast zijn ook in 2013 grondwatermetingen uitgevoerd in Werkhoven, in samenwerking met het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden (HDSR). De dorpsraad is hierbij nauw betrokken. In 2014 zullen de resultaten van circa 2 jaar meten, worden geëvalueerd. Daarnaast is uitvoering gegeven aan het reguliere onderhoud en de reiniging van bepaalde delen van de riolering. De Rioleringinspecties zijn uitgevoerd. Naar aanleiding van dit onderzoek is een maatregelenpakket opgesteld “Rioolmaatregelen Bunnik, Odijk en Werkhoven 2013” Deze maatregelen worden nu, gecombineerd voor zowel 2013 en 2014, uitgevoerd. Evaluatie Gemeentelijk waterplan In 2013 is de nadruk gelegd op de regionale samenwerking in de waterketen (WINNET). Onze gemeente participeert daarin met nog 13 andere gemeenten onder regie van het Hoogheemraadschap. Doel is te komen tot efficiencyoordelen, het verminderen van kwetsbaarheid en het komen tot kwaliteitsverbetering. In 2013 is in dit kader veel inzet gepleegd om te komen tot een regionaal afvalwaterbeleid. Ook de nieuwe grondwatertaken zijn daarin betrokken en worden in 2014 verder uitgewerkt. De resultaten van deze samenwerking kunnen worden betrokken bij de evaluatie en actualisatie van het waterplan, dat in 2008 door de raad is vastgesteld. Het bleek daarom niet opportuun om het waterplan te evalueren vooruitlopend op de resultaten van de regionale samenwerking. De evaluatie van het waterplan is voorzien in de tweede helft van 2014.
47
Evaluatie milieubeleidsplan In 2013 is de evaluatie van het Milieubeleidsplan aangeboden aan de gemeenteraad. Daarbij is aangegeven dat er geen nieuw milieubeleidsplan vanuit een breed perspectief zal worden opgesteld. Wel is aangegeven dat bekeken zal worden op welke onderdelen de gemeente nog wel actie zal ondernemen. Hierbij is in de eerste opzet gekozen voor duurzaamheid. In het najaar is daarmee gestart met een brainstormavond waaraan alle inwoners konden deelnemen. Een aantal partijen ontvingen een specifieke uitnodiging. De resultaten van deze inspirerende avond worden meegenomen in het nieuwe milieubeleidsplan dat in de vorm van een duurzaamheidprogramma zal worden opgesteld. In de eerste helft van 2014 zal dat aan de raad ter vaststelling worden aangeboden. Milieubeleid Veel aandacht was nodig voor ongewenste ontwikkelingen bij de Omgevingsdienst. Door niet geautoriseerde uitgaven kwam de ODRU in financieel zwaar weer. Dat betekent een flinke financiële tegenvaller voor de in de ODRU deelnemende gemeenten. De raad is een aantal keren over deze ontwikkelingen geïnformeerd.
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Milieu weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2013 zouden worden herzien: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Lokale regelgeving
Datum van besluit
Jaartal Herziening
Toelichting
2008
2014
Het Waterplan is nog niet herzien. Dit is verschoven naar 2014.
Waterplan Bunnik 2008-2013
Afvalstoffenbeleidsplan 2004-2012
2004
Het afvalstoffenbeleidsplan is in 2013 geëvalueerd via een zogenaamd art. 2013a onderzoek. De herziening moet nog volgen.
Collegeprogramma 2010 – 2014 Naast de voorgenomen beleidsontwikkelingen op bestaand beleid zijn geen activiteiten voor 2013 op grond van het Collegeprogramma benoemd.
Nieuw beleid vanuit de Kadernota Verhoging tarieven milieubijstandscontract Bij de programmabegroting is aangegeven dat in de discussie tot het komen tot een omgevingsdienst wordt meegenomen de tarieven voor het afnemen van producten. Zoals hiervoor al aangegeven is dit jaar veel energie gestoken in de organisatie van de ODRU (zie hiervoor). De tarieven van de diensten zijn direct gekoppeld aan de organisatie van de werkzaamheden. De discussie met en binnen de ODRU is nog niet afgerond. Afvalstoffenbeleidsplan In 2013 heeft een art. 213a onderzoek plaats gevonden naar de doeltreffendheid van het inzamelbeleid van de gemeente Bunnik. De resultaten zullen worden verwerkt in een beleidsvoorstel over de wijze waarop wij in Bunnik de komende jaren met afval willen omgaan.
48
Overige Ontwikkelingen Wat heeft het gekost? Programma 09
Milieu Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Lasten en baten
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Lasten - Afval - Rioleringen - Milieubeheer
2.427,1 1.130,7 837,4 459,0
2.686,6 1.144,7 998,6 543,2
2.528,9 1.069,9 940,1 518,9
Baten - Afval - Rioleringen - Milieubeheer
2.295,5 1.263,9 1.031,7 -
2.636,1 1.289,9 1.346,3 -
2.723,5 1.321,5 1.353,1 48,9
Saldo lasten en baten
131,6-
50,4-
194,6
Verschil (A) - (B) (x € 1.000) 157,7 74,9 58,5 24,3 87,431,66,948,9-
245,1
Begroot voor wijziging Begroot na wijziging
1.700
Werkelijk gerealiseerd 1.500 1.300 1.100 Saldo lasten - baten (€ x 1000)
900 700 500 300 100 100300500Afv
al
Rio le
rin ge n
Mi
lie
ub eh ee r
49
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten Afval 74,9 Voordeel In 2013 zijn de kosten voor het inzamelen en het afvoeren en verwerken van GFTen restafval lager. Dit levert een voordeel op van € 71.900 op dit product. Dit wordt gestort in de reserve egalisatie reiniging. Deze mutatie is verantwoord op programma 11. Overig Totaal:
€ € €
71.900 3.000 74.900
V V V
€ €
58.500 58.500
V V
€
48.900
N
€ € €
49.000 24.200 24.300
V V V
€
14.200
V
€ €
17.400 31.600
V V
€ €
48.900 48.900
V V
Rioleringen 58,5 Voordeel In september 2012 is het vernieuwde Gemeentelijk RioleringsPlan 2012-2016 (vGRP) vastgesteld. Op basis hiervan zijn de ramingen voor riolering c.a. aangepast. De plannen worden momenteel verder uitgewerkt; de daaruit voortvloeiende lasten (bijvoorbeeld advies- en onderzoekskosten) zullen in 2014 en volgende jaren volgen. Dit betekent voor 2013 een incidenteel voordeel op dit product van € 58.500. Totaal: Milieubeheer 24,3 Voordeel Er is een subsidiebudget ontvangen van € 48.870 voor de voorbereiding van en begeleiding tijdens de uitvoering van gevelmaatregelen voor circa 70 woningen. Hiervoor is een verplichting opgenomen. Lagere bijdrage aan de ODRU door minder adviezen op het gebied van milieu. Dat leidt op dit product tot een voordeel. Op andere producten zijn meer adviezen uitgebracht. Dit betreft adviezen op kostendekkende producten waardoor er geen nadeel tegenover staat. En is dit voordeel een voordeel op het rekeningresultaat. Overig Totaal:
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen baten Afval 31,6 Voordeel Per jaar wordt een bijdrage ontvangen voor het gescheiden inzamelen van papier, verpakkingsmateriaal, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Er is een hogere bijdrage ontvangen dan geraamd. Dit levert op dit product een voordeel op van € 14.200. Dit wordt gestort in de reserve egalisatie reiniging. Deze mutatie is verantwoord op programma 11. Bedrijven kiezen vaker voor particuliere aanbieders voor het ophalen van bedrijfsafval. Hierdoor neemt het aantal op te leggen reinigingsheffingen af en dus ook de opbrengst. Voor 2013 is er een lagere opbrengst van € 6.400. Daarnaast neemt door areaaluitbreiding en vestiging van meerpersoonshuishoudens de opbrengst afvalstoffenheffing toe. Dit betekent voor 2013 een meeropbrengst van € 23.800. Dit wordt eveneens gestort in de reserve egalisatie reiniging. Deze mutatie is verantwoord op programma 11. Totaal: Milieubeheer 48,9 Voordeel Er is een subsidiebudget ontvangen van € 48.870 voor de voorbereiding van en begeleiding tijdens de uitvoering van gevelmaatregelen voor circa 70 woningen. Dit moet resulteren in onder andere de opstelling van een definitief saneringsprogramma. Totaal:
50
Programma: 10. Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving Doelstellingen Algemene doelstellingen 1. 2. 3. 4.
5.
6.
Duurzame ruimtelijke ordening met een integrale afweging tussen ruimtelijk relevante belangen (ruimtelijke ordening). Verminderen regeldruk op het gebied van ruimtelijke ordening en woonomgeving (verminderen regeldruk). Nastreven evenwichtig woningaanbod en voorzien in de woningbehoefte van eigen burgers (bouwen en wonen). Het bijdragen aan een prettig en veilig woon-, werk- en leefklimaat respectievelijk de openbare ruimte door middel van instandhouding en inbreng van natuur en ecologische elementen (woonomgeving). Bescherming waardevol bestaand groen en waarborgen aanplant groen bij nieuwe ontwikkelingen en zorgen voor gezond en veilig bomenbestand. Vergroten van de leefbaarheid voor kinderen en jongeren en stimuleren buitenspelen kinderen.
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Bestemmingsplannen In 2013 is gewerkt aan verschillende bestemmingsplannen. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt in algehele herzieningen van bestemmingsplannen en partiële plannen. Bij deze laatste categorie gaat het veelal om plannen van derden, welke een specifieke ontwikkeling mogelijk maken. Voor 2013 stond de laatste fase van het herzieningenprogramma op de rol. Concreet is in dit kader gewerkt aan de algehele herziening van de plannen voor de dorpen Bunnik, Odijk en Werkhoven. Deze plannen zijn conform planning vastgesteld in de periode april – oktober 2013. De andere twee algehele herzieningen waaraan gewerkt is, zijn Vinkenburg en De Raaphof. Het eerste plan heeft betrekking op de gronden welke van oorsprong onderdeel uit maakte van het beoogde woongebied Odijk-west. Omdat de ontwikkeling van dit gebied op een andere wijze tot stand komt en er, ingegeven vanuit wet- en regelgeving, behoefte was aan een actueel planologisch kader is dit plan in procedure gebracht en in september 2013 vastgesteld. Het plan sluit qua bebouwings- en gebruiksmogelijkheden in overwegende mate aan op het bestemmingsplan Buitengebied Bunnik 2011. Het plan De Raaphof heeft betrekking op het bestaande bedrijventerrein Kassing De Raaphof (Schoudermantel 52). Met het plan wordt een actueel planologisch kader beoogt voor vergunningverlening en handhaving. Het plan is medio 2013 als voorontwerp plan ter inzage gelegd en toegestuurd aan de vooroverlegpartners. De besluitvorming over dit plan is voor medio 2014 voorzien. In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is nu opgenomen dat bestemmingsplannen om de 10 jaar herzien moeten worden. Naast deze algehele herzieningen zijn verschillende partiële plannen opgepakt of is de procedure vervolgd. Het gaat onder andere. om de
51 plannen: uitbreiding St. Stevenskerk, Zeisterweg 103-105, Spoorkruisingen Bunnik, Diaconieerf, Schoudermantel 32 en Landje van Kemp.
Invoering stelsel van Basisregistraties Voor de belangrijkste ontwikkelingen in 2013, wordt verwezen naar ‘Nieuw beleid vanuit de Kadernota’. Onderhoud openbare ruimte Voor 2013 gold een bezuinigingstaakstelling € 50.000 in te boeken door te besparen op het onderhoudsniveau van de openbare ruimte. Er zijn een aantal maatregelen geselecteerd waarop de bezuinigingen zullen worden gerealiseerd, de raad is daarover geïnformeerd. De bezuinigingen zijn gevonden in o.a. het beperken van het aantal snoeibeurten, stoppen met ongediertebestrijding, beperken onderhoud boomspiegels etc. Er is daarbij een belangrijke rol voor burgers weggelegd, dit past in het beleid van participatie zoals het college dat voorstaat. Daarmee worden de gevolgen van de bezuinigingen ook ingeperkt.
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2013 zouden worden herzien: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Datum van besluit
Jaartal Herziening
Monumentenwet
1988
2013
De Monumentenwet is in 2013 herzien.
Bouwbesluit
2012
2013
Het Bouwbesluit is in 2013 herzien.
Datum van besluit
Jaartal Herziening
Regionale Huisvestingsverordening
2006
jaarlijks
Algemene plaatselijke verordening (APV)
2010
2013
Er zijn in 2013 kleine onderdelen van de APV aangepast.
Nota grondbeleid
2008
2014
Deze nota is in 2013 herzien, deze zal begin 2014 vastgesteld worden
Wettelijk kader
Lokale regelgeving
Toelichting
Toelichting
Bestemmingsplan Dorpen Bunnik, Odijk en Werkhoven
2003
2013
Het bestemmingsplan is gesplitst in 3 plannen (per dorp). De 3 plannen zijn in 2013 door de gemeenteraad vastgesteld.
Integraal handhavingsbeleid 2012 - 2015
2012
2013
Jaarlijks worden kleine herzieningen doorgevoerd.
Collegeprogramma 2010 - 2014 Naast de voorgenomen beleidsontwikkelingen op bestaand beleid zijn geen activiteiten voor 2013 op grond van het Collegeprogramma benoemd.
Nieuw beleid vanuit de Kadernota
52
Implementatie stelsel van basisregistraties In de komende jaren staat de gemeente voor de (wettelijke) opgave en uitgave voor voor de aanschaf of aanpassing van informatiesystemen en begeleiding van de invoering van bestaande en nieuwe basisregistraties. Komende jaren zullen vooral in het teken staan van de invoering van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT), het Handelsregister (NHR) en de vernieuwing van de Gemeentelijke Basisregistratie Personen (BRP) en Basisregistratie Kadaster. Eind 2013 is aan KING (Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten) gevraagd na analyse een businesscase op te stellen over de vraag of en op welke manier de gemeente Bunnik in staat zal zijn deze basisregistratieopgave (inrichting en beheer) als relatief kleine gemeente zelfstandig te realiseren. De uitkomsten hiervan worden in het eerste kwartaal van 2014 verwacht. Basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) koppelvlakken De benodigde koppelvlakken zijn aangeschaft en geïnstalleerd. Hierdoor is het mogelijk wijzigingen in de BAG geautomatiseerd door te voeren in de applicaties die zijn aangesloten op Key2datadistributie. Het berichtenverkeer tussen BAG en BRP en WOZ loopt geheel geautomatiseerd. Beheersaudit BAG De beheersaudit BAG in maart 2013 is op één onderdeel niet gehaald. Tijdens de herinspectie uitgevoerd in september 2013 is de audit wel met een goed resultaat behaald. Hiermee behoort de gemeente Bunnik tot de eerste 20 gemeenten die de beheersaudit BAG hebben behaald. Implementatie Basisregistratie Grootschalige Topografie Het Samenwerkingsverband van Bronhouders BGT (SVB-BGT) zal de huidige stichtingen Grootschalige Basis Kaart Nederland (GBKN), die zichzelf gaan opheffen, opvolgen. Tijdens de transitiefase zal het SVBBGT de regie voeren over het converteren van de huidige bestaande grootschalige kaarten (GBKN) naar de nieuwe BGT. De gemeente Bunnik zal als afnemende gemeente van de GBKN hiermee extra kosten maken. In 2013 is in Bunnik, als één van de bronhouders van de BGT een start gemaakt met de transitie van de GBKN naar de BGT. Dit is gedaan in samenhang met de bestanden groen-, weg- en rioolbeheer. Afrondende werkzaamheden voor de transitie zullen in 2014 plaatsvinden. Huisvestingsverordening In BRU-verband (Bestuur Regio Utrecht) is een regionale huisvestingsverordening vastgesteld. Met de opheffing van het BRU ontstaat de vraag of en zo ja op welke wijze de gemeente en de regio invulling wil geven aan de woonruimteverdeling. Omdat het BRU nog niet is opgeheven heeft deze vraag zich nog niet gemanifesteerd. Implementatie Omgevingswet Vanuit het Rijk wordt gewerkt aan de Omgevingswet. In deze wet worden een groot aantal bestaande wetten samengebracht. Het wetsvoorstel is in de zomer van 2013 aangeboden aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Na advisering en de verwerking ervan zal het wetsvoorstel worden aangeboden aan de Tweede Kamer. De wet heeft straks grote gevolgen voor de werkwijzen bij de gemeenten. Voor dit moment is de gemeente in afwachting van concrete stappen vanuit het Rijk. Het proces wordt kritisch gevolgd.
53
Implementatie Integraal Handhavingsbeleid en Uitvoeringsprogramma Het integraal handhavingsbeleid en uitvoeringsprogramma is ingebed in de organisatie. Hierdoor is de manier van werken binnen de organisatie aangepast. Hierbij kan gedacht worden aan het aanpassen van de processen, het standaardiseren van documenten en een duidelijke afstemming met de verschillende participanten in het proces. De benodigde extra capaciteit om de ambitie van het handhavingsbeleid uit te voeren is inmiddels een jaar geleden ingeregeld. De implementatie is hiermee geheel afgerond.
Overige Ontwikkelingen Partiële herziening Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie/Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRS/PRV) De provincie Utrecht heeft in 2013 de eerste herziening van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie/Provinciale Ruimtelijke Verordering in voorbereiding genomen. De belangrijkste wijziging hierin die voor de gemeente van belang is, is de aanscherping van de beleidskader op het gebied van archeologie. De gemeente heeft in hierop, in afstemming met de buurgemeenten Houten en Wijk bij Duurstede een inspraakreactie ingediend. Exploitatieovereenkomsten Ten behoeve van enkele ruimtelijke ontwikkelingen zijn (anterieure) exploitatieovereenkomsten aangegaan. Het gaat hierbij om ruimtelijke ontwikkelingen op initiatief van derden. In de exploitatieovereenkomsten zijn onder andere afspraken gemaakt over de verplichtingen van partijen, de toedeling van kosten en de planning. De exploitatieplannen dienen tevens ter onderbouwing van de economische uitvoerbaarheid van de bestemmingsplannen. De meest van belang zijnde exploitatieovereenkomsten die in 2013 zijn aangegaan zijn de overeenkomst voor de ontwikkeling van het terrein De Raaphof (Schoudermantel 52) tot een regulier bedrijventerrein en de overeenkomst met Prorail voor het doorstrekken van de Baan van Fectio en de realisatie van een spooronderdoorgang voor gemotoriseerd verkeer en een onderdoorgang voor fietsers en voetgangers nabij het station Bunnik. De zakelijke beschrijving van beide overeenkomsten is ook ter inzage gelegd. Aan de Achterdijk in Werkhoven “ het landje van Kemp” in Werkhoven is in 2013 met een ontwikkelaar e een bouw-exploitatieovereenkomst afgesloten ten behoeve van de realisatie van circa 60 woningen. Volkshuisvesting Er zijn in 2013 14 woningen opgeleverd, maar er zijn in dat jaar wel een aantal nieuwe bouwprojecten gestart, die in 2014 zullen worden opgeleverd. De gemeente heeft in 2012 een aantal acties opgestart om de woningbouw in Bunnik vlot te trekken. Deze acties hebben in 2013 verder vorm gekregen. Een belangrijk onderdeel is het aanbieden van startersleningen. Het college heeft bij drie projecten ingestemd om startersleningen te verstrekken. Het gaat om 7 woningen binnen het project NieuwEyk in Werkhoven, 14 appartementen op Scholeneiland-Odijk en 9 appartementen aan de Molenweg in Bunnik. Tot op heden hebben drie starters gebruikt gemaakt van deze mogelijkheid. Zij hebben eind 2013 een starterslening aangevraagd. Twee hiervan, beide voor het project Scholeneiland Odijk, zijn al formeel toegekend. De derde aanvraag is nog in behandeling. De startersleningen zijn voor de gemeente kostenneutraal. De ontwikkelaars dragen zelf de kosten door middel van een afkoopsom. De risico’s liggen bij Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn), want deze zijn via deze afkoopsom afgekocht.
54 Een andere belangrijk onderdeel is het aangaan van een intentieovereenkomst met de woningcorporatie Lekstedewonen, om sociale huurwoningen te kunnen blijven realiseren. Voor het eerste project, 12 sociale huurappartementen in het Project NieuwEyk in Werkhoven zijn eind 2013 afspraken gemaakt tussen de corporatie en ontwikkelaar. Het project kan hierdoor op korte termijn doorgang vinden. Medio 2013 is een enquête gehouden over de huisvesting van senioren in de gemeente Bunnik. De resultaten hiervan zijn besproken met de vertegenwoordigers van de oudere inwoners en bekendgemaakt. De gemeente heeft van het rijk een taakstelling gekregen voor de huisvesting van statushouders. De gemeente loopt per 31 december 2013 iets voor op haar taakstelling. Er moesten in 2013 in totaal 9 personen worden gehuisvest. In de praktijk zijn er 12 personen gehuisvest. De gemeente hoeft hierdoor in de eerste helft van 2014 in principe 3 statushouders minder te huisvesten. In afwijking van de gemaakte afspraken over de uitvoering van de Woonvisie zijn er in 2013 geen prestatieafspraken gemaakt met de woningbouwcorporaties.
55
Wat heeft het gekost? Programma 10
Ruimtelijke ordening en woonomgeving Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Lasten en baten
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Ruimtelijke ontwikkeling - Volkshuisvesting - Eigendommen - Bouwzaken - Grondzaken - Huisnummering - Openbaar groen - Openbare speel- en ontmoetingsvoorzieningen - Algemene begraafplaats
7.299,8 837,9 82,0 102,9 935,1 4.287,7 138,8 707,3 117,4 90,7
7.274,5 797,9 82,0 102,9 935,1 4.287,7 158,8 684,4 134,9 90,7
13.701,5 823,7 88,1 101,8 897,0 10.751,2 124,1 706,2 119,9 89,4
6.427,025,86,01,1 38,1 6.463,534,7 21,715,0 1,3
Baten - Ruimtelijke ontwikkeling - Volkshuisvesting - Eigendommen - Bouwzaken - Grondzaken - Huisnummering - Openbaar groen - Openbare speel- en ontmoetingsvoorzieningen - Algemene begraafplaats
5.102,2 216,2 0,7 9,1 569,0 4.276,6 0,0 30,5
4.836,8 216,2 3,7 20,2 300,0 4.276,6 0,0 20,0
9.107,5 173,4 38,5 67,5 505,1 8.306,3 1,1 15,6
4.270,742,8 34,847,3205,04.029,71,04,4
Saldo lasten en baten
2.197,7-
2.437,7-
4.594,0-
2.156,3-
1.900
Begroot voor wijziging Begroot na wijziging
Saldo lasten - baten (€ x 1000)
1.400
Werkelijk gerealiseerd
900
400
100-
Ru
im t
Vo el i jke
on
lks hu
tw
Eig e isv es
ikk eli
ng
tin
nd
g
Bo u
om
Hu Alg Gr Op Op on isn en en em wz dz ba ba um en ak a a r k e eb m en rg en me s er i p r oe eg ee ng n r aa n l /o fp l n tm aa oe ts tin gs vo or z .
56
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten Ruimtelijke ordening 25,8 Nadeel Er zijn ten behoeve van een herziening van een bestemmingsplan diverse onderzoeken verricht (geur- en geluidsonderzoek, ecologisch onderzoek, enzovoorts). Dit levert aan de lastenkant een nadeel op. Deze lasten zijn verhaald op de betreffende partij. Daarnaast is er met dezelfde betreffende partij een exploitatieovereenkomst afgesloten waarin afspraken zijn gemaakt over de inzet en doorbelasting van de ambtelijke uren. Dit betekent aan de batenkant een voordeel. Overig Totaal:
€ € €
18.500 7.300 25.800
N N N
€
18.100
V
€ € €
10.300 9.700 38.100
V V V
€
4.047.800
N
€ €
2.415.700 6.463.500
N N
€ € €
31.500 3.200 34.700
V V V
€ €
42.800 42.800
N N
Bouwzaken 38,1 Voordeel Onderuitputting kapitaallasten; Er is een krediet beschikbaar gesteld voor toetsingsprotocollen. De werkzaamheden voor dit krediet zijn niet volledig uitgevoerd. Daarnaast zijn de lasten voor de soft- en hardware voor toezicht en handhaving lager dan geraamd doordat de investering nog niet is afgerond. Er zijn voor het product Handhaving omgevingsvergunning minder adviezen ingewonnen. Dit levert een eenmalig voordeel op dit product op. Overig Totaal: Grondzaken 6.463,5 Nadeel In de begroting 2013 is rekening gehouden met een totale last voor alle grondexploitatie-projecten van € 4.287.700. In werkelijkheid is er een totale last van € 8.335.500 (inclusief doorbelastingen) ten laste van de grondexploitatieprojecten gebracht. Dit wordt met name veroorzaakt door grondaankopen. Voor een verdere toelichting betreffende de diverse in uitvoering zijnde grondexploitaties wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid. Voor Odijk-West is een storting in de voorziening grondexploitatie geweest vanwege de verliesneming op dit project. Totaal: Huisnummering 34,7 Voordeel Er is een incidenteel voordeel op het product Basisregistratie objecten, omdat de basisregistraties nog niet volledig geïmplementeerd zijn. Overig Totaal:
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen baten Ruimtelijke ordening 42,8 Nadeel In de begroting 2013 is een raming opgenomen ten aanzien van de te ontvangen exploitatiebijdrage voor diverse (woningbouw)projecten. Het initiatief voor deze projecten ligt echter geheel bij derden. De gemeente heeft bij deze projecten alleen een faciliterende rol. De inzet van ambtelijke uren die met deze faciliterende rol is gemoeid wordt bij de initiatiefnemers verhaald op basis van een samenwerkings- of exploitatieovereenkomst. Doordat het initiatief niet vanuit de gemeente komt, is er slechts op beperkte wijze sturing mogelijk in de planning. Geconstateerd kan worden dat de plannen zoals die in de begroting voor 2013 waren opgevoerd zijn vertraagd. Hierdoor zijn ook de geraamde inkomsten voor inzet van ambtelijke uren niet ontvangen. De beschikbare uren zijn ingezet voor andere werkzaamheden, waar geen (directe) inkomsten tegenover stonden. Totaal: Volkshuisvesting 34,8 Voordeel
57
In 2013 is besloten voor een drietal projecten in de gemeente Bunnik startersleningen te verstrekken, mits de betreffende ontwikkelaars de kosten volledig voor hun rekening willen nemen. Eind 2013 zijn van twee ontwikkelaars afkoopbedragen ontvangen voor de financiering van te vertrekken startersleningen. Deze bedragen zijn begin 2014 doorgeboekt naar de Stichting Volkshuisvesting Nederland (SVn), de stichting die namens de gemeente de aanvragen toetst en de leningen verstrekt. Omdat de gemeente hierbij uitsluitend fungeert als doorgeefluik (het bedrag dat de ontwikkelaars aan de gemeente overmaken is altijd gelijk aan het bedrag dat naar SVn wordt overgemaakt), is hiervoor geen bedrag in de begroting opgenomen. Dit is een voordeel in 2013 maar een nadeel in 2014. In juli 2013 is een bedrag van € 17.514 van het BRU ontvangen. Dit betreft de eindafrekening van de Besluit Lokaalgebonden Subsidies (BLS)-gelden, een subsidieregelingen van het BRU voor stimulering van de (sociale)woningbouw in de regio. Deze subsidieregeling is beëindigd in 2010. Er was echter nog een bedrag over dat in 2013 naar rato is verdeeld onder de deelnemende gemeenten. Overig Totaal:
€
18.000
V
€ € €
17.500 700 34.800
V N V
€ € €
44.900 2.400 47.300
V V V
€ €
205.000 205.000
V V
€ €
4.029.700 4.029.700
V V
Eigendommen 47,3 Voordeel e
In 2013 zijn er een aantal stroken grond verkocht. Bij de 2 Bestuursrapportage 2013 is reeds een opbrengst grondverkoop gemeld. Na het opstellen van deze rapportage zijn er nog een tweetal stukjes grond verkocht. Dit betreft een incidentele baat. Overig Totaal: Bouwzaken 205,0 Voordeel Eind 2013 is er nog een aanslag leges omgevingsvergunning opgelegd voor de e aanleg van de rondweg N411. Hiermee is bij het opstellen van de 2 Bestuursrapportage 2013 geen rekening gehouden. Dit levert een incidenteel voordeel op van € 205.000 op dit product. En geeft een nadeel op programma 11 doordat er een lagere onttrekking uit de reserve plaatsvindt dan geraamd. Totaal: Grondzaken 4.029,7 Voordeel In de begroting 2013 is rekening gehouden met een totale baat voor alle grondexploitatieprojecten van € 4.276.600. In werkelijkheid is er een totale baat van € 8.306.300 ten gunste van de grondexploitatieprojecten gebracht. Eén en ander wordt veroorzaakt door ontvangsten voor grondopbrengsten. Voor een verdere toelichting betreffende de diverse in uitvoering zijnde grondexploitaties wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid. Totaal:
58
Programma: 11. Dekkingsmiddelen Doelstellingen Algemene doelstellingen 1. 2. 3.
In stand houden van een financieel gezond Bunnik Belastingtarieven meer in overeenstemming brengen met het landelijk gemiddelde (belastingen) Uitvoeren Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ) op betrouwbare en transparante wijze (uitvoering Wet WOZ)
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is Betreffende de lokale heffingen gaat het om die heffingen waarvan de besteding niet gebonden is. Voorbeelden hiervan zijn de onroerende zaakbelasting (OZB), hondenbelastingen en de toeristenbelasting. In de gemeente Bunnik wordt de OZB verhoogd met inflatie. Voor 2013 was de inflatie bepaald op 2,55%. Daarnaast werd rekening gehouden met een waardedaling van 7,5%. Voor de overige lokale heffingen wordt verwezen naar de paragraaf lokale lasten en heffingen. Voorbeelden van lokale heffingen waarvan de besteding wel gebonden is zijn het rioolrecht en de afvalstoffenheffing. Deze heffingen worden op de desbetreffende programma’s verantwoord. Algemene Uitkering De algemene uitkering is berekend op basis van de decembercirculaire 2013. Daarnaast zijn er nog verrekeningen geweest van 2011 en 2012. Dit geeft nog een positievere bijstelling ten opzichte van het bee drag waar in de 2 Bestuursrapportage 2013 rekening is gehouden. Dividend De gemeente Bunnik heeft deelnemingen in Vitens en de Bank Nederlandse Gemeente (BNG). In 2013 is een bedrag van € 38.700 ontvangen. Overige algemene dekkingsmiddelen De kosten van de organisatie zijn in eerste instantie op de kostenplaatsen verantwoord en vervolgens doorbelast naar de verschillende producten. Onvoorzien In 2013 is het volledige bedrag van € 44.007 van de stelpost onvoorzien nodig geweest. Dit bedrag is ingezet ter dekking van het tekort e van de 2 bestuursrapportage 2013.
59
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Dekkingsmiddelen weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s die in 2013 zouden worden herzien: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Lokale regelgeving
Datum van besluit
Jaartal Herziening
2008
2013
Deze is in 2012 opgesteld en is begin 2013 door de gemeenteraad vastgesteld.
2008
2013
Deze nota is in 2013 herzien, deze zal begin 2014 vastgesteld worden
Nota financieel beleid
Nota grondbeleid
Toelichting
Collegeprogramma 2010 - 2014 Actualisatie nota grondbeleid De nota grondbeleid is geactualiseerd. Begin 2014 zal deze vastgesteld worden in de Raad.
Nieuw beleid vanuit de Kadernota Opbrengst hondenbelasting Er is in 2011 een controle hondenbelasting verricht. Naar aanleiding van deze controle is in de begroting 2013 de opbrengst hondenbelasting structureel verhoogd met € 13.000. In de paragraaf lokale lasten en heffingen worden de werkelijke baten vergeleken met de begrote baten. Dit is ook gerealiseerd voor 2013. Uitvoering Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) Voor de hertaxatie, permanente marktanalyse, tussentijdse taxaties en afhandelen bezwaar en beroep wordt vanaf 2012 een ander bureau ingehuurd. Dit betekent een structurele besparing op de kosten voor de uitvoering Wet WOZ van € 15.000. Dit is ook gerealiseerd voor 2013.
Overige Ontwikkelingen
60
Wat heeft het gekost? Programma 11
Dekkingsmiddelen Begroot voor wijziging (x € 1.000)
Lasten en baten
Begroot na wijziging (A) (x € 1.000)
Werkelijk gerealiseerd (B) (x € 1.000)
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
Lasten - Treasury - Plaatselijke belastingen - Uitvoering Wet WOZ - Algemene uitkering gemeentefonds - Algemene baten en lasten - Saldo jaarrekening
1.423,0 7,8 31,0 273,4 5,2 1.105,5 -
7.934,6 7,8 31,0 283,9 5,2 7.616,1 9,5-
8.791,7 39,7 26,6 284,7 5,5 8.435,1 -
857,131,94,4 0,80,3819,09,5-
Baten - Treasury - Plaatselijke belastingen - Uitvoering Wet WOZ - Algemene uitkering gemeentefonds - Algemene baten en lasten - Saldo jaarrekening
17.127,4 491,9 4.531,3 9.897,3 2.269,7 62,7-
24.941,8 428,8 4.548,8 10.042,9 9.939,1 17,7-
25.181,4 45,1 4.558,0 10.194,6 10.383,8 -
239,6383,8 9,2151,7444,717,7-
Saldo lasten en baten
15.704,4
17.007,2
16.389,7
617,5-
12.000
Begroot voor wijziging Begroot na wijziging
10.000
Werkelijk gerealiseerd
Saldo lasten - baten (€ x 1000)
8.000 6.000 4.000 2.000 2.000T re
as u
Pla ry
ats eli jke
Uit Alg Alg Sa vo ldo em em e ri e jaa e ne ng ne rre uit We ba be ke k t en tW e ri las nin ng en ti n OZ g ge ge l as n me ten en tef on ds
61
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten Treasury 31,9 Nadeel In 2013 is er een nadeel op de financiering, zie voor verdere toelichting de toelichting treasury aan de lastenkant. Totaal
€ €
31.900 31.900
N N
€
154.000
N
€ €
124.000 339.000
N N
€ € €
201.000 1.000 819.000
N N N
€ € €
388.600 4.800 383.800
N V N
€ €
151.700 151.700
V V
€
1.097.000
V
€
96.000
V
Algemene baten en lasten 819,0 Nadeel In 2013 is een voordeel ontstaan op gemeentereiniging van € 96.000 (zie programma 9) en dit wordt gestort in de egalisatiereserve gemeentereiniging. Daarnaast is een bedrag van € 84.000 in de reserve riolering gestort. Er was al € 26.000 begroot zodat op programma 11 een nadeel (de storting) te zien is van € 154.000. Het voordeel is te zien op programma 9. In 2013 zijn diverse budgetten om verschillende redenen niet gebruikt (zie de inleiding) de toelichtingen budgetoverheveling. Hiervoor wordt gevraagd deze over te hevelen. De overheveling is al verwerkt in de jaarrekening 2013. Er is meer rente ten gunste van de algemene reserve geboekt. Tot slot een financieel technisch verschil. Investeringen die conform raadsbesluit gedekt worden uit de algemene reserve moeten afgeschreven worden volgens de BBV. Daarom worden deze bedragen uit de algemene reserve in de reserve dekking kapitaallasten gestort zodat de toekomstige afschrijvingen gedekt zijn. Het betreft hier de storting in de reserve kapitaallasten. Overig Totaal
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen baten Treasury 383,8 Nadeel Er is geen voordelig resultaat op de financiering zoals begroot was. Dit komt doordat er hogere lasten zijn op de kostenplaats kapitaallasten. Deze hogere lasten bestaan uit: een hogere rentetoerekening aan de algemene reserve. Daarnaast zijn er lagere baten op de kostenplaats kapitaallasten. Deze lagere baten zijn een nadeel op de financiering maar zijn als voordeel kapitaallasten op de diverse programma’s te zien. Overig Totaal Algemene uitkering gemeentefonds 151,7 Voordeel Naar aanleiding van de decembercirculaire is de algemene uitkering positief bijgesteld. Daarnaast zijn er nog verrekeningen geweest over 2011 en 2012. Dit geeft e een positief resultaat ten opzichte van de 2 bestuursrapportage 2013 van € 151.700. Totaal Algemene baten en lasten 469,7 Voordeel Op de grondexploitaties Rijneiland en het MOB complex is een verplichte winstneming opgenomen. De reserve reiniging wordt afgeraamd naar het maximum bedrag dat de omvang van de reserve mag zijn conform de nota financieel beleid. Dit is een voordeel voor de exploitatie. In de begroting 2013 stond nog een stelpost opgenomen van € 275.000. Deze stelpost bestond deels uit een te verwachten baat van extra uren op projecten. Meerjarig was dit al uit de begroting gehaald bij de kadernota 2014. Voor het jaar 2013 stond deze baat nog geraamd maar is niet gehaald. Daarnaast bestaat de stelpost uit een baat van te verwachten onderuitputting kapitaallasten. Deze onderuitputting is wel gehaald maar staan op de diverse programma’s te zien als
62 zijnde lagere kapitaallasten. Op programma 11 is dit een nadeel. In 2013 zijn uitgaven geweest die gedekt zouden worden uit de reserves. In werkelijkheid is er minder onttrokken dan begroot. Dit is een nadeel op programma 11, maar daartegenover staat dat op de andere programma de lasten ook lager zijn en daar een voordeel te zien is. Het belangrijkste voorbeeld is de onttrekking leges omgevingsvergunningen (zie ook programma 10). Daarnaast zijn de resultaten van de bestuursrapportages niet daadwerkelijk onttrokken uit de algemene reserve maar verwerkt in het rekening resultaat. In de begroting 2013 was rekening gehouden met het feit, dat de kapitaallasten van de multifunctionele accommodatie Het Kwartier te Werkhoven volledig afgedekt werden door middel van een doorbelasting naar de balans (vermeerdering boekwaarde). Na ingebruikname van de MFA drukt de kapitaallast volledig op de begroting. Hier staan de huurinkomsten tegenover, maar levert voor dit programma een nadeel op. Meer bijdrage kostenplaats kapitaallasten wegens een hogere bespaarde rente, zie ook de toelichting aan de baten kant. Daarnaast is er een lagere inflatiecorrectie op de eigen financieringsmiddelen. Waardoor het voordeel iets lager is. Overig Totaal
€
275.000
N
€
514.600
N
€
265.000
N
€
302.000 4.300 444.700
V V V
€
63
Jaarrekening
64
Programmarekening Lasten
Programma 1. Burger en Bestuur Programma 2. Openbare Orde en Veiligheid Programma 3. Verkeer en Vervoer Programma 4. Economische ontwikkeling Programma 5. Educatie Programma 6. Sport, Recreatie en Landschap Programma 7. Maatschappelijke ondersteuning Programma 8. Inkomen en werkgelegenheid Programma 9. Milieu Programma 10. Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving Programma 11. Dekkingsmiddelen Voor bestemming Toevoegingen reserves Na bestemming
Baten
Programma 1. Burger en Bestuur Programma 2. Openbare Orde en Veiligheid Programma 3. Verkeer en Vervoer Programma 4. Economische ontwikkeling Programma 5. Educatie Programma 6. Sport, Recreatie en Landschap Programma 7. Maatschappelijke ondersteuning Programma 8. Inkomen en werkgelegenheid Programma 9. Milieu Programma 10. Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving Programma 11. Dekkingsmiddelen Voor bestemming Onttrekkingen reserves Na bestemming
Saldo
Resultaat voor bestemming Toevoegingen/onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
Begroot voor wijziging (x € 1.000)
3.489,9 1.421,6 2.661,9 41,8 1.064,6 1.167,5 4.295,5 2.145,8 2.427,1 7.299,8 1.423,0 27.438,5 0,0 27.438,5 Begroot voor wijziging (x € 1.000)
248,6 28,4 14,0 15,1 89,8 338,8 704,6 1.474,2 2.295,5 5.102,2 17.127,4 27.438,5 0,0 27.438,5 Begroot voor wijziging (x € 1.000)
0,0 0,0 0,0
Begroot Werkelijk na gerealiseerd wijziging (A) (B) (x € 1.000) (x € 1.000)
3.666,7 1.617,3 2.646,5 44,3 1.274,8 1.338,6 4.462,1 2.164,4 2.686,6 7.274,5 7.934,6 35.110,3 0,0 35.110,3
3.709,9 1.599,8 2.465,1 48,6 1.152,6 1.291,3 4.191,9 2.199,1 2.528,9 13.701,5 635,7 33.524,4 8.156,0 41.680,3
Begroot Werkelijk na gerealiseerd wijziging (A) (B) (x € 1.000) (x € 1.000)
252,2 28,4 14,0 15,1 95,7 384,2 713,7 1.474,2 2.636,1 4.836,8 24.941,8 35.392,2 0,0 35.392,2
302,8 36,2 12,9 16,7 19,4 403,5 634,4 1.695,8 2.723,5 9.107,5 17.535,9 32.488,7 7.645,6 40.134,3
Begroot Werkelijk na gerealiseerd wijziging (A) (B) (x € 1.000) (x € 1.000)
-281,9 0,0 -281,9
1.035,6 510,4 1.546,0
Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
-43,3 17,5 181,4 -4,3 122,2 47,3 270,1 -34,7 157,7 -6.427,0 7.298,8 1.585,9 -8.156,0 -6.570,0 Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
-50,6 -7,8 1,2 -1,6 76,3 -19,4 79,3 -221,7 -87,4 -4.270,7 7.405,9 2.903,5 -7.645,6 -4.742,1 Verschil (A) - (B) (x € 1.000)
-1.317,6 -510,4 -1.828,0
In bovenstaand overzicht is het resultaat voor en na bestemming weergegeven. In de programma’s staan de baten en lasten weergegeven inclusief toevoegingen en onttrekkingen uit de reserves. In bovenstaand tabel staan de baten en lasten exclusief de toevoegingen en onttrekkingen uit de reserves.
65 Lasten / uitgaven per programma
01 Bestuur en Burger 11 Dekkingsmiddelen
02 Openbare Orde en Veiligheid 03 Verkeer en Vervoer 04 Economische Ontwikkeling 05 Educatie
10 Grondzaken
06 Sport en Recreatie 07 Maatschappelijke ondersteuning
08 Inkomen en werkgelegenheid 10 Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving
09 Milieu
Verdeling totale baten over de programma's
Programma 01 t/m 07 08 Inkomen en werkgelegenheid 09 Milieu
10 Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving 11 Dekkingsmiddelen
10 Grondzaken
66
Balans 31-12-2013
31-12-2012
ACTIVA
PASSIVA
VASTE ACTIVA:
EIGEN VERMOGEN:
- immateriële vaste activa - materiële vaste activa economisch nut - materiële vaste activa maatschappelijk nut - financiële vaste activa
78.886
95.057
33.194.578
27.627.934
3.118.733
4.691.441
290.560
299.656
- reserves 1) - nog te bestemmen resultaat -bestemd resultaat
Totaal eigen vermogen
31-12-2013
31-12-2012
29.652.616
31.753.303
1.546.090-
2.611.074-
28.106.526
29.142.229
5.339.928
5.306.830
Totaal vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer
11.115.558
12.573.281
Totaal vaste passiva
44.562.012
47.022.340
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
2.434.524
1.980.144
Overlopende passiva
1.197.790
1.257.781
3.632.314
3.237.925
VOORZIENINGEN 1) LANGLOPENDE SCHULDEN
Totaal vaste activa
36.682.757
32.714.088
VLOTTENDE ACTIVA:
VLOTTENDE PASSIVA
Voorraden
6.204.225
8.138.702
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
2.449.426
2.816.074
Liquide middelen
2.066.207
5.868.193
791.711
723.208
Totaal vlottende activa
11.511.569
17.546.177
Totaal vlottende passiva
TOTAAL ACTIVA
48.194.326
50.260.265
TOTAAL PASSIVA
48.194.326
50.260.265
Gewaarborgde geldleningen/garantstellingen
24.258.214
24.495.856
Overlopende activa
67
WAARDERINGSGRONDSLAGEN Balans Algemeen Bij het samenstellen van de balans is een bestendige gedragslijn in acht genomen. Immateriële en materiële vaste activa De immateriële en materiële vaste activa zijn opgenomen tegen historische verkrijgings- en/of vervaardigingsprijzen of lagere marktwaarde verminderd met eventuele ontvangen investeringsbijdragen en gecumuleerde (in het algemeen lineaire) afschrijvingen. Activering en afschrijvingstermijnen vinden plaats conform nota Financieel Beleid 2008. Op grond wordt niet afgeschreven. Financiële activa en passiva Verstrekte en opgenomen geldleningen zijn opgenomen tot het nominaal verstrekte bedrag minus de ontvangen aflossingen. De deelnemingen en effecten zijn opgenomen tegen verkrijgingsprijzen of lagere marktwaarde. Voorraden De voorraden burgerzaken zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijzen of lagere marktwaarde. Nog niet in exploitatie genomen gronden zijn gewaardeerd tegen de historische verkrijgingsprijzen of lagere marktwaarde, vermeerderd met bijgeschreven rente en exploitatiekosten en (voor een complex) door de exploitatie van het complex te dekken (gekapitaliseerde) kosten. Onderhanden werken zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingskosten, of lagere marktwaarde vermeerderd met de bijgeschreven rente en exploitatiekosten en verminderd met de opbrengst wegens gerealiseerde verkopen. Vorderingen Vorderingen zijn opgenomen tegen nominale waarde. Voor het risico van mogelijke oninbaarheid zijn voorzieningen gevormd. De omvang van de voorzieningen is deels gebaseerd op een beoordeling van individuele vorderingen en deels geschat op basis van de ouderdom van de vorderingen. Voorzieningen Voorzieningen voor onderhoud c.a. Voorzieningen voor onderhoud zijn gebaseerd op onderhoud- en beheerplannen over een periode van 10 jaar.
Voorzieningen voor verplichtingen Voorzieningen voor verplichtingen zijn gebaseerd gedeeltelijk op de nominale waarde en gedeeltelijk op de contante waarde van de desbetreffende verplichtingen. Voorzieningen wegens uit te voeren werken voor afgesloten projecten grondexploitatie zijn gebaseerd op de gecalculeerde nog te maken kosten op het moment van afwikkeling van de desbetreffende complexen. Overige activa en passiva De overige activa en passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarden.
Grondslagen voor de bepaling van het saldo Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben. Grondexploitatie Als resultaat van de grondexploitatie wordt aangemerkt het resultaat van de afgewikkelde complexen en de kosten die naar verwachting niet door de grondexploitatie kunnen worden terugverdiend. Complexen worden definitief afgewikkeld wanneer alle voor verkoop beschikbare kavels zijn verkocht en vrijwel alle werkzaamheden voor bouw- en woonrijpmaken zijn gerealiseerd. Indien sprake is van een positief saldo, wordt verantwoord winst uitgenomen. Voor zover voor deze complexen nog kosten gemaakt moeten worden, wordt daarvoor een voorziening gevormd. De baten en lasten van de nog niet in exploitatie genomen complexen en de onderhanden werken worden verrekend met de boekwaarden van deze gronden. Van enkele terreinen, waarvan nog geen concrete exploitatie is voorgenomen, worden de lasten ten laste gebracht van de exploitatierekening, dit gezien de onzekerheid van de mogelijkheid tot verhaal van de volledige kosten in de toekomst.
68 Rente Het renteresultaat is verantwoord op het product "Financiering". De rentelasten betreffen het saldo van de betaalde en de ontvangen rente, vermeerderd met de gecalculeerde bespaarde rente over reserves en voorzieningen. De rentebaten betreffen de aan de diverse producten toegerekende rente. Kostenplaatsen De verdeling van de kosten van de kostenplaatsen over de diverse producten geschiedt voornamelijk op basis van de inzet van personeel en tractiemiddelen. Afschrijvingstermijnen
•
•
• •
Globaal kan voor regelmatig voorkomende investeringen de volgende afschrijvingstermijn worden aangehouden: Gebouwen 40 jaar Gronden geen afschrijving Inventaris gebouwen 15 jaar Automatisering 4 jaar Personeelsvoertuigen 7 jaar Wegaanleg 25 jaar Rioolaanleg 60 jaar Persleidingen en pompputten riolering 45 jaar Pompinstallaties riolering 15 jaar Bij elke nieuwe investering moet worden beoordeeld of de hier aangegeven afschrijvingstermijn kan worden gehanteerd, of dat hiervan afgeweken moet worden in verband met specifieke omstandigheden.
De methode van lineaire afschrijving wordt gehanteerd. Annuïtaire afschrijving wordt uitsluitend gekozen indien tegenover de investeringslast inkomsten staan.
69
Toelichting op de Balans TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2013 VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa
1) Kosten van onderzoek en ontwikkeling 2) Bijdragen aan activa in eigendom van derden 3) Overige immateriële vaste activa 4) Kosten Afsluiten geldleningen/Saldo agio en disagio Totaal Mutaties Immateriële vaste activa
Boekwaarde 31-12-2013
Boekwaarde 31-12-2012
78.886 78.886
95.057 95.057 Totaal
-
-
afsluiten geldleningen/ saldo agio en disagio -
-
-
-
-
-
-
Afschrijving in het boekjaar Afwaardering in het boekjaar
64.43081.871 2.985 -
64.43081.871 2.985 -
Boekwaarde 31 december 2013
78.886
-
-
-
78.886
Kosten van Bijdragen aan onderzoek en activa in eigenontwikkeling dom van derden
Boekwaarde 31 december 2012
95.057
Investering in het jaar
51.244
Desinvesteringen Bijdragen van derden
Materiële vaste activa
1) Gronden en terreinen 2) Woonruimten 3) Bedrijfsgebouwen 4) Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (maatschappelijk) 5) Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (economisch) 6) Vervoermiddelen 7) Machines, apparaten en installaties (maatschappelijk) 8) Machines, apparaten en installaties (economisch) 9) Overige materiële vaste activa (maatschappelijk) 10) Overige materiële vaste activa (economisch) Totaal
Mut Materiële vaste activa Economisch nut
Boekwaarde 31 december 2012
Overige immateriële vaste activa
95.057 51.244
Boekwaarde 31-12-2013
Boekwaarde 31-12-2012
2.682.420
2.922.417
121.723
121.723
24.293.088
19.003.578
2.867.692 5.112.090
4.462.213 4.688.728
56.849
22.633
169.354 565.483
208.280 459.640
81.687 362.926 36.313.311
20.948 409.215 32.319.375
Gronden en terreinen (opstallen)
Woonruimten
Bedrijfsgebouwen
2.922.417
121.723
19.003.578
Investering in het jaar
16.078
-
5.670.160
Desinvesteringen Bijdragen van derden
227.247-
-
-
Afschrijving in het jaar Afwaardering in het boekjaar
2.711.248 28.828 -
121.723 -
24.673.738 380.650 -
Boekwaarde 31 december 2013
2.682.420
121.723
24.293.088
70
Mut Materiële vaste activa Economisch nut
Grond-, wegen waterbouwkundige werken (economisch) 4.688.728
Boekwaarde 31 december 2012
Vervoermiddelen
22.633
Machines, apparaten en installaties (economisch) 459.640
Investering in het jaar
590.414
43.190
274.613
Desinvesteringen Bijdragen van derden
-
-
-
Afschrijving in het jaar Afwaardering in het boekjaar
5.279.142 167.052 -
65.823 8.974 -
734.253 168.770 -
Boekwaarde 31 december 2013
5.112.090
56.849
565.483
Mut Materiële vaste activa Economisch nut
Totaal Overige materiële vaste activa (economisch) (economisch) 27.627.934 409.215
Boekwaarde 31 december 2012 Investering in het jaar
6.050
Desinvesteringen Bijdragen van derden
-
6.600.505 227.247-
Afschrijving in het jaar Afwaardering in het boekjaar
415.265 52.339 -
34.001.192 806.613 -
Boekwaarde 31 december 2013
362.926
33.194.579
Grond-, wegen waterbouwkundige werk (maatschap.) 4.462.213
Machines, apparaten en installaties (maatschap.) 208.280
Overige materiële vaste activa (maatschap.) 20.948
(maatschap.) 4.691.441
Investering in het jaar
1.146.963
107.118
70.338
1.324.419
Desinvesteringen Bijdragen van derden
2.544.889-
132.032-
Afschrijving in het jaar Afwaardering in het boekjaar
3.064.287 196.594 -
183.366 14.013 -
91.286 9.599 -
3.338.939 220.206 -
Boekwaarde 31 december 2013
2.867.693
169.353
81.687
3.118.733
Mut Materiële vaste activa Maatschappelijk nut
Boekwaarde 31 december 2012
Financiële vaste activa
1) Overige langlopende leningen 2) Overige uitzettingen ≥ 1 jaar 3) Bijdragen aan activa in eigendom van derden Totaal
-
Totaal
2.676.921-
Boekwaarde 31-12-2013
Boekwaarde 31-12-2012
36.810 253.750 290.560
38.656 261.000 299.656
71
Mutaties Financiële vaste activa
Boekwaarde 31 december 2012 Vermeerdering in het jaar Vermindering in het boekjaar Afschrijving/aflossing in het jaar Boekwaarde 31 december 2013
De overige uitzettingen ≥ 1 jaar betreffen de volgende posten: - Bank Nederlandse Gemeenten ( 3.000 st.) - Aandelen N.V. Vitens - Nog te ontvangen aflossingen fietsplan Totaal
Overige leningen
Overige Bijdragen aan uitzettingen(≥ 1j.) activa in eigendom van derden 38.656 261.000
-
38.656
7.250 253.750
Boekwaarde 31-12-2013
Boekwaarde 31-12-2012
23.496 13.314 36.810
23.496 13.314 36.810
Boekwaarde 31-12-2013
Boekwaarde 31-12-2012
2.715 3.202.096
2.939 5.876.255
1.788.0025.362.44810.149.864 6.204.225
1.788.0022.969.3337.016.843 8.138.702
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Waardedocumenten Burgerzaken Verspreide gronden Onderhanden werk (incl. bouwgronden in exploitatie) A) A)
Verliesvoorziening grondexploitatie BIE Verliesvoorziening grondexploitatie NIEGG Nog niet in exploitatie genomen gronden Totaal
A) A)
Verliesvoorziening grondexploitatie BIE; betreft afwaardering Scholeneiland Odijk Verliesvoorziening grondexploitatie NIEGG; betreft afwaardering Odijk West en Percelen Stationsweg
Mutaties Voorraden Boekwaarde 31 december 2012 Mutatie naar in exploitatie genomen gronden Vermeerdering in het jaar Vermindering in het boekjaar Boekwaarde 31 december 2013
Waardedoc. Burgerzaken 2.939 2242.715
Nog niet in exploitatie genomen gronden De niet in exploitatie genomen gronden betreffen de volgende complexen: Boekwaarde 31-12-2013 - Odijk-West 9.786.594 - Bedrijventerrein Bunnik 31.911 - Panden Stationsweg 51, 53 en 55 331.359 10.149.864
Gronden in exploitatie 5.876.255 1.554.532 4.228.6893.202.098
Gronden niet in expl. 7.016.843 3.133.021 10.149.864
Boekwaarde 31-12-2012 6.655.138 30.346 331.359 7.016.843
72
Van de niet in exploitatie genomen bouwgronden kan het volgende overzicht worden gegeven:
Nog niet in exploitatie genomen gronden
Boekwaarde 31-12-2012
Investeringen
Desinvestering en
- Odijk-West - Bedrijventerrein Bunnik - Panden Stationsweg 51, 53 en 55
6.655.138 30.346 331.359
3.131.456 1.565 -
-
Totaal
7.016.843
3.133.021
-
Gemiddelde boekwaarde per m2 NIEGG
Boekwaarde 31-12-2013
9.786.594 31.911 331.359 10.149.864
€ 44,65 Boekwaarde 31-12-2013
In exploitatie genomen gronden De in exploitatie genomen gronden betreffen de volgende complexen: - Churchillhal - Anne Frankterrein - Rijneiland - Scholeneiland Odijk - Burgweg - Werkhofterrein - Delteijk - Scholeneiland Bunnik Totaal
Boekwaarde 31-12-2012
104.060 177.829 279.4501.731.064 278.2951.052.138 255.639 439.111 3.202.096
466.169 127.401 993.5683.796.115 195.299 1.480.081 696.185 108.573 5.876.255
Van de bouwgronden in exploitatie kan het volgende overzicht worden gegeven:
In exploitatie genomen gronden
-
Churchillhal Anne Frankterrein Rijneiland Scholeneiland Odijk Burgweg Werkhofterrein Delteijk Scholeneiland Bunnik
Totaal
Boekwaarde 31-12-2012
466.169 127.401 993.5683.796.115 195.299 1.480.081 696.185 108.573 5.876.255
31-12-2013 In exploitatie genomen gronden 3.202.098
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar Debiteuren algemeen Debiteuren openbare lichamen Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen Vorderingen inzake bijstandverlening Overige vorderingen Totaal De debiteuren algemeen bestaan uit vorderingen belastingdienst
Investeringen
Desinvestering en
50.429 714.465 459.099 330.539
362.109 347 2.065.051 932.693 427.943 440.546 -
1.554.532
4.228.689
Boekwaarde 31-12-2013
104.060 177.830 279.4501.731.064 278.2951.052.138 255.639 439.112 3.202.098
raming uitgaven
raming opbrengsten
Resultaat
4.836.948
12.997.947
-4.958.901
31-12-2013 33.866 1.901.554 304.861 185.914 23.231 2.449.426
31-12-2012 68.498 2.019.036 512.113 189.889 26.538 2.816.074
73 Debiteuren algemeen Debiteuren overige 2009 (oa afrek. BTW compensatiefonds '10) Debiteuren overige 2010 (oa afrek. BTW compensatiefonds '10) Debiteuren overige 2011 (oa afrek. BTW compensatiefonds '11) Debiteuren overige 2012 (oa afrek. BTW compensatiefonds '12) Debiteuren overige 2013 (oa afrek. BTW compensatiefonds '13) Sub-totaal Af: voorziening voor mogelijke oninbaarheid Per saldo Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen
B)
B)
Debiteuren 2007 Debiteuren 2008 Debiteuren 2009 Debiteuren 2010 Debiteuren 2011 Debiteuren 2012 Debiteuren 2013 Sub-totaal Af: voorziening in verband met mogelijke oninbaarheid Per saldo
Debiteuren Sociale Zaken Af: voorziening in verband met mogelijke oninbaarheid Totaal
Liquide middelen
C)
9.076 57 1.336 1.935.203 1.945.672 10.252 1.935.420 31-12-2013 9.6747.035 41.631 336.617 375.609 70.748 304.861
31-12-2012 10.997 2.125.390 2.136.387 6.147 2.130.240 31-12-2012 66.053 59.363 48.559 344.285 518.260 48.853 469.407
betreft belastingplichtigen over de jaren 2002 t/m 2009; doorlopen traject incassoburo of schuldsanering
Vorderingen inzake bijstandsverlening
C)
31-12-2013
Kas Bank Totaal
31-12-2013 368.307 182.394 185.913
31-12-2013 3.475 2.062.732 2.066.207
31-12-2012 372.282 182.394 189.888
31-12-2012 4.434 5.863.759 5.868.193
betreft een positief banksaldo op de BNG als gevolg van een aangegane geldlening de liquide middelen staan ter vrije beschikking van de gemeente Bunnik Overlopende activa Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Nog te ontvangen voorschotten op specifieke uitkeringen Overige overlopende activa Totaal
31-12-2013 343.234 441.762 6.715 791.711
31-12-2012 143.847 579.360 723.208
74
PASSIVA Reserves
31-12-2013
Algemene reserve Bestemmingsreserves Nog te bestemmen saldo boekjaar Totaal
Mutaties Reserves
Boekwaarde 31 december 2012 Vermeerderingen i.v.m. inflatie ontwikkeling Vermeerderingen t.l.v. de exploitatie Vermeerderingen t.l.v. andere reserves Overige vermeerderingen Bestemming resultaat voorgaand boekjaar Subtotaal Verminderingen t.g.v. de exploitatie Verminderingen t.g.v. reserves Overige verminderingen Bestemming resultaat voorgaand boekjaar Boekwaarde 31 december 2013
Algemene Reserve 15.644.762 1.076.203 1.818.906 18.539.871 352.8605.060.8182.611.074-
10.515.120
31-12-2012
10.515.120 19.137.496
15.644.762 16.108.541
29.652.616
31.753.303
Bestemmings-, Reserves 16.108.541 680.215 4.580.633 21.369.389 971.5971.260.296-
19.137.496
Totaal
31.753.303 1.756.418 6.399.539 39.909.260 1.324.4576.321.1142.611.07429.652.615
Voor een specificatie van de reserves wordt verwezen naar de staat van reserves en voorzieningen. Het betreft een verloopoverzicht van de reserves.
Voorzieningen 1) Voorzieningen voor verplichtingen, risico's, e.d. 2) Voorzieningen voor onderhoud c.a. Verliesvoorziening grondexploitatie BIE Verliesvoorziening grondexploitatie NIEGG Totaal Mutaties Voorzieningen
Boekwaarde 31 december 2012 Vermeerderingen i.v.m. inflatie ontwikkeling Vermeerderingen t.l.v. exploitatie Overige vermeerderingen / naar overlopende passiva Subtotaal Vrijval voorzieningen Aanwending in het boekjaar Boekwaarde 31 december 2013
31-12-2013
31-12-2012
10.879.834 1.610.544 1.788.0025.362.4485.339.928
8.696.137 1.368.028 1.788.0022.969.3335.306.830
Voorzieningen verplichtingen
Voorzieningen onderhoud
8.696.137 56.143 2.714.396 11.466.676 51.436535.40610.879.834
1.368.028 34.886 609.026 2.011.940 401.3961.610.544
Voor een specificatie van de voorzieningen wordt verwezen naar de staat van reserves en voorzieningen. Het betreft een verloopoverzicht van de voorzieningen.
Totaal
10.064.165 91.029 3.323.422 13.478.616 51.436936.80212.490.378
75 VASTE SCHULDEN MET EEN LOOPTIJD LANGER DAN ÉÉN JAAR
Opgenomen langlopende geldleningen
31-12-2013
1) Geldleningen a) Obligatieleningen b) Onderhandse leningen van: 1. binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen 2. binnenlandse banken en overige financiële instellingen 3. binnenlandse bedrijven 4. overige binnenlandse sectoren 5. buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven c) door derden belegden gelden d) Waarborgsommen Totaal Mutaties Langlopende geldleningen
31-12-2012
11.113.445
12.570.168
2.113 11.115.558
3.113 12.573.281
Geldleningen
Boekwaarde 31 december 2012
12.570.168
Opgenomen in het boekjaar (vermeerderingen) Aflossing in het boekjaar Boekwaarde 31 december 2013
1.456.72311.113.445
Waarborg sommen 3.113
1.0002.113
Totaal 12.573.281 1.457.72311.115.558
VLOTTENDE PASSIVA Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
31-12-2013
Crediteuren algemeen Overige kortlopende schulden Rekening-courant bank Kasgeldleningen Totaal schulden < 1 jaar
Overlopende passiva Vooruitontvangen bedragen
31-12-2012
2.434.524
1.980.144
2.434.524
1.980.144
31-12-2013 3.963
Van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotten op specifieke uitkeringen Nog te betalen bedragen Verhaal bijstandsuitkeringen Totaal
31-12-2012 99-
12.472 1.181.355 1.197.790
54.714 1.067.372 135.794 1.257.781
Van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotten op specifieke uitkeringen Saldo Toevoegingen Vrijgevallen Saldo 1-1-2013 bedragen 31-12-2013 BANS Participatiebudget Scholingsbudget WIW Vrijwilligerswerk Binnenklimaat Investering stedelijke vernieuwing
0 31.564 0 8.609 0 14.541 54.714
128.090
128.090
10.678
0 0 0 8.609 0 3.863
177.047
12.472
166.369
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Gewaarborgde geldleningen Woningbouwverenigingen/ bejaardentehuizen/ verenigingen/ stichtingen Particuliere woningbouw/regeling gehandicapten Totaal
31-12-2013
1.722.346 22.535.868 24.258.214
31-12-2012
1.938.836 22.557.020 24.495.856
Voor een specificatie van de niet uit de balans blijkende verplichtingen wordt verwezen naar het bijlagenboek.
76
Toelichting reserves en voorzieningen Algemene reserve Doel: Algemeen dekkingsmiddel Toevoeging Onttrekking Toelichting € 1.076.203 Dit betreft de toevoeging van de bespaarde rente die ten guste komt van de algemene reserve € 1.137.346 Dit betreft de vrijval van diverse reserves naar aanleiding van de Nota financieel beleid. Deze vrijval is ten gunste gekomen van de algemene reserve € 352.860 Dit betreft € 61.050 m.b.t. routekaart, € 13.376 urnenmuur, € 10.000 zorgzwaartepakket, € 84.961 indexering sporthuis, € 63.131 bovenformatief, € e 67.500 inzetten 1/30 regel t.b.v. bezuinigingen, € 48.841 leges omgevingsvergunningen € 5.060.818 Dit betreft voor € 4.379.257 de vorming van diverse reserves die voorheen gelabeld waren aan de algemene reserves. En voor € 681.560 een bijdrage aan de bufferreserve. Dit naar aanleiding van de nota financieel beleid. € 2.611.074 Dit betreft het jaarrekening resultaat van 2012. Bufferreserve Doel: Afdekking risico’s zoals weergegeven in hoofdstuk Weerstandsvermogen Toelichting toevoeging: Naar aanleiding van de nota financieel beleid is er € 681.650 in de bufferreserve gestort ter dekking van de risico’s. Reserve uitvoering deelnota beeldende kunst Doel: Incidentele aankoop kunstwerken. Voeding: structureel bedrag per jaar en € 0,45 per uitgeefbare vrije sectorgrond. Reserve bedrijfsvoering Doel: Deze reserve is bedoeld om onverwachte calamiteiten op te vangen op het gebied van bedrijfsvoering. Toelichting toevoeging: Naar aanleiding van de nota financieel beleid is besloten om de reserve op minimale omvang van € 200.000 te houden. Na de jaarrekening 2012 moest deze dus aangevuld worden met € 168.257. Reserve management traject Doel: Professionalisering management Reserve waardevolle bomen Doel: Betreft reservering voor het beheer en onderhoud van de waardevolle en monumentale gemeentelijke bomen zoals genoemd in de bomenlijst. Reserve personeelsfeest Doel: Betreft reservering voor een personeelsfeest dat in najaar 2014 zal worden gehouden in het kader van het 50-jarig bestaan van de gemeente Bunnik. Reserve onderwijshuisvesting Doel: Dekking lasten van huisvestingsvoorzieningen onderwijs. Dekking wordt voor 1/3 voor MFA werkhoven ingezet en het restant wordt ingezet voor MFA Bunnik. Daarna opheffen. Reserve Barbaraschool Doel: Egalisatie per jaar van ongelijke onderhoudslasten over meerdere jaren waaraan geen recent onderhoudsplan ten grondslag ligt. Toelichting onttrekking: Er is een bedrag van € 54.032 naar de voorziening Dit is een voorziening geworden aangezien er vanaf 2013 wel een actueel onderhoudsplan onderligt. Diverse reserves Onderhoud gebouwen voor MFA Bunnik Doel: Egalisatie per jaar van ongelijke onderhoudslasten over meerdere jaren waaraan geen recent onderhoudsplan ten grondslag ligt. Dit betreft onderhoudsreserves die in de toekomst overgaan in MFA Bunnik
77
Diverse reserves Onderhoud gebouwen voor MFA Werkhoven Egalisatie per jaar van ongelijke onderhoudslasten over meerdere jaren waaraan geen recent onderhoudsplan ten grondslag ligt. Dit betreft onderhoudsreserves die in de toekomst overgaan in MFA Werkhoven Reserve Volkshuisvesting (BLS gelden) Doel: Deze reserve is voor sociale volkshuisvesting.(voorheen gelabeld aan de algemene reserve) Toelichting toevoeging: Voorheen was een bedrag van € 156.000 gelabeld in de algemene reserve. Naar aanleiding van de nota financieel beleid is dit een aparte reserve geworden. Reserve Dorpshart Bunnik Doel: Deze reserve is ter dekking van het MFA Bunnik. (voorheen gelabeld aan de algemene reserve) Toelichting toevoeging: Voorheen was een bedrag van € 2.700.000 gelabeld in de algemene reserve. Naar aanleiding van de nota financieel beleid is dit een aparte reserve geworden. Reserve maatregelen verkeer en mobiliteit (Salto) Deze reserve is bedoeld voor het aandeel van de gemeente Bunnik in de financiering van verkeersprojecten die in de bestuursovereenkomst Salto zijn opgenomen.(voorheen gelabeld aan de algemene reserve) Toelichting toevoeging: Voorheen was een bedrag van € 1.300.000 gelabeld in de algemene reserve. Naar aanleiding van de nota financieel beleid is dit een aparte reserve geworden Reserve uitvoering collegeprogramma Doel: Deze reserve is voor het uitvoeren van het collegeprogramma. (voorheen gelabeld aan de algemene reserve) Toelichting toevoeging: Voorheen was een bedrag van € 35.000 gelabeld in de algemene reserve. Naar aanleiding van de nota financieel beleid is dit een aparte reserve geworden Reserve persoonsgebonden budget Doel: Het niet door de medewerkers benutte deel van het persoonsgebonden budget moet beschikbaar blijven voor dekking besteding in volgende jaren. Reserve budgetoverheveling Doel: Opvang overlopende uitgaven van vorige dienstjaren Reserve Stuurgroep Kromme Rijn Landschap Doel: Egalisatiereserve van de Stuurgroep Kromme Rijn Landschap. Deze reserve is bestemd voor de 6 deelnemende gemeenten Reserve egalisatie kosten riolering Doel: Egalisatie is het verschil tussen de kosten en opbrengsten riolering. Hieronder vallen onverwachte overschotten op rekeningbasis, geld dat aan het einde van het jaar overblijft (bijvoorbeeld omdat een activiteit goedkoper is uitgevoerd). Reserve egalisatie kosten gemeentereiniging Doel: Egalisatie verschil tussen kosten en opbrengsten reiniging Reserve bouwleges Doel: Egalisatie in de baten van de bouwleges Reserve dekking kapitaallasten Doel: Dekking kapitaallasten van in het verleden ten laste van reserves gedekte investeringen. Omvang gelijk aan daartegenover staande boekwaarde investeringen
78
De volgende reserves zijn naar aanleiding van de nota financieel beleid komen te vervallen: Reserve doortrekking Baan van Fectio Reserve sociaal culturele voorzieningen Reserve Monumentenbeleid Reserve impuls mantelzorg Reserve afkoop RGSHG regeling Reserve wet inschakeling werkzoekende Reserve bestemmingsplannen Reserve huisvesting senioren activiteiten Reserve onderhoud de Bongerd Reserve onderhoud de lage Engh Reserve onderhoud St.Nicolaasschool Reserve flankerende FPU maatregelen Reserve inburgering nieuwkomers Reserve kosten OR Reserve afkoopsom erfpacht SV Aurora Voorzieningen De toevoegingen en onttrekkingen van de voorzieningen zijn conform onderliggende onderhoudsplannen of actualisatie van de voorzieningen. Voorziening FPU/voormalig personeel Doel: Opvang kosten gemeentelijke FPU bijdrage. Deze kan na 2015 vervallen Voorziening wachtgeldverplichtingen voormalige wethouders. Doel: Bekostiging ontslaguitkeringen voormalige wethouders. Voorziening pensioenverplichtingen wethouders Doel: Bekostiging pensioenaanspraken wethouders Voorziening wachtgeldverplichtingen voormalig personeel Doel: Dekking van bestaande ontslag uitkeringen. Voorziening grondexploitatie Doel: Voorziening voor de verwachte verliesneming op scholeneiland Odijk en Odijk west. Toelichting toevoeging: Naar aanleiding van de actualisatie van Odijk west is er een storting van € 2.415.694 in de voorziening gedaan voor de verwachte verliesneming van het project. Voorziening achterstallig onderhoud sport Doel: Verbeteren onderhoudsniveau in het kader van de verzelfstandiging van de sport. Voorziening egalisatie kosten riolering Doel: Dekking toekomstige investeringslasten ingevolge vGRP. Hierdoor worden fluctuaties in het tarief voorkomen. Diverse voorzieningen onderhoud gemeentelijke gebouwen Doel: Spreiding van de per jaar ongelijke lasten over meerdere jaren, blijkend uit recent opgestelde onderhoudsplannen Voorziening onderhoud wegen Doel: Spreiding van de per jaar ongelijke lasten over meerdere jaren, blijkend uit recent opgestelde onderhoudsplannen
79
Toelichting op de programmarekening Begrotingsrechtmatigheid Bij de rechtmatigheidcontrole vormt het begrotingscriterium een belangrijk toetsingscriterium. In de toelichting op het BAPG wordt begrotingsrechtmatigheid omschreven als: “Financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten, alsmede de balansposten, dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s (begrotingscriterium). In de begroting zijn de maxima voor de lasten vermeld die door de raad zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen dienen te passen binnen de begroting, waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag, alsmede het begrotingsjaar van belang zijn.” De toe te passen normen voor het begrotingscriterium zijn op hoofdlijnen door de wetgever bepaald (artikel 189, 190 en 191 van de Gemeentewet) en worden door de gemeenteraad zelf nader ingevuld en geconcretiseerd. Dit gebeurt door middel van de begroting en via de verordening op het financieel beheer ex artikel 212 van de Gemeentewet. Het normenkader voor het begrotingscriterium bestaat uit de door de raad vastgestelde begroting 2012-2015. Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium wordt getoetst of het budgetrecht van de gemeenteraad is gerespecteerd. Hierbij wordt getoetst of er afwijkingen zijn tussen begroting en realisatie middels een analyse van de lasten per programma. Bij eventuele overschrijdingen van de lasten wordt vervolgens getoetst in hoeverre de raad hier (via begrotingswijzigingen) achteraf goedkeuring voor heeft verleend. Heeft dit niet plaatsgevonden dan is er in principe sprake van een onrechtmatigheid. Hier kan van worden afgeweken in een aantal gevallen. Te denken valt aan open einde regelingen waarbij vooraf niet goed in te schatten was hoeveel de lasten exact zullen zijn. Tevens kunnen hogere lasten worden gecompenseerd door een onttrekking uit reserve of voorziening. Dit is eveneens niet onrechtmatig aangezien de raad hiervoor separaat een besluit neemt over de onttrekkingen aan reserves. De in de kadernota ‘Rechtmatigheid’ genoemde criteria zijn voor onze gemeente leidraad voor de controle op begrotingsrechtmatigheid. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de volgende zeven soorten overschrijdingen en de daarbij behorende consequentie voor het oordeel van de accountant: Tabel: overzicht van soorten overschrijdingen van begrotingsrechtmatigheid Nr Soorten van overschrijdingen Onrechtmatig maar telt niet mee voor het oordeel
Onrechtmatig en telt mee voor het oordeel
1
X
2
3
4
5
Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten die niet passen binnen het bestaande beleid en waarvoor men tegen beter weten in geen voorstel tot begrotingsaanpassing heeft ingediend. Bijvoorbeeld de doelgroep c.q. de activiteiten zijn in de praktijk aantoonbaar ruimer geïnterpreteerd dan in regelgeving (subsidieregeling, -verordening) was gedefinieerd. Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar waarbij de accountant ondubbelzinnig vaststelt dat die ten onrechte niet tijdig zijn gesignaleerd. Bijvoorbeeld: de verwachte kostenoverschrijding op jaarbasis was via tussentijdse informatie al wel bekend, maar men heeft geen voorstel tot begrotingsaanpassing ingediend en dit is in strijd met de budgetregels zoals afgesproken met de raad. Kostenoverschrijdingen die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten, bijvoorbeeld via subsidies of kostendekkende omzet. Kostenoverschrijdingen bij open einde (subsidie)regelingen. Vaak blijkt vanwege dit open karakter in het kader van het opmaken van de jaarrekening een (niet eerder geconstateerde) overschrijding. Kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door extra inkomsten die niet direct gerelateerd zijn. Over de aanwending van deze extra inkomsten heeft de raad nog geen besluit ge-
X
X
X
X
80
Nr
6
6a 6b
Soorten van overschrijdingen
nomen Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten welke achteraf als onrechtmatig moeten worden beschouwd omdat dit bijvoorbeeld bij nader onderzoek van de subsidieverstrekker, belastingdienst of een toezichthouder blijkt (bijvoorbeeld een belastingnaheffing). Het zal hier in de praktijk vaak gaan om interpretatieverschillen bij de uitleg van wet- en regelgeving die na het verantwoordingsjaar aan het licht komen. Er zijn dan geen rechtmatigheidgevolgen voor dat verantwoordingsjaar. Wel zal de gemeente er voor moeten zorgen dat de overschrijdingen getrouw in de jaarrekening worden weergegeven. Ook kunnen er gevolgen zijn voor het lopende jaar.
Onrechtmatig maar telt niet mee voor het oordeel
Onrechtmatig en telt mee voor het oordeel
X X
- geconstateerd tijdens verantwoordingsjaar
7 7a 7b
- geconstateerd na verantwoordingsjaar Kostenoverschrijdingen op activeerbare activiteiten (investeringen) waarvan de gevolgen voornamelijk zichtbaar worden via hogere afschrijvings- en financieringslasten in het jaar zelf of pas in de volgende jaren. - jaar van investeren
X X
- afschrijvings- en financieringslasten in latere jaren
Bevindingen 2013 Bij de beoordeling van de begrotingsrechtmatigheid is gekeken op programmaniveau (in tegenstelling tot de toelichting bij de jaarrekening, waarbij naar afwijkingen > € 25.000 op subproductniveau gekeken is) en zijn de werkelijke lasten afgezet tegenover de begrote lasten. Met uitzondering van programma 1 Bestuur en Burgers en Programma 5 Educatie (beiden overschrijding) is er voor de overige programma’s sprake van lagere werkelijke lasten dan begroot. Deze programma’s zijn vervolgens nader geanalyseerd aan de hand van de hierboven genoemde criteria in hoeverre er sprake is van een (on)rechtmatigheid. Tussen haakjes is aangegeven welke soort overschrijding van toepassing is zoals weergegeven in bovenstaande tabel. Bij programma 1 Burger en bestuur was er sprake van een overschrijding van de lasten met 0,43 mln; begroot was 3,667 mln, de werkelijke lasten waren 3,710 mln. De voornaamste oorzaak is gelegen in het product Bestuursorganen, de voorziening pensioenen wethouders is naar aanleiding van de nieuwe berekeningen bijgeraamd. Dit wordt vooral veroorzaakt door een sterke toename van de pensioenaanspraken van de huidige bestuurders en in mindere mate door een toename van de pensioenaanspraken van exbestuurders Dit nadeel wordt voor een gedeelte gecompenseerd doordat de kostenverdeling ondersteuningspakket een voordeel heeft. Dit heeft te maken met lagere opleidingskosten en lagere kosten inhuur. Op het programma 2 Openbare orde en Veiligheid werd voor 18.000 euro minder lasten verantwoord. De voornaamste oorzaken hiervan zijn gelegen in de overige kostensfeer (o.a. drank en horecatoezicht). Bij programma 3 Verkeer en vervoer was er sprake van een onderschrijding van 181.000 euro. Dit betrof grotendeels het product Wegen (168.000 euro). De voornaamste oorzaak is gelegen in onderuitputting kapitaallasten; In verband met de nog niet afgeronde besluitvorming rondom de ontwikkelingen ontsluitingsweg N421 en de Oost west verbinding en N411 ( Koningsweg/Achterdijk) zijn de geraamde investeringen Salto A12 (inclusief de investering voor Fort bij Vechten) niet uitgevoerd.
81 Tevens ontstaat door een andere wijze van straten reinigen een voordeel op het product Straatreiniging. Dit wordt mede bepaald door minder veegvuil. Bij programma 4 Economische ontwikkelingen was er sprake van een overschrijding van 4.000 euro. Dit betreft grotendeels lagere lasten m.b.t de weekmarkt. Bij programma 5 Educatie is er een onderschrijding van € 122.000,-. De voornaamste oorzaak is dat de gemeente Bunnik in samenwerking met de gemeenten De Bilt, Houten, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist het leerlingenvervoer opnieuw heeft aanbesteed. De Europese openbare aanbesteding heeft geleid tot gunstigere tarieven ten opzichte van het vorige contract. Dit komt met name door een nieuwe perceelindeling en het daaraan gekoppelde tarief Daarnaast zijn er lagere lasten voor volwasseneneducatie. Bij het programma 6 Sport, recreatie en landschap zijn er lager lasten (€ 47.000), de voornaamste oorzaak is dat aan het budget voor de inzet van buurtsportcoaches impuls combinatiefuncties is nog geen invulling gegeven. Het levert daarom op dit product een incidenteel voordeel op. Dit budget wordt overgeheveld naar de reserve budgetoverheveling. Deze mutatie wordt verantwoord op programma 11. Bij programma 7 Maatschappelijke ondersteuning zijn er lagere lasten (€ 270.000), dit is voornamelijk terug te voeren op een voordeel inzake WMO hulpmiddelen en het wegvallen van de wettelijke taken voor inburgering. Bij programma 8 Inkomen en Werkgelegenheid zijn er € 35.000 hogere lasten dan begroot Als gevolg van de aanhoudende crisis is het aantal bijstandsuitkeringen hoger uitgevallen dan geraamd. De effecten van de economische crisis worden steeds duidelijker merkbaar. Bij programma 9 Milieu zijn er € 158.000,- lagere lasten dan begroot. Er zijn een tweetal hoofdoorzaken hiervoor aan te voeren, te weten: 1. In 2013 zijn de kosten voor het inzamelen en het afvoeren en verwerken van GFT- en restafval lager. Dit wordt gestort in de reserve egalisatie reiniging. Deze mutatie is verantwoord op programma 11. 2. In september 2012 is het vernieuwde Gemeentelijk RioleringsPlan 2012-2016 (vGRP) vastgesteld. Op basis hiervan zijn de ramingen voor riolering c.a. aangepast. De plannen worden momenteel verder uitgewerkt; de daaruit voortvloeiende lasten (bijvoorbeeld advies- en onderzoekskosten) zullen in 2014 en volgende jaren volgen. Dit betekent voor 2013 een incidenteel voordeel op dit product Bij programma 10 Ruimtelijke ordening en woonomgeving zijn er € 6.427.000,- hogere lasten dan begroot. In de begroting 2013 is rekening gehouden met een totale last voor alle grondexploitatie-projecten van € 4.287.700. In werkelijkheid is er een totale last van € 8.335.500 (inclusief doorbelastingen) ten laste van de grondexploitatieprojecten gebracht. Dit wordt met name veroorzaakt door grondaankopen. Voor een verdere toelichting betreffende de diverse in uitvoering zijnde grondexploitaties wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid. Voor Odijk-West is een storting in de voorziening grondexploitatie geweest vanwege de verliesneming op dit project. Bij programma 11 Dekkingsmiddelen zijn er € 857.000,- hogere lasten dan begroot. Dit is terug te voeren op de volgende oorzaken:
-
In 2013 is een voordeel ontstaan op gemeentereiniging van € 96.000 (zie programma 9) en dit wordt gestort in de egalisatiereserve gemeentereiniging
-
Daarnaast is een bedrag van € 84.000 in de reserve riolering gestort. Er was al € 26.000 begroot zodat op programma 11 een nadeel te zien is van € 154.000.
-
In 2013 zijn diverse budgetten om verschillende redenen niet gebruikt Hiervoor wordt gevraagd deze over te hevelen. De overheveling is al verwerkt in de jaarrekening 2013
-
Er is meer rente ten gunste van de algemene reserve geboekt
82 -
Tot slot een financieel technisch verschil. Investeringen die conform raadsbesluit gedekt worden uit de algemene reserve moeten afgeschreven worden volgens de BBV. Daarom worden deze bedragen uit de algemene reserve in de reserve dekking kapitaallasten gestort zodat de toekomstige afschrijvingen gedekt zijn. Het betreft hier de storting in de reserve kapitaallasten.
.Samenvattend
Programma Burger en bestuur Openbare orde en Veiligheid Verkeer en vervoer Economische ontwikkelingen Educatie Sport, Recreatie en Landschap Maatschappelijke ondersteuning Inkomen en Werkgelegenheid Milieu Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving Dekkingsmiddelen Resultaatbestemming Totaal in mln euro
Begrote lasten 3.667 1.617 2.647 44 1.275 1.339 4.462 2.165 2.687 7.275
Werkelijke lasten 3.710 1.600 2.465 49 1.153 1.291 4.192 2.199 2.529 13.702
eindoordeel
7.935
636 8.156 41.680
Rechtmatig
35.110
Er zijn geen overschrijdingen onrechtmatig:
Totale begrotingsonrechtmatigheid:
€ 0,-
Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig Rechtmatig
83
Informatie Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Publicatieverplichting beloning regulier De wijze van verantwoording van de WNT in de jaarrekening is vergelijkbaar met de Wopt. Een belangrijk verschil is wel dat uit hoofde van de WNT de bezoldiging van alle topfunctionarissen (volgens de wet: gemeentesecretaris en griffier) ook moet worden verantwoord als de norm niet is overschreden. Van overige medewerkers moet alleen een vermelding plaatsvinden bij overschrijding van de norm. Van elke topfunctionaris en van elke andere functionaris, die in het betreffende jaar een totale bezoldiging heeft ontvangen hoger dan de maximale bezoldigingsnorm, moet de gemeente op grond van de WNT en het gewijzigde artikel 28 BBV in de toelichting op de programmarekening het volgende opnemen: de beloning; de belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding; de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn; de functie of functies; de duur en omvang van het dienstverband in het verslagjaar; de beloning in het voorgaande jaar; en een motivering voor de overschrijding van de maximale bezoldigingsnorm. Van topfunctionarissen moet bovendien ook de naam openbaar worden gemaakt. Bij de niettopfunctionarissen is dit niet verplicht en kan worden volstaan met het noemen van de functie(s). Beloningen regulier Functie
Griffier H.R.E. Gemeentesecretaris Hofland G. Veenhof
Beloning
€ 41.478,36
Functie 3
Functie 4
€ 92.703,36
Belastbare vaste en variabele € 845,95 onkostenvergoeding
€ 1.165,35
Voorzieningen ten behoeve € 6.882,72 van beloningen betaalbaar op termijn
€ 16.184,64
Duur en omvang van het dienstverband in het verslagjaar
12 maanden 24 uur
12 maanden 36 uur
Beloning in het voorgaande jaar
€ 41.474,56
€ 92.531,39
Motivering voor de overschrij- Niet van toeding van de maximale bezol- passing digingsnorm.
Publicatieverplichting beloning inhuur Indien sprake is van externe inhuur voor langer dan zes maanden binnen een periode van 18 maanden zal van elke topfunctionaris (ook als norm niet is overschreden) en van elke andere extern ingehuurde niet-topfunctionaris, die in het betreffende jaar een totale bezoldiging heeft ontvangen hoger dan de maximale bezoldigingsnorm, het volgende worden opgenomen in de toelichting op de programmarekening: de bezoldiging; de functie of functies; en de duur en omvang van de functievervulling in het boekjaar. Van extern ingehuurde topfunctionarissen moet bovendien ook de naam openbaargemaakt worden. Bij andere extern ingehuurde functionarissen is dit niet verplicht en kan worden volstaan met het noemen van de functie. Onder externe inhuur valt overigens niet het inhuren van extern advies. Voor zowel de topfunctionaris als de niet-topfunctionaris geldt dat indien het dienstverband (of de inhuur) niet fulltime is of niet het hele jaar heeft geduurd, de bezoldigingsnorm pro rata moet worden toegepast.
84
De gemeente moet alle voorgaande gegevens, die worden opgenomen in de toelichting op de programmarekening, uiterlijk voor 1 juli volgend op het verslagjaar digitaal melden aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en daarbij een toelichting geven indien sprake is van overschrijding van de maximale bezoldigingsnorm. Beloningen inhuur Functie externe inhuur
Topfunctionaris (+naam) 1
Functie 2
Bezoldiging
Niet van toepassing
Belastbare vaste en variabele Niet van toepasonkostenvergoeding sing Duur en omvang van de func- Niet van toepastievervulling in het boekjaar sing
Publicatieverplichting uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband De openbaarmaking van uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband, bijvoorbeeld een ontslagvergoeding, is ook gewijzigd ten opzichte van de Wopt. Volgens de WNT zal voor elke topfunctionaris (volgens de wet: gemeentesecretaris en griffier) en voor elke gewezen topfunctionaris moeten worden vermeld: - de uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband; - de naam, functie of functies die tijdens het dienstverband zijn bekleed; en - het jaar waarin het dienstverband is beëindigd. Zoals al eerder opgemerkt, is sprake van een maximum norm voor ontslagvergoeding voor topfunctionarissen, die niet mag worden overschreden. Voor alle andere medewerkers zal een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband moeten worden vermeld in het jaardocument indien: 1. in enig voorafgaand jaar voor deze persoon een Wopt-melding is gedaan; of 2. het totaal van de uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband meer bedraagt of zal bedragen dan de maximale bezoldigingsnorm in het jaar waarin het dienstverband is beëindigd. De norm moet pro rata worden toegepast als geen sprake is van een fulltime dienstverband of als dit korter heeft geduurd dan een kalenderjaar. In dat geval moeten de volgende gegevens worden vermeld: - de uitkering wegens beëindiging dienstverband; - de functie of functies die tijdens het dienstverband zijn bekleed; en - het jaar waarin het dienstverband is beëindigd. De naam van de medewerker is niet noodzakelijk. De gemeente moet deze informatie voor alle topfunctionarissen en alle medewerkers, voor wie de ontslagvergoeding openbaar gemaakt moet worden, uiterlijk voor 1 juli volgend op het verslagjaar digitaal melden aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en daarbij een toelichting geven indien sprake is van overschrijding van de maximale norm. Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband Functie
Griffier H.R.E. Gemeentesecretaris Hofland G. Veenhof
Uitkeringen wegens beëindi- Niet van toeging van het dienstverband passing
Niet van toepassing
Het jaar waarin het dienstver- Niet van toeband is beëindigd passing
Niet van toepassing
Functie 3
Functie 4
85
Incidentele Baten en lasten
Incidentele lasten en baten
Lasten en baten (x € 1.000) Lasten bommenregeling detectielussen verkeerslichtinstallaties digitalisering dienstverlening dotatie voorziening wachtgelden drank-en horecawet kostenvergoedingen Besluit proceskosten langzaamverkeerverbinding Rijneiland leges huwelijken leges rijbewijzen machinaal vegen en blad ruimen/stelpost BIB maatregelen onkruidbestrijding Personeelsbeleid stortkosten veegvuil strategische agenda en externe inhuur inzet buurtsportcoaches impuls combinatiefuncties isolatiewerkzaamheden ketelhuis markeren limes Ontwerp speelplek Eikenpad Schuldhulpverlening zorg in natura/zorgzwaartepakketten 1 en 2 Wmo Plastic Subsidie oud papier Opstellen bestemmingsplannen Opstellen businesscase basisregistratie Basistaken GGD Invoeringskosten jeugdzorg CJG Bijdrage tekort Sanering ondergrondse tank
746,3 244,3 8,0 193,0 40,615,010,5 10,0 4,0 5,215,110,033,9 8,024,5 26,4 7,5 5,417,5 14,8 102,3 49,526,0 12,040,020,0 6,672,3 45,4 86,2 7,0
Baten algemene uitkering identiteitskaarten voor personen onder 14 jaar leges rijbewijzen Plastic Vergoeding schade riolering Leges begraafrechten Opbrengst snippergroen Leges omgevingsvergunningen vGRP
163,1 145,6 7,6 5,2 26,0203,0 10,511,2 269,096,1
Saldo incidentele lasten en baten
583,2
86
Single information, single audit
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
Ontvanger
G1
Juridische grondslag
Nummer
SZW
Specifieke uitkering
Departement
87
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_gemeente 2013 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
SZW
G1A
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners van uw gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T)
Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of er in (jaar T) geen, enkele of alle inwoners werkzaam Aard controle R waren bij een Openbaar Indicatornummer: G1 / 01 lichaam o.g.v. de Wgr. 2,00 Wet sociale Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) werkvoorziening selecteren en in de kolommen (Wsw)_totaal 2012 ernaast de verantwoordingsinformatie voor Wet sociale die gemeente invullen werkvoorziening (Wsw) Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1) na controle door de gemeente.
I Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren
N D I C A T O R E N Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Aard controle R Indicatornummer: G1 / 02
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1 / 03
1,11 Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (T1);
Nee Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze
inclusief inclusief deel openbaar lichaam deel openbaar lichaam
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1A / 01
1 0312 (Bunnik) 2 3 96 97 98 99 100
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 02
22,25
Het totaal aantal gerealiseerde Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T- geïndiceerde inwoners in (jaar 1), uitgedrukt in arbeidsjaren; T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 03
2,61
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 04
18,10
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 05
2,00
88
SZW
G2
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_gemeente 2013
Besteding (jaar T) algemene bijstand
Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)
Gemeente Gemeente Alle gemeenten I.1 Wet werk en bijstand (WWB) I.1 Wet werk en bijstand (WWB) verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van Aard controle R Aard controle R de Wgr. Indicatornummer: G2 / 01
G2A
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_totaal 2012 Gemeenten die uitvoering in (jaar T-1) geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G2B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G2C-1)
Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) IOAZ
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 03
Indicatornummer: G2 / 02
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 04
€0 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€0 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€0 €0 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Volledig zelfstandige uitvoering Rijk) Ja/Nee
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 07
SZW
Besteding (jaar T) IOAW
€0 Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 08
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 09
€0 Baten (jaar T-1) algemene bijstand (exclusief Rijk)
Nee Besteding (jaar T-1) IOAW
inclusief geldstroom openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar lichaam
1 0312 (Bunnik) 100
€ 1.027.232
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 03
€ 49.181
Baten (jaar T-1) IOAW (exclusief Rijk) inclusief geldstroom openbaar lichaam I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 04
€ 43.188
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 05
€0
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 06
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 10
€0 Besteding (jaar T-1) algemene bijstand
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 02
€0
Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze.
I.1 Wet werk en bijstand (WWB) I.1 Wet werk en bijstand (WWB) I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 01
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 05
89
Hieronder verschijnt de gemeente(code) conform de keuzes gemaakt bij indicator G2A / 01
Besteding (jaar T-1) IOAZ
inclusief geldstroom openbaar lichaam
In de kolommen hiernaast de verantwoordingsinformatie voor I.3 Wet inkomensvoorziening die gemeente invullen oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 06
SZW
G3
1 0312 (Bunnik) 2 Besluit bijstandverlening Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen 2004 zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gemeente 2013
Baten (jaar T-1) IOAZ (exclusief Besteding (jaar T-1) Bbz 2004 Rijk) levensonderhoud beginnende zelfstandigen inclusief geldstroom openbaar lichaam inclusief geldstroom openbaar lichaam I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk I.4 Besluit bijstandverlening arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen 2004 zelfstandigen (IOAZ) (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 07
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 08
Baten (jaar T-1) Bbz 2004 Baten (jaar T-1) WWIK levensonderhoud beginnende (exclusief Rijk) zelfstandigen inclusief geldstroom inclusief geldstroom openbaar openbaar lichaam lichaam I.6 Wet werk en inkomen I.4 Besluit bijstandverlening kunstenaars (WWIK) zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 09
€ 1.212
€0
€0
Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Baten (jaar T) levensonderhoud Baten (jaar T) gevestigde zelfstandigen kapitaalverstrekking (exclusief (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Bob) (exclusief Rijk)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 10
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2A / 11
€ 1.292
€0
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
Besteding (jaar T) Bob
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 Aard controle R Indicatornummer: G3 / 01 Alle gemeenten €0 verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk) T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02
€0 Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
€0 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze.
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 07
€0
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 03
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 08
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3 / 09
Nee
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 04
€0
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 05
€0
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 06
€0
90
SZW
G3A
Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_totaal 2012
Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Besteding (jaar T-1) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
Besteding (jaar T-1) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Baten (jaar T-1) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
inclusief geldstroom openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar lichaam
Baten (jaar T-1) Besteding (jaar T-1) aan kapitaalverstrekking (exclusief onderzoek als bedoeld in Bob) (exclusief Rijk) artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob) inclusief geldstroom openbaar inclusief geldstroom lichaam openbaar lichaam
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 Gemeenten die uitvoering in (jaar T-1) geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G3B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G3C-1) Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3A / 01
1 0312 (Bunnik) 2 100 Hieronder verschijnt de gemeente(code) conform de keuzes gemaakt bij G3A / 01 In de kolommen hiernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 02
G5
Wet participatiebudget (WPB)_gemeente 2013
1 0312 (Bunnik) 100 Het aantal in (jaar T) bij een ROC ingekochte contacturen
Wet participatiebudget (WPB) Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 04
€ 10.701
€0
€ 10.049
Besteding (jaar T-1) Bob
Baten (jaar T-1) Bob (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T-1) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
inclusief geldstroom openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar lichaam
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3A / 07
SZW
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 03
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 08
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 09
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 05
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 06
€ 963
€ 4.527
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s
Besteding (jaar T) Regelluw
Aard controle R Indicatornummer: G3A / 10
€0
€0
€0
Besteding (jaar T) participatiebudget
Waarvan besteding (jaar T) van Baten (jaar T) (niet-Rijk) educatie bij roc's participatiebudget
Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering Let op: Deze verantwoording kan niet door een gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd, ongeacht de keuze van de gemeente bij indicator G5/02 Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 01
68 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Dit onderdeel is uitsluitend van toepassing op gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk
De zelfstandige uitvoering betreft de indicatoren G5/03 tot en met G5/07 Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G5 / 02
Nee
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 03
€ 12.693
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 04
€ 12.693
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 05
€0
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 06
€0
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 07
€0
91
G5A
Wet Participatiebudget (WPB)_totaal 2012
Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Wet participatiebudget (WPB)
Besteding (jaar T-1) participatiebudget
Waarvan besteding (jaar T-1) van educatie bij roc's
Baten (jaar T-1) (niet-Rijk) participatiebudget
Waarvan baten (jaar T-1) van Besteding (jaar T-1) educatie bij roc’s Regelluw
inclusief geldstroom openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar Dit onderdeel is uitsluitend lichaam van toepassing op gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk.
Gemeenten die uitvoering in (jaar T-1) geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G5B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G5C-1)
inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G5A / 01
1 0312 (Bunnik) 2 26 27 100
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 02
€ 176.248
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 03
€ 51.297
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 04
€0
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 05
€0
Aard controle R Indicatornummer: G5A / 06
€0
92
Vaststelling
93
Vaststelling
Nummer 14-
De raad van de gemeente Bunnik;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 mei 2014; gelet op artikel 197 van de Gemeentewet;
besluit: de balans per 31 december 2013 en het jaarverslag en de jaarrekening 2013 vast te stellen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 26 juni 2014.
De raad voornoemd,
de griffier
de voorzitter
94
Paragrafen
95
1. Bedrijfsvoering Doelstellingen Algemene doelstellingen 1.
2.
3.
Een klantgerichte en open organisatie, resultaatgericht met een breed inzetbare en flexibele personeelsbezetting, werkzaam op eigentijdse arbeidsvoorwaarden (strategische organisatievisie) Ondersteunen van de gemeentelijke organisatie en een kwalitatief beheer en toegankelijkheid van gemeentelijke informatie en archiefbescheiden (Door)ontwikkelen en in stand houden van een bedrijfsvoering die ‘in control’ is (ondersteuning)
Relevante beleidsontwikkelingen op bestaand beleid Personeelsbeleid Het personeelsbeleid is vastgelegd in het p&o-beleidsplan en de daaruit voortvloeiende deelnotities. In het Sociaal Jaarverslag wordt jaarlijks verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid. In 2013 zijn nadere stappen gezet op het gebied van Strategische PersoneelsPlanning, met als doel een toekomstbestendig, duurzaam inzetbaar personeelsbestand. Daarnaast is het ziekteverzuimbeleid geactualiseerd, met als resultaat een aanzienlijke daling van het verzuim in 2013 ten opzichte van 2012, als gevolg waarvan het budget voor arbo en verzuim naar beneden bijgesteld kon worden. Tot slot is een bijdrage geleverd aan organisatiebrede projecten, zoals het inrichten van het Sociaal Domein en Wij Bunnik. Een aantal p&o beleidszaken loopt door naar 2014. Zo is de werkkostenregeling van rijkswege uitgesteld naar 2015 en zal de organisatievisie, de organisatorische uitwerking van de Strategische Agenda, in 2014 verder onder de loep genomen worden. Toekomst gemeentewerf In 2013 is een onderzoek uitgevoerd naar de toekomst van de gemeentewerf. Het onderzoek bevat een vergelijking van het overdragen van werkzaamheden aan Reinigingsbedrijf Midden Nederland (RMN) enerzijds en het handhaven van de huidige situatie anderzijds. Beide mogelijkheden zijn onderzocht en de gevolgen voor de organisatie, het personeel, de financiën en de kwaliteit van dienstverlening zijn in kaart gebracht. Op basis van de eerste uitkomsten van 2013 zal een vervolgonderzoek plaatsvinden naar het overdragen van werkzaamheden aan RMN.
96
Overzicht kaders en regelingen In onderstaand overzicht zijn de specifieke wettelijke kaders met betrekking tot Bedrijfsvoering weergegeven, als ook de vastgestelde nota’s: OVERZICHT KADERS EN REGELINGEN.
Datum van besluit
Lokale regelgeving
Jaartal herziening
Toelichting
Nota financieel beleid
2013
2013
Deze is in 2012 opgesteld en begin 2013 door de raad vastgesteld.
Financiële verordening gemeente Bunnik (art. 212 GW).
2013
2013
De verordening is in 2012 opgesteld en in 2013 door de raad vastgesteld.
Strategische organisatievisie Bunnik “Kijk verder, kijk Bunnik”
2005
2014
Dit is doorgeschoven naar 2014 (zie toelichting collegeprogramma)
Collegeprogramma 2010 - 2014 Herijking strategische organisatievisie In 2013 is de gemeenteraad voortvarend aan de slag gegaan met de Strategische Agenda welke in 2014 afgerond zal worden. Als vervolg daarop zal in 2014 de herijking van de strategische organisatievisie afgerond worden.
Nieuw beleid vanuit de Kadernota Vervanging automatiseringsapparatuur In verband met de oprichting van de Regionale ICT Dienst Utrecht (RID) en de plannen van de RID om binnen afzienbare tijd over te gaan op een nieuwe gecentraliseerde ICT-voorzieningen zijn de beoogde investeringen voor 2013 uitgesteld om desinvesteringen te voorkomen. In 2014 zal duidelijk worden of deze investeringen alsnog moeten worden gedaan. Personeelsinformatiesysteem De aanbesteding van het nieuwe personeelsinformatiesysteem is in 2013 gestart en loopt door in 2014. Migratie Oracle databases De RID zal de migratie van Oracle databases centraal gaan regelen voor alle deelnemende organisaties. De technische omgeving is in 2013 gerealiseerd en de migratie is in 2013 gestart voor de eerste deelnemers. De migratie van de Oracle databases van gemeente Bunnik zal in 2014 plaatsvinden. Eigen risicodragerschap WGA Het eigenrisicodragerschap voor de WGA is in 2013 geëffectueerd. Herijking strategische organisatievisie Zie toelichting collegeprogramma. Overige vervangingsinvesteringen
97 Dit betreft de vervanging van materieel voor de buitendienst. Voor het jaar 2013 zijn er, mede gelet op het lopende onderzoek van de werf, geen investeringen gedaan.
Vervangingen < 5.000 Dit betreft de vervanging van divers klein materieel ten behoeve van de buitendienst. Hierbij kan gedacht worden aan de vervanging van kleine machinale gereedschappen. Conform de Nota financieel beleid worden deze vervangingen niet afgeschreven. Daarnaast worden diverse kleine gereedschappen, zoals scheppen en bezems, maar ook een boortol, schroevendraaiers vervangen.
Overige ontwikkelingen Organisatieontwikkeling-digitalisering In de ‘Eindrapportage bezuinigingsproject Bunnik in Balans’ uit 2011 is vanaf 2015 een taakstelling van € 100.000 op de bedrijfsvoering opgenomen. Deze taakstelling moet worden gerealiseerd door de kosten van de gemeentelijke organisatie te reduceren, onder andere via digitalisering. Bij de eerste uitwerking bleek al snel dat er veel ontwikkelingen spelen in en buiten de organisatie die allen als verbindende schakel ‘digitalisering’ hebben. Ontwikkelingen op het gebied van dienstverlening, de netwerksamenleving en de netwerkorganisatie. Om invulling te geven aan deze ontwikkelingen worden sinds medio 2013 experimenten op het gebied van digitalisering uitgevoerd. Een mooi voorbeeld hiervan is het experiment rond de inzet van social media. Binnen dit experiment is in december een aantal subexperimenten in gang gezet en deze lopen tot en met maart 2014. Inwoners van de gemeente zijn gevraagd en bereid gevonden om feedback te geven tijdens dit traject. Naar aanleiding van de evaluatie van zowel de eigen ervaringen als die van de samenleving zal in het tweede kwartaal van 2014 het social mediabeleid worden opgesteld. Daarnaast kan gedacht worden aan een experiment rond een digitaal samenwerkingsplatform, een experiment rond e-learning en een experiment rond thuiswerken. Daarnaast is in 2013 voor 2014 een statement afgegeven dat luidt: ‘Digitaal, tenzij’. Veel meer digitale afhandeling in plaats van geschreven papier, veel meer mogelijkheden om via het e-loket de dienstverlening naar de klant toe te laten komen. Daartoe is in 2013 onder andere ook besloten over te gaan tot invoering van de digitale handtekening in de loop van 2014. De maatregelen die in 2013 zijn genomen, geven al voor € 75.000 invulling aan de eerder genoemde taakstelling per 1 januari 2015. Zaakgericht werken In 2013 is gestart met de invoering van de eerste fase van het zaakgericht werken met behulp van het softwarepakket Mozard. De gemeente Bunnik kan hiermee haar inwoners en bedrijven op het door hen gewenste niveau (waaronder digitaal) bedienen. Zaakgericht werken past binnen de hoofddoelstellingen van de organisatie ‘Versterking van de klantgerichtheid’ en ‘Verbetering van de doelmatigheid’.
98
Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2012
Lasten Personeelskosten bestuursdienst Gemeentehuis Werkplekken Informatie- en communicatietechnologie Documentmanagement Facilitaire/secretariële ondersteuning Inkoopconsulent P&O beleid Personeelsbeheer ARBO Kwaliteitszorg Financiële administratie Belastingadministratie Juridisch consulentschap Gemeentewerf Materieel Overige kosten bedrijfsvoering Baten Directe baten
Saldo lasten en baten
8.503,4 6.067,4 620,3 136,7 378,0 69,8 174,3 1,5 200,8 372,2 44,5 9,1 44,5 88,7 29,7 119,7 97,8 48,5 146,5146,5-
8.356,9
Begroting 2013 (A) 8.809,7 6.288,9 545,8 130,9 630,0 84,4 180,6 0,7 225,9 299,7 50,5 35,9 30,0 62,8 30,9 67,1 122,6 22,9
Realisatie 2013 (B) 8.679,5 6.386,7 567,8 130,9 508,7 79,9 159,6 1,3 177,1 285,8 21,3 40,4 43,0 57,5 28,1 62,0 90,3 39,0
165,7165,7-
8.644,0
Verschil (A) - (B) (x € 1.000) 130,2 97,821,90,0 121,3 4,5 21,1 0,648,8 13,9 29,2 4,513,05,3 2,8 5,1 32,3 16,2-
206,3206,3-
8.473,1
40,7 40,7
170,9
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen lasten Personeelskosten bestuursdienst 97,8 Voordeel In 2013 zijn er kosten gemaakt in verband met een aantal personeelswisselingen. Hierdoor is er een nadeel op de personeelskosten ontstaan. Dit betreft een eenmalige overschrijding. Daartegenover staat het voordeel van de vergoedingen voor onder andere zwangerschapsverlof (zie toelichting baten). Totaal
€ €
97.800 97.800
N N
€
89.000
V
€
15.000
V
€ € €
14.000 3.300 121.300
V V V
Informatie en communicatietechnologie 121,3 Voordeel Lagere kapitaallasten doordat een aantal investeringen nog niet gereed of opgestart zijn. Te denken valt aan implementatie basisregistratie 2012 en 2013 en Oracle database. (zie toelichtingen restantkredieten). Het budget voor inhuur is in 2013 niet nodig geweest. Vanaf 2014 zit dit budget in de gemeenschappelijke bijdrage van de RID. Het budget voor de o-meting informatiebeveiliging is niet gebruikt in de ophanden zijn de migratie van de ICT omgeving in 2014. Na deze migratie zal deze nulmeting alsnog uitgevoerd worden. Overig Totaal
99
P&O beleid 48,8 Voordeel Voor 2013 stond een bedrag voor loopbaanbudget geraamd. Deze is niet volledig benut waardoor hier een voordeel te zien is. De onttrekking uit de reserve heeft daarom ook niet plaatsgevonden. Hierdoor is het budgettair neutraal. Er is minder uitgegeven aan werving en selectie De voorziening voormalig personeel is geactualiseerd. Hierdoor heeft een extra dotatie moeten plaatsvinden. Overig Totaal
€ €
61.000 18.300
V V
€ € €
25.600 4.900 48.800
N N V
€ € €
27.100 2.100 29.200
V V V
€ € €
24.700 7.600 32.300
V V V
€ € €
44.100 3.400 40.700
V N V
ARBO 29,2 Voordeel Een aanzienlijke daling van het verzuim en dientengevolge een vermindering van de inzet van de bedrijfsarts (arbodienstverlening) hebben ertoe geleid dat de kosten voor de verzuimbegeleiding fors zijn gedaald. Overig Totaal Materieel 32,3 Voordeel Lagere kapitaallasten doordat de vervanging van de DAF vrachtwagen in verband met het onderzoek van de werf is opgeschoven. Overig Totaal
De (oorzaken van de) belangrijkste verschillen baten Jaarlijks ontvangt de gemeente vergoedingen van het uwv voor onder andere zwangerschapsverlof . Dit wordt niet geraamd aangezien het niet in te schatten is. In 2013 is een vergoeding van € 44.100 ontvangen. Overig Totaal
100
2. Weerstandsvermogen BEGRIPPEN Onder weerstandsvermogen wordt verstaan “het vermogen van de gemeente om niet-structurele financiële risico’s op te kunnen vangen teneinde zijn taken voort te kunnen zetten”. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen weerstandscapaciteit (dit zijn de middelen waarover de gemeente beschikt/kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente voor het begrotingsjaar en de volgende jaren van het meerjarenperspectief. Voor het beoordelen van het weerstandsvermogen is inzicht nodig in de omvang en in de achtergronden van de risico’s in relatie tot de aanwezige weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide geeft het weerstandsvermogen aan volgens onderstaande figuur. Aan de hand van dit schema wordt het weerstandsvermogen van de gemeente Bunnik bepaald.
De risico’s voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet anderszins zijn ondervangen. Reguliere risico’s – risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn – maken geen deel uit van de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd.
Risicoprofiel Voor de bepaling dat de kans zich voordoet is onderstaande verdeling aangehouden. Omschreven als Geschatte kans dat het risico zich in werkelijkheid voor zal doen Uitgesloten 0% Zeer onwaarschijnlijk 5% Onwaarschijnlijk 10% Uitzonderlijk 20% Mogelijk 30% Aannemelijk 50% Waarschijnlijk 70% Zeer waarschijnlijk 90%
101 Bij de jaarrekening 2013 is nagegaan welke risico’s zich daadwerkelijk hebben voorgedaan en welk bedrag uit de buffereserve onttrokken dient te worden om deze te risico’s te kunnen opvangen. In 2013 hebben zich 2 risico’s voorgedaan te weten: Storm en blikschade Aansprakelijkheid
€ 6.300 € 2.500
Met deze risico’s was geen rekening gehouden in de bufferreserve en komen daarom ten laste van de exploitatie.
102
3. Lokale lasten en heffingen Beleid De gemeentelijke belastingen en retributies voor 2013 zijn, overeenkomstig het beleid vastgesteld in de Nota financieel beleid, verhoogd met 2,55% ten opzichte van 2012. De tarieven van de reinigingsheffingen (reinigingsrechten en afvalstoffenheffing) en de rioolrechten worden gebaseerd op volledige kostendekkendheid. Hierbij moet worden opgemerkt dat de compensabele BTW ook als kostenbestanddeel moet worden meegenomen. Weliswaar wordt deze BTW terugontvangen via het BTW compensatiefonds, maar daar tegenover staat een korting op de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Bovendien wordt de helft van de kosten van straatreiniging verdisconteerd in de rioolheffing. Kwijtscheldingsbeleid Kwijtschelding is mogelijk van de afvalstoffenheffing en rioolheffing. Van de andere belastingen is geen kwijtschelding mogelijk. In grote lijnen wordt kwijtschelding verleend indien het netto besteedbaar inkomen onder de bijstandsnorm ligt die voor de betreffende gezinssituatie van toepassing is. De ontwikkeling is, dat er minder kwijtscheldingsverzoeken zijn binnen gekomen én minder kwijtscheldingsverzoeken zijn gehonoreerd. De volgende kwijtscheldingen zijn verleend:
Belastingsoort Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal
Bedrag van de kwijtschelding (afgerond) 20.029 18.637 38.666
Belastingopbrengsten In onderstaand overzicht worden de opbrengsten van de diverse leges, tarieven en belastingen in beeld gebracht.
Overzicht opbrengsten diverse leges, tarieven en belastingen Bedragen x € 1.000,-
Rekening 2012 Begroting 2013 Rekening 2013 Onroerende zaakbelastingen Tarieven % van de WOZ waarde Gebruikersbelasting voor onroerende zaken: - die niet in hoofdzaak tot woning dienen
€
558
€
588
€
536
Eigenarenbelasting voor onroerende zaken: - die in hoofdzaak tot woning dienen - die niet in hoofdzaak tot woning dienen
€ €
2.829 719
€ €
2.949 826
€ €
2.943 882
Hondenbelasting
€
68
€
74
€
70
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
€
1.220
€
1.202
€
1.219
Rioolheffing Per heffingseenheid
€
1.118
€
1.142
€
1.140
Toeristenbelasting
€
111
€
112
€
127
Omgevingsvergunningen
€
918
€
300
€
499
Marktgelden
€
5
€
6
€
5
103
Tarieven De tarieven voor afvalstoffenheffing en reinigingsrechten daalden, behalve het tarief voor de eenpersoonshuishoudens. Dit was een gevolg van een afname van de kosten van afvoer en verwerking van restafval. Het tarief van de afvalstoffenheffing was daarmee kostendekkend; op grond van de Gemeentewet mag afvalstoffenheffing niet meer dan kostendekkend geheven worden. De tarieven hondenbelasting en toeristenbelasting stegen met de geraamde prijsontwikkeling. Dit gold ook voor de marktgelden. In de gemeente Bunnik is de berekeningssystematiek voor de tarieven onroerende zaakbelasting als volgt: het tarief onroerende zaakbelastingen 2012 voor woningen en niet-woningen wordt verhoogd met de inflatie en gecorrigeerd met het percentage waardedaling van de onroerende zaken. Voor 2013 was de inflatie bepaald op 2,55%. Dit betekent dat de opbrengst onroerende zaakbelasting 2013, exclusief de extra opbrengst uit nieuw- en verbouw, 2,55% hoger is dan de geraamde opbrengst 2012. De gemiddelde waardedaling van de woningen en niet-woningen in de gemeente Bunnik bedroeg 7,5%. Deze waardedaling heeft geleid tot een hogere tariefstijging van de onroerende zaakbelasting dan de inflatie, omdat met een lagere totale WOZ waarde een hogere belastingopbrengst moet worden behaald. De waardeontwikkeling in individuele gevallen kan van het gemiddelde afwijken doordat er verschil kan zitten in de waardeontwikkeling per objectsoort. Een appartement kan meer in trek zijn, dan een vrijstaande woning en daardoor kunnen deze objectsoorten beiden een andere waardeontwikkeling laten zien. Op 20 september 2012 is het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bunnik 2012 – 2016 vastgesteld. Het tarief rioolheffing voor 2013 is vastgesteld op € 175,80. Op de volgende bladzijde worden de tarieven voor gemeentelijke belastingen en retributies in beeld gebracht.
104
Tarieven gemeentelijke belastingen en retributies 2012 - 2013 Toename in %
2012
2013
0,1813%
0,1994%
10,0%
- die in hoofdzaak tot woning dienen
0,1455%
0,1601%
10,0%
- die niet in hoofdzaak tot woning dienen
0,2266%
0,2493%
10,0%
Onroerende zaakbelastingen Tarieven % van de WOZ waarde Gebruikersbelasting voor onroerende zaken: - die niet in hoofdzaak tot woning dienen
Eigenarenbelasting voor onroerende zaken:
Hondenbelasting Voor de 1e hond
€
81,58
83,66
2,6%
Voor de 2e hond
€
110,23
113,04
2,6%
Voor iedere hond boven het aantal van twee
€
111,88
114,73
2,6%
Voor honden gehouden in kennels
€
303,89
311,64
2,6%
- Eenpersoonshuishouden
€
164,00
€
165,00
0,6%
- Meerpersoonshuishouden
€
222,00
€
219,00
-1,4%
Reinigingsrechten (incl. BTW)
€
231,91
€
230,18
-0,8%
€
175,80
€
175,80
0,0%
- op campings
€
0,60
€
0,61
1,7%
- in overige verblijfsaccommodaties
€
1,82
€
1,86
2,2%
Dagstandplaats per strekkende meter per marktdag
€
2,81
€
2,88
2,5%
Vaste kwartaalstandplaats per strekkende meter per kwartaal
€
25,16
€
25,80
2,5%
Vaste halfjaarstandplaats per strekkende meter per halfjaar
€
47,73
€
48,95
2,6%
Vaste jaarstandplaats per strekkende meter per jaar
€
90,81
€
93,13
2,6%
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Afvalstoffenheffing:
Rioolheffing Per heffingseenheid Toeristenbelasting Per overnachting:
Marktgelden
105
4. Verbonden partijen Vanwege bestuurlijke, beleidsmatige en financiële belangen voeren verbonden partijen vaak beleid uit dat de gemeente in principe ook zelf kan blijven doen. Er blijft voor de gemeenteraad nog steeds een kaderstellende -, controlerende - en financiële taak over (het vergt budgettair beslag en de gemeente loopt daardoor risico’s). In verband met de gemeentelijke belangen is het gewenst dat in de begroting en jaarrekening aandacht wordt besteed aan de verbonden partijen. Verbonden partijen zijn derde rechtspersonen waarin de gemeente Bunnik een bestuurlijke en financiële belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt in dit verband verstaan: het hebben van een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die achtergesteld zijn in geval van faillissement van de verbonden partij en/of dat financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Het belang van verbonden partijen is dat deze vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe ook zelf kan (blijven) doen. De gemeente houdt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Kernvragen zijn of de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds corresponderen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden. Het tweede belang betreft het budgettaire beslag en de financiële risico’s die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. In deze paragraaf is per gemeenschappelijke regeling een format ingevuld. De reden hiervoor is dat meer inzicht wordt verlangd in de verbonden partijen waardoor het inzicht en de “grip” vergroot kan worden. Overzicht verbonden partijen Verbonden partij/gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke regeling Bestuur Regio Utrecht (BRU) Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied Gemeenschappelijke regeling Regionale ICT-Dienst Utrecht (RID) Gemeenschappelijke regeling Afval Verwijdering Utrecht (AVU) Stuurgroep Kromme Rijnlandschap Gemeenschappelijke regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht Gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI) Sichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Stichting Kromme Rijnstreek Deelnemingen BNG Waterleidingbedrijf Vitens
Bestuur Regio Utrecht (BRU) Vestigingsplaats Utrecht. Doel Het gezamenlijk aanpakken van grootstedelijke, bovenlokale vraagstukken. Programma Burger en Bestuur. Deelprogramma Bestuurlijke samenwerking. Deelnemende Utrecht, Zeist, De Bilt, Houten, Vianen, Nieuwegein, IJsselstein, Stichtse Vecht, partijen Bunnik. Bestuurder(s) Dagelijks bestuur: H.M. Ostendorp Algemeen bestuur: H.M. Ostendorp, H.J. Mourits (vanaf februari 2013: P.B.M. He-
106 Bestuur Regio Utrecht (BRU) ijmerink) Openbaar belang Op verschillende terreinen worden de regionale belangen behartigd met name op dat wordt behar- het gebied van verkeer en vervoer en ruimtelijke ontwikkeling. tigd Bestuurlijk belang De gemeente wordt in het BRU vertegenwoordigd door een collegelid in het dagelijks bestuur en algemeen bestuur en een raadslid in het algemeen bestuur. De gemeentelijke Er is een bedrag van € 50.000 opgenomen in de begroting. financiële bijdrage Ontwikkelingen Het Kabinet Rutte heeft besloten tot opheffing van de WGR+, de grondslag van het BRU. Dit onderwerp was eerst controversieel verklaard, maar inmiddels is de controversieelverklaring weer opgeheven. De intentie was om de WGR+ per 1 januari 2013 op te heffen. Door de val van het Kabinet Rutte heeft het proces vertraging opgelopen. Ten tijde van het schrijven van deze begroting is er nog geen duidelijkheid over de toekomst van het wetsvoorstel ter afschaffing van de WGR+. Opheffing per 1 januari 2014 lijkt een realistischer scenario. Het Kabinetsbesluit heeft dus tot gevolg dat het BRU zal worden opgeheven. Hierover moeten het BRU en de provincie Utrecht onderhandelen zodra er meer duidelijkheid is over het precieze wetsvoorstel. De insteek vanuit BRU is dat alle taken en middelen zullen worden overgedragen aan de provincie . De inwonersbijdrage van Bunnik vervalt in principe na de liquidatie van BRU. Voor 2013 is deze bijdrage nog wel begroot, daar er ook een goedgekeurde BRU begroting voor 2013 bestaat waarin dit is opgenomen. Overige mogelijke financiële gevolgen van de opheffing en takenoverdracht zijn momenteel nog niet bekend en moeten als pro memorie worden beschouwd. Hier dient opgemerkt te worden dat projecten waartoe door het BRU reeds beschikkingen zijn afgegeven, gewoon doorgang blijven vinden.
Overige relevante gegevens Relatie beoogd maatschappelijk effect
Daarnaast wordt in U10-verband (de deelnemers van BRU plus de gemeente Woerden) bekeken of samenwerking na de opheffing van het BRU wenselijk is en, zo ja, hoe dit het beste kan worden vormgegeven. N.v.t. Het BRU is van, voor en door gemeenten. In gezamenlijkheid wordt gewerkt aan grootstedelijke en bovenlokale oplossingen op het gebied van verkeer en vervoer en ruimtelijke ontwikkeling (inclusief economie, wonen en groen).
Gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD) Vestigingsplaats Zeist. Doel De GGD Midden Nederland (GGD MN) is als gemeenschappelijke regeling verbonden aan gemeenten. De GGD MN voert de Wet publieke gezondheid (Wpg) voor een deel uit (o.a. het rijksvaccinatieprogramma), adviseert en ondersteunt gemeenten bij het uitvoeren van (lokaal) gezondheidsbeleid en stelt burgers in staat hun gezondheid te optimaliseren. Programma Maatschappelijke ondersteuning. Deelprogramma Jeugdgezondheidszorg (JGZ) 4-19 jarigen 2013 € 94.817 (prognose GGD) en Gezondheidszorg 2013 € 203.812 (gemeentelijke begroting). Deelnemende De GGD Midden Nederland bestaat uit alle Utrechtse gemeenten met uitzondering partijen van de gemeente Utrecht (28 gemeenten). Bestuurder(s) Dagelijks bestuur: J.J. Eijbersen Algemeen bestuur: J.J. Eijbersen Openbaar belang Preventieve Publieke Gezondheidsbevordering. dat wordt behartigd Bestuurlijk belang Alle 25 gemeenten nemen deel aan het algemeen bestuurlijk overleg. Vanuit elke gemeente zit het collegelid namens die gemeente in het algemeen bestuur. Daarnaast neemt het collegelid van de gemeente Bunnik deel in het dagelijks bestuur, in de rol van penningmeester.
107 Gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD) De rol van de portefeuillehouder is het verstrekken informatie en het afleggen van verantwoording aan de gemeenteraad. De gemeentelijke Voor het jaar 2013 is een bedrag van € 203.812 gereserveerd in de begroting. financiële bijdrage Ontwikkelingen Om aan de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) te voldoen moeten alle gemeenten in de Veiligheidsregio Utrecht (provincie Utrecht) met één GGD werken. Per 1 januari 2014 wijzigt daarom de gemeenschappelijke regeling en gaat GGD MiddenNederland over in de GGD regio Utrecht, waar ook de gemeente Utrecht toe behoort. De GGD regio Utrecht bestaat daarmee per 1 januari 2014 uit alle Utrechtse gemeenten (26 gemeenten). Overige relevante gegevens Relatie beoogd maatschappelijk effect
De kosten voor het in stand houden van de GGD MN worden verrekend op basis van het inwoneraantal van de deelnemende gemeenten. De GGD helpt gemeenten bij hun taak door middel van onderzoek en advies door: het voorkomen van ziekten; het bevorderen van gezond gedrag; het scheppen van een gezonde leefomgeving. De GGD richt zich vooral op preventie. De GGD heeft een relatie met de eerstelijnsgezondheidszorg door het verstrekken van informatie.
Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) Vestigingsplaats Zeist. Doel Het inhoudelijke adviseren van de deelnemende gemeenten op het gebied van milieu en archeologie, met daarbij als taak onder meer het inhoudelijk adviseren over omgevingsvergunningen, voor milieuaspecten, en het uitvoeren van de handhavingstaken op milieugebied. Programma Maatschappelijke ondersteuning. Milieu. Deelprogramma Monumenten en archeologie. Milieubeheer. Deelnemende Stichtse Vecht, De Ronde Venen, Oudewater, Montfoort, Woerden, Utrechtse partijen Heuvelrug, De Bilt, Bunnik, Vianen, Wijk bij Duurstede, Zeist, Veenendaal, Rhenen en Renswoude Bestuurder(s) Algemeen bestuur: A.T.A. Koopmanschap Openbaar belang In stand houden en beschermen van de bestaande milieukwaliteiten van zowel de dat wordt behar- bebouwde als groene leefomgeving. Leveren van een bijdrage aan een duurzame tigd ontwikkeling van een aantrekkelijke leefomgeving. In stand houden van de archeologische waarden binnen de gemeente. Bestuurlijk belang Alle deelnemende gemeenten participeren in het bestuurlijk overleg van de Milieudienst. Het collegelid zit namens de gemeente in het algemeen bestuur. De rol van het collegelid is, naast de deelname in het bestuurlijk overleg, het geven van inlichtingen over het bestuur en het afleggen van verantwoording aan de gemeenteraad. De gemeentelijke De werkzaamheden die de Omgevingsdienst voor Bunnik levert zijn vastgelegd in financiële bijdra- een milieubijstandscontract. Jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld ge waarin de daadwerkelijke inzet van de Milieudienst wordt vastgelegd. Voor 2012 bedroegen de kosten € 440.000,Ontwikkelingen Op 1 juli 2012 is de Omgevingsdienst met haar activiteiten begonnen vanuit de fusie tussen de Milieudiensten Noord-West Utrecht en Zuidoost-Utrecht. Vanuit het rijk is besloten om Regionale UitvoeringsDiensten (RUD’s) in het le-ven te roepen. Een deel van de werkzaamheden van de Milieudienst vallen hier-onder. De taken van de omgevingsdienst hebben betrekking op afvalmanagement, bodem en water, beleid en juridische (handhaving) zaken, duurzaam bouwen, klimaat en energie, externe veiligheid, geluid, lucht en licht, integrale handhaving, milieucommunicatie, milieuzorg, natuur en milieu educatie, recreatie en commu-
108 Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) nicatie, archeologie, bouwplantoetsing, bouwtoezicht- en handhaving, buitentoezicht, bouwplancoördinatie, asbest, ecologie, verkeer, trillingen, advisering en coördinatie ruimtelijke ordening, projectleiding, ICT ondersteuning en beheer, en (omgevings) vergunningverlening.
Overige relevante gegevens Relatie beoogd maatschappelijk effect
In 2013 bleek dat de jaarrekening 2012 afsloot met een substantieel tekort. De belangrijkste oorzaak lag in het feit dat niet bestuurlijk geaccordeerde uitgaven bleken te zijn gedaan. De gemeente Bunnik heeft als gevolg daarvan een bijdrage moeten leveren om het tekort te dekken van ca. € 35.000. Ook voor 2014 zal een bijdrage nodig zijn (naar schatting van € 50.000,-) als gevolg van een financieel tekort over het begrotingsjaar 2013. Geen. De Omgevingsdienst ondersteunt de gemeenten bij de uitvoering van de taak op het gebied van milieu en archeologie op o.a. de onderdelen: het opstellen van voorschriften bij omgevingsvergunning voor milieuaspecten; het handhaven van milieu-inrichtingen c.q. milieuwerken; Het beoordelen van bodemonderzoeken en het bijhouden van deze uitkomsten; Het beoordelen van archeologische werkzaamheden, zoals een plan van aanpak en de uitkomsten van de (tussen)onderzoeken.
Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied Vestigingsplaats Utrecht Doel Behartiging van het belang van de deelnemers bij de intergemeentelijke openluchtrecreatie in het landelijke gebied. Het recreatieschap ontwikkelt, exploiteert en onderhoudt diverse recreatiegebieden en recreatieve verbindingen Programma Sport en recreatie. Deelprogramma Recreatievoorzieningen. Deelnemende Amersfoort, Bunnik, De Bilt, Leusden, Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, partijen Veenendaal, Wijk bij Duurstede, Woudenberg, Zeist, provincie Utrecht Bestuurder(s) Dagelijks bestuur: J.J. Eijbersen Algemeen bestuur: J.J. Eijbersen, B.G. Schipper Openbaar belang Behoefte aan recreatieterreinen en recreatieve verbindingen. dat wordt behartigd Bestuurlijk belang ‘Ontzorgen’ van de deelnemende gemeenten op het gebied van beheer en exploitatie van recreatieterreinen en recreatieve verbindingen. Een collegelid is lid van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur en een raadslid is lid van het algemeen bestuur. De gemeentelijke In 2012 is € 25.497 overgemaakt als nominale bijdrage en € 1.280 als bijdrage financiële bijdra- uitvoering.(incl. afrekening saldo 2011) ge Ontwikkelingen In 2013 heeft een discussie plaatsgevonden over de toekomst van recreatie(schappen) in Utrecht en een deel van Noord-Holland. Hier is uitgekomen dat voor het recreatieschap UHVK liquidatie het meest wenselijk is omdat er onvoldoende draagvlak is voor de bestaande samenwerking in relatie tot toekomstige ontwikkelingen. Het schap heeft de leden een verzoek gedaan tot gefaseerde liquidatie (einddatum 1-1-2018) In 2014 wordt een definitief besluit genomen over de liquidatie van het schap. Overige relevante N.v.t. gegevens Relatie beoogd Het recreatieschap zorgt voor de toegankelijkheid en ontsluiting van natuur en maatschappelijk landschap. Dit draagt bij aan een aantrekkelijke leefomgeving voor de burgers van effect de gemeente Bunnik.
109
Regionale ICT-Dienst Utrecht (RID) Vestigingsplaats Doorn Doel Het openbaar lichaam is ingesteld met als doel het uitvoeren van taken die zien op het garanderen van de continuïteit en kwalitatief adequate dienstverlening op het terrein van ICT en de hiervoor benodigde middelen, waaronder soft- en hardware voor de deelnemers aan de RID. Programma Bedrijfsvoering Deelprogramma . Deelnemende Gemeenten Baarn, Bunnik, De Bilt, Soest, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurpartijen stede en de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug Bestuurder(s) Dagelijks bestuur: H.M. Ostendorp Algemeen bestuur: H.M. Ostendorp Openbaar belang Zorgdragen voor continuïteit in ICT van de deelnemers, zodat de dienstverlening dat wordt behar- adequaat kan plaatsvinden. tigd Bestuurlijk belang Het collegelid vertegenwoordigd de gemeente Bunnik in het Algemeen Bestuur en Dagelijks bestuur. De directeur vertegenwoordigt de gemeente Bunnik in het Opdrachtgeversoverleg. De gemeentelijke De deelnemende organisaties dragen bij aan de jaarlijkse begroting van de RID financiële bijdra- naar rato van het aantal applicaties en het aantal accounts. ge De bijdrage van de gemeente Bunnik bedroeg in het jaar 2013 € 221.584 Ontwikkelingen In 2013 is er gestart met de migratie van de ICT. Hiervoor zijn er door de RID verschillende aanbestedingen uitgeschreven en gegund. Medio 2013 is de RID verhuisd naar de structurele locatie bij het gemeentehuis van Utrechtse Heuvelrug in Doorn. Vanaf dat moment konden de rekencentra in Doorn en Soest ingericht gaan worden met apparatuur en is de glasvezelring tussen alle deelnemers gerealiseerd. In het najaar is de migratie van de eerste gemeente (Soest) en de eigen RID-organisatie gestart. In 2014 zullen de overige deelnemers migreren naar de nieuwe ICT-voorzieningen. De nieuwe telefoonoplossing is ingericht en in 2014 zullen alle organisaties hierop aangesloten worden. Er is afgelopen jaar één klanttevredenheidsonderzoek geweest over de dienstverlening door de RID. Ook zijn er veel procedures geformaliseerd om de dienstverlening te verbeteren. Overige relevante N.v.t. gegevens Relatie beoogd Zorgdragen voor continuïteit in ICT van de deelnemers, zodat de dienstverlening maatschappelijk adequaat kan plaatsvinden. effect
Afval Verwijdering Utrecht (AVU) Vestigingsplaats Soest. Doel De AVU is een publiekrechtelijke organisatie met een wettelijk geregelde bestuurlijke basis. De gemeenschappelijke regeling behartigd de belangen van de Utrechtse gemeenten op het gebied van afvalbewerking en verwerking. Op grond van de statuten van de gemeenschappelijke regeling en het door het algemeen bestuur vastgestelde beleidsplan heeft de AVU de zorg voor een goede, reguliere en milieuverantwoorde verwerking van door de gemeente(n) ingezamelde afvalstromen (restafval, grof huishoudelijk afval, GFT-afval, plastic) en de inzameling en verwerking van glas en papier / karton. Hiervoor heeft de AVU contracten afgesloten. Programma Milieu. Deelprogramma GFT- en restafval. Deelnemende par- Provincie Utrecht en 26 Utrechtse gemeenten. tijen Bestuurder(s) Algemeen bestuur: A.T.A. Koopmanschap Openbaar belang De AVU bundelt de deskundigheid van de aangesloten gemeenten en de pro-
110 Afval Verwijdering Utrecht (AVU) dat wordt behartigd vincie, waardoor er voor beleid en uitvoering een platform met veel (plaatselijke) kennis beschikbaar is. Op dat gebied is de AVU van de gemeenten en de provincie en werkt zij ten dienste van de gemeenten en de provincie. Bestuurlijk belang De provincie Utrecht en alle 26 Utrechtse gemeenten zijn vertegenwoordigd in het algemeen bestuur. Het collegelid vertegenwoordigd de gemeente Bunnik in het algemeen bestuur van de AVU. De gemeentelijke In financiële zin worden alle gemaakte kosten door de AVU doorberekend naar financiële bijdrage de deelnemende gemeenten. Ontwikkelingen Er is in Utrecht een nieuw overlaadstation gerealiseerd voor de overslag van afvalstoffen. Deze wordt gebruikt voor de omliggende aangesloten gemeenten. Er heeft een ledenraadpleging van de VNG plaatsgevonden met betrekking tot het akkoord over een nieuwe Raamovereenkomst Verpakkingen. Verder zijn er geen nieuwe ontwikkelingen. Overige relevante gegevens Relatie beoogd maatschappelijk effect
AVU heeft geen eigen vermogen. De financiële resultaten worden verrekend met de deelnemers. Duurzame ontwikkeling gaat ook over milieu en dus over afvalverwijdering. Door te zorgen voor een milieuverantwoorde verwerking van afval wordt zo min mogelijk schade aangericht aan de natuur.
Stuurgroep Kromme Rijnlandschap Vestigingsplaats Odijk. Doel Stuurgroep Kromme Rijnlandschap is een gebiedsgericht samenwerkingsverband van zes gemeenten en de provincie voor natuur en landschap in het Kromme Rijngebied. De stuurgroep is gericht op het bevorderen van ‘stille recreatie’ middels het creëren van een aantrekkelijk en karakteristiek landschap met extensieve recreatiemogelijkheden. De belangrijkste taken zijn: • kosteloos individuele advisering aan en ondersteuning van particuliere grondeigenaren betreffende (kleinschalige) natuur- en landschapsontwikkeling en bijbehorende subsidieregelingen, • beperkte aanvullende subsidieverlening, • voorlichting door middel van nieuwsbrief, foldermateriaal en persberichten, • afstemming, zowel horizontaal (tussen de participanten) als verticaal (tussen bewoners en overheden) en formuleren van beleid voor natuur en landschap in het Kromme Rijngebied. • Bevorderen ruimtelijke kwaliteit bij functieverandering en schaalvergroting door o.a. landschappelijke inpassing Om dit te realiseren zet de stuurgroep onder meer een landschapscoördinator in. Programma Sport en recreatie. Deelprogramma Landschap. Deelnemende par- Overheden: Bunnik, provincie Utrecht, De Bilt, Zeist, Utrechtse Heuvelrug, Wijk tijen bij Duurstede en Utrecht en Houten (agendaleden); Gebiedspartijen: LTO Noord, UPG, LEU, HDSR, Vereniging Natuur en Milieu, Vereniging Dorp en Natuur Bestuurder(s) Wethouder J.J. Eijbersen is bestuurlijk vertegenwoordiger Openbaar belang Het bevorderen van ‘stille recreatie’ middels het creëren van een aantrekkelijk en dat wordt behartigd karakteristiek landschap met extensieve recreatiemogelijkheden. Bestuurlijk belang Het collegelid is lid van de stuurgroep waarin wethouders, gedeputeerden en andere bestuurders zitting hebben. Daarnaast functioneert op ambtelijk niveau een werkgroep en wordt de dagelijkse uitvoering verzorgd door de landschapscoördinator. De gemeentelijke In de begroting van de gemeente Bunnik is € 19.202 opgenomen voor de Stuurfinanciële bijdrage groep Kromme Rijnlandschap. Ontwikkelingen Geen relevante ontwikkelingen. Overige relevante N.v.t. gegevens Relatie beoogd De Stuurgroep Kromme Rijnlandschap levert een belangrijke bijdrage aan de
111 Stuurgroep Kromme Rijnlandschap maatschappelijk realisatie en instandhouding van een aantrekkelijk en karakteristiek landschap effect binnen o.a. de gemeente Bunnik.
Welstand en Monumentenmidden Nederland (WMMN) Vestigingsplaats Bunnik. Doel Deze commissie adviseert over redelijke eisen van welstand en voert zowel wettelijk verplichte als niet wettelijk verplichte taken uit. De wettelijke taken vanuit de welstandscommissie worden onder andere uitgevoerd op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening, Woningwet, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Besluit Omgevingsrecht. De commissie is beleidsmatig gebonden aan het gemeentelijke welstandsbeleid, zoals dit onder andere is vastgelegd in de Welstandsnota en (Beeld)kwaliteitsplannen. Programma Openbare orde en Veiligheid. Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving. Deelprogramma Omgevingsvergunningen. Vergunningen APV en bijzondere wetten. Deelnemende par- Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, tijen IJsselstein, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, Zeist. De grootste Utrechtse gemeenten hebben een eigen welstandscommissie. Bestuurder(s) Algemeen bestuur: H.R. Walburgh Schmidt Openbaar belang Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling WMMN wordt gedat wordt behartigd vormd uit de kring van gemeentebestuurders van de betrokken gemeenten. Uit deze kring wordt een voorzitter gekozen voor het dagelijks bestuur. Momenteel hebben 25 gemeenten zich aangesloten. Een collegelid vertegenwoordigt de gemeente Bunnik in het algemeen bestuur. Bestuurlijk belang Zie openbaar belang. De gemeentelijke Wat levert het op? financiële bijdrage Producten zoals welstandadvisering, monumentenadvisering en overige zaken. Wat kost het? Per jaar worden de tarieven voor de producten vastgesteld. Deze kosten worden via de legesverordening doorberekend naar de klant. In de begroting is bij het product Omgevingsvergunning een post opgenomen. In 2013 is er een raming van ruim € 19.000 opgenomen. Ontwikkelingen Op 19 december 2013 heeft de raad besloten om deze gemeenschappelijke regeling op te heffen. Tot 1 januari 2017 blijft de gemeenschappelijke regeling in stand. Voor 2017 wordt er een transitie voorbereid om met een andere private organisatie vorm de verschillende gemeenten breder en gerichter te kunnen bedienen. Momenteel worden de eerste aanzetten voor een Dienstverleningsovereenkomst ontwikkeld. Gemeenten hebben hiermee vrijheid om wel of geen producten af te nemen. Met deze exercitie wordt ook een toekomstbestendig organisatie beoogd. Overige relevante N.v.t. gegevens Relatie beoogd Het bevorderen van ruimtelijke- en straatbeeldkwaliteit. Hiermee wordt een bijmaatschappelijk drage geleverd aan de leefbaarheid en woonkwaliteit van Bunnik. Ook kan hiereffect mee verloedering van woon/werkgebieden ongedaan worden gemaakt.
Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Vestigingsplaats Bunnik. Doel Deze commissie adviseert over redelijke eisen van welstand en voert zowel wettelijk verplichte als niet wettelijk verplichte taken uit. De wettelijke taken vanuit de welstandscommissie worden onder andere uitgevoerd op grond van de Algeme-
112 Veiligheidsregio Utrecht (VRU) ne Plaatselijke Verordening, Woningwet, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Besluit Omgevingsrecht. De commissie is beleidsmatig gebonden aan het gemeentelijke welstandsbeleid, zoals dit onder andere is vastgelegd in de Welstandsnota en (Beeld)kwaliteitsplannen. Programma Openbare orde en Veiligheid. Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving. Deelprogramma Omgevingsvergunningen. Vergunningen APV en bijzondere wetten. Deelnemende par- Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, tijen IJsselstein, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, Zeist. De grootste Utrechtse gemeenten hebben een eigen welstandscommissie. Bestuurder(s) Algemeen bestuur: H.R. Walburgh Schmidt Openbaar belang Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling WMMN wordt gedat wordt behartigd vormd uit de kring van gemeentebestuurders van de betrokken gemeenten. Uit deze kring wordt een voorzitter gekozen voor het dagelijks bestuur. Momenteel hebben 25 gemeenten zich aangesloten. Een collegelid vertegenwoordigt de gemeente Bunnik in het algemeen bestuur. Bestuurlijk belang Zie openbaar belang. De gemeentelijke Wat levert het op? financiële bijdrage Producten zoals welstandadvisering, monumentenadvisering en overige zaken. Wat kost het? Per jaar worden de tarieven voor de producten vastgesteld. Deze kosten worden via de legesverordening doorberekend naar de klant. In de begroting is bij het product Omgevingsvergunning een post opgenomen. In 2013 is er een raming van ruim € 19.000 opgenomen. Ontwikkelingen Op 19 december 2013 heeft de raad besloten om deze gemeenschappelijke regeling op te heffen. Tot 1 januari 2017 blijft de gemeenschappelijke regeling in stand. Voor 2017 wordt er een transitie voorbereid om met een andere private organisatie vorm de verschillende gemeenten breder en gerichter te kunnen bedienen. Momenteel worden de eerste aanzetten voor een Dienstverleningsovereenkomst ontwikkeld. Gemeenten hebben hiermee vrijheid om wel of geen producten af te nemen. Met deze exercitie wordt ook een toekomstbestendig organisatie beoogd. Overige relevante N.v.t. gegevens Relatie beoogd Het bevorderen van ruimtelijke- en straatbeeldkwaliteit. Hiermee wordt een bijmaatschappelijk drage geleverd aan de leefbaarheid en woonkwaliteit van Bunnik. Ook kan hiereffect mee verloedering van woon/werkgebieden ongedaan worden gemaakt.
Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht Vestigingsplaats Wijk bij Duurstede. Doel 1. De zorg voor en het beheer van de in de archiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden van de deelnemende gemeenten, zoals nader omschreven in de archiefwet 1995. 2. Het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de deelnemende gemeenten voor zover deze niet zijn overgebracht. 3. Het stimuleren van de lokale en regionale geschiedbeoefening en het daartoe aanleggen, beheren en bewaren van een zo compleet mogelijke collectie bronnen op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis. Programma Bedrijfsvoering Deelprogramma Documentmanagement Deelnemende par- Bunnik,Houten, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede tijen
113 Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht Bestuurder(s) Dagelijks bestuur: J.J. Eijbersen Openbaar belang N.v.t. dat wordt behartigd Bestuurlijk belang Het collegelid vertegenwoordigd de gemeente Bunnik in het Algemeen Bestuur. De gemeentelijke De bijdrage van de gemeente Bunnik bedraagt voor het jaar 2013 € 48.464. financiële bijdrage Ontwikkelingen In 2013 heeft gemeente Vianen een verzoek gedaan toe te mogen treden tot de gemeenschappelijke regeling. Het RHC heeft in 2013 de mogelijkheden hiertoe onderzocht. Het bestuur van het RHC heeft eind 2013 positief op het verzoek gereageerd. De besluitvorming of de gemeente Vianen met terugwerkende kracht per 1 januari 2014 kan aansluiten bij het RHC vindt begin 2014 plaats in de colleges en gemeenteraden van de huidige vijf deelnemers. Daarnaast zijn er in 2013 een “Plan voor aquisitie van particuliere archieven 2014-2018” en een “Inspectieplan gemeentelijke archiefinspectie 2014 – 2018” opgesteld. Overige relevante N.v.t. gegevens Relatie beoogd Het RHC levert een belangrijke bijdrage aan het culturele erfgoed binnen de gemaatschappelijk meente en draagt dus bij aan verbetering van het klimaat op het gebied van effect kunst en cultuur.
Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI) Vestigingsplaats Zeist. Doel De RDWI heeft als doel kwalitatief hoogstaande diensten en producten aan te bieden op de terreinen van werk, inkomen, sociale werkvoorziening, reintregratie, schuldhulpverlening, inburgering en overige daarmee verband houdende onderwerpen. Programma Inkomen en werkgelegenheid. Deelprogramma Bijstandverlening, inkomensvoorzieningen, werkgelegenheidsvoorzieningen Deelnemende par- Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede, Zeist. tijen Bestuurder(s) Dagelijks bestuur: J.J. Eijbersen Algemeen bestuur J.J. Eijbersen, H. R. Walburgh Schmidt Openbaar belang Waarborging en vergroting van kwaliteit, continuïteit, doelmatigheid en doeltrefdat wordt behartigd fendheid van de werkzaamheden op het terrein van sociale zaken. Bestuurlijk belang De gemeenteraad van Bunnik heeft twee collegeleden in het algemeen bestuur aangewezen. De bestuurlijke kaders voor de RDWI zijn door de deelnemende gemeenten neergelegd in een Meerjarenbeleidsplan sociale en economische participatie. De gemeentelijke Alle kosten van de RDWI worden doorberekend aan de deelnemende gemeenfinanciële bijdrage ten. Dit gebeurt op basis van een begroting, jaarrekening en tussentijdse rapportages. De p & c cyclus van de RDWI is afgestemd op die van de gemeente. (totale bijdrage in 2013 € 2.200.000) Ontwikkelingen Het is de bedoeling dat per 1-1-2015 de Participatiewet in werking treedt. Deze wet heeft ingrijpende gevolgen. Bijvoorbeeld voor de omvang van de doelgroep waarvoor gemeenten verantwoordelijk zijn (ook jonggehandicapten met verdiencapaciteit); de sociale werkvoorziening (instroom wordt stopgezet); en de financiën (daarop wordt flink bezuinigd). Daarnaast is de samenwerking met de BIGA een thema geweest. Overige relevante De directeur van de werkorganisatie van de RDWI is ambtelijk secretaris van het gegevens Bestuur van de GR. In het kader van het minimabeleid voert de gemeente Bunnik zelf het Participatiefonds Declaratie uit. Relatie beoogd Bestrijding armoedeproblematiek en bevordering van sociale en economische maatschappelijk participatie.
114 Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI) effect Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland (Wereldkidz) Vestigingsplaats Zeist. Doel Openbaar Onderwijs Programma Educatie. Deelprogramma Deelnemende par- Bunnik, Zeist, De Bilt, Veenendaal, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug. tijen Bestuurder(s) Geen bestuurlijke afvaardiging in stichtingsbestuur; begroting en jaarrekening WereldKidz behoeven instemming van het college. Openbaar belang N.v.t. dat wordt behartigd Bestuurlijk belang De gemeentelijke Er is in Bunnik voor gekozen om het gemeentebestuur niet zelf de bestuurder financiële bijdrage van het openbare basisscholen te laten zijn. Het openbaar onderwijs is op afstand van het gemeentebestuur geplaatst. De gemeente heeft geen financieel belang in de stichting. Mocht de stichting op enig moment financieel in gebreke blijven, dan kan dit alsnog ten laste komen van de gemeente. In laatste instantie blijft de gemeente namelijk verantwoordelijk voor het openbaar onderwijs. Ontwikkelingen In 2013 dreigde een liquiditeitsprobleem te ontstaan. Duidelijk werd dat de personele formatie meer in evenwicht moest komen met de inkomsten. Het leerlingenaantal in de regio daalt. WereldKidz heeft een formatieplan opgesteld om de personele formatie meer in balans te brengen. In het kader van het Nationaal Onderwijs Akkoord en het Herfstakkoord heeft het rijk aanvullende middelen ter beschikking gesteld voor de onderwijsinstellingen. WereldKidz heeft in dat kader een extra bijdrage van ca. € 1 miljoen ontvangen. Het aantal leerlingen dat onderwijs volgt aan de openbare basisscholen in Bunnik en Odijk is ook het afgelopen jaar wederom iets toegenomen. Overige relevante N.v.t. gegevens Relatie beoogd N.v.t. maatschappelijk effect
Gebiedcoöperatie O-gen/Stichting Kromme Rijnstreek Vestigingsplaats Scherpenzeel. Doel Uitvoering van de Agenda Vitaal Platteland (AVP) binnen het Kromme Rijngebied. Sturen van de ontwikkelingen in het gezamenlijke buitengebied en er financiële bijdragen voor verkrijgen vanuit provincie, rijk en eventueel Europa. De stichting wordt door de provincie aangemerkt als de Gebiedscommissie, en heeft daarmee een formele status in het kader van de toekenning van subsidies op grond van de AVP. Programma Sport en recreatie. Deelprogramma Landschap Deelnemende par- De Stichting Kromme Rijnstreek komt voort uit de Stuurgroep Kromme Rijn. Parttijen ners zijn: provincie Utrecht, Houten, Bunnik, Wijk bij Duurstede, Utrechtse Heuvelrug, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR), Terecht Anders, Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW), LTO Noord, Utrechts Particulier Grondbezit, Natuur en Milieufederatie Utrecht, Het Utrechts Landschap, Agrarische Natuurvereniging Kromme Rijnstreek, Landschap Erfgoed Utrecht, Staatsbosbeheer. Bestuurder(s) Wethouder J.J. Eijbersen is bestuurlijk vertegenwoordiger Openbaar belang Realiseren van een vitaal platteland en een aantrekkelijk landschap binnen de dat wordt behartigd Kromme Rijnstreek, stimuleren van plattelandsondernemerschap. Bestuurlijk belang Een collegelid is lid van de gebiedscommissie Oost, deel Kromme Rijnstreek. De gemeentelijke In de begroting van de gemeente Bunnik is € 6.500 opgenomen voor het Streekfinanciële bijdrage huis. De kosten voor deelname aan de gebiedscoöperatie bedragen € 5.000,Ontwikkelingen Eind 2011 is vanuit de provincie Utrecht besloten om Streekhuis Kromme Rijn
115 Gebiedcoöperatie O-gen/Stichting Kromme Rijnstreek met ingang van 1 april 2012 te sluiten en voor de AVP-gebieden Vallei, Heuvelrug en Kromme Rijnstreek te gaan samenwerken vanuit één programmabureau (Programmabureau Oost) met twee gebiedscommissies (gebiedscommissie Vallei en Heuvelrug en gebiedscommissie Kromme Rijnstreek De organisatie van genoemd programmabureau wordt met ingang van 1 januari 2014 omgevormd tot een coöperatie met de naam O-gen. Gemeente Bunnik heeft besloten om met ingang van 1 januari 2014 lid te worden van de coöperatie voor de periode van 1 jaar. Naast de Kromme Rijngemeenten liggen 20 gemeenten in het beoogde werkgebied van de coöperatie, waarvan 13 in de provincie Utrecht en 7 in de provincie Gelderland. Hiervan hebben er 16 reeds de intentie uitgesproken lid te worden, en is het besluitvormingsproces in gang gezet. Daarnaast hebben ook diverse maatschappelijke organisaties, waaronder LTO Noord, Utrechts Particulier Grondbezit en Natuur- en Milieufederatie Utrecht, de intentie uitgesproken lid te worden. Na de daadwerkelijke start van de coöperatie start de werving van andere leden waaronder ondernemers en particulieren, waarvan de eersten zich reeds gemeld hebben. Overige relevante N.v.t. gegevens Relatie beoogd Stichting Kromme Rijnstreek is een belangrijke stimulator en adviseur voor platmaatschappelijk telandondernemerschap binnen het Kromme Rijngebied, en speelt daarmee een effect essentiële rol voor het realiseren en in stand houden van een vitaal platteland.
Deelnemingen Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) De gemeente is aandeelhouder van de Bank Nederlandse Gemeenten. De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Waterleidingbedrijf Vitens De gemeente is aandeelhouder in deze vennootschap. De vennootschap heeft ten doel de uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf, daaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, alsmede het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.
116
5. Kapitaalgoederen Kapitaalgoederen zijn investeringen met een langdurig economisch of maatschappelijk nut. Kapitaalgoederen zijn wegen, riolering, water, groen, gebouwen, automatisering en inventarissen (zgn. materiële activa), maar ook bijvoorbeeld bestemmingsplannen (zgn. immateriële activa). Al deze kapitaalgoederen dienen “onderhouden” te worden. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan zijn bepalend voor het voorzieningenniveau en de jaarlijkse lasten. In de Nota financieel beleid zijn de volgende uitgangspunten ten aanzien van kapitaalgoederen opgesteld: • Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut, voor zover ze niet in het kader van grondexploitatie worden getroffen, activeren; • Investeringen met een economisch nut worden geactiveerd en conform de waardevermindering van de investeringen, op consistente wijze afgeschreven; • Gronden en terreinen worden geactiveerd, maar niet op afgeschreven; • Onderhoud dat niet levensduurverlengend is wordt niet geactiveerd; • Onderhoudswerkzaamheden, die leiden tot een nieuwe functionaliteit van het actief of een duidelijke technische verandering mogen wel worden geactiveerd; • Activa met een verkrijgingsprijs minder dan € 5.000 of een afschrijvingslast minder dan € 500 worden niet geactiveerd. Het beleid van de gemeente Bunnik voor de kapitaalgoederen wegen, riolering, gebouwen en groen is onder andere opgenomen in de volgende onderhoudsplannen en daarnaast is het niveau van onderhoud aangegeven. Soort eigendom
Onderhoudsplan
Onderhoudsniveau o.b.v. Onderhoudsplan
Wegen Riolering
Wegenplan 2009
Goed
vGRP 2012 tot en met 2016
Goed
Onderhoudsplan d.d. 1 juli 2005 Scholen Het Kwartier Werkhoven en De Kersentuin Bunnik (nieuwbouw) bij Beheerstichting Barbaraschool 2012
Redelijk/goed. In afwachting van nieuwbouw in Bunnik is slechts het hoogst noodzakelijke onderhoud uitgevoerd in Bunnik e (4 kwartaal 2013). Nieuwbouw Werkhoven en Bunnik in gebruik.
Onderhoudsplan d.d. mei 2012
Redelijk/goed
Gebouwen – scholen
Gebouwen – gemeentehuis Gebouwen –overige Openbaar groen
Onderhoudsplan d.d. Mei 2012 Groenbeheerplan Bomenbeheerplan 2011
Redelijk Redelijk
In het onderhoudbeheerplan voor wegen is geen rekening gehouden met totale vervanging van wegen. Daar steeds de afweging zal worden gemaakt of vervanging noodzakelijk is, wordt dit beschouwd als de aanleg van een nieuwe weg. Dit zal steeds bij afzonderlijke besluitvorming plaats vinden. Dergelijke uitgaven zullen worden geactiveerd en in 30 jaar worden afgeschreven. Dit is in overeenstemming met de uitgangspunten in de Nota financieel beleid. De totale vervanging van riolering is in het Gemeentelijk Riolerings Plan 2012-2016 begrepen. De werkingsduur van dit GRP is vijf jaar en daarna (in 2017) wordt een hernieuwd vGRP opgesteld met een geactualiseerde financiële berekening. Met betrekking tot de vervanging van een gebouw is dit niet in de onderhoudbeheersplannen opgenomen met een vergelijkbare redenering als bij de onderhoudsplannen van wegen (zie Nota financieel beleid).
117 De scholen in Werkhoven zitten in Het Kwartier. Het beheer is ondergebracht in de beheerstichting; de beheerstichting is verantwoordelijk voor het periodiek onderhoud. Daarnaast zijn bijna alle scholen in Bunnik verhuisd naar de multifunctionele accommodatie De Kersentuin. Daarom zijn de onderhoudbeheerplannen niet meer geactualiseerd. Alleen het hoogst noodzakelijke onderhoud is uitgevoerd. In de hiernavolgende tabel wordt het onderhoud ten laste van de getroffen financiële voorzieningen aangegeven.
Overzicht onderhoudsuitgaven 2013 Op grond van de vastgestelde meerjarenonderhoudsplannen zijn in 2013 de volgende uitgaven gedaan ten laste van de onderhoudsvoorzieningen. Begroting 2013 7603008 7603009
Overige gebouwen - gebouw muziekschool - ambtswoning burgemeester
7603010
- brandweergarage Bunnik
7603011
- brandweergarage Werkhoven
7603012
- jeugaccomodatie Odijk
7603015
- woning Langstraat 11
7603016
- poortgebouw begraafplaats
7603017
Rekening 2013
4.455 27.085
5.917
7.287
450
13.575
2.766
6.683
1.576
236
-
-
5.782
- gebouwen gemeentewerf
15.357
9.889
7603018
- gemeentehuis
29.547
20.427
7603022
- muziektent Werkhoven
-
-
104.225
46.807
314.000
346.692
314.000
346.692
418.225
393.499
Overig onderhoud 7603019
- wegen
Totaal onderhoudsuitgaven
118
6. Financiering Algemene ontwikkelingen In 2011 is het treasurystatuut geactualiseerd. Dit statuut geeft kaders waarbinnen het college en de ambtelijke organisatie moeten blijven bij het beheer van de kasmiddelen en het aantrekken van geldleningen op de korte en de lange termijn. Uitgangspunt van het statuut is een risicomijdend beleid bij het uitzetten/beleggen van overtollige kasgelden. Het treasurystatuut sluit hierbij volledig aan op de verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet, vastgesteld in 2012 (de Financiële verordening). Kasbeheer De gemeente heeft de beschikking over rekeningen bij de N.V. Bank Nederlandse gemeenten (BNG), de Rabobank en de ING-bank. Vrijwel alle betalingen en ontvangsten lopen via de BNG. Met deze bank is een zogenaamde raamovereenkomst gesloten. Dit houdt in dat indien het saldo op de rekening boven of beneden bepaalde grenzen komt automatisch een gunstiger renteregiem geldt. Hiertegenover staat dat, indien middelen worden aangetrokken of uitgezet bij een andere bank, een renteverschil ten opzichte van de BNG-tarieven aanwezig moet zijn van ten minste 0,05%. Renterisicobeheer Renterisicobeheer omvat het beperken van de invloed van externe rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente. De Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) beoogt grote fluctuaties in rentelasten van lagere overheden te voorkomen. Hiertoe wordt via de kasgeldlimiet een maximum gesteld aan het met kortlopende leningen voorzien in de financieringsbehoefte. Achtergrond is dat de rente van kortlopende (kasgeld)leningen in korte tijd sterk kunnen fluctueren. In de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) staat de bepaling van de renterisconorm. De kasgeldlimiet wordt bepaald op een percentage van 8,5% van het totaal van de exploitatie-uitgaven van het dienstjaar. Voor 2013 lag de kasgeldlimiet op ca 8,5% x € 27,4 mln. = € 2,3 miljoen. In 2013 is de kasgeldlimiet niet overschreden. Op dit moment (februari 2014) bedraagt de rente van kasgeldleningen circa 0,4 % en voor in deposito gezette gelden circa 0,02%. Het tarief voor langlopende geldleningen (25 jaar) bedraagt op het moment van samenstellen van dit jaarverslag circa 2,43 %. Voor het beheersen van het renterisico op de vaste geldleningen door het aanbrengen van spreiding in de looptijd in de leningenportefeuille is de renterisiconorm ingevoerd. Deze norm bedraagt 20 % van het begrotingstotaal. Voor 2013 lag deze norm op € 5,5 miljoen. Hieraan moet worden getoetst het totaal van de in dat jaar verschuldigde aflossingen vermeerderd met de restschuld van de leningen, waarvan het rentepercentage in dat dienstjaar contractueel moet worden herzien en verminderd met eventueel nieuw aangetrokken geldleningen. Er zijn geen leningen aanwezig waarvan de rente tijdens de looptijd kan worden veranderd. In 2013 is in totaal € 1,5 miljoen afgelost op de vaste geldleningen. Hiermee wordt ruimschoots binnen de norm gebleven. Gemeentefinanciering De financieringspositie is enerzijds afhankelijk van de financieringsbehoefte die voortvloeit uit voorgenomen investeringen en anderzijds uit mogelijke investeringssubsidies en de verwachte opbrengsten uit de grondexploitaties. Maandelijks wordt er een liquiditeitenbegroting opgesteld zodat er een beeld is wat de financieringspositie is. Discrepanties in de financieringsbehoefte zullen naar verwachting van betrekkelijk korte duur zijn. Deze zullen in eerste instantie opgevangen worden via korte financieringen. Indien op grond van de Wet Fido vaste financieringsmiddelen moeten worden aangetrokken zal dit toch voor een periode van maximaal 5 tot 10 jaar nodig zijn.
119
Stand van de vaste leningen op 1 januari 2013
€ 12.570.168
Nieuwe leningen Reguliere aflossingen
€ €
Stand van de vaste leningen per 31 december 2013
€ 11.113.445
De gemiddelde rente van deze vaste financieringsmiddelen ligt op ca. 4,3%.
0 1.456.723
120
7. Grondbeleid Grondbeleid algemeen Grondexploitatie is het proces waarbij grond wordt aangekocht, bouwrijp wordt gemaakt en rioleringen en wegen worden aangelegd om vervolgens de grond te verkopen voor de bouw van woningen of bedrijven. Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van de programma’s Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving, Economische ontwikkelingen, Verkeer en Vervoer, Sport, Recreatie en Landschap. Daarnaast heeft het grondbeleid een grote financiële impact. De financiële baten, maar vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de algemeen financiële positie. Het grondbeleid voor de gemeente Bunnik staat vermeld in de nota Grondbeleid 2008. In 2013 is een nieuwe grondnota opgesteld, deze zal begin 2014 vastgesteld worden. Onder grondbeleid wordt verstaan de positie die de gemeente in wil nemen ten behoeve van uitbreiding voor woningbouw, bedrijventerreinen en overige doeleinden. Er is een onderscheid tussen actief en faciliterend (passief) grondbeleid. Actief grondbeleid houdt in dat de gemeente zelf grond verwerft, bouwrijp maakt en uitgeeft. Bij faciliterend grondbeleid stelt de gemeente voorwaarden aan de ontwikkeling van grond in eigendom van een particulier. Vanaf 2010 heeft de gemeente Bunnik het actieve grondbeleid omgezet in passief grondbeleid, dat wil zeggen de gemeente stelt de voorwaarden aan de ontwikkeling van grond in eigendom van een particulier. De volgende grondexploitaties waren in 2013 in uitvoering: Plan Rijneiland De woningbouw in de fases 1 t/m 4 is afgerond. De verkoop van de vrije sector kavels in fase 5 verloopt moeizaam. Ondanks extra inspanningen en een heroriëntatie op de prijsstelling zijn de laatste 4 kavels nog niet verkocht. Voor fase 6 is een heroverweging gemaakt aangaande het woonprogramma. In de oorspronkelijke planvorming wordt voorzien in 10 cascowoningen. Vanuit de markt werden initiatieven ontplooit voor seniorenwoningen en/of woningen volgens het principe van CPO (collectief particulier opdrachtgeverschap). Gebleken is dat deze plannen niet haalbaar zijn. Eind 2012 is overeenstemming bereikt met een ontwikkelaar en is de kavel grond verkocht. De ontwikkelaar heeft aansluitend een aanvraag Omgevingsvergunning ingediend voor de bouw van 2 hoek- en 11 tussenwoningen. Het verkooptraject voor deze woningen is succesvol verlopen, waarna in april 2013 is gestart met de bouw. De woningen zullen eind 1e kwartaal 2014 worden opgeleverd. In nauw overleg met de aannemer zal in de laatste fase van de bouw worden gestart met het woonrijp maken van het laatste plandeel van Rijneiland. Scholeneiland Odijk De gemeente heeft met een projectontwikkelaar een ontwikkelingsovereenkomst gesloten voor de realisatie van 61woningen op de locatie waar, in Odijk, voorheen scholen gevestigd waren (Scholeneiland). Het woonprogramma omvat 61 woningen en bestaat uit 41 vrije sector huurappartementen, 16 koopappartementen en 4 grondgebonden woningen voor senioren. Begin 2013 is gestart met de werkzaamheden voor het bouwrijp maken. De bouwactiviteiten voor de 4 appartementencomplexen zijn in het tweede kwartaal gestart. De bouwactiviteiten lopen door tot medio 2014. De verkoop voor de vier grondgebonden woningen voor senioren aan de Esdoornlaan is gestart. De bouw van deze woningen is afhankelijk van de verkoop. De gemeente is hierin geen partij. In december 2013 heeft de laatste betaling van de ontwikkelaar voor de grond plaatsgevonden. MOB-complex te Odijk Met de vaststelling van het bestemmingsplan voor het bedrijventerrein Burgweg (MOB complex) door de gemeenteraad in 2009 leek de weg vrij voor realisatie van het bedrijventerrein. De provincie heeft aanvankelijk goedkeuring onthouden aan een deel van het plangebied waartegen door de gemeente beroep is ingesteld. De gemeente is in het gelijk gesteld waarna overleg met de provincie heeft plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot een nieuw goedkeuringsbesluit. Het plan is vanaf eind 2010 vigerend. In 2012 is met diverse partijen gesproken over verkoop van de resterende 4 bedrijfskavels. De verplaatsing van plaatselijke bedrijven vraagt een zorgvuldig traject, hetgeen tijd vergt, omdat de aankoop van de bedrijfskavel (mede) afhankelijk is van de opbrengst op de vertreklocatie. In dat jaar zijn 3 kavels verkocht. Voor de resterende kavel zijn in 2013 verschillende opties tot verkoop bekeken. Er is o.a. overwo-
121 gen naar om de kavel op te splitsen in 2 of 3 kleinere percelen. Uiteindelijk is de kavel medio 2013 in één geheel verkocht aan een agrarisch loonwerker uit de regio. De noodzakelijke civieltechnische werkzaamheden, waaronder de aanleg van een ontsluitingsweg, zijn medio 2010 uitgevoerd. Gebleken is dat de waterhuishouding rondom het complex niet toereikend is. In samenspraak met het waterschap wordt gezocht naar een passende oplossing. De werkzaamheden om het probleem op te lossen zullen in 2014 worden uitgevoerd. Project Breed Werkhoven Delteijkterrein e In 2013 is de ontwikkelaar gestart met de bouw van de 1 fase van de koopwoningen. Daarnaast zijn in 2013 afspraken gemaakt tussen de ontwikkelaar en Lekstede over de realisatie van 12 sociale huurwoningen. Start bouw van de sociale huurwoningen is in 2014. Werkhofterrein: Van de 15 vrije kavels zijn inmiddels 7 kavels verkocht. Daarnaast zijn in 2013 door een ontwikkelaar 12 woningen gebouwd en verkocht. Project Dorpshart Bunnik MFA In het najaar van 2013 is MFA Kersentuin opgeleverd. Vervolgens is gestart met de sloop van de Camminghaschool ten behoeve van het bouwrijpen van de locatie voor de zorg- en starterswoningen. Anne Frankterrein In het najaar van 2013 heeft de meervoudig onderhandse aanbesteding van de ontwikkeling van het Anne Frank terrein plaatsgevonden. Het stedenbouwkundig plan van de beste partij voorziet in circa 30 grondgebonden woningen en een openbare groenvoorziening op de locatie van het “Zwarte Veldje”. De ontwikkelaar verzorgt ook het bouw-en woonrijpen inclusief de sloop van het noodlokaal op het Zwarte Veldje en de Anne Frank school. Churchillterrein In 2013 is besloten om af te zien van woningbouw op deze locatie en is de grond verkocht ten behoeve de uitbreiding van de Albert Heijn op deze locatie. Voor de realisatie hiervan is een gewijzigd bestemmingse plan nodig. Vaststelling van het gewijzigd bestemmingsplan is gepland in 2014. Streven is dat in de 2 helft van 2014 gestart wordt met de bouwwerkzaamheden ten behoeve van de uitbreiding van de Albert Heijn. Odijk-west (locatie ’t Burgje) Op basis van het besluit van de raad op 12 april 2012 is er voor Odijk-west een nieuw plan van aanpak opgesteld voor gebiedsontwikkeling op basis van organische groei. Bij het opstellen van dit plan van aanpak is geconstateerd dat het project in principe terugvalt naar de definitiefase. De planontwikkeling zal op een andere wijze gaan plaatsvinden en randvoorwaarden zullen opnieuw geformuleerd en vastgesteld moeten worden. Op 20 september 2012 is door de raad besloten een apart beslisdocument op te stellen waarin het gewenste eindresultaat, de kaders en randvoorwaarden opnieuw worden gedefinieerd. Uitstel van het beslisdocument was nodig, om de resultaten van de provinciale haalbaarheidsstudie “Bereikbaarheid en ruimtelijke ontwikkelingen Bunnik Houten” af te wachten en deze te kunnen verwerken in het beslisdocument. Hiertoe heeft het college op 8 juli 2013 besloten. Het beslismoment is opgesteld en gaat in op de gewijzigde marktomstandigheden en de consequenties van de economische crisis en de situatie op de woningmarkt. Het geeft advies over de wijze van gebiedsontwikkeling voor locatie ’t Burgje en de voorwaarden die gesteld moeten worden. De raad heeft op 28 november 2013 een geamendeerd besluit genomen. Het oorspronkelijke plan met inbegrip van de hierin opgenomen randvoorwaarden en ambities wordt beëindigd. Er wordt gestart met het opstellen van spelregels en aan de hand hiervan wordt de haalbaarheid van ontwikkeling van locatie ’t Burgje onderzocht. Voor het zomerreces 2014 zal de raad een besluit nemen of gestart wordt met de woningbouw. Inmiddels is begin 2014 met de raad en de klankbordgroep besproken welke randvoorwaarden c.q. spelregels gesteld zouden moeten worden. Particuliere ontwikkelingen Naast de gemeentelijke grondexploitatiegebieden is de gemeente ook voorwaardenscheppend betrokken bij een aantal particuliere gebiedsontwikkelingen. Deze projecten komen tot stand op basis van tussen de gemeente en de particuliere exploitant afgesloten samenwerkings- en bouwexploitatieovereenkomsten. Van Dam-terrein Bunnik Er hebben in 2013 gesprekken plaatsgevonden met het bedrijf over de stand van zaken met betrekking tot een mogelijke verplaatsing van het bedrijf uit Bunnik en de ontwikkeling van het terrein met woningbouw.
122 Landje van Kemp In 2013 is met een ontwikkelaar een bouw-exploitatieovereenkomst afgesloten ten behoeve van de realisatie van circa 60 woningen aan de Achterdijk in Werkhoven. Tevens is in 2013 de bestemmingsplanprocedure gestart. Winstneming 2013 Bij afsluiting van een grondexploitatie, of eventueel tussentijds als de exploitatie dit mogelijk maakt, zal een eventueel voordelig saldo worden toegevoegd aan de algemene reserve. In 2013 is een verplichte winstneming genomen voor Rijneiland en het MOB complex van 1,1 miljoen. Verliesneming 2013 Bij afsluiting van een grondexploitatie, of als tussentijds blijkt dat een project verliesgevend gaat zijn, zal een verliesneming genomen moeten worden. Dit is voor odijk west nodig geweest. Er een verliesneming genomen voor een bedrag van 2,4 miljoen. Risico’s 2013 Met betrekking tot de grondexploitatie zijn de kosten verwerkt in de grondprijsberekeningen.
123
Reserves en voorzieningen
124
Omschrijving van de reserve
Boekwaarde
Toevoegingen
Toevoegingen
Toevoegingen
Overige
Ten gunste
Ten gunste
Overige
Boekwaarde
Bespaarde
begin
inflatie
tlv de exploi-
tlv andere
vermeerde-
van de
van andere
vermin-
einde
rente
rente
dienstjaar
ontwikkeling
tatie
reserves
ringen
exploitatie
reserves
deringen
dienstjaar
t.g.v de
t.g.v. de
exploitatie
algemene
4,0%
reserve
2,55%
Bespaarde
A. Algemene reserves 7500000
Bufferreserve
7500001
Algemene reserve Totaal onderdeel A
1.500.000
681.560
14.144.762 15.644.762
0
2.181.560
0
60.000
1.076.203
1.137.346
0
352.860
5.060.818
2.611.074
8.333.559
0
565.790
1.076.203
1.818.906
0
352.860
5.060.818
2.611.074
10.515.119
0
625.790
B. Bestemmingsreserves B-1 Vrije bestemmingsreserves 7501001
Reserve doortrekking Baan van Fectio
36.375
7501002
Reserve uitv deelnota beeldende kunst
59.933
7501003
Reserve sociaal culturele voorzieningen
9.944
7501004
Reserve Monumentenbeleid
1.930
7501005
Reserve impuls mantelzorg
19.756
36.375
0
0
1.455
60.988
0
2.397
9.944
0
0
398
1.930
0
0
77
19.756
0
0
790 1.270
1.055
7501006
Reserve bedrijfsvoering
31.743
200.000
0
7501007
Reserve afkoop RGSHG regeling
12.701
33.900
168.257
33.900 12.701
0
0
508
7501009
Reserve Wet inschakeling werkzoekende
82.000
82.000
0
0
3.280
7501010
Reserve bestemmingsplannen
30.000
7501013
Reserve management traject
36.121
13.723
7501014
reserve waardevolle bomen
16.524
0
7501015
Reserve personeelsfeest
20.209
7501016
Reserve huisvesting senioren
77.641
7501017
Reserve onderwijshuisvesting
216.709
39.777
7501018
- A. Frankschool
151.504
28.176
7501019
- De Bongerd
7501020
- Barbaraschool
45.521
8.511
7501021
- Camminghaschool
50.392
7501022
- De Lage Engh
87.984
7501023
- St. Nicolaasschool
791
7501024
- De Beurthonk
648
7501027
onderh. Acc. peuterspeelzaal Kruimeltje
7501028
onderh. Acc. peuterspeelzaal Grutje
7501030
Reserve flankerende FPU-maatregelen
7501031
Reserve volkshuisvesting
2.949
156.000
7501032
Reserve Dorpshart Bunnik
0
2.700.000
7501033
Reserve maatregelen verkeer en mobiliteit
0
1.300.000
7501034
Reserve uitvoering collegeprogramma
0
7501035
Reserve persoonsgebonden budget
0
25.000
7501099
Reserve budgetoverheveling Totaal vrije bestemmingsreserves
518.705
124.100
30.000 5.865 6.524 77.641
10.000
0
661
20.209
0
808
0
0
3.106
256.486
0
8.668 6.060
0
0
0
24
54.032
0
0
1.821
6.206
56.598
0
2.016
6.400
94.384
0
3.519
791
0
0
32
648
0
0
26
96.421
0
3.479
0
0
16
0
0
1.770
158.949
0
118
2.700.000
0
0
1.215.000
0
0 0
9.446 394
44.246
44.246
0
1.200 1.445
179.680
394
1.642.298
0 0
603
603
86.975
0 43.979
296.294
85.000
35.000
10.000
25.000
0
20.000
26.412
18.588
0
0
294.163
0
20.748
5.430.445
0
65.692
4.379.257
0
310.692
37.950
443.337
444.067
0
125
B-2 Egalisatiereserves 7501101
Reserve inburgering nieuwkomers
13.643
13.643
0
0
7501102
Reserve kosten OR
11.950
11.950
0
0
478
7501103
Reserve stuurgroep kromme rijn lanschap
222.013
0
9.061
7501104
Reserve kosten riolering
358.080
0
2.827
7501008
Reserve egalisatie kosten gem.reiniging
150.001
0
36.257
7501011
Reserve egalisatie bouwleges Totaal egalisatiereserves
226.536
4.523
70.675
287.405
906.426
96.516
96.515
600.342 1.829.572
756.426
60.000 0
383.921
0
0
161.038
782.019
0
546
540.342
0
24.014
1.270.436
0
73.183
12.436.615
504.098
0
0
1.368
0
B-3 Geblokkeerde bestemmingsreserves 7501200
Reserve dekking kapitaallasten
7501203
Reserve afkoopsom erfpacht SV Aurora
12.602.461
201.376
367.222
34.210
34.210
Totaal geblokkeerde bestemmingsreserves
12.636.671
0
0
201.376
0
367.222
34.210
0
12.436.615
505.467
0
Totaal onderdeel B
16.108.541
0
680.215
4.580.633
0
971.597
1.260.296
0
19.137.496
505.467
138.875
Totaal reserves
31.753.303
0
1.756.418
6.399.539
0
1.324.457
6.321.114
2.611.074
29.652.616
505.467
764.665
126
Omschrijving van de voorziening
Boekwaarde
Toevoegingen
Toevoegingen
begin
tlv de exploi-
tlv de exploi-
dienstjaar
tatie ivm
tatie
Toevoeging tlv algemene reserve
Aanwending
vrijval
Boekwaarde
Bespaarde
einde
rente
rente
dienstjaar
t.g.v de
t.g.v. de
exploitatie
algemene
inflatie
Bespaarde
ontwikkeling
reserve
2,55%
1. Verplichtingen en verliezen 7600001
Voorziening FPU/voormalig personeel
7600002
Voorziening verplichtingen voormalige
7600003
Voorziening pensioenverplichtingen
wethouders wethouders 7600011
Voorziening wachtgelduitk.voormalig pers.
7600018
Voorziening grondexploitatie
7603021
Achterstallig onderhoud sport
24.158
750
15.466
296.451
100.599
28.857
9.442
0
966
166.995
0
11.858 47.799
1.194.979
196.913
52.313
1.339.579
0
221.524
49.838
195.554
75.808
0
4.757.335
2.415.694
180.898
4.613
Voorziening egalisatie kosten riolering
2.020.792
51.530
51.201
Totaal t.b.v. verplichtingen/risico's
8.696.137
56.143
2.714.396
22.579
7.150.450
8.861 190.293
119.473
66.038
0
2.623
52.001
2.071.522
0
29.302
10.879.834
0
291.702
2. Egalisatievoorzieningen 7600014
0
535.406
51.436
2. Onderhoudsvoorzieningen Voorziening onderhoud accommodaties: 7603008
- gebouw muziekschool
58.546
1.493
5.046
0
65.085
0
849
7603009
- ambtswoning burgemeester
22.345
570
9.568
5.917
26.566
0
324
7603010
- brandweergarage Bunnik
66.815
1.704
6.111
450
74.180
0
969
7603011
- brandweergarage Werkhoven
62.596
1.596
10.487
2.766
71.913
0
908
7603012
- jeugdcentrum Schoudermantel
29.569
754
11.321
1.576
40.068
0
429
7603015
- woning Langstraat 11
15.558
397
2.984
0
18.939
0
225
7603016
- poortgebouw begraafplaats
4.023
103
5.882
5.782
4.226
0
58
7603017
Onderhoud gebouwen gemeentewerf
37.059
945
18.059
9.889
46.174
0
537
7603018
Onderhoud gemeentehuis
315.491
8.045
84.101
20.427
387.210
0
4.575
7603019
Onderhoud wegen
753.320
19.210
397.228
346.692
823.066
0
10.923
7603022
Muziektent Werkhoven
2.706
69
39
7603023
Barbaraschool Totaal onderhoudsvoorzieningen Totaal voorzieningen
0
2.677
0
5.452
0
55.562
7.897
47.665
0
0
1.368.028
34.886
609.026
0
401.396
0
1.610.544
0
19.835
10.064.165
91.029
3.323.422
0
936.802
51.436
12.490.378
0
311.538
127
128
Restantkredieten
129 Restantkredieten per 31 december 2013 Onderstaand wordt een overzicht weergegeven van de ontwikkeling van de nog niet afgewikkelde investeringskredieten die tot en met 2013 door de gemeenteraad zijn verstrekt. Tevens treft u een overzicht aan van de restantkredieten die zijn afgevoerd in verband met afronding van werkzaamheden.
Overzicht restantkredieten per 31-12-2013 Rekening Omschrijving
Beschikbaar gesteld krediet
Besteed t/m 2012
Vermeerderingen in 2013
Verminderingen in 2013
Restant
Te handhaven 7003006 implementatie Basisregistratie 2012
34.000
0
13.025
0
20.975
7003007 implementatie basisregistraties 2013
36.500
0
0
0
36.500
7050009 Vervanging Airco computerruimte
10.000
0
0
0
10.000
7050033 digitalisering Bouwvergunningen
75.000
0
0
0
75.000
140.000
0
0
0
140.000
7050050 DAF Vrachtwagen 7050061 Grote sneeuwschuiver
15.000
0
0
0
15.000
7050093 Oprichten RID Utrecht
330.000
14.396
158.247
0
157.357
7050094 Vervanging telefooncentrale
60.000
10.125
0
0
49.875
7050095 Vervanging netwerkbekabeling
67.500
0
0
0
67.500
7050096 Vervanging automatiseringsapparatuur 12
62.200
0
26.052
0
36.148
7050097 Migratie Oracle database
12.000
0
0
0
12.000
6.000
0
0
0
6.000
7050098 Digitalisering tekeningen gebouwen 7050101 Automatiseringsapparatuur 2013
17.500
0
0
0
17.500
7050102 Personeelsinformatiesysteem
40.000
0
0
0
40.000
0
0
9.339
0
50.000
0
0
0
7050112 Luchtbehandeling Het Kwartier 7120024 Vloeistofdichte vloer Bunnik/Werkhoven 7120025 Verbouw brandweergarage Werkhoven
9.33950.000
0
0
1.250
0
7120026 Aanpassen afzuiginstallatie
15.000
0
0
0
15.000
7120027 Bouwkundige aanpassing
95.000
0
0
0
95.000
7210015 Verkeersmaatregelen Bunnik
1.250-
600.000
583.919
158.344
489.769
347.506
7210016 Fietspad Werkhoven - Houten
1.000.000
704.894
906.035
1.483.333
872.405
7210017 Verkeersprojecten A12/Salto
1.300.000
-111.373
3.949
-152.051
1.255.373
0
-583.200
0
0
583.200
1.100.000
7.050
54.399
143.832
1.182.383
11.594
0
13.406
7210035 Ontsluitingsweg Fort Vechten 7210036 Fiets File Vrij 7211004 Actualisatie IVVV
25.000
0
7211007 Verbeteren OV en fietsverkeer
40.000
18.376
0
0
21.624
7212004 Aanpassing N229 / ontsluitingsweg Houten
85.000
0
60.000
0
25.000 12.595
7530019 2e veld Aurora
89.490
76.895
0
0
7560008 Vervangen zieke bomen Odijk
50.000
0
58.744
0
7620001 Routekaart sociaal domein
84.000
0
43.258
0
40.742
8.744-
7630001 Ontwikkeling accommodatiebeleid
30.000
3.439
0
0
26.561
7822006 Toetsingsprotocollen
35.000
18.233
7.986
0
8.781
Totaal
5.504.190
742.755
1.512.222
1.964.883
NB Krediet verkeersprojecten A12/Salto is netto krediet (rekening houdend met bijdragen van derden).
5.214.096
130 Toelichting op Restantkredieten Te handhaven kredieten 7003006 Implementatie Basisregistratie 2012 Er was voorzien dat er voor de basisregistratie grootschalige topografie (BGT) een systeem aangeschaft zou gaan worden. Door vertraging bij het vaststellen van de randvoorwaarden en inhoud van deze basisregistratie, zijn er nog maar beperkt systemen beschikbaar. De verwachting is dat een aanbesteding in 2014 gaat plaatsvinden. 7003007 Implementatie Basisregistratie 2013 Doordat er geen BGT-systeem is aangeschaft is ook de geplande implementatie en inrichting nog niet opgestart. Daarnaast is de invoering van de Registratie Niet Ingezetenen uitgesteld. De voorbereidingen voor de invoering van deze basisregistraties zijn nu in 2014 voorzien. 7050009 Vervanging Airco computerruimte Het krediet is gereserveerd voor het vervangen van de airco van de computerruimte. Er is nog niet bekend of de gemeente Bunnik een computerruimte nodig heeft in de toekomst. Dit in verband met de regionale ICT dienst (RID). Het krediet moet dit jaar nog worden doorgeschoven. 7050033 Digitalisering bouwvergunningen Voor alle overheidsorganisaties geldt dat blijvend te bewaren archiefbescheiden van een overheidsorgaan na 20 jaar overgebracht moeten worden naar een archiefbewaarplaats. Het project digitalisering bouwvergunningen is afhankelijk van het project aanschaf zaaksysteem. In 2013 is het nieuwe zaaksysteem in productie gegaan. In 2013 is het plan van aanpak en het programma van eisen opgesteld met betrekking tot het digitaliseren van de bouwvergunningen. In 2014 wordt dit plan uitgevoerd. 7050050 DAF Vrachtwagen De vervanging van de vrachtwagen is in verband met het onderzoek van de werf opgeschoven. Vervanging zal uiterlijk eind 2014 plaats vinden. 7050061 Grote sneeuwschuiver De vervanging van de grote sneeuwschuiver is uit bezuinigingsoverweging verschoven van 2012 naar 2014. Om deze reden is het beschikbare krediet niet aangesproken. 7050093 Oprichten RID Utrecht Om de Regionale ICT Dienst Utrecht (RID) tot stand te brengen worden incidentele kosten gemaakt en zijn er frictiekosten (zoals achterblijvende kapitaallasten) die door de deelnemende organisaties zelf worden gedragen. In 2012 en 2013 zijn incidentele kosten voor de oprichting ten laste gebracht van dit budget. In 2013 moesten er ook kosten gemaakt worden in verband met dubbele lasten door de gefaseerde inrichting van de RID voor de nieuwe diensten. In 2014 zal duidelijk worden welke achterblijvende kapitaallasten nog ten laste van dit budget gebracht moeten worden. 7050094 Vervanging telefooncentrale In 2012 is er alleen een noodzakelijke opwaardering van de bestaande telefooncentrale uitgevoerd. In 2013 heeft er een aanbesteding van een nieuwe telecommunicatieoplossing door de RID plaatsgevonden. In 2014 zal deze oplossing worden geïmplementeerd en zal blijken welke kosten er nog gemaakt moeten worden op het gebied van telefonie. 7050095 Vervanging netwerkbekabeling gemeentehuis De vervanging van de netwerkbekabeling is opgeschort in afwachting van de nieuwe ICT-voorzieningen die door de RID zal worden geïmplementeerd in 2014. Zo kan een optimale keuze voor de benodigde netwerkbekabeling worden gemaakt. 7050096·Automatiseringsapparatuur 2012 In verband met de oprichting van de Regionale ICT Dienst Utrecht (RID) en de plannen van de RID om binnen afzienbare tijd over te gaan op een nieuwe gecentraliseerde ICT-voorzieningen zijn de beoogde investeringen voor 2012 voor het grootste deel uitgesteld om desinvesteringen te voorkomen. In 2014 zal duidelijk worden of deze investeringen alsnog moeten worden gedaan.
131 7050097 Migratie Oracle database De RID zal de migratie van Oracle databases centraal gaan regelen voor alle deelnemende organisaties. De technische omgeving is in 2013 gerealiseerd en de migratie is in 2013 gestart voor de eerste deelnemers. De migratie van de Oracle databases van gemeente Bunnik zal in 2014 plaatsvinden. 7050098 Digitalisering tekeningen gebouwen De werkzaamheden zijn eind 2013/begin 2014 uitgevoerd. De financiële afrekening vindt in 2014 plaats. Daarom dient dit krediet naar 2014 door te schuiven. 7050101 Vervanging automatiseringsapparatuur 2013 In verband met de oprichting van de Regionale ICT Dienst Utrecht (RID) en de plannen van de RID om binnen afzienbare tijd over te gaan op een nieuwe gecentraliseerde ICT-voorzieningen zijn de beoogde investeringen voor 2013 uitgesteld om desinvesteringen te voorkomen. In 2014 zal duidelijk worden of deze investeringen alsnog moeten worden gedaan. 7050102 Personeel Informatie Systeem De aanbesteding van het nieuwe personeelsinformatiesysteem is in 2013 gestart en loopt door in 2014. 7050112 Luchtbehandelingsinstallatie Het Kwartier In de Kadernota 2014 is een pro memorie raming opgenomen voor het oplossen van problemen ten aanzien van het binnenklimaat in de multifunctionele accommodatie Het Kwartier in Werkhoven. De werke zaamheden zijn in 2013 verricht. De financiële afhandeling van dit krediet zal bij de 1 Bestuursrapportage 2014 worden verwerkt. Dit krediet moet daarom doorschuiven naar 2014. 7120024 Vloeistofdichte vloer Bunnik-Werkhoven/7120025 Verbouw brandweergarage Werkhoven 7120026 Aanpassen afzuiginstallatie/7120027 Bouwkundige aanpassing De werkzaamheden waarvoor in het verleden kredieten beschikbaar zijn gesteld (vloeistofdichte vloeren, aanpassen afzuiginstallatie en andere bouwkundige aanpassingen) zijn uitgesteld tot het moment waarop duidelijkheid is over de brandweergarages in de hele regio. Inmiddels is er duidelijkheid en wordt er gewerkt aan de concrete plannen voor de beide brandweergarages. Het is van belang deze bedragen ook komend jaar ter beschikking te houden ten einde de werkzaamheden uit te laten voeren als onderdeel van de andere aanpassingen. 7210015 Verkeersmaatregelen Bunnik In 2013 is in het kader van de verkeersveiligheid de maatregel aanpassing infrastructuur van Zeist naar Bunnik uitgevoerd. Het project is volledig gefinancierd door de BRU. De financiële afhandeling wordt in het voorjaar van 2014 afgerond zodat dit project eind van dit jaar kan worden afgesloten. Hiermee zijn de uitvoerende verkeersmaatregelen Bunnik- Zeist met de uitvoering van de aanpassing van de Prinses Julianalaan en de Koelaan beëindigd. 7210016 Fietspad Werkhoven –Houten (Oostromsdijkje) Het fietspad werd in mei 2013 officieel in gebruik genomen. Hiermee is dit project tot een afronding gekomen. Het project moet nog financieel worden afgerond. De financiële afronding vindt de komende periode plaats zodat dit project eind 2014 kan worden afgesloten. 7210017 Verkeersproject A12 Salto In het gezamenlijk gebiedsgericht verkeersproject participeren Houten, de provincie Utrecht, het BRU en de gemeente Bunnik. De bedoeling is om een gezamenlijk en op elkaar afgestemd pakket aan mobiliteitsmaatregelen in het buitengebied (tussen grofweg Houten, Odijk en Bunnik) vast te stellen. Op dit moment worden daar de Plannen van Aanpak voor elk van die onderdelen (projecten) opgesteld. De financiering zal ook onderdeel van deze plannen zijn. Het budget dat nog resteert in het kader van de Salto zal daar voor kunnen worden ingezet voor het gemeentelijk aandeel, indien over het totale maatregelenpakket en de daarbij behorende financiering, bestuurlijk is besloten. In 2014 zal duidelijkheid over het maatregelenpakket worden verkregen. Daarom zal dit Salto budget moeten worden meegenomen naar 2014.
132
7210035 Ontsluitingsweg Fort Vechten Dit project, wat onderdeel uitmaakt van A12 Salto, ligt op dit moment stil. Dit heeft te maken met de ontwikkelingen ontsluitingsweg N421 en de Oost west verbinding en N411 ( Koningsweg/Achterdijk). Dit initiatief ligt bij de provincie Utrecht. In het voorjaar van 2014 geeft de provincie Utrecht meer duidelijkheid over de gewenste infrastructuur. Voor deze maatregel heeft de provincie al subsidie voor verstrekt. 7210036 Fiets File Vrij In het Open Huis van 13 februari 2014 is er een voorstel over de “fietsroute door de kern”. Gebleken is dat het aanvankelijk genomen raadsbesluit ten aanzien van de tracékeuze voor meerdere uitleg vatbaar is. Het project loopt hierdoor vertraging op. Het is de bedoeling dat de aanleg van dit tracédeel in 2014 plaats zal vinden. De overige aanpassingen langs de Tureluurweg, de Achterdijk en de Rijsbruggerweg zijn wel uitgevoerd evenals het aanbrengen van verlichting langs deze wegen. 7211004 Actualisatie IVVV Het verkeerbeleidsplan wordt momenteel opgesteld, de opdracht is verleend aan een adviesbureau. De werkzaamheden lopen door naar 2014 en zullen in dat jaar ook worden afgerond. Het restantkrediet zal daarvoor nodig zijn en voor moeten worden ingezet. 7211007 Verbeteren openbaar vervoer (OV) en fietsverkeer In 2013 zijn werkzaamheden verricht aan de Zeisterweg voor verbetering van het openbaar vervoer. In 2014 zullen een aantal bushaltes worden opgewaardeerd. Daarom moet het krediet in ieder geval nog voor 2014 gehandhaafd blijven. 7212003 Aanpassing N229 / ontsluitingsweg Houten In 2013 zijn twee kredieten beschikbaar gesteld voor de gebiedsgerichte aanpak N229. Het krediet van € 60.000 is bedoeld voor het projectmanagement in 2013; deze uren zijn ook voor dit doel gemaakt. Daarnaast is een krediet van € 25.000 beschikbaar gesteld voor de ambtelijke inzet in 2014. Daarom wordt voorgesteld dit restantkrediet over te hevelen naar 2014. 7530019 2e veld Aurora In 2011 is een aanvullend krediet beschikbaar gesteld voor de aanleg van het tweede veld voor Aurora in Werkhoven. In het voorstel is aangegeven dat het veld gedurende 5 jaar als voetbalveld gebruikt zou worden. Daarna zou het eventueel omgevormd moeten worden naar andersoortige speelruimte. Het omvormen naar een andersoortige speelruimte maakt onderdeel uit van het krediet. Daarom dient het restantkrediet beschikbaar te blijven voor de kosten van deze aanpassing. 7560008 Vervangen zieke bomen Odijk In 2013 zijn door de initiatiefnemers de bomen vervangen langs de Singel en Rijneiland. Dit project kan eind 2014 financieel worden afgesloten. 7620001 Routekaart sociaal domein De werkzaamheden in het kader van de routekaart sociaal domein lopen door in 2014. Het restantkrediet moet gehandhaafd blijven voor 2014. 7630001 Ontwikkeling Accommodatiebeleid In de tweede helft van 2013 is gewerkt aan de inventarisatie van de accommodaties die bij de gemeente in eigendom en beheer zijn. Er is nu een overzicht van de accommodaties, over de wijze van verhuur, etc. Dit overzicht moet nog verder uitgewerkt worden zodanig dat er op een eenduidige manier omgegaan wordt met de verhuur en ingebruikgeving van de accommodaties. Dit geheel vormt de Accommodatienota. Externe ondersteuning is noodzakelijk voor de afronding van de Accommodatienota. Hierdoor is het noodzakelijk dat de voor dit doel beschikbaar gestelde krediet ook nog in 2014 beschikbaar blijft.
133 7822006 Toetsingsprotocollen De toetsingsprotocollen en de digitale middelen zijn aangeschaft. Een ander onderdeel van de implementatie van de toetsingsprotocollen is kennis en verdere professionalisering. Dit vindt in 2014 plaats. Derhalve dient het restantkrediet gehandhaafd te blijven. De volgende (restanten) van kredieten zijn niet meer nodig en worden afgeraamd: Rekening Omschrijving
Beschikbaar gesteld krediet
Besteed t/m 2012
Vermeerderingen in 2013
Verminderingen in 2013
Restant afvoeren
Restant niet meer nodig - afgeraamd 7003005 implementatie Basisregistratie 2011
41.000
21.373
19.915
0
288-
7050017 Toegangsbeveilingssysteem
15.000
3.746
10.479
0
775
7050037 vernieuwing Programmatuur
12.000
0
10.872
0
1.128
7050113 I-pads
13.000
0
14.044
0
1.044-
7210028 Schoolomgeving Rijneiland
60.000
122.586
21.588
144.174
0
-33.350
107.118
73.769
10.000
0
11.744
0
7210033 Glasvezel 7310002 Stroomkast markt
60.000 1.744-
7724003 Urnenmuur begraafplaats
20.000
1.298
16.078
0
2.624
7822004 Welstandsnota
11.100
5.979
0
0
5.121
Totaal
182.100
121.632
211.838
217.942
66.572
7003005 Implementatie Basisregistratie 2011 Voorbereidende werkzaamheden voor de basisregistratie grootschalige topografie (BGT) zijn afgerond. Ook de koppeling tussen de basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) en de WOZ is technisch gerealiseerd. 7050017 toegangsbeveiligingssysteem In 2013 is dit afgerond. 7050037 Vernieuwing Programmatuur Een belangrijke leverancier van kernsystemen van de gemeente heeft de programmatuur vernieuwd. In 2013 is deze vernieuwing afgerond. 7050113 I-pads In 2013 zijn ipads voor de gemeenteraad, het college en het management aangeschaft. In 2013 is dit financieel afgerond en kan het krediet worden afgesloten. 7210028 Schoolomgeving Rijneiland In 2012 zijn de laatste werkzaamheden voor de schoolomgeving Rijneiland gereed gekomen. In 2013 is dit project financieel afgerond en kan het krediet worden afgesloten. 7210033 Glasvezel In 2011 zijn de onderhandelingen gestart met Reggefiber voor de aanleg van een glasvezelnetwerk in de drie dorpen. In 2012 is overeenstemming bereikt en is een overeenkomst afgesloten. In de overeenkomst zijn afspraken gemaakt over de aanleg en de compensatie van de kosten die de gemeente moet maken voor toezicht en extra onderhoud. In maart 2012 is gestart met het werk. Begin 2013 zijn de werkzaamheden afgerond. Onderdeel van de overeenkomst is de degeneratievergoeding. Dit is een vergoeding die wordt betaald om de gemeente de mogelijkheid te geven herstraatwerkzaamheden uit te voeren in straten waar door de aanleg, na verloop van tijd, verzakkingen optreden. Over de hoogte van de vergoeding zijn landelijke afspraken gemaakt tussen de VNG en de branche. De hoogte van de vergoeding van de aan de gemeente Bunnik betaalde vergoeding is conform deze afspraken. In het collegevoorstel, behorende bij het collegebesluit van 6 december 2011, is besloten dat de degeneratievergoeding zal worden toegevoegd aan de voorziening wegen voor kleine reparaties. Nu de werkzaamheden zijn afgerond en alle kosten zijn betaald kan het restant van de inkomsten nu worden toegevoegd aan de voorziening wegen. 7310002 Stroomkast markt
134 In 2012 zijn de nodige acties ondernomen om de bestaande stroomvoorziening, afgetapt van diverse bedrijven, om te zetten naar één voorziening, zijnde een stroomkast voor de standplaatsen in Odijk. Hiermee kan de veiligheid voor de bezoekers van de standplaatsen beter gewaarborgd worden. Er zijn offertes aangevraagd en richting de standplaatshouders is gecommuniceerd, middels brieven, dat een stroomkast door de gemeente geplaatst zal worden. In 2013 zijn de stroomkasten geplaatst. Dit krediet kan daarom worden afgesloten. 7724003 Urnenmuur begraafplaats Dit is in 2013 gereed gekomen en kan financieel worden afgesloten. 7822004 Welstandsnota Voor de herziening van de welstandsnota is € 11.100,- beschikbaar gesteld. Dit krediet is in 2012 nog aangehouden in verband met problematiek met de leverancier. Inmiddels is hier wel duidelijkheid over: het restant is niet meer benodigd en het krediet kan afgesloten worden.
135
Controle verklaring
136
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan de gemeenteraad van de gemeente Bunnik Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de (in de jaarstukken 2013 op pagina 63 tot en met pagina 91 opgenomen) jaarrekening 2013 van de gemeente Bunnik gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de programmarekening over 2013 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa-bijlage. Verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en het Controleprotocol WNT van de Beleidsregels toepassing WNT. Het college van burgemeester en wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) en de Beleidsregels toepassing WNT inclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de
137 rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De financiële rechtmatigheidscriteria zijn vastgesteld met het normenkader op 25 maart 2014. Operationalisering van het normenkader voor rechtmatigheid in de beheersorganisatie van de gemeente heeft plaatsgevonden. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2, lid 7 Bado is deze goedkeuringstolerantie door uw raad vastgesteld met uw controleverordening op grond van artikel 213 van de Gemeentewet. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de gemeente Bunnik een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2013 als van de activa en passiva per 31 december 2013 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de Beleidsregels toepassing WNT.
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en het Controleprotocol WNT van de Beleidsregels toepassing WNT. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Utrecht, 14 mei 2014
138