Inhoudsopgave
pagina Inleiding
-2-
Samenvatting
-3-
1
Waarom flankerend gehandicaptenbeleid 1.1 Aanleiding flankerend gehandicaptenbeleid 1.2 Definitie en doelstellingen 1.3 Gesignaleerde knelpunten
-4-4-5-6-
2
Uitvoering flankerend gehandicaptenbeleid 2.1 Voorwaarden aanvraag 2.2 Procedure 2.3 Financiën 2.4 Publiciteit 2.5 Evaluatie
-7-7-8-8-9-9-
Bronvermelding
-10-
Lijst van afkortingen
-10-
Nota flankerend gehandicaptenbeleid, versie november 2005
1
Inleiding Sinds 2001 kent de Gemeente Wijk bij Duurstede flankerend gehandicaptenbeleid. Dit is tot stand gekomen op initiatief van de Stichting Integratie Gehandicapten Wijk bij Duurstede (SIGW), de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO) en de Gehandicapten Sportvereniging Wijk bij Duurstede (GSV). Deze organisaties hebben bij de gemeente een voorstel ingediend voor het ontwikkelen en uitvoeren van flankerend gehandicaptenbeleid. Het voorstel is ingediend vanuit het belang om collectieve voorzieningen voor de doelgroep van de WVG te realiseren. Jaarlijks wordt een bijdrage beschikbaar gesteld. Op deze wijze hebben de afgelopen jaren verstrekkingen plaatsgevonden aan diverse organisaties. De verstrekkingen bestaan uit: speeltoestellen (1e en 2e fase), auto, uitstapje en logeerhuis, duo-schommels, badlift, BTB onderzoek, automatische deuropener, éénmalige bijdrage schakelklas, pick-nick set, schommelstoelen, divers speel-, drijf- en leermateriaal. In hoofdstuk 1 van deze notitie wordt allereerst ingegaan op de aanleiding voor deze notitie. Vervolgens komen in dit hoofdstuk de definitie van flankerend gehandicaptenbeleid, de doelstellingen en de gesignaleerde knelpunten aan de orde. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de uitvoering van het flankerend gehandicaptenbeleid, zoals de voorwaarden die aan een aanvraag gesteld worden en de procedure. Tevens worden de financiën beschreven en de wijze van publicatie van de regeling om mensen in de gelegenheid te stellen een aanvraag in te dienen. Tenslotte wordt aandacht besteed aan het evalueren van de regeling na drie jaar. De notitie is tot stand gekomen door samenwerking tussen de drie hiervoor genoemde organisaties en de gemeente. Met deze notitie wordt een aanzet gegeven voor het organiseren van projecten in het kader van flankerend gehandicaptenbeleid in de gemeente Wijk bij Duurstede.
Nota flankerend gehandicaptenbeleid, versie november 2005
2
Samenvatting De algemene beschrijving van flankerend beleid is dat het hoofddoel van een bepaald beleid (in dit geval flankerend gehandicaptenbeleid) ter ondersteuning kan zijn van beleid/uitvoering op een ander gebied. Het uitgangspunt voor het voeren van flankerend gehandicaptenbeleid is dat in het gemeentelijk beleid principieel en permanent rekening gehouden moet worden met mensen met een handicap, ziekte, ouderdom of gebrek. Een beroep op flankerend gehandicaptenbeleid dient binnen de doelstellingen te vallen. De aanvraag moet aan een aantal voorwaarden voldoen en passen binnen de aangegeven kaders betreffende de doelstellingen en de doelgroep van de regeling. Voor het beoordelen van een aanvraag wordt een adviescommissie in het leven geroepen. De adviescommissie bestaat uit een afvaardiging van één vertegenwoordiger van respectievelijk de SIGW, GSV en ANBO en de contactambtenaar gehandicapten van de gemeente, waarbij deze ambtenaar slechts als secretaris optreedt. Alle aanvragen dienen aan de adviescommissie te worden voorgelegd. De adviescommissie brengt een advies uit. Via de mandaatregeling is het afdelingshoofd WOB gemandateerd om een besluit te nemen ten aanzien van de aanvragen. De eventueel door het afdelingshoofd afgewezen adviezen dienen met redenen omkleed aan de adviescommissie te worden medegedeeld. Het besluit met de achterliggende stukken wordt ter kennisgeving aan het college en de raad aangeboden. Op jaarbasis is een bedrag van € 22.690,- beschikbaar voor flankerend gehandicaptenbeleid. Het uitgangspunt is dat maximaal 50% van de kosten van een project voor een tegemoetkoming in het kader van flankerend gehandicaptenbeleid in aanmerking komen, tot een maximum van € 11.345,-. Door een percentage toe te passen wordt verwacht dat er een meer stimulerende werking van de regeling uitgaat. Door tevens een maximumbedrag vast te stellen kunnen meerdere projecten in een jaar mogelijk worden gemaakt. De adviescommissie kan onder bijzondere omstandigheden het college van burgemeester en wethouders adviseren van de richtlijnen af te wijken. Elke drie jaar zal geëvalueerd moeten worden of het aanvraagsysteem voldoende benut wordt. Gecontroleerd dient te worden of het beschikbaar gestelde bedrag toereikend is om een aantal knelpunten (gedeeltelijk) op te lossen. Tevens zal de werkwijze van de adviescommissie geëvalueerd moeten worden.
Nota flankerend gehandicaptenbeleid, versie november 2005
3
Hoofdstuk 1. Waarom flankerend gehandicaptenbeleid 1.1 Aanleiding voor flankerend gehandicaptenbeleid De eerste aanleiding voor het ontwikkelen van flankerend gehandicaptenbeleid is het voorstel hiertoe dat door de Stichting Integratie Gehandicapten Wijk bij Duurstede (SIGW), de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO) en de Gehandicapten Sport Vereniging (GSV) bij de gemeente is ingediend. Het idee voor flankerend gehandicaptenbeleid in de gemeente Wijk bij Duurstede is ontstaan naar aanleiding van een notitie van de gemeente Amsterdam. In 1997 is de gemeente Amsterdam begonnen met een project onder de noemer flankerend gehandicaptenbeleid. In 1998 is hier de subsidieregeling Stimuleringsfonds Lichamelijk Gehandicapten voor in de plaats gekomen. Met een stimuleringsregeling van 50% worden er vanuit deze regeling projecten gesubsidieerd die anders niet van de grond zouden komen door het ontbreken van financiering. Als tweede aanleiding kunnen de door de SIGW in 1999 aan de gemeente aangeboden Standaardregels van de VN “Speerpunten voor gelijke kansen” aangemerkt worden. De basis van de “Speerpunten” is gelegen in de Standaardregels voor Gelijke Kansen van de Verenigde Naties, die in 1994 door de Nederlandse regering zijn onderschreven. Met de standaardregels wordt aangedrongen op een integraal gehandicaptenbeleid met als doelstelling volwaardig burgerschap. De speerpunten voor Gelijke Kansen 2000 kunnen ondersteuning bieden aan het op korte termijn tot maatregelen komen die bijdragen aan een verbeterde positie van mensen met een functiebeperking en/of chronische ziekte. Met betrekking tot het flankerend gehandicaptenbeleid geldt dan ook dat ten aanzien van de aanvragen die in het kader van deze regeling in behandeling worden genomen, terug gegrepen zal kunnen worden op de speerpunten. Daarnaast kan als derde aanleiding genoemd worden de relatie van flankerend gehandicaptenbeleid met het ontwikkelen van integraal gehandicaptenbeleid. Bij integraal gehandicaptenbeleid dienen alle activiteiten die invloed hebben op de positie van mensen met een handicap zoveel mogelijk op elkaar afgestemd te worden. Het college van B&W heeft reeds ingestemd met het ontwikkelen van een integraal gehandicaptenbeleid in regioverband. Met integraal beleid wordt in de eerste plaats bedoeld sector overstijgend beleid en misschien ook wel op den duur gemeente overstijgend beleid (in regioverband dus). Bij het op termijn ontwikkelen van integraal gehandicaptenbeleid zullen eveneens de hiervoor aangehaalde speerpunten betrokken moeten worden omdat deze bepaalde richtlijnen aangeven. De komst van de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) vraagt om nieuwe ontwikkelingen waardoor een pas op de plaats wordt gemaakt met het ontwikkelen van integraal gehandicaptenbeleid. Wel worden vanuit andere invalshoeken stappen gezet o.a. gericht op de toegankelijkheid. De woondienstenzone en het wijkgericht werken zijn hier voorbeelden van.
Nota flankerend gehandicaptenbeleid, versie november 2005
4
Flankerend gehandicaptenbeleid kan aanvullend werken op integraal gehandicaptenbeleid. Het is immers de vraag in hoeverre integraal gehandicaptenbeleid in alle knelpunten die ervaren worden, kan voorzien. De huidige ontwikkelingen zullen in de toekomst meer samenwerking tussen de verschillende afdelingen vergen. Deze trend is reeds in werking getreden. De afdelingen OW en welzijn hebben reeds meer overleg. Een voorbeeld hiervan is de notitie “voetpaden” die in mei door de SIGW aan het college en de raad is aangeboden. Hier zal in de toekomst in de organisatie specifiek aandacht aan besteed moeten worden. Daarnaast geldt dat in verband met de projecten die in het kader van flankerend gehandicaptenbeleid gesubsidieerd kunnen gaan worden, mogelijk ook een beroep op de andere afdelingen gedaan kan worden. 1.2. Definitie en doelstellingen De algemene beschrijving van flankerend beleid is dat het hoofddoel van een bepaald beleid (in dit geval flankerend gehandicaptenbeleid) ter ondersteuning kan zijn van beleid/uitvoering op een ander gebied. Het uitgangspunt voor het voeren van flankerend gehandicaptenbeleid is dat in het gemeentelijk beleid principieel en permanent rekening gehouden moet worden met mensen met een handicap, ziekte, ouderdom of gebrek. Flankerend gehandicaptenbeleid moet worden gezien als een regeling die onderdeel uitmaakt van het totale gemeentelijk beleid ten aanzien van mensen met een functiebeperking. Het is aanvullend op andere beleidsterreinen, die geen mogelijkheden kennen om bepaalde voorzieningen of aanpassingen te financieren. Flankerend gehandicaptenbeleid houdt in dat met inzet van incidentele middelen voorzieningen voor gehandicapten worden geschapen van een algemeen karakter (dus niet individueel), gericht op het vergroten, respectievelijk verbeteren, van de mogelijkheden tot deelname aan het dagelijks leven en maatschappelijk welbevinden. Deze voorzieningen zijn gerelateerd aan de levenssfeer van gehandicapten waardoor een stap voorwaarts gemaakt kan worden in de voorzieningen ten behoeve van mensen met een beperking onder andere in het kader van vrijetijdsbesteding. De doelgroep wordt gevormd door “personen die als gevolg van ziekte, ouderdom, handicap of gebrek, aantoonbare beperkingen ondervinden”. Uit bovenstaande vloeien redelijkerwijs de volgende doelstellingen voort: een gehandicapte moet, voor zover reëel, in dezelfde mate als de niet-gehandicapte burger kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven; beperkingen die iemand ondervindt bij deelname aan het dagelijks leven, zoals dat voor iedereen gebruikelijk is, dienen zoveel mogelijk opgeheven te worden. Door middel van de inzet van de voor flankerend gehandicaptenbeleid beschikbare middelen kunnen voorzieningen gerealiseerd worden waarvoor geen financieringskaders uit andere bronnen zijn (zoals rijksregelgeving, andere sociale zekerheidswetten, rijks- of provinciale subsidies, gemeentelijke begrotingen). Eveneens geldt dat er niet reeds sprake moet zijn van een (wettelijke) verplichting om de voorzieningen te realiseren.
Nota flankerend gehandicaptenbeleid, versie november 2005
5
Ten aanzien van het financieel aspect geldt dat het uitgangspunt dient te zijn dat de middelen van flankerend gehandicaptenbeleid in beginsel niet betrokken worden bij het afwegingsproces over projecten, die via de gemeentebegroting (behoudens flankerend gehandicaptenbeleid zelf) gefinancierd worden. Flankerend gehandicaptenbeleid is aanvullend beleid. Een uitzondering kan worden gemaakt wanneer het gaat om een extra prestatie ten opzichte van de reguliere subsidiëring. 1.3 Gesignaleerde knelpunten Het voorstel tot flankerend gehandicaptenbeleid is ingediend vanuit het uitgangspunt dat het vanzelfsprekend moet zijn dat er rekening wordt gehouden met de mogelijkheden en onmogelijkheden van mensen met een functiebeperking. Het integraal gehandicaptenbeleid moet daar op een gegeven moment in kunnen voorzien. Naar verwachting zullen er echter jaren overheen gaan voordat er sprake kan zijn van volledige integratie. Tijdens de ontwikkelings- en uitvoeringsfase van het integraal gehandicaptenbeleid (wat in het kader van de WMO nu vertraging oploopt) kan vooruitlopend en aanvullend door middel van het flankerend WVG beleid in een aantal hiaten worden voorzien en kunnen knelpunten (gedeeltelijk) worden opgelost. De knelpunten zullen op termijn in het kader van integraal gehandicaptenbeleid inzichtelijk worden gemaakt. Hieronder wordt ingegaan op een aantal voorbeelden van knelpunten die reeds geconstateerd zijn betrekking hebbende op integraal gehandicaptenbeleid. De slechte toegankelijkheid van een aantal voorzieningen, waaronder bijvoorbeeld sporthallen en winkels/restaurants is een voorbeeld van een knelpunt. Door de voorzieningen die niet toegankelijk zijn in kaart te brengen wordt de problematiek in beeld gebracht. Het doel is hier een stimulerende werking van uit te laten gaan wat kan leiden tot verbetering van de toegankelijkheid. Als voorbeeld kan de gemeente Amersfoort genoemd worden. In deze gemeente heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de toegankelijkheid van verschillende gebouwen. De resultaten van het onderzoek zijn middels pictogrammen in de gemeentegids verwerkt. Inmiddels is dit initiatief ook door de VVV en de gemeente Wijk bij Duurstede overgenomen. Enkele gerealiseerde voorbeelden zijn: • het plaatsen van speeltoestellen • het plaatsen van een badlift • bijdrage aan de schakelklas (Opstap-klas) Een ander belangrijk knelpunt is de beeldvorming over mensen met een functiebeperking. Mogelijkerwijs kan een bijdrage aan een voorlichtingsproject/actie op bijvoorbeeld scholen of andere locaties in positieve zin bijdragen aan de beeldvorming. Daarnaast kan als knelpunt de bibliotheken genoemd worden die met meer speciale voorzieningen mogelijkerwijs beter bruikbaar kunnen worden voor mensen met een functiebeperking. Als knelpunt wordt eveneens gesignaleerd de beperking van vrijetijdsbesteding van mensen met een functiebeperking in sportverband. Nota flankerend gehandicaptenbeleid, versie november 2005
6
Hoofdstuk 2. Uitvoering flankerend gehandicaptenbeleid 2.1 Voorwaarden aanvraag Een beroep op het flankerend gehandicaptenbeleid dient vanuit de doelstellingen uitgevoerd te kunnen worden. De aanvrager hoeft niet onder de doelgroep te vallen. Het staat in beginsel iedereen vrij een aanvraag in te dienen mits het ten gunste is van de doelgroep. Voor het indienen van een aanvraag is een aantal criteria van toepassing: - de aanvraag dient gericht te zijn op het belang van de doelgroep; - de aanvraag dient gerelateerd te zijn aan de levenssfeer van mensen met een beperking, waaronder vrijetijdsbesteding; - de aanvraag dient tegemoet te komen aan een behoefte vanuit de doelgroep zelf; - de aanvraag dient een gewenste meerwaarde op te leveren t.o.v. de bestaande situatie, waarbij afhankelijk van de soort aanvraag continuïteit van het initiatief beoogd wordt; - er is geen voorliggende voorziening; - de aanvraag dient gericht te zijn op een éénmalige bijdrage; - achteraf is controle van realisering van de aanvraag mogelijk; - de aanvraag dient binnen de gemeentegrenzen gerealiseerd te worden; - er mag geen sprake zijn van een (wettelijke) verplichting om de voorziening te realiseren (daarvoor dienen andere bronnen aangewend te worden); - er mogen geen financieringskaders uit andere bronnen zijn of het moet aantoonbaar om een extra prestatie gaan. De aanvraag dient te passen binnen aangegeven kaders betreffende de doelstellingen en de doelgroep van de regeling. Daarnaast dient een projectaanvraag een aantal elementen te bevatten: - een helder geformuleerde doelstelling; - de projectorganisatie en coördinatie; - een motivatie van de meerwaarde die met het project wordt beoogd; - de behoefte van de doelgroep dient in kaart te worden gebracht; - een begroting; - de reden om een beroep te doen op het flankerend gehandicaptenbeleid; - aantoonbaarheid dat de aanvraag ten gunste komt van de doelgroep; - onderzochte andere financieringsbronnen en eventuele afwijzingen; - de betrokkenheid en standpunt van de betreffende doelgroep, voor zover van toepassing; - de tijdsplanning; - een inhoudelijk en/of technische toelichting; - de toezegging dat een evaluatie, een eindrapportage of de realisatiedatum van het project overgelegd wordt; - voor het indienen van een aanvraag is het ‘aanvraagformulier flankerend gehandicaptenbeleid”ontwikkeld.
Nota flankerend gehandicaptenbeleid, versie november 2005
7
2.2 Procedure De gemeenteraad heeft besloten om jaarlijks een bedrag van € 22.690,- beschikbaar te stellen voor flankerend gehandicaptenbeleid. Via de mandaatregeling is het afdelingshoofd WOB gemandateerd om een besluit te nemen ten aanzien van de aanvraag. Het besluit met de achterliggende stukken wordt ter kennisgeving aan het college en de raad aangeboden. De aanvragen dienen in beginsel drie maanden voorafgaand aan het kalenderjaar ingediend te worden bij het college van burgemeester en wethouders. Hierdoor kan een objectieve beoordeling van de aanvragen plaatsvinden en kunnen indien noodzakelijk keuzes gemaakt worden. Wanneer het budget in het desbetreffende jaar nog toereikend is kan ook in de loop van het jaar een aanvraag ingediend worden. Hiertoe zal desgewenst een oproep gepubliceerd worden in de lokale kranten. Bij de invoering van het flankerend gehandicaptenbeleid is een adviescommissie in het leven geroepen. De adviescommissie bestaat uit een afvaardiging van 1 vertegenwoordiger van respectievelijk de SIGW, de GSV, de ANBO en de gemeente. De gemeente vervult de functie van secretaris en heeft geen stemrecht. De genoemde organisaties kunnen zelf iemand voordragen. De leden van de adviescommissie mogen niet betrokken zijn bij de uitvoering van de projecten die worden ingediend. Door middel van een convenant wordt de status van de adviescommissie flankerend gehandicaptenbeleid vastgelegd. De aanvragen worden door de adviescommissie beoordeeld die de aanvragen met een voorstel gebaseerd op inhoudelijk/technisch advies ter besluitvorming voorlegt aan het afdelingshoofd WOB. Zoals in de voorwaarden van de aanvraag is opgenomen is achteraf controle van de realisering van de aanvraag mogelijk. Deze controle zal eventueel uitgevoerd worden door de adviescommissie. De besluitvorming geschiedt door het college van burgemeester en wethouders. Indien een aanvrager het niet eens is met het besluit staat de bezwaar- en beroepsprocedure open zoals die door de gemeente gehanteerd wordt. 2.3 Financiën De gemeenteraad heeft ingestemd met ingang van 2000 een bedrag van € 22.690,- per jaar te bestemmen voor flankerend gehandicaptenbeleid. Het uitgangspunt is dat maximaal 50% van de kosten van een project voor een tegemoetkoming in het kader van flankerend gehandicaptenbeleid in aanmerking komen tot een maximum van € 11.345,-. Door een 50 % regel te stellen gaat er een meer stimulerende werking vanuit. Daarnaast dient echter wel gekeken te worden naar de haalbaarheid van een project wanneer om een bijdrage gevraagd wordt.
Nota flankerend gehandicaptenbeleid, versie november 2005
8
Door tevens een maximumbedrag vast te stellen wordt het mogelijk gemaakt om meerdere projecten in een jaar te realiseren. De adviescommissie kan dan ook onder bijzondere omstandigheden het college van burgemeester en wethouders adviseren van de richtlijnen af te wijken. Aantoonbaar moet zijn dat er sprake is van een financieel tekort nadat voorliggende voorzieningen aangeschreven zijn. 2.4 Publiciteit De regeling zal jaarlijks, aan het begin van het kalenderjaar, gepubliceerd worden op de gemeentepagina. Middels een oproep worden geïnteresseerden uitgenodigd om binnen drie maanden een aanvraag in te dienen. Ook zal naar een geselecteerd adressenbestand de oproep worden opgestuurd. Zoals in paragraaf 2.2. reeds is aangegeven zal desgewenst een oproep gepubliceerd worden in de lokale kranten wanneer het budget in het desbetreffende jaar nog toereikend is. In dat geval kan namelijk ook in de loop van het jaar een aanvraag worden ingediend. Aan de toegekende aanvragen zal op de gemeentepagina aandacht worden besteed zodat bekend is welk project gerealiseerd gaat worden. Uiteraard zal ook publicitaire aandacht aan het project worden besteed wanneer het gerealiseerd is. 2.5 Evaluatie Na twee jaar zal geëvalueerd moeten worden of het aanvraagsysteem voldoende benut wordt. In kaart dient te worden gebracht of het beschikbaar gestelde bedrag toereikend is om een aantal knelpunten (gedeeltelijk) op te lossen en of er voldoende vraag is vanuit de maatschappij. Tevens zal de werkwijze van de adviescommissie geëvalueerd moeten worden. Naar aanleiding van de evaluatie kan de regeling worden aangepast. In maart 2005 heeft de evaluatie plaatsgevonden voor de jaren 2001 t/m 2004. Uit de evaluatie blijkt dat de doelgroep niet actief benaderd wordt maar via persberichten kennis kan nemen van de mogelijkheid om aanvragen in te dienen voor het flankerend gehandicaptenbeleid. Voor het traject vanaf 2005 wordt voor een actievere benadering van de doelgroep gekozen. D.w.z. dat naast de bekendmaking in de lokale pers een mailing wordt gestuurd naar (ca. 50) potentiële aanvragers waardoor een bredere doelgroep actief wordt benaderd. Dit heeft naar verwachting als resultaat dat een grotere verscheidenheid van aanvragen wordt ingediend.
Nota flankerend gehandicaptenbeleid, versie november 2005
9
Bronvermelding • Convenant Vrouwenadviescommissie 1993 • Kadernotitie flankerend gehandicaptenbeleid 1997 gemeente Amsterdam • Speerpunten voor Gelijke Kansen 2000 • Subsidieregeling Stimuleringsfonds Lichamelijk Gehandicapten Amsterdam, 1998 • Voorstel flankerend gehandicaptenbeleid, SIGW/ANBO/GSV, juli 1998
Lijst van afkortingen ANBO Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen GSV Gehandicapten Sport Vereniging SIGW Stichting Integratie Gehandicapten Wijk bij Duurstede WVG Wet Voorzieningen Gehandicapten
Nota flankerend gehandicaptenbeleid, versie november 2005
10