Samenvatting
1
Inleiding
2
Hoofdstuk 1
Networked Music Performance
5
1.1
Het netwerk als medium
5
1.2
Het netwerk op het sociale niveau
6
1.3
Het netwerk op het technische niveau
7
Hoofdstuk 2
Case-study: eJamming® AUDiiO
10
Hoofdstuk 3
Interacties binnen Networked Music Performance
14
3.1
Sociale interactie
14
3.2
Muzikale interactie
17
3.3
SMASL-analyse eJamming
20
3.4
Muziek in het netwerk
22
Hoofdstuk 4
Literatuur
Reflectie
24
26
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
>
|1
Samenvatting
In dit paper wordt het ontstaan en de ontwikkeling van Networked Music Performance beschreven. De digitalisering van muziek en de komst van het internet hebben een sociale en muzikale interactie op afstand mogelijk gemaakt. Deze ontwikkelingen leiden tot nieuwe mogelijkheden van sociale en muzikale interacties waarbij het netwerk de kern vormt. Er zal antwoord worden gegeven op welke deze interacties tot stand komen binnen Networked Music Performance. Het netwerk wordt geanalyseerd als medium en daarnaast zal er gekeken worden welke rol het netwerk speelt op het sociale en technische niveau. Als case zal de software eJamming worden behandeld. eJamming is software dat het voor muzikanten mogelijk maakt om gezamenlijk, via het internet, geïmproviseerde muziek te creëren. Door deze nieuwe manier van muziek maken ontstaan er andere sociale en muzikale interacties. De sociale interactie heeft ten eerste de notie van privé en publiek veranderd. Ten tweede is er een veranderde notie tussen globaal en lokaal. Als laatste is er een veranderde relatie tussen muzikanten onderling. De sociale interactie heeft ook gevolgen voor de muzikale interactie. De muzikale interactie die mogelijk wordt gemaakt door eJamming bestaat niet alleen uit menselijke actoren, ook niet-menselijke actoren spelen een rol. Aan de hand van de „actor-netwerktheorie‟ van de Franse filosoof Bruno Latour worden de relaties en interacties van het eJamming-netwerk in kaart gebracht. Het eJamming-netwerk kent een hybride karakter: menselijk en niet-menselijk, fysiek en virtueel, muzikaal en niet-muzikaal. Het niet-muzikale en spectrale karakter wordt uiteengezet aan de hand van het SMASL-model. Latency is een niet-muzikale, onzichtbare actor die handelingsvermogen heeft binnen het netwerk en de muzikale interactie beïnvloedt. Latency kan gezien worden als ghost en hierdoor ontstaan er binnen het eJamming netwerk hauntic timespaces. Hoewel latency verbonden is met een negatieve connotatie toont dit onderzoek aan dat latency een nieuwe muzikale taal mogelijk maakt.
Kernwoorden: Networked Music Performance, eJamming, hybriditeit, latency, ANT, SMASL, improvisatie, internet, remediatie, interactie
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
>
|2
Inleiding “One potential convergency of social activities and music making is the field of networked music” (Pimenta et al., 2011:1).
Het internet werd gezien als een medium dat de wereld zou veranderen. En vanaf het begin werd er veel verwachting gelegd in dit „nieuwe‟ medium. Dankzij het internet zijn er veel nieuwe mogelijkheden en uitdagingen voor sociale en muzikale interactie en het ontstaan van een Networked Music Performance. De term refereert naar het ontstaan van een nieuwe vorm van performance die is ontstaan door de sociale en muzikale interacties via het internet. Deze onderwerpen vormen de kern van dit paper.
De term Networked Music Performance is geïntroduceerd door John Lazzaro in 2001 en werd gebruikt om de “distant musical interaction on the Internet” te beschrijven (Carôt en Werner, 2007:1). Het gaat in de kern om de muzikale interactie op een afstand door het gebruik van internet. Daarbij is de digitalisering van muziek essentieel, zodat er via het internet samengewerkt kan worden. “The changing materiality of popular music is founded on the conversion of the musical representation from analogue “engravings” to the digital form of the binary alphabet” (Bødker, 2004:10). De beschikbaarheid van muziek in een downloadbaar formaat biedt consumenten “options they‟ve never had before” (Leyshon, 2001:74). De veranderde materialiteit van muziek zorgt voor een nieuwe manier van mediagebruik. “The practice of remixing and re-using music, which had already proved a significant cultural aspect of music cultures […] spread into the plurality of users who wanted to share their creations with their friends” (Schäfer, 2008:242). De veranderde materialiteit en digitalisering van muziek zijn nodig voor het ontstaan van netwerken rondom online jamming waarin muzikanten samenwerken en hun creaties met elkaar delen. Bestanden worden verkleind, zodat ze gemakkelijk verzonden kunnen worden tussen computers via het internet (Leyshon, 2001:51). Dit vormt de kern voor het ontstaan van het fenomeen van Networked Music Performance.
Het eerste hoofdstuk behandelt de analyse van Networked Music Performance op het sociale en technische niveau. De performance wordt in dit paper behandeld als een situatie waarbij twee of meerdere personen online samenspelen aan een muziekstuk. Hierdoor ontstaat er een gezamenlijke muzikale en sociale interactie door middel van het netwerk (zie afbeelding 1).
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
|3
Afbeelding 1: Networked Music Performance
Daarnaast wordt het netwerk als medium geanalyseerd. Door de tussenkomst van een medium, in dit geval het netwerk en de computer, wordt het mogelijk dat muzikanten met elkaar samenwerken aan een performance. Dat vraagt om een nadere uitleg van het concept van remediatie wat toegepast kan worden op online jamming. Waar het voor de komst van het internet alleen mogelijk was om samen te werken aan een performance op dezelfde tijd en plaats, is het door de digitalisering van muziek nu mogelijk om online samen te werken aan een muziekcreatie. Online jamming remedieert het jammen in real life. Vervolgens zal in het eerste hoofdstuk de metafoor van het netwerk worden geanalyseerd aan de hand van het concept „actor-netwerktheorie‟ (in het vervolg ANT) van de Franse filosoof Bruno Latour. In zijn boek We have never been modern (1993) beschrijft Bruno Latour dat niet alleen mensen, maar ook dingen het vermogen krijgen om bepaald handelen te sturen en te mobiliseren.
De muzikale en sociale interactie binnen eJamming komen tot stand door middel van het gebruik van technologie. De computer en het internet zijn de grootste technologische factoren waarmee de muzikant een interactie aangaat. Zowel menselijke als niet-menselijke actoren zijn onderdeel van het eJamming-netwerk. Dit geeft het eJamming-netwerk een hybride karakter. Gavin Kendall gebruikt de 'actor-netwerktheorie‟ van Bruno Latour om te beschrijven hoe nieuwe technologieën muzikale praktijken produceren en veranderen (2004). Kendall stelt dat elektronische muziek altijd een hybride is van mensen en niet-mensen (2004: 10). Hybriditeit zal als concept worden gebruikt om het netwerk omtrent eJamming te analyseren.
Jamming, waarbij verschillende muzikanten samenwerken, wordt door Andrew Brown beschreven als improvisatie. Hij stelt dat “The term jamming has long been used by musicians (and other performers) to mean improvisation, especially in collaborative situations” (2007:1). Jamming en improvisatie blijken onderwerpen te zijn die al langere tijd deel uitmaken van de studie naar de beoefening van muziek. Interactiviteit en spontaniteit zijn daarbij belangrijke kernbegrippen. In dit paper wordt geanalyseerd hoe online jamming zorgt voor sociale en muzikale interactie en hierbij vormt improvisatie een belangrijk basisbegrip. Bij jamming in real life is de interactie tussen muzikanten van groot belang en in dit paper zal bevraagd worden op welke manier er sociale en muzikale interacties ontstaan bij een Networked Music Performance.Vervolgens wordt ook geanalyseerd in hoeverre interactie een rol speelt binnen het programma eJamming.
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
|4
In het tweede hoofdstuk zal het programma eJamming worden geïntroduceerd. Het programma wordt gezien als nieuwe vorm van muzikale performance en creatie. In de case zal worden uitgewerkt op welke manier er via het internet een interactief netwerk ontstaat rondom online jamming en geïmproviseerde muziek. Wanneer muzikanten een interactie met elkaar aangaan via een netwerk is latency onvermijdelijk. Dit technische probleem is inherent aan een Networked Music Performance en wordt door Matthew Wright omschreven als “time delay between the sending and receiving of a message”. Bij een Networked Music Performance wordt er gestreefd naar een zo klein mogelijke latency, zodat muzikanten hier zo min mogelijk hinder van ondervinden. eJamming probeert op drie manieren de latency zo klein mogelijk te houden. Verder wordt ook besproken op welke manier latency handelingsvermogen heeft binnen het eJamming-netwerk.
Datgene wat hierboven beschreven is behoeft nader onderzoek. In dit paper zal daarom de vraag Op welke manier komen sociale en muzikale interacties tot stand binnen Networked Music Performance? centraal staan. De eerste twee hoofdstukken vormen een beschrijvende analyse en een aanleiding om in het derde hoofdstuk verder in te gaan op de sociale en muzikale interacties die ontstaan binnen Networked Music Performance. Tevens proberen we de vraag te beantwoorden waar de muziek zich bevindt in het netwerk wanneer een netwerk enerzijds technisch en anderzijds muzikaal is.
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
1>
|5
Networked Music Performance “We are witnessing nothing less than the growth of new musical forms and new means of musical expression” (Hugill, 2005).
Het streven naar het delen van audiocontent in real time is door de snelle ontwikkeling van het internet bij benadering haalbaar geworden en heeft het mogelijk gemaakt dat er een nieuwe manier van performance ontstaat. Het is nu denkbaar dat er online samengewerkt kan worden met muzikanten uit verschillende landen en hierdoor ontstaan er sociale en muzikale interacties. Deze ontwikkeling leidt tot nieuwe, creatieve manieren van communicatie en samenwerking waarbij het netwerk de kern vormt. In dit paper wordt deze nieuwe manier van samenwerken Networked Music Performance genoemd, zoals beschreven in de inleiding. Onderzoekers Juan-Pablo C‟Aceres en Alain Renaud beargumenteren dat Musicians connected over the network have the opportunity to concentrate on creating new forms of musical expression that use the network as an integral part in the creation and performance (2008:1).
Het netwerk dat deze specifieke manier van performance mogelijk maakt wordt in dit paper heel letterlijk bedoeld. Het gaat namelijk om de data (die in dit paper gelijkgesteld is aan muziek) die wordt verzonden tussen twee muzikanten, die interacteren via de computer en het internet. De computer en de internetverbinding vormen het netwerk. Het netwerk dient niet alleen als een platform voor de distributie van digitale content, maar ook als een medium voor muzikale interactie (C‟Aceres en Renaud, 2008).
Het netwerk is niet gebonden aan een gedeelde geografische locatie, het gaat enkel om het delen van dezelfde ideeën en interesses (Hugill, 2001). Muzikanten zijn niet afhankelijk van het bij elkaar in één ruimte verblijven, maar interacteren met elkaar via het medium. De interactie tussen de muzikanten wordt niet veroorzaakt door het directe, onmiddelijke contact, maar wordt gemedieerd door het netwerk, de computer en de software.
1.1
Het netwerk als medium
Door de nieuwe audiotechnologie worden netwerken getransformeerd in “a new kind of sound propagation medium” (Chafe, 2009:413). Nieuwe muzikale praktijken worden gevormd in het medium. De computer is een betaalbaar multimediaplatform geworden voor het produceren van hoge kwaliteit audiocontent en het internet kan gebruikt worden voor de uitwisseling van deze muzikale informatie (Carôt en Werner, 2007:1). Tussen de, met elkaar interacterende en samenspelende, muzikanten ontstaat een virtuele ruimte waar beide muzikanten samenkomen voor hun performance.
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
|6
Er ontstaat een virtuele realiteit, waarbij gesproken kan worden van een musical magic circle, afgeleid van de term magic circle1. Deze term, bedacht door Johan Huizinga, is verder uitgewerkt en toegepast op games door Katie Salen en Eric Zimmerman (2008). Muzikanten voelen zich door de online jamsessie met elkaar verbonden, al zien ze elkaar niet in real life. Ze kunnen interactie met elkaar aangaan door de tussenkomst van het netwerk, het medium. Omdat de magic circle in het algemeen refereert naar games is er voor gekozen om binnen dit paper het woord musical aan de term toe te voegen. Dit verwijst naar de gehele Networked Music Performance. De magic musical circle is bij iedere nieuwe improvisatie anders en is voor ieder indivdu verschillend.
In het geval van online jamming onstaat er een remediatie van het jammen in real life. Jay David Bolter en Richard Grusin beschrijven dat nieuwe media “are doing exactly what their predecessors have done: presenting themselves as refashioned and improved versions of other media” (2000:15). De computer en het internet zijn factoren die ervoor zorgen dat er interactie tussen muzikanten kan ontstaan, zonder dat zij bij elkaar in één ruimte aanwezig zijn. In principe is deze manier van samenwerken niet nieuw, maar dankzij het internet krijgt het een andere omvang (Jenkins geciteerd in Schäfer, 2008:71). Daar waar het vroeger belangrijk was dat er een fysieke interactie ontstond binnen een groep van muzikanten die een gezamenlijk jamsessie initieerde, ontstaat die interactiviteit nu via het netwerk door middel van het internet. Er ontstaat computergemedieerde communicatie, waardoor de performance en de interactie veranderen. Technologie kan in het geval van online jamming gezien worden als een medium, maar ook als een agent. “Technology creates music, it mediates music, and it allows us to interact with music” (Van Elferen, 2009:130). Het netwerk vormt de verbinding tussen de improviserende muzikanten onderling.
1.2
Het netwerk op het sociale niveau
Door de snelle ontwikkeling van nieuwe technologieën zijn er ook nieuwe vormen van culturele productie en sociale interactie mogelijk (Schäfer, 2008). Deze interacties worden gemedieerd door de computer en het netwerk, zoals besproken in de voorgaande paragraaf. Online jamming is een nieuwe vorm van culturele productie die sociale interactie tussen verschillende personen met zich meebrengt. Online jammingprogramma‟s maken het mogelijk dat gebruikers niet meer gebonden zijn aan de positie van een passieve consument, maar gebruik kunnen maken van sociale structuren die met elkaar verbonden zijn dankzij het internet.
De interactiviteit van nieuwe media zorgt ervoor dat een toeschouwer ook een gebruiker wordt (Lister et al.). De scheiding tussen „composer, performer, and producer‟ (Beer, 2005) vervaagt als gevolg van de opkomst van de digitale omgeving. “Digit(al)isation, and particularly digital sampling, has rather 1
De term komt oorspronkelijk uit de gameliteratuur en bedacht door Johan Huizinga, waarbij er wordt geduid op bepaalde grenzen van ruimte en tijd in een spel. Het gaat om een fantasiewereld, anders dan de „gewone‟ wereld (Salen en Zimmerman, 2008).
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
|7
had the effect of blurring, or increasingly melding, production and reproduction, or, perhaps more accurately, creation and consumption” (Beer, 2005). De concepten van participatiecultuur en de consument als producent maken nieuwe manieren van culturele productie mogelijk. De sociale interactie is gebaseerd op een bepaalde mate van social connection die gebruikers ervaren wanneer zij collectief mediacontent produceren. Er ontstaat sociale interactie tussen gebruikers die samenwerken aan nieuwe vormen van culturele productie (Jenkins geciteerd in Schäfer, 2008:70-73).
Bij deze ontwikkelingen speelt de sociale interactie een grote rol, maar ook technologie is een belangrijk onderdeel. “Discussions about participatory culture often neglect the fact that they are as much about technology as they are about social interactions” (Schäfer, 2008:93). De technologie wordt vaak gezien als een neutrale factor, maar beschikt wel degelijk over enig handelingsvermogen. Niet alleen mensen, maar ook dingen krijgen handelingsvermogen (Latour, 1993). Dit handelingsvermogen komt naar voren wanneer het netwerk op het technische niveau wordt geanalyseerd. Het netwerk “brings its own acoustic contribution to the music making process” (C‟Aceres en Renaud, 2008:1) en is niet uitsluitend een verbinding tussen twee ruimten.
1.3
Het netwerk op het technische niveau
Het internet is een universeel medium voor communicatie over lange afstanden. Collaboratieve muzikale performance is haalbaar dankzij de ontwikkelingen van dit medium. Inherent hieraan zijn de problemen die het delen van muzikale content en het transporteren van data met zich meebrengen. Vooral bij het samenwerken aan een muziekperformance via het netwerk kan het internet voor moeilijkheden zorgen. Binnen het netwerk klinkt het geluid namelijk anders dan wanneer het door de lucht wordt verspreid. Deze verschillen kunnen voor ander gedrag zorgen in de muzikale performance (Chafe, 2009:414). Doordat er via het internet samengewerkt kan worden aan een jamsessie zijn muzikanten niet meer gebonden aan dezelfde geografische en fysieke locatie. Ze kunnen gescheiden zijn van plaats om samen aan een improvisatie te werken. Ze spelen in een eigen ruimte, een studiocomplex of gescheiden van elkaar in andere gebouwen of steden. Om interactie op afstand te realiseren moet er data van de zender naar de ontvanger verzonden worden en deze overdracht impliceert tegelijk een bepaalde vertraging. Dit wordt omschreven als latency en wordt door Wright gedefinieerd als “time delay between the sending and receiving of a message” (2005:195). Dit kan leiden tot tijdsvertraging wanneer muzikanten met elkaar samenwerken aan een muziekstuk. Vervolgens kan het netwerk ook trager worden naarmate grotere hoeveelheden data meer tijd nodig hebben om via het netwerk getransporteerd te worden. “Physical separation implies propagation delay, and music depends on temporal precision” (Gurevich et al., 2004:1). Door dit technische probleem kan er een andere ervaring optreden van muziek en het samenwerken aan een muziekstuk. Wanneer een muzikant een muziekstuk begint, duurt het een paar milliseconden voordat de andere muzikant het muziekstuk hoort en bij jamming is de timing essentieel voor het samenspelen aan een performance.
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
|8
Deze beperking zorgt ervoor dat online jamming als asynchroon wordt ervaren (niet samenvallend in tijd) en vaak worden hiermee traditionele manieren van improvisatie ontweken (Hugill, 2005:432). Jamming in real life gaat uit van de interactie tussen muzikanten, zodat er geïmproviseerd kan worden. Bepaalde mimieken of oogcontacten kunnen bepalend zijn voor het volgende te spelen nummer en het wisselen van thema‟s of akkoordenschema‟s. Deze non-lineaire manier van muziek produceren vraagt om een precies reactievermogen. Wanneer bij online jamming door de tijdsvertraging de muziek niet gelijktijdig wordt waargenomen kunnen er onduidelijkheden ontstaan tussen de muzikanten onderling. Het streven is om de immersieve ervaring van de online performance niet verstoord te laten worden door dit netwerkprobleem. Dit technische probleem kan worden gecompenseerd door het programmeren van een tijdsvertraging. Sommige programma‟s voor een online improvisatie hebben zo‟n ingebouwde tijdsvertraging die ervoor zorgt dat elke toon in dezelfde maat valt. Alexander Carôt en Christian Werner bespreken in hun artikel „Network Music Performance – Problems, Approaches and Perspectives‟ (2007) de verschillende interactiebenaderingen met betrekking tot het vertragingsprobleem. Ze onderzoeken welke manier van interactie de analoge speelervaring het beste benaderd. Muziek is een “very time sensitive form of communication” en om synchroon te kunnen spelen is het daarom voor muzikanten belangrijk dat de vertraging zo kort mogelijk is (Carôt en Werner, 2007:1). De „metafoor van het netwerk‟ is opmerkelijk. Enerzijds bestaat er een technisch netwerk, dat gevormd wordt door de computer en het internet. Muzikanten hebben deze technische karakteristieken van het netwerk nodig om met elkaar te interacteren en hun muzikale creatie te delen. Het netwerk rondom jamming kan geanalyseerd worden als een gecentraliseerd netwerk. Sociaal en technisch gezien is het netwerk het centrale punt van de improvisatie2. Het programma kent een centrale coördinatie (Van Dijk, 2006) en alle muzikanten zijn verbonden met een centraal punt (Hugill, 2001:10). Anderzijds wordt er een muzikaal netwerk gevormd door alle actoren die betrokken zijn bij het concept van online jamming en de performance die er ontstaat. Hieruit blijken de complexe relaties binnen online jamming. Niet alleen mensen, maar ook dingen hebben handelingsvermogen. Het is interessant om te analyseren welke actoren er binnen het netwerk van Networked Music Performance het vermogen hebben om bepaald handelen te mobiliseren en te sturen. Bruno Latour beschrijft in zijn boek We have never been modern de „actor-netwerktheorie‟ die zich richt op relaties en interacties tussen actoren in een netwerk rondom een technologische innovatie. Het is een netwerk dat bestaat uit menselijke en niet-menselijke actoren. Bij online jamming bestaat het netwerk uit de muzikanten, als menselijke actoren, die afhankelijk zijn van de niet-menselijke actoren zoals de computer, het internet, het netwerk en de tijdsvertraging. Hierin krijgt dus ook de technologie een handelingsvermogen. In hoofdstuk drie wordt het netwerk van menselijke en niet-menselijke actoren en de rol van latency 2
Zie voor verdere uitleg hoofdstuk twee van dit paper.
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
|9
hierin verder uitgewerkt. Hierbij is tevens de vraag interessant waar de muziek zich bevindt in een netwerk wanneer een netwerk enerzijds technisch en anderzijds muzikaal is. Deze vraag zal in het derde hoofdstuk verder uitgewerkt worden.
Online jamming laat zien dat participatie door de consument en gebruiker gegenereerde content als de beloftes van web 2.03 als kracht terugkomen in het businessmodel van eJamming. De consument wordt producent en krijgt de mogelijkheid om te participeren en content te produceren door middel van internet (Schäfer, 2008). eJamming is een voorbeeld van programmatuur die het mogelijk maakt dat consumenten muzikale content kunnen produceren en distribueren via het internet. Het programma eJamming kan gezien worden als nieuwe vorm van muzikale performance en creatie en wordt besproken in hoofdstuk twee.
3
Een term die door Tim O‟Reilly beschreven wordt in zijn artikel “What‟s Web 2.0?”. Bij Web 2.0 staat het produceren, publiceren en distribueren van mediacontent door de consument centraal.
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
2>
| 10
Case-study: eJamming® AUDiiO “The Collaborative Network for Musicians Creating Together Online in Real Time” (eJamming, 2010).
Uit het eerste hoofdstuk blijkt dat Networked Music Performance op het sociale en technische niveau geanalyseerd kan worden. In het tweede hoofdstuk staat de programmatuur van eJamming centraal. Gebruikers kunnen zelf muzikale content produceren en een sociale interactie aangaan met andere gebruikers. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de muzikale improvisatie door middel van eJamming tot stand komt. De analyse vanuit het technische niveau heeft aangetoond dat latency inherent is aan het netwerk. eJamming probeert op drie manieren dit netwerkprobleem te verkleinen.
eJamming is software dat het voor muzikanten mogelijk maakt om gezamenlijk, via het internet, geïmproviseerde muziek te creëren. Deze software, die in 2008 voor het grote publiek uitgebracht is, kan rechtstreeks gedownload worden van de website van eJamming4. Muzikanten moeten echter wel betalen om gebruik te mogen maken van eJamming 5. Om de muzikant eerst kennis te laten maken met de software biedt eJamming de gebruiker een gratis testperiode aan van 30 dagen. Tijdens het aanmelden vraagt eJamming om de persoonlijke gegevens van een muzikant en dient de muzikant akkoord te gaan met de Terms of Service, de Copyright Policy en de Cover Material Policy6. Na het voltooien van deze inschrijfprocedure wordt het downloaden van eJamming automatisch gestart. De missie die eJamming uitdraagt is “Enable musicians to play together in real time as if in the same room even if they are far from one another” (eJamming: About Us, 2010). eJamming zou ook gedefinieerd kunnen worden in termen van een multi-user audio platform (Mills, 2010:4). De mogelijkheden die eJamming biedt zijn gericht op het muzikaal samenwerken en het bouwen van muzikale communities. Deze aspecten zijn ook terug te vinden in de interface van eJamming. Naast de keuze een jamsessie te starten is het voor muzikanten mogelijk om op zoek te gaan naar andere muzikanten binnen eJamming. Er kan gezocht worden op instrument, vaardigheidsniveau en locatie. Daarnaast is er een forum waarbinnen muzikanten zowel hun muzikale als technische ervaringen over eJamming kunnen delen met andere muzikanten. Er is ook een optie om een vriendenlijst aan te maken. Met bovenstaande mogelijkheden draagt eJamming bij aan het bouwen van een online
4
Deze software is te installeren op zowel het Windows als Macintosh besturingssysteem. Er is een aparte pagina om de eJamming software te downloaden. Deze is te raadplegen op:
. 5
Een maandelijks abonnement bedraagt $9,95, een kwartaal abonnement bedraagt $24,95 en een jaarlijks abonnement bedraagt $89,95. Bekijk het overzicht op:
. 6
Deze drie „contracten‟ zijn te raadplegen op:
.
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
| 11
gebruikers community (Mills, 2010:4). Via eJamming kunnen muzikanten een sociale en muzikale interactie met elkaar aangaan. De oneliner over eJamming: “The Collaborative Network for Musicians Creating Together Online in Real Time” doet vermoeden dat online jammen in real time door middel van het gebruik van eJamming een eenvoudig proces is. Echter komen er enkele zeer technische uitdagingen kijken bij de totstandkoming van een online jamsessie. Een van de belangrijkste uitdagingen voor eJamming is het versturen van grote hoeveelheden data, die ontstaan tijdens de online jamsessies, over het internet. Tijdens het versturen van data via het internet, van de ene computer naar een andere computer, verstrijkt er altijd een bepaalde hoeveelheid tijd. Hoe groter het bestand is, des te meer tijd het kost de data over het internet te transporteren. Voor eJamming is het belangrijk de hoeveelheid data zo klein mogelijk te houden zodat er geen vertraging ontstaat in het netwerk. Deze tijdsvertraging wordt binnen Networked Music Performance ook wel latency genoemd, zoals al eerder uitgelegd in het eerste hoofdstuk. eJamming claimt in hun missie dat het mogelijk is voor muzikanten via het internet real time met elkaar te jammen (eJamming: About Us, 2010). Dit is een sterke claim want in principe is het onmogelijk in real time te communiceren via het internet. eJamming poogt vanuit verschillende invalshoeken deze latency zo klein mogelijk te houden. Want met een te grote vertraging wordt het creëren van een online improvisatie onmogelijk voor muzikanten (Schuett, 2002:40).
eJamming probeert latency op drie verschillende manieren te minimaliseren. Deze drie manieren zijn compressie, peer-to-peer en tijdsynchronisatie (Greene, 2007:1; Mills, 2010:4; Pillay, 2008:11). De eerste manier is compressie, de eJamming software vermindert de bestandsgrootte van de data die over het netwerk verstuurd wordt. “The company's engineers developed their own compression and decompression algorithms that shrink the file size” (Greene, 2007:1). Daarbij maakt eJamming gebruik van het UDP (User Datagram Protocol)7 om datapakketen te versturen (Mills, 2010:4). Deze manier van data versturen is sneller dan via het gebruikelijke TCP (Transmission Control Protocol). Deze werkwijze draagt bij aan een lagere latency.
De tweede manier waarop eJamming latency probeert te minimaliseren is het gebruik van een peer-topeer-architectuur (Greene, 2007:1; Mills, 2010:4). In een peer-to-peer-netwerk zijn de verschillende computers die erop aangesloten zijn gelijkwaardig. Het peer-to-peer-netwerk staat in contrast met het client-server-netwerk waarbij alleen de servers dataleveranciers zijn en de clients consumeren. In een peer-to-peer-netwerk zijn peers zowel dataleverancier als consument. Deze peer-to-peer-configuratie, elke muzikant is via de software direct verbonden met een andere muzikant, resulteert in een lagere latency. 7
UDP is een van de basisprotocollen van het Internet en opereert op hetzelfde niveau als TCP (Transmission Control Protocol).
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
| 12
De laatste manier is het synchroniseren van de tijdsinstellingen van de computers die tegelijkertijd aan één online jamsessie deelnemen. When a musician initiates an eJamming session, the software connects her directly to her jam partners (up to four in a session). The musician who initiates the session becomes the host to which the other musicians‟ clocks are synchronized (Greene, 2007:2).
De muzikant die de jam initieert wordt gezien als de „leider‟ van de jamsessie. De tijd van de leider is het referentiepunt waaraan de tijd van de andere muzikanten aangepast zal worden.
Deze drie manieren zijn gezamenlijk in staat de latency van een jamsessie via eJamming te verkleinen naar 11 milliseconden (Mills, 2010:4). Deze hoeveelheid is zo klein dat de latency onopgemerkt blijft voor de muzikanten en zo heeft het geen directe impact op de improvisatie. In deze situatie is er uitgegaan van de meest ideale omstandigheid qua software, hardware en internet. Er kunnen zich natuurlijk nog op allerlei niveaus onverwachte vertragingen voordoen.
In totaal kunnen er maximaal vier muzikanten samenkomen in één online jamsessie (eJamming: Learn More, 2010). Hoe meer muzikanten aan de jam deelnemen des te hoger de bandbreedte dient te zijn 8. eJamming stelt dan ook dat “The higher your bandwidth the better your eJamming experience” (eJamming: Learn More, 2010). eJamming heeft tevens minimale eisen gesteld voor de bandbreedte die nodig is bij een bepaalde hoeveelheid muzikanten, voor het slagen van een jamsessie 9. Daarnaast is het van belang dat de muzikant geen gebruik maakt van een draadloze router tijdens de jamsessie. “We do not recommend using a wireless router as it adds latency to your connection” (eJamming: Learn More, 2010). Een draadloze router zou kunnen zorgen voor latency, het transport van data gaat sneller door een bekabelde router. Dit heeft tot gevolg dat de muzikant tamelijk geremd wordt in zijn bewegingsvrijheid. Een eJamming-improvisatie vanaf een willekeurige geografische plaats met een draadloze verbinding behoort niet tot de mogelijkheden. De plaats waar de online improvisatie zich af kan spelen wordt bepaald door de bekabelde internetrouter. Het netwerk is technisch en sociaal gezien het centrale punt van de eJamming-improvisatie.
Het centrale punt binnen een eJamming-improvisatie is de muzikant die de jamsessie initieert. Deze muzikant is de „leider‟ van de jamsessie en kan plaatsen toevoegen zodat andere muzikanten zich bij de jamsessie kunnen voegen (met een maximum van drie plaatsen). Op deze manier heeft de „leider‟
8
Bandbreedte geeft de hoeveelheid data aan die per seconde door een internetverbinding gestuurd kan worden.
De minimale eisen voor de bandbreedte per jamsessie is: “2 players - high bandwidth: 400 Kbps Upload, 2 players - medium bandwidth: 250 Kbps Upload, 3 players - high bandwidth: 650 Kbps Upload, 3 players - medium bandwidth: 450 Kbps Upload, 4 players - high bandwidth: 800 Kbps Upload, 4 players - medium bandwidth: 600 Kbps Upload” (eJamming: Learn More, 2010). 9
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
| 13
de controle over hoeveel muzikanten mee kunnen spelen, dit creëert een zekere hiërarchie. Daarnaast kan de „leider‟ ook bepalen hoe hard of hoe zacht de input van een andere muzikant in een jamsessie mag klinken. De schijnbaar gelijkwaardige samenwerking van muzikanten in een improvisatie wordt in het geval van eJamming gecontroleerd door één muzikant.
De optie om een luisteraar te zijn van een jamsessie, waar de luisteraar zelf geen deel van uitmaakt, is nog niet gerealiseerd (eJamming: FAQ, 2010). Dit betekent dat de rol van een publiek binnen eJamming niet vervult kan worden. Daarnaast is er binnen eJamming geen face-to-face contact mogelijk. Het contact met een andere muzikant kan gelegd worden door middel van de chatfunctie of door middel van het communiceren door de microfoon tijdens een jamsessie. Er is geen mogelijkheid om via een visueel medium, zoals video, face-to-face contact te hebben tijdens de jamsessie. De toevoeging van visuele of zintuiglijke kanalen zou het niveau van de interactie tussen de muzikanten flink kunnen verhogen (Renaud en Rebelo, 2006:2). De enige visuele interactie die binnen eJamming mogelijk is, is via een avatar. Een avatar is een visuele representatie van een gebruiker in een digitale omgeving10 (Lister et al., 2009:419). Volgens Matthew Wright zijn netwerken in het nadeel “when used simply as a transmission medium: they enable a hobbled form of musical contact over a distance, but can never be „as good as‟ face-to-face music making on its own terms” (2005:1). Het probleem van het integreren van video-interactie tijdens online jamsessies is vooral de grootte van de data die daarbij ontstaat. Als gevolg daarvan zou er een enorme latency ontstaan die de improvisatie op muzikaal vlak onmogelijk maakt.
De sociale en muzikale interacties die tot stand komen binnen eJamming bieden nieuwe mogelijkheden en uitdagingen. Deze zullen in het volgende hoofdstuk uitvoerig beschreven en geanalyseerd worden.
10
Het woord avatar betekent oorspronkelijk „de reïncarnatie van een God‟ en komt uit het Hindoeïsme (Lister et al., 2009:419).
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
3>
| 14
Interacties binnen Networked Music Performance “One of the great things about music, however, is that it is a social activity as well as a sonic experience” (Hugill, 2001:2).
Uit de voorgaande hoofdstukken blijkt dat er bij Networked Music Performance sociale en muzikale interacties ontstaan door middel van het programma eJamming. Door de technologische ontwikkelingen is dit veranderd ten opzichte van een jamsessie in real life. eJamming kan gezien worden als een interessant voorbeeld van Networked Music Performance. Dit biedt een mogelijkheid om te analyseren hoe sociale en muzikale interacties tot stand komen door de samenwerking van muzikanten in een virtuele ruimte. De mate van sociale interactie wordt bepaald door een aantal factoren, die besproken zullen worden in paragraaf 3.1. Tegelijkertijd hebben deze factoren ook gevolgen voor de muzikale interactie, die besproken wordt in paragraaf 3.2.
3.1
Sociale interactie
Een aantal veranderingen in de sociale interactie door de komst van nieuwe technologieën worden hieronder verder geanalyseerd. Ten eerste is er een verandering van de notie tussen privé en publiek. Publiek wordt hier op twee manieren uitgelegd. Allereerst wordt publiek beschreven als openbaar, vervolgens wordt publiek in de zin van toeschouwers beschreven. Ten tweede is er de veranderende notie tussen globaal en lokaal en ten derde wordt de veranderde relatie tussen muzikanten onderling verder geanalyseerd.
Privé en publiek Muziek is altijd een sociale activiteit geweest, maar sinds de komst van nieuwe technologieën zijn de ervaringen met muziek meer en meer veranderd in een privé-aangelegenheid. Voor de komst van technologieën, zoals het internet, konden muzikanten spelen of samenwerken aan een jamsessie zodra ze zich bij elkaar in één ruimte bevonden. Door programma‟s zoals eJamming is het nu mogelijk om in een eigen privé-ruimte door tussenkomst van een medium samen te spelen met andere muzikanten over de gehele wereld. De notie tussen publiek en privé is onder andere door de opkomst van online jamsessies veranderd. De muzikale ervaringen zijn, in het specifieke geval van eJamming, meer een privé-aangelegenheid geworden in plaats van een gezamenlijke ervaring. De gezamenlijke ervaring van muziek vindt enkel plaats tussen maximaal vier personen die aan dezelfde jamsessie deelnemen. De lage latency en de verbinding met het internet zorgen ervoor er volgens Gurevich voor dat een “real-time rhythmic collaboration” (2006:1) ontstaat vanaf afzonderlijke locaties. De gebruikersinterface zorgt voor een technologische, computergemedieerde ervaring waarbij anonimiteit en privacy gehandhaafd worden voor de muzikanten (idem). De interface biedt op deze manier aan amateurs de mogelijkheid om te participeren, zonder enige barrière en zonder intimidatie door
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
| 15
professionals. De enige vorm van intimidatie zou zich kunnen voordoen wanneer muzikanten niet naar de jams van elkaar luisteren en muzikaal gezien niet op elkaar ingaan (Gurevich, 2006:122). Maar bij het gebruik van eJamming heeft dit ook gevolgen voor de eigen prestaties. Bij het progamma eJamming wordt anonimiteit ook gewaarborgd doordat face-to-face contact niet mogelijk is. De enige vorm van communicatie tussen muzikanten, die samenwerken aan een improvisatie, is mogelijk via een chatfunctie of door middel van een microfoon. Muzikanten zien elkaar niet face-to-face door middel van bijvoorbeeld een webcam, wat een bepaalde mate van privacy en identiteitsbescherming waarborgt (Gurevich, 2006:122).
Ook het publiek, als zijnde toeschouwers, speelt een rol bij de analyse van Networked Music Performance en het programma eJamming. In het eerste hoofdstuk is besproken dat interactiviteit en spontaniteit belangrijke kernbegrippen zijn bij improvisatie. Uit de beschrijving van het programma eJamming blijkt dat er geen publiek betrokken wordt bij een online jamsessie. De optie om een luisteraar te kunnen zijn van een jamsessie is nog niet gerealiseerd. De focus bij eJamming ligt op de spelers en niet op het publiek. Hierdoor is het voor een muzikant niet mogelijk om het publiek bij de improvisatie te betrekken. Dit zorgt voor een andere ervaring van de jamsessie, de muzikant kan bij de improvisatie niet inspelen op wensen van het publiek. Daarnaast is er ook geen feedback vanuit het publiek wanneer een nummer gewaardeerd wordt of juist helemaal niet aanslaat bij de luisteraars. Het publiek is bij de creatie van muziek een belangrijke factor, fans van muzikanten zorgen bijvoorbeeld voor de verspreiding van muziek in een netwerk (Leyshon, 2001). Bij eJamming is er geen mogelijkheid om te interacteren met het publiek en dit zorgt voor een andere ervaring bij de creatie van een improvisatie. De ontwikkeling van het internet en nieuwe technologieën zou de relatie tussen muzikanten en fans kunnen veranderen, doordat ze gemakkelijker met elkaar in contact kunnen komen via het internet. Bij eJamming is dit nog „toekomstmuziek‟, omdat muzikanten en luisteraars niet met elkaar kunnen interacteren.
Interactie tussen muzikanten De relatie tussen muzikanten onderling verandert door de komst van eJamming. eJamming als programma kan gezien worden als een nieuw instrument dat gebruikt wordt door muzikanten om interactie met elkaar aan te gaan (Stelkens, 2003:3). De focus hierbij ligt vooral op de interactie tussen elkaar, die gemedieerd wordt door het netwerk. Bij eJamming is het niet mogelijk om face-to-face contact te hebben met andere muzikanten. Wel is er de mogelijkheid om via het forum ervaringen te delen en de optie om een vriendenlijst aan te maken, maar hierdoor is er nog geen interactie mogelijk tussen muzikanten. Het contact met andere muzikanten ontstaat door middel van een chatfunctie of door het communiceren via een microfoon. Alleen via een avatar is enige visuele interactie mogelijk en het gevolg hiervan is dat er een andere relatie tussen muzikanten onderling ontstaat. Bij een jamsessie in real life is oogcontact en het werken met mimieken een belangrijk onderdeel. Doordat
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
| 16
muzikanten elkaar bij eJamming niet kunnen zien moet er na elk nummer overlegd worden via de microfoon hoe er verder gespeeld wordt. Het gevolg hiervan is dat er na elk nummer stiltes vallen. De spontane omschakelingen tussen de verschillende genres, die bij improvisatie een essentieel onderdeel vormen van een performance, zijn hierdoor niet denkbaar. Groepen personen die samenwerken op dezelfde plaats hebben meer spontane interacties dan wanneer muzikanten elkaar niet kunnen zien. Computergemedieerde communicatie zal hierdoor vrijwel nooit zo „goed‟ worden als face-to-face communicatie (Wright, 2005:193). Zeker wanneer essentiële onderdelen van een jamsessie niet geremedieerd (kunnen) worden in een online improvisatie.
Binnen eJamming is het mogelijk om de online jamsessie te exporteren in cd-kwaliteit. Dit biedt de muzikant de mogelijkheid om de creatie te delen via het internet. De muzikant heeft hierdoor de mogelijkheid om de creatie te delen buiten de grenzen van het eJamming-netwerk. De sociale interactie wordt hierdoor dus niet beperkt tot het eJamming-netwerk, maar kan ook tot stand komen in het globale netwerk.
Globaal en lokaal Door computergemedieerde communicatie vindt de interactie tussen muzikanten niet meer lokaal, maar globaal plaats. Individuen vanuit verschillende landen krijgen de mogelijkheid om contact met elkaar te leggen en interactie met elkaar aan te gaan via het internet. Een muzikale improvisatie bestond voor de komst van het internet uit minimaal twee personen die op dezelfde tijd op dezelfde plaats lichamelijk aanwezig waren. Door de komst van eJamming zijn de muzikanten niet meer gebonden aan een gedeelde geografische locatie, maar is de samenwerking slechts gebaseerd op dezelfde ideeën en interesses (Hugill, 2001). Muzikanten zijn niet meer aan een fysieke plaats gebonden, maar moeten nog wel op dezelfde tijd inloggen bij eJamming om samen te werken aan een improvisatie.
Hieruit blijkt de veranderende relatie tussen technologie en het menselijk lichaam, wat in het eerste hoofdstuk reeds besproken is. Doordat muziek gedigitaliseerd is kunnen muzikanten via eJamming samenspelen door middel van het netwerk en zijn zij niet langer gebonden aan een gezamenlijke geografische lokatie. Lichamelijkheid is hierbij niet langer gebonden aan materialiteit, er ontstaat een fysieke afstand tussen muzikanten die alleen virtueel samenkomen door de tussenkomst van een medium. Er ontstaat een virtuele ruimte, waar de online jamsessie plaatsvindt. Dit is niet meer gebonden aan dezelfde grenzen van tijd en ruimte. In het eerste hoofdstuk is reeds verwezen naar het ontstaan van een musical magic circle, waarbij muzikanten als het ware samenkomen in een virtuele ruimte om samen te improviseren. Muzikanten van over de gehele wereld werken samen aan een improvisatie en hierdoor ontstaat er een gedeeld tijdsbesef. Ze werken samen aan dezelfde tijdslijn en ervaren tijd op dezelfde manier, ook als ze zich geografisch gezien in een andere tijdszone bevinden.
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
| 17
Productie, consumptie en distributie zijn dankzij de digitale muziekcultuur niet meer gebonden aan fysieke ruimtes (Leyshon, 2001). Tijd is een essentieel onderdeel van improvisatie. “You are inside time in the moment, form time and its passing in real time” (Essl, 2002). Het gaat om het volgen van een bepaald tijdspad, wat door de „leider‟ wordt bedacht en muzikanten laten bij een improvisatie in real life ook het verleden meespelen “time goes forward, but in improvisation again and again one tries consciously to recur to that which was” (idem). Bij een jamsessie via eJamming is dit haast onmogelijk, omdat er geen interactie tussen muzikanten plaatsvindt door middel van face-to-facecommunicatie. Tijd passeert en gaat voorbij en in eJamming is het niet mogelijk om terug te gaan naar “points of reference” (Essl, 2002).
Alleen door de latency, besproken in de eerste twee hoofdstukken, die het netwerk met zich meebrengt wordt tijd niet geheel op dezelfde manier ervaren. Muzikanten lopen altijd een aantal milliseconden op elkaar achter en wanneer er een te grote vertraging plaatsvindt binnen een jamsessie kan er in principe onmogelijk improvisatie in real time plaatsvinden (Schuett, 2002). Ook de hiërarchie binnen eJamming speelt een rol bij het tijdsbesef. Er is altijd één muzikant die het initiatief neemt om een jamsessie te maken. Hij wordt gezien als „leider‟ en de tijd van de andere muzikanten wordt hierop aangepast. Deze synchronisatie van tijdsinstellingen van de computers is een manier om de latency te verkleinen (Greene, 2007). Toch is de „gelijktijdigheid‟ wel relatief. In principe komen de muzikanten wel samen op een gezamenlijke tijd, maar die tijd in real time is natuurlijk bepaald door de verschillende tijdzones waarin de muzikanten zich bevinden (Wright, 2005:195).
Uit bovenstaande analyse blijkt dat er andere vormen van sociale interactie tot stand komen door middel van Networked Music Performance. Al deze vormen hebben op de één of andere manier ook gevolgen voor de muzikale interactie.
3.2
Muzikale interactie
De muzikale interactie binnen eJamming komt tot stand door middel van het gebruik van technologie. eJamming maakt het mogelijk om met andere muzikanten muziek te maken via het internet. De tussenkomst van deze technologie geeft eJamming een hybride karakter. De muzikale interactie bestaat niet alleen uit menselijke actoren, ook niet-menselijke actoren spelen een rol11. Om het hybride karakter van eJamming beter te analyseren gebruiken we de „actor-netwerktheorie‟ (ANT) van Bruno Latour.
ANT richt zich op interacties en relaties tussen actoren rondom een technologische innovatie. Latour stelt in zijn boek We have never been modern (1993) een verschuiving voor van een wereld waarin de aandacht ligt op alles wat puur menselijk is, naar een wereld die pertinent en in toenemende mate 11
De interactie tussen muzikant en instrument zou ook al kunnen worden beschouwt als hybride.
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
| 18
hybride is (Lister et al., 2009:386). Latour is van mening dat “human and non-human things form hybrid entities by virtue of the networks they share” (Lister et al., 2009:386). Menselijke en nietmenselijke actoren moeten dan ook niet los van elkaar bekeken worden. Er moet gekeken worden naar hoe zij in relatie tot elkaar staan binnen een netwerk. Met ANT kan beargumenteerd worden dat niets of niemand handelingsvermogen (agency) van zichzelf heeft maar dat handelingsvermogen ontstaat wanneer de actor onderdeel is van een groter geheel, een netwerk. Het is het netwerk in zijn geheel dat handelt, bewerkstelligt en bepaalt (Lister et al., 2009:337-38). Menselijke actoren hebben een andere status dan machines of technologieën, maar om een gedetailleerde beschrijving te kunnen geven van een netwerk kent Latour geen hiërarchie toe aan de actoren binnen het netwerk. In het artikel „Towards a Sociology of Nonhumans: Technology and Creativity‟ (2004) gebruikt Gavin Kendall de „actor-netwerktheorie‟ van Latour om te begrijpen hoe nieuwe technologieën muzikale praktijken produceren en veranderen. Kendall vraagt zich af wat de mogelijkheden van digitale muziek zijn en welke invloed technologie heeft op onze muzikale interacties en het samenspel. Kendall stelt dat een puur menselijk wezen niet bestaat “humans are always mixed up with the technologies that surround them, clothe them, move them, preserve their utterances, and so forth” (Kendall, 2004:2). We zijn altijd verstrikt in een complexe verzameling van technologieën. Nietmenselijke actoren kunnen ook deel uitmaken van de menselijke creativiteit, volgens Kendall is dat iets wat mensen moeilijk serieus willen nemen. Eigenlijk zouden we Beethoven ook al kunnen zien als een hybride muzikant, zijn creativiteit werd aangevuld door andere actoren die niet menselijk waren (Kendall, 2004:4). ANT stelt dat niet-menselijke actoren handelingsvermogen bezitten en Kendall voegt hier aan toe dat niet-menselijke actoren ook een creatief handelingsvermogen bezitten.
Het internet speel een grote rol bij de totstandkoming van een muzikale interactie via eJamming. Het netwerk dat hierdoor wordt gevormd bestaat dus per definitie uit menselijke en niet-menselijke actoren. De muziek die dit netwerk voortbrengt wordt geclassificeerd als elektronische muziek. Kendall stelt dat “electronic music is always a hybrid of the human and the nonhuman” (2004:10). Networked Music Performance, in dit specifieke geval eJamming, is een hybride netwerk.
Niet alleen is het netwerk van eJamming hybride, ook de samensmelting van de fysieke wereld met de virtuele wereld kan uitgelegd worden aan de hand van hybriditeit. Harrison en Dourish definiëren een hybrid space als volgt: “A hybrid space is one which is comprises both physical and virtual space” (1996:6). eJamming is een hybride ruimte. De muzikanten hebben fysiek contact met hun instrument in een fysieke ruimte. De improvisatie ontstaat pas in een virtuele ruimte, door de tussenkomst van het internet. eJamming is de interface van de virtuele ruimte. Twee muzikanten kunnen dezelfde virtuele ruimte delen zonder op dezelfde plaats fysiek aanwezig te zijn. De technologie verandert niets aan de manier waarop een muzikant een interactie aangaat met zijn instrument. In de interactie muzikant-
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
| 19
instrument is de technologie onzichtbaar en wordt het ook niet als technologie ervaren. Wel verandert de technologie het samenspel met andere muzikanten. Voor de komst van het internet bestond een muzikale improvisatie uit minimaal twee mensen, die op dezelfde tijd en plaats samen muziek maakten. Door het gebruik van eJamming is een improvisatie niet meer aan een fysieke plaats gebonden. De muzikale interactie vindt nu plaats binnen zowel de fysieke als de virtuele ruimte. In de interactie muzikant-muzikant is de andere muzikant fysiek onzichtbaar geworden. De „ander‟ is in de fysieke ruimte alleen aanwezig en waarneembaar als geluid.
Het actor-netwerk van eJamming bestaat uit menselijke en niet-menselijke actoren en is een samensmelting van de fysieke en virtuele ruimte. Het muzikale netwerk is hybride en complex. Charlie Blake en Isabella van Elferen voegen hier nog de dichotomie muzikaal en niet-muzikaal aan toe. “In the case of a techno-musical network, these actors are human and non-human, but also musical and non-musical” (2011:4). Blake en Van Elferen introduceren in het artikel „In Search of the Kraftwerk‟s Überthing: Music, Machines and Spectrality‟ een nieuw model die een spectrale dimensie toevoegt aan ANT. To make sense of how this process is directly connected to our experience of recorded music and the spectrality of both past and future that emerges from it through the agency of the Überthing, we need to introduce a model of spectro-acoustic inscription which we‟ve called by its acronym SMASL (2011:4).
Waar ANT alle actoren symmetrisch behandelt, onderscheidt SMASL de diverse actoren in een netwerk (zie afbeelding 2). Het acroniem SMASL staat voor de rollen van “singer, microphone, amplifier, speakers and listener” (Blake en Van Elferen, 2011:4-5). A A A A A (ANT)
S M A S L (SMASL)
Afbeelding 2: Het ANT-model ten opzichte van het SMASL-model
Deze rollen zijn metaforen en kunnen tevens andere muzikale situaties beschrijven. Alle interacties die er ontstaan tussen de verschillende actoren in het SMASL-netwerk openen een “medial space” (Blake en Van Elferen, 2011:5). Medial space is de ruimte tussen “the singer and the microphone, in between the speakers and the listener” (idem). De concepten spectraliteit en absente aanwezigheid zijn onderdeel van SMASL. Hierdoor moet de ontologie van digitale muziek bevraagd worden. Jacques Derrida betitelt dit niet als ontologie maar als hauntology12. Er hangt een voortdurende spanning
12 Derrida zet hauntology uiteen in het boek Spectres of Marx uit 1994.
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
| 20
tussen aanwezigheid en afwezigheid en tussen het heden en het verleden. “Hauntology is Jacques Derrida‟s pun on ontology and refers to the modern undoing of ontological security by a plague of specters” (Lockwood, 2011:3). Hauntology speelt een rol binnen digitaal musiceren en improviseren en kent ook een plek binnen SMASL. De medial space tussen actoren wordt “hauntic timespace” (Blake en Van Elferen, 2011:5). “This space has spectral agency in and for itself. Hauntic timespace is a virtual plane in which origin and referentiality are absent, and from which spectral voices emerge” (idem). Het SMASL-model is naast ANT een mooie manier om het eJamming-netwerk nogmaals te analyseren.
3.3
SMASL-analyse eJamming
Het eJamming-netwerk kan worden gezien als een wederkerig netwerk waarin de menselijke actoren zowel muzikant als luisteraar zijn. De menselijke actor die de interactie aangaat met zijn instrument kan gezien worden als het startpunt van het netwerk (zie afbeelding 3). Het instrument staat in directe verbinding met de computer, het geluid wordt digitaal weergegeven. Om een online improvisatie tot stand te laten komen is er verbinding met het internet nodig en moet eJamming op de computer zijn geïnstalleerd. Het internet is het middelpunt van het netwerk en verbindt de ene muzikant met de andere. Het startpunt kan bij de linker of rechter menselijke actor ten opzichte van het internet liggen, maar ook bij allebei. Het interactieve netwerk in zijn geheel is de performance.
In het hybride eJamming-netwerk neemt de menselijke actor de rol van singer uit het SMASL-model op zich. Deze rol wordt vertaald door het instrument/de computer en wordt daarna versterkt door het internet zodat het geluid via de boxen weer tot de luisteraar komt. Die op zijn beurt weer de rol van singer op zich neemt. De ruimtes tussen de verschillende actoren zijn medial spaces. Het is een netwerk van menselijke en niet-menselijke actoren. De muzikale interactie die op deze manier tot stand komt is zowel fysiek als virtueel en zowel muzikaal als niet-muzikaal.
eJamming pretendeert dat het mogelijk is in real time een Netwerk Music Performance tot stand te laten komen. In hoofdstuk twee wordt gesteld dat in real time communiceren via het internet onmogelijk is. Hoewel eJamming latency op verschillende manieren probeert te minimaliseren, is het altijd aanwezig binnen het netwerk. Latency is een niet-muzikale, onzichtbare actor die handelingsvermogen heeft binnen het netwerk en de muzikale interactie beïnvloedt. Latency kan vergeleken worden met een fantoomstem, die door het gebruik van het internet als medium ontstaat. Hierdoor kan latency gezien worden als ghost en ontstaat er een hauntic timespace. De hauntic timespaces worden in afbeelding 3 aangegeven door de lichtgrijze vlakken.
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
| 21
Afbeelding 3: Hauntic timespaces in het eJamming-netwerk
De latency die in het midden van het netwerk ontstaat werkt door naar de zijkanten waardoor er daar ook hauntic timespaces ontstaan. Er is een spectrale dimensie toegevoegd aan het eJamming-netwerk. In the spectrality of the techno-musical network human spectres meet nonhuman spectres: in hauntic timespace the medium's spectres emerge, accumulate, and meet with the singer's and the listener‟s spectres (Blake en Van Elferen, 2011:5).
Met ANT kan alleen naar het netwerk van menselijke en niet-menselijke actoren worden gekeken. Het SMASL-model maakt het mogelijk een netwerk te analyseren waarin geesten een interactie aangaan met menselijke en niet-menselijke actoren.
Spectraliteit en geesten zijn net als latency verbonden met een negatieve connotatie. De latency die ontstaat binnen het netwerk kan ook gebruikt worden als iets positiefs, het opent nieuwe mogelijkheden. “Some even exploit network delay as an integral part of their operation” (Gurevich, 2006:2). Het real time muziekproject „Net Resonator‟ probeert de latency op te vangen door gebruik te maken van echo‟s. “The users have to learn how to handle these echoes in their playing, adapting tempo and interaction to the resulting sequence of sound” (Stelkens, 2003:1). Wanneer de muzikanten het principe eenmaal doorhebben kan er een mooi interactief geheel ontstaan.
Latency is inherent aan het medium dat gebruikt wordt voor Network Music Performance. Het accepteren van deze latency maakt een nieuwe muzikale taal mogelijk. Het is de akoestiek van het internet die een eigen plek zou moeten krijgen binnen het muzikale spectrum. Er zijn verschillende manieren waarop latency te benaderen is. Één van die benaderingswijzen is de „Latency Accepting Approach‟ (Carôt en Werner, 2007:7).
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
| 22
While all previous approaches try to find alternative ways for realistic network music performances, the latency accepting approach steps back from latency optimized or compromised solutions and simply accepts delays beyond 25 ms (Carôt en Werner, 2007:7).
Deze benadering zoekt geen alternatieve manieren om een realistische performance na te streven. De „Latency Accepting Approach‟ breekt met alle muzikale conventies en ziet het internet als de belangrijkste technologie waaromheen alles functioneert. Op deze manier gebruiken muzikanten de latency op een experimentele en artistieke manier.
Technologie is, naast de menselijke actoren, een onmiskenbare factor binnen het eJamming-netwerk. Daarnaast speelt latency ook een grote rol, die een meer spectrale dimensie vervult. Het SMASLmodel heeft goede handvaten geboden om naast de menselijke en niet-menselijke actoren deze spectrale dimensie te analyseren. De muzikale interactie die ontstaat via eJamming en het netwerk is meerduidig.
3.4
Muziek in het netwerk
De beschrijvingen en analyses in de voorgaande hoofdstukken betogen op welke manier sociale en muzikale interacties tot stand komen binnen Networked Music Performance. Tevens blijkt deze analyse waardevol voor de beantwoording van de vraag waar muziek zich bevindt in de metafoor van het netwerk. Uit de analyse van Networked Music Performance en de online programmatuur van eJamming blijkt dat het mogelijk is om muziek in het netwerk op twee manieren te analyseren. Enerzijds is het een technisch netwerk en anderzijds is het een muzikaal netwerk.
Het technische netwerk zorgt ervoor dat muziek in zowel de fysieke, als de virtuele ruimte aanwezig is. Muziek ontstaat door een samenwerking van menselijke en niet-menselijke factoren. Het netwerk kent muzikale en niet-muzikale actoren, waarvan latency een niet-muzikale actor is. Uit de analyse van latency als niet-muzikale actor blijkt op technisch niveau dat ieder geluid in potentie muziek is. Latency als netwerkprobleem wordt in sommige gevallen gebruikt als iets positiefs, er ontstaat een nieuw muzikaal geluid.
Het muzikale netwerk zorgt ervoor dat er interactie kan ontstaan tussen verschillende muzikanten die samenwerken aan een improvisatie. Doordat dit via het internet gebeurt komen zij in een virtuele ruimte samen, wat in dit paper de musical magic circle wordt genoemd. Hierbij wordt gesteld dat deze musical magic circle bij iedere nieuwe improvisatie anders is en voor iedere muzikant verschilt. Deze musical magic circle kan doorbroken worden door een te hoge mate van latency. Muziek is de bepalende factor die voor elk individu een eigen muzikaal netwerk kan creëren. De muzikant bepaalt
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
met zijn intentie wanneer een medial timespace zich voordoet. In het specifieke netwerk van eJamming is deze medial timespace wederkerig.
| 23
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
4>
| 24
Conclusie “Musicians participating in these performances have reflected on the challenges and possibilities of network performances” (Renaud en Rebelo, 2006:2).
In dit paper staat de vraag centraal op welke manier sociale en muzikale interacties tot stand komen binnen Networked Music Performance. In het eerste hoofdstuk is het netwerk op het sociale en technische niveau geanalyseerd. Door middel van het internet wordt jamming in real life geremedieerd door online jamming. Hierbij spelen problemen vanuit het technische netwerk een rol. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om face-to-face te communiceren en ook de latency wordt als een beperking ervaren. In het tweede hoofdstuk stond de programmatuur van eJamming centraal. eJamming kan gezien worden als een nieuwe manier van improvisatie. Er is beschreven dat latency inherent is aan de technologische ontwikkelingen die improvisatie via internet mogelijk maken. Latency wordt door eJamming op drie manieren geprobeerd te minimaliseren. Deze drie manieren bevinden zich op het gebied van compressie, peer-to-peer en tijdsynchronisatie. Uit de eerste twee hoofdstukken blijken de sociale en muzikale interacties die tot stand komen binnen Networked Music Performance en eJamming. Deze interacties bieden nieuwe mogelijkheden en uitdagingen. Dit is verder besproken in hoofdstuk drie.
De sociale interactie heeft ten eerste de notie van privé en publiek veranderd. Ten tweede is er een veranderde notie tussen globaal en lokaal. En als laatste is er een veranderde relatie tussen muzikanten onderling. De muzikale interactie die Networked Music Performance mogelijk maakt wordt door muzikanten passief ontvangen. “Networked Music Performance had so far mainly been used by a small community of experts in IT and music” (Carôt en Werner, 2007:12). Het muzikale succes van Networked Music Performance hangt af van technische kennis en bewustwording van netwerkproblemen en hun consequenties. Het eJamming-netwerk is in eerste instantie geanalyseerd aan de hand van de „actor-netwerktheorie‟. Het netwerk kan worden gekenmerkt als hybride, het bestaat uit menselijke en niet-menselijke actoren en is een samensmelting van de fysieke en virtuele ruimte. Als aanvulling op de „actor-netwertheorie‟ is ook het SMASL-model gebruikt. Hierdoor is het mogelijk om een nieuwe dimensie van het netwerk te analyseren, namelijk de spectrale dimensie. Het netwerk is in die zin ook hybride, omdat het bestaat uit muzikale en niet-muzikale actoren. Latency is een niet-muzikale, onzichtbare actor die handelingsvermogen heeft binnen het netwerk en de muzikale interactie beïnvloedt. En kan gezien worden als ghost en hierdoor ontstaan er binnen het eJamming netwerk hauntic timespaces. Hoewel latency verbonden is met een negatieve connotatie toont dit onderzoek aan dat latency een nieuwe muzikale taal mogelijk maakt.
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
| 25
Dit paper betoogt dat online jamming niet vergeleken moet worden met het jammen in real life. Het is niet correct om een waarde-oordeel te hechten aan een vergelijking met vroeger, omdat het hier een geheel verschillende situatie betreft. Uit dit paper blijkt dat het interessant is te streven naar het beargumenteren van Networked Music Performance in de vorm van uitdagingen en mogelijkheden. Nieuwe technologieën maken het mogelijk dat er sociale en muzikale interacties mogelijk zijn via het netwerk. Het netwerk moet niet beschouwd worden als neutrale factor, maar speelt een bepalende rol in de totstandkoming van muziek. In de praktijk blijken onder andere technische problemen zoals de latency nog een grote uitdaging te vormen. Door vernieuwde technieken en nieuwe compressiemogelijkheden van data zou online jamming in real time wellicht haalbaar kunnen zijn in de toekomst. Vanuit de „actor-netwerktheorie‟ en met de aanvulling van het SMASL-model is de combinatie tussen technologie en muziek onderzocht. Dit is een eerste aanzet tot het toevoegen van een nieuwe dimensie aan de analyse van het netwerk van digitale muziek. Uit dit paper blijkt dat de technische uitdagingen nog niet zijn omgezet in mogelijkheden. De oneliner over eJamming “The Collaborative Network for Musicians Creating Together Online in Real Time” pretendeert dat online jammen in real time mogelijk wordt door het gebruik van eJamming. Dit blijkt geen eenvoudig proces en is voor nu nog enkel „toekomstmuziek‟.
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
>
| 26
Literatuur
Beer, David. “Reflecting on the Digit(Al)Isation of Music.” First Monday (2005). 15 januari 2011
. Blake, Charlie, and Isabella van Elferen. “In Search of the Kraftwerk‟s Überthing: Music, Machines and Spectrality.” 9th Biannual International Gothic Association: Monstrous Media/Spectral Subject. Lancaster. Unpublished Conference Paper. 2011.
Bolter, Jay, and Richard Grusin. Remediation: Understanding New Media. Massachusetts: MIT Press, 2000. Bødker, Henrik. “The Changing Materiality of Music.” Papers from the Centre for Internet Research (2004): 25 pp. . Brown, Andrew. “Code Jamming.” M/C Journal 9.6 (2007). C´aceres, Juan-Pablo, and Alain B. Renaud. “Playing the Network: The Use of Time Delays as Musical Devices.” Proceedings of International Computer Music Conference (2008): 244-50 pp. Carôt, Alexander, en Christian Werner. “Network Music Performance – Problems, Approaches and Perspectives.” Music in the Global Village Conference (2007). Chafe, Chris. “Tapping into the Internet as an Acoustical/Musical Medium.” Contemporary Music Review 28.4 (2009): 413-20. eJamming. “Ejamming Audiio”. 2011. 15 januari 2011. . ---. “Faq”. 2011. 16 januari 2011. . ---. “Learn More”. 2011. 16 januari 2011. . ---. “About Us”. 2011. 16 januari 2011. . Essl, Karlheinz. “Improvisation on Improvisation.” (2009). 12 januari 2011 <www.essl.at/bibliogr/improvisation-e.html>. Greene, Kate. “Jam Online in Real Time.” Technology Review (2007).
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
| 27
Gurevich, Michael. “Jamspace: Designing a Collaborative Networked Music Space for Novices.” Proceedings of the 2006 International Conference on New Interfaces for Musical Expression (2006). Gurevich, Michael, et al. “Simulation of Networked Ensemble Performance with Varying Time Delays: Characterization of Ensemble Accuracy.” Proceedings of the International Computer Music Conference. 2004. Harrison, Steve, and Paul Dourish. “Re-Place-Ing Space: The Roles of Place and Space in Collaborative Systems.” Proceedings of the 1996 ACM conference on Computer supported cooperative work (1996). Hugill, Andrew. “Some Issues in the Creation of Music Online.” (2001). 8 december 2010 . ---. “Internet Music: An Introduction.” Contemporary Music Review 24.6 (2005): 429-37. Ito, Koji, et al. “Net Rezonato”. 1998. 21 januari 2011. . Kendall, Gavin. “Towards a Sociology of Nonhumans: Technology and Creativity.” Proceedings Social Change in the 21st Century Conference. Eds. C. Bailey, D. Cabrera and L. Buys. 2004.
Latour, Bruno. We Have Never Been Modern. Trans. Catherine Porter. Cambridge: Harvard University Press, 1993. Lazzaro, John, and John Wawrzynek. “A Case for Network Musical Performance.” NOSSDAV ‟01 (2001). Leyshon, Andrew. “Time-Space (and Digital) Compression: Software Formats, Musical Networks, and the Reorganisation of the Music Industry.” Environment and Planning A 33.1 (2001): 49-77.
Lister, Martin, and et al. New Media: A Critical Introduction. 2009 ed. Londen: Routledge, 2003. Lockwood, Dean. “Ghosts of the Gristleized: Tg, Hauntology and Control.” Monstrous Media/Spectral Subjects: Imaging Gothic from the Nineteenth Century to the Present Ed. Fred Botting and Catherine Spooner (forthcoming). Manchester: Manchester University Press, 2011. Mills, Roger. “Dislocated Sound: A Survey of Improvisation in Networked Audio Platforms.” NIME 2010 (2010).
Sociale en muzikale interacties binnen Networked Music Performance
| 28
Pillay, Bipin. “A Wide Area Online Music Collaboration Emulation Platform.” University of Victoria, 2008. Pimenta, Marcelo, et al. “Cooperative Mechanisms for Networked Music.” Future Generation Computer Systems 27 (2011): 100-08. Renaud, Alain, and Pedro Rebelo. “Network Performance: Strategies and Applications.” NIME 2006 (2006).
Salen, Katie, and Eric Zimmerman. Rules of Play: Game Design Fundamentals. Cambridge: MIT Press, 2004.
Schäfer, Mirko Tobias. Bastard Culture! User Participation and the Extension of Cultural Industries. Utrecht: All Print Utrecht, 2008. Schuett, Nathan. “The Effects of Latency on Ensemble Performance.” Stanford University, 2002. Stelkens, Jörg. “Peersynth: A P2p Multi-User Software Synthesizer with New Techniques for Integrating Latency in Real Time Collaboration.” International Computer Music Conference Singapore, 2003. Van Dijk, Jan. “Networks: The Nervous System of Society.” The Network Society. Londen: Sage Publications, 2006. 19-41. Van Elferen, Isabella. “And Machine Created Music: Cybergothic Music and the Phantom Voices of the Technological Uncanny.” Digital Material: Tracing New Media in Everyday Life and Technology. Amsterdam University Press, 2009. 121-34. Wright, Matthew. “Open Sound Control: An Enabling Technology for Musical Networking.” Organised Sound 10.3 (2005): 193-200.