BELEIDSPLAN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MONTFOORT 2015
INHOUDSOPGAVE Inleiding
2
Hoofdstuk 1 ‘’De inwoners’’ 1.1. De opgave in de nieuwe Wmo 1.2. Doelgroepen en aantallen
4 4 4
Hoofdstuk 2 ‘’Het sociaal team Maatschappelijke ondersteuning’’ 2.1. Opzet 2.2. Nieuwe werkwijze
6 6 6
Hoofdstuk 3 ‘’Regionale inzet’’ 3.1. Inkoop zorgtaken
9 9
Hoofdstuk 4 ‘’Algemene voorzieningen’’ 4.1. Welzijnsactiviteiten 4.2. Buurtsportcoaches 4.3. Onderwijs 4.4. Informele zorg 4.5. Mantelzorgers 4.6. Sociale activering 4.7. Regionale voorzieningen
10 10 11 11 11 12 12 13
Hoofdstuk 5 ‘’Maatwerkvoorzieningen’’ 5.1. Huishoudelijke ondersteuning 5.2. Hulpmiddelen 5.3. Vervoersvoorziening 5.4. Overige aanpassingen 5.5. De wijkverpleegkundige zorg 5.6. Begeleiding en persoonlijke verzorging 5.7. Persoonsgebonden budget 5.8. Tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten 5.9 Sturingmogelijkheden raad middels jaarlijkse evaluatie
15 15 15 15 16 16 16 18 18 19
Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
pagina 1
INLEIDING Dit beleidsplan beschrijft de uitgangspunten waarmee en de manier waarop de gemeente Montfoort de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) vanaf 1 januari 2015 zal uitvoeren. In de Wmo 2015 is opgenomen dat de gemeenteraad periodiek een plan vaststelt waarin het beleid van het college met betrekking tot maatschappelijke ondersteuning wordt beschreven. Dit plan wordt daarom ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden. Hoewel de definitieve besluitvorming over de decentralisatie van de AWBZ en de nieuwe Wmo lang op zich heeft laten wachten – pas op 8 juli van dit jaar werd het wetsvoorstel door goedkeuring in de Eerste Kamer definitief – is de voorbereiding op de nieuwe taken binnen de gemeente al lang gaande. Op 27 mei 2013 heeft de raad besloten om een eenmalig knelpuntenbudget van € 400.000,- beschikbaar te stellen voor het sociale domein. Dit budget is beschikbaar gesteld om op adequate wijze in te kunnen spelen op de behoeften/knelpunten van kwetsbare mensen die ontstaan als gevolg van het gewijzigde rijksbeleid. Hierbij is afgesproken dat de raad ieder kwartaal geïnformeerd wordt over de stand van zaken van het beschikbaar gestelde budget en de landelijke ontwikkelingen. Met dit budget zijn de volgende zaken gefinancierd: - verhoging formatieomvang dementieconsulent met 0,5 fte (€ 36.940,-); - aantrekken projectleider Jeugdteam Montfoort (€ 38.225,-); - raming pilots Wmo/AWBZ (afgerond € 150.000,-); Om uitvoering aan (een deel van) de Wmo te kunnen geven heeft de raad op 15 oktober 2014 de Verordening Maatschappelijke ondersteuning vastgesteld. En nu is het tijd geworden om het Beleidsplan Maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015 aan de raad voor te leggen. We vinden belangrijk dat dit beleidsplan gedragen wordt door een vertegenwoordiging van de inwoners (Participatieraad) en de uitvoerder van het plan (SWOM). We zullen hen daar zoveel mogelijk tijd voor geven door de adviesaanvraag parallel te laten lopen aan het besluitvormingstraject. Hierin zal onderstaand schema gevolgd worden:
Aanlevering beleidsplan aan Participatieraad en SWOM: 13 oktober 2014 College: 4 november 2014 Advies beleidsplan Participatieraad en SWOM: 24 november 2014 Raadsforum: 2 december 2014 Raadsvergadering: 15 december 2014
Dit plan bouwt voort op het Beleidsplan Wmo 2013-2016 ‘’Montfoort, daar doen we het gewoon samen’’, de activiteiten van het afgelopen jaar en beschrijft de basis waarmee vanaf 1 januari in Montfoort de nieuwe Wmo 2015 uitgevoerd zal worden. De gemeente Montfoort heeft de afgelopen jaren, ter voorbereiding op deze ontwikkeling, al steeds meer verantwoordelijkheden naar zich toe getrokken en de ‘’Kanteling’’ al doorgevoerd, door: - uit te gaan van eigen kracht, sociaal netwerken en voorliggende voorzieningen; - de gemeentelijke regierol te versterken; - lokaal te doen wat lokaal kan; - integraliteit. Toch komen er ook nieuwe taken (AWBZ) op de gemeente af. 2015 zal het eerste jaar zijn dat we hiermee ervaringen kunnen opdoen. Deze ervaringen zullen aanleiding kunnen zijn om de werkwijze bij te stellen. Het beleidsplan richt zich daarom alleen op het jaar 2015. Met dien verstande dat ook in 2015 al bijstelling in overleg met de raad zal moeten kunnen plaatsvinden als daartoe aanleiding is. Het plan is opgebouwd volgens de structuur waarmee de uitvoering van de Wmo in Montfoort is ingericht. Deze uitvoeringsstructuur is samengevat in onderstaande afbeelding. Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
pagina 2
Figuur 1 Montfoort Lokaal
Het sociaal team Maatschappelijke Ondersteuning1 van de SWOM
1. 2. 3. 4.
Eigen kracht Sociale netwerken Algemene voorzieningen Maatwerkvoorzieningen
Figuur 1. Uitvoeringsstructuur Wmo 2015 Montfoort
1
De definitieve naam voor dit team zal nader worden bepaald.
Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
pagina 3
HOOFDSTUK 1. DE INWONERS 1.1. De opgave in de nieuwe Wmo De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) is een feit. Op 8 juli heeft de Eerste Kamer het aangepaste wetsontwerp aangenomen. Hiermee werd de laatste van de drie grote hervormingen in het sociale domein een feit. De Wmo kent nogal wat inhoudelijke veranderingen ten opzichte van de huidige wet en geeft gemeenten uitgebreidere verantwoordelijkheden, waaronder de transitie van de begeleiding/dagbesteding die nu nog via de AWBZ loopt. Daar komt bij dat gemeenten het moeten doen met minder financiële middelen. In de Wmo 2015 staan de begrippen eigen kracht, zelfredzaamheid en participatie centraal. Via het sociaal team Maatschappelijke ondersteuning (ondergebracht bij de SWOM) moet de hulpvraag van de inwoner, diens behoeften en de gewenste resultaten helder worden. Zo kan achterhaald worden wat de inwoner op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, mantelzorg of met hulp van zijn sociaal netwerk kan doen om zijn zelfredzaamheid en participatie te handhaven of verbeteren. Hierna wordt bepaald of met gebruikmaking van een algemene voorziening kan worden volstaan, of dat een maatwerkvoorziening nodig is, en of sprake is van een voorliggende of andere voorziening die niet onder de reikwijdte van de Wmo 2015 valt. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de huidige Wmo zijn: 1. De maatwerkvoorziening wordt geleverd als algemene voorzieningen niet toereikend zijn om de beperkingen in zelfredzaamheid en deelname aan het maatschappelijke verkeer op te lossen. Het doel van de maatwerkvoorziening is het leveren van een bijdrage aan de ‘zelfredzaamheid’ en “participatie’ van de cliënt. Het uitgangspunt is om eerst eigen kracht, de kracht van het sociaal netwerk en de mogelijke inzet van algemene voorzieningen in te zetten en dan pas te beoordelen of een maatwerkvoorziening noodzakelijk is. 2. Geen compensatiedomeinen meer. De domeinen zoals genoemd in de huidige Wmo (huishouden voeren, zich verplaatsen in en om de woning en lokaal en het ontmoeten van medemensen) worden in de Wmo 2015 niet meer genoemd. In plaats daarvan wordt gesproken over het bieden van een maatwerkvoorziening ter ‘’ondersteuning van participatie en zelfredzaamheid’’, ‘’beschermd wonen’’ en “opvang’’. De Wmo 2015 legt daarmee de basis voor een meer integrale, levensbrede aanpak, waarbij de samenhang met andere domeinen (Jeugdzorg, Werk en Inkomen) kan worden vormgegeven. In Montfoort wordt de Wmo uitdrukkelijk vanuit deze integraliteit uitgevoerd. 1.2. Doelgroepen en aantallen Ten opzichte van de huidige Wmo, die zich vooral richt op zelfstandig wonende (kwetsbare) ouderen in de thuisomgeving en mensen met een (fysieke) beperking, komen er in de nieuwe Wmo nieuwe doelgroepen en ondersteuningsdomeinen bij. In alle gevallen gaat het om mensen die een vorm van individuele begeleiding of groepsbegeleiding ontvangen. Een deel van deze groep, vaak ouderen, maakt reeds gebruik van de Wmo (huishoudelijke hulp, hulpmiddelen, vervoersvoorziening). Deze groep is dus niet nieuw voor de Wmo, maar het gaat wel om andere, voor de gemeente nieuwe hulpvragen. Daarnaast is sprake van nieuwe doelgroepen, zoals mensen met psychiatrische beperkingen, mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) en mensen met een verstandelijke beperking. Tabel 1, 2 en 3 Aantal nieuwe hulpvragen volgens Vektis
Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
pagina 4
1. Totaal aantal cliënten en gedeclareerd bedrag per jaar Zorg in natura (2013) Indicatie Indicaties bedrag (€) Extramurale indicatie verzilverd 92 466.135 Intramurale indicatie verzilverd 2 51.138 2. Totaal aantal cliënten en bedrag per jaar Persoonsgebonden budget (2012) Indicatie Indicaties Budget (€) Extramurale indicatie PGB 22 264.375 Intramurale indicatie PGB 1 14.307 3. Totaal aantal cliënten met indicaties voor zorg dat overgaat naar de Wmo, maar zonder zorg (2013) Vorm van ondersteuning Indicaties Extramurale indicatie zonder zorg 38 Extra- en intramurale indicatie zonder zorg 1
Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
pagina 5
HOOFDSTUK 2. HET SOCIAAL TEAM M AATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2.1. Opzet Ten aanzien van de uitvoering van de nieuwe taken die met de decentralisaties op de gemeente afkomen, heeft de gemeente Montfoort als uitgangspunt geformuleerd: lokaal waar mogelijk, regionaal waar nodig. De belangrijkste overweging daarbij is, dat de gemeente de toegang tot zorg op een integrale manier lokaal wil organiseren. Keuzes ten aanzien van de inhoud van zorg, voorzieningen en de aanbieders waarmee gewerkt wordt zijn vaak maatwerk. De gemeente wil daarin eigen beleidsvrijheid behouden. Tegelijkertijd wil de gemeente Montfoort zorg zo veel mogelijk dichtbij de inwoners organiseren. Hetzelfde geldt voor het 'loket' waar de inwoner met een ondersteuningsvraag terecht kan. Tevens wil de gemeente het denken in schotten en domeinen bij de organisatie van zorg zoveel mogelijk vermijden en het uitgangspunt van een huishouden, een plan, een regisseur over de volle breedte van het sociaal domein tot uitvoering brengen. Ten slotte vormt de opdracht om eigen kracht van de inwoner maximaal aan te spreken en te stimuleren en de inzet van informele zorg te bevorderen - in aanvulling op en daarmee (deels) ter vervanging van (duurdere) professionele zorg - zijn beslag krijgen in de lokale uitvoeringspraktijk. 2.2. Nieuwe werkwijze Anticiperend op de Wmo 2015 is al sinds 1 januari 2014 de Wmo ondergebracht bij de lokale ondersteuningsstichting (SWOM). Het sociaal team Maatschappelijke ondersteuning werkt als eerste loket en aanspreekpunt voor alle vragen op het terrein van maatschappelijke ondersteuning. Het sociaal team vervangt sinds 1 januari 2014 het Wmo-loket bij de gemeente Woerden en fungeert ook als aanvraagpunt voor voorzieningen die gedecentraliseerd vanuit de AWBZ onder verantwoordelijkheid van de gemeente vallen. Dit betekent dat ook de beschikkingen voor (maatwerk)voorzieningen vanuit de SWOM zullen worden afgegeven. De beoordeling en het contact met de inwoner over een aanvraag voor een maatwerkvoorziening vinden plaats in het sociaal team. Op die manier behoudt de SWOM het totaaloverzicht van voorzieningen, de cliëntadministratie en budgetbeheer en kan de gemeente haar regierol pakken en de uitvoering monitoren en evalueren. Om het sociaal team Maatschappelijke ondersteuning voldoende toe te rusten voor deze nieuwe taak, wordt de SWOM uitgebreid met het maatschappelijk werk (nu nog uitgevoerd door Careyn) en de ondersteuning die vanuit MEE wordt geboden. MEE ondersteunt mensen met een beperking bij vragen over opvoeding en ontwikkeling, leren en werken, samenleven en wonen en regelgeving en geldzaken. Vooruitlopend op de transitie Jeugdzorg maakt MEE, van oudsher een regionaal werkende instantie, in de vorm van een pilot, deel uit van het Jeugdteam Montfoort. Met de nieuwe Wmo zal deze nieuwe werkwijze worden uitgebreid en ook een structurele basis krijgen binnen het sociaal team Maatschappelijke ondersteuning. Binnenkomende (hulp)vragen Vragen van inwoners kunnen op verschillende manieren bij het sociaal team terechtkomen. Met omliggende instanties zijn afspraken gemaakt over doorverwijzing naar het sociaal team. Zo zullen aanvragen voor Wmo-voorzieningen die rechtstreeks bij de gemeente terechtkomen, worden doorverwezen naar het sociaal team. Ook met partijen zoals huisartsen, zorgaanbieders en welzijnsorganisaties zijn afspraken gemaakt over het doorverwijzen naar het sociaal team. Door regelmatig overleg met deze instanties wordt kennis overgedragen over de rol van het sociaal team (voor welke vragen moet wel of niet naar het sociaal team worden doorverwezen) en wordt de uitvoering van de afspraken regelmatig geëvalueerd. Inwoners kunnen ook rechtstreeks contact opnemen met het sociaal team. In het najaar van 2014 en gedurende 2015 wordt uitgebreid gecommuniceerd met inwoners over het sociaal team, de vragen waarvoor men bij het team terecht kan en de manier waarop met het sociaal team in contact gekomen kan worden. De algehele communicatie over de transities is uitgewerkt in het ‘’Communicatieplan Transitie Sociaal Domein’’. Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
pagina 6
Inwoners kunnen bellen en e-mailen met het sociaal team maar kunnen ook rechtstreeks binnenlopen op een van de inloopspreekuren die gedurende de week worden gehouden. De tijden van de inloopspreekuren zijn zoveel mogelijk ingericht op de wensen van de inwoners. Op basis van praktijkervaring (sommige tijden blijken drukker dan andere) zal naar een juiste balans worden gezocht in de openingstijden. Dat kan in 2015 leiden tot bijstelling van de tijden van de inloopspreekuren. Enkelvoudige vragen en informatievragen Daar waar binnenkomende (enkelvoudige) vragen op het terrein van andere partijen liggen – te denken valt aan primair medische vragen, of enkelvoudige vragen op het terrein van een uitkering – wordt de inwoner gericht doorverwezen naar de instantie die de inwoner verder kan helpen. Waar nodig neemt de medewerker van het sociaal team zelf contact op om een warme overdracht te realiseren. De medewerkers van het sociaal team nemen de taken van deze instanties niet over. Dubbel werk moet immers worden voorkomen. Wel wordt voorkomen dat mensen van ‘het kastje naar de muur’ worden gestuurd. Als doorverwijzing niet nodig is – bijvoorbeeld in het geval van algemene vragen of informatievragen op een bepaald terrein – worden de vragen zoveel mogelijk direct vanuit het sociaal team beantwoord of nemen medewerkers van het sociaal team contact op met de relevante instantie om op basis daarvan gericht antwoord te kunnen geven. (Hulp)vragen op het terrein van maatschappelijke ondersteuning Alle vragen op het terrein van maatschappelijke ondersteuning worden door het sociaal team beantwoord. Algemene vragen en informatievragen worden rechtstreeks beantwoord. Daar waar het een (oriënterende) vraag voor een vorm van ondersteuning betreft, beschouwt het sociaal team de vraag als een melding in het kader van de wet. Een medewerker van het sociaal team maakt een afspraak met de betreffende inwoner om de vraag in een gesprek te bespreken. Op basis van dit gesprek maken de medewerker van het sociaal team en de inwoner afspraken over de ondersteuning die door het sociaal team geleverd zal worden. Integrale benadering Het sociaal team beoordeelt aanvragen waar nodig integraal. De nadruk ligt daarbij op waar nodig. In het geval van eenduidige, enkelvoudige vragen zal het sociaal team niet onmiddellijk ook andere levensdomeinen bij de beoordeling van de vraag betrekken. De inwoner wordt hiermee niet onnodig belast. De integrale werkwijze is er juist voor bedoeld om te bereiken dat de ondersteuning die op basis van de hulpvraag geboden zal worden daadwerkelijk een antwoord biedt op de ondersteuningsbehoefte die de inwoner heeft. Daarmee wordt voorkomen dat de inwoner voor verschillende vragen bij verschillende loketten zal moeten aankloppen. Bij meervoudige hulpvragen legt het sociaal team contact met alle andere relevante partijen en draagt de medewerker van het sociaal team of Jeugdteam Montfoort vanuit de rol van regisseur zorg voor de totstandkoming van één integraal zorg- en leefplan, waaraan alle betrokken partijen zich (schriftelijk) committeren. Of de regie bij het sociaal team of het Jeugdteam Montfoort ligt, beslissen de coördinator(en)/leidinggevende(n) van de teams. Richting gevend bij de keuze is, waar het accent van de hulpvraag ligt. Is dit de maatschappelijke ondersteuning, dan zal de medewerker van het sociaal team de rol van regisseur op zich nemen. Ligt het accent van de hulpvraag bij de jeugdhulp, dan zal het Jeugdteam Montfoort de rol van regisseur op zich nemen. De betreffende medewerker houdt, samen met de inwoner, de regie over de uitvoering van dit plan en zorgt ervoor dat de betrokken partijen met elkaar en met het sociaal team en/of Jeugdteam Montfoort blijven afstemmen over de door hen geleverde inzet. De professional in het sociaal team beoordeelt, samen met de inwoner, of een vraag enkelvoudig is of dat het nodig is om de vraag en de situatie waarin de inwoner zich bevindt meer integraal te beoordelen. Dit vraagt een goed beoordelingsvermogen van de professional. Op basis van praktijkervaringen, kennisuitwisseling – onderling en met omliggende partijen – en methodiekontwikkeling wordt dit beoordelingsvermogen steeds doorontwikkeld. Indien nodig Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
pagina 7
worden andere professionals bij de vraag betrokken om tot een volledig beeld/diagnose te komen en een bijbehorend plan van aanpak. Zorg- en leefplan De medewerker van het sociaal team maakt samen met de inwoner en alle bij zijn ondersteuning betrokken c.q. te betrekken partijen afspraken over de manier waarop de benodigde ondersteuning vorm krijgt. Uitgangspunt is de eigen kracht van de inwoner. Datgene wat de inwoner zelf of met behulp van zijn sociale netwerk zelf kan doen, wordt de inwoner ook geacht zelf te realiseren. Waar nodig kan vanuit het sociaal team of een van de omliggende partijen, ondersteuning geboden worden bij het inschakelen van het sociale netwerk of het vinden van de juiste aanpak hierbij. Het sociaal team beschikt over een uitgebreide sociale kaart en een netwerk van organisaties die een rol kunnen spelen in de aanvullende ondersteuning. Het sociaal team betrekt deze organisaties bij het maken van afspraken met de inwoner. In aanvulling hierop zijn er algemene voorzieningen in Montfoort die een bijdrage kunnen leveren in de ondersteuning van de inwoner. Na de inzet van eigen kracht, sociaal netwerk en omliggende (vrijwilligers)organisaties is de inzet van algemene voorzieningen de eerste mogelijkheid die door de medewerker van het sociaal team betrokken wordt bij het formuleren van een antwoord op de ondersteuningsvraag van de inwoner. In gevallen waarin de bovengenoemde inzet niet (geheel) voldoende is om de ondersteuningsvraag van de inwoner te beantwoorden, komt de inwoner in aanmerking voor een maatwerkvoorziening. In de paragraaf maatwerkvoorzieningen wordt uitgebreid op de maatwerkvoorzieningen ingegaan. Alle afspraken met de inwoner en de omliggende partijen inclusief afspraken over de inzet van algemene- en maatwerkvoorzieningen worden vastgelegd in een zorg- en leefplan. De medewerker van het sociaal team doet dit samen met de inwoner. Het zorg- en leefplan zijn de basis voor de uitvoering van de integrale ondersteuning. In overleg tussen de inwoner en de medewerker van het sociaal team kan dit plan te allen tijde worden aangepast of bijgesteld. Andere relevante partijen worden daarbij vanzelfsprekend betrokken.
Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
pagina 8
HOOFDSTUK 3. REGIONALE INZET Bij de inrichting van de decentralisaties zoals hierboven beschreven, wordt zoveel mogelijk uitgegaan van een lokale uitvoering. Het uitgangspunt is dan ook uitdrukkelijk lokaal waar mogelijk, regionaal waar nodig. Regionale samenwerking is gericht op het realiseren van schaalvoordelen en effectiviteit. 3.1. Inkoop zorgtaken De gemeenten Woerden, Oudewater, De Ronde Venen, Stichtse Vecht en Montfoort (Utrecht West) hebben besloten om gezamenlijk de zorgtaken in te kopen die vanaf 1 januari 2015 naar de gemeenten worden overgeheveld. Hiervoor is gekozen, omdat het om veel zorgaanbieders en een grote doelgroep gaat. Veel zorgaanbieders (zo niet allemaal) opereren regionaal of bovenregionaal. Gezamenlijke inkoop levert de Utrecht Westgemeenten de volgende voordelen op: - een stevigere onderhandelingspositie; - taken en risico’s worden beter geborgd; - het is efficiënter; - gemeenten vormen voor aanbieders een betrouwbaarder partner. Dit heeft weer gevolgen voor de bereikbaarheid, continuïteit en kwaliteit van de zorg. Afgesproken is om dit via een centrumgemeenteconstructie te doen. Hierbij zijn de uitgangspunten: - Het betreft een tijdelijke, omkeerbare, situatie, voor een periode van twee jaar (tot 2017). - Definitieve besluitvorming over de vormgeving van de samenwerking binnen Utrecht West voor de vervolgperiode (2017 en verder) wordt zorgvuldig voorbereid en voorzien van de juiste inhoud. De besluitvorming volgt het gebruikelijke ambtelijke en bestuurlijke proces. - De kandidaat gemeente heeft voldoende omvang in de bedrijfsvoering om deze rol op zich te kunnen nemen waaronder bijvoorbeeld de inkoop- en financiële administratie. - De centrumgemeente gaat optreden als inkoper van zorg en ondersteuning. - De regionale inkoop moet voldoen aan de voorwaarden die het Rijk stelt.
Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
pagina 9
HOOFDSTUK 4. ALGEMENE VOORZIENINGEN De inzet van algemene voorzieningen is erop gericht inwoners zo goed mogelijk te ondersteunen bij hun maatschappelijke participatie. Er zijn tal van vormen denkbaar waarin algemene voorzieningen worden aangeboden. Ook in Montfoort is het aanbod van algemene voorzieningen divers. Maatschappelijke partners in Montfoort zijn steeds bezig om nieuwe initiatieven te ontwikkelen. De samenwerking tussen partijen, en mensen met en zonder een beperking, wordt daarbij steeds vaker opgezocht. Vanuit de gemeente wordt die samenwerking gestimuleerd. 4.1. Welzijnsactiviteiten De gemeente Montfoort kent een rijk verenigingsleven met tal van inwoners die hierin participeren. Zoals de gymnastiekverenigingen, sportverenigingen, stichting SESAM, muziekverenigingen, scouting, Stichting Vakantie Ontspanning Montfoort en de peuterspeelzalen. Al deze stichtingen en verenigingen zetten zich op eigen wijze in voor inwoners die extra ondersteuning nodig hebben. Hierbij een aantal voorbeelden van dergelijke initiatieven: - Voetbalvereniging MSV’19 heeft een G-team. - Peuterspeelzaal ’t Lodewijkje en peuterspeelzaal Duimelotje bieden ondersteuning aan kinderen met een (taal)achterstand door middel van voorschoolse educatie. - Stichting SESAM biedt sport- en spelactiviteiten aan kinderen met een beperking. Het is erg belangrijk dat dergelijke activiteiten georganiseerd worden, want hierdoor is het mogelijk dat mensen met een beperking kunnen participeren binnen de Montfoortse samenleving. Daarom wil de gemeente dergelijke initiatieven vanaf 2015 (nog) meer gaan stimuleren. Daarnaast zijn er verenigingen die activiteiten organiseren voor ouderen (met een beperking) ter ondersteuning van het dagelijks leven, voor het opdoen van contacten en ter voorkoming van eenzaamheid of gericht op het in beweging blijven. Een belangrijk deel van deze activiteiten wordt georganiseerd door of onder coördinatie van de SWOM. Het overgrote deel van de initiatieven wordt uitgevoerd door vrijwilligers. Zo worden er recreatieve activiteiten met name voor en in grote mate ook door ouderen zelf georganiseerd. Deze hebben als belangrijkste doel mee blijven doen, ergens naar toe kunnen gaan om de dag goed door te komen en sociale contacten op te doen en te onderhouden. Het gaat om activiteiten die variëren van computercursus tot meezingkoor en van spelletjesavond tot bewegen voor ouderen. Een deel van de activiteiten is specifiek gericht op kwetsbare ouderen, andere zijn voor senioren in het algemeen. Een voorbeeld van een druk bezochte activiteit is de scootmobielclub. Bij mooi weer gaat de scootmobielclub elke woensdagmiddag op pad. Er zijn 6 vrijwilligers, waarvan er elke week 3 meegaan om de club te begeleiden. Inwoners uit Montfoort bieden zich spontaan aan als “rustplek” of om een prachtige tuin en/of bedrijf te bezichtigen. Een vrijwilliger maakt elke rit foto’s. Een andere voorziening waarvan veel gebruik wordt gemaakt, zijn de gezamenlijke maaltijden die maandelijks worden aangeboden in de Antoniushof in Montfoort en in De Tol in Linschoten. Naast het bieden van een maaltijd heeft de voorziening ook als doel sociaal isolement te voorkomen door mensen gezamenlijk te laten eten. De gasten die aanschuiven variëren in de leeftijd van 50 tot 95 jaar en zijn iedere keer wisselend in samenstelling. Ook deze voorziening wordt uitgevoerd door vrijwilligers. Een ander voorbeeld is de I-pad cursus voor 81 ouderen, georganiseerd door leerlingen van het Wellantcollege. En verschillende beweegactiviteiten, zoals zwemmen, jeu-de-boulen en koersballen. Ook worden er eetgroepen en lezingen georganiseerd. Seniorensociëteit ‘’Het Knooppunt’’ opereert zelfstandig naast de SWOM, met een eigen bestuur, en draagt ook voor een heel belangrijk deel bij aan sociale contacten onder ouderen in de gemeente Montfoort. Het Knooppunt heeft 1000 betalende leden en onderneemt vele activiteiten Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
pagina 10
die bijdragen aan de doelstelling, zoals wandelen, spelavonden, muziekavonden, fietsen, met elkaar eten. Niet alleen welzijns- en zorgorganisaties zijn zeer actief. Ook allerhande activiteiten vanuit de Zonnebloem, de diaconie, buurtinitiatieven en dergelijke verbanden leveren een belangrijke bijdrage aan de steunstructuur voor kwetsbaren in de gemeente Montfoort. 4.2. Buursportcoaches Daarnaast heeft de gemeente Montfoort buurtsportcoaches. Zij ondersteunen de gemeente in het creëren van voldoende bewegingsaanbod voor alle inwoners. Aan hen is ook de opdracht meegegeven te kijken naar de kwetsbare inwoners. Het is juist de specialiteit van de buurtsportcoaches om verbinding te leggen tussen verschillende werkvelden, zoals sport en welzijn. 4.3. Onderwijs Sinds 1 augustus 2014 zullen steeds meer kinderen met een beperking participeren binnen het regulier onderwijs (passend onderwijs). Passend onderwijs is de naam voor de nieuwe manier waarop onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben wordt georganiseerd. Door passend onderwijs kunnen meer kinderen, eventueel met extra ondersteuning, in het reguliere onderwijs blijven. Daarnaast werkt het onderwijs vaker en intensiever samen met lokale instellingen voor inwoners die extra ondersteuning nodig hebben. Hier heeft de maatschappelijke stage voor een belangrijk deel aan bijgedragen. Maatschappelijke stage houdt in dat jongeren in het voortgezet onderwijs minimaal 30 uur vrijwilligerswerk doen als onderdeel van hun schoolcarrière. Op deze manier leren ze hun directe omgeving op een andere manier kennen en leveren ze een actieve bijdrage aan de samenleving. Sinds dit schooljaar stelt het ministerie de maatschappelijke stage niet meer verplicht en mag de school zelf beslissen of ze het deel uit laat maken van haar lesprogramma. 4.4. Informele zorg Het gebruik van de in de voorgaande paragrafen beschreven voorzieningen heeft geen directe relatie met eventuele andere vormen van zorg of ondersteuning die men ontvangt. Uiteraard is de gedachte wel dat het gebruik van deze voorzieningen leidt tot minder noodzaak voor de inzet van maatwerkvoorzieningen. Maar ook bij de inzet van maatwerkvoorzieningen wil de gemeente Montfoort de samenwerking met algemene voorzieningen stimuleren, zodat ook wanneer sprake is van de inzet van een maatwerkvoorziening – waar en voor zover mogelijk – een verschuiving van het gebruik van formele naar informele zorg plaatsvindt. Een voorbeeld van de mogelijkheden daarvoor is de inzet van Handje Helpen. Handje Helpen zet vrijwilligers met een professionele zorgachtergrond in om zorg- en ondersteuningstaken uit te voeren nadat een één-op-één match tussen een inwoner met een ondersteuningsbehoefte en een vrijwilliger van Handje Helpen tot stand is gebracht. Door de nadruk op het één-op-één contact en de persoonlijke match tussen vraag en aanbod ontstaat hierdoor vaak langdurige samenwerkingsrelaties waarin de vrijwilliger een belangrijke aanvulling c.q. ontlasting van de formele zorg kan betekenen. Daarbij zal ook gekeken worden naar andere vormen van informele zorg ter ontlasting van de druk op formele zorg óf de mantelzorger. Een voorbeeld is de logeeropvang, waarbij kinderen met een beperking 1 keer per maand gaan logeren bij een logeergezin (vrijwilligers). In andere gemeenten is hiermee al ervaring opgedaan en het concept blijkt in sommige gevallen een (beter) alternatief te zijn dan de formele logeerhuizen. Ook de mogelijkheden voor het werven en inzetten van nachtvrijwilligers, zodat mantelzorgers een keer een nacht kunnen doorslapen (als alternatief voor een logeerhuis), worden door Handje Helpen thans onderzocht. Ook de Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV) verricht gelijksoortig werk. De NPV ondersteunt mensen die een zieke of gehandicapte naaste verzorgen door middel van praktische hulp. Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
pagina 11
4.5. Mantelzorgers Mantelzorgers leveren een belangrijke maatschappelijke bijdrage door langdurig en onbetaald voor hun zieke familieleden of vrienden te zorgen. Mantelzorg is intensief, zeker als de mantelzorger ook nog een baan heeft. Met de Wmo 2015 wordt de rol van mantelzorgers en vrijwilligers steeds belangrijker. Er wordt in de nieuwe wet gesproken over een zogenaamd steunsysteem: het netwerk van personen, diensten en voorzieningen dat men om zich heen heeft en waarop men een beroep kan doen. Ook spreekt de rijksoverheid over het gestructureerd kunnen ondersteunen van mantelzorg, de zogenaamde respijtzorg. Bij respijtzorg neemt een vrijwilliger of beroepskracht de mantelzorg tijdelijk over. Om de participatiesamenleving te laten slagen is het belangrijk dat er aandacht is en blijft voor het versterken en verlichten van informele zorg. Mantelzorgondersteuning De SWOM organiseert lotgenotencontacten voor mantelzorgers en informatiebijeenkomsten over bepaalde ziektebeelden. Ook kunt u terecht voor individuele ondersteuning in de vorm van gesprekken en advisering door de welzijnsconsulent. Ondersteuning is individueel maatwerk De gemeente Montfoort wil in nauw overleg met de mantelzorgers zelf en maatschappelijke partners rondom de mantelzorgers de ondersteuning van mantelzorgers vraaggericht vormgeven. Vraaggericht wil zeggen, dat de gemeente de ondersteuning wil organiseren waaraan daadwerkelijk behoefte is. Dat is vaak individueel maatwerk. De belangrijkste maatregel die genomen wordt is dan ook, dat het sociaal team in zijn werkwijze heeft opgenomen dat in alle gevallen waarin een persoonlijk zorg- en leefplan voor een inwoner wordt opgesteld, het sociaal team de rol van de mantelzorger hierbij expliciet betrekt. Waar nodig wordt een apart gesprek met de mantelzorger gevoerd, waarin ook een persoonlijk ondersteuningsplan voor de mantelzorger wordt opgesteld. Geïnventariseerd wordt wat de mantelzorger zelf wil en kan, en op welke momenten en in welke vorm aanvullende ondersteuning gewenst is, zoals respijtzorg. Door deze ondersteuning rondom de mantelzorger te organiseren wordt voorkomen dat de belasting voor de mantelzorger te hoog wordt. Een vast contactpersoon in het sociaal team blijft ook in contact met de mantelzorger en fungeert als aanspreekpunt voor de mantelzorger wanneer er behoefte is aan aanvullende ondersteuning of advies. Mantelzorgcompliment Tot 2015 konden zorgvragers als blijk van waardering hun mantelzorger voordragen voor een mantelzorgcompliment. De SVB (Sociale Verzekeringsbank) betaalde dit mantelzorgcompliment uit. In 2014 was het bedrag € 200,- per mantelzorger. De gemeenten worden zelf verantwoordelijk voor het waarderen van de mantelzorger. Aan mantelzorgers uit de gemeente Montfoort wordt jaarlijks een bedrag van € 45.000,- uitgekeerd. Daarnaast krijgen de mantelzorgers uit de gemeente Montfoort een uitnodiging voor een gesprek en een kleine attentie (zoals een plant). Bij het landelijke mantelzorgcompliment werd een belangrijke groep vergeten, namelijk de mantelzorgers van degenen die niet geïndiceerd zijn. Het is juist de bedoeling dat alle mantelzorger zich echt gewaardeerd voelen, eens lekker in het zonnetje worden gezet. Om dit te kunnen doen wordt het jaarlijks uit te keren bedrag gereserveerd (€ 45.000,-), zodat het college samen met iemand uit het sociaal team Maatschappelijke ondersteuning een plan kan bedenken om alle mantelzorgers een groot compliment te geven! 4.6. Sociale activering Er is een grote diversiteit aan voorzieningen in Montfoort beschikbaar. In 2015 is het aanbod volop in ontwikkeling om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de behoefte van de inwoners – niet in de laatste plaats de nieuwe doelgroepen vanuit de AWBZ – en om verder invulling te kunnen geven aan de beoogde verschuiving van formele naar informele zorg. Om dat te realiseren is optimale matching van de vraag van de inwoner en het aanbod aan voorzieningen noodzakelijk. Vanuit het Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
pagina 12
sociaal team vormt deze matching de kern van de werkwijze en wordt ook doorlopend geïnvesteerd in het bijhouden van kennis over de sociale kaart – de beschikbare voorzieningen –in Montfoort en het maken van afspraken met alle betrokken partijen over hun inzet en over toeleiding van inwoners. Het goed matchen van vraag en aanbod is echter vaak een intensieve aangelegenheid. Het proces van toeleiding naar een voorziening kan langdurig zijn. Mensen die vanuit een situatie van inactiviteit of sociaal isolement de eerste stap zetten naar deelname aan maatschappelijke activiteiten, hebben daarbij begeleiding nodig. Hiermee is het afgelopen jaar al ervaring opgedaan bij FermWerk (sociale activering). Het komende jaar zullen de activiteiten van FermWerk worden uitgebreid voor nieuwe doelgroepen, met name mensen met een verstandelijke beperking of psychiatrische problematiek. Tussen FermWerk en het sociaal team zal een structurele samenwerkingsrelatie moeten ontstaan, zodat voor iedere werknemer uit Montfoort die hieraan behoefte heeft, adequate ondersteuning gefaciliteerd kan worden. De samenwerkingsafspraken zullen vastgelegd en ondertekend worden, zodat een ieder weet waar hij aan toe is. 4.7. Regionale voorzieningen Hoewel de focus bij de uitvoering van de Wmo ligt op lokaal niveau, zijn er onderdelen binnen de transitie AWBZ waarvan het verstandig of nodig is deze (boven)regionaal in samenwerking met andere gemeenten en/of de centrumgemeente te organiseren. Dit zijn onderdelen, die vanwege beperkte omvang en hoge kosten, beter op een grotere schaalgrootte kunnen worden georganiseerd. Op dit moment heeft de centrumgemeente Utrecht al een aantal taken als centrumgemeente in het sociaal domein. Deze betreffen met name de maatschappelijke opvang, de vrouwenopvang en daaraan gerelateerde regiefunctie in het organiseren van een ketenaanpak voor de aanpak van huiselijk geweld. Beschermd wonen, de inloopfunctie GGZ en de oprichting van een AMHK (Algemeen Meldpunt Kindermishandeling), deels met middelen vanuit de gemeenten, komen daar vanaf 2015 bij. Een nieuwe opdracht voor de gemeenten is het vormgeven van een functie om 24 uur per dag een luisterend oor en advies te bieden aan inwoners. Maatschappelijke Opvang Maatschappelijke opvang is volgens de definitie in de Wmo ‘het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, door een of meer problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving’. Centrumgemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van een samenhangend aanbod van maatschappelijke opvang. Dat betekent zorgen voor een sluitende ketensamenwerking op zowel bestuurlijk als uitvoerend niveau tussen alle betrokken partijen en omringende gemeenten. De centrumgemeenten werken hiertoe samen met opvanginstellingen, zorgkantoren en woningcorporaties. De centrumgemeenten ontvangen hiervoor een specifieke decentralisatieuitkering van het Rijk. In 2014 ontvangt de gemeente Utrecht als centrumgemeente voor onder meer de Utrecht Westregio, hiervoor ruim 18 miljoen euro. Vrouwenopvang Ook voor vrouwenopvang ontvangen de aangewezen centrumgemeenten een aparte decentralisatie-uitkering van het Rijk. Voor Utrecht is dit bedrag in 2014 zo’n 5,5 miljoen. De huidige rol van de centrumgemeente is als volgt geformuleerd: bieden van opvang aan vrouwen en kinderen die te maken hebben met huiselijk geweld, regierol in de ketenaanpak van huiselijk geweld, positioneren van de steunpunten huiselijk geweld in deze keten, zorgen voor goede door-, uitstroom en nazorg vanuit de opvang. AMHK
Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
pagina 13
Dit deelgebied hangt sterk samen de Vrouwenopvang. Gemeenten zijn al verantwoordelijk voor de taken van het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) en met de decentralisatie van de jeugdzorg worden ze dat ook voor de AMK-taken (Algemeen Meldpunt Kindermishandeling). Vanaf 2015 zijn gemeenten verplicht een bovenregionaal advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling te organiseren. Dit betekent een samenvoeging van de huidige twee steunpunten huiselijk geweld (SHG), ondergebracht bij Moviera en Welzin, en het Advies en meldpunten kindermishandeling (AMK), ondergebracht bij Bureau Jeugdzorg Utrecht, in een Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK). Centrumgemeente Utrecht en centrumgemeente Amersfoort werken met hun ketenpartners en regiogemeenten al langer samen op het gebied van geweld in huiselijke kring. De wijze van samenwerken en de afspraken over de aanpak zijn vastgelegd in het convenant 'Nu is het genoeg'. Dit convenant is een basis voor de op te stellen regiovisie. Met de regiogemeenten van de beide centrumgemeenten is afgesproken om, in navolging van het convenant, een gezamenlijke regiovisie op te stellen, met waar nodig regiospecifieke afspraken in plaats van ieder centrumgemeentegebied voor zich. De regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling is niet los te zien van de vorming van het AMHK en de bredere ontwikkelingen in het sociale domein. De huidige financiering van de SHG’s zit in de brede doeluitkering van de centrumgemeenten voor vrouwenopvang, en de financiering van de AMK’s loopt in de huidige situatie via Bureau Jeugdzorg. De financiering van het AMHK vanaf 2015 ligt daarmee deels bij de centrumgemeenten en deels bij de gemeenten, die vanuit de nieuwe Jeugdwet de middelen voor Jeugdzorg ontvangen vanaf 2015. Beschermd Wonen Dit betreft een nieuwe taak voor de gemeenten. Bij beschermd wonen, gaat het om het bieden van onderdak en begeleiding aan personen met een psychische aandoening. Het gaat om personen bij wie op participatie gerichte ondersteuning vanuit een beschermende woonomgeving centraal staat. Deze groep valt tot 2014 nog onder de AWBZ. Het grootste deel van deze cliënten is geplaatst in een RIBW (Regionale Instelling Beschermd Wonen). De centrumgemeenten zijn materieel verantwoordelijk. Zij hebben ook de regie bij het plaatsen van cliënten. De Utrecht-Westgemeenten maken met de centrumgemeente Utrecht werkafspraken over de omgang met cliënten uit de Utrecht-Westregio. Inloopfunctie GGZ De inloopfunctie in de GGZ is bedoeld voor personen met een langdurige psychische stoornis en daarmee samenhangende beperkingen. De inloopfunctie wordt beschouwd als de meest laagdrempelige functie in het kader van dag- en arbeidsmatige activiteiten. Het gaat hierbij dan ook vooral om de beschikbaarheidsfunctie. Deze is wettelijk verplicht gesteld in de Wmo. De inloopfunctie wordt met name aangeboden in de grotere gemeenten. Met de centrumgemeente Utrecht worden afspraken gemaakt over de beschikbaarheid van de inloopfunctie GGZ. Luisterend oor Met de Wmo 2015 krijgen gemeenten per 2015 de wettelijke opdracht om in het kader van cliëntondersteuning voor inwoners “op ieder moment van de dag telefonisch of elektronisch anoniem een luisterend oor en advies beschikbaar te stellen.” Deze taak is nieuw voor gemeenten, tot op heden hebben de G4 gemeenten en de provincies deze taak gefinancierd. De organisatie die dit landelijk al lang realiseert, is Sensoor. Op tijden dat andere maatschappelijke instellingen niet of beperkt bereikbaar zijn, bieden de vrijwilligers van Sensoor een luisterend oor in de vorm van anoniem hulp op afstand via telefoon, chat en email. Sensoor is de enige organisatie die landelijk, 24 uur per dag en 365 dagen per jaar hulp op afstand aanbiedt door professioneel opgeleide vrijwilligers. De Utrecht-Westgemeenten maken in 2015 gebruik van de diensten van Sensoor voor deze functie. We zullen hieraan brede bekendheid geven naar onze inwoners.
Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
pagina 14
HOOFDSTUK 5. MAATWERKVOORZIENINGEN Het sluitstuk van de uitvoering van de Wmo wordt gevormd door de maatwerkvoorzieningen. Maatwerkvoorzieningen worden ingezet in die gevallen waarin het gehele ondersteuningsarrangement – van de inzet van eigen kracht tot (begeleiding en ondersteuning bij) het gebruik van algemene voorzieningen – niet voldoende is om de ondersteuningsvraag van de inwoner te kunnen oplossen. Over het algemeen is de inzet van een maatwerkvoorziening de meest intensieve en daardoor ook meest dure oplossing. Om een maatwerkvoorziening te kunnen inzetten is een indicatie nodig. Het recht op een maatwerkvoorziening wordt geformuleerd in een persoonsgebonden afgegeven beschikking. De SWOM heeft ervaring met het toekennen van maatwerkvoorzieningen in de Wmo, in de vorm van huishoudelijke ondersteuning en de verstrekking van hulpmiddelen en voorzieningen zoals rolstoelen, aangepast vervoer en woningaanpassingen. Met de Wmo 2015 wordt het arsenaal aan maatwerkvoorzieningen uitgebreid met voorzieningen voor begeleiding en persoonlijke verzorging. Ten aanzien van deze laatste voorzieningen geldt dat bestaande cliënten uit de AWBZ geheel 2015 recht houden op continuering van de huidige voorziening. Tenzij de indicatie vóór het jaar 2015 of in het jaar 2015 afloopt. In dat geval wordt opnieuw geïndiceerd overeenkomstig de nieuwe indicatiecriteria. Per 31 december 2015 lopen alle indicaties af die vóór 1 januari 2015 werden geïndiceerd; ook dus die indicaties die nog na 2015 doorlopen. De gemeente dient voor 2015 dan ook voor cliënten die recht houden op continuering van de voorzieningen het huidige AWBZ-aanbod in te kopen. Voor nieuw instromende cliënten heeft de gemeente meer vrijheid en ruimte voor innovatie. De inkoop van de vanuit de AWBZ gedecentraliseerde voorzieningen organiseert de gemeente in Utrecht-Westverband. 5.1. Huishoudelijke ondersteuning De huishoudelijke ondersteuning die op grond van de Wmo in 2014 of eerder is geïndiceerd, blijft in 2015 voor alle cliënten gehandhaafd, tenzij de indicatiestelling vóór het jaar 2015 of in 2015 afloopt. In dat geval wordt opnieuw geïndiceerd overeenkomstig de nieuwe indicatiecriteria. Per 31 december 2015 lopen alle indicaties af die vóór 1 januari 2015 werden geïndiceerd; ook dus die indicaties die nog na 2015 doorlopen. Vanaf 2015 wordt niet meer met urenindicaties gewerkt, maar met resultaatgerichte afspraken. De doelstelling van de huishoudelijke ondersteuning is dat de dienstverlener de cliënt ondersteunt bij het voeren van een gestructureerd huishouden. Het resultaat van de huishoudelijke ondersteuning is dat de cliënt: - kan wonen in een schoon huis; - het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften (eten en drinken) en deze waar nodig bereiden; - kan beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding; - de dagelijkse gebruikelijk zorg voor de kinderen kan bieden. De aanbieders hebben de taak om in overleg met de cliënt te bepalen hoe de ondersteuning wordt ingevuld. Samen met de klant wordt door de aanbieder een individueel plan opgesteld, waarin staat hoe tot het gewenste resultaat kan worden gekomen. Daarbij zullen de mogelijkheden van de klant en zijn sociale omgeving als uitgangspunt worden genomen. Maar ook wordt bezien op welke manier de inzet van vrijwillige of informele ondersteuning een bijdrage kan leveren als aanvulling op de professionele huishoudelijke hulp. Bij de indicaties voor huishoudelijke ondersteuning wordt voorts nog het onderscheid gehanteerd tussen basis huishoudelijke ondersteuning (HO) en huishoudelijke ondersteuning plus (HO+). HO+ is bedoeld voor mensen die zelf niet meer in staat zijn de regie te voeren over hun huishouden. Deze ondersteuning is intensiever en hiervoor is gemiddeld ook meer tijd per cliënt beschikbaar. 5.2. Hulpmiddelen De verstrekking van hulpmiddelen (rolstoelen, scootmobielen etc.) zal in 2015, net als in 2014, plaatsvinden door de SWOM. Hulpmiddelen worden na indicatie op grond van een beschikking Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
pagina 15
verstrekt. Hierin verandert wel een aantal zaken, zoals de regeling voor de eigen bijdrage en de uitvoering van het PGB. 5.3. Vervoersvoorziening Ten aanzien van de vervoersvoorzieningen verandert er met de decentralisatie per 1 januari 2015 niets voor de inwoners. Mensen die niet in staat zijn van het reguliere openbaar vervoer gebruik te maken, ontvangen een Regiotaxipas waarmee kan worden gereisd. Inwoners die vanwege hun beperking niet in staat zijn om van de Regiotaxi gebruik te maken, kunnen aanspraak maken op een vervoerskostenvergoeding; een maandelijks forfaitair bedrag ter tegemoetkoming in de meerkosten van aangepast vervoer. 5.4. Overige aanpassingen In aanvulling op bovenstaande voorzieningen, kunnen ook andere aanpassingen nodig zijn om zich te kunnen verplaatsen in en om de woning en/of om maatschappelijk te kunnen participeren. De behoefte aan dergelijke aanpassingen komt in het overleg met het sociaal team naar voren en wordt onderdeel van het zorg- en leefplan. Benodigde aanpassingen en voorzieningen worden op maat ingekocht en gerealiseerd. 5.5. De wijkverpleegkundige zorg De wijkverpleging krijgt vanaf 2015 een belangrijkere rol. Zij bekijkt samen met cliënten wat die aan verpleging en verzorging nodig hebben om langer thuis te kunnen wonen. De wijkverpleegkundige coördineert de zorg rondom de cliënt. Ook stemt de wijkverpleegkundige af met andere hulpverleners. Bijvoorbeeld de huisarts, een medisch specialist of de sociaal werker. Dit betekent dat de wijkverpleegkundigen de ogen en oren van de Montfoortse samenleving worden. De wijkverpleegkundige zorg zal door de gemeente samen met de zorgverzekeraars ingekocht worden. De gemeente Montfoort kiest ervoor om deze capaciteit in te kopen bij de zorgaanbieders die in onze twee kernen intramurale zorg aanbieden: Rijnhoven en Landis/Vierstroom. Door intramurale zorg bij hen in te kopen, kan de zorg snel worden opgeschaald als de extramurale zorg te licht is. 5.6. Begeleiding en persoonlijke verzorging De nieuwe taken die vanuit de AWBZ naar gemeenten toekomen, worden in de AWBZ geschaard onder de noemer begeleiding en persoonlijke verzorging. Ten aanzien van begeleiding worden twee vormen onderscheiden: individuele begeleiding en groepsbegeleiding. Binnen deze twee hoofdcategorieën wordt binnen de AWBZ een groot aantal deelindicaties, elk met eigen criteria, gehanteerd. In de Utrecht-Westgemeenten is er bij de inkoop van zorg voor gekozen om deze fijnmazige structuur sterk te vereenvoudigen. Bij de inkoop zijn nieuwe productnamen gedefinieerd, die meer recht doen aan de resultaten die we willen bereiken met de inzet van deze voorzieningen. De huidige (AWBZ)producten zijn vervolgens in afstemming met de zorgaanbieders onder deze nieuwe categorieën geschaard. De inkoop van zorg in de Utrecht-Westgemeenten vindt vervolgens via deze nieuwe categorieën plaats. Het betreft twee categorieën: 1. Ondersteuning bij zelfredzaamheid Bij Ondersteuning bij zelfredzaamheid gaat het om alle voorzieningen die in de AWBZ onder (de vele vormen van) Individuele begeleiding werden geschaard. Het gaat om begeleiding van mensen bij bijvoorbeeld het plannen van de dagelijkse activiteiten, het leggen van sociale contacten, maken van afspraken met instanties. Kortom begeleiding bij allerlei taken die nodig zijn om zelfredzaam te kunnen zijn. Bij de inkoop van deze vorm van begeleiding onderscheiden we drie niveaus van intensiteit: Licht: het stimuleren van mensen om zaken zelf op te pakken en toezicht houden dat het gedaan wordt. Middel: het helpen van mensen bij het uitvoeren van taken. Zwaar: regievoering en overname van taken. Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
pagina 16
2. Ondersteuning bij maatschappelijke deelname. Onder de noemer Ondersteuning bij maatschappelijke deelname zijn hier alle AWBZ-functies voor Groepsbegeleiding ondergebracht. Doel van de voorziening is om mensen te ondersteunen bij het vinden van een zinvolle dagbesteding en meedoen in de maatschappij. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om ontspanning, netwerk opbouwen en onderhouden, maar ook (on)betaald werk met ondersteuning, ontlasten van de mantelzorger of meedoen/ persoonlijke ontwikkeling. Ook hierbij is er weer een vergelijkbaar onderscheid in drie niveaus zoals bij ondersteuning zelfredzaamheid. Kortdurend verblijf Kortdurend verblijf is een voorziening, die voorziet in tijdelijke ontlasting van de mantelzorger door cliënten kortdurend ergens te laten logeren. Deze voorziening wordt door een aantal zorgaanbieders aangeboden en komt evenals de voorgaande functies over vanuit de AWBZ. Kortdurend verblijf is een vorm van respijtzorg. De beleidsvisie hierop is uitgewerkt in paragraaf 4.5. Persoonlijke Verzorging Tenslotte wordt de gemeente verantwoordelijk voor een klein deel van de persoonlijke verzorging (5 procent). Het gaat hierbij om de volgende omschrijving in de wet: ‘’activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging in verband met een psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid’’. Uit de brief aan de Kamer blijkt dat verzorging ook kan samenhangen met begeleiding in plaats van met verpleging. Verzorging wordt dan meer in het verlengde van begeleiding geleverd. Voor deze mensen geldt dat er over het algemeen geen sprake is van een somatische aandoening en/of primaire medische problematiek, maar in de regel behoefte aan ondersteuning bij ADL, in plaats van het overnemen ervan. Dit komt met name voor bij mensen met een verstandelijke beperking, zintuiglijke beperking en psychiatrische problematiek. De persoonlijke verzorging die niet overgaat naar de gemeente, zal onder de Zorgverzekeringswet gaan vallen. Voor de nieuwe taken vanuit de AWBZ (individuele begeleiding, groepsbegeleiding, kortdurend verblijf en een klein deel van de persoonlijke verzorging) worden de resultaten vastgelegd in twee verschillende deelovereenkomsten: één voor cliënten waarvan de indicatie doorloopt na 1 januari 2015 (overgangsklanten) en één voor nieuwe klanten. In deze overeenkomsten worden de resultaten als volgt benoemd: Doelstelling Cliënten activeren en/of ondersteunen die onvoldoende zelf kunnen voorzien in hun zelfredzaamheid en participatie m.b.v. een combinatie van het inschakelen/activeren netwerk, vrijwillige inzet, en professionele inzet.
Resultaten Client is in staat om: Met minimale ondersteuning stabiel te functioneren en/of te participeren in de maatschappij Zelfstandig thuis te blijven wonen Zich zelfstandig te verplaatsen met algemeen gebruikelijke vervoermiddelen Een gezonde(re) leefstijl hebben Zijn administratie op orde te hebben en schuldenopbouw te voorkomen Te voorzien in eerste levensbehoeften Mee te doen/ zich persoonlijk te ontwikkelen Basale sociale vaardigheden te
Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
Maatwerkvoorziening Ondersteuning zelfredzaamheid 1 (stimuleren en toezicht), 2 (helpen bij) en 3 (overnemen en regie).
pagina 17
hebben Sociale relaties aan te kunnen gaan Besluiten te kunnen nemen Structuur te hebben Kunnen plannen en het uitvoeren van taken Zichzelf te verzorgen (On)betaald te werken / vrijwilligerswerk te verrichten
Cliënt beschikt over Adl-vaardigheden (5% persoonlijke verzorging) Werknemersvaardigheden Zinvolle dagbesteding/ meedoen in de wijk door ontspanning netwerk opbouwen en onderhouden (on)betaald werk met ondersteuning ontlasten mantelzorger meedoen/ persoonlijke ontwikkeling
Ondersteuning maatschappelijke deelname 1 (stimuleren en toezicht), 2 (helpen bij) en 3 (overnemen en regie)
5.7. Persoonsgebonden budget In de Wmo 2015 (en de Jeugdwet) is de verplichting opgenomen voor gemeenten om de mogelijkheid van een persoonsgebonden budget (PGB) te creëren. De gemeenten moeten ervoor zorgen dat de aanvragers geïnformeerd worden over deze keuzemogelijkheid en de gevolgen van deze keuze. Door de medewerkers van het sociaal team zullen inwoners bij het doen van een melding of aanvraag op de mogelijkheid van een PGB gewezen worden, onder meer door mondelinge uitleg tijdens het keukentafelgesprek. Ook schriftelijk en via Internet zal de informatie over PGB’s worden verstrekt. De voorwaarden waaronder de PGB’s worden verstrekt, worden in de Verordening en het Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort geregeld. In het Besluit kan het college nadere regels stellen over de hoogte van het persoonsgebonden budget. Hierin zal naast het ‘’reguliere’’ PGB een Mantelzorgkostenforfait worden opgenomen. Deze laatste vorm van PGBverstrekking draagt bij aan de huidige principes (inzetten sociaal netwerk), de keuzevrijheid van de inwoner en de betaalbaarheid van de zorg en heeft daarmee zijn sporen verdiend in Duitsland2. Door een afslag van 50% die een intramurale naturavoorziening zou kosten, uitbetaald in de vorm van een PGB, blijven mensen langer thuis wonen. Op het ‘’reguliere’’ PGB is overigens het trekkingsrecht via de SVB als verplichting vastgelegd. Gemeenten maken het PGB niet meer rechtstreeks over naar de cliënt, maar storten het bedrag op de rekening van de SVB. De SVB betaalt uit dit budget de rekeningen die de cliënt indient voor de geleverde ondersteuning. Hiermee wordt beoogd fraude met PGB’s tegen te gaan en daardoor de houdbaarheid van het PGB te vergroten. 5.8. Tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten Op grond van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de Regeling compensatie eigen risico zorgverzekeringswet (CER) werden chronisch zieken en gehandicapten 2
http://www.tias.edu/docs/default-source/Kennisartikelen/de-langdurige-zorg-vergeleken-innederland-en-duitsland-esb-in-dutch.pdf?sfvrsn=6 Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
pagina 18
gecompenseerd voor deze hogere zorgkosten. Begin juni 2014 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel tot afschaffing van de Wtcg en CER aangenomen. Ter vervanging van de huidige regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten krijgen gemeenten de bevoegdheid om een nieuwe compensatieregeling te ontwikkelen. Gemeenten kunnen zelf bepalen of zij de regeling invulling geven binnen het wettelijk kader van de Wmo of de Wwb. De gemeente Montfoort heeft deze regeling via de bijzondere bijstand ondergebracht bij Ferm Werk. 5.9. Sturingsmogelijkheden raad middels jaarlijkse evaluatie Jaarlijks zal de gemeente voor juni van het betreffende jaar aan de SWOM de opdracht geven om een evaluatie te houden onder de klanten. Hierin wordt in ieder geval meegenomen: - het gebruik van voorzieningen (o.a. algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen); - de hoogte van de eigen bijdrage; - het prijsniveau van de PGB’s; - waardering mantelzorgers; - administratieve lasten PGB’s; - Ontwikkeling algemene voorzieningen; - Verschuiving van zorg naar welzijn; - Knelpunten in de dienstverlening; - Budget ontwikkelingen en prioriteringen; - Klanttevredenheid over de uitvoering. De evaluatie zal voor kennisgeving in de raad worden gebracht, zodat de raad duidelijk heeft waar hij op kan sturen.
Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort 2015
pagina 19