Inhoudsopgave 1
1.1 1.2 1.2.1 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.6 1.6.1 1.6.2 1.6.3 1.7 1.7.1 1.7.2 1.7.3 1.7.4 1.7.5 1.8 1.8.1 1.8.2 1.8.3 1.9 1.9.1 1.9.2 1.10 1.10.1 1.10.2 1.11 1.11.1 1.12 1.12.1 1.12.2 1.12.3 1.12.4 1.12.5 1.12.6 1.12.7 1.12.8
Gezondheidswetenschappen (BSc) Inleiding Toelatingsvoorwaarden Vooropleidingseisen en colloquium doctum Doelstelling, eindtermen en examen Doelstelling Eindtermen Examen van de opleiding Programmabeschrijving, algemeen Opbouw van de opleiding en studielast Jaarindeling onderwijs en herkansingen Onderwijsvormen, zelfstudie en toetsing Brede academische vorming Eerste jaar Eindtermen eerste jaar Functies eerste jaar Programmabeschrijving eerste jaar Tweede jaar Functie van het tweede jaar Toelating tot het tweede jaar Programmabeschrijving tweede jaar Derde jaar Functie van het derde jaar Toelating tot het derde jaar Programma beschrijving derde jaar Bachelorstage Vrije keuze Honoursprogramma Honoursprogramma Begeleiding Toelating tot honoursprogramma Premaster Algemeen Programma Rooster Roosters Roosterwijzigingen Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens Praktische regels ten aanzien van aanmelding Regelingen met betrekking tot onderwijs en tentamens Onderwijs- en examenregeling (OER) Aan- en afmelding Mondeling tentamen Maximaal aantal pogingen Aanpassing gehandicapte studenten Orde tijdens tentamen Deeltoetsen Fraude Gezondheidswetenschappen (BSc)
7 7 7 7 8 8 8 10 10 10 10 11 11 11 11 12 12 13 13 14 14 16 16 16 16 18 18 19 19 19 19 20 20 20 21 21 22 22 22 24 24 24 24 24 24 24 25 25 5
1.12.9 1.12.10 1.12.11 1.12.12 1.13 1.13.1 1.13.2 1.13.3 1.14 1.14.1 1.14.2 1.14.3 1.14.4 1.14.5 1.14.6 1.14.7 1.14.8 1.14.9 1.15 1.15.1 1.15.2 1.16 1.16.1 1.16.2 1.16.3 1.17 1.17.1 1.17.2 1.17.3 1.17.4 1.17.5 1.17.6 1.17.7 1.18 1.18.1 1.18.2 1.18.3
Uitslagen Vrijstellingen Stage- en Scriptieregeling Veiligheids- en milieuvoorschriften Studiebegeleiding en studievoortgang Studieadviseur Studentendecanen en studentenpsychologen Studievoortgang Studentenvoorzieningen Studiesecretariaat Aard- & Levenswetenschappen Computerfaciliteiten Blackboard Boek- en syllabusverkoop Bibliotheek Studiekosten Uitwisseling en internationalisering Informatievoorziening en voorlichting Studentenorganisaties Examencommissie Examencommissie Recht van beroep Kwaliteitsbewaking Onderwijsdirecteur Opleidingscommissie Onderwijsevaluatie Praktische regelingen ten aanzien van het bachelorexamen Bachelorexamen Goedkeuring vakkenpakket Aanvragen van het examen en afgifte getuigschrift Diploma uitreiking Examendatum Dossierverklaring Inschrijving in een masteropleiding Studie en loopbaanperspectief Studie en loopbaan Arbeidsmarkt en werkgelegenheid Masteropleidingen
25 26 26 27 27 27 27 27 28 28 29 30 30 31 32 33 33 34 36 36 36 37 37 37 37 37 37 37 38 39 39 39 39 39 39 40 40
2
Examenonderdelen
43
3
Literatuur Gezondheidswetenschappen (BSc) Eerste jaar Tweede jaar Derde jaar Pre-master
97 97 97 98 99 101
4
Adressen en gebouwen Adressen
103 103
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4
4.1
1
1.1
Gezondheidswetenschappen (BSc) Inleiding De bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen is een van de opleidingen op het terrein der Levenswetenschappen die is ondergebracht in een aparte School of Life Sciences binnen de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen. Het onderwijs binnen de opleidingen wordt voor een groot deel georganiseerd en verzorgd door afdelingen van de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen. Daarnaast participeren het VUmc en de faculteiten Bewegingswetenschappen, Psychologie en Pedagogiek, Sociaal-Culturele Wetenschappen en Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde.
1.2 1.2.1
Toelatingsvoorwaarden Vooropleidingseisen en colloquium doctum Vooropleidingseis De vooropleidingseis voor de bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen is een vwo-diploma met een van de volgende profielen: • profiel Natuur en Techniek (N+T) zonder aanvullende eisen • profiel Natuur en Gezondheid (N+G) zonder aanvullende eisen • profiel Economie en Maatschappij (E+M) zonder aanvullende eisen • profiel Cultuur en Maatschappij (C+M) zonder aanvullende eisen Alle profielen geven toegang tot de bachelor. Biologie 1 en Wiskunde A1, 2 of B1 worden echter ten zeerste aangeraden. Vrijstelling van de vooropleidingseis op grond van andere diploma’s Onder, in de Onderwijs- en examenregeling, bepaalde voorwaarden kan de examencommissie besluiten om houders van andere diploma's toe te laten tot de opleiding. Het betreft de volgende diploma's: • vwo-getuigschrift oude stijl • wo-getuigschrift propedeutisch examen • wo-getuigschrift doctoraalexamen • hbo-getuigschrift propedeutisch examen • hbo-getuigschrift afsluitend examen • Open Universiteit-getuigschrift propedeutisch examen • Open Universiteit-getuigschrift doctoraalexamen Voor bezitters van genoemde diploma’s geldt dat zij over voldoende kennis van biologie, wiskunde, Engels en algemene natuurwetenschappen dienen te beschikken (zie Onderwijs- en examenregeling). Wanneer iemand een diploma bezit zonder de juiste vakkencombinatie, is er formeel sprake van een deficiëntie. In alle gevallen zal de examencommissie beoordelen of de genoten vooropleiding tot voldoende voorkennis heeft geleid. Een deficiëntie moet zijn opgeheven voordat aan de opleiding kan worden begonnen.
Gezondheidswetenschappen (BSc)
7
Toelatingsonderzoek Voor hen die niet voldoen aan één van de hierboven gestelde eisen én 21 jaar of ouder zijn, bestaat de mogelijkheid een universitair toelatingsonderzoek, het zogeheten colloquium doctum, te doen. Informatie hierover is te verkrijgen bij de afdeling Studentendecanen of via de website http://www.vu.nl/aankomende_studenten > Bacheloropleidingen > aanmelding en toelating > Colloquium doctum.
1.3
Doelstelling, eindtermen en examen
1.3.1
Doelstelling Gezondheidswetenschappen gaat over gezondheid, gezondheidsproblemen en gezondheidszorg. De vakken zijn biologisch, medisch, psychologisch en sociaalwetenschappelijk gericht. Een student leert onderzoek doen en meewerken in bedrijven en organisaties. Deze opleiding geeft een ideale basis om met de gezondheidsproblematiek in de volle breedte bezig te zijn. Studenten worden opgeleid tot deskundigen met kennis van de gezonde mens en de factoren die de gezondheid bedreigen of bevorderen. Een afgestudeerde kan aan de slag in het onderzoek naar gezondheidsvraagstukken, het management van de gezondheidszorg en de bevordering van de volksgezondheid (voorlichting en preventie).
1.3.2
Eindtermen Algemeen • De bachelor heeft een academische attitude; hij/zij is in staat om (gezondheidswetenschappelijke) informatie (i.c. literatuur, statistische gegevens e.d.) op te zoeken en te verwerken, daar kritisch en creatief mee om te gaan en het belang daarvan te beoordelen; hij/zij is in staat om verbanden te leggen tussen gegevens die uit verschillende vakgebieden afkomstig zijn; hij/zij is in staat om met experts uit verschillende vakgebieden te communiceren en daarmee een brugfunctie te vervullen; • De bachelor kan zelfstandig maar ook in teamverband functioneren en door zijn interdisciplinaire achtergrond samenwerking faciliteren; • De bachelor is in staat om zelfstandig gespecialiseerde Nederlands- en Engelstalige literatuur op biomedisch, sociaal medisch en gezondheidswetenschappelijk terrein te lezen, te doorgronden en kritisch te beoordelen; • De bachelor heeft inzicht in de methodologie van zowel medisch onderzoek, bètaonderzoek als sociaal wetenschappelijk onderzoek en is in staat om onderzoeksdesigns kritisch te beoordelen; • De bachelor heeft kennis van epidemiologie en statistiek, inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van epidemiologisch onderzoek en kan in beginsel epidemiologisch onderzoek opzetten en uitvoeren; • De bachelor is in staat om mondeling en schriftelijk een op het nivo van de doelgroep afgestemd verslag te doen van een gezondheidswetenschappelijk onderwerp, al dan niet als resultaat van (literatuur)onderzoek. Biomedische, gedragswetenschappelijke en sociaal-wetenschappelijke kennis • De bachelor heeft biomedische basiskennis op de terreinen biochemie, genetica, celbiologie en (humane) anatomie en fysiologie, zodanig dat de bachelor de desbetreffende vocabulaire beheerst, de bouw en functie van de belangrijkste
8
Gezondheidswetenschappen (BSc)
•
• •
•
• • •
weefsels, organen en orgaansystemen kent en inzicht heeft in de theorie omtrent hun werking; De bachelor heeft basiskennis en inzicht in de immunologie, i.c. de functie en werking van het immuunsysteem, en de belangrijkste gezondheidsproblemen op dit gebied, zoals allergieën en auto-immuunziekten; De bachelor heeft basiskennis en inzicht in de werking van het zenuwstelsel en het endocriene stelsel en de belangrijkste gezondheidsproblemen op dit gebied; De bachelor heeft basiskennis op het gebied van psychische gezondheidsproblemen (aard en effecten van de belangrijkste psychische stoornissen, verspreiding daarvan, behandelwijzen e.d.); De bachelor heeft inzicht in de relatie tussen voeding (inclusief farmaca) en gezondheid en de gezondheidsproblemen die voortvloeien uit verkeerde voedingsgewoonten en het (onjuist) gebruik van farmaca en drugs; De bachelor heeft inzicht in de theorieën omtrent de beïnvloeding van menselijk gedrag; De bachelor heeft inzicht in de gedragswetenschappelijke en sociaalwetenschappelijke aspecten van voorlichting; De bachelor heeft inzicht in de financiering van de gezondheidszorg en het verzekeringsstelsel en kennis van de gezondheidseconomische theorie, zodat de bachelor begrijpt hoe en waarom de gezondheidszorg beïnvloed wordt door economische factoren.
Expertise en vaardigheden op gezondheidswetenschappelijk gebied • De bachelor heeft kennis van en inzicht in de relatie tussen genetische afwijkingen en ziekten, de wijze waarop die wordt onderzocht, de toepassingsgebieden in de gezondheidszorg van genetische kennis en de sociologische problematiek die samenhangt met verwerving van genetische informatie van risicogroepen en de toepassing van deze informatie op die groepen; • De bachelor heeft kennis van de nationale en Europese regelgeving t.a.v de gezondheidszorg en inzicht in het overheidsbeleid t.a.v. volksgezondheid en in de beleidsmogelijkheden van andere gezondheidszorginstellingen, alsmede in de structuur van de financiering van de gezondheidszorg; • De bachelor heeft inzicht de maatschappelijke en culturele context waarin gezondheid beleefd wordt, in de invloed van deze context op gezondheidsbeleving en in de eisen die daaruit voortvloeien voor de gezondheidszorg; • De bachelor heeft kennis van en inzicht in de biologische en psychologische ontwikkelingsprocessen en verouderingsprocessen met inbegrip van de normale aan ontwikkeling en veroudering gerelateerde gezondheidsproblemen; • De bachelor heeft kennis van en inzicht in de biomedische en psychosociale aspecten van belangrijke probleemgebieden op het terrein van gezondheid, met name gezondheidsproblemen gerelateerd aan stress, arbeid, sport en recreatie, seksualiteit, veroudering, voeding, drugs en medicijngebruik; • De bachelor is in staat om zelfstandig en efficiënt kennis en inzicht te verwerven op vergelijkbaar nivo aangaande voor hem of haar nieuwe gezondheidsproblemen; • De bachelor heeft kennis van en inzicht in de wijze waarop de gezondheidsproblematiek wordt benaderd in de gezondheidszorg, welke instanties daarbij van belang zijn, hoe de informatiestromen hierover lopen en wat de sociaal-economische implicaties van deze problemen zijn.
Gezondheidswetenschappen (BSc)
9
1.3.3
1.4
Examen van de opleiding In de bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen kan het examen Bachelor of Science in Gezondheidswetenschappen worden afgelegd. Aan de eisen van het bachelorexamen wordt voldaan wanneer alle examenonderdelen zijn afgelegd met voldoende resultaat. De examenonderdelen staan vermeld in de Onderwijs- en Examenregeling (OER, te vinden in deze studiegids of op defacultaire website), en in deze studiegids (onder de paragrafen van de programmabeschrijvingen eerste, tweede en derde jaar). Meer informatie over de het aanvragen van het getuigschrift is te vinden onder de paragraaf Praktische regelingen bachelor examen.
Programmabeschrijving, algemeen
1.4.1
Opbouw van de opleiding en studielast De omvang van de bacheloropleiding bedraagt 180 studiepunten verdeeld over drie studiejaren (60 studiepunten per jaar). Eén studiepunt (conform ECTS, European Credit Transfer System) staat voor 28 uur studiebelasting en bestaat uit het volgen van colleges en practica, het voorbereiden en uitwerken van de collegestof (zelfstudie), het studeren voor tentamens, het maken van werkstukken en het verrichten van veldwerk. Een voltijds cursus van vier weken heeft een studielast van 6 studiepunten. Bij de beschrijvingen van de studieonderdelen zijn de studiepunten per onderdeel vermeld.
1.4.2
Jaarindeling onderwijs en herkansingen Het reguliere onderwijs start in week 36 2008; de eerste week van september. In de tabel staan de onderwijs- en herkansingsperioden. Jaaroverzicht planning onderwijs, vakanties en herkansingen
Weeknr. 36 - 51 (2008) 52 (2008)
52 (2008) – 1 (2009)
Periode Onderwijs 22 – 24 december: Herkansingen van vakken gegeven in sept – okt 2008 Kerstvakantie
2 - 25 (2009)
Onderwijs
27 - 28 (2009)
Herkansingen van vakken gegeven in nov 2008 – april 2009 Zomervakantie Herkansingen van vakken gegeven in mei – juni 2009
27 - 33 (2009) 34 - 35 (2009)
VU-gebouw sluiting
25 december t/m 2 januari (Kerst en Nieuwjaar) 10 april (Goede Vrijdag), 13 april (2e Paasdag), 30 april (Koninginnedag), 5 mei (Bevrijdingsdag), 21 en 22 mei (Hemelvaart), 1 juni (2e Pinksterdag)
Het reguliere onderwijs bestaat uit cursussen die in verschillende onderwijsperioden zijn gepland. In de meeste gevallen worden de cursussen in blokvorm gegeven. Dit betekent dat gedurende een bepaalde periode maar één cursus tegelijkertijd wordt gegeven. Er zijn echter ook enkele perioden waar meerdere cursussen tegelijkertijd gegeven worden, waarbij colleges en/of practica en werkgroepen van de verschillende 10
Gezondheidswetenschappen (BSc)
cursussen door elkaar heen lopen. Als dit meerdere verplichte cursussen binnen één studiejaar betreft, zal de roostering van de cursussen uiteraard onderling worden afgestemd. Raadpleeg de afzonderlijke cursusroosters op Blackboard (bb.vu.nl). Hiervoor moet je wel via TIS zijn ingeschreven voor de betreffende cursus. Op de facultaire website zijn de meer algemene ruimtereserveringen, ook per cursus, te vinden (www.falw.vu.nl -> Studenten -> Roosters); de tentamengegevens zijn te vinden op TIS (tisvu.vu.nl). 1.4.3
Onderwijsvormen, zelfstudie en toetsing Het bachelorprogramma bestaat uit een reeks van vakken die er vooral op gericht zijn kennis, inzicht en vaardigheden bij te brengen en deze te leren toepassen. Vaardigheden zijn vooral academisch vaardigheden, zoals het verwerken van wetenschappelijke kennis, het kunnen overdragen (schriftelijk en mondeling) van resultaten van onderzoek e.d. Daarom bestaat de opleiding uit een mix van activiteiten waaronder individuele studie, het bijwonen van hoor- en responsiecolleges, het maken van werkstukken en deelnemen aan groepsprojecten zoals practica, Computer Ondersteund Onderwijs (COO), of Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) en een stage. Naast de verplichte onderwijsactiviteiten is er voldoende tijd over voor zelfstudie en voor het maken van opgaven en werkstukken. In veel gevallen wordt samenwerken met medestudenten uitdrukkelijk aanbevolen. De toetsing volgt doorgaans direct na afloop van de lesperiode van het betreffende vak en soms is er tussentijds een deeltoets. Vaak bestaat het laatste deel van de cursus uit tentamenstudie (thuis of op de studiezaal), maar deze tijd op zich is vaak niet voldoende om voor het hele eindtentamen te studeren. Daarom zijn er gedurende de cursus vaak tussentijdse zelfstudiedagen. Het bijhouden van de stof tijdens de cursusperiode is van groot belang voor een succesvolle studievoortgang.
1.4.4
Brede academische vorming Door het basisprogramma heen is er aandacht voor brede academische vorming, zoals inzicht in de samenhang der wetenschappen, de maatschappelijke betekenis van de eigen discipline en de geschiedenis daarvan, en voor het verwerven van academische vaardigheden zoals het op niveau presenteren van eigen of groepswerk, zowel mondeling als schriftelijk. Deze aspecten zijn met name gelokaliseerd in de onderdelen Inleiding gezondheidswetenschappelijk onderzoek, Project 1: Diabetes, Wijsgerige vorming, Project 2: Medicijngebruik, Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet en analyse I, II en III , Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij en de Bachelorstage.
1.5 1.5.1
Eerste jaar Eindtermen eerste jaar De student heeft aan het eind van het eerste bachelorjaar: • Een overzicht van het veld der gezondheidswetenschappen en de gezondheidszorg en de plaats van gezondheidswetenschappen en de gezondheidszorg in de maatschappij;
Gezondheidswetenschappen (BSc)
11
•
• •
•
• •
12
Inzicht in de structuur van de gezondheidszorg, de belangrijkste instellingen en de taken daarvan, de financiering, de problemen in de gezondheidszorg en de hoofdlijnen van het overheidsbeleid; Inzicht in de relaties tussen externe (milieu)factoren en gezondheid; Kennis van de belangrijkste biologische en psychologische ontwikkelingsprocessen en met inbegrip van de belangrijkste aan ontwikkeling gerelateerde gezondheidsproblemen; Biomedische basiskennis op de terreinen biochemie, genetica, celbiologie en (humane) anatomie en fysiologie, zodanig dat de bachelor het desbetreffend vocabulair beheerst, de bouw en functie van de belangrijkste weefsels, organen en orgaansystemen kent en inzicht heeft in de theorie omtrent hun werking; Psychologische basiskennis met accenten op aspecten van de sociale psychologie en kinder- en jeugdpsychologie; Basiskennis epidemiologie en statistiek
1.5.2
Functies eerste jaar Het eerste jaar van de bachelor heeft een oriënterende en selecterende functie. De student kan zich tijdens het eerste studiejaar oriënteren op de gekozen opleiding, dat wil zeggen: voldoet de opleiding aan de verwachting en is men er geschikt voor. In het eerste jaar wordt kennis bijgebracht aangaande: • Gezondheid en daaraan gerelateerde problematiek (’wat is gezondheidswetenschap?’) • De normaal functionerende, gezonde mens. De belangrijke gezondheidsproblemen en karakterisering van de volksgezondheid op het gebied van: fysiologie, functionele anatomie, genetica, psychologie, biologische en psychologische ontwikkelingsprocessen en veroudering. • Historische ontwikkeling, structuur en werking van de gezondheidszorg De selecterende functie komt vooral tot uiting in de studieresultaten. De studieresultaten worden gevolgd door de studieadviseur. Als het nodig is worden studenten opgeroepen voor een gesprek. Op grond van de cijfers wordt aan het eind van het eerste jaar aan elke eerstejaars een (niet-bindend) schriftelijk studieadvies gestuurd.
1.5.3
Programmabeschrijving eerste jaar In het eerste jaar zijn alle vakken verplicht, er zijn geen keuzevakken. Het programma in het eerste jaar vormt een basis; het geeft een eerste overzicht van de Gezondheidswetenschappen en is bedoeld als een verbreding van de kennis op diverse terreinen (biologie, geneeskunde, sociologie, psychologie, bewegingswetenschappen). De onderstaande tabel geeft een overzicht van de cursusprogrammering voor het studiejaar 2008-2009, met daarbij per cursus de studiebelasting uitgedrukt in studiepunten (stp).
Gezondheidswetenschappen (BSc)
Programma eerste jaar bachelor Gezondheidswetenschappen
weeknr. 36-39 40-43 44-47 48-51 52-1 2-5 6-9 10-13 14-18 18-22 23-26 27-35
cursus Inleiding gezondheidswetenschappen Inleiding psychologie Inleiding in gezondheidswetenschappelijk onderzoek Inleiding gezondheidseconomie vakantie en herkansingen Cellen en Genen Anatomie en fysiologie van bewegen Gezondheid en milieu Humane ontwikkeling Gezondheidszorg en volksgezondheid in Nederland Cardiovasculaire en respiratoire systemen vakantie en herkansingen totaal
vakcode 470189 470191 470183
stp 6 6 6
470190
6
470194 470014 470064 470193 470192
6 6 6 6 6
470099
6 60
De vakken worden als enkel blok aangeboden, zonder dat er nog ander onderwijs doorheen is geprogrammeerd. In die periode volg je dus maar één vak. De meeste cursussen worden afgesloten met een schriftelijk tentamen, een enkele met een verslag, soms beide. Meer informatie over de inhoud van de cursussen is te vinden bij de cursusbeschrijvingen achterin deze studiegids (hoofdstuk ‘Examenonderdelen’). Studenten moeten zich voor de cursussen en de bijbehorende tentamens, opgeven via TIS. Meer over TIS en de termijn voor aanmelding staat verderop in dit hoofdstuk en op de website onder de link studenten > reglementen en kwaliteit > regels inschrijven TIS. Taaltoets In week 40 en 41 (29 september t/m 10 oktober 2008) zullen alle eerstejaars bachelorstudenten aan de VU een verplichte taaltoets Nederlands doen. Basisfilosofie achter de taaltoets is dat de VU in een vroeg stadium taalproblemen wil traceren, diagnosticeren en remediëren met het doel studenten met taalproblemen betere kansen op een goed verloop van hun bacheloropleiding te geven. Informatie over de definitieve roostering voor FALW-studenten wordt in september gepubliceerd op de facultaire website www.falw.vu.nl.
1.6 1.6.1
Tweede jaar Functie van het tweede jaar Het tweede jaar van de bacheloropleiding is een verdere oriëntatie binnen de gezondheidswetenschappen. Daarnaast wordt beoogd een verdieping van kennis, inzicht en vaardigheden op deelgebieden tot stand te brengen. Dit vormt de basis voor de differentiatie in het derde jaar.
Gezondheidswetenschappen (BSc)
13
14
1.6.2
Toelating tot het tweede jaar Studenten die in 2007 zijn begonnen met de studie krijgen in september 2008 toegang tot het tweedejaars onderwijs als er aan bepaalde voorwaarden is voldaan: • Studenten worden toegelaten tot het tweede studiejaar wanneer zij voor alle examenonderdelen uit het eerste studiejaar zijn geslaagd. Hierbij geldt het examenprogramma volgens de OER uit het jaar van aanvang van de studie. • De examencommissie laat de tweedejaars student voorlopig toe tot het volgen van onderdelen in het tweede studiejaar wanneer hij/zij minimaal 48 studiepunten uit het eerste jaar heeft behaald. Wanneer minder dan 48, maar meer dan 36 studiepunten uit het eerste jaar zijn behaald geldt een beperkte toelating: toelating geldt alleen voor die tweedejaarsonderdelen die niet samenvallen met nog af te leggen onderdelen uit het eerste jaar. Deze studenten wordt aangeraden samen met de studieadviseur een studieplan voor het tweede jaar op te stellen. Tweedejaarsstudenten die 36 studiepunten of minder hebben behaald uit het eerste studiejaar worden niet toegelaten tot tweedejaars onderdelen. • De voorlopige toelating tot het onderwijs in het tweede studiejaar geldt voor maximaal één jaar. Daarna mag een student alleen nog van eerstejaars vakken onderwijs volgen en tentamens doen. • Wanneer een student na twee jaar inschrijving, of meer, de onderdelen van het eerste en/of tweede studiejaar niet heeft behaald, dient hij/zij aan de dan geldende eisen voor het eerste en/of tweede jaar te voldoen. Dit kan betekenen dat de student verplicht wordt andere vakken te doen in plaats van eerder gevolgde vakken die niet meer worden aangeboden.
1.6.3
Programmabeschrijving tweede jaar In het tweede jaar zijn alle vakken tot en met week 22 (2009) verplicht. Daarna, in het blok van week 23-26, kunnen studenten kiezen uit twee cursussen. De tabel geeft een overzicht van de cursusprogrammering voor het studiejaar 2008-2009, met daarbij per cursus de studiebelasting uitgedrukt in studiepunten (stp). Het programma geldt voor studenten die gestart zijn met de bacheloropleiding in 2007.
Gezondheidswetenschappen (BSc)
Programma tweede jaar bachelor Gezondheidswetenschappen
weeknr. 36-39 40-43 44-47 48-51
52-1 2-26 2-5 6-9 10-13 14-18
18-22 23-26 27-35
verplichte cursussen Geriatrie en veroudering Ziekte in context Wijsgerige vorming en Farmacologie en farmacotherapie Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet en analyse 1 en Project 2: Medicijngebruik (parallel geroosterd, lang lopend project) vakantie en herkansingen Bijeenkomsten Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij (verplicht) Immunologie (GW) Preventie Neuronale en hormonale regulatie Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet en analyse 2 en afronding Project 2: Medicijngebruik Voeding en gezondheid keuzecursussen (1 keuze uit 3 cursussen) Infectieziekten of Gezondheidseconomie of Management van innovaties vakantie en herkansingen totaal
vakcode 470146 470147 470030 470197 470196
stp 6 6 4 2 4
470167
2 (totaal 5)
470114 470198 470036 470110
6 6 6 3
470167 470206
3 (totaal 5) 6
471024 470091 470195
6 6 6 60
In de onderwijsblokken van week 44-47, week 48-51 en 14 -18, zijn 2 cursussen parallel geroosterd. Bij parallelle roostering worden de rooster van de verschillende vakken op elkaar afgestemd. De overige vakken worden als enkel blok aangeboden, zonder dat er nog ander onderwijs doorheen is geprogrammeerd. In die periode volg je dus maar één vak. In de periode van week 23-26 kan slechts 1 keuzevak per 4 weken gevolgd worden, omdat de keuzevakken voltijds zijn ingeroosterd en de roostering van de keuzevakken niet op elkaar is afgestemd. Daarnaast zijn er een aantal bijeenkomsten gepland voor het verplichte onderdeel ' Orientatie op studie, loopbaan en maatschappij. Dit onderdeel wordt in het derde jaar afgerond. De meeste cursussen worden afgesloten met een schriftelijk tentamen een enkele met een verslag, soms beide. Meer informatie over de inhoud van de cursussen is te vinden bij de cursusbeschrijvingen achterin deze studiegids (hoofdstuk ‘Examenonderdelen’). Studenten moeten zich voor de cursussen en de bijbehorende tentamens, opgeven via TIS. Meer over TIS en de termijn voor aanmelding staat verderop in dit hoofdstuk.
Gezondheidswetenschappen (BSc)
15
1.7
Derde jaar
1.7.1
Functie van het derde jaar Het derde jaar vormt samen met het tweede jaar de tweede fase van de bacheloropleiding. In deze tweede fase is er ruimte voor een verdieping van kennis, inzicht en vaardigheden op deelgebieden. In het derde jaar kiezen studenten voor een groot deel hun eigen programma. Daarbij is wordt ook tijd besteed aan oriëntatie op de verschillende richtingen die de masteropleiding biedt, zodat studenten aan het eind van het derde jaar een verantwoorde keuze maken uit verschillende differentiaties in de vervolg masteropleiding. Belangrijk onderdeel van het derde jaar is de bachelorstage.
1.7.2
Toelating tot het derde jaar Studenten die vóór 2006 met hun studie zijn begonnen en alle eerstejaars en tweedejaars vakken hebben gehaald worden toegelaten tot derdejaars onderwijs en tentamens. Studenten die vóór 2006 zijn begonnen, maar nog niet alle eerstejaars vakken hebben gehaald, mogen alleen nog deelnemen aan onderwijs en tentamens van eerstejaars vakken. Studenten die vóór 2006 zijn begonnen en wel alle eerstejaars vakken, maar nog niet alle tweedejaars vakken hebben gehaald, mogen alleen nog deelnemen aan onderwijs en tentamens van tweedejaars vakken. Studenten die in 2006 zijn begonnen met de studie, het eerst jaar succesvol hebben afgerond en in 2007 het tweede jaar hebben gevolgd, krijgen in september 2008 toegang tot het derdejaars onderwijs als er aan bepaalde voorwaarden is voldaan: • Studenten worden toegelaten tot het derde studiejaar wanneer zij voor alle examenonderdelen uit het eerste en tweede studiejaar zijn geslaagd. Hierbij geldt het examenprogramma volgens de OER uit tweede jaar van de studie. • De examencommissie laat de derdejaarsstudent voorlopig toe tot het volgen van onderdelen in het derde studiejaar wanneer hij/zij: 1) voor alle examenonderdelen uit het eerste jaar geslaagd is en 2) minimaal 48 studiepunten uit het tweede jaar heeft behaald. Wanneer minder dan 48, maar meer dan 24 studiepunten uit het tweede jaar zijn behaald geldt een beperkte toelating: toelating geldt alleen voor die derdejaarsonderdelen die niet samenvallen met nog af te leggen onderdelen uit het tweede jaar. Derdejaarsstudenten die 24 studiepunten of minder hebben behaald uit het tweede studiejaar worden niet toegelaten tot derdejaars onderdelen. • Er is geen toelating tot derdejaars onderwijs als er nog eerstejaars onderdelen niet zijn gehaald. • De voorlopige toelating tot het onderwijs in het derde studiejaar geldt voor maximaal één jaar.
1.7.3
16
Programma beschrijving derde jaar Het derde studiejaar is opgebouwd uit een aantal verplichte vakken, daarnaast zijn er voornamelijk keuzecursussen. De tabel geeft een overzicht van de cursusprogrammering voor het studiejaar 2008-2009, met daarbij per cursus de studiebelasting uitgedrukt in studiepunten (stp). Het programma geldt voor studenten die gestart zijn met de bacheloropleiding in 2006.
Gezondheidswetenschappen (BSc)
Programma derde jaar bachelor Gezondheidswetenschappen
weeknr. 36-26 36-39 40-51 52-1 2-5 6-9 10-13
14-18
19-22 23-26
27-35
cursussen Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet en analyse 3 Bachelorstage vakantie en herkansingen Communicatiewetenschappen of Ergonomie of Beheer en beleid Seksualiteit en gezondheid of Voedingsonderzoek in de praktijk Science educatie en oriëntatie op het beroep van leraar of Volksgezondheid en genetica of Sport, beweging en gezondheid of Gezondheid, media & publiek Trends in Volksgezondheid of Neuronale en psychische pathologie of Interculturalisatie van de zorg of Multimedia Internationale volksgezondheid of Drugs en verslaving of Allergieën en auto-immuunziekten Europese gezondheidszorg of Gezondheidscommunicatie of Infectieziekten of Gezondheidseconomie of Management van innovaties vakantie en herkansingen totaal afkortingen: v= verplicht; k= keuze
v/k v
vakcode 470098
stp 1
v
470187
6
v
470095
17
k k k k k k
471006 470092 470085 470148 470181 991010
6 6 6 6 6 6
k k k k k k k k k k k k k k k
470075 470093 470188 470149 4700864 70184 470105 470088 470081 487009 470171 470087 471024 470091 470195
6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 60
Een aantal onderdelen zijn verplicht, nl. Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet en analyse 3, Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij en de Bachelorstage. Tijdens de bachelorstage wordt naast het doen van onderzoek veel aandacht gegeven aan de algemene vaardigheden van de student. Hieraan gekoppeld is het schrijven van een thesis. Het onderdeel Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij bestaat uit een aantal bijeenkomsten gedurende het gehele jaar. De overige vakken worden als enkel blok aangeboden, zonder dat er nog ander onderwijs doorheen is geprogrammeerd. In de periode van week 2-26 (2009) kan slechts 1 keuzevak per 4 weken gevolgd worden, omdat de keuzevakken voltijds zijn ingeroosterd en de roostering van de keuzevakken niet op elkaar is afgestemd. Een student kan kiezen voor een brede oriëntatie binnen de verschillende vakgebieden of voor een specialisatie door te kiezen voor cursussen binnen een zelfde richting. Bijvoorbeeld in de richting van volksgezondheid, organisatie van de zorg of gezondheidscommunicatie. Raadpleeg voordat de keuze wordt gemaakt de
Gezondheidswetenschappen (BSc)
17
vakbeschrijvingen achter in de gids. Sommige cursussen worden sterk aangeraden om in te kunnen stromen in een bepaalde specialisatie binnen de Master Gezondheidswetenschappen. De meeste cursussen worden afgesloten met een schriftelijk tentamen een enkele met een verslag, soms beide. Meer informatie over de inhoud van de cursussen is te vinden bij de cursusbeschrijvingen achterin deze studiegids (hoofdstuk ‘Examenonderdelen’). Studenten moeten zich voor de cursussen en de bijbehorende tentamens, opgeven via TIS. Meer over TIS en de termijn voor aanmelding staat verderop in dit hoofdstuk. Let op: voor de cursus 'Europese gezondheidszorg' in juni 2009, moeten studenten zich al vóór 11 september 2008 aanmelden.
18
1.7.4
Bachelorstage Tijdens de cursus Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij krijgen de studenten voorlichting over de bachelorstage. Het doel van de stage is verdieping van de onderzoeksvaardigheden met als product een onderzoeksverslag. Bij voorkeur, maar niet noodzakelijk gaat het om onderzoek in relatie tot een gezondheidswetenschappelijke vraag. Tijdens de stage bewijst de student dat hij een probleem op wetenschappelijke wijze kan aanpakken, oplossen en beschrijven en het is tevens een eerste oriëntatie op een toekomstig beroep. Onderzoeksstages kunnen plaatsvinden binnen de participerende afdelingen van de eigen faculteiten; in het bijzonder FALW (Instituut Gezondheidswetenschappen), VUmc (EMGO, Sociale Geneeskunde en Gezondheidszorg en Cultuur) maar ook de faculteiten Psychologie en Pedagogiek, Sociale en Culturele wetenschappen en Bewegingswetenschappen. De studenten worden door de coördinator van de bachelorstages geholpen bij het zoeken naar onderwerpen en plaatsen voor een stage, studenten mogen zelf ook onderwerpen ter goedkeuring aanbrengen. De stagecoördinatoren zoeken ook naar vaste externe stageplekken voor specifieke leervragen (b.v. GG&GD, NIGZ).
1.7.5
Vrije keuze De mogelijkheid bestaat om in plaats van 2 aangeboden keuzecursussen, in totaal dus voor maximaal 12 studiepunten, een alternatief programma te kiezen. Dit alternatief kan bestaan uit onderwijs uit een andere universitaire opleiding of keuzevakken die door een andere faculteit worden aangeboden (zoals bv. het interfacultair keuzevak Ontwikkelingsvraagstukken). De cursussen moeten dus wel op academisch niveau zijn en moeten worden gegeven aan een erkende universiteit. Tevens kan deze vrije keuze ruimte gebruikt worden om een deel van de deficiënties weg te werken wanneer je de opleiding tot biologieleraar wilt volgen. De studenten moet vóóraf toestemming aanvragen bij de examencommissie. Hiervoor dienen studenten een schriftelijk verzoek in te dienen bij de examencommissie. Het verzoek kan worden gericht aan: Ambtelijk secretaris van de examencommissie Gezondheidswetenschappen, mw. M. Wolters, Onderwijsdirectie, Faculteit der Aarden Levenswetenschappen, De Boelelaan 1085, 1081 HV Amsterdam (e-mail
[email protected]). In het verzoek dient vermeld te worden: • gegevens student (zoals studentnummer en hoe ver de studie inmiddels is gevorderd) • de naam en aantal studiepunten van het vak dat de student wil volgen • de instelling waar het vak gegeven wordt
Gezondheidswetenschappen (BSc)
de reden waarom de student dat vak in het examenprogramma wil opnemen een beschrijving van het vak Geadviseerd wordt om eerst bij de studieadviseur informatie in te winnen over de eventuele haalbaarheid van het verzoek. Als het verzoek is toegekend zal het cijfer voor dat vak bij het studiesecretariaat ALW worden geregistreerd wanneer hiervoor een getekend bewijs (cijferbriefje) wordt ingeleverd van de instelling waar het vak is gevolgd. • •
1.8
Honoursprogramma
1.8.1
Honoursprogramma Het VU Honours traject beslaat 30 studiepunten verdeeld over 2 jaar. Het bestaat uit een faculteitsdeel van 10 tot 20 studiepunten en een faculteitsoverstijgend deel van 10 tot 20 studiepunten. De student maakt zelf de keuze voor de verdeling van de studiepunten over faculteit –faculteitoverstijgend.Informatie over de cursussen in het facultaire deel en het faculteitsoverstijgende deel staat op de website van de VU, onder Honoursprogramma.Het facultaire deel van het BSc Honoursprogramma Levenswetenschappen kan worden ingevuld met: • Twee stervarianten van bestaande cursussen binnen de verplichte cursussen van je bacheloropleiding. De stervariant van de cursus is gericht op verdieping en heeft een omvang van 2,5 studiepunten boven de normale studielast van de cursus. Binnen de stervariant wordt een individueel begeleid literatuuronderzoek uitgevoerd naar een specifiek onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Dit literatuuronderzoek wordt afgesloten met een schriftelijk verslag. • Keuze uit twee Facultaire Honourscursussen die geen deel uitmaken van het verplichte studieprogramma van de student. De omvang van deze modules is 5 studiepunten per module en is gericht op verbreding. • De cursussen worden afgesloten met een proeve van bekwaamheid bijvoorbeeld een verslag, een presentatie. • Een uitbreiding van de reguliere bachelorthesis met maximaal 5 studiepunten bovenop de bestaande studiepunten voor de bachelorthesis. Doelstelling van deze uitbreiding van de bestaande onderzoeksmodule (bachelorthesis) is verdieping en de verdere ontwikkeling van academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden. Dit onderzoek wordt afgesloten met een schriftelijk verslag en een mondelinge presentatie.
1.8.2
Begeleiding Het facultaire deel van het BSc Honoursprogramma wordt gekenmerkt door een sterk individuele invulling en begeleiding van de student. Elke BSc honours student krijgt een individuele tutor toegewezen. Deze tutor: • stelt in overleg met de student een persoonlijk BSc-honoursprogramma op. Dit programma wordt schriftelijk vastgelegd. • fungeert als contactpersoon met docenten die bij de begeleiding van onderzoeksprojecten betrokken zijn. • bewaakt het honourstraject van de student.
1.8.3
Toelating tot honoursprogramma Studenten kunnen tot uiterlijk half mei solliciteren voor toelating tot het Honoursprogramma bij de FALW Honourscommissie. Studenten moeten solliciteren met een Engelstalige sollicitatiebrief voorzien van een CV, een motivatiebrief en een Gezondheidswetenschappen (BSc)
19
overzicht van de in TIS geregistreerde studieresultaten per 1 mei 2009 (via e-mail:
[email protected]). De FALW Honourscommissie voert met de geselecteerde studenten een gesprek op basis van een bij de sollicitatie ingediende motivatiebrief. Voorwaarden voor deelname zijn: • de student heeft alle studieonderdelen in het eerste studiejaar gehaald. • de student heeft over deze vakken een gewogen gemiddeld cijfer van 7.5 of hoger De Facultaire Honourscommissie stelt op basis van de sollicitaties en de resultaten toelating tot het traject vast.
1.9
Premaster
1.9.1
Algemeen Het premaster programma is bedoeld voor studenten met één van de volgende afgeronde, 4-jarige, Hbo-opleidingen: ergotherapie, fysiotherapie, logopedie, medisch beeldvormende radiotherapeutische technieken, mensendieck, mondzorgkunde, oefentherapie cesar, optometrie, verpleegkunde en voeding en diëtetiek. Het programma is erop gericht om deficiënties weg te werken, die deze studenten hebben met betrekking tot de gestelde begintermen van de diverse masterdifferentiaties bij Gezondheidswetenschappen. Het premaster programma wordt gecoördineerd door mw.ir. J.E. Neter. Adres: Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen, Instituut voor Gezondheidswetenschappen, De Boelelaan 1085, kamer O-535, Tel. +31 20 5987702, e-mail
[email protected].
1.9.2
Programma Het programma bestaat uit tien verplichte cursussen, met een totaal van 60 studiepunten. Het programma kan zowel in voltijd (40-urige studieweek) als deeltijd (20-urige studieweek) worden gevolgd. Onderstaand schema geeft een overzicht van de cursussen voor studiejaar 2008-2009. Programma deel 1 premaster Gezondheidswetenschappen 2008-2009
weeknr 36-43 44-51 2-9 10-18 18-26 27-35
20
deel 1: verplichte cursussen Cellen en genen Epidemiologie en kwalitatieve methoden Methodologie en toegepaste biostatistiek 1 Voedinsgsleer en onderzoek Preventie en volksgezondheid vakantie en herkansingen totaal
Gezondheidswetenschappen (BSc)
vakcode 470137 470900 470901
stp 6 6
470902 470903
6
6
6
30
Programma deel 2 premaster Gezondheidswetenschappen 2008-2009
weeknr 36-43 44-51 2-9 10-18 18-26 27-35
deel 2: verplichte cursussen Volksgezondheid in internationale context Infectieziekten (preMsc) Beleid en organisatie van de zorg Methodologie en toegepaste biostatistiek 2 Gezondheidswetenschappelijk leeronderzoek vakantie en herkansingen totaal
vakocode 470904
stp 6
470905 470906 470907
6 6 6
470908
6 30
De contacturen van deel 1 vinden plaats op dinsdagen, die van deel 2 op vrijdagen. In de voltijdvariant loopt het onderwijs van deel 1 en 2 parallel. In de deeltijdvariant wordt in het 1e jaar deel 1 en in het tweede jaar deel 2 gevolgd. Om in te kunnen stromen in de master Gezondheidswetenschappen, moeten er ten minste 54 studiepunten zijn behaald en moeten de cursussen Cellen en genen, Epidemiologie en kwalitatieve methoden en Methodologie en toegepaste biostatistiek 1 met een voldoende (6 of hoger) zijn afgerond.
1.10 1.10.1
Rooster Roosters Jaarschema’s Een onderwijsrooster met daarin alle cursusonderdelen voor het hele studiejaar (jaarschema) is te vinden op de studentenpagina van de facultaire website (http://www.falw.vu.nl > Studenten > Roosters). Cursusrooster Volledige cursusroosters zijn te vinden op de cursussites op Blackboard (bb.vu.nl), minimaal 14 dagen voor aanvang van de cursus. Op de website http://www.falw.vu.nl (link: Studenten > Roosters) wordt per semester een overzicht van de ruimtereserveringen (exclusief tentamens) gepubliceerd en bijgehouden. De overzichten van het eerste semester verschijnen in juli; die van het tweede semester half januari. Andere examenonderdelen, zoals stages en scripties, hebben geen rooster. Studenten moeten bij voorbaat uitgaan van een 40-urige cursusweek, met onderwijs tussen 8:30 en 17:30 uur. Aanmelding voor cursussen, tentamens en herkansingen kan uitsluitend via TIS. Meer informatie over TIS en de procedures voor het opgeven via TIS zijn te vinden in de paragraaf 'Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens '. Tentamenrooster Tweemaal per jaar, in januari en augustus, wordt een rooster voor het komende half jaar van de schriftelijke tentamens en de herkansingen met tijd en plaats gepubliceerd op de facultaire website (http://www. falw.vu.nl > Studenten). Ook worden de data en locaties gepubliceerd op internet (TIS: tisvu.vu.nl). TIS is het elektronische Gezondheidswetenschappen (BSc)
21
informatiesysteem waarmee studenten hun studieresultaten kunnen raadplegen en zich kunnen aanmelden voor tentamens en cursussen. Er zijn per studiejaar twee mogelijkheden voor schriftelijke tentamens per jaar: eenmaal direct na de cursus en eenmaal in de herkansingsperiode. Gedurende het jaar zijn er drie onderwijsvrije perioden waarin herkansingen zijn gepland: de kerstvakantie (de drie dagen vóór Kerstmis), begin juli (week 27 en 28), en eind augustus (week 34 en 35). Een herkansing wordt minimaal acht weken na de cursus gepland, in de eerstvolgende herkansingsperiode. Studenten die niet aan herkansingen deelnemen kunnen in deze periode vakantie opnemen 1.10.2
1.11 1.11.1
Roosterwijzigingen Door omstandigheden is het soms onvermijdelijk dat er, nadat een rooster in alle details is vastgelegd en bekendgemaakt, roosterwijzigingen worden doorgevoerd. Roosterwijzigingen worden meegedeeld via de cursusssites op Blackboard.
Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens Praktische regels ten aanzien van aanmelding Voor het aan- en afmelden van cursussen en tentamens binnen de opleidingen aan de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen wordt gebruik gemaakt van TIS. Hierbij gelden de volgende regels. Bachelorfase Alle studenten dienen zich voor alle cursussen en tentamens in te schrijven via TIS. Uitzonderingen hierop zijn de reguliere eerstejaars studenten. Zij zijn van september t/m november automatisch ingeschreven bij de betreffende studieonderdelen van het eerste jaar. Tijdens de Facultaire Introductie en een extra bijeenkomst in oktober zullen de studenten instructie krijgen in het gebruik van TIS. Voor de vakken die in december beginnen en daarna gelden dezelfde regels als voor alle andere studenten. Premasterfase Studenten die voorafgaande aan hun masteropleiding een premasterfase volgen dienen zich voor alle cursussen en tentamens in te schrijven via TIS. Zij zijn van september t/m november automatisch ingeschreven voor de betreffende studieonderdelen. Tijdens de Facultaire Introductie en een extra bijeenkomst in oktober zullen de studenten instructie krijgen in het gebruik van TIS. Voor de vakken die in december beginnen en daarna gelden dezelfde regels als voor alle andere studenten. Masterfase Alle studenten dienen zich voor alle cursussen en tentamens in te schrijven via TIS. Uitzonderingen hierop zijn de eerstejaars masterstudenten die nieuw aan de VU zijn. Zij worden van september t/m november automatisch ingeschreven bij de verplichte studieonderdelen van het eerste jaar. Alleen voor de studieonderdelen die niet verplicht zijn wordt intekening via Blackboard mogelijk gemaakt. Tijdens de Facultaire Introductie en een extra bijeenkomst in oktober zullen de studenten instructie krijgen in het gebruik van TIS. Voor de vakken die in december beginnen en daarna gelden dezelfde regels als voor alle andere studenten. Inschrijftermijnen
22
Gezondheidswetenschappen (BSc)
Voor alle studenten geldt dat inschrijving via TIS plaats kan vinden vanaf de maand juli voorafgaande aan het studiejaar voor de cursussen van het eerste semester en vanaf de maand november in een lopend studiejaar voor de cursussen van het tweede semester. Studenten dienen zich voor zowel de cursus als (indien relevant) het tentamen aan te melden. Inschrijven kan tot uiterlijk 6 weken voor de aanvang van een cursus en tot uiterlijk 1 week voor een tentamen. Een uitzondering hierop zijn een aantal onderdelen met veldwerken en excursies. Bij deze onderdelen moeten studenten zich eerder opgeven. Bij de cursusbeschrijvingen achter in de studiegids staat aangegeven of er een afwijkende aanmeldtermijn geldt voor het onderdeel. Wanneer, bijvoorbeeld door technische problemen, inschrijving of afmelding via TIS niet mogelijk is dient de student dit kenbaar te maken bij het studiesecretariaat. Hiervoor gelden echter dezelfde termijnen als bij elektronische opgave. Aanmelding voor de cursus geeft automatisch toegang tot de bijbehorende Blackboard website. Herkansers die niet aan een cursus deelnemen maar wel aan het bijbehorende tentamen geven zich alleen via TIS voor dat tentamen op, ook tot 1 week voor de tentamendatum. Afmelden Afmelden voor een cursus of tentamen kan uitsluitend via TIS tot 6 weken voor aanvang van de cursus, dan wel tot 1 week voor aanvang van een tentamen. Sancties Wanneer een student niet is ingeschreven via TIS wordt hij of zij alleen toegelaten tot de betreffende cursus of tentamen wanneer de faciliteiten dat toestaan. Bij een cursus met practicum of werkgroepen zal dat veelal niet mogelijk zijn omdat op basis van opgegeven aantallen groepsindelingen zijn gemaakt, student-assistenten zijn aangesteld en practicum materiaal is besteld. Toelating tot een cursus of tentamen nadat de inschrijftermijn is verlopen is ter beoordeling van het hoofd Onderwijsbureau, mevr. drs. K. Raaijmakers. Wanneer deelname nog wel mogelijk is wordt de student door het studiesecretariaat aan de deelnemerslijst toegevoegd. Wanneer een student aan een tentamen deelneemt zonder zich te hebben aangemeld, wordt het cijfer pas bekend gemaakt en geadministreerd na betaling van administratiekosten. Als een student die staat ingeschreven voor een tentamen niet deelneemt aan dit tentamen zonder zich te hebben afgemeld wordt het eindcijfer 1 ingevoerd. Een student heeft in het totaal vier kansen per cursus. Uitgebreide informatie over de TIS-procedure en de sancties zijn te vinden op de facultaire website http://www.falw.vu.nl > Studenten > Aanmelden voor vakken en tentamens. Overtekening en wachtlijsten Bij een aantal keuzecursussen is een maximaal aantal deelnemers vermeld (zie de beschrijvingen van de examenonderdelen achter in de studiegids). Hiervoor geldt dat wie het eerst komt, het eerst maalt. Wel wordt gecontroleerd op ingangseisen en aanmelding voor meer dan een vak. Indien het maximum aantal deelnemers bereikt is, wordt op het studiesecretariaat een wachtlijst aangemaakt. Minimaal aantal deelnemers Bij een beperkt aantal keuzecursussen is een minimaal aantal deelnemers vermeld (zie
Gezondheidswetenschappen (BSc)
23
de beschrijvingen van de examenonderdelen achter in de studiegids). Wanneer het minimum aantal deelnemers niet wordt gehaald zal de cursus geen doorgang vinden.
1.12
24
Regelingen met betrekking tot onderwijs en tentamens
1.12.1
Onderwijs- en examenregeling (OER) Voor elke opleiding binnen de faculteit bestaat een Onderwijs- en Examenregeling (OER) waarin formeel het onderwijsprogramma en de regelingen over het onderwijs en de examens zijn vastgelegd. Via het internet (http://www.falw.vu.nl > studenten > Reglementen > Onderwijs- en examenregelingen) de OER van elke opleiding te raadplegen en te downloaden. Indien er verschillen zouden bestaan tussen de OER en deze studiegids, geldt de regelgeving zoals beschreven in de OER.
1.12.2
Aan- en afmelding Voor het aan- en afmelden van tentamens binnen de opleidingen Levenswetenschappen wordt gebruik gemaakt van TIS. Zie de richtlijnen onder paragraaf 10 'Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens'.
1.12.3
Mondeling tentamen Het tentamen kan in sommige gevallen ook mondeling worden afgenomen, bijvoorbeeld wanneer er maar een beperkt aantal studenten aan een onderdeel deelneemt. De student en docent maken samen een afspraak over tijd en plaats, de datum ligt altijd rond de datum van het geplande schriftelijke tentamen.
1.12.4
Maximaal aantal pogingen Elk tentamen mag zonder voorafgaande toestemming van de examencommissie ten hoogste vier maal worden afgelegd. Wanneer het maximum van vier tentamens is bereikt, zonder dat het examenonderdeel met succes is afgerond, beoordeelt de examencommissie of en onder welke voorwaarden de kandidaat toelating krijgt tot een toekomstig tentamen. Een gemotiveerd verzoek tot toelating moet schriftelijk worden ingediend bij de examencommissie. Wanneer persoonlijke redenen ten grondslag liggen aan het verzoek wordt geadviseerd eerst langs de studieadviseur te gaan. De studieadviseur kan de situatie beoordelen en het verzoek eventueel laten vergezellen van een advies.
1.12.5
Aanpassing gehandicapte studenten Voor gehandicapte studenten wordt, op hun verzoek, gezocht naar mogelijkheden om de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun handicap aangepaste wijze af te leggen. Contactpersonen hiervoor is de studieadviseur.
1.12.6
Orde tijdens tentamen • De docent laat bij het tentamen de deelnemerslijst door de student paraferen; • De surveillant is gerechtigd de collegekaart te controleren; • Het is verplicht vóór de aanvang van het tentamen tassen, boeken, dictaten, elektronische communicatieapparatuur (zoals zaktelefoons) en dergelijke in een afgesloten tas te plaatsen in de gangpaden van de ruimte waar het tentamen wordt afgenomen, met uitzondering van die onderwijsmaterialen waarvan expliciet gemeld staat dat ze gebruikt mogen worden bij dat betreffende tentamen;
Gezondheidswetenschappen (BSc)
•
• • •
•
Het is niet toegestaan na aanvang van het officieel vastgelegde tijdstip de ruimte waar het tentamen wordt afgenomen te betreden. Kandidaten die te laat komen kunnen door de examinator of surveillant worden uitgesloten van deelname; Tijdens het tentamen is het dragen van kleding welke het gehele of het grootste deel van het gezicht bedekt niet toegestaan; Tijdens het tentamen is het nuttigen van drank en etenswaren in de regel niet toegestaan; Aanwijzingen van de examencommissie of examinator, die voor het begin van het examen of tentamen zijn gepubliceerd, en ook aanwijzingen die tijdens het tentamen en onmiddellijk na afloop daarvan gegeven worden, dienen door de examinandus te worden opgevolgd; Na afloop dienen zowel het tentamen als alle andere verstrekte papieren te worden ingeleverd.
1.12.7
Deeltoetsen Tentamengelegenheden staan aangegeven in het lesrooster. De examinator kan een tentamen splitsen in deeltoetsen. Een docent kan voor deeltoetsen specifieke regels bijvoorbeeld inzake hun weging hanteren, en dient deze van tevoren aan de studenten bekend te maken. Tijdens een herkansing wordt altijd de gelegenheid gegeven om het hele tentamen te doen. Dit betekent dat er voor deeltoetsen geen aparte tentamenmogelijkheid wordt gegeven en dat deeltoetsen van één vak altijd op hetzelfde toetsmoment samenvallen. Wel is het zo dat een docent kan bepalen dat er maar een van beide deeltoetsen herkanst hoeft te worden.
1.12.8
Fraude Fraude is een serieuze zaak. Er zijn verschillende vormen van fraude. Bij een tentamen spreken we van fraude bijvoorbeeld bij: spieken, overleg tussen deelnemers tijdens het tentamen, ongeoorloofd opzoeken van antwoorden (bijvoorbeeld via telefoon, spiekbriefjes, boek, etc.). Daarnaast is plagiaat is ook een vorm van fraude. Onder plagiaat valt bijvoorbeeld het overnemen van andermans schriftelijke teksten zonder bronvermelding of zonder duidelijk aan te geven welk deel zelf is geschreven en welk deel is gekopieerd. Een laatste voorbeeld van fraude is het vervalsen van documenten (diploma, getuigschrift, beoordelingformulier, etc.). Wanneer fraude wordt geconstateerd, wordt dit gemeld bij de examencommissie. De examencommissie onderzoekt de zaak en kan: • het tentamen laten vervallen; • de opdracht ongeldig verklaren • de betrokken student maximaal een jaar het recht ontnemen een of meer aan te wijzen tentamens of examens aan de universiteit af te leggen; • eventuele aanvullende sancties opleggen.
1.12.9
Uitslagen Een examenonderdeel is met voldoende resultaat afgelegd als het door de betreffende examinator op een schaal van 1,0 tot 10,0 is beoordeeld met een cijfer 6,0 of hoger. Eindbeoordelingen in het bereik van 5,0 en 6,0 zijn niet toegestaan en worden door de examinator in gehele punten vastgesteld. Wanneer een student een tentamen meer dan éénmaal aflegt, geldt het hoogste cijfer. Bekendmaking van uitslagen van schriftelijke tentamens
Gezondheidswetenschappen (BSc)
25
Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 21 dagen na afloop van een schriftelijk tentamen, wordt de uitslag vastgesteld door de examencommissie c.q. examinator. Het studiesecretariaat verwerkt de uitslagen tot een uitslagenlijst zonder persoonskenmerken (alleen studentnummers) en hangt deze lijst op het mededelingenbord in de C-1- gang bij het studiesecretariaat. Na verwerking worden de cijfers ook bekendgemaakt via TIS. Er worden geen aparte tentamenbriefjes per student verstrekt. Bekendmaking van uitslagen van mondelinge tentamens De uitslag van mondelinge tentamens is direct na afloop van het tentamen bekend. De docent vult het tentamenbriefje in dat de student heeft meegenomen en houdt zelf een doorslag. De student levert het briefje vervolgens in bij het studiesecretariaat en houdt ook zelf een doorslag. Cijfers stages en scripties Na afronding van stages en scripties worden deze beoordeeld conform het beoordelingsformulier. De formulieren zijn te downloaden van de facultaire website (http://www.vu.nl > Studenten > Reglementen en kwaliteit > Stage- en scriptieregelingen ). Alleen wanneer het beoordelingsformulier volledig is ingevuld en getekend en tezamen met een kopie van het verslag wordt ingeleverd, wordt het cijfer geregistreerd. Inzagerecht De student wordt na het bekend worden van de tentamenuitslag inzage gegeven in het beoordeelde werk en in de gestelde vragen c.q. de gegeven opdrachten. Sommige docenten stellen daarvoor een spreekuur in. Andere docenten organiseren daarvoor een speciale (centrale) bijeenkomst; deze wordt aangekondigd via de uitslagenlijst of via de Blackboardsite van de cursus. Voor meer informatie over regelingen met betrekking tot uitslagen wordt verwezen naar de Onderwijs- en examenregeling. 1.12.10
Vrijstellingen Studenten die menen wegens een eerdere opleiding in aanmerking te komen voor een vrijstelling van een verplicht vak, kunnen zich schriftelijk met een gemotiveerd verzoek wenden tot de examencommissie. De aanvragers dienen informatie te kunnen overhandigen over de inhoud, studielast en het niveau van het vak op grond waarvan vrijstelling wordt gevraagd en over de instelling waar dit vak is bestudeerd. Studenten wordt met klem geadviseerd eerst langs de studieadviseur te gaan. De studieadviseur kan bekijken of de aanvraag reëel is en de aanvraag vergezellen van een advies. De examencommissie zal zelf advies inwinnen bij de contactdocent. Zie voor adressen en contactpersonen van de verschillende examencommissies, de paragraaf ‘Examencommissies’
1.12.11
Stage- en Scriptieregeling In het derde jaar van de bachelor doen studenten een bachelorstage. De stage moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moeten er twee docenten zijn die de student begeleiden, het onderwerp moet passen binnen de opleiding, de stage moet een vastgestelde lengte hebben, etc. Alle voorwaarden zijn opgenomen in de 'Stage- en Scriptieregeling' die betrekking heeft op alle stages en scripties van de bachelor- en
26
Gezondheidswetenschappen (BSc)
masteropleidingen binnen de Levenswetenschappen. De bachelorstage moet worden aangemeld en uiteindelijk beoordeeld via speciale formulieren Deze formulieren zijn samen met de stage- en scriptieregeling te downloaden via www.falw.vu.nl > Studenten> Reglementen en kwaliteit > Stage- en scriptieregelingen . Ingevulde formulieren moeten worden ingeleverd bij de stagecoördinator. Voor studenten is er ook een bachelorstagehandleiding opgezet. In de bachelorstagehandleiding staat een samenvatting van de regels en de gang van zaken deze stage. De bachelorstagehandleiding staat in de volgende paragraaf. 1.12.12
1.13
Veiligheids- en milieuvoorschriften In verband met de veiligheid is het verplicht om tijdens practica een witte jas en, in een aantal gevallen, een veiligheidsbril te dragen. Informatie over veiligheid is te vinden op http://www.falw.vu.nl >Studenten>Bacheloropleiding>Info alle opleidingen. Hier staan onder andere de veiligheids- en milieuvoorschriften voor practica. Daarnaast is er een handboek afvalstoffen opgesteld voor alle medewerkers en studenten. Via een stoffenlijst, afvalinformatiebladen en een overzicht van locaties wordt de beoogde afvalinzameling inzichtelijk gemaakt. De digitale versie kan geraadpleegd worden op het internet: http://www.vu.nl/arbo-enmilieu/pdfen/HandboekAfvalstoffen.pdf. De veiligheid op laboratoria wordt nauwlettend in de gaten gehouden door de facultaire Commissie voor Veiligheid en Milieu.
Studiebegeleiding en studievoortgang
1.13.1
Studieadviseur De studieadviseur verstrekt nadere informatie over de diverse studieprogramma’s binnen de opleiding, individuele vrijstellingsregelingen en speciale studieregelingen, geeft loopbaanvoorlichting, helpt studenten bij het opstellen van studieplannen en de keuze van vakkencombinaties. De studieadviseur adviseert de examencommissie over de studieprogramma's van individuele studenten. Daarnaast biedt de studieadviseur hulp bij studieproblemen en studievertraging. Zo nodig wordt doorverwezen naar andere instanties binnen de VU, zoals studentendecanen, studentenpsychologen of naar cursussen van het Onderwijscentrum-VU of het Centrum voor Studie en Loopbaan. De studieadviseur voor de bachelor- , premaster- en masterstudenten Algemene gezondheidswetenschappen is mevr. drs. M. Teeuwen, kamer C-132, tel. (020) 598 6987, e-mail
[email protected]. Zij heeft spreekuur op dinsdag en donderdag van 12:00-14:00. Buiten deze tijden uitsluitend volgens afspraak.
1.13.2
Studentendecanen en studentenpsychologen De studieadviseur kan helpen bij studieproblemen of adviseren bij studievertraging. Zo nodig verwijst de studieadviseur naar andere instanties, zoals de studentendecanen of de studentenpsychologen aan de VU. Drs. H. Boswijk, tel. (020) 598 5020, e-mail:
[email protected] is de studentendecaan voor de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen
1.13.3
Studievoortgang Met behulp van TIS is het voor iedere student mogelijk om gedurende het gehele jaar zelf de studievoortgang te controleren. Overzichten op papier worden om die reden
Gezondheidswetenschappen (BSc)
27
niet langer automatisch door de faculteit via de reguliere post naar de studieadressen verstuurd. Het is raadzaam met enige regelmaat te controleren: • hoe je studievoortgang er voor staat • of er mogelijk een verkeerd cijfer is geregistreerd • of een cijfer niet is geregistreerd • of je bijvoorbeeld nog niet de administratiekosten betaald hebt na te laat of verzuimd aanmelden voor tentamens. Indien je vermoedt dat er dingen niet kloppen, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met het studiesecretariaat. De examencommissie stelt zich met enige regelmaat van de studievoortgang op de hoogte, bijvoorbeeld in geval van controle op toelatingseisen met betrekking tot veldwerken of andere studieonderdelen, toelating tot tweedejaars of derdejaars bacheloronderwijs, of toelating tot masteronderwijs. Daarnaast houdt ook de studieadviseur de studievoortgang van de eerstejaars studenten in de gaten. Namens het college van bestuur en de examencommissie geeft de studieadviseur aan het eind van het studiejaar een (niet)bindend studieadvies aan de eerstejaars. Dit advies is gebaseerd op de studievoortgang. De student heeft ook een eigen verantwoordelijkheid in bijhouden van zijn voortgang en het ondernemen van actie wanneer vertraging dreigt op te treden. Bijvoorbeeld als dit betekent dat er een wijziging van een examenprogramma nodig is. Studieadvies in het eerste jaar In januari worden alle eerstejaars studenten met alarmerende resulaten opgeroepen voor een gesprek over de studievoortgang. Daarnaast stuurt de studieadviseur in het eerste jaar een schriftelijk studieadvies. Dit advies wordt uitgegeven omstreeks juni. De studieadviseur roept degenen met slechte studieresultaten op voor een gesprek.
1.14 1.14.1
Studentenvoorzieningen Studiesecretariaat Aard- & Levenswetenschappen Het studiesecretariaat Aard- en Levenswetenschappen is een onderdeel van het Onderwijsbureau FALW. Het studiesecretariaat is gevestigd in kamer C 118, Adres: De Boelelaan 1085, 1081 HV Amsterdam, tel. (020) 598 47010 of (020) 598 6939, e-mail:
[email protected]. Het studiesecretariaat is geopend op maandag t/m vrijdag van 10:00 - 13:00 uur. Alleen tijdens openingstijden kunnen studenten terecht voor examenaanvragen, vragen omtrent hun resultaten, diploma’s en aanmeldingen voor vakken en tentamens. Voor het afgeven van cijferbriefjes en verslagen kan ook gebruik gemaakt worden van de postbus naast de ingang van het studiesecretariaat. Om studenten adequaat van op hun persoon afgestemde informatie te kunnen voorzien maakt het studiesecretariaat gebruik van de persoonlijke informatie in het studentenadministratiesysteem van de VU. Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van de juiste persoonlijke informatie. Adreswijziging, verandering in de burgerlijke staat, verandering of beëindiging van de inschrijving, langdurige studieonderbreking en dergelijke moeten studenten zo snel mogelijk doorgeven aan de afdeling Studentenadministratie en Studentenbalie in het VU hoofdgebouw. Het studiesecretariaat stuurt studenten met enige regelmaat belangrijke informatie omtrent de studie. Dit wordt verzonden via de e-mailadressen die aan de studenten
28
Gezondheidswetenschappen (BSc)
verstrekt zijn vanuit de VU. Om deze reden is van groot belang dat studenten regelmatig hun post op hun universitaire e-mail account checken. 1.14.2
Computerfaciliteiten Studentenportal mijn.vu.nl De VU-portal is je persoonlijke ‘toegangsdeur’ tot alles wat je nodig hebt voor je studie. De inhoud van de portal is helemaal op jou toegesneden zodra je inlogt. Zo heb je direct toegang tot je e-mail, Blackboard-berichten, faculteitsnieuws en tentamencijfers. Ook kun je zelf handige groepsruimten aanmaken voor projectgroepen, zodat je bijvoorbeeld centraal aan documenten kunt werken. Op de portal is ook een eigen ‘marktplaats’ waar je zelf vraag- en aanbodadvertenties kunt plaatsen. Je kunt de portal helemaal naar je eigen informatiebehoefte aanpassen: jij bepaalt hoe bepaalde elementen in de layout getoond worden. Ook kun je je eigen RSS-feeds instellen, zodat je ook op de hoogte blijft van andere websites die jou interesseren. Inloggen met vu-net-id Je kunt altijd en overal bij de mijn.vu.nl portal, via internet. Je logt in met je vu-netid. Je vu-net-id is je persoonlijke loginnaam van de VU. Met deze loginnaam krijg je toegang tot vele VU services, systemen en websites. Als je je als student aanmeldt op de VU, ontvang je thuis een brief met je persoonlijke vu-net-id. Ben je je vu-net-id kwijt of heb je geen brief ontvangen, dan kun je bij de Centrale Studentenbalie langsgaan in het Hoofdgebouw (0A-11). Neem je studentenkaart of paspoort mee! Neem zelf eens een kijkje op de studentenportal: http://mijn.vu.nl. Meer informatie over de portal en over je vu-net-id vind je op http://www.digidesk.vu.nl. Computerzalen Studenten kunnen hun VU-net-id gebruiken om in te loggen in de computerzalen van de faculteit. De computer zalen zijn te vinden op de volgende locaties: T-404, T-422, T-437, T-438, T-468, U-431, F-229, F-153 en F-401. De computerzalen zijn geopend op werkdagen van 8 uur ‘s ochtends tot 9 uur ‘s avonds. Campus beveiliging is verantwoordelijk voor het openen en sluiten van de computerzalen. Indien computerzalen niet beschikbaar zijn voor algemeen gebruik zal dit op de deur aangegeven worden. Print faciliteiten worden aangeboden door middel van multi-functionals. Hiervoor moet betaald worden met chipknip. Helpdesk Meer informatie over computers, netwerk, applicaties en meer is te vinden op de helpdesk website via www.falw.vu/helpdesk. Bij eventuele problemen kan er contact opgenomen worden met de helpdesk. De helpdesk is te vinden in kamer F-222 (email
[email protected], telefoon 020 5987040) geopend op werkdagen van 9 uur ‘s ochtends tot 5 uur ‘s middags. Op de website van de helpdesk zijn diverse handleidingen en instructies te vinden.
Gezondheidswetenschappen (BSc)
29
Printbeleid Alle studenten die bij FALW een bachelor- of (pre)masteropleiding volgen als hoofdstudie, en ingeschreven zijn voor deze studie op 1 oktober 2008, krijgen jaarlijks een tegemoetkoming van de faculteit om te printen. Hiertoe wordt begin november een chipknip, geladen met 23 euro, verzonden naar het studieadres van elke student. Deze chipknip is te gebruiken op de multifunctionals in het W&N gebouw. Om de zending van de chipknips goed laten verlopen, is het van belang dat het studieadres in de administratie correct is. Eventuele adreswijzigingen kunnen worden doorgegeven aan de Centrale Studentenadministratie in het hoofdgebouw van de VU. Alle studenten die bij FALW een bachelor- of (pre)masteropleiding volgen als hoofdstudie, en ingeschreven zijn voor deze studie op 1 oktober 2008, krijgen jaarlijks een tegemoetkoming van de faculteit om te printen. Hiertoe wordt begin november een chipknip, geladen met 23 euro, verzonden naar het studieadres van elke student. Deze chipknip is te gebruiken op de multifunctionals in het W&N gebouw. Om de zending van de chipknips goed laten verlopen, is het van belang dat het studieadres in de administratie correct is. Eventuele adreswijzigingen kunnen worden doorgegeven aan de Centrale Studentenadministratie in het hoofdgebouw van de VU. 1.14.3
Blackboard Blackboard is de digitale leeromgeving van de VU. Een digitale leeromgeving is een internetprogramma waarmee snel en eenvoudig cursuswebsites kunnen worden gemaakt. Blackboard bevat een groot aantal cursuswebsites (of cursussen) die de docenten gemaakt hebben ter ondersteuning van hun vak. In een Blackboard cursus kunnen studenten informatie over het vak vinden, bijvoorbeeld de studiehandleiding, het rooster en actuele mededelingen. Een cursus bevat vaak ook het studiemateriaal, zoals de collegesheets, literatuur en (links naar) achtergrondinformatie. Daarnaast kan een cursus interactieve onderdelen bevatten, bijvoorbeeld discussieforums, opdrachten, voortgangstoetsen en omgevingen voor groepen. Welke mogelijkheden een cursus precies biedt, is afhankelijk van de manier waarop de docent de cursus heeft ingericht. Naast cursussen bevat Blackboard ook een aantal communities (of organizations) voor het uitwisselen van informatie en documentatie. Communities zijn meestal vakoverstijgend. Blackboardcontactpersoon: Karin van der Wilt. Helpdesk Blackboard: ma-do 11.00 – 13.00, kamer F114, email:
[email protected]. Meer informatie over Blackboard: http://digidesk.vu.nl
1.14.4
30
Boek- en syllabusverkoop De studieboeken en syllabi die nodig zijn voor het volgen van cursussen staan vermeld bij de cursusbeschrijvingen en in de literatuurlijst. Voor de cursussen binnen de Levenswetenschappen worden de gemeenschappelijke boekbestellingen geregeld door de Commissaris Onderwijs van de faculteitsvereniging Gyrinus natans. De studenten kunnen de studieboeken met korting (tot 15%) kopen. Voor informatie over bestellingen kan men terecht bij de vereniging (e-mail:
[email protected] ). De Commissaris Onderwijs neemt zelf contact op met de groepen die boeken nodig hebben, onder meer via de studenten mailinglist (e-mail aan alle studenten). Er wordt
Gezondheidswetenschappen (BSc)
eens in de paar maanden een boekverkoop georganiseerd. Ook zal er waarschijnlijk het komende studiejaar een internetboekverkoop georganiseerd worden. Studenten kunnen ook zelf hun boeken kopen bij de boekhandel, maar zij krijgen dan geen korting. VU Boekhandel in het hoofdgebouw: (020) 6444355 e-mail:
[email protected]. Openingstijden van de boekhandel: maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 19.00 uur en zaterdag van 10.00 tot 15.30 uur. Syllabi worden bij aanvang van het desbetreffende onderwijs verkocht in de VUboekhandel (soms ook in de college- of practicumzaal). In het cursusrooster of op de blackboardsite van de cursus zal worden aangegeven wanneer en waar syllabi worden verkocht. 1.14.5
Bibliotheek De Universiteitsbibliotheek biedt gedrukte en online literatuur voor studenten in de Aard en Levenswetenschappen. Bezoekadres Openingstijden Faciliteiten Telefoon Mail Web
De Boelelaan 1105, Hoofdgebouw: 2e en 3e etage. Naslagwerken op de 4e etage. ma-do 9-21, vr 9-17 en za 1015.30. 173 studieplaatsen zonder pc en 44 pc-raadpleegplekken (020) 59 85200 Digitale balie www.ubvu.vu.nl > vakgebieden Aard- en Levenswetenschappen en Exacte wetenschappen
De collectie De collectie is onderverdeeld in de vakgebieden Aardwetenschappen, Biologie en Milieukunde. Daarnaast zijn er interdisciplinaire collectieonderdelen die op de website bij Bètawetenschappen Algemeen staan. Voor de Biomedische wetenschappen en Gezondheidswetenschappen is ook de collectie van de Medische Bibliotheek van groot belang. Info: Geneeskunde Van de verplichte tentamenliteratuur wordt in principe één gedrukt exemplaar per boektitel aangeschaft. In de Medische Bibliotheek kunnen het meerdere exemplaren zijn. Elektronische versies hebben de voorkeur. Boeken in de collectie kunnen worden opgezocht met behulp van de catalogus (of Picarta). • Boeken die gepubliceerd of minstens twee maal uitgeleend zijn sinds het jaar 2000, staan in open opstelling op de 2e etage in voor de Bètawetenschappen bestemde kasten.Ze kunnen dan indien aanwezig of niet gereserveerd direct worden geleend aan de balie. Er wordt gewerkt aan de ontwikkeling van zelfservice bij de uitlening. • Oudere en minder vaak uitgeleende boeken staan in depot en kunnen via catalogus gereserveerd worden en bij de balie opgehaald. Info: Reserveren
Gezondheidswetenschappen (BSc)
31
Tijdschriften in de collectie kunnen worden opgezocht met behulp van de catalogus of Picarta. • Electronische tijdschriften kunnen in het algemeen het makkelijkst worden gevonden via de e-Journallijst op de homepage van de bibliotheek. • Voor de Aard en Levenswetenschappen zijn er weinig gedrukte tijdschriften meer in abonnement. Indien nog aanwezig, staan ze open opgesteld op de 3e etage met maximaal 11 oudere jaargangen.Geen uitlening mogelijk. Er kunnen wel fotokopieën worden gemaakt. Info: Kopieren • Alle overige oudere gedrukte jaargangen van de Bètatijdschriften staan in depot. Kopieën van artikelen uit die jaargangen kunnen gratis worden opgevraagd. Info: Depot Tijdschriftartikelen kunnen worden opgespoord met behulp van bibliografieën. De belangrijke bibliografieën voor de Aard- en Levenswetenschappen op de website van de bibliotheek onder e-Resources zijn: • GeoRef • Picarta • PubMed • Web of Science Meer specifiek Medische bestanden : • E-resources Medisch In Metasearch kan men meerdere online bibliografieën tegelijk doorzoeken en kan men met My Space, na identificatie met VU-Net-id, online een persoonlijke bibliotheekomgeving inrichten. Cursussen & instructies De Bètabibliotheek biedt de Webcursus Informatievaardigheden Niveau A – Overige studierichtingen aan als algemene introductie in het zoeken naar wetenschappelijke literatuur. Hierop kan worden voortgebouwd met de Webcursus Informatievaardigheden Niveau B (FEW Wiskunde). Deze moet nog verder worden ontwikkeldvoor andere Bèta studierichtingen. 1.14.6
32
Studiekosten De inschrijving aan de VU is niet afhankelijk van enige andere financiële bijdrage dan het collegegeld of het examengeld. De kosten van studiebenodigdheden voor eigen gebruik, zoals boeken, materialen en practicumbenodigdheden ten behoeve van het onderwijs en de tentamens van de opleiding zijn voor rekening van de student of de extraneus. Deze studiekosten bedragen jaarlijks ongeveer 650 euro: • boeken en/of syllabi (verplichte en aanbevolen); • handleidingen e.d.; • witte jas; • snijsetje (alleen voor de opleidingen Biologie en Biomedische wetenschappen); • WA- en ongevallenverzekering. Voor de materiële zaken geldt dat ze pas na informatie door de betreffende docenten moeten worden aangeschaft om miskopen te voorkomen. Meestal is er een gezamenlijke inkoop met aanmerkelijke prijsvoordelen via de boekverkoop van de studentenvereniging Gyrinus natans. Labjassen kunnen ook bij Gyrinus natans
Gezondheidswetenschappen (BSc)
gekocht worden voor 23 euro. Een eigen computer is onmisbaar, zeker voor het schrijven van verslagen. Een microscoop hoeft niet te worden aangeschaft. Excursies en stages De algemene richtlijnen betreffende subsidie voor studenten die zijn ingeschreven voor verplichte veldwerken en/of excursies aan de VU zijn als volgt: De reiskosten worden gesubsidieerd tot maximaal 50% van de kosten (soms tot maximaal 70%). De verblijfkosten worden voor 50% gesubsidieerd tot een maximum van 9 euro per dag. Reis- en verblijfkosten in het kader van stages binnen de faculteiten Aard- en Levenswetenschappen en Geneeskunde worden door de desbetreffende afdeling of vakgroep vergoed. Reis- en verblijfkosten ten behoeve van geheel externe stages worden niet vergoed. 1.14.7
Uitwisseling en internationalisering Studeren in het buitenland is aantrekkelijk. Om te beginnen zal het je curriculum vitae sieren en de kansen op de arbeidsmarkt ongetwijfeld vergroten. De kennismaking met een ander land en met een andere cultuur, een ander studentenleven en een ander onderwijssysteem zal je een andere invalshoek aanreiken op de Nederlandse gewoonten. Voor veel studenten betekent een buitenlands verblijf ook een persoonlijke groei: je moet op eigen kracht varen in een vreemd land en alles wat je wilt maar geregeld zien te krijgen. Wanneer je hebt besloten een gedeelte van je studie aan een buitenlandse onderwijsinstelling of organisatie door te brengen, kun je gebruik maken van de bestaande uitwisselingprogramma’s, zoals het SocratesErasmus voor verblijf binnen Europa, GLOBE voor buiten Europa, of het ISEP programma voor de V.S. De ervaring leert dat je minimaal een jaar van tevoren met de voorbereidingen voor een buitenlands studieverblijf moet starten. Informatie over beurzen, programma’s en andere zaken waarop je moet letten, zoals goedkeuring van de examencommissie voor de onderdelen die je in het buitenland gaat volgen, wordt gegeven door de contactpersonen internationalisering van de faculteit, mw. drs. E. Salomé-Munnik en drs. E.Meijerink. Zij zijn bereikbaar per email:
[email protected] voor informatie of voor het maken van een afspraak. Je kunt dan ook een overzicht krijgen van alle universiteiten waarmee FALW uitwisselingsovereenkomsten heeft en hoeveel studentenplaatsen er voor VU studenten beschikbaar zijn. Daarnaast wordt informatie verstrekt door het Informatiecentrum naast het servicepunt in het hoofdgebouw van de VU en via de VU website www.vu.nl > studenten > internationaal.
1.14.8
Informatievoorziening en voorlichting Informatiemedia • Studenten e-mail: Alle studenten krijgen een internetaccount van de VU. Via de email wordt geselecteerde informatie toegezonden. Het is belangrijk voor studenten om hun e-mail regelmatig te checken voor individuele of algemene studie-informatie. Algemene informatie wordt meestal via de mailinglist naar de studenten gestuurd. • Website: De facultaire website http://www.falw.vu.nl geeft veel informatie over alles wat er in de faculteit gebeurt. Specifieke informatie voor studenten is te vinden onder de link 'studenten'. Ook deze studiegids is er geactualiseerd te raadplegen. • Correcties en mededelingen: Mededelingen over aanvullingen en/of wijzigingen van de gegevens in deze studiegids en correcties op college- en/of
Gezondheidswetenschappen (BSc)
33
tentamenroosters worden via zoveel mogelijk kanalen bekendgemaakt: via een mailing naar alle studenten e-mail adressen, de facultaire internetsite en de blackboardsite van de cursus. Studentenvoorlichting Op verschillende momenten tijdens de opleiding worden voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd door de studieadviseurs en master- en programmacoördinatoren. Tijdens deze bijeenkomsten wordt informatie gegeven over onderwerpen die op dat moment van belang zijn voor de student. De bijeenkomsten worden aangekondigd via het publicatiebord in de C-1- gang bij het studiesecretariaat en via de cursusroosters op blackboard. Daarnaast wordt de voor studenten relevante informatie via de e-mail onder de aandacht gebracht. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de vaste voorlichtingsbijeenkomsten. De definitieve data worden in overleg met de cursusleider gepland en zullen zo veel mogelijk aansluitend zijn op het lopende onderwijs. Voorlichtingsagenda
september
januari februari
juni
februari
1.14.9
34
Kennismaking studieadviseur Voorlichting alle studenten omtrent de taken van de studieadviseur en aandacht voor de actoren op facultair en centraal niveau, waar de student terecht kan voor hulp, begeleiding of vragen. Studievoortgang Voorlichting eerstejaars bachelorstudenten over het pre-advies en beëindigen van studie vóór 1 februari. Mastervoorlichting Voorlichting voor derdejaars bachelorstudenten over de masteropleidingen en differentiaties. Voorlichting aan derdejaars bachelor studenten omtrent de procedures rond inschrijving in de masteropleidingen. Studieadvies en informatie tweede jaar Voorlichting eerstejaars bachelor studenten over het (nietbindende) studieadvies en het curriculum van het tweede studiejaar. Keuzevakken en bachelorstage derde jaar Voorlichting tweedejaars bachelor studenten omtrent de keuzevakken en bachelorstage in het derde jaar.
Studentenorganisaties Gyrinus natans Gyrinus natans, de studievereniging van de opleidingen Levenswetenschappen, is in 1953 opgericht om elkaar te helpen studeren, studenten voor te bereiden op de arbeidsmarkt waarin zij na hun afstuderen terecht zullen komen en natuurlijk niet te vergeten voor de gezelligheid tijdens en na de studieperiode. Gyrinus natans is een vereniging die bestaat uit studenten en medewerkers. De vereniging kent 15 commissies. Het Alcoholaat verzorgt twee keer per week, op woensdag (met maaltijd) en vrijdag, een borrel in ons eigen café 'De Tegenstelling' en borrels voor afgestudeerden en gepromoveerden. Bovendien wordt er regelmatig een themaborrel gehouden in de Stelling. De Feestcie organiseert meerdere feesten binnen en buiten de VU, soms in samenwerking met andere verenigingen. Ook zijn er meerdere kampen per jaar, verzorgd door de Kampcie. Verder zijn er jaarlijks terugkerende activiteiten zoals de Filmnacht, Mosselmaaltijd en de boekverkopen waarmee leden tegen korting studieboeken kunnen aanschaffen. Verder is er nog de Excurcie die leuke uitjes organiseert. Omdat Gyrinus toch een studievereniging is, is Gezondheidswetenschappen (BSc)
er de Onderwijscie die onderwijsgerelateerde activiteiten verzorgt en zich bezig houdt met de kwaliteit van het onderwijs. Gyrinus biedt door het gevarieerde aanbod van activiteiten aan iedereen de ruimte en zorgt er zo voor dat een bonte verzameling van mensen samenwerkt en één en hetzelfde doel nastreeft: gezelligheid. Meer hierover is te lezen op de webpagina: http://www.gyrinus.nl/. Het lidmaatschap dat korting geeft op Gyrinusactiviteiten, bedraagt slechts 5 euro. Voor inlichtingen, e-mail (
[email protected]) of kom langs in de Gyrinuskamer, C-153. Salus Salus is de Studievereniging Gezondheidswetenschappen aan de VU. Het idee voor een eigen studievereniging is in 2006 ontstaan nadat bleek dat vele studenten iets misten bij hun studie: een studievereniging speciaal voor Gezondheidswetenschappers! De algemene ambitie van Salus is om een volwaardige studievereniging te zijn voor de studenten van Gezondheidswetenschappen. Dit betekent dat Salus er is om de studenten studiegerelateerde activiteiten aan te bieden en zo de studenten betrokken te laten zijn bij de opleiding. Ook heeft Salus zich tot doel gesteld de studenten te ondersteunen en op weg te helpen om hun ambities tot uiting te laten komen. Salus heeft verschillende commissies. Deze commissies organiseren allerlei activiteiten zoals een jaarlijkse carrièredag, een studiereis, een interessante excursie of lezing, een gezellig feestje, het uitbrengen van een tijdschrift, enzovoort. Wil je meer weten? Kijk dan op: www.salusvu.nl. Mailen kan natuurlijk ook altijd:
[email protected]. Anguilla Anguilla is de Studievereniging voor alle studenten Gezondheid & leven aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Wij zijn een jonge studie en dus ook een jonge vereniging. De studie Gezondheid & leven is officieel gestart in Zwolle en daar is dan ook op 23 maart 2006 de Studievereniging Anguilla opgericht. Inmiddels is de studie alleen nog in Amsterdam te volgen, dus vandaar dat Anguilla nu volop draait in deze gezellige studentenstad. Het doel van Anguilla is om alle Gezondheid & leven studenten een gezellige studententijd te bezorgen. Naast studiegerelateerde uitjes, worden er ook gezellige borrels, feestjes en weekenden georganiseerd. Elke tweede dinsdag van de maand hebben we een vaste borrel, de locatie hiervan wisselt, dus houd ons goed in de gaten! Naast alle gezellige uitstapjes, kun je bij Anguilla ook je studieboeken met 10-15% korting kopen. Anguilla is door en voor studenten, dus bij vragen zullen wij er voor je zijn! Nieuwsgierig geworden? Neem dan gerust een kijkje op onze website… www.anguilla.vu Facultaire Studentenraad De Facultaire Studentenraad (fSr) Aard- en Levenswetenschappen vertegenwoordigt de studenten. De fSr is een belangrijk inspraakorgaan van onze faculteit, gevormd voor en door studenten. Zij heeft direct contact met instanties als het faculteitsbestuur, opleidingscommissies en examencommissies. De fSr is te vinden in M-112 of op internet via www.falw.vu.nl > Studenten > Studentenorganisaties > fSr. Daarnaast heeft de fSr een eigen blackboard community. E-mailen kan naar
[email protected]
Gezondheidswetenschappen (BSc)
35
1.15 1.15.1
Examencommissie Examencommissie Het faculteitsbestuur heeft voor de opleidingen een examencommissie ingesteld. De examencommissie: • wijst examinatoren aan en kan aan hen richtlijnen geven m.b.t. de beoordeling van tentamens; • stelt de regels vast m.b.t. de goede gang van zaken bij tentamens en examens; • stelt de uitslag van de examens vast; • beoordeelt examenprogramma’s van studenten die om welke reden dan ook afwijken van de examenprogramma’s zoals die zijn opgenomen in de OERen; • beoordeelt aanvragen voor vrijstellingen, deelname aan onderwijs en tentamens; • onderzoekt meldingen van fraude en legt indien nodig sancties op. Alvorens een besluit te nemen wint de examencommissie veelal informatie en advies in bij de studieadviseur, mastercoördinatoren, programmacoördinatoren, docenten en studentendecanen. Studenten wordt geadviseerd om voordat zij een verzoek indienen bij de examencommissie eerst de studieadviseur, de mastercoördinator of programmacoördinator te consulteren om te bezien of hun aanvraag kans van slagen heeft en/of hun aanvraag te kunnen onderbouwen met een studieplan. Correspondentie naar de examencommissie kan gericht worden aan de ambtelijk secretaris. De commissies vergaderen gemiddeld eens in de 4-6 weken. Voor meer informatie over de verschillende procedures bij aanvragen voor de examencommissie wordt verwezen naar de paragrafen 'Regelingen met betrekking tot het onderwijs en de tentamens' (paragraaf 11) en 'Praktische regelingen ten aanzien van het bachelorexamen' (paragraaf 15). De examencommissies voor de bachelor en master Algemene gezondheidswetenschappen heeft de volgende samenstelling: • dr. I. Steenhuis • mr.dr. B.J.M. Fredriks • dr. M. Campos Ponce Het correspondentie adres voor de examencommissie is: Examencommissie Algemene gezondheidswetenschappen, Faculteit ALW, Vrije Universiteit, t.a.v. M.N.C.Th. Wolters, ambtelijk secretaris, De Boelelaan 1083, 1081 HV Amsterdam, e-mail:
[email protected]. Het wordt studenten aangeraden om eerst bij de studieadviseur informatie in te winnen over de eventuele haalbaarheid van het verzoek aan de examencommissie.
1.15.2
36
Recht van beroep Tegen de beslissingen van de examencommissie of examinatoren of tegen behandeling tijdens het afleggen van tentamens, waardoor men in zijn belang meent te zijn getroffen, is tot dertig dagen na bekendmaking van de uitslag schriftelijk beroep mogelijk bij het College van Beroep voor de Examens, c/o College van Bestuur, Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105, 1081 HV, Amsterdam. Verder wordt verwezen naar het Studentenstatuut VU, meer informatie hierover is te verkrijgen bij het Centrum voor Studie en Loopbaan.
Gezondheidswetenschappen (BSc)
1.16
Kwaliteitsbewaking
1.16.1
Onderwijsdirecteur De opleiding Biomedische wetenschappen valt onder de School of Life Sciences. Deze School staat onder leiding van een onderwijsdirecteur. De onderwijsdirecteur adviseert het faculteitsbestuur omtrent het te voeren onderwijsbeleid en houdt toezicht op de kwaliteitszorg. De onderwijsdirecteur wordt daarin geholpen door de opleidingscommissie
1.16.2
Opleidingscommissie Elke opleiding heeft een opleidingscommissie. In de opleidingscommissie zitten een gelijk aantal stafleden en studentleden; in beginsel is elke student van een opleiding benoembaar in de opleidingscommissie van die opleiding. De opleidingscommissie heeft tot taak: • Adviseren over het onderwijs, de inhoud van het programma en de afstemming van de diverse onderdelen; • Het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de Onderwijs- en Examenregeling; • Het bewaken van de kwaliteit en de organisatie van het onderwijs.
1.16.3
Onderwijsevaluatie Studenten hebben een belangrijke rol in de beoordeling van de onderwijskwaliteit. Zij geven op onderdeelniveau een oordeel over het door hen gevolgde onderwijs middels standaard evaluatieformulieren van het VU Onderwijscentrum. Deze evaluaties vinden regelmatig plaats. Ook voert de onderwijsdirecteur overleg met jaarvertegenwoordigers. Dit zijn studenten uit de verschillende studiejaren van de opleiding die de opleidingsdirecteur informeren over de onderwijskwaliteit in hun studiejaar.
1.17
Praktische regelingen ten aanzien van het bachelorexamen
1.17.1
Bachelorexamen De opleidingen worden afgesloten met het examen. Het examenprogramma wordt per studiejaar beschreven in de studiegids en is officieel vastgelegd in de OER. Om te slagen voor het bachelorexamen moeten alle examenonderdelen met succes zijn afgerond. Het bachelorexamen kan een aantal malen per jaar worden afgelegd. Met het afleggen van het examen wordt bedoeld: het door de examencommissie laten vaststellen dat voldaan is aan alle exameneisen (alle vakken gehaald). De examendata zijn de data van de vergaderingen van de examencommissie. De buluitreiking volgt altijd later.
1.17.2
Goedkeuring vakkenpakket Uiterlijk twee maanden voor de gewenste examendatum dient de student een aanvraag tot goedkeuring van het vakkenpakket in. De procedure hiervoor verloopt aldus: • De student haalt bij het studiesecretariaat een officiële uitdraai van zijn/haar cijferlijst • De student levert de officiële uitdraai van de cijferlijst en een overzicht van zijn/haar (volgens de OER) vastgestelde vakkenpakket, ter goedkeuring in bij de studieadviseur. Gezondheidswetenschappen (BSc)
37
•
• •
1.17.3
De studieadviseur controleert of de aanvraag voldoet naar inhoud en naar vorm. Vakkenpakketten conform OER worden goedgekeurd. In geval van afwijkingen van de OER, wordt door de studieadviseur het dossier gecheckt op eerdere besluiten van de examencommissie daaromtrent. Als er geen eerdere besluiten zijn genomen moet de student de aanvraag als discussiestuk aanbieden ter vergadering van de examencommissie en wordt de aanvraag al dan niet door de examencommissie goedgekeurd. De studieadviseur, retourneert het (goedgekeurde of afgekeurde) vakkenpakket aan de student. Indien het vakkenpakket door de studieadviseur is afgekeurd, kan de student het vakkenpakket ter goedkeuring voorleggen aan de examencommissie.
Aanvragen van het examen en afgifte getuigschrift Als alle tot het (goedgekeurde) examen behorende onderdelen zijn afgelegd (en alle cijfers dus geregistreerd), kan het examen schriftelijk worden aangevraagd. Hiervoor gaat de student naar het studiesecretariaat en vult daar het formulier 'Aanvraag getuigschrift' in. Gelijktijdig met het invullen van het formulier moet de student zijn (door de studieadviseur of eventueel door examencommissie) goedgekeurde vakkenpakket inleveren en een kopie van zijn/haar paspoort. Het examen moet uiterlijk drie weken voor de gewenste examendatum aangevraagd worden. Als examendatum geldt de vergaderdatum van de examencommissie. Op het moment van aanvraag moeten alle onderdelen voor het examen zijn behaald. Het verdient aanbeveling al enkele weken voor het indienen van het verzoek tot afgifte van het getuigschrift op een totaaloverzicht van geregistreerde studieresultaten te controleren of alle afgelegde tentamens/studieonderdelen daadwerkelijk geregistreerd staan. Een verzoek tot afgifte van een getuigschrift (de bachelor- of masterbul) kan alleen worden ingediend als de examinandus op de aanvraagdatum bij de centrale studentenadministratie staat ingeschreven als student of extraneus voor de opleiding waarvoor het diploma wordt aangevraagd en als het collegegeld is betaald. Het studiesecretariaat verwerkt de aanvragen en legt ze voor aan de examencommissie. De examencommissie bepaalt of de examinandus al dan niet is geslaagd in overeenstemming met de OER en kent het judicium toe. Examens worden gedateerd op de datum waarop de examencommissie vaststelt dat aan alle eisen voor het examen is voldaan. Deze datum wordt aan de student medegedeeld en op de bul vermeld. Wanneer de geëxamineerde tijdens het afleggen van het afsluitend examen blijk heeft gegeven van bijzondere bekwaamheid, kan dit op het getuigschrift worden vermeld met de woorden 'cum laude'. Voor het toekennen van het judicium ‘cum laude’ aan het bachelorexamen gelden de volgende voorwaarden: • het gemiddelde van alle examenonderdelen bedraagt ten minste 8,0; • geen van de examenonderdelen heeft een cijfer lager dan een 7,0. Indien aan een student vrijstelling is verleend op 1 of meer onderdelen bepaalt de examencommissie of dit een ‘cum laude’ rechtvaardigt.
38
Gezondheidswetenschappen (BSc)
1.17.4
Diploma uitreiking De kandidaten ontvangen ongeveer een a twee weken van tevoren een uitnodiging voor de diploma uitreiking. De diploma uitreiking volgt op de goedkeuring van het examen door de examencommissie en ligt ongeveer vier tot zes weken na de examendatum. De diploma uitreiking voor de geslaagde kandidaten vindt plaats in een (college)zaal. Wanneer veel studenten afstuderen, in de maanden augustus en september, zijn er meerdere bijeenkomsten. De studenten kunnen een beperkt aantal familieleden of kennissen meebrengen naar de uitreiking. De examenkandidaten worden kort toegesproken. Tijdens de bijeenkomsten met weinig kandidaten kan de toespraak worden verzorgd door een spreker naar keuze van de kandidaat (zoals een stagebegeleider), maar bij meer kandidaten is dat helaas niet mogelijk.
1.17.5
Examendatum In de periode september tot en met december is er elke maand een gelegenheid tot het afleggen van het examen en voor de uitreiking geldt dat deze elke maand is. In de periode februari tot en met augustus is er elke zes weken een gelegenheid tot het afleggen van het examen en voor de uitreiking geldt dat deze dan ook om de zes weken zal zijn. Aan het begin van het jaar zal het studiesecretariaat de data bekend maken.
1.17.6
Dossierverklaring Bij beëindiging van de studie vóór het halen van het examen, is het mogelijk een dossierverklaring te verkrijgen bij de examencommissie, als tenminste twee studieonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd. In de dossierverklaring worden de studieonderdelen die met goed gevolg zijn afgerond vermeld.
1.17.7
Inschrijving in een masteropleiding Studenten die doorstuderen aan een masteropleiding binnen de School of Life Sciences kunnen met het formulier 'Aanvraag Getuigschrift' tevens aanvraag tot toelating tot en inschrijving in één van de masteropleidingen doen. De betreffende examencommissie van de gewenste masteropleiding besluit over toelating tot de opleiding (en specialisatie indien van toepassing). Over doorstroom naar en toelatingseisen tot de masteropleidingen van de School of Life Sciences is meer informatie te vinden in de volgende paragraaf onder Studie- en loopbaanperspectief en in de master guide en de OERen.
1.18 1.18.1
Studie en loopbaanperspectief Studie en loopbaan In het tweede en derde jaar van de bacheloropleiding wordt het vak Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij gegeven. Er wordt onder meer gewerkt aan een competentieanalyse van jezelf, een oriëntatie op de arbeidsmarkt en er wordt aandacht besteed aan het gemotiveerd kiezen van een vervolg(master)opleiding. Een uitgebreide beschrijving van het vak is te vinden in de lijst met vakomschrijvingen in deze gids. Meer informatie over studie en loopbaan is te vinden bij het Centrum voor Studie en Loopbaan op de algemene website www.vu.nl > studenten > advies en begeleiding> studie- en loopbaanbegeleiding.
Gezondheidswetenschappen (BSc)
39
1.18.2
Arbeidsmarkt en werkgelegenheid Overzicht arbeidsmarkt Met een bachelordiploma is het mogelijk om een aanverwante masteropleiding te doen in het binnen- of buitenland, aan universiteiten of hogescholen. Gezondheidswetenschappers hebben een breed, multidisciplinair overzicht en zijn in staat om een brugfunctie tussen de eigenlijke zorgverleners (m.n. artsen, verpleegkundigen) en andere sprekers in de gezondheidszorg, zoals het financieeleconomisch management, te vervullen. De Gezondheidszorg is een ruime arbeidsmarkt. Afgestudeerden vinden dan ook vrij snel een baan. Een deel van het werkveld is het onderzoek. Als onderzoeker ben je bijvoorbeeld werkzaam binnen de universiteit, een ziekenhuis of onderzoeksinstelling. Dit onderzoek kan bestaan uit theoretisch (modelmatig) onderzoek, epidemiologisch onderzoek of een combinatie van deze verschillende vormen. Een andere veel voorkomende functie is die van beleidsmedewerker, bijvoorbeeld als stafmedewerker in een ziekenhuis. In deze functie ligt de nadruk op het ontwikkelen en uitvoeren van beleid. Daarnaast zijn er veel functies als manager, adviseur, preventiemedewerker, consultant voorlichter of IT-medewerker. Deze functies zijn beschikbaar binnen verschillende branches. De grootste branche is de gezondheidszorg. Dit zijn voornamelijk ziekenhuizen, Arbo-diensten en allerlei maatschappelijke zorginstellingen. Er zijn banen beschikbaar in het bedrijfsleven, zoals de farmaceutische industrie en commerciële adviesbureaus. Hiernaast zijn ook veel gezondheidswetenschappers werkzaam binnen overheidsinstellingen, zoals ministeries en recreatieve instellingen, zoals sportorganisaties. Uit bovenstaande blijkt dat afgestudeerde gezondheidswetenschappers binnen zeer verschillende arbeidsgebieden werkzaam zijn. Tijdens de opleiding krijgen studenten de kans om zich te oriënteren op deze gebieden en zich er in te specialiseren door de hierop gerichte cursussen en stages te volgen. Werkgelegenheid Tijdens de studie wordt regelmatig aandacht besteed aan het werkgelegenheidsperspectief. Al in het eerste jaar wordt hieraan tijdens de cursus 'Inleiding in de gezondheidswetenschappen’ aandacht besteedt. In het tweede en derde jaar is er loopbaanoriëntatie en arbeidsmarktverkenning tijdens het onderdeel ‘Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij’ voorafgaand aan en tijdens de bachelorstage. Daarnaast zijn er cursussen zoals ‘Beheer en beleid in de gezondheidszorg’ ’, waarin studenten op de beroepsmogelijkheden worden gewezen. Het Centrum voor Studie en Loopbaan verzorgt ook cursussen op het gebied van Studie en loopbaanoriëntatie. Voor meer informatie over de activiteiten en mogelijkheden op VU-niveau wordt verwezen naar de betreffende pagina op de algemene website (www.vu.nl > studenten> cursussen/stage/scriptie . Daar staan onder meer cursussen vermeld over solliciteren en zelfpresentatie.
1.18.3
40
Masteropleidingen Toelating tot een vervolgmasteropleiding Het BSc diploma Algemene gezondheidswetenschappen, of het afronden van het premastertraject aan de VU geeft toegang tot een vervolg masteropleiding aan de VU. Studenten kunnen direct doorstromen naar de MSc Gezondheidswetenschappen. De MSc Gezondheidswetenschappen is bedoeld om specialisten op te leiden op het terrein van de gezondheidszorg, volksgezondheid en preventie. In de éénjarige masteropleiding richt de student zich vooral op het verkrijgen van meer inzicht in
Gezondheidswetenschappen (BSc)
gezondheidsbevordering en preventie van ziekte, de organisatie en management van de gezondheidszorg en op de toepassing van (resultaten van) gezondheidswetenschappelijk onderzoek. Deze opleiding leidt op tot specialist met een breed, multidisciplinair overzicht, die in staat is om een brugfunctie te vervullen tussen de eigenlijke zorgverleners enerzijds en beleidsmakers (landelijke en regionale overheden), het financieel-economische management en voorlichters anderzijds. In 2007/2008 worden de volgende differentiaties aangeboden binnen de MSc Gezondheidswetenschappen: • Policy and organisation of health care • Prevention and public health • Infectious diseases and public health • International Public Health • Nutrition and health Naast de éénjarige masteropleiding Gezondheidswetenschappen wordt een tweejarig programma aangeboden binnen de masteropleiding Biomedische wetenschappen en heeft als specialisatie Public Health Research. Dit programma staat open voor studenten met een BSc Gezondheidswetenschappen. Het eerste jaar van het tweejarige programma wordt gevuld met een specialisatie uit de éénjarige master Gezondheidswetenschappen. Het tweede jaar wordt gevuld met de specialisatie Public Health Research. Om te kunnen instromen moeten studenten een schriftelijke verzoek met motivatie, een recente cv en uitdraai van de studieresultaten sturen aan prof.dr. J. Seidell, afd. Voeding en Gezondheid, faculteit ALW, of studenten kunnen contact opnemen met de master coördinator, mevr. dr. M. Donker (
[email protected]) Toelating tot masteronderwijs zonder BSc of afgeronde premaster Wanneer een BSc student of een premaster student zijn programma nog niet succesvol heeft afgerond, kan de student onder beperkte voorwaarden voorlopig toegang krijgen tot het onderwijs van de master. De student volgt dan alvast masteronderwijs, terwijl hij nog niet is ingeschreven voor de masteropleiding. De voorwaarden om te worden toegelaten tot masteronderwijs in 2008-2009 zijn de volgende. • Alle vakken uit het eerste en tweede jaar van de bacheloropleiding zijn behaald; • Er zijn in totaal minimaal 168 studiepunten in de bacheloropleiding gehaald. Een premaster student Gezondheidswetenschappen aan de VU wordt toegelaten tot het masteronderwijs wanneer: • In ieder geval de verplichte vakken 'Cellen en genen', 'Methodologie en toegepaste biostatistiek 1' en 'Epidemiologie en kwalitatieve methoden' zijn gehaald; • In totaal minimaal 54 studiepunten van het programma zijn gehaald. De beperkte toelating geldt ten hoogste voor één jaar. Een student die dan nog niet het BSc diploma heeft gehaald, of het premastertraject heeft voltooid, krijgt dan geen toegang meer tot masteronderwijs.
Gezondheidswetenschappen (BSc)
41
42
Gezondheidswetenschappen (BSc)
2 naam code coördinator docent studiepunten periode doel
werkwijze literatuur toetsing
doelgroep
Examenonderdelen Allergieen en Autoimuunziekten 487009 dr. M.P. Bergman Gastdocenten 6 28.04.2009-29.05.2009 Allergieën en auto-immuunziekten zijn aandoeningen van het immuunsysteem, waar velen van ons direct of indirect mee te maken krijgen (denk aan bijv. astma, hooikoorts, type 1 diabetes of reuma). Het hoofddoel van de cursus is op moleculair niveau kennis te verkrijgen van de mechanismen die een rol spelen in het ontstaan van allergieën en autoimmuunziekten. Daarnaast zullen epidemiologie, sociale en economische gevolgen van allergieën en auto-immuunziekten aan de orde komen. Leerdoelen: Na het volgen van de cursus kan de student: • Een aantal sociale en economische implicaties van allergieën en autoimmuunziekten (op zowel individueel als maatschappelijk niveau) beschrijven; • De epidemiologie van een aantal allergieën en auto-immuunziekten beschrijven; • De mechanismen benoemen en uitleggen, welke ten grondslag liggen aan ziekten die het gevolg zijn van een mankerend immuunsysteem (i.h.b. overgevoeligheid en auto-immuniteit); • Aangeven welke erfelijke- en/of externe factoren en processen ten grondslag liggen aan ontsporingen (allergieën en auto-immuun reacties) van het immuunsysteem; • Beschrijven hoe micro-organismen en gastheerfactoren kunnen bijdragen tot ontwikkeling van - of juist bescherming tegen auto-immuunziekten; • De 'hygiene-hypothese' verwoorden en kritisch kunnen beschouwen middels voor- en tegen-argumenten; • Wetenschappelijke literatuur over immunologische onderwerpen lezen en begrijpen, daarbij de hoofdzaken van de bijzaken scheidend. Niveau 3: specialisatie Hoorcolleges met interactieve elementen; Werkcolleges, waarin op basis van geselecteerde literatuur in kleine groepen, een 'modelziekte' tot in detail bestudeerd wordt. Peter Parham, The Immune System, 2nd edition, Garland Science, New York and London, 2005. ISBN 0-8153-4093-1. Geselecteerde wetenschappelijke artikelen. Het eindproduct van de werkcolleges - bestaande uit een powerpoint presentatie en een schriftelijk rapport - maakt 30% uit van het eindcijfer. Een afsluitend schriftelijk examen bepaalt de overige 70% van het eindcijfer. Voor het krijgen van een eindcijfer dient voor beide onderdelen een 5,5 of hoger behaald te worden. Keuzecursus voor tweedejaars bachelorstudenten Gezondheid en Leven en Bio-medische Wetenschappen. Keuzecursus voor derdejaars bachelorstudenten Gezondheidswetenschappen.
Examenonderdelen
43
voorkennis Voor het kunnen volgen van deze cursus dient men basale kennis te hebben van immunologische concepten, op het niveau van de basiscursus Immunologie (voor GZW vakcode 470114 en voor BMW vakcode 470113). Anatomie en fysiologie van bewegen 470014 dr. M.A.G.M. Pijnappels (
[email protected]) dr. M.A.G.M. Pijnappels; dr. H.L. Gerrits 6 02.02.2009-27.02.2009 Doel van dit vak is het verkrijgen van basiskennis op het gebied van de anatomie en fysiologie van het bewegingsapparaat bij de mens. Na het volgen van deze cursus dient de student in staat te zijn om: • de belangrijkste onderdelen van het bewegingsapparaat te herkennen (gericht op weefsels, organen en orgaansystemen) • de bouw en functie van deze onderdelen te benoemen en de werkingsmechanismen te beschrijven • deze opgedane kennis en begrip te kunnen toepassen op eenvoudige houdingen en bewegingen, door gebruik te maken van tijdens de cursus gebruikte analysemethoden. Niveau 1: basisniveau inhoud Het bewegingsapparaat speelt bij ons dagelijks bewegen een essentiële rol. Klachten aan het bewegingsapparaat hebben een belangrijk aandeel binnen de gezondheidszorg en zijn vaak oorzaak van beperkt functioneren in het dagelijks leven, wat bijvoorbeeld tot ziekteverzuim kan leiden. Zeker naarmate we ouder worden zal de kwaliteit van ons bewegingsapparaat geleidelijk achteruitgaan. Gewrichten slijten, spieren worden zwakker en onze botten worden broos. Met de toenemende vergrijzing kan dit belangrijke gevolgen hebben voor de volksgezondheid. Naast het verouderingsproces zullen andere factoren, zoals aandoeningen (bijv. CVA, dwarsleasie) maar ook sportactiviteiten, de kwaliteit van ons bewegingsapparaat kunnen beïnvloeden. Voordat we kunnen begrijpen welke processen bijvoorbeeld een rol spelen bij aandoeningen en tijdens veroudering en hoe deze het bewegen beïnvloeden, maar ook om te begrijpen wat ervoor nodig is om een atleet op topniveau te krijgen, is het belangrijk om basale kennis en inzicht te krijgen omtrent de bouw (anatomie) en werking (fysiologie) van het bewegingsapparaat in de gezonde mens. Hierbij is het ook van belang te begrijpen hoe interactie plaatsvindt tussen verschillende systemen, zoals gewrichten en spieren tijdens houdingen en bewegingen in het dagelijks leven. Voor een optimale interdisciplinaire communicatie is het van belang de anatomische nomenclatuur, zoals deze in de (bio)medische wereld wordt gebruikt, te kennen en kunnen toepassen. werkwijze Hoorcolleges (12): Hoorcolleges zijn erop gericht de leerstof te verduidelijken en belangrijke onderdelen aan te duiden. Werkcolleges (6). De student leert de anatomische nomenclatuur toe te passen op onderdelen van het bewegingsapparaat en tevens aspecten van houding en beweging te herkennen, benoemen en analyseren. Opdrachten worden uitgevoerd in tweetallen en aan het einde van elke werkgroep zal een nabespreking plaatsvinden.
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
44
Gezondheidswetenschappen (BSc)
literatuur
toetsing
voorkennis opmerkingen naam code coördinator docenten secretariaat studiepunten periode doel
Practica (3). Tijdens de 'snijzaal' practica (2x) worden de bouw en topografie van diverse onderdelen (organen, weefsels, structuren) van het lichaam bestudeerd aan de hand van humane preparaten. Tijdens het 'spier'practicum (1x) zal aandacht besteed worden aan de functionele spiereigenschappen door het meten van spierkracht (dynamometrie) en spieractiviteit (EMG). Studenten zullen tijdens de practica in tweetallen aan een specifieke opdracht werken. Zelfstudie. Studenten zullen, met behulp van een leerstoflijst, zelf de ligging en functie van de belangrijkste onderdelen van het bewegingsapparaat bestuderen. Voor iedere week wordt de te bestuderen stof beschreven in de leerstoflijst in de studiehandleiding. Vragen t.a.v. de stof kunnen worden gesteld tijdens de hoorcolleges. Verplicht: • Frederic H. Martini: 'Fundamentals of Anatomy and Physiology', seventh edition (2006) Benjamin Cummings ISBN: 0-321-31198-1 • W. Paltzer, `Sesam Atlas van de anatomie (1 Bewegingsapparaat)¿, Druk 21 (2006) ISBN nr: 90-5574-497-2 Niet verplicht (wel aanbevolen): • G. Kloosterhuis: `Zakwoordenboek der geneeskunde, Elsevier/Koninklijke PBNA, 2006. ISBN nr: 978-90-6228-637-9 Toetsing zal plaatsvinden in de vorm van een schriftelijk tentamen. De leerstof voor het tentamen staat beschreven in de leerstoflijst van de handleiding. Tijdens de cursus zal een voorbeeldtentamen worden uitgereikt. Voor de verplichte werkgroepen ('Vivo') en practica ('snijzaal' en 'spier') moet worden voldaan aan de opkomstplicht en wordt een actieve participatie verwacht. Er kan geen voldoende cijfer voor het tentamen gehaald worden als één of meerdere van deze onderdelen als niet voldaan zijn afgerond. Er wordt aangenomen dat studenten beschikken over basiskennis Biologie volgens de eindtermen van het VWO examen Biologie. Er geldt een opkomstplicht voor de werkgroepen 'Vivo' en de practica. Bachelorstage (GW) 470095 dr. L.D.J. Kuijper (
[email protected]) dr. M.J. Westerman (
[email protected]); dr. L.D.J. Kuijper L.R. Inhulsen (
[email protected]) 17 29.09.2008-19.12.2008 Naast het verkrijgen van vakinhoudelijke kennis en het aanleren van praktische vaardigheden, nodig om in het betreffende vakgebied adequaat werkzaam te kunnen zijn, heeft de stage in alle gevallen de volgende einddoelen: • De student weet of de door hem/haar gekozen richting brengt wat er van verwacht wordt en of dit een richting is die verder aangehouden wordt in de masterfase; • De student leert de methodologische kennis in de praktijksituatie toe te passen • De student heeft brede academische vaardigheden aangeleerd die nodig zijn voor het met succes doorlopen van de gekozen masteropleiding. • De student werkt vanuit een werkplan dat individueel of binnen een
Examenonderdelen
45
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
studentenwerkgroep is opgesteld Niveau 3: specialisatie De bachelorstage vormt een belangrijk onderdeel van de bacheloropleiding. Tijdens deze stage specialiseert de student zich in een door hem/haar gekozen richting. De stage moet een onderzoek bevatten welke leidt tot een vakinhoudelijke verdieping en wordt afgerond met een scriptie/bachelorthesis. Tevens biedt de bachelorstage de student de gelegenheid zich te oriënteren op de keuzes die aan het einde van het derde jaar gemaakt moeten worden voor de masteropleiding. Het grootste deel van de tijd brengt de student door op de stageplek. Daarnaast zijn er een aantal algemene bijeenkomsten op de VU. Setting: organisaties die gezondheidswetenschappelijk onderzoek uitvoeren of gebruiken Stagemap te verkrijgen bij de docent en documenten op de Blackboard site Het eindcijfer bestaat uit het cijfer van de stage en bijbehorend verslag/scriptie, te bepalen door de stagedocent. Verplicht voor derdejaars studenten BSc. Algemene Gezondheidswetenschappen. Meer informatie over de gang van zaken tijdens de bachelorstage is te vinden in de Stage- en scriptieregelingen van de faculteit (te vinden op http://www.falw.vu.nl > Studenten > Reglementen en kwaliteit.
Beheer en beleid in de gezondheidswetenschappen 470085 prof.dr. J.T. de Cock Buning prof.dr. J.T. de Cock Buning 6 05.01.2009-30.01.2009 • Inzicht verwerven hoe de maatschappij invloed heeft op, en reageert op, wetenschappelijke ontwikkelingen. • Hoe wordt in werkelijkheid het beleidsproces aangestuurd en wat zijn de verschillende theoretische visies op beleid. • Inzicht verwerven in de interactieve beleidsprocessen. • Kennismaken met diverse managementtheorieën en -stijlen, kennismanagement en projectmanagement. • In de praktijk oefenen met het analyseren van beleid via actornetwerkanalyses en causaalanalyses en het identificeren van beleidsopties. • Ervaring opdoen met projectmatig werken in een team voor een externe opdrachtgever op een actuele probleemstelling. • Kunnen toepassen van enkele praktische en analytische vaardigheden, zoals het formuleren van een onderzoeksopzet, uitvoeren van literatuurstudie, kritisch analyseren van diverse wetenschappelijke publicaties, theorieën, hypotheses en argumenten, en de bevindingen zowel schriftelijk en mondeling kunnen verantwoorden en presenteren. • Oriëntatie op de M-variant, dan wel de masters Management, PolicyAnalysis and Entrepreneurship. Niveau 3: specialisatie inhoud In deze cursus krijg je in het eerste deel colleges over diverse beleids- en managementaspecten, die geïllustreerd worden aan de hand van casussen uit
naam code coördinator docent studiepunten periode doel
46
Gezondheidswetenschappen (BSc)
werkwijze literatuur toetsing
doelgroep naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
inhoud
de gezondheidszorg en het gezondheidsonderzoek met een focus op doelmatig geneesmiddelenbeleid. Daarbij maak je specifiek kennis met diverse beleidstheorieën, o.a. de theorie van interactief beleid. Je leert een causaalanalyse te maken om beleidsproblemen te analyseren en je leert omgaan met diverse managementmodellen, kennismanagement en projectmanagement. Dit deel wordt afgesloten met een tentamen. Het tweede deel van de cursus vorm je in teams kleine consultancybureautjes die zich gespecialiseerd hebben in beleidsadvies. Jullie krijgen van een opdrachtgever de vraag om een onderzoeksvoorstel te schrijven voor een later uit te voeren beleidsonderzoek rondom een actueel, maatschappelijk 'medisch' of 'volksgezondheids' vraagstuk in het kader van (overheids)beleid. Voorbeelden zijn de privatisering in de zorg of moeder-kind-transmissie van HIV. Je leert, als consultancy-team, in dit project omgaan met de interdisciplinaire praktijk van beleidsmatig onderzoek en projectmatig werken. De problematiek en de verschillende beleidsopties rond dit vraagstuk worden kritisch geanalyseerd volgens de theorie uit het eerste deel. De resultaten, analyses, conclusies en aanbevelingen worden vormgegeven in een officieel beleidsadviesrapport dat aan het eind van de cursus mondeling gepresenteerd en aangeboden wordt aan de opdrachtgever. De eerste helft van de cursus zal bestaan uit (werk)colleges, de tweede helft uit het uitvoeren van een projectopdracht in teamverband. Syllabus. Syllabus wordt verkocht tijdens het eerste college. Prijs ca. 15 euro. Individuele toetsing bestaat uit: (1) tentamen, en (2) projectopdracht. Individuele beoordeling van de projectopdracht vindt plaats op basis van individuele producten, het functioneren in de projectgroep en de beoordeling van groepsproducten. Beide onderdelen (1 en 2) moeten met een voldoende worden afgesloten. Keuzecursus voor derdejaars bachelorstudenten Gezondheidswetenschappen Beleid en organisatie van de zorg (PreMSc) 470906 dr. J.E. Bosmans (
[email protected]) dr M. van Tulder; dr. J.E. Bosmans; dr. J.E.W. Broerse; dr. B.J.M. Frederiks; dr. R.W.J.G. Ostelo; dr. F.R.M. Portrait; dr. B. van den Berg 6 05.01.2009-27.02.2009 Voorbereiden van studenten op de masterdifferentiatie Beleid en Organisatie van Zorg. Deze differentiatie geeft een breed beeld van de verschillende aspecten van beleid en organisatie in de gezondheidszorg. De nadruk binnen de differentiatie ligt op het uitvoeren en interpreteren van beleidsondersteunend onderzoek. Deze cursus zal een introductie geven op beleidsondersteunend onderzoek. Niveau 1: basiscursus Onderzoek op het gebied van gezondheidseconomie houdt zich bezig met bijvoorbeeld de gevolgen van het nieuwe Nederlandse zorgstelsel en de kwaliteit van de zorg. Doelmatigheidsonderzoek is beleidsondersteunend onderzoek waarbij niet alleen naar de effectiviteit van gezondheidsinterventies gekeken wordt, maar ook naar de kosten-effectiviteit van die interventies. Onderzoek op het gebied van beleid en organisatie houdt zich bezig met de
Examenonderdelen
47
werkwijze literatuur toetsing doelgroep
praktische consequenties van beleidsmaatregelen en wetten. Gezondheidsrecht maakt daar ook onderdeel van uit. Hoorcolleges, werkgroepen & zelfstudie Syllabus Toetsing geschiedt door middel van opdrachten en een schriftelijk tentamen. Alle onderdelen dienen voldoende te zijn. Verplicht voor premasterstudenten Gezondheidswetenschappen
Cardiovasculaire en respiratoire systemen 470099 dr. A.A. van Lambalgen (e-mail:
[email protected]) dr. A.A. van Lambalgen; dr. R. Musters; dr. J. van der Velden; dr. W.J.A.J. Smeets studiepunten 6 periode 01.06.2009-26.06.2009 doel Het hoofddoel van deze cursus is de student inzicht te verschaffen in de bouw en functie van het cardiovasculaire en respiratoire systeem, welke een belangrijke rol spelen bij het instandhouden van het milieu interieur, met name tijdens inspanning. Inspanning is daarom zo belangrijk omdat het de ultieme test is voor de regulatie van de homeostase van alle systemen bij belasting bij zowel gezonde als zieke mensen. De student wordt bovendien vertrouwd gemaakt met de anatomische en fysiologische terminologie zoals die in de dagelijkse omgang in de kliniek gebezigd wordt. Bij het onderwijs wordt ook aandacht besteed aan de embryologie van het hart en de bloedsomloop, teneinde de student inzicht te verschaffen in het tot standkomen van congenitale afwijkingen. De fysiologie-practica hebben ten doel de studenten inzicht te geven welke non-invasieve technieken te gebruiken zijn bij het onderzoek naar (patho)fysiologische processen bij de mens. Tenslotte heeft de cursus tot doel de studenten te leren om met elkaar aan de hand van casuïstiek uit te zoeken welke basale fysiologische processen ten grondslag liggen aan het uitwendig functioneren of dysfunctioneren van het menselijk lichaam. Eindtermen: Aan het eind van de cursus kan de student: • de verschillende onderdelen van het cardiovasculaire en respiratoire systeem benoemen zowel in het Latijn (internationaal erkende nomenclatuur) als ook in het Engels (meest gebruikte nomenclatuur in internationale wetenschappelijke tijdschriften); • aangeven hoe het cardiovasculaire en het respiratoire systeem zijn opgebouwd en wat de functionele betekenis is van de verschillende onderdelen binnen elk van de twee systemen; • aangeven welke veranderingen de twee orgaansystemen in het menselijk lichaam ondergaan gedurende de embryonale ontwikkeling (organogenese) en heeft tevens enige kennis van het phylogenetisch perspectief (bouwplan van vertebraten); • eenvoudige cardiovasculaire en respiratoire metingen (ECG, bloeddruk, longfunctie, aeroob uithoudingsvermogen) verrichten en beschrijven naam code coördinator docenten
48
Gezondheidswetenschappen (BSc)
welke fysiologische principes daaraan ten grondslag liggen; de regulatie van het cardiovasculair systeem en het respiratoire systeem beschrijven en de factoren benoemen die hierop van invloed zijn; • het belang aangeven van een grondige kennis van de anatomie en fysiologie voor een goed begrip van zowel het functioneren als dysfunctioneren van deze twee organsystemen in het dagelijks leven. Niveau 1: basiscursus De cursus is opgebouwd rondom 2 modules: • hart&bloedsomloop: hierin komt ter sprake hoe hart en bloedvaten eruit zien en onstaan zijn, hoe het hart werkt, hoe de circulatie tot stand komt en hoe het gereguleerd wordt; • respiratie&inspanning: dit betreft de wijze waarop de ademhalingsorganen zijn ontstaan en zijn opgebouwd, hoe de ademhaling geschiedt, de betekenis hiervan voor de zuurstofvoorziening en hoe het aeroob uithoudingsvermogen hierop van invloed is. Al deze onderdelen spelen een grote rol bij het instandhouden van het milieu interieur tijdens inspanning. Aan de samenhang van bovengenoemde processen zal dan ook de nodige aandacht besteed worden. De opzet van de modules is steeds gelijk: • het anatomische gedeelte bestaat uit colleges, zelfstudie en demonstratiepractica; • het fysiologie gedeelte bestaat uit colleges, zelfstudie, deelname aan practica, opdrachten uitvoeren in werkgroepen en resultaten weergeven op "BlackBoard"; in werkcolleges worden vragen behandeld en moeilijke problemen besproken; • Martini FH Fundamentals of Anatomy & Physiology, 7e druk (inclusief Applications Manual + CD-ROM), 2006, Pearson Education Inc. ISBN 0-13-120346-0. • Larsen WJ Human Embryology, 3e druk, 2001, Churchill Livingstone, New York. ISBN 0-443-06583-7 • Aanwezigheidsplicht voor practica en werkgroepen. • Diagnostische toetsen tussentijds (op Black Board). • Afsluitend tentamen. Dit is een verplichte eerstejaars cursus voor BSc studenten biomedische wetenschappen (BMW) en algemene gezondheidswetenschappen (GZW). Als communicatiemiddel zal gebruik gemaakt worden van Blackboard. •
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing doelgroep opmerkingen
Cellen en Genen 470137 dr. A.R. Stuitje 6 01.09.2008-24.10.2008 Dit blok is speciaal bestemd voor studenten die instromen in de premasterclass van de masteropleiding Gezondheidswetenschappen. Doel van het blok is de studenten kennis en inzicht in de genetica en celbiologie bij te brengen. Niveau 1: basisniveau inhoud Onderwerpen die tijdens de cursus aan de orde zullen komen zijn: • Genen: mutagenese en overerving, structuur en functie van chromosomen, DNA replicatie, (regulatie van) expressie van genen.
naam code coördinator studiepunten periode doel
Examenonderdelen
49
Cellen: het functioneren van cellen, waarbij met name aandacht zal zijn voor de chemie van de cel en de (bio)chemische (macro) moleculen en hun functie in de centrale processen van de cel. Werk, hoor en/of responsiecolleges. Het boek was bij het vaststellen van de studiegids nog niet bekend. Waarschijnlijk wordt de nieuwste versie van het boek 'Cell Biology and Genetics' gebruikt met daarnaast aanvullende literatuur. Meer details worden z.s.m. bekend gemaakt. Schriftelijke deeltoetsen. Beide toetsen moeten voldoende worden afgesloten om het vak te halen, dat wil zeggen minimaal een 5,5. De onderdelen Cellen en Genen kunnen apart worden herkanst. Verplicht voor premasterstudenten Gezondheidswetenschappen. De cursus moet met een voldoende worden afgesloten om in het volgende studiejaar aan masteronderwijs te mogen deelnemen. •
werkwijze literatuur
toetsing doelgroep
Communicatietheorie en gezondheid 470207 prof.dr. C.J. Hamelink prof.dr. C.J. Hamelink; dr. I.R. Hellsten; en. anderen 6 05.01.2009-30.01.2009 Inzicht krijgen in: • de centrale begrippen in, alsmede het ontstaan van communicatiewetenschappen; • de belangrijkste communicatietheorieën; • de producenten en productieprocessen rond communicatie; • de diverse inhouden van communicatie; • de verschillende `publieken¿ van communicatie • de belangrijkste onderzoeksmethoden in communicatiewetenschappen. In staat zijn communicatieprocessen te analyseren op basis van begrippen en theorieën uit de communicatiewetenschappen. Niveau 2: verdieping inhoud We leven in een snel veranderende 'global' samenleving waar communicatie cruciaal is en nieuwe media als internet niet meer zijn weg te denken. Inzicht in communicatieprocessen en communicatievaardigheden zijn voor academici centrale competenties geworden. Dit geldt ook zeker voor professionals op het gebied van gezondheidswetenschappen waarbij het communiceren van de resultaten van gezondheidsonderzoek of van een gezondheidsbevorderende boodschap naar specifieke doelgroepen zeer belangrijk zijn. In deze cursus ga je je, na enkele inleidende colleges over centrale begrippen en theorieën in de communicatiewetenschappen, verdiepen in drie thema's. Het eerste thema betreft producten en productieprocessen rond communicatie. Hier behandelen we vragen als: Welke media zijn er? Hoe zijn die georganiseerd? Wat maakt dat informatie nieuwswaarde heeft? Welke markten zijn te onderscheiden? In het tweede thema staan de inhouden van communicatie centraal. We gaan in op diverse genres, typen boodschappen, de rol van cultuur en vrijheid van inhoud. Tevens komen onderzoeksmethoden als inhoudsanalyse en `discourse analysis¿ aan bod. Het derde thema gaat over publieken van communicatie. Vragen als: Welke
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
50
Gezondheidswetenschappen (BSc)
werkwijze literatuur toetsing doelgroep naam code coördinator docenten studiepunten periode doel inhoud
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
publieken zijn te onderscheiden? Hoe verhouden de media zich tot de samenleving? Wat is het effect van media? Komen aan bod. Daarnaast bespreken we onderzoeksmethoden als perceptie- en cognitie-analyse, receptie-analyse en effectiviteitsstudies. Naast colleges worden 2 opdrachten gegeven. De eerste opdracht betreft het schrijven van een essay (individueel) rond een theoretisch thema. De tweede opdracht wordt in groepen van 3-4 studenten uitgevoerd en daarbij passen studenten een van de geleerde methoden toe op een recent onderwerp in de publieke discussie. Hoorcolleges, werkcolleges, (groeps)opdrachten en zelfstudie Boek wordt uiterlijk een maand voor aanvang van de cursus aangekondigd op blackboard Tentamen 50%, groepsopdracht 25% individueel essay 25%. Alle onderdelen moeten met een voldoende worden afgesloten. Keuze voor derdejaars studenten BSc Algemene Gezondheidswetenschappen Drugs en verslaving 470081 dr. A.N.M. Schoffelmeer dr. A.N.M. Schoffelmeer; prof.dr. T.J. de Vries; dr. T. Pattij; Gastdocenten 6 28.04.2009-29.05.2009 Het verkrijgen van inzicht in de pathogenese van drugs- en alcoholverslaving en van de verslavingszorg in Nederland. Niveau 1: basiscursus De student zal kennis nemen van de meest moderne inzichten met betrekking tot de epidemiologie, psychologie, neurobiologie en farmacologie van verslaving aan middelen (nicotine, cocaïne, heroïne, amfetamine, alcohol, cannabis) en in contact treden met een aantal instellingen op het terrein van de verslavingszorg. De verkregen informatie zal worden verwerkt in een door de student te schrijven beleidsnotitie. • Hoorcolleges; • Demonstraties; • Literatuurstudie; • Excursies naar verschillende instellingen in de regio; • Mondelinge presentatie; • Werkstuk. Recente overzichtsartikelen over de bij de hoorcolleges behandelde stof. Door zorginstellingen verschafte schriftelijke informatie. Het cijfer wordt bepaald door beoordeling van de tijdens de cursus te schrijven beleidsnotitie. Keuzecursus voor derdejaars BSc Algemene Gezondheidswetenschappen en BSc Gezondheid en Leven. Voor het cursusboek dient de eerste dag een bedrag van 20 euro te worden betaald. Teneinde tijdig afspraken te kunnen maken met de participerende instellingen op het terrein van de verslavingszorg, dient inschrijving uiterlijk 1 maand voor aanvang van de cursus te geschieden bij de cursusleider (
[email protected]). Te laat inschrijven betekent uitsluiting van deelname! Er kunnen maximaal 30 studenten meedoen aan deze cursus. Voorrang wordt
Examenonderdelen
51
verleent aan BSc Studenten Gezondheidswetenschappen. naam code coördinator docenten lecturer studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing doelgroep
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
52
Epidemiologie en kwalitatieve methoden (PreMSc) 470900 ir. J.E. Neter dr. M.J. Westerman; guest lecturers ir. J.E. Neter 6 27.10.2008-19.12.2008 Na afronding van de cursus Epidemiologie en kwalitatieve methoden is de student in staat om een geschikte onderzoeksvorm te kiezen bij een gegeven onderzoeksvraag. Tevens kan de student frequentie- en associatiematen berekenen en interpreteren. Daarnaast is de student in staat om diagnostische tests uit te voeren en de kwaliteit van deze tests te beoordelen. Ook weet de student welke onderzoeksvragen zich lenen voor kwalitatief onderzoek, hoe een topic-lijst te maken voor een interview, hoe een interview af te nemen, hoe de data te analyseren en daarover te rapporteren. Niveau 1: basiscursus • Onderzoeksvormen • Frequentie- en associatiematen • Meten van ziekte en blootstelling • Etiologie en causaliteit • Diagnostiek en screening • Inleiding kwalitatieve methoden • Het interview • Analyseren van kwalitatieve data • Rapporteren in kwalitatief onderzoek Hoorcolleges ,werkcolleges & zelfstudie • slides behorende bij de colleges • L.M. Bouter, M.C.I.M. van Dongen. Epidemiologisch onderzoek. Opzet en interpretatie. Bohn Stafleu Van Loghum. Houten/Diegem: 2005 (vijfde druk), ISBN 90-313-426-92 • De literatuur voor het onderwerp kwalitatieve methoden wordt nader bekend gemaakt Toetsing bestaat uit een tentamen en opdrachten. Om te slagen voor de cursus, dienen alle onderdelen met een voldoende te worden beoordeeld, dat wil zeggen minimaal een 5,5. Verplicht voor premasterstudenten Gezondheidswetenschappen. De cursus moet met een voldoende worden afgesloten om in het volgende studiejaar aan masteronderwijs te mogen deelnemen. Ergonomie 470092 dr. M.J.M. Hoozemans (e-mail:
[email protected]) dr. M.J.M. Hoozemans; drs. M. Praagman 6 05.01.2009-30.01.2009 • De student maakt kennis met het werkveld van de ergonomie. • De student is in staat om modellen die gebruikt worden om ergonomische problemen te analyseren, te reproduceren, uit te leggen en toe te passen.
Gezondheidswetenschappen (BSc)
De student kan diverse problemen op het gebied van mechanische, energetische en psychosociale arbeidsbelasting operationaliseren en uitleggen. • De student kent gestructureerde methoden om ergonomische problemen op te lossen (zoals participatieve ergonomie) en weet ze toe te passen in verschillende situaties. • De student toont inzicht in oplossingsstrategieën en effectiviteit van oplossingen specifiek voor de arbeidsgebonden gezondheidsproblemen `lage rugpijn' en `repetitive strain injury'. Niveau 2: verdieping Ergonomie streeft naar het zodanig ontwerpen van gebruiksvoorwerpen, technische systemen en taken, dat de veiligheid, de gezondheid, het comfort en het doeltreffend functioneren van mensen wordt bevorderd. Ergonomie speelt een belangrijke rol bij het functioneren van mensen tijdens het uitvoeren van dagelijkse handelingen bijvoorbeeld in het werk. In deze cursus zal de ergonomie dan ook vooral in relatie tot het verrichten van arbeid aan bod komen. Het functioneren van mensen kan daarbij bestudeerd worden vanuit de anatomie (mechanica), fysiologie en psychologie. Onder andere zullen de geometrie van werkplekken, de energetische belasting van brandweerlieden en psychosociale belasting van touringcarchauffeurs de revue passeren om aan te geven welke aspecten in het dagelijks werk belangrijk zijn om het werk zodanig in te richten dat gezondheidsklachten en ziekteverzuim kunnen worden vermeden. De modellen `mens-machineomgeving' en `arbeidsbelasting' zullen in de cursus worden gebruikt om deze verschillende aspecten van het werk en het effect daarvan op het functioneren van mensen in een theoretisch kader te plaatsen. Hoorcolleges en opdrachten/practica. Syllabus met daarin opgenomen artikelen en boekhoofdstukken Schriftelijk tentamen en opdracht(en) Keuzecursus voor derdejaars BSc Algemene Gezondheidswetenschappen. De cursus zal doorgang vinden bij een minimale inschrijving van 8 deelnemers •
inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen naam code studiepunten co-ordinator docenten periode doel
Europese gezondheidszorg 470171 6 dr M. van Tulder dr M. van Tulder; prof.dr.ir. J.C. Seidell 01.06.2009-26.06.2009 1) Kennis en inzicht verkrijgen in de inrichting en organisatie van de gezondheidszorg in een of meerdere, andere Europese landen dan Nederland. 2) Inzicht krijgen in aspecten van de volksgezondheid en het beleid dienaangaande in dit/deze land(en). 3) Inzicht krijgen in het gezondheidszorgonderzoek en volksgezondheidsonderzoek in dit/deze land(en). 4) Het ontwikkelen van algemene en academische vaardigheden, i.c: • Het praktisch en inhoudelijk organiseren en voorbereiden van een studiereis. • Overleg voeren en vergaderen, taken en verantwoordelijkheden verdelen en delen.
Examenonderdelen
53
Het leggen van contacten met gastinstituten in het desbetreffende land. Samenwerken met medestudenten, docenten en leden van gastinstituten. • Schriftelijk verslag doen van de studiereis in het bijzonder de onder 1, 2 en 3 genoemde aspecten. • Het praktisch en inhoudelijk organiseren en voorbereiden van een symposium over de studiereis. • Mondeling verslag doen tijdens een symposium. Niveau 2: verdieping Centraal in de cursus staat een studiereis naar een ander Europees land, georganiseerd en voorbereid door de deelnemende studenten onder supervisie van de begeleidende docenten. De rol van de docenten in deze is die van adviseurs, begeleiders en beoordelaars, de studenten zelf bepalen de inhoud en het reisdoel van de studiereis, leggen de contacten, organiseren de reis en bereiden deze ook inhoudelijk voor. De reis en het symposium vinden plaats tijdens de cursusperiode, de voorbereidingen vinden plaats vanaf september voorafgaande aan de cursusperiode. Na afloop vindt een symposium plaats waarin de resultaten van de studiereis worden gepresenteerd. Studenten schrijven een verslag over de reis en houden tijdens het symposium presentaties over de reis die als basis voor de beoordeling dienen. Toetsing vindt plaats op basis van minimaal 1 van de volgende elementen: een verslag over de reis, een tijdens het symposium gehouden presentatie over de reis, bijdrage aan de organisatie of inhoudelijke voorbereiding van de reis. De begeleidende docenten verschaffen hier vroegtijdig verdere informatie over. Keuzevak voor derdejaars studenten BSc Algemene Gezondheidswetenschappen. Kosten: er is een eigen bijdrage van maximaal 250 Euro per student verschuldigd. Aanmelding dient te geschieden voor 11 september 2007 per e-mail op het e-mailadres:
[email protected]. Deelname aan de cursus is beperkt tot een maximum aantal deelnemers van 30 studenten( 24 plaatsen voor BSc Gezondheidswetenschappen en 6 voor Gezondheid & Leven); de plaatsingscriteria worden later bekend gemaakt. De cursus gaat alleen door bij een minimum deelname van 24 studenten. Er wordt voorrang verleent aan eerdergenoemde studenten. • •
inhoud
werkwijze
toetsing
doelgroep opmerkingen
Farmacologie en farmacotherapie 470197 prof. T.P.G.M. de Vries prof. T.P.G.M. de Vries 2 27.10.2008-21.11.2008 De cursus heeft als doel studenten inzicht te geven in de wijze waarop geneesmiddelen worden voorgeschreven en gebruikt, en wat het effect is (hoe geneesmiddelen werken), inclusief bijwerkingen. inhoud Eindtermen Niveau 1: basiscursus: Aan het eind van de cursus kan de student: • De belangrijkste algemene werkingsprincipes van geneesmiddelen omschrijven;
naam code coördinator docent studiepunten periode doel
54
Gezondheidswetenschappen (BSc)
De belangrijkste groepen geneesmiddelen benoemen en hun werkingsmechanisme omschrijven. werkwijze Dit vak bestaat uit een inleiding in de beginselen van de farmacotherapie en een theoretische inleiding in de farmacologie. Het geheel wordt afgesloten met een kennistoets over farmacologie. •
literatuur Als naslagwerk staat het Farmacotherapeutisch Kompas centraal. Hierin staan op overzichtelijke wijze alle in Nederland geregistreerde geneesmiddelen. Deze uitgave wordt door de afdeling kosteloos aan de studenten verstrekt. Ook verplicht zijn het boek Farmacotherapie op Maat (Elsevier, 2006; ISBN 9035 2286 50; ± 30,- euro) en het boek Medical Pharmacology at a Glance; M.J.Neal. 5th ed. Blackwell Science 2005; ISBN: 1 4051 3360 0; kosten ± 30,- euro. In Farmacotherapie op Maat worden de farmacologie globaal en de farmacotherapie uitgebreid beschreven, geïllustreerd met enkele patiëntencasus. In Medical Pharmacology at a glance worden de werkingsmechanismen van de belangrijkste groepen geneesmiddelen kort en bondig beschreven en geïllustreerd met zeer verhelderende schema's. toetsing De theoretische kennis over Farmacologie en Farmacotherapie wordt getoetst met een schriftelijk tentamen. doelgroep Verplicht voor tweedejaars BSc Algemene gezondheidswetenschappen. naam code coördinatoren studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing doelgroep naam code coördinator docenten
Genen en cellen 470194 dr. J.P. van Ulsen; dr. A.R. Stuitje 6 05.01.2009-30.01.2009 Doel van het blok is de studenten kennis en inzicht in de genetica en celbiologie bij te brengen. Niveau 1: basisniveau Onderwerpen die tijdens de cursus aan de orde zullen komen zijn: • Genen: mutagenese en overerving, structuur en functie van chromosomen, DNA replicatie, (regulatie van) expressie van genen. • Cellen: het functioneren van cellen, waarbij met name aandacht zal zijn voor de chemie van de cel en de (bio)chemische (macro) moleculen en hun functie in de centrale processen van de cel. Werk, hoor en/of responsiecolleges. Het boek was bij het vaststellen van de studiegids nog niet bekend. Waarschijnlijk wordt de nieuwste versie van het boek 'Cell Biology and Genetics' gebruikt met daarnaast aanvullende literatuur. Meer details worden z.s.m. bekend gemaakt. Informatie over de vorm van toetsing zal voor aanvang van de cursus op blackboard worden gezet. Dit blok is bestemd voor eerstejaars BScstudenten Gezondheidswetenschappen. Geriatrie en veroudering 470146 drs. L.A. Schaap drs. O.J. de Vries; Gastdocenten; prof.dr. D.J.H. Deeg; prof.dr. M. Visser
Examenonderdelen
55
studiepunten 6 periode 01.09.2008-26.09.2008 doel De cursus beoogt de studenten kennis en inzicht te bieden in het verouderingsproces en de verouderingsproblematiek. Het betreft hier zowel het proces van de normale veroudering als het verouderingsproces dat gepaard gaat met ziekten. Een belangrijk doel bij veroudering is het behoud van een zelfstandig bestaan, waarbij preventie en zorg een belangrijke rol spelen. Eindtermen De studenten kunnen: • de belangrijkste veranderingen in bevolkingssamenstelling over de tijd en de levensverwachting beschrijven en de verwachte toekomstveranderingen aangeven; • gangbare verouderingstheorieën beschrijven; • de zes `Geriatric Giants¿ beschrijven en de kenmerken van geriatrische problematiek benoemen; • het proces van lichamelijke achteruitgang bij veroudering beschrijven; • de prevalentie en trends van de belangrijkste chronische ziekten bij ouderen aangeven, de rol van comorbiditeit en de effecten op lichamelijke achteruitgang beschrijven; • de psychische veroudering beschrijven, zoals dementie, cognitieve stoornis, depressie en angst, aangeven wat de eventuele behandelbaarheid en consequenties ervan zijn voor het zelfstandig functioneren en de levensverwachting; • de inrichting en het functioneren van algemene en geestelijke gezondheidszorg en welzijns-, respectievelijk woonvoorzieningen voor ouderen beschrijven; • de invloed van leefstijl op gezond verouderen beschrijven en de mogelijkheden voor preventie benoemen; • de belangrijkste determinanten van een gekozen verouderingsziekte of ¿aandoening identificeren en de mogelijkheden voor preventie onderzoeken. Niveau 1: basiscursus inhoud In deze cursus komen aan de orde: • Demografie en levensverwachting; • Chronische ziekten, comorbiditeit en de belangrijkste geriatrische problemen, waaronder mobiliteitsstoornissen, vallen, incontinentie, dementie, delirium en polyfarmacie; • Lichamelijke, geestelijke en psychische veroudering en consequenties voor het zelfstandig functioneren en levensverwachting; • Inrichting van de zorg, waaronder indicatiestelling, thuiszorg, mantelzorg, ketenzorg, institutionalisering, en zorg in de laatste levensfase; • Leefstijl, waaronder voeding en bewegen, en mogelijkheden voor preventie. werkwijze • Plenaire colleges: verzorgd door een van de docenten of gastdocent; • Groepsopdracht, met mondelinge presentatie en werkstuk; • Werkcolleges, discussie naar aanleiding van documentaire, film en/of artikel. literatuur Syllabus, bestaande uit verschillende artikelen. 56
Gezondheidswetenschappen (BSc)
toetsing Het eindcijfer wordt bepaald op basis van het groepswerkstuk en mondelinge presentatie (25%) en tentamen (75%). Beide onderdelen dienen voldoende te zijn. doelgroep Verplicht voor tweedejaars BSc Algemene gezondheidswetenschappen. Keuzecursus voor tweedejaars en derdejaars BSc Gezondheid en Leven. naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep
Gezondheid en milieu 470064 dr. M. Campos Ponce dr. M. Campos Ponce; prof.dr. N.M. van Straalen 6 02.03.2009-27.03.2009 Doel: Inzicht krijgen op de (a)-biotische invloeden van het milieu op de gezondheid van de mens, Eindtermen: Studenten kunnen • Toxicologische basisbegrippen en de effecten van toxinen op organen beschrijven. • Verschillende risico's beoordelen . • De werking van bioassays beschrijven en toepassen. • De verschillende pathogenen van elkaar onderscheiden • Principes van transmissie, pathogeniciteit en virulentie van pathogenen beschrijven. Transmissie routes herkennen en beschrijven, en aan de hand daarvan preventie methodes aangeven. • Methodes van aanpak tijdens/na een uitbraak van infectieziekten bepalen • Bepalen welke instanties van belang zijn tijdens een uitbraak op (inter)nationaal niveau Niveau 1: basiscursus In de colleges zal aandacht besteed worden aan de effecten van verschillende toxinen en infectieuze pathogenen op de gezondheid van de mens. De `gezonde' toestand zal het uitgangspunt zijn. Tijdens colleges toxicologie zullen de volgende onderwerpen behandeld worden: toxicologische basis begrippen, effecten van hoge blootstelling aan minerale elementen, residuen van bestrijdingsmiddelen, secundaire plantstoffen en xenobiotica, werkingsmechanismen bij vergiftigingen, voedsel additieven, biotransformatie en detoxificatie, biodetectie, diffuse verontreiniging, biotransformatie, PCBs en dioxines, Hormoonverstorende stoffen en Risicobeoordeling. Tijdens colleges infectieziekten zullen de belangrijkste bacteriële, virale en parasitaire infecties worden behandeld. De nadruk zal liggen op o.a. classificatie, virulentie, pathogenese, transmissie routes van de verschillende pathogenen. Ook epidemiologische aspecten van Infectieziekten zullen behandeld worden. Aan de hand van hoorcolleges zullen de essentiële punten uit de opgegeven leerstof worden behandeld. Tijdens de werkcolleges zullen verschillende opdrachten uitgewerkt moeten worden door de studenten. Syllabus Schriftelijk tentamen Verplicht voor eerstejaars BSc Algemene gezondheidswetenschappen
Examenonderdelen
57
Gezondheid, media en publiek 470188 prof.dr. F.J. Meijman 6 02.03.2009-27.03.2009 Orientatie op het brede terrein van de publiekscommunicatie van gezondheid, ziekte en zorg. Gezondheidsvoorlichting, in de zin van gedragsbeïnvloeding, is hierbij juist niet de invalshoek. Aanzet tot zelfstandige probleemanalyse van deelaspecten. Thema's voor opdrachten, (werk)colleges en literatuurstudie: • gezondheidsinformatiebehoeften van de diverse segmenten van het publiek: wat wil men waarover weten en waar zoekt men? • gezondheidsgeletterdheid van het publiek: hoe te meten en hoe staat het ervoor? • interactie binnen het publieke medische domein; • gezondheids- en medische journalistiek, invalshoeken en benaderingswijzen; • controversen en ethiek: overheidsvoorlichting; vermaak en angstbezwering; commercialisering. Referaat/presentatie Een kritische samenvatting schrijven, volgens een instructie, van een hoofdstuk of tekst uit de cursusliteratuur en het verzorgen van een presentatie hiervan in de vorm van een referaat of co-referaat, via een zodanige verdeling dat de gehele stof door de studenten wordt gerefereerd en bediscussieerd. In een werkstuk formuleren van een probleemanalyse met betrekking tot: • bijsluiterteksten bij (zelfzorg)geneesmiddelen; • inhoudelijke en communicatieve kwaliteit van gezondheidswebsites; • controle op of censuur van publieksinformatie over gezondheid, ziekte en zorg; • functionele gezondheidsgeletterdheid. Schrijven van een beargumenteerde beoordeling (recensie) van een werkstuk van een andere student. inhoud De cursus is gericht op de theorie en praktijk van medische informatie in de publieke ruimte. Denk aan overheid, politiek, pers en talloze organisaties of beroepsgroepen die via publieke kanalen communiceren over gezondheid en ziekten. Wat speelt er, hoe gaat het en waarom? Interactief en gericht op zelfwerkzaamheid wordt de student aangezet tot kritische verkenning en oefening werkwijze Drie of vier van de vijf werkdagen zijn er gezamenlijke bijeenkomsten: (werk)college of presentaties. Een belangrijk deel van de tijd is gereserveerd voor zelfstudie en de vervaardiging van het werkstuk, het (co)referaat en de recensie. Een openvragen-toets vormt de afsluiting. Het eindcijfer wordt als volgt samengesteld: toets 50 %, referaat 10 %, werkstuk 30 % en recensie 10%. De voertaal is Nederlands. literatuur • Meijman FJ, Meulenberg F (red.). Medische publiekscommunicatie. Een panorama. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2002 (leerstof toets). • C. de Boer, H. ¿t Hart. Publieke opinie. Amsterdam: Boom onderwijs, 2007 (leerstof toets). • Seale C. Media and Health. London: SAGE Publications, 2002.
naam code docent studiepunten periode doel
58
Gezondheidswetenschappen (BSc)
• Enkele teksten en overzichten in de cursusbundel (leerstof toets). doelgroep Keuzecursus voor derdejaars bachelorstudenten gezondheidswetenschappen en gezondheid en leven. opmerkingen Inschrijving alleen via TIS (Toegang Internet Studenten). Maximum aantal deelnemers 40
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
doelgroep
Gezondheidscommunicatie 470087 dr. J.E.W. Broerse dr M. Adriaanse; Gastdocenten; dr. E.W.M.L. de Vet; dr. J.E.W. Broerse 6 01.06.2009-26.06.2009 • Inzicht krijgen in de centrale begrippen rond het communiceren van gezondheidsboodschappen naar de hele samenleving of specifieke doelgroepen • In staat zijn een planningsmodel toe te passen op een concreet voorbeeld en de valkuilen te onderkennen in de planning van gezondheidscommunicatie. • In staat zijn het belang van de analyse van gezondheidsproblemen voor de planning van gezondheidscommunicatie te onderkennen, op te kunnen stellen en de uitkomsten te interpreteren. • In staat zijn de gereedschappen van de voorlichter en de daarbij passende literatuur te beschrijven en toe te passen op een concreet voorbeeld. • In staat zijn de uitkomsten van een gedrags- en omgevingsfactorenanalyse van een gezondheidsprobleem te interpreteren en te verwerken in een plan van aanpak middels gezondheidscommunicatie. Niveau 2:Verdieping In deze cursus worden de definities, concepten en theorieën rondom gezondheidscommunicatie en gedrag uiteengezet, alsook een aantal specifieke vormen van (gezondheids)communicatie (persuasief, informatief en educatief), doelgroepen en kanalen (media; zoals TV, posters, etc.). Naast het bieden van een theoretisch kader is deze cursus gericht op de praktische toepasbaarheid. In het kader van een specifiek gezondheidsprobleem maak je met twee/drie medestudenten een probleemanalyse, definieer je de doelgroep, maak je een gedrags- en omgevingsfactorenanalyse en bedenk je (op basis van de voorgaande analyses) een communicatiestrategie. Hoorcolleges, werkcolleges, (groeps)opdrachten en zelfstudie Syllabus en aanvullende literatuur bij de colleges • Beoordeling van de opdracht (drie deelopdrachten plus een presentatie): 40 procent van het eindcijfer. • Schriftelijk tentamen (multiple choice en open vragen): 60 procent van het eindcijfer. Voor zowel de opdracht, als het tentamen dient een voldoende behaald te worden! Keuze voor derdejaars studenten BSc Algemene Gezondheidswetenschappen, derdejaars studenten BSc Gezondheid en Leven, en masterstudenten in 1 van de bètaopleidingen in de C-specialisatie (wetenschapscommunicatie). De cursus wordt ten zeerste aanbevolen voor bachelorstudenten die de
Examenonderdelen
59
masterspecialisatie Preventie en gezondheid willen gaan volgen. opmerkingen Aanwezigheidsplicht: iedere student moet bij de opdracht minimaal eenmaal presenteren en mag maximaal eenmaal afwezig zijn bij de werkcolleges. Maximaal 90 deelnemers. naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep voorkennis
Gezondheidseconomie 470091 dr. F.R.M. Portrait dr. B. van den Berg; dr. F.R.M. Portrait; Gastdocenten 6 01.06.2009-26.06.2009 Aan het einde van deze cursus zullen de studenten de belangrijke economische begrippen die nodig zijn voor het begrijpen van de werking van de gezondheidszorgmarkt en de relevante gezondheidseconomische literatuur kunnen beschrijven en uitleggen. De nadruk van deze cursus ligt op de vraagen verzekeringskant van de markt en op economische instrumenten die cruciaal zijn voor het maken van efficiënt gezondheidszorgbeleid. Nederland kent sinds januari 2006 een nieuw zorgstelsel. Een belangrijke motivatie van de invoering van het nieuwe zorgstelsel was de beheersing van de toename van de zorgkosten. Om dit doel te bereiken hebben zorggebruikers en de zorgverzekeraars een aansturende rol gekregen. Tijdens deze cursus zullen we de rol van de consumenten en van de zorgverzekeraars op de gezondheidszorgmarkt analyseren aan de hand van de economische theorie. Het standaard model voor vraag naar gezondheid en gezondheidszorg wordt behandeld en verzekeringstheorie komt ook aan bod. Vervolgens wordt de geleerde theorie toegepast op de Nederlandse gezondheidszorgmarkt. De beheersing van de zorgkosten is een belangrijk agendapunt van beleidsmakers. Het zorgbudget moet zo efficiënt mogelijk besteed worden. Gezondheidseconomie is een vakgebied waarin systematisch het maken van keuzen bij een beperkt budget wordt geanalyseerd. Instrumenten om alternatieve beleidskeuzen te evalueren zijn bijvoorbeeld kostenbatenanalyses of kosten-effectiviteitsanalyses. In deze cursus staan deze instrumenten ook centraal. Het vak beslaat een periode van 4 weken. Gemiddeld zullen de studenten 6 uur hoorcolleges per week en 6 uur werkcolleges per week krijgen. Tevens zullen er gastcolleges gegeven worden. Ter voorbereiding van de werkcolleges moeten studenten opdrachten voorbereiden en literatuur bestuderen. "Algemene economie van de gezondheidszorg", R. Lapré, F. Rutten en E. Schut (eerste of tweede druk) De cursus wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen. Studenten die het eerstejaarse vak "Inleiding in de gezondheidseconomie" of een vergelijkbaar vak gevolgd hebben. Keuzecursus voor tweede- en derdejaars BSc Gezondheid en Leven. De studenten moeten het eerstejaarse vak "Inleiding in de gezondheidseconomie" gevolgd hebben.
naam Gezondheidswetenschappelijk leeronderzoek (PreMSc) code 470908 60
Gezondheidswetenschappen (BSc)
coördinator docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep voorkennis
dr.ir. M.B. Snijder dr.ir. M.B. Snijder; Gastdocenten 6 28.04.2009-26.06.2009 Aan het eind van deze cursus moeten studenten in staat zijn om zelfstandig verschillende onderdelen van wetenschappelijk onderzoek te kunnen uitvoeren. Niveau 2: verdieping Deze cursus is de afsluitende cursus van alle opeenvolgende methodologische vakken die in het premaster traject zijn gegeven. De opgebouwde kennis zal worden toegepast bij het uitvoeren van verschillende onderdelen van wetenschappelijk onderzoek (onderzoeksplan, data-analyse, mondelinge en schriftelijke rapportage). Onderwijs wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges, werkgroepen, computerpractica en zelfstudie. Aanwezigheid bij de werkcolleges is verplicht. Aan de hand van een probleem wordt een vraagstelling geformuleerd en een onderzoeksplan geschreven dat methodologisch verantwoord, praktisch uitvoerbaar is, en een bijdrage levert aan de oplossing van het probleem. Vervolgens wordt een bestaande dataset geanalyseerd op een zodanige wijze dat er antwoord gegeven kan worden op de onderzoeksvraag. Deze onderzoeksresultaten zullen zowel mondeling als schriftelijk worden gerapporteerd. J.W.R. Twisk. Inleiding Toegepaste Biostatistiek. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, Nederland. 2007. (ISBN: 97 890 352 2909 9) Het onderzoeksplan, de mondelinge presentatie en de schriftelijk rapportage dienen allen met een voldoende worden beoordeeld, dat wil zeggen minimaal een 5,5. Er is geen schriftelijk tentamen. Verplicht voor premasterstudenten Gezondheidswetenschappen. Studenten moeten de cursussen Epidemiologie en kwalitatieve methoden (PreMsc) , Methodologie en toegepaste biostatistiek I en II (PreMsc) hebben gevolgd.
Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet & analyse I 470196 prof.dr. J.W.R. Twisk prof.dr. J.W.R. Twisk 4 24.11.2008-19.12.2008 Na afloop van de cursus is de student in staat om met behulp van statistische regressie technieken een antwoord te krijgen op een gezondheidswetenschappelijke vraag. Verder is de student is in staat om zelfstandig regressie analyses uit te voeren met behulp van het statistische programma SPSS. Niveau 2: verdieping inhoud De cursus is een vervolg op de cursus Inleiding Gezondheidswetenschappelijk onderzoek uit het eerste jaar. In die cursus werden een aantal statische technieken geïntroduceerd, die in deze cursus worden uitgebreid met regressie technieken. Er wordt voornamelijk aandacht besteed aan de keuze van de juiste techniek, de interpretatie van de resultaten, en de samenhang tussen eenvoudige technieken en de regressie
naam code coördinator docent studiepunten periode doel
Examenonderdelen
61
werkwijze literatuur toetsing doelgroep voorkennis
technieken. In de cursus komen de volgende onderwerpen aan bod: • lineare regressie analyse • logistische regressie analyse • cox-regressie analyse • predictie en associatiemodellen valkuilen in statistische analyses • Hoorcolleges • Computerpractica • Sheet behorende bij de colleges • Twisk JWR. Inleiding in de toegepaste biostatistiek. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, Nederland. ISBN 97 890 352 2909 9 Schriftelijk tentamen en SPSS-toets Verplicht voor tweedejaars BSc Algemene gezondheidswetenschappen. Studenten moeten de cursus Inleiding Gezondheidswetenschappelijk onderzoek uit het eerste jaar hebben gevolgd.
Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet en analyse II 470110 prof.dr. J.W.R. Twisk dr J. Twisk; Gastdocenten 3 30.03.2009-27.04.2009 • Bieden van een overzicht van de belangrijkste GW waarnemingsmethoden en technieken en de toepassing ervan in verschillende onderzoekssettings. • Het trainen en toepassen van het semi-gestructureerde en het focusgroepinterview. • Het bewerken (coderen, invoeren) van ruwe kwantitatieve en kwalitatieve data met het oog op verdere analyses Niveau 2: verdieping inhoud Het blok kent drie onderdelen. 1. Overzicht waarnemingsmethoden: interview, observatie, (schriftelijke, telefonische, mail) enquête en documenten analyse • Specifieke toepassingsmogelijkheden • Structureren : voor en nadelen • Vragenlijst- en observatieleidraad-constructie • Waarnemingstrategie: kenmerken onderzoekssetting, elimineren van mogelijk bias; optimaliseren van non respons 2. Leeronderzoek kwalitatief onderzoek/ semi- gestructureerd waarnemen : • Training LSD (luisteren, samenvatten,doorvragen); verkrijgen van bereidheid respondent om van harte mee te werken • Afnemen van semi- gestructureerde interviews met observaties. • Focusgroep interviews 3. Analyseren van de interviews op methodische en theoretische merites naar aanleiding van ingeleverde taak • Naar aanleiding van inhoudelijk verslag: constructie van theoretische concepten langs inductieve weg • Invoeren en coderen van transcripten in het programma Kwalitan (of Atlas) en uitvoeren van analyses • Naar aanleiding van methodologisch verslag beoordeling van betrouwbaarheid interview en adequaatheid van gevolgde
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
62
Gezondheidswetenschappen (BSc)
waarnemingstrategie. werkwijze Voor de onderdelen a en c worden werkcollege gegeven waarbij de verhouding tussen hoorcollege en zelfwerkzaamheid in groepen is ongeveer 1 : 2. Werkcollege vereist voorbereiding van studenten in de vorm van het bestuderen van leerstof dan wel het uitvoeren van opdrachten tijdens de colleges. Aanwezigheid is verplicht. In onderdeel b volgen studenten een training van 4 dagdelen ter voorbereiding van de interview taak. Deze taak bestaat uit het afnemen van en rapporteren over 4 semi-gestructureerde interview. Zij maken hiervan een verslag met een inhoudelijk en methodologisch deel. Zij maken een transscript van delen van het interview dat gebruikt wordt als input voor de kwalitatieve analyse. literatuur • Bowling Ann, Research methods in health, investigating health services, 2nd edition, Open University Press Buckingham, 2002, selectie hoofdstukken wordt nader bekend gemaakt toetsing Het eindcijfer is gebaseerd op: • Voorbereiding en inzet werkcolleges 20% • Interview taak en verslag 50% • Tentamen 30% Alle onderdelen dienen voldoende te zijn . voorkennis Aanwezigheid bij de werkgroepen is verplicht. Mocht een student onverhoopt afwezig zijn dat dient dit per E-mail te worden gemeld aan de betreffende werkgroepdocent. In principe leidt dit tot een korting op het cijfer van een halve punt. Wanneer er een dringende reden is, kan een vervangende opdracht worden aangeboden. Voor het deelnemen aan de werkcolleges dient de syllabus te worden aangeschaft waarin het programma en de opdrachten staan. Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet en analyse III 470187 dr.ir. M.B. Snijder dr.ir. M.B. Snijder; prof.dr. J.W.R. Twisk; Gastdocenten 6 01.09.2008-26.09.2008 Aan het eind van deze cursus moeten studenten in staat zijn om zelfstandig verschillende onderdelen van kwantitatief gezondheidswetenschappelijk onderzoek te kunnen uitvoeren. Niveau 2: verdieping inhoud Deze cursus is de afsluitende cursus van alle opeenvolgende methodologische vakken die in het bachelor traject zijn gegeven. De opgebouwde kennis zal worden toegepast bij het uitvoeren van verschillende onderdelen van wetenschappelijk onderzoek (onderzoeksplan, data-analyse, mondelinge en schriftelijke rapportage). werkwijze Onderwijs wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges, werkgroepen, computerpractica. Aanwezigheid bij de werkcolleges is verplicht. Aan de hand van een probleem wordt een vraagstelling geformuleerd en een onderzoeksplan geschreven dat methodologisch verantwoord en praktisch uitvoerbaar is, en een bijdrage levert aan de oplossing van het probleem. Vervolgens wordt een bestaande dataset geanalyseerd op een zodanige wijze dat er antwoord gegeven kan worden op de onderzoeksvraag. Deze
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
Examenonderdelen
63
literatuur toetsing doelgroep voorkennis
onderzoeksresultaten zullen zowel mondeling als schriftelijk worden gerapporteerd. J.W.R. Twisk. Inleiding in de toegepaste biostatistiek. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, Nederland. 2007. ISBN 97 890 352 2909 9 Het onderzoeksplan, de mondelinge presentatie en de schriftelijke rapportage dienen allen met een voldoende, dat wil zeggen minimaal een 5½, te worden beoordeeld om te slagen voor de cursus. Verplicht voor derdejaars BSc Algemene Gezondheidswetenschappen. Studenten moeten de cursussen Inleiding Gezondheidswetenschappelijk onderzoek uit het eerste jaar en Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet en analyse 1 uit het tweede jaar hebben gevolgd.
Gezondheidszorg en volksgezondheid in Nederland 470192 dr. H.N. Plomp 6 28.04.2009-29.05.2009 Dit blok wil de student kennis en inzicht geven in • het stelsel van gezondheidszorg in Nederland en de manier waarop dit zich ontwikkelt onder invloed van gericht overheidsbeleid en van culturele en maatschappelijke processen; • de plaats van de Nederlandse gezondheidszorg binnen Europa; • de ontwikkeling van de volksgezondheid over de afgelopen 150 jaar en de vooruitzichten voor de toekomst. Het blok wordt georganiseerd door afdelingen Sociale Geneeskunde en Metamedica van het Vumc. inhoud • De volksgezondheid en zijn determinanten, geschiedenis en de ontwikkeling van de public health. • Het Nederlands stelsel van gezondheidszorg: de geschiedenis vanaf 1945 en de overgang van aanbod naar meer vraagsturing • De opstelling van en relaties tussen de belangrijkste actoren: aanbieders van zorg, verzekeraars en patiënten sinds 1945. • Overheidsbeleid, wetgeving en adviesorganen. • Medische sociologie voorzover relevante voor het begrijpen van ziektegedrag en de vraag naar zorg • Thema¿s als vergrijzing, infectieziekten, etniciteit en gezondheid, sociale constructie van ziekte werkwijze In het blok worden hoorcolleges gegeven die zijn gericht op het verhelderen en illustreren van de leerstof die wordt getoetst in een schriftelijk tentamen. Daarnaast is er thema-onderwijs dat het karakter van probleem georiënteerd onderwijs (PGO). In het thema-onderwijs wordt ingegaan op de ontwikkeling en het functioneren van zorgvoorzieningen en de betekenis van politieke en culturele factoren aan de hand van een drietal thema¿s. De thema¿s zijn: • `infectieziekten¿, • `sturing van vraag en aanbod in de gezondheidszorg¿ en • ¿sociale constructie van ziekten¿. Voor elke van de thema¿s is een gastcollege georganiseerd waar van gedachten gewisseld kan worden met een gastdocent die afkomstig is uit de praktijk. Het themaonderwijs wordt gegeven in werkgroepen waarin studenten zelf leerdoelen formuleren. Tenslotte schrijven zij een
naam code coördinator studiepunten periode doel
64
Gezondheidswetenschappen (BSc)
tekstbespreking van een boek of (reeks) artikel(en) die verwijzen naar éé n van de thema¿s. literatuur • Mackenbach JP, Maas van der PJ, (redactie). Volksgezondheid en gezondheidszorg, Elsevier, Maarssen, 2007. uitsluitend 4 de geheel herziene druk; een selectie van hoofdstukken . • Losse artikelen die op BB worden aangebode toetsing • Schriftelijk tentamen: 40% van het eindcijfer. • Tekstbespreking 30% van het eindcijfer beoordeeld door werkgroepdocenten • Participatie in het PGO 20% van het eindcijfer beoordeeld door werkgroepdocenten • Referaat: 10% van het eindcijfer; beoordeeld door werkgroepdocenten Voor tekstbespreking en tentamen dient een voldoende behaald te worden opmerkingen Aanwezigheid en actieve participatie van studenten tijdens de themagerichte plenaire bijeenkomsten en PGO- werkgroepen en de aansluitende praktijkcolleges zijn verplicht. Voor afwezigheid wordt in principe puntenkorting tiegepast. naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
inhoud werkwijze literatuur
Humane ontwikkeling 470193 dr. S. Spijker prof.dr. H.N. Lafeber; mw.dr. A.M. van Furth; prof.dr. M. van Eck van der Sluijs-van de Bor; dr. S. Spijker 6 30.03.2009-27.04.2009 Aan het eind van de cursus heeft de student: • inzicht in de bouw en functie van de voortplantingsorganen bij de mens en kan hij/zij alle relevante onderdelen benoemen en hun functies duiden. • begrip van de ontwikkeling van de mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen en de daarmee samenhangende congenitale afwijkingen. • Kennis van de processen die zich afspelen tijdens de: spermatogenese, oogenese, ovulatie, fertilisatie, embryogenese en foetale ontwikkeling. • Kennis van de kritisiche periodes van ontwikkeling, en de invloed van teratogeen hierop • Inzicht in de veranderingen die plaatsvinden bij de vrouw en het kind tijdens de zwangerschap en de bevalling. • Kennis van de hormonale mechanismen die betrokken zijn bij de regulatie van de voortplanting bij zowel de man als de vrouw. • Kennis op overzichtsniveau met betrekking tot de erfelijkheid • Kennis en begrip van ontwikkeling van hersenen gedurende de embryonale, fetale en postnatale ontwikkeling • Kennis van (de zorg) rond pasgeborenen en het vaccinatie programma Kennis en begrip van theorien over de postnatale ontwikkeling op het vlak van motorische, perceptuele, sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling In deze cursus wordt, middels colleges inzicht verschaft in de voortplanting en vroege ontwikkeling van de mens. Dit gebeurt zowel op niveau fysiologisch, genetisch en psychologisch niveau Hoorcolleges, (demonstratie)practica Martini FH Fundamentals of Anatomy & Physiology, 6e druk (inclusief
Examenonderdelen
65
Applications Manual + CD-ROM), 2004, Pearson Education Inc. (ISBN 0321-31198-1) An introduction to child development van Thomas Keenan (ISBN 978-07619-6220-5). toetsing Schriftelijk tentamen: multiple choice. doelgroep Verplicht voor eerstejaars BSc Algemene Gezondheidswetenschappen. Immunologie (GZW) 470114 J.C. van Belle; dr. M.P. Bergman dr R.E. Mebius; prof.dr. G. Kraal; dr. M.P. Bergman; prof.dr Y. van Kooyk 6 05.01.2009-30.01.2009 • Inzicht verkrijgen in de mechanismen die ten grondslag liggen aan de normale en pathologische immuunreacties in vivo; • Inzicht verkrijgen in de ontwikkeling en het functioneren van de immuuncellen betrokken bij de "innate immunity" en "adaptive immunity"; • Kennismaken met immunologische onderzoeksmethoden alsmede het herkennen en aantonen van specifieke immuun cellen door middel van computerondersteunend onderwijs alsmede immunologische practica op het gebied van histologie, immunochemie en celbiologie; • Kennismaken met onderzoeksvraagstellingen gerelateerd aan de verkregen inzichten; • Leren beoordelen van literatuur over een bepaald immunologisch onderwerp en hieruit in werkgroepvorm de hoofdpunten kunnen oppikken. Niveau 1: basiscursus inhoud Eindtermen De student kan: • Een onderscheid maken tussen de cellen betrokken bij de immunologische bescherming na een infectie en/of vaccinatie; • Basis concepten in innate immuniteit en in de adaptieve immuniteit kunnen beschrijven; • Binnen de specifieke afweer de humorale en de cellulaire afweer kunnen onderscheiden; • Beschrijven hoe het lymfoide systeem (weefsels en organen) zijn ingeschakeld in de specifieke afweer; • Beschrijven hoe tolerantie (eigen) en afweer (vreemd) wordt aangeleerd in de immunologie; • Beschrijven hoe afwijkingen in het immuunsysteem de basis vormen van immunologische ziekteprocessen; de epidemiologie hiervan en hoe hierop te interveniëren • Uit de werkgroepen hoofdzaken uit de literatuur op te pikken en tevens relevantie van interventies te leren interpreteren alsmede het belang van interventies in de epidemiologie van ziekteprocessen werkwijze Circa 65 uur contacturen met ongeveer 100 uur zelfstudie: Circa 65 uur contacturen met ongeveer 100 uur zelfstudie: • Hoorcolleges, waarbij de immunologische afweerreacties en onderzoeksmethoden worden belicht. Ook de toepassing in lopend
naam code coördinatoren docenten studiepunten periode doel
66
Gezondheidswetenschappen (BSc)
onderzoek wordt besproken (ca 28 uur); Werkcolleges, waarbij literatuur in een kleine groep (met hoge interactie) wordt besproken (circa 4 uur); • Computerpractica, waarbij de structuur van lymfoïde organen en immunologische technieken worden toegelicht (circa 4 uur); • In laboratoriumpractica worden immunologische technieken bestudeerd en uitgevoerd (15 uur) Deelname aan practica, werkgroepen en COO is verplicht.Collegebezoek zeer relevant Peter Parham, The immune system, 2nd edition, Garland Science, New York and London, 2005. ISBN: 0-8153-4093-1. Schriftelijk met multiple choice vragen aan het eind van de cursus. Herkansing augustus. Verplicht voor tweedejaars BSc Algemene gezondheidswetenschappen. Spreekuur elke dinsdag 13.00-13.30, kamer C270, gebouw faculteit Geneeskunde, VUMC betreffende cursus c.q. stages immunologie. •
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
inhoud
Infectieziekten 471024 dr. B.R. Otto (e-mail:
[email protected]) dr. B.R. Otto; dr. M. Campos Ponce; dr. B.M. Bakker; dr T. Geijtenbeek; drs. B. Bissumbhar; dr. W. Bitter; C.M. Roosendaal 6 01.06.2009-26.06.2009 Het doel van deze cursus is de student inzicht te verschaffen in de pathogenese van microbiële, parasitaire en virale infecties. De student wordt vertrouwd gemaakt met de strategieën die bacteriën, virussen en parasieten gebruiken om de gastheer te koloniseren en te infecteren. Thema's die aan de orde komen zijn toxines, aanhechting, invasie, intracellulaire overleving, interacties met het immuun systeem, secretie van virulentiefactoren, ijzeropname en regulatie van virulentiefactoren. Bij het onderwijs wordt ook aandacht besteed aan vaccins en antibiotica, zoals de ontwikkeling, werking en toepassing van deze therapeutica. Tot slot moet de student een aantal microbiologische methoden kunnen toepassen om zo pathogene eigenschappen van micro-organismen te kunnen bestuderen. Eindtermen Aan het eind van de cursus kan de student: • aangeven wat de overeenkomsten en verschillen zijn in de strategieën die bacteriën, virussen en parasieten gebruiken om de gastheer te koloniseren en te infecteren. • aangeven hoe op moleculair niveau vaccins en antibiotica werken. • aangeven hoe vaccins en antibiotica worden ontwikkeld. • het belang aangeven van een grondige kennis over de virulentiefactoren van bacteriën, virussen en parasieten ter voorkoming en bestrijding van infecties. Niveau 2: verdieping De cursus bestaat uit 5 onderdelen: microbiologie, parasitologie, virologie, vaccinologie en antibiotica. Al deze onderdelen zijn nodig om een goed begrip te kunnen krijgen van infectieziekten en hoe deze te voorkomen of te bestrijden zijn. Aan de samenhang van bovengenoemde onderdelen zal dan
Examenonderdelen
67
ook de nodige aandacht besteed worden. werkwijze Hoorcolleges (20 uur); practicum verplicht (40 uur); zelfstudie (50 uur). Mogelijk dit jaar werkgroepsessies. literatuur • Het boek Medical Microbiology, 3th-ed., 2004. C. Mimms, HM Dockrell, RV Goering, I Roitt, D Wakelin en M Zuckerman. Uitgever Elsevier Science. Prijs ongeveer 50 euro. • Practicumhandleiding, prijs ongeveer 10 euro. • Powerpoint files van collegestof, gratis te downloaden van Blackboard. toetsing Schriftelijk tentamen (essayvragen). Toelating tot tentamen alleen indien het practicum met goed gevolg is afgelegd. doelgroep Keuzecursus voor tweede- en derdejaars bachelorstudenten Bio-medische Wetenschappen, Gezondheidswetenschappen en Gezondheid en Leven. De cursus wordt ten zeerste aanbevolen voor studenten die het masterprogramma "Infectious Diseases" in de 2-jarige MSc BMW of het programma Infectieziekte en Volksgezondheid in de 1-jarige MSc GW willen gaan volgen. voorkennis Voor studenten biomedische wetenschappen (BMW) wordt de inhoud van de eerstejaarscursussen Microbiologie en Immunologie als bekend verondersteld. Voor de Gezondheidswetenschappers (GZW) moet de tweedejaarscursus Immunologie succesvol afgerond zijn. opmerkingen Een laboratoriumjas is verplicht en is meteen op de eerste practicumdag nodig. Als communicatiemiddel zal zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van Blackboard. In verband met het beperkte aantal plaatsen zal bij een hoog inschrijvingsaantal een tweede variant op de cursus worden aangeboden. Er geldt in totaal een maximum van 100 studenten. Voor maximaal 60 studenten zal de reguliere cursus worden aangeboden, voor nog eens maximaal 40 studenten wordt een variant zonder practicum aangeboden. BSc studenten Biomedische Wetenschappen, Gezondheidswetenschappen en Gezondheid & Leven krijgen voorrang. Dit kan betekenen dat aangemelde studenten uit andere opleidingen worden afgwezen. naam code coördinator docent studiepunten periode doel
68
Infectieziekten (PreMSc) 470905 M. van Dijk M. van Dijk 6 27.10.2008-19.12.2008 Het doel van deze cursus is de student inzicht te verschaffen in de pathogenese van bacteriële, parasitaire en virale infecties. De student wordt vertrouwd gemaakt met de strategieën die bacteriën, virussen en parasieten gebruiken om de gastheer te koloniseren en te infecteren. Thema¿s die aan de orde komen zijn toxines, aanhechting, invasie, overleving en interacties met het immuunsysteem. Bij het onderwijs wordt ook aandacht besteed aan vaccins en antibiotica. Eindtermen Aan het eind van de cursus kan de student: • De verschillende organismen (bacteriën, virussen en parasieten) van elkaar onderscheiden. • Aangeven wat de overeenkomsten en verschillen zijn in de strategieën die bacteriën, virussen en parasieten gebruiken om de gastheer te
Gezondheidswetenschappen (BSc)
koloniseren en te infecteren. Aangeven hoe vaccins en antibiotica werken. • Het belang aangeven van een grondige kennis over de virulentiefactoren van bacteriën, virussen en parasieten ter voorkoming en bestrijding van infecties. Niveau 1: basiscursus In de colleges (+ verplichte werkgroepen) zal aandacht worden besteed aan de pathogenen (bacteriën, virussen en parasieten). De nadruk zal liggen op de pathogeniciteit, virulentie, interactie met het immuun systeem en transmissie. Hoorcolleges/werkgroepen (verplicht)/zelfstudie. Zal nog bekend worden gemaakt. Toetsing bestaat uit een tentamen en opdrachten. Om te slagen voor de cursus, dienen alle onderdelen met een voldoende te worden beoordeeld, dat wil zeggen minimaal een 5,5. Verplicht voor premasterstudenten Gezondheidswetenschappen. Als communicatiemiddel zal zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van Black Board. •
inhoud werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
Inleiding gezondheidseconomie 470190 dr. F.R.M. Portrait dr. F.R.M. Portrait; B. van den Berg; Gastdocenten 6 24.11.2008-19.12.2008 Aan het einde van deze cursus kunnen de studenten de basis economische begrippen die nodig zijn voor het begrijpen van gezondheidswetenschappelijke literatuur begrijpen en de werking van verschillende gezondheidszorgmarken beschrijven en uitleggen. De studenten kunnen de geleerde begrippen toepassen om actuele problemen en ontwikkelingen op het gebied van de gezondheidszorg beter te begrijpen en bij te dragen aan oplossingen. inhoud Gezondheidseconomie is het wetenschappelijk onderzoek dat zich bezig houdt met de werking van de gezondheidszorgmarkt. Het goed begrijpen van de werking van de markt is essentieel voor het maken van efficiënt beleid. Daarom is kennis van de gezondheidseconomie cruciaal voor gezondheidswetenschappers die zich in de toekomst bezig willen houden met het maken van zorgbeleid op alle niveaus bijvoorbeeld overheidsinstanties, zorginstellingen of zorgverzekeraars. In deze inleidende cursus zullen we eerst de belangrijkste marktvormen zoals perfecte competitie, monopolie, monopolistische concurrentie en oligopolie bestuderen. Daarmee zullen basis economische principes zoals vraag- en aanbodcurven, opportuniteitskosten en elasticiteiten worden behandeld. Aandacht zal besteed worden aan de werking van verschillende submarkten zoals de ziekenhuismarkt, huisartsenmarkt, farmaceutische markt, de zorgsverzekeringsmarkt (na de invoering van de nieuwe zorgverzekeringswet) en de thuiszorgmarkt (na de invoering van de Wet Maatschappelijke Ontwikkeling). Kennis van de marktvormen en economische principes is cruciaal om de effecten van alternatieve beleidsmaatregelen te analyseren vanuit verschillende perspectieven. De gezondheidszorgmarkt verschilt in veel opzichten van traditionele markten,
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
Examenonderdelen
69
werkwijze
literatuur toetsing
doelgroep
bijvoorbeeld in verband met ethische vragen rondom gezondheid en de mate van onzekerheid en de rol van de overheid. Daarom zal het beschrijven en begrijpen van de rol van de overheid op de werking van de gezondheidszorgmarkten een belangrijk onderdeel van deze cursus vormen. De studenten zullen de hierboven beschreven theorie toepassen om een zelf gekozen actueel probleem op het gebied van de gezondheidszorg beter te begrijpen. Om dit doel te bereiken zullen studenten een presentatie over een actueel probleem op een gezondheidszorgsubmarkt voorbereiden en voordragen. Voorbeelden zijn de veroudering en de daarmee samenhangende toename van de kosten van zorg, de rol van patenten en AIDS in Afrika, effect op de gezondheidsmarkt van het gebruik van tabak, alcohol, en drugs en over de problematiek van de wachtlijsten in de gezondheidszorg. Het vak beslaat een periode van 4 weken. Gemiddeld zullen de studenten 6 uur hoorcolleges per week en 6 uur werkcolleges per week krijgen. Ter voorbereiding van de werkcolleges moeten studenten opdrachten voorbereiden en literatuur bestuderen. Om de presentaties voor te bereiden krijgen de studenten passende literatuur, die ze met minimaal twee geschikte artikelen/rapporten moeten aanvullen. De studenten zullen in groepjes van drie tot vier werken. De studenten zullen tijdens het voorbereiden van de presentaties regelmatig feedback krijgen van de docenten. Aan het einde van de cursus houden de studenten korte presentaties. Syllabus De cursus wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen. Daarnaast krijgen de studenten een cijfer voor de presentaties. Het schriftelijke tentamen telt voor 75% van het uiteindelijke cijfer en de presentaties voor 25%. Studenten moeten voor beide onderdelen een voldoende halen. Verplicht voor eerstejaars BSc Gezondheidswetenschappen.
Inleiding gezondheidswetenschappelijk onderzoek 470183 dr. M.R. de Boer dr. M.R. de Boer; dr. H.N. Plomp 6 27.10.2008-21.11.2008 Kennismaking met het gezondheidswetenschappelijk onderzoek. Het accent ligt op een inleiding in de methoden en hun toepassingen. Deze cursus dient als basis voor het methodologie onderwijs in volgende jaren. Na afloop van de cursus kan de student elementaire begrippen uit het gezondheidswetenschappelijk onderzoek begrijpen en deze toepassen aan de hand van onderzoeksvoorbeelden. Verder is de student in staat om eenvoudige statistische analyses zelfstandig uit te voeren en de resultaten, mede in het licht van de gebruikte onderzoeksmethode, op een goede manier te interpreteren, te beschrijven en te presenteren. Niveau 1: basiscursus inhoud • De cursus behandeld allereerst uitgangspunten van gezondheidswetenschappelijk onderzoek. Vervolgens wordt een inleiding op de vakgebieden van de epidemiologie en toegepaste biostatistiek gegeven. De volgende onderwerpen komen aan bod: • Definitie empirisch GW onderzoek • Overzicht van uiteenlopende onderzoeksvragen en soorten van onderzoek
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
70
Gezondheidswetenschappen (BSc)
Theorieën en theoretische concepten en onderzoek Wetenschappelijke (methodologische) richtingen • Vormen van epidemiologisch onderzoek • frequentiematen • associatiematen • Bronnen van vertekening • Waarde van een meetinstrument • literatuuronderzoek • Verschillende soorten variabelen • Descriptieve statistiek • Inleiding in de verklarende statistiek • Hoorcolleges • Werkgroepen (verplicht) • Practica (verplicht) • Groepsopdrachten • Bowling Ann, Research methods in health, investigating health services, 2nd edition, Open University Press Buckingham, 2002 • L.M. Bouter, M.C.I.M van Dongen en G.A. Zielhuis. Epidemiologisch onderzoek, opzet en interpretatie, vijfde herziene druk, 2005, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten. J.W.R. Twisk. Inleiding in de toegepaste biostatistiek. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, Nederland. ISBN 97 890 352 2909 9 De cursus wordt afgesloten met een tentamen dat voor 75% meetelt voor het eindcijfer. Het tentamen dient voldoende te zijn (minimaal 5.5) teneinde een voldoende eindcijfer te behalen.Tevens vind in de laatste week van de cursus een computerpracticumtoets plaats die voor 25% van het eindcijfer meetelt. Daarnaast moeten er tijdens de cursus meerdere opdrachten worden uitgevoerd. Deze opdrachten dienen voldoende gescoord te worden. Opdrachten die onvoldoende zijn leiden tot puntaftrek van het eindcijfer Verplichte cursus voor eerstejaars BSc Algemene gezondheidswetenschappen. • •
werkwijze
literatuur
toetsing
doelgroep
Inleiding gezondheidswetenschappen 470189 dr. J.E. Bosmans; M. van Dijk M. de Boer; dr. J.E. Bosmans; M. van Dijk; dr. C.M. Doak; dr. M.H. Donker 6 01.09.2008-26.09.2008 Tijdens de cursus maak je kennis met je nieuwe studieomgeving. De bedoeling is dat je (een begin van) een sociaal netwerk opbouwt, kennis maakt met belangrijke aspecten van het studielandschap (computerzaal, bibliotheek, practicumzalen), en inhoudelijk een idee krijgt over de volle breedte die de studierichting beslaat. Tevens krijgen studenten met het VWO-afstudeerprofiel Cultuur en Maatschappij een programma aangeboden om hun humane biologie kennis bij te werken. inhoud Het centrale thema van de cursus is 'HIV'. Dit thema benaderen we vanuit verschillende deeldisciplines van de gezondheidswetenschappen. Naast aandacht voor de inhoud van de studierichting geven we aandacht aan verschillende praktische aspecten van de studie, zoals het gebruik van de
naam code coördinatoren docenten studiepunten periode doel
Examenonderdelen
71
computer in je studie, en het zoeken van vakliteratuur in de bibliotheek. werkwijze De cursus bestaat uit hoorcolleges, werkcolleges en computerpractica. Een deel van de computerpractica en werkcolleges kan verplicht gesteld worden. Ook zal een HIV-patiënt komen vertellen hoe het is om HIV te hebben. literatuur Syllabus. L.M. Bouter, M.C.I.M van Dongen en G.A. Zielhuis. Epidemiologisch onderzoek, opzet en interpretatie, vijfde herziene druk, 2005, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten. toetsing Toetsing geschiedt aan de hand van opdrachten en een schriftelijk tentamen. doelgroep Toetsing geschiedt aan de hand van opdrachten en een schriftelijk tentamen. Inleiding Psychologie 470191 dr. K. Mortier dr. K. Mortier 6 29.09.2008-24.10.2008 Het doel van deze cursus is inzicht verkrijgen in het functioneren van mensen in hun sociale omgeving. Eindtermen Na afloop van de cursus kan de student • basis principes en theorieën uit de Sociale Psychologie benoemen en definiëren • basis principes en theorieën uit de Cognitieve Psychologie, specifiek betreffende menselijke waarneming, geheugen en intelligentie benoemen en definiëren • sociaal-psychologische en cognitieve principes en theorieën in dagelijks leven herkennen en op nieuwe situaties toepassen • (Gezondheids)Gedrag van mensen in hun omgeving kunnen voorspellen met behulp van cognitieve en sociaal-psychologische principes en theorieën Niveau 1: basisniveau inhoud Tijdens de hoorcolleges wordt er een overzicht gegeven van klassieke psychologische onderzoeken en psychologische theorieën, die inzicht hebben gegeven in het functioneren van mensen in hun omgeving. Alle theorieën hebben gemeen dat ze het gedrag van mensen in hun (sociale) context willen begrijpen en voorspellen. Om dit doel te kunnen bereiken is het noodzakelijk zo veel aspecten mogelijk van mensen en menselijk gedrag onder de loep te nemen. Deze variëteit komt dan ook terug in de onderwerpen die in de cursus worden behandeld. Nadruk zal liggen op het sociaal en cognitief functioneren van mensen. Specifieke thema's die behandeld zullen worden zijn bijvoorbeeld de invloed van emoties op gedrag, de werking van het geheugen, de menselijke waarneming van de fysieke en sociale omgeving, en de processen die het vormen van meningen beïnvloeden. Er zal aandacht zijn voor de toepassing van deze kennis binnen de gezondheidswetenschappen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de invloed van anderen om risicovol gedrag, zoals roken en drinken, te vertonen. literatuur • Social Psychology. Fourth edition By Stephen L. Franzoi. McGraw-Hill International edition. copyright 2006 ISBN 0-07-111587-0 • Specifieke hoofdstukken betreffende algemene psychologie: Buskist, W.,
naam code coördinator docent studiepunten periode doel
72
Gezondheidswetenschappen (BSc)
Carlson, N., Martin, G. N., & Stein, S. (2004, 2nd edition). Psychology the science of behaviour. European Adaptation. Essex, UK: Pearson Education Limited. ISBN 0130359114 (Let op, hier gaat het om de Europese versie van het boek en NIET de Amerikaanse!), Hoofdstuk 6, Perception, pp. 180-214, hoofdstuk 8, Memory, pp. 242-277, hoofdstuk 11, Intelligence, pp. 354-395. toetsing Schriftelijk (multiple choice) tentamen. doelgroep Verplicht voor eerstejaars BSc Algemene gezondheidswetenschappen Interculturalisatie van de zorg 470184 drs. K.L.R. Logghe prof.dr. I.N. Wolffers; drs. D. Barten; drs. K.L.R. Logghe 6 30.03.2009-27.04.2009 Het doel van de cursus is om de student inzicht te geven in de interculturalisatie van de zorg: de afstemming van de inhoud en organisatie van de zorg op de multiculturele samenleving. Om de interculturalisatie van de zorg goed te kunnen begrijpen zal de cursus tevens inzicht geven in gezondheidsverschillen en -determinanten tussen verschillende bevolkingsgroepen, knelpunten in het gebruik van de reguliere zorg, de ontwikkeling van een intercultureel zorgaanbod en de aansturing van het proces van interculturalisatie. Eindtermen: De student begrijpt hoe migratie het leven van mensen ingrijpend verandert, dat migratie een "cultuur op zich" is die overal ter wereld een aantal herkenbare verschijnselen tot gevolg heeft. De student kan deze onderscheiden van culturele factoren en begrijpt het belang van het verschil; heeft inzicht in de relatie tussen migratie en gezondheid, waaronder risicofactoren, kwetsbaarheid etc.; heeft inzicht in gezondheidsverschillen en determinanten tussen verschillende bevolkingsgroepen; heeft inzicht in beleid dat interculturalisatie van de zorg bevordert en begrijpt wat het concept inhoudt en hoe het bevorderd kan worden; is op de hoogte van maatregelen die ontwikkeld zijn om migranten en vluchtelingen beter te kunnen bereiken en een passend aanbod te kunnen bieden; heeft kennis van verschillende theorieën over interculturele communicatie en begrijpt hoe deze gebruikt kunnen worden om de culturele competentie van hulpverleners te bevorderen; heeft inzicht in hoe cultuur, religie en sekse van invloed zijn op (uitingen van ) gezondheid, hulpzoekgedrag en ziekte(gedrag); kan in groepsverband een onderdeel van het interculturalisatieproces analyseren, doorgronden en hierover schriftelijk en mondeling rapporteren, hierbij gebruikmakend van verschillende onderzoeksstrategieën. Niveau 2: verdieping inhoud • In- en uitsluiting van de zorg • Racisme en discriminatie • Gezondheidsverschillen tussen verschillende bevolkingsgroepen • Hulpverlening aan specifieke groepen • Migratie & ziekte • Sekse en migratie • Interculturele communicatie
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
Examenonderdelen
73
Achtergrondinformatie over migranten in Nederland Gezondheidsbeleving van specifieke groepen • Religie en gezondheidszorg. Tijdens de werkgroepen bezoeken de studenten een gezondheidszorginstelling en doorlopen, aan de hand van opdrachten, verschillende stappen van het interculturalisatieproces. Hoorcolleges, Werkgroepen, Werkbezoek diverse instellingen. Tijdens de werkgroepen zullen de onderwerpen van de cursus verder uitgediept worden aan de hand van opdracht(en). • Gezondheidszorg en Cultuur, Ivan Wolffers en Anke van der Kwaak (red.),VU uitgeverij, 2004, 24,50 euro, ISBN nr. 90 5383 796 5 • Artikelen (op blackboard) horend bij de colleges. Aanwezigheid: Werkgroepbijeenkomsten zijn verplicht. Indien meer dan één werkgroepbijeenkomst wordt gemist, dient het blok het jaar erna opnieuw te worden gevolgd. Van studenten wordt tevens verwacht dat zij het merendeel van de colleges aanwezig zijn. Toetsing vindt plaats door middel van een schriftelijk tentamen en beoordeling van werkgroepopdrachten plus presentatie. Het tentamen bestaat uit open vragen, gebaseerd op het leerboek Gezondheidzorg en Cultuur, en de behandelde stof tijdens de colleges. Samen vormen zij het eindciifer. Voor alle onderdelen dient een voldoende behaald te worden, d.w.z. minimaal 5.5. Aanbevolen voor derdejaars BSc en premaster studenten Algemene gezondheidswetenschappen. Keuzecursus voor derdejaars BSc Gezondheid en Leven. • •
werkwijze literatuur toetsing
doelgroep
naam code studiepunten contacturen periode coördinator periode doel inhoud
literatuur toetsing
74
Interfacultair keuzevak Ontwikkelingsvraagstukken 60000010 6 28 (28 hoorcollege) in de basiscursus 1, 2, 3 en 4 drs. J.J.F. Heins • 1e en 2e periode -basiscursus op de donderdagmorgen • 3e en 4e periode -vervolgtraject, het dagdeel varieert Vanuit verschillende disciplines informatie bieden op het gebied van ontwikkelingsvraagstukken. Dit interfacultaire keuzevak bestaat uit een basiscursus en een vervolgtraject. De basiscursus (voor 6 ects) omvat een serie van 14 hoorcolleges, waarin vanuit verschillende disciplines informatie geboden wordt over ontwikkelingsvraagstukken en een specifiek thema. De eerste 7 colleges bieden basisinformatie, terwijl in de laatste 7 bijeenkomsten het thema meer centraal zal staan. Het vervolgtraject (3 tot 12 ects) kan ingevuld worden met een studiereis naar Suriname, het deelnemen aan het simulatiespel Africulture over rurale ontwikkeling in Afrika, of met het schrijven van een werkstuk over een onderwerp naar keuze. Wordt nog bekend gemaakt. schriftelijk tentamen 66 procent essay
Gezondheidswetenschappen (BSc)
34 procent opmerkingen Een informatieboekje met nadere beschrijving van basiscursus en vervolgtraject is aan te vragen bij: Mw. G.E. Heemskerk, Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde (FEWEB), Afd. Ontwikkelingseconomie, De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam, kamer 2E-71, tel. 020-5986140, e-mail:
[email protected]. Zie ook de website: http://www.feweb.vu.nl/iko naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep
Internationale volksgezondheid 470088 F.E. Haker MSc dr. P.R. Klatser; Gastdocenten; dr. M.B.M. Zweekhorst; dr. J.E.W. Broerse 6 28.04.2009-29.05.2009 • Inzicht verkrijgen in de theoretische achtergronden en wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkeling van Internationale Volksgezondheid en mondiale gezondheidszorg • Inzicht in de belangen, spanningsvelden en wensen van verschillende actoren die hierbij een rol spelen • Inzicht verwerven in organisatie, management en beleid van volksgezondheid in een ontwikkelingscontext. • Inzicht verwerven in de mogelijkheden en beperkingen van gezondheidszorg ten aanzien van ontwikkelingsvraagstukken. • Inzicht verkrijgen in de mogelijkheden en toepassingen van onderzoek in Internationale Volksgezondheid. • Inzicht krijgen in de samenhang van de problematiek op landenniveau. Niveau 2: Verdieping In deze cursus verkrijg je inzicht in volksgezondheidsvraagstukken in internationaal verband. De nadruk ligt hierbij op gezondheidsproblemen in lage- en middeninkomenlanden en de verschillende benaderingen die landen toepassen om met die problemen om te gaan. Er wordt specifiek ingegaan op problemen en interventies op een aantal deelterreinen van de gezondheidszorg zoals infectieziekte, reproductie, en geestelijke gezondheid. Ook komen cross-cutting issues zoals economie en kosteneffectiviteit, beleid en management aan bod. De cursus sluit af met recente trends op het gebied van internationale samenwerking. Dit alles wordt op een transdisciplinaire manier benaderd, waarbij inzichten uit verschillende wetenschappelijke disciplines worden geïntegreerd en rekening wordt gehouden met de belangen en relaties tussen verschillende actoren. In de groepsopdracht `public health portfolio¿ breng je de theorie van de cursus in praktijk en zal de samenhang van de verschillende subthema¿s op landen niveau duidelijk worden. Hoorcolleges en groepsopdracht Boek; Title: International Public Health; Diseases, Programs, Systems, and Policies. Editors: M.H. Merson; R.E. Black; A.J. Mills Second Edition. Verkrijgbaar: VU boekhandel. Schriftelijk tentamen (50%) en groepsopdracht (50%). Beide onderdelen moeten met een voldoende worden afgesloten. De cursus "Internationale Volksgezondheid" is een keuze cursus voor derdejaars bachelor studenten Gezondheidswetenschappen en voor tweede-
Examenonderdelen
75
en derdejaars bachelors studenten Biomedische wetenschappen en Gezondheid en Leven. De cursus wordt sterk aanbevolen voor studenten die overwegen de masterdifferentiatie IPH te gaan volgen. opmerkingen Met uitzondering van twee colleges wordt de cursus in het Nederlands gegeven Voor vragen:
[email protected] of
[email protected] Management van innovaties 470195 prof.dr. J.F.G. Bunders-Aelen dr. J.E.W. Broerse; prof.dr. J.F.G. Bunders-Aelen 6 01.06.2009-26.06.2009 Verwerven van kennis van en inzicht in: • Verschillende vormen van (1) management en (2) innovatie op verschillende niveau¿s (micro, meso en macro) • De centrale concepten van innovatieprocessen en innovatiemanagement • Verschillende mechanismen van innovatieontwikkeling, hun effecten en hun uitdagingen in verschillende culturele contexten. • Verschillende theoretische perspectieven op innovatiestudies en management van technologie (o.a. strategisch innovatie management, wetenschap, technologie en samenlevingstudies) • De belangrijkste actoren en hun onderlinge relatie in de (inter) nationale medische innovatie-arena. • Verschillende manieren om de ontwikkeling van innovaties in de gezondheids- en levenswetenschappen te beïnvloeden. Het toepassen van verkregen kennis en inzicht door: • De praktijk oefenen met het analyseren van verschillende innovatiestrategieën in de medische sector. Het opdoen van leerervaringen ten aanzien van: • Projectmatig werken in teamverband. • Het kunnen toepassen van enkele praktische vaardigheden, zoals onderzoeksopzet maken, literatuurstudie, kritisch analyseren, argumenteren, en schriftelijk en mondeling presenteren. Oriëntatie op de M-variant, de masters Management, Policy-Analysis and Entrepreneurship, en master Gezondheidswetenschappen differentitie International Public Health. Niveau 2: verdieping inhoud Studenten met een bio-medische of gezondheidswetenschappelijke achtergrond worden in hun toekomstige carrière steeds meer betrokken bij het tot stand komen van medische innovaties, zoals technische innovaties, zorginnovaties en systeeminnovaties. Bij deze innovaties spelen verschillende actoren een rol, zoals wetenschappers, gebruikers, verzekeraars, zorgverleners, industrie en patiënten. De verschillende perspectieven van deze actoren zijn van invloed op het welslagen van innovatieprocessen. Het betrekken van meerdere actoren zoals, o.a. patiënten, zorgverleners en onderzoekers in het innovatie proces is niet eenvoudig. In deze cursus wordt ingegaan op verschillende casussen waarin dit proces gerealiseerd is en hoe je de interactie tussen de verschillende groepen kunt managen. Voorbeelden zijn de ontwikkeling van cochleaire implantaten voor
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
76
Gezondheidswetenschappen (BSc)
werkwijze literatuur toetsing
doelgroep
opmerkingen
doven en slechthorenden, patiëntenparticipatie bij brandwondenonderzoek en het implementeren van het `patiënt-centraal¿ concept in ziekenhuizen. We bespreken verschillende theoretische inzichten met betrekking tot het managen van medische innovaties (managementstrategieën en ¿vormen). Ook gaan we in op innovatiesystemen in de internationale context. In kleine groepjes studenten krijg je vervolgens de opdracht om een medisch innovatieproces (technologische, zorg- of systeeminnovatie) te analyseren met behulp van de theorieën en inzichten verkregen uit de colleges. Aan het einde van de cursus presenteren de verschillende groepen hun analyse aan de medestudenten. De cursus zal bestaan uit colleges, en het uitvoeren van een projectopdracht in teamverband. Syllabus. Aan te schaffen in de boekhandel. Individuele toetsing bestaat uit: (1) tentamen (50%), en (2) projectopdracht (50%). Individuele beoordeling van de projectopdracht vindt plaats op basis van individuele producten, het functioneren in de projectgroep en de beoordeling van groepsproducten. Beide onderdelen moeten met een voldoende worden afgesloten. Keuzecursus voor tweedejaars bachelorstudenten Biomedische Wetenschappen, en gezondheidswetenschappen. Speciaal aanbevolen voor studenten die de masteropleiding Management Policy Analysis and entrepreneurship, of de differentiatie International Public Health binnen de masteropleidingen Gezondheidswetenschappen of Biomedische Wetenschappen, willen gaan volgen. Voor informatie over de cursus kun je contact opnemen met dr. J.E.W. Broerse tel: 020-5987028
Methodologie en toegepaste biostatistiek 1 (PreMSc) 470901 dr. L.D.J. Kuijper (e-mail:
[email protected]) dr. C. Zonneveld 6 05.01.2009-27.02.2009 Na afronding van de module statistiek is de student in staat om gegevens op een overzichtelijke manier weer te geven. Daarnaast leert de student een aantal basale verklarende statistische methoden te gebruiken en deze op de juiste wijze te relateren aan veel voorkomende epidemiologische uitkomstmaten. De behandelde methoden kunnen aan de hand van praktijkvoorbeelden ten uitvoer worden gebracht. Tenslotte is de student in staat eenvoudige statistische operaties ten uitvoer te brengen in SPSS Niveau 1: basisniveau inhoud • Meten en presenteren van gegevens • Lokale maten en spreidingsmaten • Steekproeven en schatten • Binomiale toets; z-toets voor 1 en 2 steekproeven • t-toets; X2-toets • Statistische analyse van relatieve risico¿s en odds ratio¿s werkwijze Hoorcolleges, gekoppeld aan werkcolleges waarin de behandelde leerstof in de praktijk wordt gedemonstreerd. Computerpractica, waarin het gebruik van SPSS (door student zelf aan te schaffen) centraal staat.
naam code coördinator docent studiepunten periode doel
Examenonderdelen
77
literatuur J.W.R. Twisk, Inleiding in de toegepaste biostatistiek. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, ISBN 978 90 352 2909 9 toetsing Toetsing bestaat uit een tentamen. doelgroep Verplicht voor premasterstudenten Gezondheidswetenschappen. De cursus moet met een voldoende worden afgesloten om in het volgende studiejaar aan masteronderwijs te mogen deelnemen. opmerkingen Studenten moeten voor deze cursus zelf het computerprogramma SPSS versie 15 aanschaffen, kosten hiervoor bedragen ongeveer 15 Euro met het VU-net ID via Surfspot naam code coördinator docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing doelgroep voorkennis
naam code coördinator docenten studiepunten doel
78
Methodologie en toegepaste biostatistiek 2 (PreMSc) 470907 prof.dr. J.W.R. Twisk prof.dr. J.W.R. Twisk 6 02.03.2009-27.04.2009 Na afloop van de cursus is de student in staat om met behulp van statistische regressie technieken een antwoord te krijgen op een gezondheidswetenschappelijke vraag. Verder is de student is in staat om zelfstandig regressie analyses uit te voeren met behulp van het statistische programma SPSS. Niveau 2: verdieping De cursus is een vervolg op de cursus Methodologie en toegepaste biostatistiek 1. In die cursus werden een aantal statische technieken geïntroduceerd, die in deze cursus worden uitgebreid met regressie technieken. Er wordt met name aandacht besteed aan de keuze van de juiste techniek, de interpretatie van de resultaten, en de samenhang tussen eenvoudige technieken en de regressie technieken. In de cursus komen de volgende onderwerpen aan bod: • lineare regressie analyse • logistische regressie analyse • cox-regressie analyse Hoorcolleges/computerpractica/werkcolleges/zelfstudie • Sheets behorende bij de colleges • J.W.R. Twisk. Inleiding Toegepaste Biostatistiek. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, Nederland. 2007. (ISBN: 97 890 352 2909 9) Schriftelijk tentamen en SPSS-toets Verplicht voor premasterstudenten Gezondheidswetenschappen. Studenten moeten de cursussen Epidemiologie en kwalitatieve methoden (PreMsc) en Methodologie en toegepaste biostatistiek 1 (PreMsc) gevolgd hebben. Multimedia 470105 dr. I.R. Hellsten dr. I.R. Hellsten; dr. J.E.W. Broerse; dr. K.T. Rebel; Gastdocenten 6 • Theoretisch inzicht verkrijgen in multimedia in relatie tot gezondheidsen biomedische wetenschappen
Gezondheidswetenschappen (BSc)
Inzicht verkrijgen in een aantal voorbeelden van het gebruik van multimedia in de (bio-)medische context. • Kennis verwerven op het kruispunt van multimedia en wetenschapscommunicatie op drie terreinen, namelijk data visualisatie, web design en Internet journalistiek in de (bio)medische en gezondheidswetenschappelijke context • Inzicht verkrijgen in modellen en toepassingen van multimedia websites om gezondheids- en wetenschapscommunicatie effectiever te maken • Praktische vaardigheden verwerven voor het plannen en ontwerpen van een multimedia site voor een specifiek onderwerp op het gebied van gezondheids- en biomedische wetenschappen De cursus Multimedia voor gezondheids- en biomedische wetenschappers richt zich op de belangrijkste elementen van multimedia, voornamelijk vanuit het perspectief van wetenschapscommunicatie. De cursus bestaat uit circa tien (gast)colleges, verspreid over de eerste drie weken, een groepsopdracht en eindtentamen. In de eerste week wordt een overzicht gegeven van de diverse begrippen in het veld van multimedia: nieuwe media, multimedia, data visualisatie, digitale communicatie en hun relatie met onderzoek en praktijk van gezondheids- en biomedische wetenschappen. Gedurende de tweede week wordt ingegaan op verschillende elementen van multimedia: Data Visualisatie en Multimedia web sites. In week 3 komt multimedia voor wetenschapjournalisten en communicatiespecialisten aan de orde. Tijdens de cursus werken studenten in groepen van 3 of 4 aan het ontwerpen van een multimedia website (eind week 1 t/m week 4). De multimedia web site heeft als doel de communicatie tussen meerdere actoren (bijvoorbeeld overheid, patiënten, wetenschappers, journalisten) te verbeteren op een zelf te kiezen onderwerp in de gezondheids- en levenswetenschappen. Colleges, discussies, (groeps)opdrachten en zelfstudie Reader, aanvullende literatuur wordt op de blackboard gezet Examen 50%; individuele beoordeling opdracht (artikel en onderdelen voor de groeps multimedia site) 25% en Groepsopdracht (de uiteindelijke multimedia site), 25% Alle onderdelen moeten met een voldoende worden afgesloten. Gezondheids en biomedische wetenschappen Aanwezigheidsplicht •
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
doelgroep opmerkingen naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
Neuronale en hormonale regulatie 470036 dr. R.E. van Kesteren (
[email protected]) dr. R.E. van Kesteren; dr. S. Spijker; dr. M.H.G. Verheijen 6 02.03.2009-27.03.2009 Doel: Inzicht verwerven in de wijze waarop het zenuwstelsel en het hormonale systeem diverse lichaamsfuncties en gedrag reguleren, en hoe een aantal veel voorkomende neurologische, psychiatrische en endocriene aandoeningen zijn terug te voeren op ontregeling van deze systemen. Eindtermen: - De student kent de basisprincipes van neuronale en hormonale communicatie; - De student kent de belangrijkste onderdelen van het zenuwstelsel en het
Examenonderdelen
79
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing doelgroep
endocriene systeem; - De student begrijpt hoe complex gedrag en cognitie tot stand komen - De student begrijpt hoe ontregeling van het zenuwstelsel of het endocriene systeem leidt tot ziekte; Niveau 1: basiscursus Basisprincipes van neuronale en hormonale communicatie; de belangrijkste hersengebieden en (neuro)endocriene systemen en hun functies; de belangrijkste neurotransmitters en (neuro)hormonen en hun werkingsmechanismen; sensorische informatieverwerking; cognitie, leren en geheugen; verslaving; sexualiteit; stress; eten en drinken; interacties van het zenuwstelsel en het endocriene systeem; dysfuncties van het zenuwstelsel (o.a. ziekte van Parkinson, schizofrenie, verslaving); dysfuncties van het neuroendocriene systeem (o.a. diabetes mellitus, diabetes insipidus, depressiviteit, eetstoornissen). Hoorcolleges, werkcolleges, zelfstudie Longstaff: Instant Notes in Neuroscience, 2nd edition (2005), ISBN 0-41535188-X Martini: Fundamentals of Anatomy and Physiology,7th edition 92006), ISBN 0-321-31198-1 Schriftelijk tentamen (multiple choice). Verplicht voor tweedejaars BSc Gezondheidswetenschappen.
literatuur toetsing doelgroep
Neuronale en psychische pathologie 470086 dr. T. Pattij; dr. A.M.W. van Dam dr. A.M.W. van Dam; Gastdocenten; dr. T. Pattij 6 30.03.2009-27.04.2009 Het doel van de cursus is om de studenten inzicht te laten verwerven in de biologische mechanismen, diagnostiek en therapieën van een aantal neuronale en psychische aandoeningen en welke maatschappelijke aspecten van belang zijn. Niveau 2: verdieping In de cursus zullen de volgende aandoeningen aan de orde komen: Multipele Sclerose, ziekte van Parkinson, ziekte van Alzheimer, hersentumoren, cerebrovasculair accident, ADHD, Schizofrenie, Asperger/PDD-NOS en autisme. Van deze ziektebeelden wordt behandeld: • De onderliggende biologische mechanismen; • Op basis van welke diagnostische criteria ze gesteld worden; • Welke farmacologische en niet-farmacologische therapieën hedendaags worden toegepast; • Welke hypothesen kunnen leiden tot vernieuwend therapeutisch gericht onderzoek; • Maatschappelijke aspecten Hoorcolleges, projectgroepen en een excursie naar een verpleeghuis. De excursie en de presentaties door de projectgroepen zijn verplicht. Nader bekend te maken. Schriftelijk tentamen, verslag en presentatie. Keuzecursus voor derdejaars studenten BSc Algemene
80
Gezondheidswetenschappen (BSc)
naam code coördinatoren docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
Gezondheidswetenschappen. opmerkingen Er kunnen maximaal 40 studenten aan de cursus deelnemen. Voorrang wordt verleend aan BSc studenten Gezondheidswetenschappen. naam code coördinator docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij 470098 dr. M.J. Westerman Gastdocenten 1 Gedurende gehele jaar verspreide colleges & werkgroep bijeenkomsten Het onderdeel Oriëntatie op Studie, Loopbaan en Maatschappij heeft tot doel de student na te laten denken over de keuzes die met het afsluiten van de bachelor gemaakt moeten worden. Dat betreft vooral keuzes voor het al dan niet vervolgen van de studie met een masteropleiding, maar, in het verlengde daarvan, ook al keuzes die uiteindelijk gemaakt worden voor een werkkring. Daarbij is het van belang voor de student er achter te komen welke interesses en vaardigheden hij/zij bezit, maar ook welke wensen er bestaan ten aanzien van de mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Eindtermen: Op basis van het door de student gemaakte persoonlijk profiel en de individuele en groepsgewijze oriëntatie op de arbeidsmarkt kan de student gemotiveerd kiezen voor een • Onderwerp voor de bachelorstage • Masteropleiding • Specialisatiegebied Niveau 2: verdieping In kleine werkgroepen wordt met de studenten nagedacht over de vragen: Welke richting moet er gekozen worden in de masterfase? Wat zijn de wensen ten aanzien van het toekomstig beroep? Middels een persoonlijke competentieanalyse, een advertentieanalyse en een netwerkinterview oriënteert de student zich individueel en in een kleine groep op het voor hem of haar meest wenselijke en geschikte vervolgtraject in de masterfase en uiteindelijk op de door hem/haar geambieerde plaats in de maatschappij. Plenair 2 introductiecolleges (eind januari en eind maart 2008) Dit college wordt gevolgd door 2 werkgroepbijeenkomsten in april, die vooral gericht zijn op de keuze voor het vakgebied en onderwerp van de bachelorstage. In mei en juni zijn 2 werkgroepbijeenkomsten waarin de student zich via o.a. een advertentieanalyse en een netwerkinterview oriënteert op de arbeidsmarkt. Tijdens de bachelorstage in het 3e studiejaar vinden twee terugkombijeenkomsten plaats, gericht op het uitwisselen van ervaringen bij de stage en de keuze van de master. De stage wordt afgesloten met een 3e terugkomdag waarin het gedane onderzoek wordt gepresenteerd door middel van een poster. Opdrachten en achtergrondinformatie via de Blackboard site Aanwezigheid bij de werkgroepen is verplicht en aan de bij het onderdeel horende opdrachten moet voldaan zijn. Tweede- en derdejaars bachelorstudenten Biologie, Biomedische Wetenschappen en Algemene Gezondheidswetenschappen. Verplichte cursus.
Examenonderdelen
81
naam code coördinator docenten hoogleraar studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
82
Preventie 470198 dr. H.N. Plomp dr. H.N. Plomp; prof.dr. W. van Mechelen; drs. A.M.C. Plass; prof.dr.ir. J.C. Seidell prof.dr. R.A. Hirasing 6 02.02.2009-27.02.2009 Dit blok biedt inzicht in de uitgangspunten en strategieën voor het opzetten van effectieve programma¿s voor gezondheidsbevordering en ziekte preventie. Verder maakt de student kennis met de gevarieerde praktijk van gezondheidsbevordering en ziektepreventie en leert de praktische en ethische knelpunten die optreden bij de voorbereiding en implementatie van deze programma¿s kennen. In dit blok komen aan de orde: • Het doel van preventie, • Vormen van preventie (primaire, secundaire en tertiaire preventie) • Criteria en uiteenlopende strategieën voor doelmatige preventieprogramma¿s • Gezondheidsbescherming (systematische en routinematige maatregelen om schade aan gezondheid te voorkomen) • gezondheidsbevordering (fysieke en maatschappelijke omgeving en leefwijze van individuen en groepen) • Monitoren van de opbrengsten • Maatschappelijke inbedding van preventieprogramma¿s. • Ethische aspecten bij implementatie van preventieprogramma¿s. • De organisatie en inhoud van preventie op de gebieden van leefstijl, arbeid, voeding en jeugdgezondheidszorg.. Onderwijs wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges en een viertal werkgroepenbijeenkomsten die verplicht zijn. Hier bereidt de student zich voor op zijn werkstuk waarin een preventieprogramma kritisch wordt besproken en waarvoor een praktijkbezoek wordt afgelegd. Over het werkstuk geeft de student een presentatie in de werkgroep. Tenslotte dient de student een beoordeling te schrijven over het werkstuk van een andere student het zogenaamde peer-review. • Mackenbach JP, Maas van der PJ, (redactie). Volksgezondheid en gezondheidszorg, Elsevier, Maarssen, 2008. uitsluitend 4de geheel herziene druk, deel Preventie. • Rose G, Sick individuals and sick populations, International Journal of Epidemiology, 2001, 30, 427-432. • Wareham NJ, Griffin, SJ. Should we screen for type 2 diabetes? Evaluation against National Screening Committee criteria, www.bjm.com, 2004. • Koplan Jeffrey, Fleming David W. Current and Future Health Challenges, JAMA, 2000, 4, 1696-1698. • Collegestof waarnaar op Black Board wordt verwezen. Er wordt een schriftelijk tentamen afgenomen dat voor 40% het eindcijfer bepaald, 40% van het eindcijfer wordt door het werkstuk bepaald, 10% door de kwaliteit van de presentatie en 10% door de kwaliteit van de peer-review.
Gezondheidswetenschappen (BSc)
Voor tentamen en werkstuk dient een voldoende behaald te worden, d.w.z. minimaal 5,5 doelgroep Verplicht voor tweedejaars BSc Gezondheidswetenschappen. Keuzecursus voor BSc Gezondheid en Leven. opmerkingen Deelname aan werkgroepen is verplicht. Studenten werken samen in tweetallen aan het voorbereiden van de presentatie en het werkstuk. Dat betekent dat je tijdig duidelijke afspraken maakt met je samenwerkingspartner. Wanneer je onverhoopt een afspraak niet kunt nakomen, overleg dat tijdig met je partner. Wanneer bij herhaling afspraken niet worden nagekomen, mag de samenwerking worden verbroken, nadat het probleem is voorgelegd aan de werkgroepdocent. naam code coördinator studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep
Preventie en volksgezondheid (PreMSc) 470903 dr. I.H.M. Steenhuis (e-mail:
[email protected]) 6 28.04.2009-26.06.2009 Dit blok biedt inzicht in een aantal belangrijke uitgangspunten van gezondheidsbevordering en ziektepreventie. Niveau 1: basiscursus • In dit blok komen aan de orde: • Preventie en verschillende vormen van preventie • Theorieën over gedragsverklaring • Het planmatig opzetten van gezondheidsbevordering • De beroepspraktijk van de gezondheidsbevorderaar Hoorcolleges, werkgroepen & zelfstudie Reader en artikelen op Blackboard. Toetsing vindt plaats in de vorm van een werkstuk en een schriftelijk tentamen. Voor beide onderdelen dient een voldoende behaald te worden, dat wil zeggen minimaal een 5,5. Verplicht voor premasterstudenten Gezondheidswetenschappen
Project 2: Medicijngebruik 470167 dr. M.J. Westerman prof.dr. J.W.R. Twisk; dr. M.J. Westerman; Student-assistenten 5 24.11.2008-19.12.2008 & gaat door op 30.03.2009-27.04.2009 doel In dit onderzoeksproject wordt beoogd de studenten ervaring op te laten doen met wetenschappelijk (epidemiologisch) onderzoek rondom geneesmiddelen. Hiertoe vindt afstemming plaats o.a. met de cursus Gezondheidswetenschappelijk onderzoek II (vakcode 470110) die tegelijkertijd wordt gegeven. Niveau 2: verdieping inhoud Eindtermen: aan het eind van de cursus heeft/kan de student: • ervaring opgedaan met de verschillende stappen van wetenschappelijk (epidemiologisch) onderzoek.
naam code coördinator docenten studiepunten periode
Examenonderdelen
83
kritisch reflecteren op de verschillende stappen in het onderzoek. de betekenis van therapietrouw voor het medicijngebruik benoemen en beargumenteren. • een interview afnemen met een (gestandaardiseerde) vragenlijst en blijk geven van inzicht in de achtergrond van het gestandaardiseerde interview als data verzameling. Het vak sluit direct aan op 'farmacologie en farmacotherapie'. Voorafgaand aan de dataverzameling krijgen studenten een training in het maken van enquêtevragen en het interviewen van patiënten. In de periode tot februari verzamelt elke student op systematische wijze gegevens over geneesmiddelen aanwezig bij patiënten aan de hand van door de groep ontwikkelde thema's (zie blok 'farmacologie en farmacotherapie'). Nadat de data verzameld zijn, komen de studenten om de week bijeen en worden de opeenvolgende stappen van onderzoek doorlopen: data-entry, data-cleaning, data-analyse en beschrijven van/discussie over de onderzoeksresultaten. Gedurende het onderzoek houden studenten een logboek bij, dat aan het einde van het blok ter beoordeling wordt ingeleverd. De resultaten over een deelvraag van het onderzoek worden vastgelegd in een groepsverslag en gepresenteerd. Het vak wordt afgesloten met een minisymposium waarop de studenten de resultaten van het onderzoek presenteren. De studiehandleiding ' Medicijngebruik'(verstrekt tijdens farmacologie en farmacotherapie) is verplicht. In groepen worden de onderzoeksresultaten schriftelijk en mondeling gepresenteerd (verslag en presentatie); Aanwezigheid bij werkgroepen en de enquête- en interviewtraining is verplicht. Het logboek wordt ook beoordeeld. Verplicht voor tweedejaars BSc Algemene gezondheidswetenschappen Om te mogen deelnemen aan de cursus moet tegelijkertijd ook aan de cursus Farmacologie en farmacotherapie (code 470106 ) worden deelgenomen of deze cursus moet al met succes zijn afgerond. • •
werkwijze
literatuur toetsing
doelgroep opmerkingen
Science educatie en oriëntatie op het beroep van leraar 991010 drs. M.N.S. Vossen 6 Diverse docenten (De cursus wordt verzorgd door docenten van het Onderwijscentrum VU.) periode maart 2009 doel • Studenten maken kennis met het beroep van eerstegraads docent in het voortgezet onderwijs en kunnen doordacht een antwoord geven op de vraag: Ben ik geschikt voor dit beroep? • Studenten oefenen met diverse educatieve werkvormen: (wetenschappelijke) presentatie, workshop, onderwijs en onderzoek in de klas. • Studenten kennen een aantal aspecten van de doelgroep (jongeren tussen de 12 en 18 jaar) die van belang zijn voor educatie. inhoud De cursus bestaat uit werkcolleges en een stage op een school voor voortgezet onderwijs. De stage is het belangrijkste onderdeel van de cursus, deze voer je uit samen met een medestudent. In totaal zal de stage ongeveer 10 dagen in beslag nemen.
naam code coördinator studiepunten docent
84
Gezondheidswetenschappen (BSc)
werkwijze
toetsing doelgroep
opmerkingen
Tijdens de werkcolleges komen de volgende onderwerpen aan de orde: • Hoe bouw je een presentatie op, hoe kom je over? • Hoe vertaal je (wetenschappelijke) informatie naar het niveau van je doelgroep? • Aspecten van het schoolvak, didactiek, pedagogiek en leraarschap; • Wat is het verschil tussen presenteren en onderwijzen? • Hoe krijg je je doelgroep actief? • Oefenen in het geven van een wetenschappelijke presentatie (bijvoorbeeld over je bachelorproject). Tijdens de stage onderneem je in elk geval de volgende activiteiten: • observeren van lessen; • zelf minimaal vier lessen geven, in zowel onderbouw als bovenbouw; • uitvoeren van een klein onderzoek; • zo veel mogelijk deelnemen aan alle activiteiten op school en zo (hernieuwd) kennis maken met het voortgezet onderwijs vanuit het docenten perspectief. Tijdens de cursus houd je een logboek bij en verwerk je opdrachten in een digitaal portfolio. Door regelmatige reflectie leer je optimaal van je ervaringen en krijg je een goed inzicht in je eigen mogelijkheden. Werkcolleges en stage vormen samen een voltijds programma, het is niet mogelijk gelijktijdig andere colleges te volgen. Beoordeling geschiedt op basis van het portfolio, het logboek en de stage en het afsluitend eindgesprek. Deelname aan de cursus staat open voor derdejaars bachelorstudenten van de faculteiten Exacte Wetenschappen en Aard- en Levenswetenschappen. De cursus wordt aangeraden voor studenten die overwegen de lerarenopleiding te gaan volgen binnen de masteropleiding (E-variant) of aansluitend op hun masteropleiding. Ook voor studenten die vaardigheden op willen doen in het verzorgen van wetenschappelijke presentaties is de cursus interessant. • Aanmelding via TIS (zoek bij "aanmelden cursus" onder "IDO") én via Blackboard minimaal vier weken voor het begin van de cursus. • Meer informatie is te verkrijgbaar bij Monique Vossen:
[email protected], of te vinden op www.onderwijscentrum.vu.nl
naam Seksualiteit en gezondheid code 470148 coördinator prof.dr. I.N. Wolffers (contact via het secretariaat: P. Brinckman,
[email protected]) docenten prof.dr. I.N. Wolffers; drs. D. Barten studiepunten 6 periode 02.02.2009-27.02.2009 doel Het doel van de cursus is om de student inzicht te geven in de relatie tussen seksualiteit, identiteit en gezondheid met nadruk op een sociaal-cultureel perspectief, en hoe de gezondheidszorg in Nederland als ook in het buitenland hiermee om gaan. Algemene Eindtermen: • De student heeft inzicht in de relatie tussen identiteit, seksualiteit, welzijn en gezondheid • De student kan de risicofactoren benoemen die de seksuele gezondheid beïnvloeden
Examenonderdelen
85
De student kan fysieke, sociale en psychologische uitingen van verstoring van seksuele gezondheid herkennen • De student kan verschillende doelgroepen identificeren en implicaties voor preventieprogramma's benoemen: sex werkers, migranten, seksuele minderheden • De student heeft inzicht in vormen van de curatieve zorg die proberen tegemoet te komen aan problemen op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid • De student heeft inzicht in de gender-specifieke factoren welke bij seksuele gezondheid een rol spelen • De student kan een klein onderzoek doen op het gebied van seksuele gezondheid Specifieke Eindtermen: • De student heeft Inzicht in de geschiedenis van de seksualiteit • De student heeft kennis van de biologische basis van seksuele ontwikkeling • De student kan de concepten en begrippen die gehanteerd worden binnen het reproductieve gezondheidsdiscours kritisch benaderen. • De student kan de meest voorkomende SOA's en HIV en AIDS met hun uitingsvormen benoemen als ook kennis hebben van de impact van deze SOA's en HIV en AIDS op de seksuele gezondheid. • De student heeft inzicht hebben in hoe gender als bron van individuele identiteit samenvloeit met gender als sociale categorie. • De student kan beargumenteren dat seksuele identiteit zowel vanuit een biologisch als een sociaal-cultureel fundament is geconstrueerd • De student kan kritisch bediscussiëren van het seksueleidentiteitsdiscours dat grotendeels plaatsvindt binnen een heteroseksueel perspectief • De student kan de variëteit aan seksuele oriëntatie en identiteit benoemen. • De student heeft kennis van sociaal-cultureel-maatschappelijke factoren die expressie van seksualiteit beïnvloeden • De student kan het seksuele-identiteitsdiscours, dat grotendeels plaatsvindt binnen een heteroseksueel perspectief, kritisch bediscussiëren. • De student kan factoren, die seksuele voorlichting en preventie voor verschillende culturele groepen faciliteren of juist verhinderen, herkennen en benoemen. • De student kan het seksualiteitsdebat binnen een globaliserende samenleving plaatsen. Niveau 2: verdieping en interdisciplinaire benadering inhoud Tijdens de cursus komen de volgende onderwerpen aan bod: • Geschiedenis van de seksualiteit • Reproductieve gezondheid • Constructie van seksualiteit • Globalisering van seksualiteit • Seksuele rechten en seksuele gezondheid • ABC vs. CNN • Gender • Voorlichting over seksualiteit •
86
Gezondheidswetenschappen (BSc)
Seks, SOA's en HIV/AIDS Preventieve programma's • Seks werk en gezondheid • Seksuele diversiteit en identiteit, daarmee verbonden specifieke vragen op het gebied van gezondheidszorg en discriminatie Kwalitatief onderzoek op het terrein van seksuele gezondheid Hoorcolleges, werkgroepen/excursies, eventuele filmobservatie. Tijdens de werkgroepen zullen de onderwerpen van de cursus verder uitgediept worden aan de hand van opdracht(en). De werkgroepen zijn verplicht. De verplichte literatuur is terug te vinden op blackboard Toetsing vindt plaats door middel van een schriftelijk tentamen en beoordeling van werkgroepopdrachten plus presentatie. Het tentamen bestaat uit open vragen gebaseerd op de verplichte literatuur en de inhoud van de colleges. Samen vormen zij het eindcijfer. Voor alle onderdelen dient een voldoende behaald te worden, d.w.z. minimaal 5.5. Keuzecursus voor derdejaars BSc Algemene Gezondheidswetenschappen • •
werkwijze
literatuur toetsing
doelgroep
Sport, beweging en gezondheid 470093 drs. R.I. Hutter drs. R.I. Hutter; dr. R. Canal Bruland 6 02.03.2009-27.03.2009 Studenten beschikken over kennis van en inzicht in de relatie tussen (recreatieve) sport of beweging en psychische en lichamelijke gezondheid. Zij zijn in staat deze inzichten toe te passen in het opstellen en evalueren van motivatiestrategieën en bewegingsprogramma's. Niveau 3: specialisatie inhoud De cursus beoogt de studenten te introduceren in het domein van sport en beweging in relatie tot lichamelijke en psychische gezondheid. Inhoudelijk leunt het vak zwaar op het vakgebied psychologie. Aan de hand van diverse hoofdstukken uit handboeken over 'the psychology of physical activity & exercise' en literatuur over inspanningsfysiologie wordt een stand van zaken gepresenteerd en kennisgemaakt met de belangrijkste onderwerpen. Daarnaast gaan de studenten zelf actief op zoek naar informatie over een aantal specifieke thema's. In viertallen oefenen zij in een casestudie met de toepassing van begrippen uit de inspanningsfysiologie. Aan de orde komen de onderstaande onderwerpen: • Organisatie en prevalentie van sport en beweging in Nederland; • Relatie tussen bewegen en fysieke / psychische gezondheid in klinische en non-klinische populaties; en de onderliggende werkingsmechanismen; • De keerzijde van sport en beweging: eetproblemen, doping en verslaving; • Verklaringsmodellen en motivationele determinanten van beweging; • Beweging bij specifieke doelgroepen (vrouwen, kinderen, ouderen, etnische minderheden, chronisch zieken, e.d.); • Het meten van fysieke capaciteit, lichamelijke activiteit en gezondheidseffecten; • Interventiestrategieën voor individuen en groepen;
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
Examenonderdelen
87
Overheidsbeleid ten aanzien van sport en beweging. werkwijze Combinatie van hoor- en werkcolleges, aangevuld met een verplichte opdracht in de vorm van een casestudie. De cursus vraagt een actieve werkhouding van de studenten; zij bereiden de werkcolleges voor door huiswerkopdrachten te maken, die worden gepresenteerd, dan wel ter plekke gezamenlijk worden uitgewerkt (30 uur hoor/werkcollege; 45 uur voorbereiding colleges; 16 uur casestudie; 66 uur zelfstudie; 3 uur tentamen). literatuur Reader, bestaande uit hoofdstukken uit de volgende handboeken: • Carron, A.V., Hausenblas, H.A. & Estabrooks, P.A. (2003). The Psychology of physical activity. McGraw-Hill Comp., NY, hoofdstukken 7, 17 t/m 20. • Berger, B.G., Pargman, D. & Weinberg, R.S. (2002). Foundations of Exercise Psychology. Fitness Information Technology Inc., Morgantown, hoofdstukken 4 t/m 6, 11 t/m 13. • Wilmore & Costill (1999), Physiology of Sport and Exercise, Human Kinetics, Champaign, Il., 2nd edition, hoofdstukken 4, 9, 15, 19 t/m 21. toetsing Het verplichte onderdeel casestudie wordt afgerond met een verslag, waarvoor ten minste een voldoende moet worden gescoord. Daarnaast wordt de cursus afgesloten met een schriftelijk tentamen met korte open vragen. De eindbeoordeling van de cursus vindt plaats op grond van het tentamenresultaat (70%) en de verplichte caseopdracht (20%). De ter voorbereiding van de colleges gemaakte huiswerkopdracht telt voor 10% mee in de bepaling van het eindcijfer. doelgroep Keuze voor derdejaars BSc Algemene gezondheidswetenschappen en Gezondheid en Leven. Voor de BSc Gezondheid en Leven wordt de voorkennis van Humane Anatomie en Fysiologie (470104) bekend verondersteld. voorkennis Humane Anatomie en Fysiologie (470104) moet met goed gevolg zijn afgerond. opmerkingen Deze cursus zal gedeeltelijk in het Engels worden gedoceerd. Trends in volksgezondheid 470149 prof.dr. D.J.H. Deeg (
[email protected], 020 - 444 6767) prof.dr. D.J.H. Deeg; Gastdocenten (o.a. F. Janssen Population Research Centre RUG) studiepunten 6 periode 30.03.2009-27.04.2009 doel De cursus is bedoeld voor studenten met belangstelling voor de gezondheid van ouderen en voor de gevolgen van trends hierin voor de volksgezondheid als geheel. Het doel van de cursus is om inzicht te krijgen in: • trends in de tijd in de gezondheid van de bevolking in het algemeen • leeftijd-, periode- en cohort-effecten als verklaringen voor trends in de gezondheid van de oudere bevolking • gevolgen van de geobserveerde trends voor de volksgezondheid en het beslag op zorgvoorzieningen door ouderen in de nabije toekomst. Na deze cursus is de student in staat om: • het concept van epidemiologische transities (Omran 1971) en recente uitbreidingen van dit concept (Robine & Michel 2004) te beschrijven • de hypothese van "compressie van morbiditeit" (Fries 1980) te naam code coördinator docenten
88
Gezondheidswetenschappen (BSc)
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep
beschrijven en aan te geven aan welke voorwaarden moet worden voldaan om aan deze hypothese te voldoen • een beschrijving te geven van trends in de tijd in sterfte en gezondheid in verschillende ontwikkelde landen en van verklaringen voor deze trends • recente trends in de gezondheid van ouderen in Nederland te beschrijven en te verklaren met onderscheid van leeftijd-, cohort- en periode-effecten • de gevolgen van deze recente trends te beredeneren in termen van volksgezondheid en beslag op zorgvoorzieningen in de nabije toekomst. Niveau 3: specialisatie In deze cursus worden twee theorieën van bevolkingstrends in sterfte en gezondheid behandeld en becommentarieerd: epidemiologische transitie en compressie van morbiditeit. In het licht van deze theorieën worden beschikbare empirische gegevens behandeld afkomstig uit Nederland en andere ontwikkelde landen. Hierbij wordt gezocht naar verklaringen voor de geobserveerde trends, en komt aan de orde welke verdere gegevens nodig zijn om verklaringen te ondersteunen. Met name wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen leeftijd-, cohort- en periode-effecten. Tenslotte wordt ingegaan op extrapolatie van recente trends naar het jaar 2020 om voor dat jaar de ziektenlast en het beslag op zorgvoorzieningen te kunnen voorspellen. • Colleges • Werkcolleges: bespreken literatuur, opstellen verklaringsmodellen • Opdrachten: werkstuk extrapolatie van specifieke gezondheidstrend • Zelfstudie Wetenschappelijke artikelen (de oudere in syllabus, de recente te vinden op Internet) en RIVM-rapport "Ouderen nu en in de toekomst" Beoordeling van opdrachten plus eindpresentatie; schriftelijk tentamen (meerkeuze vragen) Keuzecursus voor derdejaars studenten BSc Algemene Gezondheidswetenschappen met interesse in de onderzoeksrichting, en postdoctorale cursisten epidemiologie.
Voeding en gezondheid 470206 dr. C.M. Doak; dr.ir. M.R. Olthof 6 28.04.2009-29.05.2009 Basiskennis van de voedingsleer (biobeschikbaarheid, fysiologische functie, en aanbevolen hoeveelheden van micro- en macronutriënten, voedingsbehoeften in de levenscyclus) en de rol van voeding bij het ontstaan en de behandeling van ondervoeding, overgewicht en chronische ziekten. Voedingsonderzoek: meting voedingsinneming, opzet en interpretatie voedingsonderzoek. Voedingsbeleid: rol van verschillende organisaties in het beleid ten aanzien van voeding en gezondheid. literatuur Gibney MJ, Vorster HH, Kok FJ Eds. Introduction to human nutrition. Blackwell Publishing, 2002. toetsing De opdrachten behorende bij de werkcolleges/practica dienen voldoende te zijn om voor dit vak te slagen. Het cijfer wordt bepaald door het schriftelijke meerkeuze tentamen. doelgroep Keuzecursus voor tweedejaars BSc Gezondheid en Leven.
naam code coördinatoren studiepunten periode inhoud
Examenonderdelen
89
Voedingsleer en onderzoek (PreMSc) 470902 dr.ir. M.B. Snijder (e-mail:
[email protected]) Gastdocenten 6 02.03.2009-27.04.2009, dinsdagen Het verwerven van inzicht in algemene voedingskennis, de rol van voeding bij gezondheid en ziekte, de plaats van voeding in volksgezondheidsbeleid, onderzoeksmethoden binnen het voedingsonderzoek en de uitvoering en interpretatie van voedingsonderzoek. Eindtermen De belangrijkste leerdoelen zijn als volgt: • De voedselbronnen en functie van essentiële voedingsstoffen kunnen noemen en inzicht hebben in de rol van biobeschikbaarheid en interacties tussen voedingscomponenten op de gezondheidseffecten van voeding. • Kunnen uitleggen hoe aanbevolen hoeveelheden worden berekend, deze kunnen interpreteren, en voorbeelden kunnen noemen voor veranderende voedingsbehoeften over de levenscyclus. • De belangrijkste voedingsgerelateerde aandoeningen kunnen noemen (in Nederland en wereldwijd) en de gevolgen van hoge of lage inneming van specifieke nutriënten voor de volksgezondheid kunnen beschrijven. • Informatiebronnen over voeding kunnen vinden en gebruiken voor de beantwoording van vragen over voeding en gezondheid. • De rol van maatschappelijke organisaties bij belangrijke ontwikkelingen m.b.t. voeding en gezondheid kunnen noemen. • Inzicht hebben in de fysiologie van het maag-darmstelsel • Voorbeelden kunnen noemen van voedingstherapie bij de behandeling van ziektes (waaronder hart- en vaatziekten) en de belangrijkste principes van deze behandeling kunnen noemen. • De voordelen en beperkingen van methoden om voedingsinneming en lichaamssamenstelling te meten kunnen benoemen en de keuze bij verschillende toepassingen kunnen beargumenteren. • Veelvoorkomende handelingen tijdens voedingsonderzoek zelf uit te voeren. • Onderzoekmethoden en (eigen) onderzoeksresultaten kritisch evalueren en interpreteren. Niveau 1: basiscursus inhoud De cursus bestaat uit twee hoofdthema's: • Basiskennis van de voedingsleer (biobeschikbaarheid, fysiologische functie, en aanbevolen hoeveelheden van micro- en macronutriënten, voedingsbehoeften in de levenscyclus) en de rol van voeding bij het ontstaan en de behandeling van ondervoeding, overgewicht en chronische ziekten. • Voedingsonderzoek: meting voedingsinneming en lichaamssamenstelling, klinimetrische aspecten van gebruikte methoden, opzet en interpretatie voedingsonderzoek. werkwijze Hoorcolleges, werkcollege, practica & zelfstudie literatuur Gibney MJ, Vorster HH, Kok FJ Eds. Introduction to human nutrition. Blackwell Publishing, 2002.
naam code coördinator docent studiepunten periode doel
90
Gezondheidswetenschappen (BSc)
toetsing De opdrachten behorende bij de werkcolleges/practica dienen voldoende te zijn om voor dit vak te slagen. Het cijfer wordt bepaald door de cijfers voor de werkcollegeopdrachten en het schriftelijke meerkeuze tentamen. doelgroep Verplicht voor premasterstudenten Gezondheidswetenschappen naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
doelgroep
Voedingsonderzoek in de praktijk 470181 dr.ir. M.R. Olthof (
[email protected]) dr.ir. M.R. Olthof; Gastdocenten 6 02.02.2009-27.02.2009 Deze cursus beoogt de studenten kennis en inzicht te geven in de voedingsleer, in de kwaliteit van gebruikte onderzoeksmethoden binnen het voedingsonderzoek en in de uitvoering van voedingsonderzoek in de praktijk. Tijdens deze cursus komen studenten in aanraking met de kansen en beperkingen van het voedingsonderzoek in de praktijk. Na afloop van de cursus is de student in staat om • Verschillende aspecten van voedingsonderzoek te herkennen, te beschrijven en toe te passen. • Resultaten van voedingsonderzoek kritisch te interpreteren en evalueren. Dit geldt voor onderzoek uitgevoerd door derden alsmede onderzoek uitgevoerd door de studenten zelf. • Onderzoekmethoden binnen voedingsonderzoek kritisch te evalueren op kwaliteit en onderling te vergelijken (klinimetrie) • Veelvoorkomende handelingen tijdens voedingsonderzoek zelf uit te voeren. De cursus is een verdieping en verbreding van de inhoud van de cursus `Voeding & Gezondheid¿. De cursus bestaat uit de volgende hoofdthema's: • Tijdens hoorcolleges zullen studenten een verdieping krijgen in de voedingsleer en de rol van voeding bij het ontstaan en de behandeling van ondervoeding, overgewicht en chronische ziekten. • Meten is weten? Maar hoe meet je eigenlijk wat iemand eet, of dat iemand te zwaar is? Klinimetrische aspecten (o.a. reproduceerbaarheid en validiteit) van methoden binnen voedingsonderzoek zullen worden behandeld in practica zoals `voedselconsumptiemethoden`en `Biometrie¿. • Studenten krijgen inzicht in wetenschappelijk voedingsonderzoek door zelf een onderzoek te ontwerpen, een onderzoek uit te voeren en te bediscussiëren Hoorcolleges/werkcolleges/practica/zelfstudie. Gibney MJ, Vorster HH, Kok FJ Eds. Introduction to human nutrition. Blackwell Publishing, 2002. Aanwezigheid bij werkcolleges en practica is verplicht. Opdrachten voor de werkcolleges moeten worden voorbereid om deel te kunnen nemen aan de werkcolleges. Alle opdrachten voor de werkcolleges, practica en het examen dienen voldoende te zijn om voor dit vak te slagen. Het cijfer wordt bepaald door de cijfers voor de werkcolleges en het schriftelijke tentamen. Keuzevak voor derdejaars BSc Algemene Gezondheidswetenschappen. De inhoud van deze cursus wordt tevens bekend verondersteld voor de
Examenonderdelen
91
masterdifferentiatie `Nutrition and Health`van de masteropleiding Gezondheidswetenschappen. voorkennis Voeding & Gezondheid. naam code coördinatoren docenten
studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
92
Volksgezondheid en genetica 470075 mw.prof.dr. M.C. Cornel; drs. A.M.C. Plass mw.prof.dr. M.C. Cornel; drs. A.M.C. Plass; dr. C.E. van El; prof. H. Meininger; dr D.R.M. Timmermans; dr. A. Pieters; drs. J.H. Kleinveld; Gastsprekers; dr. B.J.M. Frederiks (Gezondheidsrecht); dr. L. Henneman 6 02.03.2009-27.03.2009 • De student kan aan het einde van de cursus uitleggen dat sommige ziekten volgens Mendeliaanse principes overerven, maar dat erfelijkheid een andere rol speelt bij veel ziekten die belangrijk zijn voor de volksgezondheid (zoals hart- en vaatziekten, kanker, diabetes mellitus). Hij/zij kan beschrijven op welke wijze gen en omgeving samen van invloed zijn op het ontstaan van ziekte; • De student kan aan het einde van de cursus uitleggen dat preventie-opmaat met name van klinisch nut is, wanneer er sprake is van interactie tussen gen en omgeving. • De student kan aan het einde van de cursus beschrijven hoe en waar in de gezondheidszorg in Nederland genetica/genomics een rol speelt (klinische genetica, genetische screening). Tevens kan hij/zij aangeven waar verdere ontwikkelingen te verwachten zijn; • De student kan aan het einde van de cursus de verschillende doelen van public health en genetica bespreken, alsmede de ethische dilemma's hierin; • De student kan aan het einde van de cursus uitleggen hoe kennis van de genetica/genomics in de gezondheidszorg geïmplementeerd kan worden, en welke moeilijkheden hierbij verwacht kunnen worden. Niveau 2: verdieping Aan de orde komen de volgende onderwerpen: • Verschillende manieren waarop afwijkingen in DNA of chromosomen leiden tot ziekte; • De impact van genetische aandoeningen op individu en samenleving; • Populatiegenetica; • Gezondheidszorg rond genetische aandoeningen (klinische genetica, genetische screening, hielprik, prenatale screening, preconceptiezorg); • Risicocommunicatie, risicoperceptie, informed decision making; • Het spanningsveld tussen public health en genetica; • Ethische, juridische, historische en sociale aspecten van genetica; • Implementatie: hoe verloopt het proces van nieuwe kennis naar algemeen beleid? • Gen-omgevingsinteractie, susceptibiliteitstesten, criteria voor screening, direct-to-consumer testing, duizend dollar genoom. • Hoorcollege; • Referaten voor de hele groep; • Discussies rond actuele dilemma's op het gebied van Volksgezondheid en
Gezondheidswetenschappen (BSc)
Genetica; Werkgroepen Per week zijn er 14 contacturen. Tussendoor bereidt de student de opdrachten voor. De eerste presentatie wordt al op de tweede cursusdag gegeven. Bij de contacturen (exclusief hoorcolleges) is aanwezigheid verplicht. Bij afwezigheid (max 1 keer) dient een paper geschreven te worden, ter beoordeling aan de docent. Verplicht: Syllabus (wordt op de eerste cursusdag aangeboden tegen kostprijs:± 10 euro). Boek: Stewart A, Brice Ph, Burton H, Pharoah P, Sanderson S & Zimmern R. Genetics, Health Care and Public Policy. 2007. Cambridge University Press. ISBN-13: 9780521529075. Er is een schriftelijk tentamen bestaande uit 20 multiple choice en 5 essay vragen aan het einde van de cursus. Dit bepaalt 60% van het eindcijfer, en moet met minimaal 5.0 zijn beoordeeld. De overige 40% wordt bepaald door de beoordeling van de referaten. Keuze voor derdejaars BSc Algemene gezondheidswetenschappen en BSc Gezondheid en Leven. Het blok wordt verzorgd door de Afdeling Klinische Genetica van het VU medisch centrum. Maximum aantal deelnemers is 48. •
literatuur
toetsing
doelgroep opmerkingen
Volksgezondheid in internationale context (PreMSc) 470904 F.E. Haker MSc Gastsprekers; dr. M.B.M. Zweekhorst; dr. J.E.W. Broerse; prof.dr. P. Klatser; F.E. Haker MSc studiepunten 6 periode 01.09.2008-24.10.2008 doel • Inzicht verkrijgen in de theoretische achtergronden en wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkeling van Internationale Volksgezondheid en mondiale gezondheidszorg • Inzicht in de belangen, spanningsvelden en wensen van verschillende actoren die hierbij een rol spelen • Inzicht verwerven in organisatie, management en beleid van volksgezondheid in een ontwikkelingscontext. • Inzicht verwerven in de mogelijkheden en beperkingen van gezondheidszorg ten aanzien van ontwikkelingsvraagstukken. • Inzicht verkrijgen in de mogelijkheden en toepassingen van onderzoek in Internationale Volksgezondheid. • Inzicht krijgen in de samenhang van de problematiek op landenniveau. Niveau 2: Verdieping naam code coördinator docenten
inhoud In deze cursus verkrijgen je inzicht in volksgezondheidsvraagstukken in internationaal verband. De nadruk ligt hierbij op gezondheidsproblemen in lage- en middeninkomenlanden en de verschillende benaderingen die landen toepassen om met die problemen om te gaan. Er wordt specifiek ingegaan op problemen en interventies op een aantal deelterreinen van de gezondheidszorg zoals infectieziekte, reproductie, en geestelijke gezondheid. Ook komen cross-cutting issues zoals economie en kosteneffectiviteit, beleid
Examenonderdelen
93
werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
en management aan bod. De cursus sluit af met recente trends op het gebied van internationale samenwerking. Dit alles wordt op een transdisciplinaire manier benaderd, waarbij inzichten uit verschillende wetenschappelijke disciplines worden geïntegreerd en rekening wordt gehouden met de belangen en relaties tussen verschillende actoren. In de groepsopdracht `public health portfolio¿ breng je de theorie van de cursus in praktijk en zal de samenhang van de verschillende subthema¿s op landen niveau duidelijk worden. Hoorcolleges en groepsopdracht Boek; Title: International Public Health; Diseases, Programs, Systems, and Policies. Editors: M.H. Merson; R.E. Black; A.J. Mills Second Edition. Verkrijgbaar: VU boekhandel. Schriftelijk tentamen (50%) en groepsopdracht (50%). Beide onderdelen moeten met een voldoende worden afgesloten. De cursus "Volksgezondheid in Internationale Context" is een verplichte cursus voor premaster studenten gezondheidswetenschappen. Met uitzondering van twee colleges wordt de cursus in het Nederlands gegeven. Voor meer informatie:
[email protected]
Wijsgerige vorming 470030 dr. E. Koster dr. E. Koster 4 27.10.2008-21.11.2008 Het algemene doel van deze basiscursus is de verdieping van je inzicht in wetenschap en wetenschappelijke kennisvorming. Meer specifiek betekent dat: • Kennismaken met een aantal verschillende filosofische visies op wetenschap en wetenschappelijke kennisvorming; • Inzicht krijgen in de rol van theorieën bij observatie, verklaring en experiment; • Inzicht krijgen in het sociale en culturele karakter van wetenschappelijke kennisvorming; • Expliciteren van de eigen opvattingen over wetenschap en wetenschappelijkheid; • Toepassen van deze visies op een concreet debat: de wetenschappelijkheid van homeopathie; • Toepassen van deze visies op problemen en posities binnen de gezondheidszorg. Niveau 1: basiscursus inhoud Tijdens deze cursus verdiep je je inzicht in de werkwijze en de waarde van wetenschap en wetenschappelijke kennis, mede op basis van filosofische en sociaalwetenschappelijke ideeën. Wanneer noemen we iets 'wetenschap'? Wie bepaalt dat eigenlijk en op grond waarvan? Je gaat de algemene en soms abstracte ideeën van filosofen en sociale wetenschappers toepassen op een concreet probleem: moet homeopathie als pseudo-wetenschap van de hand worden gewezen zoals veel wetenschappers doen of niet? Daarnaast ga je na op welke wijze deze ideeën binnen de gezondheidszorg kunnen verhelderen. werkwijze Hoorcollege; Literatuurstudie aan de hand van opdrachten;
naam code coördinator docent studiepunten periode doel
94
Gezondheidswetenschappen (BSc)
literatuur Voor de cursus is een reader beschikbaar, waarin de literatuur is opgenomen. Het gebruik van deze reader is verplicht. toetsing Opdrachten en tentamen. doelgroep Verplicht voor tweedejaars bachelorstudenten in de bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen. opmerkingen De studiehandleiding is ruim voor aanvang van de cursus beschikbaar. Ziekte in Context 470147 dr I.L.M.A. Baart dr I.L.M.A. Baart (afdeling Metamedica, VUmc) 6 29.09.2008-24.10.2008 De cursus beoogt studenten kennis en inzicht te bieden in de wijze waarop ziekte en gezondheid vorm krijgen onder invloed van sociaal-culturele en juridische processen, door die te bestuderen vanuit een medisch sociologisch en juridisch perspectief. Dat zal gebeuren langs drie lijnen: (1). Studenten verwerven kennis over de sociale en culturele factoren die van invloed zijn op het vóórkomen van ziekte, op de wijze van zorgverlening, en op de betekenis van ziekte en gezondheid. Het gaat hier om kennis van de sociologie binnen de geneeskunde, gericht op praktische toepassingen in zorg en preventie. (2). Studenten verwerven kennis over de wijze waarop sociale processen de medische wetenschappen en de gezondheidszorg (als een eigentijds, sociaal en cultureel gegeven) vormgeven, en daarmee samenhangend ook weer de betekenis van ziekte en gezondheid. Het gaat hier om kennis van de sociologie van de geneeskunde, die maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van gezondheid en ziekte wil verklaren. (3). Studenten verwerven kennis over de betekenis van het gezondheidsrecht en de invloed die het recht heeft op ziekte en gezondheid. Studenten kunnen: • ziekte en gezondheid (in eigen woorden) analyseren binnen maatschappelijke ontwikkelingen en verschuivingen; • binnen casus en voorbeelden de relevante sociale invloeden op ziekte en gezondheid aanwijzen; • de invloed van gezondheidsrecht op ziekte, gezondheid en zorg in casus analyseren. inhoud Ziekte valt op te vatten als een biopsychosociaal gegeven; in deze cursus zoomen we in op de sociale context van ziekte. De invloed van die sociale context op ziekte, is de eerste invalshoek die aan de orde is. Waar iemand woont (plaats), tot welke sociale groep iemand behoort (sociale klasse) en van welk geslacht iemand is (gender), maakt verschil voor iemands risico op ziekte. Mensen `ontvangen¿ een ziekte vervolgens niet op een passieve wijze maar geven er betekenis aan en ontwikkelen er hun eigen kennis over: dat doen ze onder invloed van sociaal-culturele factoren. De tweede invalshoek behelst een verklaring van de fenomenen ziekte, gezondheid, gezondheidszorg en medische kennis vanuit een sociaal perspectief. Om het plastisch te formuleren: we doen alsof we van Mars komen en bestuderen hoe in westerse maatschappijen medische kennis tot stand komt en welke
naam code coördinator docent studiepunten periode doel
Examenonderdelen
95
doelgroep
sociale factoren daarop van invloed zijn. De derde invalshoek behelst de juridische context van ziekte die de afgelopen twintig jaar een steeds grotere betekenis heeft gekregen. Achter het gezondheidsrecht gaat een mensbeeld schuil dat van invloed is op de ontwikkelingen in de gezondheidszorg en de betekenis die aan ziekte en gezondheid wordt gegeven. Tegelijkertijd is er sprake van een wisselwerking: door veranderingen in de sociale context, verandert het mensbeeld en daardoor ook de invulling die aan rechten van mensen wordt gegeven. • Hoorcolleges. Tweemaal twee uur per week. • Groepsbijeenkomsten, tweemaal twee uur per week met (huiswerk)opdrachten en oefeningen aan de hand van casus. Aan de hand van de resultaten van het take-home tentamen (zie onder toetsing) zullen met studenten lacunes in kennis en vaardigheden worden geoefend. • Sarah Nettleton. The Sociology of Health and Illness. 2nd edition. Cambrdige UK: Polity Press, 2006. Aan te schaffen bij de boekhandel. • Artikelen, krantenberichten, casus behorend bij de huiswerkopdrachten. • Engberts, D.P en L.E. Kalkman-Bogerd. Gezondheidsrecht. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2006. Hoofdstuk 1 en 2. • Legemaate en Gevers. Handboek gezondheidsrecht. Deel 1 Rechten van mensen in de gezondheidszorg. Houten: Bohn, Stafleuk Van Loghum. 2007. Vijfde druk, p • Ten Have, H.A.M.J. en Ter Meulen, R.H.J. en E. van Leeuwen. Medische ethiek. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2003. Tweede herziene druk. Hoofdstuk 3 en 7. • Diverse juridische artikelen en overige bronnen die aansluiten bij de huiswerkopdrachten Take-home tentamen (essayvragen) aan het eind van de tweede week (50%) en gesloten boek tentamen (essayvragen) in de vierde week (50%). Beide onderdelen dienen voldoende te zijn. Het take-home tentamen toetst de kennis en de vaardigheid om deze kennis in een eigen betoog te formuleren evenals de vaardigheid om kennis op een casus toe te passen. Het gesloten boek tentamen toetst kennis en vaardigheden. Verplicht voor tweedejaars BSc Algemene gezondheidswetenschappen.
96
Gezondheidswetenschappen (BSc)
werkwijze
literatuur
toetsing
3
3.1 3.1.1
Literatuur Gezondheidswetenschappen (BSc) Eerste jaar 470014: Anatomie en fysiologie van bewegen Verplicht: • Frederic H. Martini: 'Fundamentals of Anatomy and Physiology', seventh edition (2006) Benjamin Cummings ISBN: 0-321-31198-1 • W. Paltzer, `Sesam Atlas van de anatomie (1 Bewegingsapparaat)¿, Druk 21 (2006) ISBN nr: 90-5574-497-2 Niet verplicht (wel aanbevolen): • G. Kloosterhuis: `Zakwoordenboek der geneeskunde, Elsevier/Koninklijke PBNA, 2006. ISBN nr: 978-90-6228-637-9 470064: Gezondheid en milieu Syllabus 470099: Cardiovasculaire en respiratoire systemen • Martini FH Fundamentals of Anatomy & Physiology, 7e druk (inclusief Applications Manual + CD-ROM), 2006, Pearson Education Inc. ISBN 0-13120346-0. • Larsen WJ Human Embryology, 3e druk, 2001, Churchill Livingstone, New York. ISBN 0-443-06583-7 470183: Inleiding gezondheidswetenschappelijk onderzoek Bowling Ann, Research methods in health, investigating health services, 2nd edition, Open University Press Buckingham, 2002 • L.M. Bouter, M.C.I.M van Dongen en G.A. Zielhuis. Epidemiologisch onderzoek, opzet en interpretatie, vijfde herziene druk, 2005, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten. J.W.R. Twisk. Inleiding in de toegepaste biostatistiek. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, Nederland. ISBN 97 890 352 2909 9 •
470189: Inleiding gezondheidswetenschappen Syllabus. L.M. Bouter, M.C.I.M van Dongen en G.A. Zielhuis. Epidemiologisch onderzoek, opzet en interpretatie, vijfde herziene druk, 2005, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten. 470190: Inleiding gezondheidseconomie Syllabus 470191: Inleiding Psychologie • Social Psychology. Fourth edition By Stephen L. Franzoi. McGraw-Hill International edition. copyright 2006 ISBN 0-07-111587-0 • Specifieke hoofdstukken betreffende algemene psychologie: Buskist, W., Carlson, N., Martin, G. N., & Stein, S. (2004, 2nd edition). Psychology the science of behaviour. European Adaptation. Essex, UK: Pearson Education Limited. ISBN 0130359114 (Let op, hier gaat het om de Europese versie van het boek en NIET Literatuur
97
de Amerikaanse!), Hoofdstuk 6, Perception, pp. 180-214, hoofdstuk 8, Memory, pp. 242-277, hoofdstuk 11, Intelligence, pp. 354-395. 470192: Gezondheidszorg en volksgezondheid in Nederland • Mackenbach JP, Maas van der PJ, (redactie). Volksgezondheid en gezondheidszorg, Elsevier, Maarssen, 2007. uitsluitend 4 de geheel herziene druk; een selectie van hoofdstukken . • Losse artikelen die op BB worden aangebode 470193: Humane ontwikkeling Martini FH Fundamentals of Anatomy & Physiology, 6e druk (inclusief Applications Manual + CD-ROM), 2004, Pearson Education Inc. (ISBN 0-321-31198-1) An introduction to child development van Thomas Keenan (ISBN 978-0-7619-62205). 3.1.2
Tweede jaar 470030: Wijsgerige vorming Voor de cursus is een reader beschikbaar, waarin de literatuur is opgenomen. Het gebruik van deze reader is verplicht. 470036: Neuronale en hormonale regulatie Longstaff: Instant Notes in Neuroscience, 2nd edition (2005), ISBN 0-4153-5188-X Martini: Fundamentals of Anatomy and Physiology,7th edition 92006), ISBN 0-32131198-1 470091: Gezondheidseconomie "Algemene economie van de gezondheidszorg", R. Lapré, F. Rutten en E. Schut (eerste of tweede druk) 470110: Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet en analyse II • Bowling Ann, Research methods in health, investigating health services, 2nd edition, Open University Press Buckingham, 2002, selectie hoofdstukken wordt nader bekend gemaakt 470114: Immunologie (GZW) Peter Parham, The immune system, 2nd edition, Garland Science, New York and London, 2005. ISBN: 0-8153-4093-1. 470146: Geriatrie en veroudering Syllabus, bestaande uit verschillende artikelen. 470147: Ziekte in Context • Sarah Nettleton. The Sociology of Health and Illness. 2nd edition. Cambrdige UK: Polity Press, 2006. Aan te schaffen bij de boekhandel. • Artikelen, krantenberichten, casus behorend bij de huiswerkopdrachten. • Engberts, D.P en L.E. Kalkman-Bogerd. Gezondheidsrecht. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2006. Hoofdstuk 1 en 2. • Legemaate en Gevers. Handboek gezondheidsrecht. Deel 1 Rechten van mensen in de gezondheidszorg. Houten: Bohn, Stafleuk Van Loghum. 2007. Vijfde druk, p • Ten Have, H.A.M.J. en Ter Meulen, R.H.J. en E. van Leeuwen. Medische ethiek. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2003. Tweede herziene druk. Hoofdstuk 3 en 7. • Diverse juridische artikelen en overige bronnen die aansluiten bij de huiswerkopdrachten
98
Gezondheidswetenschappen (BSc)
470167: Project 2: Medicijngebruik De studiehandleiding ' Medicijngebruik'(verstrekt tijdens farmacologie en farmacotherapie) is verplicht. 470195: Management van innovaties Syllabus. Aan te schaffen in de boekhandel. 470196: Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet & analyse I • Sheet behorende bij de colleges • Twisk JWR. Inleiding in de toegepaste biostatistiek. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, Nederland. ISBN 97 890 352 2909 9 470197: Farmacologie en farmacotherapie Als naslagwerk staat het Farmacotherapeutisch Kompas centraal. Hierin staan op overzichtelijke wijze alle in Nederland geregistreerde geneesmiddelen. Deze uitgave wordt door de afdeling kosteloos aan de studenten verstrekt. Ook verplicht zijn het boek Farmacotherapie op Maat (Elsevier, 2006; ISBN 9035 2286 50; ± 30,- euro) en het boek Medical Pharmacology at a Glance; M.J.Neal. 5th ed. Blackwell Science 2005; ISBN: 1 4051 3360 0; kosten ± 30,- euro. In Farmacotherapie op Maat worden de farmacologie globaal en de farmacotherapie uitgebreid beschreven, geïllustreerd met enkele patiëntencasus. In Medical Pharmacology at a glance worden de werkingsmechanismen van de belangrijkste groepen geneesmiddelen kort en bondig beschreven en geïllustreerd met zeer verhelderende schema's. 470198: Preventie • Mackenbach JP, Maas van der PJ, (redactie). Volksgezondheid en gezondheidszorg, Elsevier, Maarssen, 2008. uitsluitend 4de geheel herziene druk, deel Preventie. • Rose G, Sick individuals and sick populations, International Journal of Epidemiology, 2001, 30, 427-432. • Wareham NJ, Griffin, SJ. Should we screen for type 2 diabetes? Evaluation against National Screening Committee criteria, www.bjm.com, 2004. • Koplan Jeffrey, Fleming David W. Current and Future Health Challenges, JAMA, 2000, 4, 1696-1698. • Collegestof waarnaar op Black Board wordt verwezen. 470206: Voeding en gezondheid Gibney MJ, Vorster HH, Kok FJ Eds. Introduction to human nutrition. Blackwell Publishing, 2002.
•
471024: Infectieziekten Het boek Medical Microbiology, 3th-ed., 2004. C. Mimms, HM Dockrell, RV Goering, I Roitt, D Wakelin en M Zuckerman. Uitgever Elsevier Science. Prijs ongeveer 50 euro. • Practicumhandleiding, prijs ongeveer 10 euro. • Powerpoint files van collegestof, gratis te downloaden van Blackboard. •
3.1.3
Derde jaar 470075: Volksgezondheid en genetica Verplicht: Syllabus (wordt op de eerste cursusdag aangeboden tegen kostprijs:± 10 euro).
Literatuur
99
Boek: Stewart A, Brice Ph, Burton H, Pharoah P, Sanderson S & Zimmern R. Genetics, Health Care and Public Policy. 2007. Cambridge University Press. ISBN13: 9780521529075. 470081: Drugs en verslaving Recente overzichtsartikelen over de bij de hoorcolleges behandelde stof. Door zorginstellingen verschafte schriftelijke informatie. 470085: Beheer en beleid in de gezondheidswetenschappen Syllabus. Syllabus wordt verkocht tijdens het eerste college. Prijs ca. 15 euro. 470086: Neuronale en psychische pathologie Nader bekend te maken. 470087: Gezondheidscommunicatie Syllabus en aanvullende literatuur bij de colleges 470088: Internationale volksgezondheid Boek; Title: International Public Health; Diseases, Programs, Systems, and Policies. Editors: M.H. Merson; R.E. Black; A.J. Mills Second Edition. Verkrijgbaar: VU boekhandel. 470091: Gezondheidseconomie "Algemene economie van de gezondheidszorg", R. Lapré, F. Rutten en E. Schut (eerste of tweede druk) 470092: Ergonomie Syllabus met daarin opgenomen artikelen en boekhoofdstukken 470093: Sport, beweging en gezondheid Reader, bestaande uit hoofdstukken uit de volgende handboeken: • Carron, A.V., Hausenblas, H.A. & Estabrooks, P.A. (2003). The Psychology of physical activity. McGraw-Hill Comp., NY, hoofdstukken 7, 17 t/m 20. • Berger, B.G., Pargman, D. & Weinberg, R.S. (2002). Foundations of Exercise Psychology. Fitness Information Technology Inc., Morgantown, hoofdstukken 4 t/m 6, 11 t/m 13. • Wilmore & Costill (1999), Physiology of Sport and Exercise, Human Kinetics, Champaign, Il., 2nd edition, hoofdstukken 4, 9, 15, 19 t/m 21. 470095: Bachelorstage (GW) Stagemap te verkrijgen bij de docent en documenten op de Blackboard site 470098: Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij Opdrachten en achtergrondinformatie via de Blackboard site 470105: Multimedia Reader, aanvullende literatuur wordt op de blackboard gezet 470148: Seksualiteit en gezondheid De verplichte literatuur is terug te vinden op blackboard 470149: Trends in volksgezondheid Wetenschappelijke artikelen (de oudere in syllabus, de recente te vinden op Internet) en RIVM-rapport "Ouderen nu en in de toekomst" 470181: Voedingsonderzoek in de praktijk Gibney MJ, Vorster HH, Kok FJ Eds. Introduction to human nutrition. Blackwell Publishing, 2002. 100
Gezondheidswetenschappen (BSc)
470184: Interculturalisatie van de zorg • Gezondheidszorg en Cultuur, Ivan Wolffers en Anke van der Kwaak (red.),VU uitgeverij, 2004, 24,50 euro, ISBN nr. 90 5383 796 5 • Artikelen (op blackboard) horend bij de colleges. 470187: Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet en analyse III J.W.R. Twisk. Inleiding in de toegepaste biostatistiek. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, Nederland. 2007. ISBN 97 890 352 2909 9 470188: Gezondheid, media en publiek • Meijman FJ, Meulenberg F (red.). Medische publiekscommunicatie. Een panorama. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2002 (leerstof toets). • C. de Boer, H. ¿t Hart. Publieke opinie. Amsterdam: Boom onderwijs, 2007 (leerstof toets). • Seale C. Media and Health. London: SAGE Publications, 2002. • Enkele teksten en overzichten in de cursusbundel (leerstof toets). 470195: Management van innovaties Syllabus. Aan te schaffen in de boekhandel. 470207: Communicatietheorie en gezondheid Boek wordt uiterlijk een maand voor aanvang van de cursus aangekondigd op blackboard 471024: Infectieziekten Het boek Medical Microbiology, 3th-ed., 2004. C. Mimms, HM Dockrell, RV Goering, I Roitt, D Wakelin en M Zuckerman. Uitgever Elsevier Science. Prijs ongeveer 50 euro. • Practicumhandleiding, prijs ongeveer 10 euro. • Powerpoint files van collegestof, gratis te downloaden van Blackboard. •
487009: Allergieen en Autoimuunziekten Peter Parham, The Immune System, 2nd edition, Garland Science, New York and London, 2005. ISBN 0-8153-4093-1. Geselecteerde wetenschappelijke artikelen. Externe keuzevakken 60000010: Interfacultair keuzevak Ontwikkelingsvraagstukken Wordt nog bekend gemaakt. 3.1.4
Pre-master 470137: Cellen en Genen Genen-deel: Delen uit Human Genetics, sixth edition, Ricki Lewis, McGraw-Hill publishers, ISBN 0-07-284605-4 • Cellen-deel: Delen uit Alberts, Bray, Johnson, Lewis, Raff, Roberts & Walter, Essential Cell Biology: an introduction to the molecular biology of the cell, Garland Publishing Inc. New York and London, 2nd edition •
470900: Epidemiologie en kwalitatieve methoden (PreMSc) • slides behorende bij de colleges • L.M. Bouter, M.C.I.M. van Dongen. Epidemiologisch onderzoek. Opzet en interpretatie. Bohn Stafleu Van Loghum. Houten/Diegem: 2005 (vijfde druk), ISBN 90-313-426-92
Literatuur
101
•
De literatuur voor het onderwerp kwalitatieve methoden wordt nader bekend gemaakt
470901: Methodologie en toegepaste biostatistiek 1 (PreMc) J.W.R. Twisk, Inleiding in de toegepaste biostatistiek. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, ISBN 978 90 352 2909 9 470902: Voedingsleer en onderzoek (PreMSc) Gibney MJ, Vorster HH, Kok FJ Eds. Introduction to human nutrition. Blackwell Publishing, 2002. 470903: Preventie en volksgezondheid (PreMSc) Reader en artikelen op Blackboard. 470904: Volksgezondheid in internationale context (PreMSc) Boek; Title: International Public Health; Diseases, Programs, Systems, and Policies. Editors: M.H. Merson; R.E. Black; A.J. Mills Second Edition. Verkrijgbaar: VU boekhandel. 470905: Infectieziekten (PreMSc) Zal nog bekend worden gemaakt. 470906: Beleid en organisatie van de zorg (PreMSc) Syllabus 470907: Methodologie en toegepaste biostatistiek 2 (PreMSc) • Sheets behorende bij de colleges • J.W.R. Twisk. Inleiding Toegepaste Biostatistiek. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, Nederland. 2007. (ISBN: 97 890 352 2909 9) 470908: Gezondheidswetenschappelijk leeronderzoek (PreMSc) J.W.R. Twisk. Inleiding Toegepaste Biostatistiek. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, Nederland. 2007. (ISBN: 97 890 352 2909 9)
102
Gezondheidswetenschappen (BSc)
4
4.1
Adressen en gebouwen Adressen
name
building room
phone
e-mail
Adriaanse, dr. M.C. Aerts, prof. dr. M.A.P.A. Baart, dr. I.L.M.A. Bakker, dr. B.M. Bald, dr. D. Beek, Dr. A.J. van der Beer, H de Belle, dr. R.J. van Berg, dr. M. P. Bergman, dr. M.P. Bergman, dr. M.P. Bitter, dr. W. Bodegom, dr. Ir. P.M. Boer, dr. ir. A.H. de Boiko, dr. T.S. Bollen, dr. Ir. Y.J.M. Boogerd, dr. F.C. Bosmans, dr. J.E. Broerse, dr. J.E.W. Brussaard, prof. dr. A.B. Bunders - Aelen, prof. dr. J.F.G. Burnashev, dr. N. Campos Ponce, dr. M. Claassen, prof. dr. E.H.J.H.M. Cock Buning, prof.dr. J.T. de Cornel, mw. Prof. dr. M.C. Dam, dr. A.M.W. van Deeg, prof. dr. D.J.H. Dekker, Prof. dr. J. Die, dr. I.M. van Dijk, dr. M. van Doak, dr. C.M. Drukarch, dr. B. Ellers, prof. dr. J. Frederiks, dr. B.J.M. Gestel, dr. Ir. C.A.M. Grint, drs. E.J.M. van de Groenewegen, prof. dr. H.J. Haker MSc, F.E. Hamelink, prof. dr. C.J. Harms, dr. N. Hellsten, dr. I.R. Heringa, prof. dr. J Heutink, prof. dr. P. Heymans, dr. M.W.
WN WN MF WN WN
+31205989946 +31205987211 +3120444654 +31205987196 +31205986991 +31205982621
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
WN VUmc WN MF WN MF WN WN WN WN WN WN WN WN WN WN WN WN WN MF MF MF MF WN WN MF WN MF WN WN MF WN WN WN WN WN WN WN
Adressen en gebouwen
O-551 A-154 M-228 H-219 F-538
[email protected] H-159 +31205987077
[email protected] B 346 +31204448680 O-520 +31205982888
[email protected] B356 +31204448319
[email protected] A-168 +31205986964
[email protected] H-057A +31205987162
[email protected] A-447 +31205986929
[email protected] H-219 +31205989019
[email protected] G-226E +31205987194
[email protected] U-430 +31205982843
[email protected] S-560 +31205987028
[email protected] C-440 +31205987098
[email protected] U-552 +31205987030
[email protected] C-448 +31205986986
[email protected] U-428 +31205981754
[email protected] TU-501 +31205986087
[email protected] U-544 +31205987031
[email protected] D423 +3120448910
[email protected] B446b +31204448095
[email protected] Z534 +31204446767
[email protected] +31204444256
[email protected] C262 +31204448157
[email protected] U-428 +31205981754
[email protected] O-542 +31205983502
[email protected] B449 +31204448107
[email protected] H-128 +31205987076
[email protected] A-530 +31204445695
[email protected] H-150 +31205987079
[email protected] F-114 +31205986938
[email protected] G102a +31204448033
[email protected] U-527 +31205986218
[email protected] +31205987031
[email protected] M-548 +31205987176
[email protected] S-543 +31205986212
[email protected] R-429 +31205987649
[email protected] A-345 +31205989962
[email protected] [email protected]
103
Hoogendijk, prof. dr. W.G.J. Hoozemans, M.J.M. Hutter, drs. R.I. IJzelenberg, dr. W. Jansen, dr. R.F. Kesteren, dr. R.E. van Koes, prof. dr. R.E. Konijn - Hoorn, dr. E.A. Kooi, dr. Ir. B.W. Kooter, dr. J.M. Kooyk, prof. dr. Y. van Koster, dr. E. Koten, drs. R.C. van, MSc Kowalchuk, prof. dr. G.A. Krab, dr. K. Kruizenga, dr. Ir. H.M. Kuijper, dr. L.D.J. Kupper, drs. J.F.H. Lambalgen, dr. A.A. van Lambalk, dr. C.B. Lankelma, prof. dr. J. Legler, dr. Ir. J. Lill, Prof. dr. H. Logghe, drs. K.L.R. Luijn, Drs A. van Luirink, dr. J./ Luirink, dr. S. Mansvelder, dr. H.D. Masurel, prof. dr. E. Meijer, drs. J.K.A. Meijman, prof. dr. F.J. Minnen, dr. J. van Molendijk, drs. M.A. Mortier, dr. K. Mulder, A. Neter, ir. J.E. Olthof, dr. Ir. M.R. Omtzigt, Ir. A.Q.A. Ooijen, dr. A. van Ostelo, dr. R.W.J.G. Oudega, prof. dr. B. Pattij, dr. T. Pauw, drs. I. Penninx, Dr. B. Peterman, dr. Ir. E.J.G. Pijnappels, dr. M.A.G.M. Plomp, dr. H.N. Portrait, dr. F.R.M. Proppel, Dr. MNM van Rebel, dr. K.T. Rijsselt, dr. R.J.T. van Rizzu, dr. P. Roelofs, dr. ir. T.F.M. Roling, dr. W.F.M. Rozema, prof. dr. J.
104
VUmc +31205736666
[email protected] MF G-604C +31205988561
[email protected] [email protected] WN U-446 +31205982520
[email protected] WN A-043 +31205987094
[email protected] WN C-356 +31205987111
[email protected] WN P-530 +31205987201
[email protected] TR N-520 +31205986839
[email protected] WN T-542 +31205987129
[email protected] WN P-544 +31205987197
[email protected] MF J284 +31204448084
[email protected] HG 13A-23 +31205986677
[email protected] WN S-554 +31205983661
[email protected] WN +31264791314
[email protected] WN M-254 +31205987168
[email protected] WN O-541 +31205989946
[email protected] WN U-420 +31205982518
[email protected] WN U-543 +31205986161
[email protected] MF B134 +31204448120
[email protected] VUmc 0OBU30 +31204440043
[email protected] VUmc Br 230 +31204442603
[email protected] WN A-562 31 20 59 89516
[email protected] WN H-226 31205987164
[email protected] MF +31204448264
[email protected] WN U-551 +31205986947
[email protected] WN M-514 +31205987175
[email protected] WN C-456 +31205987097
[email protected] HG F-539 +31205985602
[email protected] N-418 +31205986556
[email protected] MF D335 +31204448287
[email protected] WN C-348 +31205987107
[email protected] WN A-621 +31205989508
[email protected] TR 1B-29 +31205988846
[email protected] WN A-068 +31205982543
[email protected] WN O-535 +31205987702
[email protected] WN O-542 +31205982522
[email protected] WN A-613 +31205989572
[email protected] WN C-454 +31205987090
[email protected] WN U-430 +31205983638
[email protected] WN F-164 +31205982880
[email protected] MF C-457 +31204448089
[email protected] HG 0G-29 +31205982999
[email protected] WN MF MF WN
T-068A B-648 C582 U-451
+3120597576 +31205988467 +31204448263 +31205982545
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
WN MP WN WN WN WN
S-562 Z-433 A-362 H-147 M-220 A-145
+3120597512 +31205986784 +31205989961 +31205987078 +31205987192 +31205987055
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Gezondheidswetenschappen (BSc)
Ruitenberg, prof.dr. E.J. Ruivenkamp, Prof. dr. G. Schaap, drs. L.A. Schat, dr. H. Scheltens, prof. dr. Ph. Scheper, prof. dr. R.J. Schoffelmeer, prof. dr. A.N.M. Schuppen, prof. dr. Ir. J.H. van Seidell, Prof. dr. J. Smeets, dr. W.J.A.J. Smit, prof. dr. A.B. Snijder, dr. Ir. M.B. Souer, dr. Ing. E.J. Spijker, dr. S. Stam, prof. dr. C.J. Stamhuis, dr. I.H. Steenuuis, dr. I.H.M. Straalen, prof. dr. N.M. Stuitje, dr. A.R. Toonen, dr. R.F.G. Tulder, prof. dr. M.W. van Twisk, prof.dr. J.W.R. Verhage, prof. dr. M. Verhoef, prof. dr. H.A. Vet, dr. E.W.M.L. de Vet, Prof.dr. H.C.W. de Visscher , dr. T.L.S. Visser, prof. dr.ir. M. Vries, prof. dr. Th.P.G.M. de Westerman, drs. M.J. Wolffers, prof. dr. I.N. Zonneveld, dr. C. Zweekhorst, dr. M.B.M. Building HG BV SG BL TR EC HT MF MP RN CU VE ZG SP GF OV OZW KL KD VUMC WN
WN VUmc WN VUmc VUmc MF WN WN MF WN WN WN WN VUmc
U530
A-213 0OBI109 3 E 42.1 A428
O-552 G118 C-340 O-534 M-556 C-356 -1 OBU 08 WN T-054A WN O-541 WN H-141 WN M-554 WN A-427 WN U-435 WN U-444 WN A-435 WN H-120 WN O-551 VUmc Z-514 WN O-534 WN O-533 MF B420 WN T-619 MF A322 WN U-438 WN U-546
+31205987031
[email protected] +31204449338 +31205987052 +31204443222 +31204444031 +31204448104 +31205987700 +31205986995 +31204448039 +31205987121 +31205989951 +31205987139 +31205987111 +31204440727
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
+31205987983 +31205986948 +31205987070 +31205987138 +31205986946 +31205986587 +31205982519 +31205986936 +31205987074 +31205983514 +31204448176 +31205987005 +31205989282 +31204448094 +31205982900 +31204448266 +31205986958 +31205987033
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Address Hoofdgebouw/Filosofenhof/Agora-zalen, De Boelelaan 1105 BelleVue, De Boelelaan 1091 Veldlab.Schierm.oog,Schierm.oog Kooiweg 1 Gebouw BL859, De Boelelaan 859 Transitorium en Kantoorombouw, v.d. Boechorststr. 1-3 Energiebedrijf,v.d.Boechorststr. 5, en Steg gebouw Hortus Botanicus, v.d.Boechorststraat 8 Gebouw MF, v.d.Boechorststraat 7 Metropolitan, Buitenveldertselaan 3-7 Radionuclidencentrum, De Boelelaan 1083 Combinatiegebouw, A'veen Uilenstede 108 D-SOSPA (stud.pastoraat), v.Eeghenstraat 90 Zuurstofopslag, De Boelelaan Campus Sportcentrum, A'veen Uilenstede 100 Gasflessendepot,De Boelelaan Campus Overschie, Overschiestraat 180 Opl.Zorg en Welzijn, De Boelelaan De Karspel-PI, Duivendrecht Kinderdagverblijf 't Olifantje De Boelelaan 1117 Gebouw W&N, De Boelelaan 1081-1087
Adressen en gebouwen
105
106
Gezondheidswetenschappen (BSc)
Index Bachelorexamen, 39 Bachelorstage, 20 Diploma, 41 Examencommissie, 20 Fraude, 27 Goedkeuring van het vakkenpakket, 39 Maximum van vier tentamens, 26 Oer, 16 Premaster, 22 Studieadvies, 30 Studieadviseur, 29 Studievoortgang, 29 Uitslagen, 28 Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens, 24 Vrijstelling, 28
Index
107
Index vaknamen Allergieen en Autoimuunziekten, 43 Anatomie en fysiologie van bewegen, 44 Bachelorstage (GW), 45 Beheer en beleid in de gezondheidswetenschappen, 46 Beleid en organisatie van de zorg (PreMSc), 47 Cardiovasculaire en respiratoire systemen, 48 Cellen en Genen, 49 Communicatietheorie en gezondheid, 50 Drugs en verslaving, 51 Epidemiologie en kwalitatieve methoden (PreMSc), 52 Ergonomie, 52 Europese gezondheidszorg, 53 Farmacologie en farmacotherapie, 54 Genen en cellen, 55 Geriatrie en veroudering, 55 Gezondheid en milieu, 57 Gezondheid, media en publiek, 58 Gezondheidscommunicatie, 59 Gezondheidseconomie, 60 Gezondheidswetenschappelijk leeronderzoek (PreMSc), 60 Gezondheidswetenschappelijk onderzoek opzet & analyse I, 61 opzet en analyse II, 62 opzet en analyse III, 63 Gezondheidszorg en volksgezondheid in Nederland, 64 Humane ontwikkeling, 65 Immunologie (GZW), 66 Infectieziekten, 67 Infectieziekten (PreMSc), 68 Inleiding gezondheidseconomie, 69 Inleiding gezondheidswetenschappelijk onderzoek, 70 Inleiding gezondheidswetenschappen, 71 Inleiding Psychologie, 72 Interculturalisatie van de zorg, 73 Interfacultair keuzevak Ontwikkelingsvraagstukken, 74 Internationale volksgezondheid, 75 Management van innovaties, 76 Methodologie en toegepaste biostatistiek 1 (PreMc), 77 Methodologie en toegepaste biostatistiek 2 (PreMSc), 78 Multimedia, 78 Neuronale en hormonale regulatie, 79 Neuronale en psychische pathologie, 80 Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij, 81 Preventie, 82 Preventie en volksgezondheid (PreMSc), 83 Project 2 108
Gezondheidswetenschappen (BSc)
Medicijngebruik, 83 Science educatie en oriëntatie op het beroep van leraar, 84 Seksualiteit en gezondheid, 85 Sport, beweging en gezondheid, 87 Trends in volksgezondheid, 88 Voeding en gezondheid, 89 Voedingsleer en onderzoek (PreMSc), 90 Voedingsonderzoek in de praktijk, 91 Volksgezondheid en genetica, 92 Volksgezondheid in internationale context (PreMSc), 93 Wijsgerige vorming, 94 Ziekte in Context, 95
Index
109