Jaarverslag 2014
Inhoudsopgave VOORWOORD
5
1. INLEIDING
6
2. 2.1 2.2 2.3 2.4
PROFIEL VAN DE ORGANISATIE Algemene identificatiegegevens Missie en visie van de organisatie Kerngegevens 2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering 2.3.2 Werkgebied 2.3.3 Belanghebbenden Structuur van de organisatie 2.4.1 Organogram van de SKOD 2.4.2 Code Goed Bestuur 2.4.3 College van Bestuur 2.4.4 Staf en administratieve ondersteuning 2.4.5 Directeurenberaad, clusters en managementoverleg 2.4.6 De missie van de GMR 2.4.7 Scholen
9 9 9 10 10 10 10 10 10 10 10 11 11 12 12
3. 3.1 3.2 3.3 3.4
BELEID, INSPANNINGEN & PRESTATIES Identiteit 3.1.1 Bestuur, clusteridentiteit & directieoverleg 3.1.2 Projectgroep School-Ouders-Partnerschap Onderwijskundig beleid & kwaliteit 3.2.1 Kwaliteit van de zorg 3.2.2 Cito-scores schooljaar 2013-2014 3.2.3 Inspectie van het Onderwijs 3.2.4 Inzet middelen Prestatiebox 3.2.5 ICT 3.2.6 Resultaten cluster Onderwijs & Identiteit Personele zaken 3.3.1. Resultaten cluster Personeel & Organisatie 3.3.2 Verzuim 3.3.3 Personele bezetting 3.2.4 Scholing Materieel beleid 3.4.1 Materiële zaken 3.4.2 Ontwikkelingen rondom de scholen 3.4.3 Doordecentralisatie 3.4.4 Greenfox 3.4.5 Resultaten cluster FMH
15 15 15 16 16 16 18 18
2
3.5
Financieel beleid 3.5.1 Begroting 2014 3.5.2 Algemene ontwikkeling 3.5.3 Vermogenspositie 3.5.4 Totaaloverzicht baten en lasten & exploitatieresultaat 3.5.5 Analyse Exploitatierekening 2014 3.5.6 Baten 3.5.7 Lasten 3.5.8 Treasurystatuut 3.5.9 Contracten en subsidies
28 28 28 29 29 30 30 31 33 34
4. 4.1. 4.2
CONTINUÏTEITSPARAGRAAF Verslag Raad van Toezicht Risicoparagraaf & aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem
37 39 39
20 21 21 23 23 24 24 25 25 26 27 27 27
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
3
Voorwoord Eens per jaar blikt het bestuur terug op de ontwikkelingen in en om de Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe (SKOD). Als maatschappelijke organisatie die opereert met publieke gelden, wil de Stichting transparant zijn. Daarom legt zij met een helder jaarverslag verantwoording af over de wijze waarop haar plannen zijn gerealiseerd en welke resultaten er zijn bereikt in het afgelopen jaar. De betrouwbaarheid van het handelen van de SKOD wordt dankzij deze jaarverslagen geborgd, zodat kan worden gerekend op gedane toezeggingen. Dit jaar heeft zich gekenmerkt doordat de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) en de Raad van Toezicht (RvT) respectievelijk instemming en goedkeuring hebben gegeven om te fuseren met samenwerkingspartner Fidarda en wel per 1 januari 2016. Ook de uitrol van de digitale methode MATH en het gebruik van tablets op vijf van onze scholen had zo zijn dynamiek en impact waarmee de Stichting de onderwijsvernieuwing in gang heeft gezet. De SKOD is een financieel gezonde stichting. Met twaalf scholen en 179 personeelsleden (vast en tijdelijk) verzorgt zij katholiek onderwijs voor circa 1943 kinderen in de provincie Drenthe. De Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe ontstond in 1997 als gevolg van de schaalvergrotingspolitiek. Met de bundeling van zelfstandige scholen binnen één stichting konden de zelfstandige - doorgaans kleine - katholieke scholen blijven bestaan. In de huidige uitgangspunten klinkt dat ook nadrukkelijk door: • De Stichting wil tenminste de risico’s afdekken die door veranderingen in wet- en regelgeving bij de besturen c.q. scholen zijn neergelegd. • De Stichting gaat uit van de zelfstandigheid (relatieve autonomie) van elke school, waarin schoolontwikkeling centraal staat. • De Stichting wil een kader bieden voor het noodzakelijke bovenschoolse en gemeenschappelijke beleid, waarbij zij de zelfstandigheid van elke school respecteert en, zo nodig, stimuleert.
Colofon © 2015 Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe Postbus 12 | 9665 ZG | Oude Pekela Bezoekadres Waanderweg 64N | Emmen Tel. 0591 667 010
4
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
5
Sinds de invoering van lumpsum in augustus 2006, hanteert de SKOD een bestuurlijke structuur met een platte organisatie en een duidelijke scheiding van toezicht en bestuur. Met de Wet goed onderwijs goed bestuur startte de SKOD met het Raad van Toezicht-model en een College van Bestuur (CvB). Het CvB wordt gevormd door professionals. De directeuren zijn integraal verantwoordelijk voor hun scholen. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad adviseert over het beleid van de Stichting en heeft op een aantal beleidsterreinen instemmingsbevoegdheid. Dit jaarverslag bestaat uit een bestuursverslag en een jaarrekening en gaat over kalenderjaar 2014. Aldus vastgesteld door het College van Bestuur d.d. 22 juni 2015.
De heer J.A.C.H. van Meekeren, Voorzitter College van Bestuur
Daling leerlingenaantal Het leerlingenaantal van de scholen binnen de SKOD is in 2014, zoals verwacht, gedaald ten opzichte van 2013, en wel met 66 leerlingen. Ook de komende jaren wordt een verdere terugloop van het aantal leerlingen verwacht. Om de terugloop te minimaliseren is het nood zakelijk om te blijven investeren in de verbetering van de onderwijskwaliteit. Als gevolg van het gedaalde leerlingenaantal was in 2013 voor het eerst sprake van een vermindering van de formatie. Daarnaast zal op termijn door de krimp ook een tekort ontstaan om de huisvestingslasten op te kunnen brengen. Dit kan niet meer worden opgevangen door een lagere inzet van personeel, zonder hierbij de onderwijskwaliteit aan te tasten. Een deel van de materiële kosten, waaronder de huisvestingslasten, is niet afhankelijk van het aantal leerlingen. Indien er minder leerlingen zijn, zullen deze lasten dus niet afnemen. Daarnaast is bekend dat de materiële vergoeding te laag is om de materiële kosten volledig te kunnen dekken. De komende jaren zullen de pijlen dan ook gericht moeten worden op het managen van de materiële kosten en in het bijzonder de huisvestingslasten. Focus op kwaliteitszorg De kwaliteit van onderwijs hangt nauw samen met de kwaliteit van het bestuur. Het bestuur heeft, in samenspraak met de directeuren en de RvT, in 2011 het Stichtingsondernemingsplan vastgesteld. Hierin zijn de doelstellingen voor de eerste vier jaren vanaf dat jaar opgenomen. Om deze doelen te bereiken, ontvangen alle scholen binnen de Stichting identiteitsbegeleiding om schoolteams structureel te blijven voeden op het gebied van identiteit. Tevens verzorgt de projectgroep Leerkringen inhoudelijke bijeenkomsten en zijn in 2014 studiedagen gehouden voor directeuren en Meerschools Intern Begeleiders (MIB’ers) over de invulling van kwaliteitszorg binnen de SKOD.
1. Inleiding Met dit jaarverslag informeert Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe betrokkenen over de onderwerpen die de Stichting in 2014 bezig hielden. Het jaarverslag is tevens een belangrijk verantwoordingsdocument naar diverse belanghebbenden, in het bijzonder het Ministerie van Onderwijs Cultuur &Wetenschap (OC&W), maar ook ouders en verzorgers van leerlingen.
6
Negatief financieel resultaat In financiële zin is 2014 het eerste jaar dat met een negatief resultaat werd afgesloten. Het negatieve resultaat komt mede tot stand doordat in 2014 gelden zijn toegevoegd aan de voorziening buitenonderhoud en daarnaast doordat meer personeel is ingezet en ingehuurd. Verder is extra geïnvesteerd in scholing en is noodzakelijkerwijs een aanbetaling voor units afgeboekt in verband met het faillissement van de leverancier.
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
Samenwerking met Fidarda De verdere terugloop in leerlingenaantallen onderschrijft het belang van samenwerking met andere organisaties. In 2012 is de samenwerking met Fidarda geïntensiveerd. De Raden van Toezicht van de SKOD en Fidarda hebben in 2013 de heer T. Joosten opdracht gegeven om onderzoek te doen naar verdergaande samenwerking tussen deze twee stichtingen. Dit is vastgelegd in een rapport dat in eerste instantie door de beide Raden van Toezicht is besproken. Het traject is in 2014 voortgezet om tot een definitieve vorm van samenwerking te komen.
Katholieke identiteit De Raad van Toezicht onderkent het belang van een heldere visie op identiteit; de katholieke identiteit van de Stichting. Deze katholieke identiteit komt tot uitdrukking in het onderwijsprogramma van de scholen waarvan godsdienst en levensbeschouwing vast onderdeel uitmaken. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad De samenwerking met de GMR wordt als constructief en positief ervaren, waarvoor de Raad van Toezicht waardering uitspreekt. Klachtenrecht Voor het Klachtenrecht is de SKOD aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie voor Katholiek Onderwijs in Den Haag. De vertrouwenspersoon voor de SKOD is mevrouw A. Wemer (werkzaam bij Bureau Noorderlingen). Het aantal klachten bedroeg dit jaar vijf meldingen. De vijf klachten hadden betrekking op beslissingen vanuit het management/ de directeur. Hierdoor was ontevredenheid ontstaan, waarbij communicatie en openheid de toverwoorden blijken te zijn om klachten te voorkomen of op een goede manier op te lossen. Verder in dit jaarverslag Naast alle positieve ontwikkelingen wordt in het jaarverslag aandacht geschonken aan zaken die extra aandacht behoeven, zoals: • de langdurige zieken binnen de Stichting; • het terugdringen van ziekteverzuim; • het belang van een goede begrotingsdiscipline. Bovenstaande is een fractie van alle zaken die in 2014 hebben gespeeld binnen de Stichting. Het merendeel is terug te vinden in dit jaarverslag. Daarbij zal ook een doorkijk worden gemaakt naar het komende jaar. Er zijn veel positieve ontwikkelingen die zeker genoemd mogen worden. Daarnaast is enige reserve te betrachten als het gaat om de terugloop in leerlingenaantallen. Dit jaarverslag is goedgekeurd in de vergadering d.d. 22 juni 2015 door de Raad van Toezicht van de Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe.
Mevrouw M.G. Sterkenburgh, Voorzitter Raad van Toezicht
7
2. Profiel van de organisatie 2.1
Algemene identificatiegegevens
Verslagleggend rechtspersoon van de SKOD Postadres
Postbus 12
Postcode
9665 ZG
Plaats
Oude Pekela
Bezoekadres
Waanderweg 64N, Emmen
Telefoonnummer
(0591) 667 010
Identificatienummer KVK
41020701
Bestuursnummer
40999
BRIN-nummer
AH09
E-mailadres
[email protected]
Website
www.skod.nl
2.2 Missie en visie van de organisatie De missie van de SKOD vormt de basis voor alle activiteiten binnen de Stichting. In de missie geeft de Stichting aan wat zij wil bereiken en op welke manier zij dat denkt te doen. Een missie is niet tijdsgebonden. De missie van de SKOD is als volgt geformuleerd: “De SKOD biedt eigentijds onderwijs op basis van de katholieke identiteit waarin school en ouders vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid kinderen vormen in de volle breedte van het mens-zijn.” De visie van de SKOD omvat een duidelijke ambitie. Het geeft aan wat zij wil bereiken, wat doorslaggevend is voor haar succes en welke kritische succesfactoren haar uniek maken. Ook normen, waarden en principes maken hiervan deel uit. De visie van de SKOD is als volgt geformuleerd: “De SKOD streeft vanuit een eigen katholieke identiteit, op basis van solidariteit en gezamenlijke verantwoordelijkheid, naar het in stand houden van het katholiek onderwijs door optimaal te profiteren van de samenwerking binnen de SKOD.” Kernaspecten van de visie 1. Katholiciteit De Stichting geeft aan wat zij waardevol en belangrijk vindt voor de opvoeding en vorming van de kinderen op haar scholen en hoe dat binnen haar scholen gestalte krijgt.
8
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
9
2. Zorg De Stichting kenmerkt zich door een zodanige organisatie, dat scholen maximaal in staat worden gesteld om kwalitatief goed onderwijs te geven aan kinderen in diverse onderwijskundige richtingen en stromingen, afgestemd op de diverse behoeften, talenten en mogelijkheden. 3. Kwaliteit & deskundigheid In alle geledingen van de Stichting zijn gekwalificeerde mensen aanwezig die vanuit hun taken en verantwoordelijkheden de organisatie goed vormgeven. 4. Vrijheid in gebondenheid De Stichting streeft naar eenheid, samenhang en daadkracht. 5. Participatie Binnen de Stichting ondersteunen school en ouders elkaar om de ontwikkeling van de school en de kinderen te bevorderen. De gedeelde opvoedings- en vormingsdoelen zijn daarbij het uitgangspunt. Deze vorm van participatie noemen we educatief partnerschap en heeft betrekking op ouderbetrokkenheid. Daarnaast hecht de Stichting veel waarde aan het betrekken van de kinderen bij de ontwikkeling van de school. 6. Transparantie Transparantie, zowel intern als extern, is kenmerkend voor de organisatie. 7. Eigentijds De Stichting heeft zicht op de ontwikkelingen in de samenleving en zet vanuit haar maatschappelijke verantwoordelijkheid op actieve wijze (onderwijskundige) vernieuwingen in gang, waarbij samenwerking met andere partijen niet wordt uitgesloten.
2.3 Kerngegevens 2.3.1 Kernactiviteiten & nadere typering De SKOD staat voor eigentijds(e) onderwijs en opvoeding op basis van de katholieke identiteit. De Stichting stelt zich ten doel om onderwijs en opvoeding van een kwalitatief hoog niveau te geven aan alle kinderen die haar zijn toevertrouwd. De uitgangspunten zijn vastgelegd in visie van de Stichting (zie 2.2). 2.3.2 Werkgebied Het werkgebied van de SKOD omvat de zuidoosthoek van de provincie Drenthe. 2.3.3 Belanghebbenden De belanghebbenden van de SKOD zijn de kinderen en hun ouders of verzorgers. Zij vormen het bestaansrecht van de organisatie. Andere belanghebbenden zijn het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, de Inspectie voor het Onderwijs, ouderverenigingen van de scholen, diverse Pabo’s en lokale en provinciale overheden in het werkgebied van de SKOD. 2.4 Structuur van de organisatie 2.4.1 Organogram van de SKOD Raad van Toezicht
Staf / MIB / ICT
School Adviescommissie Oudervereniging
College van Bestuur
Directeur (directeurenberaad)
GMR
MR
Denk hierbij aan wederzijds respect, transparantie, dialoog, gezamenlijkheid en verantwoording. De principes nodigen uit om in dialoog met alle belanghebbenden te reflecteren op de bestuurlijke inrichting en het handelen van bestuurders en managers. De code is uitdrukkelijk niet alleen bedoeld voor bestuurders en managers. Deze is ook bedoeld voor belanghebbenden binnen en buiten de scholen zoals de leerlingen en hun ouders of verzorgers, het personeel op scholen, bestuurders en ambtenaren van de gemeente of bijvoorbeeld collega-scholen binnen een bovenschools samenwerkingsverband. ‘Goed bestuur’ betekent het lokaal en landelijk verkrijgen en behouden van vertrouwen van ouders, gemeenschap, overheid en politiek. De SKOD voldoet aan de bepalingen en volgt de code Goed Bestuur. In de volgende paragraaf staat beschreven hoe de interne en horizontale verantwoording wordt gedaan. Er wordt tevens aangegeven wie deel uitmaakt van de betreffende organen, wat de taakverdeling en de werkwijze is. Daarnaast worden de functies van het bestuur en het intern toezicht beschreven. De behaalde resultaten op organisatorisch niveau en schoolniveau omtrent strategisch beleid, gestelde doelen en leerresultaten zijn beschreven in de paragraaf 3.1 Identiteit. 2.4.3 College van Bestuur Het College van Bestuur bestaat uit: De heer J.A.C.H. van Meekeren, Voorzitter
Leerlingenadviescommissie
Bezoldiging in 2014 was € 72.564,- (incl. werkgeverslasten)
Team
Fig. 1 Organogram SKOD
De rode lijnen in het organogram geven de hiërarchie binnen de Stichting weer. De groene lijnen staan voor de ondersteuning die en het advies dat zij geven.
Het CvB wordt ondersteund door een senior beleidsadviseur, een P&O-functionaris en een management-assistent. De loonkosten voor bestuur en management bedragen 2,21% van de totale loon kosten van de organisatie. Het gemiddelde percentage loonkosten voor besturen die aangesloten zijn bij Onderwijsbureau Meppel (zie 2.4.4), ligt op 3,24%.
2.4.2 Code Goed Bestuur In de code Goed Bestuur zijn basisprincipes vastgelegd die een appèl doen op de professionaliteit van bestuurders en managers binnen het primair onderwijs. Deze principes zeggen iets over de waarden die aan het gedrag en de cultuur ten grondslag liggen en de kenmerken van de houding van waaruit betrokkenen handelen.
10
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
Schoolbezoeken voorzitter CvB Twee keer bezocht de voorzitter van het College van Bestuur de scholen van de SKOD. Vaste agendapunten tijdens deze bezoeken waren het personeel, het verzuim, de uitputting van exploitatie, het schooljaarverslag, het schooljaarplan, de schoolgids, de Citoresultaten, de identiteit en het werken volgens het vastgestelde beleid. Daarnaast kwamen de volgende onderwerpen aan de orde: • Licenties; • Coo7; • Functioneren en samenwerking geledingen; • Organisatie en samenwerking ouderbetrokkenheid; • Functioneren MIB; • Ambitie; • POP; • Communicatie; • Ontwikkeling kwaliteit op school; • Huisvesting. 2.4.4 Staf & administratieve ondersteuning Verantwoordelijk voor de dagelijkse bestuurlijke werkzaamheden en contacten waren:
gerespecteerd bureau in het onderwijsveld. De dienstverlening is integraal, innovatief, efficiënt en betaalbaar en geeft scholen en besturen de ruimte om te investeren in hun eigen verantwoordelijkheid. 2.4.5 Directeurenberaad, clusters & managementoverleg Om samenwerking en samenhang tussen de diverse geledingen in het onderwijs te versterken, werken de schooldirecteuren samen in drie clusters. Elk cluster bestaat uit drie of vier directeuren. Ieder clusterlid is verantwoordelijk voor een van de beleidsterreinen. Gezamenlijk behandelen zij de gestelde doelen en resultaten van het Stichtingsondernemingsplan. In het Managementoverleg (MO) laat het cluster zich vertegenwoordigen door de clustercoördinatoren. Deze drie coördinatoren vormen, tezamen met de coördinator MIB, de senior beleidsadviseur en het College van Bestuur, het Managementoverleg. Daarnaast hebben alle directeuren één keer per zes weken overleg in het directeurenberaad onder leiding van het College van Bestuur. Samenstelling clusters Cluster Onderwijs & Identiteit Mevrouw A. van Manen-Tiben
Mevrouw R. Jongstra-Reckers
Senior Beleidsadviseur
De heer N. Schutte
Mevrouw A. Neinders-Bos
Management-assistent
Mevrouw M. Platzer-Maarsingh
Mevrouw Y. de Bruin
P&O-functionaris
De heer P. Möhlmann
Het Onderwijsbureau Meppel verzorgde de personele en financiële administratie.
Cluster Personeel & Organisatie De heer A.A.W. Heemskerk De heer A.A.O. Aalbregt
Onderwijsbureau Meppel In 1988 is door de katholieke schoolbesturen in Noord-Nederland een eigen ondersteunend en adviserend bureau opgezet, te weten het Onderwijsbureau Meppel. Een bureau van en voor de besturen. De voorzitter van het College van Bestuur van de SKOD heeft tevens zitting in het bestuur van het Onderwijsbureau.
Mevrouw E.L.M. van de Ven Mevrouw M. Wielage-Abbing
Cluster Financiën, Materieel & Huisvesting De heer J.H.G. Hut De heer E.H. Kuipers Mevrouw M.C. Sijmons-de Winter
Het Onderwijsbureau Meppel is met zijn jarenlange ervaring specialist op het gebied van onderwijsdienstverlening. Ongeveer 50 medewerkers ondersteunen op deskundige wijze 300 scholen en besturen bij de dagelijkse uitvoering van de financiële administratie, de personeelsadministratie, de salarisadministratie, beleids ontwikkeling, bestuurlijke aangelegenheden en het beheer van schoolgebouwen. Door zijn professionele, proactieve en klant gerichte houding groeide het Onderwijsbureau Meppel uit tot een
11
Clustercoördinatoren Mevrouw A. van Manen-Tiben
Cluster Onderwijs & Identiteit (O&I)
De heer A.A.W. Heemskerk
Cluster Personeel & Organisatie (P&O)
Mevrouw M.C. Sijmons-de Winter
Cluster Financiën, Materieel & Huisvesting (FMH)
2.4.6 De missie van de GMR De GMR draagt verantwoordelijkheid voor de gemeenschappelijke belangen van de kinderen, het personeel en de ouders van de SKOD. De GMR toetst het beleid van de SKOD aan de hand van wet- en regelgeving. Dit doet de GMR door met diverse betrokkenen respectvol samen te werken met open communicatie en door signalen uit het werkveld bespreekbaar te maken bij het College van Bestuur.
Communicatie met de achterban De onderwerpen die tijdens de bijeenkomsten aan de orde komen, worden vastgelegd in de notulen. De vastgestelde notulen worden vervolgens per e-mail verstuurd naar de Medezeggenschapsraden van de SKOD. Via deze korte communicatielijn worden de medezeggenschapsraden op de hoogte gehouden over de onderwerpen die spelen binnen de GMR en kan onderling contact worden gezocht.
Visie van de GMR De GMR streeft ernaar herkenbaar te zijn voor zijn achterban en bevoegd gezag door:
Fusie SKOD en Fidarda Het jaar 2014 stond sterk in het teken van het kritisch kijken naar de voor- en nadelen van een fusie van de Stichting met Fidarda. Er is onderzocht in hoeverre een samengaan van de beide stichtingen haalbaar en/of wenselijk is. De instemming voor het besluit tot een fusie met Fidarda werd op 16 juni 2014 door de GMR getekend.
• doelgerichtheid, kundigheid en betrokkenheid; • het waarborgen van kwaliteit; • transparante communicatie; • positief, kritisch en proactief te zijn. Om dit waar te maken zal de GMR zijn aandacht richten op: • Het werven van kennis op het gebied van wet- en regelgeving van onderwijs en zorg en op het gebied van innovaties in het onderwijs. • Het zijn van een open en benaderbare GMR, waar de communicatie lijnen kort en doeltreffend zijn. • Het voortzetten van een constructie-kritische relatie met het College van Bestuur. • Het planmatig aanpakken van taken en verantwoordelijkheden. Hiermee wil de GMR vertrouwen en respect creëren bij alle betrokken partijen.
Samenstelling GMR op 1 december 2014 Kardinaal Alfrinkschool
Mevrouw Bouwland (personeel, voorzitter)
R.K.B. De Diedeldoorn
Mevrouw Bos (personeel, vicevoorzitter) De heer Herder (ouder)
Pastoor Middelkoopschool
Mevrouw Leseman (ouder)
St. Gerardus
De heer Gerdes (ouder)
R.K.B. De Hoeksteen
Mevrouw Snuverink (personeel)
SBO Toermalijn
Mevrouw Romp (personeel)
Secretariële ondersteuning
Mevrouw Spangemacher als Ambtelijk secretaris
2.4.7 Scholen De volgende 12 scholen behoren tot de SKOD: Naam
Directeur/locatieleider
Plaats
BRIN
SBO Toermalijn
Mw. E.L.M. van de Ven
Emmen
01BO
St. Gerardusschool
Mw. M.C. Sijmons-de Winter
Emmen
03RY
Taken en bevoegdheden GMR De GMR heeft instemmingbevoegdheid als het gaat om zaken die het personeel of het onderwijs direct aangaan. Daarnaast heeft de GMR adviesbevoegdheid betreffende het beleid van het College van Bestuur. Het CvB is verplicht om, voorafgaand aan besluitvorming, overwogen besluiten voor advies dan wel instemming aan de GMR voor te leggen.
St. Fransschool
Mw. M. Wielage-Abbing
Emmen
04SK
R.K.B. De Banier
Dhr. J.H.G. Hut
Zwartemeer
06QH
St. Theresiaschool
Mw. A. van Manen-Tiben
Barger-Compascuum 06SI
R.K.B. De Hoeksteen
Mw. A. van Manen-Tiben
Emmer-Compascuum 06YD
R.K.B. De Brummelbos
Dhr. A.A.O Aalbregt
Erica
08VC
Kardinaal Alfrinkschool
Dhr. A.A.W. Heemskerk
Emmen
09OB
St. Henricusschool
Dhr. E.H. Kuipers
Klazienaveen
10YR
Het afgelopen jaar zijn de GMR en het College van Bestuur acht keer bijeen gekomen om beleids- en algemene zaken te bespreken, welke in het belang zijn van alle geledingen van de Stichting. Het bovengenoemde houdt in dat de GMR een raad vormt, die de hoofdlijnen van het bovenschoolse onderwijsbeleid bespreekt. De raad zorgt ervoor dat scholen zich op deze manier met elkaar sterk maken voor een goed onderwijsbeleid.
RK/PC Jenaplanschool Kristalla
Dhr. P. Möhlmann
Emmen
11CB
Pastoor Middelkoopschool
Dhr. C.E. Schutte
Klazienaveen
11MD
R.K.B. De Diedeldoorn
Mw. M.E. Platzer-Maarsingh
Emmen
21PU
12
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
13
3. Beleid, inspanning & prestaties welke zorg de kinderen is geboden en welke zorg effect heeft gehad. Dit resulteerde in een protocol met de richtlijnen voor wat de school wel en niet kan doen in samenwerking met het SKOD-beleidsstuk Informatieverstrekking aan ouders.
3.1 Identiteit In dit jaarverslag wordt voor de SKOD het vierde jaar van identiteitsbegeleiding afgerond. De identiteitsbegeleiding van de SKOD wordt vanuit het Onderwijsbureau Meppel uitgevoerd door Tom Knippers. 3.1.1 Bestuur, clusteridentiteit & directieoverleg Over de identiteitsbegeleiding in het schooljaar 2013-2014 zijn, in algemene zin, onderstaande opmerkingen te maken. Over de inhoud van de begeleiding op de scholen en voor de SKOD algemeen Algemene aandachtspunten • De identiteitsbegeleiding vindt voornamelijk plaats binnen de twaalf scholen. Daarnaast zijn er op stichtingsniveau verschillende groepen werkzaam die ook identiteitsbegeleiding krijgen. Zo vinden er gesprekken plaats met het College van Bestuur, het cluster O&I en de Projectgroep School-Ouders-Partnerschap. Een uitgebreidere beschrijving hiervan is te lezen in 3.1.2. • In Emmen is de Nascholing Godsdienst/Levensbeschouwing verzorgd voor een groep van acht leerkrachten van de SKOD. De cursus is verzorgd door de identiteitsbegeleiders Jacqueline Huizinga en Tom Knippers. Een dergelijke scholing loopt naast de reguliere identiteitsbegeleiding op de twaalf scholen van de SKOD. Tegelijk was in Hoogezand een nascholing voor vijftien leerkrachten van Fidarda. Het aantal cursisten was te groot en te verspreid om samen te brengen in één cursus. • Er is veel aandacht voor School-Ouders-Partnerschap. Dat is deels werk in de projectgroep School-Ouders-Partnerschap en deels op de twee scholen die deelnemen aan deze projectgroep. Dit zijn de St. Gerardusschool in Emmen en R.K.B. De Banier in Zwartemeer. Begeleidingsonderwerpen Naast de algemene aandachtspunten waren er diverse begeleidings onderwerpen. De tabellen en schema’s per school maken dit duidelijk. Drie activiteiten springen boven de rest uit: 1. Vieren. Vieren en gedenken op school hebben geleid tot veel vragen. 2. Dienen. Meerdere scholen hebben hun visie en plannen over goede doelen opnieuw besproken. 3. Dienen. Enkele scholen hebben nagedacht over de manier waarop als school gereageerd wordt op echtscheidingssituaties waarmee sommige leerlingen te maken krijgen. Hieruit kwam naar voren
14
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
15
Over de organisatie • Voor elke school staan per jaar vijf bijeenkomsten; vier met het team en één met de directeur. • De oorspronkelijk zesde bijeenkomst bij volledige begeleiding is, in overleg met het College van Bestuur, vrijgemaakt voor bovenschoolse begeleiding. Overzicht van de identiteitsbegeleiding in tabellen In onderstaande tabellen is per school en bestuurswerkgroep terug te vinden wat er het afgelopen jaar is gebeurd. De eerste tabel is een samenvatting. De daaropvolgende vijf tabellen geven per aandachtspunt een uitgebreidere beschrijving1. Zo krijgt de SKOD inzicht in de accenten die in 2014 gelegd zijn in de identiteits begeleiding. Verdeling onderwerpen: SKOD totaal: 78 0
5
10
15
20
Identiteit Algemeen Gemeenschapsvorming Vieren Leren Dienen Voortgangsgesprekken
1
toelichting: in de tabellen zijn de onderwerpen en getallen voor de SKOD weergegeven. In het algemene gedeelte van het jaarverslag van de identiteitsbegeleiding, zijn de aantallen voor alle scholen met identiteitsbegeleiding terug te vinden. Daar staan de onderwerpen waar de scholen van de SKOD mee bezig zijn geweest, tussen de onderwerpen die alle scholen samen kozen.
25
Dienen: SKOD
Identiteit Algemeen: SKOD totaal: 21 0
totaal: 10
2
4
6
8
10
0
Ontwikkeling gezamenlijke visie
Goede doelen: Vastenaktie of...
Zichtbaar maken van de identiteit
Kinderen in de knel: Scheiding
Professionele kath. identiteit
Kinderen in de knel: Pesten
1
2
3
4
5
Akte Gods/Lev* Bestuur/directie/cluster/GMR en... Verrijkende opbrengsten
Voortgangsgesprekken: SKOD totaal: 13
Gemeenschapsvorming: SKOD
0 totaal: 16 0
5
10
15
Evaluatie/planning 1
2
3
4
5
6
7
Kennismakingsgesprek
Communicatie maakt verschil Burgerschap en katholieke identiteit Relatie met de buurt/dorp Relatie school/kerk Met kinderen naar de kerk of moskee School-Ouders-Partnerschap...
Vieren: SKOD totaal: 9 0
1
2
3
4
5
6
7
Vieren en gedenken op school Viertafel Feesten: Vieren met het kerkelijk jaar
Leren: SKOD totaal: 9 0 Kinderbijbels kiezen Bijbel-rooster Bijbelverhalen vertellen Filosoferen met kinderen Methodenkeuze Taal met hart en ziel
16
0,5
1
1,5
2
3.1.2 Projectgroep School-Ouders Partnerschap Sinds oktober 2011 heeft de SKOD in samenwerking met Fidarda het project School-Ouders-Partnerschap ingezet. Dit als uitwerking van het, in het Strategisch Beleidsplan genoemde, onderwerp Educatief Partnerschap. In samenwerking met het IKO in Nijmegen (huidige VKO Nijmegen), krijgt dit project vorm onder begeleiding van Theo van der Zee. Er is een projectgroep, waarin twee directeuren uit de SKOD (St. Gerardusschool en R.K.B. De Banier) en twee directeuren uit Fidarda (R.K. Gerardus Majellaschool en H.Gerardusschool) samen met Rita Jongstra de begeleider Theo van der Zee (VKO-Nijmegen) en de twee identiteitsbegeleiders (Tom Knippers en Wil van den Broek). Elke school heeft experimenteel een aspect van School-OudersPartnerschap gekozen, opgepakt en uitgevoerd. In oktober 2014 heeft de afronding van dit project plaatsgevonden en is er een toolkit ontwikkeld waarmee alle scholen aan de slag kunnen. 3.2 Onderwijskundig beleid & kwaliteit 3.2.1 Kwaliteit van de zorg Het samenwerkingsverband Op 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs ingevoerd. Als gevolg van de invoering van deze wet, is het samenwerkingsverband WSNS 409 ontbonden. De scholen van de SKOD maken sindsdien deel uit van het samenwerkingsverband PO 22-02, net als alle andere scholen voor regulier en speciaal (basis)onderwijs in de gemeenten Emmen en Borger-Odoorn. Het schoolbestuur heeft de zorgplicht gekregen om kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, het best passende onderwijs aan te bieden (op de eigen school of op een andere school).
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
De eerste maanden van 2014 stonden in het teken van de voorbereiding op de invoering van deze wet. Elke school heeft een schoolprofiel gemaakt. Dit geeft (potentiële) ouders op een korte en bondige manier een beeld van de school. Onderdelen van het schoolprofiel zijn de visie, de leerlingen die de school bezoeken, het leerstofaanbod, de werkwijze, de sterke kanten, de ambities en het toelatingsbeleid. Het schoolprofiel verwijst naar onderliggende stukken voor de geïnteresseerde ouder. Zo is in het handboek kwaliteitszorg uitgeschreven hoe de ondersteuning plaatsvindt, welke mogelijkheden er zijn en waar grenzen liggen.
Er vinden regelmatig netwerkbijeenkomsten plaats waarbij er ruim gelegenheid is om te leren van én met elkaar. Daarnaast zijn er werkgroepen voor specifieke onderwerpen om deze uit te diepen met een adviesfunctie naar het directeurenberaad. Er zijn vanuit het MIB-netwerk gezamenlijke doelen afgesproken voor het schooljaar 2014-2015. Op schoolniveau werken de MIB’ers aan de doelen zoals deze zijn beschreven in de schooljaarplannen. In juni 2014 is er voor het nieuwe schooljaar 20142015 een jaarrooster opgesteld waarin professionaliseringsactiviteiten zoals trainingen en netwerkbijeen komsten zijn opgenomen.
Er zijn informatiebijeenkomsten gehouden voor directeuren en Meerschools Intern Begeleiders. Leerkrachten en ouders zijn geïnformeerd over de invoering van Passend Onderwijs en de gevolgen daarvan. Ouders van een kind met LGF (het ‘rugzakje’) zijn op een aparte informatieavond bijgepraat over de veranderingen na 1 augustus 2014. De website van het oude samenwerkingsverband WSNS is omgebouwd naar die van het ondersteuningsteam van de SKOD: www.kom-pas.info. Hier is alle informatie te vinden over de manier waarop de ondersteuning van de kinderen op de scholen van de SKOD is georganiseerd.
Met de ingang van de wet op Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 is het Ondersteuningsteam van Kompas uitgebreid met een ortho pedagoog. De orthopedagogen bezochten in 2014 minimaal vier keer elke school voor consultatie. Daarnaast ondersteunden zij scholen en MIB’ers door teamscholing, deelname aan werkgroepen en gaven zij een ‘verdiepende’ bijdrage aan de netwerkbijeenkomsten. Er was geregeld een afstemmingsoverleg tussen de coördinator van de (Meerschools) Intern Begeleiders, Kompas en de coördinator van het samenwerkingsverband om inhoud en praktijk op elkaar af te stemmen. Per 1 augustus 2014 is de aansturing van het Ondersteuningsteam Kompas overgedragen aan de coördinatoren MIB. Hierdoor is het contact tussen de MIB’ers en het ondersteuningsteam versterkt. Er zijn gezamenlijke doelen opgesteld en ook de professionalisering van zowel de MIB’ers als de collega’s van het Ondersteuningsteam wordt op elkaar afgestemd.
Na 1 augustus 2014 is de ingezette koers ongewijzigd gebleven voor wat betreft de ondersteuningsstructuur, de meerschools interne begeleiding, het onderwijsadviesteam Kompas en de handelings gerichte werkwijze. Doordat gemaakte beleidskeuzes steeds hebben geanticipeerd op de doelstellingen van Passend Onderwijs, er korte lijnen zijn en er veel aandacht is voor communicatie, is de invoering zonder grote problemen verlopen. In een groeimodel wordt in het samenwerkingsverband PO 22-02 (www.swv2202.nl) stap voor stap gewerkt aan de uitwerking van Passend Onderwijs in de regio, waarbij schoolbesturen zoveel mogelijk zelfstandig beslissingen nemen en een grote eigen verantwoordelijkheid hebben. Voor de scholen van de SKOD betekent dit dat zij met dezelfde inzet blijven werken aan de uitdaging om steeds beter te worden in het bieden van goed onderwijs voor alle kinderen. Resultaten van het tot nu toe gevoerde beleid Professionalisering Meerschools Intern Begeleiders (MIB) Op elke school is een masteropgeleide Meerschools Intern Begeleider werkzaam. Deze MIB’ers werken in teamverband en zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de scholen binnen de Stichting, waarbij gewerkt wordt vanuit ‘vaste’ scholen. De taakinvulling richt zich met name op de ondersteuning van de leerkracht.
17
De MIB’ers van Fidarda hebben in het kader van hun persoonlijke ontwikkeling gezamenlijk het traject werkdrukbeleving, Work With Fun georganiseerd door Planum, gevolgd. Dit traject loopt tot in 2015, dus de opbrengsten en resultaten van het traject zullen in het volgende jaarverslag worden beschreven. Een aantal MIB’ers heeft in 2014 de auditopleiding afgerond. Zij zijn toegevoegd aan het interne auditteam van de Stichting. Binnen de beide stichtingen zijn enkele werkgroepen. De MIB’ers die zitting hebben in een werkgroep hebben hiervoor ook nascholing gevolgd, bijvoorbeeld op het gebied van dyslexie en rekenproblemen. De MIB’ers van de SKOD hebben tevens deelgenomen aan een traject onder begeleiding van Timpaan over het beredeneerd aanbod in de kleutergroepen. Alle MIB’ers van beide stichtingen hebben deelgenomen aan de onderbouwdag die vanuit de beide stichtingen in november is georganiseerd.
Professionalisering in de school In het kader van Passend Onderwijs is gewerkt aan het school ondersteuningsprofiel. Dit profiel bestaat uit twee delen. Het handboek onderwijsondersteuning beschrijft de werkwijze, de mogelijkheden en de grenzen binnen de scholen. Het school specifieke deel geeft aanvullende informatie in de vorm van kengetallen met betrekking tot school en groepsgrootte, expertise, leerlingen LGF, verwijzingen enzovoorts. In het schooljaarplan stonden de actiepunten voor teamscholing. Met behulp van het instrument Coo7 (zie voor toelichting Coo7 3.3 Personele Zaken in dit jaarverslag) had de directeur zicht op de kwaliteiten en ontwikkeling van de leerkrachten. De MIB-coördinator heeft schoolbezoeken afgelegd om de voortgang omtrent de realisatie van de beoogde doelen in het kader van de ondersteuningsstructuur in kaart te brengen. Professionalisering op bestuursniveau Daar waar mogelijk wordt scholing en voorlichting gecombineerd. Er zijn wederom afspraken gemaakt over het gebruik van BRIN, ParnasSys en de inzet en begeleiding van (Meerschools) Intern Begeleiders. De website www.kom-pas.info is nog meer ingezet om informatie over toetsen en testen op een laagdrempelige manier beschikbaar te stellen aan ouders en leerkrachten. Er is een studiedag in de Clinge in Zeegse gehouden voor directeuren en MIB´ers. Het thema was ‘’Top inspiratie”. Deelnemers werden aan het denken (en aan het werk!) gezet. Door te leren van en met elkaar was de dag inspirerend, motiverend en leerzaam. Ook is er in 2014 een training gestart voor directeuren en MIB’ers om de implementatie van de digitale leerlijnen in de scholen vorm te geven en de teams in de juiste modus te brengen. 3.2.2 Cito-scores schooljaar 2013-2014 Eindtoets Landelijk gemiddelde
SKOD gemiddelde
2012
535,5
535,1
2013
535,1
533,3
2014
535,0
534,4
Met een gemiddelde score op de Cito-eindtoets van 534,4 zat de SKOD in 2014 0,6 punten onder het landelijk gemiddelde. Dit was een stijging ten opzichte van de eindtoets van 2013 waar 1,7 punt onder het landelijk gemiddelde werd gescoord. Het gemiddelde van de SKOD zit daarmee nog steeds onder het landelijk gemiddelde. Wel moet opgemerkt worden dat de afstand tot het landelijk gemiddelde aanzienlijk kleiner is geworden ten opzichte van vorig schooljaar.
18
2012
Aantal scholen onder de ondergrens (onvoldoende)
Aantal scholen op of boven het landelijk gemiddelde of op of boven de ondergrens (voldoende)
Aantal scholen op of boven de bovengrens (goed)
0
7
4
2013
2
7
2
2014
4
3
4
In 2014 scoorden, na herberekening, vier scholen onvoldoende en hebben vier scholen boven de bovengrens van hun eigen schoolgroep gescoord. In 2013 scoorden twee scholen onder het gemiddelde van de schoolgroep en scoorden twee scholen boven de bovengrens. Scholen die onder de ondergrens scoren, stellen standaard een plan van aanpak op. Opvallend is dat scholen met relatief veel leerlingen met leerlinggewicht (>25%) vaker onder de ondergrens scoren dan scholen met relatief weinig leerlingen met leerlinggewicht (<10%). Als Stichting wordt momenteel gekeken hoe het onderwijsaanbod beter kan worden afgestemd op de leerlingen met extra leerling gewicht. Digitalisering van het onderwijs speelt hierbij een grote rol. Ook is voor één school Scholen Aan Zet ingeschakeld om mee te kijken naar de effectiviteit van het onderwijs, met name op het gebied van begrijpend lezen. 3.2.3 Inspectie van het Onderwijs De Inspectie van het Onderwijs is verplicht om scholen voor primair onderwijs ten minste eenmaal per vier jaar te bezoeken. Dan beoordeelt zij de kwaliteit van het onderwijs en gaat zij na of de school voldoet aan de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT). De Inspectie beoordeelt de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen, de zorg en begeleiding en de kwaliteitszorg. Ook controleert de Inspectie enkele verplichtingen van de school in het kader van de naleving van wet- en regelgeving, waaronder de onderwijstijd. De bevindingen uit het onderzoek van het vierjaarlijkse bezoek worden gebruikt om te bezien of, het reeds aan de school toegekende basisarrangement kan worden gehandhaafd. Eventueel geconstateerde tekortkomingen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse. Indien tijdens het onderzoek echter blijkt dat er mogelijk sprake is van zwakke of zeer zwakke onderwijskwaliteit, dan zet de Inspectie het vierjarige onderzoek, na overleg met het bevoegd gezag, om in een kwaliteitsonderzoek.
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
De Inspectie van het Onderwijs stelde voor onderstaande scholen in 2014 het basisarrangement vast. Dit houdt in dat zij geen aanwijzingen had over belangrijke tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs. Het basisarrangement is in principe geldig voor één jaar. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en eventueel een onderzoek in het kader van het Onderwijsverslag, themaonder zoeken, een vierjaarlijks bezoek of een onderzoek naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE).
Het doel: waarom onderwijs verbeteren? Dit geld ontving de SKOD vanwege het bestuursakkoord primair onderwijs dat het Ministerie van OC&W met de besturen sloot. Hierin staan landelijke ambities omtrent de kwaliteit van het onderwijs. Het is de bedoeling dat de SKOD met dit geld het onderwijs verbetert. De scholen hanteren hun eigen prioriteiten. Het bestuursakkoord bevat de volgende ambities voor het primair onderwijs:
Scholen met basisarrangement 01BO
SBO Toermalijn
03RY
St. Gerardusschool
04SK
St. Fransschool
06YD
R.K.B. De Hoeksteen
08VC
R.K.B. De Brummelbos
09OB
Kardinaal Alfrinkschool
10YR
St. Henricusschool
06QH
R.K.B. De Banier
Scholen met een basisarrangement met attendering 11CB
RK/PC Jenaplanschool Kristalla
21PU
R.K.B. De Diedeldoorn
1MD
Pastoor Middelkoopschool
Scholen met een basisarrangement met waarschuwing 06SI
St. Theresiaschool
3.2.4 Inzet middelen Prestatiebox Wat is de regeling Prestatiebox? Schoolbesturen ontvingen deze kabinetsperiode, naast de reguliere lumpsumbekostiging, ook een bedrag via de zogenaamde Prestatiebox. Het budget in de Prestatiebox is grotendeels afkomstig uit het regeerakkoord. Tevens zijn twee bestaande budgetten toegevoegd aan de Prestatiebox. Voorheen werd dit geld via een aparte regeling verstrekt. Over deze budgetten hoeven de besturen zich sinds augustus 2012 niet meer apart te verantwoorden. Het ging om de budgetten voor taal, rekenen en cultuureducatie. Via de Prestatiebox was voor de hele sector primair onderwijs in 2014 in totaal 132,5 miljoen euro beschikbaar. Bedrag per leerling en per school Het budget van de Prestatiebox is bedoeld voor opbrengstgericht werken, voor professionalisering van leraren en schoolleiders en voor cultuureducatie. Het budget in de Prestatiebox bestaat uit een bedrag per leerling en daarbovenop een bedrag per school.
19
1. Scholen werken opbrengstgericht. 2. Schoolbesturen formuleren meetbare doelen voor het beoordelen van de eigen leerlingenprestaties. 3. Scholen met leerlingen met een leerlinggewicht meten de opbrengsten van de leerlingen in de groepen 1 en 2, door observaties of in de vorm van een toets of checklist. 4. Scholen bieden een gericht onderwijsaanbod voor cognitief talentvolle en hoogbegaafde leerlingen. 5. Scholen betrekken ouders actief bij de ontwikkeling en leerprestaties van hun leerlingen. 6. Er zijn geen zeer zwakke scholen meer. 7. Leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van hun leerlingen en ze stemmen instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in de ontwikkeling van leerlingen. 8. Leraren en schoolleiders werken voortdurend aan hun professionalisering en registreren zich als zodanig in het beroepsregister voor leraren en voor schoolleiders. 9. Scholen voeren een goed en effectief HRM-beleid. In dit kader houden zij voor leraren een bekwaamheidsdossier bij. Daarnaast vindt jaarlijks minimaal één formeel beoordelingsof functioneringsgesprek plaats en is de kwaliteit van de bege leiding en ondersteuning van beginnende leraren verbeterd. 10. Schoolbesturen geven hun onderwijsopbrengsten transparant weer via het te ontwikkelen informatiesysteem ‘Vensters PO’. Scholen gebruiken dit systeem voor de evaluatie van hun eigen opbrengsten en kwaliteit.
Verantwoording inzet middelen Prestatiebox De SKOD verwerkte de bedragen voor opbrengstgericht werken, voor professionalisering van leraren in het basisonderwijs en voor cultuureducatie (€ 89,98 per leerling en € 1.986 per school) in de huidige begroting. Deze bedragen zijn niet meer geoormerkt. De scholen waren vrij in de besteding van het budget. Zij mochten zelf de accenten kiezen binnen de verdeling. Wel moest er verantwoording worden afgelegd bij het bestuurskantoor over de keuzes van de besteding. De totale verantwoording van de Prestatiebox is door de SKOD in het jaarverslag en de jaarrekening opgenomen. Het bedrag per leerling, dat van 2013 overbleef, is bij de SKOD bovenschools geparkeerd. Met dit bedrag en aanvullende subsidies gaat de Stichting de professionalisering van directies en leerkrachten via Krachtig Meesterschap vormgeven. Bovendien zal dit een impuls geven aan het opbrengstgericht werken voor alle scholen. Dit past precies in het Stichtingsondernemingsplan van de Stichting en komt overeen met het bestuursakkoord dat door de besturen en het Ministerie is gesloten. De middelen in het jaar 2014 zijn voornamelijk ingezet ten behoeve van taal en rekenonderwijs en de inzet van digitale leerlijnen, onderwijskundige apps en devices. 3.2.5 ICT In de school van de toekomst speelt informatie- en communicatietechnologie een belangrijke rol. Om die reden investeerden de SKOD en Fidarda voor alle scholen in ICT. Het uitgangspunt is dat ICT een hulpmiddel biedt om de onderwijskwaliteit te verhogen. ICT is noodzakelijk in en voor vele andere beleidsvelden, zoals interne en externe communicatie, administratieve organisatie, het leerlingvolgsystemen en het managementinformatiesysteem. De bovenschoolse samenwerking van de SKOD en Fidarda op het gebied van ICT is in 2014 gecontinueerd. In 2014 is ingestemd met de aanschaf van: Educatieve software/online programma’s • Continuering van de in 2013 aangeschafte pakketten • Uitbreiding van de digitale leerlijn MATH • Klasseplan • T- Wold • Eduapp Hardware en software/online programma’s • Vervanging servers en pc’s volgens afschrijving • Upgrade geheel dekkend WiFi-netwerk
20
• Upgrade bekabeling scholen • Vervanging en reiniging van beamers • Computerreiniging • iPad’s • VoIP telefonie • Alarmeringssysteem • Office 365 Scholing • ICT-middagen de SKOD en Fidarda • Uitbreiding scholingsaanbod TalentenLinkAcademie • Scholing en bijscholing social media aan: - Train de trainers - Nieuwe trainers - Leerlingen groep 6, 7 & 8 Tablets • Digitale middelen zoals digitale leerlijnen en de iPad ondersteunen in toenemende mate het basisonderwijs. Wat betekenen deze ontwikkelingen? De scholen en de stichtingen Fidarda en de SKOD hebben hierover nagedacht en plannen gemaakt.
3.2.6 Resultaten cluster Onderwijs & Identiteit Onderbouwconferentie Zeegse De werkgroep onderbouw heeft een onderbouwconferentie georganiseerd voor alle leerkrachten van de groepen 1 tot en met 4. Ook de IB’ers en de directie waren hierbij aanwezig. Deze dag wilde de Stichting de leerkrachten in aanraking laten komen met diverse onderwijskundige ontwikkelingen en stromingen in onderwijsland. Het doel was om de leerkrachten te laten zien dat er veel gebeurt waar ze soms het bestaan niet van af weten of niet de tijd en ruimte voor hebben gehad om zich er in te verdiepen. Als opening heeft gastspreker Marcel van Herpen een fantastisch betoog gehouden waarmee hij veel mensen heeft geraakt en aangezet heeft tot nadenken over hun eigen handelen. Na deze lezing hebben de leerkrachten twee workshops uit een aanbod van negen kunnen kiezen. De dag heeft veel losgemaakt en men bleef lang nazitten en met elkaar napraten. De conferentie krijgt een vervolg, waarbij alle leerkrachten worden uitgenodigd. De voorbereidingsgroep is inmiddels gestart en ook Marcel van Herpen gaat de Stichting hierbij weer ondersteunen. Pedagogische tact zal een belangrijk issue worden tijdens deze onderwijsdag.
De Stichting wil, naar het voorbeeld van enkele andere scholen, alle kinderen in groep 3 tot en met 8 - van alle scholen die onder de Stichting vallen - de kans geven in het bezit te komen van een iPad die ook mee naar huis mag.
Leerlingadviescommissie Inmiddels zijn alle scholen gestart met de invoering van de klassen vergadering in combinatie met de LAC (leerlingadviescommissie). Sommige scholen zetten hierbij de Klassebox in. De Stichting faciliteert deze scholen hierin.
De Stichting biedt hiermee meer aan dan waar het ministerie een vergoeding voor geeft en daarom vraagt zij de ouders een bijdrage voor de iPad die, als ouders dat willen, eigendom van de ouder wordt. Scholen die in 2014 aan ouders dit aanbod hebben gedaan, zijn: - R.K.B. De Diedeldoorn - Pastoor Middelkoopschool - St. Fransschool - RK/PC Jenaplanschool Kristalla
Vergelijking Antipestprogramma’s De werkgroep heeft een inventarisatie gedaan naar de verschillende programma’s en heeft de voor- en nadelen op een rijtje gezet. Echter, de ontwikkelingen hebben ons ingehaald en nu blijkt dat er geen verplichting meer is om een antipestprogramma aan te schaffen. De werkgroep heeft geen uitspraak gedaan over het wel of niet noodzakelijk achten van het hebben van een antipestprogramma. Scholen die aanschaf overwegen, kunnen bij andere scholen binnen de Stichting mét een programma, hun informatie krijgen.
Onderwijs en ICT De leerlijn MATH (digitaal onderwijs middels leerlijnen) is uitgebreid binnen Fidarda en de SKOD met een aantal scholen. Alle klassen maken binnen de school gebruik van MATH. Bij dit traject is intensieve scholing en begeleiding inbegrepen. Alle medewerkers kunnen zich bij de TalentenLinkAcademie opgeven voor diverse ICT-nascholingen. Tevens is het mogelijk om scholing op maat af te stemmen op zowel individueel als teamniveau.
Werkgroep ParnasSys Integraal Een aantal directeuren en IB’ers heeft de cursus van Integraal gevolgd. Zij hebben de voor- en nadelen goed bekeken en zijn tot de conclusie gekomen dat het hebben van Integraal niet de meerwaarde heeft die de Stichting bij de aanschaf ervan voor ogen had. Er wordt nu bekeken of de Stichting met dit programma blijft werken of dat het wordt afgeschaft. Het huidige kwaliteitssysteem binnen de Stichting is meer dan goed op orde.
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
21
Ouderportaal Inmiddels hebben alle scholen hun ouders voorzien van een code waarmee ze kunnen inloggen in het ouderportaal. In het traject hier naartoe hebben de directeuren kunnen terugvallen op een aantal kwartiermakers. De directeuren hebben alle problemen die ze tegenkwamen in het invoeringsproces getackeld en ervoor gezorgd dat het invoeren op de andere scholen goed kon verlopen. Vensters PO Alle scholen zijn er van doordrongen dat het hebben van een goed gevulde Vensters PO de school geen windeieren zal leggen. Alle scholen hebben deze inmiddels zelf gevuld en daar waar nodig voorzien van foto’s en aanvullende informatie bij de diverse onderdelen. Identiteit (School-Ouders-Partnerschap) Een aantal scholen binnen beide stichtingen heeft meegedaan aan de pilot School-Ouders-Partnerschap. In de werkgroep zijn resultaten teruggekoppeld en is een afspraak gemaakt om voorbeelden van good practice met elkaar te delen. Eindtoets groep 8 Vanaf komend schooljaar is het verplicht gesteld om een eindtoets voor groep 8 af te nemen. De verantwoording aan de inspectie door de M-toetsen van Cito worden niet meer gehonoreerd. Binnen de werkgroep is gekeken naar alternatieve mogelijkheden. Op verschillende scholen worden in 2015 de AMN-toets, de Route 8 of de Centrale eindtoets gebruikt. In de werkgroep werden de ervaringen met deze verschillende toetsen teruggekoppeld om een weloverwogen keuze te kunnen maken voor de komende schooljaren. 3.3 Personele zaken De kwaliteiten van medewerkers vormen voor een belangrijk deel de waarde van de SKOD. Naast de criteria dat medewerkers een adequate opleiding moeten hebben gevolgd en moeten voldoen aan de eisen gesteld in het benoemingsbeleid, zijn de omstandigheden waarbinnen het werk moet worden verricht, de arbeidsvoorwaarden en de collegiale verhoudingen erg bepalend voor het klimaat waarin de gevraagde arbeidsprestatie kan worden geleverd. Om hier invulling aan te geven, zet de Stichting in op zaken zoals medewerkersontwikkeling en integraal personeelsbeleid, de gesprekkencyclus, intervisie, MIB’ers en mobiliteit.
Medewerkersontwikkeling & Integraal personeelsbeleid Het Integraal Personeelsbeleid beschrijft de wisselwerking tussen het organisatiebelang en het individuele belang. Het beleid is dynamisch en ontwikkelingsgericht. Als medewerkers zich ontwikkelen in de richting van de onderwijsinhoudelijke en organisatorische doel stellingen van de school, dan versterkt dit de ontwikkeling van de school. Hierdoor kan de school op haar beurt weer een betere werken leeromgeving zijn voor de individuele medewerker. Het Integraal Personeelsbeleid bevordert dat de Stichting en de scholen meer grip hebben op de beschikbaarheid, kwaliteit en kwaliteitsontwikkeling van de medewerkers in het licht van hun onderwijskundige ambities en hun positie in de markt.
De gesprekkencyclus Bijna alle leerkrachten hebben een POP vastgelegd in Coo7 en met een groot deel van de medewerkers zijn beoordelingsgesprekken gevoerd. De medewerkers die nog niet zijn beoordeeld krijgen hun beoordeling in 2015. Ook de beoordelingsgesprekken met de directeuren door het CvB zijn bijna allemaal afgerond. De eerst meting van het BIO-onderzoek is beschikbaar voor alle leerkrachten. Het BIO-onderzoek zal door alle medewerkers opnieuw worden ingevuld om te kunnen zien wat de ontwikkelingen zijn in de competenties van de medewerkers vanaf de 0-meting in 2011. Het beleid van de gesprekkencyclus is herzien en aangepast met de tool Coo7 waarin alle benodigde formulieren digitaal beschikbaar zijn.
In 2014 is de werkwijze van de MIB verder ingericht op het werken vanuit (digitaal ondersteunde) leerlijnen. De MIB’ers en directeuren van scholen die start(t)en met MATH hebben een training gehad op het gebied van de implementatie van MATH. Tevens is gekeken wat dit voor consequenties heeft voor het planmatig werken in de groepen. In de eerste helft van 2015 zal dit verder worden uitgewerkt.
De medewerkers en de directeuren hebben in de vorm van Coo7 een instrument gekregen om hier actief mee aan de slag te gaan. Coo7 is een digitale methode dat onderzoek en persoonlijke ontwikkeling aan elkaar koppelt. Het instrument geeft vanuit een positieve opbouw en met behulp van collegiale consultatie richting aan het continue proces van bekwamen en bekwaam blijven zoals verwoord in de wet Beroepen in het onderwijs (BIO). Coo7 biedt een interactief HRM-instrument dat het begrip “een leven lang leren” voedt en vastlegt in een digitaal bekwaamheidsdossier met behoud van privacy en doorlopende juridische borging. Het systeem voldoet aan de eisen zoals die in de Wet BIO zijn gesteld en aan het digitale bekwaamheidsdossier zoals deze in ontwikkeling is bij het Lerarenregister.
Intervisie De verschillende clusters binnen de SKOD zijn in 2013 begonnen met het houden van intervisiebijeenkomsten. Het doel van intervisie is om meer van elkaar te leren en gebruik te maken van elkaars expertise. In 2014 zijn deze bijeenkomsten op dezelfde wijze gecontinueerd.
3.3.1 Resultaten cluster Personeel & Organisatie Het cluster Personeel & Organisatie (P&O) heeft in 2014, door de samenwerking binnen het cluster en het werken aan gezamenlijke actiepunten vanuit beide stichtingsondernemingsplannen, een verdere bijdrage geleverd aan de samenwerking tussen de SKOD en Fidarda. Hiermee wordt geholpen het pad te effenen dat uiteindelijk moet leiden naar een fusie van beide stichtingen.
Alle medewerkers in vaste dienst en de medewerkers met tijdelijke contracten die al langer dan één jaar in dienst zijn, hebben het onderzoek (de 0-meting) afgerond. Op basis van het onderzoek hebben de leerkrachten een uitgebreid rapport gekregen met daarin informatie over hoe zij op de verschillende competenties scoren. Hiernaast worden aanbevelingen gegeven die niet alleen (be-)schouwen, maar ook op weg helpen om doelen te stellen en te concretiseren. Direct na afronding van het onderzoek kan een digitaal POP (Persoonlijk Ontwikkelingsplan) gekoppeld worden aan de uitkomsten. Door Coo7 kan gemakkelijk inzicht worden verkregen in de (basis)vaardigheden van alle medewerkers en de extra verkregen vaardigheden. Daardoor kan er een gericht scholingsplan worden opgezet voor de gehele organisatie. Coo7 heeft zeer veel tools en mogelijkheden zoals het opnemen van CV, POP, waarderingslijsten, lesobservatielijsten, feedbackonderzoek, kernkwaliteitengenerator, team Quickscan of een beoordelingsformulier. Kortom: de medewerker heeft de regie en is verantwoordelijk voor een leven lang leren.
22
Meerschoolse Intern Begeleiders (MIB) De MIB-structuur is het eerste deel van 2014 gericht op de invoering van Passend Onderwijs. Hiervoor zijn verschillende documenten aangepast, waaronder het Handboek Onderwijsondersteuning en het Schoolondersteuningsprofiel. Voor de uitvoering zijn de protocollen voor dyslexie, dyscalculie en hoogbegaafdheid verder ontwikkeld en ingezet. Voor de dyslectische leerlingen is op stichtingsniveau vorig jaar het ICT-ondersteunings programma Kurzweil aangeschaft. De implementatie hiervan is het in 2014 verder uitgewerkt. Om de leerkrachten zo optimaal mogelijk te begeleiden en te coachen, leggen alle MIB’ers en directeuren twee keer per jaar klassenbezoeken af. Deze bezoeken worden - samen met de eigen ontwikkeling van de leerkracht - gedocumenteerd in Coo7. De coaching en teambegeleiding van de MIB’ers is grotendeels gericht geweest op handelingsgericht werken met daarbij effectief klassenmanagement. Daarnaast hebben alle scholen Zien! als volginstrument voor de sociaal-emotionele ontwikkeling verder ingezet. Naast het afnemen van Zien! is ook ingezet op de analyse van deze afname en de vervolgstappen in de vorm van pedagogische plannen. De orthopedagogen van Kompas hebben de scholen hierin ondersteund.
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
Mobiliteit In 2014 zijn 21 vacatures intern ingevuld en hebben acht personeels leden met een outplacementtraject de Stichting verlaten. Drie medewerkers zijn binnen de Stichting overgeplaatst op basis van vrijwillige mobiliteit.
Zaken waar aan gewerkt is en/of wordt: Met de onderstaande zaken heeft het cluster P&O zich in 2014 voornamelijk beziggehouden. Heel veel alledaagse praktische zaken (calamiteitenverlof, omgaan met innovaties, digitalisering, enz.), vragen de aandacht, waardoor het niet altijd even gemakkelijk is om de te bespreken punten vlot af te werken. Ondanks dat kan het cluster wel noemen: • Is er werkdruk en hoe gaan we hiermee om? • Hoe wordt het taakbeleid in beeld gebracht en hoe wordt onderzocht of de Stichting moet overgaan tot een 8.00 tot 17.00 uur-structuur? • Medewerking verleend aan het verder stroomlijnen van de TalentenLinkAcademie. • Het opstellen van enquêtes om uit te zoeken hoe de Ouderverenigingen, Medezeggenschapsraden en Ouder/School Advies Commissies functioneren in relatie tot de voor hen geldende reglementen. • Een start gemaakt met het organiseren van een ‘Open Dag’ voor alle de SKOD-scholen. Naarmate duidelijker werd dat in de loop van het jaar een fusie tussen beide stichtingen aanstaande is, is besloten om dit in 2016 ook gezamenlijk te gaan doen. • Een Taakbeleidmodule inpassen in Coo7. De module staat er, maar moet nog wel worden opgestart. • Een bijdrage geleverd aan de stichtingsformatieplanningen.
23
• Meegedacht in de concept-functieomschrijvingen van de locatie directeur en de meerschoolse directeur. • Binnen Fidarda is een start gemaakt met een coöperatieve samen werking, waarbij scholen bij elkaar ‘op bezoek’ gaan. • De bovengenoemde enquêtes uitgewerkt en doorgegeven aan het CvB. Dat zal er voor zorgdragen dat het resultaat (indien van toepassing) in het nieuw te schrijven stichtingsondernemingsplan wordt meegenomen. Uiteraard zijn de resultaten ook naar de diverse geledingen verstuurd. • Gezorgd voor een afvaardiging naar een eerste CAO-bijeenkomst voor schoolleiders. Dit onderwerp zal in het eerste half jaar van 2015 ruim op de agenda vertegenwoordigd zijn. 3.3.2 Verzuim Het verzuim is in 2014 gedaald naar 4,37%. Hiermee is de doelstelling van maximaal 4,5% gehaald. Het landelijke gemiddelde ligt aanzienlijk hoger met gemiddeld 6,6%. Vanaf 1 januari 2014 is de Stichting gaan samenwerken met een andere preventie- en verzuimbegeleiding. Er was een nauwe samenwerking met de arbeidsdeskundige die fors heeft ingezet op het verstevigen van de regierol van de leidinggevende. De arbeidsdeskundige was samen met de P&O-adviseur zeer nauw betrokken bij het proces en er zijn veel preventiegesprekken gevoerd waardoor verzuim is voorkomen. Verzuimpercentage
DIR
15 - 25
OOP
OP
Eindtotaal
0,38%
2,03%
1,50%
25 - 35
0,27%
10,14%
4,53%
4,49%
35 - 45
12,55%
0,31%
3,88%
4,07%
45 - 55
2,51%
1,29%
2,50%
2,27%
55 - 65
1,14%
8,94%
8,10%
7,24%
Eindtotaal
3,00%
4,69%
4,45%
4,37%
De verzuimpercentages van de afgelopen jaren: 2010
7,41%
2011
7,66%
2012
6,31%
2013
5,41%
De ziekmeldingsfrequentie is licht gedaald naar 0,68%. Dit is ruim onder het landelijk gemiddelde van 1,1%.
Soort dienstverband in FTE 140,0
Ziekmeldingsfrequentie
DIR
15 - 25
OOP
OP
Eindtotaal
0,67
1,10
1,00
100,0
120,00
25 - 35
1,00
0,38
0,56
0,57
80,00
35 - 45
0,50
0,25
0,73
0,68
60,00
45 - 55
0,20
0,20
0,66
0,52
40,00
0,81
0,59
0,58
20,00
0,54
0,73
0,68
55 - 65 65+
0,00
Eindtotaal
0,23
Percentage ziekteverzuim per functiecategorie
OP OOP DIR
Bepaalde tijd
38%
Om te zorgen dat scholen de vraag/onderwijsbehoefte van de kinderen kunnen beantwoorden, is het nodig dat zij:
7% DIR OOP OP
Bepaalde tijd Onbepaalde tijd
93%
• inhoudelijk een goede kwaliteit van onderwijs en zorg leveren in het primaire proces (schoolontwikkeling); • competente mensen/leraren hebben of aantrekken, die dit onderwijs verzorgen op de werkvloer; • een cultuur van nabijheid, betrokkenheid, interactie, respect en verantwoordelijkheid bevorderen. Goed leiderschap speelt daarbij een sleutelrol.
Percentages ziekteverzuim naar verzuimduur
8,00% 7,00% 6,00% 5,00% 4,00% 3,00% 2,00% 1,00% 0,00%
In de training Krachtig Meesterschap in een Professionele Cultuur verzorgd door Kuijpers en Van Gennip Consultancy - leert de leerkracht opereren vanuit eigen krachten, talenten en capaciteiten. Leerkrachten gaan daardoor niet alleen functioneren, maar excelleren!
Werktijdfactor in FTE
Ziekte % zeer lang Ziekte % lang Ziekte % middel Ziekte % kort
41% 61%
Fulltime Parttime
15 - 25 25 - 35 35 - 45 45 - 55 55 - 65 65+
3.3.3 Personele bezetting In 2014 telde de SKOD gemiddeld 133,46 FTE’s, waarvan 9,29 FTE’s met een benoeming voor bepaalde tijd. De 133,46 FTE’s zijn verdeeld over gemiddeld 155 personeelsleden. De parttimerratio - zijnde het aantal personeelsleden met een taakomvang van minder dan 0,8 FTE in verhouding tot het aantal personeelsleden - is binnen de Stichting ongeveer 61%. Van de 133,46 FTE’s is ongeveer 25,2% man en het overige vrouw. Hierna een aantal grafieken waaruit het voorgaande af te lezen is.
24
de bachelor-opgeleide leerkracht. Om te excelleren moet de leerkracht over verbrede en verdiepte competenties beschikken op het gebied van: • Professionele beroepshouding en kwaliteiten. Hij heeft een goede balans gevonden tussen effectief handelen (instrumenteel), goed samenwerken (communicatief) en aansluiten op zelfbeeld in identiteitsontwikkeling (normatief). De leerkracht kan fysiek en psychisch gezond met zichzelf omgaan (authentiek functioneren). • Diepgang in kennistoepassing- en ontwikkeling: de leerkracht heeft praktische, methodische en theoretische kennis met betrekking tot leerling en leren. Hij hanteert de cyclus van professioneel handelen in zijn werk en sluit daarbij aan op hulpvragen van leerlingen.
Soort dienstverband
25%
37%
Onbepaalde tijd
Trainingen Training Krachtig Meesterschap De SKOD wil werken aan excellent onderwijs voor de kinderen op de basisscholen ressorterend onder de Stichting. Goed onderwijs gaat over overdracht, ontplooiing en ontwikkeling. Volgens de visie van de SKOD gaat het bij het realiseren van kwalitatief goed, Passend Onderwijs om de vraag: Wat hebben leerlingen/kinderen nodig om zich te ontwikkelen en voor te bereiden op een zo zelfstandig mogelijke plaats in de samenleving?
3.3.4 Scholing TalentenLinkAcademie Alle medewerkers hebben de mogelijkheid gehad om een iPad-training te volgen. Hier is massaal gebruik van gemaakt. Deze trainingen zijn aangeboden via de website www.talentenlinkacademie.nl. Op de TalentenLinkAcademie is er een heel aanbod van trainingen te vinden voor de medewerkers. Deze waren afgestemd op de behoeftes van de medewerkers en er is optimaal gebruik van gemaakt.
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
De leerkrachten worden trots op hun beroep en zijn competent om te handelen, te voelen en te denken als een professional binnen de professionele cultuur. Tijdens de training - welke een verplicht karakter heeft voor alle teams en bestaat uit zes dagen, verdeeld over twee schooljaren - werken de schoolteams en de leerkrachten actief aan het grondig reflecteren van hun eigen communicatiestijl en competenties. Het uitgangspunt daarbij is dat de leerkracht zijn persoonlijke effectiviteit in het contact met zijn of haar leerlingen, collega’s en ouders verder kan ontwikkelen en uitbreiden. De krachtige leerkracht van morgen heeft meer succes op grond van wie en wat hij is, dan op grond van wat hij kan. Door de training Krachtig Meesterschap zijn binnen de scholen professionele leergemeenschappen gerealiseerd, waar leerkrachten kennis creëren, vermeerderen, delen en spiegelen aan opvattingen van anderen. Het woord ‘excelleren’ geeft al aan dat het om ‘méér’ gaat. Het gaat verder dan het ‘normale’ competentieprofiel van
25
In 2014 hebben de onderstaande scholen de training Krachtig Meesterschap afgerond: • R.K.B. De Hoeksteen • R.K.B. De Brummelbos • St. Henricusschool • RK/PC Jenaplanschool Kristalla • R.K.B. De Diedeldoorn • De resterende scholen zijn gestart met Krachtig Meesterschap en ronden die uiterlijk week 17 in 2015 af. Training Verslaglegging diverse dossiers De directeuren en meerschoolse begeleiders zijn getraind in het opbouwen van diverse soorten dossiers en er zijn handvatten aangereikt om hier op een slimme wijze mee om te gaan. Hierdoor kan de tijd die aan de verslaglegging wordt besteed zo effectief mogelijk worden ingezet. 3.4 Materieel beleid De heer Buursema, adviseur onderwijshuisvesting van het Onderwijsbureau Meppel, houdt regelmatig besprekingen met de voorzitter van het CvB en/of betreffende directeuren inzake de stand van zaken in en rondom de onderwijshuisvesting van de scholen van de SKOD. Daarnaast onderhoudt hij contacten met de gemeente Emmen en derden om de belangen van de SKOD te behartigen. 3.4.1 Materiële zaken In 2014 is op het gebied van huisvesting een aantal onderwerpen behandeld: • ontwikkelingen rondom de scholen; • doordecentralisatie.
3.4.2 Ontwikkelingen rondom de scholen De SKOD telt twaalf scholen, welke allen binnen de gemeentegrens van de gemeente Emmen liggen. Hieronder volgt een beknopte opsomming van de activiteiten en actualiteiten rondom de scholen. RK/PC Jenaplanschool Kristalla, Emmen (Emmerhout) • Nadat de gemeenteraadsverkiezingen zijn gehouden en er een nieuwe gemeenteraad is aangetreden, is het een periode stil gebleven met betrekking tot de ontwikkelingen rondom het IKC (Integraal Kind Centrum) Emmerhout. Inmiddels is de draad weer opgepakt en zijn de plannen verder vormgegeven, hetgeen heeft geleid tot een architectenselectie. Daarbij sprak de presentatie van architectenbureau Kristinsson uit Deventer het meest tot de verbeelding bij de beoordelingscommissie. - De commissie bestond uit vertegenwoordiging van de beide scholen, hun besturen c.q. adviseurs en mensen van de gemeente van diverse afdelingen, zoals inkoop, onderhoud gebouwen, maar bijvoorbeeld ook stedenbouw. - Het wachten is op een eerste ontwerp, dat met de scholen en gemeente zal worden besproken en verder ontwikkeld. Dit plan zal bij de gemeente (afdeling vergunningen) worden getoetst voor omgevingsvergunning, waarna de aanbesteding zal plaatsvinden. Te hopen is dat deze werkzaamheden in 2015 hun beslag zullen krijgen en dat de opdracht kan worden verstrekt (mits binnen financiële kaders uiteraard) en een aanvang met de bouw kan worden gemaakt. - In het Integraal Kind Centrum zullen, naast de RK/PC Jenaplanschool Kristalla, openbare basisschool De Kubus, de Bibliotheek en de Stichting voor Peuterwerk worden gehuisvest. R.K.B.S De Banier, Zwartemeer • Over R.K.B. De Banier valt qua materiële zaken (huisvesting) weinig te melden, hetgeen een goede zaak is na de nieuwbouw. De conclusie zou mogen worden getrokken, dat de school goed in het nieuwe jasje steekt. R.K.B. De Brummelbos, Erica • Zoals vorig jaar al werd aangekondigd, is er een aanvraag ingediend bij de gemeente voor het verwijderen van de semipermanente lokalen voor 2015 in verband met de krimp van de school en ter beperking van de exploitatiekosten. Helaas is deze aanvraag vooralsnog door de gemeente afgewezen. Hierover zal de Stichting opnieuw met de gemeente in gesprek gaan.
26
St. Theresiaschool, Barger-Compascuum • In de centrale ruimte was de vloer verzakt. Deze is vervangen. • Verder is een flankerende wand van de centrale ruimte verwijderd, waardoor een meer open karakter is gecreëerd en hierdoor een ‘lesplein’ is ontstaan. • Ook is het pannendak herstel om de lekkages te verhelpen. R.K.B. De Diedeldoorn, Emmen (Rietlanden) • De toiletten, die nog geen vloeistofdichte vloer hadden, zijn overlaagd met een pvc-vloerbedekking waarmee de penetrante urinelucht wordt verholpen. Kardinaal Alfrinkschool, Emmen (Bargeres) • Nadat eerst de BSO binnen de school is ondergebracht, zijn er nu plannen om ook kinderdagopvang binnen of in de nabijheid van de school te realiseren. Een aanvraag om een semipermanente unit te plaatsen tegenover de personeelskamer kreeg niet de steun van de gemeente. Hiervoor is geen bouwvergunning verkregen. Er wordt nu gekeken naar locaties in de nabijheid van de school om deze voorziening toch te kunnen bieden. St. Gerardusschool, Emmen (Bargeroosterveld) • Het platte dak is geïsoleerd en voorzien van een nieuwe dakbedekking. • Ook het pannendak is gedeeltelijk hersteld. St. Fransschool, Emmen (Emmermeer) • Er is een miva-toilet in de school aangebracht. Deze doet tevens dienst als personeelstoilet. Hierdoor kwam het bestaande personeels toilet vrij en kon deze ingericht worden als schoonmaakkast. • Aan het eind van de lange gang, vóór het onderbouwdeel is een tochtsluis geplaatst. De functie is tweezijdig; enerzijds om de koudeval te blokkeren, aangezien de kleuters veelvuldig buiten spelen, anderzijds om de geluidsoverlast van de kleuters naar de rest van het gebouw te remmen. • De berging is vergroot door hier de buitenberging aan toe te voegen. De buitenberging is vervangen door een losstaande berging buiten. • Eén onderbouwlokaal is voorzien van een akoestisch systeemplafond om de akoestiek te verbeteren, zoals eerder al in één van de andere lokalen is gebeurd. • Verder had de school een semipermanente unit gekocht om hier een kinderspeelzaal in onder te brengen. Juist toen afspraken waren gemaakt om het gebouwtje te plaatsen, ging het bedrijf, waarvan was gekocht failliet. Er volgt nader beraad over het vervolg.
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
SBO Toermalijn, Emmen (Emmermeer) • Evenals voorgaande jaren waarin lokalen zijn opgeknapt, zijn er afgelopen jaar weer twee lokalen geüpgraded. • De Stichting “Mevrouw Meijer” heeft mooie plannen opgeleverd om de school toekomstbestendig aan te passen. Bij de gemeente is dan ook (in overleg met de vorige wethouder) een budget aangevraagd om dit te bekostigen. Voorlopig is dit om budgettaire redenen door de gemeente afgewezen. Wel is een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld. Er volgt nader overleg over de vormgeving van de plannen. R.K.B. De Hoeksteen, Emmer-Compascuum • Vorig jaar was het volgende te melden: “Er heeft een eerste overleg plaatsgevonden met de wethouder en de betrokken schoolbesturen over de nieuwe Brede School in Emmer-Compascuum. Hoewel hier al langere tijd over wordt gesproken en iedereen deze intentie heeft, is hier nog geen formeel raadsbesluit over genomen. Dit wordt nu voorbereid, waarna hier conform de aanpak in Emmerhout een bouwmanagementbureau mee aan de slag zal gaan om dit voortvarend op te pakken. Voorlopig nog even een pas op de plaats, maar daarna is de verwachting dat de school echt aan de slag gaat.” Helaas is deze stand van zaken nog steeds actueel. De school hoopt dit jaar meer vorderingen te boeken in deze ontwikkelingen, maar is hiervoor wel afhankelijk van de gemeente. Pastoor Middelkoopschool, Klazienaveen • De school heeft een upgrading gehad, waarbij onder andere het metselwerk opnieuw is gevoegd. Helaas heeft het bezwaar tegen de afwijzing van de gemeente geen effect gehad, waardoor de school de kosten voor het vervangen van de gescheurde kolommen zelf heeft moeten betalen. Te hopen is dat de school met deze upgrading weer een tijdje vooruit kan. St. Henricusschool, Klazienaveen • Het dak van het kleutergedeelte is gerenoveerd, hetgeen best een ingrijpende klus is geweest. • Verder is er binnenschilderwerk uitgevoerd, waardoor de school er weer fris uitziet. 3.4.3 Doordecentralisatie Vorig jaar is al aangegeven dat beroep was aangetekend tegen de wijze van uitbetaling van het buitenonderhoud. Nadat eerst de hoorcommissie van mening was dat de gemeente grote fouten
27
had gemaakt en onzorgvuldig was geweest, heeft ook de rechter aangegeven dat er zwart op wit harde toezeggingen zijn gedaan. Desondanks was de rechter van mening, dat de gemeente niet aan de gedane toezeggingen kon worden gehouden. Een beslissing, die ‘rauw op het dak’ viel, maar na ampel overleg met de jurist die aangaf dat een hoger beroep geen garantie zou kunnen geven is besloten het hier bij te laten. De Stichting richt zich op de landelijke doorvoering van het buitenonderhoud per 1 januari 2015, waardoor de afhankelijkheid van gemeentes een stuk minder wordt. 3.4.4 Greenfox In een groot aantal scholen is het Greenfox project doorgevoerd. Hierbij wordt de inbouw van bestaande verlichtingsarmaturen vervangen door energiezuinige inbouw en lampen. Vooraf heeft een onderzoek plaatsgevonden om te kijken welke scholen hiervoor in aanmerking komen. De Stichting hoopt hiermee te besparen op energiekosten. 3.4.5 Resultaten cluster FMH De clusters FMH van de SKOD en Fidarda werken sinds 2013 samen. Ook in 2014 is deze samenwerking voortgezet en goed verlopen. Er zijn twee personele wijzigingen. De heer Hut heeft het cluster verlaten en mevrouw Wielage heeft plaats genomen in het cluster FMH. Het gezamenlijke cluster bestaat uit tien leden (de heer Muter, de heer Kuipers, mevrouw Wielage en mevrouw Sijmons van de SKOD en mevrouw Van der Wal, mevrouw Tarmastin, de heer Crijns, mevrouw Meyer, de heer Ankum en mevrouw De Boer van Fidarda. De eerste clustervergadering in 2014 was op 20 januari 2014. Er is in totaal vijf keer vergaderd in 2014. Het FMH cluster heeft zich in 2014 beziggehouden met: • Schoonmaak Het cluster FMH coördineert en evalueert samen met Alpha Schoonmaakadvisering de schoonmaak van CSU. Alpha zorgt voor de inspecties van de schoonmaak. • Kopieerapparaten De contracten van Ricoh zijn opgezegd. In verband met de zorg vuldige expertise, is in zee gegaan met Copy Republic. Dit bedrijf heeft de opdracht gekregen om een kopieerapparaat bij wens van de scholen te zoeken. In mei 2015 worden alle kopieerapparaten op de scholen vervangen.
• Keuring speeltoestellen Eind 2014 zijn de speeltoestellen van Fidarda geïnspecteerd door het Keurmerkinstituut en de toestellen van de SKOD door Buurtsupport. Scholen zijn verplicht om deze toestellen, net als de brandtoestellen en de noodverlichting zelf te inspecteren. Hiervoor zijn logboeken aangeleverd door het cluster. De scholen zorgen zelf voor het herstellen of verwijderen van toestellen wanneer dit nodig is. • RI&E De stichting is in 2014 overgestapt op Arbo Meester 2. Elke school heeft een risico-inventarisatie (RI&E) ingevuld en een Plan van Aanpak opgesteld dat wordt uitgevoerd. Alle scholen hebben controle gehad op de RI&E en op het Plan van Aanpak door een externe partij. • BHV De jaarlijkse verplichte BHV-cursus is te vinden in de TalentenLink Academie. Het cluster is alert op uitvoering en tarief. • Centrale inkoop leermiddelen Beide stichtingen kopen in bij Heutink. Dit is in 2013 aanbesteed met een looptijd van 2 jaar met de optie om te verlengen. Over eventuele verlenging wordt in 2015 gesproken. • Centrale inkoop overig OIG (Onderwijsinkoopgroep) is door de voorzitter van het CvB ingeschakeld om de volgende onderwerpen te onderzoeken: - Beveiliging en meldkamer van de SKOD en Fidarda: Dit is bij diverse leveranciers ondergebracht. Er wordt aan gewerkt om dit onder te brengen bij één leverancier. - Brandblussers en noodverlichting: Ook voor de brandblussers en noodverlichting regelt OIG nieuwe leveranciers. Dit is in ontwikkeling. - De inspecties van het plein: Deze worden bij de SKOD uitgevoerd door Buurtsupport en bij Fidarda door het Keurmerkinstituut. Ook hiervoor wordt een collectief partner ingeregeld. - Sanitair van de SKOD en Fidarda: Dit is nu ondergebracht bij Vendor, Verbion en Dysosn. De scholen kunnen gebruik maken van het collectief van Vendor. Een viertal scholen bekijken dit collectief. • Reiskosten Er wordt gewerkt aan een verdeelsleutel voor de reiskosten. Als een leerkracht naar een verplichte cursus gaat, zijn de reiskosten voor de school. Dit drukt op de begroting. Spreiding van cursussen beperkt de reistijd en de reiskosten. • Telefonie In december 2014 is er een nieuw contract afgesloten met een nieuw beveiligingsbedrijf dat de installaties gaat onderhouden. Het bedrijf plaatst een IP-kiezer voor doormelding naar de meldkamer en zet de procedure in gang die nodig is om VoIP telefonie (voice over IP)
28
te gaan gebruiken. Voor beide stichtingen zijn in totaal 60 lijnen ingekocht zodat de bereikbaarheid van de scholen optimaal is. Mocht het internet uitvallen, dan wordt er een doorschakeling gerealiseerd naar een mobiel nummer. Alle toestellen binnen de scholen worden vervangen. 3.5 Financieel beleid 3.5.1 Begroting 2014 De scholen stelden hun afzonderlijke schoolbegroting voor het kalenderjaar 2014 in 2013 op, waarna deze is voorgelegd aan de MR voor advies. Bij de begroting van de scholen hanteerde de SKOD de T-systematiek. Dit houdt in dat bij de verdeling van de budgetten is uitgegaan van het aantal leerlingen in het desbetreffende schooljaar. Het ministerie vergoedde op basis van het aantal leerlingen op T-1. 3.5.2 Algemene ontwikkeling De personele bekostiging vanuit het ministerie is gebaseerd op de teldatum per 1 oktober en geldt voor het daarop volgende schooljaar. Verder geldt dat de vergoeding voor leerlingen in de onderbouw hoger ligt dan die voor leerlingen in de bovenbouw. Teldatum
Aantal II
% onderbouw
Personele bekostiging ministerie
01-10-2005
2369
48,7%
Schooljaar 2006-2007
01-10-2006
2368
50,2%
Schooljaar 2007-2008
01-10-2007
2356
45,5%
Schooljaar 2008-2009
01-10-2008
2281
47,6%
Schooljaar 2009-2010
01-10-2009
2248
43,1%
Schooljaar 2010-2011
01-10-2010
2244
42,4%
Schooljaar 2011-2012
01-10-2011
2170
41,2%
Schooljaar 2012-2013
01-10-2012
2107
43,6%
Schooljaar 2013-2014
01-10-2013
2012
44,7%
Schooljaar 2014-2015
01-10-2014
1943
43,8%
Schooljaar 2015-2016
Prognose 01-10-2015
1902
44,6%
Schooljaar 2016-2017
Prognose 01-10-2016
1859
43,6%
Schooljaar 2017-2018
Prognose 01-10-2017
1844
43,2%
Schooljaar 2018-2019
Prognose 01-10-2018
1846
45,0%
Schooljaar 2019-2020
Wat betreft de personele inzet heeft de Stichting er met ingang van kalenderjaar 2009 voor gekozen om de zogenaamde T-systematiek te hanteren. Dit houdt in dat de personele inzet wordt gebaseerd op het aantal leerlingen op 1 oktober van het desbetreffende schooljaar. Deze systematiek wijkt af van de bekostiging van het ministerie, welke is gebaseerd op de T-1-systematiek. Hierbij wordt de personele bekostiging (van het ministerie) gebaseerd op het aantal leerlingen op 1 oktober van het voorgaande kalenderjaar.
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
Er is binnen de Stichting gekozen voor de T-systematiek om de inzet van personeel te baseren op basis van het aantal leerlingen dat daadwerkelijk in het betreffende kalenderjaar op school aanwezig is. Dit om de kwaliteit van het onderwijs op peil te kunnen houden. Uit de gegevens van het aantal leerlingen blijkt dat er sprake is van een daling van het totaal aantal leerlingen voor de komende jaren. Vanaf 1 oktober 2007 is sprake van een grote daling en deze zal naar verwachting de komende jaren doorzetten. 3.5.3 Vermogenspositie De kengetallen die iets zeggen over de financiële positie van de Stichting zijn: liquiditeit, solvabiliteit, weerstandsvermogen en kapitalisatiefactor. Liquiditeit en solvabiliteit De liquiditeit geeft aan in hoeverre de Stichting in staat is om op tijd haar schulden te betalen en de solvabiliteit geeft aan in hoeverre de Stichting in staat is om in geval van liquidatie aan haar verplichtingen te voldoen. Dat de liquiditeit ten opzichte van kalenderjaar 2013 is gedaald, wordt veroorzaakt door het negatieve resultaat van 2014 en ook door de investeringen die in 2014 zijn gerealiseerd. Weerstandsvermogen Onder het weerstandsvermogen worden de mogelijkheden verstaan die de organisatie heeft om eventuele verliezen op te vangen en faillissement te voorkomen. Het weerstandsvermogen neemt toe naarmate de omvang van het eigen vermogen ten opzichte van het vreemd vermogen toeneemt. Als de omvang van het vreemd vermogen relatief gering is, heeft de organisatie geringe interesten aflossingsverplichtingen. Ook in minder gunstige tijden zal zij dan waarschijnlijk in staat zijn deze geringe verplichtingen na te komen. Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor geeft de verhouding aan tussen het geïnvesteerde vermogen ten opzichte van de totale baten. Dit kengetal signaleert of onderwijsinstellingen misschien een deel van hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de uitvoering van hun taken. Hierbij wordt een bovengrens gehanteerd van 35% voor grote instellingen en 60% voor kleine instellingen. De SKOD valt onder de grote instellingen. De kapitalisatiefactor is mede door het behaalde resultaat in 2014 iets verslechterd. Ten aanzien van de beoordeling van de financiële positie van de Stichting is het volgende van belang:
29
• De Stichting is liquide bij een ratio van 1 of meer en de Stichting is solvabel wanneer het percentage hoger dan of gelijk is aan 25%. De kengetallen worden enerzijds beïnvloed door het exploitatie resultaat en anderzijds door de gerealiseerde investeringen. • De Stichting heeft tot kalenderjaar 2009 een negatief resultaat behaald en is er nadien in geslaagd om een positief resultaat te behalen. In 2013 is het resultaat ongeveer € 650.527,- positief. In 2014 is er dus weer voor het eerst sedert 2009 een negatief resultaat behaald. Mede door dit resultaat is de financiële positie van de Stichting ten opzichte van 2013 iets verslechterd. De organisatie heeft net als in voorgaande jaren een goede financiële positie. Vermogenspositie 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Liquiditeit
2,27
1,68
2,07
2,08
1,24
1,25
0,93
Solvabiliteit
58,6% 62,7% 65,9% 69,3% 67,4% 68,2% 66,2%
Kapitalisatiefactor
41,3% 36,7% 39,1% 40,2% 43,4% 51,1% 51,5%
Kapitalisatiefactor exclusief privaat
30,3% 25,9% 28,3% 29,3% 32,6% 40,2% 39,9%
Samenvatting vermogenspositie Zoals eerder aangegeven is het resultaat over kalenderjaar 2014 negatief. Hierbij is rekening gehouden met de personeelsvoorziening Jubilea. Aangezien het kalenderjaar 2014 met een negatief resultaat van € 388.511,- is afgesloten, is de financiële positie van de Stichting ten opzichte van kalenderjaar 2013 verslechterd. Het blijft het van belang, dat het beleid de komende jaren gericht blijft op het realiseren van een positief resultaat, waardoor toekomstige tegenvallers kunnen worden opgevangen. Dit is vooral nodig in verband met de verwachte terugloop van het aantal leerlingen in de komende jaren. 3.5.4 Totaaloverzicht baten en lasten & exploitatieresultaat Eind mei 2014 is het financieel jaarverslag 2013, voorzien van de accountantsverklaring, ingeleverd bij het ministerie van OCW. De managementletter 2013 met aanbevelingen en opmerkingen is op het kantoor van de accountant ontvangen. De opmerkingen zullen worden meegenomen bij het opstellen van de jaarrekening 2014. Er is in de jaarrekening een opmerking gemaakt over de Europese aanbesteding ICT en er is een opmerking gemaakt over de directe inzage in de saldi. Met het ICT-bedrijf is een jaarcontract afgesloten. Voor de schoonmaak is een Europese aanbesteding uitgeschreven. Het bestuur en administratiekantoor Onderwijsbureau Meppel zijn in het bezit van de rapportage en het proces-verbaal van deze Europese aanbesteding.
3.5.5 Analyse Exploitatierekening 2014 Het exploitatieresultaat bedraagt € 388.512,- negatief en dit is fors negatiever dan begroot. Begroting 2014 (€)
Realisatie 2014 (€)
Realisatie 2013 (€)
10.839.932
10.834.270
11.549.740
Baten 3.1 Rijksbijdragen OCW 3.2 Overige overheidsbijdragen
11.394
74.664
23.351
3.5 Overige baten
451.773
369.376
542.034
Totaal Baten
11.303.099 11.278.311 12.115.126
4. Lasten 4.1 Personele lasten
8.989.975
9.285.700
9.414.623
4.2 Afschrijvingslasten
387.885
389.391
371.093
4.3 Huisvestingslasten
556.121
908.490
577.147
4.4 Overige lasten
1.283.632
1.127.676
1.139.531
Totaal Lasten
11.217.613 11.711.256 11.502.394
Saldo baten en lasten
85.486
432.946-
612.732
Uit voorgaande grafiek blijkt dat de Stichting in belangrijke mate (97%) afhankelijk is van de overheid (ministerie en gemeente) en in mindere mate van andere inkomsten. Bij inkomsten van het OC&W (96%) speelt het aantal leerlingen binnen de Stichting een belangrijke rol. De lagere realisatie ten opzichte van de begroting, wordt vooral veroorzaakt doordat extra gelden die via het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) en het Herfstakkoord in december 2013 zijn uitbetaald, terwijl bij de begroting er vanuit is gegaan dat deze in 2014 uitbetaald zouden worden. Opgemerkt wordt dat deze gelden budgetneutraal zijn begroot voor 2014. Een deel van deze gelden is besteed aan een hogere inzet van personeel en hogere scholingskosten. Daarnaast is de Rijksvergoeding personeel lager uitgevallen in verband met een lagere Gemiddeld Gewogen Leeftijd (GGL). Bovenstaande lagere realisatie wordt deels gecompenseerd door extra niet begrote - inkomsten, zoals de bijzondere bekostiging personeel, de subsidie 3,5 jarigen, de toegekende extra personele bekostiging 2014-2015 en de subsidie Kunst en Cultuur van het kunstmuseum.
55.600
44.434
28.181
Totaal Financiële baten en lasten
55.600
44.434
28.181
Resultaat
141.086
388.511-
640.913
Dat het resultaat negatiever is dan begroot, wordt vooral veroorzaakt door de dotatie aan de voorziening buitenonderhoud in verband met de doordecentralisatie van de Gemeente naar de schoolbesturen en daarnaast doordat meer personeel is ingezet en meer is geïnvesteerd in scholing. Verder heeft er een afboeking plaatsgevonden van een aanbetaling van een noodunit, die door het faillissement van de leverancier niet meer kan worden geleverd. 3.5.6 Baten De baten zijn ten opzichte van de begroting ongeveer 0,22% lager uitgevallen en ongeveer 6,9% lager dan de realisatie van kalenderjaar 2013. Verdeling baten 1%
3%
96%
30
Door de afhankelijkheid van het aantal leerlingen, gelet op de opbrengsten en doordat de kosten op korte termijn voor een groot deel niet te beïnvloeden zijn, is het belangrijk om de ontwikkeling van het leerlingenaantal te volgen. Op die manier kunnen tijdig de noodzakelijke maatregelen worden genomen. Zoals uit onderstaande grafiek blijkt, bestaan de kosten in belangrijke mate uit personele lasten, te weten ongeveer 79%. Andere belangrijke kosten zijn de huisvestingslasten met een aandeel van 8% en de overige lasten met een aandeel van 10%.
VenW 03 Baten 3.1 Rijksbijdragen VenW 03 Baten 3.2 Overige overheidsbijdragen en- subsidies VenW 03 Baten 3.5 Overige baten
De bijzondere bekostiging personeel heeft betrekking op de financiering van de loonsverhoging van 1,2% voor de periode 1 september 2014 tot en met 31 december 2014. Dit betreft een zogenaamde kasschuif, omdat het bedrag in 2015 weer wordt ingehouden van de extra middelen die in het kader van het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) zouden worden uitgekeerd. Dit bedrag moet dus worden gezien als eerder ontvangen lumpsum. In januari 2015 wordt gepubliceerd hoe de overige intensiveringsmiddelen worden toegekend aan een school bestuur. Vermoedelijk heeft deze kasschuif een negatieve invloed op de begroting van 2015. De eerder genoemde extra personele bekostiging heeft betrekking op de verwerking van de investeringsafspraken uit het NOA en uit het begrotingsakkoord 2014 dat eind vorig jaar overeen is gekomen tussen het kabinet en de oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP. Deze afspraken betreffen professionalisering, conciërges en onderwijsondersteunend personeel, begeleiding beginnende leer krachten en verminderen zittenblijven. Daarnaast wordt een eerdere bezuiniging op het P&A-budget teruggedraaid én vindt een verhoging van dat budget plaats waarmee de middelen die scholen eind 2013 éénmalig ontvingen met de regeling bijzondere en aanvullende bekostiging jonge leerkrachten, een structureel karakter krijgen. Ten gevolge van bedoelde investeringsafspraken, wordt de totale lumpsum voor 2015 verhoogd met € 248 mln. Het investeringsbedrag voor eerste 7 maanden van 2015 wordt met deze regeling verwerkt in de prijzen 2014/2015. De investeringsmiddelen voor de laatste 5 maanden van 2015 lopen mee in de bekostigingsregeling voor het schooljaar 2015/2016.
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
Kosten voor scholing De kosten van scholing zijn fors hoger doordat een aantal scholings kosten niet was begroot. Het gaat hierbij vooral om de kosten van de training van Exova en van Kuipers en Van Gennip. Andere scholingskosten betreffen de identiteitsbegeleiding, BHV, Oosterlengte, Lexima enzovoorts. De SKOD heeft in 2014 bewust meer ingezet op scholing en de overschrijding van deze kosten worden bekostigd vanuit de extra gelden van het Herfstakkoord die in 2013 zijn ontvangen. Overige kosten en dotatie jubilea Andere kosten die hoger zijn uitgevallen, betreffen de kosten van de implementatie van Coo7, het onderzoek kindervragenlijst en de kosten van kerstpakketten (iPads). Deze kosten worden overigens gecompenseerd door een lagere realisatie op andere posten binnen de personele lasten.
Verdeling lasten
8%
10%
3%
5. Financiële baten en lasten 5.0 Financiële baten en lasten
3.5.7 Lasten De totale lasten zijn ongeveer 4,4% hoger dan de begroting van 2014 en ongeveer 1,8% lager dan kalenderjaar 2013.
79%
VenW 04 Lasten 4.1 Personeelslasten VenW 04 Lasten 4.2 Afschrijvingen VenW 04 Lasten 4.3 Huisvestingslasten VenW 04 Lasten 4.4 Overige lasten
Personele lasten De personele lasten over 2014 zijn ongeveer 3,3% hoger dan begroot en ongeveer 1,4% lager dan kalenderjaar 2013. Het verschil met de begroting wordt vooral veroorzaakt door de hogere kosten van de inzet van personeel, inhuur en de hogere kosten voor scholing. De salariskosten vallen hoger uit, aangezien meer personeel is ingezet dan gepland. Daarnaast is de gemiddelde personeelslast lager dan begroot en worden de hogere kosten van de inzet voor een deel gecompenseerd. De hogere inzet van personeel wordt veroorzaakt door de tussentijdse groei van het leerlingenaantal en combinatie problematiek op de scholen. De kosten van inhuur liggen hoger door de niet begrote kosten van de inhuur van een interim manager. Een deel van deze kosten worden vergoed via het Vervangingsfonds. Ook vallen de kosten van de regelingen BAPO, ouderschapsverlof en onbetaald verlof hoger uit, aangezien er meer gebruik wordt gemaakt van deze regelingen.
31
De dotatie Jubilea heeft betrekking op de voorziening jubilea, die moet worden gevormd. Op basis van de gegevens diensttijd onderwijs en de gehanteerde uitgangspunten is de stand voor de voorziening jubilea vastgesteld en dit leidt tot een mutatie van ongeveer € 20.852 (vrijval). Dit bedrag heeft betrekking op een vrijval van € 17.359 in verband met de gerealiseerde salariskosten jubilea en daarnaast met een vrijval van ongeveer € 3.493 in verband met personele mutaties. Het verschil met kalenderjaar 2013 wordt vooral veroorzaakt door de lagere salariskosten in 2014. Daarnaast zijn in 2014 de kosten van inhuur, scholing en de overige personele lasten hoger dan in 2013. Personele lasten ten opzichte van kalenderjaar 2014 Dat de salariskosten 2014 in vergelijking met kalenderjaar 2013 lager uitvallen, wordt veroorzaakt doordat in kalenderjaar 2014 minder personeel is ingezet. In 2014 bedroeg de inzet 133,46 FTE terwijl dit in 2013 139,46 FTE bedroeg. De gemiddelde personeelslast over 2014 is in vergelijking met kalenderjaar 2013 ongeveer 1,49% hoger en dit wordt veroorzaakt door de premie-aanpassingen van 2014. De gemiddelde brutoloonlast (inclusief CAO-toeslagen en dergelijke) is namelijk ten opzichte van kalenderjaar 2013 ongeveer met 0,02% gedaald en deze daling wordt veroorzaakt doordat dure leerkrachten (LA14 en LA15) de organisatie hebben verlaten. Gelet op de premie-aanpassingen en de CAO-aanpassingen per 1 september 2014 zou de gemiddelde brutoloonlast (inclusief CAO-toeslagen en dergelijke) hoger zijn uitgevallen. Door de eerder genoemde personele mutaties valt deze gemiddelde personeelslast lager uit.
Daarnaast wordt het verschil veroorzaakt door de hogere kosten van inhuur. In 2014 is namelijk meer gebruik gemaakt van de dienstverlening van externen en heeft meer inhuur plaatsgevonden in verband met de vervanging van directie. Verder kan het verschil verklaard worden door de extra investeringen in scholing in kalenderjaar 2014. Dat de overige personele lasten in 2014 hoger zijn uitgevallen, wordt onder andere veroorzaakt door kosten van de invoering van Coo7 en doordat in 2013 een vrijval van de voorziening spaarfonds heeft plaatsgevonden. Daarnaast zijn in 2014 de kosten van begeleidingstrajecten Arbo hoger.
gericht op de school van de toekomst met als uitgangspunt dat ICT een hulpmiddel is om de onderwijskwaliteit te verhogen. Deze ontwikkeling is eveneens zichtbaar bij andere scholen in het primair onderwijs. Verdeling huisvestingslasten De gerealiseerde huisvestingslasten kalenderjaar 2014 zijn fors hoger dan begroot en en ook fors hoger dan kalenderjaar 2014. 1% 2% 3% 23%
Afschrijvingslasten De afschrijvingslasten zijn ongeveer 0,4% hoger dan begroot en ongeveer 4,9% hoger dan in 2013. Het verschil met de begroting wordt onder andere veroorzaakt doordat in 2014 meer is geïnvesteerd. Dit geldt vooral voor de investeringen in ICT en in Technisch Onderhoud. Verder worden de hoogte van de afschrijvingskosten bepaald door het moment van investeren en de verschillende afschrijvingstermijnen. Dat meer in geïnvesteerd in ICT, heeft te maken met de keuze van de organisatie om het onderwijs te ondersteunen met behulp van iPads. Hier staan overigens vanaf 1 januari 2015 vrijwillige gebruiksvergoedingen van de ouders tegenover. Het verschil met kalenderjaar 2013 wordt veroorzaakt doordat in 2014 fors meer is geïnvesteerd, waardoor de afschrijvingskosten hoger uitvallen. Verdeling afschrijvingslasten
7% 21% 75%
VenW 04 Lasten 4.2 Afschrijvingen 4.2.2.1 Gebouwen VenW 04 Lasten 4.2 Afschrijvingen 4.2.2.2. Inventaris en apparatuur VenW 04 Lasten 4.2 Afschrijvingen 4.2.2.4 Leermiddelen afcshrijving
Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt, hebben de afschrijvingskosten vooral betrekking op kosten van inventaris en apparatuur. Het betreft voornamelijk de afschrijvingskosten voor ICT. Net zoals in voorgaande jaren, is in 2014 geïnvesteerd in ICT. De investeringen in ICT hebben te maken met het ingezette ICT-beleid. Het beleid van de Stichting is
32
51%
17%
3%
VenW 04 Lasten 4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 Huur VenW 04 Lasten 4.3 Huisvestingslasten 4.3.3 Onderhoud VenW 04 Lasten 4.3 Huisvestingslasten 4.3.4 Energie en water VenW 04 Lasten 4.3 Huisvestingslasten 4.3.5 Schoonmaakkosten VenW 04 Lasten 4.3 Huisvestingslasten 4.3.6 Heffingen VenW 04 Lasten 4.3 Huisvestingslasten 4.3.7 Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt, bestaan de huisvestingslasten voornamelijk uit schoonmaakkosten (17%), energiekosten (23%) en onderhoudskosten/dotatie onderhoudsvoorziening (54%). Het grote aandeel van de onderhoudsvoorziening heeft te maken met de dotatie buitenonderhoud. Het verschil met de begroting wordt vooral veroorzaakt door de niet begrote dotatie aan de voorziening buiten onderhoud. Indien hier geen rekening mee wordt gehouden, zouden de huisvestingslasten lager zijn uitgevallen en dit wordt veroorzaakt door de lagere kosten van energie in verband met de zachte winter. De niet begrote dotatie aan de voorziening buiten onderhoud heeft te maken met de doordecentralisatie van het onderhoud vanuit de Gemeenten naar de schoolbesturen vanaf 1 januari 2015. Tot 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de nieuwbouw en de uitbreiding van schoolgebouwen in het primair onderwijs en voor het buitenonderhoud en de aanpassing ervan. Op 1 januari 2015 is de wet gewijzigd en zijn de verantwoordelijkheid en het budget voor buitenonderhoud en aanpassing overgeheveld van de gemeenten naar de schoolbesturen. Gemeenten blijven verantwoordelijk voor nieuwbouw en uitbreiding van schoolgebouwen. De doordecentralisatie van het buitenonderhoud per 1 januari 2015 heeft ook gevolgen voor de financiële verantwoording. Zo moet het buitenonderhoud anders in de jaarcijfers worden verwerkt.
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
SKOD heeft besloten om in 2014 een voorziening te vormen voor groot onderhoud en in het onderhoudsplanning wordt aangegeven welke onderhoudswerkzaamheden in de komende jaren aan de orde zijn, welke kosten daarmee zijn gemoeid en in wanneer deze zullen plaatsvinden. In 2014 is het toegestaan om voor de eerste onderhoudscyclus een andere methode voor het vormen van de voorziening te hanteren, zodanig dat de voorziening op onderhoudsmoment wel toereikend zal zijn. De eerste dotatie zal zijn gebaseerd op een evenredig deel van de maanden in 2014 ten opzichte van het totaal aantal maanden tot aan het volgende onderhoudsmoment. Uitgaande van de onderhoudsplanning en de bijbehorende cyclus kan volgens deze vastgestelde methoden een dotatie plaats vinden van maximaal € 345.227. Ook zijn de schoonmaakkosten en onderhoudskosten iets lager uitgevallen. Dat de schoonmaakkosten lager zijn uitgevallen, heeft te maken met het nieuwe contract met CSU. Daarnaast is er sprake van een stijging van de kosten van heffingen en huur, aangezien deze iets te laag zijn begroot. Deze kosten worden volledig gecompenseerd door de eerder genoemde lagere realisaties. Het verschil met kalenderjaar 2013 wordt vooral veroorzaakt door de dotatie van de voorziening buitenonderhoud, de lagere kosten van energie en water en de hogere kosten van heffingen in 2014. Overige lasten De overige lasten hebben betrekking op de kosten van administratie en beheer, de kosten van inventaris en apparatuur, de kosten van leermiddelen en de overige kosten. De realisatie van de overige lasten zijn ongeveer 12,1% lager dan begroot en ongeveer 1% lager dan kalenderjaar 2013.
23% 4%
50% 22%
1%
VenW 04 Lasten 4.4 Overige lasten 4.4.1 Administratie- en beheerslasten VenW 04 Lasten 4.4 Overige lasten 4.4.2.1 Inventaris en apparatuur kleine aanschaffingen >1 jr VenW 04 Lasten 4.4 Overige lasten 4.4.2.2 Leermiddelen kleine aanschaffingen > 1 jr VenW 04 Lasten 4.4 Overige lasten 4.4.3 Dotatie overige voorzieningen
Uit bovenstaande grafiek blijkt dat de overige lasten voornamelijk bestaan uit de kosten van administratie en beheer (50%), de kosten van leermiddelen (22%) en de overige kosten (23%).
33
Lager uitgevallen kosten Het verschil met de begroting wordt vooral veroorzaakt door de lagere kosten van het verbruik van leermiddelen, de lagere kosten van het Onderwijsbureau Meppel, de lagere kosten van het Samenwerkings verband en de lagere kosten ten laste van het NOA. De kosten van het Onderwijsbureau Meppel vallen lager uit in verband met een restitutie, welke teruggave niet was begroot. Dat de kosten van leermiddelen lager uitvallen wordt veroorzaakt doordat meer gebruik wordt gemaakt van ICT-onderwijs. De kosten van het samenwerkingsverband vallen lager uit in verband met de invoering van de wet Passend Onderwijs. Het betreft hier met name de begrote gelden die aan het samenwerkingsverband betaald moeten worden gelet op de 2%-regeling. Verder vallen de begrote kosten die ten laste komen van de extra gelden NOA en het Herfstakkoord lager uit. Een deel van deze kosten zijn elders verwerkt en het gaat hierbij vooral om de hogere kosten van scholing. Hoger uitgevallen kosten Daarnaast is ook een aantal kosten hoger uitgevallen. Zo zijn de ICT gerelateerde kosten hoger doordat meer gebruik wordt gemaakt Van ICT-onderwijs. Verder heeft een afboeking plaatsgevonden in verband met een aanbetaling die is gedaan voor de investering in een noodunit, waarbij de betreffende leverancier failliet is verklaard. Deze hogere kosten worden volledig gecompenseerd door de eerder genoemde lagere realisaties. Het verschil met kalenderjaar 2014 wordt vooral veroorzaakt doordat minder advieskosten zijn gerealiseerd en doordat de kosten van leermiddelen mede door de verdere invoering van ICT-onderwijs lager zijn uitgevallen. Andere oorzaken die nog genoemd kunnen worden zijn de lagere kosten van het onderwijsbureau Meppel en de eerder genoemde gerealiseerde afboeking van een aanbetaling van de investering in een noodunit in kalenderjaar 2014. 3.5.8 Treasurystatuut In het Treasurystatuut wordt beschreven welke Treasurytaken en -verantwoordelijkheden van toepassing zijn binnen het bestuur. De beleidskaders zijn vastgelegd voor diegenen die bij deze taken en verantwoordelijkheden betrokken zijn. In het statuut worden afspraken vastgelegd over onderwerpen zoals beheersing van rentekosten, risico’s en financierings- en beleggingsvraagstukken.
Het Treasurybeleid van het bestuur is primair gericht op het beheren van de financiële risico’s en secundair op het reduceren van financieringskosten. De primaire doelstelling van het bestuur is vastgelegd in de statuten. Als gevolg hiervan is het financieren en beleggen ondergeschikt en dienend aan de primaire doelstelling. De algehele doelstelling voor de Treasuryfunctie is dat deze de financiële continuïteit van de organisatie waarborgt. Dit wordt opgesplitst in de volgende doelstellingen en voorwaarden: • Liquiditeit op korte en lange termijn; • Lage financieringskosten; • Liquideerbare en risicomijdende beleggingen; • Kosteneffectief betalingsverkeer; • Inzet rente-instrumenten. Het gemiddeld gerealiseerde rendement bedraagt 1,7 % in 2014 en is hiermee hoger dan kalenderjaar 2013 in verband met de markt omstandigheden van 2014. 3.5.9 Contracten en subsidies Met diverse consultants zijn na evaluatie afspraken gemaakt over de voorgestelde besparingen op commercieel inkoopgebied.
34
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
35
4. Continuïteitsparagraaf Onder de SKOD ressorteren scholen in de gemeente Emmen. Dit gebied is aangemerkt als een krimpgebied. De verwachting is dat de totale bevolking de komende jaren met meer dan zeven procent zal krimpen. Het gevolg hiervan is dat ook het aantal kinderen in deze regio afneemt. Door de Stichting is ingezet op kwaliteitsverhoging van het onderwijs. Op die manier probeert de Stichting haar scholen zodanig aantrekkelijk te maken dat de krimp wel waarneembaar is, maar niet in ernstige mate. Hierdoor is de continuïteit van de organisatie gewaarborgd. In dat perspectief zal de komende jaren een aantal elementen kritisch worden bekeken. De Stichting ontwikkelt zich conform het in 2011 vastgestelde ondernemingsplan. Extra investeringen zijn inmiddels gedaan om het tempo van de digitale ondersteuning van het onderwijs verder te ontwikkelen en te implementeren. De licentiekosten zullen stijgen en er zullen extra investeringen in hardware moeten worden gedaan. Dit zal verder in een onderwijskundig plan worden omschreven. De financieringsstroom in het kader van Passend Onderwijs is inmiddels door de invoering van de wet op 1 augustus 2014 helder en conform de afspraken in het samenwerkingsverband zijn deze ook daadwerkelijk uitgevoerd. De personele bezetting is aangepast en daarmee is de stichting berekend op de uitvoering van Passend Onderwijs. Het leerlingenaantal blijft redelijk stabiel, we zien zelfs een lichte groeicurve in de komende jaren. Het bestuur houdt hiermee rekening in zijn meerjarig bezettings- en begrotingsbeleid teneinde niet voor verrassingen te komen staan en tijdig te kunnen anticiperen op ontwikkelingen. De Raden van Toezicht en de GMR’en van beide stichtingen hebben respectievelijk goedkeuring en instemming verleend aan de fusie. Het wachten is nog op de beoordeling van de landelijke commissie fusietoets om de fusie per 1 januari 2016 te kunnen effectueren. Zoals in de tabel Kengetallen en in de Meerjarenbegroting 2015 (zie onderstaande tabel) wordt aangegeven, wordt rekening gehouden met de afname van onderwijzend personeel en overige medewerkers. Tevens zal kritisch worden bekeken of de managementlaag in de huidige vorm kan blijven bestaan of dat daarin een aanpassing noodzakelijk is om tot minder management en overhead te komen. De middelen die daardoor vrijkomen kunnen weer ten gunste van het onderwijs worden aangewend door de groepsgrootte op een aanvaardbaar niveau te houden.
36
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
37
Kengetallen Kengetal
2014
2015
2016
2017
Directie (in FTE)
10,85
9,40
9,40
9,40
Onderwijzend personeel (in FTE)
106,70
99,40
97.36
96,39
Overige medewerkers (in FTE)
15,90
17,40
15,56
15,56
Leerlingaantallen 1-10
1.943
1.902
1.859
1.844
Personele bezetting
Afname personeel door krimp Zoals in de tabel kengetallen en in de meerjarenbegroting 2015 (zie tabel) is aangegeven, wordt rekening gehouden met een afname van onderwijzend personeel en overige medewerkers. Tevens zal kritisch worden bekeken of de managementlaag in de huidige vorm kan blijven bestaan of dat daarin een aanpassing noodzakelijk is om tot minder management en overhead te komen. De middelen die daardoor vrij komen, kunnen weer ten gunste van het onderwijs worden aangewend door de groepsgrootte op een aanvaardbaar niveau te houden. Leegstand door krimp Verder zal aandacht worden besteed aan leegstand. In sommige scholen van de Stichting ontstaat leegstand, dat wil zeggen dat er een overcapaciteit van lokalen ontstaat. De gemeente Emmen heeft geen leegstandvergoedingsbeleid, waardoor de schoolbesturen oplossingen moeten bedenken om het weglekken van middelen door de leegstaande lokalen zo veel mogelijk te beperken. In 2013 is hier actief beleid op geformuleerd. Onderhoud van de scholen Vanaf 2013 is beleid geformuleerd ten aanzien van het onderhoud van de scholen. Dit in het licht van het voorgenomen besluit van de overheid om de middelen voor onderhoud rechtstreeks aan de schoolbesturen over te maken. Op deze manier tracht de Stichting te anticiperen op het zo goed mogelijk in stand houden van de gebouwen. De RK/PC Jenaplanschool Kristalla (11CB) zal in 2016 in een nieuw gebouw worden ondergebracht, waardoor afscheid kan worden genomen van een oud en niet meer passend gebouw. Voor R.K.B. De Hoeksteen (06YD) zal overeenkomstig de huidige planning in 2016 een MFA in Emmer-Compascuum in gebruik worden genomen. Voor SBO Toermalijn (01BO) is nieuwbouw aangevraagd, doch deze aanvraag is tweemaal afgewezen. Deze zaak ligt momenteel
bij de Raad van State omdat de besluitvorming in deze volgens het bestuur onterecht is. De gemeente Emmen is bereid om samen met het bestuur en de Stichting ‘Mevrouw Meijer’ te kijken naar verbouw van dit monumentale pand. De verwachting is dat het pand op zijn vroegst in 2018 zal zijn aangepast.
Meerjarenbegroting Op basis van de meerjarenbegroting volgt hier de geprognosticeerde balans voor de komende drie jaar. De mutatie op het eigen vermogen heeft betrekking op het exploitatieresultaat en de investeringen. De mutatie van de voorziening is gebaseerd op het verwachte onderhoud voor de komende jaren. Het gaat hierbij dus om het saldo van de dotatie aan de voorzieningen en de geplande onttrekkingen.
4.1 Verslag Raad van Toezicht Op grond van de statuten van de SKOD is de Raad van Toezicht belast met het houden van toezicht.
Overige onderwerpen Gedurende het jaar is de intensivering van de samenwerking tussen de SKOD en Fidarda intensief besproken.
Concrete bevoegdheden bestaan uit het vaststellen van de statuten, waaronder het managementstatuut, het goedkeuren van het strategische en financieel meerjarenbeleid, de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag.
Gevoerd overleg 2014 Er is in voorkomend geval overleg geweest tussen de voorzitter RvT en de voorzitter CvB.
Meerjarenbegroting De leden van de Raad van Toezicht dienen de grondslag van de Stichting te onderschrijven en zich in hun verdere maatschappelijke handelen bewust te zijn van hun voorbeeldfunctie voor de gehele Stichting.
Baten
Realisatie 2014 (€)
Begroting 2015 (€)
Begroting 2016 (€)
Begroting 2017 (€)
Rijksbijdragen OCW
10.834.270
10.747.334
10.583.924
10.511.447
Overige overheidsbijdragen
74.664
7.000
7.000
-
Overige baten
369.376
149.157
179.087
209.889
Totaal baten
11.278.311
10.903.491
10.770.011
10.721.335
Lasten
Realisatie 2014 (€)
Begroting 2015 (€)
Begroting 2016 (€)
Begroting 2017 (€)
Personele lasten
9.285.700
8.919.381
8.585.997
8.528.789
Afschrijvingslasten
389.391
482.335
510.317
479.554
Voorzitter
Mevrouw M.G. Sterkenburgh
Huisvestingslasten
908.490
744.715
741.000
739.100
Lid (financiële zaken)
De heer E. Fuhler
Overige lasten
1.127.676
907.108
939.660
1.007.379
Lid (algemene zaken)
De heer W.J. Renkema
Totaal Lasten
11.711.257
11.053.539
10.776.974
10.754.823
Lid (identiteit)
Mevrouw M.J.G.T. Keurs-Scholte Albers
Resultaat
Realisatie 2014 (€)
Begroting 2015 (€)
Begroting 2016 (€)
Begroting 2017 (€)
Financiële baten en lasten
44.434
30.600
30.600
30.600
Buitengewoon resultaat
-
-
-
-
Netto exploitatie resultaat
388.512-
119.448-
23.637
2.887-
Meerjarenbalans Activa
Realisatie 2014 (€)
Begroting 2015 (€)
Begroting 2016 (€)
Begroting 2017 (€)
Materiële Vaste Activa
2.818.226
3.163.339
3.227.161
3.011.827
Financiële Vaste Activa
1.897.601
1.897.601
1.897.601
1.897.601
Totale vaste activa
4.715.827
5.060.940
5.124.763
4.909.428
Vlottende Activa
1.252.482
793.178
378.312
480.025
Totale activa
5.968.309
5.854.118
5.503.075
5.389.453
Passiva
Realisatie 2014 (€)
Begroting 2015 (€)
Begroting 2016 (€)
Begroting 2017 (€)
2.644.996
2.544.730
2.567.499
2.563.743
Privaat
1.304.526
1.285.343
1.286.211
1.287.080
Totaal Eigen Vermogen
3.949.521
3.830.073
3.853.710
3.850.823
Voorzieningen
678.012
454.651
119.238
11.649
Langlopende schulden
-
-
-
-
Kortlopende schulden
1.340.776
1.569.394
1.530.127
1.526.982
Totale passiva
5.968.309
5.854.118
5.503.075
5.389.453
Vaste activa
Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve
38
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
Samenstelling Raad van Toezicht De Raad van Toezicht kent een samenstelling die voldoende spreiding van deskundigheden en maatschappelijke achtergronden waarborgt. De Raad van Toezicht bestaat uit:
De heer C.J.H. Lunter heeft in augustus 2014 aangegeven vanwege drukke werkzaamheden elders, per 1 september 2014 niet langer zitting te kunnen nemen in de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht heeft gemeend de openvallende plek voorlopig niet in te vullen. De belangrijkste reden hiervoor is het voornemen een fusie aan te gaan met Fidarda. Vergaderingen 2014 De Raad van Toezicht kwam in 2014 viermaal plenair bijeen, altijd in aanwezigheid van de voorzitter van het College van Bestuur. Verder is de Raad twee keer bijeengekomen met de Raad van Toezicht van Fidarda voor het nader vormgeven aan het (toezichts)kader en de werkgeversrol. Tevens heeft in een bijeenkomst verkenning plaatsgevonden van de mogelijkheden en de vorm van verdere samenwerking tussen de SKOD en Fidarda. Daarnaast is in de bijeenkomsten specifieke aandacht besteed aan de ontwikkelingen met betrekking tot Passend Onderwijs. Goedkeuring Conform de jaarcyclus zijn de kaderbrief, het jaarplan, de (meer) jarenbegroting, de jaarrekening en het (externe) jaarverslag besproken en goedgekeurd.
39
Overleg GMR Eén keer per jaar overlegt de Raad van Toezicht met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Tijdens het overleg is ieders rol binnen de organisatie van de SKOD besproken. 4.2 Risicoparagraaf & aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem De SKOD opereert in een dynamische en complexe omgeving en dit brengt risico’s met zich mee. De risico’s zijn een belangrijk onderdeel geworden en vormen tevens onderdeel van de plannings- en controlecyclus. De managementrapportage is hierbij een belangrijk onderdeel en daarin zal in de toekomst het risicomanagement worden opgenomen. Op de meeste beleidsterreinen is sprake van stabiliteit van het risico, maar vastgesteld moet worden of er nieuwe risico´s ontstaan of de huidige risico’s vergroten. Zo zal bijvoorbeeld het risico op huisvesting in de komende jaren toenemen. De risico´s zijn thans beheersbaar en de organisatie is in control. In 2014 is het actieve beleid van 2013 gecontinueerd met betrekking tot de leegstand binnen de scholen, teneinde het weglekken van middelen tot een minimum te beperken en daarmee te voorkomen dat er onnodig geld wegvloeit. Onderwijskwaliteit Door grotere groepen en de kleiner wordende scholen met meer gecombineerde groepen, neemt de druk op goed vakmanschap van de directeur en de leerkrachten toe en zal scherp gestuurd moeten blijven worden op de onderwijskwaliteit van de scholen. Om het vakmanschap van de leerkrachten en de directeur te waarborgen, worden minimaal één keer per jaar audits uitgevoerd om de onderwijskwaliteit te bewaken en indien nodig tijdig bij te sturen. De voorzitter van het College van Bestuur bezoekt twee keer per jaar de scholen, waarbij hij ook toeziet op de kwaliteit van onderwijs en bedrijfsvoering.
Dankzij alle inspanningen en het gevoerde actieve beleid op de gebieden van huisvesting en onderwijspersoneel tracht de Stichting de financiën zo goed mogelijk aan te wenden en daarbij eveneens vernieuwend te zijn. In 2014 is de digitalisering van het onderwijs binnen de Stichting verder toegenomen. Dit is een investering voor de toekomst. Passend Onderwijs Met de Invoering van Passend Onderwijs met ingang van 1 augustus 2014 heeft het bestuur vanuit het Samenwerkingsverband 22-02 de hiervoor benodigde financiële middelen ontvangen. Deze middelen zijn aangewend ten behoeve van het kwaliteitsteam, waarover de Stichting reeds voor een groot deel beschikte en dat - tot 1 augustus 2014 – werd bekostigd uit de ‘Weer Samen Naar School-gelden’. Hieruit worden deskundigen zoals orthopedagogen, ambulant begeleiders en IB’ers bekostigd. Tevens bieden deze middelen extra financiële ruimte voor het ambulant aantrekken van andere specialisten. Op deze wijze kunnen de leerlingen adequaat worden ondersteund en begeleid bij hun onderwijsproces en bij hun ontwikkelpositie, om hun talenten maximaal tot ontwikkeling te brengen. Daarnaast heeft de Stichting vanuit deze middelen voor een omvang van 1,6 FTE gedragsspecialisten aangetrokken vanuit het Tripartiet akkoord. Met een doorkijk naar 2015 moet de inzet van deze middelen en de daarmee te halen resultaten in overeenstemming zijn met de doelstellingen zoals vastgelegd in het ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband en het stichtingsondernemingsplan van de SKOD. Leerlingaantallen De eerder genoemde prognose van het aantal leerlingen laat zien dat de komende jaren een verdere daling van het leerlingenaantal wordt verwacht. Dit is een beeld dat herkenbaar is in de krimpregio. Vastgesteld wordt dat het in stand houden van kleine scholen onder druk komt te staan. Dit wordt vervolgens versterkt doordat in de toekomst de kleine-scholen-toeslag zal verdwijnen. Hiervoor komt een ‘vergoeding samenwerking’ terug. Welke gevolgen dit heeft voor de SKOD is niet bekend, aangezien niet duidelijk is hoe deze nieuwe bekostiging wordt vormgegeven. Bij de SKOD is de bekostiging van de kleine scholentoeslag inzichtelijk en kan, zodra duidelijk is hoe de bekostiging wordt vorm gegeven, een adequate inschatting worden gemaakt van de impact van deze wijziging. Personele risico’s Ten gevolg van de daling van het leerlingenaantal is het noodzakelijk dat het personeelsbestand in overeenstemming wordt gebracht met deze daling. Door een goede personeelsplanning kan dit risico adequaat in de hand worden gehouden. De organisatie beschikt over betrouwbare
40
cijfers met betrekking tot het personeelsverloop en de personeelsopbouw. Ziekteverzuim, mobiliteit en vakmanschap spelen hierbij een belangrijke rol en in de toekomst zal moeten worden geïnvesteerd in personeel. Financiële risico’s Door de terugloop van het leerlingenaantal en doordat de bekostiging van het ministerie achterblijft op de werkelijke kosten, zal de organisatie verder moeten bezuinigen in de personele sfeer. Met ingang van 1 oktober 2014 is in de nieuwe cao de BAPO-regeling aangepast. Daarvoor zijn andere emolumenten in de plaats gekomen, die een nadere uitwerking krijgen in 2015. De verwachting is dat de BAPO-kosten in de komende jaren zullen afnemen en dat inzet in het kader van verduurzaming van het personeelsbeleid zal toenemen. Huisvesting De scholen voldoen thans aan de minimale eisen. De vraag is echter of de scholen ook voldoen aan de energiebesparende eisen van deze tijd. De energielasten zullen blijven stijgen als gevolg van de prijs ontwikkelingen, maar ook doordat meer gebruik wordt gemaakt van het ICT-onderwijs. Verder is er door de terugloop van het aantal leerlingen minder geld beschikbaar voor het onderhoud van de schoolgebouwen. Het komt er op neer dat de leegstand die door deze terugloop ontstaat niet wordt vergoed. Daarnaast is met ingang van kalenderjaar 2015 het buiten onderhoud overgeheveld van gemeenten naar schoolbesturen. Dit brengt extra risico’s met zich mee. Naast regelmatig overleg met de gemeente en door samenwerking op bestuurs- en schoolniveau kan risicovolle huisvesting worden verbeterd. Doordat per 1 januari 2015 de wet is aangepast, waardoor de middelen voor het buitenonderhoud, die voorheen naar de gemeenten gingen, nu rechtstreeks naar het schoolbestuur gaan, houdt in dat we voor deze post op de nulstand beginnen. Echter, om het onderhoud en kleine renovaties zoals nu gepland te kunnen bekostigen, heeft het bestuur een aanvang gemaakt voor het opbouwen van een voorziening buitenonderhoud. Dat betekent dat er dit jaar een dotatie zal plaatsvinden van het eigen bestuur vanaf 1 mei 2014 tot en met 31 december 2014 ten laste van de exploitatie van 2014 ten bedrage van € 345.227,-. Ten laste van de exploitatie van 2015 zal er, naast een dotatie ter hoogte van € 146.000,die wordt bekostigd vanuit de extra middelen vanuit het rijk, een extra dotatie worden gedaan van € 60.000,-, waarmee de totale dotatie aan de voorziening buitenonderhoud over kalenderjaar 2014 en 2015 uitkomt op een bedrag van € 551.226.,-
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
41
42
Jaarverslag 2014 • SKOD • Oude Pekela • www.skod.nl
43
Postadres: Postbus 12 • 9665 ZG Oude Pekela Bezoekadres: Waanderweg 64N • 7812 HZ Emmen (0591) 667 010 •
[email protected] • www.skod.nl • Bestuursnummer: 40999 • BRIN-nummer: AH09