inhoudsopgave 1 Voorwoord 2 Herinrichting van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand 2.1 2.2 2.3 2.4
Inleiding Bestuurlijke uitwerking Voorfase uitvoeringsplan Kernpunten van de stelselherziening gesubsidieerde rechtsbijstand. 2.5 Start implementatie 2.6 Gezicht Juridisch Loket 2.7 Eerste ervaringen loketten 2.8 Transitie naar advocatuur 2.9 Verwijsarrangement 2.10 Financiële Paragraaf
3 Onderzoek/monitor 2004
4 Bedrijfsvoering 4.1 ICT
5 Kwaliteitsbeleid 5.1 Convenant kwaliteitsborging als uitgangspunt 5.2 Ervaringen met het auditstelsel onderzocht 5.3 De audit als inschrijvingsvoorwaarde 5.4 Subsidieregeling audits 2004 5.5 Stichting Kwaliteitszorginitiatieven Rechtsbijstand (SKiR)
6 6 6 7 7
6 Rechtsbijstand/regelgeving 6.1 Rechtsbijstand/regelgeving 6.2 Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) 6.3 Automatisering 6.4 Communicatie 6.5 Kwaliteitsregister Tolken en Vertalers
7 Asielrechtsbijstand 7.1 Daling van het aantal asielzoekers en het effect op de Stichting Rechtsbijstand Asiel (SRA) 7.2 Aanbesteding tolken– en vertaaldiensten Tolken– en Vertaalcentrum Nederland (TVCN)
28 28 30 31 32 33
35 36
8 8 9 9 10 11
Jaarverslagen 2004 Raad voor Rechtsbijstand per ressort
38
12
Amsterdam
39
12 12 18 19 19 20
1. Doelstellingen bureau rechtsbijstandverlening 2004 2. Locale regelgeving: inschrijvingsvoorwaarden 3. Ontwikkeling aantal rechtsbijstandverleners. Maatregelen ter bevordering van nieuwe aanwas 4. Personeelsbeleid Balans per 31 deccember 2004 Baten en Lasten
37
39 42 42 43 44 46
22 22
25 25 25 26 27 27
Arnhem 1. Stelselherziening 2. Bedrijfsvoering 3. Personeelsbeleid 4. Lokale regelgeving Balans per 31 december 2004 Baten en Lasten
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
48 48 48 50 50 52 54
•drie•
3.1 Eerstelijns rechtshulp 3.2 Toevoegingen 3.3 Aanbod van rechtsbijstandverleners 3.4 Aansluiting vraag en aanbod 3.5 Informatie per Raad voor Rechtsbijstand 3.6 Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand
5
inhoudsopgave ’s-Gravenhage 1. Over de stelselwijziging en het aanbod van rechtsbijstand in het ressort ‘s-Gravenhage 2. Het primaire proces en bezwaar en beroep 3. Het personeelsbeleid 4. Financieel Balans per 31 december 2004 Baten en Lasten
’s-Hertogenbosch
• vier •
1. Bedrijfsvoering 2. Personeelsbeleid 3. Lokale regelgeving 4. De stelselwijziging en het aanbod van rechtsbijstand in het ressort ’s-Hertogenbosch Balans per 31 december 2004 Baten en Lasten
Leeuwarden
56 56 57 60 61 62 64
66 66 69 70 71 72 74
76
1. Inleiding 2. De rechtsbijstandverleners 3. Het primair proces en bezwaar en beroep 4. Personeelsbeleid 5. Financiën en middelen Balans per 31 december 2004 Baten en Lasten
76 76 78 82 83 84 86
Kerngegevens Productie Raden voor Rechtsbijstand 2004
88
Samenstelling Raden voor Rechtsbijstand en managementeams
89
Colofon
92
1
Voorwoord U heeft een bijzonder document in handen! Dit is het eerste jaarverslag dat de vijf Raden voor Rechtsbijstand gezamenlijk uitbrengen. Sinds 1994, toen de raden met hun werkzaamheden begonnen, heeft iedere Raad zijn eigen jaarverslagen uitgebracht. Dit gemeenschappelijke jaarverslag weerspiegelt de steeds intensiever wordende samenwerking. In toenemende mate zijn de Raden samen met projecten bezig. Deze gemeenschappelijkheid in activiteiten leidde eind 2004 tot de conclusie dat een gezamenlijk jaarverslag de beste wijze is waarop de Raden verantwoording kunnen afleggen over hun werkzaamheden. In het eerste deel wordt hier verslag gedaan van de gemeenschappelijke activiteiten; in het tweede deel vindt u de verslaglegging die elke Raad afzonderlijk heeft opgesteld met raadsspecifieke informatie.
Rode draad
Tienjarig bestaan Niet onvermeld moet hier blijven dat de Raden voor Rechtsbijstand in 2004 hun tienjarig bestaan vierden. Dit gebeurde ondermeer met de organisatie van het congres "Rechtshulp, een vak apart " in april 2004. Doel van dit congres was vooral de aantrekkelijkheid van het werken in de sector gesubsidieerde rechtsbijstand te benadrukken en daarmee de belangstelling hiervoor te stimuleren. Wij hopen dat u dit eerste gemeenschappelijk jaarverslag met belangstelling zult lezen. Wij staan graag open voor opmerkingen van uw kant.
Raden voor Rechtsbijstand, Drs. J. van Dijk Voorzitter directeurenoverleg.
• vijf •
De Raden voor Rechtsbijstand zijn van mening dat zij een belangrijke bijdrage leveren aan de beheersbaarheid en de kwaliteit van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. Ook in 2004 stonden de werkzaamheden van de Raden sterk in dat teken. De rode draad in dat jaar was de herinrichting van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. Deze omvangrijke wijziging van het stelsel betekende voor alle Raden grote inspanningen teneinde dit transformatieproces in goede banen te leiden. De opening van de eerste Juridische Loketten medio 2004 waren belangrijke mijlpalen. Ook op het gebied van de kwaliteitszorg, de monitoring en onderzoek, de regelgeving en de asielrechtsbijstand vindt u hier verslag van de gezamenlijke inspanningen van de Raden.
2
Herinrichting van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand.
2.1 Inleiding
• zes •
De stelselwijziging van de gesubsidieerde rechtsbijstand kende een lange aanlooptijd voordat met de praktische uitvoering daarvan kon worden begonnen. Aanleiding was dat al geruime tijd en in toenemende mate problemen werden geconstateerd in de uitvoeringspraktijk van de gesubsidieerde rechtsbijstand. Enerzijds lag de oorzaak in een accentverschuiving van de publieksfunctie van de stichtingen rechtsbijstand naar de toevoegpraktijk en zelfs een opbouw van een betalende praktijk. Het aanbod van rechtsbijstand ten behoeve van de publieksfunctie kwam hierdoor onder druk te staan. Anderzijds nam de belangstelling van de advocatuur om deel te nemen aan het stelsel van de gesubsidieerde rechtsbijstand, als gevolg van ontevredenheid over de honorering van het werk en de administratieve belasting van de toevoegpraktijk, af. De verwachting is dat de stelselvernieuwing zal bijdragen aan bevordering van de deelname van advocaten aan het stelsel.
2.2 Bestuurlijke uitwerking De Raden voor Rechtsbijstand verleenden in 1999 aan het Verweij-Jonker Instituut opdracht een toekomstverkenning van het stelsel uit te voeren. Mede naar aanleiding van de uitkomst van dit onderzoek, stelde de toenmalige staatssecretaris van Justitie, Mr. N.A. KalsbeekJasperse, de Commissie Toekomstige inrichting stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand, onder voorzitterschap van de heer drs. H.G. Ouwerkerk, in. Deze commissie heeft alle betrokken organisaties gehoord en kwam in korte tijd met het advies om een duidelijke scheiding aan te brengen tussen de publieke en private functies in het stelsel. Voorgesteld werd om de publieke taak, de zogenaamde loketfunctie, te laten uitvoeren door een onafhankelijke organisatie. Dit loket moest een landelijke uniforme structuur krijgen en zich richten op: 1. 2. 3.
vraagverheldering; het verstrekken van informatie en advies; verwijzing.
In de loketfunctie is een spreekuurvoorziening gecreëerd van maximaal één uur voor het afhandelen van eenvoudige zaken en nadere vraagverheldering. De verdergaande rechtsbijstandverlening zou volgens de commissie het domein moeten zijn van de private markt. Het advies is door de staatssecretaris en de huidige minister van Justitie, Mr. J.P.H. Donner overgenomen en verder uitgewerkt. Aan de Raden voor Rechtsbijstand werd voor de implementatie van de voorstellen een cruciale rol toebedeeld.
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
2.3 Voorfase uitvoeringsplan De gezamenlijke Raden voor Rechtsbijstand zijn op grond van de adviezen van de commissie Ouwerkerk en het "Plan nadere uitwerking van het principebesluit toekomstige inrichting stelsel gesubsidieerde rechtsbijstand" in oktober 2002 met grote voortvarendheid gestart met de voorbereiding van een implementatieplan. Samen met vertegenwoordigers vanuit de Stichtingen Rechtsbijstand, de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) is een projectorganisatie ingesteld voor het opstellen van het plan. Ruim 25 medewerkers vanuit de Stichtingen Rechtsbijstand hebben zich in deze voorfase bijzonder verdienstelijk gemaakt. Hun expertise hebben zij benut om de nieuwe organisatie vooral inhoud te geven. Zij zijn betrokken bij een aantal projecten zoals de totstandkoming van een productenhandboek, de ontwikkeling van ICT-toepassingen, het uitwerken van werkprotocollen en juridische content.
De Raden voor Rechtsbijstand hebben op 22 september 2003 het "Raamwerk vorming Juridisch Loket" aan de Minister van Justitie aangeboden. Door de Minister is het Raamwerk als bijlage bij zijn brief van 6 oktober 2003 aan de Tweede Kamer gezonden. De Tweede Kamer stemde op 18 november 2003 in met de plannen van de Minister tot herziening van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand.
Juridisch Loket Het Juridisch Loket wil een moderne, publieke organisatie zijn waar burgers gratis en direct terechtkunnen voor alle juridische vragen. Het loket verheldert de vraag en geeft direct of in een spreekuur van ongeveer een uur informatie en advies. Indien nodig verwijst het loket door naar aangewezen dienstverlenende organisaties. Een van de afgeleide taken is de signaleringsfunctie voor veel voorkomende onvolkomenheden in wet- en regelgeving of het functioneren van uitvoeringsorganisaties en terugkerende problematiek met bijvoorbeeld woningbouwverenigingen of nutsbedrijven. Het Juridisch Loket streeft naar een grote landelijke bekendheid bij de burgers als dé toegang tot de rechtsbijstand. Daarbij is de klant de maat der dingen. Om deze ambities waar te maken, worden kennis en ervaring landelijk gebundeld en verder ontwikkeld. Binnen de loketorganisatie wordt voortdurend gewerkt aan kwaliteitsverbetering door scholing, intervisie en collegiale toetsing.
Garantie
2.4 Kernpunten van de stelselherziening gesubsidieerde rechtsbijstand Met de stelselherziening wordt beoogd een betere scheiding tussen publiek- en privaatrechtelijke functies te realiseren, alsmede een grotere bekendheid voor juridische zorg voor iedereen en de minder draagkrachtige (de Wrb-gerechtigden) in het bijzonder.
Een groot aantal Stichtingen Rechtsbijstand transformeert naar advocatenkantoor. Zij moeten een extra garantie vormen voor een zowel kwalitatief als kwantitatief voldoende aanbod van rechtsbijstandverleners. Voor het faciliteren van de daadwerkelijke transitie naar de private markt is steun nodig van het Ministerie van Justitie, de Nederlandse Orde van Advocaten en de Raden voor Rechtsbijstand.
• zeven •
Raamwerk
De publieke functie wordt uitgevoerd door een nieuw op te richten landelijke organisatie, het Juridisch Loket. De huidige Stichtingen Rechtsbijstand, de Bureaus Rechtshulp, dragen de publieke functies over aan deze loketorganisatie en de privaatrechtelijke functies aan bestaande of eventueel nieuw op te richten advocatenkantoren.
Herinrichting van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. 2.5 Start implementatie Tussen plannen maken, plannen presenteren, goedkeuring verkrijgen, de start van de implementatie en het te bereiken einddoel liggen geen duidelijke scheidslijnen. Op 12 februari 2004 stelden de gezamenlijke Raden voor Rechtsbijstand het ‘Implementatieplan herinrichting stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand’ vast. Op dat moment waren diverse deelprojecten al gestart. Met name de voorbereidende activiteiten waarin medewerkers van Bureaus Rechtshulp actief zouden zijn, waren al in een vergevorderd stadium. Ook de ontwikkeling van de noodzakelijk ICT was al in volle gang. Reden hiervoor was dat de eerste loketten al in het tweede kwartaal van 2004 operationeel moesten zijn.
• acht •
Het implementatieplan omvatte: 1. Een korte samenvatting van de uitgangspunten en randvoorwaarden zoals vastgelegd in het ‘Raamwerk vorming Juridisch Loket’, het ‘Plan voor transitie naar advocatuur, stelselverlaters en sociaal plan’ en het ‘Plan nadere uitwerking principebesluit’. 2. Het kostenoverzicht van de stelselherziening. 3. Een omschrijving van de deelprojecten en een matrix op hoofdaspecten. 4. De inrichting van de projectorganisatie en organogram van de bestuurlijke verantwoordelijkheden vanuit opdrachtgever, opdrachtnemer, verantwoordelijkheden met rapportage en afstemmingsafspraken. 5. Het benoemen en omschrijven van de deelprojecten met overzicht onderlinge afhankelijkheden. 6. Het tijdpad van de activiteitenplanning en uitrol.
2.6 Gezicht Juridisch Loket De officiële opening van het eerste Juridisch Loket werd op 18 juni 2004 in Breda door de Minister van Justitie, Mr. J.P.H. Donner verricht onder grote belangstelling van alle betrokken organisaties. Daarmee kreeg het loket een gezicht. Bij deze opening kreeg het snijvlak tussen gemeentelijk en landelijk beleid nog bijzondere aandacht. Het eerste Juridisch Loket is in één gebouw gehuisvest met de door de gemeente gesubsidieerde Sociaal Raadslieden. In andere steden vindt eveneens overleg plaats over vergelijkbare vormen van samenwerking en afstemming. In Rotterdam was op 21 juni burgemeester Mr. I. Opstelten present om de deur van het Juridisch Loket aldaar te openen. Hij roemde daarbij de transparantie en goede bereikbaarheid van deze nieuwe publieksvoorziening voor zijn burgers. Eind 2004 waren er in 6 grote steden Juridisch Loketten operationeel en is voorzien dat rond de zomer 2005 in alle 30 beoogde steden een Juridisch Loket is dan wel een tijdelijke voorziening totdat een geschikt pand beschikbaar komt.
2.7 Eerste ervaringen loketten De Raden zien intensief toe op de werking van de eerste loketten. Hiervoor zijn inmiddels twee tussenbalansen opgemaakt en staan er voor het jaar 2005 nog twee gepland. Daarbij zijn de vragen aan de orde: 1. Staat er een compleet Juridisch Loket? 2. In hoeverre wijkt het af van het concept zoals vastgelegd in het Raamwerk? 3. Functioneert het conform de aannames in het Raamwerk?
Monitor
Duidelijk beeld Vervolgens heeft de projectorganisatie een plan opgesteld met mogelijke oplossingen en aandachtpunten. De klanten gaven aan een duidelijk beeld te hebben van wat het loket hen te bieden had, zij waren tevreden over de verleende dienstverlening en de inrichting van de locaties. Om het gevoel van privacy te verbeteren was het noodzakelijk aanpassingen te plegen aan de geluidsisolatie in het fysieke loket. Binnen de advocatuur bestond waardering voor de werking van het verwijsarrangement. Aandachtpunten hier waren een hoge uitval van het aantal afspraken en de tegenvallende verwachting over het aantal verwijzingen. De tweede tussenbalans heeft zich vooral gericht op het functioneren van de drie contactkanalen naar het Juridisch Loket alsmede de tevredenheid van de cliënten.
Klanttevredenheid De advocatuur is in deze tussenbalans niet betrokken. Dit onderzoek heeft enerzijds een aantal gegevens bevestigd uit het eerste onderzoek, namelijk dat geen sprake is van bijzondere afwijkingen. De kanalen worden ervaren als een goede ingang, zij het dat de bekendheid nog niet optimaal is. Er is sprake van een hoge klanttevredenheid over allerlei aspecten met een gemiddelde van 4.14 op een schaal van 5. Het onderzoek heeft een aantal bruikbare gegevens opgeleverd die het functioneren van het Juridisch Loket nog verder kunnen verbeteren.
Advocatuur De derde tussenbalans zal gericht zijn op de advocatuur, hun klanttevredenheid, de werking van het verwijsarrangement en de afstemming van het aanbod op de vraag. In de tweede helft van 2005 richt de tussenbalans zich opnieuw op het interne proces om te beoordelen dat de verbeterpunten uit het eerste onderzoek zijn gerealiseerd en er op dat moment sprake is van één loketorganisatie.
2.8 Transitie naar advocatuur Uitgangspunt was dat zo veel mogelijk medewerkers van de huidige Bureaus Rechtshulp behouden blijven voor het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand, zowel aan de publieke als aan de private (advocatuur-) zijde van het vernieuwde stelsel. Uit de door de projectorganisatie gehouden inventarisatie bleek dat bij de stelselherziening 617 medewerkers waren betrokken.
• negen •
Met behulp van de daarvoor ingerichte monitor volgen de Raden permanent de ontwikkeling van het stelsel waarbij ook een beeld ontstaat over de werking van de Juridisch Loketten, nieuwe advocatenorganisaties, het verwijsarrangement en afstemming vraag en aanbod in het algemeen. De eerste tussenbalans was vooral gericht op de interne organisatie en zijn kinderziekten geïnventariseerd. Op bescheiden schaal zijn cliënten en advocatuur geënquêteerd .
Het gaat daarbij om: 1. het telefonisch kanaal, 2. e-mail, 3. het fysieke kanaal, de balie en het spreekuur.
Herinrichting van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand Hiervan kiezen naar verwachting 252 medewerkers voor een functie bij het Juridisch Loket; verder kiezen 268 voor een overgang naar het advocatenkantoor waarin het Bureau Rechtshulp wordt omgevormd. In totaal 57 medewerkers zijn individueel overgestapt naar advocatuur of naar een andere (juridische) functie; 17 medewerkers kunnen niet geplaatst worden. Voor 22 medewerkers die een tijdelijk dienstverband hebben, wordt een oplossing gezocht. De Raden voor Rechtsbijstand faciliteren de transitie naar de advocatuur. Voor de toekomst van de gesubsidieerde rechtsbijstandverlening is het van belang dat er gezonde, levensvatbare organisaties van goede kwaliteit ontstaan. Deze dienen langere tijd in staat zijn te voorzien in (sociale) rechtsbijstandsverlening aan particulieren zonder verdere overheidssteun. De verantwoordelijkheid voor de initiatieven ligt bij de (toekomstige) marktpartijen.
2.9 Verwijsarrangement Het is een misvatting te veronderstellen dat het Juridisch Loket een verwijsinstelling is. Het merendeel van de burgers, ongeveer 75%, dat een beroep doet op de diensten van het Juridisch Loket, wordt geholpen met vraagverheldering, informatie en advies. Verwijzing is dan niet noodzakelijk. Verwijzing is wel een belangrijke functie van het Juridisch Loket. Daar wordt op professionele wijze in voorzien met behulp van een onder regie van de Raden ontwikkelde verwijsapplicatie. Verwijzing kan plaats vinden voor rechtsbijstand bij juridische kwesties maar ook naar allerlei andere instanties. De huidige applicatie is nu nog alleen beschikbaar voor verwijzingen naar de advocatuur.
• tien •
Verwijsarrangement Private advocatenorganisaties Negen Stichtingen Rechtsbijstand, te weten Rotterdam, Utrecht, Alkmaar, Zuid Oost Nederland, Oost Nederland, Zuid Holland Zuid, Amsterdam, ’s-Gravenhage en Noord hebben besloten zich om te vormen tot private advocatenorganisaties. Zij hebben allen een concept overeenkomst gesloten met de Raden voor Rechtsbijstand die is getoetst aan NMA-regelgeving en bepalingen met betrekking tot overheidssteun. Juristen van na de loketvorming te liquideren stichtingen, hebben individuele ondersteuning van de Raden gekregen. De voorziene startdatum van de nieuwe advocatenorganisaties ligt tussen 1 juli 2005 (Rotterdam) en 1 januari 2006 (Amsterdam).
Plaatsingsprocedure In de planning van de transitie naar de advocatuur is vertraging ontstaan. Dit heeft een grote wissel getrokken op de planning van de plaatsingsprocedure voor de medewerkers die opteerden voor een functie bij de Stichting Juridisch Loket. Uit pragmatische overwegingen is, in afstemming met de vakbond, afgeweken van het sociaal plan. Dit kon zonder de belangen van de individuele medewerkers te schaden.
De werkwijze is bedoeld voor advocaten die zich bij de Raden voor Rechtsbijstand hebben aangemeld voor deelname aan het zogenaamde verwijsarrangement. De Raden hebben hiervoor gezamenlijk regels opgesteld die betrekking hebben op de beschikbaarheid van de advocaat, rechtsgebieden, het aantal toevoegingen en de kwaliteit. Met behulp van de verwijsapplicatie kan de loketmedewerker direct een afspraak vastleggen bij de geselecteerde rechtsbijstandverlener. Bij die selectie geldt een aantal criteria: het rechtsterrein, de beschikbaarheid van de advocaat, de afstand, het aantal eerder ontvangen verwijzingen. Voorafgaand aan de afspraak mailt de loketmedewerker een kort digitaal dossier naar de rechtsbijstandverlener. De belangstelling voor de arrangementen is ruim voldoende. Tot nu toe zijn geen knelpunten opgetreden in het kwantitatieve aanbod of op bepaalde rechtsterreinen. Er is eerder sprake van een overaanbod. In de 19 regio’s zijn inmiddels met 2.234 advocaten arrangementen afgesloten, waarbij 856 verschillende kantoren zijn betrokken.
2.10 Financiële Paragraaf De structurele kosten van de loketorganisatie zijn, terwijl meer burgers gebruik maken van deze voorziening, niet hoger dan de middelen die voorheen werden uitgegeven voor de publieksfunctie. De incidentele kosten worden betaald door een toegekende subsidie door het Nationale Actie Programma van h2,1 miljoen, extra subsidie door het Ministerie en voor een belangrijk deel door de Raden voor Rechtsbijstand die daarvoor uit hun vernieuwingsbudgetten en reserves middelen hebben vrijgemaakt.
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
• elf •
De structurele kosten zijn geraamd op h19 miljoen, de startkosten voor de loketorganisatie op h9.6 inclusief, de kosten van ICT op h7 miljoen. Daarnaast zijn voor de eerste drie jaar frictiekosten begroot tot een bedrag van h5,5 miljoen. Gedurende deze periode wordt de loketorganisatie door de Raden als projectorganisatie gesubsidieerd. Daarna wordt overgegaan op een outputfinanciering in combinatie met een pakket financieringsvoorwaarden en kwaliteitsnormen. De geraamde kosten voor de transitie naar de advocatuur bedragen h6,6 miljoen.
3
Onderzoek/monitor 2004 Ontwikkeling vraag en aanbod
3.2 Toevoegingen
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de vraag naar eerstelijns rechtshulp en toevoegingen en het aanbod van rechtsbijstandsverleners zich hebben ontwikkeld. De ontwikkelingen worden in op landelijk niveau beschreven. In paragraaf 1 staat hoe de eerstelijns rechtshulp zich heeft ontwikkeld. In paragraaf 2 is beschreven hoe de ontwikkeling van de afgegeven toevoegingen er uit ziet. In paragraaf 3 staat hoe de ontwikkeling van het aantal actieve rechtsbijstandsverleners is. In paragraaf 4 wordt ingegaan op hoe de aansluiting van de vraag en het aanbod zich ontwikkelt.
• twaalf •
3.1 Eerstelijns rechtshulp Voor de eerstelijns rechtshulp is 2004 een overgangsjaar geweest. Er zijn bureaus rechtshulp gesloten en vestigingen van het Juridisch Loket geopend. In 2004 hebben de bureaus rechtshulp en de vestigingen van het Juridisch Loket samen 401.416 contacten met rechtzoekenden gehad. Dit is 38.742 minder dan het aantal contacten dat de bureaus in 2003 registreerden.
Tabel 1: Balie-, telefoon- en e-mailcontacten tussen rechtzoekenden enerzijds en bureaus rechtshulp c.q. juridische loketten Jaar
2000 2001 2002 2003 2004
Aantal contacten Aantal contacten Juridisch loket bureau’s rechtshulp
Totaal
0 0 0 0 42.562
448.091 429.697 457.004 440.158 401.416
448.091 429.697 457.004 440.158 358.854
3.2.1 Afgegeven toevoegingen In 2004 zijn er 343.716 toevoegingen afgegeven. Dit zijn er ongeveer evenveel als het jaar daarvoor. In de periode 2000-2003 steeg het aantal toevoegingen jaarlijks, de stabilisatie in 2004 kan gezien worden als een trendbreuk.
Tabel 2: Aantal afgegeven toevoegingen in aantal en percentage Jaar
Aantal
Index
2000 2001 2002 2003 2004
293.080 299.482 328.206 343.473 343.716
100 102 112 117 117
Toevoegingen worden op twee manieren afgegeven: ambtshalve en op schriftelijk verzoek. Een toevoeging wordt ambtshalve afgegeven aan personen van wie de vrijheid rechtens is ontnomen. Hier is bijvoorbeeld sprake van als de politie iemand in hechtenis heeft genomen of iemand gedwongen is opgenomen in een psychiatrische inrichting. De persoon in kwestie krijgt dan gesubsidieerde rechtsbijstand ongeacht zijn inkomens- en vermogenspositie; hij hoeft ook geen eigen bijdrage te betalen (art. 43 Wrb). Als er geen sprake is van ontneming van de persoonlijke vrijheid, moet een rechtzoekende via zijn rechtsbijstandverlener zelf een toevoeging aanvragen.
Omdat de afgifte van een ambtshalve toevoeging is gekoppeld aan de ontneming van de vrijheid, is de ontwikkeling van het aantal ambtshalve afgegeven toevoegingen direct gerelateerd aan de activiteiten van organisaties zoals de politie en het OM en zorgverleners op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg. Hoe meer mensen in hechtenis worden genomen of worden opgenomen in het kader van de BOPZ, des te meer ambtshalve toevoegingen er worden afgegeven. In de afgelopen jaren is het aantal ambtshalve afgegeven toevoegingen zowel absoluut als relatief sneller gestegen dan het aantal aangevraagde toevoegingen. In 2000 is ongeveer één vijfde (22 %) van de toevoegingen op ambtshalve grond afgegeven. In 2004 is dit aandeel gestegen tot bijna 1 op de 3 (29 %). Deze toename kan onder andere verklaard worden uit de toegenomen inzet van politie en justitie in de opsporing. De intensivering die het kabinet voor de strafrechtketen heeft ingezet geeft derhalve zichtbare effecten in de programmakosten van de gesubsidieerde rechtsbijstand.
Tabel 3 : Afgegeven toevoegingen naar grondslag %
Aangevraagde** aantal
%
Totaal aantaal
%
64.776 72.879 87.007 93.932 98.835
22 24 27 27 29
228.304 266.603 241.199 249.541 244.881
78 76 73 73 71
239.080 299.482 328.206 343.473 343.716
100 100 100 100 100
* Niet-inkomensafhankelijk ** Inkomensafhankelijk
Hoofdrechtsterreinen Er zijn grote verschillen in het soort problemen waarvoor rechtzoekenden om hulp vragen. Een erfenis, ontslag of een geweigerde verblijfsvergunning kan alledrie een juridisch probleem opleveren. Om te weten voor welk soort problemen toevoegingen worden afgegeven, wordt geregistreerd op welk hoofdrechtsterrein een hulpvraag betrekking heeft. Omdat het aantal toevoegingen per rechtsterrein zo verschilt en het daardoor voorkomt dat een terrein waarop de absolute groei groot is maar de relatieve groei laag is, of andersom, wordt hieronder zowel het overzicht van de absolute als relatieve groei gegeven.
• dertien •
2000 2001 2002 2003 2004
Ambtshalve* aantal
Onderzoek/monitor 2004
Absolute ontwikkeling vraag Sinds 2000 is het totale aantal afgegeven toevoegingen flink gestegen. Dit heeft onder andere als consequentie dat er nog maar op 3 van de 17 rechtsterreinen sprake is van een absolute daling van het aantal toevoegingen. Op het terrein van het vluchtelingenrecht was de daling substantieel (-25.026). De belangrijkste verklaring hiervoor is de afname van het aantal asielzoekers dat om een verblijfsvergunning verzoekt. De andere terreinen waarop minder toevoegingen zijn afgegeven zijn het erfrecht (-92) en het goederenrecht (-146). De grootste absolute stijgingen hebben plaatsgevonden op het terrein van het strafrecht (+41.290) en personen- en familierecht (+13.822). In de registratie van de strafrechttoevoegingen wordt onderscheid gemaakt tussen zaken waarin degene aan wie de toevoeging is afgegeven verdachte is en zaken waarin hij dat niet is. De groei van het aantal toevoegingen aan niet-verdachten (+21.860) is nagenoeg gelijk aan het aantal dat is afgegeven aan verdachten (+19.430).
Tabel 4 : Hoofdrechtsgebieden waarop toevoegingen zijn afgegeven in de jaren 2000 tot en met 2003
• veertien •
Rechtsterrein
Straf (verdachte) Personen- en familierecht Straf (geen verdachte) Vluchtelingenrecht Vreemdelingenrecht Verbintenissenrecht Arbeidsrecht Sociale verzekeringen Sociale voorzieningen Huurrecht Bestuursrecht Woonrecht Onbekend of foutief ingevuld Ambtenarenrecht Faillissementsrecht Erfrecht Fiscaal recht Goederenrecht Totaal
2000
2001
2002
2003
2004
Verschil 2004-2000
65.074 58.768 29.691 49.032 21.293 18.522 14.383 12.447 11.325 5.777 3.344 886 729 405 202 627 297 278 293.080
65.724 61.801 36.491 50.430 15.844 17.791 15.247 12.883 10.783 5.750 3.537 945 520 409 239 591 322 175 299.482
72.340 62.292 44.340 52.455 24.133 16.938 17.000 14.645 11.094 5.751 3.690 1.066 706 441 371 495 295 154 328.206
81.416 68.807 47.988 32.927 28.746 18.543 20.969 16.299 12.812 6.437 4.509 1.175 67 572 523 550 263 122 343.473
84.504 72.590 51.551 24.006 22.984 20.754 21.374 15.355 15.238 6.675 3.875 1.426 1.024 731 664 535 298 132 343.716
19.430 13.822 21.860 -25.026 1.691 2.232 6.991 2.908 3.913 898 531 540 295 326 463 -92 1 -146 50.636
Stabilisatie Wanneer het aantal afgegeven toevoegingen per rechtsterrein in 2004 niet wordt vergeleken met 2000 maar met 2003 dan zijn de ontwikkelingen anders. Er is dan geen sprake van een grote absolute groei, maar van stabilisatie van het totaal aantal toevoegingen. Ondanks die stabilisatie zijn er wel verschuivingen tussen rechtsterreinen. In 2004 werden 8.921 toevoegingen minder afgegeven op het terrein van het vluchtelingenrecht dan in 2003. De één na grootste daling vond plaats op het terrein van het vreemdelingenrecht (-5.762). Deze daling wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door een afname van het aantal toevoegingen voor verzoeken om verblijfsvergunningen voor gezinsleden (-2.226). Op de derde plaats komt de daling van het aantal afgegeven toevoegingen op het terrein van de sociale verzekeringen (-944). Zij wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een daling van het aantal toevoegingen ten behoeve van WAO- (-579) en WW-zaken (-325).
Grootste stijging
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
• vijftien •
De grootste stijging in 2004 ten opzichte van 2003 vindt plaats op het terrein van het strafrecht (respectievelijk +3.563 ten behoeve van niet verdachten en +3.088 ten behoeve van verdachten). De één na grootste stijging vindt plaats op het terrein van het personen- en familierecht (+3.783). Deze toename wordt voor bijna de helft veroorzaakt door een toename van het aantal toevoegingen voor alimentatie c.q. levensonderhoudzaken (+1.822). Daarnaast wordt de toename ook veroorzaakt door een stijging van het aantal toevoegingen ten behoeve van omgangsregelingen (+559). Aanmerkelijk lager dan de stijging op de twee hiervoor genoemde terreinen zijn de stijgingen op het terrein de sociale voorzieningen (+2.426) en het verbintenissenrecht (+2.211). De stijging van het aantal toevoegingen op het terrein van de sociale voorzieningen wordt veroorzaakt door een stijging van het aantal bijstandszaken (+2.917). Dat dit aantal hoger is dan de totale stijging van het aantal zaken op het terrein van de sociale voorzieningen komt door dalingen op andere subcategorieën zoals studiefinanciering (-130). De stijging van het aantal zaken dat betrekking heeft op de algemene bijstandswet kan mogelijk verklaard worden uit de inwerkingtreding van de nieuwe Wet Werk en Inkomen per 1 januari 2004.
Onderzoek/monitor 2004
Relatieve ontwikkeling vraag In de periode 2000 tot en met 2004 is het aantal toevoegingen dat is afgegeven op het terrein van het faillissementsrecht het sterkst gestegen (329%). Dit zijn hoofdzakelijk toevoegingen voor zakelijke belangen. Andere terreinen waarop het aantal afgegeven toevoegingen relatief sterk is gestegen, zijn het strafrecht (voor respectievelijk wel en geen verdachte 30 en 74%), het ambtenarenrecht (80%), het woonrecht (61%) en het arbeidsrecht (49%). Op het terrein van het ambtenarenrecht wordt de stijging veroorzaakt door ontslag- of schorsingszaken. Op het terrein van het woonrecht door huursubsidiezaken en op het terrein van het arbeidsrecht door een toename van toevoegingen voor ontbindingen en beëindigingen van arbeidsovereenkomsten. De grootste relatieve dalingen hebben plaatsgevonden op het terrein van het goederen(-53%) en vluchtelingenrecht (-51%). Wanneer het aantal toevoegingen in 2004 wordt afgezet tegen het aantal toevoegingen dat in 2003 per rechtsterrein is afgegeven, dan hebben de grootste stijgingen plaatsgevonden op de terreinen van het ambtenarenrecht (28%), het faillissementsrecht (27%) en het woonrecht (21%). De grootste dalingen hebben plaatsgevonden op het terrein van het vluchtelingenrecht (-27%), het vreemdelingenrecht (–20%) en het bestuursrecht (-14%).
• zestien •
Tabel 5: Relatieve ontwikkeling van het aantal afgegeven toevoegingen per rechtsterrein.
Straf (verdachte) Personen- en familierecht Straf (geen verdachte) Vluchtelingenrecht Vreemdelingenrecht Verbintenissenrecht Arbeidsrecht Sociale verzekeringen Sociale voorzieningen Huurrecht Bestuursrecht Woonrecht Onbekend of foutief Ambtenarenrecht Faillissementsrecht Erfrecht Fiscaal recht Goederenrecht Totaal
2000
2001
2002
2003
2004
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
101 105 123 103 74 96 106 104 95 100 106 107 71 101 118 94 108 63 102
111 106 149 107 113 91 118 118 98 100 110 120 97 109 184 79 99 55 112
125 117 162 67 135 100 146 131 113 111 135 133 9 141 259 88 89 44 117
130 124 174 49 108 112 149 123 135 116 116 161 140 180 329 85 100 47 117
3.2.2 Vastgestelde toevoegingen De gemiddelde vergoeding per toevoeging biedt inzicht in de ontwikkeling van de kosten. Omdat rechtzoekenden niet voor alle soorten toevoegingen een eigen bijdrage verschuldigd zijn, is in tabel 7 een onderscheid gemaakt naar het soort toevoeging. De gemiddelde vergoeding voor civiele en ambtshalve toevoegingen is in de periode 2000-2004 veel sterker gestegen (respectievelijk +16% en +18%) dan de vergoeding voor strafzaken (+8%). Het aandeel van de eigen bijdrage in de totale vergoeding die een advocaat krijgt voor civiele en straftoevoegingen is in de periode 2000-2004 gedaald met respectievelijk +2% en +5%. De invloed van de verhoging van de eigen bijdrage is in deze ontwikkeling nog niet te zien omdat er een periode zit tussen de afgifte en vaststelling van een toevoeging.
2000 2000 Betaald Eigen Raad bijdrage Civiel Straf Asiel Ambtshalve
488 419 522 921
98 42 1 0
2003 2003 2000 Verg. Betaald Eigen Raad bijdrage adv. 586 461 532 921
648 432 516 879
95 32 0 0
2004 2004 2003 Eigen Verg. Betaald Raad bijdrage adv. 743 464 516 879
2004 Verg. adv.
583 457
97 40
680 498
1.095
0
1.095
• zeventien •
Tabel 6: Gemiddelde vergoedingen in civiele, straf, asiel en ambtshalve zaken door de Raden in de jaren 2000, 2003 en 2004 (waarbij vergoeding advocaat de optelsom is van het door de Raad voor Rechtsbijstand betaalde bedrag en de eigen bijdrage).
Onderzoek/monitor 2004
3.3 Aanbod van rechtsbijstandsverleners In 2004 stonden er 12.349 advocaten bij de balie ingeschreven. 52 procent van hen verleende in dat jaar ook gesubsidieerde rechtsbijstand. Sinds 2000 is het aantal advocaten dat gesubsidieerde rechtsbijstand verleent met 4 procent afgenomen terwijl het aantal advocaten dat bij de balie staat ingeschreven met 12 procent is gestegen. Deze tegengestelde tendensen hebben als gevolg dat het percentage advocaten dat gesubsidieerde rechtsbijstand verleent ten opzichte van alle advocaten in de periode 2000-2004 met 9 procent is gedaald.
• achttien •
Tabel 7: Aantal rechtsbijstandsverleners dat in de jaren 2000-2004 daadwerkelijk gesubsidieerde rechtsbijstand verleende (de actieve rbv-ers) en het aantal advocaten dat bij de balie is ingeschreven. Aantal actieve rvb-ers
Aantal bij de balie ingeschreven advocaten
Percentage t.o.v. alle bij de balie ingeschreven advocaten
6684 6428 6295 6437 6412
11.033 11.807 12.290 12.691 12.349
61 54 51 51 52
2000 2001 2002 2003 2004
(Bron aantal bij de balie ingeschreven advocaten: Jaarverslag 2004 NOvA en ‘De stand van de advocatuur’ (2004) SKU) Het gemiddeld aantal toevoegingen dat in 2004 per rechtsbijstandsverlener werd afgegeven (53,6) is nagenoeg gelijk aan het aantal toevoegingen dat in 2003 gemiddeld per advocaat werd afgegeven (53,4). Deze stabilisatie volgt op een periode waarin het gemiddeld aantal toevoegingen jaarlijks groeide. In 2000 werden er gemiddeld 43,9 toevoegingen afgegeven. Dit is 22 procent minder dan het gemiddelde aantal dat in 2003 en 2004 werd afgegeven.
Tabel 8: Gemiddeld aantal toevoegingen per actieve rechtsbijstandverlener 2000 2001 2002 2003 2004
Gemiddeld 43,9 46,6 52,2 53,4 53,6
Index 100 106 119 122 122
3.4 Aansluiting vraag en aanbod
Tabel 9: Aantal afgegeven toevoegingen per Raad voor Rechtsbijstand over de jaren 2000-2004 2000 ‘s-Hertogenbosch 56.135 Arnhem 46.754 ‘s-Gravenhage 72.878 Amsterdam 91.918 Leeuwarden 25.395
2001 2002 2003 2004 58.233 65.097 66.229 66.236 46.542 50.276 54.807 51.739 76.188 80.798 85.295 86.707 93.288 104.743 109.636 111.670 25.231 27.292 27.506 27.364
Tabel 11: Aantal rechtsbijstandsverleners dat in de jaren 2000-2004 daadwerkelijk gesubsidieerde rechtsbijstand verleende (de actieve rbv-ers) ‘s-Hertogenbosch Arnhem ‘s-Gravenhage Amsterdam Leeuwarden
2000 1345 1062 1507 2267 503
2001 1342 1014 1461 2125 486
2002 1335 1005 1408 2058 489
2003 1392 1031 1418 2104 492
2004 1399 1046 1419 2076 475
• negentien •
In de periode 2000-2004 is het aantal advocaten dat op toevoegingsbasis werkt licht gedaald (-4%). Het aantal toevoegingen is in dezelfde periode met 22 procent gestegen. Deze tegengestelde tendensen hebben onder andere als gevolg dat het gemiddelde aantal toevoegingen dat per jaar aan een individuele rechtsbijstandverlener wordt afgegeven in de periode 2000-2004 met 22% is gestegen. Op termijn kan dit een probleem worden. Uit nadere analyses die in het kader van de Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand 2004 (verder de monitor genoemd) zijn verricht blijkt bijvoorbeeld dat het aantal jaren dat de advocaten gemiddeld beëdigd zijn in de afgelopen jaren is gestegen. Deze ontwikkeling wordt mede veroorzaakt doordat nieuw ingeschreven advocaten het stelsel relatief snel weer verlaten. Uit de monitor blijkt ook dat er (vooralsnog) geen rechtzoekenden zijn die zeggen dat zij geen gebruik maken van gesubsidieerde rechtsbijstand omdat zij geen beschikbare rechtsbijstandverlener konden vinden. Wel geeft een groter percentage rechtzoekenden aan dat zij moeite hadden om een beschikbare rechtsbijstandverlener te vinden. In een in 2003 gehouden enquête zei 11% dat zij het moeilijk vonden een beschikbare advocaat te vinden. In 1999 was dit 7%.
3.5 Informatie per Raad voor Rechtsbijstand
Onderzoek/monitor 2004
• twintig •
3.6 Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand De Raden voor Rechtsbijstand publiceren jaarlijks, in opdracht van het Ministerie van Justitie, de Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand. De Raad voor Rechtsbijstand Amsterdam is als portefeuillehouder monitor/onderzoek van de vijf Raden belast met de uitvoering van de monitor. De integrale tekst van de monitor is te vinden op de website van de Raden, www.rvr.org. Het centrale doel van de monitor is om het inzicht in het functioneren van de ‘voorziening’ gesubsidieerde rechtsbijstand te vergroten. Om dit te bereiken, biedt de monitor zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens zoals: • De ontwikkeling van het aantal actieve rechtsbijstandverleners, waaronder het verloop; • Het aantal toevoegingen dat wordt afgegeven en de kenmerken daarvan; • Het aantal rechtzoekenden dat zich meldt bij de eerstelijns rechtshulp en de kenmerken van de hulpvragen; • In de even jaren aanvullend onderzoek onder rechtsbijstandverleners; • In de oneven jaren aanvullend onderzoek onder rechtzoekenden; • Onderzoek op basis van vragen die door de actualiteiten worden opgeworpen. Ten behoeve van de monitor 2004 is bijvoorbeeld een enquête onder bijna 1.600 advocaten uitgevoerd waarin onder andere vragen zijn gesteld over de kwaliteitsborging. Hieronder worden een paar conclusies aangestipt. Meer en uitgebreidere informatie is te vinden op de website.
Bekendheid In 2003 is een telefonische enquête onder Wrb-gerechtigden uitgevoerd. Hieruit bleek dat zij goed op de hoogte zijn van het bestaan van de bureaus rechtshulp. Hun bestaan is bij ruim 90% van de Wrb-gerechtigden bekend. Aanmerkelijk minder Wrbgerechtigden weten dat zij voor een juridisch probleem een toevoeging kunnen aanvragen. Van de respondenten die in de twee
jaar voorafgaand aan de enquête gebruik maakten van rechtsbijstand die niet wordt gesubsidieerd, zoals rechtsbijstand die men zelf betaald of die wordt verstrekt op basis van een rechtsbijstandsverzekering, wist een derde niet dat zij ook gebruik hadden kunnen maken van gesubsidieerde rechtsbijstand.
Procedurele of institutionele drempels Om een toevoeging aan te vragen moet een rechtzoekende bij het gemeentehuis een Verklaring omtrent Inkomen en Vermogen (VIV) ophalen. De advocaat stuurt deze VIV vervolgens naar een Raad voor Rechtsbijstand om te verzoeken om een toevoeging. 20% van de geënquêteerde Wrb-gerechtigden aan wie in de twee jaar voorafgaand aan de enquête een toevoeging is afgegeven, vond het ophalen en invullen van de VIV lastig of zeer lastig. Ruim de helft van deze groep (56%) vond het invullen en ophalen daarentegen helemaal niet lastig. De verplichting om een VIV bij het gemeentehuis op te halen en in te vullen vormde voor geen enkele van de geënquêteerde Wrb-gerechtigden een reden om geen beroep te doen op gesubsidieerde rechtsbijstand. Er lijken ook geen andere procedurele drempels te zijn om beroep te doen op gesubsidieerde rechtsbijstand.
Werking van de prijsprikkel Gesubsidieerde rechtsbijstand is een inkomensafhankelijke voorziening. Door een eigen bijdrage te heffen, wordt beoogd Wrbgerechtigden te prikkelen alleen van de voorziening gebruik te maken als zij een serieus juridisch probleem hebben. Op basis van een enquête die in 2003 is uitgevoerd, wordt geschat dat ongeveer 4% van degenen die in de twee jaar voorafgaand aan de enquête een juridisch probleem kregen geen beroep hebben gedaan op gesubsidieerde rechtsbijstand vanwege de kosten. Daarbij is niet geanalyseerd hoe ernstig zij hun probleem vonden. Het gegeven dat er Wrb-gerechtigden zijn die afzien van gesubsidieerde rechtsbijstand vanwege de prijs is een indicatie dat de prijsprikkel werkt. Ten behoeve van de monitor 2005 wordt onderzocht of het gebruik onder invloed van de verhoging van de griffierechten en eigen bijdrage is veranderd.
Kwaliteitsborging Gesubsidieerde rechtsbijstand is een voorziening die wordt gefinancierd uit publieke middelen. Het is mede daarom van belang dat de geleverde rechtshulp van goede kwaliteit is. In de enquête onder rechtzoekenden is gevraagd naar de kwaliteit van de rechtshulp die zij op toevoegingsbasis hebben gekregen. De kwaliteitsvragen hadden betrekking op de dienstverlening en de bejegening. In het algemeen blijken de Wrb-gerechtigden tevreden te zijn over de (kwaliteit) van de rechtshulp die zij op toevoegingsbasis hebben gekregen.
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
• éénentwintig •
Om toe te zien op de kwaliteit, mogen advocaten sinds 1 januari 2004 alleen nog maar gesubsidieerde rechtsbijstand leveren als zij een positieve auditverklaring in het kader van de door de Nederlandse Orde van Advocaten vastgestelde Kwaliteitsstandaard kunnen overleggen. Uit een enquête onder bijna 1.600 advocaten, die gehouden is in 2004, blijkt dat ruim de helft van de respondenten van mening is dat de normen uit de standaard de kwaliteit van de dienstverlening van de advocatuur waarborgen. Ruim de helft van de respondenten geeft aan dat het kantoor naar aanleiding van de verplichte kwaliteitsstandaard veranderingen heeft doorgevoerd. Ook geeft ruim een derde aan hierdoor te zijn geïnspireerd tot kwaliteitsverbeteringen.
4
Bedrijfsvoering 4.1 ICT In 2003 hebben de Raden voor Rechtsbijstand gezamenlijk een Meerjarenvisie ICT opgesteld. De ontwikkeling van deze Meerjarenvisie had tot doel inzicht en samenhang te verschaffen in de huidige en toekomstige ontwikkelingen op ICT-gebied bij de Raden voor Rechtsbijstand, alsmede in mogelijke consequenties daarvan. Het raamwerk dat daarmee beschikbaar komt is bedoeld voor het nemen van beslissingen en het beheerst kunnen sturen van projecten. Hierbij is een tijdhorizon gehanteerd van 3 à 4 jaar.
• tWEeëntwintig •
Meerjarenvisie In de Meerjarenvisie ICT is vastgelegd op welke wijze de Raden "op weg gaan naar een digitale serviceketen". De rechtsbijstandketen, waarvan de Raden onderdeel uitmaken, speelt daarnaast een grote rol als het gaat om de ontwikkeling van informatiesystemen en concreter: het elektronisch uitwisselen van gegevens en daarmede ook het verminderen van administratieve lasten terwijl tegelijkertijd processen effectiever kunnen worden uitgevoerd. In de Meerjarenvisie zijn de diverse informatiesystemen en applicaties beschreven die ontwikkeld en verbeterd moeten worden om de Raden en de keten hierin te faciliteren.
Ambitieniveaus Bij de formulering van de Meerjarenvisie zijn concrete ambitieniveaus geformuleerd die in 2006 gehaald zouden moeten worden. Uitgangspunt daarbij was dat Vivalt uiterlijk in juli 2004 geïmplementeerd was. De ambitieniveaus zijn nog steeds toepasbaar, zij het dat vanwege de vertraging in de invoering van Vivalt de termijnen nadere bijstelling behoeven.
Doelstelling 2007: • de aanlevering van aanvragen om toevoeging door advocaten geschiedt voor 90% digitaal; • de aanlevering van ambtshalve toevoegingen, afkomstig van de rechtbanken, gebeurt vrijwel 100% digitaal; • de aanlevering van verzoeken om toevoeging afkomstig van de
advocaten uit de piketdienst geschiedt voor 75% digitaal; gegevens hierover van de politie worden eveneens voor 75% digitaal aangeleverd. • de digitaal aangeleverde aanvragen om toevoeging worden als gevolg van systeemintegratie tussen Front-Office en het automatiseringssysteem van de Raden direct digitaal geregistreerd. • De controleprocessen voor persoonsgegevens en inkomens-/ vermogensgegevens zijn vrijwel 100% geautomatiseerd (Vivalt). • De inhoudelijke beoordeling van de aanvraag blijft waarschijnlijk voor een groot deel een menselijke beoordeling hoewel voor een aantal categorieën een in de software opgenomen "expertmodule" een voorstel zou kunnen genereren, dat door de mens/expert kan worden overgenomen danwel kan worden afgewezen. • de bepaling van de hoogte van de eigen bijdrage gebeurt automatisch. • het opstellen van het uiteindelijke besluit (toevoeging of afwijzing) vindt geautomatiseerd plaats. • met de hiervoor beschreven ambitieniveaus worden voor de behandeltijd van een verzoek om toevoeging (= de tijdspanne vanaf ontvangst van de aanvraag tot en met het versturen van het besluit) de volgende ambitieniveaus gehanteerd: 1. 90% van de aanvragen wordt binnen 5 werkdagen afgehandeld; 2. 95% binnen 8 werkdagen. • het indienen van declaraties door advocaten geschiedt voor 90% digitaal (via de Front-Office). • controle op de juistheid (vaststellen) van deze declaraties kan voor tenminste 50% geautomatiseerd plaatsvinden. • inboeken van de declaraties en het betaalbaarstellen ervan kan voor 90% geautomatiseerd. • Advocatenregistratie vindt grotendeels centraal plaats via de BAR • de Raden scoren een "goed" ("7") bij klanttevredenheidsonderzoeken.
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
De stand van zaken ultimo 2004 is als volgt: Vivalt Het project Vivalt is als ICT-onderdeel opgeleverd en wacht op invoering van de Wet die afhankelijk is van de behandeling in de Kamer.
Centrale bedrijfsapplicatie (vervanging GRAS door Tractor)
Twee Raden maken volop gebruik van een digitaal archief. De ervaringen die hiermee worden opgedaan, worden benut bij het vervolg van Tractor. Uitgangspunt is om in combinatie met de digitale aanvraag, de invoering van Vivalt en de vereenvoudiging van procedures zo weinig mogelijk zelf te digitaliseren, maar om vooral in te spelen op de digitale aanlevering van gegevens.
Advocatendatabank (BAR) In samenwerking met de Nederlandse Orde van Advocaten en de Raad voor de Rechtspraak hebben de Raden voor Rechtsbijstand in 2004 het besluit genomen te komen tot een uniforme landelijke registratie van alle advocaten. De voorbereidende werkzaamheden zijn in 2004 reeds gestart en naar verwachting kan het systeem in 2005 worden ingevoerd.
Ambtshalve toevoegingen en Piketdienst Het project 'ambtshalve toevoegingen' moet nog van start gaan. Voor de piketdiensten zijn verkennende onderzoeken in aanvang genomen.
Front-office (digitale toevoeging) De mogelijkheid om toevoegingen digitaal aan te vragen (frontoffice) zijn bij diverse Raden op experimentele basis opengesteld. De eerste ervaringen zijn positief. Besloten is om de definitieve invoering en verdere uitbreiding te koppelen aan het vervolg van het Tractor-project.
Financieel systeem inclusief front-office De vervanging van het financieel systeem (het huidige systeem is 12 jaar oud) is medio 2004 in projectvorm opgepakt. Invoering van het nieuwe financiële systeem is voorzien in 2005.
Juridisch Loket Het informatiesysteem voor het Juridisch Loket is succesvol ingevoerd bij de opening van de eerste juridisch loketten.
• drieëntwintig •
Het Tractor-project is na een aanvankelijke succesvolle start in het voorjaar 2004 stopgezet omdat ernstige twijfels waren gerezen over de succesvolle invoering. Nadat is vastgesteld dat de huidige bedrijfsapplicatie (GRAS) de taken kon blijven waarnemen en dat dit niet tot hapering van de bedrijfsprocessen zou kunnen leiden en dat de informatievoorziening (beleid- en beheer) gegarandeerd was, is een gedegen evaluatie van het Tractorproject ter hand genomen. Op basis van deze door PWC uitgevoerde evaluatie waarvan het eindrapport in november beschikbaar is gekomen, zal tot een aanpak voor vervolg worden besloten.
Digitaal archief
Bedrijfsvoering
ICT organisatie (GIO)
• vierentwintig •
Éen van de aanbevelingen uit de Meerjarenvisie betrof de inrichting van een Gemeenschappelijke ICT Organisatie, het GIO. De bestaande ICT-organisatie bij de Raden was, zo werd geconcludeerd, te versnipperd belegd. De Meerjarenvisie gaf een aantal sterke argumenten om over te gaan naar één gemeenschappelijke ICT-organisatie: • de verwachting dat er, vanwege de doelstelling van de Raden om de Meerjarenvisie te realiseren, de komende jaren sterke ontwikkelingen zijn op ICT gebied; • de constatering dat samenhang en prioritering tussen de verschillende ICT-projecten noodzakelijk is; • het streven naar een effectieve besteding van de beschikbare middelen; • het toenemend aantal externe organisaties en ketenpartners waarmee afspraken gemaakt moeten worden; • dat in dat kader moet worden gekomen tot verdere standaardisering en uniformering van systemen en procedures; • de noodzaak tot gebruikmaking van een gemeenschappelijke communicatie-infrastructuur; • een bundeling van expertise en capaciteit. Voor de inrichting van de GIO is een blauwdruk opgesteld, welke door de Raden is onderschreven.
ICT-manager
Het GIO heeft wat betreft de klantvisie twee aandachtsgebieden: • Intern: gericht op het doel om vanuit een gezamenlijke visie op de informatievoorziening te komen tot een effectieve en doelmatige ondersteuning van de bedrijfsprocessen bij de Raden met inzet van ICT-middelen. • Extern: gericht op partners in de rechtsbijstandketen met als doel de keteninformatievoorziening optimaal te faciliteren en te ondersteunen. Hierbij wordt opgemerkt dat de formele relatie/communicatie van externe/ketenpartners in principe loopt via de interne klant.
Intermediair Ten behoeve van de Raden zal de GIO als intermediair gaan functioneren naar de aanbieders van ICT-diensten. Deze aanbieders leveren daarbij producten en diensten op het gebied van bijvoorbeeld infrastructuur/netwerken, PC’s, systeemontwikkeling, gebruikersondersteuning en (technisch) systeembeheer. Anders gesteld: de processen en de activiteiten die de GIO uitvoert, zullen erop gericht zijn afstemming te bewerkstelligen tussen de bedrijfsvoering bij de Raden en de ICT. In 2005 zal de GIO naar verwachting geheel operationeel zijn. Voor de het beheer van de systemen maken de Raden gebruik van IRIS-ICT als ondersteunende organisatie.
De werving van een ICT-manager is in 2004 gestart, maar heeft niet geleid tot aanstelling. Verwacht wordt dat deze begin 2005 kan aantreden. De ICT-manager zal met andere leden van het GIO het beleid van de Meerjarenvisie en de blauwdruk GIO vorm én inhoud moeten geven.
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
5
Kwaliteitsbeleid 5.1 Convenant kwaliteitsborging als uitgangspunt Voorjaar 2002 hebben de Raden voor Rechtsbijstand, het Ministerie van Justitie en de Nederlandse Orde van Advocaten (de Orde) een convenant ondertekend dat tot doel heeft om gefaseerd een samenhangend systeem van kwaliteitszorg in de gesubsidieerde rechtsbijstand in te voeren. Deze aandacht voor kwaliteit is enerzijds gewenst vanuit het perspectief van de particuliere rechtzoekende, waarvoor de Raden als belangen-behartiger optreden. Daarnaast is kwaliteitsborging binnen het door de overheid gesubsidieerde stelsel nodig vanuit het oogpunt van verantwoording over de aan deze publieke voorziening bestede middelen.
Positieve auditverklaring Het convenant bestrijkt de periode tot en met 2006 en voorziet in een gefaseerde opbouw. De aan de advocatuur gestelde eisen nemen in zwaarte en bereik gefaseerd toe. Vanaf 1 januari 2004 hanteren de Raden het bezitten van een positieve auditverklaring als inschrijvingsvoorwaarde. De subsidiëring van de auditkosten door de Raden wordt geleidelijk afgebouwd. Per 1 januari 2006 beëindigen de Raden de subsidiëring van de auditkosten.
5.2 Ervaringen met het auditstelsel onderzocht De invoering van de kwaliteitsstandaard in combinatie met een verplichte audit heeft binnen de balie het nodige stof doen opwaaien. Diverse artikelen en reacties in het Advocatenblad getuigen hier ondermeer van. Een representatief beeld van de manier waarop de gemiddelde rechtsbijstandverlener tegen kwaliteit(sbewaking) aankijkt, is naar voren gekomen uit het onderzoek dat is verricht in het kader van de Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand 2004. In de enquête die ten behoeve van de monitor is gehouden onder advocaten die zijn ingeschreven bij een van de Raden voor Rechtsbijstand, is namelijk een aantal vragen opgenomen over het kwaliteitstraject. Gevraagd is naar de toegevoegde waarde van de audit, de wijze waarop de audit is uitgevoerd en welke resultaten dit had gehad voor het kantoor van de ondervraagden. In totaal hebben bijna 1000 van de ruim 6200 ingeschreven advocaten deelgenomen aan het deel van de enquête dat betrekking had op kwaliteit.
• vijFentwintig •
In het convenant is de volgende rolverdeling afgesproken: • de Orde is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de rechtsbijstandverlening. De Orde draagt dan ook zorg voor de vaststelling van de minimumeisen waaraan advocatenpraktijken in een audit moeten voldoen. Ook behoort het tot de verantwoordelijkheid van de Orde om het systeem van kwaliteitsborging verder uit te bouwen en te verbeteren. De Orde faciliteert hiernaast de toetsing door auditors. Tenslotte ziet de Orde toe op de naleving van de verordening op de permanente educatie; • de Raden zien toe op het voldoen aan de inschrijvingsvoorwaarden en dragen zorg voor de zogenaamde metatoetsing. In deze toets wordt bezien of de doelstellingen die met het auditstelsel zijn beoogd ook daadwerkelijk worden bereikt.
In 2006 zullen ook intercollegiale toetsing en/of intercollegiale consultatie en/of intervisie onderdeel gaan uitmaken van het systeem voor kwaliteitsborging. In 2005 wordt verder gewerkt aan de methodische opzet hiervan. Zowel de inhoudelijke keuze van methodes en technieken als de wijze van invoering komt hierbij aan bod. De Orde is hiervoor primair verantwoordelijk. De Raden hebben een adviserende rol.
Kwaliteitsbeleid
Uitkomsten De uitkomsten van de enquête wijzen uit dat volgens advocaten de verplichting om te voldoen aan de kwaliteitsstandaard bijdraagt aan de kwaliteit van de geleverde rechtsbijstand. Op veel kantoren zijn bijvoorbeeld veranderingen doorgevoerd naar aanleiding van (de voorbereiding op) de audit. Ook is meer dan de helft van de respondenten van mening dat de normen uit de standaard de kwaliteit van de dienstverlening van de advocatuur waarborgen. Ruim een derde geeft aan door de audit te zijn geïnspireerd tot kwaliteitsverbeteringen. De volledige tekst van de Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand 2004 is te lezen op de internetsite van de Raden (www.rvr.org).
• zesentwintig •
Draagvlak Gezien het feit dat deze vorm van kwaliteitsborging een verplicht karakter heeft, kunnen deze uitkomsten als een positief resultaat worden gezien. Er is echter nog niet over de hele linie draagvlak. Dit betekent dat Orde en Raden ook in 2005 verder dienen te werken aan vergroting van het draagvlak binnen de advocatuur en het wegnemen van weerstanden. Het baliebreed - dus ook buiten de sfeer van de gesubsidieerde rechtsbijstand - invoeren van de auditverplichting is een goede mogelijkheid om de acceptatie en positie van het auditstelsel te versterken.
5.3 De audit als inschrijvingsvoorwaarde Met ingang van 1 januari 2004 is een advocaat, zoals gezegd, verplicht om over een geldige auditverklaring te beschikken als deze op basis van een toevoeging rechtsbijstand wenst te verlenen. Pas gestarte advocaten kunnen tijdelijk uitstel krijgen. Om advocaten bijtijds te attenderen op het verlopen van hun auditverklaring, sturen de Raden een advocaat, van wie de verklaring afloopt, bij wijze van service vier maanden van tevoren een brief om hierop te wijzen. Het bijtijds aanvragen van een nieuwe audit blijft primair de verantwoordelijkheid van de advocaat.
Voor advocaten die op 1 januari 2004 nog niet over een auditverklaring beschikten, maar wel een audit hadden aangevraagd, bestond de mo-gelijkheid om tot 1 mei 2004 uitstel te krijgen. Van deze overgangsregeling is door een aanzienlijk aantal advocaten gebruik gemaakt.
Terugval In 2004 is een aantal advocaten vanwege het verplichte karakter en/of de kosten van de audit gestopt met het verlenen van gesubsidieerde rechtsbijstand. Gemeten naar het aantal toevoegingen dat deze advocaten voor hun rekening nam, kan deze terugval in aantal ingeschreven rechtsbijstandverleners zonder problemen worden opgevangen. Ter illustratie hiervan geven de landelijke cijfers van begin juni 2004 weer dat het aantal uitschrijvingen van advocaten die niet over een geldige auditverklaring beschikten in totaal 1034 advocaten betrof. Aan deze groep waren in 2003 3200 toevoegingen afgegeven. Dit maakt slechts een procent van het totale aantal afgegeven toevoegingen uit.
Bezwaar In 2004 heeft een advocaat bij de NMa een klacht ingediend tegen het auditstelsel. Deze klacht is afgewezen. Hierbij is aangegeven dat de gedragingen van de Orde en de Raden niet onder het bereik van de Mededingingswet vallen. Verder is overwogen dat met het stellen van kwaliteitseisen louter invulling aan de inschrijvingsvoorwaarden is gegeven, die op basis van de Wet op de rechtsbijstand door de Raden mogen worden opgelegd. Hierop heeft de advocaat bezwaar ingesteld. Dat bezwaar is vervolgens niet ontvankelijk verklaard.
5.4 Subsidieregeling audits 2004
5.5 Stichting Kwaliteitszorginitiatieven Rechtsbijstand (SKiR) In 2001 is de Stichting Kwaliteitszorginitiatieven Rechtsbijstand (SKiR) opgericht. Het SKiR wordt gefinancierd door de Orde en de Raden. De stichting ontwikkelt kwaliteitsinstrumenten om de invoering en verdere ontwikkeling van het kwaliteitsstelsel te faciliteren. Instrumenten die het SKiR in 2004 heeft aangeboden zijn de klanttevredenheidsmeting via internet en de elektronische ondersteuning van de kwaliteitsstandaard 2004. Naast het aanbieden van deze instrumenten zal het SKiR in 2005 het gebruik van haar produkten blijven stimuleren en bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de kwaliteitszorg binnen de advocatuur, onder meer bij het uitwerken van de methodische opzet voor Intercollegiaal Consult (ICC). De Raden hebben in 2004 ten behoeve van de exploitatie van het SKiR een bedrag van h103.600 beschikbaar gesteld.
• zevenentwintig •
De kosten voor de uitvoering van een audit bedragen h1.050,61 exclusief BTW (prijspeil 1 juli 2004). De auditverklaring heeft, indien geen verbeterpunten zijn geconstateerd, een geldigheidsduur van 3 jaar. In 2004 hebben de Raden de "Subsidieregeling Kwaliteitsaudits advocatuur 2004 / 2005" uitgevoerd. Op basis van deze subsidieregeling komt de helft van de kosten van de audit (bestaande uit het honorarium plus de reiskosten van de auditor) in aanmerking voor vergoeding door de Raad, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: • bij eenmanskantoren: indien er in het voorgaande kalenderjaar meer dan 50 toevoegingen aan het kantoor zijn afgegeven; • bij kantoren bestaande uit meerdere ingeschreven rechtsbijstandverleners: indien er in het voorgaande kalenderjaar aan het betreffende kantoor gemiddeld per ingeschreven advocaat meer dan 50 toevoegingen zijn afgegeven.
6
Rechtsbijstand/regelgeving Met betrekking tot de rechtsbijstand in het algemeen kan worden opgemerkt dat zich, ondanks de substantiële verhoging van de eigen bijdragen met 35% in januari 2004, geen daling heeft voorgedaan in het aantal toevoegingsaanvragen en de afgegeven toevoegingen. Bij de ambtshalve en de straftoevoegingen trad een stijging op, mede door extra aandacht die aan het veiligheids- en handhavingsbeleid werd geschonken. In het aantal asieltoevoegingen trad door de dalende instroom van asielzoekers tengevolge van eerder ingevoerde wijzigingen in de Vreemdelingenwet, een substantiële daling op.
• achtentwintig •
6.1 Rechtsbijstand/regelgeving Met ingang van 23 januari 2004 werden de eigen bijdragen verhoogd met 35%. Tegelijkertijd werd de anticumulatiebepaling gewijzigd. In plaats van een voortdurend dalende eigen bijdrage gedurende een reeks van toevoegingen werd de regeling zo gewijzigd dat gedurende een periode van een half jaar de eigen bijdrage bij de tweede, derde en vierde toevoeging op 50% werd gesteld van de eigen bijdrage op de eerste toevoeging. Vanaf de vijfde toevoeging is de rechtzoekende opnieuw een volledige eigen bijdrage verschuldigd.
Veegwet Per 1 mei 2004 trad de zogenoemde Veegwet (naar aanleiding van de uitgevoerde evaluatie van de Wrb) na een jarenlange voorbereiding in werking. Hierdoor traden inhoudelijke veranderingen op, ook met betrekking tot de werkwijze en taken van de Raden. Het Bureau rechtsbijstandvoorziening verloor zijn zelfstandige status en werd een hiërarchisch ondergeschikt orgaan van de Raad. De geldende administratief-beroepsprocedure tegen besluiten van het Bureau rechtsbijstandvoorziening werd vervangen door een bezwaarprocedure tegen besluiten van de Raad zelf. De Raden kunnen op grond van de gewijzigde wetgeving besluiten bepaalde zaken niet meer voor advies voor te leggen aan hun adviescommissie voor bezwaar maar deze zaken te laten afdoen op ambtelijk niveau. Hierdoor wordt een vereenvoudiging en versnelling van
de procedure gerealiseerd. Een belangrijke inhoudelijke wijziging van de Veegwet is dat de voorwaardelijke toevoegingen niet meer zien op de procedure in één instantie, maar dat zij voorwaardelijk blijven totdat de gehele zaak waarop zij betrekking hebben is afgerond in het uiterste geval tot en met cassatie.
Stelselherziening In het kader van de stelselherziening werd een projectgroep geformeerd die zich bezighield met de ontwikkeling van de taken en de invoering van de juridische loketten. In dit kader werd de nadere regelgeving voorbereid rond deze stelselherziening en met name rond de invoering van de lichte adviestoevoeging ("lat") als vervanging van het verlengd spreekuur. Het verrichten van rechtsbijstand op basis van de "lat" wordt in arrangementen met de advocaten overeengekomen. Terzake van de eigen bijdragen en de voorwaarden waaronder de lichte adviestoevoeging kan worden verstrekt dienden beleidsregels tot stand te worden gebracht evenals met betrekking tot het maximum-aantal toevoegingen dat aan een advocaat kan worden afgegeven, het zogenoemde maximumbeleid. Terzake van het maximum-beleid is een nieuwe landelijke regeling vastgelegd waarbij wordt uitgegaan van "eenheden". De Raden zullen met ingang van 2005 per jaar niet meer toevoegingen afgeven dan het equivalent van 250 eenheden. Een toevoeging van 6 punten of meer telt daarbij voor 1 eenheid, een toevoeging van minder dan 6 punten maar meer dan 2 punten voor twee-derde eenheid en een lichte adviestoevoeging, van 2 punten, voor één-derde eenheid. Het maximum zal niet verhoogd worden, aangezien in de aangegeven berekeningswijze reeds voldoende ruimte bestaat om rekening te gehouden met een specifieke praktijkstructuur van de advocaat.
Verlenging van de piketfase
Het wetsontwerp voor de invoering van het Vivalt-systeem werd tot stand gebracht maar kon in het verslagjaar niet leiden tot parlementaire behandeling. Met de invoering van dit systeem wordt de berekening van de eigen bijdrage vereenvoudigd doordat gebruik wordt gemaakt van de gegevens van de Belastingdienst. Naar verwachting kan het Vivalt-systeem per 1 januari 2006 worden ingevoerd. Door de Raden werd een uitvoeringstoets gedaan ten aanzien van de voorgenomen maatregelen in de regelgeving betreffende de "lat" en de mediation.
Onderwerpen die verder werden besproken zijn onder meer de voorgenomen verlenging van de piketfase in strafzaken, de regeling van de mediation, en de lichte adviestoevoeging. Ook zijn gedachten ontwikkeld met betrekking tot het inschakelen en de vergoeding van medische deskundigen in letselschadezaken. Deze onderwerpen leiden naar verwachting in 2005 tot besluitvorming. Daarnaast werd aandacht besteed aan onderwerpen als de verplichte procuraten, het Europees arrestatiebevel, de toepassing van de anticumulatie-bepaling en de mogelijke invoering van een eigen bijdrage in strafzaken waarbij op last van de rechter een toevoeging wordt afgegeven. Deze laatste gedachte werd op grond van de bevindingen van het onderzoek ontraden. Wel kwam in het kader van het onderzoek de mogelijkheid van de verlenging van de piketfase naar voren. Omdat geconstateerd werd dat tussen de Raden aanzienlijke verschillen optreden inzake de vergoeding van bewerkelijke zaken werd een werkgroep in het leven geroepen die in de loop van 2005 aanbevelingen zal formuleren om tot een meer gelijke uitvoeringspraktijk in deze zaken te komen.
Binnen de portefeuille rechtsbijstand wordt gewaakt voor een zo uniform mogelijke toepassing van wet- en regelgeving. Het gevoerde beleid wordt zoveel mogelijk afgestemd tussen de raden. De Raden werd ten aanzien van een aantal onderwerpen voorstellen tot regelgeving, of wijziging van bestaande regelgeving gedaan. Dit bijvoorbeeld met betrekking tot de financiering van rechtsbijstand bij rogatoire commissies en bij de verbeterde formulering van de regeling rond de vergoeding van gemeenschappelijke verzoeken tot echtscheiding. Door aanpassing van de regelgeving, de invoering van art. 3 sub f van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria, werd voorzien in het terughoudend toevoegen bij herhaalde asielprocedures. Alleen in geval van nieuwe feiten en omstandigheden, en nadat de IND om die redenen een verzoek opnieuw in behandeling heeft genomen, wordt een nieuwe toevoeging verstrekt.
Toevoegen en Vergoedingen De veranderingen in de regelgeving zijn opgenomen in de Handboeken Toevoegen en Vergoedingen. Hierdoor wordt een uniforme werkwijze van de Raden bevorderd evenals een uniforme uitvoering van wet- en regelgeving. De managers beschikkingen hebben namens de Raden verder een aantal functionele ontwerpen inzake de wijziging of aanpassing van het GRAS-systeem, zoals voor Vivalt en voor de lichte adviestoevoeging, beoordeeld en vastgesteld.
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
• negenentwintig •
Invoering
Rechtsbijstand/regelgeving
Toename
• dertig •
In het verslagjaar leek een aanzienlijke toename te ontstaan van zaken met betrekking tot aandelenleaseconstructies en -overeenkomsten. Bij nader onderzoek bleek een behoorlijke variatie in zaken, zowel voor wat betreft de partijen tegen wie geprocedeerd werd, als voor wat betreft de gronden waarop deze procedures werden gevoerd. Naar het oordeel van de Raden zijn de bestaande voorzieningen zodanig dat het beroep dat mogelijkerwijs op de gesubsidieerde rechtsbijstand zal worden gedaan kan worden opgevangen. De Raden zijn van mening dat een, eventueel tijdelijke, verhoging van de vergoeding in deze zaken, dan wel het sluiten van arrangementen met terzake kundige rechtsbijstandverleners, daarbij dienstig zal zijn. In het kader van de bewaking van de interne bedrijfsvoering werd wederom een intercollegiale toets uitgevoerd op de kwaliteit van het werk van de Raden. De gesignaleerde verwonderpunten leidden ertoe dat een landelijke werkgroep in het leven werd geroepen die zich bezighoudt met een nader onderzoek naar tussen de Raden gesignaleerde verschillen in vergoedingen in bewerkelijke zaken en in kinderstrafzaken op basis van een ambtshalve toevoeging. Ook werd onderzoek verricht naar de declaratiepraktijk van de advocaten met betrekking tot de door de IND betaalde kosten inzake de bestuurlijke voorprocedure. Tenslotte werd de praktijk van de verschillende Raden onder de loep genomen met betrekking tot de buitenbehandeling stelling van onvolledige aanvragen.
6.2 Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) De activiteiten van de Raden op het gebied van de Wsnp zijn ondergebracht bij de Raad voor Rechtsbijstand ’s-Hertogenbosch.
Instroom De instroom van nieuwe zaken steeg in 2004 explosief. Ten opzichte van 2003 verklaarden de rechtbanken de Wsnp ruim 3.000 keer vaker van toepassing, een stijging van ruim 30%.
Bewindvoerders De totale bewindvoerderscapaciteit groeide. Dit kwam doordat er evenveel nieuwe toetreders als in andere jaren, maar minder uitvallers. De rechtbanken kenden hierdoor, ondanks de groeiende instroom, weinig problemen bij hun benoemingsbeleid. Tegelijkertijd was de belangstelling voor participatie groot. Het aantal aanmeldingen voor deelname aan de basiscursus oversteeg het aantal beschikbare plaatsen en het Bureau Wsnp kreeg meer dan twintig verzoeken om erkenning als bewindvoerderorganisatie (in totaal zijn circa zestig organisaties erkend). Zeven aanvragen werden afgewezen. Voor een deel vloeide de toename van erkenningsverzoeken voort uit de afbouw van Wsnp-activiteiten bij de Bureaus Rechtshulp. De stelselwijziging in de gesubsidieerde rechtsbijstand leidde ertoe dat een aantal bureaus besloot de Wsnp-activiteiten te staken. In de meeste gevallen zetten de betrokken bewindvoerders de Wsnp-activiteiten als zelfstandige voort. Als extra service aan de bewindvoerders is de mogelijkheid ontwikkeld om financiële informatie niet (alleen) naar de bewindvoerder te sturen, maar ook naar een financiële afdeling binnen de bewindvoerderorganisatie.
Kwaliteit In 2004 werden enkele belangrijke mijlpalen geslagen op weg naar gestructureerd kwaliteitsbeleid voor bewindvoerders. Op initiatief van de Raad stelden externe deskundigen, met inbreng van bewindvoerders en rechterlijke macht een nieuw competentieprofiel voor bewindvoerders vast, een globaal kwaliteitskader en een best practicemodel voor bewindvoerderorganisaties. ReCoFa (een werkgroep insolventierechters die als brancheorganisatie opereert) paste de richtlijnen voor bewindvoerders aan en startte met de ontwikkeling van uniforme documenten (verslagen, slotuitdelingslijst). Ook deze activiteiten steunde de Raad met kennis en personele capaciteit. Door genoemde ontwikkelingen werd het mogelijk om de invoering van een auditsystematiek concreet voor te bereiden. Voor de zomer van 2005 worden de eerste proefaudits gehouden.
Met ReCoFa werden afspraken gemaakt over het periodiek aanleveren van cijfermatige overzichten over de uitvoering van de Wsnp. Deze gegevens kunnen de rechtbanken helpen om hun eigen processen te monitoren, maar verschaffen ook meer inzicht in de werkzaamheden van bewindvoerder(organisatie)s.
Publicatiegegevens De beoogde vereenvoudiging van informatie-uitwisseling met de rechtbanken, waarbij het Bureau Wsnp gebruik kan maken van landelijke publicatiegegevens, liep vertraging op. Implementatie is nu voorzien voor juli 2005. Om een en ander in goede banen te leiden is binnen het Bureau Wsnp eind 2004 een projectorganisatie in het leven geroepen. In verschillende werkgroepen bereiden de medewerkers, waar nodig ondersteund door externe deskundigen, maatregelen voor om de administratieve processen en de automatisering aan te passen, eventuele wijzigingen in regelgeving en beleid te realiseren, de personele gevolgen te ondervangen en goed met alle betrokkenen te communiceren.
Verklaring ex art 285 Fw In het voorjaar van 2004 oordeelde na ReCoFa ook de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) positief over de aangepaste modelverklaring ex art 285 Fw. Daarop startte de bouw van een nieuwe release van de software Opus.R voor de geautomatiseerde opmaak en afgifte van de modelverklaring. Uiteindelijk werd release 4.0 in november 2004 verspreid onder alle instanties die bevoegd zijn om de verklaring ex art 285 Fw af te geven. De afgifte is een wettelijke taak van het college van B&W, maar kan worden gemandateerd aan kredietbanken, schuldhulpinstellingen of andere organisaties.
Eigen systeem Ook het eigen informatiesysteem van het Bureau Wsnp werd aangepast. In 2003 was een voorlopige oplossing gekozen om de aangepaste subsidiestructuur (drie betalingen i.p.v. twee) te kunnen realiseren. In maart 2004 werd besloten om een structurele ontwikkeling te realiseren. De implementatie daarvan leverde enige problemen en verstoringen in de processen van het Bureau Wsnp op. De gevolgen voor bewindvoerders bleven beperkt, maar in een klein aantal gevallen moest het Bureau Wsnp maatwerk bieden door bijvoorbeeld tussentijds subsidiebetalingen uit te voeren.
• éénendertig •
De Raad voerde enkele malen overleg met een aantal bewindvoerders die trachtten een branchevereniging op te richten. Dit initiatief leidde tot dusver nog niet tot een breed gedragen belangenorganisatie. Omdat een gesprekspartner op brancheniveau onontbeerlijk is voor de verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk, onderzoekt de Bureau Wsnp momenteel of hij de oprichting kan faciliteren.
6.3 Automatisering
Rechtsbijstand/regelgeving
Opleiding
Bezwaarprocedures
OSR juridische opleidingen organiseerde twee basiscursussen voor bewindvoerders (niet-advocaten). Daarnaast volgden bijna 200 bewindvoerders (niet-advocaten) de verplichte bijscholingsdagen. Omdat bewindvoerders nog nadrukkelijker waren betrokken bij het samenstellen van het programma en bij de indeling van de cursisten rekening was gehouden met vergelijkbare ervaringsniveaus, was de waardering voor de bijscholing hoger dan in 2003.
Voor het eerst sinds enige tijd werden enkele bezwaarschriften behandeld in het kader van de Wsnp. Het ging in beide gevallen om afwijzingen van verzoeken tot erkenning als bewindvoerderorganisatie. De bezwaren werden ongegrond verklaard. In één geval volgde een beroepsprocedure bij de sector bestuursrecht. Het resultaat daarvan is nog niet bekend. Omdat het aantal Wsnp-bezwaren structureel gering is, werd besloten de behandeling onder te brengen bij de reguliere Bezwaarcommissie van de Raad.
• tweeëndertig •
Monitor In samenspraak met het Ministerie van Justitie startte de Raad met de inrichting van een periodieke monitor Wsnp. Hierin worden jaarlijks gegevens over de uitvoering van de Wsnp verzameld en geanalyseerd. Omdat het enige tijd duurde voordat overeenstemming was bereikt over aard en opzet van het onderzoek, liep de eerste monitor enige vertraging op. Voor de zomer van 2005 zullen de eerste onderzoeksresultaten zichtbaar zijn.
6.4 Communicatie Update In 2004 werden vier edities van de nieuwsbrief Update Wsnp uitgegeven. In twee gevallen werd de nieuwsbrief van het andelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening bijgevoegd.
Internetsite LRS/CIR In december 2004 werd duidelijk dat de wetgeving over het Centrale Insolventieregister (CIR) kort daarna in werking zou treden. De gevolgen voor het Bureau Wsnp en het bestaande Landelijk Register Schuldsanering (LRS, de voorloper van het CIR) zullen in 2005 merkbaar worden. Intussen is intensief overleg hierover gestart met het ministerie van Justitie en de rechterlijke macht die (een deel van) het CIR gaat beheren. Daarnaast heeft het Bureau Wsnp bij een privacydeskundige advies gevraagd over de wijze waarop aan deze wetgeving invulling kan/moet worden gegeven.
Wetswijziging Het wetsvoorstel over aanpassingen in de Wsnp (naar aanleiding van de wetsevaluatie) werd in december aangeboden aan de Tweede Kamer. Over de datum inwerkingtreding kan nog weinig worden gezegd.
De internetsite is in 2004 praktisch wekelijks aangevuld met relevante informatie voor het werkveld. Een nieuwe rubriek bevat informatie over studiedagen en congressen en standaarddocumenten voor bewindvoerders, uitgegeven door de rechtbanken.
Netwerken Medewerkers van het Bureau Wsnp participeerden in diverse initiatieven en overleggremia zoals de VFN-werkgroep die het Convenant primaire betaaldiensten evalueerde, de VTLB-werkgroep, de ReCoFa-vergaderingen, de redactie van het magazine Schuldsanering en verschillende studiedagen over schuldhulpverlening. Nieuw was de kennismaking met het Europese Consumer Debt Network, waarin verschillende EU-landen, met subsidie van de EU, samenwerken op het gebied van onderzoek naar schulden. Het Bureau Wsnp was in december 2004 vertegenwoordigd bij een congres van het CDN over de relatie tussen werk en schulden.
Helpdesk Beroepsbeoefenaren en burgers met financiële problemen wisten de helpdesk weer goed te vinden. Alleen al via het speciale 0900nummer namen 7.000 mensen contact op met de medewerkers van het Bureau Wsnp. Eenzelfde aantal klanten benaderde de helpdesk langs andere kanalen.
Klanttevredenheidsonderzoek Het klanttevredenheidsonderzoek dat voor 2004, was voorzien, is nog niet uitgevoerd. In het kader van de audit die de (gehele) Raad voor Rechtsbijstand volgens de INK-systematiek doorliep, werd gepleit voor een gestructureerde meting van tevredenheid bij alle klantgroepen. Op raadsniveau wordt hierover nog gediscussieerd. Onderzoek bij bewindvoerders en rechtbanken zal naar verwachting in deze bredere structuur worden uitgevoerd.
6.5 Kwaliteitsregister Tolken en Vertalers
Financiën Al in een vroeg stadium werd zichtbaar dat de instroom van nieuwe zaken in 2004 veel hoger zou uitvallen dan was aangenomen. Dit had onder meer gevolgen voor de dekking van de bijbehorende subsidieverplichtingen. Desgevraagd verhoogde het ministerie van Justitie in november 2004 de financiering van Wsnp-subsidies. Voor een deel moet het Bureau Wsnp de hogere verplichtingen dekken uit de reserves. De extra instroom leidde daarnaast tot hogere kosten voor de administratieve processen bij het Bureau Wsnp en algehele ondersteuning van het stelsel. Ook deze uitgaven konden nog worden gefinancierd vanuit de reserve. Voor 2005 wordt echter een verdere stijging voorzien van subsidieverplichtingen en andere uitgaven. De egalisatiereserve biedt onvoldoende dekking voor deze stijging. Naast aanvullende subsidie van het ministerie zal worden bezien of een deel van de kosten voor opleiding en kwaliteitsontwikkeling naar bewindvoerders kunnen worden overgeheveld.
Tolkenpas Bij het beheer van het Kwaliteitsregister Tolken en Vertalers sprong vooral de introductie van de speciale KTV-pas in het oog. Alle ingeschreven beroepsbeoefenaren konden zo’n pas aanvragen na toezending van de Verklaring omtrent Gedrag. Een en ander noopte de Raad tot aanpassing van de administratieve processen en het informatiesysteem. Na enige aanloopproblemen is de uitgifte van de passen in de loop van 2004 goed op gang gekomen. De uitgifte bracht wel de nodige werkzaamheden met zich mee en leidde tot veel communicatie via nieuwsbrieven, mailings, en contacten aan de telefonische helpdesk of per e-mail.
Register In het voorjaar van 2004 introduceerde de Raad voor afnemers een speciale internetversie van het register. Om toegang te krijgen tot dit register moeten afnemers een wachtwoord aanvragen bij de Raad. Na een pilot van drie maanden konden de gebruikers suggesties voor verbetering aanleveren. Inmiddels is een sterk verbeterde versie beschikbaar. Voordeel van dit register is dat de afnemers op diverse manieren een tolk of vertaler kunnen zoeken,
• drieëndertig •
De Raad ’s-Hertogenbosch beheert voor het ministerie van Justitie het Kwaliteitsregister Tolken en Vertalers. Beroepsbeoefenaren kunnen zich aanmelden voor inschrijving in dit register. Daartoe moeten zij voldoen aan criteria op het gebied van opleiding en ervaring. Voldoen zij aan alle criteria, dan schrijft de Raad hen definitief in. Voldoen zij aan een deel van de criteria, dan komt het tot een voorlopige inschrijving en kunnen tolken of vertalers via extra werkervaring en/of aanvullende scholing proberen alsnog definitief te worden ingeschreven. De gegevens uit het KTV worden beschikbaar gesteld aan afnemers binnen het justitiedomein die langs deze weg meer garanties hebben dat ze een kwalitatief goede tolk of vertaler inhuren.
Rechtsbijstand/regelgeving
dat zij naar keuze veel gegevens kunnen inzien en dat de informatie altijd actueel is. Het aantal afnemers dat toegang heeft tot dit register is in de loop van het verslagjaar sterk gestegen.
Kernteam Het beheer van het KTV kent de nodige samenhang met de werkzaamheden van het Kernteam Kwaliteitsbevordering Tolken en Vertalers. De Raad verstrekt gegevens van voorlopig ingeschreven beroepsbeoefenaren aan het Kernteam die hen vervolgens benadert voor het afleggen van kwaliteitstoetsen. Slagen zij daarvoor, dan kunnen zij alsnog definitief worden ingeschreven. In 2004 bleek het nodig de werkwijzen beter op elkaar af te stemmen.
• vierendertig •
Kwaliteit en wetgeving Het werk van de Commissie Kwaliteitseisen Tolken en Vertalers (commissie Jurgens) was eveneens een bepalende factor in het kwaliteitsbeleid voor tolken en vertalers. De commissie verrichte in 2004 diverse deelonderzoeken om advies te kunnen uitbrengen over de inrichting van een kwaliteitsinstituut en criteria voor inschrijving in het toekomstige register. Parallel aan de werkzaamheden van de commissie verliep de voorbereiding van een wetsvoorstel voor gerechtstolken en beëdigde vertalers. Uiteindelijk werd dit voorstel in december 2004 aan de Tweede Kamer aangeboden. De Raad droeg op verschillende manieren bij aan de werkzaamheden van de commissie Jurgens en de totstandkoming van het wetsvoorstel.
7
Asielrechtsbijstand Even als in afgelopen jaren bepaalde in 2004 de voortgaande daling van het aantal asielzoekers wederom het beeld voor het beleidsterrein asiel. Op het vlak van de effecten van deze daling onderscheidde 2004 zich wel in belangrijke mate ten opzichte van de voorafgaande jaren. Meer dan ooit werden in 2004 immers de effecten van de voortgaande daling voelbaar.
Daling asielzoekers en effecten op de werklast Het aantal asielzoekers dat zich aanmeldde in de Aanmeldcentra (Ac) daalde in 2004 naar circa 7.800. In 2003 bedroeg het aantal asielzoekers nog 11.500. Logischerwijs leidde deze daling tot een vermindering van de werklast van de rechtsbijstandverleners. In de Aanmeldcentra kwam dit tot uiting in een sterk verminderde ureninzet; van 36.400 in 2003 naar ca. 22.300 uren in 2004. Vermeldenswaard in dit verband is wel dat de sterke vermindering van de ureninzet mede is beïnvloed door sluiting van Rijsbergen als Ac–locatie medio 2004. De met deze sluiting gerealiseerde beperking van het aantal Ac’s, maakte een efficiënter inzet van rechtsbijstandverleners mogelijk. Ook het effect van de daling op het aantal asielzoekers op het aantal afgegeven toevoegingen was zeer merkbaar. Één en ander wordt geïllustreerd met de daling van het aantal afgegeven toevoegingen, van 33.000 in 2003 naar 23.000 in 2004.
Daling asielzoekers en het effect op het aanbod
• vijfendertig •
Het aantal advocaten dat deelneemt aan de spreekuurvoorziening in het Ac is in het afgelopen jaar slechts beperkt gedaald. In combinatie met de hiervoor reeds vermelde sterk gedaalde vraag in het Ac, was het meest in het oog springende effect dat een gemiddeld veel hogere frequentie van inzet werd gerealiseerd dan beoogd. Om specifieke kennis van Ac–werkzaamheden te kunnen onderhouden, achten de Raden een regelmatiger deelname van belang dan in het afgelopen jaar werd gerealiseerd. Daarom hebben de Raden, door het aantal deelnemers te beperken, in 2004 gepoogd de frequentie neerwaarts bij te stellen. Maatregelen van de Raden terzake, zoals met name de limitering van de reistijdenvergoeding, hebben in het verslagjaar te weinig effect gesorteerd. Ook het besluit van de Raden om het aantal deelnemers in het 3e kwartaal van 2004 te beperken via loting, is na heftig protest van de advocatuur in het 4e kwartaal niet meer verder geëffectueerd en heeft dientengevolge geen effect gehad op het aantal deelnemers. In de procedure na het Ac is het effect op het aanbod wel goed merkbaar. Weliswaar leidde de dalende vraag vooralsnog niet tot een daling van het aantal ingeschreven advocaten. Daarentegen leidde de daling wel tot een grote vermindering van het gemiddeld aantal afgegeven toevoegingen per advocaat. In 2004 was het gemiddelde aantal toevoegingen 72 tegenover gemiddeld 95 toevoegingen in 2003. Ten opzichte van 2002 is in 2004 zelfs sprake van een halvering van het aantal toevoegingen. Uit het voorgaande kan worden afgeleid dat veel advocaten langzamerhand doende zijn hun praktijk te verleggen naar andere rechtsterreinen. Om deze ontwikkeling verder te stimuleren hebben de Raden in 2004 de bijscholingsregeling asiel geïnitieerd. Met deze regeling beogen de Raden de asieladvocaten financieel te stimuleren zich bij te scholen op andere, voor de gesubsidieerde rechtsbijstand, relevante rechtsterreinen. Vooralsnog is door weinig advocaten gebruik gemaakt van deze voorziening.
7.1 Daling van het aantal asielzoekers en het effect op de Stichting Rechtsbijstand Asiel (SRA)
een verhouding van 18% SRA en 82% advocatuur. Hiermee realiseerden de Raden de afspraak in de "Visienotitie Asiel" om slechts een beperkt deel van de werkzaamheden toe te bedelen aan de SRA. Om in de nabije toekomst de druk op het aandeel van de advocatuur te verminderen, is de SRA in 2004 opgedragen de formatie terug te brengen.
• zesendertig •
De kwaliteit van de rechtsbijstand in asielzaken Ook de Stichtingen Rechtsbijstand Asiel zijn zeker niet onberoerd gelaten door de daling van het aantal asielzoekers. In het afgelopen jaar is het aantal fte’s dat in dienst is bij de SRA fors gedaald, van circa 219 fte per 1 januari 2004 naar circa 125 fte per 1 januari 2005. Deze ingrijpende daling van het personeelsbestand illustreert de juistheid van het reeds in 2003 genomen besluit om de Stichtingen Rechtsbijstand Asiel A’dam, ’s-Hertogenbosch en Noordoost-Nederland te fuseren tot één Stichting Rechtsbijstand Asiel. In de aanloop naar de fusie is de directeur van de SRA Noordoost-Nederland aangesteld als fusiedirecteur van de gefuseerde stichting. Tevens zijn uit de bestaande stichtingen vertegenwoordigers afgevaardigd voor een voorlopige Raad van Toezicht. Fusiedirecteur en Raad van Toezicht hebben in het verslagjaar de benodigde voorbereidingen getroffen voor een fusie per 1 januari 2005. De Raden hebben in het najaar van 2004 de positie van de SRA als basisvoorziening asiel herbevestigd in een herijking van de Visienotie Asiel. Wel is bepaald dat bij een verdere daling van het aantal asielzoekers dit standpunt van de Raden zal worden heroverwogen. Verder is samenspraak met de Minister van Justitie besloten dat een continuering van de SRA op de langere termijn mede afhankelijk is van een evaluatie van de SRA in 2006. Aanleiding voor de herijking vormde de daling van het aantal asielzoekers en de druk die deze daling betekende op de verhouding tussen het aandeel zaken SRA en aandeel zaken advocatuur. In het Ac werd in 2004 35% van het aantal bestede uren ingevuld door de SRA, tegenover 65% door de advocatuur. Voor de vervolgopvang gold, gemeten aan het aantal afgegeven toevoegingen,
De Raden hebben in het verslagjaar initiatieven in gang gezet die op termijn moeten bijdragen aan een hogere kwaliteit van de rechtsbijstand in asielzaken. In opdracht van de Raden is een start gemaakt met de ontwikkeling van een handleiding rechtsbijstand in asielzaken. Afronding van de handleiding is voorzien medio 2005. Deze handleiding is bedoeld voor asieladvocaten, juristen in dienst van de SRA en medewerkers van VluchtelingenWerk. Naast een beschrijving van best practice bevat de leidraad minimumnormen voor de rechtsbijstandverlening in asielzaken. De Raden hebben het voornemen om de naleving van de leidraad en dan in het bijzonder de geformuleerde minimumnormen in de leidraad, op te nemen als inschrijvingsvoorwaarde per 1 januari 2006. Onderzoekers van het van de Radboud Universiteit Nijmegen hebben op verzoek van de Raden een oriënterend onderzoek gedaan naar het imago van en klachten over de rechtsbijstandverlening in asielzaken. Centraal stond de klachtenregelingen asiel van de Raden. Op basis van bevraging van een beperkt aantal betrokkenen komen de onderzoekers tot de conclusie dat ten aanzien van de kwaliteit van rechtsbijstandverleners een genuanceerd beeld bestaat. De onderzoekers concluderen dat slechts een deel van de rechtsbijstandverleners structureel slecht werk levert en grote misslagen begaat. Maatregelen die door de onderzoekers worden voorgesteld om de kwaliteit te verhogen betreffen: vaststelling van een handleiding in asielzaken (zie hiervoor); meer bekendheid geven aan de klachtenregeling asiel; medewerkers van de Raad dienen
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
structureel misslagen van advocaten te registreren en zonodig dient daarop actie te worden ondernomen; de Raden dienen een betere uitwisseling van klachten met andere klachteninstanties (zoals de deken) te realiseren; het is wenselijk om tot uniformering van de klachtenregelingen en tot harmonisering van de uitvoering te komen. De voorgaande aanbevelingen worden zo nodig en waar mogelijk in 2005 geïmplementeerd.
De dienstverlening door VluchtelingenWerk
In het verslagjaar hebben de Raden de voorbereidingen getroffen voor de aanbesteding van de tolken– en vertaaldiensten van TVCN. Voorbereidingen van de Raden waren met name geïndiceerd om, zoals door het ministerie werd beoogd, in de loop van 2005 verantwoordelijkheid gaan dragen voor de kosten die gemoeid zijn met de inschakeling van tolken door de advocatuur, de SRA, het Juridisch Loket en Amnesty International. In de aanloop naar uitvoering van hun nieuwe taak hebben de Raden een aantal kaders vastgesteld. Zo is geformuleerd welke opdracht men aan de nieuwe intermediair wenst mee te geven. Verder is bepaald hoe de Raden toezicht houden op de intermediaire organisatie die de vraag naar tolken en vertalers afstemt op het aanbod. Tot slot is aangegeven onder welke randvoorwaarden de Raden in staat zijn aan deze nieuwe taak invulling te geven. De Raden hebben het ministerie van Justitie bericht dat zij binnen de door het ministerie gestelde randvoorwaarden, instemmen met de uitvoering van de nieuwe taak. Het voorgaande laat onverlet dat de Raden een aantal kanttekeningen kenbaar hebben gemaakt ten aanzien van de voorgestane uitvoering. De belangrijkste is dat de Raden er naar streven dat de gebruiker (m.n. de advocaat) zelf in staat moet worden gesteld een tolk in te kopen. Één en ander zou in de toekomst kunnen worden gerealiseerd door een toeslag op de toevoegingsvergoeding te verstrekken.
• zevenendertig •
In 2004 is de dienstverlening van VluchtelingenWerk in het rechtsbijstandproces opnieuw beschreven en genormeerd. Verder zijn met VluchtelingenWerk afspraken gemaakt over de verantwoording van de dienstverlening en de samenwerking met de Stichting Rechtsbijstand Asiel. De Raden zijn met VluchtelingenWerk een contract van drie jaar overeengekomen. Verlenging van de overeenkomst is afhankelijk gesteld van de evaluatie van de dienstverlening in 2006.
7.2 Aanbesteding tolken– en vertaaldiensten Tolken– en Vertaalcentrum Nederland (TVCN)
Jaarverslagen 2004 Raad voor Rechtsbijstand per ressort
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
Amsterdam 1. Doelstellingen bureau rechtsbijstandverlening 2004
In onderstaande tabel is de formatie van het bureau opgenomen.
Tabel 1 Begroting Realisatie
2002 75,75 83,00
2003 76,35 83,85
2004 76,86 79,02
• negenendertig •
De belangrijke doelstellingen van het bureau van de Raad in 2004 waren: 1. Verbetering van de klanttevredenheid. Deze doelstelling is gehaald. In 2004 is een herhalingsonderzoek uitgevoerd naar de tevredenheid van rechtsbijstandverleners over de dienstverlening. Het gemiddelde cijfer voor de overall-waardering steeg van een 6,2 naar een 6,8. Hierbij gaf driekwart van de respondenten een 7 of hoger. De Raad is blij met dit resultaat en ziet dat als een positieve bevestiging van de stappen die ter verbetering van de kwaliteit zijn gezet. Zwaarwegende punten in de beoordeling van de dienstverlening van het bureau zijn de telefonische bereikbaarheid en de doorlooptijden. Voor deze beide onderdelen is de waardering gestegen. De doelstellingen inzake bekorting van de doorlooptijden voor de behandeling van toevoegingen, declaraties en bezwaarschriften zijn voor wat betreft toevoegingen en declaraties gehaald. In het vervolg wordt hierop verder ingegaan. Als uitvloeisel van het klanttevredenheidsonderzoek zullen nieuwe verbeteracties in gang worden gezet. 2. Beheersing van de apparaatskosten. In dat kader wordt de formatieve bezetting van het bureau van de Raad met behulp van een formatiecalculatiemethode zo optimaal mogelijk afgestemd op het werkaanbod enerzijds en op de landelijk uniforme bekostigingsnorm voor de apparaatsuitgaven van de raden anderzijds. Ook in het kader van deze doelstelling zijn flinke stappen gezet. De apparaatskosten hebben zich in gunstige zin ontwikkeld. Als uitvloeisel van het formatiecalculatieproject is de sectie bezwaar en beroep ingrijpend gereorganiseerd en is een aantal medewerkers afgevloeid. 3. Verbetering van de medewerkerstevredenheid. Medewerkers waardeerden in het medewerkerstevredenheidsonderzoek dat eind 2004 is gehouden de tevredenheid met hun werk gemiddeld met een 7.2. De tevredenheid over de Raad in het algemeen werd gewaardeerd met een 6.8. Uitkomsten die aangeven dat er nog het nodige verbeterd kan worden. Daarvoor is inmiddels een plan van aanpak opgesteld.
amsterdam
De kernprocessen: toevoegen, vaststellen en bezwaar en beroep In het algemeen hoofdstuk over de ontwikkeling van vraag en aanbod zijn kerngegevens over het aantal afgegeven toevoegingen opgenomen. Een belangrijke doelstelling voor 2004 was zoals gezegd het realiseren van korte doorlooptijden. In onderstaande tabel worden prestatieindicatoren en realisatiecijfers met elkaar vergeleken. De doorlooptijden voor toevoegingen en declaraties hebben zich gunstig ontwikkeld. Gedurende de reorganisatie van de sectie bezwaar en beroep zijn werkachterstanden ontstaan, deels vanwege een toename van het aantal bezwaarschiften, deels vanwege interne redenen. Voor het inlopen daarvan is eind 2004 een plan van aanpak vastgesteld, waarin het sturen op eenvoudige afhandeling en op productiedoelstellingen nadrukkelijk aandacht krijgt. Het aantal toevoegingsaanvragen dat onvolledig werd ingediend bedroeg 49% (2003: 45%). Een erg hoog percentage. Één van de redenen voor deze stijging is dat door de bekorting van de doorlooptijden nagezonden stukken vaker niet meer meegenomen kunnen worden bij de eerste beoordeling. Van alle aangevraagde toevoegingen werd 9,2% afgewezen (2003: 11,7%).
• veertig •
Tabel 2 Realisatie 2003
Prestatie-indicator Raad voor 2004
Realisatie 2004
Poststukken toevoegingsaanvragen
9 werkdagen
8 werkdagen
5 werkdagen
Poststukken declaraties
13 werkdagen
8 werkdagen
9 werkdagen
Bezwaar- en beroepschriften
63,6% van het aantal zaken afgehandeld binnen Awb termijn van 14 weken.
95% van het aantal zaken afgehandeld binnen Awb termijn 14 weken.
56,6% van het aantal zaken afgehandeld binnen Awb termijn 14 weken.
10 werkdagen
Afhandeling overige poststukken Percentage onvolledige aanvragen
44,8%
40%
49,6%
Procedure bezwaar en beroep
Op basis van de ervaringen in de afgelopen jaren is besloten om de werkzaamheden van de piketcentrale per 1 januari 2004 uit te besteden aan Limburgia telefoondiensten, een organisatie die ook werkt voor de Raad voor Rechtsbijstand in ’s-Gravenhage. Continuïteit, kwaliteit en bereikbaarheid van de centrale worden op deze wijze beter gewaarborgd. In onderstaande tabel zijn de aantallen gedeclareerde piketzaken opgenomen. In 2004 is het aantal meldingen inzake gedwongen opname van psychiatrische patiënten en in verzekering gestelde verdachten gestegen. Het aantal meldingen inzake vreemdelingenbewaring daalde.
In mei 2004 is - op basis van de Veegwet - de bezwaarschriftenprocedure ingevoerd. Het reglement voor de bezwaarprocedure is om die reden ingrijpend gewijzigd. Bij het ontwerp van de nieuwe procedure heeft de noodzaak tot bevordering van efficiency en eenvoud van afhandeling zoveel mogelijk voorop gestaan. De bezwarencommissie adviseert uitsluitend in zwaardere zaken. In overige gevallen wordt het horen en het nemen van besluiten in handen van het bureau worden gelegd. In onderstaande tabellen zijn gegevens opgenomen over het aantal ingekomen en afgehandelde bezwaar- en beroepschriften.
Tabel 3
Tabel 4
Jaar
Psychiatrie
2002 2003 2004
1671 1613 1755
Straf Vreemdelingen 21187 24512 26292
3529 4344 3754
Totaal
Toevoegen C.A.
2003
26387 30469 31801
Niet ontvankelijk Ongegrond Gegrond Ingetrokken Overige Totaal
382 723 1521 189 17 2832
Vaststellen
2003
Niet ontvankelijk Ongegrond Gegrond Ingetrokken Overige Totaal
21 101 208 58 6 394
2004 13% 26% 54% 7% 1%
226 773 1409 158 24 2590
9% 30% 54% 6% 1%
2004 5% 26% 53% 15% 2%
20 57 104 16 6 203
10% 28% 51% 8% 3%
• éénenveertig •
Organisatie piketdiensten
amsterdam
• tweeënveertig •
2. Locale regelgeving: inschrijvingsvoorwaarden In 2004 zijn verschillende wijzigingen in de inschrijvingsvoorwaarden aangebracht. Deze worden hieronder toegelicht: • auditregime: per 1 januari 2004 is het hebben van een positieve auditverklaring een verplichte inschrijfvoorwaarde; • maximum aantal toevoegingen: de vijf raden voor rechtsbijstand hebben besloten om het beleid inzake het maximumaantal toevoegingen te uniformeren. Belangrijkste gevolg voor Amsterdamse advocaten was dat er in 2004 maximaal nog 300 toevoegingen per advocaat afgegeven konden worden. Ook werd niet langer aangesloten bij gegevens inzake het feitelijk aantal uren dat een individuele advocaat gemiddeld aan zijn zaken besteedde, maar bij de normatieve tijdsbesteding die aan het Besluit vergoedingen 2000 ten grondslag ligt. Alleen ingeval een advocaat veel zaken met een geringe wegingsfactor behandelt, kon voor 2004 nog een hoger maximum worden toegestaan. Omdat het beleid is aangescherpt, werd in 204 een overgangsregeling toegepast voor advocaten die in 2003 een hoger maximum hadden dan voor 2004 kon worden toegestaan; • uitleverings-, overleverings- en Wotszaken: op advies van de commissie strafpiket heeft de Raad een speciale piketregeling voor deze zaken vastgesteld. Aan deelnemers worden extra opleidings- en ervaringseisen gesteld. Voor deze piketregeling bestond veel belangstelling. Daarom is inmiddels een wachtlijst ingesteld.
3. Ontwikkeling aantal rechtsbijstandverleners. Maatregelen ter bevordering van nieuwe aanwas De verplichte audit heeft tot een daling van het aantal advocaten geleid van 2.665 in 2003 naar 2.252 in 2004. Elders in het jaarverslag is hier dieper op ingegaan. Op advies van een door de Raad ingestelde werkgroep van rechtsbijstandverleners zijn vanaf 2003 maatregelen ontwikkeld die het imago van de gesubsidieerde rechtshulp verbeteren én aanwas van nieuwe rechtsbijstandverleners stimuleren. Het gaat om een samenhangend pakket van verschillende maatregelen, dat in overleg met de Orde verder uitgewerkt wordt. Onderdelen van het door de werkgroep geadviseerde pakket van maatregelen zijn : • betere profilering van advocatenpraktijken waarin rechtsbijstand aan particulieren wordt verleend onder studerenden, via o.a. websites, clinics én praktijkstages, alsmede banenbeurzen. De Raden hopen via een aansprekende public relation studenten te enthousiasmeren. In september 2004 heeft de Orde op suggestie van de raden de internetsite www.ikwiladvocaatworden.nl geopend. De Raden in 2004 besloten om een bijzondere leerstoel voor de sociale rechtshulp in te stellen. Voorts is besloten om onderzoek uit te voeren naar de beroepsoriëntatie van rechtenstudenten, waaronder hun belangstelling voor de (gesubsidieerde) rechtsbijstandverlening aan particulieren.
• voor het organiseren van studentstages kon in 2004 aan advocatenkantoren een bijdrage van h450 worden toegekend. Dit gebeurde in 2004 in 20 gevallen. • voor het aantrekken van een advocaat-stagiaire kon aan advocatenkantoren eveneens en éénmalige subsidie worden toegekend. Dit gebeurde in 2004 in 58 gevallen. Het subsidiebedrag bedraagt per advocaat-stagiaire: -éénmalig h3.600 indien aan de advocaat-stagiaire in het derde kalenderjaar tenminste 150 toevoegingen worden afgegeven; -éénmalig h2.400 indien aan de advocaat-stagiaire in het derde kalenderjaar tenminste 100 toevoegingen worden afgegeven. In 2005 kan voorlopig geen verdere uitvoering aan het subsidiebeleid worden gegeven aangezien het Ministerie van Justitie om budgettaire redenen goedkeuring daaraan heeft onthouden. Wellicht kan, als de uitgaven voor de stelselherziening meevallen, opnieuw met het verlenen van subsidies worden begonnen.
4. Personeelsbeleid • drieënveertig •
In 2004 zijn diverse activiteiten ondernomen die bijdragen leveren aan verdere professionalisering van het personeelsbeleid: • het personeelshandboek is via Intranet toegankelijk gemaakt en wordt voortdurend geactualiseerd; • de personeelsadministratie wordt ondersteund door een geautomatiseerd informatiesysteem (COBRA); • er zijn - merendeels kostenneutraal - verbeteringen aangebracht in het arbeidsvoorwaardenpakket; • er is uitvoering gegeven aan een nieuw ziekteverzuimprotocol. Doelstelling daarvan was het te bewerkstellingen dat het verzuim niet hoger ligt dan 7%. Het verzuim kwam uit op 5,5%. • het ontwikkelen van een privacyreglement waarin geregeld wordt welke gegevens waarvoor en op welke manier worden vastgelegd; • het bepalen en beschrijven van de verdeling van het opleidings-budget over de verschillende disciplines; • het vaststellen van beleid inzake loopbaanbegeleiding. • het uitvoeren van risico-inventarisatie op Arbogebied; • het opzetten van een extern uitgevoerd periodiek arbeidsgeneeskundig onderzoek; • het invoeren van een nieuwe systematiek voor functionerings- en beoordelingsgesprekken. Functionerings- en beoordelingsgesprekken zullen in het teken staan van het optimaliseren van werkomstandigheden, beoordeling van en aanspreken op persoonlijk functioneren, vaststelling van groeimogelijkheden, leerpunten en wenselijke opleidingen en trainingen.
Balans amsterdam BALANS PER 31 DECEMBER 2004 Amsterdam (in Euro's)
31 december 2004
31 december 2003
988.351 298.796
931.500 321.449
ACTIVA Materiële vaste activa Gebouwen/verbouwingen Inventaris
• vierenveertig •
1.287.147 Financieel vaste activa Vordering Ministerie van Justitie Voorschotten advocatuur
48.763.287 11.047.250
1.252.949
48.763.287 12.231.178 59.810.537
Vlottende activa Vorderingen op rechtsbijstandverleners Vorderingen op gesubsidieerde instellingen Overige vorderingen en vooruitbetaalde kosten Vorderingen op overige Raden voor Rechtsbijstand Liquide middelen
1.104.393 601.141 628.378
60.994.465 2.140.138 151.008 620.359
69.429 26.701.423
29.915.305 29.104.764
32.826.810
90.202.448
95.074.224
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
(in Euro's)
31 december 2004
31 december 2003
6.713.948
8.594.774
Vervangingsreserve materiële vaste activa Vooruitontvangen bedragen herhuisvesting Vooruitontvangen bedragen windows 2003
954.785 838.350 310.914
838.597 931.500
Langlopende schulden Toevoegingsverplichtingen op lange termijn
8.504.252
8.294.562
PASSIVA Egalisatiereserve
68.807.134 1.775.517 16.512 0 366.673 1.407.444 506.919
67.110.547 6.532.999 132.771 44.618 0 2.593.856 72.880.199
76.414.791
90.202.448
95.074.224
• vijfenveertig •
Kortlopende schulden Toevoegingsverplichtingen op korte termijn Rekening-courant advocaten Crediteuren Schulden aan overige Raden voor Rechtsbijstand Schulden aan gesubsidieerde instellingen Transitie bureau voor rechtshulp Overige schulden
baten & lasten amsterdam Rekening van baten en lasten 2004 (verkorte weergave)
• zesenveertig •
(in Euro's) Civiele toevoegingen Straftoevoegingen Ambtshalve straftoevoegingen Inverzekeringstellingen Subsidies stichtingen rechtsbijstand regulier Rechtsbijstand in Milieuzaken Subsidies rechts- en wetswinkels Projecten en dergelijke Toevoegingen asiel Subsidie sra en vvn Subsidie inzake wachtgelden Bijzondere baten en lasten Subtotaal resultaat programma Beheerskosten Rentebaten
Baten
Lasten
Resultaat
40.306.000 6.380.000 36.449.000 6.327.000 10.264.000 101.000 45.000 753.000 10.659.000 2.949.000 120.000 383.000 114.736.000
40.048.623 7.493.342 39.406.844 7.624.600 8.359.000 185.000 45.000 3.605.508 4.552.690 5.381.000 514.000 117.215.607
257.377 -1.113.342 -2.957.844 -1.297.600 1.905.000 -84.000 0 -2.852.508 6.106.310 -2.432.000 120.000 -131.000 -2.479.607
5.833.000
5.714.000
119.000
596.000 121.165.000
0 122.929.607
596.000 -1.764.607
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
Arnhem
• achtenveertig •
1. Stelselherziening In het hofressort Arnhem zijn in 2004 belangrijke stappen gezet in het kader van de herziening van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. In nauwe samenwerking tussen de Raad en directie en bestuur van de Stichting Rechtsbijstand Oost Nederland is een plan tot stand gekomen dat in het voorjaar van 2005 gerealiseerd wordt. In het hofressort komen 8 juridische loketten onder leiding van een regiomanager, bijgestaan door een kleine regionale staf. Vestigingsplaatsen zijn Nijmegen, Arnhem, Zutphen, Enschede, Almelo, Zwolle, Lelystad en Almere. Bestuur en directie van de Stichting hebben besloten na de start van de loketten te willen doorstarten als advocatenkantoor met zes vestigingen in het hofressort. Bij die doorstart zijn 31 juristen van de huidige Bureaus Rechtshulp betrokken, alsmede het met hen verbonden ondersteunende personeel. Na intensieve onderhandelingen is een overeenkomst tussen de Raad en de Stichting tot stand gekomen die die doorstart mogelijk maakt. Die overeenkomst is extern getoetst aan de mededingingsregels en goedgekeurd door het Ministerie van Justitie. In het najaar van 2004 heeft een zorgvuldige plaatsingsprocedure ertoe geleid dat op vier personen na alle medewerkers van de Stichting een passende baan hebben gevonden in het nieuwe stelsel. Voor die vier personen zal in overleg met de Raad binnen de mogelijkheden van het sociaal plan een goede oplossing worden gezocht.
Verwijsarrangementen Als gevolg van de herziening van het stelsel van de gesubsidieerde rechtsbijstand moeten de verlengde spreekuren (lichte adviestoevoegingen) en de reguliere toevoegingen worden overgedragen aan de private markt. Hiertoe beoogt de Raad arrangementen te sluiten met de bestaande advocatenkantoren en Rechtshulp Oost Nederland. In 2004 is door de Raad de bereidheid geïnven tariseerd om verlengde spreekuurzaken en de reguliere toevoegingen over te nemen. Uit de inventarisatie bleek dat het merendeel van de advocatenkantoren positief staat tegenover het sluiten van
dergelijke arrangementen. In het eerste kwartaal van 2005 zullen advocatenkantoren een uitnodiging ontvangen om zich aan te melden voor het aangaan van een verwijsarrangement.
2. Bedrijfsvoering In 2004 was één van de doelstellingen van de Raad het verbeteren van de dienstverlening aan de rechtsbijstandverleners en het verhogen van de kwaliteit binnen de eigen organisatie. Dit betekende onder meer investeren op het onderdeel processen. Het onderdeel ‘processen’ heeft in het jaar 2004 vooral in het teken gestaan van het versterken van de klantgerichte benadering. Het terugdringen van de doorlooptijden, het verminderen van de werkvoorraden en het verbeteren van het relatiebeheer waren hiervan de belangrijkste componenten. Daarnaast heeft er een optimalisatieslag plaatsgevonden voor wat betreft de ondersteunende processen.
Primair proces Aandacht is besteed aan het terugdringen van de doorlooptijden, het verminderen van de werkvoorraden en het verbeteren van het relatiebeheer. De doorlooptijden hebben zich in 2004 gunstig ontwikkeld. De gemiddelde doorlooptijd bij toevoegingen bedroeg 9 werkdagen (was 10 in 2003). De declaraties forfaitair werden in gemiddeld 12 werkdagen vastgesteld, de extra uren (aanvragen en declaraties) in gemiddeld 10 werkdagen (was 13 in 2003). De werkvoorraad toevoegingsaanvragen was ultimo december 1.281, de voorraad declaraties 2.041. Het percentage onvolledige aanvragen is in 2004 gestegen (was 32% in 2003 is nu 33%). Het streven was 27%. Dit heeft deels te maken met het aanscherpen van de uitvoering van het beleid (als resultaat van de kwaliteitsbewaking en de uniforme uitvoering van wet- en regelgeving), deels met het feit dat rechtsbijstandverleners steeds vaker de zaken onvolledig aanleveren. In 2004 is de inrichting van het primair proces herijkt: de toevoegteams zijn tot één team samengevoegd, de administratief
ondersteuners zijn in één team ondergebracht met daarbij een operationele aansturing door de voorraadverantwoordelijke. Ook administratief heeft een stroomlijn plaatsgevonden (centraal onvolledigen-archief/centraal beheer van de voorraad, aanleveren van werk door de voorraadverantwoordelijke). Naar verwachting zullen de resultaten daarvan voor wat betreft werkvoorraad en doorlooptijd in volle omvang zichtbaar worden in 2005. Voor wat betreft de declaraties kan gemeld worden dat er gezien de aantallen zaken te weinig formatie is ingezet.
Verbeteren
Bezwaarschriften 2004 Het aantal bezwaarschriften is in 2004 fors toegenomen, van 1.322 naar 1.991, een stijging van 50%. Deze toename heeft zich voorgedaan na invoering van de Veegwet in mei van dat jaar. Hoewel het voor de hand ligt om de hogere eigen bijdrage en de buiten behandelingstelling aan te wijzen als oorzaak van de stijging, blijkt dit niet uit de registratie van de reden waarom bezwaar is ingediend. Die toont namelijk een stijging over vrijwel alle categorieën.
Extra zittingen Ongeveer de helft van het aantal ingediende bezwaarschriften werd ambtshalve herzien. Daarnaast is een klein percentage van de ingediende bezwaarschriften ingetrokken. Voorts is een deel van de bezwaarschriften nog in behandeling. Het aantal bezwaarschriften dat door de commissie in behandeling is genomen is, als gevolg van de toename van het aantal bezwaarschriften, gestegen. Dit betekende dat meerdere extra zittingen zijn gehouden. De Raad heeft alle adviezen van de commissie overgenomen.
Gegrond
Ongegrond
NO*
500 118 3 5 626 451 477 318
40 43 0 1 84 (13%) (15%) (5%) (7%)
72 3 3 3 502 (80%) (74%) (60%) (87%)
36 3 0 1 40 (7%) (11%) (35%) (6%)
Toevoegen Vaststellen Piket Inschrijving 2004 2003 2002 2001 * Niet ontvankelijk
Van de toevoegzaken is 8% gegrond verklaard en van de vaststelzaken 36%. Van de 500 door de commissie afgehandelde bezwaarschriften is in 2004 net als in 2003 bij toevoegen met name bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de eigen bijdrage (25%). Bij het vaststellen zijn vooral de reistijd en reiskosten (29%) de reden geweest om bezwaar te maken. De Raad heeft voor het secretariaat de norm voor de gemiddelde doorlooptijd gesteld op 35 werkdagen. Vanaf mei 2004 is deze norm niet gehaald, wat veroorzaakt werd door de forse toename van het aantal bezwaarschriften. In november 2004 is een incidentele stijging van de doorlooptijd te zien, die is veroorzaakt door het formeel afboeken van zaken die reeds lange tijd open stonden. De voortschrijdende doorlooptijd in 2004 bedraagt 40 werkdagen.
• negenenveertig •
In het kader van voorlichting aan advocaten is een start gemaakt met te bekijken hoe de voorlichting over de werkzaamheden van de Raad en de wijze van aanvragen en declareren van toevoegingen, verbeterd kan worden. Gebleken is dat hierbij niet alleen de aandacht uit moet gaan naar startende advocaten maar ook naar de advocaten die reeds langer staan ingeschreven. Doel hierbij is vooral het aantal onvolledige aanvragen te verminderen.
Totaal
Arnhem
3. Personeelsbeleid In 2004 is met name aandacht besteed aan de verdere implementatie van het personeelsbeleid.
4. Lokale regelgeving Wijziging van de Wet op de Rechtsbijstand en overige wetswijzigingen kunnen gevolgen hebben voor de door de Raad gehanteerde beleidsregels.
Opleiden en ontwikkeling
• vijftig •
In 2004 is nieuw opleidingsbeleid met een nieuwe studiefaciliteitenregeling vastgesteld. Medio 2004 is het opleidingsplan gereed gekomen. Het opleidingsbeleid en de studiefaciliteitenregeling stellen de Raad en de medewerkers in de gelegenheid op een brede wijze naar opleiding en ontwikkeling van medewerkers te kijken, die niet alleen gericht is op de huidige functievervulling, maar ook kijkt naar eventuele toekomstige functies binnen of buiten de Raad. Het opleidingsbeleid en de studiefaciliteitenregeling zijn een eerste aanzet geweest naar de op te stellen persoonlijke ontwikkelingsplannen.
Ziekteverzuim In 2004 is de Raad helaas geconfronteerd met een hoog verzuimpercentage. Het verzuimpercentage bedroeg 6%. Dit verzuimpercentage is deels het gevolg van meerdere langdurig zieke medewerkers (3,21%) maar ook van kort frequent verzuim (1,87%). Eind 2004 is verzuimbeleid en een nieuwe ‘ziekmeldprocedure’ opgesteld. Het opgestelde verzuimbeleid legt een grote verantwoordelijkheid voor voorkoming en begeleiding van verzuim bij de leidinggevenden. Mede naar aanleiding van de evaluatie van het verzuim is eind 2004 besloten een andere overeenkomst aan te gaan met de Arbo-dienst. De nieuwe overeenkomst voorziet in een snelle op het probleem afgestemde aanpak van het verzuim.
Vivalt Begin 2004 is het implementatieplan voor de invoering van Vivalt afgerond. De medewerkers zijn geïnformeerd over de consequenties van Vivalt en op de hoogte gesteld van hun functie na de komst van Vivalt. Omdat de invoer van Vivalt langer op zich laat wachten dan verwacht was, is verder geen uitvoering gegeven aan het implementatieplan Vivalt.
Veegwet De wijziging van de Wet op de Rechtsbijstand (de zogenaamde Veegwet) heeft tot gevolg gehad dat in 2004 een aantal beleidsregels is aangepast.
Lokale regelgeving • In 2004 hebben de raden het maximumbeleid geuniformeerd. Aan een advocaat kunnen nog maximaal 250 toevoegingen worden verstrekt. In 2004 is aan 7 advocaten het maximum aantal toevoegingen van 250 afgegeven. Aan 2 advocaten is op grond van de inschrijvingsvoorwaarden een verruiming toegestaan tot 300. • Met ingang van 1 januari 2004 hanteert de Raad het bezitten van een positieve auditverklaring als inschrijvingsvoorwaarde. Als gevolg hiervan worden uitsluitend nog toevoegingen verstrekt aan die advocaten die beschikken over een geldige auditverklaring. In 2004 zijn er slechts 4 advocaten uitgeschreven omdat zij niet meer beschikten over een geldige auditverklaring. Op 31 december 2004 stonden 1.035 gecertificeerde advocaten ingeschreven bij de Raad. Het aanbod is hiermee voldoende gebleven om in de vraag te voorzien.
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
Balans arnhem BALANS PER 31 DECEMBER 2004 arnhem (in Euro's)
31 december 2004
31 december 2003
5.988 184.051 16.640 63.320 148.774
22.831 259.384 20.036 52.135 0
ACTIVA
• tweeënvijftig •
Materiële vaste activa Verbouwingen Inventaris Inventaris Bureau internet Inventaris Vivalt Materiële vaste activa in bestelling
418.773 Financiële vaste activa Vordering Ministerie van Justitie Verstrekte voorschotten advocatuur
18.392.414 7.441.744
354.386 22.320.526 7.389.705
25.834.158 Vlottende activa Vorderingen op gesubsidieerde instellingen Overige vorderingen en vooruitbetaalde kosten Liquide middelen
651.847 808.434 11.415.691
29.710.231 720.712 1.371.631 10.155.738
12.875.972
12.248.081
39.128.903
42.312.698
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
(in Euro's)
31 december 2004
31 december 2003
4.130.925
4.186.987
Egalisatiereserve landelijke projecten en activiteiten
399.355
507.614
Vervangingsreserve materiele vaste activa
804.021
606.569
3.032.639
3.660.881
PASSIVA Egalisatiereserve
Kortlopende schulden Toevoegingsverplichtingen op korte termijn Crediteuren advocatuur Crediteuren Belastingen en sociale premies Schulden ter zake van pensioenen Schulden aan gesubsidieerde instellingen Overige schulden
24.536.803 3.061.120 193.803 78.346 0 472.575 2.419.316
29.619.856 2.094.865 302.563 70.121 0 9.713 1.253.529 30.761.963
33.350.647
39.128.903
42.312.698
• drieënvijftig •
Langlopende schulden Toevoegingsverplichtingen op lange termijn
baten & lasten arnhem Rekening van baten en lasten 2004 (verkorte weergave)
• vierenvijftig •
(in Euro's) Civiele toevoegingen Straftoevoegingen Ambtshalve straftoevoegingen Inverzekeringstellingen Subsidies stichtingen rechtsbijstand regulier Rechtsbijstand in Milieuzaken Projecten en dergelijke Kosten stelselherziening Subsidies in het kader van Asiel (SRA) incl VWN Landelijke portefeuille Asiel Toevoegingen asiel Overige baten en lasten programma Subtotaal resultaat programma Beheerskosten Incidentele lasten beheer Vivalt Rentebaten
Baten
Lasten
Resultaat
19.309.000 2.787.000 9.035.000 2.128.000 5.137.620 84.000 410.000 92.000 7.242.000 0 7.449.000 26.938 53.700.558
16.225.144 3.240.807 8.916.373 2.713.330 6.346.223 205.381 655.954 1.746.117 7.525.091 190.924 572.537 812.071 49.149.952
3.083.856 -453.807 118.627 -585.330 -1.208.603 -121.381 -245.954 -1.654.117 -283.091 -190.924 6.876.463 -785.133 4.550.606
2.850.000 0 1.221.000
3.189.569 350.777 1.329.259
-339.569 -350.777 -108.259
209.242 57.980.800
0 54.019.557
209.242 3.961.243
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
’s-Gravenhage 1. Over de stelselwijziging en het aanbod van rechtsbijstand in het ressort ’s-Gravenhage
• zesenvijftig •
Na de vaststelling van het landelijk implementatieplan heeft de Raad ’s-Gravenhage een plan voor de vestiging van de locaties van het Juridisch Loket binnen het ressort ’s-Gravenhage vastgesteld. De ambitie was om per 1 januari 2005 de ressortelijke uitrol van de loketten afgerond te hebben. Voor de realisatie van het implementatieplan werd een extern projectleider aangetrokken. Reeds op 20 juni van het vorig jaar kon de eerste vestiging van het Juridisch Loket, de locatie Rotterdam, door burgemeester Ivo Opstelten op feestelijke wijze worden geopend. Kort voor het einde van het jaar kon de direct aan het Centraal Station gelegen vestiging van het Juridisch Loket te Leiden worden geopend. Op dat moment waren de voorbereidingen voor de start van Dordrecht in een laatste fase. Direct nadat de politieke besluitvorming over de stelselwijziging was afgerond, heeft de Raad het initiatief genomen tot het per arrondissement opzetten van een tripartiet overleg, waaraan naast de Raad het plaatselijke Bureau Rechtshulp en de lokale Raad van Toezicht deelnamen. In dat overleg werd in samenhang met de komst van het Loket de facilitering van initiatieven voor nieuwe advocatenkantoren, voortkomend uit de bureaus rechtshulp, besproken.
Verwijsarrangement Met het verwijsarrangement is een instrument ontwikkeld met behulp waarvan een rechtzoekende, meer nog dan voorheen het geval was, gericht kan worden verwezen naar een advocaat met wie een verwijsovereenkomst is gesloten. Na een succesvol experiment en uitbreiding van het aantal deelnemers aan het verwijsarrangement in het arrondissement Rotterdam
werd in de tweede helft van 2004 het verwijsarrangement in het arrondissement ’s-Gravenhage geïntroduceerd. Evenals in de Rotterdamse situatie werd in ’s-Gravenhage de werk-wijze van de voortoets geïntroduceerd. Voorafgaand aan een verwijzing door de publieksfunctie, in Rotterdam inmiddels het Juridisch Loket, worden naar de advocatuur te verwijzen zaken langs digitale weg aan de backoffice van de Raad voorgelegd. Nadat een akkoord is gegeven ten aanzien van de toevoegwaardigheid, wordt de zaak doorgeleid naar de geselecteerde advocaat. Specifiek voor dit doel heeft de Raad een ondersteunende applicatie, het "VA-plus", ontwikkeld. Op 30 november 2004 heeft de Raad de deelname aan het verwijsarrangement ressortbreed opengesteld. Per 31 december 2004 had de Raad met 704 advocaten een verwijsovereenkomst gesloten. Op 15 december 2004 heeft de Raad de bij het verwijsarrangement behorende uitvoeringsregeling verwijsarrangement vastgesteld.
Galleria De Raad voert met de Rechtbank Rotterdam overleg over de (experimentele) inrichting van een frontdesk van het Juridisch Loket in het gerechtsgebouw. De voorziening, waarin nauw samengewerkt zal worden met ketenpartners, is primair bestemd voor het publiek van de rechtbank.
Vestiging van buitenspreekuren De Raad heeft besloten dat ter ondersteuning van de landelijk vastgesteld locaties van het Juridisch Loket op een tweetal plaatsen in het ressort, te weten in Gouda en Terneuzen, een buitenspreekuur gevestigd zou moeten worden. In Gouda zou door het vertrek van het Bureau Rechtshulp het risico ontstaan van vraaguitval en verlies van productie. Voor Terneuzen geldt met name het afstandsargument. Eind 2004 was de landelijke besluitvorming hierover nog niet afgerond. Inmiddels is besloten alleen in Terneuzen een buitenspreekuur te openen.
Subsidie opleidingskosten Op 15 december 2004 heeft de Raad de "Subsidieregeling opleidingskosten advocaat-stagiaires" vastgesteld. De regeling is bedoeld, door het (mede)financieren van de opleiding, bij te dragen aan het aantrekken van nieuwe advocaten die bereid zijn jaarlijks tenminste 50 zaken op basis van toevoeging te behandelen.
toevoegingsaanvragen) zich in 2004 niet verder zou voortzetten. Dit bleek echter niet het geval; in 2004 was er sprake van een stijging van 3% ten opzichte van het jaar ervoor.
Aantal poststukken ontvangen per jaar
Stage in de beroepsopleiding
2. Het primaire proces en bezwaar en beroep In het jaarplan 2004 had de Raad zich tot doel gesteld om de doorlooptijd van zowel poststukken toevoegen als vaststellen binnen 8 werkdagen na ontvangst af te handelen. Geconstateerd moet worden dat die doorlooptijden niet zijn gerealiseerd. De gemiddelde afhandelingstermijn van een poststuk toevoegen bedroeg 10 werkdagen (in 2003: 7) en een poststuk vaststellen werd, evenals in 2003, in gemiddeld 9 dagen afgehandeld. Één van de belangrijkste redenen dat de streeftermijnen niet zijn gehaald is de voortdurende stijging van het aantal poststukken. Dit geldt zowel voor het onderdeel toevoegen als vaststellen. Zoals uit de onderstaande tabel blijkt is in 2004 het aantal poststukken toevoegen ten opzichte van het jaar 2000 gestegen met 24,9%. Voor vaststellen bedroeg die stijging 21,5%. Per 23 januari 2004 zijn de eigen bijdragen met 35% gestegen en is de anticumulatiebepaling versoberd. Om die reden mocht dan ook worden verwacht dat de stijging in het aantal poststukken toevoegen (lees:
2000 Toevoegen Vaststellen
2001
2002
2003
2004
123.158 120.394 139.624 149.332 153.828 86.243 82.002 96.402 111.278 104.804
Het aantal onvolledige toevoegingsaanvragen is weliswaar gedaald (in 2004: 28,6%, in 2003: 29,6% ), maar blijft onverminderd hoog. Gerichte voorlichtingsacties aan de advocatuur middels de nieuwsbrief hebben niet geleid tot een substantiële terugloop in het aantal onvolledige aanvragen. Het merendeel van de aanvragen is onvolledig, omdat de financiële stukken niet compleet en tijdig door de rechtzoekende worden aangeleverd aan de advocaat. Het aantal ontvangen bezwaren (tot invoering van de Veegwet per 1 mei 2004: administratief beroepschriften) steeg van 1.738 in 2003 tot 1.927 in 2004. De doorlooptijden voor wat betreft de behandeling van bezwaarschriften zijn in 2004 aanzienlijk gedaald. De gemiddelde doorlooptijd van bezwaren, gerekend vanaf de datum waarop het bezwaarschrift binnenkwam tot en met de dag waarop het raadsbesluit werd verzonden, bedroeg in 2004 57 werkdagen of 11 weken (in 2003 was dat gemiddeld 68 werkdagen oftewel 14 weken). Het merendeel van de bezwaren werd het gehele jaar afgehandeld binnen de wettelijke en in het jaarplan 2004 genoemde streeftermijn van 14 weken. Een groot deel van de bezwaren kon zelfs binnen 10 weken worden afgehandeld.
• zevenenvijftig •
De Raad heeft geen inhoud gegeven aan het voornemen om met de raden van toezicht in het ressort te onderzoeken of in de eindfase van de stage een verplichting kan worden opgenomen om, voorzover dat nog niet aan de orde was gekomen, advocaten ervaring op te laten doen met het behandelen van toevoegingszaken. De Raad heeft gemeend dat naast andere activiteiten, waaronder het congres "Rechtshulp, een vak apart", voorlopig niet nog meer initiatieven moesten worden ontwikkeld.
’s-Gravenhage
Afgehandelde dossiers op dossiertype en status afhandeling
Ambtshalve afgevoerd Foutieve invoer Op zitting behandeld Ambtshalve herzien Ingetrokken door indiener
• achtenvijftig •
Totaal
Piket
Voorschotten Inschrijvingen
Totaal
45 3 1
32 26
1 1
1 22 6 3
4 13 1.149 771 96
50
58
2
32
2.033
Toevoegen
Vaststellen
Extra uren
2 6 862 554 70
1 6 187 181 22
1
1.494
397
In 2004 zijn er in totaal 2.033 bezwaren afgehandeld, waarvan 1.143 op een hoorzitting van de commissie dan wel door de Raad zelf. In 2003 waren dit nog 1.791 respectievelijk 972 bezwaren. Het percentage ambtshalve herzieningen - besluiten die aan de hand van het ingediende bezwaarschrift door de Raad buiten een hoorzitting om worden herzien, omdat geheel aan het bezwaar tegemoet wordt gekomen - bedroeg gemiddeld 38%, te weten 37% bij toevoegbezwaren en 46% bij vaststelbezwaren (vergelijk 2003 37% respectievelijk 41%).
Klanttevredenheidsonderzoek In 2004 is wederom een klanttevredenheidsonderzoek gehouden onder de bij de Raad ingeschreven advocaten. De algemene waardering van de advocatuur voor de dienstverlening van de Raad is gestegen van 6,5 in 2002 naar 6,8 in 2004. Tijdens het eerste klanttevredenheidsonderzoek in 1998 was het algemene waarderingscijfer nog slechts een 5,7. De advocatuur blijft een korte doorlooptijd van toevoegingsaanragen veruit het belangrijkst vinden. Het in het jaarplan 2004 genoemde streefcijfer van 6,5 op dit onderdeel werd niet gerealiseerd (zie hierover ook het onderdeel primaire proces). De waardering bedroeg een 6,0 en bleef gelijk in vergelijking met het resultaat van het in 2002 gehouden onderzoek.
Voice responsesysteem Met betrekking tot de declaratie en vaststelling van de vergoeding en de communicatie door de Raad was de waardering op een groot aantal deelgebieden significant beter dan in 2002. De nieuwsbrief van de Raad heeft een grote leesfrequentie en de inhoud wordt met meer dan een 7 gewaardeerd. Op het onderdeel bereikbaarheid waren volgens de advocatuur verdere verbeteringen mogelijk. In reactie daarop is door de Raad het voice responsesysteem afgeschaft, zodat de advocaten die contact zoeken met de Raad direct door een medewerker van de afdeling of de telefoniste te woord worden gestaan.
Rechtsbijstandverleners, audits en maximumbeleid Aantal ingescheven rechtsbijstand verleners per arrondissement Arrondissement
’s-Gravenhage Rotterdam Dordrecht Middelburg Totaal
Aantal per 31 december 2004
Aantal per 31 december 2003
735 527 144 123
804 621 126 117
1.529
1.668
In 2004 hebben de Raden het in de inschrijvingsvoorwaarden opgenomen maximumbeleid geüniformeerd. Aan een advocaat konden maximaal 250 toevoegingen worden afgegeven. In het geval 40% of meer van het aantal toevoegingen bestond uit zaken met een geringe wegingsfactor (5 punten of minder volgens het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000) kon dit aantal worden verhoogd tot 300 toevoegingen. In 2004 is de inschrijving van 12 advocaten doorgehaald. Bij 19 advocaten is het maximumaantal toevoegingen verhoogd van 250 naar 300.
In 2004 zijn in het kader van het protocol "Klachtenregeling raden voor rechtsbijstand" 8 klachten ingediend; 4 van de ingediende klachten zijn door de Raad gegrond verklaard, 1 klacht is ongegrond verklaard en 3 klachten zijn niet in behandeling genomen. De Commissie Rechtsbijstand Asiel heeft op grond van het "Reglement Commissie Rechtsbijstand Asielzoekers" in 2004 7 klachten behandeld; 1 klacht is niet-ontvankelijk verklaard. De overige 6 ingediende klachten zijn gegrond verklaard, waarbij in 2 gevallen geen maatregel is opgelegd, in 2 gevallen is als maatregel een waarschuwing opgelegd en in 2 gevallen is als maatregel een voorwaardelijke tijdelijke uitsluiting - in de behandeling van asiel- en vluchtelingenzaken - voor de duur van 3 maanden opgelegd.
De piketorganisatie Strafpiket Op basis van de vastgelegde samenwerkingsafspraken zijn in 2004 de protocollen strafpiket in de arrondissementen Dordrecht en Rotterdam geëvalueerd. De uit de evaluatiegesprekken naar voren gekomen knelpunten of problemen zijn of worden door de verschillende ketenpartners opgelost.
Psychiatrisch piket Met vertegenwoordigers van de werkgroep psychiatrisch piket, de rechtbank en de Raad van Toezicht in het arrondissement ’s-Gravenhage heeft de Raad diverse besprekingen gevoerd over de overname van de uitmeldingen in het kader van de wet BOPZ door de piketcentrale van de Raad. Deze besprekingen hebben er toe geleid dat de overgang naar de piketcentrale met ingang van 1 oktober 2004 heeft plaatsgevonden. Als gevolg hiervan worden thans alle meldingen in het kader van de wet BOPZ binnen het ressort ’s-Gravenhage centraal verwerkt door de Piketcentrale van de Raad.
• negenenvijftig •
Het aantal ingeschreven rechtsbijstandverleners lijkt met name in de arrondissementen Rotterdam en ’s-Gravenhage gedurende het jaar 2004 sterk te zijn gedaald. Dit is het gevolg van de verplichting om per 1 januari 2004 in het bezit te zijn van een geldige auditverklaring. De advocaten die niet in het bezit waren van een auditverklaring zijn in de loop van 2004 uitgeschreven. Hoewel er in absolute zin sprake is van een grote daling van het aantal rechtsbijstandverleners, behandelden de uitgeschreven rechtsbijstandverleners slechts ongeveer 2% van het totale aantal toevoegingsaanvragen in hun arrondissement. De advocaten die jaarlijks veel toevoegingen (50 of meer) behandelen zijn, op een enkele uitzondering na, allemaal in het bezit van de vereiste auditverklaring.
Klachtbehandeling
’s-Gravenhage
Vreemdelingenpiket/grootschalige uitzettingsacties In de politieregio Haaglanden hebben grootschalige uitzettingsacties van vermeende illegale personen, bij de betrokken partijen geleid tot de conclusie dat het noodzakelijk is voor deze bijzondere situatie specifieke samenwerkingsafspraken te maken. Het protocol vreemdelingenpiket en grootschalige uitzettingsacties (ook wel charteracties genoemd) is op 1 december 2004 door vertegenwoordigers van de verschillende ketenpartners ondertekend en is vanaf dat moment van kracht geworden. In 2005 zal het protocol worden geëvalueerd.
• zestig •
Veelplegers Bij de evaluatie van de strafpiketprotocollen is ook de aanpak en de daaruit voortvloeiende problemen ten aanzien van de zogenaamde veelplegers besproken. Uitgangspunt van het beleid met betrekking tot veelplegers is om zoveel mogelijk zaken van één bepaalde verdachte gelijktijdig op één zitting te behandelen. De Raad heeft hierbij de taak te realiseren dat aan een veelpleger steeds de "vaste advocaat" wordt toegewezen. Om dit te realiseren heeft de piketcentrale van de Raad de beschikking over een historisch bestand waarin relevante gegevens zijn vastgelegd. Deze nieuwe werkwijze kon in 2004 in de arrondissementen ’s-Gravenhage en Rotterdam worden gerealiseerd. In 2005 zal een evaluatie plaatsvinden.
3. Het personeelsbeleid Beleid In 2004 is het personeelsbeleid vooral gericht geweest op de instandhouding en het onderhoud van het bestaande instrumentarium.
Ziekteverzuim Voor 2004 is in het jaarplan een streefcijfer van gemiddeld 7% genoemd. Mede door een gerichter verzuimbeleid en voortdurende aandacht voor (verdere) verbetering van de arbeidsomstandigheden, was het ziekteverzuim in 2004 gemiddeld 5,5%.
Arbeidsomstandigheden In het najaar van 2004 heeft een onderzoek plaatsgevonden van alle werkplekken. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek hebben diverse aanpassingen van werkplekken plaatsgevonden.
Accountmanagement Ten behoeve van de verdere uitbouw van het accountmanagement binnen de teams in 2004 hebben de 1ste medewerkers van de teams een specifiek voor hen ontwikkelde training gevolgd.
4. Financieel Project stelselherziening gesubsidieerde rechtsbijstand In 2004 is het project stelselherziening gesubsidieerde rechtsbijstand verder tot uitvoering gekomen. Dit heeft geleid tot uitgaven tot een bedrag van h687.666,- in de rekening van baten en lasten verantwoord onder "Kosten in verband met stelselherziening". Bovendien heeft overheveling van het budget voor dit project plaatsgevonden ten laste van de egalisatiereserve naar de Raad ’s-Hertogenbosch, verantwoordelijk voor de projectorganisatie.
Programmakosten
• éénenzestig •
De trend van de toenemende kosten voor de moduulsoorten straf, ambtshalve en civiel heeft zich in 2004 verder doorgezet, terwijl de kosten voor asieltoevoegingen ten opzichte van de begroting aanmerkelijk achterblijven. Ook de kosten van piketrechtsbijstand in het kader van inverzekeringstelling is fors toegenomen.
Egalisatiereserve Door de kosten en budgetoverheveling van de stelselherziening en het negatieve resultaat op de programmakosten, is de egalisatiereserve met circa h3,7 miljoen afgenomen tot een bedrag van circa h2,3 miljoen.
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
Balans ’s-Gravenhage BALANS PER 31 DECEMBER 2004 ’s-Gravenhage (in Euro's)
31 december 2004
31 december 2003
272.387 301.772
313.844 434.332
ACTIVA Vaste activa
• tweeënzestig •
Materiële vaste activa Gebouwen/verbouwingen Inventaris
574.159 Financieel vaste activa Vordering Ministerie van Justitie Voorschotten advocatuur
32.641.129 11.256.945
748.176 32.641.129 11.690.312
43.898.074 Vlottende activa Vorderingen op rechtsbijstandverleners Vorderingen op gesubsidieerde instellingen Te ontvangen subsidie inzake ontwikkeling Tractor Overige vorderingen en vooruitbetaalde kosten Liquide middelen
286.177 60.000 0 1.953.516 10.279.284
44.331.441 220.051 0 1.192.299 3.595.064 13.621.062
12.578.977
18.628.476
57.051.210
63.708.093
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
(in Euro's)
31 december 2004
31 december 2003
Egalisatiereserve
1.320.833
6.097.425
Vervangingsreserve materiële vaste activa
1.104.547
948.474
Langlopende schulden Toevoegingsverplichtingen op lange termijn
5.769.934
5.699.064
PASSIVA
46.684.008 1.177.735 144.188 0 849.965
46.110.613 3.608.664 171.056 3.223 1.069.574 48.855.896
50.963.130
57.051.210
63.708.093
• drieënzestig •
Kortlopende schulden Toevoegingsverplichtingen op korte termijn Rekening-courant advocaten Crediteuren Schulden aan gesubsidieerde instellingen Overige schulden
baten & lasten ’s-Gravenhage Rekening van baten en lasten 2004 (verkorte weergave)
• vierenzestig •
(in Euro's) Civiele toevoegingen Straftoevoegingen Ambtshalve straftoevoegingen Inverzekeringstellingen Subsidies stichtingen rechtsbijstand regulier Rechtsbijstand in Milieuzaken Subsidies rechts- en wetswinkels Projecten en dergelijke Toevoegingen asiel Kosten stelselherziening hofressort ‘s-Gravenhage Bijdrage stelselherziening Centrale Project Organisatie Subtotaal resultaat programma Beheerskosten Rentebaten
Baten
Lasten
Resultaat
29.871.000 6.522.000 21.169.000 4.019.000 8.202.000 119.000 35.000 141.000 7.886.000 0 0 77.964.000
31.240.332 7.444.609 24.127.175 5.703.842 8.008.943 242.828 32.196 311.262 3.845.127 687.666 1.166.000 82.809.980
-1.369.332 -922.609 -2.958.175 -1.684.842 193.057 -123.828 2.804 -170.262 4.040.873 -687.666 -1.166.000 -4.845.980
4.423.000
4.601.040
-178.040
403.501 82.790.501
0 87.411.020
403.501 -4.620.519
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
’s-Hertogenbosch 1. Bedrijfsvoering
Declaraties ultimo december:
• zesenzestig •
Voor de Raad is een belangrijke doelstelling om de bedrijfsprocessen zodanig in te richten dat enerzijds de advocatuur binnen de gestelde wettelijke kaders zoveel mogelijke gefaciliteerd wordt waardoor deelname aan het stelsel interessant blijft en anderzijds om een kwaliteitsniveau na te streven dat de toets van de kritiek van accountant en Rekenkamer kan weerstaan. Dat lukt bovendien alleen als de werkzaamheden voor medewerkers voldoende interessant en uitdagend zijn. In 2004 is de Raad er wederom in geslaagd om bovenvermelde doelstellingen te realiseren. De permanente dossiercontroles bij de afdeling beschikkingen, de intercollegiale toets en met name de benchmark zijn daarbij instrumenten die zijn ingezet. De uitkomst van de steekproefcontrole van de accountant en FIOD bleven dan ook ruimschoots beneden de (hoge) veiligheidsgrenzen die daarvoor door de Minister zijn vastgesteld. Voor de advocatuur zijn - zo blijkt uit de reeds verscheidene malen uitgevoerde klanttevredenheidsonderzoeken - met name de doorlooptijden die beslissingen nu eenmaal vergen van groot belang. De in het jaarplan voorziene doorlooptijden zijn, zoals hieronder uit de diverse tabellen volgt, van een goed niveau.
2004: 2.402 2003: 1.400
2002: 2.515 2001: 1.192
De Raad slaagt er nog steeds in om alle voor het begin van een nieuw kwartaal volledig ingediende declaraties te verwerken en deze te betrekken bij de betaling van het eerstvolgend kwartaalvoorschot. De wijze van bevoorschotting is in 2003 veranderd en wel door deze een maand naar voren te halen. De gemiddelde doorlooptijd van declaraties in 2004 daalde van 7,6 naar 6,6 werkdag. Van de declaraties werd 12,5% (tegenover 14% in 2003) binnen 1 werkdag verwerkt. De voorraad piketten was zoals gewoonlijk verwaarloosbaar. Het beheer van de voorraden vormt op zich geen probleem. De lichte stijging vindt voornamelijk zijn oorzaak in de groei van het aantal toevoegingen en declaraties.
Toevoegingen Met betrekking tot het aantal afgegeven civiele toevoegingen (exclusief asiel) is sprake van een groei van ruim 5%. De groei is het sterkst te zien bij arbeidsrecht, personen- en familierecht, verbintenissenrecht en sociale voorzieningen. Het afgifteniveau ligt boven de begroting van 38.000. 2004: 38.873 2003: 36.848
2002: 32.563 2001: 29.198
Voorraad Toevoegingen ultimo december:
2004: 972 2003: 1.536
2002: 1.481 2001: 1.362
De gemiddelde doorlooptijd bij toevoegingen bedroeg 5 werkdagen. 20524 (2003:21.171) poststukken werden op de dag van ontvangst ingeschreven, beoordeeld en verzonden en 13.567 (2003: 17.843) binnen één dag na ontvangst. In totaal betreft dit 28% (in 2003: 32%) van de ontvangen poststukken. Het streven was erop gericht om 95% van de aanvragen binnen 11 dagen af te handelen. In 2004 is dit gelukt in 78% (in 2003: 80%) van de zaken.
De betrekkelijke groei van straftoevoegingen vindt nog steeds zijn oorzaak in de groei van ambtshalve toevoegingen, zij het dat enige vervlakking optreedt. 2004: 22.683 2003: 22.163
2002: 20.216 2001: 17.786
In de begroting 2004 is rekening gehouden met de afgifte van 21.230 straftoevoegingen.
Op het terrein van asiel is nu duidelijk de terugloop van de instroom van asielzoekers waarneembaar:
2004: 2003: 2002: 2001:
Advocatuur 3.963 5.754 9.764 9.493
SRA 1.212 1.773 2.733 2.055
Totaal 5.175 7.527 12.497 11.548
In de begroting 2004 was rekening gehouden met 4.500 toevoegingen van advocatuur en 2.000 van de SRA.
Declaraties
Aantal vastgestelde declaraties: 2004: 66.370 2003: 64.741 2002: 58.609 2001: 55.169
Aantal vastgestelde piketten: 2004: 15.190 2003: 14.951 2002: 14.014 2001: 12.400
• zevenenzestig •
Bij de registratie van declaraties wordt uitgegaan van de eerste relevante declaratie in de betreffende periode. Derhalve worden onvolledige of afgewezen declaraties niet in dit overzicht vermeld. Er is sprake van een verdere stijging van het aantal vastgestelde declaraties. Deze stijging loopt nagenoeg parallel aan de stijging van toevoegingen.
’s-Hertogenbosch
Bezwaar
• achtenzestig •
Bij bezwaren is substantiële stijging van het aantal ingediende bezwaren ingetreden (stijging 50%). Dit heeft haast onvermijdelijk geleid tot een sterke stijging van de voorraad. Veel bezwaren kwamen voort uit een aantal wetswijzigingen die in 2004 plaatsvonden zoals de forse stijging van de eigen bijdrage en de buiten behandelingstelling ten gevolge van de Veegwet.
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
2003
%
2004
%
Toevoegen Gegrond Ongegrond Intern herzien Ingetrokken Niet ontvankelijk Aangehouden Openstaand Totaal
92 407 307 59 58 0 0 923
10,0% 44,1% 33,3% 6,4% 6,3% 0,0% 0,0% 100,0%
139 557 471 68 132 0 0 1367
10,2% 40,7% 34,5% 5,0% 9,7% 0,0% 0,0% 100,0%
Vaststellen Gegrond Ongegrond Intern herzien Ingetrokken Niet ontvankelijk Aangehouden Openstaand Totaal
8 44 3 4 2 0 0 61
13,1% 72,1% 4,9% 6,6% 3,3% 0,0% 0,0% 100,0%
20 45 2 3 5 0 2 77
26,0% 58,4% 2,6% 3,9% 6,5% 0,0% 2,6% 100,0%
Sector bestuur Gegrond Ongegrond Ingetrokken Niet ontvankelijk Openstaand Totaal
6 37 5 9 4 61
9,8% 60,7% 8,2% 14,8% 6,6% 100,0%
5 28 7 7 8 55
9,1% 50,9% 12,7% 12,7% 14,5% 100,0%
Raad van State Gegrond Ongegrond Ingetrokken Niet ontvankelijk Openstaand Totaal
2 3 0 3 0 8
25,0% 37,5% 0,0% 37,5% 0,0% 100,0%
0 0 0 2 4 6
0,0% 0,0% 0,0% 33,3% 66,7% 100,0%
2. Personeelsbeleid Van meer incidentele aard waren: - de verbetering van het arbeidsvoorwaardenpakket. Deze aanpassing moest en kon kostenneutraal worden gerealiseerd. - het vaststellen van beleid inzake loopbaanbegeleiding naar aanleiding van het eerder uitgevoerde medewerkerstevredenheidsonderzoek. Alle medewerkers volgden bij het CLO een workshop waarin zij inzicht kregen in hun eigen ontwikkelingsmogelijkheden en -behoeften. Een aantal van hen greep deze ervaring aan om een verdergaand begeleidingstraject te starten. De Raad faciliteerde dat. - het opzetten van een extern uitgevoerd periodiek arbeidsgeneeskundig onderzoek; - het vaststellen van een plan voor de invoering van Vivalt. Dit project kan gevolgen hebben voor de indeling van functies en in een later stadium wellicht ook voor de benodigde formatie. In het plan staan afspraken over hoe hiermee wordt omgegaan. Met de komst van Vivalt in het vooruitzicht is de Raad zeer voorzichtig met het aannemen van nieuwe medewerkers. Het lijkt niet verstandig nu medewerkers aan te trekken, terwijl met de komst van Vivalt een vermindering van werkzaamheden te verwachten valt.
Ondernemingsraad De samenstelling van de Ondernemingsraad wijzigde enkele keren. Als gevolg van zwangerschap van een van de leden vond eerst tijdelijke vervanging plaats. Daarna was een meer permanente vervanging aan de orde doordat een van de leden de maximale zittingstijd bereikte. Omdat zich slechts een kandidaat voor opvolging aandiende, bleek het niet nodig te zijn verkiezingen te houden.
• negenenzestig •
De uitvoering van het personeelsbeleid geschiedt grotendeels aan de hand van de notitie Personeelsbeleid uit 2002. Daarbij valt een onderscheid te maken tussen permanente en incidentele activiteiten. Bij de eerste categorie ging het in 2004 onder meer om: - het beheer van het personeelshandboek. Dit losbladig naslagwerk bevat allerlei praktische informatie over het werken bij de Raad. De gegevens zijn regelmatig geactualiseerd. Aan nieuwe medewerkers wordt standaard een actueel personeelshandboek verstrekt. - er is uitvoering gegeven aan het ziekteverzuimprotocol. De begeleiding van zieke medewerkers is voor een deel uitbesteed aan een arbodienst. Periodiek vond overleg plaats tussen de Raad en de arbodienst over beleidsmatige onderwerpen en de voortgang in de verzuimbegeleiding. - het opleidingsplan vormde de leidraad voor scholing van medewerkers. Dit plan heeft een beperkte looptijd. Actualisering is in 2005 aan de orde. Vast onderdeel is sinds enkele jaren een externe trainingsdag voor alle medewerkers. In 2004 stond dit evenement grotendeels in het teken van de resultaten van de INK-positiebepaling. Deze werden door een externe betrokkenen toegelicht en de medewerkers konden vervolgens verdieping aan enkele aspecten toekennen en prioriteiten vaststellen. De uitkomst is bij de totstandkoming van een plan van aanpak gebruikt. - met alle medewerkers werden functioneringsgesprekken gevoerd. Naast afdelings-, functie en persoonsgeboden onderwerpen kwam ook in alle gesprekken een vast thema aan bod. De hoofdlijnen uit de gesprekken zijn in managementverband besproken. - het uitgevoerde medewerkerstevredenheidsonderzoek alsmede de audit op de positiebepaling INK lieten een positieve uitkomst zien, alhoewel verbeteringen zeker mogelijk zijn en nagestreefd worden. - het ziekteverzuim bedroeg in 2004 7,4% tegenover 5,5% in 2003.
’s-Hertogenbosch
3. Lokale regelgeving
• zeventig •
Inschrijvingsvoorwaarden In 2004 zijn verschillende wijzigingen in de inschrijvingsvoorwaarden aangebracht: • auditregime: per 1 januari 2004 is het hebben van een geldige en positieve auditverklaring een verplichte inschrijfvoorwaarde. Deze auditverklaring kan via het landelijk traject komen of via het meer uitgebreide kwaliteitstraject voor de deelnemers van de Stichting Viadicte. • maximum aantal toevoegingen: het maximumbeleid van 250 toevoegingen per jaar bleef gehandhaafd. Zoals ook de uitzondering van ophoging tot uiterlijk 300 voor een advocaat met een praktijk die voor meer dan 40% bestaat uit zaken met een geringe wegingsfactor. Wel werden vanaf 2004 alle afgegeven toevoegingen tot het maximum gerekend, dus ook de zogenaamde ambtshalve toevoegingen (lasten). • strafpiketregeling: op advies van de commissie strafpiket heeft de Raad de bereikbaarheid per telefaxnummer uitgebreid tot buiten de kantooruren. Daarmee verdween de in de tijd wat achterhaalde mogelijkheid om de meldingen op vaste tijdstippen telefonisch aan te vragen bij de Raad.
Voorschotregeling
Nieuw reglement van de commissie voor bezwaar van de Raad voor Rechtsbijstand ’s-Hertogenbosch’ 2004 De ‘Wet van 4 december 2003 tot wijziging van de Wet op de rechtsbijstand naar aanleiding van de evaluatie van de Wet op de rechtsbijstand alsmede aanpassing van de Wet op de rechtsbijstand aan de Algemene wet bestuursrecht (Staatsblad 2003, 502)’, ook wel kortweg aangeduid als ‘Veegwet Wrb’, bracht de noodzaak van herziening van het reglement met zich mee. De Veegwet is op 1 mei 2004 in werking. In de nieuwe versie zijn niet alleen tekstuele wijzigingen aangebracht, in die zin dat hier en daar de terminologie is aangepast (met name in verband met het vervallen van het bureau rechtsbijstandvoorziening als zelfstandig bestuursorgaan en het daardoor vervallen van het administratieve beroep bij de Raad), maar er zijn ook regels toegevoegd. Deze toevoegingen hebben met name ten doel het reglement in overeenstemming te brengen met de situatie na invoering van de Veegwet. Enkele bepalingen overlappen ten dele de wettelijke bepalingen van de Awb. Het doel daarvan is het geldende recht gemakkelijk vindbaar te maken en bepaalde aspecten van de procedure voor alle betrokken partijen te benadrukken. Er is voor gekozen om, waar nodig, de artikelen van een toelichting te voorzien. In deze toelichting zijn ook de verwijzingen te vinden naar de betreffende wettelijke bepalingen.
De voorschotregeling is een maand naar voren gehaald, zodat deze daadwerkelijk voorafgaat aan het betreffende kwartaal. Daarnaast biedt de Raad voortaan desgewenst de mogelijkheid van een maandbetaling van de ingediende declaraties in plaats van het "verplichtende" karakter van de voorschotbetaling. De voorschotregeling is een maand naar voren gehaald, zodat deze daadwerkelijk voorafgaat aan het betreffende kwartaal. Daarnaast biedt de Raad voortaan desgewenst de mogelijkheid van een maandbetaling van de ingediende declaraties in plaats van het "verplichtende" karakter van de voorschotbetaling.
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
4. De stelselwijziging en het aanbod van rechtsbijstand in het ressort ’s-Hertogenbosch Stelselherziening Na de vaststelling van het landelijk implementatieplan stelselherziening heeft de Raad een plan vastgesteld om de zeven geplande loketvoorzieningen in het ressort ’s-Hertogenbosch te realiseren.
Met de Stichting ZON is in goed overleg een voorovereenkomst gesloten waarin is geregeld op welke wijze de transformatie van Bureau Rechtshulp tot advocatenkantoor kan plaatsvinden. Als overgangsdatum is 1 september 2005 - de datum waarop het laatste loket in het ressort wordt geopend - vastgesteld. In overleg het overleg met de Dekens van de plaatselijk Orden van Advocaten heeft de Raad de plannen voor het ressort en de wijze waarop de overgang naar advocatenkantoor plaatsvindt nader besproken en toegelicht. Aan het eind van 2004 zijn de voorbereidingen ter hand genomen om in het Juridisch Loket de verwijsvoorziening naar mediation onder te brengen.
Een belangrijk onderdeel van de stelselherziening vormt de beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerde deelnemers aan de gesubsidieerde rechtsbijstand. In de arrondissementen Breda en ’s-Hertogenbosch zijn ter voorbereiding van de opening van de loketten voorlichtingsbijeenkomsten gehouden voor de advocatuur over de wijze waarop middels arrangementen de verwijzingen naar de advocatuur zullen plaatsvinden. De verwijzing kan alleen geschieden naar advocaten die zijn ingeschreven bij de Raad voor Rechtsbijstand en die beschikken over een auditverklaring van de Orde of van Viadicte. Verwijzingen geschieden verder aan de hand van specialisatie en reisafstand voor de cliënt. Gebleken is dat er grote belangstelling is van de advocatuur om aan deze arrangementen deel te nemen. De transparante wijze waarop de verwijzingen plaatsvinden, heeft hiertoe zeker bijgedragen. De verwijzingen vanuit het loket worden elektronisch ondersteund, zodat administratieve handelingen zoveel mogelijk worden beperkt. De Raad heeft een uitvoeringsregeling verwijsarrangement vastgesteld alsmede een commissie geïnstalleerd die de ontwikkelingen op de voet zal volgen. In het ressort is verder de Stichting Viadicte actief. Binnen deze stichting, waarbij zo'n twintig advocatenkantoren zijn aangesloten, wordt bijzonder aandacht besteed aan de verdere ontwikkelingen van kwaliteitsinitiatieven waarbij het streven er op gericht is om juist op dit onderdeel een groter onderscheid te maken. De Raad ondersteunt bovendien een project van de Universiteit Tilburg waarbij studenten in de Masterfase van hun studie bij geselecteerde advocatenkantoren hun kennis en ervaring kunnen verdiepen door onder begeleiding van een advocaat werkzaamheden op het terrein van de gesubsidieerde rechtsbijstand te verrichten.
• éénenzeventig •
In het ressort zijn twee Stichtingen Rechtsbijstand actief, één (Stichting ZON) in de arrondissementen Maastricht, Roermond en de kantons Eindhoven en Helmond en één (Stichting Brabant) in het arrondissement Breda en de kantons ’s-Hertogenbosch en Boxmeer. Met beide Stichtingen is overleg gevoerd over de beoogde positie van de Stichtingen na de stelselherziening. ZON heeft ervoor gekozen om zich te ontwikkelen tot een advocatenkantoor en Brabant om op te gaan in de Stichting het Juridisch Loket. De directeur van de Stichting Brabant heeft als ressortelijk projectleider mede het voortouw genomen om in de loop van 2004 de loketten Breda, ’s-Hertogenbosch en Eindhoven officieel in gebruik te kunnen stellen. Hij neemt tevens de voorbereiding van de overige loketten in het ressort in 2005 ter hand.
Verwijsarrangement
Balans ’s-Hertogenbosch BALANS PER 31 DECEMBER 2004 ’s-Hertogenbosch (in Euro's)
31 december 2004
31 december 2003
ACTIVA Vaste activa
• tweeënzeventig •
Materiële vaste activa Gebouwen/verbouwingen Inventaris
77.337 433.798
90.134 451.752 511.135
Financieel vaste activa Vordering Ministerie van Justitie Hypothecaire lening Voorschotten advocatuur
24.852.444 181.512 9.332.780
541.886 28.808.461 181.512 8.987.730
34.366.736
37.977.703
Vlottende activa Vorderingen op rechtsbijstandverleners Vorderingen op gesubsidieerde instellingen Overige vorderingen en vooruitbetaalde kosten Liquide middelen
687.027 258.417 2.730.834 42.590.534
436.288 234.597 1.279.474 36.706.462 46.266.812
38.656.821
81.144.683
77.176.410
(in Euro's)
31 december 2004
31 december 2003
17.377.514
12.997.511
Vervangingsreserve materiële vaste activa
1.059.198
990.957
Langlopende schulden Toevoegingsverplichtingen op lange termijn
3.955.066
4.334.621
PASSIVA
Egalisatiereserve
32.000.082 20.643.425 2.368.903 28.096 58.665 3.653.734
35.071.027 17.711.356 1.708.103 135.171 841.486 3.386.178 58.752.905
58.853.321
81.144.683
77.176.410
• drieëzeventig •
Kortlopende schulden Toevoegingsverplichtingen op korte termijn Verplichtingen Wsnp Rekening-courant advocaten Crediteuren Schulden aan gesubsidieerde instellingen Overige schulden
baten & lasten ’s-Hertogenbosch Rekening van baten en lasten 2004 (verkorte weergave)
• vierenzeventig •
(in Euro's)
baten
lasten
dotatie
Civiele toevoegingen Toevoegingen asiel Straftoevoegingen Ambtshalve straftoevoegingen Inverzekeringstellingen Subsidies stichtingen rechtsbijstand regulier (incl.eigen bijdrage) Spreekuurcontracten Subsidies asiel (SRA+VVN+LCM) Rechtsbijstand in Milieuzaken Subsidies rechts- en wetswinkels Vernieuwingen / Kwaliteitsbeleid Bijdrage aan stelselherziening Scheidings- en omgangsbemiddeling Overige baten WRB beheer & programma Beheerskosten WRB Rentebaten
24.955.000 9.397.000 3.847.000 14.389.000 3.100.000 6.774.271 0 3.611.000 119.000 0 568.000 0 0 0 3.569.000 504.484 70.833.755
23.226.597 951.030 4.026.187 15.003.287 3.502.231 7.444.801 189.721 5.445.970 277.122 41.330 1.032.436 1.034.000 2.165 3.273 2.995.289 0 65.175.439
1.728.403 8.445.970 -179.187 -614.287 -402.231 -670.530 -189.721 -1.834.970 -158.122 -41.330 -464.436 -1.034.000 -2.165 -3.273 573.711 504.484 5.658.316
Beheerkosten Wsnp Programmakosten Wsnp
325.494 15.205.815 15.531.309
255.490 16.118.648 16.374.138
70.004 -912.833 -842.829
3.898.634
4.038.837
-140.203
ADR
695.000
301.972
393.028
KTV
250.000
254.561
-4.561
CPO
9.842.003
6.501.494
3.340.509
101.050.701
92.646.441
8.404.260
Automatiseringskosten
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
Leeuwarden 1. Inleiding
• zesenzeventig •
In 2004 participeerden in het hofressort 481 rechtsbijstandverleners in het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand. Dit betekende een daling met 34 ten opzichte van het vorige jaar. 62 deelnemers die niet wilden meewerken aan het kwaliteitsbeleid van de Raden hebben zich laten uitschrijven. Dit werd gedeeltelijk gecompenseerd door nieuwe inschrijvingen. Aan deze 62 advocaten waren in 2003 nog 166 toevoegingen afgegeven. Het gemiddeld aantal zaken per deelnemende rechtsbijstandverlener is weer iets toegenomen, van 56 naar 57. De positieve uitkomsten van het onderzoek naar de experimenten echtscheidings- en omgangsbemiddeling hebben ook in 2004 nog niet tot nadere politieke besluitvorming met betrekking tot mediation geleid. De Raad handhaafde de bestaande voorziening teneinde te voorkomen dat de opgebouwde infrastructuur mogelijk voortijdig zou worden afgebroken. Het Bureau van de Raad heeft in 2004 het hoge productieniveau van 2003 kunnen handhaven. De kwaliteit van het werk van het Bureau van de Raad voldeed ook in 2004 aan de norm. De accountantscontrole heeft uitgewezen dat het resultaat binnen de gehanteerde, strakke, marges voor fouten en onzekerheden lag.
Door nieuwe aanwas heeft ook weer aanvulling van het aantal deelnemers plaatsgevonden. Van de 481 ingeschreven rechtsbijstandverleners zijn 427 advocaat, 35 medewerker van de Stichtingen Rechtsbijstand en 19 mediator niet zijnde advocaat. Aan alle geregistreerde rechtsbijstandverleners zijn toevoegingen afgegeven. Er blijkt een lichte stijging op te treden van het aantal toevoegingen per deelnemende rechtsbijstandverlener. In 2003 ontvingen de deelnemers gemiddeld 56 toevoegingen, in 2004 gemiddeld 57.
Handhaving maximum-aantal toevoegingen T.a.v. vijf advocaten werd de afgifte van toevoeging gestopt, al dan niet na verlening van een ontheffing. Door één advocaat werd tegen de stopzetting beroep ingediend.
De Stichtingen Rechtsbijstand Bij de Stichtingen rechtsbijstand, de bureau’s rechtshulp, worden ten behoeve van de reguliere werkzaamheden in totaal 24,03 fte gesubsidieerd. De verdeling over de diverse stichtingen is als volgt: Groningen 7,63 fte, Friesland 8,21 fte en Drenthe 8,19 fte. De stichtingen ontvangen hiervoor een subsidie van h3.271.280.
Overzicht produktiecijfers: (spreekuur, verlengd spreekuur, toevoegingen)
2. De rechtsbijstandverleners De advocatuur In 2004 waren bij de Raad 481 rechtsbijstandverleners ingeschreven als deelnemer aan het stelsel van de gefinancierde rechtsbijstand. Dit betekent een lichte daling ten opzichte van 2003 met 34. De Raad ontvangt geen signalen waaruit blijkt dat een belangrijk deel van de balie zijn medewerking aan het stelsel zou verminderen of zelfs zou willen beëindigen. Met ingang van 1 januari 2004 zijn 62 advocaten uitgeschreven omdat zij niet aan het door de Raden gehanteerde kwaliteitssysteem wilden deelnemen. Aan hen waren in 2003 nog 166 toevoegingen afgegeven.
Groningen Friesland Drenthe Totaal
2002 6.330 7.951 7.886 22.167
2003 6.675 6.594 7.547 20.816
2004 8.707 8.216 8.284 25.207
Doordat sprake is van een relatief hoog aantal toevoegingen, waarbij zich nog steeds een stijgende tendens voordoet, is het aantal afgehandelde zaken geleidelijk afgenomen doordat een verschuiving optreedt van kortdurende spreekuren en verlengde spreekuren naar de langer durende procedures. In het verslagjaar werd een aanzienlijk aantal "oude" zaken afgewikkeld.
Publieksfunctie In 26.451 gevallen werd in 2004 een beroep op deze voorziening gedaan. De stichtingen ontvangen voor deze voorziening een bedrag van ruim h411.000 naast hun reguliere subsidie.
Terwee in Groningen, Friesland en Drenthe In Groningen werden in 2004 1.366 voegingen beoordeeld, in Friesland 2.046 en in Drenthe 405. Hieruit volgden respectievelijk 236, 310 en 201 adviezen en 176, 216 en 98 dossiers.
Betalende praktijk De procedure rond de betalende praktijk van de Stichtingen Rechtsbijstand in Friesland en in Drenthe ging ook in 2004 verder. De rechtbank in Leeuwarden had al in 2001 in een voorlopige voorziening bepaald dat de Raad gerechtigd is tot het uitvoeren van zijn beleid dat gericht is op ontvlechting van de gesubsidieerde stichting en de betalende praktijk. De bodemzaak in deze kwestie heeft in 2002 voor de rechtbank gediend. Een uitspraak is in 2003 gegeven, waarbij de rechtbank het door de Raad gevolgde beleid heeft gesanctioneerd. De kwestie is tot een oplossing gekomen door de uitspraak van de Raad van State van 2 juni 2004 waarbij de Raad in het gelijk werd gesteld. Bij de controle van de jaarcijfers van de stichtingen is gebleken
Derden Ook in 2004 zijn met derden geen overeenkomsten tot het verlenen van rechtsbijstand aangegaan. De Raad heeft geen tekorten in het aanbod van rechtsbijstand geconstateerd die tot dergelijke overeenkomsten nopen. Wel zijn in het kader van de experimenten bemiddeling enkele niet-advocaten ingeschreven.
Het experiment echtscheidingsbemiddeling en het experiment omgangsbemiddeling In het experiment echtscheidingsbemiddeling waren 50 deelnemende bemiddelaars geregistreerd, van wie 31 advocaat zijn. De andere deelnemers oefenen andere beroepen uit, als maatschappelijk werker, psycholoog, jurist. De deelnemers dienden te voldoen aan de voorwaarden die gelden voor registratie als NMI-bemiddelaar. Aan de registratie van niet-advocaten ten behoeve van de echtscheidingsbemiddeling is verder de voorwaarde verbonden dat zij zich verzekeren van een vast contact met een advocaat, die deskundig is in het personen- en familierecht om de kwaliteit van de juridische bijstand te waarborgen.
• zevenenzeventig •
In het verslagjaar zijn de Raden begonnen met de uitvoering van de stelselherziening. De besprekingen met de dekens en de stichtingsbesturen over de transitie naar de advocatuur verliepen zeer moeizaam. Hetzelfde was het geval met het bereiken van overeenstemming met de stichtingen inzake de transitie-overeenkomst. De Raad heeft een begeleidingscommissie benoemd, bestaande uit mr. A.G. Bosch, voormalig secretaris van de Raad, mr H.B. Boogaart, lid van de Raad van Toezicht in Groningen en drs. R. Sangers, penningmeester van de stichtingen rechtsbijstand. Deze commissie heeft in verschillende overleggen goede diensten kunnen verlenen. Ter voorbereiding van de huisvesting van het Juridisch Loket konden geschikte panden gehuurd worden in Leeuwarden, Groningen en Assen, allemaal op een goede locatie.
dat de financiële scheiding tussen de gesubsidieerde en de betalende praktijk verduidelijking behoeft. Hieromtrent zijn afspraken gemaakt waarbij de door de accountant van de Raad gegeven richtlijnen moeten worden aangehouden. Op deze wijze worden de gemaakte kosten op juiste wijze toegerekend aan de verschillende praktijken. De Raad heeft de criteria die hij aan de ontvlechting van de betalende en de gesubsidieerde praktijk stelt gehandhaafd. Naast de bestuursrechtelijke procedures die de Raad heeft gevoerd heeft de balie in Friesland een civiele procedure aangespannen om de betalende praktijk van de stichting in Friesland te laten beëindigen. In deze procedure is de balie in het gelijk gesteld bij uitspraak van de rechtbank te Leeuwarden van 3 december 2003. Door de nu voorgenomen stelselwijziging wordt de scheiding van de gesubsidieerde en de betalende praktijk gerealiseerd.
Leeuwarden
• achtenzeventig •
In het verslagjaar werden in het kader van de gefinancierde rechtsbijstand 101 zaken terzake van echtscheidingsbemiddeling geregistreerd. Het experiment had daarmee nog steeds een beduidend lagere participatie dan bij de start was verwacht, maar vertoont wel een aanzienlijke en gestage groei. Met de drie noordelijke rechtbanken bestaat overeenstemming over de inschakeling van bemiddelaars in gecompliceerde omgangskwesties. In deze zaken wordt grotendeels door dezelfde bemiddelaars bemiddeld die ten behoeve van de echtscheidingsbemiddeling zijn geregistreerd. Op initiatief van de rechtbank kan de bemiddelaar een aantal sessies met de ouders houden waarbij aan de omvang van het aantal uren een maximum is gesteld. In 2004 werden 121 zaken inzake omgangsbemiddeling geregistreerd. Duidelijk is de toenemende belangstelling onder rechtsbijstandverleners voor de bemiddeling. Het aantal deelnemers aan opleidingen die toelating geven tot de registratie als VAS- of NMIbemiddelaar neemt toe. De Raad heeft dan ook na afloop van het experiment besloten tot voorlopige voortzetting van deze voorziening, teneinde dit nieuwe instrument in een langere periode van gewenning en opbouw van ervaring verder te ontwikkelen en om te voorkomen dat de opgebouwde structuur mogelijk voortijdig zou worden afgebroken in afwachting van nadere politieke besluitvorming.
3. Het primair proces en bezwaar en beroep Het aantal afgegeven toevoegingen is in 2004 op hetzelfde niveau gebleven als dat van het vorige jaar. Er werden 27.554 toevoegingen afgegeven. Het rechtsgebied waarop zich de hoogste stijging voordeed waren de strafzaken niet-verdachten en arbeidsrecht en sociale zekerheid. Daardoor werd de daling in het aantal asieltoevoegingen nagenoeg gecompenseerd. De ambtshalve toevoegingen vertoon-
den ook in 2004 weer een aanzienlijke toename. Het aantal toevoegingen inzake vreemdelingenbewaring nam af door de gewijzigde toetsingsfrequentie.
Termijnen De gemiddelde termijnen voor afhandeling van toevoeg- en vaststelverzoeken bedroegen resp. 9 en 8 werkdagen, in 2003 was dit 7 en 8. Bij iedere kwartaalbetaling zijn de declaraties die waren ingediend tot en met de eerste week van de betaalmaand meegenomen. De korte afhandelingstermijn is daarmee bij het vaststellen van de declaraties iets minder van belang dan bij de afgifte van de toevoegingen. Met de gemiddelde termijn voor afgifte zijn de door het ministerie gestelde normen van resp. 10 en 20 werkdagen ruimschoots gehaald. De gemiddelde afhandelingstermijn voor bezwaar en beroep is in het kalenderjaar toegenomen. 50% van de zaken werd afgehandeld binnen 98 kalenderdagen, de wettelijke termijn. De langdurige ziekte van een der medewerksters van de afdeling kwaliteit is een van de redenen waardoor de achterstand niet kon worden ingelopen. Wel werd de gemiddelde afhandelingstermijn gunstig beïnvloed door de wijziging van afhandeling van bezwaarschriften met ingang van mei 2004. De Raad heeft de afhandeling van eenvoudige zaken en zaken waarin een duidelijke standaardjurisprudentie is ontwikkeld opgedragen aan een medewerkster, dus zonder dat de commissie voor bezwaar en beroep om advies wordt gevraagd. Sinds mei konden op deze wijze 66 zaken versneld en vereenvoudigd afgehandeld worden. De voorgenomen afhandeling van de verzoeken om toestemming bewerkelijke zaak binnen 10 werkdagen kon niet gerealiseerd worden, deels tengevolge van de langdurige ziekte van één van de medewerksters.
Aantallen toevoegingen en vaststellingen Er werden 29.814 verzoeken om een toevoeging ingediend, vrijwel hetzelfde aantal als het vorige jaar. Van deze verzoeken werden 27.554 toegewezen.
Afgegeven toevoegingen per hoofdrechtsgebied. 2000
2001
2002
2003
2004
Arbeidsrecht en ontslag Bestuursrecht Sociale voorzieningen Erfrecht Fiscaal recht Goederenrecht Huur- en verhuur Faillissementen Ambtenarenrecht Verbintenissenrecht Personen- en familierecht Restgroep privaatrecht Strafzaken (verdachten) Strafzaken (niet verdachten) Vreemdelingenrecht Wonen Diversen
971 157 1.649 67 13 61 361 25 21 1.546 6.022 58 4.897 1.925 7.488 54 0
992 159 1.347 66 15 39 363 23 25 1.362 6.174 54 4.819 3.136 6.555 46 3
1.028 222 1.473 50 13 33 367 17 16 1.284 6.458 94 5.178 3.485 7.704 41 -4
1.377 275 1.615 53 16 23 397 25 22 1.395 6.916 139 5.307 3.623 6.470 73
1.417 246 1.757 57 23 22 397 34 36 1.535 7.412 196 5.533 5.216 3.607 75 -9
25.315
25.178
27.459
27.726
27.554
Totaal
Er werden 30.341 declaraties ingediend, waarvan er 27.971 tot betaling leidden. Met de declaraties was een totaal bedrag gemoeid van h21.830.194. In 2003 was dit h18.154.335 , beide cijfers exclusief piketdeclaraties. De gemiddelde vergoedingen zijn relatief laag door het terughoudend beleid van de Raad ten aanzien van bewerkelijke zaken. Wel is door de verruiming van de reiskosten- en reistijdvergoeding in het BVR 2000 een verhoging van de gemiddelde vergoeding opgetreden waardoor het nadeel dat de advocaten in het ressort in het verleden vaak hadden ter zake van deze kosten wordt weggenomen.
• negenenzeventig •
Hoofdrechtsgebied
Leeuwarden
• tachtig •
Aan piketdeclaraties is in het jaar 2004 een bedrag van h1.146.177 uitbetaald tegenover h1.033.335 in 2003. Het aantal piketdeclaraties nam toe van 5.166 in 2003 naar 5.391 in 2004. De gemiddelde vergoeding was h213. Door de onvolledigstellingen wordt de dossieropbouw sluitend gemaakt, waarna een juist besluit op de aanvraag kan worden genomen. Door de afgifte van een voorwaardelijke toevoeging is het mogelijk deze in te trekken indien derden kunnen worden aangesproken voor de proceskosten, of indien de draagkracht van de rechtzoekende zodanig toeneemt dat de financiële grenzen voor deelname aan het stelsel worden overschreden. Dit effect is pas na enkele jaren meetbaar, wanneer de zaak is uitgeprocedeerd. De onvolledigstellingen leiden ertoe dat ca. 18,5% van deze zaken wordt afgewezen of ingetrokken. In ca. 8,5% van de zaken wordt een voorwaardelijke toevoeging afgegeven. Bij de voorwaardelijke toevoegingen wordt na verloop van tijd ca. 8% niet definitief gemaakt.
Financieel effect werkzaamheden Bureau Naast de afwijzingen die meteen worden gegeven in zowel het toevoeg- als het vaststelcircuit (ca. 3%) heeft de nadere beoordeling in zowel de toevoegfase als de vaststelfase een aanzienlijk financieel effect. Hierbij worden de kostenveroordelingen beoordeeld en tevens de vraag of een voorwaardelijk afgegeven toevoeging wel of niet tot betaling moet leiden. De aangevraagde toevoegingen en vaststellingen die, tengevolge van de (nadere) beoordeling door het Bureau, niet tot betaling leidden leverden in 2004 een besparing op van ca. h2.05 miljoen. In 2003 bedroeg deze besparing ca. h1.9 miljoen. Naast deze effecten dient nog rekening te worden gehouden met het effect van een nauwlettende beoordeling van de uiterst bewerkelijke zaken. Het Bureau vervult hiermee een uiterst nuttige functie in het beheer van de kosten van de voorziening.
De afdeling kwaliteit Bij de controle op de juistheid van de genomen besluiten bleek dat het Bureau van de Raad weer binnen de gestelde normen is gebleven. De tolerantie bedraagt maximaal 1% fout en maximaal 3% onzeker. De controle wees uit dat het onjuistheidpercentage in 2004 lag op 0,41% bij vaststellen en op 0,28% bij toevoegen. Het onzekerheidspercentage lag op resp. 0,15% en 0,07%. Versterkt aandacht is besteed aan de nauwkeurige berekening van de opgegeven reiskilometers. In het BVR 2000 is de vergoeding van reistijd gekoppeld aan eenheden van 60 gereisde kilometers, dit naast de gewone kilometervergoeding. Het raadplegen van routeplanners en het hanteren van vaste eigen tabellen maakt een juistere berekening mogelijk.
M&O-beleid Ook in 2004 werden door de Raden weer steekproeven gedaan op de eigen bijdrage berekening door vergelijking van de opgegeven gegevens met die bij de belastingdienst. Hierbij bleek voor de Raad Leeuwarden van de 20 gecontroleerde dossiers geen enkel dossier fouten te bevatten. Dossiercontroles vinden regelmatig plaats. Alle vaststellingen hoger dan h1.800 worden afzonderlijk gecontroleerd door de manager beheer en de manager beschikkingen. De beoordeling van uiterst bewerkelijke zaken vindt afzonderlijk met de manager beschikkingen plaats. De managers beschikkingen voerden een intercollegiale toets uit waarbij de opgegeven vergoedingen van de IND in de bestuurlijke voorprocedure werden vergeleken met de door de IND ter beschikking gestelde gegevens.
Ontwikkeling asielrechtsbijstand In het verslagjaar tekende zich een verdere aanzienlijke daling van de instroom van asielzoekers in Nederland af nadat in 2002 deze daling al had ingezet. In 2003 werden al beduidend minder toevoegingen voor asielrechtsbijstand afgegeven. In 2004 zette deze neergaande lijn zich voort. Het aantal toevoegingen daalde met ca. 1.000.
De commissie voor bezwaar en beroep In het verslagjaar werden 567 beroepen/bezwaren ingediend tegen een beschikking van het Bureau Rechtsbijstandvoorziening. (In 2002 waren dit 748 beroepen, in 2003 635). 490 beroepen hadden betrekking op een toevoegbesluit, 77 hadden betrekking op een vaststelbesluit en 1 op piket. 329 beroepen werden afgehandeld door een herziening van de bestreden beslissing door het Bureau. Het betrof hier vooral zaken waarin nadere gegevens tijdens de beroepsprocedure werden verstrekt waardoor alsnog aan de verlangens van appellant tegemoet kon worden gekomen. 48 beroepen werden ingetrokken.
Kosten bestuurlijke voorprocedure In 2002 werd de regeling kosten bestuurlijke voorprocedure ingevoerd waarbij de Raad een vergoeding dient toe te kennen in geval rechtsbijstand werd ingeroepen ter verkrijging van een toevoeging terwijl de aanvankelijke afwijzing van de toevoeging aan de Raad te verwijten was. In 2004 werd op grond van deze regeling 11 maal een vergoeding aan appellanten uitgekeerd.
Klachtencommissie asiel Deze commissie ontving twee klachten uit het ressort. Zij beoordeelde vier klachten in het ressort. Hiervan werden twee gegrond verklaard en één ongegrond. Een klacht werd niet-ontvankelijk geacht. Naar aanleiding van beide gegrondverklaringen werd een waarschuwing gegeven aan de betrokken advocaat.
• éénentachtig •
In 2004 werden in totaal 651 beroepen afgehandeld (in 2002 767 en in 2001 768). 50% van de beroepen werd afgehandeld binnen de wettelijke termijn van 14 weken. De commissie hield 25 maal zitting, na mei alleen nog in meervoudige samenstelling. De commissie handelde 247 zaken af. Het Bureau werd in 179 zaken in het gelijk gesteld, de appellant in 28 zaken, 40 zaken werden nietontvankelijk verklaard. Er werd tegen besluiten van de Raad, na het commissieadvies, 107 maal beroep ingesteld bij de rechtbank Leeuwarden (in 2003 60 maal). Door de rechtbank werd in 84 zaken uitspraak gedaan. Hierbij werd de Raad 42 maal in het gelijk gesteld, de appellant 40 maal. In 2 zaken was appellant niet-ontvankelijk. 9 zaken werden door appellant ingetrokken Bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State werd in 9 zaken hoger beroep ingesteld. In 2003 gebeurde dat in 29 zaken. De Raad van State deed in hoger beroep uitspraak in 6 zaken van de Raad voor Rechtsbijstand. In deze zaken was de Raad 2 maal in hoger beroep gekomen, een rechtsbijstandverlener of een rechtzoekende 4 maal. In de zaken waarin de Raad appellant was kreeg de Raad beide malen gelijk, in de zaken waarin rechtsbijstandverlener of rechtzoekende appellant was kreeg deze in alle zaken ongelijk.
Leeuwarden
4. Personeelsbeleid Functioneringsgesprekken In het verslagjaar hebben functioneringsgesprekken plaatsgevonden. Uit deze gesprekken kwamen bruikbare punten voor verandering naar voren.
Ziekteverzuimbeleid
• tweeëntachtig •
Met de OR is een ziekteverzuimbeleid afgesproken. Aandacht gaat met name uit naar herhaald kort ziekteverzuim. Tevens bestaat de mogelijkheid een sociaal-medisch team in te stellen wanneer gevreesd moet worden voor dreigend langdurig ziekteverzuim. Het sociaal-medisch team is in 2004 een keer ingezet.
Ondernemingsraad In het jaar 2004 is er regelmatig overleg geweest tussen de Ondernemingsraad en het Managementteam. De ontwikkelingen rond Tractor en Vivalt stonden daarbij centraal. De OR richtte zich met name op de eventuele personele consequenties die de invoering van dergelijke systemen met zich mee zou kunnen brengen. De OR heeft er op toegezien dat aan de functioneringsgesprekken inhoud is gegeven. In verband met de invoering van het anti-rookbeleid per 1 januari 2004 is tussen het Managementteam en de OR overeenstemming bereikt omtrent de wijze waarop daarmee om te gaan.
Verbreding functie van beschikkers Mede naar aanleiding van onderzoeken waaruit bleek dat de functie van beschikker als risico-functie wordt gezien, heeft de Raad besloten de functie van de beschikkers te verbreden door hen zowel toevoegingen als vaststellingen te laten behandelen. Inmiddels zijn vijf beschikkers op beide gebieden werkzaam. De werkdruk op de afdeling vaststellen kan hierdoor op termijn worden verminderd terwijl de aantrekkelijkheid van het werk voor de beschikkers door de taakverbreding kan worden verhoogd.
Opleidingen Door meerdere medewerkers werden opleidingen of cursussen gevolgd. Twee medewerkers studeren Nederlands Recht aan de RUG.
Ziekteverzuim Het ziekteverzuim bedroeg in 2004 8,7% een aanzienlijke stijging ten opzichte van 2003 toen het ziekteverzuim 3,2% bedroeg. Het hoge verzuimcijfer wordt vooral veroorzaakt doordat twee medewerkers langdurig ziek waren.
Personeelsvereniging De Raad beschikt over een actieve personeelsvereniging, waarvan alle medewerkers lid zijn. De vereniging besteedt aandacht aan verjaardagen, jubilea en afscheid van de medewerkers. Tevens is de personeelsvereniging betrokken bij de organisatie van het jaarlijkse uitstapje van de Raad en zijn medewerkers. De personeelsvereniging werkt nauw samen met de personeelsvereniging van Justitie, Novitas, waarvan de meeste medewerkers van de Raad eveneens lid zijn.
5. Financiën en middelen De Raden zullen met ingang van het jaar 2004 voor de onderdelen van de programmakosten civiel, straf (m.u.v. ambtshalve), werkzaamheden stichtingen en tevens voor de apparaatskosten gefinancierd gaan worden volgens het next-best principe. De kosten voor ambtshalve en asieltoevoegingen alsmede voor piket blijven voorlopig gefinancierd worden aan de hand van een Raadseigen prijs. Financiering geschiedt op basis van de in het jaar 2002 afgegeven toevoegingen, te weten nagenoeg 27.459.
saldo verklaard door landelijke activiteiten, waarbij tussen de Raden inmiddels de afspraak is gemaakt dat kosten die worden gemaakt voor grote landelijke projecten worden verdeeld op basis van het aantal afgegeven toevoegingen, waardoor de Raad te Leeuwarden ca. 10% van deze kosten draagt. Een deel van de kosten wordt nog verdeeld op basis van 20% per Raad. Een sterke stijging van de kosten bij de Raad Leeuwarden, en daarmee een aanzienlijke verhoging van de beheerskosten, wordt hiermee voorkomen.
De liquiditeitspositie De Raad beschikt over diverse kasmiddelen en banksaldi tot een bedrag van ruim h6.000.000. Deze middelen zijn, in het kader van het integraal middelenbeheer bij de rijksoverheid en aangewezen ZBO’s (waaronder de Raden voor Rechtsbijstand), belegd bij het ministerie van Financiën en zijn vrij opneembaar. De rente die door het Ministerie van Financiën wordt vergoed is marktconform.
De rekening van baten en lasten wordt afgesloten met een voordelig saldo van h1.501.826 onderverdeeld over beheerskosten een nadelig saldo van h77.052 bij programmakosten een voordelig saldo van h1.433.525 en een voordelig saldo in verband met rente over belegde liquide middelen van h145.353.
De egalisatiereserve De egalisatiereserve van de Raad bedraagt nagenoeg h1.951.000. Het positieve exploitatiesaldo is ten gunste van de egalisatiereserve gebracht. Na deze toevoeging wordt de maximaal toegestane hoogte van de egalisatiereserve overschreden. Het bedrag waarmee de reserve wordt overschreden is ten laste gebracht van de vordering op het Ministerie van Justitie.
Programmakosten De programmakosten laten een overschot zien van h1.433.525. Het saldo wordt voornamelijk veroorzaakt door dat het aantal afgegeven toevoegingen in het kader van asiel aanzienlijk lager is dan voorzien.
Automatisering In het jaar 2004 is het besluit genomen om de bij de Raad in gebruik zijnde netwerkprogrammatuur en –apparatuur te vervangen. Aan het einde van het jaar heeft uitlevering en implementatie plaatsgevonden.
Beheerskosten Het nadelig saldo wordt voor een deel veroorzaakt door het niet meer toerekenen van rentebaten aan de beheerskosten. De rentebaten dienen thans als aparte post in de rekening van baten en lasten te worden opgenomen. Daarnaast wordt een deel van het
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
• drieëntachtig •
De beheerskostenvergoeding die bestemd is voor de apparaatskosten van de Raad, wordt, naast een voor alle Raden gelijk vast budget, bepaald aan de hand van het aantal toevoegingen die zijn afgegeven twee jaar voor het jaar waarover het jaarverslag wordt opgemaakt. Dit budget wordt jaarlijks aangepast met een correctie in verband met prijsstijgingen. Afwijkingen tussen begroting en jaarrekening worden verwerkt via één algemene egalisatiereserve.
Balans leeuwarden BALANS PER 31 DECEMBER 2004 leeuwarden (in Euro's)
31 december 2004
31 december 2003
56.814 253.006
61.383 199.170
ACTIVA Vaste activa
• vierentachtig •
Materiële vaste activa Gebouwen/verbouwingen Inventaris
309.820 Financieel vaste activa Vordering Ministerie van Justitie Voorschotten advocatuur
9.358.419 3.909.972
260.553 10.889.670 3.816.085
13.268.391 Vlottende activa Vorderingen op rechtsbijstandverleners Vorderingen op gesubsidieerde instellingen Te ontvangen subsidie inzake ontwikkeling Tractor Overige vorderingen en vooruitbetaalde kosten Liquide middelen
14.705.755
82.761 0 0
89.020 0 0
61.861 6.078.287
82.003 6.839.869 6.222.909
7.010.892
19.801.120
21.977.200
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
(in Euro's)
31 december 2004
31 december 2003
2.064.570
2.063.205
243.632
274.422
1.798.645
1.904.214
PASSIVA
Egalisatiereserve Vervangingsreserve materiële vaste activa
Kortlopende schulden Toevoegingsverplichtingen op korte termijn Rekening-courant advocaten Crediteuren Schulden aan gesubsidieerde instellingen Overige schulden
14.552.677 299.248 123.773 463.909 254.667
15.406.824 734.656 5.920 983.305 604.654 15.694.274
17.735.359
19.801.121
21.977.200
• vijfentachtig •
Langlopende schulden Toevoegingsverplichtingen op lange termijn
baten & lasten Leeuwarden Rekening van baten en lasten 2004 (verkorte weergave)
• zesentachtig •
(in Euro's) Civiele toevoegingen Straftoevoegingen Ambtshalve straftoevoegingen Inverzekeringstellingen Subsidies stichtingen rechtsbijstand regulier Rechtsbijstand in Milieuzaken Subsidies rechts- en wetswinkels Projecten en dergelijke Toevoegingen asiel Overige lasten Bijdrage stelselherziening Centrale Project Organisatie Subtotaal resultaat programma Beheerskosten Rentebaten
Baten
Lasten
Resultaat
10.939.500 2.333.760 4.351.176 961.945 1.667.517 0 0 83.615 4.505.488 0 -519.000 24.324.001
8.595.649 2.002.178 4.629.921 1.146.177 4.187.916 7.610 0 2.228.277 92.747 0 22.890.475
2.343.851 331.582 -278.745 -184.232 -2.520.399 0 -7.610 83.615 2.277.211 -92.747 -519.000 1.433.526
1.691.000
1.768.052
-77.052
0 26.015.001
-145.353 24.513.174
145.353 1.501.827
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
Kerngegevens Productie Raden voor Rechtsbijstand 2004
Amsterdam
Arnhem
Aantal afgegeven toevoegingen Doorlooptijd in dagen
113.162 5
52.164 10
87.929 10
Vastgestelde vergoedingen Doorlooptijd in dagen
112.255 8
54.098 12
Aantal piketrechtsbijstand
31.801
Aantal afgegeven toevoegingen Doorlooptijd in dagen
’s-Gravenhage ’s-Hertogenbosch Leeuwarden
Totaal
66.731 5
26.759 9
346.745
86.581 8
66.295 6
27.004 10
346.233
12.327
24.072
15.190
5.381
88.771
101.993 9
55.101 10
86.131 9
66.538 4
27.681 8
337.444
Vastgestelde vergoedingen Doorlooptijd in dagen
112.129 13
53.005 15
80.034 6
64.732 7
26.826 7
336.726
Aantal piketrechtsbijstand
29.679
12.747
24.104
14.951
5.598
87.079
• achtentachtig •
2004
2003
* cijfers ontleend aan jaarrapportage van Ministerie van Justitie
Samenstelling Raden voor Rechtsbijstand en managementeams
Raad Amsterdam
Raad Arnhem Leden van de Raad:
• Mr. J.C. van Dijk, voorzitter • Mw. mr. M.J. Westhoff, secretaris • M. Karman, penningmeester • Drs. L.J. Sluis • K. Bleichrodt • Mr. E.J. van der Molen • Mw. H.A.M.M. Jansen-van der Gevel • Mr. J. Vegter • Mw. mr. W.J.C. Swildens-Rozendaal
• J.A. Gerritsen, voorzitter • Mr. H.A. Schenke, plv. voorzitter en plv. secretaris • Mr. H.R. Quint, secretaris • Drs. W.P.M. Hoefnagels, penningmeester • Mw. mr. M. Pel • Drs. R.B. Wagenaar • Prof. mr. Y Buruma
Leden managementteam:
Leden managementteam:
• Drs. F.A. Ohm, directeur • Mr. H.J. Schilperoort, hoofd stafafdeling • Mw. G.J.M.Y. Welten, manager operationele processen en vernieuwingsprojecten • Drs. K. Kamphuis, manager financiën en beheer
• Drs. J. Wijkstra, directeur (m.i.v. 1 maart 2005) • Mw. mr. J.J.J. Lubbers, manager Beschikkingen • Mr. A.J.M. Segers, manager Beheer
• negenentachtig •
Leden van de Raad:
Arnhem Raden voor Rechtsbijstand 'sHertogenbosch Leeuwarden Amsterdam 's-gravenhage
• negentig •
Raad ’s-Hertogenbosch
Raad ’s-Gravenhage
Leden van de Raad:
Leden van de Raad:
• Mr. A.J.W. Jurgens, voorzitter • H.G. Dix, penningmeester • Mw. de Vey-Vringer • Prof. mr. J.M. Barendrecht • Mw. mr. C.M. Renckens • Mr. C.P.H. van Kaam • Mr. H.P.H. van Griensven
• Mr. P.J. Biesheuvel, voorzitter • Mw. G.W. van der Wel-Markerink, secretaris en plv. voorzitter • Dr. T.J. Haan, penningmeester • Prof. mr. N.J.H. Huls • Mw. mr. C.B. de Jong • Dhr. C.J. Heijsman • Mw. mr. A.J.H.M. Hopmans
Leden managementteam:
Leden managementteam:
• Mr. P.J.M. van den Biggelaar, directeur • Drs. J.H.M. von den Hoff, senior beleidsmedewerker/ hoofd bureau Wsnp • Mw. mr. M. Leers, manager Beheer • Mr. H.F.H. Peters, manager Beschikkingen
• Drs. J. van Dijk, directeur • J.M. Kleijhorst, manager Beheer • P. Buijs, manager Beschikkingen • J.L. van Rhijn, manager Zakenbeheer • F.J. Haarlemmer, staffunctionaris
Raad Leeuwarden Leden van de Raad:
Leden managementteam: • Mr. P.T. Huisman, directeur en manager Beschikkingen • S. Verhoef, manager Beheer
• éénennegentig •
• J.G.M. Alders, voorzitter • Drs. R. de Rooij, penningmeester • Mw. mr. drs. M. Tragter-Schubert, secretaris • Mr. C. de Wal • Mr. W. Winkel • Mw. mr. K. Fuhler • Prof. mr. drs. A.H.M. Dölle
Uitgave Raden voor Rechtsbijstand
Coördinatie
• tweeënnegentig •
Frits Haarlemmer
Foto’s Tristan Wiechert
Grafisch ontwerp Debbie van Bruggen Mieke Deurloo
Druk Drukkerij JB&A Wateringen
Oplage 2200 exemplaren
september 2005