!
"
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.2.7 1.2.8 1.3 1.3.1 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5 1.4.6 1.4.7 1.4.8 1.4.9 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.4 1.5.5 1.5.6 1.5.7
Faculteit der Letteren Algemene inleiding Organisatie van de faculteit Doelstellingen van de faculteit en waardenproject Faculteitsbestuur Medezeggenschap Bureau van de faculteit Onderwijsinstituut Afdelingen Onderzoek Commissies Onderwijs Jaarindeling Regelingen Studieadvies en studievoortgangscontrole Het begrip studiepunt Inschrijving voor colleges Regels en richtlijnen voor tentamens Algemene onderwijs- en examenregeling Regeling bachelor- en masterscriptie Recht van beroep Afgifte getuigschrift en dossierverklaring Inschrijving onderdelen andere universiteiten Voorzieningen Informatievoorziening, postvakken en e-mail Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie Oriëntatie op de arbeidsmarkt Studeren in het buitenland Computerfaciliteiten Gebouwvoorzieningen Tijdschrift voor de Faculteit der Letteren [Sic!]
11 11 12 12 13 14 14 16 16 16 17 19 19 20 20 21 21 21 22 23 24 24 26 26 26 27 27 28 29 30 30
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6
Organisatie Geschiedenis Organisatie en regelingen Normen studielast werkstukken en scriptie Studiekosten Opleidingscommissies en examencommissie Examendata Voorzieningen Studieadvisering en mentoraat Studeren in het buitenland Bibliotheek Geschiedenis Studieboeken / syllabi / boekhandels Studentenvereniging Merlijn Studentenblad Galapas
33 33 33 33 33 34 34 34 34 35 35 35 37
Inhoudsopgave
5
3 3.1 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5 3.3.6 3.3.7 3.3.8 3.3.9 3.3.10 3.3.11 3.4 3.4.1 3.4.2 3.5 3.5.1 3.5.2 3.6 3.7 3.7.1 3.8 3.8.1 3.8.2 3.8.3
Geschiedenis (Ba) Inleiding: Facultair onderwijsconcept Doelstellingen van de opleiding Geschiedenis De opleiding in schema en het vakspecifiek onderwijs Oude Geschiedenis Middeleeuwse Geschiedenis Nieuwe Tijd Nieuwste Geschiedenis Economische en Sociale Geschiedenis Niet-Westerse Geschiedenis Theorie 1 Historiografie Hulpvakken Diachronisch Thema Bachelorscriptie Toelating Opleiding in deeltijd Instroom vanuit andere opleidingen Eindtermen Algemene eindtermen van een letteren bacheloropleiding Eindtermen van de bacheloropleiding Geschiedenis Programma: Eerste jaar Tweede jaar Kernvakken Derde jaar Kernvakken Hulpvakken Aanbevolen onderdelen voor minor of vrije ruimte
39 39 40 41 41 42 42 43 43 44 45 45 45 45 46 46 46 47 47 47 48 48 49 49 51 51 52 52
4 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.2.6 4.2.7 4.2.8 4.2.9 4.2.10 4.2.11 4.2.12 4.2.13 4.2.14 4.2.15 4.2.16 4.2.17 4.2.18
Facultair minoraanbod Facultair minoraanbod Moderne Talen en Cultuur Literatuur algemeen: het hof Literatuur algemeen Literatuur algemeen: koloniale literatuur Duits: letterkunde Duits: taalkunde Duits: taalvaardigheid Engels: inleiding Engelse taalkunde Frans: taalvaardigheid Italiaans: taalverwerving Literatuurwetenschap: thema's uit de esthetica Nederlands: letterkunde Nederlands: nieuwere letterkunde Nederlands: oudere letterkunde Nederlands: taalbeheersing Spaans: taalverwerving Oriëntatie op het beroep van leraar Literatuur algemeen: literaire kritiek Mediëvistiek
53 53 53 53 53 53 53 54 54 54 54 54 54 54 55 55 55 55 55 55 56
4.2.19 4.2.20 4.2.21 4.2.22 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8 4.3.9 4.3.10 4.3.11 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.5 4.4.6 4.4.7 4.4.8 4.4.9 4.4.10 4.4.11 4.4.12 4.4.13 4.5 4.5.1 4.5.2 4.5.3 4.5.4 4.5.5 4.5.6 4.5.7 4.5.8 4.5.9 4.5.10 4.5.11 4.6 4.6.1 4.6.2 4.6.3 4.6.4 4.6.5 4.6.6 4.6.7
Engels: Engelstalige letterkunde De dood in de literatuur Ontwikkelingen in de literatuurwetenschap Literatuur en lezer: interculturele literatuurwetenschap Taal en Communicatie Taal en communicatie Van manuscript tot internet Document design Communicatie in kunst en maatschappij Inleiding taalverwerving Tweede- en vreemde-taalverwerving Psycholinguïstiek en kindertaalverwerving Lexicologie: inleiding semantiek Syntaxis voor gevorderden Oriëntatie op het beroep van leraar Nederlands: taalbeheersing Oudheidstudies Letteren algemeen Grieks Latijn Oude geschiedenis: introductie Archeologie en cultuur van Griekenland en Rome Archeologie: Romeins Gallië en het Rijnland Antieke numismatiek en Latijnse epigrafie Biografie van het landschap Oriëntatie op het beroep van leraar Oude geschiedenis: verdieping Oude geschiedenis: Griekse documentaire en historiografische bronnen Architectuurgeschiedenis: receptie van de klassieke architectuur Visualisering van archeologische onderzoeksgegevens Kunst en Cultuur Letteren algemeen: historisch Amsterdam Letteren algemeen: het hof Kunstgeschiedenis: beeldende kunst Kunstgeschiedenis: architectuur Literatuurwetenschap: thema's uit de esthetica Digitalisering en ontsluiting van cultureel erfgoed Kunstgeschiedenis: beeldende kunst 300-1800 Kunstgeschiedenis: beeldende kunst 1800-heden Architectuurgeschiedenis: analyse van plan en ontwerp Architectuurgeschiedenis: receptie van de klassieke architectuur Biografie van het landschap Geschiedenis Oude geschiedenis: introductie Mediëvistiek Geschiedenis: nieuwe tijd Geschiedenis: nieuwste tijd Geschiedenis: economische en sociale geschiedenis Geschiedenis: niet-westerse geschiedenis Historische informatiekunde
Inhoudsopgave
56 56 56 56 56 56 57 57 57 57 57 57 57 57 58 58 58 58 58 58 58 58 58 59 59 59 59 59 59 59 60 60 60 60 60 61 61 61 61 61 61 62 62 62 62 62 62 63 63 63
7
4.6.8 4.6.9 4.6.10 4.6.11 4.6.12
Oriëntatie op het beroep van leraar Oude geschiedenis: verdieping Oude geschiedenis: Griekse documentaire en historiografische bronnen Marokko-studies Architectuurgeschiedenis: receptie van de klassieke architectuur
63 63 63 64 64
5 5.1 5.2 5.3 5.3.1 5.3.2 5.4 5.5 5.6 5.6.1 5.7 5.7.1 5.7.2 5.7.3 5.7.4 5.7.5
Geschiedenis (Ma) Inleiding Doelstellingen Toelating Toelating tot de master Geschiedenis Instroom vanuit HBO Eindtermen Doctoraalprogramma oude stijl Opbouw programma Programma in schema Programma master Specialisatie Historiografie Hulpvakken Verdiepingsdeel Scriptie
65 65 65 65 66 67 67 69 69 70 70 70 71 71 72 72
6 6.1 6.2 6.2.1 6.2.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.8.1 6.8.2 6.8.3 6.9 6.9.1 6.9.2 6.9.3
Geschiedenis (MPhil) Algemeen Toelatingseisen Aanvullende toelatingseisen tot de onderzoeksmaster Procedure Specialisaties binnen de onderzoeksmaster Doelstellingen en eindtermen Nadere informatie Opbouw van het programma Jaaroverzicht Eerste jaar Kernmodule (20 stp.) Specialisatiemodules (30 stp.) Tutorial (10 stp.) Tweede jaar Specialisatiemodule (10 stp.) Tutorial (20 stp.) Scriptie (30 stp.)
73 73 73 74 74 75 76 76 77 78 79 79 79 79 80 80 80 80
7 Erfgoedstudies (Ma) 7.1 Inleiding 7.2 Toelatingseisen voor de professionele master 7.2.1 Nadere eisen Erfgoedstudies 7.3 Doelstellingen 7.4 Eindtermen 7.5 Jaaroverzicht
81 81 82 82 82 82 83
7.6 7.6.1 7.7
Traject Erfgoedstudies Keuze (max. 25 stp.) Traject Archeologisch Erfgoedbeheer
83 83 83
8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.4.1 8.5 8.6 8.6.1 8.7
Museumconservator (Ma) Inleiding Programma Arbeidsmarkt Toelatingseisen voor de professionele masteropleiding Aanvullende eisen voor Museumconservator Opbouw programma Eerste jaar Keuze (20 stp.) Tweede jaar
85 85 85 85 86 86 86 86 86 87
9 9.1 9.2
Lerarenopleidingen Geschiedenis Inleiding Meer informatie
89 89 90
10
Examenonderdelen Geschiedenis (Ba)
91
11
Examenonderdelen Geschiedenis (Ma)
136
12
Examenonderdelen Geschiedenis (MPhil)
157
13 13.1
Adressenlijst Geschiedenis Adressen medewerkers geschiedenis
159 159
14 14.1 14.2
Literatuur Geschiedenis (Ba) Geschiedenis (Ma)
165 165 169
Inhoudsopgave
9
10
Geschiedenis
1
1.1
Faculteit der Letteren Algemene inleiding De studiegids bevat alle informatie over universiteit, faculteit en opleiding die je voor je studie nodig hebt, zoals studentenvoorzieningen, praktische regels, opzet van de opleiding en een beschrijving van alle studieonderdelen. De teksten zijn speciaal voor studenten geschreven. De ervaring leert echter dat ze slecht gelezen worden. De informatie is bedoeld om dingen op te zoeken. Maak er dus gebruik van, anders mis je veel informatie die relevant is voor je studie. De informatie over opleiding en faculteit vormt het opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut. Dit beschrijft hoe de zaken binnen de opleiding en faculteit geregeld zijn. Het schept geen rechten of plichten, maar geeft louter de bestaande regelgeving weer. In het vervolg van de studiegids worden het programma van de opleiding en de inhoud van vakken behandeld. Het rooster staat niet in de studiegids, maar wordt apart op Internet gezet (www.let.vu.nl -> Studenten -> Roosters). We wensen je een succesvol studiejaar! De opleidingen en studiegebieden De Faculteit der Letteren, waartoe ook jouw opleiding behoort, biedt 13 bachelor- en aansluitende masteropleidingen aan. Bovendien worden 5 onderzoekmasters en 3 professionele masteropleidingen aangeboden. Ook kan het oude doctoraalprogramma van de 13 oude opleidingen nog afgemaakt worden. Naast het onderwijs binnen de verschillende opleidingen zijn er drie studiegebieden die onderwijs verzorgen ten behoeve van alle studenten van de faculteit. De contactpersonen van de opleidingen en studiegebieden zijn opgenomen in onderstaand overzicht.
Faculteit der Letteren
11
Opleiding of studiegebied
studieadviseur
Studentenbalie Algemene Cultuurwetenschappen: Woord en Beeld Archeologie en Prehistorie
dr. M.J.E. van Tooren
Communicatie- en Informatiewetenschappen Duitse Taal en Cultuur
drs. C.E. Stoffelsma
Engelse Taal en Cultuur
drs. E. Abraas
Franse Taal en Cultuur
dr. M.J.E. van Tooren drs. S.S.J. Mol
Geschiedenis Griekse en Latijnse Taal en Cultuur Italiaans
12
drs. S.S.J. Mol
Kunstgeschiedenis Literatuurwetenschap
prof.dr. D.H. Schram
Nederlandse Taal en Cultuur Oudheidkunde
J. Putters
Taalwetenschap
1.2.1
dr. M.L.M.J. Vliegen
drs. A.H.A. van Leeuwen-Janus drs. A. Schaafsma
Spaans
1.2
drs. S.S.J. Mol
drs. S.S.J. Mol drs. M.B.F. de Bakker dr. A.J. van Berkel
Toegepaste Informatica Letteren Erfgoedstudies
drs. E. Akkerman
ICT & Vertalen
prof.dr. M. Hannay
Museumconservator
drs. A. Schaafsma
Geschiedenis (MPhil)
drs. MC. Last
Kunstgeschiedenis (MPhil)
drs. MC. Last
Letterkunde (MPhil)
drs. MC. Last
Linguistics (MPhil)
dr. P.H.F. Bos
Oudheidstudies (MPhil)
drs. MC. Last
drs. A. Schaafsma
Kamernr. telnr. 10A-14 020 4446430 11A-28 020 4446491 10A-26 020 446551 10A-19 020 4446480 11A-39 020 4446452 10A-19 020 4446469 11A-28 020 4446491 10A-26 020 4446551 10A-26 020 4446551 11A-17 020 4446476 10A-21 020 4446364 08A-35 020 4446488 10A-23 020 4446427 10A-26 020 4446551 11A-18 020 4446412 11A-32 020 4446436 10A-24 020 4446428 10A-21 020 4446364 09A-18 020 4446445 10A-21 020 4446364 10A-37 020 4446532 10A-37 020 4446532 10A-37 020 4446532 11A-20 020 4446576 10A-37 020 4446532
e-mail
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Organisatie van de faculteit Doelstellingen van de faculteit en waardenproject De faculteit stelt zich ten doel • aan studenten een academische vorming te geven door middel van onderwijs in een verscheidenheid van vormen, op het niveau van bachelor-, master- en onderzoeksmaster-opleidingen in voltijd en deeltijd; • de wetenschap op de disciplinevelden van de faculteit verder te ontwikkelen zowel door eigen onderzoek van docenten en onderzoekmedewerkers als door opleiding van promovendi en andere onderzoekers, zowel binnen de faculteit als in het samenwerkingsverband van onderzoekscholen;
Geschiedenis
en daardoor tevens bij te dragen aan overdracht van culturele waarden aan een groter publiek, door vergroting van kennis op het gebied van taal, beeld, kunst en cultuur, en geschiedenis, met name ook voor praktische doeleinden als het onderwijs, het bedrijfsleven, de journalistiek, de media, de musea en de zorg voor het erfgoed. Deze doelstelling wordt binnen de faculteit vormgegeven doordat specifieke vakkennis geplaatst wordt in een breed cultureel en wetenschappelijk perspectief van academisch niveau. Het doel hiervan is de student kennis en inzicht te geven in, en kritisch en reflectief te leren staan tegenover de wetenschapsbeoefening zelf, de betekenis van zijn of haar vak voor mens en maatschappij, en de rol van de academicus in de samenleving. •
Waardenproject Aan de Vrije Universiteit bestaat al een aantal jaren het project Van Waarden Weten. Ook de Faculteit der Letteren participeert daarin. Het algemene doel van dit project is te streven naar onderwijs dat studenten ertoe brengt zich verantwoord en verantwoordelijk te gedragen niet alleen in het beoefenen van de wetenschap, maar ook in andere beroepen waarbij zij hun kennis en vaardigheden zullen gaan inzetten. Studenten moeten hun overtuiging en handelwijze in ethisch opzicht goed kunnen onderbouwen en zich rekenschap geven van de gevolgen van hun handelen. Voor docenten betekent dit dat ze zich ervan bewust moeten zijn dat het overdragen van waarden - zingevende oriëntaties voor het menselijk bestaan - in elke onderwijsvorm voorkomt en bepalend is voor het onderwijsresultaat waar het attitudevorming van de studenten betreft. Voor studenten houdt het project in dat ernaar gestreefd wordt dat een letterenstudent zich ontwikkelt tot een integere wetenschapper, een verantwoordelijk wetenschapsbeoefenaar en een verantwoordelijk lid van de maatschappij. In de algemene doelstelling van de faculteit zijn deze voornemens verwerkt. De concrete uitwerking ervan zal per college verschillend zijn. 1.2.2
Faculteitsbestuur Het belangrijkste bestuursorgaan van de faculteit is het faculteitsbestuur. Dit bestuur is verantwoordelijk voor de organisatie en coördinatie van het onderwijs en onderzoek in de faculteit. Dit betekent dat het faculteitsbestuur de Onderwijs- en Examenregelingen (OERs) van de opleidingen vaststelt en toezicht houdt op de uitvoering hiervan. Verder stelt het faculteitsbestuur de algemene richtlijnen voor de wetenschapsbeoefening vast en het (meerjaarlijkse) onderzoekprogramma van de faculteit. Het faculteitsbestuur benoemt tevens de leden van de examencommissies en opleidingscommissies. Het faculteitsbestuur bestaat uit de decaan en twee andere leden. De decaan is voorzitter van het faculteitsbestuur en hoogleraar. De andere twee leden behoren tot de wetenschappelijke staf (hoogleraren, universitaire hoofddocenten en universitaire docenten). Het bestuur wordt bijgestaan door de directeur bedrijfsvoering van de faculteit. Een student woont de vergaderingen van het faculteitsbestuur bij met raadgevende stem. Samenstelling faculteitsbestuur: • Prof.dr. W.Th.M. Frijhoff (decaan/voorzitter, portefeuillehouder bedrijfsvoering en onderzoek) • Dr. J.H.C. Bel (onderwijsdirecteur, portefeuillehouder ICT en onderwijs) • Prof.dr. C.H.M. Kroon (portefeuillehouder internationalisering, emancipatie en voorlichting)
Faculteit der Letteren
13
• •
1.2.3
student (benoeming wisselt per jaar) (studentzaken; adviserend lid) dr. B. Weltens (directeur bedrijfsvoering, adviserend lid)
Medezeggenschap De faculteit wordt bestuurd door het faculteitsbestuur. Er zijn twee medezeggenschapsorganen: de facultaire studentenraad en de onderdeelcommissie van de ondernemingsraad. Deze twee vormen tezamen de gezamenlijke vergadering. Facultaire Studentenraad De facultaire Studentenraad (fSr) bestaat uit vijf studenten, die worden gekozen door de studenten van de Faculteit der Letteren. De raad heeft een zittingstermijn van een jaar. Een student met klachten over tentamens, faciliteiten, docenten of andere zaken kan bij de fSr terecht. Je kunt mailen naar
[email protected] of je klacht deponeren in de klachtenbus tegenover de Helpdesk Letteren (10A-12). Wanneer de fSr je niet zelf kan helpen kan ze je doorverwijzen naar de juiste persoon of instantie. Daarnaast heeft de fSr regulier overleg met het faculteitsbestuur en de onderdeelcommissie. Hierin komen onder andere zaken zoals internationalisering, onderwijs, computer(ruimte)s en onderwijs- en examenregelingen aan bod. Mocht je interesse hebben in de functie van facultair studentenraadslid, dan kun je mailen naar
[email protected]. Onderdeelcommissie Letteren De onderdeelcommissie Letteren bestaat uit 9 leden van zowel het ondersteunend als het wetenschappelijk personeel. Onderdeel wil zeggen dat deze commissie deel uitmaakt van en samenwerkt met de centrale Ondernemingsraad van de Universiteit. Op facultair niveau behartigt zij de belangen van het personeel bijvoorbeeld op het gebied van de werkomstandigheden. Onderwijszaken komen vooral aan de orde in de gezamenlijke vergadering met de studentenraad. Meer informatie over deze regelingen kun je vinden in: • Statuut VU • Universiteitsreglement Vrije Universiteit • Regeling Medezeggenschap Studenten • Faculteitsreglement • Reglement Gezamenlijke Vergadering Letteren Deze regelingen zijn op te vragen bij het bestuurssecretariaat (10A-40).
1.2.4
Bureau van de faculteit Het faculteitsbureau verzorgt de ondersteuning van onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering. Aan het hoofd van deze organisatie staat de directeur bedrijfsvoering. De volgende eenheden maken deel uit van het faculteitsbureau: Directeur Bedrijfsvoering Dr. B. Weltens, tel. (020) 444 6401 Hij is te bereiken via het bestuurssecretariaat. Bestuurssecretariaat Secretaresses: M.H. Blom, P.A.M. di Summa kamer 10A-40, tel. (020) 444 6511, e-mail:
[email protected]
14
Geschiedenis
Personeelsfunctionaris Drs. M. Portier, kamer 10A-33, tel. (020) 444 6402 Bureau Planning en Control Hoofd: Drs. E. Warda, kamer 10A-32, tel. (020) 444 6405 Bureau Informatisering Coördinator: Drs. E. Akkerman, kamer 10A-24, tel. (020) 444 6428 Bureau Systeembeheer Coördinator: A. Schoonenboom, kamer 10A-37, tel. (020) 444 6391 Helpdesk: kamer 10A-12, tel. (020) 444 6464, e-mail:
[email protected] Beleidsmedewerker Onderzoek Drs. M. Last, kamer 10A-37 , tel. (020) 444 6532 Onderwijsbureau Hoofd: Dr. E. Vester, kamer 10A-28, tel. (020) 444 6423 Onderwijscoördinatie: • drs. E. Geudeke (roosters), kamer 10A-30, tel. (020) 444 6468 • drs. R.F. Hogervorst (lokaal beheer ISIS, TIS; studiegidsen), kamer 10A-30, tel. (020) 444 6538 • A. Bongenaar (kwaliteitszorg, studiegidsen), kamer 10A-30, tel. (020) 444 6538 • J. Putters (tentamenroosters), kamer 10A-23, tel. (020) 444 6427 Studentenadministratie: Hoofd: S. Hilpisch, kamer 10A-14, tel. (020) 444 6410 kamer 10A-14 en 10A-16, e-mail;
[email protected] Studentenbalie: kamer 10A-14, tel. (020) 444 6430, e-mail:
[email protected] Studieadvisering: zie par. Studieadvisering Voorlichting: M.W.J. Sleegers kamer 10A-26, tel. (020) 444 6550, e-mail:
[email protected] Internationalisering: Drs. A. Schaafsma, drs. C.E. Stoffelsma, drs. E. Abraas kamer 10A-21, tel. (020) 444 6429, e-mail:
[email protected] Stagecoördinatie en arbeidsmarkt: Drs. R. Klaase kamer 10A-26, tel. (020) 444 6432, e-mail:
[email protected] Opleidingensecretariaat Letteren Hoofd: Drs. E.W. de Bruin, kamer 10A-22, tel. (020) 444 6506 Secretaresses: kamers 10A-20, 10A-22 tel. (020) 444 6390, 444 46365, e-mail:
[email protected] Audiovisuele ondersteuning: • P. Bossenbroek (audiovisuele ondersteuning), kamer 9A-05a, tel. (020) 444 6388 • J. Orton (reprografie), kamer 9A-15, tel. (020) 444 6396 • M. van de Bunt (diatheek), kamer 8A-11, tel. (020) 444 6363 • B. Brouwensteijn (Arch. tekenaar), kamer 8A-42, tel. (020) 444 6483
Faculteit der Letteren
15
1.2.5
Onderwijsinstituut De faculteit kent een Onderwijsinstituut dat onder leiding staat van een onderwijsdirecteur. Deze wordt bijgestaan door het hoofd van het onderwijsbureau. De onderwijsdirecteur is tevens lid van het faculteitsbestuur (portefeuille onderwijs). Onderwijsdirecteur Dr. J.H.C. Bel Hoofd Onderwijsbureau Dr. E. Vester De onderwijsdirecteur heeft tot taak ervoor zorg te dragen dat de onderwijsprogramma’s van de verschillende opleidingen optimaal op elkaar zijn afgestemd. Dit betekent dat de onderwijsdirecteur, binnen het vastgestelde facultaire onderwijsbeleid en de vastgestelde onderwijs- en examenregelingen, de planning en programmering van het onderwijs en de kwaliteitszorg en evaluatie van het onderwijs bewaakt. De onderwijsdirecteur kan de leden van de afdelingen, na overleg met het afdelingshoofd, aanwijzingen geven ten aanzien van de uitvoering van het onderwijs. Daarnaast adviseert de onderwijsdirecteur over het te voeren onderwijsbeleid binnen de faculteit, over de onderwijs- en examenregelingen en over de gewenste inhoud van te vervullen vacatures op het gebied van onderwijs. De onderwijsdirecteur laat zich adviseren door het Overlegorgaan Onderwijs dat bestaat uit de voorzitters van de opleidingscommissies en vertegenwoordigers van de onderwijsgevenden op het gebied van Spaans, Italiaans en Toegepaste Informatica Letteren.
1.2.6
Afdelingen De faculteit staat op het punt een nieuwe afdelingsstructuur in te voeren. Er zullen vijf afdelingen komen: • Moderne Talen en Culturen • Oudheidstudies • Taalwetenschap en Communicatie • Kunst en Cultuur • Geschiedenis Tot een afdeling behoren diegenen wier taken op hetzelfde wetenschapsgebied liggen. De afdeling staat onder leiding van een hoofd dat belast is met de organisatie en coördinatie van de werkzaamheden van de afdeling. Het hoofd van de afdeling verdeelt, na overleg met de leden van de afdeling, de directeur onderzoek, de onderwijsdirecteur en de betrokken hoogleraar, de taken over de leden van de afdeling.
1.2.7
Onderzoek De faculteit kent een directeur onderzoek. Deze coördineert de uitvoering van het facultaire onderzoek volgens het door het faculteitsbestuur vastgestelde onderzoekprogramma en wordt daarin bijgestaan door de beleidsmedewerker onderzoek. Directeur Onderzoek Prof.dr. L.J.de Vries
16
Geschiedenis
Beleidsmedewerker Onderzoek Drs. M. Last De directeur onderzoek adviseert het faculteitsbestuur over het te voeren onderzoekbeleid. De directeur wordt in deze taak ondersteund door de beleidsmedewerker onderzoek. De directeur onderzoek overlegt regelmatig met en laat zich adviseren door een tweetal adviesorganen: de onderzoekscommissie en het overlegplatform onderzoek. De onderzoekscommissie bestaat, naast de onderzoeksdirectie en de portefeuillehouder onderzoek in het faculteitsbestuur, uit een viertal leden afkomstig uit de verschillende disciplines. Zij speelt een belangrijke rol bij de beleidsvoorbereiding. Het overlegplatform onderzoek is een breder orgaan: het bestaat uit de onderzoekscommissie, de coördinatoren van de facultaire onderzoekszwaartepunten en vertegenwoordigers van de negen interuniversitaire onderzoeksscholen waarin de faculteit participeert. Ook een vertegenwoordiger van de aan de faculteit verbonden postdocs en promovendi woont de vergaderingen bij. Het overlegplatform speelt een rol bij de toetsing van beleidsvoornemens en biedt tevens de gelegenheid aan alle betrokkenen elkaar over en weer te informeren over de organisatie van het onderzoek. De vier facultaire onderzoekszwaartepunten zijn: • De architectuur van het menselijk taalvermogen. • Nederlandse identiteit als resultante van de interactie van religie, cultuur en kunst (ca. 1400 – ca. 1700). • Waarden en normen in literatuur, kunst en nieuwe media sinds 1800 • Transformatie van stad en land: Stad - landrelaties in vergelijkend perspectief De Faculteit der Letteren participeert in de volgende onderzoekscholen: LOT, OSL, Mediëvistiek, Kunstgeschiedenis, Posthumus Instituut, Huizinga Instituut, ARCHON, CNWS en OIKOS. 1.2.8
Commissies De faculteit kent een aantal commissies, die het faculteitsbestuur adviseren en/of eigen werkzaamheden en bevoegdheden hebben. In veel commissies zitten studentleden; in beginsel is elke student van een opleiding benoembaar in een commissie van die opleiding. Opleidingscommissie en examencommissies Voor de student zijn vooral van belang de opleidingscommissie en de examencommissie. Opleidingscommissie Iedere opleiding (bachelor- en masteropleiding, en oude doctoraalopleiding) in de faculteit heeft een eigen opleidingscommissie (oc), die in feite de organisatie van de opleiding regelt. De opleidingscommissie adviseert onderwijsdirecteur en faculteitsbestuur over zaken die betrekking hebben op het onderwijs, waaronder de Onderwijs- en Examenregeling (OER). In de oc is het aantal docenten en studenten gelijk. De oc stelt jaarlijks de conceptonderwijsprogramma’s op, beoordeelt de OER en draagt na afloop zorg voor een evaluatie. De samenstelling van de opleidingscommissie is te vinden onder het kopje Opleidingscommissie en examencommissies.
Faculteit der Letteren
17
De opleidingscommissies worden benoemd door het faculteitsbestuur. Examencommissie Voor elke opleiding stelt het faculteitsbestuur een examencommissie in. De examencommissie stelt regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken bij tentamens en stelt de uitslag van de examens vast. Zij wijst examinatoren aan en kan aan hen richtlijnen geven m.b.t. de beoordeling van tentamens. Deze zijn vastgelegd in de Nadere Regels voor de Examens (NRvE). De opleidingscommissie raadpleegt de examencommissie alvorens het faculteitsbestuur te adviseren over de OER. De samenstelling van de examencommissie van de opleiding is te vinden onder het kopje Opleidingscommissie en examencommissies. De examencommissies worden benoemd door het faculteitsbestuur. Overige facultaire commissies Stuurgroep Informatisering en Systeembeheer De Stuurgroep Informatisering en Systeembeheer adviseert het faculteitsbestuur over het beleid op het gebied van de informatisering van onderwijs, onderzoek en administratie, met betrekking tot de omvang van de benodigde personele en materiële ondersteuning op dit gebied, formuleert een concept voor een facultair informatiseringsbeleidsplan en zorgt voor de jaarlijkse bijstelling van dit plan. Commissie Voorlichting De Commissie Voorlichting adviseert het faculteitsbestuur over voorlichtingsactiviteiten en -materialen. Zij coördineert en organiseert de deelname aan voorlichtingsactiviteiten, zowel van de VU als geheel als van de faculteit, ontwikkelt facultair voorlichtingsmateriaal en adviseert over het gebruik. Voorts voert zij het alumnibeleid uit, stelt een voorlichtingsplan op en stelt dit jaarlijks bij. Commissie Internationalisering (CIA) De taak van de commissie is het bestuur en de opleidingen te informeren en te adviseren over de beleidsvorming met betrekking tot de internationalisering van het onderwijs. Voorts heeft de commissie tot taak (voorstellen te ontwikkelen voor) de coördinatie van de uitvoering van goedgekeurde plannen. Facultaire Bibliotheekcommissie De FBC wordt benoemd door het faculteitsbestuur. De bibliothecaris draagt één of meer medewerkers van de bibliotheek voor als adviserende leden. De commissie fungeert als een gebruikersplatform waar bibliotheekgebruikers en bibliotheekvertegenwoordigers elkaar informeren en met elkaar overleggen over zaken van wederzijds belang. Afspraken worden vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst tussen UBVU en de faculteit. Voorts adviseert de FBC het faculteitsbestuur en, via het faculteitsbestuur, de bibliothecaris over alle zaken die de documentaire informatievoorziening ten behoeve van het facultaire onderwijs en onderzoek betreffen. Commissie voor de Toelating De commissie voor de toelating behandelt verzoeken van personen van 21 jaar of ouder die willen gaan studeren maar geen diploma bezitten dat toelating verleent tot een opleiding binnen de Faculteit der Letteren. Men kan worden toegelaten na het afleggen van een toelatingsexamen, het colloquium doctum. Informatie over het 18
Geschiedenis
colloquium doctum is te verkrijgen bij de Centrale Studentenbalie in de hal van het Hoofdgebouw van de VU.
1.3 1.3.1
Onderwijs Jaarindeling Alle opleidingen in de faculteit hebben een zelfde jaarindeling. Het jaar is ingedeeld in twee semesters. Ieder semester bestaat uit 3 perioden, 2 perioden van 8 weken en 1 periode van 4 weken. De perioden van 8 weken bevatten 7 weken college gevolgd door een tentamenweek. Week 7 van de 8-weekse perioden kan ingevuld worden als inhaalweek, herhalingsweek, voor proef- of deeltentamen, dagexcursie of vragenuurtje. De stof moet dan ingedeeld worden in 6 weken. De periode van vier weken is bestemd voor zelfstudie, het voorbereiden van tentamens, het afronden van werkstukken en voor intensieve cursussen of excursies. Er worden 6 tentamenweken per jaar georganiseerd, aan het eind van iedere periode één. Het verplichte onderwijs wordt zo geprogrammeerd dat een student nooit meer dan twee tentamens per tentamenweek heeft. Bij keuzevakken of minormodules kan de student zelf bekijken of deze qua toetsing passen in het gekozen onderwijsprogramma. Bovendien hebben zoveel mogelijk modules interne toetsmomenten die meetellen voor het eindresultaat. Voor ieder tentamen wordt één herkansing georganiseerd: voor periode 1 in week 3 van periode 3, voor periode 2, 3 en 4 in week 3 van periode 6, voor periode 5 en 6 in de laatste week van augustus. De docenten kunnen in overleg met de onderwijsdirectie een extra herkansing organiseren vóór de reguliere herkansing. De perioden, de college-, zelfstudie- en tentamenweken en de inhaaldagen i.v.m. vrije dagen zijn aangegeven in het jaarschema. Om te zorgen dat er zo min mogelijk overlap is tussen colleges die tot een en hetzelfde pakket behoren, is een aantal maatregelen genomen. Om te beginnen worden alle opleidingsroosters door de facultaire roosteraar bekeken en getoetst op eventuele overlappingen. Ook de opleidingscommissies van de interdisciplinaire opleidingen Algemene Cultuurwetenschappen, Communicatie- en Informatiewetenschappen en Oudheidkunde bekijken of de pakketten voor hun studenten roostertechnisch mogelijk zijn. Op grond van hun bevindingen en in overleg met de opleidingen worden de roosters aangepast. Een andere maatregel om afstemming tussen roosters te bevorderen is een zelfde dagindeling bij alle roosters met vaste tijdstippen voor 2-uurs colleges. Ten slotte is de dag waarop tentamen of herkansing valt, gerelateerd aan het tijdstip van het bijbehorende college op grond van de redenering dat als je het college hebt kunnen volgen, je ook in de gelegenheid bent het tentamen af te leggen. Let op: Vanaf 1 september 2004 zijn de collegetijden veranderd! De colleges beginnen precies op de aangegeven tijd. De collegeblokken zijn 09.00-10.45; 11.00-12.45; 13.30-15.15 en 15.30-17.15 uur. De tentamenblokken zijn 08.45-11.30; 12.00-14.45 en 15.15-18.00 uur. Bij heel grote tentamens wijken de laatste twee blokken hiervan iets af. Als je twee keer per week een college van hetzelfde studieonderdeel hebt, wordt voor het tentamen de beste dag uitgezocht. In principe wordt het vermeden voor een groep Faculteit der Letteren
19
2 tentamens op één dag te roosteren. In dat geval wordt naar een andere dag uitgeweken. Bij colleges met parallelgroepen wordt in principe één tentamentijdstip gekozen. Mocht je hierdoor toch twee overlappende tentamens hebben, meldt dit dan zo spoedig mogelijk bij je studieadviseur of docent, zodat er naar een oplossing gezocht kan worden. Jaarindeling 2004-2005 Semester Per. 1 Per. 2 Per. 3 Semester Per. 4 Per. 5 Per. 6
1 6 sept. t/m 31 okt. 1 nov. t/m 26 dec. 10 jan. t/m 6 febr. 2 7 febr. t/m 3 apr. 4 apr. t/m 5 juni 6 juni t/m 3 juli
Feestdagen 2004-2005 Goede Vrijdag Pasen Bevrijdingsdag Hemelvaart Pinksteren
1.4 1.4.1
Tentamen
Herkansing
wk 8 per. 1 (of wk 4 per.3 (jan.)) wk 8 per. 2 (of wk 4 per.3 (jan.)) wk 4 per. 3 (januari)
wk 3 per. 3 (jan.) wk 3 per. 6 (juni) wk 3 per. 6 (juni)
wk 8 per. 4 (of wk 4 per.6 (juni)) wk 9 per. 5 (of wk 4 per.6 (juni)) wk 4 per. 6 (juni)
wk 3 per. 6 (juni) laatste wk aug. laatste wk aug.
Vrije dag vrijdag 25 maart zondag 27 maart maandag 28 maart donderdag 5 mei donderdag 5 mei zondag 15 mei maandag 16 mei
Inhaaldag(en)
week 8 per. 5 week 8 per. 5 week 8 per. 5
Regelingen Studieadvies en studievoortgangscontrole Studieadvies in het eerste jaar De examencommissie brengt, namens het College van Bestuur, aan iedere student die voor het eerste studiejaar staat ingeschreven van een voltijdse opleiding in het hoger onderwijs, vóór 1 juli van dat jaar advies uit over het al dan niet voortzetten van zijn studie binnen of buiten de opleiding. Dit studieadvies is aan de Vrije Universiteit niet bindend, maar moet niet zomaar ter zijde worden gelegd. Wie daartoe behoefte voelt, kan zich naar aanleiding van het uitgebrachte advies wenden tot de studieadviseur. Het kan overigens geen kwaad al eerder contact op te nemen, wanneer er problemen met de studie zijn. Dit wordt zelfs met nadruk geadviseerd. Beëindigen studiefinanciering per 1 februari van het eerste studiejaar Studenten die voor het eerst in het hoger onderwijs zijn ingeschreven en vermoedelijk de norm van de prestatiebeurs niet halen, kunnen hun studiefinanciering vóór 1 februari stop laten zetten bij de Informatiebeheergroep (IBG), om te voorkomen dat aan het eind van het studiejaar hun studiebeurs in een lening wordt omgezet. Via de studieadviseur of mentor worden deze studenten in december of januari voor een gesprek uitgenodigd om over het al of niet voortzetten van de studie te worden geadviseerd. Studievoortgangscontrole Elke student ontvangt elk jaar omstreeks maart een tussentijds overzicht van zijn studievoortgang. Vóór 1 oktober ontvangt iedere student een volledig overzicht van zijn studievoortgang in het voorafgaande studiejaar. De vaststelling hiervan gebeurt
20
Geschiedenis
door de examencommissie, namens het College van Bestuur, op grond van de voor de opleiding bij de onderwijsadministratie geregistreerde studieresultaten. In het bericht wordt aangegeven dat de student beroep kan aantekenen in geval zijn studieresultaten niet of onjuist zijn geregistreerd. Van studenten die geen 30 studiepunten hebben behaald, worden vóór 1 november de namen doorgegeven aan de Informatie Beheer Groep. De betrokken studenten worden hierover vóór 1 november geïnformeerd door het bureau Studentenadministratie van de VU, namens het College van Bestuur. Hierbij wordt aangegeven wat de consequenties zijn voor de in het voorafgaande jaar ontvangen studiefinanciering en welke beroepsgang voor hen open staat. 1.4.2
Het begrip studiepunt De omvang van de opleiding en van de onderdelen die tot de opleiding behoren, wordt uitgedrukt in studiepunten. Tot 1 september 2002 werd er gerekend met 42 studiepunten per jaar en een studiebelasting van 40 uur per week (dat wil zeggen colleges, tentames en zelfstudie). Met ingang van 1 september 2002 wordt er gerekend met studiepunten volgens het European Credit Transfer System (ECTS). Een studiepunt in dit systeem komt overeen met een studiebelasting voor een gemiddelde student van 28 uur. Een studiejaar bestaat uit 60 studiepunten; de bacheloropleiding bedraagt 3 x 60 studiepunten (3 jaar) en de masteropleiding 1 x 60 (1 jaar) en in enkele gevallen 2 x 60 studiepunten (2 jaar). In de beschrijving van elk examenonderdeel wordt het aantal studiepunten vermeld. Alle examenonderdelen hebben een omvang van 5 of 10 studiepunten, met uitzondering van onderdelen die uitsluitend behoren tot de oude doctoraalprogramma’s. De omvang van al eerder behaalde onderdelen van de oude programma’s is omgerekend in nieuwe studiepunten en afgerond tot 1 decimaal achter de komma. Een nieuwe studiepunt (stp) is 1,43 x een oude studiepunt, dus een eerstejaarsstudie van 42 oude studiepunten bedraagt nu 42 x 1,43 = 60 stp.
1.4.3
Inschrijving voor colleges Studenten zijn verplicht zich in te schrijven voor alle colleges die ze gaan volgen, ook de verplichte. Inschrijven voor de colleges gaat door middel van het programma TISVU. Dit Tentamen Informatie Systeem VU kan bereikt worden via de homepage van de Faculteit der Letteren www.let.vu.nl, waar ook een uitgebreide handleiding is te vinden voor het verkrijgen van toegang tot TISVU. Toegang wordt verkregen middels een combinatie van studentnummer en pincode. De pincode kan zelf worden aangevraagd. Tot uiterlijk twee weken voor het begin van de collegeperiode is aanmelden mogelijk. Bij problemen, bijvoorbeeld omdat een student nog niet ingeschreven is bij de VU, kan deze zich wenden tot de studentenbalie, kamer 10A14. Er kan ook een mailtje worden gestuurd aan de studentenbalie
[email protected]. In september 2004 wordt overgegaan op een nieuw systeem. Studenten krijgen tijdig bericht over de werking van dit systeem.
1.4.4
Regels en richtlijnen voor tentamens Tentamens mogen alleen worden afgelegd als je in het huidige studiejaar bij de centrale studentenadministratie van de VU bent ingeschreven als student, extraneus of bijvakstudent en collegegeld hebt betaald. Bovendien is er alleen recht op deelname aan een tentamen als aan een eventuele aanwezigheidsplicht bij de colleges is voldaan. Zie ook Algemene onderwijs- en examenregeling.
Faculteit der Letteren
21
De laatste week van elke periode is bestemd voor het afleggen van tentamens. Ieder tentamen kan één maal herkanst worden. De herkansingen worden georganiseerd in de derde week van januari, de derde week van juni en de laatste week van augustus. Zie voor de tentamenweken en herkansingsweken Jaarindeling 2004-2005. Aanvragen tentamens, registratie en bekendmaken tentamenresultaten Alle tentamens, werkstukken, verslagen en scripties waar een beoordeling voor wordt gegeven, dienen voorzien te zijn van naam en studentnummer. Schriftelijke tentamens Het is voor alle studenten verplicht (dus ook voor studenten van buiten de faculteit) zich aan te melden voor collectieve tentamens. Inschrijven voor de tentamens gaat door middel van het programma TISVU. Dit Tentamen Informatie Systeem VU kan bereikt worden via de homepage van de Faculteit der Letteren www.let.vu.nl, waar ook een uitgebreide handleiding is te vinden voor het verkrijgen van toegang tot TISVU. Toegang wordt verkregen middels een combinatie van studentnummer en pincode. De pincode kan zelf worden aangevraagd. Tot uiterlijk 10 dagen voor de tentamendatum kan een student zich aanmelden. Als de uitslagen van tentamens bekend zijn en ingevoerd zijn in de computer, zijn deze te raadplegen via TISVU. De student kan zelf een uitdraai maken van zijn resultaten. Bij problemen, bijvoorbeeld omdat een student nog niet ingeschreven is bij de VU, kan deze zich wenden tot de studentenbalie, kamer 10A-14. Er kan ook een mailtje worden gestuurd aan de studentenbalie
[email protected]. In september 2004 wordt overgegaan op een nieuw systeem. Studenten krijgen tijdig bericht over de werking van dit systeem. Mondelinge tentamens, werkstukken, verplichte colleges etc. Voor de afronding van alle andere studieonderdelen neemt de student contact op met de betreffende docent. De student vult bij de docent zijn gegevens (naam, studentnummer, opleiding en eerste studiejaar) in op een tentamenbriefje of op een namenlijst waarop de docent later de resultaten aangeeft. 1.4.5
Algemene onderwijs- en examenregeling De Onderwijs- en Examenregeling (OER) ligt samen met de Nadere Regels voor de Examens (NRvE) ter inzage bij de studentenbalie en bij de studieadviseur. Op aanvraag is een kopie te verkrijgen. Voor studenten die met de studie begonnen zijn vóór september 2002 blijft de OER van augustus 2001 van kracht. Voor studenten die in september 2002 met een bachelor- of masteropleiding zijn begonnen, is de bachelor- c.q. master-OER, vastgesteld zomer 2002, van kracht. Voor studenten die van het oude programma overstappen naar de bacheloropleiding wordt per opleiding een overgangsregeling vastgesteld. De belangrijkste punten zijn hieronder aangegeven. • Voor studenten die met de studie begonnen zijn vóór september 2002 geldt dat het doctoraalexamen is behaald als alle onderdelen die in de OER van 2001, art. 8 genoemd zijn, met goed gevolg zijn afgelegd. • Voor studenten die de bachelor- c.q. masteropleiding volgen geldt dat de bachelor- c.q. mastergraad behaald is als alle onderdelen genoemd in bijlage 1 van de bachelor- c.q. master-OER met goed gevolg zijn afgelegd.
22
Geschiedenis
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Alle onderdelen moeten voldoende zijn. Compensatie kan slechts verleend worden op de gronden die vermeld staan in de Nadere Regels voor de Examens (NRvE art. 2). Een tentamen is voldoende als het cijfer ten minste 6.0 bedraagt. De docent stelt het cijfer vast en vult dit in op tentamenbriefje of tentamenlijst. Daarbij wordt een cijfer tussen 5 en 6 zodanig afgerond dat een 5.49 afgerond wordt naar een 5 en een 5.50 naar een 6. Andere cijfers worden afgerond op halven en helen. De uitslag van een tentamen wordt binnen drie weken vastgesteld. De termijn van drie weken voor het nakijken van de tentamens in meest ruime zin is een plicht van de docenten. Studenten kunnen, als het tentamen te laat is nagekeken, een standaardformulier invullen en inleveren bij de studentenbalie (kamer 10A-14, brievenbus bij 10A-14) of een e-mail sturen aan
[email protected] . Gedurende ten minste dertig dagen na bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk werk krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. Gedurende dezelfde termijn kan een belanghebbende de vragen en opdrachten van het betreffende tentamen bekijken en kennis nemen van de normen die bij de beoordeling een rol gespeeld hebben. De examinator kan plaats en tijdstip van inzage vaststellen. Een student kan pas tentamens van het tweede en derde jaar afleggen als alle tentamens behorende bij onderdelen uit het eerste jaar behaald zijn. Op verzoek van de student kan de examencommissie echter toestemming geven om eerder welomschreven tentamens af te leggen. In het advies aan het eind van het eerste studiejaar staat dan vermeld welke tentamens uit het tweede jaar afgelegd mogen worden. Zie verder de OER art. 7, bijlage 1 en NRvE art. 1. In deze artikelen is ook de opeenvolging van tentamens geregeld. Een examencommissie kan toestemming geven tot het volgen van masteronderdelen, maar uitsluitend als de student nog slechts maximaal 15 studiepunten niet-verplichte vakken moet behalen. De toestemming is geldig voor één semester. Een student kan pas tentamens van de masteropleiding afleggen als de bachelorgraad behaald is en hij/zij is toegelaten tot de desbetreffende masteropleiding. Vrijstelling van een of meerdere onderdelen kan op verzoek van de student verleend worden door de examencommissie op grond van in een andere opleiding behaalde onderdelen die qua inhoud en studielast vergelijkbaar zijn. Het judicium cum laude wordt verleend wanneer: - de scriptie met ten minste 8.5 is gewaardeerd; - het gemiddelde cijfer voor de overige onderdelen ten minste 8.0 bedraagt.
Met nadruk wordt erop gewezen dat bij werkcolleges en andere studieonderdelen waar dit is aangegeven in de vakbeschrijvingen, de aanwezigheid verplicht is. Mochten zich voor een student onoverkomelijke problemen voordoen, dan dient hij voor de aanvang van het college met de docent te overleggen, of er in zijn geval een praktische oplossing mogelijk is. Vuistregel is dat nooit meer dan 20 procent van de colleges gemist mogen/kunnen worden. Als niet aan de aanwezigheidsplicht is voldaan, is er geen recht op deelname aan het tentamen. 1.4.6
Regeling bachelor- en masterscriptie De faculteit heeft een facultair scriptiereglement met een opleidingsspecifiek deel voor iedere opleiding. Dit reglement geldt zowel voor de doctoraalscriptie (oude
Faculteit der Letteren
23
programma) als voor de masterscriptie. Het is te verkrijgen bij de studentenbalie (kamer 10A-14). De volgende richtlijnen, zoals opgenomen in de Nadere Regels voor de Examens, zijn van toepassing op een scriptie: A. De scriptie bevat het verslag van een in het kader van de opleiding passend origineel en nieuw onderzoek, zelfstandig uitgevoerd door de student. De student heeft recht op begeleiding. Indien het onderzoek aansluit of voortbouwt op een door de student in het kader van een andere opleiding verricht of te verrichten scriptieonderzoek, zal het hier bedoelde onderzoek naar het oordeel van de examencommissie voldoende onderscheidende elementen dienen te bevatten. B. De begeleiding van de student bij het maken van de scriptie omvat de volgende elementen: • een advies over de keuze van het onderwerp en de afbakening daarvan • de goedkeuring van de opzet • een regelmatige, maandelijkse contactmogelijkheid tijdens het werken aan de scriptie • aanwijzingen voor het herschrijven van onvoldoende of voor verbetering vatbare onderdelen van de scriptie. C. De scriptie wordt beoordeeld op ten minste de volgende aspecten: • het taalgebruik - de innerlijke logica van het betoog • de kritische verwerking van bestaande literatuur • de kritische verwerking van benut bronnenmateriaal of zelf aan het licht gebrachte gegevens • de zelfstandigheid van de onderzoeker en de oorspronkelijkheid van het onderzoek. D. Voor de vaststelling van het cijfer wordt de scriptie aan een tweede beoordelaar voorgelegd. Bij verschil van mening wordt gemiddeld of, in geval van een ernstig meningsverschil, wordt de kwestie ter decisie voorgelegd aan de examencommissie. Deze zal in de regel een derde beoordelaar inschakelen.
24
1.4.7
Recht van beroep Als een student tegen een toegekend cijfer bezwaar wil maken, wordt aanbevolen dit eerst bij de betrokken docent te doen en als er geen oplossing wordt gevonden, bij de voorzitter van de examencommissie. Daarnaast is er een College van Beroep voor de examens. Bij deze instantie kan een student binnen 30 dagen na bekend maken van de uitslag in beroep gaan, wanneer de student bezwaar maakt tegen tentamen- en examenuitslagen, beoordelingen van werkstukken en scripties, of tegen de wijze waarop hij is behandeld. Meer informatie hierover is te verkrijgen bij de afdeling Studentendecanen (Servicebalie, centrale hal, Hoofdgebouw), telefoon (020) 444 5026.
1.4.8
Afgifte getuigschrift en dossierverklaring Een verzoek tot afgifte van een getuigschrift (de doctoraalbul) of diploma (de bachelor- of mastergraad) kan alleen worden ingediend als men op de aanvraagdatum bij de centrale studentenadministratie staat ingeschreven als student of extraneus en
Geschiedenis
als het collegegeld is betaald. Op het moment van aanvraag moeten alle onderdelen voor het examen zoals opgenomen in de onderwijs- en examenregeling (OER) of een daarbij behorende overgangsregeling zijn behaald. Het verzoek om afgifte van het getuigschrift moet ingediend worden bij de studentenbalie Letteren. Hierbij moet de kandidaat het volgende overleggen: het door de centrale studentenadministratie afgegeven bewijs van inschrijving als student of extraneus (het Bewijs van Inschrijving én het Legitimatiebewijs voor Studerenden) en het bewijs dat aan alle exameneisen is voldaan (een totaaloverzicht en andere bewijzen van met goed gevolg afgelegde examenonderdelen). Het verdient overigens aanbeveling om al voordat je aan de eindscriptie begint of in ieder geval enkele weken voor het indienen van verzoek tot afgifte van het getuigschrift een totaaloverzicht van geregistreerde studieresultaten op te vragen bij de studentenbalie Letteren om te controleren of alle afgelegde tentamens daadwerkelijk ingevoerd zijn. Je ontvangt dan meteen de folder ‘Afstuderen en dan’ met praktische tips. De examencommissie, of de studieadviseur namens de examencommissie, bekijkt of het overzicht en eventuele overige bewijzen van de afgelegde onderdelen in overeenstemming met de OER zijn en of de kandidaat de juiste vooropleiding heeft. Tevens stelt de examencommissie, c.q. studieadviseur formeel vast dat het examen met goed gevolg is afgelegd en dient bij de studentenbalie Letteren een verzoek in tot afgifte van het diploma. De datum waarop de examencommissie, c.q. de studieadviseur formeel vaststelt dat het examen met goed gevolg is afgelegd, is de examendatum. Deze datum wordt aan de student meegedeeld en dit is tevens de datum op de bul. In de regel zal de uitreiking van het getuigschrift ongeveer twee weken later plaatsvinden. De examencommissie houdt in de regel iedere maand zitting, met uitzondering van de maand juli. De examendata zijn opgenomen in de paragraaf Examendata. Afgifte van getuigschriften in augustus Kandidaten die alle examenonderdelen vóór 1 september hebben afgelegd, maar nog niet weten of ze alles behaald hebben, kunnen tot 9 september een verzoek om afgifte van het getuigschrift indienen als dan alle uitslagen bekend zijn en alle voldoende zijn. De examendatum op de bul is dan 31 augustus. Beëindiging van inschrijving Een student die de VU verlaat, omdat deze bijvoorbeeld het doctoraaldiploma, bachelor- of masterdiploma heeft behaald, dient zelf de inschrijving te beëindigen door middel van een schriftelijk verzoek. Het formulier voor een dergelijk verzoek is te verkrijgen bij de studentenbalie (10A-14) en dient ingevuld te worden tegelijk met het verzoek tot afgifte van het diploma. De inschrijving wordt dan beëindigd in de maand volgend op die waarin het examen is afgelegd, behalve in de maanden juli en augustus. Dossierverklaring Bij beëindiging van de studie vóór het behalen van het examen, is het mogelijk een dossierverklaring te verkrijgen bij de examencommissie, als ten minste twee studieonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd. In de dossierverklaring worden de studieonderdelen die met goed gevolg zijn afgerond vermeld.
Faculteit der Letteren
25
Engelstalige verklaring Bij de uitreiking van het doctoraal getuigschrift ontvangt de student een Engelstalige verklaring dat het examen van de opleiding met goed gevolg is afgelegd. 1.4.9
1.5 1.5.1
Inschrijving onderdelen andere universiteiten Studenten die aan een andere Nederlandse universiteit een onderdeel willen volgen dat niet binnen de eigen faculteit wordt aangeboden, dienen daarvoor schriftelijk toestemming te hebben van hun Examencommissie. Verder moeten zij of hun studieadviseur toestemming vragen aan de Examencommissie van de betreffende universiteit om het vak daar te volgen. De student moet zich bij de centrale studentenadministratie van de betreffende universiteit inschrijven en overlegt daarbij zijn bewijs van betaling van collegegeld, zijn collegekaart en de toestemmingsbrief van zijn Examencommissie. Resultaten van tentamens kunnen alleen geregistreerd worden als een student officieel is ingeschreven als bijvakstudent. Studenten van andere universiteiten die aan de VU een onderdeel willen volgen moeten zich als bijvakstudent inschrijven aan de VU.
Voorzieningen Informatievoorziening, postvakken en e-mail Iedere student beschikt over een eigen postvakje bij de collegezalen 10A-03 en 10A00. Algemene informatie is te vinden op de informatieborden op het pleintje bij de studentenbalie (10A-14). Op de prikborden in de gang bij de studentenbalie hangen de college- en tentamenroosters. Deze zijn ook te vinden op www.let.vu.nl Roosterwijzigingen, zaalwijzigingen en dergelijke worden op de roosters of de schoolborden aangegeven. Ook afwezigheid van docenten en andere belangrijke mededelingen zijn te vinden op de schoolborden. Zie hiervoor ook de letterensite www.let.vu.nl Inschrijven voor colleges en tentamens, en het bekijken van tentamenuitslagen gaat via TISVU. Zie onder Inschrijving colleges en tentamens. Daarnaast wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van e-mail voor de berichtgeving. Daarom wordt van alle studenten verwacht dat zij regelmatig niet alleen in hun postvakje kijken, maar ook hun e-mail lezen, hetzij op de VU, hetzij thuis, als betrokkene tenminste een eigen ‘provider’ heeft. Elke student kan een emailadres aanvragen (zie Computerfaciliteiten). Studentenbalie De studentenbalie voor de gehele Faculteit der Letteren is gevestigd in het Hoofdgebouw, De Boelelaan 1105, kamer 10A-14, telefoon (020) 444 6430 en is geopend op maandag, dinsdag en donderdag van 10.00 tot 15.00 uur, op woensdag en vrijdag van 10.00 tot 13.00 uur. Hier kun je terecht voor alle letterenopleidingen. De balie is geopend voor studentenzaken als het krijgen van inlichtingen over de studie, het afgeven van werkstukken en scripties voor docenten, het aanvragen van overzichten van studieresultaten, het aanvragen van examens, en voor problemen met het inschrijven voor colleges of tentamens via TISVU, het Tentamen Informatie Systeem van de VU. Je kunt de studentenbalie ook bereiken via e-mail:
[email protected]. Voor het kopen van een syllabus of reader kun je terecht bij kamer 10A-12 (Helpdesk), geopend dagelijks van 13.00 tot 16.00 uur en de eerste week van iedere
26
Geschiedenis
achtweekse periode ook van 10.00 tot 12.00 uur. Zie ook Computerfaciliteiten, Helpdesk. Adreswijzigingen Een student die verhuist, moet zijn nieuwe adres zo snel mogelijk schriftelijk doorgeven aan de studentenbalie Letteren (kamer 10A-14) én aan de centrale studentenadministratie (Centrale Studentenbalie, centrale hal, Hoofdgebouw). Ook in geval van voortijdige beëindiging van de studie wordt men verzocht de studentenbalie (kamer 10A-14, e-mail:
[email protected]) daarvan op de hoogte te stellen. Let op! De brieven in het kader van de studievoortgang in september worden verzonden naar het studieadres; dit is het adres dat je bij de studentenadministratie hebt opgegeven. Wijzigingen worden daar verwerkt in het centraal computersysteem waaraan het systeem voor de tentamenregistratie gekoppeld is. 1.5.2
Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie De opleidingscommissie is verantwoordelijk voor de evaluatie van het onderwijs. In de praktijk betekent dit dat de opleidingscommissie de mondelinge of schriftelijke evaluatie van een aantal of alle cursusonderdelen die door de opleiding verzorgd worden, laat uitvoeren. Jaarlijks stelt de onderwijsdirectie vast welke onderdelen in ieder geval geëvalueerd moeten worden. Daarnaast kan de opleidingscommissie zelf een aantal te evalueren onderdelen aanwijzen. Voor schriftelijke evaluaties wordt gebruik gemaakt van een speciaal voor Letteren ontwikkelde vragenlijst van het Onderwijscentrum VU. Dit centrum verzorgt ook de uitwerking. Het Onderwijsbureau coördineert de evaluatie. Het zorgt ervoor dat de resultaten van de schriftelijke evaluaties terecht komen bij de opleidingscommissie die het onderwijs verzorgd heeft, maar ook bij de opleidingscommissie(s) van opleidingen die het geëvalueerde onderdeel in hun programma hebben opgenomen. Opleidingen voor wie onderwijs verzorgd wordt kunnen ook zelf een verzoek doen onderdelen te laten evalueren. De evaluaties van de facultaire onderdelen worden bekeken door de onderwijsdirectie.
1.5.3
Oriëntatie op de arbeidsmarkt Loopbaanoriëntatie De Faculteit der Letteren hecht grote waarde aan loopbaanoriëntatie. Vanaf het tweede jaar van de Bacheloropleiding worden studenten al gestimuleerd om stil te staan bij wat ze na hun studie willen gaan doen, en hoe ze dat gaan aanpakken. Met de stagecoördinator kan een afspraak gemaakt worden om meer te weten te komen over het plannen van een loopbaan. In individuele gesprekken wordt aandacht besteed aan de wensen en competenties van de student, en wordt voorlichting gegeven over de diverse facetten van het solliciteren. Ieder jaar wordt ook de cursus Loopbaanoriëntatie georganiseerd, voor studenten vanaf het tweede Bachelorjaar. Het doel van deze cursus is het verbeteren van de aansluiting tussen een letterenstudie en de arbeidsmarkt. Diverse onderwerpen zoals solliciteren, zelfanalyse en arbeidsmarkt worden in de cursus behandeld, en ook is er een alumniforum waarbij studenten aan afgestudeerden vragen kunnen stellen over hun ervaringen op de arbeidsmarkt. De cursus is facultatief, en studenten kunnen kiezen welke middagen ze volgen. Neem voor meer informatie contact op met de stagecoördinator (zie Stagebureau).
Faculteit der Letteren
27
Stagebureau In het tweede of derde jaar van de Bacheloropleiding wordt de mogelijkheid van het lopen van een stage aangeboden. Studenten gaan hiervoor eerst langs bij het stagebureau. De stagecoördinator geeft advies over een stage binnen de studie, en helpt de student met het zoeken naar een stage die bij hem of haar past. Op het stagebureau zijn diverse boeken en tijdschriften in te zien, en zijn adressen en telefoonnummers te krijgen van stageverlenende instanties. Ook heeft de stagecoördinator stageverslagen, die een goed beeld geven van hoe een stage eruit kan zien, en kan zij eventueel contact opnemen met studenten die al stage hebben gelopen. Voor een stage binnen Nederland is het raadzaam om minimaal drie maanden van tevoren contact op te nemen met het stagebureau. Het is ook mogelijk om in het buitenland stage te lopen, waarbij het raadzaam is minimaal een half jaar van tevoren met voorbereiden te beginnen. Voor meer informatie over loopbaan en stages kan een afspraak worden gemaakt met de stagecoördinator : Stagebureau Kamer 10A-26 Tel.nr. (020) 444 6432 e-mail:
[email protected] 1.5.4
28
Studeren in het buitenland Studenten van de Faculteit der Letteren hebben de mogelijkheid om een deel van hun studie in het buitenland te volgen. Het verblijf in het buitenland vindt (afhankelijk van de opleiding en de individuele studieplanning van de student) plaats in het tweede of derde jaar van de bacheloropleiding. Ook is het mogelijk om tijdens de masteropleiding een periode in het buitenland te studeren. Een buitenlands verblijf duurt in de regel een half tot een heel studiejaar (één of twee semesters). De Faculteit der Letteren wil haar studenten stimuleren een periode van de studie in het buitenland door te brengen. De voordelen van een buitenlands verblijf liggen voor de hand: studenten worden aantrekkelijker voor toekomstige werkgevers, ze leren hun talen goed spreken, ze leren zich aanpassen aan andere culturen en ze leren mensen kennen uit landen over de gehele wereld. VU-studenten kunnen meedoen aan een aantal uitwisselingsprogramma’s, waaronder Socrates/Erasmus (binnen Europa) en ISEP (met de Verenigde Staten). Daarnaast heeft de VU een eigen uitwisselingsprogramma opgezet met universiteiten buiten Europa, GLOBE. Voor de uitwisselingsprogramma’s aan de VU geldt dat de student: • geen studievertraging hoeft op te lopen, omdat in het buitenland behaalde studiepunten hier worden erkend; • bepaalde verplichte vakken in overleg met de Examencommissie kan vervangen door gelijkwaardige vakken aan een buitenlandse instelling; • een aanvullende beurs kan krijgen; • de studiefinanciering (als de student die krijgt) gewoon door kan laten lopen en een bedrag ontvangt voor de periode dat zijn/haar OV-kaart niet wordt gebruikt. Studenten die meer willen weten over studeren in het buitenland kunnen de brochure “Letteren studeren in het buitenland” ophalen bij Lieke Stoffelsma, coördinator uitgaande studenten van de Faculteit der Letteren, kamer 10A-21, telefoon (020) 444 6429, e-mail:
[email protected].
Geschiedenis
1.5.5
Computerfaciliteiten In de Faculteit der Letteren zijn diverse computerfaciliteiten beschikbaar voor studenten (niet voor extraneï). De computers zijn te vinden op de volgende locaties: Zaal 9A-05 9A-11
Voor wie Alle studenten Alle studenten
College Ja Ja
9e etage,
Alle studenten
Nee
10A-02
Ja
10A-03
Studenten Archeologie Alle studenten
Nee
10A-13 11e etage,
Alle studenten Alle studenten
Ja Nee
13A-10
Studenten VASVU, NT2
Nee
middenpleintje
middenpleintje
Faciliteiten 15 PC's, printer 15 PC's, branders, printer, scanner 6 PC's (printer in 10A-03) 10 PC's, printer, scanner 23 PC's, printer, scanner, brander 15 PC's, printer 6 PC's (printer in 10A-03) 22 PC's, printer
Openingstijden 8.30-17.15 uur 8.30-17.15 uur 7.00 - 23.00 uur zie toelichting 8.30-17.15 uur 7.00-23.00 uur zie toelichting 8.30-17.15 uur 7.00-23.00 uur zie toelichting 8.30-17.15 uur
In zaal 10A-03 kan doorlopend zelfstandig gewerkt worden; de andere zalen zijn daartoe beschikbaar wanneer er geen colleges zijn. Je kunt een computer reserveren door inschrijving in de mappen op de tafel tussen de zalen 9A-05 en 9A-11. Computerzaal 10A-03 is van maandag t/m donderdag tot 23.00 uur geopend. Voor vrijdagavond (17.15 – 23.00 uur) en zaterdag (8.00 – 16.00 uur) kan een sleutel van deze zaal geleend worden bij de Helpdesk. De computers op de middenpleintjes van de 9e en 11e etage beschikken alleen over standaardsoftware (Office) en internet; deze faciliteit is ook ’s avonds beschikbaar. Alle computers zijn aangesloten op het facultaire netwerk en werken onder Windows XP. Via het facultaire netwerk zijn programma’s beschikbaar voor tekstverwerking, statistiek en gegevensbeheer. Bovendien is er via dit netwerk toegang tot het Internet. Alle studenten hebben de beschikking over 25 MB schijfruimte op het facultaire netwerk (U:\-schijf) en 30 MB opslagruimte in de e-mailbox. Aan het begin van ieder studiejaar (rond 1 november) wordt het printtegoed van iedere student aangevuld tot 250 pagina’s. Aanmelden computerfaciliteiten Alle studenten (behalve extraneï) krijgen aan het begin van het studiejaar na aanmelding voor een opleiding van de Faculteit der Letteren automatisch een inlognaam voor het facultaire netwerk en een e-mailadres. Er wordt van je verwacht dat je dit e-mailadres gebruikt, aangezien belangrijke informatie vaak alleen per email verstrekt wordt. Bij tijdige inschrijving (voor 1 juli) krijg je een brief thuisgestuurd met de inloggegevens voor het facultaire netwerk en het e-mailsysteem. Wanneer je geen brief hebt ontvangen, kun je je gegevens opvragen bij de Helpdesk (10A-12). De computeraccount (netwerk + e-mail) van ouderejaarsstudenten wordt automatisch verlengd bij tijdige herinschrijving voor een opleiding aan de Faculteit der Letteren.
Faculteit der Letteren
29
Helpdesk De Faculteit der Letteren heeft een Helpdesk voor vragen en problemen over de facultaire computerfaciliteiten. De Helpdesk is op werkdagen bereikbaar via het emailadres
[email protected]. Tevens is er een balie in kamer 10A-12 die op werkdagen geopend is van 13.00 tot 16.00 uur. Actuele informatie is te vinden op de facultaire website: http://www.let.vu.nl onder het kopje Studenten/Computergebruik en ICT. Je kunt bij de Helpdesk terecht voor de volgende zaken: • problemen met inlognummer, opvragen/veranderen wachtwoord • Blackboard (
[email protected]) • ophogen printtegoed (€ 0,05 per pagina, tot € 5,- alleen chippen, vanaf € 5,- ook pinnen) • diskettes (per stuk € 0,50), CD-R’s (per stuk € 1,-) • handleidingen • syllabi/readers Goedkope software Voor studenten bestaat de mogelijkheid om tegen zeer gereduceerde kosten voor de thuiscomputer de standaardsoftware te kopen die in de faculteit gebruikt wordt voor onderwijs en onderzoek. Deze software wordt verkocht via Surfspot op internet: http://www.surfspot.nl. Een wachtwoord voor deze site wordt thuisgestuurd door de dienst IT van de VU. Het wachtwoord kan opgevraagd worden in kamer 0E-38. Toegepaste Informatica Letteren (TIL) Het studiegebied Toegepaste Informatica Letteren (TIL) verzorgt een aantal cursussen die speciaal gericht zijn op letterenstudenten, waarbij de toepassingen van de computer binnen het eigen vakgebied centraal staan. Deze cursussen, met een studielast van 5 tot 10 ects, kunnen apart worden gevolgd als keuzeonderdeel, maar zijn ook gecombineerd tot een aantal mini-minors. Zie voor het cursusaanbod van TIL: http://www.let.vu.nl/opleidingen/studiegebieden/til/cursusaanbod.htm
30
1.5.6
Gebouwvoorzieningen Invalidentoiletten Locaties: • hoofdgebouw: OC-T5 en 8A-T3 • gebouw Medische Faculteit: G016, H344 • A526, D505, A630, D653 voor mannen • A532, D553, A636, D655 voor vrouwen • Wis- en Natuurkundegebouw: NA-054 en M-166 • Transitorium: k1E-34, OE-34, 1E-34, 2E-34 In de invalidentoiletten is een koord aanwezig. Als eraan getrokken wordt, ontvangt de receptie een noodsignaal. Die roept vervolgens een surveillant op.
1.5.7
Tijdschrift voor de Faculteit der Letteren [Sic!] [Sic!] is het blad voor de gehele Faculteit der Letteren. Het blad wordt gemaakt door studenten en medewerkers van de faculteit en verschijnt viermaal per jaar. Het eerste nummer verscheen begin mei 2000. De redactie van het blad bestaat uit studenten Letteren van uiteenlopende studies, tevens hebben twee studenten zitting in de redactieraad. Het blad besteedt aandacht aan facultair nieuws, facultaire discussies en de problemen en geneugten van een letterenstudie aan de VU. Ook artikelen die niet
Geschiedenis
direct over de Faculteit der Letteren gaan, maar wel de interesse hebben van de letterenstudent, geschreven zijn vanuit de vakkundige kennis en/of een onderwerp uit de actualiteit aan de orde stellen, zijn te vinden in [Sic!]. De vormgeving is in handen van vormgevingsbureau Solar Initiative, de fotografen zijn veelal letterenstudenten. Hoofdredactie: Miriam van Ommeren Redactie: Nienke van Haaren, Lysette van Geel, Minka Mertens, Illah van Oijen, Fleur Roos Rosa de Carvalho, Alexander Wuijts Als je contact wilt met [Sic!], kun je je richten tot Miriam van Ommeren:
[email protected] of
[email protected]
Faculteit der Letteren
31
32
Geschiedenis
2
2.1
Organisatie Geschiedenis Organisatie en regelingen
2.1.1
Normen studielast werkstukken en scriptie De regelingen ten aanzien van studielastnormen, werkstukken en scripties zijn op elke computer binnen de Letterenfaculteit in te zien op P:/Onderwijs/Geschiedenis/Opleidingscommissie.
2.1.2
Studiekosten De inschrijving aan de VU is niet afhankelijk van enige andere financiële bijdrage dan het collegegeld of het examengeld. De kosten van studiebenodigdheden voor eigen gebruik, zoals boeken, materialen en practicabenodigdheden ten behoeve van het onderwijs en de tentamens van de opleiding zijn voor rekening van de student. Deze studiekosten bedragen voor de opleiding Geschiedenis aan de Faculteit der Letteren jaarlijks ongeveer 550 Euro.
2.1.3
Opleidingscommissies en examencommissie Opleidingscommissie bachelor • Prof.dr. J.C. Kennedy (vz.) • Dr. F.D Huijzendveld (secr.) • Dr. J.H.M. de Waardt (evaluaties) • Dr. J.J. Flinterman • Drs. S. Mol (adviserend lid) Studentleden • Annemieke Adema • Ragna Woodall • (2 vacatures) Opleidingscommissie algemene master • Prof.dr. J.C. Kennedy (vz.) • Dr. F.D Huijzendveld (secr.) • (vacature 2 studentleden) Examencommissie bachelor en algemene master • Dr. J.J. van Moolenbroek (vz.) • Prof. Dr. C.A.. Davids • Dr. H.M. de Waardt • Dr. H. Reitsma • Dr. F.D. Huijzendveld • Drs. S.S.J. Mol (ambtelijk secretaris) Opleidingscommissie onderzoeksmaster • Prof. Dr. K. Davids (vz.) • Prof. Dr. B. van der Spek (secr.) Examencommissie onderzoeksmaster • Prof. Dr. K. Goudriaan (vz.) • Dr. F.D. Huijzendveld (secr.)
Organisatie Geschiedenis
33
•
2.1.4
Prof. Dr. J.C. Kennedy (lid)
Examendata
Examens Geschiedenis 2004-2005
Datum aanvraag (in de week van) 23 augustus 2004 27 september 2004 25 oktober 2004 29 november 2004 13 december 2004 24 januari 2005 28 februari 2005 28 maart 2005 25 april 2005 23 mei 2005 29 augustus 2005
2.2 2.2.1
Examendatum
Datum buluitreiking
31 augustus 2004 15 oktober 2004 12 november 2004 17 december 2004 14 januari 2005 11 februari 2005 18 maart 2005 15 april 2005 13 mei 2005 10 juni 2005 31 augustus 2005
28 september 2004 26 oktober 2004 30 november 2004 25 januari 2005 25 januari 2005 22 februari 2005 29 maart 2005 26 april 2005 31 mei 2005 28 juni 2005 27 september 2005
Voorzieningen Studieadvisering en mentoraat De begeleiding van studenten is in handen van de studieadviseur, drs. S. Mol. E-mail
[email protected] Naast studieadviezen en de coördinatie van het mentoraat houdt de studieadviseur zich ook bezig met voorlichting en loopbaanoriëntatie. Mentoren Tijdens de gehele studie geldt een verplicht mentoraat. De studenten participeren in het eerste jaar in de zgn. mentorgroepen. Zes à zeven studenten komen regelmatig bijeen, samen met een docent en met een student-mentor, om wegwijs te worden gemaakt in studie, universiteit en eventueel studentenleven en om eventuele studie of andere problemen te bespreken. De student kan met individuele problemen behalve bij de studieadviseur ook bij zijn mentor terecht. De mentor heeft een belangrijke stem bij het uitbrengen van het eerstejaars advies. Tijdens de bachelorfase verloopt het mentoraat op individuele basis. Men behoudt tot het derde jaar de mentor van het eerste jaar. Daarna gaat het mentoraat over op het leerstoelgebied waarbij men afstudeert. Tijdens de gehele studie vinden op gezette tijden vergaderingen van de mentoren plaats, waarbij plenair problemen besproken worden die via het mentoraat naar boven komen
2.2.2
34
Studeren in het buitenland De opleidingscommissie Geschiedenis raadt studenten die willen deelnemen aan een internationaal uitwisselingsprogramma aan om dat bij voorkeur te doen tijdens het derde studiejaar. Als je plannen hebt neem dan in de loop van het tweede jaar contact op met de contactpersoon internationalisering. De universiteiten waarmee uitwisselingen het gemakkelijkst te regelen zijn, zijn die van Gent, Berlijn, Munster, Besançon, Nanterre, Budapest, Fiesole (bij Florence) en Bern. Neem ook in deze gevallen liefst uiterlijk vier maanden voordat je weg zou willen contact op. Voor andere uitwisselingen is meestal meer voorbereidingstijd nodig, zij het nooit meer dan een jaar. Geschiedenis
In het buitenland behaalde (ECTS-)studiepunten kunnen niet gebruikt worden ter vervanging van de scriptie. Voor het overige stel je, in overleg met de contactpersoon internationalisering (Dr. A. Tervoort), vast welke (verplichte) examenonderdelen je zou willen laten vallen in ruil voor de in het buitenland te behalen, c.q. behaalde punten. Dit verzoek wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de examencommissie. 2.2.3
Bibliotheek Geschiedenis Bezoekadres: De Boelelaan 1105 (VU-Hoofdgebouw), 1081 HV Amsterdam Studiezaal: • Geschiedenis: 10e verdieping (ingang via de 9e) Uitleenbalie: • Geschiedenis: 9e verdieping Vakreferent: • Geschiedenis: drs. R. ter Hofstede, kamer 9B-04, tel. (020) 444 5207, e-mail:
[email protected] Openingstijden: • Uitleenbalie: maandag t/m vrijdag: 10.00 - 16.45 uur • Studiezaal: maandag t/m donderdag: 9.00 - 21.00 uur; vrijdag: 9.00 - 17.00 uur Naast de UBVU-catalogus beschikt de bibliotheek over toegang tot het bestand Picarta waarmee bekeken kan worden waar bepaalde literatuur zich in Nederland bevindt. Tevens beschikt de bibliotheek over een aantal elektronische referentiebestanden (eresares); deze bestanden zijn vooral van belang bij het zoeken naar literatuur over bepaalde onderwerpen, o.a.: • Historie in Titels (HinT) (West-Europese geschiedenis vanaf ca. 1500). • Repertorium Geschiedenis Nederland (Nederlandse geschiedenis). • Historical Abstracts (Nieuwe Geschiedenis vanaf ca. 1500-heden). • Jahresberichte für Deutsche Geschichte. • International Medieval Bibliography (Middeleeuwse geschiedenis). Omdat de verschillende bestanden veelal werken met verschillende zoeksystemen is het aan te raden om bij eerste gebruik een korte instructie te vragen via de uitleenbalie. Uitgebreide informatie over de bibliotheek Geschiedenis, is te vinden via de website van de UBVU http:/www.ubvu.vu.nl>Bibiliotheekafdelingen > Geschiedenis. Ook veel tijdschriften zijn elektronisch beschikbaar via de website van de UBVU.
2.2.4
Studieboeken / syllabi / boekhandels Alle syllabi en readers zijn verkrijgbaar bij de Helpdesk, kamer 10A-12. De Helpdesk is elke werkdag geopend van 13.00 – 16.00 uur. In de eerste week van elke periode is de Helpdesk van maandag t/m vrijdag ook ’s ochtends geopend van 10.00 – 12.00 uur. Voor de deur van de Helpdesk hangt een actuele lijst met beschikbare syllabi. Deze lijst is ook beschikbaar op de facultaire website: http://www.let.vu.nl. Syllabi en readers kunnen alleen met pinpas of chipknip betaald worden. Studieboeken zijn veelal verkrijgbaar in de VU-Boekhandel.
2.2.5
Studentenvereniging Merlijn De ’Vereniging van Geschiedenisstudenten aan de Vrije Universiteit Merlijn’ bestaat sinds 1957. In die jaren heeft Merlijn vele gezichten gehad, variërend van een soort imitatie-corps met als hoogtepunt de maandelijkse ’thee’ tot een vakbond die geen Organisatie Geschiedenis
35
belangen kon behartigen zonder dat de leden een uitgesproken politieke stellingname hadden. Op dit moment heeft Merlijn meerdere gezichten tegelijk. Merlijn is nog steeds een vakbond voor geschiedenisstudenten, maar daarnaast worden ook veel activiteiten georganiseerd als aanvulling op de studie en voor de gezelligheid. Onderwijs Binnen de Faculteit der Letteren, waarvan de opleiding geschiedenis deel uitmaakt, zijn verschillende organen waarin studenten hun stem kunnen laten horen. Studenten die in deze organen zitting hebben zijn vertegenwoordigd in het Merlijnbestuur. Zo zit er iemand van de facultaire studentenraad in het bestuur. De facultaire studentenraad is het orgaan dat samen met de personeelsvertegenwoordiging inspraak heeft in zaken die het onderwijs betreffen. Binnen de opleiding Geschiedenis is de opleidingcommissie (OC) erg belangrijk. Naast vier docenten zitten hier ook vier studenten in. Deze commissie heeft een zware inbreng in de besluiten rond het onderwijsprogramma en alles wat daar mee samenhangt. Een van de vier studenten uit de OC zit in het Merlijnbestuur. Dit lid leidt ook de vergaderingen van de Commissie Onderwijsbeleid (COB), hierin worden de oc- vergaderingen voorbesproken met iedereen die geïnteresseerd is. Ook voor niet-Merlijnleden staat deze commissie open. Al deze vertegenwoordigers doen maandelijks verslag aan de ledenvergadering van Merlijn (ook wel plenaire vergadering of PV genoemd), waarin alle leden hun stem kunnen laten horen. Het beleid van Merlijn op het gebied van onderwijspolitiek wordt hier voor een groot deel bepaald. Gezelligheid Op de ledenvergaderingen komen ook andere zaken aan de orde. Het doen en laten van de commissie-Sociaal wordt dan ook uitgebreid besproken. Deze commissie organiseert onder andere de maandelijkse borrel, een aantal feesten, een sporttoernooi en de door velen geroemde gezelligheidsweekenden en sinds een aantal jaren ook in samenwerking met andere verenigingen, een buitenlandse reis. Het doel van deze commissie is te zorgen dat alle geschiedenisstudenten ook naast de colleges een leuke tijd hebben. StudieInhoudelijk Dan is er ook de commissie StudieInhoudelijk (StIn). Deze commissie probeert naast het reguliere studieaanbod wat extra’s toe te voegen aan de studie. Zij organiseert excursies, lezingen, discussieavonden en ook regelmatig een hele collegereeks. Ook organiseert deze commissie de traditionele Historische Quizz. Alle activiteiten van Merlijn worden aangekondigd via brieven in je postvak, e-mails en posters. Om op de hoogte te blijven is het dus handig om deze media regelmatig te controleren. Dit alles moet al meer dan genoeg zijn om lid te worden van Merlijn, maar daarnaast geeft Merlijn haar leden nog een extra service in de vorm van de boekverkoop. Het enige dat je moet doen is je intekenen op een boekenlijst voor een bepaald boek dat je wilt hebben. De penningmeester zorgt dat het boek op korte termijn opgehaald kan worden. Als er meer dan tien geïnteresseerden zijn, krijg je 9 procent korting. Alle boeken die voor de propedeuse nodig zijn, heeft Merlijn in ieder geval op tijd in voorraad. Alleen al in dat jaar levert de boekenkorting je een besparing op die zo groot is als vier jaar Merlijncontributie. De contributie bedraagt ongeveer 7,50, maar 36
Geschiedenis
daarnaast zijn er ook aan het begin van het jaar voordelige voorwaarden om lid te worden. Tenslotte is er nog de Merlijnkamer. Alle leden kunnen hier te allen tijde binnenlopen om uit te rusten, bij te kletsen en voor een luttel bedrag koffie of thee te drinken. Wil je lid worden of heb je nog vragen? Bel dan (020) 444 6353 of kom langs in de Merlijnkamer, 12A-17. E-mail:
[email protected] 2.2.6
Studentenblad Galapas Galapas is het tijdschrift van de opleiding Geschiedenis en bestaat reeds sinds 1980. Het verschijnt vier maal per jaar en wordt verspreid onder studenten en docenten. De doelstelling van het tijdschrift is het plaatsen van artikelen, al dan niet gebaseerd op werkstukken, scripties en onderzoeken. Verder probeert het blad aandacht te besteden aan actuele ontwikkelingen binnen de opleiding. De redactie bestaat geheel uit studenten en is daardoor een uitstekende manier om aanraking te komen met het schrijven en publiceren voor een groter lezerspubliek. E-mail:
[email protected]
Organisatie Geschiedenis
37
38
Geschiedenis
3
3.1
Geschiedenis (Ba) Inleiding: Facultair onderwijsconcept De Faculteit der Letteren streeft naar een algemeen onderwijsconcept voor alle bacheloropleidingen. Kenmerkend voor het onderwijsconcept is dat de specifieke vakkennis geplaatst wordt in een breed cultureel en wetenschappelijk perspectief. Om dit concept vorm te geven wordt naast de vakbekwaamheid die binnen de opleiding gestalte krijgt, in elke bacheloropleiding in de letterenfaculteit een aantal vaste elementen aangeboden. In het eerste jaar wordt in alle opleidingen aandacht besteed aan een brede oriëntatie op het vakgebied en aan het aanleren van vaardigheden die specifiek van een letterenacademicus verwacht mogen worden. In het tweede jaar volgen alle letterenstudenten een module Wijsgerige Vorming (Filosofie) en wordt er tijd gereserveerd voor de methodologie van het vakgebied. In dit jaar en in het derde jaar maken zij ook een individuele keuze uit de minors die voor de verbreding noodzakelijk zijn. De rest van het tweede en het derde jaar zijn bestemd voor verdieping van de eigen vakwetenschappelijke opleiding. Academische vaardigheden In elke letterenstudie wordt er van studenten verwacht dat ze zich de kennis en inzichten op hun vakgebied eigen kunnen maken en dat ze daarbij hun weg kunnen vinden in relevante literatuur of relevant beeldmateriaal. Bovendien zullen ze de uitkomsten van hun eigen onderzoek op een voor anderen begrijpelijke en toegankelijke manier moeten kunnen presenteren, in de vorm van een werkstuk, scriptie, referaat of mondelinge presentatie. Om de vaardigheden aan te leren die bij deze verwachtingen en eisen horen, moeten alle eerstejaars letterenstudenten de cursus Academische Vaardigheden volgen. De cursus bestaat uit vier onderdelen: Informatievergaring, Beeld- en tekstanalyse, Mondeling Presenteren en Schriftelijk Presenteren. Wijsgerige Vorming Om de student kennis en inzicht te geven in, en kritisch te leren staan tegenover de wetenschapsbeoefening zelf, de betekenis van zijn of haar vak voor mens en maatschappij, en de rol van de wetenschapper in de maatschappij volgt de student in het tweede jaar een module Wijsgerige Vorming, Wetenschapsfilosofie of Filosofie van Taal en Tekst, waarin in reflectieve zin op de stof van de opleiding wordt ingegaan. Methodologie Aan het eind van het tweede of in het begin van het derde jaar maken studenten expliciet kennis met de methodologie van het gekozen vakgebied in een onderdeel Methodologie (c.q. Theorie). Voor enkele vakgebieden worden gemeenschappelijke Methodologieonderdelen ontwikkeld voor afname door meer dan één opleiding. Het onderdeel Methodologie is mede bedoeld als voorbereiding op het zelfstandig uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek en het schrijven van een scriptie. Minors Om de beoogde verbreding in de bacheloropleiding te kunnen realiseren worden in het tweede semester van het tweede en in het derde jaar talrijke minors aangeboden. Geschiedenis (Ba)
39
De studenten kiezen de minormodules buiten de eigen specialisatie en bij voorkeur buiten de opleiding. De te kiezen onderdelen zijn in principe vrij, maar een zekere onderlinge samenhang in het pakket, in de zin van een aanvulling op en verbreding van de specialisatie is zeer gewenst. Ook een stage kan als minor worden gekozen. Om de keuze te vergemakkelijken is er een facultaire minorlijst samengesteld bestaande uit één of twee onderdelen van in totaal 10 studiepunten. Onderdelen die samen met één of meer andere onderdelen een combinatie vormen, zijn gescheiden door een enkele lijn. In de lijst zijn opgenomen onderdelen die een kennismaking met of inleiding op een vakgebied vormen en interdisciplinaire onderdelen, die al of niet specifiek ten behoeve van het minoraanbod ontwikkeld zijn. De beschrijving van de onderdelen is te vinden in de vakkendatabase op Internet: www.studiegids.vu.nl. De opleiding Geschiedenis De opleiding geschiedenis aan de Vrije Universiteit is in aansluiting hieropin de eerste plaats een goede opleiding tot historicus. Je maakt grondig kennis met het totaal van de geschiedenis aan het begin van je opleiding. Gaandeweg komt er meer ruimte voor je eigen belangstelling en voor verbreding. Het programma in het eerste jaar is voor iedereen gelijk. Je maakt kennis met de zes leerstoelgebieden waaruit de vakgroep Geschiedenis aan de VU bestaat en waarbij je kunt afstuderen: Oude Geschiedenis, Middeleeuwen, Nieuwe Tijd, Nieuwste Geschiedenis, Niet-westerse Geschiedenis en Economische en Sociale Geschiedenis en je volgt het programma Academische vaardigheden. Aan het eind van je eerste jaar krijg je een studieadvies. Na het eerste jaar kies je je eigen studie-onderdelen, zonder de samenhang ervan uit het oog te verliezen. Van de zes hoofdvakken uit het eerste jaar volg je naar eigen keuze het tweedejaars-programma van vier en het derdejaars-programma van twee historische leerstoelgebieden. Daarnaast volg je nog enkele verplichte vakken als Theorie, Filosofie, Historiografie, het Diachronisch thema en een hulpvak naar keuze. Tevens kies je een aantal minormodules. Denk in dat kader in het bijzonder ook aan de mogelijkheid van een verblijf aan een buitenlandse universiteit of een beroepsoriënterende stage. Zo'n stage loop je bijvoorbeeld in een museum op een archief of een krantenredactie. De bachelorscriptie bestaat in de regel uit de nadere uitwerking van een van je twee derdejaarswerkstukken. Wij zijn een kleinschalige opleiding. In totaal zijn er ongeveer 200 geschiedenisstudenten op de VU. De jaargroepen bestaan uit ongeveer 40 mensen. Daardoor zijn sociale contacten tussen studenten onderling en tussen studenten en docenten gemakkelijk te leggen.
3.2
Doelstellingen van de opleiding Geschiedenis De algemene doelstelling van de opleiding Geschiedenis is studenten: een brede overzichtskennis van en inzicht in de geschiedenis te verschaffen; • meer specifieke kennis en inzicht op het terrein van enkele van de zes binnen de opleiding bestaande leerstoelgebieden bij te brengen; • op de hoogte te brengen van de stand van de wetenschappelijke discussie over een aantal historiografisch relevante onderwerpen, geschiedtheoretische noties en relevante historische hulpwetenschappen; • de vaardigheid aan te leren zich op basis van literatuuronderzoek op kritische wijze nieuwe kennis en inzicht te verwerven en daarvan schriftelijk en mondeling verslag te doen;
•
40
Geschiedenis
het vermogen aan te leren op basis van bronnenonderzoek een bijdrage te leveren aan historische kennis en historisch inzicht en daarvan schriftelijk en mondeling verslag te doen. inzicht bij te brengen in de waarden die aan het wetenschapsproces ten grondslag liggen - aan te moedigen een kritische instelling en integriteit aan de dag te leggen en vasthoudendheid en creativiteit te tonen vaardigheden aan te leren die nodig zijn om goed te kunnen functioneren in een maatschappelijke functie waarbij een beroep wordt gedaan op competentie met betrekking tot Geschiedenis het vermogen aan te leren een duidelijk standpunt in te nemen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluriformiteit van waarden.
•
•
•
•
3.3
De opleiding in schema en het vakspecifiek onderwijs Tabel 1: De bacheloropleiding Geschiedenis in schema: aantal studiepunten en toetsvorm Periode
Jaar
1
2
3
(6 kernvakke) Oude Geschiedenis Academische Vaardigheden Middeleeuwen Oudheid + Middeleeuwen Niet-Westerse Geschiedenis Nieuwe tijd Nieuwste Geschiedenis Econ. & Soc. Geschiedenis Totaal (4 van de 6 kernvakken) Kernvak A Kernvak B Kernvak C Kernvak D Theorie 1 Filosofie minormodule 1 Totaal (2 van de 4 kernvakken) Hulpvak Historiografie 1 Diachronisch Thema minormodule 2 minormodule 3 Kernvak A Kernvak B Scriptie (= uitwerking werkstuk
1
sept/okt
5T opdr 5T
2
nov/dec
opdr 5T 5T
10 T + 10 T + 5T
5 T of W 10 T en
3
jan
4
febr/mrt
apr/mei
6
juni
5W 5W 5T 5T
W W
5T
5T 5T
10 T + 10 T +
5T
5W 5W 60
W W
10 T en
/of W 60
10 T en
/of W
5T
/of W 10
5
W
een van beide kernvakken)
Totaal
10 W 5 60
W= werkcollege, H= hoorcollege 1 stp = 28 uur, dus 60 stp = 1680 u over 40 weken; dus gemiddeld 42 uur per week
3.3.1
Oude Geschiedenis Het onderwijs in de oude geschiedenis betreft de geschiedenis van de MiddellandseZeebeschavingen vanaf ongeveer 3500 v. Chr. tot 600 na Chr. We bedoelen hiermee
Geschiedenis (Ba)
41
de beschavingen in West-Azië, Egypte, Griekenland en het Romeinse rijk. De oudheid van bijvoorbeeld India, China en Amerika blijft buiten beschouwing. Wij concentreren ons op de "bakermat" van de Europese (en Islamitische) beschaving. Het onderwijs beoogt bij de studenten geschiedenis ten minste elementaire overzichtskennis bij te brengen, daarnaast verdieping van enkele thema's, kennismaking met het bronnenmateriaal en (in samenhang daarmee) met enkele oudhistorische debatten. Het onderwijs in het eerste jaar is in alle opzichten elementair. Er wordt in een basiscursus een overzicht geboden van het hele tijdvak. Daarnaast wordt in een werkcollege dieper ingegaan op enkele thema's. In het tweede en derde jaar kan men zich verder specialiseren in de oude geschiedenis. Kennis van Grieks en Latijn is daarvoor vanzelfsprekend nuttig, maar het programma is afgestemd op studenten die deze vakken niet in het eindexamenpakket gekozen hebben. In het tweede jaar krijgen studenten in een werkcollege training in het verrichten van zelfstandig onderzoek. Daarnaast wordt een hoorcollege met responsie gegeven naar aanleiding van een literatuurlijst over het thema: de Hellenistische cultuur en haar doorwerking in het Romeinse Rijk. Het derde jaar besteedt men aan de scriptie en een hulpvak. Daarnaast kan men een minor in een der oudheidkundige vakken volgen.
42
3.3.2
Middeleeuwse Geschiedenis In het eerste jaar is het onderwijs in de middeleeuwse geschiedenis erop gericht algemene kennis van en inzicht in de Westerse Geschiedenis van ongeveer 500 tot 1500 te verschaffen. In hoorcolleges worden een handboek en een aanvullende reader (over de geschiedenis van de Islam, Byzantium en Oost-Europa) toegelicht. Dit onderdeel wordt afgesloten met een tentamen. Daarnaast wordt een werkstuk gevraagd op het terrein van de middeleeuwse cultuurgeschiedenis, gecombineerd met een training in Schriftelijke Presentatie, onderdeel van Academische Vaardigheden. Als training in Mondelinge Presentatie, eveneens onderdeel van Academische Vaardigheden, worden oefeningen gedaan die culmineren in het houden van een referaat over een thema dat inhoudelijk met het werkstuk is verbonden. Daarnaast verzorgt de afdeling Middeleeuwse Geschiedenis samen met de afdeling Oude Geschiedenis een hoorcollege over "Religie en Macht", afgesloten met een essay. In het tweede jaar vindt in tweeërlei opzicht een verdieping plaats. De overzichtskennis van het eerste jaar wordt uitgebreid met meer gedetailleerde kennis over de geschiedenis van de Nederlanden in de latere Middeleeuwen. Deze stof wordt behandeld in een reeks hoorcolleges waarop zes hoofdthema's aan de orde worden gesteld. Verder wordt de kennis van de Middeleeuwen vergroot door bestudering van primaire bronnen (in vertaling) en van literatuur rond een viertal belangrijke thema's uit de middeleeuwse geschiedenis die wetenschappelijk in debat zijn. Voor dit werkcollege worden opdrachten gemaakt. In het derde jaar worden twee werkcolleges gegeven, gebaseerd op literatuur en op primaire bronnen. Hieraan gerelateerd kan een bachelorscriptie worden geschreven. Voor wie Latijnse bronnen wil bestuderen, wordt Middeleeuws Latijn als hulpvak aangeboden. Verder kunnen in het tweede en derde jaar diverse minoren in de mediëvistiek worden gevolgd.
3.3.3
Nieuwe Tijd Het bacheloronderwijs Nieuwe Tijd (een periode die zowel de 'vroegmoderne' als een deel van de 'moderne' periode omvat) heeft een tweeledig doel. Ten eerste is het erop gericht de algemene academische en historische vaardigheden zoals het zoeken en
Geschiedenis
analyseren van relevante wetenschappelijke literatuur, het onderzoeken van bronnen, en het mondeling en schriftelijk verslag uitbrengen van dat onderzoek nader in praktijk te brengen. Ten tweede beoogt het bacheloronderwijs Nieuwe Tijd studenten kennis van en inzicht in de Westerse geschiedenis van 1500 tot 1870 te geven. Al vanaf het eerste jaar wordt deze tweeledige opzet in het onderwijs Nieuwe Tijd weerspiegeld. In hoor- en responsiecolleges wordt uitgelegd wat de eigen betekenis is van de Nieuwe Tijd en in welke opzichten deze de contemporaine Europese samenleving heeft mogelijk gemaakt. Daarnaast wordt in een werkcollege geleerd historische gegevens uit literatuur en bronnen te analyseren en te verwerken en op basis daarvan een samenhangend onderzoeksverslag te schrijven. In het onderwijs van het tweede jaar staat het thema 'Religie en geweld' centraal via een themacollege en een werkcollege. Er wordt gestreefd naar vergroting en verdieping van zowel feitenkennis als theoretisch inzicht. Tevens wordt er bronnenonderzoek verricht. In het derde jaar worden drie werkcolleges aangeboden rond respectievelijk de thema's 'Materiële cultuur', 'Patiënten en genezers', en 'Religie in Nederland, 1500 1870'. Vanuit het leerstoelgebied Nieuwe Tijd wordt het hulpvak Paleografie aangeboden. In de bachelorscriptie Nieuwe Tijd kan de student tenslotte bewijzen dat hij/zij voldoende historische vaardigheden, feitenkennis en theoretisch inzicht bezit om zelfstandig onderzoek te doen naar een historisch probleem, en daarover verslag uit te brengen. 3.3.4
Nieuwste Geschiedenis In het eerste studiejaar stelt het leerstoelgebied Nieuwste Geschiedenis zich ten doel inzicht te geven in wat wij onder nieuwste geschiedenis verstaan en studenten op de hoogte te brengen van de hoofdlijnen van de geschiedenis van Nederland en de Westerse Wereld van 1870 tot 1945. Om dit doel te bereiken biedt het leerstoelgebied twee modules aan: een over de Nederlandse geschiedenis tussen 1870 en 1918 (hooren tekstencollege) en een over de niet-Nederlandse geschiedenis in de periode van 1870 tot 1945 (hoorcollege). In het tweede jaar wil het leerstoelgebied, voortbouwend op de in het eerste jaar verworven kennis en inzichten, zich richten op de periode na 1945. Studenten wordt de mogelijkheid geboden te kiezen uit twee programma's van 10 studiepunten: een programma over Nederlandse geschiedenis in het eerste semester, en een programma over niet-Nederlandse geschiedenis in het tweede semester. Rekening houdend met de Facultaire randvoorwaarden met betrekking tot de invulling van de mini-minors, kunnen studenten ook beide programma's volgen: het ene als onderdeel van het reguliere tweedejaars programma, het andere als mini-minor. Beide programma's bestaan uit een hoorcollege en een werkcollege. De werkcolleges zullen gebaseerd zijn op literatuur, eventueel aangevuld met makkelijk toegankelijke bronnen. In het derde jaar biedt het leerstoelgebied een tweetal grotere werkcolleges aan: een in het eerste semester (eerste en tweede periode), en een in het tweede semester (vierde en vijfde periode). De Bachelorscriptie bestaat uit een uitwerking van het werkstuk van een van deze werkcolleges.
3.3.5
Economische en Sociale Geschiedenis Het vak Economische en sociale geschiedenis richt zich vooral op de lange termijn processen in de geschiedenis en in het bijzonder de grote lijnen in de sociale en economische ontwikkelingen van na de Middeleeuwen. Het gaat hierbij om de vraag hoe veranderingen zoals de groei van het kapitalisme, de globalisering van de wereldeconomie, secularisering, staatsvorming of ecologische ontwikkelingen
Geschiedenis (Ba)
43
ingrijpen in het leven van mensen en hoe deze veranderingen worden beleefd en ervaren. De economische en sociale geschiedenis hanteert hierbij een eigen begrippenapparaat en een eigen methodiek die verwant zijn aan de sociale en de economische wetenschappen. In het eerste jaar vindt in een hoorcollege een kennismaking plaats met dit vakgebied en zijn specifieke methoden en wordt in grote lijnen de sociale en economische ontwikkeling in Nederland na de Middeleeuwen en in Europa, mede in vergelijking met de rest van de wereld, besproken. Verdieping vindt plaats in een werkcollege. Tevens wordt hierbij de vaardigheid van het schrijven van een werkstuk geoefend. In het tweede jaar vindt verdieping plaats in hoor- en werkcolleges. De thema's zijn: 'Arbeid en migratie', 'Nederland en de Europese integratie' of 'Maatschappelijke ontwikkeling van de Verenigde Staten'. In het derde jaar worden in de werkcolleges, aan de hand van bronnen- en literatuurstudie, onderzoeksvaardigheden ontwikkeld die moeten worden toegepast in de Bachelorscriptie. Men kan elk jaar kiezen uit een werkcollege met betrekking tot de pre-industriële periode en een met betrekking tot de negentiende en/of twintigste eeuw. Het leerstoelgebied ESG biedt twee hulpvakken aan: 'Orientatie in de sociale wetenschap' en 'Orientatie in de internationele economie'. 3.3.6
44
Niet-Westerse Geschiedenis De sectie Niet-Westerse Geschiedenis omvat stafleden uit twee faculteiten: Prof. Dr. Heather Sutherland (specialisme: Zuidoost-Azië; Indonesië) en Dr. Dick Kooiman (Zuid-Azië; India) in de Faculteit der Sociaal-Culturele Wetenschappen (SCW), en Dr. Leo Douw (Oost-Azië; China) en Dr. Frans Huijzendveld (Afrika; Oost-Afrika) in de Faculteit der Letteren. Het programma dat opleidt tot Bachelor of Arts in de Niet-westerse Geschiedenis beoogt de student goed vertrouwd te maken met de historische ontwikkeling van het Zuiden, en met de belangrijkste thema's en discussies die momenteel de academische studie van de regio's buiten het Westerse cultuurgebied bepalen. Ook wil het programma de student leren de theoretische en methodologische benaderingen te begrijpen en te hanteren die binnen dit studiegebied van belang zijn. Dit doel wordt nagestreefd door het aanbieden van een gefaseerde serie cursussen. In het eerste jaar wordt de 'Derde Wereld' binnen een context geplaatst van mondiale interacties die zich over een periode van meer dan duizend jaar uitstrekken, uitgebreid geïllustreerd door het gebruik van audiovisueel materiaal en ICT. Dit onderdeel van NWG is erop gericht om - naast kennisverwerving van de geschiedenis van Zuid- en Zuidoost Azië, Afrika en Latijns-Amerika - het klassieke Eurocentrische geschiedbeeld van de ontwikkeling van de Niet-westerse wereld in relatie met de Westerse wereld te deconstrueren. In het tweede jaar wordt het vertrekpunt gevormd door processen van transnationale economische integratie. De focus wordt geografisch meer specifiek, en richt zich vanuit een vergelijkend perspectief op de sociale en politieke gevolgen van lange afstandshandel en industrialisatie. De studenten kunnen binnen dit thema colleges kiezen die twee verschillende periodes behandelen en die ook een verschillende regionale focus hebben. De colleges over de periode van 1000-1870 betreffen de landen rond de Indische Oceaan; de colleges over de periode na 1870 betreffen vooral Zuid- en Oost Azië. Er wordt van de studenten verwacht dat zij hun eigen basisvaardigheden ontwikkelen in het gebruik van academische hulpbronnen, zoals bibliotheken en het internet.
Geschiedenis
De werkgroepen in het derde jaar richten zich op de analyse van regionale casestudies met een nadrukkelijke theoretische dimensie. Er worden twee hoofdthema's aangereikt: het ene is in hoofdzaak politiek en betreft veranderingen in de aanwending en de verdeling van macht, terwijl het andere hoofdthema zich vooral richt op sociaal-culturele verandering, zoals die zich manifesteert in ideologieën, geloofssystemen en ideeën over gemeenschap, identiteit en rechtvaardigheid. Studenten die hun bachelorscriptie schrijven hebben volop de gelegenheid om oorspronkelijke bronnen te raadplegen, aangezien de bibliotheken en archieven in Nederland een rijkdom aan materiaal op dit vakgebied bevatten. Het leerstoelgebied NWG kent diverse hulpvakken. Daarnaast biedt de sectie twee minormodules aan in het kader van een serie 'Focus op de regio'. 3.3.7
Theorie 1 Wie de geschiedenis van de geschiedbeoefening overziet kan vaststellen dat er altijd geschiedschrijvers zijn geweest die over de aard van hun activiteit hebben nagedacht. Vanaf de negentiende eeuw - dat wil zeggen vanaf het moment dat de geschiedbeoefening een academische discipline begon te worden - hebben zij zich met name de (filosofische) vraag gesteld of de geschiedenis 'wetenschappelijk' is, en zo ja, wat daaronder moet worden verstaan. Bij de antwoorden op deze vraag heeft de analyse van de verhouding tussen de geschiedbeoefening en de andere wetenschappen, de kunsten en maatschappij centraal gestaan. In dit college wordt een inleidend overzicht geboden van de verschillende visies, die in dit kader door historici en filosofen zijn geformuleerd. Hierbij wordt ingegaan op noties, die historici doorgaans alleen intuïtief hanteren, zoals de begrippen feit, interpretatie, verklaring, verhaal, oorzaak, structuur, objectiviteit en subjectiviteit.
3.3.8
Historiografie Een verplicht onderdeel van het Bachelorprogramma is historiografie waarin de geschiedschrijving vanaf de oudheid tot heden aan bod komt. Dit onderdeel wordt verzorgd door de zes leerstoelgebieden gezamenlijk.
3.3.9
Hulpvakken Vanuit de leerstoelgebieden worden een aantal zogenaamde 'hulpvakken'aangeboeden die een ondersteunende functie vervullen voor het betreffende vakgebied. Een lijst van deze hulpvakken is te vinden in Jaaroverzicht. Tijdens de bacheloropleiding kies je één van deze hulpvakken. Tijdens de masteropleiding zul je in de gelegenheid worden gestel nog een tweede hulpvak te volgen.
3.3.10
Diachronisch Thema In het derde jaar is de specialisatie ver voortgeschreden. Iedere student doet nog slechts twee hoofdvakken. Daarom is het aan het eind van de bacheloropleiding gewenst om aan de hand van één thema nog eens alle tijdvakken te doorlopen: het Diachronisch Thema. De inhoud van dit thema wisselt per jaar: 'Revoluties', 'Charismatisch leiderschap' en 'Antisemitisme'. Het Diachronisch Thema wordt gegeven door docenten van alle zes leerstoelgebieden (studieafdelingen). Eén van de docenten verzorgt een algemene inleiding op het thema en bespreekt verschillende theorieën met betrekking tot het onderwerp. Daarna passeren alle zes de 'tijdvakken' de revue, waarbij telkens 'case studies' worden behandeld. Het tentamen wordt afgenomen over de literatuurlijst en de tentamenstof. De literatuurportie, die in de vorm van een reader zal worden aangeboden, bevat enkele Geschiedenis (Ba)
45
algemeen-theoretische artikelen of boekdelen, en daarnaast een beperkte hoeveelheid literatuur per 'tijdvak'. Om het diachrone karakter van dit studieonderdeel te waarborgen, is de tentamenstof voor alle studenten verplicht (er zijn geen keuzeonderdelen) en het tentamen zelf ondeelbaar. Het onderdeel beslaat een module van 5 stp. 3.3.11
3.4
Bachelorscriptie De bachelorscriptie kan een verdere uitwerking zijn van het werkstuk bij het derdejaars werkcollege en bedraagt dan in totaal ongeveer 10.000 woorden. De bachelorscriptie kan ook een heel nieuw onderwerp behandelen en omvat dan ongeveer 5000 woorden. Uiteraard moet de precieze uitwerking van deze scriptie worden besproken met de docent in kwestie.
Toelating Alleen studenten die al ingeschreven hebben gestaan voor de oude doctoraalopleiding kunnen zich herinschrijven in de doctoraalopleiding. Zij kunnen tot 31 augustus 2007 het doctoraaldiploma behalen. Zij kunnen zich echter ook, na overleg met de studieadviseur van de opleiding, inschrijven in de bacheloropleiding. Toelatingsvoorwaarden tot de bacheloropleiding Een student wordt toegelaten tot de studie met een VWO-diploma, een getuigschrift van een propedeutisch examen van het WO of de Open Universiteit, een getuigschrift van een doctoraalexamen van het WO of de Open Universiteit, of een einddiploma van het HBO. Ook met een getuigschrift van een propedeutisch examen van het HBO van 1986 of later, of het overgangsbewijs van het eerste naar het tweede jaar, is toelating mogelijk. Colloquium doctum Voor hen die niet voldoen aan één van de hierboven gestelde eisen bestaat de mogelijkheid, wanneer de leeftijd van 21 jaar of ouder is bereikt, een universitair toelatingsonderzoek (een zogenaamd colloquium doctum) te doen. Informatie hierover is te verkrijgen bij de Centrale Studentenbalie in de hal van het Hoofdgebouw, tel. (020) 444 5018.
3.4.1
Opleiding in deeltijd Het is mogelijk de opleiding Geschiedenis aan de VU in deeltijd te volgen. Deeltijdstudenten hebben geen recht op studiefinanciering. De deeltijdse opleiding wordt verzorgd binnen het voltijdse dagonderwijs. De onderdelen zijn in beide programma's identiek. Alleen beslaat het deeltijdse programma een periode van zes jaar, het voltijdse een periode van vier jaar. Dat wil zeggen dat het tijdsbeslag per week ongeveer 28 uur is in plaats van 40 uur. De hooren werkcolleges waaruit het programma bestaat worden gevolgd tezamen met de studenten van de voltijdse opleiding. In het eerste studiejaar, dat een vast programma heeft, vinden zoveel mogelijk colleges voor deeltijdstudenten plaats op twee vaste dagen per week. Het is echter ook mogelijk om, desgewenst in overleg met de deeltijdcoördinator, een hiervan afwijkend deeltijdprogramma samen te stellen. Vanaf het tweede studiejaar dient de student keuzes te maken uit het college-aanbod en hangen de dagen waarop college gevolgd moet worden af van de gemaakte keuzes. Men kan er dus niet op rekenen dat ook in het tweede en volgende studiejaar er vaste
46
Geschiedenis
collegedagen blijven. Voor de studieplanning op langere termijn is individueel overleg met de coördinator deeltijdopleiding noodzakelijk. Meer informatie over de opleiding in deeltijd kan worden ingewonnen bij de coördinator deeltijdse opleiding dr. H. De Waardt kamer 12a-37, tel. (020) 444 6356 of bij de studieadviseur mw. drs. S.S.J. Mol, e-mail:
[email protected]. 3.4.2
3.5 3.5.1
Instroom vanuit andere opleidingen Je kunt rechtstreeks instromen in de masteropleiding Geschiedenis als je een bachelordiploma geschiedenis aan de VU hebt gehaald, op voorwaarde dat je in het laatste jaar een van de twee hoofdvakken als specialisatie hebt gekozen. In alle andere gevallen beslist de examencommissie welke programmaonderdelen je moet inhalen. Heb je een universitair bachelordiploma geschiedenis van een andere universiteit, dan word je in principe ook zonder meer toegelaten. Als je een verwant bachelordiplioma van het HBO hebt, stroom je in de premasterclass in (over het algemeen een jaar). Een assessment maakt verplicht deel uit van de premasterclass: dit geeft een indicatie van je geschiktheid voor de opleiding. Het onderstaande schema is een voorbeeld van de studie-onderdelen die gevolgd moeten worden bij instromen vanuit HBO-bachelor-geschiedenis. NB: het betreft hier maatwerk. Per individueel geval wordt bekeken hoe het programma er uit gaat zien.
Eindtermen Algemene eindtermen van een letteren bacheloropleiding De eindtermen waaraan de letterenstudent bij afsluiting van de bacheloropleiding moet voldoen kunnen in grote lijnen als volgt worden omschreven: Intellectuele basisvaardigheden • Logisch kunnen redeneren; • Redeneerwijzen in het vakgebied kunnen herkennen; • Kunnen reflecteren op eigen denken en doen en daardoor bijsturen; • Besef van ethische, normatieve en expressieve denkwijzen in het wetenschappelijk denken, evenals kennis van en inzicht in de waarden en dilemma's die, gegeven het waardenpluralisme in de maatschappij, een rol spelen in het licht van traditie en levensovertuiging; • In staat zijn te communiceren over de resultaten van leren en denken met vakgenoten en niet-vakgenoten; • Kunnen debatteren over het vakgebied en de plaats van het vakgebied in de maatschappij, verschillende waardenverzamelingen vanuit verschillende perspectieven in discussie kunnen brengen, en op grond van gedegen kennis een eigen standpunt kunnen verdedigen. Onderzoekende houding • Het vermogen om verbanden en nieuwe gezichtspunten te ontdekken; • Een kritisch oordeel kunnen vormen over eigen conclusies; • In staat zijn kennis te herzien, uit te breiden en toe te passen; • Een houding van levenslang leren verwerven.
Geschiedenis (Ba)
47
Disciplinaire kennis In staat zijn de grondslagen, de structuur en de geschiedenis van het vakgebied te begrijpen en te interpreteren; • In staat zijn de wijzen waarop waarheidsvinding en theorievorming in het vakgebied plaatsvinden te begrijpen en toe te passen en een onderzoek binnen de discipline op waarde te schatten; • Kennis hebben van en het accuraat kunnen toepassen van analysetechnieken van het vakgebied.
•
Vakoverstijgende vaardigheden • Beschikken over een zekere kennis en bepaalde vaardigheden uit andere vakgebieden; • Beschikken over een multi-disciplinaire houding en in staat zijn om in een multidisciplinair team te werken. 3.5.2
3.6
Eindtermen van de bacheloropleiding Geschiedenis Het onderwijs in de bachelorsfase van de studie Geschiedenis is zodanig ingericht dat studenten na voltooiing van deze fase bovendien voldoen aan de volgende eindtermen: • inzicht in en een brede overzichtskennis van de geschiedenis bezitten; • meer specifieke kennis en inzicht bezitten op het terrein van enkele van de zes binnen de opleiding bestaande leerstoelgebieden; • op de hoogte zijn van de stand van de wetenschappelijke discussie over een aantal historiografisch relevante onderwerpen, geschiedtheoretische noties, en relevante historische hulpwetenschappen; • zelfstandig een monografie van gemiddelde moeilijkheidsgraad kunnen analyseren wat betreft these, opzet, argumentatie, bronnengebruik en literatuurgebruik; • zelf de literatuur kunnen zoeken over een historisch onderwerp; • de beschikking hebben over studievaardigheden; • op basis van relevante literatuur mondeling en schriftelijk over een historisch onderwerp kunnen rapporteren; • zelfstandig een onderzoek van beperkte omgang naar een bepaald historisch probleem kunnen verrichten en daarover schriftelijk kunnen rapporteren in de vorm van een (kleinere) scriptie
Programma: Eerste jaar Vakcode 516001 521002 515011 521003 517003 518004
48
Vaknaam Ges ou: 1e j.: Basiscursus oude geschiedenis voor archeologen en historici Ges nw: 1e j.: Niet-westerse geschiedenis, inleiding A: De periode voor ca 1500 Ges: Oudheid en Middeleeuwen: Religie en macht Ges nw: 1e j.: Niet-westerse geschiedenis, inleiding B: De periode na ca 1500 tot heden Ges me: 1e j.: Middeleeuwse Geschiedenis, begeleiding handboek en tekstencollege Ges nt: 1e j.: Nieuwe tijd, overzicht
Geschiedenis
Stp. 5
Periode 1
5
1
5
1 en 2
5
2
5
2 en 3
5
4
519005 520004 520003 518005 519003
Ges nst: 1e j.: Nieuwste geschiedenis handboek, hoor- en responsiecollege Ges es: 1e j.: Economische en sociale geschiedenis, werkcollege Ges es: 1e j.: Economische en sociale geschiedenis, hc Nederland en wereld Ges nt: 1e j.: Nieuwe tijd, werkcollege Ges nst: 1e j.: Politieke en maatschappelijke verhoudingen in Nederland 1815-1940
5
4
5
4 en 5
5
4 en 5
5 5
5 5
Academische Vaardigheden Geschiedenis Vakcode 5150012 5150011 515001 5150014 5150013
3.7
Vaknaam Ges: Academische vaardigheden B, beeld- en tekstanalyse Ges: Academische vaardigheden A, informatievergaring Ges: Academische vaardigheden A t/m D Ges: Academische vaardigheden D, schriftelijk presenteren Ges: Academische vaardigheden C, mondeling presenteren
Stp. 0
Periode 1
0
1
5 0
1 en 2 2
0
2
Tweede jaar Vakcode 519202 500504
Vaknaam Ges: Theorie van de geschiedenis 1 Minor
Stp. 5 10
Periode 1 4 en 5
Stp. 5
Periode 1
Filosofie
Kies een van beide vakken. Vakcode 544111 544112
3.7.1
Vaknaam Fil: Geschiedenis van de filosofie en wetenschapsfilosofie Fil: Geschiedenis van de filosofie en filosofie van taal en tekst
5
2
Kernvakken Kies 4 kernvakken van de 6.
Oude Geschiedenis, kernvak 2e jaar Vakcode 516202 516201
Vaknaam Ges ou: 2e j. wc: Oude geschiedenis 2 Ges ou: 2e j. hc: Hellenisme van Alexander de Grote tot Severus Alexander
Stp. 5 5
Periode 4 5
Stp. 5
Periode 4
Middeleeuwse Geschiedenis, kernvak 2e jaar Vakcode 517108 517112
Vaknaam Ges me: 2e j. hc: De Nederlanden in de late Middeleeuwen Ges me: 2e j. wc: Thema's uit de middeleeuwse geschiedenis in debat
Geschiedenis (Ba)
5
5
49
Nieuwe Tijd, kernvak 2e jaar
Kies een hoorcollege en een bijbehorend werkcollege. Vakcode 518112 518122 518111 518121
Vaknaam Ges nt: 2e j. tc: Communicatie vóór de massamedia Ges nt: 2e j. wc: Communicatie vóór de massamedia Ges nt: 2e j. tc: Religie en geweld Ges nt: 2e j. wc: Religie en geweld
Stp. 5
Periode 1
5
2
5 5
4 5
Nieuwste Geschiedenis, kernvak 2e jaar
Kies een hoorcollege en een werkcollege. Vakcode 519118 519154 519150 519151
Vaknaam Ges nst: 2e j. hc: Consensus en polarisatie, Nederland na 1945 Ges nst: 2e j. wc: Kopstukken in de Nederlandse politiek Ges nst: 2e j. hc: Frankrijk en Nederland 1938-1958 Ges nst: 2e j. wc: Vergelijking tussen drie West-Europese staten na de Tweede Wereldoorlog
Stp. 5
Periode 1
5
2
5
4
5
5
Niet-Westerse Geschiedenis, kernvak 2e jaar
Kies een hoorcollege en een bijbehorend werkcollege. Vakcode 521120 521121 521118 521119
Vaknaam Ges nw: 2e j. hc: Kapitalistische ontwikkeling in de wereld van hindoeïsme en confucianisme, deel 1 Ges nw: 2e j. wc: Kapitalistische ontwikkeling in de wereld van hindoeïsme en confucianisme, deel 2 Ges nw: 2e j. hc: De wereld van de Indische oceaan 1000-1914, een inleiding Ges nw: 2e j. wc: De wereld van de Indische oceaan 1000-1914, interactie
Stp. 5
Periode 1
5
2
5
4
5
5
Economische en Sociale Geschiedenis, kernvak 2e jaar
Kies een hoorcollege en een bijbehorend werkcollege. Vakcode 520157 520110 520158 520113 520162 520127
50
Vaknaam Ges es: 2e j. wc: Turkse migratie Ges es: 2e j. hc: Migratie Ges es: 2e j. hc: Verenigde Staten, c. 1780-heden Ges es: 2e j. hc: De Middellandse Zee van 700-2000 Ges es: 2e j. wc: Katoen, olie en conservatisme (1800-2000) Ges es: 2e j. wc: Marokko en het Middellandse Zeegebied 700-2000
Geschiedenis
Stp. 5 5 5
Periode 1 en 2 1 en 2 4
5
4
5
5
5
5
3.8
Derde jaar Vakcode 500503 515402 515108 500504
Vaknaam Minor Ges: Historiografie Ges: Diachronisch thema: Revoluties Minor
Stp. 10 5 5 10
Periode 1 en 2 2 4 4 en 5
Bachelorscriptie
Kies een van de scripties behorende bij het gekozen kernvak. Vakcode 520451 521451 519451 518451 517451 516451
3.8.1
Vaknaam Ges es: Scriptie (Ba) Ges nw: Scriptie (Ba) Ges nst: Scriptie (Ba) Ges nt: Scriptie (Ba) Ges me: Scriptie (Ba) Ges ou: Scriptie (Ba)
Stp. 5 5 5 5 5 5
Periode
Kernvakken Kies 2 van de 4 gekozen tweedejaars kernvakken. Oude Geschiedenis, kernvak 3e jaar Vakcode 516131
Vaknaam Ges ou: 3e j. wc: Oude geschiedenis 3
Stp. 10
Periode 4 en 5
Stp. 10
Periode 1 en 2
Middeleeuwse Geschiedenis, kernvak 3e jaar
Kies een van de vakken. Vakcode 517136 517137
Vaknaam Ges me: 3e j. wc: De schoonheid van het gebed Ges me: 3e j. wc: Geleerdheid in de laatmiddeleeuwse stad
10
4 en 5
Nieuwe Tijd, kernvak 3e jaar
Kies een van de vakken Vakcode 518138 518150 518146
Vaknaam Ges nt: 3e/4e j. wc: Creatief met bronnen: Materiële cultuur Ges nt: 3e j. wc: Religie in Nederland, 1500-1870 Ges nt: 3e/4e j. wc: Patiënten en genezers
Stp. 10
Periode 1 en 2
10
4 en 5
10
4 en 5
Nieuwste Geschiedenis, kernvak 3e jaar
Kies een van de vakken. Vakcode 519152 519153 519156
Vaknaam Ges nst: 3e j. wc: Traditie en vooruitgang in de moderne tijd Ges nst: 3e j. wc: Toleration in History. Ideas and Action Ges nst: 3e j. wc: Religion and Politics in the United States
Geschiedenis (Ba)
Stp. 10
Periode 1 en 2
10
4 and 5
10
4 en 5
51
Niet-Westerse Geschiedenis, kernvak 3e jaar
Kies een van de vakken. Vakcode 521160 521147
Vaknaam Ges nw: 3e j. wc: Koloniale stijlen, 18501950 Ges nw: Verbeelde gemeenschappen: religie, ideologie en identiteit. De islam in Oost-Afrika
Stp. 10 10
Periode 1 en 2 4 en 5
Economische en Sociale Geschiedenis, kernvak 3e jaar
Kies een van de vakken. Vakcode 520159 520160
3.8.2
Hulpvakken Kies een van de hulpvakken Vakcode 517114 520203 515202 520207 515118 515204
3.8.3
Vaknaam Ges me: Middeleeuws Latijn Ges: Hulpvak oriëntatie sociologisch economisch denken Ges: Hulpvak me/nt: Archiefkennis en paleografie 1 Ges: Hulpvak voor historici: Oriëntatie in de internationale economie Ges: Hulpvak me/nt: Institutionele geschiedenis van de Middeleeuwen en de nieuwe tijd Ges: Hulpvak me/nt: Archiefkennis en paleografie 2
Stp. 10 10
Periode 1 en 2 4 en 5
Stp. 5 5
Periode 1 1
5
1
5
4
5
4
5
5
Aanbevolen onderdelen voor minor of vrije ruimte Vakcode 516206 519204 516136 520161 519508 521204 519509
52
Vaknaam Ges es: 3e j. wc: Migratie en vestiging Ges es: 3e j. wc: Natuur en vooruitgang 1500-2000
Vaknaam Ges ou: Literatuurlijst Oude Geschiedenis B Ges: Theorie van de geschiedenis 2 Ges ou: Antieke historiografie Ges es: 3e j. hc: Global History, kernthema's en regionale vergelijkingen Ges: Theorie van de geschiedenis, verdiepingsdeel 1 Ges nw: Mondialisering historisch Ges: Theorie van de geschiedenis, verdiepingsdeel 2
Geschiedenis
Stp. 10
Periode
10 5 5
1 en 2 2 2
5
4
5 5
4 5
4
4.1
Facultair minoraanbod Facultair minoraanbod In het totale bachelorprogramma is de ruimte voor de minor 30 studiepunten, te vullen met drie onderdelen van totaal 10 studiepunten. Iedere student kiest in zijn of haar 2e jaar één onderdeel en in zijn of haar derde jaar twee onderdelen. Een minoronderdeel is een samenhangend geheel van één of twee vakken van in totaal 10 studiepunten, te kiezen uit het aanbod van de faculteit, de universiteit of enige andere instelling van hoger onderwijs. Eén onderdeel mag een stage zijn. Van de 30 studiepunten mogen er 10 binnen de eigen opleiding, maar buiten de specialisatie gekozen worden. Om de keuze te vergemakkelijken is er een facultaire minorlijst samengesteld. In deze lijst zijn onderdelen opgenomen die een kennismaking met of inleiding op een vakgebied vormen en interdisciplinaire onderdelen, die al dan niet specifiek ten behoeve van het minoraanbod ontwikkeld zijn. De beschrijving van de onderdelen is te vinden in de vakkendatabase op Internet: www.studiegidsen.vu.nl. Bij de Studentenbalie (kamer 10A-14) liggen de vakbeschrijvingen ter inzage.
4.2
Moderne Talen en Cultuur
4.2.1
Literatuur algemeen: het hof
4.2.2
Literatuur algemeen
4.2.3
Literatuur algemeen: koloniale literatuur
Vakcode 532546 532547
Vakcode 532104 500024 500007
Vakcode 500026 500027
4.2.4
Vaknaam Let alg: Het hof in de Middeleeuwen Let alg: Het hof in de Renaissance
Vaknaam Ned kv letterk: Editietechniek, inleiding Let alg: Middeleeuwse verhalenschat Let alg: West-Europese literatuurgeschiedenis
Vaknaam Let alg: Inleiding koloniale en postkoloniale literatuur, historisch overzicht Let alg: (post) Koloniale literatuur en beeldende kunst, Marokko
Duits: letterkunde Vakcode 507118 507003 507119 507015
Vaknaam Dui: Literatuur en cultuur 19e eeuw Dui: Lesen, verstehen, analysieren Dui: Literatuur en cultuur eerste helft 20e eeuw Dui: Literatuur en cultuur na 1945
Facultair minoraanbod
Stp. 5 5
Periode 1 2
Stp. 10 10 10
Periode 4 en 5 4 en 5 4 en 5
Stp. 5
Periode 1
5
Stp. 5 5 5 5
2
Periode 1 1 2 2
53
4.2.5
Duits: taalkunde
4.2.6
Duits: taalvaardigheid
4.2.7
Engels: inleiding Engelse taalkunde Deze vakken zijn niet vrij combineerbaar; het gaat om de combinatie lexis en taalverandering / syntaxis en fonetiek
Vakcode 508106 508122
Vakcode 508017 508021
Vakcode 511010 511012 511017 511015
Vaknaam Dui: Taalvaardigheid 1 Dui: Woord en zin
Vaknaam Eng: Inleiding in de Engelse taal, syntaxis en fonetiek Eng: Inleiding in de Engelse taal, lexis en taalverandering CIW: Inleiding in de Engelse taal, syntaxis en fonetiek CIW: Inleiding in de Engelse taal, lexis en taalverandering
4.2.8
Frans: taalvaardigheid
4.2.9
Italiaans: taalverwerving
4.2.10
Vakcode 514009 514011 505107 505106
Vakcode 526120 526121
4.2.11
Vaknaam Fra: Taalvaardigheid 1, mondeling 1 Fra: Taalvaardigheid 4, schriftelijk 1 CIW: Vertaaltheorie CIW: Franse taal in toepassing
Vaknaam Ital: Basiscursus I, taalvaardigheid 1 Ital: Basiscursus II, taalvaardigheid 2
Literatuurwetenschap: thema's uit de esthetica Vakcode 531155 531201
Vaknaam Alw: wc Hoog en laag? De classificatie van kunst Alw: Mooi en lelijk
Nederlands: letterkunde Vakcode 534003 533110
54
Vaknaam Dui: Taalkunde syntaxis van het Duits Dui: Variatie en ontwikkeling in het Duits
Vaknaam Ned letterk: Literair-historisch overzicht 1200-1800 Ned letterk: Verdiepingscollege nieuwere letterkunde
Geschiedenis
Stp. 5 5
Periode 1 2
Stp. 5 5
Periode 1 en 2 4 en 5
Stp. 5
Periode 1
5
2
5
4
5
5
Stp. 5 5 5 5
Periode 1 en 2 4 4 en 5 4 en 5
Stp. 5 5
Periode 1 en 2 4 en 5
Stp. 5
Periode 4
5
Stp. 5 5
5
Periode 1 1
534103 533003
4.2.12
Nederlands: nieuwere letterkunde Vakcode 533110 533003 533002 533004 532102 532103
4.2.13
Ned letterk: Verdiepingscollege oudere letterkunde Ned letterk: Literair-historisch overzicht 1800-1940
Vaknaam Ned letterk: Verdiepingscollege nieuwere letterkunde Ned letterk: Literair-historisch overzicht 1800-1940 Ned letterk: Analyse van verhalend proza en poëzie Ned letterk: Literair-historisch overzicht 1940-heden, jeugdliteratuur Ned letterk: Boekwetenschap & het literaire bedrijf Ned letterk: Themacollege diachroon
Nederlands: oudere letterkunde Vakcode 534106 534003 534529 534103 533002
Vaknaam Ned kv letterk: Renaissance, vertalen in de Renaissance Ned letterk: Literair-historisch overzicht 1200-1800 Ned kv letterk: Poëtica Ned letterk: Verdiepingscollege oudere letterkunde Ned letterk: Analyse van verhalend proza en poëzie
4.2.14
Nederlands: taalbeheersing
4.2.15
Spaans: taalverwerving
4.2.16
Oriëntatie op het beroep van leraar
4.2.17
Literatuur algemeen: literaire kritiek
Vakcode 505104 532101
Vakcode 538106 538105
Vakcode 990006
Vakcode 531163
Vaknaam Ned taalbeh: Tekst- en gespreksanalyse Ned taalk/taalbeh: Functionele aspecten van zinsbouw
Vaknaam Spa: Basiscursus 2 Spa: Basiscursus 1
Vaknaam Oriëntatie op het beroep van leraar: presentatie communicatie
Vaknaam Alw: Literaire kritiek 1
Facultair minoraanbod
5
2
5
2
Stp. 5
Periode 1
5
2
5
2
5
4
5
4
5
5
Stp. 5
Periode 1
5
1
5 5
2 2
5
2
Stp. 5 5
Periode 1 en 2 2 en 3
Stp. 5 5
Periode 1, 2, 4 en 5 1, 2, 4 en 5
Stp. 10
Periode Februari-maart 2005
Stp. 5
Periode 4
55
531164
4.2.18
Mediëvistiek Vakcode 532546 530003 528002 511509 500024 534525 534104
4.2.19
Vakcode 510002
Vaknaam Eng: Kort proza/poëzie, de weergave van identiteit Eng: Roman en drama, Narration on Page and Stage
De dood in de literatuur Vakcode 531166 531167
Vaknaam Alw: Vormen van literatuur 1, de dood in de literatuur Alw: Vormen van literatuur 2
5
Stp. 5 5
5
Periode 1 2
5
2
5
4
10 5
4 en 5 5
5
5
Stp. 10 10
Stp. 5 5
Periode 1 en 2 4 en 5
Periode 1 2
4.2.21
Ontwikkelingen in de literatuurwetenschap
4.2.22
Literatuur en lezer: interculturele literatuurwetenschap
Vakcode 531402
Vakcode 531157 531158
4.3 4.3.1
Vaknaam Alw meth: Ontwikkelingen in de literatuurwetenschap
Vaknaam Alw: Literatuur en lezer 1, methodologie van lezersonderzoek Alw: Literatuur en lezer 2, onderzoek in de praktijk
Stp. 10
Stp. 5 5
Periode 4 en 5
Periode 4
5
Taal en Communicatie Taal en communicatie Vakcode 500020 500013 505002
56
Vaknaam Let alg: Het hof in de Middeleeuwen Kgs: Beeldende kunst inleiding, Middeleeuwen (300 tot 1400) Kgs: Architectuur van de Middeleeuwen (300-1450) Let alg: De Engelse literatuur van de Middeleeuwen Let alg: Middeleeuwse verhalenschat Let alg: Literaire cultuur in de Middeleeuwen Ned kv letterk: Wonderen en sprookjes in de literatuur van de Middeleeuwen
Engels: Engelstalige letterkunde
510004
4.2.20
Alw: Literaire kritiek 2
Vaknaam Let alg: Klassieke en moderne retorica, inleiding Let alg: Taalgebruikstheorie Ned taalbeh: Vlootschouw
Geschiedenis
Stp. 5 5 5
Periode 4 4 5
4.3.2
Van manuscript tot internet
4.3.3
Document design
4.3.4
Communicatie in kunst en maatschappij
4.3.5
Inleiding taalverwerving
Vakcode 532001 542735
Vakcode 505103
Vakcode 500358
Vakcode 541122 541146
4.3.6
Vaknaam CIW: Van manuscript tot internet Til/Ned: Publiceren via nieuwe media
Vaknaam CIW/Ned: Document design
Vaknaam CIW: Communicatie in kunst en maatschappij
Vaknaam Ttw: Inleiding taalontwikkelingsstoornissen Ttw: Inleiding Nederlands als tweede taal
Tweede- en vreemde-taalverwerving Vakcode 541121 541161 541014 541016
Vaknaam Ttw: Woordenschatverwerving in de tweede taal Ttw: Evaluatie en toetsing in onderwijs en onderzoek Ttw: Tweede- en vreemde-taalverwerving Ttw: Vreemde talen onderwijzen
4.3.7
Psycholinguïstiek en kindertaalverwerving
4.3.8
Lexicologie: inleiding semantiek
4.3.9
Syntaxis voor gevorderden
Vakcode 539152 541015
Vakcode 540117 540118
Vakcode 539171 511686
Vaknaam Atw: Psycholinguïstiek Ttw: Kindertaalverwerving
Vaknaam Lex: Lexicale semantiek 1 Lex: Lexicale semantiek 2
Vaknaam Atw: Syntactic Theory Advanced syntax
Facultair minoraanbod
Stp. 10 10
Periode 1 en 2 4 en 5
Stp. 10
Periode 4 en 5
Stp. 10
Periode 1 en 2
Stp. 5
Periode 4
5
Stp. 5
5
Periode 1
5
2
5 5
4 5
Stp. 5 5
Periode 1 2
Stp. 5 5
Periode 1 2
Stp. 5 5
Periode 4 5
57
4.3.10
Oriëntatie op het beroep van leraar
4.3.11
Nederlands: taalbeheersing
4.4
Vakcode 990006
Vakcode 505104 532101
Stp. 10
Periode Februari-maart 2005
Stp. 5 5
Periode 1 en 2 2 en 3
Vaknaam Let alg: Bijbels & klassiek verhalengoed: Hoofdthema's & receptie
Stp. 10
Periode 4 en 5
Vaknaam Grieks: Basiscursus 1 Grieks: Basiscursus 2
Stp. 5 5
Periode 1 2
Vaknaam Latijn: Basiscursus 1 Latijn: Basiscursus 2
Stp. 5 5
Periode 1 2
Stp. 5 5
Periode 1 2
Vaknaam Ned taalbeh: Tekst- en gespreksanalyse Ned taalk/taalbeh: Functionele aspecten van zinsbouw
Oudheidstudies
4.4.1
Letteren algemeen
4.4.2
Grieks
4.4.3
Latijn
4.4.4
Oude geschiedenis: introductie
4.4.5
Archeologie en cultuur van Griekenland en Rome
Vakcode 500022
Vakcode 523016 523017
Vakcode 524012 524013
Vakcode 516002 516005
Vakcode 503019 503301 503020
4.4.6
Vaknaam Ohk: Basiscursus oude geschiedenis 1 Ohk: Basiscursus oude geschiedenis 2
Vaknaam Arch: Mediterrane archeologie 1a, Griekse archeologie Arch: Archeologie en cultuur van Griekenland en Rome Arch: Mediterrane archeologie 1b, Romeinse archeologie
Archeologie: Romeins Gallië en het Rijnland Vakcode 504114 504301 504115
58
Vaknaam Oriëntatie op het beroep van leraar: presentatie communicatie
Vaknaam Arch: Provinciaal-Romeinse archeologie 2a, Romeins Gallië Arch: Van paalkuil tot publicatie Arch: Provinciaal-Romeinse archeologie
Geschiedenis
Stp. 5
Periode 4
10
4 en 5
5
5
Stp. 5 10 5
Periode 4 4 en 5 5
2b, het Romeinse leger en zijn impact op een grensstreek
4.4.7
Antieke numismatiek en Latijnse epigrafie Vakcode 504121 504302 504126
Vaknaam Arch: Antieke numismatiek Arch: Antieke numismatiek en Latijnse epigrafie Arch: Latijnse epigrafie
4.4.8
Biografie van het landschap
4.4.9
Oriëntatie op het beroep van leraar
4.4.10
Vakcode 504811
Vakcode 990006
516810
2
Stp. 10
Periode 4 en 5
Stp. 10
Periode Februari-maart 2005
Stp. 5 5
Periode 4 5
Vaknaam Ges ou: Lectuur Griekse geschiedschrijvers Ges ou: Hulpwetenschappen oude geschiedenis: Griekse epigrafie en papyrologie
Stp. 5 5
Periode 4
5
Architectuurgeschiedenis: receptie van de klassieke architectuur Vakcode 528134 528135
4.4.13
Vaknaam Ges ou: 2e j. wc: Oude geschiedenis 2 Ges ou: 2e j. hc: Hellenisme van Alexander de Grote tot Severus Alexander
Periode 1 1 en 2
Oude geschiedenis: Griekse documentaire en historiografische bronnen (ingangseisen: basiscursus oude geschiedenis 1 en 2 en: Grieks kunnen lezen. Ook andere combinaties van vakken mogelijk; informatie via de studiebegeleider) Vakcode 516502
4.4.12
Vaknaam Oriëntatie op het beroep van leraar: presentatie communicatie
5
Oude geschiedenis: verdieping (ingangseisen: basiscursus oude geschiedenis 1 en 2) Vakcode 516202 516201
4.4.11
Vaknaam Arch /Kgs: De biografie van het landschap
Stp. 5 10
Vaknaam Kgs: Architectuurgeschiedenis, architectuurteksten 1 analyse Kgs: Architectuurgeschiedenis, architectuurteksten 2 kritiek
Stp. 5 5
Periode 1 2
Visualisering van archeologische onderzoeksgegevens Vakcode 542103
Vaknaam Til: Visualisatie van archeologische
Facultair minoraanbod
Stp. 10
Periode 3 en 4
59
onderzoeksgegevens
4.5
Kunst en Cultuur
4.5.1
Letteren algemeen: historisch Amsterdam
4.5.2
Letteren algemeen: het hof
4.5.3
Kunstgeschiedenis: beeldende kunst
Vakcode 500109 528151
Vakcode 532546 532547
Vakcode 527002 530003 530004 529002
4.5.4
Vaknaam Let alg: Het hof in de Middeleeuwen Let alg: Het hof in de Renaissance
Vaknaam Kgs: Historisch overzicht van de kunstgeschiedenis Kgs: Beeldende kunst inleiding, Middeleeuwen (300 tot 1400) Kgs: Beeldende kunst inleiding, Renaissance en Barok (1400-1800) Kgs: Beeldende kunst inleiding, 1800heden
Kunstgeschiedenis: architectuur (kies 2 vakken) Vakcode 528149 528148 528134 528105 527002 503008 528151 528150 528002 528006 528005
60
Vaknaam Let alg: Historisch Amsterdam Kgs: Architectuurgeschiedenis, architectuur 2 typologie
Vaknaam Kgs: Architectuurgeschiedenis, stedebouw 2 ruimtelijke elementen Kgs: Architectuurgeschiedenis, stedebouw 1 concepten Kgs: Architectuurgeschiedenis, architectuurteksten 1 analyse Kgs: Architectuurgeschiedenis, analyse van plan en ontwerp 1 Kgs: Historisch overzicht van de kunstgeschiedenis Kgs: Bouwkunst en beeldende kunst van de Grieks-Romeinse wereld Kgs: Architectuurgeschiedenis, architectuur 2 typologie Kgs: Architectuurgeschiedenis, architectuur 1 concepten Kgs: Architectuur van de Middeleeuwen (300-1450) Kgs: Architectuur van de Renaissance en Barok (1400-1800) Kgs: Architectuur van de moderne tijd (1750-heden)
Geschiedenis
Stp. 5 5
Periode 1 2
Stp. 5 5
Periode 1 2
Stp. 5
Periode 1
5
2
5
4
5
5
Stp. 5
Periode 1
5
1
5
1
5
1
5
1
5
1
5
2
5
2
5
2
5
4
5
5
4.5.5
Literatuurwetenschap: thema's uit de esthetica Vakcode 531155 531201
4.5.6
Vakcode 542722
542158 542123
530501 529504
529506 529504
Stp. 5
Periode 1
10
1 en 2
10
1 en 2
5
2
Vaknaam Kgs: Beeldende kunst 300-1800, themablok vooruitgang en traditie Kgs kv: Beeldende kunst 300-1800, actualiteitencollege recente visies op oude kunst Kgs: Museumkunde
Stp. 10
Periode 1
10
4 en 5
10
4 en 5
Vaknaam Kgs: Beeldende kunst 1800-heden, themablok vooruitgang en traditie Kgs kv: Beeldende kunst 1800-heden, actualiteitencollege Kgs: Museumkunde
Stp. 10
Periode 2
10
4 en 5
10
4 en 5
Architectuurgeschiedenis: analyse van plan en ontwerp Vakcode 528105 528106
4.5.10
Vaknaam Til: Informatiesystemen op het gebied van kunst en cultuur ACW: Digitale communicatie analyse van hypermedia Til: Mini-minor digitalisering en ontsluiting van cultureel erfgoed Til: Grondbeginselen van databases en XML
5
Kunstgeschiedenis: beeldende kunst 1800-heden (uitbreiding tot 30 stp; instapeis: inleiding minores Beeldende kunst; voor ev. andere combinaties: in overleg met de studiebegeleider) Vakcode 529107
4.5.9
5
Periode 4
Kunstgeschiedenis: beeldende kunst 300-1800 (uitbreiding tot 30 stp; instapeis: inleiding minores Beeldende kunst; voor ev. andere combinaties: in overleg met de studiebegeleider) Vakcode 530112
4.5.8
Stp. 5
Digitalisering en ontsluiting van cultureel erfgoed
501166
4.5.7
Vaknaam Alw: wc Hoog en laag? De classificatie van kunst Alw: Mooi en lelijk
Vaknaam Kgs: Architectuurgeschiedenis, analyse van plan en ontwerp 1 Kgs: Architectuurgeschiedenis, analyse van plan en ontwerp 2
Stp. 5 5
Periode 1 2
Architectuurgeschiedenis: receptie van de klassieke architectuur Vakcode 528134 528135
Vaknaam Kgs: Architectuurgeschiedenis, architectuurteksten 1 analyse Kgs: Architectuurgeschiedenis, architectuurteksten 2 kritiek
Facultair minoraanbod
Stp. 5 5
Periode 1 2
61
4.5.11
4.6
Biografie van het landschap Vakcode 504811
4.6.1
Oude geschiedenis: introductie
4.6.2
Mediëvistiek
Vakcode 516002 516005
Vakcode 532546 530003
511509 500024 534525 534104
4.6.3
Vaknaam Ohk: Basiscursus oude geschiedenis 1 Ohk: Basiscursus oude geschiedenis 2
Vaknaam Let alg: Het hof in de Middeleeuwen Kgs: Beeldende kunst inleiding, Middeleeuwen (300 tot 1400) Kgs: Architectuur van de Middeleeuwen (300-1450) Let alg: De Engelse literatuur van de Middeleeuwen Let alg: Middeleeuwse verhalenschat Let alg: Literaire cultuur in de Middeleeuwen Ned kv letterk: Wonderen en sprookjes in de literatuur van de Middeleeuwen
Geschiedenis: nieuwe tijd Vakcode 518112 518122 518111 518121
4.6.4
Stp. 10
Periode 4 en 5
Stp. 5 5
Periode 1 2
Stp. 5 5
Periode 1 2
Geschiedenis
528002
Vaknaam Ges nt: 2e j. tc: Communicatie vóór de massamedia Ges nt: 2e j. wc: Communicatie vóór de massamedia Ges nt: 2e j. tc: Religie en geweld Ges nt: 2e j. wc: Religie en geweld
Geschiedenis: nieuwste tijd Vakcode 519118 519154 519150 519151
62
Vaknaam Arch /Kgs: De biografie van het landschap
Vaknaam Ges nst: 2e j. hc: Consensus en polarisatie, Nederland na 1945 Ges nst: 2e j. wc: Kopstukken in de Nederlandse politiek Ges nst: 2e j. hc: Frankrijk en Nederland 1938-1958 Ges nst: 2e j. wc: Vergelijking tussen drie West-Europese staten na de Tweede Wereldoorlog
Geschiedenis
5
2
5
4
10 5
4 en 5 5
5
5
Stp. 5
Periode 1
5
2
5 5
4 5
Stp. 5
Periode 1
5
2
5
4
5
5
4.6.5
Geschiedenis: economische en sociale geschiedenis Vakcode 520157 520110 520158 520113 520162 520127
4.6.6
Geschiedenis: niet-westerse geschiedenis Vakcode 521118 521147 521119
4.6.7
Vaknaam Ges es: 2e j. wc: Turkse migratie Ges es: 2e j. hc: Migratie Ges es: 2e j. hc: Verenigde Staten, c. 1780-heden Ges es: 2e j. hc: De Middellandse Zee van 700-2000 Ges es: 2e j. wc: Katoen, olie en conservatisme (1800-2000) Ges es: 2e j. wc: Marokko en het Middellandse Zeegebied 700-2000
Vaknaam Ges nw: 2e j. hc: De wereld van de Indische oceaan 1000-1914, een inleiding Ges nw: Verbeelde gemeenschappen: religie, ideologie en identiteit. De islam in Oost-Afrika Ges nw: 2e j. wc: De wereld van de Indische oceaan 1000-1914, interactie
Historische informatiekunde Vakcode 542116 542159 542733 542123
Vaknaam Til: Historische informatiekunde Til: Mini-minor historische informatiekunde Til: Toetsende statistiek Til: Grondbeginselen van databases en XML
Stp. 5 5 5 5
4
5
5
5
5
Stp. 5
4 en 5
5
5
Stp. 5 10 5 5
Oriëntatie op het beroep van leraar
4.6.9
Oude geschiedenis: verdieping (ingangseisen: basiscursus oude geschiedenis 1 en 2) Vakcode 516202 516201
4.6.10
Vaknaam Oriëntatie op het beroep van leraar: presentatie communicatie
Vaknaam Ges ou: 2e j. wc: Oude geschiedenis 2 Ges ou: 2e j. hc: Hellenisme van Alexander de Grote tot Severus Alexander
Periode 4
10
4.6.8
Vakcode 990006
Periode 1 en 2 1 en 2 4
Stp. 10
Stp. 5 5
Periode 1 1 en 2 2 2
Periode Februari-maart 2005
Periode 4 5
Oude geschiedenis: Griekse documentaire en historiografische bronnen (ingangseisen: basiscursus oude geschiedenis 1 en 2 en: Grieks kunnen lezen. Ook andere combinaties van vakken zijn mogelijk. Informatie via de studiebegeleider) Vakcode 516502
Vaknaam Ges ou: Lectuur Griekse geschiedschrijvers
Facultair minoraanbod
Stp. 5
Periode 4
63
516810
4.6.11
500028 505106 520127
5
Vaknaam Ges es: Oriëntatie op Marokko Let alg: (post) Koloniale literatuur en beeldende kunst, Marokko Let alg: Leesvaardigheid Frans CIW: Franse taal in toepassing Ges es: 2e j. wc: Marokko en het Middellandse Zeegebied 700-2000
Stp. 5 5 5 5 5
Periode 1 2
4 4 en 5 5
Architectuurgeschiedenis: receptie van de klassieke architectuur Vakcode 528134 528135
64
5
Marokko-studies (nadere informatie: www.let.vu.nl/minors/marokkostudies) Vakcode 520150 500027
4.6.12
Ges ou: Hulpwetenschappen oude geschiedenis: Griekse epigrafie en papyrologie
Vaknaam Kgs: Architectuurgeschiedenis, architectuurteksten 1 analyse Kgs: Architectuurgeschiedenis, architectuurteksten 2 kritiek
Geschiedenis
Stp. 5 5
Periode 1 2
5
5.1
Geschiedenis (Ma) Inleiding Wie een éénjarige masteropleiding geschiedenis aan de VU wil volgen kiest • ofwel voor een specialisatie in één van de zes kernvakken die aan de VU binnen de bacheloropleiding worden aangeboden, te weten: Oude Geschiedenis (OG) o.l.v. prof. dr. R.J. van der Spek (
[email protected]) Middeleeuwen (ME) o.l.v. prof. dr. K. Goudriaan (
[email protected]) Nieuwe Tijd (1500-1870) (NT) o.l.v. prof. dr. W.Th.M. Frijhoff (
[email protected]) Nieuwste Tijd (1870-heden) (NST) o.l.v. prof. dr. J. Kennedy
[email protected]) Economische & Sociale Geschiedenis (ESG) o.l.v. prof. dr. C.A. Davids (
[email protected]) Niet-westerse Geschiedenis (NWG) o.l.v. prof.dr. H. Sutherland (
[email protected]) • ofwel voor de specialisatie Global History, die wordt verzorgd in een samenwerkingsverband tussen ESG en NWG en leerstoelhouders aan enkele andere universiteiten (UvA, Rotterdam, Nijmegen) en die aan de VU onder leiding staat van prof. dr. C.A. Davids (
[email protected]).
5.2
Doelstellingen De masteropleidingen hebben tot doel historici af te leveren die, in aansluiting op tijdens een bacheloropleiding opgedane bredere voorkennis, • grondige kennis en inzicht hebben verworven op het terrein van de gekozen specialisatie, • zicht hebben op de relatie tussen de geschiedwetenschap en andere geestes- en maatschappijwetenschappen • over een historisch onderwerp een 'status quaestionis' kunnen opstellen • gedurende enkele maanden zelfstandig bronnen- en literatuuronderzoek naar een bepaald historisch probleem kunnen verrichten en daarover kunnen rapporteren in de vorm van een scriptie die voldoet aan alle eisen voor wetenschappelijke verslaglegging.
5.3
Toelating Een student wordt tot een doorstroommasteropleiding toegelaten als hij een bachelordiploma van de gelijknamige opleiding aan de VU behaald heeft en zich wil specialiseren in dezelfde richting als de specialisatie van de bacheloropleiding. De student kan in principe aan de masteropleiding beginnen, zodra het bachelordiploma behaald is. Er kan echter niet gegarandeerd worden dat er op elk moment de juiste vakken aangeboden worden. Als de specialisatie van de bacheloropleiding niet aansluit bij de gewenste afstudeerrichting van de masteropleiding of als een student wil instromen in een eenjarige masteropleiding op een ander vakgebied, kan de examencommissie van de masteropleiding enkele extra vakken opleggen die de student kan volgen in een premasterclass. Geschiedenis (Ma)
65
Als de student die toegelaten wil worden tot een éénjarige masteropleiding, een gelijknamig bachelordiploma elders behaald heeft of een hbo-(bachelor)diploma, dan bepaalt de examencommissie van de masteropleiding welke aanvullende vakken er nog gedaan moeten worden. Als de student nog maximaal 60 studiepunten aan bachelorvakken moet behalen, wordt hij toegelaten tot de pre-masterclass van de gewenste masteropleiding. Hij kan dan indien noodzakelijk voor een goede programmering en na toestemming van de examencommissie al vast enkele vakken uit de masteropleiding volgen. Als de student meer dan 60 studiepunten moet behalen, moet hij eerst het bachelordiploma behalen. Hierbij kan de examencommissie van de bacheloropleiding vrijstellingen verlenen van vakken die gelijkwaardig zijn aan reeds elders behaalde vakken. Studenten die elders een WO- of HBO-bachelordiploma behaald hebben moeten zich vóór 1 juni aanmelden bij de centrale studentenadministratie van de VU. Zij kunnen alleen op 1 september met de opleiding beginnen. Voor de toelatingseisen per opleiding, zie het relevant gedeelte over de opleiding. Assessment Studenten met een hbo-(bachelor)diploma die toegelaten zijn tot de pre-masterclass van de masteropleiding, zijn verplicht in juni een assessment af te leggen. De resultaten van het assessment geven student en opleiding een beter inzicht in de competenties en vaardigheden van de student die nodig zijn om een wetenschappelijke masteropleiding aan de VU met succes af te ronden. Het assessment bestaat uit drie onderdelen: • een cognitieve capaciteitentest • een toets gericht op rekenkundige onderzoeksvaardigheden • een toets gericht op het begrijpen van een tekst in de Engelse taal. 5.3.1
66
Toelating tot de master Geschiedenis • Studenten met een erkend universitair bachelordiploma geschiedenis hebben toegang tot de éénjarige (of doorstroom-)master geschiedenis aan de VU. Als het derdejaarsonderwijs van de bacheloropleiding niet aansluit bij de specialisatie van de masteropleiding of als het gelijknamige diploma elders behaald is kan de betrokken hoogleraar aanvullende eisen stellen, ter goedkeuring van de examencommissie. De aanvullende eisen bestaan uit een of meer vakken van de bacheloropleiding, waarnaast tevens al onderdelen uit de masteropleiding kunnen worden gevolgd. Voor buitenlandse studenten kan passieve kennis van de Nederlandse taal als aanvullende eis worden gesteld. • Voor instromers met een HBO-bachelor geschiedenis is er een standaard premasterclass-programma van 60 stp (zie Instroom vanuit HBO). Zij nemen bovendien in juni deel aan een door de faculteit georganiseerde assessmentprocedure, waarvan de uitslag overigens vrijblijvend is. • Instromers met een universitair bachelordiploma anders dan geschiedenis moeten zich vóór 1 juni aanmelden en dienen afhankelijk van de aard van de eerdere opleiding rekening te houden met een toelatingsprocedure en een 'voortraject', vast te stellen door de examencommissie. (Er zijn op aanvraag bij de studieadviseur 'voorbeeldtrajecten' beschikbaar van 60, 90 en 115 stp, maar in individuele gevallen kan ook minder of meer worden gevraagd.) Wie op het
Geschiedenis
moment van instromen 60 stp of meer uit de bacheloropleiding moet behalen, heeft nog geen toegang tot onderdelen uit de masterfase en dient zich eerst in te schrijven in de bacheloropleiding. De aanmelding De aanmelding bestaat uit twee elementen: • Om u in te schrijven voor de masteropleiding Geschiedenis dient u zich vóór 1 juni aan te melden bij de VU. Als u op basis van het assessment in juni besluit u terug te trekken kunt u zich nog afmelden. • Om u aan te melden voor de specialisatie die u wilt volgen dient u vóór 1 juni, liefst ruim vóórdien, contact op te nemen met de studieadviseur (tevens ambtelijk secretaris van de examencommissie) van de opleiding Geschiedenis mw. S.S.J. Mol, bij voorkeur per e-mail:
[email protected]. Er wordt vervolgens in beginsel een individuele afspraak gemaakt over de mogelijkheid om te worden toegelaten en de eventuele aanvullende eisen of het 'voortraject' . 5.3.2
Instroom vanuit HBO Als je een verwant bachelordiplioma van het HBO hebt, stroom je in de premasterclass in (over het algemeen een jaar). Een assessment maakt verplicht deel uit van de premasterclass: dit geeft een indicatie van je geschiktheid voor de opleiding. Het onderstaande schema is een voorbeeld van de studie-onderdelen die gevolgd moeten worden bij instromen vanuit HBO-bachelor-geschiedenis. NB: het betreft hier maatwerk. Per individueel geval wordt bekeken hoe het programma er uit gaat zien. Tabel 2 Instroom vanuit HBO in bachelor Geschiedenis
Vakken
Stp
AcVa geheel Theorie I Filosofie Historiografie I Diachronisch thema Hoofdvak A 2e jaarsniveau Hoofdvak A 3e jaarsniveau Hoofdvak B 3e jaarsniveau Scriptie bij hoofvak A of B
5 5 5 5 5 10 10 10 5
totaal
5.4
60
Eindtermen Algemene eindtermen van een letteren masteropleiding De eindtermen waaraan de letterenstudent bij afsluiting van de masteropleiding moet voldoen kunnen in grote lijnen als volgt worden omschreven: Intellectuele basisvaardigheden • Logisch kunnen redeneren; • Redeneerwijzen in het vakgebied toepassen en in twijfel trekken; • Een standpunt innemen in een wetenschappelijk vakbetoog en dit kritisch op waarde schatten; Geschiedenis (Ma)
67
• • • • •
Kunnen reflecteren op eigen denken en doen en kunnen bijsturen; Ethische, normatieve en expressieve denkwijzen in het wetenschappelijk denken kunnen integreren; In staat zijn onderzoek en probleemoplossingen te communiceren met vakgenoten en niet-vakgenoten; In staat zijn met complexe situaties om te gaan en een beredeneerd oordeel te vormen; Kunnen debatteren over de nieuwste ontwikkelingen in het vakgebied en de consequenties daarvan voor de maatschappij.
Onderzoekende houding • Het vermogen bezitten om in ogenschijnlijk triviale aangelegenheden bepaalde verbanden en nieuwe gezichtspunten te ontdekken; • Blijk geven van originaliteit en kritisch bewustzijn; • Zelfstandigheid bezitten in het bepalen van een richting bij het vermeerderen van kennis, het doen van onderzoek, de beroepsuitoefening, het kiezen van een plaats in de samenleving; • Een houding van levenslang leren verwerven. Disciplinaire kennis • Beschikken over vakkennis rakend aan de nieuwste methoden, technieken en theorieën; • In staat zijn de wijze waarop waarheidsvinding en theorievorming in beweging zijn te volgen en te interpreteren; • Vaardigheid in het toepassen van methoden en technieken in zelfstandig onderzoek en begrip hebben voor het gebruiken van de uitkomsten voor het ontwikkelen van geavanceerde ideeën of praktijktoepassingen; • In staat zijn op ten minste één of enkele deelgebieden van de discipline een originele bijdrage aan de kennis te leveren. Vakoverstijgende vaardigheden • In staat zijn bepaalde vakgebieden te kunnen begrijpen en interpreteren; • In staat zijn eigen onderzoek in een multi-disciplinair kader te plaatsen en in een multi-disciplinair onderzoekteam te werken. Eindtermen van de masteropleiding Geschiedenis Het onderwijs in de mastersfase van de studie Geschiedenis is zodanig ingericht dat studenten na voltooiing van deze fase bovendien voldoen aan de volgende eindtermen: • grondige kennis van en inzicht bezitten op het terrein van één van de zes binnen de opleiding bestaande leerstoelgebieden; • kennis en inzicht hebben in de relaties tussen de geschiedenis en andere geestesen maatschappijwetenschappen; • zelf over een historisch onderwerp een 'status quaestionis' kunnen opstellen; • zelfstandig een bronnen- en literatuuronderzoek van grotere omvang naar een bepaald historisch probleem kunnen verrichten en daarover schriftelijk kunnen rapporteren in de vorm van een (grotere) scriptie.
68
Geschiedenis
5.5
Doctoraalprogramma oude stijl Het is nog tot 31 augustus 2007 mogelijk om een doctoraaldiploma te behalen. Studentien die nog volgen het 'oude stijl' programma willen afstuderen, worden voor de toelichting bij dit programma verwezen naar de studiegids van het jaar waarin zij zijn begonnen met hun doctoraalprogramma. Neem contact op met de studieadviseur, mw. drs.S.S.J. Mol (E-mail:
[email protected]), als je vragen hebt over je programma.
5.6
Opbouw programma Men dient 60 stp te behalen en het te volgen onderwijs bestaat uit een werkcollege ter waarde van 10 stp op het terrein van de gekozen specialisatie, hetzij aan de VU, hetzij bij een instelling waarmee een samenwerkingsverband voor het masteronderwijs bestaat; dit college kan samenvallen met een 3ejaars werkcollege binnen de bachelor-opleiding, met dien verstande, dat aan masterstudenten binnen een dergelijk college hogere eisen zullen worden gesteld ten aanzien van zelfstandigheid en het aandeel van bronnenonderzoek; • een door het betreffende leerstoelgebied verzorgd onderdeel Historiografie II (= historiografie van de gekozen specialisatie) ter waarde van 5 stp, dat een verdieping inhoudt van het in de bacheloropleiding van de VU aangeboden onderdeel Historiografie I (= algemene historiografie) • een onderdeel Theorie II van 10 stp in aansluiting op het in de bacheloropleiding van de VU aangeboden onderdeel Theorie I • een hulpvak bij het hoofdvak van 5 stp, hetzij een van de niet al binnen de bacheloropleiding gevolgde hulpvakken uit het bacheloraanbod (studiegids 2003/4 pp. 199-123), hetzij Paleografie II (voor wie Paleografie I al hadden gedaan) hetzij een ander hulpvak in overleg met de hoogleraar • een vrije ruimte vak naar keuze van 5 stp, hetzij nóg een van de niet al binnen de bacheloropleiding gevolgde hulpvakken uit het bacheloraanbod of Paleografie II (voor wie Paleografie I al hadden gedaan), hetzij een ander vak binnen of buiten de faculteit • een verdiepingsdeel naar keuze van 5 stp, hetzij ter verdieping van een van beide werkcolleges, hetzij een status quaestionis ter verdieping van historiografie en/of ter voorbereiding op de scriptie, hetzij een onderdeel ter verdieping van het hulpen/of vrijeruimtevak; in het laatste geval kan desgewenst gebruik worden gemaakt van het facultaire minormodulenaanbod • een scriptie van 20 stp over een in overleg met de begeleider zelfgekozen onderwerp. Voor al het onderwijs in de masterfase geldt dat het niet uitgesloten is dat het in het Engels zal worden aangeboden. •
Geschiedenis (Ma)
69
5.6.1
Programma in schema
Tabel 1 Overzicht van het masterjaar
1e semester start september: Periode 1 Werkcollege A Theorie 2 Flex 15
5.7
1e semester
Periode4 Flex
Periode 5 Scriptie
Historiografie Scriptie 15
Scriptie Scriptie 15
start januari: Periode 4 Werkcollege B Flex Historiografie 15
Periode 5 Werkcollege B Flex Scriptie 15
Periode 1 Theorie 2
Periode 2 Theorie 2
Flex Scriptie 15
Scriptie Scriptie 15
Programma master Vakcode 519204 500506
5.7.1
Periode 2 Werkcollege A Theorie 2 Flex 15
2e semester
Vaknaam Ges: Theorie van de geschiedenis 2 Keuze
Stp. 10 5
Periode 1 en 2
Specialisatie Uit de gekozen specialisatie naar keuze, totaal 10 stp: Specialisatie master Oude Geschiedenis Vakcode 516603
Vaknaam Ges ou: master wc: Oude geschiedenis 3
Stp. 10
Periode 4 en 5
Stp. 10
Periode 1 en 2
Specialisatie master Middeleeuwse Geschiedenis Vakcode 517601 517602
Vaknaam Ges me: master wc: De schoonheid van het gebed Ges me: master wc: Geleerdheid in de laatmiddeleeuwse stad
10
4 en 5
Specialisatie master Nieuwe Tijd Vakcode 518602 518601 518604 518603 518605
70
Vaknaam Ges nt: master wc: Creatief met bronnen: Materiële cultuur Ges nt: master wc: Medische geschiedenis Ges nt: master wc: Religie in Nederland, 1500-1870 Ges nt: master wc: Patiënten en genezers Ges nt: tutorial: Medische geschiedenis
Geschiedenis
Stp. 10
Periode 1 en 2
10
4
10
4 en 5
10 10
4 en 5 5
Specialisatie master Nieuwste Geschiedenis Vakcode 519604 519603 519601
Vaknaam Ges nst: master wc: Traditie en vooruitgang in de moderne tijd Toleration in History. Ideas and Action (Ma) Religion and Politics in the United States
Stp. 10
Periode 1 en 2
10
4 and 5
10
4 en 5
Specialisatie master Niet-Westerse Geschiedenis Vakcode 521602 521601
Vaknaam Ges nw: master wc: Koloniale stijlen, 1850-1950 Ges nw: master wc: Verbeelde gemeenschappen: religie, ideologie en identiteit. De islam in Oost-Afrika
Stp. 10 10
Periode 1 en 2 4 en 5
Specialisatie master Economische en Sociale Geschiedenis Vakcode 520603 520601 520602
5.7.2
Stp. 10 5 10
Periode 1 en 2 2 4 en 5
Historiografie Kies het historiografieonderdeel horende bij het hoofdvak: Vakcode 516136 521403 520403 519401 518403 517403
5.7.3
Vaknaam Ges es: master wc: Migratie en vestiging Ges es: master hc: Global History, kernthema's en regionale vergelijkingen Ges es: master wc: Natuur en vooruitgang 1500-2000
Vaknaam Ges ou: Antieke historiografie Ges nw: Historiografie 2 Ges es: Historiografie 2 Ges nst: Historiografie van de nieuwste geschiedenis, grote discussies Ges nt: Historiografie 2 Ges me: Historiografie 2
Hulpvakken Kies een van de vakken: Vakcode 520604 517603 515603 520605 515605 515604
Vaknaam Ges: Hulpvak master: Oriëntatie sociologisch - economisch denken Ges me: Middeleeuws Latijn (Ma) Ges: Hulpvak master: Archiefkennis en paleografie 1 Ges: Hulpvak master: Oriëntatie in de internationale economie Ges: Hulpvak master: Institutionele geschiedenis van de Middeleeuwen en de nieuwe tijd Ges: Hulpvak master: Archiefkennis en paleografie 2
Geschiedenis (Ma)
Stp. 5 5 5 5 5 5
Stp. 5
Periode 2 4 4 4 4 4
Periode 1
5 5
1 1
5
4
5
4
5
5
71
72
5.7.4
Verdiepingsdeel In overleg naar keuze: verdieping van werkcollege, status quaestionis, voorbereiding scriptie of hulpvak van totaal 5 stp.
5.7.5
Scriptie
Vakcode 521651 520651 519651 518651 517651 516651
Vaknaam Ges nw: Scriptie (Ma) Ges es: Scriptie (Ma) Ges nst: Scriptie (Ma) Ges nt: Scriptie (Ma) Ges me: Scriptie (Ma) Ges ou: Scriptie (Ma)
Geschiedenis
Stp. 20 20 20 20 20 20
Periode
6
6.1
Geschiedenis (MPhil) Algemeen De onderzoeksmaster Geschiedenis na 1400 is een tweejarige opleiding tot onderzoeker in het disciplinegebied Geschiedenis en leidt op tot de graad 'MA in Geschiedenis'. De opleiding wordt aangeboden door de Faculteit der Letteren, Vrije Universiteit Amsterdam. De opleiding wil aan getalenteerde studenten de mogelijkheid bieden hun bacheloropleiding op een hoog niveau voort te zetten, hun wetenschappelijke inzichten en vaardigheden te verdiepen en uit te bouwen tot een niveau dat hen in staat stelt zich te kwalificeren voor het wetenschappelijk onderzoek. De opleiding is bestemd voor een selecte groep getalenteerde studenten met een bachelordiploma in de Geschiedenis. Daarnaast behoren tot de doelgroep bachelors of afgestudeerden afkomstig uit andere disciplinegebieden, die blijk geven van historische belangstelling dan wel historische kennis en inzicht en de wens te kennen geven om zich te bekwamen in historisch onderzoek of in onderzoek naar de historische aspecten van andere wetenschaps- of disciplinegebieden. Zij komen in principe voor de opleiding in aanmerking mits zij naar het oordeel van de examencommissie hebben aangetoond voldoende kennis van de geschiedenis te bezitten. Het bachelorsdiploma kan zijn behaald aan de Vrije Universiteit Amsterdam of aan een andere universiteit in Nederland of daarbuiten. Ons profiel: • geschiedenis van cultuur en religie vanaf de Late Middeleeuwen tot de vroege 19de eeuw • politieke geschiedenis van de 20ste eeuw, toegespitst op de samenhang tussen moraal en publieke orde • economische, ecologische en sociale geschiedenis van de vroegmoderne tijd en de 20ste eeuw • niet-westerse geschiedenis, toegespitst op Zuid- , Oost- en Zuidoost-Azië en Oost-Afrika • global history, met bijzondere aandacht voor de geschiedenis van arbeid, identiteit, staatsvorming en milieu in Noordwest-Europa, het Middellandse Zeegebied, de Asian Pacific Rim en het gebied rond de Indische Oceaan
6.2
Toelatingseisen Studenten die al ingeschreven zijn (geweest) bij de VU moeten vóór 1 juli een verzoek tot toelating indienen bij de examencommissie van de opleiding. Dit toelatingsverzoek moet in 3-voud ingediend worden en moet bestaan uit: • een sollicitatiebrief waarin het verzoek gemotiveerd wordt • een curriculum vitae • een onderzoeksvoorstel • de schriftelijke goedkeuring van de beoogde begeleider, mede ondertekend door de betreffende leerstoelhouder • een overzicht van de behaalde studieresultaten (diploma's en cijferlijsten) Studenten die elders een bachelor-, doctoraal- of masterdiploma hebben behaald, moeten zich tevens vóór 1 juni aanmelden bij de Centrale Studentenbalie van de VU alvorens ze een verzoek tot toelating kunnen indienen. Geschiedenis (MPhil)
73
6.2.1
Aanvullende toelatingseisen tot de onderzoeksmaster Als je de bacheloropleiding geschiedenis aan de VU hebt gedaan, gelden voor toelating tot de onderzoeksmaster geschiedenis de volgende eisen: • voor je bachelorscriptie heb je tenminste een 8 behaald • ook voor een pakket aan relevante vakken bedraagt je gemiddelde tenminste 8. Dit pakket is plusminus 55 ects-punten groot en bestaat uit: - de twee hoofdvakken van het derdejaar - dezelfde twee vakken op het tweedejaarsniveau - Theorie - Algemene historiografie. • de specialisatie die je kiest binnen de onderzoeksmaster moet aansluiten bij een van de twee hoofdvakken van je derdejaars bachelorstudie • in de scriptie en de werkstukken vervaardigd tijdens het derde jaar van de bacheloropleiding dien je te hebben aangetoond te beschikken over aanzienlijke onderzoekskwaliteiten (vermogen tot problematiseren, analyse, creativiteit, inventiviteit, helderheid in verslaglegging) • een goede beheersing van het Engels (mondeling en schriftelijk) is vereist Als de in de onderzoeksmaster gekozen specialisatie niet aansluit op de kernvakken van de bacheloropleiding, kan de examencommissie in overleg met de betrokken leerstoelhouder aanvullende eisen stellen. Is het bachelordiploma geschiedenis aan een andere universiteit behaald, dan beoordeelt de examencommissie het doorlopen studieprogramma en stelt eventueel aanvullende eisen vast, waarbij het hiervoor vermelde pakket als richtlijn wordt gehanteerd. Voor buitenlandse studenten kan passieve kennis van de Nederlandse taal als aanvullende eis worden gesteld. Voor instromers met een universitair bachelor- of masterdiploma anders dan geschiedenis gelden - afhankelijk van de vooropleiding - bijzondere eisen, vast te stellen door de examencommissie. Als een student na de doorstroommaster verder wil in de onderzoeksmaster, kan de examencommissie vrijstellingen voor onderdelen van het programma verlenen. Instroom in de onderzoeksmaster kan alleen plaatsvinden per 1 september. Alleen studenten die vóór 1 september van het jaar waarin zij willen beginnen met hun masteropleiding hun bachelordiploma hebben behaald, worden toegelaten. De examencommissie van de onderzoeksmaster geschiedenis beslist steeds in overleg met de betrokken leerstoelhouder(s) op grond van het overgelegde dossier en na een persoonlijk motivatiegesprek of een student kan worden toegelaten.
6.2.2
74
Procedure De inschrijfprocedure voor de onderzoeksmaster geschiedenis vindt éénmaal per jaar in de zomer plaats. De inschrijving geschiedt onder voorwaarde van toelating door de examencommissie.
Geschiedenis
De toelating vindt plaats in twee etappes: 1. om je aan te melden voor de specialisatie die je wilt volgen, dien je ruim vóór 1 juni contact op te nemen met de studiecoördinator van de opleiding geschiedenis. Over de mogelijkheid om te worden toegelaten wordt dan een individuele afspraak gemaakt met de beoogde begeleider, die op grond van zijn of haar specialisme gekozen wordt onder de vaste stafleden van de opleiding geschiedenis. 2. om je aan te melden voor de onderzoeksmaster dien je uiterlijk 1 juli een toelatingsverzoek in viervoud in bij de examencommissie van de onderzoeksmasteropleiding geschiedenis, t.a.v. de secretaris dr. L.M. Douw. Het dossier bestaat uit: • een sollicitatiebrief met je motivatie om tot de opleiding te worden toegelaten • een curriculum vitae • een onderzoeksonderwerp, dat in het bestek van ongeveer 400 woorden wordt geformuleerd. Je besteedt aandacht aan de afbakening van het onderwerp naar thema, ruimte en tijd en je geeft een aanduiding van het belang van het onderwerp • de schriftelijke goedkeuring van de beoogde begeleider, mede ondertekend door de betreffende leerstoelhouder • een overzicht van de behaalde studieresultaten (diploma's en cijferlijsten). Voor studenten met een andere vooropleiding dan het bachelordiploma geschiedenis van de VU bevat het dossier bovendien: • een kopie van de scriptie • kopieën van de papers/essays gemaakt in het kader van de studieonderdelen van het tweede en derde studiejaar van de bacheloropleiding of een andere daarmee gelijk te stellen opleiding. Als bewijs van toelating geeft de examencommissie een 'Verklaring t.b.v. de inschrijving' af. De eigenlijke inschrijvingsprocedure is verschillend voor studenten die al aan de VU zijn ingeschreven en voor degenen bij wie dat niet het geval is. • studenten die al bij de VU bekend zijn hoeven zich voor de inschrijving niet apart aan te melden: zij kunnen zich direct inschrijven • voor studenten die nog niet of niet meer aan de VU zijn ingeschreven, is een vooraanmelding verplicht. Zij dienen zich daartoe voor 1 juni te vervoegen aan de Studentenbalie in de Hal van het Hoofdgebouw • buitenlandse studenten dienen zich voor 1 februari bij het International Office van de faculteit aan te melden.
6.3
Specialisaties binnen de onderzoeksmaster De onderzoeksmaster Geschiedenis duurt twee jaar en omvat 120 studiepunten en omvat momenteel de volgende specialisaties: - een specialisatie in een van de volgende kernvakken uit de bacheloropleiding: • Geschiedenis van de Middeleeuwen • Geschiedenis van de Nieuwe tijd (1500-1870) • Contemporaine Geschiedenis (1870-heden) • Economische en Sociale Geschiedenis • Niet-westerse geschiedenis
Geschiedenis (MPhil)
75
- de specialisatie Global history , die wordt verzorgd in samenwerking met Economische en Sociale en Niet-Westerse Geschiedenis en leerstoelhouders aan enkele andere universiteiten.
6.4
Doelstellingen en eindtermen Het eindniveau van de onderzoeksmaster sluit aan op een onderzoekstraject of functie die leidt tot de doctorsgraad. De onderzoeksmaster is bekwaam tot het verrichten van onderzoek in het wetenschapsgebied Geschiedenis waarin onderzoeksvaardigheden en ervaring tot de vereiste competenties behoren. Deze competenties gaan uit boven hetgeen op grond van de gebruikelijke koppeling met onderzoek in wetenschappelijk onderwijs kan worden verwacht. Afgestudeerde onderzoeksmasters hebben zich gekwalificeerd om verder te gaan als onderzoeker die een proefschrift gaat schrijven. Daarnaast zijn ze goed voorbereid op andere maatschappelijke functies waar hun onderzoeksexpertise vereist of dienstig is. Hun onderzoekscapaciteiten, hun analytisch vermogen en hun kennis van taal en tekst geven hen een voorsprong op de doorstroom masteropleidingen. Een student die de onderzoeksmaster Geschiedenis heeft voltooid • beschikt over een kritische houding ten aanzien van het vakgebied, niet alleen als onderzoeksobject, maar ook als historisch en actueel maatschappelijk gegeven; • bezit grondige kennis en inzicht op het terrein van één van de specialisaties binnen de bachelor- en masteropleidingen Geschiedenis aan de VU; • heeft een grondige beheersing van een aantal voor het betrokken terrein relevante onderzoeksvaardigheden; • heeft kennis van en inzicht in de relaties tussen de geschiedenis en andere geestes- en maatschappijwetenschappen; • kan zelfstandig over een historisch onderwerp een status quaestionis opstellen; • heeft inzicht in de theoretische aspecten van de geschiedbeoefening; • kan zelfstandig een bronnen- en literatuuronderzoek van grotere omvang naar een historisch probleem verrichten en daarover schriftelijk rapporteren in de vorm van een MA-scriptie; • kan zelfstandig een onderzoek van grotere omvang (bijvoorbeeld een promotieproject) opzetten en formuleren; • is vertrouwd met de spelregels die eigen zijn aan het wetenschappelijk bedrijf en is in staat kritisch te reflecteren op eigen en andermans wetenschappelijk onderzoek met inachtneming van de ethische en normatieve opvattingen die eigen zijn aan het wetenschappelijk bedrijf.
6.5
Nadere informatie Nadere informatie over de invulling van de onderzoeksmaster Geschiedenis kan worden verkregen bij de secretaris van de opleidingscommissie, dr. J.van Eijnatten (
[email protected]) en over de toelatingsprocedure bij de secretaris van de examencommissie, dr. L.M. Douw (
[email protected]). Voor informatie over afzonderlijke onderdelen: Opleidingscommissie: Prof. Dr. Karel Davids (voorzitter) Kamer 12A-30 Telefoon (020) 4446354
76
Geschiedenis
E-mail:
[email protected] Dr. Joris van Eijnatten (secretaris) Kamer 12A-27 Telefoon (020) 46408 E-mail:
[email protected] Studiecoördinator: Drs. Marco Last Kamer: 10a-37 Telefoon: (020) 4446532 E-mail:
[email protected] Examencommissie/Toelating: Prof. Dr. Koen Goudriaan (voorzitter) Kamer: 12A-28 Telefoon: (020) 4446577 E-mail:
[email protected] Prof. Dr. James Kennedy (commissielid) Kamer: 12A-18 Telefoon: (020) 4446397 E-mail:
[email protected] Dr. Leo Douw (secretaris) Kamer: 12-27 Telefoon: (020) 4446378 E-mail:
[email protected] Drs. Marco Last (ambtelijk secretaris) Kamer: 10a-37 Telefoon: (020) 4446532 E-mail:
[email protected]
6.6
Opbouw van het programma Het curriculum van de onderzoeksmaster geschiedenis bestaat uit:
Geschiedenis (MPhil)
77
1
2 •
•
•
twee werkcolleges (10 studiepunten elk), op het terrein van je specialisatie, aan de VU of bij een instelling waarmee een samenwerkingsverband voor het masteronderwijs bestaat; een specialisatiemodule (10 studiepunten), die bestaat uit een onderdeel historiografie II (= historiografie van de gekozen specialisatie) (5 studiepunten). Daarbij verdiep je je verder in het onderdeel Historiografie I (= algemene historiografie) dat in de bacheloropleiding van de VU is aangeboden. Ook volg je een verdiepingsdeel naar keuze (5 studiepunten), namelijk • of een onderdeel aansluitend op een van beide werkcolleges • of een status quaestionis om je te verdiepen in historiografie en/of om je voor te bereiden op je scriptie • of een onderdeel ter uitbreiding van hulp- en/of vrijeruimtevak. In het laatste geval kun je desgewenst gebruikmaken van het facultaire minormodulenaanbod; een specialisatiemodule (10 studiepunten), die bestaat uit een hulpvak bij het hoofdvak (5 studiepunten), of een van de hulpvakken uit het bacheloraanbod die je nog niet binnen de bacheloropleiding gevolgd hebt, of Paleografie II (voor wie Paleografie I al heeft gedaan) of een ander hulpvak in overleg met de begeleider • plus een vrijeruimtevak naar keuze (5 studiepunten), of nóg een van de hulpvakken uit het bacheloraanbod die je nog niet binnen de bacheloropleiding gevolgd hebt of Paleografie II (voor wie Paleografie I al heeft gedaan) of een ander vak binnen of buiten de faculteit; Drie tutorials (10 studiepunten per stuk), die aansluiten bij de gekozen specialisatie, in de vorm van een programma dat je afspreekt met de betrokken docent(en) – na overleg met de betrokken leerstoelhouder; ! " #! $ % •
3 4
De laatste van de onder 2) genoemde specialisatiemodules kun je samen met een van de tutorials invullen met het programma medische geschiedenis (20 studiepunten), dat de Faculteit der Letteren en de afdeling Metamedica van de Faculteit der Geneeskunde ontwikkeld hebben. Voor al het onderwijs in deze onderzoeksmaster geldt: onderdelen kunnen in het Engels worden aangeboden. Het is dus belangrijk dat je het Engels goed beheerst, actief en passief.
6.7
Jaaroverzicht Het curriculum van de onderzoeksmaster geschiedenis is als volgt over de 2 jaar gespreid:
78
Geschiedenis
1e semester 1e jaar periode 1 Kernmodule 1: Theorie
periode 2
(10) Specialisatie module 1
(10) Speicalisatie module 2: hulpvak A
Specialisatie module 2: hulpvak B (flex) (5)
(flex) (5) Totaal 30 stp 1e semester 2e jaar periode 1 Tutorial 2
periode 2
(flex) (10) Tutorial 3 (flex) (10
Scriptie
(10) Totaal 30 stp
2e semester 1e jaar 3 periode 4 Kernmodule 2: Seminar Onderzoeksopzet (10) Specialisatie module 3 Historiografie II
(5) Tutorial 1
periode 5
6
Specialisatie module 3 keuzemodule 1 (verdieping werkcollege of status quaestionis) (5)
(flex) (10) Totaal 30 stp 2e semester 2e jaar 3 periode 4 Specialisatie module 4
periode 5
(10) Scriptie
Scriptie
Scriptie
Scriptie
6
(20) Totaal 30 stp
De cursief weergegeven tutorials en specialisatiemodules kunnen door de student zelf worden ingedeeld in hun persoonlijk studieschema. De overige delen van het programma liggen qua tijd vast. Een tutorial, eventueel aangevuld met (een deel van ) specialisatiemodule 4, kan ook worden gebruikt voor een studieverblijf, archiefwerk en/of veldonderzoek in het buitenland.
6.8
Eerste jaar
6.8.1
Kernmodule (20 stp.)
6.8.2
Specialisatiemodules (30 stp.) De student kiest een werkcollege (10 stp.) op het terrein van de specialisatie, een hulpvak (5 stp.), een vrije ruimtevak (5 stp.), volgt het historiografie-2-onderdeel (5 stp.) en een verdiepingsdeel (5 stp.).
6.8.3
Tutorial (10 stp.) De student kiest, in overleg met betrokken docent(en) en leerstoelhouder, een programma dat aansluit bij de gekozen specialisatie.
Vakcode 519204 515601
Vaknaam Ges: Theorie van de geschiedenis 2 Ges wc: Seminar onderzoeksopzet
Geschiedenis (MPhil)
Stp. 10 10
Periode 1 en 2 4 en 5
79
6.9
80
Tweede jaar
6.9.1
Specialisatiemodule (10 stp.) De student kiest een werkcollege op het terrein van de specialisatie.
6.9.2
Tutorial (20 stp.) De student kiest, in overleg met betrokken docent(en) en leerstoelhouder, een programma dat aansluit bij de gekozen specialisatie.
6.9.3
Scriptie (30 stp.)
Geschiedenis
7
7.1
Erfgoedstudies (Ma) Inleiding Erfgoedstudies is een éénjarige, interdisciplinaire masteropleiding voor archeologen, architectuurhistorici, (historisch-)geografen, historici, beleidsmakers en ontwerpers (planologen, architecten, landschapsarchitecten en stedebouwkundigen). De opleiding maakt de student vertrouwd met de belangrijkste principes van de historische studie van het landschap en de stad, en met de actuele omgang met de cultuurhistorische waarden van onze omgeving. Nadruk ligt in het laatste geval op het gebruik van de landschaps- en stedebouwgeschiedenis als `blauwdruk' of `inspiratiebron' voor hedendaagse en toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. De student kan kiezen uit twee afstudeertrajecten. In het traject Algemene Erfgoedstudies worden historische kwesties en actuele toepassingen telkens benaderd op basis van interdisciplinaire concepten en vanuit een breed perspectief op de cultuurhistorie (een integratie van landschapsarcheologie, historische geografie en architectuurgeschiedenis/stedebouwgeschiedenis). In het traject Archeologisch Erfgoedbeheer wordt specifiek aandacht besteed aan de uitvoering van (veld)onderzoek en de organisatie van de archeologische monumentenzorg in het kader van het nieuwe archeologiebestel, het zogenaamde `Malta-bestel'. Ook binnen dit traject kunnen door de student echter raakvlakken met andere disciplines worden verkend, met name met de Geo- en Bioarcheologie en Historische Geografie. Afhankelijk van de gekozen richting laat de student in de eindscriptie van 20 studiepunten zien dat hij/zij in staat is [a] een samenhangend beeld te schetsen van de geschiedenis van een landschap, stad, regio of plek, [b] een creatieve bijdrage te leveren aan (het denken over) de integratie van oude waarden en nieuwe ontwikkelingen in het Nederlandse landschap, of [c] een vernieuwende archeologische interpretatie te formuleren op basis van actueel veldonderzoek. Erfgoedstudies (ES) is een master die gezamenlijk door de opleidingen Archeologie en Kunstgeschiedenis wordt aangeboden. De master is bedoeld voor degenen die zich op het terrein van het erfgoedbeleid willen specialiseren. ES is niet zozeer gericht op architectuurhistorische of archeologische kennisverwerving, als wel op de vaardigheid om de cultuurhistorische waarden als geheel in te brengen in de professionele en politieke besluitvorming over het Nederlandse territorium; daartoe moet vaak met andere disciplines worden samengewerkt. De grote ruimtelijke en architectonische ingrepen (rivierdijkverzwaring, aanleg HSL en Betuwelijn, bouw van VINEX-wijken, herinrichting platteland, historische binnensteden en na-oorlogse woonwijken etc.) die om sociaal-economische redenen worden uitgevoerd, leveren vaak spanning op, mede vanwege de cultuurhistorische waarden die door de nieuwe ontwikkelingen in het gedrang (kunnen) komen. ES wil zich specifiek op dit spanningsveld richten, maar uitdrukkelijk niet met de bedoeling studenten tot actievoerders op te leiden. Het gaat er juist om ze voor te bereiden op een goede samenwerking met architecten, stedebouwkundigen, ambtenaren en politici die bij de afwegingen en het veranderingsproces zijn betrokken. De meerwaarde van de master ES is dat de archeologische, historisch-geografische en architectuurhistorische waarden meer in samenhang worden behandeld, waardoor de positie van de studenten in de werkpraktijk ook steviger zal worden. Veel onderwijs zal daarom door studenten van beide opleidingen gezamenlijk worden gevolgd. Erfgoedstudies (Ma)
81
7.2
Toelatingseisen voor de professionele master Studenten die al ingeschreven zijn (geweest) bij de VU moeten vóór 1 juli een verzoek tot toelating indienen bij de examencommissie van de opleiding. Dit toelatingsverzoek moet in 3-voud ingediend worden en moet bestaan uit: - een sollicitatiebrief waarin het verzoek gemotiveerd wordt - een curriculum vitae - een overzicht van de behaalde studieresultaten (diploma's en cijferlijsten) Studenten die elders een bachelor-, doctoraal- of masterdiploma hebben behaald, moeten zich tevens vóór 1 juni aanmelden bij de Centrale Studentenbalie van de VU alvorens ze een verzoek tot toelating kunnen indienen.
7.2.1
7.3
Nadere eisen Erfgoedstudies Voor toelating tot de masteropleiding Erfgoedstudies gelden de volgende eisen: [1] Een voltooide bacheloropleiding in de Archeologie, Kunstgeschiedenis (specialisatie Architectuurgeschiedenis/Stedebouwgeschiedenis), Sociale Geografie (met aantoonbare kennis van Historische Geografie), Geschiedenis (zoals Economisch-Sociale Geschiedenis en Oudheidkunde) en Planologie; [2] Een voltooide bacheloropleiding in één van de ontwerpdisciplines: Bouwkunde, Stedebouw, Landschapsarchitectuur. Studenten die toegelaten willen worden tot de éénjarige masteropleiding Erfgoedstudies van de VU richten altijd een verzoek tot toelating aan de examencommissie van de betreffende master aan de Vrije Universiteit. Bij hun verzoek tot toelating dient een dossier toegevoegd te worden dat het volgende bevat: • een sollicitatiebrief waarin het verzoek tot toelating gemotiveerd wordt • een curriculum vitae • een overzicht van de tijdens de bachelors behaalde studieresultaten • een kopie van de bachelorscriptie Bij hun verzoek tot toelating kunnen bachelors met aanvullende eisen worden geconfronteerd. Vereist is in ieder geval deelname aan de interdisciplinaire miniminor `De biografie van het landschap' (504811), die wordt aangeboden door de afdelingen Archeologie en Kunstgeschiedenis (Architectuurgeschiedenis) van de Vrije Universiteit. In de masteropleiding Erfgoedstudies is voorzien in enige ruimte om eventuele deficiënties te corrigeren.
Doelstellingen De masteropleiding Erfgoedstudies wil studenten een breed overzicht aanbieden van de cultuurhistorische disciplines die zich bezighouden met het landschap en de stad, en van de uiteenlopende toepassingsrichtingen daarbinnen. De opleiding besteedt in de eerste plaats aandacht aan de ruimtelijke en materiële aspecten van het landschappelijk en stedebouwkundig erfgoed. Daarnaast is het de bedoeling dat de student vertrouwd raakt met de sociaal-economische en historisch-antropologische context van de landschapsontwikkeling en stedebouwgeschiedenis, aan gerelateerde thema's uit de mentaliteits-, ideeën- en techniekgeschiedenis, en tenslotte aan de geschiedenis van het ontwerp en esthetica. Vanuit deze brede opvatting van erfgoed zullen ook de raakvlakken met actuele ruimtelijke ontwikkelingen en het ruimtelijke en architectonisch ontwerp worden verkend.
7.4
Eindtermen De student met een voltooide masteropleiding Erfgoedstudies:
82
Geschiedenis
• • • • • •
7.5
beschikt over inzicht in de interdisciplinaire aspecten van het landschappelijk en stedebouwkundige erfgoed van Nederland beschikt over kennis van de lange-termijngeschiedenis van het cultuurlandschap en de stedelijke omgeving heeft kennis van de theorieën, methoden en technieken die in het erfgoedonderzoek en -beheer worden toegepast kan omgaan met uiteenlopende belangen ten aanzien van het ruimtegebruik en het in de omgeving aanwezige cultuurhistorisch erfgoed is in staat om cultuurhistorische waarden een plaats te geven in de hedendaagse ruimtelijke ordening en vormgeving is in staat om over de resultaten van erfgoedonderzoek helder te rapporteren in woord en geschrift en te communiceren met niet-vakgenoten.
Jaaroverzicht De onderstaande schema's geven aan welke studieonderdelen voor de master Erfgoedstudies zijn gepland. Hierin staat achter de naam van het onderdeel het aantal studiepunten (stp), het geplande aantal contacturen per week (cu) en de geplande periode (per) waarin het onderdeel gegeven gaat worden. Bij het aangeven van de periodes wordt uitgegaan van 6 periodes per studiejaar.
7.6
Traject Erfgoedstudies Vakcode 504604 504606 502651 504605
7.6.1
7.7
Vaknaam Erfgoedstudies: ESL 1, archeologisch erfgoed en historische landschappen Erfgoedstudies: ESL 3, geschiedenis en moderniteit Erfgoedstudies: Scriptie Erfgoedstudies: ESL 2, architectuur en stedebouw; opvattingen en programma's
Stp. 5
Periode 1
5
2
20 5
2, 3, 4, 5 en 6 4
Keuze (max. 25 stp.) De student kiest voor maximaal 25 studiepunten in overleg met de studiebegeleider of mentor (zie brochure architectuurgeschiedenis 2004-2005).
Traject Archeologisch Erfgoedbeheer Vakcode 504604 504606 504139 502651 504605 504129 504613 500505
Vaknaam Erfgoedstudies: ESL 1, archeologisch erfgoed en historische landschappen Erfgoedstudies: ESL 3, geschiedenis en moderniteit Arch: Romeins erfgoed van Nederland Erfgoedstudies: Scriptie Erfgoedstudies: ESL 2, architectuur en stedebouw; opvattingen en programma's Arch: De moderne archeologische opgraving Arch: Keuzemodule protocolboek Keuze
Erfgoedstudies (Ma)
Stp. 5
Periode 1
5
2
5 20 5
2 2, 3, 4, 5 en 6 4
5
4 en 5
5 10
5
83
84
Geschiedenis
8
8.1
Museumconservator (Ma) Inleiding De masteropleiding tot Museumconservator is een tweejarige opleiding voor studenten die zijn geïnteresseerd in de museumpraktijk. Voor toelating geldt een selectie. Een aparte examencommissie weegt daarbij niet alleen het voortraject, maar ook de hoogte van de cijfers op het bachelordiploma en de motivatie. Tijdens de masteropleiding bereid je je uitvoerig voor op werk in de museumwereld; een heel jaar loop je stage in een museum. Je houdt je bezig met behoud en beheer van cultureel erfgoed, collectievorming en presentatie van kunst, de rol van musea als podium voor de eigentijdse beeldcultuur en het interesseren van nieuwe publieksgroepen. De masteropleiding is ontwikkeld in nauwe samenwerking met de UvA en vijf grote Amsterdamse musea (Rijksmuseum, Van Gogh Museum, Amsterdams Historisch Museum, Stedelijk Museum, Tropenmuseum). Al jarenlang onderhouden medewerkers van de opleiding Kunstgeschiedenis aan de VU intensieve contacten met musea. Zij leveren een grote bijdrage aan tentoonstellingen, publicaties en collectie-onderzoek. De bacheloropleiding aan de VU bevat onderdelen die direct relevant zijn voor de opleiding tot museumconservator, zoals de museumpractica, het actualiteitencollege, de minor museumkunde, de cursussen over materiaalkennis en de wetenschappelijke bewerking van museumcollecties. De opzet van de masteropleiding is zodanig dat combinaties kunnen worden gemaakt met onderdelen uit de andere masteropleidingen - de algemene masteropleiding en de onderzoeksmaster - waardoor verdere specialisatie mogelijk is, aansluitend bij de onderzoeksspecialismen van de staf. Bijvoorbeeld de tekenkunst van de Italiaanse Renaissance, de Noord-Nederlandse schilder- en prentkunst van de 15de tot en met de 17de eeuw en de receptie en canonisering van de 19de en 20ste-eeuwse avant-gardebewegingen.
8.2
Programma Het programma bestaat voor een deel uit een regulier curriculum met groepsonderwijs (werkgroepen, excursies) en voor een groter deel uit individueel begeleid onderwijs (scriptie, stage). In beide onderwijsvormen wordt plaats ingeruimd voor onderwijs op locatie, bijvoorbeeld door bezoek aan tentoonstellingen en bijzondere projecten. De musea benadrukken het belang van een degelijke kunsthistorische vorming van toekomstige stafleden. Met het oog daarop wordt in de verschillende programmaonderdelen zowel aandacht besteed aan kunsthistorische specialisatie als aan de museumpraktijk. In de opleiding wordt grote waarde toegekend aan het opdoen van ervaring in de vorm van een praktijkjaar van een heel studiejaar in een van de deelnemende musea.
8.3
Arbeidsmarkt De mastertitel Museumconservator geeft je goede kansen op een baan: musea hebben voortdurend behoefte aan nieuwe stafleden vanwege de grote mobiliteit van museummedewerkers. Door de vergrijzing zal die behoefte nog toenemen. Bovendien
Museumconservator (Ma)
85
kun je ook voor bedrijfscollecties en andere culturele instellingen aan de slag, bijvoorbeeld op het gebied van beeldcultuur.
8.4
Toelatingseisen voor de professionele masteropleiding Studenten die al ingeschreven zijn (geweest) bij de VU moeten vóór 1 juli een verzoek tot toelating indienen bij de examencommissie van de opleiding. Dit toelatingsverzoek moet in 3-voud ingediend worden en moet bestaan uit: - een sollicitatiebrief waarin het verzoek gemotiveerd wordt - een curriculum vitae - een overzicht van de behaalde studieresultaten (diploma's en cijferlijsten) Studenten die elders een bachelor-, doctoraal- of masterdiploma hebben behaald, moeten zich tevens vóór 1 juni aanmelden bij de Centrale Studentenbalie van de VU alvorens ze een verzoek tot toelating kunnen indienen.
8.4.1
8.5
Aanvullende eisen voor Museumconservator Je kunt instromen in de masteropleiding Museumconservator als je een bachelordiploma Kunstgeschiedenis hebt behaald, en je tijdens de bachelopropleiding de 10-punts minor Museumkunde hebt gevolgd. Ook met een bachelordiploma Algemene Cultuurwetenschappen en Geschiedenis kun je op de masteropleiding terecht, als je studiepakket tenminste 30 studiepunten kunstgeschiedenis bevat.
Opbouw programma In het eerste halve jaar van de master Museumconservator kies je, voor een verdere kunsthistorische verdieping, twee onderdelen (elk 10 stp) uit de algemene masteropleiding Kunstgeschiedenis en/of de onderzoeksmaster. Daarnaast volg je de cursus Verzamelen en presenteren, die in samenwerking met de UvA wordt aangeboden. Het praktijkjaar (60 stp) valt in de tweede helft van het eerste jaar en de eerste helft van het tweede jaar. In de vorm van opdrachten komen verschillende onderdelen van het werk van een conservator aan bod: registratie en depotbeheer, restauratie en conservering, wetenschappelijk onderzoek, publicaties en tentoonstellen. Hierdoor leer je de complexiteit van het museale bedrijf kennen. De stage wordt begeleid door een tutor van de VU en een conservator van het desbetreffende museum. Parallel aan de stage volg je een discussiecollege Museumproblematiek (10 stp) over actuele ontwikkelingen binnen de nationale en internationale museumwereld. Je sluit de opleiding af met een scriptie (20 stp).
8.6
Eerste jaar Vakcode 529601 527671 527601
8.6.1
86
Vaknaam Kgs: Beeldende kunst 1800-heden, verzamelen/presenteren Museumconservator: Praktijkjaar deel 1 Museumconservator: Museumproblematiek 1
Stp. 10
Periode 1 en 2
25 5
4, 5 en 6 4, 5 en 6
Keuze (20 stp.) De student kiest twee onderdelen (elk 10 stp.) uit de master Kunstgeschiedenis en/of de onderzoeksmaster Geschiedenis van de Beeldende Kunst.
Geschiedenis
8.7
Tweede jaar Vakcode 527672 527603 527673 527651
Vaknaam Museumconservator: Praktijkjaar deel 2a Museumconservator: Museumproblematiek 2 Museumconservator: Praktijkjaar deel 2b Museumconservator: Scriptie
Museumconservator (Ma)
Stp. 25 5
Periode 1 en 2 1 en 2
10 20
4 en 5 4, 5 en 6
87
88
Geschiedenis
9
9.1
Lerarenopleidingen Geschiedenis Inleiding Voor wie houdt van werken met jonge mensen en houdt van zijn vak is een leraarsbaan ideaal. Vraag naar leraren is er genoeg. Het onderwijs zit te springen om enthousiaste, geïnteresseerde en professionele mensen. Het beroep van leraar is volop in beweging. Door veranderingen in wetenschap en samenleving verandert de inhoud en vormgeving van het onderwijs. Met de komst van het studiehuis in het voortgezet onderwijs is de vakdocent naast overdrager van kennis ook begeleider en coach van het leren van leerlingen geworden. Het Onderwijscentrum VU verzorgt de opleiding voor eerstegraads docenten in het voortgezet onderwijs. De opleiding kan in voltijd of deeltijd gevolgd worden. A. Oriëntatiecursus en lerarenopleiding 1. 'Presentatie en Communicatie: Oriëntatie op het beroep van leraar': Jaarlijks wordt de cursus 'Presentatie en Communicatie: 'Oriëntatie op het beroep van leraar' aangeboden. Het is een cursus van 10 studiepunten in de vierde en vijfdeperiode voor derdejaars studenten bachelorfase of studenten in de doorstroommaster, afhankelijk van het programma van de opleiding De cursus bestaat uit de onderdelen algemene didactiek en vakdidactiek en een korte stage op een school voor voortgezet onderwijs. Ook als je (nog) niet van plan mocht zijn om leraar te worden kun je via deze cursus kennis maken met het beroep en (verder) werken aan je presentatieen communicatievaardigheden. Aan de cursus wordt deelgenomen door studenten uit verschillende (verwante) opleidingen. Een positief advies aan het einde van deze cursus geeft toegang tot de Opleiding leraar voortgezet onderwijs 1ste graad (60 studiepunten) . Wanneer je de oriëntatiecursus niet hebt gevolgd, moet je een assessment volgen (zie B) 2. 'Opleiding leraar voortgezet onderwijs 1ste graad': De helft van deze opleiding bestaat uit een stage op één of meer scholen voor voortgezet onderwijs. Het andere deel van de opleiding bestaat uit het werken aan thema's uit de algemene en vakdidactiek, een praktijkonderzoek en enkele keuzeonderdelen. Toelating tot de lerarenopleiding is mogelijk, naast een positief advies over bovengenoemde cursus, met het masterdiploma of doctoraaldiploma in het desbetreffende schoolvak. B. Assessment en lerarenopleiding Het kan zijn dat je na je doctoraal- of masterstudie, eventueel na een periode te hebben gewerkt, alsnog overweegt om leraar te worden. Of je hebt een doctoraal en geeft les op een school (onbevoegd), maar je wilt je bevoegdheid halen. Het is dan mogelijk om deel te nemen aan een assessment, waarin je geschiktheid voor het leraarsberoep wordt vastgesteld. Bij een positieve uitkomst kun je de lerarenopleiding gaan volgen. Veel deelnemers aan deze variant combineren de opleiding met een baan in het onderwijs.
Lerarenopleidingen Geschiedenis
89
9.2
Meer informatie Als je belangstelling hebt voor één van de hiergenoemde varianten kun je contact opnemen met het onderwijssecretariaat van het Onderwijscentrum VU:
[email protected] , tel. (020) 444 9222, kamer 1G-09 (G-vleugel hoofdgebouw). Voor meer vakspecifieke vragen over de lerarenopleiding kun je contact opnemen met de vakdidacticus geschiedenis, drs. Janneke Riksen,
[email protected]. Nadere informatie over de lerarenopleidingen: www.onderwijscentrum.vu.nl
90
Geschiedenis
10 naam code docent studiepunten contacturen periode doel
inhoud
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
onderwijs
Examenonderdelen Geschiedenis (Ba) Fil: Geschiedenis van de filosofie en filosofie van taal en tekst 544112 dr. M.F. Willemsen 5 42 (42 college) 2 Het algemene doel van de wijsgerige vorming in de letterenfaculteit is studenten kennis te laten maken met hoofdfiguren en kernthema's uit de geschiedenis van de wijsbegeerte; hun inzicht te geven in de filosofische problemen die zich voordoen op studiegebieden die in de Faculteit der Letteren worden behartigd; en hen bewust te maken van waarden en levensbeschouwelijke perspectieven die in allerlei wetenschappelijke en wijsgerige discussies op de achtergrond meespelen. De doelen van dit college zijn: • De student maakt kennis met enkele belangrijke figuren en stromingen uit de westerse filosofie. • De student maakt kennis met enkele belangrijke begrippen en onderscheidingen op het gebied van de filosofie van taal en tekst, alsmede met enkele filosofen die dit gebied diepgaand beïnvloed hebben. Dit college wordt gedoceerd door twee docenten. De ene zal een overzicht geven van de geschiedenis van de wijsbegeerte. Aan de orde komt het denken van Plato en Aristoteles, Augustinus en Thomas, Descartes en Kant, Nietzsche en Wittgenstein. De andere docent zal college geven over allerlei filosofische problemen die te maken hebben met taal en tekst (en betekenis en waarheid). Woorden hebben betekenis; we kunnen die betekenis, zo zeggen we, 'opzoeken' in een woordenboek. Ook zinnen (althans sommige) hebben betekenis; maar er is geen 'zinnen'boek waarin we de zinsbetekenis kunnen opzoeken. Ook grotere tekstuele eenheden, zoals alinea's, gedichten, artikelen en boeken hebben betekenis; en zomin als er een 'zinnen'boek is, is er een, zeg, 'artikelen'boek, waarin we de betekenis van artikelen kunnen opzoeken. De vraag die in dit college centraal zal staan is: `Wat zeg je eigenlijk als je zegt dat een woord, zin of grotere tekstuele eenheid betekenis heeft?` • René van Woudenberg, Filosofie van Taal & Tekst (Bundel: Damon, 2002) • Syllabus Schriftelijk tentamen Verplicht voor 2e jaars studenten Frans, GLTC, Nederlands, Engels, CIW, Literatuurwetenschap en Taalwetenschap; keuze voor Geschiedenis • Aanwezigheid bij de werkgroepen verplicht • Vanwege docentwisseling kan de inhoud van het college enigszins afwijken van wat hier vermeld is. • Inschrijven verplicht via TISVU college
naam Fil: Geschiedenis van de filosofie en wetenschapsfilosofie code 544111
Examenonderdelen
91
docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
92
drs. A. Tol 5 1 Het algemene doel van de wijsgerige vorming in de letterenfaculteit is de studenten kennis te laten maken met hoofdfiguren en kernthema's uit de geschiedenis van de wijsbegeerte, hen inzicht te geven in de filosofische problemen die zich voordoen op studiegebieden die door de Faculteit der Letteren worden behartigd, en hen bewust te maken van waarden en levensbeschouwelijke perspectieven, die in allerlei wetenschappelijke en wijsgerige discussies op de achtergrond meespelen. Voor het onderhavige onderdeel van geschiedenis en wetenschapsfilosofie gelden ook de volgende, meer toegespitste doelen: Confrontatie met belangrijke problemen in de geschiedenis van de filosofie, die mede de ontwikkeling van het wetenschappelijk denken hebben beïnvloed; studenten inzicht geven in, en kritisch-verantwoordelijk leren omgaan met mens en maatschappij vanuit hun academische vorming en, in meer toegespitste zin, met de betekenis van de wetenschapsbeoefening waartoe de opleidingen toegang bieden; wetenschapsbeoefening leren verstaan als verantwoord methodologisch denken tegen de achtergrond van menselijke kennisverwerving; inzicht winnen in de eigen aard van de alfa-wetenschappen in verhouding tot andere soorten van wetenschap, met name de natuurwetenschappen; bezinnen op de actualisering van alfa-wetenschappen in een hedendaagse hermeneutische context. Hoofdmomenten van de geschiedenis van de filosofie, die mede van belang zijn voor het wetenschappelijk denken (keuze wordt nog nader bepaald); de plaats van wetenschapsfilosofie in een universitair curriculum en de inbedding van kennis en wetenschap in de leefwereld (Russell); algemene kenmerken van wetenschap(sbeoefening) en differentiërende kenmerken van soorten van wetenschap, met name verschillen tussen alfa- en beta-wetenschappen (Popper, Steiner); de actualiseringen van de idealen van alfa-wetenschappen bij Gadamer en Derrida; de verhouding tussen wetenschap en ethiek (belang van wetenschapsbeleid) en die tussen wetenschap en ideologie (misbruik van wetenschap; diverse historische voorbeelden). Hoor- en werkcollege; per docent 2 uur per week, plus 1 keer een werkcollege Geschiedenis en 2 keer een werkcollege Wetenschapsfilosofie (2 uur werkcollege in 3 weken) en 4 uur hoorcollege Werkboek Geschiedenis en Wetenschapsfilosofie Een werkstukje in verband met Geschiedenis en een werkstukje in verband met een van de werkcolleges Wetenschapsfilosofie; verder een afsluitend schriftelijk tentamen Verplicht voor 2e jaars studenten ACW, Archeologie, Duits, Kunstgeschiedenis, en Oudheidkunde; keuze voor 2e jaars studenten Geschiedenis • In tegenstelling tot voorgaande jaren worden de colleges Geschiedenis van de heer G. Groenewoud niet meer separaat gegeven. • In de huidige cursus blijven Geschiedenis en Wetenschapsfilosofie
Geschiedenis
•
onderscheiden sporen, maar er wordt ook nadruk gelegd op hun onderlinge verband. Inschrijven verplicht via TISVU
naam Ges es: 1e j.: Economische en sociale geschiedenis, hc Nederland en wereld code 520003 coördinator dr. S.W. Verstegen docenten prof.dr. C.A. Davids; dr. S.W. Verstegen studiepunten 5 contacturen 24 (24 college) periode 4 en 5 doel In de hoorcolleges wordt beoogd de kennis en het kritisch inzicht in de sociale en economische geschiedenis te vergroten. Het doel van de werkcolleges is actief om te gaan met de handboek-leerstof over de economische en sociale geschiedenis vanaf de late Middeleeuwen tot heden, en met de toepassing van economische begrippen binnen het vak Geschiedenis, ter voorbereiding op het tentamen. inhoud In de beide hoorcolleges wordt een overzicht gegeven van de sociale en economische geschiedenis, waarbij in het ene hoorcollege aandacht besteed wordt aan de periode na 1500 buiten Nederland (docent Prof.dr. C.A. Davids), terwijl in het andere Nederland vanaf 1500 tot heden centraal staat (docent Dr. S.W. Verstegen). werkwijze De werkcolleges zijn responsie- en discussiecolleges. De andere colleges zijn hoorcolleges. literatuur • H.A. Diederiks e.a., Van agrarische samenleving naar verzorgingsstaat, derde druk (Groningen, 2000) • Reader 'Economische begrippen en geschiedschrijving' toetsing Voor de werkcolleges moeten opdrachten worden vervuld. De hoor- en werkcolleges worden afgesloten met een schriftelijk tentamen. entreevoorwaarden 1e jaars studenten Geschiedenis doelgroep 1e jaars studenten Geschiedenis opmerkingen • De werkcolleges worden deels besteed aan de bespreking van het handboek en de reader ter voorbereiding op het tentamen, deels aan de voorbereiding op het werkstuk (zie 520004 hierna) • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU blackboard Ja onderwijs college Ges es: 1e j.: Economische en sociale geschiedenis, werkcollege 520004 dr. S.W. Verstegen prof.dr. C.A. Davids; prof.dr. J.M.F. Fritschy; dr. S.W. Verstegen 5 28 (28 werkcollege) 4 en 5 Het schriftelijk en mondeling presenteren van een historisch betoog op basis van literatuur en gedrukte bronnen. inhoud Het samenbindende thema van het werkcollege is de economische en sociale
naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel
Examenonderdelen
93
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
blackboard onderwijs naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
onderwijs naam code docent studiepunten contacturen 94
achtergrond van de aanwezigheid van Nederlanders elders in de wereld en de aanwezigheid van buitenlanders in Nederland. P. de Buck e.a., Zoeken en schrijven. Handleiding bij het maken van een historisch werkstuk (Rijswijk 2002) Opdrachten, referaat en werkstuk 1e jaars studenten Geschiedenis • De werkcolleges worden deels besteed aan de voorbereiding op het werkstuk, deels aan de bespreking van het handboek en de reader ter voorbereiding op het tentamen (zie 520003 hiervoor) • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU Ja werkcollege Ges es: 2e j. hc: De Middellandse Zee van 700-2000 520113 dr. E.S.A. Bloemen 5 28 (28 college) 4 Kennis van en inzicht in de maatschappelijke ontwikkelingen in het Middellandse Zeegebied vanaf de moderne tijd tot heden Kennis van en inzicht in de maatschappleijke ontwikkelingen in het Middellandse Zeegebied vanaf de late oudheid tot de moderne tijd. Het Middellandse Zeegebied is het grensgebied waar de Europese, de Arabische en de Turkse beschavingen elkaar raken en wederzijds beïnvloeden. Doorgaans worden in de geschiedschrijving deze culturen los van elkaar besproken. In dit college staat echter de opvatting centraal dat de Middellandse Zee als een eenheid moet worden gezien, met eigen kenmerken, klimaat, geografie en natuurlijk milieu, maar ook de eeuwenoude aanwezigheid van steden en intensieve handel, hebben deze eenheid gecreëerd. De botsing van culturen zorgt ook voor een sterke wederzijdse beïnvloeding. Een apart college is gewijd aan de eetcultuur. Hoorcollege en werkcollege met speciale aandacht voor Turkije Wordt nader bekendgemaakt Tentamen 2e en ouderejaarsstudenten Geschiedenis, Kunstgeschiedenis, SociaalCulturele Wetenschappen; belangstellenden uit andere opleidingen • Als tweedejaarsjaarsvak Geschiedenis of als mini-minor, indien gevolgd in combinatie met het werkcollege Marokko en het Middellandse Zeegebied (520127) • Aanwezigheid is verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU college Ges es: 2e j. hc: Migratie 520110 prof.dr. J. Lucassen 5 28 (28 hoorcollege)
Geschiedenis
periode 1 en 2 doel Kennis en inzicht in de geschiedenis van migratie in Nederland in verschillende perioden van de geschiedenis in internationaal comparatief perspectief. inhoud Migratievraagstukken beheersen de laatste jaren niet alleen het maatschappelijk debat in Nederland, maar ook in vele andere landen in Europa en daarbuiten. Om een duidelijk standpunt in te nemen in de vaak felle discussies is een historisch perspectief onontbeerlijk. Historici kunnen niet alleen de lange tradities in migratiestromen blootleggen, zij kunnen ook beter dan andere wetenschappers vestigingsprocessen analyseren aangezien deze per definitie meerdere generaties omvatten. In het college komt allereerst de migratiegeschiedenis van Nederland van de zestiende eeuw tot nu aan de orde, maar - ten tweede - tegen een brede internationale achtergrond. Daarbij worden verschillende migratie- en vestigings-"regimes" in Europa onderscheiden, maar wordt ook aandacht gevraagd voor grote migratiestromen wereldwijd. werkwijze Hoor- en responsiecollege literatuur • Jan Lucassen en Rinus Penninx, Nieuwkomers, nakomelingen, Nederlanders. Immigranten in Nederland 1550-1993 (Amsterdam: Het Spinhuis, 1999, 235 pp) • Aanvullende literatuur naar keuze in overleg met de docent toetsing Schriftelijk tentamen entreevoorwaarden Voltooid eerste jaar van de bacheloropleiding of equivalent niveau doelgroep 2e jaars studenten Geschiedenis, ACW, Sociaal-Culturele wetenschappen en andere belangstellenden opmerkingen • Dit hoorcollege vormt samen met het werkcollege Turkse migranten (520157) (dr. E.S.A. Bloemen) de minor Arbeids- en migratiegeschiedenis. Het kan ook dienen als voorbereiding op de specialisatie Global History in de masterfase. • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs hoorcollege Ges es: 2e j. hc: Verenigde Staten, c. 1780-heden 520158 prof.dr. C.A. Davids prof.dr. C.A. Davids; dr. S.W. Verstegen 5 28 (28 hoorcollege) 4 Kennis en inzicht in de sociaal-politieke, sociaal-culturele en economische ontwikkeling van de Verenigde Staten van circa 1780 tot heden. inhoud In de loop van de twintigste eeuw hebben de Verenigde Staten een immense invloed op de economische, politieke en culturele ontwikkeling van de rest van de wereld uitgeoefend. Wie de huidige situatie in de wereld wil begrijpen, moet zich verdiepen in de geschiedenis van de V.S. Hoe zijn de V.S in staat geweest om zo'n enorme economische kracht te ontwikkelen? Hoe heeft de Amerikaanse samenleving haar huidige vorm gekregen? Waar komen de leidende normen, waarden en idealen vandaan? Dit soort vragen zullen aan de orde komen in deze collegecyclus, die de hele maatschappelijke geschiedenis van de V.S. vanaf omstreeks 1780 tot heden
naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel
Examenonderdelen
95
werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
onderwijs naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen onderwijs voorkennisvak naam code coördinator docenten studiepunten 96
bestrijkt. Thema's die besproken zullen worden zijn onder meer: de groei en de afschaffing van de slavernij, de relaties met indianen, de effecten van (en de reacties op) migratie, de omgang van Amerikanen met het milieu, sociale hervormingen en de opkomst van civil rights beweging. Hoor- en responsiecolleges Wordt nog opgegeven Schriftelijk tentamen Basiskennis van de geschiedenis van de negentiende en twintigste eeuw 2e en 3e jaars bachelorstudenten Geschiedenis, CIW, Engels, Sociaalculturele wetenschappen en andere belangstellenden • Dit college kan - samen met het werkcollege Katoen, olie en conservatisme (520162) - zowel als onderdeel van het tweedejaarsprogramma Economische en sociale geschiedenis als van de 10-punts minor Geschiedenis van de Verenigde Staten worden gevolgd • Inschrijven verplicht via TISVU hoorcollege Ges es: 2e j. wc: Katoen, olie en conservatisme (1800-2000) 520162 dr. S.W. Verstegen 5 14 (14 werkcollege) 5 Kennis en inzicht in de politieke, sociale en economische geschiedenis van het zuiden van de Verenigde Staten (1800-2000) Onze visie op de Verenigde Staten wordt sterk beïnvloed door de dominante politieke liberale en van oorsprong puriteinse elite van de rijke en geürbaniseerde oostkust. Hierdoor is de kennis van het veel armere agrarische en conservatieve zuiden gering gebleven en sterk aan clichés onderhevig. Het eigen karakter van de voormalige Confederale staten wordt in de Verenigde Staten zelf en daarbuiten zowel geromantiseerd (in bijvoorbeeld films als Gone with the Wind en Cold Mountain) als verafschuwd. In het werkcollege onderzoeken we de vraag hoe het zuiden zijn eigen karakter heeft ontwikkeld. Hierbij wordt onder andere aandacht besteed aan de eenzijdige economische ontwikkeling, de positie van de plantagehouders, slaven en kleine boeren, het baptisme, de burgeroorlog, en in de twintigste eeuw de opkomst van de olie-industrie en de 'oliebaronnen'. Wordt nader bekendgemaakt Werkstuk en mondelinge presentatie 2e en 3e jaars studenten Geschiedenis, Engels, Sociaal-Culturele Wetenschappen Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege 520158: Ges es: 2e j. hc: Verenigde Staten, c. 1780-heden Ges es: 2e j. wc: Marokko en het Middellandse Zeegebied 700-2000 520127 prof.dr. J.M.F. Fritschy prof.dr. K. Goudriaan; prof.dr. J.M.F. Fritschy 5
Geschiedenis
contacturen periode doel inhoud
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
onderwijs naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud werkwijze doelgroep opmerkingen onderwijs naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel
28 (28 werkcollege) 5 Verwerven van overzicht en inzicht in de geschiedenis van Marokko Marokko neemt in de geschiedenis van het Middellandse Zeegebied een bijzondere positie in. In de Middeleeuwen een bloeiend rijk dat tot ver in Spanje reikte, vandaag de dag het armste land in de regio. Hoe komt het dat Marokko zich zo anders ontwikkeld heeft dan andere landen? H. Obdeijn en P. DeMas, Geschiedenis van Marokko (Amsterdam, 2e druk 2002) Bij combinatie met het college over het Middellandse Zeegebied in periode 4: het schrijven van een werkstuk; bij combinatie met een ander college binnen Marokkostudies: tentamen of werkstuk naar keuze 2e en 3e jaars studenten • Dit college kan tezamen met het hoorcollege over het Middellandse Zeegebied in periode 4 (520113) gevolgd worden als minor of tezamen met een ander college binnen Marokkostudies zoals bijvoorbeeld het werkcollege (post)koloniale literatuur in periode 2 (500027) of het college leesvaardigheid Frans in periode 4 (500028) of de hoorcollege reeks Oriëntatie op Marokko in periode 1 van het studiejaar 2005/2006 • Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege Ges es: 2e j. wc: Turkse migratie 520157 dr. E.S.A. Bloemen 5 28 (28 werkcollege) 1 en 2 Oefenen in onderzoek, mondeling en schriftelijk presenteren Ruim veertig jaar geleden kwamen de eerste Turkse gastarbeiders naar Nederland. Dit werkcollege gaat over herkomst, recrutering, beleid, eigen organisatie en positie in de samenleving. Schriftelijke en mondelinge bronnen 2e jaars studenten Geschiedenis • Dit college sluit aan bij het hoorcollege van prof.dr. L. Lucassen over migratie (520110) • Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege Ges es: 3e j. hc: Global History, kernthema's en regionale vergelijkingen 520161 prof.dr. C.A. Davids prof.dr. C.A. Davids; prof.dr. H.A. Sutherland; prof.dr. J. Lucassen; dr. P.J.E.M. van Dam 5 28 (28 college) 2 In deze collegereeks wordt beoogd kennis en inzicht in Global History te verdiepen door recent onderzoek over kernthema's op het terrein vanuit een vergelijkend perspectief te bespreken.
Examenonderdelen
97
inhoud Global History is een snel ontwikkelend onderzoeksgebied binnen de geschiedschrijving. In deze reeks wordt voor studenten die al enigszins thuis zijn op het terrein van de westerse en niet-westerse geschiedenis een up-todate overzicht van dit terrein geboden, waarbij een focus op vier kernthema's (vorming van identiteiten, organisatie en voorziening van arbeid, wisselwerking tussen mensen en natuurlijke omgeving en inrichting van het bestel van machtsverhoudingen) wordt gecombineerd met case-studies in enkele grote regio's in de wereld. werkwijze Hoor- en discussiecolleges, aan de hand van literatuur literatuur Wordt nog opgegeven toetsing Schriftelijk tentamen entreevoorwaarden Basiskennis van westerse en niet-westerse geschiedenis doelgroep 3e jaars bachelorstudenten Geschiedenis en Sociaal-Culturele Wetenschappen opmerkingen • Bij deelname van tenminste één engelstalige student zal dit college geheel in het engels worden gegeven. • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs college naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen 98
Ges es: 3e j. wc: Migratie en vestiging 520159 prof.dr. J. Lucassen 10 28 (28 werkcollege) 1 en 2 Het leren uitvoeren van historisch onderzoek aan de hand van literatuur en primaire bronnen naar de geschiedenis van migratie en vestiging aan de hand van concrete case-studies, en daarover mondeling en schriftelijk rapporteren. Migratievraagstukken beheersen de laatste jaren niet alleen het maatschappelijk debat in Nederland, maar ook in vele andere landen in Europa en daarbuiten. Om een duidelijk standpunt in te nemen in de vaak felle discussies is een historisch perspectief onontbeerlijk. Historici kunnen niet alleen de lange tradities in migratiestromen blootleggen, zij kunnen ook beter dan andere wetenschappers vestigingsprocessen analyseren aangezien deze per definitie meerdere generaties omvatten. In het college leren de studenten hoe historisch onderzoek te verrichten aan de hand van primaire bronnen. Vestigingsprocessen over meerdere generaties zullen centraal staan en een nadruk zal liggen op kwalitatief onderzoek. Werkcollege, met behulp van literatuur en primaire bronnen Aangeraden achtergrondliteratuur: Jan Lucassen en Rinus Penninx, Nieuwkomers, nakomelingen, Nederlanders. Immigranten in Nederland 1550-1993 (Amsterdam: Het Spinhuis, 1999, 235 pp; bij dezelfde uitgever ook in het Engels verkrijgbaar onder de titel Newcomers. Immigrants and their descendants in the Netherlands 1550-1995) Referaat en werkstuk Passieve kennis van het Nederlands is vereist (voor studenten die aan deze eis voldoen is de docent bereid om desgewenst zoveel mogelijk het gebruik van Engels toe te staan) 3e jaars studenten Geschiedenis Inschrijven verplicht via TISVU
Geschiedenis
onderwijs werkcollege naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel inhoud
literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
onderwijs
Ges es: 3e j. wc: Natuur en vooruitgang 1500-2000 520160 dr. P.J.E.M. van Dam dr. P.J.E.M. van Dam; dr. S.W. Verstegen; prof.dr. J.J. Boersema 10 28 (28 werkcollege) 4 en 5 Het leren uitvoeren van historisch onderzoek met literatuur en gedrukte bronnen naar ontwikkelingen in het denken over de natuur aan de hand van concrete case-studies, en daarover mondeling en schriftelijk rapporteren. De moderne westerse mens kent de natuur vooral als een bedreigde en verdwijnende grootheid. Dat was vroeger anders. De natuur werd gezien als lelijk (ongeordend) gevaarlijk, nutteloos (economisch onrendabel) en uitgestrekt. Natuur diende plaats te maken voor cultuur. De zee werd getemd, woeste grond in cultuur gebracht, oerwoud gekapt en moeras drooggelegd. In dit college bestuderen we de ideologische omslag van 'beschaving is natuur ontginnen' naar 'beschaving is natuur behouden' en plaatsen die in de context van de langetermijn ontwikkeling van het denken over natuur, natuurbeheersing en maatschappelijke vooruitgang. Wanneer vond de omslag plaats en waarom? Wie hanteerde wanneer welke motieven ten aanzien van het beschaven of behouden van de natuur? We bestuderen de maatschappelijke discussies rond de grote inpolderingen in Nederland (Haarlemmermeer, Zuiderzee en Waddenzee) en trekken vergelijkingen met projecten elders in Europa en de V.S. Syllabus Referaat en werkstuk Passieve kennis van het Nederlands is verplicht. Dit college kan dienen als invulling van één van de twee kernvakken in jaar 3 van de bacheloropleiding Geschiedenis. • Het is ook toegankelijk als bachelorbijvak voor studenten Biologie, Geologie, Taalwetenschappen, Communicatiewetenschappen, Antropologie, Filosofie, Theologie en Sociale Wetenschappen • Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege
naam Ges es: Scriptie (Ba) code 520451 docenten dr. E.S.A. Bloemen; dr. S.W. Verstegen; prof.dr. C.A. Davids; prof.dr. J.M.F. Fritschy studiepunten 5 naam Ges me: 1e j.: Middeleeuwse Geschiedenis, begeleiding handboek en tekstencollege code 517003 coördinator dr. S. Corbellini docenten dr. S. Corbellini; dr. A.L. Tervoort; dr. J.J. van Moolenbroek studiepunten 5 contacturen 70 (70 college)
Examenonderdelen
99
periode 2 en 3 doel Basiskennis en begrip van de middeleeuwse geschiedenis inhoud Introductie in aspecten van de middeleeuwse cultuur. Handboekcollege: uitleg van en achtergrondinformatie bij het handboek en aanvullende reader. Als visuele aanvulling op de colleges wordt een bezoek gebracht aan Museum Catharijneconvent, Lange Nieuwestraat 38, Utrecht. Tekstencollege: aan de hand van een reader met een achttal artikelen wordt een inleiding gegeven in die vier middeleeuwse cultuurkringen, namelijk de volkscultuur, de kerkelijke cultuur, de hoofs-ridderlijke cultuur en stadscultuur. werkwijze Hoorcolleges en werkcolleges literatuur • István Bejczy, Een kennismaking met de middeleeuwse wereld (Bussum 2001) • Koen Goudriaan m.m.v. Jaap van Moolenbroek, Islam, Byzantium, OostEuropa (Reader) • Reader en individueel opgegeven literatuur toetsing Schriftelijk tentamen (handboek) en werkstuk (tekstencollege) doelgroep 1e jaars studenten Geschiedenis en belangstellenden opmerkingen • Bestaat uit twee onderdelen: handboek (5170031) en tekstencollege (5170032) • Tekstencollege is gekoppeld aan Academische vaardigheden D: Schriftelijk presenteren (5150014) • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs college naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
100
Ges me: 2e j. hc: De Nederlanden in de late Middeleeuwen 517108 dr. A.L. Tervoort dr. S. Corbellini; prof.dr. K. Goudriaan; dr. J.J. van Moolenbroek; drs. M. Schaap; dr. A.L. Tervoort 5 24 (24 hoorcollege) 4 Verdieping van de kennis van en het inzicht in centrale aspecten van de laatmiddeleeuwse samenleving in de Lage Landen Aan de orde komen zeven hoofdthema's uit de geschiedenis van de Nederlanden in de late Middeleeuwen: Bourgondische staatsvorming, sociale en economische transformaties, kerk en staat, opkomst van het gewest Holland, stadscultuur, religieus leven, en scholen en onderwijs Hoorcolleges en individuele bestudering van literatuur • D.E.H. de Boer en W.A.M. Hessing, Nederlands verleden in vogelvlucht I: De middeleeuwen 300 tot 1500, Leiden en Antwerpen, Martinus Nijhoff, 1992 • Daarnaast enige nader op te geven literatuur Schriftelijk tentamen over collegestof en literatuur 1e jaars programma Middeleeuwse geschiedenis of een daarmee vergelijkbare training 2e jaars studenten Geschiedenis en belangstellenden • Aanwezigheid is verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU
Geschiedenis
onderwijs hoorcollege naam code docenten studiepunten contacturen periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen onderwijs
Ges me: 2e j. wc: Thema's uit de middeleeuwse geschiedenis in debat 517112 prof.dr. K. Goudriaan; dr. J.J. van Moolenbroek; drs. M. Schaap 5 24 (24 werkcollege) 5 Het verwerven en ontwikkelen van kritisch inzicht in hedendaagse discussies over belangrijke thema's uit de middeleeuwse geschiedenis door de bestudering van moderne literatuur en (vertaalde) bronnen. Ook de geschiedenis van de Middeleeuwen is een 'Diskussion ohne Ende': gangbare, soms definitief lijkende inzichten worden ter discussie gesteld, opnieuw aan de bronnen getoetst en zo nodig bijgesteld of vervangen. In dit college worden bronnen en literatuur bestudeerd over druk bediscussieerde thema's als de overgang van Oudheid naar Middeleeuwen, de bruikbaarheid van het begrip feodaliteit, geschiedenis in 'gender'-perspectief, macht en openbare rituelen in de late Middeleeuwen. Werkcollege met opdrachten Wordt verstrekt in een ordner of kan worden verkregen via internet Door middel van werkopdrachten 1e jaars programma Middeleeuwse geschiedenis of een daarmee vergelijkbare training 2e jaars studenten Geschiedenis en belangstellenden • Aanwezigheid is verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege
Ges me: 3e j. wc: De schoonheid van het gebed 517136 dr. J.J. van Moolenbroek; dr. S. Corbellini 10 28 (28 werkcollege) 1 en 2 Oefening in het verrichten van historisch onderzoek en in de schriftelijke en mondelinge verslaggeving van de bevindingen. inhoud Aan het einde van 2003 heeft de Universiteitsbibliotheek van de VU een zeldzaam en fraai uitgevoerd handschrift aangeschaft: een getijdenboek, geschreven op perkament, gemaakt rond 1470-1490 in het klooster Selwerd bij Groningen. Het handschrift bevat de teksten van de gebeden voor de vaste tijden van de dag (getijden), zoals de Mariagetijden, de zeven boetenpsalmen, de litanie van alle heiligen en het dodenofficie. Deze tijden werd uit het Latijn vertaald door Geert Grote (1340-1384), de grondlegger van de Moderne devotie. In dit college zal de bestudering van dit laatmiddeleeuwse handschrift, met aandacht voor de materiële en de tekstuele aspecten, centraal staan. Tevens zal de ontstaanscontext van het handschrift in dit college worden bestudeerd, o.a. de beslissende invloed van de Moderne devotie op het religieuze leven in de late Middeleeuwen en het "vertaaloffensief" van Geert Grote en zijn kring. Ook worden, ter vergelijking, andere handschriften uit de zelfde regio (Groningen) in het
naam code docenten studiepunten contacturen periode doel
Examenonderdelen
101
onderzoek betrokken. werkwijze Werkcollege met bronnen- en literatuuronderzoek, schriftelijke onderzoeksverslagen en referaat literatuur Bronnen in het Middelnederlands worden op college beschikbaar gesteld toetsing Werkstuk; individuele werkstukken, referaten, participatie entreevoorwaarden 2e jaars programma Middeleeuwse geschiedenis of daarmee vergelijkbare training doelgroep 3e jaars studenten Geschiedenis en belangstellenden; van 3e jaars studenten wordt enige mate van zelfstandigheid verwacht bij de formulering van probleemstelling en het doen van onderzoek. opmerkingen • Aanwezigheid is verplicht • Bij een groot aantal aanmeldingen, zal het werkcollege in twee parallellopende groepen worden aangeboden • Een digitale reproductie van het handschrift (CD-rom) zal ter beschikking worden gesteld van de deelnemers aan het werkcollege • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs werkcollege Ges me: 3e j. wc: Geleerdheid in de laatmiddeleeuwse stad 517137 prof.dr. K. Goudriaan; dr. A.L. Tervoort 10 24 (24 werkcollege) 4 en 5 Oefening in het doen van historisch onderzoek en in de schriftelijke en mondelinge verslaglegging van de bevindingen inhoud Kenniseconomie is het toverwoord van de huidige tijd: geleerdheid wordt geacht een constructieve bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van een maatschappij. In de Middeleeuwen was dat niet anders. De laatmiddeleeuwse Nederlanden golden als een relatief hoogontwikkeld gebied, blijkens getuigenissen van buitenlandse geleerden als Lodovico Guicciardini. Middeleeuwse geleerdheid is in het verleden vanuit diverse takken van historisch onderzoek bestudeerd: ideeëngeschiedenis, institutionele geschiedenis, boek- en literatuurgeschiedenis. De laatste decennia is daar de aandacht voor de sociaal-economische aspecten van het middeleeuwse onderwijs bijgekomen. Al deze onderzoeksgebieden hebben het nodige bijgedragen aan een beter begrip van de rol die kennis/geleerdheid heeft gespeeld in de middeleeuwse samenleving. Maar wat heeft dit alles bij elkaar precies opgeleverd? Dit college wil het onderwep 'middeleeuwse geleerdheid' en stukje verder brengen door de verschillende methoden en technieken met elkaar te combineren en ze toe te passen op lokaal en micro-niveau. Enkele Noordnederlandse steden (gedacht wordt aan Leiden en Amsterdam) zullen daarom als werkterrein worden gekozen voor case-studies die dienen om de geleerdheid in de middeleeuwse stad beter in kaart te brengen. Het ligt in de bedoeling te komen tot een nadere definiëring van het begrip 'geleerdheid' zoals dat gold voor de steden in Holland in de periode 12501575. Wie moeten wij als 'geleerden' beschouwen en zit er ontwikkeling in deze typering? Welke positie namen zij in de samenleving in? Welke bijdrage heeft geleerdheid geleverd aan de ontwikkeling van de stad? Naast
naam code docenten studiepunten contacturen periode doel
102
Geschiedenis
werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen onderwijs naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen onderwijs
een grondige bestudering van relevante literatuur van algemene en meer geografisch specifieke aard zal van studenten worden gevraagd aan de hand van een breed scala aan bronnen een werkstuk te schrijven. Van masterstudenten wordt verwacht dat zij met een grote mate van zelfstandigheid diepgravend bronnen- en archiefonderzoek zullen doen. Werkcollege met bronnen- en literatuuronderzoek, schriftelijke onderzoeksverslagen en referaat Literatuur wordt op college bekendgemaakt Individueel werkstuk, referaat 2e jaars programma Middeleeuwse geschiedenis of daarmee vergelijkbare training 3e jaars studenten Geschiedenis en belangstellenden • Aanwezigheid is verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege Ges me: Middeleeuws Latijn 517114 dr. J.J. van Moolenbroek 5 14 (14 college) 1 Vaardigheid in het lezen en interpreteren van middeleeuwse Latijnse teksten van (cultuur)historisch belang en ervaring in het omgaan met de hiervoor beschikbare hulpmiddelen Een reeks van Latijnse teksten behorend tot diverse genres in opklimmende graad van moeilijkheid Wekelijkse vertaalopdrachten Wordt op college bekendgemaakt Wekelijkse opdrachten en slottekst Klassiek Latijn op het niveau van het eindexamen VWO of dat van de door GLTC gegeven basiscursus Voor bachelorstudenten Geschiedenis is dit een hulpvak. Belangstellenden uit de faculteit der Letteren zijn welkom. • Vindt slechts doorgang bij aanmelding van tenminste vier studenten • Inschrijven verplicht via TISVU college
naam Ges me: Scriptie (Ba) code 517451 studiepunten 5 naam Ges nst: 1e j.: Nieuwste geschiedenis handboek, hoor- en responsiecollege code 519005 docent prof.dr. J.C. Kennedy studiepunten 5 contacturen 28 (28 college) periode 4 doel Bijbrengen van kennis en inzicht met betrekking tot de hoofdlijnen van de
Examenonderdelen
103
wereldgeschiedenis van 1870 tot 1945 inhoud Het accent ligt op de politieke geschiedenis. Daarnaast komen sociaaleconomische en culturele onderwerpen aan bod. werkwijze Hoor- en responsiecollege literatuur • R.R. Palmer, Joel Colton en Lloyd Kramer, A History of the Modern World, Boston, McGraw-Hill, 2002 (9e editie); • Martin Pugh (Ed.), A Companion to Modern European History, 18711945, Oxford, Blackwell, 2002 toetsing Schriftelijk tentamen over de stof van het handboek en van het hoorcollege doelgroep 1e jaars studenten Geschiedenis; andere belangstellenden opmerkingen • Aanwezigheid is verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs college naam Ges nst: 1e j.: Politieke en maatschappelijke verhoudingen in Nederland 1815-1940 code 519003 docent dr. H.J. Langeveld studiepunten 5 contacturen 35 (35 college) periode 5 doel Het bijbrengen van kennis over en inzicht in de politieke en maatschappelijke geschiedenis van Nederland tussen 1815 en 1940. inhoud Aan bod komen de ontwikkeling van Nederland naar een parlementaire democratie, de opkomst van de katholieke en orthodox-protestantse emancipatiebewegingen en de opkomst van de socialistische arbeidersbeweging en Nederland als verzuilde samenleving. werkwijze 4 uur hoorcollege en 2 uur tekstencollege; voor het tekstencollege wordt de groep in tweeën gesplitst (elke groep 1 uur) literatuur • Wordt nader bekendgemaakt • Voor het tekstencollege een reader: Thema's uit de Nederlandse geschiedenis 1870-1918 toetsing Schriftelijk tentamen over de literatuur en de reader doelgroep 1e jaars studenten Geschiedenis opmerkingen • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs college Ges nst: 2e j. hc: Consensus en polarisatie, Nederland na 1945 519118 dr. H.J. Langeveld 5 28 (28 hoorcollege) 1 Het bijbrengen van kennis en inzicht met betrekking tot de politieke en sociale ontwikkelingen in Nederland vanaf 1945. inhoud Overzicht van de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in Nederland van 1945 tot heden. werkwijze Hoorcollege literatuur Wordt nader bekendgemaakt
naam code docent studiepunten contacturen periode doel
104
Geschiedenis
toetsing Schriftelijk tentamen entreevoorwaarden 1e jaars programma Nieuwste geschiedenis doelgroep 2e en ouderejaarsstudenten Geschiedenis opmerkingen • Aanwezigheid is verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs hoorcollege naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
werkwijze doelgroep opmerkingen
onderwijs
Ges nst: 2e j. hc: Frankrijk en Nederland 1938-1958 519150 dr. H. Reitsma 5 28 (28 hoorcollege) 4 Kennismaken met de geschiedenis van Frankrijk en Nederland in de te behandelen periode; introductie in de beoefening van vergelijkende geschiedenis Een vergelijking van de historische ontwikkeling van Frankrijk en Nederland 1938-1958 waarbij de volgende thema's aan de orde komen: de beleving en de invloed van de Tweede Wereldoorlog en de Duitse bezetting in beide landen; de ervaring van de dekolonisatie; sociale en economische veranderingsprocessen; de positie van de communistische partijen in Frankrijk en Nederland. Hoorcollege (2 uur per week) en discussiecolleges (2 uur per week) aan de hand van geselecteerde literatuur en bronnen 2e jaars studenten Geschiedenis; 2e en 3e jaars studenten Letteren • Het kunnen lezen van Franse teksten leidt tot een verdieping van de beleving van dit college. • Dit college vormt samen met 519151 (vergelijking tussen deze WestEuropese Staten) de mini-minor vergelijkende Europese geschiedenis. • Inschrijven verplicht via TISVU hoorcollege
Ges nst: 2e j. wc: Kopstukken in de Nederlandse politiek 519154 drs. H.G.J. Kaal 5 28 (28 werkcollege) 2 Het leren doen van historisch onderzoek met behulp van literatuur en gedrukte bronnen en het mondeling en schriftelijk rapporteren daarover. inhoud Henk te Velde stelt in zijn studie Stijlen van leiderschap. Persoon en politiek van Thorbecke tot Den Uyl (Amsterdam 2002) voor om de moderne politieke geschiedenis van Nederland in te delen in vijf periodes: de tijd van Thorbecke, de tijd van Kuyper, de tijd van Colijn, de tijd van Drees en de tijd van Den Uyl. Dit zijn de politieke leiders waaraan andere politici zich spiegelden. Te Velde legt in zijn studie de nadruk op de politieke cultuur en de uiterlijkheden van het politiek leiderschap, waaruit hij de belangrijke thema's die in een bepaalde periode spelen afleest. In dit college staan een aantal kopstukken uit de Nederlandse politiek centraal. De nadruk zal liggen op de naoorlogse politici. Aan de hand van (auto)biografieën, memoires,
naam code docent studiepunten contacturen periode doel
Examenonderdelen
105
literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
onderwijs
recensies en commentaren wordt onderzoek gedaan naar de persoonlijke aspecten van politici en politiek leiderschap. In hoeverre is de these van Te Velde bruikbaar en brengt een studie naar de uiterlijkheden van het politiek leiderschap ons dichterbij een beter begrip van de politiek en de politieke cultuur in Nederland? • Henk te Velde, Stijlen van leiderschap. Persoon en politiek van Thorbecke tot Den Uyl (Amsterdam 2002) • Verdere literatuur wordt later bekendgemaakt Referaat en werkstuk 1e jaarsprogramma Nieuwste geschiedenis 2e jaars studenten Geschiedenis • Dit college vormt samen met Ges nst: 2e j. hc: Consensus en polarisatie, Nederland na 1945 (519118) een mini-minor Nederlandse geschiedenis na 1945 • Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege
naam Ges nst: 2e j. wc: Vergelijking tussen drie West-Europese staten na de Tweede Wereldoorlog code 519151 docent dr. J.C.A.P. Ribberink studiepunten 5 contacturen 28 (28 werkcollege) periode 5 doel Bijbrengen van kennis en inzicht in de geschiedenis van GrootBrittannië, Noorwegen en Nederland na de Tweede Wereldoorlog; onderricht in het vervaardigen van een werkstuk en in het refereren en discussiëren hierover inhoud De nadruk valt op de politieke geschiedenis van de drie genoemde landen. Aan de hand van recente literatuur wordt gekeken naar overeenkomsten en verschillen. werkwijze In een studiehandleiding wordt de werkwijze nader uiteengezet. literatuur Wordt nog nader bekendgemaakt toetsing Referaat en werkstuk entreevoorwaarden Het programma van het eerstejaarsonderwijs Geschiedenis moet zijn afgerond. doelgroep 2e jaars en ouderejaarsstudenten opmerkingen • Aanwezigheid verplicht • Dit college vormt samen met 519150 (Frankrijk en Nederland) de miniminor vergelijkende Europese geschiedenis • Inschrijving verplicht via TISVU blackboard Ja onderwijs werkcollege naam code docent studiepunten contacturen periode 106
Ges nst: 3e j. wc: Religion and Politics in the United States 519156 dr. M.G. Valenta 10 28 (28 werkcollege) 4 en 5
Geschiedenis
doel Het verder ontwikkelen van bekwaamheden op het gebied van zowel kritische analyse en zelfstandig onderzoek als het mondeling discussiëren en schriftelijk rapporteren daarover. inhoud Amerika is tegelijkertijd een van de meest moderne en een van de meest religieuze landen in het Westen: "een land met de ziel van een kerk," zoals G. K. Chesterton het ooit omschreef. Het is op dit moment bovendien het machtigste land ter wereld. Welke invloed hebben religie en geloof gehad op de ontwikkeling van de Amerikaanse politiek? En andersom: welke invloed hebben de vorm en inhoud van de Amerikaanse politiek gehad op de religieuze ontwikkeling van het land? En wat zegt dit in meer algemene zin over de relatie tussen religie en democratie? Deze kernvragen worden nader bekeken aan de hand van de volgende materie: de definitieve Amerikaanse verovering van het Westen op de daar gevestigde Indianenstammen na de Burgeroorlog; de grote industrialisatie-, immigratie- en interne migratiegolven; de opkomst van Amerika als wereldmacht; de nieuwe politieke en religieuze bewegingen van na de Tweede Wereldoorlog; de daaropvolgende "culture wars"; en, meest recentelijk, de Amerikaanse reacties op de aanvallen van 11 september. werkwijze Werkcollege; videoshows literatuur Wordt nader bekendgemaakt toetsing Presentatie; werkstuk; mondeling referaat en schriftelijk werkstuk doelgroep 3e jaars studenten Geschiedenis en ouder; belangstellenden van hetzelfde niveau met een andere disciplinaire achtergrond opmerkingen • Dit college wordt in het Engels gegeven; werkstukken kunnen zowel in het Nederlands als in het Engels geschreven worden • Aanwezigheid is verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs werkcollege subject code lecturer credits contact period blackboard aim content
Ges nst: 3e j. wc: Toleration in History. Ideas and Action 519153 dr. D.G. Hondius 10 28 hours (28 seminar) 4 and 5 Yes Expanding historical knowledge insight. The idea, the ideal, and the practical realities of toleration are subject of this course. We will look at developments from the Protestant Reformation, through European expansion, colonialism, Enlightenment, until twentieth century genocides and present multicultural societies, focusing mostly on Europe and the US. How, when and why does the idea of tolerance develop? What are functions and bases of tolerance? What are limits of tolerance? We will look at political, economic, military, religious dimensions, as well as dimensions of race, ethnicity and gender. Plurality, equality and justice are related concepts. Next to the historical developments we will discuss sociological concepts such as maximum and minimum varieties of tolerance, tolerance scales and social distance. But also the practical realities of individual and collective behaviour, and the idea of toleration as an ideal, a virtue, and an aspect of daily human interaction. Our main focus is a quest
Examenonderdelen
107
form of tuition literature
mode of assessment
entry requirements target audience remarks class
for insight in turning points in history: where, when, how and why may tolerance change into intolerance, and under what conditions may intolerance change into tolerance? A variety of primary sources, secondary texts on past and ongoing debates, as well as current developments will be discussed • Michael Walzer On Toleration (Yale University Press, New Haven, 1997, or later editions, ISBN 0 300 07600 2) • Reader • Additional literature will be assigned during the course Participants are expected to attend 14 weekly meetings including several excursions, to read the announced literature, and to hand in several assignments during the course (to be announced). Students prepare and present one of the meetings and excursions together with several other students; find extra literature and other materials such as video, audio, in accordance with teacher. Bachelor's students finish the course with an end paper. 2nd year werkcollege Nieuwste geschiedenis 3rd year students History and others • Depending on enrollment of non-Dutch speakers, this course will be taught in English • Registration via TISVU obligatory seminar
Ges nst: 3e j. wc: Traditie en vooruitgang in de moderne tijd 519152 prof.dr. J.C. Kennedy 10 28 (28 seminar) 1 en 2 Inhoudelijk: een dieper historisch besef met betrekking tot de ideologische contouren van het 'moderne' leven. Methodologisch: het verscherpen van historisch analysevermogen door een breed en belangrijk thema te behandelen. Vooral het goed kunnen lezen en analyseren van teksten wordt benadrukt. Ook het ontwikkelen van synthetisch denken krijgt een vooraanstaande plaats. inhoud Meer dan twee eeuwen lang werden 'vooruitgang' en 'traditie' gezien als lijnrecht tegenover elkaar. En deze tegenstelling was geen gelijkwaardige tegenstelling: die krachten van de toekomst hadden overwicht op de krachten van het verleden. In de laatste twee decennia is deze tegenstelling tussen 'vernieuwing' en traditie in allerlei wetenschappelijke publicaties om verschillende redenen op losse schroeven gezet. Deze cursus, waarin het werk van een verscheidenheid aan historici en andere wetenschappers wordt gelezen, zal nagaan op welke wijze de contemporaine historici de begrippen moderniteit/vooruitgang en traditie het beste kunnen benaderen. Daarbij wordt aan verschillende thema's aandacht gegeven: technologie, religie (christendom en islam), politiek en esthetica. Het doel van deze cursus is om studenten een rijker begrip te geven van de ideologische vooronderstellingen en principes van wetenschap en samenleving. literatuur Wordt nader bekendgemaakt toetsing Discussiedeelname en werkstuk
naam code docent studiepunten contacturen periode doel
108
Geschiedenis
doelgroep 3e jaars studenten Geschiedenis opmerkingen Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs seminar naam Ges nst: Scriptie (Ba) code 519451 studiepunten 5 naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel inhoud
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
Ges nt: 1e j.: Nieuwe tijd, overzicht 518004 drs. C.B.M. Thoen dr. J.H.M. de Waardt; prof.dr. W.T.M. Frijhoff; drs. C.B.M. Thoen 5 36 (36 college) 4 Met dit onderdeel wordt beoogd kennis van en inzicht in de grote lijnen van de geschiedenis en maatschappijvormende ontwikkelingen van de Nieuwe tijd (1500-1870) te verschaffen. Deze cursus handelt over thema's en onderwerpen waarvan iedereen op zijn minst wel eens heeft gehoord. Over Renaissance en Romantiek bijvoorbeeld, maar ook over Reconquista, Reformatie, Restauratie en Revolutie. Over de paus, Pruisen, predestinatie en Peter de Grote. Over allerhande Karels en Lodewijken en Willems, Habsburgers, Hohenzollerns, Bourbons en Oranjes. Maar wie deed ook al weer wat en hoe hield ook al weer het één verband met het ander? Dit onderdeel van het eerstejaarsprogramma biedt een samenhangend overzicht van de geschiedenis tussen 1500 en 1870, waarbij overigens ook minder bekende zaken aan de orde komen (wie heeft wel eens horen spreken over zonderlinge zaken als enclosures, defenestratie of zemski sobor?). In dit onderdeel wordt bovenal uitgelegd wat de eigen betekenis is van de Nieuwe tijd en hoe die Nieuwe tijd op wezenlijke punten de contemporaine europese wereld mogelijk heeft gemaakt. Enerzijds is de Nieuwe tijd een periode met een eigen gezicht, waarin het toneel van handelen anders dan in de Middeleeuwen wereldwijd geworden is, maar waarin, anders dan in het heden, het christendom nog steeds een centrale plaats inneemt. Anderzijds staat de Nieuwe tijd in het teken van elkaar versterkende processen, uitmondend in wat wij respectievelijk de wetenschappelijke, de industriële en de Franse Revolutie noemen. De drie revoluties (naast de commerciële, copernicaanse, militaire en kantiaanse revoluties, om maar enkele te noemen) vallen in onze periode en vormen tezamen de opmaat naar het heden. Een tweetal colleges wordt aangeboden: • Een handboekcollege (intensieve begeleiding bij het handboek in de vorm van een responsiecollege: 4 uur per week) • Een verdiepingscollege (hoorcolleges over diverse thema's: 2 uur per week) R.R. Palmer, Joel Colton en Lloyd Kramer, A History of the Modern World, Boston, McGraw-Hill, 2002 (9e editie) Schriftelijk tentamen en opdrachten 1e jaars studenten Geschiedenis • Ouderejaarsstudenten die dit onderdeel van de propedeuse nog niet met
Examenonderdelen
109
• •
succes hebben afgerond, dienen voorafgaand aan het college contact op te nemen met de coördinator. Aanwezigheid verplicht Inschrijven verplicht via TISVU
blackboard Ja onderwijs college (14 handboekcolleges) (4 hoorcolleges) naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel inhoud
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
onderwijs
Ges nt: 1e j.: Nieuwe tijd, werkcollege 518005 dr. J.H.M. de Waardt dr. J.H.M. de Waardt; drs. C.B.M. Thoen 5 28 (28 werkcollege) 5 Het wetenschappelijk leren omgaan met historische bronnen die betrekking hebben op de Nieuwe tijd. De studenten zullen stapsgewijs leren omgaan met historische bronnen. In de eerste fase staat het lezen en samenvatten van de bron centraal. Vervolgens wordt verwacht dat de studenten leren een voorlopig commentaar te schrijven bij de bron en een passende vraagstelling te formuleren. In de laatste fase dient de vraagstelling te worden uitgewerkt in een werkstuk. Bronnenmateriaal wordt tijdens de cursus verstrekt door de docenten. Studenten worden geacht zelfstandig secundaire literatuur te zoeken t.b.v. hun werkstuk. Schrijfopdrachten, referaat en een werkstuk 1e jaars studenten Geschiedenis • Dit college maakt samen met Nieuwe tijd, overzicht (518004) deel uit van het verplichte eerstejaarsonderwijs • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege
Ges nt: 2e j. tc: Communicatie vóór de massamedia 518112 drs. C.B.M. Thoen 5 28 (28 college) 1 Inzicht in historische communicatiemiddelen en -processen en in de sociaalhistorische context van kennisproductie en -verspreiding; oefening in de mondelinge presentatie van bevindingen en het schrijven van een essay op academisch niveau inhoud Massamedia, die zijn toch vanzelfsprekend. Wie is er tegenwoordig door krant, telefoon, radio, televisie, computer, sms niet overal van op de hoogte? Nog nooit hebben mensen zo snel, zo vaak en zo betrouwbaar kunnen communiceren als in de twintigste eeuw. Elk rechtgeaarde negentiendeeeuwer was zich dan ook van onze wereld lam geschrokken. Massale courantoplagen, gemechaniseerde vierwielers, metalen vliegmachines en
naam code docent studiepunten contacturen periode doel
110
Geschiedenis
werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
onderwijs
bewegende fotografische beelden zijn al erg genoeg. Maar berichten versturen via kleine draadloze kunststofapparaten? Gegevens bewerken door elektriciteit langs minuscule, in stukjes silicium ingelegde geleiders te voeren? Gesprekken in een mum van tijd transporteren via gebundelde lichtstralen? De wereld is sinds 1850 ingrijpend veranderd. Toch werd ook voor de grote technologische vernieuwingen die de moderne wereld gestalte hebben gegeven druk gecommuniceerd tussen mensen onderling, en vaak op geraffineerde wijze. In dit themacollege wordt aandacht besteed aan de voornaamste middelen die tussen 1450 en 1850 voorhanden waren om groepen van mensen van kennis en informatie te voorzien. Verschillende onderwerpen en thema's zullen de revue passeren, uiteenlopend van orale media (denk maar aan volksliederen, of aan preken) tot schriftelijke media (zoals de spektator, de krant en de handgeschreven brief). Themacollege; overzichtscollege en bespreking op college van literatuur Asa Briggs en Peter Burke, A Social History of the Media. From Gutenberg to the Internet. Polity Press, 2002 Opdrachten en essay Voor studenten Geschiedenis: propedeutisch gedeelte Nieuwe tijd. Voor de overige studenten: voltooide propedeuse 2e jaars studenten Geschiedenis; overige belangstellenden in overleg met docent • Dit themacollege maakt samen met het gelijknamige werkcollege (518122) deel uit van het onderdeel Communicatie voor de massamedia • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via Tisvu college
Ges nt: 2e j. tc: Religie en geweld 518111 dr. J.H.M. de Waardt 5 28 (28 college) 4 Oefening in omgaan met historische literatuur en toetsing van daarop gebaseerde bevindingen aan bronnenmateriaal. inhoud De relatie tussen religie en geweld is minder merkwaardig dan menigeen op het eerste gezicht zal denken. Mensen zijn soms bereid op agressieve wijze de eigen godsdienstige visie te verdedigen. Religieuze tegenstanders worden vaak gedemoniseerd en ontmenselijkt. Waar dit gebeurt wordt meestal niet meer geprobeerd om opponenten met argumenten te overtuigen. In plaats daarvan wil men dan wel eens gebruik maken van buitensporig geweld. In de zestiende en zeventiende eeuw heeft dit in West-Europa de vorm aangenomen van bloedige godsdienstoorlogen, brute kettervervolgingen en beschuldigingen van hekserij en kannibalisme. Daarnaast waren er ook toen natuurlijk mensen die een beroep deden op de aan de godsdienst ontleende waarde der naastenliefde en aandrongen op tolerantie en begrip. In dit college zullen beide aspecten, het geweld en het verzet daartegen in de genoemde periode, aan de orde komen. werkwijze Themacollege. Tijdens het college zal relevante literatuur worden besproken o.a. in de vorm van referaten. Voorts zal aan de hand van die literatuur
naam code docent studiepunten contacturen periode doel
Examenonderdelen
111
bronnenmateriaal worden geanalyseerd. literatuur Bronnenmateriaal in de syllabus. Tijdens het college zullen titels worden gegeven over de te bespreken literatuur. toetsing Referaat en essay entreevoorwaarden Voor studenten Geschiedenis: propedeutisch gedeelte Nieuwe tijd. Voor overige studenten: voldoende kennis van de vroegmoderne geschiedenis doelgroep 2e jaars studenten Geschiedenis; overige belangstellenden in overleg met de docent opmerkingen • Dit themacollege maakt deel uit van het tweedejaarsaanbod Geschiedenis van de Nieuwe tijd en vormt samen met het gelijknamige werkcollege (518121) het onderdeel Religie en geweld (10 studiepunten) • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU blackboard Ja onderwijs college naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
onderwijs naam code docent studiepunten 112
Ges nt: 2e j. wc: Communicatie vóór de massamedia 518122 drs. M. Bruggeman 5 28 (28 werkcollege) 2 Oefening in omgang met historische bronnen en in mondelinge en schriftelijke onderzoekspresentatie. Tegenwoordig heeft iedereen het over normen en waarden. Er is een internetsite waar iedereen zijn opvattingen kan ventileren. Aan het eind van de achttiende en het begin van de negentiende eeuw gebruikte men andere communicatiemiddelen. Er verschenen toen veel kinderboeken en adviezen voor ouders en opvoeders met het doel kinderen op te voeden tot goede burgers met de daarbij behorende waarden en normen. Na enkele inleidende colleges worden de onderwerpen verdeeld. Elke deelnemer leest en analyseert één of meer kinderboeken of adviezen, houdt daarover een referaat en schrijft een werkstuk. Wordt nader bekendgemaakt Referaat 1e jaars gedeelte Nieuwe tijd afgerond: overigen; voldoende achtergrondkennis 2e jaars studenten Geschiedenis; overige belangstellenden na overleg met docent • Dit werkcollege maakt deel uit van het tweedejaarsaanbod Geschiedenis van de Nieuwe tijd en vormt met het gelijknamige themacollege (518122) het onderdeel Communicatie voor de massamedia (10 ects) • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege Ges nt: 2e j. wc: Religie en geweld 518121 drs. M. Bruggeman 5
Geschiedenis
contacturen 28 (28 werkcollege) periode 5 doel Oefening in omgaan met historische bronnen en in mondelinge en schriftelijke onderzoekspresentatie inhoud In het werkcollege worden historische bronnen van uiteenlopende aard en inhoud geanalyseerd en vergeleken. In de vroeg moderne tijd was er in WestEuropa nogal wat religieus getint geweld. Maar verschillen in religieuze standpunten waren zeker niet de enige oorzaken van deze -vaak uiterst bloedige- conflicten. Tijdens het college zullen enkele van deze (burger)oorlogen nader worden bekeken. Daarbij zal aandacht worden besteed aan de motieven waarom men wilde proberen gewapenderhand de tegenstellingen te beslechten en eveneens aan de positie van de verschillende partijen binnen elk van deze conflicten. werkwijze Na enkele inleidende colleges worden de onderwerpen verdeeld. Deelnemers zullen tijdens de volgende zittingen in de vorm van referaten relevante literatuur bespreken. Daarnaast zal in aansluiting daarop gezamenlijk bronnenmateriaal worden geanalyseerd. Elk van de deelnemers schrijft ter afsluiting een werkstuk dat voorbouwt op het door haar/hem gehouden referaat. literatuur Wordt nader bekendgemaakt toetsing Referaat en werkstuk entreevoorwaarden Voor studenten Geschiedenis afgerond eerstejaarsgedeelte Nieuwe tijd; overigen: voldoende achtergrondkennis doelgroep 2e jaars studenten Geschiedenis; overige belangstellenden in overleg met de docent opmerkingen • Dit werkcollege maakt deel uit van het tweedejaarsaanbod Geschiedenis van de Nieuwe tijd en vormt samen met het gelijknamige themacollege (518111) het onderdeel Religie en Geweld (10 studiepunten) • Aanwezigheid is verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs werkcollege Ges nt: 3e j. wc: Religie in Nederland, 1500-1870 518150 dr. J. van Eijnatten; dr. F.A. van Lieburg 10 28 (28 werkcollege) 4 en 5 Kennis van en inzicht in de culturele, sociale en politieke aspecten van de geschiedenis van religie in de (noordelijke) Nederlanden tussen 1500 en 1870. inhoud Eén Nederlander een theoloog, twee Nederlanders een kerk, drie Nederlanders een kerkscheuring. Dit is één van de vele grapjes die aangeven dat Nederlanders 'iets' met religie hebben. Voor sommigen heeft dat 'iets' te maken met tolerantie, zedenprekerij of calvinistische benepenheid, voor anderen met God-Nederland-Oranje, zwarte kousen of ingewikkelde rituelen. Wat moet een historicus met al dat soort beelden en begrippen? Nodig is natuurlijk om de historische feiten goed te kennen, en tegelijk om het verleden in de juiste context te begrijpen. Dat is de dubbele doelstelling van dit bijzondere werkcollege, dat wordt aangeboden door ReLiC, het VU-
naam code docenten studiepunten contacturen periode doel
Examenonderdelen
113
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen onderwijs naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
114
Centrum voor Nederlandse religiegeschiedenis. Inzet van diverse, met specifieke onderzoeken actieve assistenten-in-opleiding garandeert een uitgebreid sprekersaanbod en een kennismaking met actueel, hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek. Na een algemene inleiding over de plaats, ontwikkeling en betekenis van godsdienst in de Nederlandse samenleving vanaf de zestiende tot in de negentiende eeuw, is er de gelegenheid om zich aan de hand van concrete (archivalische dan wel gepubliceerde) bronnen te bekwamen als onderzoeker in de religieuze cultuurgeschiedenis. Wordt nader bekendgemaakt Referaten, kleinere opdrachten en werkstuk 3e jaars bachelorstudenten, ongeacht studierichting Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege Ges nt: 3e/4e j. wc: Creatief met bronnen: Materiële cultuur 518138 drs. C.B.M. Thoen 10 28 (28 werkcollege) 1 en 2 Oefening in de omgang verschillende typen historische bronnen, en het mondeling en schriftelijk presenteren van bevindingen. Voor het beoefenen van cultuurgeschiedenis staan de historicus verschillende bronnen ter beschikking: schriftelijke, visuele en materiële. Bij schriftelijke bronnen valt niet alleen te denken aan archiefmateriaal, maar ook aan toneelstukken, correspondenties, en dagboeken. Visuele bronnen zijn bijvoorbeeld prenten en schilderijen, en bij materiële bronnen kan men denken aan materiële objecten uit het verleden. In dit college worden eerst de theoretische en methodologische implicaties van deze bronnen besproken, waarna de studenten een vraagstelling formuleren op basis waarvan zij onderzoek zullen doen naar een bepaald aspect van de vroegmoderne cultuur. Dit kan van alles zijn: van de symbolische rol van het gordijn in de zeventiende-eeuwse schilderkunst tot het materiële bezit van een Amsterdamse vioolbouwer. Het college zal bestaan uit een aantal inleidende colleges over verschillende vormen en bronnen van cultuurgeschiedenis, waarbij ook de belangrijkste literatuur zal worden besproken. Daarnaast kiezen de deelnemers een eigen onderwerp, waarnaar zij zelfstandig onderzoek doen en op basis waarvan zij een referaat en een werkstuk zullen voorbereiden. Er staan bovendien excursies op het programma naar het Meertens Instituut en Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam ter voorbereiding van het onderzoek van de deelnemers. Tijdens het college zal de belangrijkste literatuur op dit gebied besproken worden, als ook verschillende (theoretische) artikelen. Dit zal gebeuren aan de hand van een literatuurlijst. Daarnaast zijn de deelnemers zelf verantwoordelijk voor het vinden van geschikte literatuur voor hun onderzoek. De deelnemers presenteren een referaat en schrijven een werkstuk op basis van eigen onderzoek. Er wordt enige mate van zelfstandigheid bij het
Geschiedenis
formuleren van de probleemstelling en het doen van onderzoek. entreevoorwaarden 2e jaars werkcollege Nieuwe tijd moet met een voldoende zijn afgesloten. Studenten van een andere opleiding kunnen contact opnemen met de docent. doelgroep 3e en 4e jaars studenten Geschiedenis en overige belangstellenden opmerkingen Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs werkcollege naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
werkwijze
literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen blackboard onderwijs
Ges nt: 3e/4e j. wc: Patiënten en genezers 518146 dr. J.H.M. de Waardt 10 28 (28 werkcollege) 4 en 5 Oefening in het omgaan met historische bronnen en in mondelinge en schriftelijke onderzoekspresentatie. Patiënten hebben lang een grote vrijheid gehad bij het uitkiezen van de personen door wie zij hun kwalen lieten behandelen. Weliswaar was het aan personen die niet over de juiste diploma's of andere kwalificaties beschikten, in principe verboden om een geneeskundige praktijk uit te oefenen. Maar in de praktijk konden patiënten als het ware 'winkelen' en nu eens deze, dan weer die genezer consulteren. Welke therapieën boden reguliere genezers, zoals doctores medicinae en chirurgijns, aan? Wat hadden irreguliere genezers zoals kwakzalvers, waarzeggers of rondtrekkende meesters aan behandeling te bieden? Welke overwegingen hadden patiënten om deze of juist gene genezer om raad te vragen? In de medische geschiedenis is het begrip 'medische markt' geïntroduceerd om het gevarieerde contact tussen patiënten en genezers te beschrijven. Een cultuurhistorische analyse van de patronen van vraag en aanbod op deze markt laat niet alleen zien hoe mensen ziekte ervoeren, maar ook hoe zij in een groter verband de werkelijkheid zagen. Tijdens het college zal eerst aan de hand van bestaande literatuur nader kennis worden gemaakt met het medische marktmodel. Daarna zal relevant bronnenmateriaal worden doorgenomen. Na inleidende colleges zal elk van de deelnemers een referaat verzorgen op basis van literatuur. Relevante titels worden door de docent aangereikt. Ter afsluiting van het college zal elke deelnemer een werkstuk maken op basis van zelfstandig verzameld bronnenmateriaal. Wordt tijdens het college bekendgemaakt Referaat en werkstuk 2e jaars werkcollege Nieuwe tijd moet met een voldoende zijn afgesloten 3e jaars studenten Geschiedenis; anderen, bijvoorbeeld studenten Medicijnen, met voldoende kennis van de vroegmoderne geschiedenis • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU Ja werkcollege
naam Ges nt: Scriptie (Ba) code 518451 studiepunten 5
Examenonderdelen
115
naam Ges nw: 1e j.: Niet-westerse geschiedenis, inleiding A: De periode voor ca 1500 code 521002 docent dr. F.D. Huijzendveld studiepunten 5 contacturen 35 (35 college) periode 1 doel Het eerstejaarsvak Niet-westerse geschiedenis is er op gericht om - naast kennisverwerving van de geschiedenis van Zuid en Zuidoost-Azië, Afrika en Latijns-Amerika - het klassieke Eurocentrische geschiedbeeld ten aanzien van de ontwikkeling van de niet-westerse wereld in relatie met de westerse wereld te deconstrueren. Hierbij staat de bevordering van een breder, zowel in tijd als in ruimte gedifferentieerder beeld van de ontwikkelingen in de wereld buiten het westerse cultuurgebied bij de studenten centraal, alsmede een bewustwording van waarden- en cultuurpluraliteit, zonder daarbij de samenhang ervan met de Europese historische ontwikkelingen te veronachtzamen. inhoud In de inleiding deel A staan vooral 'mondiale' ontwikkelingen in de Oude wereld van vóór ongeveer 1500 centraal (Eurazië en Afrika). werkwijze Hoorcolleges, literatuur begeleidingscolleges, gastcolleges en filmcolleges literatuur • Handboek: Clive Pointing, World History. A new perspective, Chatto & Windus, London, 2000, ISBN 070116834 • Een nader bekend te maken aantal regio-specialistische artikelen over Azië, Afrika en Latijns-Amerika toetsing Tentamen doelgroep 1e jaars studenten Geschiedenis, maar het college staat ook open voor geïnteresseerden uit andere studierichtingen opmerkingen • Dit onderdeel bevat een ICT-component • Inschrijven verplicht via TISVU blackboard Ja onderwijs college naam Ges nw: 1e j.: Niet-westerse geschiedenis, inleiding B: De periode na ca 1500 tot heden code 521003 coördinator dr. F.D. Huijzendveld docenten prof.dr. H.A. Sutherland; dr. F.D. Huijzendveld; dr. D. Kooiman studiepunten 5 contacturen 35 (35 college) periode 2 doel Het eerstejaarsvak Niet-westerse geschiedenis is er op gericht om -naast kennisverwerving van de geschiedenis van Zuid en Zuidoost-Azië, Afrika en Latijns-Amerika- het klassieke Eurocentrische geschiedbeeld ten aanzien van de ontwikkeling van de niet-westerse wereld in relatie met de westerse wereld te deconstrueren. Hierbij staat de bevordering van een breder, zowel in tijd als in ruimte gedifferentieerder beeld van de ontwikkelingen in de wereld buiten het westerse cultuurgebied bij de studenten centraal, alsmede een bewustwording van de waarden- en cultuurpluraliteit, zonder daarbij de samenhang ervan met de Europese historische ontwikkelingen te verontachtzamen. 116
Geschiedenis
inhoud In de inleiding B staat de periode na ongeveer 1500 centraal. Vanaf die tijd kan pas echt gesproken worden van een wereldhandelssysteem. Centraal staan mondiale ontwikkelingen na de ontdekking van de Nieuwe wereld, de opkomst van het Atlantische handelssysteem, het ontstaan van LatijnsAmerika, de intensivering van economische contacten met Azië als gevolg van de toenemende dominantie van West-Europa en het proces van kolonisatie en dekolonisatie in delen van Azië en in heel Afrika. werkwijze Hoorcolleges, literatuur begeleidingscolleges, gastcolleges en filmcolleges literatuur • Handboek: Clive Pointing, World History. A new perspective, Chatto & Windus, London 2000, ISBN 070116834 • Een nader bekend te maken aantal regio-specialistische artikelen over Azië, Afrika en Latijns-Amerika toetsing Tentamen doelgroep 1e jaars studenten Geschiedenis opmerkingen • Dit onderdeel bevat een ICT-component • Inschrijven verplicht via TISVU blackboard Ja onderwijs college voorkennisvak 521002: Ges nw: 1e j.: Niet-westerse geschiedenis, inleiding A: De periode voor ca 1500 naam Ges nw: 2e j. hc: De wereld van de Indische oceaan 1000-1914, een inleiding code 521118 docenten dr. F.D. Huijzendveld; prof.dr. H.A. Sutherland studiepunten 5 contacturen 28 (28 hoorcollege) periode 4 doel Doel van dit college is studenten algemene kennis en inzicht te laten verwerven met betrekking tot de geschiedenis van het historisch belangrijke handelsnetwerk van de Indische oceaan. Hierbij zullen politieke, economische en sociale apsecten van transculturele contacten en uitwisseling worden bestudeerd. inhoud Meer dan duizend jaar geleden verbond dit uitgebreide zeehandelsnetwerk vijf grote, compexe cultuurzones met elkaar: de Iran-Arabische, de Swahili, de Indische, de Zuidoost-Aziatische en de Chinese. De opening voor Europeanen in 1492 van de oceaan route via Afrika naar India, de specerijen van de Molukken en naar China, introduceerde nieuwe spelers op het toneel van de Aziatische zeeën. Hun handelsinzicht was minder te noemen en hun technologie en kennis waren zeker niet beter dan die van hun Aziatische collega's. Waarin ze vooral verschilden was hun agressieve houding. Desondanks was de invloed van de Portugezen in de oostelijke delen van de Indische oceaan uiterst beperkt en bleek de Hollandse glorie aldaar slechts van korte duur. Na het midden van de achttiende eeuw breidde de AngloAmerikaanse handel zich uit. In het begin waren westerse handelaren zowel afhankelijk als concurrenten van lokale heersers, handelslieden en schippers, maar later in de achttiende eeuw wisten de Britten hun voordelige positie te consolideren. Daarop volgde een periode van imperialistische veroveringen waarbij invloedssferen werden afgebakend en de basis werd gelegd voor de koloniale staten die na 1870 zouden opkomen.
Examenonderdelen
117
literatuur Handboek: de verplichte literatuur wordt ruim voor aanvang van het college aan de studenten bekendgemaakt toetsing Tentamen doelgroep 2e jaars studenten Geschiedenis en andere geïnteresseerden met voldoende voorkennis opmerkingen Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs hoorcollege voorkennisvakken 521002: Ges nw: 1e j.: Niet-westerse geschiedenis, inleiding A: De periode voor ca 1500 521003: Ges nw: 1e j.: Niet-westerse geschiedenis, inleiding B: De periode na ca 1500 tot heden (of een vergelijkbare voorkennis) naam Ges nw: 2e j. hc: Kapitalistische ontwikkeling in de wereld van hindoeïsme en confucianisme, deel 1 code 521120 docent dr. D. Kooiman studiepunten 5 contacturen 28 (28 werkcollege) periode 1 doel Kennis en inzicht verwerven in het historische onderzoek naar de rol die cultuurelementen spelen in de ontwikkeling van verschillende Aziatische economieën. inhoud Economische achterstand is de meest in het oog springende karakteristiek van de derde wereld. Maar economie is geen op zichzelf staande categorie. De economie van een land of regio is altijd ingebed in maatschappelijke structuren en culturele waarden. Zij zijn onderling verbonden in een dynamisch proces en kunnen dan ook alleen maar in samenhang bestudeerd worden. Dat geldt ook voor de Aziatische regio waar economische ontwikkelingen binnen en buiten de nationale grenzen interacteren met migratie, sociale differentiatie en herinterpretatie van culturele traditie. werkwijze Hoorcollege met opdrachten literatuur Een aantal nader op te geven specialistische artikelen toetsing Tentamen doelgroep 2e jaars studenten Geschiedenis, SCW en andere geïnteresseerden opmerkingen • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs werkcollege voorkennisvakken 521002: Ges nw: 1e j.: Niet-westerse geschiedenis, inleiding A: De periode voor ca 1500 521003: Ges nw: 1e j.: Niet-westerse geschiedenis, inleiding B: De periode na ca 1500 tot heden (of een vergelijkbare voorkennis) naam code docenten studiepunten contacturen periode doel
118
Ges nw: 2e j. wc: De wereld van de Indische oceaan 1000-1914, interactie 521119 dr. F.D. Huijzendveld; prof.dr. H.A. Sutherland 5 14 (14 werkcollege) 5 Doel van dit college is studenten meer specifieke kennis en inzicht te laten ontwikkelen over de geschiedenis van het oostelijke deel van het Indische
Geschiedenis
inhoud
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen onderwijs voorkennisvak
oceaan handelsnetwerk. Hierbij zullen politieke, economische en sociale aspecten van transculturele contacten en uitwisseling worden bestudeerd. Onderwerp van dit college is de geschiedenis van het oostelijke deel van de Indische oceaanhandel, namelijk de Golf van Bengalen en de Zuid-Chinese zee. In de loop der tijd is dit deel van het wijd vertakte handelsnetwerk door verschillende zeevarende mogendheden beheerst. De grote Maleise en Javaanse schepen verdwenen aan het eind van de zestiende eeuw om plaats te maken voor Indiase en Chinese vaartuigen. In het begin probeerden Europese compagnieën en particuliere handelaren deel te krijgen in de rijke intraAziatische handel. Geleidelijk aan wisten zij echter met behulp van wapens en diplomatie hun eigen patroon van handel dwingend op te leggen aan inheemse handelssystemen. Deze nieuwe verhoudingen waren voor sommige inheemsen voordelig maar voor anderen vernietigend. Vanaf het einde van de zeventiende eeuw begonnen Chinese ondernemingen te herleven en zich uit te breiden, en de Brits-Chinese samenwerking werd zichtbaar in de stichting van Singapore (1819). Deze aan de Straat van Malakka gelegen haven werd het symbool van een nieuw tijdperk in de Zuidoost-Aziatische handel; vergelijkbaar met de handelspositie van Malakka in de vijftiende en zestiende eeuw. Niet lang daarna veranderde het oude handelsritme van de oostelijke Indische oceaan voorgoed met de opening van het Suez-kanaal (1869), de introductie van stoomschepen en spoorwegen, en de opkomst van nieuwe koloniale staten. Een nader bekend te maken aantal specialistische artikelen Werkstuk 2e jaars studenten Geschiedenis Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege 521118: Ges nw: 2e j. hc: De wereld van de Indische oceaan 1000-1914, een inleiding
naam Ges nw: 2e j. wc: Kapitalistische ontwikkeling in de wereld van hindoeïsme en confucianisme, deel 2 code 521121 docent dr. D. Kooiman studiepunten 5 contacturen 28 (28 werkcollege) periode 2 doel Kennis in inzicht verwerven in het historische onderzoek naar de rol die cultuurelementen spelen in de ontwikkeling van verschillende ZuidAziatische economieën. inhoud Zuid-Azië was tot voor kort bij uitstek een regio van stagnatie en onderontwikkeling. De koloniale overheersing had de plaatselijke economie verstoord en aanwezige groei mogelijkheden ernstig belemmerd. Volgens sommige onderzoekers had het kapitalistische potentieel in Zuid-Azië ook te maken met beperkingen die inherent waren aan het dominante hindoe ethos. In Oost en Zuidoost-Azië daarentegen gaven de zogenaamde Tijgers (Taiwan, Zuid-Korea, Hongkong en Singapore) de afgelopen decennia een opvallende ontwikkeling te zien die de groeicijfers van veel westerse landen overtrof. Als deelverklaring is aangevoerd dat de confucianistische culturele erfenis in deze landen een gunstige voedingsbodem vormde voor
Examenonderdelen
119
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen onderwijs voorkennisvak
kapitalistische ontwikkeling. Na de crisis van 1997 vertoont de economische groei in de Tijgerlanden echter een aanzienlijk minder fraai beeld, terwijl India volgens gegevens van de Aziatische ontwikkelingsbank een constante vooruitgang boekt. Eigen onderzoek met begeleiding docent Werkstuk 2e jaars studenten Geschiedenis, SCW en andere geïnteresseerden • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege 521120: Ges nw: 2e j. hc: Kapitalistische ontwikkeling in de wereld van hindoeïsme en confucianisme, deel 1
blackboard
Ges nw: 3e j. wc: Koloniale stijlen, 1850-1950 521160 dr. L.M. Douw 10 56 (56 college) 1 en 2 Leren onderzoek te doen, in hoofdzaak gebaseerd op secundair bronnenmateriaal, daarvan zowel mondeling als schriftelijk verslag te doen, en over de resultaten ervan met de andere deelnemers van gedachten te wisselen. Het gaat er in dit college om de bestuursstijl van de verschillende koloniale mogendheden in de negentiende en twintigste eeuw met elkaar te vergelijken. Amerikanen, Japanners, Duitsers, maar natuurlijk ook Portugezen, Spanjaarden, Nederlanders en Engelsen hadden allen hun eigen manier om met hun koloniën om te gaan. Hun bestuursstijl was onder meer afhankelijk van hun voorafgaande koloniale ervaring, het ontwikkelingsstadium waarin hun eigen samenleving zich bevond, en het karakter van de koloniale samenlevingen zelf. Hoe gingen zij om met inheemse machthebbers en ondernemers? Hoe zelfzuchtig was hun beleid? Hoe werd de dekolonisatie voorbereid? En, meer gericht op het huidige politieke debat over de expansie van het westerse kapitalisme (de "globalisering", en de uitbreiding van de westerse invloedsfeer, maar ook die van Oost-Azië): Zijn we er al aan toe om de koloniale erfenis op een meer positieve manier te waarderen dan tot dusver gebruikelijk was? Inleidingen door de docent; mondelinge en schriftelijke referaten door de studenten; av-presentaties Reader, te bevragen bij de docent Schriftelijke referaten; eindessay Eerste- en tweedejaarscolleges Niet-westerse geschiedenis Bachelorstudenten Geschiedenis en andere Sociale Wetenschappen met voldoende voorkennis van de moderne Aziatische geschiedenis (1840-heden) • Dit college staat ook open voor masterstudenten (521602). De eisen voor de bachelorstudenten zijn echter lager, wat betreft de eisen aan opdrachten en eindessay, en de mate van zelfstandigheid die bij het onderzoek wordt vereist. • Inschrijven verplicht via TISVU Ja
120
Geschiedenis
naam code docent studiepunten contacturen periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
onderwijs college naam code docent studiepunten contacturen periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
blackboard onderwijs
Ges nw: Mondialisering historisch 521204 dr. L.M. Douw 5 14 (14 college) 4 Het hoofddoel van dit college is het leren hoe een standpunt in te nemen binnen een belangrijk academisch debat. Dat gebeurt in dit geval door zo'n debat kritisch te volgen en te proberen te bepalen waar de sterke en de zwakke kanten van de argumenten van de verschillende deelnemers uit bestaan. Daarnaast beoogt het college inzicht te bieden in het bredere thema van de historische interactie en vergelijking tussen Aziatische en westerse samenlevingen. Het college bekijkt de follow-up van het opzienbarende debat tussen de vooraanstaande sociale wetenschappers, cq historici, André Gunder Frank en David Landers, die beiden in 1998 een nieuw, omvangrijk werk het licht deden zien, waarin diametraal tegengestelde posities werden ingenomen. Zij betwistten elkaar het antwoord op de vraag of westerse, dan wel Aziatische samenlevingen de belangrijkste dynamo's van de wereldgeschiedenis waren in de tijd tussen ongeveer 1000 en 1800 na Chr. Daarmee haakten zij in op één van de belangrijkste thema's die de sociale wetenschappen sinds de vroege jaren negentig bezighouden: het proces van mondialisering (of: globalisering). Tijdens het college kijken wij vooral naar de auteurs die middels empirisch onderzoek en nieuwe invalshoeken de paradigma's van Frank en Landes onderzoeken en becommentariëren. Het debat over mondialisering betekende een revolutie in het denken over economische ontwikkeling, en is dus een goede ingang om over de belangrijke vraagstukken van onze tijd na te denken. Door het debat als zodanig te bestuderen beogen wij en solide inzicht te bewerkstellingen in de vraagstukken die aan de orde zijn, en ook in de manier waarop academici daarover met elkaar van gedachten wisselen. Inleidingen door de docent; referaten door de studenten, gevolgd door discussie Reader, te bevragen bij de docent Essay Inleiding niet-westerse geschiedenis in het eerste jaar, of daarmee vergelijkbare kennis 3e jaars bachelorstudenten Geschiedenis; belangstellenden met andere disciplinaire achtergronden, zoals studenten Politieke Wetenschappen (Internationale Betrekkingen) en CA/NWS • Dit college staat ook open voor masterstudenten (521603). De eisen voor de bachelorstudenten zijn echter lager wat betreft de eisen aan weekopdrachten en eindessay. • Inschrijven verplicht via TISVU Ja college
naam Ges nw: Scriptie (Ba) Examenonderdelen
121
code 521451 studiepunten 5 naam Ges nw: Verbeelde gemeenschappen: religie, ideologie en identiteit. De islam in Oost-Afrika code 521147 docent dr. F.D. Huijzendveld studiepunten 10 contacturen 56 (56 werkcollege) periode 4 en 5 doel Het doel van dit college is om studenten kennis en inzicht te laten verwerven en over de invloed van de verschillende processen van culturele globalisering op de vorming van etnische identiteit en politieke cultuur in Afrika. inhoud Etnische identiteiten zijn producten van een continu historisch proces van creatie waarin oud en nieuw simultaan op elkaar inwerken. In "pre-modern" Afrika speelden hierin door migratie, handel en oorlog gestimuleerde processen van culturele diffusie en wedijver een grote rol. In vele delen van Afrika speelde de islam een belangrijke rol in bovengenoemd proces. Bijna eenderde van de gehele bevolking van het Afrikaanse continent beschouwt zichzelf tegenwoordig moslim. Maar velen vullen deze identiteit op een eigen manier in. Vanaf het begin van de introductie van de islam in Afrika vond er een vorm van syncretisme plaats van islamitische, Arabische en oudere Afrikaanse religieuze en culturele uitingen, ideeën, rituelen, praktijken en geloofssystemen. Afhankelijk van tijd en plaats bepaalde deze processen de vorm van islam in de verschillende regio's. In dit college kijken wij naar de rol van de islam in Oost-Afrika. Hier vond vanaf de zevende eeuw geleidelijk een vorm van syncretisme plaats dat zich ontwikkelde tot wat wij nu de 'Swahili-cultuur' noemen. Vanaf ongeveer de tweede helft van de negentiende eeuw ging deze, in die tijd door Omani-arabieren gedomineerde kunstcultuur een grote rol spelen diep in het Oost-Afrikaanse binnenland. werkwijze Werkcollege; bij de formulering van de probleemstelling voor het werkstuk wordt van de studenten enige mate van zelfstandigheid verwacht literatuur De verplichte literatuur wordt voor het college bekendgemaakt aan bachelorstudenten die zich hebben ingeschreven. toetsing Werkstuk entreevoorwaarden Ges nw: 1e j.: Niet-westerse geschiedenis, inleiding A: De periode voor ca 1500 (521002); Ges nw: 1e j.: Niet-westerse geschiedenis, inleiding B: De periode na ca 1500 tot heden (521003), of een vergelijkbare voorkennis van de niet-westerse geschiedenis of de geschiedenis van Afrika doelgroep Bachelorstudenten Geschiedenis opmerkingen Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs werkcollege naam Ges ou: 1e j.: Basiscursus oude geschiedenis voor archeologen en historici code 516001 docenten drs. W.F.M. Henkelman; prof.dr. R.J. van der Spek studiepunten 5 contacturen 34 (34 college) 122
Geschiedenis
periode 1 doel Dit onderdeel heeft tot doel de student overzichtskennis van de oude geschiedenis van ongeveer 3000 voor Chr. tot ongeveer 600 na Chr. bij te brengen. Daarnaast dient hij/zij enig inzicht te verwerven in de beoefening van de oude geschiedenis aan de hand van een aantal thema's. inhoud Het onderdeel bestaat uit een college 'handboekbegeleiding', waarin uitleg van en achtergrondinformatie bij het te bestuderen gedeelte van het handboek wordt gegeven, en een 'readercollege', waarin een viertal thema's wordt behandeld. werkwijze Handboekbegeleiding: hoorcollege; Readercollege: werkcollege literatuur • L. de Bois, R.J. van der Spek, Een kennismaking met de Oude wereld, 6e druk, Muiderberg, Coutinho, 2001 • J.J. Flinterman & R.J. van der Spek (red.), Reader Oude geschiedenis 2004 (een bundeling van gedeelten uit moderne wetenschappelijke literatuur en vertaalde antieke bronnen, met bijbehorend werkboek) toetsing Twee multiple choise toetsen in respectievelijk week 4 en week 7; schriftelijk tentamen in week 8. De multiple choice toetsen tellen elk voor 20 procent mee in het eindcijfer, dat dus voor 60 procent wordt bepaald door het tentamen. De resultaten van de multiple choice toetsen blijven niet staan, wanneer het eindcijfer onvoldoende is; in de herkansing worden (nieuwe) multiple choice toetsen geïntegreerd. doelgroep 1e jaars studenten Archeologie en Geschiedenis opmerkingen • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs college naam Ges ou: 2e j. hc: Hellenisme van Alexander de Grote tot Severus Alexander code 516201 docenten dr. J.J. Flinterman; prof.dr. R.J. van der Spek studiepunten 5 contacturen 14 (14 hoorcollege) periode 5 doel Vaardigheid in de verwerking van wetenschappelijke literatuur; intensieve kennismaking met een specifieke regio/periode in de Grieks-Romeinse Oudheid inhoud De term 'Hellenisme' is door de negentiende-eeuwse Duitse historicus Droysen geijkt voor de Griekse cultuur vanaf Alexander de Grote. In de praktijk van de geschiedbeoefening is de term 'hellenistische periode' gangbaar geworden als aanduiding van het tijdvak tót 30 voor Chr. toen de verovering van de Griekse wereld door de Romeinen voltooid werd met de inlijving van Ptolemaeïsch Egypte. Politiek was dit ongetwijfeld een belangrijke cesuur maar het is maar de vraag of er in cultureel opzicht iets wezenlijks veranderde met de komst van de Romeinen. Veel pleit ervoor bestudering van de grote Griekse wereld gedurende de periode die begint met Alexander, niet te beperken tot het tijdvak vóór de slag bij Actium. In dit college zullen we de grens leggen bij de laatste keizer uit de Severische dynastie, die eind tweede begin derde eeuw na Chr. over het Romeinse rijk regeerde. Binnen de zo begrensde periode zullen we de ontwikkeling van de Griekse cultuur in interactie met culturen van het Oude nabije oosten en met
Examenonderdelen
123
de macht van Rome onder de loep nemen. werkwijze Bestudering van een literatuurlijst, ondersteund door bijeenkomsten waarop de lectuur nu eens in de vorm van een hoorcollege wordt toegelicht en aangevuld, dan weer aan de hand van vragen over van tevoren te lezen stof wordt bediscussieerd. literatuur Nader op te geven: ongeveer 700 blz. toetsing Schriftelijk tentamen doelgroep 2e jaars studenten Geschiedenis en Oudheidkunde (algemene variant en variant met Assyriologie) opmerkingen • Kan met Ges ou: 2e j. wc: Oude geschiedenis 2 (516202) worden gecombineerd tot een mini-minor • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs hoorcollege voorkennisvakken 516001: Ges ou: 1e j.: Basiscursus oude geschiedenis voor archeologen en historici (voor historici) 516002: Ohk: Basiscursus oude geschiedenis 1 (voor oudheidkundigen) 516005: Ohk: Basiscursus oude geschiedenis 2 (voor oudheidkundigen) naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen onderwijs voorkennisvakken
124
Ges ou: 2e j. wc: Oude geschiedenis 2 516202 vacature 5 28 (28 werkcollege) 4 Oefening in het opzetten en uitvoeren van historisch onderzoek op het terrein van de oude geschiedenis. Oligarchische revoluties in het democratische Athene. In de laatste twee decennia van de vijfde eeuw werd de democratische constitutie tot twee keer toe afgeschaft en voor korte tijd vervangen door een oligarchisch bestel. In dit college zullen we niet alleen de gebeurtenissen aan de hand van uiteenlopende bronnen - geschiedschrijving, biografieën, gerechtsredevoeringen, pamfletten, politiek-theoretische geschriften en inscripties met documenten als volksbesluiten - stap voor stap reconstrueren, maar ook vragen stellen als: Welke kritiek hadden de oligarchen op het democratische bestel? Onder welke lagen van de bevolking recruteerden zij hun aanhang? Wat waren de omstandigheden waaronder ze kans zagen de democratie terzijde te schuiven? Van welke organisatievormen en politieke methodes bedienden ze zich? Hoe valt hun gebrek aan succes op langere termijn te verklaren? Nader op te geven Aanwezigheid tijdens colleges, collegeopdrachten en werkstuk 2e jaars studenten Oudheidkunde; 2e jaars studenten Geschiedenis • Kan met Ges ou: 2e j. hc (516201) worden gecombineerd tot een miniminor • Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege 516001: Ges ou: 1e j.: Basiscursus oude geschiedenis voor archeologen en historici (voor historici) 516002: Ohk: Basiscursus oude geschiedenis 1 (voor oudheidkundigen)
Geschiedenis
516005: Ohk: Basiscursus oude geschiedenis 2 (voor oudheidkundigen) 516008: Ohk: Oudheidkundig-historisch wc 1: Grieken, Romeinen en barbaren (voor oudheidkundigen) naam code docent studiepunten contacturen periode doel
inhoud
literatuur toetsing entreevoorwaarden
Ges ou: 3e j. wc: Oude geschiedenis 3 516131 dr. J.J. Flinterman 10 28 (28 werkcollege) 4 en 5 Oefening in historisch onderzoek op het terrein van de oude geschiedenis. Van derdejaars studenten wordt enige mate van zelfstandigheid verwacht bij het formuleren van een probleemstelling en het verrichten van het onderzoek voor een werkstuk; voor masterstudenten gelden deze eisen in versterkte mate en zullen in de beoordeling van het eindresultaat ook een belangrijke wegingsfactor vormen. Apollonius van Tyana: een heidense heiland in context In de eerste eeuw van onze jaartelling trad in het Romeinse rijk een wijzewonderdoener uit Cappadocië op: Apollonius van Tyana. Omstreeks 220 na Chr. schreef een Griekse auteur, Philostratus, een geromantiseerde biografie van deze Apollonius. Dit geschrift, het Leven van Apollonius, fungeert in dit werkcollege als centrale tekst van waaruit we de wereld waarin de hoofdpersoon opereerde en waarbinnen zijn (postume) reputatie zich had verbreid, gaan verkennen. Onze aandacht zal daarbij uitgaan naar drie onderwerpen: 1. De manier waarop tegen een charismaticus als Apollonius werd aangekeken. Klaarblijkelijk had hij een bijzondere relatie met het goddelijke en was hij voor het onderhouden daarvan niet afhankelijk van de reguliere culten. Hoe werden de bovennatuurlijke vermogens die hij, naar men vertelde, had gedemonstreerd, gewaardeerd? Hoe werd hij zelf beoordeeld? Deze en verwante vragen ontlenen hun betekenis mede aan debatten over de hypothese dat heidenen rond het begin van onze jaartelling een voorstelling van 'goddelijke mannen' (theoi andres) zou hebben gekend, en dat deze voorstelling van invloed zou zijn geweest op de beeldvorming van Jezus die we onder vroege christenen aantreffen. 2. Dat Apollonius voor contact met het goddelijke niet afhankelijk was van de reguliere culten, wil niet zeggen dat zulke culten geen rol spelen in het Leven van Apollonius. Een van de doelstellingen van dit college is het in kaart brengen van het cultische landschap zoals geschetst door de auteur. 3. De hoofdpersoon van het Leven van Apollonius is een reislustig type. Zo onderneemt hij in zijn jonge jaren een grote reis die hem via Mesopotamië en Iran naar India voert. Wat was de functie van deze reizen en, in samenhang daarmee, welk beeld wordt in het Leven van Apollonius van deze landen gegeven? En hoe past dit beeld in het kader van de Griekse etno- en geografische traditie? Nader op te geven. Binnenkort verschijnt in de Loeb Clasical Library een editie van de Griekse tekst met een nieuwe Engelse vertaling van het Leven van Apollonius, verzorgd door C.P. Jones. Aanwezigheid op de colleges, college-opdrachten en werkstuk Bekendheid met de inhoud van 2e jaars onderdelen Oude geschiedenis wordt
Examenonderdelen
125
verondersteld; 516202: Ges ou: 2e. j. wc: Oude geschiedenis 2 doelgroep Verplicht voor 3e jaars studenten Geschiedenis met Oude geschiedenis in hun pakket; aanbevolen minor voor 3e jaars studenten Oudheidkunde opmerkingen Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs werkcollege naam code docenten studiepunten contacturen periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen onderwijs voorkennisvakken naam code docenten studiepunten doel werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
Ges ou: Antieke historiografie 516136 dr. J.J. Flinterman; prof.dr. R.J. van der Spek 5 28 (28 hoorcollege) 2 Het verwerven van overzichtskennis van de antieke historiografie en kennismaking met de problemen die zich voordoen bij de historische interpretatie van antieke historiografische teksten. Historiografische en verwante genres in het Oude Nabije Oosten en de Grieks- Romeinse wereld; antieke opvattingen over karakter en functie van de geschiedschrijving en over vraagstukken van geschiedbeoefening als (on)partijdigheid, brongebruik en causaliteit Hoorcollege en zelfstandig bestudering van een literatuurlijst Nader bekend te maken (ongeveer 500 blz.) Schriftelijk tentamen 2e jaars studenten Oudheidkunde met variant Algemeen of Assyriologie; 3e jaars studenten Oudheidkunde met variant Grieks; masterstudenten Geschiedenis met Oude geschiedenis als hoofdvak. Inschrijven verplicht via TISVU hoorcollege 516002: Ohk: Basiscursus oude geschiedenis 1 (voor oudheidkundigen) 516005: Ohk: Basiscursus oude geschiedenis 2 (voor oudheidkundigen) Ges ou: Literatuurlijst Oude Geschiedenis B 516206 prof.dr. R.J. van der Spek; dr. J.J. Flinterman 10 Verdieping van kennis van en inzicht in een periode, regio of probleemveld uit de geschiedenis van de Oudheid. Zelfstandige literatuurstudie In overleg te bepalen Mondeling tentamen 2e jaars onderdelen Oude Geschiedenis Gevorderde studenten Oudheidkunde, Geschiedenis en GLTC Inschrijven verplicht via TISVU
naam Ges ou: Scriptie (Ba) code 516451 studiepunten 5 naam Ges: Academische vaardigheden A t/m D code 515001 coördinator dr. S. Corbellini 126
Geschiedenis
docenten dr. S. Corbellini; S. Zeischka; drs. M. Schaap; drs. M. van Dekken; dr. S.W. Verstegen; dr. E.S.A. Bloemen studiepunten 5 contacturen 56 (56 college) periode 1 en 2 doelgroep 1e jaars studenten Geschiedenis opmerkingen • Aanwezigheid is verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs college naam code docenten studiepunten contacturen periode werkwijze doelgroep opmerkingen onderwijs
Ges: Academische vaardigheden A, informatievergaring 5150011 dr. S.W. Verstegen; S. Zeischka 0 14 (14 college) 1 Instructiecollege 1e jaars studenten Geschiedenis Inschrijven verplicht via TISVU college
naam code docenten studiepunten contacturen periode doelgroep opmerkingen onderwijs
Ges: Academische vaardigheden B, beeld- en tekstanalyse 5150012 dr. S.W. Verstegen; dr. E.S.A. Bloemen 0 14 (14 werkcollege) 1 1e jaars studenten Geschiedenis Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege
Ges: Academische vaardigheden C, mondeling presenteren 5150013 dr. S. Corbellini dr. S. Corbellini; drs. M. Schaap; drs. M. van Dekken 0 14 (14 werkcollege) 2 Aanleren en toepassen van vaardigheden die van belang zijn voor het houden van effectieve mondelinge presentaties inhoud Aan de orde komen uiteenlopende aspecten van het mondelinge presenteren: de voorbereiding, de vormgeving en de structuur van een mondelinge presentatie, maar ook het omgaan met sprekersangst en met vragen uit het publiek. Daarnaast oefenen de studenten zich in niet-talige aspecten van een presentatie, het gebruik van hulpmiddelen en het geven van feedback. Tijdens de colleges bereiden de deelnemers stap voor stap een eigen mondelinge presentatie voor, die ze uiteindelijk ook voor de groep over het voetlicht brengen. literatuur Werkboek toetsing Opdrachten tijdens college; mondelinge presentatie
naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel
Examenonderdelen
127
doelgroep 1e jaars studenten Geschiedenis opmerkingen • Aanwezigheid is verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs werkcollege naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel inhoud
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
onderwijs naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel
inhoud
werkwijze 128
Ges: Academische vaardigheden D, schriftelijk presenteren 5150014 dr. S. Corbellini dr. S. Corbellini; drs. M. Schaap; drs. M. van Dekken 0 14 (14 werkcollege) 2 Aanleren van vaardigheden op het gebied van schriftelijk presenteren Aan de hand van praktische oefeningen op college en met behulp van een werkboek komen op dit college alle aspecten van het schrijfproces aan de orde, vanaf het eerste idee tot de laatste tekstrevisie. De deelnemers houden zich bezig met de organisatie van een tekst, principes van tekststructurering en lezersgerichtheid, maar ook met meer algemene zaken als de aanpak van de schrijftaak, handige en minder handige schrijfstrategieën en het omgaan met schrijfblokkades. Bovendien voeren de deelnemers zelf ook een schrijfopdracht uit op basis van aangereikt materiaal over thema's uit de middeleeuwse geschiedenis. Werkboek Opdrachten tijdens college; werkstuk, in te leveren aan het eind van periode 3 1e jaars studenten Geschiedenis • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU • Werkcollege is gekoppeld aan het tekstencollege van 517003 Ges me: 1e j.: Middeleeuwse geschiedenis werkcollege Ges: Diachronisch thema: Revoluties 515108 prof.dr. C.A. Davids prof.dr. C.A. Davids; prof.dr. R.J. van der Spek; dr. J.J. van Moolenbroek; dr. J.H.M. de Waardt; dr. L.M. Douw; dr. D.G. Hondius 5 28 (28 hoorcollege) 4 Inzicht in diachronische aspecten van het thema 'revoluties'; vaardigheid in de toepassing van een algemene vraagstelling en een generaliserend begrippenapparaat op een reeks concrete historische situaties in verschillende perioden van de geschiedenis Bij het woord 'revolutie' denkt men snel aan de Franse of Russische revolutie. Maar er zijn in de geschiedenis vele revoluties geweest, groot en klein. Hoe zijn deze onderling te vergelijken? Zijn revoluties van alle tijden en werelddelen? Volgden zij een overeenkomstig patroon? Deze en andere vragen zullen in dit diachronisch themacollege aan de orde komen. Hoorcollege gedurende 7 weken (met telkens 2 colleges per week),
Geschiedenis
bestudering van algemene en tijdvakspecifieke literatuur literatuur Algemeen gedeelte reader; bijzonder gedeelte wordt door verschillende deelnemende leerstoelgebieden bekendgemaakt toetsing Schriftelijk tentamen entreevoorwaarden Eerste 2 jaar van bacheloropleiding Geschiedenis, of equivalente voorkennis doelgroep 3e jaars studenten Geschiedenis en andere belangstellenden opmerkingen • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs hoorcollege naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen onderwijs
Ges: Historiografie 515402 dr. E.S.A. Bloemen dr. J.J. Flinterman; dr. A.L. Tervoort; dr. J.H.M. de Waardt; dr. H. Reitsma; dr. E.S.A. Bloemen; prof.dr. H.A. Sutherland 5 28 (28 college) 2 Het verkrijgen van een overzicht van de wijzen waarop geschiedschrijving in de loop der tijden is beoefend en van inzicht in de relaties tussen de wijze van geschiedbeoefening en de context waarin deze plaatsvond. In het hoorcollege wordt nader ingegaan op het werk van belangrijke geschiedschrijvers vanaf de Griekse Oudheid tot heden, en op de context van waaruit hun themakeuze en hun methodologie kan worden begrepen; in het werkcollege wordt daarover gediscussieerd mede aan de hand van originele tekstfragmenten van geschiedschrijvers. Per week 2 uur hoorcollege en 2 uur werkcollege G.G. Iggers, Historiography in the twentieth Century. From scientific objectivity to the postmodern challenge (Hannover/London 1997; dit is een herziene vertaling van de Duitse versie van 1993) Tentamen 3e jaars studenten Geschiedenis • In de masterfase wordt een onderdeel Historiografie II aangeboden, dat een meer leerstoelgebiedsgebonden karakter zal dragen • Inschrijven verplicht via TISVU college
Ges: Hulpvak me/nt: Archiefkennis en paleografie 1 515202 drs. M. Bruggeman 5 28 (28 werkcollege) 1 Leren lezen en interpreteren van Nederlandstalige teksten uit de dertiende tot en met de zeventiende eeuw; kennis van dateringssystemen (chronologie); kennismaken met tekstedities; kennismaken met verschillende soorten archiefbronnen; inzicht verwerven in het Nederlandse archiefwezen en toepassen van onderzoeksstrategieën in archieven. inhoud Wie zelfstandig historisch onderzoek wil verrichten, heeft voor de periode van de Middeleeuwen en de vroegmoderne tijd vaak te maken met
naam code docent studiepunten contacturen periode doel
Examenonderdelen
129
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen onderwijs naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel
inhoud
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
130
archiefbronnen die zonder enige ervaring niet eenvoudig te lezen en te begrijpen zijn. Een belangrijk deel van het college wordt daarom besteed aan oefening in de paleografie oftewel het lezen van oud schrift. De uiteenlopende archiefbronnen die daarbij aan bod komen, vereisen behandeling van verschillende dateringssystemen (chronologie) en geven aanleiding om in te gaan op de vraag, hoe onderzoek in een archief zo efficiënt mogelijk kan worden verricht. Een bezoek aan een archief is onderdeel van het college. • C.C. de Glopper-Zuijderland. In tijd gemeten. Inleiding tot de chronologie (Den Haag 1999) • Te verstrekken oefenteksten Opdrachten paleografie, chronologie en archiefkennis; schriftelijk tentamen Sterk aanbevolen voor studenten die Middeleeuwen en/of Nieuwe Tijd op derdejaarsniveau doen; toegankelijk voor andere belangstellenden • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege Ges: Hulpvak me/nt: Archiefkennis en paleografie 2 515204 drs. M. Bruggeman prof.dr. K. Goudriaan; drs. M. Bruggeman 5 28 (28 werkcollege) 5 Verder kennismaken met archiefbronnen; leren lezen, interpreteren en dateren van Nederlandstalige teksten uit de dertiende tot en met de zeventiende eeuw met een hoge moeilijkheidsgraad; verwerven van kennis m.b.t. (het vervaardigen van) een teksteditie; verder inzicht verwerven in het Nederlandse archiefwezen en toepassen van onderzoeksstrategieën in archieven. Wie zelfstandig historisch onderzoek wil verrichten, heeft voor de periode van de Middeleeuwen en de vroegmoderne tijd vaak te maken met archiefbronnen die zonder enige ervaring niet eenvoudig te lezen en te begrijpen zijn. Een belangrijk deel van het college wordt daarom besteed aan oefening in de paleografie. De uiteenlopende archiefbronnen die daarbij aan bod komen, vereisen behandeling van verschillende dateringssystemen (chronologie) en geven aanleiding om in te gaan op de vraag, hoe onderzoek in een archief zo efficiënt mogelijk kan worden verricht. Een zelfstandig te maken opdracht in een archief is onderdeel van het college. Dit college is een vervolg op het college Archiefkennis en paleografie 1. Op de daar behandelde zaken wordt in dit college dieper ingegaan en er worden paleografische teksten gelezen met een hogere moeilijkheidsgraad. • C.C. de Glopper-Zuijderland, In tijd gemeten. Inleiding tot de chronologie (Den Haag) 1999) • Te verstrekken oefenteksten Opdrachten paleografie, chronologie en archiefkennis; schriftelijk tentamen 3e jaars bachelorstudenten Geschiedenis; en andere belangstellenden • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU
Geschiedenis
onderwijs werkcollege voorkennisvak 515202: Ges: Hulpvak me/nt: Archiefkennis en paleografie 1 naam Ges: Hulpvak me/nt: Institutionele geschiedenis van de Middeleeuwen en de nieuwe tijd code 515118 coördinator drs. M. Bruggeman docenten drs. M. Bruggeman; prof.dr. K. Goudriaan studiepunten 5 contacturen 14 (14 hoorcollege) periode 4 doel Inzicht geven in maatschappelijke structuren (sociale, politieke, religieuze en administratieve); praktische kennis bijbrengen over functies en instellingen inhoud Voor veel historisch onderzoek zijn archieven belangrijke informatiebronnen. Archieven zijn ontstaan als gevolg van werkzaamheden van overheden, maar ook van rechterlijke, kerkelijke, sociale en culturele instellingen. Om goed de weg te vinden in archieven is het nuttig te weten hoe de overheden en de instellingen functioneerden. Daaraan wordt in dit college aandacht besteed. literatuur Literatuurlijst toetsing Tentamen entreevoorwaarden Middeleeuwse geschiedenis en geschiedenis van de nieuwe tijd op 1e jaars niveau doelgroep 3e jaars studenten Geschiedenis en andere belangstellenden opmerkingen • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs hoorcollege
toetsing doelgroep opmerkingen onderwijs
Ges: Hulpvak oriëntatie sociologisch - economisch denken 520203 dr. E.S.A. Bloemen 5 28 (28 college) 1 Kennismaking met de grote sociaal-economische denkers Naast handboek bestuderen van originele teksten van onder andere Smith, Schumpeter en Veblen Hoorcollege, werkcollege • R. Stokvis, Concentratie en Beschaving (Boom 1999) • Teksten Mondelinge presentatie en werkstuk 3e jaars studenten Geschiedenis Inschrijven verplicht via TISVU college
naam code docent studiepunten contacturen
Ges: Hulpvak voor historici: Oriëntatie in de internationale economie 520207 dr. E.S.A. Bloemen 5 14 (14 werkcollege)
naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud werkwijze literatuur
Examenonderdelen
131
periode 4 doel Inzicht in en kennis van de werking van de moderne economische wereldorde. inhoud De leer van de internationale economische betrekkingen in theorie en praktijk. literatuur Nader bekend te maken toetsing Tentamen entreevoorwaarden Eindexamen economie VWO of vergelijkbaar doelgroep 3e jaars studenten Geschiedenis opmerkingen Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs werkcollege naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel
inhoud
literatuur
toetsing
132
Ges: Oudheid en Middeleeuwen: Religie en macht 515011 dr. J.J. van Moolenbroek prof.dr. R.J. van der Spek; dr. S. Corbellini; drs. W.F.M. Henkelman; dr. J.J. van Moolenbroek; dr. A.L. Tervoort 5 24 (24 hoorcollege) 1 en 2 Het verschaffen van inzicht in de relaties tussen godsdienst en macht in historische samenlevingen alsmede de ethische en maatschappelijke implicaties hiervan. Vaak nam de politiek de godsdienstige (priesterlijke, profetische) macht in dienst, konden politieke machthebbers de uitwerking van godsdienst in de samenleving controleren en gebruikten ze religieuze symbolen als uitdrukking van machtsverhoudingen. Anderzijds waren er ook situaties waarin religieuze leiders ten opzichte van de politieke macht een grote zelfstandigheid konden ontplooien, of waarin religiositeit zo'n sterke greep op mensen had dat zij slechts met moeite in 'politiek verantwoorde' banen kon worden geleid. Een bijzonder aspect van aandacht is nog de relatie tussen godsdienst en oorlog. Het onderwerp speelt een centrale rol in de geschiedenis van Oudheid en Middeleeuwen; bestudering ervan draagt dus bij aan verdieping van de basiskennis omtrent deze tijdvakken. Een reeks van thema's zoals (onder voorbehoud): macht en religie in Mesopotamië en Iran, macht en mantiek in de Romeinse republiek, religieuze pluriformiteit als probleem in de Hellenistische koninkrijken en het Romeinse rijk, het christendom en het Romeinse rijk, de kerstening van het Frankische rijk, de islam, de investituurstrijd, de kruistochten, de wording van een vervolgende maatschappij, het Mongoolse rijk. Hoofdstukken uit: • L. de Blois en R.J. van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, Bussum, Coutinho, 2001 • I. Bejczy, Een kennismaking met de middeleeuwse wereld, Bussum, Coutinho, 2001 • Koen Goudriaan m.m.v. Jaap van Moolenbroek, Islam, Byzantium, OostEuropa (Reader) • Nader op te geven literatuur voor het essay (zie onder 'toetsing') Aanwezigheid bij de colleges (presentielijst) in periodes 1 en 2; een individueel essay, in te leveren voor een nader te bepalen datum (zie
Geschiedenis
studiehandleiding) in periode 3 doelgroep 1e jaars studenten Geschiedenis opmerkingen Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs hoorcollege naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen blackboard onderwijs naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen onderwijs voorkennisvak
Ges: Theorie van de geschiedenis 1 519202 prof.dr. C.F.G. Lorenz 5 28 (28 hoorcollege) 1 Kennis en inzicht in de theorie van de geschiedenis die de ontwikkeling van een eigen kritische houding mogelijk maakt. Inleiding op de wetenschapstheoretische problemen van de geschiedbeoefening. Ingegaan wordt op onderscheidingen als tekst en context, oorzaak en toeval, continuïteit en discontinuïteit, feit en interpretatie, verklaring en verhaal, individu en structuur, objectiviteit en subjectiviteit. Ch. Lorenz, De constructie van het verleden. Een inleiding in theorie van de geschiedenis, Meppel/Amsterdam 2002, herziene 6e druk Schriftelijk tentamen 2e jaars studenten Geschiedenis en andere belangstellenden • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU Ja hoorcollege Ges: Theorie van de geschiedenis 2 519204 prof.dr. C.F.G. Lorenz 10 28 (28 college) 1 en 2 Toepassing van kennis en inzicht in de theorie van de geschiedenis Het doel van dit programma is een overzicht te bieden van sociaalwetenschappelijk geïnspireerde benaderingswijzen in de geschiedwetenschap. Aan de hand van het werk van een aantal bekende historici, sociologen, antropologen en psychologen wordt onderzocht op welke wijzen theorieën en methoden uit de sociale wetenschappen worden toegepast in de geschiedbeoefening. Voor het programma moet een aantal inleidende hoorcolleges worden gevolgd, waarna een werkstuk wordt gemaakt. Deze worden vervolgens in een werkcollege besproken. Hoorcollege (inleiding) en werkcollege H. van der Loo/W. van Reijen, Paradoxen van modernisering. Een sociaalwetenschappelijke benadering, Bussum, 1997, 3e herziene druk Individueel werkstuk Masterstudenten Geschiedenis • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU college 519202: Ges: Theorie van de geschiedenis 1
Examenonderdelen
133
naam code docent studiepunten periode doel inhoud werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen onderwijs voorkennisvak naam code docent studiepunten periode doelgroep opmerkingen onderwijs
Ges: Theorie van de geschiedenis, verdiepingsdeel 1 519508 prof.dr. C.F.G. Lorenz 5 4 Verdieping van kennis en inzicht in de theorie van de geschiedenis In dit onderdeel kunnen studenten zich verdiepen in uiteenlopende thema's op het terrein van de theorie van de geschiedenis. Individueel programma In overleg met docent vast te stellen Tentamen of werkstuk 3e en 4e jaars studenten Geschiedenis, als onderdeel van de vrije ruimte Inschrijven verplicht via TISVU zelfstudie 519202: Ges: Theorie van de geschiedenis 1 Ges: Theorie van de geschiedenis, verdiepingsdeel 2 519509 prof.dr. C.F.G. Lorenz 5 5 3e en 4e jaars studenten Geschiedenis Informatie over de inhoud van dit vak is te verkrijgen bij de docent. zelfstudie
Minor 500504 10 4 en 5 • Onderdelen in te vullen, onder voorafgaande goedkeuring van de examencommissie, naar keuze van de student van 3x 10 stp, waarvan 10 stp gekozen mogen worden uit het aanbod van de opleiding, maar buiten de eigen specialisatie. • Een overzicht van het facultaire minoraanbod is te vinden in de paragraaf Facultair minoraanbod. De vakbeschrijvingen zijn te vinden op internet: http://www.studiegids.nl onderwijs college
naam code studiepunten periode opmerkingen
naam code studiepunten periode opmerkingen
134
Minor 500503 10 1 en 2 • Onderdelen in te vullen, onder voorafgaande goedkeuring van de examencommissie, naar keuze van de student van 3x 10 stp, waarvan 10 stp gekozen mogen worden uit het aanbod van de opleiding, maar buiten de eigen specialisatie. • Een overzicht van het facultaire minoraanbod is te vinden in de paragraaf Facultair minoraanbod. De vakbeschrijvingen zijn te vinden op internet: http://www.studiegids.vu.nl
Geschiedenis
onderwijs college
Examenonderdelen
135
11 naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud literatuur toetsing doelgroep opmerkingen onderwijs
Examenonderdelen Geschiedenis (Ma) Ges es: Historiografie 2 520403 dr. E.S.A. Bloemen 5 14 (14 werkcollege) 4 Verdieping historiografische kennis van de economische en sociale geschiedenis Historiografisch onderzoek mede in het licht van te schrijven scriptie Nader overeen te komen Werkstuk Masterstudenten en MPhil-studenten Geschiedenis Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege
naam Ges es: Scriptie (Ma) code 520651 docenten dr. S.W. Verstegen; dr. E.S.A. Bloemen; prof.dr. C.A. Davids; prof.dr. J.M.F. Fritschy studiepunten 20 naam Ges es: master hc: Global History, kernthema's en regionale vergelijkingen code 520601 coördinator prof.dr. C.A. Davids docenten prof.dr. C.A. Davids; prof.dr. H.A. Sutherland; prof.dr. J. Lucassen; dr. P.J.E.M. van Dam studiepunten 5 contacturen 28 (28 college) periode 2 doel In deze collegereeks wordt beoogd kennis en inzicht in Global History te verdiepen door recent onderzoek over kernthema's op het terrein vanuit een vergelijkend perspectief te bespreken. inhoud Global History is een snel ontwikkelend onderzoeksgebied binnen de geschiedschrijving. In deze reeks wordt voor studenten die al enigszins thuis zijn op het terrein van de westerse en niet-westers geschiedenis een up-todate overzicht van dit terrein geboden, waarbij een focus op vier kernthema's (vorming van identiteiten, organisatie en voorziening van arbeid, wisselwerking tussen mensen en natuurlijke omgeving en inrichting van het bestel van machtsverhoudingen) wordt gecombineerd met case-studies in enkele grote regio's in de wereld. werkwijze Hoor- en discussiecolleges, aan de hand van literatuur literatuur Wordt nog opgegeven toetsing Schriftelijk tentamen entreevoorwaarden Basiskennis van westerse en niet-westerse geschiedenis doelgroep Masterstudenten en MPhil-studenten Geschiedenis opmerkingen • Van masterstudenten wordt verwacht dat zij meer, en complexere,
136
Geschiedenis
literatuur lezen dan bachelorstudenten (520161). Bij deelname van tenminste één Engelstalige student zal dit college geheel in het Engels worden gegeven. • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs college •
doelgroep opmerkingen onderwijs
Ges es: master wc: Migratie en vestiging 520603 prof.dr. J. Lucassen 10 28 (28 werkcollege) 1 en 2 Het leren uitvoeren van historisch onderzoek aan de hand van literatuur en primaire bronnen naar de geschiedenis van migratie en vestiging aan de hand van concrete case-studies, en daarover mondeling en schriftelijk rapporteren. Het leren zelfstandig inkaderen in en een standpunt innemen in het historiografisch debat en het leveren van een originele bijdrage aan de kennis, gebuikmakend van relevante theorieën en methoden; hierbij worden ook archiefbronnen verwerkt. Migratievraagstukken beheersen de laatste jaren niet alleen het maatschappelijk debat in Nederland, maar ook in vele andere landen in Europa en daarbuiten.Om een duidelijk standpunt in te nemen in de vaak felle discussies is een historisch perspectief onontbeerlijk. Historici kunnen niet alleen de lange tradities in migratiestromen blootleggen, zij kunnen ook beter dan andere wetenschappers vestigingsprocessen analyseren aangezien deze per definitie meerdere generaties omvatten. In het college leren de studenten hoe historisch onderzoek te verrichten aan de hand van primaire bronnen. Vestigingsprocessen over meerdere generaties zullen centraal staan en een nadruk zal liggen op kwalitatief onderzoek. Werkcollege, met behulp van literatuur en primaire bronnen Aangeraden achtergrondliteratuur: Jan Lucassen en Rinus Penninx, Nieuwkomers, nakomelingen, Nederlanders. Immigranten in Nederland 1550-1993 (Amsterdam: Het Spinhuis, 1999, 235 pp; bij dezelfde uitgever ook in het Engels verkrijgbaar onder de titel Newcomers. Immigrants and their descendants in the Netherlands 1550-1995) Referaat en werkstuk; de beoordeling zal mede betrekking hebben op historiografische plaatsbepaling, originaliteit en gebruik van relevante theorieën en methoden Passieve kennis van het Nederlands is vereist (voor studenten die aan deze eis voldoen is de docent bereid om desgewenst zoveel mogelijk het gebruik van Engels toe te staan) Masterstudenten Geschiedenis en MPhil-studenten Geschiedenis Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege
naam code coördinator docenten studiepunten
Ges es: master wc: Natuur en vooruitgang 1500-2000 520602 dr. P.J.E.M. van Dam dr. P.J.E.M. van Dam; dr. S.W. Verstegen; prof.dr. J.J. Boersema 10
naam code docent studiepunten contacturen periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing entreevoorwaarden
Examenonderdelen
137
contacturen 28 (28 werkcollege) periode 4 en 5 doel Het leren uitvoeren van historisch onderzoek met literatuur en gedrukte bronnen naar ontwikkelingen in het denken over de natuur aan de hand van concrete case-studies en daarover mondeling en schriftelijk rapporteren, het leren zelfstandig inkaderen in en een standpunt innemen in het historiografisch debat en het leveren van een originele bijdrage aan de kennis, gebruikmakend van de nieuwste methoden en theorieën. Hiervoor worden archiefbronnen verwerkt. Studenten die wel een passieve maar geen actieve vaardigheid in het Nederlandse hebben, mogen voor hun referaat en werkstuk het Engels gebruiken. inhoud De moderne westerse mens kent de natuur vooral als een bedreigde en verdwijnende grootheid. Dat was vroeger anders. De natuur werd gezien als lelijk (ongeordend) gevaarlijk, nutteloos (economisch onrendabel) en uitgestrekt. Natuur diende plaats te maken voor cultuur. De zee werd getemd, woeste grond in cultuur gebracht, oerwoud gekapt en moeras drooggelegd. In dit college bestuderen we de ideologische omslag van 'beschaving is natuur ontginnen' naar 'beschaving is natuur behouden' en plaatsen die in de context van de langetermijn ontwikkeling van het denken over natuur, natuurbeheersing en maatschappelijke vooruitgang. Wanneer vond de omslag plaats en waarom? Wie hanteerde wanneer welke motieven ten aanzien van het beschaven of behouden van de natuur? We bestuderen de maatschappelijke discussies rond de grote inpolderingen in Nederland (Haarlemmermeer, Zuiderzee en Waddenzee) en trekken vergelijkingen met projecten elders in Europa en de Verenigde Staten. literatuur Syllabus toetsing Referaat en werkstuk entreevoorwaarden Kennis van oud schrift (paleografie) wordt sterk aangeraden. Passieve kennis van het Nederlands is verplicht. doelgroep Dit college kan dienen als één van de twee werkcolleges in de masteropleiding Geschiedenis, in het bijzonder in de masterspecialisatie Global History. opmerkingen Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs werkcollege
werkwijze literatuur toetsing doelgroep
Ges me: Historiografie 2 517403 dr. J.J. van Moolenbroek; dr. A.L. Tervoort 5 14 (14 hoorcollege) 4 Verwerven van kennis en inzicht in de geschiedschrijving van (en over) de Middeleeuwen. De ontwikkeling van de middeleeuwse geschiedschrijving wordt bestudeerd aan de hand van teksten van middeleeuwse geschiedschrijvers en moderne literatuur. Hoorcollege met werkopdrachten Nader op te geven Opdrachten, referaten, tentamen Masterstudenten met specialisatie Geschiedenis der Middeleeuwen en
138
Geschiedenis
naam code docenten studiepunten contacturen periode doel inhoud
belangstellenden opmerkingen Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs hoorcollege voorkennisvak 515402: Ges: Historiografie naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
Ges me: Middeleeuws Latijn (Ma) 517603 dr. J.J. van Moolenbroek 5 14 (14 college) 1 Vaardigheid in het lezen en interpreteren van middeleeuwse Latijnse teksten van (cultuur)historisch belang en ervaring in het omgaan met de hiervoor beschikbare hulpmiddelen. Een reeks van Latijnse teksten behorend tot diverse genres in opklimmende graad van moeilijkheid Wekelijkse vertaalopdrachten Wordt op college bekendgemaakt Wekelijkse opdrachten en slottekst Klassiek Latijn op het niveau van het eindexamen VWO of dat van de door GLTC gegeven basiscursus Masterstudenten Geschiedenis • Vindt slechts doorgang bij aanmelding van tenminste vier studenten • Inschrijven via TISVU
onderwijs college naam Ges me: Scriptie (Ma) code 517651 studiepunten 20 Ges me: master wc: De schoonheid van het gebed 517601 dr. J.J. van Moolenbroek; dr. S. Corbellini 10 28 (28 werkcollege) 1 en 2 Oefening in het verrichten van historisch onderzoek en in de schriftelijke en mondelinge verslaggeving van de bevindingen. inhoud Aan het einde van 2003 heeft de Universiteitsbibliotheek van de VU een zeldzaam en fraai uitgevoerd handschrift aangeschaft: een getijdenboek, geschreven op perkament, gemaakt rond 1470-1490 in het klooster Selwerd bij Groningen. Het handschrift bevat de teksten van de gebeden voor de vaste tijden van de dag (getijden), zoals de Mariagetijden, de zeven boetenpsalmen, de litanie van alle heiligen en het dodenofficie. Deze tijden werd uit het Latijn vertaald door Geert Grote (1340-1384), de grondlegger van de Moderne devotie. In dit college zal de bestudering van dit laatmiddeleeuwse handschrift, met aandacht voor de materiële en de tekstuele aspecten, centraal staan. Tevens zal de ontstaanscontext van het handschrift in dit college worden bestudeerd, o.a. de beslissende invloed van
naam code docenten studiepunten contacturen periode doel
Examenonderdelen
139
werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
onderwijs
de Moderne devotie op het religieuze leven in de late Middeleeuwen en het "vertaaloffensief" van Geert Grote en zijn kring. Ook worden, ter vergelijking, andere handschriften uit de zelfde regio (Groningen) in het onderzoek betrokken. Werkcollege met bronnen- en literatuuronderzoek, schriftelijke onderzoeksverslagen en referaat Bronnen in het Middelnederlands worden op college beschikbaar gesteld Werkstuk; individuele werkstukken, referaten, participatie 2e jaars programma Middeleeuwse geschiedenis of daarmee vergelijkbare training Masterstudenten Geschiedenis; van Masterstudenten wordt een hoge mate van zelfstandigheid verwacht, die in de beoordeling van het werkstuk een belangrijke rol zal spelen • Aanwezigheid is verplicht • Bij een groot aantal aanmeldingen, zal het werkcollege in twee parallellopende groepen worden aangeboden • Een digitale reproductie van het handschrift (CD-rom) zal ter beschikking worden gesteld van de deelnemers aan het werkcollege • Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege
Ges me: master wc: Geleerdheid in de laatmiddeleeuwse stad 517602 prof.dr. K. Goudriaan; dr. A.L. Tervoort 10 24 (24 werkcollege) 4 en 5 Oefening in het doen van historisch onderzoek en in de schriftelijke en mondelinge verslaglegging van de bevindingen inhoud Kenniseconomie is het toverwoord van de huidige tijd: geleerdheid wordt geacht een constructieve bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van een maatschappij. In de Middeleeuwen was dat niet anders. De laatmiddeleeuwse Nederlanden golden als een relatief hoogontwikkeld gebied, blijkens getuigenissen van buitenlandse geleerden als Lodovico Guicciardini. Middeleeuwse geleerdheid is in het verleden vanuit diverse takken van historisch onderzoek bestudeerd: ideeëngeschiedenis, institutionele geschiedenis, boek- en literatuurgeschiedenis. De laatste decennia is daar de aandacht voor de sociaal-economische aspecten van het middeleeuwse onderwijs bijgekomen. Al deze onderzoeksgebieden hebben het nodige bijgedragen aan een beter begrip van de rol die kennis/geleerdheid heeft gespeeld in de middeleeuwse samenleving. Maar wat heeft dit alles bij elkaar precies opgeleverd? Dit college wil het onderwerp 'middeleeuwse geleerdheid' en stukje verder brengen door de verschillende methoden en technieken met elkaar te combineren en ze toe te passen op lokaal en micro-niveau. Enkele Noordnederlandse steden (gedacht wordt aan Leiden en Amsterdam) zullen daarom als werkterrein worden gekozen voor case-studies die dienen om de geleerdheid in de middeleeuwse stad beter in kaart te brengen. Het ligt in de bedoeling te komen tot een nadere definiëring van het begrip 'geleerdheid' zoals dat gold voor de steden in Holland in de periode 1250-
naam code docenten studiepunten contacturen periode doel
140
Geschiedenis
werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen onderwijs
1575. Wie moeten wij als 'geleerden' beschouwen en zit er ontwikkeling in deze typering? Welke positie namen zij in de samenleving in? Welke bijdrage heeft geleerdheid geleverd aan de ontwikkeling van de stad? Naast een grondige bestudering van relevante literatuur van algemene en meer geografisch specifieke aard zal van studenten worden gevraagd aan de hand van een breed scala aan bronnen een werkstuk te schrijven. Van masterstudenten wordt verwacht dat zij met een grote mate van zelfstandigheid diepgravend bronnen- en archiefonderzoek zullen doen. Werkcollege met bronnen- en literatuuronderzoek, schriftelijke onderzoeksverslagen en referaat Literatuur wordt op college bekendgemaakt Individueel werkstuk, referaat 2e jaars programma Middeleeuwse geschiedenis of daarmee vergelijkbare training Masterstudenten en MPhil-studenten Geschiedenis; van masterstudenten wordt een hoge mate van zelfstandigheid verwacht, die in de beoordeling van het werkstuk een belangrijke rol zal spelen • Aanwezigheid is verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege
naam Ges nst: Historiografie van de nieuwste geschiedenis, grote discussies code 519401 docenten prof.dr. J.C. Kennedy; dr. H.J. Langeveld; dr. J.C.A.P. Ribberink; dr. D.G. Hondius; dr. M.G. Valenta; dr. H. Reitsma; prof.dr. C.F.G. Lorenz studiepunten 5 contacturen 14 (14 hoorcollege) periode 4 doel Het geven van inzicht betreffende de grote discussies over de contemporaine geschiedschrijving in de twintigste eeuw. Het uitnodigen daarin zelf positie te kiezen. inhoud De grote discussies over de geschiedenis van de twintigste eeuw, zodat inzicht ontstaat in de aspecten en benaderingen van de recente geschiedschrijving in Nederland en daarbuiten. werkwijze Een reeks van hoorcolleges te geven door de stafleden Nieuwste geschiedenis, afgesloten met een debat literatuur Wordt nader bekendgemaakt toetsing Schriftelijk tentamen doelgroep Masterstudenten en eventuele anderen die dit onderdeel van node hebben. opmerkingen • Omdat de collegestof een belangrijk onderdeel van de tentamenstof omvat, wordt van de studenten verwacht dat zij aanwezig zijn. • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs hoorcollege naam Ges nst: Scriptie (Ma) code 519651 studiepunten 20 naam Ges nst: master wc: Traditie en vooruitgang in de moderne tijd code 519604
Examenonderdelen
141
docent studiepunten contacturen periode doel
inhoud
literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen onderwijs
prof.dr. J.C. Kennedy 10 28 (28 seminar) 1 en 2 Inhoudelijk: Een dieper historisch besef over de ideologische contouren van het 'moderne' leven, van essentieel belang voor historici van de nieuwste tijd. Geeft breed gelegenheid voor geavanceerde studenten om klassieke teksten te lezen en te discussiëren; biedt studenten mogelijkheit om een synthese van eigen inzicht over het onderwerp te ontwikkelen. Meer dan twee eeuwen lang werden 'vooruitgang' en 'traditie' gezien als lijnrecht tegenover elkaar. En deze tegenstelling was geen gelijkwaardige tegenstelling: die krachten van de toekomst hadden overwicht op de krachten van het verleden. In de laatste twee decennia is deze tegenstelling tussen 'vernieuwing' en traditie in allerlei wetenschappelijke publicaties om verschillende redenen op losse schroeven gezet. Deze cursus, waarin het werk van een verscheidenheid aan historici en andere wetenschappers wordt gelezen, zal nagaan op welke wijze de contemporaine historici de begrippen moderniteit/vooruitgang en traditie het beste kunnen benaderen. Daarbij wordt aan verschillende thema's aandacht gegeven: technologie, religie (christendom en islam), politiek en esthetica. Het doel van deze cursus is om studenten een rijker begrip te geven van de ideologische veronderstellingen en principes van wetenschap en samenleving. Wordt nader bekendgemaakt Werkstuk Student moet al toegelaten zijn tot het masterprogramma aan de Vrije Universiteit (geldt niet voor studenten die dit volgen als 3e jaars werkcollege) Masterstudenten Geschiedenis en MPhil-studenten Geschiedenis Inschrijven verplicht via TISVU seminar
naam code docent studiepunten periode opmerkingen
Ges nt: Historiografie 2 518403 dr. J.H.M. de Waardt 5 4 • Informatie over de inhoud van dit vak is te verkrijgen bij de docent. • Inschrijven verplicht via TISVU
naam code docenten studiepunten
Ges nt: Scriptie (Ma) 518651 dr. J. van Eijnatten; prof.dr. W.T.M. Frijhoff 20
naam code docent studiepunten contacturen periode
Ges nt: master wc: Creatief met bronnen: Materiële cultuur 518602 drs. C.B.M. Thoen 10 28 (28 werkcollege) 1 en 2
142
Geschiedenis
doel Oefening in de omgang verschillende typen historische bronnen, en het mondeling en schriftelijk presenteren van bevindingen. inhoud Voor het beoefenen van cultuurgeschiedenis staan de historicus verschillende bronnen ter beschikking: schriftelijke, visuele en materiële. Bij schriftelijke bronnen valt niet alleen te denken aan archiefmateriaal, maar ook aan toneelstukken, correspondenties, en dagboeken. Visuele bronnen zijn bijvoorbeeld prenten en schilderijen, en bij materiele bronnen kan men denken aan materiële objecten uit het verleden. In dit college worden eerst de theoretische en methodologische implicaties van deze bronnen besproken, waarna de studenten een vraagstelling formuleren op basis waarvan zij onderzoek zullen doen naar een bepaald aspect van de vroegmoderne cultuur. Dit kan van alles zijn: van de symbolische rol van het gordijn in de zeventiende-eeuwse schilderkunst tot het materiele bezit van een Amsterdamse vioolbouwer. werkwijze Het college zal bestaan uit een aantal inleidende colleges over verschillende vormen en bronnen van cultuurgeschiedenis, waarbij ook de belangrijkste literatuur zal worden besproken. Daarnaast kiezen de deelnemers een eigen onderwerp, waarnaar zij zelfstandig onderzoek doen en op basis waarvan zij een referaat en een werkstuk zullen voorbereiden. Er staan bovendien excursies op het programma naar het Meertens Instituut en Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam ter voorbereiding van het onderzoek van de deelnemers. literatuur Tijdens het college zal de belangrijkste literatuur op dit gebied besproken worden, als ook verschillende (theoretische) artikelen. Dit zal gebeuren aan de hand van een literatuurlijst. Daarnaast zijn de deelnemers zelf verantwoordelijk voor het vinden van geschikte literatuur voor hun onderzoek. toetsing De deelnemers presenteren een referaat en schrijven een werkstuk op basis van eigen onderzoek. Er wordt hoge mate van zelfstandigheid verwacht bij het formuleren van de probleemstelling en het doen van onderzoek. De mate van zelfstandigheid zal in de beoordeling van het werkstuk dan ook een belangrijke rol spelen. entreevoorwaarden 2e jaars werkcollege Nieuwe tijd moet met een voldoende zijn afgesloten. Studenten van andere opleiding kunnen contact opnemen met de docent. doelgroep Masterstudenten Geschiedenis opmerkingen Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs werkcollege naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel inhoud
Ges nt: master wc: Medische geschiedenis 518601 dr. J.H.M. de Waardt dr. J.H.M. de Waardt; prof.dr. W.T.M. Frijhoff; prof.dr. E.S. Houwaart; prof.dr. J.C. Kennedy; dr. A. Pieters; Gastdocenten 10 112 (112 werkcollege) 4 Studenten een chronologisch-thematisch overzicht te bieden van de medische geschiedenis. Medische geschiedenis heeft niet alleen een eigen thematiek, maar ook een specifieke methodologie. Goed medisch-historisch onderzoek is op meer
Examenonderdelen
143
werkwijze
literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
blackboard onderwijs
gericht dan alleen een beschrijving van activiteiten van een bepaalde arts of van bepaalde gebeurtenissen. Een medisch historicus moet de ontwikkelingen die hij bestudeert ook in een maatschappelijke context kunnen plaatsen. Om dit te kunnen doen is overzichtskennis van de veranderingen binnen het medisch bedrijf een eerste vereiste. Deze module heeft een interdiscplinaire opzet waarbij aan de hand van een aantal thema's een chronologisch overzicht van de medische geschiedenis wordt gegeven. Verschillende docenten behandelen tijdens een serie colleges thema's uit de medische geschiedenis. Daaraan gekoppeld worden uiteenlopende opdrachten gegeven. Dit onderdeel wordt afgesloten met een individueel referaat waarvan het thema wordt gekozen in overleg met de contactpersoon. Wordt nader bekendgemaakt Het eindcijfer wordt vastgesteld op basis van het referaat en de overige bijdragen tijdens de colleges. Voor studenten Geschiedenis: een met succes afgeronde bacheloropleiding Geschiedenis. Studenten van andere opleidingen dienen aangaande eventuele toelating overleg te voeren met de contactpersoon. Masterstudenten Geschiedenis; studenten Geneeskunde, studenten Biomedische wetenschappen en andere belangstellenden • Meer informatie op htpp://www.med.vu.nl/org/afd/metamedica • Deze module vormt samen met het tutorial Medische geschiedenis (518605) dat in periode 5 wordt aangeboden het programma Medische geschiedenis • Zij wordt tevens aangeboden in het masterprogramma van de Faculteit der Aard-en levenswetenschappen en als interdisciplinair keuzevak bij de afdeling Metamedica van het VUmc. • Inschrijven verplicht via TISVU Ja werkcollege
Ges nt: master wc: Patiënten en genezers 518603 dr. J.H.M. de Waardt 10 28 (28 werkcollege) 4 en 5 Oefening in het omgaan met historische bronnen en in mondelinge en schriftelijke onderzoekspresentatie. inhoud Patiënten hebben lang een grote vrijheid gehad bij het uitkiezen van de personen door wie zij hun kwalen lieten behandelen. Weliswaar was het aan personen die niet over de juiste diploma's of andere kwalificaties beschikten, in principe verboden om een geneeskundige praktijk uit te oefenen. Maar in de praktijk konden patiënten als het ware 'winkelen' en nu eens deze, dan weer die genezer consulteren. Welke therapieën boden reguliere genezers, zoals doctores medicinae en chirurgijns, aan? Wat hadden irreguliere genezers zoals kwakzalvers, waarzeggers of rondtrekkende meesters aan behandeling te bieden? Welke overwegingen hadden patiënten om deze of juist gene genezer om raad te vragen? In de medische geschiedenis is het begrip 'medische markt' geïntroduceerd om het gevarieerde contact tussen patiënten en genezers te beschrijven. Een cultuurhistorische analyse van de
naam code docent studiepunten contacturen periode doel
144
Geschiedenis
werkwijze
literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen blackboard onderwijs
patronen van vraag en aanbod op deze markt laat niet alleen zien hoe mensen ziekte ervoeren, maar ook hoe zij in een groter verband de werkelijkheid zagen. Tijdens het college zal eerst aan de hand van bestaande literatuur nader kennis worden gemaakt met het medische marktmodel. Daarna zal relevant bronnenmateriaal worden doorgenomen. Na inleidende colleges zal elk van de deelnemers een referaat verzorgen op basis van literatuur. Relevante titels worden door de docent aangereikt. Ter afsluiting van het college zal elke deelnemer een werkstuk maken op basis van zelfstandig in archieven en bibliotheken verzameld bronnenmateriaal. Er wordt bij het verzamelen en analyseren van dit materiaal een grote mate van zelfstandigheid verwacht van de deelnemers. Wordt tijdens het college bekendgemaakt Referaat en werkstuk Bacheloropleiding Geschiedenis met een voldoende afgesloten Masterstudenten Geschiedenis; anderen, bijvoorbeeld studenten Medicijnen, met voldoende kennis van de vroegmoderne geschiedenis • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU Ja werkcollege
Ges nt: master wc: Religie in Nederland, 1500-1870 518604 dr. J. van Eijnatten; dr. F.A. van Lieburg 10 28 (28 werkcollege) 4 en 5 Kennis van en inzicht in de culturele, sociale en politieke aspecten van de geschiedenis van religie in de (noordelijke) Nederlanden tussen 1500 en 1870. inhoud Eén Nederlander een theoloog, twee Nederlanders een kerk, drie Nederlanders een kerkscheuring. Dit is één van de vele grapjes die aangeven dat Nederlanders 'iets' met religie hebben. Voor sommigen heeft dat 'iets' te maken met tolerantie, zedenprekerij of calvinistische benepenheid, voor anderen met God-Nederland-Oranje, zwarte kousen of ingewikkelde rituelen. Wat moet een historicus met al dat soort beelden en begrippen? Nodig is natuurlijk om de historische feiten goed te kennen, en tegelijk om het verleden in de juiste context te begrijpen. Dat is de dubbele doelstelling van dit bijzondere werkcollege, dat wordt aangeboden door ReLiC, het VUCentrum voor Nederlandse religiegeschiedenis. Inzet van diverse, met specifieke onderzoeken actieve assistenten-in-opleiding, garandeert een uitgebreid sprekersaanbod en een kennismaking met actueel, hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek. Na een algemene inleiding over de plaats, ontwikkeling en betekenis van godsdienst in de Nederlandse samenleving vanaf de zestiende tot in de negentiende eeuw, is er de gelegeneheid om zich aan de hand van concrete (archivalische dan wel gepubliceerde) bronnen te bekwamen als onderzoeker in de religieuze cultuurgeschiedenis. literatuur Wordt nader bekendgemaakt toetsing Referaten, kleinere opdrachten en werkstuk; van masterstudenten wordt een
naam code docenten studiepunten contacturen periode doel
Examenonderdelen
145
hoge mate van zelfstandigheid verwacht. In de eindbeoordeling van onder meer het werkstuk zal dit een belangrijke rol spelen. doelgroep Masterstudenten Geschiedenis, MPhil-studenten Geschiedenis opmerkingen Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs werkcollege naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel inhoud
werkwijze
literatuur toetsing entreevoorwaarden
doelgroep opmerkingen
146
Ges nt: tutorial: Medische geschiedenis 518605 dr. J.H.M. de Waardt dr. J.H.M. de Waardt; prof.dr. W.T.M. Frijhoff; prof.dr. E.S. Houwaart; prof.dr. J.C. Kennedy; dr. A. Pieters; Gastdocenten 10 56 (56 werkcollege) 5 Studenten een zodanige introductie in de medische geschiedenis bieden dat zij in staat zijn zelfstandig onderzoek te doen naar de historische ontwikkeling van de geneeskunde en gezondheidszorg. Medische geschiedenis heeft niet alleen een eigen thematiek, maar ook een specifieke methodologie. Goed medisch-historisch onderzoek is op meer gericht dan alleen een beschrijving van de activiteiten van een bepaalde arts of van bepaalde gebeurtenissen. Een medisch historicus moet de ontwikkelingen die hij bestudeert ook in een maatschappelijke context kunnen plaatsen. Om dit te kunnen doen is daarom naast overzichtskennis van de veranderingen binnen het medisch bedrijf ook de vaardigheid om zelfstandig onderzoek te kunnen doen noodzakelijk. Die kan worden verkregen door ervaring op te doen met relevante onderzoekstechnieken. Dit tutorial heeft een interdisciplinaire opzet en biedt een overzicht van de relevante onderzoekstechnieken. Tutorial. Door verschillende docenten wordt een scala aan onderzoekstechnieken toegelicht en gedemonstreerd. Dit onderdeel wordt afgesloten met het maken van een individueel werkstuk op basis van de kennis die is opgedaan tijdens de module Medische geschiedenis die in de voorgaande periode is aangeboden en de ervaring die is verkregen tijdens dit tutorial. Het thema van het werkstuk wordt gekozen in overleg met de contactpersoon. Wordt nader bekendgemaakt Het cijfer wordt vastgesteld op basis van het werkstuk en de overige bijdragen tijdens de colleges. Voor studenten Geschiedenis: een met succes afgeronde bacheloropleiding Geschiedenis en met succes afgeronde deelname aan de module Medische geschiedenis die in de voorgaande periode is aangeboden. Studenten van andere opleidingen dienen aangaande eventuele toelating overleg te voeren met de contactpersoon. Masterstudenten Geschiedenis; studenten Geneeskunde, studenten Gezondheidswetenschappen; en overige belangstellenden • Meer informatie op htpp://www.med.vu.nl/org/afd/metamedica • Dit tutorial vormt samen met het werkcollege Medische geschiedenis (518601) die in periode 4 wordt aangeboden het programma Medische geschiedenis • Het wordt tevens aangeboden in het masterprogramma van de Faculteit
Geschiedenis
• •
der Aard- en levenswetenschappen en als interdisciplinair keuzevak bij de afdeling Metamedica van het VUmc. Aanwezigheid verplicht Inschrijven verplicht via TISVU
blackboard Ja onderwijs werkcollege naam code docent studiepunten periode opmerkingen
Ges nw: Historiografie 2 521403 vacature 5 4 Informatie over de inhoud van dit vak is te verkrijgen bij de docent.
naam Ges nw: Scriptie (Ma) code 521651 studiepunten 20 naam code docent studiepunten contacturen periode doel
inhoud
literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep
Ges nw: master wc: Koloniale stijlen, 1850-1950 521602 dr. L.M. Douw 10 56 (56 college) 1 en 2 Net als voor de bachelorstudenten, die ook aan deze module kunnen deelnemen, staat het leren verrichten van onderzoek centraal, evenals het verslag doen daarvan en de gedachtewisseling erover met de andere deelnemers. Masterstudenten zullen echter meer dan de bachelorstudenten gebruik maken van primair bronnenmateriaal, en zij zullen hun onderzoek beter historiografisch moeten kunnen plaatsen, en op meer creatieve wijze met methoden en theorieën om moeten gaan. Het gaat er in dit college om de bestuursstijl van de verschillende koloniale mogendheden in de negentiende en twintigste eeuw met elkaar te vergelijken. Amerikanen, Japanners, Duitsers, maar natuurlijk ook Portugezen, Spanjaarden, Nederlanders en Engelsen hadden allen hun eigen manier om met hun koloniën om te gaan. Hun bestuursstijl was onder meer afhankelijk van hun voorafgaande koloniale ervaring, het ontwikkelingsstadium waarin hun eigen samenleving zich bevond, en het karakter van de koloniale samenlevingen zelf. Hoe gingen zij om met inheemse machthebbers en ondernemers? Hoe zelfzuchtig was hun beleid? Hoe werd de dekolonisatie voorbereid? En, meer gericht op het huidige politieke debat over de expansie van het westerse kapitalisme (de "globalisering", en de uitbreiding van de westerse invloedsfeer, maar ook die van Oost-Azië): Zijn we er al aan toe om de koloniale erfenis op een meer positieve manier te waarderen dan tot dusver gebruikelijk was? Reader, te bevragen bij de docent Schriftelijke referaten; eindessay Een bacheloropleiding Geschiedenis of vergelijkbare voorkennis Masterstudenten Geschiedenis en andere Sociale Wetenschappen met voldoende voorkennis van de moderne Aziatische geschiedenis (1850-heden)
Examenonderdelen
147
opmerkingen
•
•
Dit college staat ook open voor bachelorstudenten (521160); de eisen voor de masterstudenten zijn echter hoger, wat betreft de eisen aan opdrachten en eindessay, en de mate van zelfstandigheid die bij het onderzoek wordt vereist (zie ook boven, onder 'doel'). Inschrijven verplicht via TISVU
blackboard Ja onderwijs college
naam Ges nw: master wc: Verbeelde gemeenschappen: religie, ideologie en identiteit. De islam in Oost-Afrika code 521601 docent dr. F.D. Huijzendveld studiepunten 10 contacturen 56 (56 werkcollege) periode 4 en 5 doel Het doel van dit college is om studenten kennis en inzicht te laten verwerven over de invloed van de verschillende processen van culturele globalisering op de vorming van etnische identiteit en politieke cultuur in Afrika. inhoud Etnische identiteiten zijn producten van een continu historisch proces van creatie waarin oud en nieuw simultaan op elkaar inwerken. In 'pre-modern' Afrika speelden hierin door migratie, handel en oorlog gestimuleerde processen van culturele diffusie en wedijver een grote rol. In vele delen van Afrika speelde de islam een belangrijke rol in bovengenoemd proces. Bijna eenderde van de gehele bevolking van het Afrikaanse continent beschouwt zichzelf tegenwoordig moslim. Maar velen vullen deze identiteit op een eigen manier in. Vanaf het begin van de introductie van de islam in Afrika vond er een vorm van syncretisme plaats van islamitische, Arabische en oudere Afrikaanse religieuze en culturele uitingen, ideeën, rituelen, praktijken en geloofssystemen. Afhankelijk van tijd en plaats bepaalde deze processen de vorm van islam in de verschillende regio's. In dit college kijken wij naar de rol van de islam in Oost-Afrika. Hier vond vanaf de zevende eeuw geleidelijk een vorm van syncretisme plaats dat zich ontwikkelde tot wat wij nu de 'Swahili-cultuur' noemen. Vanaf ongeveer de tweede helft van de negentiende eeuw ging deze, in die tijd door Omani-arabieren gedomineerde kunstcultuur een grote rol spelen diep in het Oost-Afrikaanse binnenland. werkwijze Werkcollege. Van de masterstudenten wordt een hoge mate van zelfstandigheid verwacht bij de opzet en uitwerking van het werkstuk. Deze zelfstandige werkhouding zal een belangrijke rol spelen bij de uiteindelijke beoordeling. literatuur De masterstudenten stellen zelf een inlees literatuurlijst samen. toetsing Werkstuk entreevoorwaarden Bachelordiploma, met Niet-westerse geschiedenis of een vergelijkbare voorkennis van de Niet-westerse geschiedenis of de geschiedenis van Afrika doelgroep Masterstudenten Geschiedenis opmerkingen Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs werkcollege naam Ges ou: Antieke historiografie code 516136 148
Geschiedenis
docenten studiepunten contacturen periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen onderwijs voorkennisvakken naam code studiepunten doel inhoud werkwijze toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen
dr. J.J. Flinterman; prof.dr. R.J. van der Spek 5 28 (28 hoorcollege) 2 Het verwerven van overzichtskennis van de antieke historiografie en kennismaking met de problemen die zich voordoen bij de historische interpretatie van antieke historiografische teksten. Historiografische en verwante genres in het Oude Nabije Oosten en de Grieks- Romeinse wereld; antieke opvattingen over karakter en functie van de geschiedschrijving en over vraagstukken van geschiedbeoefening als (on)partijdigheid, brongebruik en causaliteit Hoorcollege en zelfstandig bestudering van een literatuurlijst Nader bekend te maken (ongeveer 500 blz.) Schriftelijk tentamen 2e jaars studenten Oudheidkunde met variant Algemeen of Assyriologie; 3e jaars studenten Oudheidkunde met variant Grieks; masterstudenten Geschiedenis met Oude geschiedenis als hoofdvak. Inschrijven verplicht via TISVU hoorcollege 516002: Ohk: Basiscursus oude geschiedenis 1 (voor oudheidkundigen) 516005: Ohk: Basiscursus oude geschiedenis 2 (voor oudheidkundigen) Ges ou: Scriptie (Ma) 516651 20 Het afleggen van een proeve van bekwaamheid in het zelfstandig uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Uitvoeren van onderzoek naar een gespecialiseerd, interdisciplinair onderwerp, uitmondend in een wetenschappelijk verslag. Individuele begeleiding Scriptie Afhankelijk van de gekozen specialisatie Masterstudenten Geschiedenis Zie verder scriptiehandleiding, m.n. het opleidingsspecifieke deel
Ges ou: master wc: Oude geschiedenis 3 516603 dr. J.J. Flinterman 10 28 (28 werkcollege) 4 en 5 Oefening in historisch onderzoek op het terrein van de oude geschiedenis. Van derdejaars studenten wordt enige mate van zelfstandigheid verwacht bij het formuleren van een probleemstelling en het verrichten van het onderzoek voor een werkstuk; voor masterstudenten gelden deze eisen in versterkte mate en zullen in de beoordeling van het eindresultaat ook een belangrijke wegingsfactor vormen. inhoud Apollonius van Tyana: een heidense heiland in context In de eerste eeuw van onze jaartelling trad in het Romeinse rijk een wijzewonderdoener uit Cappadocië op: Apollonius van Tyana. Omstreeks 220 na
naam code docent studiepunten contacturen periode doel
Examenonderdelen
149
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen onderwijs
Chr. schreef een Griekse auteur, Philostratus, een geromantiseerde biografie van deze Apollonius. Dit geschrift, het Leven van Apollonius, fungeert in dit werkcollege als centrale tekst van waaruit we de wereld waarin de hoofdpersoon opereerde en waarbinnen zijn (postume) reputatie zich had verbreid, gaan verkennen. Onze aandacht zal daarbij uitgaan naar drie onderwerpen: 1. De manier waarop tegen een charismaticus als Apollonius werd aangekeken. Klaarblijkelijk had hij een bijzondere relatie met het goddelijke en was hij voor het onderhouden daarvan niet afhankelijk van de reguliere culten. Hoe werden de bovennatuurlijke vermogens die hij, naar men vertelde, had gedemonstreerd, gewaardeerd? Hoe werd hij zelf beoordeeld? Deze en verwante vragen ontlenen hun betekenis mede aan debatten over de hypothese dat heidenen rond het begin van onze jaartelling een voorstelling van 'goddelijke mannen' (theoi andres) zou hebben gekend, en dat deze voorstelling van invloed zou zijn geweest op de beeldvorming van Jezus die we onder vroege christenen aantreffen. 2. Dat Apollonius voor contact met het goddelijke niet afhankelijk was van de reguliere culten, wil niet zeggen dat zulke culten geen rol spelen in het Leven van Apollonius. Een van de doelstellingen van dit college is het in kaart brengen van het cultische landschap zoals geschetst door de auteur. 3. De hoofdpersoon van het Leven van Apollonius is een reislustig type. Zo onderneemt hij in zijn jonge jaren een grote reis die hem via Mesopotamië en Iran naar India voert. Wat was de functie van deze reizen en, in samenhang daarmee, welk beeld wordt in het Leven van Apollonius van deze landen gegeven? En hoe past dit beeld in het kader van de Griekse etno- en geografische traditie? Nader op te geven. Binnenkort verschijnt in de Loeb Classical Library een editie van de Griekse tekst met een nieuwe engelse vertaling van het Leven van Apollonius, verzorgd door C.P. Jones. Aanwezigheid op de colleges, college-opdrachten en werkstuk Masterstudenten met Oude geschiedenis als specialisatie en masterstudenten GLTC Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege
Ges: Hulpvak master: Archiefkennis en paleografie 1 515603 drs. M. Bruggeman 5 28 (28 werkcollege) 1 Leren lezen en interpreteren van Nederlandstalige teksten uit de dertiende tot en met de zeventiende eeuw; kennis van dateringssystemen (chronologie); kennismaken met tekstedities; kennismaken met verschillende soorten archiefbronnen; inzicht verwerven in het Nederlandse archiefwezen en toepassen van onderzoeksstrategieën in archieven inhoud Wie zelfstandig historisch onderzoek wil verrichten, heeft voor de periode van de Middeleeuwen en de vroegmoderne tijd vaak te maken met archiefbronnen die zonder enige ervaring niet eenvoudig te lezen en te begrijpen zijn. Een belangrijk deel van het college wordt daarom besteed aan
naam code docent studiepunten contacturen periode doel
150
Geschiedenis
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen onderwijs naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel
inhoud
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen onderwijs voorkennisvak
oefening in de paleografie oftewel het lezen van oud schrift. De uiteenlopende archiefbronnen die daarbij aan bod komen, vereisen behandeling van verschillende dateringssystemen (chronologie) en geven aanleiding om in te gaan op de vraag, hoe onderzoek in een archief zo efficiënt mogelijk kan worden verricht. Een bezoek aan een archief is onderdeel van het college. • C.C. de Glopper-Zuijderland. In tijd gemeten. Inleiding tot de chronologie (Den Haag 1999) • Te verstrekken oefenteksten Opdrachten paleografie, chronologie en archiefkennis; schriftelijk tentamen Verplicht voor studenten die Middeleeuwen of Nieuwe tijd op masterniveau doen • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege Ges: Hulpvak master: Archiefkennis en paleografie 2 515604 drs. M. Bruggeman drs. M. Bruggeman; prof.dr. K. Goudriaan 5 28 (28 werkcollege) 5 Verder kennismaken met archiefbronnen; leren lezen, interpreteren en dateren van Nederlandstalige teksten uit de dertiende tot en met de zeventiende eeuw met een hoge moeilijkheidsgraad; verwerven van kennis m.b.t. (het vervaardigen van) een teksteditie; verder inzicht verwerven in het Nederlandse archiefwezen en toepassen van onderzoeksstrategieën in archieven. Wie zelfstandig historisch onderzoek wil verrichten, heeft voor de periode van de Middeleeuwen en de vroegmoderne tijd vaak te maken met archiefbronnen die zonder enige ervaring niet eenvoudig te lezen en te begrijpen zijn. Een belangrijk deel van het college wordt daarom besteed aan oefening in de paleografie. De uiteenlopende archiefbronnen die daarbij aan bod komen, vereisen behandeling van verschillende dateringssystemen (chronologie) en geven aanleiding om in te gaan op de vraag, hoe onderzoek in een archief zo efficiënt mogelijk kan worden verricht. Een zelfstandig te maken opdracht in een archief is onderdeel van het college. Dit college is een vervolg op het college Archiefkennis en paleografie 1. Op de daar behandelde zaken wordt in dit college dieper ingegaan en er worden paleografische teksten gelezen met een hogere moeilijkheidsgraad. • C.C. de Glopper-Zuijderland, In tijd gemeten. Inleiding tot de chronologie (Den Haag) 1999) • Te verstrekken oefenteksten Opdrachten paleografie, chronologie en archiefkennis; schriftelijk tentamen Masterstudenten Geschiedenis en MPhil-studenten Geschiedenis • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege 515203: Ges:hulpvak nt;Archk.&Paleo.2
Examenonderdelen
151
naam Ges: Hulpvak master: Institutionele geschiedenis van de Middeleeuwen en de nieuwe tijd code 515605 coördinator drs. M. Bruggeman docenten drs. M. Bruggeman; prof.dr. K. Goudriaan studiepunten 5 contacturen 14 (14 hoorcollege) periode 4 doel Inzicht geven in maatschappelijke structuren (sociale, politieke, religieuze en administratieve) inhoud Voor veel historisch onderzoek zijn archieven belangrijke informatiebronnen. Archieven zijn ontstaan als gevolg van werkzaamheden van overheden, maar ook van rechterlijke, kerkelijke, sociale en culturele instellingen. Om goed de weg te vinden in archieven is het nuttig te weten hoe de overheden en de instellingen functioneerden. Daaraan wordt in dit college aandacht besteed. literatuur Literatuurlijst toetsing Tentamen entreevoorwaarden Middeleeuwse geschiedenis en geschiedenis van de Nieuwe tijd op 1e jaars niveau doelgroep Masterstudenten Geschiedenis opmerkingen • Alleen voor diegenen die het gelijknamige bacheloronderdeel (515118) niet al in de bacheloropleiding hebben gevolgd. • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs hoorcollege naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen onderwijs
Ges: Hulpvak master: Oriëntatie in de internationale economie 520605 dr. E.S.A. Bloemen 5 14 (14 werkcollege) 4 Inzicht in en kennis van de werking van de moderne economische wereldorde. De leer van de internationale economische betrekkingen in theorie en praktijk. Nader bekend te maken Werkstuk met opdrachten op hoog abstractienivo Eindexamen Economie VWO of vergelijkbaar Masterstudenten Geschiedenis • Alleen voor diegenen die het gelijknamige bacheloronderdeel (520207) niet al in de bacheloropleiding hebben gevolgd. • Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege
naam Ges: Hulpvak master: Oriëntatie sociologisch - economisch denken code 520604 docent dr. E.S.A. Bloemen 152
Geschiedenis
studiepunten contacturen periode doel inhoud werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen onderwijs naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen onderwijs voorkennisvak
5 28 (28 college) 1 Kennismaking met de grote sociaal-economische denkers Naast handboek bestuderen van originele teksten van onder andere Smith, Schumpeter en Veblen Hoorcollege, werkcollege • R. Stokvis, Concentratie en Beschaving (Boom 1999) • Teksten Mondelinge presentatie en werkstuk Masterstudenten Geschiedenis • Alleen voor diegenen die het gelijknamige bacheloronderdeel (520203) niet al in de bacheloropleiding hebben gevolgd. • Inschrijven verplicht via TISVU college Ges: Theorie van de geschiedenis 2 519204 prof.dr. C.F.G. Lorenz 10 28 (28 college) 1 en 2 Toepassing van kennis en inzicht in de theorie van de geschiedenis Het doel van dit programma is een overzicht te bieden van sociaalwetenschappelijk geïnspireerde benaderingswijzen in de geschiedwetenschap. Aan de hand van het werk van een aantal bekende historici, sociologen, antropologen en psychologen wordt onderzocht op welke wijzen theorieën en methoden uit de sociale wetenschappen worden toegepast in de geschiedbeoefening. Voor het programma moet een aantal inleidende hoorcolleges worden gevolgd, waarna een werkstuk wordt gemaakt. Deze worden vervolgens in een werkcollege besproken. Hoorcollege (inleiding) en werkcollege H. van der Loo/W. van Reijen, Paradoxen van modernisering. Een sociaalwetenschappelijke benadering, Bussum, 1997, 3e herziene druk Individueel werkstuk Masterstudenten Geschiedenis • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU college 519202: Ges: Theorie van de geschiedenis 1
Keuze 500506 5 De keuze (totaal 5 stp) kan gemaakt worden uit het aanbod van verschillende opleidingen bij verschillende universiteiten. onderwijs college
naam code studiepunten opmerkingen
naam Religion and Politics in the United States code 519601
Examenonderdelen
153
docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
onderwijs
dr. M.G. Valenta 10 28 (28 werkcollege) 4 en 5 Het verder ontwikkelen van bekwaamheden op het gebied van zowel kritische analyse en zelfstandig onderzoek als het mondeling discussiëren en schriftelijk rapporteren daarover. Amerika is tegelijkertijd een van de meest moderne en een van de meest religieuze landen in het Westen: "een land met de ziel van een kerk," zoals G. K. Chesterton het ooit omschreef. Het is op dit moment bovendien het machtigste land ter wereld. Welke invloed hebben religie en geloof gehad op de ontwikkeling van de Amerikaanse politiek? En andersom: welke invloed hebben de vorm en inhoud van de Amerikaanse politiek gehad op de religieuze ontwikkeling van het land? En wat zegt dit in meer algemene zin over de relatie tussen religie en democratie? Deze kernvragen worden nader bekeken aan de hand van de volgende materie: de definitieve Amerikaanse verovering van het Westen op de daar gevestigde Indianenstammen na de Burgeroorlog; de grote industrialisatie-, immigratie- en interne migratiegolven; de opkomst van Amerika als wereldmacht; de nieuwe politieke en religieuze bewegingen van na de Tweede Wereldoorlog; de daaropvolgende "culture wars"; en, meest recentelijk, de Amerikaanse reacties op de aanvallen van 11 september. Werkcollege; videoshows Wordt nader bekendgemaakt Presentatie; werkstuk; mondeling referaat en schriftelijk werkstuk Masterstudenten Geschiedenis • Dit college wordt in het Engels gegeven; werkstukken kunnen zowel in het Nederlands als in het Engels geschreven worden • Aanwezigheid is verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU werkcollege
subject code lecturer credits contact period blackboard aim content
Toleration in History. Ideas and Action (Ma) 519603 dr. D.G. Hondius 10 28 hours (28 seminar) 4 and 5 Yes Expanding historical knowledge insight. The idea, the ideal, and the practical realities of toleration are subject of this course. We will look at developments from the Protestant Reformation, through European expansion, colonialism, Enlightenment, until twentieth century genocides and present multicultural societies, focusing mostly on Europe and the US. How, when and why does the idea of tolerance develop? What are functions and bases of tolerance? What are limits of tolerance? We will look at political, economic, military, religious dimensions, as well as dimensions of race, ethnicity and gender. Plurality, equality and justice are related concepts. Next to the historical developments we will discuss sociological concepts such as maximum and minimum varieties of tolerance,
154
Geschiedenis
form of tuition literature
mode of assessment
target audience remarks class
tolerance scales and social distance. But also the practical realities of individual and collective behaviour, and the idea of toleration as an ideal, a virtue, and an aspect of daily human interaction. Our main focus is a quest for insight in turning points in history: where, when, how and why may tolerance change into intolerance, and under what conditions may intolerance change into tolerance? A variety of primary sources, secondary texts on past and ongoing debates, as well as current developments will be discussed • Michael Walzer On Toleration (Yale University Press, New Haven, 1997, or later editions, ISBN 0 300 07600 2) • Reader • Additional literature will be assigned during the course Participants are expected to attend 14 weekly meetings including several excursions, to read the announced literature, and to hand in several assignments during the course (to be announced ). Students prepare and present one of the meetings and excursions together with several other students; find extra literature and other materials such as video, audio, in accordance with teacher. Master's students keep a personal log-book, and their assignments result in a personal portfolio that will be discussed individually at the end of the course. Master's students History, MPhil students History and others • Depending on enrollment of non-Dutch speakers, this course will be taught in English • Registration via TISVU obligatory seminar
Examenonderdelen
155
156
Geschiedenis
12 naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel
inhoud
werkwijze literatuur entreevoorwaarden doelgroep opmerkingen blackboard onderwijs
Examenonderdelen Geschiedenis (MPhil) Ges wc: Seminar onderzoeksopzet 515601 prof.dr. C.A. Davids prof.dr. C.A. Davids; prof.dr. J.C. Kennedy 10 14 (14 werkcollege) 4 en 5 Aanleren van inzichten en vaardigheden om onderzoeksontwerpen en vormen van onderzoeksaanpak te analyseren en evalueren; aanleren van vaardigheden om zelf een onderzoeksvoorstel op NWO-niveau te schrijven, waarbij theoretische begrippen en inzichten worden gecombineerd met empirisch materiaal, en dit voorstel tegenover vakgenoten mondeling toe te lichten en te verdedigen en zonodig bij te stellen. In het eerste gedeelte van dit seminar worden in onderlinge discussies, aan de hand van literatuurstudie en papers, onderzoeksontwerpen en vormen van onderzoeksaanpak geanalysereerd en geëvalueerd. In het tweede gedeelte worden de verworven inzichten en vaardigheden toegepast bij het ontwerpen van een opzet voor een eigen onderzoek en het verdedigen hiervan voor een kritisch prubliek van vakgenoten. Werkcollege, met presentaties van referaten, bespreking van papers en studie van literatuur Wordt nog opgegeven Uitsluitend toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot de onderzoeksmaster MPhil-studenten Geschiedenis en Architectuurgeschiedenis Inschrijven verplicht via TISVU Ja werkcollege
Ges: Theorie van de geschiedenis 2 519204 prof.dr. C.F.G. Lorenz 10 28 (28 college) 1 en 2 Toepassing van kennis en inzicht in de theorie van de geschiedenis Het doel van dit programma is een overzicht te bieden van sociaalwetenschappelijk geïnspireerde benaderingswijzen in de geschiedwetenschap. Aan de hand van het werk van een aantal bekende historici, sociologen, antropologen en psychologen wordt onderzocht op welke wijzen theorieën en methoden uit de sociale wetenschappen worden toegepast in de geschiedbeoefening. Voor het programma moet een aantal inleidende hoorcolleges worden gevolgd, waarna een werkstuk wordt gemaakt. Deze worden vervolgens in een werkcollege besproken. werkwijze Hoorcollege (inleiding) en werkcollege literatuur H. van der Loo/W. van Reijen, Paradoxen van modernisering. Een sociaalwetenschappelijke benadering, Bussum, 1997, 3e herziene druk
naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
Examenonderdelen
157
toetsing Individueel werkstuk doelgroep Masterstudenten Geschiedenis opmerkingen • Aanwezigheid verplicht • Inschrijven verplicht via TISVU onderwijs college voorkennisvak 519202: Ges: Theorie van de geschiedenis 1
158
Geschiedenis
13
13.1
Adressenlijst Geschiedenis Adressen medewerkers geschiedenis dr. J.G. Aarts Kamer: 08A-21; toestel: 46369; email:
[email protected] Privé: Eburonenpoort 6, 3991 JW Houten; tel. (030) 637 60 52 dr. H. Aertsen Kamer: 09A-24; toestel: 46447; email:
[email protected] Privé: Duinweg 7, 1272 AE Huizen; tel. (035) 526 90 27 dr. P.B.M. van den Akker Kamer: 08A-30; toestel: 46377; email:
[email protected] Privé: Stadhouderslaan 65, 3583 JD Utrecht; tel. (030) 254 19 96 drs. E. Akkerman Kamer: 10A-24; toestel: 46428; email:
[email protected] Privé: Debussystraat 90, 1817 GM Alkmaar; tel. (072) 515 72 03 mevr. dr. J.H.C. Bel Kamer: 09A-33; toestel: 46442; email:
[email protected] Privé: Witte Singel 90, 2311 BR Leiden; tel. (071) 514 26 14 mevr. dr. Y.L. Bleyerveld Kamer: 08A-19; toestel: 46366; email:
[email protected] Privé: Duivestein 17, 2641 LG Pijnacker; tel. (015) 369 74 28 dr. E.S.A. Bloemen Kamer: 12A-29; toestel: 46523; email:
[email protected] Privé: 1e Helmersstraat 127/huis, 1054 DN Amsterdam; tel. (020) 616 90 49 dr. J.E. Bosma Kamer: 08A-24; toestel: 46372; email:
[email protected] Privé: St. Jorisstraat 60, 3811 DD Amersfoort; tel. (033) 461 59 19 dr. G.J. Boter Kamer: 11A-34; toestel: 46465; email:
[email protected] Privé: 3e Goudsbloemdwarsstraat 8, 1015 KA Amsterdam; tel. (020) 624 88 84 drs. F.J.H. de Bree Kamer: 09A-32; toestel: 46443; email:
[email protected] Privé: Koedijklaan 7, 1406 KW Bussum; tel. (035) 693 22 97 mevr. drs. M. Bruggeman Kamer: 12A-34; toestel: 46381; email:
[email protected] Privé: Nicolaïstraat 22, 2517 TB Den Haag; tel. (070) 346 28 47
Examenonderdelen
159
drs. R.J. de Bruin Kamer: 12A-32; toestel: 46384; email:
[email protected] Privé: Joh. Vermeerstraat 41, 1071 DL Amsterdam; tel. (020) 471 12 22 mevr. dr. S. Corbellini Kamer: 12A-16; toestel: 46348; email:
[email protected] Privé: Ottoburgstraat 76, 2282 EK Rijswijk; tel. (070) 390 34 77 dr. H.J. van Dam Kamer: 11A-29; toestel: 46463; email:
[email protected] Privé: Kerkstraat 4, 1452 PR Ilpendam; tel. (020) 436 05 12 mevr. dr. P.J.E.M van Dam Kamer: 12A-24; toestel: 46434; email:
[email protected] Privé: Satijnvlinder 8, 2317 KJ Leiden; tel. (071) 522 44 21 prof. dr. C.A. Davids Kamer: 12A-30; toestel: 46354; email:
[email protected] Privé: Frederik van Eedenplein 26, 2106 EE Heemstede; tel. (023) 528 41 47 dr. A.M.J. Derks Kamer: 08A-36; toestel: 46438; email:
[email protected] Privé: Paramaribostraat 42/2, 1058 VL Amsterdam; tel. (020) 614 03 13 dr. L.M. Douw Kamer: 12A-27; toestel: 46378; email:
[email protected] Privé: Deurloostraat 99/1, 1078 HW Amsterdam; tel. (020) 676 97 47 dr. J. van Eijnatten Kamer: 12A-33; toestel: 46408; email:
[email protected] Privé: Cornelis Vlotstraat 23, 1318 AE Almere; tel. (036) 537 48 85 drs. J. Exalto Kamer: 12A-37; toestel: 46380; email:
[email protected] Privé: Ambachtstraat 3/bis, 3512 ER Utrecht; tel. (030) 238 18 02 dr. J.J. Flinterman Kamer: 12A-36; toestel: 46490; email:
[email protected] Privé: Baron G.A. Tindalstraat 138, 1019 TX Amsterdam; tel. (020) 419 10 49 prof. dr. W.Th.M. Frijhoff Kamer: 12A-31; toestel: 46406; email:
[email protected] Privé: Jan van Ghestellaan 25, 3054 CE Rotterdam; tel. (010) 422 05 40 mevr. prof. dr. J.M.F. Fritschy Kamer: 12A-28; toestel: 46355; email:
[email protected] Privé: Boomstede 343, 3608 BA Maarssenbroek; tel. (0346) 56 82 84 prof. dr. K. Goudriaan Kamer: 12A-38; toestel: 46577; email:
[email protected] 160
Adressenlijst Geschiedenis
Privé: Handweg 103, 1185 TV Amstelveen; tel. (020) 696 38 31 drs. W.F.M. Henkelman Kamer: 12A-36; toestel: 46490; email:
[email protected] Privé: Vierlinghlaan 178, 2332 CZ Leiden; tel. mevr. drs. M.A.L.E. Hermans Kamer: 08A-33; toestel: 46534; email:
[email protected] Privé: Eisingahof 36, 5025 DN Tilburg; tel. (013) 577 12 72 dr. M.H. Hietbrink Kamer: 12e biblio; toestel: 45217; email:
[email protected] Privé: De Lairessestraat 72/2, 1071 PG Amsterdam; tel. (020) 662 74 54 prof. dr. L.H. Hoek Kamer: 11A-21; toestel: 46456; email:
[email protected] Privé: Willem Klooslaan 6, 1422 JX Uithoorn; tel. (0297) 56 33 59 mevr. dr. D.G. Hondius Kamer: 12A-32; toestel: 46384 Privé: Anjeliersstraat 26, 1015 NH Amsterdam; tel. (020) 623 87 65 dr. F.D. Huijzendveld Kamer: 12A-27; toestel: 46378; email:
[email protected] Privé: H.M. Kraaijvangerstraat 45, 1064 DA Amsterdam; tel. (020) 611 62 64 mevr. prof. dr. E. Jansen Kamer: 09A-33; toestel: 46442; email:
[email protected] Privé: Weteringschans 61/2, 1017 RW Amsterdam; tel. (020) 423 13 24 drs. J. de Jong Kamer: 12A-37; toestel: 46380; email:
[email protected] Privé: Julianaweg 402, 3523 XM Utrecht; tel. (030) 287 08 67 drs. H.G.J. Kaal Kamer: 12A-35 ?; toestel: ; email:
[email protected] Privé: Czaar Peterstraat 137/2, 1018 PH Amsterdam; tel. (020) 320 43 66 prof. dr. J.C. Kennedy Kamer: 12A-18; toestel: 46397; email:
[email protected] Privé: Ruysdaelstraat 3, 3817 PL Amersfoort; tel. (033) 461 16 52 drs. A.M. Kolle Kamer: 12A-34; toestel: 46381; email:
[email protected] Privé: Oostervantstraat 50, 3021 PX Rotterdam; tel. (010) 477 48 53 mevr. drs. I.B.S. van Koningsbruggen Kamer: 08A-22; toestel: 46370; email:
[email protected] Privé: Bergweg 20, 1217 SC Hilversum; tel. (035) 621 99 10
Examenonderdelen
161
dr. D. Kooiman Kamer: T-534; toestel: 46707; email:
[email protected] Privé: Orchideeënlaan 7, 2106 BH Heemstede; tel. (023) 528 12 14 prof. dr. E. Kooiman Kamer: 11A-26; toestel: 46460; email:
[email protected] Privé: Watergraafsmeerstraat 12, 2131DC Hoofddorp; tel. (023) 561 30 80 prof. dr. J.M. Koppenol Kamer: 09A-30; toestel: 46467; email:
[email protected] Privé: Rotiusstraat 93, 1624 GA Hoorn; tel. (0229) 26 66 21 drs. K. Lang Kamer: 08A-31; toestel: 46584; email:
[email protected] Privé: Ridderschapstraat 8 bis, 3512 CP Utrecht; tel. (030) 231 06 33 dr. H.J. Langeveld Kamer: 12A-26; toestel: 46356; email:
[email protected] Privé: Wezellaan 14, 1216 CZ Hilversum; tel. (035) 623 16 69 dr. F.A. van Lieburg Kamer: 12A-37; toestel: 46380; email:
[email protected] Privé: Regenboogstraat 12, 3328 HW Dordrecht; tel. (078) 654 06 42 prof. dr. C.F.G. Lorenz Kamer: 12A-26; toestel: 46356; email:
[email protected] Privé: Rooseveltlaan 35/1, 1079 AC Amsterdam; tel. (020) 694 74 66 prof. dr. J. Lucassen Kamer: 12A-30; toestel: 46354; email:
[email protected] Privé: Voorwillenseweg 135, 2806 ZG Gouda; tel. (0182) 52 64 63 prof. dr. R.J. Lyall Kamer: 09A-28; toestel: 46433; email:
[email protected] Privé: Kringloop 321, 1186 HB Amstelveen; tel. (06) 25 04 59 95 dr. J.J. van Moolenbroek Kamer: 12A-40; toestel: 46383; email:
[email protected] Privé: Wijhendaalseweg 5, 8131 DJ Wijhe; tel. (0570) 52 24 09 dr. O. Praamstra Kamer: 09A-33; toestel: 46442; email:
[email protected] Privé: Van Borsselenkade 44, 1181 AZ Amstelveen; tel. (020) 643 51 16 dr. H. Reitsma Kamer: 12A-35; toestel: 46385; email:
[email protected] Privé: Leliegracht 60/2, 1015 DJ Amsterdam; tel. (020) 624 83 43 mevr. dr. A. Ribberink Kamer: 12A-32; toestel: 46384; email:
[email protected] 162
Adressenlijst Geschiedenis
Privé: Narcisstraat 26, 2252 XE Voorschoten; tel. (071) 561 92 54 mevr. drs. M. Schaap Kamer: 12A-38; toestel: 46382; email:
[email protected] Privé: De Wittenkade 53/3, 1052 AD Amsterdam; tel. (020) 684 48 88 dr. F.H. Schmidt Kamer: 08A-24; toestel: 46372; email:
[email protected] Privé: Oostelijk Halfrond 24, 1183 GA Amstelveen; tel. (020) 643 83 51 prof. dr. D.H. Schram Kamer: 08A-35; toestel: 46488; email:
[email protected] Privé: Leerdamhof 252, 1108 BX Amsterdam; tel. (020) 697 63 90 prof. dr. R.J. van der Spek Kamer: 12A-36; toestel: 46490; email:
[email protected] Privé: Baan 45, 2012 DC Haarlem; tel. (023) 532 47 10 dr. J.J. van Stralen Kamer: 08A-35; toestel: 46527; email:
[email protected] Privé: Zoutkeetsgracht 34, 1013 LC Amsterdam; tel. (020) 428 87 81 dr. A. van Strien Kamer: 09A-30; toestel: 46467; email:
[email protected] Privé: Kwikstaarthoek 6, 2317 WV Leiden; tel. (071) 521 77 95 drs. B.F. Stuyvenberg Kamer: 10A-24; toestel: 46428; email:
[email protected] Privé: Hunzestraat 42, 3522 EB Utrecht; tel. (030) 210 01 93 mevr. prof. dr. H.J. Sutherland Kamer: U52-0; toestel: 46707; email:
[email protected] Privé: Prinsengracht 644, 1017 KV Amsterdam; tel. (020) 625 19 68 drs. F. Suurenbroek Kamer: 12A-29; toestel: 46523; email:
[email protected] Privé: Leimuidenstraat 29/2, 1059 EE Amsterdam; tel. (020) 614 26 24 dr. A.L. Tervoort Kamer: 12A-16; toestel: 46525; email:
[email protected] Privé: Galileiplantsoen 8, 1098 NA Amsterdam; tel. (020) 693 00 20 mevr. dr. C.B.M. Thoen Kamer: 12A-33; toestel: 46408; email:
[email protected] Privé: Vierambachtstraat 137a, 3022 AL Rotterdam; tel. (010) 478 16 12 mevr. dr. M.J.E. van Tooren Kamer: 11A-28; toestel: 46491; email:
[email protected] Privé: Jupiter 66, 1188 EH Amstelveen; tel. (020) 643 50 24
Examenonderdelen
163
mevr. dr. D.M.F. Torck Kamer: 11A-15; toestel: 46450; email:
[email protected] Privé: Entrepotbrug 81, 1019 JE Amsterdam; tel. (020) 665 49 56 dr. M.G. Valenta Kamer: 12A-18; toestel: 46588 Privé: Oudezijds Voorburgwal 230-A1, 1012 GJ Amsterdam; tel. (020) 427 27 21 mevr. prof. dr. I.M. Veldman Kamer: 08A-19; toestel: 46366; email:
[email protected] Privé: Valeriusstraat 256, 1075 GM Amsterdam; tel. (020) 676 66 37 dr. S.W. Verstegen Kamer: 12A-28; toestel: 46355; email:
[email protected] Privé: Beatrixlaan 35, 3554 JH Utrecht; tel. (030) 24 41 867 mevr. dr. N.M. Vos Kamer: 11A-29; toestel: ; email:
[email protected] Privé: Mulderstraat 6, 3581 GR Utrecht; tel. 030-231 52 06 dr. J.H.M. de Waardt Kamer: 12A-34; toestel: 46381; email:
[email protected] Privé: Buitenlust 72, 1111 JL Diemen; tel. (020) 690 76 04 prof. dr. D.G. Yntema Kamer: 08A-28; toestel: 46375; email:
[email protected] Privé: Van Breestraat 122 hs, 1071 ZV Amsterdam; tel. (020) 664 23 99 drs. S. Zeischka Kamer: 12A-24; toestel: 46434; email:
[email protected] Privé: Lindestraat 13, B 9080 Lochristi (België); tel. 0032 9 355 98 64 dr. R.M.Th. Zemel Kamer: 09A-32; toestel: 46443; email:
[email protected] Privé: Beukenplein 67, 1092 BB Amsterdam; tel. (020) 693 45 49
164
Adressenlijst Geschiedenis
14
14.1
Literatuur Geschiedenis (Ba) 5150013: Ges: Academische vaardigheden C, mondeling presenteren Werkboek 5150014: Ges: Academische vaardigheden D, schriftelijk presenteren Werkboek 515011: Ges: Oudheid en Middeleeuwen: Religie en macht Hoofdstukken uit: • L. de Blois en R.J. van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, Bussum, Coutinho, 2001 • I. Bejczy, Een kennismaking met de middeleeuwse wereld, Bussum, Coutinho, 2001 • Koen Goudriaan m.m.v. Jaap van Moolenbroek, Islam, Byzantium, Oost-Europa (Reader) • Nader op te geven literatuur voor het essay (zie onder 'toetsing') 515108: Ges: Diachronisch thema: Revoluties Algemeen gedeelte reader; bijzonder gedeelte wordt door verschillende deelnemende leerstoelgebieden bekendgemaakt 515118: Ges: Hulpvak me/nt: Institutionele geschiedenis van de Middeleeuwen en de nieuwe tijd Literatuurlijst 515202: Ges: Hulpvak me/nt: Archiefkennis en paleografie 1 • C.C. de Glopper-Zuijderland. In tijd gemeten. Inleiding tot de chronologie (Den Haag 1999) • Te verstrekken oefenteksten 515204: Ges: Hulpvak me/nt: Archiefkennis en paleografie 2 • C.C. de Glopper-Zuijderland, In tijd gemeten. Inleiding tot de chronologie (Den Haag) 1999) • Te verstrekken oefenteksten 515402: Ges: Historiografie G.G. Iggers, Historiography in the twentieth Century. From scientific objectivity to the postmodern challenge (Hannover/London 1997; dit is een herziene vertaling van de Duitse versie van 1993) 516001: Ges ou: 1e j.: Basiscursus oude geschiedenis voor archeologen en historici L. de Bois, R.J. van der Spek, Een kennismaking met de Oude wereld, 6e druk, Muiderberg, Coutinho, 2001 • J.J. Flinterman & R.J. van der Spek (red.), Reader Oude geschiedenis 2004 (een bundeling van gedeelten uit moderne wetenschappelijke literatuur en vertaalde antieke bronnen, met bijbehorend werkboek) •
516131: Ges ou: 3e j. wc: Oude geschiedenis 3 Nader op te geven. Binnenkort verschijnt in de Loeb Clasical Library een editie van de Griekse tekst met een nieuwe Engelse vertaling van het Leven van Apollonius, verzorgd door C.P. Jones. Examenonderdelen
165
516136: Ges ou: Antieke historiografie Nader bekend te maken (ongeveer 500 blz.) 516201: Ges ou: 2e j. hc: Hellenisme van Alexander de Grote tot Severus Alexander Nader op te geven: ongeveer 700 blz. 516202: Ges ou: 2e j. wc: Oude geschiedenis 2 Nader op te geven 516206: Ges ou: Literatuurlijst Oude Geschiedenis B In overleg te bepalen 517003: Ges me: 1e j.: Middeleeuwse Geschiedenis, begeleiding handboek en tekstencollege • István Bejczy, Een kennismaking met de middeleeuwse wereld (Bussum 2001) • Koen Goudriaan m.m.v. Jaap van Moolenbroek, Islam, Byzantium, Oost-Europa (Reader) • Reader en individueel opgegeven literatuur 517108: Ges me: 2e j. hc: De Nederlanden in de late Middeleeuwen • D.E.H. de Boer en W.A.M. Hessing, Nederlands verleden in vogelvlucht I: De middeleeuwen 300 tot 1500, Leiden en Antwerpen, Martinus Nijhoff, 1992 • Daarnaast enige nader op te geven literatuur 517112: Ges me: 2e j. wc: Thema's uit de middeleeuwse geschiedenis in debat Wordt verstrekt in een ordner of kan worden verkregen via internet 517114: Ges me: Middeleeuws Latijn Wordt op college bekendgemaakt 517136: Ges me: 3e j. wc: De schoonheid van het gebed Bronnen in het Middelnederlands worden op college beschikbaar gesteld 517137: Ges me: 3e j. wc: Geleerdheid in de laatmiddeleeuwse stad Literatuur wordt op college bekendgemaakt 518004: Ges nt: 1e j.: Nieuwe tijd, overzicht R.R. Palmer, Joel Colton en Lloyd Kramer, A History of the Modern World, Boston, McGraw-Hill, 2002 (9e editie) 518005: Ges nt: 1e j.: Nieuwe tijd, werkcollege Bronnenmateriaal wordt tijdens de cursus verstrekt door de docenten. Studenten worden geacht zelfstandig secundaire literatuur te zoeken t.b.v. hun werkstuk. 518111: Ges nt: 2e j. tc: Religie en geweld Bronnenmateriaal in de syllabus. Tijdens het college zullen titels worden gegeven over de te bespreken literatuur. 518112: Ges nt: 2e j. tc: Communicatie vóór de massamedia Asa Briggs en Peter Burke, A Social History of the Media. From Gutenberg to the Internet. Polity Press, 2002 518121: Ges nt: 2e j. wc: Religie en geweld Wordt nader bekendgemaakt 518122: Ges nt: 2e j. wc: Communicatie vóór de massamedia Wordt nader bekendgemaakt
166
Literatuur
518138: Ges nt: 3e/4e j. wc: Creatief met bronnen: Materiële cultuur Tijdens het college zal de belangrijkste literatuur op dit gebied besproken worden, als ook verschillende (theoretische) artikelen. Dit zal gebeuren aan de hand van een literatuurlijst. Daarnaast zijn de deelnemers zelf verantwoordelijk voor het vinden van geschikte literatuur voor hun onderzoek. 518146: Ges nt: 3e/4e j. wc: Patiënten en genezers Wordt tijdens het college bekendgemaakt 518150: Ges nt: 3e j. wc: Religie in Nederland, 1500-1870 Wordt nader bekendgemaakt 519003: Ges nst: 1e j.: Politieke en maatschappelijke verhoudingen in Nederland 1815-1940 • Wordt nader bekendgemaakt • Voor het tekstencollege een reader: Thema's uit de Nederlandse geschiedenis 1870-1918 519005: Ges nst: 1e j.: Nieuwste geschiedenis handboek, hoor- en responsiecollege • R.R. Palmer, Joel Colton en Lloyd Kramer, A History of the Modern World, Boston, McGraw-Hill, 2002 (9e editie); • Martin Pugh (Ed.), A Companion to Modern European History, 1871-1945, Oxford, Blackwell, 2002 519118: Ges nst: 2e j. hc: Consensus en polarisatie, Nederland na 1945 Wordt nader bekendgemaakt 519151: Ges nst: 2e j. wc: Vergelijking tussen drie West-Europese staten na de Tweede Wereldoorlog Wordt nog nader bekendgemaakt 519152: Ges nst: 3e j. wc: Traditie en vooruitgang in de moderne tijd Wordt nader bekendgemaakt 519153: Ges nst: 3e j. wc: Toleration in History. Ideas and Action • Michael Walzer On Toleration (Yale University Press, New Haven, 1997, or later editions, ISBN 0 300 07600 2) • Reader • Additional literature will be assigned during the course 519154: Ges nst: 2e j. wc: Kopstukken in de Nederlandse politiek • Henk te Velde, Stijlen van leiderschap. Persoon en politiek van Thorbecke tot Den Uyl (Amsterdam 2002) • Verdere literatuur wordt later bekendgemaakt 519156: Ges nst: 3e j. wc: Religion and Politics in the United States Wordt nader bekendgemaakt 519202: Ges: Theorie van de geschiedenis 1 Ch. Lorenz, De constructie van het verleden. Een inleiding in theorie van de geschiedenis, Meppel/Amsterdam 2002, herziene 6e druk 519204: Ges: Theorie van de geschiedenis 2 H. van der Loo/W. van Reijen, Paradoxen van modernisering. Een sociaalwetenschappelijke benadering, Bussum, 1997, 3e herziene druk
Examenonderdelen
167
519508: Ges: Theorie van de geschiedenis, verdiepingsdeel 1 In overleg met docent vast te stellen 520003: Ges es: 1e j.: Economische en sociale geschiedenis, hc Nederland en wereld • H.A. Diederiks e.a., Van agrarische samenleving naar verzorgingsstaat, derde druk (Groningen, 2000) • Reader 'Economische begrippen en geschiedschrijving' 520004: Ges es: 1e j.: Economische en sociale geschiedenis, werkcollege P. de Buck e.a., Zoeken en schrijven. Handleiding bij het maken van een historisch werkstuk (Rijswijk 2002) 520110: Ges es: 2e j. hc: Migratie Jan Lucassen en Rinus Penninx, Nieuwkomers, nakomelingen, Nederlanders. Immigranten in Nederland 1550-1993 (Amsterdam: Het Spinhuis, 1999, 235 pp) • Aanvullende literatuur naar keuze in overleg met de docent •
520113: Ges es: 2e j. hc: De Middellandse Zee van 700-2000 Wordt nader bekendgemaakt 520127: Ges es: 2e j. wc: Marokko en het Middellandse Zeegebied 700-2000 H. Obdeijn en P. DeMas, Geschiedenis van Marokko (Amsterdam, 2e druk 2002) 520158: Ges es: 2e j. hc: Verenigde Staten, c. 1780-heden Wordt nog opgegeven 520159: Ges es: 3e j. wc: Migratie en vestiging Aangeraden achtergrondliteratuur: Jan Lucassen en Rinus Penninx, Nieuwkomers, nakomelingen, Nederlanders. Immigranten in Nederland 1550-1993 (Amsterdam: Het Spinhuis, 1999, 235 pp; bij dezelfde uitgever ook in het Engels verkrijgbaar onder de titel Newcomers. Immigrants and their descendants in the Netherlands 1550-1995) 520160: Ges es: 3e j. wc: Natuur en vooruitgang 1500-2000 Syllabus 520161: Ges es: 3e j. hc: Global History, kernthema's en regionale vergelijkingen Wordt nog opgegeven 520162: Ges es: 2e j. wc: Katoen, olie en conservatisme (1800-2000) Wordt nader bekendgemaakt 520203: Ges: Hulpvak oriëntatie sociologisch - economisch denken • R. Stokvis, Concentratie en Beschaving (Boom 1999) • Teksten 520207: Ges: Hulpvak voor historici: Oriëntatie in de internationale economie Nader bekend te maken 521002: Ges nw: 1e j.: Niet-westerse geschiedenis, inleiding A: De periode voor ca 1500 • Handboek: Clive Pointing, World History. A new perspective, Chatto & Windus, London, 2000, ISBN 070116834 • Een nader bekend te maken aantal regio-specialistische artikelen over Azië, Afrika en Latijns-Amerika
168
Literatuur
521003: Ges nw: 1e j.: Niet-westerse geschiedenis, inleiding B: De periode na ca 1500 tot heden • Handboek: Clive Pointing, World History. A new perspective, Chatto & Windus, London 2000, ISBN 070116834 • Een nader bekend te maken aantal regio-specialistische artikelen over Azië, Afrika en Latijns-Amerika 521118: Ges nw: 2e j. hc: De wereld van de Indische oceaan 1000-1914, een inleiding Handboek: de verplichte literatuur wordt ruim voor aanvang van het college aan de studenten bekendgemaakt 521119: Ges nw: 2e j. wc: De wereld van de Indische oceaan 1000-1914, interactie Een nader bekend te maken aantal specialistische artikelen 521120: Ges nw: 2e j. hc: Kapitalistische ontwikkeling in de wereld van hindoeïsme en confucianisme, deel 1 Een aantal nader op te geven specialistische artikelen 521121: Ges nw: 2e j. wc: Kapitalistische ontwikkeling in de wereld van hindoeïsme en confucianisme, deel 2 Eigen onderzoek met begeleiding docent 521147: Ges nw: Verbeelde gemeenschappen: religie, ideologie en identiteit. De islam in Oost-Afrika De verplichte literatuur wordt voor het college bekendgemaakt aan bachelorstudenten die zich hebben ingeschreven. 521160: Ges nw: 3e j. wc: Koloniale stijlen, 1850-1950 Reader, te bevragen bij de docent 521204: Ges nw: Mondialisering historisch Reader, te bevragen bij de docent 544111: Fil: Geschiedenis van de filosofie en wetenschapsfilosofie Werkboek Geschiedenis en Wetenschapsfilosofie 544112: Fil: Geschiedenis van de filosofie en filosofie van taal en tekst René van Woudenberg, Filosofie van Taal & Tekst (Bundel: Damon, 2002) • Syllabus •
14.2
Geschiedenis (Ma) 515603: Ges: Hulpvak master: Archiefkennis en paleografie 1 • C.C. de Glopper-Zuijderland. In tijd gemeten. Inleiding tot de chronologie (Den Haag 1999) • Te verstrekken oefenteksten 515604: Ges: Hulpvak master: Archiefkennis en paleografie 2 • C.C. de Glopper-Zuijderland, In tijd gemeten. Inleiding tot de chronologie (Den Haag) 1999) • Te verstrekken oefenteksten 515605: Ges: Hulpvak master: Institutionele geschiedenis van de Middeleeuwen en de nieuwe tijd Literatuurlijst
Examenonderdelen
169
516136: Ges ou: Antieke historiografie Nader bekend te maken (ongeveer 500 blz.) 516603: Ges ou: master wc: Oude geschiedenis 3 Nader op te geven. Binnenkort verschijnt in de Loeb Classical Library een editie van de Griekse tekst met een nieuwe engelse vertaling van het Leven van Apollonius, verzorgd door C.P. Jones. 517403: Ges me: Historiografie 2 Nader op te geven 517601: Ges me: master wc: De schoonheid van het gebed Bronnen in het Middelnederlands worden op college beschikbaar gesteld 517602: Ges me: master wc: Geleerdheid in de laatmiddeleeuwse stad Literatuur wordt op college bekendgemaakt 517603: Ges me: Middeleeuws Latijn (Ma) Wordt op college bekendgemaakt 518601: Ges nt: master wc: Medische geschiedenis Wordt nader bekendgemaakt 518602: Ges nt: master wc: Creatief met bronnen: Materiële cultuur Tijdens het college zal de belangrijkste literatuur op dit gebied besproken worden, als ook verschillende (theoretische) artikelen. Dit zal gebeuren aan de hand van een literatuurlijst. Daarnaast zijn de deelnemers zelf verantwoordelijk voor het vinden van geschikte literatuur voor hun onderzoek. 518603: Ges nt: master wc: Patiënten en genezers Wordt tijdens het college bekendgemaakt 518604: Ges nt: master wc: Religie in Nederland, 1500-1870 Wordt nader bekendgemaakt 518605: Ges nt: tutorial: Medische geschiedenis Wordt nader bekendgemaakt 519204: Ges: Theorie van de geschiedenis 2 H. van der Loo/W. van Reijen, Paradoxen van modernisering. Een sociaalwetenschappelijke benadering, Bussum, 1997, 3e herziene druk 519401: Ges nst: Historiografie van de nieuwste geschiedenis, grote discussies Wordt nader bekendgemaakt 519601: Religion and Politics in the United States Wordt nader bekendgemaakt 519603: Toleration in History. Ideas and Action (Ma) • Michael Walzer On Toleration (Yale University Press, New Haven, 1997, or later editions, ISBN 0 300 07600 2) • Reader • Additional literature will be assigned during the course 519604: Ges nst: master wc: Traditie en vooruitgang in de moderne tijd Wordt nader bekendgemaakt 520403: Ges es: Historiografie 2 Nader overeen te komen 170
Literatuur
520601: Ges es: master hc: Global History, kernthema's en regionale vergelijkingen Wordt nog opgegeven 520602: Ges es: master wc: Natuur en vooruitgang 1500-2000 Syllabus 520603: Ges es: master wc: Migratie en vestiging Aangeraden achtergrondliteratuur: Jan Lucassen en Rinus Penninx, Nieuwkomers, nakomelingen, Nederlanders. Immigranten in Nederland 1550-1993 (Amsterdam: Het Spinhuis, 1999, 235 pp; bij dezelfde uitgever ook in het Engels verkrijgbaar onder de titel Newcomers. Immigrants and their descendants in the Netherlands 1550-1995) 520604: Ges: Hulpvak master: Oriëntatie sociologisch - economisch denken • R. Stokvis, Concentratie en Beschaving (Boom 1999) • Teksten 520605: Ges: Hulpvak master: Oriëntatie in de internationale economie Nader bekend te maken 521601: Ges nw: master wc: Verbeelde gemeenschappen: religie, ideologie en identiteit. De islam in Oost-Afrika De masterstudenten stellen zelf een inlees literatuurlijst samen. 521602: Ges nw: master wc: Koloniale stijlen, 1850-1950 Reader, te bevragen bij de docent
Examenonderdelen
171