INHOUDSOPGAVE 1
INTRODUCTIE
5
2
MBI METSELPRODUCTEN VOOR SCHOONMETSELWERK 2.1 Enkelzijdig schone gevelstenen 2.1.1 Gevelstenen met deklaag 2.1.1.1 Gevelstenen geocolor 2.1.1.2 Gevelstenen structuur 2.1.1.3 Gevelstenen glad 2.1.2 Gevelstenen gebroken 2.2 Dubbelzijdig schone binnenmuurstenen 2.2.1 Binnenmuurstenen structuur 2.2.2 Binnenmuurstenen glad 2.2.3 Inbouw elektriciteitsleidingen 2.2.4 Vormstenen 2.3 Dubbelzijdig schone B2 blokken 2.3.1 B2 blokken structuur 2.3.2 B2 blokken fijnstructuur 2.3.3 B2 blokken glad 2.3.4 Inbouw elektriciteitsleidingen 2.4 Formaten en kleuren
6 7 7 7 7 7 7 7 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8
3
MBI METSELPRODUCTEN VOOR SCHOONLIJMWERK
9
4
MBI METSELPRODUCTEN VOOR VUILMETSELWERK 4.1 Grindbeton vuilmetselwerkstenen 4.2 Grindbeton vuilmetselwerkblokken 4.3 Lichtbeton vuilmetselwerkblokken 4.4 Formaten
10 10 10 10
5
PRODUCTEIGENSCHAPPEN 5.1 Producteigenschappen van gevelstenen en binnenmuurstenen 5.2 Producteigenschappen van B2 blokken 5.3 Producteigenschappen van grindbeton vuilmetselwerkblokken 5.4 Overzicht 5.5 Vorst-/dooiweerstand
11 11 12 13 13 13
6
ONTWERPASPECTEN
14
7
BOUWFYSISCHE ASPECTEN 7.1 Dilatatievoegen 7.2 Luchtgeluidisolatie 7.3 Geluidabsorptie 7.4 Licht 7.5 Brandwerendheid
15 15 17 17 18 18
8
CONSTRUCTIEVE ASPECTEN 8.1 Druksterkte van metselwerk 8.2 Vuistregels ter bepaling van de maximale muurhoogte van binnenmuren 8.3 Verankeringen 8.4 Lateien 8.5 Metselverbanden 8.5.1 Halfsteensmuren 8.5.2 Steensmuren
19 19 19 19 20 20 20 20
9
MILIEUASPECTEN
21.
10
VOORSCHRIFTEN EN ADVIEZEN VOOR MBI METSELWERK 10.1 Productcode en samenstelling steenpakket
22. 22.
10.2
Gebruik kleuraanduiding
22.
10.3
Controle levering
22.
10.4
Klachten
23.
10.5
Opslag en bescherming
23.
10.6
Metselmortel
23.
10.7
Metselen
24.
10.8
Knippen en zagen
24.
10.9
Reinigen van metselwerk
24.
10.10
Voegen van metselwerk
24.
11
12
13
VERLIJMEN VAN MBI METSELPRODUCTEN 11.1 Algemeen
25. 25.
11.2
Aspecten verlijmde MBI metselproducten 11.2.1 Geveltextuur 11.2.2 Ontwerp 11.2.3 Materiaaleigenschappen 11.2.3.1 Bouwfysische eigenschappen 11.2.3.2 Constructieve eigenschappen 11.2.4 Uitvoering 11.2.5 Onderhoud
25. 25. 25. 26. 26. 26. 26. 27.
11.3
Metselen met dun(bed)mortel
27.
BESTEK 12.1 Bestektekst voor metselwerk MBI gevelstenen met deklaag (geocolor)
28. 28.
12.2
Bestektekst voor metselwerk MBI gevelstenen gebroken
30.
12.3
Bestektekst voor metselwerk MBI binnenmuurstenen structuur
32.
12.4
Bestektekst voor metselwerk MBI B2 blokken glad
33.
12.5
Bestektekst voor lijmwerk MBI gevelstenen gebroken
34.
DETAILS METSELWERKCONSTRUCTIES Detail 1 Aanzicht buitengevel
36. 37.
Detail 2
Fundering
38.
Detail 3
Woningscheidende ankerloze spouwmuur
39.
Detail 4
Fundering in water
40.
Detail 5
Halfsteens muur op fundering
41.
Detail 6
Raamdorpelsteen/waterslag
42.
Detail 7
Zelfdragende betonnen latei boven houten kozijn
43.
Detail 8
Zelfdragende betonnen latei boven aluminium/kunststof kozijn
44.
Detail 9
Samengestelde zelfdragende betonnen latei boven houten kozijn
45.
Detail 10
Stalen latei boven houten kozijn
46.
Detail 11
Gewapend metselwerk met rollaag boven houten kozijn
47.
Detail 12
Betonnen gevelband boven houten kozijn
48.
Detail 13
Stalen latei aan consoles boven houten kozijn
49.
3.
Detail 14
Horizontale betonnen metselwerkondersteuning
50.
Detail 15
Horizontale stalen metselwerkondersteuning
51.
Detail 16
Aansluiting platdak tegen hoger opgaand metselwerk
52.
Detail 17
Metselwerk op zelfdragende betonnen vloer
53.
Detail 18
Muur op zelfdragende betonnen vloer
54.
Detail 19
Dakrandafwerking plat dak
55.
Detail 20
Dakrandafwerking hellend dak
56.
Detail 21
Hoger opgaand metselwerk
57.
Detail 22
Afdekking spouwmuur
58.
Detail 23
Schoorsteen
59.
Detail 24
Dilatatievoegtypen
60.
Detail 25
Dilatatievoeg in geluidisolerende wand
61.
Detail 26
Dilatatievoeg ter plaatse van hoek
62.
Detail 27
Ongedilateerde hoek in buitenspouwblad
63.
Detail 28
Brandwerende dilatatievoeg
64.
Detail 29
Starre aansluiting met stalen kolom
65.
Detail 30
Niet-starre aansluiting met stalen kolom
66.
Detail 31
Aansluiting met stalen ligger
67.
Detail 32
Starre en niet-starre aansluiting met betonnen kolom
68.
Detail A1
Metselwerk met raamkozijn, gewapend metselwerk als latei
69.
Detail A2
Metselwerk met deurkozijn en dilatatievoeg, gewapend metselwerk als latei 70.
Detail A3
Metselwerk met raamkozijn en dilatatievoeg, zelfdragende betonnen latei
71.
Detail A4
Metselwerk met raamkozijn en dilatatievoeg, stalen latei
72.
Detail A5
Metselwerk met raamkozijn en dilatatievoeg, zelfdragende betonnen latei
73.
Detail A6
Metselwerk met deurkozijn, samenwerkende betonnen latei
74.
Detail A7
Metselwerk met deurkozijn en dilatatievoeg, samenwerkende betonnen latei 75.
Detail A8
Uitkragend prefab betonnen balkon, dilatatievoeg aan voorzijde
76.
Detail A9
Uitkragend prefab betonnen balkon, dilatatievoeg aan balkonzijde
77.
4.
1. introductie MBI metselproducten worden gemaakt van zand, grind of andere granulaten, hoogovencement CEMIII A 42,5 N en water dat tijdens het verhardingsproces wordt gebonden. Het natte, onverharde mengsel heeft een lage water-cementfactor waardoor de drogingskrimp beperkt is. MBI gevelstenen zijn opgebouwd uit een dikke laag beton en een dunne deklaag bestaande uit anorganische pigmenten of gekleurde granulaten (gebroken natuursteen), zand en cement. Ook kan een gevelsteen bestaan uit een homogeen mengsel dat na verharding wordt gebroken. B2 blokken, binnenmuurstenen en vuilmetselwerkproducten bestaan altijd uit een homogeen mengsel.
Enkele eigenschappen van metselproducten conform NEN-EN 771-3 genormaliseerde gemiddelde droge druksterkte na 7 dagen
(de juiste waarden zijn afhankelijk van het steen- of bloktype)
20 N/mm2 1950 - 2200 kg/m3
netto droge volumieke massa vochtgedrag (krimp en zwelling)
< 0,45 mm/m
warmtegeleidingscoëfficiënt
1,00 - 1,24 W/(m.K)
diffusieweerstandsgetal
5/15 - 30/100
MBI metselproducten voldoen aan eisen van vorst-/dooiweerstand en hebben uitstekende brandwerende eigenschappen.
MBI metselproducten worden geleverd onder KOMO® attest-met-productcertificaat.
Voor vragen betreffende de al dan niet in deze publicatie opgenomen informatie is MBI Veghel, afdeling Verkoop Gevel te bereiken onder telefoonnummer 0413-349400.
5.
2. MBI metselwerkproducten voor schoonmetselwerk MBI produceert stenen en blokken zowel voor metselwerk van buitengevels als voor metselwerk van binnenmuren. De juiste steen- of blokkeuze wordt bepaald aan de hand van de functie van de buitengevel of de binnenmuur. Door een zorgvuldige selectie kunnen stenen of blokken worden gekozen die aan vooraf te stellen esthetische, mechanische en bouwfysische eisen voldoen. MBI maakt onderscheid in stenen voor enkelzijdig schoonmetselwerk en stenen en blokken voor dubbelzijdig schoonmetselwerk. Enkelzijdig schoonmetselwerk wordt over het algemeen toegepast als buitenspouwblad van spouwmuren, maar kan ook voor binnenmuren worden gebruikt. Dubbelzijdig schoonmetselwerk wordt als regel alleen voor binnenmuren toegepast. Op basis van textuur is het navolgende overzicht opgesteld. Voor enkelzijdig schoonmetselwerk van buitenspouwbladen zijn er de volgende keuzemogelijkheden: • enkelzijdig schone gevelstenen (2.1) - gevelstenen met deklaag (2.1.1) - gevelstenen geocolor (2.1.1.1) - gevelstenen structuur (2.1.1.2) - gevelstenen glad (2.1.1.3) - gevelstenen gebroken (2.1.2) Voor dubbelzijdig schoonmetselwerk van binnenmuren zijn er de volgende keuzemogelijkheden: • dubbelzijdig schone binnenmuurstenen (2.2) - binnenmuurstenen structuur (2.2.1) - binnenmuurstenen glad (2.2.2) • dubbelzijdig schone B2 blokken (2.3) - B2 blokken structuur (2.3.1) - B2 blokken fijnstructuur (2.3.2) - B2 blokken glad (2.3.3) Voor enkelzijdig schoonmetselwerk van binnenmuren zijn er de volgende keuzemogelijkheden: • enkelzijdig schone gevelstenen (2.1) • dubbelzijdig schone binnenmuurstenen (2.2) • dubbelzijdig schone B2 blokken (2.3)
LET OP Ter voorkoming van verschillen in kleurnuancering, textuur en/of maat mogen in geen geval MBI gevelstenen en MBI binnenmuurstenen met dezelfde kleuraanduiding in de productcode in één muurvlak worden toegepast (géén combinatie van E- en D-stenen met dezelfde kleuraanduiding).
MBI produceert naast stenen en blokken voor schoonmetselwerk ook stenen en blokken voor vuilmetselwerk (zie hoofdstuk 3).
6.
2.1
Enkelzijdig schone gevelstenen
2.1.1
Gevelstenen met deklaag Gevelstenen met deklaag zijn enkelzijdig schone stenen die voorzien zijn van een speciale deklaag op een laag onderbeton. Door deze deklaagconstructie kunnen stenen worden samengesteld met verschillende soorten texturen en kleuren. Hoewel deze stenen, wat betreft uiterlijk verschillen, zijn toch de mechanische en bouwfysische eigenschappen onderling identiek waardoor ook de toepassingsmogelijkheden van de typen gevelstenen met deklaag gelijk zijn. Dat maakt de keuzebepaling eenvoudiger. Gevelstenen met deklaag zijn aan de strekzijde voorzien van een vellingkant. Voor uitwendige hoeken en neggenkanten bij kozijnen wordt standaard een bepaald percentage kop-strekstenen bijgeleverd waarvan zowel de strek- als de kopzijde een identiek oppervlak hebben. Op speciaal verzoek kunnen van sommige steentypen, afhankelijk van het formaat ook kop-strek-kopstenen worden geleverd. Informeer hiernaar bij MBI Veghel, afdeling Verkoop Gevel. De kopzijde vertoont om productietechnische reden geringe afwijkingen (geen vellingkant, enigszins andere textuur) ten opzichte van de strekzijde. De afwijkingen, die inherent zijn aan de productie, zijn onopvallend.
2.1.1.1 Gevelstenen geocolor Bijzondere en kleurrijke producten in het assortiment zijn de gevelstenen geocolor. Deze stenen ontlenen hun kleur(vastheid) aan de natuurlijke materialen die in de deklaag zijn verwerkt. Door de toplaag te ‘wassen’ ontstaat een min of meer gestructureerd oppervlak. 2.1.1.2 Gevelstenen structuur De stenen hebben een deklaag welke voornamelijk bestaat uit cementgebonden, gebroken natuursteen en zand met een zodanige samenstelling dat deze stenen een gestructureerd oppervlak hebben. 2.1.1.3 Gevelstenen glad De stenen hebben een deklaag welke voornamelijk bestaat uit cementgebonden, gebroken natuursteen en zand met een zodanige samenstelling dat deze stenen een glad oppervlak en daardoor een bijzonder strak uiterlijk hebben. 2.1.2
Gevelstenen gebroken In het assortiment stenen nemen de gevelstenen gebroken een wel heel bijzondere plaats in. De gevelstenen gebroken worden in dubbele formaatbreedte geproduceerd en kunnen na minimaal 4 weken verharding in tweeën worden geknipt. De doorgebroken toeslagmaterialen geven de gevelstenen gebroken een bijzondere uitstraling. Het metselwerk verkrijgt hierdoor een geheel eigen karakter. Deze stenen zijn kleurvast, dankzij de toepassing van natuurlijke materialen zoals noors marmer.
2.2
Dubbelzijdig schone binnenmuurstenen Speciaal voor dubbelzijdig schoonmetselwerk zijn er dubbelzijdig schone binnenmuurstenen. Deze stenen zijn homogeen van samenstelling en hebben twee afgewerkte strekken en twee afgewerkte koppen. De dubbelzijdig schone binnenmuurstenen bieden de mogelijkheid tot het inbouwen van elektriciteitsleidingen doordat een bepaald aantal van de te leveren stenen is voorzien van een randsparing om probleemloos en onzichtbaar leidingen door te voeren. In de steenpakketten zijn bovendien een aantal gekoppelde koppen opgenomen. Er is keuze uit binnenmuurstenen structuur en binnenmuurstenen glad.
7.
2.2.1
Binnenmuurstenen structuur De stenen hebben goede geluidabsorberende maar beperkte geluidisolerende eigenschappen.
2.2.2
Binnenmuurstenen glad De stenen hebben goede geluidisolerende eigenschappen maar beperkte geluidabsorberende eigenschappen.
2.2.3
Inbouw elektriciteitsleidingen In de steenpakketten van dubbelzijdig schone binnenmuurstenen zijn een aantal leidingstenen (D2) met een sparing aan de kopzijde (kopsparing) opgenomen waardoor het mogelijk is in een muur van dubbelzijdig schoonmetselwerk zowel elektriciteitsleidingen als inbouwdozen op te nemen. Leidingstenen zitten in de steenpakketten en kunnen niet afzonderlijk geleverd worden. Opgave van het aantal leidingstenen kan worden verstrekt door MBI Veghel, afdeling Verkoop Gevel. ABB HAF te Ede of Attema te Gorinchem leveren speciale inbouwdozen die geschikt zijn voor MBI binnenmuurstenen.
2.2.4
Vormstenen Van de dubbelzijdig schone binnenmuurstenen structuur en glad in maasformaat en moduulformaat 90 heeft MBI een tweetal standaard vormstenen in het assortiment. Er is een steen waarvan een kop is afgeschuind onder een hoek van 135° en een steen waarvan een hoek is afgerond met een straal van 80 mm. Van de dubbelzijdig schone binnenmuurstenen structuur en glad zijn in overleg met MBI voor binnenmuurtoepassingen speciale vormstenen leverbaar volgens nader op te geven specificatie. Uitsluitend van de dubbelzijdig schone binnenmuurstenen glad zijn in overleg met MBI voor buitengeveltoepassingen eveneens speciale vormstenen leverbaar volgens nader op te geven specificatie.
2.3
Dubbelzijdig schone B2 blokken Speciaal voor dubbelzijdig schoonmetselwerk zijn er dubbelzijdig schone B2 blokken. Deze blokken zijn homogeen van samenstelling en hebben twee afgewerkte zijden. De dubbelzijdig schone B2 blokken bieden desgevraagd de mogelijkheid tot het inbouwen van elektriciteitsleidingen doordat de te leveren blokken zijn voorzien van sparingen om probleemloos en onzichtbaar leidingen door te voeren. Er is keuze uit B2 blokken glad, B2 blokken fijnstructuur en B2 blokken structuur.
2.3.1
B2 blokken structuur De blokken hebben goede geluidabsorberende maar beperkte geluidisolerende eigenschappen.
2.3.2
B2 blokken fijnstructuur De blokken hebben goede geluidisolerende eigenschappen en betere geluidabsorberende eigenschappen dan B2 blokken glad.
2.3.3
B2 blokken glad De blokken hebben goede geluidisolerende eigenschappen maar beperkte geluidabsorberende eigenschappen.
2.3.4
Inbouw elektriciteitsleidingen In de steenpakketten van dubbelzijdig schone B2 blokken zijn een aantal leidingblokken met een sparing (kernsparing) opgenomen waardoor het mogelijk is in een muur van dubbelzijdig schoonmetselwerk zowel elektriciteitsleidingen als inbouwdozen op te nemen. Leidingblokken zitten in de steenpakketten en kunnen niet afzonderlijk geleverd worden. Opgave van het aantal leidingblokken kan worden verstrekt door MBI Veghel, afdeling Verkoop Gevel. ABB HAF te Ede of Attema te Gorinchem leveren speciale inbouwdozen die geschikt zijn voor MBI B2 blokken.
2.4
Formaten en kleuren MBI stenen en B2 blokken zijn leverbaar in een groot aantal formaten en kleuren. Er is een aantal formaten waarvan de afmetingen inclusief voeg zijn afgestemd op een maatvoering met een basismoduulmaat van 100 mm. Hierdoor is het mogelijk diverse afmetingen gecombineerd in één muurvlak te gebruiken. Een volledig overzicht van leverbare formaten en kleuren is te vinden op onze website www.mbi.nl en in het overzicht metselproducten. De afdeling Verkoop Gevel van MBI Veghel kan ook alle informatie geven. 8.
3. MBI metselproducten voor schoonlijmwerk In principe zijn alle MBl gevelstenen, binnenmuurstenen en B2 blokken wegens de hoge vorm- en maatvastheid uitermate geschikt om te worden verlijmd of te worden verwerkt met dun(bed)mortel. Voor meer gedetailleerde informatie over het verlijmen van MBI metselproducten zie hoofdstuk 11.
9.
4. MBI metselproducten voor vuilmetselwerk Vuilmetselwerkstenen en vuilmetselwerkblokken worden onder andere toegepast in funderingen, in kruipruimtes, boven plafonds en voor muren die gestukadoord of betegeld worden. In vuilmetselwerk hoeven in principe geen dilatatievoegen te worden toegepast. Haarscheurvorming is in dat geval te verwachten. Om die reden is het raadzaam nader te overleggen met MBI indien vuilmetselwerk wordt gestukadoord of betegeld. 4.1
Grindbeton vuilmetselwerkstenen Grindbeton vuilmetselwerkstenen zijn homogeen van samenstelling, hebben een genormaliseerde gemiddelde droge druksterkte van 20 N/mm2 en zijn leverbaar in de kleur grijs/donkergrijs.
4.2
Grindbeton vuilmetselwerkblokken Grindbeton vuilmetselwerkblokken zijn homogeen van samenstelling, hebben een genormaliseerde gemiddelde droge druksterkte van 20 N/mm2 en zijn leverbaar in de kleur grijs/donkergrijs.
4.3
Lichtbeton vuilmetselwerkblokken Lichtbeton vuilmetselwerkblokken zijn homogeen van samenstelling, hebben een genormaliseerde gemiddelde droge druksterkte van 15 N/mm2 en zijn leverbaar in de kleur grijs/donkergrijs.
4.4
Formaten Vuilmetselwerkstenen en vuilmetselwerkblokken zijn leverbaar in een groot aantal formaten. Een volledig overzicht van leverbare formaten is te vinden op onze website www.mbi.nl en in het overzicht metselproducten. De afdeling Verkoop Gevel van MBI Veghel kan ook alle informatie geven.
10.
5. producteigenschappen 5.1
Producteigenschappen van gevelstenen en binnenmuurstenen
gevelstenen met deklaag
gevelstenen gebroken
binnenmuurstenen binnenmuurstenen structuur glad
steen categorie (NEN-EN 1996-1-1)
l
l
l
l
groep (NEN-EN 1996-1-1)
1
1
1
1
maatafwijkingen klasse vlakheid vlakevenwijdigheid
D2 < 2,0 mm < 1,0 mm
D2 < 2,0 mm < 1,0 mm
D2 < 2,0 mm < 1,0 mm
D2 < 2,0 mm < 1,0 mm
droge druksterkte (⊥ legvlak) genormal. gem. na 7 d genormal. gem. na 14 d
20 N/mm2
20 N/mm2
20 N/mm2
0,15 N/mm2
0,15 N/mm2
20
N/mm2
afschuifhechtsterkte
0,15 N/mm2
0,15 N/mm2
netto droge volumieke massa
2060 kg/m3
2200 kg/m3
< 0,45 mm/m
< 0,45 mm/m
< 0,45 mm/m
< 0,45 mm/m
capillaire waterabsorptie
< 9 g/(m2.s)(gem.)
< 8 g/(m2.s)
< 12 g/(m2.s)
< 12 g/(m2.s)
diffusieweerstandsgetal
5/15
30/100
5/15
5/15
1,11 W/(m.K)
1,24 W/(m.K)
1,00 W/(m.K)
1,11 W/(m.K)
voldoet
voldoet
voldoet
voldoet
Euroklasse A1
Euroklasse A1
Euroklasse A1
Euroklasse A1
NPD
NPD
NPD
NPD
vochtgedrag (krimp en zwelling)
warmtegeleidingscoëfficiënt vorst-/dooiweerstand (duurzaamheid) brandreactie gevaarlijke bestanddelen
11.
1965 kg/m3 (gem.) 2100 kg/m3 (gem.)
5.2
Producteigenschappen van B2 blokken
B2 blokken structuur
B2 blokken fijnstructuur
B2 blokken glad
blok categorie (NEN-EN 1996-1-1)
l
l
l
groep (NEN-EN 1996-1-1)
1
1
1
D2 < 2,0 mm < 1,0 mm
D2 < 2,0 mm < 1,0 mm
D2 < 2,0 mm < 1,0 mm
15 N/mm2
15 N/mm2
15 N/mm2
afschuifhechtsterkte
0,15 N/mm2
0,15 N/mm2
0,15 N/mm2
netto droge volumieke massa
1930 kg/m3
1930 kg/m3
2090 kg/m3
vochtgedrag (krimp en zwelling)
< 0,45 mm/m
< 0,45 mm/m
< 0,45 mm/m
capillaire waterabsorptie
< 14 g/(m2.s)
< 14 g/(m2.s)
< 12 g/(m2.s)
diffusieweerstandsgetal
5/15
5/15
5/15
1,00 W/(m.K)
1,00 W/(m.K)
1,11 W/(m.K)
voldoet
voldoet
voldoet
Euroklasse A1
Euroklasse A1
Euroklasse A1
NPD
NPD
NPD
maatafwijkingen klasse vlakheid vlakevenwijdigheid droge druksterkte (⊥ legvlak) genormal. gem. na 7 d
warmtegeleidingscoëfficiënt vorst-/dooiweerstand (duurzaamheid) brandreactie gevaarlijke bestanddelen
12.
5.3
Producteigenschappen van grindbeton vuilmetselwerkblokken
blokken glad blok categorie (NEN-EN 1996-1-1)
l
groep (NEN-EN 1996-1-1)
1
maatafwijkingen klasse vlakheid vlakevenwijdigheid
D1 < 2,0 mm < 1,0 mm
droge druksterkte (⊥ legvlak) genormal. gem. na 7 d
20 N/mm2
afschuifhechtsterkte
0,15 N/mm2
netto droge volumieke massa
2150 kg/m3 (gem.)
vochtgedrag (krimp en zwelling)
< 0,45 mm/m
capillaire waterabsorptie
< 10 g/(m2.s) (gem.)
diffusieweerstandsgetal
5/15
warmtegeleidingscoëfficiënt
1,11 W/(m.K)
vorst-/dooiweerstand (duurzaamheid)
voldoet
brandreactie
Euroklasse A1
gevaarlijke bestanddelen
NPD
5.4
Overzicht Een volledig overzicht van alle belangrijke kenmerken van steen en muur, respectievelijk B2 blok en muur is te vinden op de productbladen en op onze website www.mbi.nl.
5.5
Vorst-/dooiweerstand TNO-onderzoek (rapportnummer B-84-1-434) heeft aangetoond dat MBI stenen en B2 blokken, toegepast in gevels met of zonder spouwisolatie alsmede in vrijstaande of grondkerende muren, vorstbestendig zijn. De vorst-/dooiweerstand heeft zich in de praktijk overigens ruimschoots bewezen; vorstschade komt niet voor!
13.
6. ontwerpaspecten Betonmetselstenen kunnen op verschillende wijzen worden toegepast. Conform tabel 1 van BRL 2340 worden betonmetselstenen op basis van mechanische belasting en/of vochtbelasting ingedeeld in 4 toepassingsklassen: I Geen of zeer geringe mechanische belasting en/of vochtbelasting II Geringe mechanische belasting en/of vochtbelasting III Normale mechanische belasting en/of vochtbelasting IV Hoge mechanische belasting en/of vochtbelasting. Omschrijving toepassingsklassen I
Geen of zeer geringe mechanische belasting en/of vochtbelasting Er zijn geen constructieve of bouwfysische eisen. Voorbeeld: metselwerk binnen, maar niet in publieke ruimten
II
Geringe mechanische belasting en/ of vochtbelasting Afhankelijk van het toepassingsgebied kunnen constructieve of bouwfysische eisen worden gesteld. Voorbeelden: metselwerk binnen, inclusief publieke ruimten metselwerk onder een afdak metselwerk in tunnels met uitzondering van voetgangers-/fietstunnels
Ill
Normale mechanische belasting en/of vochtbelasting Afhankelijk van het toepassingsgebied kunnen constructieve of bouwfysische eisen worden gesteld. Voorbeelden: metselwerk buiten waarbij geconcentreerd afstromen van hemelwater wordt vermeden vrijstaand en bovendaks metselwerk en gemetselde schoorstenen die goed zijn afgedekt of anderszins zodanig gedetailleerd dat geconcentreerd afstromen van hemelwater wordt vermeden metselwerk waarbij de kans op veelvuldig bekladden gering is
IV
Hoge mechanische belasting en/ of vochtbelasting Afhankelijk van bet toepassingsgebied kunnen constructieve of bouwfysische eisen worden gesteld. Voorbeelden: metselwerk in waterkerende toepassingen horizontaal metselwerk, inclusief de bovenkant van niet afgedekt metselwerk metselwerk waarbij geconcentreerde afstroming van hemelwater moet worden verwacht metselwerk waarbij kans op veelvuldig bekladden bestaat
14.
7. bouwfysische aspecten 7.1
Dilatatievoegen Wanneer de trekspanningen die in een muur optreden, leiden tot overschrijding van de treksterkte van het samenstellende materiaal, dan ontstaat scheurvorming. Er zijn verschillende aspecten die het ontstaan van deze spanningen beïnvloeden: • vervorming van de hoofddraagconstructie • zettingsverschillen in de fundering • het ontbreken van wapening onder en boven muuropeningen, zoals raam- en deurkozijnen • het ontbreken van een folie onder het metselwerk op ondersteuningen zoals funderingen, balken, vloeren en lateien • vervorming ten gevolge van invloeden van temperatuur (verlenging en verkorting), vocht (krimp en zwelling), kruip en relaxatie • belemmering van vervorming door aansluitende bouwdelen • onvoldoende stabiliteit van het metselwerk • het metselwerkverband • het gebruik van een metselmortel met een te hoge cementdosering Ter voorkoming van scheurvorming moeten dilatatievoegen worden toegepast. De afstand tussen verticale dilatatievoegen is van een aantal factoren afhankelijk zoals kleur, formaat, druksterkte, mengselsamenstelling en metselwerkhoogte. Uitgaande van halfsteensverband kunnen de onderstaande globale richtlijnen worden aangehouden voor de maximale ongedilateerde muurlengte Lr bij metselwerkhoogte h:
Gevelstenen met deklaag, binnenmuurstenen structuur, binnenmuurstenen glad en B2 blokken formaat, kleur
Lr
grootformaat (steenhoogte > 100 mm)
5,0 h en maximaal 8,0 m
maas- en moduulformaat (steenhoogte < 100 mm)
4,5 h en maximaal 7,5 m
kleinere formaten en waalformaat
4,5 h en maximaal 7,0 m
donkere kleuren (alle formaten)
4,0 h en maximaal 6,0 m
muren korter dan 2,5 m hoeven niet te worden gedilateerd.
Gevelstenen gebroken formaat, kleur
Lr
grootformaat (steenhoogte > 100 mm)
5,5 h en maximaal 9,0 m
maas- en moduulformaat (steenhoogte < 100 mm)
5,0 h en maximaal 8,0 m
kleinere formaten en waalformaat
4,5 h en maximaal 7,0 m
donkere kleuren (alle formaten)
4,0 h en maximaal 6,0 m
muren korter dan 3,0 m hoeven niet te worden gedilateerd.
15.
Voor lijmwerk moeten ongeveer 10% kleinere waarden voor Lr worden aangehouden. Voor volledig gewapend tegelverband geldt: De wapeningsafstand bedraagt maximaal 400 mm.
Lr = 4 h en maximaal 6,0 m
Voor ongewapend tegelverband geldt:
Lr = 3 h en maximaal 3,0 m
Op verzoek verstrekt MBI kostenloze dilatatieadviezen ter voorkoming van ongewenste scheurvorming in het metselwerk. De in een advies aangegeven dilatatievoegen moeten zorgvuldig worden uitgevoerd. Positie en type van de aangegeven lintvoegwapening moeten strikt worden aangehouden. Meer gedetailleerde regels zijn te vinden in Bijlage A4 van CUR-Aanbeveling 82 ‘Beheersing van scheurvorming in steenconstructies’. In metselwerk en lijmwerk worden door MBI verschillende dilatatievoegtypen met bijbehorende symbolen geadviseerd. Bouwfysische dilatatievoeg (in verband met de materiaaleigenschappen) Symbool: Indien geen aanvullende eisen worden gesteld, kunnen bouwfysische dilatatievoegen worden uitgevoerd als koude voeg. Uitvoering als gevulde voeg is eveneens mogelijk. Indien eisen worden gesteld aan de licht- en luchtdichtheid van metselwerk van binnenmuren dan moeten deze dilatatievoegen worden uitgevoerd als gevulde voeg. Indien eisen worden gesteld met betrekking tot de luchtgeluidisolatie dan moeten deze dilatatievoegen eveneens worden uitgevoerd als gevulde voeg met een dieper aangezette kitvoeg op een rugvulling van 2 of 3 schuimbanden met gesloten cellen. Bouwtechnische dilatatievoeg (in verband met de bouwkundige of constructieve opzet) Symbool: Bouwtechnische dilatatievoegen moeten altijd worden uitgevoerd als gevulde voeg. Indien de ondersteunende constructie niet doorbuigt en bij de opleggingen geen hoekverdraaiing optreedt dan mogen deze dilatatievoegen ook worden uitgevoerd als koude voeg. Glijankers mogen in bouwtechnische dilatatievoegen nooit worden toegepast. Bouwtechnische dilatatievoeg die wordt gebruikt als bouwfysische dilatatievoeg Symbool: In dilatatieadviezen wordt de lintvoegwapening in blauw aangegeven. Een verdiepingshoog kozijn (symbool V) of een gevelpui die het metselwerk verticaal geheel doorsnijdt heeft de functie van ‘natuurlijke’ dilatatievoeg. Door hiermee rekening te houden tijdens het ontwerp kan het aantal zichtbare dilatatievoegen worden beperkt.
MO
V P
koude of gevulde bouwfysische dilatatievoeg gevulde bouwtechnische dilatatievoeg gevulde bouwfysische en bouwtechnische dilatatievoeg horizontale metselwerkondersteuning lintvoegwapening op basis van staal verdiepingshoog kozijn paneel o.g.
behoort bij rapport nr.
paraaf
gew.
sticker MBI dilatatieadvies
16.
gew.
d.d.
Koude dilatatievoeg Deze dilatatievoeg is alleen toepasbaar voor MBI gevelstenen en MBI B2 blokken. De stenen en blokken worden ter plaatse van de dilatatievoeg nagenoeg koud tegen elkaar geplaatst. De dilatatievoeg behoeft geen verdere afwerking. Afhankelijk van het toegepaste isolatiemateriaal kan een waterwerende dpc-folie van bijvoorbeeld 300 mm breed noodzakelijk zijn. Gevulde dilatatievoeg Deze dilatatievoeg moet minimaal 10 mm breed zijn en kan worden afgewerkt met een terugliggende, elastisch blijvende, olievrije kit op rugvulling, met weerbestendige schuimband of met speciaal hiervoor ontwikkelde afdichtingsprofielen. Alternatief voor een koude voeg in metselwerk van binnenmuren De koude voeg kan ook worden uitgevoerd als loodvoeg zonder lintvoegwapening. De voegdiepte bedraagt 30-40 mm. Deze dilatatievoeg moet in een zo laat mogelijk stadium worden nagevoegd nadat de eerste krimp is opgetreden. Haarscheurvorming in deze voeg is te verwachten en bij een terugliggende voeg minder opvallend. Alternatief voor een koude voeg in metselwerk van gevelstenen De koude voeg kan ook worden uitgevoerd als een loodvoeg met een dikte van circa 10 mm. De loodvoeg heeft als rugvulling een 40-50 mm terugliggende, vochtbestendige houten lat met, voor scheurgeleiding daartegen bevestigd, een dpc-folie of een gelijkwaardig product ter breedte van ruim de dikte van het buitenspouwblad. Deze dilatatievoeg moet in een zo laat mogelijk stadium worden nagevoegd nadat de eerste krimp is opgetreden. Vervolgens kan de uitstekende dpc-folie worden afgesneden. Bovenstaande dilatatievoegen zijn weergegeven in detail 24 van hoofdstuk 13. Algemene uitgangspunten en aanbevelingen zijn te vinden in CUR-Aanbeveling 71 ‘Constructieve aspecten bij ontwerp, berekening en detaillering van gevels in metselwerk’ en in CUR-Aanbeveling 82 ‘Beheersing van scheurvorming in steenconstructies’. 7.2
Luchtgeluidisolatie De luchtgeluidisolatie wordt in hoge mate bepaald door de kwaliteit van het metselwerk (‘vol en zat’) en door de detaillering. Voor scheidingsconstructies moet bovendien rekening worden gehouden met flankerende geluidoverdracht ter plaatse van aansluitende bouwdelen, met omloopgeluid via verlaagde plafonds of leidingdoorvoeren en met de verhouding van de oppervlakte van de scheidingsconstructie ten opzichte van de inhoud van de aangrenzende ruimte. Als aan een binnenmuur eisen worden gesteld met betrekking tot de luchtgeluidisolatie dan moet een dilatatievoeg in die muur altijd worden uitgevoerd als gevulde dilatatievoeg met een dieper aangezette kit op een rugvulling van 2 of 3 schuimbanden met gesloten cellen. Wordt een binnenmuur uitgevoerd in dubbelzijdig schoonmetselwerk dan moet aan twee zijden een gevulde dilatatievoeg worden uitgevoerd.
7.3
Geluidabsorptie In ruimten zoals sportruimten, bedrijfsruimten, gesloten galerijen en trappenhuizen waaraan bepaalde eisen worden gesteld met betrekking tot geluidabsorptie kan toepassing van binnenmuurstenen structuur een positieve bijdrage leveren aan het bereiken van de voorgeschreven geluidabsorptie. Toepassing van additionele voorzieningen kunnen daardoor worden beperkt of achterwege blijven. Als zowel aan de luchtgeluidisolatie als aan de geluidabsorptie eisen worden gesteld dan kunnen gevelstenen structuur worden toegepast. Naast goede geluidisolerende eigenschappen hebben deze stenen ook relatief goede geluidabsorberende eigenschappen. Zowel van binnenmuurstenen structuur als van gevelstenen structuur zijn op aanvraag rapporten van gemeten geluidabsorptiecoëfficiënten beschikbaar.
17.
7.4
Licht Van het totaal van alle grensvlakken van een ruimte in een bouwwerk hebben de wanden doorgaans de grootste oppervlakte. Licht wordt door donkere kleuren meer of minder geabsorbeerd. Lichte kleuren hebben een reflecterend karakter. In onderstaande tabel zijn afhankelijk van de steenkleur lichtreflectiefactoren opgenomen. De factoren zijn mede afhankelijk van de textuur van de stenen en van de kleur, textuur en de vorm van het voegwerk.
7.5
steenkleur
lichtreflectiefactor
antraciet
0,3
donkere kleuren
0,4 - 0,5
lichte kleuren
0,5 - 0,6
wit
0,6 - 0,7
Brandwerendheid Voor de rekenkundige bepaling van de brandwerendheid van metselwerk zijn Europese normen in voorbereiding. Ter bepaling van de brandwerendheid van metselwerk van betonsteen kan voor onbelaste muren echter gebruik worden gemaakt van de formule: B = 0,9 x d2 x 10-2 B is de minimale brandwerendheid in minuten d is de muurdikte in mm
brandwerendheid muurdikte
schoonmetselwerk
vuilmetselwerk met 2 pleisterlagen
d mm
B minuten
B minuten
90
75
105
95-100
90
120
115
120
180
140
180
240
150
180
240
18.
8. constructieve aspecten 8.1
Druksterkte van metselwerk Metselwerk van MBI gevelsteen of MBI binnenmuursteen kan naast een scheidende functie ook een constructieve functie vervullen. De karakteristieke druksterkte fk van ongewapend metselwerk kan worden bepaald door deze te berekenen volgens NEN 6790: 2005 Technische grondslagen voor bouwconstructies TGB 1990 Steenconstructies - Basiseisen en bepalingsmethoden.
8.2
Vuistregels ter bepaling van de maximale muurhoogte van binnenmuren De vuistregels ter bepaling van de maximale muurhoogte in m zijn geldig voor niet-dragende binnenmuren. Ze zijn afhankelijk van de constructieve randvoorwaarden van de binnenmuren.
niet verstijfd
verstijfd door kolommen of dwarsmuren of afstand a
m
m
muur aan de bovenzijde gesteund
30 x d
60 x d - 0,5 x a
muur aan de bovenzijde niet gesteund
15 x d
60 x d - 0,9 x a
a = de afstand in m tussen verstijvende kolommen of dwarsmuren d = de dikte van de muur
Met nadruk wordt erop gewezen dat het gebruik van bovenstaande vuistregels te allen tijde onder de verantwoordelijkheid van de constructeur valt.
8.3
Verankeringen Uit onderzoek naar de duurzaamheid van spouwankers is gebleken dat in geval van het optreden van corrosie het spouwanker wordt aangetast ter plaatse van de overgang van buitenspouwblad naar spouw. De mate van aantasting van het spouwanker is afhankelijk van het milieu waarin het bouwwerk staat. Een te hoog gehalte aan chloriden in de lucht draagt in belangrijke mate bij aan het corroderen van spouwankers. Geadviseerd wordt ter voorkoming van corrosie spouwankers toe te passen van roestvast staal A4 (AISI 316). Voor spouwmuren met een spouwbreedte tot en met 150 mm kan de volgende tabel worden aangehouden.
gebouwhoogte
0 -11 m
11 - 20 m
aantal spouwankers per m2
4
6
Voor een spouw die breder is dan 150 mm moet de spouwverankering worden berekend.
19.
8.4
Lateien Lateien worden toegepast boven gevelopeningen om het eigen gewicht van het bovenliggende metselwerk te dragen. Bij toepassing van betonnen lateien moet rekening worden gehouden met doorbuiging als gevolg van tijdsafhankelijke effecten zoals kruip en als gevolg van veranderlijke lasten. Bij toepassing van stalen lateien moet alleen rekening worden gehouden met doorbuiging als gevolg van veranderlijke lasten. Genoemde doorbuigingen mogen niet groter zijn dan 1/1000 van de overspanning. Deze eis geldt overigens niet alleen voor metselwerk op lateien maar ook voor metselwerk op balken, vloeren, balkons en galerijen. In het algemeen is het raadzaam om lateien ter plaatse van dilatatievoegen glijdend op te leggen zodat de latei en het metselwerk waarin de latei opligt vrij ten opzichte van elkaar kunnen vervormen. Bovendien moet achter de beëindiging van de latei enkele millimeters ruimte worden gelaten. In de gevel kan de verticale voeg tussen latei en metselwerk worden uitgevoerd als kitvoeg op rugvulling of open worden gelaten.
8.5
Metselverbanden De mechanische sterkte van een gemetselde muur wordt enerzijds bepaald door de hechtsterkte tussen mortel en steen en anderzijds door het metselverband dat ontstaat door het laten verspringen van boven elkaar liggende stootvoegen. Daarnaast dragen metselverbanden bij aan de esthetiek van een gevel. MBI stenen en B2 blokken kunnen altijd in een tevoren bepaald metselverband worden verwerkt wegens de grote maatvastheid van stenen en blokken. Noodgedwongen toepassing van wildverband als gevolg van maatonvastheid komt niet voor. Een bijzonder metselverband is het modulair verband waarbij een viertal modulaire formaten gevelstenen gebroken worden samengesteld tot een vrij te bepalen configuratie die steeds wordt herhaald.
8.5.1
Halfsteensmuren Voor halfsteensmuren van MBI stenen of B2 blokken is het halfsteensverband het meest geëigende verband.
8.5.2
Steensmuren Steensmuren kunnen met dubbelzijdig schone binnenmuurstenen in engels, noors, vlaams, staand, kruis- of koppenverband worden uitgevoerd.
20.
9. milieuaspecten MBI metselproducten MBI heeft een onderzoek laten uitvoeren betreffende de milieubelasting die optreedt in de levenscyclus van metselwerk van MBI gevelstenen in vergelijking met de milieubelasting van metselwerk van andere materialen. Deze LevensCyclusAnalyse (LCA) is uitgevoerd door CREM, Consultancy and Research for Environmental Management te Amsterdam. Een LCA is een systematische manier om de milieueffecten van een bouwproduct te bepalen gedurende de gehele levenscyclus. Hiermee wordt een objectief beeld verkregen van de milieubelasting van bouwproducten. Metselwerk van MBI gevelsteen scoort in het bijzonder op de milieueffecten ‘uitputting’, ‘broeikaseffect’, ‘aantasting van de ozonlaag’, ‘verzuring’ en ‘vermesting’ opmerkelijk gunstig. Een uitgebreid rapport is verkrijgbaar bij MBI.
21.
10.voorschriften en adviezen voor MBI metselwerk 10.1
Productcode en samenstelling steenpakket Alle MBI metselproducten zijn voorzien van een unieke productcode bestaande uit een combinatie van letters en cijfers (kleuraanduiding). Productcodes van (enkelzijdig schone) MBI gevelstenen beginnen met de letter E. Productcodes van (dubbelzijdig schone) MBI binnenmuurstenen beginnen met de letter D. Productcodes van (dubbelzijdig schone) MBI B2 blokken beginnen met de letter F. Hoewel in de steenpakketten van gevelstenen structuur en gevelstenen glad in voldoende mate kop-strekstenen (E1) en gekoppelde halve stenen (E2) zijn opgenomen, wordt geadviseerd bij het afsluiten van een order voor deze gevelstenen in overleg met MBI steeds te controleren of de per productcode mee te leveren aantallen E1- en E2-stenen toereikend zijn om het metselwerk uit te voeren. Het is mogelijk eventueel extra kop-strek-kopstenen (E4) mee te leveren. Voor gevelstenen geocolor geldt dat per productcode steeds ongeveer 15 % kop-strek-kopstenen (E4) in afzonderlijke steenpakketten standaard worden meegeleverd. Meeleveren van extra kop-strek-kopstenen is mogelijk. Voor MBI gevelstenen gebroken geldt eveneens dat per productcode steeds ongeveer 15 % kop-strekstenen (E1) in afzonderlijke steenpakketten standaard worden meegeleverd. Meeleveren van extra kop-strekstenen is mogelijk. In de steenpakketten van binnenmuurstenen structuur en binnenmuurstenen glad zijn voor een gemiddeld werk in voldoende mate gekoppelde halve stenen (D1) en leidingstenen met kopsparingen (D2) opgenomen. Leidingstenen maken het mogelijk in een muur van dubbelzijdig schoonmetsel werk elektriciteitsleidingen op te nemen. In de steenpakketten van B2 blokken zijn voor een gemiddeld werk in voldoende mate pasblokken 1/2-1/2 (F1), pasblokken 1/3-2/3 (F2) en leidingblokken met kernsparingen (F3) opgenomen. Leidingblokken maken het mogelijk in een muur van dubbelzijdig schoonmetselwerk elektriciteitsleidingen op te nemen. De in steenpakketten meegeleverde percentages E1-, E2-, D1-, D2-stenen en F1-, F2-, F3-blokken kunnen per productcode verschillen. Nadere informatie hierover kan worden verkregen bij MBI Veghel, afdeling Verkoop Gevel.
Nadere informatie betreffende de producteigenschappen van de MBI metselproducten en de muur alsmede de verwerking is op de MBI website www.mbi.nl te vinden.
10.2
Gebruik kleuraanduiding Ter voorkoming van verschillen in kleurnuancering, textuur en/of maat mogen in geen geval MBI gevelstenen en MBI binnenmuurstenen met dezelfde kleuraanduiding in de productcode in één muurvlak worden toegepast. Dus géén combinatie van E-en D-stenen met dezelfde kleuraanduiding.
10.3
Controle levering Bij levering moet direct na het lossen worden gecontroleerd of de MBI metselproducten voldoen aan de bestelspecificaties en de productspecificaties. Om de kans op verschillen in kleurnuancering, textuur en/of maat te verminderen moeten metsel producten voor het gehele bouwwerk per productcode uit één productiecharge afkomstig zijn. Indien sprake is van levering uit meerdere productiecharges moet worden nagegaan of deze toegepast kunnen worden voor afzonderlijk te onderscheiden metselwerkvlakken. Omdat bij de productie van metselproducten gebruik wordt gemaakt van natuurlijke grondstoffen zijn geringe verschillen in kleurnuancering wegens het optreden van fluctuaties in de kleureigenschappen van de gebruikte natuurlijke grondstoffen niet uit te sluiten.
22.
10.4
Klachten Indien gebreken aan MBI metselproducten worden geconstateerd of, zonder nader onderzoek, redelijkerwijs hadden kunnen worden geconstateerd, dan moeten deze binnen 24 uur na aflevering (weekeinde, feestdagen en collectieve vrije dagen niet meegerekend) duidelijk omschreven aan de leverancier worden gemeld en uiterlijk binnen 5 werkdagen schriftelijk zijn bevestigd. De mogelijk heid van klachtmelding, zoals hier genoemd, vervalt in elk geval na verwerking van de metselpro ducten. Verwerk dus in geen geval metselproducten met te grote verschillen in kleurnuancering, textuur en/of maat. Geringe afwijkingen in kleurnuancering, textuur, maat, ander klein gebrek en eventuele kalkuitslag kunnen geen reden zijn voor klachtmelding.
10.5
Opslag en bescherming MBI metselproducten moeten bij aflevering worden opgeslagen op een schone, vlakke, droge en waterdichte ondergrond (bij voorkeur op Stelcon® betonnen vloerplaten). De eventueel aanwezige, niet-waterdichte (!), transportfolie moet altijd, zo snel als mogelijk is, worden verwijderd om inwendige condensatie in de steenpakketten zoveel mogelijk te voorkomen. Opgesloten condensatie vocht kan kalkuitslag veroorzaken die voornamelijk zichtbaar is op donkergekleurde metselproducten. Metselproducten, geleverd op pallets, mogen nooit op elkaar worden gestapeld om vervuiling (o.a. door indringing van houtsappen) te voorkomen. Metselproducten moeten na verwijdering van de eventueel aanwezige transportfolie door middel van schone, waterdichte dekzeilen afwaterend worden beschermd tegen regen en vervuiling waardoor wordt voorkomen dat (vervuild) regenwater over en tussen de metselproducten door kan lopen. Beluchting van de steenpakketten moet echter wel mogelijk zijn. Verwerk de opgeslagen metselproducten zo snel als mogelijk is. Verwerk in geen geval metselproducten die door wat voor oorzaak dan ook vuil zijn geworden of die uitslag vertonen als gevolg van in de steenpakketten binnengedrongen regenwater.
10.6
Metselmortel Metsel bij voorkeur met een seizoensgebonden prefab metselmortel (zonder vertragingsmiddel) die onder KOMO® attest-met-productcertificaat wordt geleverd. Vraag aan de producent van de prefab metselmortel een gespecificeerd morteladvies waarin de voorwaarden zijn opgenomen voor de ver werking van de metselmortel in combinatie met de MBI metselproducten. Voor het op de bouw plaats vervaardigen van metselmortel kan gebruik worden gemaakt van metselcement (waaraan al plastificeerder is toegevoegd) en grof, scherp zand in een mengverhouding van 1 : 3.
10.7
Metselen Metsel met droge MBI metselproducten en met een zo droog mogelijke metselspecie zodat het smetten van metselspecie op het gerede metselwerk wordt voorkomen. Gebruik eventueel smetfolie. Bij het verwerken van antracietkleurige gevelstenen wordt geadviseerd een eventueel op kleur gebrachte metselspecie te gebruiken. Vers metselwerk moet aan de bovenzijde afdoende worden beschermd tegen indringing en afstro ming van regenwater ter voorkoming van uitspoeling van kalk uit de metselmortel. Gebruik hiervoor geen houten plank maar maak gebruik van een via de bouwmaterialenhandel verkrijgbaar lichtge wicht kunststof muurafdekprofiel. Dit profiel kan ook dienen als tijdelijke waterslag bij gevelopeningen. Het metselwerk moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de Uitvoeringsrichtlijn Metselwerkconstructies uitgegeven door BKB onder publicatienummer PBL0357/98, datum uitgifte 1998-08-01. Bij het metselen dient er rekening mee te worden gehouden, dat de spouwbreedte altijd een restwaarde heeft van minimaal 20 mm gerekend vanaf de meest uitstekende metselmortelbaard of eventuele andere uitstekende muurdelen. Om een minimale luchtspouw van 20 mm te bereiken moet de ontwerpbreedte van de luchtspouw 40 mm zijn. Zorg ervoor dat op de juiste plaatsen in het metselwerk het vereiste aantal stootvoegen wordt open gehouden. Maak bij voorkeur gebruik van dubbele steigers waardoor het smetten van de gevel door spatten van vallende metselspecie kan worden voorkomen. Gebruik als stelprofielen géén onbehandelde houten profielen omdat deze op de steen vlekken kunnen veroorzaken die afkomstig zijn van houtsappen. Gebruik bij voorkeur aluminium stelprofielen. Dilatatievoegen in het metselwerk moeten zorgvuldig worden uitgevoerd conform het door MBI te verstrekken dilatatieadvies.
23.
10.8
Knippen en zagen Om halve stenen en passtukken te maken heeft het gebruik van een steenknipper de voorkeur boven nat zagen. Stenen die nat worden gezaagd, moeten ter voorkoming van kleurverschillen altijd vóór het zagen met schoon water worden verzadigd en na het zagen worden afgespoeld en gedroogd. Gevelstenen gebroken zijn homogeen van samenstelling en kunnen daarom in iedere gewenste vorm worden geknipt.
10.9
Reinigen van metselwerk Metselspeciesmetten moeten vóór verharding van de metselspecie worden verwijderd met schoon water. Verregend vers metselwerk moet, indien mogelijk, alleen worden uitgekrabd en na het aan trekken van de metselspecie afhankelijk van de temperatuur, ’s zomers na 1 dag en ’s winters na 2 dagen, worden gereinigd met (warm) water opgebracht onder hoge druk (eventueel via een roterende kop indien het metselwerk ouder is dan enkele dagen). Om een fraai resultaat te bereiken, moet metselwerk van MBI gevelsteen geocolor vóór het voegen bij voorkeur met behulp van een geschikt reinigingsmiddel worden behandeld. De behandeling moet worden uitgevoerd volgens voorschrift van de desbetreffende producent van het reinigingsmiddel.
10.10
Voegen van metselwerk Voegmortel alsmede uitvoering en controle van het voegen moeten voldoen aan CUR-Aanbeveling 61 ‘Het voegen van metselwerk’. (Gedeeltelijk) natte muren mogen ter voorkoming van uitspoeling van kalk uit de voegmortel niet worden gevoegd.
24.
11 . v e r l i j m e n v a n m e t s e l p r o d u c t e n 11.1
Algemeen Verlijmen is een techniek voor het verwerken van MBI metselproducten met als voornaamste kenmerk dat de voeg tussen de stenen in vergelijking met een metselwerkvoeg relatief dun is. Dit wordt bereikt doordat MBI gevelstenen maatvast zijn en door het gebruik van een speciaal voor dit doel samengestelde zand/cementmortel. Verlijmde MBI metselproducten hebben een aantal bijzondere kenmerken op het gebied van geveltextuur, ontwerp, materiaaleigenschappen, uitvoering en onderhoud. Het voornaamste uiterlijke kenmerk van verlijmde MBI metselproducten is de dunne lijmvoeg waardoor een andere, van metselwerk afwijkende geveltextuur ontstaat. Voor de dikte van de lintvoeg en de stootvoeg kan 3 mm worden aangehouden. Uitgaande van een tolerantie op de afmeting van -3 tot +1 mm kan de voegdikte variëren van 2 tot 6 mm. Deze variatie kan worden beperkt door in de ontwerpfase de steenleverantie vast te leggen en te ontwerpen met de actuele maten van die leverantie. Het ontwerpen met verlijmde MBI metselproducten stelt bepaalde eisen aan de maatvoering van de gevel. In materiaaltechnische zin bieden verlijmde MBI metselproducten op constructief en bouwfysisch gebied mogelijkheden die met traditioneel metselwerk niet zijn te realiseren. Verlijmen wijkt af van metselen omdat de lijmmortel in de meeste gevallen met een lijmspuit op de steen wordt aangebracht. In combinatie met MBI metselproducten ontwikkelt lijmmortel ten opzichte van metselmortel een relatief hoge hechtsterkte. Verlijmde MBI metselproducten zijn onderhoudsarm.
11.2
Aspecten verlijmde MBI metselproducten
11.2.1 Geveltextuur Door het verlijmen van MBI metselproducten ontstaat een gevel waarin de kleur en de textuur van de steen domineren. Het formaat van de metselproducten is door het vrijwel visueel afwezig zijn van de voegen van minder belang. Omdat het formaat minder beeldbepalend is, is de keuze voor een groter formaat meer voor de hand liggend omdat de verwerkingskosten omgekeerd evenredig zijn met de formaatgrootte. Een bijzonder effect wordt bereikt door dunne, niet met lijmmortel gevulde stootvoegen toe te passen. De keuze voor de kleur van de lijmmortel is afhankelijk van de mate waarin de voeg wordt gevuld. Bij een vol en zat verlijmde voeg zijn esthetische overwegingen bepalend voor de kleurkeuze. Bij een enigszins terugliggende voeg verdient een donkere lijmmortel de voorkeur boven een lichte. Een eventueel ongelijkmatig ligging van de lijmmortel wordt verhuld doordat het onderscheid vervaagt tussen de kleur van naar voren liggende lijmmortel en de schaduw van naar achteren liggende lijmmortel. 11.2.2 Ontwerp Om een buitenhoek of een beëindiging ter plaatse van een kozijn in halfsteensverband uit te voeren moeten gezaagde stenen worden toegepast. De gevelmaatvoering van verlijmde MBI metselproducten moet nauwkeurig op tekening worden aangegeven. Wegens de mogelijkheid van een afwijkende dikte van het thermisch isolatiemateriaal, een afwijkende breedte van de MBI metselproducten en/of een afwijkende plaatsing van het buitenspouwblad, moet bij het ontwerpen van verlijmde MBI metselproducten in het buitenspouwblad worden uitgegaan van een luchtspouw tussen thermisch isolatiemateriaal en buitenspouwblad van minimaal 30 mm, waarbij rekening is gehouden met het vrijwel afwezig zijn van lijmmortelbaarden.
25.
Met de toepassing van prefab lijmmortels zijn goede ervaringen opgedaan. Er zijn verankeringen op de markt die speciaal zijn afgestemd op het gebruik in gevels van verlijmde MBI metselproducten. Om verlijmde MBI metselproducten probleemloos te laten functioneren is een door MBI opgesteld dilatatieadvies noodzakelijk. Deze service wordt geboden ten behoeve van architect, aannemer en metselbedrijf. In het dilatatieadvies is het type en de plaats van de dilatatievoegen aangegeven. 11.2.3
Materiaaleigenschappen
11.2.3.1 Bouwfysische eigenschappen Uit een onderzoek dat is uitgevoerd door het Laboratorium Bouwfysica van het Departement Burgerlijke Bouwkunde van de KU-Leuven naar de invloed van open stootvoegen op het hygrisch gedrag van gevels van verlijmde betonsteen is naar voren gekomen dat een buitenspouwblad van verlijmde betonsteen met open stootvoegen wat vochtdoorslag betreft beter presteert dan een buitenspouwblad van verlijmde betonsteen met gevulde stootvoegen. Dunne, open stootvoegen hebben dus geen nadelige invloed op het vochtdoorslaggedrag van een gevel van verlijmde MBI metselproducten. 11.2.3.2 Constructieve eigenschappen De haalbare hechtsterkte van lijmmortel is ruim tweemaal de volgens NEN 6790 bepaalde hechtsterkte voor metselmortels waarbij een hechtsterkte van 0,4 N/mm2 haalbaar is. Door deze eigenschap van lijmmortel in combinatie met MBI metselproducten is het in principe mogelijk een dunner buitenspouwblad toe te passen en de stootvoegen open te laten. De voegdikte tussen verlijmde MBI metselproducten is nominaal 3 mm. Deze waarde is gekozen op grond van de hoge maatvastheid van de MBI metselproducten. Er bestaat geen stalen lintvoegwapening die geschikt is om constructief te worden toegepast in een gevel van verlijmde MBI metselproducten. Er bestaat evenmin stalen lintvoegwapening die noodzakelijk is om krimpspanningen boven en onder gevelopeningen op te nemen. Verticale dilatatievoegen in gevels van verlijmde MBI metselproducten zijn nauwelijks opvallend omdat deze standaard worden uitgevoerd als koude voeg. Alternatieven zijn een 3 mm open verticale dilatatievoeg. In sommige gevallen is het mogelijk om de verticale dilatatievoeg, voorzien van dpc-folie, zigzag te laten verlopen volgens de voegen van het steenverband. In dat geval is de dilatatievoeg onzichtbaar. 11.2.4
Uitvoering Voor het aanbrengen van de lijmmortel op de steen kan gebruik worden gemaakt van een mortelpomp. Voor niet te kleine gevelvlakken heeft het gebruik van een lijmpomp op grond van kostenoverwegingen de voorkeur boven handmatige verlijming.
26.
Steigersystemen: • Enkele steiger Dwarsdragers liggen in het buitenspouwblad. • Dubbele steiger Ten opzichte van de enkele steiger heeft de dubbele steiger het voordeel dat het naderhand aanbrengen van stenen in de gevelsparingen voor de dwarsdragers vervalt. • Hefsteiger Het voordeel ten opzichte van de enkele steiger is hetzelfde als dat van de dubbele steiger. Voor het uitvoeren van gevels van verlijmde MBI metselproducten hebben de dubbele steiger en de hefsteiger de voorkeur. Gevels van verlijmde MBI metselproducten behoeven niet te worden gevoegd. De verwerkingskosten kunnen worden gereduceerd door het toepassen van dunne, open stootvoegen. Voor een goede uitvoering wordt verwezen naar VOORSCHRIFTEN EN ADVIEZEN VOOR MBI METSELWERK (zie hoofdstuk 10), met uitzondering van het daarin vermelde aangaande metselmortels. 11.2.5 Onderhoud Gevels van verlijmde MBI metselproducten zijn onderhoudsarm omdat ze niet behoeven te worden gevoegd. Het gevolg is een aanzienlijke besparing op de toekomstige onderhoudskosten. 11.3
Metselen met dun(bed)mortel Voor het verlijmen van MBI metselproducten bestaat een interessant alternatief in de vorm van het metselen met een dun(bed)mortel. De werkwijze respecteert enerzijds de traditionele vaardigheden van de metselaar en anderzijds is het visuele resultaat van deze wijze van verwerken volledig vergelijkbaar met het resultaat van verlijmen. Omdat er wordt gewerkt met een metselmortel in plaats van een lijmmortel is, zoals gebruikelijk voor metselmortels, een hechtsterkte haalbaar van 0,4 N/mm2 bepaald volgens NEN 6980. De voegdikte is evenals bij verlijmde MBI metselproducten nominaal 3 mm.
27.
12. bestek Bij de voorbereiding van een bouwobject hoort een goed bestek. Hierna volgen een vijftal voorbeelden van bestekteksten. Meer informatie is te vinden op onze website www.mbi.nl. De afdeling Verkoop Gevel van MBI Veghel kan ook alle informatie geven. 12.1
Bestektekst voor metselwerk MBI gevelstenen met deklaag (geocolor) Productcode EGGM565 STABU-versie 2005/1 22 METSELWERK 22.33 BETONSTEEN MET MORTEL 22.33.12-a METSELWERK MET MORTEL, BETON METSELSTEEN 0. SCHOON METSELWERK, METSELVERBAND Metselverband: halfsteens. Lagen- en koppemaat ..... Oppervlaktegroep schoon-werkzijde(n) overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 22, bijlage A: 1. Open stootvoeg h.o.h. ca. 66 cm, m.u.v. open stootvoegen boven waterkeringen: h.o.h. ca. 44 cm. 1. BETON METSELSTEEN (NEN 7027-73) Fabrikaat: MBI. Type: MBI gevelsteen geocolor. Productcode: EGGM565. Kleur: 565 noors wit. Druksterkteklasse: 25. Afmetingen (mm): 210x100x52 (waalformaat). 4. METSELMORTEL, CEMENTGEBONDEN (NEN 3835-91) kwaliteit: M 7,5. type: II. Bindmiddel: cement (NEN-EN 197-1-00): CEM III/B 42,5 LH HS (hoogovencement). Te verstrekken gegevens: van de cement een bewijs van oorsprong. .01 BUITENWAND0.00 T.p.v...... (\buitenwanden. \buitenspouwbladen. \.....) als aangegeven op tekening..... 22.72 VOEGWERK 22.72.10-a VOEGWERK 0. VOEGWERK (CUR-AANBEV. 61-98) Voeghardheidsklasse: VH35, mechanisch verdicht. Voegtype: platvol glad. 4. VOEGMORTEL, CEMENTGEBONDEN Bindmiddel: - cement: ..... (afhankelijk van de gewenste kleur). .01 BUITENWAND0.00 T.p.v...... (\buitenwanden. \buitenspouwbladen. \.....) als aangegeven op tekening.....
28.
22.81 WAPENING 22.81.20-a LINTVOEGWAPENING 0. LINTVOEGWAPENING Fabrikaat: Bekaert Murfor. Type: ..... (\RND/E. \RND/302.). Breedte (mm): 50. Lengte (m): 3,05. .01 BUITENWAND0.00 In het betonsteen metselwerk boven en onder de openingen in de ...... (\buitenwanden. \buitenspouwbladen. \.....) als aangegeven op principedetails van MBI. 22.82 VERANKERINGEN EN OPVANGCONSTRUCTIES 22.82.21-a SPOUWANKER 0. SPOUWANKER Fabrikaat: ..... Type: ..... materiaal: .....(\verzinkt staal. \corrosievast staal) Aantal: ..... stuks per m?. Toebehoren: klemschuif. .01 BUITENWAND0.00 Ten behoeve van de verankering van de gemetselde spouwbladen van buitengevels aan de binnenspouwbladen, als aangegeven op tekening.....
29.
12.2
Bestektekst voor metselwerk MBI gevelstenen gebroken Productcode EMCK525 STABU-versie 2005/1 22 METSELWERK 22.33 BETONSTEEN MET MORTEL 22.33.12-a METSELWERK MET MORTEL, BETON METSELSTEEN 0. SCHOON METSELWERK, METSELVERBAND Metselverband: halfsteens. Lagen- en koppemaat ..... Oppervlaktegroep schoon-werkzijde(n) overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 22, bijlage A: 1. Open stootvoeg h.o.h. ca. 60 cm, m.u.v. open stootvoegen boven waterkeringen: h.o.h. ca. 40 cm. 1. BETON METSELSTEEN (NEN 7027-73) Fabrikaat: MBI. Type: MBI gevelsteen gebroken. Productcode: EMCK525. Kleur: 525 noors wit. Druksterkteklasse: 30. Afmetingen (mm): 190x90x90 (moduulformaat). 4. METSELMORTEL, CEMENTGEBONDEN (NEN 3835-91) Mortelkwaliteit en -type: kwaliteit: M 7,5. type: II. Bindmiddel: cement (NEN-EN 197-1-00): CEM III/B 42,5 LH HS. (hoogovencement) Te verstrekken gegevens: van de cement een bewijs van oorsprong. .01 BUITENWAND0.00 T.p.v...... (\buitenwanden. \buitenspouwbladen. \.....) als aangegeven op tekening..... 22.72 VOEGWERK 22.72.10-a VOEGWERK 0. VOEGWERK (CUR-AANBEV. 61-98) Voeghardheidsklasse: VH45, mechanisch verdicht. Voegtype: platvol glad. 4. VOEGMORTEL, CEMENTGEBONDEN Bindmiddel: - cement: ..... (afhankelijk van de gewenste kleur). .01 BUITENWAND0.00 T.p.v...... (\buitenwanden. \buitenspouwbladen. \.....) als aangegeven op tekening.....
30.
22.81 WAPENING 22.81.20-a LINTVOEGWAPENING 0. LINTVOEGWAPENING Fabrikaat: Bekaert Murfor. Type: ..... (\RND/E. \RND/302.). Breedte (mm): 50. Lengte (m): 3,05. .01 BUITENWAND0.00 In het betonsteen metselwerk boven en onder de openingen in de ...... (\buitenwanden. \buitenspouwbladen. \.....) als aangegeven op principedetails van MBI. 22.82 VERANKERINGEN EN OPVANGCONSTRUCTIES 22.82.21-a SPOUWANKER 0. SPOUWANKER Fabrikaat: ..... Type: ..... materiaal: .....(\verzinkt staal. \corrosievast staal) Aantal: ..... stuks per m?. Toebehoren: klemschuif. .01 BUITENWAND0.00 Ten behoeve van de verankering van de gemetselde spouwbladen van buitengevels aan de binnenspouwbladen, als aangegeven op tekening.....
31.
12.3
Bestektekst voor metselwerk MBI binnenmuurstenen structuur Productcode DBLM525 STABU-versie 2005/1 22 METSELWERK 22.33 BETONSTEEN MET MORTEL 22.33.12-a METSELWERK MET MORTEL, BETON METSELSTEEN 0. SCHOON METSELWERK, METSELVERBAND Metselverband: halfsteens. Lagen- en koppemaat..... Oppervlaktegroep schoon-werkzijde(n) overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 22, bijlage A: 1. 1. BETON METSELSTEEN (NEN 7027-73) Fabrikaat: MBI. Type: MBI binnenmuursteen structuur. Productcode: DBLM525. Kleur: 525 noors wit. Druksterkteklasse: 25. Afmetingen (mm): 210x100x83 (maasformaat). 4. METSELMORTEL, CEMENTGEBONDEN (NEN 3835-91) kwaliteit: M 7,5. type: IV. Bindmiddel: cement (NEN-EN 197-1-00): CEM III/B 42,5 LH HS. (hoogovencement). Te verstrekken gegevens: van de cement een bewijs van oorsprong. .01 BINNENWAND0.00 Dubbelzijdig schoon metselwerk t.p.v ....., als aangegeven op tekening..... 22.72 VOEGWERK 22.72.10-a VOEGWERK 0. VOEGWERK (CUR-AANBEV. 61-98) Voeghardheidsklasse: VH25. Voegtype: platvol glad. 4. VOEGMORTEL, CEMENTGEBONDEN Bindmiddel: - cement: ..... (afhankelijk van de gewenste kleur). .01 BINNENWAND0.00 T.p.v. ....., als aangegeven op tekening..... 22.81 WAPENING 22.81.20-a LINTVOEGWAPENING 0. LINTVOEGWAPENING Fabrikaat: Bekaert Murfor. Type: RND/Z. Materiaal: staal. Oppervlaktebehandeling: vuurverzinkt. Breedte (mm): 50. Lengte (m): 3,05. .01 BINNENWAND0.00 In het betonsteen metselwerk boven en onder de openingen in binnenwanden, als aangegeven op principedetails van MBI.
32.
12.4
Bestektekst voor metselwerk MBI B2 blokken glad Productcode FACM525 STABU-versie 2005/1 22 METSELWERK 22.33 BETONSTEEN MET MORTEL 22.33.12-a METSELWERK MET MORTEL, BETON METSELSTEEN 0. SCHOON METSELWERK, METSELVERBAND Metselverband: halfsteens. Lagen- en koppemaat..... Oppervlaktegroep schoon-werkzijde(n) overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 22, bijlage A: 1. 1. BETON METSELSTEEN (NEN 7027-73) Fabrikaat: MBI. Type: MBI B2 blok glad. Productcode: FACM525. Kleur: 525 noors wit. Druksterkteklasse: 20. Afmetingen (mm): 290x90x190 (moduulformaat). 4. METSELMORTEL, CEMENTGEBONDEN (NEN 3835-91) kwaliteit: M 7,5. type: IV. Bindmiddel: cement (NEN-EN 197-1-00): CEM III/B 42,5 LH HS. (hoogovencement). Te verstrekken gegevens: van de cement een bewijs van oorsprong. .01 BINNENWAND0.00 Dubbelzijdig schoon metselwerk t.p.v ....., als aangegeven op tekening..... 22.72 VOEGWERK 22.72.10-a VOEGWERK 0. VOEGWERK (CUR-AANBEV. 61-98) Voeghardheidsklasse: VH25. Voegtype: platvol glad. 4. VOEGMORTEL, CEMENTGEBONDEN Bindmiddel: - cement: ..... (afhankelijk van de gewenste kleur). .01 BINNENWAND0.00 T.p.v. ....., als aangegeven op tekening..... 22.81 WAPENING 22.81.20-a LINTVOEGWAPENING 0. LINTVOEGWAPENING Fabrikaat: Bekaert Murfor. Type: RND/Z. Materiaal: staal. Oppervlaktebehandeling: vuurverzinkt. Breedte (mm): 50. Lengte (m): 3,05. .01 BINNENWAND0.00 In het betonsteen metselwerk boven en onder de openingen in binnenwanden, als aangegeven op principedetails van MBI.
33.
12.5
Bestektekst voor lijmwerk MBI gevelstenen gebroken Productcode EMCK525 STABU-versie 2003/1 22METSELWERK 22.43BETONSTEEN, GELIJMD 22.43.20-aGELIJMD METSELWERK, BETON METSELSTEEN 0. SCHOON GELIJMD METSELWERK Metselverband: halfsteens. Lagenmaat wordt in overleg met de directie in het werk bepaald. Oppervlaktegroep overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 22, bijlage A: 7. Lijmmethode: - stootvoeg: gevuld - voegvulling: terugliggend 1. BETON METSELSTEEN (NEN 7027-73) Fabrikaat: MBI. Type: MBI gevelsteen gebroken Productcode: EMCK525 Kleur: 525 noors wit Druksterkteklasse: 30 Afmetingen (mm): 190x90x90 (moduulformaat) 3. LIJMMORTEL (BRL 1005-99) Type: voor betonsteen. Samenstelling: Kleur: wit Lijmmortel leveren onder KOMO-productcertificaat. .01 BUITENWAND0.00 T.p.v...... (\buitenwanden. \buitenspouwbladen. \.....) als aangegeven op tekening..... 22.81WAPENING 22.81.20-bLINTVOEGWAPENING 0. LINTVOEGWAPENING Fabrikaat: Bekaert Murfor. Type: BXR/S-50. Materiaal: roestvast staal. Breedte (mm): 50. Rollengte (m): 50. .01 BUITENWAND0.00 In het betonsteen metselwerk boven en onder de openingen in de ...... (\buitenwanden. \buitenspouwbladen. \.....) als aangegeven op principedetails van MBI.
34.
22.82 VERANKERINGEN EN OPVANGCONSTRUCTIES 22.82.21-a SPOUWANKER 0. SPOUWANKER Fabrikaat: ..... Type: ..... materiaal: .....(\verzinkt staal. \corrosievast staal) Aantal: ..... stuks per m?. Toebehoren: klemschuif. .01 BUITENWAND0.00 Ten behoeve van de verankering van de gemetselde spouwbladen van buitengevels aan de binnenspouwbladen, als aangegeven op tekening.....
35.
13. metselwerkdetails Het klimaat in Nederland vraagt om een scheidingsconstructie binnen-buiten die regen en wind kan weerstaan. De (geïsoleerde) spouwmuurconstructie is een scheidingsconstructie die aan deze eis voldoet. Het buitenblad van een spouwmuur is een soort regenjas die het binnenblad bescherming biedt tegen vochtdoorslag. Iedere gemetselde buitengevel laat regenwater door. Dit effect wordt versterkt wanneer er sprake is van regenval met hoge windsnelheden. Bij het detailleren van gevels moet hiermee dan ook terdege rekening worden gehouden door bijvoorbeeld waterkerende materialen voldoende hoog op te zetten. Voldoende open stootvoegen zijn noodzakelijk voor het afvoeren van het doorgeslagen regenwater. Als richtlijn geldt dat open stootvoegen (op een onderlinge afstand van circa 400 mm, minimaal 2 stuks en maximaal 10 mm breed) moeten worden toegepast boven waterdichte lagen ter plaatse van de bovenzijde van gevelopeningen. In de details is uitgegaan van een vrije luchtspouw van 40 mm tussen het buitenspouwblad en het isolatiemateriaal. Er zijn een aantal redenen om een luchtspouw te maken. 1 De metselaar heeft ruimte om de metselproducten handmatig correct te plaatsen. 2 Het verse metselwerk kan gelijkmatiger en sneller drogen zodat de krimpvervorming van het buitenspouwblad beperkt blijft. 3 Eventueel voorkomende witte uitslag zal voor een deel aan de binnenzijde van het buitenspouwblad optreden. 4 Doorgeslagen regenwater kan ongehinderd en snel naar beneden lopen en over de waterkeringen door de open stootvoegen worden afgevoerd. 5 Het totale hygrische gedrag zal verbeteren. De mate waarin dat gebeurt, is wetenschappelijk overigens omstreden. Het is uiteraard van groot belang in een buitenspouwblad te kiezen voor een gevelsteen met een gering waterdoorlatend vermogen. Alle MBI gevelstenen hebben deze eigenschap. In algemene zin is echter de kwaliteit van de metsel- en voegmortel in combinatie met een zorgvuldige uitvoering (‘vol en zat’ metselen) bepalend voor de regenwaterdoorslag van een gemetseld buitenspouwblad. TNO-onderzoek (rapportnummer B-84-279) heeft aangetoond dat de waterdoorlaatbaarheid van metselwerk van MBI gevelstenen gering is ten opzichte van metselwerk van baksteen. Op de volgende bladzijden worden algemene metselwerkdetails weergegeven. Bij de detaillering is uitgegaan van bouwfysische en constructieve eigenschappen van de bouwmaterialen. Bovendien is veel zorg besteed aan het zoveel mogelijk tegengaan van geconcentreerde vervuiling op een gemetselde gevel door afstromend regenwater. De maten zijn aangegeven in mm.
36.
Detail 1 : aanzicht buitengevel
• •
•
Indien metselwerk lager dan 100 mm onder maaiveld wordt toegepast, moet de metselsteen vallen in categorie 1A van het Bouwstoffenbesluit. Open stootvoegen (h.o.h. ca. 400 mm, minimaal 2 stuks en maximaal 10 mm breed) moeten worden toegepast boven de waterdichte laag op de fundering en boven de waterdichte laag ter plaatse van de bovenzijde van gevelopeningen (zie hiervoor de betreffende details). Open stootvoegen (h.o.h. ca. 600 mm en maximaal 10 mm breed) moeten worden toegepast vlak boven het maaiveld en ter plaatse van de beëindiging van het metselwerk onder kozijnopeningen en bij het dak (zie hiervoor de betreffende details).
37.
Detail 2 : fundering
• • •
Luchtspouw van 40 mm. Een waterdichte laag moet worden toegepast als vochtkering voor grondwater. Voor eventuele ontluchting van de kruipruimte een vloerventilatiekoker toepassen.
38.
Detail 3 : woningscheidende ankerloze spouwmuur
•
De ankerloze luchtspouw moet open zijn tot op de fundering.
39.
Detail 4 : fundering in water
• • •
Luchtspouw van 40 mm. Bij waterstanden die hoger zijn dan aangegeven in het detail of voor kademuren moet de metselwerkconstructie worden uitgevoerd volgens opgave van de constructeur. Een nadere bouwfysische beoordeling van de metselwerkconstructie kan wenselijk zijn afhankelijk van de functie van de binnenruimte.
40.
Detail 5 : halfsteens muur op fundering
•
De vrije ruimte tussen metselwerk en fundering is voorzien als vochtafvoer omdat voor bergingen conform het Bouwbesluit het metselwerk waterdoorlatend mag zijn. Er mag echter geen water uitstromen over de vloer.
41.
Detail 6 : raamdorpelsteen / waterslag
• •
Luchtspouw van 40 mm. Raamdorpelstenen met eindstukken en waterslag met kopschotten moeten een helling hebben van minimaal 15 graden en een overstek van 30 mm.
42.
Detail 7 : zelfdragende betonnen latei boven houten kozijn
• • • • • •
Luchtspouw van 40 mm. Open stootvoegen (h.o.h. ca. 400 mm, minimaal 2 stuks en maximaal 10 mm breed) moeten worden toegepast boven de waterdichte laag. Blinde vuilwerklateien zijn voor toepassing in metselwerk niet geschikt. Samenwerkende lateien mogen voor buitengevelmetselwerk niet worden toegepast. Indien samenwerkende lateien voor binnenspouwbladen en (binnenmuren) worden toegepast, moet de constructieve werking door de producent van de latei worden aangegeven. Zie voor een kozijn in aluminium of kunststof detail 8.
43.
Detail 8 : zelfdragende betonnen latei boven aluminium / kunststof kozijn
• • • • •
Luchtspouw van 40 mm. Open stootvoegen (h.o.h. ca. 400 mm, minimaal 2 stuks en maximaal 10 mm breed) moeten worden toegepast boven de waterdichte laag. Blinde vuilwerklateien zijn voor toepassing in metselwerk niet geschikt. Samenwerkende lateien mogen voor buitengevelmetselwerk niet worden toegepast. Indien samenwerkende lateien voor binnenspouwbladen en (binnenmuren) worden toegepast, moet de constructieve werking door de producent van de latei worden aangegeven.
44.
Detail 9 : samengestelde zelfdragende betonnen latei boven houten kozijn
• • • • • •
Luchtspouw van 40 mm. Open stootvoegen (h.o.h. ca. 400 mm, minimaal 2 stuks en maximaal 10 mm breed) moeten worden toegepast boven de waterdichte laag. Blinde vuilwerklateien zijn voor toepassing in metselwerk niet geschikt. Samenwerkende lateien mogen voor buitengevelmetselwerk niet worden toegepast. Indien samenwerkende lateien voor binnenspouwbladen en (binnenmuren) worden toegepast, moet de constructieve werking door de producent van de latei worden aangegeven. Zie voor een kozijn in aluminium of kunststof detail 8.
45.
Detail 10 : stalen latei boven houten kozijn
• • • • • •
Luchtspouw van 40 mm. Open stootvoegen (h.o.h. ca. 400 mm, minimaal 2 stuks en maximaal 10 mm breed) moeten worden toegepast boven de waterdichte laag. Blinde vuilwerklateien zijn voor toepassing in metselwerk niet geschikt. Samenwerkende lateien mogen voor buitengevelmetselwerk niet worden toegepast. Indien samenwerkende lateien voor binnenspouwbladen en (binnenmuren) worden toegepast, moet de constructieve werking door de producent van de latei worden aangegeven. Zie voor een kozijn in aluminium of kunststof detail 8.
46.
Detail 11 : gewapend metselwerk met rollaag boven houten kozijn
• • • • • •
Luchtspouw van 40 mm. Open stootvoegen (h.o.h. ca. 400 mm, minimaal 2 stuks en maximaal 10 mm breed) moeten worden toegepast boven de waterdichte laag. Blinde vuilwerklateien zijn voor toepassing in metselwerk niet geschikt. Samenwerkende lateien mogen voor buitengevelmetselwerk niet worden toegepast. Indien samenwerkende lateien voor binnenspouwbladen en (binnenmuren) worden toegepast, moet de constructieve werking door de producent van de latei worden aangegeven. Zie voor een kozijn in aluminium of kunststof detail 8.
47.
Detail 12 : betonnen gevelband boven houten kozijn
• • • •
Luchtspouw van 40 mm. Open stootvoegen (h.o.h. ca. 400 mm, minimaal 2 stuks en maximaal 10 mm breed) moeten worden toegepast boven de waterdichte laag. De maximale doorbuiging van de metselwerkondersteuning bedraagt voor betonsteen ná het verwerken 1/1000 van de overspanning van de metselwerkondersteuning. Zie voor een kozijn in aluminium of kunststof detail 8.
48.
Detail 13 : stalen latei aan consoles boven houten kozijn
• • • •
Luchtspouw van 40 mm. Open stootvoegen (h.o.h. ca. 400 mm, minimaal 2 stuks en maximaal 10 mm breed) moeten worden toegepast boven de waterdichte laag. De maximale doorbuiging van de metselwerkondersteuning bedraagt voor betonsteen ná het verwerken 1/1000 van de overspanning van de metselwerkondersteuning. Zie voor een kozijn in aluminium of kunststof detail 8.
49.
Detail 14 : horizontale betonnen metselwerkondersteuning
• • •
Luchtspouw van 40 mm. Open stootvoegen (h.o.h. ca. 400 mm, minimaal 2 stuks en maximaal 10 mm breed) moeten worden toegepast boven de waterdichte laag. De maximale doorbuiging van de metselwerkondersteuning bedraagt voor betonsteen ná het verwerken 1/1000 van de overspanning van de metselwerkondersteuning.
50.
Detail 15 : horizontale stalen metselwerkondersteuning
• • •
Luchtspouw van 40 mm. Open stootvoegen (h.o.h. ca. 400 mm, minimaal 2 stuks en maximaal 10 mm breed) moeten worden toegepast boven de waterdichte laag. De maximale doorbuiging van de metselwerkondersteuning bedraagt voor betonsteen ná het verwerken 1/1000 van de overspanning van de metselwerkondersteuning.
51.
Detail 16 : aansluiting platdak tegen hoger opgaand metselwerk
• •
Luchtspouw van 40 mm. Open stootvoegen (h.o.h. ca. 400 mm, minimaal 2 stuks en maximaal 10 mm breed) moeten worden toegepast boven de waterdichte laag.
52.
Detail 17 : metselwerk op zelfdragende betonnen vloer
• • •
Luchtspouw van 40 mm. Open stootvoegen (h.o.h. ca. 400 mm, minimaal 2 stuks en maximaal 10 mm breed) moeten worden toegepast boven de waterdichte laag. De maximale doorbuiging van de metselwerkondersteuning bedraagt voor betonsteen ná het verwerken 1/1000 van de overspanning van de metselwerkondersteuning.
53.
Detail 18 : muur op zelfdragende betonnen vloer
•
De maximale doorbuiging van de metselwerkondersteuning bedraagt voor betonsteen ná het verwerken 1/1000 van de overspanning van de metselwerkondersteuning. Indien de doorbuiging groter is dan 1/1000 van de overspanning dan moet de muur worden voorzien van extra lintvoegwapening en/of moeten er extra dilatatievoegen in de muur worden aangebracht.
54.
Detail 19 : dakrandafwerking plat dak
• • •
Luchtspouw van 40 mm. De dakrand boven het metselwerk moet een overstek hebben van 30 mm. Open stootvoegen (h.o.h. ca. 600 mm en maximaal 10 mm breed) moeten worden toegepast ter plaatse van de beëindiging van het metselwerk bij de dakrand.
55.
Detail 20 : dakrandafwerking hellend dak
• • •
Luchtspouw van 40 mm. De dakrand boven het metselwerk moet een overstek hebben van 30 mm. Open stootvoegen (h.o.h. ca. 600 mm en maximaal 10 mm breed) moeten worden toegepast ter plaatse van de beëindiging van het metselwerk bij de dakrand.
56.
Detail 21 : hoger opgaand metselwerk
• • • •
Luchtspouw van 40 mm. De prefab afdekker van het metselwerk moet een zodanig overstek hebben dat de buitenrand van het waterhol 30 mm buiten het metselwerk ligt. Open stootvoegen (h.o.h. ca. 600 mm en maximaal 10 mm breed) moeten worden toegepast ter plaatse van de beëindiging van het metselwerk onder de prefab afdekker. Open stootvoegen (h.o.h. ca. 400 mm, minimaal 2 stuks en maximaal 10 mm breed) moeten worden toegepast boven de waterdichte laag. 57.
Detail 22 : afdekking spouwmuur
• • •
De bovenzijde van gemetselde rollagen bij voorkeur behandelen met een waterafstotend middel en extra dilateren. Een afdekker van metselwerk moet een overstek hebben van 30 mm. Zie voor een prefab afdekker detail 21.
58.
Detail 23 : schoorsteen
•
Een afdekker van een gemetselde schoorsteen moet een zodanig overstek hebben dat de buitenrand van het waterhol 30 mm buiten het metselwerk ligt.
59.
Detail 24 : dilatatievoegtypen
KOUDE DILATATIEVOEG (0 mm) (SYMBOOL
GEVULDE DILATATIEVOEG (10 mm) (SYMBOOL
•
• •
)
of
of
Zie voor een nadere toelichting op het gebruik en de betekenis van dilatatievoegsymbolen CUR-Aanbeveling 71 Constructieve aspecten bij ontwerp, berekening en detaillering van gevels in metselwerk. Glijankers mogen alleen worden toegepast op aanwijzing van de constructeur. In bouwtechnische dilatatievoegen mogen nooit glijankers worden toegepast.
60.
)
Detail 25 : dilatatievoeg in geluidisolerende wand
• • •
Glijankers mogen alleen worden toegepast op aanwijzing van de constructeur. In bouwtechnische dilatatievoegen mogen nooit glijankers worden toegepast. Om een effectieve geluiddichting te verkrijgen moeten eventueel 2 of 3 gesloten cellenbanden (ethafoamkoorden) worden toegepast afhankelijk van de aan de metselwerkconstructie gestelde geluideis.
61.
Detail 26 : dilatatievoeg ter plaatse van hoek
Maximaal driemaal de koppenmaat min voeg. Over deze lengte mogen de spouwankers niet in het buitenspouwblad worden opgenomen.
• •
Luchtspouw van 40 mm. Zie voor dilatatievoegtype detail 24.
62.
Detail 27 : ongedilateerde hoek in buitenspouwblad
A IS KLEINER DAN DE HALVE DILATATIEAFSTAND Indien A = de halve dilatatieafstand, dan mogen de spouwankers over een lengte van 800 mm, gerekend vanaf de hoek, niet in het buitenspouwblad worden opgenomen.
• •
Luchtspouw van 40 mm. Zie voor dilatatievoegtype detail 24.
63.
Detail 28 : brandwerende dilatatievoeg
64.
Detail 29 : starre aansluiting met stalen kolommen
• •
DILATATIEVOEG
DILATATIEVOEG
DILATATIEVOEG
DILATATIEVOEG
DILATATIEVOEG
DILATATIEVOEG
De afstand van het hart van de kolom tot de dilatatievoeg bedraagt de helft van de normale afstand tussen twee dilatatievoegen. De verankering van het metselwerk moet worden uitgevoerd volgens opgave van de constructeur.
65.
Detail 30 : niet-starre aansluiting met stalen kolom
ALTERNATIEF: METSELWERK TEGEN DE FLENZEN VAN DE STALEN KOLOM AANSLUITEN
EVENTUEEL GLIJANKERS OF VEERANKERS
TUSSEN METSELWERK EN LIJF EVENTUEEL SAMENDRUKBAAR MATERIAAL AANBRENGEN, REST TERUGLIGGEND AFVOEGEN OF OPVULLEN MET BIJVOORBEELD EEN PASSENDE HOUTEN LAT
66.
Detail 31 : aansluiting met stalen ligger
•
Vrijstaande, niet-vloerdragende binnenspouwbladen en binnenmuren moeten altijd horizontaal worden gesteund.
67.
Detail 32 : starre en niet-starre aansluiting met betonnen kolom
DILATATIEVOEG
DILATATIEVOEG
TERUGLIGGENDE MORTELVOEG OPMERKING: - A IS DE HELFT VAN DE MAXIMALE ONGEDILATEERDE MUURLENGTE - VERANKERING VOLGENS OPGAVE CONSTRUCTEUR
STARRE AANSLUITING MET BETONNEN KOLOMMEN
NIET-STARRE AANSLUITING MET BETONNEN KOLOMMEN
68.
Detail A1 : metselwerk met raamkozijn, gewapend metselwerk als latei (constructieve wapening niet aangegeven)
600
600
69.
Detail A2 : metselwerk met deurkozijn en dilatatievoeg, gewapend metselwerk als latei (constructieve wapening niet aangegeven)
GLIJANKERS HOH 200
600
•
Zie voor dilatatievoegtype detail 24.
70.
Detail A3 : metselwerk met raamkozijn en dilatatievoeg, zelfdragende betonnen latei
(GLIJ)FOLIE ONDER, VOOR EN BOVEN LATEI OPLEGGING GEKLISTE STENEN NIET HECHTEN AAN LATEI
ZIE OOK VOORSCHRIFTEN LATEIENPRODUCENT
•
Zie voor dilatatievoegtype detail 24.
71.
Detail A4 : metselwerk met raamkozijn en dilatatievoeg, stalen latei
(GLIJ)FOLIE ONDER EN BOVEN LATEI OPLEGGING
600
ZIE OOK VOORSCHRIFTEN LATEIENPRODUCENT
•
Zie voor dilatatievoegtype detail 24.
72.
Detail A5 : metselwerk met raamkozijn en dilatatievoeg, zelfdragende betonnen latei
(GLIJ)FOLIE ONDER LATEI OPLEGGING + KITVOEG
ZIE OOK VOORSCHRIFTEN LATEIENPRODUCENT
•
Zie voor dilatatievoegtype detail 24.
73.
Detail A6 : metselwerk met deurkozijn, samenwerkende betonnen latei
ZIE OOK VOORSCHRIFTEN LATEIENPRODUCENT
74.
Detail A7 : metselwerk met deurkozijn en dilatatievoeg, samenwerkende betonnen latei
(GLIJ)FOLIE ONDER EN VOOR LATEI OPLEGGING + KITVOEG GEKLISTE STENEN NIET HECHTEN AAN LATEI
ZIE OOK VOORSCHRIFTEN LATEIENPRODUCENT
•
Zie voor dilatatievoegtype detail 24.
75.
Detail A8 : uitkragend prefab betonnen balkon, dilatatievoeg aan voorzijde DILATATIEVOEG AAN VOORZIJDE
BOUWTECHNISCHE DILATATIEVOEG
600
WAPENING
•
De maximale doorbuiging van de metselwerkondersteuning bedraagt voor betonsteen ná het verwerken 1/1000 van de overspanning van de metselwerkondersteuning.
76.
Detail A9 : uitkragend prefab betonnen balkon, dilatatievoeg aan balkonzijde DILATATIEVOEG AAN BALKONZIJDE
BOUWTECHNISCHE DILATATIEVOEG
•
De maximale doorbuiging van de metselwerkondersteuning bedraagt voor betonsteen ná het verwerken 1/1000 van de overspanning van de metselwerkondersteuning.
77.