Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
2 van 26
Inhoudsopgave 1
Introductie
3
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.2 2.3 2.4
Beschrijving van de organisatie Organisatie Organisatiegrens Organisatiestructuur Taken en verantwoordelijkheden Heijmans en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Jaarverslag 2011 Carbon Disclosure Project
5 5 5 6 7 8 9 9
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2 3.3 3.4
Scope en doelstellingen van het energiemanagement Scope van het energiemanagement Scope van de bedrijfsactiviteiten Scope van de energiebronnen Referentiejaar Maatregelen genomen in 2009 t/m 2012 CO2 Footprint Beheer CO2 prestatieladder
11 11 11 11 11 12 13 15
4 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.3
Reductie CO2 uitstoot 2013 t/m 2016 Reductiedoelstellingen 2013 – 2016 Reductiemaatregelen 2013 t/m 2016 Leaseauto geel kenteken Leaseauto grijs kenteken Energieverbruik gebouwen Asfaltcentrales Brandstofverbruik bij projecten Scope 3 ketenanalysen
16 16 16 16 17 18 18 18 19
5 5.1 5.1.1 5.1.2 5.2 5.3 5.4
Operationeel beheer Datamanagement Centraal Decentraal Berekening CO2 emissies Onzekerheden Verificatie
22 22 22 23 23 23 23
6 6.1 6.2 6.2.1 6.2.2 6.3 6.3.1 6.3.2
Communicatie Communicatiedoelen Interne communicatie Interne stakeholders Interne communicatiemiddelen Externe communicatie Externe stakeholders Externe communicatiemiddelen
24 24 24 24 25 25 25 26
Bijlage 1
Energiestromen en scopeverdeling
Heijmans Integrale Projecten B.V. Energiemanagementplan
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
3 van 26
1
Introductie
Heijmans is een internationaal opererend bouwbedrijf met vestigingen in Nederland, Duitsland en België. De activiteiten omvatten vastgoed ontwikkeling, utiliteitsbouw, woningbouw en infrastructurele werkzaamheden. Dit document heeft betrekking op de Nederlandse vestiging en betreft alleen het onderdeel Heijmans Infrastructuur. Het energiemanagement is opgezet conform de NEN-EN 16001 uit 2009. De CO2-emissieinventaris, als onderdeel van energiemanagement, is opgezet conform de ISO14064-1 uit 2006. Vanaf 2008 is Heijmans gestart met het structureel verzamelen van de energieprestaties van de verschillende werkmaatschappijen binnen Heijmans Infrastructuur. Met de introductie van de CO2 prestatieladder en de daarbij behorende CO2 inventaris, is geborgd dat een volledige, betrouwbare en actuele consolidatie van de energieprestaties van de (Nederlandse) activiteiten op werkmaatschappij niveau kan plaatsvinden. Hiermee kan Heijmans inzicht verschaffen in de totale energieprestaties van zijn bedrijfsvoering en zijn totale CO2-emissies als gevolg daarvan. Leeswijzer In hoofdstuk 1 wordt een algemene beschrijving gegeven van Heijmans Infrastructuur en zijn activiteiten. Specifiek wordt ingegaan op het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemingsbeleid en de plaats van klimaat en duurzaamheid daarin. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de scope waarop het energiemanagement betrekking heeft en het beleid ten aanzien van energiemanagement. In hoofdstuk 3 wordt beschreven wat de scope is en de reductiedoelstellingen voor de komende jaren. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de wijze waarop de energieprestaties worden gemeten en geëvalueerd Hoofdstuk 5 gaat in op de borging van de documentatie en de toegankelijkheid van de informatie. In Hoofdstuk 6 is de interne- en het externe communicatie beschreven.
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
4 van 26
ISO 140641
4.1 4.2.2 4.2.2 4.2.2 4.3.1 4.2.3 5.3.1 5.3.2 4.3.3 4.3.3 4.3.5 5.5
§ 7.3 GHG report content A B C D E F G H I J K L M N O P
Beschrijving
Beschrijving organisatie Verantwoordelijke personen Rapportageperiode Organisatiegrens Emissies direct Verbranding biomassa GHG verwijdering Uitsluitingen van bronnen Indirecte emissies Basis jaar Veranderingen in basisjaar Kwantificeringsmethode Veranderingen in kwantificeringsmethode Conversiefactoren of verwijderingsfactoren Onzekerheden Verklaring opzet conform ISO 14064-1
figuur 1; GHG inventarisatie volgens ISO 14064-1;2006, paragraaf 7
Hoofdstuk / paragraaf onderhavig rapport 2.1 2.2.1 2.1 2.1.1 3.1.2 3.1.2 3.1.2 3.1.2 3.1.2 3.1.3 2.1 en 3.1.3 3.3 3.4 5.2 5.3 1
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
5 van 26
2
Beschrijving van de organisatie
2.1
Organisatie
Met alle disciplines van Heijmans Infra bieden we de schaal, kennis en kunde om grote, complexe en integrale opdrachten met een optimale prijs-kwaliteitverhouding uit te voeren. Hierdoor worden de kwaliteit en het innovatief vermogen verbeterd. Mobiliteit, energie en informatie vragen om verbindingen. Of het nu gaat om kabels, leidingen, wegen, vaarwegen of wandelpaden. Van ontwerp, realisatie, beheer en onderhoud van wegen, vaarwegen en infrastructuur voor energie en water tot milieusanering en groenaanleg. In feite alles om zowel van A naar B te komen, als ook de inrichting van de openbare ruimte. In dit document zijn dezelfde grenzen aangehouden als voor de GHG rapportages, waardoor een heldere vergelijking kan worden gemaakt tussen de opeen volgende jaren. Binnen de bedrijfsvoering zijn in 2012 een aantal herschikkingen doorgevoerd ten opzichte van 2009. Het aantal werkmaatschappijen is teruggebracht van 8 naar 3. Op dit moment zijn er nog 3 werkmaatschappijen actief binnen Heijmans Infrastructuur. Deze aanpassingen hebben een beperkte invloed gehad op de totale bedrijfsomvang van Heijmans Infrastructuur (HI) en daarmee ook weinig invloed op de totale CO2 uitstoot. 2.1.1 Organisatiegrens Dit energiemanagementplan (EMP) en de jaarlijks op te stellen GHG inventarisaties zijn gebaseerd op onderstaande organisatiegrens (figuur 2), zoals deze in de vorige inventarisaties is bepaald met behulp van de laterale methode [ 1 ]. Deze grens betreft de volledige bedrijfsstroom Heijmans Infrastructuur, Heijmans Facilitairbedrijf, Heijmans Materieelbeheer en Heijmans Nederland.
1
Samenzorgen voor minder CO2, Wijzigingsblad 04 van de CO2-prestatieladder; (03-11-2009); ProRail
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
6 van 26
Figuur 2; Organisatiegrens 2013
2.1.2 Organisatiestructuur Om duurzaamheid binnen de organisatie goed te kunnen ontwikkelen zijn hiervoor medewerkers met specifieke taken toegewezen. In figuur 3 wordt de samenstelling en bezetting rondom duurzaamheid uiteengezet. Formeel geldt de naam Heijmans Infrastructuur, maar wij hanteren binnen het concern de naam Heijmans Wegen & Civiel. De stuurgroep Duurzaamheid Heijmans W&C komt 8 keer per jaar bijeen en stuurt de duurzaamheid organisatie aan. Daarnaast zijn er per aandachtspunt coördinatoren aangewezen die verantwoordelijk zijn voor de invulling van het beleid en rapportage van de jaarlijkse voortgang.
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
7 van 26
figuur 3; Organisatiestructuur duurzaamheid 2012 2.1.3 Taken en verantwoordelijkheden Stuurgroep Duurzaamheid Heijmans W&C De stuurgroep Duurzaamheid Heijmans W&C bestaat uit een concerndirecteur (tevens directielid van Wegen), een directielid van Civiel, directeur HIP en wordt ondersteund door de manager Duurzaamheid W&C. De taken en verantwoordelijkheden voor de stuurgroep zijn: • Beslissende instantie voor het goedkeuren van de visie/ambitie/doelstellingen en het beleid op het gebied van duurzaamheid van Heijmans W&C; • Beslissende instantie voor het goedkeuren van investeringen op het gebied van duurzaamheid binnen Heijmans W&C; • Intern en extern uitdragen van de visie/ambitie/doelstellingen en het beleid binnen Heijmans W&C; • Afstemmen beleid met stuurgroep Heijmans NV. Manager Duurzaamheid Heijmans W&C Binnen W&C is sinds 2011 een manager Duurzaamheid aangesteld. De taken en verantwoordelijkheden zijn: • Rapportage aan stuurgroep Duurzaamheid; • Afstemming met programmamanager Duurzaamheid van Heijmans NV door regulier 2maandelijks overleg; • Invulling geven aan visie/ambitie/doelstellingen en het beleid; • Signaleren van ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, kennisontwikkeling, bezoek symposia/congressen; • Afstemmen met taakverantwoordelijken door regulier 2-maandelijks overleg; • Begeleiden van verbeterprocessen (bijv. CO2 -en energiebesparing).
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
8 van 26
HIP afd. Advies; team Duurzaamheid De taken en verantwoordelijkheden van team Duurzaamheid van HIP afd. Advies zijn: • Inventarisatie van centraal beschikbare data t.b.v. CO2 footprint; • Rapportage van de CO2 footprint; • Algemene interne en externe communicatie ten aanzien van duurzaamheid; • Actualisatie DZ-desk; • Opstellen EMP; • Begeleiden van verbeterprocessen (bijv. CO2 - en energiebesparing); • Opstellen van de GHG rapportage. Directie werkmaatschappij De directie van elke werkmaatschappij heeft als taken en verantwoordelijkheden: • Beslissende instantie voor het goedkeuren van de visie/ambitie/doelstellingen en het beleid op het gebied van duurzaamheid binnen de werkmaatschappij; • Beslissende instantie voor het goedkeuren van investeringen op het gebied van duurzaamheid binnen de werkmaatschappij; • Intern en extern uitdragen van de visie/ambitie/doelstellingen en het beleid binnen de werkmaatschappij. KAM medewerker werkmaatschappijen Elke werkmaatschappij beschikt over een KAM medewerker. De taken en verantwoordelijkheden van de KAM medewerker zijn: • Bewaken van doelstellingen; • Bewaken kwaliteitssysteem (ISO 14001); • Beheer van normen en richtlijnen.
2.2
Heijmans en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
Heijmans heeft als grote onderneming een serieuze impact op de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Niet alleen vanwege haar omvang, maar ook vanuit de aard van haar activiteiten. Dat geldt voor de afzonderlijke sectoren, maar ook voor integrale projecten waarin kennis en kunde uit de hele organisatie samenkomen. Duurzaamheid vormt voor Heijmans dan ook één van de strategische speerpunten. We blijven nuchtere bouwers met een gezonde dosis verstand. Maar ook met het gevoel dat er altijd ruimte is voor verbetering in wat we doen en hoe we dingen doen. Met lef om onze eigen grenzen op te zoeken, ze op te rekken en er overheen te gaan. Dat is voor ons de kern van duurzaamheid. Sinds 2011 is de gehele Heijmans organisatie ISO 14001 gecertificeerd. Het energieverbruik en de CO2 uitstoot vormen een van de aspecten waarover wordt gerapporteerd binnen dit certificaat. De reductiedoelstellingen, die in het kader van de CO2 prestatieladder zijn geformuleerd, worden tevens bewaakt in de ISO 14001 rapportages. Samen met zeven andere bouwbedrijven hebben wij gedragregels opgesteld op basis van de leidende principes. Deze bieden het opdrachtgevend bouwbedrijf, de gespecialiseerde aannemer, de opdrachtgever en andere in het bouwproces betrokken partners een uitgangspunt voor professioneel, integer, maatschappelijk verantwoord en transparant handelen. Daarmee spelen wij in op de vraag naar een meer maatschappelijk verantwoorde bedrijfsvoering in de bouw.
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
9 van 26
Het behalen van een succesvol eindresultaat beschouwen wij als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het opdrachtgevende bouwbedrijf zorgt dat er verantwoord, veilig en duurzaam gewerkt en uitgevoerd kan worden, terwijl van toeleverancier en opdrachtnemer wordt gevraagd dat de kwaliteit van diensten en producten bijdraagt aan een verantwoord (bouw)proces en eindresultaat. Heijmans en haar opdrachtnemers hebben een gezamenlijke ketenverantwoordelijkheid. Op basis daarvan doen wij op een open en professionele manier zaken met leveranciers, onderaannemers, samenwerkingspartners en dienstverleners. Wij maken objectieve en zakelijke afwegingen in de keuze voor deze partijen en verwacht dat afspraken van beide kanten worden nagekomen. Heijmans voert een duurzaam inkoopbeleid dat hiervoor de randvoorwaarden schept. Gekoppeld aan ons recent vernieuwde inkoopbeleid, introduceert Heijmans een door haar voorkeurleveranciers en onderaannemers te onderschrijven “Verklaring Duurzaamheid”. Dit is een gedragscode waarin een aantal principes en eisen zijn vastgelegd m.b.t. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Hieraan conformeert de opdrachtnemer zich en waarbij zij ook hun eigen leveranciers en onderaannemers weer verzoeken om overeenkomstig te handelen. Zo verwachten we van onze opdrachtnemers een proactieve benadering bij het voorkomen en continu verminderen van milieubelastende aspecten in hun bedrijfsvoering, identificatie en reductie van risico’s die verbonden zijn aan hun producten gedurende de volledige levenscyclus en het intern vaststellen en handhaven van normen en waarden op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. Helder beleid, maar ook het aan Heijmans inzicht verschaffen in concrete resultaten. Verder wil Heijmans ervan uit kunnen gaan dat er bij de leverancier en in zijn toeleveringsketens geen sprake is van kinderarbeid, uitbuiting van werknemers en discriminatie op welke grond dan ook.
2.3
Jaarverslag 2011
Ieder jaar stelt Heijmans een jaarverslag op waarin verantwoording wordt afgelegd voor haar activiteiten, zowel gericht op de financiën als op duurzaamheid. Daarnaast wordt er een apart duurzaamheidverslag gemaakt. Duurzaamheid is niet meer weg te denken uit ons dagelijks handelen. Heijmans wil een toonaangevende rol spelen op het gebied van duurzaamheid. Wij bouwen aan de contouren van morgen en maken daarmee het verschil door een duurzame leefomgeving te realiseren. In het duurzaamheidverslag wordt nadrukkelijk stilgestaan bij People, Planet en Profit, de 3 pijlers waarop duurzaamheid is gefundeerd. (voor de verslagen zie http://www.heijmans.com/Downloads )
2.4
Carbon Disclosure Project
Heijmans is een beursgenoteerd bedrijf en in het kader van transparantie neemt Heijmans deel aan de rapportage van het Carbon Disclosure Project (CDP). Voor het CDP rapporteren wij de uitstoot van de gehele Heijmans organisatie in Nederland. Het CDP bevraagt beursgenoteerde bedrijven over hun omgang met klimaatverandering. Op basis van deze informatie wordt jaarlijks een rapport gemaakt, zodat investeerders kunnen beoordelen hoe de bedrijven waarin ze investeren omgaan met klimaatverandering. Het CDP vraagt ondernemingen te rapporteren over de gevolgen van klimaatverandering voor hun onderneming, de omvang van hun CO2 emissies en reductiedoelstellingen. Ook wordt gevraagd hoe het omgaan met klimaatverandering is ingebed in de organisatie. Meer informatie over het CDP is hier te vinden: www.cdproject.net.
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
10 van 26
Ieder jaar dient over onderstaande onderwerpen gerapporteerd aan het CDP. ‐ Hoe de verantwoordelijkheid voor de CO2 uitstoot is geborgd in de organisatie. ‐ Welke strategie er wordt gevolgd ten aanzien van beperking van de klimaatverandering? ‐ De reductiedoelstellingen en initiatieven die per jaar zijn genomen. ‐ Welke risico’s en kansen er binnen de bedrijfsvoering worden onderscheiden? ‐ Met welke methodiek de CO2 footprint wordt opgesteld? NB: Het CDP gebruikt de begrippen ‘klimaatverandering’ en ‘CO2 uitstoot’ door elkaar.
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
11 van 26
3
Scope en doelstellingen van het energiemanagement
3.1
Scope van het energiemanagement
3.1.1 Scope van de bedrijfsactiviteiten Het energiemanagement zoals beschreven in onderhavig document is in principe van toepassing op de Nederlandse activiteiten van Heijmans Infrastructuur. Voor het jaar 2008 is voor het eerst het energieverbruik van alle bedrijfsonderdelen van Heijmans Infrastructuur in kaart gebracht. Voor het bepalen van de organisatiegrens is gebruik gemaakt van de laterale methode [ 2 ]. Deze grens betreft de volledige bedrijfsstroom Heijmans Infrastructuur, Heijmans Facilitair bedrijf, Heijmans Materieelbeheer en Heijmans Nederland.
3.1.2 Scope van de energiebronnen Naast de specifieke organisatiegrenzen wordt de kwantificering van het energieverbruik, en de CO2-emissies als gevolg daarvan, bepaald door de energiebronnen die daarin worden meegenomen. De scope van de energiebronnen is bepaald conform de ISO14064-1 Greenhouse gases – Part 1: Specification with guidance at the organization level for quantification. In de eisen allocatie matrix in de introductie (hfst 1) kan worden teruggevonden waar de eisen uit die norm worden ingevuld in dit document. Conform de ISO 14064-1 worden de energiebronnen gecategoriseerd naar directe emissie (scope 1), indirecte emissies elektriciteit gerelateerd (scope 2) en overige indirecte emissies (scope 3). De keuze voor de indirecte emissiebronnen is mede gebaseerd op de scope indeling van het GHG protocol en de CO2 prestatieladder. De directe CO2-emissies (scope 1) van Heijmans betreffen de brandstofverbruiken door het leasewagenpark, groot en klein materieel op de projecten, kantoren en asfaltcentrales. Heijmans produceert (nog) geen eigen energie en verbrandt ook geen biomassa t.b.v. energieopwekking. Mocht dat in de toekomst wel het geval zijn dan worden deze emissies apart gerapporteerd. Ook vindt er geen binding van CO2 plaats. Conform de eis uit de ISO14064-1 worden naast de directe emissies (scope 1) in ieder geval de indirecte emissies ten gevolge van de ingekochte elektriciteit apart gerapporteerd (scope 2). Conform het handboek CO2 prestatieladder zijn zakelijke reizen met privé auto’s en zakelijke vliegreizen ook meegenomen in de scope 2 emissieberekening. In bijlage 1 is een schematische weergave opgenomen van alle geïdentificeerde emissiebronnen binnen de scope van energiemanagement. De volledigheid van deze lijst van bronnen wordt geborgd door het identificatieproces conform de ISO14064-1 te doorlopen en de interne en externe audits van de emissie- inventaris. 3.1.3 Referentiejaar De eerste inventarisatie van het totale energieverbruik, de CO2-emissies van Heijmans heeft plaatsgevonden over het jaar 2008. In dat jaar heeft er een grote reorganisatie binnen Heijmans plaatsgevonden en bij navraag is gebleken dat niet alle energiestromen even nauwkeurig waren meegenomen. In 2009 is het ons voor het eerst gelukt om een betrouwbare footprint op te stellen en is besloten 2009 als referentie jaar te beschouwen voor de toekomstige reductiedoelstellingen. Voor de kwantificering is gebruik gemaakt van de specifieke verbruiken binnen dat jaar.
2
Samenzorgen voor minder CO2, Wijzigingsblad 04 van de CO2-prestatieladder; (03-11-2009); ProRail
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
12 van 26
Uitzondering hierop vormt het verbruik van elektriciteit en gas, aangezien de meterstanden van alle aansluitingen niet precies op 1 januari bekend zijn. Hiervoor is een nauwkeurige inschatting gemaakt op basis van de bij de netbeheerders bekende verbruiksperiodes. De emissie-inventaris over 2009 is opgenomen paragraaf 3.3. De emissie inventaris van 2009 is opgesteld conform de eisen uit het handboek CO2 prestatieladder 2.0. De betrouwbaarheid van deze inventaris is vastgesteld door zowel een interne audit als een externe audit. Voor het energiemanagement hebben wij gekozen om te werken met een vast referentiejaar. De reductiedoelstelling als beschreven in paragraaf 3.2 worden geëvalueerd aan de hand van de inventarisatie van ieder afzonderlijk jaar. Hiermee krijgen wij een beeld van de mate waarin wij de doelstellingen bereiken.
3.2
Maatregelen genomen in 2009 t/m 2012
In 2008 is voor het eerst een CO2 footprint gemaakt voor geheel Heijmans Nederland. Dit heeft veel inzicht gegeven in de verdeling van de emissiebronnen. Ook werd hiermee duidelijk dat het moeilijk was om de gegevens op de juiste manier te rubriceren. In 2009 is veel inspanning verricht om de kwaliteit van de data te verbeteren. Dat heeft er ondermeer toe geleid dat wij dit jaar als referentie jaar hebben bepaald voor onze reductiedoelstellingen. In 2009 hebben wij reductiedoelstellingen voor 2010 tot en met 2012 als volgt geformuleerd: “De CO2 uitstoot in de periode 2010- 2012 wordt met 10% gereduceerd, gerelateerd aan de omzet in euro’s”. De nadruk voor de reductie heeft tot nu toe bij scope 1 en 2 gelegen, omdat hier de grootste uitstoot van Heijmans ligt. Het aanpakken van onze indirecte scope 3 emissies vergt meer tijd om hiervoor reductiemaatregelen te organiseren. De komende jaren komt hier meer nadruk op te liggen. De reductie is tot stand gekomen aan de hand van de volgende maatregelen: - Beperken keuzes leasewagenpark Vanaf 2010 konden de medewerkers alleen nog kiezen voor een personenauto met een A, B of C label. Tevens kregen de medewerkers het advies om zich te verdiepen in het nieuwe rijden, zodat het brandstofverbruik verder afneemt. - Bedrijfswagens ECOdrive De ECOdrive grijpt in bij het motormanagement door toeren- en snelheidsbegrenzing en zorgt ervoor dat het motorvermogen optimaal wordt benut. Tevens zorgt de Ecodrive er voor dat de motor, na 15 minuten stationair draaien, afslaat. - Kantoorgebouwen Bij de grootste kantoorgebouwen is een energiescan gemaakt. De aanbevelingen uit de energiescan zijn voor een belangrijk deel overgenomen en hebben er toe geleid dat bij een aantal gebouwen het luchtbehandelingsysteem is uitgevoerd met een tijdschakeling. Daarnaast heeft er in deze periode een concentratie van de werkplekken plaatsgevonden, waardoor de medewerkers in minder kantoorgebouwen zijn gehuisvest. Door de kantoren in te richten met flexplekken, het nieuwe werken in te voeren en over te schakelen naar het gebruik van laptops, is het energieverbruik van de kantoren sterk afgenomen. - Monitoring energiegebruik kantoren
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
13 van 26
-
Doordat wij de kantoren direct ook hebben uitgerust met “slimme” meters, kunnen wij het verbruik van gas en elektriciteit per uur volgen. De effecten van de bovenbeschreven maatregelen zijn hierdoor goed waar te nemen. Groene stroom, In 2012 is Heijmans in het geheel overgeschakeld op duurzaam opgewekte elektriciteit met Nederlandse windmolens. Dit heeft er toe geleid dat voor de CO2 uitstoot als gevolg van elektriciteitsverbruik met 95% is afgenomen.
Deze maatregelen hebben er gezamenlijk toe geleid dat de CO2 uitstoot in de bovengenoemde periode met 10% is afgenomen, ten opzichte van het jaar 2009, gerelateerd aan de omzet.
3.3
CO2 Footprint
In onderstaand diagram staat de CO2 footprint over het jaar 2011 met daaronder de gecorrigeerde footprint van 2009. Met toepassing van de conversiefactoren van de CO2 prestatieladder 2.0.
Figuur 4; emissie inventaris 2011
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
14 van 26
Scope 1; leaseauto's / bedrijfsbussen / huur auto's Scope 1; brandstof projecten
CO2 Footprint TOTAAL INFRA 2009 0,5% 0,1% 3,2% 4,2%
Scope 1; brandstof kantoren Scope 1; branfstof asfaltcentrales Scope 2; elektriciteit kantoor
0,1% 1,5% 2,0% 0,0%
24,2%
5,5%
Scope 2; elektriciteit asfaltcentrales Scope 2; elektriciteit projecten Scope 2; zakelijke kilometers 27,0% CAO Scope 2; zakelijke kilometers UTA Scope 2; vliegverkeer Scope 3; woonwerk verkeer CAO
28,3%
3,5%
CO2 uitstoot Heijmans Infra 2009: 59.004 ton
Figuur 5; emissie inventaris 2009 Bij de vergelijking van de 2 grafieken is duidelijk waarneembaar dat het aandeel “brandstof projecten” toeneemt, terwijl de andere aandachtsgebieden verder afnemen. Verloop van de CO2 emissie in de opeenvolgende jaren
Absolute CO2‐uitstoot Heijmans Infra 59500 ton CO₂ 59000 ton CO₂ 58500 ton CO₂ 58000 ton CO₂ 57500 ton CO₂ 57000 ton CO₂ 56500 ton CO₂ 2009
Figuur 6; Absolute CO2 uitstoot per jaar
2010
2011
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
15 van 26
Vanaf 2013 vallen de asfaltcentrales onder de ETS (CO2 emissie handel). Daardoor zijn wij verplicht om de CO2 footprints van de asfaltcentrales te certificeren. In het verlengde daarvan kunnen wij de totale footprint van Heijmans Infra laten certificeren.
3.4
Beheer CO2 prestatieladder
Vanaf maart 2011 is het beheer van de CO2 prestatieladder overgedragen aan de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO). Gelijktijdig met de overdracht is er een nieuw handboek verschenen (Handboek CO2-prestatieladder 2.0 d.d. 23 juni 2011). De belangrijkste wijziging is dat niet alleen meer wordt gekeken naar de CO2 uitstoot van de organisatie, maar dat ook de prestaties van de projecten moeten worden beschouwd bij de rapportages. Elk project dat wordt gegund en waar de CO2 prestatieladder een rol heeft gespeeld, moet in de GHG rapportage worden beschreven. Ook moet per project worden aangegeven, welke maatregelen bij deze projecten zijn doorgevoerd om de CO2 uitstoot te verlagen. De rapportages worden door de CI jaarlijks beoordeeld. Intussen is het handboek herzien (versie 2.1) echter dit heeft geen gevolgen gehad voor de door ons toegepaste conversiefactoren. (http://www.skao.nl/images/cms/20120718_Handboek_CO2_Prestatieladder_Versie_2_1.pdf)
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
16 van 26
4
Reductie CO2 uitstoot 2013 t/m 2016
4.1
Reductiedoelstellingen 2013 – 2016
De afgelopen periode hebben wij de reductie van CO2 vooral bereikt door “laag hangend fruit” te oogsten. De komende jaren zal het niet meer zo eenvoudig zijn om de geformuleerde reductie van de CO2 uitstoot te behalen. In de voor ons liggende periode moeten wij overgaan naar structurele maatregelen, die vooral in de business moeten worden gerealiseerd. Dit vraagt meer inzet van de gehele organisatie, om uiteindelijk deze doelstelling te behalen. De reductiedoelstellingen voor 2013 tot en met 2016 zijn als volgt geformuleerd: De CO2 uitstoot in de periode 2013- 2016 wordt met 16% gereduceerd, gerelateerd aan de omzet in euro’s ten opzichte van het referentiejaar 2009. Dit komt er op neer dat in de komende 4 jaar 6% extra moet worden gereduceerd. Ook voor deze periode komt de nadruk voor de reductie te liggen bij scope 1 en 2, omdat hier de grootste uitstoot van Heijmans ligt. Als speerpunten om tot deze reductie te komen wordt in de beoogde periode ingezet op: Leaseauto’s (rijgedrag bestuurders beïnvloeden) Asfaltcentrales (efficiënter gebruik door opstarttijden verkorten en productie GreenwayLE vergroten) Energiegebruik projecten (verbeteren inzicht, registratiesysteem introduceren en maatregelen treffen om energieverbruik te beperken) Energiegebruik gebouwen (invoeren van nieuwe werken in de kantoren) Verdere bewustwording van de medewerkers. Onze ambitie op lange termijn is er op gericht om in 2020 de CO2 uitstoot met minimaal 20% te verlagen ten opzichte van de uitstoot in 2009.
4.2
Reductiemaatregelen 2013 t/m 2016
De reductiemaatregelen zijn onder te brengen in verschillende categorieën. Leaseauto’s gele kentekens, leaseauto’s grijze kentekens, energieverbruik gebouwen, asfaltcentrales en brandstofverbruik op projecten. Voor elke categorie benoemen wij de maatregelen, die wij willen doorvoeren om tot de beoogde reductiedoelstelling te komen. De genoemde reductiepercentages, die per categorie worden genoemd, hebben betrekking op de totale footprint van Heijmans Infra. 4.2.1 Leaseauto geel kenteken In tabel 1 zijn de maatregelen opgenomen waarmee wij de CO2 uitstoot van deze categorie kunnen terugdringen.
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
17 van 26
Aanpassing Heijmans Autoregeling Maaatregel 1 2 3
4 5 6 7 8
Thuiswerken promoten en maximeren woon-werk afstanden Beschikbaar stellen van een leasebudget en de verschillen verrekenen met de berijder Implementeren van beïnvloedingspakketten (zoals eerder bij HBW is geëxperimenteerd met 6% reductie op brandstofverbruik) Werkelijk brandstofverbruik t.o.v. LPN normverbruik verrekenen met berijder. Zowel bij hoger verbruik als bij lager verbruik. Berijders aanspreken op hoge brandstofverbruik Maximale CO2 uitstoot per categorie verder aanscherpen * Toewijzingscriteria aanscherpen minder functies hebben recht op leaseauto (uiteindelijk circa 200 auto's minder) * Afzieregeling van de leaseauto
9
Auto uit een lagere categorie kiezen Overschakelen naar elektrisch vervoer en mogelijk 10 maken in de leaseregeling * percentage geldt zodra maatregel totaal is doorgevoerd
Geprognotiseerde CO2 reductie per jaar (%) 2,9 1,5
1,4
1,3 1 0,5
1,7 geringe invloed (afh. van deelname) geringe invloed (afh. van deelname) geringe invloed (afh. van deelname)
Tabel 1; Maatregelen binnen de Heijmans Autoregeling De maatregel 1 heeft het meeste effect, circa 3%. De maatregelen 2 t/m 7 zijn niet los van elkaar te beschouwen, door een of meerdere van deze maatregelen in te voeren verwachten wij een CO2 reductie te behalen van 1,5 tot 2 % van onze totale footprint. De maatregelen 8 t/m 10 zijn sterk afhankelijk van de interesse van de medewerkers. Door deze maatregelen op te nemen in de autoregeling bieden wij de mogelijkheid om hier gebruik van te maken en kunnen wij een inschatting maken van de effecten. De komende jaren onderzoeken wij de mogelijkheden om binnen ons wagenpark verder over te schakelen naar elektrisch vervoer. 4.2.2 Leaseauto grijs kenteken Inbouwen van ECOdrive motormanagementsystemen in de bedrijfsauto’s. In de afgelopen periode zijn bij 190 bedrijfswagens een ECOdrive ingebouwd. De investering bedraagt € 1000,= per voertuig. Reductie van het brandstofverbruik bedraagt circa 3% t.o.v. vergelijkbare bedrijfswagens. Wij verwachten met deze maatregel de CO2 uitstoot van het concern met 1% terug te brengen, gedurende de komende 4 jaar.
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
18 van 26
Voor het verder terugdringen van de CO2 uitstoot van deze categorie is het noodzakelijk om een verkenning te starten naar toepassing van bedrijfsauto’s op alternatieve brandstoffen die minder CO2 uitstoten (bv. aardgas/biogas, biodiesel). 4.2.3 Energieverbruik gebouwen Het energieverbruik wordt sinds januari 2012 gemonitoord doormiddel van slimme meters. De effecten van het doorvoeren van het nieuwe werken (flexplekken en het verkleinen van het bruto vloeroppervlak per werknemer) heeft tot nu toe geen significante toename van het gas- of elektriciteitsverbruik laten zien. Terwijl het aantal werkplekken in RM I en RM II met respectievelijk 78% en 18% is toegenomen. Hiermee wordt de het energieverbruik per werkplek aanzienlijk teruggebracht. In 2012 is een onderzoek uitgevoerd (“Op weg naar energiezuinigere kantoorpanden”), waarin de mogelijkheden zijn belicht om de kantoren verder te verduurzamen. In 2013 wordt onderzocht welke aanbevelingen kunnen worden geïmplementeerd in de komende jaren. Daarnaast wordt in de komende 4 jaar het aantal kantoren verder teruggebracht van 58 kantoren naar circa 45 kantoorlocaties. Deze samenvoeging van kantoorlocaties gaat ondermeer gepaard met het betrekken van nieuwe kantoorpanden of renovatie van bestaande. In Hoogenveen wordt in 2013 een nieuw kantoorgebouw met een EPC van 0,5 betrokken en ons kantoor in Veenendaal wordt gerenoveerd. Naast een nieuw luchtbehandelingsysteem en isolatieglas wordt dit pand ook voorzien van PV op het dak, waarmee op jaarbasis 25 kW aan elektriciteit wordt opgewekt. Het kantoorgebouw bij de werf in Rosmalen(RM III) wordt eveneens gerenoveerd in de komende planperiode, ook hiermee wordt een grote stap gezet in de verduurzaming van onze huisvesting. Met deze maatregelen verwachten wij onze totale CO2 uitstoot met 0,5% te reduceren. 4.2.4 Asfaltcentrales Onze asfaltcentrales zijn modern en hebben een gering energieverbruik. Toch zien wij kans om het energieverbruik terug te dringen door efficiëntere bedrijfsvoering en een grotere productie van lage temperaturen asfalt. Dit laatste wordt sterk beïnvloed door de bereidheid van de opdrachtgevers om lage temperaturen asfalt als alternatief voor conventioneel asfalt accepteren. Hiervoor wordt een actieve promotie campagne gestart. De invloed op reductie van de CO2 uitstoot hiervan is moeilijk in te schatten. De verkenning voor de productie en het gebruik van biogas voor de asfaltcentrale in Den Bosch kan een aanzienlijke invloed hebben op reductie van de CO2 uitstoot. Wij verwachten met deze maatregelen de CO2 uitstoot in de komende 4 jaar met 0,5% terug te dringen. 4.2.5 Brandstofverbruik bij projecten Het brandstofverbruik ten gevolge van grondverzet op onze projecten hebben wij uitgebreid onderzocht in het kader van ons concernbrede verbeterprogramma Lean6Sigma. Het onderzoek naar het brandstofverbruik op onze projecten heeft uitgewezen dat circa 80% van dit deel van onze CO2 footprint wordt veroorzaakt door de liters verbruikte gasolie (rode diesel). Gemeten over heel 2011 is ruim de helft van deze hoeveelheid gasolie aangewend bij grondverzetwerkzaamheden, zowel door ons eigen materieel als door materieel van onderaannemers. Ten tijde van het opstellen van dit plan is dit onderzoek nog niet geheel afgerond. In het kader van de Lean6Sigma methodiek dienen de succesvolle aanbevelingen geïmplementeerd te worden. Deze aanbevelingen zijn regelrechte maatregelen om het brandstofverbruik en daarmee de CO2 uitstoot op de projecten te reduceren. Op basis van de resultaten van het huidige onderzoek, is het realistisch om een reductie na te streven van 5% van de totale hoeveelheid gasolie die wordt verbruikt bij onze projecten. Gezien de complexiteit van de maatregelen verwachten wij niet dat dit reductiepercentage binnen 4 jaar realiseerbaar is.
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
19 van 26
Hiertoe gaan wij de volgende maatregelen verder uitwerken en implementeren: ‐ Vergroten inzicht brandstofverbruik; ‐ Implementeren van een registratiesysteem per project (alle IBC’s 3 voorzien van een meetvoorziening en introductie brandstofpassen) ‐ Aanpassen werkmethodes met als doel brandstof besparing; ‐ Invoering ‘het nieuwe draaien 2.0’; ‐ Brandstofreductie bij asfaltverwerking. Wij verwachten met deze maatregelen de CO2 uitstoot in de komende 4 jaar met 2% terug te dringen.
4.3
Scope 3 ketenanalysen
Heijmans Infra is een bedrijf dat voornamelijk in opdracht van overheden infrastructurele werken realiseert. Daarbij moet gedacht worden aan wegen, viaducten, bruggen, sluizen en bouwrijp maken van woongebieden en bedrijfsterreinen. Volgens de GHG standaard moeten wij voor de scope 3 analyse 15 categorieën in beeld brengen, zowel upstream als downstream. Onze eindproducten zijn vaste objecten die niet verder afgezet worden door ons bedrijf en ook niet worden onderhouden. Ten aanzien van het laatste onderwerp komt langzaam een verandering, maar de omzet is nog marginaal. Over het algemeen zijn de eindproducten eigendom van overheden, die de objecten beheren en onderhouden. Om downstream categorieën te bepalen is moeilijk. Een deel van onze eindproducten (asfalt) ontwikkelen wij zodanig dat deze volledig herbruikbaar zijn. Ook bij de ontwikkeling van nieuwe producten, zoals GreenwayLE is de mogelijkheid om het product te kunnen hergebruiken leidend geweest. Al onze asfaltproducten zijn volledig inzetbaar voor de productie van nieuw asfalt, dat geldt deels ook voor de beton- en de staalconstructies, die wij in onze eindproducten verwerken. Bij onze scope 3 analyse ligt hierdoor vooral de nadruk op upstream. Van de 100 belangrijkste A-aanbieders van Heijmans Infra (op basis van de omvang van de inkoopsom), hebben wij aan de hand van de geleverde CO2 footprints een rangorde gemaakt van de CO2 uitstoot. Wij maken gebruik van veel verschillende aanbieders en een grote diversiteit aan producten. In tabel 2 hebben wij een indeling gemaakt van 10 categorieën A-aanbieders, die een grote invloed hebben op onze eindproducten en de CO2 uitstoot die daarbij gepaard gaat.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
3
Categorieen A-aanbieders metaalleveranciers beton(producten) leveranciers bitumenleveranciers secundaire bouwstoffenleveranciers elektrotechnische installaties Wegtransporteur, asfalt wagenparkbeheer grondverzet Overig civiel Wegenbouw/ bestrating
Intermediate Bulk Container
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
20 van 26
Tabel 2; belangrijkste categorieën A-aanbieders Heijmans Uit deze analyse blijkt dat er 4 categorieën zijn, die een significante bijdrage leveren aan de CO2 uitstoot van de activiteiten van Heijmans (zie tabel 3) Rangorde
Categorie
2 3 6 8
Levering beton(producten) Levering bitumen Wegtransport, asfalt Grondverzet
Tabel 3; A-aanbieders met significante CO2 uitstoot t.b.v. Heijmans Voor de scope 3 ketenanalyse (4.A.1) kiezen wij voor de analyse van: - de levering van beton(producten) - de levering en productie van bitumen - wegtransporteur, asfalt In de top 100 van de belangrijkste A-aanbieders van Heijmans staat Leaseplan Nederland (LPN) bovenaan als de grootste aanbieder, op basis van de financiële component. De brandstof die door het wagenpark wordt verbruikt wordt direct verrekend en is meegenomen in scope 1. Samen met LPN zijn er diverse trajecten ingezet om de uitstoot van CO2 van het leaseautopark te verlagen. Naast de invoering van de beperking van de autokeuze voor alleen A, B en C labels, rapporteert LPN ook het brandstofverbruik van de individuele auto’s en spreekt bestuurders via een brief (verzonden namens Heijmans), indien deze een hoog brandstofverbruik heeft. Een andere belangrijke leverancier is Olie Centrale Nederland (OCN), dit bedrijf staat op de 6e plaats op de lijst met A-aanbieders. Dit bedrijf levert de brandstof voor de projecten. Uit de CO2 footprint blijkt dat deze energiestroom een grote impact heeft op de uitstoot (scope 1). Dit is de aanleiding om een Lean Six Sigma (L6S) project te starten om inzicht te krijgen in het brandstof gebruik op de projecten. De hoeveelheid brandstof die op de projecten wordt gebruikt is exact bekend, maar waar deze voor gebruikt wordt is niet goed inzichtelijk. De brandstof wordt gedeeltelijk gebruikt door ons eigen materieel, maar ook wordt een belangrijk deel gebruikt door onderaannemers. Samen met hen willen wij meer inzicht krijgen in de verdeling en de maatregelen die wij kunnen doorvoeren om het gebruik te verlagen. Met dit project willen wij hier meer inzicht in krijgen en een CO2 reductie van 2% op jaarbasis. Scope 3 keten analyses De ketenanalyse “reductie CO2 bij transportkilometers asfalt” voeren wij uit in het kader van een Lean6sigma-project. Als doelstelling voor dit project is een reductie van 1,5% van de CO2 uitstoot geformuleerd. Afhankelijk van de resultaten van deze analyse en de ontwikkelde methodiek, kunnen wij deze ook beschikbaar stellen voor de branche. Wij hebben een inventarisatie gedaan van de initiatieven, die door andere partijen in de branche over dit onderwerp worden uitgevoerd. Daaruit blijkt dat enkele branchegenoten ook een onderzoek zijn gestart naar het vergroten van de efficiëntie van de asfalttransporten. Met deze scope 3 doelstelling behoren wij tot de middenmotor.
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
21 van 26
De ketenanalyse “CO2 reductie levering en productie bitumen” voeren wij uit in samenspraak met Shell. De meeste bitumen betrekken wij van Shell en samen met hen onderzoeken wij de mogelijkheden om de CO2 uitstoot bij de productie verder terug te brengen. Doel van het onderzoek is het terugdringen van de CO2 uitstoot bij de productie van bitumen met 1% en daarnaast minder bitumen toepassen bij de productie van asfalt. Daarmee kan de gehele sector voordeel ondervinden van de resultaten van het onderzoek. Wij onderzoeken momenteel ook de mogelijkheden om uit afvalstromen van de tapijtindustrie een hoogwaardig bitumen te generen. Deze bitumen (veelal gemodificeerde bitumen) kunnen wij toepassen in de asfaltproductie. Daarnaast onderzoeken wij de mogelijkheden voor alternatieven voor bitumen als bindmiddel. Daarbij maken wij gebruik van plantaardige oliën. De ketenanalyse “CO2 reductie beton” voeren wij uit door alle betonleveranties in beeld te brengen en eenduidige eisen te formuleren voor de levering van beton. Daarnaast zijn wij mede initiatiefnemer van de Greendeal Beton, waarbij de gehele keten (van winning grondstoffen tot sloop) betrokken zijn.
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
22 van 26
5
Operationeel beheer
5.1
Datamanagement
Afhankelijk van de locatie van de beschikbare informatie wordt de data centraal dan wel decentraal geïnventariseerd. De geïnventariseerde informatie wordt ontsloten via de Duurzaamheidsdesk (DZdesk), die voor alle werknemers beschikbaar is. HIP afd. Advies beheert de DZ-desk. Als regel wordt gehanteerd dat de werkmaatschappij die de nota betaalt ook de verbruiker is, hiermee worden dubbeltellingen voorkomen. Tevens worden alleen eindafrekeningen genoteerd. Dit heeft tot gevolg dat alle brandstof, die Heijmans inkoopt meegerekend wordt in de CO2 footprint, ook als de brandstof verbruikt wordt door de onderaannemer. 5.1.1 Centraal Door HIP afd. Advies, team Duurzaamheid, wordt alle informatie geïnventariseerd die centraal wordt geadministreerd. De volgende data wordt centraal geïnventariseerd: • Conversiefactoren • Energieverbruik • Elektriciteitsverbruik kantoren en asfaltcentrales • Gasverbruik kantoren en asfaltcentrales • Brandstofverbruik wagenpark • Woon-werkverkeer privéauto (direct en indirect personeel) • Zakelijk verkeer privéauto (direct en indirect personeel) Het beheer van de kantoorgebouwen wordt georganiseerd door het facilitair bedrijf (HFB), hier worden de contracten met de verhuurders beheerd. Ook de verdeling van de vloeroppervlakken per kantoor en per werkmaatschappij worden bij HFB geregistreerd. Het elektriciteitsverbruik en het gasverbruik van de kantoren wordt door het facilitair bedrijf (HFB) verzameld. HFB onderhoudt de contacten met de energieleverancier en de nota’s van de energieleverancier worden hier geadministreerd. Breijn verzamelt deze gegevens en verdeelt het energieverbruik naar rato van bezetting van de kantoorruimten, verdeelt per werkmaatschappij. Volgens deze werkwijze wordt de CO2 uitstoot van de kantoren bepaald. Per kwartaal worden de gegevens door HFB verstrekt aan de team Duurzaamheid van HIP afd. Advies. Het brandstofverbruik van het wagenpark wordt verkregen van de leasemaatschappij Leaseplan Nederland (LPN). Het wagenpark bestaat uit personenauto’s en lichte bedrijfswagens. LPN rapporteert maandelijks de verbruiksgegevens van het gehele wagenpark en tevens de verreden kilometers aan Heijmans Wagenpark beheer, dit is een onderdeel van HFB. Tevens worden deze gegevens rechtstreeks verzonden aan de team Duurzaamheid van HIP afd. Advies. Het woon-werkverkeer en het zakelijk verkeer verreden met privéauto’s wordt geadministreerd bij de Personeels en Salarisadministratie (PSA). Alle vaste vergoedingen en gedeclareerde kilometers worden bij PSA bijgehouden. Per kwartaal worden deze gegevens verstrekt aan de team Duurzaamheid van HIP afd. Advies. Zodat hier de kwartaalrapportages van de CO2 footprint kunnen worden gemaakt.
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
23 van 26
5.1.2 Decentraal Voor de inventarisatie van de decentrale informatie wordt gebruik gemaakt van een standaard Excelsheet die beschikbaar is gesteld door de team Duurzaamheid van HIP afd. Advies. Deze sheet wordt onder verantwoording van de duurzaamheidcoördinator, per werkmaatschappij, door administratie ingevuld. Dit gebeurt door iedere factuur met energieverbruik in het Excel overzicht te noteren, met een verwijzing naar de betreffende factuur. Bij deze inventarisatie wordt de volgende data vastgelegd. • • • • • • • •
Energieverbruik Brandstofverbruik projecten Elektriciteitsverbruik projecten Gasverbruik projecten Openbaar vervoer Vliegverkeer Brandstofdeclaraties huurauto’s Brandstofdeclaraties eigen bedrijfswagenpark
Na afloop van ieder kalenderjaar wordt er een GHG rapportage opgesteld, die tevens door de CI wordt beoordeeld tijdens de jaarlijkse audit.
5.2
Berekening CO2 emissies
De CO2 emissies worden berekend conform de richtlijnen die zijn vastgelegd in het SKAO Handboek CO2-prestatieladder 2.0 (d.d. 23 juni 2011). Intussen is het handboek herzien (versie 2.1) echter dit heeft geen gevolgen gehad voor de door ons toegepaste conversiefactoren. (http://www.skao.nl/images/cms/20120718_Handboek_CO2_Prestatieladder_Versie_2_1.pdf )
5.3
Onzekerheden
De presenteerde resultaten moeten altijd worden geïnterpreteerd met een bepaalde onzekerheidsmarge, maar op basis van de door Heijmans verzamelde data kunnen wij stellen dat deze marge klein is. Er zijn geen gegevens opgeschaald en er heeft geen extrapolatie plaatsgevonden. Voor het elektriciteits- en aardgasverbruik van de kantoren is een inschatting gemaakt op basis van de verbruikgegevens van het voorgaande jaar. Hierin kunnen op jaarbasis verschillen in voorkomen. In de loop van 2011 is besloten om met ingang van januari 2012 de gebouwen te voorzien van “slimme meters”, waardoor wij het actuele energieverbruik per kantoor kunnen monitoren. Datzelfde geldt voor de projecten, die in de loop van 2012 zijn gestart. Bij Heijmans ontbreekt het inzicht in de hoeveelheid liters en soort brandstof verbruikt wordt voor de zakelijke kilometers met privé auto’s en voor woonwerk verkeer. Wel zijn de gereden kilometers bekend en de CO2 uitstoot is berekend met de conversiefactor voor “brandstoftype niet bekend”. Conform de conversiefactoren van het Generiek Handboek CO2-Prestatieladder.
5.4
Verificatie
De gegevens voor de CO2 footprint vormen sinds 2011 een vast onderdeel van de financiële kwartaalrapportages. In dat kader worden de gegevens intern geverifieerd door de afdeling Financiën. Alle gegevens worden door een reporting en accounting specialist doorgenomen en getoetst.
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
24 van 26
6
Communicatie
De resultaten over de prestaties op gebied van energieverbruik en CO2 emissies worden extern en intern gerapporteerd. Dit gebeurt twee keer per jaar en wordt gekoppeld aan de presentaties van jaar- en halfjaarcijfers. Daarnaast wordt breder gerapporteerd over duurzaamheid. Vanaf 2011 worden de CO2 emissies gelijktijdig gerapporteerd met de financiële cijfers. Om transparantie te waarborgen is een communicatieplan vastgesteld. Hierin staat aan wie en hoe we communiceren en wie hier verantwoordelijk is.
6.1
Communicatiedoelen
Informeren van interne en externe stakeholders over CO2-footprint van Heijmans. Minimaal twee keer per jaar informeren van de in- en externe doelgroepen over het energiebeleid, het energiemanagementprogramma en de reductiedoelstellingen van Heijmans. In- en extern rapporteren over de voortgang ten opzichte van de emissie-inventaris en reductiedoelstellingen, daarnaast informeren over de inspanningen die Heijmans pleegt om de CO2-emissies te reduceren. Informeren van in- en externe doelgroepen over hoe zij eraan kunnen bijdragen dat Strukton de CO2-reducerende doelstellingen kan behalen. Bewustwording creëren onder de medewerkers.
6.2
Interne communicatie
6.2.1 Interne stakeholders Stuurgroep Duurzaamheid Het hoogste orgaan binnen Heijmans ten aanzien van de besluitvorming over het duurzaamheidbeleid. Stuurgroep Duurzaamheid W&C Deze stuurgroep is binnen Wegen & Civiel verantwoordelijk voor de besluitvorming over het duurzaamheidbeleid. Direct betrokkenen De medewerkers die betrokken zijn bij de rapportage van verbruiken en de uitvoering van reductiemaatregelen. Managers en andere leidinggevenden Deze doelgroep heeft als taak kennis en informatie over duurzaamheid door te geven aan de overige medewerkers, bijvoorbeeld in toolboxmeetings. Medewerkers Heijmans W&C Onder deze doelgroep vallen alle medewerkers van Heijmans W&C. Deze doelgroep wordt nadrukkelijk als stakeholder gezien, omdat MVO en daarmee CO2-reductie begint bij de bewustwording van de individuele medewerker.
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
25 van 26
6.2.2 Interne communicatiemiddelen Intranetberichten Via intranet worden de medewerkers regelmatig geïnformeerd over nieuws ten aanzien van duurzaamheid. Ook wordt periodiek een oproep gedaan om aandacht te vragen voor duurzame initiatieven binnen de Heijmans organisatie. DZ-krant Een keer per 2 maanden wordt een DZ-krant samengesteld, met onderwerpen die direct betrekking hebben duurzaamheid. Primair ligt de focus op de interne organisatie, maar hierin wordt ook regelmatig aandacht gevestigd op initiatieven die buiten de Heijmans organisatie spelen. Personeelsmagazine Het personeelsmagazine Hé wordt verzonden naar de medewerkers thuis. In dit personeelsmagazine wordt regelmatig aandacht besteed aan verschillende facetten van duurzaamheid. Een keer per jaar wordt er een themanummer samengesteld dat volledig is gewijd aan duurzaamheid. DZ-desk Sinds 2010 is de duurzaamheiddesk (DZ-desk) beschikbaar via intranet. Op de DZ-desk is alle informatie te vinden over duurzaamheid. Naast documenten en links naar internetsites, zijn op de DZ-desk ook de contactgegevens te vinden van de verschillende sleutelfiguren die op het gebied van duurzaamheid actief zijn binnen Heijmans. Toolboxmeetings en andere (werk)overleggen Tijdens toolboxmeetings en andere (werk)overleggen wordt aandacht besteed aan duurzaamheid en bijvoorbeeld de het energiebeleid en de reductiedoelstellingen. Doel hiervan is vooral om bewustzijn te kweken over het belang van duurzaamheid (CO2-reductie in het bijzonder) en de mogelijkheden om hieraan bij te dragen. Tevens bieden bijeenkomsten de mogelijkheid om te checken in hoeverre medewerkers op de hoogte zijn van mogelijkheden om bij te dragen aan CO2reductie en kan hierover worden gediscussieerd. Lunchlezingen Regelmatig worden op de vestiging in Rosmalen lunchlezingen georganiseerd. Dit biedt medewerkers een podium om kennis te delen met collega’s. Minimaal een keer per jaar wordt hier een onderwerp behandeld dat betrekking heeft op duurzaamheid.
6.3
Externe communicatie
6.3.1 Externe stakeholders Naast het eigen personeel zijn externe doelgroepen van groot belang voor Heijmans om de doelstellingen te kunnen verwezenlijken. Daarom wordt het energiebeleid en de energieprestaties ook extern gecommuniceerd. Wij onderscheiden verschillende externe stakeholders binnen de scope van dit plan, te weten: - Pers/media. Dit communicatieplan richt zich vooral op de geschreven pers. - Opdrachtgevers. Hieronder vallen onder meer ProRail, Rijkswaterstaat, provincies, gemeenten, waterschappen, havenbedrijven, woningbouwcoöperaties, gemeenten, e.d. - Leveranciers. Deze doelgroep is belangrijk vooral als het gaat om leverantie van materiaal en materieel, inclusief het transport hiervan. De specifieke benadering van leveranciers als het gaat om het inkoopbeleid valt buiten de scope van dit communicatieplan. Voor het inkoopbeleid wordt verwezen naar de separate documentatie hierover.
Datum
10 januari 2013
Kenmerk
2512002
Pagina
26 van 26
-
-
-
Eindgebruikers. Onder deze doelgroep vallen bijvoorbeeld de gebruikers van infrastructuur die Heijmans heeft gerealiseerd (en exploiteert) en vervoerders. Overheden en overheidsdiensten die voor Heijmans relevant zijn in de context van CO2-reductie zijn vooral het ministerie van I en M, ProRail, provincies, waterschappen en gemeenten. Daarnaast zijn agentschappen belangrijk waaronder AgentschapNL. Relevante NGO’s/organisaties waar Heijmans mee samenwerkt als het gaat om CO2reductie zijn onder andere MVO Nederland, SKAO, DGBC en Urgenda. Op regionaal gebied is Heijmans aangesloten bij het Bosche Energie Convenant, waarbij binnen de gemeente ’sHertogenbosch CO2 reductiedoelstellingen zijn geformuleerd. Verder werkt Heijmans samen met bijvoorbeeld de TU Delft, TU Eindhoven en Nijenrode. Sectororganisaties. Relevante sectoren voor Heijmans zijn de sectoren vervoer en bouwnijverheid. Organisaties waar nauw mee wordt samengewerkt zijn onder meer Bouwend Nederland, Connekt, Stichting Bewuste Bouwers, MVO Nederland. In deze diverse verbanden werkt en denkt Heijmans mee aan verschillende initiatieven en ontwikkelingen voor een duurzame maatschappij.
6.3.2 Externe communicatiemiddelen Jaarverslag Het jaarverslag en het duurzaamheidverslag zijn uitsluitend digitaal beschikbaar. Aan externe relaties en de medewerkers van Heijmans wordt een bericht verzonden met daarin een link die verwijst naar de verslagen op de Heijmans website. Website van Heijmans Op de Heijmans website is een apart tabblad geweid aan MVO en duurzaamheid. Verder publiceert Heijmans regelmatig pers- en nieuwsberichten die betrekking hebben op MVO en duurzaamheid. Persberichten en nieuwsberichten Heijmans publiceert regelmatig, maar minstens twee keer per jaar, pers- en nieuwsberichten die betrekking hebben op MVO en duurzaamheid. Stakeholderbijeenkomsten Twee keer per jaar organiseert Heijmans een stakeholderbijeenkomst, waarvoor opdrachtgevers, leveranciers en NGO’s worden uitgenodigd om te discussiëren over de rol die Heijmans kan spelen binnen de branche. Tevens vormt dit een gelegenheid om ons beleid te toetsen aan de visies van onze stakeholders. Interviews en publicaties in vakbladen Heijmans publiceert met regelmaat interviews en artikelen in vakbladen. Vaak zijn deze technisch van aard. Bijvoorbeeld in het themanummer 'Duurzaam Beheer & Onderhoud' van het vakblad Civiele Techniek (nummer 5/6 2012) is aandacht voor de aanleg van het ontbrekende deel van de A4 tussen Delft en Schiedam, waarbij zowel in het ontwerp als bij de realisatie en het beheer en onderhoud duurzaamheid voorop staat. Klik hier voor het artikel. Events/Bijeenkomsten Heijmans levert regelmatig een bijdrage aan nationale bijeenkomsten over duurzaamheid of neemt deel aan bijeenkosten waar duurzaamheid op de agenda staat. Voorbeelden zijn de lezingen tijdens de Ecomobielbeurs 2012, het congres ‘Levensduur verlengend onderhoud’ (RWS) en de ‘BREEAMinfra’ bijeenkomst (georganiseerd door DGBC 18-09-12).
Bijlage 1 Energiestromen en scopeverdeling