Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1
1.1 1.2 1.2.1 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5 1.4.6 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.6 1.6.1 1.6.2 1.6.3 1.7 1.7.1 1.7.2 1.7.3 1.7.4 1.8 1.8.1 1.8.2 1.8.3 1.8.4 1.9 1.9.1 1.9.2 1.9.3 1.10 1.10.1 1.10.2 1.10.3 1.11 1.11.1 1.12 1.12.1 1.12.2 1.12.3
Gezondheid en Leven (BSc) Inleiding Toelatingsvoorwaarden Vooropleidingseisen en colloquium doctum Doelstelling, eindtermen en examen Doelstelling Eindtermen Examen van de opleiding Onderwijsorganisatie Programmabeschrijving, algemeen Opbouw van de opleiding en studielast Jaarindeling onderwijs en herkansingen Onderwijsconcept Onderwijsvormen, zelfstudie en toetsing Brede academische vorming Tutorsysteem Eerste jaar Eindtermen eerste jaar Functies eerste jaar Programmabeschrijving eerste jaar Tweede jaar Functie van het tweede jaar Toelating tot het tweede jaar Programmabeschrijving tweede jaar Derde jaar Functie van het derde jaar Toelating tot het derde jaar Programma beschrijving derde jaar Bachelorstage Majorstructuur Major Opbouw van de major Vrije keuze Aanvullende eis Honours Programme Honoursprogramma Begeleiding Toelating tot honoursprogramma Rooster Roosters Roosterwijzigingen Vakanties en herkansingen Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens Praktische regels ten aanzien van aanmelding Regelingen met betrekking tot onderwijs en tentamens Onderwijs- en examenregeling (OER) Mondeling tentamen Maximaal aantal pogingen Inhoudsopgave
9 9 9 9 10 10 10 11 11 12 12 12 13 14 15 15 15 15 16 16 17 17 17 18 18 19 19 19 20 21 21 21 21 22 22 22 22 23 23 23 24 24 24 24 26 26 26 26 5
1.12.4 1.12.5 1.12.6 1.12.7 1.12.8 1.12.9 1.12.10 1.12.11 1.13 1.13.1 1.13.2 1.13.3 1.14 1.14.1 1.14.2 1.14.3 1.14.4 1.14.5 1.14.6 1.14.7 1.14.8 1.14.9 1.15 1.15.1 1.15.2 1.16 1.16.1 1.16.2 1.16.3 1.16.4 1.17 1.17.1 1.17.2 1.17.3 1.17.4 1.17.5 1.17.6 1.17.7 1.18 1.18.1 1.18.2 1.18.3
Aanpassing gehandicapte studenten Orde tijdens tentamens Deeltoetsen Fraude Uitslagen Vrijstellingen Stage- en Scriptieregeling Veiligheids- en milieuvoorschriften Studiebegeleiding en studievoortgang Studieadviseur Studentendecanen en studentenpsychologen Studievoortgang Studentenvoorzieningen Studiesecretariaat Aard- en Levenswetenschappen Computerfaciliteiten Blackboard Boek- en syllabusverkoop Bibliotheek Studiekosten Uitwisseling en internationalisering Informatievoorziening en voorlichting Studentenorganisaties Examencommissie Examencommissie Recht van beroep Kwaliteit Onderwijsdirecteur Opleidingsdirecteur Opleidingscommissies Onderwijsevaluatie Praktische regelingen ten aanzien van het bachelorexamen Bachelorexamen Goedkeuring vakkenpakket Aanvragen van het examen en afgifte getuigschrift Diploma uitreiking Examendatum Dossierverklaring Inschrijving in een masteropleiding Studie en loopbaanperspectief Studie en loopbaan Arbeidsmarkt en werkgelegenheid Masteropleidingen
26 26 27 27 27 28 28 29 29 29 29 29 30 30 30 32 32 32 34 34 35 36 37 37 38 38 38 38 38 39 39 39 39 40 40 41 41 41 41 41 41 42
2
Examenonderdelen
45
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
7
8
Gezondheid en leven (BSc)
1
1.1
Gezondheid en Leven (BSc) Inleiding De bacheloropleiding Gezondheid en Leven is één van de opleidingen op het terrein der Levenswetenschappen die is ondergebracht in de School of Life Sciences binnen de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen. Het onderwijs binnen de opleiding wordt voor een groot deel georganiseerd en verzorgd door afdelingen van de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen.
1.2 1.2.1
Toelatingsvoorwaarden Vooropleidingseisen en colloquium doctum Vooropleidingseis De vooropleidingseis voor de bacheloropleiding Gezondheid en Leven is een vwodiploma met een van de volgende profielen: • profiel Natuur en Gezondheid (N&G) zonder aanvullende eisen • profiel Natuur en Techniek (N&T) met biologie 1 • profiel Economie en Maatschappij (E&M) met biologie 1 en scheikunde 1 Vrijstelling van de vooropleidingseis op grond van andere diploma’s Onder, in de Onderwijs- en examenregeling, bepaalde voorwaarden kan de examencommissie besluiten om houders van andere diploma's toe te laten tot de opleiding. Het betreft de volgende diploma's: • vwo-getuigschrift oude stijl met biologie, scheikunde en wiskunde A1,2 of B1 • wo-getuigschrift propedeutisch examen • wo-getuigschrift doctoraalexamen • hbo-getuigschrift propedeutisch examen • hbo-getuigschrift afsluitend examen • Open Universiteit-getuigschrift propedeutisch examen • Open Universiteit-getuigschrift doctoraalexamen Voor bezitters van genoemde diploma’s geldt dat zij over voldoende kennis van biologie, scheikunde, wiskunde, Engels en algemene natuurwetenschappen dienen te beschikken (zie Onderwijs- en examenregeling). Wanneer iemand een diploma bezit zonder de juiste vakkencombinatie, is er formeel sprake van een deficiëntie. In alle gevallen zal de examencommissie beoordelen of de genoten vooropleiding tot voldoende voorkennis heeft geleid. Een deficiëntie moet zijn opgeheven voordat aan de opleiding kan worden begonnen. Toelatingsonderzoek Voor hen die niet voldoen aan één van de hierboven gestelde eisen én 21 jaar of ouder zijn, bestaat de mogelijkheid een universitair toelatingsonderzoek, het zogeheten colloquium doctum, te doen. Informatie hierover is te verkrijgen bij de afdeling Studentendecanen of via de website http://www.vu.nl/aankomende_studenten > bacheloropleidingen > aanmelding en toelating > colloquium doctum.
Gezondheid en Leven (BSc)
9
1.3
Doelstelling, eindtermen en examen
1.3.1
Doelstelling De opleiding Gezondheid en Leven is een brede bachelor ingebed in de humane levenswetenschappen. De mens en de humane levenscyclus staan centraal en worden vanuit verschillende perspectieven benaderd. Studenten maken kennis met uiteenlopende organisatieniveaus van waaruit inzichten worden gegeven op de gezondheid en ziekte van de mens, van de meest fundamentele biologische basisprincipes tot aan beleidsvraagstukken in de gezondheidszorg en volksgezondheid. Het is een interdisciplinaire opleiding waarin aspecten van diverse wetenschappen zijn gebundeld: levenswetenschappen, biomedische wetenschappen, gezondheidswetenschappen, filosofie en psychologie. Een student leert onderzoek doen en meewerken in bedrijven en organisaties. De opleiding geeft een ideale basis om met de gezondheidsproblematiek in de volle breedte bezig te zijn. Studenten worden opgeleid tot deskundigen met kennis van zowel de gezonde als de zieke mens en de factoren die de gezondheid bedreigen of bevorderen. Een afgestudeerde kan medisch-biologisch onderzoek verrichten naar gezondheidsvraagstukken en de bevordering van de volksgezondheid (voorlichting en preventie).
1.3.2
Eindtermen Algemeen • De bachelor heeft een academische attitude; hij/zij is in staat om (humane levenswetenschappelijke) informatie (i.c. literatuur, statistische gegevens e.d.) op te zoeken en te verwerken, daar kritisch en creatief mee om te gaan en het belang daarvan te beoordelen; hij/zij is in staat om verbanden te leggen tussen gegevens die uit verschillende vakgebieden afkomstig zijn; hij/zij is in staat om met experts uit verschillende vakgebieden te communiceren en daarmee een brugfunctie te vervullen; • De bachelor kan zelfstandig maar ook in teamverband functioneren en door zijn interdisciplinaire achtergrond samenwerking faciliteren; • De bachelor is in staat om zelfstandig gespecialiseerde Nederlands- en Engelstalige literatuur op biomedisch, sociaal medisch en gezondheidswetenschappelijk terrein te lezen, te doorgronden en kritisch te beoordelen; • De bachelor heeft inzicht in de methodologie van zowel medisch onderzoek, bètaonderzoek als sociaal wetenschappelijk onderzoek en is in staat om onderzoeksdesigns kritisch te beoordelen; • De bachelor heeft kennis van epidemiologie en statistiek, inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van epidemiologisch onderzoek en kan in beginsel epidemiologisch onderzoek opzetten en uitvoeren; • De bachelor is in staat om mondeling en schriftelijk een op het niveau van de doelgroep afgestemd verslag te doen van een gezondheidswetenschappelijk onderwerp, al dan niet als resultaat van (literatuur)onderzoek. Expertise en vaardigheden op het terrein van de Levenswetenschappen • De bachelor heeft basiskennis op de terreinen biochemie en celbiologie (inzicht in moleculaire en cellulaire processen), genetica, evolutiebiologie (ontstaan en
10
Gezondheid en leven (BSc)
•
•
ontwikkeling van leven, in het bijzonder van de mens), microbiologie, immunologie, fysiologie (het functioneren op supracellulair niveau en de regulatie daarvan door neuronale en hormonale systemen). De bachelor heeft basiskennis van de bouw en functie van de belangrijkste weefsels, organen, en orgaansystemen en inzicht in de theorie omtrent hun werking en de interactie tussen milieu en organisme. De bachelor heeft inzicht in de begrippen gezondheid en ziekte, basiskennis van de problematiek van ziek zijn op verschillende niveaus: het ontstaan, verspreiding en verloop van ziekten, behandelstrategieën, preventie en schending, relatie met leefstijl, psyche en sociale omgeving.
Expertise en vaardigheden op het terrein van de Gezondheidswetenschappen • De bachelor heeft kennis van en inzicht in de relatie tussen genetische afwijkingen en ziekten, de wijze waarop die wordt onderzocht, de toepassingsgebieden in de gezondheidszorg van genetische kennis en de sociologische problematiek die samenhangt met verwerving van genetische informatie van risicogroepen en de toepassing van deze informatie op die groepen; • De bachelor heeft kennis van de nationale en Europese regelgeving t.a.v de gezondheidszorg en inzicht in het overheidsbeleid t.a.v. volksgezondheid en in de beleidsmogelijkheden van andere gezondheidszorginstellingen, alsmede in de structuur van de financiering van de gezondheidszorg; • De bachelor heeft inzicht de maatschappelijke en culturele context waarin gezondheid beleefd wordt, in de invloed van deze context op gezondheidsbeleving en in de eisen die daaruit voortvloeien voor de gezondheidszorg; • De bachelor heeft kennis van en inzicht in de biologische en psychologische ontwikkelingsprocessen en verouderingsprocessen met inbegrip van de normale aan ontwikkeling en veroudering gerelateerde gezondheidsproblemen; • De bachelor heeft kennis van en inzicht in de biomedische en psychosociale aspecten van belangrijke probleemgebieden op het terrein van gezondheid, met name gezondheidsproblemen gerelateerd aan stress, arbeid, sport en recreatie, seksualiteit, veroudering, voeding, drugs en medicijngebruik; • De bachelor is in staat om zelfstandig en efficiënt kennis en inzicht te verwerven op vergelijkbaar nivo aangaande voor hem of haar nieuwe gezondheidsproblemen; • De bachelor heeft kennis van en inzicht in de wijze waarop de gezondheidsproblematiek wordt benaderd in de gezondheidszorg, welke instanties daarbij van belang zijn, hoe de informatiestromen hierover lopen en wat de sociaal-economische implicaties van deze problemen zijn. 1.3.3
Examen van de opleiding In de bacheloropleiding Gezondheid en Leven kan het examen Bachelor of Science in Gezondheid en Leven worden afgelegd. Aan de eisen van het bachelorexamen wordt voldaan wanneer alle examenonderdelen zijn afgelegd met voldoende resultaat. De examenonderdelen staan vermeld in de Onderwijs- en Examenregeling (OER), maar ook in de paragrafen over de programmabeschrijvingen van elk studiejaar (par. 5, 6 en 7 van dit hoofdstuk).
1.3.4
Onderwijsorganisatie De organisatie van de bacheloropleiding Gezondheid en Leven is als volgt:
Gezondheid en Leven (BSc)
11
1.4
12
naam prof. dr. M. van Eck van der Sluijs - van de Bor dr. M.R. Brouns
functie hoogleraar / opleidingsdirecteur docent
dr. ir. Y.G.H. Maas
docent
mw. L.R. Inhulsen
secretariaat
contactgegevens
[email protected] 020 5987226 kamer T658
[email protected] 020 5982671 kamer T650
[email protected] 020 5983588 kamer T644
[email protected] 020 5983587 kamer T652
Programmabeschrijving, algemeen
1.4.1
Opbouw van de opleiding en studielast De omvang van de bacheloropleiding bedraagt 180 studiepunten verdeeld over drie studiejaren (60 studiepunten per jaar). Eén studiepunt (conform ECTS, European Credit Transfer System) staat voor 28 uur studiebelasting en bestaat uit het volgen van colleges en practica, het voorbereiden en uitwerken van de collegestof (zelfstudie), het studeren voor tentamens, het maken van werkstukken en het verrichten van veldwerk. Een voltijds cursus van vier weken heeft een studielast van 6 studiepunten. Bij de beschrijvingen van de studieonderdelen zijn de studiepunten per onderdeel vermeld.
1.4.2
Jaarindeling onderwijs en herkansingen Het reguliere onderwijs start op maandag 1 september 2008, week 36. In de tabel staan de onderwijsperioden, vakanties, perioden van herkansingen en de data van de sluiting van de gebouwen.
Gezondheid en leven (BSc)
Jaaroverzicht planning onderwijs, vakanties en herkansingen
Weeknummer 36-43 (2008) 44-51 (2008) 52 (2008)-1 (2009) 2-5 (2009) 6-13 (2009) 14-22 (2009)
23-26 (2009) 27 (2009) 28-35 (2009)
Periode Onderwijsperiode 1 Onderwijsperiode 2 Kerstvakantie en herkansingen in week 52 van vakken gegeven in week 36-43 Onderwijsperiode 3 Onderwijsperiode 4 Onderwijsperiode 5
Onderwijsperiode 6 Herkansingsweek voor vakken gegeven in week 44-18 Zomervakantie en herkansingen (in week 34) van vakken gegeven in week 1926
VU-gebouw sluiting 25 december t/m 2 januari (Kerst en Nieuwjaar)
10 april (Goede Vrijdag), 13 april (2e Paasdag), 30 april (Koninginnedag), 5 mei (bevrijdingsdag) en 21 mei (Hemelvaartsdag) 1 juni (2e Pinksterdag)
Het reguliere onderwijs bestaat uit cursussen die in verschillende onderwijsperioden zijn gepland. In de meeste gevallen worden de cursussen in blokvorm gegeven. Dit betekent dat gedurende een bepaalde periode maar één cursus tegelijkertijd wordt gegeven. Cursussen beginnen meestal op maandag, maar er zijn uitzonderingen. Cursussen met een studiebelasting die afwijkt van 6 studiepunten beginnen en/of eindigen soms op een andere werkdag, bij parallelle programmering beginnen cursussen vaak daags na elkaar. Het is dus verstandig tijdig het cursusrooster te raadplegen. De eind- en deeltentamens zijn op verschillende momenten gepland. Ook hiervoor is het raadzaam tijdig het cursus- of tentamenrooster te raadplegen. 1.4.3
Onderwijsconcept Het onderwijsconcept van Gezondheid & Leven kenmerkt zich door studentgecentreerd en vraaggestuurd onderwijs. Het doel van studentgecentreerd onderwijs is het bevorderen van actief studeergedrag. Ook in vraaggestuurd onderwijs wordt een actieve(re) rol van de student verwacht: de student is eigenaar, ontwerper en producent van zijn eigen leerweg. De student maakt keuzes vanuit zijn persoonlijke motivatie en zijn relatie tot de opleiding en het beroepsbeeld. De studenten ontwikkelen op deze manier een academisch werk- en denkniveau, dat aansluit bij het onderzoeks- en werkveld. Zij zijn in staat om zelfstandig kennis te verwerven, taken uit te voeren en problemen op te lossen. Hiervoor is het nodig dat zij via reflectie op hun leerproces relevante kennis, inzichten en vaardigheden opdoen om een overgang van kennis naar kundigheid te bewerkstelligen. Dit onderwijsconcept komt tot uiting in de programmering van het onderwijs en de keuze van de onderwijsvormen/werkvormen. Het onderwijs is grotendeels thematisch georganiseerd. Vanaf het tweede studiejaar hebben studenten een grote keuzevrijheid en kunnen zij hun eigen uitstroomprofiel samenstellen. Elke student krijgt een tutor toegewezen om hem of haar in dat proces te begeleiden. Het eerste studiejaar is een oriëntatiejaar, waarin de student zich breed gaat oriënteren op de studie en de mogelijke uitstroomprofielen. Alle vakken zijn in dat jaar verplicht en in die eerste fase kent de opleiding dan ook nog een aanbodgestuurd karakter. De Gezondheid en Leven (BSc)
13
verschillende onderwerpen worden thematisch aangeboden. In elke cursus wordt aandacht besteed aan het aanleren van academische vaardigheden. Studenten oefenen zich in logisch denken, het goed formuleren van vraagstellingen, het systematisch zoeken naar oplossingen, het kritisch evalueren van mogelijke antwoorden en het goed schriftelijk en mondeling presenteren. Door de thematische opzet wordt elk onderwerp integraal benaderd. In het tweede en derde jaar bepaalt de student zelf in grote mate de invulling van het profiel. In het tweede jaar is 20% van het onderwijs verplicht, in het derde jaar is dat nog 10% (exclusief de bachelorstage). Om de student te ondersteunen in zijn of haar leerproces en het maken van keuzes is een tutorsysteem ingevoerd. De tutor helpt de student bij reflectie op zijn of haar leerproces, het maken van bewuste keuzes en het bewaken van de samenhang in het curriculum. Het tutorsysteem, samen met adequate ingangseisen voor de verschillende onderwijsmodules draagt bij aan het maken van verantwoorde keuzes en garandeert een verantwoorde opbouw van het curriculum. Met name in de tweedejaars module ‘Humane Levenscyclus IV’ en de derdejaars stage wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden, waartoe een wetenschappelijke opleiding primair opleidt. De student oriënteert zich op het uitstroomprofiel van een onderzoeker en krijgt inzicht in de kennis en vaardigheden, die hij op dit gebied al heeft en die hij nog moet ontwikkelen. Om zich te ontwikkelen tot een volwaardig wetenschappelijke onderzoeker zal de student vervolgens een op onderzoek gerichte masteropleiding moeten volgen. Niet alle studenten zullen, kunnen of willen doorstromen naar een masteropleiding. Afhankelijk van motivatie, interesse en ambitie kan de student ervoor kiezen meer nadruk te leggen op kennis en vaardigheden die passen bij een uitstroomprofiel naar een bepaald werkveld. Dit is een belangrijke vernieuwing in het wetenschappelijk onderwijs, waar een aanbod gestuurd curriculum in de meeste gevallen de samenhang in de opleiding bepaalt. Vraagsturing wordt voor de student als leidend principe gehanteerd om een eigen profiel op te bouwen. Hoewel deze onderwijsvorm geen vastomlijnde, gebaande paden kent, is de keuzevrijheid niet onbegrensd. In het eerste jaar van de studie wordt een brede basis gelegd. Vervolgens bouwt de student een eigen profiel op met voldoende diepgang en differentiatie of specialisatie, waarmee hij of zij kan doorstromen naar vervolgonderwijs (een master) of een goede uitgangspositie op de arbeidsmarkt verwerft. 1.4.4
14
Onderwijsvormen, zelfstudie en toetsing Het bachelorprogramma bestaat uit een reeks van vakken die er vooral op gericht zijn kennis, inzicht en vaardigheden bij te brengen en deze te leren toepassen. Vaardigheden zijn vooral academisch vaardigheden, zoals het verwerken van wetenschappelijke kennis, het kunnen overdragen (schriftelijk en mondeling) van resultaten van onderzoek e.d. Daarom bestaat de opleiding uit een mix van activiteiten waaronder individuele studie, het bijwonen van hoor- en responsiecolleges, het maken van werkstukken en deelnemen aan groepsprojecten zoals practica, Computer Ondersteund Onderwijs (COO), of Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) en een stage.
Gezondheid en leven (BSc)
Naast de verplichte onderwijsactiviteiten is er voldoende tijd over voor zelfstudie en voor het maken van opgaven en werkstukken. In veel gevallen wordt samenwerken met medestudenten uitdrukkelijk aanbevolen. De toetsing volgt doorgaans direct na afloop van de lesperiode van het betreffende vak en soms is er tussentijds een deeltoets. Vaak bestaat het laatste deel van de cursus uit tentamenstudie (thuis of in de studiezaal), maar deze tijd op zich is vaak niet voldoende om voor het hele eindtentamen te studeren. Daarom zijn er gedurende de cursus vaak tussentijdse zelfstudiedagen. Het bijhouden van de stof tijdens de cursusperiode is van groot belang voor een succesvolle studievoortgang. 1.4.5
Brede academische vorming Door het basisprogramma heen is er aandacht voor brede academische vorming, zoals inzicht in de samenhang der wetenschappen, de maatschappelijke betekenis van de eigen discipline en de geschiedenis daarvan, en voor het verwerven van academische vaardigheden zoals het op niveau presenteren van eigen of groepswerk, zowel mondeling als schriftelijk. Deze aspecten zijn in diverse cursussen gelokaliseerd.
1.4.6
Tutorsysteem Het framework voor het studentgecentreerde karakter van de opleiding is het tutorsysteem. Als tutoren fungeren docenten van de opleiding. De student dient zijn eigen leerproces, ontwikkeling en samengestelde uitstroomprofiel te kunnen verantwoorden. De student maakt daarom - met behulp van feedback van docenten, tutoren en medestudenten - een analyse (reflectie) van de eigen ontwikkeling en onderbouwt die ontwikkeling met verwijzingen naar zelf geschreven materiaal. De taak van de tutoren is om begeleiding en sturing aan de student te bieden. Deze taak komt met name tot uiting in de rol die de tutor heeft als begeleider van de student bij het maken van keuzes. Daarbij begeleidt de tutor de student in: • de organisatie van dit leertraject (op welke wijze worden bovengenoemde onderdelen verkregen? Welke personen spelen daarbij welke rol?); • de ontwikkeling van het persoonlijk profiel van de student. In deze taak is het geven van feedback (reflectie) een belangrijk aspect, waarbij feedback niet alleen in de eindfase van een bepaald onderdeel aan de orde is, maar ook in de ontwikkelfase. De tutor geeft persoonlijke begeleiding aan 6-10 studenten. Het contact tussen tutor en studenten vindt onder andere op individuele basis plaats. Het tutorsysteem vangt aan bij het begin van de studie en loopt tot het eind van de opleiding door.
1.5 1.5.1
Eerste jaar Eindtermen eerste jaar De student heeft aan het eind van het eerste bachelorjaar: • een overzicht van het veld der humane levenswetenschappen en de gezondheidszorg en de plaats van de humane levenswetenschappen en de gezondheidszorg in de maatschappij; • inzicht in de relaties tussen externe (milieu)factoren en gezondheid; • kennis van de belangrijkste biologische en psychologische ontwikkelingsprocessen en met inbegrip van de belangrijkste aan ontwikkeling gerelateerde gezondheidsproblemen;
Gezondheid en Leven (BSc)
15
•
• •
een overzicht van het veld der biomedische wetenschappen en basiskennis op de terreinen biochemie, genetica, celbiologie en (humane) anatomie en fysiologie, zodanig dat de bachelor het desbetreffend vocabulair beheerst, de bouw en functie van de belangrijkste weefsels, organen en orgaansystemen kent en inzicht heeft in de theorie omtrent hun werking; psychologische basiskennis met accenten op aspecten van de sociale psychologie en kinder- en jeugdpsychologie; basiskennis epidemiologie en statistiek.
1.5.2
Functies eerste jaar Het eerste jaar van de bachelor heeft een oriënterende en selecterende functie. De student kan zich tijdens het eerste studiejaar oriënteren op de gekozen opleiding, dat wil zeggen: voldoet de opleiding aan de verwachting en is men er geschikt voor. In het eerste jaar wordt kennis bijgebracht aangaande: • het normaal functioneren van de gezonde mens (fysiologie, functionele anatomie, genetica en de biologie van ontwikkeling en veroudering); • gezondheid en daaraan gerelateerde problematiek: een eerste benadering van bedreigingen, dysfuncties en pathologieën van de mens die endogeen dan wel in interactie met de sociale, biotische en fysieke omgeving optreden; • achtergrond, uitvoering en doelstelling van wetenschappelijk onderzoek en de plaats van wetenschap in de maatschappij (zowel filosofische als praktische academische vorming); De selecterende functie komt vooral tot uiting in de studieresultaten. De studieresultaten worden gevolgd door de studieadviseur.
1.5.3
Programmabeschrijving eerste jaar In het eerste jaar zijn alle vakken verplicht, er zijn geen keuzevakken. Het programma in het eerste jaar vormt een basis. Onderwerpen die worden behandeld zijn onder andere moleculaire bouwstenen, cellen, de vorm en functie van het menselijk lichaam. Ook is er aandacht voor een aantal algemene vormende vakken zoals filosofie van de levenswetenschappen en methodologie van onderzoek. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de cursusprogrammering voor het eerste studiejaar, met daarbij per cursus de studiebelasting uitgedrukt in studiepunten (stp). Programma eerste jaar bachelor Gezondheid en Leven
weeknr. 36 - 43 36 - 43 44 - 51 44 - 51 52 - 01 02 - 05 06 - 14 06 - 14 15 - 26 15 - 26 15 - 26 27 - 35
16
cursus Humane Levenscyclus I Bouwstenen van het Leven Humane Levenscyclus II Vorm en Functie vakantie en herkansingen Bedreiging en Bescherming I Mens en extern milieu I Filosofie van de levenswetenschappen Gedrag en Gezondheid Methodologie Humane Levenscyclus III vakantie en herkansingen totaal
Gezondheid en leven (BSc)
vakcode 487029 487001 487030 487005
stp 6 6 6 6
487031 487032 487033 487034 487006 487036
6 8 4 9 6 3 60
De meeste cursussen worden afgesloten met een schriftelijk tentamen, een enkele met een verslag, soms beide. Meer informatie over de inhoud van de cursussen is te vinden bij de alfabetisch gerangschikte cursusbeschrijvingen achterin deze studiegids (hoofdstuk ‘Examenonderdelen’). Studenten moeten zich voor de cursussen en de bijbehorende tentamens, opgeven via TIS. Meer over TIS en de termijn voor aanmelding staat verderop in dit hoofdstuk en op de facultaire website onder de link studenten. Taaltoets In week 40 en 41 zullen alle eerstejaars bachelorstudenten aan de VU een verplichte taaltoets Nederlands doen. Voor Gezondheid en Leven valt deze taaltoets op dinsdag 30 september 2008. Basisfilosofie achter de taaltoets is dat de VU in een vroeg stadium taalproblemen wil traceren, diagnosticeren en remediëren met het doel studenten met taalproblemen betere kansen op een goed verloop van hun bacheloropleiding te geven. Informatie over de definitieve roostering voor FALWstudenten wordt in september gepubliceerd op de facultaire website www.falw.vu.nl.
1.6
Tweede jaar
1.6.1
Functie van het tweede jaar Het tweede jaar van de bacheloropleiding is een verdere oriëntatie binnen Gezondheid en Leven. Daarnaast wordt beoogd een verdieping van kennis, inzicht en vaardigheden op deelgebieden tot stand te brengen. Dit vormt de basis voor de differentiatie in het derde jaar.
1.6.2
Toelating tot het tweede jaar Studenten die in 2007 zijn begonnen met de studie krijgen in september 2008 toegang tot het tweedejaars onderwijs als er aan bepaalde voorwaarden is voldaan: • Studenten worden toegelaten tot het tweede studiejaar wanneer zij voor alle examenonderdelen uit het eerste studiejaar zijn geslaagd. Hierbij geldt het examenprogramma volgens de OER uit het jaar van aanvang van de studie. • De examencommissie laat de tweedejaars student voorlopig toe tot het volgen van onderdelen in het tweede studiejaar wanneer hij/zij minimaal 48 studiepunten uit het eerste jaar heeft behaald. Wanneer minder dan 48, maar meer dan 36 studiepunten uit het eerste jaar zijn behaald geldt een beperkte toelating: toelating geldt alleen voor die tweedejaarsonderdelen die niet samenvallen met nog af te leggen onderdelen uit het eerste jaar. Deze studenten wordt aangeraden samen met de studieadviseur een studieplan voor het tweede jaar op te stellen. Tweedejaarsstudenten die 36 studiepunten of minder hebben behaald uit het eerste studiejaar worden niet toegelaten tot tweedejaars onderdelen. • De voorlopige toelating tot het onderwijs in het tweede studiejaar geldt voor maximaal één jaar. Daarna mag een student alleen nog van eerstejaars vakken onderwijs volgen en tentamens doen. • Wanneer een student na twee jaar inschrijving, of meer, de onderdelen van het eerste en/of tweede studiejaar niet heeft behaald, dient hij/zij aan de dan geldende eisen voor het eerste en/of tweede jaar te voldoen. Dit kan betekenen dat de student verplicht wordt andere vakken te doen in plaats van eerder gevolgde vakken die niet meer worden aangeboden. Gezondheid en Leven (BSc)
17
1.6.3
Programmabeschrijving tweede jaar Het onderwijs in het tweede jaar bestaat voor 20% uit verplichte modules (12 studiepunten) en voor 80% uit keuzecursussen. Studenten kunnen bij de keuzecursussen kiezen uit modules van Gezondheid en Leven, Gezondheidswetenschappen of Biomedische wetenschappen. De tabel geeft een overzicht van de cursusprogrammering voor het studiejaar 2008-2009, met daarbij per cursus de studiebelasting uitgedrukt in studiepunten (stp). Het programma geldt voor studenten die gestart zijn met de bacheloropleiding in 2007. Programma tweede jaar bachelor Gezondheid en Leven
weeknr. 40-43 10-13 36-39 44-47 48-51 02-05 06-09 14-18 18-22
23-26 27-35
verplichte cursussen Methodologie II Humane Levenscyclus IV keuzecursussen Medical Genomics of Geriatrie en veroudering Preklinische Neurowetenschappen of Biochemie Mens en Evolutie of Neurowetenschappen I Management en beleid in de gezondheidszorg of Humane Anatomie en Fysiologie Humane Ontwikkeling of Preventie Jeugdgezondheidszorg of Moleculaire microbiologie Allergieen en autoimuunziekten of Internationale volksgezondheid of Voeding en gezondheid of Moleculaire ontwikkelingsbiologie Humane neurofysiologie of Infectieziekten of Gezondheidseconomie vakantie en herkansingen
vakcode 487014 487038
stp 6 6
487012 470146 487016 470071 487013 470199 487011
6 6 6 6 6 6 6
470104 487008 470198 487010 470610 487009 470088 470206 470038 487024 471024 470091
6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6
De meeste cursussen worden afgesloten met een schriftelijk tentamen en enkele met een verslag, soms beide. Meer informatie over de inhoud van de cursussen is te vinden bij de alfabetisch gerangschikte cursusbeschrijvingen achterin deze studiegids (hoofdstuk ‘Examenonderdelen’). Studenten moeten zich voor de cursussen en de bijbehorende tentamens, opgeven via TIS. Meer over TIS en de termijn voor aanmelding staat verderop in dit hoofdstuk en op de facultaire website onder de link studenten.
1.7
18
Derde jaar
Gezondheid en leven (BSc)
1.7.1
Functie van het derde jaar Het derde jaar vormt samen met het tweede jaar de tweede fase van de bacheloropleiding. In deze tweede fase is er ruimte voor een verdieping van kennis, inzicht en vaardigheden op deelgebieden. In het derde jaar kiezen studenten voor een groot deel hun eigen programma. Daarbij wordt ook tijd besteed aan oriëntatie op de verschillende richtingen die de masteropleiding biedt, zodat studenten aan het eind van het derde jaar een verantwoorde keuze maken uit verschillende differentiaties in de vervolg masteropleiding. Belangrijk onderdeel van het derde jaar is de bachelorstage.
1.7.2
Toelating tot het derde jaar Studenten die vóór 2006 met hun studie zijn begonnen en alle eerstejaars en tweedejaars vakken hebben gehaald worden toegelaten tot derdejaars onderwijs en tentamens. Studenten die vóór 2006 zijn begonnen, maar nog niet alle eerstejaars vakken hebben gehaald, mogen alleen nog deelnemen aan onderwijs en tentamens van eerstejaars vakken. Studenten die vóór 2006 zijn begonnen met de studie, het eerstejaar succesvol hebben afgerond en in 2007 het tweede jaar hebben gevolgd, krijgen in september 2008 toegang tot het derdejaars onderwijs als er aan bepaalde voorwaarden is voldaan: • Studenten worden toegelaten tot het derde studiejaar wanneer zij voor alle examenonderdelen uit het eerste en tweede studiejaar zijn geslaagd. Hierbij geldt het examenprogramma volgens de OER uit tweede jaar van de studie. • De examencommissie laat de derdejaarsstudent voorlopig toe tot het volgen van onderdelen in het derde studiejaar wanneer hij/zij: 1) voor alle examenonderdelen uit het eerste jaar geslaagd is en 2) minimaal 48 studiepunten uit het tweede jaar heeft behaald. Wanneer minder dan 48, maar meer dan 24 studiepunten uit het tweede jaar zijn behaald geldt een beperkte toelating: toelating geldt alleen voor die derdejaarsonderdelen die niet samenvallen met nog af te leggen onderdelen uit het tweede jaar. Derdejaarsstudenten die 24 studiepunten of minder hebben behaald uit het tweede studiejaar worden niet toegelaten tot derdejaars onderdelen. • Er is geen toelating tot derdejaars onderwijs als er nog eerstejaars onderdelen niet zijn gehaald. • De voorlopige toelating tot het onderwijs in het derde studiejaar geldt voor maximaal één jaar.
1.7.3
Programma beschrijving derde jaar Het derde studiejaar is opgebouwd uit twee verplichte onderdelen, namelijk Methodologie III en Statistiek (6 stp) of Methodologie en statistiek 2 (6 stp) (afhankelijk van de gekozen major) en de Bachelorstage (24 stp). Daarnaast heeft de student, evenals in het tweede jaar, keuze uit diverse modules van Gezondheid en Leven , Gezondheidswetenschappen of Biomedische wetenschappen. De tabel geeft een overzicht van de cursusprogrammering voor het studiejaar 2008-2009, met daarbij per cursus de studiebelasting uitgedrukt in studiepunten (stp). Het programma geldt voor studenten die gestart zijn met de bacheloropleiding in 2006. Programma derde jaar bachelor Gezondheid en Leven
weeknr. 40-43 44-09
verplichte cursussen Methodologie III en Statistiek Bachelorstage keuzecursussen
Gezondheid en Leven (BSc)
vakcode 487019 487039
stp 6 24
19
36-39 10-13
14-18 18-22
23-26
27-35
Medical genomics of Pathologie of Geriatrie en veroudering Infectieziekten en vaccinontwikkeling of Oncologie of Volksgezondheid en genetica of Sciences Education of Sport, beweging en gezondheid Farmacologie en medicijnontwikkeling of Moleculaire microbiologie of Interculturalisatie van de zorg Biotechnologie en maatschappelijke dynamiek of Integrale tumorcelbiologie of Structuurbiologie of Internationale volksgezondheid of Drugs en Verslaving Gezondheid in grootstedelijke gebieden of Humane Neurofysiologie of Infectieziekten of Gezondheidscommunicatie of Gezondheidseconomie vakantie en herkansingen
487012 470042 470146 487023 470050 470075 991010 470093 487022 470610 470184 487020
6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6
470057 470056 470088 470081 487021 487024 471024 470087 470091
6 6 6 6 6 6 6 6 6
De meeste cursussen worden afgesloten met een schriftelijk tentamen, een enkele met een verslag, soms beide. Meer informatie over de inhoud van de cursussen is te vinden bij de alfabetisch gerangschikte cursusbeschrijvingen achterin deze studiegids (hoofdstuk ‘Examenonderdelen’). Studenten moeten zich voor de cursussen en de bijbehorende tentamens, opgeven via TIS. Meer over TIS en de termijn voor aanmelding staat verderop in dit hoofdstuk en op de facultaire website onder de link studenten. 1.7.4
Bachelorstage Tijdens de cursus Humane Levenscyclus IV (tweede jaar) krijgen de studenten voorlichting over de bachelorstage. Het doel van de stage is verdieping van de onderzoeksvaardigheden met als product een onderzoeksverslag. Bij voorkeur, maar niet noodzakelijk gaat het om onderzoek in relatie tot een gezondheidswetenschappelijke of biomedische vraag. Tijdens de stage bewijst de student dat hij een probleem op wetenschappelijke wijze kan aanpakken, oplossen en beschrijven en het is tevens een eerste oriëntatie op een toekomstig beroep. De bachelorstage bepaalt in sterke mate het profiel van de student en markeert de overgang naar de masterfase. De student bekwaamt zich in de verschillende aspecten van het wetenschappelijk onderzoek op een door de student zelf gekozen terrein. De student dient daarbij de verschillende fasen van een onderzoek te doorlopen. Onderzoeksstages kunnen plaatsvinden binnen de participerende afdelingen van de eigen faculteiten; in het bijzonder FALW en VUmc. De student wordt geacht zelf inspanningen te leveren bij het vinden van een stage. De coördinator van de bachelorstage kan de student hierin ondersteunen. De stagecoördinator gebruikt het
20
Gezondheid en leven (BSc)
eigen netwerk voor vaste externe stageplekken voor specifieke leervragen (b.v. GGD en RIVM). Uitgebreide informatie over het onderzoek van de verschillende afdelingen is te vinden op de facultaire website http://www.falw.vu.nl > Onderzoekscentra . Informatie over biomedisch onderzoek is te vinden op de website van het VUmc, http://www.vumc.nl > Onderzoek. Tevens is een aparte site ingericht waar afdelingen stageplaatsen en stageonderwerpen kunnen plaatsen, te vinden onder Studenten > Bachelor (of master)opleidingen > Info alle opleidingen. Meer informatie over de gang van zaken bij een bachelorstage is te vinden in de paragraaf 'Stage en scriptieregeling'.
1.8
Majorstructuur
1.8.1
Major Aangezien er vooralsnog geen specifieke doorstroommaster Gezondheid en Leven is gekoppeld aan de bacheloropleiding Gezondheid en Leven zijn studenten gekwalificeerd, op basis van de gevolgde major, voor de Msc Gezondheidswetenschappen of de Msc Biomedische wetenschappen. De majorstructuur garandeert de doorstroomrechten vanuit de bacheloropleiding Gezondheid en Leven. De student maakt een overzicht van zijn of haar keuzes en bespreekt dit met zijn of haar tutor. In de individuele gesprekken met een persoonlijke tutor worden de keuze beargumenteerd, waardoor onevenwichtigheden in het pakket kunnen worden voorkomen. Elk profiel moet de uiteindelijke goedkeuring van de examencommissie van Gezondheid en Leven krijgen.
1.8.2
Opbouw van de major De student opteert voor een gezondheidswetenschappelijke of een biomedische major. Om een dergelijke major te verkrijgen, dient de student 6 tweede- of derdejaars vakken van zes studiepunten en een wetenschappelijke stage van 24 studiepunten succesvol te hebben afgerond. Hierbij gaat het om vier modules van niveau twee en twee modules van niveau drie. De major heeft daarmee een omvang van 60 studiepunten.
1.8.3
Vrije keuze De mogelijkheid bestaat om in plaats van 2 aangeboden keuzecursussen, in totaal dus voor maximaal 12 studiepunten, een alternatief programma te kiezen. Dit alternatief kan bestaan uit onderwijs uit een andere universitaire opleiding of keuzevakken die door een andere faculteit worden aangeboden. De cursussen moeten dus wel op academisch niveau zijn en moeten worden gegeven aan een erkende universiteit. De studenten moet vóóraf toestemming aanvragen bij de examencommissie. Hiervoor dienen studenten een schriftelijk verzoek in bij de examencommissie. Het verzoek kan worden gericht aan de ambtelijk secretaris van de examencommissie Gezondheid en Leven, Onderwijsbureau, Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen, De Boelelaan 1087, 1081 HV Amsterdam (e-mail
[email protected]). In het verzoek dient vermeld te worden: • gegevens student (zoals studentnummer en hoe ver de studie inmiddels is gevorderd) • de naam en aantal studiepunten van het vak dat de student wil volgen • de instelling waar het vak gegeven wordt • de reden waarom de student dat vak in het examenprogramma wil opnemen Gezondheid en Leven (BSc)
21
een beschrijving van het vak Geadviseerd wordt om eerst bij de studieadviseur informatie in te winnen over de eventuele haalbaarheid van het verzoek. Als het verzoek is toegekend zal het cijfer voor dat vak bij het studiesecretariaat ALW worden geregistreerd wanneer hiervoor een getekend bewijs (cijferbriefje) wordt ingeleverd van de instelling waar het vak is gevolgd. •
1.8.4
1.9
22
Aanvullende eis Er wordt een aanvullende eis gesteld aan het te kiezen profiel. De helft van de te kiezen vakken in het tweede en derde studiejaar dienen cursussen te zijn van de bacheloropleiding Gezondheid en Leven. Voor het studiejaar 2008/2009 betekent dit dat een student in het tweede jaar naast de 2 verplichte vakken (methodologie II en humane levenscyclus IV) dient te kiezen voor 3 keuzecursussen van Gezondheid en Leven. Voor de derdejaars studenten geldt dat zij in het derde jaar naast het verplichte vak (methodologie III en statistiek) voor 1 cursus van Gezondheid en Leven moeten kiezen.
Honours Programme
1.9.1
Honoursprogramma Het VU Honours Programme beslaat 30 studiepunten, verdeeld over 2 jaar. Het bestaat uit een faculteitsdeel van 10 tot 20 studiepunten en een faculteitoverstijgend deel van 10 tot 20 studiepunten. De student maakt zelf de keuze voor de verdeling van de studiepunten over het faculteitsdeel en het faculteitoverstijgende deel. Informatie over de cursussen staat op de website van de VU, onder Honoursprogram. Het facultaire deel van het BSc Honoursprogramma Levenswetenschappen kan worden ingevuld met: • Twee stervarianten van bestaande cursussen binnen de verplichte cursussen van je bacheloropleiding. De stervariant van de cursus is gericht op verdieping en heeft een omvang van 2,5 studiepunten boven de normale studielast van de cursus. Binnen de stervariant wordt een individueel begeleid literatuuronderzoek uitgevoerd naar een specifiek onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Dit literatuuronderzoek wordt afgesloten met een schriftelijk verslag. • Keuze uit twee Facultaire Honourscursussen die geen deel uitmaken van het verplichte studieprogramma van de student. De omvang van deze modules is 5 studiepunten per module en is gericht op verbreding. • De cursussen worden afgesloten met een proeve van bekwaamheid, bijvoorbeeld een verslag en/of een presentatie. • Een uitbreiding van de reguliere bachelorthesis met maximaal 5 studiepunten bovenop de bestaande studiepunten voor de bachelorthesis. Doelstelling van deze uitbreiding van de bestaande onderzoeksmodule (bachelorthesis) is verdieping en de verdere ontwikkeling van academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden. Dit onderzoek wordt afgesloten met een schriftelijk verslag en een mondelinge presentatie.
1.9.2
Begeleiding Het facultaire deel van het BSc Honoursprogramma wordt gekenmerkt door een sterk individuele invulling en begeleiding van de student. Elke BSc honours student krijgt een individuele tutor toegewezen. Deze tutor: Gezondheid en leven (BSc)
• •
• •
1.9.3
stelt in overleg met de student een persoonlijk BSc-honoursprogramme op. Dit programma wordt schriftelijk vastgelegd. stelt in overleg met de student en de betreffende docent(en) de inhoud van de individuele onderwijsmodule (verbreding) op. De inhoud van deze onderwijsmodule wordt schriftelijk vastgelegd. fungeert als contactpersoon met docenten die bij individuele onderwijsmodules en de begeleiding van onderzoeksprojecten betrokken zijn. bewaakt het honourstraject van de student.
Toelating tot honoursprogramma Studenten kunnen tot uiterlijk half mei solliciteren voor toelating tot het Honoursprogramma bij de FALW Honourscommissie. Studenten moeten solliciteren met een Engelstalige sollicitatiebrief voorzien van een CV, een motivatiebrief en een uitdraai van de in TIS geregistreerde studieresultaten per 1 mei 2009. De FALW Honourscommissie voert met de geselecteerde studenten een gesprek op basis van een bij de sollicitatie ingediende motivatiebrief. Voorwaarden voor deelname zijn: • de student heeft alle studieonderdelen in het eerste studiejaar gehaald; • de student heeft over deze vakken een gewogen gemiddeld cijfer van 7.5 of hoger. De Facultaire Honourscommissie stelt op basis van de sollicitaties en de resultaten toelating tot het traject vast. De FALW Honourscommissie heeft de volgende samenstelling: • Prof. dr. M. van Eck van der Sluijs - van de Bor (voorzitter) • Prof. dr. A.B. Brussaard • Prof. dr. ir. M. Visser • Dr. C. Biermann • Drs. M.A. Molendijk • Dr. J.M. Kooter Het correspondentie adres is: Hounourscommissie, Faculteit ALW, Vrije Universiteit, De Boelelaan 1083, 1081 HV Amsterdam, e-mail:
[email protected].
1.10 1.10.1
Rooster Roosters Jaarrooster Een onderwijsrooster met daarin alle cursusonderdelen voor het hele studiejaar (jaarrooster) is te downloaden via de studentenpagina van de facultaire website (http://www.falw.vu.nl > studenten > roosters). Cursusrooster De roosters van de cursussen zijn te vinden op Blackboard (het elektronische cursusinformatiesysteem). Dit betreft alleen de roosters van cursussen in de komende maanden. Er wordt in eerste instantie vaak een voorlopig rooster geplaatst. Er kunnen echter in deze roosters nog wijzigingen optreden i.v.m. het niet beschikbaar zijn van de juiste zalen op het juiste moment. Vooral voor tentamens en herkansingen geldt dat de planning daarvan op centraal niveau gedaan wordt en het dus niet mogelijk is in een zeer vroeg stadium aan te geven wanneer het precieze tijdstip is. Definitieve roosters zijn uiterlijk 14 dagen voor de aanvang van de desbetreffende cursus in zodanige vorm beschikbaar dat de deelnemers daarin kunnen lezen op welke tijden en locaties zij aanwezig moeten zijn. Studenten moeten bij voorbaat uitgaan Gezondheid en Leven (BSc)
23
van een 40-urige cursusweek, met onderwijs tussen 8:30 en 17:30 uur. De definitieve cursusroosters kunnen ook worden gedownload vanaf Blackboard. Tentamenrooster Tweemaal per jaar, in januari en augustus, wordt een rooster voor het komende half jaar van de schriftelijke tentamens en de herkansingen met tijd en plaats gepubliceerd op de facultaire website (http://www. falw.vu.nl > studenten). De data zijn tevens beschikbaar via TIS. TIS is het elektronische informatiesysteem waarmee studenten hun studieresultaten kunnen raadplegen en zich kunnen aanmelden voor tentamens en cursussen. Aanmelding voor cursussen, tentamens en herkansingen kan uitsluitend via TIS. Meer informatie over TIS en de procedures voor het opgeven via TIS zijn te vinden in de paragraaf 'Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens '. Studenten moeten de roosters zelf ophalen of downloaden. Andere examenonderdelen, zoals stages en scripties, hebben geen rooster. 1.10.2
Roosterwijzigingen Door omstandigheden is het soms onvermijdelijk dat er, nadat een rooster in alle details is vastgelegd en bekend gemaakt, roosterwijzigingen worden doorgevoerd. Roosterwijzigingen worden doorgaans meegedeeld via een mededeling op het eerste college, op Blackboard of via de e-mail.
1.10.3
Vakanties en herkansingen De studenten dienen er rekening mee te houden dat ze in principe de volle werktijd (8.30-17.30 uur) reserveren voor het volgen van de onderdelen. Er zullen problemen ontstaan wanneer een deel van een cursus wordt gemist, bijvoorbeeld wegens ziekte of een extra vakantie. Teveel tijd missen leidt er gemakkelijk toe dat een cursus een volgend jaar moet worden over gedaan. Er zijn per studiejaar twee mogelijkheden voor schriftelijke tentamens per jaar: een maal volgend op het onderwijs en een maal in de herkansingsperiode. Gedurende het jaar zijn er in principe twee onderwijsvrije perioden waarin herkansingen zijn gepland: de laatste week van december (week 52) en in de zomer (week 27 en 34). Studenten die niet aan herkansingen hoeven deel te nemen kunnen in deze periode vakantie opnemen. Studenten die een tentamen moeten herkansen kunnen dit niet, want er is binnen het studiejaar geen extra herkansingsmogelijkheid.
1.11 1.11.1
Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens Praktische regels ten aanzien van aanmelding Voor het aan- en afmelden van cursussen en tentamens binnen de opleidingen aan de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen wordt gebruik gemaakt van TIS. Hierbij gelden de volgende regels. Bachelorfase Alle studenten dienen zich voor alle cursussen en tentamens in te schrijven via TIS. Uitzonderingen hierop zijn de reguliere eerstejaars studenten. Zij zijn van september t/m november automatisch ingeschreven bij de betreffende studieonderdelen van het eerste jaar. Tijdens de Facultaire Introductie en een extra bijeenkomst in oktober zullen de studenten instructie krijgen in het gebruik van TIS. Voor de vakken die in december beginnen en daarna gelden dezelfde regels als voor alle andere studenten.
24
Gezondheid en leven (BSc)
Inschrijftermijnen Voor alle studenten geldt dat inschrijving via TIS plaats kan vinden vanaf de maand juli voorafgaande aan het studiejaar voor de cursussen van het eerste semester en vanaf de maand november in een lopend studiejaar voor de cursussen van het tweede semester. Studenten dienen zich voor zowel de cursus als (indien relevant) het tentamen aan te melden. Inschrijven kan tot uiterlijk 6 weken voor de aanvang van een cursus en tot uiterlijk 1 week voor een tentamen. Een uitzondering hierop zijn een aantal onderdelen met excursies. Bij deze onderdelen moeten studenten zich eerder opgeven. Bij de cursusbeschrijvingen achter in de studiegids staat aangegeven of er een afwijkende aanmeldtermijn geldt voor het onderdeel. Wanneer, bijvoorbeeld door technische problemen, inschrijving of afmelding via TIS niet mogelijk is dient de student dit kenbaar te maken bij het studiesecretariaat. Hiervoor gelden echter dezelfde termijnen als bij elektronische opgave. Aanmelding voor de cursus geeft automatisch toegang tot de bijbehorende Blackboard website. Herkansers die niet aan een cursus deelnemen maar wel aan het bijbehorende tentamen geven zich alleen via TIS voor dat tentamen op, ook tot 1 week voor de tentamendatum. Afmelden Afmelden voor een cursus of tentamen kan uitsluitend via TIS tot 6 weken voor aanvang van de cursus, dan wel tot 1 week voor aanvang van een tentamen. Sancties Wanneer een student niet is ingeschreven via TIS wordt hij of zij alleen toegelaten tot de betreffende cursus of tentamen wanneer de faciliteiten dat toestaan. Bij een cursus met practicum of werkgroepen zal dat veelal niet mogelijk zijn omdat op basis van opgegeven aantallen groepsindelingen zijn gemaakt, student-assistenten zijn aangesteld en practicum materiaal is besteld. Toelating tot een cursus of tentamen nadat de inschrijftermijn is verlopen is ter beoordeling van het hoofd Onderwijsbureau, mevr. drs. K. Raaijmakers. Wanneer deelname nog wel mogelijk is wordt de student door het studiesecretariaat aan de deelnemerslijst toegevoegd. Wanneer een student aan een tentamen deelneemt zonder zich te hebben aangemeld, wordt het cijfer pas bekend gemaakt en geadministreerd na betaling van administratiekosten. Als een student die staat ingeschreven voor een tentamen niet deelneemt aan dit tentamen zonder zich te hebben afgemeld wordt het eindcijfer 1 ingevoerd. Een student heeft in het totaal vier kansen per cursus. Uitgebreide informatie over de TIS-procedure en de sancties zijn te vinden op de facultaire website http://www.falw.vu.nl > studenten > aanmelden voor vakken en tentamens. Overtekening en wachtlijsten Bij een aantal keuzecursussen is een maximaal aantal deelnemers vermeld (zie de beschrijvingen van de examenonderdelen achter in de studiegids). Hiervoor geldt dat wie het eerst komt, het eerst maalt. Wel wordt gecontroleerd op ingangseisen en aanmelding voor meer dan een vak. Indien het maximum aantal deelnemers bereikt is, wordt op het studiesecretariaat een wachtlijst aangemaakt. Minimaal aantal deelnemers
Gezondheid en Leven (BSc)
25
Bij een beperkt aantal keuzecursussen is een minimaal aantal deelnemers vermeld (zie de beschrijvingen van de examenonderdelen achter in de studiegids). Wanneer het minimum aantal deelnemers niet wordt gehaald zal de cursus geen doorgang vinden.
1.12
26
Regelingen met betrekking tot onderwijs en tentamens
1.12.1
Onderwijs- en examenregeling (OER) Voor elke opleiding binnen de faculteit bestaat een Onderwijs- en Examenregeling (OER) waarin formeel het onderwijsprogramma en de regelingen over het onderwijs en de examens zijn vastgelegd. Via het internet (http://www.falw.vu.nl > studenten > reglementen > onderwijs- en examenregelingen) is de OER van elke opleiding te raadplegen en te downloaden. Indien er verschillen zouden bestaan tussen de OER en deze studiegids, geldt de regelgeving zoals beschreven in de OER.
1.12.2
Mondeling tentamen Het tentamen kan in sommige gevallen ook mondeling worden afgenomen, bijvoorbeeld wanneer er maar een beperkt aantal studenten aan een onderdeel deelneemt. De student en docent maken samen een afspraak over tijd en plaats, de datum ligt altijd rond de datum van het geplande schriftelijke tentamen.
1.12.3
Maximaal aantal pogingen Elk tentamen mag zonder voorafgaande toestemming van de examencommissie ten hoogste vier maal worden afgelegd. Wanneer het maximum van vier tentamens is bereikt, zonder dat het examenonderdeel met succes is afgerond, beoordeelt de examencommissie of en onder welke voorwaarden de kandidaat toelating krijgt tot een toekomstig tentamen. Een gemotiveerd verzoek tot toelating moet schriftelijk worden ingediend bij de examencommissie. Wanneer persoonlijke redenen ten grondslag liggen aan het verzoek wordt geadviseerd eerst langs de studieadviseur te gaan. De studieadviseur kan de situatie beoordelen en het verzoek eventueel laten vergezellen van een advies.
1.12.4
Aanpassing gehandicapte studenten Voor gehandicapte studenten wordt, op hun verzoek, gezocht naar mogelijkheden om de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun handicap aangepaste wijze af te leggen. Contactpersoon hiervoor is de studieadviseur.
1.12.5
Orde tijdens tentamens • De docent laat bij het tentamen de deelnemerslijst door de student paraferen; • De surveillant is gerechtigd de collegekaart te controleren; • Het is verplicht vóór de aanvang van het tentamen tassen, boeken, dictaten, elektronische communicatieapparatuur (zoals zaktelefoons) en dergelijke in een afgesloten tas te plaatsen in de gangpaden van de ruimte waar het tentamen wordt afgenomen, met uitzondering van die onderwijsmaterialen waarvan expliciet gemeld staat dat ze gebruikt mogen worden bij dat betreffende tentamen; • Het is niet toegestaan na aanvang van het officieel vastgelegde tijdstip de ruimte waar het tentamen wordt afgenomen te betreden. Kandidaten die te laat komen kunnen door de examinator of surveillant worden uitgesloten van deelname;
Gezondheid en leven (BSc)
•
•
•
Tijdens het tentamen is het dragen van kleding welke het gehele of het grootste deel van het gezicht bedekt niet toegestaan.Tijdens het tentamen is het nuttigen van drank en etenswaren in de regel niet toegestaan; Aanwijzingen van de examencommissie of examinator, die voor het begin van het examen of tentamen zijn gepubliceerd, en ook aanwijzingen die tijdens het tentamen en onmiddellijk na afloop daarvan gegeven worden, dienen door de examinandus te worden opgevolgd; Na afloop dienen zowel het tentamen als alle andere verstrekte papieren te worden ingeleverd.
1.12.6
Deeltoetsen Tentamengelegenheden staan aangegeven in het lesrooster. De examinator kan een tentamen splitsen in deeltoetsen. Deeltoetsen hebben geen formele status. Een docent kan m.b.t. deeltoetsen dus specifieke regels hanteren, maar dient deze tevoren duidelijk aan de studenten te hebben gecommuniceerd. Tijdens een herkansing wordt altijd de gelegenheid gegeven om het hele tentamen te doen. Dit betekent dat er voor deeltoetsen geen aparte tentamenmogelijkheid wordt gegeven en dat deeltoetsen van één vak altijd op hetzelfde toetsmoment samenvallen. Wel is het zo dat een docent kan bepalen dat er maar een van beide deeltoetsen herkanst hoeft te worden.
1.12.7
Fraude Fraude is een serieuze zaak. Er zijn verschillende vormen van fraude. Bij een tentamen spreken we van fraude bijvoorbeeld bij: afkijken, overleg tussen deelnemers tijdens het tentamen, ongeoorloofd opzoeken van antwoorden (bijvoorbeeld via telefoon, spiekbriefjes, boek, etc.). Daarnaast is plagiaat is ook een vorm van fraude. Onder plagiaat valt bijvoorbeeld het overnemen van andermans geschreven teksten zonder bronvermelding of zonder duidelijk aan te geven welk deel zelf is geschreven en welk deel is gekopieerd. Een laatste voorbeeld van fraude is het vervalsen van documenten (diploma, getuigschrift, beoordelingformulier, etc.). Wanneer fraude wordt geconstateerd, wordt dit gemeld bij de examencommissie. De examencommissie onderzoekt de zaak en kan: • het tentamen laten vervallen; • de opdracht ongeldig verklaren • de betrokken student maximaal een jaar het recht ontnemen een of meer aan te wijzen tentamens of examens aan de universiteit af te leggen; • eventuele aanvullende sancties opleggen.
1.12.8
Uitslagen Een examenonderdeel is met voldoende resultaat afgelegd als het door de betreffende examinator op een schaal van 1,0 tot 10,0 is beoordeeld met een cijfer 6,0 of hoger. Eindbeoordelingen in het bereik van 5,0 en 6,0 zijn niet toegestaan en worden door de examinator in gehele punten vastgesteld. Wanneer een student een tentamen meer dan éénmaal aflegt, geldt het hoogste cijfer. Bekendmaking van uitslagen van schriftelijke tentamens Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 21 dagen na afloop van een schriftelijk tentamen, wordt de uitslag vastgesteld door de examencommissie c.q. examinator. Het studiesecretariaat verwerkt de uitslagen tot een uitslagenlijst zonder persoonskenmerken (alleen studentnummers) en hangt deze lijst op het mededelingenbord in de C-1- gang bij het studiesecretariaat. Na verwerking worden
Gezondheid en Leven (BSc)
27
de cijfers ook bekendgemaakt via TIS. Er worden geen aparte tentamenbriefjes per student verstrekt. Bekendmaking van uitslagen van mondelinge tentamens De uitslag van mondelinge tentamens is direct na afloop van het tentamen bekend. De docent vult het tentamenbriefje in dat de student heeft meegenomen en houdt zelf een doorslag. De student levert het briefje vervolgens in bij het studiesecretariaat en houdt ook zelf een doorslag. Cijfers stages en scripties Bij afronding van stages en scripties wordt het onderdeel beoordeeld conform het beoordelingsformulier. De formulieren zijn te downloaden van de facultaire website (http://www.vu.nl > studenten > reglementen en kwaliteit > stage- en scriptieregelingen ). Alleen wanneer het beoordelingsformulier volledig is ingevuld en getekend en met een kopie van het verslag wordt ingeleverd, wordt het cijfer geregistreerd. Inzagerecht De student wordt na het bekend worden van de tentamenuitslag inzage gegeven in het beoordeelde werk en in de gestelde vragen c.q. de gegeven opdrachten. Sommige docenten stellen daarvoor een spreekuur in. Andere organiseren daarvoor een speciale (centrale) bijeenkomst, deze wordt aangekondigd via de uitslagenlijst of via de Blackboardsite van de cursus. Voor meer informatie over regelingen met betrekking tot uitslagen wordt verwezen naar de Onderwijs- en examenregeling. 1.12.9
Vrijstellingen Studenten die menen wegens een eerdere opleiding in aanmerking te komen voor een vrijstelling van een verplicht vak, kunnen zich schriftelijk met een gemotiveerd verzoek wenden tot de examencommissie. De aanvragers dienen informatie te kunnen overhandigen over de inhoud, studielast en het niveau van het vak op grond waarvan vrijstelling wordt gevraagd en over de instelling waar dit vak is bestudeerd. Studenten wordt met klem geadviseerd eerst langs de studieadviseur te gaan. De studieadviseur kan bekijken of de aanvraag reëel is en de aanvraag vergezellen van een advies. De examencommissie zal zelf advies inwinnen bij de contactdocent. Zie voor het adres en de contactpersoon van de examencommissie, de paragraaf ‘Examencommissie’.
1.12.10
Stage- en Scriptieregeling In het derde jaar van de bachelor doen studenten een bachelorstage. De stage moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moeten er twee docenten zijn die de student begeleiden, het onderwerp moet passen binnen de opleiding, de stage moet een vastgestelde lengte hebben, etc. Alle voorwaarden zijn opgenomen in de 'Stage- en Scriptieregeling' die betrekking heeft op alle stages en scripties van de bachelor- en masteropleidingen binnen de Levenswetenschappen. De bachelorstage moet worden aangemeld en uiteindelijk beoordeeld via speciale formulieren Deze formulieren zijn samen met de stage- en scriptieregeling te downloaden via www.falw.vu.nl > studenten> reglementen en kwaliteit > stage- en scriptieregelingen. Ingevulde formulieren moeten worden ingeleverd bij de stagecoördinator.
28
Gezondheid en leven (BSc)
1.12.11
1.13
Veiligheids- en milieuvoorschriften In verband met de veiligheid is het verplicht om tijdens practica een witte jas en, in een aantal gevallen, een veiligheidsbril te dragen. Informatie over veiligheid is te vinden op http://www.falw.vu.nl > studenten > bacheloropleiding > info alle opleidingen. Hier staan onder andere de veiligheids- en milieuvoorschriften voor practica. Daarnaast is er een handboek afvalstoffen opgesteld voor alle medewerkers en studenten. Via een stoffenlijst, afvalinformatiebladen en een overzicht van locaties wordt de beoogde afvalinzameling inzichtelijk gemaakt. De digitale versie kan geraadpleegd worden op het internet: http://www.vu.nl/arbo-enmilieu/pdfen/HandboekAfvalstoffen.pdf. De veiligheid op laboratoria wordt nauwlettend in de gaten gehouden door de facultaire Commissie voor Veiligheid en Milieu.
Studiebegeleiding en studievoortgang
1.13.1
Studieadviseur De studieadviseur verstrekt nadere informatie over de diverse studieprogramma’s binnen de opleiding, individuele vrijstellingsregelingen en speciale studieregelingen, geeft loopbaanvoorlichting, helpt studenten bij het opstellen van studieplannen en de keuze van vakkencombinaties. De studieadviseur adviseert de examencommissie over de studieprogramma's van individuele studenten. Daarnaast biedt de studieadviseur hulp bij studieproblemen en studievertraging. Zo nodig wordt doorverwezen naar andere instanties binnen de VU, zoals studentendecanen, studentenpsychologen of naar cursussen van het Onderwijscentrum-VU of het Centrum voor Studie en Loopbaan. De studieadviseur voor eerstejaars studenten Gezondheid en Leven is drs. M. Teeuwen, kamer C-132, tel. (020) 598 6987, e-mail:
[email protected]. De studieadviseur voor tweede- en derdejaars studenten Gezondheid en Leven is drs. H. Eenhoorn, kamer C-128, tel. (020) 598 7012, email:
[email protected]. De studieadviseurs hebben spreekuur op dinsdag en donderdag van 12:00-14:00 uur. Buiten deze tijden uitsluitend volgens afspraak.
1.13.2
Studentendecanen en studentenpsychologen De studieadviseur kan helpen bij studieproblemen of adviseren bij studievertraging. Zo nodig verwijst de studieadviseur naar andere instanties, zoals de studentendecanen of de studentenpsychologen aan de VU. Drs. H. Boswijk, tel. (020) 598 5020, e-mail:
[email protected] is de studentendecaan voor de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen.
1.13.3
Studievoortgang Met behulp van TIS is het voor iedere student mogelijk om gedurende het gehele jaar zelf de studievoortgang te controleren. Overzichten op papier worden om die reden niet langer automatisch door de faculteit via de reguliere post naar de studieadressen verstuurd. Het is raadzaam met enige regelmaat te controleren: • hoe je studieregistratie er voor staat; • of er mogelijk fouten zijn opgetreden in de cijferregistratie; • of een cijfer niet is geregistreerd; • of je bijvoorbeeld nog niet de administratiekosten betaald (bij te laat aanmelden of verzuim van aanmelden).
Gezondheid en Leven (BSc)
29
Indien je vermoedt dat er dingen niet kloppen, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met het studiesecretariaat. De examencommissie stelt zich met enige regelmaat van de studievoortgang op de hoogte, bijvoorbeeld in geval van controle op toelatingseisen met betrekking tot studieonderdelen, toelating tot tweedejaars of derdejaars bacheloronderwijs, of toelating tot masteronderwijs. Daarnaast houdt ook de studieadviseur de studievoortgang van studenten in de gaten. Namens het college van bestuur en de examencommissie geeft de studieadviseur aan het eind van het studiejaar een (niet bindend) studieadvies aan de eerstejaars. Dit advies is gebaseerd op de studievoortgang. De student heeft ook een eigen verantwoordelijkheid in bijhouden van zijn voortgang en het ondernemen van actie wanneer vertraging dreigt op te treden. Bijvoorbeeld als dit betekent dat er een wijziging van een examenprogramma nodig is. Studieadvies in het eerste jaar In januari ontvangen alle eerstejaars studenten van de studieadviseur een schriftelijk tussenadvies. Studenten met slechte resultaten worden opgeroepen voor een gesprek over de studievoortgang. Vervolgens stuurt de studieadviseur in juni een schriftelijk (niet bindend) studieadvies. Studenten met slechte resultaten worden wederom opgeroepen voor een gesprek.
1.14 1.14.1
Studentenvoorzieningen Studiesecretariaat Aard- en Levenswetenschappen Het studiesecretariaat Aard- en Levenswetenschappen is een onderdeel van het Onderwijsbureau FALW. Het studiesecretariaat is gevestigd in kamer C 118, Adres: De Boelelaan 1085, 1081 HV Amsterdam, tel. (020) 598 47010 of (020) 598 6939, e-mail:
[email protected]. Het studiesecretariaat is geopend op maandag t/m vrijdag van 10:00 - 13:00 uur. Alleen tijdens openingstijden kunnen studenten terecht voor examenaanvragen, vragen omtrent hun resultaten, diploma’s en aanmeldingen voor vakken en tentamens. Voor het afgeven van cijferbriefjes en verslagen kan ook gebruik gemaakt worden van de postbus naast de ingang van het studiesecretariaat. Om studenten adequaat van op hun persoon afgestemde informatie te kunnen voorzien maakt het studiesecretariaat gebruik van de persoonlijke informatie in het studentenadministratiesysteem van de VU. Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van de juiste persoonlijke informatie. Adreswijziging, verandering in de burgerlijke staat, verandering of beëindiging van de inschrijving, langdurige studieonderbreking en dergelijke moeten studenten zo snel mogelijk doorgeven aan de afdeling Studentenadministratie en Studentenbalie in het VU hoofdgebouw. Het studiesecretariaat stuurt studenten met enige regelmaat belangrijke informatie omtrent de studie. Dit wordt verzonden via de e-mailadressen die aan de studenten verstrekt zijn vanuit de VU. Om deze reden is van groot belang dat studenten regelmatig hun post op hun universitaire e-mail account checken.
1.14.2
Computerfaciliteiten Studentenportal mijn.vu.nl
30
Gezondheid en leven (BSc)
De VU-portal is een persoonlijke ‘toegangsdeur’ tot alles wat de student nodig heeft voor zijn of haar studie. De inhoud van de portal is helemaal op op de student toegesneden zodra deze inlogt. Zo is er direct toegang tot e-mail, Blackboardberichten, faculteitsnieuws en tentamencijfers. Ook kan de student zelf handige groepsruimten aanmaken voor projectgroepen, zodat verschillende studenten bijvoorbeeld centraal aan documenten kunnen werken. Op de portal is ook een eigen ‘marktplaats’ waar vraag- en aanbodadvertenties geplaatst kunnen worden. De portal kan helemaal naar eigen informatiebehoefte aangepast worden. Ook is er de mogelijkheid om eigen RSS-feeds in te stellen, zodat de student ook op de hoogte blijft van andere websites die hem of haar interesseren. Inloggen met vu-net-id De student kan altijd en overal bij de mijn.vu.nl portal, via internet. De student logt in met zijn of haar eigen vu-net-id. Dat is een persoonlijke loginnaam van de VU. Met deze loginnaam krijg de student toegang tot vele VU services, systemen en websites. Als een student zich aanmeldt op de VU, ontvangt hij of zij thuis een brief met het persoonlijke vu-net-id. Wanneer een student het vu-net-id kwijt is of geen brief heeft ontvangen, kan hij of zij bij de Centrale Studentenbalie langsgaan in het Hoofdgebouw (0A-11). De student wordt verzocht een studentenkaart of paspoort mee te nemen. Neem zelf eens een kijkje op de studentenportal: http://mijn.vu.nl. Meer informatie over de portal en over je vu-net-id is te vinden op http://www.digidesk.vu.nl. Computerzalen Studenten kunnen hun VU-net-id gebruiken om in te loggen in de computerzalen van de faculteit. De computer zalen zijn te vinden op de volgende locaties: T-404, T-422, T-437, T-438, T-468, U-431, F-229, F-153 en F-401. De computerzalen zijn geopend op werkdagen van 8 uur ‘s ochtends tot 9 uur ‘s avonds. Campus beveiliging is verantwoordelijk voor het openen en sluiten van de computerzalen. Indien computerzalen niet beschikbaar zijn voor algemeen gebruik zal dit op de deur aangegeven worden. Print faciliteiten worden aangeboden door middel van multifunctionals. Helpdesk Meer informatie over computers, netwerk, applicaties en meer is te vinden op de helpdesk website via www.falw.vu/helpdesk. Bij eventuele problemen kan er contact opgenomen worden met de helpdesk. De helpdesk is te vinden in kamer F-222 (email
[email protected], telefoon 020 5987040) geopend op werkdagen van 9 uur ‘s ochtends tot 5 uur ‘s middags. Op de website van de helpdesk zijn diverse handleidingen en instructies te vinden. Printbeleid Alle studenten die bij FALW een bachelor- of (pre)masteropleiding volgen als hoofdstudie, en ingeschreven zijn voor deze studie op 1 oktober 2008, krijgen jaarlijks een tegemoetkoming van de faculteit om te printen. Hiertoe wordt begin november een chipknip, geladen met 23 euro, verzonden naar het studieadres van elke student. Deze chipknip is te gebruiken op de multifunctionals in het W&N gebouw. Om de zending van de chipknips goed laten verlopen, is het van belang dat het
Gezondheid en Leven (BSc)
31
studieadres in de administratie correct is. Eventuele adreswijzigingen kunnen worden doorgegeven aan de Centrale Studentenadministratie in het hoofdgebouw van de VU. 1.14.3
Blackboard Blackboard is de digitale leeromgeving van de VU. Een digitale leeromgeving is een internetprogramma waarmee snel en eenvoudig cursuswebsites kunnen worden gemaakt. Blackboard bevat een groot aantal cursuswebsites (of cursussen) die de docenten gemaakt hebben ter ondersteuning van hun vak. In een Blackboard cursus kunnen studenten informatie over het vak vinden, bijvoorbeeld de studiehandleiding, het rooster en actuele mededelingen. Een cursus bevat vaak ook het studiemateriaal, zoals de collegesheets, literatuur en (links naar) achtergrondinformatie. Daarnaast kan een cursus interactieve onderdelen bevatten, bijvoorbeeld discussieforums, opdrachten, voortgangstoetsen en omgevingen voor groepen. Welke mogelijkheden een cursus precies biedt, is afhankelijk van de manier waarop de docent de cursus heeft ingericht. Naast cursussen bevat Blackboard ook een aantal communities (of organizations) voor het uitwisselen van informatie en documentatie. Communities zijn meestal vakoverstijgend. Blackboardcontactpersoon: Karin van der Wilt. Helpdesk Blackboard: ma-do 11.00 – 13.00, kamer F114, email:
[email protected]. Meer informatie over Blackboard: http://digidesk.vu.nl.
1.14.4
Boek- en syllabusverkoop De studieboeken en syllabi die nodig zijn voor het volgen van cursussen staan vermeld bij de cursusbeschrijvingen. Voor de cursussen binnen opleiding Gezondheid en Leven worden de gemeenschappelijke boekbestellingen geregeld door Anguilla, de studievereniging van Gezondheid en Leven. Zij hebben een contract gesloten met de VU Boekhandel om alle studiegerelateerde boeken met korting te leveren aan haar leden. Voor informatie over bestellingen kan men terecht bij de vereniging (e-mail:
[email protected]). Studenten kunnen ook zelf hun boeken kopen bij de boekhandel, maar zij krijgen dan geen korting. VU Boekhandel in het hoofdgebouw: (020) 6444355 e-mail:
[email protected]. Openingstijden van de boekhandel: maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 19.00 uur en zaterdag van 10.00 tot 15.30 uur. Syllabi worden bij aanvang van het desbetreffende onderwijs verkocht in de VUboekhandel (soms ook in de college- of practicumzaal). In het cursusrooster of op de blackboardsite van de cursus zal worden aangegeven wanneer en waar syllabi worden verkocht.
1.14.5
32
Bibliotheek De Universiteitsbibliotheek biedt gedrukte en online literatuur voor studenten in de Aard en Levenswetenschappen. Bezoekadres De Boelelaan 1105, Hoofdgebouw: 2e en 3e etage. Naslagwerken op de 4e etage. Openingstijden ma-do 9-21, vr 9-17 en za 1015.30. Gezondheid en leven (BSc)
Faciliteiten Telefoon Mail Web
173 studieplaatsen zonder pc en 44 pc-raadpleegplekken (020) 59 85200 Digitale balie www.ubvu.vu.nl > vakgebieden Aard- en Levenswetenschappen en Exacte wetenschappen
De collectie De collectie is onderverdeeld in de vakgebieden Aardwetenschappen, Biologie en Milieukunde. Daarnaast zijn er interdisciplinaire collectieonderdelen die op de website bij Bètawetenschappen Algemeen staan. Voor de bacheloropleiding Gezondheid en Leven is ook de collectie van de Medische Bibliotheek van groot belang. Info: Geneeskunde. Van de verplichte tentamenliteratuur wordt in principe één gedrukt exemplaar per boektitel aangeschaft. In de Medische Bibliotheek kunnen het meerdere exemplaren zijn. Elektronische versies hebben de voorkeur. Boeken in de collectie kunnen worden opgezocht met behulp van de catalogus (of Picarta). • Boeken die gepubliceerd of minstens twee maal uitgeleend zijn sinds het jaar 2000, staan in open opstelling op de 2e etage in voor de Bètawetenschappen bestemde kasten.Ze kunnen dan indien aanwezig of niet gereserveerd direct worden geleend aan de balie. Er wordt gewerkt aan de ontwikkeling van zelfservice bij de uitlening. • Oudere en minder vaak uitgeleende boeken staan in depot en kunnen via catalogus gereserveerd worden en bij de balie opgehaald. Info: Reserveren Tijdschriften in de collectie kunnen worden opgezocht met behulp van de catalogus of Picarta. • Electronische tijdschriften kunnen in het algemeen het makkelijkst worden gevonden via de e-journallijst op de homepage van de bibliotheek. • Voor de Aard en Levenswetenschappen zijn er weinig gedrukte tijdschriften meer in abonnement. Indien nog aanwezig, staan ze open opgesteld op de 3e etage met maximaal 11 oudere jaargangen. Geen uitlening mogelijk. Er kunnen wel fotokopieën worden gemaakt. Info: Kopieren • Alle overige oudere gedrukte jaargangen van de Bètatijdschriften staan in depot. Kopieën van artikelen uit die jaargangen kunnen gratis worden opgevraagd. Info: Depot Tijdschriftartikelen kunnen worden opgespoord met behulp van bibliografieën. De belangrijke bibliografieën voor de Aard- en Levenswetenschappen op de website van de bibliotheek onder e-Resources zijn: • GeoRef • Picarta • PubMed • Web of Science Meer specifiek medische bestanden: • E-resources Medisch
Gezondheid en Leven (BSc)
33
In Metasearch kan men meerdere online bibliografieën tegelijk doorzoeken en kan men met My Space, na identificatie met VU-Net-id, online een persoonlijke bibliotheekomgeving inrichten. Cursussen en instructies De Bètabibliotheek biedt de Webcursus 'informatievaardigheden niveau A' aan als algemene introductie in het zoeken naar wetenschappelijke literatuur. Hierop kan worden voortgebouwd met de Webcursus 'informatievaardigheden niveau B (FEW Wiskunde)'. Deze moet nog verder worden ontwikkeld voor andere Bèta studierichtingen. 1.14.6
Studiekosten De inschrijving aan de VU is niet afhankelijk van enige andere financiële bijdrage dan het collegegeld of het examengeld. De kosten van studiebenodigdheden voor eigen gebruik, zoals boeken, materialen en practicumbenodigdheden ten behoeve van het onderwijs en de tentamens van de opleiding zijn voor rekening van de student. Deze studiekosten bedragen jaarlijks ongeveer 550 euro: • boeken en/of syllabi (verplichte en aanbevolen); • handleidingen e.d.; • witte jas; • WA- en ongevallenverzekering. Voor de materiële zaken geldt dat ze pas na informatie door de betreffende docenten of de boekencommissie moeten worden aangeschaft om miskopen te voorkomen. Meestal is er een gezamenlijke inkoop met aanmerkelijke prijsvoordelen via de studievereniging 'Anguilla'. Een eigen computer is onmisbaar, zeker voor het schrijven van verslagen. Een microscoop hoeft niet te worden aangeschaft. Excursies en stages De algemene richtlijnen betreffende subsidie voor studenten die zijn ingeschreven voor excursies aan de VU zijn als volgt: De reiskosten worden gesubsidieerd tot maximaal 50% van de kosten (soms tot maximaal 70%). De verblijfkosten worden voor 50% gesubsidieerd tot een maximum van euro 9,- per dag. Reis- en verblijfkosten in het kader van stages binnen de faculteiten Aard- en Levenswetenschappen en Geneeskunde worden door de desbetreffende afdeling of vakgroep vergoed. Reis- en verblijfkosten ten behoeve van geheel externe stages worden niet vergoed.
1.14.7
34
Uitwisseling en internationalisering Studeren in het buitenland is aantrekkelijk. Om te beginnen zal het je curriculum vitae sieren en de kansen op de arbeidsmarkt ongetwijfeld vergroten. De kennismaking met een ander land en met een andere cultuur, een ander studentenleven en een ander onderwijssysteem zal je een andere invalshoek aanreiken op de Nederlandse gewoonten. Voor veel studenten betekent een buitenlands verblijf ook een persoonlijke groei: je moet op eigen kracht varen in een vreemd land en alles wat je wilt maar geregeld zien te krijgen. Wanneer je hebt besloten een gedeelte van je studie aan een buitenlandse onderwijsinstelling of organisatie door te brengen, kun je gebruik maken van de bestaande uitwisselingprogramma’s, zoals het SocratesErasmus voor verblijf binnen Europa, GLOBE voor buiten Europa, of het ISEP
Gezondheid en leven (BSc)
programma voor de V.S. De ervaring leert dat je minimaal een jaar van tevoren met de voorbereidingen voor een buitenlands studieverblijf moet starten. Informatie over beurzen, programma’s en andere zaken waarop je moet letten, zoals goedkeuring van de examencommissie voor de onderdelen die je in het buitenland gaat volgen, wordt gegeven door de contactpersonen internationalisering van de faculteit, mw. drs. E. Salomé-Munnik en mw. drs. E.Meijerink. Zij zijn bereikbaar per e-mail:
[email protected] voor informatie of voor het maken van een afspraak. Je kunt dan ook een overzicht krijgen van alle universiteiten waarmee FALW uitwisselingsovereenkomsten heeft en hoeveel studentenplaatsen er voor VU studenten beschikbaar zijn. Daarnaast wordt informatie verstrekt door het Informatiecentrum naast het servicepunt in het hoofdgebouw van de VU en via de VU website www.vu.nl > studenten > internationaal. 1.14.8
Informatievoorziening en voorlichting Informatiemedia • Studenten e-mail: alle studenten krijgen een internetaccount van de VU. Via de e-mail wordt geselecteerde informatie toegezonden. Het is belangrijk voor studenten om hun e-mail regelmatig te checken voor individuele of algemene studie-informatie. Algemene informatie wordt meestal via de mailinglist naar de studenten gestuurd. • Website: de facultaire website http://www.falw.vu.nl geeft veel informatie over alles wat er in de faculteit gebeurt. Specifieke informatie voor studenten is te vinden onder de link 'studenten'. Ook deze studiegids is er geactualiseerd te raadplegen. • Correcties en mededelingen: mededelingen over aanvullingen en/of wijzigingen van de gegevens in deze studiegids en correcties op college- en/of tentamenroosters worden via zoveel mogelijk kanalen bekendgemaakt: via een mailing naar alle studenten e-mail adressen, de facultaire internetsite en de blackboardsite van de cursus. Studentenvoorlichting Op verschillende momenten tijdens de opleiding worden voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd door de studieadviseurs en master- en programmacoördinatoren. Tijdens deze bijeenkomsten wordt informatie gegeven over onderwerpen die op dat moment van belang zijn voor de student. De bijeenkomsten worden aangekondigd via het publicatiebord in de C-1- gang bij het studiesecretariaat en via de cursusroosters op blackboard. Daarnaast wordt de voor studenten relevante informatie via de e-mail onder de aandacht gebracht. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de vaste voorlichtingsbijeenkomsten. De definitieve data worden in overleg met de cursusleider gepland en zullen zo veel mogelijk aansluitend zijn op het lopende onderwijs.
Gezondheid en Leven (BSc)
35
Voorlichtingsagenda
september
januari februari
maart maart juni
1.14.9
Kennismaking studieadviseur Voorlichting alle studenten omtrent de taken van de studieadviseur en aandacht voor de actoren op facultair en centraal niveau, waar de student terecht kan voor hulp, begeleiding of vragen. Studievoortgang Voorlichting eerstejaars bachelorstudenten over het pre-advies en beëindigen van studie vóór 1 februari. Mastervoorlichting Voorlichting voor derdejaars bachelorstudenten over de masteropleidingen, differentiaties en de procedure rond inschrijving in de masteropleidingen. Keuzevakken tweede jaar Voorlichting eerstejaars bachelorstudenten omtrent de keuzevakken in het tweede jaar. Keuzevakken en bachelorstage derde jaar Voorlichting tweedejaars bachelorstudenten omtrent de keuzevakken en bachelorstage in het derde jaar. Studieadvies eerste jaar Voorlichting eerstejaars bachelorstudenten over het (nietbindende) studieadvies.
Studentenorganisaties Anguilla Anguilla is de studievereniging voor studenten Gezondheid en Leven aan de VU. Officieel opgericht op 23 maart 2006, in het allereerste jaar van de opleiding in Zwolle. Inmiddels is de opleiding alleen nog in Amsterdam te volgen, dus vandaar dat Anguilla nu volop draait in deze gezellige studentenstad. De vereniging is opgericht om de studenten een gezellige studententijd te bezorgen. Naast studiegerelateerde uitjes, worden er ook gezellige borrels, feestjes en weekenden georganiseerd. Buiten dat probeert Anguilla haar leden up-to-date te houden met betrekking tot de ontwikkelingen rond de studie en de mogelijkheden die bachelorstudenten hebben op de arbeids- en mastermarkt. Anguilla heeft een contract gesloten met de VUboekhandel om alle studiegerelateerde boeken met een korting te leveren aan haar leden. Elke tweede dinsdag van de maand organiseert Anguilla een vaste borrel, de locatie hiervan wisselt, dus houd dat goed in de gaten! Anguilla is er door en voor studenten, dus bij vragen zullen ze er voor je zijn! Nieuwsgierig geworden? Neem dan gerust een kijkje op de website: www.anguilla.vu Facultaire Studentenraad De Facultaire Studentenraad (fSr) Aard- en Levenswetenschappen vertegenwoordigt de studenten. De fSr is een belangrijk inspraakorgaan van onze faculteit, gevormd voor en door studenten. Zij heeft direct contact met instanties als het faculteitsbestuur, opleidingscommissies en examencommissies. De fSr is te vinden in M112 of op internet via www.falw.vu.nl > Studenten > Studentenorganisaties > fSr. Daarnaast heeft de fSr een eigen blackboard community. E-mailen kan naar
[email protected]. Gyrinus natans Gyrinus natans, de studievereniging van de opleidingen Levenswetenschappen, is in 1953 opgericht om elkaar te helpen studeren, studenten voor te bereiden op de arbeidsmarkt waarin zij na hun afstuderen terecht zullen komen en natuurlijk niet te
36
Gezondheid en leven (BSc)
vergeten voor de gezelligheid tijdens en na de studieperiode. Gyrinus natans is een vereniging die bestaat uit studenten en medewerkers. De vereniging kent 15 commissies. Het Alcoholaat verzorgt twee keer per week, op woensdag (met maaltijd) en vrijdag, een borrel in ons eigen café 'De Tegenstelling' en borrels voor afgestudeerden en gepromoveerden. Bovendien wordt er regelmatig een themaborrel gehouden in de Stelling. De Feestcie organiseert meerdere feesten binnen en buiten de VU, soms in samenwerking met andere verenigingen. Ook zijn er meerdere kampen per jaar, verzorgd door de Kampcie. Verder zijn er jaarlijks terugkerende activiteiten zoals de Filmnacht, Mosselmaaltijd en de boekverkopen waarmee leden tegen korting studieboeken kunnen aanschaffen. Verder is er nog de Excurcie die leuke uitjes organiseert. Omdat Gyrinus toch een studievereniging is, is er de Onderwijscie die onderwijsgerelateerde activiteiten verzorgt en zich bezig houdt met de kwaliteit van het onderwijs. Gyrinus biedt door het gevarieerde aanbod van activiteiten aan iedereen de ruimte en zorgt er zo voor dat een bonte verzameling van mensen samenwerkt en één en hetzelfde doel nastreeft: gezelligheid. Meer hierover is te lezen op de webpagina: http://www.gyrinus.nl/. Het lidmaatschap dat korting geeft op Gyrinusactiviteiten, bedraagt slechts 5 euro. Voor inlichtingen, e-mail (
[email protected]) of kom langs in de Gyrinuskamer, C-153.
1.15 1.15.1
Examencommissie Examencommissie Het faculteitsbestuur heeft voor de opleidingen een examencommissie ingesteld. De examencommissie: • wijst examinatoren aan en kan aan hen richtlijnen geven m.b.t. de beoordeling van tentamens; • stelt de regels vast m.b.t. de goede gang van zaken bij tentamens en examens; • stelt de uitslag van de examens vast; • beoordeelt examenprogramma’s van studenten die om welke reden dan ook afwijken van de examenprogramma’s zoals die zijn opgenomen in de OERen; • beoordeelt aanvragen voor vrijstellingen, deelname aan onderwijs en tentamens; • beoordeelt externe stageprogramma's van studenten; • onderzoekt meldingen van fraude en legt indien nodig sancties op. Alvorens een besluit te nemen wint de examencommissie veelal informatie en advies in bij de studieadviseur, mastercoördinatoren, programmacoördinatoren, docenten en studentendecanen. Studenten wordt geadviseerd om voordat zij een verzoek indienen bij de examencommissie eerst de studieadviseur, de mastercoördinator of programmacoördinator te consulteren om te bezien of hun aanvraag kans van slagen heeft en/of hun aanvraag te kunnen onderbouwen met een studieplan. Correspondentie naar de examencommissie kan gericht worden aan de ambtelijk secretaris. De commissie vergadert gemiddeld eens in de 4-6 weken. Voor meer informatie over de verschillende procedures bij aanvragen voor de examencommissie wordt verwezen naar de paragrafen 'Regelingen met betrekking tot het onderwijs en de tentamens' en 'Praktische regelingen ten aanzien van het bachelorexamen'. Het correspondentie adres voor de examencommissie is: Examencommissie Gezondheid en Leven, Faculteit ALW, Vrije Universiteit, De Boelelaan 1083, 1081 HV Amsterdam, e-mail:
[email protected]. Het wordt studenten aangeraden om eerst bij de studieadviseur informatie in te winnen over de eventuele haalbaarheid van het verzoek aan de examencommissie. Gezondheid en Leven (BSc)
37
1.15.2
1.16
Recht van beroep Tegen de beslissingen van de examencommissie of examinatoren of tegen behandeling tijdens het afleggen van tentamens, waardoor men in zijn belang meent te zijn getroffen, is tot dertig dagen na bekendmaking van de uitslag schriftelijk beroep mogelijk bij het College van Beroep voor de Examens, c/o College van Bestuur, Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105, 1081 HV, Amsterdam. Verder wordt verwezen naar het Studentenstatuut VU, meer informatie hierover is te verkrijgen bij het Centrum voor Studie en Loopbaan.
Kwaliteit
1.16.1
Onderwijsdirecteur De bacheloropleiding Gezondheid en Leven valt onder de 'School of Life Sciences'. Deze 'School' staat onder leiding van de onderwijsdirecteur, dr. N. Harms. De onderwijsdirecteur adviseert het faculteitsbestuur omtrent het te voeren onderwijsbeleid en houdt toezicht op de kwaliteitszorg. De onderwijsdirecteur wordt hierin ondersteund door de opleidingscommissie.
1.16.2
Opleidingsdirecteur De bacheloropleiding Gezondheid en Leven heeft een eigen opleidingsdirecteur, prof. dr. M. van Eck van der Sluijs - van de Bor. De opleidingsdirecteur is primair verantwoordelijkheid voor de inhoud van de bacheloropleiding en zal als toehoorder aanwezig zijn bij de vergaderingen van de opleidingscommissie.
1.16.3
Opleidingscommissies Elke opleiding heeft een opleidingscommissie. In de opleidingscommissie zitten een gelijk aantal stafleden en studentleden; in beginsel is elke student van een opleiding benoembaar in de opleidingscommissie van die opleiding. De opleidingscommissie heeft tot taak: • adviseren over het onderwijs, de inhoud van het programma en de afstemming van diverse onderdelen; • het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de Onderwijs- en Examenregeling; • het bewaken van de kwaliteit en de organisatie van het onderwijs. De opleidingscommissie van de bachelor Gezondheid en Leven heeft de volgende samenstelling: Docentleden dr. M.R. de Boer (voorzitter) dr. ir. Y.G. H. Maas dr. M.P. Bergman 3 studentleden nog nader te verkiezen Toehoorder Prof. dr. M. van Eck van der Sluijs - van de Bor (opleidingsdirecteur)
38
Gezondheid en leven (BSc)
1.16.4
1.17
Onderwijsevaluatie Studenten hebben een belangrijke rol in de beoordeling van de onderwijskwaliteit. Zij geven op onderdeelniveau een oordeel over het door hen gevolgde onderwijs middels standaard evaluatieformulieren van het VU Onderwijscentrum. Deze evaluaties vinden regelmatig plaats. De evaluatierapporten van het Onderwijscentrum hebben een strikt vertrouwelijk karakter; zij worden toegezonden aan het hoofd van de School of Life Sciences. Het hoofd ziet erop toe dat deze rapporten worden toegezonden aan de betreffende cursusleider, diens leidinggevende en de leden van de opleidingscommissies. Indien de schriftelijke evaluatie daar aanleiding toe geeft, bespreekt het hoofd de uitkomsten van de cursusevaluatie(s) met de betreffende docent(en) en afdelingshoofd(en) en betrekt daarbij ook de resultaten van de behandeling in de opleidingscommissie(s). Naast bovenstaande voert de opleidingsdirecteur regelmatig overleg met jaarvertegenwoordigers. Dit zijn studenten uit de verschillende studiejaren van de opleiding die de opleidingsdirecteur informeren over de onderwijskwaliteit in hun studiejaar.
Praktische regelingen ten aanzien van het bachelorexamen
1.17.1
Bachelorexamen De opleidingen worden afgesloten met het examen. Het examenprogramma wordt per studiejaar beschreven in de studiegids en is officieel vastgelegd in de OER. Om te slagen voor het bachelorexamen moeten alle examenonderdelen met succes zijn afgerond. Het bachelorexamen kan een aantal malen per jaar worden afgelegd. Met het afleggen van het examen wordt bedoeld: het door de examencommissie laten vaststellen dat voldaan is aan alle exameneisen (alle vakken gehaald). De examendata zijn de data van de vergaderingen van de examencommissie. De buluitreiking volgt altijd later.
1.17.2
Goedkeuring vakkenpakket Uiterlijk twee maanden voor de gewenste examendatum dient de student een aanvraag tot goedkeuring van het vakkenpakket in. De procedure hiervoor verloopt aldus: • De student haalt bij het studiesecretariaat een officiële uitdraai van zijn/haar cijferlijst • De student levert de officiële uitdraai van de cijferlijst en een overzicht van zijn/haar (volgens de OER) vastgestelde vakkenpakket, ter goedkeuring in bij de studieadviseur. • De studieadviseur controleert of de aanvraag voldoet naar inhoud en naar vorm. Vakkenpakketten conform OER worden goedgekeurd. In geval van afwijkingen van de OER, wordt door de studieadviseur het dossier gecheckt op eerdere besluiten van de examencommissie daaromtrent. Als er geen eerdere besluiten zijn genomen moet de student de aanvraag als discussiestuk aanbieden ter vergadering van de examencommissie en wordt de aanvraag al dan niet door de examencommissie goedgekeurd. • De studieadviseur, retourneert het (goedgekeurde of afgekeurde) vakkenpakket aan de student. • Indien het vakkenpakket door de studieadviseur is afgekeurd, kan de student het vakkenpakket ter goedkeuring voorleggen aan de examencommissie.
Gezondheid en Leven (BSc)
39
1.17.3
Aanvragen van het examen en afgifte getuigschrift Als alle tot het (goedgekeurde) examen behorende onderdelen zijn afgelegd (en alle cijfers dus geregistreerd), kan het examen schriftelijk worden aangevraagd. Hiervoor gaat de student naar het studiesecretariaat en vult daar het formulier 'Aanvraag getuigschrift' in. Gelijktijdig met het invullen van het formulier moet de student zijn (door de studieadviseur of eventueel door examencommissie) goedgekeurde vakkenpakket inleveren en een kopie van zijn/haar paspoort. Het examen moet uiterlijk drie weken voor de gewenste examendatum aangevraagd worden. Als examendatum geldt de vergaderdatum van de examencommissie. Op het moment van aanvraag moeten alle onderdelen voor het examen zijn behaald. Het verdient aanbeveling al enkele weken voor het indienen van het verzoek tot afgifte van het getuigschrift op een totaaloverzicht van geregistreerde studieresultaten te controleren of alle afgelegde tentamens/studieonderdelen daadwerkelijk geregistreerd staan. Een verzoek tot afgifte van een getuigschrift (de bachelor- of masterbul) kan alleen worden ingediend als de examinandus op de aanvraagdatum bij de centrale studentenadministratie staat ingeschreven als student voor de opleiding waarvoor het diploma wordt aangevraagd en als het collegegeld is betaald. Het studiesecretariaat verwerkt de aanvragen en legt ze voor aan de examencommissie. De examencommissie bepaalt of de examinandus al dan niet is geslaagd in overeenstemming met de OER en kent het judicium toe. Examens worden gedateerd op de datum waarop de examencommissie vaststelt dat aan alle eisen voor het examen is voldaan. Deze datum wordt aan de student medegedeeld en op de bul vermeld. Wanneer de geëxamineerde tijdens het afleggen van het afsluitend examen blijk heeft gegeven van bijzondere bekwaamheid, kan dit op het getuigschrift worden vermeld met de woorden 'cum laude'. Voor het toekennen van het judicium ‘cum laude’ aan het bachelorexamen gelden de volgende voorwaarden: • het gemiddelde van alle examenonderdelen bedraagt ten minste 8,0; • geen van de examenonderdelen heeft een cijfer lager dan een 7,0. Indien aan een student vrijstelling is verleend op 1 of meer onderdelen bepaalt de examencommissie of dit een ‘cum laude’ rechtvaardigt.
1.17.4
40
Diploma uitreiking De kandidaten ontvangen ongeveer één a twee weken van tevoren een uitnodiging voor de diploma uitreiking. De diploma uitreiking volgt op de goedkeuring van het examen door de examencommissie en ligt ongeveer vier tot zes weken na de examendatum. De diploma uitreiking vindt plaatst in een (college)zaal, waarbij een aantal examenkandidaten tegelijkertijd in dezelfde sessie bijeenkomt. Wanneer veel studenten afstuderen, in de maanden augustus en september, zijn er meerdere sessies. De studenten kunnen een beperkt aantal familieleden of kennissen meebrengen naar de uitreiking. Elke examenkandidaat wordt kort toegesproken. Tijdens de sessies met weinig kandidaten kan de toespraak worden verzorgd door een spreker naar keuze
Gezondheid en leven (BSc)
van de kandidaat (zoals een stagebegeleider), maar bij meer kandidaten is dat helaas niet mogelijk. 1.17.5
Examendatum In de periode september tot en met december is elke maand een gelegenheid tot het afleggen van het examen en voor de uitreiking geldt dat deze elke maand is. In de periode februari tot en met augustus is er elke zes weken een gelegenheid tot het afleggen van het examen en voor de uitreiking geldt dat deze dan ook om de zes weken zal zijn. Aan het begin van het jaar zal het studiesecretariaat de data bekend maken.
1.17.6
Dossierverklaring Bij beëindiging van de studie vóór het halen van het examen, is het mogelijk een dossierverklaring te verkrijgen bij de examencommissie, als ten minste twee studieonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd. In de dossierverklaring worden de studieonderdelen die met goed gevolg zijn afgerond vermeld.
1.17.7
Inschrijving in een masteropleiding Studenten die doorstuderen aan een masteropleiding binnen de School of Life Sciences kunnen met het formulier 'Aanvraag Getuigschrift' tevens aanvraag tot toelating tot en inschrijving in één van de masteropleidingen doen. De betreffende examencommissie van de gewenste masteropleiding besluit over toelating tot de opleiding (en specialisatie indien van toepassing). Over doorstroom naar en toelatingseisen tot de masteropleidingen van de School of Life Sciences is meer informatie te vinden in de volgende paragraaf en in de masterguide en de OERen.
1.18
Studie en loopbaanperspectief
1.18.1
Studie en loopbaan In het tweede jaar van de bacheloropleiding wordt er onder meer gewerkt aan een competentieanalyse van jezelf, een oriëntatie op de arbeidsmarkt en er wordt aandacht besteed aan het gemotiveerd kiezen van een vervolg(master)opleiding. Meer informatie over studie en loopbaan is te vinden bij het Centrum voor Studie en Loopbaan op de algemene website www.vu.nl > studenten > tijdens je studie > informatiecentrum.
1.18.2
Arbeidsmarkt en werkgelegenheid Overzicht arbeidsmarkt Met een bachelordiploma is het mogelijk om een aanverwante masteropleiding te doen in het binnen- of buitenland, aan universiteiten of hogescholen. Een Gezondheid en Leven student heeft een breed, multidisciplinair overzicht. Een deel van het werkveld is het onderzoek. Als onderzoeker ben je bijvoorbeeld werkzaam binnen de universiteit, een ziekenhuis of onderzoeksinstelling. Dit onderzoek kan bestaan uit theoretisch (modelmatig) onderzoek, epidemiologisch onderzoek of een combinatie van deze verschillende vormen. Een andere veel voorkomende functie is die van beleidsmedewerker, bijvoorbeeld als stafmedewerker in een ziekenhuis. In deze functie ligt de nadruk op het ontwikkelen en uitvoeren van beleid. Daarnaast zijn er veel functies als manager, adviseur of preventiemedewerker. Deze functies zijn beschikbaar binnen verschillende branches. De grootste branche is de gezondheidszorg. Dit zijn voornamelijk ziekenhuizen, arbo-diensten en allerlei
Gezondheid en Leven (BSc)
41
maatschappelijke zorginstellingen. Er zijn banen beschikbaar in het bedrijfsleven, zoals de farmaceutische industrie en commerciële adviesbureaus, maar ook binnen overheidsinstellingen, zoals ministeries en recreatieve instellingen, zoals sportorganisaties. Uit bovenstaande blijkt dat een afgestudeerde Gezondheid en Leven student binnen zeer verschillende arbeidsgebieden werkzaam kan zijn. Tijdens de opleiding krijgen studenten de kans om zich te oriënteren op deze gebieden en zich er in te specialiseren door de hierop gerichte cursussen en stages te volgen. Werkgelegenheid Tijdens de studie wordt regelmatig aandacht besteed aan het werkgelegenheidsperspectief. Onder andere tijdens de gesprekken met de tutor. Het Opleidingscentrum voor Studie en Loopbaan verzorgt ook cursussen op het gebied van Studie en loopbaanoriëntatie. Voor meer informatie over de activiteiten en mogelijkheden op VU-niveau wordt verwezen naar de betreffende pagina op de algemene VU website (http://www.vu.nl > studenten> cursussen/stage/scriptie). Daar staan onder meer cursussen vermeld over solliciteren en zelfpresentatie. 1.18.3
Masteropleidingen Toelating tot een MSc Gezondheidswetenschappen Het BSc diploma Gezondheid & Leven, major Gezondheidswetenschappen, geeft toegang tot een vervolg masteropleiding aan de VU. Studenten kunnen direct doorstromen naar de MSc Gezondheidswetenschappen. De MSc Gezondheidswetenschappen is bedoeld om specialisten op te leiden op het terrein van de gezondheidszorg, volksgezondheid en preventie. In de éénjarige masteropleiding richt de student zich vooral op het verkrijgen van meer inzicht in gezondheidsbevordering en preventie van ziekte, de organisatie en management van de gezondheidszorg en op de toepassing van (resultaten van) gezondheidswetenschappelijk onderzoek. Deze opleiding leidt op tot specialist met een breed, multidisciplinair overzicht, die in staat is om een brugfunctie te vervullen tussen de eigenlijke zorgverleners enerzijds en beleidsmakers (landelijke en regionale overheden), het financieel-economische management en voorlichters anderzijds. De volgende differentiaties worden aangeboden binnen de MSc Gezondheidswetenschappen: • Beleid en Organisatie van de Gezondheidszorg • Preventie en Volksgezondheid • Infectieziekten en Volksgezondheid • International Public Health • Voeding en Gezondheid Naast de éénjarige masteropleiding Gezondheidswetenschappen wordt een tweejarig programma aangeboden binnen de masteropleiding Bio-medische wetenschappen en heeft als specialisatie Public Health Research. Dit programma staat open voor studenten met een BSc Gezondheid & Leven, die de keuzevakken Internationale Volksgezondheid en Gezondheidscommunicatie hebben gevolgd. Het eerste jaar van het tweejarige programma wordt gevuld met een specialisatie uit de éénjarige master Gezondheidswetenschappen. Het tweede jaar wordt gevuld met de specialisatie Public Health Research. Om te kunnen instromen moeten studenten een schriftelijke verzoek met motivatie, een recent cv en uitdraai van de studieresultaten sturen aan prof.dr. J. Seidell, afd. Voeding en Gezondheid, faculteit ALW, of studenten kunnen
42
Gezondheid en leven (BSc)
contact opnemen met de mastercoördinator, mevr. dr. M. Donker (
[email protected]) Toelating tot een MSc Biomedische Wetenschappen Het BSc diploma Gezondheid & Leven, major Biomedische Wetenschappen, geeft toegang tot een vervolg masteropleiding aan de VU. Studenten kunnen direct doorstromen naar de MSc Biomedische wetenschappen. De volgende differentiaties worden aangeboden binnen de MSc Biomedische wetenschappen: • Bio-medische wetenschappen, specialisaties: Hart en Vaatziekten, Celbiologie • Immunology • Infectieziekten • Brain & Behavior • Communicatie • Management en Educatie • Oncologie • Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied Er zijn een aantal masteropleidingen waarvoor additionele ingangseisen (specifieke vakken en/of bepaalde cijfers in de vooropleiding) gelden, bijvoorbeeld de masteropleidingen Neurosciences, Biomolecular Sciences (diverse varianten) en Management, Policy-Analysis and Entrepreneurship in Health and Life Sciences. Voor uitgebreidere informatie over de masteropleidingen wordt verwezen naar de studiegids voor de masteropleidingen. Op de facultaire website staat meer informatie over de betreffende opleidingen en differentiaties (http://www.falw.vu.nl/student > Master's programmes). Studenten krijgen in hun derde studiejaar voorlichting over de genoemde masteropleidingen. Er bestaat ook de mogelijkheid om een masteropleiding aan een andere faculteit of universiteit te volgen. Hiervoor gelden veelal aanvullende toelatingseisen. Toelating tot masteronderwijs zonder BSc Wanneer een BSc student zijn programma nog niet succesvol heeft afgerond, kan de student onder beperkte voorwaarden voorlopig toegang krijgen tot het onderwijs van de master. De student volgt dan alvast masteronderwijs, terwijl hij nog niet is ingeschreven voor de masteropleiding. De voorwaarden om te worden toegelaten tot masteronderwijs zijn de volgende. Een bachelorstudent Gezondheid en Leven aan de VU wordt toegelaten tot het masteronderwijs wanneer: • Alle vakken uit het eerste en tweede jaar van de opleiding zijn behaald; • Er in totaal minimaal 168 studiepunten in de bacheloropleiding zijn gehaald. Om voor toelating in aanmerking te komen, moet de student een verzoek indienen bij de examencommissie van de betreffende masteropleiding. De beperkte toelating geldt ten hoogste voor één jaar. Als de student dan nog niet het BSc diploma heeft gehaald krijgt hij of zij geen toegang meer tot het masteronderwijs. Wanneer een student gegronde redenen heeft om een tweedejaars vak nog niet te hebben behaald kan men een aanvraag indienen bij de examencommissie en alsnog in aanmerking komen voor toelating tot de master.
Gezondheid en Leven (BSc)
43
44
Gezondheid en leven (BSc)
2 naam code coördinator docent studiepunten periode doel
werkwijze literatuur toetsing
doelgroep
Examenonderdelen Allergieen en Autoimuunziekten 487009 dr. M.P. Bergman Gastdocenten 6 28.04.2009-29.05.2009 Allergieën en auto-immuunziekten zijn aandoeningen van het immuunsysteem, waar velen van ons direct of indirect mee te maken krijgen (denk aan bijvoorbeeld astma, hooikoorts, type 1 diabetes of reuma). Het hoofddoel van de cursus is op moleculair niveau kennis te verkrijgen van de mechanismen die een rol spelen in het ontstaan van allergieën en autoimmuunziekten. Daarnaast zullen epidemiologie, sociale en economische gevolgen van allergieën en auto-immuunziekten aan de orde komen. Leerdoelen: Na het volgen van de cursus kan de student: • een aantal sociale en economische implicaties van allergieën en autoimmuunziekten (op zowel individueel als maatschappelijk niveau) beschrijven; • de epidemiologie van een aantal allergieën en auto-immuunziekten beschrijven; • de mechanismen benoemen en uitleggen, welke ten grondslag liggen aan ziekten die het gevolg zijn van een mankerend immuunsysteem (i.h.b. overgevoeligheid en auto-immuniteit); • aangeven welke erfelijke- en/of externe factoren en processen ten grondslag liggen aan ontsporingen (allergieën en auto-immuun reacties) van het immuunsysteem; • beschrijven hoe micro-organismen en gastheerfactoren kunnen bijdragen tot ontwikkeling van - of juist bescherming tegen auto-immuunziekten; • de 'hygiene-hypothese' verwoorden en kritisch kunnen beschouwen middels voor- en tegen-argumenten; • wetenschappelijke literatuur over immunologische onderwerpen lezen en begrijpen, daarbij de hoofdzaken van de bijzaken scheidend. Niveau 3: specialisatie Hoorcolleges met interactieve elementen; Werkcolleges, waarin op basis van geselecteerde literatuur in kleine groepen, een 'modelziekte' tot in detail bestudeerd wordt. Peter Parham, The Immune System, 2nd edition, Garland Science, New York and London, 2005. ISBN 0-8153-4093-1. Geselecteerde wetenschappelijke artikelen. Het eindproduct van de werkcolleges - bestaande uit een powerpoint presentatie en een schriftelijk rapport - maakt 30% uit van het eindcijfer. Een afsluitend schriftelijk examen bepaalt de overige 70% van het eindcijfer. Voor het krijgen van een eindcijfer dient voor beide onderdelen een 5,5 of hoger behaald te worden. Keuzecursus voor tweedejaars BSc Gezondheid en Leven en Bio-medische Wetenschappen. Keuzecursus voor derdejaars BSc Gezondheidswetenschappen.
Examenonderdelen
45
voorkennis Voor het kunnen volgen van deze cursus dient men basale kennis te hebben van immunologische concepten, op het niveau van de basiscursus Immunologie (voor GZW vakcode 470114 en voor BMW vakcode 470113). Bachelorstage (Gezondheid en Leven) 487039 dr.ir. Y.G.H. Maas 24 27.10.2008-27.02.2009 Naast het verkrijgen van vakinhoudelijke kennis en het aanleren van praktische vaardigheden heeft de stage in alle gevallen de volgende einddoelen: • De student weet of de door hem/haar gekozen richting brengt wat er van verwacht wordt en of dit een richting is die verder aangehouden wordt in de masterfase; • De student heeft brede academische vaardigheden aangeleerd en in de praktijk gebracht die nodig zijn voor het met succes doorlopen van de gekozen masteropleiding. Eindtermen: Vakspecifiek: • De student kan, onder goede begeleiding, zelfstandig onderzoek doen in het gekozen vakgebied en beschikt over praktische vaardigheden die hem daartoe in staat stellen. Met betrekking tot algemene academische vaardigheden: • De student is in staat de wetenschappelijke literatuur m.b.t een nieuw onderwerp te ontsluiten en in korte tijd aan de hand van relevante artikelen kennis te nemen van de belangrijkste ontwikkelingen in het betreffende vakgebied; • De student is in staat een projectvoorstel voor het eigen onderzoek te schrijven; • De student is in staat de voortgang tijdens de stage op een overzichtelijke wijze vast te leggen in een journaal; • De student is in staat om over de door hem/haar behaalde wetenschappelijke resultaten tijdens de stage op een heldere wijze schriftelijk en mondeling te rapporteren, daarbij adequaat gebruik makend van diverse audiovisuele hulpmiddelen. inhoud De bachelorstage vormt een belangrijk onderdeel van de bacheloropleiding. Tijdens deze stage specialiseert de student zich in een door hem/haar gekozen richting. De stage moet een onderzoek bevatten welke leidt tot een vakinhoudelijke verdieping en wordt afgerond met een scriptie/bachelorthesis. Tevens biedt de bachelorstage de student de gelegenheid zich te oriënteren op de keuzes die aan het einde van het derde jaar gemaakt moeten worden voor de masteropleiding. De stage maakt onderdeel uit van een biomedische danwel gezondheidswetenschappelijke major die de student kwalificeren voor een doorstroommaster aan de VU (biomedical sciences, health sciences). De stage kan naast een onderzoekscomponent ook een beleidscomponent bevatten. Een dergelijke stage wordt vooraf met de stagecoordinator besproken en getoetst op wetenschappelijke kwaliteit.
naam code coördinator studiepunten periode doel
46
Gezondheid en leven (BSc)
werkwijze Het grootste deel van de tijd brengt de student door op de stageplek.De stageplek is een wetenschappelijke afdeling van een universiteit of onderzoeksinstituut of betreft een organisatie die gezondheidswetenschappelijk onderzoek uitvoert. literatuur Informatie te verkrijgen bij de docent en documenten op de Blackboard site toetsing Het eindcijfer bestaat uit het cijfer voor de stage en bijbehorend verslag/scriptie, te bepalen door de begeleiders. doelgroep Verplicht voor derdejaars BSc Gezondheid en Leven. opmerkingen Meer informatie over de gang van zaken tijdens de bachelorstage is te vinden in de stage- en scriptieregelingen van de faculteit (te vinden op http://www.falw.vu.nl > studenten > reglementen en kwaliteit). naam Bedreiging en bescherming I code 487031 coördinator dr. M.P. Bergman (afdeling Moleculaire Microbiologie, kamer O-520, tel. 020-5982888, email:
[email protected]) docent dr. M.P. Bergman studiepunten 6 periode 05.01.2009-30.01.2009 (deel I) en eerste semester 2009/2010, tweede jaar (deel II) doel Studenten kennis en inzicht bij te brengen van diverse biologische processen verantwoordelijk voor het in stand houden van het 'milieu interieur' en van enkele hierbij relevante deeldisciplines van de gezondheidswetenschappen. Niveau 1: basiscursus inhoud Uitgaande van een tweetal bedreigingen worden diverse biologische processen behandeld. Bedreiging I is een bacteriële infectie ziekte (een externe bedreiging) en bedreiging II is darmkanker (multifactoriële en soms ook erfelijke bedreiging). Bedreiging I: Infectie, mens-microbe interactie en immuun respons, antibiotica. De student kan de cel structuur van een microorganisme, microbiele groei, enkele mensmicrobe interacties en de basis concepten van innate en adaptieve immuniteit (antigeen herkenning, ontwikkeling receptoren, de complete respons bijvoorbeeld bij infectie) beschrijven. Tevens kan de student de werking van enkele antibiotica uitleggen. Bedreiging II: Cel cyclus, apoptose, regulatie en cellulaire communicatie, boodschapper moleculen, receptoren, signaal transductie, immunologische tolerantie tegen 'zelf', tumor-immunologie. De student kan uitleggen hoe de celcyclus verloopt en hoe die gecontroleerd wordt, uitleggen wat apoptose is en hoe dat wordt gereguleerd en voorbeelden geven van cellulaire communicatie en deze uitleggen. Tevens kan de student effecten van ioniserende straling en toxische stoffen op cellen en weefsels uitleggen en beschrijven welke processen een rol spelen bij de immunologische afweer tegen tumoren. Bij elk van deze bedreigingen zal een gezondheidswetenschappelijk aspect worden behandeld: • Preventie: de student kan aan de hand van praktijkvoorbeelden doel en motief van preventie aangeven en de begrippen primaire, secundaire en tertiaire preventie onderscheiden. Tevens kan de student de stappen beschrijven voor een screenings programma en aan de hand van
Examenonderdelen
47
werkwijze literatuur
toetsing doelgroep opmerkingen
praktijkvoorbeelden doel en motief van preventie aangeven. • Epidemiologie: de student kan de begrippen expositie, risicofactoren, mortaliteit, morbiditeit, incidentie, prevalentie en relatief risico onderscheiden. Tevens kan de student registratie van infectieziekten en kankergevallen opzoeken. Vaardigheden: • het maken van een conceptmap; • presentatie; • het schrijven van een practicum verslag; • samenwerken; • literatuurstudie; • aseptisch werken; • in histologische preparaten van de darm verschillende typen cellen herkennen en benoemen en gezonde cellen onderscheiden. practica, hoorcolleges en werkgroepen Alberts et al.: Essential Cell Biology, 2nd ed., Taylor & Francis Group Brock, Biology of Microorganisms, MT Madigan et al, 11th edition, Pearson; Parham, The Immune System, 2nd edition, Garland Science Syllabus deel I zal getoetst worden door een practicum verslag en een tentamen. deel II zal getoetst worden door een projectverslag, een presentatie en een toets. Verplicht voor eerstejaars BSc Gezondheid en Leven. Deze cursus is een voorbereiding op een verplichte cursus in het tweede studiejaar, te weten Bedreiging en Bescherming II.
Biochemie 470071 prof. H. Lill prof. H. Lill; prof.dr. A. Horrevoets; M.J.C. Scholts; dr. B.M. Bakker; dr. I.M. van Die studiepunten 6 periode 27.10.2008-21.11.2008 doel Begrip van hoe de macromoleculen in de levende cel in netwerken functioneren en hoe ze daarin samenwerken om de belangrijke levensprocessen uit te voeren. Bijzondere aandacht ligt op de cellulaire energiehuishouding, en op de samenhang en regulatie van metabole routes in de mens. Het practicum omvat voornamelijk proeven uit dit gebied. Eindtermen De student kan: • de ordenende en chaotische krachten die het leven bepalen benoemen; • de centrale rol van ATP in cellulaire systemen beschrijven; • aan de hand van voorbeelden in grote lijnen beschrijven welke mechanismen voor de productie van ATP gebruikt worden; • verschillen tussen chemische en chemiosmotische productie van ATP opnoemen en beschrijven; • mechanismen en drijvende krachten van elektronen transport ketens beschrijven; • de efficiëntie van Gibbs-energietransductie en Gibbs-energiedissipatie in naam code coördinator docenten
48
Gezondheid en leven (BSc)
oxidatieve fosforylering, ademhalingsketens, actieve transportprocessen en fotosynthese berekenen; • de paradox tussen de 2de hoofdwet en de ordening van levende organismen oplossen; • beschrijven hoe d.m.v koppeling bergafwaartse processen bergopwaartse processen drijven. • het onderlinge verband uitleggen tussen verschillende metabole routes in de mens, en hoe dat op cellulair nivo georganiseerd is • beschrijven wat de rol van de lever is in de glucose- en vethuishouding, en hoe de pancreas hormonen daarbij een essentiele rol spelen De student kent: • in grote lijnen de reacties en regulatie van glycolyse en fermentaties; • de glycogeen opbouwende en afbrekende reacties en hun regulatie; • in grote lijnen de reacties en regulatie van de citroenzuurcyclus • structuren en compartimenten in cellen, waar verschillende metabole reacties plaats vinden; • de principes van controle en regulatie; • opbouw en onderdelen van elektronen transportketens; • experimenten om deze reacties te onderzoeken. • de voornaamste metabole routes in de mens en hun onderlinge samenhang Niveau 2: verdieping inhoud De colleges behandelen het samenwerken van reacties en enzymen in biochemische paden en reactieketens. Reacties en principes betrokken bij de cellulaire productie van ATP staan centraal. Thermodynamische grondslagen voor deze reacties worden besproken en vervolgens gebruikt om de resultaten van practicumproeven te bewerken.Tevens zal worden behandeld hoe biologische functies van eiwitten worden gereguleerd via posttranslationele modificaties. werkwijze Hoorcolleges (32 uur); werkcolleges (4 dagdelen); practicum (12 dagdelen). Deelname aan practica inclusief voor- en nabespreking en werkcolleges is verplicht. Deelname aan hoorcolleges wordt sterk aanbevolen (i.v.m. tentamen). literatuur Voet, Voet & Pratt, " Fundamentals of Biochemistry", Wiley, ISBN 0-47158650-1, ca. 50 Euro, Handleiding practica, Syllabus, en labjournaal totaal ca. 15 Euro. toetsing Schriftelijk tentamen, met vragen over collegestof en werkcolleges (75%, moet voldoende zijn). Verslag over het practicum (25%). doelgroep Verplicht voor tweedejaars studenten Biomedische Wetenschappen. Keuzecursus voor de tweedejaars BSc Gezondheid en Leven. voorkennis De inhoud van de eerstejaarscursus "Biologische chemie" wordt als bekend verondersteld. opmerkingen Bij het experimentele gedeelte is het dragen van een laboratoriumjas verplicht. naam code coördinator docent
Biotechnologie en maatschappelijke dynamiek 487020 prof.dr. J.T. de Cock Buning prof.dr. J.T. de Cock Buning
Examenonderdelen
49
studiepunten 6 periode 28.04.2009-29.05.2009 doel • Verdere verdieping in de technische aspecten van recente biotechnologische technieken (cisgenese, gentherapie, cloneren, genomics) • Historisch en sociologisch inzicht verwerven in de structuur van de maatschappelijke reacties op genetische modificatie. • Inzicht verwerven in het juridische antwoord van de maatschappij/politiek op biotechnologische onzekerheden. • Analyseren van wetenschappelijke en maatschappelijke aspecten van de media topics (Stier Herman, Schaap Dolly, Pompe Konijnen, Koreaanse stamcel fraude etc.) • In de praktijk oefenen in argumentatie en debat met behulp van vier cases. • Kunnen toepassen van enkele praktische en analytische vaardigheden, zoals het uitvoeren van literatuurstudie, kritisch analyseren van diverse wetenschappelijke publicaties, theorieën, hypotheses en argumenten, en de bevindingen zowel schriftelijk en mondeling kunnen verantwoorden en presenteren. • Oriëntatie op interdisciplinair (gamma-bèta) onderzoek. Niveau 3: specialisatie inhoud Deze cursus bouwt voort op moleculaire basiskennis en gaat met enkele gastcolleges dieper in op specifieke technieken in het biomedische onderzoek m.b.t. virussen, bacteriën, planten en dierexperimenteel onderzoek. Daarnaast worden de ontwikkelingen van moleculair biologische technieken in historisch maatschappelijk perspectief geplaatst: vanaf de eerste recombinant discussies tot de huidige genomics discussies. De onrust van de maatschappij over het sleutelen aan de erfelijke machinerie van organismen, resulteerde in een grote hoeveelheid aan veiligheidsafspraken en wetgeving die wereldwijd nu gelden vanaf de gemeentelijke ontheffingen van een laboratorium tot mondiale VN verdragen zoals het Cartagena Protocol en Biodiversiteitsverdrag. Er zal worden ingegaan op theorieën en sleutelconcepten achter 'risk perception/assessement' en het 'voorzorgbeginsel'. In teams van vier tot zes studenten wordt er elke week gewerkt aan een casus, die de teams op grond van de theorie van de colleges en eigen literatuuronderzoek verder wetenschappelijk en sociologisch analyseren. Onderwerpen voor cases zijn recente biotechnologische innovaties zoals Golden rice, xenotransplantatie, genetische enhancement, screening kits. Hier bij spelen op de achtergrond ook de discussies over stamceltherapie, gentherapie, micro-arrays, patenttering van moleculaire informatie etc. Op deze manier leer je de vaardigheden om theorie en methodiek van exacte wetenschappen met die van sociale wetenschappen te integreren (gammabeta onderzoek). Iedere vrijdag presenteren de teams hun analyses aan elkaar (powerpoint), en zal de discussie tussen de analyses een verdieping van de stof opleveren. De participatie en leermomenten uit deze discussies worden bijgehouden in een persoonlijk portfolio die deel uitmaakt van de individuele beoordeling. 50
Gezondheid en leven (BSc)
werkwijze De ochtenden bestaan uit kennis overdragende colleges die verzorgd worden door verschillende gastsprekers (onderzoekers, sociologen, actievoerders). In de middagen wordt er gewerkt aan een groepsopdracht waarbij een case gezamenlijk wordt geanalyseerd op basis van de theorie uit de colleges. Elke vrijdag wordt die case (4 verschillende gedurende de cursus) gepresenteerd en bediscussieerd. literatuur Blackboard en/of Syllabus. Syllabus wordt verkocht tijdens het eerste college. Prijs ca. 15 euro. toetsing Toetsing bestaat uit: beoordeling individuele bijdrage aan de case studies (50%) en de beoordeling van de vier case studies als groepsopdracht (50%). Beide onderdelen moeten met een voldoende worden afgesloten. doelgroep Keuzecursus voor derdejaars BSc Gezondheid en Leven en Bio-medische Wetenschappen. naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
Bouwstenen van het leven 487001 6 prof. H. Lill dr.ir. Y.J.M. Bollen; prof. H. Lill 01.09.2008-24.10.2008 Kennis maken met de bouwstenen van biochemisch relevante macromoleculen. Inzicht in structurele opbouw en functie van nucleïnezuren, eiwitten en membranen. Kennis maken en toepassen van methoden gebruikelijk in het biochemisch onderzoek. De student kan: • bouwstenen van macromoleculen herkennen en de krachten die hun vorm en structuur bepalen opnoemen; • de opbouw van nucleïnezuren en hun rol in replicatie, transcriptie en translatie omschrijven; • de structurele aspecten van eiwitten opnoemen; • structurele eiwitten opnoemen en hun rol in cellen omschrijven; • aan de hand van voorbeelden in grote lijnen beschrijven met welke mechanismen enzymen werken; • begrippen gebruikelijk in enzym-kinetiek, thermodynamica, en regulatie opnoemen, omschrijven en praktisch toepassen; • de opbouw en rol van biologische membranen beschrijven; • mechanismen en drijvende krachten van transport over membranen beschrijven; • met courante computer applicaties (MS Excel, Chart) gegevens opnemen en verwerken; • verscheidene biochemische en biofysische technieken praktisch toepassen (gelfiltratie, centrifugatie, gelelektroforese, spectrofotometrie); • maatregelen m.b.t. biologische veiligheid opnoemen en toepassen. De student kent: • de opbouw en definiërende eigenschappen van koolhydraten, aminozuren, nucleïnezuren en lipiden; • de algemene structuur en structurele elementen van nucleïnezuren en eiwitten en de interacties die deze structuren bepalen; • de eerste en de tweede hoofdwet van de thermodynamica; • de betekenis van de toestandsfuncties energie, enthalpie, entropie,
Examenonderdelen
51
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
doelgroep opmerkingen naam code coördinator docenten studiepunten periode doel inhoud
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen 52
Gibbsenergie en elektrochemisch potentiaal verschil. Niveau 1: basiscursus De colleges behandelen structuur en functie van biologisch relevante moleculen. Daarbij ligt bijzondere aandacht op de rol van nucleïnezuren in de informatieverwerking in cellen en op de structuur en functie van enzymen. Tenslotte worden biologische membranen behandeld. Bij het practicum worden enkele biochemische en biofysische technieken behandeld en toegepast. In werkcolleges wordt de theorie verduidelijkt en op biologische en biochemische vraagstukken toegepast. Hoorcolleges (28 uur), practicum (10 dagdelen) en opdrachtgestuurde werkgroepen (15 uur). Alberts et al.: Essential Cell Biology, 2nd ed., Taylor & Francis Group; Syllabus Schriftelijk tentamen over hoorcolleges met open eind vragen op parate kennis en inzicht, presentatie over een opdracht, practicumverslag. Tentamen (moet voldoende zijn), 50 %: werkgroep presentatie 25 %; verslag practicum 25%, aanwezigheid bij alle practicumproeven verplicht. Verplicht voor eerstejaars BSc Gezondheid en Leven. Bij het experimentele gedeelte is het dragen van een laboratoriumjas verplicht. Drugs en verslaving 470081 dr. A.N.M. Schoffelmeer dr. A.N.M. Schoffelmeer; prof.dr. T.J. de Vries; dr. T. Pattij; Gastdocenten 6 28.04.2009-29.05.2009 Het verkrijgen van inzicht in de pathogenese van drugs- en alcoholverslaving en van de verslavingszorg in Nederland. Niveau 1: basiscursus De student zal kennis nemen van de meest moderne inzichten met betrekking tot de epidemiologie, psychologie, neurobiologie en farmacologie van verslaving aan middelen (nicotine, cocaïne, heroïne, amfetamine, alcohol, cannabis) en in contact treden met een aantal instellingen op het terrein van de verslavingszorg. De verkregen informatie zal worden verwerkt in een door de student te schrijven beleidsnotitie. • Hoorcolleges; • Demonstraties; • Literatuurstudie; • Excursies naar verschillende instellingen in de regio; • Mondelinge presentatie; • Werkstuk. Recente overzichtsartikelen over de bij de hoorcolleges behandelde stof. Door zorginstellingen verschafte schriftelijke informatie. Het cijfer wordt bepaald door beoordeling van de tijdens de cursus te schrijven beleidsnotitie. Keuzecursus voor derdejaars BSc Algemene Gezondheidswetenschappen en BSc Gezondheid en Leven. Voor het cursusboek dient de eerste dag een bedrag van 20 euro te worden Gezondheid en leven (BSc)
betaald. Teneinde tijdig afspraken te kunnen maken met de participerende instellingen op het terrein van de verslavingszorg, dient inschrijving uiterlijk 1 maand voor aanvang van de cursus te geschieden bij de cursusleider (
[email protected]). Te laat inschrijven betekent uitsluiting van deelname! Er kunnen maximaal 30 studenten meedoen aan deze cursus. Voorrang wordt verleent aan BSc Studenten Gezondheidswetenschappen. naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
Farmacologie en medicijnontwikkeling 487022 prof.dr. T.J. de Vries prof.dr. A.B. Smit; dr. S. Spijker; dr. T. Pattij; dr. A.N.M. Schoffelmeer; prof.dr. Th.P.G.M. de Vries; dr. I. de Esch; Gastdocenten 6 30.03.2009-27.04.2009 Inzicht verkrijgen in: • de basale begrippen in de farmacologie, met in het bijzonder de psychofarmacologie; • de werkingsmechanismen van psychofarmaca; • het onderzoek naar en de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. De student: • krijgt basaal inzicht in de aangrijpingspunten van farmaca/geneesmiddelen in ons lichaam (farmacodynamiek); • krijgt basaal inzicht in de processen waaraan een werkzame stof in het lichaam wordt onderworpen (farmacokinetiek); • begrijpt en bestudeert hoe psychofarmaca ons gedrag kunnen beïnvloeden; • krijgt inzicht in de verschillende fasen van de ontwikkeling van nieuwe medicijnen: targetfinding, computermodelling, diermodellen, clinical trials, registratie. Niveau 3: specialisatie Theoretisch gedeelte bestaat uit hoorcolleges, waarbij het boek 'Psychopharmacology, Drugs, The Brain and Behavior - Jerrold S. Meyer & Linda F. Quenzer', als basis dient. Daarnaast worden gastcolleges verzocht door experts op het terrein van de farmacologie, targetfinding, clinical trials en farmacotherapie. In een tweetal practica met geïsoleerde organen leren de studenten omgaan met een aantal essentiële farmacologische principes. Verder wordt de carrière van een markant psychofarmacon (bv. Prozac, Mediwiet, Haloperidol, Valium) nader bestudeerd en beschreven in een werkstuk met aandacht voor de werking, het gebruik, de bijwerkingen en de onderliggende pathologie. Er is een excursie naar een farmaceutisch bedrijf. Tenslotte zullen studenten aan de hand van een computerpracticum het effect van cafeïne op de eigen cognitieve vaardigheden bestuderen. hoorcolleges, practica, zelfstudieopdrachten en een excursie. Boek: Psychopharmacology, Drugs, The Brain and Behavior - Jerrold S. Meyer & Linda F. Quenzer, Sinauer Associates, 2005 edition; ISBN 087893-534-7. Artikelen van gastdocenten Schriftelijk tentamen over hoorcolleges met multiple choice en open eind vragen op parate kennis en inzicht, werkstuk (50% van eindcijfer).
Examenonderdelen
53
doelgroep Keuzecursus derdejaars BSc Gezondheid en Leven en Bio-medische Wetenschappen. Filosofie van de levenswetenschappen 487033 onbekend onbekend 4 02.02.2009-03.04.2009 In de cursus 'Filosofie van de levenswetenschappen' probeert de student grip te krijgen op wat de levenswetenschappen eigenlijk 'zijn', en wat de relatie is met andere wetenschappen. Denkbeelden over wetenschap en wetenschappelijkheid zijn vaak statisch en absoluut, gericht op de producten van wetenschap. Tijdens deze cursus komt een meer dynamisch beeld van wetenschap naar voren, gericht op het wetenschappelijke proces. De student maakt kennis met een aantal kernthemata uit de filosofie van de biologie (unit of selection, biologisch determinisme/reductionisme, formalismefuncionalisme, classificatie en essentialisme, etc.) en met verschillende wetenschapsfilosofische en wetenschapssociologische denkers en leert eigen overtuigingen te verwoorden en te vergelijken met concepten uit de behandelde literatuur. Tijdens de cursus leert de student kritisch te beschouwen hoe levenswetenschappelijk onderzoek gedaan wordt, waar wetenschappelijke vragen vandaan komen, hoe onderzoek gestuurd en gefinancierd wordt en wat de maatschappelijke consequenties zijn van wetenschappelijk onderzoek. Het verkrijgen van inzicht in het wetenschappelijke proces helpt de student na te denken over zijn studie en zijn toekomstige positie als levenswetenschapper of betrokkene bij levenswetenschappelijk onderzoek. Niveau 1: basiscursus inhoud 1. Filosofie van de biologie 2. Wetenschapsfilosofie en -sociologie 3. Wetenschap, politiek en maatschappij De student kan: • kernconcepten uit de filosofie van de biologie duiden; • uitleggen wat een benadering wetenschappelijk maakt; • een hypothese formuleren en daaruit toetsimplicaties afleiden; • de rol van wetenschappelijke normen in het wetenschappelijke proces uitleggen; • uitleggen wat men verstaat onder `theoriegeladen waarneming; • de wetenschapsvisies van Foucault, Kuhn, Popper en van de 'Wiener Kreis' verwoorden; • uitleggen hoe nieuwe kennis zich ontwikkelt tot tekstboekkennis; • beschrijven hoe wetenschappers invloed hebben op beleid en besluitvorming; • uitleggen waarin fundamenteel en toegepast onderzoek van elkaar verschillen; • beargumenteren in welke situaties maatschappelijke sturing van onderzoek wenselijk/onwenselijk en mogelijk is; • een semi-gestructureerd interview voorbereiden en afnemen.
naam code coördinator docent studiepunten periode doel
54
Gezondheid en leven (BSc)
werkwijze De cursus is opdrachtgestuurd en gevat in een zestal activiteiten: • hoorcolleges • zelfstudie - individuele opdrachten; • groepsactiviteiten - samenwerking in kleine groepen (2/3 studenten); • begeleide bijeenkomsten - bijeenkomst met een werkgroep van ongeveer 12 studenten onder begeleiding van een groepsdocent; • documentaire-avonden (inclusief groepsdiscussies); • interview met een wetenschapper literatuur Syllabus toetsing Essays en tentamen. Elk onderdeel dient voldoende te zijn. doelgroep Verplicht voor eerstejaars BSc Gezondheid en Leven. naam code coördinator docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
Gedrag en gezondheid 487034 dr. E.W.M.L. de Vet dr. E.W.M.L. de Vet (en verschillende docenten van de afdeling Preventie van het Instituut voor Gezondheidswetenschappen) 9 06.04.2009-26.06.2009 De student verkrijgt kennis en inzicht in gezondheid en factoren die daarmee samenhangen. De student leert welke gedragingen van invloed zijn op gezondheid en kan deze gedragingen analyseren. Niveau 1: basiscursus Tijdens de cursus wordt het PRECEDE-PROCEED model stapsgewijs doorlopen. Met behulp van dit model kun je op planmatige wijze interventies ter bevordering van de gezondheid ontwikkelen en evalueren. In het begin van de cursus worden de begrippen kwaliteit van leven en gezondheid nader uitgewerkt. Vervolgens worden de factoren die gezondheid bepalen geanalyseerd. Vervolgens wordt dieper ingegaan in op één van de factoren die samenhangt met gezondheid, namelijk gedrag. We gebruiken basis psychologie om belangrijke principes van gedrag te bestuderen. Hierbij staan onder andere de volgende vragen centraal: hoe leren we gedrag aan en af, welke rol speelt emotie in gedrag en hoe beïnvloeden mensen elkaar? Na deze basispsychologie gaan we verder in op de rol van gedrag in gezondheid. Onderwerpen als stress en gezondheid, beschermend en bevorderend gezondheidsgedrag (bv. gezonde voeding en lichamelijke activiteit) en risicovol gezondheidsgedrag (bv. overmatig alcoholgebruik en roken) komen hierbij aan de orde. Je leert welke verschillen er zijn in gezond en ongezond gedrag in verschillende groepen van de samenleving. Tot slot wordt bestudeerd waarom mensen wel of geen gezond gedrag vertonen. Parallel aan de inhoudelijke verdieping in deze onderwerpen, wordt tijdens practica geoefend in vaardigheden die nodig zijn om de verschillende fases van het PRECEDE-PROCEED model zelf uit te voeren. Vervolgens gaan studenten in groepen de eerste stappen van het Precede/Procede model voor een gezondheidsprobleem (bijvoorbeeld diabetes mellitus, COPD, borstkanker) uitwerken. hoorcolleges, werkgroepen, practicum. Reader en artikelen die op Blackboard worden geplaatst. Het eindcijfer bestaat uit: • het cijfer voor het tentamen;
Examenonderdelen
55
het cijfer voor het verslag en peer-review PRECEDE-PROCEED practicum. doelgroep Verplicht voor eerstejaars BSc Gezondheid en Leven. •
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
Geriatrie en veroudering 470146 drs. L.A. Schaap drs. O.J. de Vries; Gastdocenten; prof.dr. D.J.H. Deeg; prof.dr. M. Visser 6 01.09.2008-26.09.2008 De cursus beoogt de studenten kennis en inzicht te bieden in het verouderingsproces en de verouderingsproblematiek. Het betreft hier zowel het proces van de normale veroudering als het verouderingsproces dat gepaard gaat met ziekten. Een belangrijk doel bij veroudering is het behoud van een zelfstandig bestaan, waarbij preventie en zorg een belangrijke rol spelen. Eindtermen De studenten kunnen: • de belangrijkste veranderingen in bevolkingssamenstelling over de tijd en de levensverwachting beschrijven en de verwachte toekomstveranderingen aangeven; • gangbare verouderingstheorieën beschrijven; • de zes `Geriatric Giants¿ beschrijven en de kenmerken van geriatrische problematiek benoemen; • het proces van lichamelijke achteruitgang bij veroudering beschrijven; • de prevalentie en trends van de belangrijkste chronische ziekten bij ouderen aangeven, de rol van comorbiditeit en de effecten op lichamelijke achteruitgang beschrijven; • de psychische veroudering beschrijven, zoals dementie, cognitieve stoornis, depressie en angst, aangeven wat de eventuele behandelbaarheid en consequenties ervan zijn voor het zelfstandig functioneren en de levensverwachting; • de inrichting en het functioneren van algemene en geestelijke gezondheidszorg en welzijns-, respectievelijk woonvoorzieningen voor ouderen beschrijven; • de invloed van leefstijl op gezond verouderen beschrijven en de mogelijkheden voor preventie benoemen; • de belangrijkste determinanten van een gekozen verouderingsziekte of ¿aandoening identificeren en de mogelijkheden voor preventie onderzoeken. Niveau 1: basiscursus
inhoud In deze cursus komen aan de orde: • Demografie en levensverwachting; • Chronische ziekten, comorbiditeit en de belangrijkste geriatrische problemen, waaronder mobiliteitsstoornissen, vallen, incontinentie, dementie, delirium en polyfarmacie; • Lichamelijke, geestelijke en psychische veroudering en consequenties voor het zelfstandig functioneren en levensverwachting; 56
Gezondheid en leven (BSc)
Inrichting van de zorg, waaronder indicatiestelling, thuiszorg, mantelzorg, ketenzorg, institutionalisering, en zorg in de laatste levensfase; • Leefstijl, waaronder voeding en bewegen, en mogelijkheden voor preventie. • Plenaire colleges: verzorgd door een van de docenten of gastdocent; • Groepsopdracht, met mondelinge presentatie en werkstuk; • Werkcolleges, discussie naar aanleiding van documentaire, film en/of artikel. Syllabus, bestaande uit verschillende artikelen. Het eindcijfer wordt bepaald op basis van het groepswerkstuk en mondelinge presentatie (25%) en tentamen (75%). Beide onderdelen dienen voldoende te zijn. Verplicht voor tweedejaars BSc Algemene gezondheidswetenschappen. Keuzecursus voor tweedejaars en derdejaars BSc Gezondheid en Leven. •
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep
Gezondheid in grootstedelijke gebieden 487021 prof.dr. M. van Eck van der Sluijs-van de Bor prof.dr. M.A.P.A. Aerts 6 01.06.2009-26.06.2009 De student verwerft inzicht in: • de invloed van bevolkingsdichtheid- en samenstelling op de gezondheid van inwoners van grootstedelijke gebieden; • de invloed van het milieu op de gezondheid van inwoners van grootstedelijke gebieden spelen; • de invloed van sociaal-economische factoren op de gezondheid van inwoners van grootstedelijke gebieden; • de (haalbaarheid van) programma¿s ter bevordering van de gezondheid van inwoners van grootstedelijke gebieden; • de verschillende filosofische veronderstellingen achter de complexe verhouding tussen politiek en wetenschap en kan aan de hand hiervan actuele bestuurlijke vraagstukken op het terrein van gezondheid in grootstedelijke gebieden analyseren. Niveau 3: specialisatie inhoud De gezondheidstoestand van de bevolking in grootstedelijke gebieden verschilt van die in meer rurale gebieden. In deze cursus wordt aandacht geschonken aan de bijdrage die o.a. bevolkingsdichtheid- en samenstelling, het milieu, en sociaal-economische situatie hebben op gezondheid. Tevens wordt aandacht geschonken aan preventieve maatregelen, die genomen kunnen worden ter bevordering van de humane gezondheid in grootstedelijke gebieden en aan politieke keuzes die hiervoor gemaakt kunnen worden. Eindtermen: Aan het eind van de cursus kan de student: • de interactie tussen leefomgeving en humane gezondheid in grootstedelijke gebieden beschrijven; • tot een persoonlijk oordeel komen over preventieve maatregelen die genomen kunnen worden ter bevordering van de humane gezondheid in
naam code coördinator docent studiepunten periode doel
Examenonderdelen
57
werkwijze literatuur toetsing
doelgroep naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
grootstedelijke gebieden. hoorcolleges, practica, probleemgestuurd onderwijs. Wordt ter zijner tijd bekend gemaakt. De toetsing bestaat uit een tentamen (60% van het eindcijfer), practicumopdracht (10% van het eindcijfer) en PGO-opdrachten (30% van het eindcijfer). Alle onderdelen moeten minimaal met een voldoende zijn beoordeeld om te kunnen slagen voor de cursus. Keuzecursus voor derdejaars BSc Gezondheid en Leven. Gezondheidscommunicatie 470087 dr. J.E.W. Broerse dr M. Adriaanse; Gastdocenten; dr. E.W.M.L. de Vet; dr. J.E.W. Broerse 6 01.06.2009-26.06.2009 • Inzicht krijgen in de centrale begrippen rond het communiceren van gezondheidsboodschappen naar de hele samenleving of specifieke doelgroepen • In staat zijn een planningsmodel toe te passen op een concreet voorbeeld en de valkuilen te onderkennen in de planning van gezondheidscommunicatie. • In staat zijn het belang van de analyse van gezondheidsproblemen voor de planning van gezondheidscommunicatie te onderkennen, op te kunnen stellen en de uitkomsten te interpreteren. • In staat zijn de gereedschappen van de voorlichter en de daarbij passende literatuur te beschrijven en toe te passen op een concreet voorbeeld. • In staat zijn de uitkomsten van een gedrags- en omgevingsfactorenanalyse van een gezondheidsprobleem te interpreteren en te verwerken in een plan van aanpak middels gezondheidscommunicatie. Niveau 2:Verdieping
inhoud In deze cursus worden de definities, concepten en theorieën rondom gezondheidscommunicatie en gedrag uiteengezet, alsook een aantal specifieke vormen van (gezondheids)communicatie (persuasief, informatief en educatief), doelgroepen en kanalen (media; zoals TV, posters, etc.). Naast het bieden van een theoretisch kader is deze cursus gericht op de praktische toepasbaarheid. In het kader van een specifiek gezondheidsprobleem maak je met twee/drie medestudenten een probleemanalyse, definieer je de doelgroep, maak je een gedrags- en omgevingsfactorenanalyse en bedenk je (op basis van de voorgaande analyses) een communicatiestrategie. werkwijze Hoorcolleges, werkcolleges, (groeps)opdrachten en zelfstudie literatuur Syllabus en aanvullende literatuur bij de colleges toetsing • Beoordeling van de opdracht (drie deelopdrachten plus een presentatie): 40 procent van het eindcijfer. • Schriftelijk tentamen (multiple choice en open vragen): 60 procent van het eindcijfer. Voor zowel de opdracht, als het tentamen dient een voldoende behaald te worden! 58
Gezondheid en leven (BSc)
doelgroep Keuze voor derdejaars studenten BSc Algemene Gezondheidswetenschappen, derdejaars studenten BSc Gezondheid en Leven, en masterstudenten in 1 van de bètaopleidingen in de C-specialisatie (wetenschapscommunicatie). De cursus wordt ten zeerste aanbevolen voor bachelorstudenten die de masterspecialisatie Preventie en gezondheid willen gaan volgen. opmerkingen Aanwezigheidsplicht: iedere student moet bij de opdracht minimaal eenmaal presenteren en mag maximaal eenmaal afwezig zijn bij de werkcolleges. Maximaal 90 deelnemers. naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep
Gezondheidseconomie 470091 dr. F.R.M. Portrait dr. B. van den Berg; dr. F.R.M. Portrait; Gastdocenten 6 01.06.2009-26.06.2009 Aan het einde van deze cursus zullen de studenten de belangrijke economische begrippen die nodig zijn voor het begrijpen van de werking van de gezondheidszorgmarkt en de relevante gezondheidseconomische literatuur kunnen beschrijven en uitleggen. De nadruk van deze cursus ligt op de vraagen verzekeringskant van de markt en op economische instrumenten die cruciaal zijn voor het maken van efficiënt gezondheidszorgbeleid. Nederland kent sinds januari 2006 een nieuw zorgstelsel. Een belangrijke motivatie van de invoering van het nieuwe zorgstelsel was de beheersing van de toename van de zorgkosten. Om dit doel te bereiken hebben zorggebruikers en de zorgverzekeraars een aansturende rol gekregen. Tijdens deze cursus zullen we de rol van de consumenten en van de zorgverzekeraars op de gezondheidszorgmarkt analyseren aan de hand van de economische theorie. Het standaard model voor vraag naar gezondheid en gezondheidszorg wordt behandeld en verzekeringstheorie komt ook aan bod. Vervolgens wordt de geleerde theorie toegepast op de Nederlandse gezondheidszorgmarkt. De beheersing van de zorgkosten is een belangrijk agendapunt van beleidsmakers. Het zorgbudget moet zo efficiënt mogelijk besteed worden. Gezondheidseconomie is een vakgebied waarin systematisch het maken van keuzen bij een beperkt budget wordt geanalyseerd. Instrumenten om alternatieve beleidskeuzen te evalueren zijn bijvoorbeeld kostenbatenanalyses of kosten-effectiviteitsanalyses. In deze cursus staan deze instrumenten ook centraal. Het vak beslaat een periode van 4 weken. Gemiddeld zullen de studenten 6 uur hoorcolleges per week en 6 uur werkcolleges per week krijgen. Tevens zullen er gastcolleges gegeven worden. Ter voorbereiding van de werkcolleges moeten studenten opdrachten voorbereiden en literatuur bestuderen. "Algemene economie van de gezondheidszorg", R. Lapré, F. Rutten en E. Schut (eerste of tweede druk) De cursus wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen. Studenten die het eerstejaarse vak "Inleiding in de gezondheidseconomie" of een vergelijkbaar vak gevolgd hebben. Keuzecursus voor tweede- en derdejaars BSc Gezondheid en Leven.
Examenonderdelen
59
voorkennis De studenten moeten het eerstejaarse vak "Inleiding in de gezondheidseconomie" gevolgd hebben. Humane anatomie en fysiologie 470104 dr. W.J.A.J. Smeets dr. W.J.A.J. Smeets; dr. A.A. van Lambalgen 6 05.01.2009-30.01.2009 Het hoofddoel van deze cursus is de student inzicht te verschaffen in de bouw en functie van het spijsverteringssysteem, het urogenitale systeem en het bewegingsapparaat. Deze systemen spelen een belangrijke rol bij het instandhouden van het milieu interieur en bij de motoriek. De student wordt bovendien vertrouwd gemaakt met de anatomische en fysiologische terminologie zoals die in de dagelijkse omgang in de kliniek gebezigd wordt. Bij het onderwijs wordt ook aandacht besteed aan de embryologie van de verschillende systemen teneinde de student inzicht te verschaffen in het tot standkomen van congenitale afwijkingen. De fysiologie practica hebben ten doel de studenten inzicht te geven welke non-invasieve technieken te gebruiken zijn bij het onderzoek naar (patho)fysiologische processen bij de mens. Tenslotte heeft de cursus tot doel de studenten te leren om met elkaar aan de hand van casuïstiek uit te zoeken welke basale fysiologische processen ten grondslag liggen aan het functioneren of disfunctioneren van het menselijk lichaam. Eindtermen Aan het eind van de cursus kan de student: • De verschillende onderdelen van de behandelde orgaansystemen benoemen zowel in het Latijn (internationaal erkende nomenclatuur) als ook in het Engels (meest gebruikte nomenclatuur in internationale wetenschappelijke tijdschriften); • Aangeven hoe de verschillende orgaansystemen zijn opgebouwd en wat de functionele betekenis is van de verschillende onderdelen binnen ieder orgaansysteem; • Aangeven welke veranderingen de verschillende orgaansystemen in het menselijk lichaam ondergaan gedurende de embryonale ontwikkeling (organogenese) en heeft tevens enige kennis van het phylogenetische perspectief (bouwplan van vertebraten); • Eenvoudige metingen verrichten m.b.t. het functioneren van deze systemen (dieet-en voedingsanalyses; diffusie- en filtratieprocessen; EMG, kracht-lengte/snelheid relaties; reflextijd, reactietijd) en beschrijven welke fysiologische principes daaraan ten grondslag liggen • De regulatie van deze systemen beschrijven en de factoren (o.a. hormonen) benoemen die hierop van invloed zijn • Het belang aangeven van een grondige kennis van de humane anatomie voor een goed begrip van zowel het functioneren als dysfunctioneren in het dagelijkse leven. Niveau 1: basiscursus inhoud De cursus is opgebouwd rondom 2 modules:
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
60
Gezondheid en leven (BSc)
spijsvertering, nier en uitscheiding: hierin komt ter sprake hoe deze orgaansystemen eruit zien en onstaan zijn, hoe het voedsel afgebroken wordt tot bouwstenen voor het lichaam, welke hormonen hierbij betrokken zijn, hoe het voedsel- en vloeistoftransport plaatsvindt, hoe afvalstoffen uit het lichaam verwijderd worden, hoe de volumeregulatie plaatsvindt en hoe deze orgaansystemen gereguleerd worden; • beweging: dit betreft de wijze waarop het bewegingsapparaat (skelet, gewrichten, spieren, perifere zenuwen) is opgebouwd en functioneert. Ook wordt aandacht besteed aan de gevolgen van vermoeidheid van skeletspieren en aan het perifeer zenuwletsel met betrekking tot motorische/sensorische uitval. Deze onderdelen spelen een grote rol bij het instandhouden van het milieu interieur en bij de motoriek. Aan de samenhang van bovengenoemde processen zal dan ook de nodige aandacht besteed worden. De opzet van de modules is steeds gelijk: het anatomische gedeelte bestaat uit colleges en demonstratiepractica het fysiologie gedeelte bestaat uit zelfstudie, deelname aan practica voorafgegaan door COO's, opdrachten uitvoeren in werkgroepen en resultaten weergeven op "BlackBoard"; in werkcolleges worden vragen behandeld en moeilijke problemen besproken. Martini FH. Fundamentals of Anatomy & Physiology, 6th edition(inclusief Applications Manual + CD-ROM), 2004, Pearson Education Inc. ISBN 0-13120346-0. Larsen WJ. Human Embryology, 3rd edition, 2001, Churchill Livingstone, New York. ISBN 0-443-06583-7 Aanwezigheidsplicht voor practica en werkgroepen. Schriftelijke toets aan het eind. Verplicht voor tweedejaars bachelorstudenten Biomedische wetenschappen. Keuzecursus voor tweedejaars BSc Gezondheid en Leven. Als communicatiemiddel zal gebruik gemaakt worden van BlackBoard. •
werkwijze
literatuur
toetsing doelgroep opmerkingen
Humane levenscyclus I 487029 prof.dr. M. van Eck van der Sluijs-van de Bor prof.dr. M. van Eck van der Sluijs-van de Bor; dr. M.R. Brouns; dr. A.R. Stuitje studiepunten 6 periode 01.09.2008-24.10.2008 doel In het eerste studiejaar wordt de levenscyclus van de mens behandeld in drie cursussen (I: van conceptie tot en met geboorte; II: van pasgeborene tot en met adolescent; III: van jong volwassene tot en met de 80+-er). Deze cursus vormt het eerste deel van de serie. Het doel van de cursus is het verwerven van kennis van en inzicht in de ontwikkeling van de mens vanaf de conceptie tot en met de geboorte. Daarnaast is het doel het verwerven van vaardigheden voor microscopisch onderzoek van een embryo en het leren schrijven van een essay en het voeren van een debat. Aan het einde van de cursus kan de student: • het bevruchtingsproces van de mens beschrijven; • de functie van genen en genexpressie in het kader van de ontwikkeling naam code coördinator docenten
Examenonderdelen
61
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
doelgroep naam code coördinator docenten
62
van de mens benoemen; • de ontwikkeling van het embryo uit een celmassa van identieke cellen beschrijven; • het proces van organogenese beschrijven; • de therapeutische mogelijkheden van stamcellen en pre-implantatie diagnostiek benoemen; • de factoren benoemen, die een rol spelen bij een normale groei en ontwikkeling van het embryo tot volgroeide foetus; • het geboorteproces van de mens beschrijven; • microscopisch onderzoek van een embryo verrichten; • een essay schrijven; • een debat voeren; Niveau 1: basiscursus Hoorcolleges, waarin de volgende onderwerpen worden behandeld: 1. Bevruchting 2. Mendeliaanse Genetica 3. Genexpressie 4. Stamcellen en in vitro fertilisatie 5. Embryologie 6. Foetale groei en ontwikkeling 7. Geboorte Practica: 1. Microscopie: Embryologie 2. Computer ondersteund onderwijs: Organogenese Opdracht gestuurd onderwijs, waarin de therapeutische mogelijkheden van embryonale stamcellen en pre-implantatie diagnostiek worden behandeld. De hoorcolleges vormen een ondersteuning en illustratie van de informatie die in het leerboek is beschreven. De practica dienen om visueel inzicht te krijgen in embryologische processen. Het opdracht gestuurd onderwijs nodigt de student uit een kritische analyse van geavanceerde behandelingsmogelijkheden te maken. • Sadler, T.W. Langman's Medical Embryology. Lippincott Williams & Wilkins, Tenth Edition. • Martini F.H., Nath J.L.: Fundamentals of Anatomy and Physiology. Pearson Benjamin Cummings, Eighth Edition. • Lewis R, Human Genetics, McGraw-Hill, Eighth Edition • Kerkhof, P.L.M. Woordenboek geneeskunde en biomedische wetenschappen. Elsevier, ISBN 9789035228771 Deze cursus zal worden getoetst door een schriftelijk tentamen over de hoorcolleges en practica (75%) en een schriftelijke opdracht (25%). Beide onderdelen moeten met een voldoende zijn beoordeeld om voor deze cursus te slagen. Verplicht voor eerstejaars BSc Gezondheid en Leven. Humane levenscyclus II 487030 prof.dr. M. van Eck van der Sluijs-van de Bor prof.dr. M. van Eck van der Sluijs-van de Bor; dr.ir. Y.G.H. Maas; dr. J.J. Koksma Gezondheid en leven (BSc)
studiepunten 6 periode 27.10.2008-19.12.2008 doel In het eerste studiejaar wordt de levenscyclus van de mens behandeld in drie cursussen (I: van conceptie tot en met geboorte; II: van pasgeborene tot en met adolescent; III: van jong volwassene tot en met de 80+-er). Deze cursus vormt het tweede deel van de serie. Het doel van de cursus is het verwerven van kennis van en inzicht in de ontwikkeling van de pasgeborene tot en met de adolescent. De student kan: • de lichamelijke ontwikkeling vanaf de geboorte tot aan de puberteit beschrijven; • de verandering in nutriëntenbehoefte tijdens de eerste levensjaren verklaren; • de 'milestones' van de psychomotore ontwikkeling van het kind benoemen; • de bedreigingen voor de gezondheid van het kind benoemen; • de endocriene en lichamelijke veranderingen tijdens de puberteit beschrijven; • de anatomie van de geslachtsorganen weergeven; • de gedragsveranderingen tijdens de puberteit benoemen. Niveau 1: basiscursus inhoud Hoorcolleges, waarin de volgende onderwerpen worden behandeld: 1. Lichamelijke groei en ontwikkeling van het kind 2. Voeding van het kind 3. Psychomotore ontwikkeling van het kind 4. Bedreigingen voor de gezondheid van het kind 5. Endocriene veranderingen tijdens de puberteit 6. Lichamelijke veranderingen tijdens de puberteit 7. Gedragsveranderingen tijdens de puberteit Practica: 1. Geslachtsorganen Werkcolleges waarin de psychomotore ontwikkeling wordt behandeld. werkwijze De hoorcolleges vormen een ondersteuning en illustratie van de informatie die in de reader en het leerboek zijn beschreven. De practica dienen om visueel inzicht te krijgen in anatomie van de geslachtsorganen. literatuur Reader samengesteld door Y.G.H. Maas en M. van Eck van der Sluijs - van de Bor; Martini F.H., Nath J.L.: Fundamentals of Anatomy and Physiology. Pearson Benjamin Cummings, Eighth Edition. toetsing Deze cursus zal worden getoetst door een schriftelijk tentamen. doelgroep Verplicht voor eerstejaars BSc Gezondheid en Leven. naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
Humane levenscyclus III 487036 prof.dr. M. van Eck van der Sluijs-van de Bor prof.dr. M. van Eck van der Sluijs-van de Bor; Gastdocenten 3 06.04.2009-26.06.2009 In het eerste studiejaar wordt de levenscyclus van de mens behandeld in drie cursussen (I: van conceptie tot en met geboorte; II: van pasgeborene tot en
Examenonderdelen
63
inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep naam code coördinator studiepunten periode doel
64
met adolescent; III: van jong volwassene tot en met de 80+-er). Deze cursus vormt het derde deel van de serie. De doelen van deze cursus zijn het verwerven van kennis van en inzicht in de ontwikkeling van jong volwassene tot 80+-er én het verrichten van onderzoek naar de gezondheidstoestand in de verschillende leeftijdsfasen. De student kan: • het verouderingsproces van de mens beschrijven; • Aangeven welke gezondheidsrisico¿s de ouder wordende mens loopt; • de levensverwachting van de Nederlanders in mondiaal perspectief benoemen; • de sociale aspecten van veroudering duiden; • een onderzoeksvraag formuleren, een onderzoeksopzet maken en uitvoeren, de gegevens met behulp van statistische methoden analyseren en de resultaten presenteren. Niveau 1: basiscursus Hoorcolleges, waarin de volgende onderwerpen worden behandeld: 1. Biochemische aspecten van veroudering 2. Determinanten van gezondheid 3. Morbiditeit en mortaliteit van de ouder wordende mens 4. Sociale aspecten van veroudering 5. Bedreigingen voor de gezondheid van het kind Practica: 1. Gezondheid in de verschillende levensfasen hoorcolleges, practica en werkcolleges Reader samengesteld door M. van Eck van der Sluijs - van de Bor; Martini F.H., Nath J.L.: Fundamentals of Anatomy and Physiology. Pearson Benjamin Cummings, Eighth Edition. Deze cursus zal worden getoetst door een schriftelijk tentamen (75%) en een practicumopdracht (25%). Beide onderdelen moeten met minimaal een voldoende zijn beoordeeld om voor deze cursus te slagen. Verplicht voor eerstejaars BSc Gezondheid en Leven. Humane levenscyclus IV 487038 prof.dr. M. van Eck van der Sluijs-van de Bor 6 02.03.2009-27.03.2009 De studenten kennis te laten maken met: • de manier waarop wetenschappelijke vragen gesteld en beantwoord worden in het onderzoek. • twee onderzoeksgroepen Eindtermen Na afloop van de cursus ben je in staat: • over een op een wetenschappelijke afdeling verkregen verzameling meetgegevens een verslag te schrijven, een mondelinge presentatie te houden en een poster maken en deze uit te leggen; • twee wetenschappelijke afdelingen met elkaar te vergelijken op grond van de door hun gebruikte methodologie; • eenvoudige data analyses uit te voeren; Gezondheid en leven (BSc)
een analyse te maken over je eigen belangstelling voor het wetenschappelijk onderzoek Niveau 2: verdieping Wetenschappelijk onderzoek verschaft antwoorden op vragen. In deze cursus gaan we kijken hoe die antwoorden tot stand komen. Het onderzoeksproces is te onderscheiden in een aantal stadia. Na het stellen van de onderzoeksvraag wordt informatie verzameld over het onderwerp om te achterhalen wat al bekend is. Vervolgens zal de vraag moeten leiden tot een hypothese, die leidt tot een proefopzet. In de proef worden gegevens verzameld, vaak met technisch geavanceerde apparatuur. De verkregen gegevens moeten na analyse een antwoord opleveren. Tot slot doet men verslag van een stuk onderzoek in een artikel. In deze cursus ga je aan al deze punten gericht aandacht besteden. Je maakt kennis met het onderzoek op twee afdelingen, en gaat uitvoerig kijken naar enkele methoden en instrumenten waarmee gegevens worden verzameld/ metingen worden verricht. Afsluitend doe je verslag van het onderzoek. Werkgroepen, laboratrium experimenten; Er zijn twee projecten waarin je op een afdeling intensief kennismaakt met het onderzoek van die afdeling. Je wordt hierbij begeleid door een AIO of postdoc. Over één van de projecten houd je een mondelinge presentatie en schrijf je een verslag en over het tweede project maak je een poster. Tot slot vergelijk je het onderzoek op verschillende afdelingen in een beschouwend essay. Syllabus Onderzoeksvoorstel, schriftelijk verslag, mondelinge presentatie en een poster. Verplicht voor tweedejaars BSc Gezondheid en Leven •
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
Humane Neurofysiologie 487024 prof.dr. H.D. Mansvelder prof.dr. A.B. Brussaard; dr. K. Linkenkaer Hansen; prof.dr. E. de Geus 6 01.06.2009-26.06.2009 Aan het einde van de cursus heeft de student: • inzicht in de humane neurofysiologie van de gezonde mens en een overzicht over hoe deze bestudeerd kan worden; • inzicht in met name electroencephalografie (EEG), en de wijze waarop deze metingen kunnen worden geanalyseerd en geinterpreteerd; • inzicht in hoe EEG activiteit gerelateerd is aan veranderingen in het bewustzijn van de mens tijdens het slaap/waak bioritme van de mens; • kennis over deze vorm van endophenotypering in praktijk gebruikt kan worden om slaapstoornisen te onderkennen; • kennis over deze metingen kunnen helpen bij de diagnose van ziektebeelden zoals epilepsie, headtrauma en veroudering; • inzicht in de relatie tussen veranderingen in cognitief gedrag (attentie en/of verwerking van zintuiglijke informatie) en meetresultaten verkregen mbv EEG, o.a. event related potentials; • vaardigheid voor een beperkt studieontwerp met proefpersonen. Niveau 3: specialisatie
Examenonderdelen
65
inhoud Tijdens deze cursus zal de neurofysiologie van de mens behandeld worden aan de hand van een overzicht van alle gangbare methoden waarmee deze bestudeerd kan worden inclusief met name ook (hoge dichtheid) EEG. Vooral de gezonde mens, de erfelijkheid en de relatie tot leefomstandigheden en eigen gedragingen zullen daarbij aan bod komen. Op deze wijze zal de student een goed en actueel overzicht verkrijgen over gangbare en nieuw te ontwikkelen meetmethoden in de kliniek en het veld van de gezondheidswetenschappen. Het praktische gedeelte zal bestaan uit handson practica waarbij metingen aan medestudenten worden gedaan en eigen onderzoek mbv ambulant EEG opstellingen en een tweetal hoge dichtheid EEG opstelllingen. werkwijze Hoorcolleges, practica, demonstraties en eigen onderzoek. literatuur Reader/syllabus, welke aan het begin van de cursus zal worden aangeleverd. toetsing Tentamen (50%) en opdrachten (50%). doelgroep Keuzecursus voor tweedejaars BSc Gezondheid en Leven. Keuzecursus voor derdejaars BSc Gezondheid en Leven en Bio-medische Wetenschappen. opmerkingen Deze cursus sluit naadloos aan op de eerder in het tweede jaar geprogrammeerde cursus Preklinische Neurowetenschappen en is tevens verplicht indien je stage wilt lopen bij het CNCR en/of in wilt stromen in de VU/VUmc Master of Neuroscience onderzoeksopleiding. Humane Ontwikkeling 487008 prof.dr. M. van Eck van der Sluijs-van de Bor dr. M.R. Brouns; dr.ir. Y.G.H. Maas 6 02.02.2009-27.02.2009 Inzicht geven in: • de normale embryonale en foetale ontwikkeling van de mens; • de genetische aansturing van deze ontwikkeling; • de teratogene effecten op aanleg en ontwikkeling van organen van genotsmiddelen n geneesmiddelen die door de moeder vlak voor de conceptie en/of tijdens de zwangerschap zijn gebruikt; • morbiditeit en mortaliteit ten gevolge van aanleg- en ontwikkelingsstoornissen van organen. Eindtermen: De student: • heeft inzicht in de embryonale en foetale ontwikkeling van verschillende vitale organen; • heeft inzicht in de genetische aansturing van bovengenoemde processen; • heeft inzicht in teratogene effecten van het moederlijk gebruik van genotsen geneesmiddelen tijdens de zwangerschap; • heeft kennis van de consequenties van een gestoorde aanleg en ontwikkeling van bovengenoemde organen voor de gezondheid van de mens. Niveau 2: verdieping inhoud Te behandelen onderwerpen: • De embryonale en foetale ontwikkeling van verschillende vitale organen (o.a. hart en longen);
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
66
Gezondheid en leven (BSc)
De genetische aansturing van deze processen; De teratogene effecten van genots- en geneesmiddelen op de aanleg en ontwikkeling van vitale organen; • Morbiditeit en mortaliteit ten gevolge van een gestoorde aanleg en ontwikkeling van vitale organen. Het onderwijs zal gegeven worden door middel van hoorcolleges, practica en probleemgestuurd onderwijs. Langman's Embryology (zie Humane Levenscyclus I) Uitwerking van een aantal opdrachten tijdens de cursus en een schriftelijk tentamen. Voor alle opdrachten en het tentamen moet minimaal een 5,5 zijn gehaald om voor de cursus te slagen. Keuzecursus voor tweedejaars BSc Gezondheid en Leven. • •
werkwijze literatuur toetsing doelgroep naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
Infectieziekten 471024 dr. B.R. Otto (e-mail:
[email protected]) dr. B.R. Otto; dr. M. Campos Ponce; dr. B.M. Bakker; dr T. Geijtenbeek; drs. B. Bissumbhar; dr. W. Bitter; C.M. Roosendaal 6 01.06.2009-26.06.2009 Het doel van deze cursus is de student inzicht te verschaffen in de pathogenese van microbiële, parasitaire en virale infecties. De student wordt vertrouwd gemaakt met de strategieën die bacteriën, virussen en parasieten gebruiken om de gastheer te koloniseren en te infecteren. Thema's die aan de orde komen zijn toxines, aanhechting, invasie, intracellulaire overleving, interacties met het immuun systeem, secretie van virulentiefactoren, ijzeropname en regulatie van virulentiefactoren. Bij het onderwijs wordt ook aandacht besteed aan vaccins en antibiotica, zoals de ontwikkeling, werking en toepassing van deze therapeutica. Tot slot moet de student een aantal microbiologische methoden kunnen toepassen om zo pathogene eigenschappen van micro-organismen te kunnen bestuderen. Eindtermen Aan het eind van de cursus kan de student: • aangeven wat de overeenkomsten en verschillen zijn in de strategieën die bacteriën, virussen en parasieten gebruiken om de gastheer te koloniseren en te infecteren. • aangeven hoe op moleculair niveau vaccins en antibiotica werken. • aangeven hoe vaccins en antibiotica worden ontwikkeld. • het belang aangeven van een grondige kennis over de virulentiefactoren van bacteriën, virussen en parasieten ter voorkoming en bestrijding van infecties. Niveau 2: verdieping De cursus bestaat uit 5 onderdelen: microbiologie, parasitologie, virologie, vaccinologie en antibiotica. Al deze onderdelen zijn nodig om een goed begrip te kunnen krijgen van infectieziekten en hoe deze te voorkomen of te bestrijden zijn. Aan de samenhang van bovengenoemde onderdelen zal dan ook de nodige aandacht besteed worden. Hoorcolleges (20 uur); practicum verplicht (40 uur); zelfstudie (50 uur). Mogelijk dit jaar werkgroepsessies. • Het boek Medical Microbiology, 3th-ed., 2004. C. Mimms, HM Dockrell,
Examenonderdelen
67
toetsing doelgroep
voorkennis
opmerkingen
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
68
RV Goering, I Roitt, D Wakelin en M Zuckerman. Uitgever Elsevier Science. Prijs ongeveer 50 euro. • Practicumhandleiding, prijs ongeveer 10 euro. • Powerpoint files van collegestof, gratis te downloaden van Blackboard. Schriftelijk tentamen (essayvragen). Toelating tot tentamen alleen indien het practicum met goed gevolg is afgelegd. Keuzecursus voor tweede- en derdejaars bachelorstudenten Bio-medische Wetenschappen, Gezondheidswetenschappen en Gezondheid en Leven. De cursus wordt ten zeerste aanbevolen voor studenten die het masterprogramma "Infectious Diseases" in de 2-jarige MSc BMW of het programma Infectieziekte en Volksgezondheid in de 1-jarige MSc GW willen gaan volgen. Voor studenten biomedische wetenschappen (BMW) wordt de inhoud van de eerstejaarscursussen Microbiologie en Immunologie als bekend verondersteld. Voor de Gezondheidswetenschappers (GZW) moet de tweedejaarscursus Immunologie succesvol afgerond zijn. Een laboratoriumjas is verplicht en is meteen op de eerste practicumdag nodig. Als communicatiemiddel zal zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van Blackboard. In verband met het beperkte aantal plaatsen zal bij een hoog inschrijvingsaantal een tweede variant op de cursus worden aangeboden. Er geldt in totaal een maximum van 100 studenten. Voor maximaal 60 studenten zal de reguliere cursus worden aangeboden, voor nog eens maximaal 40 studenten wordt een variant zonder practicum aangeboden. BSc studenten Biomedische Wetenschappen, Gezondheidswetenschappen en Gezondheid & Leven krijgen voorrang. Dit kan betekenen dat aangemelde studenten uit andere opleidingen worden afgwezen. Infectieziekten en vaccinontwikkeling 487023 prof.dr. P. Klatser prof.dr. E.J. Ruitenberg; F.E. Haker MSc; prof.dr. P. Klatser 6 02.03.2009-27.03.2009 Verwerven van kennis en inzicht in: • algemene kennis van infectieziekten; • werkzaamheid en effectiviteit van vaccins; • kennis en inzicht van de verschillende typen actoren die een rol spelen bij infectieziekten en vaccinatie/ vaccinontwikkeling; • kennis over vaccinontwikkeling en regelgeving en richtlijnen die in acht worden genomen tijdens de ontwikkeling van vaccins; • kennis over de Internationale regels die van toepassing zijn voor de productie van vaccins; • kennis over good manufacturing practices (GMP) en good laboratory practices (GLP); • kennis over productieapparatuur en het gebruik ervan; • de gevolgen van infectieziekten (sterfte en ziekte toestand). Niveau 3: specialisatie
Gezondheid en leven (BSc)
inhoud Deze cursus is bedoeld je een inzicht te geven in de preventieve gezondheidszorg op het gebied van bestrijding infectieziekten door middel van vaccinatie. Aan de orde komen bijna alle infectieziekten die bestreden kunnen worden door middel van vaccinatie. Dit geldt niet alleen voor Nederland maar ook internationaal. In de colleges zul je zien dat overal in de wereld de bestrijding van infectieziekten anders is georganiseerd. Het verschilt niet alleen in vaccinatie schema's, maar de verschillen worden ook bepaald of gebieden endemisch zijn voor bepaalde infecties. In eerste instantie wordt het vaccinatie beleid in Nederland onder de loep genomen, waarbij de rol van de overheid, de Gezondheidsraad en het RIVM uitvoerig naar voren komen. Daarbij wordt ook stilgestaan bij de belangrijke rol van communicatie en publieke opinie. Het vaccinatie beleid in Nederland is niet meer alleen gericht op zuigelingen maar wordt steeds meer een beleid voor alle leeftijden. Los van dit alles staat de reizigersvaccinatie, maar het spreekt bijna van zelf hoe belangrijk dit is. Vaccineren moet worden gezien als het moduleren van het afweersysteem. Met het oog daarop krijg je een college immunologie om goed inzicht te krijgen op de immunologische aspecten van vaccins en vaccinatie. Een vaccin is geen geneesmiddel als een pil met 10 in een doosje, daarom zal intensief worden ingegaan over de bereiding (GLP), productie (GMP), kwaliteitsbewaking en opslag van vaccins als mede nieuwe ontwikkelingen hierbij. Aandacht wordt uiteraard besteed aan de farmaceutische industrie die een grote invloed heeft bij het ontwikkelen en vervaardigen van vaccins. Bij het vaststellen van de werkzaamheid van vaccins maar ook bij het vasttellen van infecties speelt diagnostiek een grote rol speelt, ook hierop zal uitvoerig worden ingegaan. Tot slot zal de rol van activiteiten en campagnes van organisaties als de WHO en Unicef bij de bestrijding van infectieziekten op mondiaal niveau worden belicht. werkwijze Het onderwijs wordt gegeven d.m.v. hoorcolleges en opdrachten. Studenten worden in groepen ingedeeld en iedere groep krijgt een opdacht (waarin een infectieziekte centraal staat) die aan het einde van de cursus mondeling wordt gepresenteerd. literatuur Syllabus toetsing Uitwerken van opdrachten en een schriftelijk tentamen. Beide onderdelen moeten met een voldoende worden afgesloten. doelgroep Keuzevak voor derdejaars studenten BSc Gezondheid en Leven en Biomedische Wetenschappen. naam code coördinator docent studiepunten periode doel
Integratieve tumorcelbiologie 470057 prof.dr. J. Lankelma prof.dr. J. Lankelma 6 28.04.2009-29.05.2009 • Opfrissen en uitbreiden van celbiologische kennis, speciaal m.b.t. de celdeling: vertrouwdheid krijgen met de betrokken moleculen; • Schematiseren van (cel)biologische regelsystemen in de gezonde cel en in de kankercel; • Kennismaken met eigenschappen van moleculen en met structuren van "geschakelde moleculen" en bijbehorende systeemeigenschappen, mede m.b.v. biomathematische modelleren;
Examenonderdelen
69
Leren vergaren van celbiologische informatie en verkrijgen van inzicht in benodigde datanauwkeurigheid. Eindtermen De student kan: • schematisch interacties tussen moleculen weergeven en demonstreren hoe veranderingen in hun functie of concentratie kunnen leiden tot kanker; • benodigde ontbrekende informatie in de literatuur en op het Internet vinden; • door middel van computersimulaties weergeven hoe systeemeigenschappen ontstaan en hoe microscopische veranderingen aanleiding geven tot macroscopische veranderingen; • voorstellen formuleren voor metingen om informatie te verzamelen die kritisch is voor de behandeling van kanker. Niveau 2: verdieping •
inhoud Analytische methoden leveren steeds meer meetgegevens op van biologische systemen. Met microarrays is het in principe mogelijk mRNA concentraties te meten van alle humane genen. Electroforese, gekoppeld met selectieve detectie (met behulp van antilichamen of massaspectrometrie) kan ook over eiwitten een rijke oogst aan analytische informatie opleveren. In het "postgenoom" tijdperk is de uitdaging groot om deze uitgebreide kennis over de activiteit van componenten te integreren en de organisatie van moleculen tot cellen en cellen tot organen te doorgronden. De overvloed van gegevens drijft de ontwikkeling van een nieuwe biologische discipline: de integratieve biologie. In deze cursus worden defecten in de moleculaire organisatie behandeld, welke leiden tot kanker. Eerst wordt kort de basis van tumorcelbiologie behandeld en hoe benodigde kennis kan worden aangevuld uit databases via het world-wide-web. Basiskennis van regulatie van celdeling en apoptose zal worden gedoceerd. Tevens zal de interactie tussen de kankercel en zijn directe omgeving worden belicht. Ook kwantitatieve aspecten zullen aandacht krijgen. De afweer door het lichaam van de patiënt en de cytostatische behandelingen, vormen een selectiedruk die selecteert voor robuuste organisatie-structuren. In deze structuren ligt de sleutel verborgen tot toekomstige selectievere behandelmethoden van kanker. werkwijze In de ochtend hoorcollege, 's middags werkcollege. Dit laatste bestaat uit het maken van opgaven, computersimulaties en biologische informatie zoeken op het internet. De behandelde stof dient op de voet gevolgd te worden en een aanwezigheid van meer dan 80 procent is verplicht. literatuur Een recent handboek over moleculaire celbiologie (bijvoorbeeld Molecular Biology of the Cell, Alberts e.a., The Biology of Cancer van R.A. Weinberg of een vergelijkbaar boek). Een syllabus zal worden verstrekt tegen vergoeding van 10 euro. toetsing Schriftelijke testen tijdens cursus. doelgroep Keuzecursus voor derdejaars bachelorstudenten Biomedische wetenschappen en Gezondheid en Leven. voorkennis Het tweedejaars college Cellulaire biologie dient succesvol afgerond te zijn. De cursus is met name geschikt voor hen die een keuze voor de master Oncologie overwegen, maar ook voor mensen met interesse in systeembiologie en kwantitatieve cellulaire biologie. 70
Gezondheid en leven (BSc)
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
inhoud
Interculturalisatie van de zorg 470184 drs. K.L.R. Logghe prof.dr. I.N. Wolffers; drs. D. Barten; drs. K.L.R. Logghe 6 30.03.2009-27.04.2009 Het doel van de cursus is om de student inzicht te geven in de interculturalisatie van de zorg: de afstemming van de inhoud en organisatie van de zorg op de multiculturele samenleving. Om de interculturalisatie van de zorg goed te kunnen begrijpen zal de cursus tevens inzicht geven in gezondheidsverschillen en -determinanten tussen verschillende bevolkingsgroepen, knelpunten in het gebruik van de reguliere zorg, de ontwikkeling van een intercultureel zorgaanbod en de aansturing van het proces van interculturalisatie. Eindtermen: De student begrijpt hoe migratie het leven van mensen ingrijpend verandert, dat migratie een "cultuur op zich" is die overal ter wereld een aantal herkenbare verschijnselen tot gevolg heeft. De student kan deze onderscheiden van culturele factoren en begrijpt het belang van het verschil; heeft inzicht in de relatie tussen migratie en gezondheid, waaronder risicofactoren, kwetsbaarheid etc.; heeft inzicht in gezondheidsverschillen en determinanten tussen verschillende bevolkingsgroepen; heeft inzicht in beleid dat interculturalisatie van de zorg bevordert en begrijpt wat het concept inhoudt en hoe het bevorderd kan worden; is op de hoogte van maatregelen die ontwikkeld zijn om migranten en vluchtelingen beter te kunnen bereiken en een passend aanbod te kunnen bieden; heeft kennis van verschillende theorieën over interculturele communicatie en begrijpt hoe deze gebruikt kunnen worden om de culturele competentie van hulpverleners te bevorderen; heeft inzicht in hoe cultuur, religie en sekse van invloed zijn op (uitingen van ) gezondheid, hulpzoekgedrag en ziekte(gedrag); kan in groepsverband een onderdeel van het interculturalisatieproces analyseren, doorgronden en hierover schriftelijk en mondeling rapporteren, hierbij gebruikmakend van verschillende onderzoeksstrategieën. Niveau 2: verdieping
In- en uitsluiting van de zorg • Racisme en discriminatie • Gezondheidsverschillen tussen verschillende bevolkingsgroepen • Hulpverlening aan specifieke groepen • Migratie & ziekte • Sekse en migratie • Interculturele communicatie • Achtergrondinformatie over migranten in Nederland • Gezondheidsbeleving van specifieke groepen • Religie en gezondheidszorg. Tijdens de werkgroepen bezoeken de studenten een gezondheidszorginstelling en doorlopen, aan de hand van opdrachten, verschillende stappen van het interculturalisatieproces. werkwijze Hoorcolleges, Werkgroepen, Werkbezoek diverse instellingen. Tijdens de •
Examenonderdelen
71
werkgroepen zullen de onderwerpen van de cursus verder uitgediept worden aan de hand van opdracht(en). literatuur • Gezondheidszorg en Cultuur, Ivan Wolffers en Anke van der Kwaak (red.),VU uitgeverij, 2004, 24,50 euro, ISBN nr. 90 5383 796 5 • Artikelen (op blackboard) horend bij de colleges. toetsing Aanwezigheid: Werkgroepbijeenkomsten zijn verplicht. Indien meer dan één werkgroepbijeenkomst wordt gemist, dient het blok het jaar erna opnieuw te worden gevolgd. Van studenten wordt tevens verwacht dat zij het merendeel van de colleges aanwezig zijn. Toetsing vindt plaats door middel van een schriftelijk tentamen en beoordeling van werkgroepopdrachten plus presentatie. Het tentamen bestaat uit open vragen, gebaseerd op het leerboek Gezondheidzorg en Cultuur, en de behandelde stof tijdens de colleges. Samen vormen zij het eindciifer. Voor alle onderdelen dient een voldoende behaald te worden, d.w.z. minimaal 5.5. doelgroep Aanbevolen voor derdejaars BSc en premaster studenten Algemene gezondheidswetenschappen. Keuzecursus voor derdejaars BSc Gezondheid en Leven. naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
Internationale volksgezondheid 470088 F.E. Haker MSc dr. P.R. Klatser; Gastdocenten; dr. M.B.M. Zweekhorst; dr. J.E.W. Broerse 6 28.04.2009-29.05.2009 • Inzicht verkrijgen in de theoretische achtergronden en wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkeling van Internationale Volksgezondheid en mondiale gezondheidszorg • Inzicht in de belangen, spanningsvelden en wensen van verschillende actoren die hierbij een rol spelen • Inzicht verwerven in organisatie, management en beleid van volksgezondheid in een ontwikkelingscontext. • Inzicht verwerven in de mogelijkheden en beperkingen van gezondheidszorg ten aanzien van ontwikkelingsvraagstukken. • Inzicht verkrijgen in de mogelijkheden en toepassingen van onderzoek in Internationale Volksgezondheid. • Inzicht krijgen in de samenhang van de problematiek op landenniveau. Niveau 2: Verdieping
inhoud In deze cursus verkrijg je inzicht in volksgezondheidsvraagstukken in internationaal verband. De nadruk ligt hierbij op gezondheidsproblemen in lage- en middeninkomenlanden en de verschillende benaderingen die landen toepassen om met die problemen om te gaan. Er wordt specifiek ingegaan op problemen en interventies op een aantal deelterreinen van de gezondheidszorg zoals infectieziekte, reproductie, en geestelijke gezondheid. Ook komen cross-cutting issues zoals economie en kosteneffectiviteit, beleid en management aan bod. De cursus sluit af met recente trends op het gebied van internationale samenwerking. Dit alles wordt op een transdisciplinaire manier benaderd, waarbij inzichten uit verschillende wetenschappelijke 72
Gezondheid en leven (BSc)
werkwijze literatuur toetsing doelgroep
opmerkingen
disciplines worden geïntegreerd en rekening wordt gehouden met de belangen en relaties tussen verschillende actoren. In de groepsopdracht `public health portfolio¿ breng je de theorie van de cursus in praktijk en zal de samenhang van de verschillende subthema¿s op landen niveau duidelijk worden. Hoorcolleges en groepsopdracht Boek; Title: International Public Health; Diseases, Programs, Systems, and Policies. Editors: M.H. Merson; R.E. Black; A.J. Mills Second Edition. Verkrijgbaar: VU boekhandel. Schriftelijk tentamen (50%) en groepsopdracht (50%). Beide onderdelen moeten met een voldoende worden afgesloten. De cursus "Internationale Volksgezondheid" is een keuze cursus voor derdejaars bachelor studenten Gezondheidswetenschappen en voor tweedeen derdejaars bachelors studenten Biomedische wetenschappen en Gezondheid en Leven. De cursus wordt sterk aanbevolen voor studenten die overwegen de masterdifferentiatie IPH te gaan volgen. Met uitzondering van twee colleges wordt de cursus in het Nederlands gegeven Voor vragen:
[email protected] of
[email protected]
Jeugdgezondheidszorg 487010 dr.ir. Y.G.H. Maas prof.dr. M. van Eck van der Sluijs-van de Bor; dr. T.L.S. Visscher 6 30.03.2009-27.04.2009 • De student verwerft inzicht in de factoren die de gezondheid op de kinderleeftijd bedreigen; • De student verwerft kennis van programma;s ter bevordering van de gezondheid van kinderen; • De student verwerft inzicht in de organisatie van de jeugdgezondheidszorg in Nederland; • De student kan de effectiviteit van preventieprogramma's beoordelen; • De student heeft kennis van de gezondheid van de Nederlandse jeugd in mondiaal perspectief. Eindtermen: De student heeft kennis van: • factoren die de gezondheid van een kind bedreigen; • de gezondheidstoestand van een Nederlands kind in mondiaal perspectief; • het Rijksvaccinatieprogramma; • doel en organisatie van de Jeugdgezondheidsgezorg; • effectiviteit en economische aspecten van de jeugdgezondheidszorg. Niveau 2: verdieping inhoud In vergelijking tot het verleden en tot de Derde Wereld, zijn kinderen in Nederland gezond. Dit is enerzijds te danken aan een goede voedingssituatie van de moeder tijdens de zwangerschap en van het kind na de geboorte en anderzijds aan goede voorzieningen ter voorkoming van ernstige infecties bij kinderen, zoals het Rijksvaccinatieprogramma. De Jeugdgezondheidszorg richt zich met name op het in een vroege fase detecteren van factoren die de
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
Examenonderdelen
73
werkwijze literatuur toetsing doelgroep naam code coördinator docent studiepunten periode doel
gezondheid van het kind bedreigen, zoals groei- en ontwikkelingsstoornissen, overgewicht, en situatieve bedreigingen. In deze module zullen deze aspecten nader worden belicht. Tevens zullen de interventiemogelijkheden worden besproken. Hoorcolleges, werkcolleges en opdrachten. Boudewijnse et al., Nederlands leerboek Jeugdgezondheidszorg Deel A (Organisatie) en Deel B (Inhoud), 6e druk. Tentamen en opdrachten Keuzecursus voor tweedejaars BSc Gezondheid en Leven. Management en Beleid in de Gezondheidszorg 487011 prof.dr. J.T. de Cock Buning prof.dr. J.T. de Cock Buning 6 05.01.2009-30.01.2009 • Inzicht verwerven in hoe de maatschappij invloed heeft op, en reageert op, wetenschappelijke ontwikkelingen. • Hoe wordt in werkelijkheid het beleidsproces aangestuurd en wat zijn de verschillende theoretische visies op beleid? • Inzicht verwerven in interactieve beleidsprocessen; • Kennismaken met diverse managementtheorieën en -stijlen, en projectmanagement; • In de praktijk oefenen met het analyseren van beleid via causaalanalyses en het identificeren van beleidsopties; • Ervaring opdoen met projectmatig werken in een team voor een externe opdrachtgever op een actuele probleemstelling; • Kunnen toepassen van enkele praktische en analytische vaardigheden, zoals het formuleren van een onderzoeksopzet, uitvoeren van literatuurstudie, kritisch analyseren van diverse wetenschappelijke publicaties, theorieën, hypotheses en argumenten, en de bevindingen zowel schriftelijk en mondeling kunnen verantwoorden en presenteren; • Oriëntatie op de M-variant master Biomedische Wetenschappen, dan wel de masters Management, Policy-Analysis and Entrepreneurship. Niveau 2: verdieping
inhoud Theoretisch deel: Werkcolleges waarin diverse beleids- en managementaspecten aan de orde komen. Deze aspecten worden geïllustreerd aan de hand van concrete casussen uit de gezondheidszorg en het gezondheidsonderzoek. Te behandelen onderwerpen zijn: • Beleidsmodellen en beleidsprocessen; • Beleidsvoorbereiding en -analyse: beleidstheorie, causaalanalyse, etc; • Interactieve beleidsvorming; • Managementmodellen en -theorieën; • Kennismanagement; • Projectmanagement. Wat komt er bij kijken als je zelf sturing zou gaan geven aan de ontwikkeling van beleid? Een beleidsmedewerker moet behalve kennis over de 74
Gezondheid en leven (BSc)
werkwijze literatuur toetsing
doelgroep
gezondheidszorg ook weten hoe het beleidsspel, dat Nederland regeert, gespeeld wordt. Hoe zit een beleidscyclus in elkaar? Wanneer is wetenschappelijke kennis belangrijk en wanneer wordt het politiek? En wat is je rol als adviseur of beleidsambtenaar dan? In deze cursus krijg je in het eerste deel colleges over diverse beleids- en managementaspecten, die geïllustreerd worden aan de hand van casussen uit de gezondheidszorg en het gezondheidsonderzoek. Daarbij maak je specifiek kennis met diverse beleidstheorieen, o.a. de theorie van interactief beleid. Je leert een causaalanalyse te maken om beleidsproblemen te analyseren en je leert omgaan met diverse managementmodellen, kennismanagement en projectmanagement. Dit deel wordt afgesloten met een tentamen. Praktisch deel: Het tweede deel van de cursus vorm je in teams kleine consultancybureautjes die zich gespecialiseerd hebben in beleidsadvies. Jullie krijgen van een opdrachtgever de vraag om een onderzoeksvoorstel te schrijven voor een later uit te voeren beleidsonderzoek rondom een actueel, maatschappelijk 'medisch' of 'volksgezondheids' vraagstuk in het kader van (overheids)beleid. Voorbeelden zijn de privatisering in de zorg of moederkind-transmissie van HIV, Je leert, als consultancyteam, in dit project omgaan met de interdisciplinaire praktijk van beleidsmatig onderzoek en projectmatig werken. De problematiek en de verschillende beleidsopties rond dit vraagstuk worden kritisch geanalyseerd volgens de theorie uit het eerste deel. De resultaten, analyses, conclusies en aanbevelingen worden vormgegeven in een officieel beleidsadviesrapport dat aan het eind van de cursus mondeling gepresenteerd en aangeboden wordt aan de opdrachtgever. projectwerk, (werk)college, zelfstudie Syllabus wordt verkocht tijdens het eerste college. Prijs ca. 15 euro Individuele toetsing bestaat uit: (1) tentamen, en (2) projectopdracht. Individuele beoordeling van de projectopdracht vindt plaats op basis van individuele producten, het functioneren in de projectgroep en de beoordeling van groepsproducten. Beide onderdelen (1 en 2) moeten met een voldoende worden afgesloten. Keuzecursus voor tweedejaars BSc Gezondheid en Leven.
Medical Genomics 487012 dr A.S. Groffen dr. J.M. Kooter; prof.dr. A.B. Smit; prof dr P. Heutink; dr. R.J.M. van Spanning studiepunten 6 periode 01.09.2008-26.09.2008 doel De hoofddoelen zijn: • het verkrijgen van inzicht in de samenstelling en organisatie van het genoom en de benaderingen om dat te analyseren; • het analyseren van verschillen en overeenkomsten binnen het genoom en tussen genomen van verschillende individuen of species en het inzichtelijk maken hoe die verschillen en overeenkomsten de basis vormen voor verschillen en overeenkomsten n het funktioneren van cellen en het gedrag van organismen; naam code coördinator docenten
Examenonderdelen
75
het verkrijgen van inzicht in hoe genoom-elementen bijdragen tot complexe iologische funkties of het ontstaan van ziektes. Voor deze hoofddoelen worden de volgende vaardigheden bijgebracht: • het vinden en gebruiken van databases waarin DNA-sequenties, transcriptomics, proteomics en metabolomics profielen in kaart zijn gebracht; • het benutten van informatie uit genfunctie-onderzoek dat is uitgevoerd inverschillende modelorganismen; • het identificeren van genetische diversiteit en variaties die bijdragen tot het onstaan van ziekte of de kwetsbaarheid hiervoor. Ten slotte heeft de cursus het doel de student te laten kennismaken met een aantal belangrijkse toepassingen en afgeleiden van genoomanalyse: • de transcriptomics, de proteomics en de metabolomics, ook voor diagnostische doeleinden; • methodes om het genoom van modelorganismen te wijzigen teneinde fysiologische of pathologische processen op te helderen; • de genetische basis van gedrag en gedragsafwijkingen; • medische toepassingen van genomics (vergelijken zieke en gezonde weefsels, diagnose; uitzicht op therapie, pharmacogenomics); • biotechnologische en ecologische toepassingen van genomics; • ethische aspecten aan genomics en genetische modificatie. Niveau 2: verdieping De cursus bestaat uit twee korte 'opfris' colleges afgerond met een toets om een goed ingangsniveau te garanderen. Het hoofdbestanddeel van de cursus omvat 14 modules die elk bestaan uit hoorcolleges en een computerpracticum. Tenslotte is er tijd voor het afronden van opdrachten en voorbereiden van het tentamen. Hoorcolleges, werkcolleges, zelfstudie en computerpractica. Syllabus Tentamen en ingeleverde werkopdrachten. Het eindcijfer wordt bepaald uit het gewogen gemiddelde van de scores voor het tentamen (60%) en de werkopdrachten (samen 40%) Studenten kunnen alleen slagen nadat zij alle computerpraktica hebben volbracht. Verplichte cursus voor tweedejaars BSc Biomedische wetenschappen. Keuzecursus voor derdejaars BSc Biologie. Deze cursus dient door BSc Gezondheid en Leven in het tweede- of derde studiejaar te worden gevolgd (verplicht). •
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
doelgroep
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
76
Mens en Evolutie 487013 dr. C. Zonneveld dr. J.J. Koksma; prof.dr. N.M. van Straalen 6 24.11.2008-19.12.2008 In deze cursus geven we een algemene inleiding in de evolutietheorie en bespreken de relevantie van die theorie voor ziekte en gezondheid. Eindtermen: Na afloop van de cursus is de student in staat om: • de sleutelconcepten van de evolutietheorie zelf te verwoorden, en deze Gezondheid en leven (BSc)
toe te passen in de context van de humane levenscyclus; uit te leggen welke gegevens de evolutietheorie ondersteunen; • fylogenetische stambomen te interpreteren; • de evolutionaire afstamming van de mens globaal te kunnen weergeven; • van een klein aantal genoemde soorten een ruwe datering te geven; • de specifieke kenmerken van de mens te kunnen benoemen, en aan te kunnen geven welke selectieve krachten mogelijk menselijke adaptaties hebben gevormd (bipedaliteit; grote hersenen & hoge intelligentie; taal; theory of mind; cultuur); • de cruciale momenten in de evolutionaire geschiedenis van de mensachtigen in de tijd te kunnen ordenen; • uit te leggen waarom het ontstaan van landbouw een cruciaal belang is geweest voor ziekte en gezondheid bij de mens; • de selectieve waarde van ziektesymptomen te duiden; • de evolutionaire aspecten van ziektes te bespreken; Niveau 2: verdieping De evolutietheorie neemt binnen de biologie een centrale positie in. Omdat de (bio)medische wetenschappen sterk geworteld zijn in de moderne biologie, zijn evolutionaire overwegingen ook voor de medische wetenschappen van groot belang. Dit blijkt onder meer wanneer we willen begrijpen waarom het menselijk lichaam niet perfect is, rudimentaire organen heeft, en vatbaar is voor veel ziektes. Ook voor het begrijpen van regionale verschillen in genfrequenties is een evolutionair perspectief onontbeerlijk. Een evolutionair raamwerk biedt verder mogelijkheden functionele vragen te stellen over verschillende gedragsaspecten, en verschillen tussen man en vrouw. Tot slot komt de evolutionaire afstamming van de mens aan bod. Te behandelen onderwerpen: • basisconcepten van de evolutietheorie; • populatiegenetica; • afstamming van de mens; • evolutionaire oorsprong van gedrag van de mens; • evolutionaire aspecten van de humane levenscyclus; • evolutionaire aspecten van ziekte en gezondheid. De stof zal in een beperkt aantal hoorcolleges worden toegelicht en vervolgens in werkcolleges worden uitgediept. Aan de hand van recente artikelen gaat de student zich nader in één onderwerp verdiepen; over dit onderwerp schrijft de student een essay. S. Freeman and J.C. Herron, 2007. Evolutionary Analysis, 4th edition. Prentice Hall. Voor specifieke onderwerpen zullen artikelen worden gebruikt. schriftelijk tentamen (70% eindcijfer); essay (30% eindcijfer). Beide moeten voldoende gemaakt worden. Keuzecursus voor tweedejaars BSc Gezondheid en Leven. •
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing doelgroep
Mens en extern milieu I 487032 prof.dr. M.A.P.A. Aerts R.P. Bartholomeus MSc; J.C. Douma MSc; J.C. Ordonez Barragan MSc; dr.ir. J. Legler; dr T. Hamers studiepunten 8 naam code coördinator docenten
Examenonderdelen
77
periode 02.02.2009-03.04.2009 doel Inzicht geven in: • het functioneren van ecosystemen en het belang van het externe milieu voor de gezondheid; • de rol van de mens bij het functioneren van ecosystemen; • duurzaam gebruik van ecosystemen door de mens (voedselproductie, drinkwater, brandstof, transport); • effect van agrarische productiemethoden (bestrijdingsmiddelen, bemesting, emissies) op de menselijke gezondheid; • rol van toxische stoffen en luchtkwaliteit op de menselijke gezondheid; • klimaatverandering en menselijke gezondheid. De student: • weet hoe ecosystemen functioneren en hoe de mens dit functioneren beinvloedt; • heeft inzicht in hoe het extern milieu de gezondheid van de mens beinvloedt; • heeft een voldoende niveau bereikt op het gebied van mondelinge presentaties en het schrijven van essays; • heeft inzicht in het gebruik van computermodellen op het gebied van populatiegroei en ecosysteemprocessen. Niveau 1: basiscursus inhoud Theoretisch deel (gegeven als combinaties van colleges, werkcolleges, opdrachten en e-learning). Te behandelen onderwerpen: • algemene inleiding: Hoe kan de mens duurzaam leven op aarde? • basisprincipes van de ecologie: hoe functioneren ecosystemen? • basisprincipes van de ecologie: biomen en aquatische milieus; • basisprincipes van de ecologie: zelfregulerende mechanismen binnen ecosystemen; • humane ecologie: onze veranderende relatie met het milieu; • de menselijke populatie: het meten van de groei en de gevolgen van die groei; • stabilisatie van de menselijke populatie: strategieën voor duurzaamheid; • het creëren van duurzame systemen om de wereldbevolking te voeden; • het behoud van biologische diversiteit; • water als vitale resource voor de mens; • niet-vernieuwbare energiebronnen: - het menselijke energiegebruik - fossiele brandstoffen: een analyse van onze opties - fossiele brandstoffen: toekomstperspectieven in relatie tot gezondheid - kernenergie en gezondheidsrisico's • basisprincipes van de toxicologie en risico-analyses: - basisprincipes van de toxicologie - mutaties, kanker en aangeboren afwijkingen - reproductie en toxische stoffen - hormonen in het milieu - naar een duurzame oplossing • regionale luchtvervuiling en lawaai: leven en werken in een gezond 78
Gezondheid en leven (BSc)
werkwijze
literatuur toetsing
doelgroep naam code coördinator docent studiepunten periode doel
milieu: - luchtvervuiling maakt geen onderscheid - de gezondheidseffecten van luchtvervuiling - het beheersen van luchtvervuiling - lawaai: de vergeten vervuilingsbron - luchtvervuiling binnenshuis en effecten daarvan op de gezondheid • mondiale luchtvervuiling: - ozondepletie en huidkanker - zure regen en drinkwaterkwaliteit - een warmer klimaat en ziektes • watervervuiling: - vervuiling van het oppervlaktewater - effecten op de gezondheid • plagen en pesticides: - chemische pesticiden en hun effecten op de gezondheid - biologische plaagbestrijding Praktische deel: • experimenteel practicum over de relatie tussen de concentraties van toxische verbindingen en de effecten op model-organismen (gist, embryonale ontwikkeling van de zebravis). • computerpracticum over: - de regulatie van (menselijke ) populaties en hun interactie; - heidebeheer. Excursies naar: • Oostvaardersplassen (natuurbeheer); • KIWA NV te Nieuwegein (drinkwaterwinning en gezondheid). De cursus bestaat uit een theoretisch deel waarbij colleges en werkcolleges worden gehouden over de stof uit het boek van Chiras. Hieraan zijn ook opdrachten en presentaties gekoppeld. Verder is er een experimenteel practicum, een computerpracticum en een aantal excursies. Environmental Science; (7th edition, 2006) van Daniel D. Chiras. Jones and Bartlett Publishers. ISBN 0-7637-0860-7 De cursus wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen over de gehele stof die behandeld is tijdens de cursus. Verder worden er beoordelingen gegeven over het practicum, de mondelinge presentaties en de opdrachten. Het eindcijfer komt als volgt tot stand: schriftelijk tentamen 70%, practicum en verslag 20%, presentaties 10%. N.B. De practica (experimenteel en computer), de excursies, de opdrachten en de presentaties zijn verplichte onderdelen van de cursus. De deelcijfers moeten minimaal 5,5 zijn, anders kan er geen eindcijfer vrijgegeven worden. Verplicht voor eerstejaars BSc Gezondheid en Leven. Methodologie 487035 dr. M.R. de Boer dr. M.R. de Boer 6 06.04.2009-26.06.2009 Kennismaken met epidemiologisch onderzoek en (bio)statistiek. Het accent ligt op een inleiding in de methoden en hun toepassingen. De cursus dient als
Examenonderdelen
79
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
doelgroep naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
80
basis voor methodologisch en statistisch onderwijs in de rest van de opleiding. Na afloop van de cursus begrijpt de student elementaire begrippen uit zowel de epidemiologie als de (bio)statistiek en is de student in staat 'eenvoudige' statistische analyses zelfstandig uit te voeren en de resultaten ervan, mede in het licht van de gebruikte onderzoeksmethode, op een goede manier te interpreteren. Niveau 1: basiscursus De volgende onderwerpen komen aan bod: • vormen van epidemiologisch onderzoek; • frequentiematen; • associatiematen; • bronnen van vertekening; • betrouwbaarheid en validiteit van een meetinstrument; • verschillende soorten variabelen; • descriptieve statistiek; • inleiding in de verklarende statistiek. hoorcolleges, werkgroepen en practica. Enkele werkgroepen en practica kunnen verplicht gesteld worden. L.M. Bouter, M.C.I.M van Dongen en G.A. Zielhuis. Epidemiologisch onderzoek, opzet en interpretatie, vijfde herziene druk, 2005, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten. J.W.R. Twisk. Inleiding in de toegepaste biostatistiek. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, Nederland. ISBN 9789035229099 open boek tentamen (70%) en een practicumopdracht (30%). Voor beide onderdelen moet minimaal een 5 gehaald worden. Daarnaast dienen een of meerdere opdrachten te worden gemaakt. De opdrachten dienen voldoende gescoord te worden. Verplicht voor eerstejaars BSc Gezondheid en Leven. Methodologie en statistiek 2 470062 dr. C. Zonneveld dr.ir. P.M. van Bodegom; H.R. Zoomer; dr. L. Kuijper; dr. C. Zonneveld 6 29.09.2008-24.10.2008 Herhaling en opfrissing van de onderwerpen statistiek behandeld in Methodologie & Statistiek I; kennismaking met statistische methoden voor enkele meer complexe proefopzetten in de biologische en biomedische wetenschappen, zoals variantie-analyse en regressie-analyse. Het accent in deze cursus ligt op verdieping van de stof aangeboden in de cursus Methodologie & Statistiek I. Ten dele betreft het een verdieping van de theorie (bijv. het onderwerp power). Daarnaast zullen we aandacht besteden aan het interpreteren van statistische resultaten zoals die in de primaire literatuur worden gepresenteerd. In de cursus benadrukken we de praktische aspecten van de statistische analyse door het gebruik van Excel. In een aantal korte projecten zal de praktische implementatie van statistische analyses aan de orde komen. Tot slot besteden we aandacht aan de structuur van wetenschappelijke redeneringen. Eindtermen Gezondheid en leven (BSc)
De student kan • kritisch analyseren hoe metingen tot stand zijn gekomen, en welke consequenties dat heeft voor een statistische analyse van de gegevens. • nagaan of een gegeven dataset voldoet aan de vooronderstellingen van een bepaalde statistische analyse • de volgende analyses zelf uitvoeren, de resultaten interpreteren, en de gegevens grafisch weergeven: t-toets, ANOVA (one-way en two-way), correlatie- en regressie-analyse, chikwadraattoetsen, e.a. • herkennen wanneer een non-parametrische techniek gebruikt moet worden; • de relatie tussen een statistische hypothese en een wetenschappelijke theorie verklaren; • basale begrippen uit 'experimental design' toepassen; • een geschikte toets kiezen gegeven een experimental design dat in de cursus behandeld is; • middels simulaties in Excel de kansverdeling van toetsingsgrootheden zelf genereren • met simulaties in Excel powerberekeningen doen • de power bepalen van enkele veel voorkomende eenvoudige toetsen mbv Excel • statistische resultaten zoals die in de literatuur gepresenteerd worden interpreteren en beoordelen; • wetenschappelijke redeneringen reconstrueren en analyseren. De student moet alle hierboven genoemde toetsen kunnen uitvoeren met Excel. Niveau 2: verdieping inhoud
Variantieanalyse (one-way en two-way); Regressieanalyse; • Analysis of Categorical Data, Matched pairs designs; • Experimental Design; • Argumentatietheorie; • Simulaties Hoorcolleges; werkcolleges; Excelpracticum; zelfstudie; onderzoeksprojecten, waarin zelfstandig of in kleine groepjes gegevens worden verzameld en geanalyseerd; één project wordt afgesloten met een verslag, het tweede met een presentatie. • D. LeBlanc. 2004. Statistics: Concepts and Applications for Science. Jones & Bartlett. • Ruxton & Colegrave. 2006. Experimental Design for the Life Sciences, 2nd ed. • (N.B: Deze boeken worden ook gebruikt in de cursus Methodologie & Statistiek I, en hoeven dus niet special aangeschaft te worden.) • Diverse artikelen; tijdens de cursus zullen de URL¿s hiervoor op Blackboard verschijnen. Schriftelijk tentamen (60% van het eindcijfer); verslag over project (20% van het eindcijfer); presentatie over project (20% van het eindcijfer). Alle onderdelen moeten voldoende zijn. De cursus Methodologie en statistiek 1, code 470142 of 470165, moet met een voldoende zijn afgerond. • •
werkwijze
literatuur
toetsing entreevoorwaarden
Examenonderdelen
81
doelgroep Verplicht voor derdejaars bachelorstudenten Biologie en Bio-medische wetenschappen. Verplicht voor derdejaars bachelorstudenten Gezondheid en Leven die opteren voor een bio-medische major. opmerkingen Deze cursus geldt als ingangseis voor het volgen van elke masteropleiding. naam code coördinator studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
Methodologie II 487014 dr. M.W. Heijmans 6 29.09.2008-24.10.2008 Na afloop van de cursus is de student in staat om met behulp van statistische regressie technieken een antwoord te krijgen op een gezondheidswetenschappelijke vraag. Verder is de student iin staat om zelfstandig regressie analyses uit te voeren met behulp van het statistische programma SPSS. Niveau 2: verdieping De cursus is een vervolg op de cursus Methodologie uit het eerste jaar. In die cursus werden een aantal statische technieken geïntroduceerd, die in deze cursus worden uitgebreid met regressie technieken. Er wordt met name aandacht besteed aan de keuze van de juiste techniek, de interpretatie van de resultaten, en de samenhang tussen eenvoudige technieken met regressie technieken. In de cursus komen de volgende onderwerpen aan bod: • lineare regressie analyse • logistische regressie analyse • Cox-regressie analyse • predictie en associatiemodellen • valkuilen in statistische analyses hoorcolleges en computerpractica Sheets behorende bij de colleges Boek: Twisk JWR. (2007) Inleiding in de toegepaste biostatistiek. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, Nederland. schriftelijk tentamen Verplicht voor tweedejaars BSc Gezondheid en Leven. Methodologie III en Statistiek 487019 dr.ir. M.B. Snijder prof.dr. J.W.R. Twisk; dr. M.J. Westerman; Gastdocenten 6 29.09.2008-24.10.2008 Aan het eind van deze cursus moeten studenten in staat zijn om zelfstandig verschillende onderdelen van gezondheidswetenschappelijk onderzoek te kunnen uitvoeren. Niveau 2: verdieping
inhoud Deze cursus is de afsluitende cursus van de opeenvolgende methodologische vakken die in het bachelor traject zijn gegeven. De opgebouwde kennis zal worden toegepast bij het uitvoeren van verschillende onderdelen van kwantitatief onderzoek (onderzoeksplan, data-analyse, mondelinge en 82
Gezondheid en leven (BSc)
werkwijze
literatuur
toetsing doelgroep
voorkennis naam code coördinator docent studiepunten periode doel
schriftelijke rapportage). Daarnaast zal er kennis worden gemaakt met het uitvoeren van kwalitatief onderzoek. Algemeen: het onderwijs wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges, computerpractica en werkcolleges. Aanwezigheid bij de werkcolleges is verplicht. Kwalitatief onderzoek: in de hoorcolleges is er aandacht voor de betekenis van kwalitatieve onderzoeksmethoden voor wat betreft dataverzameling, data-analyse, wijze van rapporteren en de constructie van vragenlijsten. In de werkcolleges ligt de focus op het afnemen van een interview en het analyseren van deze gegevens met behulp van het computerprogramma Kwalitan. Transcripten van reeds bestaande interviews worden geanalyseerd en de resultaten schriftelijk gerapporteerd. Kwantitatief onderzoek: Aan de hand van een gezondheidswetenschappelijk probleem en een bestaande dataset wordt een vraagstelling geformuleerd en een onderzoeksplan geschreven dat methodologisch verantwoord en praktisch uitvoerbaar is, en een bijdrage levert aan de oplossing van het probleem. Vervolgens worden de geplande analyses uitgevoerd met behulp van het computerprogramma SPSS, op een zodanige wijze dat er antwoord gegeven kan worden op de onderzoeksvraag. Deze onderzoeksresultaten zullen zowel mondeling als schriftelijk worden gerapporteerd. Sheets behorende bij de colleges Boek: Twisk JWR. (2007) Inleiding in de toegepaste biostatistiek. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, Nederland - ISBN 97 890 352 2909 9 Literatuur op blackboard Toetsing vindt plaats op basis van een tentamen (kwalitatief onderzoek), en een verslag en presentatie (kwantitatief onderzoek). Daarnaast dient de deelname aan alle werkcolleges voldoende te zijn. Deze cursus is verplicht voor derdejaars BSc Gezondheid en Leven, die voor een gezondheidswetenschappelijke major opteren. De studenten die opteren voor een biomedische major dienen te kiezen voor de cursus Methodologie en Statistiek II (470062). Studenten dienen de cursussen Methodologie I (487035) en Methodologie II (487014) te hebben gevolgd. Moleculaire ontwikkelingsbiologie 470038 prof.dr. R.E. Koes prof.dr. R.E. Koes 6 28.04.2009 - 29.05.2009 Het doel van deze cursus is inzicht te geven in • het functioneren van genen en complexere netwerken van meerdere genen in de sturing van complexe processen. • hoe genen en netwerken de ontwikkeling sturen van een enkel cel ¿de bevruchte eicel of zygote- tot een complex eukaryoot organisme bestaande uit miljarden cellen met de juiste organen, weefsels en celtypes op de juiste plaats. • moleculair genetische onderzoek methodes en technieken waarmee we (ontwikkelings)biologische processen kunnen ontrafelen. Specifieke onderwerpen die daarbij aan de orde zullen komen zijn:
Examenonderdelen
83
Moleculair mechanismen die de expressie van genen reguleren via DNA bindende eiwitten (transcriptie factoren), DNA-methylering en chromatinestructuur. • het functioneren van simple genetische circuits in de differentatie van verschillende celtypes en de moleculaire grondslag van "cell memory" (d.i de onomkeerbarheid van differentiatie). • Rol van "mobiel DNA" tijdens sex-differentiatie en gist en de ontwikkeling van B-lymphocyten in de mens. • regulatie en genetische controle van opvolgende fases in de cel cyclus (rol van checkpoint) • Specificatie van de lichaamsopbouw (anterior-posterior en dorsal-ventral lichaamsassen,segmenten, organe etc) tijdens vroege embryogenese. • Conservering van ontwikkelingsgenen (o.a. Hox genen) van insect tot muis. • Variatie tussen Hox genen en het ontstaan van diversiteit bij dieren. ("evo-devo" aspecten) • Ontwikkeling van een hogere plant Het doel van het practicum is: • Experimentele vaardigheden op te doen met enkele breed toepasbare moleculair genetische technieken. • Het leren interpreteren van experimentele resultaten en het bedenken van vervolg experimenten. • Het inzicht te verdiepen in de regulatie van genexpressie en de functie tijdens ontwikkelingsprocessen. De cursus start met twee "opfriscolleges" en een korte toets om een goede achtergrondkennis te verzekeren. Het hoofddeel van de cursus omvat hoorcolleges, werkcolleges en een "nat" practicum waarin we een aantal verschillende aspecten en moleculair mechanismen behandelen die ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van hogere eukaryote organismes (zie doelen). Hoorcolleges (24 uur); werkcolleges (4 uur); practicum (circa 40 uur); zelfstudie (80 uur). • Handboek: Wordt nader bekend gemaakt • Uittreksels (powerpoint files) van collegestof (gratis te downloaden van Blackboard); • Practicumhandleiding (ongeveer 7 euro) • Computerfiles (pdf) van artikelen gebruikt bij het practicum (gratis te downloaden via Blackboard). De benodigde voorkennis en de inleidende practicumtheorie wordt schriftelijk getoetst bij aanvang van de 2e cursusweek (10% van eindcijfer) Het practicum wordt beoordeeld aan de hand van een schriftelijke toets aan het eind van de 5e cursusweek (40% van eindcijfer) De collegestof wordt schriftelijk getentamineerd aan het eind van de 7e week (50% eindcijfer). Keuzecursus voor tweede en derdejaars bachelorstudenten Biologie, Biomedische wetenschappen. Keuzecursus voor tweedejaars BSc Gezondheid en Leven. Maximaal 40 deelnemers. •
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
doelgroep
naam Molecular Microbiology code 470610 84
Gezondheid en leven (BSc)
co-ordinator prof.dr. B. Oudega docenten dr. J. Luirink; dr. B.R. Otto; prof. H. Lill; dr. R.J.M. van Spanning; dr. W. Bitter studiepunten 6 aim Goals: • To teach the students, theory and practical approaches, and to generate insight into the complex molecular processes in the cell, especially in the bacterial cell. The emphasis is on structure and function of the cell envelope, membrane proteins and protein transport. At the end, the students should be able to understand and know: • fundamental molecular processes that are important for growth, functioning and pathogenicity of micro-organisms. • practical approaches in the molecular microbiology area, immunology, bacterial DNA technology, protein techniques, etc Level 3: specialisation content Theory: • Lectures on: functional aspects of the bacterial cell envelope, structure and function of membrane components, chaperones and protein folding processes, stress-response, biogenesis of membrane proteins, protein secretion routes, biogenesis and function of fimbriae, iron uptake mechanisms, virulence factors, regulation of gene expression and DNA structure Practical: • for some students laboratory work with several different molecular genetic and molecular microbiology techniques and methods for other students, when appropriate, literature study and essay-writing form of tuition • Lectures • Tutorials/discussions of book material, lecture notes • Laboratory work: students work in small groups (2-3 persons) • Literature study, writing essay • Presentations literature Reader (ca. 10 Euro) mode of assessment Written exam target audience Optional course for third year BSc students Biology, Biomedical Sciences and Biochemistry, as well as masterstudents in molecular cell biology / immunology / infection /biomolecular sciences, with a deficiency in the field of molecular microbiology. Optional course for second and third year BSc students Health en Life Sciences. period 30.03.2009-27.04.2009 remarks Taught in English when necessary; much direct contact with the professors, associate and assistant professors, PhD's and postdocs. Neurowetenschappen I: Understanding the Brain 470199 prof.dr. A.B. Brussaard prof.dr. A.B. Brussaard; dr. W.J.A.J. Smeets; prof.dr. M. Verhage; prof.dr. H.D. Mansvelder; dr. P.R. Roelfsema; prof.dr. E. de Geus; dr. D. Posthuma studiepunten 6 naam code coördinator docenten
Examenonderdelen
85
doel De neurowetenschappen zijn gericht op de vraag hoe wij onze omgeving waarnemen en erop reageren, hoe herinneringen ontstaan, wat bewustzijn is en hoe emoties tot stand komen. De neurowetenschappen bewegen zich daarmee op het raakvlak van biologie, de psychologie en het medisch onderzoeksveld. Een biologisch of biomedisch wetenschapper in opleiding zal de gezonde mens moeten leren begrijpen om zodoende ook te kunnen begrijpen en/of te kunnen bijdragen aan het onderzoek naar het ontstaan van bepaalde neurologische en psychiatrische ziekten. De student verwerft daarmee tijdens deze cursus zelfstandig kennis en inzicht in het functioneren van de hersenen en daaraan gerelateerde gezondheidsvraagstukken. De student leert selectief informatie te ordeneren en toe te passen, en leert verbanden zien tussen verschillende disciplines. Multidisciplinair leren denken is daarmee een belangrijk doel van de cursus. Niveau van de cursus: 1, brede introductie op het uitgebreide vakgebied, aanleren van de `taal¿ van de neurobiologie en het aanleren van een aantal referentie kaders. inhoud De cursus bestaat uit drie onderscheiden maar integraal onderwezen modules, te weten: • Module 1: Systems Neurosciences, waarbij de nadruk ligt op Neuroanatomie, Brain Imaging en Hersenziekten. Naast colleges zal aan de hand computer toturials en snijpractica inzicht worden verworven in de opbouw van de hersenen. • Module 2: Van synapsen naar netwerken, waarbij de nadruk ligt op de moleculaire en celfysiologische benadering van zenuwcellen en netwerken. Naast colleges zal aan de hand computer simulaties en metingen op biologische preparaten inzicht worden verworven in het functioneren van ons zenuwstelsel. • Module 3: Cognitie en Gedrag, waarbij de nadruk ligt op het cognitieve gedrag van mens en dier, de erfelijkheid daarvan en de verschillen tussen mensen. Naast colleges, zullen neuropsychologische tests en IQ testen worden gedemonstreerd en gebruikt voor meta-analyse. werkwijze Iedere module bevat een aantal colleges, practicum voor- en nabesprekingen, computer tutorials en practica welke onder begeleiding zullen worden doorlopen. In iedere module zullen bepaalde onderdelen via blackboard responders en/of practicum verslagen worden getoetst. Zo geldt voor Module 1 een fotoverslag van de dissectie van varkenshersenen, voor Module 2, een practicum verslag van het functioneren van een neuronaal netwerk en voor Module 3, een kort verslag van een gedragsmeting van een leertaak bij de mens. literatuur Neuroscience, Dale Purves c.s. Sinnauer Associates, Fourth Edition 2008 toetsing Neurowetenschappen I wordt afgesloten met een multiple choice schriftelijk examen aan het einde van de cursus, welke eventueel gecombineerd worden met een drietal practicum verslagen Herkansing van de eindtoets is eenmaal per jaar mogelijk, de practica worden alleen in noodzakelijke gevallen op individuele basis herkanst. doelgroep Het volgen van Neurowetenschappen I is verplicht voor tweedejaars studenten Biomedische Wetenschappen en een keuzecursus voor tweedejaars studenten Gezondheid en Leven. De cursus vormt een goede oriëntatie op vervolgcursussen Neurowetenschappen II en III, beide een belangrijk ter 86
Gezondheid en leven (BSc)
oriëntatie op een eventuele bachelor stage op het terrein van de Neurowetenschappen en later bij de toelating tot de Master of Neurosciences aan de VU/VUmc. Meer informatie hierover kunt u verkrijgen via de cursusleiding. voorkennis Aanbevolen voorkennis : kennis en interesse opgedaan in andere gerelateerde vakken zoals Cellulaire Biologie (1e jaars BMW), Genen, hersenen en gedrag (1e jaars Bio) en Medische Genomics (2e jaars BMW en GLW) is gewenst. opmerkingen Cursus met systeem-biologische benadering. Neurowetenschappen I vervangt de 'oude' cursus Neurobiologie en sluit naadloos aan bij de cursussen Neurowetenschappen II en III. Daarmee is Neurowetenschappen I de ideale voorbereiding op een verdere academische specialisatie. naam Oncologie code 470050 coördinator prof.dr. R.J. Scheper (VUmc afd. Pathologie, kamer 3E40,
[email protected]) docenten prof.dr. R.J. Scheper; prof.dr. G.A.M.S. van Dongen (
[email protected]); dr. T.D. de Gruijl (
[email protected]) studiepunten 6 periode 02.03.2009-27.03.2009 doel Het doel van deze cursus is kennis en inzicht te verkrijgen in het ontstaan en klinisch voorkomen van diverse vormen van kanker, maar ook over diagnostiek en therapievormen van kanker. Na het volgen van deze cursus kunt u de algemene principes, concepten en de epidemiologie van kanker beschrijven. Tevens beschikt u over een gedegen kennis omtrent de genetische, virale en chemische factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van kanker. Daarnaast kunt u de belangrijkste immunologische en celbiologische processen die een rol spelen bij kanker uitleggen en de verschillende methodes van kankerbehandeling en kankerpreventie benoemen en vergelijken. Niveau 2: verdieping inhoud Kanker is één van de belangrijkste doodsoorzaken in Nederland, en zal door de ouder wordende populatie in de nabije toekomst een steeds grotere maatschappelijke impact gaan krijgen. Kankeronderzoek heeft zich in de laatste decennia in vele verschillende richtingen uitgebreid. Inzicht in de immunologische en celbiologische processen die een rol spelen bij kanker zijn noodzakelijk voor het verrichten van fundamenteel onderzoek op het gebied van kanker. Kennis over de verschillende ontstaansvormen en behandelwijzen van kanker is essentieel voor het opstellen van toegepaste onderzoeksprotocollen voor de diagnostiek of behandeling van specifieke patiëntengroepen. Tevens is deze kennis van belang voor de goede communicatie tussen de medici en de onderzoekers die binnen dit vakgebied opereren. De cursus Oncologie zal een gedegen overzicht geven over het ontstaan van kanker en de verschillende behandelmethodes. De volgende onderwerpen worden uitgebreid behandeld: • Definities en epidemiologie van kanker; • Genetische factoren bij het ontstaan van kanker;
Examenonderdelen
87
Chemische en virale oncogenese; • Celbiologie van tumorcellen, proliferatie, metastasering, angiogenese; • Tumorimmunologie, tumormarkers; • Farmacologische en biologische effecten van cytostatica; • Nieuwe anti-tumormiddelen, o.a. kinase-remmers. Zelfstudie van basisstof, waar nodig aangevuld met passages uit recente reviews (worden uitgedeeld tijdens de colleges). De zelfstudie wordt aangevuld met interactieve werkcolleges (12 keer 1,5 uur) over de meer complexe onderwerpen binnen de verschillende hoofdstukken en de meest recente ontwikkelingen door gastdocenten. Alleen studenten die de desbetreffende hoofdstukken bestudeerd hebben en de voorbereidingsopdrachten hebben gemaakt zijn welkom tijdens de werkcolleges, daar er gelegenheid is aan de hand van uw vragen tekst en figuren toe te lichten. Tevens zal er geoefend worden op tentamenvragen. Molecular Biology of Cancer (2e druk), Lauren Pecorino, Oxford University Press, Recente reviews (nader uit te delen op de werkcolleges). Schriftelijk tentamen aan het einde van de vierde week van de cursus. De tentamenstof betreft hoofdstukken uit het gebruikte boek, waar nodig aangevuld met passages uit recente reviews (die worden uitgedeeld tijdens de colleges). Het tentamen bestaat uit een combinatie van korte essayvragen en enkele multiple choicevragen. Studenten die bij de werkcolleges meer dan twee van de twaalf geroosterde dagdelen afwezig zijn, zullen niet tot dit schriftelijke tentamen toegelaten worden, maar dienen te wachten tot het herkansingstentamen of een vervolgcursus. Er is 1x per jaar een schriftelijk herkansingstentamen, waarvan de datum nader bekend gemaakt zal worden. Keuzecursus voor derdejaars bachelorstudenten Biomedische wetenschappen en Gezondheid en Leven. De cursus is verplicht voor studenten die de masteropleiding Oncologie willen gaan volgen. Voor aanvang van de werkcolleges zult u per te bestuderen hoofdstuk een beschrijving en leerdoel van de te bestuderen stof en een voorbereidingsopdracht ontvangen. •
werkwijze
literatuur toetsing
doelgroep opmerkingen
naam Pathologie code 470042 docenten prof.dr. R.J. Scheper (cursusleider, afd. Pathologie
[email protected]); dr. F. van Kemenade (VUmc, Pathologie); mr. W. van Steenbergen studiepunten 6 periode 01.09.2008-26.09.2008 doel • Brede introductie in het ontstaan van ziekteprocessen • Kennismaken met het klinisch voorkomen en gangbare behandelwijzen van een aantal belangrijke ziekten • Inzicht krijgen in experimentele benaderingen die bijdragen tot vergroting van het inzicht in ziekteprocessen • Inzicht verkrijgen in experimentele mogelijkheden bij de ontwikkeling van nieuwe diagnostische en therapeutische benaderingen • Inzicht verkrijgen in afwegingen bij keuzen tussen (in vitro) laboratorium 88
Gezondheid en leven (BSc)
inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep
technieken, (in vivo) proefdieronderzoek en klinische studies Eindtermen: De student bezit parate kennis betreffende: • Relevante medische terminologie • Voor elk van de behandelde ziekten de belangrijkste punten van het ontstaansmechanisme, diagnostiek en therapeutische mogelijkheden • Raadpleging van medische tekstboeken en databases zodanig dat kort en bondig ook essentialia van niet aan de orde gekomen ziekten aangegeven kunnen worden • Mogelijkheden om primaire medische literatuur mbt de behandelde ziekten te raadplegen en nieuwe inzichten daaruit samen te vatten • Principes van de behandelde experimentele benaderingen Principes van breed toegepaste medisch-biologisch relevante technieken • Ontstekingsprocessen: betrokken cellen en mediatoren • Ziekteprocessen samenhangend met ongewenste immunologische reactiviteit, met name transplantaatafstoting, auto-immuniteit (reuma, schildklierziekten) en allergie (hooikoorts, contactallergie) • Ziekteprocessen waarbij ongewenst zwakke immuniteit optreedt, met name immuundeficiënties (aangeboren of verworven, aids), chronisch recidiverende infecties en tumorgroei • Hiernaast worden vele andere aspecten van de oncologie (tumorleer) behandeld, onder meer ontstaansmechanismen, prevalentie, diagnostische en therapeutische benaderingen • Erfelijke afwijkingen, chromosomale defecten • Aantasting van bloedvaten: atherosclerose, hartinfarct • Nieraandoeningen en stofwisselings-/endocriene stoornissen(met name suikerziekte) • Neurologische aandoeningen, met name Multipele Sclerose, Alzheimer • Moleculaire, Genetische, Celbiologische en Immunologische technieken Toepassingen van proefdierstudies, klinische trials Hoorcolleges en demonstratie colleges aan de hand van leerboek (45 uur); Seminars: introducties recent wetenschappelijk onderzoek (15 uur); Repetitie/leerstof begeleidingscolleges (3 uur); Zelfstudie J.C.E. Underwood, General and Systematic Pathology, 6e druk, Churchill Livingstone, New York Edinburgh, 2004. Prijs ongeveer 65,-. (Boek is ook gebruikt tijdens 1e jaars cursus Gezondheid en Milieu) Schiftelijk tentamen, met mix van korte essay- en multiple choice vragen. Schriftelijke herkansing: 1x per jaar Verplicht voor tweedejaars BSc Biomedische wetenschappen en tweedejaars BSc Medische Natuurwetenschappen, keuzecursus voor premaster studenten Algemene Gezondheidswetenschappen met een BSc diploma Diëtetiek en derdejaars BSc Gezondheid en Leven.
Preklinische Neurowetenschappen 487016 dr. J.J. Koksma prof.dr. A.B. Brussaard; prof.dr. A.B. Smit (gastdocent); prof.dr. M. Verhage (gastdocent); prof.dr. W.G.J. Hoogendijk (gastdocent) studiepunten 6 periode 27.10.2008-21.11.2008 naam code coördinator docenten
Examenonderdelen
89
doel Inzicht geven in: • het normaal functioneren van het centraal zenuwstelsel van de mens, met een nadruk op substraat-gebonden kennis inclusief en beginnende bij het synaptische nivo, en verlopend via de neuronale netwerken tot en met het neuronale systeem nivo; • specifieke aandacht voor preklinisch onderzoek aan hersenziekten De student: • leert hoe het menselijk brein functioneert: vanaf het 'organisatieniveau' van genen tot aan dat van het gedrag; • raakt bekend met kernbegrippen in relatie tot de te behandelen onderwerpen; • raakt geoefend in het genereren van korte meta-analyse overzichten; • raakt bekend met de principes van proefdierkundig onderzoek; • krijgt inzicht in wetenschappelijke aanpak van hedendaags neurobiologische onderzoeksgroepen van CNCR op de VU Amsterdam; Niveau 2: verdieping inhoud Onderwerpen & preklinische context: • integratieve neurowetenschappen; • neuroanatomie en functional imaging; • synaptische transmissie en plasticiteit; • moleculaire neurobiologie en transgene dierexperimenten; • diergedrag, leren en geheugen; • neuropsychiatrische aandoeningen en emotie; • cognitie, attentie en ADHD; • verslaving; • slaap en depressie; • verouderingsziekten. Aanpak theoretisch deel: • studenten zijn verplicht tot voorbereiding per hoorcollege aan de hand van het bestuderen van een artikel en/of boekhoofdstuk; • oefenvragen per hoofdstuk via blackboard. Praktisch deel: • achtergrond/entree ondersteuning computerpraktika over de werking van zenuwcellen op cellulair en synaptisch nivo, opfris element (extra) • opdrachten over neuroanatomie aan de hand van digitale 3-D hersenatlas van de mens en muis • OGO opdrachten meta-analyse, literatuur screenen en schrijven minireview • Excursie naar het CNCR * muisgedrag faciliteit, * brain slice EEG recordings * life cell imaging * proteomics faciliteit * microarray faciliteit * DNA sequencing werkwijze hoorcolleges, werkcolleges, zelfstudieopdrachten (tevens e-learning) literatuur Boek: Psychopharmacology, Drugs, The Brain and Behavior - Jerrold S. Meyer & Linda F. Quenzer, Sinauer Associates, 2005 edition; ISBN 090
Gezondheid en leven (BSc)
87893-534-7 Syllabus toetsing minireview en tentamen doelgroep Keuzecursus voor tweedejaars BSc Gezondheid en Leven. opmerkingen Het vervolg op deze cursus is de bachelorcursus Humane Neurofysiologie (olv prof. dr. A.B. Brussaard), geprogrammeerd als (speciaal voor G&L ontwikkelde) keuzecursus aan het einde van het tweede jaar. De combinatie van deze twee cursussen is een prima voorbereiding op een eventuele stage bij het CNCR (centrum van neurowetenschappelijke onderzoeksgroepen VU/VUmc) en verplicht als voorbereiding op eventuele instroom in de Master of Neurosciences onderzoeksopleiding van de VU/VUmc. naam code coördinator docenten hoogleraar studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
Preventie 470198 dr. H.N. Plomp dr. H.N. Plomp; prof.dr. W. van Mechelen; drs. A.M.C. Plass; prof.dr.ir. J.C. Seidell prof.dr. R.A. Hirasing 6 02.02.2009-27.02.2009 Dit blok biedt inzicht in de uitgangspunten en strategieën voor het opzetten van effectieve programma¿s voor gezondheidsbevordering en ziekte preventie. Verder maakt de student kennis met de gevarieerde praktijk van gezondheidsbevordering en ziektepreventie en leert de praktische en ethische knelpunten die optreden bij de voorbereiding en implementatie van deze programma¿s kennen. In dit blok komen aan de orde: • Het doel van preventie, • Vormen van preventie (primaire, secundaire en tertiaire preventie) • Criteria en uiteenlopende strategieën voor doelmatige preventieprogramma¿s • Gezondheidsbescherming (systematische en routinematige maatregelen om schade aan gezondheid te voorkomen) • gezondheidsbevordering (fysieke en maatschappelijke omgeving en leefwijze van individuen en groepen) • Monitoren van de opbrengsten • Maatschappelijke inbedding van preventieprogramma¿s. • Ethische aspecten bij implementatie van preventieprogramma¿s. • De organisatie en inhoud van preventie op de gebieden van leefstijl, arbeid, voeding en jeugdgezondheidszorg.. Onderwijs wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges en een viertal werkgroepenbijeenkomsten die verplicht zijn. Hier bereidt de student zich voor op zijn werkstuk waarin een preventieprogramma kritisch wordt besproken en waarvoor een praktijkbezoek wordt afgelegd. Over het werkstuk geeft de student een presentatie in de werkgroep. Tenslotte dient de student een beoordeling te schrijven over het werkstuk van een andere student het zogenaamde peer-review. • Mackenbach JP, Maas van der PJ, (redactie). Volksgezondheid en gezondheidszorg, Elsevier, Maarssen, 2008. uitsluitend 4de geheel herziene druk, deel Preventie.
Examenonderdelen
91
Rose G, Sick individuals and sick populations, International Journal of Epidemiology, 2001, 30, 427-432. • Wareham NJ, Griffin, SJ. Should we screen for type 2 diabetes? Evaluation against National Screening Committee criteria, www.bjm.com, 2004. • Koplan Jeffrey, Fleming David W. Current and Future Health Challenges, JAMA, 2000, 4, 1696-1698. • Collegestof waarnaar op Black Board wordt verwezen. toetsing Er wordt een schriftelijk tentamen afgenomen dat voor 40% het eindcijfer bepaald, 40% van het eindcijfer wordt door het werkstuk bepaald, 10% door de kwaliteit van de presentatie en 10% door de kwaliteit van de peer-review. Voor tentamen en werkstuk dient een voldoende behaald te worden, d.w.z. minimaal 5,5 •
doelgroep Verplicht voor tweedejaars BSc Gezondheidswetenschappen. Keuzecursus voor tweedejaars BSc Gezondheid en Leven. opmerkingen Deelname aan werkgroepen is verplicht. Studenten werken samen in tweetallen aan het voorbereiden van de presentatie en het werkstuk. Dat betekent dat je tijdig duidelijke afspraken maakt met je samenwerkingspartner. Wanneer je onverhoopt een afspraak niet kunt nakomen, overleg dat tijdig met je partner. Wanneer bij herhaling afspraken niet worden nagekomen, mag de samenwerking worden verbroken, nadat het probleem is voorgelegd aan de werkgroepdocent. naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
Sport, beweging en gezondheid 470093 drs. R.I. Hutter drs. R.I. Hutter; dr. R. Canal Bruland 6 02.03.2009-27.03.2009 Studenten beschikken over kennis van en inzicht in de relatie tussen (recreatieve) sport of beweging en psychische en lichamelijke gezondheid. Zij zijn in staat deze inzichten toe te passen in het opstellen en evalueren van motivatiestrategieën en bewegingsprogramma's. Niveau 3: specialisatie
inhoud De cursus beoogt de studenten te introduceren in het domein van sport en beweging in relatie tot lichamelijke en psychische gezondheid. Inhoudelijk leunt het vak zwaar op het vakgebied psychologie. Aan de hand van diverse hoofdstukken uit handboeken over 'the psychology of physical activity & exercise' en literatuur over inspanningsfysiologie wordt een stand van zaken gepresenteerd en kennisgemaakt met de belangrijkste onderwerpen. Daarnaast gaan de studenten zelf actief op zoek naar informatie over een aantal specifieke thema's. In viertallen oefenen zij in een casestudie met de toepassing van begrippen uit de inspanningsfysiologie. Aan de orde komen de onderstaande onderwerpen: • Organisatie en prevalentie van sport en beweging in Nederland; • Relatie tussen bewegen en fysieke / psychische gezondheid in klinische en non-klinische populaties; en de onderliggende werkingsmechanismen; 92
Gezondheid en leven (BSc)
De keerzijde van sport en beweging: eetproblemen, doping en verslaving; Verklaringsmodellen en motivationele determinanten van beweging; • Beweging bij specifieke doelgroepen (vrouwen, kinderen, ouderen, etnische minderheden, chronisch zieken, e.d.); • Het meten van fysieke capaciteit, lichamelijke activiteit en gezondheidseffecten; • Interventiestrategieën voor individuen en groepen; Overheidsbeleid ten aanzien van sport en beweging. Combinatie van hoor- en werkcolleges, aangevuld met een verplichte opdracht in de vorm van een casestudie. De cursus vraagt een actieve werkhouding van de studenten; zij bereiden de werkcolleges voor door huiswerkopdrachten te maken, die worden gepresenteerd, dan wel ter plekke gezamenlijk worden uitgewerkt (30 uur hoor/werkcollege; 45 uur voorbereiding colleges; 16 uur casestudie; 66 uur zelfstudie; 3 uur tentamen). Reader, bestaande uit hoofdstukken uit de volgende handboeken: • Carron, A.V., Hausenblas, H.A. & Estabrooks, P.A. (2003). The Psychology of physical activity. McGraw-Hill Comp., NY, hoofdstukken 7, 17 t/m 20. • Berger, B.G., Pargman, D. & Weinberg, R.S. (2002). Foundations of Exercise Psychology. Fitness Information Technology Inc., Morgantown, hoofdstukken 4 t/m 6, 11 t/m 13. • Wilmore & Costill (1999), Physiology of Sport and Exercise, Human Kinetics, Champaign, Il., 2nd edition, hoofdstukken 4, 9, 15, 19 t/m 21. Het verplichte onderdeel casestudie wordt afgerond met een verslag, waarvoor ten minste een voldoende moet worden gescoord. Daarnaast wordt de cursus afgesloten met een schriftelijk tentamen met korte open vragen. De eindbeoordeling van de cursus vindt plaats op grond van het tentamenresultaat (70%) en de verplichte caseopdracht (20%). De ter voorbereiding van de colleges gemaakte huiswerkopdracht telt voor 10% mee in de bepaling van het eindcijfer. Keuzecursus voor derdejaars BSc Algemene gezondheidswetenschappen en Gezondheid en Leven. Humane Anatomie en Fysiologie (470104) moet met goed gevolg zijn afgerond. Deze cursus zal gedeeltelijk in het Engels worden gedoceerd. • •
werkwijze
literatuur
toetsing
doelgroep voorkennis opmerkingen naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
Structuurbiologie 470056 dr. D. Bald dr. D. Bald; P. Voeller 6 28.04.2009-29.05.2009 Kennis van structuur, functie en remming van eiwitten, met name methodes waarmee je deze eigenschappen kunt bestuderen. Je kunt deze kennis later gebruiken als je b.v. het moleculaire mechanisme van een ziekte (eiwit misfunctie) of de werkwijze van medicijnen (remming van een eiwit) wilt verhelderen, maar ook voor biotechnische toepassingen of voor fundamenteel onderzoek. Eindtermen De student kent:
Examenonderdelen
93
Grondslagen/toepassingen van eiwit expressie, zuivering, structuur functie eiwit-eiwit of eiwit-antibiotica interactie. De student kan: • eiwit structuren met computer-applicaties opzoeken en analyseren; • eiwit-biochemische methodes toepassen (affiniteits-chromatografie, spectrofotometrie, fluorescentie, eiwit-labelling methodes, gelelectroforese, activiteitbepalingen). Niveau 2: verdieping •
inhoud Wij beginnen met een repetitie/overzicht van eiwit structuur en functie. Vervolgens gaan wij met practica aangevuld door colleges, computer sessies en zelfstudie aan de slag en behandelen beginselen/methodes/technieken die je voor welk eiwit dan ook kunt gebruiken zoals: • Hoe kan je een eiwit met behulp van bacteriën produceren? • Hoe kan je een eiwit zuiveren? • Hoe kan je structuur en functie van een eiwit onderzoeken? Hoe kan je de structuur met computer software bekijken en hieropgebaseerd een experiment plannen? • Hoe werken antibiotica? Hoe kan je het target eiwit van een antibioticum bepalen? Hoe worden bacteriën resistent tegen antibiotica? • Hoe kan je eiwit-eiwit of eiwit-antibioticum interactie meten of voor een biomedisch/biotechnisch doel gebruiken? • Hoe kan ik een experimentele strategie plannen? Welke factoren zijn belangrijk voor het slagen van mijn experiment? werkwijze Je doet zelf experimenten in kleine groepen (2-4 studenten) op het Structuurbiologie lab samen met begeleider (50 uur), aangevuld door hoorcolleges (15 uur), computersessies en zelfstudie. In groepjes schrijf je een verslag en houd je een praatje over de experimenten. literatuur CD met collegestof en practicumhandleiding toetsing Verslag (50 %), voordracht (50 %). doelgroep Keuzecursus voor derdejaars bachelorstudenten Biologie, Biomedische wetenschappen en Gezondheid en Leven. De cursus staat open voor studenten van andere opleidingen en wordt aanbevolen voor Masterstudenten Biomolecular Science en andere Masterstudenten die praktische waardigheden willen bijspijkeren. voorkennis Cursussen Biologische chemie en Biochemie. opmerkingen Bij het experimentele gedeelte is het dragen van een laboratoriumjas verplicht. Maximum aantal deelnemers 40. Voorrang wordt verleend aan BSc studenten Biomedische Wetenschappen en Biologie. De colleges worden in het Engels gegeven, de andere onderdelen (practicum, verslag, voordracht) zijn in het Nederlands. naam code coördinatoren studiepunten periode doel
94
Voeding en gezondheid 470206 dr. C.M. Doak; dr.ir. M.R. Olthof 6 28.04.2009-29.05.2009 Het verwerven van inzicht in algemene voedingskennis, de rol van voeding bij gezondheid en ziekte en de interpretatie van onderzoek op dit gebied, en Gezondheid en leven (BSc)
inhoud
literatuur toetsing doelgroep naam code coördinatoren docenten
de plaats van voeding in volksgezondheidsbeleid. Eindtermen De belangrijkste leerdoelen zijn als volgt: • De functie en voedselbronnen van essentiële voedingsstoffen kunnen noemen. • Inzicht hebben in de rol van biobeschikbaarheid en interacties tussen voedingscomponenten op de gezondheidseffecten van voeding en hier voorbeelden van kunnen geven. • Inzicht hebben in de fysiologie van het maag-darmstelsel • Kunnen uitleggen hoe aanbevolen hoeveelheden worden berekend, deze kunnen interpreteren, en voorbeelden kunnen noemen voor veranderende voedingsbehoeften over de levenscyclus. • De voordelen en beperkingen van methoden om voedingsinneming te meten kunnen benoemen en de keuze bij verschillende toepassingen kunnen beargumenteren. • Methoden van meting van lichaamssamenstelling kunnen beschrijven en de keuze bij verschillende toepassingen kunnen beargumenteren. • Voorbeelden kunnen noemen van voedingstherapie bij de behandeling van ziektes en de belangrijkste principes van deze behandeling kunnen noemen. • De belangrijkste voedingsgerelateerde aandoeningen kunnen noemen (in Nederland en wereldwijd) en de rol van voeding in de etiologie van deze aandoeningen kunnen beschrijven. • Informatiebronnen over voeding kunnen vinden en gebruiken voor de beantwoording van vragen over voeding en gezondheid. • De rol van maatschappelijke organisaties bij belangrijke ontwikkelingen m.b.t. voeding en gezondheid kunnen noemen. Niveau 1: basiscursus Basiskennis van de voedingsleer (biobeschikbaarheid, fysiologische functie, en aanbevolen hoeveelheden van micro- en macronutriënten, voedingsbehoeften in de levenscyclus) en de rol van voeding bij het ontstaan en de behandeling van ondervoeding, overgewicht en chronische ziekten. Voedingsonderzoek: meting voedingsinneming, opzet en interpretatie voedingsonderzoek. Voedingsbeleid: rol van verschillende organisaties in het beleid ten aanzien van voeding en gezondheid. Gibney MJ, Vorster HH, Kok FJ Eds. Introduction to human nutrition. Blackwell Publishing, 2002. De opdrachten behorende bij de werkcolleges/practica dienen voldoende te zijn om voor dit vak te slagen. Het cijfer wordt bepaald door het schriftelijke meerkeuze tentamen. Verplicht voor tweedejaars BSc Gezondheid en Leven. Volksgezondheid en genetica 470075 mw.prof.dr. M.C. Cornel; drs. A.M.C. Plass mw.prof.dr. M.C. Cornel; drs. A.M.C. Plass; dr. C.E. van El; prof. H. Meininger; dr D.R.M. Timmermans; dr. A. Pieters; drs. J.H. Kleinveld; Gastsprekers; dr. B.J.M. Frederiks (Gezondheidsrecht); dr. L. Henneman
Examenonderdelen
95
studiepunten 6 periode 02.03.2009-27.03.2009 doel • De student kan aan het einde van de cursus uitleggen dat sommige ziekten volgens Mendeliaanse principes overerven, maar dat erfelijkheid een andere rol speelt bij veel ziekten die belangrijk zijn voor de volksgezondheid (zoals hart- en vaatziekten, kanker, diabetes mellitus). Hij/zij kan beschrijven op welke wijze gen en omgeving samen van invloed zijn op het ontstaan van ziekte; • De student kan aan het einde van de cursus uitleggen dat preventie-opmaat met name van klinisch nut is, wanneer er sprake is van interactie tussen gen en omgeving. • De student kan aan het einde van de cursus beschrijven hoe en waar in de gezondheidszorg in Nederland genetica/genomics een rol speelt (klinische genetica, genetische screening). Tevens kan hij/zij aangeven waar verdere ontwikkelingen te verwachten zijn; • De student kan aan het einde van de cursus de verschillende doelen van public health en genetica bespreken, alsmede de ethische dilemma's hierin; • De student kan aan het einde van de cursus uitleggen hoe kennis van de genetica/genomics in de gezondheidszorg geïmplementeerd kan worden, en welke moeilijkheden hierbij verwacht kunnen worden. Niveau 2: verdieping inhoud Aan de orde komen de volgende onderwerpen: • Verschillende manieren waarop afwijkingen in DNA of chromosomen leiden tot ziekte; • De impact van genetische aandoeningen op individu en samenleving; • Populatiegenetica; • Gezondheidszorg rond genetische aandoeningen (klinische genetica, genetische screening, hielprik, prenatale screening, preconceptiezorg); • Risicocommunicatie, risicoperceptie, informed decision making; • Het spanningsveld tussen public health en genetica; • Ethische, juridische, historische en sociale aspecten van genetica; • Implementatie: hoe verloopt het proces van nieuwe kennis naar algemeen beleid? • Gen-omgevingsinteractie, susceptibiliteitstesten, criteria voor screening, direct-to-consumer testing, duizend dollar genoom. werkwijze • Hoorcollege; • Referaten voor de hele groep; • Discussies rond actuele dilemma's op het gebied van Volksgezondheid en Genetica; • Werkgroepen Per week zijn er 14 contacturen. Tussendoor bereidt de student de opdrachten voor. De eerste presentatie wordt al op de tweede cursusdag gegeven. Bij de contacturen (exclusief hoorcolleges) is aanwezigheid verplicht. Bij afwezigheid (max 1 keer) dient een paper geschreven te worden, ter beoordeling aan de docent. literatuur Verplicht: Syllabus (wordt op de eerste cursusdag aangeboden tegen kostprijs:± 10 euro). 96
Gezondheid en leven (BSc)
Boek: Stewart A, Brice Ph, Burton H, Pharoah P, Sanderson S & Zimmern R. Genetics, Health Care and Public Policy. 2007. Cambridge University Press. ISBN-13: 9780521529075. toetsing Er is een schriftelijk tentamen bestaande uit 20 multiple choice en 5 essay vragen aan het einde van de cursus. Dit bepaalt 60% van het eindcijfer, en moet met minimaal 5.0 zijn beoordeeld. De overige 40% wordt bepaald door de beoordeling van de referaten. doelgroep Keuze voor derdejaars BSc Algemene gezondheidswetenschappen en BSc Gezondheid en Leven. opmerkingen Het blok wordt verzorgd door de Afdeling Klinische Genetica van het VU medisch centrum. Maximum aantal deelnemers is 48. naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
Vorm en functie 487005 dr. R.E. van Kesteren dr. R.E. van Kesteren; dr. S. Spijker; dr. T.J. de Vries; dr. P. Voorn; dr. M.H.G. Verheijen 6 27.10.2008-19.12.2008 Inzicht verkrijgen in de opbouw van het menselijk lichaam op het niveau van cellen, weefsels, organen en orgaansystemen en het verkrijgen van kennis en begrip van de functies van verschillende orgaansystemen, met de nadruk het zenuwstelsel. Eindtermen: • De student kent de opbouw van cellen in het algemeen alsmede de belangrijkste celtypen en hun specialisaties, kan de functies van de belangrijkste celorganellen benoemen, en weet hoe weefsels zijn opgebouwd en uit welke celtypen ze bestaan. • De student kent de opbouw en de werking van het zenuwstelsel en begrijpt de regulerende rol van het zenuwstelsel, alsmede hoe ontregeling van het zenuwstelsel bijdraagt aan de ontwikkeling van hersenziektes (verslaving als voorbeeld). • De student kan met een microscoop werken. • De student kent de opbouw van de menselijke hersenen. • De student kan eenvoudige primaire wetenschappelijke artikelen lezen, begrijpen, en aan anderen presenteren. Niveau 1: basiscursus • De cel als functionele eenheid (opbouw van cellen, celorganellen, celtypen en celfuncties, cellulaire communicatie, celverbanden en weefsels); • Functionele organisatie van het zenuwstelsel (anatomie van het zenuwstelsel, zenuwcellen, informatiecodering, synaptische transmissie, neuronale en synaptische plasticiteit, de rol van de hersenen in verslaving); • Microscoopprakticum cellen en weefsels; • Demonstratieprakticum hersenanatomie. hoorcollege, PGO, practica Martini, F. H., Fundamentals of Anatomy and Physiology. Uitgereikte literatuur.
Examenonderdelen
97
toetsing tentamen, verslag en presentatie doelgroep Verplicht voor eerstejaars BSc Gezondheid en Leven.
98
Gezondheid en leven (BSc)