Inhoudelijk jaarverslag 2014
Stip Hilversum Stichting Openbaar Basisonderwijs Hilversum
Voorwoord Jaarlijks leggen het bestuur en de RvT van Stip Hilversum in het jaarverslag aan alle belanghebbenden (zoals medezeggenschapsraden, personeel, ouders, gemeente Hilversum) verantwoording af voor het gevoerde beleid, zowel inhoudelijk als financieel. In dit verslag geeft de stichting aan welke activiteiten binnen de begroting zijn ondernomen om de gestelde doelen voor het betreffende jaar te verwezenlijken. Het gaat daarbij om voorgenomen en uitgevoerd beleid -omschreven in het meerjarenbeleidsplan- dat bestuur, management en leerkrachten in samenwerking met ouders uitvoert om leerlingen goed openbaar onderwijs te bieden. De 11 Hilversumse openbare basisscholen (incl. de International Primary School), gehuisvest op 16 locaties, vormen samen Stip Hilversum. Deze Stip-scholen werken gezamenlijk aan de kwaliteit van het openbaar onderwijs voor ca. 3.200 kinderen uit Hilversum en omstreken. Verbetering van de kwaliteit van het onderwijs is voor het bestuur en de scholen de grootste opdracht. Dat betekent niet alleen dat de scholen voldoen aan de eisen van de inspectie, maar dat een groot deel van de Stip-scholen het durft om de ambities hoger te stellen. Daarbij hebben we de opdracht onze leerlingen met al hun talenten te begeleiden in hun ontwikkeling en hen voor te bereiden op de maatschappij van de 21e eeuw. We richten ons hierbij niet alleen op hun cognitieve, intellectuele talenten, maar ook op de praktische, sociaal-emotionele én creatieve talenten van onze leerlingen. En bovenal bieden we onze leerlingen een veilig schoolklimaat, waarin kinderen -met respect voor elkaar- kunnen zijn wie ze willen zijn. Goed onderwijs vraagt professionele, excellente én nieuwsgierige leerkrachten (en andere medewerkers) die binnen hun school én binnen de stichting samenwerken om van en met elkaar te leren. ‘Leren met en van elkaar’ is een motto dat tegelijk te gebruiken is op het niveau van leerlingen, leerkrachten én scholen. We moedigen leerkrachten en schoolleiders aan met lef op zoek te gaan naar nieuwe werkwijzen, nieuwe onderwijsvisies, nieuwe kansen. Samen problemen oplossen, gebruik maken van elkaars kennis, maar ook leren van eigen onderzoek. Op deze manier geven we vorm aan de professionele dialoog in onze stichting. We vragen van onze medewerkers dat ze blijven werken aan de ontwikkeling van hun kennis en vaardigheden. Dat kan onder andere in de in augustus 2014 gestarte Stip Academie, een intern trainingsprogramma voor alle medewerkers. Daarnaast werkt een groot deel van de teams aan de verbetering van hun didaktische vaardigheden, onder andere door het volgen van de trainingen als Teach like a Champion. In 2014 is er ook een start gemaakt met het opleiden van auditteams, die in 2015 een aantal scholen zullen bezoeken voor een interne audit. In 2014 is er ook hard gewerkt aan de kwaliteit van de schooldirecteuren. Onderzoek heeft aangetoond dat de kwaliteit van schoolleiders samenhangt met de kwaliteit van de lessen op hun scholen: hoe beter de schooldirecteuren, hoe beter die lessen zijn. Dit onderstreept het breed gedragen belang van investeren in de professionalisering van directeuren. Om die reden zijn de maandelijkse vergaderingen van Stip-directeuren in de loop van dit jaar omgezet naar bijeenkomsten waarin de directeuren met en van elkaar leren, elkaar inspireren, ervaringen en good practices uitwisselen en gezamenlijk beleid ontwikkelen. In 2014 is er om verschillende redenen van een aantal directeuren afscheid genomen; we zijn erin geslaagd deze vacatures te vervullen met ambitieuze, ondernemende directeuren die samen met hun teams de desbetreffende scholen nog beter op de kaart zullen zetten. Onderzoek toont ook aan dat hoe sterker besturen de kwaliteit van scholen bewaken en stimuleren, hoe beter de schooldirecteuren zijn en de kwaliteit van het onderwijs op de scholen toeneemt. De bestuurder en stafmedewerkster Onderwijs en Kwaliteit van de stichting hebben het afgelopen jaar veelvuldig de scholen bezocht, hebben lessen bijgewoond en zijn met teams en directeuren in gesprek gegaan over het onderwijs. Daarbij ondersteunen zij niet alleen de directeuren bij schoolverbetertrajecten, maar vragen zij, zoals dat in een professionele cultuur gewoon is, 1
bijvoorbeeld ook om verantwoording van de resultaten. Daarbij kan opgemerkt worden dat de (toets)opbrengsten van de scholen het afgelopen jaar zijn toegenomen en de inspectie heel tevreden is over de ontwikkelingen binnen Stip Hilversum. Concreet heeft dit er onder andere toe geleid dat de Lelyschool er in één jaar in is geslaagd weer in het basisarrangement te komen. En dat is een compliment waard voor leerkrachten, intern begeleider en directeur van de school, die in 2014 keihard gewerkt hebben om de kwaliteit van hun school te vergroten. Goed onderwijs vraagt ook om innovaties. In 2014 is er een start gemaakt met een aantal innovatieve projecten, onder andere op het gebied van hoog- en meerbegaafdheid en op het gebied van taalonderwijs aan jonge kinderen. Dit heeft onder andere al geleid tot een ander beleid voor hoogbegaafden binnen de Stip-scholen, waarmee in het schooljaar 2015-2016 een start zal worden gemaakt. Op OBS De Dubbeldekker is in 2014 een start gemaakt met IMC Basis. Leerlingen van groep 7 en 8 van deze school krijgen één middag in de week gastcolleges van deskundigen op het gebied van wetenschap en cultuur. De leerlingen volgen er bijvoorbeeld lessen in presenteren, informatie zoeken en debatteren en werken zo ook aan het vergroten van hun zelfvertrouwen, lef, motivatie en toekomstperspectief. Op één van de andere Stip-scholen, de Violenschool, is in 2014 een start gemaakt met Tweetalig Primair Onderwijs, waarbij tussen de 30 en 50% van het onderwijs in het Engels plaatsvindt. We zijn er trots op dat de Violenschool -van de in totaal 12 basisscholen in Nederland- door het Ministerie van Onderwijs is aangewezen om deze pilot te starten. In het najaar van 2014 heeft ook de Gooise Daltonschool groen licht gekregen van het ministerie om met Tweetalig Primair Onderwijs te starten. Dit nieuwe aanbod past ook binnen het streven van Stip om de scholen de komende jaren nog beter te profileren. In dat kader zijn er voor de Stip-scholen in 2014 nieuwe informatiefolders gemaakt en nieuwe websites ontwikkeld; daarnaast is er een gemeenschappelijke open dag georganiseerd waarbij nadrukkelijk de publiciteit is gezocht, alles met het idee om de scholen beter voor het voetlicht te brengen van (toekomstige) ouders in Hilversum. In dat kader zoeken Stip en de scholen ook nadrukkelijk de samenwerking met organisaties voor kinderopvang, peuterspeelzaal, sport en cultuur én het bedrijfsleven in Hilversum. Gedurende het verslagjaar is het leerlingenaantal van Stip Hilversum als totaal nagenoeg gelijk gebleven, hetgeen een mooie prestatie is na twee jaren van lichte daling. Desondanks zullen we de komende jaren rekening moeten houden met een lichte krimp van het aantal leerlingen, ook als ons marktaandeel (ca. 42%) in het basisonderwijs in Hilversum gelijk blijft. Deze krimp van leerlingen is in vrijwel het gehele primair onderwijs waar te nemen. In 2020 gaan er in Nederland zo’n 100.000 leerlingen minder naar de basisschool dan in 2013. De verwachting is dat in Hilversum de krimp ieder jaar tussen de 1 en 2% zal liggen. Minder leerlingen betekent minder bekostiging. Financieel is Stip Hilversum gezond, maar vanzelfsprekend anticipeert de stichting op deze terugloop door kritisch naar de uitgaven te kijken, bijvoorbeeld door nieuwe contracten met leveranciers en dienstverleners af te sluiten. In augustus 2014 is bijvoorbeeld de schoonmaak van alle scholen na een Europese aanbesteding door een ander bedrijf overgenomen. Eind 2014 is er afscheid genomen van het administratiekantoor Dyade, dat vele jaren de financiële en personele administratie voor Stip verzorgde; voor het boekjaar 2014 en het opstellen van dit jaarverslag hebben we nog gebruikt gemaakt van de diensten van Dyade. Vanaf januari 2015 verzorgt Onderwijsbureau Twente de personele en financiële administratie voor Stip. Naast bezuinigingen in de bedrijfsvoering moet er helaas ook voorzichtig in de formatie worden gesneden, voorzichtig omdat het streven van het bestuur is om zoveel mogelijk handen in de klas te hebben en de overheadkosten zo laag mogelijk te houden. De kwaliteit van het onderwijs moet gewaarborgd zijn. Goed financieel beleid betekent ons inziens -binnen de kaders van de begroting- ook durven investeren in verdere ontwikkeling van ons onderwijs, in innovaties, in scholing van leerkrachten, in 2
gezonde en duurzame onderwijshuisvesting, in mooiere schoolpleinen, in profilering van de scholen etc. Stip wil (financieel) ruimte geven aan initiatieven die de kwaliteit en diversiteit van het onderwijs ten goede komen. Om die reden is in 2014 een groot deel van de gelden uit het Najaarsakkoord geïnvesteerd in hiervoor genoemde plannen. Stip Hilversum blijft zich voortdurend inspannen voor goed, pluriform en algemeen toegankelijk openbaar onderwijs. Elk kind verdient goed onderwijs. Met een goede opleiding gaat er een wereld voor je open. Op onze Stip-scholen maken kinderen zich kennis en vaardigheden eigen waarvan zij hun leven lang profijt hebben. Zij leren de wereld kennen in al zijn gevarieerdheid en complexiteit. En ze ontwikkelen zichzelf, als individu, in een snel veranderende wereld. De Stip-scholen helpen kinderen daarom ook bij het verwerven van 21e eeuwse vaardigheden als samenwerken, communiceren, ICT-gebruik, creativiteit, kritisch en probleemoplossend denken. Het afgelopen jaar was voor Stip een jaar van transities, of beter gezegd: een jaar waarin we een start hebben gemaakt met een aantal transities die de komende jaren nog verder vorm zullen krijgen. Een groot deel van die veranderingen zullen onderdeel uitmaken van het nieuwe strategische beleid van de stichting, dat in augustus 2015 gepresenteerd zal worden. Tot slot, 2014 was ook een triest jaar waarin leerlingen, ouders, leerkrachten en andere medewerkers van onze stichting in juli werden geconfronteerd met de gevolgen van het neerhalen van het vliegtuig van vlucht MH17 van Malaysia Airlines. Bij deze vliegramp kwamen tot ons grote verdriet een leerling en zijn broer (en tevens oud-leerling) van basisschool Elckerlyc, locatie Schuttersweg, om; ook een oud-leerling van de Violenschool behoorde tot de 298 slachtoffers. In verschillende, indrukwekkende bijeenkomsten zijn deze slachtoffers in Hilversum en op de Elckerlyc-school herdacht. Op die manier konden leerlingen, ouders en leerkrachten steun bij elkaar vinden.
Geert Looyschelder, directeur-bestuurder Stip Hilversum april 2015
3
Inhoudsopgave Voorwoord..................................................................................................................................................... 1 Inhoudsopgave............................................................................................................................................... 4 1. Organisatie ................................................................................................................................................. 6 Bestuursmodel .................................................................................................................................... 6 Code goed bestuur .............................................................................................................................. 6 Organisatiestructuur ........................................................................................................................... 6 Directeur-bestuurder .......................................................................................................................... 7 Bovenschools management en staf .................................................................................................... 7 2. Raad van Toezicht....................................................................................................................................... 8 Taak en samenstelling van de Raad van Toezicht ............................................................................... 8 Werkzaamheden in het verslagjaar .................................................................................................... 8 Ontwikkelingen in het verslagjaar ...................................................................................................... 9 Tot slot ................................................................................................................................................ 9 3. Missie en visie .......................................................................................................................................... 10 Missie ................................................................................................................................................ 10 Visie ................................................................................................................................................... 10 4. Strategisch beleidsplan en meerjarenbeleid .............................................................................................. 11 Strategisch beleid.............................................................................................................................. 11 Meerjarenbeleid ............................................................................................................................... 11 Meerjarenbegroting .......................................................................................................................... 11 Besturingsfilosofie............................................................................................................................. 11 5. Onderwijskwaliteit en Opbrengsten .......................................................................................................... 12 Kwaliteitsontwikkeling ...................................................................................................................... 13 Kwaliteit ............................................................................................................................................ 13 Opbrengstgericht werken ................................................................................................................. 13 Netwerk intern begeleiders .............................................................................................................. 13 1-zorgroute ....................................................................................................................................... 14 Voor- en vroegschoolse educatie ..................................................................................................... 14 Schakelklassen en COBO groepen..................................................................................................... 14 Strategisch beleidsplan 2014-2015 Onderwijs ................................................................................. 15 Leerresultaten ................................................................................................................................... 16 Inspectie van het Onderwijs ............................................................................................................. 17 Uitstroom van leerlingen naar het VO in 2014 ................................................................................. 18 Passend onderwijs ............................................................................................................................ 20 6. Ontwikkelingen ........................................................................................................................................ 21 Financiële ontwikkeling..................................................................................................................... 21 Vergoedingen van de rijksoverheid .................................................................................................. 21 7. Overige onderwerpen ............................................................................................................................... 22 Schoolplannen en gidsen .................................................................................................................. 22 Onderwijstijd..................................................................................................................................... 22 Ouderbetrokkenheid......................................................................................................................... 22 Aanbestedingsproces schoonmaak................................................................................................... 22 Klachten en meldingen ..................................................................................................................... 22 8. Leerlingen ................................................................................................................................................ 23 Prognoses leerlingenaantallen .......................................................................................................... 23 9. Medezeggenschap .................................................................................................................................... 25 Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad ................................................................................. 25 10. Personeel ............................................................................................................................................... 26 Vorderingen Strategisch Beleidsplan ................................................................................................ 26 4
Functiemix ......................................................................................................................................... 26 In- en uitstroom ................................................................................................................................ 27 Verhouding mannen en vrouwen ..................................................................................................... 27 Verhouding parttime en fulltime ...................................................................................................... 27 Gewogen gemiddelde leeftijd ........................................................................................................... 27 Stagiaires ........................................................................................................................................... 27 Ziekteverzuim.................................................................................................................................... 28 Overige kengetallen .......................................................................................................................... 28 11. Huisvesting ............................................................................................................................................. 30 Verbouwing O.B.S. Elckerlyc Schuttersweg ...................................................................................... 30 Vervangende nieuwbouw Lorentzschool Anna’s Hoeve .................................................................. 30 Onderwijskundige vernieuwingsgelden ............................................................................................ 30 Overdracht gebouwen ...................................................................................................................... 31 Onderhoud gebouwen ...................................................................................................................... 31 Duurzaamheid ................................................................................................................................... 31
5
1. Organisatie Bestuursmodel De stichting Stip Hilversum vormt het bevoegd gezag over 11 basisscholen (waaronder de International Primary School) met in totaal 16 locaties. Binnen Stip Hilversum bestaat een scheiding tussen het bestuur en het intern toezicht, door toepassing van het ‘Raad van Toezicht model‘. De directeur-bestuurder vervult het bevoegd gezag en hij is eindverantwoordelijk en aansprakelijk voor alle zaken die betrekking hebben op de stichting en het besturen van de scholen. De stichting heeft naast de Raad van Toezicht als interne toezichthouder de gemeenteraad als externe toezichthouder. De rollen van beide toezichthouders zijn vastgelegd in de statuten van de stichting. Code goed bestuur Stip Hilversum houdt zich aan de gedragsregels van de code goed bestuur, zoals die voor het primair onderwijs is opgesteld door de PO-Raad. Met deze code sluiten wij aan op de actuele inzichten in ‘goed bestuur’. Tevens is de code in overeenstemming met de in begin 2010 aanvaarde wijzigingen in de WPO en WEC omtrent de scheiding van toezicht en bestuur en de verbetering van intern toezicht. In de code staan bepalingen ten aanzien van de functiescheiding. Organisatiestructuur In het onderstaand schema wordt de structuur van de organisatie weergegeven:
6
Directeur-bestuurder Sinds 1 november 2013 is de heer drs. G. (Geert) Looyschelder aangesteld als directeur-bestuurder van Stip Hilversum en is hij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de organisatie. Bovenschools management en staf De directeur-bestuurder wordt met betrekking tot de beleidsontwikkeling ondersteund door het bovenschools management en stafmedewerkers. Het bovenschools management wordt gevormd door: dhr. E.G. (Eric) Borst, hoofd personeelszaken mevr. C.T.M. (Caroline) van Veen, hoofd kwaliteitszorg en onderwijs mevr. G.B. (Inge) Boers, controller financiën De bovenschoolse staf wordt gevormd door: mevr. C. (Conny) Bezuur, secretariaat mevr. S.W.M. (Sylvia) Brakkee, secretariaat mevr. B (Barbera) Cantor, beleidsondersteuner/secretariaat mevr. H. (Hiske) Degen, beleidsondersteuner/secretariaat Het bezoekadres van het bestuurskantoor vindt u aan het Laapersveld 59, 1213 VB Hilversum. (Gebouw Laapersstaete, ingang B, 3e verdieping). Het telefoonnummer is (035) 622 13 70, het emailadres is
[email protected].
7
2. Raad van Toezicht Taak en samenstelling van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht (RvT) adviseert en houdt toezicht op het beleid van de stichting uitgevoerd door de directeur-bestuurder. De leden van de RvT zijn verantwoordelijk en aansprakelijk voor de wijze waarop zij het toezicht op de directeur-bestuurder uitoefenen. Tevens is zij werkgever van de directeur-bestuurder. De RvT bestond in 2014 uit een vijftal leden: Dhr. J.C. (Jan) van Westering (voorzitter) Mevr. M.L.J. (Lous) van Haarst (vice-voorzitter) Dhr. R.P.J. (Rob) van Breemen (m.i.v. februari 2014) Dhr. H. (Bert) Sonneveld Mevr. G. (Grietje) de Vries Mevrouw C (Caroline) Bijlard-Schouten ondersteunt de RvT administratief en verzorgt de notulen. Werkzaamheden in het verslagjaar De Raad van Toezicht heeft in het jaar 2014 in totaal vijf keer vergaderd, samen met de directeurbestuurder en -indien gewenst- de leden van het bestuursbureau. Aansluitend aan deze vergaderingen vindt er in veel gevallen nog een korte vergadering met alleen de RvT-leden plaats. Onderwerpen die in de RvT aan de orde zijn gekomen:
Jaarverslag Raad van Toezicht Bestuursformatieplan 2014-2015 Bestuursbegroting 2015 Jaarrekening 2013 Inrichting en voortgang projectplan ‘Met Stip op 1’ Overdracht juridische eigendom en buitenonderhoud schoolgebouwen Werving zesde Raad van Toezicht lid met onderwijskundig profiel Prognoses leerlingenaantallen en invloed daarvan op doelstellingen STIP Financiële kwartaalrapportages Onderwijskwaliteit en inspectierapporten Tweetalig onderwijs Vertrek en wisseling schooldirecteuren Ziekteverzuim Inzet middelen Herfstakkoord MH17 herdenking op een aantal STIP scholen KPI’s waarop in 2015 gerapporteerd zal worden door het bestuur Nieuwbouw Anna’s Hoeve Invulling financiële functie op het bestuursbureau Overgang naar ander administratiekantoor per 01-01-2015 Overgang naar nieuw schoonmaakbedrijf per 01-07-2014 CITO resultaten Update RvT reglement en directiereglement
Belangrijke besluiten die in deze vergaderingen zijn genomen: Instemming bestuursformatieplan 2014-2015 Goedkeuring jaarrekening 2013 Instemming voorgelegde begroting 2015 Benoeming RvT lid Rob van Breemen en herbenoeming voorzitter RvT Jan van Westering 8
Vaststellen nieuwe RvT reglement en directiereglement Benoeming directeur-bestuurder voor onbepaalde tijd
Ontwikkelingen in het verslagjaar In februari 2014 is Rob van Breemen als nieuw RvT lid benoemd. Hij beheert samen met Grietje de Vries de portefeuille financiën. De RvT heeft in september 2014 een zelfevaluatie gedaan. De belangrijkste punten: De samenstelling van de RvT is evenwichtig maar een extra lid met een onderwijskundige bagage is welkom; de vacature hiervoor is in maart 2015 gepubliceerd. Er is behoefte aan meer gestructureerde informatie waarop gestuurd kan worden (samen met de directeur-bestuurder zijn inmiddels een aantal KPI’s vastgesteld waarop gerapporteerd gaat worden). RvT reglement, document werkwijze RvT en directiereglement zijn niet meer up-to-date (op 15 december 2014 zijn de herziene versies vastgesteld). Binnen de RvT is open communicatie mogelijk. De acties die worden geformuleerd, moeten worden nagekomen. De voorzitter zal dit bewaken. In 2014 heeft een aantal leden van de RvT twee bijeenkomsten bijgewoond inzake goed bestuur in het onderwijs. In november 2013 is Geert Looyschelder, de nieuwe directeur-bestuurder benoemd. Hij is voortvarend aan de slag gegaan om STIP op een positieve en ambitieuze manier op de kaart te zetten. De veranderingen die dit met zich meebrengt zorgen logischerwijs soms voor onrust in de organisatie, maar nu de ‘STIP’ op de horizon steeds duidelijker wordt zal de onrust bij velen zijn omgeslagen in enthousiasme en hernieuwd elan. In november 2014 is het contract van Geert Looyschelder omgezet in een contract voor onbepaalde tijd. De Stichting is financieel gezond, het eigen vermogen is ruim voldoende. Besloten is derhalve om de meevallers van 2012 en 2013 in 2014 te gebruiken voor een aantal projecten die de onderwijskwaliteit vergroten, er is onder andere een project voor hoogbegaafde leerlingen opgezet. Deze gelden zullen ook in 2015 nog worden besteed. Tot slot De RvT ziet het verhogen van de onderwijskwaliteit als het speerpunt voor het komende jaar. Complementair hieraan zijn het bewaken van de financiële positie en het behouden/vergroten van het marktaandeel van het openbaar onderwijs in Hilversum. De RvT bedankt allen die binnen STIP werken voor de goede samenwerking. Hilversum, 15 maart 2015 Jan van Westering, voorzitter Raad van Toezicht Stip Openbaar Basisonderwijs Hilversum
9
3. Missie en visie Missie De stichting ziet het als haar missie om openbaar en algemeen toegankelijk primair onderwijs te bieden voor kinderen van 4 tot 12 jaar ongeacht afkomst, cultuur of religie. Een evenwichtige spreiding van en diversiteit binnen het openbaar primair onderwijs van Hilversum is voor het bestuur een belangrijke opdracht. Daarnaast ziet Stip Hilversum het als haar missie het Engelstalige basisonderwijs in Hilversum te versterken, door middel van de Internationale Primary School en afdelingen Tweetalig Primair Onderwijs binnen de reguliere scholen. Stip Hilversum blijft zich voortdurend inspannen voor goed, pluriform openbaar onderwijs. Elk kind verdient goed onderwijs. Met een goede opleiding gaat er een wereld voor je open. Op onze Stipscholen maken kinderen zich kennis en vaardigheden eigen waarvan zij hun leven lang profijt hebben. Zij leren de wereld kennen in al zijn gevarieerdheid en complexiteit. En ze ontwikkelen zichzelf, als individu, in een snel veranderende wereld. De Stip-scholen helpen kinderen daarom ook bij het verwerven van 21e eeuwse vaardigheden als samenwerken, communiceren, ICT-gebruik, creativiteit en kritisch en probleemoplossend denken. Visie De stichting stelt zich tot taak om optimale ontplooiingsmogelijkheden aan alle leerlingen te bieden om maximaal de aanwezige talenten te ontwikkelen binnen een passende leerroute met respect voor sociale, culturele en religieuze aspecten in de omgeving. Daarnaast dient de kwaliteit van alle scholen te voldoen aan de geformuleerde kwaliteitsnormen. Voor het overige mogen scholen maximaal verschillen. Hiermee biedt het bestuur scholen de ruimte om binnen de gestelde kaders op zoek te gaan naar een ‘eigen’ identiteit en schoolcultuur. Het openbaar primair onderwijs Hilversum verwelkomt in principe elke leerling. Afhankelijk van de leerling en de omstandigheden waarin de school zich bevindt, zijn er grenzen aan deze toegankelijkheid. Bijvoorbeeld als de bandbreedte van de zorg op school niet toereikend is voor benodigde zorg voor de aangemelde leerling. In het kader van passend onderwijs gaat de school dan op zoek naar de juiste zorg voor de leerling. De kinderen, ouders en het personeel van de school zijn deelnemers van de Nederlandse democratische samenleving. De school is een samenleving in het klein, maar wel groot genoeg om de democratie in praktijk te brengen. Vertegenwoordiging in besluitvorming, transparante communicatie, respect voor elkaar en verantwoording afleggen zijn belangrijke onderdelen van deze democratie die wij op onze scholen in praktijk gebracht willen zien. Verbetering van de kwaliteit van het onderwijs blijft voor het bestuur en de scholen een belangrijke opdracht. Dat betekent niet alleen dat de scholen voldoen aan de eisen van de inspectie, maar dat een groot deel van de Stip-scholen het durft om de ambities hoger te stellen. Daarbij hebben we de opdracht onze leerlingen met al hun talenten te begeleiden in hun ontwikkeling en hen voor te bereiden op de maatschappij van de 21e eeuw. We richten ons hierbij niet alleen op hun cognitieve, intellectuele talenten, maar ook op de praktische, sociaal-emotionele én creatieve talenten van onze leerlingen. En bovenal bieden we onze leerlingen een veilig schoolklimaat, waarin kinderen -met respect voor elkaar- kunnen zijn wie ze willen zijn. Goed onderwijs vraagt professionele, excellente én nieuwsgierige leerkrachten (en andere medewerkers) die binnen hun school én binnen de stichting samenwerken om van en met elkaar te leren. ‘Leren met en van elkaar’ is een motto dat tegelijk te gebruiken is op het niveau van leerlingen, leerkrachten én scholen. We moedigen leerkrachten en schoolleiders aan met lef op zoek te gaan naar nieuwe werkwijzen, nieuwe onderwijsvisies, nieuwe kansen. Samen problemen oplossen, gebruik maken van elkaars kennis, maar ook leren van eigen onderzoek. Op deze manier geven we vorm aan de professionele dialoog in onze stichting. 10
4. Strategisch beleidsplan en meerjarenbeleid Strategisch beleid Een goede organisatie richt het kompas en is in staat de koers bij te stellen aan de voortdurend veranderende omstandigheden. Het strategisch beleidsplan geeft richting, beschrijft doelen en verwoordt het realisatieproces, waarbij wij onze missie en visie binnen een integrale aanpak voor ogen blijven houden. Het bepalen van het strategisch beleid beschouwen wij als een proces en niet als een momentopname. Werken aan de kwaliteit van het onderwijs betekent: koers bepalen, verbeteren, borgen, verantwoorden en publiekelijk maken. In de herfst van 2014 hebben de bestuurder en het bovenschools management een start gemaakt met de eerste contouren van het nieuwe strategische beleidsplan 2016-2020. Ook de Raad van Toezicht, GMR, schooldirecteuren, lerarenteams, ouders en andere stakeholders zullen in de eerste helft van 2015 bij de totstandkoming van dit nieuwe strategisch beleid nadrukkelijk betrokken worden. Op basis van het nieuwe strategische beleidsplan, dat in het najaar van 2015 gepresenteerd zal worden, zullen de scholen in het schooljaar 2015-2016 aan hun nieuwe schoolplannen gaan werken. Meerjarenbeleid In het strategisch beleidsplan is de koers voor de langere termijn op hoofdlijnen uiteengezet. Het meerjarenbeleidsplan heeft betrekking op een periode van vier jaar. Hierin staan alle toekomstige beleidsvoornemens voor de komende jaren opgenomen. De beleidsprioriteiten voor het eerstvolgende jaar worden geformuleerd in SMART omschreven doelen. Meerjarenbegroting Op basis van de begroting, de prognose van leerlingaantallen en onze beleidsvoornemens, maken we de jaarrekening en de balans voor de komende 4 jaar op. Om de in het meerjarenbeleidplan vastgelegde ambities te realiseren dienen wij de kosten te begroten en de gelden te bestemmen. Deze zijn opgenomen in de meerjarenbegroting. Besturingsfilosofie De druk op de budgetten van de organisatie is de laatste jaren toegenomen, mede als gevolg van een lichte daling van het leerlingenaantal binnen het openbaar basisonderwijs in Hilversum. Om te komen tot een financieel gezonde en toekomstbestendige organisatie zijn er de afgelopen jaren al vergaande keuzes gemaakt en is een nieuwe besturingsfilosofie opgesteld om de financiële middelen te verdelen. Bij Stip Hilversum wordt nu voor het derde jaar op rij gewerkt met een eigen verdeelsystematiek waarbij iedere school, afhankelijk van het aantal leerlingen, een bepaalde basisvoorziening krijgt eventueel aangevuld met tijdelijk formatiebudget om in een bepaalde behoefte te voorzien. Deze systematiek is anders dan de wijze waarop het ministerie een financiële berekening van de lumpsum per school maakt, maar maakt gebruik van de bestedingsvrijheid die het bevoegd gezag heeft sinds de invoering van de lumpsumfinanciering. Elke school ontvangt een standaardformatie waarbij we uitgaan van een gemiddelde groepsgrootte van 25 leerlingen. Daarnaast is er een toekenning voor de directie-, administratieve ondersteuning, vakleerkrachturen, lichamelijke opvoeding en conciërgetaken. De interne begeleiding wordt ingezet op basis van 1 dag per 100 leerlingen. De formatie op grond van deze standaard vormt de vaste schoolformatie. Naast de standaardformatie kunnen scholen een beroep doen op zogenaamde extra budgetten. Deze zogenaamde frictie- en aanvullende gelden kunnen verkregen worden op basis van een projectplan. Er is gekozen voor deze systematiek vanuit de visie dat iedere school bij Stip over een bepaalde personele basisvoorziening moet beschikken. Daarbij kan een school extra personele middelen aanvragen waarbij moet worden aangegeven op welke manier deze middelen worden ingezet en met 11
welk doel. Hiermee wordt voorkomen dat alleen scholen met de juiste postcode en het opleidingsniveau van ouders extra personele middelen krijgen. We zien immers scholen met vergelijkbare problematiek en toch een heel verschillende toekenning vanuit het ministerie. De verdeelsystematiek zoals we die bij Stip hebben ingevoerd sluit aan bij de visie van het samenwerken binnen één stichting en gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor goede voorzieningen voor openbaar basisonderwijs in Hilversum. In het najaar van 2014 is de gehanteerde besturingsfilosofie in verschillende geledingen binnen Stip geëvalueerd. Conclusie was dat de eigen verdeelsystematiek van Stip als waardevol wordt gezien en dat het kopiëren van de berekeningssystematiek van het ministerie niet wenselijk is. Enkele aanpassingen in de systematiek zullen verder worden onderzocht en zullen mogelijk al worden meegenomen in de verdeelsystematiek voor de komende schooljaren, zoals een toekenning van het aantal IB-uren voor een school niet alleen op basis van de leerlingenaantallen, maar ook op basis van objectieve zorgzwaarte van de school.
12
5. Onderwijskwaliteit en Opbrengsten Kwaliteitsontwikkeling Stip Hilversum kent een goed uitgewerkt kwaliteitssysteem. Als het gaat om kwaliteitsontwikkeling is het onze uitdaging om te zorgen dat we vandaag een stukje beter zijn dan gisteren en morgen nog beter. Het vliegwiel voor de kwaliteitsontwikkeling bestaat uit: ontwikkelen, verwezenlijken en verankeren binnen een continu proces. Kwaliteit Het is onze ambitie om onderwijs op hoog niveau te bieden. Zoals in het strategisch beleidsplan 2012-2016 staat omschreven zien wij het als onze opdracht om alle leerlingen volop mogelijkheden tot ontplooiing te bieden, waardoor zij hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen. Het draait daarbij niet alleen en voortdurend om de ontwikkeling van de leerlingen, maar ook om de deskundigheidsontwikkeling van het personeel. Iedere school werkt volgens een vierjarencyclus van WMK (Werken Met Kwaliteitskaarten van Cees Bos). In 2014 zijn de kwaliteitskaarten ‘Taal-leesonderwijs’, ‘actieve rol leerlingen’ en ‘professionele cultuur’ gemaakt. Daarnaast is de vragenlijst voor ouders, leerkrachten en leerlingen afgenomen. Met deze vragenlijst wordt de sociale veiligheid getoetst. Iedere school heeft vervolgens uit de rapportage een aantal verbeterpunten opgepakt. De directeuren en IB-ers hebben van bovengenoemde kwaliteitsterreinen kwaliteitskaarten opgesteld en daarna een QuickScan afgenomen. Uit iedere QuickScan komen verbeterpunten naar voren. Deze worden vervolgens weergegeven in het verbeterplan van de school. De directeuren en IB-ers volgen drie keer per schooljaar een bijeenkomst van Cees Bos. Vanuit de gegevens uit de katern “Opbrengsten” is een analyse gemaakt voor de inspectie. Deze analyse is besproken in het bestuursgesprek met de inspecteur. In 2014 is een aantal directeuren en IB-ers door Cees Bos opgeleid tot auditoren. In twee teams zullen de auditoren in 2015 audits gaan uitvoeren op verschillende Stip-scholen. In eerste instantie is dit nog een pilot. Het uiteindelijke doel is dat scholen een zelfevaluatie uitvoeren waar vervolgens de auditteams een audit op uitvoeren. Opbrengstgericht werken Onze scholen streven er voortdurend naar hun leeropbrengsten te verhogen. Niet eenmalig, maar blijvend. Opbrengstgericht werken is voor ons een belangrijk middel om met scholen en schoolteams doelgericht te werken aan de kwaliteit van het onderwijs. Op alle niveaus is er sprake van het analyseren van opbrengsten, het evalueren van de effectiviteit van het onderwijs en het ontwikkelen van het onderwijs. Deze benadering maakt resultaten zichtbaar, leidt tot professionele bijsturing en zet in op maximale talentontwikkeling van kinderen. De referentieniveaus, opgesteld door het ministerie van OCW, zijn daarbij uitgangspunt. In groepsoverzichten binnen de 1-zorgroute maken wij zichtbaar welke doelen de leerlingen behalen. De groepsplannen geven aan welke doelen de leerlingen de komende periode dienen te behalen. De opbrengsten in vaardigheidsscores worden weergegeven in een trendanalyse vanuit het CITO-leerlingvolgsysteem. Het is daarbij de taak van de interne begeleider om de opbrengsten en de voortgang van de leerlingen minimaal twee keer per jaar met de leerkrachten en het hele team te bespreken, waarna de leerkrachten dit bespreken met de ouders. Netwerk intern begeleiders Op het gebied van de leerlingenzorg wordt in toenemende mate preventiever gewerkt, tijdig gesignaleerd en effectiever ingesprongen op het voorkomen van leerachterstanden. Organisatiebrede, onderwijskundige zaken worden uitgezet in het IB-netwerk bestaande uit de intern begeleiders van alle scholen binnen Stip Hilversum. Het netwerk wordt gecoördineerd door het hoofd onderwijs en kwaliteit. 13
In 2014 stonden o.a de volgende speerpunten op de agenda: Het bevorderen van de samenwerking tussen intern begeleiders, zodat de inrichting van de zorg binnen het openbaar onderwijs Hilversum wordt versterkt en meer op één lijn komt Uitwisseling van kennis tussen intern begeleiders Kennis vergroten door middel van intervisie Verbetering van kwaliteit van de zorg binnen de scholen VVE-beleid Overdracht PO-VO Eindtoets 2015 Zorgzwaarte Protocol LOVS Opleiding tot coach “Teach like a Champion”. Alle speerpunten zijn omgezet in activiteiten en dienen te leiden tot het terugdringen van mogelijke achterstanden bij leerlingen en het verstevigen van de zorgtaak van de school. 1-zorgroute De 1-zorgroute heeft als doel; het terugdringen van mogelijke achterstanden bij leerlingen en het verstevigen van de zorgtaak van de school. De 1-zorgroute is belangrijk om te komen tot een verantwoorde inrichting van passend onderwijs. Voor- en vroegschoolse educatie Sinds 1 augustus 2010 is de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE) van kracht. Het doel van deze wet is het vergroten van de kansen voor kinderen met taalachterstanden. De wet regelt niet alleen de basiskwaliteit van peuterspeelzaalwerk, maar ook een aantal zaken rond vooren vroegschoolse educatie. Vroegschoolse educatie vindt plaats op basisscholen en heeft daardoor gevolgen voor scholen en schoolbesturen. Binnen de gemeente Hilversum sloten de samenwerkende partners een convenant af met inspannings- en resultaat-afspraken. De samenwerkende partners zijn daarmee gezamenlijk verantwoordelijk voor het realiseren van een dekkend en kwalitatief volwaardig VVE-aanbod. De scholen hebben, in samenwerking met de peuterspeelzalen, een overdrachtsprotocol ontwikkeld. Ieder VVE-kind dat van de peuterspeelzaal overgaat naar de basisschool krijgt zodoende een “warme overdracht”. Regelmatig zijn er clusterbijeenkomsten waar peuterspeelzaalmedewerkers en basisschoolmedewerkers elkaar ontmoeten en samen de ingezette koers uitwerken. Hierdoor wordt de doorgaande lijn in de ontwikkeling van het kind gewaarborgd. Schakelklassen en COBO groepen Zes van onze scholen hebben schakelklassen: Violenschool, Obs. De Dubbeldekker, Obs. Dr. Ir. C. Lelyschool, Goudenregenschool Kerkelanden, Leeuwenhoekschool en Obs. J.F. Minckelers. De schakelklas is een organisatiemodel voor zowel autochtone als allochtone basisschoolleerlingen, die vanwege een grote taalachterstand onder hun cognitieve niveau presteren. Het doel van de schakelklas is om deze leerlingen binnen een schooljaar op het niveau van de groep te brengen. Daarnaast hebben we een Centrale Opvangklas Basis Onderwijs (COBO) op Obs. De Dubbeldekker, bestaande uit drie groepen. In deze groepen zitten leerlingen die korter dan een jaar in Nederland verblijven en de Nederlandse taal niet beheersen. Het doel van de COBO is om deze leerlingen een jaar lang “onder te dompelen” in de Nederlandse taal. Deze COBO-groepen zijn tevens een voorziening voor alle omringende gemeenten. In augustus 2014 zijn we gestart met een vierde COBO-groep voor kleuters. Ook leerlingen voor groep 1/2 kunnen nu in de COBO-groep een plaats krijgen.
14
Strategisch beleidsplan 2014-2015 Onderwijs ONDERWERP: OMSCHRIJVING: Management informatiesysteem De pilot ParnasSys is afgerond. Een deel van de scholen stapt na de kerstvakantie 2014 over. De overige scholen na de zomervakantie 2015. Brede school/IKC Naast de Lelyschool is de Gooise Daltonschool ook een brede school. De Lorentzschool is bezig met de voorbereiding van een IKC in Anna’s Hoeve. Kwaliteitsbeleid WMK Het concept kwaliteitsbeleid is klaar. Dit zal worden geïmplementeerd in het nieuwe strategisch beleidsplan. Passend Onderwijs Pilot Multidisciplinair Overleg, 4 scholen Intranet Het is voor alle medewerkers mogelijk in te loggen op het intranetwerk. Onderwijstijd Dit schooljaar heeft de Fabritiusschool voorbereidingen getroffen om het volgend schooljaar vijf gelijke dagen te gaan werken. De Violenschool heeft voorbereidingen getroffen voor een continurooster. Vanaf schooljaar 20152016 hebben alle Stipscholen een continurooster Niet gerealiseerd: ICT-beleidsplan Er is nog geen ICT-beleidsplan. Dit zal worden opgenomen in het nieuwe strategisch beleidsplan. Leerlingwerving Het beleid is vastgesteld. De digitale registratie voor inschrijving en aanmelding is nog niet gerealiseerd. Kunst en cultuurbeleid Kinderen onderrichten en actief laten kennis maken met kunst & cultuur.
15
2014-2015: X
X
X
X X X
Leerresultaten Cito eindtoets februari 2014 School aantal lln De Gooise Daltonschool 25 Goudenregenschool hoofdlocatie 28 Goudenregenschool 26 Kerkelanden Fabritiusschool 56 Obs. J.P. Minckelers 20 Obs. Elckerlyc H 30 Obs. Elckerlyc S 17 Lorentzschool 51 Dr. Ir. C. Lelyschool 6 Violenschool 49 Obs. De Dubbeldekker 21 Leeuwenhoekschool 29 Gemiddelde Stip Onder het gemiddelde Boven het gemiddelde
Gewicht 7
--
Ondergrens 534,3
-
Gemiddelde 536,3
4
534,6
536,6
11 0 19 0 0 5 36 10 37 17
533,5 535,2 532,3 535,2 535,2 534,5 529,7 533,7 529,6 532,6
535,1 537,2 534,6 537,2 537,2 536,5 532 535,5 530,7 534 535,0
531,5
536,2
532,7
1
+ 536,8
535,7
538 532,2 536,7
Bovengrens 538,3
++
538,6
540,8
537,1 539,2 536,6 539,2 539,2 538,5 534 537,5 532,7 536
539,7
535,9
536,5
2 5
Cito eindtoets 2008-2014 School De Gooise Daltonschool Goudenregenschool (G) Goudenregenschool (K) Fabritiusschool Obs. J.P. Minckelers Obs. Elckerlyc (H) Obs. Elckerlyc (S) Lorentzschool Dr. Ir. C. Lelyschool Violenschool Obs. De Dubbeldekker Leeuwenhoekschool
541,8
2008 539 536,2 532,1 541,3 534,4 533,2
2009 535,7 540,1 536,1 541,0 537,8 538,4
2010 536,0 536,2 536,2 540,1 535,2 535,6
2011 535,8 539,7 534,3 537,9 532,3 537,3
2012 536,5 537,0 538,0 543,0 530,5 535,3
533,5 532,6 534,3 535,1 534,2
536,4 541,6 533,1 531,6 528,6
535,3 533,4 535,0 535,6 534,9
534,5 540,5 534,7 533,7 537,2
535,0 530,5 536,3 534,0 534,6
2013 538,4 540,3 534,5 543,1 528,5 536,3 538,3 535,0 524,3 535,8 534,5 531,3
2014 536,8 540,8 535,7 541,8 531,5 536,2 539,7 538,0 532,2 536,7 535,9 532,7
Scholen die onder de ondergrens scoren (rood) zijn voor de inspectie risicoscholen. De inspectie verwacht dat deze scholen een plan van aanpak opstellen om ervoor te zorgen dat zij het volgend schooljaar weer boven de ondergrens scoren (oranje of groen). Scholen die drie schooljaren achtereen onder de ondergrens scoren worden door de inspectie onder verscherpt toezicht gesteld. Deze scholen kunnen het oordeel ‘zwak’ of ‘zeer zwak’ ontvangen.
16
4
Inspectie van het Onderwijs De Inspectie van het Onderwijs heeft voor de volgende scholen op 22 september 2014 het basisarrangement vastgesteld: Fabritiusschool Goudenregenschool, locatie Goudenregenlaan Goudenregenschool, locatie Kerkelanden Obs. Elckerlyc, beide locaties Dr. Ir. C. Lelyschool Obs. De Dubbeldekker Obs. De Dubbeldekker COBO Lorentzschool De Gooise Daltonschool Violenschool Violenschool, International Primary School (IPS) Dit betekent dat de inspectie geen aanwijzingen heeft dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs. Het basisarrangement is in principe geldig voor één jaar. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en, eventueel, een onderzoek in het kader van het onderwijsverslag, themaonderzoeken, een vierjaarlijks bezoek of een onderzoek naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Het bestuur en de scholen hebben het afgelopen jaar vanuit een open houding weer veelvuldig en goed contact gehad met de inspecteur. Het komende jaar zal het toezichtskader van de inspectie weer enigszins veranderen. Samenwerking met ouders, veilig schoolklimaat en professionele dialoog zijn termen die de inspectie in het nieuwe toezichtkader gebruikt. Bestuur en scholen van Stip zijn hierop voorbereid. Preventieve aanpak Zoals beschreven in het Toezichtkader po/vo 2012 richt de inspectie haar toezicht vanaf 1 augustus 2011 preventief in. Besturen van scholen waarvan de eindopbrengsten in het laatste schooljaar onder de ondergrens liggen die de inspectie hanteert, worden hierop door de inspectie geattendeerd. Voorts worden besturen met scholen waarvan de eindopbrengsten voor een tweede achtereenvolgend schooljaar onder de ondergrens liggen, door de inspectie gewaarschuwd en geadviseerd een plan van aanpak op te stellen. Op deze manier wil de inspectie besturen tijdig in de gelegenheid stellen maatregelen te nemen om te voorkomen dat scholen na drie jaar als risicoschool (rood) uit de risicoanalyse van de inspectie naar voren komen. Alle definitieve arrangementen zijn openbaar en zijn opgenomen in de Toezichtkaart op de website van de inspectie. De volgende scholen hebben van de inspectie een basisarrangement met attendering ontvangen: Leeuwenhoekschool Op deze school is door de medewerkers School aan Zet een taalaudit afgenomen. De school heeft naar aanleiding van de rapportage van School aan Zet een plan van aanpak opgesteld, waarvan de uitvoering direct is opgepakt. Per 1 januari 2015 start de Leeuwenhoekschool met een nieuwe directeur en met ingang van het schooljaar 2015-2016 met een nieuw onderwijsconcept, de Sterrenschool. Aangepast toezicht In 2013 kwam de Lelyschool in aanmerking voor een vierjaarlijks bezoek van de inspectie. Na dit bezoek concludeerde de inspectie dat de kwaliteit van het onderwijs op de school op verschillende onderdelen onvoldoende was. Het bestuur heeft toen een uitgebreide analyse op de Lelyschool uitgevoerd en aan de hand van deze analyse is er een verbeterplan geschreven en een verbetertraject ingezet. Het verbetertraject werd 17
nauwgezet door het bestuur gevolgd. Team en directie van de school, hebben in nauw overleg met het bestuur van Stip Hilversum, hard gewerkt om de kwaliteit in korte tijd te verhogen. Op 14 april 2014 heeft de inspectie de Lelyschool bezocht voor een kwaliteitsonderzoek; de inspectie was heel tevreden met de vorderingen die de school heeft gemaakt en op basis hiervan heeft de inspectie de school een basisarrangement toegekend. Ook de Minckelersschool was in 2013 door de inspectie bezocht; na dit kwaliteitsonderzoek moest de inspecteur concluderen dat de kwaliteit van het onderwijs op deze school onvoldoende was en kreeg de school het predicaat ‘’zeer zwak’’. Deze beoordeling was onder andere gebaseerd op de vaststelling dat de eind-opbrengsten gedurende meerdere jaren onvoldoende waren en drie belangrijke indicatoren - leerstofaanbod, de begeleiding en de zorg - onvoldoende waren. Het bestuur heeft op de Minckelersschool het traject “Goed worden, goed blijven” van de PO-Raad ingezet. Binnen dit traject heeft “De Vliegende Brigade” een uitgebreide analyse uitgevoerd, is een taalaudit afgenomen en is vervolgens een verbeterplan opgesteld en een verbetertraject ingezet. Omdat dit verbetertraject veel expertise vraagt is er een interim directeur en een interim IB-er aangesteld voor het schooljaar 2013-2014. In juni 2014 heeft op de J.P. Minckelersschool een tussentijds kwaliteitsonderzoek plaatsgevonden. De inspectie heeft na dit kwaliteitsonderzoek geconcludeerd dat de kwaliteit van het onderwijs op de school op veel punten verbeterd is, dat er veel nieuwe wegen zijn ingeslagen, maar dat de borging van de veranderingen nog niet voldoende was. Omdat deze borging ook een kwestie van tijd is, besloot de inspecteur op 9 december 2014 een tweede tussentijds kwaliteits-onderzoek uit te voeren. Na dit tweede kwaliteitsonderzoek concludeerde de inspecteur dat de kwaliteit van het onderwijs op de Minckelersschool sterk verbeterd is, maar op een aantal onderdelen nog niet voldoende is. Daarom wijzigde de inspectie het eerder toegekende arrangement van zeer zwak naar zwak. Het rapport van bevindingen van dit kwaliteitsonderzoek is opgenomen in de Toezichtkaart op de website van de inspectie. In augustus 2014 is er een nieuwe directeur op de Minckelersschool aangesteld; zij heeft veel ervaring met verbetertrajecten op openbare basisscholen; daarnaast is er een nieuwe, ervaren IB-er aangesteld, die daarvoor op een van de andere Stip-scholen werkzaam was. De inspectie zal de Minckelersschool in juni 2015 weer bezoeken; het streven van school en bestuur is dat de school dan weer een basisarrangement zal krijgen.
18
Uitstroom van leerlingen naar het VO in 2014 De doorstroom van leerlingen van de groepen 8 van de Stipscholen naar het voortgezet onderwijs zag er in 2014, in percentages, als volgt uit: SCHOOL
Obs. J.P. Minckelers Lorentzschool Dr. Ir. Lelyschool (6 lln) Obs. De Dubbeldekker Fabritiusschool Obs. Goudenregenschool Hoofdlocatie Obs. Goudenregenschool Kerkelanden Obs. Elckerlyc H. Obs. Elckerlyc S. Violenschool Leeuwenhoekschool De Gooise Daltonschool IPS Violenschool Percentage Stip
PrO
17%
LWOO
VMBO BB/KB
10%
30%
5% 33% 2 (lln)
13%
3%
1,3%
VMBO-T VMBO MAVO / HAVO 25%
HAVO
HAV O/V WO
VWO
Gym
20%
15%
38%
24% 33%
20% 17%
23%
43%
10%
24%
2%
14% 15%
2% 21%
27% 4%
30%
52% 30%
27%
11%
11%
4%
8%
35%
7%
20% 22% 28% 21%
40% 22% 20% 14%
22%
30%
4%
79% 30,7%
1,9%
13% 6% 11% 10%
21% 14%
20% 33% 20% 41%
15%
23%
8%
8,1%
12,3%
4% 20,9%
2,6%
17% 19,3%
2,9%
4%
17%
Verklaring afkortingen: PrO: praktijkonderwijs LWOO: leerwegondersteunend onderwijs (Voor bovenstaande opleidingen heeft de leerling een beschikking nodig.) VMBO: voorgezet middelbaar beroepsonderwijs BB: basisberoepsgerichte leerweg KB: kaderberoepsgerichte leerweg T: theoretische leerweg Percentage uitstroom 2010 t/m 2014: PrO: 2014: 1,3% LWOO: 2014: 8,2% VMBO-BB/KB: 2014: 12,3% VMBO-T: 2014: 20,6% VMBO/HAVO: 2014: 2,6% HAVO: 2014: 19,3% HAVO/VWO: 2014: 2,9% VWO/gymnasium: 2014: 32,6%
2013: 1,8% 2013: 10,7% 2013: 10,5% 2013: 21% 2013: 2,3% 2013: 20,7% 2013: 3,4% 2013: 29,6%
19
2012: 0,7% 2012: 2% 2012: 10,7% 2012: 26,6% 2012: 11,5% 2012: 17,5% 2012: 10,3% 2012: 20,7%
2011: 0,8% 2011: 5,8% 2011: 10,4% 2011: 23,3% 2011: 5,8% 2011: 19,2% 2011: 12,9% 2011: 21,5%
2010: 0,6% 2010: 3,1% 2010: 6,5% 2010: 22,8% 2010: 14,5% 2010: 14,2% 2010: 12% 2010: 25,5%
Toelichting uitstroomgegevens In 2014 geven de meeste scholen een enkelvoudig advies. Enkele scholen hebben nog dubbele adviezen gegeven. Hierdoor wordt het percentage VMBO/HAVO en HAVO/VWO lager dan in voorgaande jaren. Het totale percentage HAVO/VWO van onze stichting bedraagt 54,8%. Dit is boven het landelijk gemiddelde. Opvallend is dat het percentage leerlingen dat naar het PrO en het LWOO uitstroomt weer aan het afnemen is. Passend onderwijs Per 1 augustus 2014 geldt de wet passend onderwijs. Deze wet verplicht besturen een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Het samenwerkingsverband Unita heeft ervoor gekozen de bekostiging van de zittende LGFleerlingen nog twee schooljaren voort te zetten. Dit betekent dat de ondersteuning (inclusief eventueel bijbehorende formatie) voor deze leerlingen nog twee schooljaren kan worden gecontinueerd. Voor de reguliere leerlingen wordt de ondersteuning ingezet zoals deze is beschreven in de basisondersteuning. Indien er een ondersteuningsvraag is voor een leerling welke niet binnen de basisondersteuning valt, kan een multidisciplinair overleg (MDO) worden gepland. Aan dit overleg nemen naast de ouders, de leerkracht en de interne begeleider ook deskundigen deel. In het MDO zal worden besproken welke ondersteuning (onderwijsjeugdarrangement (OJA)) de leerling en/of leerkracht nodig heeft. Ook in de thuissituatie kan, indien gewenst, ondersteuning geboden worden. Daarnaast kan in het MDO een toelaatbaarheidsverklaring voor het SBO of SO worden afgegeven. De Stipscholen hebben in 2014 2 TLV-aanvragen SO gedaan: 1 voor cluster 3 ZML en 1 voor cluster 4. Daarnaast zijn er door de scholen 9 aanvragen voor een TLV SBO gedaan. Dit betekent dat er na 1 augustus 2014 11 leerlingen zijn doorverwezen naar het SBO en SO, een percentage van 0,4%.
20
6. Ontwikkelingen De veranderingen binnen het openbaar primair onderwijs van Hilversum spitsen zich onderwijskundig en financieel toe op: - blijvende aandacht voor de opbrengsten en de kwaliteit van het onderwijs - vergroten van de competenties van leerkrachten, intern begeleiders en directeuren - veranderingen binnen passend onderwijs - zorg voor het behoud van het aantal leerlingen - doelmatige inzet van de middelen. Financiële ontwikkeling Gedurende het verslagjaar stelden wij ons ten doel beleidsrijk te begroten en de financiële administratie hernieuwd in te richten met de daarbij behorende planning & control processen. Het overgrote deel van de gelden beheert de stichting bovenschools. De uitgaven op schoolniveau monitoren wij gedurende de kwartaalgesprekken met de schooldirecties. De tussentijdse rapportages over de uitputting van de budgetten, die worden opgesteld na de kwartaalgesprekken, zijn van voldoende niveau om de organisatie te kunnen sturen. Vergoedingen van de rijksoverheid Voor het jaar 2015 hebben we in de vastgestelde exploitatiebegroting € 105 per leerling aan extra inkomsten meegenomen gebaseerd op de leerlingentelling van 1 oktober 2014. In de jaren daarna is Stip Hilversum ook uitgegaan van hetzelfde bedrag, gezien de onzekerheid. Begin 2015 is over de bekostiging vanuit het ministerie meer duidelijkheid gekomen. Voor het schooljaar 2014-2015 kan het bestuur rekenen op € 103 per leerling en het schooljaar daarna op € 134 per leerling aan extra geld. Vervolgens lopen deze bedragen op tot € 228 per leerling (schooljaar 2018-2019), maar de subsidie OOP valt weg per 1 augustus 2015 (€ 66.000 op jaarbasis). In de nieuwe CAO staat vermeld dat er voor € 500 per fte besteed dient te worden aan het coachen van jonge leerkrachten en professionele ontwikkeling. Voor Stip Hilversum gaat het om € 110.000 aan lasten (220 fte). In het najaar van 2015 zal waarschijnlijk nog een compensatie voor gestegen arbeidskosten (lonen en werkgeverslasten) worden ontvangen gebaseerd op de zogeheten referentiesystematiek (ontwikkeling van de arbeidskosten in de martksector). Een aanpassing van 1% komt overeen met een aanpassing van circa € 30 per leerling. De komende jaren is er een negatief exploitatieresultaat te verwachten. Er zal een herberekening moeten plaatsvinden zodat er bekeken kan worden wat voor gevolgen dit heeft en kunnen de nodige maatregelen getroffen worden. In februari 2015 is bekend geworden dat er een aanvullende bekostiging voor het buitenonderhoud aangevraagd kan worden. Stip Hilversum dient aan een aantal voorwaarden te voldoen en heeft een aanvraag ingediend. De aanvullende bekostiging bedraagt € 103 per leerling. Als de subsidie wordt toegekend (2015 of 2016) gaat het om een bedrag van ongeveer € 145.000.
21
7. Overige onderwerpen Schoolplannen en gidsen Voor de zomervakantie zijn alle schoolgidsen beoordeeld door de directeur-bestuurder en na goedkeuring door hem en door de medezeggenschapsraden aangeboden aan de schoolinspectie. De schoolgidsen zijn ook op de vernieuwde sites van de scholen geplaatst. De scholen realiseren zich dat de schoolgidsen niet alleen een wettelijke verplichting zijn, maar ook een visitatiekaartje voor de school kunnen zijn. Om die reden is de schoolgids van de Lelyschool als pilot in dezelfde vorm gegoten als de nieuwe informatiefolders van de scholen; indien gewenst volgen er komend schooljaar meer schoolgidsen in deze vorm. In het schooljaar 2015-2016 worden de nieuwe schoolplannen geschreven. Onderwijstijd De rijksbekostiging is toereikend om voldoende lestijd te realiseren met voldoende bekwame en gekwalificeerde leerkrachten. De gestelde norm is 940 uren. De Fabritiusschool en de Violenschool hebben in overleg met ouders en medezeggenschapsraad besloten komend schooljaar als laatste scholen binnen Stip naar een continurooster over te stappen. De Fabritiusschool heeft daarbij direct voor vijf gelijke lesdagen gekozen. Ouderbetrokkenheid De stichting hecht veel waarde aan een grote mate van ouderbetrokkenheid en stelt zich ten doel de relatie tussen ouders en school te versterken. Dit is bijvoorbeeld terug te vinden in de wijze waarop wij invulling geven aan de Wet op het passend onderwijs en de Wet op de medezeggenschap. Het uitgangspunt voor een succesvolle samenwerking tussen school en ouders is begrip en respect voor elkaar. Met ouderbetrokkenheid bedoelen we niet alleen dat ouders interesse tonen voor de ontwikkeling van hun kind, maar ook dat zij meedenken over het beleid, meebeslissen en een actieve bijdrage leveren. Ouderbetrokkenheid en een goede samenwerking tussen ouders en school komt de ontwikkeling van het kind ten goede en heeft een positief effect de leerprestaties. In overleg met de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad geven wij inhoud aan visievorming en beleidsontwikkeling. Aanbestedingsproces schoonmaak In 2013 is gestart met de Europese Openbare Aanbestedingsprocedure voor de schoonmaak van alle 16 locaties van de Stip-scholen. Vijf partijen hebben een offerte uitgebracht. In het voorjaar van 2014 is aan de hand van een lijst van objectieve criteria een keuze gemaakt voor schoonmaakbedrijf CSU. Bij deze keuze was niet alleen de prijs belangrijk, maar speelde de kwaliteit van de dienstverlening ook een belangrijke rol. In augustus 2014 is CSU gestart met de schoonmaak van de Stip-scholen. Klachten en meldingen De stichting is aangesloten bij de landelijke commissie onderwijsgeschillen en beschikt over een klachtenregeling waarin de procedure rond de afhandeling van klachten staat beschreven en de rol van contactpersonen binnen de scholen en de externe vertrouwenspersoon staan beschreven. Net als in 2013 was in 2014 mevrouw H. (Heleen) de Jong ingehuurd als externe vertrouwenspersoon. Er zijn in 2014 geen officiële klachten ingediend. Door leden van de schoolorganisatie(s) is gedurende het jaar 2014 twaalf keer gebruik gemaakt van de helpdesk voor advies en informatie. In oktober is de jaarlijkse netwerk/intervisiebijeenkomst georganiseerd voor de contactpersonen in het kader van deskundigheidsbevordering. Aan een aantal nieuwe contactpersonen is de basistraining gegeven.
22
8. Leerlingen De leerlingenaantallen zijn een belangrijk gegeven in de bedrijfsvoering van een school. De ontwikkeling van het aantal leerlingen heeft directe gevolgen voor de Rijksbekostiging die de school ontvangt en (dus) ook voor het aantal personeelsleden aan wie werk geboden kan worden. Kleine scholen zijn vaak moeilijk sluitend te exploiteren. Er komt te weinig geld binnen om de personele en materiële lasten te dragen. Dit zal waarschijnlijk verergeren als de schoolbesturen vanaf 1 januari 2015 ook verantwoordelijk worden voor het buitenonderhoud van de gebouwen. De vergoeding hiervoor wordt, net als andere Rijksvergoedingen, gebaseerd op het aanwezige aantal leerlingen. De feitelijke omvang van het gebouw speelt geen rol. Vaak is het gebouw bij kleine en krimpende scholen groter dan waar in de bekostiging van uit gegaan wordt. Ook in de onderwijsorganisatie zijn kleine scholen moeilijk “overeind” te houden. Het aantal taken en de omvang daarvan neemt niet lineair af met een lager aantal leerlingen. Hierbij kunnen we denken aan vieringen zoals Kerst en Sinterklaas, maar ook aan taken voor een reken-, taal- of ict-coördinator. Het aantal personeelsleden dat de gehele organisatie en alle schooltaken op zich moet nemen, neemt echter wel af. Het leerlingenaantal kan indirect ook worden gezien als een waardering van ouders voor de school. Als meer ouders kiezen voor een school betekent immers ook dat meer mensen deze school een aantrekkelijker keuze vinden dan de andere scholen in de buurt. Dat wil overigens niet per se zeggen dat het ook een betere school is. Wel kunnen we stellen dat een goede school met een laag belangstellingspercentage niet goed in staat is om haar kwaliteit over het voetlicht te brengen. In oktober 2012 werd Stip voor het eerst geconfronteerd met de gevolgen van krimp. Het leerlingenaantal was bij de oktobertelling van 2012 in totaal 71 leerlingen lager dan in het voorgaande jaar. De krimp was ook in 2013 aanzienlijk, namelijk een afname met 69 leerlingen van 3.284 naar 3.215 leerlingen. In 2014 is het marktaandeel in het basisonderwijs in Hilversum gelijk gebleven aan 2013, nl. 41,8%. Het totaal aantal leerlingen was in oktober 2014 in Hilversum 7.656; de Stip-scholen (incl. de International Primary School) telden in totaal 3.208 leerlingen in oktober 2014. Een relatief pluspunt is dat de daling in 2014 beduidend lager was dan in de twee jaren daarvoor. Dit totale aantal leerlingen lag hoger dan de prognose. Sommige scholen, zoals de Lorentzschool, Elckerlyc Schuttersweg en IPS, maken zelfs een mooie groei door. Hoewel het leerlingenaantal in 2014 nagenoeg gelijk is gebleven, leidt dit toch tot een behoorlijke vermindering van de bekostiging. De teruggang doet zich namelijk vooral voor op de scholen met veel gewichtenleerlingen, met als gevolg dat het tekort in financieel opzicht extra wordt vergroot. Prognoses leerlingenaantallen Het Hilversumse onderwijs heeft -zoals in heel Nederland- de komende jaren met een daling van het aantal leerlingen te maken, hoewel de verwachting is dat de daling in ’t Gooi minder sterk zal zijn dan in sommige andere delen van Nederland. Tussen 2014 en 2020 zal, zo is de prognose, het aantal 4-12 jarigen in Hilversum met ca. 450 leerlingen dalen. Dat lijkt nog mee te vallen, maar in principe praten we dan over een daling met 18 klassen van 25 leerlingen, hetgeen twee goed gevulde scholen zijn. Om de leerlingenaantallen van de Stip-scholen positief te beïnvloeden werken bestuur en scholen hard aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, de uitstraling van de scholen, de profilering van de scholen, de public relations door middel van nieuwe websites, folders, sociale media etc. In januari 2015 heeft een adviesbureau in opdracht van het bestuur van Stip een analyse en prognose van de leerlingenaantallen van de basisscholen in Hilversum gemaakt. Dit rapport (‘Leerlingen-stromen in Hilversum: ontwikkelingen, belangstelling en prognoses) zal als basis dienen voor een aantal toekomstscenario’s die Stip samen met de scholen in 2015 zal uitwerken. 23
In onderstaand overzicht zetten we de uitkomsten van de leerlingentellingen van de afgelopen jaren (2010 t/m 2014) en de prognoses door de schooldirecteuren (2015 t/m 2017) op een rijtje:
Entiteit Fabritiusschool Goudenregenschool Elckerlyc Leeuwenhoekschool Lelyschool Minckelersschool De Dubbeldekker Lorentzschool De Gooise Daltonschool Violenschool IPS Violenschool Totaal
1-okt-10 431 388 424 186 81 282 208 396 141 466 286 3.289
Werkelijk Prognoses 1-okt-11 1-okt-12 1-okt-13 1-okt-14 1-okt-15 1-okt-16 1-okt-17 443 441 456 458 458 455 455 401 391 375 352 340 340 330 409 407 417 429 427 424 425 166 141 123 115 110 110 110 88 80 75 74 80 82 82 266 228 188 159 153 143 133 235 206 204 188 170 160 150 401 450 473 501 516 541 560 202 208 200 201 183 167 153 447 416 376 359 349 320 320 297 316 328 372 370 370 370 3.355 3.284 3.215 3.208 3.156 3.112 3.088
24
9. Medezeggenschap Als onderwijsinstelling voor primair onderwijs heeft Stip Hilversum op elke school een medezeggenschapsraad ingericht. Via deze raad kunnen ouders en personeel invloed uitoefenen op het beleid van de school. De raad heeft informatie-, advies- en instemmingsrecht. Medezeggenschap is een belangrijk kader voor de participatie van ouders. De medezeggenschapsraden, bestaande uit 50% ouders en 50% personeelsleden, beslissen mee over schoolse zaken en leveren daarmee een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van onze Hilversumse openbare scholen. Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Wanneer meer dan één school onder hetzelfde bevoegd gezag valt, is er naast de medezeggenschapsraad (MR) per school ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) voor bovenschoolse zaken. De GMR is het orgaan voor advies- en instemmingsrecht over bovenschoolse zaken. Het is de bedoeling dat de GMR alleen onderwerpen behandelt die voor de scholen van gemeenschappelijk (schooloverstijgend) belang zijn. Deze raad kan gevraagd en ongevraagd (initiatiefrecht) advies geven over alle bovenschoolse zaken. Tevens hebben zij instemmings- en/of adviesrecht. Deze rechten kunnen per geleding en onderwerp verschillen. De GMR is het inspraakorgaan dat allereerst met de directeur-bestuurder en daarnaast -indien een onderwerp daarom vraagt- met het bestuurlijk management contact heeft. De GMR bestaat uit 2 leden per school (met Brin-nummer). In verband met de wettelijke verplichting om te komen tot een samenstelling met een gelijk aantal leden uit de personeels- en oudergeleding, bestaat de raad uit 10 ouders en 10 onderwijspersoneelsleden. Uit hun midden hebben zij een voorzitter en secretaris gekozen. De GMR kwam het afgelopen jaar 5 keer bijeen. De opkomst bij de vergaderingen was wisselend. De vergaderingen werden bewust steeds op een wisselende locatie op een van de Stip-scholen gehouden. De volgende vergaderonderwerpen zijn onder meer aan de orde geweest: • Begroting 2015 • Bestuursformatieplan 2014-2015 • Jaarrekening en bestuursverslag 2013 • MARAP: halfjaarcijfers 2014 • Besturingsfilosofie en monitoring/evaluatie daarvan • STIP op 1; profilering van de Stip-scholen, PR, open dagen • Ontwikkeling en prognoses leerlingenaantallen/krimp van de scholen • Herziening reglementen en statuten (G)MR • Evaluatie functioneren GMR en verschillende commissies/werkgroepen • Huisvestingsplannen, nieuwbouw Lorentzschool in Anna’s Hoeve • Meerjarenbeleidsplan • Nieuw schoonmaakcontract en evaluatie schoonmaak scholen • Passend onderwijs/UNITA (o.a. schoolondersteuningsprofielen) • Ontwikkeling personeelsbeleid i.v.m. nieuwe onderwijs-cao • Onderhoud gebouwen/wijziging van verantwoordelijkheid voor buitenonderhoud • Verzuimprotocol • Vakantieregeling 2014-2015 en 2015-2016 • Vacatures nieuwe schooldirecteuren
25
10. Personeel In het onderstaande overzicht is weergegeven wat de voorgang is betreffende uitvoering van activiteiten die zijn opgenomen in het meerjarenbeleidsplan ten aanzien van de personele aangelegenheden. Vorderingen Strategisch Beleidsplan ONDERWERP: Professionalisering: begeleiding en ontwikkeling
Meerjaren scholingsplan
ACTIVITEIT:
VOORTGANG:
Functieboek Competentieprofielen Gesprekkencyclus o Functioneringsgesprekken o Klassenconsultaties o Beoordelingsgesprekken Bekwaamheidsdossiers o Bestuurlijk format o Scholing o Persoonlijk.ontwikkelingsplan
Afgerond Afgerond Afgerond Afgerond Afgerond Afgerond Afgerond Afgerond Afgerond
Stagebeleid
Kader meerjarenscholingsplan voor scholen opstellen en format scholingsplan voor scholen opstellen Opstellen beleid over hoe om te gaan met begeleiding en coaching van (startende) leerkrachten. Opstellen beleid hoe om te gaan met de begeleiding van stagiaires
Gedragsprotocol
Richtlijn voor de scholen in de omgang met elkaar en de sociale media
Afgerond
Mobiliteitsbeleid
Opstellen integraal beleid om de mobiliteit van medewerkers tussen de scholen te bevorderen Opstellen integrale beleidsafspraken over inzet en verdeling individuele en schooltaken Opstellen integrale afspraken rond het voorkomen en terugdringen van verzuim Adviezen en aandachtspunten bij het overlijden van betrokkenen bij school Keuze en uitvoering van ontslag- of werkgelegenheidsbeleid
Afgerond
Begeleiding en coaching
Taakbeleid Verzuimbeleid Protocol overlijden Ontslag- en werkgelegenheidsbeleid
In ontwikkeling Afgerond
Afronding begin 2015 Afgerond Afgerond Afgerond
De meeste activiteiten zijn uitgevoerd conform de planning. Eerste helft van 2015 wordt het integraal taakbeleid en het beleidsplan voor de begeleiding en coaching afgerond. Functiemix Met ingang van 1 augustus 2010 is de functiemix ingevoerd. Functiemix betekent feitelijk: differentiatie binnen de leraarsfunctie. In het basisonderwijs is de functie van leraar LA de gangbare functie. Als gevolg van de functiemix zal in de komende jaren een toenemend aantal leraarsfuncties worden bezoldigd in LB. Voor allen die in LB benoemd worden, zijn vanuit de CAO en het bestuur aanvullende voorwaarden gesteld.
26
Schaal
Dienstverbanden
WTF
% WTF
LA
182
128,2338
70,55
LB
63
52,5337
28,90
LC
1
1,0000
0,55
246
181,7675
100,00
Schaal
Dienstverbanden
WTF
Overig
2
2,0000
Totaal
In 2014 was 28,9% van het totale lerarenbestand benoemd in de functie van LB-leerkracht. Hiermee blijft de stichting, net als de rest van het basisonderwijs, achter op het gestelde minimale kader vanuit de CAO PO van 40% voor 2014. In de praktijk blijkt het moeilijk om een dergelijke hoeveelheid specialistische taken te realiseren. Voor het komende jaar wordt gekeken op welke manier het aantal LB-functies toch kan worden verhoogd door de invoering van specialistische taken en leerkrachten hiervoor op te leiden. In- en uitstroom Eind 2014 waren er in totaal 305 medewerkers in dienst bij Stip Hilversum waarvan 54 in tijdelijke dienst. In 2014 zijn er 10 nieuwe medewerkers ingestroomd en 20 medewerkers uitgestroomd. Verhouding mannen en vrouwen Binnen het primair onderwijs is er een ernstig tekort aan mannen. Binnen onze stichting is de verhouding 17,7% mannen tegen 82,3% vrouwen. Dit is iets meer mannen dan de landelijke verdeling. Verhouding parttime en fulltime Bij onze stichting is de verhouding 39,02 % met een fulltime aanstelling en 60,98% in deeltijd. Het grote aantal deeltijders zorgt in de praktijk voor veel organisatorische problemen voor de inzet voor de groep. Personeelssterkte per deeltijdcategorie Deeltijd (WTF) cohort Totaal A antal P erso nen B ezetting (wtf)
0 - 0 .2
0 .2 - 0 .4
0 .4 - 0 .6
0 .6 - 0 .8
0 .8 - 1.0
>= 1.0
305
2
17
56
78
33
119
231,1002
0,2016
4,9227
27,2978
50,6901
28,1615
119,8265
Gewogen gemiddelde leeftijd Op 1 oktober wordt jaarlijks de Gewogen Gemiddelde Leeftijd (GGL) van het lerarenbestand vastgesteld. De GGL is bepalend voor de hoogte van de rijksvergoeding voor het volgende schooljaar. De GGL van onze stichting is op 1-10-2014 vastgesteld op 41,43. Een jaar eerder was dit iets hoger, te weten 41,62. De landelijke GGL bedraagt op dit moment 40,63. Verhoudingsgewijs hebben wij gemiddeld iets oudere leerkrachten maar krijgen daar ook een gemiddeld hogere personele vergoeding voor. Door bij voorkeur jongere leerkrachten te laten instromen in vacatureruimte zal de gemiddelde leeftijd naar verwachting de komende jaren verder dalen. Stagiaires Vanuit verschillende lerarenopleidingen en leerjaren worden er stages uitgevoerd door leraren in opleiding. Stip Hilversum heeft met de Theo Thijssen Academie (Hogeschool Utrecht en Amersfoort) een convenant waarin afspraken zijn vastgelegd over de wijze waarop studenten worden opgeleid. 27
Naast stages vanuit de opleiding voor leraar zijn er ook stagiaires vanuit de schoolleidersopleiding en verschillende Mbo- en Hbo-opleidingen, waaronder Sociaal Pedagogisch Werk (SPW). Ziekteverzuim Het ziekteverzuimcijfer over het kalenderjaar 2014 bedroeg in totaal 6,45%, dat betekent een lichte daling van het ziekteverzuim ten opzichte van 2013 (6,87). Het landelijk gemiddelde over 2013 bedroeg in het primair onderwijs 6,6%; de cijfers over 2014 zijn nog niet bekend. Ziekteverzuim per kalenderjaar 2013 8,35%
2015 t/m feb. 8,43% 7,06%
19DD - Goudenregenschool
6,81%
2,94%
2,46%
19DI - Elckerlyc
4,33%
7,24%
12,96%
19DM - Van Leeuwenhoekschool
6,47%
7,01%
4,08%
19DP - Dr. ic. C. Lelyschool
2,33%
13,01%
11,91%
Organisatorische Eenheid 19CY - Fabritiusschool
19DR - J.P. Minckelersschool
2014
16,61%
10,91%
8,20%
19LM - De Dubbeldekker
3,45%
3,75%
3,36%
19MR - Lorentzschool
3,82%
4,60%
8,12%
19MW - De Gooise Daltonschool
4,90%
1,70%
1,44%
19NA - Violenschool
9,72%
10,73%
5,13%
19NA01 - Violenschool - IPS
7,88%
5,95%
6,25%
41493 - Staf Stichting Openbaar Basisonderwijs Hilversum
1,23%
0,19%
1,21%
Totaal
6,87%
6,45%
6,40%
Het fluctuerende verzuim bij de Lelyschool is het gevolg van de kleine omvang van de school. Met ingang van 2015 zijn er een aantal taken rond de begeleiding van ziekteverzuim weggehaald bij de arbodienst en neergelegd bij het stafbureau. De verwachting is dat dit tot gevolg heeft dat het verzuim in 2015 verder zal dalen. Overige kengetallen Onderstaand zijn een aantal overige kengetallen opgenomen betreffende personele bezetting van Stip. Personeelssterkte per arbeidsrelatie Type aanstelling Vast
Totaal A antal P erso nen B ezetting (wtf)
Tijdelijk
Fulltime
Parttime
270
105
165
204,2990
104,3264
99,9726
A antal P erso nen B ezetting (wtf)
28
54
20
34
26,8012
15,5001
11,3011
Personeelssterkte per functiegroep Functiegroep
Totaal
OP
Fulltime
A antal P erso nen
253
B ezetting (wtf) OOP
24
B ezetting (wtf)
159
14
10
11
5
0
13
19,9842
A antal P erso nen
16
B ezetting (wtf) OOP A dministratie
94
190,5941
A antal P erso nen
DIR
Parttime
14,9909
A antal P erso nen
13
B ezetting (wtf)
5,5310
Personeelssterkte per geslacht Geslacht
Totaal
Vro uw
Fulltime
A antal P erso nen
251
B ezetting (wtf) M an
Parttime 72
179
47
7
178,7520
A antal P erso nen
54
B ezetting (wtf)
52,3482
Personeelssterkte per leeftijdscategorie Leeftijd cohort Totaal A antal P erso nen B ezetting (wtf)
0 / 19 305
20/ 24 0
231,1002
25/ 29
30/ 34
35/ 39
40/ 44
45/ 49
50/ 54
55/ 59
60/ 64
>= 6 5
7
25
39
33
40
35
38
52
34
2
5,8951
20,9442
30,6397
26,0856
25,6124
21,8574
30,5204
43,2269
25,9400
0,3785
Uitstroom Reden
Totaal
Directie
OOP
OP
Op eigen verzoek
7
0
3
4
Pensioen
8
2
1
5
Ontbinding
3
0
0
3
Arbeidsongeschiktheid
2
0
1
1
20
2
5
13
29
11. Huisvesting Gemeenten en schoolbesturen waren in 2014 nog gezamenlijk verantwoordelijk voor het onderhoud van de schoolgebouwen; de scholen voor het binnenonderhoud, de gemeente voor het buitenonderhoud. De rijksoverheid is verantwoordelijk voor een adequate financiering daarvan. De middelen voor de schoolgebouwen worden door het Rijk in het gemeentefonds gestort. Gemeenten kunnen zelf beslissen waar ze dat geld aan willen besteden. Van de 1.4 miljard euro die landelijk per jaar beschikbaar is, wordt ruim 256 miljoen niet aan onderwijshuisvesting uitgegeven. Met ingang van 2015 worden deze middelen overgeheveld naar de schoolbesturen. We krijgen er dan een belangrijke verantwoordelijkheid bij. Als we naar de jaarlijkse kosten voor het binnen- en buitenonderhoud in de meerjaaronderhoudsplannen voor de Stip-scholen kijken, moeten we helaas concluderen dat de middelen vooralsnog ontoereikend lijken om alle plannen tot uitvoer te brengen. Dit betekent dat het bestuur in overleg met de scholen tot prioriteitstelling in het onderhoud zal moeten komen, zonder daarbij de kwaliteit van de onderwijshuisvesting tekort te doen. Bijkomende zorg is dat een groot aantal van onze scholen een monumentale status heeft. Zes van onze Stip-scholen zijn ontworpen door de bekende architect W.M. Dudok en zijn een rijksmonument. Deze gebouwen dateren uit een tijd waarin gebouwd werd zonder isolatie, zonder dubbele beglazing, zonder andere energiebesparende maatregelen, zonder ventilatieapparatuur, met flexibel eenvoudige constructies en houten kozijnen. Deze gebouwen met een matige kwaliteit hebben hogere exploitatielasten. De combinatie van lage bouw- en exploitatievergoedingen en zeer lange renovatietermijnen van scholen leidt tot een te hoog energieverbruik en jaagt het bestuur op kosten. De vergoeding voor exploitatie die de scholen ontvangen, is onvoldoende. Onderzoek toont aan dat een gemiddelde basisschool (225 leerlingen) jaarlijks € 24.000 tekort komt. Voor onze Dudokgebouwen geldt dat aanpassingen uit het oogpunt van monumentenzorg niet toegestaan worden. Verbouwing O.B.S. Elckerlyc Schuttersweg In 2014 zijn de renovatie- en verbouwplannen bij de Elckerlyc Schuttersweg, één van de schoolgebouwen van Dudok, uitgevoerd. Ter vervanging van de bestaande noodgebouwen zijn twee lokalen gebouwd op de plaats van de huidige fietsenstalling. We hebben besloten om een deel van de investeringen te financieren uit nog niet bestede subsidiegelden voor onderwijskundige vernieuwingen. Deze middelen zijn indertijd ter beschikking gesteld aan de gemeenten, die zorgdragen voor de juiste besteding daarvan. In 2015 zullen de plannen voor herinrichting van het schoolplein uitgevoerd worden. Vervangende nieuwbouw Lorentzschool Anna’s Hoeve Voor de Anton Philips locatie van de Lorentzschool zal vervangende nieuwbouw worden gerealiseerd in de nieuwe wijk Anna’s Hoeve. In 2013 is het eerste fasedocument met de kwantitatieve en kwalitatieve eisen voor deze nieuwbouw opgesteld. De Lorentzschool heeft de ambitie om -in samenwerking met Bink Kinderopvang- in de nieuwe huisvesting een Integraal Kind Centrum te realiseren (IKC). In dit IKC worden naast regulier onderwijs, naschoolse opvang en mogelijk kinderopvang aangeboden. In 2014 zijn de plannen verder uitgewerkt onder leiding van ICS adviseurs, dat de bouwbegeleiding van het project op zich neemt. Planning is om in het voorjaar of zomer van 2017 de nieuwe locatie in Anna’s Hoeve te betrekken. Onderwijskundige vernieuwingsgelden In 2014 zijn in het kader van de Onderwijskundige vernieuwingsgelden werkplekken op de gangen van de Lorentzschool gerealiseerd. Het project is in het najaar van 2014 afgerond en is in eigen beheer uitgevoerd.
30
Overdracht gebouwen De gemeente is voornemens het juridisch eigendom van de gebouwen conform artikel 103 lid 2 van de Wet op primair onderwijs over te dragen aan de stichting. Hiervoor zijn in 2013 de voorbereidende stappen gezet en de notariële aktes waarin de levering van de registergoederen en de erfdienstbaarheden zijn beschreven uitgewerkt. De Raad van Toezicht heeft ingestemd met de overdracht. In 2014 zijn enkele scholen overgedragen, in 2015 zullen de laatste formele stappen worden afgerond en zullen alle scholen zijn overgedragen. In 2015 moeten er ook in overleg met andere schoolbesturen en de gemeente verdere afspraken worden gemaakt rond het onderhoud van de brede scholen (Noord en Hilversumse Meent) en het opzetten van Verenigingen van Eigenaren voor deze schoolgebouwen. Onderhoud gebouwen Ten laste van de voorziening is in 2014 € 530.000 besteed aan onderhoud. Dit is € 125.000 meer dan het bedrag dat hiervoor in het meerjarenplan is opgenomen, zijnde € 405.000 (70% van € 579.300). Door de posten uit het Meerjarenonderhoudsplan kritisch te beoordelen op mate van urgentie dat deze worden uitgevoerd, konden een aantal worden doorgeschoven naar latere jaren waardoor besparingen worden gerealiseerd. De ervaring leert dat gemiddeld genomen de afgelopen jaren 70% van de geraamde posten daadwerkelijk tot uitvoering komen in een jaar. Belangrijke onderdelen van het groot onderhoud in 2014 waren: • Buiten- en binnenschilderwerk Internationale Primary School aan de Rembrandtlaan; • Buitenschilderwerk Minckelersschool; • Binnenschilderwerk Violenschool; • Binnenschilderwerk Fabritius; • Binnenschilderwerk Leeuwenhoekschool; • Vervangen hekwerk Minckelersschool; • Nieuwe (inpandige) zonweringen Lorentzschool en OBS De Dubbeldekker; • Werkzaamheden zonweringen Lelyschool; • Nieuwe aanrecht/keukenblokken lokalen Fabritiusschool, Leeuwenhoekschool en Dubbeldekker; Wandbekleding gymzaal Elckerlyc (Hogendorplaan). Duurzaamheid Duurzaamheid is een thema dat Stip Hilversum als positief ondersteunend voor de bedrijfsvoering én de uitstraling ziet. Een duurzame bedrijfsvoering is voor Stip van groot belang. Duurzaamheid heeft een veel breder gedachtengoed dan bijvoorbeeld uitsluitend het besparen op energiekosten. Het raakt evengoed de omgang met de omgeving. Door een bredere benadering van het begrip Duurzaamheid in de Bedrijfsvoering ontwikkelt en profileert een organisatie zich tot een organisatie die door zowel de interne als externe betrokkenen in toenemende mate wordt gewaardeerd. Het duurzaamheidsbeleid is verwoord in het document ‘Stip, Duurzaamheidsplan V1.0’, d.d. 17 november 2012. De concrete stappen die kunnen worden gezet om de doelen te realiseren zijn opgenomen in de concrete aanpakken per school. Omdat de financiële middelen van Stip Hilversum beperkt zijn, is het noodzakelijk dat elke stap wordt beoordeeld op de financiële haalbaarheid. In 2013 zijn in dit kader zonnepanelen geplaatst op de Goudenregenschool locatie Augustinushof. In 2014 is een budget beschikbaar gesteld voor de uitwerking van een zogenaamd groen duurzaam schoolplein aan de locatie Augustinushof. Dit plein zal in het voorjaar van 2015 worden uitgevoerd. Stip Hilversum is zich er terdege van bewust dat ze het duurzaamheidsplan niet kan uitvoeren zonder een goede samenwerking en afstemming met externe partijen. De gemeente Hilversum is hierbij de belangrijkste externe partij.
31
32