Door: Elly Vogelaar. Foto’s: AE
IN NEDERLAND
Hoe het begon – 2004 Als je je hart hebt verpand aan Frankrijk en kippen wilt gaan houden, is het logisch dat je een Frans kippenras uitkiest. Zo deed ook Nico van Benten dat; hij stak zijn licht eens op bij enige (bestuurs)leden van de Franse Hoenderclub om te kijken welk ras hem het meest bekoorde. De keuze was wat hem betreft snel gemaakt: het moesten zwartbonte krielen zijn, net zoiets als de Houdans, maar dan zónder kuif, voetbevedering of ander spectaculairs, want dat zag hij niet zitten als beginnend kippenfokker. Helaas was zoiets niet aanwezig bij de in Nederland erkende Franse rassen. Nico besloot niet te zwichten voor een wél erkend ras, maar zelf in Frankrijk op zoek te gaan naar zijn ideale kriel. En die vond hij: de Gournaykriel. Het was nog een lange weg om er een aantal te pakken te krijgen, want ze zijn pas sinds enige jaren in Frankrijk erkend, in 2003 om precies te zijn. Maar toen de Franse speciaalclub begreep dat hij er echt serieus mee aan de gang wilde, beloofde men alles in het werk stellen om hem een aantal fokdieren te bezorgen waar hij mee vooruit zou kunnen. In die tijd waren Nico en ik bezig met het opstarten van het nieuwe digitale tijdschrift Aviculture Europe en gaandeweg deelde ik steeds meer mee in zijn verwachting en spanning van ‘de komst van de Gournaykrielen’; die onbekende, zwartwitgespikkelde Franse krielkipjes. Aangestoken door zijn enthousiasme besloot ik om samen met hem dat ras in Nederland voet aan de grond te geven en te werken aan de erkenning. Toen kwam er ineens eind december bericht dat er twee trio’s Gournaykrielen alvast tot halverwege naar hem verzonden waren, en op te halen waren bij een familielid van de fokker, woonachtig in een piepklein dorpje op de grens van Frankrijk en België. Gelukkig waren de hokken al klaar, en we besloten om dan maar meteen op pad te gaan. We werden ontvangen door allervriendelijkste mensen, waar twee doosjes in de eetkeuken bij de kachel stonden. Ons werd verzekerd dat we de
dozen NIET open hoefden te maken; we konden ze (na betaling natuurlijk) zó meenemen; ze zaten er pas sinds gisteren in….Gelukkig hoorden we wel wat zacht getok. Dan moet je maar positief denken; een kwestie van vertrouwen. We betaalden en vingen direct de thuisreis aan, maar we waren er helemaal niet gerust op; er zouden nog minstens 4 uur overheen gaan voordat ze in hun Nederlandse hok zouden zitten. Water zou het belangrijkste zijn, maar hoe kan je kippen in een kartonnen doos in een rijdende auto water geven? We besloten om een stokbrood te kopen, dat door te breken en flink nat te maken. Veilig in de achterklep durfden we ook de bovenkant van de dozen gedeeltelijk open te maken voor wat meer licht en lucht. Dat werkte perfect, het natte brood viel in de smaak en wij konden eindelijk een beetje bekijken hoe onze Gournaykrielen er uit zagen….. Links en onder: De eerste krielen uit Frankrijk.
2005 Inmiddels wonen de 2 trio’s alweer zo’n 5 maanden bij Nico in Delft. Hij heeft er enorm veel schik in, ze zijn erg actief, altijd in de weer, beslist tam en vertrouwelijk van aard en ze leggen goed. Het zijn vrij kleine, strak bevederde krielen met een normale, enkele kam en gewoon 4 tenen. Ze bestaan, net als de grote variëteit, enkel in de kleurslag zwartbont. Maximaal gewicht voor de haan is 900 gram en voor de hen 800 gram. De geadviseerde ringmaat is 10mm voor de hen en 12 mm voor de haan, maar onze Franse hennen zijn net als de hanen geringd met 12 mm en dat is niet afschuifbaar; 10 mm lijkt ons aan de krappe kant. En jawel, er kwamen kuikens, dus nu heb ik zelf ook een aantal Gournay krielen in mijn hok! Rechts: Kuikens van 2005. Zie hoe verschillend het dons is; sommigen zijn erg wit.
De bevruchting was heel goed en de uitkomst verliep zonder meer voorspoedig; ze komen gewoonlijk al op de 20e dag uit het ei. Opvallend is dat de kuikens actiever zijn dan de kuikens van andere rassen waarmee ze gelijktijdig worden opgefokt, en ook heel snel in de veren komen. Het kuikenkleed was overwegend crème met zwart op rug en kopje.
Boven: Gournay kuikens worden vaak geboren met gele pootjes en snavels. Links: Jonge hennen (en een haantje), geboren in 2005. Onder: Jonge haantjes van 2005. De eerder gele poot- en snavelkleur is inmiddels zoals die behoort te zijn.
De pootjes en snavels van de kuikens waren bij uitkomst geel. Dat vonden we vreemd, want de volwassen Gournaykrielen hebben – net als de grote Gournays - blank/roze pootjes met wat zwarte vlekjes. Maar na 4 weken waren de pootjes al vrijwel blank, net als de snavels. De kuikens worden erg snel volwassen; de haantjes beginnen al met 10 weken te kraaien en sommigen proberen dan zelfs al te treden! 2007 Weer hadden we veel kuikens gebroed, zodat we een ruime keuze hadden. Dit jaar hadden de meeste hanen een erg slechte kam, zoals u kunt zien. Links: Dit haantje was mooi klein van formaat, maar met erg veel wit in het gevederte, en een slecht getande kam, zoals u op de close-up foto kunt zien.
Onder: Deze kam was nog slechter! Rechts onder: En deze kam behoort strak en recht te zijn.
U merkt wel, goede Gournaykrielen fokken is niet zo simpel. Op de volgende foto staat een haan die we niet geringd hadden, want als kuiken was hij nogal fors. Na het uitgroeien bleek hij wel mooi donker van kleur, behalve dan de staartveren. Maar qua type is het totaal geen Gournaykriel, dus hij is niet gebruikt in de foktoom. Links: Goede kleur, maar te groot en te hoog op de poten.
2009 We hebben nog niet geprobeerd om de Gournaykrielen te laten erkennen in Nederland. De bonttekening varieert nogal, met vooral te veel wit in de slagpennen en sikkels van de hanen, hoewel dit in Frankrijk wordt gezien als normaal. Anders dan bij andere bonte rassen, breidt het wit zich nauwelijks uit bij het ouder worden, behalve dus in de slagpennen en sikkels, die vaak helemaal wit worden.
Boven: Het verschil in hennen (links) en hanenkuikens (rechts) is snel te zien.
Rechts: Ze komen vlug in de veren; dit kuiken is pas één week oud.
Er is ook nogal wat variatie in grootte en ook daarmee moet rekening gehouden worden bij het kiezen van de fokdieren. De kleinere dieren hebben bij ons de voorkeur, zolang ze het type van de grote Gournays maar zo goed mogelijk benaderen. Zaken als kamvorm, oogkleur, snavel- en pootkleur liggen echter wel goed vast. De vitaliteit en bevruchting is tot op heden heel goed, ondanks dat we nooit ‘nieuw bloed’ hadden.
We zijn natuurlijk wel begonnen met 2 verschillende trio’s, die volgens zeggen niet met elkaar verwant waren, dus de Franse fokkers hebben ons goed startmateriaal gegeven. De hennetjes zijn buitengewoon tam, maar haantjes kunnen nogal eens lelijk doen tegen de fokker. We weten inmiddels dat de felheid er bij het ouder worden wel af gaat. Bijna alle hennen worden ‘s zomers broeds, maar ze hebben niet allemaal de rust om de 3 weken uit te zitten. Dat hoeft geen probleem te zijn, omdat er altijd wel een andere hen staat te popelen om de taak over te nemen. Dit houdt tevens in dat ze – als u geen broedse kip wilt – ook vrij makkelijk weer van hun broedsheid af te brengen zijn.
Boven: Zes weken oud en al op stok, alsof ze al volwassen zijn.
Zoals al gezegd zijn de Gournaykrielen erg vitaal. De eerste dieren uit Frankrijk (2004) leven nog en afgelopen zomer hebben die hennen nog goed gelegd, en ze zullen als de dagen weer gaan lengen, ongetwijfeld weer snel aan de leg gaan. We rapen nu - eind december 2009 - al weer de eieren van de hennen van 2008, na een korte ‘winterstop’ van 2 maanden. De eieren zijn wit en wegen gemiddeld 40 gram. Onder staat een foto van een van mijn hennen van 2005; een nog steeds heel vitaal hennetje en goed aan de leg. Rechts: Een hen van 2005. De foto is genomen in 2007 en u kunt zien dat haar verenpak nog niet veel witter geworden is.
Herkomst Net als zijn grote naamgenoot afkomstig uit « du pays de Bray en Seine Maritieme ». De Gournaykriel verkreeg zijn officiële (Franse) standaard begin 2003. Algemene kenmerken: Dwerghoen van het landhoentype, elegant, met afgeronde vormen, strak bevederd, zwart-bont. Heeft zijn zeer grote broedeigenschap behouden.
Eikleur: Wit, gewicht 35 à 40 gram. Ringmaat: Haan 12 mm, hen 10 mm. gewicht: Haan 900 gram maximum. Hen 800 gram maximum. Links : Een 2 jaar oude hen. Onder: 3 hennen met verschillende bonttekening.
FRANSE STANDAARD
Haan : Lichaam: gestrekt en afgerond. Kop: van gemiddelde grootte, eerder klein, zonder enige aanzet tot kuif. Kam: enkel, recht, redelijk groot en ver naar achteren gedragen, maar los van de nek. Kinlellen: van gemiddelde grootte en gerond. Oorlellen: Ovaal, wit, enigszins gemengd met rood wordt getolereerd. Gezicht: Rood. Ogen: Oranjegeel. Oorlellen: Ovaal, wit, enigszins gemengd met rood wordt getolereerd. Hals: Toont redelijk lang, doordat de halsbevedering strak aanligt. De halsbevedering is gesloten, iets afstaand. Rug: Lang, redelijk breed, licht afhellend. Borst en achterlijf: Goed ontwikkeld. Vleugels: Goed gesloten tegen het lichaam gedragen. Staart: Gesloten, redelijk hoog gedragen, met veel sikkels. Dijen: Kort, weinig zichtbaar en strakke bevedering. Loopbenen: Gemiddelde lengte, zonder enige aanzet tot voetbevedering. Gemarmerd rose en zwart, met vier tenen. Hen : De karakteristieken van de hen komen overeen met die van de haan. Met de opmerking dat de hen een fijne kam heeft met de neiging tot omhangen. Links: Een 3 jaar oude hen met zeer goede bonttekening.
Kleurslag: De enige keurslag waar dit ras in voorkomt is zwart bont (type: een grove, primitieve bonttekening). Het geheel is een vlekkenpatroon van wit en zwart. Bij oudere hanen is enige lichtgele aanslag toegestaan in halsen zadelbehang. Ernstige fouten: Bolstaande bevedering ; sporen van kuifof baardbevedering; rode of grijs gekleurde veren, voetbevedering; volledig roodgekleurde, of blauwachtige of gele oren; volledig zwarte of grijze poten; te hoog of te vlak gedragen staart. Rechts: Dit is een zeer goede tekening. Onder: Haan en hen van 2005, gefotografeerd in de zomer van 2009. (De hen achter de haan is een Maranskriel.)
Ik wil dit artikel graag besluiten met een paar woorden over de grote Gournays. In 2004 had ik tot mijn genoegen ook een aantal grote Gournays in mijn hokken, afkomstig uit Frankrijk. Ze hebben me geholpen om het juiste type te kunnen selecteren voor de Gournaykriel foktomen. Grote Gournays zijn prachtige kippen; het is een dubbelnutras, dus goede leg en veel vlees, waarvan de kwaliteit en structuur vaak vergeleken wordt met dat van de beroemde Bresse. Ik vond het dan ook erg jammer dat ze niet goed floreerden in mijn hok; geen wonder, als je weet dat ze hun eerste maanden genoten hadden van een vrij leven in de Franse weilanden. Ze werden steeds minder actief en begonnen veel te vet te worden.
Met pijn in mijn hart heb ik ze afgestaan aan iemand die beloofde om ze de rest van hun leven vrij te laten scharrelen. Rechts: De ‘ouders’ van mijn grote Gournays, in Frankrijk. De fokhaan is mooi donker, goed te zien is ook dat de oude hennen hier wel veel lichter zijn dan de jonge hennen. Onder: Grote Gournays in mijn hok.
In Franse pluimveeboeken lezen we dat dit Franse ras afkomstig is uit de provincie Normandië. Maar ik heb ook wel eens ergens gelezen dat dit ras veel overeenkomsten heeft met een Scandinavisch ras, en dat het heel goed zou kunnen dat het naar Normandië is gekomen met de Vikingen… Natuurlijk moet je met zo’n verhaal niet aankomen bij de Fransen.
Links: Twee (eigenfok) grote Gournayhennen zijn opgegroeid bij de krielen. Zo kunt u goed zien hoe klein de krielen zijn. (De zwarte kippen op de achtergrond zijn Maranskrielen.) Meer informatie over de Gournays en krielen kunt u contact opnemen met: *C E P B C N = Conservatoire pour l'Elevage et la Préservation de la Basse Cour Normande, Jean Marie DE LAUNAY -
[email protected] *Conservatoire des races normandes et du Maine, Le Maître Pierre, route de Campigny, 14490 Le Tronqua, France. *Gournay club normand, LACROIX Maurice, La Cennerie, 14710 Asnières en Bessin, France. Copyright ©2010 Aviculture-Europe. All rights reserved by VBC.