Over voodoo en bonen uit blik Het is haar eerste keer in Afrika, op missie met de organisatie Ondernemers voor Ondernemers. En dus kijkt Frieda Van Wijck in Benin constant 360 graden rond. Ze noteert de lokale charmes, rariteiten en kicks. En vergeet dan nog stofjes te kopen. Door Frieda Van Wijck, foto’s Bart Ramakers
niger burkina faso benin togo
nigeria
gIds Frieda Van Wijck in Benin
R
reizen
38
39
gIds
I
Op de bromfiets kun je in Benin alles vervoeren, van enorme balen tot levende geiten.
De kleine Gianni tussen de zakken rijst. De stichting Hubi-Vinciane schonk de bewoners van Soukounoun een rijstpelmachine om een voorraad op te bouwen tegen hongersnood. 40
Frieda Van Wijck in Benin
geknetter en gepuutpuut van de vele brommers – hét vervoermiddel bij uitstek in Benin. Hele families zitten als lepeltjes achter elkaar op een zadel dat voor twee mensen bedoeld is. Ik zie ook een geit over het stuur hangen. Glazen ramen, een deur, twee meter lange zakken houtskool, matrassen, alles wordt per brommer getransporteerd. ’s Avonds ga ik slapen met het gezoem van de brommers, ’s morgens word ik wakker van het gepuutpuut. De claxon is een essentieel onderdeel van het voertuig. Dat is wel nodig, want het gebruik van de rechter- of linkerkant van de weg is louter indicatief. Putten van een halve meter diep en de daar omheen slalommende vrachtwagens nopen tot creatief zigzaggen met die brommers. De brede zandweg van Cotonou naar Ouidah loopt langs de kust. Even buiten de stad staan er langs het strand ‘paillottes’, kleine en grote hutten van palmbladeren die verhuurd worden. Zoiets als onze strandcabines. Aan de grotere staan 4x4’s geparkeerd, waarschijnlijk blanke expats die een dag aan zee komen doorbrengen. Aan de kleinere staat weer een bromfiets. Tussenin liggen eet- en drankgelegenheden in steen. Op veel van die gebouwtjes is met rode verf ‘à démolir’ geschilderd. Op termijn moeten ze hier weg, want er komt een asfaltweg. Ooit.
In La Reine des Bières, een uitspanning langs de brede hoofdweg van rood zand in Cotonou, schalt ‘Papaoutai’ van Stromae door de luidsprekers. La Reine des Bières is een van de vijf ‘vipdisco’s’ die Cotonou rijk is. Dat wil zeggen: een reeks tafeltjes en stoeltjes onder een afdak aan de straatkant, een binnenruimte met een discobal en een terrein aan de achterkant met plastic stoeltjes en tafeltjes waar het iets rustiger is. Romuald is de dj met dienst. Hij is een bijzonder gepassioneerde ‘animateur’, vliegt geregeld zelf met zijn micro de dansvloer op om het publiek te animeren. Belgische bezoekers worden met naam vermeld en aangespoord zich ook op de dansvloer te begeven. Dit is mijn eerste avond in Benin, in Afrika tout court. Ik heb eerst nog moeten opzoeken waar het land precies lag, toen ik het voorstel kreeg om er een paar reportages te maken. En van de hoofdstad Porto Novo had volgens mij zelfs de gemiddelde Afrika-kenner nog nooit gehoord. Maar, zo verzekerde de dokter van het Tropisch Instituut me nadat ik tegen zowat iedere bestaande ziekte was gevaccineerd, als het je eerste Afrikareis is, is Benin een goed land om mee te beginnen.
Cobra Verde We rijden langs een enorm terrein, met een bord waarop ‘propriété privé du Colonel de Souza’ te lezen staat. De Souza is hier een bekende naam. Francisco Félix de Souza was een belangrijke slavenhandelaar begin negentiende eeuw. Hij leverde tabak en rum aan de koning van Dahomey en kreeg slaven in ruil, die vanuit Dahomey naar Brazilië werden verscheept. Van die tabak is intussen weinig overgebleven: ik zie de hele reis lang geen enkele Beniner roken. Die Francisco Félix de Souza moet een kleurrijk figuur zijn geweest. Hij was zelf een mesties, die berooid aankwam in Benin. Maar volgens de overlevering liet hij bij zijn dood tachtig weduwen na. Zijn leven inspireerde de Engelse schrijver Bruce Chatwin in 1980 voor zijn boek The viceroy of Ouidah. En Werner Herzog »
Puutpuut Intussen schalt Michael Jackson uit de boxen. Wie aan de straatkant zit, doet er het zwijgen toe, want boven op de muziek is er het 41
gIds Frieda Van Wijck in Benin
La Porte de Non Retour in Ouidah, een Unesco-monument ter herinnering aan de slavenhandel.
Denise is de dochter van een belangrijke koning in de buurt van Ouidah. Ze is lid van de vrouwengroep Ologonunonzo, waar vrouwen zeep en olie leren maken van palmnoten.
verfilmde het verhaal met Klaus Kinski in Cobra Verde.
doopriester, want die kent de juiste tarieven. Aan de betekenis van trance en zo komen we niet toe. De bus moet vertrekken.
Voodoo en zo
Vod en trechter
Ons hotel in Ouidah ligt aan het strand en heet Le Jardin du Bresil. Er is ook een zwembad, want in zee valt niet te zwemmen. Veel te gevaarlijk, zegt iedereen. Ik voel me net in een familiefilmpje van kolonialen uit de jaren zestig. Uit die periode dateert volgens mij het zwembad en de omgeving. ’s Zondags komen hier heel wat blanken eten, want de keuken is Frans. Er zijn frieten te krijgen en voor een medereiziger wordt zelfs met de hand even mayonaise gemaakt. Groenten zijn er ook: des haricots verts, sperziebonen dus. Even voorbij ons hotel haalt een groep vissers, of misschien is het wel het voltallige dorp, een honderden meters lang net uit de zee. De vis wordt meteen opgehaald door opkopers uit Cotonou, waardoor er in Ouidah weinig verse vis te krijgen is. Maar het hotel heeft wel gegrilde gamba’s, ook lekker. Langs de weg van het strand naar het centrum, ‘la route des esclaves’, staan beelden van fetisjen: geesten of godheden uit de voodooreligie. Vodoo is een erkende godsdienst in Benin en heeft zo’n anderhalf miljoen aanhangers, vooral in het zuiden. Ouidah is trouwens hét voodoocentrum van het land, met een jaarlijks voodoofeest in januari. Beninse intellectuelen doen voodoo al eens af als een randverschijnsel, maar een buschauffeur probeert me uit te leggen hoe het in elkaar zit. Iedereen heeft zijn persoonlijke god of fetisj en daar moet aan geofferd worden. Dat is een nogal mercantiele relatie, lijkt me. Als je iets wilt, dan moet er verse mais, ananas of een stuk geit bij de fetisj gelegd worden. Als er malheuren gebeurd zijn ook, want dan is de fetisj boos. Je moet daarvoor naar de voo-
De weg van Cotonou naar Parakou is geasfalteerd en van behoorlijke kwaliteit, op de regelmatige putten na. Het is er erg druk, vooral als in de haven van Cotonou weer een vracht tweedehandsauto’s uit Europa arriveert. Die moeten dan door lokale chauffeurs zo snel mogelijk naar Niger of Centraal-Afrika worden gereden, een tocht van drie dagen. De dorpsbewoners langs de weg hebben zelf versperringen aangelegd in een poging om dat verkeer te vertragen. Er vielen te veel slachtoffers, niet alleen bij de vele loslopende geiten en kippen, maar ook bij schoolgaande kinderen. De tol van onze persoonlijke tocht: een varkentje en twee parelhoenen. Geregeld liggen er ook afgesneden takken met gebladerte langs de weg. Dat is de Beninse versie van onze gevarendriehoek. Hoe verser de bladeren, hoe recenter het ongeval of het incident. Om de zoveel kilometer staat er wel een aftandse vrachtwagens in panne. Of ligt er eentje langs de weg op zijn kant. De katoenoogst is net binnen, in de bermen hangt het vol witte vlokken die van de hoog opgestapelde vrachtwagens zijn gewaaid. Sinds de president beslist heeft de productie te subsidiëren, is katoen weer een belangrijk exportproduct geworden. Voorts handelt Benin in palmolie, arachidenoten en garnalen. Consumentengoederen worden massaal ingevoerd uit Nigeria, Indonesië of China. In het droge seizoen, wanneer de grensrivieren doorwaadbaar zijn, wordt er massaal gesmokkeld, vooral benzine uit Nigeria. Om de zoveel kilometer staat er langs de kant van » 42
in zee valt niet te zwemmen, veel te gevaarlijk. gelukkig is er een zwembad, dat volgens mij uit de koloniale jaren zestig dateert
43
gIds Frieda Van Wijck in Benin
de bewoners hebben versperringen aangelegd om het verkeer te vertragen. de dodentol van onze persoonlijke tocht: een varkentje en twee parelhoenen
Père Wilfried gelooft heilig in de kracht van maniok en palmnoten voor de Beninese landbouw en samenleving.
44
Boontjes uit blik
de weg iemand te zwaaien met een vod en een trechter, bij een kraam flessen van Amer Picon, Johnnie Walker, Martini of dame-jeannes, allemaal gevuld met Nigeriaanse benzine, maar vaak nog met het etiket van de oorspronkelijke inhoud. De vod dient om de benzine te filteren voor ze via de trechter in de brommer gaat. Onnodig te zeggen dat de kwaliteit niet al te best is. Door die illegale handel mist de staat wel inkomsten uit belastingen, maar toch verzekert het handeltje menig lokale Beniner van een inkomen. Veel andere opties heeft hij meestal niet. Sommigen houden wat geiten. Anderen persen palmolie en verkopen die in lege plastic waterflessen, of ze hebben een kraam met maniokwortels of zakken houtskool. ‘Godzijdank dat Benin geen grondstoffen heeft’, zucht Pascal N’Koue, de aartsbisschop van Parakou. ‘Het schijnt dat ze olie gevonden hebben voor de kust van Benin, maar ik hoop dat ik dood ben eer ze daar met oliewinning beginnen.’ Olie is immers vaak het begin van problemen. Hij denkt dat de toekomst van Benin in ‘la transformation’ ligt, het verwerken van basisproducten. De ngo’s en stichtingen blijven belangrijk voor de Beninse economie. De Leuvense stichting Hubi&Vinciane heeft net een rijstpelmachine en een opslagruimte geschonken aan de boeren van Sokounoun. Gepelde rijst brengt meer op en met de opslagruimte hoopt de stichting de boeren langetermijndenken bij te brengen. Zo hoeven ze hun oogst niet meteen te verkopen, maar kunnen ze wachten tot de prijzen zijn gestegen. En in Ouidah leert Jean Libeer, een oud-militair met noties van scheikunde, een groep vrouwen zeep maken van palmolie, palmpitolie en natriumhydroxide. Hij toont hen hoe ze de kostprijs berekenen, en hoeveel winst ze kunnen nemen.
Landbouwgrond is er genoeg. En vruchtbaar is die ook. Steek een steel van een maniokplant gelijk waar dertig centimeter in de grond en een jaar later heb je knollen, leer ik van de Beninse Père Wilfried in een landbouwschool in N’Golo. Die toont mij ook meteen hoe zo’n maniokplant eruitziet. Ik heb hem in zijn geraspte en gedroogde vorm geproefd, als ‘garri’. Dat smaakt een beetje naar gemalen nootjes. Het wordt in grote zakken langs de weg verkocht, steevast in twintig soortgelijke kramen na elkaar. De voeding van de Beniners is tamelijk eenzijdig. Behalve tomaatjes en avocado’s en die vermaledijde haricots verts heb ik weinig groenten gezien. Nochtans moeten volgens mij hier ook wortelen kunnen groeien. Bij bezoeken aan projecten krijgen we telkens rijst met iets erin, en een blik frisdrank. Na vijf dagen koolhydraten en gesuikerde frisdranken snak ik naar groenten. Het hotel in Parakou wordt uitgebaat door een Française en haar Marokkaanse man. De keuken is weer Frans. Er zijn frieten en mayonaise wordt op aanvraag gedraaid. En des haricots verts, deze keer uit blik. Maar er zijn dit keer ook slaatjes! En een halve mango als dessert. Langs de kant van de weg worden ook dingen in frituurvet verkocht, maar na alle waarschuwingen en verhalen over buikloop houd ik me wijselijk aan de restaurantkeuken.
Stroomonderbrekingen In het noorden zijn er blijkbaar meer stroomonderbrekingen dan in het zuiden. ’s Nachts schiet ik wakker als er opeens weer stroom is, en de airco met veel gedaver in gang schiet. In sommige gevallen is een noodoplossing voor elektriciteit dan ook onontbeerlijk. In een zie- » 45
gIds Frieda Van Wijck in Benin
kenhuis dat we bezoeken, is er een generator. Maar ik wen aan de vele stroomonderbrekingen, net als aan de dunne matrasjes, de muskietennetten, de overal rondwapperende zwarte plastic zakken, de kleurige kostuums en panjes, de ontvangsten in broussescholen en ziekenhuizen met zang, dans en toespraken, de gescheurde kaki uniformpjes van de schoolkinderen, de eerbiedwaardige ouderen en de vele koningen. En de formidabele vrouwen, zoals Lea Apo, een prinses en gepensioneerde lerares, die zelf een normaalschool uit de grond stampte in Parakou, of de 35-jarige soeur Mireille Aguessi, die in Papané een ziekenhuis beheert. Graag had ik ook op de markt wat stofjes gekocht, maar dat is voor een andere keer. einDe
Praktisch
• Frieda reisde mee naar Benin met Ondernemers voor Ondernemers, een organisatie die ondernemende mensen in het Zuiden op weg helpt, www.ondernemersvoorondernemers.be • Brussels Airlines vliegt in 6,5 uur rechtstreeks van Brussel naar Cotonou, www.brusselsairlines.com • Air France-KLM vliegt via Parijs, www.airfrance.com • Alle informatie over vaccinaties en medicatie op de website van het Instituut voor Tropische Geneeskunde, www.itg.be