Passend onderwijs
Werken met een persoonlijk onderzoeksdossier
Excellente leerlingen uitdagen Je hebt ze vast ook in je klas: leerlingen die structureel extra uitdaging nodig hebben. Aansluiten bij de onderwijsbehoeften van deze leerlingen, vraagt om gedifferentieerd onderwijs. Maar hoe zorg je ervoor dat de excellente leerlingen op hun eigen niveau gemotiveerd aan de slag gaan en daag je ze voldoende uit? Hoe laat je de lesstof van de excellente leerling aansluiten bij de lesstof van de rest van de klas? En hoe begeleid je dat? Marian Bruggink en Maud van Druenen zijn werkzaam bij het Expertisecentrum Nederlands in Nijmegen Cindy Teunissen is werkzaam voor het iXperium/Centre of Expertise Leren met ict van de HAN
School aan zet
38
JSW 8 april 2015
I
n het kader van School Aan Zet hebben het Expertisecentrum Nederlands en BCO Onderwijsadvies een handreiking ontwikkeld om (hoog)begaafde en excellente leerlingen te blijven uitdagen. In een gesprekkenreeks met de (plus)leerkracht komen leerlingen tot het ontwikkelen en uitvoeren van een persoonlijk onderzoeksplan, waarbij doelgericht werken voorop staat. Er is een handreiking ontwikkeld voor groep 3 en 4 en voor groep 5-8. Ga naar www.schoolaanzet.nl en klik achtereenvolgens op ‘Over School aan Zet’, ‘Call for Proposals’ en ‘Excellente gespreksvoering met excellente leerlingen: werken met MY POD’.
Extra uitdaging De materialen die in dit artikel worden belicht, zijn bedoeld voor leerlingen die extra uitdaging kunnen gebruiken. Omdat ze (hoog)begaafd zijn of omdat ze hoge scores behalen (excellent). We willen geen harde definitie geven van deze begrippen en hebben in de praktijk gemerkt dat de materialen bruikbaar zijn voor een grote groep leerlingen. Veel leerkrachten compacten en verrijken de lesstof voor de groep leerlingen die méér aankunnen. Sommige scholen bieden daarnaast een speciaal ingerichte plusklas aan waar de excellente leerlingen uit verschillende klassen op
regelmatige basis bij elkaar komen en ontwikkelingsgelijken ontmoeten. Het aanbod in de plusklas is meestal zowel verdiepend als verbredend (Mooij & Fettelaar, 2010). Leerlingen werken er bijvoorbeeld aan vakken als wiskunde, wereldoriëntatie, taal (Spaans, Italiaans), filosofie en kunstgeschiedenis. Er is ruimte voor eigen initiatief van leerlingen en er wordt veelal op basis van projecten gewerkt. Een veelgehoorde klacht uit de praktijk is echter dat er in veel gevallen weinig overdracht blijkt plaats te vinden tussen de activiteiten in de plusklas en in de reguliere groep. Met de ontwikkeling van de handreiking zoals we hieronder beschrijven willen we een brug slaan tussen de plusklas en de reguliere klas. De excellente leerlingen werken niet geïsoleerd aan een bepaald onderwerp of vakgebied, maar zoeken juist op een onderzoekende manier naar verbreding of verdieping binnen het onderwerp dat aan de orde is in de reguliere klas. Persoonlijk onderzoeksdossier Gedurende een traject van ongeveer zes weken werkt de leerling aan zijn eigen onderzoek in de plusklas én in de eigen groep. Aan de hand van een Persoonlijk OnderzoeksDossier (MY POD) bedenkt de leerling een opzet voor een onderzoek (plan van aanpak) en voert deze uit. Van tevoren denkt de leerling samen met de leerkracht na over de te bereiken doelen. Zowel inhoudelijke doelen, denkdoelen als taakwerkhoudingsdoelen worden geformuleerd (zie ook ‘In de praktijk’ op pagina 40). Tussentijds vult de leerling het logboek in en vinden er individuele en groepsgewijze reflectie- en evaluatiegesprekken plaats. Het onderzoek is gerelateerd aan een thema dat in de klas aan de orde is. Gaat het in de klas bij wereldoriëntatie over aardbevingen? Dan zou een onderzoek zich kunnen richten op verschillen en overeenkomsten tussen aardbevingen en andere natuurrampen. Tijdens en na afloop van het onderzoek deelt de excellente leerling de uitkomsten van het onderzoek met de rest van de klas. De overdracht van kennis kan in verschillende vormen: een presentatie, een poster, een proefje, een email, een verslag, een discussie. Op deze manier vindt er niet alleen kennisuitbreiding plaats bij de excellente leerling, maar ook de kennis van de overige leerlingen over aardbevingen wordt verder uitgediept.
a erling denk je n le e d t e m n e m Sa n inhoudelijke over te bereike elen en doelen, denkdo gsdoelen taakwerkhoudin
De rol van de leerkracht De rol van de leerkracht mag niet onderschat worden. Wat we veel zien is dat excellente leerlingen direct aan het werk willen gaan, zonder eerst een goed doordacht plan te maken of zonder tussentijds te reflecteren voordat ze verder gaan. Dit moeten ze leren en daarbij heb je als leerkracht een belangrijke rol. Neem daarbij de rol aan van procesbegeleider, en zet je leerlingen door middel van gesprekken aan tot planmatig werken en reflectie. Een van de leerkrachten die deelnam aan de pilot zegt hierover: ‘Soms lijken mijn leerlingen net wielrenners. Ze gaan meteen in volle vaart weg en aan de slag met het onderwerp. Het werken met MY POD dwingt hen tot meer bewustwording (hoe moet ik het aanpakken?).’
Zet excellente leerlingen door middel van gesprekken aan tot planmatig werken en reflectie
Leerling: Ik heb al een site gevonden over natuurrampen. Daar staat eigenlijk alles al op. Leerkracht: Oké, maar even terug naar jouw onderzoeksvraag. Leerling: Die ging over de verschillen en overeenkomsten van natuurrampen. Ik heb op die site een lijstje gevonden met heel veel natuurrampen. Aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, orkanen. Leerkracht: En wat ga je met dat lijstje doen? Hoe kom je achter de overeenkomsten en verschillen tussen die dingen die jij nu opnoemt? Leerling: Ik kan kijken naar hoe ze ontstaan en of dat hetzelfde is. Leerkracht: Heel goed. En waar kun je nog meer naar kijken? Leerling: Hoe vaak ze voorkomen? Leerkracht: Zullen we samen eens kijken of we al een schema kunnen maken (leerkracht tekent schema). Leerling: En in welke landen ze voorkomen! Werken met MY POD in de praktijk Op basis van een eerste pilot waarin de ontwikkelde materialen voor groep 5 tot en met 8 zijn uitgeprobeerd horen we positieve verhalen. Vijf leerkrachten gingen aan de gang met enkele excellente leerlingen uit hun klas. Ook een plusleerkracht was enthousiast om de materialen uit te proberen. De leerlingen hebben een onderzoeksvraag geformuleerd, binnen het thema dat in de klas aan de orde was. Samen met de leerkracht kozen ze voor bepaalde doelen die ze aan het einde van het traject bereikt wilden hebben. Leerlingen gingen op zoek in allerlei bronnen naar antwoorden op hun vragen, vooral op het internet. In de gesprekken met de leerkracht werd er pas op de plaats gemaakt: wat heb je tot nu toe gedaan en met welk resultaat? Welke doelen heb je al bereikt, welke nog niet? Hoe ga je nu verder? Na enkele weken vertelden de leerlingen over hun onderzoek aan de rest van de klas.
Tip!
In Gereedschap op pagina 42 vind je een analyse van vijf taalmethodes en hun mogelijkheden voor plusleerlingen.
JSW 8 april 2015
39
In de praktijk: In gesprek met de excellente leerling De leerkracht of de eventuele plusleerkracht gaat op verschillende momenten en manieren in gesprek met de excellente leerling. Hiervoor zijn gespreksleidraden uitgewerkt. De gesprekken gaan over de inhoud, opzet en aanpak van het onderzoek, maar ook over de doelen waar de leerling aan gaat werken. Niet alleen inhoudelijke doelen komen aan de orde (bijvoorbeeld ‘Ik weet de verschillen en overeenkomsten tussen een aardbeving en een orkaan’), maar ook doelen voor taakwerkhouding (‘ik werk netjes’) en doelen gericht op hogere orde denkvaardigheden (‘Ik kan de beslissingen die ik neem met goede argumenten onderbouwen’). Met name door het samen formuleren van deze denkdoelen worden leerlingen gestimuleerd de diepte in te gaan met hun onderzoek. Zowel leerkracht als leerling werken tijdens het onderzoek gericht aan de gestelde doelen. Soms vinden de gesprekken in groepjes plaats. Met coöperatieve werkvormen reflecteren de leerlingen op het proces dat ze tot nu toe doorlopen hebben. In de gespreksleidraden voor de leerkracht staan tips en aanwijzingen om de excellente leerling op zijn niveau aan het denken te krijgen en om de leerling te laten reflecteren op zijn werk. Belangrijk is het om in de manier van instructie geven, vragen stellen en feedback geven rekening te houden met het niveau van de leerling. Het stimuleren van hun hogere orde denkvaardigheden vormt daarbij steeds het uitgangspunt. Bij hogere orde denkvaardigheden moet gedacht worden aan vaardigheden die een groter beroep doen op het denkvermogen. Denk aan analytisch denken (‘Ik kan problemen en oplossingen noemen’), creatief denken (‘Ik kan antwoorden of oplossingen bedenken voor een vraag of probleem en ik kan zeggen waarom ik dat denk’) en kritisch denken (‘Als ik iets lees of hoor kan ik zeggen of deze informatie te vertrouwen is’): • Instructie geven: De instructie moet worden afgestemd op wat de leerling nodig heeft, zodat er geen werkgeheugen ‘verspild’ wordt aan instructie over wat het kind al weet of kan (Schnotz, 2010). Dit doet de leerkracht door in het gesprek na te gaan wat het kind al weet en waar hiaten zitten en daarop vervolgens in te spelen. Bij excellente leerlingen kun je vaak op een abstracter niveau starten. Als dit te hoog gegrepen blijkt, kun je gaan concretiseren (voorbeeld uit de pilot: abstract niveau = de schilderstijl van Mondriaan; concreter niveau = bepaalde duidelijke kenmerken van het werk van deze schilder). • Vragen stellen: Sommige excellente leerlingen maken te grote denkstappen of vertellen zonder duidelijke structuur, waardoor hun verhaal of hun onderbouwing niet altijd goed te volgen is (Gijsel & van Druenen, 2011). De leerkracht kan de leerling stimuleren kleinere denkstappen te zetten en deze te verwoorden. De leerkracht stelt bijvoorbeeld verhelderingsvragen (Bedoel je dat..?) of structuurvragen (Wat gebeurde er eerst, wat daarna? Wat waren de gevolgen daarvan?). Daarnaast kan de leerkracht zelf wat minder aan het woord zijn, waardoor de leerling de kans krijgt om zijn (soms wat complexe) gedachtes te verwoorden. Ook zogenaamde ‘wat-als’ vragen kunnen het denkproces stimuleren en geven ruimte voor creatief denken (Smutny et al., 1997). Denk aan: ‘Wat als jij schooldirecteur zou zijn, wat zou jij dan doen/vinden?’ Of geef eens een prikkelende bewering, bijvoorbeeld ‘Het was helemaal niet fijn om als mens in de oertijd te leven’. Dit kan de leerling uitlokken om zijn mening te beargumenteren. • Feedback geven: Effectieve feedback levert een bijdrage aan het overbruggen van de kloof tussen wat al begrepen en nog niet begrepen wordt en is daarom een krachtig middel in het leerproces. Meer lezen over feedback, zie het artikel van Daisy Mertens, JSW 6 februari 2013 ‘Kwalitatief goede feedback voor leerlingen. ‘Heel erg goed is niet goed genoeg!’’.
40
JSW 8 april 2015
Implementatietips • Compact de reguliere leerstof: Excellente leerlingen hebben vaak niet het volledige reguliere onderwijsaanbod nodig voor bijvoorbeeld rekenen, spelling of taal. Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) heeft voor de meest gebruikte taalen rekenmethoden een selectie gemaakt van zinvolle opdrachten voor excellente leerlingen. Je vindt deze uitwerking op www.slo.nl Ga naar ‘publicaties’ zoek op ‘compacten taal’ en ‘compacten rekenen’. • Stem af met de plusleerkracht: Overleg met de plusklasleerkracht wat nodig is voorafgaand aan en tijdens de periode dat de leerling aan MY POD werkt. Je stemt de inhoud waar de leerling mee aan de slag gaat af en bepaalt wie welke gesprekken voert. Ook het proces en het resultaat van MY POD kun je samen beoordelen. • Maak er tijd voor: Met name bij het starten en implementeren van de handreiking zal je tijd voor voorbereiding en professionalisering nodig hebben. Naarmate langer met de handreiking gewerkt wordt, zijn ook minder (extra) uren nodig. • Professionalisering: Zorg voor (interne of externe) scholing wat betreft effectief onderwijs voor excellente leerlingen en gespreksvaardigheden. • Bepaal de effectiviteit van het gegeven onderwijs: Bepaal met de werkgroep excellentie, bijvoorbeeld na een schooljaar, wat het effect geweest is van het gegeven onderwijs aan excellente leerlingen. Dit kan met behulp van toetsscores, maar denk bijvoorbeeld ook aan vragenlijsten. Stel op basis van deze evaluatie een plan van aanpak voor de volgende periode op.
Sommige leerkrachten uit de pilot geven aan bewuster om te gaan met het niveau van vragen stellen aan excellente leerlingen. Maar er zijn meer voordelen, zo blijkt uit de volgende uitspraak: ‘Door het werken met MY POD zijn de verwachtingen die je aan de leerling stelt duidelijker. Je spreekt samen doelen af. Veel verrijkingsmateriaal is vrijblijvender van aard. Bovendien zijn veel materialen voor excellente leerlingen “losse opdrachten”. Dit is een afgerond geheel: van plan tot presentatie.’ Een motiverende aanpak De beschreven handreiking voor groep 3 tot en met 8 biedt scholen de kans om op structurele wijze onderwijs aan excellente leerlingen vorm te geven. Scholen die werken met een plusklas kunnen met deze handreiking een brug slaan tussen het onderwijs in de reguliere klas en de plusklas. Geen geïsoleerd extra aanbod en een motiverende aanpak voor leerkracht én leerling! ●
t School aan ze
een Aan de hand van oeksdossier rz e d n o jk li n o o pers g een opzet maakt de leerlin oek en voert voor een onderz deze uit
Verdere informatie
• Ga naar www.schoolaanzet.nl en klik achtereenvolgens op ‘Over School aan Zet’, ‘Call for Proposals’ en ‘Excellente gespreksvoering met excellente leerlingen: werken met MY POD’. Hier vind je alle materialen uit de handreiking. • Ga naar www.youtube.nl en zoek op ‘Plusklas Twente’: in twee delen wordt visueel weergegeven hoe je met een plusklas om kunt gaan. • www.talentstimuleren.nl; een informatieve website van Stichting LeerplanOntwikkeling SLO) over (hoog)begaafdheid en excellentie.
LITERA TUUR! De literatuurlijst is beschikbaar via www.jsw-online.nl/jsw/downloads
JSW 8 april 2015
41
hét vakblad voor het basisonderwijs
Wil je meer lezen?
Neem dan nú een proefabonnement! KLIK HIER
Nummer
2014
g 98, mei
9, jaargan
w w w.j
sw -o
nl in e. nl
Nummer 8,
jaargang 98,
en Wereld School ijs, Jeugd in basisonderw voor het g Vakblad en opleidin onderwijs speciaal
w w w. jsw
JSW biedt maandelijks een stevig aanbod van vakkennis dat direct aansluit op de innovatie in het onderwijs en dit vertaalt naar de praktijk van alledag. Elke editie brengt een gevarieerd overzicht met praktische (overzichts)artikelen, methodebesprekingen of -vergelijkingen, ervaringen van leerkrachten met een bepaalde aanpak of werkwijze en interviews met onderwijsgevenden en deskundigen.
april 2014
-o nl in e. nl
Jeugd in Scho ol en Wer eld Vakblad voor het basisonde rwijs, speciaal onde rwijs en oplei ding
ren kend le
oe Onderz
pulairder steeds po n! Nederland aa in t n he le k o h : pa Zomersc kinderen icht bij ten? en lim p Overgew m werken co Wanneer -1.indd
7_TDS_nr9
JSW14_023
24-04-14
Zoekgedr
Werk je in het (speciaal) basisonderwijs of ben je (pabo)student? Ontvang JSW geheel vrijblijvend en inclusief toegang tot het digitale archief, drie maanden lang voor slechts € 13,50! Zo blijf jij als professional helemaal op de hoogte!
14:00
ag op intern
1
Gesprekken over onderw ijsbehoefte Kun je reke n nen met pr entenboeke Zo leer je go n? ed gedrag aan JSW14_0152_
TDS_nr8.indd
et
1
27-03-14
15:26
Meer weten? Ga naar www.jsw-online.nl of bel 088-2265243