In het kader van natuurwetgeving
In opdracht van: Gemeente ‘s-Hertogenbosch
2
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
Tekst, foto's en samenstelling
P.T. Twisk
In opdracht van
Gemeente ‘s-Hertogenbosch
Naam opdrachtgever
W.J. van der Velden
Rapportnummer
RAPR14405-02
Status rapport
Definitief
Datum oplevering rapport
02 March 2015
Aantal pagina's
41
Collegiale toets
M.W. van den Hoorn
Wijze van citeren
Twisk, P.T. , 2015.Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘sHertogenbosch. In het kader van natuurwetgeving. Rapport RAPR14405-0, Regelink Ecologie & Landschap, Mheer.
Regelink Ecologie & Landschap Papenweg 5 6261 NE Mheer 085-7737676
[email protected] www.regelink.net
Lid Netwerk Groene Bureaus
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
3
4
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
1. Inleiding
7
1.1
Aanleiding
7
1.2
Doel
7
1.3
Leeswijzer
7
2. Wet- en regelgeving
9
2.1
Flora en faunawet
2.2
Bescherming van gebieden
9 12
3. Werkwijze
13
4. Omschrijving plangebied
15
4.1
Aanwezige ecotopen
15
4.2
Afstand tot beschermde gebieden
15
5. Resultaten beschermde soorten
17
5.1
Vaatplanten
17
5.2
Zoogdieren
17
5.3
Vogels
19
5.4
Amfibieën en vissen
19
5.5
Reptielen
20
5.6
Libellen en dagvlinders
20
5.7
Overige ongewervelden
20
6. Te ontwikkelen activiteiten
21
7. Toetsing aan wet- en regelgeving
23
7.1
Vaatplanten
23
7.2
Zoogdieren
23
7.3
Vogels
24
7.4
Vissen
25
7.5
Overige soortgroepen
25
7.6
Gebiedsbescherming
25
7.7
Samenvattend voor het terrein
26
8. Randvoorwaarden Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
29 5
8.1
Buitenzijde gebouwen
29
8.2
Brandweerhuisje
29
8.3
Oever van de Dieze
29
8.4
Nieuwbouw, plaatsing tenten, kraampjes, overkappingen
29
8.5
Aanbrengen en toepassen van kunstlicht- en geluidsapparatuur
30
8.6
Onderhoud en verwijderen van beplanting
30
8.7
Activiteiten met grote aantallen bezoekers
30
8.8
Aanleggen en aangemeerd zijn van boten
30
9. Aanbevelingen
31
10. Bronnen
33
10.1
Literatuur
33
10.2
Websites
33
Bijlage 1.
Foto-impressie plangebied
34
Bijlage 2.
Plattegronden beschermde soorten
38
Bijlage 3.
Vogelsoorten met jaarrond beschermde nesten
41
6
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
De Gemeente ’s-Hertogenbosch is van plan om het bestemmingsplan te wijzigen voor het terrein van voormalige veevoederfabriek de Heus in ’s-Hertogenbosch. Op het terrein moeten uiteenlopende activiteiten ontwikkelt kunnen worden, inclusief het aanpassen of uitbreiden van aanwezige gebouwen. Volgens nationale en internationale regelgeving is het verplicht om bij deze activiteiten rekening te houden met beschermde flora en fauna. De wens is om op zeer korte termijn deze activiteiten in gang te zetten. Onderzoek naar bijvoorbeeld broedvogels is op zeer korte termijn niet mogelijk. Daarom heeft de Gemeente ’s-Hertogenbosch aan Regelink Ecologie & Landschap verzocht een inschatting te maken van in potentie aanwezige, beschermde natuurwaarden. Aan de hand van deze inschatting moeten vervolgens randvoorwaarden worden geformuleerd waaraan activiteiten op het terrein moeten voldoen zodat voorkomen wordt dat deze waarden geschaad worden en de Flora- en faunawet overtreden wordt. Naast de randvoorwaarden ten aanzien van beschermde soorten kan het noodzakelijk zijn randvoorwaarden op te stellen om te voorkomen dat de activiteiten een negatief effect hebben op de kwaliteit van beschermde gebieden in de omgeving.
Door middel van deze beoordeling worden de volgende vragen beantwoord:
Welke middels de Flora- en faunawet beschermde flora en fauna komen (potentieel) voor in het plangebied?
Welke negatieve effecten kan de (potentieel) aanwezige flora en fauna ondervinden van de activiteiten?
Houdt, gelet op de mogelijke negatieve effecten, het uitvoeren van de activiteiten een overtreding van de Flora- en faunawet in?
Zo ja, aan welke randvoorwaarden moeten de activiteiten voldoen om de negatieve effecten te voorkomen?
Zijn negatieve effecten op beschermde gebieden op voorhand uit te sluiten of moeten ook in dit kader de activiteiten aan bepaalde randvoorwaarden voldoen?
Zo ja, welke randvoorwaarden zijn dit?
In hoofdstuk 2 wordt de relevante wet- en regelgeving toegelicht. In hoofdstuk 3 worden werkwijze en inspanning beschreven, terwijl in hoofdstuk 4 een beschrijving van het plangebied volgt. In hoofdstuk 5 worden de resultaten van de flora- en faunainventarisatie gepresenteerd. De ingreep wordt in hoofdstuk 6 omschreven. In hoofdstuk 7 worden vervolgens de mogelijke effecten van de ingreep Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
7
gerelateerd aan de (potentiële) flora en fauna en getoetst aan de Flora- en faunawet. Ook wordt ingeschat of negatieve effecten op beschermde gebieden op voorhand uitgesloten kunnen worden. In hoofdstuk 8 staan de randvoorwaarden genoemd die voorkomen dat de Flora- en faunawet wordt overtreden en in hoofdstuk 9 staan aanbevelingen. Tevens is een korte bronnenlijst opgenomen (hoofdstuk 10).
8
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
De Flora- en faunawet is de soortgerichte implementatie van de Europese Habitat- en Vogelrichtlijn en bundelt de bepalingen die voorheen in verschillende wetten waren opgenomen: Vogelwet 1936, Jachtwet, Natuurbeschermingswet (hoofdstuk V: soortenbescherming), Nuttige Dierenwet 1914 en Wet Bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten. De Flora- en faunawet beschermt in beginsel soorten. Activiteiten waarbij schade wordt gedaan aan beschermde dieren of planten zijn verboden, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan (het “nee, tenzij”-principe). Het is dan ook altijd zaak om, waar mogelijk, activiteiten uit te voeren zonder schade aan beschermde dieren en planten aan te brengen. De wet erkent de intrinsieke waarde van in het wild levende dieren. In de wet is dan ook een zorgplicht opgenomen: iedereen moet 'voldoende zorg' in acht nemen voor alle in het wild voorkomende dieren en planten (niet alleen de beschermde) en hun leefomgeving.
De Flora- en faunawet kent, naast de zorgplicht, een aantal verbodsbepaling welke relevant zijn voor de onderhavige toetsing: Artikel 8 Het is verboden planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Artikel 9 Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Artikel 10 Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten. Artikel 11 Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Artikel 12 Het is verboden eieren van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen.
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
9
Op 23 februari 2005 is de “AmvB art. 75” van de Flora- en faunawet in werking getreden. In dit besluit is een vrijstelling voor specifieke activiteiten en soorten geregeld. Tevens introduceert de AmvB de gedragscode. Tabel 1 Voor soorten die zijn opgenomen in Tabel 1 geldt een algehele vrijstelling wanneer de werkzaamheden vallen onder:
bestendig beheer en onderhoud, ook in landbouw en bosbouw;
bestendig gebruik;
ruimtelijke ontwikkeling en inrichting.
Er dient een ontheffing te worden aangevraagd wanneer de werkzaamheden niet onder een van deze categorieën vallen en er een (te verwachten) negatief effect op de soorten uit Tabel 1 is. Deze aanvraag wordt door bevoegd gezag onderworpen aan een lichte toets. Daarbij wordt getoetst of de gunstige staat van instandhouding van de soort niet in het geding is, en of de activiteit een redelijk doel dient. Tabel 2 De soorten zoals opgenomen in Tabel 2 zijn strenger beschermd. Hierbij geldt een vrijstelling mits gewerkt wordt volgens een door de minister goedgekeurde gedragscode. Vallen de werkzaamheden niet onder de bij Tabel 1 genoemde categorieën of wordt niet gewerkt volgens een gedragscode, dan moet een ontheffing aangevraagd worden. Deze aanvraag wordt, net als voor de soorten van Tabel 1 geldt, onderworpen aan een lichte toets. Tabel 3 De soorten uit Tabel 3 zijn de zwaarst beschermde soorten. Ook wanneer werkzaamheden vallen onder een van de bij Tabel 1 genoemde categorieën, geldt niet zonder meer een vrijstelling. Alleen bij bestendig beheer en onderhoud is een vrijstelling mogelijk wanneer gewerkt wordt volgens een goedgekeurde gedragscode. Werkzaamheden die in een van de andere categorieën vallen en welke negatieve effecten op beschermde soorten (kunnen) hebben, zijn ontheffingsplichting. Voor het verstrekken van een ontheffing wordt deze onderworpen aan een zware toets wanneer:
er geen andere bevredigende oplossing voor de geplande activiteit is;
de geplande activiteit geen afbreuk doet aan de gunstige staat van instandhouding van de soort;
er sprake is van een in of bij de wet genoemd belang.
Bij soorten van Bijlage IV van de Habitatrichtlijn moet tevens sprake zijn van een van de volgende door de Habitatrichtlijn erkende belangen:
dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten;
10
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
bescherming van flora en fauna;
openbare veiligheid.
Vogels Met ingang van 26 augustus 2009 heeft het Ministerie van LNV (nu EZ) een nieuw beleid ten aanzien van broedvogels ingezet. Verblijfplaatsen van broedvogels zijn door de Flora- en faunawet beschermd. De Flora- en faunawet kent hierbij geen standaardperiode voor het broedseizoen. Het gaat bovendien om individuele broedgevallen. De meeste vogels maken elk broedseizoen een nieuw nest. Deze eenmalig te gebruiken nesten vallen onder de bescherming van artikel 11 van de Flora- en faunawet in de periode dat deze daadwerkelijk gebruikt worden. Van een beperkt aantal vogels is de nestlocatie het gehele jaar beschermd door de Flora- en faunawet (Bijlage 3). Het betreft dan vogels die:
het gehele jaar door gebruik maken van hun nestlocatie als vaste rust- en/ of verblijfplaatsen;
erg honkvast en al dan niet koloniebroeders zijn. Deze soorten keren ieder jaar naar dezelfde nestlocaties terug. De voorwaarden waaraan deze nestlocaties moeten voldoen zijn erg specifiek en vaak slechts in beperkte mate in het landschap beschikbaar;
jaar in jaar uit van hetzelfde nest gebruik maken en zelf niet of nauwelijks in staat zijn om een eigen nest te bouwen.
Indien een jaarrond beschermd nest is aangetroffen moet altijd een omgevingscheck uitgevoerd worden. Een deskundige dient dan te onderzoeken of er voor de soort in de omgeving voldoende plekken en materiaal aanwezig zijn om zelf een vervangende locatie te vinden en een vervangend nest te maken. Indien dit niet mogelijk is dient een vervangende nestlocatie aangeboden te worden. Wanneer ook dat niet mogelijk blijkt dient een ontheffing aangevraagd te worden. Ontheffing kan alleen verkregen worden op grond van een wettelijk belang uit de Vogelrichtlijn. Wettelijke belangen zijn:
bescherming van flora en fauna;
veiligheid van het luchtverkeer;
volksgezondheid of openbare veiligheid.
Werken volgens een gedragscode kan (soms) een vrijstelling voor soorten op Tabel 2 en Tabel 3 geven. Hiervoor dient gewerkt te worden volgens een door de minister vastgestelde gedragscode. Een overzicht van goedgekeurde gedragscodes is te vinden op: (https://www.hetlnvloket.nl/onderwerpen/vergunning-en-ontheffing/dossiers/dossier/flora-enfaunawet-ruimtelijke-ingrepen/stap-5-gedragscode-gebruiken/overzicht-van-de-gedragscodes). Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
11
In Nederland zijn de bescherming van natuurgebieden en de daarin voorkomende natuurwaarden geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998. Onder deze wetgeving vallen zowel de Natura 2000gebieden als de Beschermde Natuurmonumenten. Natura 2000-gebieden zijn gebieden welke aangewezen zijn op grond van de Vogelrichtlijn, de Habitatrichtlijn of beide. Zowel Natura 2000gebieden als Beschermde Natuurmonumenten zijn geselecteerd en als te beschermen gebieden aangewezen op grond van in deze gebieden voorkomende bijzondere natuurwaarden. Deze natuurwaarden mogen niet worden aangetast. De Provincie is het bevoegd gezag voor de Natuurbeschermingswet 1998. Voor meer informatie over de Natuurbeschermingswet 1998 en het toetsingskader wordt verwezen naar de website van de Rijksoverheid (http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/natuur-en-biodiversiteit/natura-2000).
Het Natuurnetwerk Nederland (officieel Ecologische Hoofdstructuur geheten en vaak afgekort tot EHS) bestaat uit planologisch beschermde gebieden welke zijn aangewezen teneinde ecologische verbindingen te realiseren tussen belangrijke natuurgebieden. Deze natuurgebieden en de verbindingen daartussen vormen samen een ecologisch netwerk. De wezenlijke kenmerken en waarden van het NN mogen niet door een ingreep worden aangetast. Alle (mogelijke) effecten van een voorgenomen ingreep moeten daarop dan ook worden getoetst. De provincie waarbinnen het plangebied valt geeft invulling aan het NN en is daartoe het Bevoegd Gezag. Voor meer informatie over het NN en het toetsingskader wordt verwezen naar de website van de Rijksoverheid (http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/natuur-en-biodiversiteit/natuurnetwerk-nederland).
12
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
De volgende methoden zijn bij het onderzoek gebruikt: 1.
Op 13 november 2014 werd het plangebied Terrein de Heus, ‘s-Hertogenbosch, door P.T. Twisk (Regelink Ecologie & Landschap) en J. Tuithof (Gemeente ’s-Hertogenbosch) bezocht. Daarbij werden de in het plangebied aanwezige ruimtelijke structuren en ecotopen geïnventariseerd en nauwkeurig geïnspecteerd op potenties voor beschermde soorten. Tijdens het veldbezoek werden de volgende instrumenten gebruikt:
2.
verrekijker;
zaklamp;
fotocamera.
Door middel van literatuuronderzoek werd onderzocht welke beschermde flora en fauna in de ruime omgeving van het plangebied recentelijk werden waargenomen. Hierbij werd gebruik gemaakt van de database Quickscanhulp.nl, aangevuld met gegevens uit relevante recente verspreidingsatlassen en actuele websites. Daarnaast werd de ligging van het plangebied ten opzichte van nabijgelegen beschermde gebieden onderzocht.
3.
Aan de hand van het veldbezoek en het literatuuronderzoek werd op grond van expert judgement een inschatting gemaakt van de beschermde flora en fauna met bijbehorende functies die in het plangebied (kunnen) voorkomen.
4.
In samenspraak met de opdrachtgever werden de te organiseren activiteiten omschreven.
5.
Op grond van de beschrijving van de ingrepen en activiteiten werd een inschatting gemaakt van de redelijkerwijs te verwachten negatieve effecten op de (potentieel) aanwezige beschermde soorten en functies.
6.
Vervolgens zijn randvoorwaarden geformuleerd waar de te organiseren activiteiten en uit te voeren ingrepen aan moeten voldoen om negatieve effecten op de (potentieel) aanwezige beschermde soorten en overtreding van de Flora- en faunawet te voorkomen.
7.
Bepaald werd of negatieve effecten op beschermde gebieden op voorhand zijn uit te sluiten danwel of deze te voorkomen zijn aan de hand van randvoorwaarden.
8.
Indien dit laatste het geval was zijn deze randvoorwaarden opgesteld.
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
13
14
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
Het plangebied is gelegen in ‘s-Hertogenbosch, in de provincie Noord-Brabant. In Figuur 1 is de begrenzing van het plangebied weergegeven. Het plangebied wordt aan de zuidzijde begrensd door het terrein van de Verkadefabriek, aan de westzijde door de Veemarktweg, aan de noordzijde door de Dieze en aan de oostzijde door de Tramkade.
Figuur 1. Begrenzing plangebied de Heus 's-Hertogenbosch, aangegeven met een rode lijn. Met helder groen is het Natuurnetwerk Nederland aangegeven. © Dienst voor het kadaster en de openbare registers, Apeldoorn, 2015.
Binnen het plangebied zijn de volgende ecotopen aanwezig (zie ook Bijlage 1):
gebouwen met dakpannen, spouwmuur en vochtige kelder;
breed, diep stromend water (> 2 meter breed, > 1 meter diep);
dunne inlandse eik (Quercus robur), wilgen (Salix spec.) en essen (Fraxinus excelsior) (diameter borsthoogte < 25 cm);
dikke gewone platanen (Platanus x hispanica) en populieren (Populus spec.) (diameter borsthoogte > 25 cm), zonder holtes;
lage begroeiing van verschillende kruidachtige planten.
Het Natura 2000-gebied dat het dichtste bij het plangebied ligt is “Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek”. Dit gebied ligt op een afstand van 1,5 km van het plangebied. Zie Figuur 2. Het plangebied valt aan de noordoost zijde binnen het Natuurnetwerk Nederland (of EHS). Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
15
Figuur 2. Ligging van het plangebied (rood omlijnd) ten opzichte van beschermde natuurgebieden. Helder groen = Natuurnetwerk Nederland (of EHS); geel = N2000 gebied; donkergroen en donkerroze = overige natuurgebieden. © Dienst voor het kadaster en de openbare registers, Apeldoorn, 2015.
16
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
Het terrein van de Heus is afgezocht op aanwezige, beschermde soorten of sporen hiervan. Voorts is op grond van de aanwezige ecotopen een inschatting gemaakt van de beschermde flora en fauna die mogelijk in het plangebied voorkomen. De voorgenomen ingrepen vallen onder de categorie j., de uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling, en waarschijnlijk ook onder belang e., dwingende redenen van groot openbaar belang. Daarbij geldt een vrijstelling van soorten uit Tabel 1 uit de Flora- en faunawet, waarbij wel rekening gehouden dient te worden met de zorgplicht. Een beoordeling is daarom gemaakt voor soorten uit tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet.
Het terrein is vrijwel geheel bestraat en plantengroei is derhalve zeer beperkt. Aan de noordoostzijde van het terrein is een kade aanwezig met begroeiing van kruidachtige planten. Hier is klein glaskruid (Parietaria judaica) aanwezig, een soort die valt onder tabel 2 (lichte toets indien een ontheffing aangevraagd moet worden). Zie Bijlage 2, Figuur 10 voor de locatie van de groeiplaats. Overige beschermde vaatplanten die in deze tijd van het jaar zijn te herkennen zoals muurplanten zijn niet aangetroffen. Overige beschermde vaatplanten worden gezien de aanwezige verharding ook niet verwacht
De verspreidingsgebieden van grote bosmuis (Apodemus flavicollis), veldspitsmuis (Crocidura leucodon) en eikelmuis (Eliomys quercinus) liggen buiten het plangebied (respectievelijk in ZuidLimburg, Achterhoek en Oost-Drenthe en -Groningen, in Twente en Zeeuws-Vlaanderen, en in ZuidLimburg) (Broekhuizen et al., 1992, Regelink & Bosch, 2007). Het verspreidingsgebied van de noordse woelmuis (Microtus oeconomus) ligt in westelijk en noordelijk Nederland. De waterspitsmuis (Neomys fodiens) is gebonden aan schone wateren met een rijke oevervegegatie. Derhalve kan worden gesteld dat binnen het plangebied geen beschermde muizensoorten zullen voorkomen.
In de gebouwen zijn geen sporen van marters aangetroffen. Het is dan ook uitgesloten dat de gebouwen dienen als verblijfplaats voor steenmarter (Martes foina). De stedelijke omgeving is geheel ongeschikt als leefgebied voor boommarter (Martes martes) en das (Meles meles). De oever en het water aan de noordoost zijde vormt in beginsel geschikt leefgebied voor otter (Lutra lutra). Van deze soort zijn geen recente waarnemingen bekend uit de ruime omgeving van het plangebied (www.telmee.nl), maar door de verborgen leefwijze en grote afstanden die dit dier kan afleggen is afwezigheid moeilijk met zekerheid uit te sluiten. De otter verplaatst zich voornamelijk lopend langs water. Omdat de oever die valt binnen het plangebied geen doorgaande oever is, is de kans verwaarloosbaar klein dat dit essentieel leefgebied vormt voor de otter.
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
17
In het plangebied zijn geen nesten van eekhoorn (Sciurus vulgaris) aangetroffen. Er is slechts een rij bomen op het terrein aanwezig en het terrein ligt geïsoleerd ten opzichte van bosrijke stadsdelen als Orthen en de Herven, waar de eekhoorn wel voorkomt. De kans is derhalve redelijkerwijs uitgesloten dat deze soort in het plangebied aanwezig is.
Bever (Castor fiber) heeft zich recent gevestigd in de Ertveldplas en is ook tweemaal waargenomen in de Aa. Het plangebied ligt tussen deze twee locaties en vormt mogelijk een onderdeel van het leefgebied van bevers. Vanwege de aanwezige beschoeiing is het plangebied weinig geschikt voor deze soort om er zich te vestigen. De aanwezige bomen op de oever van de Dieze (wilg en es) zijn geschikt als voedsel voor bever. Het water in het plangebied is op te vatten als doortrekgebied van bever. Aan de noordzijde van het plangebied moet derhalve rekening worden gehouden met deze soort.
De noordzijde van het plangebied is geschikt als foerageergebied voor een aantal soorten vleermuizen. Op grond van de geringe omvang van het plangebied is de kans klein dat het een essentieel foerageergebied betreft. De oever van de Dieze kan als vliegroute voor verschillende soorten vleermuizen dienst doen. Het gebouw dat dienst doet als transformatorstation heeft een spouwmuur en dakpannen. Ook zijn er bij andere gebouwen mogelijkheden voor vleermuizen om er een verblijfplaats te vinden vanwege diepe scheuren en gaten in de muren. Zie Figuur 12 voor een plattegrond van mogelijk aanwezige functies. Het zogenaamde brandweerhuisje heeft een ondergrondse ruimte die door enkele soorten vleermuizen als winterverblijfplaats gebruikt kan worden. Zie Figuur 12 voor de plaats van deze kelder. In het plangebied kunnen derhalve essentiële functies aanwezig zijn voor de volgende soorten: gewone dwergvleermuis (Pipistrelllus pipistrellus), ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii), laatvlieger (Eptesicus serotinus), tweekleurige vleermuis (Vespertilio murinus), watervleermuis (Myotis daubentonii), meervleermuis (Myotis dasycneme), franjestaart (Myotis nattereri) en baardvleermuis (Myotis mystacinus). In Tabel 1 is weergegeven welke functies van bovengenoemde soorten mogelijk voorkomen.
18
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
Zomerverblijfplaats
Kraamverblijfplaats
Paarverblijfplaats
Winterverblijfplaats
Vliegroute
Foerageergebied
Tabel 1. De potentieel voorkomende soorten vleermuizen en functies.
gewone dwergvleermuis
X
X
X
X
X
X
ruige dwergvleermuis
X
laatvlieger
X
tweekleurige vleermuis
X
X X
X
X X
X
X
gewone grootoorvleermuis
X
watervleermuis
X
meervleermuis franjestaart
X
baardvleermuis
X
X
X
X
X
Vogelsoorten met vaste rust- en/of verblijfplaatsen zijn mogelijk binnen het plangebied aanwezig. Te verwachten jaarrond beschermde nesten kunnen van vogelsoorten zijn die broeden in gebouwen (onder bijvoorbeeld dakpannen), zoals huismus (Passer domesticus) en gierzwaluw (Apus apus). Zie Figuur 13 voor een overzicht van locaties met mogelijke nestplaatsen van deze soorten. In de gebouwen zijn geen uilen of sporen van uilen gevonden. Alle ruimten die voor uilen geschikt kunnen zijn, zoals zolders en open loodsen, zijn geïnspecteerd. Aanwezigheid van nesten of rustplaatsen van steenuil (Athena nocuta) en kerkuil (Tyto alba) is zodoende uitgesloten. In de bomen zijn geen nesten van vogels waarvan de nesten jaarrond beschermd zijn aanwezig. Zangvogels die in tuinen en stedelijk gebied broeden (zoals merel (Turdus merula), koolmees (Parus major) en winterkoning (Troglodytes troglodytes)) en overige vogels die broeden in gebouwen (onder bijvoorbeeld dakpannen, zoals spreeuw (Sturnus vulgaris) en kauw (Coloeus monedula)) kunnen binnen het plangebied aanwezig zijn.
Aan de noordzijde van het plangebied is water aanwezig. Hier kunnen beschermde soorten voorkomen als rivierdonderpad (Cottus perifretum) en bittervoorn (Rhodeus amarus). De Dieze is niet geschikt voor de voortplanting van amfibieën door de afwezigheid van waterplanten en de aanwezigheid van vissen (die zich kunnen voeden met amfibieën). Doordat het terrein vrijwel Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
19
geheel bestraat is, is het ongeschikt voor overwinterende amfibieën. Aanwezigheid daarvan kan dan ook redelijkerwijs worden uitgesloten.
Op grond van het ontbreken van voor reptielen geschikte ecotopen in het plangebied (zoals schrale vegetatie met voldoende rustige, zonnige plekken) kan het voorkomen van reptielen redelijkerwijs worden uitgesloten.
In het plangebied komen geen voedselarme wateren of vegetaties voor die geschikt zijn als leefgebied voor libellen en dagvlinders. Het voorkomen van beschermde libellen en dagvlinders kan daarom redelijkerwijs worden uitgesloten.
In verband met het ontbreken van voor overige ongewervelden geschikte ecotopen (oude eiken, schoon water, veensloten, vennen) in het plangebied kan het voorkomen van beschermde overige ongewervelden redelijkerwijs worden uitgesloten.
20
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
De Gemeente ’s-Hertogenbosch is voornemens om voor het plangebied Terrein de Heus ’sHertogenbosch het bestemmingsplan te wijzingen. Het bestemmingsplan moet ruimte bieden voor uiteenlopende activiteiten die in het plangebied georganiseerd kunnen worden, inclusief het aanpassen van aanwezige gebouwen of het uitvoeren van nieuwbouw. Activiteiten en voorzieningen kunnen bestaan uit:
kunst en cultuur;
sociale en maatschappelijke voorzieningen;
recreatieve voorzieningen;
kleinschalige bedrijvigheid;
zakelijke dienstverlening;
horeca (onder voorwaarden);
detailhandel (onder voorwaarden).
Voorgaande activiteiten en voorzieningen kunnen gepaard gaan met de volgende, potentieel voor beschermde soorten verstorende ingrepen:
aanpassing van gebouwen aan de binnenzijde, inclusief het geheel veranderen van de inrichting;
aanpassing van gebouwen aan de buitenzijde, met inbegrip van het aanbrengen van borden, schilderingen en dergelijke;
uitvoering van nieuwbouw;
plaatsing van tenten, kraampjes, tribunes en andere tijdelijke installaties;
plaatsing van permanente overkappingen en andere installaties;
aanbrengen en toepassen van allerlei kunstlichtinstallaties;
aanbrengen en gebruiken van geluidsinstallaties;
het parkeren van auto’s, vrachtwagens en andere voertuigen op het terrein;
het komen en gaan van grote aantallen bezoekers;
het aanleggen van boten en/of voor langere tijd aangemeerd blijven van boten;
het verwijderen van beplanting.
Deze opsomming is niet uitputtend; als er ingrepen op het terrein plaatsvinden of activiteiten worden uitgevoerd waarvan niet duidelijk is of ze tot een van de genoemde categorieën behoren en Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
21
redelijkerwijs te verwachten is dat ze verstoren kunnen zijn voor wilde planten of dieren, dan moet voor uitvoering ervan een ecoloog geraadpleegd worden. De Flora- en faunawet hanteert een aantal belangen waaronder een ingreep kan vallen. Voor zover het de uitvoering van nieuwbouw en aanpassen van de gebouwen betreft valt onderhavige ingreep onder het volgende belang: j. de uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling. Voor wat betreft de betekenis van ’s-Hertogenbosch als regionaal cultureel en economisch centrum en het ontwikkelen en versterken van deze rol vallen de te ontwikkelen activiteiten naar verwachting onder het volgende belang: e. dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van sociale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten.
22
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
Op grond van de resultaten van het veldbezoek, het literatuuronderzoek en de te verwachten effecten van de ingreep is een toetsing uitgevoerd. Daarbij is per beschermde soort(groep) en per ingreep nagegaan of negatieve effecten te verwachten zijn. Indien negatieve effecten zouden optreden zou dit een overtreding zijn van de Flora- en faunawet. Voorts is nagegaan of negatieve effecten op beschermde gebieden op voorhand kunnen worden uitgesloten of dat hiervoor nog aanvullend onderzoek nodig is.
Het aanwezige klein glaskruid kan negatieve effecten ondervinden van de volgende ingrepen:
aanpassing van gebouwen aan de buitenzijde, met inbegrip van het aanbrengen van borden, schilderingen en dergelijke;
uitvoering van nieuwbouw;
plaatsing van tenten, kraampjes, tribunes en andere tijdelijke installaties;
plaatsing van permanente overkappingen en andere installaties;
aanbrengen en toepassen van allerlei kunstlichtinstallaties;
aanbrengen en gebruiken van geluidsinstallaties;
het parkeren van auto’s, vrachtwagens en andere voertuigen op het terrein;
het komen en gaan van grote aantallen bezoekers;
het aanleggen van boten en/of voor langere tijd aangemeerd blijven van boten;
het verwijderen van beplanting.
Uit de resultaten blijkt dat het voorkomen van beschermde soorten uit deze soortgroepen redelijkerwijs uitgesloten kan worden. Daarmee is, ongeacht de aard van de ingrepen of activiteiten, een negatief effect op deze soorten redelijkerwijs uit te sluiten. De ingreep en activiteiten houden voor deze soortgroepen dan ook geen overtreding van de Flora- en faunawet in.
Zoals onder 5.2.2 en 5.2.4 vermeld kan de Dieze en de oever ervan leefgebied zijn voor bever. De volgende activiteiten kunnen negatieve gevolgen hebben voor deze soorten indien ze in de directe omgeving van de Dieze plaatsvinden:
aanbrengen en toepassen van allerlei kunstlichtinstallaties;
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
23
aanbrengen en gebruiken van geluidsinstallaties;
het komen en gaan van grote aantallen bezoekers;
het verwijderen van beplanting.
Uit de resultaten blijkt dat negen soorten vleermuizen binnen het plangebied kunnen voorkomen. In Tabel 2 is weergegeven van welke ingrepen op welke potentieel voorkomende functies binnen het plangebied negatieve effecten te verwachten zijn. De functies die het gebied voor vleermuizen (in
Foerageergebied
Vliegroute
Winterverblijfplaats
Paarverblijfplaats
Zomerverblijfplaats
Kraamverblijfplaats
potentie) vervult zijn het jaarrond beschermd, dus ook als de vleermuizen er niet aanwezig zijn.
Aanpassen gebouwen buiten Uitvoering nieuwbouw
*
*
*
*
Plaatsen tenten, tribunes e.d.
*
*
*
*
Plaatsen permanente overkappingen
*
*
*
*
*
*
*
*
e.d. Aanbrengen en toepassen kunstlicht Aanbrengen en gebruiken geluidsinstallaties Verwijderen beplanting *= mits hierbij geen toegangen tot verblijfplaatsen onbereikbaar worden (zie Figuur 12 en 13 voor de plaatsen van potentiele verblijfplaatsen).
In het plangebied zijn mogelijk nestplaatsen aanwezig van huismus en gierzwaluw. Deze nesten zijn het jaarrond beschermd (dus ook als de vogels niet aanwezig zijn). Deze nestplaatsen kunnen aanwezig zijn in de muren en onder dakpannen van de gebouwen. De volgende aspecten kunnen een negatief effect hebben op deze nestplaatsen en/of op broedende huismussen of gierzwaluwen:
aanpassing van gebouwen aan de buitenzijde, met inbegrip van het aanbrengen van borden, schilderingen en dergelijke*;
24
uitvoering van nieuwbouw*;
aanbrengen en toepassen van allerlei kunstlichtinstallaties*;
aanbrengen en gebruiken van geluidsinstallaties*; Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
het verwijderen van beplanting.
*= tenzij hierbij voorkomen wordt dat (potentiele) nestplaatsen onbereikbaar worden.
Werkzaamheden die uitgevoerd worden tijdens het broedseizoen kunnen leiden tot verstoring van broedgevallen. De volgende ingrepen kunnen hierop betrekking hebben:
aanpassing van gebouwen aan de buitenzijde, met inbegrip van het aanbrengen van borden, schilderingen en dergelijke*;
uitvoering van nieuwbouw*;
plaatsing van tenten, kraampjes, tribunes en andere tijdelijke installaties*;
plaatsing van permanente overkappingen en andere installaties*;
aanbrengen en toepassen van allerlei kunstlichtinstallaties*;
aanbrengen en gebruiken van geluidsinstallaties*;
het komen en gaan van grote aantallen bezoekers;
het aanleggen van boten en/of voor langere tijd aangemeerd blijven van boten;
het verwijderen van beplanting.
*= tenzij hierbij voorkomen wordt dat in gebruikt zijnde nestplaatsen verstoord en/of onbereikbaar worden.
In het water in het deel van het plangebied aan de noordoostzijde komen mogelijk beschermde vissoorten voor. De volgende ingrepen kunnen een negatief effect hebben op deze soorten:
uitvoering van nieuwbouw indien dit in de Dieze gebeurt.
Uit de resultaten blijkt dat het voorkomen van beschermde soorten uit de soortgroepen amfibieën, reptielen, libellen, vlinders en overige ongewervelden redelijkerwijs kan worden uitgesloten. Daarmee is ook een negatief effect op deze soorten redelijkerwijs uit te sluiten. De ingrepen leiden derhalve niet tot een overtreding van de Flora- en faunawet voor deze soorten.
Het Natura 2000-gebied dat het dichtste bij het plangebied ligt is “Vlijmens Ven, Moerputten en Bossche broek”. Dit gebied ligt op een afstand van 1,5 km van het plangebied. Door menselijke invloeden in het tussenliggende gebied, veroorzaakt door stedelijk gebied, zijn negatieve effecten door geluidsverstoring of visuele verstoring als gevolg van de ingrepen en activitieten op dit Natura 2000-gebied uitgesloten. De ingreep draagt niet bij aan verreikende effecten, zoals stikstofdepositie of verdroging.
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
25
In de omgeving van het plangebied zijn geen Beschermde Natuurmonumenten aanwezig. Vervolgstappen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 zijn voor dit project dan ook niet nodig. Ingrepen vinden mogelijk ook plaats binnen het NN. Het afwegingskader Ecologische Hoofdstructuur is zodoende van toepassing. De Dieze heeft binnen het NN de functie van ecologische verbindingszone. Als richtlijn voor een ecologische verbindingszone binnen stedelijke gebied wordt door de Provincie Noord-Brabant een breedte van 50 m aangegeven. De Dieze, inclusief oevers, is ter plaatse ruim 60 m breed. Binnen ecologische verbindingszones wordt gestreefd naar een grote variatie aan milieuomstandigheden. Oevers vormen een belangrijk onderdeel van natte ecologische verbindingszones. Omdat de oever aan de zijde van het terrein van de Heus in zuidoostelijke richting niet doorloopt is de waarde als ecologische verbindingszone echter beperkt. Aannemelijk is dat, vanwege het (potentiele) belang dat de Dieze en de aangrenzende oever ter plaatse hebben voor klein glaskruid, vleermuizen, bever, rivierdonderpad en bittervoorn, de randvoorwaarden die deze soorten stellen aan hun leefgebied een goede richtlijn zijn om in voldoende mate rekening te houden met de functie ecologische verbindingszone.
Figuur 14 geeft een overzicht van alle (in potentie) aanwezige, beschermde soorten en functies voor die soorten, met uitzondering van broedvogels. Figuur 15 geeft de mate van beperkingen aan ten aanzien van veranderingen en activiteiten op het terrein. Op basis van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat er aan de binnenzijde van de gebouwen geen beschermde soorten of functies voor beschermde soorten aanwezig zijn, met uitzondering van het ‘brandweerhuisje’. Activiteiten in de gebouwen of aanpassingen van het interieur van de gebouwen, met uitzondering van het brandweerhuisje, hebben zodoende geen negatieve effecten voor beschermde soorten; hiermee wordt de Flora- en faunawet niet overtreden. In het brandweerhuisje zijn mogelijk overwinterende vleermuizen aanwezig. In dit gebouw kunnen daarom gedurende wintermaanden (half november – eind maart) geen activiteiten plaatsvinden. Ook kunnen er geen veranderingen in worden aangebracht. Aan de buitenzijde van het oude fabrieksgebouw en de aangebouwde delen op het oostelijke deel van het terrein zijn in potentie verschillende functies voor beschermde soorten aanwezig. Bij de loods op het westelijke deel van het terrein is in potentie op een plaats, aan de zuidzijde van het gebouw, een functie voor een beschermde soort aanwezig. Ingrepen die hier een negatieve invloed op kunnen hebben en een overtreding van de Flora- en faunawet kunnen zijn, betreffen:
aanpassing van gebouwen aan de buitenzijde, met inbegrip van het aanbrengen van borden, schilderingen en dergelijke;
26
uitvoering van nieuwbouw;
plaatsing van tenten, kraampjes, tribunes en andere tijdelijke installaties;
plaatsing van permanente overkappingen en andere installaties; Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
aanbrengen en toepassen van allerlei kunstlichtinstallaties;
aanbrengen en gebruiken van geluidsinstallaties
tenzij hierbij nadrukkelijk rekening gehouden wordt met nestplaatsen van vogels en verblijfplaatsen van vleermuizen. Bij twijfel moet een terzake deskundige ecoloog geraadpleegd worden. De Dieze en/of de oever van de Dieze zijn een groeiplaats van klein glaskruid, potentieel foerageergebied en vliegroute voor vleermuizen, potentieel leefgebied voor bever, rivierdonderpad en bittervoorn en potentieel broedgebied voor vogels als vink, merel, houtduif, meekoet en dergelijke. Ingrepen die in de directe omgeving van de Dieze worden uitgevoerd en die een negatieve invloed op deze functies kunnen hebben en een overtreding van de Flora- en faunawet kunnen zijn betreffen:
aanpassing van gebouwen aan de buitenzijde, met inbegrip van het aanbrengen van borden, schilderingen en dergelijke;
uitvoering van nieuwbouw;
plaatsing van tenten, kraampjes, tribunes en andere tijdelijke installaties;
plaatsing van permanente overkappingen en andere installaties;
aanbrengen en toepassen van allerlei kunstlichtinstallaties;
aanbrengen en gebruiken van geluidsinstallaties;
het komen en gaan van grote aantallen bezoekers;
het aanleggen van boten en/of voor langere tijd aangemeerd blijven van boten;
het verwijderen van beplanting.
Onder de directe omgeving van de Dieze moet worden verstaan de Dieze zelf, de steigers en het talud met begroeiing en een strook van minimaal 30 m breed ten zuiden hiervan. De bomenrij aan de westzijde van het terrein is potentieel foerageergebied en vliegroute voor vleermuizen en potentieel broedgebied voor broedvogels. Ingrepen die een negatieve invloed hebben op deze functies en een overtreding van de Flora- en faunawet kunnen zijn betreffen:
aanpassing van gebouwen aan de buitenzijde, met inbegrip van het aanbrengen van borden, schilderingen en dergelijke;
uitvoering van nieuwbouw;
plaatsing van tenten, kraampjes, tribunes en andere tijdelijke installaties;
plaatsing van permanente overkappingen en andere installaties;
aanbrengen en toepassen van allerlei kunstlichtinstallaties;
aanbrengen en gebruiken van geluidsinstallaties;
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
27
28
het verwijderen van beplanting.
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
De aanpassing van het bestemmingsplan voor het terrein van de Heus en de activiteiten en ingrepen die in dat kader op het terrein kunnen plaatsvinden kunnen op verschillende manieren een overtreding van de Flora- en faunawet vormen. Om te voorkomen dat de Flora- en faunawet wordt overtreden moet aan de volgende randvoorwaarden worden voldaan.
Op plaatsen waar nestplaatsen van huismus en gierzwaluw en verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig kunnen zijn (zie hiervoor Figuur 14) dienen geen werkzaamheden aan de gebouwen uitgevoerd te worden. Ook dienen er geen werkzaamheden in de omgeving (binnen een straal van 5 m) van deze nest- en verblijfplaatsen uitgevoerd te worden in perioden waarin deze nest- en verblijfplaatsen in gebruik kunnen zijn. Nestplaatsen van de huismus kunnen gedurende het hele jaar als ’s nachts slaapplaats gebruikt worden en kunnen voor het broeden gebruikt worden van begin april tot eind augustus. Nestplaatsen van de gierzwaluw worden voor het broeden gebruikt van begin mei tot eind juli. Zomerverblijfplaatsen van vleermuizen kunnen van half maart tot eind november gebruikt worden. Winterverblijfplaatsen van vleermuizen kunnen in de periode juli-september ’s nachts als zwermlocatie gebruikt worden en van half november tot eind maart permanent voor de winterslaap.
In dit gebouw zijn mogelijk overwinterende vleermuizen aanwezig. Daarom kunnen er in dit gebouw of aan de buitenzijde ervan geen veranderingen plaatsvinden. Ook kunnen er in dit gebouw gedurende de wintermaanden (half november – eind maart) geen activiteiten plaatsvinden.
De oever van de Dieze herbergt (in potentie) de meeste beschermde soorten en beschermde functies voor deze soorten. Schade aan deze soorten of functies moet voorkomen worden. Dit is naar alle waarschijnlijkheid het best te realiseren door deze oever te begrenzen met een hekwerk. Als geen hekwerk geplaatst wordt moet met een terzake deskundige ecoloog overlegd worden hoe schade te voorkomen is. Ook moet er voor het beheer van dit deel van het terrein een duidelijke richtlijn opgesteld worden.
Bij deze veranderingen op het terrein moet rekening gehouden worden met (de bereikbaarheid van) mogelijke nestplaatsen van huismus en gierzwaluw en mogelijke verblijfplaatsen van vleermuizen in de gebouwen (zie Figuur 14) en mogelijke nestplaatsen van vogels in bomen en de beplanting langs de Dieze. In een straal van tenminste vijf meter om de verblijfplaatsen moeten geen obstakels geplaatst worden. Tenten, kraampjes of andere objecten die niet hoger reiken dan 5 m kunnen overal op het terrein geplaatst worden zonder problemen te veroorzaken. Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
29
Bij deze veranderingen moet voorkomen worden dat de plaatsen waar verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig kunnen zijn (zie Figuur 12), de bomenrij aan de westzijde van het terrein en de Dieze, inclusief de oever, meer verlicht worden dan nu het geval is. Ook indirect, weerkaatsend licht moet hiertoe gerekend worden. Bij het aanbrengen van verlichting en geluidsapparatuur moet voorkomen worden dat mogelijke nestplaatsen van huismus en verblijfplaatsen van vleermuizen afgesloten of onbereikbaar worden.
Onderhoud van bomen en struiken moet uitgevoerd worden in perioden waarin geen broedende vogels aanwezig zijn. De kans op aanwezigheid van broedende vogels is het grootst tussen half maart en half juli, maar ook eerder en later in het jaar kunnen broedende vogels aanwezig zijn. Bij onderhoud van de beplanting op de oever van de Dieze moet rekening gehouden worden met de groeiplaats van klein glaskruid. Beplanting kan niet verwijderd worden totdat onderzocht is of deze gebruikt wordt als vliegroute en foerageergebied door vleermuizen. Ook kan beplanting niet verwijderd worden indien daarin broedende vogels aanwezig zijn.
Bij het organiseren van activiteiten waar een groot aantal bezoekers op af komen moet rekening gehouden worden met broedende vogels. De kans op aanwezigheid van broedende vogels is het grootst tussen half maart en half juli, maar ook eerder en later in het jaar kunnen broedende vogels aanwezig zijn. Op plaatsen waar broedende vogels aanwezig zijn moeten voorafgaande aan de betreffende activiteit in overleg met een terzake deskundige ecoloog maatregelen getroffen worden die voorkomen dat verstoring plaatsvindt.
Het aanleggen en aangemeerd zijn van boten zal zelden tot verstoring of beschadiging van beschermde soorten leiden, maar deze kunnen leiden tot een intensievere betreding van de oever van de Dieze en tot het toepassen van kunstlicht op deze plaats. In verband hiermee moeten zodoende de randvoorwaarden die onder 8.3 en onder 8.5 genoemd staan worden nageleefd.
30
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
Aan de hand van een bezoek in november 2014 is in deze rapportage een inschatting gemaakt van soorten en functies die aanwezig zijn in het terrein van de Heus en die beschermd zijn via de Floraen faunawet. Op basis van deze inschatting zijn de hiervoor genoemde randvoorwaarden geformuleerd. Dit kan ertoe leiden dat er met meer beschermde soorten en functies rekening wordt gehouden dan werkelijk in het terrein van de Heus aanwezig zijn. Door nader onderzoek naar beschermde soorten uit te laten voeren is beter en realistischer rekening te houden met aanwezige beschermde soorten en functies. Aanbevolen wordt onderzoek uit te laten voeren naar vaatplanten op de oever van de Dieze (juni-juli), vleermuizen (winterverblijfplaats: half december-half maart; kraam- en zomerverblijfplaatsen: half mei – eind juli; paarverblijfplaatsen: augustus en september; vliegroutes en foerageergebied: half mei – eind september) en broedvogels (april-juli). Onderzoek naar winterverblijfplaatsen van vleermuizen kan dus al op korte termijn worden uitgevoerd.
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
31
32
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
Broekhuizen, S., B. Hoekstra, V. van Laar, C. Smeenk & J.B.M. Thissen, 1992. Atlas van de Nederlandse zoogdieren. KNNV Uitgeverij, Utrecht. Brouwer, T., M. Dorenbosch, R. van Eekelen & J. Spier, 2010. Vissenatlas Noord-Brabant. Uitgeverij Profiel, Bedum. Creemers, C.M. & J.C.W. van Delft, 2009. De amfibieën en reptielen van Nederland. KNNV Uitgeverij, Utrecht. Dietz, C., O. von Helversen & D. Nill, 2011. Vleermuizen. Alle soorten van Europa en Noord-West Afrika. Tirion Natuur. Floron, 2011. Nieuwe Atlas van de Nederlandse Flora. KNNV Uitgeverij, Zeist. Heusden, W.R.M. & S.J. Vreugdenhil, 2006. Handreiking Flora- en faunawet. Voor werkzaamheden en activiteiten in het kader van bestendig gebruik, bestendig beheer en onderhoud en ruimtelijke inrichting en ontwikkeling. Rapport, Dienst Landelijk Gebied, Utrecht. Limpens, H., J. Regelink & R. Koelman, 2011. Cursus vleermuizen en planologie. Cursusmap, Zoogdiervereniging. Ministerie van EL&I, 2010. Buiten aan het Werk. Houd tijdig rekening met beschermde planten en dieren! Brochure. [http://www.rijksoverheid.n.l/documenten-enpublicaties/brochures/2010/03/01/buiten-aan-het-werk-houd-tijdig-rekening-met-beschermde-dierenen-planten.html (06-04-2014)]. Regelink, J.R. & T. Bosch, 2007. Grote bosmuis in Winterswijk. Zoogdier 18 (2): 23.
www.netwerkgroenebureaus.nl/werken-aan-kwaliteit/vleermuisprotocol www.quickscanhulp.nl www.ravon.nl www.rijksoverheid.nl/ministeries/elenil www.brabant.nl/dossiers/dossiers-op-thema/natuur-en-landschap/natuur/ecologischehoofdstructuur/-/media/19B33EA8A0B64503A9F09E7EEF4BB6EB.pdf
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
33
Figuur 3. De leegstaande gebouwen van de voormalige veevoederfabriek.
Figuur 4. De oostzijde van het terrein.
34
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
Figuur 5. Aanzicht van de gebouwen uit westelijke richting.
Figuur 6. De westzijde van het terrein.
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
35
Figuur 7. Begroeiing aan de noordzijde van het terrein.
Figuur 8. Ventilatieopeningen kunnen als toegang gebruikt worden door vleermuizen.
36
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
Figuur 9. Ook scheuren in de muren kunnen vleermuizen toegang geven tot de gebouwen.
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
37
Figuur 10. Locatie groeiplaats klein glaskruid (groene vijfhoek).
Figuur 11. Potentieel leefgebied bever, rivierdonderpad en bittervoorn (transparant bruin vlak).
38
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
Figuur 12. Potenties voor vleermuizen: zomerverblijfplaatsen (stippen); winterverblijfplaats (blauwe rechthoek); foerageergebied (transparant groen vlak); vliegroutes (paarse stippellijn). NB: stippen die op het gebouw staan betreffen locaties bij het dak, dus aan de buitenzijde van het gebouw.
Figuur 13. Potentiele broedplaatsen voor gierzwaluw (gele stippen) en huismus (rode stippen). NB: de stip die op het gebouw staat betreft een locatie bij het dak, dus aan de buitenzijde van het gebouw.
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
39
Figuur 14. Totaaloverzicht van (potentieel) aanwezige, beschermde soorten en functies. Groeiplaats klein glaskruid (groene vijfhoek); broedplaatsen gierzwaluw (gele stippen); broedplaatsen huismus (rode stippen); zomerverblijfplaatsen vleermuizen (paarse stippen); winterverblijfplaats vleermuizen (blauwe rechthoek); vliegroutes vleermuizen (paarse stippellijnen); foerageergebied vleermuizen (transparant groen vlak); leefgebied bever, rivierdonderpad en bittervoorn (groen vlak).
Figuur 15. Overzicht plangebied en de mate waarin beperkingen gelden ten aanzien van (potentieel) aanwezige beschermde soorten. Groen: geen beperkingen m.u.v. uitstralend kunstlicht; geel: geringe beperkingen; oranje: de meeste beperkingen. In de gebouwen gelden eveneens geen beperkingen.
40
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch| RAPR14405-02
Het Ministerie van LNV (nu: EZ) heeft in augustus 2009 de lijst met vogelsoorten waarvan de nesten het hele jaar door beschermd zijn aangepast. Met ingang van 26 augustus 2009 geldt een jaarronde bescherming van nestplaatsen van:
Boomvalk (Falco subbuteo)
Buizerd (Buteo buteo)
Gierzwaluw (Apus apus)
Grote gele kwikstaart (Motacilla cinerea)
Havik (Accipiter gentilis)
Huismus (Passer domesticus)
Kerkuil (Tyto alba)
Oehoe (Bubo bubo)
Ooievaar (Ciconia ciconia)
Ransuil (Asio otus)
Roek (Corvus frugilegus)
Slechtvalk (Falco peregrinus)
Sperwer (Accipiter nisus)
Steenuil (Athene noctua)
Wespendief (Pernis apivorus)
Zwarte wouw (Milvus migrans).
Meer informatie over deze lijst en de bescherming van nestplaatsen van vogels door de Flora- en faunawet is te vinden op de website van het ministerie van EZ.
Beoordeling beschermde natuurwaarden Terrein de Heus, gemeente ‘s-Hertogenbosch | RAPR14405-02
41