Jaarverslag 2014
“In het kader van”
Inhoud 4 Maatschappelijke baat 4 Verantwoordelijkheidstrap 5 Vakmanschap 7
Interview Vivian Coenen Budgetconsulent
9 Bereik 11 Interview Marian de Rond Maatschappelijk werker 13 Tevredenheid 14 interview Uzgul Sahin Maatschappelijk werker 16 Synergie 18 interview Caroline Meursing Vrijwillig medewerker 20 Prijs 21 Organisatie 21 Deelrapportages en verantwoordingen 22 Interview Jolanda Cremers Workshop begeleider IMW congres Low budget, high service
“In het kader van” Jaarverslag 2014
2014 was het jaar waarin de voorbereidingen zijn getroffen om de transities op de terreinen van Jeugd, AWBZ en participatie op 1 januari 2015 te kunnen effectueren. Veel taken en verantwoordelijkheden op deze terreinen zijn overgeheveld van landelijke - en provinciale overheid naar de gemeenten. Als IMW zijn we met name betrokken geweest bij de planvorming die rond Jeugd en AWBZ heeft plaatsgevonden. 60% van de cliënten die zich melden bij het maatschappelijk werk heeft materieel-sociale problemen. We zien dat deze problemen steeds complexer worden en van invloed zijn op alle levensterreinen. Onder invloed van de economische crisis is vaak sprake van inkomensterugval door werkloosheid waardoor het type schuld ook verandert. Steeds meer van onze cliënten hebben problemen met het betalen van hun vaste lasten, steeds minder gaat het over het slecht kunnen omgaan met geld. In vijf interviews in dit verslag laten we zien op welke manier wij de hulpverlening aan cliënten met financiële problemen aanpakken maar ook wat de betekenis en de invloed is van het hebben van schulden. De maatschappelijke wens bureaucratie uit te bannen heeft nog tot onvoldoende resultaat geleid naar de waarneming van onze medewerkers. Toegang krijgen tot regelingen en voorzieningen waar je voor in aanmerking komt is voor veel mensen niet zelfstandig te realiseren.
Met de transities wordt een groter beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van burgers teneinde zelfredzaamheid te vergroten. Hulp en ondersteuning vanuit het IMW wordt geboden aan die mensen die hun vragen of problemen (even) niet zelf of met behulp van het eigen netwerk of vrijwilligers kunnen oplossen. Professionele hulp en ondersteuning blijft nodig in complexe situaties waar bijvoorbeeld sprake is van huiselijk geweld en kindermishandeling, schulden, verwaarlozing, psychische problemen en verslaving. Waarmee we bezig zijn geweest en hoe we dat hebben gedaan laten we zien aan de hand van het binnen het M&S Breda (staat voor meedoen, samenwerken en innoveren in welzijn en zorg) ontwikkelde toetsingskader. Zes indicatoren: vakmanschap, tevredenheid, bereik, verantwoordelijkheidstrap, synergie en prijs worden in het M&S toetsingskader gebruikt om de kwaliteit van activiteiten aan te geven. Deze indicatoren zijn van invloed op de te realiseren maatschappelijke baat. De titel van het jaarverslag “In het kader van” is gekozen omdat alle indicatoren van het toetsingskader, maar ook de door het IMW te realiseren maatschappelijke baat in het verslag aan de orde komen. Jeroen Berkhout I Directeur/bestuurder April 2015
3
Maatschappelijke baat Waar staan we voor als IMW? Welke waarde willen we realiseren met de inzet van onze hulp- en dienstverlening?
gepaard gaat, is gewerkt. Daarnaast hebben mensen geleerd welke oplossingsmogelijkheden zij zelf en/of in hun sociale netwerk hebben. Dit laatste geldt ook voor de psychosociale hulpverlening. Daar zijn de draaglast en draagkracht weer in evenwicht gekomen waarmee langdurige ontwrichting wordt voorkomen. Is meer specialistische hulp nodig dan is de cliënt hiermee in contact gebracht. De psychosociale crisishulpverlening richt zich op het voorkomen dat acute problemen chronisch worden met als gevolg een blijvend beroep op voorzieningen of hulpverlening.
Het is onze visie dat de meeste mensen leven naar tevredenheid, zich ontwikkelen en goed in staat zijn als ze geconfronteerd worden met moeilijkheden deze zelf aan te pakken. Al dan niet met behulp van mensen uit hun directe omgeving. Een kleine groep lukt dat niet. Zij hebben geen of een beperkt netwerk, missen de mogelijkheden om zich te ontwikkelen of bevinden zich in een omgeving die niet goed is voor hun welzijn. Dit maakt hen kwetsbaar. Door een ingrijpende gebeurtenis zoals een overlijden, scheiding of werkloosheid kan ook iemand, die voor die tijd goed functioneerde, tijdelijk in onbalans raken. De draaglast is dan groter dan de draagkracht. Voor kortere of wat langere periode kan ondersteuning van het IMW dan nodig zijn. In de meerjarenvisie van het IMW hebben we aangegeven wat uitgangspunten zijn in de uitvoering van onze taken: vrijwillig waar het kan, betaald waar het moet; eigen verantwoordelijkheid en kracht van de mens; behoud van eigen regie; een zo optimaal mogelijke graad van participatie; vakbekwame medewerkers; één huishouden, één plan, één regisseur; werken in netwerken; oog voor ontwikkelingen en knelpunten in de samenleving. Steeds belangrijker vinden we het om aan te geven welke waarde we als IMW toevoegen. Welke maatschappelijke baat levert de inzet van onze hulp- en dienstverleners op? Hieronder beschrijven we deze voor het maatschappelijk werk en de sociaaljuridische dienstverlening.
Sociaaljuridische dienstverlening Ook het Sociaal raadsliedenwerk is gericht op verhoging van zelfredzaamheid en welzijn. Dit door effectiever gebruik van regelingen en voorzieningen wat leidt tot een positief inkomenseffect, verlichting van administratieve lasten en verminderde ziektekosten.
Verantwoordelijkheidstrap Volwaardig kunnen meedoen, regie hebben over je eigen leven en zelf- en samen redzaam zijn, zijn belangrijke begrippen in de huidige samenleving. Overheid, maar ook het maatschappelijke middenveld richt met dit in het achterhoofd de hulp- en dienstverlening in. Als hulpverleningsorganisatie gaan we uit van de eigen mogelijkheden van de cliënt en die van zijn of haar directe omgeving. ‘Vrijwillig waar het kan, betaald waar het moet’. We hebben steeds meer vrijwillig medewerkers in onze gelederen die een belangrijke bijdrage leveren aan de hulp- en dienstverlening. Waar vrijwillige inzet volstaat hoeft immers geen professionele inzet te worden geleverd. Dit resulteert in een groter bereik met evenveel of minder middelen. De in de samenleving aanwezige kwaliteiten van burgers worden op deze manier benut. Deze vrijwillige inzet vergroot de maatschappelijke betrokkenheid van Bredanaars bij de samenleving. Vrijwillig medewerkers kunnen op deze manier nieuwe (werk)ervaring opdoen. Degenen die werkzoekend zijn kunnen nieuwe mogelijkheden van zichzelf ontdekken en zo hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten.
Maatschappelijk werk Het maatschappelijk werk verleent zowel hulp op het gebied van materieel-sociale problemen zoals bestedingsvragen en schulden als psychosociale hulpverlening bijvoorbeeld op het vlak van relaties en verwerkingsvragen. In zijn algemeenheid levert het maatschappelijk werk een bijdrage aan het welzijn van burgers doordat het zich richt op toename en versterking van de zelfredzaamheid. Als er sprake was van materieel-sociale problemen is samen met de cliënten gewerkt aan het adequaat voeren van het huishouden al dan niet met ondersteuning vanuit het sociaal netwerk. Cliënten zijn beter in staat persoonlijke vragen en problemen op te lossen en hebben geleerd goed gebruik te maken van regelingen en voorzieningen. Aan de achterliggende problematiek, zoals rouwverwerking of echtscheiding, die vaak met materieel-sociale problemen
4
Vakmanschap Waar zijn we mee bezig geweest en wat hebben we bereikt met onze inzet in de diverse werksoorten?
kingen, NAH (niet aangeboren hersenletsel) problematiek en specifieke ouderen problematiek. Omgekeerd brengen IMW maatschappelijk werkers kennis over financiële problematiek, huiselijk geweld en psychosociale problematiek met betrekking tot verschillende levensvragen/domeinen met zich mee. Kwamen in 2013 de vragen rond begeleiding van dak- en thuislozen via Centraal Onthaal nog centraal binnen op de Willemstraat, nu heeft ieder Sociaal Team een contactpersoon die ervoor zorgdraagt dat de begeleiding van deze cliënten volgens de binnen Centraal Onthaal gemaakte afspraken verloopt.
Maatschappelijk werk Breda Het maatschappelijk werk in de wijken wordt uitgevoerd door Sociaal Teams. De naam van deze teams correspondeert met het district waarin ze werken. Sociaal Team Noordoost, -Noordwest, -Zuidoost en -Zuidwest-Centrum. Deze teams, die in 2014 4815 cliënten hebben begeleid, bestaan naast maatschappelijk werkers van het IMW uit medewerkers van MEE en WIJ. Cliënten kunnen zich zowel telefonisch, via mail als op de open spreekuren in de wijken aanmelden. Er is gebouwd aan wijknetwerken in het kader van een sterke sociale infrastructuur. Daartoe zijn contacten gelegd met andere in de wijk werkzame organisaties, hulp- en dienstverleners. Zowel op professioneel vlak als met vrijwilligers. Degenen die in de wijken werkzaam zijn of wonen zijn in de regel goed op de hoogte van wat er speelt en wat passende oplossingen zijn. De lijnen zijn korter en men weet elkaar beter te vinden en gebruik te maken van elkaars kwaliteiten en specifieke deskundigheid. De samenwerking met de CJG wijkteams is hier een goed voorbeeld van. Alle maatschappelijk werkers zijn opgeleid in het oplossingsgericht werken en de oplossingsgerichte sociale netwerkversterking. Daarbij wordt uitgegaan van de doelen die de cliënt zichzelf stelt in samenwerking met het eigen netwerk en van de eigen mogelijkheden c.q. kracht van de cliënt en zijn netwerk. Dit geeft hen handvatten om de kanteling te realiseren. De maatschappelijk werker bindt en verbindt, zorgt er samen met de cliënt voor dat de doelen die de cliënt zelf stelt worden behaald. Met als resultaat duurzamer oplossingen. De maatschappelijk werker is de laatste jaren geëvolueerd van deskundige op het vlak van de aanpak en oplossing van problemen tot procesbegeleider die cliënten helpt hun eigen mogelijkheden en die van het netwerk te benutten. Creatief denken wordt steeds belangrijker; kijken op welke manier mensen uit de directe omgeving of uit dezelfde wijk voor elkaar van nut kunnen zijn. Het uitgangspunt van één gezin, één plan, één regisseur is in de uitvoering van het werk en in de samenwerking met anderen een belangrijk uitgangspunt. Bij cliëntbesprekingen in teams worden dan ook betrokkenen bij het gezin uitgenodigd. In de teams wordt goed gebruik gemaakt van de expertise die de maatschappelijk werkers vanuit de drie organisaties meenemen. Dit resulteert in het eerder herkennen door de IMW maatschappelijk werkers van verstandelijke beper-
Dorpen Net als voorgaande jaren heeft het maatschappelijk werk gewerkt in Alphen-Chaam en Baarle-Nassau. Ook hier is de invloed van de financiële crisis merkbaar. Meer onzekerheid over inkomsten wat zich vertaalde in meer aanvragen voor budgetbegeleiding. Daarnaast zijn er ook steeds meer vragen rond regelingen en voorzieningen. In Breda worden deze vragen gesteld bij het Sociaal raadsliedenwerk, deze voorziening is in de dorpen niet aanwezig. Daarnaast is er hulp verleend in situaties van huiselijk geweld, begeleiding tijdens en na echtscheiding, rouwbegeleiding en psychische problematiek. Begin januari 2014 is het maatschappelijk werk in Alphen verhuisd naar het cultureel centrum Den Heuvel. Een belangrijke verhuisreden was de behoefte bij onze cliënten aan meer anonimiteit. In het cultureel centrum is deze meer gewaarborgd. De samenwerking met de ketenpartners is goed, de lijnen zijn kort. In alle dorpen zijn hometeams georganiseerd met huisartsen, wijkverpleging, gezinszorg, GGZ, Wmo- loket en maatschappelijk werk.
Crisisteams De maatschappelijk werkers van het crisisteam overdag (CTO) verleenden vooral psychosociale hulp bij crises naar aanleiding van huiselijk geweld. In Breda maakt het IMW deel uit van een netwerk van strafen hulpverleningspartners in het Veiligheidshuis. Dit netwerk helpt om te voorkomen dat problemen in de relationele- en gezinssfeer nog verder uit de hand lopen. Gezinnen worden ondersteund om de taboesfeer en het geheim van huiselijk geweld te doorbreken en hulp te aanvaarden. Het netwerk/ familie wordt betrokken om het gezin te helpen bij een duurzame verbetering in het leren geweldloos samen te leven. Naast het CTO heeft ook het maatschappelijk werk in de Sociaal Teams hierin een belangrijke taak.
5
“Financiële huishouding als kaartenhuis” 6
Interview Vivian Coenen, budgetconsulent “Financiële huishouding als kaartenhuis”
Wat is je functie binnen het IMW?
zie dat het hebben van schulden altijd impact heeft. Dingen die voorheen wel konden, kunnen niet meer, alle extraatjes vallen weg. Als ik in een budgetcursus de vraag stel waar er op bezuinigd zou kunnen worden, noemt iedereen als eerste de leuke dingen op. Tegen mensen die in een schuldregeling zitten zeg ik dat ze zichzelf ook af en toe iets moet gunnen om het vol te kunnen houden. Leuke dingen hoeven ook niet altijd (veel) geld te kosten. Er is de Bredapas waarmee je op veel activiteiten korting krijgt. Je komt voor zo’n pas in aanmerking als je een inkomen hebt dat 110% is van de bijstandsnorm. Er zijn ook activiteiten die geen geld kosten. Sommige mensen maken er een sport van deze op te sporen in de Huis aan Huis krantjes. Hetzelfde geldt voor bood schappen doen, folders uitpluizen en kijken waar je ze het best kunt halen. Maar dan ook weer niet zoveel van een aanbieding kopen dat je het later weg moet gooien omdat het bedorven is.
Sinds vorig jaar zomer ben ik budgetconsulent, hiervoor werkte ik als sociaal raadsvrouw in een sociaal juridisch gebiedsteam. Daarnaast heb ik nog een eigen praktijk in Tilburg als bewindvoerder. De vorige budgetconsulent had veel meer individueel cliëntcontact dan ik zelf. Ben zelf meer bezig met het opzetten en uitvoeren van preventie activiteiten. Ik werk daarin samen met een collega van de Kredietbank West-Brabant. We geven budgetcursussen, we zijn nu bezig met het ontwikkelen van een cursus voor ATEA. Dit is een cursus voor mensen die een inkomensterugval doormaken omdat ze door baanverlies in de bijstand terecht zijn gekomen. Daarnaast verzorgen we ook voorlichting, bijvoorbeeld op scholen. Ik ben één van de groep voorlichters van Sterk Netwerk. Dit netwerk wordt gevormd door verschillende maatschappelijke organisaties, vrijwilligers en de gemeente Breda. We proberen samen armoede te voorkomen, mensen te informeren over bestaande mogelijkheden en zelfredzaamheid te bevorderen. Natuurlijk zie ik ook nog cliënten. Dit zijn meestal cliënten waarbij het, in verband met de schuldregeling gemaakte budgetplan, niet goed van de grond komt. Zij komen op verwijzing van hun maatschappelijk werker als er advies nodig is om het budgetplan weer vlot te trekken. Vaak hebben mensen problemen met het te besteden bedrag dat in de regel veel lager is dan ze gewend waren. Er moeten keuzes gemaakt worden en dat is moeilijk en lastig. Ik kies niet voor hen maar laat zien waar besparing mogelijk is en wat verstandige keuzes kunnen zijn. Met de budgetcursussen richten we ons steeds meer op het voorkomen van financiële problemen. Was eerst deelname verplicht voor cliënten van de Kredietbank nu is het op vrijwillige basis. Wie zich aanmelden zijn mensen die zich zorgen maken over hun financiën omdat ze bijvoorbeeld werkloos zijn geworden, gescheiden zijn en veel minder geld te besteden hebben. Ook nemen er jongeren deel die zich willen voorbereiden op het zelfstandig voeren van een huishouding. Als budgetconsulent heb ik ook een Twitter account (@budgetIMWBreda) dat ik gebruik om tips en adviezen te verspreiden.
Welke problemen in relatie tot financiën kom je veel tegen? Ik kom veel alleenstaande ouders tegen die met heel weinig geld een gezin draaiende moeten houden. Soms zijn ze helemaal niet gewend om de administratie te doen omdat hun ex-partner dit altijd deed. Als ze net gescheiden zijn staat hun hoofd hier ook nog helemaal niet naar. Vaak is er geen ruimte om te reserveren voor vervanging van spullen, bijvoorbeeld als de wasmachine kapot gaat of er een andere fiets voor een van de kinderen nodig is. De financiële huishouding van veel cliënten is net een kaartenhuis. Ze hebben een bepaald evenwicht gevonden maar als bijvoorbeeld een toeslag te laat komt dan stort het kaartenhuis in. Steeds bezig moeten zijn met hoeveel geld heb ik en wat moet ik hiervan deze week betalen geeft stress. Dag en nacht zijn mensen er soms mee bezig, dit vreet energie en mensen raken uitgeput. Het is belangrijk dat kinderen al vroeg leren om met geld om te gaan. Veel jongeren beginnen al met schulden voor ze zelfstandig worden.
Hoe belangrijk vind jij geld? Ik ben niet materialistisch maar vind het wel fijn niet te hoeven nadenken of ik zaterdags boodschappen kan doen of Essent moet betalen. Vind het belangrijk om mijn financiële situatie op orde te hebben, ik wil weten hoe het zit. Ik maak zelf ook een budgetplanning op de manier die ik ook mijn cliënten adviseer.
Wat is de invloed van geld op het leven van je cliënten? De beleving van mensen is heel verschillend en volgens mij ook afhankelijk van de fase waarin mensen zitten. Maar ik
7
scholen of in wijken. Een aantal medewerkers waaronder de budgetconsulent en de directeur/bestuurder hebben in maart op een aantal basisscholen voorlichting gegeven over geld in het kader van de Week van het Geld.
CTO en de Crisisdienst Maatschappelijk Werk West-Brabant (CMW), hebben een zeer nauwe samenwerking met de door de Safegroup ingerichte opvangvoorzieningen. CMW verzorgt de 24 uurs bereikbaarheid voor de regionale organisaties van Maatschappelijk Werk (Traverse, Trema, Surplus regio Oost en West). In het kader van psychosociale crisissituaties is CMW 25 maal door de Hulpofficier van Justitie belast met het starten van de hulpverlening aan gezinsleden betrokken in een situatie van huiselijk geweld in het kader van een opgelegd huisverbod. Daarnaast is 17 maal samengewerkt met de politie in een casus van huiselijk geweld waarin geen huisverbod werd opgelegd. Ook dit jaar is samen met Veilig Thuis (tot 1 jan 2015 Steunpunt Huiselijk Geweld) en de politie het al dan niet opleggen van een huisverbod in het kader van de Wet op het Tijdelijk Huisverbod geëvalueerd. De veiligheid van kinderen is een belangrijk punt van evaluatie. In 2014 zijn de voorbereidingen getroffen voor de uitvoering van crisisbeoordeling buiten kantoortijd voor mensen met een verstandelijke beperking.
Budgetcoaches De vrijwillige budgetcoaches zijn niet meer weg te denken in de wijze waarop de budgetbegeleiding in het kader van LIS, met Kredietbank West-Brabant en ATEA groep, vorm wordt gegeven. De budgetcoaches werken nauw samen met cliënt en maatschappelijk werker om de cliënt weer greep te laten krijgen op zijn financiële huishouding. Ze helpen bijvoorbeeld met het kloppend houden van het huishoudboekje en geen nieuwe schulden te maken. Het streven is dat deze ondersteuning maximaal 1 jaar duurt. In 96 hulpverlenings trajecten zijn zij ingeschakeld. Omdat blijkt dat sommige cliënten blijvend een steuntje in de rug nodig hebben wordt in overleg met WIJ gekeken of in 2015 bij die cliënten de administratieve dienst van WIJ kan worden ingeschakeld. Bij de budgetcoaches bleek behoefte aan het werken in een wijkteam. Inmiddels zijn er vier teams gerealiseerd in de districten waar ook de Sociaal Teams en de sociaaljuridische gebiedsteams werkzaam zijn. Ieder team heeft een voorzitter uit de eigen gelederen benoemd en in het team zijn afspraken gemaakt over de wijze van casuïstiekbespreking en intervisie. De verbinding met de Sociaal Teams is tot stand gebracht met contactpersonen vanuit deze teams. Daarnaast is een stedelijk team ingesteld dat zich bezighoudt met district overstijgende zaken, fungeert als vliegende keep en inspringt als de budgetcoaches in een district geen ruimte hebben om nieuwe cliënten aan te nemen.
Psychosociale hulp bij schulden (PHS) Het PHS team is door collega’s van de Sociaal Teams in te schakelen voor consult of kan ingewikkelde schuldencases overnemen. Daarnaast worden cliënten ook rechtstreeks door de Kredietbank West-Brabant (KWB) bij PHS aangemeld. Dit team is steeds vaker nodig om snel te interveniëren en de acute financiële crisis te stabiliseren. Cliënten worden geholpen om weer greep en overzicht te krijgen op hun financiële situatie. Schuldhulpverlening en budgetbegeleiding worden op gang gebracht in nauwe samenwerking met KWB. Daarnaast hebben de maatschappelijk werkers oog voor de achterliggende problematiek. Zodra er overzicht en rust is en er nog professionele hulp nodig is, wordt een cliënt in contact gebracht met een maatschappelijk werker die in de wijk werkzaam is. Naast budgetbegeleiding kan dan ook gewerkt worden aan achterliggende problematiek. Op verzoek van de Gemeente Moerdijk verzorgt het IMW samen met de KWB de Lokale Integrale Schuldhulpverlening (LIS). Net als in Breda betekent dit het geven van budget begeleiding gericht op gedragsverandering.
Voedselbank Een maatschappelijk werker en vier vrijwillig medewerkers werken op vrijdag op de Voedselbank. De vrijwillig medewerkers brengen de financiële situatie van de aanvragers van een voedselpakket in kaart om te kijken of er recht op een pakket bestaat. Ook de aanvragen om verlenging behandelen zij. Om voor een voedselpakket in aanmerking te komen moet er wel aan strikte landelijk vastgestelde voorwaarden worden voldaan. De maatschappelijk werker heeft een gesprek met alle mensen die zich nieuw aanmelden en bespreekt met hen de mogelijkheden om aan hun schulden te gaan werken. De voedselbank is een voorziening die niet meer weg te denken is. Het ontvangen van een voedselpakket is eigenlijk steeds meer een vast onderdeel van de financiële hulpverlening geworden.
Budgetconsulent Was voorheen de budgetconsulent met name bezig met de budgetadvisering aan individuele cliënten, nu wordt er veel meer tijd besteed aan preventie. In samenwerking met de Kredietbank West-Brabant zijn er in 2014 vier budgetcursussen gegeven. De budgetconsulent wordt ook steeds vaker gevraagd om informatie en voorlichting te geven op
Preventieve schuldhulpverlening De samenwerking met de drie Bredase Woningcorporaties en
8
Bereik Met welke vragen of problemen zijn we bezig geweest?
SMO in het kader van Preventieve schuldhulpverlening is ook dit jaar voortgezet. De Woningcorporaties kopen deze vorm van hulpverlening in. Het betreft huurders die hun woning dreigen kwijt te raken of al zijn kwijtgeraakt. Daarnaast worden ook huurders met beginnende schulden aangemeld om verergering van problematiek te voorkomen.
We zien een toename van het aantal aanmeldingen in het maatschappelijk werk en sociaal raadsliedenwerk. De capaciteit is echter de laatste jaren afgenomen, dit betekent dat er met minder mensen meer cliënten moeten worden geholpen. De druk op de medewerkers is hierdoor toegenomen.
Bemoeizorg Al sinds enkele jaren maken vier maatschappelijk werkers van het IMW deel uit van het Stedelijk Bemoeizorgteam. Een samenwerking tussen GGz Breburg, Novadic-Kentron en IMW. Dit team werkt in het kader van het beleid dat binnen het Stedelijk Kompas wordt vormgegeven en heeft als doel het voorkomen en tegengaan van dak- en thuisloosheid. Het gaat vaak om mensen die zorg mijden, maar wel zorg en aandacht nodig hebben. Niet in de laatste plaats vanwege overlast die zij veroorzaken. Door versobering van de verzorgingsstaat verdwijnen mensen die zorg mijden nog sneller uit beeld en vallen nog meer mensen tussen wal en schip. Het team heeft als opdracht contact met deze mensen te leggen en hulpverlening op gang te brengen. Vaak is er sprake van psychiatrische- en verslavingsproblematiek. Veel cliënten hebben ook materieel-sociale problemen. De maatschappelijk werkers van het IMW worden hier met name op ingezet.
Een groot percentage van de cliënten die door de maatschappelijk werkers van het IMW worden begeleid heeft materieel-sociale problemen (60%). Als er sprake is van financiële problemen is dit in de regel niet het enige probleem.
Maatschappelijk werk Breda Problematiek (trajecten) Materieel-sociaal Relationeel Psychosociaal Totaal
2013 1368 (59%) 485 (21%) 465 (20%) 2318
2014 1407 (60%) 547 (24%) 382 (16%) 2336
Maatschappelijk werk dorpen Problematiek (trajecten) Materieel-sociaal Relationeel Psychosociaal Totaal
Sociaaljuridische gebiedsteams In de vier districten van Breda werkt een sociaal juridisch gebiedsteam. Een dergelijk team bestaat uit meerdere vrijwillig medewerkers en een sociaal raadsman of raadsvrouw. Door de komst van de vrijwillig medewerkers is het mogelijk meer mensen te helpen. Het aantal contacten is dan ook gestegen (cijfers zijn te vinden onder ‘bereik’). Er blijkt een grote behoefte te zijn aan sociaaljuridische dienstverlening. De weten regelgeving is nog steeds complex en ondoorzichtig. Veel mensen weten niet bij wie ze waarvoor moeten zijn en voor welke regeling of toeslag ze in aanmerking kunnen komen. In de huidige digitale samenleving is er een groep mensen die niet met de computer overweg kan. Dit terwijl heel veel regelingen en voorzieningen digitaal moeten worden aangevraagd en veel instanties alleen nog digitaal te bereiken zijn. De vrijwillig medewerkers en de raadslieden helpen cliënten om het zoveel mogelijk weer zelf op te pakken al dan niet samen met mensen uit het eigen netwerk. Maar ook hier geldt dat bij ingewikkelde vragen professionele hulp nodig blijft. Er wordt nauw samengewerkt met de in dezelfde districten werkzame Sociaal Teams. Maatschappelijk werkers kunnen de raadslieden consulteren of voor deelvragen hun hulp inschakelen. Ook wordt er steeds meer voorlichting aan groepen gegeven.
2013 59 (31%) 69 (35%) 66 (34%) 193
2014 62 (37%) 51 (30%) 56 (33%) 169
Materieel-sociaal: problemen rond inkomen, besteding, huisvesting, vorming/opleiding, arbeid en maatschappelijke organisaties. Relationeel: problemen in de relatie met partner, ouder/kind, anderen, slachtoffer/geweld en cultuurverschil. Psychosociaal: problemen met gezondheid, scheiding, psychische problemen, verwerking, eenzaamheid, identiteit, verslaving en overig.
Crisisdienst Maatschappelijk Werk West-Brabant 2013 2014 Aantal oproepen 339 259 Problematiek Huiselijk geweld, mishandeling (w.o. huisverbod) 50% 56% Relaties 15% 15% Dakloos 20% 14% Intrapsychisch 4% 4% Verslaving 3% 2% Slachtoffer 4% 8% Overig 4% 1%
9
“Angst voor wat er allemaal niet kapot kan gaan ” 10
Interview Marian de Rond, maatschappelijk werker “Angst voor wat er allemaal niet kapot kan gaan ”
Wat is je functie binnen het IMW?
is er gelukkig het Jeugdsportfonds, de contributie van de club en de benodigde kleding worden dan betaald. Maar niet de versnapering in de kantine, ouders blijven thuis om die kosten te vermijden. Dit roept bij anderen het beeld op dat ze niet in hun kinderen geïnteresseerd zijn. Als je met een gezin van e 75 leefgeld per week moet rondkomen dan worden er andere keuzes gemaakt. Iets dergelijks zie ik gebeuren bij zwemles. Voor kinderen is het goed om extra te oefenen. De ouders kunnen niet met hen naar het zwembad want dat kost weer extra geld, dus dan wordt er niet extra geoefend. Schulden raken alle gezinsleden maar ik vind dat sommige ouders te ver gaan in het delen van hun zorgen met de kinderen. Het hangt echt van het kind af wat het daarin aankan. Er zijn ouders die heel creatief kunnen omgaan met het hebben van weinig geld, zien het minder als last dan als uitdaging en zoeken naar oplossingen. In relaties zie ik overigens dat het problemen kan geven als je op een verschillende manier bent opgevoed in het omgaan met geld.
Als maatschappelijk werker werk ik in het district Noordwest. Bijna al mijn cliënten hebben problematische schulden, betalingsachterstanden en zijn al in aanraking gekomen met deurwaarders. Mensen proberen het zo lang mogelijk zelf op te lossen door afspraken te maken met schuldeisers. Als dat niet meer lukt, komen ze pas voor hulp. Dat is een grote stap, vaak hebben ze het gevoel te hebben gefaald omdat het hen zelf niet is gelukt de problemen op te lossen. In de periode dat de cliënt wacht op de definitieve start van de schuldsanering kijk ik samen met de cliënt naar het budgetplan, wat is er beschikbaar aan leefgeld? Maar ook of het nodig is een voedselpakket aan te vragen. Als maatschappelijk werker werk ik ook samen met de cliënt aan achterliggende problematiek zoals het niet geleerd hebben om met geld om te gaan, echtscheiding, problemen met de opvoeding van de kinderen of het werkloos geworden zijn. Ik vind het belangrijk om mensen te helpen weer op zichzelf te durven vertrouwen. Als je tijdens de periode van drie jaar Wsnp (Wet schuldsanering natuurlijke personen) weer van weekgeld naar maandgeld gaat, krijg je zelf weer meer verantwoordelijkheid om uit te komen met je huishoudgeld. Mensen kunnen daar echt wakker van liggen uit angst terug te vallen.
Welke problemen in relatie tot financiën kom je veel tegen? Huur en energie zijn vaak wel geregeld maar de ziektekostenverzekering niet. Als je een betalingsachterstand hebt dan krijg je er ook nog een boete bovenop. Je bent verplicht een verzekering te hebben. Een aanvullende verzekering is sowieso vaak te kostbaar. Zonder zo’n verzekering ben je niet verzekerd voor tandartskosten. Mensen kunnen dan niet naar de tandarts omdat ze hier geen geld voor hebben met alle gevolgen die dat heeft voor hun gezondheid. De eigen bijdrage ziektekosten geeft ook problemen. Het legt bij mensen met een minimum inkomen immers procentueel een groter beslag.
Wat is de invloed van geld op het leven van je cliënten? Schulden hebben geeft veel stress en zorgen. Het inkomen gaat vaak totaal op aan vaste lasten en leefgeld. Ik maak het zelden mee dat mensen kunnen reserveren voor vervanging van spullen, extraatjes of onvoorziene uitgaven. Als het kabelkastje van de TV kapot gaat is dat een regelrechte ramp. Mensen piekeren veel en worden soms depressief en kunnen ook overal tegenop gaan zien, angst hebben voor wat er allemaal niet kapot kan gaan. Door het hebben van schulden ligt het afnemen van sociaal contact op de loer. Het is belangrijk om niet geïsoleerd te raken. Ik heb mensen bijvoorbeeld gestimuleerd om naar Clement te gaan. Een laagdrempelige inloop waar je mensen kunt ontmoeten en dan helpt het zeker dat het kopje koffie of thee gratis is. Het is zo belangrijk om niet het gevoel te hebben alleen op de wereld te zijn. Ik hoor ook van cliënten dat ze zich afgesnauwd voelen door schuldeisers als ze iets willen regelen. Ze voelen zich onder druk staan en gaan dan soms akkoord met bedragen die ze helemaal niet kunnen aflossen. Die bejegening is voor hen een bevestiging van hun toch al lage zelfbeeld. Om kinderen te laten sporten
Hoe belangrijk vind jij geld? Van huis uit heb ik sparen meegekregen, had een spaarpot en een bankboekje. Er werd pas iets gekocht als er geld voor was. Heb geleerd om tevreden te zijn met wat er is. Ik kom uit een groot gezin en bij ons werden ook zakken tweedehandskleding afgegeven. Het was heel normaal om dingen die nog goed zijn te gebruiken. Ik vond het wel vervelend als er door anderen op school opmerkingen werden gemaakt dat ik een trui aanhad die ik van die en die zou hebben gekregen. Ik voel me nu prettig als er een reserve is, ik spaar ook altijd eerst voor iets. Met de dag leven daar zou ik niet van kunnen slapen, maar ik heb dan ook niet geleerd hoe je dat dan weer doet.
11
Sociaal raadsliedenwerk
Maatschappelijk Werk (MW) 1,7% van de Bredanaars maakt gebruik van het maatschap 2013 2014 pelijk werk. Het meest in de leeftijdscategorie van 35 tot 54 Aantal contacten 7008 10433 jaar. De gemiddelde leeftijd van de MW-cliënten is 35 jaar. Problematiek Relatief veel onvolledige gezinnen (6,4%) en etnische minUitkeringen 26% 24% derheden: Marokkanen (3,4%), Turken (4,0%), Surinamers Belastingen, heffingen en toeslagen 25% 30% (4,6%) en Antillianen / Arubanen (7,2%). Onder autochtoWonen 10% 10% nen is dit percentage 1,2%. Consumentenzaken 17% 19% Juridische kwesties 17% 10% Sociaal raadsliedenwerk (SRW) Welzijn & Overig 5% 7% In totaal maakt 0,8% van de Bredanaars gebruik van SRW. Het meest in de leeftijdscategorie van 45 tot 55 jaar. De gemiddelde leeftijd is 45 jaar. Kwetsbare Bredanaars In het woongebied Hoge Vucht wordt veel gebruik gemaakt. Door de dienst BBO Onderzoek en Informatie van de geIn de woonbuurten Geeren-Zuid, Haagpoort, Kesteren, meente Breda is, evenals voorgaande jaren, in opdracht van Doornbos-Linie en Geeren-Noord is het gebruik het grootst. WIJ, MEE, IMW en Amarant onderzoek gedaan naar het Relatief veel onvolledige gezinnen (2,4%) en etnische bereik onder kwetsbare burgers. De resultaten van het onminderheden: Marokkanen (4,8%), Turken (2,0%), Antilderzoek, die in 2014 zijn gerapporteerd (cijfers op basis van gegevens 2013), onderstrepen ook nu weer onze doelstelling lianen / Arubanen (3,3%) en Surinamers (2,4%). Onder autochtonen is dit percentage 0,3%. dat we er zijn voor mensen in kwetsbare posities. Het onderzoek maakt gebruik van risicoprofielen die door het Nicis Institute zijn ontwikkeld. Deze risicoprofielen hebben betrekking op de onderwerpen: huisvesting, welbevinden/gezondheid, opleidingsniveau, samenstelling van het huishouden, etniciteit en sociaal economische status. Onderstaand gegevens vanuit het rapport over het IMW. 87% van de cliënten van het IMW heeft één of meer risicofactoren, 31% heeft 3 of meer risicofactoren. Het aandeel risico-Bredanaars dat van de verschillende IMW-hoofdproducten (maatschappelijk werk en Sociaal raadsliedenwerk) gebruik maakt, is vele malen groter dan het aandeel Bredanaars zonder risicofactor. In 9% van de gevallen blijken ook andere organisaties uit het onderzoek betrokken te zijn. Onvolledige gezinnen en niet-westerse allochtonen maken relatief veel gebruik van de hulpverlening van het IMW. Autochtonen maken relatief minder gebruik. In Fellenoord, Haagpoort, Kesteren, Muizenberg, Doornbos-Linie en de 4 woonbuurten van Hoge Vucht maken bewoners meer gebruik van het IMW dan elders.
12
Tevredenheid Wat doen we om de kwaliteit van onze hulp- en dienstverlening op niveau te houden? Om maatwerk te leveren en een bijdrage te leveren aan duurzame oplossingen?
Deskundigheidsbevordering Er is veel aandacht besteed aan het actueel houden van kennis en vaardigheden van de medewerkers. De maatschappelijk werkers zijn geschoold in Signs of safety, een oplossingsgerichte benadering voor cliënten die te maken hebben met huiselijk geweld. Waren eerder medewerkers die met cliënten werken opgeleid in het Oplossingsgericht werken, dit jaar heeft er scholing plaatsgevonden rond Oplossingsgerichte Sociale Netwerkversterking. Dit biedt handvatten om het netwerk van de cliënt op een effectieve manier te betrekken bij de hulpverlening. Op deze manier wordt de zelfredzaamheid van de cliënt en zijn directe omgeving vanaf de start van de hulpverlening gestimuleerd. Omdat de directe omgeving de cliënt goed kent, sluiten oplossingen die samen met het netwerk tot stand komen in de regel beter aan, wat duurzamer oplossingen oplevert. Alle maatschappelijk werkers nemen deel aan intervisiebijeenkomsten waar zij samen met een interne coach op een oplossingsgerichte manier kijken naar de wijze waarop zij hun werk uitvoeren.
Kwaliteitscertificaat In de loop van 2014 is er voor gekozen om niet door te gaan met het HKZ-certificatieschema voor Maatschappelijk Hulpen Dienstverlening om de kwaliteit aantoonbaar te maken door jaarlijkse externe toetsing. Het huidige HKZ systeem sluit onvoldoende aan bij het werken in netwerken. We behouden een kwaliteitssysteem dat is gebaseerd op HKZ maar meer is aangepast aan de ontwikkelingen binnen onze sector. We verwachten het keurmerk ‘Goed Geregeld’ in 2015 te behalen. Dit keurmerk is bedoeld voor organisatie die het vrijwilligerswerk op een aantrekkelijke manier georganiseerd hebben. Voor het behalen van het keurmerk is externe beoordeling nodig door het NOV (Nederlandse Organisatie Vrijwilligerswerk).
In een aantal districten hebben medewerkers de in M&S Breda verband georganiseerde leergangen ‘verbinden en veranderen’ gevolgd. In 2013 zijn deze leergangen gestart. Het doel van deze leergangen was medewerkers vertrouwd te maken met de kanteling die o.a. plaatsvindt op het terrein van hulp en zorg. Namelijk mensen zoveel mogelijk de regie over hun eigen leven laten behouden of teruggeven daarbij, waar nodig, gebruik makend van het eigen netwerk of vrijwilligers. Niet door daar als hulpverlener voor te zorgen maar er voor te zorgen dat mensen hun vragen beantwoord krijgen en hun problemen (weer) zelf kunnen oplossen. Een nevenopbrengst van deze leergangen is dat medewerkers hun netwerk in de districten hebben opgebouwd.
VOG en beroepsregistratie Alle medewerkers hebben een VOG (Verklaring Omtrent Gedrag). De maatschappelijk werkers zijn geregistreerd in het beroepsregister Registerplein (voorheen BAMw). De maatschappelijk werkers die in CJG verband werken zijn van het BAMw overgegaan naar het SKJ (Stichting Kwaliteitsregister Jeugd).
Tevredenheidsmeting In 2014 zijn er drie tevredenheidsmetingen uitgevoerd onder cliënten van het IMW. Cliënten van het maatschappelijk werk geven een gemiddelde waardering van 7,8. Leerlingen van het MBO die zijn begeleid door een schoolmaatschappelijk werker geven een rapportcijfer van 8,3 en bezoekers van de sociaaljuridische gebiedsteams het cijfer 8,8. Daarnaast wordt bij aanvang en afsluiting van de hulpverlening de zogenaamde schaalvraag gesteld. Cliënten kunnen met een getal tussen 0 tot 10 aangeven hoe zwaar het probleem voor hen weegt. Gemiddeld wordt bij afsluiting een positieve stijging van 1,8 punten aangegeven.
Meldcode De medewerkers werken met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, bedoeld om signalen van huiselijk geweld op een adequate en transparante manier op te pakken. Vorig jaar is door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de app Meldcode 5 stappen gelanceerd. Naast uitleg over het 5 stappenmodel is op de app ook achtergrond informatie te vinden over huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze app vervangt het door het IMW zelfgemaakte stappenplan. Alle maatschappelijk werkers beschikken over deze app. De maatschappelijk werkers van de crisisteams hanteren daarnaast nog de meldcode bij vermoedens van eergerelateerd geweld, ontwikkeld in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Klachtbehandeling De onafhankelijke Klachtencommissie heeft ook dit jaar geen klachten behandeld. Er zijn 2 klachten bij het IMW binnengekomen die via bemiddeling door een lid van het managementteam zijn opgelost.
13
interview Uzgul Sahin, Maatschappelijk werker “Geld heeft invloed op alle levensterreinen”
Wat is je functie binnen het IMW?
Ik kom ook tegen dat mensen om hun verslaving te bekostigen geld gaan lenen dat ze niet terug kunnen betalen, gaan stelen of in de prostitutie terecht komen. Mensen komen door het minste of geringste in de problemen omdat ze niet kunnen reserveren. Een onvoorziene uitgave is een probleem omdat er amper voldoende inkomen is om van rond te komen. De eigen bijdrage ziektekosten is een reden voor mensen om zich niet bij de psychiatrie aan te melden. Helaas gebeurt het ook dat mensen in de problemen komen door derden. Ik kwam er bijvoorbeeld pas bij iemand achter dat de bewindvoerder verzuimd had de huur te betalen.
In het Stedelijk Bemoeizorgteam werk ik als maatschappelijk werker met zorgwekkende zorgmijders. Dit zijn mensen die niet kunnen of willen inzien dat ze problemen hebben. Soms hebben zij al wel hulp gehad maar zijn ze afgehaakt of is het met andere hulpverleners niet gelukt tot een plan van aanpak te komen. Veel van onze cliënten hebben psychiatrische- en/ of verslavingsproblemen. Onze andere teamcollega’s werken bij Novadic-Kentron en bij GGz-Breburg en brengen allemaal hun eigen specifieke expertise mee op deze terreinen. Ik word net als mijn andere drie IMW collega’s met name ingeschakeld als er materieel-sociale problemen zijn. We werken in duo’s en voeren dan ook altijd samen met een collega vanuit een van de andere twee organisaties de gesprekken met de cliënt. Zo kunnen we direct met elkaar afstemmen wat er nodig is om de hulpverlening weer op gang te brengen en deze ook samen uitvoeren. Bij ons zijn mensen maar tijdelijk in begeleiding. Onze opdracht is hen te vinden, te binden en toe te leiden naar de reguliere hulpverlening. Wij proberen de situatie te stabiliseren en de cliënt te motiveren om hulp te accepteren. De meeste van onze cliënten komen binnen via het Meldpunt Zorg en Overlast van de GGD. Zowel burgers als hulp- of zorg- of dienstverleners kunnen hier mensen aanmelden waar ze zich zorgen over maken. Die bijvoorbeeld in een vervuild huis leven of in de buurt overlast veroorzaken. Om in contact te komen met degene die is aangemeld gaan we ook wel met iemand die de cliënt al kent op huisbezoek. Op deze manier mogen we dan vaak wel binnenkomen. Maar soms blijft de deur toch dicht en het gebeurt ook dat de deur wel opengaat maar de cliënt geen openheid van zaken geeft. Mijn ervaring is wel dat de hulp die je kunt bieden rond praktische zaken, zoals hulp bij schulden of dreigende huisuitzetting, helpt om het vertrouwen van de cliënt te winnen en we het daarna ook over de andere problemen kunnen hebben zoals verslaving en/of psychische problematiek. Ik werk ook met cliënten die in het kader van Preventieve Schuldhulpverlening bij ons zijn aangemeld door de woningcorporatie. Ik help huurders met een huurachterstand om te voorkomen dat de schulden zo hoog oplopen dat er huisuitzetting volgt.
Welke problemen in relatie tot financiën kom je veel tegen? Relatieproblemen kom ik vaak tegen. Veel meldingen van huiselijk geweld zijn het gevolg van de economische crisis. Als er schulden zijn dan zorgt dat bijna per definitie voor spanning tussen partners. De woning die verkocht moet worden bij echtscheiding en dat een van de partners dan opdraait voor schulden van de ander. In mijn cliëntenbestand is dat vaak de partner die met de kinderen achterblijft. Heel regelmatig is er sprake van burenoverlast, vervuiling van huizen en afsluiting van water, gas en licht. Na afsluiting is het heel moeilijk om weer te worden aangesloten omdat er door de leveranciers een waarborgsom wordt gevraagd en daar is nu juist geen geld voor. Dikwijls is er sprake van beslaglegging door schuldeisers. Deze houden zich niet altijd aan de beslagvrije voet, met gevolg dat er in veel gevallen niet eens voldoende geld overblijft om de vaste lasten te kunnen voldoen. Veel cliënten maken gebruik van de Voedselbank omdat er te weinig geld is voor eten.
Hoe belangrijk vind jij geld? Ik ben niet materialistisch ingesteld en hecht niet aan het bezitten van dure dingen. Maar geld hebben geeft me wel zekerheid en maakt dat ik onafhankelijk kan zijn van anderen. Sinds ik dit werk doe, is er bij mij een duidelijke toename in bewustwording van financiën en budgetteren.
Wat is de invloed van geld op het leven van je cliënten? Die is groot, is van invloed op alle levensterreinen en heeft daarom ook gevolgen voor de kwaliteit van leven. Als de huur langere tijd niet wordt betaald dreigt uithuiszetting. Als er veel schulden zijn kunnen mensen hun kinderen niet datgene bieden wat ze eigenlijk zouden willen geven zoals nieuwe kleren, voldoende goed en lekker eten of vakantie.
14
“Geld heeft invloed op alle levensterreinen” 15
Synergie Hoe ziet onze samenwerking er uit? Op welke manier bundelen we krachten?
Met het CJG, advocatuur, Sociaal Team en het Sociaal raadsliedenwerk zijn, in het voorjaar, door het maatschappelijk werk vier gratis themabijeenkomsten georganiseerd rond echtscheiding onder de titel ‘Goed uit elkaar’. Aan deze reeks bijeenkomsten hebben 14 personen deelgenomen. Onderwerpen als de voor- en nadelen van scheiden, uit elkaar gaan en het effect hiervan op kinderen, de financiële gevolgen: voorzieningen, wetten en regels, de echtscheidingsprocedure en het inschakelen van advocaat of mediator zijn aan de orde geweest.
Op diverse terreinen werken we samen met anderen al dan niet in netwerkverband. Met MEE en WIJ in Sociaal Teams, met Kredietbank West-Brabant en Ateagroep in de Lokale Integrale Schuldhulpverlening. Met GGz-Breburg en Novadic-Kentron in het Stedelijk Bemoeizorgteam. Onder de kop vakmanschap is hierover meer te vinden. In dit onderdeel komt samenwerking op het gebied van jeugd en jongeren, huiselijk geweld, financiële hulp- en dienstverlening, beroepsopleiding en asielzoekers en vluchtelingen en eerstelijns GGZ aan bod.
Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) De VVE biedt een educatief aanbod voor kinderen met een (dreigende) ontwikkelings- en taalachterstand. Een medewerker van het IMW verzorgt de stedelijke coördinatie VVE. De coördinatie heeft zich dit jaar vooral gericht op het uitwerken van verschillende thema’s in de werkgroepen, het zorgdragen voor innovatie en verbeteren van de werkwijze. Daarnaast is de coördinator verantwoordelijk voor de voortgang en implementatie van verschillende onderwerpen zoals: zorg in en om de voorschool, toeleiding, spreiding, ouderbetrokkenheid, dwang en drang, meten is weten te bewaken. De resultaten van de diverse werkgroepen zijn gebundeld en liggen op alle voorscholen ter inzage voor de inspectie en als onderlegger/ protocol voor het handelen op de voorscholen van Breda. Dit jaar heeft de onderwijsinspectie Breda bezocht, belangrijke conclusie was dat Breda als een van de betere gemeentes gepresteerd heeft. Het registratiepunt voorschool, uitgevoerd door de coördinator van het IMW, heeft de hoogste score gekregen en is als voorbeeld voor het land gesteld. Daarnaast blinkt Breda uit in het vergroten van de betrokkenheid van ouders bij de ontwikkeling van hun kind.
Jeugd en jongeren CJG Rond jeugd en jongeren van 0 tot 23 jaar werken we in Breda, Alphen-Chaam en Baarle-Nassau samen in het CJG. In Breda zijn de CJG-teams verdeeld in vier districten over de stad. Daarnaast is er een stedelijk VO-team. In dezelfde districten zijn de Sociaal Teams en Sociaal raadsliedenwerk actief. De onderlinge samenwerking is goed. In 2014 is de transitie Jeugdzorg voorbereid. De gemeente is m.i.v. 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van de eerstelijnszorg op het jeugdterrein. Dit maakte uitbreiding van de CJG teams noodzakelijk. Per 1 januari 2015 is het IMW jeugdteam met 7 personen uitgebreid. Het IMW levert CJG-coaches en School-CJG-ers. In Alphen-Chaam en Baarle-Nassau is een school-CJG’er actief. Op De Rooi Pannen en de ROC’s: Cingel college, Radius college, Vitalis college en Florijncollege zijn ook dit jaar drie schoolmaatschappelijk werkers actief geweest. Dit in nauwe samenwerking met CJG collega’s.
Pilot ‘3 D in de praktijk’ Een onderzoek waarmee de motie “Betere zorg bij complexe hulpvragen” vanuit de Gemeenteraad van Breda wordt uitgevoerd. Het onderzoek dat is gedaan door de GGD West-Brabant betreft gezinnen met zeer complexe hulp- en zorgvragen. Met het oog op de drie decentralisaties wordt bekeken hoe de hulp in dit soort situaties effectiever vorm gegeven kan worden. Er wordt gemonitord op basis van indicatoren als kosten, kwaliteit, tevredenheid en synergie. Een van de maatschappelijk werkers neemt deel aan dit onderzoek. Afronding van het onderzoek vindt in mei 2015 plaats door middel van rapportage aan de gemeenteraad.
De sturing op het CJG wordt gezamenlijk gedaan door vier organisaties: Careijn, GGD, IMW en Surplus. De GGD neemt hierbinnen de rol van hoofdaannemer op zich. Het veilig kunnen opgroeien, het kunnen ontwikkelen van talenten en het naar vermogen kunnen deelnemen aan de samenleving zijn vanuit het beleidskader Jeugdhulp belangrijke uitgangspunten. Daar waar ouders dit niet (geheel) zelfstandig kunnen verwezenlijken kan vanuit het CJG hulp en ondersteuning geboden worden. Daarbij zijn preventie en hulp op maat belangrijke speerpunten. Het principe van één gezin, één plan, één regisseur blijft gehandhaafd. Het centraal bureau van het IMW wordt door veel CJG’ers gebruikt als kantoorruimte, alle noodzakelijke faciliteiten zijn hier voorhanden zoals werk- en vergaderruimte en ICT.
16
Ketenaanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
Het voorzitterschap van de Raad van de schuldhulpverlening wordt verzorgd door een unithoofd van het IMW. Deze raad heeft zich ten doel gesteld hiaten en verbeterpunten op het gebied van de financiële hulp- en dienstverlening te signaleren.
We maken deel uit van deze ketenaanpak. In 2014 is in het kader van de decentralisaties jeugdzorg en Wmo de voorbereiding getroffen voor de samenvoeging van het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en het Steunpunt Huiselijk Geweld in de nieuwe organisatie Veilig Thuis West-Brabant. Veilig Thuis heeft als doel het in een zo vroeg mogelijk stadium signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling. Een medewerker van het IMW maakt deel uit van het Interventieteam huiselijk geweld. Dit team werkt voor de regio en is een samenwerking tussen Avicenna, Traverse, Surplus Welzijn, CJG, Veilig Thuis, Safegroup Ambulant en het IMW. Veilig Thuis verzorgt de coördinatie. Samen met het betrokken gezin wordt een veiligheidsplan gemaakt, wordt geïnventariseerd welke hulp of ondersteuning nodig is en wordt een familie-/netwerkberaad georganiseerd. De inzet is het duurzaam doorbreken van geweld waardoor veiligheid in gezinnen en in de buurt toeneemt. Met de gezinnen wordt gewerkt aan het weer oppakken van de eigen regie over hun leven.
In het kader van ‘Preventieve schuldhulpverlening’ heeft een verdere intensivering plaatsgevonden van de samenwerking tussen de drie Woningcorporaties, SMO en IMW. Er wordt onderzocht hoe dit aanbod kan aansluiten bij landelijke en gemeentelijke beleidsontwikkelingen. Op gemeentelijk niveau wordt aansluiting gezocht bij Stedelijk Kompas en Kredietbank. Ook hier gaan we ons meer richten op preventie. Het gemeentelijk beleidskader Bredase Plus is expliciet gericht op het voorkomen van schulden en beperken van de gevolgen voor kinderen. Op 4 oktober vond met steun van de gemeente Breda het gratis congres ‘Low budget, high service’ plaats in Electron Breda. Het congres is door het IMW georganiseerd voor vrijwilligers en mantelzorgers die helpen bij geldzaken. Dit vanuit de wetenschap dat steeds meer mensen schulden hebben en niet allemaal in staat zijn deze zelfstandig aan te pakken. Hier is steun en hulp bij nodig die o.a. geboden wordt door mantelzorgers en vrijwilligers. Het doel van het congres was overdracht van kennis over bijvoorbeeld regelingen en voorzieningen maar ook om in gesprek te gaan over het schuldentaboe. Er waren ruim honderd deelnemers aanwezig. Dagvoorzitter Eef van Opdorp, financieel expert van tv-programma’s ‘Uitstel van Executie’ en ‘Koffietijd’ leidde de deelnemers op een inspirerende manier door de dag die door wethouder Mirjam Haagh werd geopend. Sprekers waren deze dag Johan Bastiaensen van Interactie Academie Antwerpen die zijn visie heeft gegeven over wat geld met je doet en Roeland van Geuns, Lector Armoede en Participatie van Hogeschool Amsterdam die nader is ingegaan op schuldhulpverlening. Daarnaast zijn er workshops verzorgd o.a. door de Kredietbank West-Brabant over het werk van de Kredietbank, Gerechtsdeurwaarders Rosmalen over het innen van schulden, Sterk Netwerk over voorzieningen, Sociaal raadslieden over regelingen en voorzieningen, Avans over oplossingsgericht werken en twee workshops met en door ervaringsdeskundigen over het hebben van schulden. Tijdens het congres zijn de foto’s van de voor dit congres uitgeschreven fotowedstrijd ‘Armoede in Breda’ geëxposeerd en konden de congresgangers op hun favoriet stemmen. De eerste prijs is behaald door Susanne van Loo, haar winnende foto is opgenomen in dit jaarverslag. Een expositie van de foto’s heeft daarnaast nog plaatsgevonden in Moti en in de hal van het Stadskantoor.
Contacten met de opleiding Een goede aansluiting van opleiding en praktijk is belangrijk. Daartoe werken we nauw samen met Avans Hogeschool, afdeling Sociale Studies. We begeleiden 2e en 3e jaars stagiaires en bieden 4e jaars de mogelijkheid tot een afstudeerproject. In 2014 is een onderzoek gestart naar financiële problemen bij 55+ en 65+ en preventief aanbod ter voorkoming hiervan. Verder wordt docenten de mogelijkheid geboden om mee te lopen in de beroepspraktijk. Hier is door twee docenten gebruik van gemaakt. Daarnaast hebben enkele maatschappelijk werkers, staf- en MT leden opgetreden als extern beoordelaar bij de accreditatie van de opleiding en bij de toetsing van de vakken communicatie, oplossingsgericht werken en schuldhulpverlening. Er wordt deelgenomen aan de werkveld adviesraad en de strategische werkveld adviesraad van Avans.
Financiële hulp- en dienstverlening Medewerkers van het IMW nemen steeds meer deel aan overleggen in de stad die gaan over het opzetten van activiteiten in het kader van bijvoorbeeld preventie en voorlichting. We maken daartoe deel uit van Sterk Netwerk, een netwerk van maatschappelijke organisaties, vrijwilligers en de gemeente Breda dat zich richt op voorkomen en bestrijden van armoede. Een onderdeel hiervan is de voorlichterpool waar de budgetconsulent en raadslieden toe behoren.
17
“Ik kocht mezelf weer goed” 18
interview Caroline Meursing, vrijwillig medewerker “ik kocht mezelf weer goed”
Wat is je functie binnen het IMW?
opgemaakt. De Kredietbank kon niets voor me doen zolang ik geen officiële brief van de Belastingdienst hierover had. In 28 maanden heb ik het toen afgelost door mezelf op e 70,- per week te zetten, ik heb twee kinderen. De meeste mensen die ik spreek vinden het vreselijk om schulden te hebben. Ik zie ook mensen die in de slachtofferrol terecht komen en niet meer open staan voor advies. Er zijn er ook die niet beseffen welke problemen ze hebben en hoe ze hier uit moeten komen.
Als vrijwillig medewerker werk ik voor het IMW bij de Voedselbank. Ik spreek daar mensen die een voedselpakket aanvragen. Op basis van hun financiële situatie en de criteria van de voedselbank kijk ik of ze voor een pakket in aanmerking komen. Als mensen al in de WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen) zitten dan hebben ze alleen maar leefgeld en is het al snel duidelijk of ze een pakket krijgen. Dat is altijd maar voor een bepaalde periode. Er kan verlengd worden maar dan vindt er eerst een herbeoordeling plaats. Die gesprekken voer ik ook. Ik doe dit werk samen met nog drie andere vrijwillig medewerkers van het IMW. Heel complexe situaties worden, als iemand voor de eerste keer komt, beoordeeld door de maatschappelijk werker. Bijvoorbeeld als mensen totaal geen inkomen hebben of als er een koophuis is en mensen hebben veel schulden. Wij schakelen hem ook in als het gesprek moeizaam verloopt, bijvoorbeeld door de psychiatrische problemen die iemand heeft. Om te kunnen beoordelen of mensen in aanmerking komen voor een pakket vragen we ook naar de bankafschriften van de laatste drie maanden. Op deze manier krijg je een goed overzicht van het bestedingspatroon. Als ik opvallende dingen zie dan ga ik hier wel op in. Bijvoorbeeld als er veel besteed wordt aan non food dan vraag ik na of dat echt nodig is. Ik geef ook tips hoe je die kosten kunt verlagen. Als mensen veel pinnen adviseer ik om een keer per week te pinnen en daar de boodschappen van te doen. Op die manier houd je veel beter zicht op je uitgaven. Als je boodschappen gaat doen als je honger hebt dan geef je vaak ook meer uit dan nodig is. Het is trouwens wel belangrijk dat je aanvoelt wat je wel en niet hierover tegen iemand kunt zeggen.
Welke problemen in relatie met financiën kom je veel tegen? Als je inkomen verandert omdat je van een werkloosheidsuitkering naar een bijstandsuitkering gaat dan duurt het best lang voor alles is geregeld. Mensen zitten soms wel 6 weken zonder geld. Een voedselpakket is dan natuurlijk niet voldoende. Mensen gaan dan ook vaak lenen bij anderen. Als je van e 70,- per week alles moet doen dan is het echt niet mogelijk om iedere dag vlees te eten. Voor een schoolstarterspakket (schriften, sportkleding, schrijfwaar) moet je bonnen hebben om het geld weer terug te krijgen. Betekent dat je het eerst moet voorschieten. Het hebben van schulden levert ook veel stress op. Regel matig heb ik huilende mensen aan mijn tafel die niet meer weten wat ze moeten doen, niet meer horen wat ik zeg en aan een stuk door praten. De grootste boosdoeners zijn m.i. de eigen bijdrage voor zorg en belastingen die een groot beslag leggen op een minimaal inkomen en toeslagen die te laat worden uitbetaald.
Hoe belangrijk vind jij geld? Geld is belangrijk om goed te kunnen leven en eens iets extra’s te kunnen kopen. Ik heb geleerd goed in de gaten houden wat er voor mogelijkheden zijn om met weinig geld toch leuke dingen te kunnen doen. Ik kijk daarvoor ook in de Huis aan Huis bladen. Onlangs kon je bijvoorbeeld met de Bredapas een aantal keer sporten om te proeven welke sport je leuk vindt. Op deze manier kun je je gericht voor iets opgegeven en loop je niet de kans voor iets te betalen wat je niet bevalt. Dure dingen laat ik sowieso liggen. Het is voor mij een sport geworden om met weinig geld toch leuke dingen te kopen.
Wat is de invloed van geld op het leven van je cliënten? Wat ik wel herken is dingen gaan kopen om je happy te voelen. Zelf heb ik ook in de schulden gezeten en heb er wel van wakker gelegen. Ik kocht mezelf weer goed. Gaf veel te veel uit omdat ik pinde tot het op was. Door een fout had ik onterecht een bedrag van e 2200,- aan huurtoeslag ontvangen waardoor ik een veel hoger saldo dan normaal op mijn rekening had. Door maar te blijven pinnen heb ik dat
19
Prijs Financiële verantwoording
Mede door de inzet van tientallen IMW’ers die de organisatie en uitvoering van het congres op zich hebben genomen was het congres succesvol.
In 2014 heeft er een accountantswisseling plaatsgevonden, de accountantscontrole wordt nu verzorgd door Mazars Breda. Resultaat Begroting Resultaat 2014 2014 2013 Baten Subsidies 3.595.636 3.598.209 3.595.943 Overige opbrengsten 158.671 180.789 177.573 3.754.307 3.778.998 3.773.516 Lasten Personeelskosten 2.933.109 3.034.171 3.026.840 Huisvestingskosten 380.260 389.246 396.754 Afschrijvingskosten 35.798 75.000 46.471 Overige bedrijfskosten 408.872 318.689 338.958 3.758.039 3.817.106 3.809.023 Financiële baten en lasten Financiële lasten -851 -400 -795 Financiële baten 33.060 45.000 43.912 32.209 44.600 43.117 Resultaat boekjaar 28.477 6.492 7.610
Asielzoekers en vluchtelingen Voor de Boschpoort in Breda, een voorziening van het Centraal Orgaan Asielzoekers, verzorgt het IMW op verwijzing van de aan het centrum verbonden huisarts, de psychosociale hulpverlening.
Basis GGZ Het IMW is betrokken bij een van de activiteiten van het Platform Geestelijke Gezondheid. Een netwerkorganisatie waarin naast patiëntenbelangenverenigingen, zorgverzekeraars en gemeenten en eerste- en tweedelijns GGZ-zorgaanbieders participeren. Dit platform heeft zich beziggehouden met het vormgeven van Basis GGZ en het komen tot ketenafspraken met de betrokken disciplines. De regio is ingedeeld in drie subregio’s, waardoor men slagvaardiger tot samenwerkingsafspraken kan komen met de partijen die in betreffende subregio actief zijn. In ontwikkeling is een project waarvoor een aanvraag is ingediend bij de VEZN (Versterking Eerstelijn Zuid-Nederland). Dit behelst het vormgeven van de ketensamenwerking en verwijzing naar het sociale domein, van en naar de generalistische Basis GGZ en van en naar de specialistische GGZ. Naast huisartsengroepen participeren de zorggroep in oprichting voor psychologen (Psywijzer), Indigo Brabant, Surplus Welzijn en het IMW.
Gebruik locaties De diverse locaties van het IMW worden gebruikt door verschillende organisaties van binnen en buiten onze eigen samenwerkingsverbanden als werk en/of vergaderplek. In 2014 waren dit o.a. het Bemoeizorgteam, CJG, Fiom, Impegno, MEE, NMI (Nederlands Migratie Instituut), Werk aan de Wijk, collega’s van het Wmo loket, Stichting Adoptievoorzieningen en WIJ. Hiermee wordt de ruimte behoefte in de wijken groter dan het IMW op basis van de eigen formatie kan bekostigen en aanbieden. Dit betekent dat hierover gesprekken met de externe gebruikers gevoerd gaan worden.
20
Organisatie Het Instituut voor Maatschappelijk Welzijn is een voornamelijk door de overheid gesubsidieerde instelling met een directeur/bestuurder en een Raad van Toezicht. In dit hoofdstuk informatie over personeel en Raad van Toezicht.
Verbindingsbijeenkomsten Omdat we het belangrijk vinden dat zowel de vrijwillig medewerkers als de betaalde krachten met elkaar van gedachten wisselen over actuele onderwerpen zijn er verbindingsbijeenkomsten georganiseerd. Het is al lang niet meer zo dat medewerkers elkaar heel regelmatig treffen op het Centraal Bureau; mede door het werken in netwerken spreekt men elkaar steeds minder. Het organiseren van het gesprek is daarom nodig. Onderwerpen als vakmanschap, uitdragen waarvoor je staat en competenties zijn tijdens drie bijeenkomsten behandeld.
Personeelsopbouw Het IMW had aan het eind van het verslagjaar 74 betaalde personeelsleden in dienst (voltijd en deeltijd). 80% vrouwen en 20% mannen. De gemiddelde leeftijd van het personeel was in 2014 48 jaar (leeftijdsopbouw: jonger dan 30 jaar: 10%; tussen de 30 en de 40 jaar: 20%; 19% veertigers; 50 jaar of ouder: 51%). Er zijn 5 betaald medewerkers aangenomen en 4 verlieten in 2014 de instelling. Op 31 december waren er 3 stagiaires. Ook werd er gebruik gemaakt van de diensten van 1 vanuit de gemeente Breda gedetacheerde medewerker en 3 medewerkers via uitzendbureau 65+.
Raad van Toezicht De governance code Welzijn & Maatschappelijke Dienst verlening is voor de Raad van Toezicht de leidraad voor de wijze waarop zij toezicht houdt. Dit jaar heeft de directiebeoordeling volgens de in deze code gemaakte afspraken plaatsgevonden. In de raad, die uit zes leden bestaat, heeft een wisseling plaatsgevonden. Via een open procedure zijn op basis van het vastgestelde profiel twee nieuwe leden benoemd. Zij vervangen de leden die de maximale zittingstermijn hadden bereikt.
Januari 2014 waren er 60 vrijwillig medewerkers actief binnen het IMW, eind 2014 waren dit er 63. 20 nieuwe vrijwillig medewerkers zijn aangenomen en 17 personen zijn vertrokken. Drie van hen zijn uitgestroomd naar een reguliere baan. De vrijwillig medewerkers zijn werkzaam op de volgende terreinen: ondersteuning: als gastvrouw of beheerder, Centraal Onthaal, Voedselbank, Sociaal raadliedenwerk, budgetcoaching. De laatste jaren is het aantal medewerkers door de komst van vrijwillig medewerkers bijna verdubbeld. De vrijwillig medewerkers maken volledig en volwaardig deel uit van de organisatie. Dit betekent dat zij geïnformeerd worden over ontwikkelingen in het werkveld en over de organisatie. Ook kunnen zij deelnemen aan activiteiten die de kwaliteit van hun inzet bevorderen zoals aan intervisie- en verbindingsbijeenkomsten. De vrijwillig medewerkers bij het Sociaal raadsliedenwerk nemen deel aan teamoverleggen. Alle vrijwillig medewerkers worden uitgenodigd voor IMW activiteiten als nieuwjaarsreceptie of personeelsfeest. In een speciaal voor vrijwillig medewerkers georganiseerde avond zijn de vrijwillig medewerkers door het Management team in het zonnetje gezet voor de inzet die zij leveren aan het goed functioneren van de organisatie en de hulp- en dienstverlening aan cliënten.
Deelrapportages en verantwoordingen Naast het jaarverslag levert het IMW over 2014 ook nog de volgende deelrapportages en verantwoordingen: • Toelichting bij de verantwoording ‘Totaal subsidie activiteiten Breda’ in de jaarrekening 2014 • Verslag maatschappelijk werk dorpen (gemeente AlphenChaam en Baarle Nassau) • Verslag Schoolmaatschappelijk werk MBO (ROC colleges) • Verslag VVE (gemeente Breda) • Verslag inzet huiselijk geweld (huisverbod) + Huiselijk geweld Overleggen (HGO) in de Veiligheidshuizen (gemeente Breda) • Verslag preventieve schuldhulpverlening (woningcorporaties) • Verslag Budgetcoaches (gemeente Breda) • Dienstverlening aan Kwetsbare Bredanaars door het IMW • Bemoeizorg (gemeente Breda), vanuit stedelijk team
21
Interview Jolanda Cremers, workshop begeleider IMW congres Low budget, high service
“Je moet durven zeggen dat je het niet meer alleen kan” Wil je iets over jezelf vertellen?
Omdat ik inmiddels zelf contact had gezocht met de hulpverlening is geregeld dat het gas en licht weer werd aangesloten en mochten we in ons huis blijven. Als je in zo’n situatie zit word je wel steeds kleiner omdat je veel niet meer kan doen. Je moet heel vaak nee zeggen als de kinderen iets vragen dat geld kost. Uit eten gaan is er niet meer bij. Het is dan heel fijn als je vrienden hebt die je uitnodigen voor een avond uit en je dan vrij houden. Dan kun je ook eens een avond de boel loslaten. Een sociaal netwerk dat met je meeleeft is heel belangrijk. Maar ik wil geen medelijden want daardoor voel je je nog kleiner en krijg je ook scheve verhoudingen. De kinderen hebben op een erg harde manier moeten leren wat zuinig moeten leven betekent. Het mooie is wel dat ze nu heel bewust omgaan met water, niet uren onder de douche staan. Eerder een trui aantrekken dan de kachel hoger zetten. Ik heb het ook altijd op een positieve manier gebracht, in het kader van het milieu. Ik heb ze in grote lijnen verteld wat er aan de hand was maar heb nooit alle details met ze gedeeld, heb ze wel betrokken. We gingen bijvoorbeeld in het weekend met een stapel folders aan tafel zitten en dan zochten de kinderen naar goedkope aanbiedingen. De oudste twee kookten dan ieder een keer in de week datgene wat ze zelf hadden uitgezocht. Dat moest dan wel gezond, lekker en goedkoop eten zijn. Natuurlijk heb ik ook dagen gehad dat het me zwaar viel maar ik ben naar oplossingen blijven zoeken ook al hadden we maar e 50,- in de week te besteden. Ik ben zelf een vechter, maar ik kan me ook goed voorstellen dat als je de ellende niet meer overziet, het moeilijk is om een eerste stap te zetten. Sommige mensen hebben het dan nodig om eerst aan de hand te worden genomen om daarna zelf weer verder te kunnen.
Ik ben een alleenstaande moeder met een bijstandsuitkering. Ik woon samen met een dochter en kleindochter. Omdat de gemeente een ziekmelding van mij niet had verwerkt heb ik 9 maanden zonder uitkering moeten leven. Uiteindelijk ben ik in het gelijk gesteld en is de uitkering hersteld. Dit is ongeveer vier jaar geleden toen alle drie mijn kinderen nog thuis woonden. In die periode bouwde ik huurschuld op en kon ik de zorgverzekering en energierekening niet betalen, kortom mijn vaste lasten niet. De aanvraag die ik bij de Kredietbank deed werd afgewezen omdat ik mijn schulden nooit in drie jaar zou kunnen aflossen. Ik ben vervolgens gelukkig in de WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen) terechtgekomen. Heb juist gisteren de brief van de rechtbank gekregen dat ik weer een schone lei heb. Ik ben altijd positief gebleven, dat is ook mijn aard. Heb altijd het vertrouwen gehad dat voor alles een oplossing is. Maar je moet niet stil blijven afwachten maar aanpakken. Via woningbouwvereniging Laurentius ben ik bij het Wmo loket terechtgekomen en daar hebben ze me verder op weg geholpen. Ik ben altijd open en eerlijk geweest over wat er aan de hand was, daar kom je het verst mee. Je moet durven zeggen dat je het niet meer alleen kan, daar is niets mis mee. Nog niet zo lang geleden heb ik samen met een vriendin, die nu in de schulden zit, de budgetcursus gevolgd. Ik wilde graag weten of er nog andere manieren zijn om met budgetteren om te gaan. Heb daar tips gekregen en ook gehoord hoe je het beter niet kunt doen. Ik hoop met mijn verhaal te laten zien dat schulden op te lossen zijn en zo anderen te h elpen. Op jullie congres in oktober (Low budget, high service) heb ik om die reden een workshop verzorgd en daar ook mijn verhaal verteld.
Wat is de invloed van geld op je leven?
Wat vind je nog belangrijk om te vertellen?
De periode dat ik nog niet in de WSNP zat was het zwaarst. Deurwaarders aan de deur en brieven in de bus. Op een gegeven moment was de schuld zo hoog dat het gas en licht werd afgesloten. Ik kookte op een campinggasje dat ik van iemand had gekregen, daar warmde ik ook het water mee op waarmee we ons wasten. Dat heeft zo’n twee maanden geduurd, het was in de winter. Ook dreigde ik uit huis te worden gezet.
Aan het woord bezuinigen heb ik een enorme hekel, dat roept een heel negatief gevoel bij me op. In plaats daarvan kun je het veel beter hebben over hoe je het best met geld om kunt gaan. Vergelijken waar en op welke manier je het meest met je geld kunt doen. Mensen leren creatief met hun geld om te gaan.
22
Colofon
Dit is een uitgave van het Instituut voor Maatschappelijk Welzijn Breda Willemstraat 20 I 4811 AL Breda Postbus 1089 I 4801 BB Breda T 076 - 530 58 88 E
[email protected] www.imwbreda.nl @IMWBreda
Tekst: Marijke den Hollander Fotografie: Millie Broers muv pagina 23: Susanne van Loo Cijfers: Jan-Fedde Bakker Ontwerp: Veldontwerp