Aanbod in het kader van “de veilige school”
Dit aanbod is opgesteld door de Werkgroep “de veilige school”
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ………………………………………………………………….
2
Inleiding …………………………………………………………………………
3
Het veiligheidsplan ……………………………………………………………...
4
Incidentregistratie ……………………………………………………………….. 5 Signaleringslijst ………………………………………………………………….
7
Maatregelen alcohol en drugs (Bouman GGZ) ………………………………….
8
Maatregelen overgewicht (GGD) ……………………………………………….. 9 Het Multidisciplinair Team (MDT) ……………………………………………..
10
Airmiles systeem ………………………………………………………………… 11 Samenhang in overleggen ……………………………………………………….. 12 Bestaand en nieuw beleid ….......………………………………………………… 13 Actielijst ………………………………………………………………………….
2
14
Inleiding. Door een werkgroep die bestaat uit een afvaardiging van de diverse scholen voor basisonderwijs, voortgezet onderwijs alsmede de praktijkschool is medio 2004 een nota geschreven over de wijze waarop in scholen met het dragen van hoofddoekjes kan worden omgegaan. Deze nota is behandeld in het directeuren/BOS overleg waarbij dit punt snel uitmondde in achtereenvolgens een discussie over waarden en normen en een discussie over het begrip “de veilige school“. Veiligheid wordt gezien als een onderwerp waaraan (zéér) hoge prioriteit is toegekend. Omdat de noodzaak voor meer veiligheid op en rond scholen ook bij andere partijen wordt gevoeld is een werkgroep ingesteld bestaande uit een afvaardiging van de scholen, de gemeente, politie en zorginstellingen. De werkgroep de veilige school heeft als functie gekregen om diverse zaken op het gebied van de veilige school voor te bereiden. Pas gedurende de vergaderingen van de werkgroep heeft het begrip “de veilige school” verder inhoud gekregen. Al snel moest de werkgroep concluderen dat veiligheid op scholen een zeer breed onderwerp is en dat de mogelijkheden voor de veilige school legio zijn, hetgeen niet alleen als kans maar ook als valkuil werd onderkend. Vanwege redenen van uitvoerbaarheid is het begrip “de veilige school” afgekaderd en is er tevens een werkbare prioriteitstelling aangebracht. Daarbij worden eerst de zaken opgepakt die door de diverse partijen als meest dringende problematieken worden ervaren. Na een uitvoerige voorbereiding door de werkgroep is het nu tijd om het pakket van maatregelen kenbaar te maken en daarna tot daadwerkelijke uitvoering over te gaan. Vanwege de breedte van het begrip de veilige school is ook bij de uitvoering een goede en structurele samenwerking met de relevante partijen van zeer groot belang. Door samen te werken kunnen partijen elkaar aanvullen èn elkaar versterken. De belangrijkste aanbeveling over de veilige school is dan ook om samen te werken. Op de volgende pagina’s van dit boekwerkje vindt u het aanbod dat door de werkgroep is uitgewerkt kort weergegeven. Het boekwerkje heeft als doel de directeuren in staat te stellen de uitvoering binnen hun school op te pakken en zal aan het gemeentebestuur ter besluitvorming worden voorgelegd. Binnen de scholen wordt voorgesteld draagvlak te creëren voor de voorstellen onder andere via de interne begeleiders (i.b.er) en de zorgcoördinator.
3
1. Het veiligheidsplan. Uit de zorgsystematiek van de wet op de Arbeidsomstandigheden (kortgezegd Arbowet) vloeit een verplichting voort voor scholen om een zogenaamd veiligheidsplan op te stellen. Het gaat in een veiligheidsplan niet zozeer om technische veiligheid, zoals eisen aan de lokalen, verlichting, de stoelen, en dergelijke. Het gaat ook om een veilige school op onder andere het gebied van pesten, agressie/geweld, discriminatie, vandalisme en bedreiging. Een veiligheidsplan biedt kaders voor het verhogen van de veiligheid op school op onder andere deze genoemde punten. Voor scholen die nog geen veiligheidsplan hebben betekent dit dat men hiermee aan de slag moet. Om een schoolveiligheidsplan vorm te kunnen geven is contact gezocht met bureau Halt Haaglanden omdat in die regio met alle samenwerkende partijen een methode is ontwikkeld om te komen tot een schoolveiligheidsplan onder de naam “focus op veiligheid”. Hoewel deze methode primair is ontwikkeld voor het voortgezet onderwijs kan deze methode ook als basis dienen voor het basisonderwijs. Bij de totstandkoming van focus op veiligheid is gebleken dat er op iedere school een aantal thema’s zijn die veiligheidsverhogend werken. Deze thema’s zijn onder andere vandalisme, pesten, geweld en diefstal. In focus op veiligheid wordt uitgegaan van een map met daarin een aantal kleine boekjes en een CD-rom aan de hand waarvan een school een op maat gesneden veiligheidsplan kan vaststellen. Voor elke school is een dergelijke map aangeschaft. De school kan aan de hand van deze stukken op eenvoudige wijze komen tot een “basis” schoolveiligheidsplan. Op korte termijn wordt een werkgroep “veiligheidsplan” ingesteld waarbinnen de verdere totstandkoming van een schoolveiligheidsplan voor alle scholen aan de orde zal komen zodat de vaststelling van een schoolveiligheidsplan voor iedere school mogelijk is. Er zijn tevens contacten gelegd met Halt Dordrecht waarbij afspraken zijn gemaakt over de ondersteuning van de methode focus op veiligheid. De ondersteuning van Halt Dordrecht bestaat uit twee onderdelen: 1. Het aanbod om ondersteuning te bieden op de methode “focus op veiligheid” door middel van een bijeenkomst waarin de methodiek centraal zal staan en zal worden toegelicht. Op dit punt wordt voorgesteld dat iedere school minstens één persoon afvaardigt die de genoemde bijeenkomst bijwoont. 2. Het aanbod om ondersteuning te bieden voor schoolspecifieke onderwerpen die het “basis” schoolveiligheidsplan zullen aanvullen. Acties: Iedere school zal in 2006 een schoolveiligheidsplan vaststellen met behulp van hetgeen hierboven is beschreven. Terugkoppeling/evaluatie: In het eerste kwartaal van 2007 wordt teruggekoppeld hoe de totstandkoming van het schoolveiligheidsplan op de diverse scholen is verlopen.
4
2. Incidentregistratie. Onder incidentregistratie wordt verstaan het administreren van afwijkend gedrag dat een individuele jongere toont in zijn/haar ontwikkeling. Er kan in dat kader onder andere worden gedacht aan de volgende soorten van gedrag: pesten, agressie/geweld, discriminatie, vandalisme, bedreiging, etc. Alle scholen werken op dit moment met incidentregistratie. Incidentregistratie heeft een signalerende functie. Op leerlingniveau wordt informatie over incidenten vastgelegd in het dossier van de leerling en op schoolniveau worden het aantal incidenten op deze school bijgehouden. Voor de registratie van een incident kan gebruik worden gemaakt van twee modellen die in de bijlagen van dit stuk zijn opgenomen. Het belang bij het administreren is niet alleen voor de school van belang maar is mede gerelateerd aan de instelling van het Multi Disciplinair Team (MDT) zoals dit onder punt 6 zal worden besproken. De uitwisseling van (relevante) informatie met de samenwerkende partijen over afwijkend gedrag van jongeren vindt plaats in het eerdergenoemde MDT. Kortheidshalve wordt verwezen naar het gestelde op pagina 4. Naast administreren is het van belang dat de diverse scholen eenzelfde interpretatie aanhouden van de diverse incidenten die zich kunnen voordoen. Dit om te voorkomen dat de ene school een gebeurtenis wel als een incident ziet en de andere school niet. In dit stuk geven wij daarom een handvat dat kan worden aangehouden om te bepalen of iets wel of niet als een incident moet worden opgevat. Pesten. Pesten is antisociaal gedrag waarbij het slachtoffer herhaaldelijk en langdurig negatieve handelingen van materiële, fysieke of psychische aard moet ondergaan door één of meerdere pestkoppen. Anders dan bij plagen is er bij pesten sprake van constant negatief gedrag binnen een verstoord machtsevenwicht. Agressie en geweld. Onder agressie wordt verstaan iedere vorm van gedrag dat er op gericht is iemand lichamelijk of geestelijk te schaden. Neemt de agressie een extreme vorm aan, namelijk van een opzettelijke poging om ernstig lichamelijk letsel toe te brengen, dan spreken we van geweld. Discriminatie. Discriminatie houdt in het onterecht onderscheid maken tussen mensen. Er zijn nogal wat gronden waarop gediscrimineerd kan worden. Een individu of een groep wordt ongelijk behandeld als gevolg van sekse, handicap, leeftijd, afkomst, seksuele voorkeur of geaardheid, etc. Bij discriminatie gaat het vooral om wat er gedaan en gezegd wordt. Discriminatie heeft alles te maken met het bedrag en de uitlatingen in de omgang met anderen. Vandalisme. Vandalisme is het opzettelijk vernielen of beschadigen van particuliere of publieke eigendommen zonder dat dit materieel voordeel oplevert. Vandalisme heeft een verpauperend effect op de omgeving en een negatief effect op de verbondenheid van leerlingen met hun school. Bedreiging. Er is sprake van bedreiging wanneer iemand of een groep zich op een dusdanige manier tegenover je opstelt, dat je je bedreigd voelt. Dit gevoel moet wel een logisch gevolg zijn van de gedragingen van de ander(en).
5
Acties: De scholen blijven werken met incidentregistratie en hanteren daarbij de modellen die aan dit stuk zijn gekoppeld inclusief de interpretaties van de diverse incidenten. Terugkoppeling/evaluatie: In het eerste kwartaal van 2007 zal worden geëvalueerd hoe de incidentregistratie op de scholen is verlopen alsmede de werking van incidentregistratie in relatie tot het Multi Disciplinair Team (MDT).
6
3. Signaleringslijst. Met een signaleringslijst kan op een zeer uitvoerige wijze alle vormen van gedrag en afwijkend gedrag van de jongere in beeld worden gebracht. Op die wijze kan door de school worden beoordeeld of het hier mogelijk om een zorgleerling gaat. De relatie met de eerdergenoemde incidentregistratie is evident. Voorgesteld wordt dat alle scholen een actief beleid voeren voor het hanteren van een signaleringslijst. Een richtlijn bij het al dan niet hanteren van een signaleringslijst is: - wanneer de school of één of meerdere leerkrachten dit noodzakelijk acht; - wanneer de school of één of meerdere leerkrachten voor het krijgen van overzicht duidelijk willen hebben of het in het onderhavige geval een zorgleerling betreft; - wanneer van een jongere reeds enige malen een incidentformulier is ingevuld of op andere wijze kenbaar is geworden dat een jongere afwijkend gedrag vertoont; Er zijn hiervoor twee modellen van een signaleringslijst beschikbaar die in de bijlagen bij dit aanbod zijn opgenomen. Het toepassen van een signaleringslijst heeft een preventieve werking. Het streven is er daarbij op gericht om afwijkend gedrag te voorkomen. De lijst kan worden toegepast bij de leerling waarvan wordt ingeschat dat deze op latere leeftijd probleemgedrag zou kunnen gaan veroorzaken. Het belang bij het toepassen van de signaleringslijst is ook gerelateerd aan de inspanningen die in het kader van het Multi Disciplinair Overleg (MDT) zullen worden gedaan. De uitwisseling van (relevante) informatie met de samenwerkende partijen over afwijkend gedrag van jongeren vindt plaats in het eerdergenoemde MDT. Kortheidshalve wordt verwezen naar het gestelde op pagina 4. Acties: De scholen gaan vanaf het schooljaar 2005/2006 een actief om met de signaleringslijst en hanteren daarbij de modellen die aan dit stuk zijn gekoppeld inclusief de toepassing zoals hierboven is aangegeven. Terugkoppeling/evaluatie: In het eerste kwartaal van 2007 zal de werking van de signaleringslijst op de scholen worden geëvalueerd, daarbij wordt tevens de werking ervan in relatie tot het Multi Disciplinair Team (MDT) aan de orde gesteld.
7
4. Maatregelen alcohol en drugs (Bouman GGZ). De scholen zijn een belangrijke plaats om jongeren preventief voor te lichten over uiteenlopende kwesties. In het schooljaar 2004/2005 is een aanvang gemaakt met preventieve voorlichting op het gebied van alcohol en drugs. Binnen de werkgroep is gesproken over een structurele continuering van deze voorlichting. Omwille van diverse problematieken in Sliedrecht wordt aan deze voorlichting grote waarde gehecht. We kunnen in dat kader bijvoorbeeld denken aan het zorgwekkend hoge gebruik van alcohol onder jongeren in Sliedrecht. Voorlichting over onder andere het gebruik van alcohol en de risico’s die aan het gebruik kleven alsmede voorlichting aan de ouders is in dit kader zeer belangrijk. Voor de structurele continuering van de voorlichting is gekozen voor een methodiek waarbij wordt uitgegaan van het opleiden van de leerkrachten door een deskundige. Op die wijze worden de leerkrachten in staat gesteld kennis over te dragen aan hun leerlingen door middel van een les die zij in de klas verzorgen. Leerkrachten worden ook getraind om signalen op te vangen over het gebruik van alcohol en drugs onder hun leerlingen en dat zij daar iets mee te kunnen doen. De hier genoemde methodiek heeft op termijn een duurzamer effect dan de methodiek van het éénmalig verzorgen van een les in een groep leerlingen door een externe. Ook de inzet van financiële middelen zijn op termijn beperkter van omvang dan jaar in jaar uit lessen door externen te laten verzorgen. Er wordt gebruik gemaakt van de inzet van uren die in de regio op basis van afspraken met Dordrecht en de GGD Zuid-Holland Zuid beschikbaar zijn. Bouman GGZ hanteert hiervoor onderzoek en resultaattevreden methoden (evidence based) die internationale erkenning hebben. Tijdens de vergadering van de directeuren/BOS overleg d.d. 30 november 2005 is de mogelijkheid tot het opleiden van de leerkrachten aan de orde gesteld en is groenlicht gegeven voor de methodiek. De gemeente heeft inmiddels Bouman GGZ benaderd over de uitvoering van het bovenstaande opleidingstraject binnen de scholen. Door middel van een zogenaamde inhaalslag kunnen alle scholen in Sliedrecht in het jaar 2006 door Bouman GGZ worden bezocht. Door de gemeente is inmiddels voorzien in de kosten van die inhaalslag. Het opleiden van de leerkrachten kan binnen groep 1 van het voortgezet onderwijs en de groepen 7 en/of 8 van het basisonderwijs plaatsvinden. Acties: De scholen verlenen in 2006 medewerking aan het opleiden van leerkrachten door een deskundige, de gemeente zal de bekostiging hiervan voor haar rekening nemen. Terugkoppeling/evaluatie: In het eerste kwartaal van 2007 zal de werking van de maatregelen in verband met alcohol en drugs worden geëvalueerd alsmede mogelijke aandachtspunten voor verbetering.
8
5. Maatregelen overgewicht en obesitas(GGD). Overgewicht en obesitas (vetzucht) komt steeds vaker voor, ongeveer 20% van de jongeren in de regio heeft overgewicht. Overgewicht kan leiden tot allerlei gezondheidsproblemen en is speerpunt in landelijk gezondheidsbeleid. Ook in het lokaal gezondheidsbeleid 2007-2011 zal het voorkomen en bestrijden van overgewicht en obesitas een prominente plaats krijgen. Uit de recent uitgevoerde gezondheidsenquête blijkt dat Sliedrecht de trend volgt van het aantal kinderen met overgewicht en obesitas in vergelijking met de regio. Uit gedateerder onderzoek blijkt dat de regio hoger scoort dan het landelijk gemiddelde. Hoewel de werkgroep unaniem van oordeel is dat overgewicht binnen Sliedrecht speelt wordt in verband met de prioriteitstelling voorgesteld om hierop op dit moment geen bijzondere maatregelen in te zetten. Wel zal in het volgende schooljaar (2006/2007) worden bezien of er maatregelen in de vorm van preventieve voorlichting kunnen worden getroffen. Acties: In het schooljaar 2005/2006 vinden er geen acties plaats op dit gebied. Terugkoppeling/evaluatie: In het eerste kwartaal van 2007 zal worden geëvalueerd of in het schooljaar (2006/2007) kan worden gekomen tot maatregelen in de vorm van preventieve voorlichting op het gebied van overgewicht en obesitas.
9
6. Het Multi Disciplinair Team (MDT). Voor wat betreft de jeugd is het streven erop gericht om in een zo vroeg mogelijk stadium problemen met betrekking tot individuele jongeren te signaleren en uit te wisselen door middel van overleg. Op dit moment vindt deze activiteit voor jongeren ouder dan 12 jaar plaats binnen het structurele SJS overleg waar het bureau leerplicht, jeugdzorg reclassering, RIVAS, schoolmaatschappelijk werk, de Grienden, de beleidsmedewerker Jeugd, de taakaccenthouder Jeugd van de politie en de jongerenwerker zitting hebben. Met name in de grote steden is al een ontwikkeling zichtbaar geworden dat de inzet ten behoeve van jongeren boven de 12 jaar niet langer afdoende is. Steeds meer jongeren vertonen afwijkend gedrag beneden deze leeftijd. Een dergelijke ontwikkeling wordt ook in Sliedrecht door de samenwerkende partijen onderkend. Met name de basisscholen in Sliedrecht hebben aangegeven een bijdrage te willen leveren op dit specifieke gebied van veiligheid. In de literatuur wordt in het algemeen aangenomen dat het plegen van overtredingen en misdrijven door jongeren beneden de 12 jaar van invloed is op hun persoonlijke ontwikkeling. De wetgever heeft ten aanzien van jongeren onder de twaalf jaar bewust gekozen voor andere dan strafrechtelijke maatregelen, bijvoorbeeld in de sfeer van preventie en hulpverlening. Om niet gewenste ontwikkeling onder jongeren tegen te gaan is er alles aan gelegen om tijdig afwijkend gedrag te signaleren en bij te sturen. Daarvoor is het van groot belang om op dit punt afspraken te maken met (met name) de basisscholen in Sliedrecht. Kinderen brengen veel tijd op school door. Scholen kunnen daarom over informatie beschikken van afwijkend gedrag van leerlingen dat ontstaat of al bestaat. Maar ook andere instanties kunnen over informatie beschikken zoals de politie of de zorginstellingen. Uitwisseling van de informatie tussen de samenwerkende partijen is van groot belang. Voorgesteld wordt om de uitwisseling van deze informatie binnen een Multi Disciplinair Team (MDT) te laten plaatsvinden. Dit team richt zich dan zowel op kinderen van 0 tot 12 jaar alsmede op kinderen ouder dan 12 jaar. Het MDT komt naast het bestaande SJS overleg dat de doelgroep boven de leeftijd voor zijn rekening neemt. Acties: De gemeente stelt in het schooljaar 2005/2006 een Multi Disciplinair Team in ter bevordering van de uitwisseling van informatie tussen diverse partijen over individuele jongeren. Terugkoppeling/evaluatie: Eind 2007 zal de werking van het Multi Disciplinair Team worden geëvalueerd alsmede zullen mogelijke aandachtspunten voor verbetering worden geformuleerd.
10
7. Airmiles systeem. In Rotterdam Zuid wordt gewerkt met een zogenaamd airmiles systeem waarmee leerlingen gestimuleerd worden om maatschappelijk actief te worden. Jongeren tussen de 10 en 20 jaar worden uitgedaagd om kleinere of grotere klusjes te doen. Deze klusjes kunnen door zowel door de jongeren zelf als door de omgeving worden aangedragen. Door het uitvoeren van de klusjes kunnen de jongeren punten verdienen. Nadat een vastgesteld aantal punten is verzameld, ontvangen de jongeren een gouden munt. Na ontvangst van één/twee gouden munten mogen ze iets uitzoeken, bijvoorbeeld een kaartje voor een voetbalwedstrijd, een concert, etc. Op deze wijze wordt het gedrag van de jongeren op een positieve manier gestimuleerd. Hoewel de werkgroep de veilige school unaniem positief is over het airmiles systeem wordt in verband met de prioriteitstelling voorgesteld om op dit moment kennis te nemen van deze systematiek. Voorgesteld wordt om in de toekomst te bezien of en zo ja op welke wijze een dergelijke systeem in Sliedrecht kan worden opgezet. Acties: In het schooljaar 2005/2006 vinden er geen acties plaats op dit gebied. Terugkoppeling/evaluatie: In de toekomst zal worden bezien of en zo ja op welke wijze een airmiles systeem in Sliedrecht zou kunnen worden opgezet.
11
8. Samenhang in overleggen. Er zijn diverse overlegorganen en overlegvormen die zich met zorgleerlingen bezig houden. De gemeente zal bevorderen dat er meer samenhang komt tussen de diverse overlegvormen. Er zijn op dit moment de volgende overleggroepen: Vanuit WSNS (Weer Samen Naar School) : samenwerking basisonderwijs- speciaal onderwijs: * werkgroep intern begeleiders * MDT (Multi Disciplinair Team) * PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg= regionaal) Vanuit GOA (Gemeentelijk Onderwijsachterstanden beleid) * netwerkgroep voorschoolse vorming * beleidsgroep VVE (voor- en vroegschoolse educatie) * werkgroepen VVE (oostwijk en westwijk) * taalcoördinatoren * taalondersteuning * buurtmoederproject (o.b.s. De Wilgen) Vanuit directeurenoverleg * werkgroep veilige school * werkgroep veiligheidsplan Overig * SJS overleg (Samenwerkingsverband Jeugdwelzijn Sliedrecht) * COOS-overleg (Coördinatie Overleg Overlast jeugd Sliedrecht) * Zorgnetwerk onder leiding van “De Grote Rivieren” In 2006 moeten de verbanden tussen deze diverse overlegvormen in beeld worden gebracht en moet duidelijk worden of bepaalde overlegvormen geïntegreerd kunnen worden. Acties: In 2006 zullen de verbanden tussen de bovenstaande overlegvormen in beeld worden gebracht en moet duidelijk worden of bepaalde overlegvormen geïntegreerd kunnen worden. Terugkoppeling/evaluatie: Eind 2007 zal er een evaluatie plaatsvinden van de integratie die heeft plaatsgevonden en mogelijke verbeterpunten ten aanzien van de doorgevoerde wijzigingen.
12
9. Bestaand en nieuw beleid. Met de initiatieven zoals genoemd onder punt 1 tot en met 8 wordt uitvoering gegeven aan de ontwikkeling van de veilige school. Bij deze ontwikkeling zijn ook financiële middelen van groot belang, dat wil zeggen het handhaven van bestaande financiële middelen en zo nodig het beschikbaar stellen van nieuwe financiële middelen voor specifieke onderwerpen die worden opgepakt. Binnen de nota jeugdbeleid genaamd “jeugd (in)begrepen” die in maart 2006 door de gemeenteraad is vastgesteld, zijn de volgende specifieke onderwerpen aan de orde gesteld: de vorming van een Multi Disciplinair Team (MDT), ondersteunende maatregelen zoals het schoolmaatschappelijk werk, de diverse vormen van gezinshulpverlening, etc. Ook voor de nodige bestaande en nieuwe financiële middelen is daarbij zorg gedragen. De politie Zuid-Holland Zuid heeft besloten het “Doe effe normaal project” te stoppen omdat zij dit niet tot de kerntaken rekent. De nadruk zal vanaf heden worden gelegd op het onderhouden van contacten met de scholen en inzet op het vergroten van veiligheid op scholen, hetgeen wel als een kerntaak wordt gezien. Desalniettemin is lokaal afgesproken dat de politie wel de politieles zal blijven verzorgen op de scholen. Ook legt de politie contacten met bureau Halt voor het verzorgen van de jaarlijkse vuurwerkles op de scholen. Acties: Binnen de uitwerking van het jeugdbeleid is uitvoering gegeven aan het handhaven van bestaande financiële middelen en waar nodig nieuwe financiële middelen op specifieke onderwerpen. Het “doe effe normaal” project is in de regio Zuid-Holland Zuid gestopt. Zoals hierboven is aangegeven is lokaal afgesproken dat de politieles zal blijven worden verzorgd op de scholen en tevens legt de politie contacten met bureau Halt voor het verzorgen van de jaarlijkse vuurwerkles die op de scholen wordt gegeven. Terugkoppeling/evaluatie: Eind 2007 zullen bestaande maatregelen en financiële middelen worden geëvalueerd worden alsmede of er mogelijk nieuwe maatregelen en middelen gewenst zijn om tot een verdere verbetering van de veilige school te komen.
13
Actielijst Onderwerp
Actie
Aandachtspunten Wie
n.v.t. Iedere school stelt een veiligheidsplan op Incidentregistratie Iedere school n.v.t. werkt met incidentregistratie Veiligheidsplan
Signaleringslijst
Scholen gaan n.v.t. incidentregistratie ter hand nemen
Maatregelen alcohol en drugs
Scholen verlenen medewerking aan opleiden leerkrachten In het schooljaar 2005/2006 geen actie
Maatregelen overgewicht en obesitas
Het MDT
Instellen van een MDT
Airmiles systeem
In het schooljaar 2005/2006 geen actie
Samenhang in overleggen
In 2006 verbanden tussen overleggen in beeld brengen Continueren, evalueren en indien van toepassing bijsturen
Bestaand en nieuw beleid
n.v.t.
Kijken of in het schooljaar 2006/2007 tot actiepunten kan worden gekomen n.v.t.
In toekomst bezien of en zo ja op welke wijze airmiles systeem kan worden ingezet n.v.t.
n.v.t.
14
Evaluatie
Tom maakt afspraak voor eerste bijeenkomst. Scholen passen toe. Breed verspreiden van aanbod binnen scholen. Scholen passen toe. Breed verspreiden van aanbod binnen scholen. Ed Kanters / Bouman GGZ.
Evaluatie 1e kwartaal 2007
Ed Kanters / GGD.
Evaluatie 1e kwartaal 2007
Tom maakt afspraak voor eerste bijeenkomst. n.v.t.
Evaluatie eind 2007
Werkgroep de veilige school.
Eind 2007 evalueren
Allen.
Eind 2007
Evaluatie 1e kwartaal 2007
Evaluatie 1e kwartaal 2007
Evaluatie 1e kwartaal 2007
n.v.t.