Ik eet het beter Werkblad beschrijving interventie Gebruik de handleiding bij dit werkblad
Voor meer informatie www.nji.nl/jeugdinterventies
[email protected] www.ncj.nl/onderwerpen/233/erkenningscommissie-interventies www.movisie.nl/effectievesocialeinterventies www.effectiefactief.nl
[email protected]
Colofon Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam Adres Postcode Plaats Email Telefoon Website van interventie
Albert Heijn Provinciale weg 11 1506 MA Zaandam
www.ikeethetbeter.nl
Contactpersoon Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder. Naam Adres Postcode Plaats Email Telefoon Website van interventie
Marjolein Nefkens? Provinciale weg 11 1506 MA Zaandam
[email protected]
06 13981802
www.ikeethetbeter.nl
Referentie Naam auteur Titel interventie Databank Plaats, instituut Datum
Simone van Dorresteijn
Ik eet het beter Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren.
Het Werkblad moet een samenvatting van de beschikbare schriftelijke informatie zijn en geeft informatie over de interventie die van belang is voor de beoordeling van de kwaliteit, effectiviteit en randvoorwaarden van de interventie. Daarnaast is de informatie bedoeld voor bezoekers van de databank(en) van de samenwerkende organisaties. Het Werkblad is een invulformulier, geordend naar onderwerp (doelgroep, doel enzovoort). De onderwerpen volgen de criteria voor beoordeling. Kijk in de handleiding die bij dit werkblad hoort ter ondersteuning bij het invullen van dit werkblad. Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende organisaties:
Inhoud Samenvatting............................................................................................................... 4 Uitgebreide beschrijving ............................................................................................ 5 1. Probleemomschrijving.................................................................................................. 5 2. Beschrijving interventie ................................................................................................ 7 3. Onderbouwing ............................................................................................................ 13 4. Uitvoering ................................................................................................................... 14 5. Onderzoek naar praktijkervaringen ............................................................................17 6. Onderzoek naar de effectiviteit .................................................................................. 20 7. Aangehaalde literatuur ............................................................................................... 21
Samenvatting Eén A-4tje, maximaal 400 – 600 woorden De interventie Leerlingen van groep 5-8 van de basisschool worden op een leuke manier actief aangezet tot een gezonder voedingspatroon door middel van Ik eet het beter programma’s.
Doelgroep De doelgroep van de interventie zijn kinderen in de groepen 5, 6, 7 en 8 van de basisschool (leeftijd 8 – 12 jaar). Doel Kennisoverdracht en een lange termijn eetgedragsverandering bij schoolgaande kinderen (groep 5-8) verwezenlijken om zo de kans op overgewicht bij kinderen te verminderen. Aanpak In het najaar leren leerlingen van groep 5-8 hoe leuk en lekker een gezonde pauzehap is, daarnaast leren ze wat gezonde pauzehappen zijn en wat het belang is van een gezonde pauzehap. In het voorjaar leren leerlingen van groep 6 met Over de Tong! alles over smaak, leerlingen van groep 7 met Testlab alles over voedingsstoffen en leerlingen van groep 8 met KlasseLunch hoe leuk en lekker een gezonde lunch is en waaruit deze hoort te bestaan. Daarnaast is er gedurende het hele schooljaar wekelijks de Vraag van de Week te spelen, bestaande uit een (doe) opdracht over gezond eten of bewegen. Materiaal Werving vindt plaats door middel van verschillende mailings naar basisscholen. Voor de uitvoering van de interventie zijn er per programma een docentenhandleiding, een leerlingenboekje, een klassenposter, extra online lesmateriaal en een gratis boodschappenpakket beschikbaar. Een evaluatie vindt plaats na elk programma en bestaat uit het interviewen- en invullen van online door leerlingen, ouders van leerlingen en leerkrachten. Kosten Scholen betalen de verzendkosten van de materialen. Daarnaast nemen de programma’s een schoolweek lang ongeveer 10 minuten in beslag. Uitkomsten praktijkonderzoek De lesprogramma’s worden door leerlingen, ouders en leerkrachten over het algemeen positief beoordeeld.
Uitgebreide beschrijving 1. Probleemomschrijving Probleem – max 300 woorden (2/3 A4) * Voor welk probleem, thema of risico is de interventie ontwikkeld? Omschrijf aard, ernst en spreiding van het probleem.
Overgewicht onder kinderen is een probleem in Nederland. In 2010 had 13,3%- en in 2013 12,2% van de kinderen tussen 4 en 12 jaar overgewicht (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2014). Het stimuleren van dagelijkse fruit- en groenteconsumptie bij basisschoolleerlingen is belangrijk, omdat voedingsgewoonten die tijdens de jeugd worden ontwikkeld in een zekere mate behouden blijven als leerlingen adolescent en later volwassene worden (Birch,1990; Lien, Lytle en Klepp, 2001; Mikkilä et al., 2004), daarnaast zijn voedingsgewoonten gedurende de jeugd mogelijk makkelijker te veranderen (Birch, 1990; Bourdeaudhuij et al., 2008). Een gezond voedingspatroon bestaat uit genoeg variatie, niet té veel eten, minder verzadigde vetten en voldoende groente en fruit. In Nederland voldoet 1.8% van de bevolking aan de richtlijnen van gevarieerd en gezond eten (Gezondheidsraad). Kinderen zijn hierop geen uitzondering. 1% van de kinderen tussen 7 en 18 jaar eet de dagelijks aanbevolen hoeveelheid groente en 5% eet de dagelijks aanbevolen hoeveelheid fruit (Van Rossum et al., 2011).
Spreiding Hoe vaak komt het probleem voor en bij wie?
In 2010 had 13,3%- en in 2013 12,2% van de kinderen tussen 4 en 12 jaar overgewicht (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2014). 1% van de kinderen tussen 7 en 18 jaar eet de dagelijks aanbevolen hoeveelheid groente en 5% eet de dagelijks aanbevolen hoeveelheid fruit (Van Rossum et al., 2011).
Gevolgen – max 150 woorden (1/3 A4) *
Wat zijn de mogelijke gevolgen (immaterieel en materieel) als er nu niet wordt ingegrepen (zowel voor de doelgroep als in maatschappelijke zin)?
De gevolgen van overgewicht voor de volksgezondheid zijn groot1:
1
Mensen met overgewicht en obesitas leven minder lang in goede gezondheid.
Overgewicht verhoogt de kans op diabetes, hart- en vaatziekten, sommige vormen van kanker en aandoeningen aan het bewegingsapparaat.
Kinderen en jongeren met overgewicht vertonen een toename van de glucoseintolerantie en ontwikkelen in toenemende diabetes. Diabetes is op jonge leeftijd een ernstige ziekte. Er kunnen op relatief jonge leeftijd complicaties voorkomen. Bijvoorbeeld hart- en vaatziekten en oog-, nier- en zenuwaandoeningen.
Dik zijn kan leiden tot stigmatisering. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat werknemers met overgewicht minder kansen hebben op de arbeidsmarkt. Kinderen met overgewicht worden gemakkelijker gepest en hebben minder vriendjes dan kinderen zonder overgewicht. Ze kampen ook vaker met depressieve gevoelens.
Jonge kinderen wennen snel aan een ongezonde leefstijl. Ze zullen later niet makkelijk overstappen naar een gezondere manier van leven
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/overgewicht/gevolgen-overgewicht-voor-de-gezondheid
2. Beschrijving interventie 2.1
Doelgroep
Uiteindelijke doelgroep – max 100 woorden (1/4 A4) * Wat is de uiteindelijke doelgroep van de interventie?
De doelgroep van de interventie zijn kinderen in de groepen 5, 6, 7 en 8 van de basisschool (leeftijd 8 – 12 jaar). Er wordt hierbij geen onderscheidt gemaakt tussen kinderen met of zonder overgewicht.
Intermediaire doelgroep – max 100 woorden (1/4 A4) Zijn er intermediaire doelgroepen? Zo ja, welke?
De intermediaire doelgroep van de interventie zijn leerkrachten van groep 5-8. Zij moeten enthousiast over de interventie zijn, omdat zij uiteindelijk bepalen of de interventie in de klas uitgevoerd zal worden. _________________________________________________________ Selectie van doelgroepen – max 50 woorden Hoe wordt de doelgroep en - indien van toepassing - de (intermediaire) doelgroep(en) geselecteerd? Zijn er in- en exclusiecriteria? Zo ja, welke?
De selectie van de doelgroep vindt plaats door gebruik te maken van basisscholen. Kinderen in de groepen 5, 6, 7 en 8 van de basisschool hebben een leeftijd van 8 -12 jaar. De basisscholen worden benaderd door een derde partij: Zorn Uitgeverij door middel van papieren en digitale mailings en door telemarketing. De scholen kunnen hierop zelf besluiten om wel of niet deel te nemen aan het programma en met welke groepen zij dit doen.
2.2
Doel
Hoofddoel – max 100 woorden (1/4 A4) * Wat is het hoofddoel van de interventie
Een lange termijn eetgedragsverandering bij schoolgaande kinderen (groep 5-8) verwezenlijken om zo de kans op overgewicht bij kinderen te verminderen.
Ik eet het beter is een educatief platform van Albert Heijn. Binnen dit platform ontwikkelt Albert Heijn verschillende initiatieven die kinderen van groep 5-8 op een leuke, actieve manier aanzetten tot een gezonder voedingspatroon en een gezonde leefstijl. Het programma sluit aan bij drie lesdoelen van het SLO: -De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. -De leerlingen leren zichzelf redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. -De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen.
Subdoelen – max 200 woorden (1/2 A4) * Wat zijn de subdoelen van de interventie? Indien van toepassing: koppel de subdoelen aan de betreffende (intermediaire) doelgroepen.
Het ik eet het beter programma heeft om het doel te kunnen bereiken het volgende subdoel: Ik eet het beter wil de kennis, de houding en het gedrag van kinderen met betrekking tot gezonde voeding verbeteren. Om de bovenstaande subdoelen te bereiken bieden we het Ik eet het beter programma meerdere achtereenvolgende schooljaren aan met twee momenten in het schooljaar en een doorlopend onderdeel: de Vraag van de Week. Per (school)jaar bieden we verschillende programma’s aan om het doel te bereiken. LEERDOELEN PER PROGRAMMA Najaarsprogramma (NJP) Groep 5, 6, 7 en 8: Week van de Pauzehap (WvdP) Kinderen leren hoe leuk en lekker een gezonde pauzehap is Kinderen leren wat gezonde pauzehappen zijn Kinderen leren
Voorjaarsprogramma (VJP) Groep 6: Over de Tong (OdT) Kinderen leren verschillende smaken onderscheiden Kinderen ervaren voedingsmiddelen door te ruiken, te voelen en te proeven Kinderen weten meer over hun smaak, reuk en
Voorjaarsprogramma (VJP) Groep 7: Testlab (TL)
Kinderen kunnen aangeven welke functies de (belangrijkste) afzonderlijke voedingsstoffen hebben voor het lichaam Kinderen kunnen uitzoeken hoeveel calorieën en
Voorjaarsprogramma (VJP) Groep 8: KlasseLunch (KL) Kinderen kunnen vaststellen of zij er een goed eetpatroon op na houden Kinderen kunnen aangeven welke valkuilen ze tegen kunnen komen die van invloed zijn op een gezond
wat het belang is van een gezonde pauzehap
gevoelszintuigen en hoe dit samenhangt met het ervaren van eten
Kinderen leren dat gezond eten en drinken belangrijk is voor hun eigen lichaam om te groeien en voor hun concentratie Kinderen leren waarom de verschillende voedingsstoffen belangrijk zijn Kinderen krijgen meer inzicht in welke voedingsstoffen er in welke voedingsmiddelen zitten Kinderen kunnen vertellen welke soorten voeding tot de Schijf van Vijf behoren Kinderen leren van het bestaan van voedselproductieke tens Kinderen leren dat lekker eten ook gezond kan zijn
voedingsstoffen er in voedingsmiddelen zitten Kinderen weten welke soorten voeding tot de Schijf van Vijf behoren Kinderen zijn zich bewust van het belang van gevarieerd eten Kinderen kunnen uitleggen wat energiebalans is en nagaan of zij zelf in energiebalans zijn Kinderen weten dat eten gezond en tegelijk lekker kan zijn.
eetpatroon Kinderen zijn zich bewust van hun eigen verantwoordelijkhei d voor keuzes met betrekking tot een gezonde leefstijl Kinderen weten hoe zij in hun eigen consumptiepatroon rekening kunnen houden met dierenwelzijn en het milieu Kinderen zijn in staat zelfstandig boodschappen te doen Kinderen kunnen gezonde keuzes maken wat betreft hun eigen voedingspatroon Kinderen herkennen de sociale en commerciële invloeden op hun eigen voedingspatroon Kinderen kunnen gezonde producten herkennen (etiketten lezen, prijzen vergelijken) en een bewuste keuze maken Kinderen kunnen uitzoeken of hun eigen eetgedrag in balans is met hun beweeggedrag Kinderen zijn in staat uit te leggen hoe een evenwichtige energiebalans te behouden of te verkrijgen is Kinderen weten van het bestaan van
andere eetculturen en hun voedingspatronen Kinderen kunnen afspraken maken over een gezondere leefstijl en gedrag Kinderen weten dat eten gezond en tegelijk ook lekker kan zijn Kinderen kunnen bepalen of zij een gezond gewicht hebben
2.3 Aanpak _________________________________________________________ Opzet van de interventie – max 200 woorden (1/2 A4) * Hoe is de opzet van de interventie? Denk aan volgorde, frequentie, intensiteit en duur indien van toepassing. Een schema kunt u als bijlage toevoegen.
Er zijn per schooljaar twee momenten waarop Ik eet het beter plaatsvindt: in het najaar met de Week van de Pauzehap voor groep 5-8; en in het voorjaar met Over de Tong!, Testlab en KlasseLunch voor respectievelijk groep 6, 7 en 8.. Het materiaal sluit bij elkaar aan. Daarnaast bouwt het lesmateriaal voort op de kennis die kinderen in de loop der jaren op school hebben opgedaan. Verder is er een doorlopend onderdeel, de online Vraag van de Week. Dit is een korte, uitdagende (doe)opdracht over gezond eten of bewegen, welke elke schoolweek in de klas beantwoord kan worden. De lesprogramma’s van Ik eet het beter bestaan uit een theoretisch gedeelte, een praktisch gedeelte en een online uitbreidend gedeelte. Het theoretisch en praktisch gedeelte behoren tot de vaste onderdelen van het programma. Online zijn extra lessuggesties te vinden. Ook zijn er voor groep 8 als extraatje digitale keuzekaarten. Als introductie bij het voorjaarsprogramma zijn er introductiefilmpjes.
Locatie en uitvoerders Waar wordt de interventie uitgevoerd en door wie?
Alle IEHB programma’s worden in klassen uitgevoerd op basisscholen in Nederland. De interventie wordt uitgevoerd door de leerkrachten aan de hand van lesmaterialen, ontwikkeld door Albert Heijn in samenwerking met educatieve uitgeverij Zorn en het Voedingscentrum. _______________________________________________________________ Inhoud van de interventie – max 700 woorden (2 A4) * Welke concrete activiteiten worden uitgevoerd? Indien van toepassing per onderdeel samenvatten. Bij interventies op maat: geef aan wat op basis van welke criteria wanneer wordt uitgevoerd. Concrete beschrijving voor het najaarsprogramma: Week van de Pauzehap. - Zelf ervaren dat gezond eten ook leuk en lekker kan zijn. - Lesmateriaal: leerlingenboekje, een boodschappenpakket, een lerarenhandleiding en online lesmodules. Het lespakket bestaat uit een leerlingenboekje, een boodschappenpakket, een lerarenhandleiding en online lesmodules. Kinderen leren wat het belang van een gezonde pauzehap en wat een gezonde pauzehap is door middel van lesmaterialen en het proeven en bekijken van producten. Op maandag bespreken de kinderen in de klas wat voor pauzehap ze hebben meegenomen en leren ze wat een gezonde pauzehap is. Op dinsdag t/m donderdag krijgen alle leerlingen gratis een gezonde pauzehap. Op vrijdag nemen leerlingen zelf in overleg met hun ouders een gezonde pauzehap mee. Hierover wordt dan in de klas gediscussieerd. Concrete beschrijving voor het groep 6 lespakket: Over de Tong! - Door leuke proefjes, zelf ondervinden hoe smaakt werkt. - Lesmateriaal: - Boodschappenpakket - Lesboekjes - Poster Schijf van Vijf - Extra online lesmateriaal (inclusief introductiefilmpje) Het lespakket voor groep 6 gaat over smaak, de experimenten die de kinderen doen zijn dan ook gericht op smaken. Naast de opdrachten uit de testboekjes is het mogelijk om een aantal online uitbreidende opdrachten te doen om nog meer over een onderwerp te weten te komen. Concrete beschrijving voor het groep 7 lespakket: Testlab - Door zelf te experimenten, leren leerlingen over de belangrijkste voedingsstoffen. - Lesmateriaal: - Boodschappenpakket - Lesboekjes - Poster Schijf van Vijf - Extra online lesmateriaal (inclusief introductiefilmpje) Het lespakket voor groep 7 gaat over voedingstoffen. De scholen halen de boodschappenpakketten op bij een Albert Heijn filiaal. Dat vormt het startpunt van de lessen. De theorie in de lesboekjes en introductiefilmpje wordt praktisch toegepast door de kinderen actief zelf aan de slag te laten gaan met proefjes met de producten uit het
boodschappenpakket. Door middel van testjes komen de kinderen er spelenderwijs achter wat de belangrijkste voedingsstoffen zijn. Ook leren ze wat het belang is van deze voedingsstoffen voor hun lichaam. Dit komt dan weer terug in de behandeling van de Schijf van Vijf. Concrete beschrijving voor het groep 8 lespakket: KlasseLunch - Zelf ervaren dat gezond eten ook leuk en lekker kan zijn. - Lesmateriaal: leerlingenboekje, een lerarenhandleiding, poster van de Schijf van Vijf, blaco wedstrijd poster en extra online lesmateriaal (inclusief introductiefilmpje). - Een informatiebrief over de KlasseLunch voor de ouders. - Boodschappenpakket voor een KlasseLunch ‘als beloning’. Kinderen gaan met behulp van het leerlingenboekje aan de slag om een poster-advertentie voor de lekkerste en gezondste lunch te maken. Hierbij worden ze zich bewust van wat ze eten en de keuzes die ze maken, ze leren de juiste producten te kiezen voor een gezonde lunch. Voordat de leerlingen de poster maken leren ze met behulp van keuzekaarten gezonde, verantwoorde en weloverwogen keuzes te maken. De scholen halen de boodschappenpakketten op bij een Albert Heijn filiaal. Hierin zitten producten voor een gezonde lunch. Kinderen ervaren ze dat gezond lunchen ook lekker en gezellig is. Voor meer informatie over de concrete activiteiten kunt u terecht op www.ikeethetbeter.nl
2.4
Ontwikkelgeschiedenis
Betrokkenheid doelgroep Was de doelgroep betrokken bij de ontwikkeling van de interventie, en op welke manier?
Tijdens elk Ik eet het beter-moment wordt een school bezocht door Zorn en Albert Heijn om een gevoel te krijgen hoe de lesprogramma’s in de praktijk uitpakken. Om de interventie te verbeteren worden programma’s regelmatig geëvalueerd. De doelgroep en subdoelgroep (leerkrachten) worden dan betrokken door middel van interviews en online vragenlijsten. Er worden dan bijvoorbeeld 25 willekeurige scholen door uitgeverij Zorn benaderd met de vraag om feedback. Dit wordt gedaan door middel van een vragenlijst en kan telefonisch of via e-mail plaatsvinden. Aan de hand van deze feedback wordt er jaarlijks gekeken wat er veranderd kan/moet worden. Buitenlandse interventie Is de interventie buiten Nederland ontwikkeld en wat is aangepast met het oog op de uitvoering in Nederland?
De interventie is niet in het buitenland ontwikkeld.
3.
Onderbouwing
Oorzaken – max 200 woorden (1/2 A4) Welke factoren veroorzaken het probleem? Klik hier als u tekst wilt invoeren. NB. Dit vak hoeft niet ingevuld te worden voor het niveau Goed beschreven
Aan te pakken factoren– max 200 woorden (1/2 A4) Welke factoren pakt de interventie aan en welke, in paragraaf 2.1 en 2.2. benoemde, (sub)doelen horen daarbij? Klik hier als u tekst wilt invoeren. NB. Dit vak hoeft niet ingevuld te worden voor het niveau Goed beschreven
Verantwoording– max 550 woorden (1 1/2 A4) Verantwoord hoe met deze aanpak ook daadwerkelijk de (sub)doelen bij deze doelgroep(en) bereikt worden. Klik hier als u tekst wilt invoeren.
NB. Dit vak hoeft niet ingevuld te worden voor het niveau Goed beschreven
Werkzame elementen– max 200 woorden (1/2 A4) Wat zijn de werkzame elementen die de doelen van de interventie realiseren? Geef een puntsgewijze opsomming van de kernelementen die bij een lokale aanpassing niet mogen ontbreken.
Klik hier als u tekst wilt invoeren.
NB. Dit vak hoeft niet ingevuld te worden voor het niveau Goed beschreven
_____________________________________________
4. Uitvoering Materialen – max 150 woorden (1/3 A4) * Welke materialen zijn beschikbaar voor de uitvoering, werving en evaluatie van de interventie?
Voor de werving zijn de volgende materialen beschikbaar: - Scholen die niet eerder met Ik eet het beter hebben meegedaan worden één keer voor de zomervakantie met een papieren mailing over het gehele jaarprogramma geïnformeerd. Ze kunnen zich dan al opgeven voor de lesprogramma’s in het nieuwe schooljaar. Na de vakantie worden ze nog een keer benaderd met een papieren mailing die ze informeert over het najaarsprogramma. Ze worden gestimuleerd zich in te schrijven voor het najaarsprogramma en worden erop gewezen dat ze zich tegelijk kunnen opgeven voor het voorjaarsprogramma. - Scholen die al eerder mee hebben gedaan met Ik eet het beter worden één keer benaderd waarin informatie staat over het volledige jaarprogramma. Vervolgens worden ze nog een keer benaderd via een digitale mailing om ze aan te sporen tot inschrijving voor het najaarsprogramma en later het voorjaarsprogramma. - Via telemarketing worden de 100 grootste scholen die nooit eerder meededen aan Ik eet het beter benaderd. - Via de website van Ik eet het beter kunnen scholen zich inschrijven. Voor de uitvoering van de interventie zijn de volgende materialen beschikbaar: - De basis van het educatieve programma wordt gevormd door de lesprogramma’s. Iedere docent krijgt een docentenhandleiding waarin uitleg wordt gegeven over hoe het programma uitgevoerd moet worden. Iedere leerling krijgt een lesboekje. - Bij het voorjaarsprogramma krijgt iedere klas naast de lesboekjes een poster van Ik eet het beter met daarop een foto van veel producten, ingedeeld in de Schijf van Vijf. Voor KlasseLunch is er als extra poster een blanco poster. De klas wordt gevraagd van deze blanco poster een poster te maken over gezonde voeding. Deze kan vervolgens ingeleverd worden bij de supermarkt, waarna de supermarktmanager deze doorstuurt naar Albert Heijn en Zorn. Op deze manier gaan de leerlingen creatief aan de slag en leren ze actief op een leuke manier iets over gezonde voeding. - Op de website van Ik eet het beter kunnen klassen iedere schoolweek ‘de vraag van de week’ beantwoorden. Daarnaast kunnen leerlingen, leerkrachten en ouders hier filmpjes terugkijken, recepten opzoeken en algemene informatie vinden over het programma. Voor ouders is er daarnaast ook de speciale Ik eet het beter-website voor thuis.
-
Het gratis boodschappenpakket vormt ook een belangrijk deel van de uitvoering van de interventie. Tijdens de Week van de Pauzehap zit deze vol met gezonde tussendoortjes. Voor de progamma’s Over de Tong! en Testlab worden spullen meegegeven waarmee de kinderen smaakproefjes en experimenten kunnen uitvoeren. Voor KlasseLunch worden sappen, broden, gezond broodbeleg en fruit meegegeven.
Voor de evaluatie van de interventie zijn de volgende materialen beschikbaar: - Evaluatie platform Ik Eet Het Beter 2010-2011 (Qrius) - Waardering en invulling van de Pauzehap 2012 (OneTwentyone) - Rapportage Quickscan Platform ‘Ik eet het beter’ 2012 (OneTwentyone) - Evaluatie van de Week van de Pauzehap 2013 (Qrius) Zie bijlagen voor volledige onderzoeken
Locatie en organisatie – max 150 woorden (1/3 A4) * Waar wordt de interventie uitgevoerd en welk(e) soort(en) organisatie(s) kan /kunnen de interventie uitvoeren?
Alle basisscholen in Nederland kunnen de interventie in de klas uitvoeren.
Opleiding en competenties van uitvoerders – max 150 woorden (1/3 A4) * Wie voert de interventie uit? Welke opleiding /training en specifieke competenties van de uitvoerders zijn vereist?
Er is geen opleiding/training nodig om de interventie te kunnen uitvoeren. Algemene kennis over gezonde en ongezonde voeding kan van pas komen, maar is niet vereist.
Kwaliteitsbewaking – max 150 woorden (1/3 A4) * Hoe wordt de kwaliteit van de interventie bewaakt?
De kwaliteit van de interventie wordt gewaarborgd door de samenwerking met het Voedingscentrum. Het Voedingscentrum controleert ondermeer of de inhoud van de boodschappenpakketten en de interventie voldoen aan de gezonde richtlijnen. De inhoud van de interventie wordt deels ontwikkeld door een uitgeverij (Zorn) die gespecialiseerd is in het ontwikkelen van educatieve lesprogramma’s aan de hand van SLO leerdoelen. Door de samenwerking met beide partijen wordt de kwaliteit van de interventie bewaakt.
Randvoorwaarden – max 150 woorden (1/3 A4) * Wat zijn de organisatorische en contextuele randvoorwaarden voor een goede uitvoering van de interventie?
Voor een goede uitvoering van de interventie is het van belang dat de instructies in de docentenhandleidingen worden gevolgd.
Implementatie en/of overdraagbaarheid– max 150 woorden (1/3 A4) * Is er een systeem voor implementatie en/of de overdraagbaarheid? Geef een samenvatting.
Zorn (derde partij) beheert de ontwikkeling, het drukwerk en uitsturen van lesprogramma’s en beheer van de website en digibord activiteiten van het Ik eet het beter programma. Daarnaast beheren zij het contact met de scholen en de inschrijvingen. Wanneer de inschrijving gesloten is, maken ze een overzicht van ingeschreven scholen gekoppeld aan de Albert Heijn winkel die de scholen geselecteerd hebben. Albert Heijn zorgt dat alle pakketten klaarliggen voor het juiste aantal groepen en leerlingen op de juiste dagen. De pakketten worden vervolgens in de ochtend opgehaald door een betrokkene van de school.
Kosten – max 200 woorden (1/2 A4) * Wat zijn de kosten van de interventie?
De scholen betalen enkel de verzendkosten van de gedrukte materialen. De prijs is dus afhankelijk van hoeveel materialen zij nodig hebben en hoe zwaar deze zijn. Meestal is dit tussen €13,60 en €15,70. Het hoogste bedrag is €47,50. Dit is echter uitzonderlijk. Met het najaarsprogramma zijn docenten een hele week 10 minuten per dag bezig met Ik eet het beter. Het voorjaarsprogramma kost de scholen een dagdeel per deelnemende klas. Dit kan ook verdeeld worden over verschillende dagen. De vraag van de week kost 5 minuten per week.
5. Onderzoek naar praktijkervaringen Onderzoek praktijkervaringen – max 1100 woorden (3 A4) * Is er een evaluatie geweest van de praktijkervaringen met de interventie bij de uitvoerders en de doelgroepen en wat zijn daarvan de meest relevante uitkomsten? Beschrijf het bereik, de succes- en verbeterpunten en geef indien van toepassing aan of er na de evaluatie punten in de interventie zijn aangepast. Beschrijf hoe de evaluatie is opgezet en neem hier de respons en de respondenten in mee.
-
Hoeveelheid bereikt Tevredenheid Proces evaluatie methode Succes/faal factoren
Evaluatie platform Ik Eet Het Beter 2010-2011 (Qrius) Het onderzoek is uitgevoerd door Qrius. Qrius is een marktonderzoeksbureau dat gespecialiseerd is in kinderen (van 0-12 jaar), jongeren (van 12-18 jaar) en jonge volwassenen (van 18-29 jaar). In 2011 heeft Qrius een evaluatie gedaan van het platform ‘Ik Eet Het Beter’ 20102011 onder leerlingen, ouders en leerkrachten uit groep 6-7-8 De aanpak van dit onderzoek was als volgt: Kwalitatief onderzoek gedaan onder de doelgroep. - Kinderen: duogesprekken van 50-60 min. met kinderen van dezelfde leeftijd en sekse. - Ouders: individueel gesprek van 10-15 min. met ouders. - Leerkrachten: groepsgesprek van 2 uur met leerkrachten uit één groep. Er is gesproken met 24 kinderen uit groep 6-7-8 en met 12 ouders. 10 Lessen die zijn geleerd uit het onderzoek zijn: 1. Trek het platform schoolbreed: elk jaar een groep erbij. (Dit punt is nog niet gerealiseerd) 2. Kies voor 2 IEHB momenten in het jaar: via PZHP, ontbijten of koken in de klas. 3. Werk aan de platform-gedachte: samensmeden losse onderdelen onder IEHB paraplu. 4. Houd het IEHB-lespakket handzaam en compact: inpasbaar in onderwijspraktijk.
5. Handhaaf en finetune opzet pakket groep 6-7: enkele wijzigingen doorvoeren. 6. Wijzig opzet pakket groep 8: dichterbij gezonde voeding. 7. Vergroot zelfbewustzijn: werk aan intrinsieke motivaties, eigen controle gezonde voeding. 8. Bied visueel handvat: schijf van 5 centraal om goede keuzes te maken. 9. Betrek ouders bij IEHB: thuisopdrachten die op school worden voor- en nabesproken. 10. Betrek de omgeving bij IEHB: supermarktbezoek, peerpressure e.d.
Waardering en invulling van de Pauzehap 2012 (OneTwentyone) Paulien Kreutzer, OneTwentyone, Maart 2012. OneTwentyone is gespecialiseerd in kwalitatief onderzoek onder kinderen en jongeren van 6 tot 30 jaar. De hoofdvraag in dit onderzoek: Hoe willen kinderen en leerkrachten het onderwerp ‘gezonde leefstijl’ op school behandelen en hoe wordt de PZHP 2011 door deze doelgroepen beoordeeld? OneTwentyone sprak voor dit onderzoek in totaal met 81 respondenten. - 16 leerlingen uit groep 5 (9 meiden en 7 jongens) - 18 leerlingen uit groep 6 (10 meiden en 8 jongens) - 16 leerlingen uit groep 7 (8 meiden en 8 jongens) - 16 leerlingen uit groep 8 (8 meiden en 8 jongens) - 15 leerkrachten uit de groepen 5 t/m 8 (12 vrouwen en 3 mannen) Daarnaast is er apart onderzoek gedaan naar de waardering en invulling van de ‘Week van de Pauzehap’. Lessen geleerd uit dit onderzoek: 1. Leerkrachten en leerlingen hoeven niet meer overtuigd te worden dat gezonde voeding belangrijk en interessant is. Er is meer behoefte aan verdieping van kennis, houding en gedrag van kinderen met betrekking tot een gezonde leefstijl. 2. Kinderen uit groep 5/6 hebben vooral behoefte aan duidelijke en eenduidige informatie die aansluit bij hun leergierigheid. Wat is gezond en wat is ongezond. Kinderen uit groep 7/8 hebben een grotere actieradius, zien meer van de wereld en hun leeftijdsgenoten en hebben behoefte aan verdieping en nuance. 3. Voeg het onderwerp ‘bewegen’ toe.
Rapportage Quickscan Platform ‘Ik eet het beter’ 2012 (OneTwentyone)
De quickscan bestaat uit een kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar het online platform van Ik eet het beter en de Week van de Pauzehap. Het kwantitatieve deel bestond uit een online vragenlijst, ingevuld door 1349 leerkrachten die gebruik gemaakt hebben van het online platform ‘Ik eet het beter’. 12 leerkrachten die deelnamen aan het kwantitatieve onderzoek zijn later benaderd voor het telefonische, kwalitatieve vervolg. Lessen geleerd uit dit onderzoek: 1. De combinatie van online en offline materialen wordt goed beoordeeld. 2. Het online platform is duidelijk en gebruiksvriendelijk 3. Het online platform ook voor thuis aanbieden. 4. Ook offline materiaal van de Week van de Pauzehap maken, zodat kinderen het materiaal ook mee naar huis kunnen nemen. (Dit punt is gerealiseerd)
Evaluatie van de Week van de Pauzehap 2013 (Qrius) De evaluatie is bestaat uit drie onderzoeken bestaande uit vragenlijsten: Een landelijk representatieve 0-meting onder 645 leerlingen uit de groepen 5 t/m 8 van de basisschool en hun ouders; een 1-meting onder 762 leraren die aan de Week van de Pauzehap hebben meegedaan; en een 1-meting onder 433 leerlingen uit de groepen 5 t/m 8 die aan de Week van de Pauzehap hebben meegedaan en hun ouders. In totaal zijn over de Week van de Pauzehap 2918 personen ondervraagd: leerlingen, ouders en leerkrachten. Lessen geleerd uit dit onderzoek: 1. Het programma Week van de Pauzehap is van toegevoegde waarde voor leerlingen, ouders en leerkrachten. 2. Kinderen uit groep 8 zijn gemiddeld minder enthousiast over het lesprogramma dan andere groepen. 3. Probeer kinderen die meestal geen gezonde pauzehappen meenemen effectief te bereiken door de drempel voor hen te verlagen.
6.
Onderzoek naar de effectiviteit
Onderzoek in Nederland – max 200 woorden per studie (1/2 A4) Is er onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de interventie in Nederland en wat zijn daarvan de uitkomsten? Klik hier als u tekst wilt invoeren.
NB. Dit vak hoeft niet ingevuld te worden voor het niveau Goed beschreven en Goed onderbouwd.
Onderzoek naar vergelijkbare interventies – max 200 woorden per studie (1/2 A4) Is er onderzoek gedaan naar de effectiviteit van deze of een vergelijkbare interventie (in Nederland en in het buitenland) en wat zijn daarvan de uitkomsten? Klik hier als u tekst wilt invoeren.
NB. Dit vak hoeft niet ingevuld te worden voor het niveau Goed beschreven en Goed onderbouwd.
7. Aangehaalde literatuur Maak een alfabetische lijst van alle in deze beschrijving aangehaalde literatuur, en gebruik hiervoor de APA-normen (met kleine letters).
Birch LL (1990). Development of food acceptance patterns. Developmental Psychology, 26, 515–519. Bourdeaudhuij S de, Velde S te, Brug J, Due P, Wind M, Sandvik C, Maes L, Wolf A, Perez Rodrigos C, Yngve A, Thorsdottir I, Rasmussen M, Elmadfa I, Franchini B, Klepp KI (2008) Personal, social and environmental predictors of daily fruit and vegetable intake in 11-year-old children in nine European countries. European Journal of Clinical Nutrition, 62, 834-841. Centraal Bureau voor de Statistiek (2014, 3 juli) Leefstijl, preventief onderzoek; persoonskenmerken. Geraadpleegd op 17 februari 2015. http://statline.cbs.nl/ Statweb/ publication/?DM=SLNL&PA=81177ned&D1=39-43&D2=0-6%2c26% 2c30%2c33-38&D3=0&D4=0%2cl&HDR=T&STB= G1%2cG2%2cG3&P= T&V W=T Lien N, Lytle LA, Klepp KI (2001). Stability in consumption of fruit, vegetables, and sugary foods in a cohort from age 14–21. Preventive Medicine, 33, 217–226. Mikkilä V, Räsänen L, Raitakari OT, Pietinen P, Viikari J (2004). Longitudinal changes in diet from childhood into adulthood with respect to risk of cardiovascular diseases: the Cardiovascular Risk in Young Finns Study. European Journal of Clinical Nutrition, 58, 1038–1045. Rossum CTM van, Fransen HP, Verkaik-Kloosterman J, Buurma-Rethans EJM, Ocke MC. Dutch National Food Consumption Survey 2007-2010: Diet of children and adults aged 7 to 69 years. RIVM-rapport nr. 350050006. Bilthoven,2011.