r o o ën v
n e t h c a r k r e
Idee
le
1
In deze bundel
Junior Journalist?
Deze ideeënbundel is bedoeld als helpende hand bij het begeleiden van uw Junior Journalisten. U vindt er tips en tricks om het jonge schrijfgeweld in uw klas op weg te helpen naar een straf verhaal, een boeiend interview of een sterk opiniestuk. Deze ideeën zijn een duwtje in de rug, de jongeren blijven uiteraard vrij om hun eigen creativiteit de vrije loop te laten.
U vindt in deze bundel:
• • • • • • • • •
Junior Journalist? 3 Thema 2013: ‘Junior Journalist gaat culinair’
4
Schrijfgenre? 5 Schrijftips voor reeks 1 en 2
6
Schrijftips voor reeks 3
7
Het interview
8
Schrijftips voor reeks 4
9
Het opiniestuk
10
Volg ons!
11
De Junior Journalist-wedstrijd van het Davidsfonds is een schrijfwedstrijd voor kinderen en jongeren, met een lange traditie. Na zo’n 70 jaar is de wedstrijd ondertussen uitgegroeid tot de grootste schrijfcompetitie voor jongeren in Vlaanderen. De editie van 2012 – ‘Junior Journalist gaat virtueel’ – zette maar liefst 36.531 tieners aan het tokkelen! Leerlingen uit de derde graad van het basisonderwijs en het volledige secundair onderwijs dagen we uit om tijdens het eerste trimester van het schooljaar hun schrijftalent met elkaar te meten. De deelnemers worden opgedeeld in vier wedstrijdreeksen:
• • • •
Reeks 1:
3de graad basisonderwijs (5de en 6de jaar)
Reeks 2:
1ste graad secundair onderwijs (1ste en 2de jaar)
Reeks 3:
2de graad secundair onderwijs (3de en 4de jaar)
Reeks 4:
3de graad secundair onderwijs (5de en 6de jaar)
De wedstrijd bestaat uit een lokaal en een nationaal luik. In de lokale voorrondes kiest men uit alle inzendingen per reeks één plaatselijke winnaar. De schrijver of schrijfster van die tekst wordt bekroond met een boekenpakket én een ticket voor de nationale prijsuitreiking van de Junior Journalist-wedstrijd. Die uitreiking vindt plaats op zondag 28 april 2013 tijdens het muziekfestival Festival aan Zee in De Panne. Alle lokale winnaars nemen het tegen elkaar op in het nationale luik van de wedstrijd. Een jury van bekende auteurs en journalisten – onder andere Stef Wauters, Goedele Wachters, Annelies Rutten en Dirk Bracke – beslist wie in elke reeks dé Junior Journalist wordt en met de hoofdprijzen naar huis gaat. In de prijzenpot zitten onder andere redactiestages bij Ketnet, een publicatie in Knack en Het Nieuwsblad, boekenstapels – ook voor de klas van de winnaars! –, een bezoek aan een chocoladefabriek voor de hele klas, vakantieweekends, een diner voor vier personen bij Jeroen Meus …
2
3
Thema 2013: ‘Junior Journalist gaat culinair’ We kunnen het niet ontkennen: koken is hip. Ook bij jongeren! Bakken, stomen, grillen, stoven … hebben geen geheimen meer voor de Vlaamse jeugd. Niet alleen dankzij de kookboeken van trendy chefs zoals Jeroen Meus, Sofie Dumont of de Flemish Foodies. Ook de media spelen gretig in op de kookhype bij jongeren. Denk maar aan Junior MasterChef op vtm, Overkoken op jim en Ketnet kookt. De kookkriebels hebben de Vlaamse tieners in hun greep en daarom spelen we er met de Junior Journalist-wedstrijd graag op in. In 2013 gaat Junior Journalist culinair! We weten zeker dat kinderen en jongeren een straffe mening hebben over de culinaire hype, dat ze nieuwsgierig zijn naar het verhaal achter het eet- en kookgebeuren en dat ze wild kunnen fantaseren over de culinaire wereld. We dagen de deelnemers uit de derde graad secundair onderwijs uit om een sterk opiniestuk te schrijven. Zij kunnen hun mening kwijt over junkfood, vegetarisme, chemicaliën- en pesticidegebruik in de voedingsindustrie, eetstoornissen … De leerlingen uit de tweede graad secundair onderwijs krijgen de opdracht om een boeiend interview te pennen. Daarvoor kunnen ze bijvoorbeeld terecht bij een chef, een diëtist, een veganist, een chocolatier, een culinair recensent, noem maar op. Misschien bevragen ze wel een kandidaat uit het populaire tv-programma Komen eten? Of waarom niet Jeroen Meus himself proberen interviewen?
Schrijfgenre? Er bestaat een onderscheid tussen de jongste en de oudste deelnemers wat het genre van de teksten betreft. Wat ze schrijven, bepalen de leerlingen uit reeks 1 en 2 zelf, zolang het maar fictie is. Alle schrijfvormen kunnen! Behalve poëzie omdat dat een volledig ander genre is. Ook de titel bepalen ze zelf. Maar u bent natuurlijk vrij om een specifiek genre of een titel op te leggen. In reeks 3 en 4 werken we met een vast genre. Voor reeks 3 is dat het interview en voor reeks 4 het opiniestuk. Op die manier willen we de wedstrijd meer journalistiek oriënteren. Bovendien heeft de Junior Journalist-wedstrijd een fijne samenwerking met Het Nieuwsblad en Knack. Het strafste interview uit reeks 3 wordt na afloop van de wedstrijd in Het Nieuwsblad gepubliceerd. De opiniestukken die worden ingezonden in reeks 4 maken kans op een publicatie in Knack.
Samengevat • Reeks 1 en 2: fictie - zonder vast genre • Reeks 3: non-fictie - interview • Reeks 4: non-fictie - opiniestuk
De jongste schrijvers, uit de derde graad basisonderwijs en de eerste graad secundair onderwijs, mogen hun fantasie de vrije loop laten en een eigenzinnig verhaal bedenken. Wat als zij voor een dag in de huid kropen van Peter Goossens? Of van hun lievelingseten? Wat als ze leefden in een wereld waar alles eetbaar was? Of als ze een chocoladefabriek zouden runnen? Ideeën genoeg dus om opnieuw zo’n 36.000 creatieve werkjes te tokkelen!
4
5
Schrijftips voor reeks 1 en 2 De nadruk in de reeksen 1 en 2 ligt op de fantasie van uw leerlingen. De schrijfvorm maakt niet uit! Laat hen een eigenzinnig en spannend (griezel)verhaal bedenken, een gek recept schrijven, een stuk uit hun dagboek pennen, een brief tokkelen, een reportage maken, een culinaire recensie verzinnen …
Enkele ideeën: • Laat hen door de tijd en langs andere culturen reizen. Wat en hoe aten mensen volgens hen in de oertijd of in de middeleeuwen? En wat zal er op de menukaart staan in het jaar 3000? Wat schaft de pot aan de andere kant van de wereldbol? En eten de bewoners van Antarctica enkel diepvriesproducten? • In een klasgesprek kunnen flink wat leuke ideeën naar boven komen. Wat hebben zij vanmorgen aan de ontbijttafel gegeten? En wat zit er dagelijks in hun brooddoos? Houden ze eerder van zoet of van zout en kennen ze nog andere smaken? Kookt mama of papa thuis? Helpen ze zelf wel eens mee in de keuken? Of bakken ze liever koekjes en cupcakes? • Organiseer een themadag of -week rond voedsel en koken. Prikkel hun fantasie door hen volledig onder te dompelen in de culinaire wereld. Vertel hen over de eetgewoonten in andere landen of over het maken van chocolade, laat hen hun eigen voedingsdriehoek opstellen of een knotsgek recept bedenken, houd een kookpartijtje in de schoolrefter of daag hen uit voor een smaaktest. • Om de belangstelling voor verhalen schrijven aan te wakkeren kan u een auteur uitnodigen in de klas of in de school. Zij kunnen de schrijvers in spe schrijftips geven, vertellen waar zij hun inspiratie halen en hoe zij aan een stevig verhaal beginnen. • Laat uw leerlingen een verhaal vertellen vanuit een originele invalshoek. Ze kunnen in de huid kruipen van hun lievelingseten, een sterrenchef, de baas van een snoepfabriek, een culinair recensent, noem maar op. Of wat als ze in een wereld leefden waar alles eetbaar was? Als ze hun eigen kookprogramma hadden? …
Te veel mogelijkheden? Beperk het thema! Het gebeurt wel eens dat jonge schrijvers door de bomen het bos niet meer zien omdat het thema hen niet ligt of omdat ze makkelijker schrijven wanneer ze een vastomlijnde opdracht krijgen. In dat geval kan u bijvoorbeeld een bijkomend thema of een vaste titel opleggen.
6
Schrijftips voor reeks 3 De jongeren uit de tweede graad van het secundair onderwijs worden uitgedaagd om een interview te schrijven. Geef vooraf aan uw leerlingen een inleiding in de journalistieke wereld en meer bepaald die van het interview. Hoe kunnen ze iemand kritisch bevragen zonder hem of haar zwaar op de rooster te leggen? Wat zijn de meest gebruikte interviewtechnieken? Leer hen een aantal kneepjes van het vak, bespreek welke soorten interviews er bestaan en stel samen met hen een lijstje op van personen die ze kunnen interviewen. Na de theoretische inleiding stuurt u uw leerlingen op pad om de theorie aan de praktijk te toetsen. Om uw leerlingen warm te maken voor het afnemen en uitschrijven van een interview kan u bijvoorbeeld een journalist uitnodigen. Hij of zij kan uw Junior Journalisten zeker en vast fijne tips en tricks meegeven.
Enkele ideeën: • • • • • • • • • • • • • • • • •
Een diëtist Een veganist Een chocolatier Een kok uit de grootkeuken, waarom niet de schoolkok? De traiteur of de visboer om de hoek Een pizzabakker of sushiroller De oma die superlekkere taarten bakt De oom die verzot is op zijn moestuin Een leerling of leerkracht aan een koksschool Een voedselbedeler in ontwikkelingslanden Een culinair fotograaf of recensent, misschien wel van de Michelingids? Een voedingsinspecteur Een voorproever Een jobstudent bij McDonald’s Een kandidaat uit Komen Eten of De Beste Hobbykok van Vlaanderen Gezondheidscoach Sonja Kimpen Of waarom niet meteen Jeroen Meus? Of misschien wel Bart De Wever?
Natuurlijk draait het in de Junior Journalist-wedstrijd niet om wie de leerlingen interviewen, wel om het resultaat. Een creatieve en boeiende tekst met een originele invalshoek, dat is waar het om gaat.
7
Het interview Bij een interview stelt de journalist vragen aan één of meer personen om meer te weten te komen over de geïnterviewde of over een onderwerp waar hij of zij veel over weet. Nadien schrijft de interviewer dat gesprek uit. De journalist heeft de vrijheid om wat letterlijk gezegd werd te bewerken tot een vlotte tekst. Natuurlijk mag hij of zij niets schrijven dat de geïnterviewde niet bedoeld heeft.
Schrijftips voor reeks 4 Om deel te nemen aan de Junior Journalist-wedstrijd schrijven de leerlingen uit het vijfde en zesde jaar secundair onderwijs een opiniestuk. Een opiniestuk gaat meestal over een actueel, controversieel onderwerp. ‘Eten en het culinaire’ is dus het uitgelezen thema om een krachtig opiniestuk over te pennen.
Een interview kan op verschillende manieren uitgeschreven worden: • Vraag en antwoord: afwisselend vragen en antwoorden voluit uitgeschreven. Zo krijgt de lezer het gevoel dat hij het gesprek bijwoont. • Volledige tekst: de hele tekst bestaat uit wat de geïnterviewde gezegd heeft in de directe rede. De vragen staan niet in de tekst. Op die manier staat de geïnterviewde centraal. • Indirect citeren: niet letterlijk uitschrijven wat de geïnterviewde gezegd heeft, maar eerder een omschrijving van zijn antwoorden. Op die manier staat het onderwerp centraal. Bijvoorbeeld: “De eerste stap naar een geslaagd interview? Dat is vooral goede vragen bedenken,” zegt Phara de Aguirre. • Een laatste optie is afwisselen tussen de verschillende mogelijkheden. Dat zorgt voor variatie in de tekst, waardoor die vlotter leest.
Enkele tips: Een goede voorbereiding! Niet alleen een lange lijst vragen, maar ook extra informatie over de persoon die geïnterviewd wordt en over het onderwerp waarover het interview gaat. • Locatie. Het interview wordt best afgenomen waar zowel de journalist als de geïnterviewde zich goed voelen. Zo is de sfeer rustiger en opener. • Een dictafoon om het gesprek op te nemen is een handig hulpmiddel. Zo hoeft de journalist tijdens het gesprek de antwoorden niet uit te schrijven en kan hij zich concentreren op wat gezegd wordt. Let wel op! In het uittikken van de antwoorden kruipt flink wat tijd. • Als er iets niet helemaal duidelijk is, herhaalt de journalist wel eens het antwoord. Zo is de geïnterviewde zeker dat de journalist de uitleg juist begrepen heeft. • Soms staat de geïnterviewde erop om de tekst achteraf nog eens na te lezen. Op die manier is de journalist zeker dat er geen fouten meer in het interview staan.
8
Spoor uw leerlingen aan om naar het journaal te kijken en de krant te lezen. Organiseer een debat, splits de klas op in voor- en tegenstanders en laat hen een argumentenlijst opstellen. Maak hen attent op het belang van ‘connectoren’ in een tekst. Connectoren zijn meestal voegwoorden of bijwoorden die zorgen voor logische overgangen en cohesie in de tekst, bijvoorbeeld: daarentegen, niettemin, nochtans, hoewel … U kan ook een journalist of een fervent voor- of tegenstander van een bepaald culinair onderwerp uitnodigen in de klas. Laat hem of haar vertellen over zijn overtuiging. Op basis van dat exposé kan uw klas aan de slag gaan. Geef voldoende tijd aan uw leerlingen om na het bezoek vragen te stellen.
Enkele ideeën: • Wat denken uw leerlingen van gezonde voeding versus junkfood? • Is de huidige kookhype volledig hun ding of komen de kookboeken en -programma’s hun oren uit? • Kennen zij mensen met boulimie of anorexia? • Moleculair en experimenteel koken, pro of contra? • Wat is hun mening over vegetarisme of veganisme? • Pesticiden en chemicaliën in de voedingsindustrie, een pest? • Hoe staan zij tegenover het gebruik van de microgolf en voorverpakte maaltijden? Voorstander? Of eerder fans van ‘slow food’? • Het gemak van diepvriesproducten versus verse voeding? • Wat zijn de gevaren van genetische manipulatie? • Hoe denken zij over inheemse versus uitheemse voeding? • Staan ze wel eens stil bij fenomenen zoals overbevissing? Geen tonijn meer op hun bord?
Opgelet! De ideeën die u in deze bundel vindt, kunnen als opdracht gegeven worden aan de hele klas. Maar teksten waaraan meerdere auteurs hebben samengewerkt, komen niet in aanmerking voor de Junior Journalist-wedstrijd. Een inzending voor deze wedstrijd mag dus niet het resultaat zijn van een groepswerk.
9
Het opiniestuk In een opiniestuk heeft de journalist de vrijheid om zijn persoonlijke mening over een bepaald onderwerp uit te drukken. Meestal gaat een opiniestuk over een maatschappelijk thema waarover veel tegenstrijdige meningen bestaan en dat vaak een aanleiding vormt tot discussie. De schrijver ervan hoeft zich dus niet te beperken tot een opsomming van feiten. Integendeel, de manier waarop hij zelf over het onderwerp denkt, vormt juist de basis van de tekst. Voor een goed geschreven opiniestuk moeten de leerlingen wat durf hebben: ze moeten hun eigen standpunt zo krachtig mogelijk overbrengen en er de nodige argumenten voor aanhalen. Een opiniestuk moet overtuigen.
Enkele tips:
Volg ons! www.davidsfonds.be/juniorjournalist www.facebook.com/juniorjournalist @davidsfonds
Alle info over de wedstrijd en hoe uw leerlingen kunnen deelnemen, vindt u in de Junior Journalist-folder. Die kan u gratis downloaden op www.davidsfonds.be/juniorjournalist. Ook deze ideeënbundel is daar online te vinden.
• De basis voor een goed opiniestuk: een goed gekozen onderwerp en een goede voorbereiding. In een opiniestuk weet de journalist goed waarover hij schrijft. • Te veel willen zeggen is gevaarlijk. Baken het onderwerp duidelijk af. • Vaak vormt een concreet feit of een gebeurtenis de aanleiding voor het opiniestuk. Dat kan iets heel belangrijks of iets heel kleins zijn. • De journalist verduidelijkt zijn eigen mening aan de hand van goede argumenten. Concrete voorbeelden en cijfermateriaal zijn onmisbaar. Ze helpen de journalist om zijn punt duidelijk te maken. • Een goed opiniestuk heeft ook een logische opbouw. Een duidelijke structuur met een inleiding, een midden en een slot.
10
11
Deze ideeënbundel voor leerkrachten is een uitgave van het Davidsfonds, Blijde-Inkomststraat 79-81, 3000 Leuven - www.davidsfonds.be - tel. 016/310.600. De Junior Journalist-wedstrijd loopt in samenwerking met KBC, Knack, Yeti, Ketnet, Vakantiepark Molenheide, Zaabär, Festival aan Zee en Het Nieuwsblad.
12