hogeschool Rotterdam op zuid: de creative factory
hoofdstuktitel
Jasper Tuytel
VOORWOORD Hogeschool Rotterdam wil als kennisinstelling voor de Rotterdamse regio van betekenis zijn. Zo werken Hogeschool Rotterdam en Pact op Zuid al sinds 2007 samen. Pact op Zuid, tegenwoordig Nationaal Programma Rotterdam-Zuid, is een veelomvattend investeringsprogramma van de gemeente, deelgemeenten en woningcorporaties om Rotterdam-Zuid sociaal en economisch op te stuwen in de vaart der volkeren. Door samenwerking met tal van partners worden wonen, onderwijs, werken en welzijn met elkaar verbonden. Uit rapportages blijkt dat dat ook hard nodig is: er is sprake van een hardnekkige stapeling van problemen waardoor de leefsituatie op Zuid als ernstig en ‘on-Nederlands’ wordt getypeerd. Alleen door langjarige en intensieve inzet kan de gewenste ontwikkeling voor (het middengebied van) Zuid bereikt worden. Hogeschool Rotterdam wil zich daarvoor blijven inzetten en de samenwerking de komende jaren voortzetten. De Creative Factory, een broedplaats van jonge, creatieve ondernemers, is een voorbeeld van deze samenwerking. Het is de plek bij uitstek waar studenten, stagiaires en onderzoekers real life kunnen waarnemen hoe jong ondernemerschap zich ontwikkelt, welke problemen men tegenkomt en hoe die kunnen worden aangepakt.
Hoe inspirerend dat is, kunt u in deze bundel lezen. Hogeschool Rotterdam wil startende creatieve bedrijven in de Factory ondersteunen bij hun bedrijfsvoering. Studenten kunnen daaraan bijdragen met communicatieplannen, evenementen of de lancering van nieuwe producten en diensten. Daarnaast zijn ze bezig met onderzoek naar de omgeving van de Factory. De relatie binnen-buiten is een van de gerichte aandachtspunten van de Hogeschool als partner van de Creative Factory. De eerste jaren is de Factory vooral bezig geweest met verbouw, opbouw en ondernemen. De opdracht voor de volgende jaren is de stap naar buiten te maken. De deuren zullen open moeten en ook open gaan. Door renovatie en nieuwbouw van de omliggende wijken – Afrikaanderwijk, Bloemhof en Tarwewijk – en alles wat nog op de planning staat, zal er genoeg gaan bewegen om de Creative Factory en de wijken daadwerkelijk aan elkaar te verbinden. Daarbij wens ik alle betrokkenen veel succes en plezier toe!
Jasper Tuijtel Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam
1
2
hoofdstuktitel
3
inhoud Voorwoord
1
Jasper Tuijtel, voorzitter College van Bestuur van Hogeschool Rotterdam
Facts & figures
6
Hoeveel studenten van Hogeschool Rotterdam deden onderzoek, liepen stage of voerden projecten uit bij de Creative Factory? Hoeveel creatieve ondernemingen kregen advies en steun? En welke organisaties werkten samen?
Studenten
8 13 17 21 25
Kevin Smulders, Johnny Man, Davy Topee Kim Chong Tariq Dawoud Willem Maas, Bastiaan Kleiberg Anna van Toorn
Ondernemers
29 33 37
Edo van Tilborgh Bart van Bueren Dwight Krolis
Partner
41
Gerben Vrijkorte
Hogeschool Rotterdam
45 49 53
Paulette Verbist Ben Brandenburg Monica Heikoop
De achtergrond verhalen
57
De Creative Factory en de samenwerking met de Hogeschool Rotterdam: Cultuur en economie gaan hand in hand Door: Hugo Bongers en Eva Visser
63
De impact van de Creative Factory: Partners en ondernemers in de Factory kunnen meer voor elkaar betekenen Door: Jeannette Nijkamp
67
De toekomst van de Creative Factory: ‘Het is tijd om de deuren te openen’ Wietske Willemse en Leo van Loon blikken vooruit Door: Dorine van Namen, m.m.v. Hugo Bongers
De portretten
Deze kleuren leiden u door de publicatie.
4
hoofdstuktitel
wietske willemse (37)
Wat:
Leo van Loon (36)
programmamanager Haven en Creatieve Economie (Creative Factory)
werkt:
als schakel tussen de Hogeschool Rotterdam en de Creative Factory
de cf:
zal gebaat zijn bij een ondernemersregeling voor studenten.
Wat:
directeur Creative Factory
werkt aan:
het versterken van de organisatie door de deelname van de Factory aan nationale en internationale netwerken
de cf:
gaat de komende tijd de beweging naar buiten maken.
‘Het is tijd om de deuren te openen’ Lees het interview op pagina 67
5
6
facts & figures
CREATIVE FACTORY 2008 - HEDEN
EEN OVERZICHT PER
EEN OVERZICHT PER
ACTIVITEIT:
INSTITUUT:
Projecten 682 studenten
RBS (Rotterdam Business School)
584
WdKA (kunstacademie)
556
IMO (managementopleidingen)
496
COM (commerciële economie)
258
ISO (sociale opleidingen)
228
IBB (bouw en bedrijfskunde)
127
IVG (gezondheidszorg)
86
CMI (communicatie en multimedia)
49
IFM (financieel management)
11
EAS (ingenieurs en technische opleidingen)
6
IVL (lerarenopleiding)
2
Afstudeerstage 34 studenten
Eigen onderneming 25 studenten 25 studenten begonnen in de Factory een eigen onderneming (in totaal 11 ondernemingen). Vier studenten bleven na hun (afstudeer)stage bij hun stageof afstudeerbedrijf werkzaam. Evenementen 2750 studenten
Zo’n 2750 studenten bezochten de Factory door naar een feest te gaan, bijvoorbeeld het HR-studentenfeest Beats 010 of het introfeest van de Rotterdam Business School. Overige onderwijsactiviteiten 750 studenten en medewerkers
Ongeveer 750 studenten en HR medewerkers bezochten in de Factory onderwijsactiviteiten van docenten en lectoren.
Partnerorganisaties
Facts 1. In de ruim drie jaar waarin de Creative Factory nu bestaat, zijn ruim 150 startende creatieve ondernemingen ondersteund. 2. Eind 2011 huisvest de Factory 70 bedrijven.
Als een student meerdere activiteiten heeft uitgevoerd of bijgewoond, dan is de student voor elke activiteit afzonderlijk meegeteld. Voor enkele activiteiten, zoals de feesten, zijn de studentenaantallen geschat.
3. Per jaar groeien 15 tot 20 ondernemers uit het pand en 5 tot 10 stoppen er mee, door persoonlijke omstandigheden of omdat de onderneming niet levensvatbaar bleek. 4. De Creative Factory is 40 meter hoog en heeft een totale capaciteit van 90.000 ton.
Wat doen al die studenten daar? Bij de start van de CF is afgesproken dat per jaar minimaal 1500 studenten gebruik moeten maken van de faciliteiten van de Hogeschool Rotterdam in de Creative Factory. Dat zijn er meer dan 4200 geworden, het streefcijfer is dus ruimschoots gehaald. Eerste- en tweedejaarsstudenten kunnen er kennismaken met de combinatie van creativiteit en ondernemerschap, de derdejaars kunnen er hun praktijkopdrachten en stages doen en de vierdejaars kunnen er met afstudeerprojecten een visie op de creatieve industrie voor de stad ontwikkelen. Hiernaast wordt gestreefd naar meer betrokkenheid van zowel de kenniscentra als van de Associate Degree opleidingen (tweejarige opleidingen tussen MBO en HBO) van de Rotterdam Academy, eveneens een tak van de Hogeschool Rotterdam. Van Beats 010 naar afstudeerstage Uit het grote aantal projecten, onderzoeken en stages die de afgelopen vier jaar zijn gerealiseerd en de spreiding daarvan over de volle breedte van de Hogeschool, blijkt de waarde van de samenwerking tussen beide instellingen en voor de onderwijspraktijk.
de Maassilo
Opleidingen Het zijn niet alleen studenten van de creatieve opleidingen die veel gebruikmaken van de Creative Factory. Studenten Communicatie, Vrijetijdsmanagement, Civiele Techniek, Management, Economie en Recht en International Business Studies blijken hun weg naar de Creative Factory gemakkelijker te hebben gevonden dan de studenten van de Willem de Kooning Academie.
7
8
9
hoofdstuktitel
kevin smulders (22), Johnny Man (23) & Davy topee (23) Wat: derdejaars studenten bedrijfseconomie, ondernemers bedrijf Netwerkvisie Bieden: ondersteuning aan uitkeringsgerechtigden die een eigen bedrijf willen opzetten de cf: ‘bood ons de gelegenheid om met ‘echte’ mensen aan de slag te gaan’
interview met:
Kevin Smulders, Johnny Man & Davy Topee
Bedrijfseconomie voor echte mensen
10
studenten
mijn connectie met Rotterdam-Zuid:
“De HR-unit was onze ontmoetingsplek, hier hielpen wij de ondernemers met hun ondernemersplan” interview met Kevin Smulders Johnny Man Davy Topee
Bedrijfseconomie voor echte mensen
Drie derdejaars HR-studenten bedrijfseconomie begeleidden jongeren die vanuit een uitkeringssituatie een eigen zaak op willen bouwen. Zij werden aan elkaar gekoppeld door de Buzinezz Club, een initiatief van de Creative Factory (CF). Over hard en soft skills, Jip & Janneke en pitchen voor een lening. Johnny Man: ‘Het leek ons leuk om anderen te helpen iets concreets op te zetten in plaats van met de zoveelste voorgekauwde, theoretische casus bezig te zijn. Nu konden we met ‘echte’ mensen aan de slag. Het ging om jongeren die vanuit een uitkeringssituatie de tools krijgen om een eigen bedrijf op te bouwen. Dit wordt gedaan door de Buzinezz Club. Naast het volgen van een aantal workshops in de CF kregen ze twaalf weken lang begeleiding van studenten.’
‘Zij leerden niet alleen van ons, wij ook van hen.’ Davy Topee: ‘Er zat ook nog een wedstrijdelement in. Mensen die een eigen bedrijf wilden opzetten, konden strijden om een starterslening van 10.000 euro. Die werd aangeboden door de Rabobank.’
de HR-unit in de Creative Factory
Kevin Smulders: ‘Onze drie starters waren een dame met plannen voor een tearoom in Rotterdam en een jonge tatoeëerder en een modeontwerper die allebei een eigen zaak wilden beginnen.
Alle drie moesten ze aangeven wat hun doelen waren en inzicht geven in hun financiële situatie. Ze hadden geen van allen een realistische kijk op kosten en opbrengsten. Een echte winkel in Rotterdam hebben we ze meteen afgeraden, dat is veel te duur. De modeontwerper hebben we geadviseerd een webshop te beginnen.’ Davy: ‘Alle startende ondernemers waren tussen de 20 en 26 en hadden zeg maar ‘een rugzakje’. Ze stonden een beetje met hun gezicht naar het verleden en met hun rug naar de toekomst. Ze hadden veel dingen meegemaakt, geen afgeronde opleiding en een ingewikkelde thuissituatie. Ze hadden een behoorlijk negatief zelfbeeld. Dat merkte je aan de manier waarop ze naar hun onderneming keken. Ze wilden heel graag, maar tegelijkertijd hadden ze er geen vertrouwen in.’ Johnny: ‘In het begin waren ze heel enthousiast. Maar zodra wij met kritiek kwamen, omdat hun ideeën bijvoorbeeld niet realistisch waren of niet haalbaar, raakten ze eerst gedemotiveerd. We moesten echt hun vertrouwen winnen, maar toen dat eenmaal gelukt was, gingen ze met onze feedback aan de slag.’
11
Tariq Dawoud p.17 Willem Maas p.21
Andere studenten
in deze publicatie:
Kim Chong p.13
13
hoofdstuktitel
Kim chong (22) Wat: studente Vrijetijdsmanagement DEED: onderzoek naar de manier waarop HR, de ondernemers en de stagiairs elkaar konden versterken.
Anna van Toorn p.25
de cf: was voor mij een geweldige stageplaats.
Hoe benader je hostingpartijen om de kosten van een eigen website in kaart te brengen? Hoe zorg je voor goede foto’s op je site? Hoe vraag je offertes aan?’
nen tnet en d e uud sstt
12
Davy: ‘We moesten de theorie die wij op onze opleiding krijgen in Jip en Janneke-taal vertalen. Maar zij leerden niet alleen van ons, wij ook van hen.’
interview met:
Kevin: ‘Twee van ‘onze’ ondernemers mochten uiteindelijk voor de bank hun verhaal pitchen om zo in aanmerking te komen voor die starterslening. We hebben het project afgerond met een negen als eindcijfer.’
Kim Chong
tJohnny: ‘In beginsel was het onze taak om de financiële kant in kaart te brengen en te kijken of hun onderneming op papier kans van slagen had. Maar naarmate het project vorderde, merkten we dat onze taak steeds meer verschoof naar het geven van inzicht in wat het betekent om een eigen bedrijf te hebben. We kregen meer een praktische coachingsrol. Waar moet je allemaal aan denken, hoe moet je bepaalde zaken regelen? Hoe start je een webshop?
Davy: ‘Het is een supermooi idee van de Buzinezz Club om deze mensen de kans te geven om iets op te starten. Ze hoeven heus niet een topondernemer te worden. Ze leren er veel van en doen ervaring op. Dat is al een doel op zich. ‘
’Nu weet ik: communicatie en marketing is echt iets voor mij’
Vervolg interview met Kevin Smulders, Johnny Mann & Davy Topee
Kevin: ‘Bij onze opleiding draaien projecten meestal om de hard skills, theorie, hoe verwerk je dat in een casus. Nu ging het meer om soft skills, hoe breng je kennis over en hoe coach je mensen? Dat was een leuke rol om aan te nemen.
14
studenten
mijn connectie met Rotterdam-Zuid:
“Toen ik net op Zuid kwam wonen, had ik mijn twijfels over de buurt maar na een tijdje had ik hartstikke leuke gesprekken met mensen op straat”
interview met Kim Chong
’Nu weet ik: communicatie en marketing is echt iets voor mij’ Gelukkig ging haar oorspronkelijke stage op het laatste moment niet door. Want hierdoor belandde studente Vrijetijdsmanagement Kim Chong als stagiair in de Creative Factory (CF). Het werd een succes en een stage bij Pact op Zuid volgde. ‘Ik heb bij allebei echt een geweldige tijd gehad!’ Als tweedejaars student liep Kim Chong stage in de CF en het jaar daarop werkte ze bij het Pact op Zuid mee aan de gebiedsontwikkeling van Hart van Zuid en Stadionpark. Het begon allemaal met een toevalligheid. ‘In eerste instantie zou ik stage lopen bij een ander
‘Via de CF kreeg ik het aanbod om mijn derdejaars stage bij het Pact te komen lopen.’ bedrijf, maar op het allerlaatste moment ging dat niet door. Ik had opeens, een week voor het begin van de stageperiode, geen stageadres!’ Paniek alom, maar de redding was nabij. ‘In de wandelgangen van de Hogeschool Rotterdam hoorde ik iemand zeggen dat de HR voor de Factory nog op zoek was naar een stagiair.’ bassisschool de Pantarijn
creatieve ondernemers onderzoeken Het bleek een prima match en samen met stagebegeleider Wietske Willemse werd een concreet stageplan uitgestippeld. Chong: ‘Mijn opdracht bestond uit het uitvoeren van een onderzoek onder de creatieve ondernemers in de Factory. Ik moest hen en de aanwezige HR-stagiairs en afstudeerders interviewen over de samenwerking, ook om zelf te leren hoe dat moet. Hoofdvraag was hoe alle partijen – de HR, de ondernemers en de stagiairs – elkaar konden versterken, zowel strategisch, op het gebied van de ontwikkeling van de onderneming, als ook wat betreft de persoonlijke ontwikkeling van de stagiairs.’ ”Wie ben jij dan?” Spannend vond Chong het wel om ‘zomaar aan te kloppen bij mensen om te vragen of ze tijd hadden voor een interview met mij! “En wie ben jij dan”, zouden ze vast denken.’ Maar dat dachten de ondernemers helemaal niet.
15
Davy
Topee
p.8
Andere studenten
Johnny
Man
p.8
in deze publicatie:
Kevin
Smulders
p.8
16
17
hoofdstuktitel
tariq dawoud (26) Wat:
Oud-stagiair bij Waterarchitect van Bueren
DEED:
Onderzoek naar optoppen flats aan de Lijnbaan
de cf:
‘Heeft mij een hoop leuke contacten opgeleverd.’
Tariq Dawoud p.17 Willem Maas p.21 Anna van Toorn p.25 u st
d
en
te
n
interview met:
sportlabs bij het Pact Tijdens haar stage in de CF werkte Chong al veel samen met Pact op Zuid. ‘Ik leerde de
mensen en de organisatie steeds beter kennen. Uiteindelijk kreeg ik het aanbod om mijn derdejaars stage bij het Pact te komen lopen.’ Van september 2010 tot februari 2011 werkte Chong mee aan de gebiedsontwikkeling van Hart van Zuid en Stadionpark. Haar voornaamste taak was het organiseren van Sportlabs, bijeenkomsten in de wijken waar bewoners werden uitgenodigd om mee te praten over de ontwikkeling van hun omgeving. Door alle werkzaamheden heeft ze ontdekt dat de richting communicatie en marketing echt wat voor haar is. Na haar afstuderen in 2012 wil Chong graag een academische studie in deze richting volgen.
Tariq Dawoud
Sterker nog, ze waren enthousiast en wilden graag meewerken. ‘Wietske heeft mij in het begin ook wel een beetje gepusht om gewoon te gaan. Na elk bezoek werd mijn opdracht makkelijker, ik begon het steeds leuker te vinden.’ Naast het onderzoek speelde Chong een ondersteunende rol bij de dagelijkse werkzaamheden van de HR-Unit, zoals het organiseren van bijeenkomsten.
‘Uit het niets iets creëren’
Vervolg interview met Kim Chong
‘Spannend om zomaar aan te kloppen bij mensen om te vragen of ze tijd hadden voor een interview.’
18
studenten
mijn connectie met Rotterdam-Zuid:
“Als ik weer terug ben op Zuid, dan denk ik altijd nog aan mijn oude boksschool ‘82’ ” interview met Tariq Dawoud
‘Uit het niets iets creëren’
Oud-HR-bouwkundestudent Tariq Dawoud liep stage bij Waterarchitect van Bueren (zie pag 33). De Creative Factory (CF) liet hem kennismaken met het ware ondernemen, wat hem enorm inspireerde: ‘Van niets iets maken, dat straalt het gebouw uit en dat is de werkwijze van de mensen die hier zitten.’ De stage bij Waterarchitect Bart van Bueren was voor Tariq en zijn twee medestagiairs niet voor de hand liggend. ‘ Ik had geen idee wat we bij hem zouden kunnen doen. Hij is architect, ik ben constructeur. Maar Bart is heel open minded. Hij vindt alles goed, als het maar in zijn visie past. Dat was heel prettig.’ Anders dan de bedrijfsnaam doet vermoeden, houdt Van Bueren zich niet uitsluitend bezig met waterarchitectuur. Geïnspireerd door zijn eigen woonomgeving, een blok flatgebouwen aan de Lijnbaan in Rotterdam, bedacht Van Bueren de opdracht voor zijn stagiairs. Tariq herinnert zich: ‘Die oude woningblokken waren in slechte staat. Bart had begrepen dat er plannen waren om iets met die flats te doen. Wat precies was onduidelijk. Wij kregen de opdracht om een plan te bedenken om die woningen voor de stad te behouden én te verbeteren. Terwijl we met ons onderzoek bezig waren, kregen de flats de monumentenstatus omdat ze toonbeeld zijn van naoorlogse bouw in Rotterdam. Dit betekende dat ze niet zomaar gerenoveerd konden worden want de originele staat moest behouden blijven. Toch wilden we er iets mee.’ Het werd optoppen, oftewel bovenop de bestaande constructie een of meerdere lagen aanbrengen.
vrij Het leuke aan de stage vond Tariq het vrije karakter. ‘Iets bedenken vanuit het niets en daar onderzoek naar doen om vervolgens met een plan te komen, dat is typisch de stijl van Bart. Het kan iets moois worden, of het wordt helemaal niks. Aan onze opdracht hebben we een half jaar gewerkt. Het is nog onduidelijk of er iets met onze plannen gaat gebeuren. Maar
‘We hebben bewezen dat het kan.’ we hebben bewezen dat het kan!’ Tariq en zijn collega’s gebruikten de HR-Unit in de CF als werkruimte. Er gingen dagen of zelfs weken voorbij dat ze hun opdrachtgever niet zagen. De grote mate van vrijheid beviel: ‘Ik houd ervan om zelfstandig mijn ding te doen. Het was mijn afstuderen en ik wilde daar graag zelf de baas over zijn.’
19
Davy
Topee
p.8
Andere studenten
Johnny
Man
p.8
in deze publicatie:
Kevin
Smulders
p.8
20
21
hoofdstuktitel
willem maas (23)
Kim Chong p.13
Wie
Willem Maas en Bastiaan Kleiberg
Wat:
Maas & Kleiberg subsidieadvies
levert:
subsidieadvies gericht op technische en innovatieve bedrijven
de cf:
was voor ons een ideale start
Willem Maas p.21 Anna van Toorn p.25 u st
d
en
te
n
‘Het was mijn afstuderen en ik wilde daar graag zelf de baas over zijn.’ interview met:
Willem Maas
geen onzin Tariq vindt De CF ‘een heel prettig concept. Wat de CF uitstraalt, zie je ook terug in de mensen die er werken: Uit het niets iets creëren. De ondernemers leveren dagelijks een waardevolle bijdrage aan hun eigen bedrijf. Ze vormen daarmee zelf hun bedrijf. Een architect als Bart is niet alleen bezig met gebouwen ontwerpen,
maar met een totaalpakket. Hij staat open voor alles, zolang het geen onzin is. Die houding heb ik echt van hem geleerd. En die houding typeert ook alle mensen in de CF. Ik heb een hoop leuke contacten gemaakt in mijn tijd hier, daar heb wat aan, nu of later.’ Momenteel studeert Tariq Civiele Techniek aan de TU Delft. Een toekomst als ondernemer sluit hij niet uit. ‘Eerst een paar jaar ervaring opdoen bij een baas, daarna zou ik graag voor mezelf beginnen. De CF is een ideale plek om te starten. Het duurt minimaal nog vijf jaar voor ik zover ben, dus ik hoop dat de CF dan nog bestaat!’
‘Vreemde eend in de bijt’
Vervolg interview met Tariq Dawoud
22
studenten
mijn connectie met Rotterdam-Zuid:
“Toen ik op Zuid woonde, spendeerde ik al mijn vrije uren in de voetbalkooi. Daar heb ik veel mensen ontmoet.” interview met Willem Maas
‘Vreemde eend in de bijt’
Willem Maas en Bastiaan Kleiberg werden een beetje een vreemde eend in de bijt toen ze met hun zakelijke subsidieadviesbureau verhuisden naar de Creative Factory (CF). Maar de ervaring bleek waardevol en de contacten met de HR en Pact op Zuid zijn blijvend. Willem Maas en Bastiaan Kleiberg startten in 2009 tijdens hun studie Management, Economie en Recht (MER) hun onderneming Maas & Kleiberg subsidieadvies. Eerst vanuit huis, maar al snel werd de HR-unit in de Creative Factory hun thuisbasis.
de Factory, ongeacht of het bedrijf in kwestie een creatieve onderneming is of niet. ‘We hadden wel wat aan de ervaringen van de ondernemers in de CF en het was waardevol om met ze te sparren, maar het waren voor ons geen potentiële klanten.’
‘Wij behoorden tot het meubilair.’
Wall Street Inmiddels is Maas & Kleiberg sinds een half jaar gevestigd in het Cité bedrijvenpand aan de Laan op Zuid, een omgeving die in alle opzichten het tegenovergestelde is van de CF: Nieuw en zakelijk, met een Wall Street-achtige allure. ‘In de CF waren we absoluut een vreemde eend in de bijt. Daar zitten voornamelijk creatievelingen. Wij behoren meer tot de zakelijke en financiële dienstverlening, dat is toch een andere wereld. Wij hebben een bepaald imago nodig, waardoor we uiteindelijk ook hebben gekozen voor een andere locatie. Tuurlijk, we zijn jong en fris, maar we worden vooral geacht om betrouwbaar en degelijk te zijn.’
professioneel en gratis Maas: ‘Op een bedrijvendag op de HR spraken we met Wietske Willemse en die bood ons werkruimte aan in de CF. Dat bood kansen om onze business structureler aan te pakken. Een vast adres dat niet je huisadres is, komt professioneler over. Een ideale start, ook omdat we gratis in de HR-unit konden zitten en daar mensen konden ontvangen.’ ‘We waren meestal vijf dagen per week te vinden in de HR-Unit van de CF en behoorden na een tijdje echt tot het meubilair. Interactie was er met bijvoorbeeld de Waterarchitect op het gebied van subsidies. Voor de rest hebben we weinig met de andere bedrijven gedaan, vooral omdat we ons niet richten op de creatieve sector.’ Alle startende studentondernemers mogen gratis gebruikmaken van de HR unit in
doorgeefluik ‘Er zijn voor bijna elk bedrijf subsidiemogelijkheden, zeker voor bedrijven die zich bezighouden met Research & Development en productontwikkeling.
23
Davy
Topee
p.8
Andere studenten
Johnny
Man
p.8
in deze publicatie:
Kevin
Smulders
p.8
24
25
hoofdstuktitel
Anna van toorn (20) Wat:
Stagiair/freelance medewerker
waar:
Earnst Website Architecten
de cf:
bood mij een enorm leerproces
Kim Chong p.13 Tariq Dawoud p.17 Anna van Toorn p.25
De overheid communiceert niet altijd even duidelijk over de mogelijkheden en actuele ontwikkelingen. Wij willen een doorgeefluik zijn naar het bedrijfsleven. In feite verlenen we dus ook de overheid een dienst. De doelstellingen van de overheid enerzijds en het bedrijfsleven anderzijds liggen nogal eens ver uit elkaar. Daar moet een vertaalslag in worden gemaakt en daar moet je soms creatief in zijn. In dat opzicht zijn wij dus ook creatievelingen.’
interview met:
Anna van Toorn
u st
d
en
te
n
‘Een vast adres dat niet je huisadres is, komt professioneler over.’
‘Ik hou van het persoonlijke van een klein bedrijf’
Vervolg interview met Willem Maas
upgraden van Zuid De banden met de HR zijn nog nauw en ook voor het Pact op Zuid is Maas & Kleiberg geen onbekende. ‘Momenteel studeert een MER-student bij ons af. Wij begeleiden ook allebei een groep studenten van de minor Consultancy & Ondernemerschap. De afstudeerbegeleider van Bastiaan is laatst nog langs geweest om bij te praten. Er zijn dus nog wel contacten met de HR, al is het niet meer zo intensief als ten tijde van de CF. Je moet toch echt op eigen benen leren staan wil je verder groeien. ‘We hebben ook al een keer om tafel gezeten met Ondernemershuis Zuid. Een informeel gesprek over de mogelijkheden van samenwerking. Maar het is lastig in te passen in de doelgroep waar wij ons op richten. We staan wel open voor samenwerking in het kader van het upgraden van Rotterdam-Zuid.
26
studenten
mijn connectie met Rotterdam-Zuid:
“Daarnaast staat de Maassilo, het andere deel van het gebouw, bekend als feestlocatie. Hier ben ik een paar keer geweest voor een feest.”
interview met Anna van Toorn
‘Ik hou van het persoonlijke van een klein bedrijf’
Anna van Toorn liep van september 2010 tot eind januari 2011 stage bij Earnst Website Architecten van Edo van Tilborgh (zie pag 29). De vierdejaars student Communication & Multimedia Design aan de Hogeschool Rotterdam is daar nu freelance medewerker.
Anna: ‘Op de stagemarkt bij ons op de opleiding kwam ik Earnst tegen. Het klikte meteen met Edo.’ Edo: ‘Ik zocht een stagiair die gepassioneerd was over usability, die de laatste ontwikkelingen op dat gebied bijhoudt, met JQuery wilde leren werken. Op die stagemarkt stonden allemaal heel grote bedrijven, ik moest een ludieke manier verzinnen om studenten te lokken. Ik had een grote flyer gemaakt met een zwerver erop die een bord omhoog houdt met de tekst Will design for food.’
‘Will design for food’ Anna: ‘Wij begonnen op die stagemarkt al te praten over projecten en hoe het anders en beter zou kunnen.’ Edo: ‘Daarna heb ik jou nog een keer uitgenodigd voor een formeler gesprek en toen hebben we besloten om het te doen.’
fotograaf: Erik Flohr beats010, het studentenfeest van Hogeschool Rotterdam, in de Creative Factory
Anna: ‘Sommigen vinden het heel leuk om bij een heel groot reclamebureau te werken, maar ik heb dan het gevoel dat ik een nummertje word. Ik hou wel van het persoonlijke van een klein bedrijf.’
Edo: ‘Anna draaide mee met alles wat voorbij kwam. Als het niet voor het echie is, dan leer je niks. Ze heeft bijvoorbeeld meegewerkt aan het maken van de website voor de Buzinezzclub, ook een initiatief van de Creative Factory. Waar Anna sterk in is, is om snel een idee op papier te zetten. Ik kom terug van een gesprek met een klant en dan bepalen we heel snel schetsmatig hoe de site moet worden ingedeeld.’ Anna: ‘Ik houd me voornamelijk bezig met de navigatie, de plaatsing van de onderdelen; een kopje hier, een tekstje daar. Ik leerde bij Earnst met programma’s werken waarvan ik nog nooit had gehoord. Om de anderhalve maand gingen we om tafel om de stage te evalueren en te bekijken wat ik nog meer zou kunnen doen. Verder was er continu terugkoppeling over alles waar ik mee bezig was. Het is een enorm leerproces geweest, en nog steeds.’ Edo: ‘We hadden over lopende projecten dagelijks contact. Jij zat meestal al voor tachtig of negentig procent in de goede richting, maar om het op het niveau te krijgen dat je aan de klant kunt presenteren, moest er nog wel door mij naar worden gekeken.’
27
Andere studenten
Johnny
Man
p.8
in deze publicatie:
Kevin
Smulders
p.8
28
29
hoofdstuktitel
edo van tilborgH (33)
Davy
Topee
p.8
wat:
Ondernemer
waar:
Earnst Website Architecten
de cf:
heeft absoluut bijgedragen aan de groei van mijn onderneming
Kim Chong p.13 Tariq Dawoud p.17 Willem
u st
d
en
te
n
Maas
p.21
interview met:
Edo: ‘Ik denk dat het heel goed is voor jouw ontwikkeling om ook ergens anders ervaring op te doen.’
Edo van Tilborgh
‘Als het niet voor het echie is, dan leer je niks’
‘Een uitdagende omgeving’
Vervolg interview met Anna van Toorn
Anna: ‘Ik vind dit gebouw erg inspirerend. De mensen om je heen dragen bij aan de sfeer en ook aan het soort opdrachten dat je krijgt. Voor Dutch Icon, een bedrijf in de CF, hebben we een opdracht gedaan. Er gebeuren gekke dingen af en toe, dat maakt het levendig. Voor mijn afstudeerstage wil ik graag bij een heel ander bedrijf werken. Er is meer in de wereld dan het gebouw dat Creative Factory heet.’
30
ondernemers
mijn connectie met Rotterdam-Zuid:
“Hier gebeuren toffe dingen, de sfeer is goed en de ondernemers gaan ervoor!” interview met Edo van Tilborgh
‘Een uitdagende omgeving’
Na acht jaar had hij ‘alle hoeken en gaten’ van het reclamebureau waar hij werkte wel gezien. Edo van Tilborgh vond het tijd voor een eigen bedrijf, met ruimte voor ondernemerschap en groei. De Creative Factory (CF) draagt daar ‘absoluut’ aan bij.
In januari 2009 begon Van Tilborgh vanuit huis aan zijn eerste opdracht als zelfstandige. ‘Ik had een breed netwerk van mensen die wisten dat ik handig ben met internet, daar kwamen vrij snel de eerste opdrachten uit.’ Vanuit huis werken is heel efficiënt en productief, maar Van Tilborgh miste het sociale aspect: gezellig samen lunchen, discussies over het werk. Dus ging hij op zoek naar een werkplek. ‘De Creative Factory had een sfeer van jonge mensen die proberen een volgende stap te maken. Een uitdagende omgeving ook, met zelfs een klein beetje concurrentie onderling.’ De Creative Factory heeft volgens Van Tilborgh absoluut bijgedragen aan de groei van zijn onderneming. ‘Je leert hier een hoop mensen kennen door middel van netwerkborrels of unitfeestjes. Ik heb zelfs iemand in dienst genomen die ik hier heb leren kennen omdat hij voor een ander bedrijf in de CF werkte, een bedrijf dat het helaas niet gered heeft.’ totaalpakket Een idee beetpakken, een concept maken, van de marketingstrategie tot de technische koppeling met het backend systeem. Earnst biedt klanten een totaalpakket. Van Tilborgh: ‘Dat is best een grote ambitie voor een eenpitter, heb ik gemerkt. De laatste anderhalf jaar ben ik steeds meer gaan samenwerken om grote projecten aan te kunnen. Van Tilborgh is bekend
de werkplek van Edo van Tilborgh
met alle aspecten van website-realisatie, maar voert het allang niet meer allemaal zelf uit. ‘Het kost veel energie om op al die vlakken het kennisniveau van een expert vast te houden. Daarbij, als je alleen maar met productie bezig bent, dan ben je hooguit een declarabele freelancer. Ik wil ondernemen.’
‘Ik wil ondernemen.’ De samenwerking met de HR op het gebied van stagiairs is een vruchtbare gebleken. ‘Wietske Willemse (progammamanager CF vanuit HR) heeft me echt een beetje gepusht om mee te doen aan de HR-stagemarkt. In eerste instantie leek het me intimiderend om naast grote, gevestigde namen te staan als internetbureaus Mangrove en Mirabeau. Maar Wietske overtuigde mij en gaf me meer zelfvertrouwen om me te positioneren als aantrekkelijk stagebedrijf voor studenten.’ mini-Factory Voor de branche van Van Tilborgh is het essentieel om bovenop de nieuwste trends te zitten. ‘HTML5 apps voor je mobiel, maar ook responsiveness – dat de site meteen reageert als een gebruiker een formulier verkeerd invult. Daar is steeds meer vraag naar. Het gaat om maatwerk – een heel naar woord.
31
Gerben
33
hoofdstuktitel
bart van bueren (29) wat: maakt:
Waterarchitect van Bueren Drijvende constructies
grootste succes:
Drijvend Paviljoen
de cf:
‘Lokt contact uit.’
cr
Vrijkorte
ti ea
ve
ot Fac
y
p.41
Andere ondernemers en partner
Dwight
Krolis
p.37
in deze publicatie:
Bart
van Bueren
p.33
32
interview met:
Alert zijn op ontwikkelingen en daarop inspringen.’ Van Tilborgh is een beetje om zich heen aan het kijken naar een eigen ruimte. ‘Om samen met gelijkgestemden, zeg maar, mijn eigen miniFactory te starten.’ Voorlopig zit hij nog prima in de CF en is er voldoende ruimte. ‘Maar ik heb vroeger ook in het hart van Rotterdam gewerkt, met kroegen en restaurantjes om de hoek. Dat mis ik hier wel een beetje. Dat zou ik graag weer opzoeken.’
Bart van Bueren
‘De samenwerking met de HR op het gebied van stagiairs is een vruchtbare gebleken.’
Deltadesign in de Creative Factory
Vervolg interview met Edo van Tilborgh
34
ondernemers
35
mijn connectie met Rotterdam-Zuid:
“Als ik uit het raam kijk, krijg ik vaak ideeën”
interview met Bart van Bueren
Deltadesign in de Creative Factory
Zijn toekomstdroom is een drijvend kantoor, maar het magnifieke zicht op de Maashaven is voor nu een heel behoorlijk alternatief. Bart van Bueren is de Waterarchitect. Hij huist sinds twee jaar op de bovenste verdieping van de Creative Factory. Na zijn studies architectuur en bouwtechniek aan de TU in Delft trok Van Bueren tweeënhalf jaar geleden doelbewust naar Rotterdam om zich te vestigen in de Creative Factory (CF). ‘Ik wist niet veel van Rotterdam, maar in mijn netwerk hoorde ik er regelmatig goede dingen over. Het gebouw paste direct bij mij, dat is belangrijk voor een architect.
Het Drijvend Paviljoen is een prijswinnend ontwerp dat wereldwijd is getoond als icoon van klimaatadaptief ontwerpen. Dit is veruit de leukste verdieping. De machines staan overal om je heen, en het uitzicht is geweldig. De bedrijven zijn hier groter dan in de rest van het gebouw.’ Van Bueren werkt inmiddels met twee freelance collega’s en heeft regelmatig stagiairs (zie uitzicht vanuit het kantoor van Bart van Bueren
interview Tariq Dawoud op pag 17) van de HR onder zijn hoede. ‘Ik verwacht van stagiairs een grote mate van zelfstandigheid.’ Er gaan dagen of zelfs weken voorbij zonder dat Van Bueren zijn stagiairs ziet. Daartegenover staat een grote betrokkenheid bij hun ontwikkeling. ‘Ik nam drie bouwkundestudenten mee naar de TU Delft om daar rond te kijken. Ze zijn alle drie een master aan de universiteit gaan doen, dat is natuurlijk hartstikke gaaf.’ drijvend Paviljoen De drijvende constructies van Van Bueren vallen onder deltatechnologie: een typisch Nederlandse expertise met betrekking tot water en veiligheid. Liever nog heeft hij het over delta-design. De Waterarchitect staat voor ongewone constructies, duurzame installaties en klimaatadaptatie. Zijn grootste succes en bekendste project is het Drijvend Paviljoen, een prijswinnend ontwerp dat wereldwijd is getoond als icoon van klimaatadaptief ontwerpen. Van Bueren presenteerde het op de WorldExpo in Shanghai in 2010. Tegenwoordig is het Paviljoen te bewonderen in de Rijnhaven, waar het dienst doet als expertisecentrum van de innovatieve en inspirerende aanpak van klimaat, energie en water.
Gerben
37
hoofdstuktitel
dwight krolis (28) wat:
Stichting Young UP
werkt:
met Rotterdamse jeugd aan talentontwikkeling
de cf:
heeft de ideale uitstraling van street en professionaliteit die bij ons past.
mooi om te zien dat studenten daar in groepen gaan studeren en overleggen. De lijnen met de HR zijn kort en dat helpt mij bij het vinden van geschikte stagiairs.’ naar concert met Pact op Zuid ‘Ik neem vaak actief deel aan de evenementen en mogelijkheden die Pact op Zuid biedt. De directeur van de Factory bood me laatst tijdens een netwerkborrel spontaan een kaartje aan voor een concert van het Rotterdams Philharmonisch, georganiseerd door het Pact. Dat was grandioos.’ Van de ondernemerssubsidies die het Pact op Zuid ook biedt, heeft Van Bueren zelf bewust geen gebruik gemaakt. Om in aanmerking te komen voor de subsidie moet je je een aantal jaren vastleggen. ‘Ik zit hier nu en vind het prachtig,
cr
Vrijkorte
ti ea
ve
ot Fac
y
p.41
Andere ondernemers en partner
Dwight
Krolis
p.37
in deze publicatie:
Edo
van Tilborgh
p.29
36
interview met:
maar ik weet niet of ik hier volgend jaar nog ben. Deltatechnologie staat internationaal heel sterk. Rotterdam is een geweldige stad voor drijvende architectuur, maar de uitvoering laat hier nogal eens op zich wachten. De gemeente pakt niet door. In China bouwen ze morgen wat ze vandaag bedenken.’ Dus het drijvende kantoor zou zomaar ook in Shanghai kunnen liggen? ‘Waarom niet?’
Dwight Krolis
lunchen Eigenzinnige ondernemers zijn van nature niet geneigd om samen te werken, toch lokt de CF wel contact uit. ‘Alleen al met elkaar lunchen werkt kruisbestuiving in de hand.’ Samenwerking is geen doel op zich, maar soms biedt het een meerwaarde. ‘Zoals de printerfaciliteiten in de CF. Als we nu eens met z’n alleen één grote, dure printer aanschaffen in plaats van allemaal zelf een kleine?’ Dat de unit van de Hogeschool Rotterdam twee deuren verderop zit, vindt Van Bueren ‘prachtig’. ‘Die wisselwerking benut ik heel erg. Ik vind het
Graffiti op de muren, muziekje aan
Vervolg interview met Bart van Bueren
‘De lijnen met de HR zijn kort en dat helpt mij bij het vinden van geschikte stagiairs.’
38
ondernemers
mijn connectie met Rotterdam-Zuid:
“Charlois Hoofd is de plek waar ik opgegroeid ben, hier heb ik mijn huidige vrienden leren kennen die mijn motivatie zijn geweest voor het oprichten van Young UP.” Talentontwikkeling van jongeren
interview met Dwight Krolis
Graffiti op de muren, muziekje aan
Niet óver maar mét jongeren praten. Daar staat stichting Young UP voor. Jongeren worden begeleid in projecten op het gebied van sport, kunst en cultuur of maatschappelijke thema’s. Oprichter Dwight Krolis: ‘Ze moeten het zelf doen.’ Toen Krolis nog kleine Dwight uit Charlois was, was hij altijd al bezig met regelen en organiseren. Hij wilde de dingen zelf doen, op zijn manier. Hij studeerde Facility Management terwijl de meeste van zijn vrienden helemaal niet naar school gingen. Hij was actief binnen de Rotterdamse Jongerenraad en de Nationale Jeugdraad. Tegenwoordig speelt hij op topamateurniveau bij VV Katwijk. Drie jaar geleden richtte hij Young UP op. ‘Talentontwikkeling van jongeren op basis van hun passie, daar gaat het om. Jongeren passen niet altijd binnen de bestaande onderwijsstructuur of in het bedrijfsleven. Soms moet je ze een alternatief platform bieden om zich te kunnen ontwikkelen.’ van sport tot techniek en projectplan schrijven Gezien de voetbalpassie van Krolis zelf, lag de focus van Young UP In eerste instantie op sport. ‘Maar ik wilde het breder trekken. Muziek, kunst en cultuur, maatschappelijke thema’s, whatever. We willen alle jongeren aanspreken.’ Vooral projectmatig werken – een plan bedenken, voorbereiden, succesvol uitvoeren en afsluiten – is iets dat Krolis jongeren wil laten ervaren. Dat kan op allerlei manieren. ‘Een stagiair had met uitzicht op het water vanaf het Charloisse Hoofd
zinloos geweld te maken gehad en wilde graag een debat organiseren en een videoclip maken vanuit het perspectief van jonge daders. Wij begeleidden hem en beheerden de financiën. Een ander wilde een documentaire maken over jeugd in Rotterdam. Dan schrijven we samen
‘Jongeren passen niet altijd binnen de bestaande onderwijsstructuur of in het bedrijfsleven.’ met hem een projectplan en dat dienen we dan in bij vier of vijf fondsen. Ook al krijgt hij geen geld, dan heeft hij nog steeds iets geleerd.’ Young UP organiseert ook trainingen en debatten om jongeren en de arbeidsmarkt meer te verbinden. ‘In het kader van Pact op Zuid werken we mee aan een project om jongeren en techniek te verbinden.
39
Gerben
cr
Vrijkorte
ti ea
ve
ot Fac
y
p.41
Andere ondernemers en partner
Bart
van Bueren
p.33
in deze publicatie:
Edo
van Tilborgh
p.29
40
Gebiedsmanager Feijenoord bij Vestia
werkt:
Aan de toekomst van Zuid en zijn bewonders
de cf:
en de wijk hebben elkaar wat te bieden, maar dat komt nog niet uit de verf
interview met:
Ook de HR en ROC’s nemen hieraan deel. Wij hebben met jongeren een video gemaakt om inzicht te bieden in hoe zij denken over techniek.’
gratis parkeren ‘We’, dat zijn Krolis en zeven bestuursleden, zes vaste vrijwilligers én een achterban van zo’n 73 jongeren die incidenteel meewerken aan activiteiten met als gemene deler het inspireren van jonge Rotterdammers om het beste uit hun leven te halen. In het begin vergaderden de bestuursleden van Young UP in de openbare bibliotheek, maar een eigen werkplek werd onmisbaar. Krolis: ‘De Creative Factory (CF) is vijf minuten bij mijn huis vandaan. Het is betaalbaar en een lekker rauw pand, herkenbaar ook. Jongeren kennen de Maassilo van de feestjes en zo. Qua openbaar vervoer is het ideaal, parkeren is gratis. In onze unit hebben we een sfeer gecreëerd die aansprekend is voor jongeren. Graffiti op de muren, muziekje aan. Het is hier een beetje chaotisch, maar heel relaxed en niet zakelijk. Die combinatie van street en professionaliteit past bij de CF. We hebben wel de ambitie om ooit naar de stad te verhuizen, naar een meer centrale locatie. Dat jongeren uit bijvoorbeeld Noord of Oost ook met Young UP in contact kunnen komen. Maar dan moet het wel een pand zijn met een vergelijkbare uitstraling als de CF.’
wat:
Gerben Vrijkorte
‘Het is betaalbaar en een lekker rauw pand, herkenbaar ook.’
gerben vrijkorte (37)
‘Wat is er tot nu toe ‘Zuid’ aan de Creative Factory, behalve de locatie?’
Vervolg interview met Dwight Krolis
41
hoofdstuktitel
42
partner
mijn connectie met Rotterdam-Zuid:
“De delicatessenspeciaalzaak ‘Lekker op Zuid’ heeft veel kwaliteitsproducten. De koffie staat voor kracht en voor de vernieuwing van de Afrikaanderwijk” interview met Gerben Vrijkorte
43
‘Wat is er tot nu toe ‘Zuid’ aan de Creative Factory, behalve de locatie?’
De Creative Factory (CF) heeft zich bewezen als bedrijfsverzamelpand. Maar de oorspronkelijke doelstelling van interactie met de omliggende wijken komt vooralsnog niet uit de verf, aldus Gerben Vrijkorte, gebiedsmanager bij Vestia Rotterdam Feijenoord. ‘Voor ons partnerschap in de CF is het van essentieel belang dat de relatie met de wijk zich meer ontwikkelt.’ Als projectleider bij de dienst Stadsontwikkeling stond Vrijkorte in 2007 aan de wieg van de herontwikkeling van de Maassilo. ‘Gezien de omvang van het pand en de icoonfunctie die het heeft, waren de verwachtingen best hooggespannen. De Maassilo was voorheen toch vooral een wat unheimische plek waar het niet prettig verblijven was. Het was een hell of a job om dat pand te herontwikkelen en bewoonbaar te maken. Toen dat eenmaal gedaan was, veranderde binnen no time het imago naar hot en happening: als ik ergens bij wil horen met mijn bedrijfje, dan moet ik naar die Factory. Er was echt een buzz en de Maassilo werd heel populair. Eigenlijk zelfs té, de rauwheid is minder geworden, bijna alle ondernemers die er zitten, zijn behoorlijk salonfähig en mainstream.’
Lekker op Zuid
toegevoegde waarde De interesse van Vestia gaat vooral uit naar de toegevoegde waarde van de CF voor de omliggende wijken, met name de Afrikaanderwijk en Bloemhof. Want wat is er tot nu toe ‘Zuid’ aan de CF, behalve de locatie? Vrijkorte: ‘Dat is een hele goeie vraag. Destijds was de insteek dat de CF als een olievlek zou uitbreiden naar de omringende wijken. Dat komt vooralsnog niet helemaal uit de verf. Het gebouw en de ondernemers die er werken moeten meer een relatie ontwikkelen met de wijk. Wellicht heeft dat nog tijd nodig, maar het moet ook niet al te lang meer duren.’
“Rotterdam Zuid, het is niet wat en het wordt niet wat.” Dat idee, daar wil Vrijkorte nu echt eens vanaf. ‘Het is achterhaald. Met name de Afrikaanderwijk is de kanskaart bij uitstek, één van de wijken met de meeste potentie van de stad. Er staat een aantal veelbelovende plannen op stapel voor de komende jaren. Niet alleen veel sloop, renovatie en nieuwbouw, maar ook en vooral nieuwe voorzieningen, zoals de beste basisscholen van de stad, sportzalen en commerciële faciliteiten in het geplande Huis op Zuid en het ontsluiten van de wijk door tram- en metroverbindingen.’ Vrijkorte heeft het de laatste jaren zien gebeuren: het zwaartepunt van het stadscentrum ‘zakt’ als het ware richting Zuid. De Wilhelminapier, met Lantaren/Venster en het Nieuwe Luxor, is al door het centrum geannexeerd. Steeds meer functies komen richting Zuid. ‘Het kan bijna niet anders of de Afrikaanderwijk is aan de beurt om de komende jaren dé nieuwe wijk te worden waar hét gebeurt, zodat het aantrekkelijk wordt voor jong, hip, ondernemend Rotterdam − de populatie van de CF dus − om zich hier te vestigen.’ relatie met wijk moet beter Voor het partnerschap van Vestia in de CF is het van essentieel belang dat die relatie met de wijk zich ontwikkelt. Want dat is waar Vestia het ooit om heeft gedaan, niet om een fort in de lucht te houden aan de rand van de wijk waar jonge ondernemers lekker goedkoop hun ding kunnen doen. De CF draagt nu al bij aan de ontsluiting van Zuid doordat steeds meer mensen de CF bezoeken.
Dwight
cr
Krolis
Andere ondernemers en partner
Bart
ti ea
ve
ot Fac
y
p.37
van Bueren
p.33
in deze publicatie:
Edo
van Tilborgh
p.29
44
convenanten, maar zou structureel op Zuid moeten zijn. Onze filosofie is dat kinderen op Zuid in de toekomst hun hele schoolloopbaan kunnen doorlopen, van basisschool tot aan vmbo en op termijn een ROC. Het zou toch fantastisch zijn als daar ook nog een hogeschoolvestiging aan toe wordt gevoegd?’ De HR zou wat Vrijkorte betreft een mooie rol kunnen spelen in het aanzwengelen van meer interactie. ‘De HR heeft echt haar nek uitgestoken met haar partnerschap in de CF, dat is zeker te waarderen. De HR, Vestia en de andere partners moeten continu blijven zoeken naar de wederkerigheid, wat kunnen we voor elkaar betekenen? Denken we vanuit problemen of vanuit kansen? Het is de kunst om jonge ondernemers te laten ervaren dat de Afrikaanderwijk de meest dynamische en hippe
wat:
Projectleider partnerschap CF en HR tot september 2011
ONTWIKKELDE:
het partnerschap tussen HR en CF
de cf:
‘moet nu een verdiepingsslag gaan maken.’
‘De Hogeschool Rotterdam moet hier fysiek naartoe komen.’
interview met:
wijk van Rotterdam Zuid is. Er zijn initiatieven genomen om hen een goede doorstart te bieden in Bloemhof en de Afrikaanderwijk, waarbij we merken dat ondernemers op dit moment een voorkeur hebben voor de laatste.’ Vrijkorte somt de buitenkansen van de Afrikaanderwijk op: ‘Zeven minuten van de Koopgoot, superbereikbaar, uitstekende prijskwaliteitverhoudingen, werken om de hoek, veel beter kan het niet. De CF als bedrijfsverzamelgebouw voor jonge ondernemers is een feit, maar nu zijn we in de fase gekomen dat we slagen naar buiten moeten maken, interactie en contact met de omgeving. De wijk was misschien nog niet klaar voor het ontvangen van de CF, maar met de renovatie en nieuwbouw en alles wat nog op de planning staat, zal dat veranderen. Dat ze – de CF en de wijk – elkaar echt wat te bieden hebben, dat moment is aanstaande.’
Paulette Verbist
HR op Zuid Wat kan de Hogeschool Rotterdam doen om de CF meer ‘van Zuid’ te maken? ‘Fysiek hier naartoe komen. Zuid als stadsdeel is groter dan Eindhoven, met 200.000 inwoners. Er is enorm veel potentieel voor studentenhuisvesting, er is uitstekend openbaar vervoer. De HR zit nu vooral aan de andere kant van de rivier. Zuid heeft enorme potentie, daar zou je structureel aanwezig moeten willen zijn. Af en toe opdrachten doen, dat is leuk en aardig. Maar er dreigt ook een beetje wildgroei aan ad hoc projecten. De HR zou het niet moeten laten bij projecten en
Paulette Verbist (53)
‘De opbouw is voorbij, het is tijd voor een nieuwe fase’
Vervolg interview met Gerben Vrijkorte
Maar Vrijkorte wil benadrukken dat de wisselwerking tussen de CF en Zuid nog te wensen over laat. ‘Niet alleen vanuit de ondernemers die meer de wijk in zouden moeten, maar ook en vooral andersom: bewoners die ‘iets’ kunnen of willen met de CF. Het gebouw lijkt een soort vesting voor de omwonenden.’ Daarbij is het de vraag of de ondernemers in de CF überhaupt zitten te wachten op hun buren. Vrijkorte: ‘Enige tijd geleden werd er in de Skylobby van de Maassilo een bijeenkomst georganiseerd waar een aantal jongeren uit de buurt op afkwam, toen hoorde je wel geluiden uit de CF van: Wat doen die jongens hier eigenlijk?’
45
hoofdstuktitel
46
Hogeschool Rotterdam
mijn connectie met Rotterdam-Zuid:
“Wat ik heel erg fascinerend vind, zijn de oude gebouwen die eigenlijk bij de haven horen, die hebben allemaal iets mysterieus. Ze herinneren aan de bedrijvigheid en industrie die vroeger midden in de stad te vinden waren.”
interview met Paulette Verbist
‘De opbouw is voorbij, het is tijd voor een nieuwe fase’
Paulette Verbist startte in september 2007 vanuit de Hogeschool Rotterdam ‘de zoektocht om het partnerschap met de Creative Factory te ontwikkelen’. Ze blikt terug én uit haar wensen voor de toekomst. ‘Ik zou de Willem de Kooning Academie willen vragen werk te maken van de mogelijkheden die de CF hen biedt.’ Verbist stond als projectleider aan de basis van het partnerschap tussen de HR en de CF. Vanuit haar functie bij de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur werd ze door de HR voor deze klus gevraagd. ‘Het partnerschap was voor de hogeschool een manier om deel te nemen aan de ontwikkeling van de creatieve sector in Rotterdam als één van de drie economische speerpunten van de stad, naast de haven en de medische bedrijvigheid. Tegelijkertijd was het een kans om iets concreets te doen in Rotterdam Zuid. De HR stelde 25.000 euro per jaar beschikbaar om de samenwerking vorm te geven.’ losse aanpak Aanvankelijk probeerde Verbist het partnerschap te ontwikkelen binnen de bestaande structuren van de HR. ‘Dat bleek lastig. Ik heb die werkwijze al snel losgelaten en ben voor geïnteresseerden activiteiten rond de CF gaan organiseren. Op een losse manier een groep mensen opbouwen die het leuk vindt om mee te werken aan de ontwikkeling van de CF, dat werd het uitgangspunt. We creëerden een ruimte binnen de CF, de HR-Unit, om een fysieke link te leggen tussen de hogeschool en de ondernemers. Er moest ook iemand aanwezig zijn om die ruimte te runnen, een ‘gezicht’ en aanspreekpunt voor het opbouwen van relaties. Die persoon werd Wietske Willemse.’ De tandem Verbist-Wilemse bouwde met hulp van medewerkers van de vier relevante instituten het partnerschap verder uit.
‘ISO (sociale opleidingen), CoM (commerciële economie), EAS (Engineering & Applied Sciences) en uiteraard de Willem de Kooning Academie (WdKA) hebben belang bij creatief ondernemerschap. Daar komt bij dat het
‘De WdKA heeft nog heel weinig gebruik gemaakt van het partnerschap tussen CF en HR, dat vind ik jammer.’ aantal zzp’ers (zelfstandigen zonder personeel) in de samenleving enorm groeit. Met name studenten in een creatieve richting zullen hierover na moeten denken.’ Bijna 80 procent van de kunstacademiestudenten wordt zzp’er, maar het ondernemerschapsaspect van hun beroepspraktijk kwam in de opleidingen lange tijd nauwelijks aan bod. Verbist ziet hier een rol weggelegd voor de CF. ‘De WdKA heeft nog heel weinig gebruik gemaakt van het partnerschap tussen CF en HR, dat vind ik jammer. Het is achterhaald om te denken dat je je in de kunstsector niet hoeft bezig te houden met ondernemerschap en commercie.
47
Monica
Andere hr medewerkers
Heikoop
in deze publicatie:
Ben
p.53
Brandenburg
p.49
48
Je wilt toch uiteindelijk je brood verdienen met wat je kunt. Ik zou de WdKA willen uitnodigen om in de toekomst meer gebruik te maken van de mogelijkheden die de CF hen biedt.’
ben brandenburg (51)
ontwikkeling. ‘De meeste ondernemers uit de CF wonen niet op Zuid en de ambitie om hen in de Afrikaanderwijk te huisvesten is in de afgelopen vier jaar slechts een blik in de verte geweest. Je kunt niet verwachten dat mensen uit zichzelf gaan verhuizen, zeker niet naar een wijk met zo’n reputatie, of die nu terecht is of onterecht. Vestia zou wat dat betreft een actief wervingsbeleid moeten voeren.’ Ook zou wat Verbist betreft het management van de CF een voorkeursbehandeling kunnen bieden aan startende ondernemers uit Zuid die zich in de CF willen vestigen. Sinds september 2011 zit de CF niet meer in de portefeuille van Verbist, haar taken zijn overgeheveld naar Willemse. ‘De opbouw is voorbij, het is tijd voor een nieuwe fase. Ik hoop dat de CF een verdiepingsslag kan maken. Hier ligt een taak voor het management: wat wil men betekenen voor de stad en de ondernemers? Zijn er mogelijkheden om nog
wat:
Manager externe betrekkingen van de Rotterdam Business School (tot 2011, nu manager externe betrekkingen bij het Instituut voor Management Opleidingen)
biedt:
Studentenondersteuning aan ondernemers met ambities in het buitenland
de cf:
is voor veel studenten een eye opener.
‘De CF moet zich blijven onderscheiden van andere bedrijfsverzamelgebouwen in de stad.’ interview met:
Ben Brandenburg
betere verbindingen te leggen met de partners? De CF moet zich blijven onderscheiden van andere bedrijfsverzamelgebouwen in de stad. Het concept was dat starters na vier jaar hun vleugels moesten uitslaan. Gaan die ook echt vertrekken? Hoe past het concept nog binnen de huidige maatschappelijke constellatie? Pact op Zuid bestaat niet meer, dus misschien moet je aanpassingen doen om beter aan te sluiten bij het Nationaal Progamma Rotterdam-Zuid. Sluit de werkwijze van de CF aan op de wensen van het hoger onderwijs? Moet de CF meer doen met zzp’ers? Bijvoorbeeld Seats 2 Meet voor de creatieve bedrijvigheid, workshops ondernemerschap en nascholingsprogramma’s voor creatieven. Kortom, voldoende mogelijkheden! Ik adviseer de HR dan ook om vooral betrokken te blijven.’
‘Studenten kunnen zich met deze ondernemers identificeren.’
h
o
Vervolg interview met Paulette Verbist
perspectieven Zijn er nog meer zaken voor verbetering vatbaar? ‘De onderlinge uitwisseling en samenwerking tussen de bedrijfjes in de CF zou intensiever kunnen. De vraag hoe bedrijven elkaar meer kunnen ontmoeten is al een paar keer onderdeel geweest van een onderzoek van HR-studenten. De uitkomst hiervan was niet altijd even sterk, maar het zijn wel echte vraagstukken waar studenten mee aan de slag kunnen.’ Hetzelfde geldt voor de relatie tussen de CF en de omliggende wijken. ‘De niveaus van het partnerschap met de CF zijn wat de HR betreft als volgt: Ten eerste willen we studenten in contact brengen met het fenomeen creatieve bedrijvigheid door middel van bijvoorbeeld rondleidingen in de CF. Het tweede niveau is studenten ondernemerschap laten ervaren door stages en projecten. Het derde niveau is onderzoek doen en afstuderen binnen de CF in opdracht van daar gevestigde ondernemers of van de partners. Verschillende studenten hebben het onderwerp van een betere binding met de omliggende wijken al bestudeerd vanuit diverse perspectieven. Daarnaast maken door het partnerschap zo’n tweeduizend studenten per jaar kennis met de CF en het omliggende gebied.’ Het thema ‘binding met de buurt’ was vanuit partner Vestia en Pact op Zuid van meet af aan een belangrijke doelstelling. Verbist ziet hier weinig
49
hoofdstuktitel
l o o h sc am ge rd e tt ro
50
Hogeschool Rotterdam
mijn connectie met Rotterdam-Zuid:
“Er komt een mooie fiets-en wandelbrug op de Wilhelminapier, daardoor wordt dit gebied ook veel beter ontsloten”
Creative Factory voor bedrijven met buitenlandambitie
interview met Ben Brandenburg
‘Studenten kunnen zich met deze ondernemers identificeren’
Een Nederlands bordspel op de Chinese markt introduceren? Een bedrijf in Italiaanse overhemden internationaal lanceren? Ondernemers in de Creative Factory (CF) met ambities in het buitenland worden bijgestaan door HR-studenten van de Rotterdam Business School (RBS). Ben Brandenburg bracht ze samen. Als manager externe betrekkingen bij de RBS was Ben Brandenburg altijd op zoek naar geschikte partners in de regio. Van 2008 tot 2011 fungeerde hij als intermediair tussen de opleidingen van de RBS en de CF en koppelde projectverzoeken van studenten aan de bedrijven binnen de CF. Dit betrof vooral projecten van tweedejaars studenten. Brandenburg: ‘Het is best lastig om voor tweedejaars studenten zinvolle projecten te
‘De CF: heeft een menselijke maat en is toegankelijk’ vinden waar ze nog wel fouten mogen maken. De startende bedrijven in de CF konden de studenten goed gebruiken wanneer ze ambities hadden in het internationale handelsverkeer. Elk schooljaar werken er nu gemiddeld zo’n de Rijnhavenbrug
vier groepen van vijf tot zes studenten twee semesters lang aan projecten. Ze kunnen goed gebruik maken van de HR-Unit tijdens hun werk in de CF, zodat ze dicht bij de opdrachtgever zitten en buiten de ‘schoolse sfeer’.’ ‘Eén van de bedrijven waar wij een project mee deden was Il Rosso, een verkoper van Italiaanse overhemden. Zij wilden laten onderzoeken in hoeverre hun concept ook in het buitenland toepasbaar zou zijn. Een ander bedrijf, Playerz Games, had plannen om in Azië producten aan de man te brengen. Hiervoor werden studenten van de opleiding Trade Management Asia ingeschakeld. Die studenten hebben aardig wat kunnen betekenen voor dit bedrijf. De concrete vraag was of de toch wel gewaagde bordspellen van Playerz Games wel in China verkocht zouden kunnen worden in verband met de strenge censuur in dat land. De studenten hebben hier heel goed werk geleverd en kregen van de ondernemer alle ruimte. Uiteindelijk kon het ‘bordspel voor volwassenen’ in een iets aangepaste versie op de Chinese markt gebracht worden.’
51
Andere hr medewerkers
Monica
Heikoop
p.53
in deze publicatie:
Paulette
Verbist
p.45
52
53
hoofdstuktitel
Monica Heikoop (50) wat:
Leerwerkbedrijf Comm2Work
biedt:
coördineert studenten die marketing- en communicatieadvies geven aan kleine zelfstandigen
de cf:
is één van onze key accounts.
h
‘Het is de grote kracht van de CF dat zzp’ers meteen een enorm netwerk tot hun beschikking krijgen.’ interview met:
Monica Heikoop
o
’Ik kan ook voor mezelf beginnen!’ ‘Studenten vinden vaak de kleinschaligheid en het feit dat ze starters zijn aantrekkelijke eigenschappen van de CF-ondernemers. Ze kunnen zich daardoor behoorlijk met hen identificeren. Het is totaal anders dan werken in een groot bedrijf, daar kan zo’n tweedejaars projectgroepje nog wel eens verzuipen. De CF
‘Wat wil de klant nou écht?’
Vervolg interview met Ben Brandenburg
heeft een menselijker maat en is toegankelijker. Studenten hebben een veel vrijere rol.’ ‘De kennismaking met de CF is voor veel studenten een eye opener. Dat ze zich realiseren: “Ik hoef niet per se in loondienst te treden, maar kan ook voor mezelf beginnen.” Het is inspirerend om te zien hoe jonge ondernemers in de CF pionieren en gedreven bezig zijn met hun plannen. Het is de grote kracht van de CF dat zzp’ers (zelfstandigen zonder personeel) meteen een enorm netwerk tot hun beschikking krijgen. Het maakt nogal uit of je alleen op je kamertje zit te ondernemen of dat je dat in een ruimte doet met gelijkgestemden.’
l o o h sc am ge rd e tt ro
54
Hogeschool Rotterdam
mijn connectie met Rotterdam-Zuid:
“Als ik RDM Campus binnenloop, ruik ik de historie van de Rotterdams havens. De geur van olie, machines en zware arbeid komt je tegemoet. Fascinerend!”
Communicatie- en marketingadvies voor startende ondernemers
interview met Monica Heikoop
‘Wat wil de klant nou écht?’
Hoe creatiever de ondernemer, hoe minder verstand er vaak is van het vermarkten van producten. Deze wijsheid is al jaren de vruchtbare basis van de samenwerking tussen leerwerkbedrijf Comm2Work en de Creative Factory. Kleine zelfstandigen kunnen gebruik maken van de kennis van derdejaars studenten Communicatie. Comm2Work, sinds 2006 het leerwerkbedrijf van de opleiding Communicatie van de Hogeschool Rotterdam, heeft niet te klagen als het om opdrachten gaat. De portefeuille zit overvol met minimaal 120 projecten per jaar. Dat is volgens coördinator Monica Heikoop vooral te danken aan hét unique selling point van Comm2Work: Het is gratis. ‘Onze doelgroep bestaat uit bedrijven en instellingen die normaal gesproken geen communicatie- en marketingadviseur kunnen betalen, maar daar wel behoefte aan hebben. Zoals startende ondernemers en stichtingen.’ spreekuur De Creative Factory (CF) is één van de key accounts van Comm2Work. Heikoop merkt dat er binnen de CF behoefte is aan meer kennis over marketing en communicatie. ‘Het bestaan van het convenant tussen de HR en de CF is heel belangrijk geweest om de samenwerking echt inhoud en gestalte te geven.’ Toch blijft Comm2Work moeite doen om de CFondernemers aan zich te binden. Heikoop: ‘We moeten ze echt actief blijven benaderen. Ook al hebben ze behoefte aan communicatie en marketing, ze zijn vaak te druk en het schiet erbij in.’ Daarom houdt Comm2Work-collega Manon de Vries één of twee keer per jaar ‘spreekuur’ op de CF. Vorig jaar resulteerde dit in
acht projecten. Studenten kunnen ingezet worden voor allerlei werkzaamheden: een huisstijl, een onderzoek, een communicatieadvies, het maken van een boek of folder. Heikoop begeleidt de projectgroepen samen met collega-docenten. ‘Het is voor de studenten vaak wel even wennen. Ze hebben toch de Ikea’s en de Unilevers van deze wereld in hun hoofd en vinden onze clientèle soms minder aantrekkelijk. Ik zie het als een uitdaging om ze te laten ontdekken dat ze echt meerwaarde hebben voor een startend bedrijf dat geen verstand heeft van marketing en communicatie.’
‘De portefeuille zit overvol.’ Over het algemeen gaat de samenwerking met de opdrachtgevers uit de CF goed. De ondernemers hebben begrip voor het feit dat studenten in een leerproces zitten. De docent heeft doorgaans één of twee keer contact met de klant om te checken of de verhalen van de studenten kloppen. ‘Hoe creatiever de ondernemer, hoe lastiger. Zij hebben allerlei ideeën en denken altijd tien stappen vooruit.
55
Paulette
p.49
Brandenburg
Ben
Andere hr medewerkers
Verbist
in deze publicatie:
p.45
56
Dehoofdstuktitel achtergrondverhalen
Auteurs: Hugo Bongers, lector culturele diversiteit van de Hogeschool Rotterdam Eva Visser, onderzoeker kenniscentrum Creating 010
DE CREATIVE FACTORY EN DE SAMENWERKING MET DE HOGESCHOOL ROTTERDAM
‘Hét unique selling point van Comm2Work: Het is gratis.’
h
o
Vervolg interview met Monica Heikoop
Een briefing uit november is voor de ondernemer in februari vaak alweer achterhaald. Eén van de moeilijkste dingen is om erachter te komen wat de klant écht wil. Het is aan de studenten om hen bij te houden, de kernzaken eruit te destilleren en de opdrachtgever tevreden te houden.’
preuts CF-bewoner Playerz Games is klant bij Comm2Work. Heikoop herinnert zich dat voor hen een Kama Sutra-bordspel moest worden vermarkt. ‘Op zo’n klus moet het juiste type student worden gezet. Niet te preuts, daar maak je zo’n bedrijf niet gelukkig mee.’ Ook schreven studenten een businessplan voor Bob + Bill, het restaurant gevestigd in de skylobby van de Maassilo. De Waterarchitect (zie pag 33) heeft zijn bedrijfsmarketing versterkt met behulp van de Comm2Work en gaat binnenkort samen met de studenten zijn website onder handen nemen. Via het Ondernemershuis Zuid hoopt Heikoop in de toekomst nog meer plaatselijke ondernemers te helpen met hun vragen op het gebied van marketing en communicatie.
Cultuur en economie gaan hand in hand In de twintiger jaren was de Creative Factory de grootste graansilo van Europa. Nu is het een bedrijfsverzamelgebouw voor creatieve ondernemers waarin de Hogeschool Rotterdam door middel van stages en (afstudeer)projecten onderwijs aanbiedt dat bijdraagt aan de ontwikkeling van studenten én van Rotterdam-Zuid.
5757
l o o h sc am ge rd e tt ro
58
De achtergrondverhalen
Het bij elkaar brengen van verschillende ondernemers in één pand, zoals in de Creative Factory, is niet nieuw in Rotterdam. In 1953 werd het Groothandelsgebouw geopend, een verzamelpand voor uiteenlopende soorten ondernemers. Een ander voorbeeld is de ontwikkeling van de Schiecentrale. Deze oude elektriciteitscentrale op de Lloydpier werd omgebouwd en uitgebreid tot een centrum voor mediagerelateerde industrie met inbegrip van een forse studioruimte voor televisieen filmopnames. In 1997 werd het eerste gedeelte geopend en later volgde in 2000 het 25kV gebouw en in 2005 multi-media hotel en brasserie STROOM. Een groot aantal ondernemers in de sfeer van mediaproductie en -distributie vestigde zich in dit pand. Al snel werden ook andere initiatieven genomen om oude complexen op te knappen. De Creative Factory volgde, de Van Nellefabriek is een mooi en grootschalig voorbeeld, net als recentelijk De Machinist. Gebouw Puntegale valt op door zijn nadruk op de woonfunctie, evenals het oude pand van de Raad van Arbeid. Het Chefaropand werd omgebouwd tot centrum van ondernemers in de muziekbranche. Door dit type investeringen krijgen oude, vaak monumentale panden een tweede leven en dragen, naast hun economisch belang, bij aan de revitalisering van het stadsbeeld. Rotterdam: van haven naar creatief Lange tijd lag de focus van het Rotterdamse economische beleid vrijwel volledig op de haven en havengerelateerde industrie en bedrijvigheid. Door het verlies van werkgelegenheid in de haven als gevolg van de containerisatie en het wegtrekken van de industrie was het bijstellen van dit beleid onvermijdelijk en kon de culturele sector op meer aandacht rekenen. Culturele Hoofdstad Rotterdam in 2001 onderstreepte luid en duidelijk de samenhang van cultuur en economie. Stimulering van de creatieve industrie werd aan het begin van deze eeuw officieel speerpunt van het gemeentelijke economisch beleid, naast de havenindustrie en het medisch cluster. De ontwikkeling van verzamelpanden voor de creatieve ondernemer is onderdeel van dat beleid.
van kraakpand tot Van Nelle Veel verzamelpanden, ook wel broedplaatsen genoemd, ontstaan spontaan doordat creatieven besluiten op een bepaalde locatie samen hun studio te houden, hun bedrijf te vestigen en er soms zelfs te gaan wonen. Veel creatieve verzamelpanden zijn ontstaan vanuit de aantrekkingskracht van karakteristieke gebouwen. Bekende voorbeelden hiervan zijn de Van Nelle Ontwerpfabriek in Rotterdam, de Westergasfabriek in Amsterdam en de vele grote oude schoolgebouwen die atelierpanden zijn geworden.
het gebruik als opslagplaats beëindigd en werd de silo verkocht aan het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam, waarmee de gemeente eigenaar van het pand werd. Het OBR had op dat moment geen duidelijk doel voor ogen met de aankoop, maar kocht de silo vanwege de ligging en de cultuurhistorische waarde. Het OBR sloot sloop niet uit, maar uit onderzoek bleek dat het neerhalen van het complex met zijn dikke betonnen wanden zeer kostbaar zou worden. Er moest dus bij voorkeur een nieuwe gebruiksbestemming gevonden worden. Dit gebeurde stukje bij beetje.
Oudere broedplaatsen zijn vaak begonnen in kraakpanden die later veelal gelegaliseerd zijn. Als gemeenten het ontstaan van broedplaatsen willen stimuleren, kan het al voldoende zijn om te vertrouwen op het zelforganiserende vermogen van creatieve beroepsbeoefenaren en voornamelijk voorwaardenscheppend bezig te zijn, bijvoorbeeld door te zorgen voor gunstige wijzigingen in het bestemmingsplan en aantrekkelijke huren. De creatieven kunnen vervolgens hun eigen omgeving ontwikkelen.
het initiatief voor de Creative Factory Het initiatief om de Creative Factory in het silocomplex te vestigen werd genomen door Koos Hanenberg, huurder van een deel van het pand en samen met Ted Langenbach verantwoordelijk voor de toen nationaal en internationaal bekende club Now & Wow. Het oorspronkelijke idee was een combinatie tot stand te brengen van grootschalige horeca en kantoorexploitatie voor streetwise jongeren die ‘opgeleid’ zouden worden tot ondernemer. Zo breed is het plan niet gerealiseerd. Club Now & Wow werd gesloten en de gemeente ging verder op het spoor van een mogelijke vestiging van het ‘urban culture podium’ in dit pand, nu de Nieuwe Oogst geheten, en zonder enige relatie met de exploitatie van de Creative Factory die een stand alone functie in het gebouw kreeg, verspreid over zeven verdiepingen. De door Koos Hanenberg geïntroduceerde jonge ondernemer Leo van Loon, wiens marketingbureau in Rotterdam en Nederland al een tijdje bekend stond onder de naam ”Liever een origineel advies”, schreef een nieuw ondernemingsplan dat werd goedgekeurd door huisbaas Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam. Leo van Loon ging vervolgens zelfstandig aan de slag op basis van een huurovereenkomst voor vijf jaar. De gemeente stelde voor de verbouwing een bedrag van plm. zes miljoen euro subsidie ter beschikking uit het budget Kansenzones, binnen de sector economie beschikbaar om startende ondernemers in deelgebieden van Rotterdam Zuid te ondersteunen. In mei 2008 werd de Creative Factory officieel geopend en in 2011 werd het partnership voor vier jaar verlengd.
geschiedenis van de Maassilo De broedplaats Creative Factory is gehuisvest in de oude graansilo aan de Maashaven. De aanleg van de Maashaven was in 1905 voltooid en werd gevolgd door de bouw van de omliggende woonwijken, waaronder de Tarwewijk, waarin vele haven- en industriearbeiders kwamen te wonen. Het oudste gedeelte van de Maassilo werd in 1910 gebouwd op de zuidoost hoek van de Maashaven en is niet te missen: het gebouw torent hoog boven de omgeving uit. Het markante gebouw van de Graan Elevator Maatschappij was twintig meter hoog en was indertijd de grootste graansilo van Europa. Omdat de graansilo al snel te klein was, bestaat het huidige complex uit meerdere tegen elkaar aan gebouwde silo’s, bedrijfsgebouwen en graanelevators. Door de aanleg van het Botlekgebied en de voortschrijdende containerisatie trok de haven vanaf de jaren 1970 richting Noordzee. Hierdoor nam het gebruik van de Maassilo af en werd deze alleen nog maar gebruikt als extra opslagcapaciteit voor graan. Op 31juli 2003 werd
gemeentelijke programma’s Opvallend is dat de tekst van de nieuwe overeenkomst vermeldt dat de samenwerking aansluit bij drie gemeentelijke programma’s: Pact op Zuid, het Uitvoeringsprogramma Economie en Economische Kansenzones. In de Creative Factory komen deze drie programma’s bij elkaar. Het belang van de Creative Factory voor de economische en culturele herontwikkeling voor de omliggende oude stadswijken wordt daarmee onderstreept. Vermeld staat ook dat de Creative Factory in de stad wordt gezien als best practice van het Uitvoeringsprogramma Economie en uitblinkt in het tot stand brengen van verbindingen tussen startende creatieve ondernemers en vaak meer gevestigde opdrachtgevers. meer dan een flexplek De Creative Factory biedt een all inclusive pakket aan waarin werkplekken worden verhuurd, service wordt verleend, maar ook coaching en matchmaking met potentiële opdrachtgevers en afnemers. Daarin juist schuilt het vernieuwende van de Factory: de organisatie biedt veel meer dan een flexplek en een receptie bij de voordeur. De huurders krijgen actieve begeleiding, ze worden onderdeel van netwerken, ze krijgen van vele kanten hulp en steun, onder andere van de partners van de Creative Factory (zie pag 6). Hogeschool Rotterdam en de Creative Factory Dat Jasper Tuytel, voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool Rotterdam, en Leo van Loon elkaar persoonlijk kenden uit de Economic Development Board Rotterdam (EDBR) heeft zeker meegeholpen om de band tussen de Creative Factory en de Hogeschool te smeden. De EDBR is een gemeentelijk adviesorgaan, gericht op de versterking van de economische ontwikkeling van de stad. Naast deze persoonlijke band is het voor de Hogeschool ook om andere redenen van belang om zich met de Factory te verbinden.
59
60
De achtergrondverhalen
Zo is de Hogeschool vanaf 2006 ook deelnemer aan Pact op Zuid − tegenwoordig officieel ‘Nationaal Programma Rotterdam-Zuid’ − het grote, op ruim 200.000 bewoners van Zuid gerichte samenwerkingsverband van overheid, woningcorporaties, onderwijs en zorg. De vele problemen en knelpunten in Rotterdam Zuid zijn een goede voedingsbodem voor het soort onderwijs dat de Hogeschool Rotterdam aanbiedt: onderwijs in nauwe relatie met de praktijk, betrokken op de stad, uitgaande van reële problemen en uitdagingen. Hogeschool Rotterdam ruimte Nadat de Hogeschool Rotterdam in 2007 de eerste samenwerkingsovereenkomst en partnerschap met de Creative Factory was aangegaan, werd besloten een hogeschoolruimte van 66 m2 op de zevende etage van de Creative Factory te realiseren, zodat deze te allen tijde door de studenten gebruikt kon worden voor lessen en projecten. Architectenbureau Transformers ontwierp, samen met studenten van de opleiding Industrieel Product Ontwerpen (IPO), een plan voor de inrichting van deze ruimte en trad bij deze opdracht op als leerbedrijf. Er werden gerecyclede en industrieel toepasbare materialen gebruikt die de potentie van het gebouw en de ruimte versterken. Het eindresultaat werd een inspirerende werkplek waar studenten graag verblijven. meer samenhang aanbrengen Binnen de Hogeschool zijn geluiden te horen dat er te weinig samenhang is tussen alle activiteiten die studenten en docenten binnen de Factory ondernemen. Er zijn te veel en te uiteenlopende onderzoeken, stages, projecten, I-labs en wat dies meer zij. De auteurs van dit artikel constateren dat het op dit moment ontbreekt aan een helder uitgangspunt op grond waarvan deze sterkere samenhang zou moeten worden aangebracht. Het is aan te bevelen dat lectoren van het nieuwe onderzoeksinstituut van de Hogeschool de resultaten van alle projecten, onderzoeken en stages van de afgelopen jaren gaan beoordelen zodat thema’s voor de samenwerking tussen de Hogeschool en de Creative Factory kunnen worden geformuleerd.
verdraagzaamheid De Creative Factory is niet kieskeurig in het aantrekken van nieuwe huurders. Het begrip ‘creatief’ wordt vrij breed uitgelegd. Ondernemers hebben een uiteenlopende achtergrond en sterk variërend opleidingsniveau. De studenten van de Hogeschool vinden er niet automatisch hun peers. De hogeschoolstudenten komen aldus in aanraking met brede lagen van de Rotterdamse samenleving. Het maakt ze wellicht gevoeliger voor de grote demografische veranderingen die Rotterdam kenmerken, het stelt ze hopelijk in staat makkelijker om te gaan met de culturele verschillen die in Rotterdam werkelijkheid zijn. En het bevordert hun vermogen om te communiceren en te werken met groepen die ver van hun eigen sociale groep afstaan. In deze zin draagt de samenwerking tussen de Hogeschool en de Factory in sterke mate bij aan de vormgeving van een verdraagzame samenleving, gebaseerd op respect en samenwerking. Ga voor de XL versie van dit artikel naar: www.hogeschoolrotterdam.nl/bedrijven/ strategische-samenwerking/creative-factory
61
62
De hoofdstuktitel achtergrondverhalen
de impact van de creative factory
Partners en ondernemers in de Factory kunnen meer voor elkaar betekenen Sinds 2008 is in de voormalige graansilo de Creative Factory gehuisvest, die op haar beurt aan ongeveer zeventig creatieve ondernemers bedrijfsruimte en ondersteuning biedt. Wat is de impact van de Creative Factory op de creatieve ondernemers en op de omgeving? Onderzoek leidde tot verrassende conclusies waar betrokkenen meteen mee aan de slag kunnen.
Jeanette Nijkamp is socioloog en hogeschooldocent. Zij is bezig met een promotieonderzoek naar de impact van de Creative Factory. Dit promotieonderzoek sluit aan bij het door SIA RAAK internationaal gefinancierde project Everybody on board, dat de Hogeschool Rotterdam samen met de University of East London uitvoert.
63
64
De achtergrondverhalen
De Creative Factory ziet eruit als een groot, massief gebouw en is gelegen tussen de Maashaven en het nabijgelegen metrostation. Van een afstand wijst niets erop dat zich hierin creatieve ondernemers bevinden. Na een periode van intensieve verbouwing, waarin de ratten werden verjaagd en de graansilo werd omgetoverd tot een creatieve fabriek, opende de Creative Factory in 2008 haar deuren. De ongeveer zeventig creatieve ondernemers die hier momenteel zijn gehuisvest, vormen de werknemers van deze fabriek. Zij zijn afkomstig uit uiteenlopende sectoren, vooral uit media, design, music & events, mode en zakelijke dienstverlening. omgeving De Creative Factory bevindt zich op het snijpunt van drie wijken: de Afrikaanderwijk, Bloemhof en de Tarwewijk. Veel inwoners van deze wijken verkeren in een achterstandspositie qua huisvesting, opleiding, werk en gezondheid. Vaak is sprake van een achterstand op meerdere gebieden tegelijk. De missie van de Factory is dan ook tweeledig: een turbo zijn voor de ontwikkeling van jonge creatieve ondernemers én het aanjagen van de ontwikkeling van de stedelijke achterstandsgebieden in de omgeving. flexibiliteit en ondersteuning De meeste ondernemers in de Creative Factory hebben geen eigen kantoor, maar huren een of meer werkplekken in een grote open ruimte. Hierdoor is de huurprijs per vierkante meter relatief laag. Voor ondernemers die er niet de hele week zijn, is het ook mogelijk een flexplek te huren. In elke open ruimte is een aantal bedrijven geclusterd. De Creative Factory biedt flexibele mogelijkheden tot uitbreiding en ondersteuning aan de ondernemers. Die bestaat onder meer uit matchmaking tussen creatieve ondernemers en andere ondernemers en organisaties binnen en buiten de Creative Factory. Hiertoe organiseert de Creative Factory van tijd tot tijd borrels en themabijeenkomsten. coaching, opdrachten en faciliteiten Ook kunnen de ondernemers gebruik maken van coaching. De Creative Factory heeft hiervoor een eigen coach, die een halve dag per week beschikbaar is. Daarnaast zijn er
mogelijkheden voor coaching via andere organisaties, zoals Syntens, Rabobank Coaches en de Ondernemersbalie. Syntens bijvoorbeeld begeleidt intervisietrajecten waarin een aantal ondernemers met elkaar ervaringen uitwisselt en knelpunten bespreekt. Verder speelt de Creative Factory een rol bij het doorgeven van opdrachten. Indien een potentiële opdrachtgever zich meldt, of de Creative Factory een opdracht heeft geacquireerd, dan zet zij deze opdracht uit onder ondernemers die dan vervolgens zelf proberen de opdracht binnen te halen. Naast inhoudelijke ondersteuning biedt de Factory ook een aantal facilitaire zaken, zoals een centrale receptie, vergaderfaciliteiten, eventzalen en een restaurant.
‘Alleen door naar de Lidl gaan, dragen de ondernemers uit de Factory al bij aan diversiteit.’ exploitatie en partnerorganisaties De Creative Factory heeft twaalf partners: Pact op Zuid (sinds kort omgedoopt tot Nationaal Programma Rotterdam-Zuid), de Hogeschool Rotterdam, Rabobank, Vestia, KPMG, ARA, Albeda College, HOPE Erasmus Universiteit, MVGM, Popvox, Online Department (voorheen Aikon) en vanaf december ook het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Vier van hen, de Rabobank, Pact op Zuid (sinds kort omgedoopt tot “Nationaal Programma Rotterdam-Zuid”), Vestia en de Hogeschool Rotterdam, leveren een financiële bijdrage. Bij elkaar dragen zij bijna net zoveel bij aan de exploitatie van de Creative Factory als de creatieve bedrijven doen door middel van het betalen van huur. De exploitatie wordt geheel gefinancierd uit deze middelen; de Factory ontvangt hiervoor geen subsidies uit publieke middelen.
sponsoring in natura Daarnaast sponsoren partnerorganisaties ook in natura en leveren zij met hun expertise en netwerk een bijdrage aan de versterking van de Creative Factory. Zo adviseert KPMG de Creative Factory over het beheersen en borgen van de financiële processen, levert ARA ondersteuning bij het verder professionaliseren van de communicatiestrategie en de positionering van de Factory en faciliteert het ROC Albeda College de receptie met tien stagiaires. Ook de Hogeschool Rotterdam levert studenten in groten getale: per jaar werken zo’n zeventig studenten van uiteenlopende opleidingen binnen de Factory aan hun stage of project of aan het opzetten van hun eigen onderneming. Daarnaast maken duizenden studenten jaarlijks op een meer oppervlakkige manier kennis met de Creative Factory, door het bezoeken van een feest of event. onderzoek Hoe ervaren de creatieve ondernemers dit geheel aan activiteiten? Wat voor impact heeft dit op hun eigen bedrijven én op de omgeving? Onderzoek moest duidelijkheid brengen. deelnemers aan het onderzoek In totaal zijn acht ondernemers uit de Creative Factory geïnterviewd. Zij zijn (mede-)eigenaar van de bedrijven Stichting Young UP, Koelstof, SonicPicnic, Van der Vossen Bouwmanagement, IM Products, Firestarter, Kies je werkgever en Online Department. (Ga voor meer informatie over deze bedrijven naar creativefactory.nl). Deze bedrijven bestrijken een breed palet aan sectoren en activiteiten. De ondernemers werden onder andere bevraagd over de thema’s inspiratie, uitbreiding netwerk, toegang tot partnerorganisaties, groei onderneming, voordelen Creative Factory als geheel en profilering.
conclusies en aanbevelingen met betrekking tot de ondernemers weinig contact met partnerorganisaties De Creative Factory onderneemt diverse activiteiten om de ondernemers met elkaar en met anderen in contact te brengen, zoals het creëren van mogelijkheden om kennis te maken met een partnerorganisatie. Toch blijkt uit de interviews dat de meeste ondernemers weinig contact met hen hebben, hoewel sommigen erkennen dat zij hiertoe wel in staat worden gesteld. De partners en de Creative Factory zouden meer voor elkaar kunnen betekenen. De ondernemers zouden daadwerkelijk van dit contact willen profiteren. Eén van hen zei hierover: “Er zou bijvoorbeeld een soort mini-marktplaats kunnen komen. De gemeente Rotterdam heeft veel drukwerk; waarom geen link gelegd met een bedrijf in de Creative Factory dat zich bezighoudt met drukwerk? Hetzelfde geldt voor fotografie.” Aanbevolen wordt te onderzoeken hoe het contact tussen ondernemers en partners sterker vormgegeven kan worden. Welk niveau van betrokkenheid is gewenst? De Factory doet van alles om de ondernemers zo goed mogelijk te ondersteunen. Naast inhoudelijke ondersteuning, zoals coaching en workshops, worden ook mogelijkheden geboden om het eigen netwerk uit te breiden. Uit de interviews blijkt echter dat niet alle ondernemers hier in dezelfde mate gebruik van maken en dat lang niet alle ondernemers echt betrokken zijn bij de Creative Factory. Er bestaat een tweedeling tussen betrokken ondernemers en ondernemers die hun eigen gang gaan. Het lijkt wenselijk nader onderzoek te doen naar welk niveau van betrokkenheid minimaal gewenst is en hoe dit kan worden gerealiseerd.
65
66
De achtergrondverhalen
scherper profileren Verschillende geïnterviewde ondernemers geven aan van de naam Creative Factory te profiteren. Algemeen gevoel is echter dat hier veel meer uit gehaald kan worden. De Creative Factory zou zich scherper kunnen profileren op de aanwezige branches. Maar het zou ook duidelijker kunnen zijn wat voor soort ondernemers in de Factory gehuisvest zijn, bijvoorbeeld starters, sterke of snelgroeiende bedrijven. Aanbevolen wordt de strategie met betrekking tot de profilering in nauw overleg met de ondernemers aan te scherpen en uit te dragen. Wellicht kan de Businessclub van de Creative Factory hierbij een voortrekkersrol vervullen.
conclusies en aanbevelingen met betrekking tot de omgeving Aan de geïnterviewde ondernemers zijn ook vragen gesteld over maatschappelijke betrokkenheid, bijdrage aan het imago van Rotterdam-Zuid en gentrification, het naar de buurt brengen van bevolkingsgroepen die hier nog ondervertegenwoordigd zijn De meeste ondernemers richten zich op de Nederlandse markt, enkelen vooral op de Rotterdamse markt. Zij hebben over het algemeen weinig klanten in Rotterdam-Zuid. Toch vinden ze dat zij met hun bedrijf bijdragen aan een grotere diversiteit van bedrijven in de buurt omdat zij daar de enige aanbieders zijn van hun product of dienst. Ook de Creative Factory als geheel draagt bij aan meer diversiteit in de buurt, vinden zij. Een van de ondernemers: “Alleen door naar de Lidl te gaan, dragen ze al bij aan diversiteit.” Een deel van de ondernemers vindt dat de Creative Factory maatschappelijk betrokken is, een ander deel vindt van niet. “Ik vind dat de Creative Factory meer maatschappelijk betrokken zou moeten zijn, bijvoorbeeld doordat elk bedrijf acht uur beschikbaar stelt om iets voor de wijk te doen, zoals klussen of
een toernooitje organiseren voor kinderen. Dan is dat zo geregeld en dan zijn mensen in de wijk trots op de Creative Factory. Die verbinding De toekomst van de Creative Factory
‘Elk bedrijf zou een paar uur beschikbaar kunnen stellen om iets voor de wijk te doen.’
‘Het is tijd om de deuren te openen’ In de Creative Factory aan de Maashaven zijn momenteel zo’n
is er nog niet.” Wat opvalt is dat niet alle ondernemers overtuigd zijn van de noodzaak tot maatschappelijke betrokkenheid van de Creative Factory. Aanbevolen wordt om de missie van de Factory samen met de aangescherpte profileringsstrategie uit te dragen, zowel binnen als buiten.
zeventig startende creatieve ondernemingen gevestigd. Hoeveel
onderzoek naar laagopgeleide ondernemers Het merendeel van de ondernemers in de Factory heeft een hbo-opleiding. Het is aan te bevelen actief te onderzoeken welke rol lager opgeleide ondernemers binnen de Creative Factory spelen of kunnen spelen. Het mede aantrekken van lager opgeleide ondernemers zou de afstand kunnen verkleinen tussen de Creative Factory en de omliggende achterstandswijken, wijken waarin een groot deel van de bevolking laag opgeleid is maar waarbinnen wel degelijk allerlei vormen van creativiteit aanwezig zijn.
dan in de Factory rond? Directeur Leo van Loon en Wietske Willemse,
Met dank aan Chris Kuiper, Hugo Bongers en Leo van Loon
zullen dat er over vijf jaar zijn? En hoe zien de omliggende wijken Afrikaanderwijk, Bloemhof en Tarwewijk er dan uit? Is de Hogeschool Rotterdam dan nog steeds partner en hoeveel studenten lopen er
programmamanager Creatieve Economie en Ideale haven van de Hogeschool Rotterdam, dromen over een ondernemersregeling voor studenten, internationale ondernemersnetwerken en handelsmissies.
Auteur: Dorine van Namen, m.m.v. Hugo Bongers interview met:
Ga voor de XL versie van dit artikel naar: www.hogeschoolrotterdam.nl/bedrijven/ strategische-samenwerking/creative-factory
Wietske Willemse & Leo van Loon
67
68
De achtergrondverhalen
HET GEBOUW: ONTWIKKELING
De omgeving: Culturele
VAN LEEGSTAANDE DELEN
initiatieven, brug en
Slechts 26 procent van de Maassilo is momenteel in gebruik. De kosten van het onderhoud van het gehele complex drukken dus zwaar en daarom heeft de gemeentelijke dienst Stadsontwikkeling in november 2011 aan architectenbureau Transformers de opdracht gegeven een businesscase te schrijven voor het ontwikkelen van de delen van de Graansilo die nog geen nieuwe bestemming hebben gekregen en plannen te presenteren om de silo verder te ontwikkelen tot een succesvolle openbare ruimte en ontmoetingsplek voor wijkbewoners en anderen. Hierdoor kan de meerwaarde van de Maassilo voor de wijk en de stad uitgebouwd worden. Dat plan is inmiddels gepresenteerd. Het is de bedoeling om te beginnen met de uitbreiding van de ruimte op de zevende etage en vervolgens het gebouw van de Technische Dienst te herontwikkelen, waarna de grote silo’s aan de beurt kunnen komen.
drijvend wonen
‘Timewarp terughalen, dat zou echt te gek zijn.’ Leo van Loon: ‘Dat zijn de plannen voor de toekomst. Pas geleden is het cultuurpodium de Nieuwe Oogst opengegaan en in de kelder gebeurt dat binnenkort voor zaal 2 en 3, zodat de Maassilo nog eens 800 man extra kan huisvesten. Er is dan plaats voor 5000 mensen op de begane grond, 1500 in de Creative Factory (CF) en 800 in de kelder. Zodra die kelderzalen open zijn kunnen we Timewarp terughalen, hét techno-evenement van Europa. Dat zou echt te gek zijn.’
Het Maashavengebied is een grootschalige ontwikkelingslocatie. Er zijn plannen om de verbinding tussen wijk en water te versterken, bijvoorbeeld door drijvende woningen in de Maashaven te bouwen. Industriële bedrijven die nog in het gebied aanwezig zijn, worden verplaatst waardoor veel ruimte beschikbaar komt voor het ontwikkelen van nieuwe woonen werkfuncties. Van Loon: ‘Voorbeeld daarvan is een Chinees handelscentrum, het European China Centre. Chinezen kopen steeds meer handelsruimte in de haven en daarom komt er aan de Rijnhaven dat handelscentrum, met appartementen, winkels, een hotel en kantoorruimte. Het China Centre wordt hun Rotterdamse landingsplaats.’ Vlakbij de Factory is atelier Tarwewijk gevestigd en in de nabijgelegen Afrikaanderwijk onderneemt kunstenares Jeanne van Heeswijk van Freehouse diverse projecten met buurtbewoners, zoals het Wijkatelier en de Wijkkeuken. Onlangs is kunstenaarsinitiatief/ galerie/eetcafé RAAF, ‘Rotterdam Art, Adventure & Food’ geopend, een initiatief van twee oud-studenten van de Willem de Kooning Academie aan de Hillelaan. ‘Die twee meiden kennen alles en iedereen. Ze zouden zo als de plaatselijke VVV kunnen gaan fungeren. De Creative Factory staat steeds minder alleen en de kruisbestuivingen die mogelijk zijn met andere creatieve en culturele initiatieven in de omgeving nemen alleen maar toe’, vervolgt Van Loon. ‘We hebben nu bijvoorbeeld ook Kus & Sloop van Vestia. Vijf appartementen worden ingericht als tijdelijke hotelwoning. Bezoekers kunnen een weekend of langer ervaren wat er allemaal voor moois in de Afrikaanderwijk gebeurt.’ ‘En Rotterdammers komen sowieso steeds vaker naar Zuid om bijvoorbeeld naar LantarenVenster te gaan of naar het Luxor’, vult Willemse aan. ‘De mentale afstand tot Zuid wordt steeds kleiner.’
fly-over Belangrijk voor de toekomstige ontwikkeling van het silocomplex is de ruimtelijke verbinding met de omringende wijken, die nu slecht is. Architectenbureau Transformers heeft daarnaar in 2008 al een studie verricht. Om het complex te verbinden met de woonwijken Afrikaanderwijk en Tarwewijk zou een opening aan de kant van de Brielselaan gecreëerd moeten worden. Vanuit de wijk kan vervolgens een fly-over gebouwd worden naar de plek van de opening die zich op vijf meter boven het maaiveld bevindt. Deze fly-over kan de drukke verkeersader overbruggen waardoor de Maassilo en de bedrijven daarin gemakkelijk te bereiken worden. En door een nieuwe toegang voor het metrostation naar de fly-over te creëren, worden zowel de wijk als de Maassilo beter bereikbaar voor ov-reizigers. Rijnhavenbrug Het gebied rond de Rijnhaven wordt steeds meer een woongebied en het belang van een korte verbinding tussen de Kop van Zuid en Katendrecht is daarmee groter geworden, vertelt Van Loon. ‘Dit is nog eens versterkt door de komst van het stoomschip Rotterdam naar de Maashaven. Tussen de Wilhelminapier (Landverhuizersplein) en Katendrecht (Deliplein) komt dan ook een brug, Rijnhavenbrug. (Op het moment van schrijven was deze brug nog niet geopend.) ‘Aan de kant van de Rijnhaven is er dus volop ontwikkeling’, vervolgt Van Loon, ‘maar richting Charlois zijn de problemen in de omgeving nog gigantisch.’ Willemse: ‘Het grootste probleem is de woningvoorraad. De helft van de huizen is van woningcorporatie Vestia, partner van de Creative Factory. De andere helft is particulier bezit en veel van die woningen zijn niet goed onderhouden. Met Charlois zal het structureel pas beter gaan als de woningvoorraad verandert. Als er betere huizen komen en huizen met tuintjes.’ ‘Maar misschien moeten we ook accepteren dat er wijken zijn als Charlois, die als aankomstplek fungeren’, filosofeert Van Loon. ‘Als het beter gaat, dan ga je weg. Veel mensen wonen daar niet langer dan een jaar of twee.’
69
70
De achtergrondverhalen
De organisatie:
DE ONDERNEMER VAN DE
hogeschool rotterdam:
de deuren opengooien
TOEKOMST: MEER VARIATIE
ondernemersregeling
‘We hebben drieëneenhalf jaar bouwvakkers over de vloer gehad, die zijn eigenlijk pas sinds kort verdwenen’, vervolgt Van Loon. Nu is het tijd om de beweging naar buiten te gaan maken, om de deuren open te gooien. De organisatie zal de komende jaren worden versterkt, onder andere door de deelname van de Factory aan nationale en internationale netwerken. In Londen, Helsinki, Bilbao en Tallinn zitten organisaties die vergelijkbaar zijn met de Creative Factory. Zij organiseren regelmatig handelsmissies waaraan ook bedrijven uit de Factory meedoen. Het is de bedoeling dat de Factory ook zulke handelsmissies gaat hosten. Dan is er nog het ECBN, het European Creative Business Network, een netwerk van broedplaatsen in achttien Europese steden. Door samen te werken met deze partners krijgen ook onze bedrijven de gelegenheid om relaties aan te gaan en samen te werken met creatieve ondernemers uit die steden en landen en gebruik te maken van elkaars expertise. Nederland is sterk in design, het Oostblok in IT en bouwen. Ondernemers kunnen daarmee hun voordeel doen. De Factory is hoofdkwartier van dit netwerk.’ ‘Onze studenten internationale economie kunnen hier een rol in spelen’, vult Willemse aan. ‘Zij kunnen voor ondernemers internationale contacten leggen, internationale netwerken in kaart brengen of projecten uitvoeren.’
Per jaar groeien vijftien tot twintig ondernemers uit het pand en vijf tot tien stoppen er mee, door persoonlijke omstandigheden of omdat de onderneming niet levensvatbaar bleek. Er is veel dynamiek in het pand en dat is goed, het pand is niet bedoeld om er in te blijven plakken. Hoewel Van Loon die dynamiek ook wel ietsje minder zou willen zien en meer kruisbestuiving tussen de beginners en oudere en meer ervaren ondernemers zou willen. ‘Wat betreft ondernemers streven we naar meer diversiteit, een combinatie van starters en al wat langer gevestigden. We willen sterke bedrijven langer vasthouden zodat zij jonge starters kunnen helpen. Wat aantallen betreft willen we in 2012 aan minimaal honderd bedrijven huisvesting en coaching bieden. Over vijf jaar moet de Creative Factory een brute incubator zijn, internationaal connected en bekend bij NOS en RTL.’
voor studenten
Ook door de oprichting van een ‘buzinezzclub’ werkt de Creative Factory aan de ondersteuning van jonge ondernemers. De ‘buzinezzclub’ richt zich op startende ondernemers met zwakke en onvoldoende scholing, een omvangrijke doelgroep in Rotterdam-Zuid. Het motto van de Buzinezzclub is: “Alles wat je nodig hebt is lef, een goed idee en workshops van de buzinezzclub”. Op deze manier probeert de Factory de relaties met de wijk te verstevigen. Dat gebeurt ook door de gehele voorkant en een deel van de zijkant van de Creative Factory te beschijnen met een megabeamer. Hierop projecteren de Creative Factory ondernemers, de gemeente en buurtbewoners hun werk of initiatieven. Zo is aan de buitenkant zichtbaar wat er achter en voor de dikke betonnen muren allemaal gebeurt.
Over de toekomst hebben Willemse en Van Loon niet alleen sweet dreams. De recessie is aanleiding tot zorg. ‘De laatste maanden hebben we minder vooraanmeldingen, het is moeilijker geworden om een lening van de bank te krijgen en ondernemers zijn daar zelf ook huiveriger voor geworden. De financiële crisis werd voor onze ondernemers pas relatief laat, in 2010, voelbaar’, vertelt Van Loon. ‘In het voorjaar van 2011 kwamen ze daar alweer uit. Eigenlijk hebben ze er maar een jaar last van gehad. Ik hoop dat dat met de huidige recessie ook zo zal gaan, maar ja, dat is voorlopig koffiedik kijken.’
‘De Hogeschool Rotterdam is in de Factory nu vooral heel veel aan het doen’, legt Wietske Willemse uit. De komende jaren moeten we de stap van ‘doen’ naar ‘denken’ gaan maken, zonder ‘doen’ los te laten. Daarom zal onze inzet liggen op samenwerking met het Instituut voor Onderzoek en Innovatie van de Hogeschool en het koppelen van de netwerken van de CF en de HR, met name met die van kenniscentra. In kenniscentra wordt de relatie met de beroepspraktijk vormgegeven. Docenten en studenten van diverse opleidingen verdiepen zich onder leiding van lectoren in vraagstukken die om een multidisciplinaire aanpak vragen. Zij delen kennis, voeren onderzoek uit en doen ervaring op. Dit zorgt voor kenniscirculatie die maatschappelijk relevant is en in de praktijk wordt toegepast. We hebben al veel contact met het kenniscentrum Entrepeneurship en Innovation, maar bouwen graag verder aan relaties met de andere kenniskringen. ‘Ik zou het fijn vinden als docenten, onderwijsmanagers en lectoren zelf hun weg naar de Factory gaan vinden. Nu ligt het initiatief voornamelijk bij ons. En daarnaast hoop ik dat er meer samenwerking komt tussen opleidingen en tussen niveaus. Havisten, mbo’ers en vmbo’ers moeten hier gaan samenwerken. Zo gaat het in het echte leven toch ook? ‘Tenslotte is het belangrijk om de resultaten van onze inspanningen te gaan meten. Wat gaan studenten doen na hun tijd in de CF? Blijven ze in de creatieve sector? Leidt dat tot een eigen onderneming? Hoeveel studiepunten levert hun inzet op? Daartoe is het nodig om een studentenvolgsysteem te gaan ontwikkelen.’
Student-ondernemers moeten kunnen doorpakken Willemse ziet zeker belangstelling bij HRstudenten voor ondernemen. ‘Jaarlijks organiseren we ‘So You Wanna Be Your Own Boss’, een contest voor startende ondernemers. Van de 27 kandidaten van vorig jaar was tweederde afkomstig van de Hogeschool. Maar het schoolsysteem blokkeert soms dat starters kunnen doorpakken. Je hebt een afspraak bij Philips én je hebt tentamen. Beide kunnen niet verschoven worden.
‘Een ondernemersregeling voor studenten zal hun ondernemerschap echt een boost geven.’ Wat krijgt dan voorrang? Dat is tóch dat tentamen.’ Zowel Willemse als Van Loon pleiten voor een regeling voor ondernemers à la de topsportregeling van de Hogeschool, waardoor lesprogramma’s afgestemd worden op trainings- en wedstrijdschema’s, er flexibiliteit in de roosters en stageperiodes is, tentamendata worden uitgebreid en er extra begeleiding is van je studieloopbaancoach. ‘Een ondernemersregeling, zoiets moet toch mogelijk zijn?’, bepleit Willemse. ‘Aangevuld met een Studentenadviesdesk. ‘Dat zal het ondernemerschap door studenten echt een boost geven.’
71
72
72
Colofon Deze uitgave van Hogeschool Rotterdam is het eerste deel van een reeks over de activiteiten van Hogeschool Rotterdam op Zuid. www.hogeschoolrotterdam.nl/bedrijven/strategische-samenwerking/creative-factory www.creativefactory.nl
Verschijningsdatum:
13 maart 2012
Programmaleiding
Carolien Dieleman programmamanager Hogeschool Rotterdam voor Zuid, J.C.F.H.
[email protected] Wietske Willemse programmamanager Haven en Creatieve Economie (Creative Factory),
[email protected]
Tekst:
Van Namen & Van Namen bureau voor tekst en redactieadvies, i.s.m. SaS, research & writing
Grafisch ontwerp:
Kathleen Aberson Thijs van Dalen Lisanne den Hollander Wendy Verlaan (studenten Willem de Kooning Academie)
Fotografie:
Marjon van der Velden (studente Willem de Kooning Academie)
Drukker:
Veenman+ Sevillaweg 140 3047 AL Rotterdam
PMS 193C PMS 2945C