Hogeschool Journalistiek, Fontys Tilburg Opleiding:
Journalistiek
Visitatiedata:
15 en 16 maart 2005
© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2005
2
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
Inhoud
3
Deel A:
Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per onderwerp 1.6 Schematisch overzicht oordelen 1.7 Totaaloordeel
5 7 7 8 9 10 12 12
Deel B:
Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
13 15 18 27 30 33 36
Deel C:
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5
Doelstellingen van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Kengetallen Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
41 43 45 49 50 52
3
4
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
Deel A: Onderwerpen
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
5
6
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
Deel A: Onderwerpen
1.1
Voorwoord
In dit rapport doet het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Journalistiek van de Fontys Hogeschool heeft gevisiteerd, verslag van zijn werkwijze, bevindingen en conclusies. Het onderzoek vond plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in december 2004, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij de NQA aanleverde. Een visitatiebezoek vond plaats op 15 en 16 maart 2005 en werd uitgevoerd door een panel dat bestond uit de volgende personen: Dhr. drs. J. Greven (voorzitter); Mw. drs. R.T. Heddema (domeinpanellid); Mw. A.L. LeLarge (studentpanellid); Dhr. drs. L.S. van der Veen (NQA-auditor); Mw. drs. M.J.J. van Beers (NQA-auditor). Het panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document ‘Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties’ van de NVAO (12 mei 2003). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: • Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken en de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. • Deel B: een Detailrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan hier uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit detailrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. • Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2
Inleiding
Bij de Fontys Hogescholen staan ruim 35.000 studenten ingeschreven. De school biedt verspreid over het hele land onderdak aan 200 opleidingen op de gebieden communicatie, economie, educatie, gezondheidszorg, informatica, kunsten, logistiek, mens en maatschappij en techniek. Er werken circa 3600 personen, die samen 2800 fte bezetten. Fontys profileert zich als een moderne hogeschool met innovatieve onderwijsproducten. Het strategisch beleid heeft zij vastgelegd in de nota Idealisme in Learning Communities (2002). De nota beschrijft wat Fontys voor haar studenten, medewerkers en haar omgeving wil zijn: een
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
7
learning community, een plaats voor waardeneducatie, een kennispoort en een organisatie die groot is in kleinschaligheid. In Fontys is in 2004 een omvangrijk veranderprogramma van start gegaan. Het programma heeft de naam Biloba meegekregen. De twee doelen ervan zijn: (1) de inrichting van bacheloropleidingen volgens een major/minormodel en (2) de transformatie van de huidige leeren onderwijsprocessen naar competentiegericht en flexibel leren, beoordelen en onderwijzen. Elke bachelor opleiding van Fontys bestaat na afloop van het programma in principe uit een major van 180 EC in de hoofdrichting en een minor van 60 EC in een andere studierichting. Fontys heeft haar opleidingen ondergebracht in 37 instituten. Een daarvan is de Fontys Hogeschool Journalistiek Tilburg. Voor de reorganisatie van Fontys Hogescholen (1 januari 2000) was de opleiding ondergebracht in de Academie voor Journalistiek en Voorlichting. Binnen de FHJ wordt de opleiding Journalistiek in voltijd en deeltijd aangeboden. De FHJ heeft bijna 1000 studenten, van wie ongeveer 760 in de voltijd studeren en ongeveer 240 in de deeltijd. Jaarlijks stromen er gemiddeld 275 studenten in de voltijdopleiding in en gemiddeld 70 in de deeltijdopleiding. Voor 2003 is de fixus van de voltijdopleiding vastgesteld op 285. De deeltijdopleiding kent geen fixus. De FHJ heeft 60 medewerkers, met een totale aanstelling van 46,13 fte. Dit is een docent-student ratio van 1:21,7. De FHJ verleent de graad Bachelor of Journalism aan haar afgestudeerden. 1.3
Werkwijze
De visitatie van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het beoordelingsprotocol van NQA en die hieronder wordt beschreven. Dit houdt tevens in dat het panel heeft vastgesteld dat het zelfevaluatierapport en de bijlagen een duidelijke basis bood voor het visitatiebezoek en dat de visitatie plaats vond op basis van het voor de opleidingen geldende domeinspecifieke referentiekader (zie facet 1.2). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke visitatiebezoek en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft de NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de screening) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het zelfevaluatierapport met de bijlagen in orde was bevonden (januari 2005), konden de panelleden zich inhoudelijk gaan voorbereiden op het bezoek (februari 2005). Zij lazen het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten, die doorgegeven werden aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het visitatiebezoek concreet voorbereid.
8
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
Door middel van een agenderende audit zijn de belangrijkste agenda-onderwerpen voor het visitatiebezoek bepaald, zodat de opleiding en het visitatiepanel zich op adequate wijze konden voorbereiden op het visitatiebezoek. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het detailrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het visitatiebezoek NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het visitatiebezoek dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleidingen (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en vertegenwoordigers van het werkveld. Tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde ‘schakelmomenten’ ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een detailrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport wordt door de opleiding(en) accreditatie aangevraagd bij de NVAO. In het detailrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. De opleiding heeft in mei 2005 een concept van dit rapport voor een check op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het onderwerprapport wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in juni 2005 voor een check op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in juni 2005 en vervolgens ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4
Oordeelsvorming
In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het ‘Beoordelingsprotocol’ zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie ‘Handreiking voor oordeelsvorming’ een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van:
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
9
• • • •
weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk ‘best practices’.
In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het detailrapport. 1.5
Oordelen per onderwerp
1.5.1 Doelstellingen opleiding De facetten 1.1 en 1.2 zijn goed beoordeeld, het facet 1.3 voldoende. Het oordeel op het onderwerp is daarom positief. De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door het beroepenveld zoals vastgelegd in het beroeps- en opleidingsprofiel. Dit profiel is geaccordeerd door het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren en de Nederlandse Vereniging van Journalisten. De competenties weerspiegelen het niveau van een beginnend Journalist op hbo-niveau. 1.5.2 Programma De facetten 2.1, 2.2, 2.4 t/m 2.7 zijn als goed beoordeeld, de facetten 2.3, 2.7 en 2.8 als voldoende. Het oordeel op het onderwerp is daarom positief. Het programma is een adequate uitwerking van de gestelde doelen, die in de verschillende periodes aan de orde komen. Praktijksimulaties staan in het onderwijs centraal en door vier leerlijnen is er een duidelijke samenhang in het programma zichtbaar. De didactische visie sluit goed aan op de doelstellingen. De werkvormen, in het bijzonder het projectonderwijs, zijn daarvan een goede uitwerking. Ook de toetsen sluiten in voldoende mate aan bij de gekozen onderwijsvorm en bij de leerdoelen en de leerstof. 1.5.3 Inzet van personeel De facetten 3.1 en 3.3 zijn als goed beoordeeld, het facet 3.2 als voldoende. Het oordeel op het onderwerp is daarom positief. De kwaliteit en kwantiteit van het docententeam staan garant voor de uitvoering van goed onderwijs. De docenten beschikken over relevante kwalificaties in vakinhoudelijk en didactisch opzicht en hebben goed zicht op het beroepenveld. 1.5.4 Voorzieningen De facetten 4.1 en 4.2 zijn als voldoende beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is daarom positief. De materiële voorzieningen zijn toereikend voor de uitvoering van het onderwijs. De begeleiding van studenten is in handen van mentoren en tutoren. Voor de informatievoorziening wordt onder andere gebruik gemaakt van het intranet. Studenten worden regelmatig over hun studievoortgang geïnformeerd.
10
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
1.5.5 Interne kwaliteitszorg De facetten 5.1 en 5.2 zijn als goed beoordeeld, facet 5.3 als voldoende. Het oordeel op het onderwerp is daarom positief. De FHJ heeft een gedetailleerd systeem van kwaliteitszorg ontwikkeld en geïmplementeerd. Ze zet een groot aantal evaluatie-instrumenten in van goede kwaliteit. De verbeteringen worden via verschillende cycli doorgevoerd. De verschillende belanghebbenden worden in voldoende mate bij de kwaliteitszorg betrokken. 1.5.6 Resultaten De facetten 6.1 en 6.2 zijn beoordeeld als voldoende. Het oordeel op het onderwerp is daarom positief. Het gerealiseerde niveau sluit in voldoende mate aan op de eindkwalificaties en wordt in het afstudeerproject op adequate wijze vastgesteld. Werkgevers en afgestudeerden zijn over het algemeen over de gerealiseerde kwalificaties te spreken. De kwantitatieve rendementen van de opleiding zijn goed. De streefgetallen worden in het algemeen bereikt.
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
11
1.6
Schematisch overzicht oordelen
Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet 1 Doelstellingen 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau bachelor 1.3 Oriëntatie hbo-bachelor Totaal oordeel onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen hbo 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing Totaal oordeel onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen hbo 3.2 Kwantiteit personeel 3.3 Kwaliteit personeel Totaal oordeel onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 materiele voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding Totaal oordeel onderwerp 5 Interne Kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen tot verbetering 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Totaal oordeel onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement Totaal oordeel onderwerp
1.7
Oordelen Goed Goed Voldoende Positief Goed Goed Voldoende Voldoende Voldoende Goed Goed Voldoende Positief Goed Voldoende Goed Positief Voldoende Voldoende Positief Goed Goed Voldoende Positief Voldoende Voldoende Positief
Totaaloordeel
Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5 waaruit blijkt dat de opleiding op de zes de onderwerpen positief scoort, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding positief is.
12
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
Deel B: Facetten
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
13
14
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
Deel B: Facetten
Onderwerp 1
Facet 1.1
DOELSTELLINGEN VAN DE OPLEIDING
Domeinspecifieke eisen
Goed
Criteria: De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding Journalistiek neemt de tien competenties die landelijk zijn vastgelegd in het Beroeps- en Opleidingsprofiel Journalistiek (maart 2004) over als eindkwalificaties. Deze competenties vallen uiteen in drie groepen: productiecompetenties, reflectiecompetenties en functioneringscompetenties. Aan deze tien competenties heeft de opleiding een elfde inhoudsgerichte toegevoegd. Daarin benadrukt de opleiding het ‘kunnen reflecteren op maatschappelijke verschijnselen en ontwikkelingen en het kunnen vervaardigen van producten waarin kennis over de werkelijkheid op een heldere wijze wordt geconstrueerd’. • Het landelijke beroeps- en opleidingsprofiel is op gedegen wijze tot stand gekomen. In 2000 is een conceptversie geaccordeerd door het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren (NGH) en de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ). Binnen de opleidingen spraken ook de werkveldcommissies zich positief uit. In de periode 2000 tot 2004 is een landelijk onderzoek gedaan onder werkgevers, waaruit bleek dat zij de competenties van het beroeps- en opleidingsprofiel en de tien generieke kernkwalificaties hbo relevant vonden (Startbekwaamheden van Journalisten, november 2003). De conclusies van het onderzoek werden in de conferentie ‘Nijenrode II’ besproken met vertegenwoordigers uit de verschillende sectoren van het werkveld. In het voorjaar van 2004 is het definitieve Beroeps- en Opleidingsprofiel door de HBO-raad vastgesteld. • De opleiding onderhoudt in samenwerking met de zusteropleidingen in Nederland sterke banden met de beroepspraktijk, teneinde de opleidingscompetenties van tijd tot tijd te actualiseren. • De opleiding hanteert om de drie jaar een startbekwaamhedenonderzoek onder alumni en werkgevers om de actualiteit en relevantie van de opleidingscompetenties te bevragen. • De elfde competentie is toegevoegd op grond van de resultaten van een startbekwaamhedenonderzoek onder werkgevers (2003) en alumni (2004). De curriculumgroep heeft hiertoe besloten om de startende journalist meer greep te doen krijgen op de onderwerpen die hij aanpakt. • De domeinspecifieke eindkwalificaties komen - zo merkt de opleiding op - vooral voort uit het vigerende beroepsbeeld in de Nederlandse journalistiek. Alleen op het
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
15
terrein van ethische gedragsvormen is er een internationale richtlijn, vastgelegd in de ‘Code van Bordeaux’. Het panel stelt vast dat het referentiekader met name nationaal is. Er zijn wel internationale elementen in het curriculum opgenomen in bijvoorbeeld het project Atlas, waarin studenten buitenlands nieuws volgen. Voorts worden er jaarlijks ongeveer 20 studenten naar het buitenland gezonden en is er een project op de FHJ dat uitgevoerd wordt door een gemengde groep van Nederlandse en buitenlandse studenten.
Facet 1.2
Niveau bachelor
Goed
Criteria: De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding Journalistiek gaat uit van elf competenties, de tien competenties uit het landelijk beroepsprofiel en de eigen contentgerichte competentie (zie facet 1.1). • In het landelijk Beroeps- en Opleidingsprofiel (2004) wordt aangegeven dat het hboniveau zichtbaar is in de competenties. Deze hebben betrekking op de complexiteit van denken en handelen; op communicatieve vaardigheden en inzicht in het communicatieve proces; op eigen inbreng en creativiteit; op een brede kennis van en visie op maatschappelijke ontwikkelingen; op de ontwikkeling van analytisch vermogen; op het kunnen inzetten van competenties in uiteenlopende beroepssituaties; op het kunnen integreren van kennis, vaardigheden en houding; op het zelfstandig kunnen formuleren van problemen en probleemgericht werken; en op het aanleren van maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef en het ontwikkelen van een eigen persoonlijke visie, aanpak en stijl. Het panel onderschrijft deze analyse en is tevens van mening dat ook de toegevoegde contentgerichte competentie getuigt van het hbo-niveau. • De opleiding beschrijft in haar Opleidingsprofiel Fontys Hogeschool Journalistiek (2004) de ‘h van het hbo’ als ‘het op basis van visie op het vak zelfstandig invulling kunnen geven aan journalistieke productieprocessen’. De afgestudeerde moet het vermogen bezitten om te reflecteren, afstand te nemen, keuzes te maken, deze te legitimeren en eigen initiatief te nemen. • De opleiding maakt in een overzicht in het zelfevaluatierapport inzichtelijk hoe de tien generieke hbo-kwalificaties in verband staan met de elf competenties en in welke leerlijnen deze zijn terug te vinden (vergelijk 2.2). Het panel concludeert dat de generieke hbo-kwalificaties worden gedekt door de eindkwalificaties van de opleiding. NQA heeft in een tabel de tien generieke kernkwalificaties in relatie gebracht met de vijf Dublin-descriptoren. • De opleiding heeft een competentiegroeimatrix opgesteld, waarin de elf competenties worden uitgewerkt naar drie niveaus: basisbekwaamheid, mediumbekwaamheid en startbekwaamheid. Deze competentiegroeimatrix zal worden geoperationaliseerd en gehanteerd met de invoering van de onderwijsvernieuwing in het kader van Biloba.
16
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
Facet 1.3
Oriëntatie hbo-bachelor
Voldoende
Criteria: De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hboopleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding Journalistiek gaat uit van elf competenties, de tien competenties uit het landelijk beroepsprofiel en de eigen contentgerichte competentie. Deze zijn via een zorgvuldig traject door het beroepenveld gevalideerd (zie facet 1.1). • De opleiding leidt haar studenten op tot brede beroepsbeoefenaren. Van oudsher richtte men zich op ‘de zuivere journalistiek’, met het accent op de nieuwsgeoriënteerde journalist. In aansluiting op het gezamenlijk met de andere journalistiekopleidingen ontwikkelde landelijke beroepsprofiel richt de opleiding zich nu niet alleen op de zuivere journalistieke beroepen, maar tevens op journalistieke beroepen in meer commerciële en ‘gebonden’ omgevingen. De afgestudeerde moet terechtkunnen in de brede informatiesector waar vraag is naar het kunnen inzetten van journalistieke competenties. • Volgens het landelijke beroepsprofiel, waarop het opleidingsprofiel van de Journalistiekopleiding van Fontys aansluit, moeten de afgestudeerden als beginnend beroepsbeoefenaar op uitvoerend niveau aan de slag kunnen als verslaggever/redacteur of programmamaker. Zij zijn werkzaam binnen de volgende media: de nieuwsgeoriënteerde geschreven pers; de tijdschriften en overige periodieken; de publieke en commerciële radio; de publieke en commerciële televisie; en de nieuwe media, zoals internet, intranet, bedrijfsbladen etc. Ze kunnen zelfstandig relevante onderwerpen bepalen, het werkproces plannen, informatie verwerven, bewerken en verwerken en reflecteren op het eigen werkproces en product. HBO-Monitor en startbekwaamhedenonderzoek bevestigen dat afgestudeerden in deze verschillende sectoren terechtkomen en naar behoren kunnen functioneren. • Het opleidingenveld journalistiek is niet zo groot. Er zijn vier opleidingen verspreid over het land, deze zijn allen sterk regionaal gericht. De oriëntatie van de journalistiekopleiding van Fontys is daarom breed en richt zich op alle media. • Volgens werkveldvertegenwoordigers heeft de FHJ nog een sterke krantenbasis. De toekomst in de krantenmarkt is echter, onder meer als gevolg van fusies, niet goed. Het is aan te raden de opleiding meer te richten op andere journalistieke markten, zoals die van de tijdschriften. Het panel voegt daaraan toe dat ook andere ontwikkelingen, zoals de rol van de journalistiek in de commerciële setting, meer aandacht behoeven. Het management geeft aan dat het curriculum de journalistieke basis weliswaar aanbrengt in een context van geschreven journalistiek, maar in de profilering juist de nadruk legt op werken voor meer specifieke doelgroepen (bijvoorbeeld in de sectoren tijdschrift en televisie) en in meer commerciële © NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
17
omgevingen. In het voorlichtingsbeleid wordt al enkele jaren gewezen op de teruglopende werkgelegenheid in de krantensector.
Onderwerp 2
Facet 2.1
PROGRAMMA
Eisen hbo
Goed
Criteria: Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het onderwijsprogramma van de opleiding journalistiek is gecentreerd rond projecten, waarin relevante onderwerpen uit de praktijk worden behandeld. Door simulaties van de praktijk binnen de projecten ontstaan processen van ervaringsleren. Bij deze praktijksimulaties worden kennis van de werkelijkheid en kennis van het journalistieke vak geïntegreerd. Het panel stelt vast dat het studiemateriaal voor de praktijksimulaties veelal ontleend is aan de beroepspraktijk. Deze projecten worden jaarlijks geactualiseerd. In sommige projecten, zoals het project Bladen Maken, werken studenten aan opdrachten voor de praktijk. • Studenten komen direct in aanraking met de beroepspraktijk door middel van twee stages, beide van 13 weken. De eerste stage vindt plaats in de verbredingsfase (tweede jaar), de tweede in de profileringsfase (derde jaar). Het panel is van mening, op basis van inzage van stageverslagen, dat de stages voldoende mogelijkheden bieden voor de studenten om kennis te maken met de journalistieke praktijk. In de Fontys Studentenenquête (2004) scoort de vraag naar de plaats in het curriculum en de betekenis van de stages voor de ontwikkeling en de voorbereiding op het beroep 3,9. Het aan bod komen van de nieuwste ontwikkelingen scoort 3,2, de stageregeling 3,4 (allen op een vijfpuntsschaal). Het panel beoordeelt het niveau en de relevantie van de stages als voldoende, en van de stages bij radio en tv als goed. • Het panel concludeert op basis van de cv’s dat er bij de opleiding voldoende docenten werken met relevante werkervaring in het vak (vergelijk 3.1). Volgens studenten brengen zij die ervaring regelmatig in het onderwijs in. Daarnaast wordt er, met name in de voltijdopleiding, veel gebruik gemaakt van gastdocenten. Het aan bod komen van de nieuwste ontwikkelingen in het onderwijs scoort 3,2 in de Fontys Studentenenquête 2004. • Het panel heeft tijdens de visitatie studiemateriaal en literatuur ingezien die door de opleiding worden gebruikt. Het heeft vastgesteld dat deze van goede kwaliteit zijn en
18
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
•
over het algemeen eigentijds. Voor de projecten worden veelal goede thematische readers gebruikt met vakliteratuur over de onderwerpen in het project. De opleiding geeft aan dat zij altijd letten op de laatste, meeste actuele drukken van readers. De opleiding verwerkt de actuele ontwikkelingen in de journalistieke praktijk in haar curriculum. Zo leren studenten nieuwe bronnen te gebruiken, zoals elektronische databanken en netwerken.
Facet 2.2
Relatie doelstellingen en inhoud programma
Goed
Criteria: Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding heeft haar curriculum op heldere wijze in verband gebracht met de eindkwalificaties. Het curriculum is opgebouwd rond meer dan 400 leerdoelen die zijn ondergebracht binnen de elf competenties van het beroepsprofiel. In een matrix zijn deze leerdoelen (onderscheiden naar kennis-, vaardigheids- en attitudedoelen) toegedeeld aan de vier leerlijnen (zie hieronder) en aan de leereenheden in het curriculum (Opleidingsprofiel Fontys Hogeschool Journalistiek, 2000). Dit schema vormde de basis voor de onderwijsontwikkeling. In de periode 2002-2004 zijn alle leereenheden aan de hand van het schema onderzocht en zonodig aangepast. In de periode 2000-2003/04 is gewerkt met een competentiemodel met acht niveaus. Inmiddels is een vereenvoudiging doorgevoerd en is een competentiegroeimatrix ontwikkeld, waarin de competenties zijn onderscheiden naar drie niveaus: basisbekwaamheid, mediumbekwaamheid en startbekwaamheid. Elk studiejaar bestaat uit drie blokken waarbinnen projecten zijn geprogrammeerd vanuit een cluster samenhangende doelen, die worden afgesloten met een toets met op die leerdoelen gerichte toetstermen. Daarnaast zijn er flankerende programma’s als Kennis van de Wereld, Taalreflectie en Persoonlijke Ontwikkeling. • In een tweede matrix zijn alle leerdoelen per onderwijseenheid in kaart gebracht. Deze leerdoelen staan, zoals het panel heeft geconstateerd, vermeld in de handleidingen van de onderwijseenheden. • Het programma is verdeeld in vier fasen, te weten propedeuse (3 blokken), verbreding (3 blokken), profilering (5 blokken) en de afstudeerfase/meesterproef (1 blok). In de propedeuse ligt het accent op functioneringscompetenties, in de verbreding op productie-, en functioneringscompetenties, in de profileringsfase op content-, medium-, en reflectie-, en functioneringscompetenties en in de afstudeerfase ligt het accent op productie-, en reflectiecompetenties.
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
19
•
•
•
•
•
•
Het curriculum bestaat uit tien onderwijsblokken van twaalf weken en twee stages van dertien weken. Elk leerjaar bevat drie blokken en een herkansingsperiode aan het eind van het jaar. Ieder blok is vormgegeven als een project (13 tot 16 EC) met daarnaast flankerend onderwijs, zoals Kennis van de Wereld, Taalreflectie, Persoonlijke Ontwikkeling en Vrije Ruimte. Voorts worden er vier leerlijnen onderscheiden - vaardigheden, vakreflectie, content en teamwork - die elk staan voor een of meer van de elf competenties. De vier leerlijnen, de leerdoelen en de competenties zijn over de blokken verdeeld. Met de invoering van Biloba (met ingang van 2005-2006) gaat men over naar zestien onderwijsblokken in plaats van twaalf, dus vier per jaar. Het programma dat de afgelopen jaren tot stand is gebracht ziet er naar de mening van het panel goed uit. De opleiding heeft zes afstudeerprofielen, te weten tijdschrift, krant, nieuwe media, radio, televisie en bedrijfsjournalistiek. Studenten kunnen zich vanaf de profileringsfase in een van deze richtingen specialiseren. De leerstofinhouden van beide varianten komen voor het grootste deel overeen. Belangrijk verschil is dat er in het deeltijdprogramma één blok meer is voor mediumprofilering en één blok minder voor verdieping. De deeltijdstudent heeft in de regel een voorsprong met betrekking tot de kennis van de samenleving en van onderzoek. Studenten lopen stage in de verbredingsfase (20 EC) en in de profileringsfase (20 EC). De regelingen omtrent stages scoort een 3,4 in de Fontys Studentenenquête (2004). In de deeltijd lopen de studenten twee stages van ieder 14 EC. Per september 2005 zal Fontysbreed het major-minor systeem ingevoerd worden. De student met een major journalistiek zal dan een minor kunnen kiezen in de richting waarin hij zich wil specialiseren. Voorbeelden daarvan zijn sport, kunst of muziek. Daarnaast is er dan ook de mogelijkheid om een minor te doen als voorbereiding op een universitaire master. Volgens de Fontys Studentenenquête (2004) is het studieprogramma voltijd interessant (3.7) en het niveau voldoende (3.1). De deeltijd beoordeelt het studieprogramma ook als interessant en van voldoende niveau (resp. 3.6 en 3.0).
Facet 2.3
Samenhang in het opleidingsprogramma
Voldoende
Criteria: Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De verticale samenhang wordt op een aantal manieren in het programma gerealiseerd. Allereerst is het programma opgebouwd in vier fasen (vergelijk 2.2): van oriëntatie via verbreding naar specialisatie/profilering. De student werkt aan leerdoelen die onderdeel uitmaken van de fasen en die zijn gebaseerd op het beroepsprofiel. Voorts is het onderwijs geordend in vier leerlijnen (clusters van leerdoelen) die respectievelijk betrekking hebben op vaardigheden, vakreflectie,
20
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
•
•
•
•
•
content en teamwork. Binnen elke leerlijn is een eigen verticale opbouw aangebracht die een geleidelijke groei van de student mogelijk maakt op de terreinen van vaardigheden, content, vakreflectie en teamwork. De projecten worden geplaatst in perspectief van wat de student reeds gedaan heeft. Naarmate de studie vordert is er sprake van een toenemende mate van zelfstandigheid en een toenemende complexiteit van projecten. De horizontale samenhang wordt met name gerealiseerd in de zinvolle samenhang binnen het project dat de student volgt. In het project worden werksituaties gecreëerd waarin de leerlijnen worden geïntegreerd. De leerstofelementen van de leerlijnen worden zoveel mogelijk in samenhang gepresenteerd. Het flankerend onderwijs dat studenten naast de projecten volgen wordt zoveel mogelijk met de projecten in verband gebracht. Dit wordt bewerkstelligd door elk trimester (blok) op te bouwen rond een thema. De leerstofonderdelen sluiten daarbij aan. De interne samenhang in het onderwijsprogramma wordt geborgd door de curriculumgroep en krijgt vorm door overleg binnen het team en tijdens studiedagen. De interne samenhang in het curriculum komt tot uitdrukking in het opleidingsprofiel, door het aldaar opgenomen samenhangende geheel van eindkwalificaties en leerdoelen. De opleiding heeft in 2003 de projecthandleidingen geëvalueerd op het punt van samenhang en heeft daarbij vastgesteld dat de verticale verbanden van het project in die handleidingen vaak onvoldoende expliciet waren vermeld. Daarin is inmiddels door docenten verbetering gebracht op basis van een vast format. De plaats van de stage wordt in de stagehandleiding inzichtelijk beschreven. In de uitvoering van het onderwijs speelt de tutor een centrale rol als het gaat om het verduidelijken van de samenhang en de consistentie in het programma. In de Fontys Studentenenquête (2004) scoort de samenhang 3,4 (vt) respectievelijk 3.1 (dt) op een vijfpuntsschaal. Dat is een vooruitgang ten opzichte van eerdere jaren. De eerdere slechtere evaluatieresultaten hebben geleid tot veranderingen in het curriculum. Desondanks meent de opleiding dat er nog verbeteringen mogelijk zijn. Zo heeft men besloten om de verticale verbanden binnen de leerlijn content te versterken om daarmee het analytisch vermogen van de studenten te verhogen. De implementatie van deze verbeteringen vindt momenteel plaats. Het panel acht dit gewenst gezien de kanttekeningen die werkgevers plaatsen (vergelijk facet 6.1). Uit het gesprek met studenten komt naar voren dat zij tevreden zijn over de samenhang in het programma. Dat geldt in het bijzonder voor de richting Schrijvende Pers.
Facet 2.4
Studielast
Voldoende
Criteria: Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen.
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
21
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Om de studievoortgang te bevorderen is in het curriculum de diversiteit in aangeboden keuzeblokken verminderd. Wanneer bepaalde onderdelen in de hoofdfase voltijd wegens te geringe belangstelling niet kunnen worden uitgevoerd, kunnen studenten de deeltijdse pendant volgen of een ander profileringsproject kiezen. De opleiding heeft het aantal toetsen per module verminderd en zijn er betere mogelijkheden voor herkansingen ingevoerd. • Binnen de voltijd bestonden tot voor kort geen flexibele leerroutes. In de deeltijdopleiding is dat wel het geval. Door een goede routeplanning kunnen daar individuele doorlopende routes worden ontworpen zonder vrijgestelde onderdelen. Goede en gemotiveerde voltijdstudenten konden in het studiejaar 2003-2004 deelnemen aan een assessment waarmee zij toegang konden krijgen tot een versnelde route voor de hoofdfase. Uit deze pilot is gebleken dat enkele studenten gebruik maken van deze mogelijkheid. • In de hoofdfase zit een aantal drempels. De student kan pas op eerste stage wanneer de propedeuse is voltooid en op tweede stage wanneer de eerste stage is voltooid en de competentietoetsing van een relevant mediumproject voldoende is beoordeeld. Om te kunnen beginnen met het afstuderen moeten alle overige onderdelen voltooid zijn. • De studielast wordt als zeer wisselend ervaren. Dat blijkt uit projectevaluaties door de opleiding en uit de gesprekken van het panel. Uit die laatste komt naar voren dat met name de studielast van het onderdeel Kennis van de Wereld verschillend wordt ervaren. De mbo-instroom heeft hier veel moeite mee, terwijl havisten en vwo-ers de studielast als laag ervaren omdat ze juist dit onderdeel licht vinden. Het opleidingsmanagement herkent dit niet en het blijkt ook niet uit de studieresultaten. Met het vorderen van de studie neemt de tijd die studenten eraan besteden toe (30-35 uur per week), volgens de docenten als gevolg van de toenemende interesse van de student in de studie. Aan studenten wordt de mogelijkheid geboden om een versneld traject te volgen. Daarvoor blijkt echter weinig belangstelling te bestaan. • De studeerbaarheid scoort in de Fontys Studentenenquête (2004) wisselend: de regelingen voor het inhalen van achterstanden (2.9) en de correcte administratieve verwerking niet hoog (2.6). De roostering (3.4) en de bereikbaarheid en deskundigheid van de studentbegeleider (3.6) worden wel positief beoordeeld. De studie is goed te doen in de tijd die ervoor staat (voltijd 3.8, deeltijd 3.6). De spreiding is voldoende (vt 3.1, dt 3.0).
Facet 2.5
Instroom
Voldoende
Criteria: Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek.
22
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding stelt geen nadere vooropleidingseisen met betrekking tot het instroomprofiel havo of vwo. Deze studenten zijn zonder meer toelaatbaar. De opleiding journalistiek kent geen verwante opleidingen in het mbo. De voltijd opleiding kent een wettelijke numerus fixus, voor 2004-2005: 275 studenten. Voor dat jaar maakt de opleiding echter geen gebruik van de geboden mogelijkheid van selectie aan de poort (Onderwijs- en Examenregeling 2004-2005). Aan instromende deeltijders worden geen specifieke eisen gesteld ten aanzien van hun werkervaring of -situatie. • De opleiding past een selectie toe na het eerste jaar door middel van een bindend advies (tenminste 36 EC’s hebben behaald en voldoen aan aanvullende eisen ten aanzien van Taalreflectie, Kennis van de Wereld en teamwork/attitude). Na het tweede jaar vindt nogmaals een selectie plaats. Dan dient de student de propedeuse te hebben afgerond. • De opleiding verricht onderzoek om zicht te krijgen op de aansluitingsproblematiek. Daaruit blijkt onder meer dat in het eerste studiejaar elementen van zelfstandig en betekenisgericht leren voorkomen naast taakgericht en toetsgericht leren. De opleiding constateert dat de verwachting terug te kunnen vallen op een attitude van zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid bij studenten, gebaseerd op de invoering van het studiehuis, op gespannen voet staat met de werkelijkheid. Met name ten aanzien van het wegwerken van hiaten op het gebied van Kennis van de Wereld en Taalreflectie bleek de opleiding teveel te verwachten van de zelfstandigheid van de student. Studenten hebben meer behoefte aan sturing en regelmatige controle. De rol van de mentor is versterkt, hiermee is een begin gemaakt met de opzet in het Bilobasysteem. De problemen doen zich in het bijzonder voor bij instromenden mbostudenten. De aansluiting op de verschillende vooropleidingen vraagt naar de mening van het panel daarom aandacht. Een tweede probleem betreft het feit dat het analytische vermogen van de studenten minder is dan verondersteld (vergelijk 2.3). • Het panel constateert op basis van het gesprek met de studenten dat aansluitingsproblemen zich in het bijzonder voordoen bij mbo-studenten. De aansluiting op de verschillende vooropleidingen vraagt naar de mening van het panel daarom om extra aandacht. Het raamwerk daarvoor is aanwezig. • De studenten worden in het eerste jaar intensief, wekelijks begeleid door de tutor. Eventuele problemen ten aanzien van de aansluiting van de studie op de vooropleiding kunnen hierdoor goed worden opgevangen. In het Studie- en Leervaardighedentraject worden de studenten uitgebreid voorbereid op de didactiek, de competentiegerichtheid, de inrichting van het curriculum etc. Ook wordt aandacht besteed aan leerstijlen. • Bij aanwezigheid van specifieke deficiënties kan de student een beroep doen op de schooldecaan. Taalachterstanden van allochtone studenten blijken binnen de periode van de propedeuse moeilijk weg te werken. De opleiding is niet in de gelegenheid hier aparte programma’s voor te ontwikkelen. Soms wordt in dergelijke gevallen afgeweken van de eis van het bindend studieadvies (binnen de propedeusegrens van twee jaar).
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
23
•
In de voltijdopleiding komen verkorte routes op basis van eerder verworven competenties nauwelijks voor. Voor de deeltijdopleiding zijn instroomprofielen opgesteld op grond waarvan vrijstelling kan worden verleend voor een samenhangend pakket van studieonderdelen met een omvang van minimaal 46 EC’s, in de praktijk veelal een geheel studiejaar. Een en ander is ter beoordeling aan de examencommissie. De regeling is opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling.
Facet 2.6
Duur
Goed
Criteria: De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Uit de studiegids blijkt dat de totale omvang van de opleiding 240 EC’s bedraagt. De opleiding voldoet daarmee aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum. • De totale studieduur van 240 EC’s is gelijkmatig verdeeld over de verschillende onderwijsperiodes. De studiepunten zijn per studiejaar, periode en onderwijseenheid verantwoord in de Onderwijs- en Examenregeling en de studiegids.
Facet 2.7
Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Goed
Criteria: Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De Fontys Hogeschool Journalistiek kiest voor competentiegericht en vraaggestuurd onderwijs, met als kernbegrippen activerend leren en een multidisciplinaire aanpak. Het wordt ook constructivistisch genoemd, omdat het voorwaarden schept voor zelfstandige leeractiviteiten van studenten. Het leerproces van de student staat centraal en het gaat om leren leren. Het onderwijsprogramma gaat sterk uit van beroepssituaties. Het concept levert naar de mening van het panel een adequate bijdrage aan de realisatie van de opleidingscompetenties door de student. Door de toevoeging van de elfde competentie geeft de opleiding aan dat de kennisontwikkeling van studenten ook binnen het competentiegerichte onderwijs belangrijk is. • De centrale werkvorm is projectonderwijs. Studenten werken in groepen aan een opdracht die verband houdt met of direct ontleend is aan relevante beroepssituaties. Deze vorm sluit volgens het panel goed aan bij het principe van competentiegericht
24
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
•
•
•
•
en constructivistisch onderwijs. Voor het flankerende onderwijs, zoals Kennis van de Wereld en Taalreflectie, wordt vooral gebruik gemaakt van colleges. ICT speelt in toenemende mate een rol in het onderwijs. Naast het gebruik van ICT in de gesimuleerde beroepspraktijk (bijvoorbeeld redactiesystemen voor de schrijvende pers en edittoepassingen voor radio, televisie en nieuwe media) worden ICTmiddelen ook steeds meer ingezet als didactisch middel. Vanaf september 2004 werkt de opleiding met de elektronische leeromgeving N@tschool (voorheen Blackboard). De mogelijkheden voor het werken met projecten zijn voor de deeltijdopleiding geringer doordat de studenten minder frequent aanwezig zijn (ongeveer 8 uur per week). In een aantal gevallen wordt dat opgelost door gebruik te maken van de elektronische leeromgeving. De opleiding heeft de verschillen en overeenkomsten tussen vol- en deeltijd in kaart gebracht. Er wordt gestreefd naar zoveel mogelijk synergie, maar afwijkingen als gevolg van het specifieke karakter van de deeltijdopleiding zijn mogelijk. Uit de Fontys Studentenenquête blijkt dat de studenten in 2002 ontevreden waren over het gedaalde aantal contacturen (score 2.5) als gevolg van het nieuwe didactische concept. In 2004 is de score opgelopen naar 3.3, zonder dat het aantal contacturen wijzigde. De mate waarin docenten begeleiden naar onafhankelijk leren scoort in 2004: 3.0, het stimuleren tot een kritische instelling: 3.5 Het studiemateriaal dat het panel heeft ingezien is goed vormgegeven en biedt studenten goede mogelijkheden om zich de stof eigen te maken. De opbouw is helder. De projecthandleidingen zijn tamelijk gedetailleerd en bevatten beschrijvingen van studieactiviteiten van week tot week. In het gesprek met het panel blijkt dat men aanvankelijk te optimistisch was over het zelfstandige vermogen van de studenten. Om die reden is besloten het onderwijs, vooral in de propedeuse, op meer gestructureerde wijze aan te bieden. Studenten laten het panel weten nu tevreden te zijn over de mate van zelfstandigheid, die toeneemt naarmate de studie vordert. De opdrachten worden geleidelijk groter en complexer.
Facet 2.8
Beoordeling en toetsing
Voldoende
Criteria: Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding heeft haar toetsbeleid helder uiteengezet in een bijlage bij het Opleidingsprofiel FHJ (2000). Het bevat de uitgangspunten en de voorwaarden voor een goede toetsing en beoordeling. Voor de leerlijnen worden de toetsvormen per fase beschreven. • De belangrijkste gehanteerde toetsvormen zijn: competentietoetsing (stijgt boven de leerlijnen uit), voortgangstoetsing (bij Kennis van de Wereld en Taalreflectie), het
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
25
•
•
•
•
•
26
vaardighedendossier (een individueel productdossier dat de nieuwe vaardigheidsdoelen van een project covert), vakreflectiebloktoets (voor alle eerste en tweedejaarsprojecten) en de toets mediumkunde (als vakreflectietoets van de mediummodulen). In het zelfevaluatierapport laat de opleiding in een overzicht voor elke toetsvorm zien in welke fase die wordt gebruikt, door wie de toets wordt beoordeeld en in welke leerlijnen ze worden gehanteerd. In de deeltijdvariant wordt op overeenkomstige wijze getoetst als in de voltijd. De frequentie van de competentietoetsing is alleen minder hoog, doordat er minder modulen zijn met een projectmatige opzet. Het panel vindt de toetsen die het heeft ingezien van voldoende niveau en constateert dat de inhoud voldoende aansluit bij de leerstof. Bij projecten vinden in principe individuele beoordelingen plaats. Ieder individu krijgt een persoonlijke beoordeling voor de bijdrage die wordt geleverd aan het groepsproces/product. Studenten geven aan dat meeliften af en toe voorkomt. Het toetsbeleid wordt uitgewerkt in de projecthandleidingen voor de betreffende projecten. De functie van de toetsen worden daarin toegelicht en ook de beoordelingscriteria en wegingsregelingen zijn erin opgenomen. Naar de mening van het panel is een en ander zorgvuldig uitgewerkt. Het onderwijs is ontwikkeld met de toets als uitgangspunt. Studenten zijn bekend met de competenties en leerdoelen. Ze weten aan welke eisen ze aan het eind van een cursus moeten voldoen. In het gesprek met het panel geven ze aan dat de inhoud en het niveau van de toetsen voldoende zijn. Ze merken op dat het onderdeel Taal streng wordt beoordeeld. Ten aanzien van de groepsbeoordeling geven ze aan dat meeliften wel voorkomt, maar dat daarvan niet overmatig sprake is. Veel van deze mensen vallen later in de studie uit, geven de studenten aan. De opleiding voert een duidelijk beleid ten aanzien van de ontwikkeling en bewaking van de kwaliteit van de toetsen. Deze rol is toebedeeld aan de toetscommissie. De voorzitter ervan zit tevens in de curriculumgroep. De toetscommissie controleert de validiteit en betrouwbaarheid van de toetsen. Zo nodig worden beoordelingscriteria aangepast. Gedurende het opleidingstraject worden af en toe externen bij de beoordeling betrokken (bijvoorbeeld van de NOS) om zo voor de docenten een referentiepunt te creëren. Het panel plaatst hier de kanttekening dat studenten in het gesprek hebben aangegeven dat docenten niet altijd op dezelfde wijze beoordelen, met name bij geschreven opdrachten. Beoordelingen kunnen bij de ene docent als voldoende uitvallen, terwijl een ander een onvoldoende geeft. De docenten geven aan hier alert op te zijn. Het opleidingsmanagement geeft aan dat gewerkt wordt met ijkpunten en wegingscriteria en dat verschillende beoordelaars op intervisiebasis met elkaar spreken. Tijdens het project geeft de tutor tussentijds feedback op vorderingen. Voor de toetsen van de leerlijnen content en vakreflectie worden vooraf responsiecolleges gegeven. Na de toets wordt feedback gegeven door schriftelijk commentaar. Na een toets zijn er feedbackcolleges, maar deze worden niet altijd goed bezocht. In de deeltijdopleiding wordt voornamelijk gebruik gemaakt van feedback via elektronische weg. Studenten kunnen gebruik maken van de klachtenprocedure wanneer zij het niet eens zijn met toetsvragen en de bijbehorende antwoorden.
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
•
•
•
De opleiding heeft de stagebeoordeling vastgelegd. Sinds september 2004 is er een nieuw landelijk stagebegeleidingsprotocol, waarin ook de stagebeoordeling is vastgelegd. Op deze wijze beoordelen alle journalistiek opleidingen de stages op dezelfde wijze. De stagebegeleider geeft het definitieve oordeel. De praktijkbegeleider heeft hierin een grote rol: deze geeft een eerste suggestie voor de beoordeling. Het beoordelingsgesprek wordt met beide begeleiders gevoerd om de objectiviteit te bewaken. Studenten en alumni geven tegenover het panel aan tevreden te zijn met de beoordeling van de stages. Het afstuderen bestaat uit een productie en een reflectie, die de student beide mondeling moet toelichten. Tijdens dit gesprek wordt de competentieontwikkeling en het leerproces van de student besproken. Pas na dit mondeling worden de cijfers voor productie en reflectie bepaald. Een gecommitteerde bewaakt de eerlijkheid van het gesprek en de beoordeling. De student krijgt mondeling en/of schriftelijk feedback. Afgestudeerden geven aan dat dit afstudeergesprek zeer pittig was en dat zij scherp zijn beoordeeld (vergelijk 6.1). Uit de Fontys Studentenenquête 2004 blijkt dat de toetsen voldoende aansluiten op de leerstof (vt 3.3, dt 3.1).
Onderwerp 3
Facet 3.1
INZET VAN PERSONEEL
Eisen hbo
Goed
Criteria: Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Van de 52 docenten/instructeurs van de opleiding (voltijd en deeltijd) hebben er 16 ervaring in de journalistieke beroepspraktijk. Docenten zonder praktijkervaring in de journalistiek moeten een praktijkstage van twee weken volgen op de redactie van een voor de opleiding relevante mediumomgeving. In 2003 betrof dat zes medewerkers, in 2004 vier en 2005 zullen het er eveneens (minimaal) vier zijn. Studenten laten zich in het gesprek met het panel positief uit over de praktijkkennis van de docenten. • Er wordt gebruik gemaakt van gastdocenten, voornamelijk mensen die in de beroepspraktijk werkzaam zijn. Het is beleid om vrijvallende formatie flexibel in te vullen met gastdocenten die als journalist in de praktijk werkzaam zijn. Het doel is om daarmee de actualiteit en de wederzijdse betrokkenheid met het werkveld te bevorderen. In 2004 was dit 5% (2 fte) van de totale onderwijsformatie. • Medewerkers worden geacht ontwikkelingen te volgen en betrokken te zijn of te raken bij de beroepspraktijk. Vanuit de opleiding worden forums en discussiebijeenkomsten voor studenten en medewerkers georganiseerd waar actuele
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
27
•
•
•
•
ontwikkelingen aan bod komen. Er zijn jaarlijkse studiedagen, met aandacht voor de organisatie, het onderwijs en de beroepspraktijk. De opleiding onderhoudt structurele contacten met werkveldorganisaties, de NVJ, de NGH en de NUV. Docenten wonen regelmatig conferenties bij die o.a. door deze organisaties worden georganiseerd. Binnen de opleiding worden forums, symposia en lezingen georganiseerd waarin een koppeling met de beroepspraktijk wordt gelegd. Het zicht van de docenten op de actuele ontwikkelingen in de journalistiek wordt tevens bevorderd door de samenwerking van de vaste docenten met de gastdocenten en door de contacten van de docentbegeleiders met het werkveld tijdens de begeleiding van stagiairs. De opleiding betrekt zoveel mogelijk docenten bij de begeleiding van de stages en het afstuderen. De deskundigheid van de docenten in hun vakgebied wordt in de Fontys Studentenenquête 2004 beoordeeld met een 3.7. Het tonen van de nieuwste ontwikkelingen in het onderwijs scoort 3.3. Uit gesprekken met studenten en alumni blijkt dat de docenten voldoende relevante vakkennis in het onderwijs weten te integreren. Ook geven studenten aan dat zij altijd zeer snel op de hoogte zijn van de nieuwste ontwikkelingen.
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
Voldoende
Criteria: Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Voor de uitvoering van het onderwijs kan de opleiding beschikken over 8 instructeurs (voor bijvoorbeeld radio- en televisietechniek, grafische technieken, etc.), 16 docenten journalistiek, 13 docenten taalbeheersing, 7 docenten massacommunicatie en 8 docenten maatschappijvakken. Totaal 52 docenten/instructeurs in een omvang van 37,64 fte. De student-docent ratio van 25,7 : 1. • 60% van de tijd van docenten wordt gebruikt voor onderwijsuitvoering, de overige 40% wordt gebruikt voor onderwijsontwikkeling, studiebegeleiding, onderwijsorganisatie, deskundigheidsbevordering, onderzoek en marktgerichte activiteiten. • De werkdruk wordt als hoog ervaren door de veelheid en verscheidenheid aan taken en rollen. De opleiding werkt aan een betere spreiding van inzet en taken over de werkweek. De piekbelastingen worden met name veroorzaakt door nakijkwerk aan het eind van een onderwijsperiode. Docenten geven in het gesprek aan dat de tijdsinvestering in de vernieuwingen inmiddels afneemt. Ze vinden tevens dat die resultaat heeft opgeleverd.
28
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
•
•
Het ziekteverzuim is 9%, boven het Fontys gemiddelde van 4%. Dit wordt mede veroorzaakt door een aantal langdurig zieken (niet werkgerelateerd). In geval van afwezigheid zijn medewerkers flexibel in het overnemen van taken van elkaar. Studenten zijn volgens de Fontys Studentenenquête 2004 redelijk tevredenheid over het aantal contacturen (3,3) en zijn tevreden over de bereikbaarheid en deskundigheid van de studentbegeleider (3,6).
Facet 3.3
Kwaliteit personeel
Goed
Criteria: Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Uit een overzicht van de kwalificaties van de docenten en instructeurs blijkt dat alle bevoegd zijn voor het verzorgen van onderwijs aan een hbo-instelling. Als dat bij aanstelling niet het geval is moeten zij hun onderwijsbevoegdheid verwerven in het eerste jaar van hun aanstelling. Van de 44 docenten hebben 30 een academische opleiding en 14 hebben een hbo-opleiding. Vier docenten zijn gepromoveerd. Van de instructeurs hebben zeven een technische opleiding en één een hbo-opleiding afgerond. Het betreft de functies van audiotechnicus, video-editor, drukker/opmaker, cameraman/editor, fotograaf, ondersteuner webtechniek. • De docenten en instructeurs zijn verdeeld over zes eenheden van expertise: journalistiek; taalbeheersing; vakreflectie; maatschappelijke oriëntatie en kennis van de wereld; vreemde talen en landenkennis; en instructeurs/technici. Deze medewerkers werken in multidisciplinaire, resultaatverantwoordelijke teams. • Er wordt jaarlijks een budget voor deskundigheidsbevordering beschikbaar gesteld. Qua tijd reserveert de opleiding per medewerker 10% van de aanstellingsomvang voor deskundigheidsbevordering. Opleidingsbrede deskundigheidsbevordering is de verantwoordelijkheid van het opleidingsmanagement samen met de teamleiders, de individuele deskundigheidsbevordering is de verantwoordelijkheid van het team en de medewerker zelf. Elk team beschikt over een eigen budget hiervoor. Minimaal 4% van de taakomvang van elke medewerker is gereserveerd voor deskundigheidsbevordering. Daarnaast is 6% van de onderwijsformatie gereserveerd voor ontwikkeling en innovatie (2,21 fte in 2004). In het Scholingsplan (2004) zijn onder meer professionaliseringsactiviteiten opgenomen op het gebied van didactische scholing, managementtraining, docentstages, ICT-bekwaamheden, assessment, studieloopbaanbegeleiding, e-learning en journalistiek in de multiculturele samenleving. • De opleiding heeft vier competentieprofielen opgesteld en toegewezen aan docenten en instructeurs: instructeur, docent tutor/coach, docent/ontwikkelaar en docent/teamleider. De opleiding ziet samenwerken als centrale competentie, naast de Fontys-competentie resultaatgericht werken. Met de omslag naar het nieuwe
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
29
•
•
curriculum hebben docenten training en scholing gehad op de nieuwe rollen die zij als docent moeten gaan vervullen. Docenten geven in het gesprek met het panel aan hier tevreden over te zijn. De directeur FHJ voert jaarlijks functioneringsgesprekken. In geval van bevordering naar de eindschaal worden beoordelingsgesprekken gevoerd. Met ingang van 2004 worden er tevens COP-gesprekken gevoerd (competentieontwikkelings-gesprekken) met de direct leidinggevende. Naar aanleiding daarvan stelt de medewerker een persoonlijk ontwikkelingsplan op. In de gesprekken worden onder meer afspraken gemaakt over verdere scholing op de competentieprofielen. Docenten spreken zich tegenover het panel positief uit over het personeelsbeleid van de FHJ. Voor de gesprekken worden naar de mening van het panel goede formats gehanteerd. De waardering van de studenten voor de kwaliteit van de docenten stijgt ten opzichte van de afgelopen jaren. Volgens de Fontys Studentenenquête 2004 vinden de studenten dat de docenten in de colleges helder formuleren (3,5); dat de docenten weten te boeien voor het vak (3,5) en dat zij een kritische instelling stimuleren (3,4). De deskundigheid van de docenten scoort 3,7. Dit beeld wordt bevestigd in de gesprekken met studenten en alumni. Zij merken op les te krijgen van goede docenten. Afgestudeerden noemen de docenten gepassioneerd.
Onderwerp 4
Facet 4.1
VOORZIENINGEN
Materiële voorzieningen
Voldoende
Criteria: De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding is gehuisvest in een eigenstandig gebouw in Tilburg. Het gebouw is ingericht op het onderwijs in groepsverband en op het verrichten van redactioneel werk binnen de toegepaste journalistiek. Het panel heeft op basis van een bezichtiging een positieve indruk van de kwaliteit en de toegankelijkheid van de voorzieningen. • De opleiding beschikt over een tv-studio en een radio-studio, beide met montageruimtes en redactielokalen; redactieruimtes voor dagblad-, tijdschrift- en internetjournalistiek, voorzien van computerapparatuur met toegang tot een redactiesysteem en relevante informatiebronnen. De faciliteiten zijn toereikend voor het onderwijs. De computerruimtes worden aangepast aan de eisen van redactiewerk en aan Arbo-eisen. • In het gebouw is een mediatheek gevestigd die is voorzien van voldoende relevante literatuur, wetenschappelijke publicaties, vakbladen en nationale, internationale en regionale kranten en tijdschriften. Standaard-literatuur is aanwezig, voor meer gespecialiseerde literatuur kan men terecht bij de Universiteit Tilburg. Er is volop
30
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
•
•
•
•
•
toegang tot journalistieke media en databanken en andere online bronnen: lexus/nexus (een databank, bestaande uit bronnen van de grote uitgevers), ANPpersconferenties, ANP-foto- en nieuwsdienst, etc. In de mediatheek zijn werkplekken en studiemogelijkheden gecreëerd. De opleiding beschikt over een collegezaal, die enigszins verouderd is. Voor grote tentamens of top-gastsprekers wordt gebruik gemaakt van zalen van de Universiteit van Tilburg. De kantine kan worden gebruikt als auditorium. Docenten-teamleiders geven aan dat het jammer is dat juist gastsprekers met een grote uitstraling niet in het eigen gebouw geprogrammeerd kunnen worden. In het gebouw zijn voldoende ruimtes voor groepswerk. Medewerkers werken op een kamer met twee tot vier personen. De werkplekken zijn voorzien van adequate voorzieningen. Doordat elke medewerker kan inloggen vanaf elke plek binnen Fontys is werkplek-onafhankelijk werken mogelijk. In de deeltijd en bij sommige vakken in de voltijd wordt Blackboard gebruikt als elektronische leeromgeving. In de loop van 2005 start de opleiding met het structureel inpassen van de elektronische leeromgeving N@tschool in het onderwijs. De opleiding heeft een ook buiten Fontys benaderbaar intranet in gebruik dat medewerkers en studenten voorziet van informatie over studieaangelegenheden zoals roosters, ziekte van medewerkers en zaken rond organisatie en beleid. Studenten kunnen hun studievoortgangsgegevens afgeschermd raadplegen via ditzelfde intranet. De oordelen van de studenten van de FHJ over de voorzieningen luiden als volgt : huisvesting 3,7; college en leslokalen 3,3; computerruimtes 3,2; studieruimtes voor zelfstudie 2,7; de mediatheek: beschikbaarheid 3,8 en kwaliteit 3,7; computers buiten de spits 3,8, binnen de spits 2,4 (Fontys Studentenenquête 2004). Uit deze evaluatieresultaten blijkt dat de studenten tevreden zijn over de mediatheek en wat minder tevreden over het aantal computers, met name in de spits. De opleiding werkt hieraan door onderwijsactiviteiten die een beroep doen op computerfaciliteiten via roostering zoveel mogelijk te spreiden. Vanaf medio 2005 is er een draadloos netwerk. Dit netwerk stelt studenten in staat met een eigen laptop online te werken in het gebouw. Uit het gesprek met studenten blijkt tevredenheid over de voorzieningen. Voor deeltijd studenten blijkt de uitleentermijn voor materiaal vaak te kort te zijn. Studenten vinden dat het aantal computers is toegenomen en dat het nu toereikend is. Het aantal werkruimtes vinden ze ook voldoende. Docenten zijn tevreden over de beschikbare ruimtes.
Facet 4.2
Studiebegeleiding
Voldoende
Criteria: De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. © NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
31
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Binnen de projecten hebben de studenten in groepen van 8 tot 10 personen studiebegeleiding. De begeleiding is in handen van tutoren. Studenten zien hun tutor in het eerste jaar van de studie iedere week. De tutoren hebben onderling intervisie. • Een mentor begeleidt de studenten door de opleiding heen. Gesprekken met de mentor vinden plaats bij mogelijke studievertraging of juist bij een wens tot studieversnelling. Hij adviseert over aangepaste studieroutes. Zo nodig verwijst hij door naar de decaan. De mentor is bereikbaar via een spreekuur. De werkgevers opperen in het gesprek met het panel dat de specialistische begeleiding mogelijk niet helemaal goed loopt, omdat bij stages een aantal keer is gebleken dat studenten de stages psychisch niet aankonden. Vanwege privacyredenen kunnen, zo zegt het management, dergelijke problemen niet vooraf aan de werkgever worden gemeld. • Sinds september 2004 wordt gewerkt volgens de landelijke richtlijn voor stagebegeleiding, opgesteld door de gezamenlijke opleidingen Journalistiek in samenspraak met het veld van stageverleners. De begeleiding komt van een stagebegeleider en een praktijkbegeleider. De stagebegeleider ziet de student op de terugkomdag halverwege de stage (van 13 weken) en onderhoudt contact per email of telefoon. Tussentijds stuurt de student geschreven stukken naar de stagebegeleider, zodat deze de voortgang van de student kan bewaken. De stagebegeleider bezoekt de student in de laatste fase van de stage, zo nodig tussentijds. De stagebegeleiding scoort in de Fontys Studentenenquête (2004) een 2,9. Deze enquête is afgenomen onder studenten die de stagebegeleiding volgens het oude systeem hebben gehad. • Studenten die een stage of bepaalde studieonderdelen in het buitenland volgen worden begeleid door het Bureau Internationaal. Het bureau informeert belangstellenden over de mogelijkheden, helpt bij praktische aangelegenheden en zorgt voor verificatie en vastlegging van bereikte resultaten. • Tijdens de afstudeerfase krijgt de student twee begeleiders toegewezen, één voor de begeleiding bij de afstudeerproductie en één voor een afstudeerreflectie. De richtlijnen hiervoor zijn uitgewerkt in de OER (2003-2004 en 2004-2005). De begeleiding tijdens het afstuderen wordt per september 2004 aangepast (zie facet 6.1). • De voorlichting aan studenten met betrekking tot de mediumkeuze ligt in handen van de uitvoerende teams van propedeuse en verbreding. Hiervoor zijn activiteiten in het programma geïntegreerd. In voorkomende gevallen helpt de mentor bij de mediumkeuze. • Er is een begin gemaakt met een nieuw systeem van studieloopbaanbegeleiding. In het kader van het Biloba-project zal dat verder worden ontwikkeld. De begeleiding wordt meer competentiegericht en de huidige functie van de mentor zal opgaan in de meer integrale functie van studieloopbaanbegeleider. Daarbij zijn ook trajecten uitgezet voor deskundigheidsbevordering van studieloopbaanbegeleiders. • De opleiding volgt de resultaten van studenten door middel van een studievolgsysteem (Progress). Studenten krijgen drie keer per jaar een overzicht van de studievoortgang.
32
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
•
•
•
•
Bij de deeltijdvariant is de rol van de tutor kleiner omdat hier minder vaak met projecten wordt gewerkt. De begeleiding wordt met name uitgevoerd door de mentor. Deze heeft voorafgaand aan de lesavonden een aanloopuur. Hij is ook via e-mail bereikbaar. De stagebegeleiding, de afstudeerbegeleiding en de begeleiding bij internationale activiteiten verloopt op dezelfde wijze als in de voltijdopleiding. De informatievoorziening kende volgens deeltijdstudenten de nodige problemen. Zo waren handleiding, roosterwijzigingen etc. niet tijdig beschikbaar. Het intranet heeft inmiddels tot verbeteringen geleid, hoewel er wel aanloopproblemen waren. Uit evaluaties blijkt dat studenten niet geheel tevreden zijn over de begeleiding en ondersteuning bij de studie (vt 2,9, dt 2,5). De bereikbaarheid van docenten scoort hoger, namelijk 3,4 bij de voltijd en 3,3 bij de deeltijd (Fontys Studentenenquête 2004). Studenten geven in het gesprek te kennen niet erg tevreden te zijn over de mentorbegeleiding (de begeleiding door de opleiding heen), maar dat er de laatste tijd wel verbetering is opgetreden. Docenten geven aan de klachten te kennen. Met ingang van het studiejaar 2004-2005 is de mentorbegeleiding geïntensiveerd. De mentor spreekt nu elke periode met de studenten. Dat wordt door hen gewaardeerd. Over de tutorbegeleiding (de begeleiding binnen de projecten) zijn de studenten tevreden, evenals over de afstudeerbegeleiding. Die noemen ze intensief. De stagebegeleiding is volgens hen sterk verbeterd met de invoering van een nieuw protocol. Dat geeft ook de stagebegeleiders meer houvast, zo blijkt uit het gesprek met hen.
Onderwerp 5
Facet 5.1
INTERNE KWALITEITSZORG
Evaluatie resultaten
Goed
Criteria: De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • In 2001 is een kwaliteitszorgsysteem ingevoerd met als doel toetsbare kwaliteitsdoelen te formuleren bij belangrijke aspecten; instrumenten voor de toetsing van resultaten op te zetten; taken en verantwoordelijkheden helder te beschrijven; de kwaliteitscyclus (PDCA) goed te doorlopen; en te zorgen voor gerichte en effectieve verbeteracties. Dit komt in grote lijnen overeen met het Fontysbrede kwaliteitszorgsysteem, dat in juni 2003 is uitgewerkt voor alle opleidingen. Inmiddels is het systeem aangepast aan de algemene Fontysnorm. Het kwaliteitszorgsysteem volgt de opbouw van het accreditatiekader dat per facet wordt uitgewerkt naar ijkpunten. • Op het niveau van de opleiding worden jaarlijks streefdoelen vastgelegd in het managementcontract. In de managementrapportage wordt over de resultaten
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
33
•
•
•
•
gerapporteerd. De streefdoelen worden op verschillende niveaus vastgelegd: de curriculumgroep formuleert de doelen ten aanzien van de verbetering van het curriculum als geheel, de resultaatverantwoordelijke teams benoemen de doelen die betrekking hebben op de verbetering van de projecten waarvoor ze verantwoordelijk zijn. Het panel is op basis van inzage van MACONs en MARAPs van oordeel dat de opleiding op bewuste wijze omgaat met de explicitering van de doelen en het meten van de resultaten daarop. De opleiding Journalistiek is onderworpen aan verschillende externe onderzoeken, te weten de Keuzegids, de Elsevier en de HBO-Monitor. Tevens is er extern een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de stages, het Onderzoek Mediastages 2003. De FHJ heeft in 2003-2004 een startbekwaamhedenonderzoek uitgevoerd onder alumni en hun werkgevers. Daarbij zijn de beheersing en de relevantie van de eindkwalificaties en van de generieke hbo-kwalificaties onderzocht alsmede aspecten waarop verbetering in het onderwijs gewenst is. Sinds 1998 verricht de FHJ motievenonderzoek gedaan onder instromende studenten. Voorts wordt er exitonderzoek gedaan naar de redenen van uitval. De vraagstelling daarvan sluit aan op die van het motievenonderzoek. De evaluatie van het onderwijs gebeurt door projectevaluaties op basis van een door Fontys ontwikkeld evaluatieformulier. Fontysbreed worden tweejaarlijks enquêtes gehouden onder studenten, de Fontys Studentenenquêtes. In 2003 is er Fontysbreed een personeelsenquête afgenomen. Om de drie jaar worden er door Fontys interne audits gehouden. Deze geven het management informatie over alle relevante kwaliteitsaspecten van de opleiding. De FHJ werkt met een systeem van validaties. Hierbij wordt gekeken of de werkelijkheid van het in projecten ontwikkelde onderwijs strookt met de beoogde werkelijkheid van het opleidingsprofiel. De bevindingen worden aan de teams gerapporteerd en bevatten concrete aanbevelingen tot verbeteringen. Het panel stelt op basis van inzage van de documenten (validatierapporten, evaluatie-instrumenten en verbeternotities van teams) vast dat deze van goede kwaliteit zijn.
Facet 5.2
Maatregelen tot verbetering
Goed
Criteria: De uitkomsten van deze evaluaties vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De FHJ hanteert twee interne kwaliteitszorgcycli. De kleine cyclus vindt plaats aan het eind van elke projectperiode en omvat projectevaluaties van alle projecten die in die periode hebben gedraaid. De resultaten hiervan worden aan de orde gesteld in de klankbordbijeenkomsten van het team met de studenten van het project. Daarvan wordt een verslag gemaakt. Verbeteracties komen op basis van deze evaluaties tot stand in overleg met het hoofd Onderwijs en worden door de teams doorgevoerd. In
34
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
•
•
•
•
grote of validatiecyclus wordt nagegaan in hoeverre het onderwijs in de projecten overeenkomt met het opleidingsprofiel. Verbeteringen als gevolg van de aanbevelingen hieruit worden door de teams vertaald in verbeteracties. Deze hebben onder meer betrekking op de kwaliteit van de handleidingen, de opleidingsdidactiek, de toetsing, de realisatie van de leerdoelen, de kleine kwaliteit en de werking van de kleine cyclus. De uitkomsten van extern onderzoek worden naar het team gecommuniceerd via plenaire vergaderingen, op studiedagen en schriftelijk. Actiepunten worden opleidingsbreed bediscussieerd. Verbeteracties ten aanzien van de uitvoering van het onderwijs komen tot stand in het overleg van het hoofd Onderwijs en de teamleiders. De curriculumgroep speelt hierin een belangrijke rol. Rapportages uit de validaties leiden tot verbeterplannen. Verbeteringen als gevolg van de projectevaluaties worden direct na afloop door de teams doorgevoerd. Lage scores op de Fontys Studentenenquête 2002 hebben zichtbaar geleid tot verbeteringen, zoals blijkt uit de enquête van 2004. Op veel punten zijn de scores gestegen. Studenten geven in het gesprek aan dat zij duidelijk zien dat de opleiding bezig is met verbeteringen. Zij geven aan dat er echt naar hen wordt geluisterd en dat verbeteringen snel volgen. Zo leiden de besprekingen in de klankbordgroepen merkbaar tot verbeteringen. Recent afgestudeerden onderschrijven dit. Uit het gesprek met docenten concludeert het panel dat de kwaliteitszorg onder hen leeft. Zij geven er blijk van de kleine kwaliteitscyclus serieus te nemen. Ze geven tevens aan dat het management serieus omgaat met de uitkomsten van de personeelsenquête. Als gevolg van de daarin gebleken hoge werkdruk is het onderwijs bijvoorbeeld anders ingericht, zodat er minder sprake is van pieken in de jaartaakbelasting. Uit de Evaluatie Bestuurlijke Hantering 2003 van de Onderwijsinspectie komt naar voren dat de opleiding sinds de zwakke visitatie van 1999 flinke verbeterslagen heeft gemaakt. Zij constateert belangrijke verbeteringen ten aanzien van onderwijsinhoud en -proces (zoals de beroepsgerichtheid, de samenhang, de implementatie van het projectonderwijs, de studievoortgang en -begeleiding en de toetsing) en ten aanzien van de rendementen, het eindniveau, de externe gerichtheid en de randvoorwaarden (zoals scholing, verbetering van het draagvlak voor vernieuwingen, de aanpak van de reorganisatie en de ontwikkeling en implementatie van het kwaliteitszorgsysteem).
Facet 5.3
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Voldoende
Criteria: Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken.
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
35
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De medewerkers worden bij de kwaliteitszorg betrokken middels de tweejaarlijkse personeelsenquête van Fontys en de audits en validaties, door de bespreking van de evaluatieresultaten en door studiedagen. • Studenten worden betrokken bij de kwaliteitszorg door hun deelname aan de verschillende evaluaties: de projectevaluaties en aansluitende klankbordsessies, het motievenonderzoek, eventueel het exitonderzoek, de tweejaarlijkse studentenenquête van Fontys en de interne audits van Fontys. De studentenfractie van de Opleidingscommissie heeft regelmatig overleg met de directeur van de FHJ. Studenten worden soms uitgenodigd op studiedagen om mee te denken over de problemen van de opleiding. Dat is destijds bijvoorbeeld gebeurd naar aanleiding van de slechte evaluatieresultaten op het punt van de kleine kwaliteit. • De alumni worden door de opleiding bevraagd door middel van het eigen startbekwaamhedenonderzoek en door de HBO-Monitor. Er is geen actieve alumnivereniging. Op studiedagen in 2003 is met een aantal alumni gesproken over hun ervaringen in het beroep en over de opleiding. • Het werkveld wordt door middel van het startbekwaamhedenonderzoek bevraagd over de kwaliteit van de afgestudeerden en de stagiaires. Hier vindt ook terugkoppeling over plaats. Externe deskundigen nemen deel aan afstudeerzittingen en worden betrokken bij het onderwijs. De opleiding heeft sinds 2000 een beroepenveldcommissie die zich destijds positief heeft uitgesproken over het beroeps- en opleidingsprofiel. Na een impasse in 2002 en 2003 is de commissie in 2004 gereactiveerd in een andere samenstelling. Deze is inmiddels twee keer bijeen geweest. In de commissie zijn de verschillende media vertegenwoordigd: de dagbladen, tijdschriften, televisie, radio, internet en bedrijfsjournalistiek. • De opleiding stelt vast dat de terugkoppeling van evaluatieresultaten te wensen overlaat en dat zij op dit punt een te weinig actieve rol speelt. De score op de Fontys Studentenenquête 2004 is 2,7. De teams hebben de opdracht gekregen om in hun projecthandleidingen op te nemen welke veranderingen zijn doorgevoerd naar aanleiding van validaties en evaluaties.
Onderwerp 6
Facet 6.1
RESULTATEN
Gerealiseerd niveau
Voldoende
Criteria: De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Tot 2004 studeert de student, zowel in de voltijd als de deeltijd, af door een meesterproef af te leggen. In een periode van twaalf weken moet hij een nauwkeurig omschreven reeks van journalistieke producten maken en een reflectiewerkstuk,
36
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
•
•
•
•
•
waarin hij aantoont een visie te hebben op het vak. Tijdens een afstudeerzitting worden de producten en het reflectiewerkstuk voorgelegd en toegelicht aan een beoordelingscommissie, die bestaat uit twee docenten en een externe deskundige. Beide onderdelen worden beoordeeld aan de hand van een competentietoetsingsformat. In het gesprek wordt de competentieontwikkeling en het leerproces van de student besproken. De afgestudeerden spreken hun waardering uit over het afstuderen: de begeleiding noemen ze goed en de afstudeereisen zijn goed vastgelegd. Ze spreken van een ‘pittige’ afstudeerzitting waarin ze scherp zijn beoordeeld. Voor de cohorten die vanaf september 2003 met de opleiding zijn begonnen wordt het (eind)niveau bepaald door het gebruik van de competentiegroeimatrix en een ontwikkelingsportfolio, waarin de beste producten die de student tijdens zijn opleiding heeft gemaakt zijn opgenomen. In de competentiegroeimatrix worden de elf opleidingscompetenties gedurende de studie op een steeds hoger niveau getoetst. Het hoogste niveau (3) is het niveau ‘startbekwaamheid’. Met deze competentiegroeimatrix krijgt de opleiding naar eigen verwachting meer greep op de toetsing van het hbo-niveau. Het panel heeft tijdens de visitatie tien afstudeerwerkstukken bekeken (zie bijlage 5) en heeft daarbij gelet op de relevantie en het niveau van de vraagstelling, de wijze waarop die is uitgewerkt, de opbouw en leesbaarheid, het (hbo-)niveau en de beoordeling. De relevantie en het niveau van de afstudeerwerkstukken is voldoende. De uitwerking is voldoende, maar de onderbouwing hiervan is niet altijd adequaat, bijvoorbeeld een onderbouwing naar aanleiding van een visie. De beoordeling van de werkstukken wordt op adequate wijze uitgevoerd, naar aanleiding van vooraf kenbaar gemaakt criteria. Het niveau van de reflecties is voldoende naar wat je mag verwachten van een afgestudeerde hbo’er. De werkgevers zijn over het algemeen tevreden over de door hen aangenomen hbojournalisten. Ze zijn met name tevreden over de journalistieke vaardigheden en de houding van de afgestudeerden. Ze kunnen goed aan de slag als bureauredacteur. Kanttekeningen plaatsen ze bij het analytisch vermogen, de taalbeheersing en de creativiteit. Ze pleiten ervoor de studenten meer schrijfervaring te laten opdoen. De opleiding in Tilburg heeft een sterke krantenbasis en geeft de studenten minder bagage mee op het gebied van de creativiteit in de tijdschriftenwereld. Ze merken daarbij op dat de werkgelegenheid in de krantensector momenteel slecht is. Verder mag het commerciële aspect en het doelgroep-denken (het schrijven voor verschillende genres) meer aandacht krijgen. Dit wordt ook bevestigd door de alumni. Het werkveld constateert behoorlijke verschillen in het niveau van de afgestudeerden. Een onderzoek onder werkgevers van de vier hbo-opleidingen Journalistiek laat een vergelijkbaar beeld zien. In het algemeen is het niveau van de deeltijdstudenten hoger dan dat van de voltijdstudenten. Ze zijn gemotiveerder en zijn breder onderlegd. In het Startbekwaamhedenonderzoek achten de alumni van de FHJ zich voldoende bekwaam om hun functie te kunnen uitoefenen. Op enkele onderdelen scoren zij wat lager, zoals het zicht hebben op de positie als werknemer, vergadertechnieken en het gebruik van bronnen in vreemde talen. De alumni geven ook aan dat zij dit niet zo
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
37
•
belangrijk vinden, omdat de meeste werken in een regionale setting. Op de HBOMonitor scoort de opleiding op vrijwel alle onderdelen iets onder het landelijk gemiddelde. Ten aanzien van de aansluiting van de opleiding op het huidige werk scoort de opleiding gemiddeld: 73% vindt dat de opleiding goed tot voldoende aansluit, 63% benut de verworven kennis daadwerkelijk in de huidige functie. In het gesprek met het panel geven afgestudeerden te kennen in het algemeen tevreden te zijn over het niveau van de opleiding en de aansluiting op het werk. Met name de richtingen Televisie en Radio staan volgens hen in het beroepenveld hoog aangeschreven. Evenals de werkgevers vragen zij meer aandacht voor creatieve ontwikkeling en voor de voorbereiding op het freelance-bestaan. In sommige profielen komt dat laatste overigens wel aan bod.
Facet 6.2
Onderwijsrendement
Voldoende
Criteria: Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De streefcijfers die de opleiding Journalistiek hanteert zijn tot stand gekomen op basis van gerealiseerde rendementen van de vier journalistiekopleidingen. Voor wat betreft de streefcijfers voor de deeltijd wil Fontys minimaal hetzelfde scoren als de journalistiekopleiding van Windesheim, de enige andere aanbieder van een deeltijd variant hbo-journalistiek. • Voor de opleiding Journalistiek worden de volgende streefcijfers gehanteerd: Uitval na 1 jaar Rendement na 5 jaar Gemiddelde studieduur gediplomeerden Gemiddelde studieduur uitval
•
38
Voltijd 35% 47% 4,7 jaar 1,6 jaar
Deeltijd 38% 25% 4,3 jaar 1,7 jaar
De opleiding heeft de volgende resultaten: - De uitval na 1 jaar is in 2002 46,6% voor de voltijd en 36,1% voor de deeltijd. Het percentage voor de voltijd is toegenomen sinds de invoering van het bindend studieadvies. - Het streefrendement na 5 jaar wordt voor de voltijd variant gehaald voor de cohorten 1997 en 1998. Voor de deeltijd wordt het streefcijfer al een aantal jaar niet meer gehaald, bij de laatste meting was dit 20% (cohort 1998). - De gemiddelde studieduur van gediplomeerden is de laatste jaren gestegen tot 5 jaar, dit geldt ook voor de deeltijd waar de verblijfsduur in 2002 4,5 jaar is. - De gemiddelde studieduur van de uitvallers wordt de laatste jaren voor de voltijd niet meer behaald, in 2002 is dit 2,0 jaar voor de voltijd. Voor de deeltijd was de studieduur van de uitvallers 1,77 jaar (streefcijfer 1,7).
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
•
•
•
In vergelijking met de landelijke resultaten van de opleidingen journalistiek scoort Tilburg als volgt (op basis van de cijfers van de HBO-raad): - De uitval na 1 jaar (2002): Tilburg 46,6%, landelijk 35,1% voor de voltijd; Tilburg 36,1%, Windesheim 42,9% (de enige andere deeltijdopleiding) voor de deeltijd. - Het rendement na 5 jaar (cohort 1998): Tilburg 50%, landelijk 37% voor de voltijd; Tilburg 20%, Windesheim 25% voor de deeltijd. - De gemiddelde studieduur van gediplomeerden (2002): Tilburg 5 jaar, landelijk 4,9 jaar voor de voltijd; Tilburg 4,5 jaar, Windesheim 4 jaar voor de deeltijd. - De gemiddelde studieduur van uitvallers (2002): Tilburg 2,0 jaar, landelijk 2,17 jaar voor de voltijd; Tilburg 1,77 jaar en Windesheim 1,5 jaar voor de deeltijd. De uitval na twee jaar is hoog (55%). Dit wordt mede veroorzaakt doordat de opleiding heeft ingezet op selectie. Deeltijders stoppen vooral snel wegens de combinatie met werk wat hen te veel wordt. Uit het exitonderzoek blijkt dat de meeste mensen stoppen met de opleiding omdat ‘het niet hun ding is’, uit het motievenonderzoek blijkt dat deze mensen vooraf ook een te vage voorstelling van de opleiding hadden. Een uitgebreidere vergelijking van de rendementen tot het landelijk gemiddelde is te vinden in bijlage 4.
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
39
40
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
Deel C: Bijlagen
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
41
42
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
Bijlage 1:
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
43
44
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
Bijlage 2:
Deskundigheden panelleden
X
X
Relevante werkvelddeskundigheid
X
X
X
Onderwijskundige kennis en kennis van het hoger onderwijs
X
Kennis en/of ervaring t.a.v. relevante internationale ontwikkelingen werkveld
X
Panellid NQA: Mw. drs. M.J.J. van Beers
Auditorkwaliteiten
Panellid NQA: Dhr. drs. L.S. van der Veen
X
Panellid student: Mw. A.L. LeLarge
Voorzitterskwaliteiten
Panellid, voorzitter: Dhr. drs. J. Greven
Panellid domein Journalistiek: Mw. drs. R.T. Heddema
Vereiste deskundigheid volgens NVAO
X
X
X
X
X
X
De heer drs. J. Greven Voornamelijk ingezet vanwege zijn ervaringen als voorzitter en domeindeskundigheid. Hij heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining hoger onderwijs en heeft vanuit eerdere visitaties (onder andere visitatiecommissie KRO) kennis van de accreditatiesystematiek. Hij heeft vanuit opleiding en werkervaring ruime (internationale) kennis van het (hoger) onderwijs en onderwijsprocessen. Opleiding: 1959-1968:
Theologie, Vrije Universiteit
Werkervaring: 1966-1976 Wetenschappelijk medewerker VU 1972-1974 (tussendoor) Docent theologie Staatsun. Zaïre 1976-1985 Directeur Interkerkelijke Omroep Nederland 1985-1998 Hoofdredacteur Trouw 1998-2001 Directievoorzitter Landelijke Dagbladen PCM 2001 tot heden Pensioen
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
45
Mevrouw drs. R.T. Heddema Voornamelijk ingezet vanwege haar ervaringen domeindeskundigheid. Zij heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining hoger onderwijs en heeft vanuit eerdere visitaties kennis van de accreditatiesystematiek. Zij heeft vanuit opleiding en werkervaring ruime (internationale) kennis van het (hoger) onderwijs en onderwijsprocessen. Opleiding: 1970-1975 1975-1981 1986-1988 2003-
kandidaats Frans RUG doctoraal theaterwetenschap UvA Beleidskunde I en II Rijksopleidingsinstituut Public Affairs Fachhochschule Solothurn CH
Werkervaring: 1994- nu Heddema Communications, Zurich. Hierbinnen werkzaam als communicatie specialist, journalist en redactioneel adviseur. Zij is Zwitsers correspondent voor o.a. NL en B publieke omroep, (radio en tv), DWR English service, ORF, Elsevier, NRC Handelsblad, the Economist, Swissnews, Intermediair.Schrijft en produceert jaarverslagen, interviews en brochures in het Engels. (Compaq, Sun Microsystems, Converium, Rijksdienst Monumentenzorg NL) Was redactioneel adviseur van de Swissair Gazette, inflight magazine. Presenteerde een wekelijks live programma op Radio 4. Producent Mahler Radio Journaal voor gezamenlijke omroepen. Concept en project management symposia, festivals in NL en CH. (Zonnestraal, Hilversum, Theater van het Oosten, CDI Philips Zurich, I planet Zurich, Architectuur Symposium Pontresina) 1991-1994 Audiovisueel Platform/MEDIA desk NL, Hilversum, Directeur 1989-1991 Heddema Kunstbeleid en Communicatie, Amsterdam, Communicatie specialist 1985-1989 Raad voor de Kunst, Den Haag, Secretaris Film 1981-1985 TROS radio, Hilversum, Redacteur, plv. eindredacteur 1979-1981 De Volkskrant, Amsterdam, Theaterrecensent 1979-1981 Lerares Theatertechniek, Produktieleidster 1974-1979 Lerares Frans
Mevrouw A.L. LeLarge Ingezet als studentlid. Zij studeert Communicatie bij INHOLLAND en heeft een eigen communicatiebureau opgezet.
De heer drs. L.S. van der Veen Ingezet als NQA-auditor. Hij heeft vijf jaar ervaring met visiteren in bijna alle sectoren van het hbo. Bezit auditorkwaliteiten vanwege deze jarenlange visitatie-ervaring en cursussen gevolgd bij Lloyds. Opleiding: 1971-1980 Cursussen: 1988-2003
Werkervaring: 1976-1977 1978-1979 1979-1980 1980-1983 1983-1985 1986-1990 1991-1994 1995-1997
46
Sociale Wetenschappen (Andragogie) Rijksuniversiteit Groningen
Diverse cursussen op het gebied van onderwijs, auditing, management en organisatie en informatica.
RUG: studentassistent Pedagogische en Andragogische Wetenschappen RUG: studentassistent Interdisciplinaire Onderwijskunde Gemeente Hoevelaken: beleidsmedewerker Provincie Zeeland: projectleider AKU-project (kunstzinnige vorming en amateuristische kunstbeoefening) Landelijk Ondersteuningsinstituut Kunstzinnige Vorming: projectmedewerker PABO Zeeuws Steunpunt Volwasseneneducatie: adviseur educatie en organisatie Regionaal Educatief Centrum Zeeuwsch-Vlaanderen: adviseur educatie en organisatie Regionaal Opleidingencentrum Westerschelde: stafmedewerker
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
2000-2003 2004-
HBO-raad: beleidsmedewerker kwaliteitszorg NQA: auditor, accountmanager
Mw. drs. M.J.J. van Beers Ingezet als NQA-auditor. Zij heeft ervaring als student-panellid bij een vijftal visitaties. Heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining hoger onderwijs. Opleiding: 1997-1998 1998-2004
Bio-farmaceutische wetenschappen, Rijksuniversiteit Leiden Psychologie, Universiteit Utrecht
Werkervaring: 2004 Gezondheidspsycholoog bij Emotional Brain, Almere 2005Auditor NQA Relevante ervaring: 1998-2004 Actief in studenteninspraak, onder andere faculteitsraad en helpdesk medezeggenschap. Lid Advies Commissie Kwaliteit Onderwijs, UU 2000-2001 Bestuurslid Stichting Onderwijs Evaluatie rapport
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
47
48
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
Bijlage 3:
Bezoekprogramma
Programma visitatie Journalistiek, Fontys op 15 en 16 maart 2005 Dinsdag 15 maart 2005 Tijdstip Programmaonderdeel 12.30 – 13.30 uur Ontvangst en lunch
Deelnemers
13.30 – 17.00 uur
Voorbereidend overleg panel Bestudering materiaal ter inzage
(Visitatiepanel)
17.00 – 18.00 uur
Gesprek met opleidingsmanagement
Opleidingsmanagement
18.00 – 19.00 uur
Overleg panel (eventueel)
(Visitatiepanel)
19.30 –
Diner/hotel
(Visitatiepanel)
Woensdag 16 maart 2005 Tijdstip Programmaonderdeel 8.30-9.30 uur Studenten
Deelnemers Representatieve groep studenten: verspreid over opleidingen (in geval van cluster), studiejaren, varianten vooropleiding
9.30-10.30 uur
Docenten
10.30-11.00 uur
Pauze
11.00-11.45 uur
Afgestudeerden
Recent afgestudeerden (max. 3 jaar)
11.45-12.30 uur
Vertegenwoordigers werkveld
− − −
12.30-13.30 uur
Lunchpauze
13.30-17.00 uur
Programma nader in te vullen: − Rondleiding − Eventueel nadere gesprekken met studenten of docenten − Eventueel nader materiaal bestuderen − Intern overleg panel
17.00-18.00 uur
Tweede gesprek met opleidingsmanagement en beknopte terugrapportage
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
Representatieve groep docenten: verspreid over opleidingen (in geval van cluster), vakken, specifieke taken (bijv. begeleiding / stagebegeleiding), varianten etc.
Leden werkveldcie Stagebegeleiders Werkgevers afgestudeerden
Opleidingsmanagement
49
Bijlage 4:
Kengetallen
In deze bijage zijn de kengetallen van de opleiding Journalistiek weergegeven voor zowel de voltijd als de deeltijd variant. Deze cijfers worden vergeleken met het landelijk gemiddelde.
Tabel 1: Gegevens Opleiding Journalistiek Fontys en het landelijk gemiddelde (LG) (Voltijd). 1995 1996 1997 1998 1999 Percentage diploma behaald Opl. 46,1% 42,5% 47,3% 50,0% 44,3% 42,7% 45,4% 42,8% 37,3% 36,5% na 5 jaar LG (van instroomcohort) Percentage diploma behaald Opl. 54,8% 55,4% 52,8% 57,4% na 8 jaar LG (van instroomcohort) Bron: website HBO-raad.
In tabel 1 is af te lezen dat het opleidingsrendement van de FHJ na vijf jaar iets boven het landelijk gemiddelde ligt.
Tabel 2: Gegevens Opleiding Journalistiek Fontys en het landelijk gemiddelde (LG) (Voltijd). 1999 2000 2001 2002 2003 Gemiddelde studieduur van 55,9 56,0 57,5 60,0 61,0 Opl. 55,5 55,9 58,0 59,6 59,4 gediplomeerden LG uitstroomcohort jaar X (in maanden) Gemiddelde studieduur 23,6 20,2 19,1 23,2 17,4 Opl. 22,7 23,4 22,6 24,7 21,3 studiestakers in maanden LG. van het uitstroomcohort in jaar X (in maanden) Bron: website HBO-raad.
In tabel 2 is de gemiddelde studieduur van gediplomeerden en van studiestakers af te lezen. Deze cijfers liggen voor de FHJ dicht bij het landelijk gemiddelde.
Tabel 3: Gegevens Opleiding Journalistiek Fontys en het landelijk gemiddelde (LG) (Voltijd). 1999 2000 2001 2002 2003 Percentage uitval na 1 jaar 29,1% 42,5% 49,8% 46,6% 51,2% Opl. 31,6% 31,1% 30,7% 34,9% 31,5% LG Percentage uitval na 3 jaar 38,8% 59,6% 59,7% Opl. 44,7% 47,7% 44,1% LG Bron: website HBO-raad.
Het percentage uitvallers is bij de FHJ hoger dan het landelijk gemiddelde, zoals af te lezen is in tabel 3.
Tabel 4: Gegevens Opleiding Journalistiek en totaal landelijk (TL) (Voltijd). 1999 2000 2001 2002 2003 Aantal inschrijvingen 940 927 829 790 Opl. 3423 3433 3415 3337 TL Instroom 271 259 262 277 Opl. 898 287 339 977 TL Aantal behaalde diploma’s 115 120 165 143 112 Opl. 511 487 519 523 465 TL
2004 771 3454 278 1034
Bron: website HBO-raad.
50
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
Tabel 5: Gegevens Opleiding Journalistiek Fontys en het landelijk gemiddelde (LG) (Deeltijd). 1995 1996 1997 1998 1999 Percentage diploma behaald Opl. 27,6% 12,5% 7,4% 20,0% 14,5% 27,7% 27,0% 9,1% 22,0% 11,9% na 5 jaar LG (van instroomcohort) Percentage diploma behaald Opl. 31,0% 15,0% 29,5% 28,1% na 8 jaar LG (van instroomcohort) In het diplomarendement van de deeltijd zijn veel verschillen te zien tussen de verschillende jaren. Over het algemeen genomen is het diplomarendement van de FHJ niet afwijkend van het landelijk gemiddelde.
Tabel 6: Gegevens Opleiding Journalistiek Fontys en het landelijk gemiddelde (LG) (Deeltijd). 1999 2000 2001 2002 2003 Gemiddelde studieduur van 52,9 55,8 59,0 53,8 51,0 Opl. 50,9 53,3 55,2 51,6 44,6 gediplomeerden LG uitstroomcohort jaar X (in maanden) Gemiddelde studieduur 21,0 21,3 21,8 20,3 22,5 Opl. 20,3 19,4 20,1 18,9 19,8 studiestakers in maanden LG. van het uitstroomcohort in jaar X (in maanden) Bron: website HBO-raad.
De gemiddelde studieduur van gediplomeerden en van studiestakers bij de deeltijd ligt over het algemeen iets hoger dan het landelijk gemiddelde.
Tabel 7: Gegevens Opleiding Journalistiek Fontys en het landelijk gemiddelde (Deeltijd). 1999 2000 2001 2002 2003 Percentage uitval na 1 jaar 51,6% 48,1% 36,6% 30,9% 43,7% Opl. 50,5% 48,8% 34,3% 35,6% 48,2% LG Percentage uitval na 3 jaar
Opl. LG
67,7% 71,6%
68,8% 66,4%
59,1% 55,0%
Bron: website HBO-raad.
Het percentage uitvallers is bij de deeltijd hoog, zowel voor de FHJ als het landelijk gemiddelde.
Tabel 8: Gegevens Opleiding Journalistiek en totaal landelijk (TL) (Deeltijd). 1999 2000 2001 2002 Aantal inschrijvingen 168 206 240 Opl. 275 315 379 TL Instroom
Opl. TL
Aantal behaalde diploma’s
Opl. TL
14 34
2003 246 409
2004 238 396 68 131
73 118
85 127
89 150
66 132
7 13
12 24
13 20
18 53
Bron: website HBO-raad.
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
51
Bijlage 5:
Ref. ZER 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 0. 1. 1. 2. 2. 2. 2. 2. 2.1 2.1 2.1 2.1. 2.1. 2.1. 2.1. 2.1. 2.1. 2.1. 2.1. 2.1. 2.1. 2.2. 2.2.
52
Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
Trefwoord
Subspecificatie
CCM Communicatie (intern) IMR Innovatie Innovatie Innovatie Innovatie Innovatie Innovatie Innovatie Innovatie Innovatie Innovatie Innovatie Innovatie Innovatie Management Management Management Management Management Management Missie FHJ Missie FHJ Organisatie Organisatie Organisatie Visitatie 2000, vervolg Visitatie 2000, vervolg Beroeps- en Opleidingsprofiel Kernkwalificaties HBO Deeltijd Deeltijd Deeltijd Deeltijd_Oer Oer Contacten werkveld Contacten werkveld Literatuur Contacten werkveld Literatuur Stages Stages Stages Stages Stages Stages Stages Stages Innovatie Internationaal
Marketingcommunicatieplan Notitie Communicatie en Webontwikkeling Agenda's en notulen 2004-2005 Discussienota Opmaat tot maatwerk Biloba: Checklist Biloba Kaders Biloba: Ontwerpplan Biloba: Beslisdocument Biloba: Biloba: Realisatiedocument Biloba: Stand van zakenoverzicht FHJ actueel Biloba: Werkdocument propedeuse transformatie Biloba: Ontwikkeling Minor CMO Biloba: Nieuwe OER-richtlijnen Fontys Biloba: Werkdocumenten studieloopbaan begeleiding Biloba: Werkdocumenten toetsing/portfolio Biloba: Kadernotitie voor Fontysmedewerkers Biloba: Toetswijzer Biloba: professionaliseringsplan Marap 2003 Marap 2004 Bergroting 2005 Swot-analyse Missie, visie, strategie werkdocument 2004 Ondernemingsplan 2004 Werkdocumenten Drift en Koers Nota Curriculumgroep Organogram Opleiding Vergader en Overlegschema FHJ Stand van zakennotitie FHJ Evaluatie Bestuurlijke Hantering (EBH) Definitieve versie Maart 2004 Intern studietraject / studiedag Van melkkoe naar paradepaardje / visiedocument Deeltijdprofielen (notitie) Document Villa Media Deeltijd, studiejaar 2004-2005 Voltijd, studiejaar 2004-2005 Manifestaties/Gasten Beroepenveldcommissie Overzichten/lijsten etc Opdrachten / excursies In projecthandleidingen Onderzoek mediastages 2003 Nieuwe landelijke richtlijn Stagebegeleiding Procesgang naar Nieuwe richtlijn / Nijenrode Docentstages Beoordelingsformats Resultatenlijsten na invoering nieuwe aanpak 2004 Stagegidsen Gids Internationale Stages Multiculturaliteit op de opleidingen, onderzoek Het internationaal Accent, notitie 2000
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
Ref. ZER 2.2. 2.2. 2.2. 2.2. 2.2. 2.2. 2.2. 2.2. 2.2. 2.2. 2.2. 2.2. 2.2. 2.2. 2.2. 2.2. 2.2. 2.2.-2.3. 2.2.-2.8. 2.5. 2.5. 2.5. 2.5. 2.8. 2.8. 2.8. 2.8. 2.8. 2.8. 2.8. 2.8. 2.8. 2.8. 2.8. 2.8. 2.8. 2.8. 2.8.-6.1 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 4.2 4.2 4.2. 4.2. 4.2. 4.2.
Trefwoord Leerdoelenoverzichten Opleidingsprofiel 2000 Projecthandleidingen Projecthandleidingen divers Projecthandleidingen divers Projecthandleidingen divers Projecthandleidingen divers Projecthandleidingen divers Projecthandleidingen divers Projecthandleidingen divers Projecthandleidingen divers Projecthandleidingen divers Projecthandleidingen divers Projecthandleidingen divers Projecthandleidingen divers Projecthandleidingen divers Projecthandleidingen divers Opleidingsprofiel 2004 Stages Voorlichting Voorlichting Voorlichting Voorlichting Toetsbeleid Toetsbeleid Toetsbeleid Toetsbeleid Toetsbeleid Toetsbeleid Toetsbeleid Toetsbeleid Toetsbeleid Toetsbeleid Toetsbeleid Toetsbeleid Toetsbeleid Toetsbeleid Toetsbeleid Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Voorlichting Voorlichting Studiebegeleiding Studiebegeleiding Studiebegeleiding Studiebegeleiding
Subspecificatie Per competentie / per project / relatie leerlijnen Opleidingsbeschrijving Algemeen format Krant (voltijd) Nieuwe Media (dlt) Radio-A (dlt) Inhoudelijke Verdieping (vlt) Hermes (dlt) Odysseus (dlt) Athene (dlt) Tijdschrift (vlt) Argus (vlt) + reader Bladen Maken (vlt) Nieuws&Informatie (vlt) Stad (vlt) + reader Binnenland (vlt) Onderzoek (dlt) Gedeeltelijk gereed, hoofdstuk 1-4 Stageverslagen+Beoordelingen Brochure Voltijd 2004-2005 Brochure Deeltijd 2004-2005 Vademecum Wie,Wat,Waar? Digitale studiegids, papieren versie Uit opleidingsprofiel 2000 Competenties, vervolgnotitie 1 Competentietoetsen .. Waarom, wat en hoe? Afstuderen Nu en Straks, onderzoeksverslag Afstuderen Nieuwe Stijl, Advies Kennis van de Wereld: Toetsmatrijs Nota: Feedback en beoordeling Basisprojecten Kennis van de Wereld: Techniek+weging Dossier vaardigheden: Toetsvoorbeelden Kennis van de Wereld: Toetsvoorbeelden Taalreflectie Nederlands+VT: Toetsvoorbeelden Vakreflectie: Toetsvoorbeelden Competentietoetsing: Voorbeelden formats Kennis van de Wereld: Handleiding Afstudeerwerkstukken+beoordeling Scholingsplan FHJ, december 2004 Nota Personeelsbeleid, februari 2002 Hoofdlijnen strategisch PB Fontys 2005-2010 Personeelsbeleid voor medewerkers vanaf 45 jaar Kengetallen Uitvoeringsnotitie Ziektebeleid Verslag functioneringsgesprek Competentieprofielen Informatie over diverse studiedagen cv's Keuzegids ISA Bama-brochure Fontys Interim notitie 2004 Uitdraaien Studentvolgsysteem Onderzoek Versnellingsmogelijkheden Onderzoek naar leerstijlen / studiemiddag
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
53
Ref. ZER 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 5.-2.2. 5.-2.4. 5.-2.4. 6.1. 6.1. 6.1. 6.1. 6.1.-5.1. 6.1.-5.1. 6.1.-5.1. 6.2.-5 6.2.-5
54
Trefwoord KWZ-onderzoek Innovatie KWZ-beleidsnotitities KWZ-extern KWZ-onderzoek KWZ-onderzoek KWZ-onderzoek KWZ-onderzoek KWZ-onderzoek KWZ-onderzoek KWZ-onderzoek KWZ-onderzoek KWZ-onderzoek KWZ-onderzoek KWZ-onderzoek KWZ-praktijkcasus KWZ-systeem KWZ-systeem KWZ-systeem KWZ-systeem KWZ-systeem KWZ-systeem KWZ-systeem KWZ-systeem KWZ-systeem KWZ-systeem KWZ-systeem KWZ-beleidsnotitities KWZ-beleidsnotitities KWZ-beleidsnotitities Eindtermen Eindtermen Eindtermen Eindtermen KWZ-onderzoek KWZ-onderzoek KWZ-onderzoek KWZ-onderzoek KWZ-onderzoek
Subspecificatie Motievenonderzoek, deel dt2004-1 Handboek Projectmanagement Fontys, 2003 Validatierapporten Gegevens Keuzegids en Elsevier Fontys Studentenenquete 2002 Fontys Studentenenquete 2004 Motievenonderzoek, trendanalyse 2004 rapport Motievenonderzoek, deel vt2002-1 Motievenonderzoek, deel dt2002-1 Exitonderzoek, juli 2003 Motievenonderzoek, deel dt2003-1 Motievenonderzoek, deel vt2003-1 Exitonderzoek, juli 2004 Personeelsenquete 2004 Motievenonderzoek, trend-analyse, januari 2005 Validatiecasus. Voorbeeld werkwijze Versie 2001 Geactualiseerd, najaar 2004 Onderzoekskalender, actueel Onderwijsevaluaties, methode Onderwijsevaluaties, resultaten kwantitatief Onderwijsevaluaties, resultaten klankbordgroepen Motievenonderzoek, enquetevoorbeeld Exitonderzoek, Protocol Startbekwaamhedenonderzoek, Protocol Stage-evaluatie. Nieuw enquete, na sept 2004 Handleiding inrichting KWZ (Fontys), 2003 Verbeternotitie Inhoudelijke Verdieping Beleidsnotitie Kleine Kwaliteit, 2001 Vervolgnotitie Kleine Kwaliteit, 2004 Competentiegroeimatrix (toekomst) Beoordelingsformats afstudeerders:eindtermen Gids Afstuderen: laatste versie Overzichten laatste afstudeerproducties Startbekwaamheden-Werkgeversdeel Startbekwaamheden-Allumnideel HBO-Monitor rapport 2003 (laatst beschikbare) Rendementsgegevens/onderzoek Mei 2004 Rendement kengetallen
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
Overzicht afstudeerwerken Fontys Hogeschool Journalistiek
Studenten bij Fontys Hogeschool Journalistiek overleggen bij hun afstuderen een productieportfolio bestaande uit diverse journalistieke artikelen of programma-items. In onderstaand overzicht is dit portfolio omschreven als “diverse producties in de gekozen afstudeerrichting”. Studenten die in de beschreven periodes afstudeerden in de ‘oude stijl’ overlegden bij hun afstuderen een reflectiewerkstuk. De werkstukken die bij de visitatie zijn voorgelegd, staan hieronder vermeld met hun titel. - Blanc, Arno le, Diverse producties in de gekozen afstudeerrichting Afstudeerrichting Radio - Bons, Astrif, Schokkende nieuwsfoto's Afstudeerrichting Schrijvende pers/tijdschrift - Dyson, Mark, Commerciële pers: waakhond van de samenleving Afstudeerrichting Schrijvende pers/tijdschrift - Hagens, Kelly, De toekomst van de radiodocumentaire Afstudeerrichting Radio - Herpt, Jeanne, Hollywood op het net Afstudeerrichting Nieuwe media - Miltenburg, Olaf van, De krant en de vergrijzing Afstudeerrichting Schrijvende pers/krant - Najib, Nadia, Diverse producties in de gekozen afstudeerrichting Afstudeerrichting Radio - Rood, Simon, De toekomst van de krant Afstudeerrichting Schrijvende pers/krant - Sukel, Mathijs, Diverse producties in de gekozen afstudeerrichting Afstudeerrichting Schrijvende pers - Visser, Charlotte, Diverse producties in de gekozen afstudeerrichting Afstudeerrichting Televisie - Wal, Renate van der, Restyling van Contour Straatbaksteen Afstudeerrichting Bedrijfsjournalistiek - Zegers, Arjen, Diverse producties in de gekozen afstudeerrichting Afstudeerrichting Televisie
© NQA - visitatie Fontys Hogeschool, Tilburg - opleiding Journalistiek
(aug-04) (nov-04) (nov-04) (nov-04) (jun-04) (aug-03) (nov-04) (nov-04) (nov-04) (jun-04) (jun-04) (nov-03)
55