ding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Afdeling Hoger Onderwijs Afdeling Voortgezet Onderwijs
Praktijkgids Eerstegraads Lerarenopleiding
Het praktijkdeel in de ICLON lerarenopleiding
Universiteit Leiden. Universiteit om te ontdekken.
Vooraf
ICLON Willem Einthovengebouw Wassenaarseweg 62 A Postbus 905 2300 AX Leiden www.iclon.leidenuniv.nl Secretariaat Lerarenopleiding tel. 071 - 5274015 email:
[email protected] Willem van der Wolk Coördinator beroepspraktijk tel. 071 - 5274023 email:
[email protected]
IIn de lerarenopleiding neemt het praktijkdeel een belangrijke plaats in, het omvat immers de helft van de opleiding. Intensieve samenwerking tussen lerarenopleiding en school is hierbij van groot belang. Sinds een aantal jaren werkt het ICLON zeer intensief samen met een 50-tal scholen voor VO in de regio. Deze samenwerking heeft o.a. geleid tot een grote professionaliteit van begeleiders op school en een afstemming van de activiteiten van de DiO (Docent in Opleiding) op school en op het instituut.. Deze gids geeft algemene informatie over de opzet van de lerarenopleiding van het ICLON en over het praktijkdeel in de opleiding in het bijzonder. Leiden, juni 2011
Machteld Reuser Coördinator onderwijsorganisatie tel. 071 - 5273484 email:
[email protected] Erna Stokx Studieadviseur tel. 071 - 5273891 email:
[email protected] Praktijkgids Het praktijkdeel in de ICLON lerarenopleiding
2
Inhoud
Vooraf Inhoud Profiel van de ICLON Lerarenopleiding Inhoudelijk Opleidingsdidactisch Organisatorisch
1
2 ICLON opleidingsmodel Opbouw van de opleiding
3 Programma 4 Het praktijkdeel van de opleiding
Inhoud Omvang Invulling door middel van een baan op een school voor Voortgezet Onderwijs Invulling door middel van een stage (het schoolpracticum) Praktijkdeel 1 Praktijkdeel 2 Praktijkcontract
5 DiO activiteiten tijdens het praktijkdeel 6 Begeleiding
Begeleiding door de instituutsbegeleider Begeleiding op school Contacten tussen schoolbegeleider en instituutsbegeleider
7 Beoordeling
2 3 4 4 4 4
Portfolio Evaluatiemomenten Go/no-go gesprek Middenevaluatie Eindgesprek
10 10 10 10 10 10
5. 5
Bijlagen Bijlage 1 – Roosters Rooster augustus/september start - voltijd Rooster augustus/september start - deeltijd Rooster februari start - deeltijd
11 11 11 11 12
Bijlage 2 - Eindtermen ICLON Lerarenopleiding
14
Bijlage 3 - Belangrijk om te weten
15
6 7. 7. 7.
7. 7. 7 7 5 8 9 9 9 9
3
1
Profiel van de ICLON Lerarenopleiding
Inhoudelijk • De lerarenopleiding is een op wetenschappelijke leest geschoeide beroepsopleiding. Met de opleiding wordt aangesloten bij en voortgebouwd op de wetenschappelijke attitude, kennis en vaardigheden van de docent-in-opleiding (DiO). Dit komt tot uiting in de gehanteerde opleidingsdidactiek. • In de opleiding speelt de kennisbasis van docenten een belangrijke rol. Het gaat om kennis die van belang is voor de rollen die de docent heeft. Ontwikkeling van kennis die voor het handelen van de docent belangrijk is komt tot uitdrukking in de activiteiten van de DiO’s, de producten die hij/zij maakt (zoals bv het portfolio) en in het functioneren op de werkplek zelf. • DiO’s ontwikkelen allen een basiscompetentie voor de relevante docentrollen (vakdocent, regisseur (klassenmanagement), pedagoog). Differentiatie en specialisatie bouwen hier op voort, aansluitend bij de leerbehoeften en wensen (zie ook bij hoofdstuk 2).
Opleidingsdidactisch • De didactiek van de opleiding wordt gekenmerkt door een onderzoeksmatig-reflectieve manier van werken aan eigen leervragen waarbij DiO’s theorie koppelen aan ervaringen. De DiO’s hebben daarbij een eigen verantwoordelijkheid voor hun leerproces en de verdieping daarvan in het kader van ‘differentiatie’ binnen de studieonderdelen en een ‘specialisatie’ aan het einde van de opleiding. • De invulling van de opleiding kenmerkt zich door een toenemende zelfstandigheid van de DiO: van begeleid naar zelfstandig met in het tweede deel van de opleiding een grotere verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces. • Gedurende de hele opleiding is de didactiek erop gericht de DiO’s betekenisgericht te laten leren en ervaringen in de praktijk diepgaand te verwerken. Zo wordt geprobeerd een optimale integratie bij de DiO te realiseren tussen persoonlijke overtuigingen, achtergronden en verwachtingen enerzijds en wat door anderen (theorie, school, begeleiders, mede-DiO’s) belangrijk wordt gevonden. Daarmee werkt de DiO aan zijn/haar professionele ontwikkeling. Organisatorisch • DiO’s volgen op de onderwijsdag van het ICLON, de maandag, over het algemeen niet meer dan twee onderdelen. Afhankelijk van de startdatum (augustus of februari) worden deze onderdelen in de middag resp. in de ochtend geroosterd (zie bijlage 1 voor een overzichtsrooster). Daarmee is er ruimte tijdens het overblijvende dagdeel met mede-DiO’s op het instituut aan producten te werken, met docenten te overleggen of de mediatheek of bibliotheek te raadplegen.
4
2
ICLON opleidingsmodel
Opbouw van de opleiding Centraal in de opleiding staat de professionele ontwikkeling als docent. Tijdens de begeleidingsbijeenkomsten verwerft de DiO vaardigheden op het terrein van reflectie. Daarmee kan de DiO ervaringen in de praktijk verbinden met eigen overtuigingen en met wat anderen (theorie, school, begeleiders, mede-DiO’s) belangrijk vinden. In de opleiding komen achtereenvolgens de verschillende rollen waarin de docent opereert aan de orde: de rol van regisseur (klassenmanagement), vakdocent, pedagoog en specialist (zie voor lijst met eindtermen bijlage 2).
De opleiding is opgebouwd in blokken waarin steeds één rol centraal staat. Het begin van de opleiding staat in het teken van de regisseursrol van de docent. Vervolgens komen afwisselend de rollen van de (vak)didacticus en pedagoog aan bod. Tegen het eind van de opleiding zal de DiO zich als specialist gaan ontwikkelen. De rol van de docent als lid van de schoolorganisatie komt bij de andere rollen aan bod, vooral in het praktijkgedeelte en in de begeleiding.
Ik als regisseur
Ik als pedagoog
Mijn professionele ontwikkeling Ik als (vak)didacticus
Ik als specialist
Ik als lid van de schoolorganisatie
5
3
Vooraf Programma
Het programma ziet er als volgt uit
Onderdelen Begeleiding (waarin rollen regisseur, lid schoolorganisatie, professional) I en II
7 ECTS
Pedagogiek
5 ECTS
Vakdidactiek I en II Specialisatie
6
Omvang in ECTS
10 ECTS 8 ECTS
Praktijkdeel I en II
30 ECTS
Totaal
60 ECTS
4
Het praktijkdeel van de opleiding
Inhoud In het praktijkdeel, dat de helft van de opleiding beslaat, houdt de DiO zich bezig met vakonderwijs voorbereiden en uitvoeren, begeleiden van leerlingen, ontwikkelen van leerstof en het deelnemen aan andere schoolactiviteiten. In deze praktijk komen de theoretische elementen bij elkaar, die moeten worden toegepast in authentieke beroepssituaties. Belangrijke aandachtspunten zijn het leren verbinden van de eigen vakinhoudelijke kennis met de manier waarop leerlingen deze inhouden effectief kunnen leren, het leren inspelen op specifieke leermoeilijkheden en misconcepties die daarbij kunnen optreden Omvang Het praktijkdeel van de ICLON lerarenopleiding kan zowel door een baan als via een stage op een school voor Voortgezet Onderwijs worden ingevuld en bestaat uit minimaal 250 klascontacturen. DiO’s die een stage lopen, geven hiervan van ten minste 120 lesuren zelf, de rest kan ook worden ingevuld met observatie van de lessen van de schoolbegeleider(s) en andere schoolse zaken als vergaderingen etc. (zie ook bij hoofdstuk 5). Zowel DiO’s met een baan als zij die een stage volgen moeten ten minste 65 uur in het eerstegraads gebied les geven. Invulling door middel van een baan op een school voor Voortgezet Onderwijs Een aanstelling op een school voor Voortgezet Onderwijs kan als praktijkdeel(mee)tellen als de baan: • een omvang heeft van minimaal 6 lesuren; • in ieder geval voldoende bovenbouw uren bevat; • een minimale duur heeft van drie maanden.
Invulling door middel van een stage (het schoolpracticum) DiO’s kunnen het praktijkdeel ook in de vorm van een schoolstage vervullen. Het praktijkdeel wordt waar mogelijk in twee lesgeeffasen opgedeeld. Al vanaf het begin van de eerste stageperiode geeft de DiO (deel)lessen. Dat is van groot belang voor de activiteiten op het instituut, waar de praktijkervaring van de DiO steeds het uitgangspunt is. Praktijkdeel 1 Praktijkdeel 1 start aan het begin van de opleiding en beslaat de eerste helft van de opleiding. Het omvat minimaal 120 klascontacturen, waarvan de DiO ten minste 60 uren zélf (deel)lessen geeft. Praktijkdeel 2 Praktijkdeel 2 omvat minimaal 130 klascontacturen waarvan de DiO ten minste 65 uren zelfstandig les geeft en beslaat de tweede helft van de opleiding. Praktijkcontract Van ieder praktijkdeel dat in de vorm van een stage dan wel middels een baan op een niet opleidingsschool wordt gevolgd, wordt een contract opgemaakt. In dit contract worden formeel de afspraken tussen de opleiding, de school, de betrokken begeleiders en de DiO betreffende het praktijkdeel vastgelegd. Het contract geldt als bewijs dat de DiO aan de wettelijke eisen voor het praktijkgedeelte heeft voldaan.
Daarnaast dient er op school een adequate begeleiding van de DiO te zijn (zie ook bijlage 3) en staat de school lesbezoek door de instituutsbegeleider toe.
7
5
DIO activiteiten tijdens het praktijkdeel
Tijdens het praktijkdeel voert de DiO op school activiteiten uit zoals: Tijdens het praktijkdeel voert de DiO op school activiteiten uit zoals: • het observeren van lessen, het voorbereiden en geven van lessen, het ontwerpen van toetsen, etc. • het voeren van gesprekken met (individuele) leerlingen, ouders en collega’s, etc. • het bijwonen van vergaderingen en het deelnemen aan allerlei (buitenschoolse) activiteiten, etc. • het schrijven van leerteksten, analyseren van schoolboeken, etc. Om optimaal van deze activiteiten te kunnen leren, voert de DiO regelmatig gesprekken met zijn/haar begeleider over zijn/haar lessen en andere activiteiten. De begeleider op school en de instituutsbegeleider stimuleren de DiO te reflecteren en daarbij een relatie te leggen tussen de (les) ervaringen van de DiO en de meer theoretische achtergronden die daarbij behoren.
8
6
Begeleiding
DiO’s worden begeleid door een instituutsbegeleider (IB) en door een begeleider op school (BOS) en /of een vakcoach. Samen vormen zij het begeleidingsteam van de DiO. De begeleiders overleggen regelmatig met de DiO over de voortgang van het leerproces. Begeleiding door de instituutsbegeleider Op het ICLON worden DiO’s ingedeeld in begeleidingsgroepen. Iedere groep wordt begeleid door de instituutsbegeleider die de ontwikkeling van de DiO’s vanaf het begin tot het einde van de opleiding zo goed mogelijk volgt. De instituutsbegeleider verzorgt tijdens de begeleidingsbijeenkomsten ook een deel van het onderwijs dat gericht is op de basale kennis en vaardigheden die voor de verschillende docentrollen van belang zijn.
Contacten tussen schoolbegeleider en instituutsbegeleider De begeleider op school en de instituutsbegeleider zullen met enige regelmaat telefonisch of via email/Blackboard contact met elkaar hebben over de vorderingen van de DiO. Daarnaast zien zij elkaar tijdens de zgn. BOS-IB bijeenkomsten op het ICLON. De instituutsbegeleider neemt contact op aan het begin van het praktijkdeel met de begeleider op school. Het streven is dat de instituutsbegeleider de DiO tijdens het totale praktijkdeel minimaal één en zo mogelijk vaker op school bezoekt en lessen van de DiO bijwoont. Als de praktijkplek buiten onze regio valt zal in principe geen schoolbezoek plaatsvinden. Naast of soms in plaats van het schoolbezoek, worden de verrichtingen van de DiO in de praktijk ook via video-opnames bekeken.
Begeleiding op school Op school wordt de DiO begeleid door een BOS en/of door een vakcoach. Een vakcoach is een vakdocent in het vak waarin de DiO de opleiding volgt. Dit is afhankelijk van de begeleidingsstructuur waar de school voor kiest. De begeleider op school en de DiO maken afspraken over de dagelijkse gang van zaken op school in het kader van de opleiding, zoals: • lesobservaties door de schoolbegeleider; • lesobservaties door de DiO; • voor- en nabesprekingen van (deel)lessen(series) en andere activiteiten; • maken van audio- en video-opnames van door de DiO te geven lessen. • schriftelijke lessenseries van de DiO laten evalueren door leerlingen.
9
7
Beoordeling
Portfolio De beoordeling of de DiO aan de eindtermen (zie bijlage 2) van de ICLON lerarenopleiding voldoet, is gebaseerd op producten die de DiO in het kader van het praktijkdeel en het instituutsdeel heeft gemaakt en die in een portfolio worden verzameld, en de verrichtingen van de DiO in de schoolpraktijk. Het portfolio vormt de basis voor de evaluatiegesprekken die de DiO met de instituutsbegeleider voert. In het portfolio worden de volgende bronnen verzameld: • opdrachten die horen bij de verschillende onderdelen (docentrollen), waaronder een zelfevaluatie en een zogenaamde “Rijke Casus”. Dit is een opdracht waarin de DiO volgens een bepaalde methodiek een ‘casus’ uit de eigen lespraktijk beschrijft, documenteert (ook met video-opname) en analyseert; • beoordelingen en feedback door de begeleider op school en de instituutsbegeleider. Schoolbegeleider en instituutsbegeleider overleggen met elkaar over de vorderingen van de DiO in de praktijk. In het uitzonderlijke geval dat begeleider op school en instituutsbegeleider geen consensus kunnen bereiken, neemt de instituutsbegeleider als vertegenwoordiger van het ICLON een beslissing. Evaluatiemomenten Er zijn drie evaluatiemomenten: het go/no-go gesprek na circa drie maanden, de middenevaluatie halverwege de opleiding en het eindgesprek.
10
Go/no-go gesprek Op grond van de ervaringen van en met de DiO wordt na ongeveer 10 -12 weken een beslissing genomen over het vervolg van het opleidingstraject. De beslissing leidt tot een van de volgende vier uitspraken: • GO: de DiO doet het naar behoren in het traject waarin hij/zij is gestart, • GO PLUS: de DiO doet het naar behoren in een deeltijd traject, maar zou ook het voltijd-traject kunnen doen. Advies: vervolg studie in voltijd-traject • GO, MAAR: de DiO doet het niet geheel naar behoren in een voltijd traject, waarbij gedacht wordt dat de aard van het traject niet passend is. Dringend advies: van voltijd naar deeltijd traject • NO-GO: de DiO wordt dringend geadviseerd met de opleiding te stoppen Middenevaluatie Halverwege de opleiding (maken instituutsbegeleider, vakdidacticus en de begeleider op school samen met de DiO, aan de hand van het portfolio, de tussenbalans op. Eindgesprek Aan het einde van de opleiding voeren schoolbegeleider en instituutsbegeleider een afsluitend gesprek, aan de hand van het portfolio, met de DiO over hoe de DiO op de praktijkplek heeft gefunctioneerd en of de DiO de eindtermen van de ICLON lerarenopleiding (zie bijlage 2) heeft bereikt.
Bijlage 1
Roosters
Rooster augustus/september start - voltijd april
mei
juni
april
mei
juni
maart
februari
januari
december
november
oktober
september
augustus
Begeleiding
inclusief startweek, rol regisseur en rol lid schoolorganisatie
Vakdidactiek Pedagogiek Specialisatie Praktijk Evaluatiemomenten: eind oktober (go/no-go gesprek) halverwege maart (middenevaluatie) eind juni (eindgesprekken)
Rooster augustus/september start - deeltijd jaar 1 maart
februari
januari
december
november
oktober
september
augustus
Begeleiding
inclusief startweek, rol regisseur en rol lid schoolorganisatie
Vakdidactiek Pedagogiek Praktijk Evaluatiemomenten: eind januari (go/no-go gesprek) juni (middenevaluatie)
11
jaar 2 februari
maart
april
mei
september
oktober
november
december
januari
Vakdidactiek 2 Specialisatie Praktijk * Aantal begeleidingsbijeenkomsten is beperkt Evaluatiemoment: eind juni (eindgesprekken)
Rooster januari/februari start - voltijd juni
mei
april
maart
februari
Begeleiding
inclusief startweek, rol regisseur en rol lid schoolorganisatie
Vakdidactiek Pedagogiek Specialisatie Praktijk Evaluatiemomenten: halverwege april (go/no-go gesprek) begin oktober (middenevaluatie) eind januari (eindgesprek)
12
juni
januari
december
november
oktober
september
augustus
Begeleiding*
Rooster februari start - deeltijd jaar 1 december
januari
december
januari
november
oktober
september
juni
mei
april
maart
februari
Begeleiding
inclusief startweek, rol regisseur en rol lid schoolorganisatie
Vakdidactiek Praktijk Evaluatiemomenten: halverwege mei (go/no-go gesprek) januari (middenevaluatie)
jaar 2 november
oktober
september
juni
mei
april
maart
februari
Begeleiding Pedagogiek Specialisatie Praktijk * Aantal begeleidingsbijeenkomsten is beperkt beoordelingsmoment: januari (eindgesprekken)
13
Bijlage 2
Eindtermen ICLON Lerarenopleiding
Het doel van de opleiding is dat de DiO in de loop van de opleiding competent wordt op de terreinen die voor het beroep van belang zijn. We onderscheiden daarbij de volgende rollen van de docent:
14
Eindtermen als beroepsrol
Omschrijving
De docent als professional
De leraar voorbereidend hoger onderwijs onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar.
De docent als regisseur
De leraar voorbereidend hoger onderwijs onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn klas en zijn lessen een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. In alle opzichten voor hemzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen helder. En dat op een professionele, planmatige manier. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag én van de invloed daarvan op de leerlingen. Hij heeft ook voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen tot stand te brengen.
De docent als pedagoog
De leraar voorbereidend hoger onderwijs onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen. Voor een hele klas of groep maar ook voor een individuele leerling. En dat op een professionele, planmatige manier.
De docent als vakdidacticus
De leraar voorbereidend hoger onderwijs moet de leerlingen helpen zich de basiskennis en principes van het schoolvak eigen te maken en vertrouwd te raken met de manier waarop deze kennis in het dagelijkse leven en in de wereld van het werken gebruikt wordt. Bovendien moet hij zijn leerlingen introduceren in de kennis, principes, onderzoekswijzen en toepassingen van de wetenschappelijke discipline(s) waaraan het schoolvak gerelateerd is. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar voorbereidend hoger onderwijs en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken moet hij vakinhoudelijk en didactisch competent zijn.
De docent als lid van de schoolorganisatie
De leraar voorbereidend hoger onderwijs onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie. De leraar voorbereidend hoger onderwijs onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen en bij zijn school.
De docent als specialist
De leraar voorbereidend hoger onderwijs onderschrijft zijn verantwoordelijkheid als specialist. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om op grond van zijn wetenschappelijke achtergrond een bijdrage te leveren aan de systematische verdieping van verschillende aspecten van de verschillende rollen van de docent in de school.
Bijlage 3
Belangrijk om te weten
Lesbezoek Tijdens de opleiding komt de IB minimaal één keer op lesbezoek bij DiO’s die werkzaam zijn op een school binnen onze regio. Indien nodig, komt de IB vaker op schoolbezoek. Naast het schoolbezoek worden de verrichtingen van de DiO in de praktijk ook via video-opnames e.d. gevolgd. Cursus begeleidingsvaardigheden Voor onervaren begeleiders op school, biedt het ICLON 2x per jaar een cursus begeleidingsvaardigheden aan. Het ICLON neemt contact op de betreffende schoolbegeleiders. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Willem van der Wolk email:
[email protected] tel. 071- 5274023 Buluitreiking Op de laatste vrijdag in september en laatste vrijdag in maart vindt de feestelijke buluitreiking plaats. Alle docenten, instituutbegeleiders en schoolbegeleiders worden hierbij verwacht.
15
Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing
Afdeling Hoger Onderwijs Afdeling Voortgezet Onderwijs Willem Einthovengebouw Wassenaarseweg 62 a 2333 al Leiden Postbus 905 2300 ax Leiden www.iclon.leidenuniv.nl Secretariaat ICLON tel. 071 527 4015 email:
[email protected]
iclon.leidenuniv.nl