TAALONTWIKKELEND LESGEVEN IN DE LERARENOPLEIDING ELKE PETERS & GOELE KERKHOFS LENTECONFERENTIE UA 13 MEI 2011
1
Taalontwikkelend lesgeven
STRUCTUUR • • • •
Inleiding Taalgebruik in de lerarenopleiding Taalbeleid: twee types Taalontwikkelend lesgeven − 3 pijlers − TOL i.f.v. academische taalvaardigheid • Kader OOF
− TOL i.f.v. professionele taalvaardigheid
• Besluit 2
Taalontwikkelend lesgeven
INLEIDING Taalarmoede is kansarmoede (De Standaard)
Gezakt voor je taaltoets? Dan kun je die studie wel vergeten (NRC)
Die spelfouten maken toch niets uit?” Zorgen over taalvaardigheid van studenten (Onze taal)
Jammer genoeg zie ik nog weinig tekenen van een sterk talenbeleid in onze hogescholen en universiteiten (F. Vandenbroucke)
Eén op de zes laatstejaars scoort slecht voor Nederlands. (De Morgen, De Standaard, 30/04/11)
Het staat er toch’, zeggen taalslordige studenten. Taaltoets wordt gemeengoed op universiteiten, wegens gebrekkig taalniveau van de eerstejaars (NRC ) 3
Taalontwikkelend lesgeven
TAALGEBRUIK IN DE LERARENOPLEIDING • Talige startcompetenties: niet voldoende Onderzoek taalvaardigheid instromende
studenten (Peters, Van Houtven & El Morabit, 2010) • Talige verwachtingen en eisen in LO: − Academische taalvaardigheid (als student) − Professionele taalvaardigheid (als leraar in spe)
4
Taalontwikkelend lesgeven
TAALGEBRUIK IN DE LERARENOPLEIDING Kenmerken taalgebruik
(Hajer & Meestringa, 2009)
Academisch taalgebruik en schooltaal
5
Minder context
Tekst = context Niet concreet, niet direct zichtbaar, niet zelf ervaren
Cognitief complex
Abstracte, onpersoonlijke taal Hoge informatiedichtheid Moeilijker, abstracter, specifieker woordgebruik Veel niet-frequente woorden Complexe grammaticale structuren Impliciete verbanden
Focus op het schriftelijke
Vooral teksten zijn bron van informatie Vooral schriftelijke testen zijn vormen van evaluatie
Taalontwikkelend lesgeven
TAALGEBRUIK IN DE LERARENOPLEIDING • ‘Moeilijke’ teksten, woorden, instructies, …: − Over de hoofden van studenten / leerlingen heen
• Taal aanpassen? − academische taal en schooltaal vermijden of vereenvoudigen Verregaande versimpeling?
Neerwaartse spiraal
6
Taalontwikkelend lesgeven
TAALGEBRUIK IN DE LERARENOPLEIDING • ‘Moeilijke’ teksten, woorden, instructies, …: − Over de hoofden van studenten / leerlingen heen Uitleggen?
• Taal aanpassen? − academische taal en schooltaal vermijden of vereenvoudigen Verregaande versimpeling? TAALONTWIKKELEND LESGEVEN
Neerwaartse spiraal
7
Taalontwikkelend lesgeven
TAALBELEID Taalontwikkelend ∈ lesgeven
Taalbeleid ∈ Onderwijsbeleid
• Twee vormen van taalbeleid − Smal taalbeleid − Breed, geïntegreerd taalbeleid
8
Taalontwikkelend lesgeven
SMAL TAALBELEID • • • • •
9
Deficiëntiegedachte Remediëring (toets) Bijspijkercursussen Doelgroep(en)gericht Taalbeleid naast de opleiding/curriculum
Taalontwikkelend lesgeven
BREED TAALBELEID • Remediërend • Talentontwikkeling, niet enkel focus op
tekorten • Taalontwikkelend lesgeven − Talige eindcompetenties − Taalbeleid IN de opleiding/curriculum
• Breed draagvlak • Actoren − Alle lln / studenten + lkr / docenten + beleid
• Taalbeleid – onderwijsbeleid - kwaliteitszorg 10
Taalontwikkelend lesgeven
BREED TAALBELEID • Remediërend • Talentontwikkeling, niet enkel focus op
tekorten • Taalontwikkelend lesgeven − Talige eindcompetenties − Taalbeleid IN de opleiding/curriculum
• Breed draagvlak • Actoren − Alle lln / studenten + lkr / docenten + beleid
• Taalbeleid – onderwijsbeleid - kwaliteitszorg 11
Taalontwikkelend lesgeven
TAALONTWIKKELEND LESGEVEN: 3 PIJLERS Definitie
context
interactie
taalsteun
= vakonderwijs waarin expliciete vakdoelen en taaldoelen zijn benoemd, waaraan gewerkt wordt via een contextrijke didactiek, vol interactie en met taalsteun (Hajer & Meestringa, 2004)
12
Taalontwikkelend lesgeven
TAALONTWIKKELEND LESGEVEN − Betekenisonderhandeling
taalsteun
context
interactie
13
Taalontwikkelend lesgeven
over kernbegrippen stimuleren − Voorkennis activeren − Verschillende tekstsoorten en media gebruiken
TAALONTWIKKELEND LESGEVEN
taalsteun
context
interactie
14
Taalontwikkelend lesgeven
− Vragen (laten) stellen (docent, studenten) − Begeleiding bieden − Opdrachten bespreken (feedback) − Samenwerkend leren
TAALONTWIKKELEND LESGEVEN
taalsteun
context
interactie
15
Taalontwikkelend lesgeven
− Goede voorbeelden − Heldere, ondubbelzinnige instructies − Leesstrategieën − Werken aan woordenschatverwerving − Feedback en feedforward − Visuele ondersteuning
TOL - ACADEMISCHE TAALVAARDIGHEID OOF: ‘Taalvaardig in het HO’ • 2008-2010 • Financiering: OOF • Doel: ontwikkeling van opleidingsspecifiek en gecontextualiseerd taalondersteunings-materiaal − Functionele leesvaardigheid = begrijpend en studerend lezen van informatieve teksten als bronnen bij vakonderwijs (Bogaert et al. 2008)
• Taalsteun IN DE opleiding en in het OOD • Gericht op alle studenten (inclusief) 16
Taalontwikkelend lesgeven
BEKNOPT Dat taal een sleutelrol speelt in het onderwijs hoeft niet te verbazen. Toch stellen we vast dat voor sommige studenten de taal die in het hoger onderwijs gebruikt wordt een obstakel in hun leerproces vormt. Dit project wil opleidingsspecifiek taalondersteunings- en begeleidingsmateriaal voor leesvaardigheid ontwikkelen om de doorstroom van kansengroepen en van taalzwakke studenten in het bijzonder in het hoger onderwijs te faciliteren. 17
Taalontwikkelend lesgeven
HOE? • • • •
18
Behoefteanalyse Ontwikkeling materiaal en oefeningen Evaluatie en bijsturing Resultaten
Taalontwikkelend lesgeven
BEHOEFTEANALYSE • Theorie
(Second Language Needs Analysis - Long 2005)
− Enthousiasme ⇒ ontwikkeling van materiaal − “one size fits all”-approach? − Behoeftes van studenten als uitgangspunt voor ontwikkeling van taken
• Behoefteanalyse: onderzoeksmatige aanpak − − − − −
19
Literatuuronderzoek Kennismakingsgesprek Test Vragenlijst Focusgesprek
Taalontwikkelend lesgeven
BEHOEFTEANALYSE Vier casussen Leestesten taalproblemen identificeren Vragenlijst taalproblemen identificeren, strategieën van studenten, nuttige taken
Focusgesprek leestaken identificeren en implementatiemethodes
Ontwikkeling ondersteuningsmateriaal
20
Taalontwikkelend lesgeven
RESULTATEN BEHOEFTEANALYSE • Test − Letterlijke vragen bij tekst: OK − Samenvattend verslag van drie teksten: niet OK • Vragenlijst − Tekstcompetentie: groeiende complexiteit − Verschillende inschatting docenten studenten • Focusgesprekken − Nuancering resultaten vragenlijst (studenten) − Zicht op het wat en HOE − Specifieke, opleidingsgebonden noden 21
Taalontwikkelend lesgeven
TAALONDERSTEUNINGSMATERIAAL BaLO - Groot Worden • Oriëntatie op een handboek / hoofdstuk • Patronen in teksten ontdekken • Hoofdzaken van bijzaken en details
onderscheiden • Verbanden leggen (horizontale en verticale samenhang van het handboek) • Individueel + klas
22
Taalontwikkelend lesgeven
Groot Worden Module ‘Ik maak kennis met de leerkracht en het kind van de lagere school’ Ontwikkelingspsychologie
Aanpak
Zelfstudie Groot Worden
23
Taalontwikkelend lesgeven
Casusgeoriënteerd onderwijs (groepsopdrachten)
Evaluatie
Geïntegreerd schriftelijk examen ontwikkelingspsychologie (open boek) – bewegingsopvoeding – beeldopvoeding – WO opvoedkunde
ONDERSTEUNINGSMATERIAAL • Vorm -
Gids - oefenboek bij ontwikkelingspsychologie Geen handleiding, wél een werkboek Zelfstandig werk: thuis – school Groepsopdrachten Toegespitst op zes eerste hoofdstukken
• Implementatie -
24
Afhankelijk van traject Mogelijkheid tot differentiatie
Taalontwikkelend lesgeven
VOORKENNIS + VOORSPELLEND LEZEN 1.1. De ontwikkeling van het kind: gewikt en gewogen Lees de titel aandachtig. Waarover zal dit onderdeel gaan? Lees 1.1. ‘De ontwikkeling van het kind: gewikt en gewogen’ Klopte de voorspelling die je maakte? →Welke elementen van je voorspelling kwamen ook voor in ‘De ontwikkeling van het kind: gewikt en gewogen’ →Wat was nieuw in dit onderdeel?
25
Taalontwikkelend lesgeven
PATRONEN HERKENNEN EN ANALYSEREN Een definitie
Met ontwikkelen bedoelt de ontwikkelingspsychologie ‘het veranderen van een aanwezige structuur’ (d.i. een persoon in zijn geheel: lichaam en geest). De aanwezige structuur ont-wikkelt, ont-vouwt, ont-plooit zich gedurende de hele levenscyclus: dus vanaf de conceptie tot aan de dood. Er treden gedragsveranderingen op van het begin tot het einde van het leven. Er kan hierbij zowel sprake zijn van het verwerven van nieuwe mogelijkheden als van het verliezen van een bepaalde functie of vaardigheid. Winst en verlies gaan dan ook hand in hand in de ontwikkeling. Ontwikkeling heeft het karakter van een levenslang proces. Dit wil zeggen dat ‘ontwikkeling een verloop in de tijd kent dat een voortgang inhoudt’. Een verloop in de tijd wijst erop dat de veranderingen niet van vandaag op morgen plaatsvinden. Ontwikkeling is geen momentopname. Er is enkel sprake van een geleidelijke verandering. Het begrip voortgang duidt op het feit dat ontwikkeling niet herhaalbaar is. De veranderingen die optreden in de mens, zijn tevens van meer of minder duurzame aard.
26
Taalontwikkelend lesgeven
Materiaal: patronen herkennen en analyseren TERM
KLASSE/GROEP (deel 1)
KERN (deel 2)
VERKLARING (deel 3)
ontwikkeling
In de ontwikkelingspsychologie (het gaat niet over vaccinontwikkeling, gasontwikkeling, omzetontwikkeling, productontwikkeling enz)
Het veranderen van de aanwezige structuur (in lichaam en geest)
-In de hele levenscyclus (van conceptie tot aan de dood) -Verwerven+verliezen van functies of vaardigheden (winst en verlies) -Geen momentopname, maar geleidelijke verandering (proces, verloop) -Niet herhaalbaar (voortgang)
27
Taalontwikkelend lesgeven
Materiaal: hoofd- en bijzaken Zijn volgende stellingen juist of fout? Geef het antwoord zonder naar de tekst terug te grijpen. J/F
‘Nature’ of aanleg zijn de eigenschappen die je bij je geboorte hebt meegekregen.
J/F
In de aanleg– en milieutheorie heeft de persoon een eigen inbreng.
J/F
De milieutheorie zegt dat je ontwikkeling hoofdzakelijk bepaald wordt door je aanleg/natuur.
J/F
Tegenwoordig is men ervan overtuigd dat zowel de natuur, het milieu en de zelfbepaling een rol spelen in de ontwikkeling.
28
Taalontwikkelend lesgeven
Structuur /verbanden leggen / hoofdzaken levensfase→ Ontwikkelingsgebieden
De ongeboren baby, de geboorte en de pasgeborene
Lichamelijke ontwikkeling Motorische ontwikkeling Tekenontwikkeling Perceptuele ontwikkeling Seksuele ontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling Taalontwikkeling Spelontwikkeling Persoonlijkheidsontwikkeling
29
Taalontwikkelend lesgeven
De baby
De peuter
De kleuter
Het lagereschoolkind
De adolescent
Materiaal: hoofd- en bijzaken / structuur Onderwerp Lichamelijke ontwikkeling
Hoofdgedachte
Hoofdgedachte Melkgebit ontwikkelt zich verder
Groei in lengte en gewicht
Verduidelijking
Verduidelijking
Asynchrone groei
De groei vertraagt
Detail De baby groeit sneller dan de peuter
Detail De peuters worden slanker
30
Taalontwikkelend lesgeven
Verduidelijking Vanaf 6 maanden: eerste tandjes
Detail Het hoofd groeit trager, de benen worden slanker
Detail Verhoudingen lijken meer op een volwassen lichaam
Verduidelijking Peuterleeftijd: verdere ontwikkeling melkgebit
Detail Tabel: ontwikkeling van de melktanden
MATERIAALONTWIKKELING voor
tijdens
na
31
• Detecteer en expliciteer de talige eisen die vervat zitten in cursusmateriaal, handboeken, taken, exameninstructies ... • Bepaal waarvoor ondersteuningsmateriaal wenselijk is.
• Didactiseer cursusmateriaal, handboeken, taken, exameninstructies enz. zodat er naast vakinhoudelijke doelstellingen ook expliciet aandacht aan (vak)taal(vaardigheid) besteed wordt. • Gebruik daarbij de checklist.
• Ga na of het ondersteuningsmateriaal werkt. • Pas aan en verbeter waar nodig.
Taalontwikkelend lesgeven
RESULTATEN • Oefeningen én aanpak werden positief
geëvalueerd. • BaLO − Betere examenresultaten dan vorig jaar − Vergelijkbaar met ‘snel’ traject
32
Taalontwikkelend lesgeven
SUCCESFACTOREN • Behoeftegebaseerd en opleidingsspecifiek − Inclusieve aanpak − Effectief gebruik
• Rol van docent (olievlekstrategie) − Draagvlak − Enthousiasme − Wil om te veranderen
• Gedeelde verantwoordelijkheid − Student + docent − Begeleiding en contacturen (inclusief)
• Professionalisering van docenten 33
Taalontwikkelend lesgeven
TOL - PROFESSIONELE TAALVAARDIGH • Doel: betere beheersing van de
vakinhouden • Middel = TOL
Talige struikelblokken beperken en taalvaardigheid van lln stimuleren
34
Taalontwikkelend lesgeven
TAALONTWIKKELEND LESGEVEN kennis
Niet:
LK
leerlingen
context
constructie van betekenissen & opbouw van vaardigheden
Wel:
leerders SAMEN -
35
Probleemgestuurd & zelfontdekkend Ondersteund
Taalontwikkelend lesgeven
PROFESSIONELE TAALVAARDIGHEID 13 doelen
(Paus, Rymenans, & Van Gorp, 2006)
• Domein 1: De leraar in interactie met zijn
leerlingen • Domein 2: De leraar in interactie met volwassenen in en rond de school • Domein 3: De leraar als lerende
36
Taalontwikkelend lesgeven
13 DOELEN – DOMEIN 1 • In interactie met leerlingen D1: Gesprekken voeren met leerlingen D2: Beoordelen en toegankelijk maken van teksten D3: Mondeling opdrachten geven D4: Schriftelijk vragen en opdrachten formuleren D5: Een uiteenzetting geven met schriftelijke ondersteuning − D6: Een schriftelijke evaluatie geven − (D7: Vertellen) − (D8: Voorlezen) − − − − −
37
Taalontwikkelend lesgeven
TEKSTEN BEOORDELEN & TOEGANKELIJK MAKEN Teksten beoordelen • Talige complexiteit inschatten • Inhoudelijke complexiteit inschatten Teksten toegankelijk maken (Talig en didactisch) • Schriftelijk • Mondeling
38
Taalontwikkelend lesgeven
DE TEKSTEN EHBO: luchtwegobstructie Nederlands: naoorlogse literatuur Biologie: voedingsmiddelen Geschiedenis: de verspreiding van het christendom en de islam • Economie: de beurs • Latijn: een Romeinse villa • • • •
39
Taalontwikkelend lesgeven
TEKST
MEMBERS.MULTIWEB.NL
Een luchtwegobstructie bij volwassenen is bijvoorbeeld een stuk voedsel of een (stuk van een) tand. Als er sprake is van een luchtwegobstructie bij een slachtoffer, beoordeel je eerst de ernst van de situatie. Laat het slachtoffer daarvoor eerst proberen door hoesten het voorwerp zelf te verwijderen. Lukt dit niet, geef het slachtoffer dan maximaal 5 klappen met de vlakke hand tussen de schouderbladen. (…) Lukt dit niet, voer dan 5 keer de handgreep van Heimlich uit. (…) Als het slachtoffer bewusteloos raakt, bel dan 112, vertel wat aan de hand is en start de reanimatie. (…)
40
Taalontwikkelend lesgeven
HULPMIDDEL: AFBEELDING
41
Taalontwikkelend lesgeven
HULPMIDDEL: SCHEMA Luchtwegobstructie Beoordeel ernst van situatie
Effectieve hoest
Aanmoedigen tot - Verslikking is opgeheven - Hoest ineffectief is
42
Taalontwikkelend lesgeven
Ineffectieve hoest
Bij bewustzijn: - 5 keer stoten tussen de schouderbladen - 5 keer Heimlich
Bewusteloos: - 112 bellen - Start reanimatie
TEKST
43
WWW.LITERATUURGESCHIEDENIS.NL
•
(…) Toch hebben we het clichébeeld nodig om goed te kunnen begrijpen wat er in de literatuur van de naoorlogse jaren gebeurde. Zo is in de poëzie de Beweging van Vijftig, die door onder andere Lucebert, Gerrit Kouwenaar en Remco Campert in gang werd gezet, onmogelijk los te zien van de onvrede van deze jonge dichters met het conservatisme van de oudere generatie. Lucebert merkte op dat het ‘vooroorlogs normenparadijs’ van de oudere generatie tussen 1939 en 1945 tot ‘de poorten van de hel’ had geleid.
•
Ook de jonge romanschrijvers die in de naoorlogse jaren de aandacht op zich begonnen te vestigen – zoals Gerard (Kornelis van het) Reve, Willem Frederik Hermans, Anna Blaman en Harry Mulisch – moesten niets hebben van de opgeruimde wederopbouwmentaliteit en van het gemoraliseer dat daarbij hoorde. Hun werk was een regelrechte provocatie van de oudere generatie. Waar oudere critici in deze moeilijke tijd hoopten op een optimistisch, levenskrachtig geluid vanuit de jongere literatuur, daar bleken de nieuwe prozaschrijvers totaal niet bereid aan die wens te voldoen. Hun werk uit de jaren veertig en vijftig is in veel opzichten zelfs ronduit ontluisterend.
•
Kenmerkend voor het naoorlogse werk van de genoemde schrijvers is dat het benadrukt dat de oorlog de jeugd van alle illusies heeft beroofd. Voor de personages die in de naoorlogse roman rondlopen, is zonneklaar dat de tijd van gemoraliseer en van goede bedoelingen voorgoed voorbij is. (…) Taalontwikkelend lesgeven
VAK- & TAALDOELEN + KERNBEGRIPPEN Waar word je beter in? − Je leert over de naoorlogse roman. − Je leest een roman van Gerard Reve, Willem Frederik Hermans, Anna Blaman of Harry Mulisch en herkent er een aantal kenmerken van de naoorlogse roman in. − Je kunt kenmerken van de naoorlogse literatuur benoemen.
Je leert in deze les literatuur van na de oorlog beschrijven. Daarbij maak je gebruik van de volgende woorden en begrippen: − provocatie, cynisme, conventie, moraal, …
44
Taalontwikkelend lesgeven
LEESSTRATEGIEËN Lees de volgende tekst over de naoorlogse roman. − Duid de kenmerken van de naoorlogse literatuur aan. − Pas je leesstrategieën toe!
45
Taalontwikkelend lesgeven
KERNBEGRIPPEN − Geef aan de hand van de tekst een omschrijving van de woorden van de lijst aan het begin van deze les. − Noteer de betekenissen en leg ze ook uit in je eigen woorden. Kernwoorden Betekenis Eigen woorden provocatie, provocerend cynisme, cynisch conventie, conventioneel moraal, moraliserend …
46
Taalontwikkelend lesgeven
TEKST
PLATFORM TAALGERICHT VAKONDERWIJS
Momenteel zijn er zo'n vijftig voedingsstoffen bekend die nodig zijn voor alle levensprocessen: eiwitten (aminozuren),vetten, koolhydraten (zetmeel en suikers) en een groot aantal vitamines en mineralen. Deze voedingstoffen spelen een belangrijke rol bij tal van fysiologische functies die nodig zijn voor de levensprocessen van de mens, zoals opbouw en reparatie van het lichaam, energievoorziening en het regelen van alle processen die in het lichaam plaatsvinden. Andere benodigde bestanddelen in het voedsel zijn voedingsvezels en water. Voedingsvezels zijn de onverteerbare delen van plantaardige producten die zorgen voor een goede werking van de darmen. Water is nodig voor het transport van de voedingsstoffen en afvalstoffen en voor de temperatuurregeling. Het lichaam bestaat voor meer dan zestig procent uit water. Daarnaast zitten er veel andere stoffen in voeding die op zichzelf niet noodzakelijk zijn maar wel een rol spelen bij de gezondheid. Deze zogenaamde bioactieve stoffen worden nog niet tot de voedingsstoffen gerekend. (…)
47
Taalontwikkelend lesgeven
INTRODUCERENDE ACTIVITEIT Wat heb jij gisteren gegeten? Hieronder staat een tabel. Neem de tabel over in je schrift en schrijf op wat en hoeveel je gisteren gegeten en gedronken hebt, vanaf het moment dat je opstond tot het moment dat je weer naar bed ging.
Gegeten Wat?
‘s Morgens ‘s Middags ‘s Avonds
48
Taalontwikkelend lesgeven
Gedronken Hoeveelheid
Wat?
Hoeveelheid
INTRODUCERENDE ACTIVITEIT Wat moet je eten?
We praten straks in de klas over ‘voedingsmiddelen’. Denk daarom al eens na over de volgende vragen: − Waarom is gezond eten zo belangrijk? − Wat en hoe moet je eten om gezond te eten? (Kijk eens naar ‘de Schijf van Vijf’!) − Hoe weet je of je gezond eten/drinken koopt?
49
Taalontwikkelend lesgeven
INTRODUCERENDE ACTIVITEIT Neem een paar minuten om je voor te bereiden op het klasgesprek. Je kunt hierbij het onderstaande schrijfkader gebruiken. Ik weet over ‘voedingsmiddelen’ al een aantal zaken, namelijk … ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… Ik wil over ‘voedingsmiddelen’ ook nog het volgende te weten komen, namelijk … ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… Ik wil dat weten omdat ... ………………………………………………………………………………………………………………………………………
50
Taalontwikkelend lesgeven
TEKST
ROMEINSPOMPEII.NET
Villa’s van rijke Romeinen waren enorm groot. Ze bestonden uit winkels (tabernae), opslagruimtes, stallen, een semiopenbare ontvangsthal (atrium) privé-vertrekken, badkamers, dienst- en slavenvertrekken. (…) De huizen waren zo groot dat ze soms wel een straatblok in beslag namen. De bijbehorende winkels, kroegjes en werkplaatsen werden onderverhuurd. De huurders woonden meestal in kleine vertrekken boven hun winkel of kroeg. (…) Een doorsnee rijk huis kwam je binnen langs de hoofdingang (vestibulum) en bestond uit een een overdekte binnenplaats (atrium) met een gat in het dak (compluvium) om licht en water door te laten. Precies onder het compluvium had je het impluvium, waar water in werd opgevangen. (...). 51
Taalontwikkelend lesgeven
HULPMIDDEL: AFBEELDING
52
Taalontwikkelend lesgeven
HULPMIDDEL: SCHEMA naam van deel
plaats
kenmerken
functie
1. vestibulum
aan de voorkant
open ‘deur’
hoofdingang
2. taberna
aan de voorkant, naast hoofdingang
grotere ruimtes werden verhuurd
winkel of werkplaats
3. atrium
centrale punt van het huis
grote ruimte
Binnenplaats
compluvium
in het dak
gat
laat licht en water binnen
5. impluvium
onder het gat in het dak
bak, waterbekken
vangt water op
6. tablinium
rond atrium
gewone ruimte
kantoor man
7. ala
rond atrium
kleine kamertjes, open naar atrium
bergruimte
8. cubiculum
rond atrium
gewone ruimte
slaapvertrek
9. triclinium
rond atrium
met aanligbedden om aan te eten
eetkamer
53
Taalontwikkelend lesgeven
TEKST
WWW.FINANCE-JOBS.STEPSTONE.BE
Je functie •
Je bent beurshandelaar van vermogende, druk bezette klanten die een voorkeur hebben voor advies op afstand.
•
Je analyseert hun portfolio en je geeft hen advies over hun aandelen en obligaties.
•
Je volgt de fluctuaties op de financiële markten op de voet.
•
Je identificeert tijdens je contacten de behoefte van je klanten.
•
Je doet je klanten inventieve voorstellen en suggesties.
Je profiel
54
•
Je beschikt over een bachelor- of masterdiploma en een drietal jaar ervaring in de bancaire sector of in beleggingen.
•
Je bent ‘gebeten’ door economie en de financiële actualiteit.
•
Je beschikt over heel wat kennis op het vlak van beleggen.
•
Je bent sociaal en contactvaardig en je kunt goed overweg met de moderne communicatiekanalen, zoals chat en webcam.
Taalontwikkelend lesgeven
OPDRACHT Vacature beurshandelaar 1. Lees de vacature nauwkeurig en zet De beurs staat in deze lessenreeks een aantal werkzaamheden die centraal. Je moet weten wat er daar werknemers van dit bedrijf moeten gebeurt. uitvoeren. 2. Maak een lijstje van belangrijke Hieronder staat een vacature. Een begrippen, die je tegen bent gekomen vacature is een baan die ingevuld moet in de vacature. Dit zijn kennelijk worden en waarvoor een bedrijf iemand begrippen die belangrijk zijn op de zoekt. In de vacature staan voorbeelden beurs. van wat soort werk je moet doen als 3. Noteer nieuwe begrippen in de vierde beurshandelaar. kolom van de BBB-werkbladen.
55
Taalontwikkelend lesgeven
VOORKENNIS ACTIVEREN Wat weet ik al? (bekend)
Wat wil ik te weten komen? (benieuwd)
Wat weet ik aan het eind van de lessenserie? (bewaard)
Wat ken ik al?
Wat wil ik weten?
Wat heb ik geleerd?
56
Taalontwikkelend lesgeven
KERNBEGRIPPEN
57
Kernbegrippen (vaktaal)
(schoolse) verbindingswoorden
Dagelijkse taal
aandelen opties obligaties
onderscheiden zich komen overeen in tegenstelling tot
is anders is hetzelfde verschilt
beurs, beurshandelaar
organisatie handelen, verantwoordelijk voor aankoop en verkoop
plaats kopen, verkopen verdienen
koersen fluctuaties
wisselen, schommelen, beïnvloeden prijsstijging, prijsdaling winst of verlies
groeien, veranderen omhoog of omlaag, meer of minder, duurder of goedkoper
Taalontwikkelend lesgeven
TEKST
PLATFORM TAALGERICHT VAKONDERWIJS
(…) Arabische kaliefen breiden het Arabische Rijk uit. De opvolgers van Mohammed heetten kaliefen. De kaliefen stichtten een groot rijk: het Arabische Rijk. Ze veroverden grote gebieden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De Arabieren namen bij hun veroveringen hun geloof mee, maar ook de Arabische taal, kunst en cultuur. In de veroverde gebieden namen veel mensen het islamitische geloof en de Arabische gebruiken over. Overal in het Arabische Rijk werden moskeeën gebouwd. De Arabieren veroverden in de achtste eeuw ook het gebied dat nu Spanje is. Cordoba werd de nieuwe hoofdstad van dit gebied. Het werd net zo’n bloeiende stad als Bagdad, de hoofdstad van het Arabische Rijk. In Cordoba werd een prachtige moskee gebouwd, die je nog steeds kunt bezoeken. In Spanje bekeerden veel mensen zich tot de islam. Er bleven ook joden en christenen wonen. Die mochten hun geloof houden, maar moesten zich wel aan allerlei regels houden en meer belasting betalen. Sommige joden en christenen kregen belangrijke banen in het Kalifaat van Cordoba. (…)
58
Taalontwikkelend lesgeven
VOORKENNIS ACTIVEREN • Welke geloofsovertuigingen zijn er in deze klas? • Welke godsdiensten komen nog meer in België voor,
denk je? • Vijftig jaar geleden waren er in België nog geen moskeeën. Nu wel. Waar heeft deze verandering mee te maken, denk je? • Vul aan: “Ik denk dat er nu moskeeën in België staan, omdat . . .” . • Welke woorden horen bij het christendom, welke bij de islam en welke bij beide geloofsovertuigingen?
59
Taalontwikkelend lesgeven
KERNBEGRIPPEN Het Arabische Rijk
Het Frankische Rijk
Het klooster
De moskee
De profeet
Jezus Christus
De Islam
De bisschop
De moslims
De verspreiding
Het christendom
De kaliefen
Mohammed
Het ontstaan
Willibrord
Clovis
De kerk
De monnik
De Paus
De christenen
Mekka
Rome
Spanje
Ierland
Arabisch schiereiland
Christendom
60
Taalontwikkelend lesgeven
Beide
Islam
HULPMIDDEL: SLEUTELSCHEMA De leerlingen lezen teksten over de verspreiding van het christendom in Frankische gebieden en in Nederland en over de verspreiding van de islam op het Arabisch schiereiland en in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Spanje. De leerlingen ordenen de gelezen tekst door het en schema in te vullen. De verspreiding van de islam op het Arabische schiereiland Hoe de situatie eerst was:
Wat er toen gebeurde:
Hoe de situatie daarna was:
wanneer:
wanneer:
wanneer:
waar:
waar:
waar:
61
Taalontwikkelend lesgeven
HULPMIDDEL: KAART
62
Taalontwikkelend lesgeven
TAALONTWIKKELEND LESGEVEN − − − − − − − − 63
Vak- en taaldoelen aangeven Introducerende activiteit inlassen Voorkennis activeren Interactief lezen Kernbegrippen oplijsten Hulpmiddelen aanreiken Visuele ondersteuning bieden Leesstrategieën toepassen
Taalontwikkelend lesgeven
BESLUIT • Wie te veel eist van de taalvaardigheid van zijn
leerlingen / studenten, zal zijn vakdoelen niet bereiken (Hajer & Meestringa, 2009)
• Neerwaartse spiraal vermijden • Vakonderwijs: aandacht voor taal − Taalbewuste docent / leerkracht − Taaldoelen worden benoemd
⇒ Talige doelstellingen in OOD’s en vakken
64
Taalontwikkelend lesgeven
BESLUIT • Lat hoog leggen! • Geen niveauverlaging! • Opwaartse spiraal: weg omhoog door juist meer
te praten, schrijven, lezen en luisteren • Investering in taalontwikkeld lesgeven verdient
zichzelf terug: − Taal is geen struikelblok − Leerders leren vakinhoud beter 65
Taalontwikkelend lesgeven
REFERENTIES Hajer, M. & Meestringa, T. (2009). Handboek Taalgericht Vakonderwijs. Bussum, Coutinho. Cajot, G. (2010). Het zwarte beest: ‘Groot worden’. Gecontextualiseerd taalondersteunignmgateriaal voor BaLO-studenten bij het studeren van een handboek. In Peters, E. & Van Houtven, T. (Reds.) Taalbeleid in het hoger onderwijs: de hype voorbij? (p. 87-102) Leuven, Acco. Paus, H., Rymenans, R. & Van Gorp, K. (2006). Dertien doelen in een dozijn. Een referentiekader voor taalcompetenties van leraren in Nederland en Vlaanderen. Den Haag, Nederlandse Taalunie. Peters, E. & Van Houtven T. (2010). De weg naar materiaalontwikkeling is geplaveid met behoeftes. In Peters, E. & Van Houtven, T. (Reds.) Taalbeleid in het hoger onderwijs: de hype voorbij? (p. 71-85) Leuven, Acco. Peters, E., Van Houtven, T & El Morabit, Z. (2010). Is meten echt meer weten? Taalvaardigheid van instromende studenten in het hoger onderwijs in kaart gebracht. In Peters, E. & Van Houtven, T. (Reds.) Taalbeleid in het hoger onderwijs: de hype voorbij? (p. 51-65) Leuven, Acco. Platform Taalgericht Vakonderwijs. (2009). Gezonde voeding, Inkoop- en verkoopproces, Verspreiding van christendom en islam. [Lesbrieven]. Enschede, Stichting leerplanontwikkeling (SLO).
66
Taalontwikkelend lesgeven