inhoudsopgave
Het Nieuwe Werken en kantoorvastgoed Een onderzoek naar de relevante gebouw- en locatie aspecten voor het invoeren van het activiteit gerelateerd kantoorconcept
Bijlagen
Stephan Jasperse Augustus 2013
1
2
inhoudsopgave
inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE BIJLAGE I – GEBOUW EN LOCATIEASPECTEN 1. 2.
Feijts (2006) Janssen (2009)
BIJLAGE II – UITWERKING CASE STUDIES 1. 2.
CBRE ORACLE
BIJLAGE III – REULTATEN SEMI‐GESTRUCTUREERDE INTERVIEWS BIJLAGE IV – EERSTE AANZET TOT EEN QUICK SCAN HNW
3
4
inhoudsopgave
bijlage I – Gebouw- en locatieaspecten
BIJLAGE I – GEBOUW‐ EN LOCATIEASPECTEN FEIJTS (2006) Gebouw Gebouw Oriëntatie Gebouwvorm Leeftijd Waardebepalende kenmerken Constructietype Uitbreidingsmogelijkheden Gebouwdiepte Gebouwhoogte Gebouwvolume Totale oppervlakte Aantal verdiepingen Gebouwlayout Materialen, kleur, vormen Standaardisatie bouwdelen Detaillering bouwdelen en verbindingen Gevelopeningen/Glas(partijen) Verdieping/Werkvloer Werkvloer-/Verdiepingslayout Ruimtelijke condities en bouwdeelkenmerken Materialen, kleuren, vormen Standaardisatie bouwelementen Controle omgevingskenmerken Gevelopeningen/Glas(partijen) Ruimte/Werkplek Werkplek-/Ruimtelayout Materialen, kleuren, vormen Controle omgevingskenmerken Installatietechnisch Installaties algemeen Capaciteit Energie efficiëntie Controlemogelijkheden algemeen Controlemogelijkheden op locatie Aansluitmogelijkheden Standaardisatie installatie(onderdelen) Technische staat installatie Verbindingen installaties Geluidsproductie Warmte-ontwikkeling Installaties specifiek Installaties t.b.v. Ventilatie Installaties t.b.v. Verlichting Installaties t.b.v. Koeling Installaties t.b.v. Verwarming Installaties t.b.v. Luchtbevochtiging Lcoatie Nabijheid arbeidsmarkt Nabijheid afzetmarkt Nabijheid leveranciers en/of bronnen Nabijheid gerelateerde interne functies Nabijheid externe samenwerkingspartijen Aanwezigheid faciliteiten op locatie Bereikbaarheid Logistieke infrastructuur Bereikbaarheidsvoorzieningen op locatie (OV, parkeergelegenheid, ontsluiting, etc.) Omgevingsinvloeden Geluidsbronnen in omgeving Uitstraling locatie en omgeving Blootstelling, oriëntatie en klimaat
5
6
jANSSEN (2009)
JANSSEN (2009) Gebouw Maatvoering Bruto/netto vloeroppervlak Uitbreidingsmogelijkheden Buitenkant Bouwvorm Prestige/status/representativiteit/uitstraling/architectuur/herkenbaarheid gebouw Kwaliteit pand Zichtbaarheid Single use / multi use Binnenkant Interne verkeerstructuur/hoofdindeling gebouw Kantoorindelingsconcept/lay‐out Aanpasbaarheid ruimte /flexibel ruimtegebruik Afwerkingsniveau kantoorruimte Toegankelijkheid Parkeergelegenheid Toegankelijkheid (micro‐niveau) Eigendom Eigendomspositie Faciliteiten Faciliteiten voor automatisering Klimaatbeheersing Beveiliging Verlichting Geluidwering
Directe omgeving Aantrekkelijkheid Aantrekkelijk verblijfsgebied/levendigheid omgeving Kwaliteit directe omgeving/aantrekkelijke ligging Veiligheid Veiligheid Criminaliteit Vandalisme Beperkingen voor kantoor zelf en van anderen
Ligging ‐ nabijheid (agglomeratie‐effecten) Bedrijfsvoering Nabijheid klanten Nabijheid toeleveranciers Nabij andere bedrijfsonderdelen Nabijheid kernfunctie (denk aan: kantoor van containeroverslag, hoogovens, …) Ligging ten opzichte van hoofdkantoor Concurrentieoverwegingen (ver weg of juist ernaast) Agglomeratie Nabijheid gelijksoortige ondernemingen Nabijheid zakelijke en ondersteunende dienstverlenende bedrijven (banken, adviesbureaus, reparatie, …) Nabijheid instellingen/bronnen van info/ideeën (TH, universiteit, …) Voorzieningen Nabij winkelmogelijkheden Nabij cafés en restaurants (t.b.v. eigen personeel en ontvangen relaties) Nabij sportactiviteiten Nabij culturele activiteiten Nabij recreatieve faciliteiten Nabij binnenstedelijke voorzieningen
Ligging – bereikbaarheid Bereikbaarheid 2) Bereikbaarheid auto Bereikbaarheid OV Bereikbaarheid trein (nabijheid station, lijnennet en frequentie) Bereikbaarheid regionaal/lokaal OV (nabijheid station, lijnennet en frequentie) Bereikbaarheid luchthaven Bereikbaarheid overig (fiets, voet, …) Digitale bereikbaarheid Reistijd (specifiek) Reistijd werknemers (bij fusies en verplaatsingen; JJ)
jANSSEN (2009)
Sociaaleconomische omgeving Omvang en dynamiek Omvang regio Economische ontwikkeling/regionaal BNP/vitaliteit regio Werkloosheid Productiestructuur Kennisstructuur Aanwezigheid voldoende gekwalificeerd personeel Oriëntatie en reputatie Mentaliteit bevolking (incl. arbeidsmentaliteit) Internationale oriëntatie gebied Reputatie regio
Woon‐ en leefomgeving Wonen en leven Aanbod van woningen (diverse kwaliteits‐ en prijsniveaus) Kosten levensonderhoud Veiligheid Voorzieningen Onderwijsvoorzieningen (familie) Onderwijsvoorzieningen (training werknemers) Winkelvoorzieningen Sport/recreatie/ontspanning Culturele voorzieningen Religieuze voorzieningen Medische voorzieningen Overige openbare voorzieningen Groenvoorzieningen Aantrekkelijkheid Landschappelijke schoonheid Algemene visuele attractiviteit/interessante architectuur omgeving
Financieel Gebouwkosten Huur‐/koopprijzen Aanpassingsmogelijkheden huurprijs (indexering) Variabele kosten (service, energie, onderhoud) Grondkosten / grondprijs Bouwkosten Beperkingen Looptijd huurcontract Beperkingen/voorwaarden t.a.v. huurcontract Loonkosten Loonkosten (denk aan de call centers in NO‐NL) Investeringsbereidheid Aanwezigheid investeerder 4) Heffingen en premies Heffingen op bereikbaarheid (toltunnel; parkeren; congestietaks, …) Belastingen Premies en subsidies (investeringspremie, grondkostenkorting, …) Tarifering (water, gas, elektra, riolering, …)
Overheid Medewerking Mogelijkheid direct overheidsingrijpen Toegankelijkheid, daadkracht en betrouwbaarheid Kwaliteit informatie Bouwvoorschriften, vergunningen (bv lozen afval…)
Subjectief Gebondenheid binding met de eigen regio Persoonlijk Persoonlijke motieven (restcategorie)
Aanbodzijde Aanbod Aanbod dat aansluit op de wensen en eisen van de toekomstige gebruiker
7
8
jANSSEN (2009)
bijlage II – Uitwerking case studies
BIJLAGE II – UITWERKING CASE STUDIES CBRE OBJECT KENMERKEN Naam gebouw: Adres: Naam gebied:
Symphony Gustav Mahlerplein 3-117 1082 MS Amsterdam Amsterdam Zuid
Kerngegevens Bouwjaar Metrage (VVO) Aantal gehuurde verdiepingen Aantal werkplekken Aantal medewerkers Flexfactor m2 VVO per werkplek m2 VVO per medewerker
2008 3560 2 210 250 80% 17,1 14,1
CBRE AMSTERDAM Achtergrond organisatie CBRE is een vastgoedadvies organisatie en verkoopt diensten aan eindgebruikers, verhuurders en eigenaars van commercieel vastgoed. De organisatie is verdeeld over vijf kantoren in Amsterdam, Den Haag, Hoofddorp, Houten en Rotterdam en er werken circa 300 medewerkers in deze organisatie. Een aantal jaren heeft er binnen de organisatiestructuur een sterke focus gelegen op het overnemen van andere organisaties. In 2006 werden N+T en Rietmeijer huisvestingsadviseurs door CBRE overgenomen en sinds september 2011 maakt SCM Europe eveneens deel uit van CBRE. Doelstellingen invoeren activiteit gerelateerd kantoorconcept De bedrijfsvoering van CBRE Nederland richt zich op een integrale benadering van huisvestingsvraagstukken. ‘Integraal’ impliceert dat er door verschillende business units samengewerkt wordt om tot het eindproduct te komen. Hoewel de integrale benadering organisatorisch was gerealiseerd door de overname van Rietmeijer huisvestingsadviseurs in 2006 en SCM Europe in 2011, werd deze niet optimaal benut door de fysieke scheiding van de business units (BU). Rietmeijer huisvestingsadviseurs was gevestigd in Almere en CBRE in Amsterdam. De fysieke scheiding van verschillende locaties vormde een barrière voor het werkproces van de organisatie. Het hoofddoel van de invoering van het activiteit gerelateerde kantoorconcept was dan ook het optimaliseren van het werkproces en samenwerking tussen verschillende BU’s. Het feit dat CBRE een organisatie is gericht op vastgoedadvies heeft geleid tot de tweede doelstelling: ‘het realiseren van een kantoor als showcase voor klanten’.
KANTOORCONCEPT Plaats van de werkplek CBRE is in Nederland verdeeld over vijf kantoren: Amsterdam, Den Haag, Hoofddorp, Houten en Rotterdam. Het hoofdkantoor is gevestigd in Amsterdam. De medewerkers worden in principe verwacht tijdens de reguliere arbeidstijden op kantoor aanwezig te zijn, maar er wordt ook voorzien in het kunnen werken in één van de satelliet kantoren, bij de klant of thuis. Dit laat zien dat hoewel het activiteit gerelateerd kantoorconcept in deze organisatie is ingevoerd, er niet per definitie sprake is van volledige vrijheid om bijvoorbeeld thuis te werken.
9
10
cbre
Indeling werkomgeving Het activiteit gerelateerd kantoorconcept is gebaseerd op een diversiteit in werkplekken en vergader faciliteiten op de werkvloer. Gebruik van de werkplek In het activiteit gerelateerde kantoorconcept, zoals uitgevoerd in CBRE Amsterdam, werken alle medewerkers flexibel. Dit betekent dat elke werkplek in principe voor iedere medewerker beschikbaar is. Uitzonderingen worden echter gemaakt voor de HR en Finance BU’s. De medewerkers in deze BU’s werken wel flexibel, maar omdat deze BU’s met vertrouwelijke informatie werken mogen andere medewerkers hier niet werken. In dit activiteit gerelateerde kantoorconcept heeft niemand een persoonlijke werkplek of eigen kantoor. Er is echter een uitzondering, namelijk de ‘office for a day’ (OFAD). Een OFAD is een te reserveren werkplek voor BU directors die verspreid zijn over de werkvloeren. Directors werken namelijk vaak met informatie die niet voor elke medewerker te zien moet zijn, of hebben vertrouwelijke afspraken die niet in een open kantoorruimte kunnen plaatsvinden. Er is een flexfactor van 80% toegepast (ca. 210 werkplekken voor 250 medewerkers) en het kantoorconcept is gebaseerd op het ‘vlek’, principe. Waarbij werkplekken toegewezen worden aan een bepaalde afdeling. Medewerkers uit deze afdelingen kunnen elkaar hier vinden, als er geen plek is dan kan er uit geweken worden naar andere werkplekken. Informatiebeheer Er is zoveel mogelijk archief gedigitaliseerd. Er wordt gebruik gemaakt van een ‘printing on demand’ systeem; medewerkers hebben gemeenschappelijke printfaciliteiten gelegen bij de meeting points. Zonering Er is een scheiding tussen een toegankelijk bezoekersgebied, vergadergebied en een meer besloten werkvloer kantoren doorgevoerd. Dit centrale plein heeft een nadrukkelijke ontmoetingsfunctie voor zowel medewerkers als bezoekers. Op de werkvloer worden afdelingen die veel relaties met elkaar hebben geclusterd. Hierbij zijn vier meetingpoints (Ankerpunten: garderobe, keukentafel, pantry, kantoordiensten) met daarbij reprofaciliteiten gerealiseerd. Hierdoor ontstaat er een logische, generieke indeling van het werkgebied en wordt informeel ontmoeten tussen medewerkers binnen clusters van afdelingen gestimuleerd. Figuur 1.1 geeft schematisch een overzicht in de gemaakte keuzes met betrekking tot de zonering in het activiteit gerelateerde kantoorconcept. De BU’s die werken met vertrouwelijke informatie zijn gescheiden van de andere BU’s. De BU valuations is op een ‘natuurlijke’ wijze afgeschermd is doordat deze gepositioneerd is in het ‘uiteinde’ van het gebouw. De HR en stafafdelingen zijn op de 3e verdieping geplaatst, hierdoor ontstaat vanzelfsprekend ook een scheiding.
Centraal plein Meeting Point Spot
Spot
Meeting Point Spot
Meeting Point
Spot
Spot
Spot
Meeting Point Spot
Spot
Figuur 1.1: Zonering CBRE, Amsterdam Symphony. Bron: CBRE (2012)
cbre
HOOFDASPECT ZONERING GEBOUW Ruimtelijkheid Plein Omdat CBRE (slechts) de 2e en een deel van de 3e verdieping huurt speelt een verticale barrière tussen afdelingen in mindere mate en rol. Een eis die gesteld werd bij de aanhuur van de vloeren was een open communicatietrap tussen de 2e en 3e verdieping (zie figuur 1.2). Reden hiervoor is tweedelig, ten eerste zorgt dit voor een (visuele) verbinding tussen de twee verdiepingen, ten tweede zorgt deze open ruimte voor een diversificatie van het plein waardoor het aantrekkelijker wordt.
Open trap Plein
Figuur 1.2:
Zonering CBRE, Amsterdam Symphony. Bron: CBRE
Positie plein In het geval van CBRE Amsterdam is het centrale ontmoetingsgebied op de 2e verdieping gepositioneerd (laagst gehuurde verdieping). De entree heeft een directe verbinding naar het ontmoetingsgebied (zie figuur 1.2). Deze entree wordt gebruikt door zowel medewerkers op de eerste als op de tweede verdieping. Omdat alle medewerkers op hetzelfde punt binnen komen en zich op een natuurlijke manier langs het plein bewegen ontstaat er een dynamisch plein. Verbinding Het plein heeft direct ruimtelijke relaties met zowel het vergader- als werkgebied (zie figuur 1.3). Het vergader gebied is een zone waar mensen met een bepaald doel naartoe gaan. Door de verbinding van het vergadergebied met het plein wordt de dynamiek van het plein versterkt. Het kantoorconcept bij CBRE voorziet niet in een restaurant.
Vergadergebied Plein Werkgebied Entrée
Figuur 1.3: Positie plein e 1 centraal plein: Informeel en formeel ontmoeten voor werknemers, klanten en externen e werkgebied voor ‘business’ gerelateerde BU’s + centraal plein 2 verdieping: e werkgebied voor staf & vergadergebied voor klanten 3 verdieping:
11
12
cbre
Multifunctioneel gebruik Plein Ook is het plein is multifunctioneel ingericht, dat wil zeggen dat er een diversiteit aan werkplekken en zones ontworpen zijn, zodat medewerkers en klanten hier in verschillende vormen van overleg kunnen voeren. Ook is er op het plein een koffie automaat met ‘goede’ koffie gepositioneerd, zodat medewerkers hier vaker zullen komen. Hospitality In dit activiteit gerelateerd kantoorconcept wordt veel aandacht besteed aan de manier van klantontvangst. Bezoekers melden zich bij de balie. Nadat de receptioniste de afspraak met de klant bevestigd met het hospitality team krijgt de bezoeker een toegangspas. Op de 2e verdieping wordt de bezoeker gastvrij ontvangen door één van de medewerkers van het hospitality team en kan plaatsnemen op het centrale ontmoetingsplein.
HOOFDASPECT WERKVLOER Gebouwvorm De gebouwvorm is te typeren als een carré-vorm. Het gebouw heeft rechthoekige vloeren met een goede breedte waardoor het mogelijk wordt verschillende zones te maken. Er is altijd beweging rondom het middengebied. Het is een duidelijke vorm en biedt overzichtelijkheid, zodat mensen makkelijk hun weg kunnen vinden. Functionele- visuele verbinding Figuur 1.4 laat zien dat het kantoorgebouw zich kenmerkt door een openvloer structuur. De enige belemmeringen zijn een aantal kolommen in op de werkvloer. De openheid, transparantie en mogelijkheid tot zichtlijnen wordt hier echter niet door belemmerd. Afmetingen en ruimtelijkheid vloervelden De werkvloeren hebben een basis diepte van 13,50m, een lengte van 52m en een standaardhoogte van 2,7m. Door de positie van de kernen ontstaan er verschillende zones met een kleinere diepte van 7,5m (zie figuur 1.4).
Figuur 1.4: Werkvloer CBRE (2012)
Stramienindeling Het gevelstramien van het kantoorgebouw is gebaseerd op een 1,50m veelvoud en er is een verlaagd systeemplafond toegepast. Ankerpunten Figuur 1.5 geeft de zonering weer van de werkgebieden en de bijbehorende ankerpunten. De print- en reprofaciliteiten hebben een directe relatie met de ankerpunten (meetingpoints). De meetingpoints bestaan uit een garderobe, keukentafel, pantry en kantoordiensten.
cbre
Figuur 1.5: Werkvloer CBRE (2012) 4 meeting points: 9 spots:
Voor werknemers van samenwerkende BU’s (garderobe, keukentafel, pantry, kantoordiensten) thuisbasis voor werknemers van 1 BU > 8 werknemers (work bench, personal workstations, clean desk policy)
HOOFDASPECT E‐ EN W‐ INSTALLATIES Het complex is optimaal vrij indeelbaar. Dit betekent dat voor kantoorlagen een gevelstramien van 3,60m is toegepast, dit bespaart kosten. Ombouw naar 1,80m blijft mogelijk, maar hiervoor zullen wel fysieke aanpassingen aan de installatie benodigd zijn. Om de middenzone te voorzien van data en elektra zijn vloerdoezen aangebracht.
HOOFDASPECT REPRESENTATIVITEIT GEBOUW Representativiteit exterieur Symphony is één van de meest in het oog springende ontwikkeling op de Amsterdam Zuidas. Pi de Bruijn, één van de meest bekende Nederlandse architecten, heeft de kantoor- en woontoren ontworpen. Mede door het gebruik van baksteen, in combinatie met opvallend kleurgebruik en verspringende gevels, heeft het project een elegante en opvallende uitstraling. Mogelijkheid signing gebouw Boven de hoofdentree is het mogelijk om het logo van CBRE te plaatsen. Representativiteit interieur De uitstraling van het interieur van sluit aan op de corporate identity van CBRE. Door het gebruik van hoogwaardige materialen straat het interieur een zakelijke sfeer uit. Een impressie van het ontworpen interieur is te zien in figuur 1.6
Figuur 1.6: Interieur CBRE (2012)
13
14
cbre
Afwijkende footprint hoofdentree / ruimere verdiepingshoogte hoofdentree Het gebouw is voorzien van twee entrees aan het Gustav Mahlerplein en de Gustav Mahlerlaan. De entrees verschillen qua esthetiek en footprint van de rest van het gebouw. De hoofdentree heeft een ruime verdiepingshoogte van circa twee standaard verdiepingen.
HOOFDASPECT BEREIKBAARHEID De Gustav Mahlerlaan vormt een verbinding tussen enerzijds de Buitenveldertselaan en anderzijds de Beethovenstraat. Hierdoor wordt per auto een optimale bereikbaarheid verkregen en zijn de op- en afritten van ringweg A10 binnen enkele minuten bereikbaar. Het NS-station Amsterdam Zuid is op loopafstand gelegen en heeft directe verbindingen met Amsterdam Centraal, Luchthaven Schiphol, Leiden, Utrecht en Den Haag. Station Amsterdam Zuid behoort tot één van de grootste openbaarvervoersknooppunten van Nederland en zal in de toekomst haltes krijgen voor zowel de Noord/Zuidlijn alsmede de HSL-lijn. Schiphol is zowel met de auto (Rijksweg A10/ A4) als per trein binnen 10 minuten te bereiken. Onder de gebouwen is een 2-laagse parkeergarage gerealiseerd die plaats biedt aan circa 550 parkeerplaatsen. Ca. 450 parkeerplaatsen hiervan zijn gereserveerd voor kantoor- en hotelgebruikers.
HOOFDASPECT VOORZIENINGENNIVEAU Restaurant Symphony‘s heeft haar deuren geopend op de begane grond van de kantoortoren. Er zijn ca. 350 zitplaatsen binnen en ca. 150 zitplaatsen op het terras buiten. Complex Symphony heeft in de kantoortoren ook een auditorium met 125 zitplaatsen. Aan de achterzijde van het complex is Crowne Plaza hotel gevestigd. Het betreft een 4-5 sterren hotel welke onderdeel is van de Intercontinental Hotel Group en welke beschikt over in totaal 205 kamers. Verder zijn er in de directe omgeving verschillende restaurants waar geluncht en gedineerd kan worden. Op loopafstand bevindt zich tevens een groot buurtwinkelcentrum.
HOOFDASPECT REPRESENTATIVITEIT OMGEVING De Zuidas is niet alleen een internationaal zakencentrum, maar ook een woonomgeving met vele sport- en studiefaciliteiten, zorgvoorzieningen, winkels en horeca. De Zuidas is een buurt met een internationaal karakter, met internationale scholen en luxe expatwoningen. De aanwezigheid van scholen, crèches, winkels, cafés en restaurants en het groeiend aantal voorzieningen maken van Zuidas niet alleen een zakencentrum maar ook een gezellige buurt. Het beeld in de Zuidas wordt vormgegeven door heldere principes voor een gebouw typologie met specifieke vorm en schaal. Deze bestaat uit een plint tot circa 10 meter hoogte, een middenbouw tot circa 30 meter hoogte met daarboven, plaatselijk en volgens een dambordpatroon, torens tot maximaal 105 meter hoogte
Oracle
ORACLE OBJECT KENMERKEN Naam gebouw: Adres: Naam gebied:
Facet Hertogswetering 163-167 3543 AS Utrecht Leidsche Rijn
Kerngegevens Bouwjaar Metrage V.V.O. Aantal gehuurde werkvloeren Aantal werkplekken Aantal medewerkers Flexfactor m2 per medewerker m2 per werkplek
2010 10.000 m2 4 620 1600 60% 6,2 16,1
ORACLE Achtergrond organisatie Oracle is een IT-leverancier, kenmerkend zijn de vele acquisitieactiviteiten. Doel hiervan is het productaanbod te versterken, te innoveren, sneller inspelen op de vraag van de klant en de partnermogelijkheden uitbreiden. De organisatie wordt gekenmerkt door een fusie- en overnamefilosofie. Doelstellingen invoeren activiteit gerelateerd kantoorconcept In oktober 2009 kondigde Oracle aan dat zij gingen verhuizen. Oracle heeft gekozen voor het kantoorgebouw Facet aan de A2 in Utrecht. Oracle meent met de nieuwe werkplek de klant- en medewerkerstevredenheid te verhogen, makkelijker nieuw talent aan te trekken en de samenwerking tussen medewerkers te verbeteren. Oracle heeft bewust gekozen voor ‘No Limits’ – onbegrensde mogelijkheden. Onbegrensd geldt voor de keuze die Oracle gemaakt heeft voor:
De locatie van het pand De uitstraling van het pand De mogelijkheden van het pand
Oracle wil met de nieuwe huisvesting drie doelstellingen bereiken, namelijk:
Externe zichtbaarheid: niet alleen de locatie maar ook bewust delen met de omgeving wat zij aan het doen zijn Samenwerking tussen de diverse business units versterken en optimaliseren met als doel kennisdeling, één gezicht naar de klant en partner en daarmee een positieve bijdrage aan haar business doelstellingen Medewerkerstevredenheid verbeteren en anderzijds moet het nieuwe potentiële collega’s eenvoudiger aantrekken
KANTOORCONCEPT Plaats van de werkplek Thuis- of elders werken wordt in grote mate gestimuleerd. Dit blijkt ook uit de gekozen flexfactor van 60%. Indeling werkomgeving De werkvloeren zijn (nagenoeg) generiek ingericht met een diversiteit aan werk-, vergader- en overlegplekken. De werkvloeren bestaan uit ankerpunten, team areas, focus areas en specials.
15
16
Oracle
Gebruik van de werkplek In principe kent het kantoorgebouw geen eigen werkplekken. Indien wenselijk kan er een tijdelijk priority gebieden inricht worden (gebieden voor bijzondere activiteiten, bijvoorbeeld jaar- en kwartaalsluiting en/of productontwikkeling). Iedereen werkt flexibel en cleandesk binnen het hele gebouw, met uitzondering van de volgende afdelingen die flexibel werken binnen een toegewezen, afsluitbaar werkgebied:
Directie HRM + Payroll staff Legal Security / Facilitair / ICT (deels)
Als niemand meer een eigen werkplek heeft dan is je collega vinden belangrijk. Daarom heeft Oracle CU (See You). Een tool waarmee men collega’s snel kunt vinden. En zodra men het pand binnenkomt, advies krijgt waar de meeste van je ‘buddies’ zich bevinden. Zonering Het zoneringsprincipe is weergegeven in figuur 2.1. Er is een scheiding tussen een toegankelijk bezoekersgebied, vergadergebied en een meer besloten werkvloer kantoren doorgevoerd. Dit centrale plein heeft een nadrukkelijke ontmoetingsfunctie voor zowel medewerkers als bezoekers. Op de werkvloer zijn verschillende gebieden ontworpen. De team gebieden zijn naast de ankerpunten gesitueerd. Dit zijn gebieden met de focus op (samen)werken. In deze gebieden zijn incidenteel concentratie- en ontmoetingsruimtes geplaatst. In de focus gebieden ligt de nadruk op geconcentreerd werken. Deze gebieden zijn gelegen aan de rustige buitenzijden van het gebouw. In deze gebieden zijn voor het overgrote deel coupé en openwerkplekken in kleinere eenheden gesitueerd gecombineerd met concentratie- en ontmoetingsplekken. Het laatste gebied is de special. Deze werkgebieden zijn gelegen op zowel de begane grond als de 1e en 2e verdieping. Deze gebieden zijn toegewezen aan respectievelijk Facility / ICT / Security, HRM / Payroll / Legal, Country manager. Een deel van de 3e verdieping wordt ingericht als restaurant (ontmoeten intern).
HOOFDASPECT ZONERING GEBOUW
Figuur 2.1: Zonering Amsterdam Symphony. Bron: CBRE (2012)
Ruimtelijkheid plein Omdat Oracle 4 verdiepingen huurt lijkt een ruimtelijk plein van belang te zijn. Het plein is in dit geval ruimtelijk aantrekkelijk door het atrium (zie figuur 2.2)
Oracle
Positie plein Het plein is gepositioneerd op de begane grond. Klanten komen binnen in de centrale entreehal op de begane grond. Verbinding plein De fysieke scheiding tussen het werkgebied en het plein is goed in figuur 2.1 te zien. Het plein heeft echter wel een directe relatie met andere ondersteunende functies, zoals het auditorium, de Oracle University en het vergadergebied. Multifunctioneel gebruik plein Het plein is multifunctioneel ingericht (zie figuur 2.2), dat wil zeggen dat er een diversiteit aan werkplekken en zones ontworpen zijn, zodat medewerkers en klanten hier in verschillende vormen van overleg kunnen voeren. Ook is er op het plein een coffee corner met ‘goede’ koffie gepositioneerd, zodat medewerkers hier vaker zullen komen. Multifunctioneel gebruik restaurant Een deel van de 3e verdieping wordt ingericht als restaurant en heeft dus geen verbinding met het plein. Wel wordt is het restaurant een diversiteit aan werkplekken ontworpen, zodat deze ook voor en na lunchtijd kan worden gebruikt. Hospitality Bezoekers melden zich bij de balie. Nadat de receptioniste de afspraak met de klant bevestigd met het hospitality team krijgt de bezoeker een toegangspas. De bezoeker kan vervolgens plaats nemen op het plein waar hij een kop koffie aangeboden krijgt.
Balie
Entree via hoofdingang Figuur 2.2: Plein Oracle. Bron: CBRE (2012)
HOOFDASPECT WERKVLOER Gebouwvorm Het gebouw heeft rechthoekige vloeren met een diepe vloervelden waardoor het mogelijk wordt verschillende zones te ontwerpen. Hoewel het gebouw niet gekenmerkt wordt door een compacte bouwvorm is te zijn dat er verschillende deelgebieden ontworpen zijn.
17
18
Oracle
Functionele- en visuele verbinding Figuur 2.3 laat zien dat het kantoorgebouw zich kenmerkt door een openvloer structuur. De openheid, transparantie en mogelijkheid tot zichtlijnen wordt niet door belemmerd. Door vides wordt een verticale verbinding gerealiseerd tussen verschillende verdiepingen (zie figuur 2.3).
Figuur 2.3: Plein Oracle. Bron: CBRE (2012)
Afmetingen en ruimtelijkheid vloervelden De werkvloeren hebben een basis diepte van 14,40m. De gesloten ruimtes zijn gepositioneerd los van de gevel, waardoor er 1 hoofdverkeerszone in het middengebied ontstaat en soms ruimte ontstaat voor werkplekken aan de gevel. De lengte van het kantoorgebouw is 122,40m. Dit lijkt een erg langwerpig kantoor te zijn, maar door de vorm en de positie van de liftkernen worden er 3 verschillende deelgebieden gecreëerd. Hierdoor ontstaan werkgebieden op ‘menselijke maat’. Stramienindeling De stramienmaatindeling van het kantoorgebouw is gebaseerd op een 1,80m veelvoud en er is een verlaagd systeemplafond toegepast. Ankerpunten De ankerpunten zijn, zoals te zien in figuur 2.4, gesitueerd nabij de hoofdstijgpunten (trappen/liften), dus aan het begin van de werkvloer. Hoe verder je van een ankerpunt verwijderd bent hoe rustiger de werkomgeving is. De ankerpunten zijn ingericht met verschillende ondersteunende faciliteiten (lockers, pantry, stamtafel / bar / office service een print faciliteiten). In het werkgebied zijn ankerpunten naast de reprofaciliteiten gelegen ter stimulering van informele ontmoeting.
Figuur 2.3: Plein Oracle. Bron: CBRE (2012)
Oracle
HOOFDASPECT E‐ EN W‐INSTALLATIES Het complex is optimaal vrij indeelbaar. Dit betekent dat voor kantoorlagen een gevelstramien van 3,60m is toegepast, dit bespaart kosten. Ombouw naar 1,80m blijft mogelijk, maar hiervoor zullen wel fysieke aanpassingen aan de installatie benodigd zijn. Om de middenzone te voorzien van data en elektra zijn vloerdoezen aangebracht.
HOOFDASPECT REPRESENTATIVITEIT GEBOUW Representativiteit exterieur Samen met The Wall en het Cockpitgebouw van Hessing maakt het kantoorgebouw Facet deel uit van de geluidswal voor de Leidsche Rijn. Voor de gevel langs de snelweg was het ontwerpuitgangspunt de passerende automobilist. De zijde aan de snelweg is zo abstract mogelijk vormgegeven met driehoekige vlakken van alleen glas. Een kristallijn volume dat tijdens het voorbijrijden over de A2 een dynamisch beeld oplevert. Elk facet spiegelt de lucht steeds weer een andere manier. De kop is ontworpen als een veelvormig geknikt volume dat overgaat in een langgerekt middenvolume en vervolgens weer met een bijzondere staart aansluit op het ernaast gelegen winkelcentrum The Wall. Een impressie van het ontworpen exterieur is te zien in figuur 2.4. Mogelijkheid signing Er bestaat de mogelijkheid voor het plaatsen van het logo van Oracle op de gevel, zodat de organisatie beter herkenbaar is voor passanten op de snelweg. Representativiteit interieur De uitstraling van het interieur van sluit aan op de corporate identity van Oracle. Door het gebruik van moderne materialen straat het interieur een dynamische sfeer uit. Een impressie van het ontworpen interieur is te zien in figuur 2.4.
Figuur 2.4: Exterieur en interieur Oracle. Bron: CBRE (2012)
HOOFDASPECT BEREIKBAARHEID Onder het entreeplein, bevindt zich een grote parkeerlaag voor 365 auto’s op maaiveld. Door de ligging aan de snelweg en de onmiddelijke nabiheid van (een binnenkort) te realiseren NS-station Leidsche Rijn is Facet uitstekend bereikbaar.
HOOFDASPECT VOORZIENINGENNIVEAU In tegenstelling tot het Symphony kantoor zijn er in de nabijheid van de Leidsche Rijn geen voorzieningen in de omgeving.
HOOFDASPECT REPRESENTATIVITEIT OMGEVING De locatie de Leidsche Rijn kenmerkt zich als een snelweglocatie met weinig andere kantoren in de omgeving. De ligging aan de snelweg maakt dat de locatie zich kenmerkt als een zichlocatie.
19
20
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
BIJLAGE III – REULTATEN SEMI‐GESTRUCTUREERDE INTERVIEWS 1. Datum: Functie: Bedrijf:
Dinsdag 8 januari 2013 Huisvestingsadviseur CBRE
HOOFDASPECT ZONERING Verbinding entree - plein Een entree is binnenkomen op het plein, je moet echt binnenkomen op het plein. De gesprekspersonen geven aan dat de verbinding entree - plein een belangrijk aspect voor het invoeren van het activiteit gerelateerd kantoorconcept is. De gesprekspersonen vragen zich af er altijd een plein nodig is bij het invoeren van een activiteit gerelateerd kantoorconcept. Zij zijn van mening dat dit op grote schaal wel noodzakelijk is en op kleinere schaal zie je wel eens een ankerpunt verderop op de verdieping. Bij grote organisaties wordt dan een centraal hart in het gebouw (Microsoft, Oracle, etc) gecreëerd. Een entree staat gelijk aan binnenkomen op het plein. Het aspect verbinding entree - plein is een vetoaspect. Verbinding plein - vergadercentrum De gesprekspersonen geven aan dat je een plein kunt hebben maar ergens anders ook een vergadercentrum. Vanuit de gedachte van het activiteit gerelateerd kantoorconcept zijn zei van mening dat als je een plein creëert waar je ontmoeting wilt stimuleren het een eis is dat het vergadercentrum bij het pleingesitueerd is. Verbinding plein – werkvloeren De gesprekspersonen vinden deze verbinding veel belangrijker dan de verbinding plein - restaurant. Vanuit het plein ga je naar je werkplek. Het heeft te maken met dynamiek en elkaar ontmoeten. Multifunctioneel gebruik plein (diversiteit zones en werkplektypen) Een multifunctioneel plein kan altijd gerealiseerd worden en is niet echt een gebouweis. Het is wel een eis voor het activiteit gerelateerde kantoorconcept Multifunctioneel gebruik restaurant (diversiteit zones en werkplektypen) Dit is een belangrijk aspect, omdat het restaurant niet meer slechts 2 uur per dag gebruikt wordt.
HOOFDASPECT WERKVLOEREN Gebouwvorm De gesprekspersonen geven aan voorkeuren te hebben als het gaat om gebouwvorm. Qua looplijnen zitten medewerkers minder bij elkaar als het kantoorgebouw verschillende aftakkingen heeft. Het is een belangrijk aspect, omdat het bepaalt waar medewerkers elkaar gaat ontmoeten. Mogelijkheid open werkvloer De gesprekspersonen geven aan dat het hebben van zicht noodzakelijk is. Mogelijkheid open trappen Open trappen zijn belangrijk voor het invoeren van het activiteit gerelateerde kantoorconcept, dit aspect hangt samen met de mogelijkheid voor het creëren van vides. Mogelijkheid vides De mogelijkheid om vides te creëren is belangrijk.
21
22
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
Positie liftkernen Liftkernen worden door de gesprekspersonen gezien als obstakel. Zij zijn vinden het niet sterk als je met een lift naar een andere afdeling moet. Gevel: indeling volgens een bepaald stramien Volgens de gesprekspersonen wordt de stramienmaat steeds minder van belang. Omdat er steeds minder aansluitingen op de gevel worden gemaakt. De werkomgeving moet wel heel fijnmazig indeelbaar zijn, maar de aansluiting op de gevel wordt steeds minder van belang. Er worden ook bijna geen gesloten ruimtes meer op de gevel aangesloten. Als dat vergeleken wordt met het totale aantal meters en hoeveel wanden er op de gevel worden aangesloten. Volgens de gesprekspersonen voldoet een stramienmaat van 1,80m. Dit aspect is volgens de gesprekspersonen een algemene eis die je niet alleen aan HNW stelt, maar ook gelden voor andere concepten. Aansluitmogelijkheden plafond Dit aspect hangt volgens de gesprekspersonen samen met het aspect ‘gevel: indeling volgens een bepaald stramien’. Dit aspect heeft veel meer te maken met efficiency en techniek dan met het invoeren van HNW. Er kan net zo goed onder een gestuukt plafond (zonder stramienen) gewerkt worden als onder en ander plafond. In een traditioneel kantoor zijn er een heleboel ritmeringen achter elkaar, bij een activiteit gerelateerd kantoor maar een aantal keer. Het is minder van belang als er minder efficiency in een kantoorgebouw aanwezig is. Diepte werkvloer Diepte van de werkvloer is volgens de gesprekspersonen een eis. Als er creatief nagedacht wordt kan het activiteit gerelateerd kantoorconcept in smalle gebouwen gewoon worden toegepast. Doordat er gesloten werkplekken weggelaten worden ontstaat een open ruimte. De ideale maat is 14,40m en groter. Bij grotere dieptes wint men de ruimtes aan bijvoorbeeld de gevel en raak je je gang zone kwijt. 16,20m is de mooiste maat die men kan hebben en kan je aan beide gevelzijden ruimtes creëren. Bij grotere dieptes moet men heel geforceerd oplossingen gaan bedenken voor de midden zone. Lengte van de werkvloer Lengte werkt samen met diepte. Diepte is belangrijk om bovenstaande redenen. Lengte kan je zelf segmenteren. Verdiepingshoogte in relatie tot oppervlak vloervelden Het hangt ten eerste af van de diepte. Hoe breder men een vloer maakt, hoe hoger het plafond zal moeten zijn. Als men de capaciteit gaat verhogen van de vloeren heeft men hoge werkvloeren nodig. Ankerpunten nabij kruispunt Als het een kruispunt is van mensen, is het goed daar te ontmoeten. Daar waar mensen samenkomen wil men ontmoeting stimuleren. Ankerpunten nabij belangrijke bestemmingen vergadercentrum Bij een vergadercentrum hoort ook informeel vergaderen. Dit aspect is dus belangrijk. Ankerpunten verbinding print- / reprofaciliteiten Verbinding tussen printfaciliteiten en informeel ontmoeten is niet belangrijk, men niet ontmoeten bij een printfaciliteit.
HOOFDASPECT E‐ EN W‐INSTALLATIES Indelingsflexibiliteit licht Men moet in het midden van het gebouw ook voldoen aan werkplek verlichting. In een traditioneel gebouw zijn er twee zones waar verlichtingspunten zitten. Een deel waar men werkplek verlichting hebt voor werkplekken, een gang zone, en daarna weer een zone met werkplek verlichting. Dit aspect is een hele wezenlijke. Indelingsflexibiliteit temperatuur en ventilatie In het activiteit gerelateerde kantoorconcept verhoogt men de dichtheid. Dit zit verwerkt in deze aspecten. Vergaderruimtes moeten een hogere capaciteit bieden dan werkplek zones. Normaal is het tweevoudig en
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
in het activiteit gerelateerde kantoorconcept is het zesvoudig. Dat geldt ook voor het restaurant. Als focus ruimten mee koelen of ventileren op de grote ruimtes gaat het ook niet goed. Als de installaties dusdanig slecht zijn dat je niet met een grote hoeveelheid mensen kunt werken dan zou dat een vetoaspect zijn. Als er in schacht geen ruimte is om die verhoogde capaciteit lucht op de verdieping te brengen dan kan het concept niet uitgevoerd worden. De indeelbaarheid krijgt men er altijd wel in. Men vraagt meer kwaliteit van de installaties. Als installaties niet zodanig zijn dat men niet met grote hoeveelheden mensen tegelijk kunt werken dan houdt het op. Indelingsflexibiliteit data en elektra De gesprekspersonen geven aan dat men geen aansluitingen aan de wandgoot prefereert. Omdat men in HNW geen werkplekken meer aan de wand wilt gaan aansluiten gaat de voorkeur uit naar een verhoogde vloer.
HOOFDASPECT REPRESENTATIVITEIT GEBOUW Exterieur status De gesprekspersonen geven aan dat dit aspect niets te maken heeft met het invoeren van het activiteit gerelateerde kantoorconcept, omdat het niets met gebruik te maken heeft. Representativiteit exterieur Dit aspect is volgens de gesprekspersonen afhankelijk van het soort gebruiker die zich in het gebouw bevind. Mogelijkheid uitstralen identiteit Over het algemeen is dit een soort afgeleide is van HNW om bijvoorbeeld medewerkers aan te trekken. Afwijkende footprint / ruime verdiepingshoogte / afwijkende footprint / zone voor hospitality team / mogelijkheid wachtgebied Een ruime entree bij de verdiepingshoogte heeft niets met HNW te maken; het is mooi als het er is. Dit zijn meer algemene eisen. Het zijn functionele eisen en kunnen ook voor een traditioneel concept gelden. Deze aspecten zijn wel belangrijk, maar niet specifiek belangrijk voor HNW.
HOOFDASPECT BEREIKBAARHEID De gesprekspersonen vinden alle aspecten niet relevant. Dit kunnen eisen zijn voor gebruikers. CBRE heeft bijvoorbeeld gezegd: we hebben 4 kantoren en we willen korte reistijden tussen de kantoren, dus we gaan vlak bij het station zitten. Makkelijke toegankelijkheid dat draagt wel bij tot HNW. Makkelijke toegankelijkheid draagt wel bij tot HNW, zodat men overal kan werken en dat men makkelijk over de drempel stapt om ergens naartoe te gaan. Dat is wel belangrijk. Daar moet men altijd naar streven bij de locatiekeuze van een gebouw. Specifieke eisen m.b.t. bereikbaarheid zijn gebruikers afhankelijk. Het aspect optimale bereikbaarheid is generiek, voor de een is dat met de auto, voor de ander trein of vliegtuig.
HOOFDASPECT VOORZIENINGENNIVEAU De gesprekspersonen twijfelen of voorzieningen belangrijke eisen zijn. Het zijn allemaal zaken die ‘nice to have’ zijn. Het draagt wel bij aan de kwaliteit, maar het zijn volgens de gesprekspersonen geen ‘showstoppers’. Men streeft altijd naar zoveel mogelijk voorzieningen, maar of dat nou culturele, hotels, of onderwijsvoorzieningen zijn dat weten de gesprekspersonen niet. In het algemeen zou gesteld kunnen worden: hoe meer voorzieningen hoe beter.
23
24
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
2. Datum: Functie: Bedrijf:
Woensdag 9 januari 2013 Huisvestingsadviseur Veldhoen + Company
De gesprekspersoon geeft aan dat het invoeren van een activiteit gerelateerd kantoorconcept verschillende doelstellingen kan hebben. Daarmee kunnen deze aspecten meer of minder van belang zijn voor verschillende. De gesprekspersoon geeft verder aan dat in slechts 2 of 3 gevallen (in zijn 16 jaar werkervaring) een gebouw echt afgekeurd is. Kenmerken van het activiteit gerelateerde kantoorconcept is juist dat ze heel flexibel zijn. Het is bijna in elk gebouw toe te passen.
HOOFDASPECT ZONERING Ruimtelijkheid plein De gesprekspersoon geeft aan dat er meer geld en moeite in het plein wordt gestoken. Dit aspect zie je bij activiteit gerelateerde kantoorconcepten eerder in uiting van de huisvesting komen dan bij traditionele kantoorconcepten. De gesprekspersoon geeft voorbeelden van Rabobank Nederland en Interpolis waarbij er meer geld per m2 in de inrichting, installaties en het voorzieningen niveau gestoken wordt dan in de kantooromgeving. Verbinding Entree - plein De gesprekspersoon geeft aan dat dit een belangrijk aspect is om het plein te laten functioneren. Als dat niet op één verdieping kan worden gedaan, dan ziet men dat in verticale zin. Geforceerde routing plein Als men het plein geen centraal onderdeel van de huisvesting maakt dan zullen medewerkers in de huiskamer (pantry) direct bij de werkverdieping eten en ontmoeten. Werkrelaties die al bestaan die zijn eigenlijk niet interessant voor HNW. Werkrelaties die bestaan zijn namelijk in structuren en procedures vastgelegd. Een activiteit gerelateerd kantoorconcept die faciliteert de werkrelatie die nog niet bestaat. Het doel is dat medewerkers een relatienetwerk gaan opbouwen, omdat medewerkers niet spontaan met elkaar communiceren. Een gebouw kan een rol in spelen om het spontaan en makkelijker ontmoeten te faciliteren. Multifunctioneel gebruik plein Wat Veldhoen + Company vaak op pleinen faciliteert zijn werkfuncties (volwaardige werkplekken), zodat er ook (in teams) gewerkt kan worden. Het plein kan, afhankelijk van welke functie de organisatie aan het plein geeft, verschillende functies hebben:
Functionerend als een overloop gebied; Functionerend als scharnierpunt waar in- en externen elkaar ontmoeten
Die combinaties van formeel informeel communiceren en werken, ontmoeten, ontspannen, eten, ontvangen is de kracht van een centraal plein. Verbinding plein - vergadercentrum Een plein functioneert het beste als er veel traffic is en veel spontane ontmoetingen kunnen ontstaan. Dus elke functie die mensen trekt en dus ook mensen naar het plein gebied trekt kan heel belangrijk zijn. Verbinding Plein - Restaurant Dit aspect zit in dezelfde range als het aspect verbinding plein - vergadercentrum. De gesprekspersoon geeft aan de te maken keuzes lastig te vinden. Als een plein een bijdrage kan leveren aan de doelstellingen van een organisatie zijn de aspecten met betrekking tot zonering belangrijk, omdat het anders een leeg plein wordt. Als de doelstellingen bij het invoeren van het activiteit gerelateerd kantoorconcept anders zijn dan ontmoeten en ontvangen dan is een plein in het algemeen een minder belangrijke eis. Dat is een heel ander uitgangspunt dan de segmentatie in een traditioneel kantoorconcept. Daar heb je een restaurant, waar het van 12:00 tot 14:00 heel erg druk is en daarna helemaal leeg. Vergaderen vindt bijvoorbeeld plaats ergens in een zone op de 16e verdieping waar een heel rustige sfeer hangt. De gesprekspersoon vergelijkt het activiteit gerelateerde kantoorconcept met een
25
26
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
vliegveld of station dat nagebootst wordt. Doel is dat er allerlei activiteiten verricht worden, mensen hebben allemaal een ander doel om daar naartoe te komen. Doordat mensen daar allemaal zijn versterken die activiteiten en de mensen elkaar dat is wat je met zo’n plein wilt. Een restaurant is een punt waar heel veel mensen naartoe komen. De gesprekspersoon gelooft niet in een organisatie die zegt: ‘we zitten in de stad dus mensen kunnen in de stad gaan eten’. Als medewerkers uitvliegen op het moment dat ze gaan eten (een sociaal element) dan missen zei dus de kans op ontmoetingen. De gesprekspersoon geeft het voorbeeld dat als twee of meer personen een eerste afspraak hebben dat ze dat doen in een restaurant onder het genot van een hapje en een drankje. Een restaurant in een organisatie (hoe groot of klein dan ook) vindt de gesprekspersoon belangrijk, en het zou ook onderdeel uit moeten maken van het plein. Verbinding van het plein – werkgebieden De gesprekspersoon geeft aan dit is een lastig aspect te vinden en geeft toelichting dat een ideaal kantoor een ‘bol in de ruimte’ is. De afstanden tot het middelpunt zijn hierbij het kleinst en er zijn geen barrières. De gesprekspersoon legt uit dat carré achtige blokken de voorkeur genieten en noemt het voorbeeld van ERA in Zoetermeer. Dit kantoorgebouw heeft dezelfde breedte als hoogte, met een ‘slakkenhuisachtige’ splitlevel vloer. Als naar je boven of naar beneden wilt bewegen dan moet je in principe altijd door alle gebieden heen. De verbinding tussen de hoogste en de laagste verdieping is in dit voorbeeldproject (voor die organisatiegrootte) optimaal. Mogelijkheid wachtgebied / zone voor receptie / hospitality team In activiteit gerelateerde kantoorconcepten wordt over alles goed nagedacht, ook over de hoofdentree en het wachtgebied. In traditionele kantoorconcepten wordt er echter niet goed over na gedacht (bijvoorbeeld telefoneren en ontvangen tegelijk).
HOOFDCASPECT WERKVLOEREN Gebouwvorm Het activiteit gerelateerd kantoorconcept kan in veel gebouwen worden toegepast. Een verticale ruimte creëren waarmee in ieder geval een deel van de werkgebieden met het plein direct met elkaar verbindt is een heel groot voordeel. De gesprekspersoon geeft aan dat: ‘mensen elkaar bij wijze van spreken moeten kunnen zien, ruiken en horen (in een goede balans), waardoor verbinding ontstaat. Niet zozeer de vorm als footprint is van belang, maar vooral de verticale gelaagdheid die barrières oplegt tussen mensen. De gesprekspersoon noemt twee aspecten van uitwisseling:
Kwantitatief: het optimaal gebruik maken van de voorzieningen in het gebouw. Als men een type werkplek niet tot beschikking heeft moet het makkelijk zijn naar een ander gebouwdeel te gaan waar dit type wel beschikbaar is (eventueel met behulp van virtuele hulpmiddelen). Kwalitatief: Het hoofddoel hierbij is dat mensen elkaar meer gaan ontmoeten. Door gelaagdheid wordt dat belemmerd.
In het verlengde hiervan noemt de gesprekspersoon dat organisaties er nu wel uit zijn dat zei op afdelingsniveau minder ‘hokjes’ (kamerstructuur) moeten hebben. De vraag gaat tegenwoordig over hoe ontmoeting en communicatie tussen organisatieonderdelen gestimuleerd kan worden. Dat kan enerzijds met virtuele hulpmiddelen, anderzijds werkt het in de psychologie zo dat mensen behoefte hebben aan face-to-face contacten. Gebouwvorm kan hierin een rol spelen. De gesprekspersoon maakt de kanttekening dat hij beseft dat bijvoorbeeld op de Zuid-As in Amsterdam geen paviljoen achtig gebouw (met beperkte hoogte) neer gezet wordt. Een ander aandachtspunt dat de gesprekspersoon noemt is ‘menselijke maat’ en ‘sociogroepsgrootte’. Naarmate organisaties groter worden zou er eigenlijk een suggestie gemaakt moeten worden van een repeterende carré vorm. Men kan bijvoorbeeld 5 of 6 verdiepingen met elkaar verbinden en daarna weer een scheiding maken. De gesprekspersoon noemt het voorbeeld van de provincie Noord-Brabant in Den Bosch waar steeds 3 verdiepingen met elkaar verbonden zijn. De liften stopten hier elke keer op de ‘begane grond’ van deze clusters. Er worden zo ‘mini pleinen’ gecreëerd.
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
De gesprekspersoon is dus van mening dat er een ideale vorm is. Deze vorm is echter ook realiseerbaar in andere gebouwen. Belangrijkste punt hierbij is dat mensen zich door het gebouw heen gaan bewegen. Men kan bijvoorbeeld ook gaten niet allemaal boven elkaar positioneren. Wanneer men gaten laat meanderen (verspringen) moeten medewerkers over (een stuk van) de vloer heen, voordat ze op een andere vloer komen. Het gaat in het algemeen over het beperken van afstanden, zodat ontmoeting en communicatie in het gebouw gestimuleerd wordt. Mogelijkheid open trappen Dit aspect vindt de gesprekspersoon belangrijk. De combinatie van vides met opentrappen is belangrijk. Er zijn ook wel open trappen zonder vides eromheen maar een combinatie is het sterkst. In een oplossing met alleen vides gelooft de gesprekspersoon niet, ook niet in ‘luchtkokers’ (mensen achter glas). Mogelijkheid vides Vides kunnen de gebouwstructuur veranderen en zijn dus belangrijk. Diepte werkvloer De standaardindeling van de Nederlandse kantoorbouw is gebaseerd op dieptes van 12,60m of 14,40m. De gesprekspersoon geeft aan 14,40m een ideale gebouwdiepte te vinden. Bij een diepte van12,60m is het bijna niet mogelijk werkplekken maken in de midden zone. Bij 14,40m kan men 3 zones realiseren met volwaardige werk en vergaderplekken, omdat men in die situatie 3 keer een 3,60m maat kunt creëren. Lengte Dit aspect heeft volgens de gesprekspersoon met loopafstanden te maken. De standaard lengte van een kantoor is ongeveer 35 tot 40 meter. Het gaat meer om hoeveel werkplekken je realiseert in een bepaald gebied. Er kunnen ongeveer 30 tot 40 medewerkers in één zone werken. Afhankelijk van de flexfactor gaat het dan om 25-30 werkplekken. Het gaat dan meer om een wisselwerking tussen lengte en diepte samen. Het moet niet te klein zijn en niet te groot, omdat dan de loopafstanden te groot worden waardoor de connectie er niet meer is. Verdiepingshoogte De gesprekspersoon is van mening dat dit aspect een extra meerwaarde is. Het is een architectonische eis en heeft te maken met de benodigde ruimte voor installaties. Indeling volgens bepaalde stramienmaat (gevel) De gesprekspersoon geeft aan dat de 1,80m stramienmaat een indeling is die veel mogelijkheden geeft. De stramienmaatindeling en daarmee ook het meubilair is gebaseerd op een 1,80m veelvoud (vaak een 3,60m hoofd-stramien en 1,80m sub-stramien), installatieconcepten zijn ook op deze indeling gebaseerd. De gesprekspersoon vraagt zich af of je daar van af moet wijken, dan zou je het hele meubilair moeten veranderen. Indeling volgens bepaald gevelstramien (plafond) Klimaatplafonds zijn vaak makkelijk indeelbaar. Dit aspect moet een eenheid vormen met het gevelstramien. Het gaat om vrije indeelbaarheid. Ankerpunten nabij verkeersroutes / kruispunt Het is beter om een informeel ontmoetingspunt te maken waar iedereen langs moet komen. De gesprekspersoon geeft het voorbeeld van een traditioneel kantoor (kantoorvleugel met een stijgpunt). Naarmate men zich dieper in de vleugel bevindt wordt het rustiger, daar komen steeds minder mensen. Als men daar dan een plek maar voor het informeel ontmoeten dan gaat iedereen daar door die vleugel heen. Zo wordt een heel onrustig, akoestisch moeilijk te ontwikkelen werkgebied gecreëerd. Vanuit dat oogpunt is de gesprekspersoon van mening dat gebieden en functies waar veel traffic is (veel mensen naartoe gaan), zoals pantry’s, toiletten, pintfaciliteiten, kasten en vergaderruimtes), aan hoofdroutes gelegd moeten worden of aan het begin van de werkvloer.
27
28
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
HOOFDASPECT E‐ EN W‐ INSTALLATIES Indelingsflexibiliteit temperatuur en ventilatie Installaties in traditionele kantoren zijn vaak op 3,60m uitgelegd, maar omdat men ook die kleinere ruimtes wilt kunnen maken is fijnmazigheid belangrijk. Installateurs maken vaak concepten op een manier dat in bepaalde zones de mogelijkheid bestaat voor een 1,80m indeling en andere zones een 3,60m indeling. Fijnmazigheid kan niet altijd gerealiseerd worden, omdat men dan iets financiert wat niet altijd nodig is. Het heeft bovendien niet altijd met de indeling van installaties te maken maar meer met de luchtcapaciteit in relatie tot een veranderende bezettingsgraad. Indelingsflexibiliteit data en elektra Bij een indeling van bijvoorbeeld 14,40m of 16,20m realiseert men waarschijnlijk ook werkplekken in de midden zone. Het is netter als data en elektra vanuit de vloer voorzien wordt. De gesprekspersoon is geen voorstander van een computervloer en geeft de voorkeur aan bouwkundige ingrepen (vloerpotten), omdat er altijd een bepaalde structuur/patroon in het plaatsen van het meubilair. Controlemogelijkheden Er zijn organisaties die hiervoor kiezen (dat zijn grote organisaties) die hebben een variëteit in kamers nodig hebben. Vergaderen kun je indelen in 7 tot 8 typen vergaderactiviteiten. Bij kleine organisaties zie je vaak dat een ruimte moet kunnen veranderen voor verschillende functies, omdat ze er niet zoveel hebben.
HOOFDASPECT REPRESENTATIVITEIT GEBOUW Representativiteit exterieur Dit aspect gaat over de identiteit en het imago die een organisatie wilt uitstralen. Een activiteit gerelateerd kantoorconcept kan daar ook een rol inspelen. Het is niet zo dat het per definitie gekoppeld is aan HNW. Mogelijkheid uitstralen identiteit Vroeger hadden medewerkers hun persoonlijke werkplek. Dat neemt men van ze af en daarvoor word een hoogwaardige kantooromgeving teruggegeven, waar zei zich in totaliteit prettig voelen. In elk project is dit een belangrijk aspect geweest.
HOOFDASPECT BEREIKBAARHEID Als er aspecten zoals parkeren slecht geregeld zijn ten opzichte van oude situatie dan zal er weerstand komen tegen het nieuwe kantoorconcept. Voor de verandering vindt de gesprekspersoon het belangrijk dat het goed geregeld is. Als men naar een kantoor gaat waar meer mensen naar minder oppervlakte brengt terug gebracht worden, zie je vaak dat aspecten als het aantal toiletten of parkeerplaatsen niet voldoet aan de hogere bezetting. Het is een norm en die verandert, omdat de bezetting van het kantoor verandert. Voor een organisatie waar mensen een paar uur op kantoor komen en vervolgens weer uitvliegen naar de klant (consultants) is autobereikbaarheid een eis. Voor een organisatie die administratief is kunnen andere eisen gesteld worden. In een traditioneel kantoorconcept heeft met ook met deze aspecten te maken. Als je het hebt over tijd en plaats onafhankelijk werken en daar makkelijk keuzes in maken dan is makkelijk bereikbaar zijn een eis. In het algemeen moet je een bereikbare locatie hebben voor jou organisatie.
HOOFDASPECT VOORZIENINGENNIVEAU Er zijn in het verleden jaren geweest waarin het de medewerkers het heel erg naar de zin gemaakt werd. De gesprekspersoon zegt hierover het volgende: “We gingen naar een nieuw kantoor, we gingen daar naar nieuwe manieren van werken en we gingen ook allerlei voorzieningen maken, zoals een eigen stomerij, een kapper en het liefst ook een kinderopvang. In die tijd kon het allemaal, organisaties wilden en konden het ook betalen om medewerkers naar zich toe te trekken”. Als men tijd- en plaat onafhankelijk werkt heeft men die voorzieningen niet meer nodig. Dan kan de medewerker zelf de keuze maken waar en wanneer hij of zei naar de stomerij gaat.
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
3. Datum: Functie: Bedrijf:
Donderdag 10 januari 2013 Researcher / huisvestingsadviseur cfpb, Technische Universiteit Delft
HOOFDASPECT ZONERING Ruimtelijkheid plein De gesprekspersoon vind dit aspect een wezenlijke voorwaarde voor het invoeren van het activiteit gerelateerde kantoorconcept. Het moet een goede ontmoetingsplek zijn, het liefst niet voor twee mensen maar voor alle medewerkers, en dat moet dan ook aantrekkelijk zijn. Plein op de begane grond of op de eerste verdieping Onder een plein verstaat de gesprekspersoon een open ontmoetingsplek, dit aspect is belangrijk. Juist omdat een activiteit gerelateerd kantoorconcept vereist dat medewerkers overal en nergens kunnen werken, maar toch ook bij elkaar moeten kunnen komen. Verbinding entree - plein Dit aspect is een minder belangrijk specifiek voor HNW. Medewerkers moeten het plein wel weten te vinden, maar de functie is vooral een ontmoetingsgebied voor medewerkers. Als dat ontmoetingsgebied dan op de 10e verdieping ligt maakt dat niet veel uit, de gesprekspersoon is van mening dat een centrale plek belangrijker is dan een positie dichtbij de entree. Geforceerde routing plein Het plein moet op een logische plek liggen, een centrale plek waar men makkelijk kan komen. De gesprekspersoon is van mening dat het van A naar B te gaan langs het plein niet noodzakelijk is. Verbinding Plein - Vergadercentrum Idem Multifunctioneel gebruik restaurant Dit is een eis. In traditionele kantoorconcepten was alles gesplitst, in het activiteit gerelateerd kantoorconcept zal het restaurant ook na de piekmomenten gebruikt moeten kunnen worden om te werken.
HOOFDASPECT WERKVLOER Gebouwvorm Het activiteit gerelateerde kantoorconcept heeft geen duidelijke relatie met gebouwvorm, maar wel met gebouwdiepte. Als men gemeenschappelijke activiteiten in de midden zone wilt plaatsen en men toch werkplekken aan de gevel gesitueerd wilt hebben dan biedt een diep gebouw meer mogelijkheden Vides De mogelijkheid om vides te maken is fijn. Het activiteit gerelateerde kantoorconcept kan echter ook prima toegepast worden als dit aspect er niet is. Het hangt er ook vanaf hoeveel contact je met andere afdelingen wilt hebben. De gesprekspersoon vind trappenhuizen, espressobars en andere secundaire ruimtes belangrijker. Diepte werkvloer Het moet niet te smal zijn, maar ook niet te diep. Een diepte van 12,60m kan net en daar wordt het activiteit gerelateerde kantoorconcept toch ingevoerd. Lengte werkvloer Het aspect lengte heeft te maken met organisatiegrootte. Hoe wijdlopiger het gebouw, hoe groter de kans is dat bepaalde onderdelen van de organisatie elkaar nooit tegenkomen. Maar als die afdelingen niets met elkaar te maken hebben dan zal het aspect lengte van het gebouw minder van invloed zijn.
29
30
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
Gevel: indeling volgens een bepaald stramien De werkvloer moet flexibel indeelbaar zijn en veel indelingsmogelijkheden bieden. Aansluitmogelijkheden plafond Dit aspect is altijd op te lossen en dus minder van belang.
HOOFDASPECT E‐ EN W‐ INSTALLATIES Indelingsflexibiliteit temperatuur en ventilatie De gesprekspersoon geeft aan: “Dit is een belangrijk aspect. Je realiseert bovendien een hogere dichtheid medewerkers. Dat stelt eisen aan ventilatie”. Indelingsflexibiliteit data en elektra De gesprekspersoon geeft aan: “Dit aspect heeft ook met indeelbaarheid te maken, je wilt op allerlei plekken werplekken kunnen realiseren. Data en elektra voorzien vanuit de vloer geniet de voorkeur”.
HOOFDASPECT REPRESENTATIVITEIT GEBOUW Representativiteit exterieur De gesprekspersoon geeft aan dat het bijna omgekeerd is: sommige bedrijven willen juist HNW toepassen om niet als een oud bedrijf bestempeld te worden. Voor imago doet het wel iets. De belangrijkheid van een aansprekend gebouw was vroeger ook al een belangrijke eis. Herkenbaarheid Herkenbaarheid is altijd belangrijk en niet specifiek van belang voor HNW. Esthetiek / architectuur De gesprekspersoon kan zich niet voorstellen dat men HNW toepast in een oud ‘aftands’ gebouw, omdat men bij het invoeren van een activiteit gerelateerd kantoorconcept de associatie geeft een modern bedrijf te zijn die goed voor haar medewerkers zorgt en met de tijd meegaat. Hoofdentree: Afwijkende footprint De hoofdentree is eigenlijk het visite kaartje van het gebouw, de plek waar iedereen het gebouw binnenkomt en waar je extra aandacht aan besteed. Het is de eerste kennismaking met de organisatie. De ‘extra aandacht’ kan zitten in het bijvoorbeeld het interieur, of licht. De gesprekspersoon is van mening dat dit aspect niet specifiek voor HNW belangrijk is. Hoofdentree: ruime verdiepingshoogte Idem
HOOFDASPECT BEREIKBAARHEID Een doelstelling kan zijn dat mensen geprikkeld worden met het openbaar vervoer naar het werk te komen. Dat betekent dat men de parkeernorm gaat verlagen. Aan de andere kan men ook zeggen dat als er bijvoorbeeld 2 verdiepingen minder gehuurd hoeven te worden, door het verhogen van de bezetting, er meer mensen in hetzelfde gebouw gehuisvest zijn met minder parkeerplaatsen. Dat betekent dat het aspect pareren toch gevoelig kan zijn voor het activiteit gerelateerde kantoorconcept. Het is moeilijk aan te geven of een organisatie meer of minder parkeerplaatsen nodig heeft, maar dat er een relatie is tussen HNW en parkeren gelooft de gesprekspersoon wel. De gesprekspersoon geeft aan dat het aspect bereikbaarheid te maken heeft met het feit of een organisatie veel bezoekers heeft of niet. Het heeft met het bedrijf en met het product te maken en niet zozeer met HNW. Er kan hooguit gezegd worden dat als men vaker thuis werkt een iets langere reistijd iets minder belangrijk is, omdat men die reis bijvoorbeeld maar 3 keer in plaats van 5 keer per week maakt.
HOOFDASPECT VOORZIENINGENNIVEAU De gesprekspersoon is van mening dat de aspecten ‘ontspanning / recreatie voorzieningen lunchpauze’ en ‘restaurants voor zakenlunch of –diner’ belangrijker worden bij het invoeren van het activiteit gerelateerde kantoorconcept. Reden hiervoor is dat medewerkers de mogelijkheid moeten kunnen hebben om te differentiëren (de plek kiezen die het beste bij zijn of haar activiteit past). Als een medewerker een zakenlunch heeft dan kiest hij niet voor een kantine, maar wilt idealiter op een
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
representatieve plek doen. De gesprekspersoon ziet het activiteit gerelateerde kantoorconcept als een netwerk van heel veel verschillende werkplekken, waarbij de medewerker de beste plek die het best bij zijn of haar activiteit past.
REPRESENTATIVITEIT OMGEVING Deze aspecten hebben veel meer met het bedrijfsproces en het type organisatie te maken. Voor sommige organisaties is representativiteit heel belangrijk en voor anderen juist niet. Deze aspecten zijn niet van belang voor het invoeren van het activiteit gerelateerde kantoorconcept.
31
32
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
4. Datum: Functie: Bedrijf:
Maandag 14 januari 2013 Huisvestingsadviseur AT Osborne
HOOFDASPECT ZONERING Plein op de begane grond of eerste verdieping Het plein kan ook op de bovenste verdieping gerealiseerd worden, hoewel dit misschien niet voor de hand liggend is. Een centrale entree Dit aspect is niet belangrijk, omdat er uitgegaan moet worden van keuzevrijheid voor de medewerkers. Geforceerde routing plein Idem Verbinding plein - vergader centrum Een vergadercentrum impliceert dat er een formeel overleg plaatsvindt en dat betekent dat er altijd een agenda is gemaakt er is een ruimte gereserveerd en dat kan overal zijn. Het is handig als men er kan komen. Het vergaderen is geen toevoeging op HNW. Juist het omgekeerde, als er minder in het vergadercentrum vergaderd wordt zal het restaurant meer gebruikt worden. Multifunctioneel gebruik restaurant Het gaat meer om de eis dat er een restaurant is. Het is heel belangrijk dat het restaurant de mogelijkheid biedt om te kunnen werken. In de oude restaurants moesten 60% van de mensen kunnen eten (in twee shifts), dus voor 30% van de mensen had men een kantine. Die stond 9 uur van de dag leeg. Er wordt dan dus niet efficiënt om gegaan met de ruimte.
HOOFDASPECT WERKVLOER Gebouwvorm Gebouwvorm is een heel belangrijk aspect. Als de gebouwvorm heel compact is ontstaat er heel veel stapeling en veel verticaal verkeer. En als dat verticale verkeer alleen met behulp van liften en trappenhuizen is vormgegeven werkt het concept niet goed. Er kunnen ook ‘happen’ in het gebouw gemaakt worden.. Mogelijkheid vides Dit aspect is belangrijk om mensen te zien en je te kunnen oriënteren in het gebouw. De gesprekspersoon denk dat trappen bij uitstek een plek zijn om mensen te ontmoeten. Op deze plekken komt men elkaar tegen. Er moet alles aan gedaan worden om mensen met elkaar te laten ontmoeten. Dus trappen, ankerpunten en het restaurant zijn zeer belangrijk. Lengte werkvloer Dit aspect hangt volgens de gesprekspersoon erg samen met gebouwvorm.
HOOFDASPECT BEREIKBAARHEID Bereikbaarheid heeft een sterke relatie met HNW en duurzaamheid. Alles wat te maken heeft met auto’s en internationale luchthavens is niet belangrijk. De gesprekspersoon denkt dat het gebruik van het OV over het algemeen bijdraagt aan meer duurzaamheid dan dat men met de auto rijdt. Deze aspecten hebben echter niets te maken met het invoeren van het activiteit gerelateerde kantoorconcept.
HOOFDASPECT VOORZIENINGENNIVEAU Het is volgens de gesprekspersoon handig om voorzieningen in de buurt te hebben. Maar aan de andere kant gezegd worden dat flexibel werken de mogelijkheid biedt om zelf in te plannen wanneer hier gebruik van gemaakt wordt. Volgens de gesprekspersoon zijn er hele andere beslissingsfactoren op basis waarvan men bijvoorbeeld kiest voor de nabijheid van een restaurant of onderwijsvoorzieningen.
33
34
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
5. Datum: Functie: Bedrijf:
Dinsdag 15 januari 2013 Huisvestingsadviseur ICOP
HOOFDASPECT ZONERING Ruimtelijkheid plein De gesprekspersoon geeft aan: “Dit is een belangrijk aspect. Het is goed om een centrale ontmoetingszone te hebben die bij voorkeur gecombineerd wordt met het functies als een restaurant, waar altijd verkeer door heen gaat.” Plein op de begane grond of eerste verdieping De gesprekspersoon geeft aan een grote openbare publiek toegankelijke ruimte op de begane grond te preferen. Bijvoorbeeld een atrium, een centrale hal, een hogere verdiepingshoogte. De eis is volgens de gesprekspersoon een centraal ontmoetingspunt of pleinachtige functie. Verbinding plein – vergadercentrum De gesprekspersoon geeft aan dat een aantal aspecten samengebracht kunnen worden. Het gaat allemaal om het plein en zorgen dat daar verkeersstroom is en mensen elkaar ontmoeten. Verbinding Plein - Werkvloeren De gesprekspersoon geeft aan: “Je wilt dat er vanuit het plein, verbindingen naar het bedrijfsrestaurant en idealiter ook een soort open trappenstelsel naar de werkvloeren.” Multifunctioneel gebruik Restaurant Er zijn organisaties waar het restaurant gewoon grote tafels met stoelen zijn en toch zie je er mensen zitten met laptops. De gesprekspersoon denkt dat het inrichten van een bedrijfsrestaurant met relatief kleine ingrepen best geschikt kan maken als werkplek of ontmoetingsplek. Maar dat betekent niet gelijk dat dat meteen dure loungeplekken moeten worden gerealiseerd. Het wordt gezien als een belangrijk aspect voor HNW.
HOOFDASPECT WERKVLOER Gebouwvorm Dit aspect is volgens de gesprekspersoon belangrijk en heeft een relatie met loopafstanden. De gesprekspersoon geeft het voorbeeld van een gebouw met een dubbele T-vorm. Als men wilt dat mensen in de ene vleugel contact hebben met mensen in de andere vleugel is dat bijna niet te doen. Gebouwkernen zijn een belemmerende factor en bovendien zijn verticale verbindingen ook moeilijk te maken. In een carré vorm met een atrium kan men het verkeer goed regelen. De gesprekspersoon twijfelt of dit aspect een eis is, omdat een activiteit gerelateerd kantoorconcept ook wordt toegepast in onlogische gebouwvormen. De gesprekspersoon ziet dit aspect als ‘nice to have’. Hij maakt hierbij wel de opmerking dat als je keuze hebt uit verschillende gebouwen in een concurrerende markt, dan wordt deze eis wel een ‘musthave’ Mogelijkheid open vloer Als men in een kantoorgebouw niet de mogelijkheid hebt om openvloeren te creëren dan moet men op zoek naar een ander kantoor. Diepte van de werkvloer Dit is een belangrijk aspect. De gesprekspersoon geeft een diepte van minimaal 14,40m te preferen, maar maakt hierbij de opmerking dat het activiteit gerelateerde kantoorconcept ook in kantoorgebouwen van 12,60m diep gerealiseerd kan worden.
35
36
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
Gevel: indeling volgens een bepaald stramien Dit is een belangrijk aspect. Als men op elke 1,80m moet kunnen ventileren, etc. dan wordt het wel een dure bedoeling. Het is met name belangrijk dat men stilte werkplekken kunt maken. Aangezien het overgrote deel open werkvloeren zijn dat is het overgrote deel van de werkvloer niet interessant. Ankerpunten nabij verkeersroutes / kruispunten De gesprekspersoon geeft aan dan wanneer je een PvE voor HNW opstelt het altijd gaat over ontmoetingsplekken en pantry’s. Dat zijn plekken waar mensen elkaar en het is één van de kernpunten van HNW.
HOOFDASPECT E‐ EN W‐INSTALLATIES Indelingsflexibiliteit licht Dit aspect heeft te maken met de indeling van het plafond, ze moeten met elkaar overeenkomen. Indelingsflexibiliteit temperatuur en ventilatie Dit aspect heeft te maken met hogere dichtheden. De gesprekspersoon zou dit aspect generiek formuleren, er moet de flexibiliteit zijn om zowel open- als gesloten ruimtes te kunnen realiseren. Indelingsflexibiliteit data en elektra De gesprekspersoon geeft niet de voorkeur aan aansluitingen vanuit wandgoot, omdat het activiteit gerelateerd kantoorconcept vaak diepe vloeren suggereert. Er zijn altijd oplossingen nodig voor de midden zone. Verhoogde vloeren vindt de gesprekspersoon vaak overdreven (in verband met geluidsoverlast en ‘te veel’ flexibiliteit). Akoestiek In HNW is akoestiek altijd nummer 1 van de klachten. Een goed akoestisch plafond kost veel geld maar het moet wel geregeld zijn.
HOOFDASPECT REPRESENTATIVITEIT GEBOUW Representativiteit interieur Als je een lelijk plafond en lelijke vloer hebt dan gaat het activiteit gerelateerde kantoorconcept niet werken. Dit aspect is belangrijk, omdat mensen iets afgenomen wordt. Er worden minder vierkante meters ingericht, maar het moeten wel kwalitatief ‘betere’ vierkante meters zijn. In voorbeeldprojecten zie je dat het één van de succesfactoren zijn.
HOOFDASPECT BEREIKBAAHREID De gesprekspersoon geeft een voorbeeld: “als medewerkers heel verspreid wonen en je als bedrijf moeilijk bereikbaar bent met het OV en naar overstapt naar HNW, dan geef je mensen de vrijheid om ook thuis te kunnen werken. Als je het die mensen moeilijk gaat maken om naar kantoor te komen dan komen ze dus niet (of minder). Dan zeggen ze ik kom naar kantoor maar er is toch geen parkeerplaats. Het kantoor moet juist aantrekkelijker worden mensen moeten elkaar ontmoeten. Ik geloof ook niet in het verhaal dat medewerkers meer gaan fietsen etc. Bij DSM (een voorbeeldproject) was het echter wel onderdeel van het totaal verhaal, waarbij aspecten als elektrische auto’s, fietsenstalling voor elektrische fietsen, etc. gerealiseerd werden.” De functionele eis is goed bereikbaar zijn. En als je die gaat operationaliseren dan verschilt dat natuurlijk. Door de theoretische mogelijkheid om verder van je werk te wonen, wordt bereikbaarheid in z’n algemeenheid belangrijker. En of dat nu per auto, ov, etc is is dan vraag twee.
HOOFDASPECT VOORZIENINGENNIVEAU De gesprekspersoon zeg het volgende: “Als men een kantoor heeft waar ook gasten over de vloer komen, waarbij het kantoor als een soort netwerk gaat fungeren, wil je misschien een soort van ‘overflow’ creëren. De gedachte is dat je wellicht een klein kantoor hebt maar op die dagen dat iedereen er zijn er uitwijkmogelijkheden. Als bijvoorbeeld al je vergaderruimtes bezet zijn zou je misschien een overflow willen hebben naar restaurants en hotels. Als het kantoor echt een soort levendige hub moet worden dan zijn de aspecten ‘nabijheid hotel’ en ‘nabijheid restaurants voor zakenlunch of –diner van belang.
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
6. Datum: Functie: Bedrijf:
Woensdag 16 januari 2013 Interieur Architect OIII Architecten
HOOFDASPECT ZONERING Ruimtelijkheid plein Dit aspect een extra kwaliteit maar niet noodzakelijk. Het is niet dat het concept anders niet zou werken, want men kan ook op een normale verdieping een plein realiseren. Plein op de begane grond of eerste verdieping Het plein positioneren op de begane grond heeft de voorkeur van de gesprekspersoon. Dit heeft te maken met het feit dat als men het plein op een andere verdieping plaatst dat mensen daar dan naartoe moeten gaan. En dat is een ander uitgangspunt dan dat men er altijd langs komt. Een plein heeft veel meer kans van slagen op de begane grond of eerste verdieping, dan bijvoorbeeld ergens op hogere verdiepingen met mooier uitzicht. Geforceerde routing Plein Zie uitleg aspect ‘plein op de begane grond of eerste verdieping’. Verbinding Plein – Restaurant Deze twee functies versterken elkaar. De gesprekspersoon geeft aan: “Ik kan me niet voorstellen dat je een plein hebt en nog ergens een restaurant. Het is een echte toegevoegde waarde. Als je dit niet hebt, (als je een plein hebt en op de verdieping daarboven een restaurant) is het heel traditioneel. Dan zou het plein een grote hal zijn. Juist de dynamiek is erg interessant bij het restaurant, mensen eten daar, werken, etc.” Verbinding Werkvloeren Samenwerken en samenkomen op het plein produceert veel geluid. Het plein moet daarom niet een direct relatie met de werkvloeren hebben. Multifunctioneel gebruik Restaurant Dit aspect heeft met ruimtegebruik te maken. De gesprekspersoon zegt het volgende: “Je hebt het nodig dat je het restaurant kan gebruiken, anders ‘slurpt’ het enorm veel m2 op waarbij een nadelig effect optreedt in de algemene ruimte. Het gaat ook over ontmoeten, je versterkt enorm het concept. Een informele en huiselijke sfeer ontstaat doordat je het restaurant anders gaat zien dan een kantine. En dat het veel meer een koffieachtige hoek is waar je gezellig gezamenlijk overlegt waar ook presentaties worden gehouden.” Combinatie Plein-Restaurant De gesprekspersoon zegt het volgende: “Toevallig heeft de Rabobank in Utrecht dit. Vooral omdat de Rabobank zo groot is. Eigenlijk is bij HNW het restaurant nooit meer een restaurant als één functie, dat heeft te maken met zo efficiënt mogelijk je ruimte benutten. Want wat hier gebeurt is dat je heel informeel met elkaar overlegt en je hebt daar in het restaurant allerlei andere manieren van werken die je op de vloer juist niet wilt hebben.” Zone receptie / hospitality team / mogelijkheid wachtgebied In HNW ziet men dat anders met gasten omgaan belangrijker wordt: “In een traditioneel kantoorconcept is er een balie met receptionisten. Bij HNW is het veel dynamischer, er vliegen mensen in en uit. Dit zijn aspecten waar je goed over na moet denken. Je stelt vragen als tot waar komt de klant, hoe richt je je wacht gebied in. In een traditioneel kantoor neemt een bezoeker plaats in een wachtgebied en wordt opgehaald door iemand om vervolgens naar een kamer te gaan. Bij HNW geef je juist wel een functie aan het wachtgebied. Dus het werkgebied gaat ook naar het wachtgebied.”
37
38
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
HOOFDASPECT WERKVLOEREN Gebouwvorm Dit aspect gaat over looplijnen. Eigenlijk kan het activiteit gerelateerde kantoorconcept in elk gebouw gerealiseerd worden. Men kan bijvoorbeeld met gaten in de vloer verbindingen tussen verdiepingen creëren. Het gaat niet alleen om de footprint maar ook om hoe men met ruimtelijkheid / verticale verbindingen omgaat. De gesprekspersoon denkt dat bij bepaalde vormen een vide heel erg aanbod komt, omdat men anders afgesloten gebiedjes krijgt. Mogelijkheid openwerkvloer Dit is een belangrijk aspect. Men moet verbindingen kunnen maken in obstakels / constructies. Positie liftkern Verticaal ontmoeten is belangrijk, in HNW wilt men continu verbindingen. Diepte werkvloer Het activiteit gerelateerde kantoorconcept kan ook in een gebouw van 12,60m toegepast worden. Een diepe werkvloer is echter wel makkelijker indeelbaar. Lengte werkvloer Het is fijner om compactere vloeren te hebben. Vroeger werden lange vloeren ontworpen en dat is nu aan het verschuiven. Bij nieuwbouw worden diepere compacte vleugels gerealiseerd (heeft te maken met zichtlijnen, etc.). Verdiepingsvloer i.r.t. vloeroppervlak De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Het plafond komt veel meer in het zicht, omdat je veel meer open ruimtes maakt, maar het is niet zo dat HNW er niet van kan werken.” Gevel: indeling volgens een bepaald stramien / aansluitmogelijkheden plafond De gesprekspersoon zegt het volgende: “Dit vinden wij altijd heel belangrijk, omdat het in de kosten scheelt. Ik vind een indeelbaarheid van 1,80m inderdaad goed. Eigenlijk zou je daar zo vrij mogelijk in willen zijn. Wij vinden het heel belangrijk omdat je er heel goed mee kan werken, je bent flexibel. Het is niet dat HNW dan anders niet zou kunnen werken. Ik zet m toch niet belangrijk bij HNW het is heel verstandig om het niet te doen het is niet zo dat dan het concept HNW dan niet werkt.” Ankerpunten nabij verkeersroutes / kruispunten Je plaatst informele ontmoetingsplaatsen op basis van stromen (dus waar mensen elkaar tegenkomen). Ontmoetingen zijn belangrijk, zowel horizontaal als verticaal. Mogelijkheid verbinding ankerpunten en print- / reprofaciliteiten De gesprekspersoon vind dit een belangrijk aspect, het heeft te maken met het creëren van drukke en rustige omgevingen.
HOOFDASPECT E‐ EN W‐INSTALLATIES Indelingsflexibiliteit temperatuur en ventilatie Het hangt heel erg af met wat de inzet is van een bedrijf. Het is puur een keuze over flexibiliteit. Indelingsflexibiliteit data en elektra De voorkeur gaat uit naar aansluitpunten vanuit de vloer, omdat men vrij wilt zijn om meubels vrij in de ruimte te plaatsen. Akoestiek Dat is een heel belangrijk aspect. De gebouwvorm kan hierbij een rol in spelen. Een ronde vorm kaatst bijvoorbeeld geluid rond, zodat mensen elkaar van veraf kunnen verstaan. Absorptie via het plafond, absorptie is bovendien belangrijk.
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
HOOFDASPECT REPRESENTATIVITEIT GEBOUW Mogelijkheid signing gebouw Dit aspect is altijd belangrijk, een organisatie zal altijd herkenbaar willen blijven. Het is een onderdeel van de filosofie van hoe een bedrijf wilt werken en dat in het gebouw willen uitstralen. Het aspect is niet belangrijk voor HNW. Representativiteit interieur Dit aspect gaat over de gedachte dat men neemt mensen iets af neemt en iets terug wilt geven. Bij HNW moet men veel meer energie steken in interieur. Dus de sfeer van het interieur wordt echt een belangrijk onderdeel van je concept, omdat men geen persoonlijke kamers meer heeft.
HOOFDASPECT BEREIKBAARHEID De gesprekspersoon vraag zich of wat het verschil is met ‘het naar kantoor gaan’ in een traditioneel kantoorconcept en een activiteit gerelateerd kantoorconcept. Dat verschil is er volgens de gesprekspersoon niet. Medewerkers willen altijd zo snel mogelijk op hun werk zijn.
HOOFDASPECT VOORZIENINGENNIVEAU De gesprekspersoon geeft aan dat een mix aan voorzieningen in het beeld van HNW klopt, maar de aspecten zijn niet perse noodzakelijk. Het ondersteunt het concept wel, maar het betekent niet dat je niet flexibel kunt werken. .
39
40
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
7. Datum: Functie: Bedrijf:
Woensdag 16 januari 2013 Huisvestingsadviseur CBRE
HOOFDASPECT ZONERING Ruimtelijkheid plein Dit is een belangrijk aspect. Reden hiervoor is de gedachte dat als men een plein maakt men er ook voor moet zorgen dat er een diversiteit is die een dynamiek op gang gebracht wordt. Bovendien moet het aantrekkelijk zijn, anders hoeft men ook geen plein te maken. Als men een plein maakt moet het op een logische plek liggen, moet men zorgen dat er diversiteit op gang komt, er moet aantrekkingskracht zijn door goeie koffie en men moet er op een natuurlijke manier langs lopen. Plein op de begane grond of eerste verdieping De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Een plein werkt op de 10e verdieping wel als je als organisatie verdiepingen 10, 11, en 12 huurt, maar als je verdieping 1 t/m 10 huurt niet. De gesprekspersoon geeft het voorbeeld van CBRE Global Investors. In dit kantoorconcept huurt de organisatie verdiepingen 5, 6, en 7. De gedachte was om medewerkers en klanten op de 6e verdieping te laten binnenkomen en vandaar met de trap naar verdiepingen 5 of 7. Dat is echter bijna niet te realiseren, omdat liften zo bijna niet te programmeren zijn. Klanten of mensen met een rolstoel moeten bijvoorbeeld rechtstreeks op een bepaalde verdieping stoppen. In het hoofdkantoor van CBRE in Amsterdam is het wel gelukt. Medewerkers en klanten kunnen in basis niet door naar de 3e verdieping (de gehuurde verdiepingen zijn de 2e en 3e).” Verbinding entree - plein Het plein moet op een logische vloer liggen, dat is voor de gesprekspersoon heel erg gecombineerd met verbinding entree - plein. Een centrale entree Dit is een heel belangrijk aspect, men moet namelijk nadenken over hoe mensen binnenkomen. Geforceerde routing Plein Idem. Verbinding Plein - Vergader centrum De gesprekspersoon vind de connectie tussen het entree en het plein heel erg belangrijk, omdat je daarmee automatisch dynamiek suggereert op het plein. En dat vind zei voor het vergadercentrum minder belangrijk. Iedereen komt op hetzelfde bruisende middelpunt binnen, dat is goed. Als je binnenkomt op kantoor zie je wat voor organisatie het is. Terwijl het vergader centrum toch allemaal gesloten ruimtes zijn. Verbinding Plein – Restaurant De gesprekspersoon zegt het volgend: “Dit aspect is belangrijk, vanwege de dynamiek en het multifunctionele gebruik van het restaurant. Het restaurant ligt niet afgelegen maar op een logische plek waardoor het veel gezien wordt en meer gebruikt wordt rondom lunchtijd. Het plein staat voor de gesprekspersoon gelijk aan binnenkomen, elkaar zien, dynamiek, verschillende overleggen, etc. Dat kan heel logisch overlopen in een restaurant, omdat door de verschillende werkplekken het makkelijk multifunctioneel gebruikt kan worden. Dus tijdens lunch is het meer een lunchplek en na niet lunch niet meer.” Multifunctioneel gebruik plein Voor dit aspect geldt dezelfde gedachte als het aspect multifunctioneel gebruik restaurant.
41
42
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
Multifunctioneel gebruik restaurant De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Dit vind ik heel belangrijk. HNW gaat om efficiënt gebruik van ruimte en het gebruik van zo’n ruimte alleen van 12:00 tot 14:00 is niet meer van deze tijd.” Combinatie plein – restaurant Dit aspect is niet belangrijk, omdat het zeer afhankelijk is van de soort organisatie en haar werkproces. Zone voor receptie / hospitality team / mogelijkheid wachtgebied De gesprekspersoon geeft het voorbeeld van het oude kantoor van CBRE waar het wachtgebied uit 4 stoelen bestond. En daar zat je in een hal te wachten tot je doorgesluisd werd naar een ruimte. In het activiteit gerelateerde kantoorconcept maak je als het ware onderdeel uit van de organisatie. Het is dan ook belangrijk dat gasten verblijven op het plein.
HOOFDASPECT WERKVLOER Gebouwvorm De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Kleine vloeren met onlogische trappenhuizen of gekke hoeken of driehoekige ruimtes zijn moeilijk indeelbaar. Eén van de eerste dingen waar naar gekeken wordt is de lay-out van vloeren. Als wij gaan zoeken voor een opdrachtgever die HNW wilt invoeren, en je hebt de keuze tussen vierkante grote vloeren of onlogische vloeren dan zou ik altijd als één van de eerste criteria zeggen dat de vloervorm logisch en efficiënt moet zijn. In principe wil je rechthoekige vloeren met een bepaalde breedte waar je goede zones kunt maken. In een activiteit gerelateerd kantoorconcept is gebouwvorm in samenhang met het realiseren van dynamiek extra belangrijk. Denk aan grote vloeren, duidelijke vormen, overzichtelijkheid of beweging rondom het atrium of rondom de kern, zodat mensen hun weg kunnen vinden.” Mogelijkheid openwerkvloer Dit is belangrijk, omdat men overzicht over de vloer moet hebben. Mogelijkheid vides Met vides creëert men slechts zicht en bovendien haal je meters weg die je niet huurt. Dit aspect is dus niet belangrijk. Een open trap is daarentegen we van belang omdat hierdoor een functionele verbinding wordt gerealiseerd. Diepte De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Dit is een belangrijk aspect en hangt heel erg samen met gebouwvorm. In de ideale situatie wil je HNW niet op een vloer van 12,60m realiseren. In een activiteit gerelateerd kantoorconcept gaat de voorkeur uit naar 14,40m – 16,20m. Je wilt bij HNW altijd een spannende indeling met verschillende type werkplekken maken. Bij 12,60m heb je bijna geen ruimte om een spannendere indeling te maken. Bij 14,40m of 16,20m ontstaat er ruimte om meerder looppaden de creëren, box in box principes te maken of gesloten ruimtes van de gevel te trekken. Dat betekent niet dat je bij een 12,60m vloer niet HNW kan toepassen.” Lengte werkvloer De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Gebouwvorm zegt iets over de diepte en lengte van de vloer, als ik kan kiezen tussen drie gebouwen en de één heeft hele lange smalle vloeren en de ander heeft compacte diepe vloeren, dan zou ik altijd mijn opdrachtgever adviseren om voor het gebouw met de compacte vloeren te kiezen.” Gevel: indeling volgens een bepaald stramien Een maat van 1,80m is het handigst, vooral vanwege de afmeting van gesloten ruimten. Het is een belangrijk aspect om een werkvloer goed in te kunnen delen. Ankerpunten nabij verkeersroutes / kruispunten Deze aspecten zijn wel belangrijk. Ankerpunten moeten op logische plekken liggen, maar niet persé nabij verkeersroutes. Men moet ankerpunten positioneren waar de dynamiek is en niet aan het einde van een vloer waar men de rust wilt bewaren. Het hangt ook heel erg af van hoeveel ankerpunten men nodig hebt en hoe het gebouw in elkaar zit.
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
Ankerpunten voorzien in privacy Men moet zorgen dat men niet teveel overlast creëert in het werkgebied, dus ankerpunten moeten wel een bepaalde beslotenheid bieden.
HOOFDASPECT E‐ EN W‐INSTALLATIES Indelingsflexibiliteit licht Dit aspect kan men altijd aanpassen en is dus niet erg belangrijk. Indelingsflexibiliteit temperatuur en ventilatie Als mensen geen verstand van zaken hebben glipt er wel eens tussendoor dat mensen wel eens dat er geen ventilatie ruimte in een focus ruimte is. Een focusruimte is zo onlosmakelijk verbonden met het slagen van HNW concept dat dat qua licht, lucht en temperatuur een perfect geregelde ruimte moet zijn. Installaties moeten flexibel genoeg zijn om deze werkplekken te kunnen realiseren. Indelingsflexibiliteit data en elektra De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “De voorkeur gaat altijd uit naar aansluitingen vanuit de vloer, omdat je een bredere vloer wilt hebben en niet alles aan wilt sluiten op de wand. Akoestiek De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Je kan akoestiek op twee manieren oplossen. Je hebt in het gebouw, dat noem je schil 1 (casco). Schil 2 is het plafond ven loeren en schil 3 is al het meubilair. Ontwikkelaars zijn heel erg geneigd om zo min mogelijk in schil 1 en 2 te doen, omdat het veel geld kost om akoestische maatregelen te treffen. De akoestiek moet goed geregeld zijn en je lost het nooit op met alleen meubilair.”
HOOFDASPECT REPRESENTATIVITEIT GEBOUW Exterieur status Dit aspect draagt wel bij maar zonder kan het kantoorconcept ook goed werken. Herkenbaarheid Dit aspect is heel erg organisatieafhankelijk. Representativiteit interieur De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Je neemt iets weg (eigen werkplekken) en je geeft een bepaalde aantrekkelijkheid terug. Het is samensmelting van gebouw en meubilair. Een plafond heeft bijvoorbeeld een directe impact op de kwaliteit van het interieur.” Afwijkende footprint De gesprekspersoon is van mening dat het invoeren van het activiteit gerelateerde kantoorconcept iets moet bijdragen aan de belevenis van mensen. Hierbij is het noodzakelijk dat de entree bij dit beeld aansluit.
HOOFDASPECT BEREIKBAARHEID De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Deze aspecten zijn te veel afhankelijk van het type organisatie. Je moet het generiek formuleren. Of je nou met de auto fiets bus of vliegtuig bereikbaar bent hangt heel erg af van het type organisatie, maar het feit dat je een optimale ondersteuning van mobiliteit wilt hebben is heel belangrijk.”
HOOFDASPECT VOORZIENINGEN De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Het aspect restaurants voor zakenlunch- of diner kan belangrijk zijn. Het liefst heb je een multifunctioneel restaurant waar diversiteit is en je niet altijd naast dezelfde mensen zit, maar ook binnen de organisatie netwerkt tijdens de lunch. Ik vind wel dat het toegevoegde waarde heeft als medewerkers buiten de deur een broodje kunnen eten. Je spreekt iemand dan op een andere manier.”
43
44
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
HOOFDASPECT REPRESENTATIVITEIT OMGEVING Nabijheid andere kantoren / clustering Het aspect ‘nabijheid andere kantoren / clustering’ is belangrijk, omdat het een relatie heeft met de dynamiek die hoort bij het activiteit gerelateerde kantoorconcept.
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
8. Datum: Functie: Bedrijf:
Donderdag 17 januari 2013 Huisvestingsadviseur Back to the point
HOOFDASPECT ZONERING Ruimtelijkheid plein De gesprekspersoon denkt dat dit een belangrijk aspect is. Het plein is een gebied voor veel mensen, ruimtelijkheid wordt hierdoor belangrijk. Plein op de begane grond of eerste verdieping De gesprekspersoon geeft aan het plein te zien als een soort ontmoetingsplein waar mensen naast het uitvoeren van werk, elkaar kunnen ontmoeten. Het plein wordt vaak gecombineerd met horeca. De gesprekspersoon is van mening dat het plein een plek moet zijn waar men elkaar ontmoet los van het werken. De ruimte kan ook geschikt zijn voor samenwerken op projectbasis. Dat vraagt een ander soort ruimte dan een ‘normale’ kantooromgeving’. De voorkeur van de gesprekspersoon gaat uit naar een plein op de begane grond en noemt als voorbeeld het project Rabobank in Utrecht. “In dat project is er een groot open gebied op de begane grond gerealiseerd. Dat is ook een open gebied voor de omgeving waar het gebouw in staat, zodat er een link van kantoor naar de omgeving ontstaat.” Verbinding entree – plein, plein – vergadercentrum, plein - restaurant De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “In de oudere kantoorcomplexen had je ergens een vergaderverdieping. De kracht van een activiteit gerelateerd kantoorconcept is juist een symbiose van verschillende gebieden. Mensen zitten te eten, te lunchen, anderen zitten te vergaderen. Die flexibiliteit heb je veel meer als deze functies op 1 niveau liggen dan dat je met allerlei mensen weer naar een vergaderverdieping moet gaan. Ook de verbinding met de entree hoort daarbij en horecavoorzieningen kunnen er tussen door liggen. Het hebben van een restaurant heeft een toegevoegde waarde. Het moet een goede accommodatie zijn, met goed eten, goede koffie en het moet aantrekkelijk zijn. Ontmoeting en samenwerking ligt aan de basis en de faciliteiten die je biedt moeten goed zijn. Kwaliteit en verbinding daar gaat het om.” Een centrale entree De gesprekspersoon vindt dit aspect belangrijk om de controle in het gebouw te waarborgen. Geforceerde routing Plein De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Het is niet noodzakelijk. Als het maar een centrale aantrekkelijke plek is. Stel dat je meteen naar de werkvloer wilt kan dat ook voordat je het plein opgaat. Als een plein een centrale plek inneemt een bovenstaande gefaciliteerd dan hoef je daar niet geforceerd heen. Al deze punten gaan over de invulling van het plein, een plek waar je elkaar ontmoet, waar je multifunctioneel kunt werken, eten en ontmoeten. Aan die eisen zal het plein moeten voldoen. En die geforceerde routing is dan minder noodzakelijk.” Multifunctioneel gebruik Restaurant De gesprekspersoon geeft aan dat wat men veel ziet is dat het restaurant wordt gesplitst. Eén zone wordt gebruikt voor de lunch (piekmoment), daarna gaat die zone dicht blijft een deel open voor kleinere maaltijden (of espressobar). Men moet buiten bepaalde tijden ook gebruik kunnen maken van het restaurant. Combinatie Plein - Restaurant De gesprekspersoon is van mening dat het gaat om het realiseren van één gebied. Zonewachtgebied / receptie hospitality team De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Ik ben hier altijd heel erg op gefocust als ik bij een bedrijf binnenkom. Hoe word ik ontvangen? Wat gebeurd er bij een entree? Bij de Rabobank wordt je ontvangen door een aantal dames, je hand word geschud, je wordt welkom geheten in het gebouw bij de Rabobank. Ik vind dat wel prettig. Meestal kom je heel snel op het plein terecht, voor mij zit die zone daaraan vast. Die zone moet er wel zijn. Je voelt je verloren als er geen mogelijkheid is voor een wachtgebied. Er moet
45
46
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
een plek zijn waar je ontvangen en waar je weggewezen wordt. Het feit dat je ergens komt en men weet dat je er bent, dat is fijn.”
HOOFDASPECT WERKVLOER Gebouwvorm De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Mijn gevoel zegt dat je voorkeur uitgaat naar een vorm die naar het centrale toewijst”. Mogelijkheid openwerkvloer Dit is een belangrijk aspect. Het gaat om zichtlijnen, overzicht, etc. Open trappen De gesprekspersoon vindt dit aspect belangrijk, omdat men anders via de liftschacht naar een andere verdieping moet. Positie liftkernen De gesprekspersoon vindt het een eis dat de liftkernen op de juiste positie zit. Het plein is het hart en vandaar moet alles kloppen, daar kun je naar boven naar beneden. Als je gekozen hebt voor het plein moet het ook goed bereikbaar zijn. Diepte werkvloer De gesprekspersoon geeft aan dat een 14,40m vloer beter is: “Bij HNW zie je dat door de jaren heen functies steeds meer naar het middengebied verplaatst worden. Dat het samenwerken vaak in het middengebied gebeurd. Het ligt aan het bedrijf en de cultuur maar als je veel gesloten ruimten hebt wil je juist de midden zone gebruiken voor al die faciliteiten”. De gesprekspersoon vind dit aspect belangrijk, ondanks dat er ook mogelijkheden zijn te bedenken op een vloer van 12,60m. Lengte werkvloer De gesprekspersoon geeft de voorkeur aan compacte vloeren, dicht naar de kern toe. Verdiepingshoogte i.r.t. oppervlak De gesprekspersoon zou een zo hoog mogelijk plafond willen. De standaard hoogte vindt hij echter ook voldoen, dus het aspect is een kwaliteitseis. Gevel: indeling volgens een bepaald stramien De gesprekspersoon geeft aan: “1,80m is een mooie maat, dan krijg je 3,60m voor een kamer. Het heeft een relatie met gebouwvorm, als je een gebouwvorm hebt met een beperkte breedte dan ben je genoodzaakt alleen aan de gevel te bouwen. Dan is het wel handig om een bepaald stramien te volgen.” Aansluitmogelijkheden plafond Dit aspect is volgens de gesprekspersoon een voortvloeisel uit het gevelstramien. Mogelijkheid verbinding ankerpunten en print- en reprofaciliteiten De gedachte om elkaar te ontmoeten bij printfaciliteiten is volgens de gesprekspersoon utopisch, meestal heeft men haast bij printopdrachten.
HOOFDASPECT E‐ EN W‐INSTALLATIES Indelingsflexibiliteit licht De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Licht kun je overal plaatsen. Ik snap de gedachte wel, vanuit het traditionele concept heb je een bepaald stramien en volgt het plafond daaruit en volgen de verlichting en de plafondplaten daar ook weer uit. Maar dat kun je op een hele andere manier creatief oplossen dus dat komt altijd goed. Ik ben niet van stramienen afhankelijk. Als interieur architect denk ik daar vaak los van. Tenzij het een herinrichting is van een kantoor dan moet ik me houden aan een bepaald stramien en aan plafond natuurlijk.”
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
Indelingsflexibiliteit data en elektra De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “In de ideale situatie wil je de flexibiliteit op de hele vloer om functies te positioneren. Dan ben je ook van de aansluitingen aan de gevel af. Een verhoogde vloer geeft je een optimale flexibiliteit, nadeel is dat deze vloeren hol klinken. Het liefst vanuit de vloer, met vloerpotten.”
HOOFDASPECT REPRESENTATIVITEIT GEBOUW Mogelijkheid signing De gesprekspersoon geeft aan: “Ik zie HNW als een omgeving creëren voor werknemers wat intern aantrekkelijk moet zijn, moet kloppen en op ontmoeting gericht is. En de buitenkant moet daar een verlengde van zijn. Ik denk dat dit aspect belangrijk is. Iedereen kent bijvoorbeeld de naam Seats2Meet. Het maakt niet uit waar het zit maar die naam is heel erg gekoppeld aan HNW, daar kun je afspreken. Ik vind het nu in deze periode wel belangrijk, door het te koppelen aan branding. Blijkbaar blijft het toch hangen, maar ik denk op de duur niet meer.” Representativiteit interieur De gesprekspersoon geeft aan: “HNW valt of staat denk ik niet met een mooie gelikte tafel, maar met een tafel die goed en functioneel is. Maar aan de andere kant begrijp ik het wel, puur om het verhaal omdat je iemand iets afneemt. Heeft eigenlijk niks over HNW werken te maken, maar meer om het stukje status terug winnen op die plek.”
HOOFDASPECT BEREIKBAARHEID De gesprekspersoon geeft aan: “De drempel om van huis naar werk te gaan moet zo klein mogelijk zijn, dus deze aspecten moeten meer algemeen geformuleerd worden.”
HOOFDASPECT VOORZIENINGENNIVEAU De gesprekspersoon geeft aan: “Het draait om de scheiding tussen werk en privé. Daar heb je twee opvattingen over: je kunt op je werk alles combineren, maar je kunt ook zeggen ik ga straks op tijd naar huis, zodat ik mijn boodschappen kan doen. Ik denk dat het ook te maken heeft met generatieverschillen. Ik wil best wel heel veel ontmoeten, maar op een gegeven moment wil ik wel een scheiding hebben dat ik thuis kan sporten met andere mensen. Soms kan het ook wel weer heel leuk zijn. Ik ben het wel eens met het idee dat dat je horeca kunt uitbreiden naar een restaurant in de omgeving’.
47
48
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
9. Datum: Functie: Bedrijf:
Vrijdag 18 januari 2013 Huisvestingsadviseur VEG Office
HOOFDASPECT ZONERING Ruimtelijkheid plein De gesprekspersoon geeft aan: “Het plein moet een andere sfeer hebben. Dan kan je realiseren door bijvoorbeeld andere verlichting, ander soort meubilair of een ander kleur gebruik. Je kunt ook denken aan een hoger plafond of meer daglicht. Dit aspect is een eis.” Plein op de begane grond of eerste verdieping De gesprekspersoon geeft aan: “Dit aspect hoort erbij, de begane grond of eerste verdieping is het meest neutrale gebied en bovendien vormen liften en trappen barrières.” Verbinding plein - vergadercentrum De gesprekspersoon geeft aan: “De gedachte is dat externen ook gebruik moeten kunnen maken van het plein. Als organisatie zal je moeten nastreven dat het plein niet alleen voor medewerkers is.” Verbinding Plein – Restaurant De gesprekspersoon geeft aan: “Dit aspect is minder van belang. Het restaurant wordt maar kort gebruikt. Wat je wel vaak ziet is dat het plein en het restaurant hetzelfde is. Nadeel hiervan is dat het dan tijdens de lunch helemaal vol zit en na de lunch overlast van opruimwerkzaamheden is.” Multifunctioneel gebruik plein De gesprekspersoon geeft aan: “Dit aspect gaat over het realiseren van aanlandplekken en is een eis” Multifunctioneel gebruik restaurant De gesprekspersoon geeft aan het restaurant anders te zien dan een plein. Multifunctioneel gebruik van het restaurant hoeft niet gekoppeld te zijn aan HNW. Je zou het restaurant wel door de dag heen veel meer moeten kunnen gebruiken, de praktijk laat zien dat het maar zelden gebruikt wordt. Combinatie plein restaurant De gesprekspersoon geeft aan: “Dit aspect is minder van belang. De functie van het plein ziet de gesprekspersoon als een ontvangstgebied waar een kop koffie gedronken kan worden, collega’s elkaar ontmoeten. Het gaat over een vorm van informeel contact. Naar het restaurant ga je met een doel om snel te eten.”
HOOFDASPECT WERKVLOER Gebouwvorm De gesprekspersoon geeft aan: “Het aspect gebouwvorm is belangrijk. Het hangt er vanaf welk uitgangspunt je kiest. In een bestaand gebouw zijn altijd oplossingen te bedenken. Als je een gebouwvorm kan kiezen dan selecteer je op overzicht en brede dieptes met een brede midden zone, zodat je aan de gevel goede werkplekken kan voorzien. De keuze gaat uit naar een carrévorm. Gebouwvorm hangt samen met de diepte van vloervelden en de positie van de kern in relatie tot looplijnen.” Mogelijkheid open werkvloer De gesprekspersoon geeft aan: “Het aspect mogelijkheid openwerkvloer heeft te maken met transparantie en elkaar ontmoeten. Dit is een belangrijk aspect.” Mogelijkheid open trappen De mogelijkheid om op de werkvloer naar boven te gaan is volgens de gesprekspersoon belangrijk. Mogelijkheid vides
49
50
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
De gesprekspersoon geeft aan: “Het is gerelateerd aan contacten en transparantie. Ik heb het zelf nog maar 1 keer gemaakt, omdat het meestal te duur is om te maken. Een vide is belangrijk voor HNW, maar geen harde eis”. Positie liftkernen De gesprekspersoon geeft aan: “De positie van de lift wordt niet bepaalt vanuit HNW. Die wordt veel meer bepaald vanuit de stabiliteit van het gebouw of vanuit vluchtwegen. Aan de liftkern zit vaak een trappenhuis De afstand van het gebouw tot het trappenhuis dat zijn eisen. Je mag maximaal 30 meter van een vluchtweg zitten. Het aspect is dus wel gebouw belangrijk maar niet HNW belangrijk”. Diepte / lengte De gesprekspersoon geeft aan: “Diepte is belangrijker dan lengte. Als je de keuze hebt dan denk ik dat de lengte van een werkvloer niet van belang is, wel oppervlaktes van de werkvloer. Als je oppervlakte vraagt dan is de relatie er wel. Er moet genoeg diepte zijn voor verschillende functies. Lengte is dan alleen maar van secundair belang”. Indeling volgens bepaalde stramienmaat gevel De gesprekspersoon geeft aan: “Als je het niet hebt krijgt je veel te weinig flexibiliteit. Hier kom je uit op de discussie dat je alles kan maken. Als ik een open ruimte heb en ik wil een dichte ruimte maken, dan kan ik gewoon een hokje erin maken met een eigen plafond en alles erin. Maar als ik dat tegen het plafond dan heb ik altijd een stramien. Als ik een wand plaats dan zoek ik altijd een profiel om dat aan te sluiten.” Ankerpunten nabij verkeersroutes / kruispunten De gesprekspersoon geeft aan: “Dit zijn veto aspecten. Anders ontmoet je elkaar niet. Je moet elkaar ergens ontmoeten. Niet achterin een kantoorvleugel.” Ankerpunten nabij belangrijk bestemmingen (vergaderkamer) De gesprekspersoon geeft aan: “Dit aspect is niet belangrijk. Wanneer men naar een vergaderruimte gaat zit men vaak aan een programma vast”. Mogelijkheid verbinding ankerpunten - print- / reprofaciliteiten De gesprekspersoon geeft aan: “Vanaf de computer stuur je documenten naar de printer en dan ga je niet ontmoeten wanneer je deze documenten ophaalt”. Ankerpunten voorzien in privacy De gesprekspersoon geeft aan: “Dit is een belangrijk aspect. Als je met elkaar wilt praten en mensen zitten ernaast te werken is dat storend. Als je een uitgebreid gesprek hebt, moet je dat op een andere plek dan de werkplek doen. Privacy is belangrijk, in die zin dat het akoestisch goed opgelost is. Als ik praat over privacy praat ik over zicht en akoestische- en sociale privacy (dat ik met niemand iets te maken wil hebben). Dit aspect wordt belangrijk, omdat je veel open ruimtes hebt”.
HOOFDASPECT E‐ EN W‐INSTALLATIES Indelingsflexibiliteit licht Dit aspect is volgens de gesprekspersoon vaak relatief makkelijk aan te passen. Indelingsflexibiliteit temperatuur en ventilatie De gesprekspersoon geeft aan: “Als je een open kantoorruimte hebt kun je niet iedereen zijn eigen temperatuur geven. Ik vind het wel belangrijk dat de indeelbaarheid goed is.” Indelingsflexibiliteit data en elektra De gesprekspersoon geeft aan: “Het liefst voorzien vanuit de vloer, niet een computervloer over de hele vloer. Heeft te maken met werkplekken in de middenzone. Je hebt ergens een punt nodig waar je omhoog kan met data en elaktra.”
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
HOOFDASPECT REPRESENTATIVITEIT GEBOUW Representativiteit interieur De gesprekspersoon geeft aan: “Dit is een belangrijk aspect. Je neemt mensen iets af en geeft ze daarvoor iets terug. Bij HNW heb je minder contact met de organisatie, je werkt bijvoorbeeld 3 dagen buiten het kantoor, dan is herkenbaarheid wel belangrijk.”
HOOFDASPECT BEREIKBAARHEID De gesprekspersoon geeft aan: “Je hebt bij HNW veel invliegers. Als je geen goede parkeergelegenheid dan werkt het conept niet. Ditzelfde geldt voor de fietsenstalling. De bereikbaarheid per auto is belangrijker maar het parkeren nog belangrijker. De bereikbaarheid met ov is ook belangrijk. Bereikbaarheid is per organisatie afhankelijk. Optimale bereikbaarheid is van belang”.
HOOFDASPECT VOORZIENINGENNIVEAU De gesprekspersoon geeft aan: “Ik merk dat HNW heel erg aanspreek voor de jongere generatie die het erg plezierig vindt om tussen de middag te gaan sporten, wat in mijn generatie helemaal niet voorkwam. Het aspect ‘nabijheid ontspanning / recreatie voorzieningen lunch pauze’ is wel belangrijk. Een restuarant heef een veel formelere functie ik kan me goed voorstellen dat iemand met lekkere lunchbroodjes voor het gebouw staat. Als je utigaat van mobiliteit, flexibiliteit dan zou ik dat aan HNW haken.”
51
52
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
10. Datum: Functie: Bedrijf:
Vrijdag 18 januari 2013 Interieur Architect Hofman Dujardin Architecten
HOOFDASPECT ZONERING *Deel ontbreekt wegens een opnamefout* Zone voor hospitality team De gesprekspersoon vindt dit een heel belangrijk aspect. Het gaat erover hoe je mensen ontvangt en hoe je mensen welkom heet. Mensen moeten zich goed voelen en openstellen. Hij noemt als voorbeeld dat bij ministeries de recptie achter glas zit waardoor je je niet welkom voelt daar vervolgens ook niet naar gedraagt. De gesprekspersoon geeft aan: “Als je mensen welkom heet worden zei zelf ook veel opener en maak je makelijker contact. Bij Eneco kom je binnen en meisjes begroeten je. Dan loop je met ze mee en wordt je geholpen terwijl je naast ze staat (in plaats van tegenover), waardoor je samen naar een scherm kijkt. Je ziet verderop al de koffiebar, en voelt de reuring van de organisatie op het plein (waar je straks onderdeel van uit maakt). Dan krijg je je pasje en lekkere koffie. Je voelt je op die manier welkom.”
HOOFDASPECT WERKVLOER Gebouwvorm De gesprekspersoon geeft aan dat er altijd oplossingen zijn te verzinnen binnen bestaande gebouwvormen. Dit aspect vindt de gesprekspersoon dan ook niet belangrijk”. Mogelijkheid openwerkvloer De gesprekspersoon geeft aan: “HNW is betekent dat je je werk kunt doen op verschillende plekken. Moet je elkaar visueel zien? Nee hoeft niet persé. Als je een activiteit gerelateerde werkomgeving maakt ontmoeten mensen elkaar in een centrale hal, je kunt dan bijvoorbeeld werken in nissen. De maat van de gang wordt wel heel belangrijk. Kortom, de gemeenschappelijke ruimte is belangrijk”. Positie liftkern De gesprekspersoon geeft aan: “Wij houden er altijd rekening mee, zelfs met de positie van de toiletten. Iemand die naar het toilet gaat is een potentieel iemand om te ontmoeten. Hetzelfde geldt voor de liftkernen. Het is niet heel belangrijk maar wel een mogelijkheid om het te gebruiken. Diepte werkvloer De gesprekspersoon geeft aan: “Met een 12,60 kan je ook gewoon een hart maken in de gangzone.” Lengte werkvloer De gesprekspersoon geeft aan: “Dit aspect is niet van belang. We hebben nu een plan waar we in plaats van een een stip maken. Veel mensen willen het oplossen zoals bij Eneco, mensen ontmoeten elkaar bij het hart en vanaf daar waaierd het uit. Maar je kunt ook uitsmeren.” Verdiepingshoogte i.r.t. oppervlak De gesprekspersoon geeft aan: “Dit aspect is een kwaliteitseis. Het wordt pas een eis als er te weinig hoogte in een gebouw zit. Het heeft niet zozeer te maken met HNW, maar met hoe mensen zich voelen in gebouwen.” Ankerpunten nabij verkeersroutes / kruispunten / belangrijke bestemmingen De gesprekspersoon geeft aan: “Het faciliteren van ontmoeting is heel belangrijk en dat doen deze aspecten allemaal. De algemene mogelijkheid tot informeel ontmoeten is een eis. Het maakt niet zoveel uit of dat bij een kruispunt, trappen, vergaderruimten of liften is. Je moet elkaar op een natuurlijke manier ontmoeten”.
53
54
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
HOOFDASPECT E‐ EN W‐INSTALLATIES De gesprekspersoon geeft aan: “Het is heel goed om veel bandrasters te hebben, en ook drukschotten daarboven. Als je dat niet hebt dan is zo’n systeem plafond een beetje een wassen neus, het werkt dan niet. Als je heel veel bandrasters hebt dan werkt het anders moet je het toch weer openhalen. Je moet een heel fijnmazig patroon hebben waarbij je op de fijnste maten, concentratie ruimtes kunt maken. Het installatietechnisch grid moet heel fijnmazig zijn, met veel vloerpotten”.
HOOFDASPECT REPRESENTATIVITEIT GEBOUW Representativiteit interieur De gesprekspersoon geeft aan: “Dit is een heel belangrijk aspect. Representativiteit gaat over hoe je als organisatie je identiteit uitstraalt. Bij een advocaten kantoor wil je wat statiger, professioneler. Mensen afschrikken, niet tegenprocederen, indruk. Bij Eneco is dat meer corporate is en stijlvoller. Iedereen kleed zich naar mate van de plek waar hij naartoe gaat. Mensen proberen zich meer aan te passen aan de omgeving en gedragen zich naar het interieur”.
HOOFDASPECT BEREIKBAARHEID De gesprekspersoon geeft aan: “Het ligt meer aan de organisatie dan aan het invoeren van HNW. Naar Eneco moeten bijvoorbeeld 2000 medewerkers naartoe, dat is meer omdat het een heel groot gebouw is met heel veel mensen. Het beter om een fietsenstalling te hebben en beter om naast amsterdamcentraal te zitten op een ov-knooppunt en naast het stedelijk museum. Het is niet noodzakelijk maar wel beter”
HOOFDASPECT VOORZIENINGENNIVEAU De gesprekspersoon geeft aan: “Voorzieningen kun je ook in je gebouw hebben. Bij Eneco hadden we eerst een fitness ontworpen, maar dat ging niet door omdat er zoveel fitnesscentra in de buurt zaten. Alles wat een organisatie doet om mensen te binden om kennis te delen met elkaar is goed. Dat doe je ook als je bier gaat drinken. Ontmoeting kennisdeling en vrijheid en alles wat dat mogelijk maakt is goed. Eigenlijk zouden alle aspecten als niet belangrijk gezien moeten worden, omdat het niet noodzakelijk is”.
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
11. Datum: Functie: Bedrijf:
Maandag 21 januari 2012 Huisvestingsadviseur OCS Workplaces
HOOFDASPECT ZONERING GEBOUW Ruimtelijkheid plein De gesprekspersoon geeft aan: “Vind ik niet belangrijk. Het gaat over functionaliteit”. Mogelijkheid plein op begane grond of eerste verdieping De gesprekspersoon geeft aan: “Elke gebouw heeft een entree en dat doe je voor je representativiteit. De vraag is of je er wat aan hebt. Het ziet er mooi uit, kost een hoop geld, maar het helpt niet HNW. Een plein kan ook op de 10e verdieping zitten. Als mensen elkaar willen ontmoeten gaan ze dat niet in een hal doen. Dat straalt alleen status uit en draagt niet bij aan het bedrijfsproces. Het gaat meer om functionaliteit, je moet kijken hoe je het beste uit je werknemers krijgt”. Mogelijkheid verbinding plein en restaurant De gesprekspersoon geeft aan: “Wij hebben het I love We concept ontwikkeld. Een restaurant is de sociale kant van ontmoeten en eigenlijk de belangrijkste plek van het gebouw”. Multifunctioneel gebruik Plein (diversiteit zones en werkplekken) De gesprekspersoon geeft aan: “Als je dingen gebruikt moet je ze niet gebruiken tussen 12:00 uur en 14:00 uur. Doelstelling is dat medewerkers elkaar ontmoeten. Het gaat puur om een ruimte te creëren waar ontmoeten centraal staat en dat moet je optimaal faciliteren. Het gevolg daarvan is dat je een ruimte meer functioneel gebruikt”. Multifuncioneel gebruik Restaurant (diversiteit zones en werkplekken) Idem Combinatie Plein-Restaurant De gesprekspersoon geeft aan: “Dit aspect is niet belangrijk. Ik denk niet dat je binnen moet komen in een ruimte waar mensen eten. Koffie drinken kan hier wel plaatsvinden. Een restaurant is voor mij heel iets anders dan een plein. Ik denk dat een gebouw voor een bedrijf moet functioneren. Het gebouw is het domein van de werknermers en er zijn bepaalde gebieden waar klanten kunnen komen. Maar die zullen wel in elkaar over kunnen lopen. Het belangrijkst is dat de mooiste ruimte toegankelijk zijn voor klanten en medewerkers en dat daar geen niveauverschil in is. Belangrijk is dat de entree uitstralling heeft die vertegenwoordiging geeft en dat mensen weten waar ze naartoe moeten en dat is zeer afhankelijk van het gebouwtype. Het moet een goede entree zijn zodat je weet wat voor bedrijf het is. Dat geldt meer voor de buitenkant, dan de binnenkant. En daarna moeten mensen hun weg kunnen vinden”. Mogelijkheid wachtgebied De gesprekspersoon geeft aan: “Als er een klant is moet je hem niet lang laten wachten, dan moet je hem meteen je gebouw meenemen. Dan hoef je niet daar te wachten. Ik zie het plein niet zitten, ik heb liever een grootbedrijfsrestaurant, een soort werk café of Starbucks achtig.”
HOOFDASPECT WERKVLOER Gebouwvorm De gesprekspersoon geeft aan: “Als je een nieuw gebouw gaat ontwikkelen, je zou een nieuwe gebouwvorm maken. Het is wel handig als je geen dead ends hebt, een carré is ideaal. Anderzijds verlies je daar heel veel ruimte mee in het midden gebied. Belangrijkste is dat het breed genoeg is. Gebouwvorm is niet direct noodzakelijk, met name omdat je eigenlijk altijd in bestaande bouw zit.”
55
56
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
Open trappen De gesprekspersoon geeft aan: “Als het kan doen we het. Vanuit kosten, brandcompartimentering, Winstallaties is het echter niet altijd mogelijk. Eigenlijk is het wel een eis. Als je nieuw zou moeten bouwen moet je open trappen realiseren.” Diepte De gesprekspersoon geeft aan: “Bij een diepte van 12,60 moet je creatief zijn met je indeling. Het kost tijd om dat goed te doen. Het handigst is als die toiletten niet ergens ingepropt zijn. Anders moet je daar weer omheen. Vaak zitten de toiletten, harde kernen en vluchttrappenhuzien niet handig in de ruimte.” Gevel: indeling volgens een bepaald stramien De gesprekspersoon geeft aan: “De stramienmaat van 1,80m is geen handige. Een stramien van een meter is altijd handiger, omdat je dan iets ruimer zit. Wij richten het anders is, wij kijken niet naar het stramien en bepalen zelf de maten. Als je geen gesloten ruimtes aan de gevel positioneert heb je er ook geen last van”. Aansluitmogelijkheden plafond De gesprekspersoon geeft aan: “Het probleem is altijd dat je moet aanpassen. Je bent gelimiteerd aan de bouwkundige mogelijkheden. Dan moeten we de installaties aanpassen, de vraag is of dat wel slim is. Een traditionele bouwer plaatst de installaties precies op de verkeerde plek. Meestal in het midden, in het hart.” Ankerpunten nabij verkeersroutes / kruipunten / belangrijke bestemmingen De gesprekspersoon geeft aan: “Als wij een indeling maken dan houden wij hier rekening mee.”
HOOFDASPECT E‐ EN W‐INSTALLATIES Indelingsflexibiliteit temperatuur en ventilatie De gesprekspersoon geeft aan: “Het pand moet vrij indeelbaar zijn. Je huurt m2 en je wilt niet gelimiteerd zijn in je indeelbaarheid door W-installaties. De vrije indeelbaarheid is er vaak niet of er zit niet genoeg luchtcapaciteit in het gebouw.” Indelingsflexibiliteit data en elektra De gesprekspersoon geeft aan: “Data en elektra moet niet voorzien worden aan de gevel. De meeste indelingsflexibiliteit wordt gerealiseerd wanner het vanuit de vloer wordt voorzien.”
HOOFDASPECT REPRESENTATIVITEIT GEBOUW Esthetiek De gesprekspersoon geeft aan: “Ik denk dat het een gevolg is. Als je een aantrekkelijke werkgever wilt zijn dan draagt dit aspect wel bij. Daar wil je als medewerker dan wel werken”. Representativiteit interieur De gesprekspersoon geeft aan: “Je moet iets aan mensen terug geven”.
HOOFDASPECTBEREIKBAARHEID De gesprekspersoon geeft aan: “De bereikbaarheid moet sowieso optimaal zijn. Alle projectontwikkelaars moeten nadenken dat ze niet van die hele grote wijken bouwen waar niets anders gebeurt dan alleen maar werken. Wat je nu ziet is dat iedereen terug gaat naar de stations, omdat ze dan aantrekkelijk zijn als werkgever. Ik denk dat ik niet we alles over één kam kunnen scheren. Het heeft altijd met geld te maken. je moet goede bereikbaarheid hebben dat is wel een eis. Het gaat in het algemeen over optimale bereikbaarheid. Dat kan elke organisatie op zijn eigen manier invullen.”
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
12. Datum: Functie: Bedrijf:
dinsdag 22 januari Interieur architect Fokkema & Partners Architecten
HOOFDASPECT ZONERING GEBOUW Ruimtelijkheid plein De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “In het woord plein zit voor mij heel duidelijk functionaliteit, geen leegte. Een plein is een ontmoetingsplek met espressobar, waar verschillende vormen van wachten, zitten en overleg gefaciliteerd wordt. Het plein moet functies van de werkvloer naar zich toe trekken. Het helpt wel als het een speciale ruimte is. Als het er niet is zullen we altijd proberen een stuk vloer eruit te zagen om toch een hogere ruimte te maken. Of bijvoorbeeld speciale verlichting toe te passen. Als je dit niet kan bieden zal het concept ook niet slagen en voor een ander pand zou kiezen. Het hoeft echter geen atrium te zijn.” Mogelijkheid plein op begane grond of eerste verdieping De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Je hebt heel veel randvoowaarden waarop je deze keuze baseert. Het plein is altijd een soort van startpunt in je route. In het gebouw van Eneco zit een grote ontmoetingsruimte met espressobar op de begane grond en eerste verdieping. De Rabobank Utrecht heeft ook verschillende pleinen hoger in het gebouw. Heeft ook met de schaal van een gebouw te maken.” Mogelijkheid verbinding entree – plein De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Alles valt of staat met routing in je gebouw. Je moet vanaf de entree zelf heel makkelijk naar het plein kunnen en verder naar andere functies gewezen worden.” Een centrale entree De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Er is vaak niet maar 1 route. Je hebt een parkeergarage, mensen die met ov komen, gasten die via de hoofdingang komen. Vaak zie je dat de pleinruimte een knooppunt is waar de verschillende mensen samenkomen. As je voor een plein kiest hoort dit aspect er wel bij.” Geforceerde routing Plein Idem. Mogelijkheid verbinding plein – vergadercentrum De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “HNW gaat over dat je het hele gebouw toegankelijk en geschikt maakt voor allerlei verschillende manieren van gebruik. Dat betekent dat het restaurant niet alleen maar tussen 12:00 uur en 14:00 uur als een kantine gebruikt wordt. Maar dat daar de rest van de uren ook gewerkt kan worden. Vergadercentra zijn meer ruimtes waar je wat langere specifieke ontmoetingen hebt. Dat is iets waar je gepland naartoe gaat. Ik kan me voorstellen dat het vergadercentrum op een andere plek zit dan het plein, het is geen must maar in sommige situaties is het wel handig. Bij Eneco zitten de vergaderruimtes van de externen op de begane grond. En een aantal op de eerste verdieping. Dat is wel een verbinding, ideaal gezien koppel je het wel aan elkaar. Je kunt dan altijd beslissen of je echt in een gesloten ruimte gaat zitten of in een meer informele setting bij een espressobar”. Mogelijkheid verbinding plein – restaurant De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Dit hangt af van locatie en type organisatie. Ik kan me voorstellen dat het restaurant ergens anders in het gebouw ligt. Bijvoorbeeld op de bovenste verdieping met een dakterras”. Verbinding plein - werkvloer De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Bij Eneco heb je visuele connectie door het atrium. Dat betekent dat mensen hoger in verdieping zicht hebben op elkaar, en op die manier deel uitmaken van een
57
58
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
bruisend bedrijf. Het is natuurlijk een wens, als dit het voortraject is van een PvE voor HNW zou ik dit aspect zeker meenemen”. Multifunctioneel gebruik Plein (diversiteit zones en werkplekken) De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Je maakt een concept waarin heel veel mogelijkheden zijn om te werken.” Multifunctioneel gebruik Restaurant (diversiteit zones en werkplekken) De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Bij Eneco is het restaurant in principe een personeels restaurant met een opstelling voor de grote piek. Er is wel geprobeerd een variatie aan werkplekken te creëren zodat je daar door de hele dag heen kan werken. Maar de espresso bar op het plein neemt de catering functie over op momenten dat het restaurant dicht is.”
HOOFDASPECT WERKVLOER Gebouwvorm De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Wij zitten heel veel in de renovatiekant, en daar heb je te maken met een plattegrond gebaseerd op traditionele kantoorconcepten. Daar kun je prima een hele andere werkomgeving creëren. Maar je kan daar nooit echt grote plein achtige omgevingen maken op de werkvloeren. Het gaat vooral om diepte. Als je aan nieuwbouw denkt zal je niet zo snel meer op een 12,60m brede schijf uit zo komen. Het gaat om de diversiteit aan plekken die je wilt maken. Een standaard vloer met een midden gang leent zich daar minder voor. Voor ons is een gebouw een randvoorwaarde voor het ontwerp en dat geeft juist veel uitdagingen om spannende plekken te maken. Dus ik weet niet of er een ideale gebouwvorm is. Knooppunten met dichte trappenhuizen zijn onhandig voor het creëren van open vloeren”. Mogelijkheid open werkvloer De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Het komt allemaal terug op verbinding, openheid en transparantie. Als de draagstructuur in je gebouw echt een barrière in vormt is dat natuurlijk wel lastig. Aanpassingen zijn bovendien kostbaar. Kernwaarden bij het invoeren van HNW zijn vaak ontmoeting, samenwerken, transparantie, communicatie. Vaak willen gebruikers naar een meer open en transparant gebouw, waar verbindingen duidelijk en logisch zijn. Het liefst wil je allemaal ‘kris kras verbindingen’. In veel opgaves komen we dan ook tegen dat de routing heel belangrijk is”. Mogelijkheid open trappen / vides De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “In veel projecten gebeurt het wel. Het heeft met verbinding te maken. Eigenlijk maak je een vide om vervolgens een verbinding te maken. Dus een vide alleen in combinatie met open trap is belangrijk”. Positie liftkernen De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Als je je liftkernen betrekt op de kantoorvloer dan moet dat op een logische plek zitten. Hierdoor kun je een bepaalde zonering maken. Die informele plekken zitten ongetwijfeld in de nabijheid van de liftkern. Maar dat wordt meer vanuit het gebouw bepaald. Daar kunnen wij vaak niets aan doen. We passen het er altijd omheen”. Diepte werkvloer De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “De voorkeur gaat uit naar diepe vloeren, waardoor je voorzieningen in de middenzone kan ontwerpen. Er kan zo makkelijker diversiteit op de werkvloer gerealiseerd worden”. Lengte werkvloer De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Ik heb niks tegen grote werkvloeren, die kunnen altijd ingedeeld worden als prettige ruimtes. Compacte en kleine vloeren hoeven niet perse beter te zijn dan lange en grote vloeren. Er zit wel een ontwerpuitdaging in om grote vloeren in te delen zodat mensen zich daar nog prettig in voelen”.
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
Verdiepingshoogte i.r.t. oppervlak De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Het is een kwaliteits eis. Je kunt hem niet altijd eisen bij renovatie. Soms is het bij systeemplafonds niet altijd mogelijk een bepaalde hoogte te maken. We zullen altijd proberen om in zones waar installaties niet zitten, het plafond omhoog te halen”. Gevel: indeling volgens een bepaald stramien De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Dit aspect wordt steeds minder belangrijk, omdat de werkvloer steeds minder in kamers opgedeeld wordt. We merken dat er minder gesloten ruimtes worden gemaakt. En als er ruimtes worden gemaakt zijn dit service functies, ontmoetingsplekken en focus ruimten. Deze hoeven minder vaak verplaatst te worden doordat medewerkers flexibel werken. Het gaat meer over de gebouwsystematiek en kosten. Hierdoor kom je vaak op een 1,80m maat uit”. Aansluitmogelijkheden plafond De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Het is handig als er in het installatieconcept en verlichtingsplan systematiek zit. Het is altijd een wisselwerking tussen indeling, werkplekstempels en je plafond. Je hebt ook gebouwen met een 1,50m stramien waar een 0,60m x 0,60m plafond in zit. In zo’n geval sla je een stramien over om op je plafondmaat uit te komen. Het plafond stramien relateer je eerder aan je indeling dan gevelstramien”. Ankerpunten nabij verkeersroutes / kruispunten De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Het startpunt van de route op de vloer moet je faciliteren met lockers, koffie, etc”. Ankerpunten nabij belangrijke bestemmingen De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Wij maken onderscheidt tussen het vergadercentrum en kleinere overlegruimtes. Die spreekkamers op de werkvloer heb je per x aantal werkplekken. Het is handig om die dichtbij op de werkvloer te hebben. Dus dat is niet op dezelfde plek als dat informeel ontmoeten. En het vergadercentrum zelf is ook niet perse gekoppeld is aan een informele plek”. Mogelijkheid verbinding ankerpunten – print- / reprofaciliteiten De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Print- en reprofaciliteiten heb je per x aantal werkplekken nodig. Dit aspect is dus niet van belang”. Ankerpunten voorzien in privacy De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Akoestiek en rustig werken is belangrijk. Informeel ontmoeten moet geen overlast op de werkplek geven.”
HOOFDASPECT E‐ EN W‐INSTALLATIES Indelingsflexibiliteit licht De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Het is steeds meer een trend om met dynamische verlichting, of lichtvlekken te werken waardoor meer regelbaar is per plek of per functie. Ik denk dat we klaar zijn met de systeemplafonds en met alles rigide uitleggen. Maar dit aspect heeft altijd te maken met het plafondstramien en het installatieformat.” Indelingsflexibiliteit temperatuur en ventilatie De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Doe keuze maken wij als interieur architect nooit voor de opdrachtgever. Flexibele indeelbaarheid is wel een eis bij het invoeren van het activiteit gerelateerde kantoorconcept”. Indelingsflexibiliteit data en elektra De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Liever voorzien vanuit de vloer in de vorm van vloerpotten. In een ondieper pand vanuit de gevel.
59
60
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
HOOFDASPECT REPRESENTATIVITEIT GEBOUW Representativiteit / status De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Ik denk vooral dat het niet zozeer met HNW te maken heeft maar wat je als organisatie wilt uitstralen. Het is een belangrijk criterium om een keuze te maken voor een gebouw, maar niet voor het kantoorconcept”. Representativiteit interieur De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Dit aspect lijkt me vanuit het bedrijf en degene die besluiten maken belangrijk om te communiceren met je werknemers. Dit past binnen het concept. Ook is het een visite kaartje voor je bedrijf”. Esthetiek De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Ik weet zeker dat het voor veel huurders een criterium is. Je kan niet aan een gebouw of zien of het een innovatief kantoorconcept is. Aan de andere kant zie je wel vaak openheid transparantie, het zijn wel vaak lichtere open gebouwen.” Ruime verdiepingshoogte entree De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Door de schaal van de functie, het aantal mensen dat daar langskomt en de representativiteit die de ruimte heeft wil je daar een speciale plek van willen maken”.
HOOFDASPECT BEREIKBAARHEID De gesprekspersoon geeft aan dat het zijn criteria die per organisatie verschillen. Een optimale bereikbaarheid waar elke organisatie zijn eigen invulling aan kan geven is relevanter”.
HOOFDASPECT VOORZIENINGENNIVEAU De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Het hangt heel erg af van de organisatie. Vanuit de medewerkers geredeneerd hoor je wel vaak positieve dingen als je voorzieningen in de buurt hebt. Alles wat je keuze verbreed is wel prettig. Dat heeft niet specifiek met HNW te maken. Het natuurlijk nog steeds zo dat je ook voorzieningen thuis kan gebruiken. Ik weet niet of het voor werknemers een doorslaggevende keuze is voor een bedrijf te kiezen”.
HOOFDASPECT REPRESENTATIVITEIT OMGEVING De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Dit is voor bedrijven wel degelijk een keuze factor. Maar dat is algemeen en geldt niet voor het invoeren van het activiteit gerelateerde kantoorconcept.”
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
13. Datum: Functie: Bedrijf:
Dinsdag 12 februari 2013 Interieurarchitect CBRE
HOOFDASPECT ZONERING GEBOUW Ruimtelijkheid plein De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Dit is echt een essentieel aspect, omdat er anders geen mensen naar het plein toe komen. Het is natuurlijke per gebouw afhankelijk wat de mogelijkheden zijn. In basis wil je altijd een specifieke aantrekkingskracht, zowel ruimtelijk als een diversiteit van functionaliteiten”. Een centrale entree De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Het is een keuze die je kunt maken. Maar het feit dat het bijna logisch is dat je de entree centraal wilt hebben heeft niet zozeer met HNW te maken”. Geforceerde routing Plein De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Het gaat over het creëren van dynamiek en aantrekkingskracht van en op het plein”. Verbinding plein - vergader centrum De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Dit aspect is wel belangrijk, maar het concept valt of staat niet met deze verbinding. Deze verbinding is logischer dan een verbinding met het restaurant. Je kan hier nog een verschil maken tussen een vergadercentrum intern, en een vergadercentrum extern”. Verbinding plein – restaurant De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Dit aspect is geen eis. Bij ORACLE zijn plein en het restaurant helemaal uit elkaar gehaald. Ook omdat een organisatie niet altijd wilt dat de gast in het restaurant moet komen. Het is wel een fijne verbinding, omdat het een magneetfunctie heeft. Het heeft er heel erg mee te maken met hoe je met je gasten omgaat en hoeveel gasten je hebt”. Multifunctioneel restaurant De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Dit is een lastig aspect, omdat ik gezegd heb dat het geen harde eis is om het plein met het restaurant te verbinden. Maar het is toch een HNW eis, omdat je geen restaurant meer ontwerpt die alleen voor de lunch wordt gebruikt. Het gaat om efficiënt ruimte gebruik en ontmoeten”. Zone voor receptie / hospitality team De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Het gaat veel meer over hospitality en dus over de manier waarop je wordt ontvangen. Ik denk dat dat het eerste is wat je meemaakt van een bedrijf, zowel voor de gast als voor de medewerker. Het feit dat je dit aspect in combinatie hebt met een plein is essentieel”.
HOOFDASPECT WERKVLOER Gebouwvorm De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “De gebouwvorm helpt mee. Als je een atrium hebt, hoge wanden, hoge vloeren is dit een voordeel. In een bestaande situatie kun je in ‘ongeschikte’ gebouwen door middel van bouwkundige ingrepen vaak wel oplossingen realiseren. Als je de keuze hebt is een carrévorm een hele prettige vorm. Aan de andere kant kun je in een carrévorm moeilijkere zonering maken m.b.t. de stilte / drukte. Rustige zones kun je logischer maken op het moment dat je ‘uit’ de carrévorm gaat”.
61
62
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
Mogelijkheid openwerkvloer De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Het is heel fijn om een open werkvloer te hebbe, maar het is geen eis. In bestaande situaties kan er altijd wel een oplossing gevonden worden. De werkvloer van Ymere, gevestigd in een oud pakhuis, hebben we ook ingedeeld gekregen”. Diepte De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “De voorkeur gaat uit naar 16,20m. Daar heb je veel meer mogelijkheden om zones te creëren, diversiteit te creëren, etc. Bij een ondiep gebouw heb je anders nog steeds een gang met aan twee kanten kamers. Bij een diepte van 16,20m is de speelvrijheid vele malen groter en veel meer met zichtlijnen doen. Het is een grote meerwaarde”. Lengte werkvloer De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “De voorkeur gaat uit naar compact en diep”. Hoogte i.r.t. verdiepignsoppervlak De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Verdiepingshoogte heeft er mee te maken dat een ruimte veel prettiger wordt. Het is een extra kwaliteit, maar niet noodzakelijk”. Gevel: indeling volgens een bepaald stramien De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Je hebt te maken met stramienmaten en dat heeft te maken met de kosten die je moet gaan maken. Als je buiten het stramien gaat werken zit je vaak met de positie van de installatie en de verlichting en dan wordt het heel erg ingewikkeld. Het is geen harde eis om volgens een stramien te werken”. Aansluitmogelijkheden plafond Dit is volgens de gesprekspersoon altijd oplosbaar. Wel geeft hij aan dat het heel erg gerelateerd is aan de te maken kosten. De kosten gaan omhoog als je aanpassingen moet gaan maken. Ankerpunten nabij verkeersroutes / gangen liften De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Dit is essentieel. Je moet dat soort dingen niet in andere zones doen”. Ankerpunten nabij belangrijke bestemmingen (bv vergaderkamer) De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Alles wat je naast je hoofdwerk doet wil je bij een ankerpunt situeren. Dus op het moment dat je in overleg gaat wil je de koffie dicht in de buurt hebben of bijvoorbeeld kunnen printen”
HOOFDASPECT E‐ EN W‐INSTALLATIES Indelingsflexibiliteit licht De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Het is geen eis. Ik kan een prima een ontwerp maken zonder verlichting op stramien. Voor hetzelfde geld heb je geen stramien in een gebouw. Het is prettig om te hebben”. Indelingsflexibiliteit temperatuur en ventilatie De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Per stramien kan ik me wel voorstellen dat je wel een soort van regeling zou willen hebben, ook vanwege het feit dat je een Noord- en een Zuidkant hebt. Heeft ook met de capaciteit van verschillende ruimtes te maken. Capaciteit moet je kunnen aanpassen. Het maak nogal uit of je met 10 of met 2 mensen in een ruimte zit”. Indelingsflexibiliteit data en elektra De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Als je een goed activiteit gerelateerd kantoorconcept wilt maken zou je hier volledige indeelbaarheid in moeten. Het feit dat je niet alles vanuit de wand hoeft te halen is belangrijk. De volledige indeelbaarheid is zoveel groter als data en elektra ook wordt voorzien vanuit de vloer”.
bijlage III – Reultaten semi-gestructureerde interviews
HOOFDASPECT REPRESENTATIVITEIT GEBOUW Representativiteit interieur Dit is een essentieel aspect. Hieronder verstaat de gesprekspersoon identiteit. Het interieur moet vooral heel erg ‘onder de huid kruipen’ van de organisatie. Het moet herkenbaar zijn. De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Het is heel belangrijk dat je nadenkt over de vraag waarom mensen nog naar hun werk zouden komen. Dat is omdat ze ergens bij willen horen, het moet dus een bepaalde herkenbaarheid uitstralen. Het maakt nogal uit of je voor een bank kiest of voor een IT bedrijf. Elk bedrijf heeft zijn eigen uitstraling”.
HOOFDASPECT BEREIKBAARHEID De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Als je op een nieuwe manier zou willen werken dan is bereikbaarheid een essentieel onderdeel. Mensen vonden het vroeger ook belangrijk, maar volgens mij kan je nu ook wel zien dat panden die nu op goed bereikbare locaties zijn ook veel meer in trek zijn. Daaruit kan je ook uit afleiden dat dat voor HNW een pre is. De Zuid-As draait bijvoorbeeld als een trein, terwijl kantoren langs de A10 leegstaan. De drempel om naar je werk te gaan moet zo klein mogelijk zijn, omdat je medewerkers flexibeler zijn. En andersom ook, het is ook extern gericht. Als je gaat werken met een plein nodig je mensen uit om naar jou organisatie toe te komen”.
HOOFDASPECT VOORZIENINGENNIVEAU De gesprekspersoon geeft het volgende aan: “Juist binnen HNW moet je voorzieningen zo goed mogelijk faciliteren. Het feit dat je buiten de deur een broodje kan halen geeft een hele grote toevoeging. Het kan wel zonder, maar als je de keuze hebt zou ik nooit een locatie in zonder voorzieningen kiezen. Je moet ook uit je omgeving kunnen stappen. Uiteindelijk gaat het om dat je heel veel keuzes hebt. Als je dit soort dingen niet hebt is het een gemis voor HNW. Het gaat om diversiteit en keuze ruimte. Er zijn wel bepaalde aspecten die je in je privé sfeer kunt regelen, zoals onderwijsvoorzieningen, sportactiviteiten en een stomerij. De keuzeruimte die je bij deze aspecten hebt ligt veel meer in de privésfeer”.
63
RESULTATENOVERZICHT
Hoofdaspect
Deelaspect
Zonering Gebouw
Ruimtelijkheid plein Positie plein
Aspect Plein op begane grond of 1e verdieping Verbinding Entree - Plein Een centrale entree
veto veto kwalificatie 1 HNW-Eis kwalificatie 0 Geen HNW-Eis kwalificatie
Geforceerde routing Plein Verbinding plein
Verbinding Plein - Vergadercentrum Verbinding Plein - Restaurant Verbinding plein - werkvloeren
Multifunctioneel gebruik plein Eigenschappen restaurant
Multifunctioneel gebruik Restaurant (diversiteit zones en werkplekken)
Hospitality
Zone voor receptie / hospitality team
Combinatie Plein - Restaurant Mogelijkheid wachtgebied Werkvloer
Gebouwvorm
Gebouwvorm
Functionele- en visuele verbinding
Mogelijkheid open werkvloer Mogelijkheid open trappen Mogelijkheid Vides Positie liftkernen
Afmetingen en ruimtelijkheid vloervelden
Diepte Lengte Verdiepingshoogte i.r.t. oppervlak vloervelden
Stramienindeling
Gevel: Indeling volgens een bepaald stramien
Ankerpunten
Ankerpunten nabij verkeersroutes (gangen / liften)
Aansluitmogelijkheden plafond Ankerpunten nabij kruispunt Ankerpunten nabij belangrijke bestemmingen (vergaderkamer) Mogelijkheid verbinding ontmoetingsplaatsen - print- / reprofaciliteiten Ankerpunten voorzien in privacy E- en W-installaties
Indelingsflexibiliteit
Indelingsflexibiliteit licht Indelingsflexibiliteit temperatuur en ventilatie Indelingsflexibiliteit data en elektra
Controle mogelijkheden
Licht: controle mogelijkheden vergader en team ruimtes Temperatuur: controle mogelijkheden gesloten werkplekken Temperatuur: controle mogelijkheden vergader en team ruimtes Akoestiek
Akoestiek
Representativiteit exterieur / status
Representativiteit gebouw
Mogelijkheid signing gebouw Representativiteit interieur Esthetiek Afwijkende footprint Ruime verdiepingshoogte / ruimtelijkheid
D
.W al gi en T. & Ke R. ul va en n T. D v. ijk d. Vo T. Ed o r d el ko t or J. t v. M ee l P. Fo lk er s B .v Eg m on H .H d oe nc am B .S p lin gs A .D ek ke rs T. St ee gh M s .H of m an R .B ei je n
GEBOUW ASPECTEN 64 Resultatenoverzicht
1 0 VETO VETO VETO 1 1 1 1 1 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 VETO VETO 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 0 0 1 0 1 1 1 1 1 1 0 0 1 1 0
1 1 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 VETO 0 0 1 1 1 1 0 1 0 0 0 0 0 1 1 0 0 1 0 1 1 0 1 1 1 0 1
VETO 0 1 VETO 0 VETO VETO 0 0 1 VETO 1 0 1 1
1 1 0 0 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 VETO 1 1 1 1 0 0 VETO VETO 1 VETO 0 1 1
VETO VETO 0 1 0 VETO 1 VETO VETO 1 0 VETO 1 VETO 1 1 1 1 1 1 1 1 VETO 1 VETO 0 0 1 0 1 1 0 VETO 1 0 0 1 1 1 VETO 0 1 0 1 1 1 1 1 1 0 VETO 0 1 0 1 0 0 0 1 0 0 1 1 0 VETO VETO VETO 1 1 1 1 VETO 1 0 VETO 1 VETO 1 1 1 0 0 0 1 VETO 0 1 0 1 1 VETO 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 0 0 1 VETO 1 1 0 0 VETO VETO 0 VETO VETO 1 1 1 0 1
1 VETO 1 0 0 1 0 0 VETO VETO VETO VETO 0 0 1
0 VETO 0 1 1 1 VETO VETO 1 1 1 1 0 0 1 1 0 1 1 0 VETO 1 0 1 0 1 0 0 1 1 0 1 0 VETO 0 0 1 VETO 0 1 VETO 0 1 1 VETO 0 1 0 VETO 0 0 0 VETO 0 1 0 1 0 0 1
0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 0 1
VETO 1 1 0 1 VETO 0 0 0 0 VETO VETO VETO 1 1
1 1 1 0 0 0 1
1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 0 0 0 1
0 VETO 0 0 VETO 1 0 1 1 0 0 1 0 0 0 0 0 1 0 VETO VETO
0 VETO 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 1 1
0 0 1 0 0 0 1
0 0 1 0 0 0 1
0 0 1 0 0 0 1
1 0 1 1 1 VETO 1 0 0 0 0 0 1 1
0 0 1 0 0 0
0 0 1 0 0 0
0 0 0 1 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 1 0 0 0
0 0 1 0 1 1
0 0 0 0 1 VETO 0 1 0 0 0 0
0 1 0 0 0 0
0 0 1 0 0 0
1 0 1 1 1 1
0 0 1 0 0 1
0 0 1 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 1
1 0 0 0 0 0 0 0 0 1
1 0 0 0 0 0 0 1 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 1
0 0 0 0 0 0 0 0 0 1
0 1 0 0 1 0 1 1 0 1
0 0 0 0 0 0 0 0 0 1
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 1
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 1
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 1 1 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 1 0 0 0 1 0 0 0
0 0 0 0 0 0 1 0 0 0
0 0 0 0 0 1 0 1 0 0
0 0 1 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 1 0 0 0
0 0 0 0 0 0 1 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 1 1 0 0 1 1 0 0 1
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 1 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
LOCATIE ASPECTEN Hoofdaspect
Deelaspect
Aspect Aantal medewerkers per parkeerplaats
Bereikbaarheid
Mogelijkheid fietsenstalling Nabijheid van autosnelweg / ringweg Verkeersdoorstroming Nabijheid treinstation Type treinstation Nabijheid van (snel)tram- en / of metrohalte Nabijheid bushalte Afstand tot internationale vluchthaven Optimale ondersteuning mobiliteit
Nabijheid bank
Voorzieningenniveau
Nabijheid binnenstedelijke voorzieningen Nabijheid hotels Nabijheid onderwijsvoorzieningen (training werknemers) Nabijheid onderwijsvoorzieningen (familie) Nabijheid ontspanning / recreatiemogelijkheden lunch pauze Nabijheid restaurants voor zakenlunch of -diner Nabijheid sportactiviteiten Nabijheid stomerij Nabijheid winkels voor dagelijkse levensbehoefte
Aanzien / representativiteit
Representativiteit omgeving
Nabijheid andere kantoren (clustering) Zichtbaarheid vanaf snelweg / trein
Resultatenoverzicht
65
66
Resultatenoverzicht
bijlage IV – quickscan hnw
BIJLAGE IV – QUICKSCAN HNW EERSTE AANZET TOT EEN QUICK SCAN HNW Het doel van deze eerste aanzet tot een quick scan HNW is eenduidig en objectief de kwaliteit van gebouwen, in relatie tot het invoeren van het activiteit gerelateerde kantoorconcept, vast te stellen. Het doel van dit instrument is enerzijds om gebouwen onderling met elkaar te vergelijken en anderzijds om vanuit een gebruiksprofiel te beoordelen of gebouwen aan de wensen van een gebruiker voldoet. Deze eerste aanzet tot een quick scan HNW is een op de REN (1992) gebaseerde methode die de kwaliteit van vastgoed, in relatie tot het invoeren van het activiteit gerelateerde kantoorconcept, bespreekbaar maakt. Het is een middel om de communicatie over locaties en gebouwen te vergemakkelijken en te verbeteren. Hierdoor kan gerichter worden nagedacht over de eisen die men aan huisvesting stelt Deze eerste aanzet tot een quick scan HNW leent zich niet alleen voor bestaande gebouwen en/of gebouwlocaties maar ook voor toekomstige projecten. Men kan het instrument niet gebruiken om de (markt)waarde van vastgoed te bepalen. Het is dus geen taxatie-instrument. Centraal staat de methode waarmee prestaties van gebouwen en locaties worden vastgelegd. De Quick Scan HNW is onder meer bedoeld voor Gebruikers van gebouwen en Professionals: facility managers, makelaars, adviseurs, architecten, projectontwikkelaars en aannemers DE 5 HOOFDCATEGORIEËN VAN DE QUICK SCAN HNW De opdeling van aspecten vindt plaats van grof naar fijn. Allereerst zijn hoofdaspecten onderscheiden, die op hun beurt weer onderverdeeld zijn in deelaspecten. Er wordt onderscheid gemaakt in vijf hoofdcategorieën, namelijk:
Hoofdcategorie zonering gebouw: Deze hoofdcategorie beschrijf de kwaliteit en mogelijkheden voor een bepaalde zonering op gebouwniveau. Het gaat om de wijze van stapelen en schakelen van verschillende functies en geeft de basis indeling van het gebouw aan Hoofdcategorie werkvloer: Deze hoofdcategorie beschrijft de kwaliteit van de werkvloer. Bijvoorbeeld: hoe is de gebouwvorm te typeren, hoe diep is de werkvloer? Hoofdcategorie E- en W-installaties: Deze hoofdcategorie beschrijft de installatietechnische kwaliteit. Ook de akoestische kwaliteit valt onder deze categorie Hoofdcategorie representativiteit Gebouw: Deze hoofdcategorie beschrijft de ruimtelijk-visuele kwaliteit. Het gaat hier specifiek om de representativiteit van het interieur van het Gebouw Hoofdcategorie bereikbaarheid: Deze hoofdcategorie beschrijft de kwaliteit in termen van bereikbaarheid
Van elk aspect wordt een maatstaf in 3 prestatieniveaus met bijbehorende prestatieomschrijvingen aangegeven, waarin de kwaliteitsprestatie wordt uitgedrukt. Het aspect diepte heeft als maatstaf bijvoorbeeld: ‘breedte van de meest voorkomende verdiepingsvloer’, en als prestatieomschrijving: 1:12,60m , 2:14,40m, 3: 16,20m. De Quick Scan HNW definieert kwaliteit als ‘de mate waarin de prestatie overeenkomt met de eisen en wensen van de gebruiker of eigenaar’. Elke organisatie bepaalt zelf welk prestatieniveau gewenst is. Niveau 1 is een geconstateerd minimum. Niveau 2 vertegenwoordigt een gemiddelde prestatie. Niveau 3 is het maximum niveau dat in de markt wordt aangetroffen. Een beeld van de geschiktheid van huisvesting voor een specifieke organisatie ontstaat door aangeboden prestaties af te zetten tegen de door de gebruiker gevraagde prestaties. Deze confrontatie van vraag en aanbod is van belang in de oordeelsvorming over de prijs-prestatie verhouding van huisvesting. De verschillende waarderingen van aspecten leiden tot een prestatiewaardering van de hoofdaspecten. WEGING De huisvesting kan op één aspect niet voldoen aan het gestelde prestatieniveau en daarmee al zonder meer ongeschikt zijn voor de beschouwer. Sommige aspecten spelen een minder grote rol dan andere aspecten. Maar een aantal minder belangrijke aspecten tezamen kunnen wel weer de balans doen doorslaan. Het is daarom nodig aan aspecten een bepaald gewicht toe te kennen, waardoor het belang van de aspecten zowel onderling als ten opzichte van het totaal tot uitdrukking komt. Binnen de Quick Scan HNW kan per aspect een gewicht aangegeven worden door letters A, B of C bij het desbetreffende aspect in te vullen. Belang A wil zeggen dat het van groot belang is dat het gevraagd prestatieniveau van een bepaald aspect exact gehaald wordt. Bij belang B en C is een afwijking eventueel acceptabel. Indien een aspect een groot
67
68
belang krijgt toegediend impliceert dit niet automatisch een veto als het prestatieniveau niet gehaald wordt. Eventuele veto’s dienen expliciet te worden aangegeven. Uit de resultaten van hoofdstuk 6 blijkt dat wanneer een aspect belangrijk gevonden wordt én het aantal veto-kwalificaties hoger of gelijk is aan 3 deze relatief gezien veel veto-kwalificaties toegekend heeft gekregen. Opvallend is dat deze aspecten allen betrekking hebben op twee specifieke hoofdaspecten, namelijk ‘zonering gebouw’ en ‘werkvloer’. Bij het opstellen van eventuele veto’s is het raadzaam de volgende aspecten in overweging te nemen:
Ruimtelijkheid plein Plein op begane grond of eerste verdieping Geforceerde routing plein Multifunctioneel gebruik plein Gebouwvorm Mogelijkheid open werkvloer Diepte Aansluitmogelijkheden plafond Ankerpunten nabij verkeersroutes Ankerpunten nabij kruispunten
POSITIE QUICK SCAN HNW IN HET BESLUITVORMINGSPROCES De Quick Scan HNW positioneert zich in de besluitvorming in de initiatieffase. In deze fase zal de globale huisvestingsvraag van een gebruiker en de prestaties (kwaliteit) van aangeboden kantoorhuisvesting vastgesteld moeten worden. Vraag en aanbod worden in deze fase met elkaar gematched of er wordt tussen verschillende gebouwen (binnen een gebouwenportefeuille of gebied) een afweging over de kwaliteit gemaakt. De Quick Scan HNW is voor de gebruikers en professionals een handvat om snel en eenvoudig een beeld te krijgen van de kwaliteit van een gebouw en om richting consultants een advies te vragen welk gebouw moet worden aangeschaft of afgestoten. De uitkomsten kunnen vervolgens gebruikt worden wanneer men om de tafel zit met de directie en natuurlijk in de onderhandelingen met externe partijen. De Quick scan HNW zal opgezet worden op basis van het in hoofdstuk 2 opgestelde (her)huisvestingsmodel (zie figuur 2.14). Er wordt uitgegaan van twee fases, namelijk het opstellen van het huisvestingsconcept en het kantoorconcept. HUISVESTINGSCONCEPT In deze fase zullen allereerst de relevante aspecten van de huidige huisvestingssituatie geïnventariseerd moeten worden. Tot voor kort bepaalden vastgoedadviseurs het metrage en type kantoorgebouw op basis van het aantal medewerkers van een organisaties. De kantoorconcepten van nu zijn veel meer op variabelen gebaseerd en vergen een volledig andere berekening van het benodigde metrage (CBRE, 2012). Om een duidelijk beeld te krijgen van de eisen en wensen van een bepaalde organisatie ten aanzien van de toekomstige huisvesting wordt er een ruimtelijk en functioneel Programma van Eisen opgesteld. Hierdoor wordt de zoekvraag eenduidig vastgelegd, zowel kwantitatief (m2 verhuurbaar vloeroppervlak) als kwalitatief (ambitieniveau). Er wordt een inventarisatie en analyse van de beschikbare informatie gemaakt. Enerzijds betreft dit kwantitatieve gegevens, zoals de headcount, de groeiverwachtingen, de huidige huisvesting, de primaire ruimtebehoefte (werkplekken o.b.v. een globale flexfactor) en de secundaire ruimtebehoefte (faciliteiten). Anderzijds gaat het om kwalitatieve aspecten, zoals bijvoorbeeld de organisatie doelstellingen, de gewenste mate van flexibiliteit en bereikbaarheid. Kijkend naar de aspecten in het opgestelde raamwerk in hoofdstuk 6 zijn in deze fase verschillende aspecten van belang (zie tabel 1). Opgemerkt moet worden dat deze aspecten specifiek belangrijk kunnen zijn voor het succesvol invoeren van het activiteit gerelateerde kantoorconcept. Er zijn ook nog andere aspecten die ook van belang kunnen zijn in de huisvestingsvraag los van HNW, maar die vallen buiten de scope van deze scan.
69
Tabel 1: Gebouw- en locatie aspecten huisvestingsconcept
HUISVESTINGSCONCEPT LOCATIE ASPECTEN Hoofdaspect
Deelaspect
Aspect
Optimale ondersteuning mobiliteit
Optimale ondersteuning mobiliteit
Representativiteit
Representativiteit interieur
Mogelijkheid uitstralen identiteit
Werkvloer
Afmetingen en ruimtelijkheid Stramien indeling
Diepte Plafond: indeling volgens een bepaalde stramienmaat
E- en W-installaties
Indelingsflexibiliteit
Temperatuur Ventilatie Data en elektra
Bereikbaarheid
GEBOUW ASPECTEN
Akoestiek
KANTOORCONCEPT Na het vaststellen van de globale huisvestingsvraag wordt het kantoorconcept vastgelegd. Afhankelijk van het ambitieniveau van de organisatie kan dit resulteren in verschillende varianten. Zoals genoemd in hoofdstuk 2 zal een organisatie keuzes moeten maken aangaande de volgende principes: ‘plaats van de werkplek’, ‘gebruik van de werkplek’, ‘indeling van de werkomgeving’, ‘informatiebeheer’ en ‘zonering’. Tot slot wordt het definitieve ruimtelijk en functioneel PvE opgesteld. Hierin worden per ruimte, per werkplek en per faciliteit de benodigde metrages berekend. Ook de gewenste kwaliteit en benodigde functionaliteiten worden vastgelegd en dient als basis voor de bezichtigingsronde. Kijkend naar de aspecten in het opgestelde raamwerk uit hoofdstuk 8 zijn in deze fase verschillende aspecten van belang (zie tabel 2). Opgemerkt moet worden dat deze aspecten specifiek belangrijk kunnen zijn voor het succesvol invoeren van het activiteit gerelateerde kantoorconcept. Er zijn dus andere aspecten die ook van belang kunnen zijn in de huisvestingsvraag, maar die vallen buiten de scope van deze scan. Tabel 2: Gebouw- en locatie aspecten huisvestingsconcept en kantoorconcept LOCATIE ASPECTEN Hoofdaspect
Deelaspect
Aspect
Optimale ondersteuning mobiliteit
Optimale ondersteuning mobiliteit
Representativiteit
Representativiteit interieur
Mogelijkheid uitstralen identiteit
Werkvloer
Afmetingen en ruimtelijkheid Stramien indeling
Diepte Plafond: indeling volgens een bepaalde stramienmaat
E- en W-installaties
Indelingsflexibiliteit
Temperatuur Ventilatie Data en elektra Akoestiek
Bereikbaarheid
GEBOUW ASPECTEN
Akoestiek
KANTOORCONCEPT GEBOUW ASPECTEN Hoofdaspect Zonering Gebouw
Deelaspect Ruimtelijkheid plein Positie Plein
Verbinding plein Multifunctioneel gebruik plein Eigenschappen restaurant Hospitality Werkvloer
Gebouwvorm Verbinding en zichtlijnen
Ankerpunten
Aspect Ruimtelijkheid plein Plein op begane grond of 1e verdieping Verbinding Entree - Plein Geforceerde routing Plein Verbinding Plein - Vergadercentrum Verbinding Plein - Restaurant Multifunciotneel gebruik Plein Multifunctioneel gebruik Restaurant Zoner voor receptie / hospitality team Gebouwvorm Mogelijkheid open werkvloer Opzet draagstructuur vrij van obstakels Mogelijkheid open trappen Ankerpunten nabij verkeersroutes (gangen / liften) Ankerpunten nabij kruispunt Ankerpunten voorzien in privacy
70
Bezichtigingsronde en gebouwbeoordelingen Nadat een longlist (circa 10 gebouwen) van gebouwen is vastgesteld wordt een bezichtigingsronde langs de meest interessante objecten gemaakt. Hierbij zullen zowel de commerciële aspecten en de ruimtelijke-, functionele- en technische aspecten beoordeeld worden. Naar aanleiding van de bezichtigingsronde wordt de longlist van gebouwen gereduceerd tot een shortlist, bestaande uit circa 3 gebouwen. De geselecteerde gebouwen van de shortlist dienen op objectieve wijze met elkaar te worden vergeleken. Zij zullen derhalve worden beoordeeld op de technische installaties, de bouwkundig staat en de opleveringskwaliteit in relatie tot het PvE. Door middel van globale indelingsplannen, eventueel aangevuld met een dwarsdoorsnede van het gebouw met daarin het aantal benodigde m2 aangegeven, wordt inzichtelijk hoe het PvE ruimtelijk past binnen de verschillende gebouwen. Daarnaast zal er een eerste investeringsraming opgesteld worden, zodat de organisatie inzicht krijgt in de te verwachten inrichtingskosten per pand. Deze ramingen dienen als input voor de indicatieve financiële analyses. Op basis van een onderlinge vergelijking van al deze aspecten wordt de beste ‘match’ tussen gebouw en organisatie aangegeven.
DE 4 STAPPEN VAN DE EERSTE AANZET TOT EEN QUICK SCAN HNW Stap 1: opzetten vraagprofiel Aan de hand van de uitkomsten van de inventarisatie wordt het huisvestings- en kantoorconcept vastgelegd. Afhankelijk van het ambitieniveau van de organisatie kan dit resulteren in verschillende varianten. Samen met de gebruiker wordt vastgesteld welke specifieke aspecten voor de organisatie aan de Quick Scan HNW kunnen worden toegevoegd of waarvoor speciale aandacht noodzakelijk is. Samen met de gebruiker wordt bij elk vastgesteld (sub)aspect, aan de hand van de daarbij behorende prestatieomschrijving, het gewenste prestatieniveau vast. Met behulp van de letters A, B of C geeft de gebruiker aan welk belang hij aan de aspecten hecht. Het resultaat vormt het vraagprofiel. Stap 2: opzetten aanbodprofiel Samen met de gebruiker wordt vastgesteld welke locaties en gebouwen worden beoordeeld. De te beoordelen locaties en panden worden bezocht en geïnspecteerd aan de hand van de lijst met aspecten die zijn gebruikt bij het opzetten van het vraagprofiel. Stap 3: Matchprofiel Het matchprofiel ontstaat door het vraag- en aanbodprofiel met elkaar te vergelijken. Afwijkingen in positieve en negatieve zin worden aangegeven. Afwijkingen tussen vraag- en aanbodprofiel worden belangrijker naarmate de gebruiker een groter belang heeft toegekend aan een aspect. Stap 4: Verbeterprofiel In overleg met de gebruiker wordt vastgesteld in hoeverre de in het onderzoek betrokken panden verbeterd kunnen worden, zodat beter voldaan wordt aan het vraag profiel. Bij het opstellen van het verbeterprofiel dient rekening gehouden te worden met het belang dat samen met de gebruiker aan de aspecten is toegediend. Vervolgens worden vraag- en verbeterprofiel gematched. Op basis van de verbeterprofielen worden kostenramingen opgesteld.
RAPPORTAGE De Quick Scan HNW rapportage bestaat uit een inleidende tekst, een verzamelformulier, een matchformulier vraag-/aanbodprofiel en een matchformulier vraag-/verbeterprofiel. Inleiding Dit betreft een toelichting op de bijgevoegde formuleren, aangevuld met een advies over het meest adequate huisvestingsalternatief of de eventuele aanpassing van de vastgoedportefeuille.
71
Verzamelformulier Op het verzamelformulier is alle essentiële informatie samengevat. Naast gegevens van het object en de gebruiker zoals adres, eigendomsverhouding, bouwjaar, vloeroppervlakten, naam gebruiker en ruimtebehoefte, kan een foto van het object en een plattegrond van de situatie op dit formulier worden weergegeven. Op het verzamelformulier zijn de prestatieniveaus per hoofdaspect in een totaalscore weergegeven. De totaalscore is de optelling van de individuele prestatieniveaus van de hoofdaspecten. Zowel het vraag- als het aanbodprofiel wordt op deze wijze berekend. Matchformulieren Op de matchformulieren zijn per aspect alle gegevens over match van het vraag-/ aanbodprofiel respectievelijk vraag-/ verbeterprofiel weergegeven, op een 5-puntsschaal van prestatieniveaus.
De kolom ‘belang’: Laat zijn welk gewicht de gebruiker/gebruikersdoelgroep hecht aan de aspecten. De kolom ‘vraagprofiel’: Geeft aan hoe de gebruiker/gebruikersdoelgroep zijn gewenste toekomstige huisvesting ziet. De kolom ‘aanbodprofiel’: Geeft de bestaande situatie weer op basis van opname. De kolom ‘verbeterprofiel’: Geeft de situatie weer na realisering van eventuele aanpassingen. De kolom ‘match’: Laat zien in hoeverre vraag en aanbod overeenkomen (op basis van opname en verbeterprofiel).
72
huisvestingsconcept
HUISVESTINGSCONCEPT BEREIKBAARHEID 1.1
Optimale ondersteuning mobiliteit
1.1.1
Bereikbaarheid auto Invloed factoren verkeersdoorstroming: files, stoplichten, wegversmallingen, bruggen, spoorwegbelemmeringen Tel hoe vaak u ‘ja’ antwoordt:
a) Is de afstand tot de dichtstbijzijnde afrit van een autosnelweg minder dan 15km? b) Zijn er doorstroom belemmeringen tussen autosnelweg en perceel alleen tijdens kantooruren of zijn er geen belemmeringen? c) Zijn er voldoende openbare parkeerplaatsen in de directe omgeving? d) Is er een parkeervoorziening aanwezig op het eigen terrein? e) Is er voldoende parkeercapaciteit beschikbaar voor de huurder (aantal parkeerplaatsen per x m2 bvo)? 1
0-1 keer 2-3 keer 4 keer
2 3
1.1.2
Bereikbaarheid per trein Tel hoe vaak u ‘ja’ antwoordt: a) Is de afstand tot het dichtstbijzijnde treinstation minder dan 1000 m? b) Stoppen er op het treinstation intercitytreinen met meerdere verbindingen?
1
0 keer 1 keer 2 keer
2 3
1.1.3
Bereikbaarheid (snel)tram- en / of metrohalte en bus Tel hoe vaak u ‘ja’ antwoordt:
a) Is de loopafstand tot de dichtstbijzijnde (snel)tram- of metrohalte halte met een lijn naar het treinstation minder dan 1000m? b) Is de loopafstand tot de dichtstbijzijnde bushalte minder dan 1000m? c) Is het aantal buslijnen met haltes binnen een straal van 500m meer dan 2? 1
1 keer 2 keer 3 keer
2 3
1.1.4 1
Bereikbaarheid internationale luchthaven Afstand tot internationale luchthaven 50 km of meer. Tussen 50 km en 20 km. 20 km en minder.
2 3
huisvestingsconcept
REPRESENTATIVITEIT GEBOUW 2.1
Mogelijkheid uitstralen identiteit Invloed factoren: Plafond, vloer, ruimtelijke kwaliteit In welke mate is het mogelijk de werkomgeving te doordringen met de identiteit van de organisatie?
1
Het interieur van het gebouw onderscheidt zich niet van andere gebouwen en de gebruiker is hierin niet herkenbaar. Het interieur van het gebouw onderscheidt zich van andere gebouwen en de gebruiker is hierin herkenbaar.
2
2
WERKVLOER 3.1
Afmetingen
3.1.1
Wat is de vloeroverspanning van meest voorkomende werkvloer?
1
12,60 m en minder of meer dan 16,20 m. 14,40 m. 16,20 m.
2 3 2
3
73
74
huisvestingsconcept
3.2
Stramienindeling
3.2.1
Uitwisselbaarheid Mogelijkheid om wanden en deuren elders in het gebouw toe te passen
1
Geen mogelijkheden / weinig wanden verplaatsbaar, geen systeemplafond Wanden verplaatsbaar, geen systeemplafond Wanden verplaatsbaar, wel systeemplafond
2 3
E‐ EN W‐INSTALLATIES 4.1
Flexibiliteit installatie voorzieningen: Invloed factoren flexibiliteit temperatuur en ventilatie: Flexibele indeling regeling, flexibele aanpassing luchthoeveelheid/verdeling, flexibel aanpassing vermogen Mogelijkheid van installatievoorzieningenverdeling conform aanwezig gevelstramien.
1
Temperatuur Ventilatie Aansluitingen 220v en data
1 van de installatievoorzieningen flexibel in te delen 2 van de installatievoorzieningen flexibel in te delen Alle installatie voorzieningen flexibel in te delen
2 3
4.2
Akoestiek Tel hoe vaak u stelling a t/m b met ‘Ja’ beantwoord: Er zijn voldoende akoestische maatregelen genomen in de volgende gebouwschillen. a) Schil 1 (vorm en grootte van ruimten) b) Schil 2 (absorptie door vloer, plafond en wanden) c) Schil 3 (interieur aspecten die van invloed zijn op geluidsdemping)
1
0-1 keer 2 keer 3 keer
2 3
KANTOOrCONCEPT
KANTOORCONCEPT ZONERING GEBOUW 5.1
Eigenschappen plein
5.1.1
Ruimtelijkheid plein De mogelijkheid voor het realiseren ruimtelijk ontmoetingsplein. Denk aan: Extra daglicht Hogere verdiepingshoogte Vide(s)
1
Atrium
Niet mogelijk. Mogelijk met aanpassingen in de gebouwstructuur. Mogelijk zonder aanpassingen in de gebouwstructuur.
2 3
5.1.2
Positie plein Tel hoe vaak u ‘ja’ antwoordt: a) Het is mogelijk het plein op de begane grond of 1e verdieping te realiseren. b) Het is mogelijk het plein met de entree te verbinden. c) Het is mogelijk een geforceerde routing naar het plein te creëren.
1
0-1 keer ‘Ja’ 2 keer ‘Ja’ 3 keer ‘Ja’
2 3
75
76
KANTOOrCONCEPT
5.1.3
Verbinding Tel hoe vaak u stelling a t/m b met ‘Ja’ beantwoord: a) Het is mogelijk het plein met het vergader centrum te verbinden. b) Het is mogelijk het plein met het restaurant te verbinden.
1
0 keer ‘Ja’ 1 keer ‘Ja’ 2 keer ‘Ja’
2 3
5.1.4
Multifunctioneel gebruik ontmoetingsplein Tel hoe vaak u ‘ja’ antwoordt: a) Het ontmoetingsplein biedt voldoende ruimte voor het realiseren van een caféfaciliteit. b) Het ontmoetingsplein biedt voldoende ruimte voor het realiseren van diverse zones geschikt voor kwalitatief hoogwaardige werk- en overlegplekken.
1
0 keer ‘Ja’ 1 keer ‘Ja’ 2 keer ‘Ja’
2 3
3
5.2
Eigenschappen Restaurant
5.2.1
Multifunctioneel gebruik Restaurant Denk bijvoorbeeld aan: Vergaderpaviljoens
KANTOOrCONCEPT
Werkplek- en overlegplekken
Verplaatsbare vergaderfaciliteiten Espressobars Tel hoe vaak u stelling a t/m c met ‘Ja’ beantwoord: a) Het restaurant biedt voldoende mogelijkheden voor het realiseren van diverse zones voor kwalitatief hoogwaardige werk- en overlegplekken, zodat het restaurant ook buiten lunchtijden gebruikt kan worden.
1
Nee Ja
2
HOSPITALITY 5.2.2
Zone voor hospitality team Tel hoe vaak u ‘ja’ antwoordt: a) Het plein biedt voldoende ruimte voor het realiseren van een wachtgebied voor klanten. b) Open gebouw met voldoende ruimte voor het realiseren van een permanent bemande hospitality zone in de entreezone.
1 2 3
0 keer ‘Ja’ 1 keer ‘Ja’ 2 keer ‘Ja’
3
WERKVLOER 6.1
Gebouwvorm 1 2 3
a) Weinig compact; het gebouw heeft veel vertakkingen en de looplijnen tussen de verschillende werkplekken zijn lang. b) Gemiddeld compact. c) Compact; het gebouw is zo vierkant mogelijk en de looplijnen tussen de verschillende werkplekken zijn daardoor kort.
77
78
KANTOOrCONCEPT
6.2
Visuele- en functionele verbinding
6.2.1
Mogelijkheid open werkvloer Opzet draagstructuur
1
Indeelbaarheid van werkplekken wordt volledig bepaald door moeilijk of niet te verwijderen dragende obstakels. Tussen de 10% en 5% wordt belemmerd door obstakels Totale ruimte voor werkplekken wordt niet belemmerd door moeilijk of niet te verwijderen obstakels.
2 3
3
6.2.2
Mogelijkheid open trappen Is het mogelijk open trappen tussen verdiepingen te realiseren, zodat medewerkers op verschillende verdiepingen makkelijker met elkaar in contact komen?
1
De bouwstructuur vormt een dermate belemmering, dat het realiseren van open trappen onmogelijk is. Het is mogelijk enkele open trappen in de gebouwstructuur te realiseren. De inwendige gebouwstructuur wordt gekenmerkt door open trappen stelsels.
2 3
2
3
KANTOOrCONCEPT
ANKERPUNTEN Tel hoe vaak u ‘ja’ antwoordt: a) Het is mogelijk ankerpunten nabij verkeersroutes (gangen/liften) te positioneren. b) Het is mogelijk ankerpunten nabij kruispunten te positioneren. c) Het is mogelijk om ankerpunten visueel en akoestisch te scheiden van de werkvloer. 1
0 keer ‘Ja’ 1 keer ‘Ja’ 2 keer ‘Ja’
2 3
3
79
80
Quick scan hnw verzamelformulier
QUICK SCAN HNW VERZAMELFORMULIER
Quick scan hnw matchformulier vraag-/aanbodprofiel
81
QUICK SCAN HNW MATCHFORMULIER VRAAG‐/AANBODPROFIEL FICTIEVE INVULLING Datum:
Quick Scan 'Het Nieuwe Werken'
Naam gebruiker: Objectnummer/naam: straatnaam:
Matchformulier vraag-/aanbodprofiel
plaatsnaam:
MODULE HUISVESTINGSCONCEPT
Belang
Vraag Aanbod
weging
niveau 1
deelaspect
aspect
A
1 BEREIKBAARHEID
1
Optimale ondersteuning mobiliteit
2 REPRESENTATIVITEIT GEBOUW 3 WERKVLOER
1 1 2 1 2 2
Representativiteit interieur Afmetingen Stramienindeling Indelingsflexibiliteit Aansluitingen 220v en data Akoestiek
1 2 3 4 1 1 1
A A A A A
hoofdaspect
4 E- EN W-INSTALLATIES
Bereikbaarheid per auto Bereikbaarheid per trein Bereikbaarheid (snel)tram- en of metrohalte en bus Bereikbaarheid internationale luchthaven Mogelijkheid uitstralen identiteit Diepte Uitwisselbaarheid
1 ZONERING GEBOUW
2 WERKVLOER
deelaspect 1
Eigenschappen Plein
2 3 1 2
Eigenschappen Restaurant Hospitality Gebouwvorm Verbinding en zichtlijnen
3
Positie ankerpunten
C
2
1 2 3 4 1 1
Ruimtelijkheid Plein Positie Plein Verbinding Multifunctioneel gebruik Plein Multifunctioneel gebruik Restaurant Zone voor receptie / hospitality team
B B
Mogelijkheid open werkvloer Mogelijkheid open trappen Ankerpunten nabij verkeersroutes (gangen / liften) Ankerpunten nabij kruispunt Ankerpunten ontmoeten voorzien in privacy
2
3
2 2 2 2 2 2 2
2
Niveau
Niveau
A
1
1
C
B
2
3
2
A A A
2
B B A C B B B
3 3 2 2
3 2 2 2 2 2 2
3
1 3
2 2 2
-2 -1
2
weging B
afwijking
3 3 3
3
C 1 2 1 2 3
1
2 2 2 2 2
B
aspect
3 3 3 3 3
A
MODULE KANTOORCONCEPT hoofdaspect
B
niveau
Match
3 3 2 2 2 2 2
0 +1 +2 3 3 3 3 2 2 2 2 2 3
afwijking -2 -1
0
1
2 3 2 2 2 3 2 2 2 2 2 2
1
3
3
2
82
Verantwoording
VERANTWOORDING HUISVESTINGSCONCEPT Aspect 1.1.1 Bereikbaarheid auto
1.1.2 Bereikbaarheid per trein
1.1.3 Bereikbaarheid (snel)tram- en / of metrohalte en bus
Verantwoording invloed factoren Gebaseerd op de REN (1992), aspect verkeersdoorstroming
n.v.t.
n.v.t.
1.1.4 Bereikbaarheid internationale luchthaven
n.v.t.
2.1 Mogelijkheid uitstralen identiteit 3.1 Afmetingen 3.2.1 uitwisselbaarheid
Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews n.v.t. n.v.t.
4.1 Flexibiliteit installatie voorzieningen: 4.2 Akoestiek
KANTOORCONCEPT Aspect 5.1.1 Ruimtelijkheid plein 5.1.2 Positie plein 5.1.3 Verbinding 5.1.4 Multifunctioneel gebruik ontmoetingsplein 5.2.1 Multifunctioneel gebruik restaurant 5.2.2 Zone voor hospitality team 6.1 Gebouwvorm 6.2.1 Mogelijkheid open werkvloer 6.2.2 Mogelijkheid open trappen 7.1 Ankerpunten
Gebaseerd op de REN (1992), aspect installatietechnisch Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews
Verantwoording invloed factoren Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews n.v.t. n.v.t. n.v.t. Gebaseerd op inzichten verkregen uit onderzoek n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Verantwoording gekozen aspecten Gebaseerd op de REN (1992) aspecten: nabijheid autosnelweg verkeersdoorstroming openbaar parkeren Eigen terrein capaciteit Gebaseerd op de REN (1992) aspecten: nabijheid treinstation type treinstation Gebaseerd op de REN (1992) aspecten: nabijheid (snel)tram- en / of metrohalte nabijheid van bushalte aantal buslijnen Gebaseerd op de REN (1992) aspecten: afstand tot internationale vluchthaven n.v.t. n.v.t. Gebaseerd op de REN (1992) aspecten: uitwisselbaarheid
Verantwoording prestatie-eis REN (1992) prestatie eis 4 REN (1992) prestatie eis 4 n.v.t. n.v.t. n.v.t. REN (1992) prestatie eis 4 REN (1992) prestatie eis 4 REN (1992) prestatie eis 4 REN (1992) prestatie eis 4 REN (1992) prestatie eis 4 REN (1992) prestatie eis 1, 2-4, 5 Door de gebruiker zelf vast te stellen Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews REN (1992) prestatie eis 1-2, 4, 5 REN (1992) prestatie eis 1. 3, 5
n.v.t. n.v.t.
Verantwoording gekozen aspecten Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews Gebaseerd op De Groot (2012) Gebaseerd op de REN (1992) aspecten: constructief Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews
Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews
Verantwoording prestatie-eis Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews Gebaseerd op De Groot (2012) REN (1992) prestatie eis 1, 2-4, 5 Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews Gebaseerd op uitkomsten semi-gestructureerde interviews
Verantwoording
83