Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
warmtekoude
metropoolregio amsterdam
warmte
MANAGEMENT SAMENVATTING Het programma Warmte en Koude van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) heeft als doelstelling om in 2040 500.000 woning equivalenten (weq) te voorzien van duurzame warmte. Op dit moment maken in de regio ca. 170.000 weq gebruik van collectieve warmte. Om te komen tot een half miljoen weq is inzicht nodig in vraag en aanbod van warmte en koude en de netwerken en technieken die nodig zijn om vraag en aanbod te koppelen. Dit rapport verschaft deze inzichten en een eerste uitwerking van een Grand Design voor een duurzame warmtevoorziening in de MRA. Het Grand Design is opgesteld onder leiding van de technische tafel bestaande uit een doorsnede van de 31 programmapartners, daarbij ondersteund door Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling. Na het vaststellen van gezamenlijke uitgangspunten zijn de benodigde data verzameld. Vervolgens is in een tweedaagse ontwerpsessie op het Forteiland IJmuiden, onder de rook van Tata Steel, in een samenwerking tussen alle programmapartners en externe deskundigen het Grand Design tot stand gekomen. De warmtevraag in de MRA is in beeld gebracht en geanalyseerd. Daarbij is de nadruk gelegd op concentraties van (woon)gebouwen met een warmtevraag hoger dan 20.000 m3 aardgas per jaar. De inschatting is dat deze tot aan 2040 rendabel via een warmtenet kunnen worden aangesloten op duurzame warmte. Zo ontstaat een potentieel van 700.000 weq, waarvan de glastuinbouw ruim een kwart uitmaakt. Deze 700.000 weq zullen niet allemaal een aansluiting krijgen. Aan de andere kant zullen er ook gebouwen met een lager verbruik worden aangesloten als de warmteleiding er eenmaal ligt. Tot slot zal ook een deel van de nieuwbouw aangesloten worden. De warmtevraag is voor het realiseren van de doelstelling goeddeels in beeld en zeker niet beperkend. Het huidige warmte-aanbod in de MRA is op dit moment ruim voldoende voor de huidige en reeds gecontracteerde warmteklanten. Een doorrekening naar 2040 laat een extra behoefte aan duurzame warmtebronnen zien. In totaal zal als basisvermogen minimaal 700 MW nodig zijn. Extra warmtebronnen moeten grotendeels bestaan uit enkele robuuste grote eenheden en een heel scala aan kleinere lokale bronnen. Grote bronnen kunnen zijn:
Restwarmte van Tata Steel; Geothermische bronnen, van diep (tot 4 km) tot ultradiep (tot 7 km); Bestaande afvalverbranders op biomassa. Bestaande of nieuwe gascentrales op koolstofarm gas.
Verder zijn veel kleinere warmtebronnen op verschillende temperatuurniveaus beoogd, waaronder datacenters, rioolwaterzuiveringen, maar ook innovaties zoals warmte uit overschotten aan duurzame elektriciteit. Voor het Grand Design zijn de huidige warmtenetten, de gebieden met geconcen treerde warmtevraag en de robuuste warmtebronnen met een beperkte onderlinge afstand als uitgangspunt genomen. Lelystad en het Gooi blijven daardoor buiten beeld, maar hebben wel degelijk lokale kansen. Het Grand Design is weergegeven in een wensbeeld voor 2040. De komende jaren zal meer duidelijkheid komen over de be schikbare bronnen en ook over de potentie van enkele innovaties, zoals hoge tempera tuur seizoensopslag, cascadering en ultradiepe geothermie. Dit voortschrijdend inzicht zal periodieke aanpassing van het Grand Design noodzakelijk maken. Overigens blijkt de markt voor een koude-infrastructuur beperkt tot enkele grote kantorenconcentraties, waardoor koudenetten niet in het Grand Design zijn opgenomen. Een eerste grove raming van de kosten voor het Grand Design komt op 1,4 tot 1,7 miljard euro. Het geschetste realisatiepad voor de komende jaren bestaat uit het organiseren van de warmtevraag van tuinders en het snel aanwijzen van de warmtetransitiegebieden. Parallel zal het warmteaanbod veel aandacht krijgen; eerst de grote robuuste duurzame bronnen, vervolgens de vele kleinere bronnen. Ten derde zal de markt de planning en realisatie van nieuwe infrastructuur moeten oppakken, gekoppeld aan de nodige innovatie. Het Grand Design is de eerste, op de techniek gebaseerde, concretisering van de doelstelling. Wat volgt is de concretisering van de organisatorisch aanpak met een Warmteakkoord als resultaat èn als startpunt voor de realisatiefase. Uiteindelijk kan de doelstelling alleen tot stand komen door een goede samenwerking tussen alle programmapartners èn het Rijk, waarin de klant centraal staat en onder een goede en gedragen programmaregie.
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
3
INHOUD 1 Introductie
5
2 Vraagstelling en aanbod
5
3 Werkwijze
5
4 Uitgangspunten en criteria
6
5
Resultaten dataverzameling 5.1 Warmtevraag 5.2 Nieuwbouw 5.3 Warmtebronnen 5.4 Huidige infrastructuur 5.5 Conclusies dataverzameling
6 Grand Design 6.1 Ontwikkeling warmtebronnen 6.1.1 Potentieel Geothermie 6.1.2 Innovatie warmtebronnen 6.2 Toekomstige infrastructuur 6.2.1 Gebiedstyperingen 6.2.2 Innovaties in infrastructuur 6.2.3 Ontwerpsessie 6.3 Inpassing van geothermiebronnen en HTO in het Grand Design 6.4 Inpassing van koude-infrastructuur
4
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
7 7 9 9 13 13 13 13 16 16 16 16 17 19 20 20
7
Visie op realisatie 7.1 Warmtevraag 7.2 Warmtebronnen 7.3 Ontwikkeling warmtenetten
20 20 21 22
8
Bijlagen 8.1 Bijlage deelnemers werkgroep Technische Tafel 8.2 Verslag ontwerpsessie en verdiepingsworkshops 8.3 Toelichting verblijfsfuntie BAG 8.4 Toelichting reeds aangesloten 8.5 Nieuwbouw 8.6 Lijst met warmtebronnen 8.7 Tabel met vermogens warmtebronnen voor de scenario’s 8.8 Inschatting totale investeringskosten 8.9 Inpassing geothermie in het Grand Design
23 23 24 27 28 29 32 33 34 35
1 INTRODUCTIE
3
Het Programma Warmte Koude Metropool Regio Amsterdam (MRA) heeft als doelstelling in 2040 500.000 woningequivalenten (weq) op een duurzaam warmtenet gerealiseerd te hebben. In het plan van aanpak van het programma staat dat in het eerste jaar duidelijk moet zijn waar deze weq zitten, welke warmtebronnen de warmte leveren en hoe dit technisch werkt en aan elkaar gekoppeld is. Dit spoor is gevat onder de technische tafel met als eindresultaat een Grand Design. Alliander Duurzame Ontwikkeling, partner van het Programma, heeft aangeboden dit spoor te trekken en te ondersteunen. Deze rapportage beschrijft de gevolgde werkwijze, de resultaten, het Grand Design en de visie op realisatie met acties voor vervolg.
De technische tafel is samengesteld uit de stakeholders van het Programma. Daarbij is gezocht naar een mix van technisch deskundigen, beleidsmakers en belanghebbenden. In de bijlagen is het overzicht van de deelnemers opgenomen. Achtereenvolgens zijn de volgende stappen doorlopen.
2
VRAAGSTELLING EN AANBOD
Vanuit het programma zijn de volgende vragen vooraf meegegeven: 1. Waar liggen de 500.000 woningequivalenten? 2. Welke beschikbare bronnen van restwarmte zijn er? 3. Wat zijn de potenties van biomassa en geothermie? 4. Wat is zinvol om aan elkaar te koppelen? 5. Hoe om te gaan met verschillende temperaturen en cascadering? 6. Wat is het ideale tracé van het regionale warmtenet? 7. Wat moet de fasering zijn? 8. Wat zijn innovatieve kansen? 9. Hoe om te gaan met koudelevering?
WERKWIJZE
Interactie
Voorbereiden en verwerken
Werkgroep 1: afstemming uitgangspunten en werkwijze
Dataverzameling en dataverwerking in cijfers en kaarten
Werkgroep 2: bespreking en validatie van de eerste tussenresultaten (cijfers, kaarten, technische uitdagingen)
Aanpassen en completeren cijfers en kaarten
Tweedaagse op Forteiland IJmuiden met alle stakeholders en externe deskundigen: ontwerpsessie en verdiepingsworkshops (zie bijlage voor verslag en deelnemers)
Schrijven van eerste concepteindrapport inclusief visie op technische realisatie
Werkgroep 3: bespreken en aanpassing van concepteindrapport
Concept eindversie Grand Design
Stakeholdersbijeenkomst 18 maart: presentatie Grand Design
Geüpdatete Grand Design
Om deze vragen te beantwoorden is de werkwijze uit hoofdstuk 3 gevolgd, interactief en met veel inbreng vanuit de stakeholders. Het heeft geresulteerd in een voorlopig ontwerp, het Grand Design, wat zeker geen definitieve blauwdruk is. Het biedt voldoende flexibiliteit om in te spelen op kansen en voortschrijdend inzicht. Voor de eerste jaren is een visie op de realisatie beschreven waaruit concrete acties voortvloeien.
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
5
4
UITGANGSPUNTEN EN CRITERIA
In de eerste bijeenkomst van de technische tafel zijn de volgende uitgangspunten voor het Grand Design opgesteld: Doelstelling: 500.000 weq aansluiten op collectieve duurzame warmte in 2040. Werken op basis van openbare data, met name de gegevens uit de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG): bouwjaar, gebruiksoppervlakte en gebruiksfuncties in categorieën. Inschatting warmtevraag op basis van kentallen per bouwjaar, gebruiksfunctie en gebruiksoppervlakte. Kansrijk voor aansluiting op collectieve warmte zijn gebouwen met gasverbruik boven 20.000 m3/jaar. Gebouwen uit alle bouwjaren meenemen, ook gebouwen met ‘jonge’ ketels, waar voorlopig nog geen ketelvervanging wordt verwacht; horizon is immers 2040. Geen onderscheid tussen huur en koop (organisatorisch interessant, voor potentie minder relevant). Eén woning equivalent (weq) is het equivalent van een vast jaarverbruik van 35 GigaJoule (GJ) in 2016. Per per jaar zal deze met 1 tot 2% dalen, door onder andere isolatiemaatregelen. Afbakening gebied:
Drechterland
Alkmaar Bergen (NH.)
Koggenland
Heiloo
Schermer
Beemster
Castricum
Zeevang
Graft-De Rijp
Uitgeest Heemskerk Wormerland
Purmerend
Edam-Volendam
Beverwijk Lelystad
Oostzaan
Velsen
Landsmeer
Waterland
Bloemendaal Haarlemmerliede en Spaarnwoude
Haarlem
Amsterdam Almere
Zandvoort Heemstede
Zeewolde Diemen Harderwijk
Muiden Noordwijk
Amsterdam Haarlemmermeer
Hillegom
Amstelveen Noordwijkerhout
Weesp
Ouder-Amstel
Naarden
Ermelo Huizen Blaricum
Bussum Aalsmeer
Lisse
Eemnes
Laren De Ronde Venen
Wijdemeren Hilversum
Teylingen Oegstgeest
Leiden Leiderdorp Zoeterwoude
Nijkerk
Baarn Kaag en Braassem Stichtse Vecht Amersfoort
Nieuwkoop De Bilt Alphen aan den Rijn
Woerden
Soest Zeist
Figuur 1: Alle gemeenten van de MRA zijn voor de warmte visie meegenomen en blauw ingekleurd.
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
Putten
Bunschoten
Uithoorn
Oegstgeest
6
Dronten
Zaanstad
Legenda Leusden gem_2014
Barneveld
RESULTATEN DATAVERZAMELING
In dit hoofdstuk geven we de resultaten weer uit de data verzameling. Deze hebben we gebundeld in tabellen, grafieken en grafisch weergegeven verdeeld over warmtevraag, warmtebronnen en infrastructuur.
5.1 Warmtevraag
gezondheidszorgfunctie glastuinbouw 22%
industriefunctie kantoorfunctie logiesfunctie
5%
onderwijsfunctie
1% 4%
overige gebruiksfunctie 5%
sportfunctie
14%
winkelfunctie
2%
woonfunctie
16%
Figuur 3: Verdeling van de kansrijk aan te sluiten gebouwen onderverdeelt naar gebruiksfunctie. Toelichting verblijfsfuncties in bijlage 8.3.
Huidige en potentiele warmtebronnen
Gebruiksfunctie
aantal panden
Goglio North Europe B.V. bijeenkomstfunctie Wijk WKK Greenmills fabriek Amsterdam gezondheidszorgfunctie Biomassacentrale Lelystad glastuinbouw Biomassacentrale Rosariumgebied Paper Mill 2 industriefunctie Paper Mill 1 kantoorfunctie Biocentrale Velsen 25 logiesfunctie Tata Steel totaal opgestelde vermogen WKK's onderwijsfunctie Diemen centrale 34 overigeAfval gebruiksfunctie Energie Centrale (extra bunutting) Maxima centrale sportfunctie Hemweg centrale 8 en 9 winkelfunctie Biocel Lelystad B.V. Floricultura Geothermie woonfunctie Biomassa Purmerend Afval Energie Centrale Correctie nu aangesloten* Diemen centrale 33 3
480
huidig
hoge temperatuur
Voor elk gebouw in de MRA is een inschatting van de warmtevraag gemaakt. De basis voor deze inschatting zijn openbare gegevens van de BAG: gebruiksfunctie, gebruiksoppervlak en bouwjaar en de daarvoor de geldende kentallen voor de warmtevraag. Er is een grens genomen voor het gasverbruik per gebouw van 20.000 m3/ jaar, waarboven het tot aan 2040 lonend is om op een collectief warmtenet aan te sluiten.
bijeenkomstfunctie
3%
24%
potentiele warmtebron
5
4%
Figuur 2: Fragment uit de totale warmtevraagkaart van de MRA. De kansrijk aan te sluiten gebouwen zijn aangegeven met een kleur afhankelijk van de gebruiksfunctie.
(<20.000m ) Eindtotaal
0
GJ/jaar
848.000
weq
24.200
260
724.000
20.700
580
4.633.500
132.400
1.490
2.983.500
85.200
1.610
3.378.500
96.500
150
466.500
13.300
590
962.000
27.500
440
843.500
24.100
160
238.500
6.800
660
1.086.000
31.000
3.340
5.014.500
143.300
84.730
2.965.500
84.700
100.000
200.000
300.000
94.500 24.144.000 Vermogen (kW)
689.800
* In totaal zijn nu ca. 170.000 weq aangesloten op stadswarmte (zie bijlage 8.4). De helft (panden met een warmtevraag van meer dan 20.000m3/jaar) zit al inbegrepen (verspreid over alle gebruiksfuncties), de andere helft (veelal grondgebonden woningen) met een warmtevraag van minder dan 20.000m3 gas voegen we toe voor een compleet beeld.
Hiermee komt de totale potentie in de MRA uit op bijna 690.000 weq, ruim voldoende om de doelstelling te behalen.
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
7
Nieuwbouw Glastuinbouw 0 1,25 2,5
5
7,5
Nieuwbouw Datacenter
10 Kilometers
Legenda gebruiksfunctie (panden > 20.000 m3/jaar) bijeenkomstfunctie gezondheidszorgfunctie glastuinbouw industriefunctie kantoorfunctie logiesfunctie onderwijsfunctie overige gebruiksfunctie sportfunctie winkelfunctie woonfunctie
warmtevraag concentratie laag
Figuur 4: Warmtevraagkaart van de gehele MRA. Panden met een geschat warmteverbruik van meer dan 20.000m3/jaar. 0 1,25 2,5
5
7,5
10 Kilometers
hoog
5.2 Nieuwbouw
Naast de bestaande warmtevraag zijn ook de locaties voor nieuwbouw van woningen in beeld gebracht. In Figuur 4 zijn die weergegeven. Alleen nieuwbouwgebieden waarvan de status vrij zeker is zijn meegenomen. In totaal worden er in deze gebieden 48.000 nieuwe woningen gerealiseerd. Zie bijlage 8.5 voor de lijst met nieuwbouwgebieden met bijbehorende plannaam. In een deel van de warmtevraag van deze nieuwbouw kan via een collectief warmtenet worden voorzien. Dit is niet meegerekend in het potentieel en geldt als upside. Datacenterpark op Schiphol Tradepark, een gebied van 180hecare, ten noorden van de A4, wordt ontwikkeld voor datacenters. Ten zuiden van de A4 wordt Prima4A, een gebied van 460 hectare ontwikkeld voor glastuinbouw. De warmte die voor koeling bij het datacentergebied vrijkomt zou kunnen ingezet voor de warmtevraag van de tuinders. Verder zit er nog potentie in het aansluiten van nieuwbouw bedrijven-, kantooren industrieterreinen. Deze zijn niet goed inzichtelijk te krijgen, mede door de onzekerheid van realisatie.
Nog te ontwikkelen ultradiepe geothermie (dieper dan 4km) bronnen komen onder deze categorie te vallen. Midden temperatuur warmtebronnen Bronnen in het midden temperatuur regime tussen 70 en 90 °C kunnen industriële restbronnen zijn, maar ook geothermie van dieptes tot 2,5 km. 4%
overige gebruiksfunctie
4%
sportfunctie
5% 14% huidige en potentieel aan te sluiten warmtebronnen in In Figuur 5 en Figuur 6 zijn de winkelfunctie 2% de regio weergegeven. De hoge temperatuur bronnen zijn direct inzetbaar op de woonfunctie 16% grotere transport infrastructuren, de midden en lage temperatuur zullen meer lokaal benut worden.
potentiele warmtebron
hoge temperatuur
Huidige en potentiele warmtebronnen
huidig
Hoge temperatuur warmtebronnen Hoge temperatuur warmtebronnen opereren tussen de 90 °C en 120 °C. Dominant hierbinnen zijn: Hemweg gascentrale; Diemen gascentrales (2); Maxima gascentrale (Lelystad); Afval EnergieBedrijf Amsterdam (AEB); het totaal aan opgesteld vermogen aan Warmtekrachtkoppeling (WKK) installaties bij de tuinders in het tuindersgebied Aalsmeer.
gezondheidszorgfunctie
Lage temperatuur warmtebronnen glastuinbouw Tot lage temperatuur bronnen22% van onder de 70 °C rekenen we restwarmte in industriefunctie kantoorfunctie het effluent van rioolwaterzuiveringen (RWZI’s) (5 °C - 20 °C) en restwarmte van logiesfunctie datacenters (20 °C – 35 °C). Deze kunnen worden opgewaardeerd met behulp van 5% onderwijsfunctie warmtepompen tot 40 °C 70 °C en lokaal ingezet worden. 1%
5.3 Warmtebronnen
De warmtebronnen hebben we geïnventariseerd op basis van openbare data en laten aanvullen door de leden van de technische tafel. We hebben er voor gekozen een indeling te maken in hoge-, midden en lage temperatuur. De hoge temperaturen kunnen direct een regionaal warmtenet voeden, midden temperaturen kunnen lokaal ingezet worden. Lage temperaturen zijn lokaal inzetbaar voor lage temperatuur ruimteverwarming, waarbij tapwater niet direct voorzien kan worden. Wel kan lage temperatuur opgewaardeerd worden naar midden temperatuur.
bijeenkomstfunctie
3%
24%
Goglio North Europe B.V. Wijk WKK Greenmills fabriek Amsterdam Biomassacentrale Lelystad Biomassacentrale Rosariumgebied Paper Mill 2 Paper Mill 1 Biocentrale Velsen 25 Tata Steel totaal opgestelde vermogen WKK's Diemen centrale 34 Afval Energie Centrale (extra bunutting) Maxima centrale Hemweg centrale 8 en 9 Biocel Lelystad B.V. Floricultura Geothermie Biomassa Purmerend Afval Energie Centrale Diemen centrale 33 0
100.000
200.000
300.000
Vermogen (kW)
Figuur 5: Lijst met huidige en mogelijk aan te sluiten hoogwaardige warmtebronnen.
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
9
Nieuwbouw Glastuinbouw 0 1,25 2,5
5
7,5
Nieuwbouw Datacenter
10 Kilometers
450
110
200 111
224 904
120 120
800
150
117 171 160 400 400
490 269516 120 302
103
160 940
430 270 280
2260 204939
206 1524 168
10000
1300
180
40004000 4000 1500
530
2255
2000 4500 546
309
110
700
10000
150 150
200 300
Figuur 4: Nieuwbouw locaties voor woningen, glastuinbouw en datacenters. Het aantal nieuwe
620
Legenda Nieuwbouw Woningen
woningen is per gebied aangegeven. Daarnaast is ook nieuwbouw van een groot datacentergebied
Nieuwbouw Glastuinbouw
en glastuinbouw gebied aangegeven.
Nieuwbouw Datacenter
0 1,25 2,5
5
7,5
10 Kilometers
Huidig en potentieel beschikbaar vermogen warmtebronnen (MW)
datacenter (Interoute Managed Services) datacenter (Databarn 1) datacenter (KPN CyberCenter Haarlem) datacenter (KPN Datacenter Amsterdam) datacenter (TelecityGroup Amsterdam Science… datacenter (The Datacenter Group Amsterdam) datacenter (NAP of Amsterdam Terremark… datacenter (TelecityGroup Amsterdam… datacenter (TelecityGroup Amsterdam Zuidoost) datacenter (Interxion AMS-5) datacenter (KPN CyberCenter Flevoland) datacenter (Easynet DC Schiphol) datacenter (KPN CyberCenter Aalsmeer) datacenter (euNetworks) datacenter (Switch Datacenter Amsterdam) datacenter (Equinix AM3) datacenter (KPN CyberCenter Oude Meer) datacenter (Level3 Amsterdam) datacenter (EvoSwitch AMS1) RWZI Velsen RWZI Lelystad RWZI Zaandam-Oost RWZI Zwaanshoek RWZI Beemster RWZI Zwanenburg datacenter (Global switch) RWZI Horstermeer RWZI Amstelveen datacenter (Cogent Datacenter Amsterdam) RWZI Haarlem Waarderpolder RWZI Beverwijk RWZI Almere RWZI Westpoort RWZI Amsterdam West
108
340
173
afval
10
biomassa
81
gas geothermie lage temperatuur restwarmte hoge temperatuur restwarmte
1.097 Figuur 7: Verdeling totale vermogen met de oorsprong van de warmte, lage temperatuur
restwarmte komt voornamelijk van RWZI’s en datacenters en hoge temperatuur restwarmte van Tata steel en kleine restwarmtebronnen. Dit is overigens nog exclusief de mogelijk nieuw te
Scenario's warmtebronnen voor 500.000 weq
realiseren (innovatieve) warmtebronnen (zie hoofdstuk 6).
700 Benodigde capaciteit (MW)
potentiele warmtebron
midden en lage temperatuur
Huidige en potentiele warmtebronnen
0
100.000
200.000
300.000
Vermogen (kW)
Figuur 6: Lijst met potentieel aan te sluiten lage en midden temperatuur warmtebronnen.
600 500 400
44 75
131
100
44 75
200
250
206 44 200
100
200
0
44
100
300
100
106
176
biomassa purmerend Tata Steel lokale bronnen
100
350
geothermie
AEB/biocentrale Diemen 33
250 150
40
Behoud huidige Uitfasering Uitfasering Uitfasering gas/afval huidige gascentrales + gascentrales + centrales gascentrales + opschaling Tata opschaling Tata geothermie + geothermie + minder afval
Maxima centrale Nuon Velsen 25
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
11
Nieuwbouw Glastuinbouw 0 1,25 2,5
5
7,5
Nieuwbouw Datacenter
10 Kilometers
Maxima centrale
Beemster
_ ^
Zeevang
_ ^
Uitgeest RWZI Beemster Stadsverwarming Purmerend _ ^ B.V. Floricultura Geothermie _ ^ _Biomassacentrale Rosariumgebied ^ Heemskerk Edam-Volendam Forbo Flooring B.V. Wormerland Purmerend Tata Steel ! Wijk WKKLoders Croklaan Beverwijk _ ^ !
_ ^
_ ^
RWZI Lelystad ^ _
Biomassacentrale LelystadOrgaworld ZAW Lelystad _ ^
Karlshamn
RWZI Beverwijk
_ ^
!
Lelystad
!
ADM Cocoa _!Moens Mouldings ^ Paper Mill 1 ! Tate & Lyle ! RWZI Velsen _ ^ Velsen 25 _ ^ Oostzaan Zaanstad Landsmeer Goglio North Europe B.V.!Verkade Velsen
Biocel Lelystad
Waterland
_ ^
Stortplaats Nauernasche Polder Pieter Bon _ ^ ! Hemweg centrale SpaarnwoudeRWZI WestpoortHWC's ! WKK ! RWZI Amsterdam West RWZI Haarlem Waarderpolder Biocentrale _ ^ WKKWKK _ ^ _datacenter ^ ! ! datacenter _ ^ datacenter !
Haarlemmerliede en Bloemendaal
_ _^ ^ _ ^
_ ^
Amsterdam
_ ^
_ ^
_ ^
Energiecentrale Motorhal _datacenter ^
!
_ ^
datacenter
RWZI Amstelveen
_ ^ datacenter
Haarlemmermeer
_ ^
datacenter^_datacenter _ ^ RWZI Zwaanshoek
!
datacenter^_datacenter datacenter
Heemstede
_ ^
Afval Energie Centrale
RWZI Zwanenburg Geothermie _ ^ _ ^
Zandvoort
RWZI Almere
_ ^
_ ^
Haarlem
8 en 9
_ ^
Diemen centrale 34 Diemen centrale 33
totaal opgestelde vermogen WKK's Aalsmeer
_ ^
_ ^
!
vermogen
Weesp
Naarden Bussum
5
7,5
10 Kilometers
Huizen Blaricum
RWZI Horstermeer
_ ^
Laren Wijdemeren
0 1,25 2,5
onbekend vermogen
Lage temperatuur warmtebronnen
Uithoorn
Figuur 8: Locaties van alle in beeld gebrachte warmtebronnen.
Legenda
Muiden
_ ^
datacenter!Floraholland
_ ^
Amsterdam
datacenter^_datacenter _ ^ datacenter
AmstelveenOuder-Amstel
datacenter
Almere
_ ^
Diemen
WKC Almere Powerplant
Hilversum
_ ^
1.000
_ ^
2.500
_ ^
5.000
_ ^
7.500
_ ^
10.000
hoge temperatuur warmtebronnen vermogen _ ^
1.000
_ ^
5.000
_ ^
10.000
_ ^
50.000
_ ^
100.000
5.4 Huidige infrastructuur
In de MRA zijn de volgende warmtenetten aanwezig waar bijna 170.000 weg op zijn aangesloten (zie bijlage 8.4 voor de aantal reeds aangesloten weq’s). In figuur 9 zijn de bestaande warmtenetten weergegeven: Amsterdam West, waar Westpoort Warmte (joint venture van AEB en Nuon) eigenaar van het warmtenet en de warmtebron is. In Figuur 9 is de uitbreiding van het warmtenet in Amsterdam Noord (Noorderwarmte) aangegeven met een gestippelde lijn. Amsterdam Oost waar Nuon eigenaar is. Er is een koppeling vanaf de Diemer centrale naar Almere, waar een groot deel van Almere is aangesloten op warmte. Eneco bedrijft een warmtenet in Amstelveen gevoed vanuit de Diemercentrale. Beide netten Amsterdam West en Oost zijn niet verbonden. Lelystad waar Nuon eigenaar is. Stadsverwarming Purmerend voedt met een biomassacentrale een groot lokaal warmtenet. Verder zijn er warmtenetten in Hilversum en Zandvoort.
5.5 Conclusies dataverzameling
Op basis van de verzamelde en verwerkte data kunnen we de volgende conclusies trekken: De warmtevraag in de MRA lijkt zich voldoende te concentreren in de stedelijke gebieden om de bestaande infrastructuur te verdichten en nieuwe infrastructuur aan te leggen in bestaande bebouwde gebieden om te komen tot minimaal 500.000 weq. We baseren dit op de aanwezigheid van bijna 700.000 weq in gebouwen met een huidig verbruik van 20.000 m3 of hoger, met als upside de nieuwbouw van woningen, mogelijke groei in de glastuinbouw en netverdichting. De reeds aangesloten warmtebronnen zijn niet toereikend om 500.000 weq van duurzame warmte te voorzien. We maken in het volgende hoofdstuk een nadere analyse van de beschikbaarheid, toekomstige ontwikkelingen en duurzaamheid van de bronnen. De huidige warmtenetten voorzien momenteel zo’n 170.000 weq van warmte. De capaciteit van het net in Amsterdam staat enige verdichting toe. De ambitie is gesteld op 500.000 weq. Er is dus een directe noodzaak om nieuwe infrastructuur te ontwikkelen, zowel voor transport als distributie en mogelijke voor regionale netkoppelingen. Het Grand Design zal daarvoor de eerste suggesties doen.
6
GRAND DESIGN
Op 11 en 12 februari 2016 hebben ruim 40 deelnemers aan het Programma op basis van de resultaten van de dataverzameling twee dagen samengewerkt aan het ontwikkelen en ontwerpen van een Grand Design warmte voor de MRA. De resultaten daarvan geven we weer in dit hoofdstuk. Een volledig verslag van de tweedaagse is te vinden op de website www.warmteiscool.nl.
6.1 Ontwikkeling warmtebronnen
Inzet van warmtebronnen op basis van het verschillende temperatuur regime De lage en midden temperatuur warmtebronnen zijn voornamelijk geschikt voor lokaal gebruik. Deze bronnen kunnen niet aangesloten worden op de hoofdinfrastructuur, waar op hogere temperaturen getransporteerd wordt. De hoge temperatuurbronnen zijn wel inzetbaar voor warmtelevering aan de hoofdinfrastructuur. Ontwikkeling van huidige warmtebronnen en toekomstige warmtebronnen De levensduur, de inzetbaarheid in de toekomst en de duurzaamheid bepalen de uiteindelijke mix van bronnen in 2040. Een overzichtstabel met alle bronnen is opgenomen in bijlage 8.6. Omdat voor sommige bronnen moeilijk te voorspellen is hoeveel potentie deze in 2040 hebben, is er gekozen voor een viertal scenario’s voor hoe de samenstelling van warmtebronnen zich kan ontwikkelen. Voor de 500.000 weq in 2040 is in totaal een basislast van 700 MW aan warmtebehoefte. We gaan daarbij uit van een besparingstempo van de warmtevraag van 1% tot 2% per jaar1. Deze basislast voorziet in 80% van de warmtebehoefte. Voor de winter is nog extra piekwarmte nodig; hier gaan we in paragraaf 6.2.2 dieper op in. De vier scenario’s (zie Figuur 10) tonen een mogelijke mix aan warmtebronnen in 2040.
1 In de berekening is als uitgangspunt 2 kW in 2016 aan basislast per weq genomen, dit resulteert in een basislast van in totaal 1000MW. Wanneer rekening gehouden wordt met een 1% tot 2% warmtevraag besparing (door bijvoorbeeld isolatie) per jaar, komt dit neer op 1,6 tot 1,2 kW in2040 basislast per weq en een totale basislast warmtevraag tussen 620MW en 790MW.
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
13
Nieuwbouw Glastuinbouw 0 1,25 2,5
5
7,5
Nieuwbouw Datacenter
10 Kilometers
Beemster
Heemskerk
Zeevang
Uitgeest Wormerland
Purmerend Edam-Volendam
Beverwijk Lelystad Zaanstad OostzaanLandsmeer
Velsen
Waterland
Bloemendaal Haarlemmerliede en Spaarnwoude Haarlem
Amsterdam Almere
Zandvoort Heemstede Diemen Muiden Haarlemmermeer
Amsterdam AmstelveenOuder-Amstel
Weesp
Naarden Bussum
Huizen Blaricum
Aalsmeer Laren
Uithoorn Wijdemeren
Figuur 9: Huidige warmtenetten in de MRA, inclusief de uitbreiding van het warmtenet in Amsterdam Noord door Westpoortwarmte. 0 1,25 2,5
5
7,5
10 Kilometers
Hilversum
Legenda Huidige warmtenetten Uitbreiding warmtenet
Scenario's warmtebronnen voor 500.000 weq Benodigde capaciteit (MW)
700 600 500 400
44 75
131
100
44 75
200
250
206 44 200
100
200
0
44
100
300
100
106
176
biomassa purmerend Tata Steel lokale bronnen
100
350
geothermie
AEB/biocentrale Diemen 33
250 150
40
Behoud huidige Uitfasering Uitfasering Uitfasering gas/afval huidige gascentrales + gascentrales + centrales gascentrales + opschaling Tata opschaling Tata geothermie + geothermie + minder afval
Scenario uitfasering gascentrales, opschaling Tata Steel, afname afvalverwerking: Wanneer blijkt dat de afvalverwerking sterk afneemt en er onvoldoende biomassa ingezet kan worden neemt de productie capaciteit van de AEB af. In dit scenario is de enige mogelijkheid om voldoende warmte te produceren het opschalen van het aantal geothermie bronnen. Welk scenario zich zal ontwikkelen is afhankelijk van de inzet op geothermie, toekomstige marktpositie van AEB en de hoeveelheid restwarmte van Tata Steel. De mate van duurzaamheid van de geproduceerde warmte hangt voornamelijk af van de inzet in geothermie en de ontwikkelingen van toekomstige technologieën, zoals grootschalige (seizoens)buffering, maar ook technologieën die nu nog niet voorzien zijn.
Maxima centrale Nuon Velsen 25
Figuur 10: Vier scenario’s voor de mix van warmtebronnen in 2040.
Scenario behoud huidige gas/afval centrales: in dit scenario blijft de AEB in bedrijf met een warmteproductie van 250MW, worden lokale bronnen ingezet, de warmte bij Tata Steel wordt alleen in de directe omgeving ingezet en de gascentrales blijven inzetbaar en worden in dit scenario als sluitpost gebruikt om de 700MW basislast te kunnen voorzien. Scenario uitfasering huidige gascentrales, inzet op geothermie: In dit scenario verdwijnen de gascentrales, dit vermogen wordt volledig opgevangen door geothermie. De AEB maximaliseert de productie van warmte, mogelijk met overschakeling op biomassa. Zo blijft de vraag naar geothermie beperkt tot ruim 130MW.
Vergroening huidige warmtebronnen De verwachting is dat de hoeveelheid afval in Nederland afneemt. Afhankelijk van de marktpositie van AEB binnen de Nederlandse afvalverbranders, zal AEB op zoek moeten naar alternatieve brandstoffen zoals biomassa. De locatie van de AEB is interessant om te behouden vanwege de aanwezige warmte- en elektriciteitsinfrastruc¬tuur en de gunstige ligging waardoor aanvoer van biomassa over water mogelijk is. AEB zal de centrale zo bedrijven dat er maximaal warmte geproduceerd wordt (dit gaat ten koste van elektriciteitsproductie). De uitdaging van het in stand houden van gascentrales is enerzijds het wegvallen van aardgas als beschikbare brandstof. Anderzijds de toenemende opwek van duurzame elektriciteit. Aardgas zal vervangen moeten worden door een alternatieve koolstofarme brandstof zoals biogas, syngas (verkregen door vergassen van biomassa) of waterstof.
Scenario uitfasering gascentrales en opschaling warmte uitkoppeling Tata Steel en inzet van geothermie: In dit scenario blijft de inzet van restwarmte van Tata Steel niet beperkt tot alleen inzet lokaal, maar wordt ingezet in de regio. In dit scenario schaalt de beschikbare warmte van Tata Steel op naar 200 MW. De AEB blijft net als in het eerste scenario 250MW warmte leveren.
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
15
6.1.1 Potentieel Geothermie De benodigde ontwikkeling van geothermie is geschetst in de ontwikkeling van de warmtebronnen. De benodigde hoeveelheid geothermie verschilt sterk per scenario, variërend van geen tot ruim 200 MW aan vermogen. In de MRA is één actieve geothermiebron bij Floricultura in Heemskerk en één bron in onderzoek in Schalkwijk, Haarlem. Om een beeld te krijgen wat er aan geothermie potentie aanwezig is heeft TNO voor Nederland kansenkaarten gemaakt. Voor de MRA zijn kaarten opgenomen in de bijlage. Daar blijkt uit dat er op dit moment (te) weinig informatie en kennis over de ondergrond beschikbaar is om een goede inschatting te kunnen maken over de capaciteiten en locaties van geothermiebronnen. We onderscheiden daarvoor diepe geothermie tot 4 kilometer, waarvan er in Nederland 12 werkende bronnen zijn, en ultradiepe geothermie tot 7 kilometer, die nog nergens werkend is. Om een goed beeld te krijgen van de werkelijke potentie en locaties is aanvullend seismisch onderzoek nodig inclusief één of meerdere proefboringen. 6.1.2 Innovatie warmtebronnen Naast de al in beeld zijnde warmtebronnen verwachten we innovaties op dit vlak, voornamelijk onder invloed van het toenemen van duurzame en niet stuurbare bronnen (zon en wind) in de energiemix. Wij voorzien nu: Power to gas, een manier om overschotten in overproductie door windenergie om te zetten in waterstofgas. Dit zou grootschalig kunnen worden toegepast op de locaties waar de huidige gascentrales staan. Op deze locaties is zowel de elektriciteit als de warmte-infrastructuur aanwezig. Ook opslag van gas is mogelijk. Power to heat, een interessante manier om overschotten in overproductie van elektriciteit om te zetten naar warmte met behulp van warmtepompen. Combinaties met lage temperatuurbronnen, zoals bij waterzuiveringen en datacenters liggen hier voor de hand. Een directe koppeling met een warmtenet is daarvoor noodzakelijk. Ook de combinatie met Hoge Temperatuur Opslag is mogelijk.
16
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
6.2 Toekomstige infrastructuur 6.2.1 Gebiedstyperingen Op basis van de warmtevraag per gebied en de geografische ligging ten opzichte van elkaar hebben we in de ontwerpsessies de onderstaande constateringen per gebied gedaan. Die zijn vervolgens gebruikt als uitgangspunt voor het ontwerp. Lelystad Heeft lokale kansen voor warmteaansluitingen, onder meer gebruikmakend van de Maximacentrale; Deze kansen bevinden zich aan de noordkant van Lelystad De afstand tot het regionale warmtenet van Nuon in Almere is vooralsnog te groot voor een directe koppeling. Almere Heeft een groot warmtenet van Nuon met 65.000 weq wat grote kansen biedt voor verdere uitbreiding. De gemeente wil verduurzamen en heeft het vergroenen van de warmtebron voor het warmtenet als stevige ambitie neergezet. Er zijn reële kansen voor geothermie (Buitenvaart) en biogas. De maximale potentie van biogas is 115 miljoen m3/jaar. Echt duurzaam, dus zonder concurrentie met (vee)voedsel, is met redelijke zekerheid de potentie 20 miljoen m3/jaar. Gooi en Vechtstreek Niet geschikt voor grootschalige warmte omdat de warmtevraag weinig geconcentreerd is. In Hilversum zijn al drie kleine lokale warmtenetten, deze kunnen lokaal verder uitbreiden en wellicht gezamenlijk een lokaal net vormen. Amsterdam/Diemen/Amstelveen/Ouder-Amstel Enorme verdichting van de huidige warmtenetten is mogelijk in zowel nieuwbouw als bestaande bouw. Noorderwarmte is in aanleg, ontsluit heel Amsterdam Noord. Toekomstige knelpunten in de infrastructuur zijn in beeld: de koppeling tussen oost en west en een nieuwe leiding (by pass) rond Nieuw West. Voor de warmtevraag binnen de Ring is nog geen oplossing (mogelijk is biogas invoeden in het gasnet hier een oplossing).
Zaanstad Partijen zijn doende met ontwikkelen van nu nog gescheiden netten in Zaanstad Oost en Noord. Zaanstad Oost wil starten met levering van warmte vanuit AEB. Komende jaren lokale bronnen ontwikkelen, uitbreiden en verdichten. IJmond Vergaande ontwikkeling van stoomnet, tussen Nuon en papierfabriek. Koppeling met Tata Steel kan volgen. Stoomnet kan als bron dienen voor het warmtenet in IJmond. Lokale ontwikkeling van warmtenet op basis van huidig aanbod van warmte vanuit Tata Steel (75 MW) is goed mogelijk Wanneer er substantieel meer restwarmte beschikbaar komt (> 200 MW) is koppeling met de regio gewenst. Haarlem Vergaande ontwikkeling van een warmtenet op basis van geothermiebron in de wijk Schalkwijk. Van daaruit wil de gemeente door ontwikkelen naar het noorden. Koppeling met regionaal net is mogelijk gewenst. Greenport Aalsmeer Op Prima4A de nieuwbouwontwikkeling parallel laten lopen aan het Datacenterpark op Schiphol Tradepark langs de A4. Van meet af aan aansturen op koppeling van de kassen aan de restwarmte van de datacenters Dit kan in principe een op zichzelf staand systeem zijn, met CO2-levering van OCAP. Tuinders Aalsmeer en Uithoorn op korte termijn aansluiten op een warmtenet. Door vraagbundeling en lokaal beheer zullen zij de combinatie zoeken met buffering en eigen warmteproductie met hun WKK’s en de warmte optimaal benutten. Het aanbieden van de warmte kan op een overdrachtspunt waarachter de tuinders gezamenlijk organiseren hoe ze de warmte optimaal benutten. Koppeling met regionale warmte is noodzakelijk omdat de vraag het aanbod overtreft. Purmerend Blijft vooralsnog een stand alone warmtenet, kansen voor geothermie zijn groot, zoeken naar mogelijkheid voor het inzetten van geothermie voor de basislast. Verder verdichting en aansluiten nieuwbouw in en om Purmerend is mogelijk. Koppeling met regionaal net mogelijk in de toekomst gewenst, alleen wanneer er warmteproductie overschot of te kort is lokaal.
6.2.2 Innovaties in infrastructuur Hoge temperatuur opslag Een grote uitdaging voor de warmte productie is de zogenoemde badkuip, ofwel een grote warmte vraag ’s winters en een lagere warmtevraag ’s zomers. Dit zorgt ervoor dat er ’s winters meer warmteproductie moet plaatsvinden dan ’s zomers. In de huidige warmtenetten vangen we dat op door inzet van gasketels, dus fossiel. Eén van de duurzame oplossingen kan zijn: de mogelijke overproductie van duurzame- en/ of rest warmtebronnen ’s zomers op slaan en ’s winters in zetten. Als we dit op hoge temperatuur kunnen doen, vergroten we hiermee de benuttingsgraad van de bronnen en verduurzamen we de pieken in de winter. Deze strategie van het opslaan van overproductie ’s zomers en ’s winters inzetten, dus Hoge Temperatuur Opslag (HTO), leent zich vooral voor warmtebronnen die zeer goedkoop tot ‘gratis’ warmte over hebben in de zomer, zoals restwarmte. Momenteel worden HTO projecten alleen nog gerealiseerd onder de noemer pilot project, omdat de wet nog niet toelaat dat er temperaturen boven de 25 °C worden opgeslagen onder de grond. HTO kan worden toegepast in aardlagen van rond de 600 meter diepte waar warmte-opslag tot een temperatuur van maximaal 100 °C mogelijk is. In de MRA zijn de kansen voor HTO door TNO in kaart gebracht. Figuur 11:
Kansrijkheid HTO, donkerbruin: kansrijk, licht bruin redelijk kansrijk en ongekleurd minder kansrijk.
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
17
Nieuwbouw Glastuinbouw 0 1,25 2,5
5
7,5
Nieuwbouw Datacenter
10 Kilometers
_ ^ _ ^ _ ^ _ ^ _ _^ _^ ^
!
_ ^
_ ^
_ ^ _ ^
!
_ ^
!
!
_ ^ _^ ^ _
!
!
! !
_ ^
!
_ ^ !
_ ^
!
_ ^
_ ^ _^ ^ _
! !
_ _ _^_ ^_^ ^ _^ _^ ^
_ ^
! !
_ ^
!
_ ^
_ ^
_ ^
!
_ ^
_ ^
_ ^
_ ^
onbekend
_ ^
1 - 5000
_ ^
5001 - 10000
_ ^
10001 - 25000
_ ^
_ ^ _ ^
Warmtebronnen LT (weq) !
_ _^ ^ _ ^
Legenda
_^ ^ __ ^
_ ^
_ _ ^ _^ ^
_ ^
75001 - 130000
Warmtebronnen HT (weq) onbekend
!
_! ^
25001 - 75000
_ ^
_ ^
1 - 5000
_ ^
5001 - 10000
_ ^
10001 - 25000
_ ^
_ ^
25001 - 75000
75001 - 130000
Huidige Warmtenet Uitbreiding warmtenet
Figuur 12: Uitbreidingen warmte-infrastructuur Metropool Regio Amsterdam
Uitbreiding_zeergewenst Uitbreiding_zeergewenst_haalbaarheidstudie nog starten Uitbreiding_gewenst_haalbaarheidstudie nog starten
0 1,25 2,5
5
7,5
10 Kilometers
Uitbreiding_waarschijnlijk koudeleidingen Nieuwbouw Glastuinbouw Nieuwbouw Datacenter
Cascadering Onder cascadering verstaan we het in serie plaatsen van warmteafnemers in volgorde van hoge naar lage temperatuur warmtevraag. De eerste warmtevragers in een gebied, nemen warmte af op hoge temperatuur en koelen het water af en het volgende gebied neemt de warmte op deze lagere temperaturen af. Locaties waar cascadering van toepassing zou kunnen zijn; het tuinbouwkasgebied in Aalsmeer, kantoren en nieuwbouw locaties van woningen die voor lage temperaturen zijn ontworpen. Hier zou de warmte eerst benut kunnen worden in woningen op hoge temperatuur (90 – 70 of 70 - 40), waarna in het tuindersgebied of nieuwbouwwijk de lagere temperatuur voldoende is om te kunnen gebruiken. Kanttekening bij cascadering is dat de warmte voor tapwater in woningen minimaal 65 °C moet bereiken, vanwege Legionella preventie. Wanneer er met lage temperaturen warmte wordt aangeboden bij woningen is er per woning een individuele oplossing nodig in vorm van bijvoorbeeld warmtepomp met boiler om water boven de 65 °C te brengen. De extra kosten voor deze aanpassing moeten per geval afgewogen worden tegen de voordelen van het extra uitkoelen van de retour van het warmtenet. Besturing regionaal net Wanneer er meer aanbieders op het warmtenet gaan acteren en er sprake is van cascadering gaan er onderlinge interacties en afhankelijkheden ontstaan. Dit vereist voor de operator van het net dat er behoorlijke intelligentie in het de besturing nodig is (smart thermal grid). Hier wordt al ervaring mee opgedaan op kleine schaal, maar zal nog wel een innovatieslag behoeven voor een gebied als de MRA. Daarnaast zal dit een volledig nieuwe organisatorische setting vereisen. 6.2.3 Ontwerpsessie De warmte-infrastructuur is opgedeeld in zes categorieën van waarschijnlijkheid. De deelnemers van de MRA hebben gezamenlijk deze gewenste uitbreidingen in beeld gebracht. In Figuur 12 zijn de uitbreidingsmogelijkheden van de warmte-infrastructuur in de MRA weergegeven.
De categorieën zijn: Huidige warmtenet Uitbreiding warmtenet; die van het warmtenet in Amsterdam Noord is gepland en definitief, deze is aangegeven met een donkerrode gestippelde lijn. Zeer gewenste uitbreidingen; voor deze tracés zijn reeds haalbaarheidsstudies uitgevoerd, deze zijn met rode stippel lijnen aangegeven. Dit betreffen de gebieden Haarlem, Zaandam en het gebied rondom Tata Steel. Zeer gewenste uitbreiding maar nog geen haalbaarheid studie verricht; met groene lijnen is aangegeven welke tracés als zeer wenselijk zijn gemarkeerd door de MRA deelnemers. Een bypass rondom Amsterdam Nieuw-West, om de gehele wijk te kunnen voorzien van warmte. De bestaande netten zijn qua capaciteit reeds uitgenut. Deze bypass moet worden doorgetrokken wanneer het zuidelijke deel ten zuiden van het Westeinderplassen van het tuindersgebied Aalsmeer aangesloten gaat worden. Het noordelijke deel, ten noorden van de Westeinderplassen kan in eerste instantie zelfstandig een warmtenet ontwikkelen, met als warmtebron het nieuw te bouwen datacenter Schiphol Trade Park langs de A4. Verder is er een lijn getrokken tussen het westelijk en oostelijke deel van het bestaande Amsterdamse warmtenet, exacte ligging is nog in onderzoek. Op deze manier kan er warmte van zowel de Diemercentrale als AEB geleverd worden op beide netwerken. Gewenste uitbreidingen maar nog geen haalbaarheid studie verricht; deze tracés zijn uitbreidingen op de voorgenoemde tracés. Deze tracés zijn aangegeven met een gestreepte groene lijn. In Wormermeer kan gekeken worden naar haalbaarheid van een lokaal net. Een koppeling vanaf het bestaande net Amsterdam naar Zaanstad centrum. Uitbreiding van het gewenste tracé naar tuindersgebied Aalsmeer, richting Amstelveen. Tevens kan de koppeling naar de oostelijke ring van het Amsterdamse stadswarmtenet gemaakt worden in Amstelveen. Waarschijnlijke uitbreidingen; de waarschijnlijke uitbreidingen aangegeven met een zwarte stippellijn zijn verbindingen die gewenst zijn wanneer het warmte aanbod van Tata Steel in de toekomst substantieel groter blijkt te zijn. De beschikbare vermogens die nu opgenomen zijn in dit rapport zijn de warmte uitkoppelmogelijkheden die tot nu toe zijn onderzocht. Komende twee jaar zal vervolg onderzoek uitwijzen wat de daadwerkelijke potentie voor warmtelevering door Tata Steel zal zijn. Schatting van de totale investeringsomvang ligt tussen 1,4 en 1,7 miljard euro, afhankelijk van het gekozen scenario van opwek, tracé liggingen en onzekerheden in de aannames van kosten (onzekerheden van orde -20% en + 50%). Deze inschatting is verder toegelicht in bijlage 8.8.
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
19
6.3 Inpassing van geothermiebronnen en HTO in het Grand Design
De diepe geothermie bronnen kunnen een vermogen van ca. 7 tot 20 MW per bron behalen, afhankelijk van locatie, boorsucces en opwaardering met warmtepomp. Ultra diepe geothermie bronnen kunnen tot 50 MW per bron behalen. De minimale afstand tussen geothermie bronnen moet ca. 1 km zijn, zodat ze elkaar niet beïnvloeden. Voor het realiseren van ruim 200 MW aan vermogen, dat benodigd is in het vierde scenario in hoofdstuk 2, zijn in de toekomst 20 diepe geothermie bronnen van 10 MW of 5 ultradiepe van 40 MW, of een combinatie nodig. Locaties van diepe geothermie bronnen moeten gezocht worden in de buurt van de lokale netten voor lokale benutting. Ultradiepe geothermie leent zich om in te voeden op de hoofdinfrastructuur en vragen locaties rondom de hoofdinfrastructuur. In de bijlage is een vingeroefening te vinden van mogelijke zoeklocaties, zie bijlage 8.9. Deze heeft nog geen realiteitswaarde, omdat er nog weinig informatie is over de geschiktheid van de ondergrond. Proefboring ultra diepe geothermie Ultra diepe geothermie zou een groot deel duurzame invulling van de warmtevraag kunnen zijn. Een proefboring voor ultra diepe geothermie zou bij voorkeur moeten plaatsvinden midden in het kansrijke gebied, zoals weergegeven in bijlage 8.9, waar de potentie van ultra-diepe geothermie ingeschat, in de buurt van Schiphol, om volgens TNO, zoveel mogelijk te weten te komen over de kansrijke bodemlaag op die diepte.
6.4 Inpassing van koude-infrastructuur
We maken onderscheid tussen twee soorten koudelevering: 1. Koude netten die 6 tot 10 °C leveren. Hiervan zijn er twee in Amsterdam (Zuidas en Zuid-Oost, beide op een bron uit een diepe waterplas). Uitbreiding is lastig door concurrentie met individuele koeloplossingen, vanwege de huidige lage elektriciteitsprijzen. 2. Comfort koude voor woningen en utiliteit (kantoor-, gezondheids-, logies, sport en winkel-functies) die op 16 tot zelfs 20 °C functioneert in het lage temperatuursysteem van meestal nieuwbouw. Deze kan via een WKO gegenereerd worden, de warmte die vrijkomt kan ’s winters ingezet worden.
20
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
Voor beide systemen geldt dat het veelal lokaal speelt en invulling krijgt. Voor een Grand Design is het dus wat minder relevant. Wel concurreert een WKO met de levering van collectieve warmte, waardoor voor de utiliteit en nieuwbouw de afweging op lokaal niveau gemaakt moet worden tussen of collectieve warmte of WKO.
7
VISIE OP REALISATIE
Het geschetste Grand Design is een toekomstbeeld voor 2040 waar we in de Metropoolregio Amsterdam de komende jaar aan gaan werken. Het is geen blauwdruk; de partners zullen het in etappes gaan realiseren en zich voor elke nieuwe etappe weer inspannen om de voortschrijdende inzichten toe te passen. Voor de komende jaren hebben we onderstaand een realisatie pad geschetst, waaruit concrete activiteiten voortvloeien. De Programmaregisseur zal deze inplannen in het uitvoeringsplan voor de periode 2016/2017.
7.1 Warmtevraag
In principe is er voldoende warmtevraag in de regio, ook geclusterd in aaneengesloten gebieden. T.a.v. de warmtevraag zien we drie activiteiten. Onderwerp Isoleren en besparen
Activiteit
Het isoleren van woningen en gebouwen is in alle gevallen nuttig. Dit levert comfortabele gebouwen op waar het prettig toeven is. Gebouweigenaren zullen optimaliseren tussen investering en besparing. Waarschijnlijk is voor woningen en gebouwen die op een duurzaam warmtenet zijn aangesloten een energielabel tussen A en B optimaal. Deze besparing zal zich geleidelijk voltrekken. Voordeel daarvan is dat het verdichten (uitbreiden) van het aantal aansluitingen op een warmtenet bij gelijke capaciteit mogelijk is door de afnemende warmtevraag per woning.
Rol Programma
• Geen kernactiviteit van het Programma • Volgen van beleid en voortgang van energiegebruik van gebouwen en woningen • Anticiperen wanneer nodig
Onderwerp
Activiteit
Warmte Onder invloed van de wens en transitieplannen noodzaak om het gasverbruik voor ruimteverwarming uit te faseren zullen gemeenten de komende jaren per buurt warmte transitieplannen (moeten) opstellen: welke manier van verwarmen past het best bij welke buurt. De vraag naar duurzame collectieve warmte in gebieden waar warmtenetten de beste oplossing zijn zal sterk toenemen. Een goed passende propositie van warmtepartijen is daarbij wel een vereiste. Vraagbundeling Tuinders zijn behalve warmte-(en CO2) glastuinbouw vragers ook leveranciers van warmte. Zij blijken goed in staat, en gemotiveerd, om zelf hun energiegebruik te managen, monitoren en verhandelen, ook onderling. Door tuinders gebiedsgewijs als collectieve klant te beschouwen en behandelen, dus met een eigen warmtenet in coöperatief beheer, geeft dat de tuinbouwsector, de netbeheerder en de warmteproducent de benodigde speelruimte en zekerheid om te investeren in een warmteaanbod.
7.2 Warmtebronnen
Rol Programma
• Geen kernactiviteit van het Programma • Wel stimuleren van aangesloten gemeenten, netbeheerder en gebouweigenaren tot het opstellen van warmte transitieplannen • Mogelijk onderdeel van warmteakkoord.
Activiteit
Warmte-aanbod Voor de regionale warmtevoorziening is Tata Steel restwarmte, zoals die van Tata Steel, van groot belang. Daarom is de vraag aan Tata Steel aan te geven hoe en wanneer zij helderheid kunnen verschaffen over de hoeveelheid restwarmte die beschikbaar is. Als deze helderheid er is kan de stuurgroep de wenselijkheid van backbone-verbinding naar Velsen bepalen en daar marktpartijen bij zoeken. Geothermie
• Geen kernactiviteit van het Programma • Via stakeholder Greenport Aalsmeer volgen wat de ontwikkelingen zijn en deze stimuleren als deze achterblijven • Mogelijk onderdeel van warmteakkoord.
In paragraaf 6.1 hebben we gezien dat de regio nog aanvullende duurzame warmtebronnen nodig heeft om op de lange termijn in de vraag van 500.000 weq te kunnen voorzien. Onzekerheid van het warmte-aanbod leidt tot terughoudendheid van investeerders in infrastructuur. Wij zien de volgende activiteiten die parallelle uitvoering vergen.
Onderwerp
Inzetbaarheid en vergroenen huidige bronnen
Over de potentie voor geothermie in de MRA is (te) weinig bekend. Toch duidt nu alles er op dat een bijdrage van enkele honderden Megawatts uit geothermie noodzakelijk is. Daarom is een diepgaand en uitputtend onderzoek naar de werkelijke potentie voor geothermie op korte termijn noodzakelijk. Dat bestaat uit seismisch onderzoek en proefboringen, voor zowel diepe (2-4 km) als ultradiepe (4-7 km) geothermie. Wat is de beste locatie voor een proefboring, welke gebieden zijn geschikt voor geothermie en welke vermogens zijn beschikbaar? Het is lang niet zeker dat de huidige majeure bronnen in 2040 nog in bedrijf zullen zijn. Behalve het AEB draaien de huidige bronnen en piekvoorzieningen op fossiel aardgas. Het is daarom zaak om vroegtijdig te verkennen welke bronnen na 2040 in bedrijf blijven of nog komen (Hemwegcentrale, Maximacentrale) en of deze op koolstofarme gassen bedreven kunnen worden (o.a. via Power to Gas).
Rol Programma
• Programmaregisseur zet de vraag uit bij Tata Steel • Na beantwoording zal de Stuurgroep verdere stappen bepalen. Daarna is de markt aan zet. • Programmaregisseur zet de vraag namens de stakeholders uit bij de provincies Noord- Holland en Flevoland en betrekt ook het lopende onderzoek in Almere daarbij • Nadat er voldoende inzicht is zal de Pro grammaregisseur conclu sies trekken en vervolg besluiten voorleggen aan de Stuurgroep • Programmaregisseur vraagt AEB/Nuon om hun visie op vergroening van de huidige bronnen. • Nadat er voldoende inzicht is zal de Programmaregisseur conclusies trekken en vervolgbesluiten voorleggen aan de Stuurgroep
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
21
Onderwerp
Activiteit
Rol Programma
Diversiteit aan bronnen
Naast de benodigde majeure bron nen kan een diversiteit aan warmte bronnen lokaal warmte invoeden op een regionaal net. Het gaat o.a. om industriële restwarmte, biogas, rioolwaterzuiveringen, datacenters, Power to Heat en houtkachels. Van veel van deze bronnen is de locatie bekend. Verdere ontwikkeling is zinvol indien er een warmtenet in de buurt is of komt. We stellen ons een ‘warmtebronnenregister’ voor, met onderscheid naar hoge en lage temperatuur, dat initiatiefnemers aanvullen en raadplegen op het moment dat bronnen zinvol tot ontwikkeling kunnen komen.
• Programmaregisseur zet een Warmte bronnenregister op en stelt dit open voor initiatiefnemers
Biomassa centrales
Zowel IJmuiden als de Amsterdamse haven beschikken over overslag capaciteit, productiecapaciteit en/ of vestigingsruimte voor warmte uit biomassa. Dit kan deel gaan uitmaken van de totale mix aan duurzame warmte.
Wanneer het merendeel van Toekomst bovenstaande activiteiten is uitgevoerd planning warmtebronnen is een gefundeerde toekomstplanning van de warmtebronnen mogelijk en noodzakelijk.
• Programmaregisseur zet verkenning in gang naar de kansen en potenties voor biowarmte.
• Jaarlijks aandacht voor evaluatie en communicatie.
• Programmaregisseur stelt een werkgroep samen uit de stake holders om te komen tot een toekomstplanning voor warmtebronnen • Rapportage en advies voor Stuurgroep
7.3 Ontwikkeling warmtenetten
Op basis van het Grand Design constateren we dat er veel warmte-infrastructuur nodig is in de eindsituatie. Die zullen we gaandeweg in fases realiseren. Voor de korte termijn kunnen we de onderstaande activiteiten benoemen.
22
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
Onderwerp Warmtenet Greenport Aalsmeer
Samenhang in lopende projecten
Innovaties
Activiteit
De tuinders in de gemeenten van Greenport Aalsmeer hebben dringend behoefte aan duurzame warmte (en CO2). Gekoppeld aan de activiteit vraagbundeling is het gewenst een eerste stap te zetten voor de ontwikkeling van warmte-infrastructuur voor Prima4A (gekoppeld aan nieuwe datacentra op Schiphol Tradepark) en Aalsmeer/De Kwakel.
Rol Programma
• Programmaregisseur ontwikkelt iom Greenport Aalsmeer, SADC en OCAP een plan van aanpak • Na vraagbundeling in een Coöperatie kan een ontwikkelconsortium aan de gang.
Binnen de MRA lopen de volgende projecten die directe relatie hebben met het Grand Design: Zaandam Oost, Zaandam Noordwest, Plan van Aanpak Warmte gemeente Amsterdam, Warmteen Stoomnet IJmond, Geothermie Haarlem. Nodig is om op korte termijn deze projecten in lijn te brengen met wat we in het Grand Design afspreken. Dat kan gaan over o.a. warmtebronnen, de infrastructuur, organisatievorm, financiering, etc.
• Programmaregisseur coördineert afstemming met en tussen lopende projecten.
Voor het efficiënt aanleggen en bedrijven van een regionaal warmtenet is verkend welke innovaties daar voor nodig zijn. We zijn uitgekomen op: cascadering, slimme besturing, Hoge Temperatuur Opslag, planning en dimensionering van leidingen en het combineren van diverse infrastructuren (in aanleg en in bedrijf). Deze uitdagingen gelden zeker niet alleen voor de MRA en vragen een nationale benadering.
• Programmaregisseur zoekt samenwerking met o.a. Programma bureau ZH en met Gelderland om de innovatiebehoefte te delen.
• Binnen elk project volgt een beoordeling van de bijdrage van het project aan het Grand Design en worden de kansen benut. • Koppeling met activiteit warmte bronnenregister
• Vervolgens volgen van de lopende onderzoeken en pilots en zo mogelijk de pilots in MRA doen.
8
BIJLAGEN
8.1 Bijlage deelnemers werkgroep Technische Tafel 1
Jannis van Zanten
AEB
2
Machiel Bakema
Alliander Liandon
3
Rob Bremer
Alliander Liandon, projectleider van het onderzoek
4
Theo Voskuilen
Alliander DGO
5
Petrus Postma
Greenport Aalsmeer
6
Jeanke van der Haar
Cofely, mede namens Zaanstad
7
Tijs Langeveld
DWA, namens Regio IJmond
8
Erik van leeuwen
Eneco
9
Auke Bruinsma
Eneco
10
Wouter Schoneveld
Ennatuurlijk
11
Annemarie van Osch
Gemeente Almere, Team Ruimte en Wonen
12
Jan van der Meer
MRA
13
Martijn Spaan
DWA, voorzitter technische tafel
14
Peter Heijboer
Servicepunt Duurzame Energie
15
Willem van den Bosch
TNO
16
Marco van Soerland
HVC
17
Joost Muusze
Veolia, namens Tata Steel
8.2 Verslag ontwerpsessie en verdiepingsworkshops www.warmteiscool.nl
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
23
8.3 Toelichting verblijfsfuntie BAG WOONFUNCTIE Definitie Gebruiksfunctie voor het wonen. Voorbeelden vrijstaandewoningen eengezinswoningen flat- of portiekwoningen woongedeelte van een bejaardentehuis of een verzorgingstehuis kamers in een studentenhuis woonwagens gezinsvervangend tehuis voor verstandelijk gehandicapten (kan ook onder een gezondheidsfunctie vallen) woonzorgcomplex (kan ook deels bestaan uit een gezondheidszorgfunctie) Opmerkingen Een ruimte van een woonboot valt niet onder een woonfunctie. Een woonschip is namelijk geen bouwwerk in de zin van de Woningwet. BIJEENKOMSTFUNCTIE Definitie Een gebruiksfunctie voor het samenkomen van mensen voor kunst, cultuur, godsdienst, communicatie, kinderopvang, het verstrekken van consumpties voor het gebruik ter plaatse en het aanschouwen van sport. Voorbeelden congrescentrum kerk wijkgebouw bioscoop theater casino café de eetzalen van een restaurant kantine discotheek schouwburgzaal
24
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
cursus ruimte vergaderzaal van een kantoor of restaurant tentoonstellingsgebouw museum kinderdagverblijf kinderopvangruimte van een creche tribune in een sportgebouw ruimte voor kaart- en bordspelen bibliotheek (kan ook onder een winkelfunctie vallen) muziekstudio (kan ook onder een industriefunctie vallen) expositieruimte
CELFUNCTIE Definitie Gebruiksfunctie voor dwangverblijf van mensen. Voorbeelden gevangenis- of een politiecel kamer in een tehuis voor dwangmatige verpleging een cel op een station GEZONDHEIDSZORGFUNCTIE Definitie Gebruiksfunctie voor medisch onderzoek, verpleging, verzorging of behandeling. Voorbeelden ruimten voor de behandeling of verpleging van patiënten in een: - ziekenhuis - verzorgingstehuis - psychiatrische inrichting - medisch centrum - polikliniek - praktijkruimte voor een huisarts, fysiotherapeut of tandarts - Operatiekamer - Praktijkruimte dierenarts / dierenkliniek - gezinsvervangend tehuis voor verstandelijk gehandicapten (kan ook onder een woonfunctie vallen) - woonzorgcomplex (kan ook deels bestaan uit een woonfunctie)
Opmerkingen Verder dient te worden opgemerkt dat een verpleeghuis, vanwege het feit dat de bewoners er over het algemeen permanent verblijven, naast de gezondheidszorgfunctie, tevens een woonfunctie omvat. In een dierenkliniek worden dieren weliswaar medisch behandeld, maar de regelgeving voor de gezondheidszorgfunctie richt zich op de gezondheidszorg voor mensen. Een dierenkliniek is dus niet per se een gezondheidszorgfunctie. Voor de hand liggende keuzen zijn: - industriefunctie, namelijk een industriefunctie voor agrarische doeleinden, winkelfunctie, verhandelen van diensten in spreek-/behandelruimte en eventueel gezondheidszorgfunctie. INDUSTRIEFUNCTIE Definitie Gebruiksfunctie voor het bedrijfsmatig bewerken of opslaan van materialen en goederen, of voor agrarische doeleinden. Voorbeelden werkplaats magazijn van een fabriek fabriek opslagruimte in een pakhuis stal van een boerderij varkensstal stal voor kippen opslagloods tuinbouwkas koel- of vrieshuis praktijkruimte dierenarts / dierenkliniek (kan ook onder een winkel- of gezondheidszorgfunctie vallen) muziekstudio (kan ook onder een bijeenkomstfunctie vallen) keuken van een restaurant atelier (wanneer de atelier in belangrijke mate ook als expositieruimte zal worden gebruikt is ‘bijeenkomstfunctie’ te overwegen)
Opmerkingen Als sub gebruiksfunctie wordt een lichte industriefunctie genoemd in het Bouwbesluit. Een lichte industriefunctie is een industriefunctie waarin activiteiten plaats vinden, waarbij het verblijven van mensen een ondergeschikte rol speelt. Een lichte industriefunctie heeft dus niets met de omvang van een bouwwerk te maken. KANTOORFUNCTIE Definitie Gebruiksfunctie voor administratie. Voorbeelden Een kantoorfunctie is bijvoorbeeld onderdeel van - accountantsbureau - administratiekantoor - advocatenkantoor - bankgebouw - gemeentehuis - kantoortje bij winkel - kantoortje aan een woning (vrij beroep) LOGIESFUNCTIE Definitie: Gebruiksfunctie voor het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan mensen. Voorbeelden zomerhuisje / vakantiehuisje trekkershut stacaravan hotel motel pension asielcentrum opvangcentrum voor tijdelijk verblijf van mensen
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
25
ONDERWIJSFUNCTIE Definitie Gebruiksfunctie voor het geven van onderwijs. Voorbeelden klaslokaal in een schoolgebouw collegezaal van een universiteit lerarenkamer Opmerkingen Een tot een school behorend gymnastieklokaal is een sportfunctie. SPORTFUNCTIE Definitie Gebruiksfunctie voor het beoefenen van sport. Voorbeelden zwembad manage tennishal gymnastieklokaal squashbaan sporthal overdekte wielerbaan fitnesscentrum bowlingbaan biljartzaal schietbaan overdekt voetbalstadion Opmerkingen Een ruimte voor toeschouwers valt onder de bijeenkomstfunctie. Kaart- en bordspelen zijn bijeenkomstfuncties. Een enkele biljarttafel in een cafe is geen sportfunctie maar een bijeenkomstfunctie
26
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
WINKELFUNCTIE Definitie Gebruiksfunctie voor het verhandelen van materialen, goederen of diensten. Voorbeelden winkelcentrum warenhuis supermarkt pedicure reisbureau bordeel kapsalon apotheek stationsloket verkoop bij een tankstation bibliotheek (kan ook onder een bijeenkomstfunctie vallen) praktijkruimte dierenarts (mag ook onder een industriefunctie of een gezondheidszorgfunctie vallen) showroom OVERIGE GEBRUIKSFUNCTIE Definitie Niet in dit lid (bovenstaande gebruiksfuncties) benoemde gebruiksfunctie voor activiteiten waarbij het verblijven van mensen een ondergeschikte rol speelt. Voorbeelden trafohuisje telefooncel parkeergarage bergruimte of garage bij een woning tuinbouwkas bij een woning (niet beroepsmatig) sanitair gebouw op een camping wachtlokaal voor passagiers op een station bushokje Kleed- en doucheruimten bij een sportveld of in een sporthal
8.4 Toelichting reeds aangesloten totaal Reeds aangesloten
Amsterdam Zuidoost
40.000
Amsterdam West/Noord
20.000
10.000
5.000
2.500
65.000
32.500
1.200
600
32.500
16.250
5.650
2.825
100
50
169.450
84.725
5.000
2.500
Amsterdam West/Noord
50.000
25.000
Totaal
55.000
27.500
224.450
112.225
Amstelveen Almere Zaanstad bestaand Purmerend Lelystad Hilversum Totaal Onder contract
Totaal
Reeds inbegrepen in analyse
Amsterdam Zuidoost
Totaal WEQ
20.000
De inschatting ‘reeds inbegrepen in analyse’ is getoetst in het gebied Almere, waar 49% van de aangesloten gebouwen, inclusief grondgebonden woningen, op stadswarmte als kansrijk zijn aangestipt in de analyse. De aanname is gemaakt dat deze verhouding hetzelfde is in de andere gebieden.
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
27
8.5 Nieuwbouw Nieuwbouwplan Aantal woningen Avenhorn-West 250 Bankrastoren 110 Bijlmerdreef / Dolingadreef 546 Boven ‘t Y fase 3 CAN 103 Burgemeester Rollstraat-Noord 274 CAN (geb.3) Kantorenlocatie 400 Circusterrein 300 De Nieuwe Kern 4.500 Delfland Maassluis/Spoorzone 280 Delflandpleinbuurt Hart B1/B2 215 Dudokbuurt (Geuzenveld Zuid) 212 E-buurt Oost 309 Florapark 130 Hembrug terrein 400 IJburg 2 ~ Buiteneiland 1.300 IJburg 2 ~ Centrumeiland 1.500 IJburg 2 ~ Middeneiland 4.000 IJburg 2 ~ Strandeiland 2.130 Inverdan-Noordschebos 171 Inverdan-Overtuinen A 117 Inverdan-Overtuinen B 128 Jacob Geelbuurt Oostbuurt 270 Kolenkitbuurt / Scholeneiland 160 Lange Weeren 800 Lodewijk van Deysselbuurt 516 Meerplein 111 Midwoud Tripkouw Oost 146 Molensloot Zuid 150 Monnikenberg 620 NDSM-werf Oost 490 Noordeinde-KlinkenbergKonijnenb. 120 Olympiakwartier Almere Poort 2.255 Oosterwijk (wonex) 250
28
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
Osdorp Centrum SuHa-buurt 3 302 Overamstel (Amstel I) 1c 2.000 Overt.Veld Nrd ~ Noordstrook 430 OVZ ~ Spoorstrook Zuid 182 Pampushout Almere Poort 180 Parooldriehoek 530 Pilotenbuurt 200 Provily-Slibkuil 224 Rousseaubuurt / de Kade 120 Saendelft Kreekrijk 904 Saendelft Overhoeken 150 Scheg Noorder Legmeer 700 Stadswerf Oostenburg 940 Van Dijk/Dasselaarstraat 150 Vijfhoek - “De Tuinen van Zuid” (Oost) 160 voorm. Philipslocatie 200 Wegener Sleeswijkbuurt 269 Westrand 10.000 Wijk aan Zee, Heliomare 110 Woonzorg centrum (de Broeckgouw) 120 ZBE ~ Baaibuurt Oost 204 ZBE ~ Baaibuurt West 352 ZBE ~ Oostpunt 939 ZBE ~ Sluisbuurt 2.260 Zuidas deelgebied VU 760 Zuidas E/F Kenniskwartier 1.524 Zuidas Vivaldi Boelenhoven 168 Zuidas Y Oor Noord 206 Zuidoostbeemster II 450 Zuidsingel, fase 8 150 Eindtotaal 48.147
8.6 Lijst met warmtebronnen naam bron
eigenaar
Biocel Lelystad
Orgaworld
B.V. Floricultura Geothermie
B.V. Floricultura Geothermie
Biomassa Purmerend
temperatuur
Vermogen (kW) Temperatuur-regime
huidig/potentieel
-
1.591
hoge temperatuur
huidig
70
10.000
hoge temperatuur
huidig
120
44.000
hoge temperatuur
huidig
Afval Energie Centrale
AEB
120
150.000
hoge temperatuur
huidig
Diemen centrale 33
Nuon
120
260.000
hoge temperatuur
huidig
Energiecentrale Motorhal
VU MC
-
-
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Floraholland
Floraholland
-
-
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
-
-
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
-
-
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
-
-
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
HWC’s Orgaworld ZAW Lelystad
Orgaworld
Stortplaats Nauernasche Polder Verkade
Verkade
-
-
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
WKC Almere Powerplant
Nuon
-
-
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
WKK
-
-
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
WKK
-
-
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
WKK
-
-
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Moens Mouldings
Moens Mouldings
-
-
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Forbo Flooring B.V.
Forbo Flooring B.V.
-
-
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Stadsverwarming Purmerend Stadsverwarming Purmerend
-
-
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Loders Croklaan
Loders Croklaan
-
-
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Karlshamn
Karlshamn
-
-
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
ADM Cocoa
ADM Cocoa
-
-
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Tate & Lyle
Tate & Lyle
-
-
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Pieter Bon
Pieter Bon
-
-
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Goglio North Europe B.V.
Goglio North Europe B.V.
125
600
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
29
Wijk WKK
HVC
90
2.000
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Greenmills fabriek Amsterdam
Orgaworld
95
4.000
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Biomassacentrale Lelystad
Nuon
120
6.500
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Biomassacentrale Rosariumgebied
Gemeente Zaanstad
-
7.000
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Paper Mill 2
Crown van Gelder
55
16.000
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Paper Mill 1
Crown van Gelder
55
18.000
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
120
22.000
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Biocentrale
30
Velsen 25
Nuon
120
40.000
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Tata Steel
Tata Steel
110
69.700
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
totaal opgestelde vermogen WKK’s
Aalsmeer
120
125.000
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Diemen centrale 34
Nuon
120
160.000
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Afval Energie Centrale (extra benutting)
AEB
120
190.000
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Maxima centrale
GdF-Suez
120
250.000
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
Hemweg centrale 8 en 9
Nuon
120
260.000
hoge temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
Interoute Managed Services
35
375
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
Databarn 1
35
400
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
KPN CyberCenter Haarlem
35
450
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
KPN Datacenter Amsterdam
35
475
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
TelecityGroup Amsterdam Science Park
35
550
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
The Datacenter Group Amsterdam
35
625
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
NAP of Amsterdam Terremark Schiphol
35
675
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
TelecityGroup Amsterdam Zuidoost
35
850
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
TelecityGroup Amsterdam Gyroscoopweg
35
850
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
Interxion AMS-5
35
1.128
lage temperatuur
potentiele warmtebron
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
datacenter
Easynet DC Schiphol
35
1.250
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
KPN CyberCenter Flevoland
35
1.250
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
KPN CyberCenter Aalsmeer
35
1.375
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
euNetworks
35
1.500
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
Switch Datacenter Amsterdam
35
1.500
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
Equinix AM3
35
1.600
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
KPN CyberCenter Oude Meer
35
1.950
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
Level3 Amsterdam
35
2.518
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
EvoSwitch AMS1
35
3.000
lage temperatuur
potentiele warmtebron
RWZI Velsen
Hoogheemraadschap van Rijnland
15
4.600
lage temperatuur
potentiele warmtebron
RWZI Lelystad
Waterschap Zuiderzeeland
15
4.800
lage temperatuur
potentiele warmtebron
RWZI Zaandam-Oost
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
15
5.100
lage temperatuur
potentiele warmtebron
RWZI Zwaanshoek
Hoogheemraadschap van Rijnland
15
5.300
lage temperatuur
potentiele warmtebron
RWZI Beemster
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
15
5.700
lage temperatuur
potentiele warmtebron
RWZI Zwanenburg
Hoogheemraadschap van Rijnland
15
5.800
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
Global switch
35
6.250
lage temperatuur
potentiele warmtebron
RWZI Horstermeer
Hoogheemraadschap van Amstel, Gooi en Vecht/ Waternet
15
6.400
lage temperatuur
potentiele warmtebron
RWZI Amstelveen
Hoogheemraadschap van Amstel, Gooi en Vecht/ Waternet
15
6.800
lage temperatuur
potentiele warmtebron
datacenter
Cogent Datacenter Amsterdam
35
7.500
lage temperatuur
potentiele warmtebron
RWZI Haarlem Waarderpolder
Hoogheemraadschap van Rijnland
15
10.000
lage temperatuur
potentiele warmtebron
RWZI Beverwijk
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
15
10.300
lage temperatuur
potentiele warmtebron
RWZI Almere
Waterschap Zuiderzeeland
15
12.100
lage temperatuur
potentiele warmtebron
RWZI Westpoort
Hoogheemraadschap van Amstel, Gooi en Vecht/ Waternet
15
14.900
lage temperatuur
potentiele warmtebron
RWZI Amsterdam West
Hoogheemraadschap van Amstel, Gooi en Vecht/ Waternet
15
45.600
lage temperatuur
potentiele warmtebron
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
31
8.7 Tabel met vermogens warmtebronnen voor de scenario’s Behoud huidige gas/ afval centrales (MW)
geothermie
Uitfasering gascentrales + opschaling Tata + geothermie (MW)
-
131
44
44
44
44
Nuon Velsen 25
40
-
-
-
lokale bronnen
100
100
100
100
0
-
-
-
176
-
-
-
Diemen 33 Diemen 34
106
Uitfasering gascentrales + opschaling Tata + minder afval (MW)
biomassa purmerend
Hemweg
32
Uitfasering huidige gascentrales + geothermie (MW)
206
-
-
-
-
Maxima centrale
15
-
-
-
Tata Steel
75
75
200
200
AEB/biocentrale
250
350
250
150
totaal
700
700
700
700
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
8.8 Inschatting totale investeringskosten Een inschatting van de benodigde investering in infrastructuur en opwek is hieronder verder toegelicht. Er zitten nog veel onzekerheden in zowel de keuzes in opwek, tracés, techniek en onzekerheden in de berekeningen zelf (orde grootte van nauwkeurigheden-20% +50%). Waarmee de totale investeringskosten variëren tussen 1.4 en 1.7 miljard euro. Kosten infrastructuur
aantal
aansluiting+distributie
eenheidsprijs
75.000
per gestapelde woning (aansluiting + distributie)
€ 4.500
4.000 (255.000 weq)
per overige functie (aansluiting + distributie)
investering in miljoenen €338
€ 120.000
€480
transport
€ 220 tot € 330
totaal Opwek scenario 2 Basislast
€ 1.038 tot € 1.148 capaciteit (MW)
eenheidsprijs in miljoenen
investering in miljoenen
Geothermie
131
€1 tot €1,6
€ 131 tot €209
Biomassa purmerend
44
-
-
Lokale bronnen
100
€ 0,5
€ 50
Tata Steel
75
€ 0,5
€ 37,25
AEB/biocentrale
250
-
-
AEB/biocentrale uitbreiding
100
€ 0,5
€ 50
Subtotaal basislast
700 500
-
Pieklast
1.100
€ 0,1
Subtotaal basislast
1.600
Pieklast reeds bestaand
Totaal opwek
Opwek scenario 3
capaciteit (MW)
eenheidsprijs in miljoenen
investering in miljoenen
Geothermie
106
Biomassa Lokale bronnen
44
-
-
100
€ 0,5
€ 50
Tata Steel
200
€ 0,5
€ 100,0
AEB
250
-
-
Subtotaal basislast
700 500
-
Pieklast
1100
€ 0,1
Subtotaal basislast
1600
Opwek scenario 4
capaciteit (MW)
Geothermie
206
Biomassa
Pieklast reeds bestaand
Totaal opwek
€1 tot €1,6
€ 106 tot €170
€ 256 tot € 320 -
€ 110 € 110
€ 366 tot € 430 Eenheidsprijs in miljoenen
investering in miljoenen
44
-
-
Lokale bronnen
100
€ 0,5
€ 50
Tata Steel
200
€ 0,5
€ 100
AEB
150
-
-
Subtotaal basislast
700 500
-
Pieklast
1100
€ 0,1
Subtotaal basislast
1600
Pieklast reeds bestaand
Totaal opwek
€1 tot €1,6
€ 206 tot €330
€ 356 tot € 480 -
€ 110 € 110
€ 466 tot € 590
€ 268,25 tot € 346 -
€ 110 € 110
€ 378 tot € 456
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
33
8.9 Inpassing geothermie in het Grand Design Potentie geothemie
Figuur 13: Potentie van diepe geothermie tot 4000m diepte. Donkergroen: kansrijk, lichtgroen:
redelijk kansrijk en geen kleur is minder kansrijk of is er onvoldoende informatie beschikbaar om hier een uitspraak over te doen.
34
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
Figuur 14: Potentieel van ultradiepe geothermie dieper dan 4000m tot 7000m diepte. Rood: mogelijk kansrijk.
Op basis van de kansenkaarten van TNO in combinatie met de uitbreidingsplannen van de hoofdinfrastructuur, zijn de locaties voor geothermie bepaald. In totaal is er 320 MW aan bronnen aangegeven op de kaart, in Figuur 15. is het resultaat weergegeven. Omdat de kansenkaarten nog veel onduidelijkheid hebben over de kansrijkheid in het midden van het gebied, kan hier nog geen waarde aan gehecht worden. Figuur 15: Locaties waar geothermie, zowel diepe als ultra diepe geothermie plaats kan vinden. De rode stikkers vormen per paar een diepe geothermie doublet, de rode stickers met een u erop vormen ultradiepe geothermie doubletten. De groene stickers HTO.
In Figuur 15 zijn de locaties van de gewenste toekomstige geothermiebronnen weergegeven. De reguliere diepe geothermie bronnen zijn aan de randen van het MRA gebied te vinden, omdat de onderlagen hier het meest geschikt lijken. Daardoor zijn er rondom Almere veel bronnen geplaatst en in Purmerend. Haarlem is een uitzondering, daar is op basis van gebiedspecifiek onderzoek gebleken dat de ondergrond potentie heeft voor diepe geothermie. Deze nuancering moet ook aangebracht worden, de kansenkaart van TNO is een leidraad, uit seismologisch onderzoek kan gebied specifiek uitzondering gevonden worden op het globale beeld.
Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam
35
Colofon
Programma Warmte en Koude in de Metropoolregio Amsterdam Programmaregisseur: Jan van der Meer Mail:
[email protected] Tel: 06 - 53 22 52 54 www.warmteiscool.nl
Powered by
Amsterdam Economic Board Jodenbreestraat 25 1011 NH Amsterdam
Datum
18-03-2016
Opdrachtgever
Programma Warmte Koude Metropoolregio Amsterdam
Auteur(s)
Theo Voskuilen (Alliander DGO) en Rob Bremer (Alliander Liandon)
warmtekoude
metropoolregio amsterdam
warmte