Gezondheidsbeleid in de groei Scan van gemeentelijke gezondheidsnota’s 2013
GGD Nederland Miranda van den Broek Anja Koornstra
November 2013 041865-GDN-04.indd a
a 14-01-14 10:26
Inhoudsopgave Samenvatting
2
1
Inleiding
5
2
Quick scan van gemeentelijke gezondheidsnota’s
6
3
Decentralisaties en WMO-taken
9
4
Speerpunten, doelgroepen en beleidsregie
11
4.1 Landelijke speerpunten 4.2 Speerpunten en doelgroepen 4.3 Overige speerpunten 4.4 Overige doelgroepen
5
Sociaaleconomische gezondheidsverschillen (SEGV)
14
6
Wijkgericht, kerngericht of buurtgericht werken
16
7
Integraal werken
17
8
Wettelijke taken van gemeenten en de rol van de GGD
18
9
Relatie preventie en zorgbeleid
20
10 Verschillen tussen soorten nota’s
21
11 Een indruk van 190 gemeentelijke gezondheidsnota’s
23
Bijlage I
24
Scanlijst voor quick scan gemeentelijke gezondheidsnota’s 2013
1 041865-GDN-04.indd 1
14-01-14 10:26
Samenvatting Op verzoek van het ministerie van VWS heeft GGD Nederland de inhoud van de nota’s gemeentelijk gezondheidsbeleid in kaart gebracht. Evenals in 2010 is ervoor gekozen om aan de hand van een vaste vragenlijst met een beperkt aantal onderzoekers de nota’s te analyseren. Per regio zijn – voor zover gereed – om en nabij de helft van de nota’s gescand. Vorm van de nota In totaal zijn 190 gemeentelijke gezondheidsnota’s van de derde generatie gescand met behulp van de scanlijst (bijlage I). Dit zijn grotendeels gemeentelijke nota’s. Door 8 GGD’en zijn ook regionale nota’s gemaakt, die vaak als onderlegger dienden voor de lokale beleids- en uitvoeringsplannen. Daarnaast zijn er ook verschillende subregionale nota’s geschreven, waarin meerdere gemeenten binnen een GGD-regio hebben samengewerkt. Dit geldt bijvoorbeeld voor delen van Hart voor Brabant, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland Midden en Zeeland. Van de steden uit de G31 zijn 24 nota’s gescand. Een gedeelte (in totaal 33) van het totaal aantal gescande nota’s is gekoppeld met de WMO-nota. Meer dan de helft van de nota’s bevat uitvoeringsplannen, prestatie-indicatoren en/of budgettering, wat wijst op verdergaande implementatie van het beleid. Financiering vindt op veel verschillende manieren plaats: met een gemeentelijk budget, budgetneutraal (bij andere beleidsterreinen), met behulp van (Europese) subsidies, decentralisatie-uitkeringen of publiek-private samenwerking. Decentralisaties en WMO • Voor de meeste gemeenten speelt de verbinding tussen gezondheidsbeleid en de transities (50-70%). In 35% neemt de gemeente daarin ook de regie. • In de WMO-nota’s komen de transitie-thema’s vrijwel overal voor (80-100%) en wordt vaker regie genomen. • Kindermishandeling en oudermishandeling worden weinig genoemd in het kader van gezondheidsbeleid (<20%). Speerpunten en Doelgroepen • De landelijke speerpunten worden veel genoemd in de nota’s: alcohol (98%), roken (67%), diabetes (46%), overgewicht (92%), bewegen (85%), psychosociale gezondheid (87%) en depressie (67%). • Gemeenten kiezen vaker voor het thema psychosociale gezondheid (eenzaamheid/weerbaarheid/mentale fitheid etc.) dan voor het smallere thema ‘tegengaan van depressie’. • De doelgroep jeugd wordt veel (>70%) genoemd in relatie tot alcohol, overgewicht, bewegen en psychosociale gezondheid. • De doelgroep ouderen wordt veel genoemd (ca. 65%) in het kader van psychosociale gezondheid en (ca. 50%) van overgewicht en bewegen. • Andere speerpunten die vaak worden genoemd (50-60%) zijn drugs (met name gericht op jeugd), seksuele gezondheid, opvoedondersteuning (2x zo vaak als in 2010) en gezonde leefomgeving. • De meeste speerpunten (op psychosociale gezondheid en bewegen na) worden veel minder vaak genoemd in de WMO-nota’s. Daarin is weer wel veel aandacht voor mantelzorgers/vrijwilligers en chronisch zieken. SEGV en Wijkgericht werken • De helft van de nota’s noemt de doelgroep lage SES. Terugdringen van SEGV wordt door 1/3 van de gemeenten op de gezondheidsagenda gezet, en 1/5 van de gemeenten neemt hierin regie. • In de grote steden liggen deze getallen hoger: resp. 79% voor de doelgroep, 67% voor terugdringen SEGV en 54% voor regie nemen.
2 041865-GDN-04.indd 2
14-01-14 10:26
• Projecten op het gebied van terugdringen van SEGV worden meestal gecoördineerd door de gemeente, maar ook GGD, zorg-, welzijns- en andere partijen spelen een rol in zowel coördinatie als uitvoering. • Wijkgericht werken wordt genoemd in de helft van de nota’s. In de G31 nota’s is dat 88%. Daarbinnen worden de onderdelen leefstijl, zorg en leefomgeving in 1/3 van de nota’s genoemd (voor de G31 is dit 2/3). • In 2/3 van de nota’s waar SEGV/lage SES worden genoemd, wordt wijkgericht werken ook genoemd. Voor de G31 geldt dat dit vrijwel altijd samen wordt genoemd. Integraal werken en Zorgbeleid • Afstemming van het gezondheidsbeleid met andere beleidsterreinen wordt gemiddeld in ruim vier van de vijf nota’s genoemd. In de G31-nota’s is dit vrijwel 100%. In 2010 werd dit onderwerp in 75% van de nota’s genoemd. • Sociale en fysieke beleidsterreinen worden in 78% en 69% van de nota’s genoemd, economische in 41%. • Overleg met de 1e lijn en voldoende aanwezigheid van 1e lijn wordt in resp. 43% en 27% van de nota’s genoemd. De afstemming tussen preventie en curatie in 76%. Wettelijke taken gemeente en de rol van de GGD • JGZ, collectieve preventie en de monitor worden in meer dan 80% van de nota’s genoemd. • Infectieziektebeleid en ouderengezondheidszorg: ca. 75%. • Weinig genoemd: crisisbeleid, nazorg bij rampen, sociaal-medische advisering bij de WMO. • Regionale nota’s vertonen vergelijkbare cijfers. Meest voorkomende thema’s in de verschillende nota’s • De drie meest voorkomende thema’s, bekeken over alle soorten nota’s, zijn de GGD-monitor, alcohol en de jeugdgezondheidszorg. • Voor de WMO-nota’s zijn de drie meest genoemde thema’s: versterken eigen kracht/voorbereiding uitbreiding WMO, mantelzorgers/vrijwilligers en alcohol/bewegen. Dit past in het beeld dat gezondheidsthema’s minder vaak voorkomen in de WMO-nota. • Voor de G31-nota’s: alcohol, alcohol bij de jeugd en overgewicht bij de jeugd. • In alle gescande regionale nota’s (n=7) worden genoemd: Jeugdgezondheidszorg, collectieve preventie (=gezondheidsbevordering), monitoring, alcohol, alcohol bij de jeugd, overgewicht, overgewicht bij de jeugd en de afstemming van gezondheidsbeleid met andere beleidsterreinen. Kenmerken van de WMO-nota • Gecombineerde WMO-gezondheidsbeleidsnota’s bevatten vaker typische WMO-thema’s zoals de transities, verslavingsbeleid, mantelzorgers en OGGZ. Anderzijds worden thema’s over publieke gezondheid en zorg, zoals zorgbeleid, wettelijke WPG-taken en de landelijke speerpunten, minder vaak genoemd in deze nota’s. Ook beleidsadvisering krijgt in deze nota’s gemiddeld genomen minder aandacht. Kenmerken van de G31-nota • De nota’s van de G31 verschillen vooral op het gebied van SEGV en wijkgericht werken, waar ze vaker op inzetten dan andere gemeenten. Verder zijn er opvallend veel overeenkomsten met de andere nota’s (bv. op het gebied van drugs en seksuele gezondheid), in tegenstelling tot voorgaande quick scans.
3 041865-GDN-04.indd 3
14-01-14 10:26
Slotbeschouwing Deze kwantitatieve scan geeft op veel onderwerpen een idee over de mate van overeenkomst tussen de nota’s. Daaronder zit een beeld van een grote diversiteit: visie en uitvoering, veel en weinig pagina’s, proces van totstandkoming met of zonder veldpartijen, veel of weinig geld. De verschillen maken het enerzijds lastig om tot een brede scan te komen, omdat het al snel het vergelijken van appels met peren, of erger, wordt. Zo kunnen we geen uitspraak doen over toegekende financiën, aangezien de beschreven taken en organisatie zo verschillend zijn. Anderzijds is aan de diversiteit te zien dat het maken van de nota een lokaal proces is geworden, door elke gemeente of (sub-)regio op maat gemaakt.
4 041865-GDN-04.indd 4
14-01-14 10:26
1. Inleiding Gemeenten hebben een wettelijke taak om te zorgen voor de publieke gezondheid, via de Wet WPG. Onderdeel van deze taak is het vastleggen van voorgenomen beleid in gemeentelijke gezondheidsnota’s. In het kader van de preventiecyclus publiceert elke gemeente een gezondheidsnota binnen twee jaar na het verschijnen van de landelijke gezondheidsnota. De laatste landelijke nota, ‘Gezondheid dichtbij’, is verschenen in mei 2011. Dit betreft de derde landelijke nota. Inmiddels zijn we meer dan twee jaar verder en door de meeste gemeenten is daarom een lokale gezondheidsnota opgesteld, die goedgekeurd is door de gemeenteraad en klaar voor uitvoering. Net als bij de twee voorgaande edities heeft GGD Nederland, de koepelorganisatie van GGD’en, op verzoek van VWS een groot aantal nota’s gescand. Door medewerkers van GGD Nederland en de GGD’en zijn 190 gemeentelijke gezondheidsnota’s langs een lijst van items gelegd (zie bijlage I). Deze lijst is samengesteld naar aanleiding van de onderzoeken naar de vorige twee generaties gezondheidsnota’s, en naar aanleiding van de vragen die door VWS geformuleerd zijn. Per GGD-regio zijn (voor zover beschikbaar) de nota’s gescand van de helft van alle gemeenten. Niet in alle regio’s is de helft van de nota’s gereed, maar door deze selectiemethode hebben we wel een evenwichtige verdeling over het land. Leeswijzer Hoofdstuk 2 bevat een beschrijving van het onderzoek en de gescande nota’s. In hoofdstuk 3 wordt besproken of en hoe de diverse decentralisaties terugkomen in het gezondheidsbeleid. Leggen gemeenten de link tussen het volksgezondheidsbeleid en de Jeugdwet, uitgebreide WMO en Participatiewet? Vervolgens wordt beschreven hoe speerpunten, uit de landelijke nota maar ook andere speerpunten, terugkomen in de nota’s. Ook verschillende doelgroepen komen aan bod. Een belangrijk gezondheidsprobleem is het optreden van sociaaleconomische gezondheidsverschillen (SEGV). Wat gemeenten hieraan willen doen staat beschreven in hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 beschrijft indicatoren op het gebied van wijkgericht werken en hoofdstuk 7 handelt over integraal werken en de mate waarin de nota’s de samenwerking met andere beleidsterreinen beschrijven. Wettelijke taken van gemeenten, zoals ze genoemd zijn in de nota’s, worden besproken in hoofdstuk 8, in combinatie met de rol die de GGD hierbij vervult. De relatie tussen preventie en zorgbeleid komt aan de orde in hoofdstuk 9. De verschillende nota’s, zoals regionale, G31- en WMO-nota’s worden in hoofdstuk 10 vergeleken met het totaal aantal nota’s. De laatste paragraaf, hoofdstuk 11, geeft tenslotte een kwalitatieve beschouwing van de derde generatie gemeentelijke gezondheidsnota’s.
5 041865-GDN-04.indd 5
14-01-14 10:26
2. Quick scan van gemeentelijke gezondheidsnota’s Op het moment van het opstellen van de nota’s kende Nederland 414 gemeenten – inmiddels zijn een aantal gemeenten samengevoegd. Ten behoeve van dit onderzoek is van 190 gemeenten de nota’s vergeleken met een lijst van kenmerkende items die verzameld zijn door VWS, VNG en GGD Nederland (zie bijlage I). Tabel 2a laat zien hoe de scans verdeeld zijn over de verschillende regio’s, en hoeveel nota’s op dit moment nog niet bekend zijn bij GGD Nederland. De vorige scan dateert uit 2010 en kende deels dezelfde items. Waar mogelijk zal dan ook een vergelijking gemaakt worden met de resultaten van 3 jaar geleden.
Tabel 2a: Overzicht GGD-regio’s en gescande gemeentelijke nota’s Regio
Aantal gemeenten
Gemeentelijke nota’s gescand *
Nota’s die niet bekend zijn in GGDkennisnet.nl **
GG&GD Utrecht
1
1
0
GGD Amsterdam
6
4
1
GGD Brabant-Zuidoost
18
11
0
GGD Den Haag, Dienst OCW
1
1
0
GGD Drenthe
12
4
8
GGD Flevoland
6
3
3
GGD Fryslân
27
5
22
GGD Noord- en Oost-Gelderland
22
8
14
GGD Gooi & Vechtstreek
9
5
4
GGD Hart voor Brabant
28
15
6
GGD Hollands Midden
24
10
14
GGD Hollands Noorden
21
8
13
GGD Kennemerland
10
5
2
GGD Limburg-Noord
15
7
8
GGD Midden-Nederland
25
5
20
GGD Gelderland-Zuid (Rivierenland)
9
5
2
GGD Gelderland-Zuid (Nijmegen)
9
4
4
GGD Twente
14
14
0
GGD Rotterdam-Rijnmond
20
3
17
GGD West-Brabant
18
5
13
GGD IJsselland
12
7
5
GGD Zaanstreek-Waterland
9
5
4
GGD Zeeland
13
8
0
GGD Zuid Limburg
18
10
6
GGD Zuid-Holland West
8
5
3
GGD Zuid-Holland Zuid
20
10
3
Veiligheidsregio Gelderland Midden
16
8
8
Hulpverleningsdienst Groningen
23
14
9
Totaal
414
190
189
* Van elke regio is zo mogelijk ongeveer 50% van de gemeentelijke nota’s gescand. In totaal is van 225 gemeenten de nota op GGDkennisnet beschikbaar. ** De meeste van de nota’s in deze kolom zijn nog niet gereed.
6 041865-GDN-04.indd 6
14-01-14 10:26
De gescande nota’s zijn allemaal door de gemeenteraad goedgekeurd, maar kunnen lokaal, regionaal (=GGDbreed) of subregionaal geschreven zijn. Het is ook mogelijk dat het een (sub)regionale nota betreft, met een lokale paragraaf. De regio’s waar een regionale nota is geschreven, als kadernota voor de gehele regio en met de GGD als penvoerder, zijn: Twente, Fryslan, Zuid-Holland-Zuid, Zuid-Limburg, Gelderland-Zuid (Rivierenland), Zaanstreek-Waterland, Gelderland-Midden en Gooi- en Vechtstreek. Deze nota’s zijn over het algemeen als kadernota gebruikt voor lokale nota’s of uitvoeringsprogramma’s. Subregionale nota’s zijn ook geschreven. In dat geval is de betreffende nota meestal rechtstreeks gebruikt als gemeentelijke nota. Dit is bijvoorbeeld gebeurd in delen van Hart voor Brabant, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland Midden en Zeeland.
Tabel 2b: Soorten nota’s Soort nota
%
Lokale nota
58
Subregionale nota
13
Regionale nota
11
Subregionale nota met lokale paragraaf
7
Regionale nota met lokale paragraaf
6
Combinatie regionale/subregionale nota
5
• In 2010 was 36% van de nota’s een (sub-)regionale nota, tegen 29% nu. Andere interessante eigenschappen van de nota zijn of de nota deel uit maakt van een WMO-nota, en of eventuele bezuinigingen op de GGD beschreven zijn. Ook is gekeken of verdere uitwerking van het beleid is af te lezen aan de aanwezigheid van een plan van aanpak, activiteitenplan of implementatieplan, aan financiële informatie en aan prestatie-indicatoren. Deze laatste 3 indicatoren zeggen iets over de nadere uitwerking van de nota en daarmee over de kwaliteit.
Tabel 2c: Eigenschappen van de gemeentelijke gezondheidsnota’s Onderdelen van de nota:
%
Activiteiten/implementatieplan
49
Prestatie-indicatoren
58
Financieel/budgettering
64
Bezuinigingen GGD
9
Onderdeel WMO-nota
17
• In de voorgaande ronde gemeentelijke gezondheidsnota’s (2010) was aan 16% van de nota’s een activiteitenplan/implementatieplan toegevoegd. Dat is nu ongeveer 3 keer zo veel. In veel gevallen wordt ook genoemd dat men later nog een activiteitenplan wil bijvoegen. • Er werden in 2010 ongeveer even vaak als nu een overzicht van financiën/budgettering gegeven. Prestatieindicatoren worden iets vaker benoemd (58% t.o. 43%).
7 041865-GDN-04.indd 7
14-01-14 10:26
• De nota gezondheidsbeleid was in 2010 in 10% van de gemeenten gekoppeld aan de WMO-nota, tegen 17% nu: een kleine stijging. • Bezuinigingen bij de GGD worden niet vaak genoemd, en als ze genoemd worden is dat vrij summier, bijvoorbeeld dat hier rekening mee gehouden moet worden.
Verdieping Uitgaven voor gezondheidsbeleid in de gemeentelijke nota’s – wordt er bezuinigd? Van een aantal gemeenten is bekeken of het budget voor lokaal gezondheidsbeleid groter of kleiner was dan drie jaar geleden. Deze vergelijking wordt bemoeilijkt door de volgende factoren: • Er waren weinig gemeenten beschikbaar (8), die zowel in deze als de vorige nota-ronde een financiële paragraaf in hun nota hadden. • Per nota waren verschillen in de taken, die onder het budget vielen. • Soms was (een deel van) het budget nog niet vastgesteld door de gemeenteraad. Van de 8 gemeenten die beschikbaar waren, lieten 4 gemeenten bezuinigingen zien, en 4 gemeenten een hoger budget dan drie jaar geleden. Van de gemeenten met bezuinigingen, gaven twee gemeenten aan het gezondheidsbeleid budgetneutraal te gaan uitvoeren, door het bij andere beleidsterreinen onder te brengen. Extra inkomsten en uitgaven worden soms gegenereerd door (Europese) subsidies en decentralisatieuitkeringen. ‘Gezond in de stad’, de decentralisatie-uitkering voor tegengaan van SEGV die de grote steden hebben ontvangen, wordt genoemd in vijf van de 24 grootstedelijke nota’s (Amersfoort, regio Twente, Breda, Groningen en Haarlem). Een andere mogelijke bron van extra inkomsten is publiek-private samenwerking. Gemeenten in de regio Zuid-Holland-Zuid willen daarnaast een fondsenwerver aantrekken.
8 041865-GDN-04.indd 8
14-01-14 10:26
3. Decentralisaties en huidige WMO-taken In de nabije toekomst veranderen de taken van de gemeente aanzienlijk op het gebied van zorg, welzijn en arbeid ten gevolge van drie decentralisaties: Een uitbreiding van de WMO met gedeeltes van de AWBZ, de Jeugdwet en de Participatiewet. In alle gevallen kan gezondheidsbeleid een belangrijke bijdrage leveren aan de gemeentelijke voorbereidingen op deze transities, omdat door preventie bespaard kan worden op zorg- en ondersteuningskosten. Dit geldt voor veel thema’s, van gezonde leefstijl tot integraal beleid tot beschikbaar zijn van laagdrempelige (zorg of welzijn-)voorzieningen. Is er van deze relatie tussen gezondheidsbeleid en transities iets terug te vinden in de gemeentelijke gezondheidsnota’s? Wordt deze herkend en nemen gemeenten beleidsregie (vanuit gezondheidsbeleid) op deze thema’s? Tabel 3a geeft een overzicht van een aantal gescande items op het terrein van de transities en enkele andere prestatievelden van de WMO. Er is gescand of de afstemming op de Jeugdwet, AWBZ naar WMO en Participatiewet wordt benoemd in de gezondheidsnota. Daarnaast worden enkele andere items genoemd die gerelateerd zijn aan zowel de WMO als gezondheidsbeleid, zoals de toegankelijkheid van voorzieningen en kindermishandeling.
Toelichting: Naast het percentage van alle nota’s waarin het item wordt genoemd (‘totaal’) is het percentage gemeenten weergegeven dat aangeeft regie te nemen of opdrachtgeverschap te hebben op dit item (aangegeven met ‘regie’).
Ter vergelijking is bekeken of deze percentages anders zijn in de grote steden (de G31, waarvan n=24 gescand zijn). Ook maken we een vergelijking met de aparte categorie nota’s die gekoppeld zijn aan een WMO-nota (WMO, n=33)
Tabel 3a: Nota’s met verbinding met transitie en de WMO Totaal (n=190) %
Regie (n=190) %
G31 (n=24) %
WMO (n=33) %
Afstemming JGZ-jeugdzorg/voorbereiding Jeugdwet
63
39
75
82
Versterken eigen kracht/voorbereiding LHZ naar WMO
68
37
71
94
Versterken van participatie arbeidsmarkt/voorbereiding Participatiewet
57
31
54
79
Toegankelijkheid WMO/AWBZ-voorzieningen in gemeente
42
25
46
82
Maatschappelijke opvang en huiselijk geweld
40
24
38
76
Aanpak kindermishandeling
21
11
21
42
Preventie kindermishandeling
15
8
13
27
Ouderenmishandeling
12
8
17
15
sociale veiligheid
31
19
38
55
OGGZ
44
18
33
61
OGGZ-doelgroep
29
18
25
58
Monitor OGGZ
37
29
38
33
Verslavingsbeleid
30
17
33
52
Decentralisaties/sociaal domein
9 041865-GDN-04.indd 9
14-01-14 10:26
• De drie items die rechtstreeks gaan over de transities, worden in 50-70% van de nota’s genoemd, in de WMO-nota’s 80-100%. Dit geeft aan dat voor de meeste gemeenten gezondheidsbeleid duidelijk een rol speelt bij de transities, maar ook dat voorbereiding op de decentralisaties eerder ondergebracht wordt bij de WMO-nota. In 30-40% van de gezondheidsnota’s neemt de gemeente ook regie in de aansluiting bij de transities. • Alle onderdelen in deze tabel komen vaker voor in de WMO-nota’s, wat begrijpelijk is. Wel komen de meeste onderwerpen ook vaak voor in de specifieke lokale gezondheidsnota’s (> 30%). • Dit geldt niet voor de thema’s van kindermishandeling en ouderenmishandeling, die in alle soorten nota’s weinig voorkomen. • De verschillen tussen alle nota’s en de nota’s uit de G31 zijn klein op alle items die betrekking hebben op de transities.
10 041865-GDN-04.indd 10
14-01-14 10:26
4. Speerpunten, doelgroepen en beleidsregie 4.1 Landelijke speerpunten gezondheidsbeleid In de landelijke nota ‘Gezondheid dichtbij’ worden alcohol, roken, overgewicht, bewegen, depressie en diabetes genoemd als speerpunten voor gezondheidsbeleid. De nadruk ligt hierbij op bewegen. De gemeentelijke nota’s zijn gescand op deze speerpunten, voor de doelgroepen jongeren, volwassenen en ouderen. Het speerpunt ‘diabetes’ is niet onderverdeeld naar leeftijd. Naast depressie is ook het thema ‘psychische gezondheid’ opgenomen, omdat veel gemeenten beleid beschrijven op bijvoorbeeld weerbaarheid, eenzaamheid of dementie. In onderstaande tabel is weergegeven of de gemeenten beleid beschrijven op deze speerpunten in hun nota, en of zij hierin regie nemen cq opdrachtgeverschap hebben volgens de gemeentelijke gezondheidsnota.
Tabel 4a: Speerpunten uit de landelijke gezondheidsnota Algemeen (%)
G31 (%)
WMO (%)
totaal
regie
totaal
regie
Alcohol
98
93
96
88
Roken
67
45
54
45
Diabetes
46
28
38
33
Overgewicht
92
87
92
70
Bewegen
85
76
88
85
Psychosociale gezondheid
87
71
88
82
Depressie
67
52
67
55
• Alcohol, overgewicht, bewegen en psychosociale gezondheid/depressie zijn als speerpunten opgenomen in bijna elke gemeentelijke gezondheidsnota. In enkele nota’s wordt hierbij het Centrum Gezond Leven genoemd, of het gebruik maken van effectieve interventies waar mogelijk. • Dit geldt in mindere mate voor roken. Ook nemen de gemeenten minder vaak regie op dit speerpunt. Een vaak voorkomend argument is dat er al veel landelijke initiatieven zijn (bv. rookverbod in de horeca, teksten op pakjes). Overigens wordt ook vaak de gezonde school genoemd. Soms wordt specifiek het hierin opgenomen anti-rookbeleid genoemd. • Met betrekking tot overgewicht wordt regelmatig genoemd dat gemeenten JOGG-gemeente zijn of ambities daartoe hebben. • Met betrekking tot diabetes wordt vrijwel nooit apart beleid voorgesteld, maar het wordt gekoppeld aan het beleid op het gebied van bewegen/overgewicht. • Er is op deze speerpunten weinig verschil tussen alle nota’s en de selectie van grote steden. • Gezondheidsnota’s die onderdeel zijn van WMO-nota’s noemen alle speerpunten minder vaak, behalve bewegen.
11 041865-GDN-04.indd 11
14-01-14 10:26
4.2 Speerpunten en Doelgroepen Voor welke doelgroepen maken de gemeenten beleid, op de bovengenoemde speerpunten? Dit is te zien in onderstaande grafiek:
Figuur 4a: Speerpunten naar doelgroepen
• Met name de doelgroep jongeren wordt veel genoemd, op vrijwel alle speerpunten meer dan 70%, behalve bij roken en depressie. • De doelgroep ouderen wordt met name genoemd in relatie tot eenzaamheid/psychosociale gezondheid (66%). Ook overwicht en bewegen worden genoemd als speerpunten voor ouderen in de helft van de nota’s. • De verschillen met de vorige periode (2010) zijn niet opvallend, voor zowel de algemene thema’s als voor de doelgroepen jongeren en ouderen. 4.3 Overige speerpunten Een aantal andere punten worden ook vaak benoemd in de gemeentelijke gezondheidsnota’s en zijn onderdeel van lokaal of regionaal gezondheidsbeleid. Deze speerpunten zijn gescand en de resultaten zijn hieronder samengevat in tabel 4b. Wederom is een onderverdeling gemaakt naar totaal aantal gemeenten die deze punten benoemen en gemeenten die regie nemen/opdrachtgeverschap aangeven. Ook is bekeken of deze speerpunten anders zijn in grotere steden (G31) of in nota’s die bij WMO-nota’s horen.
Tabel 4b: Overige speerpunten Totaal (%)
Regie (%)
G31 (%)
WMO (%)
Drugs: Algemeen
49
36
58
52
* Jongeren
42
36
46
36
* Volwassenen
13
5
13
6
* Ouderen
11
4
8
6
Seksuele gezondheid
56
40
71
33
Opvoedondersteuning
59
45
63
85
Verslavingsbeleid
30
17
33
52
Gezonde leefomgeving alg.
65
34
67
58
12 041865-GDN-04.indd 12
14-01-14 10:26
• Terugdringen van drugsgebruik wordt vaak als speerpunt genoemd in de nota, met name onder jongeren. Dit wordt ongeveer even vaak genoemd als in 2010. • Opvoedondersteuning is een taak die voor gemeenten onder WMO-beleid valt en onder de Jeugdwet zal gaan vallen. Het wordt inmiddels genoemd in 59% van de nota’s (in de vorige ronde was dit nog 31%). In WMO-nota’s wordt het nog vaker genoemd (85%). • Seksuele gezondheid wordt vaak genoemd, maar opmerkelijk minder bij WMO-nota’s. • Verslavingsbeleid staat juist vaker in WMO-nota’s. • De verschillen tussen alle nota’s en G31 op deze thema’s zijn klein, ca. 10%, in tegenstelling tot de vorige ronde, toen seksuele gezondheid en drugs veel vaker genoemd werden in de steden. • Niet gescand zijn de onderwerpen prenatale voorlichting en de vaccinatiegraad, maar deze komen zo regelmatig voor dat ze het benoemen waard zijn. Het laatste thema is herhaaldelijk genoemd in de zgn. ‘bible belt’. Prenatale voorlichting is heel vaak genoemd in alle regio’s, een signaal dat gemeenten bezig zijn met jeugd(zorg)beleid ‘aan de voorkant’. 4.4 Overige doelgroepen Naast jeugd, volwassenen en ouderen, die per speerpunt zijn gescand, is apart gescand op een aantal overige doelgroepen.
Tabel 4c: Andere doelgroepen Totaal (%)
Regie (%)
G31 (%)
WMO (%)
Allochtonen
13
10
25
15
Chronisch zieken/gehandicapten
32
26
42
73
Mantelzorgers/vrijwilligers
37
31
42
88
• De doelgroep allochtonen wordt ongeveer net zo vaak genoemd als in de vorige nota’s, en wat vaker in de grote steden. • Chronisch zieken worden gemiddeld vaker genoemd dan vorige keer (2010: 21%). In WMO-nota’s worden ze bijna overal genoemd. • Dit geldt ook voor mantelzorgers/vrijwilligers, bijna alle WMO-nota’s en ook in 1/3 van de gezondheidsnota’s benoemen deze doelgroep (vergelijkbaar met scan 2010).
13 041865-GDN-04.indd 13
14-01-14 10:26
5. Sociaaleconomische gezondheidsverschillen (SEGV) Wereldwijd, en dus ook landelijk, regionaal en lokaal, bestaan er grote verschillen in gezondheid tussen mensen met een lage SES (sociaaleconomische status, zoals opleiding en inkomen) en mensen met een hoge SES. Een logische stap is dan ook om gezondheidsbeleid te voeren dat er op gericht is om de gezondheidssituatie van mensen met een lage SES te verbeteren en sociaaleconomische gezondheidsverschillen (SEGV) terug te dringen. Hoe komt dit doel naar voren in de gescande gemeentelijke gezondheidsnota’s? Er is nagegaan hoe vaak de doelgroep lage SES genoemd is in de nota’s en hoe vaak het terugdringen van SEGV. De resultaten zijn weergegeven in tabel 5a.
Tabel 5a: Doelgroepen sociaaleconomische gezondheidsverschillen Totaal (%)
Regie (%)
G31 (%)
WMO (%)
Lage SES: Algemeen
52
33
79
42
* Jeugd
24
18
54
21
* Volwassenen
21
15
38
18
* Ouderen
17
13
33
18
Terugdringen SEGV
34
21
67
21
• De doelgroep van mensen met een lage sociaaleconomische status wordt precies even vaak genoemd als in de vorige generatie gemeentelijke gezondheidsnota’s. • 1/3 van de gemeenten wil SEGV terugdringen, 1/5 neemt daarin regie. • In de nota’s van de grote steden (G31) wordt deze doelgroep en het terugdringen van SEGV vaker genoemd: 79 resp. 67%. • Het omgekeerde geldt voor de WMO-nota’s. Evenals andere thema’s die specifiek zijn voor volksgezondheid, komt terugdringen SEGV minder vaak voor als de nota gelinkt is aan een WMO-nota. Welke instelling of organisatie heeft de coördinatie bij projecten die bedoeld zijn om SEGV terug te dringen? En wie voeren deze projecten uit? Resultaten zijn weergegeven in Figuur 5a.
Figuur 5a: Uitvoering en coördinatie van projecten ten behoeve van het terugdringen van SEGV
14 041865-GDN-04.indd 14
14-01-14 10:26
Opmerkingen bij Figuur 5a: Bij welzijn hoort in deze figuur ook ‘sport’. Interventies worden vaak uitgevoerd, en ook wel gecoördineerd, door het gemeentelijk sportbedrijf. Naast de genoemde uitvoerders, waarop gescand is, worden ook scholen, zorgverzekeraars en bedrijven (publiek-private samenwerking) regelmatig genoemd.
15 041865-GDN-04.indd 15
14-01-14 10:26
6. Wijkgericht, kerngericht of buurtgericht werken Wijkgericht werken aan gezondheid werkt. Dit is bijvoorbeeld aangetoond in de Utrechtse wijk Overvecht. Veel steden werken daarom inmiddels wijkgericht aan gezondheid. Is dit terug te vinden in de nota’s? Zoals steden zich richten op wijken, hebben plattelands gemeenten dorpskernen waar ‘gezondheid dichtbij’ kan werken. Een mooi voorbeeld is de gezondheidsrace van de gemeente Laarbeek. Hoe zijn wijk-, kern- en buurtgericht werken terug te vinden in de nota’s? Daarover gaan de volgende items.
Tabel 6a: Wijkgericht werken Totaal (%)
Regie (%)
G31 (%)
WMO (%)
Wijk-/kerngericht werken
52
34
88
48
* Gericht op leefstijl
26
19
63
18
* Gericht op zorg
30
23
54
12
* Gericht op leefomgeving
29
24
67
21
• De helft van de nota’s verwijst naar wijkgericht werken, 1/3 van de gemeenten neemt regie of heeft opdrachtgeverschap op wijk-/kern-/buurtgericht of community-based werken. • Voor de G31 gemeenten geldt, dat ze bijna allemaal (88%) wijkgericht werken noemen in hun nota (regie=79%). • Ook in de WMO-nota’s komt wijkgericht werken aan bod, maar er is minder aandacht voor de specifieke gezondheidsthema’s leefstijl, zorg en leefomgeving.
Verdieping Is er een samenhang tussen wijkgericht werken en het verkleinen van SEGV? Wijkgericht werken is vaak gericht op het terugdringen van SEGV in de betreffende wijk. Vinden we dit terug in de nota‘s? Worden beide items in dezelfde nota’s beschreven? De algemene vraag naar wijkgericht werken wordt in 52% van de nota’s met ‘ja’ beantwoord (tabel 6a), evenals de vraag naar de doelgroep lage SES (tabel 5a). Terugdringing van SEGV (tabel 5a) wordt in 34% van de gevallen met ‘ja’ beantwoord. De combinatie lage SES/wijkgericht komt in 32% van de nota’s voor, en de combinatie terugdringen van SEGV/wijkgericht in 20%. Dat is 2/3 van de alle nota’s waarin lage SES resp. SEGV genoemd worden. Voor de G31 (n=24) geldt wel dat bijna alle steden die de doelgroep lage SES/terugdringen van SEGV noemen (79%/67%, zie tabel 5a), ook wijkgericht werken benoemen in hun nota.
16 041865-GDN-04.indd 16
14-01-14 10:26
7. Integraal werken Gezondheidsbeleid beperkt zich niet tot het uitvoeren van de wettelijke taken van de WPG: Ook op andere gemeentelijke beleidsterreinen kunnen besluiten genomen worden die zowel van positieve als van negatieve invloed kunnen zijn op de publieke gezondheid. Andersom heeft de gezondheid van mensen invloed op andere beleidsterreinen. Gezondheid is te zien als een ‘productiefactor’: gezonde, actieve burgers kunnen een actieve bijdrage leveren aan de maatschappij en daarmee de gemeente. Is het terug te vinden in de nota’s dat gemeenten zich deze rol van gezondheid realiseren, en de consequenties daarvan voor andere beleidsterreinen? Er is geprobeerd dit te meten door te scannen of samenwerking met andere gemeentelijke beleidsterreinen een rol heeft in de nota.
Tabel 6a: Wijkgericht werken Totaal (%)
G31 (%)
WMO (%)
Afstemming lokaal gezondheidsbeleid/andere beleidsterreinen gemeente
52
88
48
* sociaal (onderwijs, sport, welzijn)
26
63
18
* fysiek (verkeer, ruimtelijke ordening, milieu, volkshuisvesting)
30
54
12
* economisch (economisch, financieel, werkgelegenheid)
29
67
21
• Gemeenten vinden integraal gezondheidsbeleid heel belangrijk, te zien aan de nota’s. Met name de sociale en fysieke beleidsterreinen worden veel genoemd. • Veelgenoemde beleidsterreinen zijn ouderenbeleid, jeugdbeleid, sportbeleid, welzijn, ruimtelijke ordening en veiligheidsbeleid. • De resultaten liggen enigszins hoger voor de G31 (bijna 100% voor de algemene vraag) • Ook in de WMO-nota’s wordt integraal benoemd, bijna even vaak als in alle nota’s samen. • In de vorige quick scan noemde 75% van de gemeenten integraal beleid, iets lager dan nu. Dit was 94% voor de G31.
17 041865-GDN-04.indd 17
14-01-14 10:26
8. Wettelijke taken van gemeenten en de rol van de GGD Via de WPG hebben gemeenten wettelijke taken op het gebied van gezondheid. Daarnaast heeft de gemeente andere wettelijke taken, die raken aan gezondheidsbeleid. Hierbij valt te denken aan de WMO, de wet op de lijkbezorging en de wet op de Veiligheidsregio’s. Deze taken worden vaak, maar niet altijd, belegd bij de GGD. Welke wettelijke taken worden genoemd in de nota en worden deze al dan niet belegd bij de GGD? Is dit anders voor de regionale nota’s en voor de WMO-nota’s?
Figuur 8a: WPG taken gemeenten en de rol van de GGD
• De jeugdgezondheidszorg, collectieve preventie/het opzetten van preventieprogramma’s en de gezondheidsmonitor worden in meer dan 80% van de nota’s genoemd. • De ouderengezondheidszorg en infectieziektebeleid worden in ca. 75% van de nota’s genoemd. • Bij het item ouderengezondheidsbeleid, een nieuwe taak volgens de WPG, is niet nagevraagd of dit door de GGD uitgevoerd wordt (en dit is dus ook niet terug te vinden in de grafiek). • Voor de taken op het gebied van gezondheidsbescherming (medische milieukunde, technische hygiënezorg en infectieziektebeleid), wordt vrijwel altijd de GGD als partner genoemd. • Veel gemeentelijke nota’s die de GGD niet noemen, noemen ook geen andere uitvoeringspartners. Alleen voor de wettelijke taken JGZ, gezondheidsbevordering en het meenemen van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen worden regelmatig andere partners genoemd (resp. in 9, 13 en 15% van de nota’s). • De andere mogelijke partners zijn heel divers. Voor de JGZ zijn dit bijvoorbeeld andere gemeentelijke diensten of zorgorganisaties. Voor het bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen wordt soms de gemeente zelf genoemd. • Vaak worden de wettelijke taken in de regionale nota’s beschreven. De regionale nota’s laten een verdeling zien die vergelijkbaar is met de gemeentelijke nota’s. Door het lage aantal gescande regionale nota’s (7) zijn de verschillen niet significant. • WMO-nota’s noemen de wettelijke taken minder vaak dan de gemiddelde nota.
18 041865-GDN-04.indd 18
14-01-14 10:26
Figuur 8b: Andere wettelijke taken gemeenten in de nota’s
• De andere wettelijke taken die niet onder de WPG vallen, worden weinig genoemd: crisisbeleid (dit valt onder de Wet op de Veiligheidsregio’s), forensische geneeskunde (dit valt onder meerdere wetten, onder andere de Wet op de lijkbezorging) en de OGGZ(=monitor) en sociaal-medische advisering bij de WMO. Deze laatste taken vallen onder de WMO. • Overige toezichttaken (zoals op de kinderopvang) worden wel in de helft van de nota’s genoemd. • OGGZ wordt vaker genoemd in de WMO-nota, waar het ook onder valt.
19 041865-GDN-04.indd 19
14-01-14 10:26
9. Relatie preventie en zorgbeleid Een onderdeel van gezondheidsbeleid is zorgbeleid: Is er voldoende zorg in de gemeente? Is deze zorg goed bereikbaar? Hoe zit het met de samenhang tussen de zorg (1e lijn) en preventie (0e lijn)? Om na te gaan hoe de gemeentelijke gezondheidsnota’s deze thema’s benaderen, zijn de volgende onderwerpen gescand. De resultaten voor alle nota’s, de G31-nota’s en de WMO-nota’s zijn in onderstaande tabel weergegeven.
Tabel 9a: Scanitems op het gebied van zorgbeleid Totaal (%)
Regie (%)
G31 (%)
WMO (%)
Voldoende eerstelijnszorg
27
23
29
21
Overleg gemeente-eerstelijns
43
31
38
36
Afstemming preventie/curatie
76
59
79
55
• Relatief weinig gemeenten (minder dan de helft) noemen samenwerking met de eerstelijns in hun gezondheidsnota. Of er voldoende eerstelijnszorg aanwezig is binnen de gemeentegrenzen wordt nog minder vaak genoemd (<30%). In de nota’s waar dit item wel wordt genoemd, gaat het vaak om de noodzaak/bouw van een nieuw gezondheidscentrum. • Afstemming van preventie en curatie (bijvoorbeeld de eerstelijnszorg) is een taak uit de WPG en wordt in driekwart van de nota’s genoemd. In de WMO-nota’s wordt het minder genoemd (55%). In de meeste nota’s wordt niet nader uitgelegd hoe dit ingevuld wordt.
20 041865-GDN-04.indd 20
14-01-14 10:26
10. Verschillen tussen soorten nota’s In de voorgaande paragrafen zijn telkens alle nota’s (n=190) vergeleken met nota’s uit de grote steden, de G31 (n=24) en gezondheidsnota’s die gecombineerd zijn met een WMO-nota (n=33). Hoe verhouden deze nota’s zich nu ten opzichte van elkaar? Welke thema’s zijn het belangrijkst in alle nota’s, in de G31-nota’s en in de WMO-nota’s? In Tabel 10a is weergegeven welke 10 thema’s in welke nota’s het vaakst voorkomen.
Tabel 10a: Top 10 van thema’s in verschillende nota’s Algemeen (n=190)
G31 (n=24)
WMO (n=33)
Regionaal (n=7)
1
Alcohol algemeen
Monitor algemeen
Voorbereiding uitgebreide WMO
(nr.1-8: even vaak) JGZ
2
Monitor algemeen
Alcohol algemeen
Mantelzorgers/ vrijwilligers
Gezondh. bevordering
3
Overgewicht algemeen
Afstemming andere beleidsterreinen
Alcohol algemeen
Monitor algemeen
4
JGZ
Alcohol Jeugd
Opvoedingsonderst.
Alcohol algemeen
5
Alcohol jeugd
Overgewicht algemeen
Bewegen
Alcohol Jeugd
6
Overgewicht jeugd
Overgewicht jeugd
Psycho-soc. gezondh.
Overgewicht
7
Psycho-soc. gezondh.
Afstemming fysiek (verkeer, RO etc.)
Toegank. voorziening.
Overgewicht jeugd
8
Bewegen
Wijkgerichte aanpak
Voorbereiding Jeugdwet
Afstemming andere beleidsterreinen
9
Gezondh. bevordering
JGZ
Monitor algemeen
(9-10: even vaak) Ouderengezondh. zorg
10
Afstemming andere beleidsterreinen
Gezondh. bevordering/ psycho-soc. gezondh./ bewegen
JGZ/Participatiewet/ Afstemming andere beleidsterreinen
Seksuele gezondheid
• De speerpunten alcohol en bewegen staan in elke top 10. In de top 10 van de WMO-nota’s zijn overgewicht, en de doelgroep jeugd, niet meer terug te vinden. In de regionale nota’s ontbreekt psychische gezondheid. • De wettelijke taken JGZ en monitor staan in elke top 10. Bij de WMO-nota’s staan deze in de onderste regionen. De taak gezondheidsbevordering staat er bij de WMO-nota’s niet in, bij de andere nota’s wel. • In de WMO-nota’s staan de transitie-thema’s met betrekking tot de uitbreiding van de WMO, de Jeugdwet en de Participatiewet allemaal in de top 10. Die ontbreken in de andere nota’s. • Drie items die op integraal beleid duiden, staan in de G31-nota’s: de wijkgerichte aanpak, de afstemming met andere beleidsterreinen en specifiek de afstemming met beleidsterreinen in het fysieke domein.
21 041865-GDN-04.indd 21
14-01-14 10:26
Is zorgbeleid het belangrijkste thema voor de gemiddelde nota, de G31-nota of de WMO-nota? En hoe zit dit voor de decentralisaties of de landelijke speerpunten? De relatieve bijdrage van de verschillende soorten nota’s is berekend voor elk beleidsthema uit de scanlijst. Hierbij is natuurlijk rekening gehouden met de verschillen in aantal nota’s. Figuur 10a illustreert hoe de diverse nota’s zich verhouden per thema.
Figuur 10a: Relatieve bijdrage van de soorten nota’s aan beleidsthema’s
• Op de thema’s SEGV en wijkgericht werken scoren de G31-nota’s aanmerkelijk hoger. In mindere mate geldt dit ook voor de afstemming van beleidsterreinen. • De WMO-nota’s besteden meer aandacht aan decentralisatie en doelgroepen. • De WMO-nota’s besteden minder aandacht aan WPG-taken, wijkgericht werken en SEGV, zorgbeleid en de speerpunten.
22 041865-GDN-04.indd 22
14-01-14 10:26
11. Een indruk van 190 gemeentelijke gezondheidsnota’s Met behulp van een scanlijst is de inhoud van 190 nota’s verwerkt, geanalyseerd en beschreven. Hiermee zijn de nota’s op grote lijnen te vergelijken, op thema’s die we van tevoren uitgekozen hebben. Op sommige punten is een vergelijking te maken met voorgaande quick scans. Deze kwantitatieve analyse vindt u terug in dit rapport. Dit is een waardevolle en voor landelijk beleid goed bruikbare vergelijking. Tegelijkertijd doen deze cijfers niet volledig recht aan de verscheidenheid van de gemeentelijke gezondheidsnota’s. De nota’s zijn onderling op veel punten verschillend, zoals ook de gemeenten, wethouders en ambtenaren die aan deze nota’s gewerkt hebben, verschillend zijn. Er bestaan (ultra-)korte nota’s van 6 pagina’s, en hele lange nota’s van 80 pagina’s. Sommige nota’s geven alleen een visie, terwijl andere juist uitsluitend een uitvoeringsprogramma bevatten. De één is bijzonder vernieuwend, terwijl de ander alleen bestaand beleid voortzet. De verschillen zijn misschien wel groter dan de overeenkomsten waarop we gescand hebben. Deze verschillen zorgen er enerzijds voor dat de nota’s moeilijker te vergelijken zijn en daarmee moeilijker te toetsen. Anderzijds is aan de diversiteit te zien dat het maken van de nota een lokaal proces is geworden, door elke gemeente of (sub-)regio op maat gemaakt. Over het algemeen zijn de gemeentelijke nota’s korter en bondiger dan in voorgaande quick scan rondes. Wel bevatten ze vaker een uitvoeringsprogramma en financiële, wat er op duidt dat er nagedacht is over de praktische implementatie van het beleid. De plannen in de nota’s zijn wat dat betreft geen ‘papieren tijgers’. Het zijn concrete plannen, waar veelal een visie achter zit en waarin van voorgaande projecten geleerd is, maar er worden niet teveel woorden vuil gemaakt aan de vastlegging van deze plannen in de nota. En de verschillen zijn zo groot dat een harde vergelijking tussen gemeenten van de uitvoeringsplannen en financiële investering het vergelijken van appels met peren zou zijn. Tussen de nota’s bestaan ook nog verschillen in de verbindingen die gelegd worden. Zo lijkt het gezondheidsbeleid in de ene gemeente nog voornamelijk een zaak van het gemeentehuis. Een andere gemeente heeft daarentegen alle mogelijke partijen op het gebied van gezondheid al gemobiliseerd, mede in het kader van de aankomende decentralisaties. Ten opzichte van voorgaande gemeentelijke nota’s is wel te concluderen dat die verbindingen, zowel binnen als buiten het gemeentehuis, meer gelegd worden in de huidige generatie nota’s. Deze observaties, het verder in de praktijk brengen van gemeentelijk gezondheidsbeleid, het leren van voorgaande jaren en de uitbreiding van netwerken ten behoeve van beleid en uitvoering, wijzen op het volwassen worden van de gemeentelijke gezondheidsnota’s.
23 041865-GDN-04.indd 23
14-01-14 10:26
Bijlage I Scanlijst voor gemeentelijke gezondheidsnota’s 2013 De gemeentelijke nota’s zijn langs onderstaande lijst met scan-items gelegd. Ten eerste zijn de wettelijke taken van de gemeente op het gebied van gezondheid gescand. De meeste items vallen onder de Wet Publieke Gezondheid (WPG). Daarnaast spelen enkele andere wetten een rol zoals de Jeugdwet en de WMO. Zie hoofdstuk 8 voor nadere uitleg. In het geel staan scan-items die betrekking hebben op de speerpunten uit de landelijke nota, plus enkele andere speerpunten die gemeenten vaak belangrijk vinden. De oranje scan-items gaan over het zorgbeleid: het beleid dat gemeenten voeren met betrekking tot (met name de eerstelijns-)zorg. Vervolgens in het blauw enkele thema’s die laten zien hoe de gemeenten zich voorbereiden op de diverse decentralisaties: de Jeugdwet, de Participatiewet en de uitbreiding van de WMO. De sociaaleconomische gezondheidsverschillen (SEGV) tussen mensen met een lage en hoge sociaaleconomische status (SES) zijn groot. Dit is een belangrijk thema in de landelijke nota en wordt daarom ook gescand (zie het rode vlak hieronder) in de gemeentelijke nota’s. Dit geldt in feite ook voor wijkgericht werken (groen), waarvan aangetoond is dat het effectief kan zijn voor het tegengaan van SEGV. Tenslotte zijn in het paars enkele eigenschappen van de nota’s zelf weergegeven.
Taken Publieke Gezondheid en rol van de GGD Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Medische milieukunde Technische hygiëne zorg (toezicht) Toezichttaken overig (kinderopvang, drank- en horecawet, etc.) Infectieziektebeleid (preparatie op) Crisisbeleid Nazorg bij crises en rampen Forensische geneeskunde (relatie met amhk, kindermishandeling, lijkschouw (ook bij kinderen)) Preventieprogramma's en -beleid (opzetten, uitvoeren, evalueren) Beleidsadvisering (meenemen gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen) Uitvoering indicatiestelling voorzieningen binnen WMO (sociaal medische advisering) Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) Epidemiologie/monitoring * Monitor Jeugd * Monitor Ouderen * Monitor OGGZ/kwetsbare groepen
Speerpunten leefstijl Alcohol
Roken
Drugs
Overgewicht
Bewegen
* Jeugd (t/m 19)
* Jeugd (t/m 19)
* Jeugd (t/m 19)
* Jeugd (t/m 19)
* Jeugd (t/m 19)
* Volwassenen
* Volwassenen
* Volwassenen
* Volwassenen
* Volwassenen
* Ouderen (> 65)
* Ouderen (> 65)
* Ouderen (> 65)
* Ouderen (> 65)
* Ouderen (> 65)
24 041865-GDN-04.indd 24
14-01-14 10:26
Speerpunten leefstijl Psychosociale problematiek/Psychische gezondheid (mentaal fit/eenzaamheid/stress/angststoornissen/ dementie) * Jeugd (t/m 19) * Volwassenen * Ouderen (> 65) Depressie * Jeugd (t/m 19) * Volwassenen * Ouderen (> 65) Diabetes Seksuele gezondheid (veilig vrijen/SOA/zwangerschap/loverboys etc.) Specifieke doelgroepen * Allochtonen (migranten/vluchtelingen) * Chronisch zieken/gehandicapten * OGGZ groep * Mantelzorgers en vrijwilligers Regionale/intergemeentelijke samenwerking mbt thema's/leefstijlactiviteiten Overige speerpunten * Opvoedingsondersteuning * Ouderengezondheidszorg * Verslavingsbeleid * Gezonde leefomgeving algemeen
Zorgbeleid Aanwezigheid (voldoende) eerstelijnszorg (huisartsen, tandartsen) Overleg gemeente/eerstelijnszorg (bv. ROS) Afstemming tussen preventie en curatie (zorgsector)
Decentralisaties/sociaal domein Toegankelijkheid WMO/AWBZ-voorzieningen in gemeente Afstemming JGZ-jeugdzorg/voorbereiding Jeugdwet Versterken eigen kracht/voorbereiding LHZ naar WMO Versterken van participatie arbeidsmarkt/voorbereiding Participatiewet Maatschappelijke opvang en huiselijk geweld Aanpak kindermishandeling Preventie kindermishandeling Ouderenmishandeling Sociale veiligheid
25 041865-GDN-04.indd 25
14-01-14 10:26
SEGV Doelgroep lage SES (gezondheidsachterstanden) * Jeugd (t/m 19) * Volwassenen * Ouderen (> 65) Stimuleren terugdringen sociaaleconomische gezondheidsverschillen (SEGV)/gezondheidsachterstanden * Coördinatie bij gemeente * Coördinatie bij GGD * Coördinatie bij zorgpartij * Coördinatie bij welzijnspartij * Coördinatie elders * Onbekend wie coördinator is * Uitvoering bij GGD * Uitvoering bij zorgpartij * Uitvoering bij welzijnspartij * Uitvoering anders * Onbekend wie uitvoerder is
Wijkgericht werken Een wijkgerichte aanpak wordt genoemd in de nota * Bevorderen gezonde leefstijl in de wijk * Bevorderen goede zorg in de wijk * Wijkgerichte aanpak mbt leefomgeving
Nota Soort nota * lokale nota * subregionaal * regionaal (GGD-breed) Prestatie-indicatoren worden benoemd Plan van aanpak/uitvoeringsprogr/activiteitenplan/implementatieplan bijgevoegd Financien/gelabeld budget is beschreven Eventuele bezuinigingen op GGD beschreven Nota lokaal gezondheidsbeleid onderdeel van WMO of andere nota Afstemming lokaal gezondheidsbeleid/andere beleidsterreinen gemeente * sociaal (onderwijs, sport, welzijn) * fysiek (verkeer, ruimtelijke ordening, milieu, volkshuisvesting) * economisch (economisch, financieel, werkgelegenheid)
26 041865-GDN-04.indd 26
14-01-14 10:26
Colofon GGD Nederland Miranda van den Broek Anja Koornstra November 2013
Voor meer informatie http://www.ggdkennisnet.nl/thema/gemeentelijke-gezondheidsnota-s
041865-GDN-04.indd c
14-01-14 10:26
041865-GDN-04.indd d
14-01-14 10:26