RN005-0007 d.d.
29JSEP.2D05
GEMEENTERAAD VAN BERGE ZESDE VERGADERING Maandag 27 juni 2005, des namiddags om 16.00 uur. VOORZITTER: burgemeester drs. J.M.M. Polman AANWEZIG:
de dames:
J.G.M, de Koning-van de Gasteel, S.H, Kiezebrink, M.J.P. van Kemenade, M.A. Verhoog.
de heren:
A.J.F.M. Linssen, F.M.J. Hagens, drs. A.F.M. Siebelink, L.C.J. Wijten, G.J.F. Akkermans, G.M.P.M. Nefs, MJ.P. van Eekelen, J. van de Water, CA van Pul, R. Aktürk, F.A.C. Mouws, W.C.E. Musters, E.C.A. van den Eijnden, D.A. van den Kieboom, W.P, Huijgens, P.J.W. J. Slijpen, J.G. Huismans, A. J.M. Coppens, M.C. Velthoen, A.J. Hagenaars, A.J. van der Wegen, PhA Aertssen, L.H. van der Kallen, O. Duman, A. Harijgens.
WETHOUDERS:
de heren:
C.W.M, van der Weegen, L.C.A. Withagen, G.A.A.J. Janssen, P.M.I. van den Kieboom
AFWEZIG:
de dames:
Y.M.M.M. Kammeijer-Luycks
de heren:
A.J. van Es, P.M.M. Roosendaal, A. Akkaya
GRIFFIER:
de heer F.P. de Vos.
1. Opening. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en gaat verder als volgt. Ik heet u allen hier van harte welkom alsmede de luisteraars van de BRTO. Er is bericht van verhindering ontvangen van mevrouw Kammeijer en de heren Van Es, Roosendaal en Akkaya. De heer Van Pul heeft laten weten dat hij ongeveer om 18.00 uur hier zal zijn. Ik hoor net dat de heer Huijgens in een file zit. 2. Vaststelling agenda. De VOORZITTER: Wij zijn aangekomen bij de vaststelling van de agenda. Kunt u akkoord gaan met de agendapunten. Er zijn twee hoofdnummers, de jaarrekening en het beleidskader. Dat is akkoord? Dan is de agenda vastgesteld. Er is ook nog een pauze voorzien. Als de jaarrekeningbehandeling nu heel voorspoedig verloopt en dat is in uw handen, dan kunnen we kijken of we meteen doorgaan met het Beteidskader en anders pauzeren we. Er staat hier voor me dat we uiterlijk om 23.00 uur vanavond de vergadering beëindigen. Ik vind dat een heel goed streven als uiterste tijd. U heeft zelf in de hand of we as. donderdag om 16.00 uur al weer met elkaar hier zitten. Als we voor elven kunnen afronden dan zou dat ons allen veel waard zijn. Zoals u heeft gemerkt de vorige raadsvergadering, ben ik een voorzitter die het geen probleem vind wanneer ook in eerste termijn kort wordt geïnterrumpeerd. In het presidium is ook afgesproken dat we dat experiment maar even voortzetten. De lijn daarmee is wel dat het betoog van degene die spreekt niet zeer gefrustreerd moet worden, dat interrupties kort en krachtig zijn en dat u elkaar laat uitspreken. Als het uit de hand loopt en er zijn teveel interrupties dan zal ik ingrijpen en op dat moment interrupties verbieden, maar ik weet dat u het ongetwijfeld niet zo ver laat komen. GRiFFIE
Er zijn spreektijden afgebroken in het presidium voor de jaarrekening, ik stel voor die te handhaven. Er is vervolgens ook nog een aantal antwoorden gegeven op schriftelijke vragen of anderszins, vragen die in de commissie zijn gesteld. Die antwoorden zijn tot u gekomen. Het verzoek van het college is, een klein puntje, om daar waar over de GGD wordt gesproken voor het Dagelijks bestuur Algemeen bestuur te lezen. Dat waren wat mededelingen voorafgaand aan de behandeling van onze B-stukken. Ik stel voor om over te gaan tot het bespreken van onze jaarrekening 2004. 3. Vaststellen jaarrekening 2004. De VOORZITTER: De spreektijd is, zoals afgesproken, maximaal 5 minuten per fractie. We kijken daarna of het college het nodig vindt om nog even kort te schorsen voordat zij tot beantwoording overgaat. In tweede termijn hebben de fracties ook 5 minuten per fractie. De volgorde der sprekers is, zoals u gewend bent, naar grootte van de fractie. Ik hoef dat niet op te noemen, want u weet allemaal hoe groot u bent. In die volgorde gaan wij met elkaar de jaarrekening behandelen. Tot slot stel ik u voor, als u dat wenst, om gebruik te maken van het katheder bij uw eerste termijn. Bij de behandeling eenmaal per jaar van de jaarrekening is het misschien wel zo aardig dat u al uw collega's ook echt in de ogen kunt kijken. Dan wil ik graag het woord geven aan de woordvoerder van Lijst Linssen en dat is de fractievoorzitter, de heer Linssen. De heer LINSSEN: Het is overduidelijk, dit college heeft zijn zaken blijkbaar heel slecht op orde. Waarom stel ik dit zo nadrukkelijk? Om de volgende redenen. Reeds jaren vecht Lijst Linssen tegen de alsmaar verdergaande bureaucratie. Lijst Linssen zal hier niet ingaan op allerlei technische details. Naar onze mening is het ook niet de bedoeling van deze algemene raadsbehandeling. De gemeenteraad heeft echter vorig jaar taakstellende bezuinigingen opgelegd die binnen de ambtelijke organisatie zouden moeten worden uitgevoerd. Wat is hiervan terecht gekomen? Niets, Bergen op Zoom staat voor schut vanwege het ontbreken van een goedkeurende accountantsverklaring, maar nog veel erger is het volgende. Binnen het steeds maar uitdijende stadskantoor bestaan koninkrijkjes, hoge ambtenaren kunnen blijkbaar gewoon hun gang gaan, Financiële controle schijnt te ontbreken. De gemeenteraad, het hoogste orgaan, wordt volstrekt niet serieus genomen. Dat vindt Lijst Linssen een buitengewoon ernstige zaak, want daarmee wordt duidelijk gemaakt dat men dus de inwoners van Bergen op Zoom, Halsteren en Lepelstraat niet serieus neemt en zijn wij hiervan het slachtoffer. Wie is hiervoor verantwoordelijk? Het voltallige college. Dit college heeft de gemeente Bergen op Zoom van een plus- naar een min-gemeente gebracht Voorwaar een prestatie van formaat. Lijst Linssen geeft wel complimenten aan de controlecommissie die haar werk goed heeft uitgevoerd en ook niet heeft geschroomd om degelijke, inhoudelijk kritische opmerkingen te maken. Uiteraard dient het college deze op- en aanmerkingen serieus te nemen en naar behoren uit te voeren in de tijd die het college nog rest. Het is vooral een tijd om ook eens goed na te denken over de manier waarop onze ambtelijke organisatie in elkaar steekt en niet door weer eens een onderzoeksbureau een peperdure opdracht te verstrekken waar aanbevelingen uit komen waar vervolgens niets mee wordt gedaan. Eén probleem is overduidelijk, blijkbaar wordt er niet goed geleerd om verantwoording af te leggen. Dat loopt tot het hoogste niveau door. Lijst Linssen is dan ook heel benieuwd wat wethouder Van der Weegen morgen, dinsdag, te bespreken heeft met verschillende uitzendbureaus waarmee hij een afspraak heeft gemaakt Wellicht kan hij alvast een tip van de sluier oplichten. Lijst Linssen kan uiteraard onmogelijk instemmen met deze jaarrekening, één van de dieptepunten van dit college. Ik kom daar bij de behandeling van het Beleidskader op terug. Het allergrootste kritiekpunt heeft betrekking om de consequenties hiervan voor onze burgers, lastenverlichting wordt door dit financiële debacle steeds lastiger. Dat is het tragische van deze jaarrekening. Op allerlei fronten zijn de overheidslasten voor de burger alleen maar toegenomen. Dit college heeft ervoor gezorgd dat enige lastenverlichting van de zijde van het gemeentebestuur nog nauwelijks mogelijk wordt. Het wordt daarom tijd voor een andere wind in deze gemeente. De heer MOUWS: U merkt voorzitter, dat wij deze groei nog niet tot ons hadden laten doordringen, maar het kan gebeuren. Voorzitter, college, collega's, geachte aanwezigen en luisteraars van de BRTO Allereerst dank voor de beantwoording van de vele vragen die de CDA-fractie weer moest stellen. De CDA-fractie heeft het besprekingsverslag van de controlecommissie goed doorgenomen. Het verbaasde onsj&n beetje dat niet de heer Wijten, namens die commissie, hier het woord kreeg omdat dat tot nu toe gebruikelijk
12. Voorstel inzake toezicht en bemensing fietsenstallingen. Nr. SROB/05/056 13. Voorstel inzake onttrekking van wegen aan de openbaarheid ten behoeve van de realisering van de omlegging Halsteren (A4) Nr. SROB/05/058 14. Voorstel inzake bestuursovereenkomst tussen gemeenten en de provincie Noord-Brabant betreffende de uitvoering van de revitalisering landelijk gebied (Gebiedsplan Brabantse Delta). Nr. SROB/05/059 15. Voorstel inzake verantwoordingsverslag ISV-1 Nr. SROB/05/062 16. Voorstel inzake eerste wijziging Algemeen Plaatselijke Verordening 2004. Nr. SROB/05/063 Zonder beraadslaging worden de voorstellen 11 t/m 16 aangenomen. 17. Voorstel inzake Kadernota Milieubeleid 2005-2009. Nr. SROB/05/066 De heer SIEBELINK: Tussen de commissiebehandeling van dit stuk en de raadsvergadering heeft ons een stuk bereikt Actieplan Horeca 2005. Hierin spreekt Horeca Nederland onder andere over het feit dat zij van mening zijn dat de gemeente Bergen op Zoom zeer stringent optreedt met betrekking tot de horeca. Er wordt zelfs over gesproken dat de horeca hard wordt aangepakt en dat in de gemeente Bergen op Zoom een aantal regels wellicht veel strenger wordt toegepast dan in andere gemeenten. Nu wil ik daar uiteraard hier ter plaatse geen oordeel over uitspreken, maar ik wil wel het college verzoeken, o.a. bij de implementatie van dit raadsvoorstel en de gesprekken die er met de horeca zullen plaatsvinden om toch goed te bezien in hoeverre Bergen op Zoom iet roomser is dan de Paus en dat ook het economisch aspect van de horeca, dus ook de werkgelegenheid voor ons uiteraard een belangrijk aspect is. Wij verzoeken het college in haar contacten met de horeca hier toch duidelijk rekening mee te houden. De heer L1NSSEN: Mag ik hier een kleine toelichting bij geven. Het is heel ongewoon dat ik het doe, maar ik heb niet kunnen overleggen met de heer Siebelink hierover. De VOORZITTER: Een heel kleine toelichting. De heer LINSSEN: Ik denk dat we dit ook in de context moeten zien van de opmerking van de brief van het Jazzweekend die met name meer geld vraagt en eigenlijk ook zegt dat zij door de veranderde regelgeving meer kosten moeten maken. Ik denk dat we dat daar best in mee mogen nemen, want dat wordt natuurlijk door een aantal zaken genoemd. De heer VAN DER KALLEN: Dit A-stuk wordt min of meer toch tot B-stuk gemaakt. Wat mijn fractie betreft is het helder. We handhaven de regels die we hebben sec. Dat is niet slap of sterk of wat dan ook. De regels worden gehandhaafd en het zal duidelijk zijn, het verzoek van Lijst Linssen kunnen wij niet ondersteunen. Wel een verzoek om naar de regels te kijken om ze te veranderen, niet om anders te handhaven dan strikt te handhaven. De VOORZITTER: Het verzoek is duidelijk overgekomen. Ik interpreteer uw opmerkingen ook als stemverklaring als u dat goedvindt. U heeft uw punt daarmee gemaakt. 18. Voorstel inzake Verordening voorzieningen burgemeester en wethouders 2005. Nr. SM/05/02 19. Voorstel inzake Participatie gemeente Bergen op Zoom in de Stichting GBKN-Zuid. Nr. SM/05/04 GRIFFIE Bergen op
Zonder beraadslaging worden de voorstellen 18 en 19 aangenomen. B-stukken. 20. Voorstel inzake instellen Rekenkamer. Nr. GRIF/05/10. De VOORZITTER: Als u het goed heeft gezien ligt op dit moment nog een conceptbesluit voor dat eigenlijk alle kanten op kan en daarmee eigenlijk ook geen besluit is. Ik stel voor dat als u nog opmerkingen wil maken we straks in de besluitvorming eerst met elkaar besluiten om over te gaan tot een rekeningscommissie of een rekenkamer conform wettelijk model, dus eerst die besluitvorming doen en daarna de besluitvorming over de concrete verordening. In die tweetrapsraket wilde ik het stuk tot besluitvorming brengen. De heer VAN DEN KIEBOOM: Ik heb in de commissie aangegeven dat ik het nog mee terug zou nemen naar de fractie omdat wij nog niet helemaal overtuigd waren welke richting wij uit zouden gaan. Wij hebben het gezamenlijk bekeken en wij zijn tot de conclusie gekomen dat we moeten kiezen voor een rekenkamercommissie, omdat het ons inziens voordelen heeft, onder andere de zittingstermijn en eventueel ook financiële consequenties. Wij kiezen dus voor de rekenkamercommissie. De heer MOUWS: Ook het CDA is voor de rekenkamercommissie en wel om de volgende redenen. Als die ingaat per 1 januari dan komen wij een beetje tegemoet aan het feit dat we niet de indruk willen wekken over het graf heen te willen regeren. Een commissie voor drie jaar is voor ons een goede tijd. Je kunt dan duidelijk afwegen wat uiteindelijk toch beter was of minder goed. Wij stellen ook voor om in die commissie onafhankelijke externe, liefst plaatselijke leden te hebben. Vooral gaat onze voorkeur uit naar goed optrekken in regionaal verband gezien het feit dat andere gemeenten in de regio ons hierin al voorgegaan zijn. Wij denken dat het optrekken, ook in financiële zin, duidelijk voordelen kan hebben. De heer VAN EEKELEN: Ik kan me aansluiten bij de vorige sprekers. Ook GBWP spreekt zijn voorkeur uit voor de rekenkamercommissie. De redenen zijn eigenlijk ook al genoemd door de heer Mouws en de heer Van den Kieboom. We praten dan over een termijn van drie jaar. We kunnen winst behalen door samenwerking met anderen. Ook wij spreken ons uit, maar dat moet dan in de verordening vastgelegd worden en eigenlijk is dat nu niet aan de orde, dat het externe personen moeten zijn en beslist geen raadsleden in zo'n rekenkamercommissie. Kortom, wij zijn voor een rekenkamercommissie. De heer SLIJPEN: U maakt het ons een klein beetje moeilijk want een en ander hangt natuurlijk af van hoe de verordening daadwerkelijk wordt vastgesteld. De WD kiest eigenlijk voor de meest onafhankelijke positionering van de rekenKamer. Ik heb begrepen uit de verordeningen die we hierna nog vaststellen dat het model rekenkamercommissie materieel gezien niet verschilt van dat wettelijk model. Alleen de termijn is geen zes jaar en zoals de heer Mouws zegt, als we nu iets vaststellen voor zes jaar dan regeren we zelfs over de komende zittingsperiode heen. De WD heeft daar begrip voor, 3,5 jaar prima, maar voor de WD geldt een onafhankelijke positionering. Dus het reglement dat we hierna gaan goedkeuren moet dat borgen. Het moet borgen dat er een onafhankelijkheid in zit, dat er een confessionaliteit in zit en niet in de laatste plaats, de rekenkamer bepaalt zelf de onderzoeken. Het mag niet zo zijn dat de rekenkamercommissie uit politieke afwegingen, zoals die zich in de raad wel eens hebben afgespeeld, onderwerpen kiest. Nee, onafhankelijk moet de rekenkamercommissie ons, dan heb ik het over u en wij, de lat kunnen meten, ons een spiegel kunnen voorhouden. U begrijp dat de voorliggende verordening die wij straks gaan aannemen ons inziens die waarborgen geeft. De WD stapt af van het standpunt dat ze voor het wettelijk model is en ze kiest bij deze voor de rekenkamercommissie met de verordening zoals wij die bedoelen. De heer SIEBELINK: Standpunten kunnen wijzigen en zelfs in korte tijd bij bepaalde fracties. Lijst Linssen kiest echter voor het wettelijk model. Wij moeten helaas constateren dat een aantal partijen naar onze mening toch last hebben van koudwatervrees, want het wettelijk model past juist prima binnen het duale bestel. We moeten te allen tijde voorkomen dat de rekenkamer een politiek middel wordt. Dat voorkom je vooral door de rekenkamer een volstrekt onafhankelijke functie te geven, geen politieke sturing. Het kostenaspect is naar onze mening in dit opzicht van ondergeschikt belang, want zowel de rekenkamercommissie als de rekenkamer volgens het wettelijk model brengen kosten met zich mee en het verschil in kosten tussen beide modellen is in dit opzicht te verwaarlozen, temeer omdat juist de,uttk©mstefw«fl-éeGRIFFII Bergen op Zoom
Ooit was ons beloofd bij de productbegroting en later in de programmabegroting dat we kengetallen zouden vastleggen waaraan de raad kan zien of we goed gepresteerd hebben. Die kengetallen ontbreken in de begroting. Het rapporteren of voldaan wordt aan de prestaties ontbreekt in vele gevallen.Nu moeten we maar geloven dat ze het goed gedaan hebben. Gelukkig hebben we nog enig positief resultaat gevonden in de rekening. De egalisatiereserve voor het huishoudelijk afval is niet negatief meer. Dit betekent dat de gemeente op het verzamelen van huishoudelijk afval geen financiële achterstand meer dient weg te werken. Me besparingen op het inzamelen van huishoudelijk afval komen dan rechtstreeks ten goede aan de tariefstelling. Ook het dividend van winsten van Saver komt hieraan ten goede. We zullen hierop bij het Beleidskader terugkomen. Tot zover de inbreng van Leefbaarheid. De heer HAGENAARS: Voorzitter en alle andere toehoorders. In de commissievergadering van vorige week donderdag, in de commissie Middelen, zijn stevige woorden gesproken. Die ga ik hier op dit moment niet herhalen, omdat ze duidelijk en stevig genoeg waren. Waar gingen die woorden over? Namens de Partij van de Arbeid heb ik het mogen hebben over het financieel beheer en heb duidelijk gezegd dat dat niet op orde was. De controlecommissie heeft daar duidelijke woorden over gesproken. Ook anderen die aan die bijeenkomst deelnamen hebben daar hun visie op gegeven. Ik wens nogmaals te benadrukken vanaf deze plek dat het niet gaat om de getrouwheid van de cijfers. Over de getrouwheid heeft de accountant een duidelijke verklaring afgegeven. Daar is niets mis mee. Wel wat betreft de rechtmatigheid. De rechtmatigheid is ook in onze gemeente helaas nog niet op orde. Maar laten we wel zijn, dat is het geval bij meerdere gemeenten, bij meerdere overheidsinstellingen als provincies is dat het geval. Wel een zaak om zeer hard aan te gaan werken, maar niet een om nu te gaan zeggen dat het aan de bureaucratie in onze gemeente ligt. Niet een geval dat we moeten zeggen voor onze gemeente dat we voor schut staan en dat hiermee de lasten van onze burgers worden verhoogd. Dat zijn termen die in deze zaak niet passend zijn en de zaak niet duidelijker maken naar buiten toe. De getrouwheid is er en daar is de accountant ook duidelijk over. Dat er dingen moeten gebeuren is duidelijk. Morgen al is er een eerste aanzet naar de toekomst, het verbetertraject. De controlecommissie komt morgen ai bij elkaar om een eerste plan van aanpak te bespreken. Dat is positief gericht denken naar de toekomst. Ik denk dat we de rekening daarmee in getrouwheid vast kunnen stellen. Ik denk dat het verzoek van mevrouw Verhoog van Leefbaarheid om de verslagen van de controlecommissie openbaar te maken een heel zinnige suggestie is omdat de controlecommissie het hele jaar door werkt. Zo ik net memoreerde, morgen gaat de controlecommissie weer verder, Ik denk dat het een zinvolle suggestie is waar graag aan voldaan wordt. U wordt daarover nog geïnformeerd. De heer VAN DER KALLEN: Wanneer sta je eigenlijk voor schut en wie staat dan eigenlijk voor schut. Als ik kijk naar het ontbreken van de verklaring van rechtmatigheid dan denk ik niet dat de gemeente Bergen op Zoom voor schut staat. Maar toch staan we als politiek systeem al vele jaren voor schut, want we zeggen nu wel dat de controlecommissie zoveel goede aanbevelingen heeft gedaan, maar als ik kijk naar de heer Coppens dan weet ik dat hij hetzelfde denkt als ik, dat we dat al vele jaren hebben gedaan en dat we ook over de verklaring van de jaarrekening van 2003 zeer harde woorden hebben gesproken. Niet alleen wij als controlerend orgaan, maar ook de accountant, met heel veel suggesties in zijn verklaring, in zijn rapportage, in zijn managementletter. Weetje wanneer je dan voor schut staat? Als je feitelijk weigert te leren ais ambtelijk apparaat, als college maar ook als raad, want we durven de conclusies niet te trekken. We blijven maar aandringen op dat leermoment wat alsmaar niet getrokken wordt Derhalve staat niet de gemeente Bergen op Zoom voor schut, maar wij met zijn allen, ons hele politiek systeem. Dit omdat we wel grijnzen en de tanden laten zien, maar eigenlijk nooit durven te bijten. Niet als het aankomt op het ingrijpen in het niet goed functioneren van het ambtelijk apparaat, niet als het aankomt op het ingrijpen als het college dat niet goed en snel en adequaat corrigeert en niet omdat wij als raad weigeren daar conclusies uit te trekken omtrent onze politieke verhouding. Mijn fractie is van mening dat een accountantsverklaring, een rapportage van bevindingen en een managementletter er is om te Ieren. De rekening is er om verantwoording af te leggen en om er leermomenten uit te trekken. Dat zeggen we nu voor de zoveelste maal. Maar ja, wij zijn slechts klein en wij hebben anderen nodig om het in daden om te zetten. Als ik naar de feitelijke rapportage kijk dan wil mijn fractie slechte op twee onderdelen inzoomen. Dat is allereerst de rechtmatigheid en niet zozeer het oordeel van de accountant, maar simpelweg bij ieder product wat er onder het kopje rechtmatigheid staat. Daar gruwelen wij van, want plotseling is iets rechtmatig als een hogere overheid het verplicht. Plotseling kan iets rechtmatig zijn als er een budgetoverschrijding is maar het langjarig gemiddelde is niet overschreden. Plotseling kan iets rechtmatig zijn als er sprake is van een open eind regeling. Degenen die dat opschreven hebben geen kaas gegeten van rechtmatigheid. Ik verzoek het college dan ook dringend om al die budgethouders die verantwoording voor hun budgetten en producten afleggen nu eindelijk eens een keer te Ieren wat rechtmatigheid is. Dan doelmatigheid, ledere keer als ik dat lees, ik was tot pagina 100 gekomen, dan denk ik er staar .ODdsüieLknpjf! dnel-
GRIFFIE
matigheid allerlei zaken, maar het lijkt wel of het doel matigheid is van ons ambtelijk apparaat en de producthouders en niet een goede verantwoording van doelmatigheid. Feiten staan erin, maar weinig of geen analyses. Benchmark schijnt een woord te zijn dat ze nog uit moeten vinden. Een kopje onder doelmatigheid minder uitgaven, dan denk ik, laat ik nu denken dat het doel van doelmatigheid is de uitgaven doen die je moet doen om tot een goed resultaat te komen op een zo efficiënt mogelijke wijze. De rechtmatigheidsverklaring van de accountant ontbreekt en dat is logisch. Als de wetgeving laat is dan zit er een logica in, zij het dat reeds zes maanden geleden in de controlecommissie al een selectie is gemaakt van de verordeningen die allemaal up to date gebracht zouden moeten worden. Mijnheer van Eekelen, dat is er echt meer dan één, dat is een hele waslijst van verordeningen. Dat het nog niet klaar is begrijp ik, maar dat er nog geen begin mee is gemaakt, zoals we laatst te horen hebben gekregen, dat vind ik onbegrijpelijk en is voor mijn fractie onaanvaardbaar. Voor ons is het geen reden om de jaarrekening als zodanig af te keuren, want daarvoor heeft de heer Hagenaars de juiste formulering gebruikt, de cijfers zijn juist, maar we hebben veel te leren en ik vraag de collega's nu eindelijk eens een keer a. te leren en b. het leren af te dwingen als het college c.q. het ambtelijk apparaat niet op een juiste wijze wat dat betreft functioneert. De heer HARIJGENS: Traditioneel bedanken wij allereerst allen die een bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van het document, de jaarrekening. Op zich, als ik het afzet tegen de versie van het jaar 2003, is er toch weer een verbeterslag gemaakt. Ook danken wij de controlecommissie voor het verzette werk. Ik concentreer me dan nu op de rekening van 2004 en dan slaat bij de fractie van Groen Links de stemming toch om. Niet zozeer vanwege het resultaat, want het was immers al in een vroegtijdig stadium bekend dat 2004 met een negatief saldo zou afsluiten, maar wat ons echter niet zint is het uitblijven van een bevredigend resultaat van het verbeteringstraject van het financiële beheer. De accountant, anderen hebben daar ook al op gewezen, heeft daar in zijn managementrapportage indringende woorden over gesproken. Want ons niet zint is dat ondanks een massief ingezet cultuurtraject nog steeds niet iedereen op het stadskantoor zich kennelijk bewust is van zijn of haar rol binnen het geheel. Actief en betrokken luidt sinds enkele jaren het ambtelijk credo. De praktijk leidt bij een aantal medewerkers tot iets anders, ik en mijn prioriteiten of waarom zou ik naar de raad luisteren. Voorzitter, ik realiseer me natuurlijk dat ik me niet te veel rechtstreeks tot de ambtenaren moet wenden, maar helaas moeten we constateren dat de bestuurlijk verantwoordelijken blijkbaar niet toereikend zijn om veranderingen daarin teweeg te brengen. Zelfs de krachtigste wethouders uit dit college slagen er niet in om de dienst te laten doen wat hen door de raad is opgedragen. Te veel planningen en doelstellingen zijn niet gerealiseerd. Ik kan er enkele noemen: het interactieve beleidsontwikkelen, het doorontwikkelen van het RIS. Er is in 2004 ook geen gemeentepeiling uitgevoerd vanwege afstemmingszaken met Roosendaal, maar ik denk dat het het college wellicht goed uitkwam in het jaar voorafgaand aan de verkiezingen om een gemeentepeiling achterwege te laten. Een integraal veiligheidsplan is niet tot stand gekomen, terwijl toch eigenlijk de afgelopen jaren heel bestuurlijk Nederland zwanger was van het item veiligheid. Zo zijn er nog een aantal zaken die ik omwille van de tijdsdruk, die we onszelf hebben opgelegd, achterwege zal laten. Het beeld dat in ieder geval ontstaat is dat het bedrijfsmatig werken binnen de gemeente nog lang geen vanzelfsprekendheid ia Wij realiseren ons dat een gemeente een bijzonder bedrijf is dat moet functioneren in een publiek domein, Dat kan soms betekenen dat voorgenomen beleid acuut moet worden heroverwogen. Waar wij op aan willen dringen is dat zulke veranderingen altijd via de raad moeten verlopen, hoe lastig dat soms ook is. Alleen dan kan de raad zijn rol optimaal oppakken en waarmaken. Als we dan de rekening van 2004 nader beschouwen dan zien we een negatief saldo van om en nabij het half miljoen en daarvoor heeft de burger niet eens gekregen wat hij op grond van de door de raad vastgestelde begroting mocht verwachten. Dat laatste vinden wij ernstig. Het zal dus in de toekomst echt anders moeten. Negatieve jaarrekeningsresultaten kunnen wij binnen een bepaalde bandbreedte best wel accepteren, maar het niet nakomen van afspraken niet. Het credo zal dus moeten veranderen. Alleen actief en betrokken zijn is niet goed genoeg. Er moet meer. Het credo moet worden: eerst moet het werk af. Eerst moet het werk af, dus jubilea en andere frivoliteiten moeten wat ons betreft pas na zes uur plaatsvinden, in plaats van een half stadskantoor om half vier al aan de borrel te laten staan, Eerst moet het werk af, dus zeer selectief te werk gaan met deelname aan tijdverslindende cultuurtrajecten of andere zaken die niet rechtstreeks leiden tot productie. Eerst moet het werk af. Alles moet er dus op gericht zijn om het aantal productieve uren per jaar zo hoog mogelijk te laten zijn. Afrondend, onze fractie zal instemmen met het vaststellen jaarrekening onder a. en b.van het voorstel, maar wij houden toch aan de rekening het gevoel over dat we een kind met een lijstje boodschappen hebben weggestuurd en het kind is teruggekomen met de helft van de boodschappen maar wel al het geld is opgemaakt. We voelen er eigenlijk wel veel voor om het zakgeld van dit college maar eens een tijdje in te houden. „lot zover, Qnze, -eerste termijn. GRIFFIE
Bergen op Zoom
Dat geldt ook voor Oosterhout en een aantal andere gemeenten. Ik denk dat het belangrijk is dat de griffier ook met een nader voorstel komt hoe we die samenwerking invulling kunnen geven als we uiteindelijk hebben gekozen voor de commissie. Het wettelijk model biedt, zoals ik al zei, ook mogelijkheden of biedt eigenlijk niet minder mogelijkheden voor samenwerking dan een commissie. Dus daar zit wel een voordeel als je kiest voor de commissie. Die onafhankelijkheid die u allen benadrukt is in beide vormen in de verordeningen zoals die voorliggen gegarandeerd. Ten aanzien van de termijn, de heer Aertssen heeft daarnaar gevraagd, is het zo dat na de vakantie, de griffier zal daarmee aan de slag gaan, advertenties worden geplaatst. Er zal vooraf contact zijn met andere gemeentes om te kijken hoe we die samenwerking handen en voeten kunnen geven en u zult als raad, als u kiest voor dat commissiemodel, ook nader geïnformeerd worden en u blijft daarmee ook actief op te hoogte. Kortom, wat mij betreft kunnen we de beraadslagingen beëindigen, want ik denk dat u allen heeft gezegd wat u belangrijk vindt. Tenzij u nog een tweede termijn wenst? Is dat het geval? De heer Siebelink van Lijst Linssen. De heer SIEBELINK: Ik wil toch nog even reageren op de opmerkingen van de heer Coppens van de WD over de motie die wij vorig jaar hebben ingediend. Lijst ünssen beoogt vooral samenwerking op secretariaatsniveau en andere ondersteunende functies. Sinds het beleidskader van vorig jaar heeft ons voldoende informatie bereikt en zijn alle stukken met betrekking tot de rekenkamer naar alle raadsfracties gekomen en hebben wij ook een zeer uitgebreide bijeenkomst gehad in De Maagd.Op grond van de informatie die ons heeft bereikt heeft Lijst Linssen gemeend meer voordelen toe te moeten kennen aan de rekenkamer conform het wettelijk model. Wij vinden het buitengewoon spijtig dat de VVD-fractie, ook gezien hun reactie op de aanbevelingen van burgemeester De Cloe en hun opstelling vorige week in de commissievergadering nu overslaat naar het commissiemodel. Wij vinden dat buitengewoon spijtig, want anders hadden we echt een volwaardige rekenkamer conform het wettelijk model kunnen doorvoeren. De heer VAN DER KALLEN: Nu uit de eerste termijn is gebleken dat de meerderheid van de raad kiest voor de rekenkamercommissie heb ik toch een opmerking over de verordening op dé gemeentelijke rekenkamercommissie, want ook die nemen wij in de besluitvorming mee. Ik wil dan expliciet en nadrukkelijk wijzen op artikel 9. Artikel 9 in de verordening van de gemeentelijke rekenkamercommissie wijkt af van artikel 9 van de gemeentelijke rekenkamer in die zin dat in artikel 9 van de gemeentelijke rekenkamer staat dat de commissieleden een vergoeding krijgen volgens artikel 96 van de gemeentewet. Dat kom ik niet tegen in artikel 9 van de rekenkamercommissieverordening en daar hecht mijn fractie in hoge mate aan, omdat mijn fractie het niet uit kan leggen dat leden van een rekenkamercommissie een andere vergoeding zouden krijgen dan bijvoorbeeld duoleden. Ik denk ook dat het goed is om in lid 2 een bedrag op te nemen dat rekenkamercommissieleden eventueel krijgen indien zij werkzaamheden voor de rekenkamer of in dit geval de rekenkamercommissie verrichten. Ook die vergoeding lijkt mij, als ik kijk naar wat daarbij gebruikelijk is, een urenvergoeding die ook de wethouders in een dergelijke gemeente plachten te ontvangen. Dan hebben we een regeling met kosten conform de gemeentewet. De heer VAN EEKELEN: Ik neem aan dat we het dan over de verordening hebben, want daar hoor ik de heer Van der Kallen alsmaar over praten. Wat hij zegt met betrekking tot artikel 9, dat is ons niet zo opgevallen, daar heeft hij natuurlijk wel gelijk in. Wat dat betreft zullen wij hem daar ook in steunen. De heer AERTSSEN: Het is volgens mij niet het enige artikel dat verschilt bij die twee verordeningen. Er zitten meer verschillen volgens mij. Het is misschien onhandig om dat nu allemaal te gaan bespreken tijdens deze vergadering. Ik stel dan ook voor om als we echt zo ver zijn en we hebben de rekenkamer ingesteld en we over de verordening gaan stemmen, dat we die wel aannemen, maar dat we die laten terugkomen in september om daar nader over te discussiëren in de commissie en eventueel wijzigingen aan te brengen. De heer SLIJPEN: Ik vind het een aardig initiatief van de heer Aertssen, maar het mag niet zo zijn dat als we kiezen voor een commissie we dan het reglement zo gaan deformeren dat het helemaal niet meer lijkt op het wettelijk model. Het enige verschil dat er moet zijn is het verschil van de termijn, in plaats van 6 jaar naar 3,5 jaar. De heer AERTSSEN: Bij interruptie. Als u bijvoorbeeld kijkt naar artikel 10 dan zult u zien dat daar ook verschillen in zitten. Als je het wettelijk model kiest weet je zeker wat je hebt. Als je nu voor de commissie kiest dan moet je straks in september nog eens steggelen hoe het ingevuld gaat worden. Dat is mijn grote bezwaar. De heer SLIJPEN: Voorzitter, ik ben uitgegaan van wat u gezegd heeft en dat mij inmiddels ook gebleken is in contacten met de griffie dat er geen materieel verschil is tussen de beide verordeningen, alleen de termijn. Ik ben dan natuurGRÏFFIE 7 Bergen op Zpom .^'' —
«s o
lijk verplicht Lijst Linssen uit te leggen vanwaar de omslag. De omslag zit er hier in dat we kiezen voor een stevige rekenkamer, alleen een rekenkamer die op een termijn van 6 jaar moet werken kan voor ons ook wel minder, 3,5 jaar. Wat van groter belang is, is dat er een samenwerkingsmodel kan zijn tussen Roosendaal, Oosterhout en andere ge- . meenten als we kiezen voor die rekenkamercommissie. Het Leitmotiv blijft dat die rekenkamer onafhankelijk is en zelf zijn onderwerpen kiest en niet dat wij, dat is uw angst, vanuit de politiek de rekenkamer op sleeptouw gaan nemen. De heer AERTSSEN: Nog even richting de heer Slijpen. Hij gaat er van uit dat de verordeningen gelijk zijn behoudens de termijn van 3,5 en 6 jaar. Dat is echter gewoon niet zo. De VOORZITTER: Ik zal straks even een toelichting geven want het is een terecht punt dat u aangeeft. De heer AERTSSEN: Ik wil de WD toch dringend verzoeken daar eens naar te kijken en vraag ze, dat wetende, of ze dan wel akkoord kunnen gaan met de rekenkamercommissie. De VOORZITTER: Ik wil even kijken wie nu het woord heeft, want dit was een interruptie op de heer Slijpen. U mag nu uw termijn afmaken. De heer SLIJPEN: Als dat niet zo zou zijn, dan hebben we een probleem. De VOORZITTER: Wie interrumpeert nu wie? Ik stel voor dat de heer Siebelink van Lijst Linssen nu de heer Slijpen interrumpeert. Dat was zijn bedoeling. Gaat uw gang. De heer SIEBELINK: Mijnheer Slijpen, u voert dermate veel argumenten aan voor het wettelijk model en probeert dat dan wat af te zwakken, zodat wat dat betreft niet helemaal helder is dat u toch kiest voor die commissie. Dat is één. Op de tweede plaats wil ik opmerken dat de huidige burgemeester en ook andere burgemeesters voor 6 jaar gekozen is. Uw criterium om hier dus niet te kiezen voor 6 jaar zou ook kunnen betekenen dat ook een burgemeester dan niet 6 jaar zou kunnen dienen. De heer SLIJPEN: Dat is echt politiek van Lijst Linssen. Prima, wij kiezen voor een stevige rekenkamer die in relatie met Oosterhout en Roosendaal ons de maat kan nemen en dat kan blijkbaar geen kwaad, mijnheer Siebelink. De heer VAN DER KALLEN: Met name richting de heer Aertssen. De verordeningen hoeven niet gelijk te zijn, want als je kiest voor de rekenkamer heb je automatisch een aantal wettelijke regelingen en kies je voor de rekenkamercommissie dan moet je sommige dingen toch specificeren omdat je de wettelijke regeling wilt volgen, dus moet je de wettelijke regeling opnemen. Vandaar het verschil in artikel 1. Materieel verschilt alleen artikel 9 en daar vraag ik aandacht voor. De heer VAN DE WATER: Zou de heer Van der Kallen nog even een toelichting willen geven met betrekking tot die vergoedingen? Als ik het stuk lees dan staat bij beide dat de raad besluit voor de vergoedingen, zowel bij de rekenkamer als bij de rekenkamercommissie. Misschien heb ik het verkeerd gelezen? De VOORZITTER: Ik stel voor, met uw goedvinden, dat ik probeer op een aantal punten die zijn genoemd antwoord te geven en klaarheid te brengen. Ik vond die consensus die u had en volgens mij nog heeft zo mooi over het belangrijkste punt, de onafhankelijkheid. In materiële zin verschilt inderdaad alleen de benoemingstermijn. Artikel 10 is uitgeschreven in de conceptverordening voor de commissie omdat dat moest worden uitgeschreven in de verordening wettelijk model omdat daar verwezen kan worden naar de wet waar het geregeld is. Omdat het bij de commissie nog niet geregeld is, omdat je dat zelf invulling geeft, moetje in je gemeentelijke verordening die passage opnemen om het ook daadwerkelijk te kunnen besluiten. Materieel en ook formeel gezien komt het hier dus helemaal met elkaar in overeenstemming. Als het gaat om de vergoedingen is het zo dat in de verordening voor de commissie dat nog nader moet worden besloten. Ons voorstel zou zijn om dat in overleg te doen met de gemeenten waarmee wij tot samenwerking zouden kunnen komen. In afstemming daarmee zouden we die vergoeding definitief kunnen vaststellen. Daarbij, dat is een belangrijke boodschap die enkelen van u meegeven, moeten we heel goed kijken naar de uitgangspunten, ook ten aanzien van die vergoeding, voor het wettelijk model. Je houdt dan zoveel mogelijk overeind het uitgangspunt, volgt in essentie, materieel gezien, het wettelijk model en probeer via die samenwerking ook dat model zoveel mogelijk te volgen. Zorg echter dat je in die afstemming en samenwerking met andere gemeenten dat bereikt en dat je, dat is het allerbelangrijkste, die onafhankelijke positionering garandeert. GRIFFIE Bergen __ j op ji. Zoom t ;>>- ^-^
Dan in de richting van de heer Mouws. ik denk dat ik over negatieve publiciteit gezegd heb dat ik me daar in ieder geval van distantieer. Ik heb dat ook donderdagavond uitdrukkelijk in de commissie gezegd. Dat doet niets af aan het feit dat ik vind dat het financieel nog verder verbeterd moet worden in onze organisatie en dat het op dit moment, laat ik dat woord dan ook maar uitspreken, onvoldoende is als je het zo wilt plaatsen. De rechtmatigheid en regelgeving ais aspecten die ons zeker belemmerd hebben is ook een constatering die de controlecommissie gemaakt heeft in haar rapportage en in haar bijeenkomsten. Ik ben het daar mee eens. Het heeft ons zeker belemmerd, maar laat onverlet het feit dat de maatregelen die wij vorig jaar ingezet hebben een proces door hebben moeten maken met de organisatie, want we vonden in zijn totaliteit dat we dat met de organisatie samen moesten doen, dus met de sector Middelen in zijn totaliteit en ook met de bedrfsbureau's. Er zijn bijeenkomsten geweest om dit gezamenlijk te bespreken. Vervolgens heb je in zo'n proces het instemmingsrecht nodig van de ondernemingsraad. De ondernemingsraad heeft daar heel langdurig en nadrukkelijk bij stilgestaan. Ik ga dat hier niet als excuus naar voren brengen, maar ik ga u wel schetsen waarom nog niet datgene gerealiseerd is wat nu per 1 juli as. plaatsvindt. U kunt terecht zeggen dat het dus veel te laat is, veel te lang heeft geduurd. Ik probeer echter alleen maar aan te geven hoe die processen lopen. Ik vind in ieder geval niet dat gezegd kan worden dat er niets is gedaan met voorgaande signalen. Die signalen zijn wel degelijk opgepakt. Dan in de richting van de heer Coppens. Ik denk dat er nog één aspect overblp en dat is het amendement. Voor mij is het amendement helder en duidelijk en past het in mijn beleving exact in de lijn die ook in de raadsmededeling 5-60 staat in de laatste zin, waarbij we het uiteraard normaal vinden dat over een proces dat volop in gang is we de raad regelmatig inlichten, dat wil zeggen de commissie en de gemeenteraad. Of we dat exact moeten koppelen aan het derde kwartaal of dat we dat bijvoorbeeld met het 7? concembericht uitvoerig zullen doen? Ik denk dat u ons de vrijheid moet geven om het op een goede manier in te vullen. U weet, ik ben daar zes jaar geleden ook heel duidelijk in geweest toen het erom ging dat de managementletter e.d. niet allemaal bij de raad hoefde te komen, dat ik gezegd heb dat ik niets te verbergen heb en het volledig transparant naar de gemeenteraad wil houden. We voelen daar dan samen des te meer de verantwoordelijkheid voor, dus zowel de gemeenteraad als het college. Nogmaals, ik heb als eerste in mijn inleiding daarnet ook gezegd dat ik in elk geval blij ben met de aandacht die de rekening krijgt. Ik denk dat ik, dit in de richüng van de heer Van Eekelen, over de rechtmatigheid voldoende gesproken heb. Het normenkader, dat uiteraard heel belangrijk is, is natuurlijk toch vooral een zaak van de gemeenteraad. Sommigen, ik kom daar zo direct nog op terug, hebben gezegd dit gaat uitsluitend over de hoge overheden maar dat is natuurlijk niet zo. De belangrijkste invulling van ons normenkader is een zaak van de gemeenteraad en de gemeente zelf. Welke aspecten vinden wij dat met name onderdeel van een rechtmatigheidstoets moeten zijn en welke niet, buiten Europese regelgeving, als je het bijvoorbeeld over aanbestedingen hebt Maar nogmaals, ik durf de discussie best aan dat in dat kader wij glansrijk de rechtmatigheidstoets overleeft hebben als het om Europese regelgeving gaat Daarom heeft ook de accountant niet gezegd dat het normenkader ontbreekt. Dat is helder. Ook vanuit de rijksoverheid is er een normenkader. Het is met name onze stroom aan verordeningen die wij hebben die zich niet leent, ook niet met de aanpassing die wij in februari van dit jaar gepleegd hebben door u een raadsvoorstel te geven, om over het normenkader voor rechtmatigheid te beschikken. De VNG heeft niet echt op dit moment voor alle verordeningen een nieuwe klaar liggen. Men is wel bezig met inventariseren en nadrukkelijk wil ook het Ministerie van BZK daar het voortouw in nemen en heeft inmiddels ook een bureau Haute Finance opdracht gegeven te inventariseren bij gemeenten om te kijken of er gemeenschappelijk inderdaad ook invulling aan gegeven moet worden. U heeft via de raadsmededeling die ik net noemde van ons inmiddels begrepen dat wij de handschoen oppakken dat die zaken ook dit jaar geregeld moeten zijn. Mevrouw Verhoog sprak over interne organisatie en noemde met name ook het kwaliteitssysteem. Wij gebruiken het INK en er is inmiddels ook een INK-commissie, als ik het zo mag noemen, organisatiebreed bemenst Een organisatie onder leiding van een concerncontroller die met name de kwaliteitszorg periodiek polst en ook vanuit zijn verantwoordelijkheid in het kader van administratieve organisatie en interne controle met aanvullende voorstellen zal komen om onze organisatie, die nu in zijn algemeenheid verkeert - laat ik het zo maar omschrijven - in fase 4 in elk geval minstens naar fase 3 toe te krijgen, naar een meer procesgerichte organisatie volgens mg. Ik ken het niet helemaal uit mijn hoofd. Het verbetertraject van rapportage aan de raad. Dit stond ook al in de raadsmededeling 5-60, maar het lijkt mij ook logisch dat het inderdaad plaatsvindt. De doelen en kengetallen die u noemde die meer aandacht zouden moeten hebben daar hebben we ook afspraken over gemaakt dat we gezamenlijk als college en raad via de commissie daar weer meer zaken in zullen ontwikkelen, zodat ook uw controlefunctie meer tot uiting kan komen daar waar het de begroting en de jaarrekening betreft. Dan in antwoord op de heer Hagenaars. Ik denk dat ik in principe op de opmerking "financieel niet op orde" nadrukkelijk gezegd heb wat mijn visie daarop is. We verschillen daar denk ik niet zoveel van mening over, wellicht hooguit in de bewoordingen die we daarop toepassen. De focus moet nadrukkelijk gericht zijn op het verbetertrafect en daarover zijn we het samen eens. GRIFFIE Bergep op Zoon^
Naar de heer Van der Kallen. Met het rapport 2003 is toch echt wel het een en ander gedaan. Dat heeft ook in mijn ogen een te lange procesweg gehad. Jk kan nog meer uitleggen aan u waarom dat zo is, maar denk dat dat weinig waarde toevoegt. Ik heb net al gezegd dat ook de OR uitermate geïnteresseerd is geweest in het hele proces.Zi] zijn bij het hele proces met alle betrokkenen geweest en hebben ook nog een deskundige ingeschakeld om te kijken of datgene wat wij nu voorstelden inderdaad ook de goede oplossing was. Dat heeft dus lang geduurd. Maar nogmaals, zo lopen dergelijke processen en de heer Van der Kallen weet daar ook vanuit zijn eigen ervaring meer dan voldoende over. Ik ben het met hem eens dat we niet aileen naar de jaarrekening moeten kijken als wat is er verantwoord, dat is inderdaad historie, maar dat we er ook lering voor de toekomst uit moeten trekken. Rechtmatigheid heb ik denk ik ook al voldoende aan de orde gehad. Met name het doelmatigheidsaspect, in de verordening 213A daar zijn afspraken over met de concerncontroller dat ook dat dit jaar in elk gevat een invulling gaat krijgen, dat er dus meer op het doelmatig functioneren verantwoord zal worden. Het college moet in het kader van die verordening aan u ook een doelmatigheidsverslag overleggen en dat moet nadrukkelijk, denk ik, meer zijn dan we op dit moment hebben staan. Ook daar is een groeiproces wat al wel in gang is gezet, niet naar aanleiding van de opmerkingen nu, maar gewoon ook vanuit onze eigen verantwoording en onze eigen verantwoordelijkheid zoals wij die beleven. De heer Harijgens spreekt teleurstelling uit over de negatieve resultaten als je het hebt over het aspect functioneren. Ik hoop dat ik naar hem toe toch een heleboel zaken in het algemene deel en ook in de beantwoording naar de collega's van u het een en ander gezegd heb. Ik vind nog steeds dat wij een organisatie hebben die actief is en betrokken en dat mondt in ook heel veel andere aspecten uit dan alleen het financieel beheer. MS u het uitsluitend bedoelt met betrekking tot het financieel beheer dan kan ik daar een positief gevoel bij krijgen, maar als u daar de totale organisatie mee zou bedoelen, dan vind ik toch dat het een onjuiste kwalificatie is dat ze het niet zouden doen. Als we kijken naar de direct betrokkenen bij financieel beheer dan is dat maar een deel van onze organisatie. Natuurlijk is het zo dat ook de tuinman in de wijk gewoon aan het werk moet zijn, als hij werkt moet hij ook gewoon werken, maar dat moeten we toch niet beschouwen onder datgene waar we het hier over hebben. Als we die woorden actief en betrokken in de brede context plaatsen, dan vind ik dat ze ten onrechte zo uitgesproken worden als zouden zij dat niet zijn. Bedrijfsmatig werken heeft zeker veel meer componenten dan alleen financieel beheer. Wij proberen wel degelijk te kijken om zo bedrijfsmogelijk te werken en daardoor ook doelmatiger te zijn. U weet dat wij ook in opdracht van de gemeenteraad 25 fte's bezuinigen en dat is denk ik ook een impuls om te zorgen dat je de doelmatigheid en bedrijfsmatigheid zoveel mogelijk in je vaandel meevoert. De heer Van de Water noemt nog een aspect, met name de goedkeuring mits,. Wat wij vandaag op dit moment doen is het vaststellen van de jaarrekening 2004. Dat is in principe historie. Ik hoop inderdaad dat we met elkaar de lering trekken, maar datje aan die lering niet kunt koppelen of je nu de jaarrekening goedkeurt of niet Dat zou een wat vreemde koppeling zijn. Tot zover. De VOORZITTER: Dank u wel. Dan was er nog een vraag van de heer Van de Water over de status van de rapportage van de controlecommissie. Conform de verordening die u als raad heeft vastgesteld heeft de controlecommissie een adviestaak richting raad. Dus het is een advies dat kan worden uitgebracht door de controlecommissie aan de raad. Het is aan de raad om daar wel of niet iets mee te doen. Dat was de eerste termijn.ls er behoefte aan een tweede termijn? Dat is er. Ik stel voor, ook om de snelheid te bevorderen, dat u dat vanaf uw stoel doet. De heer LINSSEN: Ik ben blij dat de heer Van der Weegen enige blijdschap voelt Dat verheugt mij. Wat ik jammer vind, ik neem aan dat ook de heer Van der Weegen dat beseft, is dat Lijst Linssen een politieke partij is en dat we daar een politiek statement hebben afgelegd. Als u de moeite neemt en mijn collega's ook de raadsnotulen van de afgelopen vijf jaar met betrekking tot het beleidskader te lezen, dan kunt u onderhand hetzelfde betoog horen van de fractievoorzitters en dezelfde antwoorden van de wethouder. U moet een beetje zien dat de maat wat vol was als er de afgelopen vijf zes jaar allerlei opmerkingen gemaakt worden door fractievoorzitters en er allerlei beloftes worden gedaan door het college de afgelopen vijfjaar en datje dan op een gegeven moment eens moet zeggen het is genoeg, we gaan dat niet goedkeuren. Ik vind het jammer dat de wethouder bepaalde opmerkingen in een hoek brengt waar die niet voor bedoeld zijn. We zouden ook met de spreektijd onvoldoende toekomen om te zeggen dit niet, dat wel, zus niet, zo wel. Gedeeltelijk komen we daar straks in het beleidskader op terug. Ik vind het jammer dat de wethouder zich regelmatig van die instrumenten bedient. Wat ik ook jammer vind is dat fractievoorzitters in hun betoog eigenlijk opmerkingen maken als het is gesignaleerd maar we hebben nu het gevoel dat het beter gaat. Anderen zeggen het gebeurt in zoveel gemeentes. Als we dat blijven roepen, dat het in zoveel gemeentes ook zo is, dan wordt het straks bijna een vanzelfGRIFFiE -JM^ -j-jT^rsr.
10
sprekendheid, een aanvaardbaarheid dat het zo mag. We zijn dan verkeerd bezig. Zijn wij niet zelf als raad.als college maar ook als stichtingen, organisaties en verenigingen in overtreding gegaan als ze een subsidiebedrag krijgen, dezelfden die dan zeggen u krijgt geen geld meer want uw verslag klopt niet en u heeft het niet uitgegeven aan datgene waarvoor u heeft gezegd dat u het zou uitgeven, we gaan u sanctioneren of u krijgt het niet meer. We kunnen toch niet anders omgaan met onszelf dan we omgaan met anderen. Dat veroordeel ik toch. Wat me dus dwarszit in dit beleid is dat als je dit zo blijft doen je er gelijk voor zorgt dat een toekomstig college helemaal geen overschot meer zal kunnen vinden om straks leuke dingen te (toen. De heer VAN DER KALLEN: Bij interruptie. Wat bedoelt de heer Linssen daarmee? Ik vind dat je zo mager mogelijk moet zijn nu, niet opdat het volgende college nog iets te spenderen heeft. De heer LINSSEN: Als u straks bij de behandeling van het beleidskader goed naar mij luistert dan zult u een aantal dingen hierover horen en ook een aantal acties hiervoor. Ik ben het we met u eens in dat opzicht en dat zal ik straks ook wel aangeven, maar het is natuurlijk te moeilijk en niet goed dat we nu zo redeneren en dat straks ook weer op ons bordje krijgen. Er is een aantal zaken gesignaleerd door u en door anderen in de afgelopen jaren. Wees nu eerlijk, mijnheer Van der Kallen, u heeft een prima betoog gehouden en ik had eigenlijk verwacht dat er nog een beetje vuurwerk zou komen en toen zwakte het toch maar weer af. Neem allemaal eens de moeite om die oude raadsnotulen te lezen en dan ziet u dat we nu absoluut niets nieuws horen. Als het nu de eerste keer geweest zou zijn dan zou ik me de opmerkingen aantrekken waarin wordt gezegd Lijst Linssen hoe kunt u het nu maken dit niet goed te keuren. Ik zou daar dan enig begrip voor gehad hebben. Dat begrip heb ik nu niet meer na die vele jaren en daarom kunnen wij niet akkoord gaan. De VOORZITTER: Dan begreep ik dat ook de heer Van der Kallen nog het woord wilde voeren. Ook anderen? Dan gaan we even de volgorde langs van de eerste termijn. De heer MOUWS: Ik vind het een beetje te simpel van de heer Linssen om het zo te stellen. Het is niet zo dat men niet wil horen. Ik denk dat dat een kwalificatie is die niemand verdient, want iedereen heeft duidelijk toch zijn best gedaan om de zaken goed te bekijken. Als het gaat om rechtmatigheid denken wij dat je de onderliggende zaken iedere keer opnieuw moet blijven bekijken en daar lering uit trekken. Wij zijn wel tevreden met de gebruikelijke en goede uitleg van wethouder Van der Weegen. Wij zijn overtuigd van zijn betrokkenheid samen met zijn dienst. Hij heeft dat hier al vele jaren laten zien. Wij verbazen ons erover hoe in korte tijd een halleluja kan veranderen is het kruisigen, maar dat hebben we al meer gehoord en zelfs voor minder geld. Wij zien het amendement van de heer Coppens eigenlijk als een onderdeel van het twaalf punten advies waar wij ons achter geschaard hebben. Als zodanig zullen wij natuurlijk ook met dit amendement meegaan. Voor ons staat het eigenlijk in die twaalf punten. Zolang we samen niet de intentie hebben te leren van fouten gebeurt er nooit iets. Alleen maar roepen dat het fout is zonder alternatieven aan te dragen is ook te simpel. We hopen inderdaad dat het beleidskader daar straks meer ruimte voor kan geven en dat inderdaad niet weer ieder voor zich met zijn voorstelletjes en moties en amendementen komt, want als het zo blijft dan gebeurt er nooit iets en zal er nooit iets veranderen. Laten we beter optrekken samen, vooral als raad. De heer COPPENS: Kort. De beantwoording van de portefeuillehouder was conform hetgeen hij al in de commissie Middelen gezegd had vorige week. Er is dus, wat ons betreft, niet veel nieuws uitgekomen. Hij stipuleert alleen dat de rol van de budgethouders van groot belang is om ervoor te zorgen dat er tijdige rapportage komt. Ik mag er van uitgaan dat de controlecommissie dat niet voor niets gemeld heeft. Nog even naar de heer Van de Water toe, die vond dat het amendement, waarvan ik hoop dat het overgenomen zal worden door de raad, wat harder moest Dat kan niet, mijnheer Van de Water, omdat we dan in de problemen komen met de tijd waarbinnen de jaarrekening moet worden vastgesteld. Daarom is het punt onder f. zo gemaakt zoals het er staat. Nogmaals een oproep naar de andere partijen. Als ze het allemaal zo belangrijk vinden dat de controlecommissie goed werk doet, ik mag daar ook zelf deel van uitmaken, dan zou ik het toch zeer op prijs stellen dat punt f aan het raadsbesluit wordt gehangen, want in 2003 hebben we hetzelfde verhaal gehad. We hebben toen ook een aantal stevige kritische kanttekeningen geplaatst en we hebben allemaal gezien wat daarvan terecht gekomen is. De heer VAN EEKELEN: Ik kies er ook voor om toch maar te blijven zitten, omdat mijn verhaal in ieder geval heel kort zal zijn. Op de eerste plaats dank ik de portefeuillehouder voor de beantwoording van de vragen c.q. opmerkingen die GRIFFIE j j Bergen op Zoom '
wij hadden waar wij redelijk tevreden over zijn. Een uitlating van mevrouw Verhoog van Leefbaarheid met betrekking tot de verslaglegging van de controlecommissie, dat is door de heer Hagenaars ook al gezegd, onderschrijven wij ook. Dan is er ook nog iets gezegd over het kwaliteitszorgsysteem, waarop de portefeuillehouder inging door te zegen dat wij een INK-model hebben. Dat is een model wat voor gemeentelijke diensten geldt als het gaat om een kwaliteitszorgsysteem. Onze vraag is toch wel is het kwaliteitszorgsysteem, dat INK-model, wel up-to-date gehouden of moet daar aan gesleuteld worden. Wij hebben in ieder geval het gevoel dat het INK-model de laatste jaren wat verwaterd is. Dan kom ik tot het amendement, waarvan GBWP in eerste instantie de gedachte had als we kijken naar de raadsmededeling 05-60 dat dit helemaal tegemoetkomt aan de wens van het amendement, maar ik begreep van de portefeuillehouder in zijn beantwoording dat hij zich heel goed kon vinden in de toevoeging van punt f. Als dat zo is dan kunnen wij instemmen met het amendement. In eerste instantie dachten wij dat het meer een open deur amendement was. Het is allemaal al verwoord in een raadsmededeling, maar goed. Wij zullen dus ook voor het amendement stemmen. Dan nog even in de richting van de heer Harijgens van Groen Links. Hij zei het komt het college wel goed uit om geen gemeentepeiling te houden het jaar voor de verkiezingen. Ik dacht dat we vorige week in de commissie Bestuur & Veiligheid juist besproken hadden dat er op dit moment een gemeentepeiling aan de gang is Ik denk dat we juist voor die verkiezingen de uitslag van die gemeentepeiling hebben. In die zin is het natuurlijk het college niet te verwijten dat ze het niet gedaan hebben, maar is het juist te prijzen dat ze het wel gedaan hebben. Dat waren zo'n beetje mijn opmerkingen. Mevrouw VERHOOG: De groepering Leefbaarheid steunt het amendement van de WD omdat wij denken dat dit amendement voorkomt dat wij volgend jaar weer op dezelfde manier hier zitten te praten met zijn allen als vorig jaar. Twee jaar achter elkaar lijkt ons wel genoeg, Op de vragen die ik gesteld heb hebben we een adequaat antwoord gekregen van de wethouder. Vooral het INK-model binnen de eigen organisatie spreekt ons heel erg aan.
Wij kunnen dus met de jaarrekening instemmen. De heer HAGENAARS: De portefeuillehouder is blij met de ruimere aandacht voor de rekening van dit jaar. Laten we wel wezen, dit ligt niet aan de door de griffie toegevoegde spreektijden bij dit onderwerp die voor het eerst hier aan de orde zijn, maar toch vooral aan de inhoud van de documenten die hieraan ten grondslag liggen en daar worden we niet echt vrolijk van. Dan zegt de heer Linssen namens Lijst Linssen dat onder andere ik heb gezegd, daar heeft hij gelijk in, dat er sprake van is dat zoveel gemeenten de rechtmatigheidstoets niet doorstaan. Ik heb dat inderdaad gezegd. De heer Linssen heeft ook kunnen lezen uit de verslagen van de controlecommissie dat ik daar gezegd heb, nu we voor de zoveelste keer, voor 2003 en voorgaande jaren en ook weer voor 2004 over een aantal tekortkomingen praten die steeds maar niet opgelost worden, nu moeten we komen met meetbare resultaten in het rekeningtraject 2005, dus in het lopende jaar, zowel op het gebied van financieel beheer als op het gebied van de rechtmatigheid. Ik denk dat dat voldoende duidelijk is en dat dat een grote streep trekt onder hetgeen wij wel en niet meer accepteren. Dan het amendement van de heer Coppens van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie. Dit onderstreept, denk ik, de gewenste aandacht die wij willen schenken aan de rekening voor het jaar 2005 en volgende jaren. De VOORZITTER: U had het over de spreektijden. Die zijn niet door de griffie vastgesteld, maar in het presidium zo met elkaar bepaald. Dit voor alle duidelijkheid. De heer VAN DER KALLEN: De wethouder heeft erop gewezen dat met zijn aantreden de managementletter naar de raad ging en dat is waar. Vanaf dat moment hebben wij eigenlijk als raad kunnen vaststellen hoe ontluisterend een aantal zaken functioneren c.q. disfunctioneren. Vanaf dat moment hebben personen uit deze raad, ik draai al een tijdje mee, daarvan iedere keer gezegd dat zou anders moeten, het zou beter moeten, daar zit een leermoment in. Als je dan nu zou zeggen het is de eerste keer, en daar ben ik blij mee zei de wethouder, dat de jaarrekening zoveel aandacht krijgt, heeft hij er in die zin gelijk in dat dit zo is in de raad, maar in de commissies die eraan voorafgingen en waar ik bijna altijd bij ben geweest, heeft het wel degelijk alle aandacht gekregen. Ik denk dat het nu zoveel aandacht krijgt in de raad omdat er een grens wordt overschreden in moedeloosheid, in frustratie, misschien zelfs wel bij gevoelens van "nu moet het eindelijk anders". Dan kan je zeggen die OR doet zo lang over organisatorische veranderingen, dat is waar, ik heb op dat punt ervaring aan de andere kant van de tafel en dat hoort bij het systeem, maar als het gaat over het leerproces met budgethouders dan is dat een cultuurzaak, dan is dat een kwestie van goede taakomschrijvingen en goede handhaving van de taakomschrijving, goede beoordelingsgesprekken en goede terugkoppelingen. Daar komt geen OR aan te pas. Dat leerproces duurt wel erg lang. Vorig jaar heeft een aantal raadsleden in een commissie zich zelfs afgevraagd of we op cruciale onderdelen wel de goede ambtenaren hebben. Je moet het ook voor elkaar kunnen 12
Bergen op Zoom
cezorg in onze gemeente overeind blijft, maar wat zijn de consequenties als wij nee zeggen. Wat zijn de consequenties, zoals de heer Van der Kallen van D66/BSD zei, als de gemeente het signaal afgeeft deze grootschaligheid hoeven we niet. Welke consequenties zijn er dan? Daar zijn we natuurlijk in geïnteresseerd. Graag een antwoord op die vraag. De heer VAN DER KALLEN: De D66/BSD fractie kan de wethouder natuurlijk niet kwalijk nemen dat hij bestuurlijk en pragmatisch handelt. Dat zouden we zelf misschien ook doen op zo'n plek. Ik heb echter een lange geschiedenis met het ambulancevervoer. Het was wel degelijk een rijkstaak die regionaal werd uitgevoerd. Het rijk betaalde gewoon alles, totdat het rijk vond dat ze moesten bezuinigen en toen bezuinigden ze tot een niveau dat we als gemeentes en provincie zeiden dat niveau voldoet niet aan de normen die gesteld zijn voor een goed en adequaat ambulancevervoer. Toen hebben we zelf maar de portemonnee getrokken met steeds het verhaal, we halen het terug bij het rijk. Dat laatste verhaal gaat nu misschien kloppen. Maar achteraf gezien doen we wel precies wat het rijk toen wou. Achteraf worden we wel verantwoordelijk gesteld voor iets wat in haar essentie een rijkstaak is. De truc bij de landelijke overheid is, dat is niet alleen als het gaat over ambulancevervoer, dat gaat zo bij legio zaken, men bezuinigt en eigenlijk zegt men wij decentraliseren oftewel we schuiven het vuiltje door naar een lagere overheid met een korting, want die lagere overheid zou het altijd efficiënter kunnen doen en uiteindelijk slikken we het allemaal en gaan we weer door de bocht. Mijn pijn zit hem erin dat we definitief financieel verantwoordelijk worden, want we geven het op om het terug te halen bij het rijk, we worden definitief politiek verantwoordelijk. Met dat laatste heb ik niet altijd een probleem, maar wel als ik feitelijk die verantwoordelijkheid niet kan waarmaken. Feitelijk kan ik het niet meer waarmaken als een Bergenaar ergens in Dinteloord of Heinenoord op de keien ligt en te laat wordt geholpen. Daar heeft mijn fractie moeite mee. Als we politiek verantwoordelijk worden, er politiek op aangesproken kunnen worden door de burgers, dan willen we er ook invloed op uitoefenen. Invloed van een van de 47 daar geloof ik met mijn politieke ervaring al lang niet meer in. Ik snap de pragmatiek van de portefeuillehouder, wat hij vertelt is bestuurlijk juist, maar in mijn emotie heb ik er toch de grootste moeite mee. De heer WITHAGEN, wethouder: Er is nog een aantal bemerkingen gemaakt en er is nog een aantal vragen gesteld. Laten we dit zeggen. We sluiten, mijnheer Nefs, een nieuwe gemeenschappelijk regeling af. Die moet afgesloten worden met exact hetzelfde besluit in al die gemeentes. Als dat niet gebeurt is er dus geen gemeenschappelijke regeling. Dan is de weg naar de provincie rondom het vergunningenstelsel het eerste probleem, bereiken we dus ook de commissie voor sanering van de RAB-gelden niet. Dat betekent dus dat er dan geen weg is. Niet alleen voor Bergen op Zoom niet, maar ook voor alle 47 andere gemeentes niet. Dat betekent dat Bergen op Zoom door zijn nee het WGRbesluit blokkeert en eigenlijk alle andere gemeentes met dat nee voor diezelfde keuze brengt. Natuurlijk zal er dan over nagedacht worden door die andere gemeentes hoe zij Bergen op Zoom kunnen omzeilen. Ik moet u ten stelligste afraden om in de ambulancezorg als Bergen op Zoom alleen komen te staan, want onze maat is zelfs vele malen te klein om een eigen ambulancevoorziening te hebben die 24 uur per etmaal volledig paraat is. We zouden dan echt de service aan onze inwoners in de waagschaal stellen. Dus wat dat betreft zijn wij ook onderdeel van een solidair gewest. Als we dat niet zijn hebben we een probleem. De schaal van Bergen op Zoom is veel te klein om te denken dat wij een eigen 24 uur ambulanceservice op touw kunnen zetten. Ik zou dat dus ten stelligste afraden. Op de tweede plaats dit. De aanrijtijden, de bestuurlijke calamiteitenverantwoordelijkheid komt dus ook in de toekomst te liggen bij de veiligheidsregio. Dat betekent dat wanneer raadsleden in de gemeente Bergen op Zoom op basis van hun verantwoordelijkheid aan de burger willen beginnen over de aanrijtijden, ze dat doen middels de bestuurder in de veiligheidsregio, in bijna alle gevallen de burgemeester, die dat aankaart. Dat is nu het geval en dat is ook straks het geval. De bestuurlijke aansturing verloopt toch voor wat calamiteiten betreft via de veiligheidsregio. De beheersmatige kant van het verhaal wordt wat verderop uitgezocht. Dit zolang het duurt, want ik heb u al gezegd dat wij een wetswijziging verwachten op dat punt. Dan voor wat betreft de risico's. De risico's zijn dat op het moment dat wij er niet in slagen om een positief meerjaren verhaal te krijgen de weg naar de sanering geblokkeerd blijft. Dat betekent dan dat wij als kleine regio West-Brabant vooralsnog blijven zitten met a. een niet congruente RAV, want Tilburg blijft dan apart en b. dat we niet gesaneerd zijn en een negatief rak hebben waar ook nog, daar wil ik ook op wijzen, nog twee grote geldinfusies van de provincie in zitten. Dat is de zaak waarom ik wat onzeker praatte bij kun je aangeven hoeveel we krijgen enz. Wij weten exact wat we voorgefinancierd hebben maar daar zitten nog kosten van bij de GGD en wij zitten met teruggave van gelden aan de provincie. Dan moeten met het rijk onderhandelingen gevoerd worden. Ik zit nog niet zo lang in het bestuur, maar ik heb geleerd.als die variabelen nog in het spel zijn, geen voorspellende dingen te zeggen. Wij weten wat wij terug willen hebben, maar ik doe daar nog geen concrete voorspellingen over. Daarvoor zitten er nog teveel variabelen in het spel. Dat is mijn twijfel, dus dat zal nog uitgewerkt moeten worden. GRIFFIE Bergen op ZoomLS -
Dan was daar nog iemand die zei hebben wij daar bestuurlijk invloed op. Toevallig vanmiddag heeft de regio besloten om vanuit deze GGD, ons streekstadsgewest, mij onder andere af te vaardigen als het geregeld wordt naar die grotere WGR. Dus toevalligerwijs komt de algemeen bestuurder van Bergen op Zoom via het DB van de GGD daar ook nog eens een keer terecht met veel plezier. De heer LINSSEN: Wethouder, bent u het niet met mij eens dat als u zich zo zelf hoort in deze discussie, dat we in feite praten alsof het hier een bedrijf en een zaak is. Ja, in zekere zin heeft u daar gelijk in, maar het gaat hier wel om de GGD en eigenlijk ook een beetje in de zin van de woorden van de heer Van der Kallen om het gevoel van het belang van deze instelling. We hebben de ervaring als burger met het verder op afstand zetten van politie, brandweer en ambulancedienst dat het altijd minder is geworden en altijd tegengevallen. Ik denk dat we weer terug moeten, ongeacht de consequenties. Daarom zal ik de burgemeester straks vragen om een hoofdelijke stemming over deze materie, want ik denk dat wij hier ook een stukje gevoel en emotie bij moeten leggen. De VOORZITTER: Dit was een interruptie. Geeft die nog aanleiding voor een reactie van de wethouder? De heer WITHAGEN, wethouder: Natuurlijk gaat het om een heel belangrijke service van de burger, maar ik heb u uitgelegd dat de calamiteitenregeling waar wij alsmaar naar wijzen een heel klein deeltje is van de bedrijfsvoering. Dat is 1. Op de tweede plaats besef ik ook terdege op het moment dat een Bergenaar op straat in het openbaar gebied of thuis in moeilijkheden is dat elke seconde die een ambulance wegblijft dramatisch is. Maar ook aanrijtijden bestaan uit technische elementen. Als je aanrijtijden wilt verbeteren of verkorten, dan praat je over technische elementen. Dat is niet alleen maar emotie. De resultante is wel emotie, maar de realiteit is dat hoe je het ook wendt of keert wil je daar verbetering in aanbrengen je praat over technische procedures, waarvan er een aantal gewoon geld kosten. De heer SLIJPEN: Mag ik de portefeuillehouder openbare orde en veiligheid aanspreken? Ik wil deze discussie ontdoen van de emotie die er naar mijn idee jammer genoeg insluipt. Kan de portefeuillehouder met betrekking tot de ambulance meldkamer, dat bent u voorzitter, ons aangeven of er iets verandert? Ik heb uit de stukken begrepen dat we nog steeds twee meldkamers overhouden en dat de zorg die nu geuit wordt niet terecht is omdat het product ambulancezorg in het kader van calamiteiten door die meldkamer in Tilburg gewaarborgd blijft. De VOORZITTER: Ik zal daar zo op ingaan. We zijn nog bij de tweede termijn van de wethouder. Wil iemand hem nog interrumperen? De heer AERTSSEN: De wethouder sprak net bij de beantwoording over een aantal varianten op de financiële risico's. Het lijkt bijna monopolie in plaats van iets over de ambulancedienst. Ik heb in het voorstel dat hierna komt en dat ook over de ambulancedienst gaat gelezen dat in het kader van de opheffing van de RAV West-Brabant er ook sprake is van sanering van de schulden op grond waarvan wij een aanzienlijk deel van onze voorfinanciering mogen terugverwachten. Moet ik het nu letterlijk zo lezen, mogen terugverwachten of zullen we terugverwachten. De heer WITHAGEN, wethouder: Als wij er in slagen om het rijk ervan te overtuigen dat wij in de regels vallen waarvoor het rijk die saneringscommissie heeft opgericht dan komt het natuurlijk terug. Ik kan toch niet vooruitlopen op zo'n proces. De heer VAN DE WATER: ledere vernieuwing roept vragen op. Ik denk dat het een heel slechte zaak is als we nu als raad eigenlijk een stuk ongerustheid bij de burger op gaan roepen van zou dit niet leiden tot verslechtering van de huidige situatie. Als ik de stukken lees dan is er op dit moment geen reden om daarvan uit te gaan. Ik denk dat we heel voorzichtig moeten zijn om de burger ongerust te maken. De VOORZITTER: Dit lijkt op een derde termijn, maar ik beschouw dit maar even als interruptie. Mevrouw VERHOOG: In eerste termijn heb ik al een vraag gesteld over de financiering omdat er weer twee beheerscommissies naast elkaar staan en de ene blijft gewoon aansturen wat hij nu ook aanstuurt. Ik snap dus het probleem helemaal niet. De VOORZITTER: Ik stel het volgende voor. Daarna moet u beslissen of u nog een derde termijn wilt of niet, want het gaat hier om een heel belangrijk onderwerp. Ik ga even in op het verzoek van de heer Slijpen o n vanuit do invalsteekGRIFFIE Bergen op Zo
De VOORZITTER: Wat mij betreft precies zoals ik het gezegd heb. U heeft in het presidium allen, inclusief Lijst Linssen, ingestemd met een spreektijd van 8 minuten. Als dat meer dan 10 a 11 minuten wordt per fractie dan zal ik vragen om tot afronding van het betoog over te gaan. De heer LINSSEN: Dan hebben we toch een probleem, want we gaan er nu over discussiëren. Ik ben volksvertegenwoordiger en ik heb beloofd dat ik de tijd op andere momenten zal inlopen. Wij zijn normaal als partij niet lang van stof. Ik neem de tijd die ik denk nodig te hebben. Nu zijn we alweer onnodig tijd aan het verliezen met deze discussie. Ik ben daarom een aantal dagen geleden al hierover begonnen. Ik betreur dit ten zeerste. De VOORZITTER: Ik stel voor even een punt van orde af te handelen. Ik doe precies wat u in meerderheid van de raad zegt. Het punt is dat in het presidium is gezegd 8 minuten. Ik heb gezegd dat ik daar waar het kan een soepele voorzitter ben. Ik stel voor, ik breng dat gewoon in stemming, ook gezien de tijd die we gewonnen hebben bij de behandeling van de jaarrekening, dat we per fractie maximaal 12 minuten nemen en proberen daarbinnen te blijven. Ik wil dat voorstel in stemming brengen. Wie is er op tegen dat we maximaal 12 minuten nemen? De heer Van der Kallen is daarop tegen? Dat is voldoende, want ik breng het alleen in stemming. U bent daarop tegen. Dan is dat aangenomen. Nee mijnheer Van der Kallen, u heeft niet het woord. Bij deze is vastgesteld dat we allemaal voor de eerste termijn 12 minuten hebben. Ik geef het woord aan de heer Linssen. De heer VAN DER KALLEN: Een ordevoorstel zonder ordedebat? De VOORZITTER: U heeft niet het woord tenzij u een punt van orde wil inbrengen. Dat is het geval? Dan is dat nu aan de orde. De heer VAN DER KALLEN: U doet een ordevoorstel zonder een ordedebat. Ik vind het heel simpel De VOORZITTER: Mijnheer Van der Kallen, ik wil het u even duidelijk maken. Ik heb een voorstel gedaan. Ik heb gevraagd of ik dat in stemming kon brengen. Daar heeft niemand op gereageerd. Vervolgens is het in stemming gebracht Wij hebben nu dus die 12 minuten. Als u nog een keer een ordevoorstel wilt dan moet u aankondigen waarover het gaat en dan kunt u het woord krijgen. Dat is niet het geval? De heer VAN DER KALLEN: Als er op deze manier met de orde wordt omgegaan heb ik daar geen behoefte aan. De VOORZITTER: Okay. We hebben netjes democratische gezegd dat het van 8 minuten naar 12 minuten gaat en ik geef de heer Linssen het woord. De heer LINSSEN: Dan gaat de tijd nu in. Voor Lijst Linssen is één ding volstrekt helder. Het moet anders, Niet zomaar op enkele details of op enkele beleidsterreinen, maar echt op alle fronten moet het anders in de gemeente Bergen op Zoom. Deze coalitie sleept zich al kreunend, steunend en zuchtend naar het einde. De jaarrekening 2004 geeft alleen maar slecht nieuws te zien. De coalitie leunt op één zeteltje meerderheid in de raad. Steeds vaker blijken gelegenheidsmeerderheden nodig te zijn om een meerderheid tot stand te kunnen brengen. De wethouders blijken er steeds minder in te slagen om hun eigen coalitie te overtuigen. Deze uit nood geboren gelegenheidscoalitie van GBWP, CDA, WD, Partij van de Arbeid en aanvankelijk ook Groen Links, mist iedere overtuigingskracht en flair. Groen Links heeft wellicht tijdig de bui zien hangen. Wellicht dat de meeste Groen Linksers zo'n coalitie met de WD toch niet een tropische verrassing vonden. Bij de behandeling van de jaarrekening heeft Lijst Linssen al aangegeven dat het collegebeleid geen grip heeft op de ambtelijke organisatie. Eens te meer blijkt dit overduidelijk uit onder andere het functioneren van wethouder Van den Kieboom. Hij laat zich voortdurend overrompelen door heilloze en dure plannen van ambtenaren, maar pikt de signalen van de burgers vertolkt door de gemeenteraad totaal niet op. Integendeel, de wethouder blijft zijn kop in het zand steken. In dit geval het zand van een archiefbunker waar de raad niet op zit te wachten. Maar nee, toch maar weer zo'n zinloos plan presenteren. Blijkbaar leert hij er helemaal niets van. Vandaar ook dat Lijst Linssen een motie indient om maar eens een andere optie te gaan onderzoeken, waarbij ook onze bibliotheek wordt betrokken. Ik kan nog wel heel uitgebreid ingaan op allerlei andere uitglijders van wethouder Van den Kieboom, maar daar hebben wij onvoldoende spreektijd voor gekregen. Dan weten we toch inmiddels dat er niemand meer luistert. Vast staat wel dat de Bergse burger het slachtoffer wordt van het gebrek aan sturing van de ambtenaren, wat er onder andere toe leidt dat er veel te slecht wordt gelet op de uitgaven. GRIFFIE Bergen op Zoom
Waarom moet een aantal zaken echt fundamenteel anders? Nog een voorbeeld. Het integratiebeleid. Keer op keer blijkt dat Lijst Linssen gelijk krijgt. Een falend integratiebeleid gericht op het in stand houden van de verschillen tussen autochtonen en allochtonen. Resultaat: geen enkele verbetering. Geitenwollen sokken beleidsmakers blijven aan de touwen trekken en luisteren totaal niet naar de signalen uit de samenleving. De andere wang toekeren, dat is in deze gemeente al jaren het credo. Begrip voor de mensen die zich niet willen aanpassen, ook al jaren het uitgangspunt van het gemeentelijk beleid. Maar ziet, wethouder Van den Kieboom begint na jaren en jaren uiteindelijk eens te luisteren naar Lijst Linssen. Op woensdag 15 juni geeft hij eindelijk toe, want misschien hebben we verschillende groepen in de samenleving wel teveel vertroeteld. We hebben veel geïnvesteerd in het minderhedenbeleid, maar we hebben er te weinig voor teruggekregen. Nou voorzitter, er is niet geïnvesteerd in minderhedenbeleid, er is verspild aan minderhedenbeleid. Als we niet drastisch het roer omgooien verandert er nog steeds niets. Dat betekent dat we echt schoon schip moeten gaan maken en moeten stoppen met geldverkwisting aan ambtelijke en semi-ambtelijke clubjes zoals Palet en de adviesorganen etc. De heer HARUGENS: Bij interruptie. De heer LINSSEN: Dat zou ik niet doen. De VOORZITTER: Dat gaat niet van uw spreektijd af, mijnheer Linssen. De heer HARUGENS: Kan de heer Linssen aangeven op welke zaken nu precies die voorspelling heeft plaatsgevonden? Ik vind het nogal boud wat hij stelt. De heer LINSSEN: Ik denk dat als u de krant gelezen heeft en ook de redenering van wethouder Van den Kieboom dat u daar achter komt. De heer HARUGENS: Ik vraag het u toch. De heer LINSSEN: Ja, maar u hebt het toch ook gezien. We kunnen wel allerlei dingen aangeven, maar het heeft niet geholpen, er is niets verbeterd. Moet ik nu alle dingen gaan opnoemen? U weet het donders goed.Gewoon luisteren naar de burger mijnheer Harijgens, dan weet u het precies. Al dit soort organisaties opereert namelijk vooral vanuit eigenbelang, het legitimeren van de eigen organisatie en de burger maar betalen. We blijven erop hameren dat iedereen zich dient aan te passen aan de in dit land geldende normen en waarden. Niets meer en niets minder. Wie zich niet wil aanpassen zoekt maar elders zijn of haar heil. Dat brengt mij automatisch op het volgende aspect We moeten echt een omslag maken. Een echte vernieuwing. Alle beleidszaken dienen eens goed tegen het licht te worden gehouden. Beleid en uitvoering moeten een stuk simpeler worden. Ik geef dan een aantal kleine voorbeelden. Er was kritiek vanuit het college en de raad over artikelen in de krant hoe slecht het was. Het resultaat was wel dat burgers een aantal zaken gingen aangeven waarbij het slecht was. Ik heb hier een mapje gekregen van mijnheer Franken van de Zuidwestsingel. Hij kreeg op 14 juni van één afdeling.10 brieven, 10 enveloppen, 10 keer porto. Dit van één afdeling. Ja, dan kan je wei zeggen dat is ambtelijke inzet en de porto en drukwerk doet er niet toe, maar u weet wat uiteindelijk een brief kost. Doelmatigheid staat niet voorop. Een ander voorbeeld, de toekenning van jubileumsubsidies. We maken het als raad vele malen mee. Het kost veel ambtelijke uren om een bestuit voor te bereiden en dan gaat het vaak om € 55,- subsidie. Het schiet zijn doel voorbij beste mensen. Deurwaarders die aan de deur komen terwijl de burger allang heeft betaald. Ik ken daar meerdere voorbeelden van. Maar de deurwaarder wil wel zijn centjes zien. Het laatste voorbeeld is wel de ondergrondse vuilcontainer aan de Westersingel. Honderdduizend bezwaren van burgers wegwuivend, verkeersonveilig en verkeersbelemmerend. De ene dienst luistert niet naar de andere, het gemeentelijk antwoord aan de gehandicapte burger die zijn vrije uitzicht uit zijn raam kwijt is: "u had maar moeten reageren'. Deze mensen weten niet eens wat de gemeentepagina is. Het staat er, hoe onveilig, hoe onlogisch en hoe belemmerend bij de lediging dan ook. Bergen op Zoom dreigt niet langer een democratie te zijn maar een bureaucratie. Dat moet echt andera Op het gebied van de veiligheid moet een aantal zaken anders. Lijst Linssen heeft al aangekondigd samen met de WD te werken aan een voorstel om vestiging van ongewenste horeca en aanverwante zaken nu eens echt aan banden te leggen. Hieraan willen wij de resterende raadsperiode gaan werken. Datzelfde geldt voor de coffeeshops. Echte vernieuwing moet ten grondslag liggen aan de nieuwe raadsperiode. Lijst Linssen is bereid met iedereen hierover van gedachten te wisselen en voorstellen uit te werken.Terugdringen van de bureaucratie moet echter we! het uitgangspunt zijn. ^_____™_™___-~~-
GRIFFIE Beraen op Zoom. M-
16
Dit beleidskader sluit aan bij het college- en raadsprogramma dat Lijst Linssen uiteraard nooit heeft ondertekend en gesteund. Maar ziet, Lijst Linssen krijgt gelijk. AI die onrealistische ambities van deze coalitie ketsen nu als een boemerang terug. Van al die jarenlang in het vooruitzicht gestelde overschotten is helemaal niets meer over. Voor 2007 wordt een nadelig saldo van € 594.000,- begroot en de jaren daarna vooralsnog een klein overschot Maar ook dat is als sneeuw voor de zon verdwenen gezien de verder tegenvallende economische vooruitzichten. Ondertussen heeft deze coalitie nog steeds een heel belangrijk deel van zijn veel te ambitieuze plannen niet gerealiseerd. Door de alsmaar voortwoekerende schaalvergroting wordt onze zeggenschap over de verschillende organen steeds minder. Uiteraard is het zo dat aan een aantal wettelijke verplichtingen niet valt te ontkomen, denk bijvoorbeeld maar aan de Wet Maatschappelijke Ondersteuning die Lijst Linssen met schrik en beven tegemoet ziet. Door al die schaalvergrotingen en samenwerkingsverbanden wordt onze invloed steeds minder en vooralsnog zien wij ook de kosten nog niets teruglopen. De GGD, de regionale brandweer, het werkvoorzienirtgschap etc.. Lijst Linssen wil na de volgende verkiezingen ook dit soort zaken goed onder de loep gaan nemen en onderzoeken of we op de ingeslagen weg verder moeten gaan. Een van deze ambitieuze plannen die geen doorgang zal vinden is het Zeelandcomplex. Tja, werd er maar naar Lijst Linssen geluisterd. Nee, waar onze fractie pleitte voor een bankgarantie zoals door iedere nuchter denkende zakenparfij wordt verlangd, werd hier in de gemeenteraad maar achteloos en schouderophalend gezegd we moeten maar vertrouwen hebben. Met welk resultaat? Een Frans 'non. Weg investeringen in onze toeristische ambities en als we niet oppassen een kale vlakte voor tientallen jaren als Frans souvenir, als blijk van disrespect voor loze beloften van een vertrokken burgemeester. Wellicht komt dit college nog weg met poldergeluk. We hebben kans dat we toch een deel van onze kosten terugkrijgen, maar verliezen doen we altijd. Wederom vooral jammer voor de burgers van de gemeente Bergen op Zoom. Dan de voorstelletjes in dit beleidskader. Dit college meent over zijn graf heen te kunnen regeren met voorstellen als extra centjes voor het facilitair bedrijf nu en noodzaak zijn niet aangetoond of product 410, maar weer extra centjes voor het jongerenwerk, in dit geval € 56.000,- . Alsof iedere keer maar weer meer geld schuiven de oplossing is voor problemen tussen autochtonen en allochtonen. Opnieuw dure plannen voor internationale culturele samenwerking, € 300.000,- voor nieuwe ontwikkelingen cultureel beleid. Hebt u hiervoor kengetallen? Op welke wijze trekt dit nieuwe evenementen aan? Wat zijn de nieuwe elementen en in hoeverre kan er niet met de huidige middelen anders worden omgegaan? Frutsels waar de overgrote meerderheid van de bevolking niets aan heeft. Het gemeentebestuur dient een lichtend voorbeeld te zijn voor onze burgers. Als wij verwachten dat de burger zich aan regels houdt, dan moet ook het college dit doen. Onze beroemde lichtmast, de galg, op de Grote Markt. De reactie van wethouder Janssen op de uitspraak van de rechtbank van Breda is tekenend. Die paal blijft gewoon staan. Alsof je op zo'n manier respect afdwingt Hoewel de gemeente uiteraard in hoger beroep kan gaan is de uitspraak van wethouder Janssen tekenend voor dit college. Men voelt zich verheven boven de burger. Wat voor voorbeeld geef je hiermee? Die burger denkt nu straks, kom laat ik mijn dakkapel en mijn schuurtje maar uitbouwen want het college geeft het slechte voorbeeld en wij trekken ons er niets van aan. Het lijn slechte tijden voor burgers, bedrijven, organisaties en verenigingen. De economie zit in het slop. Het vertrouwen is tijdelijk ver weg. De kaasschaaf moet in menig huisgezin niet alleen de kaas meer snijden. Nee, het is tijd voor algehele herziening van bestedingen. Bezuinigen is niet alleen meer een overheidstaak, maar een bittere noodzaak voor iedereen. Het gemeentebestuur mag niet alleen haar tekorten op de schouders van de burgers blijven leggen. De overheid, lokaal en nationaal, heeft alleen creativiteit ontwikkeld in het verzinnen van belastingen, toeslagen, opcenten, sancties, boetes, solidariteitsbijdragen en tijdelijke kwartjes die eeuwig zijn geworden. De gemeentelijke en nationale overheid dient zelf het voorbeeld te geven en op haar eigen budgetten organisatie en bestuur te bezuinigen. Efficiency, productieverhogende creativiteit zijn de toverwoorden. Met elkaar opnieuw het huishoudboekje opstellen en daar bij elk onderwerp de afweging maken of het nog kan. Gewoon helemaal opnieuw met minder ook minder doen, net zoals bij de burger in de Blokkendoos, de Plaat, Oost, West, Halsteren, Lepelstraat, Zorgvliet of Meilust het maakt niet uit. Lijst Linssen veroordeelt nu niet alleen dit college of de coalitiepartijen, dat zou makkelijk zijn als oppositiepartij. Lijst Linssen durft nu ook te zeggen, organisaties, stichtingen, verenigingen en welk burgerlijk initiatief dan ook, gebruik diezelfde toverwoorden; efficiency, productieverhoging, creativiteit en verbreding van inzet van en voor elkander. Dus BRTO, Facilitair Bedrijf en Jazzweekend, nu het even slechter gaat voor iedereen en u wilt zo graag wat meer, kies dan niet de weg "u als gemeente vindt het belangrijk dat wij..", dus moeten wij meer anders kunnen wij niet. Nee, wij kunnen Mien de uitkeringsmoeder geen nieuwe wasmachine geven, onze oudjes geen fatsoenlijk vervoer, we kunnen de mensen in armoede en schuld niet een extraatje geven, kwijtschelden, bijsteunen, huisvestingsproblemen oplossen en ik kan nog wel even doorgaan. Het gaat niet. De VOORZITTER: Mijnheer Linssen, ik zou u willen vragen om tot een afronding te komen. GRIFFIE Bergen op Zoom
7
De heer LINSSEN: Ik ga heel snel, daarom heb ik zo hard gesproken. Dan gaan we verder: ....omdat we zoveel geld voor onszelf nodig hebben. Misschien electoraal voor ons slecht, maar iedereen die nu even wat meer wil zoals de BRTO, Facilitair Bedrijf, Jazzweekend en nog meer, van ons krijgt u er niets bij. Nee, al die zaken die zojuist genoemd zijn moeten binnen afzienbare tijd selfsupporting zijn. Daarom een motie, die ziet u straka De speeltuin, een onderwerp dat zich slepend in de politieke arena beweegt. Een prachtig burgerinitiatief wat helaas politiek wat wordt misbruikt door de Partij van de Arbeid en die daarmee het initiatief niet helpt maar in de gevarenzone brengt. Ondanks dit gevoel vindt Lijst Linssen dat dit rammelende plan dat werkelijk bol staat van onzekerheden, maar deze raad heeft al wel vaker rammelende plannen van dit college moeten goedkeuren, een burgerinitiatief dat al 10 jaar lang wordt geprobeerd neer te zetten, een kans moet krijgen. De VOORZITTER: Mijnheer Linssen, ik moet u vragen. De heer UNSSEN: Afronden.Ja, een klein stukje. De VOORZITTER: Mijnheer Linssen.... De heer LINSSEN: Ik rond af. Er zijn mensen die steeds minder met de kinderen kunnen doen, ook de kinderen krijgen steeds meer betaalbaar vermaak. Vermaak voor de kinderen, een volksevenement, dat is ook cultuur. Dit moet doorgaan. De VOORZITTER: Dank u zeer. U heeft denk ik 2 moties die u wilt indienen. De heer LINSSEN: Dan heb ik straks nog een stuk voor de tweede termijn. De VOORZITTER: De moties heeft u ingediend begrijp ik. Ze zijn goed ondertekend. Ik zal ze voorlezen, zodat ook voor de luisteraars helder is wat de moties zijn. De eerste motie: De gemeenteraad van Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op maandag 27 juni inzake Vaststelling Beleidskader 2006-2009, Overwegende dat - er geen aantoonbare reden is om de renovatie van het Markiezenhof te koppelen aan herstructureringsplannen m.b.t. het Archief aan de Blokstallen; - de mogelijkheid tot verhuizing van de bibliotheek naar het Archief aan de Blokstalten onvoldoende is onderzocht; - amovering van het huidige Archief naar de huidige bibliotheekruimte een zeer serieuze optie is die onvoldoende is onderzocht; - een ondergrondse situering van het Archiefdepot wellicht op meer kosten kan stuiten dan nu is voorzien; Spreekt als zijn mening uit: - dat een directe koppeling tussen noodzakelijke renovatie van het Markiezenhof en de amovering van het Archief aan de Blokstallen niet aan de orde is; draagt het college op: - een onderzoek te starten naar de mogelijkheden tot amovering van het Archief naar de bibliotheekruimte in het Markiezenhof en vice versa; - in aansluiting hierop een voorstel aan de raad voor te leggen waarin deze mogelijkheden als serieuze opties zijn verwerkt; en gaat over tot de orde van de dag. De tweede motie: De gemeenteraad van Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op maandag 27 juni inzake Vaststelling Beleidskader 2006-2009, Overwegende dat: het Facilitair Bedrijf en de BRTO zich op termijn moeten gaan ontwikkelen tot organisaties die in financieel opzicht niet langer afhankelijk zijn van de gemeente Bergen op Zoom; de subsidiestromen naar deze organisaties derhalve binnen vijf jaar dienen te worden afgebouwd;
-
er door ondersteuning van en/of levering van diensten aan particuliere bedrijven voldoende financiële mogelijkheden voorhanden komen; spreekt als zijn mening uit: - dat het Facilitair Bedrijf en de BRTO binnen vijf jaar niet langer financieel afhankelijk zijn van de gemeente Bergen op Zom; en draagt het college op: bij het vaststellen van de begroting 2006 rekening te houden met een afbouw van de subsidies aan het Facilitair Bedrijf
en BRTO; en gaat over tot de orde van de dag Deze twee moties maken vanaf nu onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer LINSSEN: Feitelijk zou er een derde motie moeten komen dat het verwerpelijk is hoe hier met democratie wordt omgegaan. Wij verafschuwen dat. Ik zeg u mij het woord ontnemen is een schandelijke bedoening, het mag hier niet gebeuren wat u doet en we zouden hier gewoon lak aan moeten hebben. Het is verwerpelijk, want de coalitiepartijen... U kunt zeggen wat u wilt burgemeester, maar ik luister niet naar u. De VOORZITTER: Helaas, mijn knop hier om u buiten de orde te verklaren doet het niet, anders had ik dit gedaan. Ik wil even het volgende meedelen. We hebben net een democratisch besluit genomen over de spreektijden en dat is bij meerderheid, zoals dat in Nederland gaat, genomen. U heeft allen ingestemd met 12 minuten, inclusief de fractie van Lijst Linssen. Dat betekent dat ik alle sprekers daar aan wil houden. MS er interrupties gemaakt worden, dat heb ik nu ook gedaan, krijgt u extra tijd. Ik houd het precies bij en probeer u allemaal gelijk te behandelen conform het besluit dat u daarover net zelf heeft genomen.Daarom geef ik nu graag het woord aan de heer Mouws, fractievoorzitter van het CDA. De heer MOUWS: Voorzitter, geachte aanwezigen, ik hoop dat het nog verstaanbaar wordt na al dit geweld. U weet voorzitter, deze week waren we bijeen in de gemeente Etten Leur op verzoek van de provincie om met name te spreken over het dualisme. Jammer dat vanuit Bergen op Zoom er maar twee fracties aanwezig waren. Onder andere was daar het puntje, mijnheer Linssen, het presidium aan de orde. Het is al te gemakkelijk om hier ter plekke niet in het presidium te zijn, ondanks het feit dat wij indertijd unaniem gesteld hebben dat ieder raadslid... De heer UNSSEN: Interruptie. De VOORZITTER: Interruptie toegestaan. De heer LINSSEN: U weet dat ik de afgelopen vijfjaar in hetzelfde presidium te allen tijde geprotesteerd heb tegen de beperking van spreektijden. De afgelopen keer kon ik niet om medische redenen. Het is verwerpelijk wat u doet U weet dat het al vijf jaar door ons zo wordt gemeld. De heer MOUWS: De heer Linssen komt af en toe, maar hij kan iedere keer één van zijn fractiefeden sturen. Ergens zul je toch een gremium moeten hebben om afspraken te maken. Ik vind dus duidelijk dat het niet kan dat de fracties die wel aanwezig zijn tot bepaalde afspraken komen en iedereen zich op die manier heeft voorbereid en dat men zich op deze wijze daar niet aan houdt. Dat kan in wezen niet. Net zo goed als het nu geen zin heeft om deze coalitie ter sprake te brengen, terwijl de dualistische aanpak iedere keer leidt tot wisselende meerderheden. Dat zou de heer Linssen toch deugd moeten doen. Waarom nu tussentijds zo uithalen over iets waarvan wij denken wat heeft dat nu voor zin. Wij proberen duidelijk binnen de afgesproken tijd te blijven. Dank van het CDA aan iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan het Beleidskader. Het is toch ieder jaar weer een hele toer om alles tijdig op papier te krijgen en vooral beperkt. Het Beleidskader is hét instrument van de raad en dus ook van de CDA-fractie om beleidsafwegingen te maken, prioriteiten te stelten en eventuele financiële ruimte die er is zo eerlijk mogelijk en zo nuttig mogelijk in te zetten en hierbij vooral het solidariteitsbeginsel niet te vergeten. Ik was vorig jaar bij het Beleidskader genoodzaakt om namens het CDA aan te geven dat we door beleidsbeslissingen van vooral de rijksoverheid in zeer zwaar weer zaten en helaas zijn voor de korte termijn zeker geen opklaringen te verwachten, sterker nog, het is nu niet alleen zeer zwaar weer, het is op dit moment ook zeer onvoorspelbaar politiek gezien dan, want als je buiten kijkt dan ligt het weer anders. GRIFFIE ^1 Bergen op Zoom T
'jVlfiJ^~~—-•
Wat gebeurt er precies met die gemeentelijke financiën als het gebruikersdeel van de onroerend zaak belasting wordt afgeschaft? Wat zijn de gemeentelijke consequenties van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, ook door de heer Linssen aangekaart. Wat doet de economie, want na een korte opleving zijn de berichten weer minder gunstig. Tenslotte, hoe gaan we verder in Europa? Dit is naar onze ideeën mede basis voor de meerjarenbegroting. De rekening 2004 laat zien dat er op vele fronten gewerkt wordt en dat is in 2005 ook het geval. Gezien het Beleidskader gaat het college daar in 2006 onverdroten mee verder. Naast de papieren verantwoording zijn er vele bouwputten, zandputten en allerlei ander materiaal getuige hiervan. Dat er tussendoor nog van alles gebeurt op sociaal en cultureel gebied is ook duidelijk, ledereen die roept dat er in de gemeente Bergen op Zoom niets gebeurt, spreekt onwaarheid volgens ons. Of de inwoners het allemaal zo positief ervaren daar kan men twijfels bij hebben gezien het grote aantal bezwaarschriften dat aan iedere beslissing kleeft. Is de communicatie zo slecht of de tolerantie verdwenen? Dit is een onderwerp dat ons inziens aandacht behoeft. De marge tussen wat er is en wat leuk zou kunnen zijn is uitermate gering. Wij zullen dan ook voorstellen om uit de lijst ontwikkelingen op bestaand beleid, waarvoor dekking is, per amendement een aantal keuzes te maken om met dit geld andere, ons inziens noodzakelijker posten te kunnen financieren. Niet omdat eerder genoemde zaken niet belangrijk zijn, verre van dat, maar om de tering naar de nering te zetten. Dat amendement hebben we inmiddels bij u neergelegd. Het betreft op blz.13, programma 125 de post rampenbestrijding, met name de Brzo, besluit risico's zware ongevallen 1999. Wij zouden graag zien dat dit binnen het programma opgevangen wordt Verder het programma 630 Milieuzorg, met name de uitvoering besluit luchtkwaliteit. De heer Van der Kallen zei van de week het is nu milieuwetgeving en daar valt niet aan te tillen want het is wetgeving. Onze eigen VROM werkt aan een verbeterbesluit luchtkwaliteit, zodat het minder blokkades kan vormen voor projecten in o.a. ook onze gemeente en daarbij heeft de wethouder in de laatste commissievergadering duidelijk aangegeven dat het ook per project doorberekend zou kunnen worden. Met andere 10 projecten a € 10.000,- is € 100.000,- daarvoor gereserveerd dus het kan duidelijk ook op een andere manier. Wij denken dat de voorgestelde € 100.000,- voorlopig niet nodig zijn.Of de kosten voor het SES, Sociaal Economische Samenwerking, van € 22.000,- meer moeten worden betwijfelen wij. Wij zouden graag zien dat de noodzaak hiervoor werd aangetoond, dat zit voor ons ook in het amendement. Dan het Facilitair Bedrijf. Voor ons zit de rek er niet meer in. Het Facilitair Bedrijf zou na verloop tijd zelf de broek kunnen ophouden. Laten zij dit dan maar laten zien, vooral in hun plaats, letterlijk, in het gebied Bergse Haven. Ze hebben daar nogal wat mogelijkheden volgens ons, Wat willen wij met de door ons verlangde bezuinigingen of verschuivingen eigenlijk doen. Een soort ontschotting stellen wij voor. Deze helemaal verschuiven naar programma 14, Welzijn, en dan met name naar het preventief jeugdbeleid en de samenlevingsopbouw. Wie niet in jeugdwerk investeert krijgt ons inziens de rekening per kerende post thuis. Wij willen samenlevingsopbouw koppelen aan preventief jeugdbeleid. Omdat via het amendement niet voldoende middelen worden aangedragen, wat daar namelijk staat als ongedekt, wordt tevens het college opdracht gegeven om naar meer middelen te zoeken. Het programma 14, Cultuur en Toerisme, zet ons inziens nogal groot in met € 300.000,-. Wij staan voor een integrale aanpak met het bedrijfsleven en willen eventueel de reserves van Indumij hiervoor deels aanwenden, zoals we dat ook al eerder gedaan hebben. De verantwoording van het promotiebeleid, waar dat geld naar toe gegaan is, zien wij graag tegemoet. Nog twee zaken, het archief en het Markiezenhof.Wij herhalen onze oproep van vorig jaar om zelf als raad de wensen op een rij te zetten. Alleen Lijst Linssen heeft vorig jaar ons daarin gesteund, de rest nog niet. Het wordt onderhand tijd om toch eens aan tafel te gaan zitten, want op deze manier lukt het niet Bij de vaststelling van het verkeersstructuurvisie heeft het CDA ook opgeroepen drie punten van de 75 uit die visie te halen en hieraan prioriteit te geven. Voor ons zijn dat de Mozartlaan, bij de vaststelling daarvan hebben we ingestemd per motie, de Olympialaan, precies hetzelfde, maar wij willen hierbij de suggestie doen om via rijkswaterstaat met andere nummering het industrieterrein beter aan te laten geven. Misschien dat de chauffeurs dan eerder geneigd zijn de juiste route te kiezen richting het industrieterrein. Dan tenslotte, de laatste van de drie volgens ons, de stadsentree met het accent op de toegang naar het ziekenhuis oftewel de rotonde Gageiboslaan. Voorzitter, met u als nieuwe roerganger, de nieuwe algemeen directeur, een nieuwe directeur SROB en de vele hardwerkende ambtenaren, wij willen dat duidelijk hier benadrukken, hebben wij vertrouwen in de toekomst. Het CDA is altijd bereid er een positieve bijdrage aan te leveren. De VOORZITTER: tk stel voor, omdat het nog net geen 6 uur is, met uw goedvinden want dan kunnen we ruim voor kwart over 6 stoppen, voor de schorsing het woord te geven aan mevrouw Van Kemenade, fractievoorzitter van de WD. Voordat ik haar het woord geef zal ik het ingediende amendement, ook voor de luisteraars thuis, voorlezen. GRIFFIE Bergen op Zoom '• '
De raad van de gemeente Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op 27 juni 2005 gezien het raadsvoorstel SM/05/10 inzake Vaststelling Beleidskader 2006-2009 Overwegende dat: - de raad van mening is dat met betrekking tot de volgende producten de voorstellen voor ontwikkelingen op bestaan beleid opgevangen dienen te worden binnen de desbetreffende programma's: P125 Rampenbestrijding • P630 Milieuzorg
P575 Stimulering economische ontwikkeling • P347 Facilitair Bedrijf - de raad van mening is dat de aldus vrijkomende dekkingsmiddelen moeten worden ingezet voor nieuw beleid binnen programma 14 Welzijn teneinde tot een koppeling te komen met betrekking tot de producten P410 Samenlevingsopbouw en P415 Preventief jeugdbeleid; gehoord de beraadslaging in de raad; besluit om punt 3 van het concept-raadsbesluit bij bovengenoemd voorstel als volgt te wijzigen: 3. De voorstellen voor bestaand en nieuw beleid waarvoor dekkingsmiddelen aangewezen zijn (hoofdstuk 5.5), met dien verstande dat; • De voorstellen voor ontwikkelingen op bestaand beleid voor de producten P125 (Rampenbestrijding), P630 (Milieuzorg), P575 (Stimulering economische ontwikkeling) en P347 (Facilitair bedrijf) worden geschrapt en; • De aldus vrijkomende dekkingsmiddelen worden ingezet voor nieuw beleid binnen programma 14 Welzijn teneinde tot een koppeling te komen met betrekking tot de producten P410 Samenlevingsopbouw en P415 Preventief jeugdbeleid en; • Het college opgedragen wordt hiertoe nadere voorstellen aan de raad voor te leggen; En gaat over tot de orde van de dag. Dit amendement maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. Mevrouw VAN KEMENADE: De fijnste gemeente van Nederland, dat is de domeinnaam die de WD-fractie heeft laten vastleggen voor een website die in het najaar het licht zal zien. Want, het liberale geluid van de WD is sinds 1960 in Bergen op Zoom te horen en we vieren dit jaar dus onze 45516 verjaardag. Onder het motto "de fijnste gemeente van Nederland" zal ons feestje dit najaar grootscheeps gevierd worden met vele inwoners van Bergen op Zoom. Went u er dus maar vast aan voorzitter, want u hebt Noordwijkerhout verruild voor misschien wel de fijnste gemeente van Nederland. Over tot de orde van de dag, want er zal nog het nodige werk verzet moeten worden om Bergen op Zoom echt tot de fijnste gemeente van Nederland te maken. Laat ik starten met het beleid op het terrein van de openbare orde en veiligheid. De WD-fractie heeft zich in de afgelopen maanden bijzonder verdiept in de drugsgerelateerde overlast in een aantal wijken; gesprekken met coffeeshophouders, een hoorzitting met belanghebbenden en een onderzoek naar best practices in diverse gemeenten. Hierbij heeft de WD-fractie één ding geteerd, de verkoop van softdrugs moet zo snel mogelijk uit de illegaliteit. De huidige vier gedoogde coffeeshops zijn goed in beeld bij de politie. De ondernemers van deze shops voelen een gezonde, maatschappelijke verantwoordelijkheid, met name ten aanzien van jeugd en vervullen hun rol als het gaat om het beperken van de overlast voor burgera Na het sluiten van de shops om 20.00 uur verplaatsen softdrugsgebruikers zich echter naar de ca. 34 illegale verkooppunten, de behoefte aan drugs houdt tenslotte niet op om 20.00 uur, en begint de ellende omdat de drugs ineens geserveerd worden in combinatie met alcohol. Die verplaatsing van softdruggebruikers kan naar de mening van de WD-fractie voor een groot deel voorkomen worden als de openingstijden van de bestaande coffeeshops verlengd worden. De WD-fractie pleit er in een motie dan ook voor om de APV zodanig aan te passen dat de openingstijden van de coffeeshops per 1 oktober a.s. verlengd worden tot 23.00 uur. De shops zouden hiermee open zijn van 10 uur 's ochtends tot 11 uur 's avonds. De WD-fractie is van mening dat er daarnaast nog veel meer moet gebeuren om de drugsgerelateerde overlast terug te dringen. We denken hierbij aan ten eerste een uitbreiding van het aantal gedoogde coffeeshops met minimaal 2 shops en ten tweede de vestiging van een coffeeshop of rookcafé aan de rand van de gemeente om Belgische bezoekers op te vangen. Hiermee wordt voorkomen dat Belgische gebruikers naar het centrum komen. De WD-fractie zal hieromtrent in een later stadium nadere voorstellen doen. Mevrouw VERHOOG: Mag ik interrumperen, mag ik een vraag stellen? GRSFFIE Bergen op Zoorp
II
Ik wil vragen waar mevrouw Van Kemenade het op baseert dat na 11 uur 's avonds de drugsgebruikers niet uitwaaieren over de stad en na 8 uur 's avonds wel? Ik zou denken dan hebben ze meer dan genoeg op en gaan ze alsnog. Ik wil graag weten waar u het op baseert. Mevrouw VAN KEMENADE: Garanties zijn er niet, ook niet dat na 11 uur 's avonds softdruggebruikers niet uitwaaieren naar illegale verkooppunten, maar ervaring leert wel dat met name Belgische gebruikers 8 uur niet halen, vervolgens dus in de diverse café's e.d. hun drugs gaan gebruiken. Op het moment datje de coffeeshops openhoudt tot 11 uur weet je zeker dat je die doelgroep goed kunt bereiken, open bent voor die doelgroep. Dat voorkomt in ieder geval dat een hoop gebruikers naar andere verkooppunten gaan. Mevrouw VERHOOG: Eigenlijk faciiiteert u daarmee de Belgische gebruiker. Mevrouw VAN KEMENADE: Ik versta u niet. Mevrouw VERHOOG: U zegt tegen de Belgische gebruikers, jongens kom maar wat later want we houden ze gewoon langer open. Mevrouw VAN KEMENADE: Nee, wij zeggen tegen de Belgische gebruikers straks in een nader voorstel; ga aan de rand van de gemeente je softdrugs halen, kom niet in het centrum van Bergen op Zoom. Dat is één. Ten tweede is het zo dat de WD-fractie probeert op basis van ervaring de overlast zoveel mogelijk te beperken. Dit zou een middel kunnen zijn wat daartoe kan bijdragen. Mevrouw DE KONING: Het is wel een heel erge service naar de Belgen toe. Het is net of de WD ze juist deze kant uit wil halen. Dat is niet de bedoeling. De heer LINSSEN: Op zichzelf hebben we er wel oren naar, maar ik wil alleen van de WD als u praat over aan de rand van de stad graag een paar voorbeelden horen waar u aan denkt Mevrouw VAN KEMENADE: Om met de laatste vraag te beginnen, dat kan ik op dit moment niet. Ik denk dat dat in een nader voorstel van de WD-fractie en wellicht in het kader van de samenwerking samen met Lijst Linssen nader bekeken kan worden. Om nu zomaar een locatie te roepen zou te voorbarig zijn. In de richting van mevrouw De Koning zou ik willen zeggen het is geen kwestie van service. U zegt u biedt wel veel service aan de Belgen, maar op het moment lijkt het erop dat bij het openhouden tot 8 uur 's avonds de Belgische gebruikers toch komen. De VOORZITTER: Nog één interruptie stel ik voor en dan vervolgt mevrouw Van Kemenade haar betoog. De heer HARIJGENS: U memoreert zelfde combinatie van alcohol en drugs. Hoe kijkt u er tegenaan dat coffeeshops die tot 23.00 uur open zijn dit gelijktijdig zijn voor de mensen die de avondhoreca bezoeken. Vindt u die combinatie dan niet levensgevaarlijk? Mevrouw VAN KEMENADE: In coffeeshops wordt geen alcohol geschonken en daar zit het grote verschil. In al die café's aan de Antwerpsestraatweg waarvan we weten dat gedeald wordt waarvan we weten dat er verhandeld wordt, daar wordt wel alcohol geschonken. Bij de 4 coffeeshops hebben we het in beeld en de politie heeft het ook in beeld. Dat is de meerwaarde die we ook bereiken op het moment dat we zeggen laten we de coffeeshops opendoen tot 23.00 uur. Ik ga verder met mijn verhaal. Ondanks de gewenste aanscherping op het bestaande drugsbeleid kan ik stellen dat de WD-fractie tevreden Is over het repressieve karakter van het project Courage. Hiermee moeten we vooral doorgaan. Dat laatste geldt in veel mindere mate voor het huidige cultuurbeleid. Bij de recente evaluatie van de cultuurnota is de WD-fractie geschrokken. Geschrokken, omdat we hebben moeten constateren dat de oorspronkelijk bedoelde samenhang tussen toeristische, promotionele en economische beleidsterreinen volledig zoek is in de huidige visie van het college op het cultuurbeleid. Het college komt in de cultuurnota niet verder dan een opsomming van de vele culturele activiteiten in Bergen op Zoom, maar laat na om de raad duidelijk te maken wat de bredere visie is op het cultuurbeleid en wat vooral de opbrengsten zijn van de afgelopen vier jaar investeren in cultuur. Die zogSnaarTÖrkpsteRftjaten ana-
lyse wordt niet gemaakt door het college en de uitgangspunten van de cultuurnota 2001 zijn volledig losgelaten. De WD wil inzicht en duidelijkheid en daarom zal de WD-f actie in een motie vragen om een onderzoek in eigen huis dat de economische effecten van de culturele en toeristische investeringen aangeeft. Het ontbreken van een samenhangende visie op het culturele en toeristische profiel van onze gemeente leidt ook tot onvoldoende aandacht voor die projecten of evenementen die een echt belangrijke bovenlokale en soms zelfs landelijke promotionele rol vervullen. Hiermee doel ik onder meer op het Jazzweekend. Het Jazzweekend in Bergen op Zoom dreigt ten onder te gaan aan haar eigen succes. Dit evenement kan zich inmiddels meten met de grote jazzfestivals in Nederland, maar kampt met dalende inkomsten en toegenomen kosten. Dit in combinatie met het principiële uitgangspunt dat het festival toegankelijk moet zijn voor jong en oud en daardoor gratis is, maakt dat de bodem van de jazzkas bereikt is. 30 jaar werken aan het Jazzevenement met een landelijke uitstraling mag niet verloren gaan.De WD-fractie heeft de noodkreet van het bestuur van het Jazzweekend dan ook bijzonder serieus genomen en tracht via een motie de voortgang van het Jazzweekend in Bergen op Zoom veilig te stellen. De raad heeft in deze raadsperiode namelijk tweemaal € 68.000,- uitgetrokken voor promotiebeleid, geld dat op de plank is blijven liggen omdat het college verzuimd heeft met concrete voorstellen te komen. De WD-fractie wil deze gelden op korte termijn gaan inzetten voor onder meer het Jazzweekend, de ontwikkeling met de Vlaamse steden, de promotie van de Brabantse Walgemeenten en andere externe betrekkingen. Wij roepen het college op deze gedachte verder vorm te geven en voor 1 december een plan aan de raad voor te leggen. Dan zal de WD-fractie ook, zoals aangekondigd in de commissie Middelen door de heer Coppens, een motie indienen omdat we ons bijzonder veel zorgen maken over de toenemende kosten bij de brandweer als gevolg van de dure FLOregeling. Deze motie heeft u inmiddels ontvangen. Communicatie met ondernemers, met burgers. Steeds meer vindt het college een kritische WD-fractie op haar pad omdat signalen ontvangen worden van ondernemers en burgers die van mening zijn dat communicatie niet de sterkste kant is van het college. Het vaak lange uitblijven van een antwoord van het college op brieven en voorstellen maakt dat burgers en ondernemers zich niet serieus genomen voelen. Dat moet dus anders. De WD-fractie zal in de eerstvolgende bijeenkomst van de Werkgroep Bestuurlijke Vernieuwing een voorstel doen voor de instelling van behandeltermijnen. De ooit door de WD in het leven geroepen 'Noormannetjes', het sturen van een automatische ontvangstbevestiging, moet uitgebreid worden met een indicatie van de behandeltermijn. De burgers en ondernemers moeten weten wat ze op welke termijn kunnen verwachten. Over communicatie met ondernemers gesproken, de WD-fractie is niet happy met de wijze waarop aandacht wordt gegeven aan de ondernemers, de ruggengraat van onze gemeente. Voor de komende bestuursperiode 2006-2010 pleit de WD-fractie voor een wethouder economische zaken die de stimulering van met name het MKB tot zijn corpsbusiness rekent Dan over business gesproken. De WD-fractie heeft zich de afgelopen week in de verzengende hitte op de weekmarkt begeven. Wij vinden het namelijk belangrijk om van de betrokkenen te weten waar zij staan in de discussie over de eventuele verplaatsing van de weekmarkt. Het totale onderzoek onder ruim 2000 personen zal begin augustus afgerond zijn. De eerste peiling onder bezoekers op de weekmarkt en onder de marktkooplieden levert in ieder geval een duidelijke uitslag op. Van de geënquêteerde bezoekers zegt 79% dat de weekmarkt ondanks alle plannen op de Kaai moet blijven. Als de weekmarkt toch zou moeten verhuizen kiest 42% voor Kijk in de Pot en 40% voor een locatie in de binnenstad. De Grote Markt wordt hierbij het meest genoemd. Slechts 11% kiest voor de Boulevard. Van de aanwezige geënquêteerde marktkooplieden wil 76% het liefst blijven op de huidige locatie. Als er dan toch verhuisd moet worden zijn de marktkooplieden het eens, 0% kiest voor de Boulevard, 21% kiest voor Kijk in de Pot en maar liefst 79%van de ondernemers ziet brood in de binnenstad, waarbij het merendeel ook nog eens kiest voor Plein XIII en niet voor de Grote Markt. De heer LINSSEN: De WD heeft nu natuurlijk een prachtige enquête gehouden, maar is die enquête dan in dat opzicht niet mis dat weinig rekening wordt gehouden met de ambulante handelsorganisatie en juridische consequenties. Als je dan kiest voor of de Grote Markt of de Boulevard of de Kijk in de Pot wat gevolgen heeft dat voor ons als raad voor de investeringen die wij gedaan hebben met de functie van die locaties. Daarmee geeft u een valse enquête of een vals referendum en dat is heel gevaarlijk. Mevrouw VAN KEMENADE: Dat laatste ben ik niet met u eens. Wij realiseren ons dat de discussie over een verplaatsing in de toekomst zeer genuanceerd is en dat daar de nodige consequenties bij komen kijken. Wij hebben in dit kader alleen maar getracht te luisteren naar de mensen die er direct bij betrokken zijn. De heer LINSSEN: Dit resultaat, heel kort voorzitter, was in de enquête van 1998 ook al bekend en is dus niet nieuw. Niets is nieuw. GRIFFIE Bergen op Zoom
^i/(/^r
De VOORZITTER: Ik stel voor dat mevrouw Van Kemenade tot een afronding komt over dit onderwerp. Wilt u proberen daarna uw betoog ook af te ronden. Mevrouw VAN KEMENADE: Niets is wellicht nieuw, maar het is toch prettig om te weten. De komende weken zullen de omwonenden ondervraagd worden en zal een onderzoek worden gehouden onder de ondernemers in de binnenstad. De finale uitslag met aanbevelingen hopen wij begin augustus aan het college en aan de raad te kunnen presenteren. Overigens hebben wij gemerkt dat deze wijze van communiceren met de burger en met de ondernemers bijzonder op prijs wordt gesteld. Het was dan ook zuur om te moeten vernemen dat een overijverige ambtenaar en een overijverige wethouder zich druk maakten over de wijze waarop de WD-fractie hier haar volksvertegenwoordigende rol heeft opgepakt. Zij hebben het kennelijk niet begrepen. Ik sluit af met hoopvolle woorden, Bergen op Zoom misschien wel de fijnste gemeente van Nederland. De heer LINSSEN: Bij interruptie. Wij hebben wel begrepen dat u met de verkiezingscampagne bent begonnen. Dat was voor ons niet zo moeilijk. De VOORZITTER: Met nog één zin het laatste woord, mevrouw Van Kemenade. U mag nog één zin uitspreken. Mevrouw VAN KEMENADE: Ik heb hoopvolle woorden uitgesproken, Bergen op Zoom misschien wel de fijnste gemeente van Nederland. De VOORZITTER: Bergen op Zoom houdt u vroom. Dank u zeer. We hebben vier moties ontvangen, ingediend door de fractie van de WD. Ik zal ze kort aan u kenbaar maken. De Gemeenteraad van Bergen op Zoom in vergadering bijeen op maandag 27 juni 2005, Overwegende dat: • De huidige vier gedoogde coffeeshops goed in beeld zijn bij de politie • De ondernemers van de gedoogde coffeeshops een gezonde maatschappelijke verantwoordelijkheid voelen ten aanzien van jeugd • De ondernemers van de vier gedoogde coffeeshops hun bijdrage leveren aan de beperking van de drugsgerelateerde overlast • De verkoop van softdrugs zich na sluitingstijd van de gedoogde coffeeshops verplaatst naar de 34 illegale verkooppunten • De controle op jeugdige gebruikers bij de illegale verkooppunten nihil is • Een verlenging van de openingstijden van de gedoogde coffeeshops kan bijdragen aan een vermindering van de drugsgerelateerde overlast Draagt het college op om: • Artikel 2.3.4,2 van de Algemeen Plaatselijke Verordening zodanig te wijzigen dat het de houder van een inrichting toegestaan is om deze per 1 oktober 2005 voor bezoekers open te houden tot 23.00 uur • Deze wijziging van de APV ter besluitvorming in de vergadering van september 2005 voor te leggen aan de gemeenteraad En gaat over tot de orde van de dag. De raad van de gemeente Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op 27 juni 2005 gezien het raadsvoorstel SM/05/10 inzake Vaststelling Beleidskader 2006-2009 Overwegende dat: • De raad kennis heeft genomen van de kostenontwikkeling op korte en lange termijn ten opzichte van de FLO regeling bij de brandweer Bergen op Zoom Roosendaal; De raad het maatschappelijk niet verantwoord vindt om deze dure FLO regeling bij de brandweer in het leven te houden De raad er kennis van heeft dat de leiding van de brandweer doende is om deze regeling terug te dringen; Gehoord de beraadslaging in de raad; 1. spreekt zijn zorg uit omtrent de kostenontwikkeling van de FLO regeling 2. spreekt steun uit voor de aanpak die de leiding van de brandweer gekozen heejt GRIFFIE i Bergen op Zoom j .
. uj_A
,-t-t-_-*&_
J
24
3, verzoekt het college om de leiding van de brandweer Bergen op Zoom Roosendaal van het bovenstaande in kennis te stellen. En gaat over tot de orde van de dag De Gemeenteraad van Bergen op Zoom in vergadering bijeen op maandag 27 juni 2005 Overwegende dat: de raad tweemaal € 68.000,- heeft uitgetrokken voor promotiebeleid dit tot op heden niet heeft geleid tot concrete voorstellen vanuit het college het toeristisch profiel en de bekendheid van onze gemeente voor verbetering vatbaar zijn er dringend behoefte is aan concrete voorstellen waarmee het toeristisch profiel een impuls krijgt er diverse projecten op stapel staan welke van grote betekenis zijn voor toeristische uitstraling van de gemeente, zoals ondermeer het Jazzweekend, de ontwikkelingen met Vlaamse Steden, promotie van de Brabantse Wal gemeenten en andere externe betrekkingen • impulsgebieden voor toerisme niet ongebruikt op de plank mogen blijven liggen draagt het college op om: • een concreet plan aan de raad voor te leggen waarin invulling wordt gegeven aan de gereserveerde promotiegelden waarbij aandacht uitgaat naar projecten met een bovenlokale uitstraling • dit plan voor 1 december 2005 aan de raad voor te leggen. En gaat over tot de orde van de dag. De Gemeenteraad van Bergen op Zoom in vergadering bijeen op maandag 27 juni 2005 Overwegende dat: • de besluitvorming rond culturele functies, toerisme en monumenten meer en meer een behoefte vertoont aan integrale visie en beleidsinbedding • de gemeente op dit vlak grote ambities en potenties heeft • deze beleidsterreinen in de toekomst zeer bepalend zullen zijn voor de economische ontwikkeling van de gemeente • de raad meer en meer behoefte heeft aan parameters om de economische effecten van investeringen in relatie tot andere beleidsvelden (economisch, toeristisch, ruimtelijk en maatschappelijk) inzichtelijk te krijgen om daarmee haar cultuurbeleid te formuleren draagt het college op om • een integrale beleidsnota op te stellen • in deze nota de economische, toeristische, ruimtelijke en maatschappelijke effecten te onderzoeken van culturele en toeristische investeringen • deze nota uiterlijk in het 4e kwartaal 2005 aan te bieden aan de raad en gaat over tot de orde van de dag. Deze moties maken onderdeel uit van de beraadslagingen. Ik stel voor de beraadslagingen nu te schorsen tot 19.00 uur zodat u allen lekkere broodjes kunt eten en soep. Ik verwacht u om 19.00 uur. Ik schors de vergadering. Aldus schorst de voorzitter de vergadering om 18.14 uur. 19.00 uur. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Van harte welkom. Ik hoop dat u goed gegeten en gedronken heeft en vol energie aan het vervolg van de behandeling van het Beleidskader kunt beginnen. De heer VAN EEKELEN: Voorzitter, ik hoorde bij uw installatie van de mooiste gemeente van Nederland, ik hoorde net mevrouw Van Kemenade zeggen de fijnste gemeente van Nederland. Ik denk dat uw mening over de raad gezien de wisselende discussie die u had met betrekking tot de spreektijd die we met elkaar hadden afgesproken waarschijnlijk een ander oordeel heeft. Gemeentebelangen Werknemerspartij kan de uitgangspunten van het Beleidskader 2006-2009 die de basis zullen vormen voor de op te stellen meerjarenbegroting in grote lijnen onderschrijven. Wij zitten in het laatste jaar van de raadsperiode 2002-2006 en het accent dient dan ook wat GBWP betreft te liggen op de afwikkeling van het raadsprogramma zoals dit door deze raad onder de titel Respect en Daadkracht is vastgesteld. GRIFFSE Bergen op Zoon?5
Grootschalig nieuw beleid is volgens GBWP niet op zijn plaats en zou regeren over het eigen graf heen betekenen. Dat wil evenwel niet zeggen dat GBWP het volledig eens is met de in hoofdstuk 2 vermelde dekking en de uitwerking zoals die is opgenomen in hoofdstuk 5 van het voorliggende Beleidskader. Nieuw beleid voor de volgende raadsperiode zal vooral worden vastgesteld na de verkiezingen van 7 maart 2006. Hierbij zal het nodig zijn dat voor de uitvoering van het nieuwe beleid ook dekkingsmiddelen aanwezig zijn. Dat zal gezien de uitkomsten van het huidige financieel meerjarenperspectief nog een forse klus gaan worden. Extra middelen zijn niet voorhanden en dus zal er vooral bestaand oud geld moeten worden gevonden. Oud voor nieuw zal het motto moeten zijn. Naar onze mening kan dit niet anders. Laten we er duidelijk in zijn, GBWP blijft ook nu tegen een lastenverzwaring voor onze inwoners middels een verhoging van de ozb. Hooguit kan er jaarlijks een inflatiecorrectie plaatsvinden, maar ook dat alleen maar als het strikt noodzakelijk is. Dus wat GBWP betreft hoeft en mag dit geen automatisme zijn. Ons advies; doe dan ook niets voordat de gewijzigde wetgeving volledig duidelijk zal zijn. Na deze algemene bespiegelingen eerst een opmerking over de dekking van de voorziene tekorten en daarna zullen we ons verder concentreren op hoofdstuk 5, Beleidsmatige en financiële ontwikkelingen en vooral op de onderdelen 5.3,5.5 en 5.6. De dekking voor de voorziene tekorten voor de jaren 2005,2006 en 2007 wordt gevonden in het creatief omgaan met de rentebijschrijving op reserves. Datje rentebijschrijving op reserves aanpast aan de marktrente is volledig verdedigbaar en wij zijn het daar ook volledig mee eens, maar dan moet het wel consequent gebeuren en niet op een ad hoc basis en bovendien geldend voor alleen de jaren die ik net genoemd heb. Het dient ook te gebeuren voor de jaren 2008 en 2009. Met betrekking tot het onderdeel 5.3, zijnde realisatie raadsprogramma 2002-2006 hebben wij een nadrukkelijk verzoek aan het college om de realisatie van het voorgenomen beleid voor de periode 2002-2006 op hoofdlijnen in beeld te brengen.Het zou wat GBWP betreft in een korte notitie kunnen. Het gaat immers om de hoofdlijn die voor of tegelijkertijd met de behandeling van de begroting 2006-2009 aan de raad wordt aangeboden. Het is dan voor de raad duidelijk wat er uitgevoerd is en wat er niet uitgevoerd is. GBWP zal hierover dan ook een motie indienen waarin het college wordt gevraagd deze betreffende notitie op te stellen. Dan over 5.5, voorstellen van bestaand of nieuw beleid, waarvoor dekkingsmiddelen aanwezig zijn. GBWP heeft daarover het volgende op te merken. Het valt ons op dat het overgrote deel van de kostentoename wordt veroorzaakt door hogere kosten van samenwerkingsverbanden en door de rijksoverheid extra opgelegde eisen.Met name de kostentoename bij de brandweer, GGD en uitzetting kosten Milieu als gevolg van het Besluit Luchtkwaliteit zijn hiervan de voorbeelden. Ook zetten wij vraagtekens bij weer een verhoging van de kosten van de RMD. Reeds jarenlang hebben wij afgesproken dat de kosten van de RMD met 10% zullen worden teruggeschroefd. Nu zien we toch weer een uitzetting van €16.500,-. Wanneer gaan wij nu eens echt zoeken naar goedkopere alternatieven, geacht college? Dan de voortdurende stijging van de dotatie van de FPU, FLO van de brandweer. De heer S1EBELINK: Mijnheer Van Eekelen, ik zou u een vraag willen stellen met betrekking tot de regionale milieudienst. U zegt zoeken naar goedkopere alternatieven. Bedoelt u daarmee een eventueel andere vorm van milieucontrole, dus bijvoorbeeld DHV of binnen de organisatie zelf. De heer VAN EEKELEN: Dat bedoel ik, mijnheer Siebelink. Ik bedoel ga de markt op en kijk of er goedkopere alternatieven zijn dan de RMD waar wij nu zaken mee doen. Ik was aan de dotatie met betrekking tot de FLO van de brandweer. Daarvan hebben wij begrepen dat ook andere partijen zich daar zorgen over maken. Wij vinden ook dat daar met zorg en met grote aandacht naar gekeken zou moeten worden. Wij zijn van mening dat er een halt moet worden toegeroepen aan de bovenproportionele toename van de kosten van de samenwerkingsverbanden. Wij willen graag van het college horen welke stappen hiertoe genomen kunnen worden en dat, wanneer het gaat om rijksbesluiten, er dan ook een krachtig protest minimaal op zijn plaats zou zijn. GBWP is altijd een voorstander geweest van een ruimhartig WVG-beleid. Nu maken wij ons echter zorgen over de duidelijk te hoge kostenontwikkeling van de WVG. Wij verzoeken daarom het college om de raad nog voor de begrotingsbehandeling inzicht te geven hoe de ontwikkeling over de eerste negen maanden van dit jaar is geweest. Daarbij zien wij dan ook graag een onderbouwing van de kostenoverschrijding en realistische, weloverwogen voorstellen of deze kosten wel in de hand te houden zijn. We zullen u een beetje op weg helpen. Von'ge week mochten wij nog van de portefeuillehouder vernemen dat een te hoog geraamde begroting van de bewuste RIO die omgezet is in het CIS een overschot had van € 200.000,- en dat u dit ten gunste van de begroting van de GGD heeft geboekt. Dit is voor GBWP niet acceptabel. Dit had ingezet kunnen worden op de plaats waar het eigenlijk voor bestemd is, namelijk de WVG. Zonder medeweten van de raad heeft u anders beslist. Immers die € 200.000,- is verdiend door de eigen indicatiestelling voor voorzieningen door eigen personeel. Wij hebben geen voorstellen gezien c£eenj]as[dsrDgdedeling over uw GRIFFIE j 26
Bergen op Zoom, i '
Aj
standpunt om de geiden naar deze GGD te sluizen. Wij zien de motivatie van uw standpunt met belangstelling tegemoet Laat er ook geen misverstand over bestaan dat wij grote waardering hebben voor de gigantische hoeveelheid vrijwilligerswerk dat bij het Facilitair Bedrijf wordt verzet. Maar gezien de uitgangspunten in 2000, waarbij bepaald werd dat het Facilitair Bedrijf zich voor een groot gedeelte zelf zou bedruipen en de niet florissante financiële situatie van de gemeente zijn wij als GBWP niet genegen om hier € 15.000,- extra voor uit te trekken. Omdat er kennelijk dekkingsmiddelen aanwezig zijn, zouden wij deze graag willen besteden aan bijvoorbeeld de nieuwe stadsspeeltuin. Bij de ontwikkeling op nieuw beleid is de instelling van de rekenkamer met een kostenpost van € 67.000,- opgenomen. Wij vragen ons af welke kosten zijn vrijgevallen door het opheffen van de beleidsevaluatiecommissie en de ambtelijke ondersteuning hiervan. Als wij het voor het zeggen hadden dan zouden wij deze vrijgevallen kosten graag inzetten voor de besteding aan de banden met Szczecinek. Ik kom daar later nog even op terug. Dan voorstellen voor bestaand of nieuw beleid waarvoor geen dekkingsmiddelen zijn. Laat ik eerst zeggen dat wij voorstander zijn van beleid opvangen binnen het eigen programma en wij zijn geen voorstander van gelden verschuiven van het ene naar het andere programma. Dan komen we bij programma 3, de sociale voorzieningen. Naar de mening van GBWP moeten deze kosten en de inzet van door de rijksoverheid afgeschafte ID-banen nog eens kritisch bekeken worden en bezien worden of andere oplossingen die minder of geen middelen kosten mogelijk zijn. Als deze kostbare kosten vermijdbaar zijn of niet vermijdbaar zijn dan moeten zij geplaatst worden onder 5.5 als zijnde onvermijdbaar. Dan de programma 's 4 publiekzaken, economische zaken en ruimtelijke ontwikkeling. Deze moeten naar onze mening gedekt worden uit de bestaande budgetten en moeten onderling verschoven worden in het kader van nieuw voor oud of van oud voor nieuw. Dan moet er voortdurend kritisch gekeken worden naar verschuivingen in beleid en waar deze dan kunnen plaatsvinden. Bestuur. Wat ons betreft hoeft deze raadszaal de komende jaren niet verbouwd te worden. De raad heeft zich twee jaar geleden voorgenomen, dan komen we op een ander onderwerp, om een bestuurlijke uitwisseling te laten plaatsvinden onze jumelagegemeente Szczecinek. Een werkgroep is indertijd in het leven geroepen. Subsidie is aangevraagd bij de Europese Unie, maar helaas niet gekregen. Mede daardoor zijn de werkzaamheden van de werkgroep stil komen te liggen. Willen wij als gemeente en als raad hier toch inhoud aan geven, dan moeten wij daar middelen voor beschikbaar stellen en wat GBWP betreft zou deze ruimte gevonden kunnen worden in het vrijvallen van de kosten van de Beleidsevaluatiecommisie. Dan programma 7 het verkeer en vervoer. De heer HARIJGENS: GBWP stelt nadrukkelijk dat zij niet wensen te schuiven tussen de programma's. Hoe legt u dan uit hoe u het geld van de commissie Beleidsevaluatie over wil hevelen naar het programma waaronder bijvoorbeeld de activiteiten met Szczecinek vallen. De heer VAN EEKELEN: Daar hebt u helemaal gelijk in. Toen wij vanmiddag die discussie met elkaar aan het voeren waren heb ik daar inderdaad ook op gewezen. U hebt gelijk, er zit een hiaat in mijn redenering over de besluiten daarover. ik had het over het VSP dat wij vorige maand hebben vastgesteld, maar waar geen rekening gehouden is met de financiële consequenties. Naar de mening van GBWP is de besluitvorming hierover incompleet geweest, want de consequenties daarvan zijn niette overzien. De budgettaire kaders veranderen niet en dus zijn de mogelijkheden ook uiterst beperkt. Op deze manier hebben wij mooi beleid, maar blijft de uitvoering achterwege. Wij denken dan ook dat binnen het beleid en inderdaad daar hebben we het weer, gekeken moet worden naar nieuw voor oud. Dan programma 8, het openbaar groen. Laat duidelijk zijn dat GBWP een voorstander is van een speeltuin, mits de financiering verantwoord is. Politiek is vooral ook keuzes maken in tijden van schaarse middelen. Naar onze mening kan een deel van deze middelen gevonden worden in de reeds eerder aangegeven post Facilitair Bedrijf. Ook hier zal de heer Harijgens misschien een vraag over willen stellen, maar ik heb daar al eerder antwoord op gegeven. Dan komen wij bij programma 13, sport. Wie a zegt moet ook b zeggen en de herstructurering van de buitensport, waaronder de verplaatsing van FC Borgvliet naar Rozenoord, kan niet plaatsvinden zonder dat er financiële middelen voor de vernieuwing van de kleedaccommodaties beschikbaar zijn. Deze kosten zijn pas voorzien vanaf 2009 en in de jaarschjf 2009, zoals dat er nu naar uitziet, zijn er voldoende middelen aanwezig om dit te dekken. De VOORZITTER: Mijnheer Van Hekelen, zou u tot een afronding kunnen komen. GRIFFIE Bergen op Zoom
De heer VAN HEKELEN: Ik kom tot een afronding. Ik kom nog even bij de post Welzijn. Een typisch voorbeeld waarbij naar de mening van GBWP het merendeel van de uitgevoerde voorstellen vooral het karakter zou moeten hebben van nieuw voor oud en niet allerlei verschuivingen binnen of buiten programma's zouden moeten plaatsvinden. Wij denken dat er eerst eens gekeken moet worden naar verbonden partijen, zoals Traverse, GGD, Zuidwester, politie. Dan voor wat betreft het budget van de vrijwilligerscentrale. Wij willen eerst een gedegen inzicht hebben in wat de toegevoegde waarde is en wat het allemaal kost, want naar de mening van GBWP weten de vrijwilligers gelukkig hun weg wel te vinden binnen besturen van gemeenten. De VOORZITTER: Dank u zeer. Ik moet ook u helaas houden aan de tijd. Ik heb wel begrepen dat u een motie heeft ingediend. De heer VAN EEKELEN: Dat wilde ik juist zeggen. Ik heb namens GBWP een motie en een amendement ingediend. De VOORZITTER: Dank u zeer. Ik lees de motie voor. De gemeenteraad van Bergen op Zoom in vergadering bijeen op maandag 27 juni 2005 en beraadslagend over het beleidskader 2006-2009; Verzoekt het college om met betrekking tot het onderdeel 5.3 Realisatie Raadsprogramma 2002-2006 "met Respecten Daadkrachf een notitie op te stellen waarin op hoofdlijnen wordt aangegeven in welke mate de onderwerpen zoals opgenomen in het raadsprogramma 2002-2006 inmiddels zijn gerealiseerd, En gaat over tot de orde van de dag. Deze motie maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. Het amendement van de fractie van GBWP luidt: De gemeenteraad van Bergen op Zoom in vergadering bijeen op maandag 27 juni 2005 en beraadslagend over het beleidskader 2006-2009, overwegende dat: • Als gevolg van eerder genomen besluiten met betrekking tot de toekomstige bestemming van het sportpark Rozenoord en • De door de ontwikkeling van het bestemmingsplan Zuidelijke Stadsrand noodzakelijke verplaatsing van de voetbalvereniging "Nieuw BorgvliefVan de Brombeer naar Rozenoord, aanpassing en vernieuwing van kleedaccommodaties een noodzakelijk gevolg is, en • De financiële consequenties van de investeringen die hiermee gepaard zijn in 2009 gedekt kunnen worden uit het geprognosticeerd begrotingsoverschot in 2009. Besluit het concept besluit bij bovengenoemd raadsvoorstel als volgt te wijzigen: Het Beleidskader 2006-2009 vast te stellen door in te stemmen met: 1. De uitgangspunten (hoofdstuk 3) 2. het 1e concernbericht over 2005 (hoofdstuk 4} en daarin opgenomen voorstellen inzake de verwerking van de over- en onderschrijdingen in 2005 alsmede de doorwerking naar het beleidskader 20062009 3. de voorstellen voor bestaand en nieuw beleid waarvoor dekkingsmiddelen aangewezen zijn (hoofdstuk 5.5); 4. de concernbeleidsplanning zoals die is opgenomen in het 1e concernbericht 2005; 5. het opnemen van de investering voor aanpassing en vernieuwing van kleedaccommodaties tb.v. de voetbalsport op sportpark Rozenoord in de meerjarenbegroting 2006-2009 en de financiële consequentie op te nemen in de vervangingsinvesteringen 2009 en de lasten op te nemen in de jaarschijf 2009 van de meerjarenbegroting 2006-2009; 6. de punten 1 t/m 5 vormen de basis voor de in het najaar op te stellen meerjarenprogrammabegroting 2006-2009. En gaat over tot de orde van de dag. Ook dit amendement maakt deel uit van de beraadslagingen. Mevrouw VERHOOG: Thans ligt voor het behandelen van het beleidskader 2006-2009. Het beleidskader dat komt op een moment dat nagenoeg alle beleidsvoornemers uit het collegeprogramma aan de orde geweest zouden moeten GRIFFIE 1 Bergen op Zoom j.
28
zijn.Voor 2006 staan nog de volgende beleidsvoornemens op de planning: regiovisie preventie, wonen, welzijn & zorg, lokaal gezondheidsbeleid en dorpenplan voor Halsteren en Lepelstraat. Van deze beleidsvoornemers zien we in het beleidskader weinig terug. Er wordt niet eens aan gerefereerd. Als het college zich niet aan zijn eigen planning houdt, hoe kan het college dan van de ambtenaren verlangen dat deze zich aan de planning houden? Het gevolg is wel dat er vele plannen zijn die niet op tijd gereed komen. De inkomsten van het rijk blijven onverminderd laag, hoewel recentelijk gepubliceerd is dat deze accressen toch enkele procenten hoger uitvallen dan oorspronkelijk was verwacht. In het beleidskader wordt een groot aantal posten onder ontwikkelingen op bestaand beleid en ontwikkelingen op nieuw beleid opgenomen. Veel van deze ontwikkelingen kunnen en dienen in de ogen van Leefbaarheid binnen de bestaande programma's opgevangen te worden. Wat erger is, is dat de ontwikkelingen op nieuw beleid al ingezet zijn. Het college heeft dus laten gebeuren dat dit beleid is ontstaan. Er is geen dekking voor gevraagd aan de raad. Nu zegt het college dat als de raad wil dat dit beleid voortgang dient te vinden de raad hiervoor binnen het beleidskader dekking dient te vinden. Anders wordt het beleid dus teruggedraaid. Het college legt nu de verantwoording bij de raad voor het terugdraaien van beleid. Hier protesteren wij tegen en met klem. Dit beleid had zonder instemming van de raad niet in gang mogen worden gezet. Het college had de raad moeten informeren over het beleid en had voorstellen voor de raad moeten voorbereiden om dit in gang te kunnen zetten. Nu wordt de raad als boeman gebruikt. Kan het college hier duidelijkheid over geven? Binnen het programma bestuur is Leefbaarheid al jaren van mening dat op het naar buiten treden van de gemeente en ook van de raad best bespaard kan worden. Het is niet nodig dat de raad in onze ogen onnodige kosten maakt en dan ook nog gebruik maakt van gelden van de gemeenschap. Dat is een heel belangrijk item van Leefbaarheid. Binnen het programma openbare orde en veiligheid heeft Leefbaarheid al aangekaart dat er veel geld gaat naar instanties die nagenoeg autonoom kunnen bepalen wat zij uit gaan geven. Het betreft hier de verbonden partijen. Eerder heeft de raad in een motie uitgesproken dat het college hier een inspanningsverplichting heeft. Het college heeft aangegeven met de instanties te praten. We hebben hier nog niets van gezien. Wanneer denkt het college met resultaten te komen? In het programma sociale zaken van 2005 werden door het college voorstellen aangedragen om tot beleidswijzigingen te komen. Hiervoor was een bedrag opgenomen van € 850.000,- die werden gekort in de algemene uitkering op dit programma. Deze bezuinigingen zijn op dit moment zelfs niet geconcretiseerd. Kan het college aangeven wanneer wij hier aan toekomen? Bij het RIO zien we dat we ongeveer € 200.000,- overhouden. Het was een goed voorstel geweest dit geld te gebruiken voor gehandicapten, bijvoorbeeld voor het verlagen van de eigen bijdragen van hun voorzieningen die straks aan hen gevraagd gaan worden. Binnen het programma publiekszaken valt het Raads Informatie Systeem (het RIS). Het is onbegrijpelijk dat dit systeem nog niet functioneert zoals het zou moeten. Het is voor raadsleden en dus ook voor burgers ondoenlijk enig beleid terug te vinden. Het zoeksysteem werkt niet en niet alle beleidsstukken staan op het systeem. Het aloude bewaren van papieren stukken zou achterwege moeten kunnen blijven. Tot op heden lukt dat niet. Wanneer kunnen de burgers en de raad beschikken over een goed werkend systeem? Binnen het programma Milieuvoorzieningen hadden we in 2003 op de post Huishoudelijk Afval een overschot van € 400.000,-. In 2004 hebben we een overschot van € 150.000,- Dit ondanks dat we extra geld hebben uitgegeven aan de RMD voor controlerende taken, taken die we eigenlijk niet onder het product huishoudelijk afval moeten schrijven. Bovendien wordt van SAVER jaarlijks een dividend uitgekeerd op de behaalde winst Het ziet er dus naar uit dat we structureel geld overhouden op de post inzamelen huishoudelijk afval. Dit geld is wel betaald door de burgers. Het wordt tijd dat we de burgers hiervan laten profiteren. Dat betekent voor 2006 dus een lager tarief. Daarnaast is en blijft Leefbaarheid voor het principe "De vervuiler betaalt". Het voorstel van Leefbaarheid om de eenpersoonshuishoudens een lager tarief te laten betalen blijft daarom onze wens. Voor met name de verwerking van ons huishoudelijk afvalwater wordt door het waterschap gewerkt met de post inwoners equivalenten. Hier betalen eenpersoonshuishoudens dus ook minder. Dit kan voor het huishoudelijk afval net zo goed. Beleidsmatig valt over ruimtelijke ontwikkelingen niets te zeggen. Er is geen beleid. Grootschalige projecten beheersen het programma. Het wordt tijd dat investeringen als RMI en Meeus te gelde worden gemaakt. Voor het programma zorg komen de bezuinigingen, zoals voor 2005 waren voorgesteld, niet uit de verf. Het is voor de raad onduidelijk hoe het college om wenst te gaan met de niet doorgevoerde voorstellen ter terugdringing van uitgaven. GRIFFIE Bergen op Zoom
29
Binnen het programma sport wordt onder ontwikkelingen op nieuw beleid aangekondigd dat extra gelden.nodig zijn omdat sportaccommodaties als gevolg van het opnieuw oprichten van Rozenoord noodzakelijk zijn. Is het niet zo dat het herinrichten van Rozenoord ingegeven is voor de woningbouw in de Augustapolder? Alle onkosten moeten dan ook binnen deze plannen gedekt worden. De investering als gevolg hiervan valt wat ons betreft onder dat project. Binnen het programma Welzijn wordt onder het hoofd ontwikkelingen op nieuw beleid een bedrag opgenomen van ruim een miljoen euro. Hieronder valt ook uitbreiding van de formatie met enkele fte's. Dit is in de ogen van Leefbaarheid nieuw beleid. De posten zijn ook niet opgenomen in het beleidskader. Nieuw beleid dient door de raad op zijn merites beoordeeld te worden. Over nieuw beleid dient binnen de raad debat te worden gevoerd. Hieronder valt de vrijwilligerscentrale. Wat begon als vrijwilligerswerk wordt nu door beroepskrachten uitgevoerd. Binnen het programma Cultuur valt het facilitair bedrijf. Ook hier geldt dat wat begint als vrijwilligerswerk later voortgezet wordt door betaalde krachten en de gemeente kan dan voor het geld zorgen. Dat zou niet zo erg zijn als we geld genoeg hadden, maar dat hebben we dus niet Hiertegen protesteert Leefbaarheid Voor wat betreft de formatie heeft het college geluisterd naar Leefbaarheid en het personeelsbestand onder de loep genomen. Dit heeft geresulteerd in een plan om de formatie aanzienlijk te doen afnemen. Het college heeft echter nog geen concrete invulling gegeven op het personeelsplan. De raad weet nu nog steeds niet op welke posten de formatie wordt ingekrompen. Hierdoor kunnen we niet oordelen over de eventuele personele voorstellen die in het beleidskader zijn verwerkt. Na de operatie tot het terugdringen van de formatie zitten we met smart te wachten op een concrete invulling hiervan. Het kan niet zo zijn dat er zomaar een 30-tal werknemers verdwijnt zonder dat dit consequenties heeft op de bezetting van een aantal functies. Als dat zo zou zijn, betekent dat dat de vertrokken functionarissen eigenlijk toch niet meer bijdroegen aan de operationele taken van de gemeente. Misschien zijn er nog wel veel meer mensen die zitten te duimendraaien. Ik wil even reageren en daarmee bedoel ik niets ten nadele van de ambtenaren. Dit is puur ironisch bedoeld naar aanleiding van wat wij hier in het beleidskader te lezen hebben gekregen. Het lezen van het eerste concernbericht stemt ons niet vrolijk. Er wordt nu geprognosticeerd dat er twee miljoen tekort zal zijn. Hiervan wordt voor een groot gedeelte aangegeven dat dit binnen de programma's valt op te vangen. Als er zoveel ruimte in de programmabegroting blijkt te zitten, kan worden gesteld dat op de programma's wel erg ruim geraamd is. Dit alles stemt ons beslist niet vrolijk. Tot zover de algemene beschouwingen van Leefbaarheid. De heer HAGENAARS: Voor ons ligt het laatste beleidskader van deze raadsperiode, een beleidskader dat eigenlijk niet voldoet aan de kaderstellende taak van de raad omdat er geen keuzemogelijkheden in zitten. Het geheel is dichtgetimmerd en sluitend gemaakt. Voor opties bovenop het bestaande beleid is geen budget aanwezig. Wij zullen hier, op een enkele uitzondering na, dan ook geen keuzes uit maken. Dat geeft niet aan hoe wenselijk wij enkele beleidsvoorstellen ook vinden. De huidige rentestand rechtvaardigt de verlaging van het rentepercentage voor de bijschrijvingen aan reserves en voorzieningen. De nadere invulling hiervan dient richting begroting 2006 gestalte te krijgen. Daarbij moet per voorziening aangegeven worden of die eventueel zonder de bijschrijving van rente toereikend zou kunnen zijn bij calamiteiten, want daar zijn voorzieningen ook voor bedoeld. De bijschrijving van rente op reserves dient functioneel te zijn, maar heeft ook gevolgen voor de begroting. De vele onttrekkingen aan de algemene reserve betekent ook een derving van rente-inkomsten in diezelfde begroting. Om als voorbeeld te nemen; een bijdrage uit de algemene reserve van 3 miljoen voor de A4 betekent een structurele rentederving van € 150.000,-. Dan het Markiezenhof. De Partij van de Arbeidfractie heeft in het recente verleden regelmatig aandacht gevraagd voor de kosten die het monument in het verleden voor ons teweeg heeft gebracht. De restauratie heeft een groot beslag op de gemeentelijke gelden gelegd. Reeds enkele jaren vallen de kapitaalslasten van de restauratie in jaarmoten vrij. Deze middelen moeten ons inziens weer terugvloeien naar de algemene middelen. Oplossingen voor RHC dienen een afzonderlijke benadering te krijgen. De koppeling met het Markiezenhof en de daaruit voortvloeiende financiering is oneigenlijk en doet geen recht aan de in het verleden door de gemeenschap opgeofferde middelen om de restauratie van het Markiezenhof mogelijk te maken. De daarvoor in het verleden ingezette middelen moeten weer gaan dienen als algemeen dekkingsmiddel. Ten aanzien van het voorstel omtrent de huisvesting van het RHC beraden wij ons nog. Zoals blijkt uit de door ons aangevulde optie kiezen wij hierin voor een positieve benadering. De speeltuin. Enkele partijen in deze raad hebben ten aanzien van de speeltuin geopperd dat de kosten van de speeltuin opgenomen zouden moeten worden in het beleidskader, vandaar hierover ook een enkele opmerking. Ons inziens is er geen sprake van een structurele last van de gemeente binnen dit voorstel omdat er sprake is van een lening en een eenmalige bijdrage door de gemeente.De lening is rentedragend en de eenmalige bijdrage leidt tot de eerder genoemde rentederving en niet tot een structurele last. De reacties op het voorstel rinnr rilftfilRften jp nps inyjpng nie.t GRIFFIE 3() Bergen op Zoom
eenduidig. De portefeuillehouder heeft deelgenomen aan de werkgroep en maakt zich sterk voor het voorstel. De portefeuillehouder Middelen uit regelmatig bedenkingen. Wij verzoeken uw college met een eenduidig standpunt betreffende het voorstel te komen. Door de afschaffing van het gebruikersdeel van de ozb voor woningen, te verwachten in 2006, vallen de aanzienlijke inkomsten hiervan weg. Deze inkomsten zouden gecompenseerd worden door het rijk, maar naar het zich nu laat aanzien zal die compensatie verre van volledig zijn. Wij roepen het college dan ook op krachtig stelling te nemen tegen een eventuele gedeeltelijke compensatie. Het VNG kan hierin een grote rol spelen en bovendien moet ook minister Remkes aan zijn toezeggingen bij het VNG-congres gedaan gehouden worden. Dan geeft programma 2 een voorbeeld van het binnen de programma's compenseren van substantiële hogere uitgaven. Het betreft binnen dit programma een uitgave van € 77.000,- aan FPU en FLO. De vraag rijst hoe dit tekort gecompenseerd wordt binnen dit programma. Bij dergelijke bedragen hoort de raad te weten wat hier tegenover staat ais compensatie. Binnen dit programma wordt ook voorzien in een ons inziens enorme uitgave voor een geluidsinstallatie in deze raadszaal. Wij zijn met velen van mening dat de installatie niet altijd naar behoren functioneert, maar een dergelijke uitgave is buiten alle proporties. Bij de bestuursondersteuning wordt melding gemaakt van een uitzetting van € 20.000,-. Het gaat hier om administratieve ondersteuning van de secretaris van de bezwarencommissie. Het lijkt ons veel effectiever en zorgvuldiger als de bedoelde jurist ook zelf de verslaglegging verzorgt. Hierdoor kunnen en zuivere verslagen worden gemaakt die juridisch kloppen en ook beter bespaard worden op de te maken uren. Ten aanzien van het programma Milieu handhaven wij ons pleidooi om de onderzoekskosten met betrekking tot de Wet Milieubeheer etc. ten laste van het betreffende project te brengen in plaats van een post van € 100.000,- op te nemen. Een motie van die strekking hebben wij inmiddels overhandigd. Onder maar liefst vijf noemers staan er voorstellen op stapel met een extra jaarlast van € 376.000,- De Partij van de Arbeid acht het welzijn van onze jeugd zeer belangrijk, dat hoeft geen betoog, maar wij vragen ons af of het hier niet teveel van het goede is. We kunnen ons ook niet aan de indruk onttrekken dat hier sprake is van een zekere overlap. Volgens ons is het een zuivere vorm van pamperen. De meeste vraagtekens plaatsen wij bij de uitbreiding van het zorgmanagement met 2 fte's, het ambulante jongerenwerk en het veiligheidshuis. Wij vragen ons af of hiertoe noodzaak bestaat en wat er werkelijk wordt toegevoegd aan het beleid. Gaat het zo beroerd met onze jeugd en dreigt deze massaal te ontsporen? Het college moet duidelijkheid verschaffen of wij in de komende tijd voorstellen rond dit nieuwe beleid moeten verwachten. Het CDA heeft inmiddels een amendement ingediend over deze voorstellen. De vraag aan het college is of met dit amendement enige soulaas geboden wordt ten aanzien van de hoeveelheid middelen die daarbij vrijgemaakt wordt en welke keuzes het CDA hierin maakt Ten aanzien van de lokale radio en tv het volgende. Voor de lokale omroep is een p.m.post opgenomen. De Partij van de Arbeid wil voor de komende jaren meer duidelijkheid. Uitgangspunt hierbij is voor ons dat de vroegere opcenten voor de lokale omroep ter grootte van € 30.000,- als basissubsidie blijft bestaan. Daarnaast wil de Partij van de Arbeid dat de huidige seniorenprogramma's zoals die door ABG-TV worden geproduceerd gehandhaafd blijven en de zekerheid dat nader door de raad te bepalen evenementen, zoals bijvoorbeeld de Vastenavond, Maria Ommegang etc. uitgezonden blijven worden. Dit om problemen in de toekomst te voorkomen. Verder verdient aandacht wat wij als gemeente willen met de gemeentelijke voorlichting met deze media. Kan het college aangeven wanneer een dergelijk voorstel de raad zal bereiken? Dit om te voorkomen dat we in 2005 opnieuw van incident naar incident snellen in deze. Mocht hierop geen afdoend antwoord komen dan zal de Partij van de Arbeid een initiatiefvoorstel voorbereiden. Dan het facilitair bedrijf. De gevraagde € 15.000- uitzetting van het huidige budget wordt nauwelijks onderbouwd. Ook beschikken wij niet over de jaarrekening 2004, omdat die nog niet is ingediend. We dragen het facilitair bedrijf een warm hart toe, maar zijn om technische redenen, de rechtmatigheid, nog niet in staat hierover een besluit te nemen. Het facilitair bedrijf zat samen met de jaarrekening 2004 inzichtelijk moeten maken welke financiële noden er zijn. Pas dan hebben wij een positieve grondhouding. De vrijwilligerscentrale. Wij hebben nog twijfels over de zinvolheid van dit project, zeker in het licht van de hoge kosten. De Partij van de Arbeid staat daar niet alleen in. In de commissie hebben wij al gesteld dat de Partij van de Arbeid pas meewerkt aan een nieuw krediet als de evaluatie in oktober heeft plaatsgevonden.Bij de evaluatie zullen de kosten zeer inzichtelijk gemaakt moeten worden alvorens het krediet wordt aangevraagd. Is het college het niet met de Partij van de Arbeid eens dat de eerste opdracht aan de vrijwiliigerscentrale zou moeten zijn om vrijwilligers te vinden voor de bezetting van de eigen centrale? Promotiebeleid. De Partij van de Arbeidfractie vindt promotiebeleid van groot belang voor onze gemeente. Niet alleen in verband met grote inkomsten vanuit het toerisme, maar ook om de werkgelegenheid die hiermee bevorderd kan -worden. Buiten het voorstel met die grote uitzetting van € 300.000- in de toekomst kan het ook nu wat beter met de GRIFFIE | 31 Bergen op Zoom
huidige stand van zaken. De leden van de programmacommissie klagen vaak dat de commissie niet bijeenkomt en weinig voorzien wordt van munitie om hun taak te kunnen vervullen. Het is dus noodzaak om deze commissie nieuw leven in te blazen. Algemene dekkingsmiddelen onvoorzien en overige financiële zaken. Onder de noemer consequenties standaard functiebeschrijvingen wordt dit lopende jaar een negatief saldo van € 80.000,- aan het resultaat toegevoegd en de komende jaren jaarlijks een stijging van € 131.000,-, Doel van de standaardisering was misschien in eerste aanleg een administratieve vereenvoudiging van de veelheid aan omschrijvingen. Het hogere doel is ook een flexibele inzet van medewerkers, multi-inzetbaarheid. Dat ruimere omschrijvingen ook leiden tot hogere waarderingen, in veel situaties dus meer salaris, is misschien deels te voorzien, maar het zou ook te billijken zijn dat er ook positieve effecten tegenover staan. Vooralsnog valt uit dit beleidskader slechts op te maken dat de loonsom behoorlijk toeneemt. Grofweg komt het neer op een stijging van € 131.000,- op de totale loonsom. Dat betekent een stijging van 0,5%. Kan het college aangeven hoe deze meerkosten voor standaardisering van de functieomschrijving is te verantwoorden? Met andere woorden, wat is het uiteindelijke rendement van deze operatie. De Partij van de Arbeidfractie vraagt tevens aandacht voor het leeftijdsbewust personeelsbeleid. Kan er gebruik gemaakt worden van de vakkennis van ouderen om jongeren in te werken. Ouderen kunnen langer op een verantwoorde en gezonde manier afbouwen en ziekteverzuim kan beter in de hand gehouden worden door minder uifval, beter gemotiveerde mensen en verbetering van kwaliteit. Daarnaast vragen wij aandacht voor een goede taakverdeling en een sterke bevordering van flexibiliteit. De GGD heeft een liquiditeitsprobleem dat inmiddels een structureel karakter heeft gekregen. De Partij van de Arbeid vraagt zich af of dit terecht is gezien de fusie die heeft plaatsgevonden en de hoge aannames. De kosten die dit met zich heeft meegebracht zijn in de afgelopen jaren verwerkt en rijzen nog steeds de pan uit. Nu komen wij op de begroting die weer tegen. Betekent dat dat de aannames nog steeds hoog zijn of zijn er inmiddels andere problemen ontstaan? Dan hebben wij gezien in het concernbericht dat er technische problemen zijn bij het poppodium waardoor er minder gebruik is. Dit leidt tot een nadeel van € 80.000,- De vraag is hoe dit nadeel voor de toekomst opgelost kan worden. De VOORZITTER: Mijnheer Hagenaars, zou u tot een afronding kunnen komen? De heer HAGENAARS: Ik ben bijna aan het einde van mijn betoog. De oplossing zou mogelijk kunnen liggen in investeringen. Dan is mijn laatste zin gewijd aan het minderhedenbeleid zoals dat verwoord is door de heer Linssen namens Lijst Linssen. Wij willen hier sterk afstand van nemen, want verspilling van middelen omdat er een minderhedenbeleid wordt gevoerd is uit den boze en daar willen wij volledig afstand van nemen. De VOORZITTER: Dank u wel. Als ik het goed heb heeft u twee moties ingediend. De eerste motie lees ik voor. De gemeenteraad van Bergen op Zoom in vergadering bijeen op 27 juni 2005 Overwegende dat: • de restauratie van het Markiezenhof een eenmalige operatie was • Dat voor het onderhoud van het gebouwencomplex voldoende middelen in de begroting zijn opgenomen • Dat de kapitaalslasten van de door de gemeente geïnvesteerde middelen jaarlijks vrijvallen • Dat het redelijk is, dat die vrijkomende middelen weer als algemeen dekkingsmiddel kunnen dienen Spreekt als zijn mening uit dat: Vanaf de begroting 2006 het college de jaarlijks vrijvallende kapitaalslasten van de restauratie van het Markiezenhof weer als algemeen dekkingsmiddel inzet en gaat over tot de orde van de dag. Deze motie maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De tweede motie van de Partij van de Arbeid luidt: De gemeenteraad van Bergen op Zoom in vergadering bijeen op 27 juni 2005 overwegende dat • regelgeving van hogere overheden steeds vaker leidt tot hogere lasten voor gemeenten • veel van deze lasten onvermijdelijk zijn
GRIFFIE Bergen op Zoom
,
32
• de gemeente zo veel mogelijk moet vermijden dat deze lasten direct bij de burgers terecht komen • het redelijk is dat degenen die belang hebben ook voor deze lasten opdraaien spreekt als zijn mening uit dat: de kosten die gemaakt moeten worden bijvoorbeeld op het gebied van milieu, maar ook in alle andere gevallen, zoveel als mogelijk ten laste dienen te worden gebracht van het project waarop deze kosten betrekking hebben, en gaat over tot de orde van de dag. Deze motie maakt eveneens onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer VAN DER KALLEN: Ik neem graag het woord, net zo goed als ik graag het woord had gehad aan het begin van dit debat, want ik vind het ronduit verbijsterend dat een geacht raadslid, zich beroepend op zijn volksvertegenwoordigerschap, alsof wij allemaal geen volksvertegenwoordigers zijn, en 2ich daarbij behoorlijk recalcitrant ik zou haast zeggen puberaal gedragend, zo makkelijk zijn zin krijgt. De voorzitter doet een ordevoorstel en komt tot besluitvorming zonder een ordedebat en schaart daarmee een in mijn ogen door een instituut dat daarvoor is aangewezen een besluit van het presidium opzij. Ik vind dat verbijsterend. Het is voor mij aanleiding om straks naar mijn fractie terug te keren en onze rol in het presidium ter discussie te stellen. Als ik in mijn hart kijk en ik vervang mevrouw Kammeijer regelmatig heb ik er weinig zin meer in als op die manier met besluitvorming van het presidium wordt omgegaan. De VOORZITTER: Mijnheer Van der Kallen, misschien goed dat ik gelijk als voorzitter van de raad hierop reageer want dit gaat over de orde van deze vergadering. Zoals u terecht aangeeft is in het presidium afgesproken, met instemming van alle fracties, dat we 8 minuten per fractie spreektijd zouden nemen. Er is vervolgens het verzoek gekomen van de heer Linssen om wat meer minuten te mogen inruimen. Ik heb gezegd u heeft ruim binnen de tijd de jaarrekening behandeld, dus ik doe het voorstel die 8 minuten op te rekken naar 12 minuten. Dat hebben we vervolgens in stemming gebracht. Ik heb gezegd ik ga dat in stemming brengen en op dat moment bleek dat niemand over dat ordevoorstel nog een debat wilde. Vervolgens is met algemene stemmen aanvaard dat elke fractie 12 minuten heeft. Dat is de democratische gang van zaken, dat is zoals u de orde in gezamenlijkheid heeft bepaald. Het leek mij goed om dat even ter verantwoording aan u duidelijk te maken. Vervolgt u uw betoog. De heer LINSSEN: Mag ik een interruptie plegen? De VOORZITTER: U mag een interruptie plegen. De heer LINSSEN: Laten we eerst constateren dat tenminste drie partijen, GBWP en Leefbaarheid en de Partij van de Arbeid die ruime tijd van mij ook nodig hadden. Wat ik betreur is dat het vooroverleg dat gevoerd is vrijdag om tot een afspraak te komen is mislukt. Ik heb gegarandeerd aan de griffie dat de totale spreektijd van Lijst Linssen niet zal worden vergroot en dat wij onze accenten willen verleggen. Dat heb ik besproken. Ik vind het dan jammer dat de voorzitter van de raad dan niet even telefonisch reageert om te zeggen dat willen we niet Ik heb gezegd en beloofd dat Lijst Linssen zich aan de totale tijd zou houden en dat er alleen een verschuiving zou plaatsvinden. Als dat op zo'n manier moet worden afgehandeld, dan hebben we niets geleerd van de twee sessies met De Cloe. De VOORZITTER: Mag ik heel even reageren, want ik dacht dat het een interruptie in mijn richting was? Ik heb in acht genomen de afspraak in het presidium. Ik wil u daar allen aan houden. Als u dat wilt veranderen is dat uw goed recht, maar dat doen we dan hier plenair en op een democratische wijze. Zo is het gegaan. Nogmaals, u bent vrij straks deze vergadering ook met mij te evalueren. Als u zegt we gaan het de komende periode anders doen dan is dat mij prima, maar ik wil proberen de orde te handhaven en ik doe dat op een zo democratisch mogelijke manier. Ik zou de heer Van der Kallen willen vragen zijn betoog te vervolgen. De heer VAN DER KALLEN: Dat wil ik graag, want ondertussen hebben interrupties, die volgens u kort en krachtig dienen te zijn, 3 minuten geduurd. De VOORZITTER: Zoals ik heb aangegeven zullen alle interrupties die zijn gepleegd niet worden afgetrokken van uw spreektijd. Ik houd dat precies bij. Vervolgt u uw betoog.
GRIFFIE Bergen op Zoom
33
De heer VAN DER KALLEN: Mijn gevoelen van het ordevoorstel van u was toch een iets andere. Ik voelde me tekortgedaan, ik voelde me absoluut niet in staat om een ordedebat te voeren. Ik kreeg de indruk dat u een bepaalde snelheid wenste te handhaven. Ik betreur dat Nu terug naar onze bijdrage. Ik wil toch een heel ander geluid laten horen, want als ik het geluid van de collega's zo hoor dan lijkt het alsof Bergen op Zoom bijna aan de bedelstaf is. De cijfers zijn anders. Uit een rapportage van Deloitte, niet de minste, in 2004 blijkt dat als het gaat over het weerstandsvermogen en Bergen op Zoom is vergeleken met een aantal referentiegemeenten die qua bevolkingssamenstelling, qua leeftijdsopbouw en inkomen vergelijkbaar zijn met Bergen op Zoom, we op één punt verschillen, we hebben ongeveer 50% meer minderheden, dan blijkt dat ons weerstandsvermogen bijna € 400,per inwoner hoger is, oftewel 30% van die referentiegemeenten. Dan blijkt dat de boekwaarde van de vaste activa € 900,-- per inwoner lager is, oftewel 30% minder en dat is een teken van de kapitaalslasten die je structureel hebt. Dan blijken onze voorraden bijna € 400,- per inwoner hoger oftewel 130% en ook voorraden zijn in feite vermogen. Dan blijkt het lang vreemd vermogen, oftewel wat hebben we geleend, € 1300,- per inwoner lager dan in de referentiegemeenten oftewel 60%. Bergen op Zoom is niet arm en we moeten ons niet armer aanpraten dan we zijn. In tijden van recessie.... De heer HARIJGENS: ik heb me laten verleiden om toch even een klein rekensommetje te maken.€400,~ weerstandsvermogen per inwoner hebben wij teveel? De heer VAN DER KALLEN: 26 miljoen. Teveel? Hebben we meer dan de referentiegemeenten. Bergen op Zoom is niet arm. Natuurlijk kunnen we op onze centen zitten die door verstandig financieel beleid de afgelopen jaren, decennia, bij elkaar zijn gekrabbeld, maar we kunnen ook zeggen waar heeft de maatschappij op dit moment behoefte aan? Als het slecht gaat met de economie gaat het slecht met het welzijn van de mensen. Als het slecht gaat met de economie gaat het slecht met de jeugdzorg, want dan is er meer behoefte aan want dan worden helaas meer jongeren mishandeld. Als het slecht gaat met de economie moet de gemeentelijke overheid de moed hebben om uit die reserves te putten en de dingen te doen die zij nodig acht Dat valt mij tegen bij mijn geachte collega's, want ze hebben de mond vol over allerlei details, maar waar het om gaat is dat wij beleid moeten durven te maken. Waar het om gaat is dat wij durven uit de reserves te putten om de dingen te doen die wij met zijn allen nodig vinden. Voorzitter, welke accenten wil mijn fractie leggen? Mijn fractie constateert dat er een grote behoefte is in Bergen op Zoom aan een goede communicatie tussen de mensen onderling en een goede communicatie tussen overheid en overheden en haar burgers. Dan kom ik bij de BRTO. Ik kan me dan voorstellen dat de BRTO daar een goede rol in speelt. Dan moeten ze iets anders leveren dan wat ze tot nu toe doen, dan moeten ze een wezenlijk product leveren in relatie met die communicatie, maar ik denk dat de BRTO de kwaliteit heeft om dat te doen als wij de middelen ter beschikking stellen. Als het gaat over externe betrekkingen, als het gaat over de inzet van vrijwilligers, de ruggengraat van onze samenleving, dan denk ik dat we alles moeten doen om vrijwilligers het werken mogelijk te maken. Dat betekent soms ook voorkomen dat de professionals het overnemen, want professionals maken het vaak voor vrijwilligers niet leuker. Dat betekent ook dat vrijwilligers goed verzekerd moeten zijn als hun wat overkomt. Ja, dat kost misschien €10.000,-, waar hebben we het over. Als het gaat over een stadsspeeltuin, dan denk ik dat het zaak en tijd wordt dat iets waar zo lang ik in Bergen op Zoom woon de mensen al om roepen, nu eindelijk gerealiseerd wordt. Natuurlijk moeten er goede afspraken gemaakt worden, maar dat kan. Ik vind ook dat als je kijkt naar milieuzorg dat daar geld voor moet zijn, want mijn fractie vindt we hebben regels en als we die regels hebben handhaven we ze. Handhaven kost geld. Willen we niet handhaven, dat kan, dan moeten we gecoördineerd goed bespreken hoe we tot regulering komen. Ik heb daar in het recente verleden een fors aantal voorbeelden van gegeven. Als het gaat over welzijnsbeleid dan vind ik dat we veel meer naar de wijken moeten kijken, want we moeten de burgers bij ons beleid betrekken. We moeten laten zien dat juist in deze tijd, waarin het slechter gaat, het van belang is dat vrijwilligers, de inzet van de wijkcomité's, kracht krijgt. Daar moeten de wijkbudgetten dan ook naar verhouding voor toenemen. Dan het grootste probleem van Bergen op Zoom, het grootste probleem van een groot deel van onze samenleving, de integratie. Is die mislukt? Dat zou je kunnen zeggen. Had die beter gekund? Dat kan je zeker zeggen. Hebben we veel leergeld betaald? Dat kan je ook zeker zeggen. Maar is er een alternatief dan te werken aan integratie? Mijn fractie denkt van niet. Mijn fractie denkt dat juist op dit moment, nu iedereen erover praat, nu iedereen beseft dat er dingen in de samenleving niet goed gaan, er positie moet worden gekozen en dat we in moeten zetten. Waarop moeten we inzetten? Op bijvoorbeeld meer vrouwenparticipatie, meer vrouwenintegratie. Zij zijn de sleutel voor de komende generaties. Moeten we dan op onze centen zitten? De D66/BSDfractie denkt van niet. GRIFFIE Bergen op Zoom
Voorzitter, ik heb twee vragen over moties, simpelweg omdat ik graag heb dat in de tweede termijn de partijen daarop reageren. Dat betreft een motie van Lijst Linssen waar het gaat over het Markiezenhof. Wat wordt bedoeld met amovering van het archief? Met betrekking tot de motie van de partij van de Arbeid betreffende de vrijvallen kapitalen restauratie Markiezenhof de vraag, hoe zit het dan met het reserveren voor toekomstige restauraties? De heer HARIJGENS: Voorzitter, u zult mij leren kennen als liefhebber van het spelletje dat we hier met elkaar spelen. Ook ik zal rijkelijk putten uit het verkiezingsprogramma op basis waarvan ik functioneer. Misschien ligt het echter aan mijn iets te conformistische opvoeding dat ik me aan spelregels wens te houden en dus probeer ik op tijd te zijn, maar nu we wat ruimer de tijd hebben gekregen is er misschien nog wel ruimte voor een kleine toegift. We zullen zien waar we uitkomen. Vandaag is weer gepland dat de raad vanuit zijn kaderstellende rol het budgetrecht en de financiële hoofdlijnen uitzet voor de komende jaren. Niet dat wij het gevoel hebben dat er veel keuzes voor de raad te maken zijn, maar toch gaan wij daar vandaag een poging toe doen. Sterker nog, we zijn overtuigd van de noodzaak. Het beleidskader van de komende jaren Iaat, beginnende met 2006, een somber beeld zien. Dat noopt tot het maken van prioriteiten. Niet alles kan, maar niet alles hoeft van Groen Links. Er is in dit huis wel eens gezegd wat voor soort stad willen wij zijn, willen wij een Duitse stad zijn, goed onderhouden en strak in de lak, of willen wij een Belgische stad zijn, misschien iets minder fraai onderhouden maar wel met sfeer en zorg voor haar inwoners. Groen Links kiest met volle overtuiging voor een Belgische stad. De investeringen in de openbare ruimte van de afgelopen jaren hebben hun uitwerking niet gemist. Dat betekent in onze optiek dat het moment nu daar is dat we andere accenten zouden moeten gaan leggen. We hebben goed geluisterd naar de geluiden uit de publieke discours, of anders gezegd wat wil die burger nu echt. De burger wil naar onze mening een veilige en leefbare omgeving die voldoende mogelijkheden biedt voor ontspanning en ontwikkeling in brede zin. Door de focus teveel te richten op onderhoud van de openbare ruimte wordt vergeten dat investeringen in het welzijn van burgers, jong en oud, onvermijdelijke randvoorwaarden zijn voor een leefbare samenleving van vandaag en morgen. Het doet ons dan ook goed dat het college een aantal van die ontwikkelingen op het gebied van welzijn, meer specifiek preventief jeugdbeleid, onderkend heeft voor de komende tijd en daar ook aandacht voor vraagt middels dit beleidskader. Minder leuk vinden wij natuurlijk dat zij daar zelf geen middelen bij hebben gevonden. Wij richten ons dus volledig op programma 14. Net als het college zijn wij van mening dat investeringen in dit beleid keihard nodig zijn omdat een deel van onze jonge burgers derailleerde. Jeugd die ontspoort heeft vaak een negatieve invloed op de leefbaarheid van de directe woonomgeving en op het gevoel van veiligheid van onze inwoners. Helaas is het niet zo dat alle ouders in gelijke mate bij machte zijn om zelf de verantwoordelijkheid voor het opvoeden van hun kinderen waar te nemen. Het college stelt voor om het jongerenwerk met 1400 uur, dat is ongeveer gelijk aan 1 fulltime equivalent per jaar, uit te breiden. Daarmee zou dan ongeveer 2,5 fte voor de stad Bergen op Zoom beschikbaar zijn, want in Halsteren speelt een ander regiem, daar is ook een jeugdwerker actief maar volgens mij zit die dus niet in deze optelling. Hetzelfde kan gezegd worden van de claim op preventief jeugdbeleid. De WD-fractie vroeg bij monde van haar woordvoerster tijdens de commissiebehandeling van dit onderwerp 'wat gebeurt er als we niets doen?' Dat laat zich niet zo moeilijk raden. In toenemende mate zullen groepjes jongeren voor spanningen en overlast in de wijken zorgen. Voortijdige schooluitval zal toenemen. Steeds meer jongeren zullen het onderwijs verlaten zonder een kwalificatie voor de arbeidsmarkt op zak. Dat verhoogt weer de druk op de uitkeringen en dus ook op de gemeentekas. Daarnaast is het niet onwaarschijnlijk dat jongeren die merken dat niemand zich met hen bezighoudt in de marge van de samenleving terechtkomen. We weten allemaal dat de samenleving dan een veelvoud van het bedrag zal moeten ophoesten van wat we nu zouden moeten investeren in preventie. Om onder programma 14 de komende jaren het zorgmanagement voor de jeugd op een adequate wijze gestalte te geven willen wij een verschuiving van de middelen van programma 7, verkeer en vervoer, naar programma 14. Wij zullen de raad via een amendement voorstellen om €350.000,- structureel over te hevelen. De heer SIEBELINK: Mijnheer Harijgens, u sprak in uw betoog over veiligheid, nochtans stelt u in het amendement voor om een lichte temporisering van het onderhoud van wegen uit te voeren. Naar onze mening is het onderhoud van wegen eveneens een essentieel onderdeel van veiligheid. Het laten vallen van kuilen en gaten in het wegdek draagt ook niet bij aan de veiligheid van voetgangers en fietsers. Daar komt bij dat de betrokken burger dan wellicht de gemeente aansprakelijk kan stellen. Kunt u uitleggen in hoeverre het veiligheidsbeleid van u in dat opzicht niet in gevaar komt? De heer HARIJGENS: Dat kan ik. Als u nog één zin had afgewacht had u daarop het antwoord al gekregen.Wat is er nu aan de hand? Wij hebben in die sector zo'n slordige 13 miljoen uitgegeven in 2004 en wij zijn van mening dat daar wel een 3,5 ton af kan en dat dan nog niet onmiddellijk het niveau van gaten en kuilen in de weg is bereikt. GRIFFIE™^ergen Op.
B
35
Daarnaast zijn wij van mening, als je dus in dit tempo de stad blijft onderhouden, dat je dan een beetje de neiging begint te krijgen van een overijverige huisvrouw die opnieuw begint met poetsen als ze klaar is met het een. Dat betekent dat we zeggen met 3,5 ton minder op het beheer en onderhoud van wegen kunnen wij nog steeds een veilig en schoon en heel wegdek garanderen. De heer SIEBELINK: Ik zou de heer Harijgens eens willen aanraden om een goede en deugdelijke toer door grote delen van onze gemeente te maken. De heer HARIJGENS: Ik ben het met u eens mijnheer Siebelink dat er iets moet gebeuren aan onderhoud en wel fors ook. Dat gebeurt ook in een rap tempo. Het siert op zich in dit geval het college dat er ook werk wordt gemaakt van uitvoering gekoppeld aan het rioleringsplan. Je kunt je echter afvragen of dat niveau nu precies het niveau moet zijn. Het lijkt wel een natuurwet en wij denken dat het geen natuurwet is en dat je met iets minder ook toe kunt komen, nogmaals iets minder. Al tijdens de commissievergadering hebben wij ons licht laten schijnen over het voorstel van de vrijwilligerscentrale. De fractie van Groen Links ziet ook in de toekomst een belangrijke rol weggelegd voor dit initiatief binnen onze gemeente, alleen zal dan de locatie een andere moeten worden dan de huidige. Nog even los van de toekomstige plannen met Bergse Haven vinden wij dat een dergelijk initiatief alleen maar optimaal zou kunnen renderen als het centraal in de gemeente gehuisvest is en niet achteraf op een industrieterrein. Ook de financiering via het agogisch werk is voor ons niet zo vanzelfsprekend. Onze fractie voelt er veel meer voor om beleidsmatig en ook in financiële zin aan te sluiten bij sociale activering. Een aanzienlijk deel van de dienstverlening van de vrijwilligerscentrale kan dan ingekocht worden, bijvoorbeeld via reïntegratie. Wij zullen de raad dan ook een motie voorleggen die daartoe oproept. Daarnaast voorziet het college nog een aantal kleinere ontwikkelingen die allemaal zo'n beetje in de orde van grootte van € 10.000,-, € 15.000,- en € 20.000,- liggen en verscheidene partijen hebben daar al over gesproken. Wij vonden dat daar niet de kern van deze algemene beschouwingen zou moeten liggen. Dat zijn voor ons relatieve details, die voor een groot deel ook uit de ruimte die een begroting altijd in zich heeft zouden moeten kunnen worden bestreden.Daar komen we in het najaar met elkaar nog over te spreken. Naar ons oordeel zijn niet alle voorstellen even noodzakelijk of kan die ruimte, zoals ik aangaf, gevonden worden, maar bovenal denken wij dat er nog winst te behalen valt door uit te gaan van het principe 'eerst moet het werk af. Door het opschroeven van het aantal productieve uren per medewerker kan het met minder personeel, of anders gezegd wordt de dienst goedkoper. Ter illustratie had ik u nog een rekensommetje beloofd en dat is als volgt. Als we uitgaan van 650 fte's die per dag 12 productieve minuten meer zouden maken, nogmaals ik heb het niet over overwerken maar over 12 productieve minuten meer, en je extrapoleert dat naar een heel jaar x 48, dan kom je uitgaande van een uurtarief van € 80- per medewerker aan een 2,1 miljoen euro. Dat is of een besparing of het betekent simpelweg dat je met minder mensen meer kunt doen. Er valt dus heel veel te zegen voor een cultuurverandering die zegt eerst moet het werk af. Als ik dan nog ruimte over heb zal ook ik reageren op datgene wat de heer Linssen gezegd heeft over het integratiedebat en daarvoor pak ik er even wat elektronische aantekeningen bij. Enige tijd geleden was ik op de KUB, mijnheer Linssen, en daar was een seminar over integratiebeleid. Ik ging daar te rade omdat wij politiek inderdaad verschillende visies kunnen hebben. Uw gevoel zegt wij hebben de afgelopen jaren teveel gedaan, mijn gevoel zegt we hebben de afgelopen jaren niet de juiste dingen gedaan. Er zit een verschil tussen. Hoe het ook zij, ik heb de wetenschappers daarover geraadpleegd en wat zeggen nu onderzoeken van de afgelopen jaren over hoe de autotochtone Nederlander staat tegenover de multiculturele samenleving maar ook ten opzichte van aspecten als integratiebeleid en hoe je dat op zou moeten pakken. Dan blijkt het zo te zijn, dat vond ik een opvallende en verrassende uitkomst, dat de autochtone Nederlander in principe neutraal tegenover de multiculturele samenleving staat, met andere woorden hij wordt er niet bijzonder warm van en hij wordt er ook niet bijzonder koud van, hij is er niet bijzonder voor, hij is er ook niet bijzonder tegen.Eén ding komt uit al die onderzoeken wel naar voren en dat is dat de Nederlander overwegend kiest voor integratie. Dat betekent dus niet kiezen voor marginalisatie. Dat betekent dus ook dat je iets zult moeten doen, gericht beleid inzetten, opdat die marginalisatie niet ontstaat. Daarvoor kiezen wij dus ook in de preventieve zin. De heer SIEBELINK: Ik wilde u uiteraard uw zin af laten maken mijnheer Harijgens. U zegt dat Lijst Linssen zegt dat er teveel gedaan is. Dat hebben wij niet gezegd. Wij hebben gezegd dat het verkeerd gebeurt, op dezelfde wijze als u het verwoord. Het is op de verkeerde manier gebeurd. We hebben niet gezegd dat er teveel is uitgegeven. Het is verspild, dat wil zeggen dat je zaken op een verkeerde wijze besteed, zoals u zelf ook zegt. De heer HARIJGENS: Wellicht dat we daar dan toch iets dichter tot elkaar komen. Hoe het ook zij, de zaken die Groen Links meegeeft terwijl we weten dat het college met de voorbereiding van de nieuwe nota inteQratiebeieilbeziaJs. is
GRIFFIE
Berg
36
houd die aspecten nu eens goed tegen het licht. Dat betekent in onze optiek dat wil Je integratiebeleid laten slagen je op wijkniveau activiteiten zult moeten stimuleren die beide groeperingen aanspreken. Ook een van de bevindingen uit de onderzoeken die ik aanhaal was onder andere dat de Nederlander niet bovenmatig kiest voor het, laten we het zo zeggen, bevoorrechten van bepaalde bevolkingsgroepen. Ik denk dat het belangrijke zaken zijn die we in onze beleidsoverwegingen zouden moeten meenemen. Dan haal ik nog één aspect aan en dat is ten aanzien van dat wat de heer Van der Kallen heeft gezegd over het putten uit de reserves. Hij had het onder andere over 26 miljoen weerstandsreserve die wij teveel hebben ten opzichte van andere gemeenten. Zo was het. De heer VAN DER KALLEN: Teveel zal ik nooit zeggen. Meer dan andere gemeenten. De heer HARUGENS: Meer hebben dan andere gemeenten, akkoord. Ik wil daar één opmerking over maken en dat is dat uit onze totale weerstandsreserves de rente wordt ingezet in de exploitatie. Dat betekent dat op het moment dat u grote happen uit de reserves wegneemt dat ook gevolgen zal hebben voor de reguliere exploitatie. Dat is ook de reden waarom wij de oplossing voor het heradopteren van middelen zo gekozen hebben als wij die gekozen hebben. Tot zover mijn eerste termijn. De VOORZITTER: Ik zal even de motie en het amendement voorlezen zoals die door Groen Links zijn ingediend. De motie luidt: De raad van de gemeente Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op maandag 27 juni 2005, sprekende over het beleidskader 2006-2009, meer specifiek over het voorstel van het college inzake de vrijwilligerscentrale, Overwegende dat: de raad van mening is dat een vrijwilligerscentrale centraal gelegen gehuisvest dient te zijn de vorming van het bedrijfsverzamelgebouw CWI, gemeente en UWV een uitstekende mogelijkheid biedt om de vrijwilligerscentrale hierbij onder te brengen activiteiten in het kader van vrijwilligerswerk zeer goed passen in het kader van sociale activering en oriëntatie op werk dit mogelijkheden biedt om ook andere geldstromen aan te boren dan die van het agogisch werk verzoekt het college nog voor het vaststellen van de begroting 2006 een voorstel voor te leggen waarin bovenstaande gedachten in mogelijkheden en onmogelijkheden en keuzes zijn verwoord en gaat over tot de orde van de dag. Deze motie maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. Dan een amendement De raad van de gemeente Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op maandag 27 juni 2005, sprekende over het beleidskader 2006-2009, meer specifiek over de voorstellen van het college waarvoor nog geen dekkingsmiddelen zijn, Overwegende dat, deze dekkingsmiddefen binnen de totale begroting gevonden dienen te worden - de raad met het college van mening is dat een investering in preventief jeugdbeleid noodzakelijk is programma 7 Verkeer en Vervoer als een dynamisch programma beschouwd kan worden - een lichte temporisering van het onderhoud van wegen geen nadelige gevolgen hoeft te hebben voor de staat van onderhoud van de openbare ruimte in onze gemeente, besluit binnen het beleidskader 2006-2009 - het budget van programma 7 Verkeer en Vervoer te verminderen met € 350.000,- het budget van programma 14 Welzijn te vermeerderen met € 350.000,en gaat over tot de orde van de dag. Dit amendement maakt eveneens onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer VAN DE WATER: Ik zal het kort houden. Ik heb geprobeerd de uiteenzettingen van de verschillende fracties te volgen. De financiële consequenties die verbonden zijn aan wat gevraagd wordt kan ik op dit moment niet overzien. Ik heb ook nog even gekeken in het Beleidskader of zaken aan de orde zijn geweest staan ze er nu wel in of niet of heb ik ze niet gelezen, zoals bijvoorbeeld de stadsspeeltuin of een groot toeristisch recreatief project dat ik er niet in kan vinden. GRIFFIE Bergen op Zoom
Ik zal het kort maken. Hier ligt het Beleidskader 2006-2009. Inderdaad, de beraadslagingen gehoord hebbende, zou het kunnen dat we bij de begrotingsbehandeling al wijzigingen krijgen in dit Beleidskader. Voor mij is het beleidskader gericht, dat is de intentie, op een kader voor het beleid in de komende jaren. Ik ga er dan ook van uit dat dit gebruikt gaat worden als richtlijn voor het beleid in de komende jaren 2006-2009. Op basis daarvan, ik denk dat het daarvoor een heel goede zaak is dit Beleidskader, kan het raadsprogramma en het collegeprogramma voor de komende jaren worden afgestemd. Ik neem het ter kennisgeving aan en te zijner tijd zal ik op deze zaak reageren. Tot zover. De VOORZITTER: Ik stel voor, voordat ik het college het woord geef, het college even gelegenheid te geven voor nader beraad en dat te doen in een schorsing, ik kijk even naar de wethouders, tot 20.30 uur. Aldus schorst de voorzitter de vergadering om 20.13 uur. 20.30 uur. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. We starten met de reactie van het college op de eerste termijn van de raad. Ik zal beginnen, dan wethouder Van der Weegen, wethouder Withagen, wethouder Janssen en wethouder Van den Kieboom. Het college neemt zich ten stelligste voor om dat alles binnen een half uur te doen. Waarvan akte. In de eerste plaats is het denk ik goed om kort in te gaan op een aantal opmerkingen die u heeft gemaakt over de kosten die de raad zelf maakt voor het proces dat we hier met elkaar delen en ook daarbuiten als het gaat om het geluid, de indeling van de raadszaal. Ik heb ook als voorzitter van uw raad goed geluisterd naar de opmerkingen die daarover gemaakt zijn, Doe niet iets als het niet echt nodig is. Ook de raad wil zich houden aan zo doelmatig mogelijk werken, zuinig zijn met geld. Dat zullen we ongetwijfeld nog in het presidium en in de commissie met elkaar bespreken als daar concrete voorstellen liggen. Ik zelf zou wel willen zeggen dat voor een goed democratisch proces je ook iets over moet hebben. U bent het hoogste orgaan van deze gemeente. U moet het gevoel hebben dat u goed wordt gefaciiiteerd, ook in de meer praktische zin van het woord. Er is een vraag gesteld over het Raads Informatie Systeem. Ik heb in de commissie al begrepen dat u daar langer met elkaar over aan het praten bent en in afwachting bent van daden. Ik heb u ook in de commissie aangegeven dat ik intern poolshoogte aan het nemen ben, ik doe dat op dit moment, om zowel de organisatorische alsook de technische aspecten even te doorgronden waarom het allemaal zo lang duurt Ik zal uw raad daarover rapporteren. Ook ik hoop dat we op zeer korte termijn kunnen zien dat we groeien in het Raads Informatie Systeem. Er is een motie ingediend door de fractie GBWP waarin het college wordt verzocht om de voortgang van het raadsprogramma in beeld te brengen. Het college wil daar graag aan voldoen en u die voortgang duidelijk en helder inzichtelijk maken, duidelijk maken welke resultaten in deze raadsperiode zijn bereikt naar aanleiding van de voornemens uit het raadsprogramma. Er is ook een motie ingediend, door de WD-fracöe, over de FLO-regeling van de brandweer. Daar zou ik het volgende over willen zeggen. Het gaat hier om een kostenstijging die veroorzaakt wordt door de huidige FLO-regeling die nu van toepassing is en waar men ook recht op heeft conform de huidige CAO van de huidige brandweer. Wij kunnen dus dat geld niet intrekken, dan zouden we in veel problemen komen. Het zal u ongetwijfeld zijn opgevallen dat op rijksniveau op dit moment CAO-onderhandelingen plaatsvinden. Zoals u ook weet is daar de inzet tot flexibilisering over te gaan. Wij moeten nog afwachten welke financiële consequenties dat CAO-kader heeft voor de gemeentelijke brandweerorganisaties, maar u kunt zich voorstellen dat wij die CAO-onderhandelingen op dit moment willen afwachten en we op dit moment dus niet kunnen overgaan tot welke korting op die FLO-regeling dan ook. Wij zouden u willen verzoeken die motie in te trekken naar aanleiding van de informatie die ik u bij deze geef. Mevrouw VAN KEMENADE: Bij interruptie. U heeft het over een korting en dan bedoelt u waarschijnlijk een korting op die extra kostenontwikkeling van € 77.000,-, maar de WD-fractie heeft het niet over een korting. Wij spreken onze zorg uit en dat doet de leiding van de brandweer ook. Wij zouden onze steun willen betuigen aan de aanpak van de leiding van de brandweer. De vraag aan het college is om dat over te brengen. Er is dus geen sprake van een korting. De VOORZITTER: Het is goed dat u dat zegt, dat spreekt inderdaad uit het dictum. Ik reageer erop zoals ik heb gereageerd, omdat we niet de indruk moeten wekken dat hier sprake kan zijn van een bezuiniging waar we in het bestaande beleid gehouden zijn aan de huidige CAO-uitvoering. Als u akkoord bent met mijn interpretatie op dit punt, dan kan ik ook zonder deze motie, laat ik het zo zeggen, de brandweer op de hoogte stellen van de steun die u geeft aan het beleid dat dit college uitvoert met de brandweer. Dat is, denk ik, de boodschap.
Als het gaat om het coffeeshopbeteid zou ik het volgende willen zeggen. De motie spreekt over een aanpassing van de APV, zodanig dat de sluitingstijd wordt verruimd naar 23.00 uur. Ik ben daar op dit moment geen voorstander van en ik zal u zeggen waarom. Wij constateren dat met name Belgische en Franse bezoekers van coffeeshops regelmatig worden aangehouden omdat zij wiet bij zich hebben. Dat mag niet. Zij mogen niet over de grens althans met softdrugs. Dat is één. Fransen en Belgen mogen niet over de grens met softdrugs. Twee is dat de politie regelmatig Fransen en Belgen aanhoudt met in hun bezit meer dan 5 gram softdrugs. Zoals u weet is ook dat verboden. Als die openstelling erop gericht zou zijn om het hen makkelijker te maken, dan zou ik willen zeggen doe dat juist niet, want we willen het hen juist niet makkelijker maken. Het tweede argument is dat we ook bang zijn, ik heb het met de politie ook even kunnen bespreken, voor meer overlast in de avonduren wanneer er inderdaad sprake zou zijn van verruiming van die openingstijden. Tot slot, als wij dat zouden doen als Bergen op Zoom, dan heeft men daar snel kennis van genomen en dan is de kans zeer groot dat met name de Belgen en de Fransen die anders in Breda en in Roosendaal bijvoorbeeld hun wiet zouden willen halen nu en masse oprukken naar Bergen op Zoom vanwege die verruiming van de openingstijden. Ook dat zouden wij niet moeten willen. We zijn juist op dit moment bezig met een strak handhavingsbeleid. Dat zouden wij zo willen continueren. Er is een evaluatie van het project Courage in de maak. Op zichzelf is het nobel dat u aandacht vraagt voor het zoveel mogelijk verminderen van de overlast, maar ik zou u ook willen vragen om, als u het beleid zou willen wijzigen, als u dat al zou willen doen, dat in het kader van de evaluatie van het project Courage te doen. Dat is mijn bijdrage. Ik geef het woord aan wethouder Van der Weegen. De heer VAN DER WEEGEN, wethouder: Een opmerking over de sprekers en dat is de opmerking van de heer Van der Kallen over met name ons vermogen, hefboomeffect en andere zaken. Ik denk dat het goed is een opmerking daarover te maken. Wij hebben recentelijk het diagnoserapport van de provincie gehad over de financiële positie van de gemeente Bergen op Zoom. Dat is ook besproken in de commissie Middelen. Daar staan een heleboel zaken in, uiteraard ook een paar aspecten die de heer Van der Kallen noemt, maar ook in relatie tot elkaar. Als wij dus een hoge actiefpost hebben in relatie tot een hoog vermogen, dan heb je dus in het kader van de bv de discussie of je niet een aantal maatschappelijke investeringen tot nul af moet boeken. Die aspecten staan daar ook in genoemd. Daarnaast zijn wij als college druk bezig met het risicomanagement en u hebt nog staan het aspect van de verbonden partijen en de risico's die daar voor ons aanzitten. Het zal leiden tot een berekening van de omvang van ons weerstandsvermogen. Ik denk dat dit ook het moment is waarop we met elkaar de discussie moeten voeren die de heer Van der Kallen, als zodanig terecht denk ik, aanduidde. Dan weten we in elk geval ook wat ons weerstandsvermogen zou moeten zijn. Ik zeg u toe dat we in elk geval, ook bij de begroting die we in november vaststellen, daar een stuk aan zullen wijden. Ik weet niet hoever we dan staan om u wat informatie daarover aan te reiken. De heer WIJTEN: Kunt u dan ook meenemen, portefeuillehouder, het verschil in systematiek, want de heer Van der Kallen vergeleek ons met een aantal andere gemeenten, waarvan wij het idee hebben dat die toch niet op basis van annuïteit werkte. Is het ook mogelijk om dat erin te verwerken wil de vergelijking zinnig zijn? De-neer VAN DER WEEGEN, wethouder: Niet zozeer voor de vergelijking, maar zeker om ons weerstandsvermogen als zodanig aan te duiden zullen die aspecten meegenomen worden. Nogmaals, ik zeg u dus niet toe dat het allemaal klaar is over drie maanden, maar er wordt in elk geval op dit moment aan gewerkt om het goed in beeld te krijgen. De heer MOUWS: Wij hebben niet zoveel belangstelling voor vergelijkingen. Het gaat veel meer om sec hoe staan we ervoor. Mijn buurman en ik zijn schatrijk, gemiddeld deugt het niet. De heer VAN DER WEEGEN, wethouder: Ik zei ook net, mijnheer Mouws, niet zozeer kijken naar anderen, maar vooral kijken naar onze eigen positie, ik denk dat wij hetzelfde dachten toen de heer Wijten aan het woord was. U sprak net met een paar andere woorden, maar u zei volgens mij hetzelfde als ik probeerde te zeggen. Dan de amendementen. Het amendement van het CDA. We hebben daar als college net even over gesproken en dat zou ik als zodanig toelichten. De aspecten die worden genoemd zijn betrokken bij de afweging van de 3 O's. Wij hebben het opnieuw bekeken, dat geldt bijvoorbeeld ook voor rampenbestrijding, stimulering economische ontwikkeling en facilitair bedrijf. Wij denken dat als je de beleidslijnen zo die liggen wilt doortrekken en dat geldt ook voor het SES en de rampenbestrijding, het zaken zijn die in onze beleving onontkoombaar zijn of niet uitstefbaar enz. Er is één aspect en dat is milieuzorg waarbij de wethouder milieu gezegd heeft ik wil kijken en daar kom ik bij de begroting graag op terug, wat we van die € 100.000,- die bij milieuzorg geplust zijn zouden kunnen besparen die dan gebruikt zou kunnen worden voor de doelstelling die u noemde voor met name programma 14. Als u met die toezeggjrjgjajntjleven en u zou liet
amendement intrekken, dan zou u in elk geval van ons mogen vernemen dat wij zeker dat aspect van milieuzorg bij de begroting bekijken en daar in de begroting op terugkomen. U moet zelf maar even overwegen hoe u daar mee om wenst te gaan. Maar de exacte uitvoering van wat hier staat is onmogelijk, omdat we ook een aantal verplichtingen hebben die we al eerder aangegaan zijn. We moeten anders bijvoorbeeld besluiten, ik noem maar een mogelijkheid, om uit de SES te stappen. Alles kan natuurlijk, maar dat zijn toch wel extremere zaken. Ik wil er eigenlijk best een pleidooi voor houden om dat niet te doen. Dan naar het amendement van GBWP. Het is zo dat door ons daar ook nog een keer serieus naar is gekeken. Wij hebben daar net nog gewisseld welke aspecten wij nu besproken hebben met de achterblijvende voetbalvereniging op Rozenoord, die natuurlijk omdat zij daar achterblijven een nadeel hebben. U hebt daarover ook een raadsmededeling gehad dat we uit die gesprekken waren. Daar is dit eigenlijk min of meer een vervolg van, omdat daar hoe dan ook op dat moment vervangingsinvesteringen plaats moeten vinden. Wij stellen voor om dat in elk geval bij de begroting mee te nemen in de vervangingsinvesteringen. Dat is ook punt 5 van datgene wat voorgesteld wordt in het amendement, waardoor dat probleem over zou zijn en gewoon terugkomt in de begroting als vervangingsinvestering. Als dat overgenomen is dan geven wij GBWP in overweging om dat amendement verder in te trekken. Dan heb ik nog meegekregen, een motie van de Partij van de Arbeid die handelt over de vrijvallende kapitaalslasten restauratie Markiezenhof. Op zich denk ik in elk geval goed dat de fractie daar als zodanig op wijst. Ik kan u alleen vertellen dat daar natuurlijk ook in de discussie over Markiezenhof en archief nadrukkelijke discussies over gevoerd zijn in het college. Wellicht was het duidelijker geweest als we dat ook eerder in een stuk hadden gezet. Met betrekking tot de vrijvallende kapitaalslasten, daar waar het de restauratie van het Markiezenhof betreft, hebben we met name te maken met specifieke uitkeringen uit het gemeentefonds die ook wegvallen in diezelfde jaren. Als u daar behoefte aan heeft wil ik u daar graag verder over informeren, maar die lopen parallel. Er zijn een heleboel investeringen die inderdaad wegvallen omdat ze afgeschreven zijn, maar dat houdt ook in dat dan de gemeentefondsuitkering fors verlaagd wordt als gevolg van specifieke uitkeringen. Er is een informatiestaatje over, dus het is geen moeite om u daarover te informeren. Ik denk dat wat hier staat in elk geval zo is dat we die vrijvallende kapitaalslasten niet kunnen benutten, want we hebben ook dezelfde inkomsten minder in het gemeentefonds. Tot zover. De heer WITHAGEN, wethouder: De dorpsplannen waaraan Leefbaarheid refereerde in de inleiding staan in het ISVprogramma vermeld. U hebt als raad daar in 2002 de volgorde aangegeven, te weten de vier wijken in Bergen op Zoom zoals wij die kennen en bij gebiedsgericht werken is daar tevens door u aan gekoppeld de leefbaarheid van de dorpskernen Halsteren en Lepelstraat. Dat laatste moet ik omdraaien. In de planning is na Gageldonk komen te staan leefbaarheid dorpskern Lepelstraat en daarna leefbaarheid dorpskern Halsteren, die staat in 2006. Dan voor wat de GGD betreft heel erg kort. In 2000 zijn wij met een heleboel gemeentes in de GGD-breedte gestapt. We zijn gestapt in de GGD op basis van aannames, namelijk twee begrotingen die op papier samen verwerkt zijn tot één begroting. Die aannames zijn door een slecht aanwezig zijn van financiële instrumenten in 2001 voortgezet. Ook de begroting 2002 is op de aannames van 2000 vormgegeven. Dat heeft ertoe geleid dat in 2000 plus een liquiditeitsprobleem ontstond en dat is tot € 2,50 per inwoner bijgeplust door alle 18 gemeentes.Vanaf 2002 plus is aan de indicaties niets meer veranderd. Dat betekent dat de begroting 2002 plus is de begroting 2003, de begroting 2003 is begroting 2004 en begroting 2004 is begroting 2005 en ik kan ook al aankondigen dat de begroting 2006 is de begroting 2005. Dat betekent dat vijfjaar lang zonder verhogingen is doorgezet. Dat zou de vraag rechtvaardigen; was die liquiditeitsbreuk nodig geweest? Mijn antwoord daarop is nee, als we toen geweten hadden wat we nu weten. Iemand die dus zegt dat de GGD-begroting niet op orde is, is onjuist, want de GGD-begrotjng is wat de GGD betreft op orde. De heer VAN EEKELEN: Bij interruptie. Ik begrijp wel dat de GGD-begroting op orde is maar ten koste van gelden van de WVG, daar lag onze vraag en daar heb ik geen antwoord op gekregen. De heer WITHAGEN, wethouder: Collega Van den Kieboom zal daarop antwoorden. Ik heb te beantwoorden de opmerking die u maakte dat de GGD-begroting niet in orde zou zijn. Dat heb ik willen tegenspreken. Tenslotte ben ik door uw raad aangewezen om daarvoor verantwoordelijkheid te dragen via via. Dan wil ik iets zeggen over de luchtkwaliteit. Wij hebben stringente directieven gekregen binnen Nederland om te gaan zorgen, geld klaar te zetten, om eventuele problemen met de luchtkwaliteit het hoofd te bieden. Dat is zo'n essentieel beleidsterrein dat op het moment dat we in Nederland uit het beleid van de luchtkwaliteit zijn en willen we dan niet geblokkkeerd worden in allerlei projecten, wij daar a la minute voor aan de slag moeten. Ik kan ook niet voorspellen wat dat betekent voor het jaar 2006. Wij zijn dan afhankelijk van rijksbeleid. Slaagt staatssecretaris Van Geel erin om bij Europa enz. Wij zijn dan voor een deel afhankelijk van rijksbeleid. Wij zijn niet in staat om daar als gemeente Bergen
GRIFFIE Bergen op Zoorp,
40
op Zoom een leidende positie bij in te nemen. Voor een groot gedeelte zullen wij uitsluitend kunnen reageren. Dat is de reden waarom het heel moeilijk is te bepalen wat daar precies aan begrotingshoeveelheden nodig is. Dat geeft ook een vorm van flexibiliteit weer. De heer AERTSSEN: U legt net uit dat het heel moeilijk is om in te schatten hoeveel per jaar daarvoor uitgetrokken moet worden. Ik weet dat het CDA zich aan het omturnen is tot een groene partij, dat is de afgelopen week erg opgevallen, maar ik zou toch heel concreet en ook zakelijk aan u willen vragen om uit te leggen waarom het niet per project belast kan worden, dus de müieukosten op een project doorberekenen, op een project zelf, zodat ze niet met €100,000,- op deze begroting staan. De heer WITHAGEN, wethouder: Mijnheer Aertssen, ik kom daar dadelijk bij een motie van uw partij op terug, maar de situatie is dat wij bij een aantal grote projecten al aan het werk zijn zonder dat er een exploitatiebegroting onder ligt. Op het moment dat die eronder schuift, dus dat betekent dat het project gestalte krijgt, brengen wij kosten inderdaad ten laste van het project. In veel gevallen gaan de kosten voor de baat uit en dat betekent dat wij onderzoek moeten doen zonder dat wij al een concrete dekkingsbron hebben. Wij hebben dat geschat, geprognosticeerd op 10 projecten. U hebt dat in het Beleidskader kunnen lezen. Ik wil met u de discussie aangaan of dat er 10 of 9 zijn of 8. Er zit dus een voorspellende waarde in. Dan voor wat betreft de speeltuin. Er is kort een opmerking gemaakt alsof dat een voorstel van het college is. Niets is minder waar. Het is een initiatiefvoorstel van een raadslid, mede gedragen door een aantal zeer enthousiaste dames. Het eerste onderzoek is inderdaad door het college gedaan in opdracht van u als raad. Ik vind dat ik helder bij u moet stellen dat het eerste een onderzoeksopdracht van u als raad was aan het college. Dat rapport hebben wij uitgebracht. Vervolgens is de planning gekomen om een initiatiefvoorstel van de heer Van der Wegen van de Partij van de Arbeid op tafel te krijgen. Nogmaals, er werd ook gesuggereerd dat er binnen het college verhoudingen zouden zijn die ten opzichte van dit voorstel verschillen. Wij drukken ons misschien financieel verschillend uit, maar het college heeft ten opzichte van de speeltuin één geluid, namelijk wij zijn positief met betrekking tot het idee, maar het moet wel goed financieel uitgebouwd zijn wil het levensvatbaarheid hebben. Dan heb ik het weer in mijn woorden gezegd. Dan kom ik weer bij het voorstel van € 350.000,- bezuinigen op het programma wegen. Door degene die dat voorstelde wordt een totale som op dat programma genoemd van 13 miljoen. Dat klopt inderdaad. Op dat programma staat een totaal budget van 13 miljoen. Degene die de tekst gemaakt heeft onderschrijft het programma wegen en het programma wegen is van een totaal andere orde. Het programma wegen omvat een veel kleiner getal aan middelen, waardoor € 350.000,-- eigenlijk 1/5 deel van het wegenbudget beslaat. Het wegenbeheersplan gaat uit van een kwaliteitsniveau r en dat is het standaard gemiddelde uitgaande van een landelijk geaccepteerd gemiddelde en dat is een minimaal verantwoord kwaliteitsniveau. Als je daar onder gaat dan betekent het niet dat je een soort overijverige huisvrouw wat minder actief maakt, zoals verwoord is, maar dat betekent de facto dat je onder een minimuminspanning terechtkomt waardoor we kwetsbaar worden voor aanspraken. Het kwaliteitsniveau r dat wij hebben in ons wegenverkeersplan is een minimaal fatsoenlijk niveau. De heer HARUGENS: Bij interruptie.Het dictum van het amendement van Groen Links zegt iets over programma 7 Verkeer en Vervoer en het zegt iets over programma 14 Welzijn. Het gaat dus wel degelijk over het totale programma Verkeer en Vervoer, hoezeer ik ook begrijp dat de portefeuillehouder zich wat aangesproken voelt op het aspect wegen. De heer WITHAGEN, wethouder: In dat programma 7 zit een aantal veiligheidsonderwerpen zoals bruggen, viaducten en tunnels, straatreiniging, openbare verlichting, kabels en leidingen, verkeersveiligheid, straatmeubilair, verkeersafwikkeling, openbaar vervoer en parkeervoorzieningen. Als u in uw tekst schrijft product Wegen, dan wijs ik erop dat programma 7 een verzamelproduct is waarvoor inderdaad 13 miljoen staat, maar dan moeten we wel precies weten waar het af moet. Voor het programma Wegen hebben wij toch de tekst maar aangehouden. Dat betekent in feite dat in 2009, als wij doen wat u voorstelt, we een negatief wegenbudget hebben. Dat betekent dat we in 2009 moeten gaan repareren. De heer HARUGENS: Nog een keer bij interruptie. Wij zijn naar mijn mening bezig met het Beleidskader, dus niet op productniveau maar op programmaniveau en u blijft bij het standpunt dat u uit het totale programma Verkeer en Vervoer geen € 350.000,-, ik geloof iets van 2,5% zou kunnen missen.
"GRIFFIE Bergen op«Zoom
De heer WITHAGEN, wethouder. Nee, voor de posten in dat programma die onder mij ressorteren zeg ik u luid en duidelijk dat daar geen ruimte is, want ik worstel al met het verlichtingsplan dat ik ook daarin kwijt moet en waar we ook al moeilijkheden mee hebben. In ieder geval voor onderhoud wegen, zoals het letterlijk in de tekst staat, ik heb dat u uitgelegd, zouden we voor 2008 en 2009 in budgetteringsmoeilijkheden komen. Dat zijn voor een gedeelte kapitaalslasten. We hebben dan echt moeilijkheden en moet er structureel geld bij om datgene wat we nu doen te kunnen betalen. Als u zegt dan moeten we het hele programma maar pakken, dan loop ik tegen een aantal posten aan die al scherp staan. Ik kan dus niets anders zeggen dan dat ik blij zou zijn als u € 350.000,- voor mij vond om het jeugdbeleid, waar ik dadelijk op terugkom, gestalte te geven, maar dat ik de uitruil die u voorstelt ten stelligste moet ontraden, want dan komen we van de regen in de drup. Dan kom ik bij de motie van de Partij van de Arbeid waarin zij zeggen dat er toch een poging ondernomen moet worden om zoveel mogelijk van de kosten niet automatisch terug te voeren naar de burger maar zoveel mogelijk ten laste van projecten te brengen. Dat is standaard binnen onze gemeente het geval, alleen niet te allen tijde lukt het. Het is echter standaard het geval, U gaf als voorbeeld mitieukosten op. Als wij een plaats weten waar de milieukosten bij horen dan worden ze daar ook naar toe gebracht. Als dus een project een milieuonderzoek eist, dan worden de kosten van dat milieuonderzoek ook op dat project geboekt. Daar zijn we redelijk scherp in, ook onderling in de afdelingen. Dat waren mijn punten. De heer JANSSEN, wethouder. Toen Lijst Linssen over de lantaarn begon dacht ik nu wordt het licht geworpen op het beleid van de gemeente. Dat hebben ze natuurlijk op hun eigen manier gedaan. Toen de heer Linssen daar een aantal woorden aan wijdde op de wijze zoals dat in ieder geval bij mij overkomt dacht ik; nou, nou, dat kan toch niet de bedoeling zijn. Je kunt toch niet van het college verwachten of alleen maar veronderstellen dat daar waar blijkbaar een persoon die ik regelmatig in allerlei discussies tegenkom en vervolgens iets in de krant zet, ik zeg het maar zo cryptisch als het is, dat die van de overheid verlangt dat wij niet aan de wettelijke verplichtingen voldoen. Uiteraard moeten wij daaraan voldoen. We zullen u dan ook binnenkort aangeven hoe wij denken daaraan te kunnen voldoen, zodat die lantaarnpaal er toch nog een hele tijd staat en als het aan mij ligt gaat die ook niet weg. Maar goed, dat kunt u zich waarschijnlijk wel voorstellen. Ik zie in ieder geval een glimlach op het gezicht van de heer Linssen, dus ik denk dat we elkaar in de toekomst daarin wel kunnen vinden. Het CDA zegt er komen steeds meer bezwaarschriften. Helaas is dat zo, maar aan de andere kant denk ik dat het door de wijze waarop het college omgaat met het benaderen van de bevolking komt in allerlei aangelegenheden die te maken hebben met bijvoorbeeld bestemmingsplannen, dat we daar toch een heleboel bezwaren afvangen door op tijd aan te geven dat en dat speelt en we willen het op die manier proberen op te lossen. Binnenkort zult u daar hopelijk weer een goed voorbeeld gaan zien als we het gaan hebben over Kijk in de Pot en dan praten we over de Bergse Haven. Het is waar, de burger wordt steeds mondiger, zal steeds meer voor zichzelf opkomen en wij, u dus, zal zich moeten afvragen wat is het individuele belang ten opzichte van het totale belang en u neemt dan een beslissing. Bezwaarschriften volledig uit de wereld helpen is een illusie, maar we proberen het wel zo weinig mogelijk te laten zijn. Dat het CDA een aantal verlangens heeft geuit en nu weer in het kader van het VSP is ons bekend. Bijvoorbeeld dat de Olympialaan aandacht heeft en mogelijkerwijs zou worden ontzien door vrachtwagens, door druk overleg te hebben met rijkswaterstaat. Wij doen dat al, alleen is het tot nu toe nog nooit gelukt. Dat de rotonde op de Gagelboslaan het CDA heel na aan het hart ligt is ons ook bekend.U weet wanneer we daarop terugkomen. Dat de ideeën over de Mozartlaan door meerderen worden gesteund bleek tijdens de discussie over het VSP want er is een motie over aangenomen. Leefbaarheid, die een uitgebreid en goed doorwrocht verhaal hield, had het over het dorpenplan. Mijn collega de heer Withagen heeft daar al even iets over gezegd. Los van het dorpenplan, wat in feite een ISV-benadering is worden er ook bestemmingsplannen gemaakt voor Lepelstraat, Bloemendaal bijvoorbeeld en worden er ook in ieder gevat bestemmingsplannen op de actualisatïelijst van de bestemmingsplannen getoond en uit mijn hoofd zal het Lepelstraatverhaal in 2006 en nog dit jaar de dorpskern Halsteren een aanvang nemen om het geactualiseerd te krijgen. Dan wordt verzocht om zo snel mogelijk de RMI en Meeuslocaties te gelde te maken, althans dat is mij nog overgebleven uit uw verhaal. Exclusief de Slingeweg en de Vierlinghweg waar wij plannen voor ontwikkelen zitten de rest van de eigendommen in het bestemmingsplan Bergse Haven en daar zijn ze ook opgenomen in de GEX en worden dus op die manier meegenomen in de GEM om vervolgens door u goedgekeurd te kunnen worden in de ROK. Als u het niet meer kunt volgen leggen we dat over een tijdje wel uit. In ieder geval gaat het erom dat ze heel nadrukkelijk worden meegenomen in de Bergse Haven. Dan, dat stak mij een klein beetje maar dat heb ik ook voor het laatst bewaard, wordt er gezegd er is geen ruimtelijk beleid. Vervolgens wordt naar het volgende onderwerp overgegaan. Gelukkig wordt er ook om geglimlacht, zie ik. Er is wel degelijk ruimtelijk beleid, alleen zoals uit de & alinea op blz. 2 blijkt heb je het in het Beleidskader over nieuwe
GRIFFIE Bergen op —~—~
JA
| 42
De gemeenteraad van Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op 30 juni 2005, Overwegende dat: - de herinrichting van de Burg.Stulemeijerlaan en het kruispunt met de Westersingel/Noordsingel momenteel zijn beslag krijgt; - een grotere mate van verkeersveiligheid één van de belangrijkste doelstellingen is van deze herinrichting; - er bovendien veel voetgangersverkeer plaatsvindt door: • Bewoners van de Zoomflat • Bezoekers van het Centrum voor de Kunsten • Leerlingen en medewerkers van 't Rijks - dit voetgangersverkeer in het verleden zeer intensief gebruik heeft gemaakt van oversteekplaatsen; - de veiligheid van deze deelnemers - relatief veel jongeren en ouderen - aanzienlijk kan worden verhoogd indien in het onderhavige gebied zoveel mogelijk zebrapaden gehandhaafd blijven; Verzoekt het college: Tijdens, of direct na afloop van de herinrichtingwerkzaamheden, de zebrapaden aan de Burg. Stulemeijerlaan en, indien mogelijk aan de Noordsingel, in de oorspronkelijke staat terug te brengen, En gaat over tot de orde van de dag. Deze motie maakt deel uit van de beraadslagingen. De heer VAN EEKELEN: Ik zal het heel kort houden, ook gezien de tijd. Wij zullen deze motie in ieder geval ondersteunen. De heer Hagens had het over een gevoel van veiligheid, maar naar onze mening is het niet alleen een gevoel van veiligheid maar is het ook gewoon een stuk veiligheid. Als je de oversteek voor de leerlingen van 't Rijks ziet en ook voor de bewoners van de Zoomflat dan denken wij dat het aanbrengen van zebrapaden een heel goede zaak is. De heer HARIJGENS: Ik heb deze discussie niet meegemaakt in de commissie, maar heb wel begrepen uit het krantenbericht dat daarop volgde, dat er toch argumenten waren om te veronderstellen dat die zebrapaden een schijnveiligheid zouden opwekken en daarom wil ik het college in ieder geval de gelegenheid geven om dat nog eens toe te lichten voordat ik tot een besluit over deze motie kom. Ik ben geneigd om te zeggen veiligheid voor alles en alles wat die veiligheid bevordert wil ik ondersteunen. Ik wil echter graag toch nog een keer en detail de argumenten toegelicht krijgen. De heer HAGENS: Bij interruptie. Mijnheer Harijgens, uw collega was enthousiast over het niet opheffen van de zebrapaden. De VOORZITTER: Mijnheer Harijgens, wilt u daarop reageren? Het hoeft niet hoor. De heer HARIJGENS: Vanavond moet ik een afweging maken en ik ben zelf niet bij de behandeling in de commissie geweest. De heer VELTHOEN: Het klinkt als een sympathieke motie en wie in het verleden de verkeersregels heeft geleerd weet ook dat je beschermd bent op een zebrapad. Maar als we goed geluisterd hebben naar het college in de commissievergadering dan is daar gewoon gezegd; het beleid dat we nu voeren wordt niet alleen in Bergen op Zoom gevoerd, wordt in alle steden om ons heen gevoerd en de bedoeling van het beleid is te komen tot minder slachtoffers. Dat zou de leidraad moeten zijn in de discussie voor de WD. Wij horen een ander geluid van Lijst Linssen die zegt dat er instanties zijn die zebrapaden ondersteunen. Wij zien in VNG-mededelingen en andere publicaties dat juist het merendeel zegt zebrapaden zijn schijnveiligheid. Leidend is het resultaat, minder slachtoffers. We vragen aan Lijst Linssen waarom zij spelen met de veiligheid van onze burgers en wij zijn geen voorstander van deze motie. De heer SIEBELINK: Ik vind het zeer ernstige woorden die de heer Velthoen uitspreekt. Lijst Linssen speelt niet met de veiligheid van de burgers. Wellicht de VVD die voortdurend pleit voor de afschaffing van een maximum snelheid. U legt ons echter woorden in de mond en trekt conclusies die u a. niet kunt onderbouwen en b. waarvan ik u verzoek om deze in te trekken. De heer VELTHOEN: Als Lijst Linssen ook een beetje kennis wil nemen van landelijke publicaties.. GRIFFIE 4; Bergen op Zoom
ons echter woorden in de mond en trekt conclusies die u a. niet kunt onderbouwen en b. waarvan ik u verzoek om deze in te trekken. De heer VELTHOEN: Als Lijst Linssen ook een beetje kennis wil nemen van landelijke publicaties.. De heer SIEBELINK: Inderdaad ja, 3VO dat is een verkeersorganisatie... De VOORZITTER: Mijnheer Siebelink, laat u even de heer Velthoen uitspreken. Uw zin was af, hoewel misschien niet voor iedereen verstaanbaar. De heer VELTHOEN: Ik wil hem wel herhalen. Als Lijst Linssen ook nota wil nemen van wat er landelijk gepubliceerd wordt, wat VNG en andere instanties schrijven, dan denk ik dat het klip en klaar is wat wij stellen. De heer VAN DE WATER: Ik heb in de commissie voor de motie gestemd en ik heb ook aan de wethouder gevraagd wat de reden is dat er geen voorzieningen zijn meegenomen. Ik kreeg daar een eerlijk antwoord op dat er geen voorzieningen in het bestek zaten. Ik denk dus dat alsnog die voorzieningen terug aangebracht kunnen worden. De heer VAN DER WEGEN: Dat was inderdaad ook ons argument, ze waren er en ze komen maar gewoon terug. Wij waren voor en wij blijven voor. De motie klinkt niet alleen sympathiek, hij is sympathiek. De heer MOUWS: Even als reactie richting de WD. Het is alleen maar een sympathieke motie. Als de WD aangeeft hoe het in de toekomst beter kan dan gaan wij dat ook mee steunen. De heer VAN DEN KIEBOOM: Wij hebben in de commissie ook aangegeven dat wij sympathiek stonden tegenover deze motie. De wethouder heeft toen gezegd er zijn andere mogelijkheden om te waarschuwen, vooral wat de school betreft. Ik zou zeggen je kunt het een doen en het ander niet laten. Je zou dus zebrapaden aan kunnen leggen en nog verwijsborden zetten dat er een school is of gevaarlijke oversteekplaats. Je waarborgt meer veiligheid dan nu. Wij staan daarom volledig achter de motie. De heer VAN DER KALLEN: Zebrapaden zijn in feite wetjes, daar heb je je aan te houden. De praktijk is echter dat de massa, volgens de portefeuillehouder bij de laatste commissievergadering zo'n 75%, zich er niet aan houdt. Mijn stelling is altijd, je hebt regels en je handhaaft ze of je schaft ze af. In feite zijn de zebrapaden regel, we handhaven die niet, dus schaffen we ze af. Als je kijkt naar de feitelijke gebeurtenissen daar, dan is het zo dat als de massa van de school daar oversteekt iedereen stopt. Je bent verplicht te stoppen, je ontkomt er niet aan, ook als er geen zebrapaden liggen. Als een niet bekende weggebruiker wordt gewaarschuwd met het waarschuwingsteken op de weg met de term school dan denk ik dat de schijnveiligheid er niet zal zijn, dat die enkele laatkomer eindelijk eens een keer op het verkeer let en dat we inderdaad en daar geef ik de woordvoerder van de VVD gelijk in, het risico verminderen en daarmee ook het aantal ongevallen. Daar gaat het om. Mijn fractie zal de motie in dit geval niet ondersteunen. De heer HAGENS: Mijnheer Van der Kallen, in de motie staat niets geschreven over massa. Wij spreken ook over ouderen van de Zoomflat die heel langzaam oversteken daar met rollators, met rolstoelen. Wij vinden dat ook voor die mensen de veiligheid gewaarborgd moet worden. Niet alleen voor de massa, die komt toch wel over. De heer VAN DER KALLEN: Een zebrapad waarborgt niets. Was dat maar waar. De VOORZITTER: Er is nog een korte reactie gevraagd van het college. Daarom heel kort wethouder Janssen. De heer JANSSEN, wethouder: Voorzitter ik ga niet met u in discussie, ik zou niet durven, maar als de vraag van Groen Links is licht het nog eens toe dan ben ik een kwartier bezig. Ik was dat niet van plan te doen. Het komt voor een belangrijk deel neer op de argumentatie zoals die net precies door de heer Van der Kallen naar voren is gebracht. Eén opmerking wil ik nog gaarne maken en dat is een overweging die tot nu toe nog door niemand naar voren is gebracht. Deze motie aannemen betekent dat u mij overmorgen vraagt in de rest van de stad of op een ander kruispunt hetzelfde te doen en die overweging is denk ik toch belangrijk om nog eens een keer mee te wegen op het moment dat u zo ja zegt. l GRJFFÏi" Bergen op
ment aan. Dat is niet een plan zoals nu de WD voorstelt. Als dat de bedoeling zou zijn, dan denk ik dat we daar meer tijd maar ook veel meer middelen voor beschikbaar moeten stellen. Dat wordt dus door het college ontraden. Dan heb ik hier nog een motie van de Partij van de Arbeid ten aanzien van de vrijvallende kapitaalslasten Markiezenhof waar collega Van der Weegen al op heeft geantwoord. Dan de motie van Groen Links ten aanzien van de vrijwilligerscentrale. In het najaar van dit jaar is een evaluatie voorzien. We gaan dan met zijn allen kijken wat we met de vrijwilligerscentrale bereikt hebben. Ik wijs u erop dat deze vrijwilligerscentrale mogelijk is geweest met middelen van de gemeente Bergen op Zoom, maar ook met middelen van het ministerie. Dat was de zogenaamde CO-financiering, Daar waar de fractie van Groen Links pleit om het onder te brengen bij het bedrijfsverzamelgebouw wenst het college op te merken dat de primaire taak van een bedrijfsverzamelgebouw dat 1 januari van start zal gaan is het verbinding leggen tussen een aanbod van arbeidsmarktvragers en aanbieders en dat alte activiteiten binnen het BVG plaatsvinden en derhalve ook onder die signatuur dient te worden gerekend. Een andere zaak is natuurlijk dat van daaruit wel mensen getraind kunnen worden om vrijwilligerswerk te gaan doen. Maar primair is het geen speerpunt van het bedrijfsverzamelgebouw, dat dient gericht te zijn op actieve reïntegratie. De heer HARUGENS: Bij interruptie. Ook deze zinsnede maakt onderdeel uit van de overwegingen. Dan kunnen we daar natuurlijk wel heel erg scherp op gaan zitten, maar ik zou heel graag willen dat het college de motie leest als dat de vrijwilligerscentrale te zijner tijd naar een centraal gelegen locatie gaat. De heer VAN DEN KIEBOOM, wethouder: Dan dient uw raad eerst de evaluatie af te wachten en als u besluit tot voortzetting in welke vorm dan ook, op welke plaats dan ook, van een vrijwilligerscentrale, dan wil het college ook graag van u horen hoe u een en ander kunt en zal financieren. Omwille van de tijd wil ik er nu mee stoppen. De VOORZITTER: Dank u zeer. Dit was de eerste termijn van het college. Kunnen we wat u betreft overgaan naar de tweede termijn van behandeling van het Beleidskader? Mevrouw VERHOOG: Ik meen me te herinneren van vorig jaar dat we dan gelijk de moties en amendementen meegenomen hebben. Dat werkte best heel efficiënt. Dat zou dan wel inhouden dat we nu even een schorsing moeten hebben om onze standpunten te bepalen. De VOORZITTER: Dat kan. Als u verzoekt om schorsing dan zeg ik dat graag toe. Is het mogelijk dat u dat tot 21.30 uur met elkaar bespreekt? De heer LINSSEN: Ik wil gelijk nog wat anders vragen. Ik ga er van uit dat er geen tweede termijn voor het college is dit keer zoals dat vorig jaar was, maar wat voor consequentie heeft dat technisch gezien voor de tijd? De heer VAN EEKELEN: Ik zou toch een tweede termijn van het college op prijs stellen, maar ik denk dat 10 minuten schorsing wat GBWP betreft in ieder geval volstaat De heer HARUGENS: IK heb voor vanavond een redelijk efficiënte overlegstructuur gevonden binnen mijn fractie dus ik denk dat ik met 5 minuten toekom. De VOORZITTER: Dank u zeer. Dit is geen oproep, begrijp ik, aan de andere fracties. De heer MOUWS: We hebben ijverig mee zitten schrijven en geluisterd naar de reacties van het college. Ik stel voor om onmiddellijk verder te gaan. De VOORZITTER: Het is misschien toch goed als er een paar fracties zijn die behoefte hebben aan een schorsing en daarom stel ik voor even 10 minuten te schorsen en vijf voor half tien weer te beginnen. Ik schors de vergadering. Aldus schorst de voorzitter de vergadering om 21.15 uur. 21.25 uur.
GRIFFIE Bergen op Zoom
45
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering voor de tweede termijn van de behandeling van het Beleidskader. U heeft in het presidium besproken om voor deze termijn per fractie 5 minuten te nemen. U kunt daarmee uit de voeten? Dat is het geval. De heer LINSSEN: Wij komen toe met die 5 minuten, en hoewel ik de hele discussie nog steeds betreur gaan we dan nu maar van start. In de eerste termijn heb ik onvoldoende tijd kunnen besteden aan de uitleg waarom wij met name ook richting BRTO en Facilitair Bedrijf en Jazzweekend zeggen; jongens het kan eigenlijk niet. Dat is in feite gewoon gekomen door het verzoek om meer geld te vragen. Als je met elkaar wat anders wilt doen en we krijgen daar voldoende tijd voor alle partijen, want feitelijk zeggen we ook het Beleidskader zouden we eigenlijk in het jaar voor de verkiezingen niet zo moeten doen als we het nu doen, want dan krijgen we de komende tijd allemaal ontzettend veel tijd om verkiezingsprogramma's te schrijven en je moet straks natuurlijk ook wel wat te onderhandelen hebben in het voorjaar. Daarom hebben wij grote moeite met de Beleidsnota zoals die er nu ligtAls je dan kijkt naar het Facilitair Bedrijf, ik heb de eer gehad vooral in de beginperiode aan de wieg te staan als grote voorstander van het Facilitair Bedrijf, en dan roep ik in het geheugen van heel wat collega's op dat feitelijk met elkaar toen afgesproken was dat we een Facilitair Bedrijf zouden oprichten en dat te zijner tijd, na verloop van 5 jaar, begonnen zou moeten worden aan de afbouw. Ze zouden uiteindelijk op eigen benen moeten gaan staan. U ziet al de onrust die er was bij de collega's bedrijfsleven in Bergen op Zoom. In feite mag het Facilitair Bedrijf heel langzaam wat mij betreft gaan vercommercialiseren in de komende 5 jaar en ook andere diensten aan gaan pakken. Dat moet dus afgebouwd worden. Dat was ook de strekking van de politieke gedachte die we hadden in het begin. U zult zich dat ongetwijfeld herinneren. Daarom is het ook niet een frontale aanval, het is eigenlijk dat wat we in het verleden hebben afgesproken. De opmerking die ik richting BRTO heb gemaakt is ook weer niet vreemd. Door de afgedwongen samenwerking met ABG-TV moet hier ook efficiënter gewerkt kunnen worden. Waarom heb ik over de BRTO nu eigenlijk ook weer die opmerking gemaakt? Omdat wij ook van die kant een brief hebben gekregen om meer geld. Wij vinden dus dat dat niet kan. Datzelfde geldt naar onze mening voor het Jazzweekend. Anders is het als we steeds meer het gevoel van de burger moeten begrijpen. Dat heeft de nationale politiek op 1 juni meegemaakt toen 80% van de volksvertegenwoordigers niet aanvoelde wat 63% van de bevolking wilde. We zeggen dan ook, ja speeltuinen daar kom ik donderdag nog even op terug, dat is nu een zo lang slepende zaak en al rammelt het inderdaad aan alle kanten, we moeten meehelpen om die rammelende kar wat minder rammelend te maken en toch die keuze gaan maken en eindelijk de mensen die nu het initiatief hebben genomen, ook de afgelopen 10 jaar, te belonen. Zeker ook omdat die doelgroep van de jeugd eigenlijk steeds minder plek heeft om tot dat vermaak te komen. Het lijkt misschien wat scherp wat we in eerste termijn geprobeerd hebben, ik heb dat al aangegeven, maar dat is het niet. Het is gewoon niet ons beleidskader. We hebben dat al eerder in een betoog aangegeven en wij vinden nog steeds dat we met elkaar in debat moeten gaan om alle nieuwe zaken aan de orde te stellen. Dat gaan we het komende halfjaar ook doen. Het zou niet slecht zijn als we eens een keer in een marathonzitting van drie dagen alle uitgaven, buiten alle wettelijk verplichte, met elkaar opnieuw doorlichten en ons huishoudboekje eens een keer opnieuw gaan inrichten.ln feite doen we dat met ons verkiezingsprogramma. Wat mij betreft zouden we die discussie, om het voor de burger interessant te maken, veel eerder met elkaar mogen voeren. Op die manier zal Lijst Linssen nu ook over een aantal moties redeneren. Niet omdat we dat in het Beleidskader zien, maar omdat het onderwerp als zodanig door ons is bekeken. Ik geef het college en de voorzitter dan wel aan dat we om die reden tegen het Beleidskader gaan stemmen zoals dat voorligt. Dat is louter en alleen om die politieke reden zo vlak voor de verkiezingen waarom wij het op een andere manier willen en omdat wij ons er niet helemaal in herkennen. Ik denk dat we nu ons standpunt kenbaar gaan maken over de amendementen en moties. Uiteraard kan ik zeggen dat we tegen alle drie de amendementen zijn omdat wij sowieso al het Beleidskader niet goedkeuren. De moties zien we dan als zelfstandig onderdeel. Ik hoef me natuurlijk niet uit te spreken over motie 1 en 2, de moties van Lijst Linssen. Uiteraard zijn we daar voor. Naar de WD toe het volgende. Allereerst was het betoog van burgemeester Polman buitengewoon helder. Hij heeft gelijk. Ik denk dat de WD het ook niet verkeerd bedoelt, maar met alle respect, u doet het wat overhaast. Ik denk dat dit onderwerp eens in een goed debat met elkaar uitgekauwd moet worden. U zegt we moeten dat naar de rand van de stad brengen, dan zijn er een heleboel mensen die aan de rand van de stad wonen die nu wel even van uw opmerking schrikken. Ik denk dat u wat te snel gaat, maar het is een buitengewoon interessant debat dat ik graag met u en zeer waarschijnlijk ook met andere partijen wil voeren. Ik ben ervan overtuigd dat daar volgend jaar een heel mooie beleidswijziging zou kunnen komen. Maar niet op deze manier. Vandaar dat wij de motie zoals die er nu ligt niet goedkeuren. Dan met betrekking motie 4 over de FLO-regeling brandweer. Die is, zoals ik begrepen heb overbodig en daar zijn wij Als het over de promotiegelden gaat WD dan is het iets te vroeg en iets te snel, graag een keer een debat. Nu tegen. Ï46
Als het gaat om de WD-motie beleidsnota met kengetallen cultuur dan vraagt u een integrale beleidsnota opstellen. Dat hebben we in 2001 ook gedaan en we zouden dat met die van 2001 bij wijze van spreken ook nog kunnen doen. Op dit moment, thans, even geen behoefte. Ik kan u daarom ook niet steunen. U vraagt iets wat in 2001 al is gedaan, mevrouw Van Kemenade. Mevrouw VAN KEMENADE: Dat ben ik niet met u eens. In 2001 hebben we de uitgangspunten van de Cultuurnota vastgesteld. Die hebben we geëvalueerd afgelopen week. Het is volstrekt niet duidelijk wat alle gelden die naar het product Cultuur gaan in de breedste zin van het woord nu feitelijk opleveren voor deze gemeente als je praat over werkgelegenheid bijvoorbeeld. Wat leveren nu concreet al die investeringen op? Wat krijgen we ervoor terug? Dat waren namelijk de uitgangspunten in de Cultuurnota De WD-fracfie constateert dat vier jaar cultuurbeleid leidt tot het, ik zeg het nogmaals ongenuanceerd net zoals ik het dinsdag deed, volproppen met evenementen op de Grote Markt ieder weekend, maar dat we volstrekt niet weten wat al die inzet van gelden ons feitelijk oplevert. Dat willen we onderzocht hebben. We willen gewoon van het college weten wat kost het en wat levert het op. De heer LINSSEN: Mevrouw Van Kemenade, het spreekt me heel erg aan. Ik heb in een afschuwelijke sneltreinvaart mijn eerste termijn moeten doen, maar u hebt daar ook al iets gehoord over dat cultuurbeleid. U heeft ons scherp horen reageren over dat geld. Ik ben het met u eens, maar ik denk dat we het anders en ook weer veel breder moeten doen. We krijgen een unieke kans, 7 maart verkiezingen. Laten we nu allemaal zeggen wat we er van vinden en denken. We hebben eigenlijk dit debat helemaal niet nodig. We krijgen er alle gelegenheid voor en we gaan met elkaar onderhandelen. Mijnheer Harijgens u hoeft niet op uw horloge te tikken want het gaat over de amendementen en moties. De VOORZITTER: Mijnheer Linssen, mag ik u verzoeken even puntig te reageren op de moties. De heer LINSSEN: Ik wil wel duidelijk kunnen maken aan de WD dat ik ze inhoudelijk heel goed begrijp en dat ik feitelijk het graag zou willen aannemen, maar ik zie het in een ander verband. Dat moeten we nu zo niet doen, dus daarom tegen. Motie 7 van GBWP betreffende Realisatie raadsprogramma is overbodig, want het college heeft daar al antwoord op gegeven dus daarover hoeven we geen standpunt meer kenbaar te maken. De motie van de Partij van de Arbeid over kosten ten laste brengen van projecten daar zijn wij voor. De motie van de Partij van de Arbeid betreffende de vrijvallende kapitaalslasten restauratie Markiezenhof daar zijn wij tegen. De motie van Groen Links betreffende de vrijwilligerscentrale daar zijn wij tegen. De heer MOUWS: Het is jammer dat de heer Linssen zo snel door de bocht zijn iweede termijn doet en bij een aantal amendementen bij voorbaat zegt wij zijn tegen de vaststelling Beleidskader. Hij zal toch ook mede verantwoording moeten dragen als basispunten aangegeven zijn voor de begroting 2006 en dat doet hij daarmee niet. Hij verschuilt zich achter zijn verkiezingsprogramma voor komend jaar. De heer LINSSEN: Bij interruptie. Als eerste antwoord naar de heer Mouws wil ik zeggen dat aan alle kanten aan me getrokken werd dat ik met de tijd rekening moest houden. Je gaat dan wat snel en dan is dat weer niet goed. Eerst zitten ze te huilen dat je te lang praat. Dan het andere punt. Mijnheer Mouws, u weet dat wij vanaf het begin het raadsprogramma niet hebben ondertekend. U moet juist de manier waarop wij het nu doen waarderen, want dan krijgen we allemaal openlijk een kans en de burger kan zich dan ook uitspreken. De heer MOUWS: Dit soort stellingname zal ik nooit waarderen, want het is geen enkele positieve bijdrage aan het beleid voor deze gemeente waar u zich ook voor in moet zetten, u en uw hele fractie die ik daar duidelijk bij wil betrekken. Een aantal zaken. Ik vind dat er veel te veel vragen gesteld worden aan het college. In het kader van het dualisme bepaalt de raad. Ik vind dus duidelijk dat wij hier mans en vrouws genoeg moeten zijn om zaken aan te geven. Het college moet, voorzover mogelijk, die zaken uitvoeren. U mijnheer Linssen hebt in eerste termijn een aantal zeer behartenswaardige zaken aangehaald, praktische, individuele problemen, maar die horen hier niet thuis en niet in het beleidskader. Die hebben natuurlijk alle mogelijke individuele aandacht van burgers. Ze horen juist thuis op de werkvloer. Ik vind het goed dat u ze i sluisd worden naar daar waar ze thuis horen, bij de uitvoering. GRIFFIE" QiTMïVe.dM iTiPTi "7tf-ftirtJ-VU Bergen op Zoom 47
De heer LINSSEN: Bij interruptie. Daar gaat het nu juist fout. De heer MOÜWS: Daarom moet u dit uiten, mijnheer Linssen, en wij staan achter die manier van aanpak maar niet hier, maar via de werkvloer. Ik zeg dat nog een keer en ik hoop dat u ook kunt luisteren. GBWP praat zelf wel over ontschotting en neemt het anderen kwalijk en dat is weer een kwalijke zaak die wij aanhalen. Met name zeggen ze, oh die RMD-uitbreiding, wij haken even aan bij mijnheer Van Eekelen over met name die rampenbestrijding, het besluit zware risico's dat willen we er juist uithalen dus dat is extra werk voor de RMD en hoe kunt u daar nu tegen zijn? De heer VAN EEKELEN: Bij interruptie.lnderdaad hebben wij wel daar iets over gezegd, maar wij hebben geen amendementen of moties ingediend in die zin en dat heeft het CDA wel gedaan. Vandaar dat ik zo gereageerd heb. De heer MOUWS: Maar als u zich uit in de zin van geen tegenstander van ontschotting te zijn en wij halen een specifieke zaak aan die de RMD betreft, hoe kunt u daar dan tegen zijn? Hetzelfde geldt voor de Partij van de Arbeid die praat over het puntje milieuzorg met name de luchtkwaliteit. Het gaat om die ton en ik heb hier en daar al positieve zaken vanuit het college gehoord dat die om te buigen zou zijn, maar het verschil met de Partij van de Arbeid en ons is dat we dit duidelijk willen bestemmen voor jeugdbeleid. Zij zitten ook op de lijn van bezuinigen, alleen geven nog niet aan waar. D66 heeft het over uit reserves putten. Wij vinden duidelijk dat die als basis dienen voor. Ook Groen Links is helder voor jeugdbeleid, alleen zij zoeken op de verkeerde weg. Kortom, het is zoals het heel vaak gaat, iedereen is tegen iedereen. Het gevolg is dat er niets verandert en het gevolg is dat het Beleidskader gewoon blijft staan zoals het is met een paar tegenstemmeraDe rest gaat ongewijzigd verder. Ik dacht dat hier de basis gelegd moest worden, ik zeg het nog een keer, voor nieuw beleid voor 2006. Ik hoop dat iedereen niet alleen zijn hakken in het zand zet maar naar elkaar wil luisteren. Het lijkt wel of het vliegen afvangen is of hier ter plekke al stemmetjes winnen, dat is niet de bedoeling. De heer LINSSEN: Bij interruptie. Ik voel me aangesproken en misschien anderen ook. Mijnheer Mouws spreekt over hakken in het zand. Mijnheer Mouws, u bent het toch met mij eens dat 7 maart er verkiezingen zijn en alle partijen druk bezig zijn hun gedachten op papier te zetten. We kunnen dan straks als je de uitslag van de verkiezingen hebt toch in een fantastisch debat gaan bekijken waar we elkaar kunnen vinden. Ik snap het echt niet, want als u zo praat zijn de verkiezingen eigenlijk overbodig. De heer MOUWS: Nee mijnheer Linssen, de verkiezingen zijn niet overbodig. Dat is een van de democratische rechten waar iedereen achter moet staan. Het gaat er alleen maar om datje verder moet met het werken en dus zal er iets vast moeten liggen zodat de burger op zijn minst enig houvast heeft via het beleidskader en niet mis te verstaan via de begroting. Er wordt ons ook gevraagd over ons amendement, onder andere door de Partij van de Arbeid, waar besteed je dat geld met name aan? Nou, wij willen alles bij elkaar zo'n dikke € 150.000,- besparen uit die vier punten en wij willen het besteden aan samenlevingsopbouw, zorgmanagement, voor 12 tot 18-jarigen via S(CRIEM) aan een ambulant jongerenwerk € 50.000,-- zodat iedereen goed weet wat wij onder jeugdbeleid willen verstaan. Het is een poging tot. Als men zegt Facilitair Bedrijf, dat wordt door verschillenden aangekaart, wordt er geroepen door wethouder Van den Kieboom ja maar de vele vrijwilligers. De Zonnebloem heeft nog veel meer vrijwilligers en die krijgen ook niet iedere keer erbij, die moeten er zelf iets voor doen. Ik heb met name genoemd een plaats, letterlijk zei ik in de Bergse Haven. Anderen zijn er blijkbaar meer van op de hoogte wat ze vanuit die omgeving kunnen doen. Stimuleren economische ontwikkeling. Moeten we dan stoppen met het SES? Nee, voor ons moeten we niet stoppen. We hebben ook de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij ooit een keer gezien en daar is ook nog weinig van over. Als het goed gaat met de economie heeft succes vele vaders, maar als het slecht gaat dan kan noch het SES noch wie dan ook er veel aan veranderen, want we zitten nu eenmaal in een macro-economie. Voorzitter heel kort de amendementen. Amendement 1 daar zijn wij tegen omwille van de uitleg net gegeven door het college. Bij amendement 2 wil ik toch nog even benadrukken niet met de kop door de muur. Het college heeft aangegeven wat ze uit dit rijtje van 4, we hebben ze net samengevoegd omwille van de tijd en niet individueel aangekaart, terwijl er voor individuele zaken wel voorrang is, dus als het college nog even aangeeft wat ze hier wel van kunnen honoreren, dan kunnen wij kijken wat we met het amendement gaan doen.
Het derde amendement; komt tijd komt raad. Bij de begroting wordt het meegenomen. Ik dacht dat het overgenomen was door het college. Wat de moties betreft het volgende. Motie 1 zijn wij duidelijk voor. De heer HAGENAARS: Bij interruptie. Ik denk dat toch duidelijk moet zijn dat het college geen amendementen mag overnemen, moties wel. Amendementen zullen in stemming gebracht moeten worden. De heer MOUWS: Ik dacht dat geadviseerd werd dit bij de begroting mee te nemen. De VOORZITTER: Even om misverstanden te voorkomen. U neemt moties over van collega's in de zin van steun. Het college heeft dan met die motie te doen wat u vraagt. U bepaalt welke moties en amendementen worden aangenomen. Het college heeft alleen aangegeven in haar advisering aan u wat ze vindt van de verschillende moties en amendementen. De heer HAGENAARS: Als ik nog even mag. Het gaat hier om de uitleg die de portefeuillehouder Van der Weegen heeft gegeven aan het amendement. Als we met die uitleg akkoord gaan kunnen we het amendement aannemen. Ik denk dat dat juister is dan te zeggen dat het amendement is overgenomen. De heer MOUWS: Akkoord. De VOORZITTER: Even om misverstanden te voorkomen. Ik begreep vanuit het college dat amendement 2 van het CDA over een aantal verschuivingen in de begroting ten gunste preventie jeugd gezegd wordt wij zullen ons inspannen om te kijken wat we met name uit het programma Milieu in financiële zin kunnen bereiken. Dat betekent dat het college daarbij heeft verzocht, zo heeft de wethouder het ook aangegeven, om dit amendement in te trekken. Het aannemen mag je doen, maar dat is niet wat het college u adviseert. Mijnheer Mouws, vervolg uw betoog. De heer MOUWS: De moties. Wij zijn voor motie 1, de amovering van het archief, hoewel het wel erg fel klinkt, maar de bedoeling was duidelijk in het lijstje van. Motie 2 is toch een kwestie van helemaal afbouwen. Wij vinden ook wei dat de BRTO in de communicatie goede zaken verricht. De heer LINSSEN: Bij interruptie. Mijnheer Mouws, bent u het niet met mij eens als u het vergelijkt met de rest van Nederland dat de BRTO als plaatselijke televisie ook wat meer mag gaan commercialiseren in de komende tijd en dat we dus daarom ook die mogelijkheden moeten gaan bieden en dat dat dan consequenties moet hebben? De heer MOUWS: Dat laatste stellen we altijd voor. We hebben dat ook duidelijk gezegd bij cultuur. Zaken niet alleen af laten hangen van meer subsidie maar duidelijk een zo breed mogelijke basis hebben,We hebben het bedrijfsleven daarbij genoemd. De heer LINSSEN: Nog een korte interruptie. Ook de heer Mouws en misschien zijn wethouder zullen zich nog herinneren dat jaren geleden bij de verhoging van de subsidie van de BRTO deze zelfde discussie heeft plaatsgevonden als bij het Facilitair Bedrijf en we ik geloof bij de bekabeling gesproken hebben van een afbouw en commercialisering van de televisierechten in de stad. Dan gaan wij tijd inhuren als gemeente voor voorlichtingsprogramma's, net zoals je Sterspotjes betaald, maar dat is geen subsidie. De heer MOUWS: Het is nog niet aan de orde de verhoging van en u spreekt in uw motie duidelijk van afbouw.. De heer LINSSEN: Afbouw is anders dan betalen. De heer MOUWS: De motie van de WD om de openingstijden te verruimen en je kunt ook stellen coffeeshops richting de grens, daar zal de gemeente Woensdrecht ook niet zo gelukkig mee zijn. Wij zijn voor de motie van de WD betreffende het FLO-verhaal alleen wat betreft puntje 2, Dus steun voor de aanpak van de leiding van de brandweer die in die richting gaat. De derde motie van de WD om de promotiegelden te verhogen voor o.a. het Jazzweekend daar zijn wij tegen in het kader van de zelfwerkzaamheid. Alleen de uitleg van de wethouder die aangeeft in het dej^ekwartaa! van 2006 zullen GRIFFIE 49 Bergen op Zoom —*^4**A^3s£_™,
wij de zaak verantwoorden terwijl ik in mijn eerste verhaal duidelijk gevraagd heb om verantwoording van promotiegeiden, maar zover naar voren is wel heel ver en daar willen we later op terugkomen. Mevrouw VAN KEMENADE: Bij interruptie. De heer Mouws heeft het bij deze motie over verhogen van de promotiegelden. Dat is helemaal niet aan de orde. Het gaat hier om een bedrag dat tot driemaal toe, een bedrag is al ingezet en tweemaal niet, door de raad beschikbaar is gesteld voor de inzet van promotie. Tweemaal € 68.000,- laat het college gewoon op de plank liggen. Het enige dat wij vragen is daadkracht van het college en inzetten daar waar het nodig is voor de promotie van onze gemeente. De heer MOUWS: Dat heb ik ook begrepen uit het lijstje, maar u moet dan niet zes voorstellen doen, u moet er dan eentje uitpikken waar u duidelijk achter wil gaan staan. Ik pikte blijkbaar toch de goede zaak, maar ik wil er verder niet op ingaan nu hier ter plekke. De integrale beleidsnota. Wij vinden dat dit de promotiecommissie moet doen. Breed steunen. De motie van GBWP vraagt om een notitie. Wij vinden een heel klein notitietje, want wij vinden het vanzelfsprekend dat iedereen die zich daaraan verbonden heeft er voor is om dat beleid uit te voeren. De motie van de Partij van de Arbeid over de kapitaalslasten daarvan vinden wij duidelijk dat die nodig zijn en ook gezien het antwoord van de wethouder zijn wij tegen deze motie. Het tweede verhaal van de Partij van de Arbeid daar zijn wij voor. Het is namelijk ons verhaal, alleen zij geven aan waar ze het voor willen besteden, de beroemde € 100.000,Het vrijwilligerswerk vinden wij een taak van het algemeen maatschappelijk werk, zeker het middenkader. Om dat zo te reguleren. Ik heb vanavond laten vallen we willen toch niet naar het totalitaire stelsel., big brother is watching you. Ik heb de moties met name genoemd, ik heb niet het lijstje gehanteerd. De VOORZITTER: Dank u zeer. Zoals u merkt geef ik u wel allen de tijd even kort op moties en amendementen te reageren, want dat lijkt mij voor uw politieke afweging uiteindelijk relevant Ik verzoek de vervolgsprekers dat puntig te doen. Ik geef het woord aan mevrouw Van Kemenade. Mevrouw VERHOOG: Bij interruptie. Wij hebben een lijstje gehad met genummerd de moties en amendementen en daar staan 8 en 9 op natuurlijk en die hebben we ook in een stapeltje aan elkaar geniet gekregen, maar daar is 8 verwisseld met 9. De VOORZITTER: U heeft dat uitstekend gezien. Dat klopt. Ik wilde dat straks bij de stemming ook aangeven. Van de griffie heeft u een overzicht gekregen met alle moties en amendementen en de volgorde van de moties, met name die van de Partij van de Arbeid, 8 en 9 dan in het setje met het nietje dat u heeft gehad. Straks bij de stemming zal ik even expliciet aangeven over welk onderwerp het gaat. U heeft dat goed gezien mevrouw Verhoog. Mevrouw VAN KEMENADE: De heer Mouws heeft het over het tegen zijn om het tegen zijn, maar je kunt natuurlijk ook gewoon voor zijn. Het klinkt wat cryptisch, maar het Beleidskader zoals dat er ligt, dus zonder de wijzigingsvoorstellen vanuit de raad, is voor ons een goed beleidskader. Dat betekent dat we niet tegen de amendementen stemmen om het tegenstemmen, maar dat we voor het beleidskader stemmen omdat we het gewoon een goed voorstel vinden. Daarmee ga ik één zucht door de amendementen heen. Die zullen we dus alle drie niet steunen. Ik kom tot de moties en met name even de moties die de WD-fractie zelf heeft ingediend. Wat ik jammer vind bij de motie over de verruiming van de openingstijden in de bijdrage van de burgemeester is dat u toch volledig voorbijgaat aan de overlast die burgers ondervinden. Courage is inderdaad, dat heb ik ook uitgesproken, een project met een zeer repressief karakter en het gebeurt goed. Wij staan volledig achter Courage. Maar er is veel meer te doen. ik nodig u uit om met de WD-fractie, zoals we dat in de afgelopen maanden ook hebben gedaan, eens mee te gaan naar de Antwerpsestraatweg en de vele illegale verkooppunten die zich daar achter de gordijntjes en palmen en weet ik wat bevinden. Daar vindt de echte overlast plaats. De heer LINSSEN: Mag ik een korte interruptie plegen? Het probleem is in dit geval handhaven en dat zou u de burgemeester kunnen vragen. De burgemeester maakte een opmerking en dan zouden we nu, daar wil ik u in steunen, tot een versterking van de handhaving moeten komen. Die andere discussie komt later.
GRIFFIE Bergen op Zoom. j
50
Mevrouw VAN KEMENADE: Ik ben het volstrekt met u eens. Handhaven roepen we al jaren. Ook de WD-fractie heeft in een eerdere bijdrage aan de Algemene Beschouwingen zelfs het woord wel drie keer achter elkaar genoemd. Daar staan we ook nog steeds achter, maar er is veel meer te doen. Waar de WD-fractie naar zoekt is alle mogelijke middelen in te zetten binnen onze reikwijdte om de drugsoverlast voor burgers te verminderen. Natuurlijk, wij zijn er niet om Belgen en Fransen te plezieren, dat is het laatste wat de WD wil. Als Belgen en Fransen hier naar toe komen met teveel wiet op zak moeten ze gewoon gepakt worden. Daar is Courage voor, daar is de politie in zijn algemeenheid voor omdat het niet mag. Wat wij willen en wat we nu zien is dat in de gedoogde coffeeshops de zaak onder controle is en op het moment datje de openingstijden verruimt zorg je ervoor datje de controle nog langer in het oog houdt. Mevrouw DE KONING: Het is toch een utopie, denk ik, om aan te nemen dat bij het verruimen van de openingstijden voor coffeeshops andere verkooppunten ineens gaan sluiten. Ik denk dat het heel kortzichtig gedacht is. Mevrouw VAN KEMENADE: Nee, mevrouw de Koning, wij hebben absoluut niet de illusie dat daarmee illegale verkooppunten gaan sluiten. Het enige dat je doet is concentreren van verkoop. Daarbij zou je naar de jeugd toe, die nu na acht uur in de louche café's aan de Vismarkt en aan de Antwerpsestraatweg komt, preventief kunnen optreden. Ook daar hebben wij een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Ik vind het goed, de inzet van Lijst Linssen kan ik bijzonder waarderen, dat zij zeggen we willen erover gaan discussiëren. Ik vind het jammer dat tegelijkertijd gezegd wordt het is te vroeg voor deze discussie. Ik denk dat het nooit te vroeg is om te praten over de serieuze overlast die burgers ervaren als het gaat om drugs. De heer LINSSEN: Bij interruptie. Het is niet zo bedoeld als u het uitlegt We moeten die discussie veel breder voeren. Het gaat te snel, zeker als u ziet dat we met elkaar altijd de handhaving bepleiten. U bent nu vergeten dat nog niet zo lang geleden wij zelf de tijden van de coffeeshops hebben teruggebracht. Waar zijn we mee bezig? We zijn toch niet aan het jojoën? Laten we er nog eens over discussiëren. De VOORZITTER: Ik stel voor mevrouw Van Kemenade, dat u uw betoog vervolgt en ook met name naar de andere onderwerpen toe gaat. Mevrouw VAN KEMENADE: Ik heb hierover gezegd wat ik wilde zeggen. De promotiegelden. Ik zou wethouder Van den Kieboom willen vragen wat er onmogelijk is, u noemt dat woord tweemaal in uw zin, aan het inzetten van geld wat de raad al een tijd geleden tot uw beschikking heeft gesteld. Wat is daar onmogelijk aan als het gaat om de promotie van onze gemeente? Dat is één. Daarbij, dat kan wellicht de beraadslaging over deze motie nog ten goede komen, zou ik toch heel concreet willen vragen aan de wethouder, omdat u in gesprek bent met het bestuur van het Jazzweekend, dat op het moment dat u niet in staat bent en deze raad ook niet in staat is om gelden te vinden, hoe u dan omgaat met het probleem Jazzweekend. Hebben we volgend jaar nog een Jazzweekend in Bergen op Zoom? Ik zou uw visie daarop graag willen horen. Als je praat over de integrale beleidsnota is het enige wat wij willen dat het college aangeeft, zoals ik dat straks in reactie op de heer Linssen ook aangaf, wat al die euro's aan cultuur ons feitelijk opleveren als het gaat om werkgelegenheid. Dat is namelijk wat de raad heeft opgedragen in de cultuurnota van 2001. Het moest een samenhangend karakter hebben en er moest gefocust worden op de toeristische bedrijvigheid en de toeristische werkgelegenheid. Waar blijft die groei? Dat is wat we willen in de cultuurnota. Ik denk dat het niet straks moet, mijnheer Linssen, na de verkiezingen, maar voor de verkiezingen, zodat de partijen met die kengetallen in de hand verantwoorde keuzes maken voor de bestuursperiode van 2006 tot 2010. Dat is de reden waarom wij het nu aansnijden. Ik heb begrepen burgemeester dat u het met de strekking van de motie over de brandweer eens bent en ook de zorg wel deelt en uw steun kunt geven over de aanpak van de brandweer. Als dat zo is dan kunnen we deze motie intrekken. Ik zal naar de andere moties gaan. De motie van Lijst Linssen over de 106 optie, zoals ik het maar noem, met betrekking tot het Markiezenhof kunnen wij ondersteunen. De motie over de afbouw van de subsidie BRTO en Facilitair Bedrijf kunnen wij niet steunen. Ik zou bijna zeggen over te vroeg gesproken. Ook deze discussie gaan wij heel graag aan, maar niet nu en niet bij dit Beleidskader. Dan kom ik tot de motie van GBWP die, meen ik, overgenomen is door het college over de opsomming van wat er bereikt is. Zo niet dan steunen wij deze motie. De motie over de kapitaalslasten van het Markiezenhof is afgeraden en wij onderschrijven hetgeen het college zegt, dus wij zullen de motie niet steunen. De laatste motie van de Partij van de Arbeid is een prima motie en die zullen wij dan ook steonerr GRiFFIE Bergen op Zoom f 1
De motie van Groen Links over de vrijwilligerscentrale, dat is de allerlaatste, daarvan willen wij eerst de evaluatie afwachten die op ons afkomt. Deze motie zullen we dus niet ondersteunen. De VOORZITTER: Dank u zeer. Ik constateer dat motie 4 over de FLO-regeling brandweer is ingetrokken en dus geen onderdeel meer is van de beraadslagingen. De heer VAN EEKELEN: De heer Mouws begon zijn betoog met ik voorzie dat andere partijen hun hakken in het zand zetten en daardoor zal het beleidskader worden aangenomen zoals het is ingediend. Als ik dan kijk naar de reactie die hij geeft met betrekking tot de amendementen en moties, dan denk ik, de pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet, want ik constateer dat ook zijn hakken wei aardig in het zand staan. Goed dan nog even inhoudelijk met betrekking tot mijn eerste termijn. Ik heb daar uitdrukkelijk aangegeven dat wij benieuwd waren naar het antwoord van het college met betrekking tot de WVG-gelden, waar een tekort is en het overschot van het RIO dat bestemd is voor indicatiestelling van o.a. gehandicapten dat dat naar de GGD gegaan is. Onze vraag is, geef aan waarom dat niet besteed wordt aan de WVG, terwijl daar toch, dat weten we, een tekort is. We hebben ook gevraagd kom met een raadsmededeling of een notitie over het tekort over de eerste negen maanden van 2005, zodat we bij de begrotingsbehandeling daar ook met elkaar een discussie over kunnen voeren. Daar hebben wij geen antwoord op gekregen. Dan kom ik tot de amendementen. Amendement 1 daar is GBWP tegen. Dat komt omdat GBWP altijd al gepleit heeft in het verleden om geld voor onderhoud wegen enz. in verhogende zin bij te stellen. Een paar jaar terug is dat ook gebeurd. Wij zullen dus tegen dit amendement zijn. Dan komen we bij het amendement van het CDA waar de portefeuillehouder in ieder geval over gezegd heeft op het onderdeel milieuzorg in een later stadium terug te komen.We kunnen misschien daarover voorstellen tegemoet zien. Wij zijn dus tegen het amendement, maar wij kijken met belangstelling uit naar het onderdeel milieuzorg waar eventueel mee geschoven kan worden. Het amendement van GBWP daarvan heb ik begrepen dat de portefeuillehouder gezegd heeft zo het hier staat kunnen wij het uitvoeren. Het kan officieel niet overgenomen worden zegt u, maar ik heb in ieder geval begrepen dat het uitgevoerd gaat worden, dus als het in stemming komt neem ik aan dat daar de meerderheid voor is. Dan komt ik bij de moties. Motie 1 daar is GBWP voor. Het zal duidelijk zijn dat GBWP tegen motie 2 is. De motie van de WD over de coffeeshops daar is GBWP ook tegen. Vooral de argumenten van laat ons dat gedogen aan de rand van de gemeente spreekt ons sowieso al niet aan en u heeft zelf gezegd laat ons een strak handhavingsbeleid voeren. Wij denken dat dat de manier is. Wij zullen dus tegen deze motie zijn. Mevrouw VAN KEMENADE: Bij interruptie. Ik wil toch nog even een poging doen, want deze motie gaat uitdrukkelijk niet over gedogen aan de rand van de gemeente. Als u het goed leest gaat het over verruiming van openingstijden van de 4 gedoogde coffeeshops in Bergen op Zoom. Dat is denk ik iets anders. De heer VAN EEKELEN: Daar heeft u gelijk in, maar in uw eerste termijn hebt u in ieder geval aangegeven de mogelijkheden te bekijken aan de rand van de gemeente of zelfs daarbuiten. Dat lijkt ons ook geen goede zaak. Wij zijn in ieder geval tegen deze motie. Dan kom ik aan de motie met betrekking tot de brandweer. U zegt die maakt geen onderdeel meer uit van de beraadslagingen want die is overgenomen. Wij zouden daar ook voor zijn. Dan de motie met betrekking tot € 68.000,- voor het promotiebeieid. Wij denken dat het een heel moeilijke taak is om dit nu nog uit te gaan voeren. Wij zeggen we moeten prioriteiten stellen. Wij zeggen voorlopig laat dit niet uitvoeren. Wij zijn dus tegen de motie. Wel zijn wij er voorstander van om die € 68.000,- terug te laten vloeien naar de algemene reserve, zodat we daar op een ander moment weer uit kunnen putten. Dan de motie met betrekking... De heer COPPENS: Het is technisch niet mogelijk wat de heer Van Eekelen voorstelt. Het zijn gelden die de raad 5 of 6 jaar geleden heeft benoemd om te bestemmen voor promotiebeieid. De Indumij was daar de aangever voor. Indumij heeft dat geld vrij gemaakt. Dat geld is er gewoon en kan natuurlijk niet terug naar de algemene middelen. Dat is technisch onmogelijk.
De heer VAN EEKELEN: Als dat technisch niet mogelijk is, dan zeggen wij in ieder geval, daar gaat het eigenlijk over, deze € 68,000,- niet inzetten voor een nieuw concreet plan om aan de raad voor te leggen. Het vergt tijd en kost veel en ik denk dat er op dit moment andere prioriteiten zijn. Dan de motie betreffende de integrale beleidsnota. Ook wij zijn daar voorlopig tegen. Wij vinden dat andere prioriteiten gesteld moeten worden. De motie van onszelf is overgenomen. Wij zullen, gezien de beantwoording van de portefeuillehouder tegen de motie van de Partij van de Arbeid, waar wij eerst toch een warm voorstander van waren, stemmen. Dat betreft de motie over het Markiezenhof, dat is toch duidelijk? Dan de laatste motie van de Partij van de Arbeid. Wij zullen hier voor zijn. Van de motie van Groen Links zeggen wij, evenals andere partijen dat gezegd hebben, laten we nu eerst de evaluatie die in oktober op ons afkomt afwachten en daarna kijken hoe wij verder met de vrijwilligerscentrale omgaan. Wij zullen dus tegen deze motie stemmen. Mevrouw VERHOOG: Onze inbreng in eerste termijn liet niets aan duidelijkheid te wensen over. Bij de beantwoording zijn we zo ver om wethouder Janssen gelijk te geven wat betreft zijn beleid. In tweede termijn ga ik in op de moties en amendementen. Amendement 1. Als het niet kan dan gaat het gewoon niet. Wij gaan hier dus niet mee akkoord. Misschien is er wat behoefte aan uitleg omdat we vorig jaar zelf zijn gekomen met een voorstel. € 350.000,- gaat ons echter veel te ver. Dat is niet te overzien. Het is een verschil als je iets structureel ergens uithaalt of je doet het maar eenmalig. Daar hikken wij eigenlijk tegenaan. Met amendement 2 gaan wij akkoord. Amendement 3. Als het bij de begroting meegenomen wordt dan vinden wij toch dat het binnen de opbrengst van de Augustapolder gevonden moet worden. Hier zijn wij dus tegen. Motie 1 daar gaan wij mee akkoord. Motie 2, Wij vinden het niet realistisch om in vijfjaar tijd de subsidie volledig af te bouwen. Er zit wel iets in die motie, maar wij kunnen op deze manier er niet mee akkoord gaan. Motie 3 steunen wij op dit moment niet, maar we willen wel in commissieverband hier verder over praten. Motie 5. Op dit moment zijn wij hier ook tegen, maar wij willen dit ook in de commissie bespreken, want als het geld hier blijft liggen kunnen we het misschien op de een of andere manier ergens anders voor gebruiken. Ik hoorde net mijnheer Coppens zeggen dat kan absoluut niet, maar dan horen we in de commissie wei hoe het op een andere manier wel kan. Motie 6 daar gaan we mee akkoord. Motie 7 wordt overgenomen. Ik hoor net van de burgemeester dat dat niet kan, dus krijgt hij van ons onze mening hierover. Het is niet ons raadsprogramma dus kunnen wij hier niet mee instemmen. De VOORZITTER: Even om misverstanden te voorkomen. Betreffende de motie van GBWP die verzoekt om een notitie inzake realisering raadsprogramma heeft het college gezegd dat gaan we doen, dus u kunt die motie gewoon aannemen wat het college betreft. Ik heb niet gezegd dat het niet mogelijk is om die motie uit te voeren. Het college heeft juist gezegd geen probleem. Mevrouw VERHOOG: Wij kunnen er toch niet mee instemmen. De VOORZITTER: Dat is uw goed recht Mevrouw VERHOOG: Motie 8 akkoord, het gebeurt al standaard heb ik gehoord Motie 9 daarvoor geldt ook wat niet gaat dat kunnen wij wel willen, maar dan gaat het gewoon niet. De uitleg van de wethouders hebben ons ervan overtuigd dat het inderdaad niet kan. Motie 10 daar gaan we mee akkoord. De heer HAGENAARS: De inbreng van de heer Van der Kallen betreffende de referentiegemeenten heeft in ieder geval ertoe geleid dat wij in november een berekening van het weerstandsvermogen krijgen. Dat stemt tot tevredenheid. Verder heeft de heer Van der Kallen ten aanzien van de motie van het Markiezenhof aangegeven dat de vrijvallende kapitaalslasten van het Markiezenhof naar toekomstige restauraties zou moeten gaan. Dat is helemaal niet het geval. De jaren 74 en 75 zijn al lang vrijgevallen en daar is geen cent gereserveerd voor toekomstige restauraties. GRIFFIE Bergen op Z&pm
53
Restauratie is in de volle omvang slechts een eenmalig gebeuren. Als de post voor onderhoud en groot onderhoud voldoende zijn hoef je nooit meer aan restauraties toe te komen. Tenslotte heeft de wethouder ten aanzien van de vrijvallende kapitaalslasten zijn sympathie uitgesproken als daar het facilitair bedrijf uitgehaald zou worden bijvoorbeeld. Het college heeft in feite ook voorgesteld dat bijvoorbeeld ook het miiieugedeelte wel aanvaardbaar was, maar dat de andere opties niet in aanmerking kwamen. Gezien de reacties van het college op het amendement van GBWP voor de kleedaccommodaties op Sportpark Rozenoord denken wij dat dit amendement op dit moment eigenlijk overbodig wordt door de toezeggingen die de portefeuillehouder heeft gedaan. Dan kom ik bij de moties. De motie van Lijst Linssen inzake het Markiezenhof, archief en bibliotheek zien wij als een 106 te onderzoeken optie. Die kan er ook nog wel bij. In feite moeten we gewoon die zaak goed onderzoeken willen we daar een onderbouwde beslissing in nemen. ik heb in mijn eerste termijn gezegd dat ik het Facilitair Bedrijf en de BRTO een warm hart toedraag en dat doet mijn hele fractie, dus wij zijn niet voor afbouw van de subsidies. De heer LINSSEN: Bij interruptie. Mijnheer Hagenaars u wil toch niet beweren dat wij, of andere tegenstemmers, de BRTO geen warm hart toedragen. Ik wil nogmaals erop wijzen dat onder andere bijvoorbeeld een andere lokale zender in deze regio, Arta, zich ook geheel commercieel bedruipt. Wij hebben heel veel bewondering voor de BRTO en de vrijwilligers en dragen ze een warm hart toe, maar we hebben geen zakken geld over staan. De heer HAGENAARS: De heer Linssen heeft geen zakken geld over en dat heeft de Partij van de Arbeidfractie ook niet, maar als wij de BRTO hun basissubsidie van € 30.000,- ontnemen dan denk ik dat de BRTO geen lang leven meer beschoren is. De heer LINSSEN: U heeft niet geluisterd, het gaat om een verzoek om meer geld. U hebt de brief ook gehad. De heer HAGENAARS: U heeft het over afbouw van subsidies en dan denk ik dat die € 30.000,- er ook bij hoort. Mevrouw VERHOOG: Ik had ook begrepen afbouw in vijfjaar tijd. De heer HAGENAARS: Zo heb ik het begrepen en zo staat het er ook Dan de motie 3 betreffende de openingstijden van de gedoogde coffeeshops. Het college heeft gezegd daar geen voorstander van te zijn. Wij delen die opmerking vooralsnog. Ik zeg met nadruk vooralsnog. Wij komen daar op terug bij de evaluatie van het project Courage wat over de coffeeshops en allerlei andere zaken gaat Met de FLO hebben we al afgerekend omdat die is ingetrokken. De motie van de WD over de promotiegelden daar zijn wij tegen, omdat de portefeuillehouder qua termijn niet aan het onmogelijke is gehouden. Dat lijkt ons hier het geval en de portefeuillehouder heeft dat zelf ook aangegeven. De beleidsnota kengetallen cultuur. Op het beleidsterrein cultuur vinden wij dat je niet altijd kunt praten in kosten en baten. Dat is bij cultuur in een aantal gevallen gewoon onmogelijk en dus moetje dat ook niet eisen. Het verzoek om een notitie inzake de realisering van het raadsprogramma achten wij eigenlijk overbodig, maar het college is akkoord met dit voorstel. Wij vonden het overbodig omdat het in bijlage 3 van het concernbericht staat. Dan de eigen moties die blijven intact en willen wij ook in stemming brengen. Dan kom ik aan de laatste motie van Groen Links over de vrijwilligerscentrale. Ik heb daar in eerste termijn al van gezegd dat wij de evaluatie daarvan eind van dit jaar afwachten. Tot zover. De heer VAN DER KALLEN: Soms gebruik je één woord omdat het het hele complex omschrijft, maar ik had kunnen zeggen hij is assertief, hij is vernieuwend, hij bruist van energie, hij stroomt over van jeugdig enthousiasme, hij is opstandig, de hormonen gieren door zijn aderen, alhoewel in dit geval was het adrenaline, hij kan de wereld aan en de wereld begrijpt hem niet. Kortom, hij is puberaal. Dat was even nodig om het woord uit de eerste termijn toe te lichten omdat iemand zich daar toch aangesproken voelde en ik wilde even toelichten wat mijn motieven waren voor het gebruik van dat woord. Ik constateer dat heel veel partijen buitengewoon stevig moeten staan, want de hakken staan in het zand. Ik leg dat positief uit. Je staat dan namelijk voor standpunten dat is wat mijn fractie betreft niet altijd verkeerd. Ik ben natuurlijk verheugd over de provinciale c.q. de gemeentelijke interpretatie van het weerstandsvermogen. De getallen die ik genoemd heb komen uit het zogenaamde trendbericht, inzicht, prestaties gemeenten, IPG en dat zijn de GRIFFIE Bergen pp Zoom
54
f" «-
kengetallen die ook het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gebruikt. Met andere woorden, ik acht ze dus zeker nadat ze getoetst waren en samengevat door Deloitte, buitengewoon correct en betrouwbaar. De moties en amendementen. Het eerste amendement spreekt wel aan, want stenen is één ding, mensen zijn heel andere zaken. Zoals de motie geformuleerd was waren wij geneigd om daar voor te stemmen, maar na de uitleg van de portefeuillehouder en inderdaad zoals de motie geformuleerd is in zijn uitleg komen we tot de conclusie dat het niet in de juiste verhoudingen staat en zullen wij tegen stemmen. Datzelfde doen we tegen de amendementen van het CDA, net was hert over het amendement van Groen Links, en GBWP. Die verschuiving, hoe sympathiek op onderdelen ook, zien wij echter niet zitten. De motie van Lijst Linssen inzake het Markiezenhof zullen wij ondersteunen. De tweede motie inzake de afbouw subsidie Facilitair Bedrijf en de BRTO vinden wij buitengewoon ongelukkig geformuleerd. Als de heer Linssen bedoelt dat we de BRTO gaan ondersteunen om te komen tot, laat ik maar zeggen, meer het genereren van eigen inkomsten en als resultaat van het genereren van rneer eigen inkomsten wordt op termijn de subsidie afgebouwd, dan zou dat kunnen en past het in ons denkpatroon, maar zo staat het er niet. Omdat het er staat zoals het er staat zijn we op dit moment genoodzaakt om tegen te stemmen. De heer LINSSEN: Het staat er inderdaad wat dat betreft niet helder, want het is ook zo bedoeld dat we die kant op moeten gaan. Zo zou je het ook moeten lezen. Dan staat het nu ook in ieder geval in de notulen. Die richting wil Lijst Linssen op. We zijn geen slager, nee we willen gewoon een andere richting uit met de lokale omroep in Bergen op Zoom. De heer VAN DER KALLEN: Dat is ook de richting die de omroep uit wil, zo is mij gebleken in een toelichting die ik heb gekregen. Maar helder moet voor ons als D66/BSD zijn dat wij niets willen afbouwen voordat er een alternatief voor terug is, want wij hechten aan het voortbestaan van de BRTO in ieder geval. Dan de derde motie, de motie van de WD. Daarover vinden we de uitleg van de burgemeester helder en duidelijk en derhalve zijn we tegen. De vierde motie met de FLO-regeling daarover zijn we blij dat die is ingetrokken, anders hadden we als fractie verdeeld moeten stemmen. Met betrekking tot de vijfde motie over de promotiegelden daar zijn wij het van harte mee eens, want we vinden het niet begrijpelijk dat een portefeuillehouder in feite zegt ik kan de centen niet uitgeven, terwijl Bergen op Zoom werkelijk gilt om promotie. Wij hebben een heleboel om te promoten. Wij hebben een heleboel positieve zaken die dreigen te verdwijnen en die een geweldige promotie voor onze stad betekenen. In die zin zal helder zijn dat mijn fractie deze motie van de WD zal steunen. Als het gaat over motie 6, de motie van de WD betreffende beleidsnota kengetallen cultuur, dan zeggen wij dat is zo'n motie waarvan je zegt; ja, kengetallen cultuur is buitengewoon lastig. Mijn fractie bekruipt het gevoel dat deze motie wordt gebruikt als een soort breekijzer om cultuur af te bouwen, terwijl in slechte economische tijden cultuur het bindend element is van de samenleving. Het is de lijm van de samenleving. Cultuur brengt net als sport mensen samen. Hoe vertaal je nu dat effect op de samenleving in de keiharde euro'tjes die eigenlijk de WD in een soort kosten baten analyse wil zien. Voorzitter, daar hebben wij moeite mee en wij zijn geneigd om tegen deze motie te stemmen. Mevrouw VAN KEMENADE: Bij interruptie in reactie op wat de heer Van der Kallen zegt. Deze motie is uitdrukkelijk niet bedoeld om af te bouwen, die is juist bedoeld om inzicht te krijgen in wat het oplevert We doen niets anders dan de uitgangspunten van de cultuurnota die we met elkaar in 2001 hebben vastgesteld volgen. Daarin heeft de raad gezegd het moet in een breder samenhangend kader geplaatst worden, het moet toeristische werkgelegenheid genereren. Wij willen weten waar we staan na vier jaar cultuurbeleid. Er gebeurt heel veel in Bergen op Zoom en dat is heel goed en dat bindt absoluut de samenleving, maar we moeten weten wat onze geïnvesteerde euro's in cultuur ons opleveren. De heer LINSSEN: Nu snap ik er niets meer van als mevrouw Van Kemenade eigenlijk zegt we willen niet afbouwen. Als toch blijkt uit de onderzoeken dat het geen resultaat heeft en dat er geen winsituatie is op bepaalde onderdelen, het zijn een heleboel zaken, dan moet je dat toch wel met elkaar besluiten. Je gaat dan toch niet zeggen we gaan door want wij zien het wel als enerzijds een sanering en anderzijds waar heel veel winst te halen is voor de stad desnoods een versteviging of zo nodig een uitbreiding. GRIFFIE en op Zoom
55
Mevrouw VAN KEMENADE: Ik denk dat wij niet van mening verschillen mijnheer Linssen, Op voorhand is dit niet een motie om af te breken. Dit is een motie om inzicht te krijgen. Vervolgens kunnen we met elkaar een gedegen beleid vaststellen. Waar winst te behalen is halen we de winst. De heer VAN DER KALLEN: Luisterend naar beide betogen kom ik tot de volgende conclusie. Als het een motie is om inzicht te verkrijgen kan mijn fractie nooit bezwaar hebben tegen inzicht. Maar onze instelling zal absoluut zijn dat niet alles in euro's is uit te drukken en dat er derhalve in zo'n analyse heel wat p.m. posten zullen staan en die zullen wij naar alle eer en geweten wegen want het thema cultuur brengt mensen samen en die samenhang is heel veel waard. Mevrouw Van Kemenade heeft mij voorlopig overtuigd en we zullen alsnog voor de motie stemmen. Als ik kijk naar de motie van GBWP, verzoek om notitie realisering raadsprogramma, dan mag voor mij ook aangegeven worden wat er niet is gedaan. Dat is misschien, dat hoop ik dan, wat korter dan wat ze wel gedaan hebben en geeft in ieder geval een ander inzicht. Op de borst kloppen is eenvoudig, maar daar leer je het minst van. Je leert het meest van een zekere bescheidenheid en ervan bewust zijn dat sommige dingen wat langer duren dan je graag zou willen. De heer VAN EEKELEN: Bij interruptie. Het is toch logisch, als je ziet wat er gepresteerd is kun je toch ook zien wat er niet gedaan is? Je kunt zeggen dat moet je erbij zetten. In mijn betoog heb ik dat inderdaad ook gezegd. De motie is zodanig opgesteld dat wij gezegd hebben laat zien wat er gebeurd is en dan kunnen we gelijk concluderen wat er niet gebeurd is. Heel simpel. De heer VAN DER KALLEN: Dat is een heel goede toevoeging. Met die simpelheid zullen wij dus deze motie ook ondersteunen. Dan ga ik naar de motie vrijvallende lasten restauratie Markiezenhof. Mijn fractie heeft daar grote moeite mee en wij zullen tegen deze motie stemmen. Waarom? Wij hechten eraan dat vrijvallende kapitaallasten uit de restauratie voor restauraties worden gereserveerd. Als de post groot onderhoud en de post onderhoud voldoende zijn, dan zou het allemaal kloppen. Maar zoals ik de stukken bestudeer heb ik ernstige twijfels als ik kijk naar de gemeentelijke monumenten in Bergen op Zoom, dan bedoel ik de monumenten die ook in gemeentelijk eigendom zijn, dan ben ik bang als je bijvoorbeeld kijkt naar de Gevangenpoort dat we daar dadelijk nog een verschrikkelijk groot gat hebben te dichten. Mijn fractie hecht enorm aan het cultuurbehoud van de monumenten in Bergen op Zoom. Ze zijn met onze geschiedenis en ons voortbestaan zodanig verweven dat we eigenlijk zo min mogelijk moeite willen hebben met straks die absoluut weer komende kosten, want dit soort monumenten is verschrikkelijk duur in onderhoud. Het zijn heel veel pijnpunten die iedere keer weer opduiken. De heer HAGENAARS: Ik heb in tweede termijn nogmaals aangegeven dat wij er geen bestemming aan gegeven hebben. Die bestemming hoort de raad eraan te geven. Wij hebben vooralsnog geen voorstellen hierover gedaan. In de afgelopen jaren zijn de vrijvallende kapitaalslasten nooit gereserveerd voor welk onderhoudsfonds dan ook. De heer VAN DER KALLEN: Dat spijt mij dan. Een motie is niet een feitelijk iets, een motie is een soort aangeven van een denkpatroon. Het denkpatroon van mijn fractie is; wij wensen vrijvallende kapitaalslasten van restauratieobjecten te reserveren voor restauraties. We hebben nog heel wat te doen. Vadertje Staat heeft eigenlijk alle restauratieobjecten, allen is wat overdreven, eigenlijk de nek omgedraaid. Wij zijn een stad die rijk is aan monumenten, maar eigenlijk moet ik zeggen arm is aan geiden die we daarvoor op zullen moeten brengen, ik reserveer dat graag. De heer VAN DER WEGEN: Mijnheer Van der Kallen, wij kunnen u misschien ook nog wel steunen in uw voorstellen voor het bestemmen van vrijvallende kapitaalslasten. Het gaat erom dat u het mandaat van de raad weggeeft aan het college en daar hoort het niet. Wij horen daarover te besluiten. De heer VAN DER KALLEN: Daar denk ik nog even over na, want het is een goed argument. Motie 9, kosten ten laste brengen van de betreffende projecten daar zijn wij heel erg voor. De vrijwilligerscentrale, daar wachten wij de evaluatie af en zullen wij derhalve tegenstemmen. Tot zover. Over die ene motie denk ik dus nog even na. De heer HARIJGENS: Motie 1 van Lijst Linssen Markiezenhof, archief, bibliotheek vinden wij op dit moment te voorbarig. Motie 2 afbouw subsidie Facilitair Bedrijf en BRTO vinden wij op dit moment te voorbarig, ook de denkrichting dat deze instellingen ooit zonder subsidie zouden kunnen zien wij nog niet zo. GRIFFIE Bergen op Zporn
Motie 3 van de WD, de verlenging van de openingstijden van de gedoogde coffeeshops is op dit moment in onze beleving een bij! aan de wortel van Courage want dat doen we immers samen met andere gemeenten. Het zou betekenen dat je zaken scheef gaat trekken. Daarnaast verwachten wij wel een samenloop van het gebruik van drugs en van alcohol als je de overlap van tijden waarop reguliere café's opengaan en coffeeshops met elkaar gaat vermengen. Deze motie ontraden wij op dit moment ten sterkste. Het is maar goed dat we niets over de FLO-regeling hoeven te zeggen, want we vinden dat nadrukkelijk een zaak die moet blijken uit CAO-onderhandelingen. Motie 5 over de promotiegeiden, de motie van de WD, daar zijn we voor. Motie 6, de kengetallen cultuurnota vinden wij wat overbodig. Eerdere sprekers hebben ook al gezegd dat kengetallen bij cultuur op zich nog niet zo eenduidig zijn vast te stelten. Ik wil hier vanavond ook niet de deur uitgaan met het gegeven dat we QVz uur hebben zitten beraadslagen, geen ene steen in euro's hebben verschoven maar wel het college daarmee op hebben gezadeld. Ik zal daar zeer terughoudend in zijn. Om die reden ben ik tegen motie 6, maar ook tegen motie 7. Motie 8 van de Partij van de Arbeid, in mijn nummering de kosten ten laste brengen van de betreffende projecten daar zijn wij voor. Ten aanzien van de vrijvallende kapitaalslasten restauratie Markiezenhof heb ik goed geluisterd naar de raadsleden Van der Kallen en Hagenaars en kom ik toch tot de conclusie dat het hier inderdaad gaat om het mandaat van de raad en dat met het terughalen van het mandaat van de raad en vervolgens opnieuw herbestemmen geen enkel onrecht wordt gedaan aan het uitgangspunt van de heer Van der Kallen zelf. Ik verwacht, zijn wijsheid kennende, dat hij zelf ook tot die conclusie komt. Ik ben dus voor die moöe. De motie van de vrijwilligerscentrale van Groen Links. Ik heb goed geluisterd hoe iedereen daar over denkt. We wachten met zijn allen klaarblijkelijk de evaluatie af. Rest mij met de fractie niets anders dan dat te doen.dus die motie zal ik intrekken. De VOORZITTER: Ik constateer dat de motie van Groen Links nr. 10 over de vrijwilligerscentrale is ingetrokken en daarbij geen onderdeel meer uitmaakt van de beraadslagingen. De heer HARIJGENS: Dan kom ik bij amendement 3 van GBWP. U zuil: begrijpen waarom ik tot een zekere opbouw kom van 3 naar 1 in plaats van andersom. Het opnemen van de kleedaocommodaties van Sportpark Rozenoord in de begroting vinden wij, zoals eerder is gezegd, niet aan de orde omdat we vinden dat dit ten laste moet gaan van de exploitatie Augustapolder. Dan het amendement van het CDA dat budgetverschuiving voorstelt. Ik zal dat steunen, ook al vind ik de versleuteling die hier gekozen is een wat ongelukkige. Ik zal het amendement toch steunen omdat voor mij in dit geval het doel, namelijk het optuigen van de preventieve jeugdzorg, zwaarder weegt dan de versleuteling van die verschillende bedragen. Ten aanzien van ons eigen amendement moet ik toch tot de volgende conclusie komen. Ik heb vorige week de portefeuillehouder in de commissievergadering een vurig pleidooi horen houden voor extra middelen voor zijn jeugdbeleid maar wat nu als je die extra middelen uit een ander deel van zijn beleidsportefeuille haalt. Dan kan dat niet en dan wordt dat te vuur en te zwaard verdedigd. Dat zal allemaal best wel kunnen, maar ik kom tot de constatering dat als de portefeuillehouder in dit geval een keuze moet maken tussen jeugdbeleid en steden en wegen dat daar de prioriteiten liggen en niet bij het jeugdbeleid. Dat is iets wat ik betreur. Zelfs in die mate dat we zeggen we hebben vanavond geprobeerd om met onze bijdrage in eerste en tweede termijn een duidelijke koerswijziging te brengen in dit beleidskader. Nogmaals, het gaat om grote brokken geld. Het gaat alles bij elkaar over een slordige 300 miljoen. We hebben geprobeerd om 3,5 ton daarvan te heralloceren. Dat is klaarblijkelijk door het onvermogen van de raad om daar samen toch een stuk overeenstemming te zoeken enerzijds en anderzijds door het in mijn beleving toch wat halsstarrige geloof dat er klaarblijkelijk natuurwetten werken die zeggen van programma 7 kan geen euro meer af. Dat is voor ons reden om te zeggen we handhaven het amendement. Ais blijkt dat het niet wordt overgenomen, ik heb dat pok kunnen vaststellen van de betogen van de andere sprekers, dan zullen wij ook tegen het beleidskader stemmen, omdat het dan een richting vertegenwoordigt die niet meer de onze is. De heer VAN DE WATER: Ik geef u mijn standpunt met betrekking tot de amendementen. Amendement met betrekking tot verschuiving van verkeer en vervoer daarvan denk ik dat de reactie van de wethouder met betrekking tot de financiële mogelijkheden in deze zaak terecht is. Ik denk dat we nog steeds bezig zijn met een inhaalslag. Het zal nog moeite genoeg kosten om met de bestaande middelen de planning uit te voeren. Ik kan dit amendement dus niet ondersteunen. Bergen op Zoom *
Amendement 2, De toelichting die de wethouder gegeven heeft om te kijken welke mogelijkheden er zijn en die in de begroting mee te nemen is voor mij een reden om dit amendement ook niet te ondersteunen. Amendement 3, opnemen van de investering voor de kleedaccommodaties. Daarvan heb ik inmiddels begrepen uit het antwoord van de wethouder dat hij zegt ik moet de afspraken die gemaakt zijn met de verenigingen over de verhuizing nakomen. Op basis daarvan ontraadt hij het amendement. Die motivatie kan ik volledig ondersteunen. Dan wat betreft de moties. Motie 1 van Lijst Linssen met betrekking tot het Markiezenhof ondersteun ik van harte. Ik denk dat het opnieuw een boodschap is naar de betreffende wethouder. Motie 2 afbouw subsidie Facilitair Bedrijf en BRTO en de toelichting van de heer Linssen waar hij zegt je zou eigenlijk moeten willen lezen wat er staat. Op basis van die toelichting kan ik deze motie ondersteunen. De heer LINSSEN: Misschien is dit dan een mooi moment om toch even in te haken. Ik had zo dadelijk een verzoek aan u om bij die motie bij het tweede liggend streepje het woordje arafgebouwd"door te halen en daar aan toe te voegen of te vervangen door "geldstromen met een tegenprestatie". Dit omdat het dan wellicht voor een aantal fracties in de raad wat makkelijker is. De VOORZITTER: Ik zal straks aan het eind vragen welke moties misschien worden ingetrokken en u kunt tevens dan aangeven welke eventuele wijzigingen u dan opgenomen wilt hebben. Het leidt dan tot een herziene motie. De heer VAN DE WATER: Motie 3, verlenging openingstijden gedoogde coffeeshops. Ik dacht dat er ooit in een raadsprogramma had gestaan uitstervingsbeleid. Ik weet dat dat niet haalbaar is, maar ik blijf daar nog steeds voorstander van. Op basis daarvan kan ik dus deze motie niet ondersteunen. Motie 4 is niet mee aan de orde. Motie 5 daar ben ik tegen. Motie 6 eveneens tegen. De heer COPPENS: Toch wil ik wat nadere toelichting vragen waarom hij tegen de motie van de WD over de promotiegelden is. U bent zelf aandeelhouder van de Indumij, mijnheer Van de Water. U weet dan toch dat het geld gewoon ligt te wachten totdat de afdeling toerisme van Bergen op Zoom daar gebruik van kan gaan maken. Hoe kunt u daar nu tegen zijn? De heer VAN DE WATER: Ik kan daar wel een toelichting op geven. Ik weet de toestand van de Indumij. We hebben ook afgesproken dat middelen die niet gebruikt worden, zo zijn er een aantal die ik hier niet ga noemen want die hebben we bij de vergadering van de Indumij besproken, teruggaan naar de Indumij en dan zal er een nieuwe bestemming voor gevonden moeten worden. Motie 7 kan ik ondersteunen. Motie 8, om verwarring te voorkomen, het gaat over het overbrengen van de lasten naar de bestaande projecten. We praten over de situatie van heden. Heel het grondgebied van Bergen op Zoom overschrijdt de normen die nu gelden. Op basis daarvan zeg ik op dit moment moeten die kosten naar de projecten? Met betrekking tot de vrijvallende kapitaalslasten daar kan ik voor de motie stemmen. Motie 10 is inmiddels vervallen en daar hoef ik dus niet op te reageren. Tot zover. De VOORZITTER: Dank u zeer. Ik constateer dat uit deze tweede termijn eigenlijk nog vier vraagjes resteren voor het college. Er is een vraag van het CDA met betrekking tot het amendement dat de fractie heeft ingediend; wat kan het college nu precies doen? Er zijn twee vragen van de WD-fractie over het promotiebeleid, de vraag is wat nu onmogelijk is in het licht van de bestaande financiële middelen en een vraag van de WD-fractie over het Jazzweekend en wel hebben we dat dan nog, gezien de omstandigheden, volgend jaar. Dan is er nog een vraag van de fractie GBWP. Zij hebben gevraagd hoe de meevallers met betrekking tot de RIOopschaling nu worden besteed en waarom er geen voorstel is gedaan door het college om dat naar de WVG-gelden over te brengen. Ik stel voor, als u het goedvindt, om alleen op die vier punten, dat zijn de concrete vragen die nog aan het college zijn gesteld, heel kort het college gelegenheid te geven daarop te antwoorden. Is dat akkoord? Dan geef ik het woord aan wethouder Van der Weegen als het gaat om het CDA-amendement.
GRIFFE Bergen op Zoom — — j X
De heer VAN DER WEEGEN, wethouder: Nadrukkelijk heb ik daarstraks namens het college aangegeven dat we er naar kijken of we die € 100.000- van milieu zo groot mogelijk inverdienen als die aspecten zich voordoen om het restant inderdaad aan te wenden voor het programma Welzijn. De VOORZITTER: Daarmee zegt het college, met deze toezegging verzoek ik eigenlijk de indieners om de motie in te trekken. Dan geef ik het woord aan wethouder Van den Kieboom voor de overige drie vragen. De heer VAN DEN KIEBOOM, wethouder: Ik begrijp van de WD-fractie, althans zo vertaal ik het, dat zij middelen beschikbaar wil stellen in de toekomst voor cultuur mits daar heel nadrukkelijk die economische effecten bij betrokken worden om te kunnen toetsen. U hebt stevig werk gemaakt en u geeft ook een helder standpunt over cultuur en cultuurbeleid. Ik zou bijna zeggen dat belooft wat voor de toekomst Wat dat betreft kunnen we daar nog wat van verwachten. Mevrouw VAN KEMENADE: Bij interruptie. De wethouder heeft ons volstrekt niet begrepen en dat is helaas niet de eerste keer. De heer VAN DEN KIEBOOM, wethouder: Ik pak hier de motie waarin staat: de raad heeft meer behoefte aan een parameter om de economische effecten van de investeringen te meten. Mevrouw VAN KEMENADE: Het enige dat wij vragen van het college is inzichtelijk te maken wat investeringen in cultuur ons opleveren. Dat zijn de uitgangspunten in een samenhangend breed kader van de cultuurnota 2001. Dat is wat we vragen. De heer VAN DEN KIEBOOM, wethouder: ik begrijp u wel, want u geeft aan dat u wilt zien wat de investeringen aan cultuur aan economisch rendement hebben opgeleverd. Wellicht dat u daar conclusies uit trekt als het niet zo is of te weinig is. Mag ik het zo vertalen? Tenzij u zegt we willen het weten en we doen er niets mee. Dan is het interessant. Als u ervoor pleit, althans zo begrijp ik het, om middelen voor het Jazzweekend ter beschikking te stellen, dan gaat u misschien wel aan het college vragen hoeveel arbeidsplaatsen dat oplevert. Nu overdrijf ik wat, maar u wilt ook daar weten wat het economisch rendement is. Mevrouw VAN KEMENADE: De wethouder haalt zaken door elkaar. Wij willen zien wat cultuur ons oplevert om verantwoorde beleidskeuzes te maken. Daar heeft de raad recht op. Dat is wat we aan het college vragen. U zegt of het kan of dat het niet kan. Als het kan doet u het en als het niet kan doet u het niet en dan komen we er misschien nog eens een keer op terug. Daarnaast, dan haal ik gelijk even de motie van de promoflegelden erbij omdat u nu het Jazzweekend erbij haalt, zeggen wij er ligt geld van de indumij, de heer Coppens heeft het net ook verwoord, te wachten. De heer Van der Kallen zegt het goed; Bergen op Zoom gilt om promotie. Zet die zaken in en zet die zaken voor belangrijke bovenlokale evenementen in. Dat is wat we vragen. Kom met een plan. De heer VAN DEN KIEBOOM, wethouder: Over de promotiegelden het volgende. Uw raad heeft driemaal € 68.000,beschikbaar gesteld tot en met 2004 uit de Indumij gelden. Ik begrijp dat uw raad datgene wat over is van die gelden voor de jaren 2005 en volgend beschikbaar wil stellen. Ik heb u net gezegd dat het college, nadat in de promotiecommissie een intensief traject is gevolgd met een standpunt en een presentare in de commissie MD&C, u zegt ga daarmee door om te komen tot een beleid. De middelen vanuit de Indumij gelden willen wij daarvoor beschikbaar stellen. Dan een vraag van de fractie GBWP over de WVG-gelden in relatie tot het overschot RIO. Wat het college heeft aangegeven is a. ten aanzien van het WVG heeft u vorig jaar september de verordening bijgesteld en heel nadrukkelijk het college opdracht gegeven om tot beperking van kostenoverschrijding te komen. Er is op dit moment ook een verbeterplan voor de WVG lopende. Ten aanzien van het bedrag van € 200.000,- wat is opgenomen in de begroting 2005, bedoeld als desintegratiekosten van het RIO, daarvan heb ik gezegd we hadden daar een beperkt bedrag voor nodig zoals het er nu uitziet en we hebben gemeend binnen het programma te blijven zorg daar waar het gaat over de € 162.000,- extra ten behoeve van de GGD. Niet meer en niet minder. Mevrouw VAN KEMENADE: Bij interruptie. De wethouder geeft geen antwoord op eerrtee^eencreie-vxaagjÉan de WD; hebben wij gezien de omstandigheden volgend jaar nog een Jazzweekend. GRIFFIE j
59
De heer VAN DEN KIEBOOM, wethouder: Simpel voorzitter, het Jazzweekend is tot en met 2004 altijd in staat geweest om zonder subsidiegelden het evenement te organiseren. Recentelijk hebben ze mij aangegeven, wethouder het wordt zeer zorgelijk of wij in 2005 met een positief resultaat kunnen afsluiten. Wij hebben de afrekening nog niet gezien. Zij zullen een beroep doen, als er een tekort staat over het jaar 2005 en te verwachten tekorten 2006 en volgende jaren op de gemeenteraad om daarvoor extra middelen ter beschikking te stellen. Dat is de situatie. De VOORZITTER: Wethouder Van der Weegen gaf mij aan dat hij nog één antwoord schuldig is. De heer VAN DER WEEGEN, wethouder: Het gaat over motie 9. Is goed begrepen dat de kapitaalslast van de restauraties van de Markiezenhof voor een belangrijk deel gefinancierd zijn door inkomsten via het gemeentefonds specifieke uitkeringen. Nogmaals u kunt zeggen wij willen opnieuw beschikken over die vrijvallende kapitaalslasten, maar ik moet u dan zeggen er komt gewoon minder gemeentefondsuitkering. Wij zullen dat daar ook mee moeten verrekenen. Het is dus niet zo simpel als deze motie aangeeft. Ik heb gezegd er is een staatje van en ik wil dat staatje graag aanleveren wat dat is destijds ook betrokken bij de situatie van het archief. Er is een hele informatiestroom over hoe dat zich verhoudt. Ik stel voor om dat eerst te doen. De heer MOUWS: Gehoord de beraadslagingen over ons amendement, dank voor de steun van Leefbaarheid en Groen Links, het is mager maar het is niet anders, en gehoord de toezegging vanuit het college, de € 100.000,- te beschikken voor jeugdbeleid, trekken wij dit amendement in met bijna gelijke woorden als de heer Harijgens gebruikte, alleen is er voor ons geen aanleiding om tegen het beleidskader te stemmen. De VOORZITTER: ik constateer dat amendement nr. 2 van het CDA over budgetverschuiving naar programma Welzijn is ingetrokken en geen onderdeel van de beraadslagingen meer is. Ik doe even een rondje en vraag u, als u verder geen inhoudelijke opmerkingen wil maken, of er nog andere moties of amendementen zijn waarvan u bij nader inzicht zegt; die wil ik intrekken? Mevrouw VAN KEMENADE: Ik constateer dat de verruiming van de openingstijden nog een brug te ver is gezien de discussie van de raad. Ik ben blij dat de aanzet voor de discussie er wel is. Wij trekken deze motie in. De andere twee moties over de promotiegelden en de beleidsnota handhaven wij. De VOORZITTER: Daarmee merk ik op dat motie 3 van de WD over verlenging openingstijden gedoogde coffeeshops is ingetrokken en geen onderdeel meer uitmaakt van de beraadslagingen. De heer LINSSEN: En motie 4? De VOORZITTER: Die was al ingetrokken. Zijn er nog andere punten? De heer VAN EEKELEN: Of ik die wil intrekken weet ik nog niet, maar de motie van GBWP daarvan hebben wij begrepen dat het college gezegd heeft die nemen wij over. Onze vraag is of je hem dan kunt intrekken want hij is overgenomen, of zeggen andere raadsleden nee wij willen hem toch in stemming brengen. Dat zou ook een mogelijkheid zijn. De VOORZITTER: Voor alle duidelijkheid, het is aan u als indiener om te zeggen ik wil hem handhaven en in stemming brengen ja of nee. U heeft het goed begrepen, want het college heeft gezegd wij gaan doen wat die motie vraagt De heer VAN EEKELEN: Dan trekken wij hem bij deze in. De VOORZITTER: Dan constateer ik dat de motie van GBWP, verzoek om notitie inzake realisering raadsprogramma, is ingetrokken en ook geen onderdeel meer uitmaakt van de beraadslagingen. De heer VAN EEKELEN: Nog een andere opmerking over ons amendement Daarvan heeft de portefeuillehouder een uitleg gegeven dat dit gezien de toezeggingen die gedaan zijn in het overleg met de sportverenigingen als het ware overgenomen wordt. Het is een toezegging die hij gedaan heeft aan de sportverenigingen. Dus als ook daar voor de rest niemand -problemen mee heeft dan kunnen wij ook dit amendement intrekken, want het wordt overgenomen^^ GRIFFIE op Zoom.
De heer VAN DE WATER: Bij interruptie. Ik dacht dat de heer Van Eekelen het anders verwoordde dan de wethouder het gezegd heeft. Er is gesproken om de begroting 2009 aan te passen voor heden, terwijl de wethouder gewoon gezegd heeft datgene wat er met de sportverenigingen afgesproken is gaan we uitvoeren. Dat is volgens mij toch iets anders dan wat hier in het amendement verwoord wordt De VOORZITTER: Ondertussen heb ik begrepen uit de woorden van de heer Van Eekelen dat hij dit amendement intrekt U heeft daar nog kanttekeningen bij gemaakt. Ik constateer dat het amendement investering kleedaccommodaties sportpark Rozenoord in het licht van wat het college daarover gezegd heeft is ingetrokken en geen onderdeel meer uitmaakt van de beraadslagingen. Zijn er verder nog zaken, amendementen of moties die worden ingetrokken? Dat is niet het geval. Wel nog een wijziging en daarvoor geef ik het woord aan de heer Linssen. De heer LINSSEN: Om toch de motie te verduidelijken over het Facilitair Bedrijf en de BRTO en gezien ook de discussie die we gehad hebben met elkaar, zou ik het volgende willen wijzigen. Bij het tweede liggend streepje het woordje "afgebouwd'doorhalen en dan doorlezen en dan vervangen "door geldstromen met een tegenprestatie". Dan kan de rest van de tekst blijven staan. De heer HARIJGENS: Als ik de heer Linssen goed begrijp is het een tegenprestatie vragen aan een gesubsidieerde instelling die al een tegenprestatie levert Is dat niet wat dubbelop? De heer LINSSEN: Nee, ik heb duidelijk gemaakt in mijn betoog dat als de gemeente bepaalde voorlichting wil via de BRTO dan koop je zendtijd en daar betaal je voor en dan geef je een tegenprestatie. Heel normaal. De VOORZITTER: Ik constateer dat daarmee motie 2 van Lijst Linssen is gewijzigd. Bij het tweede liggende streepje bij de overwegingen dient te worden gelezen "de subsidiestromen naar deze organisaties derhalve binnen vijfjaar te vervangen door geldstromen met een tegenprestatie". Die gewijzigde motie maakt nu onderdeel uit van de besluitvorming. Nog andere eventuele wijzigingen? Mijnheer Van der Kallen, u wilt een stemverklaring. De heer VAN DER KALLEN: Normaal zou ik dat doen na de amendementen, maar mijn fractie zal tegen het beleidskader stemmen, omdat wij het beleidskader gezien het tijdperk waarin we verkeren te weinig offensief vinden om de problemen van onze samenleving op dit moment aan te pakken. De heer LINSSEN: Twee stemverklaringen. Allereerst over motie 6 waarvan wij aanvankelijk in ons betoog hebben gezegd dat we tegen waren. Het debat dat ik gehad heb met mevrouw Van Kemenade en de heer Van der Kallen heeft het standpunt van Lijst Linssen gewijzigd zodat wij hier wel voor kunnen zijn. Als tweede verklaring, dat heb ik ook in mijn betoog al gezegd, zullen wij wel tegen het Beleidskader in het algemeen stemmen. Mevrouw VERHOOG: De Groepering Leefbaarheid zal voor het Beleidskader stemmen maar wij vragen aantekening tegen de overheveling van de RIO-gelden, van die € 200.000,- naar de GGD. Wij zijn het daar absoluut niet mee eens. De heer VAN EEKELEN: We onderschrijven dat volledig, maar ik denk datje zo geen beleidskader vast kunt stellen. Je stelt het vast of je stelt het niet vast. Plukjes eruit halen willen wij ook wel, maar ik denk dat dat niet kan. De VOORZITTER: U heeft gelijk in die zin datje voor of tegen het eventueel aangepaste Beleidskader naar aanleiding van de amendementen bent De stemverklaring maakt in dit opzicht helder op welk onderdeel men andere gevoelens heeft. Nog andere stemverklaringen van uw kant? De heer VAN DE WATER: Ik zal het Beleidskader wel ondersteunen. Naar wat ik in eerste instantie gezegd heb bestaat het uit richtlijnen en zullen wij ons te zijner tijd indien nodig daarop beroepen. De VOORZITTER: Voordat we tot besluitvorming overgaan is het goed om het volgende te melden. Ik kreeg het verzoek van de heer Huismans van de WD-fractie, dat is een heel goed verzoek, om niet i GRIFFIE Bergen op Zoorn 61
vorming als het gaat om de specifieke besluitvorming over het Facilitair Bedrijf, gezien het feit dat hij daar werkzaam is, Waarvan akte. Wij gaan over tot besluitvorming en dat betekent dat ik eerst in stemming zal brengen het amendement en daarna het eventueel gewijzigde voorstel en daarna de moties. Ik breng in stemming het amendement dat is overgebleven, het amendement van Groen Links inzake de budgetverschuiving van het programma Verkeer en Vervoer naar het programma Welzijn. Ik verzoek u de hand op te steken als u daar voor bent. Wie is voor het amendement van Groen Links? Dat is de fractie van Groen Links en daarmee is het amendement verworpen. Dan breng ik nu in stemming het Beleidskader, het raadsbesluit zoals dat is voorgesteld over het Beleidskader. Wie is daar tegen? Tegen zijn de fracties van Lijst Linssen, D66/BSD en Groen Links. Daarmee is het Beleidskader aangenomen. Dan breng ik nu in stemming de moties. Ik hanteer de volgorde van hef lijstje dat vanuit de griffie is gemaakt. Ik zal ook noemen waar het over gaat Ik breng afs eerste in stemming de motie van Lijst Linssen over Markiezenhof, archief en bibliotheek. Wie is daar tegen? Daar is op tegen de fractie van Groen Links, waarmee deze motie is aanvaard. Dan breng ik in stemming de motie van Lijst Linssen, een gewijzigde motie, inzake de afbouw van de subsidies Facilitair Bedrijf en BRTO. Wie is daar op tegen? Tegen zijn de fracties van P.v.dA, WD, Groen Links, CDA, GBWP. Dat betekent dat de motie is verworpen. Dan breng ik in stemming de motie van de WD inzake promotiegelden. Wie is daar voor? Voor zijn de fractie van de WD, Groen Links en D66/BSD waarmee deze motie is verworpen. Dan breng ik in stemming de motie van de WD inzake beleidsnota cultuur. Wie is daar voor? Voor zijn de fracties van de WD, Lijst Linssen, Groepering Leefbaarheid en D66/BSD. Daarmee is deze motie aangenomen. Dan breng ik in stemming, let u op de volgorde, de motie van de Partij van de Arbeid inzake de kosten die ten laste moeten worden gebracht van de desbetreffende projecten. Dat is dus niet de motie over restauratie Markiezenhof, dat doen we straks, maar de motie over de kosten die ten laste moeten worden gebracht van de betreffende projecten. Wie is daar op tegen? Daar is niemand op tegen en is deze motie met algemene stemmen aanvaard. Dan zijn wij bij de motie van de Partij van de Arbeid inzake de vrijvallende kapitaalslasten restauratie Markiezenhof, Wie is daar voor? Dat is de fractie van de Partij van de Arbeid, de fractie D66/BSD en de fractie Van de Water. Daarmee is deze motie verworpen. Dank u zeer. Dat was de besluitvorming als afronding van de inhoudelijke bespreking van vanavond. Ik dank u zeer voor uw bijdrage daaraan. Ik wil even van de gelegenheid gebruik maken om vooruit te blikken naar de raadsvergadering van a.s. donderdag. Ik heb geconstateerd met u, u heeft de stukken reeds ontvangen, dat daar negen bespreekpunten op staan over onderwerpen waarvan ik mij kan voorstellen dat die nog de nodige woorden vragen van u. Ik zou me dus kunnen voorstellen dat we de raadsvergadering donderdag eerder beginnen, willen we er geen nachtwerk van maken en willen we het ook diezelfde avond kunnen afronden. Het is een inschatting die ik samen met de griffier heb gemaakt dat het misschien goed zou zijn om donderdag, dat is een voorstel dat ik nu zou willen doen, om 18.30 uur te beginnen. Kunt u daarmee instemmen? Wilt u daar nog het woord over voeren of zegt u het is een verstandige overweging gezien die negen punten die we nog met elkaar moeten bespreken. Dat vindt u allen verstandig? U had anders gewild maar u vindt het wel verstandig. Dat is goed uit uw gebaren op te maken.Dan is daartoe besloten. Dan zie ik u graag donderdag om 18.30 alhier. Wij hebben gezegd tegen elkaar misschien is het goed om vanavond geen borrel te doen, maar een extra lekkere borrel na afloop van de laatste raad voor het zomerreces. Ik heb begrepen dat er nog verschillende terrassen op onze mooie Markt geopend zijn. Dus het is aan u om daar al of niet gebruik van te maken. Ik dank u voor deze avond en wens u voor straks wel thuis. Ik sluit deze vergadering. GRIFFIE BertóiWzg?6m
62
Aldus sluit de voorzitter de vergadering om 23.02 uur. Deze notulen zijn goedgekeurd in de openbare raadsvergadering van donderdag 29 september 2005. De griffier,
F.P.deVos
//
De burgemeester,
•sj/J.M.Ml'olprian
l/
63