Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen Jaarverslag 2004
Inhoud
Missie Inleiding
3 4
1. Haven van Antwerpen Trends in de wereldeconomie Trafieken Zeeschepen Industrie in de Antwerpse haven Concurrentiepositie Toegevoegde waarde Modal split Liberalisering van de havendiensten Havenbeveiliging
7 7 10 10 10 10 13 13 13
2. Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen Bestuursorganen Organisatie Havenkapiteinsdienst Concessiebeleid Bouw Deurganckdok Renovatie Delwaidedok Uitbouw windmolenpark Zelfvarende evenwichtsbaggerkraan Amoras Mobiele kraan MOB65 Andere projecten
17 17 18 18 19 20 20 21 21 21 21
Havenbedrijf als distributienetbeheerder De haven in de wereld Ondersteuning van zusterhaven Matadi Samenwerkingsverbanden
22 22 23 24
3. Investeren in een duurzame toekomst De haven en haar maritieme toegankelijkheid De haven en haar achterlandverbindingen De haven en haar omgeving
27 27 30
4. Jaarrekening Commentaar bij de jaarrekening Balans na winstverdeling Resultatenrekening Toelichting Sociale balans Waarderingsregels Verslag van de commissaris Verslag van het college van commissarissen
35 42 44 47 58 61 65 66
hoofstuk 1
haven van antwerpen
Het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen tracht de toegevoegde waarde die de Antwerpse haven voor de stad en de regio genereert, op een duurzame wijze te optimaliseren. Het koestert ook de ambitie om de concurrentiepositie van de haven te verstevigen door een kwaliteitsvolle, ononderbroken dienstverlening en een optimaal uitgebouwde infrastructuur aan te bieden. Het Havenbedrijf heeft een voortrekkersrol te vervullen inzake duurzame havenontwikkeling en promoot milieuvriendelijke transportmodaliteiten om de goederen van en naar het achterland te vervoeren. Het kan zijn zending en ambities enkel waarmaken met de volle steun en medewerking van de werknemers. Wederzijds vertrouwen ligt aan de basis van de ondernemingsfilosofie.
3
annual report 2004
“De goederentrafiek in de Antwerpse haven doorbrak in 2004 voor het eerst de grens van 150 miljoen ton”
H
et gemeentelijk havenbedrijf antwerpen kan met tevredenheid terugblikken op het voorbije jaar. De goederentrafiek in de Antwerpse haven doorbrak in 2004 voor het eerst de grens van 150 miljoen ton. Bovendien steeg de containertrafiek uit boven 6 miljoen TEU. Antwerpen versterkte opnieuw zijn positie als containerhaven door de expansie van bestaande diensten en het opstarten van nieuwe loops. Ook de industrie in de Antwerpse haven kondigde het voorbije jaar heel wat investeringen aan en voerde er andere uit. Dat bevestigt de rol van de Antwerpse haven als de belangrijkste petrochemische cluster van Europa. 2004 was voor Antwerpen voorts een belangrijk jaar omdat de ‘Ontwikkelingsschets 2010’ voor het Scheldeestuarium werd afgerond en voorgesteld. Op basis van twee jaar studiewerk beschouwen de onderzoekers het verdiepen van de Schelde tot 13,10 meter getijdenongebonden vaart als een haalbare kaart. Zowel op het vlak van toegankelijkheid, als op het vlak van natuurlijkheid en veiligheid is het rapport positief voor Antwerpen. Bovendien becijferde de studie dat de baten van de Scheldeverdieping niet alleen Vlaanderen toekomen, maar ook voor Nederland zijn. De verdiepingswerken zullen starten in 2007 en voltooid zijn eind 2009. Veiligheid was een ander belangrijk thema in 2004. Van erg groot belang in dat kader was het op 1 juli van kracht worden van de internationale ISPS-code voor de beveiliging van havenfaciliteiten. De Antwerpse terminals beschikken intussen over de nodige veiligheidscertificaten en ook het Havenbedrijf zelf heeft het voorbije jaar geïnvesteerd in de beveiliging van onder meer de sluisplateaus. Voor het Deurganckdok, het nieuwe containergetijdendok op de linker Scheldeoever, zijn het afgelopen jaar eveneens belangrijke beslissingen genomen. Hesse-Noord Natie (PSA) en Antwerp Gateway (P&O Ports) hebben de concessieterreinen al gedeeltelijk in gebruik genomen voor de opbouw van de superstructuur. De kaaimuren zijn nagenoeg voltooid, de baggerwerken vorderen volgens schema en ook de werken voor de natuurcompensaties krijgen meer en meer vorm. Het herstel van de Paardenschor ten noorden van de kerncentrale van Doel is zelfs volledig afgerond. De Neus, als zelfvarende evenwichtsbaggerkraan een wereldprimeur, is in gebruik genomen. De eerste twee molens van het geplande windmolenpark zijn in gebruik en leveren stroom aan het elektriciteitsnet. De ondersteuning van de Congolese zusterhaven Matadi kreeg het voorbije jaar eveneens concreet vorm. Het Havenbedrijf mocht in 2004 bovendien heel wat prominenten ontvangen. Koning Albert II bracht een bezoek aan de werf van het Deurganckdok, minister Kris Peeters en minister-president Yves Leterme waren te gast en ook de Congolese president Joseph Kabila werd in Antwerpen ontvangen. Het Havenbedrijf kijkt dan ook met vertrouwen de toekomst tegemoet. Zo worden in de loop van 2005 de eerste schepen verwacht in het nieuwe containergetijdendok, dat het mogelijk maakt de containertrafiek in Antwerpen te verdubbelen. Ook de Scheldeverdieping moet dit jaar vaste vorm krijgen, zodat de eigenlijke werken in 2007 kunnen starten en de toekomst van de Antwerpse haven verzekerd is. Het Havenbedrijf wenst tot slot alle medewerkers te danken voor hun dagelijkse inzet en kijkt uit naar een verdere positieve samenwerking met de bedrijven in het havengebied en de Vlaamse en federale overheden.
Eddy Bruyninckx afgevaardigd bestuurder
Leo baron Delwaide voorzitter 4
haven van antwerpen
5
hoofdstuk 1
Haven van Antwerpen TRENDS IN DE WERELDECONOMIE
TRAFIEKEN
De haven van Antwerpen verbeterde in 2004 opnieuw haar trafiekcijfers. De totale goederenoverslag steeg uit boven de 152 miljoen ton, bijna 10 miljoen ton of 6,6 procent meer dan in het recordjaar 2003. De voorbije vijf jaar is de trafiek in de Antwerpse haven met een derde toegenomen. De behandeling van vloeibaar massagoed blijft stabiel, maar alle andere goederencategorieën gingen er met 3 tot 12 procent op vooruit. Antwerpen is nog steeds met ruime voorsprong de tweede belangrijkste haven van Europa, met groeiend marktaandeel.
In 2004 heeft de groei van de wereldeconomie zijn hoogste peil bereikt sinds 25 jaar. In de euroregio en in Japan vallen recente economische ontwikkelingen echter tegen, een direct gevolg van de sterke stijging van de olieprijzen. Volgens een aantal experten gaat het eerder om een tijdelijke pauze dan om een daadwerkelijke terugval. In de tweede helft van 2005 worden een daling van de olieprijzen en een economische heropleving verwacht. De groei van de wereldeconomie wordt voor 2005 geschat op 4 procent. Vooral het uitblijven van belangrijke investeringen van grote ondernemingen is een rem op de Europese groei. In 2004 kende de wereld een groei van de economie met 5 procent. De eurozone liet slechts een groei van 2,25 procent optekenen, terwijl dat in de VS ongeveer 4,25 procent was. Dit jaar wordt voor Europa een toename van zowat 1,75 procent verwacht. België doet het merkelijk beter dan het Europese gemiddelde met een groei van het BNP met 2,4 procent in 2004 en een voorspelde stijging van nagenoeg 2,5 procent voor de volgende jaren. De sterke groei buiten de eurozone is voornamelijk toe te schrijven aan de economieën die zich volop ontwikkelen en ook in 2005 met 5 tot 6 procent zullen vooruitgaan. China neemt hierin het voortouw met een groeivoet van 9,25 procent voor 2004 en een gelijkaardige verwachte stijging voor 2005. Van de wereldhandel wordt dit jaar een groei in volume met 8,25 procent verwacht. De zeehavens van de West-Europese HamburgLe Havre range staan in sterke onderlinge concurrentie. Nationale en internationale tendensen in de wereldeconomie hebben een impact op de havens. Verschillende internationale instanties verwachten dat de groei van de wereldhandel zich zal voortzetten, met een minimale groeiverwachting van 4 procent per jaar. Omdat dat ook in 2005 een meer dan positief effect zal hebben op de trafiek in de zeehavens, mag verwacht worden dat de groei van de Antwerpse haventrafiek fundamenteel hoger zal liggen dan de groeipercentages die voor België worden verwacht.
Containers De containertrafiek in Antwerpen klokte in 2004 af op een totaalcijfer van 6.063.746 TEU en liet hiermee een groei van 11,4 procent optekenen. In ton is de containertrafiek in 2004 aangegroeid tot meer dan 68 miljoen ton, bijna 7 miljoen meer dan in 2003. Met de opening van het Deurganckdok midden 2005 betekent dat goed nieuws voor de haven van Antwerpen. De Antwerpse haven is met het nieuwe getijdendok de enige die zo’n extra capaciteit voor containeroverslag kan aanbieden. De aanhoudende sterke groei van de containertrafieken is niet alleen te danken aan de expansie van bestaande diensten, maar ook aan het opstarten van nieuwe diensten of ‘loops’. De rederijen CMA CGM, ZIM en Lloyd Triestino hebben eind april 2004 een wekelijkse dienst opgestart tussen Antwerpen en Montreal. Dat deze megacarriers voor Antwerpen kiezen, bewijst eens te meer dat de haven een vooraanstaande positie in de noordelijke range inneemt voor de bediening van Canada en de Midwest. Mediterranean Shipping Company is eveneens in april van start gegaan met een tweede wekelijkse loop tussen Azië en Europa. Antwerpen is de hub voor NoordEuropa. China Shipping Container Line (CSCL) is een snel groeiende rederij die van meet af aan een rechtstreekse aanloop in Antwerpen heeft opgenomen in haar bediening van Europa. De wekelijkse AEX1-dienst met acht schepen van 5.668 TEU werd onlangs in samenwerking met ZIM en Norasia aangevuld door de AEX2-dienst met negen schepen van 4.100 TEU. Voorts neemt CSCL met één schip deel aan de westbound rond-de-wereld-dienst die werd opgestart door Norasia en Gold Star Line (ZIM). De dienst verricht in Antwerpen een aanloop aan loszij7
j anauravle r es lp ao gr t2 02 0 40 4 an
5 De haven van Antwerpen verwelkomde in 2004 voor het eerst het supercontainerschip CSCL Europe met een laadvermogen van liefst 8.468 TEU. 4 De Coldbox, een stalen toren van 68 meter hoog en 3.300 ton zwaar voor het vloeibaar maken van ontgonnen gas, wordt in Antwerpen geassembleerd en verscheept voor het Noorse Statoil.
< Maritiem containerverkeer (TEU)
7.000.000
6.000.000
5.000.000
4.000.000
3.000.000
2.000.000
1.000.000
0
1980
1985
1990
1995
2000
8
2001
2002
2003
2004
haven van antwerpen
de. De haven van Antwerpen verwelkomde in het najaar ook voor het eerst de supercontainerschepen CSCL Europe en CSCL Asia, beide met een laadvermogen van liefst 8.468 TEU. De CSCL Europe en CSCL Asia zijn de eerste schepen van een 8.000 TEU-reeks die ingezet worden in een wekelijkse loop tussen het Verre Oosten en Europa. Deze dienst verbindt Antwerpen rechtstreeks met diverse Chinese havens. Eind mei maakten twee nieuwkomers hun opwachting in de trafiek van en naar Azië. Wan Hai Lines en Pacific International Lines (PIL), twee belangrijke spelers op de Stille-Oceaanroute en op de intra-Aziatische markt, doen hun intrede met een gezamenlijke wekelijkse dienst die hoofdzakelijk op de trafiek met China gericht is, en met Antwerpen als laatste loshaven vanuit Azië. Deze ontwikkelingen tonen aan dat Antwerpen een steeds belangrijkere rol gaat spelen in de trafieken van en naar Azië en meer bepaald van en naar China.
wordt een 68 meter hoge stalen toren, op een grondvlak van 30 x 30 meter en met een totaalgewicht van 3.300 ton. In april 2005 wordt het gevaarte aan boord van een ponton gereden en erop vastgelast. Sleepboten brengen dat ponton naar de monding van de Westerschelde, waar een inzinkbaar schip de toren met ponton oplaadt voor transport naar Noorwegen. Roro Het aantal ingevoerde auto’s bleef stabiel, de afvoer van wagens is gegroeid met 6 procent. De Antwerpse haven heeft dit jaar 895.000 auto’s behandeld. Het totale roro-verkeer groeide met liefst 12 procent tot meer dan 3,8 miljoen ton. De verankering van de groep Grimaldi (Napels) in Antwerpen, die er zijn hub voor Noord-Europa gevestigd heeft, heeft zich vertaald in de aanleg van een grootschalige roro-terminal aan het Verrebroekdok op de linker Scheldeoever. De Antwerp Euro Terminal beschikt over een 1.000 meter lange kaai met een waterdiepte van 15 meter. De site omvat ook een centrum voor pre-delivery inspection (PDI) waarlangs de auto’s van constructeur Fiat doorgevoerd worden. De globale trafiek op de terminal is het voorbije jaar vrijwel verdubbeld en de roro/lolo-polyvalentie gaat in stijgende lijn.
Conventioneel stukgoed De trafiek van niet-gecontaineriseerd stukgoed steeg in 2004 boven de 21 miljoen ton uit, een toename van meer dan 4 procent. Antwerpen versterkte zijn positie als staalhaven met een trafiek van bijna 10 miljoen ton. De import van staalproducten is met 35 procent toegenomen, een rechtstreeks gevolg van de hoge prijzen op de Europese staalmarkt. Bedrijven kopen daarom elders aan en voeren in via de Antwerpse haven. De export van staal bleef stabiel op een hoog peil. De behandeling van houtcellulose en papier is gestegen met 8 procent, dankzij een belangrijke stijging van de invoer vanuit Brazilië. Ook bij de groeiende import van gezaagd hout en plywood speelde dat land, samen met West-Afrika, een belangrijke rol. Voorts is de fruittrafiek met 2,5 procent gestegen tot meer dan 1,5 miljoen ton.
Massagoed De droge bulktrafieken stegen het voorbije jaar met 5,4 procent tot meer dan 27 miljoen ton. Procentueel liet de kolentrafiek de sterkste groei optekenen, met een toename van 26 procent. De aanvoer van kolen sloot in 2004 nagenoeg 2.266.000 ton hoger af dan vorig jaar. Aan de basis van die trafiekgroei ligt de sluiting van enkele Europese steenkoolmijnen. De Antwerpse haven versterkte daardoor haar positie als aanvoerhaven van kolen voor het Duitse en Franse hinterland. De ertsentrafiek bleef stabiel. De daling in de graantrafiek was toe te schrijven aan het verschuiven van marktaandeel naar andere Europese havens. De tarweoogst was het afgelopen jaar dan weer erg succesvol, waardoor de meeltrafiek opleefde. Het vloeibare massagoed bleef stabiel. De terugval bij de aanvoer van ruwe aardolie is volledig ingehaald. De afname begin dit jaar voor die trafiek was toe te schrijven aan de sluiting van een crude-eenheid en aan de onderhoudsbeurt van een raffinaderij in de haven. Ook de aan- en afvoer van chemicaliën en aardoliederivaten eindigde op een met 2003 vergelijkbaar peil. Er is het voorbije jaar volop geïnvesteerd in tankopslag in de Antwerpse haven. ADPO heeft in 2004 een nieuwe pier in gebruik genomen en is gestart met de
Projectlading In 2004 werd een bijzonder project opgestart in de Antwerpse haven. Van 10 tot en met 18 juli lag in Antwerpen een ponton aangemeerd om op kaai 496 van Nova & Hesse-Noord Natie vier bijzonder zware ‘heavy lifts’ van elk rond de 500 ton te lossen. De Noorse olie- en gaswinningmaatschappij Statoil contracteerde het Duitse engineeringbedrijf Linde AG voor de bouw van een LNG-fabriek (Liquified Natural Gas). Fabricom-GTI assembleert de onderdelen op kaai tot één gigantische ‘Coldbox’ voor het vloeibaar maken van ontgonnen gas door een bevriezingseffect en sloot daarvoor een overeenkomst met het Antwerpse Atlas Project Cargo Solutions. De Coldbox 9
jaarverslag 2004
uitbreiding van het magazijn en het tankpark. Ook Oiltanking Antwerp heeft al in 2003 een bijkomende steiger aangelegd en neemt er in 2005 nog een in gebruik die schepen tot 100.000 BT kan ontvangen. Bovendien breidt Oiltanking zijn opslag uit met 50.000 m³. Het gaat om kleinere tanks van 2.000 tot 3.000 m³ voor chemische producten, waarvan de eerste begin 2005 operationeel moeten zijn. Het Havenbedrijf heeft voorts een concessie voor 25 jaar verleend aan Rubis, een nieuwe speler in de haven. Het Franse bedrijf neemt een terrein van zowat 13 hectare in gebruik aan het Doeldok op de linker Scheldeoever. De tankopslag zal uiterlijk in 2007 operationeel zijn.
ZEESCHEPEN
Antwerpen, met onder meer de ingebruikname van een nieuwe koolstofmonoxidefabriek midden 2005. Degussa bouwt aan een methioninefabriek. De nieuwe fabriek betekent een investering van 350 miljoen euro. Praxair in Zwijndrecht heeft 30 miljoen euro geïnvesteerd in een nieuwe luchtsplitsingsfabriek en in de uitbreiding van het pijpleidingennetwerk in de Antwerpse haven. Bayer investeerde 20 miljoen euro in de uitbreiding van zijn anilinecapaciteit. Daarenboven plant Bayers dochteronderneming Lanxess een uitbreiding van de productiecapaciteit voor butylrubber door in de komende twee jaar de bestaande installaties in Sarnia, ON en Antwerpen te verruimen.
CONCURRENTIEPOSITIE
Het aantal zeeschepen dat Antwerpen aandoet, is licht gedaald tot 15.371 (min 2 procent). De bruto tonnenmaat van de schepen bleef echter toenemen tot ruim 237 miljoen BT, een groei van 4 procent. De gemiddelde grootte van de zeeschepen in de haven steeg hierdoor met meer dan 6 procent tot ongeveer 15.400 BT.
De Antwerpse haven had in 2004 voor het totale goederenverkeer een marktaandeel van 16,4 procent in de Hamburg-Le Havre range. Antwerpen is daarmee de tweede haven na Rotterdam met een marktaandeel van 37,9 procent en voor Hamburg met 12,3 procent. Voor het niet-gecontaineriseerd stukgoed was Antwerpen in 2004 koploper in de Hamburg-Le Havre range, voor Rotterdam en Zeebrugge. Antwerpen staat op de derde plaats voor de containertrafiek, na Rotterdam en Hamburg. De Antwerpse haven heeft de voorbije jaren haar positie als containerhaven sterk kunnen uitbouwen. Terwijl Antwerpen in 1990 net geen 16 procent van de containertrafiek in de range behandelde, was dat in 2004 al opgelopen tot 21,3 procent. Enkel Hamburg zag in die periode zijn marktaandeel voor containers eveneens aanzienlijk stijgen van 19,2 naar 24,6 procent. Rotterdam zakte in dezelfde periode terug van 39,9 naar 29,1 procent.
INDUSTRIE IN DE ANT WERPSE HAVEN
De Antwerpse havenindustrie heeft in 2004 opnieuw heel wat investeringen voltooid en aangekondigd. In december, dag op dag 40 jaar nadat BASF Antwerpen werd opgericht, opende het bedrijf een nieuwe productie-eenheid voor de kunststof ABS. Die produceert 200.000 ton per jaar. Naast deze investering van meer dan 100 miljoen euro kondigde BASF de uitbreiding aan van zijn MDIproductiecapaciteit tot 450.000 ton per jaar. BASF wil daarenboven tegen 2006 met Dow van start gaan met de bouw van een propyleenoxidefabriek. De fabriek zal een capaciteit van 300.000 ton per jaar hebben en moet operationeel zijn in 2008. Omdat voor die nieuwe productie waterstofperoxide nodig is, wordt in samenwerking met Solvay ook hiervoor een nieuwe fabriek gebouwd. Siemens bouwt bovendien een nieuwe gas- en stoomturbinecentrale voor de Antwerpse chemiefabriek van BASF. Opdrachtgever is Zandvliet Power, een joint venture van RWE Power en Electrabel, en het ordervolume bedraagt zowat 230 miljoen euro. Nog op de terreinen van BASF nam Air Liquide in mei de grootste waterstoffabriek ter wereld in gebruik met een capaciteit van 100.000 m³ per uur. De productieeenheid maakt deel uit van een investeringsprogramma van 100 miljoen euro van Air Liquide in de haven van
TOEGEVOEGDE WA ARDE
Volgens de meest recente studie van de Nationale Bank over 2003 is de haven van Antwerpen goed voor een directe toegevoegde waarde van 7.443,4 miljoen euro. In 2003 is voor meer dan 1,5 miljard euro geïnvesteerd in de Antwerpse haven. De haven zorgt voor de creatie van 62.276 directe arbeidsplaatsen (voltijdse equivalent, zelfstandigen inbegrepen). Gemiddeld is de directe toegevoegde waarde van de Antwerpse haven sinds 1997 jaarlijks met 3 procent gegroeid. De creatie van arbeidsplaatsen liep in diezelfde periode licht terug met gemiddeld 0,1 procent, terwijl de investeringen gemiddeld met 2,3 procent aangroeiden. 10
haven van antwerpen
< Marktaandeel van de vier belangrijkste containerhavens op basis van de negen havens van de Hamburg-Le Havre range
50%
40%
30% 39,92%
20%
29,10%
24,60%
2004
rd am
1990
tte
2004
Ro
rg
1990
bu
2004
m
1990
Ha
12,20%
en
2004
11,12%
Br em
er
pe n
1990
tw
0%
15,95%
19,17%
An
10%
21,30%
De grafiek is gebaseerd op definitieve cijfers van de havens Antwerpen, Amsterdam, Bremen, Duinkerke, Hamburg, Gent, Rotterdam, Zeebrugge en op ramingen voor Le Havre.
3 BASF is al veertig jaar gevestigd in de Antwerpse haven en kondigde ook het voorbije jaar nieuwe investeringen aan.
11
jaarverslag 2004
< Modal split in de Antwerpse haven (incl. en excl. pijpleidingen en transhipment)
17%
12% 41%
21%
4%
Wegvervoer Binnenvaart Spoorvervoer
32% 42%
Pijpleidingen 31%
6 De Antwerpse petrochemie maakt hoofdzakelijk gebruik van milieuvriendelijke modi als pijpleidingen en binnenvaart.
Transhipment
6 Het Havenbedrijf benadrukt het belang van een modale verschuiving ten voordele van binnenvaart en spoor.
12
haven van antwerpen
MODAL SPLIT
De vervoerde tonnage in de haven van Antwerpen is evenwichtig verdeeld over de drie belangrijkste vervoersmodi. Zowel de weg als de binnenvaart nemen ongeveer 40 procent van de tonnage in de Antwerpse haven voor hun rekening. De resterende 20 procent wordt vervoerd per spoor. Als ook de pijpleidingen in de verdeling worden opgenomen, nemen ze ongeveer een vijfde van de vervoerde tonnage voor hun rekening. Van de containers wordt ongeveer 60 procent over de weg vervoerd. Het aandeel van het spoorvervoer voor deze trafiek blijft beperkt tot 9 procent. De binnenvaart neemt nagenoeg 31 procent van de containertrafiek voor zijn rekening. Ook al verliest het wegverkeer aan belang, voor het containerverkeer is het nog altijd de belangrijkste vervoersmodus. Dat is toe te schrijven aan het grote volume aan containers met lokale herkomst of bestemming (binnen een straal van ongeveer 50 kilometer van de Antwerpse haven). Het Havenbedrijf benadrukt het belang van een modale verschuiving en richt zijn beleid daarop. Streefdoel blijft het terugdringen van het aandeel van het wegvervoer in de containertrafiek, van 60 naar 50 procent. Het verhoogd inzetten van binnenvaart en spoor vereist een belangrijke inspanning, met name voor het spoorvervoer, waarvoor de Antwerpse haven een verdubbeling van het vervoersaandeel op het oog heeft.
mag het recht op zelfafhandeling de toepassing van nationale regels over opleidingseisen, professionele kwalificaties, werkgelegenheids- en sociale verworvenheden niet aantasten voor zover ze stroken met de Europese wetgeving en internationale verplichtingen van de Europese Unie en de betrokken lidstaat. Voor België betekent dat dat de wet-Major, die het dokwerkersstatuut beschermt, niet in het gedrang komt. Wel maakt het voorstel van richtlijn een uitzondering mogelijk voor de kustvaart waar de scheepsbemanning zelf het schip mag laden en lossen. Het nieuwe voorstel moet uiteraard nog naar het Europees Parlement. Ook de nieuwe tekst is omstreden. Zo hebben de Europese regeringsleiders het voorstel als onvoldoende betiteld in hun vergadering van begin december 2004. Ook vanuit de havensector is er veel kritiek, voornamelijk over de artikelen over zelfafhandeling, de vergunning voor een goederenbehandelaar en het compensatieregime voor de goederenbehandelaar die zijn concessie verliest. De Europese Commissie plant de publicatie van een richtlijn over staatssteun aan de havensector in het voorjaar van 2005.
HAVENBEVEILIGING
Eind 2002 werd — in nasleep van de gebeurtenissen in de Verenigde Staten op 11 september 2001 — de wereldwijde International Ship & Port Facility Security Code (ISPS) goedgekeurd. De Europese Unie heeft eveneens de richtlijn 725/2004 uitgevaardigd om de maritieme veiligheid te verzekeren. De veiligheidsnormen zijn sinds 1 juli 2004 wereldwijd van kracht. Ongeveer 90 procent van alle in- en uitvoer tussen Europa en andere landen transiteert via de zeehavens. De ISPS-code is van toepassing op het raakvlak tussen wal en schip. Hij geldt enkel voor schepen van meer 500 bruto tonnenmaat en in de internationale vaart. Ook voor passagiersschepen zijn de ISPS-normen van toepassing. In toepassing van de ISPS-code is door elke terminal in de Antwerpse haven een Port Facility Assessment gemaakt: een risicoanalyse die mogelijke kritische punten inventariseert. Op basis daarvan is vervolgens een plan uitgewerkt om de terminal optimaal te beveiligen. De situatie is ter plaatse onderzocht en het Federaal Comité voor de Beveiliging van de Havenfaciliteiten heeft op basis van die bevindingen en van de ingediende plannen veiligheidscertificaten toegekend. De Antwerpse terminals zijn opgenomen in de zogenaamde ‘white list’ van de International Maritime Orga-
LIBER ALISERING VAN DE HAVENDIENSTEN
Begin 2001 al lanceerde de Europese Commissie een ontwerp van richtlijn over de toegang tot de markt voor havendiensten, met de bedoeling het recht op vrij ondernemen voor havendiensten te waarborgen in toepassing van de basisverdragen van de Europese Unie. In november 2003 verwierp het Europees Parlement daarover met een nipte meerderheid het compromisvoorstel van de Europese Commissie en de Raad van Ministers. Commissaris Lloyola de Palacio heeft evenwel net voor haar aftreden nog een initiatief genomen voor een nieuwe richtlijn. Het voorstel dat de markttoegang voor havendiensten moet regelen, werd op 13 oktober 2004 door de Europese Commissie aangenomen. Het voorstel van richtlijn wil de goederenbehandeling, het slepen, het loodsen en de diensten van aan- en afmeren regelen. De ontwerptekst bepaalt dat het lossen/laden van schepen kan gebeuren met walpersoneel van de zelfafhandelaar als die inderdaad over een vergunning voor zelfafhandeling beschikt. Volgens het nieuwe voorstel 13
jaarverslag 2004
nisation (IMO). Die lijst vermeldt alle havenfaciliteiten die voldoen aan de ISPS-normen. Met die vermelding kunnen ze aan alle belanghebbenden waar ook ter wereld aantonen dat de veiligheidsmaatregelen voldoen aan de opgelegde ISPS-maatstaven. Dat kan ook met het ISPS-certificaat dat eind oktober 2004 in Antwerpen is uitgereikt aan de terminaluitbaters. Ook het Havenbedrijf heeft in 2004 de nodige investeringen uitgevoerd op het vlak van beveiliging. Om de veilige werking van de sluisexploitatie te bevorderen, zijn de plateaus van de Zandvliet-, Berendrecht-, Boudewijn- en Kallosluis omheind en volledig afgesloten voor buitenstaanders. Om het gebied te betreden moet men zich eerst aanmelden bij de verkeersleiding. De sluisplateaus zijn beveiligd met een hek van 2 meter hoog met bovenop 0,5 meter prikkeldraad. Er is voorzien in videobewaking van de centrale doorgangen en de persoonsdoorgangen en poorten zijn beveiligd. Het project heeft het Havenbedrijf 530.052 euro gekost. Er werd ook een inventaris opgemaakt van de gevoelige plaatsen in het havengebied (havengebouw, gebouwen technische diensten, bruggen, sleepbedrijf, bepaalde nutsbedrijven). Op die manier anticipeert het Havenbedrijf op de verwachte Europese richtlijn over havenveiligheid. Ook de Internationale Douaneraad en Internationale Arbeidsorganisatie werken aan maatregelen voor de beveiliging van de logistieke keten of van personen in het havengebied. Het Havenbedrijf bekijkt eveneens hoe de veiligheid van transportmodi als de binnenvaart en het spoor verbeterd kan worden. De private havengemeenschap stelde het voorbije jaar ‘Alfapass’ voor. De pas zal geleidelijk worden ingevoerd om toezicht te houden op de toegang van dokwerkers, terminalpersoneel, scheepsbevoorraders, scheepsherstellers, truckers en andere betrokkenen in de havenfaciliteiten. De Alfapass bevat ook biometrische gegevens over handpalm- en vingerafdruk van de kaarthouder. Een ander project is de bouw van een viertal douanescanners rond het Deurganckdok in het kader van het Container Security Initiative. De federale overheid trekt hiervoor zowat 40 miljoen euro uit. Voorts staat Megaports op stapel, een nieuw initiatief waarbij de Verenigde Staten apparaten zouden installeren op de containerterminals om radioactiviteit te meten.
5 De Zandvliet- en Berendrechtsluis zijn omheind om de veilige werking van de sluisexploitatie te bevorderen.
14
haven van antwerpen
15
hoofdstuk 2
Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen BESTUURSORGANEN
GEWESTELIJK HAVENCOMMISSARIS
RAAD VAN BESTUUR
Leo baron Delwaide schepen voor haven en diamant (voorzitter) Eddy Bruyninckx afgevaardigd bestuurder Marcel Bartholomeeussen SP.a-gemeenteraadslid Gustaaf Deckers deskundige sociaal-economische belangensfeer linker Scheldeoevergebied Karel De Gucht deskundige sociaal-economische belangensfeer linker Scheldeoevergebied Leona Detiège SP.a-gemeenteraadslid Filip Dewinter Vlaams Belang-gemeenteraadslid Alfons Geeraerts deskundige sociale verhoudingen haven Philip Heylen schepen voor cultuur, bibliotheken en monumenten Patrick Janssens burgemeester Dr. Patrick Meire deskundige natuurbehoud Erwin Pairon schepen voor leefmilieu, groenvoorziening, afvalbeleid, huisvesting, bevolking en ontwikkelingssamenwerking Chantal Pauwels schepen voor informatie, communicatie, samenlevingsopbouw, emancipatie en sport Jan Penris Vlaams Belang-gemeenteraadslid Robert Restiau deskundige uit de private Antwerpse havensector Ludo Van Campenhout schepen voor ruimtelijke ordening, stadsontwikkeling, openbare werken, economie en toerisme Marc Van Peel schepen voor bestuurlijke organisatie, decentralisatie en personeel Björn Verhoeven kabinetschef van de schepen voor haven en diamant
Antoon Colpaert
DIRECTIECOMITÉ
Eddy Bruyninckx algemeen directeur (voorzitter) Jan Adam financieel directeur Greet Bernaers directeur infrastructuur Ivo Koeklenberg hoofdingenieur-directeur Jan Verbist havenkapitein-commandant
W A A R N E M E N D S E C R E TA R I S
Christien Van Vaerenberg
TOEZICHT
Het toezicht op het financiële beheer werd opgedragen aan een college van drie commissarissen, door de gemeenteraad aangesteld: Deloitte & Touche Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door de heer Piet Demeester (bedrijfsrevisor), en gemeenteraadsleden Luk Lemmens en Hans Coveliers.
O RG A N ISAT I E
Voor personeelszaken is in 2004 een belangrijke stap gezet naar een betere loonadministratie door de implementatie van SAP HR. Het project startte in het voorjaar van 2004 en heeft eind december de loonberekeningen overgenomen van het oude systeem. Het project moet de procedures transparanter en sterker maken en de gebruikers er meer bij betrekken. Een ander project waaraan het voorbije jaar intensief is gewerkt, is de functieclassificatie. Externe consultants ondersteunden de functieclassificatie met het systematisch beschrijven en wegen van de functies om te komen 17
jaarverslag 2004
tot een functieclassificatiemodel. In 2005 volgen de competentieprofielen. Het gehele project moet een bijdrage vormen voor rekrutering, vorming, loopbaanevolutie en doorgroei. Ook het personeelsstatuut wordt herschreven tot een duidelijker en meer leesbaar geheel. Dat proces is nog niet afgerond. In 2004 zijn onder meer de hoofdstukken over verlof, mobiliteit, privacy en maaltijdcheques herwerkt. Het Havenbedrijf ontvangt als een van de eerste overheidsbedrijven sinds begin 2004 inkomende facturen van leveranciers elektronisch. Het Certipost-platform ontvangt en archiveert de documenten en stelt ze automatisch elektronisch ter beschikking. Met dit project investeerde het Havenbedrijf in een snel, efficiënt en klantvriendelijk financieel beheer. Met veilige verbindingen en versleutelde en digitaal ondertekende documenten is een digitale facturatiestroom op het getouw gezet. Op het vlak van beheerscontrole is het ABC costing model operationeel. Dat laat toe kosten en opbrengsten transparant toe te wijzen, om tegemoet te komen aan vragen van de hogere overheid en om aan te tonen dat toelagen inderdaad besteed zijn aan het vooropgestelde doel. De financiële dienst behandelt ook de financiële aspecten van de Pensioenfonds vzw. In 2004 zijn herschikkingen doorgevoerd aan het vermogensbeheer: de samenwerking met één vermogensbeheerder is beëindigd en er zijn twee nieuwe vermogensbeheerders aangesteld. Het afgelopen jaar gebeurden er in het Havenbedrijf 113 arbeidsongevallen op het werk, gepaard gaande met een tijdelijke arbeidsongeschiktheid van 2.250 dagen. In vergelijking met het referentiejaar 1999 betekende dat een daling met een derde. Het aantal dagen werkverlet als gevolg van de arbeidsongevallen nam in dezelfde periode nog sterker af met liefst 47 procent. Het aantal ongevallen op de weg van en naar het werk verdubbelde echter in vergelijking met 2003 van 10 naar 20. Ook het aantal daarmee gepaard gaande dagen werkverlet nam toe van 260 naar 335 dagen. Die toename is deels te verklaren door de uitgebreide wegwerkzaamheden in en rond Antwerpen. De globale positieve evolutie sinds 1999 is onder meer toe te schrijven aan projecten als de opleiding basisveiligheid. Ook de nieuwe publicatie ‘Welzijnskompas’ draagt bij tot veiligheids- en welzijnsbewust gedrag op de werkvloer.
HAVENK APITEINSDIENST
In 2004 liepen 15.371 zeeschepen en 104.609 binnenschepen de Antwerpse haven aan. Acht op de tien zeeschepen maakten gebruik van een sluis, goed voor in totaal 42.999 sluisbewegingen. In de Antwerpse haven werd toezicht gehouden op zowat 35.600 scheepsbewegingen van de zeevaart, waarvan 90 procent elektronisch is gemeld. Van de binnenschepen waren er 65.164 op weg naar de haven zelf, terwijl er 39.004 op doorvaart waren naar een andere bestemming. Het voorbije jaar legden 11 cruiseschepen aan aan de Antwerpse rede. Daarnaast brachten passagiers van 191 riviercruises een bezoek aan Antwerpen. De afdeling averijen van de havenkapiteinsdienst behandelde het voorbije jaar 638 schadegevallen. De dienst opende 273 dossiers voor schade aan het havenpatrimonium, waarvan 76 veroorzaakt door onbekenden. Voor het bevuilen van dokwater en/of kaaien werden 92 dossiers opgesteld, waarvan 40 veroorzaakt door onbekenden. Nog eens 89 schadegevallen zijn veroorzaakt door voorwerpen die in het dokwater dreven en 184 dossiers vergden plaatselijke vaststellingen van de dokmeester. Preventief is het afgelopen jaar meer dan 123 ton drijfvuil opgehaald. De afdeling gevaarlijke goederen ontving in 2004 bijna 10 procent meer aangiften dan een jaar eerder. In totaal ging het om 237.992 aangiften.
CONCESSIEBELEID
Linkeroever Voor concessies en concessiebeleid was 2004 een belangrijk jaar. De Raad van Bestuur van het Havenbedrijf kende bij het begin van het jaar na intensieve onderhandelingen de concessies aan het Deurganckdok definitief toe. Het betreft de grootste concessies die in de haven van Antwerpen ooit zijn toegekend voor overslagactiviteiten. PSA Hesse-Noord Natie beschikt over de westelijke zijde van het dok. In totaal beslaat de terminal 200,5 hectare, maar de feitelijke bruikbare oppervlakte is momenteel nog beperkt ter hoogte van de Verkortingsdijk. P&O Ports heeft met Antwerp Gateway de beschikking over een terminal van 125 hectare aan de oostelijke zijde van het Deurganckdok. Ook aan het Verrebroekdok en Doeldok werden belangrijke concessies toegekend, met name uitbreiding voor Antwerp Euroterminal nv (Verrebroekdok), Tabaknatie nv (Verrebroekdok) en Rubis (Doeldok).
18
gemeentelijk havenbedrijf antwerpen
5 Het eerste schip wordt in juli 2005 verwacht in het Deurganckdok.
Rechteroever Op de rechteroever liepen in 2004 vier projecten. De zuidelijke zijde van het Delwaidedok wordt heringericht. MSC Home Terminal nv voert daar een volledige renovatie uit. In het oudere havengedeelte is de verdere herstructurering van de vroegere ‘houtzone’ voortgezet met het verlenen van nieuwe concessies voor grotere eenheden aan Nova Natie Logistics en C. Steinweg. Het Havenbedrijf heeft in 2004 ongeveer 30 hectare grond aan de Luithagen gekocht van Case New Holland en zal in 2005 en 2006 overgaan tot de ontwikkeling hiervan. In het kader van de samenwerkingsovereenkomst met Vleemo nv voor de uitbouw van een windmolenpark, is het voorbije jaar de concessie voor de eerste twee windmolens verleend.
BOUW DEURGANCKDOK
Op de linker Scheldeoever is de bouw van het nieuwe containergetijdendok in 2004 gestaag gevorderd. De kaaimuren voor het Deurganckdok waren eind december voltooid. De kaaimuurkoppen ontbreken nog slechts over een lengte van 400 meter aan de westelijke muur en over een lengte van 340 meter aan de oostelijke kaaimuur. De aanvulling achter de kaaimuur en het aanbrengen van de fenders is eveneens nagenoeg afgerond. Nadat het eerste deel van het Deurganckdok tussen de Scheldedijk en de eerste waterkerende dwarsdijk was uitgebaggerd, werd eind augustus 2004 de tweede fase van de baggerwerken opgestart. Een tweede waterkerende dwarsdijk is aangebracht en de eerste dijk doorbroken om het baggerschip toegang te geven tot het tweede deel van het toekomstige dok. De werken worden uitgevoerd in het kader van het baggercontract van de Afdeling Maritieme Toegang van het Vlaams Gewest (departement Leefmilieu en Infrastructuur). PSA Hesse-Noord Natie en P&O Ports namen de concessieterreinen al gedeeltelijk in gebruik. In 2004 nam PSA HNN al zowat 38 hectare terreinen in concessie en in augustus is gestart met de bouw van de superstructuur. Voor het gebouw Marine Operations, het administratieve gebouw en de satellietgarage zijn de funderingen gelegd. De aanleg van een kraanspoorbalk achter de kaaimuur is
Besprekingen met KVBG Het Havenbedrijf en het Koninklijk Verbond van Behandelaars van de Goederenstromen (KVBG) hebben in de loop van 2004 besprekingen opgestart over een aanpassing van een aantal basisprincipes van het concessiebeleid. Het gaat meer specifiek om de duurtijd van concessies, de mogelijkheden tot verlenging, de evolutie van de tarieven, de efficiënte en effectieve benutting van terreinen en de vraag of en hoe er bij tussentijdse overdracht van concessies moet opgetreden worden. De besprekingen worden voortgezet in 2005. 19
jaarverslag 2004
opgestart. P&O Ports nam het voorbije jaar al ongeveer 57 hectare in concessie. Sinds juli wordt gewerkt aan de inrichting van de terminal met de aanleg van riolering en van een 1.300-tal meter kraanspoorbalk achter de kaaimuur. Het noordelijk deel van het terrein is verhard en een gate-in tunnel onder de noordelijke kant van de Kalis-spoorbundel is in aanbouw. Op de Kalis-bundels zijn ook al kraanbalken aangelegd voor de transtainer waarmee containers van en op de trein worden gezet.
4 De eerste twee windmolens werden in 2004 geplaatst ten noorden van de Zandvlietsluis. 6 Het Delwaidedok wordt gerenoveerd: MSC wil er postpanamax schepen behandelen. 66 De Neus is als zelfvarende evenwichtskraan een wereldprimeur.
REN OVAT I E D ELWA I D EDO K
In de marge van de onderhandelingen over de concessiegronden aan het Deurganckdok werd aan rederij MSC een exploitatievergunning toegekend aan de zuidkant van het Delwaidedok. MSC plant daar de MSC Home Terminal waar ook post-panamax schepen zullen behandeld worden. Het Havenbedrijf heeft daarom studies laten uitvoeren om de nodige aanpassingswerken aan de kaaimuur te bepalen en om de vereiste bodembescherming te dimensioneren. De renovatiewerken omvatten het over een lengte van zowat 2 kilometer vervangen van de dekstenen door een nieuwe gewapende betonkop. Voorts wordt aan de kaaimuur een 400-tal strengenankers geplaatst met elk een capaciteit van 200 ton. Om de twintig meter worden de huidige meerpalen met een trekkracht van 100 ton vervangen, door telkens twee nieuwe bolders met elk een capaciteit van 200 ton. Een lokale uitbouw, de zogenaamde ‘Linkspan’, moet verdwijnen om de kaaimuren door te trekken. De opdracht, inclusief het leveren en plaatsen van de bodembescherming, is toegewezen aan de firma Herbosch–Kiere uit Kallo voor een bedrag van ongeveer 10,7 miljoen euro. De werken zijn gestart op 22 maart 2004 en worden in zes fasen uitgevoerd tot midden 2006. Eind 2004 was al zowat 1 kilometer kaaimuur gerenoveerd. Het slopen van de Linkspan en de bouw van een nieuwe kaaimuur ter hoogte van deze Linkspan vormen een apart project dat begin mei 2005 start en eind oktober 2005 afgerond moet zijn. Begin 2005 past het Havenbedrijf bovendien het elektriciteitsnet aan om de werking van de containerkranen aan het Delwaidedok mogelijk te maken.
UITBOUW WINDMOLENPARK
De uitbouw van het windmolenpark in de Antwerpse haven werd in 2004 voortgezet. Het voorbije jaar werden 20
gemeentelijk havenbedrijf antwerpen
de eerste twee windmolens geplaatst ten noorden van de Zandvlietsluis. Het Havenbedrijf heeft met Vleemo nv een overeenkomst gesloten voor een windmolenpark met minstens 38 windmolens. Bij volledige uitvoering vraagt het project een investering van 100 miljoen euro. De eerste twee windmolens van elk 2 MW leveren sinds september 2004 groene stroom voor het distributienet. Voor de volgende 8 windmolens is het vergunningstraject het voorbije jaar opgestart. Het project wil binnen het havengebied een vermogen van zowat 90 MW genereren op een maatschappelijk verantwoorde manier. Het windmolenproject in de Antwerpse haven zal genoeg elektriciteit leveren om in het verbruik van zowat 74.000 gezinnen te voorzien. Het verdrievoudigt het opgesteld windvermogen in Vlaanderen en ondersteunt in belangrijke mate de doelstelling van de Vlaamse en Belgische overheden op het gebied van hernieuwbare energie.
pelijke, ruimtelijke, ecologische en economische criteria de mechanische ontwatering aan als de betere oplossing voor de Antwerpse haven. In dit kader besloot het Havenbedrijf een studie te laten maken voor de bouw van een mechanische ontwateringsinstallatie voor onderhoudsbaggerspecie: AMORAS (Antwerpse Mechanische Ontwatering en Recyclage en Applicatie van Slib). Het project verloopt volgens schema. Het voorontwerp van de installatie is afgerond en de opmaak van het basisontwerp en het dossier van de prijsvraag zijn opgestart. De verwerkingsinstallatie is gepland op het zogenaamde Bietenveld, ten zuiden van de Zandwinningsput en Indaver op de rechter Scheldeoever. De installatie zou eind 2008 operationeel kunnen zijn, haar kostprijs wordt geraamd op 65 miljoen euro. AMORAS wordt ontwikkeld in overleg met het Vlaamse Gewest.
MOBIELE KRAAN MOB65 ZELF VARENDE EVENWICHTSBAGGERKR A AN
Op 31 maart 2004 werd de zelfvarende evenwichtsbaggerkraan De Neus plechtig ingehuldigd. De nieuwe kraan, het pronkstuk van het baggerbedrijf, is gebouwd door Scheepswerf De Donge uit Vlissingen voor een totaalprijs van zowat 6,7 miljoen euro. De baggerkraan zelf werd gebouwd in het Franse Perpignan. De firma Seram bouwt het merendeel van alle evenwichtskranen ter wereld, maar had voordien nog nooit een kraan van dergelijke afmetingen gebouwd. De kraan werd in februari 2004 overgevaren naar Antwerpen waar ze, na baggerproeven in de haven, werd overgedragen aan het Havenbedrijf. De combinatie van een evenwichtskraan op een zelfvarend ponton voor onderhoudsbaggerwerken is een wereldprimeur. De baggerkraan kreeg traditiegetrouw een naam die verwijst naar de Antwerpse folklore. Omwille van de typische vorm van de kraan en de uitgesproken positie van de kraangiek in baggerpositie werd dat ‘De Neus’.
Het Havenbedrijf kocht in 2004 een achtste mobiele kraan aan van hetzelfde type als de meest gebruikte mobiele havenkraan: de MOB65 met een hijsvermogen van 63 ton. Het aantal ‘mobiele’ kraantaken loopt jaar na jaar op en steeg in 2004 tot 1.645. Daarnaast heeft het Havenbedrijf zowat 25 walkranen in gebruik. Zij voerden het voorbije jaar eveneens zowat 1.700 taken uit. Het Havenbedrijf kon zijn werkterrein voor kraantaken met mobiele en walkranen het afgelopen jaar zowel naar het noorden (kaai 522) als naar het zuiden (kaai 172-182) uitbreiden met nieuwe contracten.
ANDERE PROJECTEN
Aan de westkant van het Albertdok wordt de wegeninfrastructuur herbekeken in het kader van het herindelen van de beschikbare terreinen. De Ouland wordt de hoofdontsluiting van het gebied. De kasseien zijn vervangen door asfalt en de weg is van twee op drie rijvakken gebracht. Voorts zijn een aantal dienstgebouwen gesloopt om ruimte te maken voor een mogelijk nieuw omloopspoor van de NMBS. De werken zijn voor bijna 1,4 miljoen euro gegund aan nv Aannemingen Van Wellen. De werken zijn op 4 oktober 2004 gestart en zouden in het voorjaar van 2005 afgerond zijn. Aan de Scheldelaan en de Noorderlaan zijn de nodige herstellingswerken gebeurd om de veiligheid te garanderen. De werken zijn tussen 19 april en 15 oktober 2004 uitgevoerd door de nv Stadsbader. In het noorde-
AMORAS
In het kader van de ontwikkeling van een duurzame oplossing voor het bergingsprobleem van baggerspecie zijn in het verleden met succes pilootproeven uitgevoerd. Een vergelijkende studie van verwerking en berging van onderhoudsbaggerspecie wijst op basis van maatschap21
jaarverslag 2004
lijke havengebied is het kruispunt van de Scheldelaan met de Oudedijkweg vernieuwd en aangepast zodat het geschikt is voor de extra grote vrachtwagens van 4 TEUtransporten. De nv Broekhoven heeft de heraanleg uitgevoerd tussen 2 februari en 14 april voor een bedrag van 178.806,76 euro. Voorts zijn de Belle- en Ordamstraat vernieuwd tussen augustus en december 2004. Dat is door nv Stadsbader gebeurd voor 383.208,56 euro. Voor de renovatie van de Nassaubrug, een beschermd monument, kon het Havenbedrijf rekenen op subsidie van de stad Antwerpen, de provincie en het Vlaams Gewest. De werken startten begin mei 2003, de verwachte einddatum is verschoven naar eind april 2005. De renovatie omvat het wegnemen van de bestaande brug en de vervanging door een replica, het vernieuwen en herstellen van het steenwerk en het vernieuwen van de mechanische onderdelen en de elektromechanische uitrusting. Een tijdelijke oeververbinding garandeert de bereikbaarheid van de Sint-Laureiskaai voor fietsers en voetgangers. De THV Baeck & Jansen/Demako kreeg de opdracht voor een bedrag van meer dan 1,9 miljoen euro. Een ander bijzonder project is de renovatie van de kerktoren van Wilmarsdonk, een beschermd monument temidden van bedrijfsterreinen. De toren is in oktober en november 2004 volledig vrijgemaakt, gezuiverd en afgedicht. Het dak is hersteld en de toren is behandeld tegen waterinsijpeling. Het project heeft 7.870 euro gekost. Extra aandacht is in 2004 ook gegaan naar de fietspaden in het havengebied. Met een aantal kleinere ingrepen zijn de veiligheid verbeterd, de signalisatie aangepast en de oversteekplaatsen beter aangegeven.
gewerkt met partiële resultaten uit de benchmarkingstudie die niet ter discussie staan. Op basis van die beoordeling, opgemaakt in de zomer van 2004, heeft de CREG het Havenbedrijf een besparing van 3,7 procent opgelegd. Die besparing is verwerkt in een aangepast tariefvoorstel 2005 en dat is goedgekeurd voor heel 2005. Het Havenbedrijf is daardoor een van de weinige netbeheerders die erin geslaagd zijn twee jaar op rij de tarieven meteen voor het hele kalenderjaar te laten goedkeuren. Een minder bekende maar aan belang winnende taak is het bevorderen van rationeel energiegebruik (REG). Jaarlijks moet een netbeheerder bij zijn aangesloten klanten een besparing van 1 procent primaire energie realiseren. De kosten voor administratie en subsidies aan klanten mogen verrekend worden in de distributietarieven. Wanneer de besparing niet gehaald wordt, legt de Vlaamse overheid een boete op die hoog kan oplopen en die niet mag worden verrekend in de tarieven. Het Havenbedrijf heeft het afgelopen jaar een besparing van 35 GWh gerealiseerd, ruim tien keer de doelstelling. Daarvoor was een uitgave van ruim 200.000 euro noodzakelijk.
DE HAVEN IN DE WERELD
Het Havenbedrijf nam het voorbije jaar deel aan economische missies naar Libië, naar de Verenigde Arabische Emiraten en Oman en naar Congo. Ook aan de succesvolle Prinselijke missie naar China in november nam het Havenbedrijf deel. Het werd een Belgische delegatie van een 450-tal personen, aangevoerd door het Belgische prinsenpaar, Prins Filip en Prinses Mathilde. Nog in november werd in samenwerking met Export Vlaanderen en Alfaport Antwerpen een kleine missie ondernomen naar Canada en meer bepaald Montréal, waarna meteen werd doorgereisd naar New York, waar het Havenbedrijf, tezamen met de haven van New York/New Jersey, een friendship award mocht ontvangen van de Belgian-American Chamber of Commerce. Voorts was het Havenbedrijf aanwezig op beurzen in alle continenten: het Logistics Forum in Duisburg, SITL in Parijs, roro in Göteborg, de beurs Intermodal South America in São Paulo, het wereldcongres van FIATA in het Zuid-Afrikaanse Sun City, het Transport & Logistiekforum in Venlo, de beurs Translybia en de Breakbulk-conferentie in New Orleans. Het Havenbedrijf nam ook het initiatief om een aantal nieuwe markten en beurzen te verkennen, met onder andere in maart de transport- en logistiekbeurs Transrussia en met deelname aan de eerste beurs Transport Logistic China in Shanghai. In samen-
HAVENBEDRIJF ALS DISTRIBUTIENETBEHEERDER
Voor de elektriciteitssector in Vlaanderen — en dus ook voor het Havenbedrijf als netbeheerder — stonden er in 2004 geen ingrijpende veranderingen op het programma: de vrijmaking van de markt is afgerond. Meteen kregen de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) en de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) tijd om naast de basisregels een aantal extra’s uit te werken, die de marktwerking moeten optimaliseren. Het belangrijkste element daarbij is de benchmarking-studie, die de CREG liet uitvoeren over de netbeheerders. Afhankelijk van de weerhouden opties eindigde het Havenbedrijf met uiteenlopende resultaten. Het is duidelijk dat er een verfijning van de studie aan de orde is. Bij de beoordeling van het tariefdossier 2005 is wel 22
gemeentelijk havenbedrijf antwerpen
werking met Alfaport Antwerpen werden bovendien opnieuw havendagen georganiseerd in Basel, Duisburg en Wenen. Op 21 oktober 2004 bracht ZKH Albert II een bezoek aan de bouwwerf van het Deurganckdok op de linker Scheldeoever. ZM de Koning nam deel aan een werkvergadering met vertegenwoordigers van het Havenbedrijf, ministers Dirk Van Mechelen en Kris Peeters, de gouverneurs van Oost-Vlaanderen en Antwerpen, de burgemeesters van Beveren en Antwerpen, de gedelegeerd bestuurder van de Maatschappij voor Land- en Industrialisatiebeleid en vertegenwoordigers van het Vlaams Gewest, van terminaloperatoren PSA Hesse-Noord Natie en P&O Ports en van de aannemers. Na afloop van de vergadering bracht ZM de Koning een bezoek aan de werf van het nieuwe containergetijdendok. Nog in oktober mocht het Havenbedrijf de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Kris Peeters, ontvangen en eind december was de Vlaamse minister-president Yves Leterme te gast in Antwerpen. Beide excellenties brachten eerst een bezoek aan de Antwerpse haven en overlegden daarna met vertegenwoordigers van het Havenbedrijf, met de belangrijkste internationale spelers in de haven en met een delegatie van de havengemeenschap en de vakbonden. Antwerpen was voorts tussen 21 tot 24 juli 2004 gaststad voor de start van de befaamde Tall Ships’ Race. Die bracht ‘de kathedralen van de zee’ al voor de derde keer naar de Scheldestad. Het Havenbedrijf, de stad Antwerpen en de provincie Antwerpen sponsoren de zeilrace in 2004, 2005 en 2006. Dat laatste jaar vindt de vijftigste Tall Ships’ Race plaats met aankomst in Antwerpen.
6 ZKH Albert II bracht op 21 oktober 2004 een bezoek aan de bouwwerf van het Deurganckdok in aanwezigheid van de ministers Dirk Van Mechelen en Kris Peeters. 66 Vlaams minister-president Yves Leterme was eveneens te gast in Antwerpen.
ONDERSTEUNING VAN ZUST ERH AV EN M ATA D I
Op 11 februari 2004 bracht Joseph Kabila, president van de Democratische Republiek Congo, een bezoek aan de haven van Antwerpen. De Congolese president ontmoette aan de Noordzeeterminal vertegenwoordigers van het Havenbedrijf, Alfaport Antwerpen, het Antwerpse stadsbestuur, terminaluitbater Hesse-Noord Natie, beroepsverenigingen en het bedrijfsleven. Het bezoek van Joseph Kabila hield onder meer verband met de samenwerkingsovereenkomst die het Havenbedrijf in november 2003 heeft gesloten met het Office National des Transports (Onatra). Het Havenbedrijf heeft zich daarbij geëngageerd om de Congolese overheid bij te staan in het herstel en de reorganisatie van haar havens. 23
jaarverslag 2004
AMARIS
Een team van het Havenbedrijf verbleef in februari en maart 2004 in Matadi, de belangrijkste haven van Congo. Op basis van de bevindingen van de teamleden werd in oktober een auditrapport voorgesteld met een beschrijving van de huidige situatie en een aantal doelstellingen op korte en lange termijn. De federale minister van Ontwikkelingssamenwerking, Armand De Decker, trok naar aanleiding daarvan 500.000 euro uit om al een aantal dringende werken in de loop van 2005 te kunnen uitvoeren. De haven van Matadi behandelt jaarlijks zowat 1,3 miljoen ton en zou kunnen groeien tot 5 miljoen ton. Volgens een raming van het Havenbedrijf vergt het volledig opnieuw uitrusten van de Congolese haven 90 miljoen euro. Daarover zijn gesprekken opgestart met de Wereldbank. Het Havenbedrijf ondersteunt het samenwerkingsproject door mensen vanuit Antwerpen af te vaardigen naar Congo en door jaarlijks 5 beurzen toe te kennen aan Congolezen om in Antwerpen een APECopleiding te volgen.
Amaris heeft ook in 2004 de gebruikers van het Havenbedrijf ondersteund met helpdesk, interventies, toepassingsbeheer, systeembeheer en softwareontwikkeling. Op het terrein van de Bedrijfsinformatie zijn toepassingen opgezet met Certipost, een joint venture van De Post en Belgacom, voor distributie van loonbrieven, facturatie, regeling van bedrijfsvoorheffing en aangetekende verzendingen. De afdeling Financiën kon in een testfase aan de slag met het nieuwe Debiteurenpakket en het HRM-domein ging van start met de toepassing voor personeelsbeheer SAP HR. Naast de payroll omvat SAP HR ook modules voor organisatiebeheer, personeelsadministratie, evenementenbeheer (opleidingen) en tijdsbeheer (input verlof en ziekte). In 2004 heeft APICS voorts het oude COAX-netwerk definitief geruild voor de glasvezel ONAP. Op het domein van de scheepvaart vallen een aantal samenwerkingsverbanden op. Het Centraal Broker Systeem, een project voor de gegevensuitwisseling tussen maritieme actoren in de Scheldemonding, zit in een testfase. Het Port Community Services Portal-project ging van start in juli. Het loopt over drie jaar, is gesubsidieerd door de Vlaamse Regering en heeft een stuurgroep met vertegenwoordigers van de havengemeenschappen, van de andere Vlaamse zeehavens en van de Administratie Waterwegen en Zeewezen. Daarnaast werden in APICS aanpassingen uitgevoerd, zodat de Havenkapiteindienst de nodige data kan invoeren voor de ISPS-veiligheidsrichtlijnen die op 1 juli 2004 zijn ingegaan. Het Afvalverwerkingssysteem is ingevoerd op 1 januari 2004. Na een periode van 5 maanden volgde een evaluatie en is het systeem uitgebreid met procedures voor registratie van verbrandingsinstallaties en het varen op Marine Diesel Oil. Met de afdeling Strategie en Ontwikkeling werd software ontwikkeld die de invloed van baggerdiepte, diepgang, snelheid en kielspeling op de tijvensters voor zeeschepen berekent.
SAMENWERKINGSVERBANDEN ANTWERP/FLANDERS PORT TRAINING CENTER
De standaardseminaries van APEC-Antwerp/Flanders Port Training Center vzw zijn uitgegroeid tot 10 sessies met een duurtijd van twee weken. In samenwerking met de NMBS werd een nieuw thema uitgewerkt over de aspecten van het spoorvervoer in relatie met de haven. APEC mocht in maart 2004 het erkenningscertificaat van de State Administration of Foreign Experts Affairs of China (SAFEA) ontvangen tijdens de ‘2004 Conference on International Exchange of Professionals’ in het Chinese Nanjing. SAFEA, het hoogste staatsorgaan onder de State Council van de centrale Chinese regering, is bevoegd voor het erkennen van buitenlandse trainingsinstellingen en voor de administratie over buitenlandse experten en training in het buitenland. Sinds 1980 heeft APEC al meer dan 1.500 Chinese kaderleden uit de maritieme sector opgeleid. Zij bekleden nu vaak een hoge functie en vormen een steunpilaar in de verdere ontwikkeling van de Chinese maritieme sector. APEC geniet daardoor een zeer goede reputatie in China. De erkenning door SAFEA bevestigt de rol van APEC als gekwalificeerd opleidingscentrum voor de training van Chinese delegaties.
24
hoofdstuk 3
Investeren in een duurzame toekomst DE HAVEN EN HA AR MARITIEME TOEGANKELIJKHEID
In maart 2002 ondertekenden Vlaanderen en Nederland in Vlissingen een tweede Memorandum van Overeenstemming dat de uitwerking van een ontwikkelingsschets voor het Schelde-estuarium tot 2010 centraal stelt. Daarvoor was in een studieperiode van twee jaar voorzien, gevolgd door een periode van negen maanden om tot concrete politieke afspraken te komen. De resultaten van de studies over de Scheldeverruiming zijn verwerkt in een Ontwikkelingsschets 2010. Dat rapport werd op 13 oktober 2004 voorgesteld in Vlissingen. De Ontwikkelingsschets behandelt drie thema’s: veiligheid, toegankelijkheid en natuurlijkheid. – Op het vlak van toegankelijkheid gaat de Ontwikkelingsschets uit van een ongefaseerde verruiming van de vaargeul, zodat een getijdenonafhankelijke vaart mogelijk wordt voor schepen met een diepgang tot 13,10 meter. Om dat te verwezenlijken dienen elf drempels met 1,2 meter verdiept te worden. Dat gebeurt volgens het rapport zonder over het geheel beschouwd schade toe te brengen aan de te beschermen natuurwaarden. – Het rapport vult natuurlijkheid voornamelijk in als ‘ruimte voor de rivier’ en het creëren van een ‘meer robuuste natuur in het Schelde-estuarium’. De Ontwikkelingsschets stelt een basispakket maatregelen voor, waaraan voor Vlaanderen en Nederland projecten zullen worden toegevoegd. – De studie concludeert dat de veiligheid tegen overstromen gegarandeerd is met een lokale verhoging van de waterkeringen en de aanleg van gecontroleerde overstromingsgebieden. Mits een andere stortstrategie wordt gehanteerd, zijn volgens het rapport de negatieve effecten van verdiepen gering. – De baten van een verdieping van de Westerschelde liggen bovendien zeker niet uitsluitend in Vlaanderen, geeft onderzoek aan: ze komen voor twee derde in Vlaanderen terecht en voor één derde in Nederland. Voor Vlaanderen bedragen de voorspelde baten tussen 0,6 en 1,2 miljard euro. Voor Nederland liggen de baten tussen 0,4 en 0,7 miljard euro. Vanuit een Europees perspectief is de verruiming van de Schelde maatschappelijk rendabel en zijn de milieu- en andere externe effecten in de meeste scenario’s te verwaarlozen. De Ontwikkelingsschets werd het voorbije jaar aan een openbaar onderzoek onderworpen. Op basis van
die inspraak zijn in bepaalde gevallen de besluiten aangepast. De Antwerpse Havengemeenschap heeft in het najaar van 2004 constructief meegewerkt aan het Advies dat door het Overleg Adviserende Partijen werd opgesteld en aan de hoorzittingen en de debatten in de Verenigde Commissie Openbare Werken en Leefmilieu over de Ontwikkelingsschets Schelde-estuarium 2010. De Antwerpse havengemeenschap dringt aan op de absolute noodzaak van de aanvang van de verruiming in 2007, op het verkrijgen van rechtszekerheid om via bindende afspraken tot een uitvoerbaar tijdspad te komen en op het vermijden van koppelingen tussen de besluiten die de uitvoering bijkomend zouden belasten. In de besluiten van de Ontwikkelingsschets 2010, zoals vastgelegd in de afspraken tussen de Vlaamse en de Nederlandse bewindslieden en in het unanieme advies van het Overleg Adviserende Partijen, zijn genoeg elementen opgenomen die deze aandachtspunten onderschrijven. Op 17 december 2004 heeft de Vlaamse Regering haar goedkeuring verleend aan de verdere uitvoering van de Ontwikkelingsschets 2010. De goedkeuring van het Nederlandse Parlement wordt begin 2005 verwacht. Zodra beide parlementen hun goedkeuring hebben gegeven, moeten concrete afspraken over timing en financiering worden vastgelegd in een nieuw Memorandum.
DE HAVEN EN HA AR ACHTERLANDVERBINDINGEN BINNENVAART
De binnenvaart brak in 2004 opnieuw records. In totaal vervoerden 65.164 binnenschepen 81,9 miljoen ton goederen: 6,95 procent meer dan vorig jaar. De gemiddelde grootte van de binnenschepen stijgt met 3 procent. In aantal binnenschepen en vervoerd volume gaan de binnenschepen onder Nederlandse vlag nog steeds de schepen onder Belgische, Duitse, Franse en Zwitserse vlag vooraf. De verhouding tussen aanvoer en afvoer ligt op 44 versus 56 procent. Goederencategorieën die het meest gebruik maken van de binnenvaart zijn aardolie en distillatieproducten (31 procent), containers (23 procent) en chemische producten (13 procent). Grootste groeisectoren zijn het vervoer van landbouwproducten (plus 25 procent), vaste 27
jaarverslag 2004
brandstoffen (plus 13 procent), containers (plus 12 procent), voedingsproducten en veevoeder (plus 12 procent) en ertsen en metaalresiduen (plus 11 procent). Deze cijfers bevestigen het groeiende belang van de binnenvaart in de aan- en afvoer van goederen van en naar het achterland. Het potentieel van de binnenvaart wordt hoe langer hoe belangrijker om de haven bereikbaar te houden. Om dit potentieel te verzilveren, ook met het oog op de werken aan de Antwerpse Ring in 2004 en 2005, nam het Havenbedrijf in samenspraak met de binnenvaartsector en de private sector het voorbije jaar een aantal maatregelen. Het mobiliteitsfonds is na de positieve evaluatie van de proefperiode in 2003 voortgezet in 2004. Dit fonds spreidt de overslag over dag- en nachtshifts om de bestaande infrastructuur beter te benutten. Het supplement van de kost van de nachtarbeid wordt voor een derde door de private sector gedragen, voor een derde door het Vlaams Gewest en voor een derde door het Havenbedrijf. De Europese Commissie verleende begin 2004 haar goedkeuring aan dit project. De spreiding van overslag kon het tekort aan behandelingscapaciteit tijdens de zomermaanden echter niet volledig oplossen. Concrete afspraken met de goederenbehandelaars en de binnenvaartoperatoren leidden na de zomer wel tot een significante verbetering van de situatie. De opleidingen voor straddle carrier-chauffeurs zijn versneld, vaste tijdsvensters voor bepaalde lichters werden ingesteld, de eerste strategische doelstellingen van het barge traffic-systeem vastgelegd en een pilootproject opgestart om kleine ladingsvolumes te consolideren.
SPOORTRANSPORT
IJzeren Rijn Het langlopende geschil tussen België en Nederland over het opnieuw gebruiken van de IJzeren Rijn mondde in 2003 uit in een overeenkomst tussen de twee landen om de kwestie voor te leggen aan het Internationaal Arbitragetribunaal in Den Haag. Het tribunaal moet zich buigen over de modaliteiten waaronder België deze spoorlijn over Nederlands grondgebied terug in gebruik zal mogen stellen. De enorme groei van het containerverkeer bracht de spoorverbinding weer onder de aandacht van het bedrijfsleven, maar de Nederlandse overheid stelde zware milieueisen aan een reactivering. Zo vraagt Nederland de bouw van een tunnel en een spooroverkapping op Nederlands grondgebied, goed voor een geschatte kostprijs van 0,5 miljard euro. Die eisen worden door België op verdragrechtelijke gronden betwist.
55 De binnenvaart heeft een recordjaar achter de rug. 5 Voor het spoorvervoer worden heel wat projecten uitgewerkt.
28
investeren in een duurzame toekomst
Hoewel het Arbitragetribunaal al zeer ver met zijn activiteiten gevorderd was, blokkeerde de Nederlandse Tweede Kamer op het allerlaatste moment de ratificatie van het akkoord met België. De geplande bekendmaking van de conclusies van het Arbitragetribunaal in de herfst van 2004 werd hierdoor uitgesteld. De IJzeren Rijn is een historische spoorverbinding tussen Antwerpen en het Duitse Ruhrgebied waarvan de aanleg is vastgelegd in het Scheidingsverdrag uit 1838. Het is niet enkel de kortste verbinding tussen de haven en het Duitse industriële hart, het vlakke lengteprofiel maakt bovendien de inzet van zeer zware treinen mogelijk. Twee onafhankelijke milieueffectenrapporteringen kwamen al tot de conclusie dat het historische tracé zowel economisch als ecologisch de beste oplossing biedt. Ook de Europese Commissie heeft zich in een advies al ten gunste van een snelle reactivering van de IJzeren Rijn uitgesproken.
binding tussen het vormingsstation Antwerpen-Noord en Lier via Ekeren, Schoten, Wijnegem, Wommelgem en Ranst. De vele ecologische en technische randvoorwaarden doen het kostenplaatje van dit project echter oplopen tot meer dan 1 miljard euro en hebben geleid tot de voorlopige opschorting van het plan. Doelstelling is nu het voortraject van studiewerk en vergunningsaanvragen afgerond te hebben als de Liefkenshoekspoortunnel in gebruik wordt genomen.
WEGVERVOER
2004 was een cruciaal jaar voor het wegvervoer in en rond de haven wegens de heraanleg van de Antwerpse Ring. Tussen juni en oktober werd de eerste fase daarvan uitgevoerd en werden de rijstroken richting Nederland vernieuwd. De werkzaamheden omvatten de vervanging van de asfaltbedekking en funderingen door een wegdek in doorlopend gewapend beton. Voorts werden de afwatering en rioleringen hersteld en waar nodig vernieuwd, net als de veiligheidsuitrusting en de signalisatie. Meteen werden ook alle bruggen op en over de Ring gecontroleerd en hersteld. Het project mikt op een levensduur van veertig jaar zonder fundamenteel onderhoud. De werkzaamheden vonden plaats over een afstand van meer dan 14 kilometer tussen de Kennedytunnel en het viaduct van Merksem. Tijdens de zomermaanden werd eveneens het wegdek van de Kennedytunnel richting Nederland aangepakt. Door de werken was de capaciteit van de Ring gehalveerd. Om de verkeersstromen in goede banen te leiden werden alle op- en afritten afgesloten, met uitzondering van de verbindingslussen met de autosnelwegen. De vrees bestond dat de werken de bereikbaarheid van de haven in het gedrang zouden brengen. In samenwerking met de plaatselijke overheden en de privé-sector heeft de Vlaamse overheid een omvangrijk ‘minderhinder-programma’ uitgewerkt. Er werden tijdelijke bruggen gebouwd op de belangrijkste kruispunten van de Binnensingel, het openbaar vervoer kreeg een extra impuls, busstroken en carpoolparkings zijn aangelegd. Ook het bedrijfsleven heeft maatregelen uitgewerkt om de stroom van goederen en werknemers tijdens de werken op gang te houden. Zo werd onder andere geëxperimenteerd met verruimde openingsuren van magazijnen, nachtelijk transport of multimodaal vervoer. In dit kader heeft het Havenbedrijf samen met zestien binnenvaartoperatoren en een spooroperator uit België, Frankrijk, Nederland en Duitsland succesvol een subsidieaanvraag ingediend bij de Europese Commissie.
Liefkenshoekspoortunnel en tweede spoorontsluiting Het investeringsprogramma 2001–2012 van de NMBS bevat voor de haven van Antwerpen twee essentiële projecten: de Liefkenshoekspoortunnel en de tweede spoorontsluiting. Aanvankelijk zouden die twee projecten zowat gelijktijdig worden uitgevoerd, maar de moeilijke financiële situatie van de nationale spoorwegmaatschappij heeft dat onmogelijk gemaakt. De Liefkenshoekspoortunnel krijgt prioriteit. Via een systeem van prefinanciering door de Vlaamse overheid kan het project enkele jaren eerder worden uitgevoerd. De tunnel creëert een rechtstreekse en aanzienlijk snellere spoorverbinding tussen de haveninstallaties op de linker en de rechter Scheldeoever en is van belang voor de vlotte aan- en afvoer van containers aan het Deurganckdok. De tunnel ontlast bovendien de huidige Kennedyspoortunnel en laat door de minder steile toegangshellingen toe zwaardere treinen in te zetten. De tunnel zou rond 2011 afgewerkt zijn. Het project kost 600 miljoen euro. Voor de aanleg van de tunnel zijn de belangrijkste technische en bouwkundige studies afgerond. Het voorbije jaar is ook de procedure opgestart voor het opstellen van een Milieu Effecten Rapportering (MER). Voor de financiering van het project worden de mogelijkheden onderzocht van publiek-private samenwerking (PPS). Voor het Havenbedrijf is het daarbij van cruciaal belang dat een eventuele vergoeding voor het gebruik van de tunnel niet leidt tot concurrentieel nadeel voor het havengebied op de linker Scheldeoever. Ook de tweede spoorontsluiting blijft cruciaal voor de Antwerpse haven. Ze omvat een rechtstreekse spoorver29
jaarverslag 2004
De Europese Unie voorziet binnen het Marco Polo-programma in een subsidie van 1,72 miljoen euro voor het Antwerp Intermodal Network (AIN). Dat moet de capaciteit van het multimodaal vervoer op een afstand van minder dan 250 kilometer van de haven gevoelig uitbreiden. In het eerste jaar van zijn werking heeft het AIN een bijkomend transport per binnenschip en trein gerealiseerd van 130.000 TEU en daarmee de vooropgestelde doelstelling bereikt. In het kader van het AIN-project zijn ook twee websites gelanceerd met alle multimodale verbindingen voor de binnenvaart (www.containerafvaarten.be) en spoor (www.spoorcontainer.be). Daarnaast heeft het Havenbedrijf een website ontwikkeld voor het wegvervoer (www.antwerpportmobility.be) in samenwerking met Alfaport Antwerpen. Deze website bevat onder andere een routeplanner waarop de beste route van en naar een specifieke plaats in de haven kan opgezocht worden. Afhankelijk van het tijdstip tijdens de dag en de fase van de werken werd telkens de meest optimale verbinding getoond. Al deze maatregelen hebben ertoe bijgedragen dat de verkeersafwikkeling op de Antwerpse Ring relatief probleemloos verlopen is. In 2005 wordt de rijrichting naar Gent aangepakt. Het Havenbedrijf bekijkt samen met de Vlaamse overheid en de privé-sector welke bijkomende maatregelen nodig zijn om de tweede fase van de werken nog vlotter te laten verlopen.
geren als tijdelijk compensatiegebied voor de strand- en koloniebroeders. In een tweede fase zal de site dienstdoen als broedplaats voor onder meer de zwartkopmeeuw. De werken situeerden zich op het uiteinde van het Deurganckdok. Dredging International heeft ze in maart 2004 uitgevoerd voor een bedrag van 14.000 euro. De inrichting van de Vlakte van Zwijndrecht als broedplaats voor strand- en koloniebroeders kadert eveneens in het compensatieplan. Het project vangt het verlies aan strand- en plasvlaktes op door het verdwijnen van de Grote Vlakte bij de aanleg van het Deurganckdok. Het Vlaams Parlement heeft de noodzakelijke vergunningen hiervoor bekrachtigd. De werken werden in oktober 2004 uitgevoerd door Van Tilborgh bvba uit Kalmthout voor een bedrag van 20.000 euro. Weidevogelgebieden, kreken, plas en oevervegetatie In 2004 heeft het Havenbedrijf de nodige vergunningen ontvangen voor de realisatie van de Zoetwaterkreek ten oosten van Kieldrecht en het Drijdijckgebied. De terreinen zijn afgeplagd door de firma Van den Berghe uit Verrebroek. De eigenlijke inrichting is gepland vanaf het voorjaar 2005. In december zijn tevens de nodige vergunningen verleend voor de realisatie van het weidevogelgebied Doelpolder Noord en Brakke Kreek. De werken aan dit compensatieproject konden eind december starten, conform de timing die door de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement was vastgelegd. De inrichtingswerken vinden in fasen plaats en nemen wellicht heel 2005 in beslag. Het project is gegund aan Dredging International in Zwijndrecht.
DE HAVEN EN HA AR OMGEVING N AT U U R C O M P E N S AT I E S
Slik en schor Het herstel van de Paardenschor ten noorden van de kerncentrale van Doel is afgerond in 2004. Het terrein is afgegraven tot het natuurlijke schorrenniveau. Door aanslibbing vanuit de Schelde ontwikkelt zich schor. De eigenlijke inrichting gebeurt volledig door de rivier en maakt dat de Paardenschor aansluit op het bestaande schor Oud Doel. De afgraving is gebeurd door Dredging International voor 8.909.760 euro. Ook de nieuwe Scheldedijk en de wegenwerken zijn voltooid. Op 12 mei 2004 werden alle werken op de site van de Paardenschor beeindigd.
De bouw van het Deurganckdok, in combinatie met de effecten van de aanleg van het Verrebroekdok, veroorzaakt een verlies aan habitattypes dat gecompenseerd moet worden. Strand- en plasvlaktes Omdat het areaal voor strand- en koloniebroeders inkrimpt, omvat het natuurcompensatieplan Deurganckdok een aantal gebieden die de realisatie van leefgebieden voor deze vogelsoorten mogelijk maken. Die leefgebieden bevinden zich ter hoogte van Zwijndrecht, aan het te dempen gedeelte van het Doeldok en aan de op te hogen terreinen eromheen. Door vertraging bij het dempen van het Doeldok en de inrichting van de Vlakte van Zwijndrecht waren aanvullende tijdelijke compensatiegebieden nodig. De meeuwenbroedplaats zal daarom in een eerste fase fun-
N O R T H W E S T E U R O P E A N D E LTA
Op 26 november 2004 ondertekenden elf partners uit vier Europese landen een samenwerkingsovereenkomst 30
investeren in een duurzame toekomst
voor het Interreg-project North West European Delta. De havenbedrijven van Antwerpen, Rotterdam, Rouen en het Britse ABP (Association of British Ports) ondertekenden het contract samen met de regionale overheden (Vlaams Gewest, Administratie Waterwegen en Zeewezen; Provincie Zuid Holland; Direction Régionale de l’Environnement de Haute-Normandie) en vijf onderzoeksinstituten (Instituut voor Infrastructuur, Innovatie en Milieu uit Vlaanderen; Alterra en Technische Universiteit Delft uit Nederland; Agence de l’eau uit Frankrijk; Association of British Ports Marine Environmental Research). Interreg is een Europees initiatief dat projecten subsidieert voor grensoverschrijdende samenwerking op het vlak van ruimtelijke ordening en aanverwante beleidsdomeinen. Het project North West European Delta — kortweg New Delta — bestudeert het samengaan van havenontwikkeling en het Europese netwerk van Vogelen Habitatrichtlijngebieden (Natura 2000). Estuaria en kustgebieden zijn gebieden met tegelijkertijd een zeer hoge natuurwaarde en een groot strategisch belang voor de havens. Via Interreg subsidieert de Europese Unie projecten van grensoverschrijdende samenwerking op het vlak van ruimtelijke ordening en verwante beleidsdomeinen. Voor het project New Delta is 6.755.901 gereserveerd, waarvan 3.208.177,50 gefinancierd door de Europese Unie. Het aandeel van het Havenbedrijf in het project bedraagt 725.206,50 euro. De belangrijkste investering voor het Havenbedrijf is het netwerk ecologische infrastructuur in het Antwerpse havengebied. Door middel van ecologische inrichting krijgen (kleine) zones in het havengebied een ecologische meerwaarde zonder de economische ontwikkeling te hinderen. In de werkgroep ‘Antwerpse Haven Natuurlijker’ werkt het Havenbedrijf samen met vertegenwoordigers van Alfaport Antwerpen, lokale besturen, Natuurpunt, Administratie Natuur en Administratie Waterwegen en Zeewezen van het Vlaams Gewest aan het netwerk ecologische infrastructuur. De werkgroep heeft het voorbije jaar een afbakeningsvoorstel voor de ecologische infrastructuur opgesteld. Over het beter beheer van kwetsbare ecologische infrastructuur zijn al afspraken gemaakt op het terrein. Ook het bedrijfsleven toont steeds meer belangstelling voor de realisatie van projecten. Het Havenbedrijf heeft voorts een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd voor een aantal grotere inrichtingsprojecten zoals vispaaiplaats en visdievenbroedplaats. De aanvragen zijn nog in behandeling bij de bevoegde administratie. Dankzij de Interreg-kredie-
6 De Vlakte van Zwijndrecht wordt ingericht als broedplaats voor strand- en koloniebroeders. 66 Het herstel van de Paardenschor ten noorden van de kerncentrale Doel is afgerond in 2004.
31
jaarverslag 2004
ten krijgt het project Antwerpse Haven Natuurlijker een bijkomende impuls. Het New Delta-project brengt tevens een Europese kennisbank tot stand, met voorbeeldprojecten en duurzame toepassingen voor gecombineerde haven- en natuurontwikkeling. Het gaat onder meer over baggermethodes, kustverdediging, kwaliteitsmonitoring en -beheer en mogelijkheden voor natuurinrichting. De initiatieven van het Havenbedrijf om het onderzoek naar duurzame bagger- en stortstrategieën te stimuleren, kaderen in hetzelfde opzet. De resultaten van dit onderzoek, onder leiding van Jean-Jacques Peters, zijn veelbelovend.
Sinds de tweede helft van 2004 staat de integratie van beide planprocessen tot één globaal Strategisch Plan voor de haven van Antwerpen hoog op de agenda. De voornaamste werkgroepen werden gecombineerd om besluiten te kunnen nemen voor het hele studiegebied. Het gaat meer in het bijzonder om een fusiewerkgroep Economie, een fusiewerkgroep Natuur en een fusiewerkgroep Mobiliteit. Ook vonden de voorbereidingen plaats voor de procedure van milieueffectrapportering (PlanMER) die begin 2005 wordt opgestart voor het Strategisch Plan van de haven. Externe studiebureaus vulden met onderzoek het voorbije jaar een aantal overblijvende lacunes in het studiewerk op. Vooral de Economische Ontwikkelingsstudie, de studie over een ruimtelijke vertaling van de Vogelen Habitatverplichtingen in en rond het havengebied en het onderzoek naar knelpunten op mobiliteitsvlak waren daarbij van belang. De studies werden eind 2004 en begin 2005 afgewerkt. Ze vormen belangrijke bouwstenen voor de MER van het integrale Strategisch Plan. In 2006 moet dan het Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) worden opgesteld, de einddoelstelling van de Strategische Planning voor de Antwerpse haven.
S T R AT E G I S C H E P L A N N I N G
Sinds een vijftal jaar werken alle Vlaamse havens aan een Strategisch Plan en een Ruimtelijk Uitvoeringsplan dat uitgaat van een maximale bescherming van de omliggende woonzones, het behoud en het versterken van de ecologische infrastructuur en een zuinig ruimtegebruik. Aanvankelijk werd dat proces van Strategische Planning voor de Antwerpse haven afzonderlijk uitgevoerd voor de linker en de rechter Scheldeoever. Het voorbije jaar is in beide planningsprocessen fundamentele vooruitgang geboekt. Zo werden de ‘Geaktualiseerde principes Strategisch Plan linker Scheldeoevergebied’ onderschreven door het Havenbedrijf, de gemeentes Zwijndrecht en Beveren, de Maatschappij voor Grond- en Industrialisatiebeleid en de Oost-Vlaamse provinciegouverneur. Het document bundelt alle fundamentele principes en voorwaarden op basis waarvan de afbakening van het havengebied op linkeroever zal gebeuren. Ook voor de rechter Scheldeoever werd een principeakkoord bereikt over een ‘ontwerp Strategisch Plan’. Op basis van die akkoorden worden actieplannen voorbereid om belangrijke strategische projecten binnen de volgende jaren tot een goed einde te brengen. Voor het linkeroevergebied gaat het om onderzoek over de uitbouw van de dokinfrastructuur (Verrebroekdok), het voorbereidend onderzoek voor een tweede sluis en de verkenning van de invulling van bijkomende containeroverslagcapaciteit. Voor het Rechteroevergebied wordt gewerkt aan een stappenplan voor strategische projecten zoals de bouw van het wachtdok voor lichters ter hoogte van de Noordlandbrug, de realisatie van de mechanische ontwateringinstallatie voor onderhoudsbaggerspecie (Amoras), de uitbouw van het logistiek park Hoevenen, de uitbreiding van het vormingsstation Noord en de ontwikkeling van robuuste natuur ten noorden van het havengebied. 32
haven van antwerpen
33
hoofdstuk 4
Jaarrekening Bedrijfsopbrengsten De verdeling van de verschillende omzetcategorieën wordt weergegeven in grafiek 1, de evolutie van de verschillende categorieën over de laatste drie jaar in grafiek 2. De opbrengsten van concessies stegen met ongeveer 5 procent door een combinatie van tariefverhogingen en de uitgifte van sommige terreinen. Bij de zeevaartrechten wordt vastgesteld dat de toegenomen activiteit zich ook vertaald heeft in 2 procent hogere omzetten. Voor de binnenvaartrechten blijven de omzetten stabiel ondanks de hogere activiteit. Dit laatste resulteert echter niet in een hogere omzet, als gevolg van een verdere tariefdaling vanaf 1 juli 2003 en 1 januari 2004, die werd doorgevoerd in uitvoering van een beslissing hierover van de Vlaamse Regering. De parameters voor facturering van sleeprechten dalen licht, waardoor samen met de in 2004 doorgevoerde tariefstijging de omzet stabiel is gebleven. Het omzetcijfer voor elektriciteit blijft stabiel rond 11,5 miljoen euro. De inkomsten uit prestaties van wal- en vlotkranen stijgen beide met 5 procent. Bij de walkranen is er een duidelijke verdere toename van de mobiele kraantaken. De andere bedrijfsopbrengsten kennen een zeer
C O M M E N TA A R B I J D E J A A R R E K E N I N G R E S U LTAT E N R E K E N I N G
De samengevatte resultatenrekening van het Havenbedrijf wordt weergegeven in tabel 1. Het resultaat van het boekjaar is identiek aan het resultaat van vorig boekjaar. Dat komt omdat, met ingang van het boekjaar 2000, met de Commissie voor Bank-, Financie- en Assurantiewezen is overeengekomen om de winst boven het bedrag van 2.299.901 euro af te dragen aan het Pensioenfonds van het Havenbedrijf. Deze verplichting werd opgelegd met het oog op de opbouw van aanvaardbare pensioenreserves. Het bedrag van 2.299.901 euro is gebaseerd op een referentiedividend van 2.069.910 euro, verhoogd met de wettelijk voorgeschreven reservering van 10 procent op de winst van het boekjaar. De pensioenverplichtingen die het Havenbedrijf bij zijn omvorming tot autonoom gemeentebedrijf overnam van de Stad Antwerpen wegen zwaar op de rendabiliteit, wat zich in de voorzienbare toekomst zal doorzetten. In uitvoering van deze verplichting is in de jaarrekening van 2004 onder de personeelskosten een bijkomende pensioenverplichting van 82,8 miljoen euro opgenomen. In het boekjaar 2003 was dit 5,1 miljoen euro en in het boekjaar 2002 15,2 miljoen euro. < Resultaten (tabel 1)
(euro x 1.000)
Boekjaar 2004
Boekjaar 2003
332.178
227.048
219.273
(334.400)
(231.853)
(224.274)
Bedrijfsverlies
(2.222)
(4.805)
(5.001)
Financiële opbrengsten
13.221
13.218
13.401
Financiële kosten
(8.870)
(7.691)
(7.556)
Bedrijfsopbrengsten Bedrijfskosten
Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening Uitzonderlijke opbrengsten
Boekjaar 2002
2.129
722
844
208
1.825
2.355
Uitzonderlijke kosten
(31)
(239)
(878)
Winst voor belasting
2.306
2.308
2.321
Belastingen Winst van het boekjaar
35
(6)
(8)
(21)
2.300
2.300
2.300
jaarverslag 2004
sterke stijging van 24,1 miljoen euro naar 123,0 miljoen euro. Hiervoor zijn twee redenen. In december 2002 had de Vlaamse Regering in een principiële beslissing besloten om het Havenbedrijf te vergoeden voor 60 procent van de opgelopen schadeclaims van de aannemers. Deze principiële beslissing, die een geheel vormde met een aantal andere beslissingen, is in 2004 volledig geformaliseerd. Daarom zijn bedragen van uiteindelijk 16,9 miljoen euro in het resultaat opgenomen. Deze bedragen waren al in voorgaande jaren ontvangen en toen beschouwd als overige schulden omdat ze toen mogelijk nog dienden terugbetaald te worden. In tweede instantie is in 2004 voor het verstrekken van bepaalde betoelagingen op basis van het havendecreet een gunstig advies verstrekt door de Europese Commissie. In februari 2005 is het Vlaams Gewest dan ook overgegaan tot de uitbetaling van de toelagen voor de jaren 2001 tot en met 2004. De effectief ontvangen bedragen (72 miljoen euro waarvan 47,3 miljoen euro betrekking heeft op jaren voorafgaand aan 2004) zijn opgenomen in het resultaat 2004. Deze toelagen hebben betrekking op de exploitatiekosten van de sluizen, het baggeren van de maritieme toegangswegen achter de sluizen, het verwerken van baggerspecie van de maritieme toegangswegen achter de sluizen.
< Personeelskosten (tabel 2) Personeelskosten (euro x 1.000)
Boekjaar 2004
Boekjaar 2003
83.802
78.461
Havenbedrijf van service cost
49.524
50.108
Extra afdracht pensioenfonds
82.845
5.052
216.171
133.621
Loonkosten personeelsleden Pensioenen en kostprijs voor
Totaal
Bij de oprichting werd in de statuten bepaald dat het Havenbedrijf pensioenlasten van de Stad overnam, niet alleen van het eigen havenpersoneel, maar ook van alle gepensioneerden die op het einde van hun loopbaan in het Havenbedrijf waren tewerkgesteld. Voor deze pensioenverplichting, die volgens actuariële berekeningen op 31 december 2004 238 miljoen euro belopen, maakte de Stad geen reserves over aan het Havenbedrijf. Daardoor betaalt het Havenbedrijf nu pensioenen uit en stort het bijdragen in een speciaal voor het statutaire havenpersoneel opgericht pensioenfonds, dat onderworpen wordt aan de regels en het toezicht van de CBFA. Op 31 december 2004 belopen de door het Havenbedrijf in het pensioenfonds opgebouwde reserves 117 miljoen euro. Om erkend te worden door de CBFA dient het pensioenfonds aan minimale financieringsvereisten te voldoen. Onmiddellijk aan deze vereisten beantwoorden, gaat de huidige financiële draagkracht van het Havenbedrijf te boven. Daarom is met ingang van het boekjaar 2000 een gedeeltelijke vrijstelling overeengekomen. Die vrijstelling wordt gekoppeld aan de voorwaarde dat de opbrengsten uit onroerende goederen en winsten boven het referentiedividend en de wettelijke reservering, ten belope van 10 procent van het resultaat, aan het pensioenfonds moeten worden afgedragen. De al betaalde werkgeversbijdrage van 49,5 miljoen euro (in 2003 was dat 50,1 miljoen euro) wordt zo aangevuld met 82,8 miljoen euro (in 2003 was dat 5,1 miljoen euro). Hoewel er op die manier sinds 2000 grote inspanningen werden geleverd, zal er de volgende jaren nog een inhaalbeweging moeten gebeuren om het schema van de minimale financieringsvereisten na te leven. De uiteindelijk te bereiken kapitalisatie is ten opzichte van de voorgaande jaren wel aanzienlijk gedaald (van ongeveer 730 miljoen euro naar 238 miljoen euro). Het Havenbedrijf heeft namelijk beslist voor zijn pensioenverplichtingen aan te sluiten bij de pool 2 van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheden (RSZPPO), het stelsel van de nieuw aangeslotenen bij de RSZPPO. Zonder rekening te houden met de pensioenlasten
Bedrijfskosten De vergelijking over de jaren tussen de verschillende deelrubrieken wordt weergegeven in grafiek 3. Voor deze vergelijking zijn, in afwijking van de jaarrekening, de kosten van het door de Stad Antwerpen ter beschikking gestelde personeel opgenomen onder de personeelskosten in plaats van onder de diensten en diverse goederen. Aankopen van diensten en diverse goederen stijgen met 4,3 miljoen euro om drie redenen: – Er is rekening gehouden met nog te verwachten kosten voor havenontvangstinstallaties. Gedurende 2004 zijn hiervoor bijdragen aan schepen aangerekend doch deze bijdragen dienen aangewend te worden voor de havenontvangstinstallaties; – Natuurcompensatiekosten voor 1,3 miljoen euro; – Studiekosten blijven op een hoog niveau wegens studies in verband met de strategische planprocessen op linker- en rechteroever en studies voor de verdere ontwikkeling van linkeroever. De personeelskosten bedragen, inclusief de kosten voor ter beschikking gesteld personeel, 216,2 miljoen euro. In 2003 beliep de vergelijkbare kost 133,6 miljoen euro. De uitsplitsing van de personeelskost in tabel 2 verklaart deze toename. 36
jaarrekening
< Omzetverdeling (grafiek 1)
Concessie (39%) Zeevaartrechten (34%) Binnenvaartrechten (3%) Sleepdienst (14%) Elektriciteit (6%) Wal/Vlotkranen (6%) Diverse (1%)
< Evolutie van de omzet in euro x 1.000 (grafiek 2)
90.000
80.000
70.000
60.000
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000
37
kr ot Vl W al/
2004
2002
2003
e
ei cit tri
2003
rs
2002
Di ve
2004
an en
2003
2002
t
2004
ek
tre ar Bi
nn
en
va
2003
2002
El
ch
ht
2004
st
2003
en
2002
Sl ee pd i
2004
aa rtr ec ev Ze
nc es s
2003
2002
te n
2004
en
2003
ie
2002
Co
0
2004
jaarverslag 2004
< Evolutie van de bedrijfskosten in euro x 1.000 (grafiek 3)
225.000
200.000
175.000
150.000
125.000
100.000
75.000
50.000
25.000
0
2002
2003
2004
2002
2003
2004
2002
2003
2004
2002
2003
2004
2002
2003
2004
2002
2003
38
ijfs ko st
en
m . er
An
de
re
be dr
W aa rd ev Vo or z. /
ch r
Pe
rs o
Af s
ne e
v. g di + n Di
en st e
ijv ing
te n lsk os
er en oe d
ko pe n Aa n
en
-25.000
2004
jaarrekening
is er ook een stijging van de personeelskosten. Hiervoor zijn verschillende redenen, voornamelijk: – Er is de impact van de toepassing van de cao 2004 –2005 die tot een stijging van de loonkost leidt. Op basis van de cao is er onder andere een verhoging van het vakantiegeld, de maaltijdcheques en de mobiliteitsvergoeding. – Er was ook in 2004 een indexstijging. – Omdat het Havenbedrijf in 2003 heeft beslist om in voorkomend geval over te gaan tot een uitbetaling van ‘vertrekvakantiegeld’ aan ook de statutaire personeelsleden, is de noodzaak ontstaan om de hieraan verbonden verplichting in de balans op te nemen. In totaliteit beloopt deze verplichting ongeveer 4,9 miljoen euro, waarvan één derde in 2003 in resultaat is genomen en waarvan de resterende twee derde in 2004 in resultaat is genomen. – Verder is er in 2004 een aanpassing doorgevoerd aan de berekening van het feestdagloon met een retroactieve werking van 5 jaar, wat een totale brutoloonkost met zich meegebracht heeft van 0,8 miljoen euro. De forse stijging van de afschrijvingen is te wijten aan een eenmalige extra kost (8,7 miljoen euro) voor de onderwatercellen. Deze onderwatercellen in het Delwaidedok worden gebruikt voor het bergen van baggerspecie. Verbonden met de ontvangst van de toelagen in het kader van het havendecreet zal het Havenbedrijf de resterende capaciteit van de onderwatercellen grotendeels niet meer aanwenden voor eigen gebruik. Zodoende is er
hiervoor een waardevermindering geboekt. Bij de voorzieningen is er per saldo een toename van 5,4 miljoen euro. Dit saldo wordt hoofdzakelijk bepaald door het aanleggen van specifieke milieuvoorzieningen voor 2 miljoen euro alsook het verder uitbouwen van met het havendecreet verband houdende voorzieningen (1,8 miljoen euro). De hoofdbestanddelen van de andere bedrijfskosten zijn de kosten van onroerende voorheffing en betaalde watervangbelasting. Financieel resultaat Het financiële resultaat bleef stabiel. Ondanks de grote investerings- en pensioenuitgaven die resulteerden in bijkomende financiering, stegen de kosten van schulden slechts beperkt. Dit is te danken aan het feit dat gedurende het boekjaar het thesaurieprogramma het mogelijk heeft gemaakt te financieren tegen voordelige rentevoeten. Bij de financiële ontvangsten daalden de ontvangen dividenden wegens een lagere dividenduitbetaling door de Maatschappij voor Grond- en Industrialisatiebeleid van het linker Scheldeoevergebied.
BALANS
De samengevatte balans wordt weergegeven in tabel 3.
< Balans (tabel 3) (euro x 1.000)
31/12/2004
31/12/2003
(euro x 1.000)
Activa III. Immat./Mat. vaste activa IV. Financiële vaste activa V.
Vorderingen > 1 jaar
VI. Voorraden VII. Vorderingen < 1 jaar
31/12/2004
31/12/2003
Passiva 955.346
884.543
962
1.035
0
0
2.569
2.498
307.110
307.110
III. Herwaarderingsmw.
I.
Kapitaal
21.627
23.209
IV. Reserves
17.173
15.395
309.708
281.732 63.487
VI. Kapitaalsubsidies
106.801
47.607
VII. Voorzieningen
68.870
VIII. Geldbeleggingen
13.874
13.023
VIII. Schulden > 1 jaar
86.078
94.513
IX. Liquide middelen
2.737
2.617
IX. Schulden < 1 jaar
251.481
146.101
6.701
6.431
X. Overlopende rekeningen
1.088.990
957.754
X. Overlopende rekeningen Totaal
39
Totaal
26.943
26.207
1.088.990
957.754
jaarverslag 2004
Activa De waarde van de materiële vaste activa steeg met 70,7 miljoen euro. Dit saldo bestaat uit de volgende factoren:
den van de prefinanciering op schadeloosstellingen voor het Deurganckdok in 2004 in het resultaat opgenomen zijn (cfr. supra de toelichting bij de bedrijfsopbrengsten).
miljoen euro
Investeringen
120,6
Afschrijvingen
– 49,0
Buiten gebruik/herwaarderingen
CASHFLOWOVERZICHT
Tabel 4 geeft een inzicht in de inkomende en uitgaande geldstromen. We stellen vast dat de uitgaven van investeringen en pensioenkosten de operationele cashflow overtreffen.
– 0,9
Het grote investeringsbedrag is terug te brengen tot volgende grote componenten: – Aankopen en vooruitbetaling van aankoop van gronden in het havengebied op linker- en rechteroever ten belope van 31,8 miljoen euro; – Investeringen ten belope van 63,5 miljoen euro in het Deurganckdok, waarvan 60 procent wordt gesubsidieerd; – Het baggertuig ‘De Neus’ (6 miljoen euro); – Investeringen aan het Delwaidedok (5 miljoen euro); – Een nieuwe mobiele havenkraan (1,8 miljoen euro). De uitstaande handelsvorderingen dalen ten opzichte van 2003 omdat er einde 2003 uitzonderlijk een facturatie kort voor jaareinde op het vlak van elektriciteit had plaatsgevonden. De overige vorderingen stijgen sterk van 25 miljoen euro naar 87,2 miljoen euro omdat de te ontvangen toelagen in het kader van het havendecreet hierin opgenomen zijn (zie ook toelichting onder bedrijfsopbrengsten). Deze toelagen zijn effectief ontvangen in februari 2005.
< Cashflow (tabel 4) (euro x 1.000)
2004
2003
15.641
18.071
194.907
77.144
(81.070)
(40.050)
(112.867)
(39.524)
16.611
15.641
Geldbeleggingen en liquide middelen begin boekjaar Cashflow gegenereerd uit operationele activiteiten Cashflow besteed aan investeringsactiviteiten Cashflow besteed aan financieringsactiviteiten/pensioenen Geldbeleggingen en liquide middelen einde boekjaar
De sterke toename van de cashflow uit operationele actviteiten is te danken aan de ontvangen opbrengsten op basis van het havendecreet. Dit bedrag is uitzonderlijk hoog omdat de toelagen voor verschillende werkingsjaren ontvangen zijn. De cashflow besteed aan investeringsactiviteiten stijgt sterk door de aankoop en vooruitbetaling van terreinen op linker- en rechteroever. Door deze ontvangsten stijgt ook sterk de cashflow die besteed wordt aan pensioenen.
Passiva Het eigen vermogen stijgt vooral door het toegenomen bedrag aan kapitaalsubsidies, in eerste instantie subsidies voor het Deurganckdok. De stijging van de voorzieningen is vooral te wijten aan de verdere toename van voorziening in het kader van milieuverplichtingen en risico’s in het kader van het havendecreet. Door de evolutie van de kaspositie van het Havenbedrijf (zie verder onder Cashflowoverzicht) werd verder gebruik gemaakt van het in 2002 ingevoerde programma van thesauriebewijzen. Eind 2004 stonden er voor 92,7 miljoen euro thesauriebewijzen uit tegenover 59 miljoen euro eind 2003. De extra te betalen pensioenbijdrage, die voor 2004 werd vastgesteld op 82,8 miljoen euro, zit vervat in de schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten. De overige schulden dalen omdat de ontvangen gel-
VERPLICHTINGEN TEGENOVER DE S TA D A N T W E R P E N
Bij de omvorming van het Havenbedrijf tot een autonoom gemeentebedrijf besliste de minister dat de Stad geen nadeel mocht ondervinden van deze operatie. Naast de overname van het sociaal passief werd de verplichting opgelegd jaarlijks een bedrag aan de Stad over te maken. Op basis van de huidige overeenkomst, die al door de Raad van Bestuur van het Havenbedrijf is goedgekeurd, dient voorzien te worden in een uit te betalen dividend van 2,1 miljoen euro. Tevens dient het Havenbedrijf een bepaald bedrag te 40
jaarrekening
besteden aan subsidieerbare renovatieprojecten op het Eilandje over de periode 2001–2006. Als eerste project zijn de restauratiewerkzaamheden aan de Nassaubrug lopende. Er stelt zich hierbij wel een probleem, omdat het Havenbedrijf op basis van de huidige wetgeving hiervoor slechts 40 procent subsidiëring kan ontvangen en niet de 80 procent waarvan in de planning voor deze werken was uitgegaan. Het dossier van de Willembrug en de wegen rond het Willemdok zijn in verdere voorbereiding. Wat de door het Havenbedrijf aangegane verplichtingen voor het sociaal passief betreft, heeft het Havenbedrijf over de voorbije boekjaren bedragen afgedragen aan het pensioenfonds. Die bedragen werden niet alleen gebruikt voor de uitbetaling van lopende pensioenen, maar ook om te starten met de opbouw van een reservering. Het in het pensioenfonds opgebouwde vermogen bedroeg eind 2004 117 miljoen euro. Ondanks deze zware verplichtingen worden door de gunstige evolutie van de activiteiten en de controle over de bedrijfskosten toch positieve resultaten geboekt.
ANDERE VERPLICHTE VERMELDINGEN
Buiten de gegevens die in de jaarrekening worden vermeld, zijn er geen bijkomende belangrijke gebeurtenissen na balansdatum. De punten in verband met onderzoek en ontwikkeling en het bestaan van bijkantoren zijn niet van toepassing. Er werden geen procedures gevoerd onder toepassing van artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen. Er is geen gebruik van financiële instrumenten dat van significant belang is voor de beoordeling van activa, passiva, financiële positie en resultaat. Vennootschappen waarmee Deloitte & Touche Bedrijfsrevisoren een beroepsmatig samenwerkingsverband hebben, hebben diensten verricht voor een bedrag van 1.050 euro voor fiscale adviezen. Deloitte & Touche Bedrijfsrevisoren hebben diensten verricht voor 17.850 euro voor administratieve ondersteuning. De commissarissen Deloitte & Touche Bedrijfsrevisoren, de heren H. Coveliers en L. Lemmens hebben bij de jaarrekening een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud afgeleverd.
41
jaarverslag 2004
BALANS NA WINSTVERDELING (IN EURO) ACTIVA codes
boekjaar
vorig boekjaar
956 307 659,23
885 577 678,47
298 818,63
142 918,40
VASTE ACTIVA
20/28
Oprichtingskosten (toel. I)
20
Immateriële vaste activa (toel. II)
21
III.
Materiële vaste activa (toel. III) A. Terreinen en gebouwen B. Installaties, machines en uitrusting C. Meubilair en rollend materieel D. Leasing en soortgelijke rechten E. Overige materiële vaste activa F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
22/27 22 23 24 25 26 27
955 046 746,63 679 495 841,11 57 715 027,42 37 462 071,76 632 910,05 38 305,62 179 702 590,67
884 399 519,15 674 491 294,91 67 853 619,70 40 518 457,89 660 034,77 38 305,62 100 837 806,26
IV.
Financiële vaste activa (toel. IV & V) A. Verbonden ondernemingen 1. Deelnemingen 2. Vorderingen B. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 1. Deelnemingen 2. Vorderingen C. Andere financiële vaste activa 1. Aandelen 2. Vorderingen en borgtochten in contanten
28 280/1 280 281
962 093,97
1 035 240,92
282/3 282 283 284/8 284 285/8
608 888,47 608 888,47
608 888,47 608 888,47
353 205,50 8 050,39 345 155,11
426 352,45 6 197,34 420 155,11
V LOT T EN D E ACT I VA
29/58
132 682 648,37
72 176 772,87
Vorderingen op meer dan één jaar A. Handelsvorderingen B. Overige vorderingen
29 290 291
Voorraden en bestellingen in uitvoering A. Voorraden 1. Grond- en hulpstoffen 2. Goederen in bewerking 3. Gereed product 4. Handelsgoederen 5. Onroerende goederen bestemd voor verkoop 6. Vooruitbetalingen B. Bestellingen in uitvoering
3 30/36 30/31 32 33 34 35 36 37
2 569 333,86 2 569 333,86
2 497 922,45 2 497 922,45
VII.
Vorderingen op ten hoogste één jaar A. Handelsvorderingen B. Overige vorderingen
40/41 40 41
106 801 067,39 19 601 247,25 87 199 820,14
47 607 164,50 22 627 454,89 24 979 709,61
VIII.
Geldbeleggingen (toel. V & VI) A. Eigen aandelen B. Overige beleggingen
50/53 50 51/53
13 873 953,15
13 023 372,30
13 873 953,15
13 023 372,30
Liquide middelen
54/58
2 736 650,17
2 617 501,63
Overlopende rekeningen (toel. VII)
490/1
6 701 643,80
6 430 811,99
TOTA A L D E R A C T I VA
20/58
1 088 990 307,60
957 754 451,34
I. II.
V.
VI.
IX. X.
42
jaarrekening
PASSIVA codes
I.
II.
boekjaar
vorig boekjaar
EIGEN VERMOGEN
10/15
655 618 140,12
627 446 099,59
Kapitaal (toel. VIII) A. Geplaatst kapitaal B. Niet-opgevraagd kapitaal
10 100 101
307 109 691,74 307 109 691,74
307 109 691,74 307 109 691,74
(–)
Uitgiftepremies
11
III.
Herwaarderingsmeerwaarden
12
21 627 403,00
23 208 895,52
IV.
Reserves A. Wettelijke reserve B. Onbeschikbare reserves 1. Voor eigen aandelen 2. Andere C. Belastingvrije reserves D. Beschikbare reserves
13 130 131 1310 1311 132 133
17 173 296,59 2 210 635,32 11 863 992,21
15 395 067,99 1 980 645,22 10 315 753,71
11 863 992,21
10 315 753,71
3 098 669,06
3 098 669,06
V. VI.
VII.
VIII.
IX.
X.
Overgedragen winst Overgedragen verlies
(–)
140 141
Kapitaalsubsidies
15
309 707 748,79
281 732 444,34
V O O R Z I E N I N G E N en uitgestelde belastingen
16
68 869 927,00
63 487 235,50
A. Voorzieningen voor risico’s en kosten 1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 2. Belastingen 3. Grote herstellings- en onderhoudswerken 4. Overige risico’s en kosten (toel. IX) B. Uitgestelde belastingen
160/5 160 161 162 163/5 168
68 869 927,00
63 487 235,50
27 645 206,09 41 224 720,91
26 728 978,16 36 758 257,34
SCHULDEN
17/49
364 502 240,48
266 821 116,25
Schulden op meer dan één jaar (toel. X) A. Financiële schulden 1. Achtergestelde leningen 2. Niet-achtergestelde obligatieleningen 3. Leasingschulden en soortgelijke schulden 4. Kredietinstellingen 5. Overige leningen B. Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen D. Overige schulden
17 170/4 170 171 172 173 174 175 1750 1751 176 178/9
86 078 554,54 86 078 554,54
94 512 639,14 94 512 639,14
351 596,23 85 726 958,31
411 176,92 94 101 462,22
Schulden op ten hoogste één jaar (toel. X) A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen B. Financiële schulden 1. Kredietinstellingen 2. Overige leningen C. Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels D. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen E. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 1. Belastingen 2. Bezoldigingen en sociale lasten F. Overige schulden
42/48
251 480 867,67
146 101 082,01
42 43 430/8 439 44 440/4 441 46
9 226 796,76 92 750 074,95 74,95 92 750 000,00 41 089 727,68 41 089 727,68
8 691 478,51 59 018 273,27 273,27 59 018 000,00 41 812 304,55 41 812 304,55
1 413 500,00
1 113 500,00
45 450/3 454/9 47/48
101 257 749,65 899 993,53 100 357 756,12 5 743 018,63
15 723 416,44 1 035 757,86 14 687 658,58 19 742 109,24
Overlopende rekeningen (toel. XI)
492/3
26 942 818,27
26 207 395,10
TOTA A L D E R PA S S I VA
10/49
1 088 990 307,60
957 754 451,34
an j anauravle r es lp ao gr t2 02 0 40 4
R E S U LT A T E N R E K E N I N G ( I N E U R O )
codes
boekjaar
vorig boekjaar
Bedrijfsopbrengsten A. Omzet (toel. XII, A) B. Wijziging in de voorraad goederen in bewerking en gereed product en in de bestellingen in uitvoering (toename +, afname –) C. Geproduceerde vaste activa D. Andere bedrijfsopbrengsten (toel. XII, B)
70/74 70
332 177 990,43 205 906 556,10
227 048 361,98 200 876 201,89
71 72 74
3 284 809,21 122 986 625,12
2 024 918,16 24 147 241,93
Bedrijfskosten (–) A. Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen 1. Inkopen 2. Wijziging in de voorraad (toename –, afname +) B. Diensten en diverse goederen C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toel. XII, C2) D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa E. Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen –) (toel. XII, D) F. Voorzieningen voor risico’s en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen –) (toel. XII, C3 en E) G. Andere bedrijfskosten (toel. XII, F) H. Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten (–)
60/64 60 600/8 609 61
(334 400 187,29) 1 952 167,37 2 064 947,14 (112 779,77) 57 675 508,91
(231 853 458,97) 1 867 238,81 1 782 569,10 84 669,71 53 439 915,17
62
205 208 765,18
122 639 261,92
630
49 021 147,18
35 762 018,36
631/4
2 060 307,48
(70 948,45)
635/7 640/8
5 382 691,50 13 099 599,67
(2 704 579,98) 20 920 553,14
III.
Bedrijfswinst Bedrijfsverlies
70/64 64/70
(2 222 196,86)
(4 805 096,99)
IV.
Financiële opbrengsten A. Opbrengsten uit financiële vaste activa B. Opbrengsten uit vlottende activa C. Andere financiële opbrengsten (toel. XIII, A)
75 750 751 752/9
13 220 552,29 19 921,87 166 567,38 13 034 063,04
13 218 290,44 529 250,80 142 394,13 12 546 645,51
Financiële kosten (–) A. Kosten van schulden (toel. XIII, B en C) B. Waardeverminderingen op andere vlottende activa dan bedoeld onder II. E (toevoegingen +, terugnemingen –) (toel. XIII, D) C. Andere financiële kosten (toel. XIII, E)
65 650
(8 870 103,71) 8 812 275,65
(7 690 872,67) 7 628 177,17
57 828,06
62 695,50
I.
II.
V.
(+) (–)
649
651 652/9
44
jaarrekening
codes
VI.
VII.
VIII.
IX. IXbis.
X.
Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening, vóór belasting Verlies uit de gewone bedrijfsuitoefening, vóór belasting
(+)
70/65
(–)
65/70
vorig boekjaar
2 128 251,72
722 320,78
207 815,01
1 824 750,34
Uitzonderlijke opbrengsten A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toel. XIV, A)
76
762 763 764/9
207 815,01
1 254 560,91 34,32
Uitzonderlijke kosten (–) A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa 661 C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten (toevoegingen + , bestedingen –) D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa E. Andere uitzonderlijke kosten (toel. XIV, B) F. Als herstructureringskosten geactiveerde uitzonderlijke kosten (–)
66
(30 606,62)
(239 444,61)
30 606,42 0,20
239 444,61
2 305 460,11
2 307 626,51
(5 559,08) (5 559,08)
(7 725,47) (7 725,47)
2 299 901,03
2 299 901,04
2 299 901,03
2 299 901,04
Winst van het boekjaar vóór belasting Verlies van het boekjaar vóór belasting A. Onttrekking aan de uitgestelde belastingen B. Overboeking naar de uitgestelde belastingen
760 761
570 155,11
660 662 663 664/8 669
(+) (–)
70/66 66/70
(+)
780
(–)
680
Belastingen op het resultaat ( – ) (+) A. Belastingen (toel. XV) (–) B. Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen
77
Winst van het boekjaar Verlies van het boekjaar
(+) (–)
70/67 67/70
XII.
Onttrekking aan de belastingvrije reserves Overboeking naar de belastingvrije reserves
(+) (+)
789 689
XIII.
Te bestemmen winst van het boekjaar Te verwerken verlies van het boekjaar
(+) (+)
70/68 68/70
XI.
boekjaar
67/77 670/3
45
jaarverslag 2004
R E S U LT A A T V E R W E R K I N G codes
A.
Te bestemmen winstsaldo Te verwerken verliessaldo 1. Te bestemmen winst van het boekjaar Te verwerken verlies van het boekjaar 2. Overgedragen winst van het vorige boekjaar Overgedragen verlies van het vorige boekjaar
B.
Onttrekking aan het eigen vermogen 1. aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies 2. aan de reserves
C.
Toevoeging aan het eigen vermogen 1. aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies 2. aan de wettelijke reserve 3. aan de overige reserves
D.
Over te dragen resultaat 1. Over te dragen winst 2. Over te dragen verlies
E.
Tussenkomst van de vennoten in het verlies
F.
Uit te keren winst 1. Vergoeding van het kapitaal 2. Bestuurders of zaakvoerders 3. Andere rechthebbenden
(–) (–) (–)
70/69 69/70 70/68 68/70 790 690
boekjaar
vorig boekjaar
2 299 901,03
2 299 901,04
2 299 901,03
2 299 901,04
(229 990,10)
(229 990,11)
229 990,10
229 990,11
(2 069 910,93)
(2 069 910,93)
2 069 910,93
2 069 910,93
791/2 791 792 (–)
(–)
691/2 691 6920 6921 693 793 794
(–)
694/6 694 695 696
46
jaarrekening
TOELICHTING II.
STA AT VA N D E I M M AT ERI ELE VAST E ACT I VA (post 21 van de activa) codes
a)
Aanschaffingswaarde Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: – Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa – Overdrachten en buitengebruikstellingen – Overboekingen van een post naar een andere
Afschrijvingen en waardeverminderingen Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: – Geboekt – Teruggenomen want overtollig – Verworven van derden – Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen – Overgeboekt van een post naar een andere
214 377,61
(–)
802 803
341 039,22
(+) ( – )
804 805
555 416,83
806
71 459,21
(–)
807 808 809
185 138,99
(–)
810
(+) ( – )
811
Per einde van het boekjaar d)
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar
concessies, octrooien, licenties, enz.
801
Per einde van het boekjaar c)
kosten van onderzoek en ontwikkeling
(a) - (c)
812
256 598,20
813
298 818,63
47
jaarverslag 2004
III.
STA AT VA N D E M AT ERI ELE VAST E ACT I VA (post 22 tot 24 van de activa) codes
a)
b)
c)
d)
Aanschaffingswaarde Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: – Aanschaff., incl. de geprod. vaste activa – Overdrachten en buitengebruikstellingen – Overboek. van een post naar een andere Per einde van het boekjaar Meerwaarden Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: – Geboekt – Verworven van derden – Afgeboekt – Overgeboekt van een post naar een andere Per einde van het boekjaar
(–) (+) ( – )
Afschrijvingen en waardeverminderingen Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: – Geboekt – Teruggenomen want overtollig – Verworven van derden – Afgeboekt na overdr. en buitengebruikstell. – Overgeboekt van een post naar een andere Per einde van het boekjaar Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar
(–) (+) ( – )
(–) (–)
terreinen en gebouwen (post 22)
installaties, machines en uitrusting (post 23)
meubilair en rollend materieel (post 24)
815
899 155 725,42
170 071 171,48
71 414 335,27
816 817 818 819
21 879 685,66 (1 009 790,80) 4 147 073,17 924 172 693,45
5 501 218,39 (2 611 973,95) 8 675 134,24 181 635 550,16
1 018 537,03 (317 859,23) 150 832,63 72 265 845,70
820
24 217 196,05
7 853 055,90
3 516 146,47
821 822 823
327 250,76 (291 288,84)
(162 139,44)
(12 102,78)
824 825
24 253 157,97
7 690 916,46
3 504 043,69
826
248 881 626,56
110 070 607,68
34 412 023,85
827 828 829 830
20 388 038,33
24 203 934,42
4 216 910,72
(339 654,58)
(2 663 102,90)
(321 116,94)
(+) ( – )
831 832
268 930 010,31
131 611 439,20
38 307 817,63
(a) + (b) - (c)
833
679 495 841,11
57 715 027,42
37 462 071,76
48
jaarrekening
III.
STA AT VA N D E M AT ERI ELE VAST E ACT I VA (post 25 tot 27 van de activa) codes
a)
b)
c)
d)
Aanschaffingswaarde Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: – Aanschaff., incl. de geprod. vaste activa – Overdrachten en buitengebruikstellingen – Overboek. van een post naar een andere Per einde van het boekjaar Meerwaarden Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: – Geboekt – Verworven van derden – Afgeboekt – Overgeboekt van een post naar een andere Per einde van het boekjaar
(–) (+) ( – )
( –) (+) ( – )
Afschrijvingen en waardeverminderingen Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: – Geboekt – Teruggenomen want overtollig – Verworven van derden – Afgeboekt na overdr. en buitengebruikstell. – Overgeboekt van een post naar een andere Per einde van het boekjaar Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar Waarvan: – Terreinen en gebouwen – Installaties, machines en uitrusting – Meubilair en rollend materieel
815
( –) (–)
leasing en soortgelijke rechten (post 25)
overige materiële vaste activa (post 26)
activa in aanbouw en vooruitbetalingen (post 27)
813 382,95
38 305,62
100 837 806,26
816 817 818 819
91 837 824,45 813 382,95
820
80 817,81
38 305,62
(12 973 040,04) 179 702 590,67
38 305,62
179 702 590,67
821 822 823 824 825
80 817,81
826
234 165,99
827 828 829 830
27 124,72
(+) ( – )
831 832
261 290,71
(a) + (b) - (c)
833
632 910,05
250 251 252
632 910,05
49
jaarverslag 2004
IV.
STA AT VA N D E FI N A N CI ELE VAST E ACT I VA (post 28 van de activa) codes
verbonden ondernemingen
ondernemingen met deelnemingsverhouding (post 282)
andere ondernemingen
835
2 379 777,84
6 197,34
836 837
14 810,65
7 412,21
838 839
2 394 588,49
13 609,55
846
27 888,02
(post 280)
1. a)
c)
d)
Deelnemingen en aandelen Aanschaffingswaarde Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: – Aanschaffingen – Overdrachten en buitengebruikstellingen – Overboekingen van een post naar een andere Per einde van het boekjaar Waardeverminderingen Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: – Geboekt – Teruggenomen want overtollig – Verworven van derden – Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstell. – Overgeboekt van een post naar een andere Per einde van het boekjaar Niet-opgevraagde bedragen Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar
(–) (+) ( – )
(–)
847 848 849
(–)
850
(+) ( – )
851 852
27 888,02
853 854
1 743 001,35 14 810,65
5 559,16
855
1 757 812,00
5 559,16
856
608 888,47
8 050,39
(post 283)
(post 285/8)
(+) ( – )
Per einde van het boekjaar Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 2.
(a) + (b) - (c) - (d)
Vorderingen Nettoboekwaarde per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: – Toevoegingen – Terugbetalingen – Geboekte waardeverminderingen – Teruggenomen waardeverminderingen – Wisselkoersverschillen – Overige
(post 284)
(post 281)
857
420 155,11
858 859 860 861 862 863
(75 000,00)
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar
864
345 155,11
Gecumuleerde waardeverminderingen op vorderingen per einde boekjaar
865
(–) (–) (+) ( – ) (+) ( – )
50
jaarrekening
V.
D E E L N E M I N G E N E N M A AT S C H A P P E L I J K E R E C H T E N I N A N D E R E O N D E R N E M I N G E N Hieronder worden de ondernemingen vermeld waarin de onderneming een deelneming bezit (opgenomen in de posten 280 en 282 van de activa), alsmede de andere ondernemingen waarin de onderneming maatschappelijke rechten bezit (opgenomen in de posten 284 en 51/53 van de activa) ten belope van ten minste 10% van het geplaatste kapitaal. Naam, volledig adres van de zetel en btw-nummer Maatschappij voor Grond- en Industriebeleid van het linkerscheldeoevergebied Sluisgebouw, 9120 Kallo België BE 223 944 690
maatschappelijke rechten gehouden door de onderneming (rechtstreeks) dochters aantal % %
gegevens geput uit de laatst beschikbare jaarrekening jaarrekening munteigen nettoper code vermogen resultaat
1 875
37,50
31/12/2003
EUR 104 361 959
9
90,00
31/12/2003
EUR
4 719 381
nv apec– Antwerp Port Consultancy NV Entrepotkaai 1 2000 Antwerpen België BE 466 583 658
51
65 293
5 730
jaarverslag 2004
VI.
GELDBELEGGINGEN: OVERIGE BELEGGINGEN (post 51/53 van de activa) codes
Aandelen Boekwaarde verhoogd met het niet-opgevraagde bedrag Niet-opgevraagd bedrag Vastrentende effecten waarvan uitgegeven door kredietinstellingen Termijnrekeningen bij kredietinstellingen met een resterende looptijd of opzegtermijn van: – hoogstens één maand – meer dan één maand en hoogstens één jaar – meer dan één jaar
(–)
8681 8682 52 8684 53 8686 8687 8688
8 343 372,30 8 343 372,30 4 680 000,00
3 305 000,00
4 680 000,00
OVERLOPENDE REKENINGEN boekjaar
3 250 000,00 2 337 169,04
S TA AT V A N H E T K A P I TA A L Maatschappelijk kapitaal 1. Geplaatst kapitaal (post 100 van de passiva) – Per einde van het vorige boekjaar – Wijzigingen tijdens het boekjaar – Per einde van het boekjaar 2. Samenstelling van het kapitaal Soorten aandelen geen aandelen wegens Autonoom gemeentebedrijf
IX.
10 568 953,15 10 568 953,15 3 305 000,00
8689
Uitsplitsing van de post 490/1 van de activa indien daaronder een belangrijk bedrag voorkomt. Pensioenen januari 2005 Lonen januari 2005
VIII.
vorig boekjaar
51
Hierboven niet-opgenomen overige geldbeleggingen
VII.
boekjaar
codes
bedragen
8700
307 109 691,74
8701
307 109 691,74
VOORZIENINGEN VOOR OVERIGE RISICO’S EN KOSTEN Uitsplitsing van de post 163/5 van de passiva indien daaronder een belangrijk bedrag voorkomt. Hangende geschillen en risico’s Milieu Uitstapregeling personeel
boekjaar
11 392 527,89 16 384 722,44 821 146,60
52
aantal aandelen
jaarrekening
X.
S TA AT V A N D E S C H U L D E N
A.
Uitsplitsing van de schulden met een oorspronkelijke looptijd van meer dan één jaar naargelang hun resterende looptijd Financiële schulden 1. Achtergestelde leningen 2. Niet-achtergestelde obligatieleningen 3. Leasingschulden en soortgelijke schulden 4. Kredietinstellingen 5. Overige leningen Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen Overige schulden Totaal
C.
Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 1. Belastingen (post 450/3 van de passiva) a) Vervallen belastingschulden b) Niet-vervallen belastingschulden c) Geraamde belastingschulden 2. Bezoldigingen en sociale lasten (post 454/9 van de passiva) a) Vervallen schulden ten aanzien van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid b) Andere schulden met betrekking tot bezoldiging en sociale lasten
XI.
hoogstens één jaar codes
(post 42)
schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar meer dan doch hoogstens vijf jaar vijf jaar (post 17) (post 17)
880 881 882 883 884 885 886 887 888
9 226 796,76
31 811 855,93
54 266 698,61
59 580,69 9 167 216,07
273 447,16 31 538 408,77
78 149,07 54 188 549,54
891
9 226 796,76
31 811 855,93
54 266 698,61
codes
boekjaar
9072 9073 450
899 993,53
9076 9077
OVERLOPENDE REKENINGEN
100 357 756,12
boekjaar
Uitsplitsing van de post 492/3 van de passiva indien daaronder een belangrijk bedrag voorkomt. Facturatie concessiegelden 1e kwartaal 2005 Verschuldigde nog niet betaalde intresten Omzet lang termijncontracten
20 363 047,62 1 534 815,28 4 972 330,97
53
jaarverslag 2004
XII. A.
B E D R I J F S R E S U LT A T E N Netto-omzet : (post 70) : per bedrijfscategorie en per geografische markt uitsplitsen in de bijlage bij het standaardformulier, voor zover deze categorieën en markten, vanuit het oogpunt van de organisatie van de verkoop van goederen en de verlening van diensten in het kader van de normale bedrijfsuitoefening van de onderneming, onderling aanzienlijke verschillen vertonen. codes
B.
C1.
C2.
C3.
D.
E.
Andere bedrijfsopbrengsten (post 74) Waarvan: exploitatiesubsidies en vanwege de overheid ontvangen compenserende bedragen
Personeelskosten (post 62) a) Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen b) Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen c) Werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen d) Andere personeelskosten e) Pensioenen Voorzieningen voor pensioenen (begrepen in post 635/7) Toevoegingen (+), bestedingen en terugnemingen ( – )
Voorzieningen voor risico’s en kosten (post 635/7) Toevoegingen Bestedingen en terugnemingen
F.
Andere bedrijfskosten (post 640/8) Belastingen en taksen op de bedrijfsuitoefening Andere
G.
Uitzendkrachten en ter beschikking van de onderneming gestelde personen 1. Totaal aantal op de afsluitingsdatum 2. Gemiddeld aantal berekend in voltijdse equivalenten Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren Kosten voor de onderneming
vorig boekjaar
97 953 396,91
5 373 764,14
9086
1 319
1 304
9087 9088
1 319,5 2 585 565
1 296,0 2 471 958
620 621
57 987 967,81 10 321 919,01
53 511 974,83 9 971 137,68
622 623 624
494 159,25 4 035 991,02 132 368 728,09
481 166,54 3 515 169,45 55 159 813,42
740
Werknemers ingeschreven in het personeelsregister a) Totaal aantal op de afsluitingsdatum b) Gemiddeld personeelsbestand berekend in voltijdse equivalenten c) Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren
Waardeverminderingen (post 631/4) 1. Op voorraden en bestellingen in uitvoering – geboekt – teruggenomen 2. Op handelsvorderingen – geboekt – teruggenomen
boekjaar
635
(–)
9110 9111
41 368,36
(–)
9112 9113
2 018 939,12
(–)
9115 9116
8 923 558,35 (3 540 866,85)
11 751 714,71 (14 456 294,69)
640 641/8
9 677 859,42 3 421 740,25
10 359 427,07 10 561 126,07
9096
293
309
9097 9098 617
299,4 562 732 11 100 197,85
318,0 616 858 11 155 819,04
54
(61 887,59) (9 060,86)
jaarrekening
XIII. A.
XV. A.
B.
XVI.
A.
B.
F I N A N C I E L E R E S U LT A T E N Andere financiële opbrengsten (post 752/9) Door de overheid toegekende subsidies, aangerekend op het resultaat: – kapitaalsubsidies – interestsubsidies Uitsplitsing van de overige financiële opbrengsten, indien het belangrijke bedragen betreft. Meerwaarde realisatie vlottende activa Intrestswap
codes
boekjaar
vorig boekjaar
9125 9126
10 740 662,11
11 521 349,30
46 028,83 2 021 666,45
52 037,36 962 931,51
B E L A S T I N G E N O P H E T R E S U LT A A T Uitsplitsing van post 670/3 1. Belastingen op het resultaat van het boekjaar a. Verschuldigde of betaalde belastingen en voorheffingen b. Geactiveerde overschotten van betaalde belastingen en voorheffingen (–) c. Geraamde belastingsupplementen (opgenomen onder post 450/3 van de passiva)
codes
boekjaar
9134
5 559,08
9135
5 559,08
9136 9137
Belangrijkste oorzaken van de verschillen tussen de winst voor belastingen, en de geraamde belastbare winst Het gemeentelijk Havenbedrijf is niet onderworpen aan de vennootschapsbel. maar wel aan de rechtspersonenbel. BELASTING OP DE TOEGEVOEGDE WAARDE EN BELASTINGEN TEN LASTE VAN DERDEN De belasting op de toegevoegde waarde in rekening gebracht: 1. aan de onderneming (aftrekbaar) 2. door de onderneming De ingehouden bedragen ten laste van derden bij wijze van: 1. bedrijfsvoorheffing 2. roerende voorheffing
codes
boekjaar
vorig boekjaar
9145 9146
28 763 444,68 28 473 614,39
25 094 314,20 25 123 273,11
9147 9148
18 054 917,31
17 504 460,58
55
jaarverslag 2004
XVII.
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN In voorkomend geval, een beknopte beschrijving van de regeling inzake het aanvullend rust- of overlevingspensioen ten behoeve van de personeels- of directieleden, met opgave van de genomen maatregelen om de daaruit voortvloeiende kosten te dekken Overeenkomstig art. 31 van haar statuten, heeft het Havenbedrijf Antwerpen al de pensioenverplichtingen, vroegere, huidige en toekomstige, voor personeelsleden die in de haven werken of gewerkt hebben, overgenomen van de Stad Antwerpen. Reserves voor de verleden diensttijd had de Stad Antwerpen niet aangelegd. Het Havenbedrijf heeft contracten afgesloten die er op gericht zijn het pensioen aan gepensioneerden uit te betalen en op lange termijn reserves op te bouwen Pensioenen die door de onderneming zelf worden gedragen: – geschat bedrag van de verplichtingen die voortvloeien uit reeds gepresteerd werk – wijze waarop dit bedrag wordt berekend
codes
boekjaar
9220
121 000 000,00
pensioenverplichtingen zoals berekend door actuaris: pensioenreserves Pensioenfonds:
238 milj. euro 117 milj. euro
Belangrijke hangende geschillen en andere belangrijke verplichtingen In het boekjaar 2000 hebben derden een procedure ingeleid tot schorsing van de door het Vlaamse Gewest op 13 juni 2000 verstrekte bouwvergunning voor het Deurganckdok. Op 7 maart 2001 is de bouwvergunning effectief door de Raad van State geschorst, waardoor de werken toen stilgelegd zijn. Het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen is door de aannemers in gebreke gesteld en heeft met de aannemers, samen met het Vlaamse Gewest, contractuele regelingen getroffen voor de door de aannemers opgelopen schade. De definitieve afsluiting van de schaderegeling dient nog plaats te vinden. Uit deze definitieve afrekening worden geen significante effecten meer verwacht. Daarnaast hebben
derden gerechtelijke vorderingen opgestart tegen de door de overheid verleende vergunnningen op basis waarvan de werken heropgestart zijn. Deze vorderingen zijn tot op datum van heden afgewezen door de bevoegde rechtbanken doch niet alle ingestelde procedures zijn afgerond. Concessiehouders van het Deurganckdok hebben eveneens het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen in gebreke gesteld en zich het recht voorbehouden om schadevergoeding te eisen. Deze schadeclaims zullen echter worden afgewezen door het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen. De firma Seaport Terminals NV heeft in 2003 een claim ingediend tegen het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen ten belope van 86.762.734
56
euro. Het betreft een geëiste schadevergoeding wegens beweerde medeplichtigheid aan contractbreuk door de rederij Cast in verband met Flanders Container Terminal. Op basis van een juridische analyse van de beschikbare gegevens in het dossier meent de raad van bestuur dat er in verband met deze claim geen voldoende argumenten tegen het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen geformuleerd zijn om hiervoor een voorziening op te nemen. In het kader van de toewijzing van het windmolenproject in de haven van Antwerpen door het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, heeft de firma Aspiravi NV die niet als eerste weerhouden was, reeds verschillende procedures tegen het Gemeentelijk
Havenbedrijf Antwerpen opgestart. Deze procedures bij verschillende rechtbanken zijn tot op heden met gunstig gevolg voor het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen. Aspiravi NV heeft in verband met deze toewijzingsbeslissing op 20 februari 2004 het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen gedagvaard voor de Rechtbank van Eerste Aanleg waarbij een schadevergoeding van 117.309.425 euro gevorderd wordt. Omwille van het feit dat voorgaande procedures waarbij dezelfde argumenten gebruikt worden met gunstig gevolg waren voor het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, is geen voorziening opgenomen.
jaarrekening
XVIII. B E T R E K K I N G E N M E T V E R B O N D E N O N D E R N E M I N G E N E N M E T O N D E R N E M I N G E N W A A R M E E E E N D E E LV E R H O U D I N G B E S TA AT
verbonden ondernemingen codes
1. Financiële vaste activa Deelnemingen Vorderingen: achtergestelde andere
boekjaar
925 926
vorig boekjaar
ondernemningen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat boekjaar vorig boekjaar
608 888,47 608 888,47
927 928
57
608 888,47 608 888,47
jaarverslag 2004
SOCIALE BALANS Nummers van de paritaire comités die voor de ondernemingen bevoegd zijn:
I.
S TA AT V A N D E T E W E R K G E S T E L D E P E R S O N E N
A.
Werknemers ingeschreven in het personeelsregister Tijdens het boekjaar en het vorige boekjaar
codes
Gemiddeld aantal werknemers Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren Personeelskosten Bedrag van de voordelen bovenop het loon
voltijds (boekjaar)
deeltijds (boekjaar)
totaal (T) of totaal in voltijdse equivalenten (VTE) (boekjaar)
totaal (T) of totaal in voltijdse equivalenten (VTE) (vorig boekjaar)
100
1 319,0
1,0
1 319,5(VTE)
1 296,0(VTE)
101 102
2 585 305 205 052 061,04
260 2 585 565(T) 2 471 958(T) 156 704,14 205 208 765,18(T) 122 639 261,92(T)
103
Op de afsluitingsdatum van het boekjaar
(T)
(T)
codes
voltijds
deeltijds
totaal in voltijdse equivalenten
105
1 315
4
1317,0
110 111
1 312 2
4
1314,0 2,0
112 113
1
c. Volgens het geslacht Mannen Vrouwen
120 121
1149 166
2 2
1150,0 167,0
d. Volgens de beroepscategorie Directiepersoneel Bedienden Arbeiders Andere
130 134 132 133
158 593 564
1 3
158,5 594,5 564,0
uitzendkrachten
ter beschikking van de onderneming gestelde personen
3,4 4 995 138 054,68
296,0 557 737 10 962 143,17
a. Aantal werknemers ingeschreven in het personeelsregister b. Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd Overeenkomst voor een bepaalde tijd Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk Vervangingsovereenkomst
B.
100.00
1,0
Uitzendkrachten en ter beschikking van de onderneming gestelde personen Tijdens het boekjaar
codes
Gemiddeld aantal tewerkgestelde personen Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren Kosten voor de onderneming
150 151 152
58
jaarrekening
II.
TA B E L V A N H E T P E R S O N E E L S V E R L O O P T I J D E N S H E T B O E K J A A R codes
A.
B.
Ingetreden a. Aantal werknemers die tijdens het boekjaar in het personeelsregister werden ingeschreven b. Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd Overeenkomst voor een bepaalde tijd Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk Vervangingsovereenkomst c. Volgens het geslacht en het studieniveau Mannen: lager onderwijs secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs Vrouwen: lager onderwijs secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs
voltijds
deeltijds
totaal in voltijdse equivalenten
205
61
61,0
210 211 212 213
56 4
56,0 4,0
1
1,0
220 221 222 223
15 19
15,0 19,0
6
6,0
230 23 232 233
2 16
2,0 16,0
3
3,0
Uitgetreden a. Aantal werknemers met een in het personeelsregister opgetekende datum waarop hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde nam
305
45
b. Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd Overeenkomst voor een bepaalde tijd Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk Vervangingsovereenkomst
310 311 312 313
45
320 321 322 323
6 25 2 5
330 331 332 333
4 1 2
c. Volgens het geslacht en het studieniveau Mannen: lager onderwijs secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs Vrouwen: lager onderwijs secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs d. Volgens de reden van beëindiging van de overeenkomst Pensioen Brugpensioen Afdanking Andere reden Waarvan: het aantal werknemers dat als zelfstandige ten minste op halftijdse basis diensten blijft verlenen aan de onderneming
340 341 342 343 350
59
1
45,5
1
45,0 0,5
6,0 25,0 2,0 5,0 1
38 7
0,5 4,0 1,0 2,0
38,0 1
0,5 7,0
jaarverslag 2004
IV.
INLICHTINGEN OVER DE OPLEIDINGEN VOOR DE WERKNEMERS TIJDENS HET BOEKJAAR Totaal van de opleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever
codes
mannen
codes
vrouwen
1. Aantal betrokken werknemers 2. Aantal gevolgde opleidingsuren 3. Kosten voor de onderneming
5801 5802 5803
837 9 793 328 932,81
5811 5812 5813
129 1638 81 840,05
60
jaarrekening
WAARDERINGSREGELS Software
Krachtens artikel 34 van de statuten van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen is het Havenbedrijf onderworpen aan de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding en de jaarrekening van ondernemingen. Hierdoor moet de boekhouding gevoerd worden overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 30 januari 2001 op de jaarrekening van ondernemingen. Het opstellen van de jaarrekening is de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur. Het zo nauwkeurig mogelijk omschrijven van de waarderingsregels maakt hier integraal deel van uit.
Terreinen en gebouwen Terreinen Dienstgebouwen Magazijnen Waterwegen Gebruiksrechten op grote investeringswerken Waterbouwkundige werken Afdaken, loodsen, hangars e.a. Wegen
ALGEMENE WA ARDERINGSREGELS
Installaties, machines en uitrusting Hefwerktuigen Vaartuigen o.a. baggertuigen, peilboten, oliezuiger, afmeerponton, inspectieboten Elektrische installaties o.a. openbare verlichting, kabelnet, kraankabelnet, verkeerssignalisatie Onderwatercellen Machines en uitrusting algemeen o.a. gereedschap en toestellen reddingsboei-installaties, takels en kettingen, compressorgroepen, graaf- en laadschopcombinaties Installaties verwarming en koeling Liften Alarminstallaties Telecommunicatie o.a. telefooninstallaties, radioverbindingen, camera’s en luidsprekers voor sluizen Havenradar Hardware voor technische doeleinden o.a. Apics inclusief kabelnetwerk, geografisch informatiesysteem (GIS), dataverwerkende eenheid voor hydrografische metingen
De jaarrekening van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen wordt opgesteld in overeenstemming met de wetgeving op de jaarrekening. Krachtens art. 24 van het K.B. van 30 januari 2001 worden de waarderingsregels opgesteld met naleving van de vereisten van het getrouwe beeld, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de onderneming. Voor hetgeen de wet aanvullend regelt en in de gevallen waar zij een keuze laat aan de onderneming, heeft de Raad van Bestuur de hierna volgende waarderingsregels bepaald. SPECIFIEKE WA ARDERINGSREGELS M AT E R I E L E V A S T E A C T I V A
Algemeen principe Onder de materiële vaste activa worden duurzame, tastbare bedrijfsmiddelen met een gebruiksduur van meer dan één boekjaar, waarvan de initiële aanschaffingswaarde groter of gelijk is aan 1250,00 euro, geactiveerd. De waardering gebeurt aan aanschaffingsprijs of aan vervaardigingprijs zoals bepaald in artikelen 36 en 37 van het K.B., eventuele bijkomende kosten kunnen in het jaar van aanschaf volledig ten laste van het resultaat worden gebracht. Herwaarderingen Het niet-gesubsidieerde gedeelte van de afschrijfbare materiële vaste activa wordt jaarlijks geherwaardeerd overeenkomstig de omzendbrieven van de Administratie van Regionale en Lokale besturen. De herwaarderingsmeerwaarde wordt op het passief, rekening ‘herwaarderingsmeerwaarden’ geïndividualiseerd (volgens rondschrijven in CBN 19 van juli 1986) en overgeschreven naar een onbeschikbare reserve a rato van het afschrijvingsritme van de onderliggende activa.
Meubilair en rollend materieel Meubilair Bureaumachines Hardware administratie Rollend materieel o.a. Sleepboten Kolkenzuiger Personenwagen Vrachtwagens Vorkliften Zoutstrooiers
Afschrijvingen De afschrijvingen worden jaarlijks lineair en voor een volledig jaar berekend op basis van de geherwaardeerde aanschaffingswaarde van de investeringen volgens onderstaande afschrijvingspercentages:
33,33% 0% 3% 5% 3% 3% 3% 5% 5% 5% 5% 5% 16,67% 10 %
10% 10% 10% 20% 20% 20%
10% 20% 20% 5% 20% 20% 20% 20% 20%
Leasing De gebruiksrechten betreffende materiële vaste activa, waarover de onderneming beschikt op grond van leasing of soortgelijke overeenkomsten worden, na aftrek van de gecumuleerde afschrijvingen of waardeverminderingen, onder deze rubriek opgenomen voor het gedeelte van de volgens de overeenkomst te storten termijnen, dat strekt tot de wedersamenstelling van de kapitaalwaarde. 61
jaarverslag 2004
Het afschrijvingsritme volgt de onder 2.1.3 aangehaalde percentages.
Projecten van de dienst Elektriciteitsvoorzieningen Voor activa met gelijkaardige kenmerken: verlichtingspalen, kabelnetwerken, laagspanningskasten,... wordt een systeem van standaardwaarden gebruikt. De waarde van deze activa wordt jaarlijks herzien en getoetst aan marktprijzen. De waarde omvat een gemiddelde aanschaffingsprijs en ook loonkost van directe arbeid. Grotere projecten zoals het plaatsen van hoogspanningsposten worden gewaardeerd op individuele basis en volgens de regels zoals bepaald bij ‘materiële vaste activa in aanbouw’.
Bijkomende afschrijvingen en waardeverminderingen Op materiële vaste activa met een beperkte gebruiksduur wordt aanvullend afgeschreven indien hun boekwaarde hoger is dan de gebruikswaarde ingevolge technische ontwaarding of wegens wijziging van economische of technologische omstandigheden. In geval van duurzame minderwaarde of ontwaarding wordt voor materiële vaste activa met beperkte gebruiksduur een uitzonderlijke minderwaarde geboekt. Deze afschrijvingen en uitzonderlijke waardeverminderingen worden ter goedkeuring voorgelegd door het Directiecomité aan de Raad van Bestuur.
FI N A N CI ELE VAST E ACT I VA
De aandelen en deelbewijzen die de onderneming als participatie aanhoudt, worden geactiveerd aan hun aanschaffingswaarde. De schuldvorderingen die onder deze rubriek geboekt staan, worden opgenomen aan nominale waarde. Jaarlijks worden de financiële vaste activa beoordeeld. Ingeval van duurzame minderwaarde of ontwaarding of indien er voor het geheel of een gedeelte van de vordering onzekerheid ontstaat omtrent de terugbetaling wordt een waardevermindering geboekt. De hoogte van waardevermindering wordt voorgesteld door het directiecomité en voorgelegd ter goedkeuring aan de Raad van Bestuur.
Tussenkomst van derden Tussenkomst van derden in geactiveerde investeringen, andere dan kapitaalsubsidies, worden aan nominale waarde bij schulden geboekt. Het gedeelte van de vaste activa waarvoor deze tussenkomsten verkregen werden, wordt niet geherwaardeerd en bij ingebruikname volledig afgeschreven. De tussenkomst zelf wordt op dit ogenblik als een andere bedrijfsopbrengst getoond. Gronden en terreinen Gronden en terreinen ingebracht op 1 januari 1997 werden globaal gewaardeerd op basis van een schatting gemaakt in 1986 en dit is verder aangevuld met de aankopen van 1988 tot einde 1996. De individuele waarde van de gronden en terreinen werd bekomen door deze globale waarde te versleutelen a rato van de oppervlakte van de grond of het terrein. Gronden en terreinen aangeschaft of verworven nà 1 januari 1997 worden geboekt tegen aanschaffingswaarde.
VOORRADEN
Een artikel in voorraad wordt gewaardeerd op de laatste aanschaffingswaarde, wat in feite neerkomt op een vereenvoudigde vervangingswaarde. Dit betekent dat voor oude artikels de historische aanschaffingswaarde aangepast wordt met de meest recente aanschaffingswaarde. Er wordt een waardevermindering voor traag roterende of verouderde voorraadelementen geboekt. Het betreft een systeem dat op basis van de laatste beweging een forfaitair percentage van waardevermindering toepast.
Gebruiksrechten Het recht van gebruik van onder andere de Europaterminal werd gewaardeerd op basis van de tussenkomst van de havenregie in de financiering van de activa waarop het gebruiksrecht rust. De gebruiksrechten worden afgeschreven op basis van de economische levensduur van de onderliggende activa. Het afschrijvingsritme volgt het in het punt Afschrijvingen beschreven percentage.
aantal jaar niet bewogen 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar en ouder
Activa in aanbouw Grote projecten en projecten die over een langere periode lopen, worden eerst geactiveerd onder de post ‘materiële vaste activa in aanbouw’. Geactiveerd wordt de aanschaffingsprijs (zoals gefactureerd door derden leveranciers). Op dit moment zijn er nog geen regels met betrekking tot de activering van interne kosten en intercalaire intresten. Deze worden vooralsnog rechtstreeks in resultaat genomen. De activa in aanbouw worden overgeboekt naar hun respectievelijke posten onder de materiële vaste activa op datum van de voorlopige oplevering der werken. De notificatie van voorlopige oplevering wordt door de technische dienst overgemaakt aan de boekhouding. Op de activa in aanbouw worden geen afschrijvingen toegepast (tenzij onder uitzonderlijke omstandigheden en ingeval van duurzame minderwaarden). Deze activa worden niet geherwaardeerd en de erop betrekking hebbende kapitaalsubsidies worden evenmin in resultaat genomen.
percentage waardevermindering 10% 20% 50% 75%
Door de strikte toepassing van waardeverminderingen benadert deze waardering de methodes die in de Belgische boekhoudwetgeving worden toegestaan. VORDERINGEN OP LANGE OF KORTE TERMIJN
De vorderingen worden opgenomen aan nominale waarde. De vorderingen met een contractuele looptijd van meer dan één jaar worden onder de ‘Vorderingen op meer dan één jaar’ geplaatst. Het gedeelte dat binnen het jaar invorderbaar is, wordt overgeboekt naar de ‘Vorderingen op hoogstens één jaar’. Een waardevermindering wordt in rekening genomen voor de nog onbetaalde of twijfelachtige schuldvorderingen, uitgezonderd op deze met voldoende zakelijke waarborg. 62
jaarrekening
Een waardevermindering op uitstaande vorderingen wordt als volgt automatisch toegepast: achterstand > 6 maanden achterstand > 12 maanden achterstand > 18 maanden
zolang de goederen waarop zij betrekking hebben niet gerealiseerd werden. Meerwaarden kunnen echter: – worden overgebracht naar een reserve ten belopen van de op de meerwaarde geboekte afschrijvingen; – in kapitaal worden omgezet; – bij latere minderwaarde worden afgeboekt ten belopen van het nog niet afgeschreven gedeelte van de meerwaarde.
20% 80% 100%
Indien blijkt dat een vordering oninbaar of dubieus is en de waardevermindering boven de automatische berekening hierboven zou uitstijgen, bijvoorbeeld wegens faillissement, dan worden bijkomende waardeverminderingen aangelegd die op voorzichtige wijze rekening houden met de verwachte recuperatiemogelijkheden en toekomstige kosten.
RESERVES
Wettelijke reserve De wettelijke reserve wordt gevormd door jaarlijks tien procent van de winst van het boekjaar toe te wijzen. Deze verplichting vloeit voort uit artikel 38 van de statuten van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen.
BESCHIKBARE WA ARDEN
De geldbeleggingen en liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Eventuele waardeverminderingen worden bepaald op een individuele basis. Meerwaarden op beleggingsproducten worden pas in resultaat genomen bij realisatie van de titels.
Onbeschikbare reserve De herwaarderingsmeerwaarde, die in navolging van de reglementen terzake jaarlijks wordt berekend, kan ten belopen van de afschrijvingen jaarlijks naar deze rekening overgeboekt worden.
B EG I N WA A R D E K A P I TA A L S U B S I D I ES
Overeenkomstig artikel 54 van de statuten werd bij de oprichting van het Havenbedrijf een beginbalans opgesteld. Deze beginbalans omvatte de activa en passiva van de meest recente balans van de havenregie met dien verstande dat correcties werden doorgevoerd op basis van gegevens over het boekjaar die later bekend waren en/of als gevolg van de toepassing van regelingen voor rechtsopvolging en ingevolge besluiten van overeenkomsten daaromtrent met de Stad Antwerpen. De beginwaarde was het verschil tussen de (eventueel gecorrigeerde) ingeboekte activa en passiva, rekening houdend met de rechten en plichten die op het Autonoom Havenbedrijf rusten. Dit bedrag is vastgesteld op 307 miljoen euro. De beginwaarde werd afgeleid van de netto actief situatie van de havenregie op 31 december 1996 nà toewijzing van kapitaalsubsidies en herwaarderingsmeerwaarden en kan als volgt voorgesteld worden: Activa waarde per 31 december 1996: toewijzing aan: herwaarderingsmeerwaarden kapitaalsubsidies Netto activa:
Kapitaalsubsidies met betrekking tot afschrijfbare vaste activa worden in de balans opgenomen nadat aan de contractuele verplichtingen voortvloeiend uit de vaste belofte door de hogere overheid voldaan is. Zij worden als financiële opbrengst getoond in de resultatenrekening volgens hetzelfde ritme als de afschrijvingen op de activa waarvoor zij werden toegekend. Subsidies die niet voor een investering in vaste activa werden toegekend, worden als opbrengst in de resultatenrekening opgenomen gespreid over de duurtijd van de activiteiten waarop de subsidies betrekking hebben. In het boekjaar zijn kapitaalsubsidies ontvangen ten belope van 37,4 miljoen euro. VOORZIENINGEN VOOR RISICO’S EN KOSTEN
Pensioenen en soortgelijke verplichtingen Het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen heeft de pensioenverplichtingen van het gepensioneerd havenpersoneel alsook de verplichtingen van haar huidig personeel voor verleden diensttijd overgenomen op 1 januari 1997 van de Stad Antwerpen. Deze verplichtingen komen niet op de balans van het Havenbedrijf maar zijn toegelicht op blz. 19 van de jaarrekening. Het Havenbedrijf verricht stortingen aan het pensioenfonds, een aparte entiteit, ter dekking van de lopende pensioenen en voor de opbouw van reserves. Worden wel opgenomen onder deze rubriek het tekort aan stortingen, op jaarbasis, aan de aparte entiteit nodig voor de opbouw van reserves ten belopen van de verworven rechten voor 1 jaar dienst van de actieve statutaire personeelsleden van het Havenbedrijf in de mate dat de rechten niet door andere instanties gedekt worden.
502 miljoen euro 15 miljoen euro 180 miljoen euro 307 miljoen euro
Voor een gedetailleerde bespreking van de beginwaarde en de inbrengwaarde verwijzen we naar het verslag over de waardering van de inbreng bij de oprichting van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen. Herwaarderingsmeerwaarden In overeenstemming met de omzendbrieven van de Administratie voor Regionale en Lokale Besturen, worden de niet gesubsidieerde afschrijfbare materiële vaste activa jaarlijks geherwaardeerd. De herwaarderingsmeerwaarde wordt op een afzonderlijke passivarekening geplaatst en behouden
63
jaarverslag 2004
Grote herstellings- en onderhoudswerken De toekomstige kosten van grote herstellingen of van periodiek onderhoud kunnen op technische basis geraamd worden. De voorzieningen die geboekt worden, beantwoorden aan de kosten die in de loop van de volgende tien jaar zullen ontstaan. Enkel de sommatie van de bedragen die uitstijgen boven de laagste recurrente kosten van groot onderhoud of herstellingswerken worden voorzien. Deze methode wordt de aftoppingsmethode genoemd. Minimaal wordt 2,5 procent van de aanschafwaarde van het patrimonium (22 en 23 rekening) als voorziening aangehouden. Dit percentage komt overeen met de geschatte minimale onderhoudskosten voor het komende anderhalf jaar teneinde het patrimonium in stand te houden.
De verbintenissen, verhaalrechten en orderrekeningen zullen hernomen worden voor het bedrag dat voorkomt ingevolge de door het Havenbedrijf onderschreven waarborgen ten gunste van derden of de door de derden onderschreven waarborgen ten gunste van het Havenbedrijf. Ze vermelden in ieder geval het saldo van de niet gefinancierde verplichtingen die op het Havenbedrijf rusten inzake pensioenen voor verleden diensttijd van actieven en van gepensioneerden.
Hangende geschillen Op basis van de stand van zaken die opgemaakt wordt aan de hand van de informatie van de advocaten en de juridische dienst van het Havenbedrijf, worden voorzieningen aangelegd om rekening te houden met de mogelijke verplichtingen die voortvloeien uit de hangende rechtszaken.
De toelagen die aan het Gemeentelijk Havenbedrijf verstrekt worden door het Vlaamse Gewest in het kader van het ‘havendecreet’ worden in resultaat genomen op het ogenblik dat er voldoende zekerheid bestaat over de toekenning van de toelage. Deze zekerheid kan blijken uit uitvoeringsbesluiten en/of specifieke overeenkomsten.
V ER B I N T EN ISSEN, V ER H A A LR ECH T EN EN ORDERREKENINGEN
HAVENDECREET
Milieurisico’s Indien belangrijke milieurisico’s geïndividualiseerd worden, wordt een voorziening aangelegd à rato van een beredeneerde inschatting van de potentiële schade of saneringskosten.
FINANCIELE INSTRUMENTEN
Financiële instrumenten worden enkel afgesloten indien zij een specifieke economische verantwoording hebben en dienen als een ‘hedging’ operatie. Speculatieve transacties worden niet aangegaan. De financiële effecten van de financiële instrumenten worden dan ook gekoppeld aan het onderliggend object waarop het instrument betrekking heeft.
SCHULDEN
De schulden worden opgenomen aan nominale waarde. De verplichtingen met een contractuele looptijd van meer dan één jaar worden onder de ‘Schulden op meer dan één jaar’ geplaatst. Het gedeelte dat binnen het jaar verschuldigd is, wordt overgeboekt naar de ‘Schulden op hoogstens één jaar’. OV ERLOPENDE REKENINGEN
De overlopende rekeningen aan activa- en passivazijde worden gebruikt voor de correcte toewijzing van kosten en opbrengsten aan het boekjaar waarop zij betrekking hebben.
64
jaarrekening
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS Verslag van de Commissaris gericht aan de Gemeenteraad van de stad Antwerpen m.b.t. de jaarrekening afgesloten op 31 december 2004
de resultaten van het havenbedrijf wensen wij uw aandacht te vestigen op volgende punten: – Wij verwijzen naar het punt ‘Belangrijke hangende geschillen en andere belangrijke verplichtingen’ onder de toelichting ‘XVII Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’ van de jaarrekening, waarbij de Raad van Bestuur meldt dat het havenbedrijf door derden werd gedagvaard in twee belangrijke rechtszaken. Het gaat hier om mogelijk belangrijke onzekerheden waarover de bevoegde rechtbanken nog geen oordeel geveld hebben. Naargelang de evolutie van deze rechtszaken kunnen zij mogelijks een belangrijke impact hebben op de resultaten en het vermogen van het havenbedrijf. – Resultaat van het boekjaar: De winst van het boekjaar is identiek aan de winst van vorig jaar. Dit identiek resultaat wordt verklaard doordat, met ingang van het boekjaar 2000, met de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen is overeengekomen om de winst boven 2.299.901 EUR extra af te dragen aan het Pensioenfonds voor het statutair personeel van het havenbedrijf, voor het vormen van de minimum reserves voor die pensioenen als gevolg van de overname bij de omvorming van het havenbedrijf tot autonoom gemeentebedrijf van deze verplichtingen van de stad Antwerpen. Dit bedrag van 2.299.901 EUR is gebaseerd op een referentiedividend aan de Stad van 2.069.910 EUR verhoogd met een wettelijk voorgeschreven reservering van 10% van de winst van het boekjaar. In uitvoering van die verplichting is in de jaarrekening 2004 onder de personeelskosten een bijkomende pensioenafdracht ten laste genomen van 82,8 miljoen EUR t.o.v. 5,1 miljoen EUR in 2003. Deze verhoogde afdracht houdt in dat het resultaat vóór extra afdracht 77,7 miljoen EUR hoger was dan in 2003. — Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, wordt de boekhouding gevoerd en de jaarrekening opgesteld overeenkomstig de in België toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. — Wij hebben geen kennis van verrichtingen of beslissingen die een inbreuk vormen op de statuten of op de gemeentewet meer in het bijzonder op de artikelen 263bis tot en met 263decies van de gemeentewet. De resultaatverwerking die u wordt voorgesteld, stemt overeen met de statutaire bepalingen.
Aan de gemeenteraadsleden Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen brengen wij u verslag uit over de uitvoering van de controleopdracht die ons werd toevertrouwd. Wij hebben de controle uitgevoerd van de jaarrekening, opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur van het havenbedrijf, over het boekjaar afgesloten op 31 december 2004, met een balanstotaal van 1.088.990.307,60 EUR en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van 2.299.901,03 EUR. Wij hebben eveneens de bijkomende specifieke controles uitgevoerd die door de wet zijn vereist. Verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud Onze controles werden verricht overeenkomstig de normen van het Instituut der Bedrijfsrevisoren. Deze beroepsnormen eisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat, rekening houdend met de Belgische wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften met betrekking tot de jaarrekening. Overeenkomstig deze normen hebben wij rekening gehouden met de administratieve en boekhoudkundige organisatie van het havenbedrijf, alsook met de procedures van interne controle. De verantwoordelijken van het havenbedrijf hebben onze vragen naar opheldering of inlichtingen duidelijk beantwoord. Wij hebben op basis van steekproeven de verantwoording onderzocht van de bedragen opgenomen in de jaarrekening. Wij hebben de waarderingsregels, de betekenisvolle boekhoudkundige ramingen die het havenbedrijf maakte en de voorstelling van de jaarrekening in haar geheel beoordeeld. Wij zijn van mening dat deze werkzaamheden een redelijke basis vormen voor het uitbrengen van ons oordeel. Naar ons oordeel, rekening houdend met de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften, geeft de jaarrekening afgesloten op 31 december 2004 een getrouw beeld van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van het havenbedrijf en wordt een passende verantwoording gegeven in de toelichting.
12 april 2005 De Commissaris
Bijkomende verklaringen en inlichtingen
Deloitte & Touche Bedrijfsrevisoren Vertegenwoordigd door Piet Demeester
Wij vullen ons verslag aan met de volgende bijkomende verklaringen en inlichtingen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de jaarrekening te wijzigen: — Het jaarverslag bevat de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de jaarrekening. — Met betrekking tot de belangrijke hangende geschillen en 65
jaarverslag 2004
VERSLAG VAN HET COLLEGE VAN COMMISSARISSEN Verslag van het College van Commissarissen gericht aan de Gemeenteraad van de stad Antwerpen m.b.t. de jaarrekening afgesloten op 31 december 2004
– Resultaat van het boekjaar: De winst van het boekjaar is identiek aan de winst van vorig jaar. Dit identiek resultaat wordt verklaard doordat, met ingang van het boekjaar 2000, met de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen is overeengekomen om de winst boven 2.299.901 EUR extra af te dragen aan het Pensioenfonds voor het statutair personeel van het havenbedrijf, voor het vormen van de minimum reserves voor die pensioenen als gevolg van de overname bij de omvorming van het havenbedrijf tot autonoom gemeentebedrijf van deze verplichtingen van de stad Antwerpen. Dit bedrag van 2.299.901 EUR is gebaseerd op een referentiedividend aan de Stad van 2.069.910 EUR verhoogd met een wettelijk voorgeschreven reservering van 10% van de winst van het boekjaar. In uitvoering van die verplichting is in de jaarrekening 2004 onder de personeelskosten een bijkomende pensioenafdracht ten laste genomen van 82,8 miljoen EUR t.o.v. 5,1 miljoen EUR in 2003. Deze verhoogde afdracht houdt in dat het resultaat vóór extra afdracht 77,7 miljoen EUR hoger was dan in 2003. De resultaatbestemming die u wordt voorgesteld is in overeenstemming met de statuten. Wij hebben geen kennis van verrichtingen of beslissingen die een inbreuk vormen op de statuten of op de gemeentewet en meer in het bijzonder op de artikelen 263bis tot en met 263decies van de gemeentewet. Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, wordt de boekhouding gevoerd en werd de jaarrekening opgesteld overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften die daarop van toepassing zijn in België. Wij hebben ons voor onze controles gesteund op de werkzaamheden van de commissaris. Wij verwijzen dan ook naar zijn verslag over de rekeningen.
Aan de gemeenteraadsleden Overeenkomstig de Gemeentewet van 5 april 1995 en de bepalingen opgenomen in artikel 42 van de statuten, brengen wij u verslag uit over de uitvoering van de controleopdracht die ons werd toevertrouwd. Wij hebben de controle uitgevoerd van de jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2004, met een balanstotaal van € 1.088.990.307,60 en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van € 2.299.901,03. Deze jaarrekening is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur van het havenbedrijf. Verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud Wij hebben van de verantwoordelijken van het havenbedrijf de voor onze controles vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij hebben op basis van steekproeven de verantwoording onderzocht van de bedragen opgenomen in de jaarrekening. Wij hebben de waarderingsregels, de betekenisvolle boekhoudkundige ramingen die de onderneming maakte en de voorstelling van de jaarrekening in haar geheel beoordeeld. Wij zijn van mening dat deze werkzaamheden een redelijke basis vormen voor het uitbrengen van ons oordeel. Naar ons oordeel, rekening houdend met de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften, geeft de jaarrekening afgesloten op 31 december 2004 een getrouw beeld van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van het havenbedrijf en wordt een passende verantwoording gegeven in de toelichting.
Antwerpen, 12 april 2005
Bijkomende verklaringen en inlichtingen
Overeenkomstig artikel 42 van de statuten verstrekken wij
Voor het College van Commissarissen
volgende bijkomende verklaringen en inlichtingen. – Het jaarverslag bevat de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de jaarrekening. – Met betrekking tot de belangrijke hangende geschillen, de overige schulden in de balans en de resultaten van het havenbedrijf wensen wij uw aandacht te vestigen op volgende punten: – Wij verwijzen naar het punt ‘Belangrijke hangende geschillen en andere belangrijke verplichtingen’ onder de toelichting ‘XVII Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’ van de jaarrekening, waarbij de Raad van Bestuur meldt dat het havenbedrijf door derden werd gedagvaard in twee belangrijke rechtszaken. Het gaat hier om mogelijk belangrijke onzekerheden waarover de bevoegde rechtbanken nog geen oordeel geveld hebben. Naargelang de evolutie van deze rechtszaken kunnen zij mogelijks een belangrijke impact hebben op de resultaten en het vermogen van het havenbedrijf. 66
Commissaris
Commissaris
H. Coveliers Gemeenteraadslid Stad Antwerpen
L. Lemmens Gemeenteraadslid Stad Antwerpen
COLOFON Het jaarverslag verschijnt in het Nederlands en in het Engels. U kan het lezen op de website of een exemplaar aanvragen bij het Gemeentelijk Havenbedrijf, dienst Communicatie.
Uitgever Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen Havenhuis Entrepotkaai 1 B – 2000 Antwerpen België tel. + 32 (0)3 205 20 11 fax + 32 (0)3 205 20 28 e-mail:
[email protected] www.portofantwerp.com Concept en vormgeving Catapult Communication Designers Fotografie Catapult Communication Designers Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen BASF Antwerpen nv 2004 Drukwerk Joh. Enschedé | Van Muysewinkel