Tariefverordening op de zeeschepen
Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen www.havenvanantwerpen.be Directiecomité van 2 december 2013 Raad van bestuur van 16 december 2013 Ingangsdatum : 1 januari 2014
Inhoudstafel Basisprincipes .................................................................................. 2 artikel 1 Nomenclatuur ....................................................................................... 2 artikel 2 Toepassingsgebied................................................................................ 6 artikel 3 Hoofdprincipes...................................................................................... 6 artikel 4 Betalingen............................................................................................. 7
Tonnenmaatrecht .......................................................................... 10 artikel 5 Vast recht ............................................................................................ 10 artikel 6 Toepassingsprincipes.......................................................................... 10 artikel 7 Vrijstellingen en verminderingen ....................................................... 12 artikel 8 Tarieven niet-lijnvaart.......................................................................... 14 artikel 9 Tarieven lijnvaart................................................................................. 15 artikel 10 Tarieven bulkvaart ............................................................................ 21
Aanlegrecht .................................................................................... 24 artikel 11 Tarieven ............................................................................................ 24
Betwistingen…………………………………………………………………………26 artikel 12 ……………………………………………………………………………. ………………………26
Bijdrage scheepsafval ................................................................... 27 artikel 13 Begrippen ......................................................................................... 27 artikel 14 Toepassingsgebied ........................................................................... 28 artikel 15 Aanmelding ...................................................................................... 28 artikel 16 Bijdrageplicht ................................................................................... 29 artikel 17 Procedure voor aanvraag tot vrijstelling van de afvalbijdrage, aanmeldings- en afgifteplicht ........................................................................... 30 artikel 18 Procedure voor aanvraag verminderde bijdrage milieuvriendelijke schepen................................................................................ 32 artikel 19 Principes voor financiële tussenkomst ............................................. 33 artikel 20 Voorwaarden voor financiële tussenkomst....................................... 34 artikel 21 Overzichtstabel ................................................................................. 35 artikel 22 Rapporteren van gebreken ............................................................... 36
Voorrangen ..................................................................................... 37 artikel 23 Tarieven ............................................................................................ 37
Keurrechten .................................................................................... 38 artikel 24 Tarieven............................................................................................. 38
Selfbillnota's ................................................................................... 39 artikel 25 Administratieve modaliteiten ........................................................... 39
Slotbepalingen................................................................................ 40 artikel 26 Overmacht ........................................................................................ 40 artikel 27 Herroeping ........................................................................................ 40
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
2
Basisprincipes ARTIKEL 1 NOMENCLATUUR Voor de toepassing van deze tariefverordening wordt verstaan onder: 1 .1 ZEESCHEPEN Vaartuigen die vermeld staan in Lloyd's Register of Ships of over een geldige internationale meetbrief beschikken. 1 .2 ZEESCHEEPVAARTRECHT Een vergoeding, ten laste van het zeeschip en verschuldigd voor elke aanloop van en/of het verblijf in de haven, samengesteld uit: een tonnenmaatrecht: een ondeelbare vergoeding berekend op basis van de • tonnenmaat van het zeeschip; een aanlegrecht: een ondeelbare vergoeding berekend op basis van de • goederen die in de haven door het zeeschip gelost en/of geladen worden, uitgedrukt in tonnen. 1 .3 HET HAVENGEBIED VAN DE HAVEN VAN ANTWERPEN Het gebied dat wordt omschreven in de gemeentelijke havenpolitieverordening, goedgekeurd door de gemeenteraad van de stad Antwerpen. http://www.portofantwerp.com/nl/gemeentelijke-havenpolitieverordening-1 1 .4 VERBLIJFSDUUR Duur van de aanwezigheid van het zeeschip in de haven, die wordt gerekend: voor de zeeschepen die in de dokken worden gemeerd vanaf het • binnenvaren in de sluis bij aankomst in de haven tot op het ogenblik van het uitvaren uit de sluis bij vertrek uit de haven; voor de zeeschepen die aan de Scheldekaaien of de tijgebonden dokken of • de meerinrichtingen van de Schelde binnen de havengrenzen worden gemeerd of op de rede verblijven, vanaf het ogenblik dat zij hun ligplaats innemen bij aankomst in de haven tot op het ogenblik dat zij deze verlaten bij vertrek uit de haven; voor de zeeschepen die én in de dokken én aan de Scheldekaaien, de • tijgebonden dokken of aan de meerinrichtingen van de Schelde worden gemeerd of op de rede verblijven, geldt de combinatie van voorgaande regels. 1 .5 WERKDAG De weekdagen van maandag tot en met vrijdag, wettelijke feestdagen uitgezonderd.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
3
1 .6 MAAND Een periode van 30 opeenvolgende kalenderdagen. 1 .7 TON Massa van 1.000 kg. 1 .8 VRACHTTON Een vrachtton is een massa uitgedrukt in ton of m³ waarbij de grootste van de twee wordt gebruikt als meetbasis. 1 .9 EENHEID VAN DE BRUTOTONNENMAAT Grootheid zonder dimensie, gebruikt als eenheid van de inhoud van de zeeschepen, zoals deze blijkt uit de internationale meetbrief die in het land van registratie van het zeeschip volgens de bepalingen van het Internationaal Verdrag betreffende de meting van schepen, opgemaakt te Londen op 23 juni 1969, is afgegeven. De uitdrukking eenheid van de brutotonnenmaat wordt conventioneel afgekort tot BT (Eng. GT = Gross Tonnage). 1 .10 STUKGOEDSCHIP Een zeeschip dat in Lloyd's Register of Ships is opgenomen met de typeaanduiding 'general cargo', 'pallet carrier', 'barge carrier' ,'heavy-load carrier' of 'heavy-lift carrier'. 1 .11 CONTAINERSCHIP Een zeeschip dat integraal cellulair is ingericht en dat in Lloyd's Register of Ships is opgenomen met de enkelvoudige typeaanduiding 'containership'. 1 .12 OPEN TOP CONTAINERSCHIP Een containerschip dat in de internationale meetbrief (1969) meestal zo genoemd wordt, waarvoor in deze meetbrief onder de rubriek 'opmerkingen' de verminderde brutotonnenmaat wordt vermeld en waarin wordt bevestigd dat deze beantwoordt aan de geldende IMO resolutie. Dit houdt in dat het schip ontworpen is voor het vervoer van containers en een constructie heeft als een open 'U'. Niet minder dan twee derde van de totale ladingsruimte moet in een 'open top' configuratie ontworpen zijn, dit wil zeggen een open ruimte hebben zonder luiken. 1 .13 STORTGOEDSCHIP Een zeeschip dat in Lloyd’s Register of Ships is opgenomen met de typeaanduiding 'bulk carrier'. 1 .14 ROLL-ON/ROLL-OFF SCHIP Een zeeschip dat in Lloyd's Register of Ships is opgenomen met een typeaanduiding waarin het begrip 'roro' voorkomt. 1 .15 AUTOSCHIP Een zeeschip dat in Lloyd's Register of Ships is opgenomen met een typeaanduiding waarin het begrip 'vehicles' voorkomt.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
4
1 .16 KOELSCHIP Een zeeschip dat in Lloyd’s Register of Ships is opgenomen met de typeaanduiding 'refrigerated cargo'. 1 .17 TANKER Een zeeschip dat in Lloyd's Register of Ships is opgenomen met een typeaanduiding waarin het begrip 'tanker' voorkomt of een combinatietankschip dat is ingericht voor afwisselend vervoer van vloeibare goederen en stortgoederen, in zoverre dit schip een gehele of gedeeltelijke vloeibare lading vervoert. 1 .18 TANKER MET GESCHEIDEN BALLASTTANKS (SBT) Een tanker die door de regering van de vlaggenstaat of door andere, namens die staat daartoe bevoegde, instanties is gecertificeerd als tanker voorzien van gescheiden ballasttanks en waarvoor in de internationale meetbrief (1969) onder de rubriek 'opmerkingen' de aanwezigheid en de tonnage van de gescheiden ballasttanks wordt vermeld en wordt bevestigd dat deze beantwoorden aan het Voorschrift 13 (2) Annex 1 Marpol 73/78. Gastankers worden a priori beschouwd als evenwaardig aan tankers met gescheiden ballasttanks. 1 .19 PARCEL TANKER Een tanker geconstrueerd om verschillende soorten vloeibare lading of verschillende gradaties van dezelfde vloeibare lading tegelijkertijd te vervoeren. 1 .20 STORTGOEDEREN Goederen die verpompbaar, stortbaar of zuigbaar zijn. 1 .21 PROJECTGOEDEREN Goederen bestaande uit machinerie, constructiemateriaal, zware of ondeelbare stukken waarvan de partijgrootte minimum 500 vrachtton is. 1 .22 ONVERRICHTER ZAKE Wanneer een zeeschip zonder los- of laadoperaties de haven terug moet verlaten om zuiver nautische reden. 1 .23 ZEEVAARTLIJNEN Zeevaartlijnen die door het Havenbedrijf zijn erkend op basis van de opgelegde normen. 1 .24 BULKLIJNEN Bulklijnen die door het Havenbedrijf zijn erkend op basis van de opgelegde normen. 1 .25 DIENSTEN VAN MAKELARIJ Diensten die overeenkomstig de Belgische btw rechtsleer door een derde partij worden verstrekt en ertoe bijgedragen hebben dat bepaalde frequenties
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
5
werden behaald en/of goederen zijn geladen en/of gelost in de haven van Antwerpen. 1 .26 SELFBILLNOTA Administratief document gemaakt door het Havenbedrijf voor de vergoeding voor diensten van makelarij waarvoor geen creditnota kan toegekend worden. 1 .27 ESI Environmental Ship Index: identificeert zeeschepen die minder vervuilende stoffen uitstoten dan toegelaten. Een schip kan een ESI score hebben tussen 0 en 100, waarbij een schip 0 scoort indien het voldoet aan de wettelijke normen qua NOx- en SOx- uitstoot. Een schip scoort 100 op de ESI indien het noch SOx, noch NOx uitstoot en het zijn IMO Energy Efficiency Operational Index (EEOI) rapporteert of een Ship Energy Efficiency Management Plan (SEEMP) heeft. http://www.environmentalshipindex.org/Public/Home 1 .28 HAVENBEDRIJF Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen. Havenhuis, Entrepotkaai 1 2000 Antwerpen T +32 3 205 20 11 btw BE 0248 399 380 1 .29 BEHEER HAVENRECHTEN Afdeling van de dienst financiën van het Havenbedrijf die instaat voor het beheer van de zeescheepvaartrechten. email:
[email protected] T +32 3 205 22 91
ARTIKEL 2 TOEPASSINGSGEBIED Deze tariefverordening geldt voor alle zeeschepen die de haven van Antwerpen aanlopen.
ARTIKEL 3 HOOFDPRINCIPES 3.1 VERSCHULDIGDE ZEESCHEEPVAARTRECHTEN Voor elk zeeschip dat de haven aanloopt is aan het Havenbedrijf bij elke reis het zeescheepvaartrecht, dat het tonnenmaatrecht en het aanlegrecht omvat, verschuldigd. Dit zeescheepvaartrecht is hoofdelijk verschuldigd door de reder, de eigenaar, de bevrachter, de tijdsbevrachter, de kapitein of door de gemachtigde die voor één van hen optreedt. Indien tijdens het verblijf in de haven verschillende reders, eigenaars, bevrachters, tijdsbevrachters, kapiteins
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
6
of hun gemachtigden optreden, blijven zij, die als eersten hiervoor optraden, gehouden tot betaling van het zeescheepvaartrecht. Wanneer een 'verklaring van overdracht' werd ingediend, is de overnemende reder, eigenaar, bevrachter, tijdsbevrachter, kapitein of hun gemachtigde gehouden tot de betaling van dat gedeelte van het aanlegrecht dat betrekking heeft op de activiteiten verricht na de overdracht. De overdracht moet gebeuren volgens de wijze die het Havenbedrijf voorschrijft. Bij overdracht moet hij die tot betaling gehouden is de formaliteiten vervullen. 3.2 FORMALITEITEN Elke scheepsagent zal aan beheer havenrechten alle inlichtingen verstrekken en inzage verlenen in alle documenten die tot staving of controle van de aangifte kunnen dienen. Zo verschillende scheepsagenten voor hetzelfde zeeschip optreden, zonder dat een overdracht van het zeeschip plaatsvindt, moet de scheepsagent, die de plaatsaanvraag doet, alle formaliteiten vervullen die nodig zijn voor het vaststellen van het tonnenmaat- en aanlegrecht. 3.3 BRIEFW ISSELING MET HET HAVENBEDRIJF Alle briefwisseling omtrent zeescheepvaartrechten moet de naam en het adres van de rederij waarvoor wordt opgetreden, vermelden.
ARTIKEL 4 BETALINGEN 4.1 FACTUREN Elektronische facturen Facturen kunnen elektronisch verkregen worden na registratie door de agent in de webtoepassing 'Unifact'. Facturatie aan principaal Indien de facturatie niet aan de agent moet gebeuren, moet de agent vooraf elektronisch opgeven aan welke principaal gefactureerd moet worden in de webtoepassing 'Zeefact'. 4.2 TIJDSTIP Betaaldatum Facturen met betrekking tot deze tariefverordening moeten betaald worden uiterlijk op de opgegeven vervaldag. De facturen kunnen giraal betaald worden op een bankrekening van het Havenbedrijf of door het onderschrijven van een domiciliërings- of incasso-opdracht bij het Havenbedrijf. Inlichtingen zijn te bekomen op het telefoonnummer +32 (0) 3 205 21 07. Bij laattijdige betaling is van rechtswege en zonder ingebrekestelling intrest verschuldigd. De intrest wordt berekend op basis van de bijzondere wettelijke intrestvoet, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Het directiecomité legt de concrete uitvoeringsmodaliteiten vast voor de toepassing van de intresten bij laattijdige betaling, waarbij op gemotiveerde basis beperkte
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
7
afwijkingen mogelijk zijn van de strikte en letterlijke toepassing van bovengenoemde regels. Indien de borgstelling gesteld is door de relevante beroepsvereniging is de betaling via domiciliërings- of incasso-opdracht verplicht. Betaaltermijn De vervaldag van de facturen zal berekend worden op basis van een betaaltermijn van 15 kalenderdagen. Vreemde valuta Kosten verbonden aan de omzetting van vreemde valuta in EUR, evenals andere kosten, zijn ten laste van de debiteur. Bevoegde rechtbank Bij betwisting zijn uitsluitend de rechtbanken van Antwerpen bevoegd. Alleen de Belgische wetgeving is toepasselijk. 4.3 OPENSTAANDE VORDERINGEN Bij het uitbetalen van de creditnota's en/of selfbillnota's zal door de manager debiteuren, crediteuren en thesaurie nagegaan worden of de begunstigde geen openstaande rekening meer heeft bij het Havenbedrijf. In het bevestigende geval zullen de ristorno's van ambtswege gebruikt worden voor aanzuivering van de bestaande achterstallen. 4.4 UITBETALING CREDITNOTA'S EN/OF SELFBILLNOTA'S Een creditnota en/of selfbillnota zal uitbetaald worden aan de betrokken exploitant van de zeevaartlijn of bulklijn, nadat de creditnota en/of selfbillnota met stempel en handtekening van de exploitant met vermelding van de naam en de functie van hij die tekent, aan beheer havenrechten wordt bezorgd. De creditnota’s en/of selfbillnota's gesteld aan een firma die een volmacht tot inning heeft gekregen van zijn betrokken exploitant en die deze volmacht aan beheer havenrechten heeft bezorgd, kunnen rechtstreeks betaald worden. Deze volmacht moet verstrekt worden aan beheer havenrechten volgens volgende formule: "Ondergetekende, ...... exploitant van de zeevaartlijn/bulklijn te Antwerpen erkend onder de naam ..... codenummer ...., geeft hierbij volmacht aan de firma ....., om in onze naam de ontvangstbewijzen (creditnota's en/of selfbillnota's) inzake terugbetalingen op het tonnenmaatrecht in ons voordeel te innen. Deze terugbetalingen hebben betrekking op het tonnenmaatrecht van schepen, geklaard in bovenvermelde zeevaartlijn/bulklijn." De volmachten die aan het Havenbedrijf worden overgemaakt, moeten om de twee jaar vernieuwd worden. Beheer havenrechten behoudt zich het recht voor om ter controle rechtstreeks aan de exploitant een schrijven te richten waarin kennis wordt genomen van deze volmacht, eventueel aangevuld met een overzicht van de creditnota’s en/of selfbillnota’s die aan de gevolmachtigde agent werden uitbetaald.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
8
4.5 UITBETALINGSTERMIJN CREDITNOTA'S EN /OF SELFBILLNOTA'S De creditnota's en/of selfbillnota's die in verband met het tonnenmaatrecht worden afgeleverd kunnen ter uitbetaling worden aangeboden tot uiterlijk één jaar na de datum van de aflevering. Na verloop van dit jaar vervalt het recht op terugbetaling. 4.6 BORGSTELLING Geen zeeschip zal de haven mogen verlaten indien niet al de rechten, die er moeten voor betaald worden vereffend zijn tenzij een borgsom gestort wordt waarvan het Havenbedrijf het bedrag bepaalt. De borgsom kan vervangen worden door een permanente borgsom of een bankgarantie. Dit bedrag wordt bepaald op één gemiddelde maand omzet per kalenderjaar en zal minimaal driejaarlijks herzien worden. In voorliggend geval dient de bankgarantie uitgegeven te worden door een kredietinstelling die gemachtigd is haar diensten te verlenen in België overeenkomstig de geldende Belgische regelgeving en waarover de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten toezicht houdt. Het Havenbedrijf aanvaardt als alternatief voor het bovenstaande een melding van de relevante beroepsvereniging dat zij instaat voor de borgstelling.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
9
Tonnenmaatrecht ARTIKEL 5 VAST RECHT Samen met het tonnenmaatrecht wordt een vast recht aangerekend voor elk schip dat de haven aanloopt. Het bedrag van dit vast recht voor het rechtstreeks elektronisch informeren, bedraagt 17,20 EUR.
ARTIKEL 6 TOEPASSINGSPRINCIPES 6.1 FORMALITEITEN Voor het vaststellen van het verschuldigde tonnenmaatrecht moet de reder, de eigenaar, de bevrachter, de tijdsbevrachter, de kapitein of hij die als gemachtigde van één van hen optreedt, bij elk aanlopen van de haven door een zeeschip de internationale meetbrief (1969) van het zeeschip voorleggen. Beheer havenrechten kan deze voorlegging geheel of gedeeltelijk vrijstellen. De meetbrief moet binnen de 3 werkdagen na aankomst en in ieder geval vóór het vertrek van het zeeschip elektronisch voorgelegd worden. Tot uiterlijk 1 maand na het stellen van de factuur kunnen wijzigingen aan de parameters aangevraagd worden. Na herhaalde rechtzettingen voor eenzelfde scheepsagent zal een administratieve kost van 32 EUR worden aangerekend. Wanneer een ontduiking van tonnenmaatrechten of een poging tot ontduiking wordt vastgesteld zal, naast het ontdoken bedrag, een bijzonder bijgevoegd recht ten bedrage van het dubbel van het ontdoken recht worden geheven, tenzij afdoende bewijsstukken elektronisch worden voorgelegd bij beheer havenrechten als bewijs dat de klant ter goeder trouw heeft gehandeld. 6.2 GRONDSLAG VOOR DE BEREKENING Als grondslag voor de berekening van het tonnenmaatrecht geldt uitsluitend de brutotonnenmaat zoals vermeld in de meetbrief volgens het Internationaal Verdrag betreffende de meting van zeeschepen 1969. Voor open top containerschepen wordt rekening gehouden met de verminderde brutotonnenmaat. Wanneer de meetbrief (1969) niet wordt voorgelegd, zal een schatting gebeuren door beheer havenrechten. Het tonnenmaatrecht kan onder borg volgens die schatting geheven worden.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
10
6.3 AANREKENING ONDER BORG Het tonnenmaatrecht dat onder borg wordt geheven, bedraagt 1,5 EUR per BT. Deze aanrekening wordt definitief indien binnen 15 kalenderdagen na het vertrek van het zeeschip geen afdoende tegenbewijzen worden voorgelegd. 6.4 VERBLIJFSDUUR De betaling van het tonnenmaatrecht geeft de zeeschepen recht op een nietonderbroken verblijf van twintig dagen te beginnen met de dag van hun aankomst in de haven. Na verloop van het verblijf van twintig dagen moet per begonnen nieuwe periode van 20 dagen een bijgevoegd tonnenmaatrecht betaald worden. Dit bijgevoegd tonnenmaatrecht wordt berekend op basis van de niet-lijnvaart tarieven. De periode die een zeeschip doorbrengt in een droogdok in de haven van Antwerpen wordt niet meegerekend bij de berekening van het tonnenmaatrecht. Voor zeeschepen die onder curatele geplaatst werden, wordt het tonnenmaatrecht per begonnen periode van tien dagen geheven. 6.5 MILIEUMAATREGELEN Tankers Voor tankers zonder gescheiden ballasttanks of enkelwandige tankers wordt het tarief voor tankers verhoogd met 35%. ESI korting In het kader van milieuvriendelijke maatregelen wordt een korting van 10% toegekend op het tonnenmaatrecht voor elke aanloop van schepen met een ESI score van 31 punten of meer. De korting wordt gegeven op kwartaalbasis, met terugwerkende kracht. De korting wordt berekend op het netto gefactureerde tonnenmaatrecht (inclusief alle kortingen). Om een korting te kunnen krijgen, moet een schip geregistreerd en gepubliceerd zijn op het publieke deel van de ESI-website.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
11
ARTIKEL 7 VRIJSTELLINGEN EN VERMINDERINGEN Vrijstelling van tonnenmaatrecht of toepassing van een verminderd tonnenmaatrecht kan bekomen worden, op voorwaarde dat: per mail een aanvraag wordt ingediend bij beheer havenrechten; • tijdens het verblijf in de haven geen handelsbewerkingen worden verricht; • de nodige bewijsstukken elektronisch worden voorgelegd bij beheer • havenrechten. Het vast recht blijft verschuldigd. 7.1
VRIJSTELLING W ORDT VERLEEND VOOR ZEESCHEPEN DIE:
1. schoolschip of oorlogsschip zijn; 2. werkeloos op de rede verblijven; 3. de haven aanlopen uitsluitend voor tankreiniging en/of ontgassing en • het residu afleveren aan een erkende verwerver van dergelijke stoffen. • een attest van de verwerver bezorgen of een uittreksel uit het logboek waaruit het begin en het einde van de werken blijkt; • de haven binnen 48 uur verlaten, de tijd voor de tankreiniging en/of ontgassing en zon- en feestdagen niet meegerekend; 4. cruiseschip zijn en aan de Scheldekaaien meren; 5. opdrachten uitvoeren voor de Stad Antwerpen, het Vlaams Gewest, de Belgische staat of het Havenbedrijf indien ze dezelfde procedures volgen zoals vermeld in de tariefverordening op de binnenvaart. 6. sleepboot zijn en een binnenvaartabonnement betaald hebben. 7.2 EEN TARIEF VAN 0,1651 EUR/BT WORDT TOEGEPAST VOOR ZEESCHEPEN DIE DE HAVEN AANLOPEN: 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7.
wegens zeegevaar en niet in de haven opliggen. Voor het neerleggen van goederen, die als gevolg van het zeegevaar moeten uitgeladen worden op een plaats aangewezen door het Havenbedrijf, is geen aanlegrecht verschuldigd, op voorwaarde dat die lading opnieuw in hetzelfde schip geladen wordt; in het kader van een toeristische reis; om uitsluitend brandstof of scheepsbehoeften in te nemen voor eigen gebruik en binnen 48 uur (zon- en feestdagen niet inbegrepen) de haven verlaten; om uitsluitend te ontsmetten en binnen 48 uur (zon- en feestdagen niet inbegrepen) de haven verlaten; onverrichter zake en de haven binnen 48 uur verlaten. onmiddellijk na het gasvrij maken op zee, waarna ze handelsbewerkingen mogen uitvoeren; om uitsluitend te herstellen bij een scheepsherstellingsbedrijf, op voorwaarde dat het zeeschip niet opligt in de haven;
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
12
8. 9.
om te droogdokken op voorwaarde dat het zeeschip niet opligt in de haven; uitsluitend om door te varen binnen 18 uur. De uren die op zon- en feestdagen vallen, worden buiten beschouwing gelaten. Deze uren worden wel meegerekend voor het bepalen van de verblijfsduur in de haven indien tijdens deze uren geen vaarverbod bestaat op het Albertkanaal voor de beroepsvaart.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
13
ARTIKEL 8 TARIEVEN NIET-LIJNVAART De niet-lijnvaarttarieven worden toegepast op schepen die niet varen in een zeevaartlijn. NIET LIJNVAART
EUR/BT
containerschip op de Schelde
0,6224
containerschip achter de sluizen
0,5877
roll-on/roll-off schip / autoschip
0,4812
tanker
0,6458
Koelschip
0,5877
stortgoedschip / stukgoedschip*
0,5877
andere schepen
0,7200
* Tarief van toepassing indien het totale gewicht van lading en lossing van stukgoederen, containers niet inbegrepen, meer dan 30% van de totale lading en lossing bedraagt en dit ten laatste bij aankomst van het schip aan beheer havenrechten wordt gemeld. Deze schepen komen niet in aanmerking om geklaard te worden in een bulklijn.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
14
ARTIKEL 9 TARIEVEN LIJNVAART 9.1 VAARGEBIEDEN shortseavaargebied: de havens van Gibraltar in het zuiden tot de Golf van • Yenisei in het noorden, inbegrepen de havens van Groot-Brittannië, Ierland, IJsland en Groenland deepseavaargebied: alle havens van de wereld behalve die van het shortsea• vaargebied 9.2 ZEEVAARTLIJNEN De erkende zeevaartlijnen worden ingedeeld in: shortsealijnen met als vaargebied het shortseavaargebied • containerfeederlijnen met als vaargebied het shortseavaargebied • deepsealijnen met als vaargebied het deepseavaargebied • 9.3 GEGEVENS NODIG VOOR DE ELEKTRONISCHE AANVRAAG TOT ERKENNING VAN EEN ZEEVAARTLIJN naam zeevaartlijn; • type zeevaartlijn; • naam en adres van de exploitant nl. de rederij of bevrachter die de • zeevaartlijn inricht; mailadres en telefoonnummer van de contactpersoon bij de exploitant; • machtiging aan de plaatselijke agent om de erkenning aan te vragen; • de reizen die door schepen in die zeevaartlijn werden afgelegd of zullen • afgelegd worden. 9.4 ERKENNINGSNORMEN de zeevaartlijn moet ingericht zijn door één exploitant, inclusief de • ondernemingen waarvan bewezen is dat ze 100% in eigendom zijn van de exploitant; de zeevaartlijn moet zo georganiseerd zijn dat er tenminste één reis • afgelegd wordt om de 30 dagen; de reizen moeten afgelegd worden door hetzij niet vervrachte schepen die • eigendom zijn van, hetzij schepen die ter beschikking staan van de exploitant van de zeevaartlijn; de reizen moeten afgelegd worden in het vaargebied van de zeevaartlijn; • • om reizen te kunnen klaren in een shortsealijn, moeten de schepen en hun goederen als herkomst of als bestemming een haven binnen het shortseavaargebied hebben; • om reizen te kunnen klaren in een deepsealijn, moeten de schepen en hun goederen als herkomst of als bestemming een haven binnen het deepseavaargebied hebben; de aankomstdatum van de aanloop is datumstellend; • de reizen in containerfeederlijnen moeten afgelegd worden door schepen • die enkel containers vervoeren die bestemd zijn voor lading in Antwerpen op een zeeschip met een overzeese bestemming of containers vervoeren na lossing in Antwerpen vanuit een zeeschip met een overzeese herkomst.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
15
•
•
de zeevaartlijn moet een regelmatigheidsproef van 2 maanden geleverd hebben, vooraleer een erkenning als regelmatige zeevaartlijn kan worden bekomen. Deze erkenning gaat in vanaf het eerste regelmatige schip van de geslaagde proefperiode van 2 maanden. voor nieuwe zeevaartlijnen vanaf 2014 moet geopteerd worden voor elektronische facturatie.
9.5 REIZEN Regelmatige reizen zijn reizen afgelegd volgens de gebruikelijke reisweg en binnen de 30 dagen t.o.v. de vorige datumstellende reis in de lijn. Reizen van schepen waarvoor aangetoond wordt dat hun totale gewicht van nietgecontaineriseerde stukgoederen minstens 50% van de totale lading en lossing bedraagt, worden beschouwd als regelmatig. Datumstellende reizen zijn reizen die gelden om de termijn van 30 dagen te berekenen. Als datumstellende reizen worden beschouwd: de regelmatige reizen; • de reizen afgelegd buiten de termijn van 30 dagen t.o.v. de vorige • regelmatige reis in de lijn. 9.6 BEWIJZEN VAN AFHURING EN EIGENDOM Bewijs van afhuring Het bewijs dat een schip afgehuurd werd door of ter beschikking gesteld werd van de exploitant van een zeevaartlijn moet worden geleverd door elektronische voorlegging van één van volgende documenten: het afhuringsbewijs (charterparty) tussen de eigenaar van het schip en de • exploitant van de zeevaartlijn, eventueel de appendices ervan; voor langdurige afhuringsbewijzen moet om de 2 jaar het bewijs van hun geldigheid worden geleverd; een overzichtslijst die ondertekend is door de exploitant en waarop • langdurige afhuringen van schepen met begin en einde van de afhuringsperiode worden vermeld; indien er voor bedoeld schip geen charterparty werd afgesloten: een lange • termijn bevrachtingscontract op naam van de exploitant van de zeevaartlijn met de nominatie per schip dat hiervoor wordt ingelegd; indien het voorgaande onmogelijk is, elk bewijs dat aan beheer • havenrechten tot voldoening kan voorgelegd worden. Bewijs van scheepseigendom Het bewijs dat een schip, dat in een erkende zeevaartlijn vaart, eigendom is van de exploitant van de lijn moet worden geleverd door elektronische voorlegging van één van volgende documenten: de eigendomstitel van het schip; • een overzichtslijst die ondertekend is door de exploitant en waarop de eigen • schepen worden vermeld. Elke wijziging aan de documentgegevens met betrekking op de periode van afhuring of eigendom dient zo spoedig mogelijk elektronisch bezorgd te worden aan beheer havenrechten.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
16
9.7 AANREKENING LIJNVAARTTARIEF Onmiddellijke aanrekening lijnvaarttarief Het tonnenmaatrecht aan lijnvaarttarief wordt toegepast voor de regelmatige reizen die afgelegd worden door schepen waarvan binnen de 2 maanden na de dag van hun aankomst bewezen wordt dat: ze eigendom zijn van de exploitant en niet vervracht werden aan een derde; • of ze door de exploitant bij wijze van tijdbevrachting in de zeevaartlijn • kunnen worden opgenomen. Uitgestelde aanrekening lijnvaarttarief via creditnota's en/of selfbillnota's lijnvaart Reizen die niet onmiddellijk aan lijnvaarttarief worden aangerekend, worden steeds aan niet-lijnvaarttarief aangerekend. Indien bewezen wordt ten laatste 2 maanden na de dag van hun aankomst in de haven dat de schepen door een exploitant bij wijze van reisbevrachting, bevrachtingovereenkomst of TBN in de zeevaartlijn kunnen worden opgenomen, wordt de creditnota en/of selfbillnota lijnvaart aan de exploitant toegekend. Wordt het bovengenoemde bewijs bezorgd na voormelde periode van 2 maanden maar ten laatste 4 maanden na de dag van de aankomst van het schip dan wordt de reis, indien alle andere voorwaarden vervuld zijn, als datumstellend beschouwd. 9.8 RECHTZETTINGEN Bij een nalatigheid van de scheepsagent of de exploitant die tot gevolg heeft dat de voorziene lijnvaart- en bulkvaarttarieven niet kunnen worden toegepast, heeft de scheepsagent of de exploitant de mogelijkheid om tegen betaling van een bijzonder bijgevoegd recht van 609 EUR het lijnvaarttarief te verkrijgen. Wanneer blijkt dat na het indienen van de charterparty de factuur gesteld aan niet-lijnvaarttarief blijft gehandhaafd, dan heeft de scheepsagent of de exploitant de mogelijkheid om binnen 1 maand na kennisgeving door beheer havenrechten een elektronisch verzoek tot rechtzetting te richten aan beheer havenrechten. Indien door het verstrekken van onvolledige of onjuiste informatie onterecht het lijnvaarttarief werd gevraagd, moet: het ontdoken bedrag door de scheepsagent onmiddellijk aangezuiverd • worden; de scheepsagent bijkomend aan het Havenbedrijf een bijzonder bijgevoegd • recht betalen gelijk aan het bedrag dat ontdoken werd of dat men door foutieve informatie of documenten trachtte te ontduiken, tenzij het tegendeel tot volledige voldoening van het Havenbedrijf bewezen wordt. Beheer havenrechten kan op elk ogenblik bij elk van de partijen betrokken bij de exploitatie van de zeevaartlijn alle inlichtingen inwinnen of verstrekken.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
17
9.9 HERROEPING VAN DE ERKENNING VAN EEN ZEEVAARTLIJN Het directiecomité of zijn gevolmachtigde mag de erkenning herroepen zodra de geldende voorwaarden niet meer nageleefd worden of indien de zeevaartlijn gedurende vier maanden niet regelmatig is. 9.10 LIJNVAARTTARIEVEN De lijnvaarttarieven worden toegepast op schepen die varen in een zeevaartlijn. DEEPSEALIJN /SHORTSEALIJN
EUR/BT
containerschip op de Schelde
0,2522
containerschip achter de sluizen
0,2207
roll-on/roll-off schip / autoschip
0,1719
tanker
0,3663
koelschip
0,2788
stortgoedschip / stukgoedschip*
0,2788
andere schepen
0,4101
CONTAINERFEEDERLIJN
EUR/BT
alle schepen
0,2023
* Tarief van toepassing voor reizen, indien het totale gewicht van lading en lossing van stukgoederen, containers niet inbegrepen, meer dan 30% van de totale lading en lossing bedraagt en dit ten laatste bij aankomst van het schip aan beheer havenrechten wordt gemeld. Deze schepen komen niet in aanmerking om geklaard te worden in een bulklijn. Creditnota's en/of selfbillnota's lijnvaart Schepen die varen in een erkende zeevaartlijn op basis van een reisbevrachting, bevrachtingsovereenkomst of TBN worden aangerekend aan niet-lijnvaarttarief gevolgd door een creditnota en/of selfbillnota. CREDITNOTA EN/OF SELFBILLNOTA DEEPSEALIJN/SHORTSEALIJN EUR/BT schepen afgerekend aan het tarief stortgoedschip / stukgoedschip
0,2410
Andere schepen
0,2353
CREDITNOTA EN/OF SELFBILLNOTA CONTAINERFEEDERLIJN
EUR/BT
alle schepen
0,3193
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
18
9.11 VOLUMEKORTING VOOR NIEUWE CONTAINERTRAFIEKEN Indien een nieuw trafiekvolume van minimaal 100.000 TEU op jaarbasis gegarandeerd wordt dan kan de exploitant gedurende het eerste jaar aanspraak maken op een tarief van maximaal 0,1973 EUR/BT voor de aanrekening van het tonnenmaatrecht voor zijn containerschepen. 9.12 FREQUENTIEKORTING De frequentiekorting op het tonnenmaatrecht wordt toegekend op basis van het frequentienummer van een schip in een lijn. Dit frequentienummer wordt toegekend op basis van de volgorde van de aanlopen in die lijn. Schepen die niet in aanmerking komen voor een frequentiekorting worden niet meegeteld voor de toekenning van het frequentienummer. Voor deepsea- en containerfeederlijnen geldt de frequentiekorting voor alle schepen, voor shortsealijnen enkel voor: tankers met een BT van maximum 4500, stukgoedschepen of stortgoedschepen met meer dan 30% stukgoed, rollon/roll-off- en autoschepen. DEEPSEALIJN frequentienummer
53-150
korting per aanloop 10%
151-200
>200
20%
30%
SHORTSEALIJN frequentienummer
27-52
korting per aanloop 25%
>52 50%
CONTAINERFEEDERLIJN frequentienummer
27-52
korting per aanloop 30%
53-104
>104
35%
40%
De creditnota’s en/of selfbillnota's voor reizen die bij wijze van reisbevrachting, bevrachtingovereenkomst of TBN in een zeevaartlijn werden opgenomen en die voor frequentiereducties in aanmerking komen, worden als volgt berekend: de creditnota’s en/of selfbillnota's worden verhoogd met de respectievelijke percentages van de frequentiereducties. 9.13 KORTING PROJECTGOEDEREN Schepen die projectgoederen vervoeren kunnen van het lijnvaarttarief genieten indien: ze ingezet worden in het kader van één of meerdere goedgekeurde projecten • voor eenzelfde operator; tot volledige voldoening van beheer havenrechten wordt aangetoond dat ze • projectgoederen vervoeren voor lossing/lading in de haven van Antwerpen. Het lijnvaarttarief wordt aangerekend ongeacht of de reizen worden afgelegd in een zeevaartlijn.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
19
9.14 KORTING TWEEDE AANLOOP Het tonnenmaatrecht wordt met 50% verminderd wanneer een zeeschip in eenzelfde deepsealijn de haven opnieuw aanloopt, nadat het één of meer havens gelegen binnen het shortseavaargebied heeft aangelopen en vooraleer het zijn deepsea terugreis aanvangt. Deze vermindering is niet van toepassing voor zeeschepen die dezelfde goederen laden en lossen binnen het shortseavaargebied.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
20
ARTIKEL 10
TARIEVEN BULKVAART
10.1 DROGE BULKLIJN Bulklijnen worden ingericht voor schepen met minimaal 70 % droge stortgoederen ten opzichte van de totale lading en lossing ongeacht hun herkomst of bestemming. Reizen afgelegd in het kader van een of meerdere koop-/verkoopcontracten of een intentieverklaring hiertoe en met lossing/lading in de haven van Antwerpen in bulklijnen worden aangerekend aan het niet-lijnvaarttarief voor andere schepen gevolgd door een creditnota en/of selfbillnota. CREDITNOTA BULKLIJN
geladen/geloste ton droge stortgoederen
stukgoedschip stortgoedschip
vanaf
tot en met
EUR/BT
1
200.000
0,1923
200.001
400.000
0,2038
400.001
600.000
0,2077
600.001
1.000.000
0,2192
1.000.001
0,3099
Creditnota op basis van enerzijds de BT van het schip en anderzijds van het totaal geladen/geloste tonnen stortgoederen gedurende één lopend kalenderjaar. 10.2 VLOEIBARE BULKLIJN Bulklijnen worden ingericht voor schepen met uitsluitend vloeibare stortgoederen als lading en/of lossing ongeacht hun herkomst of bestemming. Reizen afgelegd in het kader van een of meerdere koop-/verkoopcontracten of een intentieverklaring hiertoe en met lossing/lading in de haven van Antwerpen in bulklijnen worden aangerekend aan het niet-lijnvaarttarief voor tankers gevolgd door een creditnota en/of selfbillnota. CREDITNOTA BULKLIJN
geladen/geloste ton deren
vloeibare stortgoe-
tanker
vanaf
tot en met
EUR/BT
1 200.001 400.001 600.001 1.000.001
200.000 400.000 600.000 1.000.000
0,1731 0,1834 0,1869 0,1973 0,2789
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
21
Creditnota op basis van enerzijds de BT van het schip en anderzijds van het totaal geladen/geloste tonnen stortgoederen gedurende één lopend kalenderjaar. 10.3 VAARGEBIED Het bulkvaargebied omvat alle havens van de wereld. 10.4 GEGEVENS NODIG VOOR DE ELEKTRONISCHE AANVRAAG TOT ERKENNING VAN EEN BULKLIJN naam bulklijn; • vermelding type bulklijn; • naam en adres van de exploitant nl. de koop- of verkoopcontractant die de • bulklijn inricht; mailadres en telefoonnummer van de contactpersoon bij de exploitant; • machtiging aan de plaatselijke agent om de erkenning aan te vragen; • de reizen die door schepen in die bulklijn werden afgelegd of zullen afgelegd • worden. één of meerdere koop-/verkoopcontracten of de intentieverklaring tot het • kopen en/of verkopen, op naam van en ondertekend door de exploitant. 10.5 ERKENNINGSNORMEN de bulklijn kan enkel ingericht worden door één exploitant, inclusief de • ondernemingen waarvan bewezen is dat ze 100% in eigendom zijn van de exploitant, die minimum 100.000 ton droge of 300.000 ton vloeibare stortgoederen, met lossing/lading in de haven van Antwerpen, koopt of verkoopt: ofwel op basis van één of meerdere koop-/verkoopcontracten; • ofwel op basis van een intentieverklaring tot het kopen en/of verkopen • de reizen moeten afgelegd worden in het kader van de tonnage vermeld in • één of meerdere koop-/verkoopcontracten of in een intentieverklaring tot het kopen en/of verkopen; vooraleer de bulklijn erkend wordt, moet de exploitant van de aangevraagde • bulklijn 100.000 ton droge of 300.000 ton vloeibare stortgoederen geladen/gelost hebben in de haven van Antwerpen. De erkenning wordt niet met terugwerkende kracht toegekend. De erkenning gaat in vanaf de 100.001ste ton droge of 300.001ste ton vloeibare stortgoederen geladen/gelost in de haven van Antwerpen. voor nieuwe bulklijnen vanaf 2014 moet geopteerd worden voor • elektronische facturatie. 10.6 BEW IJS VAN TRANSPORT Het bewijs dat een schip voor een reis ingezet werd door de exploitant van een bulklijn moet worden geleverd door voorlegging van de bill of lading, op naam van de exploitant van de bulklijn met vermelding van de vervoerde hoeveelheid stortgoederen en hun aard. Indien er geen bill of lading voorhanden is, kan beheer havenrechten een ander bewijs aanvaarden. De bewijsstukken moeten voorgelegd worden ten laatste 1 maand na de dag van aankomst van het schip in de haven.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
22
10.7 CREDITNOTA EN/OF SELFBILLNOTA BULKLIJNEN voor reizen afgelegd in een bulklijn waarbij één of meerdere deelladingen uit • hetzelfde schip gelost/geladen worden in de haven van Antwerpen, wordt voor het bedrag van de creditnota en/of selfbillnota volgende berekening gehanteerd: het maximumbedrag van de creditnota en/of selfbillnota is het tarief vermenigvuldigd met de BT van het schip. Dit bedrag wordt verminderd met de procentuele verhouding van het niet bewezen gedeelte ten opzichte van het totaal geloste/geladen goederen. Het resterende bedrag zal verdeeld worden per exploitant in verhouding van zijn bewezen aandeel geloste/geladen ton stortgoederen; stortgoederen die gelost/geladen worden in de haven van Antwerpen • voorafgaand aan de erkenning van de bulklijn komen niet in aanmerking voor bovenvermelde creditnota en/of selfbillnota. Zij komen wel in aanmerking voor de vaststelling van het totaal geloste/geladen ton stortgoederen in de haven van Antwerpen in het lopende kalenderjaar. 10.8 HERROEPING VAN DE ERKENNING VAN EEN BULKLIJN Het directiecomité of zijn gevolmachtigde mag de erkenning herroepen zodra de geldende voorwaarden niet meer nageleefd worden. Deze herroeping zal gebeuren na een periode van inactiviteit van 4 maanden van de erkende bulklijn.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
23
Aanlegrecht ARTIKEL 11
TARIEVEN
behandelde goederen
EUR/ton
Containers
0,1656
Stukgoed
0,0367
Overige
0,1591
Containers: zowel beladen als ledige containers Stukgoed: hout, fruit, ijzer en staal, papier, auto's en overig niet-gecontaineriseerd stukgoed 11 .1 FORMALITEITEN Voor het vaststellen van het verschuldigde aanlegrecht is de reder, de eigenaar, de bevrachter, de kapitein of hij die als gemachtigde van één van hen optreedt verplicht een elektronische aangifte te doen via www.portofantwerp.com/secured/poa-zft. 11 .2 DE ELEKTRONISCHE AANGIFTE Voor elke lading en lossing moet het aantal behandelde tonnen afzonderlijk worden ingegeven. Hierin is begrepen het gewicht van de verpakking, het eigen gewicht van de containers, de trailers, zelfdrijvende laadbakken of andere middelen die deel uitmaken van de goederen bij het lossen of het laden, uitgezonderd mafi's en cassettes. Ook het gewicht van ledige containers, trailers e.d. moet aangegeven worden. Maten en gewichten die afwijken van ton moeten omgerekend worden naar ton. De aangifte moet uiterlijk 10 werkdagen zowel na lossing als na lading gebeuren. Het gewicht moet voor de vaststelling van het aanlegrecht per afzonderlijke goederengroep steeds afgerond worden op de hogere ton. Bij directe overslag van zeeschip in zeeschip wordt het recht geheven zowel ten laste van het lossende zeeschip als ten laste van het ladende zeeschip. Voor overslag van bunkers wordt enkel op de lossing uit het bunkerschip het aanlegrecht geheven. 11 .3 BEWIJSDOCUMENTEN Bij twijfel moet op verzoek van het Havenbedrijf het laad- en losrapport of enig ander document elektronisch voorgelegd worden.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
24
11 .4 AANREKENING het aanlegrecht wordt aangerekend met een minimum van 15 EUR per • aangifte, indien niet geopteerd werd voor elektronische facturatie; in het tarief aanlegrecht, aangerekend voor containers, zijn de scanrechten • inbegrepen. Deze scanrechten zijn de vergoedingen verschuldigd voor de scancontrole van containers door de douane. 11 .5 GRONDSLAG Als grondslag voor de berekening van het aanlegrecht geldt het aantal geladen en geloste tonnen. Wanneer bij controle door beheer havenrechten vastgesteld wordt dat het aantal geladen en/of geloste tonnen, opgegeven bij de elektronische aangifte, niet overeenstemt met de werkelijkheid, moet voor het niet-aangegeven gedeelte een nieuwe aangifte gedaan worden. Wanneer de elektronische aangifte niet wordt voltooid binnen de termijn van 10 werkdagen zowel na lossing als na lading, wordt het aanlegrecht van ambtswege berekend. Deze berekening gebeurt aan het hoogste tarief aanlegrecht op het draagvermogen van het zeeschip voor de lossing, verhoogd met het hoogste tarief aanlegrecht op het draagvermogen van het zeeschip voor de lading. Na herhaalde rechtzettingen of aanvullingen voor eenzelfde scheepsagent zal een administratieve kost van 32 EUR worden aangerekend.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
25
Betwistingen ARTIKEL 12 12.1 BETWISTINGEN REGELMATIGE ZEEVAARTLIJNEN 1) Wanneer meerdere exploitanten aanspraak wensen te maken op eenzelfde creditnota en/of selfbillnota en het betreft het geheel of een deel van dezelfde geloste en/of geladen goederen, dan kan beheer havenrechten de creditnota en/of selfbillnota in de mate van de bewezen afhuring verdelen. De aanloop wordt geklaard in de lijn van de exploitant van de agent die het tonnenmaatrecht heeft betaald. Wanneer meerdere exploitanten aanspraak wensen te maken op een 2) creditnota en/of selfbillnota, de ene voor de geloste lading en de andere voor de geladen lading, dan komt de creditnota en/of selfbillnota toe aan de exploitant van de agent die het tonnenmaatrecht heeft betaald De aanloop wordt geklaard in de lijn van deze laatste. 12.2 BETW ISTINGEN BULKLIJNEN DROGE STORTGOEDEREN Wanneer in bulklijnen droge stortgoederen gekocht of verkocht worden door de exploitant van deze lijn en vervoerd worden door een exploitant van een zeevaartlijn, dan komt de creditnota en/of selfbillnota toe aan de exploitant van de bulklijn, als aan alle voorwaarden voldaan is. Bij betwisting heeft de exploitant die als ‘consignee’ vermeld staat op de ‘bill of lading’, recht op de creditnota en/of selfbillnota. Worden naast de droge stortgoederen tijdens de aanloop andere goederen vervoerd door een exploitant van een zeevaartlijn, dan komt de creditnota en/of selfbillnota toe aan de exploitant van de bulklijn. 12.3 BETW ISTINGEN BULKLIJNEN VLOEIBARE GOEDEREN Wanneer in vloeibare bulklijnen vloeibare goederen gekocht of verkocht worden door de exploitant van deze lijn en vervoerd worden door een exploitant van een regelmatige zeevaartlijn, dan komt de lijnvaartreductie toe aan de exploitant van de regelmatige zeevaartlijn, als aan alle voorwaarden voldaan is.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
26
Bijdrage scheepsafval ARTIKEL 13
BEGRIPPEN
13.1 AFVALBIJDRAGE VOOR SCHEEPSAFVAL Een bijdrage die elk schip moet betalen wanneer het de haven aanloopt. 13.2 EER Europese Economische Ruimte: lidstaten EU + IJsland, Liechtenstein en Noorwegen. 13.3 EU België, Cyprus (Grieks gedeelte), Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Bulgarije, Roemenië, Kroatië. 13.4 FINANCIËLE TUSSENKOMST De totale tussenkomst die het Havenbedrijf verleent om de kosten die zeeschepen moeten betalen voor de inzameling en verwerking van scheepsafval, te drukken. Deze financiële tussenkomst is afhankelijk van de aard en het afgegeven volume scheepsafval. 13.5 HAVENONTVANGSTVOORZIENING Vaste, drijvende of mobiele voorziening die geschikt is voor de ontvangst van scheepsafval of ladingresiduen. 13.6 HELCOM EU + deel van Rusland (aan de Baltische Zee). 13.7 LADINGRESIDUEN De restanten van lading in ruimen of tanks aan boord die na het lossen en schoonmaken achterblijven, met inbegrip van morsingen. 13.8 OLIEAFVAL (MARPOL ANNEX I) omvat: sludge, bilge water, used engine oil; • omvat niet: ballastwaters, verontreinigde waswaters en ladingresiduen • afkomstig van ladingruimten of –tanks. 13.9 OVAM Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij, afdeling afvalstoffenbeheer, Dienst Selectief Ingezamelde Stromen, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
27
13.10 SCHEEPSVUILNIS (MARPOL ANNEX V) omvat: voedselafval van de bemanning, met huishoudelijk gelijkgesteld • afval (zoals o.a. plastiek, karton, papier), onderhoudsafval uit de machinekamer zoals roet, machineonderdelen, verfresten en poetslappen; omvat niet: ladinggeassocieerd afval zoals stuwhout, verpakkingsmateriaal, • bandijzer, … .
ARTIKEL 14
TOEPASSINGSGEBIED
In toepassing van: richtlijn 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van de • Europese Unie van 27 november 2000 betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen; het besluit van de Vlaamse regering van 14 maart 2003 tot wijziging van het • besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en –beheer; de besluiten van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, • Leefmilieu en Natuur betreffende wijziging aan het afvalbeheersplan van de haven van Antwerpen; moeten alle schepen die de haven van Antwerpen aanlopen hun afval afgeven aan een havenontvangstvoorziening voor ze de haven verlaten, tenzij ze voldoende opslagcapaciteit hebben aan boord om een volgende haven aan te lopen en het afval daar af te geven aan een vergunde havenontvangstvoorziening; en moet elk zeeschip dat de haven aanloopt een substantiële afvalbijdrage betalen aan het Havenbedrijf.
ARTIKEL 15
AANMELDING
15.1 PROCEDURE VAN AANMELDING Alle schepen die de haven van Antwerpen aanlopen moeten voor elk verblijf voldoen aan de meldingsplicht ten minste 24 uren voor aankomst tenzij de aanloophaven minder dan 24 • uren voor aankomst bekend is; uiterlijk bij vertrek uit de vorige haven, indien de duur van de reis minder • dan 24 uren bedraagt. De meldingsgegevens moeten elektronisch via het haveninformatiesysteem APICS (Antwerp Port Information and Control System) worden gemeld aan de havenkapiteinsdienst.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
28
15.2 VRIJSTELLING VAN AANMELDING Volgende schepen zijn vrijgesteld van aanmelding: vissersvaartuigen of pleziervaartuigen, waarmee ten hoogste 12 passagiers • mogen worden vervoerd; oorlogsschepen, marinehulpschepen en andere schepen in eigendom of • onder beheer van een staat die uitsluitend voor een niet-commerciële overheidsdienst worden gebruikt; elk vaartuig zonder een eigen voortstuwing zoals een ponton; • schepen die beschikken over een vrijstelling van de OVAM. •
ARTIKEL 16
BIJDRAGEPLICHT
Bij elke aanloop moet een verplichte afvalbijdrage betaald worden aan het Havenbedrijf, ongeacht het gebruik van een havenontvangstvoorziening. Om de afgifte van scheepsafval aan havenontvangstvoorzieningen aan te moedigen, zal de afvalafgifte deels betaald worden met deze afvalbijdragen. De verplichte afvalbijdrage wordt berekend door de factor uit onderstaande tabel te vermenigvuldigen met een substantiële bijdrage van 85 EUR. Volgende schepen moeten geen afvalbijdrage betalen: oorlogsschepen, marinehulpschepen en andere schepen in eigendom of • onder beheer van een staat die uitsluitend voor een niet-commerciële overheidsdienst wordt gebruikt; elk vaartuig zonder een eigen voorstuwing zoals een ponton; • een schip dat voldoet aan de vrijstelling, gegeven door de OVAM; • vissersvaartuigen en pleziervaartuigen waarmee ten hoogste 12 passagiers • mogen worden vervoerd. Voor deze schepen geldt een specifiek afvalbijdrageregime. De afvalproductie aan boord van een zeeschip is de resultante van de duur van de reis, de aard van de brandstof en van de snelheid. Uit de resultaten van de onderzochte zeeschepen wordt geconcludeerd dat de hoeveelheid scheepsafval al naargelang type en grootte van het schip varieert met een factor van één tot zes, zoals hieronder weergegeven.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
29
GT/BT Type BULK CONT CARGO REEFER GAST OBO RORO VEHCA TANK OVERIGE BULK CONT CARGO REEFER GAST OBO RORO VEHCA TANK OVERIGE
< 5.000 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 = = = = = = = = = =
5.000 9.999 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
10.000 14.999 2 2 2 2 2 2 2 2 2 3
15.000 19.999 2 3 2 2 2 2 2 2 2 3
20.000 24.999 2 3 3 3 2 2 3 2 3 3
25.000 29.999 2 4 3 3 4 2 4 2 3 4
> 29.999 3 6 3 3 4 5 4 2 3 5
bulk carrier - stortgoedschip containerschip general cargo ship – stukgoedschip koelschip – fruitschip gastanker oil bulk ore carrier - olie-stortgoed-erts schip roll-on roll-off schip vehicle carrier – autoschip tanker, niet zijnde gastanker overige schepen, niet zijnde één van de andere types van schepen
ARTIKEL 17 PROCEDURE VOOR AANVRAAG TOT VRIJSTELLING VAN DE AFVALBIJDRAGE, AANMELDINGS- EN AFGIFTEPLICHT Zeeschepen die volgens een dienstregeling frequent en regelmatig de haven aanlopen, komen in aanmerking voor niet-aanrekening of voor teruggave van de afvalbijdrage indien die schepen van de OVAM een vrijstelling hebben verkregen. Schepen hebben recht op een vrijstelling van de aanmeldingsplicht, de afgifteplicht en de betaling van financiële bijdrage, indien ze voldoen aan de volgende voorwaarden: het schip loopt volgens een dienstregeling frequent én regelmatig (minimum • 1 maal per 14 kalenderdagen) de haven aan; er wordt aangetoond dat voor het schip een regeling is getroffen voor de • afgifte van scheepsafval; er wordt aangetoond dat voor het schip een regeling is getroffen voor de • betaling van bijdragen in een op de route van het schip gelegen havens van de EER en HELCOM.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
30
Schepen die menen in aanmerking te komen voor een vrijstelling kunnen hiertoe een aanvraag indienen bij de OVAM. De formele aanvraag moet volgende gegevens bevatten: • •
•
vermelding van naam en IMO-nummer van het schip; vaarrooster, waaruit blijkt dat het schip minimum éénmaal per 14 kalenderdagen de haven aanloopt waarvoor een vrijstelling wordt aangevraagd; kopie van een contract met een havenontvangstvoorziening (in België of een andere lidstaat van de EU/Europese Economische Ruimte of HELCOM) of andere documenten (bv. afgiftebewijzen) waardoor voldoende kan worden aangetoond dat het schip op regelmatige basis aan een zelfde havenontvangstvoorziening afgeeft.
De OVAM verleent de vrijstelling binnen de 45 kalenderdagen na ontvangst van het volledig bevonden dossier, en na subadvies van de afdeling scheepvaartbegeleiding van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust en van Port State Control. Een vrijstelling kan met terugwerkende kracht worden verleend vanaf de dag van ontvangst door de OVAM van het volledig bevonden aanvraagdossier. De vrijstelling kan verleend worden voor de termijn van de opgegeven dienstregeling. Vrijstellingen kunnen niet worden overgedragen naar een ander schip, tenzij na schriftelijke goedkeuring door de OVAM. Wanneer een factuur al werd opgesteld vooraleer het Havenbedrijf op de hoogte werd gebracht van de vrijstelling, zal deze worden gecrediteerd rekening houdend met de ingangsdatum van de vrijstelling. Een vrijstelling kan door de OVAM worden herroepen als er door wijzigingen in de route van het schip of in de regelingen voor de afgifte van het scheepsafval niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden. De vrijstelling kan worden herroepen de eerste dag na de laatste “frequente en regelmatige” aanloop. Bij intrekking van een vrijstelling worden naast de aanvrager ook het Havenbedrijf, de dienst van het federaal Directoraat-generaal Maritiem Vervoer en de afdeling Scheepvaartbegeleiding van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust op de hoogte gebracht. De vrijstelling blijft geldig in de volgende situaties : als het schip uitzonderlijk een andere Vlaamse haven aanloopt dan die welke bepaald is in de vastgelegde route en dit wegens overmacht, veiligheid, noodzakelijk technisch onderhoud of het noodzakelijk aanlopen in een noodhaven. De OVAM moet hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht worden;
•
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
31
•
als een schip tijdelijk gedurende een periode van maximaal één maand vervangen wordt door een ander vaartuig wegens een ongeval, technisch defect of gepland onderhoud, wordt de verleende vrijstelling gedurende die periode overgedragen op het vervangende schip voor die route. In dergelijk geval moet de OVAM hiervan schriftelijk op de hoogte worden gebracht. Als het oorspronkelijke schip niet binnen de periode van een maand opnieuw in dienst wordt genomen, vervalt de vrijstelling, zowel voor het oorspronkelijke als voor het vervangende schip, tenzij na schriftelijke goedkeuring van de OVAM;
ARTIKEL 18 PROCEDURE VOOR AANVRAAG VERMINDERDE BIJDRAGE MILIEUVRIENDELIJKE SCHEPEN Schepen die op motoren varen die uitsluitend aangedreven worden door een milieuvriendelijke brandstof (marine diesel, gasolie of LNG) kunnen van een vermindering van de afvalbijdrage genieten conform de Europese richtlijn en het VLAREMA. Deze vermindering resulteert in een korting van 50 % op de afvalbijdrage. Een aanvraag tot vermindering van de afvalbijdrage dient te worden gericht aan de OVAM. Deze formele aanvraag moet het volgende bevatten: naam en IMO-nummer van het betreffende schip; • indien van toepassing: • - voor elke olietanker vanaf 150 BT en elk ander schip vanaf 400 BT een kopie van het oliejournaal van de laatste 6 maanden en een kopie van het IOPP-certificaat en het supplement; - afdoend bewijs dat het betreffende schip uitsluitend op LNG vaart; - ten minste één recente bunkerverklaring. Schepen die beschikken over een goedgekeurde vermindering door de OVAM, dienen deze informatie aan beheer havenrechten te verstrekken uiterlijk 90 kalenderdagen na datum van aankomst van het schip. Indien dit gebeurt zal de eventueel al gestelde factuur worden gecrediteerd rekening houdende met de ingangsdatum van de vermindering.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
32
ARTIKEL 19 PRINCIPES VOOR FINANCIËLE TUSSENKOMST Om de afgifte van afval aan havenontvangstvoorzieningen aan te moedigen, worden de afvalbijdragen gebruikt om de kosten voor elke afvalafgifte beduidend te verminderen. Enkel schepen die een afvalbijdrage betalen hebben recht op een financiële tussenkomst voor de ophaling van hun olieafval of scheepsvuilnis in de haven van Antwerpen. De financiële tussenkomst bedraagt 20 EUR/m³ voor olieafval en 25 EUR/m³ voor scheepsvuilnis. De tussenkomst wordt toegekend door het Havenbedrijf, maar wordt in praktijk betaald aan het schip door de havenontvangstvoorziening. Als een schip in aanmerking komt voor financiële tussenkomst, wordt het bedrag van tussenkomst in mindering gebracht op de factuur van de havenontvangstvoorziening. Deze financiële tussenkomst geldt niet voor schepen die door Port State Control, bij het vaststellen van een overtreding, werden verplicht tot afgifte. Het Havenbedrijf beperkt de financiële tussenkomst: • op basis van de opslagcapaciteit van de afvaltanks vermeld in het International Oil Pollution Prevention Certificate (IOPP); • bij een langer verblijf in de haven zoals tijdens onderhoudswerkzaamheden; • wanneer er een verschil is tussen de aanmelding door het schip en de werkelijk afgegeven hoeveelheden scheepsafval; Beheer havenrechten kan steeds in geval van twijfel bijkomende documenten opvragen alvorens te besluiten al dan niet tot een financiële tussenkomst over te gaan. Indien ten onrechte gebruik wordt gemaakt van de uitgekeerde gelden of een poging daartoe wordt vastgesteld, zullen de gelden teruggevorderd worden en komt de havenontvangstvoorziening voor 1 maand niet meer in aanmerking voor enige tussenkomst. Bij herhaling van onrechtmatig gebruik of een poging daartoe komt de havenontvangstvoorziening definitief niet meer in aanmerking voor enige tussenkomst.
De havenontvangstvoorziening wordt de gelegenheid geboden om gratis op de website van het Havenbedrijf een hyperlink naar zijn website te plaatsen indien op zijn website de tarieven van ophaling bekendgemaakt worden. Een aanvraag kan hiervoor ingediend worden bij beheer havenrechten.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
33
ARTIKEL 20 VOORWAARDEN VOOR FINANCIËLE TUSSENKOMST • De havenontvangstvoorziening moet een toelating om afval te mogen ophalen, hebben bekomen bij de havenkapiteinsdienst van het Havenbedrijf; • de kostprijs voor ophaling moet marktconform zijn; • ten opzichte van het Havenbedrijf moet er een open boekhouding gevoerd worden; • de havenontvangstvoorziening zal de financiële tussenkomst voor olieafval en voor scheepsvuilnis duidelijk op zijn factuur aan het zeeschip vermelden. Op diezelfde factuur wordt vermeld dat het Havenbedrijf optreedt als ‘derde betaler’ voor het gedeelte van het bedrag dat wordt teruggegeven; • de havenontvangstvoorziening moet via de webtoepassing “WASTECOL” (www.portofantwerp.com/secured/wastecol/) aan het Havenbedrijf al haar ophalingen melden samen met alle gevraagde gegevens. Voor een afgifte van olieafval moet de melding gebeuren uiterlijk 1 werkdag na vertrekdatum van het zeeschip. Voor de afgifte van scheepsvuilnis moet dit gebeuren uiterlijk 4 werkdagen na vertrek van het zeeschip; • voor de financiële tussenkomsten, toegekend door beheer havenrechten, zal de havenontvangstvoorziening maximum 60 kalenderdagen na aanloopdatum van het schip een schriftelijk betalingsverzoek (per post of per mail) aan het Havenbedrijf bezorgen. Aan het betalingsverzoek worden kopieën gehecht van de facturen aan de schepen, tenzij hiervoor door het Havenbedrijf vrijstelling wordt verleend. De havenontvangstvoorziening moet in haar betalingsverzoek verwijzen naar het uniek pasnummer dat door bovenvermelde webtoepassing wordt gegenereerd.
ARTIKEL 21
OVERZICHTSTABEL
Alle schepen moeten hun afval afgeven aan een havenontvangstvoorziening vooraleer ze de haven verlaten tenzij ze voldoende opslagcapaciteit hebben aan boord.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
34
type schip
meldingsplicht
afvalbijdrage
financiële tussenkomst
niet-zelfvarend ponton
neen
neen
neen
vissersvaartuig
neen
neen
neen
pleziervaartuig ≤ 12 passagiers
neen
neen
neen
oorlogsschip, marineschip en overheidsschip (niet commercieel gebruik)
neen
neen
neen
vrijgesteld door de OVAM
neen
neen
neen
schip dat olieafval afgeeft in Antwerpen
ja
ja
Ja
MDO/MGO-schip
ja
korting 50%
Ja
overige schepen
ja
ja
Ja
ARTIKEL 22 GEBREKEN
RAPPORTEREN VAN
Het meldingsformulier voor het rapporteren van gebreken bij een havenontvangstvoorziening is te downloaden via www.havenvanantwerpen.be. Dit meldingsformulier dient overgemaakt te worden aan: FOD Mobiliteit en Vervoer Directoraat-generaal Maritiem Vervoer Directie Scheepvaartcontrole Franklinbuilding Posthoflei 5 B-2600 Antwerpen Tel. +32 3 229 00 30 Fax. +32 3 229 00 31
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
35
e-mail:
[email protected] Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen t.a.v. de heer Eddy Bruyninckx, gedelegeerd bestuurder Havenhuis, Entrepotkaai 1 2000 Antwerpen Tel. +32 3 205 20 11 E-mail:
[email protected]
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
36
Voorrangen ARTIKEL 23
TARIEVEN
Voor elke aangevraagde en verleende voorrang wordt een vergoeding aangerekend: • voor schepen tot 4.999 BT: • voor schepen van 5.000 BT tot 14.999 BT: • voor schepen van 15.000 BT en meer:
117 EUR 353 EUR 584 EUR
De voorrangsregeling voor zeeschepen wordt geregeld met de informatienota nummer 15 voor havengebruikers.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
37
Keurrechten ARTIKEL 24
TARIEVEN
Vergoedingen voor het gebruik van de faciliteiten van de grensinspectieposten. 24.1 MENSELIJKE CONSUMPTIE De aanvrager, die gebruik maakt van de faciliteiten van de grensinspectieposten, is een vergoeding van 44 EUR verschuldigd voor elke container, die producten bevat die ingevolge EU-richtlijnen moeten gecontroleerd worden zoals onder andere vlees, vis en afgeleide producten voor menselijke consumptie. 24.2 ANDERE KEURINGEN De aanvrager, die gebruik maakt van de faciliteiten van grensinspectieposten, is een vergoeding van 12 EUR verschuldigd voor elke container, die producten bevat die ingevolge EU-richtlijnen moeten gecontroleerd worden zoals onder andere vlees, vis, planten en afgeleide producten voor onder meer dierlijke consumptie. 24.3 ELEKTRICITEITSVERBRUIK De aanvrager is een vergoeding verschuldigd voor het gebruik van de elektriciteitsvoorzieningen ter plaatse door containers die in afwachting van de keuring of van de resultaten van de keuring geparkeerd staan op het keurcentrum. De aanvrager is gedurende de eerste 3 kalenderdagen een forfaitaire vergoeding verschuldigd van 16 EUR per kalenderdag en vanaf de vierde kalenderdag 52 EUR per kalenderdag. Zowel de dag van aansluiting als de dag van afkoppeling wordt aangerekend als volledige kalenderdag. 24.4 TERREINGEBRUIK Wanneer het resultaat van de keuring gekend is maar de goederen of containers op het terrein van de grensinspectiepost blijven staan, dan is de aanvrager een vergoeding van 0,18 EUR/m²/dag verschuldigd vanaf de eerstvolgende werkdag dat de goederen of containers de grensinspectiepost mogen verlaten. Het minimumbedrag voor elke factuur bedraagt 15 EUR tenzij geopteerd werd voor elektronische facturatie.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
38
Selfbillnota's ARTIKEL 25 ADMINISTRATIEVE MODALITEITEN 25.1 WERKW IJZE De selfbillnota wordt door het Havenbedrijf opgesteld in tweevoud op papier of op elektronische wijze, waarvan het origineel voor het Havenbedrijf is bestemd en het dubbel dient te worden bewaard door derde. De derde partij neemt de ontvangen selfbillnota op in zijn boek voor uitgaande facturen, terwijl het Havenbedrijf deze documenten opneemt in zijn boek voor inkomende facturen. 25.2 AANVAARDING/NIET AANVAARDING Tenzij de derde partij uitdrukkelijk en schriftelijk kenbaar maakt aan het Havenbedrijf niet in te stemmen met de gemaakte selfbillnota, wordt deze impliciet geacht aanvaard te zijn. De niet-aanvaarding zal uitdrukkelijk kenbaar gemaakt worden ten laatste twee maanden na datum van uitreiking via een aanvaardingsstuk. De derde stelt dit aanvaardingsstuk op in twee exemplaren en bezorgt het op elektronische wijze aan het Havenbedrijf. Het aanvaardingsstuk vermeldt minimum de: – datum uitreiking – coördinaten derde – referentiedatum en -nummer van de selfbillnota – reden van niet akkoord – handtekening Beide partijen dienen hun exemplaar van het aanvaardingsstuk te bewaren. 25.3 BTW-HEFFING Het Havenbedrijf zal bij de opstelling van een selfbillnota de verlegging van heffing toepassen. De bepalingen zijn gebaseerd op het individueel akkoord met refertenummer ET 120.551 en naar de toepasselijkheid voor het overige van de circulaire AOIF nr. 48/2005 van 8 december 2005 inzake self-billing.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
39
Slotbepalingen ARTIKEL 26
OVERMACHT
Bij overmacht, onvoorziene en uitzonderlijke omstandigheden zal door het directiecomité worden beslist.
ARTIKEL 27
HERROEPING
Alle vroegere besluiten, die strijdig zijn met hetgeen voorafgaat, zijn herroepen.
TARIEFVERORDENING OP DE ZEESCHEPEN
40