VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR
AGENDAPUNT 5 ONTWERP Onderwerp: Stimuleringsregeling afkoppelen Utrechtse Heuvelrug
Nummer: 347232
In D&H: In Cie:
Ir. M.J.M. Anten 030 6345838 S&I
In AB: Portefeuillehouder:
26-04-2011 BMZ SKK 26-05-2011 29-06-2011 Reerink
Steller: Telefoonnummer: Afdeling: Geheim:
ja
nee
Voorstel Gelet op het besluit van het algemeen bestuur van 28 april 2010 (nr. 272508) tot instemming met de nota “Samen verder met de waterketen”;
Stelt het college u voor om: 1. de “Stimuleringsregeling Afkoppelen verhard oppervlak Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2011-2014 “op de Utrechtse Heuvelrug” vast te stellen; 2. het “Inspraakrapport stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak HDSR 1 september 2011 31 augustus 2014” vast te stellen; 3. voor de uitvoering van deze regeling een bedrag van € 450.000,- beschikbaar te stellen gedurende drie jaar: van 1 september 2011 tot en met 31 augustus 2014.
Advies commissie
BMZ
SKK
Reactie college op advies commissie
347232
-1-
INLEIDING Een van de doelen in het Waterbeheerplan “Water voorop” is het promoten van duurzaam stedelijk waterbeheer in ons beheergebied. De stedelijke kernen en overige bebouwing op de Utrechtse Heuvelrug bieden goede mogelijkheden om hierin een hoog ambitieniveau te halen, door het werken aan volledig herstel van de infiltratie van hemelwater. Door te stimuleren dat bestaand verhard oppervlak van het gemengd rioolstelsel af wordt gekoppeld, kan hier een bijdrage aan worden geleverd. Een evaluatie in 2007 door het waterschap van eerdere algemene stimuleringsregelingen voor afkoppelen door gemeenten (2002-2007), heeft uitgewezen dat deze maar beperkt gebruikt zijn en als bureaucratisch werden ervaren. De regelingen golden voor het hele beheergebied, terwijl in de evaluatie is aangetoond dat afkoppelen met name op de Utrechtse Heuvelrug een wenselijke en verantwoorde maatregel is. Naar aanleiding hiervan is besloten om afkoppelen door gemeenten op een andere wijze te ondersteunen. Door middel van een pilot-project op de Utrechtse Heuvelrug 2009 heeft het waterschap samen met twee gemeenten onderzocht in hoeverre voor afkoppelen het direct stimuleren, adviseren en begeleiden van particuliere woningbezitters door het waterschap een effectieve en succesvolle werkvorm kan zijn. De conclusies hieruit zijn: - Met een toegesneden aanpak en adequate communicatie zijn particulieren te motiveren om het dakoppervlak van hun woning af te koppelen; - Individuele begeleiding en advisering vanuit het waterschap zijn hiervoor van groot belang en ook voor de kwaliteit van de uitgevoerde werkzaamheden en het beheer ervan; - Beeldvorming over het waterschap en samenwerking met gemeenten kregen een positieve impuls; - Het volledig ontzorgen van particulieren voor afkoppelen kon rekenen op de grootste belangstelling, maar dit is gezien de hoge kosten ervan niet haalbaar voor het vervolg. Parallel hieraan is in 2009-2010 de notitie “Samen verder in de Waterketen" vastgesteld, waarin afkoppelen als speerpunt is opgenomen voor de Utrechtse Heuvelrug en een financiële bijdrage is bepaald van € 3,50/m2. Op basis van deze ontwikkelingen zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd voor een nieuwe stimuleringsregeling (voor onderbouwing, zie de bijgevoegde notitie):
De stimuleringsregeling is alleen bestemd voor de vier gemeenten de Bilt, Zeist, Utrechtse Heuvelrug en Rhenen, alle vier gemeenten op de Utrechtse Heuvelrug; de stimuleringsregeling is bestemd voor particulieren, (particuliere) instellingen en woningbouwverenigingen; alleen afkoppelen met infiltratie naar de bodem wordt gesubsidieerd; het minimum oppervlak dat voor subsidie in aanmerking komt, bedraagt 40 m²; er wordt gedurende 3 jaar subsidie verstrekt van maximaal € 3,50 per m2, tot een maximum bedrag van € 150.000 per jaar; het waterschap ondersteunt de subsidie-aanvragers met begeleiding en advisering op maat en controleert het resultaat.
Deze stimuleringsregeling zal in nauwe samenwerking worden uitgevoerd met twee van de vier gemeenten op de Utrechtse Heuvelrug, die zelf ook een stimuleringsregeling in het leven hebben geroepen. Particulieren binnen deze gemeenten kunnen van beide regelingen gebruikmaken. Met de overige twee gemeenten, Zeist en de Bilt, zal afstemming plaatsvinden, onder meer om bekendmaking over de regeling via gemeentelijke communicatiekanalen te laten lopen. Uitvoering van de stimuleringsregeling gebeurt door de afdeling Planvorming en Advies.
347232
-2-
ARGUMENTEN 1.1 Het beleid wordt ingevuld :de uitgangspunten voor de stimuleringsregeling sluiten aan bij de conclusies uit de evaluatie van de oude afkoppel-stimuleringsregelingen en bij de ervaringen van het pilot-project op de Utrechtse Heuvelrug. Een van de doelen van het Waterbeheerplan wordt geconcretiseerd en een maatregel van het uitvoeringsprogramma wordt uitgevoerd. Een toezegging uit de notitie “Samen verder in de Waterketen" wordt ingelost. 2.1 Er wordt voldaan aan de juridische randvoorwaarden: De feitelijke stimuleringsregeling, het juridische document waarin alle voorwaarden, procedures, bevoegdheden e.d. staan vermeld, moet formeel door het AB worden vastgesteld (artikelen 56 en 78 Waterschapswet). Op grond van artikel 2 van de "Inspraakverordening HDSR 2007" is het waterschap verplicht om de regeling voor 6 weken ter inspraak te leggen. Binnen deze periode kunnen belanghebbenden hun zienswijze geven op de ontwerp regeling en dat is in dit geval dus ook gebeurd. 3.1 De periode van beschikbaarheid van de subsidie moet opnieuw worden vastgelegd: In het ab-besluit van 28 april 2010 (nr. 272508) tot instemming met de nota “ Samen verder met de Waterketen” is reeds besloten om € 450.000 te reserveren voor de stimuleringsregeling afkoppelen, voor een periode van drie jaar van 2010 tot 2012. Dit moet nu worden verschoven naar de periode 1 september 2011-31 augustus 2014. 4.1 Er is flexibiliteit nodig voor optimale beschikbaarheid van het subsidiefonds: De ervaring leert, dat subsidiegelden aan het begin van de periode van in werkingtreding vaak nog relatief weinig worden gebruikt, terwijl er aan het eind een “piek” ontstaat. Het bedrag van € 450.000 moet gedurende de hele periode van drie jaar beschikbaar blijven. Om te voorkomen dat door niet-besteed geld aan het eind van het jaar terug te laten vloeien in de algemene middelen, dat geld niet meer gebruikt kan worden in het daaropvolgende jaar, moet er een bestemmingsreserve voor worden gemaakt. Hier zal het AB in juni 2011 tijdens de behandeling van de jaarrekening over kunnen besluiten.
RELATIE MET ORGANISATIEMISSIE, COLLEGEPROGRAMMA OF ANDERE BELEIDSDOCUMENTEN De stimuleringsregeling is in lijn met het beleid en de doelen in het WBP en in de nota “Samen verder met de waterketen”. De aanpak vanuit het waterschap, met directe advisering en begeleiding vanuit het waterschap aan subsidie-ontvangende particulieren, is in lijn met onze missie om zichtbaar en bereikbaar te zijn voor bedrijven en bewoners in het gebied en met het streven van het bestuur om een waterschap te zijn dat midden in de maatschappij staat.
FINANCIËLE CONSEQUENTIES De stimuleringsregeling wordt gefinancierd uit de resterende gelden van het project “ongerioleerd Utrecht”, conform voormeld ab-besluit van 28 april 2010. Alleen de periode verandert van 2010-2012 naar 2011-2014. Om het bedrag van € 450.000 gedurende de hele periode van drie jaar beschikbaar te houden, wordt er een bestemmingsreserve voor gemaakt. In het bestuursvoorstel betreffende de vaststelling van de jaarrekening en het jaarverslag 2010 wordt dit ter besluitvorming aan u voorgelegd.
KANTTEKENINGEN Het subsidiebedrag van € 3,50 per vierkante meter is bescheiden, vergeleken met de kosten voor met name ondergrondse infiltratie van hemelwater. Het animo van particulieren zal, met name in de gemeenten die zelf geen subsidie geven hiervoor, naar verwachting beduidend lager zijn dan in het pilot-project waarin het grootste deel van de deelnemers volledig werd ontzorgd. Een hogere subsidie per vierkante meter komt echter niet overeen met de financiële baten van het waterschap van afkoppelen (lagere kosten voor transport en zuiveren van rioolwater). De verwachting is dan ook dat de meeste respons zal komen van de twee gemeenten die ook subsidiëren, zodat particulieren in totaal € 7 per vierkante meter kunnen krijgen. Om niemand uit te sluiten, wordt de subsidie echter in alle vier gemeenten aangeboden.
347232
-3-
UITVOERING Het beoordelen van subsidieaanvragen, het adviseren van subsidie-ontvangers, eventuele begeleiding tijdens de uitvoering en controle van het resultaat zal worden gedaan door de afdeling Planvorming en Advies. Met deze inzet kan maatwerk worden geleverd, waardoor de kosten voor de particulier zo laag mogelijk gehouden kunnen worden en tegelijkertijd de vereiste kwaliteit kan worden gegarandeerd.
COMMUNICATIE Een goede communicatie-strategie is cruciaal voor het succes van de stimuleringsregeling. De pilot in Driebergen en Rhenen heeft uitgewezen hoe belangrijk het is om particulieren direct te benaderen. Hoewel deze aanpak niet op de schaal van alle 4 de gemeenten is te herhalen, is het strategisch inzetten van communicatiemiddelen onmisbaar. Waar mogelijk zal dit in nauwe samenwerking met de gemeenten gebeuren. Het voorstel is om de communicatie te financieren uit het beschikbare fonds. Momenteel wordt er een communicatie-advies opgesteld voor de stimuleringsregeling. Voor het moment van inwerkingtreding van de regeling is € 7.500 geraamd en voor verderop in het proces, voor mogelijke extra inspanningen € 7.500.
BIJLAGE(N) nee ja, namelijk 1) Uitgangspuntennotitie stimuleren afkoppelen Utrechtse Heuvelrug (DM 345624) 2) bijbehorende Stimuleringsregeling (DM 349858 3) inspraakrapport (DM 379379)
TER INZAGE nee ja, namelijk
Dijkgraaf en hoogheemraden, dijkgraaf, P.J.M. Poelmann secretaris-algemeen directeur, drs. E.Th. Meuleman
347232
-4-
Ontwerp - stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak HDSR 1 september 2011- 31 augustus 2014 (DM 349858-v6)
Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Gelet op het voorstel d.d. 29 juni 2011 met nr. 347232 Alsmede gelet op het bepaalde in artikel 78, lid 1, van de Waterschapswet, artikel 6.5, sub c, van de Waterwet en Water Voorop!, Waterbeheerplan 2010-2015.
Overwegende dat: -
het wenselijk is de afvoer van relatief schoon regenwater via (gemengde) rioolstelsels naar de rioolwaterzuiveringsinrichtingen tegen te gaan;
-
het uit oogpunt van waterkwaliteit, niet wenselijk is regenwater af te voeren, door middel van een lozing op het oppervlaktewater;
-
plaatselijk sprake is van “verdroging” en dat het wenselijk is door infiltratie de grondwaterstand aan te vullen;
-
regenwater afkomstig van schoon verhard oppervlak in de bodem kan worden geïnfiltreerd, in gebieden waar dat technisch en hydrologisch gewenst/mogelijk is;
-
de Utrechtse Heuvelrug binnen het beheersgebied van Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden voor infiltratie van regenwater het meest geschikte gebied is;
-
de hiermee gepaard gaande kosten voor particulieren, bedrijven of instellingen een drempel kunnen vormen om tot afkoppelen over te gaan;
-
door het verstrekken van subsidie deze drempel kan worden verlaagd.
Besluit: onderstaande stimuleringsreling afkoppelen verhard oppervlak Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2011-2014, inclusief bijlagen en inspraaknota vast te stellen.
1
Afdeling 1: Inleidende bepalingen
Artikel 1: Begripsbepalingen In deze regeling wordt met de volgende begrippen bedoeld: a.
waterschap: het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;
b.
algemeen bestuur: het algemeen bestuur van het waterschap;
c.
het college: het college van dijkgraaf en hoogheemraden belast met het dagelijks bestuur van het waterschap;
d.
gemeente: een van de gemeenten gelegen op de Utrechtse Heuvelrug, binnen het beheersgebied van het waterschap, waar het afkoppelen gaat plaatsvinden, te weten: De Bilt, Zeist, Utrechtse Heuvelrug en Rhenen, voor zover dat hydrologisch mogelijk is;
e.
rwzi: rioolwaterzuiveringsinrichting;
f.
afkoppelen: het aanpassen van de afvoer van regenwater van verhard oppervlak opdat dit niet meer direct of indirect op een rwzi geloosd wordt; de afgekoppelde oppervlakken moeten volledig losgekoppeld zijn van het openbare rioolstelsel, zonder overloopvoorziening (dus hergebruik of infiltratie);
g.
aanvraag: een aanvraag om subsidie waarin het voornemen tot afkoppelen is beschreven en wordt ingegaan op de aspecten: hoe, wat en wanneer;
h.
aanvrager: eigenaar van het oppervlak dat wordt afgekoppeld, te weten: een particulier, bedrijf of instelling;
i.
onverdachte oppervlakken: schoon verhard oppervlak waarvan naar het oordeel van het waterschap verwacht mag worden dat het afstromende regenwater niet verontreinigd is of kan worden;
j.
projectgebied: een gebied waar een project wordt uitgevoerd en waarbinnen afgekoppeld wordt;
k.
regeling: deze stimuleringsregeling;
l.
subsidie: financiële middelen die door het waterschap in het kader van deze regeling beschikbaar worden gesteld;
m.
Awb: Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 2: Voorwaarden 1.
Deze regeling is alleen van toepassing op het daadwerkelijk afkoppelen van de afvoer van regenwater van bestaande, onverdachte, verharde oppervlakken, zoals daken of bestrating. Het afgekoppelde regenwater mag niet rechtstreeks worden afgevoerd naar de riolering of oppervlaktewater, maar dient in de bodem te worden geïnfiltreerd, direct, dan wel indirect via een werk of een aan te leggen vijver of andere voorziening.
2.
Het af te koppelen oppervlak bedraagt minimaal 40 m2. Voor schuine daken wordt uitgegaan van het aantal vierkante meters dat overblijft als het dakvlak wordt geprojecteerd op een horizontaal plat vlak. De wijze van meten is uitgewerkt in de bijlage bij deze regeling.
2
3.
Infiltreren van regenwater in de bodem kan alleen in gebieden waar dat hydrologisch mogelijk is. Op de kaart behorend bij deze regeling is indicatief aangegeven in welke gedeelten van de gemeenten, gelegen op de Utrechtse Heuvelrug, afkoppelen naar hydrologisch inzicht, in principe mogelijk is. Dit ter beoordeling aan het college.
4.
Infiltreren van regenwater in de bodem is alleen mogelijk als dit water afkomstig is van een schoon, onverdacht oppervlak en niet is verontreinigd. Dit ter beoordeling aan het college.
5.
Afkoppelen komt alleen voor subsidie in aanmerking als deze vooraf door de aanvrager wordt aangevraagd. Wanneer de aanvraag hiertoe aanleiding geeft zal het waterschap door middel van een bezoek op de locatie en een maatwerkadvies, oordelen of de aanvraag verder in behandeling zal worden genomen.
Artikel 3: Omvang subsidie 1.
Het waterschap vergoedt de werkelijk gemaakte kosten voor afkoppelen met een maximum van € 3,50 per m2 afgekoppeld oppervlak. Op de gelden die worden verstrekt als subsidie is geen BTW van toepassing.
2.
Als afgekoppeld wordt om aan andere verplichtingen te voldoen (bijvoorbeeld voldoen aan een verplichting verbonden aan een bouwvergunning), kan het college besluiten een lager subsidiebedrag vast te stellen.
3.
Gedurende de looptijd van deze regeling, te weten van 1 september 2011 t/m 31 augustus 2014, wordt voor deze regeling per boekjaar maximaal een bedrag van € 150.000,beschikbaar gesteld. Een boekjaar loopt van 1 september t/m 31 augustus. Het totale subsidieplafond bedraagt derhalve € 450.000,-.
4.
Wanneer meer subsidie wordt aangevraagd dan in enig jaar beschikbaar is worden de laatst aangevraagde subsidies niet toegekend of -in overleg met de aanvrager(s)doorgeschoven naar een volgend jaar.
5.
Wanneer minder subsidie wordt aangevraagd dan in enig jaar beschikbaar is wordt het resterende bedrag toegevoegd aan het bedrag dat in het daarop volgende jaar beschikbaar wordt gesteld; na afloop van het laatste jaar vervalt een eventueel resterend bedrag.
Afdeling 2: Subsidieaanvraag
Artikel 4: Aanvraag tot toewijzen van subsidie 1.
Subsidie kan alleen op aanvraag aanvraagformulier, worden verleend.
volgens
een
door
het
college
2.
De subsidie wordt aangevraagd bij het college.
3.
Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst en verleend zolang het subsidieplafond voor het lopende jaar niet is bereikt.
4.
Indien een aanvraag onvolledig is ingediend, geeft het waterschap de aanvrager de gelegenheid de aanvraag binnen 3 weken aan te vullen; de dag waarop de aanvulling is ontvangen geldt dan als datum van aanvraag.
Artikel 5: Gegevens nodig voor de subsidieaanvraag 1.
Bij de aanvraag dienen tenminste de volgende gegevens te worden verstrekt:
3
vastgesteld
a. naam (eventueel ook contactpersoon) en (post)adres en rekeningnummer van de aanvrager; b. voor welk(e) locatie, project of projectgebied subsidie wordt aangevraagd. Een en ander moet duidelijk op tekening en/of kaart worden aangegeven; c. een opgave van de gedeelten binnen het projectgebied met bijbehorende oppervlakten die afgekoppeld gaan worden en de planning daarvan; d. een opgave van het aantal vierkante meters verhard oppervlak dat binnen het project of projectplan wordt afgekoppeld; e. een indicatie van de te gebruiken afkoppeltechniek; f.
een technisch ontwerp waaruit de wijze van afkoppelen en infiltreren blijkt;
g. het college kan aanvullende gegevens vragen die nodig zijn voor het verlenen van de subsidie. 2.
Indien de aanvraag wordt ingediend door een particulier, voor de afkoppeling van een particuliere woning, dan kan het college besluiten dat voor het indienen van een aanvraag kan worden volstaan met de gegevens hierboven in lid 1 genoemd onder a, d en e.
Artikel 6: Weigeringsgronden 1.
Subsidie wordt niet verleend als het in artikel 3, lid 3, genoemde maximum, eventueel verhoogd met een in eerdere jaren niet uitgekeerd bedrag, wordt overschreden; in overleg met de aanvrager kan de subsidieaanvraag aangehouden worden om in een volgend kalenderjaar behandeld te worden.
2.
De subsidie wordt niet toegewezen indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:
3.
a.
het afkoppelen niet of niet binnen de in de aanvraag aangegeven termijn zal zijn uitgevoerd;
b.
de aanvrager niet of niet geheel voldoet of zal voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de regeling;
c.
de aanvrager onvoldoende verantwoording aflegt over de in het kader van deze regeling verrichte of te verrichten activiteiten voor zover deze voor de subsidieverlening van belang zijn;
d.
als de aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 2 hierboven.
De subsidieverlening kan ook worden geweigerd als de aanvrager bij de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt die tot een onjuiste beschikking kunnen leiden.
Afdeling 3: Subsidie verlening
Artikel 7: Beschikking 1.
In de beschikking maakt het college bekend welk besluit naar aanleiding van de aanvraag is genomen.
2.
De beschikking bevat een duidelijke omschrijving van de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt verleend.
3.
De beschikking vermeldt het bedrag dat ten hoogste wordt uitgekeerd, alsmede de wijze waarop dit is berekend.
4
4.
In de beschikking staan de verplichtingen vermeld waaraan de subsidie ontvanger moet voldoen. Hiertoe behoren in ieder geval: a.
de termijn waarbinnen het afkoppelen moet zijn gerealiseerd;
b.
het voeren van een inzichtelijke en betrouwbare administratie;
c.
de wijze en tijdstip waarop rapportage dient plaats te vinden;
d.
het opstellen van een eindrapportage waarin alle daadwerkelijk verrichte werkzaamheden worden genoemd; deze eindrapportage dient tevens het overzicht van daadwerkelijk gemaakte kosten te bevatten ter verantwoording van de verrichte werkzaamheden en daaraan verbonden inkomsten en uitgaven. Eerder verstrekte gegevens kunnen onderdeel uitmaken van deze rapportage;
5.
Indien de aanvraag wordt ingediend door een particulier, voor de afkoppeling van een particuliere woning, dan kan het college besluiten dat aan de beschikking alleen het hierboven in lid 4 genoemde voorschrift a wordt verbonden.
6.
In voorkomende gevallen kan het college in de beschikking nadere uitvoeringsvoorschriften geven.
Artikel 8: Beslistermijn Het college beslist op de aanvraag in principe binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag of aanvulling daarop of anders binnen een redelijke termijn.
Afdeling 4: Subsidie vaststelling
Artikel 9: Aanvraag tot vaststelling en uitbetaling van de subsidie 1.
Het doen van een aanvraag tot vaststelling van de subsidie kan achterwege blijven bij subsidie aanvragen van particulieren tot een maximaal af te koppelen oppervlak van 400 m2, waarbij daartoe door het college aangewezen medewerkers van het waterschap zelf ter plaatse hebben vastgesteld dat het werk is uitgevoerd volgens de voorschriften. De subsidie wordt dan ambtshalve vastgesteld.
2.
In andere gevallen dient de aanvrager binnen 2 maanden nadat het afkoppelen is gerealiseerd een aanvraag in voor het vaststellen van de subsidie.
3.
Bij deze aanvraag worden ten minste de volgende gegevens verstrekt: a.
project boekhouding;
b.
aankoopbewijzen;
c.
foto’s van uitgevoerde werkzaamheden.
4.
Het college kan nadere gegevens vragen.
5.
De aanvraag dient tevens als verzoek om uitbetaling van de subsidie.
Artikel 10: Beschikking tot subsidievaststelling Het college stelt het bedrag van de subsidie in beginsel vast in overeenstemming met de beschikking tot subsidieverlening. Indien niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld in de beschikking tot subsidieverlening, wordt de subsidie op nihil vastgesteld, of geweigerd.
5
Artikel 11: Beslistermijn Het college beslist op de aanvraag in principe binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag of aanvulling daarop of anders binnen een redelijke termijn. Afdeling 5: Slotbepalingen Artikel 12: Onvoorziene gevallen In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college. Artikel 13: Intrekking en wijziging Het college kan de beschikking tot subsidieverlening en vaststelling intrekken en wijzigen. Hierbij is afdeling 4.2.6. van de Awb van toepassing. Artikel 14: Terugvordering In gevallen waarin blijkt dat vaststelling en uitbetaling van subsidie onterecht zijn gebleken, stelt het college de aanvrager daarvan op de hoogte. Als de aanvrager dit niet kan weerleggen, is deze verplicht het te veel ontvangen bedrag terug te betalen.
Artikel 15: Geldigheidsduur 1.
Deze regeling treedt in werking op 1 september 2011. De regeling is geldig tot en met 31 augustus 2014.
2.
Het college kan de regeling voortijdig intrekken, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.
Artikel 16: Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als “Stimuleringsregeling Afkoppelen verhard oppervlak Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2011-2014”. Vastgesteld in openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van 29 juni 2011, P.J.M. Poelmann, voorzitter Drs. E.Th. Meuleman, secretaris Bijlagen: 1. Wijze van berekenen dakvlak (artikel 2, lid 2) 2. Hydrologische kaart (artikel 2, lid 3)
6
Bijlage 1: Wijze van berekenen af te koppelen dakoppervlak Uitgangspunt voor het bepalen van het afgekoppeld dakoppervlak dat voor subsidie in aanmerking komt, is het feit dat, of het nou om een plat dak of een schuin dak gaat, voor de hoeveelheid regen die erop valt alleen de horizontale projectie van dit dak telt (die bij een plat dak natuurlijk hetzelfde is als het feitelijke dakoppervlak). Daarom is dit dan ook de maatstaf die gebruikt wordt voor het bepalen van de hoeveelheid te subsidiëren m2. Middels het opmeten van het oppervlak van het bovenaanzicht van een gebouw in de bouwtekeningen kan een aardige benadering worden verkregen van (de horizontale projectie van) het dakoppervlak van datzelfde gebouw. Mocht dit niet voorhanden zijn, dan kan het vloeroppervlak van het gebouw worden opgemeten, en daarbij opgeteld de oversteek die het dak maakt. Dakgoten tellen ook mee. Schematische tekening: de afmeting van het oppervlak van de horizontale projectie van een zadeldak is in onderstaande tekening het product van de lengte maal de breedte van de horizontale projectie.
Vooraanzicht huis
Zijaanzicht huis
Breedte horizontale projectie dakoppervlak
Lengte horizontale projectie dakoppervlak
7
Bijlage 2: Indicatieve kaart met het gebied dat geschikt is voor infiltratie van hemelwater op de Utrechtse Heuvelrug (groen gekleurd), op basis van 4 hydrogeologische parameters: zandige bodem, afwezigheid van een klei-deklaag, netto infiltratiegebied, en een gemiddeld hoogste grondwaterstand van 0,8 m beneden maaiveld. Aan deze kaart kunnen geen rechten worden ontleend, en dient enkel en alleen ter oriëntatie voor het aanvragen van een subsidie in het kader van de Stimuleringsregeling Afkoppelen verhard oppervlak HDSR 2011-2014.
8