VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR
AGENDAPUNT 10 Ontwerp Nummer: 648242
Onderwerp: Overtollig biogas rwzi Nieuwegein In D&H: In Cie: In AB: Portefeuillehouder:
30-07-2013 BMZ 03-09-2013 SKK 02-10-2013 Van der Vorm
Steller: Telefoonnummer: Afdeling: Geheim:
JCP de Wit +31 6 15 06 84 84 Zuiveringsbeheer ja
nee
Voorstel Gelet op het besluit van het Algemeen Bestuur van 5 juni voor verder onderzoek naar de mogelijkheden voor het overschot van biogas op rwzi Nieuwegein. Het college stelt u voor om: 1. Akkoord te gaan met het benutten van het overtollige biogas op de rwzi Nieuwegein door middel van het vergroten van de WKK-capaciteit; 2. Akkoord te gaan met het beschikbaar stellen van een voorbereidingskrediet van € 100.000,- om de voorbereidingen voor de realisatie van deze optie uit te voeren zoals in de begroting van 2013 is opgenomen.
Advies commissie
BMZ
SKK
Reactie college op advies commissie
648242
-1-
INLEIDING Op de rwzi Nieuwegein wordt een belangrijk deel van het geproduceerde slib van het waterschap vergist. Door toename van deze hoeveelheid slib is in de afgelopen jaren ook de hoeveelheid geproduceerd biogas toegenomen. De bestaande warmtekrachtkoppeling(WKK) biedt onvoldoende capaciteit voor behandeling van alle geproduceerde biogas. In het kader van de Energiefabriek is in 2012 een aanbestedingsprocedure ingezet om door middel van thermische drukhydrolyse (TDH) nog meer biogas te produceren. Uitbreiding van de WKK-capaciteit maakte onderdeel uit van dit project. De aanbesteding heeft geen bruikbare aanbieding opgeleverd en op 5 juni is het Algemeen Bestuur akkoord gegaan met het voorstel om af te zien van de realisatie van de TDH op de rwzi Nieuwegein. Besloten is tevens dat uiterlijk 2 oktober een voorstel in het Algemeen Bestuur wordt ingediend waarin wordt aangegeven hoe om te gaan met het overtollige biogas. In de afgelopen maanden zijn diverse opties voor dit overtollige biogas onderzocht. De resultaten hiervan zijn in de quickscan in de bijlage weergegeven. De volgende opties zijn onderzocht: Nul situatie: In deze situatie wordt het overtollige biogas afgefakkeld en wordt de huidige WKK vervangen door een grotere als de huidige is afgeschreven. 1. Beheersmatige aanpak aanvoer gisting: De gedachte bij deze optie is om te kijken of er met aanpassingen aan de bedrijfsvoering voorkomen kon worden dat we biogas moeten affakkelen. 2. Uitbreiden gasbuffercapaciteit: Bij deze optie is er naar gekeken of het haalbaar is om extra biogas buffercapaciteit te instaleren zodat dit biogas op een later moment ingezet kan worden in de WKK. 3. Minder slib naar slibgistingstank Nieuwegein: Door minder slib te verwerken in de slibgisting van de rwzi Nieuwegein neemt de biogasproductie af. 4. Biogas levering aan een biogashub: In een biogashub wordt biogas, geleverd door verschillende biogas leveranciers, opgewerkt tot aardgaskwaliteit om te leveren aan het aardgasnet. 5. Directe levering biogas aan derden: Biogas wordt hierbij direct aan een andere partij geleverd. 6. Extra WKK-capaciteit: Door de huidige gasmotor te vervangen door een grotere kan meer gas worden verwerkt tot elektriciteit en warmte. 7. Biogas opwerken tot aardgaskwaliteit: Biogas kan opgewerkt worden tot aardgaskwaliteit. Deze optie kent een tweetal varianten: a. Uitbesteden en leveren aan het aardgasnet b. Zelf doen en leveren aan het aardgasnet De verschillende oplossingen zijn in eerste instantie beoordeeld op realisme en economische haalbaarheid (bijlage). Op basis hiervan vallen oplossing 1 t/m 5 en 7b af. Als gevolg hiervan blijven een tweetal opties over: 6. Extra WKK-capaciteit. 7a. Biogas opwerken tot aardgaskwaliteit (Uitbesteden) De financiële en energetische beoordeling van de opties 6 en 7a is in onderstaande tabel schematisch weergegeven. De nul situatie is als referentie genomen. Varianten Nul situatie OPTIE 6 Extra WKK-capaciteit OPTIE 7a Opwerken tot aardgaskwaliteit (Uitbesteden)
Investeringsbedrag (€) NCW(2035) (€) 0 3.310.000 800.000 3.400.000 70.000 2.990.000
Netto tov NUL: (€) 0 100.000 -310.000
SPOT (jr) 0 2,5 4,6
GJ/jr 0 7.000 9.000
De financiële beoordeling van deze twee opties is niet via de gebruikelijke kosten baten water (KBW) uitgevoerd maar op basis van de Netto Contante Waarde (NCW) en de Simple payout time (SPOT). Dit wordt verder toegelicht in de quickscan (bijlage) In de nulsituatie blijft door het affakkelen van het overtollige biogas een mogelijkheid onbenut om in het kader van de MJA-3 efficiënt met energie om te gaan. Verder is het onmogelijk om de rwzi Nieuwegein energieneutraal (doelstelling Energiefabriek) te maken.
648242
-2-
De vervanging van de huidige WKK door een nieuwe, grotere WKK levert financieel meer op dan de optie opwerking tot aardgaskwaliteit (uitbesteden en leveren aan het aardgasnet). Dit blijkt uit de hogere NCW en lagere terugverdientijd. De verschil komt door de hogere elektriciteitsopbrengst en door de lagere kosten. De benodigde investering voor de nieuwe WKK optie is echter wel aanzienlijk hoger. Omdat niet alle warmte uit de WKK nuttig gebruikt wordt (circa 25% gaat verloren), scoort opwerking tot aardgaskwaliteit energetisch beter dan een nieuwe grotere WKK. Het risico met een voor HDSR relatief onbekende techniek (opwerking tot aardgaskwaliteit) wordt hoger ingeschat dan het plaatsen van een nieuwe, grotere WKK. Ook het feit dat voor langere tijd een contract met een verhuurder moet worden aangegaan en de onzekerheid met betrekking tot de ontwikkeling van de aardgasprijs (welke van grote invloed is op de SPOT en NCW), vergroten het risico voor opwerking tot aardgaskwaliteit. Een voordeel van het gaan opwerken tot aardgaskwaliteit is dat het een hogere energieopbrengst heeft en dat HDSR de mogelijkheid behoudt om te gaan “rijden op eigen biogas”. Dit kan dan door de eigen bedrijfsauto’s of mogelijk samen met de slibtransporteur. Op basis van de financiële opbrengsten en de beperkte risico’s zoals hierboven toegelicht, wordt geadviseerd om de huidige WKK te vervangen door een nieuwe grotere WKK.
ARGUMENTEN
Extra WKK-capaciteit heeft hogere NCW in vergelijking met het opwerken tot aardgaskwaliteit. Extra WKK-capaciteit heeft lagere terugverdientijd (SPOT) in vergelijking met het opwerken tot aardgaskwaliteit. Een WKK-installatie is een bekende en vertrouwde techniek binnen HDSR en heeft dus niet of nauwelijks risico’s.
RELATIE MET ORGANISATIEMISSIE, COLLEGEPROGRAMMA OF ANDERE BELEIDSDOCUMENTEN Energievisie Met het verwerken van het overtollige biogas draagt rwzi Nieuwegein mee aan het behalen van de doelstellingen uit het MJA-3. Uitbreiding van de WKK-installatie levert een bijdrage van 7.000 GJ aan primaire energie. Deze hoeveelheid vertegenwoordigd 1,8 % van de totale energiebehoefte van het zuiveren van ons afvalwater.
FINANCIËLE CONSEQUENTIES De kosten voor de realisatie van deze vervanging worden geraamd op € 800.000,=. Deze raming kent een nauwkeurigheid van +/- 30%. Na de voorbereidingsfase van dit project is de investeringsomvang bekend met een nauwkeurigheid van +/- 10%. Voor de voorbereiding van dit project is een geraamd krediet nodig van € 100.000,=. Dit is in de eerste begrotingswijziging 2013 opgenomen en door het Algemeen Bestuur vastgesteld op 10-7-2013. Op het moment dat ervoor gekozen wordt om de WKK capaciteit te vergroten betekent dat dat de huidige WKK vervroegd afgeschreven moet worden. De huidige WKK dateert uit 2004 en is in 2019 afgeschreven. Deze kosten komen ten laste van het exploitatie budget. De hoogte van dit bedrag is afhankelijk van het moment van amoveren van de huidige WKK. Als dit bijvoorbeeld in april 2014 is dan is dit ongeveer 241.000 euro.
KANTTEKENINGEN Bij realisatie van extra WKK-capaciteit is er tot 2030 geen biogas beschikbaar voor mobiliteit op de rwzi Nieuwegein. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de WKK blijft staan tot hij economisch is afgeschreven.
UITVOERING Volgens planning is het project op 31 december 2014 afgerond.
COMMUNICATIE Bij oplevering is de rwzi Nieuwegein energie neutraal. Dit wordt via een persbericht gecommuniceerd.
648242
-3-
BIJLAGE(N) nee ja, namelijk: Quickscan verwerken overtollig biogas rwzi Nieuwegein. (DM 701355)
TER INZAGE nee ja, namelijk
Dijkgraaf en hoogheemraden, dijkgraaf, P.J.M. Poelmann secretaris-algemeen directeur a.i., drs. J. Miedema
648242
-4-
Bijlage bij voorstel (DM 648242) overtollig biogas rwzi Nieuwegein agendapunt 10
Quickscan verwerken overtollig biogas rwzi Nieuwegein
Afdeling: Zuiveringsbeheer Datum : 23 juli 2013 Door : Paul de Wit (bedrijfkundig medewerker afdeling Zuiveringsbeheer)
Inhoudsopgave Inleiding ...................................................................................................................................................... 3 Nul situatie.................................................................................................................................................. 4 OPTIE 1: Beheersmatige aanpak aanvoer slibgisting ................................................................................ 5 OPTIE 2: Uitbreiden gasbuffercapaciteit .................................................................................................... 5 OPTIE 3: Minder slib naar slibgistingstank Nieuwegein ............................................................................. 5 OPTIE 4: Biogas levering aan een biogashub............................................................................................ 6 OPTIE 5: Directe levering biogas aan derden ............................................................................................ 6 OPTIE 6: Extra WKK-capaciteit.................................................................................................................. 6 OPTIE 7a: Opwerken tot aardgaskwaliteit (Uitbesteden en leveren aan het aardgasnet) ......................... 7 OPTIE 7b: Opwerken tot aardgaskwaliteit (Zelf doen en leveren aan het aardgasnet).............................. 7 Samenvatting en conclusies....................................................................................................................... 8
2
Inleiding De afgelopen jaren is op rwzi Nieuwegein een gemiddeld biogasoverschot van 400.000 m3/jaar afgefakkeld op een totale productie van 1,65 mln m3/jr (25%), zo’n 1.100 m3/dag. De bestaande warmtekrachtkoppeling (WKK) van 330 kWe biedt onvoldoende capaciteit voor behandeling van al het geproduceerde biogas. In het kader van de Energiefabriek is in 2012 een aanbestedingsprocedure ingezet om door middel van thermische drukhydrolyse (TDH) nog meer biogas te produceren. Uitbreiding van de WKK-capaciteit maakte ook onderdeel uit van dat project. De aanbesteding heeft geen bruikbare aanbieding opgeleverd en op 5 juni 2013 is het Algemeen Bestuur akkoord gegaan met het voorstel om af te zien van de realisatie van de TDH op de rwzi Nieuwegein. Besloten is tevens dat uiterlijk 2 oktober een voorstel aan het Algemeen Bestuur wordt ingediend waarin wordt aangegeven hoe om te gaan met het overtollige biogas. Mogelijke opties hiervoor zijn: 1. Beheersmatige aanpak aanvoer slibgisting; 2. Uitbreiden gasbuffercapaciteit; 3. Minder slib naar slibgistingstank Nieuwegein; 4. Biogas levering aan een biogashub; 5. Directe levering biogas aan derden; 6. Extra WKK-capaciteit; 7. Biogas opwerken tot aardgaskwaliteit: a. Uitbesteden en leveren aan het aardgasnet. b. Zelf doen en leveren aan het aardgasnet. De opties worden vergeleken met de nulsituatie: voorlopig geen maatregelen treffen en het overtollige biogas laten affakkelen (wordt nader beschreven). De financiële beoordeling is niet via de gebruikelijke Kosten Baten Water (KBW) uitgevoerd maar op basis van de Netto Contante Waarde (NCW) en de Simple Payout Time (SPOT). Reden hiervoor is dat bij de vergelijking van de verschillende opties er investeringen in de toekomst moeten worden meegenomen en de KBW hier niet in voorziet. Verder is hiervoor gekozen omdat het vergelijken van deze twee methoden extra inzichten biedt. Netto Contant Waarde Wanneer de NCW groter, of op zijn minst gelijk is aan nul, dan kan de investering vanuit financieel oogpunt als positief worden beoordeeld. In dat geval is de contante (of huidige) waarde van alle inkomsten van de investering namelijk groter dan de contante waarde van alle uitgaven. In de NCW berekening worden kapitaalslasten (rente en afschrijving) en vervroegde afschrijvingen niet meegenomen en hanteren we een disconteringsvoet van 4,5%. Simple Payout Time SPOT (in het Nederlands; eenvoudige terugverdientijd) is de eenvoudigste manier om te berekenen of een investering vanuit financieel oogpunt positief kan worden beoordeeld. De formule is het investeringsbedrag gedeeld door de besparing. De investeringskosten bij de zeven opties zijn zo goed als mogelijk geraamd. De ramingen zijn voldoende nauwkeurig om een onderlinge vergelijking te maken. Subsidiemogelijkheden zijn vanwege de onzekerheid van het verkrijgen ervan niet mee genomen.
3
Nulsituatie De afgelopen anderhalf jaar had de WKK een beschikbaarheid van 86%. De motor kan maximaal 150 m3/uur aan gas verwerken. Het gebruik van de motor kwam hiermee op 150 x 24 x 86% = 3.100 m3 /dag. Gemiddeld is ruim 4.500 m3 /dag biogas geproduceerd. Gemiddeld is derhalve 1.400 m3 biogas per dag anders dan door de WKK benut. Circa 15% hiervan (230 m3/dag) is de afgelopen jaren door de CVinstallatie benut om de slibgistingstank te verwarmen. De rest (ruim 1.100 m3/dag) is afgefakkeld (vernietigd). In de nulsituatie wordt ervan uit gegaan dat de huidige, te kleine WKK, pas wordt vervangen (door een grotere) wanneer deze economisch volledig is afgeschreven. In de kostenberekening wordt voor deze situatie pas een investering gedaan als de huidige WKK is afgeschreven (2020) en wordt tot die tijd het overtollige biogas afgefakkeld. Financieel overzicht Nulsituatie Kostenonderdeel
Bedrag [in euro]
Investeringskosten 2020 Jaarlijkse onderhoudskosten WKK bestaand (tot 2020) Jaarlijkse onderhoudskosten WKK nieuw(vanaf 2020) Extra elektriciteitsopbrengst (na 2020) Elektriciteitsopbrengst bestaande WKK SPOT (jr) NCW (2035) 1
800.000,-34.000,-52.000,-100.000,-275.000,-n.v.t. 3.310.000,--
Conclusie: Door het affakkelen van het overtollige biogas blijft een mogelijkheid onbenut om in het kader van de MJA-3 efficiënt met energie om te gaan. Verder is het onmogelijk om de rwzi Nieuwegein energieneutraal (doelstelling Energiefabriek) te maken.
1
inclusief de electricteitsopbrengst van de bestaande WKK
4
OPTIE 1: Beheersmatige aanpak aanvoer slibgisting De gedachte bij deze optie is dat we door het zo gelijkmatig mogelijk inpompen van het slib in de slibgistingstank de productie van biogas gelijkmatig in de tijd verdelen. Hierdoor zijn er geen pieken in de productie en is affakkelen minder nodig. Op het moment dat er relatief veel slib in de slibgistingstank gepompt wordt produceren we ook relatief veel biogas. Een zo gelijkmatig mogelijk belaste slibgistingstank genereert de laagste biogas productiepieken en verkleint dus de kans dat we moeten affakkelen. Uit een nadere analyse van de verpompte slibhoeveelheden en de biogasproductie over 2012 en een deel van 2013 blijkt echter dat er regelmatig sprake is van langdurig biogasproducties van meer dan 3.600 m3/dag (de maximale WKKcapaciteit) waarbij de WKK de maximale hoeveelheid stroom (kWh) produceert. Conclusie: Zelfs bij een ideaal afgevlakt aanvoerpatroon naar de slibgistingstank, wordt er meer biogas geproduceerd dan kan worden gebruikt in de WKK. Een optimalere aanpak van de aanvoer naar de slibgistingstank zal dus niet resulteren in het voorkomen van overtollig biogas. Uiteraard blijft dit wel iets om in de gaten te houden. OPTIE 2: Uitbreiden gasbuffercapaciteit Bij deze optie is er naar gekeken of het haalbaar is om extra buffercapaciteit voor biogas te installeren zodat dit gas op een later moment ingezet kan worden in de WKK. Omdat de overproductie van biogas zoals geschetst bij optie 1 continu is en niet in pieken, is dit geen reële optie. Dit zou namelijk resulteren in een oneindig grote biogas buffercapaciteit die we niet kunnen verwerken. Conclusie: Het uitbreiden van de biogas buffercapaciteit zal niet resulteren in het voorkomen van het overtollige biogas. OPTIE 3: Minder slib naar slibgistingstank Nieuwegein Om affakkelen van het overtollige biogas te voorkomen kan er ook aan gedacht worden om het energierijke deel van slib dat wordt aangevoerd fors (>25% ≡ 1.100 ton droge stof per jaar) terug te brengen. Dit energierijke slib moet dan naar een andere rwzi die voorzien is van een slibgistingstank getransporteerd worden. Uitgaande van een indikgraad van 6% komt dit neer op het vervoer van ca. 50 ton nat slib per dag, ofwel twee vrachtwagens per dag. Binnen een straal van ca. 50 km zijn er negen locaties met een slibgistingstank. Deze zijn in beheer bij zes verschillende waterschappen. Geen van de onderzochte gistingstanks biedt de mogelijkheid om de gevraagde hoeveelheid slib uit Nieuwegein te ontvangen. Hiernaast is het uitwisselen van energierijk slib en uitgegist slib (energie arm) naar de slibgistingstank op de rwzi Utrecht beschouwd. Na de vervanging van de WKK in het kader van het instandhoudingsproject is hier voldoende biogasverwerkingscapaciteit. De slibgisting op rwzi Utrecht kent echter regelmatig schuim- en andere capaciteitsremmende problemen waardoor structureel een extra belasting ter grootte van 5-10% niet mogelijk is. Conclusie: Het is niet haalbaar om minder slib naar de slibgistingstank Nieuwegein te voeren. Deze optie biedt dus geen uitkomst om affakkelen van overtollige biogas te voorkomen.
5
OPTIE 4: Biogas levering aan een biogashub Voor deze optie is er gekeken of de rwzi Nieuwegein betrokken kon worden bij een samenwerkingsproject met de Provincie Utrecht voor een biogashub in de provincie. Een biogashub is een collectief biogasnet. Hierop kunnen meerdere producenten (bijv. agrarische sector) van biogas aansluiten om biogas gezamenlijk te zuiveren tot aardgaskwaliteit en dit op één punt te injecteren in het aardgasnet. Dit komt vervolgens via het net beschikbaar als groengas. Zo wordt het fossiele aardgasgebruik teruggedrongen. De regio rondom de rwzi Nieuwegein is door het samenwerkingsproject op deze mogelijkheid onderzocht, maar niet als kansrijk beoordeeld. Naast een enkel boerenbedrijf zijn er (nog) geen andere biogasleveranciers in de omgeving van de rwzi Nieuwegein. Conclusie: Het deelnemen aan een biogashub in de regio van de rwzi Nieuwegein is geen optie. OPTIE 5: Directe levering biogas aan derden Voor deze optie is er gekeken of het overtollige biogas direct geleverd kan worden aan derden die het in hun bedrijfsvoering (WKK, verwarmingsketel, etc) kunnen gebruiken. Echter, in de omgeving van de rwzi Nieuwegein zijn geen grote bedrijven aan wie we ons biogas kunnen leveren. Daarom wordt deze optie niet verder onderzocht. Het leveren van biogas voor mobiliteit is niet mogelijk zonder het eerst op te werken tot aardgaskwaliteit. Conclusie: Het direct leveren van biogas aan derden is in de regio van rwzi Nieuwegein niet mogelijk. OPTIE 6: Extra WKK-capaciteit Om het overtollige biogas (1.100 m3 per dag) in een WKK om te zetten is een extra WKK ter grootte van 1.100/24 x 2,2 2 = 100 kWe nodig. De kosten van een dergelijke WKK zijn relatief hoog. Ook de lokale situatie is zeer ongunstig. Op voorhand is ingeschat dat dit geen realistische optie is. Het plaatsen van een extra WKK wordt daarom niet als optie meegenomen. Meer voor de hand ligt vervanging van de huidige 330 kWe-motor door een grotere, nieuwe WKK van 500 kWe die het volledige aanbod van biogas kan verwerken. De huidige WKK dateert echter uit 2004 en is in 2019 afgeschreven. Financieel overzicht OPTIE 6 Extra WKK-capaciteit Kostenonderdeel
Bedrag [in euro]
Investeringskosten Jaarlijkse onderhoudskosten, start in 2014 Inhaalafschrijving april 2014 bestaande WKK Elektriciteitsopbrengst SPOT (jr) 3 NCW (2035)
800.000,-52.000,-241.000,-376.000,-2,5 3.400.000,--
Conclusie: Het plaatsen van extra WKK capaciteit doormiddel van het vervangen van de bestaande WKK is vanuit financieel oogpunt een haalbare oplossing voor het benutten van het overtollige biogas.
2 3
Een dergelijke WKK wekt 2,2 kW op met 1 m3 biogas Investering gedeeld door de elektriciteitsopbrengst- onderhoudskosten.
6
OPTIE 7a: Opwerken tot aardgaskwaliteit (Uitbesteden en leveren aan het aardgasnet) De cijfers uit deze paragraaf zijn gebaseerd op een offerte van een aanbieder. In deze optie wordt er van uitgegaan dat De Stichtse Rijnlanden een biogas-opwerkingsinstallatie huurt voor in principe 12 jaar. De Stichtse Rijnlanden wordt geheel ontzorgd voor wat betreft de installatie, vergunning en overeenstemming met de netbeheerder. Financieel overzicht OPTIE 7a Opwerken tot aardgaskwaliteit (Uitbesteden) Kostenonderdeel
Bedrag [in euro]
Installatiekosten Huur opwerkingsinstallatie Groengasopbrengst Elektriciteitsopbrengst bestaande WKK Onderhoud bestaande WKK SPOT (jr) 4 NCW (2035) 5
70.000,-57.000,--/jr 73.000,--/jr €275.000,-34.000,--/jr 4,6 2.990.000,--
De SPOT en NCW is sterk afhankelijk van de gehanteerde gasopbrengstprijs. Voor de vergelijking is uitgegaan van een constante gasopbrengstprijs van € 0,37/m36 . Gevoelsmatig lijkt deze NCW erg hoog. Dit komt doordat we de opbrengsten en kosten van de bestaande WKK hierin ook hebben meegenomen. Dit is gedaan zodat deze optie te vergelijken is met optie 6. Conclusie: Het opwerken tot aardgaskwaliteit doormiddel van het huren van een opwerkingsinstallatie is vanuit financieel oogpunt bekeken een haalbare oplossing voor het benutten van het overtollige biogas. OPTIE 7b: Opwerken tot aardgaskwaliteit (Zelf doen en leveren aan het aardgasnet) In de optie 7a wordt De Stichtse Rijnlanden ontzorgt, in deze optie is dit niet het geval. De Stichtse ijnlanden investeert in deze optie zelf in een biogas-opwerkingsinstallatie en zorgt zelf voor de levering aan het aardgasnet. Financieel overzicht OPTIE 7b Opwerken tot aardgaskwaliteit (Zelf doen) Kostenonderdeel
Bedrag [in euro]
Investeringskosten Groengasopbrengst Onderhoud opwerkinstallatie Elektriciteitsopbrengst bestaande WKK Onderhoud bestaande WKK SPOT (jr) 7 NCW (2035)
614.000,-73.000,--/jr 51.000,--/jr 275.000,-34.000,--/jr 28,4 2.560.000,--
Het investeringsbedrag is afgeleid van de door Grontmij i.o.v. De Dommel opgestelde vergelijkingsspreadsheet. Gevoelsmatig lijkt deze NCW erg hoog. Dit komt doordat we de opbrengsten en kosten van de bestaande WKK hierin ook hebben meegenomen. Dit is gedaan zodat deze optie te vergelijken is met optie 6. Conclusie: Ten opzichte van optie 7a is de NCW is aanzienlijk lager en de terugverdientijd is aanzienlijk hoger. Deze optie is voor deze kleine schaalgrootte financieel niet haalbaar vanwege de hoge terugverdientijd en biedt dus geen oplossing voor het benutten van het overtollige biogas. 4
Investering gedeeld door groen gasopbrengst - huur Inclusief elektriciteitsopbrengst van de bestaande WKK 6 €0,37/m3 is gebaseerd op informatie van een aanbieder van opwerkinstallaties. Naar verluid kan de groengasopbrengst variëren van € 0.30/m3tot €0.45/m3. 7 Investering gedeeld door groen gasopbrengst - onderhoud 5
7
Samenvatting en conclusie Om verschillende redenen vallen optie 1 t/m 5 en optie 7b af, en resteren er nog twee opties; OPTIE 6: OPTIE 7a:
Extra warmte WKK-capaciteit Opwerken tot aardgaskwaliteit (Uitbesteden en leveren aan het aardgasnet)
Deze twee worden hieronder financieel en energetisch vergeleken, met elkaar en met de nulsituatie: Varianten Nul situatie OPTIE 6 Extra WKK-capaciteit OPTIE 7a Opwerken tot aardgaskwaliteit (Uitbesteden)
Investeringsbedrag (€) NCW(2035) (€) 0 3.310.000 800.000 3.400.000 70.000 2.990.000
Netto tov NUL: (€) 0 100.000 -310.000
SPOT (jr) 0 2,5 4,6
GJ/jr 0 7.000 9.000
In de nulsituatie blijft door het affakkelen van het overtollige biogas een mogelijkheid onbenut om in het kader van de MJA-3 efficiënt met energie om te gaan. Verder is het onmogelijk om de rwzi Nieuwegein energieneutraal (doelstelling Energiefabriek) te maken. De vervanging van de huidige WKK door een nieuwe, grotere WKK levert financieel meer op dan de optie opwerking tot aardgaskwaliteit (uitbesteden en leveren aan het aardgasnet). Dit blijkt uit de hogere NCW en lagere terugverdientijd. De verschil komt door de hogere elektriciteitsopbrengst en door de lagere kosten. De benodigde investering voor de nieuwe WKK optie is echter wel aanzienlijk hoger. Omdat niet alle warmte uit de WKK nuttig gebruikt wordt (circa 25% gaat verloren), scoort opwerking tot aardgaskwaliteit energetisch beter dan een nieuwe grotere WKK. Het risico met een voor De Stichtse Rijnlanden relatief onbekende techniek (opwerking tot aardgaskwaliteit) wordt echter hoger ingeschat dan het plaatsen van een nieuwe, grotere WKK. Ook het feit dat voor langere tijd een contract met een verhuurder moet worden aangegaan én de onzekerheid met betrekking tot de ontwikkeling van de aardgasprijs (welke van grote invloed is op de SPOT en NCW), vergroten het risico voor de optie opwerking tot aardgaskwaliteit. Een voordeel van het gaan opwerken tot aardgaskwaliteit is dat het een hogere energetische opbrengst heeft en dat het waterschap de mogelijkheid behoudt om te gaan “rijden op eigen biogas”. Dit kan dan door de eigen bedrijfsauto’s of mogelijk samen met de slibtransporteur. Conclusie: op basis van de financiële opbrengsten en de beperkte risico’s zoals hierboven toegelicht, wordt geadviseerd om de huidige WKK te vervangen door een nieuwe grotere WKK.
8