REGLEMENT VAN ORDE voor de werkzaamheden van het Algemeen Bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland
Het Algemeen Bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland; Gelet op artikel 15 vierde lid, van de gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland Gelet op de bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen BESLUIT tot vaststelling van het navolgende Reglement van Orde voor zijn werkzaamheden en vergaderingen:
I ALGEMEEN Artikel 1 Begripsbepalingen Voor dit reglement wordt verstaan onder gemeenschappelijke regeling: de gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland.
Artikel 2 De voorzitter De voorzitter is belast met: a. het leiden van de vergadering; b. het doen naleven van dit reglement; c. al hetgeen hem in het kader van de gemeenschappelijke regeling bij of krachtens de wet of dit reglement is opgedragen. d. de voorzitter kan een spreektijdregeling instellen. Artikel 3 De griffier 1. De griffier wordt benoemd overeenkomstig de gemeenschappelijke regeling. 2. De griffier is bij elke vergadering van het Algemeen Bestuur aanwezig.
Artikel 4 Vergaderplaats en -schema 1. De vergaderingen worden bij voorkeur gehouden ten provinciehuize van de voorzitter. 2. Het Algemeen Bestuur vergadert zo vaak als zij daartoe heeft besloten, doch minimaal tweemaal per jaar. 3. Op verzoek van ten minste 1/5 deel van de leden wordt een vergadering van het Algemeen Bestuur belegd. Dit verzoek wordt bij de voorzitter ingediend onder vermelding van het onderwerp. 4. Het Algemeen Bestuur stelt voor de aanvang van elk kalenderjaar een schema vast voor de in dat jaar te houden vergaderingen. Van dit schema kan in overleg met de voorzitter worden afgeweken. 5. Het in het vierde lid bedoelde schema en de eventueel daarin naderhand aangebrachte wijzigingen worden zo spoedig mogelijk ter kennis van de leden van het Dagelijks Bestuur en de provinciale staten van de deelnemende provincies gebracht. 1
Artikel 5 Oproeping vergadering 1. De voorzitter roept de leden van het Algemeen Bestuur en degenen die op grond van de gemeenschappelijke regeling deelnemen aan de beraadslagingen van het Algemeen Bestuur ten minste twee weken voor de dag der vergadering op tot het bijwonen van de vergadering. 2. Bij de oproep van de voorzitter worden aan de leden toegezonden de door de voorzitter en de griffier opgestelde voorlopige agenda, vermeldende de ter vergadering te behandelen onderwerpen, alsmede zo mogelijk de voorstellen ter zake van deze onderwerpen. 3. Afschriften van de agenda worden door het Algemeen Bestuur gezonden aan de griffier van de provinciale staten van de deelnemende provincies. 4. De voorzitter brengt de plaats, de datum en het tijdstip van de vergadering ter openbare kennis onder vermelding van de te behandelen onderwerpen.
Artikel 6 Beslotenheid vergaderingen 1. De vergaderingen van het Algemeen Bestuur zijn openbaar. 2. De deuren worden gesloten wanneer ten minste 1/5 deel van het aantal leden daar om verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. 3. Het Algemeen Bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.
II VOORBEREIDING Artikel 7 Ingekomen stukken 1. De voorzitter doet op de agenda mededeling van de ingekomen stukken, onder aanduiding van de afzender en het onderwerp. 2. De voorzitter is bevoegd om anonieme, onbegrijpelijke en beledigende stukken zonder nadere mededeling terzijde te leggen.
Artikel 8 Ter inzagelegging van stukken De openbare stukken die betrekking hebben op een in de vergadering aan de orde komend onderwerp, worden onmiddellijk na de verzending van het desbetreffende voorstel of ander stuk ter inzage gelegd op het provinciehuis van de provincie die conform artikel 22 van de Gemeenschappelijke regeling de voorzitter van het Samenwerkingsverband levert, alsmede op de andere provinciehuizen. Voorts worden deze stukken bij wijze van ter inzagelegging op 1 de website van het Samenwerkingsverband gezet. Indien stukken ter vertrouwelijke kennisneming voor de leden ter inzage worden gelegd, geschiedt dit op een door of namens de griffiers der staten aangewezen plaats. Van het ter inzage leggen doet de voorzitter mededeling op de agenda.
1
Deze website heeft als internetadres: www.snn.eu
2
III VERGADERING Artikel 9 Vergaderquorum 1. Een vergadering van het Algemeen Bestuur wordt niet geopend, dan nadat ten minste de helft van het aantal leden alsmede één lid van elk der deelnemende provincies tegenwoordig is. 2. Indien niet wordt voldaan aan hetgeen is bepaald in het voorgaande lid, belegt de voorzitter opnieuw een vergadering.
Artikel 10 De vergadering 1. Na de opening wordt door de vergadering de definitieve agenda vastgesteld. 2. Niet-leden worden door de voorzitter bij aanvang van de vergadering in de gelegenheid gesteld het woord te voeren over een onderwerp van de agenda, dan wel een onderwerp betreffende de taken van het SNN, waarbij de totale spreektijd voor nietleden in zijn totaliteit maximaal een uur bedraagt en per spreker maximaal 5 minuten. 3. De voorzitter stelt de onderwerpen van behandeling aan de orde in de op de agenda vermelde volgorde. 4. De voorzitter stelt de leden die daar om verzoeken in de gelegenheid het woord te voeren over het aan de orde zijnde agendapunt. De voorzitter bepaalt de volgorde van de woordvoerders. 5. Nadat degenen die dat verzochten het woord hebben gevoerd en de leden van het Dagelijks Bestuur gereageerd hebben, sluit de voorzitter de eerste ronde van de beraadslaging. Vervolgens stelt de voorzitter één of meerdere leden die dat verzoeken, in de gelegenheid in tweede ronde het woord te voeren. Deze ronde wordt afgesloten met een reactie van de leden van het Dagelijks Bestuur.
Artikel 11 Sluiting beraadslaging 1. Wanneer de voorzitter meent dat de beraadslaging over een onderwerp kan worden gesloten, doet hij daartoe een voorstel. 2. Na het sluiten van de beraadslagingen en alvorens tot stemming wordt overgegaan, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
IV BESLUITVORMING Artikel 12 Stemquorum Een stemming is alleen geldig indien meer dan de helft van het aantal leden dat zitting heeft ter vergadering en zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden, daaraan heeft deelgenomen.
Artikel 13 Onthouding van stemming Indien een lid van het Algemeen Bestuur wegens het bepaalde in artikel 28 van de Provinciewet niet kan deelnemen aan een stemming, is het plaatsvervangende lid gerechtigd, onder voorwaarde dat artikel 28 uit de provinciewet niet op hem van toepassing is, het lid bij de stemming te vervangen. . 3
Artikel 14 Stemmen over personen 1. De stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen geschiedt bij gesloten en ongetekende stembriefjes. 2. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De vergadering kan op voorstel van de voorzitter van het Algemeen Bestuur besluiten dat meer dan één stemming op één stembriefje wordt samengevat. 3. Indien de stemmen staken, wordt in dezelfde vergadering een herstemming gehouden. 4. Niet of niet behoorlijk ingevulde stembriefjes tellen voor de bepaling van de meerderheid niet mee. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt in ieder geval verstaan: een blanco stembriefje; een ondertekend stembriefje; een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de vergadering overeenkomstig het tweede lid heeft besloten tot samenvatting van meer dan één stemming; een stembriefje dat, bij benoeming op voordracht, afwijkt van de voordracht; een stembriefje waarbij op een andere persoon is gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt. 5. In geval van twijfel over de geldigheid van een stembriefje beslist de voorzitter. 6. Na de vaststelling van de uitslag draagt de griffier zorg voor vernietiging van de stembriefjes.
Artikel 15 Herstemming 1. Indien bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid van het aantal geldig uitgebrachte stemmen heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan. 2. Wanneer ook bij deze herstemming niemand de volstrekte meerderheid verkrijgt beslist terstond het lot.
Artikel 16 Beslissing door het lot 1. Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen, tussen wie de beslissing moet plaats hebben, door de voorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven. 2. De briefjes worden op gelijke wijze gevouwen, in een stembus gedeponeerd en omgeschud. 3. Vervolgens wordt door de voorzitter een van de briefjes uit de stembus genomen. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.
Artikel 17 Stemmen over zaken 1. Nadat de beraadslaging is gesloten of indien niemand het woord verlangt, wordt op voorstel van de voorzitter tot besluitvorming overgegaan. 2. Vraagt geen van de leden stemming, dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen. 3. Verlangt een der leden stemming, dan heeft de stemming plaats bij hoofdelijke oproeping en alsdan mondeling. 4. Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van stemmen het nemen van een besluit uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen 4
5.
worden heropend. Indien de stemmen in een ingevolge het vierde lid opnieuw belegde vergadering wederom staken, is het voorstel niet aangenomen.
V RECHTEN VAN LEDEN
Artikel 18 Voorstellen van orde 1. De voorzitter en ieder lid van het Algemeen Bestuur kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht. 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen. 3. Over een voorstel van orde beslist het Algemeen Bestuur terstond. Artikel 19 Voorstel vreemd aan de orde van de dag 1. Een voorstel, dat naar het oordeel van de voorzitter vreemd is aan de orde van de dag, moet 24 uur voor aanvang van de vergadering, onder aanduiding van het onderwerp en motivatie voor agendering bij de voorzitter worden ingediend. 2. In bijzondere gevallen kan de voorzitter, indien hem de behandeling urgent voorkomt, afwijking van de voorgeschreven termijn van inlevering toestaan. Het voorstel zal hem evenwel in elk geval vóór de aanvang van de vergadering waarin het ter tafel komt ter hand moeten zijn gesteld. 3. Wanneer het Algemeen Bestuur een onderwerp onvoldoende voor de openbare beraadslagingen voorbereid acht kan zij het onderwerp aanhouden of daarover nader advies vragen aan het Dagelijks Bestuur.
Artikel 20 Mondelinge vragen 1. Aan het begin van de vergadering van het Algemeen Bestuur is er een vragenhalfuur, tenzij er bij de voorzitter geen vragen zijn ingediend. In bijzondere gevallen kan de voorzitter bepalen dat het vragenhalfuur op een ander tijdstip wordt gehouden. 2. Het lid van het Algemeen Bestuur dat tijdens het vragenhalfuur vragen wil stellen, meldt dit onder aanduiding van het onderwerp ten minste 24 uur voor aanvang van het vragenhalfuur bij de voorzitter. De voorzitter kan weigeren een onderwerp tijdens het vragenhalfuur aan de orde te stellen, indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven of indien het onderwerp in de vergadering van het Algemeen Bestuur op diezelfde dag aan de orde komt. 3. De voorzitter brengt het onderwerp van de vragen in kennis van de leden van het Algemeen Bestuur en maakt het onderwerp van de vragen openbaar. 4. De voorzitter bepaalt de volgorde waarin aangemelde onderwerpen tijdens het vragenhalfuur aan de orde worden gesteld. 5. De voorzitter bepaalt per onderwerp de spreektijd. 6. Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan de voorzitter of de overige leden van het Dagelijks Bestuur te stellen en een toelichting daarop te geven. 7. Tijdens het vragenhalfuur kunnen geen moties worden ingediend en worden geen interrupties toegelaten.
5
Artikel 21 Schriftelijke vragen 1. De schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. 2. De vragen worden bij de voorzitter ingediend. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van het Algemeen Bestuur worden gebracht. 3. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Indien de vragensteller hiermee instemt kan het Dagelijks Bestuur besluiten tot mondelinge beantwoording in de eerstvolgende vergadering van het Algemeen Bestuur. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het (verantwoordelijk lid van het) Dagelijks Bestuur de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord. 4. De antwoorden worden door (het verantwoordelijk lid van) het Dagelijks Bestuur aan de leden van het Algemeen Bestuur medegedeeld. 5. De vragen en de antwoorden worden gelijktijdig met de stukken, als bedoeld in artikel 5, aan de leden van het Algemeen Bestuur toegezonden. 6. De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende vergadering van het Algemeen Bestuur en bij mondelinge beantwoording in dezelfde vergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de voorzitter of het (lid van het ) Dagelijks Bestuur gegeven antwoord, tenzij het Algemeen Bestuur anders beslist. Tevens kan de voorzitter aan de andere leden van het Algemeen Bestuur het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het Dagelijks Bestuur vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.
Artikel 22 Interpellatie 1. Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering, schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd, alsmede de te stellen vragen. 2. De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur. Bij de behandeling van de ingekomen stukken van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek, wordt het verzoek in stemming gebracht. Het Algemeen Bestuur bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden. 3. De interpellant voert niet meer dan tweemaal het woord, de overige leden van het Algemeen Bestuur niet meer dan eenmaal, tenzij het Algemeen Bestuur hun hiertoe verlof geeft. Artikel 23 Moties 1. Ieder lid is tijdens de vergadering van het Algemeen Bestuur bevoegd tot het indienen van moties. 2. Een motie moet, om in behandeling genomen te kunnen worden, schriftelijk worden ingediend en na voorlezing door de voorsteller, aan de voorzitter worden overhandigd. 6
3 4 5
De behandeling van een motie over een aanhangig onderwerp of voorstel vindt tegelijk met de beraadslaging over dat onderwerp of voorstel plaats. De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld. Indien een motie wordt aanvaard door het Algemeen Bestuur, wordt daarvan mededeling gedaan aan de provinciale staten van de deelnemende provincies.
Artikel 24 Amendementen 1. Ieder lid van het Algemeen Bestuur heeft het recht om amendementen of wijzigingsvoorstellen voor te dragen op de in behandeling zijnde voorstellen. 2. Een amendement of wijzigingsvoorstel moet zo mogelijk 24 uur voor de behandeling van het te amenderen of te wijziging voorstel bij de voorzitter worden ingediend. 3. De voorzitter deelt het amendement of wijzigingsvoorstel ten spoedigste mee aan de leden van het Algemeen Bestuur. 4. De indiener van het amendement of wijzigingsvoorstel wordt in de gelegenheid gesteld zijn amendement of wijzigingsvoorstel ter vergadering mondeling toe te lichten indien hij in de vergadering waarin het te amenderen of te wijzigen voorstel wordt behandeld aanwezig is.
Artikel 25 Initiatiefvoorstel 1. Een initiatiefvoorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend. 2. De voorzitter beslist over agendering van het initiatiefvoorstel in de eerstvolgende vergadering van het Algemeen Bestuur, tenzij de oproep van de desbetreffende vergadering reeds verzonden is. In dat laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daarop volgende vergadering geplaatst. 3. In bijzondere gevallen kan de voorzitter,indien de behandeling urgent voorkomt, afwijken van het bepaalde in het tweede lid. 4. De behandeling van het initiatiefvoorstel in het Algemeen Bestuur vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij het Algemeen Bestuur van oordeel is dat het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld. 5. Het Algemeen Bestuur kan voorwaarden stellen aan de indiening en de behandeling van een initiatiefvoorstel.
VI
VERSLAGLEGGING
Artikel 26 Verslaglegging 1. De griffier draagt zorg voor het opstellen van een ontwerp van een verslag van de vergadering in de vorm van een besluitenlijst, welk ontwerp hij aanbiedt aan het Algemeen Bestuur ter vaststelling in de eerstvolgende vergadering. Tevens draagt de griffier zorg voor het plaatsen van een digitale opname van het openbare deel van de vergadering op de website van het Samenwerkingsverband. 2. Na vaststelling van de besluitenlijst wordt deze op de website van het SNN geplaatst en toegezonden aan de griffier van de provinciale staten van de deelnemende provincies. 7
VII
REKENINGCOMMISSIE
Artikel 27 Taak rekeningcommissie 1. De rekeningcommissie heeft tot taak, ten behoeve van beoordeling van het Algemeen Bestuur van het door of namens het Dagelijks Bestuur gevoerde en te voeren financieel beheer en beleid, de jaarrekening en het verslag gevoerd beleid te onderzoeken. 2. Het in het eerste lid bedoelde onderzoek betreft de rechtmatigheid en doelmatigheid van de administratie en van het gevoerde en te voeren beheer. 3. Bij het bedoelde onderzoek betrekt de commissie het ter zake van de ontwerprekening uitgebrachte accountantsrapport.
Artikel 28 Leden rekeningcommissie 1. Als leden van de rekeningcommissie worden door de voorzitter van het Algemeen Bestuur aangewezen de leden van het Algemeen Bestuur die tevens lid zijn van de provinciale staten van de deelnemende provincies. 2. Als plaatsvervangende leden van de rekeningcommissie worden door de voorzitter van het Algemeen Bestuur aangewezen de plaatsvervangende leden van het Algemeen Bestuur, die tevens lid zijn van de provinciale staten van de deelnemende provincies. Artikel 29 Einde lidmaatschap rekeningcommissie 1. Het lidmaatschap van de commissie eindigt op het moment dat het betrokken lid ophoudt lid te zijn van het Algemeen Bestuur. 2. Het lid dat het vertrekkende lid vervangt in het Algemeen Bestuur, wordt het nieuwe lid van de rekeningcommissie.
Artikel 30 Voorzitter en plaatsvervangend voorzitter rekeningcommissie 1. De leden van de rekeningcommissie kiezen uit hun midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. 2. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de rekeningcommissie zijn afkomstig uit de provincie die op dat moment de voorzitter van het SNN levert.
Artikel 31 Bevoegdheden rekeningcommissie 1. De commissie is bevoegd tot het opvragen en inzien van alle schriftelijke informatie, die zij voor haar onderzoek nodig acht. 2. Het Dagelijks Bestuur stelt de stukken, waarvan de commissie meent dat zij die voor haar onderzoek nodig heeft, aan de commissie ter beschikking. 3. De commissie kan binnen het kader van haar taak inlichtingen vragen aan leden van het Dagelijks Bestuur, ambtelijke en niet ambtelijke deskundigen en aan bij de aangelegenheid belanghebbende of betrokken burgers. 4. De commissie kan de in het derde lid genoemde personen uitnodigen tot het bijwonen van de vergadering van de commissie voor het verstrekken van inlichtingen of adviezen. 5. Het Dagelijks Bestuur en ambtenaren in dienst van het SNN zijn verplicht gevolg te geven aan genoemde uitnodiging. Ambtenaren in dienst van de provincies Fryslân, 8
6. 7.
Drenthe of Groningen worden via Gedeputeerde Staten van de desbetreffende provincie uitgenodigd tot het bijwonen van de vergadering. De commissie kan aan derden opdracht geven tot het doen van onderzoeken, die zij voor de uitoefening van haar taak nodig acht. De commissie kan binnen het kader van haar taak een commissie ad hoc instellen.
Artikel 32 Advisering rekeningcommissie 1. De commissie legt haar bevindingen neer in een advies aan het Algemeen Bestuur. 2. De commissie zendt haar advies met betrekking tot de vaststelling van de rekening tevens toe aan de Provinciale Staten op een zodanig tijdstip dat dit betrokken kan worden bij de beraadslagingen over de rekening in de Statencommissies en de provinciale staten. 3. De commissie stuurt een afschrift van het in het eerste lid bedoelde advies aan het Dagelijks Bestuur. 4. Het Dagelijks Bestuur kan zijn oordeel inzake het in het eerste lid genoemde advies voorleggen aan het Algemeen Bestuur en de drie Provinciale Staten.
Artikel 33
Toelichting door de rekeningcommissie in vergadering van het Algemeen Bestuur Een of meerdere daartoe door de commissie aangewezen leden kunnen in de vergadering van het Algemeen Bestuur voorstellen of adviezen van de commissie toelichten.
Artikel 34 Ambtelijke ondersteuning rekeningcommissie De griffier zorgt voor voldoende ambtelijke ondersteuning van de commissie.
Artikel 35 Vergaderingen rekeningcommissie 1. De commissie vergadert: a. Ten minste eenmaal per jaar ter behandeling van de jaarrekening en het verslag gevoerde beleid of b. indien de voorzitter het nodig oordeelt dan wel c. indien ten minste drie leden het verlangen en dit onder opgaaf van redenen aan de voorzitter van de rekeningcommissie kenbaar maken. 2. De voorzitter van de rekeningcommissie stelt dag en uur van de vergadering vast. 3. Van het verhandelde in een vergadering van de commissie wordt een kort verslag gemaakt dat wordt toegezonden aan het Algemeen en Dagelijks Bestuur. Het verslag wordt geplaatst op de website van het SNN. Ingeval de commissie besloten heeft vergaderd, wordt het verslag alleen toegezonden aan de leden van de commissie. Aan de voorzitter en de overige leden van het Algemeen Bestuur wordt het verslag door de griffier op verzoek ter inzage aangeboden. 4. Indien zij daartoe zijn uitgenodigd, zijn bij de vergaderingen van de rekeningcommissie tevens aanwezig de voorzitter van het SNN, de griffier van het Algemeen Bestuur, de directeur en concerncontroller van het SNN en de door het Algemeen Bestuur benoemde accountant.
9
Artikel 36 Convocatie agenda rekeningcommissie Van de aankondiging van vergaderingen van de commissie en van de daarin te behandelen onderwerpen wordt mededeling gedaan aan de overige leden van het Algemeen Bestuur. Tevens wordt de aankondiging op de website van het SNN geplaatst.
Artikel 37 Quorum rekeningcommissie De commissie kan slechts beraadslagen of besluiten, indien ten minste de helft van het totaal aantal leden aanwezig is en elke provincie ten minste vertegenwoordigd is.
Artikel 38 Besluitvorming in rekeningcommissie De rekeningcommissie beslist bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Ieder lid heeft 1 stem.
VII
SLOTBEPALINGEN
Artikel 39 Uitleg reglement In geval van twijfel omtrent de toepassing of de uitleg van enige bepaling van dit reglement, alsmede in gevallen waarin het niet voorziet, beslist de voorzitter.
Artikel 40 Inwerkingtreding Dit reglement treedt in werking per 1 april 2010.
Groningen, 30 maart 2010 het Algemeen Bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland,
voorzitter
griffier
10