RIS170854f_25-FEB-2010
FUNCTIONEEL-RUIMTELIJK PROGRAMMA VAN EISEN DANS- EN MUZIEKCENTRUM SPUIPLEIN
X0152.01.015/HD/LAR
29 januari 2010/Versie: definitief
COLOFON
Opdrachtgever Project Projectnummer Datum Status Auteur(s) Bijdrage Autorisatie inhoud Autorisatie gehanteerde normbladen
X0152.01.015/HD/LAR
: Gemeente Den Haag : PvE dans- en muziekcentrum : X0152.01.01 : 29 januari 2010 : definitief : Hans Ditters, Eva Hermans Michiel Otto, Laura Roos : Theateradvies, Peutz : Jaap ‘t Hart : ---
29 januari 2010/Versie: definitief
INHOUDSOPGAVE
pagina
VOORWOORD
2
SAMENVATTING
3
1.
INTRODUCTIE
5
1.1
Inleiding
5
1.2
Doel van het Programma van Eisen (PvE)
6
1.3
Aanpak Programma van Eisen
6
1.4
Resultaat
6
1.5
Leeswijzer
7
2.
PARTICIPANTEN
8
2.1
Nederlands Dans Theater
8
2.1.1
Organisatie
8
2.1.2
Activiteiten
8
2.1.3
Huidige huisvestingssituatie
8
2.2
Residentie Orkest
9
2.2.1
Organisatie
9
2.2.2
Activiteiten
9
2.2.3
Huidige huisvestingssituatie
9
2.3
Stichting Gastprogrammering
10
2.3.1
Organisatie
10
2.3.2
Activiteiten
10
2.3.3
Huidige huisvestingssituatie
10
2.4
Stichting Exploitatie Muziekcentrum en Danstheater
10
2.4.1
Organisatie
11
2.4.2
Activiteiten
11
2.5
Koninklijk Conservatorium
11
2.5.1
Organisatie
12
2.5.2
Activiteiten
12
2.5.3
Huidige huisvestingssituatie
12
3.
VISIE EN AMBITIE DANS- EN MUZIEKCENTRUM
13
3.1
Ambitie
13
X0152.01.015/HD/LAR
29 januari 2010/Versie: definitief
3.2
Kroonjuwelen
15
3.3
Samenwerking en integratie
17
3.4
Magneten: het dans- en muziekcentrum in de omgeving
17
3.4.1
Het huidige Spuiplein
17
3.4.2
Het dans- en muziekcentrum en het Spuiplein
18
3.5
Relatie met nabijgelegen instellingen
20
4.
GLOBALE GEBOUWINDELING
22
4.1
Het gebouwconcept
22
4.2
Ruimtelijke relaties
23
4.3
Footprint van het gebouw
25
5.
RUIMTESOORTEN
26
5.1
Inleiding
26
5.2
Gezamenlijk te gebruiken ruimten
26
5.2.1
Uitvoeringszalen
26
5.2.2
Publieksvoorzieningen
31
5.2.3
Gezamenlijke ontmoetingsruimten
32
5.2.4
Kantoorwerkplekken - algemeen
33
5.2.5
Gezamenlijke facilitaire ruimten
33
5.2.6
Opslagruimte
34
5.2.7
Werkplaatsen
34
5.2.8
Laad- en losruimten
34
5.2.9
Overige, gezamenlijk te gebruiken ruimten
34
5.3
Eigen ruimten KC
35
5.3.1
Instrumentenbergingen
35
5.3.2
Ruimten t.b.v. de School voor Jong Talent
35
5.3.3
Dansvakopleiding
36
5.3.4
Muziekvakonderwijs
37
5.3.5
Instituut voor Sonologie, Art of Sound en Art Science
38
5.3.6
Overige onderwijsruimten KC
40
5.3.7
Kantoorwerkplekken KC
40
5.4
Ruimten ingebracht door KC, bestemd voor medegebruik
40
5.4.1
Elektronicawerkplaats
40
5.4.2
Dans- en muziekstudio’s
41
X0152.01.015/HD/LAR
29 januari 2010/Versie: definitief
5.4.3
Bibliotheek/mediatheek
41
5.4.4
Collegezaal
41
5.5
Eigen ruimten NDT
41
5.5.1
Kleedruimten en rustkamers
42
5.5.2
Dansstudio’s
42
5.5.3
Kantoorwerkplekken NDT
42
5.6
Ruimten ingebracht door NDT, bestemd voor medegebruik
43
5.6.1
Fitnessruimte
43
5.6.2
Spreek- en behandelruimte (para)medici
43
5.6.3
Inspeelruimte/koorruimte
43
5.6.4
Studio ten behoeve van Educatie en GP
43
5.7
Eigen ruimten RO
43
5.7.1
Slagwerkruimten
43
5.7.2
Kantoorwerkplekken RO
43
5.8
Ruimten ingebracht door RO, bestemd voor medegebruik
44
5.8.1
Repetitie-/inspeelruimten
44
5.9
Eigen ruimten GP
44
5.10
Ruimten ingebracht door GP, bestemd voor medegebruik
44
5.11
Eigen ruimten SEM
44
6.
RUIMTEBEHOEFTE
45
6.
RUIMTEBEHOEFTE
45
6.1
Ruimtebehoefte Programma van Eisen
45
6.2
Parkeren
45
6.3
Verantwoording berekening oppervlakte en inhoud
46
6.3.1
Uitvoeringszalen en nabijgelegen ondersteunende ruimten
46
6.3.2
Overige uitvoeringsondersteunende ruimten
46
6.3.3
Publieks-/gastruimten en –voorzieningen
46
6.3.4
Studio’s, repetitieruimten en overige ruimten voor gezelschappen; zorg- en fitnessruimten 46
6.3.5
Ruimten voor het KC
46
6.3.6
Kantoren en kantoorondersteunende ruimten
46
6.3.7
Algemeen
46
7.
AANDACHTSPUNTEN VOOR HET ONTWERP
47
X0152.01.015/HD/LAR
29 januari 2010/Versie: definitief
7.1
Inleiding
47
7.2
Theatertechniek en logistiek
47
7.3
Akoestiek
47
7.4
Flexibiliteit
48
7.5
Toegankelijkheid
49
7.6
Duurzaamheid en milieu
49
7.7
Veiligheid, beveiliging en toegangsbeheer
50
7.8
Kunst
51
8.
SLOTWOORD
52
X0152.01.015/HD/LAR
29 januari 2010/Versie: definitief
VOORWOORD De presentatie van de startnotitie voor het dans- en muziekcentrum Spuiplein aan de Raadscommissie op 23 2008 april markeerde het begin van een intensief proces om de toekomstige plannen verder vorm te geven. Het enthousiasme waarmee de raadsleden de visie en ambities begroetten hebben de directies en medewerkers van de betrokken instellingen geïnspireerd om in een relatief kort tijdsbestek met ons een omvangrijk functioneel- ruimtelijk programma van eisen uit te werken. Wij zijn bijzonder content met de constructieve wijze waarop de deelnemers aan dit proces zich hebben ingespannen om de samenwerking en synergie in het dans- en muziekcentrum ook in ruimtelijke termen vorm te geven. Gezamenlijk konden we – kijkend over de horizon van de gebaande paden – een realistisch scenario voor 2018 voor uitwerken. Dit scenario is in januari 2010 op basis van voortschrijdend inzicht in de toekomstige programmering wederom in goed overleg met de betrokken instellingen bijgesteld. Wij danken al diegenen die vanuit de betrokken instellingen en de gemeente Den Haag hun bijdrage hebben geleverd om dit programma van eisen tot een breed gedragen document te maken. Tot slot vertrouwen wij erop dat dit resultaat de besluitvorming over de afronding van de definitiefase en de start van de ontwerpfase van het dans- en muziekcentrum ondersteunt.
PRC Theateradvies Peutz Januari 2010
X0152.01.015/HD/LAR
-2-
29 januari 2010/Versie: definitief
SAMENVATTING Ambitie Den Haag heeft zich tot doel gesteld culturele hoofdstad van Europa in 2018 te worden. Adequate en passende culturele voorzieningen aan het Spuiplein zijn noodzakelijk om de ambities op het gebied van muziek, dans en theater tot volle bloei te laten komen. De gastkwaliteit dient van internationaal niveau te zijn. Met de allure van deze voorzieningen wil Den Haag zich kunnen meten met vergelijkbare steden in Europa. Het dans- en muziekcentrum Spuiplein is een majeur project dat de strategische doelstelling van zowel de stad als de betrokken culturele instellingen dient. Net als Nieuw Centrum Den Haag, de herontwikkeling van het Wijnhavenkwartier en Den Haag Internationale Stad of ‘wereldstad aan zee’ levert het dans- en muziekcentrum een belangrijke bijdrage aan de versterking en modernisering van de stad. Voor de ontwikkeling van het dans- en muziekcentrum is in een intensief proces met de betrokken instellingen (Koninklijk Conservatorium, het Nederlands Dans Theater, het Residentie Orkest, de Gastprogrammering en de Stichting Exploitatie Muziekcentrum en Danstheater Den Haag) een functioneel-ruimtelijk programma van eisen tot stand gebracht. Dit programma van eisen (PvE) dient als afsluiting van de definitiefase van de ontwikkeling van het dans- en muziekcentrum. Het beschrijft in ruimtelijke en functionele termen het multifunctionele complex dat ten behoeve van dans en muziek (zowel uitvoeringen als onderwijs) gerealiseerd zal worden. Het verschaft de opdrachtgever, de gebruikers, de toekomstige architect en adviseurs en overige betrokkenen noodzakelijke informatie over de ambities voor dans en muziek, over het functioneren van de huisvesting, over de toekomstige ‘werkomgeving’, over de aard en omvang van de investeringen en financiële exploitatie en – niet in de laatste plaats – over het te vervaardigen ontwerp. Het PvE is tot slot een belangrijk document voor de komende bestuurlijke besluitvorming over het dans- en muziekcentrum. Synergie Het dans- en muziekcentrum wordt in dit PvE niet benaderd als de ‘optelsom’ van de vijf primaire participanten die onder een dak gaan werken. Met de betrokken instellingen is zeer bewust gewerkt naar een dans- en muziekcentrum waarin gezamenlijkheid centraal staat. Iedere instelling heeft een bepaalde mate van identiteit maar het overkoepelende ‘merk’ dans- en muziekcentrum komt tot uitdrukking in de inhoudelijke en ruimtelijke synergie die in een serie workshops tot stand is gebracht. Het resultaat is een ruimteprogramma waarin ca. een derde van de ruimtes (inclusief de uitvoeringszalen) als gezamenlijke ruimten benoemd zijn. De configuratie van uitvoeringszalen biedt alle instellingen gezamenlijk de mogelijkheid om een bredere en aantrekkelijkere programmering te realiseren voor zowel de instellingen zelf, als voor de commerciële programmering.
X0152.01.015/HD/LAR
-3-
29 januari 2010/Versie: definitief
Het programma van Eisen Het programma van eisen gaat uit van de bestaande situatie waarbij de ruimten ‘opgetrokken’ zijn naar een bovengemiddeld kwaliteitsniveau en bestaande knelpunten in het functioneren volgens de huidige culturele en onderwijsprogrammering zijn opgelost. Voor de goede orde: het programma is daarmee niet gelijk aan het huidige KC, LDT en DAPZ. Ten opzichte van het voorkeursscenario 3B uit de startnotitie d.d. 12 maart 2008 betekent het programma een kwantitatieve uitbreiding van 1.900 m² bvo (een toename van ruim 4%). Deze toename bestaat hoofdzakelijk uit een verbetering van de repetitiemogelijkheden ten behoeve van de synergie tussen het KC en RO, noodzakelijke kwaliteitsverbetering van enkele dansstudio’s, vergroting van het zijtoneel van het danstheater hetgeen de gebruiksintensiteit van het hele complex ten goede komt, verbetering van de expeditieruimten en – niet in de laatste plaats – een opwaardering van ruimten die voor commerciële doeleinden ingezet kunnen worden. Verder is de kwaliteit van het programma van eisen van dien aard dat daarmee het dans- en muziekcentrum past bij de realisatie van internationale allure en gastkwaliteit alsmede flexibiliteit voor toekomstige ontwikkelingen wordt geboden. In het voorliggende geactualiseerde programma van eisen hebben de betrokken instellingen daarvoor een belangrijke volgende stap gezet en het eerste deel van het bedrijfsplan afgerond. Dit bedrijfsplan geeft inzicht in de gewenste programmering en samenwerking en het te verwachten aantal betalende bezoeken op jaarbasis. Het tweede deel van het bedrijfsplan zal nader inzicht geven in de structurele effecten op de exploitatie en de bestuurlijke en organisatorische vormgeving van de samenwerking van de instellingen.
X0152.01.015/HD/LAR
-4-
29 januari 2010/Versie: definitief
1.
INTRODUCTIE
1.1
Inleiding Als uitvloeisel van de steun die de Raadcommissie op 23 april jl. heeft uitgesproken voor de ontwikkeling van het dans- en muziekcentrum Spuiplein is het ruimtelijk-functioneel Programma van Eisen (PvE) opgesteld. Dit programma is in nauwe samenwerking met de betrokkenen van het Nederlands Dans Theater (NDT), het Residentie Orkest (RO), Gastprogrammering (GP), de Stichting Exploitatie Muziekcentrum en Danstheater Den Haag (SEM), het Koninklijk Conservatorium (KC) en de gemeente Den Haag tot stand gekomen. Het goedgekeurde PvE vormt het vertrekpunt voor het ontwerpproces van de te selecteren architect. Als deelopdracht van het PvE-traject heeft PRC onderzoek gedaan naarde mogelijkheden voor (gedeeltelijke) handhaving of afstoting van het Lucent Danstheater. Hierover is in november 2008 separaat gerapporteerd. Abstractieniveaus PvE Voor de totstandkoming van het ruimtelijk-functioneel programma van eisen (PvE) is gewerkt op drie abstractieniveaus (zie figuur). Een goed ruimteprogramma uitgedrukt in concrete m², m³ en technische randvoorwaarden (hardware) kan alleen in samenhang met goed doordachte culturele en organisatorische uitgangspunten opgesteld worden (software: wat doen de gebruikers in de ruimten) die weer gevoed moeten worden door de ambities (mindware: wat wil men in de toekomst bereiken in de gebouwde omgeving). Deze drie begrippen vormen de leidraad voor het proces van het opstellen van het programma van eisen voor het dans- en muziekcentrum. Naast PRC zijn Theateradvies en Peutz betrokken bij het opstellen van het PvE vanwege hun specifieke expertise.
X0152.01.015/HD/LAR
-5-
29 januari 2010/Versie: definitief
1.2
Doel van het Programma van Eisen (PvE) Dit programma van eisen dient als afsluiting van de definitiefase van de ontwikkeling van het dans- en muziekcentrum. Het beschrijft in ruimtelijke en functionele termen het multifunctionele complex dat ten behoeve van dans en muziek (zowel uitvoeringen als onderwijs) gerealiseerd zal worden. Het verschaft de opdrachtgever, de gebruikers, de toekomstige architect en adviseurs en overige betrokkenen noodzakelijke informatie over de ambities voor dans en muziek, over het functioneren van de huisvesting, over de toekomstige ‘werkomgeving’, over de aard en omvang van de investeringen en financiële exploitatie en – niet in de laatste plaats – over het te vervaardigen ontwerp. Het PvE is tot slot een belangrijk document voor de komende bestuurlijke besluitvorming over het dans- en muziekcentrum. Het ruimtelijk-functioneel PvE wordt in een later stadium nader uitgewerkt in een technisch PvE als opmaat voor de fase waarin het ontwerp tot stand komt.
1.3
Aanpak Programma van Eisen Voor het opstellen van een ruimtelijk-functioneel Programma van Eisen zijn PRC, Theateradvies en Peutz in gesprek gegaan met de participanten en de opdrachtgever over hun toekomstige mogelijkheden en ambities. De essentiële zaken van de culturele programmering, de onderwijsprogrammering en de ondersteunende processen van de gebruikers zijn blootgelegd, geanalyseerd en geplaatst in de toekomstige ontwikkelingen. Hierbij is een vertaalslag gemaakt tussen (her)inrichting van de primaire ondersteunende processen en de daarbij benodigde huisvesting. Een serie interviews met de individuele betrokken instellingen werd afgewisseld met vijf workshops. In de interviews stonden de culturele of onderwijsprogrammering, de te huisvesten functies en de ruimtelijke eisen (kwantitatief én kwalitatief) van de instellingen afzonderlijk centraal. De workshops vormden het platform waarop: • de integratie tussen de instellingen plaatsvond; • het concept dans- en muziekcentrum als één geheel uitgewerkt is; • de relatie met de omliggende functies in de stad gelegd werd.
1.4
Resultaat In dit PvE wordt het dans- en muziekcentrum niet benaderd als de ‘optelsom’ van de vijf primaire participanten die onder een dak gaan werken. In samenwerking met het Koninklijk Conservatorium, het Nederlands Dans Theater, het Residentie Orkest, de Gastprogrammering en de Stichting Exploitatiemaatschappij Muziekcentrum en Danstheater is zeer bewust gewerkt naar een dans- en muziekcentrum waarin gezamenlijkheid centraal staat. Iedere instelling heeft en houdt weliswaar haar identiteit maar het overkoepelende ‘merk’ dans- en muziekcentrum komt tot uitdrukking in de inhoudelijke en ruimtelijke synergie die in de workshops tot stand is gebracht. Het resultaat is een ruimteprogramma waarin: • circa één derde van de ruimten (inclusief de uitvoeringszalen) als gezamenlijke ruimten benoemd zijn; • de configuratie van uitvoeringszalen alle instellingen gezamenlijk de mogelijkheid biedt om een bredere en aantrekkelijkere programmering te realiseren voor zowel de instellingen zelf, als voor de commerciële programmering;
X0152.01.015/HD/LAR
-6-
29 januari 2010/Versie: definitief
•
• • • •
een groot deel van de overige ruimten bestemd is voor medegebruik: een ruimte van de ene instelling kan mede gebruikt worden door een andere; hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan studio’s, repetitieruimten, fitnessruimte; de artiestenfoyer, het bedrijfsrestaurant, de bibliotheek- / mediatheekvoorzieningen gezamenlijk gebruikt worden; het atrium voorziet in een belangrijke ontmoetingsfunctie voor dans- en muziekcentrum en stad; het legt tevens de relatie met andere instellingen aan het Spuiplein; kantoorvoorzieningen van de instellingen geclusterd worden, onderling contact bevorderd wordt met behoud van een directe verbinding tussen kantoor en ‘werkvloer’; expeditieruimte in voldoende mate gerealiseerd kan worden, juist doordat deze gedeeld wordt.
Het ruimteprogramma is als volgt gedefinieerd: ”Het programma gaat uit van de bestaande situatie waarbij de ruimtes ‘opgetrokken’ zijn naar een bovengemiddeld kwaliteitsniveau en bestaande knelpunten in het functioneren volgens de huidige culturele en onderwijsprogrammering zijn opgelost. Voor de goede orde: het programma is daarmee niet gelijk aan het huidige KC, LDT en DAPZ”.; 1.5
Leeswijzer Door de hoeveelheid informatie, die het PvE dient te bevatten voor diverse betrokkenen in de ontwerpfase, is het PvE met de bijlagen een omvangrijk document. Het PvE volgt de opbouw van ‘mindware’ tot ‘hardware'. Na een korte beschrijving van de participanten volgen in hoofdstuk 3 de visie, ambitie en mogelijkheden voor samenwerking en integratie (mindware en een stuk software). Hoofdstuk 4 behandelt het gebouwconcept. Hier wordt het ‘compacte model’ voor dans- en muziekcentrum uitgewerkt en worden de relaties tussen de verschillende functies binnen en tussen de participanten schematisch weergegeven (software). De hoofdstukken 5 en 6 beschrijven in detail de ruimtesoorten, hun gebruik en kwaliteit en hun gezamenlijke omvang (hardware). Tot slot wordt in hoofdstuk 7 een aantal aandachtspunten voor het ontwerp benoemd. Deze vormen een belangrijke richtlijn voor ontwerpende partijen in een volgend stadium van de ontwikkeling van het dans- en muziekcentrum. Het complete ruimteprogramma met alle afzonderlijke ruimten is opgenomen in de bijlage. 1 De raming van de investeringskosten en gebouwgebonden exploitatielasten zijn opgenomen een separate rapportage.
1
Investeringskosten zijn ook bekend als ‘stichtingskosten’.
X0152.01.015/HD/LAR
-7-
29 januari 2010/Versie: definitief
2.
PARTICIPANTEN
2.1
Nederlands Dans Theater Het Nederlands Dans Theater (NDT) is, sinds zijn oprichting in 1959, een van de meest toonaangevende dansgezelschappen ter wereld. Hoewel alle dansers een klassieke vooropleiding en klassieke ballettraining hebben genoten, richt het Nederlands Dans Theater zich niet op klassieke dans, maar op moderne dans – en wel op het hoogste internationale niveau. Het NDT creëert hedendaagse dans waar muziek, licht, decor en kostuums even belangrijke pijlers vormen als de dans.
2.1.1
Organisatie De dansgezelschappen vormen de spil waar het NDT om draait. Nederlands Dans Theater I is het hoofdgezelschap met 30 volwassen en gerijpte dansers. Nederlands Dans Theater II is het experimentele en opleidende gezelschap met 16 dansers tot 23 jaar, dat voor aanwas van NDT I zorgt. Het NDT wordt geleid door een artistiek directeur en een zakelijk directeur, die ondersteund worden door company managers, het directiesecretariaat, de artistieke staf, de afdelingen Educatie, Productiemanagement, Kostuumatelier, Technische Dienst, Financiële Administratie, Marketing & Communicatie en Sponsoring. Aan het NDT zijn circa 120 medewerkers (104 fte) verbonden.
2.1.2
Activiteiten Het NDT is een reisgezelschap en programmeert per seizoen ca. 175 voorstellingen, waarvan 40 voorstellingen in Den Haag. NDTI en NDTII verzorgen samen 36 voorstellingen per jaar in het Lucent Danstheater (LDT): 6 programma’s met elk 6 voorstellingen. Jaarlijks bezoeken ca. 145.000 mensen de voorstellingen in binnen- en buitenland. Naar de voorstellingen in het LDT komen ca. 33.600 bezoekers per jaar, wat een bezettingspercentage van 77% inhoudt. Als onderdeel van de voorstellingen worden per jaar 8 of 9 nieuwe balletten gemaakt. In de toekomst wil het NDT dit uitbreiden tot 11 balletten per jaar. De dansgezelschappen zijn regelmatig op tournee in binnen- en buitenland. Alle balletten worden in de studio’s gerepeteerd en gecreëerd. De afdeling Educatie: • richt zich op 7- tot 25-jarigen; • wil bijdragen aan hun kunstzinnige en culturele ontwikkeling; • wil hen interesseren voor bewegen en dans en het bezoeken van voorstellingen. Hiertoe worden o.a. dansworkshops, masterclasses, rondleidingen door het LDT en inleidingen georganiseerd.
2.1.3
Huidige huisvestingssituatie Hoewel de theaterzaal van het LDT een goede voorziening is wat betreft zichtlijnen – en diverse gezelschappen er om die reden graag spelen – zijn er in de logistiek (m.n. laad en losperron) knelpunten. Bovendien is de zaal gehorig: geluiden van het Spuiplein en ook regen zijn goed hoorbaar in de zaal. Daarnaast laat de kwaliteit en omvang van de kantoorvoorzieningen en de dansstudio’s te wensen over. Het NDT heeft bovendien onvoldoende
X0152.01.015/HD/LAR
-8-
29 januari 2010/Versie: definitief
ruimte ter beschikking voor de ontvangst van sponsoren. Dit is niet bevorderlijk voor het aantrekken van nieuwe sponsoren. Bronnen: • Rapport ‘Zelfevaluatie t.b.v. visitatie: Evaluatie 2005-2008, Beleidplan 2009-2012’ – Nederlands Dans Theater, d.d. 29 november 2007; • Rapport ‘Visitatiecommissie Dans- en Operagezelschappen betreffende Nederlands Dans Theater te Den Haag’, d.d. 14 maart 2008.
2.2
Residentie Orkest Het Residentie Orkest (RO) wordt gerekend tot de top van Nederland en tot de betere orkesten in Europa. Het RO wil als toporkest een boegbeeld zijn voor cultureel Den Haag. Kernactiviteit is het verzorgen van symfonische concerten op hoog niveau voor kenners en liefhebbers, zowel in Den Haag als elders in Nederland en ver daarbuiten. Door toegenomen concurrentie van andere vormen van vrije tijdsbesteding stellen bezoekers steeds hogere eisen; het draait niet alleen meer om de podiumprestaties, maar om het geheel van een verzorgd ‘avondje uit’. De samenstelling van het potentiële publiek is aan verandering onderhevig, mede door de steeds rijker geschakeerde bevolking in de gehele Haagse regio. Het RO wil op deze tendensen inspelen door te streven naar een sterker product voor meer publiek en een stevige maatschappelijke verankering.
2.2.1
Organisatie Het RO heeft 107 musici in dienst (102 fte). Het Residentie Orkest wordt geleid door een algemeen directeur, die wordt ondersteund door het directiesecretariaat, de afdelingen artistieke zaken, orkestmanagement, marketing en communicatie, financiën en personeelszaken. In totaal zijn er circa 25 stafmedewerkers verbonden aan het Residentie Orkest. Zij worden regelmatig ondersteund door 6 à 8 vrijwilligers.
2.2.2
Activiteiten Het RO speelt in een seizoen circa 50 concerten in eigen zaal en 5 elders in de stad. Ook worden per seizoen ongeveer 100 activiteiten ondernomen op het gebied van educatie en kamermuziek. Per seizoen wordt één operaproductie met De Nederlandse Opera in het Muziektheater aan de Amstel opgevoerd en vindt er één lange tournee buiten Nederland plaats. Daarnaast worden circa 10 concerten elders in Nederland gespeeld, maar dat aantal neemt af, onder andere door sterkere concurrentie van regionale orkesten. De concerten in eigen huis omvatten normaliter 1 productie per week en circa 35-36 producties in een jaar.
2.2.3
Huidige huisvestingssituatie Ondanks de (noodzakelijke) investeringen die in 2007 zijn uitgevoerd in opdracht van de gemeente Den Haag, voldoet de huisvesting niet meer aan de wensen. De akoestiek van de grote zaal is niet optimaal. Bovendien wordt de zaal met het huidige interieur en kleurstelling als te groot en te weinig intiem ervaren, is de publieksruimte (foyer) te klein en zijn er geen moderne en ruime faciliteiten om sponsoren optimaal te kunnen ontvangen. Het RO mist tevens adequate repetitieruimten voor orkestsecties. Bronnen: • ‘Laat je meevoeren - Beleidsplan 2007-2012’ - Residentie Orkest, d.d. 1 juni 2007.
X0152.01.015/HD/LAR
-9-
29 januari 2010/Versie: definitief
2.3
Stichting Gastprogrammering Naast de twee huisgezelschappen (NDT en RO) maakt ook de Stichting Gastprogrammering (GP) gebruik van het huidige complex aan het Spuiplein. De ambitie van de GP is om zoveel mogelijk mensen in aanraking te brengen met kwalitatief hoogwaardige dans en muziek. De GP wil de – van nature moeilijk toegankelijke – genres voor een breder publiek toegankelijk maken. Door programmering van aantrekkelijke voorstellingen voor een breed publiek (koffieconcerten, musicals, Nederlandstalig repertoire, multiculturele avonden etc.) probeert de GP een barrière te slechten voor publiek dat uit zichzelf niet zo gemakkelijk over de drempel van een concertzaal of theater stapt. De programmering van de GP kan daarmee een opstap vormen naar de voorstellingen van de huisgezelschappen. Daarnaast wil de GP kwalitatief hoogstaand aanbod bieden in aanvulling op de programmering van de huisgezelschappen. Dit aanbod is vooral gericht op de cultuurliefhebber. Het vult ondermeer aan met (vocale) kamermuziek, opera en jazz.
2.3.1
Organisatie De Stichting Gastprogrammering bestaat uit een directeur, die wordt ondersteund door de afdeling Marketing, Publiciteit en Educatie (in totaal 4,5 fte).
2.3.2
Activiteiten De GP brengt op jaarbasis (2006) 186 activiteiten in de genres klassieke muziek, dans, opera, jazz, koorconcerten, wereldmuziek, muziektheater, show en musical. Het aanbod omvat 62 concerten in de Dr. Anton Philipszaal, 80 in het Lucent Danstheater, en 44 in de Nieuwe Kerk (klassieke kamermuziek).
2.3.3
Huidige huisvestingssituatie De programmering van de GP is volgend op de programmering van het RO en het NDT. Het ontbreken van een duidelijk en scherp profiel van het totale aanbod van het complex (DAPZ / LDT) heeft onder andere als gevolg dat de gastprogrammering niet of niet voldoende aansluit op de programmering van het RO en het NDT. Knelpunten zijn er in de kantoorhuisvesting en publieksruimten en meer in het algemeen is de uitstraling van het totale complex aan het Spuiplein niet uitnodigend. Voor het publiek is het complex bijna letterlijk een black box, die ruimtelijk en functioneel niet goed is aangesloten op de omgeving. Bronnen: • ‘Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur – Subsidieaanvraag 2009-2012’ – Stichting Gastprogrammering, d.d. november 2007.
2.4
Stichting Exploitatie Muziekcentrum en Danstheater De SEM verzorgt de exploitatie van de Dr. Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater voor de Gemeente Den Haag en de vaste en preferente bespelers van het complex: RO, NDT en GP. De zalen zijn eigendom van de Gemeente Den Haag en verhuurd aan de SEM met de vaste bespelers als onderhuurders. Voor de exploitatie en het beheer van het vastgoed ontvangt de SEM van de Gemeente Den Haag een exploitatie-, huur- en onderhoudssubsidie. Daarnaast ontvangt de SEM voor haar dienstverlening een vergoeding van het RO, NDT en GP.
X0152.01.015/HD/LAR
-10-
29 januari 2010/Versie: definitief
2.4.1
Organisatie Het directieteam van de SEM wordt gevormd door de drie directeuren van het Residentie Orkest, het Nederlands Dans Theater en de Gastprogrammering. Het directieteam wordt ondersteund door een managementassistent en de afdelingen Programmazaken, Financiën, Personeelszaken, Horeca & Evenementen, Facilitaire Dienst, Technische Dienst, Kassa & Informatie en Marketing & Publiciteit (in totaal circa 38 fte).
2.4.2
Activiteiten De belangrijkste functie van de SEM is het bieden van een eigen podium en onderdak aan de drie vaste bespelers. Verder zijn de huidige activiteiten van de SEM gericht op: • het zo optimaal mogelijk faciliteren van de programmering en het verblijf van de vaste bespelers en andere gezelschappen die in het complex optreden; • het beheren en in stand houden van het gebouw in opdracht van de Gemeente Den Haag; • een grote gastvrijheid jegens bezoekers van voorstellingen, goede horecavoorzieningen en faciliteiten voor de verkoop van entreekaarten; • het exploiteren van het complex voor zakelijke partijen. Bronnen: • ‘Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur - Subsidieaanvraag 2009-2012’ - Stichting Exploitatie Muziekcentrum, d.d. november 2007.
2.5
Koninklijk Conservatorium Studeren aan het Koninklijk Conservatorium betekent studeren aan het oudste conservatorium van Nederland, een muziekinstituut dat al decennia lang garant staat voor topkwaliteit, waaraan internationale topmusici zijn verbonden als docent en waar traditie en ambacht onlosmakelijk zijn verweven met experiment en vernieuwing. Doelstellingen van het Koninklijk Conservatorium zijn de aankomende jonge musicus de hoogste ambachtelijke vaardigheid en veelzijdigheid bij te brengen om te kunnen functioneren in de veeleisende en voortdurend veranderende muziekpraktijk van vandaag de dag, maar ook om nieuwsgierigheid en creativiteit te ontwikkelen om nieuwe wegen in te kunnen slaan in het sterk in beweging zijnde internationale cultuurlandschap en daarnaast, waar gewenst, de student op te leiden tot een bekwaam pedagoog. Het Koninklijk Conservatorium biedt daartoe een volledig scala aan opleidingen voor zang en instrumenten op het gebied van de klassieke muziek, oude muziek en jazz. Daarnaast kent het KC de opleiding docent muziek en uitstroomprofielen/specialisaties als Compositie, Sonologie, Art of Sound, ArtScience en Opera. Enkele van deze opleidingen zijn uniek in Nederland en geven de student mogelijkheden en kansen tot geheel nieuwe en individuele artistieke ontplooiing, tot grensverleggende ontwikkeling, tot het mede creëren van de kunst van morgen. Een sterke relatie met de actuele beroepspraktijk en internationale kunstencentra staat garant voor een voortdurende herijking van curricula en individuele studietrajecten.
X0152.01.015/HD/LAR
-11-
29 januari 2010/Versie: definitief
2.5.1
Organisatie Aan het KC zijn circa 250 medewerkers verbonden. Het instituut heeft nationaal en internationaal een goede naam opgebouwd. Dit blijkt onder andere uit het feit dat van de circa 1.000 studenten ongeveer 65% uit het buitenland afkomstig is. Het KC is meer dan een regulier opleidingsinstituut voor musici en dansers. Zo bevat het instituut tevens de School voor Jong Talent. In deze school volgen talentvolle kinderen naast hun beeldende kunst-, muziek-, of dansopleiding het reguliere onderwijs in groep 7 en 8 van het primair onderwijs, of binnen het VMBO (theoretische leerweg), het havo of het atheneum. Daarnaast heeft het KC nog allerlei voortrajecten in huis, waarvan de meest spraakmakende de PI-programma’s zijn op de zaterdag, voor 5- tot 7-jarige violisten, pianisten, cellisten en slagwerkers.
2.5.2
Activiteiten Het Koninklijk Conservatorium (KC) biedt een breed en hoogwaardig aanbod van onderwijs, onderzoek en programmering. Het is een levendige organisatie, overdag en ’s avonds, met op jaarbasis circa 350 activiteiten en voorstellingen in eigen huis buiten de reguliere lesactiviteiten. Daarnaast wil het KC de samenwerking met andere (culturele) instellingen zoals NDT (dansvakopleiding), RO (orkestseries, stages) en Stichting Gastprogrammering (aanvullende programmering in zalen aan het Spuiplein) intensiveren.
2.5.3
Huidige huisvestingssituatie Voor wat betreft de huisvesting zijn er enkele stevige knelpunten. Voor de korte termijn zijn investeringen in het kader van bouwkundig onderhoud in het huidige gebouw onontkoombaar. Uit een in 2002 uitgevoerd huisvestingsonderzoek is gebleken dat het huidige gebouw (20.900 m² bvo) een ongunstige bruto-nuttigfactor kent en de indeling niet (meer) is afgestemd op de groei en veranderende behoeften van het onderwijs. Voor de lange termijn zijn forse maatregelen nodig in het huidige complex. Als gevolg van de groei van het aantal studenten heeft het KC een uitbreidingsbehoefte. Bronnen: • ‘Bachelor Muziek’, Koninklijk Conservatorium, juli 2006 • ‘http://www.koncon.nl’, website Koninklijk Conservatorium
X0152.01.015/HD/LAR
-12-
29 januari 2010/Versie: definitief
3.
VISIE EN AMBITIE DANS- EN MUZIEKCENTRUM
3.1
Ambitie 2
De startnotitie ‘dans- en muziekcentrum Spuiplein’ geeft in enkele onderstaande passages beeldend de ambitie van de stad en de betrokken instellingen weer. De notitie roept een sfeer van culturele diversiteit op, een ontmoetingsplek en bruisend hart in de stad. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat is het er druk. Het Spuiplein is het baken voor cultuur in Den Haag. Film, toneel, literatuur, dans, muziek en beeldende kunst: het is er allemaal. Experimenteel en gevestigd, voor jong en oud, voor de grote en de kleine beurs - en altijd is kwaliteit het adagium. De nieuwe inrichting van het Spuiplein heeft de verbinding gemaakt met het Filmhuis en het Theater aan het Spui, al wordt het plein vooral gedomineerd door de Nieuwe Kerk, het stadhuis, de Bibliotheek, het Mercure hotel en het nieuwe cultuurcomplex: het dans- en muziekcentrum. De kwaliteit van dit centrum en haar bespelers geven het plein (inter)nationale bekendheid. Om acht uur verschijnen de eerste studenten die in het Koninklijk Conservatorium komen studeren, een half uur later gevolgd door vele tientallen jonge musici, dansers en beeldend kunstenaars voor wie de lessen aanvangen. Vanaf een uur of tien gaan de terrassen open en kun je genieten van een kop koffie met appeltaart in de zon. Je ziet de dansers van het Nederlands Dans Theater langslopen op weg naar de repetities en de musici van het Residentie Orkest passeren een uur later met de instrumenten in de hand. Door de glazen buitenkant van het Huis voor Dans en Muziek kunnen de pleinbezoekers genieten van inkijkjes in de les en repetities. ’s Avonds zie je de theatergasten genieten van een drankje in de foyer. Zelfs als het gebouw dicht is, maakt de mooie architectuur het aangezicht een plezier voor het oog en loop je er met trots langs. Bij regen zijn de terrassen op het plein gesloten het café in het complex (La Place-achtige formule) is echter vrij toegankelijk voor publiek en ook daar heeft de bezoeker inkijkjes in het dagelijkse leven van de artiesten. Hoewel het complex een inpandig bedrijfsrestaurant heeft – de huiskamer voor dansers, musici en studenten – met een gevarieerde kaart (mede met het oog op het dieet van dansers), wordt door de artiesten / studenten ook veel gebruik gemaakt van het theatercafé. Wie even vrij is, kan daar ontsnappen aan het werk. Door de verschillende roosters lopen de hele dag mensen in en uit. Ook is er een theaterwinkel waar merchandise van de gezelschappen te koop is, zowel boeken, CD’s / DVD’s, bladmuziek en andere cultuurgerelateerde items. Op de bovenste etage van het complex bevindt zich een restaurant met een prachtig uitzicht over de stad. Het restaurant is vanaf de lunch geopend voor alle publiek. Het pand heeft een open en transparante uitstraling. Door het vele glas is van buiten te zien wat er binnen gebeurt. We zien de dansers en musici (studenten en professionals) aan het werk. De centrale publieksruimte (de hele dag vrij toegankelijk) is uitnodigend. Ook als je een kaartje komt kopen, kun je er de sfeer opsnuiven. De foyers (in het theater) zijn stijlvol en geven alle publiek het gevoel dat hier iets bijzonders te zien is. Ze lenen zich ook goed voor bedrijfsontvangsten (die dan het overige publiek niet in de weg zitten). Een groot plasmascherm op de gevel brengt binnen naar buiten: beelden van optre-
2
‘Dans- en muziekcentrum Spuiplein’, startnotitie voor definitie van het project, L.P. Overakker, 12 maart 2008
X0152.01.015/HD/LAR
-13-
29 januari 2010/Versie: definitief
dens geven impressies van de programma’s van de bespelers van het theater (RO, NDT, GP en KC) en nodigen uit voor toekomstige voorstellingen. Bij nationale evenementen (voetbal, koninklijke evenementen, etc.) kunnen via het scherm eveneens live TV-beelden worden getoond aan het publiek. Tevens vinden er, net zoals nu, tijdens festivals e.d. optredens in de openlucht plaats. Zo wordt het plein een plaats van samenkomst. Binnen is het complex een prettige verblijfplaats voor publiek, studenten en personeel. Het klimaat is goed. De inrichting is stijlvol, warm en functioneel. Er wordt door de samenwerking van partijen efficiënt gebruik gemaakt van de ruimte. Het hart van het gebouw zijn de zalen. Naast twee grote zalen voor dans (1.000 plaatsen) en muziek (1.500 plaatsen) zijn dat de muziek- en theaterzalen van het Koninklijk Conservatorium. Om de zalen heen zijn de foyers, oefenruimten, kantoren, e.d. gerangschikt, waarbij de foyers en oefenruimten zo open mogelijk zijn, zonder de privacy geweld aan te doen. Er zijn uitstekende faciliteiten voor zowel dansers als musici. De zalen zijn technisch uitstekend toegerust en m.n. de twee grote zalen zijn state of the art voor dans, muziek en opera. De architectuur en inrichting, ook die van kantoren, foyers en openbare ruimten nodigen uit tot het ongekende. Wie in de buurt van het gebouw komt wordt door een magneet aangetrokken; licht en geluid leiden het publiek erheen. Installaties, artists-in-residence, onderzoek in de kunsten, gastcolleges, debatten, tentoonstellingen, masterclasses, maar ook artistieke toepassingen van nieuwe technologie, kijkdozen, camera obscura, nachtelijke liveelektronica, gesonificeerde ruimten, elektrisch muziektheater. Allemaal programmaonderdelen die velen, jong en oud, zullen aanspreken en uitnodigen om, veel vaker dan nu, het Spuiplein te bezoeken. Er is aanbod vanaf € 5,- tot de top van de markt in allerlei genres. Door de diversiteit van bespelers is er vrijwel altijd wat te doen. Naast een hechte band met het vaste publiek zetten de vier instellingen zich actief in voor het opengooien van het complex voor allerlei doelgroepen van jong tot oud, van Haags tot expat en toerist. Niet alleen met voorstellingen, maar ook met educatieve projecten, community art en een summerschool. Door de nabijheid wordt de al bestaande samenwerking tussen KC en NDT / RO / GP geïntensiveerd, juist doordat er ook informele contacten tussen dansers en studenten, docenten en musici en studenten, docenten plaatsvinden. Er is een dans- en muziekgemeenschap die in de hele wereld als inspirerend te boek staat. In dit theater te worden uitgenodigd om te komen spelen, is een eer en een belevenis. Samenvattend staat het dans- en muziekcentrum voor: • een kwalitatief hoogwaardig en veelzijdig cultureel aanbod op het gebied van o.a. dans, (muziek)theater, opera, jazz, pop, lichte en klassieke muziek; • een aanbod dat gericht is op zowel de kenner als de nieuwe cultuurconsument; • een aantrekkelijk en levendig centrum waar publiek en medewerkers elkaar ontmoeten; • een samenwerkingsverband van de vier betrokken instellingen dat nauwe contacten onderhoudt en samenwerkt met andere culturele instellingen en organisaties in de stad; • een sterk verbeterde leef- en woonomgeving in het centrum van Den Haag; • een substantiële toename van toeristen en andere bezoekers aan het centrum van de stad op basis waarvan de lokale en regionale economie een stevige impuls krijgt; • kwalitatief goede educatieve activiteiten voor iedereen op alle niveaus; • een topaccommodatie waar nationaal en internationaal bekende artiesten en culturele instellingen graag komen;
X0152.01.015/HD/LAR
-14-
29 januari 2010/Versie: definitief
•
3.2
een gezonde, kostenefficiënte bedrijfsvoering waarbij er een goede balans is tussen overheidsbijdragen en eigen inkomsten.
Kroonjuwelen De beschreven ambitie is richtinggevend voor het dans- en muziekcentrum. Echter, elementen uit de ambitie kunnen gemakkelijk ‘sneuvelen’ wanneer in de uitwerking ervan op een rationeler niveau keuzes moeten worden gemaakt. Daarom is het belangrijk te definiëren wat de meest bepalende elementen zijn uit de ambitie die koste wat kost overeind gehouden moeten worden om het centrum in de toekomst te laten functioneren. Men kan deze elementen beschouwen als ‘kroonjuwelen’. Kroonjuwelen zijn de belangrijkste dragers van het concept en worden op uiteenlopende manieren getoond aan de buitenwereld. Alle partijen onderschrijven de meerwaarde van de kroonjuwelen. Kroonjuwelen schitteren en zijn duurzaam, gaan over van generatie op generatie en hebben (bijna) eeuwigheidswaarde. Kroonjuwelen zijn in elk geval tijdloos. De kroonjuwelen van het dans- en muziekcentrum zijn: Topprogrammering & Topkwaliteit Mensen moeten – ook vanuit het buitenland – naar Den Haag willen komen. De combinatie van instellingen is uitnodigend om op te treden en/of les te geven en is aantrekkelijk voor bezoekers. Het dans- en muziekcentrum is een ‘must have’ voor je CV! De programmering moet aansluiten op de instellingen alsook aansluiten op de stad. Het dans- en muziekcentrum draagt daarin bij aan de citymarketing van de stad. Met andere woorden het dans- en muziekcentrum is: • nationaal & internationaal aantrekkelijk; • een unieke belevenis; • een omgeving van contrasten: grandeur – laagdrempelig, jong – oud; • een ontdekkingsreis: van het één komt het ander; • dé springplank naar de stad. Integratie & Samenwerking De combinatie van functies en de aanwezigheid van verschillende culturele instellingen maakt nieuwsgierig. Dit gebeurt zowel intern als extern. De bezoeker heeft na een bezoek aan het dans- en muziekcentrum het gevoel: “Je komt voor één instelling en krijgt de andere drie er gratis bij”. Uitstekend gastheerschap Eén keer een kaartje verkopen is geen kunst, een tweede keer wel! Het dans- en muziekcentrum nodigt mensen uit om binnen te komen en heeft een hoogwaardig aanbod van concerten, voorstellingen, maar ook repetities van het RO en KC zijn (soms) toegankelijk. Het gebouw is toegankelijk en heeft uitstraling, overal hoor je verschillende talen. Het gebouw is gericht op meerdere culturen; dit is ook terug te zien in het horeca-aanbod. Om bezoekers binnen te krijgen, binnen te houden én terug te laten komen is hoogwaardige dienstverlening en gastheerschap een vereiste. Gasten, medewerkers, gastspelers èn sponsors moeten het uitstekende gastheerschap ervaren.
Kortom, het dans- en muziekcentrum: X0152.01.015/HD/LAR
-15-
29 januari 2010/Versie: definitief
• • •
is uitnodigend; biedt hoogwaardige dienstverlening; is zichtbaar aanwezig in haar (directe) omgeving en in de stad.
Broedplaats voor ideeën en talent Het dans- en muziekcentrum wordt een broedplaats voor alles wat met dans en muziek te maken heeft, voor jong tot oud. De samenhang met andere kunstvormen is van belang voor de instellingen. Specifiek voor het KC geldt, dat onderzoek een steeds belangrijker deel van het onderwijs gaat uitmaken. Dit betekent dat het dans- en muziekcentrum: • een uitdagende omgeving biedt; • bijdraagt aan talentontwikkeling; • een meertalig gebouw is; • studenten, medewerkers en bezoekers uit de beslotenheid haalt; • er is voor iedereen van jong tot oud. Eye catching & ear opening De uitvoeringszalen zijn voorzien van goede zichtlijnen en prima akoestiek. Dit geldt niet alleen voor de concert- en danszaal, maar ook voor de uitvoeringszalen binnen het onderwijs. Het dans- en muziekcentrum moet over een hogere kwaliteit beschikken dan de huidige zalen. Het gebouw wordt een soort kijk- en luisterdoos voor artiesten, bezoekers en passanten, met een aanzuigende werking. Mensen moeten het gevoel hebben dat ze mede-eigenaar zijn van wat er gecreëerd wordt. Belangrijke aandachtspunten zijn: • zichtlijnen; • akoestiek; • landmark / icoon; • zichtbaar én hoorbaar. Uitstekend toegankelijk Artiesten moeten de keuze hebben of ze via de hoofdingang naar binnen gaan of via de are tiesteningang (2 ‘hoofdingang’). Het gebouw moet efficiënt zijn, zowel voor de eigenaar als voor de gebruikers. Ook duurzaam! Een efficiënt gebouw kan op gespannen voet staan met ‘landmark’! Kortom, het gebouw is: • voor iedereen; • een efficiënt gebouw; • uitnodigend en heeft een uitnodigende entree; • levendig. Multifunctioneel Multifunctionaliteit is belangrijk voor de exploitatie van het dans- en muziekcentrum. De intensiteit van het gebruik van zalen, studio’s, lesruimten, foyers e.d. kan verhoogd worden wat meer opbrengsten oplevert. Bij een goede configuratie van zijtoneel/-tonelen en hoofdtoneel kan bijvoorbeeld een operagezelschap kort na een dansvoorstelling een uitvoering verzorgen. Dit levert iedere keer enkele speeldagen op. Repetities van het RO kunnen plaatsvinden in ruimten met de juiste kenmerken die primair in gebruik zijn bij het KC. Foyers moeten ingezet worden voor zowel de pauzes tijdens voorstellingen als voor commerciële activiteiten. Multifunctionaliteit van ruimten is essentieel voor de bevordering van de samenwerking en integratie binnen het dans- en muziekcentrum, voor de versterking van de exploitatie en – X0152.01.015/HD/LAR
-16-
29 januari 2010/Versie: definitief
niet in de laatste plaats – voor de waarde die het complex heeft voor andere doelgroepen in de stad (denk bijvoorbeeld aan het atrium). Het hoofdstuk ‘Aandachtspunten voor het ontwerp’ vult multifunctionaliteit in de vorm van eisen aan het gebouw nader in. 3.3
Samenwerking en integratie Voor de wijze waarop de instellingen in het dans- en muziekcentrum willen samenwerken zijn vier varianten denkbaar voor het structureren van meerdere partijen in één gebouw(encomplex): • Back-to-back: geen gezamenlijke missie, geen organisatorische en ruimtelijke samenwerking; • Face-to-face: geen gezamenlijke missie, geen organisatorische samenwerking maar wel een beperkte mate van ruimtelijke samenwerking; • Hand-in-hand: geen gezamenlijke maar wel een op elkaar afgestemde missie, organisatorische en ruimtelijke samenwerking; • Cheek-to-cheek: één missie, een organisatie, één gebouw. In de definitiefase hebben de instellingen gewerkt aan een visie op de culturele programmering en de organisatorische samenwerking in het dans- en muziekcentrum. Dit heeft geresulteerd in een document dat onlosmakelijk is verbonden met het voorliggende PvE. Beide trajecten – “huisvesting” en “inhoud” – zijn parallel gestart en hebben elkaar beïnvloed en versterkt. En dit zal ook in het vervolgtraject het geval zijn. Wat betreft de verwachtingen over de culturele programmering en organisatorische samenwerking is door de gemeente aangegeven dat er op het niveau van het dans- en muziekcentrum als geheel sprake moet zijn van één organisatie voor de programmering, het beheer en de exploitatie, de marketing en ondersteunende functies. De meerwaarde van het dans- en muziekcentrum is m.n. hierin gelegen, naast uiteraard de veel betere accommodering van de huisgezelschappen en het Koninklijk Conservatorium waardoor de artistieke prestaties nog verder kunnen verbeteren in de toekomst. De instellingen behouden hun eigen identiteit, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid voor de primaire en/of kerntaken (globaal volgens het model ‘hand-in-hand’). De verdergaande samenwerking op een aantal secundaire functies (‘cheek to cheek’) geeft hen mogelijkheden om de aandacht juist meer te richten op deze kerntaken. Uiteraard is sprake van een ontwikkelingsproces van enkele jaren waarin de instellingen de nieuwe organisatie samen handen en voeten kunnen gaan geven. Op basis van een concreet stappenplan zullen de instellingen de nieuwe organisatie de komende jaren met elkaar vorm en inhoud gaan geven en tegelijkertijd de reeds gestarte samenwerking op tal van terreinen verder – zichtbaar - uitbouwen. De instellingen onderschrijven het verwachtingsniveau van de gemeente volledig.
3.4
Magneten: het dans- en muziekcentrum in de omgeving
3.4.1
Het huidige Spuiplein De ‘complete binnenstad’ is een begrip dat ook wordt gebruikt in de ‘citymarketing’. Er is een positieve ontwikkeling van de Haagse binnenstad waarneembaar, mede dankzij het (compacte) winkelaanbod.
X0152.01.015/HD/LAR
-17-
29 januari 2010/Versie: definitief
Dit trekt veel dagjesmensen die mede zorg dragen voor de ‘doorbloeding van de binnenstad’. Het Spuiplein ligt nog aan de rand van de ‘complete binnenstad’, al is er wel een uitbreiding van die binnenstad gaande in de richting van het Wijnhavenkwartier, waarvan het Spuiplein deel uitmaakt. Het Spuiplein heeft op dit moment een vreemde, onduidelijke functie. Het is ooit aangewezen als plein voor evenementen en manifestaties, waardoor er geen bomen, groenvoorzieningen, ‘straatmeubilair’ en nauwelijks verlichting aanwezig zijn. Dat maakt het plein voor veel mensen onaantrekkelijk; het is geen aangenaam verblijfsgebied. Er is (nog) onvoldoende duidelijkheid over de toekomstige functie van het plein. De stedenbouwkundige ontwikkeling van het gebied moet zich richten op de aantakking van het Spuiplein en op – inpassing in – het stedelijk weefsel. 3.4.2
Het dans- en muziekcentrum en het Spuiplein Het dans- en muziekcentrum en het Spuiplein zijn met elkaar verbonden en hebben een directe relatie. De ontwikkeling van zowel het dans- en muziekcentrum gaat hand in hand met de ontwikkeling van het Spuiplein. Het dans- en muziekcentrum geeft betekenis aan het Spuiplein en het Spuiplein geeft betekenis aan het dans- en muziekcentrum. Dit heeft niet alleen betrekking op de culturele activiteiten. Aan het Spuiplein wonen ook mensen. Het is belangrijk voor het dans- en muziekcentrum dat de ontwikkeling van het culturele profiel en de evenementen in en om het dans- en muziekcentrum niet geremd worden door de aanwezige woonfuncties in het gebied. Plein en atrium Voor de omgeving van het dans- en muziekcentrum is de beoogde kleinschaligheid en beschutheid van het plein van belang. De toevoeging van groen en water, bijvoorbeeld een fontein en de toevoeging van woonfuncties in de omgeving moet de werking van het plein versterken. De functies op het plein mogen/moeten een ‘knipoog’ zijn naar de omgeving en de aan het plein grenzende functies. Een overgangsgebied tussen bebouwd en onbebouwd, tussen ‘privé’ en openbaar evenals aantrekkelijke wanden rondom het plein kunnen de kwaliteit ervan in hoge mate beïnvloeden. Dit gebied is essentieel voor de aantrekkingskracht van het dans- en muziekcentrum als geheel en daarmee voor het succes van exploitatie hiervan. Belangrijk aandachtspunt is de toegankelijkheid en bereikbaarheid van het plein en het dans- en muziekcentrum. Ouderen en minder validen moeten ‘voor de deur kunnen worden afgezet’. Bovendien moet het plein toegankelijk zijn voor hulpdiensten, als brandweer en ambulance, en voor transportdiensten ten behoeve van aan- en afvoer van materialen. Het dans- en muziekcentrum moet per openbaar vervoer uitstekend bereikbaar zijn en heeft bij voorkeur een halte voor de deur. Op het plein en in het dans- en muziekcentrum vloeien culturele en commerciële activiteiten in elkaar over. In ruimtelijke termen betekent dit bijvoorbeeld de realisatie van een entreehal of atrium dat openbaar toegankelijk is zonder een deur te hoeven passeren. Vergelijk een dergelijk atrium met de Passage in Den Haag of met Covent Garden in Londen: beschut, comfortabel maar niet verwarmd, grote delen van het etmaal toegankelijk, zonodig ’s nachts of op andere momenten afsluitbaar met een hek. Het is een duidelijk onderdeel van de stad en de looproutes. Er is niet zoals bij het atrium van het stadhuis een toegangsdeur die een hindernis vormt. In het atrium mengen de culturele, publieke en commerciële functies zich. Van buiten naar binnen, van binnen naar buiten
X0152.01.015/HD/LAR
-18-
29 januari 2010/Versie: definitief
Bij de vervlechting van de stad en het dans- en muziekcentrum is een analyse gemaakt ‘van binnen naar buiten’ en ‘van buiten naar binnen’: welke functies kunnen vanuit het dans- en muziekcentrum het plein op cq. de stad in gebracht worden en welke functies van de stad kunnen het dans- en muziekcentrum in gebracht worden? Het dans- en muziekcentrum heeft niet als primaire taak het Spuiplein te bespelen. Maar wel zijn er veel mogelijkheden om, als afgeleide van en aanvulling op de culturele programmering, het openbare gebied te verlevendigen. Een atrium of een soortgelijke ruimte vervult een belangrijke rol als ruimte waar culturele activiteiten in de openbaarheid gebracht kunnen worden en waar commerciële functies een aantrekkelijke, levendige plek vinden. Afhankelijk van de weersomstandigheden kunnen bepaalde activiteiten ook buiten op het plein plaatsvinden. Het KC ziet diverse mogelijkheden om de ‘vervlechting met de stad’ tot stand te brengen: • toegankelijkheid van bepaalde repetities of examens, zeker wanneer het spelen voor publiek een educatief doel is; • uitvoeringen op een open podium (in het atrium of op het plein); • workshops en masterclasses in het atrium; • tentoonstellingen (niet alleen muziekgebonden; ook het KABK zou hiervoor van de open ruimten in het dans- en muziekcentrum gebruik kunnen maken waardoor de synergie tussen de afdelingen van de academie bevorderd wordt). Bovenstaande opsomming betekent niet dat álle repetities, examens, uitvoeringen, workshops e.d. in publieke ruimten plaatsvinden. Maar juist waar het spelen in de openbaarheid een functionele, toegevoegde waarde heeft, biedt het open karakter van het dans- en muziekcentrum in de toekomst goede mogelijkheden. Het NDT kent door de aard van haar aanbod minder mogelijkheden voor het naar buiten brengen ervan. Maar bij uitzondering kunnen bepaalde voorstellingen (mede om promotionele redenen) in de openbaarheid gebracht worden. Het NDT zou een kinderactiviteit in het teken van ‘Betovering’ naar buiten kunnen brengen. Verder zijn er goede mogelijkheden voor bepaalde lezingen of deelname aan een uitmarkt. Het RO ziet goede kansen voor optreden buiten het dans- en muziekcentrum. Wanneer de inrichting van de omgeving van het dansen muziekcentrum of het atrium het mogelijk maakt, kan het orkest, of een deel ervan, in de openbare ruimte optreden in aanvulling op de plekken in de stad waar het nu speelt (zoals het Binnenhof, de Hofvijver en het Zuiderpark). GP ziet het atrium en het plein bij uitstek als een platform voor allerlei kleinschalige activiteiten. In het bijzonder leent deze omgeving zich goed voor het houden van (meerdaagse) festivals. Ook kunnen in beperkte mate musicals en uitvoeringen van jazz en kamermuziek in de publieke ruimte een plek vinden. Jong talent kan hierin een rode draad vormen. Tot slot biedt het dans- en muziekcentrum met deze open voorzieningen goede mogelijkheden voor ‘Meet & Greet events’ met artiesten. Vanuit de stad kunnen diverse functies het dans- en muziekcentrum in gebracht worden: • Publiek: ‘Openbare weg’ in de vorm van looproutes door het atrium (fietsroute over het plein naar Turfmarkt). Ruimte voor ontspanning en ontmoeting; • Commercieel: vaste en mobiele horeca en retail vinden een goede, inspirerende en daarmee commercieel aantrekkelijke plek in het dans- en muziekcentrum. Een muziekof theatercafé/-restaurant past in het profiel.
X0152.01.015/HD/LAR
-19-
29 januari 2010/Versie: definitief
De uitstraling van cultuur sluit goed aan bij de retailvoorzieningen van hoog kwalitatief niveau zoals ook in de ontwikkeling van het Wijnhavenkwartier is voorgesteld (hoogwaardige boekhandel met internetcafé als bijvoorbeeld FNAC, Apple Store, food court, winkels met muziekinstrumenten en dansartikelen, multimediawinkels, flagship-store mobiele telefonie etc.). Het dans- en muziekcentrum kan door de aanwezige ruimtesoorten plaats bieden aan congressen maar heeft niet het karakter van een congrescentrum. Het is belangrijk een goede ‘modus operandi’ te vinden tussen de culturele en commerciële programmering naar het voorbeeld van bijvoorbeeld het Barbican of South Bank Centre in Londen. Ruimtelijke randvoorwaarden Om bovenstaande activiteiten een kans te geven moet de ruimte waar het dans- en muziekcentrum en de stad in elkaar overlopen aan enkele eisen voldoen: • Plein: - groen en water; - eventueel verdiepte delen die extra beschutting en comfort brengen (zie bijvoorbeeld de niveaus -1 in Covent Garden). • Plein en atrium: - looproutes en verblijfplekken zijn enigszins van elkaar gescheiden (hoekjes waar je prettig kunt zitten); - ingerichte verblijfsplekken (bankjes e.d.). • Atrium: - toegankelijkheid atrium: geen barrière richting de stad/het plein om de toegang zo laagdrempelig mogelijk te maken; dat betekent dus ook dat het atrium geen geklimatiseerde ruimte is (wel bescherming tegen wind en regen) en er door het jaar heen temperatuurverschillen heersen; - vanuit het atrium een zichtverbinding met de foyers; nader bepaald zal moeten worden hoe het verschil in binnenklimaat tussen foyers en atrium overbrugd moet worden; - een vlakke vloer met diverse aansluitingen voor mobiele podia (elektra, water, afvoer); - ruimte op de vloer voor kioskachtige horeca en retailvoorzieningen; - voorzieningen voor het plaatsen en aansluiten van geluidsapparatuur en licht; - kwaliteit akoestiek voldoende voor het houden van voorstellingen en uitvoeringen in de open ruimte; - daglichttoetreding; - verbinding met ondergelegen parkeergarages. Activiteiten die in het besloten gedeelte van het dans- en muziekcentrum plaatsvinden kunnen zichtbaar én hoorbaar gemaakt worden. Hiertoe kan men gebruik maken van videoschermen of geluidsapparatuur die bijvoorbeeld in het atrium of op het plein de sfeer van muziek en dans naar buiten brengen. 3.5
Relatie met nabijgelegen instellingen In de directe omgeving bevinden zich andere culturele of publieke instellingen waarmee al wordt samengewerkt. Bij de ontwikkeling van het dans- en muziekcentrum kan de samenwerking groeien waarbij de ruimtevoorzieningen van instellingen aan het plein kansen bieden: • het Theater aan het Spui beschikt over twee vlakke vloerzalen van resp. 400 en 180 stoelen. Bepaalde kleinere dansvoorstellingen kunnen ook in dit theater worden houden.
X0152.01.015/HD/LAR
-20-
29 januari 2010/Versie: definitief
•
•
•
Omgekeerd heeft het Theater aan het Spui behoefte aan een studio voor ca. 60 zitplaatsen waarvoor het in de toekomst terecht zou kunnen in het dans- en muziekcentrum. In het algemeen kunnen de aanwezige zalen in het Theater aan het Spui slechts op incidentele basis en in uitzonderingsgevallen een alternatief zijn voor de instellingen in het dans- en muziekcentrum; de Nieuwe Kerk wordt op dit moment gebruikt door Gastprogrammering en het Koninklijk Conservatorium voor onder meer kamermuziek en oude muziek. Hoewel de wens van de instellingen van het dans- en muziekcentrum is om kamermuziek in een akoestisch geschiktere zaal uit te voeren, zal zeker de oude muziek een goede plaats kunnen blijven vinden in de kerk. Ook kan deze locatie voor bepaalde muziekvormen als repetitieruimte ingezet (blijven) worden; het Filmhuis beschikt over 5 filmzalen en 2 multifunctionele zalen. Hier ligt kruisbestuiving op het terrein van beeldcultuur in het verschiet. Het Filmhuis presenteert zich met multimediale en audiovisuele programma’s onder het motto ‘grensverleggende, zinnenprikkelende zaken’. Goed denkbaar is een uitwisseling van activiteiten met het KC en gebruik van elkaars ruimten. Verder lenen de podia in het atrium zich voor bepaalde activiteiten; bibliotheek: de openbare bibliotheek bevindt zich eveneens aan het Spuiplein. Het PvE van het dans- en muziekcentrum voorziet in een gezamenlijke bibliotheek/mediatheek voor beeld, geluid en documentatie (partituren, choreografiestukken, literatuur) op het gebied van muziek en dans. Op basis van een nadere verkenning van samenwerkingsmogelijkheden tussen dans- en muziekcentrum en openbare bibliotheek is er in organisatorisch en mogelijk ook in ruimtelijk opzicht synergie te bereiken. Daarbij dient men zich te realiseren dat de bibliotheek/mediatheek van de participanten in het dans- en muziekcentrum geen openbaar karakter heeft maar de studenten, docenten, medewerkers en artiesten van het KC, NDT en RO dient.
X0152.01.015/HD/LAR
-21-
29 januari 2010/Versie: definitief
4.
GLOBALE GEBOUWINDELING
4.1
Het gebouwconcept De instellingen dragen bij aan de levendigheid en artistieke waarde van de ontmoeting, mede als gevolg van de samenwerking met het KC. De internationale allure van het dans- en muziekcentrum volgt niet alleen vanuit de inhoud, maar moet ook onderstreept worden door het gebouw. De architectuur van het gebouw moet inspirerend, uitnodigend en met internationale aantrekkingskracht zijn. Het gebouw wordt een icoon of landmark voor de stad. Den Haag heeft een landmark nodig dat zich kan spiegelen aan de allure van het stadhuis. De allure van deze plek moet in balans zijn met de binnenkant en de functie. Het plein heeft een belangrijke functie op deze plek en moet verbeterd worden. Hierbij wordt onder andere gedacht aan het laten aanhaken van de ‘overkant’ van het plein. Het dans- en muziekcentrum moet het plein omarmen (‘vrouwelijk gebouw’). Het gebouw moet uitnodigen tot ontmoeting en laagdrempelig zijn. In het ruime gemeenschappelijke gebied lopen de omgeving en het gebouw naadloos in elkaar over. In dit atriumachtige gebied bevindt zich de hoofdentree van het dans- en muziekcentrum.
X0152.01.015/HD/LAR
-22-
29 januari 2010/Versie: definitief
4.2
Ruimtelijke relaties Met relatieschema’s is aangegeven hoe de diverse clusters van functies ten opzichte van elkaar gepositioneerd kunnen worden. Voor de aansluiting met het stedenbouwkundige programma van het Wijnhavenkwartier is het belangrijk vast te stellen dat het dans- en muziekcentrum een compact karakter krijgt. Bepaalde functies en betrokken instellingen dienen in elkaars nabijheid gepositioneerd te worden om de beoogde synergie en samenwerking te realiseren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de dansstudio’s van het NDT en het KC, de meeste uitvoeringszalen met bijbehorende foyers en ruimten voor sponsor-events en het cluster met kantoren (zowel dichtbij de eigen organisatie als bij de kantoren van de samenwerkingspartners). Concentratie aan een vernieuwd Spuiplein ligt daarmee voor de hand. Hierbij zijn verschillende varianten mogelijk waarbij de relaties tussen de functies en verbindingen op verschillende niveaus denkbaar zijn om een levendig gebied te creëren. Het niveau ‘begane grond’ vormt dan een belangrijk, verbindend element. De stedenbouwkundige herontwikkeling van het gebied rond het Spuiplein biedt volop gelegenheid voor de ontwikkeling van een levendig, uitnodigend en compact dans- en muziekcentrum. De uitvoeringszalen vormen het hart van het gebouw waar de instellingen omheen gegroepeerd zijn. Het KC vormt het verbindend element tussen dans (dansvakopleiding en NDT) en muziek (muziekonderwijs en RO). De GP vormt de brug tussen de uitvoeringszalen van het RO, het NDT en het KC; zij programmeren in de zalen een uitgebreid assortiment aan voorstellingen en andere activiteiten. Hoewel de organisaties als zelfstandige eenheden herkenbaar zijn in het gebouw wordt zoveel mogelijk gezocht naar samenwerkingsmogelijkheden en synergie. Voor de kantoren geldt dat er een duidelijke relatie bestaat en de looplijnen tussen de instellingen kort zijn. Het is daarnaast van belang dat de kantoren van het RO, NDT en KC op niet te grote loopafstand van hun eigen organisatie gepositioneerd worden. Via horizontale en verticale verbindingen kunnen de juiste relaties gelegd worden. De belangrijkste ruimtelijke relaties zijn in het hierna volgende relatieschema weergegeven.
X0152.01.015/HD/LAR
-23-
29 januari 2010/Versie: definitief