Frans Kok en Marco Mensink
Hoogleraar voeding en gezondheid en universitair docent, afdeling humane voeding Wageningen Universiteit Wie de sportbladen opslaat kan er niet omheen: stevig trainen lijkt onmogelijk zonder het gebruik van een reeks voedingssupplementen. Maar berusten de pretenties van de producenten daarvan ook op voldoende betrouwbaar onderzoek? Het is één van de vragen waarmee Frans Kok zich in Wageningen bezighoudt. De hoogleraar voeding en gezondheid werkt op sportgebied nauw samen met Marco Mensink. Deze is arts en fysioloog en werkt als universitair docent op het terrein van voeding en regulatie van het energiemetabolisme. Veel is nog in ontwikkeling. Maar wat beiden graag zouden willen? Dat er straks in het nieuwe atletenrestaurant op Papendal camera’s boven de tafeltjes hangen, zodat onderzoekers precies kunnen volgen wat de sporters nu écht eten.
41
sport_en_wetenschap_v1.indd 41
26-8-2010 13:01:19
Hoe is het vakgebied waarbinnen u werkzaam bent te omschrijven? ‘Ik houd me in de volle breedte bezig met het terrein van voeding en gezondheid’, zegt Frans Kok. ‘Het is bekend dat voeding een rol speelt bij het voorkomen van gezondheidsklachten en oorzaak of medeoorzaak kan zijn van verschillende chronische welvaartsziekten. Ons werk is vooral gericht op preventie en we hebben hier in Wageningen vanouds drie belangrijke doelgroepen: ouderen, mensen met overgewicht en moeders en kinderen in de tropen.’ ‘We bestuderen de voeding integraal, maar het huidige onderzoek gaat ook richting de cel en de moleculaire voeding. Eén van de vragen is bijvoorbeeld: hoe werken voedingsstoffen in op genen? Het is dus fundamenteel onderzoek naar allerlei fysiologische en biochemische processen.’ Kok wijst erop dat het onderzoek zich dus zowel richt op de bevolking als geheel als het individu; waarbij epidemiologische en goed gecontroleerde interventiestudies worden uitgevoerd. Hoe is dit gebied als onderwerp voor wetenschappelijk onderzoek ontstaan en hoe heeft het zich in de afgelopen jaren ontwikkeld binnen uw universiteit? Zo’n vijf tot tien jaar geleden begonnen studenten interesse te tonen voor thema’s als voeding en bewegen, voeding en sport en de energiebalans, vertelt Kok. ‘We zijn daar aanvankelijk mondjesmaat mee aan de slag gegaan. En we hebben regionale contacten opgebouwd, met NOC*NSF en het nationaal trainingscentrum op Papendal, de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) en met het ziekenhuis De Gelderse Vallei, waar een goede sportmedische afdeling is. De regio biedt dus goede mogelijkheden.’ In die ontwikkeling past ook de aanstelling van de arts en fysioloog Marco Mensink, die van de Universiteit Maastricht kwam, waar hij zich met mensen als Asker Jeukendrup en Wim Saris onder andere bezighield met sport en voeding. Maar Kok benadrukt dat “Wageningen” nog geen jarenlange ervaring heeft met sport en zeker niet met topsport. ‘Het ontbreekt ons nog wat aan volume’, zegt hij. Wat is de aard en omvang van uw aanstelling en hoe is uw onderzoeksgroep samengesteld? De afdeling Humane Voeding in Wageningen vierde vorig jaar haar veertigjarige bestaan en telt ongeveer 150 medewerkers, waaronder 70 promovendi. Een derde van de werknemers is actief in de zich ontwikkelende landen. De opleiding voeding en gezondheid is een vijfjarige bachelormasterstudie, waar jaarlijks zo’n honderd studenten aan beginnen.
42
Sport en haar professoren - Sportwetenschap in ontwikkeling
sport_en_wetenschap_v1.indd 42
26-8-2010 13:01:19
Colostrum ‘Our results are consistent with the hypothesis that intense exercise affects several variables of the immune system. Colostrum did not alter any of the post-exercise immune variables compared to skimmed milk powder, suggesting no role for bovine colostrum supplementation in preventing post-exercise immune suppression after short-term intense exercise.’ Uit: Lack of effect of bovine colostrum supplementation on immune variables during short-term intense exercise in well-trained athletes. Op welke wijze en met welke motivatie bent u als wetenschapper zelf op dit terrein terechtgekomen? Mensink wijst op het werk dat hij in Maastricht heeft gedaan en dat deels gericht was op de relatie tussen diabetes, voeding en sport en bewegen. Incidenteel vond aan de universiteit daaromtrent ook sportgerelateerd onderzoek plaats. ‘Waar anderen zich meer bezighouden met de invloed die voeding kan hebben op prestaties, is onze insteek meer: wat hebben sporters nodig, wat kun je hen aanbevelen? Voeding als basisvoorwaarde.’ Welke is uw eigen betrokkenheid bij de sport? Frans Kok kan bogen op een loopcarrière van ruim dertig jaar. ‘Maar altijd op recreatief niveau’, voegt hij eraan toe. Hij sport twee tot drie keer in de week, liep afstanden tot 25 kilometer, maar volgde zijn buurman en loopmaat niet toen die ook de hele marathon ging doen. Tegenwoordig is hij ook op de golfbaan te vinden – en bij de tv om wielrennen, atletiek en veel andere sporten te volgen. Marco Mensink heeft ook sportieve wortels in de atletiek, maar was meer wedstrijdsporter dan Kok. Hij liep als junior de steeple op nationaal niveau, ging daarna over op de langere afstanden tot de 30 km. Maar mede door blessures is hij momenteel vooral aan het fietsen. Wat betreft de stand van zaken van het onderzoek binnen uw vakgebied, wat zijn in Nederland en elders de belangrijkste vragen en thema’s die aan de orde zijn? Over gezonde voeding is het nodige bekend, stellen Kok en Mensink. Wat de gemiddelde Nederlander wel en niet moet eten om gezond en fit te blijven, is in grote lijnen wel duidelijk. Maar hoe zit dat voor specifieke groepen of onder speciale omstandigheden? Veel mensen blijken het lastig te vinden zich aan de richtlijnen te houden en velen willen graag weten hoe voeding werkt. Waar de Wageningers graag meer van zouden willen weten, is de relatie tussen voeding en sportprestaties. ‘Voor sporters zou je de voeding nog veel beter moeten kunnen finetunen’, zegt Mensink. ‘Er zijn allerlei supple-
43
sport_en_wetenschap_v1.indd 43
26-8-2010 13:01:19
menten, maar er is nog veel onderzoek nodig om te zien welke invloed die precies hebben. Via wetenschappelijk onderzoek kun je aanbevolen hoeveelheden vaststellen en dat is voor veel voedingsstoffen ook gebeurd. Maar geldt dat ook voor (top)sporters en hoe verhoudt zich dan de relatie tot de intensiteit van de training of wedstrijdinspanning? Of hebben die sporters heel andere behoeften? Dat zijn lastige vragen, maar het is wel een interessante materie.’ Met welke onderzoeksvragen bent u zelf momenteel vooral bezig en op welke wijze vindt onderzoek plaats? Mensink noemt calcium en vitamine D, waarvan met name vitamine D momenteel veel in de belangstelling staat. ‘Er is een wetenschappelijke discussie gaande over hoeveel vitamine D we nu eigenlijk nodig hebben, ook bij sporters.’ Gebrek aan calcium wordt uiteraard in verband gebracht met osteoporose. In de sport, en met name onder duursporters, zou gebrek aan calcium wel eens (mede)oorzaak kunnen zijn van de veel voorkomende stressfracturen. Mensink en anderen onderzochten de inname van vitamine D en calcium bij een groep van 64 vrouwelijke sporters. Daarbij bleek dat de helft van
44
Sport en haar professoren - Sportwetenschap in ontwikkeling
sport_en_wetenschap_v1.indd 44
26-8-2010 13:01:25
Sport en Kennis
Deze preview is een gedeelte uit het boek: Sport en haar professoren Sportwetenschap in ontwikkeling Meer informatie
Voor meer artikelen en andere uitgaven kunt u terecht op www.sportenkennis.nl