Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
Extra oefeningen bij Pegasus1, Caput 2 OEFENINGEN OP DE ESSE EN POSSE 1. Noem de persoon, het getal en geef weer met het juiste onderwerp. persoon en getal vertaling (met O) sumus est possum potes sunt possunt potestis es sum potest possumus estis
2. Zeg nu zelf in het Latijn. wij kunnen zijn ik kan ik ben jullie kunnen
zij is zij kunnen kunnen wij zijn zij zijn
3. Vertaal. adest absumus supersunt adsum absunt potest superesse Ubi est? Claudia, cur non laeta es? Senator sum. Estisne laeti? Ubi avus et Nigra sunt?
4. Kies de juiste vorm voor het koppelwerkwoord en het NWD. 1 2 3 4 5
Marcus Servus et serva Valeria non Valeria et Claudia Avusne
Klassieke Studiën
est/sunt est/sunt est/sunt est/sunt est/sunt
filius/filii. homines/homo. servae/serva. femina/feminae. senex/senes?
Caput 2 - Extra
1/6
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
5. Kies het juiste onderwerp en vertaal. ego tu quis? Marcus Valeria nos vos homines onderwerp vertaling dormire non possum. domi manere audet? hic manere potestis. dominus es. numerare non potest. cogitare possunt. ridere possumus. femina est. OEFENINGEN OP REGELMATIGE WERKWOORDEN 1. Geef wat gevraagd wordt in de tabel. nummer vervoeging
wijze
tijd
persoon getal
en
vertaal vorm
de
cogitant audes audit intro estis video scire dat
2. Rangschik volgens persoon en getal. nesciunt sum narras adsumus ades do abestis videt statis monent audes iacent sedetis respondemus scit manemus intrat servo 1 e persoon
enkelvoud 2e persoon
3e persoon
1 e persoon
meervoud 2e persoon
3e persoon
3. Splits in stam, (bindklinker) en uitgang en geef de infinitief. splits infinitief scitis audis audent dat audiunt do habitamus times
Klassieke Studiën
Caput 2 - Extra
2/6
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
ALLE WERKWOORDEN 1. Welk woord hoort niet thuis in het rijtje? Om welke reden?
manes ?
matres reden:
rides
respondes
times
mones ?
moves reden:
vides
habes
ades
do ?
sto reden:
intro
homo
amo
2. DRIL:Geef de volgende werkwoordsvormen weer met het juiste onderwerp in een snel tempo in alle richtingen tot je geen fouten meer maakt!
numero narrant sto tacet
audeo habitamus habent audiunt
scit tacetis flet aperiunt
abest adsumus potestis voco
servo respondetis explorat numeramus
OEFENINGEN OP NAAMVALLEN EN FUNCTIES 1. Eerst oefenen we de functies op Nederlandse zinnen. Zoek O PV NWD LV. Welke zinnen hebben een naamwoordelijk gezegde, welke een werkwoordelijk gezegde? 1. De Romeinen waren boeren en soldaten. 2. Valeria proeft het lamsvlees. 3. Aan het einde van de stoet stapt de nieuwe koning. 4. In de tuin staat een mooi standbeeld. 5. De overbevolkte huurkazernes hadden geen sanitair. 6. Het huis van de senator is luxueus.
Klassieke Studiën
Caput 2 - Extra
3/6
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
7. Ik zoek mijn kat. 8. Nigra is mijn kat. 9. C. Iulius Caesar veroverde ons land in 58 v. C. 10. Ben jij een Romeins meisje? 2. Schrijf de vormen op de juiste plaats. Soms zijn er verschillende mogelijkheden! servae domina astra noctes filium miles vias fabulam poculum mensa flumina equos gladii asinum nominatief enk.
nominatief mv.
accusatief enk.
accusatief mv.
3. Geef het grondwoord (= het woord zoals het in de woordenlijst voorkomt) amorem me dominum caelum servae flores ducem corpora
flumen patres servos vitam iudicem vinum onera te
Welke naamval en getal heeft het grondwoord (tenzij anders vermeld)? 4. Welk woord hoort niet thuis in het rijtje? Om welke (grammaticale) reden?
eques ?
patres reden:
milites
duces
senes
avus ?
corpus reden:
dominus
asinus
equus
rosas ?
statuas reden:
vias
numeras
provincias
corpus ?
astrum reden:
poculum
dominus
tempus
Klassieke Studiën
Caput 2 - Extra
4/6
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
5. Kies de juiste vorm en verantwoord je keuze. Vertaal daarna de zin. 1. Parabatus (mercator / mercatorem) est. Vorm: Vertaal:
reden:
2. Eques (equus / equum) amat. Vorm: Vertaal:
reden:
3. Avum (serva / servae) salutat. Vorm: Vertaal:
reden:
4. Marcus et Claudia (amici / amicos) vocant. Vorm: reden: Vertaal: 5. Davus et Critolaus (servus / servi) sunt. Vorm: Vertaal:
reden:
6. Wat is de naamval en de functie van de voornaamwoorden? - Vertaal de zin. a. Te amo.
b. Mercator feminam videt eamque vocat.
c. Vos timent.
d. Cur me non interrogat?
e. Tu milites vides. Milites te vident.
f. Nos mercatores sumus. Auditisne nos?
g. Tu mercator es, nos milites sumus.
h. Ego dominus sum, vos me timetis.
Klassieke Studiën
Caput 2 - Extra
5/6
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
7. Over is, ea, id. Vertaal de zinnen en ga na naar welk woord uit de eerste zin het voornaamwoord verwijst. Marcus equites videt.
Marcus eos videt.
Astra in caelo videmus.
Ea in caelo videmus.
Mater servas laudat.
Mater eas laudat.
Milites ducem timent.
Milites eum timent.
Klassieke Studiën
Caput 2 - Extra
6/6