Excellent Rekenen Goede tot zeer goede rekenaars in het vmbo
Bijlage 2 Statistiekbrochure Materiaal Naam:
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inleiding Als onderdeel van het onderzoek Excellent rekenen in het vmbo zijn er twee opdrachten ontwikkeld. Deze opdrachten zijn bestemd voor de goede tot zeer goede rekenaars in de tweede klas van het vmbo-tl. In het onderzoek zijn deze opdrachten uitgeprobeerd door 12 leerlingen. Deze leerlingen waren er enthousiast over. We hopen dat jij er ook enthousiast mee aan de slag gaat. Er zijn twee opdrachten, voor elke opdracht heb je 3 lesuren de tijd. Het is de bedoeling dat je hier in een groepje aan gaat werken. Samen met de anderen zorg je voor een mooi eindproduct dat je kan presenteren aan de rest van de klas. Behalve dat je de opdracht maakt, hou je ook een soort dagboekje bij waarin je de vragen die er staan beantwoord. We hopen natuurlijk dat alles helemaal duidelijk is, mocht je vragen hebben dan kan je bij je leraar terecht. Veel plezier bij het maken van de opdrachten! Nicole Kil Suzanne de Lange Machteld Schölvinck
2
Doel van de opdracht Na afloop van deze opdracht ben je in staat om verzamelde gegevens op minimaal vier verschillende manieren weer te geven in diagrammen, tabellen en/of statistische maten en uit te leggen wat het betekent. Om dit doel te bereiken ga je bij deze opdracht eerst zelf een onderzoekje doen om gegevens te verzamelen. Je doet dit in een groepje. Met de gegevens die jullie verzamelen, gaan jullie vervolgens een statistiekbrochure maken. Op bladzijde 10 en 11 staat een voorbeeld van een statistiekbrochure. In een apart aangeleverd format gaan jullie diagrammen plaatsen en stukjes tekst schrijven waarin jullie uitleggen wat het onderzoek was, hoe jullie dat hebben uitgevoerd en wat de diagrammen betekenen. In de bijlage staat uitleg over de verschillende diagrammen en tabellen. De statistiekbrochure moet aan onderstaande eisen voldoen: • In de brochure staat welk onderzoekje jullie hebben uitgevoerd en hoe jullie dat hebben aangepakt. • Er moet gebruik zijn gemaakt van minimaal vier soorten diagrammen en tabellen, de dikgedrukte zijn verplicht: - Beelddiagram - Staafdiagram - Lijndiagram - Steelbladdiagram - Cirkeldiagram - Turf en frequentietabel • Gebruik van het gemiddelde en de modus, de mediaan mag maar moet niet. • Door het lezen van de brochure moet het de beoordelaar duidelijk worden dat jullie begrijpen hoe de diagrammen, tabellen en statistische maten werken. • De brochure moet in het format wat bijgeleverd wordt, verwerkt worden. • Er wordt gebruik gemaakt van de gegevens die jullie in de eerste les verzamelen. • De brochure moet informatief zijn en op waarheid berusten. • De titel van de brochure moet op de inhoud slaan. • De spellingscontrole dient gebruikt te worden om zo veel mogelijk taalfouten uit het eindresultaat te halen. • De brochure mag aangevuld worden plaatjes of andere zaken die bij het onderwerp passen.
3
Bij het beoordelen van de brochure wordt het volgende meegenomen: • Creativiteit/Originaliteit • Verzorging van het geheel • Inhoud van het rekenwiskundige gedeelte - Kloppen de diagrammen, tabellen en statistische maten. • Taakverdeling Wat heb je nodig: • Brochure Format (handigste is op de computer); • Bijlage met daarin uitleg over de verschillende diagrammen, tabellen en statistische maten; • Schrift (of papier) • Pen, potloden, geodriehoek, passer, rekenmachine en gum; • Logboek voor les 1, 2 en 3.
Les 1: Doe je eigen onderzoek Doel Je leert om een onderzoekje op te zetten en uit te voeren. Aan het eind van de les heb je gegevens verzameld waarmee je de volgende twee lessen verder aan de slag gaat.
Opdracht 1 Om diagrammen en tabellen te maken in de statistiekbrochure heb je gegevens nodig. Die gegevens ga jezelf verzamelen door een onderzoekje uit te voeren onder je klasgenoten of misschien een paar klassen van de school. Overleg met je leraar wat mag. Bedenk eerst een onderwerp. Waar ga je gegevens over verzamelen? Waar kan je allemaal aan denken? De volgende plaatjes kunnen je misschien op weg helpen. Probeer er met elkaar goed over na te denken. Kom je er helemaal niet uit, vraag dan je leraar om een hint.
4
Bespreek vervolgens met elkaar hoe je het gaat aanpakken. • Welke vraag of vragen ga je stellen aan je klasgenoten? • Op welke manier verzamel je de antwoorden? Dat laatste is wel belangrijk want met de antwoorden ga je de volgende lessen aan de slag. Je zou de antwoorden ook kunnen verzamelen in de computer. Bedenk een goede manier. Vraag dan je leraar om toestemming om het onderzoekje uit te gaan voeren nadat je hebt gecontroleerd of je op de volgende vragen een antwoord hebt: • Wat is het onderwerp van het onderzoek? • Welke vraag of vragen je gaat stellen? • Op welke manier ga je de antwoorden verzamelen?
5
Opdracht 2 Beantwoord de vragen in je logboekje.
Opdracht 3 Sluit de les af met je leraar door met elkaar de vragen in het logboekje te bespreken en de gemaakte opdrachten te bekijken. Bewaar de antwoorden goed, die heb je de volgende les nodig.
Les 2: Diagrammen en tabellen Doel: Je leert op welke manier je verzamelde gegevens kunt weergeven in diagrammen, tabellen en statistische maten. Benodigdheden: Verzamelde gegevens uit les 1.
Opdracht 1 Jullie hebben allemaal wel eens van dit soort diagrammen in de krant, op televisie of internet gezien.
6
De voorbeelden op de vorige bladzijde zijn allemaal manieren om gegevens die je in een onderzoek verzamelt in diagrammen en tabellen weer te geven. Het leuke van deze manier van gegevens presenteren is dat je makkelijk kan laten zien wat je wilt laten zien, waar wil je de nadruk opleggen. Soms zeggen gegevens ook niks als je niet alle informatie hebt. Kijk maar naar dit voorbeeld. In klas 2A is voor de wiskunderepetitie gemiddeld een 6,2 gehaald, in klas 2B een 6,1. Welke klas heeft het beter gedaan? Kan je daar een uitspraak over doen op basis van deze gegevens? Denk hier eens over na met elkaar. Bespreek met je leraar hoe jullie hierover denken.
Opdracht 2 In de brochure die jullie gaan maken moeten de gegevens die jullie de vorige les hebben verzameld, worden verwerkt in diagrammen, tabellen en statistische maten. Bekijk de bijlage met de uitleg over de verschillende diagrammen, tabellen en statistische maten die je kan gebruiken. De brochure moet onder andere aan de volgende eisen voldoen: • Er moet gebruik zijn gemaakt van minimaal vier soorten diagrammen en tabellen, de dikgedrukte zijn verplicht: - Beelddiagram - Staafdiagram - Lijndiagram - Steelbladdiagram - Cirkeldiagram - Turf en frequentietabel • Gebruik van het gemiddelde en de modus, de mediaan mag maar moet niet.
7
Bespreek met elkaar welke diagrammen, tabellen en statistische maten jullie gaan gebruiken voor de statistiekbrochure. Bij elk diagram of tabel schrijf je een stukje tekst waarin je duidelijk maakt wat je kan zien in het diagram of de tabel. In de tekst schrijf je ook welke conclusie je verbindt aan het diagram of de tabel. Aan het eind van de les heb je minimaal met elkaar afgesproken welke d iagrammen en tabellen je gaat gebruiken voor de brochure. De volgende les kan je dan de brochure helemaal afmaken.
Opdracht 3 Beantwoord de vragen in je logboekje.
Opdracht 4 Sluit de les af met je leraar door met elkaar de vragen in het logboekje te bespreken en de gemaakte opdrachten te bekijken.
Les 3: Statistiekbrochure maken Doel Je leert om uitgevoerd onderzoek te presenteren met behulp van een brochure waarin diagrammen, tabellen en getallen gebruikt zijn. Benodigdheden De verzamelde gegevens uit les 1 en de diagrammen en tabellen uit les 2. Format van de brochure.
Opdracht 1 • • •
Spreek met elkaar of hoe je aan de slag gaat om ervoor te zorgen dat er aan het eind van de les een complete brochure ligt. Kijk nog een keer naar de eisen van de brochure. Zorg voor een mooie titel waaruit duidelijk wordt wat het onderwerp van het onderzoekje was. • Vul het format met jullie materialen en maak er een duidelijk, overzichtelijk en creatief geheel van.
8
Opdracht 2 Beantwoord de vragen in je logboekje.
Opdracht 3 Sluit de les af met je leraar door met elkaar de vragen in het logboekje te bespreken en de gemaakte opdrachten te bekijken. Lever je statistiekbrochure en logboek van alle drie de dagen bij je leraar in.
Sportdag onderbouw In mei is er weer een sportdag op school. De gymleraren hebben aan de leerlingen van de o nderbouw gevraagd welke sport zij het leukste vinden om te gaan doen op de sportdag. In het staafdiagram hierboven kun je de r esultaten aflezen. Voor voetbal hebben maar liefst 47 leerlingen gekozen, voor volleybal 37 en voor tennis 30 leerlingen. V eldlopen was het minst geliefd, hier kiezen maar 15 leerlingen voor. Evaluatie Deze brochure hebben wij g emaakt voor het project e xcellente VMBO leerlingen. Wij hebben deze b rochure in drie lessen moeten maken en mochten zelf een onderwerp verzinnen. Wij hebben eerst nagedacht over een onderwerp. Daarna zijn wij gaan zoeken naar informatie en naar leuke plaatjes. Wij hebben alle informatie verwerkt in de meest logische diagrammen. De verhaaltjes hebben wij zelf bij
9
de diagrammen verzonnen. In de verhaaltjes hebben wij laten zien dat wij de diagrammen begrijpen. Reflectie Wij vonden de opdracht heel leuk om te doen. Wij vonden het leuk dat wij iets anders mochten doen bij de rekenlessen waar we wel van leerden. Het samenwerken in groepjes vonden wij heel gezellig. Wij hopen dat we dit nog een keer mogen doen. Wij hebben geleerd over allemaal verschillende d iagrammen. Omdat wij moesten kiezen welke diagram het beste bij het onderwerp paste, moesten wij de d iagrammen goed begrijpen. Aan het begin vonden wij het heel lastig om goede verhaaltjes te maken, later ging dat steeds beter. Nicole Kil Suzanne de Lange Machteld Schölvinck
10
Hoe sportief is onze klas? In onze klas hebben wij een onderzoekje gedaan naar de tijd die de leerlingen per week besteden aan sport. De gegevens hebben wij verwerkt in een steelbladdiagram. Het steelbladdiagram is onderverdeeld in de categorie jongens en meisjes. Het minst sportieve meisje sport 31 minuten in de week, de minst sportieve jongen sport 37 minuten in de week. Het meest sportieve meisje sport 81 minuten en de meest s portieve jongen sport 88 minuten per week. In mijn klas zitten 25 leerlingen, 13 meisjes en 12 jongens.
Sporten in mijn klas
De leerlingen uit mijn klas doen de volgende sporten, 20% doet aan korfbal, dat zijn 5 leerlingen. Ook doen er 5 leerlingen aan handbal. Tennis is in onze klas favoriet dat doen 10 leerlingen.
11
De leraren en sporten Na de zomervakantie was er een actie op school onder de leraren, zij wilden meer gaan sporten. Gemiddeld brachten zowel de mannen als vrouwen in september gemiddeld 150 minuten door met sportactiviteiten. Vanaf o ktober was er een daling te zien bij de mannen, terwijl de vrouwen nog sportiever werden. Helaas hielden de v rouwelijke docenten dit niet lang vol en werden steeds minder sportief. In februari was het nog maar net een uur wat ze per week bezig waren met sport. De m annen herstelden zichzelf en besteden per week ruim 2 uur aan sport activiteiten.
12