Excellent Rekenen Goede tot zeer goede rekenaars in het vmbo
Bijlage 1 Tuinontwerp Handleiding en logboek leraar Naam:
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inleiding Als onderdeel van het onderzoek Excellent rekenen in het vmbo zijn er twee reken opdrachten ontwikkeld. Deze opdrachten zijn bestemd voor de goede tot zeer goede rekenaars in de tweede klas van het vmbo-tl, de 20 procent hoogst scorende leerlingen. In het onderzoek zijn deze opdrachten uitgeprobeerd door 12 leerlingen. Deze leerlingen waren er enthousiast over. We hopen dat uw leerlingen er ook enthousiast mee aan de slag gaat. Er zijn twee opdrachten, statistiekbrochure en tuinontwerp. Voor elke opdracht hebben uw leerlingen 3 lesuren de tijd. Het is de bedoeling dat uw leerlingen hier in een groepje aan gaan werken. Samen met de anderen zorgen ze voor een mooi eindproduct. Iedere les geeft u een korte instructie over wat de bedoeling is en zorgt u dat u en uw leerlingen aan het eind een logboek invullen. Als het mogelijk is, is het leuk om aan het eind van de laatste les de leerlingen hun eindproduct aan de rest van de klas te laten presenteren. Wij stellen ook voor dat u het eindproduct van de leerlingen beoordeeld en die beoordeling laat meewegen. Of en hoe u dat doet laten we uiteraard aan u over. Veel plezier bij het begeleiden van deze lessen! Nicole Kil Suzanne de Lange Machteld Schölvinck
2
Doel les Tuinontwerp In concrete situaties uitspraken doen over lengte, omtrek, oppervlakte en inhoud en in zeer eenvoudige gevallen over de relatie daartussen. Daarnaast ook in authentieke situaties veelgebruikte meetkundige begrippen kennen en kunnen toepassen. Ook het kennen van namen van (in situaties) veelvoorkomende vlakke en ruimtelijke vormen, alsook in bekende situaties vaardig rekenen met de daarin voorkomende gehele en decimale getallen en (eenvoudige) breuken. Aan het eind van deze opdracht zijn uw leerlingen in staat om een bovenaanzicht van de tuin op schaal te maken en vervolgens de kosten van de tuin te berekenen. Dit zijn allemaal onderdelen van het referentieniveau 3F. Opdracht Iedere leerling ontwerpt zijn ideale tuin, maakt een bovenaanzicht op schaal en berekent vervolgens de kosten van de tuin. De leerlingen maken de stappen die daar voor nodig zijn in hun groepje, ze overleggen met elkaar wat ze gaan doen. De tuin moet getekend worden op de uitwerkbijlage. Benodigdheden • Uitwerkbijlage; • Bijlage met daarin lijst van afbeeldingen en prijzen; • Liniaal; • Pen, potloden, passer en gum; • Rekenmachine; • Logboek voor les 1, 2 en 3.
Eindproduct beoordelen: De tuin moet in ieder geval de dikgedrukte onderdelen bevatten. De tuin moet minimaal onderstaande 3 elementen bevatten: • Terras • Zwembad of Vijver • Gras Leerlingen moeten nog 1 element uit de folder toevoegen: • Kippenren • Rozenperk
3
De tuin moet minimaal onderstaande 2 vormen bevatten: • Cirkel • Driehoek Verder moeten er nog 2 verschillende vormen uit onderstaande lijst voorkomen: • Vierkant • Rechthoek • Parallellogram • Vlieger • Ruit • Vijfhoek Bij het beoordelen van de tuin neemt u het volgende mee: • Creativiteit/ Originaliteit • Verzorging van het geheel • Inhoud van het wiskundige gedeelte - Op schaal tekenen van de onderdelen - Prijs berekenen per onderdeel
Les 1: Ontwerp je eigen droomtuin Introduceer aan de hand van het voorbeeld van een tuinontwerp in het leerling materiaal, dat van hen wordt verwacht dat ze een eigen droomtuin ontwerpen. Geef aan wat er minimaal in de tuin terug te vinden moet zijn en dat men de materialen kan gebruiken die in de bijlage staan. Het is de bedoeling dat de leerlingen met elkaar overleggen wat ze eerst en daarna gaan doen. Iedere leerling maakt zijn eigen tuinontwerp. Als u de indruk hebt dat leerlingen in het groepje aan de slag kunnen om een eerste opzet te maken, dan rondt u de instructie af. Tien minuten voor het einde van de les, vraagt u de leerlingen tot een afronding te komen en hun logboek voor les 1 in te vullen. Bespreek het logboek met de leerlingen na en vul uw eigen logboek in.
Les 2: Maak je tuinontwerp af Bekijk samen met de leerlingen welke onderdelen ze al hebben ingetekend en bespreek welke onderdelen ze nog kunnen invoegen in hun tuinontwerp. Als u de indruk hebt dat leerlingen in het groepje aan de slag kunnen om hun ontwerp af te maken, dan rondt u de instructie af.
4
Tien minuten voor het einde van de les, vraagt u de leerlingen tot een afronding te komen en hun logboek voor les 2 in te vullen. Bespreek het logboek met de leerlingen na en vul uw eigen logboek in.
Les 3: Kostenoverzicht Deze laatste les besteden uw leerlingen aan het maken van een overzicht van de kosten die hun tuin (als ze hem echt zouden gaan aanleggen). Geef aan dat ze de kosten uit de bijlage met materialen kunnen halen. Ze kunnen een Excel bestand aanmaken, of in word een tabel, of via internet een kostenoverzicht maken. Of ze kunnen het zelf maken op papier. Het is de bedoeling dat ze in het kosten overzicht niet alleen het materiaal laten terugkomen en de prijs, maar ook de berekening. Bijvoorbeeld: muursteen “Siola” Kombi, pm² 2,75. 10x2,75= €27,50. Er hoeft geen aparte btw berekening gemaakt te worden. Tien minuten voor het einde van de les, vraagt u de leerlingen tot een afronding te komen en hun logboek voor les 3 in te vullen. Bespreek het logboek met de leerlingen na en vul uw eigen logboek in.
Logboek Tuinontwerp Les 1 Datum: Wat ging de leerlingen vandaag goed af? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Waar bent u minder tevreden over? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
5
Begrepen uw leerlingen de opdrachten? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Wat was onduidelijk in de opdrachten? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Waar hadden ze nog vragen over? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Hoe ging de samenwerking? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Als u deze les vergelijkt met een gewone rekenles. Welk cijfer, tussen 0 en 10, geeft u deze les dan en waarom ? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Les 2 Datum: Wat ging de leerlingen vandaag goed af? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Waar bent u minder tevreden over? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
6
Begrepen uw leerlingen de opdrachten? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Wat was onduidelijk in de opdrachten? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Waar hadden ze nog vragen over? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Hoe ging de samenwerking? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Als u deze les vergelijkt met een gewone rekenles. Welk cijfer, tussen 0 en 10, geeft u deze les dan en waarom ? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Les 3 Datum: Wat ging de leerlingen vandaag goed af? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Waar bent u minder tevreden over? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
7
Begrepen uw leerlingen de opdrachten? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Wat was onduidelijk in de opdrachten? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Waar hadden ze nog vragen over? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Hoe ging de samenwerking? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Als u deze les vergelijkt met een gewone rekenles. Welk cijfer, tussen 0 en 10, geeft u deze les dan en waarom ? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
8