Excellent Rekenen Goede tot zeer goede rekenaars in het vmbo
Bijlage 2 Statistiekbrochure Handleiding en logboek voor leraren Naam:
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inleiding Als onderdeel van het onderzoek Excellent rekenen in het vmbo zijn er twee reken opdrachten ontwikkeld. Deze opdrachten zijn bestemd voor de goede tot zeer goede rekenaars in de tweede klas van het vmbo-tl, de 20 procent hoogst scorende leerlingen. In het onderzoek zijn deze opdrachten uitgeprobeerd door 12 leerlingen. Deze leerlingen waren er enthousiast over. We hopen dat uw leerlingen er ook enthousiast mee aan de slag gaat. Er zijn twee opdrachten, statistiekbrochure en tuinontwerp. Voor elke opdracht hebben uw leerlingen 3 lesuren de tijd. Het is de bedoeling dat uw leerlingen hier in een groepje aan gaan werken. Samen met de anderen zorgen ze voor een mooi eindproduct. Iedere les geeft u een korte instructie wat de bedoeling is en zorgt u dat u en uw leerlingen aan het eind een logboek invullen. Als het mogelijk is, is het leuk om aan het eind van de laatste les de leerlingen hun eindproduct aan de rest van de klas te laten presenteren. Wij stellen ook voor dat u het eindproduct van de leerlingen beoordeeld en die beoordeling laat meewegen. Of en hoe u dat doet laten we uiteraard aan u over. Veel plezier bij het begeleiden van deze lessen! Nicole Kil Suzanne de Lange Machteld Schölvinck
2
Doel les Statistiekbrochure In concrete situaties diagrammen en tabellen analyseren, interpreteren en kritisch beoordelen. Daarnaast ook in authentieke situaties op basis van zelf verzamelde gegevens diagrammen en tabellen kunnen maken om de verzamelde gegevens over zichtelijk weer te geven en uitspraken over te kunnen doen. Aan het eind van deze opdracht zijn uw leerlingen in staat om zelf een onderzoekje uit te voeren en de verzamelde gegevens op een ordelijke manier weer te geven en er uitspraken over te kunnen doen. Dit zijn allemaal onderdelen van het referentie niveau 3F. Opdracht In een groepje voeren de leerlingen een onderzoekje uit waarbij ze gegevens verzamelen. Vervolgens gaan de leerlingen de gegevens ordenen in diagrammen, tabellen en statistische maten. Deze diagrammen, tabellen en statistische maten verwerken ze in een brochure, in het bijgeleverde format, waarbij ze stukjes tekst plaatsen waarin ze beschrijven wat de diagrammen, tabellen en maten voorstellen en betekenen. Voor de lezer moet het duidelijk zijn wat ze onderzocht hebben, hoe ze dat hebben aangepakt en wat de diagrammen, tabellen en statistische maten betekenen. Het handigste is het als de leerlingen hun brochure op de computer kunnen maken. Benodigdheden • Brochure Format (handigste is op de computer); • Bijlage met daarin uitleg over de verschillende diagrammen, tabellen en statistische maten; • Schrift (of papier) • Pen, potloden, geodriehoek, passer, rekenmachine en gum; • Logboek voor les 1, 2 en 3. Eindproduct beoordelen: De tuinDe brochure moet aan de volgende eisen voldoen: • In de brochure staat welk onderzoekje de leerlingen hebben uitgevoerd en hoe ze dat hebben aangepakt. • Er moet gebruik zijn gemaakt van minimaal vier soorten diagrammen en tabellen, de dikgedrukte zijn verplicht: - Beelddiagram - Staafdiagram - Lijndiagram - Steelbladdiagram - Cirkeldiagram - Turf en frequentietabel
3
• Gebruik van het gemiddelde en de modus, de mediaan mag maar moet niet. • Door het lezen van de brochure moet het duidelijk worden dat de leerlingen begrijpen hoe de diagrammen, tabellen en statistische maten werken. • De brochure moet in het format wat bijgeleverd wordt, verwerkt worden. • Er wordt gebruik gemaakt van de gegevens die de leerlingen in de eerste les verzamelen. • De brochure moet informatief zijn en op waarheid berusten. • De titel van de brochure moet op de inhoud slaan. • De spellingscontrole dient gebruikt te worden om zo veel mogelijk taalfouten uit het eindresultaat te halen. • De brochure mag aangevuld worden plaatjes of andere zaken die bij het onderwerp passen. Bij het beoordelen van de tuin neemt u het volgende mee: • Creativiteit/Originaliteit • Verzorging van het geheel • Taakverdeling • Inhoud van het rekenwiskundige gedeelte - Kloppen de diagrammen, tabellen en statistische maten.
Les 1: Doe je eigen onderzoek Introduceer aan de hand van het voorbeeld op bladzijde 10 en 11 van het leerlingen materiaal dat van de leerlingen wordt verwacht dat ze een eigen brochure maken waarin verschillende diagrammen, tabellen en statistische maten worden gebruikt. Met het groepje maken ze één brochure. Geef aan wat er minimaal in de brochure terug te vinden moet zijn. Bekijk met de leerlingen de bijlage waarin uitleg over de diagrammen, tabellen en statistische maten staat. In de eerste les is het de bedoeling dat de leerlingen een onderzoekje uitvoeren waarbij ze gegevens verzamelen op basis waarvan ze de brochure van inhoud kunnen voorzien. Het onderwerp van het onderzoek mogen ze zelf kiezen. Te denken valt aan reistijd, maten, (zak)geld, in de wereld en sport. De verzamelde gegevens moeten bij voorkeur getallen opleveren. Overleg met de leerlingen wat mag, alleen in hun eigen klas of mogen ze bij meer klassen langs. Als u de indruk heeft dat leerlingen met het groepje aan de slag kunnen om het onderzoekje op te zetten en uit te voeren, dan rondt u de instructie af. Tien minuten voor het einde van de les, vraagt u de leerlingen tot een afronding te komen en hun logboek voor les 1 in te vullen. Bespreek het werk en het logboek met de leerlingen na en vul uw eigen logboek in.
4
Les 2: Diagrammen en tabellen Voor deze les is het doel dat de leerlingen eerst nadenken over het gebruik van diagrammen en tabellen, wat kan je er mee (opdracht 1). Bespreek deze opdracht met de leerlingen. Bekijk samen met de leerlingen de gegevens die ze de vorige les verzameld h ebben. Blader nogmaals met ze door de bijlage. Vervolgens gaan de leerlingen bepalen welke diagrammen, tabellen en statistische maten ze willen gebruiken in de statistiek brochure. Als u de indruk heeft dat leerlingen in het groepje aan de slag kunnen, dan rondt u de instructie af. Er moeten minimaal 4 diagrammen en tabellen gemaakt worden voor de statistiekbrochure. De turf/frequentietabel en de cirkeldiagram zijn verplicht. Net zo als het gebruik van het gemiddelde en de modus. Tien minuten voor het einde van de les, vraagt u de leerlingen tot een afronding te komen en hun logboek voor les 2 in te vullen. Bespreek het werk en het logboek met de leerlingen na en vul uw eigen logboek in. Antwoord opdracht 1 Klas 2A gemiddelde 6,2 Klas 2B gemiddelde 6,1 Je kan geen uitspraak doen over welke klas het beter heeft gedaan want er ontbreken een heleboel gegevens. Bijvoorbeeld uit hoeveel leerlingen de klas bestond. En ook als je aanneemt dat in elke klas evenveel leerlingen zitten kan je nog niks zeggen, want je weet de spreiding van de gehaalde cijfers niet. Mogelijk kan zijn dat de verdeling van de cijfers zou is: Gehaalde cijfers
Klas 2A
Klas 2B
3
2
4
7
1
5
3
5
6
13
7
1
8
2
9
1
10
5
1
5
Bij deze mogelijke oplossing is het gemiddelde van Klas 2A inderdaad 6,2 maar er zijn 12 leerlingen met een onvoldoende. In klas 2B is het gemiddelde 6,1, maar er zijn 6 leerlingen met een onvoldoende. Op basis van deze gegevens zou je zeggen dat klas 2B het beter heeft gedaan.
Les 3: Statistiekbrochure maken Deze laatste les besteden uw leerlingen aan het maken van de statistiekbrochure in het bijgeleverde format, bij voorkeur op de computer. Bespreek met de leerlingen nogmaals de eisen waaraan de brochure moet voldoen en kijk of ze aan de slag kunnen. Tien minuten voor het einde van de les, vraagt u de leerlingen tot een afronding te komen en hun logboek voor les 3 in te vullen. Bespreek de statistiekbrochure en het logboek met de leerlingen na en vul uw eigen logboek in. Als het kan zou het leuk zijn om het eindproduct aan de klas te presenteren.
Logboek Statistiekbrochure Les 1 Datum: Wat ging de leerlingen vandaag goed af? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Waar bent u minder tevreden over? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Begrepen uw leerlingen de opdrachten? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
6
Wat was onduidelijk in de opdrachten? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Waar hadden ze nog vragen over? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Hoe ging de samenwerking? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Als u deze les vergelijkt met een gewone rekenles. Welk cijfer, tussen 0 en 10, geeft u deze les dan en waarom ? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Les 2 Datum: Wat ging de leerlingen vandaag goed af? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Waar bent u minder tevreden over? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Begrepen uw leerlingen de opdrachten? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
7
Wat was onduidelijk in de opdrachten? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Waar hadden ze nog vragen over? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Hoe ging de samenwerking? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Als u deze les vergelijkt met een gewone rekenles. Welk cijfer, tussen 0 en 10, geeft u deze les dan en waarom ? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Les 3 Datum: Wat ging de leerlingen vandaag goed af? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Waar bent u minder tevreden over? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Begrepen uw leerlingen de opdrachten? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
8
Wat was onduidelijk in de opdrachten? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Waar hadden ze nog vragen over? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Hoe ging de samenwerking? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
Als u deze les vergelijkt met een gewone rekenles. Welk cijfer, tussen 0 en 10, geeft u deze les dan en waarom ? .................................................................................. .................................................................................. ..................................................................................
9