Een trip om nooit te vergeten Deel 8 Zondag 18 Mei ankerden we nét na hoog water in de “Baia de los Lençois”. Het was al hoog water geweest en we zagen een soort van lagune met een kanaal aan het eind. Achter in dat kanaal zagen we aan stuurboord hoge zandduinen. Voor de rest waren de oevers hoofdzakelijk begroeid met mangroves. We voeren met een wijde boog langs het strand en wilde dan naar binnen het kanaal in, maar de dieptemeter wees ineens 50 cm. water onder de kiel aan! En aangezien het vallend water was, besloten we wat dieper water op te zoeken en voor anker te gaan. De volgende dag was het rond 11:00 uur laag water, en we gingen op weg om een route te vinden met dieper water, om het kanaaltje binnen te komen. Ik had gisteravond de vissers daar zien binnenkomen dus ik had nu een idee over de te nemen route. Vanaf onze ankerplek voeren we richting strand. (zie kaartje) Toen we 50 meter voor het strand waren, hadden we hooguit 50 cm. water onder de kiel. Dan… ineens ruim 4 meter! We gingen hard bakboord uit en voeren een vaargeul in. We ankerden in het kanaal tegenover een modderbank tussen twee mangrovebossen.
Niet lang daarna zaten we heerlijk in de kuip en genoten van het uitzicht. Een aantal rode Ibissen waren druk bezig om wormpjes en ander gedierte uit de modder te pikken met hun lange kromme snavels. Er kwam een vissersboot Aanvaren... “Pattapattapatta” klonk het luchtgekoelde één cylinder dieseltje, misschien een oude “Lister”? Waar de witte boot vaart, begint het kanaal. Breed lachend probeerde de vissers ons duidelijk te maken dat we hier niet goed lagen en dat we wat verder op in het kanaal moesten ankeren. Wij waren gasten en konden zo ie zo niet met ze discusseren, dus haalden wij (ook breedlachend) ons anker op en verhuisde naar de door hun aangewezen plaats vlak bij de hoge zandduinen. Het maakte niet uit waar je lag, het was overal even mooi. En onze vissers waren nu erg tevreden. Wat wil je nog meer. We dronken een borrel en gingen niet te laat de kooi in. Dinsdag 20 Mei Rond ± 07:00 s’ochtends praaide ik een passerende vissersboot met 4 man aan boord. Ze maakte een grote bocht en kwamen langszij. Ik vroeg (met handen en voeten) of ze vis voor ons te koop hadden. Antwoord: "Sí no problem...!!!" Eerst moesten ze de vis nog vangen, maar bij de terugkomst konden we vis van ze krijgen.
In de namiddag maakte we maar een pizza, denkende dat de vissers niet kwamen. (Walterclub??) Maar... toen de pizza net klaar was, kwamen de vissers toch nog langszij. Ze hadden een vis van zo’n anderhalve meter voor ons en nodigde ons uit bij hun aan boord, om mee te eten van de door hun onderweg bereidde vispot. Die stond te pruttelen op hun achterdek. Uiteraard accepteerde we de uitnodiging, stapte over en namen de pizza mee.!!!
Daar zaten we dan met z’n zessen op een grote stapel natte visnetten. Wij aten hun vis, zij aten onze pizza! Het ging er in als koek. Denk dat ze nog nooit een pizza hebben gezien, laat staan hebben. gegeten! Daarna wilden ze natuurlijk aan boord COMPLEX. We dronken een paar glazen “Quinschassa” (ik hoop dat ik het Goed schrijf) Het is een lokaal van suikerriet gedistilleerd spulletje. Hik!
Zand, zand en nog eens zand!
We hadden last van muskieten en dat was behoorlijk vervelend. s’Avonds brandde we muskietencoils in de kuip en smeerden ons in met divers antimuggen spul. Helaas... er is toch één soort beestje waar we niets tegen konden uitrichten. En er waren er miljoenen van! Ze vlogen gewoon door het muskietengaas heen! De engelsen noemen ze: “no-see-ums”. Ik dacht dat ze van de zandduinen kwamen. Het kon me eigenlijk niet schelen waar ze vandaan kwamen, ze staken verschrikkelijk. . Woensdag 21 Mei We zaten onder de kleine bultjes! Het jeukte verschrikkelijk! 07:00 in de ochtend....De vissers klopten aan en één van de mannen hield een klein roestig conserveblikje op, met de vraag; of we nog een beetje van die "quinschassa" hadden, want het is s’ochtends nog al fris op het water! We gaven hun de fles van gisteren met de mededeling: "het is jullie gegund...we kunnen snel meer aankopen". Terwijl de vissersboot langzaam het kanaal uitvaarde, besloten wij, dat hoewel we het erg naar onze zin hadden, we toch aanstalte zouden gaan maken om te vertrekken voordat we helemaal opgegeten zouden zijn door die “no-see-ums” Op donderdag 22 Mei, toen het tij weer naar binnen liep, voeren wij naar buiten. Wanneer we in de baai kwamen, stond er een dikke 25 knopen wind op de neus en hadden we stroom tegen. We besloten in de beschutting van het eiland en naast de vaargeul voor anker te gaan en te wachten op betere tijden. In de late middag was het zo ver en motorden we de baai uit. Dat was een hele toer! Er stond een ruwe steile zee en daarom schoten we niet erg op. Pas om 21:00 uur konden we afvallen en zeil hijsen. Belem… "here we come!!".
Als we zaterdag de 24e Mei de monding van de “Rio Para” binnenlopen, moesten we nog zo’n 40 mijl varen om op de eigenlijke rivier te komen. We zwijnde ontzettend met de stroom en kregen een vol tij mee naar binnen! Rond 24:00 snachts lagen we in de rivier, door land beschut voor anker. We besloten eerst maar even een paar uurtjes te slapen. Zondag 25 Mei. We motorden de hele dag de rivier op. Ook van deze plek hadden we slechts beperkte documentatie en moesten we zoeken naar de jachtclub van Belem. We kregen VHF contact met een zekere Edison en die gaf ons goede informatie. Tegen de schemering ankerde we tegenover de Jachtclub met slechts 2 meter water onder de kiel. We waren doodmoe. De volgende ochtend kwam De stad Belem aan de Rio Para Edison op de koffie. Hij vertelde ons het een en ander over de stad, club en haven autoriteiten die we moesten gaan bezoeken. In en uit klaren kan hier normaal in één keer. Maar, dan moet je niet weggaan op de datum die je opgeeft en pik je gewoon een paar extra dagen. Er is niemand die dit controleerd. Maar……wat denk je?? De Japanse keizer Hirohito kwam dit weekeinde op bezoek. Dus veel patrouille boten.
De keizer ging ook een riviertrip maken en wel precies in het gebied waar wij lagen. Een buitenlands jacht wordt dan natuurlijk extra in de gaten gehouden. Hoe kunnen ze het zo uitkienen!! Hebben wij dat??
Aanloop naar Belem De volgende ochtend namen we een “kamikaze” bus naar de stad, alwaar we eerst de Police Federal bezochten. Dan door naar de commeciele haven want daar zit de douane. Toen we na lang zoeken en kilometers lopen in die hitte eindelijk voor het hek stonden van het douanekantoor, werd ons verteld dat het lunch tijd was en we maar terug moesten komen na 13:00 uur. Gelukkig vonden we een restaurantje in de buurt en we aten daar erg lekker. Dan terug naar de douane. Het kantoor was op één persoon na, geheel verlaten. Het was een wat oudere kale man die achter een loket zat te knikkebollen met z’n hoofd boven een porno blaadje. Ik riep hem een paar maal en hij keek verstoord op en mompelde wat en ging iemand waarschuwen, waarna hij weer boven z’n boekje ging hangen om een nieuwe slaapronde voor te bereiden. Er verscheen nu een jonge man die absoluut niet wist wat hij met ons (zeilbootmensen) aan moest, en hij kwam tot het besluit dat we na 15:00 uur maar eens terug moesten komen!!! Nu, voor ons was dit dus de LIMIT!!!! Ons devies was nu “ADUANA-NO!!!!”. We besloten ze gewoon te laten stikken met hun papierwinkel en straks uit Brazilie te vertrekken zonder doane papiertjes en stempeltjes Doei!!!
We verlieten het kantoor en gingen naar de stad terug om nog even langs de “Capitania do Porto” te gaan en daar werden snel en vriendelijk Geholpen.
Jachtclub van Belem
Dan nog een grappige ervaring: Daar wij Suriname wilden bezoeken, hadden we we een kleine Surinaamse vlag nodig. Het is gebruikelijk dat een jacht, als groet de vlag wappert van het land waar zij op bezoek zijn. Wij maakte die vlaggen zelf, maar wisten niet precies hoe de Surinaamse vlag er uitzag. Wij zagen een buro van “Surinam Air” en stapten daar binnen om hier naar te informeren maar men wist niet hoe de Surinaamse vlag er uit zag!!! Echt waar!!! Gelukkig... toen we het pand verlieten, zag ik een maquette van een vliegtuig met een sticker van de vlag er op geplakt. We maakten aantekeningen en konden nu in iedergeval de vlag gaan vervaardigen! Dan nog even langs de fotograaf voor onze foto’s en een taxi gepakt terug naar de club om een pilsje te pakken. We keken terug op een enerverende dag. Men vertelde ons dat er deze avond een party was in de club. Wij waren ook welkom, als we een geschreven bewijsje haalde in de club en ons in nette kleding wilde hijsen (minstens blazer en stropdas voor de mannen). Onze intuïtie zei... dat is niets voor ons... We kunnen het hele gebeuren vanuit de kuip gadeslaan. Er werden meer dan 50 tafels gedekt en er liepen wel 10 obers rond, gekleed in witte blazers en voorzien van een pinkelhoutje.
Afijn, om een kort verhaal nog korter te maken. Rond 23:00 uur waren er hooguit 20 gasten!! Om je rot te lachen. Wij bekeken het “feest” gebeuren vanuit de kuip en gingen niet te laat de kooi in. Nog even over de tieps die we zagen in het zwembad. Er dreven tantes rond, met een douchemuts op hun hoofd en met hun armen leunend op een soort van piepschuim drijfplankje. Een hand onder de kin.(alsof je op een tafel leunt) en in de andere hand een sigaret. Een beetje in de lucht, want anders wordt hij nat! En om de zaak te vervolmaken, de meest verveeld mogelijke uitdrukking op het gelaat!! Verder rest me, te vertellen dat volgens mij de gemiddeldehuisdieren wereldwijd, beter worden behandeld dan de obers in deze blazé jachtclub! Toen we de stad bezochten liepen we ook langs de vissershaven. Nu, alles wat men niet wil gaat overboord de haven in. Met laag water is dit goed te zien! Zie hiernaast. Vrijdag 30 Mei bezochten we de stad en speelden de toerist. Ook bezochten we de “Police Federal”, kochten een volle kar met etenswaren, en namen een taxi terug. En Zaterdag 31 Mei ging het anker op en vertrokken we richting Frans Guyana.
De vissershaven van Belem tijdens Laag water!
Volgende keer: Frans Guyana “Il du Salut” Kourou Saint Laurent Suriname