Divers Jaarverslag
2013
juni 2014
Jaarverslag 2013
Inhoud Inhoud Jaarverslag deel 1
5
1 Bestuursreflectie
5
2 Bestuursverslag • Raad van Toezicht • Cliëntenraad • Klankbordgroep Vrijwilligers • Klachtenregeling • P&O • Sector Bedrijfsvoering • Organogram 2012 met samenstelling RvT, MT, CR, Klankbordgroep Vrijwilligers
9 10 12 12 12 13 14 16
3 Rapportages Divers Opdracht 2013 gemeente ’s-Hertogenbosch Programma 2013 Sociale verbanden • Opbouwwerk • Wijkpleinen • Ouderen • Vrijwillige Thuishulp en Mantelzorgondersteuning • Vrijwilligers • Maatschappelijke stages (MAS) Veiligheid • Buurtbemiddeling Leren en opgroeien • Jeugd & jongerenwerk • Opvoedondersteuning Innovatieprogramma 2013 A. Innovatieopdracht gemeente ’s-Hertogenbosch B. Innovatieprogramma Divers/Juvans Extra opdrachten 2013 4 Jaarverslag 2013 Welzijn Vught (gemeente Vught) 1. Vrijwilligerswerk & mantelzorg • Verslag Mantelzorgplaza 2. Jeugd & jongerenwerk 3. Participatie 4. Buurtwerk
19 1 9 20 20 23 25 27 29 32 34 34 36 36 40 43 43 45 47
Bestuursverslag
53 54 54 58 61 63
3
4
Jaarverslag 2013
11Bestuursreflectie Bestuursreflectie
Bestuursreflectie
5
11Bestuursreflectie Bestuursreflectie In 2013 stond het werk van Divers volledig in het teken van de grote transities die in 2015 zullen worden geformaliseerd. In de geest van deze ontwikkelingen vraagt de gemeente ons minder zelf te doen en de burger juist meer eigen verantwoordelijkheid te laten nemen. Ons antwoord daarop is dat wij niet alleen een appèl doen op de eigen verantwoordelijkheid van mensen, maar met hen ook de kracht ontwikkelen om daaraan daadwerkelijk vorm te geven. ‘Burgerkracht’ is dan ook het centrale begrip dat wij in onze strategische visie hebben uitgewerkt. Behalve de inhoudelijke consequenties voor ons werk schetsen wij daarin ook hoe ons werk het beste kan gedijen ‑in samenwerking of zelfs in samengaan met andere, geestverwante organisaties. Tegen deze achtergrond is ons werk in buurten en wijken in 2013 echt veranderd. Dit jaarverslag is op een andere wijze tot stand gekomen dan in vorige jaren. De grondslag ervan vormen de zogenaamde resultaatkaarten die wij op basis van de gemeentelijke doelstellingen hebben ontworpen. De rapportage volgens deze kaarten is gebaseerd op ‘tellen’ en ‘vertellen’. We gaan ervan uit dat met name het vertelgedeelte niet alleen prettiger leest, maar ook beter inzicht geeft in wat Divers precies doet. Transities De grote transities en met name hun gevolgen voor Wmo en de Jeugdzorg wierpen in 2013 hun schaduw vooruit. Zowel de gemeente als de instellingen bereiden zich volop voor op de komende veranderingen. Omdat vooralsnog niet helder is wat dit precies voor alle partijen betekent, hebben wij gekozen voor partnership, gepaard aan een ontwikkelingsgerichte en flexibele opstelling. Omdat de ontwikkelingen intussen wel veel onzekerheid bij medewerkers veroorzaken, hebben wij hen in de discussie betrokken. Dat deden we ook vanuit het idee dat de genoemde transities gevolgen zullen hebben voor het werk. Daarvoor zullen nieuwe manieren van denken en doen nodig zijn, die gaandeweg van onderop ontwikkeld moeten worden. Innovatieprogramma Uiteindelijk gaat het erom dat onze klanten een beter afgestemd pakket van diensten en producten krijgen. Daartoe hebben wij in opdracht van de gemeente samen met Juvans (maatschappelijk werk) een innovatieprogramma ontwikkeld. In dat programma worden methodieken, vaardigheden en trainingen ontwikkeld, die de medewerkers in staat stellen om klanten in hun kracht te zetten. Een voorbeeld daarvan is al in 2013 zichtbaar geworden in de huiskamer van het Epigoon ouderen-activiteitencentrum. Het betreft dagopvang van en - zoveel mogelijk - door ouderen. Ongeveer 15 kwetsbare ouderen worden er wekelijks begeleid door 12 geschoolde vrijwilligers. Zij bieden ondersteuning op allerlei vragen, schaken met de ouderen, maar leggen ook uit hoe je een computer moet gebruiken. De professionals van Divers acteren op de achtergrond en treden op als coach van de vrijwilligers. Een ander voorbeeld is Den Bosch-Oost. Daar werkt Divers mee aan een project gericht op burgerkracht. Wijkbewoners en professionals ontwikkelen er samen onder meer de zorgzame buurt, waar mensen zich verantwoordelijk voor elkaar voelen en elkaar helpen als dat nodig is. Positie in het werkgebied Door alle ontwikkelingen die zich op korte termijn voltrekken, zal ook onze positie ten opzichte van andere instellingen in de stad verschuiven. Divers heeft altijd samenwerking met andere organisaties gezocht en toegejuicht. In onze strategische visie geven wij aan de samenwerking met onze ‘natuurlijke’ partners Juvans en MEE verder te willen uitbouwen. Met een groot aantal instellingen nemen wij op dit moment deel in de zogenaamde brede Wmo-coalitie. Onder de naam ‘Zorgzaam ’s-Hertogenbosch’ willen deze partijen samen met bewoners gebiedsgericht een aanbod ontwikkelen op het terrein van wonen, zorg en welzijn. Zij richten zich vooral op kwetsbare burgers en gaan daarbij uit van de kracht van bewoners zelf en van hun sociale netwerk. Ten slotte nemen wij - samen met andere instellingen - deel in de Basisteams Jeugd en Gezin. En in twee wijken participeren onze medewerkers in sociale wijkteams. Daar voeren wij met elkaar de discussie over de functie en positie van deze wijkteams in de toekomst. In Vught nemen wij deel in één sociaal wijkteam dat als pilot fungeert in een discussie over de inrichting van het sociale domein in het licht van de transities.
6
Jaarverslag 2013
Kanteling In 2013 zijn de eerste kantelingen in onze visie en werkwijze zichtbaar geworden. Behalve de al genoemde voorbeelden presenteren wij hier nog enkele illustraties van een andere manier van werken, zoals die in de toekomst verder vorm zal krijgen. • In het kader van de decentralisatie van de Vrijwillige Thuishulp (VTH) opereert in Rosmalen al een team van vrijwilligers die zelfstandig verzoeken om vrijwillige thuishulp aannemen en intakes verrichten. In het verlengde daarvan bemiddelen zij ook tussen een cliënt en een vrijwilliger. Divers ondersteunt de vrijwilligers. In hun training wordt veel aandacht besteed aan het uitgangspunt dat het gaat om de kracht van de klant en het zoeken van de vraag achter de hulpvraag. • In het verlengde daarvan zullen zij ook de bemiddeling tussen een cliënt en een vrijwilliger op zich nemen. In de training van vrijwilligers wordt veel aandacht besteed aan het uitgangspunt dat het draait om de kracht van de klant. Maar ook aan het zoeken van de vraag achter de hulpvraag. • Toen in Schutskamp/Kruiskamp de bibliotheek werd gesloten namen drie buurtbewoners het initiatief voor een boekenuitleen. De opbouwwerker leerde hen hoe zij instanties het beste konden benaderen, hoe zij hun plan konden presenteren en welke goede vragen zij konden stellen. Het voorlopige resultaat is dat met hulp van winkeliers de eerste boekenkast is geplaatst. Met 300 aangeleverde boeken is de kast helemaal vol. • Samen met vrijwilligers ontwikkelde Divers Platform 073, een website waarop burgers, organisaties en bedrijven diensten, kennis en materialen kunnen uitwisselen. De site is in januari 2014 online gegaan. De afzonderlijke t alentenbanken gaan op in dit digitale platform. Vragers en aanbieders van diensten kunnen elkaar hier zelfstandig vinden. In de wijken zorgen de wijkwerkers actief voor ‘warme’ bemiddelingen. • Dankzij de wijkpleinen verbetert de dienstverlening van professionele instellingen. De dienstverlening vindt plaats in de wijken, dichtbij de mensen thuis, geografisch en psychologisch goed bereikbaar. Het zijn getrainde vrijwilligers die medebewoners als eerste te woord staan. Zij onderzoeken samen met de klant wat deze zelf aan zijn of haar situatie kan doen. Maar ze kunnen ook zelf hulp en ondersteuning verlenen. De professionals fungeren als back-up. Als de vrijwilliger vastloopt of er niet uitkomt, springt een professional bij op een manier die de vrijwilliger helpt het verder zelf af te ronden. Vooruitblik Met al een half jaar ervaring in 2014 is het zeker dat wij ook dit jaar alle energie zullen richten op de inhoudelijke kanteling van ons werk en de organisatorische vertaling daarvan. Meer specifiek geven wij inhoud aan een gewijzigde opdracht van de gemeente, die ons verzoekt het ouderenwerk, het opbouwwerk en grote delen van het jongerenwerk samen te brengen in één functie: de wijkwerker. Het is de bedoeling dat deze wijkwerker in de hele stad wijkbewoners integraal ondersteunt om vanuit eigen kracht en verantwoordelijkheid zichzelf en hun omgeving te ontwikkelen. Intussen bereiden wij ons samen met Juvans en MEE voor op de komst van integrale wijkteams per 1 januari 2015. We doen dat op basis van een gezamenlijke visie ‘Samenwerking Breed Welzijn ’s-Hertogenbosch – nieuwe combinaties in een nieuwe tijd’.
In memoriam In 2013 hebben wij met pijn en verdriet het verlies moeten verwerken van drie bijzondere mensen. Vlak na elkaar overleden onze MT-leden Sjannie van Hoorn en Nelleke Beaard, beiden na een kortstondig ziekbed. Maria van Iersel, lid van de Raad van Toezicht, overleed na een langdurige ziekte. Wij missen in hen drie markante vrouwen die ieder op hun eigen manier kleur gaven aan Divers.
Bestuursreflectie
7
8
Jaarverslag 2013
2.2 Bestuursverslag Bestuursverslag
Bestuursverslag
9
Raad Raad vanvan Toezicht Toezicht Samenstelling raad van toezicht Medio 2013 overleed Maria van Iersel, waardoor wij tot ons verdriet afscheid van haar moesten nemen. Maria heeft veel betekend voor Divers. Zij is opgevolgd door Gera Hospers, op voordracht van de ondernemingsraad van Divers. Als gevolg van deze wisseling bestond de raad van toezicht per 31 december 2013 uit de volgende vijf leden: de dames Jeanne Heessels (vicevoorzitter), Gera Hospers en Franca van Montfoort en de heren Jan van Vucht en Sjaak Floris (voorzitter). Hoofdlijnen In 2013 kwamen in de Raad van Toezicht diverse thema’s en onderwerpen aan de orde, die hierna op hoofdlijnen kort worden beschreven. De focus van de raad van toezicht was daarbij vooral gericht op: • een regelmatige check van het strategische beleid aan de snel veranderende omstandigheden, met daarbij vooral het accent op ‘beter’ (kwaliteit, cliëntgerichtheid en ondernemerschap in de dienstverlening); • de ontwikkeling van partnership, samenwerking en innovatie en cultuurverandering; • de betekenis van de verschillende transities; • een goede verbinding van Divers met en draagvlak bij zowel de externe als de interne stakeholders; • een gezonde bedrijfsvoering. Strategie en governance Naast de aandacht voor de fusie met Juvans en de bezuinigingen/reorganisatie is enige keren gesproken over het strategisch beleid van Divers en met name of het nog passend is in de snel veranderende omstandigheden. Waar nodig is het bijgesteld. Ook kwamen de ontwikkelingen op het terrein van governance aan de orde. De Raad van Toezicht heeft
10
zichzelf en haar functioneren geëvalueerd, conform wat daarover is vastgelegd in de governancecode voor de welzijnssector. De raad wil haar toezicht vooral proactief, nabij en betrokken invullen. Kern: wat zijn belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen en wat is de visie van de raad van toezicht op de betekenis hiervan voor de koers van Divers. Algemeen Verder stonden op de agenda reguliere onderwerpen als jaarplan, jaarverslag, begroting en jaarrekening. In aanwezigheid van de accountant is de Jaarrekening 2012 met een gezonde marge vastgesteld en werd de bijbehorende ‘managementletter’ besproken. Naar het zich nu laat aanzien kan ook 2013, ondanks de (afgeronde) reorganisatie en de bezuinigingen, met een positief saldo worden afgesloten. Met zowel de Ondernemingsraad, de Cliëntenraad als het Managementteam is er in 2013, zoals gebruikelijk, enkele keren overleg geweest. Deze gesprekken verliepen in een prima en constructieve sfeer. Onderwerpen waren de ontwikkelingen in de samenleving, de transities in de zorg, de ontwikkeling van samenwerkingsverbanden en de algemene gang van zaken binnen Divers. Rooster van Aftreden Volgens Artikel 10, lid 4, van de Statuten: ‘Leden van de raad van toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaar. Zij treden af volgens een door de raad van toezicht op te maken rooster; een volgens het rooster aftredend lid is onmiddellijk herbenoembaar, met dien verstande dat de totale aaneengesloten zittingsperiode niet langer mag zijn dan acht jaren.’
Jaarverslag 2013
Samenstelling Raad van Toezicht De samenstelling van de Raad van Toezicht ziet er op 31 december 2012 als volgt uit: Naam
Bestuursfunctie
Functies / nevenfuncties
Dhr. J.J.M. Floris
Voorzitter RvT, 2e termijn
• adviseur maatschappelijk ondernemen (Floris Advies) • lid Raad van Commissarissen V&V zorgorganisatie Fundis (voorheen Vierstroom) Gouda/Zoetermeer • vicevoorzitter Raad van Toezicht V&V zorgorganisatie • Vivent ’s-Hertogenbosch • voorzitter Raad van Toezicht Welzijnsonderneming Divers • voorzitter ‘Sprokkelbos natuurlijk!’ (landschaps-ontwikkeling Rosmalen-Oost • voorzitter werkveld welzijn Nederlandse Vereniging • Toezichthouders Zorg (NVTZ)
Mw. J.P.H.M. Heessels - Geurtz
Vice-voorzitter RvT 2e termijn
• • • •
Mw. G.D. Hospers
Lid RvT; benoemd op voordracht van de OR 1e termijn
• docent Avans • lid bestuur Servanda • lid Raad van Toezicht Welzijnsonderneming Divers
Dhr. J.M.H.M. van Vucht
Lid RvT 1e termijn
• directeur-bestuurder Area, woningbouwcorporatie Uden/Veghel • lid Raad van Commissarissen Rabobank Bernheze/ Maasland • lid Raad van Toezicht Welzijnsonderneming Divers
Mw. F.E.W.M. van Montfoort
Lid RvT 1e termijn
• directeur landelijk bureau Raad voor de Kinderbescherming Den Haag • lid Raad van Toezicht Welzijnsonderneming Divers ’s-Hertogenbosch • lid Raad van Toezicht Xonar Maastricht • coach / coachingsbureau Van Montfoort
voorzitter Stichting Ouderen Samen Vught bestuurslid welzijnsfonds Dynamis lid Programmaraad De Rode Rik 2.0 Vught vicevoorzitter Raad van Toezicht Welzijnsonderneming Divers
Rooster van Aftreden Leden
Benoemd per
Herbenoeming
Aftreden
J. P.H.M. Heessels
01.12.2007
01.12.2011
01.12.2015
J. J.M. Floris
01.05.2009
01.05.2013
01.05.2017
G.D. Hospers
01.07.2013
01.07.2017
01.07.2021
F. E.W.M. van Montfoort
01.04.2010
01.04.2014
01.04.2018
J.M.H.M. van Vucht
01.04.2010
01.04.2014
01.04.2018
Bestuursverslag
11
Cliëntenraad Cliëntenraad De cliëntenraad heeft zich in 2013 verder verdiept in de veranderingen waar het welzijnswerk mee te maken heeft en daarover overleg gevoerd met de bestuurder en de raad van toezicht. De basis voor dit overleg was het advies met betrekking tot een aantal speerpunten dat de cliëntenraad eind 2012 had opgesteld. In 2013 is er een
begin gemaakt met meer samenwerking en afstemming met de Cliëntenraad van Juvans door middel van enkele gezamenlijke bijeenkomsten. In een uitgebreide werkbijeenkomst is gewerkt aan een versterking van de samenwerking binnen de Cliëntenraad, de taakverdeling en plannen voor signalering onder cliënten van Divers.
Klankbordgroep Klankbordgroep VrijwilligersVrijwilligers De Klankbordgroep Vrijwilligers kwam in 2013 vier maal bij elkaar om mee te denken met de vrijwilligerscoördinator van Divers. De samenstelling van de Klankbordgroep onderging in 2013 enkele wijzigingen. Eén lid stopte met vrijwilligersactiviteiten; van een tweede lid moesten wij helaas afscheid nemen wegens diens overlijden. De twee vacatures zijn inmiddels gevuld.
zij diepen het onderwerp verder uit en brengen advies uit aan de vrijwilligerscoördinator. Doorstart in 2014.
Begin 2013 heeft de klankbordgroep het tevredenheidonderzoek geëvalueerd van eind 2012, daaraan deden 274 vrijwilligers mee. Zij waarderen de vrijwilligers ondersteuning van Divers met een gemiddelde van 7,7. Er is een advies met aanbevelingen voor verbeterpunten gedaan aan het managementteam van Divers. De klankbordgroep wil in de toekomst nog gerichter vragen stellen in de hoop dat het aantal respondenten van het onderzoek zal toenemen.
In januari, juni en oktober 2013 zijn door de vrijwilligerscoördinator, klankbordgroep en cliëntenraad drie bijeenkomsten georganiseerd voor nieuwe vrijwilligers. Deze zijn door 84 nieuwe vrijwilligers bezocht en als zeer waardevol ervaren. Het doel van deze bijeenkomsten is nieuwe vrijwilligers welkom te heten en hen wegwijs te maken binnen Divers. Uiteraard is er aandacht voor het vrijwilligersbeleid en worden de klankbordgroep en cliëntenraad voorgesteld. In oktober is er een gezamenlijke bijeenkomst geweest met de cliëntenraad waarop de bestuurder van Divers de leden heeft bijgepraat over alle nieuwe ontwikkelingen. Er is afgesproken dat de klankbordgroep meekijkt als het veranderingen betreffen die de Diversvrijwilligers aangaan.
Binnen de Klankbordgroep zijn in 2013 drie werkgroepen geformeerd rond de onderwerpen tevredenheidmeting, vrijwilligerscafé en vrijwilligersbeleid Divers nieuwe stijl. De leden zijn meerdere keren bij elkaar gekomen:
Overige onderwerpen die in 2013 nog op de agenda stonden waren: activiteiten Innovatieplatform Divers/ Juvans, vrijwilligersvergoedingen, zittingsperiode leden Klankbordgroep, digitale nieuwsbrief.
Klachtenregeling Klachtenregeling In 2013 zijn er 3 klachten ingediend (in 2011 en 2012 waren dat er 6). Bij één melding is ongenoegen geuit over het door Divers niet tijdig informeren van vrijwilligers in verband met de beëindiging van hun ondersteuning. Een andere melding betrof het niet correct omgaan door Divers met privacygevoelige informatie. In beide gevallen zijn door de betreffende manager maatregelen getroffen om in het vervolg deze fouten te voorkomen. De derde klacht betrof het functioneren van Buurt bemiddeling; met name de handelwijze van enkele bemiddelaars. Klager wenste geen enkel persoonlijk contact; de mails, die hij dagelijks verzond geven een verwarde indruk. Geprobeerd is de zaken vervolgens
12
schriftelijk op te lossen. Dit is niet gelukt, waarop de Klachtencommissie bij elkaar is geroepen. De Klachten commissie oordeelde dat de punten van de klacht naar behoren zijn afgehandeld en dat verder onderzoek niet noodzakelijk werd geacht. Klager is door de voorzitter van de Klachtencommissie hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Soort klacht
Aantal
Wijze van communiceren
1
Het omgaan met privacygevoelige informatie
1
Functioneren van Buurtbemiddeling
1
Jaarverslag 2013
De klachten zijn volgens de procedure van Divers afgehandeld; twee ervan zijn naar tevredenheid van de klagers opgelost. Voor de derde klacht is de Klachten commissie bij elkaar gekomen.
P&O P&O Turbulent en bewogen jaar 2013 was een turbulent en bewogen jaar voor Divers. Vooral het onverwachte overlijden van Sjannie van Hoorn (hoofd P&O) en Nelleke Beaard (teammanager Rosmalen/ Vught) gaf veel verdriet in de organisatie. De staffunctionaris P&O vulde geruime tijd ook de functie van hoofd P&O in, wat uiteindelijk resulteerde in de definitieve benoeming in deze functie. Voor het team Vught werd na de zomer een interim-manager aangetrokken, terwijl de andere managers de andere teamonderdelen die onder Nelleke Beaard vielen, op zich namen. Daarnaast speelden uiteraard ook de diverse landelijke ontwikkelingen, zoals de komende transities AWBZ, Jeugdzorg en de Participatiewet, in toenemende mate hun rol in de organisatie. 2013 stond dan ook in het teken van de vertaling van deze ontwikkelingen, zowel op strategisch, tactisch maar ook operationeel niveau. Zoals de opdracht van de gemeente Den Bosch om generalistisch werkende wijkwerkers in alle wijken van Den Bosch in te zetten en een flexibele pool van specialisten op te stellen. In zijn algemeenheid geldt dat alle agogen met een bredere blik moeten werken. Voor de ondersteunende diensten speelde de vraag op welke wijze zij gaan anticiperen en inspelen op deze ontwikkelingen. In juni 2013 hebben de medewerkers tijdens een voltallige bijeenkomst besproken hoe wij ons gaan verhouden tot deze veranderingen en wat ze betekenen voor de uitvoering van werkzaamheden. Mede op basis van deze input is een concepttakenpakket wijkwerker opgesteld, als onderlegger voor de invulling van werkzaamheden die in 2014 vorm moeten krijgen. In juli-september 2013 zijn versneld functionerings gesprekken gevoerd met de agogische medewerkers, met specifieke aandacht voor de veranderingen en de ambities van de medewerker ten aanzien daarvan. De veranderingen waar Divers zich in bevindt, zijn gecommuniceerd via interne kanalen zoals Coconut. In teamvergaderingen en tijdens de rondgang van de directeur en het hoofd P&O langs de teams, is de discussie met de medewerkers gevoerd. Naast de onzekerheid die horen bij een veranderproces,
Bestuursverslag
zijn ook kansen en mogelijkheden de revue gepasseerd. Sinds juni 2013 kunnen medewerkers hun belangstelling voor uitbreiding van uren en/of andere taken kenbaar maken via de belangstellingsregistratie. Via dit instrument kan de medewerker zijn/haar kwaliteiten (nog eens) zichtbaar kan maken. Leidinggevenden raadplegen deze belangstellingsregistratie bij vacatures. De samenwerking met Juvans op het gebied van deskundigheidsbevordering is verder versterkt door ook voor andere personeelsaangelegenheden intensiever contact te onderhouden; in het najaar 2013 is ook MEE ‘s-Hertogenbosch aangeschoven. Naast de grote inhoudelijke veranderingen kreeg Divers in 2013 te maken met een bezuiniging voor 2014. Ondanks deze bezuiniging is het gelukt om gedwongen ontslagen te voorkomen en zelfs enkele tijdelijke contracten te verlengen. Hoewel met name de invulling van de opdracht 2014 in combinatie met de bezuinigingen voor medewerkers onzekerheid gaf, geeft het medewerkerstevredenheids onderzoek 2013 een goed resultaat, zowel qua respons (78%) als tevredenheidscore (rapportcijfer 7,4). In 2014 worden de aandachtspunten via een plan van aanpak opgepakt. Deskundigheidsbevordering In 2013 zijn Divers en Juvans gestart met een gezamenlijk aanbod op het gebied van welzijn nieuwe stijl. Alle agogen en alle maatschappelijk werkers volgen in 2013 en 2014 de trainingen Activerende gespreks technieken door coaching en Sociale netwerkstrategieën (SNS). De deelnemers zijn enthousiast over de gezamenlijke deelname; het vergroot het begrip voor elkaars werk en versterkt de samenwerking in de wijken. Eind 2013 is afgesproken dat zowel de gemeente ‘s-Hertogenbosch (Wmo-loket) als het Sociaal Wijkteam De Helfheuvel aanschuift bij de SNS-training in 2014; dit in het kader van samenwerking op het gebied van deskundigheids bevordering. Een goede ontwikkeling!
13
Andere collectieve trainingen in 2013 gingen onder andere over het nieuwe werken, nieuwe doelgroepen, BHV, social media, teamcoaching, dementie en OR. Individuele scholingsactiviteiten varieerden van agogisch vakinhoudelijke onderwerpen tot coaching. Verzuim Er is sprake van een dalende trend van het verzuim percentage; over 2013 is het verzuimpercentage 5,31% en daarmee het laagste verzuimcijfer vanaf 2005. Meldingen vertrouwenspersonen Er zijn twee meldingen opgepakt en afgerond; dat leidde in beide gevallen niet tot een klacht. Arbeidsomstandigheden Op alle locaties zijn BHV-oefeningen gehouden: het BHV-plan en alle locaties zijn aangepast op de evaluatie-
punten. Eind 2012 is de risico inventarisatie en -evaluatie geactualiseerd en in 2013 volgde de toetsing op betrouwbaarheid, volledigheid en actualiteit door certificering bureau Apac. Er bleken slechts enkele aanvullingen nodig. De uitvoering van het plan van aanpak (onderdeel van de RIE) is opgepakt. Op de locatie De Vliert toonde onderzoek aan dat de temperatuur aan de hoge kant was; dit is inmiddels in overleg met de verhuurder aangepast. Ook is hier onderzoek gedaan naar de gehorigheid van enkele kantoorruimtes; er zijn bouwkundige aanpassingen gerealiseerd (begin 2014) om dit te verminderen. Voor het Stedelijk Bureau is een offerte gemaakt voor aanpassing van het luchtbehandelingsysteem: in 2014 wordt dit verder aangepakt. In 2013 zijn drie locaties van Divers verhuisd van oudbouw naar nieuwbouw.
Sector Sector Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering Structuur Bedrijfsvoering bestaat uit de afdelingen Algemene zaken en Financiën, Central station en Kwaliteitszorg. Bedrijfsvoering richt zich op de administratieve, facilitaire en automatiseringsdiensten binnen Divers. In 2013 hebben er geen belangrijke wijzigingen plaats gevonden; wel is het team met enkele beheerders uitgebreid.
aangepast. Voor de jaarlijkse audit zijn alle documenten geactualiseerd.
Belangrijke projecten in 2013 Naast de reguliere werkzaamheden stond 2013 in het teken van de volgende projecten:
Onderzoek naar ICT ondersteuning van vrijwilligers. Aangezien vrijwilligers en ander partijen in toenemende mate gebruik wensen te maken van de systemen van Divers is gezocht naar de mogelijkheden dit te realiseren. Dit moet plaatsvinden binnen het ICT-beleidskader en de technische en financiële mogelijkheden.
Huisvesting Bij de wijkpleinen is aandacht besteed aan verhuizing/ voorbereiding verhuizing van wijkplein Rosmalen, De Helftheuvel en Nieuw Zuid (De Ster). We zijn betrokken bij herhuisvesting van wijkwinkel de Herpen in 2014. Gewijzigde opdracht Gezien de aanpassingen in de reguliere opdracht van de gemeente was binnen Divers het aanpassen van diverse systemen noodzakelijk, zoals de financiële administratie, de personele planning en het urenverantwoording- systeem. Cliëntvolgsysteem Opschoonactie van NAW gegevens. Kwaliteitsbeleid Door wijzigingen in de opdracht moest ook het kwaliteitsmanagementsysteem op diverse items worden
14
Telefonie Divers heeft geen vaste telefonie meer; begin 2013 zijn werkzaamheden uitgevoerd voor de invoering van wireless office. Alle medewerkers beschikken over een smartphone. De bereikbaarheid is hierdoor verbeterd.
Intern social network Het huidige intranet sluit niet meer aan bij deze tijd. In 2013 is een pilot afgerond, die heeft geleid tot invoering van een nieuw intern social network (Coconut). Hiervoor hebben alle medewerkers een cursus gevolgd en inmiddels wordt het system al goed gebruikt. Tevens is gevraagd naar een mobiele webapplicatie die zal worden ingevoerd in 2014. Facilitair Op alle locaties zijn ontruimingsoefeningen gehouden en de verbetervoorstellen RIE ingevoerd. Financiën Bij de financiële administratie is ondermeer aandacht gegeven aan de invoering van SEPA. In oktober is Divers reeds overgegaan; dit proces is goed verlopen. Eind 2013
Jaarverslag 2013
heeft het onderzoek plaatsgevonden naar het digitaliseren van de facturenstroom. Besloten is om een workflowprogramma aan te schaffen voor het scannen, verspreiden en accorderen van de facturenstroom.
Wijze van verantwoording richting gemeente Bedrijfsvoering is betrokken bij de nadere vormgeving van de nieuwe verantwoording van de resultaten richting de gemeente. Hiervoor zullen aanpassing nodig zijn in diverse systemen, met name Central station.
Vooruitblik 2014 Huisvesting: We zijn betrokken bij de huisvestingvraagstukken van wijkpleinen. In beeld brengen van de gevolgen van het werken in de wijk (wijkwerker) en het ‘nieuwe werken’ bij Divers met ondermeer flexwerkplekken en de gewenste (mobiel inzetbare ICT) faciliteiten. ICT Ondersteuning vrijwilligers, ondersteuning wijkwerkers met ondermeer tablets en het inrichten systemen/beheer om met een tablet in te loggen. Financiën Aandacht voor een digitaal systeem voor de facturenstroom; het implementeren hiervan en instrueren van de gebruikers. Ook de planning- en controlcyclus wordt nader bekeken in het licht van alle ontwikkelingen.
Bestuursverslag
Kwaliteitszorg Het kwaliteitsysteem wordt beoordeeld en aangepast op gebruiksvriendelijkheid. Vrijwilligers Onderzoek naar de wijze waarop vrijwilligers optimaal ondersteund kunnen worden in de nieuwe opdracht waarin zij een belangrijker rol hebben. Intern social network Intensiever intern gebruik van Coconut. HKZ risicoanalyse Aandacht voor de invoering van een methode voor een gestructureerde risicoanalyse. Cliëntvolgsysteem Aanpassingen naar aanleiding van wijzigingen in de opdracht en met name de invoering van wijkwerkers.
15
Organogram Organogram 2013 2013 met samenstelling RvT, MT, CR, Klankbordgroep Vrijwilligers
Raad Toez
Cliëntenraad
Communicatie
Sector Bedrijfsvoering
Samenstelling Raad van Toezicht 2013 dhr J. Floris voorzitter mw J. Heessels-Geurtz vicevoorzitter mw. M. van Iersel lid* mw F. van Montfoort lid dhr J. van Vucht lid mw G. Hospers lid per 01.07.2013 *overleden in mei 2013
16
Team Noord-Rosmalen
Team Oost
Samenstelling Managementteam 2013 dhr B. Habraken directeur/bestuurder mw N. Beaard manager Zuid/Rosmalen/Vught * mw M. Molenaar manager Oost mw H. Raamsdonk manager stedelijke projecten dhr Th. Riksen manager West dhr E. de Rooij manager Noord mw S. van Hoorn hoofd P&O ** mw E. Stapels hoofd P&O per 01.09.2013 dhr L. Budel manager Bedrijfsvoering * overleden in mei 2013 ** overleden in april 2013
Jaarverslag 2013
Dire
d van zicht
ectie
Ondernemingsraad
P&O
Team Vught
Samenstelling Cliëntenraad 2013 dhr H. van den Bogaard mw S. Coffie mw N. Cox mw P. van Dongen mw M. Kerkhof mw A. Lambers dhr P. Robben
Bestuursverslag
Team Zuid-West
Team Stedelijk
Samenstelling Klankbordgroep Vrijwilligers 2013 dhr W. van den Berg dhr F. van den Bogaard dhr H. van den Bogaard dhr C. Blom dhr J. van Dijk mw J. van Gulik mw J. van Hardeveld dhr W. Klep mw E. Marijnissen dhr H. Ruiter mw Th. de With dhr G. van der Zande
17
18
Jaarverslag 2013
3 Rapportages 3 Rapportages Divers Opdracht Divers 2013 Opdracht 2 gemeente ’s-Hertogenbosch gemeente ‘s-Hertogenbosch
Rapportages Divers Opdracht 2013
19
Programma 2013:
Sociale Sociale verbanden verbanden Opbouwwerk Bewoners in hun kracht zetten De opbouwwerkers van Divers zijn actief in die buurten en wijken van Den Bosch waar bewoners een steuntje in de rug kunnen gebruiken om hun eigen leven en het samenleven in de buurt vorm te geven. De moderne opbouwwerker begint met goed naar bewoners te luisteren. Wat willen zij eigenlijk, waar liggen hindernissen om het doel te bereiken en waar liggen kansen om die hindernissen te overwinnen. Stap voor stap zet de opbouwwerker bewoners in hun kracht, zodat zij steeds meer zelfstandig weten aan te pakken. De werkwijze van alle opbouwwerkers is het presentiewerk. Een aantal van hen heeft al trainingen gevolgd in ‘activerende gesprekstechniek’ en ‘sociale netwerkstrategie’. In het laatste geval gaat het erom niet alleen oog te hebben voor het individu en zijn problemen, maar het verhaal centraal te stellen en alle perspectieven in beeld te brengen. Het perspectief van de beroepskracht is er slechts een. Bewoners worden gemotiveerd zelf een actieplan voor de toekomst te maken. Ogen en oren open Een voorbeeld uit de praktijk. Sinds twee jaar richt de opbouwwerker van het buurtteam Boschveld van Divers zich vooral op enkele flats die in 2018 worden gesloopt. In de tussentijd verricht de woningcorporatie alleen het noodzakelijke onderhoud. De opbouwwerker concentreert zich op drie flats rond één pleintje. De bewoners daarvan behoren tot de meest kwetsbaren. De opbouwwerker is regelmatig op het pleintje en bij de bewoners thuis te vinden. Met ogen en oren open.
Biertje ‘Op een dag tref ik er een meneer aan op een bankje, biertje in de hand. Ik knoop een gesprek met hem aan. Hij blijkt arbeidsongeschikt en zegt zich te vervelen. Na enige gesprekken in de loop van de maanden, thuis en op het plein, win ik zijn vertrouwen. Ik mag contact opnemen met zijn hulpverleners van Novadic. De man blijkt verslaafd aan van alles en nog wat en zorgt bij tijd en wijlen voor flink wat overlast. Novadic weet er geen raad mee. De man wil wel, maar is door zijn verslaving lang niet overal toe in staat. Via de Talentenbank kan hij nu aan de slag in de tuin van de Boschveldschool. Dankzij de gesprekken kom ik ook in contact met zijn vriendin en met familieleden in een andere flat. De vriendin dreigt onder de situatie te bezwijken. Ik wijs haar op de mogelijkheid van ondersteuning vanuit de hulpverlening. Vervolgens heb ik het maatschappelijk werk met haar in contact gebracht. Zij wordt nu begeleid door Juvans.’
Stap voor stap Uit dit relaas blijkt de essentie en de waarde van de presentiemethode. Hij legt contact, wint vertrouwen en geeft vertrouwen. Hij werkt zonder agenda, maar gaat uit van de leefwereld van de bewoners, hun mogelijkheden en wat zij zelf zouden kunnen en willen. Bewoners bepalen echter zelf het tempo. Dat betekent soms een stapje vooruit, soms een stapje terug. En dus altijd stap voor stap. Intussen heeft de opbouwwerker zicht gekregen op de netwerken rond de betrokken bewoners, en hoe die weer met elkaar zijn verbonden. De flats, waar instanties tot nu toe nauwelijks binnenkwamen, worden langzaam opengebroken, de mensen komen naar buiten. Zo ontstaan er ook mogelijkheden voor relaties tussen de bewoners en (hulpverlenings) instanties als Juvans, Wmo en MEE in het wijkplein. Hulpbronnen Terwijl de opbouwwerker in de buurt en tussen de mensen is, registreert hij waar zich in de wijk de hulpbronnen bevinden die veranderingen kunnen ondersteunen. Denk daarbij aan bewoners met bijzondere talenten, maar ook aan bedrijven, zzp’ers, winkeliers, organisaties, bewonersverenigingen en instellingen zoals de kerk. Vanuit de idee van maatschappelijk ondernemerschap, maar ook vanwege mogelijke wederzijdse opbrengsten zijn zij vaak bereid een bijdrage te leveren in de vorm van dienstverlening, materiaal of geld. De opbouwwerker brengt deze hulpbronnen af en toe bijeen voor een
20
Jaarverslag 2013
bijeenkomst. Zo leren de bedrijven elkaar kennen en de initiatieven van bewoners in hun buurt. Voor bewoners is het van belang dat de opbouwwerker via de hulpbronnen een veranderingsproces kan versnellen en de motivatie op peil weet te houden.
Boekenkast In Schutskamp/Kruiskamp is twee jaar geleden de bibliotheek gesloten. Bewoners vinden dat jammer, want ze kunnen nergens anders terecht. Uit een peiling bleek dat er veel behoefte is aan een ‘boekenuitleen’. Bovendien verklaarden drie buurtbewoners zich bereid zich daar vrijwillig voor in te zetten. Samen met hen besprak de opbouwwerker het idee. De bewoners wilden een soort hotelboekenkast, waar iedereen boeken kan brengen, halen of ruilen. Voor de aanschaf van de boekenkast waren de winkeliers in beeld. De opbouwwerker leerde de vrijwilligers hoe zij de winkeliers het beste konden benaderen, hoe zij hun plan konden presenteren en welke goede vragen zij konden stellen. Het voorlopige resultaat is dat met hulp van winkeliers de eerste boekenkast is geplaatst in het wijkplein. Met 300 aangeleverde boeken is de kast helemaal vol. Het volgende initiatief richt zich op de Meanderflat. De bewonersvereniging daar heeft al een boekenuitleen, maar door samen te werken en boeken te laten rouleren wordt aan twee kanten het aanbod groter. Verder lopen er gesprekken met de bewonersvereniging van de Helftheuvelflat en met de kerk.
Talentenbank Een vliegwiel voor veranderingen de buurt blijkt de Talentenbank. De Talentenbank brengt vraag en aanbod van bewoners bijeen. Sommige wijkbewoners vragen bijvoorbeeld om hulp bij de installatie van een pc, onderhoud van de tuin of de aanleg van een stopcontact. Anderen doen dat soort klussen graag. Maar het aanbod is breed. Sommigen willen lessen in popmuziek verzorgen of een hobbyclub opzetten. Anderen bieden vervoer of bieden hulp bij sollicitaties met social media. Met sommige vragen kunnen mensen tegenwoordig niet meer bij instanties terecht. Dankzij een aanbod in de buurt kunnen die toch worden opgelost. Maar bovenal verstevigt de Talentenbank het contact in de buurt en de zorg voor elkaar. Ook dat is van belang in een tijd waar bewoners kampen met ‘vraagverlegenheid’.
Vragen is moeilijk De Bartjes maakt sinds september 2013 gebruik van de Talentenbank Oost. Alle collega-organisaties zijn daarover geïnformeerd en uitgenodigd om in hun contacten met bewoners oog te hebben voor vragen van bewoners en de eventuele antwoorden van andere bewoners. Opvallend is dat na drie maanden het aanbod veel groter is dan de vraag. Blijkbaar is er sprake van een zekere vraagverlegenheid, waardoor mensen niet zo gemakkelijk met hun vraag voor de dag komen. Soms komt de partner of een medebewoner ermee. Veel vragen komen binnen via instellingen als MEE, Juvans of de Wmo-consulent. Inmiddels is er in de Bartjes met 40 bewoners contact geweest over de Talentenbank. Dat heeft geresulteerd in 25 aanmeldingen (vraag of aanbod) en 18 matches of verwijzingen. Het kan zo simpel zijn. Een mevrouw is handig in allerlei klusjes en wil die best voor anderen verrichten. Aan de overkant van de straat woont een mevrouw die daar juist vreselijk tegen opziet. De handige mevrouw boort er een gaatje in de muur voor een schilderij en ontlucht de verwarming. De dames ontmoeten elkaar en zijn allebei blij.
Elkaar helpen Heeft de opbouwwerker als presentiewerker geen eigen agenda, bij het ontwikkelen van de Talentenbank is die er wél. Nu gaat het erom eenmaal opgespoorde mogelijkheden en talenten van wijkbewoners te koppelen aan de wensen en behoeften van anderen. Door talenten en behoeften aan elkaar te koppelen, nemen bewoners verantwoordelijkheid voor elkaar en ontplooien zij hun mogelijkheden. Mensen lossen elkaars problemen op met steun en hulp, maar ook met leuke activiteiten. Die dragen op hun beurt bij aan het ontstaan van (nieuwe) sociale structuren en een sterkere sociale cohesie. Hulpbronnen In een aantal wijken gaan de opbouwwerkers op zoek naar ‘hulpbronnen’ voor de Talentenbank. Ze zoeken bedrijven, stichtingen en verenigingen die een bijdrage kunnen leveren bij het ontwikkelen van talenten van bewoners. Zo kunnen bedrijven een rol spelen bij het behoud van arbeidsvaardigheden of zelfs een eerste stap bieden op weg naar werk. In Boschveld is al een heel netwerk van hulpbronnen ontwikkeld.
Rapportages Divers Opdracht 2013
21
Werk en taal ‘In Zuid heb ik contact met een Somalische man, pas twee jaar in Nederland en nu wonend in de Gestelse buurt. Hij volgt een inburgeringcursus en gaat snel vooruit. Maar met al zijn vragen komt hij naar het wijkplein. In een gesprek blijkt dat hij zo graag iets wil doen! In de wijk bevindt zich een bedrijfje dat arbeidstherapie verzorgt voor jongeren met een sociaal-emotionele beperking. Sinds kort werkt de Somaliër daar mee, als vrijwilliger. Zo leert hij wat het is om in Nederland te werken in een bedrijf en hij leert al werkend ook sneller de taal. Het bedrijf heeft ook ruimte beschikbaar gesteld voor wijkbewoners, waar zij hebben gewerkt aan een Bosch’ benkse. ‘
Realisatie Platform073 Nadat begin 2013 de opdracht was gegeven diende zich vanuit het CCC enkele vrijwilligersorganisaties aan, die een website mee wilden ontwikkelen. Vanaf juli ging dat in hoog tempo en in december konden de laatste testen worden gedaan met toekomstige gebruikers (instellingen, vrijwilligersorganisaties, gemeentelijke afdelingen en bewoners). De site is op 16 januari 2014 online gegaan onder de naam Platform073. De afzonderlijke talentenbanken gaan op in dit digitale platform. Vragers en aanbieders van diensten kunnen elkaar hier zelfstandig vinden. In de wijken zorgen de wijkwerkers actief voor ‘warme’ bemiddelingen. Nieuwe doelgroep Naar aanleiding van de oprichting van de Talentenbank in Oost is er contact ontstaat tussen de opbouwwerker en stichting Cello, die werkt voor mensen met een beperking. Cello zit te springen om zinvolle dagbesteding voor haar cliënten. Dankzij de Talentenbank dienen die zich juist aan. Het recente contact heeft er inmiddels toe geleid dat één Cello-cliënt kon voorzien in een vraag in de Bartjes. Op korte termijn is er zicht op nog eens twee matches.
Opbouwwerk in cijfers In 2013 heeft het opbouwwerk 89 bewoners en vrijwilligersinitiatieven in de stad ondersteund. In vier wijken zijn Talentenbanken opgezet als onderdeel van een nog te realiseren stedelijke digibank (zie www.divers.nl/talentenbank). Er zijn 174 matches tot stand gekomen. Vanuit de Talentenbanken zijn 431 bewoners toegeleid naar uiteenlopende activiteiten. In diverse wijken zijn in totaal 1.470 hulpbronnen geïnventariseerd. Het gaat dan om bewonersorganisaties, verenigingen, zzp‘ers, bedrijfjes, VVE’en, vrijwilligersorganisaties, accommodaties die ruimte bieden, voorzieningen, sportclubs, etc. De hulpbronnen worden door wijkwerkers aangemoedigd om ook hun maatschappelijke bijdrage op de Talentenbank te plaatsen. Inmiddels zijn alle Talentenbanken opgegaan in het digitale Platform073.
22
Jaarverslag 2013
Wijkpleinen De vrijwilliger als scharnier In zeven Bossche wijken vinden bewoners in wijkpleinen antwoord, informatie en ondersteuning op hun vragen. Anders dan in het verleden zijn beroepskrachten nu meer in de wijk aanwezig. Vrijwilligers zijn echter het eerste aanspreekpunt voor bewoners. Zij kijken in de eerste plaats wat mensen zelf kunnen en over welke talenten zij beschikken. Beroepskrachten benutten dus de deskundigheid van vrijwilligers in het wijkplein. Pas als die er niet uitkomen, vragen zij advies aan de beroepskracht. Voor de wijkpleinen zijn deze veranderingen essentieel. Het gaat er immers om dat er zoveel mogelijk in en door de wijk wordt georganiseerd. Wat kan iemand zelf doen om een probleem op te lossen? Welke bijdrage kan een getrainde vrijwilliger leveren? En welke ondersteuning biedt in laatste instantie de beroepskracht? Deskundigheidsbevordering helpt de daarbij passende nieuwe houding en vaardigheden te ontwikkelen, zowel bij vrijwilligers als beroepskrachten. De geschiedenis van de wijkpleinen gaat terug naar de jaren ’90. In de zogenaamde herstructureringswijken ontstonden toen samenwerkingsverbanden van diverse instanties. Toen lag het accent vooral op de ‘materiële’ ontwikkeling van een wijk in de vorm van sloop, renovatie, buurtontwikkeling en aandacht voor veiligheid. Nu gaat het ook om zorg en welzijn, vrije tijd, financiële problemen, initiatieven en nieuwe ideeën van burgers, en de onderlinge relatie daartussen. Groter bereik Na twee jaar van ontwikkeling hebben de wijkpleinen nu een belangrijke plaats in de wijk. Zij helpen individuele bewoners om gebruik te maken van hun eigen kracht, en de wijk als geheel om de beschikbare mogelijkheden te benutten. Dat is vooral te merken aan het aantal instellingen dat in het wijkplein wil samenwerken. Overal zijn dat inmiddels het Wmo-loket, Bureau Sociaal Raadslieden, de woningcorporaties, Vivent, Divers, Juvans en MEE. De samenwerking tussen deze instanties wordt steeds intensiever. Intussen melden ook nieuwe partners zich aan, zoals Humanitas DMH (dienst verlening aan mensen met een handicap). Met de steeds bredere samenwerking neemt de kwaliteit van het aanbod toe. Het aantal vrijwilligers groeit niet alleen, zij worden ook steeds professioneler. Onder meer via de Talentenbank verlenen zij hun diensten aan medebewoners. Themabijeenkomsten (over internetbankieren of de zorgverzekering) trekken veel belangstellenden. Door al die ontwikkelingen bereikt het wijkplein steeds meer klanten.
Wijknetwerken In elf Bossche wijken zijn wijknetwerken actief. Met Juvans, de woningcorporaties, politie en Divers als partners. Sinds 2013 worden deze netwerken afhankelijk van de wijkproblematiek uitgebreid met andere instellingen als MEE, GGZ of het Wmo-loket. Deze ontwikkeling gaat door. Maar in wijken waar gelieerd aan de wijkpleinen wijkteams ontstaan, houden de wijknetwerken op te bestaan. Dat is inmiddels het geval in De Hambaken en Schutskamp/Kruiskamp. In die gevallen geldt als afspraak dat er een frontoffice ontstaat van vrijwilligers die ondersteund worden door professionals. Het wijknetwerk of wijkteam pakt problemen op die te zwaar zijn voor het wijkplein. Wijkplein en wijknetwerk/wijkteam werken nauw samen, waarbij het wijknetwerk of wijkteam fungeert als backoffice van het wijkplein.
Front- en backoffice Naarmate de wijkpleinen zich verder ontwikkelen verbetert de dienstverlening van professionele instellingen. Dat is het duidelijkst zichtbaar in de verhouding tussen het frontoffice en de backoffice. De partnerinstellingen verwijzen steeds meer cliënten naar de wijkpleinen. Feitelijk decentraliseren zij de dienstverlening naar de wijken, dicht bij de mensen thuis, geografisch en psychologisch goed bereikbaar. De instellingen organiseren niet alleen hun spreekuur in de wijk pleinen, ze hebben er ook hun werkplek waar zij meerdere uren per week doorbrengen. Professionals fungeren als back-up, zij werken minder in het frontoffice. Het zijn de vrijwilligers die medebewoners als eerste te woord staan en ook zoveel mogelijk de gevraagde hulp en ondersteuning verlenen. Als de vrijwilliger vastloopt of er niet uitkomt, springt een professional bij op een manier die de vrijwilligers helpt het verder zelf af te ronden. Betere dienstverlening Op basis van de samenwerking tussen instellingen en de nieuwe relatie tussen het front- en de BackOffice vinden er experimenten plaats gericht op verbetering van de dienstverlening aan klanten. Denk aan een ruimere openstelling van de wijkpleinen dankzij vrijwilligers, een uniforme wijze van intake (de brede intake, zie hierna) en het schuldhulp verleningscontract. In beide laatste gevallen gaat het om een protocol waarbij de klant zo weinig mogelijk wordt belast bij het inwinnen van informatie.
Rapportages Divers Opdracht 2013
23
Gebruikersoverleg Voor veel vrijwilligers en beroepskrachten is de werkwijze in de wijkpleinen nieuw. De vraag is steeds wat een vrijwilliger kan doen zodat beroepskrachten op de achtergrond kunnen blijven. Regelmatig zitten alle vrijwilligers en de professionals van de samenwerkingspartners bijeen voor een casusbespreking. Een vrijwilliger heeft bijvoorbeeld contact met iemand die een woning nodig heeft. Dat is een vraag voor de woningcorporatie, maar de betreffende klant is wel verstandelijk beperkt. De vrijwilliger vraagt zich af hoe daarmee om te gaan. Doorwijzing naar MEE is een optie. Maar misschien kan de vrijwilliger ook wel iets regelen. Door zelf de begeleiding op zich te nemen of daar anderen voor te benaderen, bijvoorbeeld via de Talentenbank.
Zelfredzaamheid bevorderen Om vrijwilligers te ondersteunen in hun nieuwe rol heeft de wijkpleinconsulent van Divers een scholingsprogramma voor hen ontwikkeld. Een van de onderdelen is erop gericht dat bewoners zichzelf redden. Onder het motto ‘Welzijn is meedoen’ leren vrijwilligers de vraag van hun klanten te verhelderen en hun zelfredzaamheid te bevorderen. Kern van de training is dat vrijwilligers moeten voorkomen dat zij alles doen voor een klant. Dat leidt er immers toe dat die klant afhankelijk wordt. Het gaat er juist om hulp te bieden waar dat nodig is en daarbij de capaciteiten van de klant te zien en aan te spreken. Inmiddels hebben zo’n 70 vrijwilligers de training doorlopen. Brede intake In een andere training leren vrijwilligers hoe zij allemaal op dezelfde manier een intake bij klanten afnemen. In één gesprek wordt alle informatie ingewonnen waar andere vrijwilligers of professionals mee verder kunnen. Ook in deze brede intake staat centraal wat de klant zelf kan doen om zijn probleem aan te pakken. Alle informatie wordt opgeslagen op een formulier dat een belangrijk communicatiemiddel vormt tussen de instellingen onderling. Zo wordt voorkomen dat een klant keer op keer hetzelfde verhaal moet doen. Deze training wordt op dit moment bij wijze van pilot in Rosmalen gegeven met het doel deze in 2014 in alle wijkpleinen te verzorgen. Werving vrijwilligers De nieuwe rol van de vrijwilliger is ook van invloed op de werving van vrijwilligers. Die verloopt via Galant en de Talentenbank, maar geschiedt nu kritischer dan voorheen. Voorop staan nu iemands competenties en kennis van de doelgroep, in de wetenschap dat vrijwilligers steeds meer ouderen en mensen met een beperking gaan ondersteunen. Dat zijn kwetsbare groepen die om bepaalde vaardigheden vragen. De Talentenbank is een belangrijk middel om vraag en vrijwillig aanbod te vinden en bijeen te brengen. Daar komen niet alleen veel vrijwilligers op af, maar ook mensen met andere achtergronden en kwaliteiten dan in het verleden. De reclame verloopt van mond tot mond. Vooral oudere werkzoekende bieden zich aan en brengen ook iets mee; jongere werkzoekenden proberen via vrijwilligerswerk hun vaardigheden op peil te houden. Een nieuwe categorie vormen de werkzoekenden die in het kader van de WWB werk ervaring opdoen. Doordat zij hun werk niet als vrijwillig ervaren, vragen zij om een ander benadering. Nog meer vrijwilligerswerk In de toekomst zal nog meer vrijwilligerswerk zich naar de wijken verplaatsen. De voorbode van die ontwikkeling vormen twee pilots waarin stedelijk opererende instellingen hun vrijwilligersdiensten naar de wijken verplaatsen. Het Steunpunt Informele Zorg heeft de vrijwilligersdienst in Rosmalen gedecentraliseerd, de Vrijwillige Thuiszorg doet hetzelfde in Boschveld. Door die ontwikkeling zal het aantal vrijwilligersdiensten in de wijken nog groter worden. De wijkpleinen gaan samen met vrijwilligers antwoord geven op vragen in de wijk. Dankzij de decentralisatie kunnen bovendien diensten van verschillende instellingen met hulp van vrijwilligers worden gecombineerd.
Wijkpleinen in cijfers De wijkpleinen werden in 2013 bezocht door 4.123 (verschillende) bewoners. Wijkplein de Helftheuvel was met 810 bezoekers het drukst bezocht. De komst van het sociaal wijkteam, maar ook het consultatiebureau, leidde tot een toename van bezoekers. Eind december werkten er in de wijkpleinen 81 vrijwilligers, fors meer dan in 2012. De vrijwilligers van Divers hebben 6.632 trajecten uitgevoerd met klanten. Een traject bestaat uit meerdere handelingen en/of vragen. In de wijknetwerken zijn 251 casussen opgepakt, de meeste in Oost/Hintham, Gestelse Buurt/Zuid en Boschveld Deuteren. Van de casussen heeft ruim 30% betrekking op buurtconflicten, buurtoverlast, jeugdoverlast en onveiligheid.
24
Jaarverslag 2013
Ouderen Zelfstandige ouderen Wie of wat is oud? Een precieze leeftijd is daar niet op te leggen. Oud voelen mensen zich doorgaans als gebreken zich manifesteren en zij niet goed meer uit de voeten kunnen. Met deze senioren gaan de ouderenadviseurs aan slag. Om hen te informeren en samen met hen te zoeken naar mogelijkheden om zelfstandig te blijven wonen en actief aan de samenleving te blijven deelnemen. Om als dat nodig is ondersteuning en begeleiding van bekenden of vrijwilligers in te roepen. En er dus voor te zorgen dat dure professionele zorg pas aan de orde is, als dat echt nodig is. In 2013 stonden de ouderenwerkers nog frequent in direct contact met ouderen die daaraan behoefte hadden. Dat gebeurde bijvoorbeeld in de vorm van advies aan individuele ouderen, maar ook door groepen ouderen te ondersteunen die zelf een zogenaamde ouderenactiviteitencommissie runnen. In 2014 zullen de professionals van Divers steeds meer activiteiten met en voor ouderen overdragen aan vrijwilligers, die daartoe overigens wel worden geschoold en begeleid. Preventief huisbezoek Een manier om de behoefte aan steun bij ouderen goed in beeld te krijgen is het preventief huisbezoek. In de wijk West zijn sinds 2012 in totaal 1.300 75-plussers benaderd voor zo’n huisbezoek. Wie niet actief kenbaar maakte daar geen prijs op te stellen kreeg bezoek van een van de 26 speciaal geschoolde vrijwilligers. Zij gaven informatie en stelden vragen over alle thema’s die voor ouderen van belang zijn. Omgekeerd signaleerden de vrijwilligers in hoeverre de zelfredzaamheid van ouderen in geding was. Dat leverde ook vruchtbare informatie over het te voeren beleid op. De meesten van hen waren blij met zo’n gesprek. Als gevolg van de gesprekken zijn veel senioren actief geworden, anderen kregen vervolgbezoek van een vrijwilliger of professional. Daarnaast vonden collectieve wijkbijeenkomsten plaats over uiteenlopende thema’s als de transitie van de AWBZ, berovingen in het winkelcentrum, de babbeltruc, veiligheid en valpreventie. Dat gebeurde in samenwerking met politie en gemeente. Adviseurs, buddies en vrijwilligers De ouderenadviseurs van Divers waren in 2013 in de hele stad actief, verdeeld over zes wijken. Hun blikveld bestrijkt het brede terrein van wonen, zorg, welzijn en financiën. Formeel bestaat de doelgroep uit autochtone Nederlanders vanaf 55 jaar; allochtonen zijn vanwege eerdere veroudering vanaf 45 jaar in beeld. Feitelijk is de gemiddelde cliënt zeker 75 jaar oud. Rond die leeftijd doen zich de functiebeperkingen voor, waardoor ouderen breekbaar en kwetsbaar worden. De contacten komen via allerlei kanalen tot stand. Mensen nemen zelf contact op of worden door anderen op de ouderenadviseur attent gemaakt. In alle gevallen zoekt de ouderenadviseur samen met de ouderen naar mogelijkheden om zolang mogelijk zelfstandig en actief te zijn. In dat proces kunnen vrijwilligers een belangrijke rol spelen als vrijwillige ouderen adviseurs (VOA) en vrijwillige thuishulp. Sinds twee jaar kan daar in complexe situaties een ‘buddy’ aan worden toe gevoegd, een speciaal geschoolde vrijwilliger die collega’s op alle fronten ondersteuning kan bieden.
Op de rand Neem het voorbeeld van een mevrouw die zo breekbaar is dat zij eigenlijk niet meer zelfstandig kan wonen. Op de rand van mogelijke opname wordt haar situatie steeds meer precair. Ze kan niet meer zelf voor het huis zorgen en haar administratie voeren. Ze komt niet meer buiten en kan dus ook niet haar boodschappen doen. Eigenlijk kan ze ook geen boodschappen lijstje meer maken. Door bemiddeling van de ouderenadviseur is er nu een vrijwilliger bij deze mevrouw die haar begeleidt gedurende de overgang van de eigen woning naar een verzorgingshuis.
Leuk en leerzaam Ouderenactiviteitencommissies hebben in Den Bosch al een historie van ongeveer vijftig jaar. Nu bestaan er zes, verspreid over de hele stad. De commissies worden gerund door vrijwilligers uit de wijken. Zij organiseren uiteenlopende activiteiten die ouderen in staat stellen elkaar informeel te ontmoeten of iets te leren. In 2013 vonden er in de hele stad 1.320 activiteiten plaats met in totaal 50.000 deelnemers. Tot nu toe opereren de wijkcommissies onder de hoede van Divers. De professionals staan echter op afstand en begeleiden de afzonderlijke ‘besturen’ als die daarom vragen. Dat geldt ook voor de Stedelijke Stichting Actieve Senioren die de wijkcommissies overkoepelt. In 2014 vervalt de professionele ondersteuning. De ouderenactiviteitencommissies staan dan op eigen benen onder een eigen rechtspersoon.
Rapportages Divers Opdracht 2013
25
Open Inloop In Maaspoort en in Rosmalen zijn er voor ouderen laagdrempelige steunpunten. Ze kunnen er gewoon binnenlopen voor een kop koffie of deelnemen aan yoga, jeu de boules en knutselen. Er is een speciale kookcursus voor mannen. In de ‘huiskamer’ worden eenzame of demente ouderen opgevangen. In ‘de Epigoon’ in Maaspoort zijn dagelijks acht à tien vrijwilligers actief bezig met 15 ouderen. Zij bieden ondersteuning op allerlei vragen, schaken met de ouderen, maar leggen ook uit hoe je een computer moet gebruiken. In 2013 is in Maaspoort een begin gemaakt met het verbreden van de steunfunctie naar de wijk. Sinds enige tijd vergaderen dan ook de buurtverenigingen en wijkcommissies in de Epigoon. Er heeft een voorlichtingsavond plaats gevonden over de Talentenbank. In Rosmalen voltrekt zich een vergelijkbare ontwikkeling rond steunpunt Van Meeuwenhof. Daar werkt Divers samen met de HEVO en andere partners aan het Zorgzaam Netwerk Rosmalen. Dat netwerk gaat ervoor zorgen dat kwetsbare inwoners van Rosmalen zelfstandig kunnen blijven wonen dankzij de inzet van hun eigen omgeving en vrijwilligers. Ook in de Haren, Donk en Reit heeft Divers samen met onder andere Cello het initiatief genomen om de ondersteuning van kwetsbare inwoners breed te organiseren. De eerste stappen zijn inmiddels gezet om mensen en netwerken met elkaar in contact te brengen.
Huiskamer Hintham In Hintham heeft zich langs een andere weg een huiskamer ontwikkeld. In de Hof van Hintham, een woonzorgvoorziening van Vivent, leidden bezuinigingen ertoe dat de dagopvang in de knel kwam. Op verzoek van Vivent heeft Divers er met enkele vrijwilligers een huiskamer vorm gegeven voor zowel bewoners als wijkbewoners. Dankzij die inspanning is de bezuiniging niet ten koste gegaan van de kwaliteit van de zorg voor bewoners.
Meegroeien met dementie Naarmate het proces van dementie vordert, komen er nieuwe en andere vormen van zorg en ondersteuning in beeld. Om de zorg goed op de ziekte af te stemmen werken diverse professionals samen. Zo groeit de hulpverlening mee met de ziekte. Door het ondersteunen van mantelzorgers, de inzet van ouderenadviseurs, de ondersteuning van de vrijwillige ouderenadviseur, van buddies en van de vrijwillige thuishulp, heeft Divers in verschillende stadia van het dementieproces iets te bieden. Luisterend oor en troost Dood en rouw tekenen in belangrijke mate het leven van ouderen. Uit onderzoek is gebleken dat de weduwe of weduwnaar veel sterkte kan ondervinden van de betrokkenheid van andere personen. Zeker als familie en vrienden de draad alweer hebben opgepakt. Volgend op pilotprojecten op verschillende plekken in Brabant, startte in mei 2011 in Den Bosch de bezoekdienst voor weduwen en weduwnaars. Vrijwilligers die volgens een speciale methode geschoolde zijn, leggen ongeveer een jaar lang elke maand een bezoek bij iemand af. Zo bieden zij een luisterend oor, troost en dragen zij bij aan het voorkomen van eenzaamheid. In het verlengde van de bezoekdienst organiseerde Divers in 2013 verschillende wijkactiviteiten in het kader van de Week tegen de Eenzaamheid. Daarbij waren 230 deelnemers betrokken. Ouderenwerk in cijfers 653 unieke ouderen hebben gebruik gemaakt van de diensten van ouderenadviseurs. Er zijn 28 vrijwillige ouderen adviseurs ingezet. 26 vrijwilligers hebben middels preventief huisbezoek 243 unieke ouderen bezocht. Er zijn 6 groepsvoorlichtingen geweest, waaraan 200 ouderen hebben deelgenomen. In de ouderensteunpunten de Epigoon en Meeuwenhof zijn in totaal 23. 313 bezoekers geweest. De Zomerschool voor ouderen heeft 273 unieke deelnemers gehad, die deelnamen aan 467 activiteiten. De 6 ouderenactiviteitencommissies hebben 1320 activiteiten georganiseerd, waaraan 43.658 ouderen deelnamen.
26
Jaarverslag 2013
Vrijwillige Thuishulp en Mantelzorgondersteuning Oude bomen verplaats je niet Wij groeien naar een samenleving waarin iedereen zo lang en zo goed mogelijk voor zichzelf zorgt. Zonder een beroep te doen op dure voorzieningen die de overheid in stand houdt. Maar ook als er scheurtjes in de gezondheid verschijnen, kunnen mensen nog lang zelfstandig wonen. Vaak zijn er familieleden of vrienden die als mantelzorger willen optreden. En anders zijn er wel vrijwilligers die een handje willen helpen. Vrijwillige Thuishulp en Mantelzorgondersteuning zorgen er voor dat deze mensen kunnen doen wat ze willen doen, dat ze met hun problemen ergens heen kunnen en ondersteuning krijgen als dat nodig is. Want het gaat hier om een categorie mensen die we moeten koesteren. We zullen hen in de toekomst steeds harder nodig hebben.
Mijnheer W. is 94 jaar, vijf jaar weduwnaar en hij woont zelfstandig. Sinds enkele jaren lijdt hij aan een ernstige oogziekte. Ook is een nieuwe heup gezet. Tot nu toe hebben vooral zijn twee dochters de zorg op zich genomen, aangevuld met Vrijwillige Thuishulp (VTH). Maar het wordt langzaam allemaal te zwaar. Op initiatief van Mantelzorgondersteuning vindt een familieberaad plaats over eventuele opname in een verzorgingshuis. Maar oude bomen verplaats je niet, vat een van de zonen het gesprek samen. Daarop beslissen de kinderen dat ze als familie de zorg voor vader thuis op zich nemen en aanvullend gebruik willen maken van vrijwilligers en thuiszorg. Ze regelen hun taken via een zorgsite die ze zelf opzetten. Niet veel later krijgt een van de dochters een herseninfarct. Haar zus moet nu voor twee familieleden zorgen. VTH springt bij met een vrijwilliger die voor de uitgevallen zus de administratie verzorgt en lijstjes maakt. Omdat een van háár kinderen een beperking heeft, komt er nu ook een vrijwilliger die af en toe met het meisje op pad gaat en zo de ouders ontlast.
Sociaal netwerk Deze casus illustreert het doel en de werkwijze van de Vrijwillige Thuishulp en Mantelzorgondersteuning. Het doel is dat mensen zolang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Zij houden daarbij zelf de regie en kunnen dankzij de geboden ondersteuning participeren aan de samenleving. Met steun van anderen worden hun zorgbehoefte en afhankelijkheid omgezet in een krachtig systeem. Essentieel in de werkwijze is dat eerst wordt onderzocht welke mogelijkheden iemands sociale netwerk biedt. Een schema brengt in kaart wie er al allemaal om de cliënt staan, vaak zonder dat de cliënt zich daarvan bewust is. Het laat ook zien waar uitbreiding van zorg nodig is. Op basis van het schema - dat voor iedereen zichtbaar is - wordt vervolgens steun georganiseerd, zonder dat de cliënt zich daar beschaamd om hoeft te voelen. Het gaat dan om hulp van familieleden, vrienden, buurtgenoten, kennissen én die van professionals. Ook mantelzorgers die op hun beurt ondersteuning behoeven, komen zo in beeld.
Eenmaal per jaar Mevrouw B. draagt dag en nacht zorg voor haar man die ten gevolge van een herseninfarct nauwelijks meer kan praten. Hij heeft lichamelijke verzorging nodig en hulp bij het eten en drinken. Sinds kort komt er eenmaal per jaar, een dag en een avond, een vrijwilliger voor meneer zorgen. Zo is zijn vrouw in de gelegenheid om de jaarlijkse reünie van haar familie bij te wonen.
Kunst- en vliegwerk Dankzij VTH en Mantelzorgondersteuning kunnen steeds meer mensen zelfstandig thuis blijven wonen. Maar die ontwikkeling staat wel onder druk. Dat komt in de eerste plaats doordat voor opname in een intramurale instelling een steeds zwaarder zorgzwaartepakket vereist is. Dat betekent aan de ene kant dat de doelgroep toeneemt, aan de andere kant dat mantelzorgers voor taken komen te staan die lang niet ieder van hen aankan. Tegelijk wordt de hulp bij het huishouden steeds verder ingeperkt. Tot nu toe lukt het om het probleem van de zwaardere zorg te tackelen door langs creatieve wegen vrijwilligers of stagiaires te zoeken, die over de vereiste vaardigheden beschikken. Intussen is de vrijwilliger van nu een andere dan die van vroeger. Zo stellen hedendaagse vrijwilligers hun voorwaarden, bijvoorbeeld wat betreft hun beschikbaarheid en de taken die zij willen verrichten. Met slimheid en veel kunst- en vliegwerk lukt het desondanks in te spelen op de ontwikkelingen die de vrijwillige thuishulp beïnvloeden, vraag en aanbod te matchen, en de hulp te bieden die nodig is. Zo worden meer vrijwilligers ingezet om mantelzorgers te coachen en verrichten vrijwilligers in het algemeen meer en uiteenlopende taken. Als de geschetste tendensen zich verder doorzetten, gaat de rek er echter een keer uit.
Rapportages Divers Opdracht 2013
27
Informatie over mantelzorg Om mantelzorgers te ondersteunen is in 2013 het Lokaal Kenniscentrum Mantelzorg geopend. Dit virtuele loket (www.divers.nl/mantelzorg) is nog in ontwikkeling, maar het informeert mantelzorgers nu al over wettelijke regelingen, hun positie en over de ondersteuning waarop zij mogen rekenen. Ook is er een film gemaakt die laat zien wat mantelzorg allemaal kan inhouden. Natuurlijk voor de mantelzorgers zelf, maar ook voor werkgevers die erop moeten rekenen dat werknemers vaker en langer de zorg voor een familielid op zich nemen. De film wordt sinds januari vertoond in de wijkpleinen.
Vrijwilligers Bij vrijwillige thuishulp denken we altijd eerst aan degenen die de hulp nodig hebben. Maar ook vrijwilligers hebben hun drijfveren, behoeften en verlangens om zich voor anderen in te zetten. Langdurig werkzoekenden die een baan zoeken, mensen die hun partner hebben verloren, afgekickt zijn van drugs of alcohol, zelfs de yup die zijn leven op orde heeft en vindt dat hij iets kan betekenen als vrijwilliger. In iedereen steekt een motief om vrijwilligerswerk te doen. Degenen die vrijwilligers spreken, zijn steeds op zoek naar de kwaliteiten in de kandidaten, maar ook naar hetgeen goed voor hén is.
Samenwerking Divers - MEE De VTH die tot voor enkele jaren werd gefinancierd door het zorgkantoor, is overgegaan naar de Wmo. MEE had de verantwoordelijkheid over de thuishulp voor mensen met een beperking, Divers droeg zorg voor de ouderen met een beperking. Al enige tijd werken beide instellingen samen. Dat gebeurde tot voor kort nog op ieders eigen locatie, maar wel met één toegangspunt voor cliënten. Vanaf 2013 is de samenwerking intensiever. De VTH-medewerkers van MEE zijn gedetacheerd bij Divers. De inhoud van het werk is overgedragen van VTH-MEE naar VTH-Divers. Er is nu sprake van één vorm van cliëntbenadering, één intake en één werkwijze. Professionals en vrijwilligers zijn er voor álle cliënten. De budgetten zijn samengevoegd. Naar de wijken Parallel aan de bundeling van VTH-expertise zet Divers de eerste stappen om VTH te decentraliseren naar de wijken. Uiteindelijk worden in zeven wijkpleinen vrijwilligers voor de mantelzorg en VTH gestationeerd. In drie wijkpleinen is er bij wijze van proef een spreekuur ter ondersteuning van mantelzorgers. In Rosmalen verlopen de meldingen van een van de drie hulpdiensten nu via het wijkplein. Een team van vrijwilligers is geschoold om meldingen aan te nemen en bij mensen thuis de intake te doen. In het verlengde daarvan zullen zij ook de bemiddeling tussen een cliënt en een vrij williger op zich nemen. In de training van vrijwilligers wordt veel aandacht besteed aan het uitgangspunt dat het draait om de kracht van de klant. Maar ook aan het zoeken van de vraag achter de hulpvraag.
Kleine vraag, grote betekenis Soms kan een beetje hulp veel verlichting gegeven. Zoals in een druk gezin met drie kinderen van wie het oudste en jongste kind een beperking hebben, en het middelste hoog sensitief is. Vader is veel op reis voor zijn werk. Moeder is zwaar overbelast. Een vrijwilliger wordt bereid gevonden op vaste tijden op te passen. De vrijwilliger voelt zich erg betrokken bij het gezin. Zij wordt begeleid en geschoold door Vrijwillige Thuishulp. Dankzij haar ondersteuning krijgt moeder tijd voor zichzelf en ook meer energie voor de kinderen. Mantelzorgondersteuning & VTH in cijfers In 2013 waren in totaal 381 vrijwilligers als vrijwillige thuishulp actief, van wie 244 via Divers en 137 via MEE. Samen bedienden zijn 614 cliënten (Divers 464, MEE 150). De mantelzorgmakelaar verleende in dit jaar ondersteuning aan 103 mantelzorgers, en praktische en emotionele ondersteuning aan hun omgeving. Nieuw is de inzet van vrijwilligers. Inmiddels zijn 8 vrijwilligers getraind, die bij 22 cliënten zijn ingezet voor ondersteuning op het terrein van PGB en administratie.
28
Jaarverslag 2013
Vrijwilligers Vrijwilligers doen er steeds meer toe Door de eeuwen heen dragen mensen belangeloos zorg voor elkaar en voor hun omgeving. Vanwege de betekenis ervan voor de samenleving heeft Divers altijd vrijwilligers en hun organisaties ondersteund. De laatste jaren verandert het belang van vrijwilligerswerk. In de participatiesamenleving doen vrijwilligers er steeds meer toe. Zij krijgen meer verantwoordelijkheden. Zij zorgen niet alleen voor continuïteit in het leven van mensen en buurten, ze verrichten ook meer taken die tot voor kort exclusief in handen lagen van professionals. Deze ontwikkeling vraagt aan alle kanten om ondersteuning en begeleiding. In de hele stad worden vrijwilligers ondersteund. Divers doet dat in de wijken, Galant ondersteunt individuele vrijwilligers en een deel van de ca. 1.200 organisaties met of van vrijwilligers verspreid over de hele gemeente. Mooi zo Goed Zo richt zich juist op de talenten van arbeidsorganisaties en koppelt deze aan maatschappelijk zinvolle doelen en activiteiten. Bij Divers zelf ten slotte werken zo’n 1.000 vrijwilligers. Zij worden ondersteund en begeleid door de beroepskrachten en kunnen voor ‘P&O’-achtige collectieve kwesties een beroep doen op een vrijwilligerscoördinator, die nauw samenwerkt met een klankbordgroep vrijwilligers. Iedereen die vrijwilligerswerk wil doen is welkom. Voor iedereen is maatwerk te snijden. Promotie vrijwilligerswerk Juist in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen is het belangrijk dat mensen weten wat vrijwilligerswerk is en inhoudt, en hoe belangrijk het is. Daarom heeft Galant in 2013 een aantal promotionele acties uitgevoerd, onder meer in het kader van het 10-jarig jubileum. Een daarvan vond in het voorjaar plaats in de vorm van een ’gebakjesactie’ in de bibliotheek. Wie er binnenliep kreeg een gebakje en een verhaaltje over vrijwilligerswerk. Tijdens het Bevrijdingsfestival werd een ‘applausmob’ georganiseerd, waarbij het publiek onverwacht alle betrokken vrijwilligers toejuichte. Dezelfde blijk van waardering viel de 150 vrijwilligers van de Boulevard ten deel, die bij de opening terechtkwamen in een ‘bloemenzee’ van het publiek. In oktober vond de manifestatie Den Bosch Doet plaats in de vorm van een wervingsmarkt waar 30 organisaties het belang van vrijwilligerswerk promootten.
Mariakleding Van bijzondere promotionele betekenis was de fototentoonstelling ‘Samen’. De expositie vond plaats in de bibliotheek, het Kruithuis, Divers, HEVO in Rosmalen en Welzijnswerk Vught. Getoond werd de diversiteit van het vrijwilligerswerk, het onopvallende alledaagse en het onverwachte. Zoals de dames die het Mariabeeld in de kapel van de Sint Jan steeds voorzien van passende kleding. Of de carnavalsvierders die ieder jaar aan de Parade een tribune bouwen en afbreken voor mensen die slecht ter been zijn.
Divers organiseert regelmatig bijeenkomsten voor de ‘eigen’ nieuwe vrijwilligers en geeft voor hen tweemaal per jaar een nieuwsbrief uit. Een ‘vrijwilligersagenda’ bevat interviews met vrijwilligers en informeert hen over het vrijwilligersbeleid van Divers, dat in de stad algemeen als voorbeeld wordt gezien. Doel van al deze activiteiten is waardering voor vrij willigers te uiten en hen aan de organisatie te binden. Blijkens een tevredenheidonderzoek (2012) geven de vrijwilligers gemiddeld een 7,7 aan Divers als organisatie. Advies Door de veranderende rol van de vrijwilliger wordt de adviesfunctie van Divers en Galant steeds belangrijker. Zo vindt bijvoorbeeld iedere acht weken een overleg plaats met de activiteitenbegeleiders van BrabantZorg. Aan de hand van een casus wordt er gesproken over de relatie tussen de vrijwilliger en beroepskracht, waarbij de eerste steeds meer verantwoordelijkheid krijgt en de ander gas terugneemt. Inmiddels is er bij BrabantZorg ook een klankbordgroep van vrijwilligers opgestart. Via Galant kunnen vrijwilligers(-organisaties) advies krijgen op alle aspecten van het vrijwilligerswerk. Zo was er onder meer een informatiebijeenkomst over verzekeringen.
Nieuwe klandizie Sociaal restaurant Het Anker van de Vincentiusvereniging zag zijn klandizie teruglopen. In overleg met Galant is daarop een netwerklunch georganiseerd voor medewerkers van instellingen die met de doelgroep van het restaurant in contact komen. Dankzij deze verwijzers is het aantal klanten van het restaurant weer gegroeid.
Rapportages Divers Opdracht 2013
29
Toegespitst op de rol van vrijwilligers vond in april 2013 de VrijwilligersAcademie plaats, een initiatief van Galant samen met vijf (vrijwilligers-)organisaties en Avans Hogeschool. In de hogeschool kwamen gedurende een week bijna 800 vrijwilligers op het terrein van zorg, welzijn en buurtwerk bijeen voor scholing en ontmoeting. Ca. 85 deelnemende vrijwilligers waren van Divers. In het licht van de ontwikkeling van het vrijwilligerswerk was er veel belangstelling voor het thema ‘grenzen stellen’. Platform 073 Voortvloeiend uit een bijeenkomst over de Vrijwilliger van de Toekomst (2012) heeft Galant in opdracht van de gemeente en samen met Divers en vijf vrijwilligersorganisaties, een stedelijke digitale marktplaats ontwikkeld voor talenten, diensten, kennis en materiaal. Op Platform073 kunnen burgers, vrijwilligers, bedrijven en organisaties vraag en aanbod koppelen. De huidige vrijwilligersvacaturebank en de Talentenbanken in de wijken gaan deel uitmaken van dit centrale platform. Vragers en aanbieders kunnen zonder enige tussenkomst samenwerking aangaan. Maar wie daar behoefte aan heeft kan altijd een beroep doen op informatie of ondersteuning in de eigen wijk. Wijkwerkers, medewerkers van de vrijwillige thuishulp en Galant begeleiden potentiële vrijwilligers bij het vinden van vrijwilligerswerk op maat.
Ambtenaar te leen De gemeente ’s-Hertogenbosch deed haar medewerkers een aanbod: wie 12 uur vrijwilligers verricht, mag er in de tijd van de baas 12 uur extra bijdoen. Galant werd gevraagd individuele ambtenaren te ondersteunen om aan deze regeling invulling te geven. Met 12 medewerkers zijn gesprekken gevoerd over hun passies en ambities. Zo heeft een aantal van hen lessen verzorgd op weekendschool ‘De Bollebozen’. Daar vertellen onder meer vertegenwoordigers van uiteenlopende sectoren over hun beroep.
Mooi zo Goed zo Mooi zo Goed zo is sterk in sociale sponsoring. Na bijna twintig jaar is de organisatie niet meer weg te denken uit de stad. Bij recent onderzoek is gebleken dat Mooi zo Goed zo de best gewaardeerde dienstverlener voor vrijwilligersorganisaties van ’s-Hertogenbosch is. In 2013 werden ca. 100 projectcombinaties gerealiseerd bij in totaal 29 maatschappelijke organisaties. In de loop van de jaren is er een verandering zichtbaar geworden in de omgeving waarin Mooi zo Goed zo werkt. Zo hebben bedrijven met klinkende namen steeds meer oog voor mensen met een smalle beurs. Sociaal ondernemen is inmiddels een regulier kenmerk van het moderne bedrijfsleven. Tegelijkertijd stellen bedrijven minder geld beschikbaar voor doelen met een sociaal oogmerk. In plaats daarvan stellen zij hun medewerkers in de gelegenheid een bijdrage te leveren in natura of met productiemiddelen van het bedrijf. En ten slotte durven bedrijven in de sfeer van sociaal onder nemen meer risico te nemen. In plaats van de bekende goede doelen, zetten zij nu ook in op minder bekende organisaties en activiteiten. Een voorbeeld daarvan is ‘De Verscholen Stad’, een stadswandeling onder leiding van dak- en thuisloze gidsen die bezoekers langs plekken leiden waar daklozen doorgaans hun dagen en nachten doorbrengen. Het initiatief is mede mogelijk gemaakt door Rotary ‘s-Hertogenbosch West.
Het kan snel De kracht van Mooi zo Goed zo is het leggen en onderhouden van relaties, en weten waar het begin van financiering te vinden is. Een goed idee kan dan snel worden gerealiseerd. Zoals de Seniorenbus, die 65-plussers voor 50 eurocent van deur tot deur brengt. Het idee ontstond op een verjaardagspartij in september 2012. In december was er een stichting, in januari 2013 was voldoende geld geworven om in februari een bus aan te schaffen. Nu rijdt de Seniorenbus met twee bussen en zijn meer dan 50 vrijwilligers actief.
30
Jaarverslag 2013
Vrijwilligerswerk in cijfers. Instroom nieuwe vrijwilligers Divers 2013: 168 (incl. 78 MEE-vrijwilligers) Uitstroom vrijwilligers Divers 2013: 290, dit is inclusief uitstroom OAC groepen (160) Deelnemers training BHV en EHBO: 71 vrijwilligers in 3 bijeenkomsten Deelnemers welkomstavonden /introductie: 78 vrijwilligers in 3 bijeenkomsten Deelnemers VrijwilligersAcademie: 779 unieke vrijwilligers, 2.845 maal ingeschreven voor workshops; deelnemers geven een gemiddelde van 8,3 voor de workshops 280 unieke vrijwilligers/organisaties bereikt middels netwerkbijeenkomsten, informatieavonden, trainingen en adviestrajecten 176 warme bemiddelingen vanuit de vacaturebank Galant 10 maal digitale nieuwsbrief uitgebracht, 450 abonnees Via Divers zijn 54 MaS-studenten actief geweest. MZGZ heeft 59 sponsordeals gerealiseerd, waarbij 28 verschillende organisaties betrokken waren.
Rapportages Divers Opdracht 2013
31
Maatschappelijke stages (MaS) Scholieren als vrijwilliger Naarmate de participatiesamenleving vorm krijgt geven mensen meer en meer zelf vorm aan hun leven. Dat geldt voor hun eigen woon- en leefsituatie, maar ook voor hun maatschappelijke omgeving. Vrijwilligers, die de helpende hand toesteken, zijn er in alle maten en soorten. Jonge vrijwilligers doen via hun school ervaring op in de vorm van een verplichte maatschappelijke stage (MaS). In Den Bosch gaat het om ongeveer 2.000 scholieren van 11 scholen voor voortgezet onderwijs. Sinds 2011 leidt Divers dit spektakel in banen. En met succes. De leerlingen doen het met plezier, scholen en maatschappelijke organisaties willen ermee doorgaan. Ook als de MaS in 2015 ophoudt te bestaan. Met ingang van het schooljaar 2011/2012 staat de maatschappelijke stage verplicht op het rooster van elk VMBO, HAVO en VWO. Het begrip was al enkele jaren eerder geïntroduceerd en door sommige scholen ook al in de praktijk gebracht. De MaS verplicht scholieren, die in leeftijd variëren van 13 tot 17 jaar om 30 uur per jaar stage te lopen bij een maatschappelijke organisatie en zo te leren wat het is om voor de samenleving iets te doen waar je geen geld voor krijgt. Omdat Divers via Galant al over veel contacten met maatschappelijke organisaties beschikte, verzocht de gemeente Divers de MaS te faciliteren. Daarnaast luidde de opdracht om actief de bemiddeling ter hand te nemen van 10% van alle leerlingen, dat wil zeggen van degenen van wie verwacht wordt dat zij niet zelfstandig een stageplaats bemachtigen. Sindsdien zijn twee stagemakelaars actief bezig om scholen en maatschappelijke organisaties te helpen elkaar te vinden. Bezoeken en informeren De stagemakelaars bezochten om te beginnen alle scholen met informatie over de MaS. Sommige scholen bleken daar al een heel eind mee te zijn, andere stonden nog helemaal aan het begin. Vanaf het begin hebben de makelaars alle scholen geïnformeerd over het beschikbare aanbod en de nieuwste stageplaatsen. Sociale media zijn daarbij een steeds belang rijker rol gaan spelen. Daarnaast ontvingen scholen en maatschappelijke organisaties tienmaal per jaar een nieuwsbrief van Galant met daarin voor beide partijen interessante informatie. Dankzij de bezoeken en aanvullende informatie zijn de scholen steeds meer gaan samenwerken. Zo is er onder de regie van de makelaars een coördinatorenoverleg ontstaan waarin scholen overleg voeren over de invulling van stageplaatsen en de wijze van afstemmen met betrekking tot werkwijzen en materialen.
Opbellen Voor De Rijzert, School voor Praktijkonderwijs, verzorgen de stagemakelaars ‘warme matches’ voor álle leerlingen van de school. Onderdeel daarvan vormen gastlessen van tweemaal twee uur. Tijdens zo’n les krijgen de leerlingen eerst informatie over de MaS en moeten dan in een formulier de stage van hun voorkeur aangeven. Van de docent Nederlands krijgen zij vervolgens de opdracht om een sollicitatiebrief te schrijven naar de betreffende organisatie. Die brieven gaan natuurlijk rechtstreeks naar de stagemakelaars die meteen de matches tot stand brengen. Vervolgens krijgen de leerlingen instructie hoe zij een telefoongesprek moeten voeren met de organisatie van hun keuze. Na een rondje droogzwemmen, volgt het echte telefoongesprek. Veel kan er niet misgaan, want de stagemakelaar zit erbij en de match is allang gemaakt…
Behoefte aan vrijwilligers Voor maatschappelijke organisaties houden de makelaars jaarlijks een stagemarkt waar activiteiten en beschikbare stageplaatsen kunnen worden gepresenteerd. Voor de organisaties is de MaS van belang, omdat die voorziet in de vraag naar vrijwilligers. Als jonge mensen nu in contact komen met vrijwilligerswerk ontstaat er wellicht een basis voor het vervullen van een groeiende behoefte in de toekomst. Aan de andere kant willen deze organisaties niet worden gezien als een parkeerplaats voor scholieren die zo nodig stage moeten lopen. De makelaars hebben een belangrijke rol gespeeld om scholen en organisaties in gesprek te brengen over elkaars belangen en bedoelingen. Een aantal partners onderhoudt zelfstandig dat contact.
32
Jaarverslag 2013
Carrièrebeurs De markten waar maatschappelijke organisaties zichzelf en hun stageplaatsen presenteren zijn erg populair onder scholieren. Ze worden bezocht als waren het carrièrebeurzen. Sommige kinderen brengen zelfs hun ouders mee om samen een keuze te maken. Soms heeft een leerling bijzondere voorkeuren. Zoals het meisje dat het liefst ‘waterbeestjes’ zou onderzoeken. Nadat zij had kennisgemaakt met de beheerder van het Heempark in Den Bosch-Zuid was dat overigens zo geregeld.
Maspoint Voor een effectieve bemiddeling tussen scholieren en maatschappelijke organisaties is het programma www.maspoint.nl ontwikkeld. Hierop kunnen maatschappelijke organisaties kosteloos hun vacatures aanbieden. Scholen en leerlingen kunnen er het aanbod bekijken en stages reserveren. De stagemakelaars beheren het systeem en houden het actueel. Maspoint heeft een flinke bijdrage geleverd aan de organisatie van de MaS. Enthousiaste scholen zijn elkaar gaan opzoeken en overleggen met elkaar, nu zij allemaal beschikken over hetzelfde en complete overzicht van ‘vacatures’ bij maatschappelijke organisaties. Uiteindelijk zijn 6 van de 11 scholen in ’s-Hertogenbosch aangesloten op Maspoint, waar zij ook actief gebruik van maken. De scholen die om uiteenlopende redenen geen gebruik maken van Maspoint, worden wel steeds geïnformeerd over nieuwe stageplaatsen, zodat ze daar op hun eigen wijze iets mee kunnen doen. Controle Een van de taken van de stagemakelaars is het controleren van de vacatures die als maatschappelijke stageplaats worden aangeboden. Een maatschappelijke stage kan alleen worden aangeboden door een vrijwilligersorganisatie of een bedrijf zonder winstoogmerk. Het te verrichten werk moet bovendien leuk en interessant zijn voor jongeren in de scholierenleeftijd. In overleg met de scholen is afgesproken dat de stagemakelaars de vacature beoordelen als deze voor de eerste keer wordt gemeld. Het vervolg Als gevolg van kabinetsbeleid eindigt de maatschappelijke stage per 1 januari 2015. Daarmee vervalt in beginsel de financiering onder de structuur die de laatste twee jaar in Den Bosch is ontwikkeld om scholieren te matchen met beschikbare stageplaatsen in de lokale samenleving. De toekomst zal uitwijzen of daarmee ook de structuur en de ontwikkelde samenwerkingsrelaties verdwijnen. Vooralsnog wil een aantal scholen de maatschappelijke stage handhaven, maatschappelijke organisatie willen zelfs niets liever, en ook de leerlingen zijn blijkens onderzoek tevreden. In de loop van 2014 zal blijken of en op welke wijze deze verlangens gehonoreerd kunnen worden.
Toekomstige jonge vrijwilligers Op initiatief van de stagemakelaars is in 2013 onderzoek verricht onder jongeren die aan de MaS hebben deelgenomen. Daaruit blijkt dat jongeren in het algemeen tevreden zijn over hun stage. De informatie die zij hebben gekregen over de MaS en de hulp die zij ontvingen bij het vinden van een stageplaats wordt in het algemeen positief beoordeeld. Sommigen hebben dankzij de MaS een beter beeld gekregen van hun toekomst, bijvoorbeeld van de doelgroep waarmee zij zouden willen werken. Verder geven de jongeren aan dat zij dankzij de stage meer inzicht hebben gekregen in vrijwilligerswerk en meer waardering hebben gekregen voor vrijwilligers. Meer dan de helft van de jongeren laat weten in de toekomst vrijwilligerswerk te willen verrichten. Favoriet zijn de sectoren sport, zorg en vrije tijd. Jongeren geven aan dat zij voor vrijwilligerswerk het liefst rechtstreeks door anderen worden benaderd. Mond tot mondreclame of een oproep van een stageorganisatie spreekt hen minder aan. Maatschappelijke stage in cijfers. ‘s-Hertogenbosch telt 11 scholen voor voortgezet onderwijs, waarvan de leerlingen een maatschappelijke stage (MaS) moeten lopen. Jaarlijks gaat het om in totaal ca. 2.000 scholieren. Aan het digitale matchingssysteem Maspoint doen 6 van de 11 scholen mee. Bijna alle leerlingen van deze 6 scholen (998) hebben van het systeem gebruik gemaakt. Van deze contacten leidde 15% tot een bemiddeling via Maspoint zelf. Voor 3% van de leerlingen (63) hebben de stagemakelaars een ‘warme match’ tot stand gebracht. Alle overige scholieren hebben hun stage zelf of via Maspoint ontdekt.
Rapportages Divers Opdracht 2013
33
Programma 2013:
Veiligheid Veiligheid Buurtbemiddeling Buurtbemiddeling gaat verder Geluidsoverlast, rommel op straat of hinderlijk parkeren. Het zijn stuk voor stuk bronnen van conflicten tussen buurtbewoners. Vroeger was er wel één of andere instantie die op het gedoe afkwam, de boel suste en oploste. Tegenwoordig komt het ook bij burenruzies aan op het vermogen van mensen om hun conflicten zo veel mogelijk zelf op te lossen. Dat is precies de inzet van het project ‘Buurtbemiddeling’: communicatie tussen buurtbewoners helpen herstellen, waarna mensen zelf met hun onderlinge problemen aan de slag gaan. In 2013 lukte dat in meer dan 120 gevallen. Buurtbemiddeling bestaat in Den Bosch sinds 2002. Het project startte in de Bartjes naar analogie van een soortgelijk initiatief in Enschede. Inmiddels is buurtbemiddeling een landelijke activiteit die wordt ondersteund door het Centrum voor Criminaliteit en Veiligheid. Tot en met 2011 waren in Den Bosch de politie en corporaties alleen betrokken als verwijzende instanties. Sinds die tijd nemen Zayaz en BrabantWonen en later ook de Kleine Meierij ook financieel deel in het project. Buurtbemiddeling is een activiteit van op dit moment ca. 50 vrijwilligers die door Divers worden getraind, geschoold en ondersteund. Met z’n tweeën Buurtbemiddelaars kunnen op verschillende manieren in actie komen. De meldingen van overlast bij het project buurt bemiddeling komt binnen door een betrokken instantie of rechtstreeks door één van de partijen in het conflict. De aard van de melding wordt geïnventariseerd en vervolgens worden er 2 bemiddelaars verbonden aan de melding. Vanaf het begin trekken buurtbemiddelaars met z’n tweeën op. Eerst is er een intakegesprek met de partij die om bemiddeling heeft gevraagd; daarna een gesprek met de andere partij. Als beide partijen dat willen, volgt een eerste bemiddelingsgesprek. Meestal legt één bemiddelingsgesprek voldoende basis waarop de twee partijen hun problemen verder zelfstandig samen kunnen aanpakken en oplossen.
Slechte flat In een flat woont een jong stel met een leefpatroon dat afwijkt van dat van de ander bewoners. Ze onderhouden allemaal goede contacten, dus problemen zijn er niet. Totdat er een ouder echtpaar in de flat trekt, dat al na korte tijd de politie op de jongeren afstuurt vanwege geluidsoverlast. De jongeren voelen zich gekleineerd, het echtpaar vindt zich juist gediscrimineerd. Buurtbemiddeling leidt ertoe dat beide stellen een gemeenschappelijk probleem zien in de technische kwaliteit van de flat. De twee mannen besluiten daarop samen de vereniging van eigenaren aan te spreken. Deze nieuwe vorm van communicatie zorgt voor een contact dat niet snel meer tot conflict komt.
Complexer Buurtbemiddeling is van oudsher aan de orde bij de beginnende huis- en tuin- en keukenconflicten als geluidsoverlast, rommel in de omgeving, blaffende honden, overhangende takken, stank en parkeeroverlast. In de afgelopen jaren is gebleken dat veel bemiddelaars over competenties beschikken die hen motiveren om ook meer complexe conflictsituaties aan te gaan. Het gaat dan om coachingstrajecten die kunnen worden ingezet voorafgaand aan bemiddeling (‘durven mensen het echt aan?’) of juist volgend op een geslaagde bemiddeling (‘hoe houden we de afspraken vast’). Maar het kan ook gaan om groepsbemiddelingen of bemiddelingen in aanwezigheid van een derde partij, bijvoorbeeld een vertegenwoordiger van een hulpverlenersinstantie. Competenties Gezien de ambities van de buurtbemiddelaars is het scholing- en trainingsaanbod zodanig uitgebreid dat het beter aansluit bij hun competenties en bij de vraag van de maatschappij. Voor iedereen is er de basistraining die bestaat uit drie bijeenkomsten en een terugkomdag. Nieuw en aanvullend zijn de trainingen ‘coachen binnen buurtbemiddeling’ en
34
Jaarverslag 2013
‘groepsbemiddeling bij burenruzies’. Daarnaast zijn er intervisiebijeenkomsten, maar ook thema-avonden over bijvoorbeeld het werken met bijzondere groepen als verslaafden en mensen met een beperking. Zo blijven bemiddelaars enthousiast en betrokken. Tegelijk is er de uitdaging dat buurtmiddeling blijft aansluiten bij iedereen die zich in een conflict bevindt.
Burenrechter Voor de oplossing van ‘simpele’ burenruzies staat in 2014 het proefproject ‘Burenrechter’ op stapel. Geïnspireerd op de Rijdende Rechter neemt ook in dit geval een rechter de situatie ter plaatse in ogenschouw. De hele procedure en afwikkeling geschiedt echter digitaal. De proef gaat door als alle partners zich er definitief achter hebben geschaard.
Partners Mensen raken niet zomaar met elkaar in conflict. Natuurlijk spelen sociale en communicatieve vermogens en vaardig heden. Maar net zo belangrijk is de omgeving waarin mensen wonen en leven. De bouwkundige staat van flats en woningen, de samenstelling van bewoners, de inrichting van straten en de omgeving, en allerlei andere factoren liggen niet zelden ten grondslag aan een conflict. Buurtbemiddeling mag dan een oplossing lijken, ze begint eigenlijk vaak aan het eind. Buurtbemiddelaars zien dat en doen in toenemende een beroep op de beherende instanties om hun verantwoordelijkheid te nemen, echt partners te zijn, en zo ook conflicten te helpen voorkomen. Dat buurtbemiddeling op zichzelf grenzen heeft, blijkt uit de volgende casus.
Hongerstaking Een alleenstaande dame van 82 krijgt van de corporatie een woning aangeboden in een flat. Het is een voormalige seniorenflat (zonder lift), waarin nu mensen wonen met een uiteenlopende levensstijl. Van een junk in de woning beneden haar raakt ze erg overstuur. Een buurtbemiddelingsgesprek vindt plaats op initiatief van de wijkagent en in aanwezigheid van een GGZ-verpleegkundige. Dat geeft enige rust. Totdat er korte tijd later een jong stel boven haar komt wonen dat elke dag en nacht harde muziek draait en ook verder veel lawaai maakt. Mevrouw is nu helemaal horendol: ‘Ik ben 82 en aan de pillen. Ik ben nu in hongerstaking totdat ik een andere flat krijg.’
Buurtbemiddeling in cijfers Geoffreerde resultaten
Werkelijke resultaten
250 aanvragen
209 aanvragen zijn binnen gekomen • 4 niet in behandeling genomen omdat de casus niet aan de criteria voldeed
Meer dan 50% van de bemiddelingen is succesvol afgesloten
53,2 % is opgelost door gesprekken tussen de partijen al dan niet met een getekende overeenkomst. 39,5% is afgesloten met een ander (positief) resultaat
Minimaal 40 getrainde bemiddelaars
49 bemiddelaars • 8 bemiddelaars hebben een training gevolgd om coachingstrajecten uit te voeren • 10 bemiddelaars hebben de training groeps bemiddeling gevolgd • 13 bemiddelaars hebben de Basistraining Buurtbemiddeling gevolgd • 6 bemiddelaars zijn gestopt in de loop van het jaar
Buurtbemiddeling wijst indien nodig door
16 casussen zijn adequaat doorverwezen
Rapportages Divers Opdracht 2013
35
Programma 2013:
Leren Leren en en opgroeien opgroeien Jeugd & jongerenwerk ‘Ze zijn eigenlijk net als wij’ Volwassen worden gaat met vallen en opstaan. Zeker voor jongeren die niet zo’n stevig sociaal netwerk om zich heen hebben. In hun worsteling vertonen ze vaak gedrag waar ze later spijt van krijgen. De kinder- en jongerenwerkers zien dat aankomen. Zij gaan naast hen staan, bieden steun en vertrouwen, maar treden ook op als kinderen hun talenten en kansen verknoeien. In samenwerking met andere organisaties lukt het meestal jongeren op de weg te brengen die zij zelf kunnen en willen gaan. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Maar daar moeten we wel wat voor doen. Jeugd- en jongerenwerkers zijn actief op straat en in jongerenaccommodaties. De kinderwerkers richten zich op kinderen tussen 4 en 12 jaar, jongerenwerkers op jongeren tussen 11 en 21 jaar. Maar hun aanpak is steeds dezelfde: vertrouwen schenken, grenzen aangeven en in contact blijven. Wat er ook gebeurt. Ben maar lekker kind De kinder- en jongerenwerkers treffen vooral jongeren die van hun directe omgeving weinig positieve reacties krijgen. Kinderen van nog geen 12 jaar gedragen zich als boefjes of op jonge leeftijd al het gedrag van grote jongens al kopiëren. Kinderwerkers treffen hen op straat of in een lokaal op school. Op deze leeftijd geldt het motto: ‘Ben maar lekker kind’. De kinderwerker kijkt door de raddraaier heen, ziet wat er nog meer inzit. Ziet ook hoe achter die stoere houding een kwetsbaar kind schuilgaat, dat in de dierenweide een lammetje nog niet de fles durft te geven. De methodiek verloopt langs een duidelijke lijn. De kinderen van straat halen, in een veilige omgeving brengen, de stoerheid afpellen en het kleine kind tevoorschijn laten komen. Maar ook: de kinderen laten meedenken over hun eigen buurt en de ruzies die ze daar maken. Pyjama ‘Hoe kwetsbaar is zo’n boefje als ie opeens in z’n pyjama bij een activiteit verschijnt’
Volwassen worden Voor de oudere jeugd geldt in wezen hetzelfde. Al zijn sommigen op die leeftijd al zo hun eigen weg gegaan dat ze niet meer aanspreekbaar zijn op hun gedrag. De meesten van hen zijn echter kwetsbare jongens en meisjes die bij het volwassen worden weinig of geen sturing ondervinden uit eigen kring. In al hun kwetsbaarheid ontwikkelen zij een vorm van stoerheid die hen op iets latere leeftijd zeker zal opbreken. Jongerenwerkers zien dat. Ze gaan met hen aan de praat. Ze ontdekken samen waar een jongere goed in is. Ze uiten daarvoor waardering, keer op keer. Zo ontstaat een vertrouwensband. Die blijft ook bestaan als een jongere weer eens de fout ingaat. Omgekeerd deinst de jongerenwerker er niet voor terug keihard op te treden als een jongere zijn mogelijk heden verprutst.
Zoenen Neem het meisje, van wie uiteindelijk bleek dat ze slachtoffer was van een loverboy. Daar is de politie verder achteraan gegaan. In het contact met de (vrouwelijke) jongerenwerker bleek echter dat het probleem verder ging. Zowat alle jongens in de wijk hadden haar telefoonnummer. Het meisje had in haar kwetsbaarheid een seksuele moraal ontwikkeld, waar ze zelf het slachtoffer van werd. Een dergelijk thema kan alleen in vertrouwen worden besproken en aangepakt. Nu - een hele tijd later - gaat het goed met haar en krijgt de jongerenwerker zoenen.
36
Jaarverslag 2013
Op straat De ambulante jongerenwerker krijgt in de wijken te maken met groepen jongeren die voor overlast zorgen. Ze trappen rotzooi, gooien stenen en pesten of mishandelen zelfs bewoners. Opvallend is doorgaans de rust als de jongerenwerker bij hen is. Door met hen activiteiten te organiseren biedt hij hen de structuur die ze nodig hebben. Maar als dat nodig is trekt hij ook het contact met collega’s en andere partijen aan. Dan gaat hij met opbouwwerkers en kinderwerkers in gesprek met ouders, en onderhoudt hij contact met de politie, de woningcorporatie en het Jeugd Preventie Project (JPP). Als de jongeren worden opgepakt, werkt de jongerenwerker door. Hij moet immers straks weer verder met de jongeren. Achter de schermen van het strafproces zet hij hulpverlening voor de jongeren in gang. Want straffen alleen helpt natuurlijk niet. Dat weet de rechter ook. Zodra er een relatie tussen hulpverlening en een jongere tot stand is gekomen, legt de rechter een milde straf op.
Trots Zo kwam een groep raddraaiers al betrekkelijk snel weer vrij. ‘Wat zullen we gaan doen?’, was het eerste wat ze zich afvroegen. De jongerenwerker had wel een idee. ‘Wie in buurt iets kapot heeft gemaakt, gaat het nu maken. Gebeurt dat niet, dan hoef je van mij verder niets te verwachten.’ Enkele maanden later was bijna alles hersteld. De jongeren hebben het resultaat zelfs aan de hele buurt laten zien. Trots als ze waren op hun eigen prestaties.
Experimenteren Op straat of in een jongerenaccommodatie, in beide gevallen heeft de jongerenwerk dezelfde opgave: interesse tonen en vertrouwen verdienen. Als dat ontbreekt zijn jongeren weg. Een accommodatie als Number One in Rosmalen of JC4West is bij uitstek de plek waar jongeren tot zichzelf kunnen komen en kunnen experimenteren met nieuwe activiteiten en nieuw gedrag. Of het nu gaat om haantjes, boefjes of timide kinderen. Spelenderwijs zijn ze bezig hun weg naar de toekomst een stukje te verleggen. De jongerenwerker biedt faciliteiten: om te tekenen of muziek te maken. En als het resultaat er zijn mag, wordt dat hardop gezegd. Tolk Zijn kinder- en jongerenwerkers dan opvoeders? Ja en nee. Welzijnswerkers kunnen en mogen nooit in de rol treden van de echte opvoeders, de ouders. Maar los daarvan: het zou ook niet werken. Juist deze jongeren zijn niet op zoek naar iemand die op hun ouders lijkt. Zij willen geen oordeel, maar een luisterend oor, hooguit een advies om bestwil. Met jongeren werkers kunnen ze wel opschieten: ‘Die zijn net als wij, maar net iets volwassener’. Jongerenwerkers zelf beschouwen zich als een tolk: tussen wat jongeren leuk vinden en hoe ze vandaar uit op een positieve manier volwassen kunnen worden. Jongeren vragen niet om gedragsverandering, maar veranderen wel hun gedrag. In dat proces sluiten andere partijen aan, zodra zij zien dat dat in het belang is van de ontwikkeling van de jongeren: de politie, Juvans, scholen, de leerplicht ambtenaar en jobcoaches.
Leerplicht In Number One gedraagt een meisje (17) zich heel timide. Ze blijkt te zijn aangerand, maar durft dat niemand, ook haar moeder niet te vertellen. Ze stopt met de opleiding. Zo ontstaat er contact met de leerplichtambtenaar. In overleg wordt besloten dat het meisje bij Number One haar leerplicht mag vervullen. Met het doel erachter te komen wat ze verder wil gaan doen. Ze volgt nu met plezier een andere opleiding.
Positieve omgeving Voor kinderen en jongeren is het heel belangrijk dat hun nieuwe gedrag in hun eigen omgeving landt. In een omgeving die hen niet langer alleen negatief, maar ook met waardering bejegent. Daarom worden er allerlei activiteiten georganiseerd waarmee kinderen en jongeren zich positief naar buiten toe vertonen. Kinderen doen mee aan de actie ‘Proper Jetje’, in Rosmalen deelden jongeren met Kerst voedselpakketten uit aan mensen die het niet zo breed hebben. Omgekeerd is het belangrijk de omgeving bij het kinder- en jongerenwerk te betrekken. Daarom worden ouders regelmatig uitgenodigd te komen kijken naar de prestaties van hun kroost in kinderclub. In West zijn omwonenden en bewoners van een verzorgingshuis nauw betrokken bij de start van het jongerencentrum. Het resultaat is dat kinderen en jongeren in de samenleving steeds meer worden gewaardeerd.
Rapportages Divers Opdracht 2013
37
Vrijwilligers Met name het jongerenwerk is een kweekvijver van vrijwilligers. Veel jongeren zien dankzij allerlei activiteiten mogelijk heden om zelf actief te worden en voor andere jongeren iets te betekenen. Dat is goed voor hun eigen zelfbeeld en zij vervullen zo de functie van rolmodel voor andere jongeren. Sommigen profileren zich zelfs als lid van een jongerenraad of het bestuur van een centrum. In het kinderwerk zijn enkele vaste vrijwilligers actief, die daartoe beschikken over een Verklaring Omtrent het Gedrag. Tientallen ouders zijn incidenteel als vrijwilliger betrokken bij activiteiten.
Nieuw bestuur In jongerencentrum Number One komt er een nieuw bestuur. In tegenstelling tot veel andere besturen wordt dit bestuur uitgebreid met enkele ‘jonkies’ uit eigen stal. Zij wonen de komende tijd alle bestuursvergaderingen bij en worden door de huidige leden getraind en ingewerkt in hun toekomstige functie. Dat betekent dat over enige tijd het bestuur geheel vernieuwd en verjongd is. Jeugd- en jongerenwerk in cijfers. In 2013 zijn 52 overlastsituaties aangepakt door het jongerenwerk. Het ging om uiteenlopende overlast van jongeren, zoals rotzooi op straat, geluidsoverlast, samenkomen op bepaalde plekken, intimidatie, bedreiging en pesten. Rotzooi, rommel en geluidsoverlast zijn de belangrijkste aanleidingen voor de melding. In 24 overlastsituaties hebben bewoners zelf een beroep gedaan op het jongerenwerk; 14 overlastsituaties zijn door de politie bij het jongerenwerk gemeld. Van de 52 overlastsituaties zijn er 38 afgehandeld. 14 zijn er nog in behandeling; in één geval zijn er al wel gebruikers afspraken gemaakt tussen jongeren en buurtbewoners, in twee gevallen is er al sprake van doorverwijzing naar een externe organisatie, al blijft er een taak voor het jongerenwerk. Van de afgehandelde situaties zijn er: • 4 situaties opgelost doordat er gebruikersafspraken gemaakt zijn tussen overlastmelders en jongeren. • 3 situaties opgelost doordat overlastmelders gecoacht zijn in het zelf aanspreken van jongeren. • 7 situaties opgelost na een gesprek tussen jongeren en buurt bewoners. • 9 situaties opgelost na gesprekken van jongerenwerker met jongeren. • 2 situaties opgelost doordat de jongeren verplaatst zijn naar een andere plek. • in 3 situaties een specifieke aanpak geweest in samenwerking met wijknetwerkpartners; overlast is hierdoor opgelost. • 8 situaties onderzocht maar er is geen overlast geconstateerd en er zijn geen klachten meer binnen gekomen. • 2 situaties niet opgelost; we zijn niet in staat gebleken om jongeren en overlastmelders nader tot elkaar te brengen. In samenwerking met politie en gemeente kijken we nu hoe het verder aangepakt moet worden. In 2013 hebben jongerenwerkers 304 individuele jongeren geholpen bij het aanpakken en oplossen van vragen en problemen. Bij de meest voorkomende ondersteuningstrajecten ging het om gedragsverandering, problemen op school, het vinden van vrijwilligerswerk of maatschappelijke stage, en zorgen rondom de thuissituatie. Sommige jongeren kwamen voor verschillende vragen vaker terug. Van de 304 individuele trajecten lopen er op dit moment nog 44; 260 trajecten zijn reeds afgesloten of doorverwezen. • Bij 62 jongeren heeft er een positieve gedragsverandering plaatsgevonden. • 22 jongeren hebben hun talent ontwikkeld. • 69 jongeren hebben hun problemen m.b.t. school en of arbeid opgelost (inclusief verbeterde schoolresultaten door deelname aan huiswerkklas). • 48 jongeren zijn ondersteund bij het vinden van geschikt vrijwilligerswerk en/of maatschappelijke stage. • 48 jongeren zijn doorverwezen naar hulpverleningsorganisaties. • Bij 4 jongeren is de gezinssituatie beïnvloed. • met 1 jongere is het traject is afgesloten wegens een verhuizing. • Bij 6 jongeren heeft een overig traject plaatsgevonden. Ons valt op dat er bij veel afgesloten trajecten meer speelt dan op het eerste gezicht lijkt. Een jongere komt bijvoorbeeld in eerste instantie met een vraag over slechte cijfers op school en vervolgens blijkt het ook te gaan over ruzie thuis, vragen over seksualiteit, financiën, etc.
38
Jaarverslag 2013
Projecten: Doelbewust VTWG
85 deelnemers 95 deelnemers
8 jongeren zijn doorverwezen naar een reguliere sportclub. Na de finale gaan de “winnaars” deelnemen aan de talentclass van de Muzerije.
Traject op Maat 8 jongeren zijn doorgeleid naar T.O.M. waarvan er 1 nog deelneemt, 1 is doorverwezen naar hulpverlening, 2 na intake niet meer zijn gekomen, 3 jongeren een Wajong hadden (en daardoor niet kunnen participeren bij T.O.M.) en 1 jongere is helaas afgehaakt gedurende het traject. Daarnaast zijn 22 professionals van Divers en sociaal wijkteam SK/KK voorgelicht op het gebied van scholing en werk als gevolg van het signaal dat veel jongeren & hun ouders / omgeving vaak irreële verwachtingen hebben m.b.t. toekomst perspectief van de jongere.
Kinderwerk Het kinderwerk heeft in 2013 627 unieke deelnemers bereikt bij de verschillende activiteiten verspreidt over de hele stad. Dit hebben zij gedaan met behulp van 39 verschillende vrijwilligers; waarvan 80% van deze vrijwilligers wekelijks een activiteit draaien en 20% incidenteel betrokken is bij de verschillende activiteiten. Met deze kinderen is gewerkt aan talentontwikkeling, het positief beïnvloeden van gedrag en het versterken van sociaal-emotionele, culturele en motorische vaardigheden d.m.v. aantrekkelijke activiteiten. Aan Kids on track, een speurtocht door Brabant, hebben 40 kinderen meegedaan uit alle aandachtswijken.
Rapportages Divers Opdracht 2013
39
Opvoedondersteuning ‘Wij vertalen informatie uit de samenleving’ Hoe we leven en omgaan met anderen leren we van jongs af aan. Als een kind de aansluiting mist, moeten later alle zeilen worden bijgezet om de koers te veranderen. Opvoedondersteuning is niet voor niets een van de oudste activiteiten van het welzijnswerk. Sinds een jaar of tien zijn de aandachts- en preventiewijken het domein van de opvoedondersteuners. Hun doel is het verbeteren van het opvoedingsklimaat, meestal thuis bij de ouders. Het ondersteunen van ouders kan op veel manieren. Essentieel is dat de werkers informatie en eisen van de samenleving weten te ‘vertalen’ in begrijpelijke taal en handelingen. Dan kunnen mensen meestal zelf verder. Opvoedondersteuning richt zich op alle kinderen en jongeren tussen 0 en 21 jaar en hun ouders. Bij opvoedondersteuning gaat het zowel om het welzijn en de ontwikkeling van het kind als om de vragen van ouders. De activiteiten vinden plaats in individuele situaties en in groepsverband. Opvoedondersteuning maakt deel uit van de netwerkorganisatie Centrum voor Jeugd en Gezin. In Noord participeren de opvoedondersteuners sinds 2013 in het eerste Basisteam jeugd en gezin.
Foute diagnose Een alleenstaande moeder meldt dat ze zich zorgen maakt om haar dochtertje van 12. Naar aanleiding van een simpele vraag van moeder gaat de opvoedondersteuner bij het gezin op bezoek. Moeder vertelt dat het kind een school voor speciaal onderwijs bezoekt. Zij heeft echter het vermoeden dat er een verkeerde diagnose is gesteld. De opvoedondersteuner luistert goed naar de moeder, verricht zelf het nodige onderzoek en gaat vervolgens samen met moeder aan de slag. Met als resultaat dat het kind opnieuw wordt onderzocht. Er wordt nu een andere diagnose gesteld dan de oorspronkelijke. Zo komt het kind uiteindelijk op de juiste plek.
Naast de ouders Het voorbeeld laat zien hoe de opvoedondersteuner reageert op signalen en luistert naar ouders, met hun eigen deskundigheid, zorg en aandacht voor het kind. De opvoedondersteuner is geen hulpverlener. Dat is belangrijk omdat veel mensen zich bedreigd voelen door de hulpverlening. Omdat opvoedondersteuners niet die status hebben, kunnen zij niet alleen gemakkelijker met ouders in contact komen, maar ook naast hen gaan staan. De werkelijkheid van de ouders is vervolgens het uitgangspunt voor verandering. De opvoedondersteuner voegt daar kennis aan toe die kan leiden tot contact met andere organisaties. Met die kennis vervult de professional een brugfunctie tussen de ouders en hulpverleningsinstanties. De opvoedondersteuner geeft ouders echter de tijd en de ruimte om te wennen aan die stap richting professionele hulpverlening.
Triple P Alle opvoedondersteuners werken onder meer met de methode Triple P, een in Australië ontwikkelde werkwijze die in ons land algemeen wordt gehanteerd. Het is een pedagogisch programma dat op vijf niveaus positief gedrag van volwassenen bekrachtigt. De niveaus variëren van lezingen, individuele begeleiding tot groepsbijeenkomsten. De opvoedondersteuners maken gebruik van verschillende vormen van groepsbijeenkomsten en individuele gesprekken. Omdat de methode sterk op taal leunt, passen de opvoedondersteuners vaak de methode aan. Ze geven onder meer extra uitleg, vatten instructies samen en bieden de methode op maat aan.
Dreumesen kijken Een van de groepsgerichte activiteiten is de dreumesgroep die naar behoefte in elk van de betrokken wijken wordt georganiseerd. Hier komen overwegend jonge moeders van verschillende nationaliteiten, met vaak hun eerste kind tussen één en tweeënhalf jaar oud. Op basis van onder andere Triple P worden allerlei opvoedkundige thema’s besproken. Terwijl de kinderen met de peuterleidster spelen, observeert de opvoedondersteuner samen met de moeders wat de kinderen doen. Ook organiseren ze een gezamenlijke activiteit voor ouders en kinderen, die de samenwerking te stimuleert. Al deze activiteiten leiden ertoe dat ouders met elkaar in gesprek gaan over het gedrag van hun kinderen en over de rol die zij thuis zelf spelen. Zo ontdekken zij onder meer dat niemand volmaakt is en dat daar ook over gesproken mag worden. Na verloop van tijd merken de ouders dat hun kinderen bijvoorbeeld beter luisteren. Sommige moeders gaan daarna zelfstandig verder in een eigen groepje.
40
Jaarverslag 2013
Koffie op school In alle Brede Scholen zijn inmiddels initiatieven ontstaan die we ‘ouderkamers’ noemen. Ouders treffen elkaar in een informele ruimte op school waar de koffie klaar staat. In principe kan iedereen er binnenlopen, sommige ouders worden er nadrukkelijk op geattendeerd. De ouderkamer vormt de verbinding tussen ouders en de school, bevordert het contact tussen beiden en draagt ertoe bij dat wederzijdse verwachtingen helder worden. De opvoedondersteuners snijden er thema’s aan die van de ouders of van de school komen, zoals ‘consequent zijn’ en ‘straffen en belonen’. Soms is er aan sluitend een vragenuurtje met de directeur van de school. Na verloop van tijd ontwikkelt zich uit de ouderkamer een netwerkje en gaan mensen samen dingen doen, een eigen traject volgen of deelnemen aan bijvoorbeeld een pubercursus. De thema’s zorgen voor de continuïteit; daar blijven ouders voor komen.
Sleutel In de ouderkamer van de school kwam de opvoedondersteuner in contact met een moeder die last had van depressieve klachten. Ze klaagde veel over haar gezondheid, ook waar de kinderen bij waren. De kinderen begonnen het gedrag van moeder over te nemen. De opvoedondersteuner gaf moeder de tip niet voortdurend over haar klachten te praten in het bijzijn van de kinderen. Ze doorliep met haar ook een traject waarin de vrouw zichzelf kon ontdekken en haar leven anders in kon richten. Zo werd ze actief als vrijwilliger bij ‘MEER! met elkaar’ in de ouderkamer. Naar verloop van tijd ging ze ook cursussen volgen. Ze knapte zienderogen op. Groepsleden kenden haar zelfs niet meer terug. Tegen de o pvoedondersteuner zei ze: ‘Ja, ‘t gaat nu goed met me. En ik heb ’t misschien ook allemaal wel zelf gedaan. Maar jullie hebben me de sleutel gegeven.’
Piep zei de muis Speciale bijeenkomsten zijn er voor ouders met psychische problemen. Veel ouders denken dat hun kinderen niet merken dat zij het moeilijk hebben. Maar dat is meestal wel zo en kinderen gaan zich daarnaar gedragen. Ouders wordt daarom geadviseerd de kinderen duidelijk te maken dat er iets aan de hand is. Tegelijk moeten zij hun netwerk mobiliseren opdat de kinderen zo weinig mogelijk lijden onder de situatie. Sommige ouders trekken de conclusie dat zij professionele hulp nodig hebben. De kinderen van ouders met psychische problemen hebben op hun beurt de neiging de schuld op zich te nemen voor de problemen van hun ouders. Zij lijden daar vervolgens onder. Voor deze kinderen is het belangrijk dat zij vaardigheden ontwikkelen om met de stress en spanning thuis om te gaan. Dat gebeurt in een reeks van 15 bijeenkomsten onder het motto ‘Piep zei de muis’. De kinderwerker en een medewerker van de GGZ proberen tijdens de bijeenkomsten de kinderen te ‘ontschuldigen’: ‘Dat papa raar doet komt echt niet door jou.’ Vroeg taal leren Voor kinderen tussen 0 en 4 jaar is er inmiddels in bijna alle Kindcentra voor- en vroegschoolse opvang. In deze opvang speelt onderwijs een belangrijke rol. Dat moet ook, want het leren van een taal begint optimaal op een leeftijd van anderhalf jaar. In het verlengde van de activiteiten in het kindcentrum is het van belang dat de ouders meedoen en het programma ‘voor- en vroegschoolse educatie’ thuis uitvoeren. Op hen richten zich de opvoedondersteuners. Zij leggen aan de ouders de instructies uit die horen bij het programma voor de kinderen. Ze doen dat door praktische tips te geven en aan te sluiten bij hun leefwereld. Zij demonstreren wat de ouders kunnen doen en bieden ook thuis hulp aan bij het uitvoeren van de opdrachten. Door de knieën Het begeleiden van ouders bij de taallesjes gaat verder dan het doornemen en uitleggen van de methode. Hoe vaak treffen we niet ouders die rechtopstaand hun peuter toespreken, die net boven de knieën van papa of mama reikt. Het kost gelukkig niet veel moeite om iemand uit te leggen dat het beter is door de knieën te gaan en op gelijk niveau met de kleine te communiceren.
Op alle basisscholen in de aandachtsgebieden nemen de opvoedondersteuners deel in de zorgteams samen met de intern begeleider, de schoolmaatschappelijk werker en jeugdverpleegkundige van de GGD. Ze bespreken de problemen van kinderen, op verzoek van meestal de school of de ouders. Dat gebeurt alleen met toestemming van de ouders.
Rapportages Divers Opdracht 2013
41
De opvoedondersteuner hanteert daarbij een brede blik. Het probleem manifesteert zich weliswaar op school, maar hoe ziet de thuissituatie eruit, hebben de ouders (psychische) problemen, en moeten we dan niet juist de situatie thuis aanpakken? Afhankelijk van de conclusie van het zorgteam kan de opvoedondersteuner optreden als casus verantwoordelijke.
Mijn kind is vrolijker Uit intern evaluatieonderzoek (2013) is gebleken dat ouders de opvoedondersteuning bijzonder waarderen. Ze zijn blij met de informatie over de ontwikkeling van hun kind, de handige tips, en het inzicht dat zij verwerven in hun eigen handelen en de omgang met hun kind. Vooral over het contact met andere ouders is men erg te spreken. Ouders weten nu dat ze er niet alleen voor staan. Vaders en moeders geven nu meer aandacht en complimenten aan hun kind, ze weten beter duidelijk te maken wat ze wel en niet willen, en kunnen beter grenzen stellen. Door deze verbeteringen in het gedrag van de ouders bloeien de kinderen op. Ze zijn vrolijker en reageren positiever. Ze weten waar de grenzen liggen en spelen beter en meer met andere kinderen.
Opvoedondersteuning in cijfers. In 2013 zijn er met 197 ouders individuele trajecten gestart. 432 ouders namen deel aan groepsactiviteiten als de ouderkamer, dreumesgroepen, cursussen en speciale projecten zoals Piep zei de muis. Aan de dreumesgroepen en spelinlopen hebben 88 ouders met hun peuters deelgenomen, waarvan een groot gedeelte is doorgestroomd naar voor- en vroegschoolse voorzieningen. Aan de ouderkamer op het Rondeel hebben 41 unieke ouders deelgenomen.
42
Jaarverslag 2013
Innovatieprogramma Innovatieprogramma 2013 2013 Deze rapportage gaat in op de innovatieopdracht van de gemeente en de innovatieopdrachten die Divers, in samenwerking met Juvans, heeft opgezet en uitgevoerd. Daarmee speelt Divers in op de ontwikkelingen vanuit de transities, de kanteling en welzijn nieuwe stijl.
A. Innovatieopdracht gemeente ’s-Hertogenbosch Doelstelling Er zijn meer passende activiteiten, diensten en voorzieningen in de wijken en de stad, waardoor ook mensen met een beperking of kwetsbaarheid kunnen participeren. Resultaten Burgers en vrijwilligersinitiatieven worden gestimuleerd en ondersteund om diensten, activiteiten en vormen van dagbesteding te organiseren voor kwetsbare burgers. Divers helpt initiatieven te ontplooien en faciliteert onderlinge kennisuitwisseling. Resultaat Er is een goed functionerende digitale talenten/klussen/vacaturebank op wijkniveau beschikbaar. Deze wordt ontwikkeld in nauwe afstemming met de gemeente en ook partijen als het Gilde, Ons laer en Van Neyselgroep worden erbij betrokken. In het kader van de Innovatieopdracht van de gemeente zijn vijf projecten uitgezet: 1. De huiskamer: Epigoon ouderenactiviteitencentrum Het huiskamerproject is een dagopvang voor en zoveel mogelijk door ouderen, geheel begeleid door vrijwilligers van ouderenwerk Divers. Het doel is om eenzaamheid bij ouderen te verminderen door een leuke dag buitenshuis te bieden. De professionals van Divers acteren in dit project op de achtergrond, zij ondersteunen en coachen de vrijwilligers. Resultaten • 12 geschoolde vrijwilligers begeleiden en ondersteunen de kwetsbare senioren. • 15 kwetsbare senioren bezoeken wekelijks De Huiskamer. • 3 kwetsbare senioren staan op de wachtlijst. • Van de 18 kwetsbare senioren hebben 6 senioren een CIZ indicatie. • Vrijwilligers begeleiden en ondersteunen de deelnemers zelfstandig. Ze hebben in samenwerking met de deelnemers een activiteitenaanbod ontwikkeld, waarbij uitgegaan wordt van de wensen en mogelijkheden van de individuele deelnemers. • Deelnemers worden geactiveerd om zelf invulling te geven aan De Huiskamer. • Vrijwilligers hebben een eigen structuur ontwikkeld met werkgroepen en taakverdelingen. • Professionele agogische ondersteuning aan de vrijwilligers vindt plaats op afstand. 2. Integrale dagactiviteiten Hof van Hintham Binnen deze pilot worden de mogelijkheden met de inzet van de vrijwilligers bij dagactiviteiten verkend. Het doel van de dagactiviteiten is een programma aan te bieden aan de ouderen. Dit is gericht op het behoud van de eigen regie, waardoor mensen zo lang mogelijk thuis, in hun eigen wijk, kunnen blijven wonen. Resultaten in de praktijk • 7 geschoolde vrijwilligers begeleiden samen met een professional de kwetsbare senioren. • 15 kwetsbare senioren bezoeken wekelijks de dagactiviteit. • Van de 15 deelnemers hebben 11 deelnemers een indicatie, waarvan 3 begeleiding; voor de 8 andere deelnemers gaat Vivent dit aanvragen. 3. Inloophuis voor mensen met dementie en hun vrienden/familie Het Inloophuis is er vooral voor mensen met beginnende dementie, die behoefte hebben aan een plek waar ze ongedwongen bij elkaar kunnen komen. Het Inloophuis richt zich op mensen die nog geen of weinig beroep doen op
Rapportages Divers Opdracht 2013
43
de zorg of dagbesteding. Het doel van het Inloophuis is het vergroten van de kwaliteit van leven, het versterken van de eigen regie, het bevorderen van het langer zelfstandig kunnen wonen en uitstel van het gebruik van (intensieve) zorg. Naast de mensen met dementie staat het Inloophuis open voor de betrokkenen in hun omgeving: partner, kinderen, andere familie, vrienden of buren. Binnen en vanuit Inloophuis zijn diverse activiteiten, zoal een wandelclub, schildercursus, rondleiding van Abbemuseum en andere incidentele activiteiten. In de evaluatie van december 2013 is geconstateerd dat het aantal bezoekers van het Inloophuis achterbleef bij de verwachtingen en de ambities. De redenen daarvoor waren naar onze inschatting dat het inloophuis bij veel mensen nog onbekend was, dat er een drempel is voor mensen met beginnende dementie om naar een specifieke activiteit te gaan, en dat sommige mantelzorgers niet in de gelegenheid zijn om te komen, of juist graag even een dagdeel alleen thuis willen zijn als hun partners naar het inloophuis gaat. Overigens is er ook een mantelzorgster die wekelijks alleen komt, omdat haar man niet meer in staat is om te komen, en zij wel de steun en het lotgenotencontact opzoekt. Alhoewel uit ervaringen elders blijkt dat een lange aanlooptijd nodig is voor de groei van het aantal deelnemers, hebben de partners besloten het inloophuis te stoppen per 1-1-2014. Effectmeting In samenhang met de bovengenoemde experimenten rond dagbesteding in Den Bosch (Huiskamer de Epigoon, Integrale dagactiviteiten Hof van Hintham en Inloophuis voor mensen met dementie) is in het voorjaar van 2013 een start gemaakt met een effectmeting, door bij wijze van 0-meting per project 5 interviews af te nemen met deelnemers aan deze activiteiten. Door deze interviews elk half jaar te herhalen, wordt in kaart gebracht of en in welke mate er veranderingen zijn in dagbesteding, dagritme, sociale contacten, behoefte aan zorg etc. Op die manier proberen we zicht te krijgen op het effect van de dagbestedingpilots op de langere termijn, en de mate waarin deze bijdragen aan het langer en beter zelfstandig kunnen wonen en functioneren. Bij mensen met dementie is er hoe dan ook een negatieve ontwikkeling in het ziektebeeld en functioneren, die niet te verbeteren is door dagbesteding, maar de beleving ervan en de belasting van de mantelzorger zouden mogelijk wel positief beïnvloed kunnen worden. Naast het meten van de effecten worden de interviews ook gebruik om wensen en behoeften van de deelnemers in kaart te brengen en te checken of het huidige aanbod nog past bij wat zij nodig hebben. Algemene resultaten uit effectmeting Uit de gevoerde gesprekken kunnen we concluderen dat de betreffende projecten nu al positieve bijdragen hebben geleverd m.b.t. de cliënten. Voorbeelden van positieve effecten uit de metingen: • Het doorbreken van het sociaal isolement. • het behouden van het dagritme voor de deelnemers. • het versterken van het sociaal netwerk. • Het ontlasten van de mantelzorgers. De effectmeting zal onder de mantelzorgers en vrijwilligers nog plaatsvinden. 4. De Kracht van Oost De Kracht van Oost is een samenwerkingsproject van Juvans, Cello, Reinier van Arkelgroep, van Neynselgroep, Divers en BrabantWonen. Aparte (tussen) evaluaties zijn beschikbaar. Het project bestaat uit twee deelprojecten, namelijk: a. Burgerkracht, gericht op beweging in de wijk Wijkbewoners en professionals worden meegenomen in proces van kanteling en ontwikkelen een aanpak om de zorg zame buurt vorm en inhoud te geven. Onder zorgzame buurt verstaan wij een buurt waar de zorg, onderlinge hulp en steun en praktische burenhulp goed geregeld is, waar wijkbewoners zich verantwoordelijk voelen voor het welzijn en welbevinden van hun medewijkbewoners en waar wijkbewoners bereid zijn zich in te zetten voor hun medewijkbewoners. b. Dagopvang voor diverse doelgroepen. Uitgaand van de bezuinigingsopdrachten en de ambitie om wel een zinvol en versterkend aanbod aan dagbesteding te behouden, gaan we samen nieuwe vormen ontwikkelen gebaseerd op de volgende uitgangspunten: inzet vrijwilligers,
44
Jaarverslag 2013
gebaseerd op vraag van mensen (niet beperking), vraaggestuurd, uitgaan wat van wat mensen zelf kunnen, en samen wat samen kan, apart wat apart moet. 5. Platform 073 In oktober 2012 is door Galant, samen met het City Change Center, Zilveren Kracht en de Dutch Art & Design Salon een grote bijeenkomst georganiseerd om het met betrokken burgers, vrijwilligers en organisaties te hebben over het Vrijwilligerswerk van de Toekomst. Een van de breed gedragen wensen die uit deze bijeenkomst kwam, was het ontwikkelen van een digitaal samenwerkingsinstrument. Een werkgroep van verschillende vrijwilligers, Divers en Galant is met deze wens aan de slag gegaan. In april 2013 is aansluiting gevonden bij een opdracht die de gemeente aan Divers heeft verstrekt voor het ontwikkelen van een stadsbrede talentenbank. Door de wensen te combineren ontstond Platform073: een website waar burgers, organisaties en bedrijven diensten, kennis en materialen uit kunnen wisselen. Bij het ontwikkeltraject zijn vanaf september 2013 ook 5 pilotorganisaties aangeschoven om het systeem mee te testen. Het proces waarin de website ontwikkeld en gebouwd werd is begeleid door een medewerker van Divers (functionaliteiten voor inwoners, koppeling met werkwijze wijkwerkers en wijkpleinen) en een medewerker van Galant (input en wensen organisaties en vrijwilligers, begeleiden van werkgroepleden en pilotorganisaties). In januari 2014 is de website online gegaan en promotie gestart. Galant verzorgt de communicatie en promotie richting clubs, stichtingen, verenigingen en groepen. Mooi Zo Goed Zo is betrokken om de website onder de aandacht van bedrijven en ondernemers te brengen. De wijkwerkers en wijkpleinen brengen de website onder de aandacht van bewoners en ondersteunen burgers bij het gebruik van het systeem.
B. Innovatieprogramma Divers/Juvans Bij het Innovatieprogramma staan drie doelen centraal, teneinde burgerkracht te versterken: • Ontwikkelen nieuwe methoden en interventies om talenten van burgers in te zetten en sociale netwerken in te richten en te versterken. • Professionals meer toerusten om volgens ‘nieuwe stijl‘ te werken. • Zorgen dat samenwerking (welzijn en maatschappelijk werk) een vaste plek heeft (‘eigen’ is). Resultaten per hoofddoel Ontwikkelen nieuwe methoden en interventies Onder dit doel is aan de volgende thema’s gewerkt: • Sluitend vangnet kwetsbare groepen (incl. stille doelgroepen). • Vrijwilligers / vrijwillige inzet. • Eigen kracht burgers inzetten/ontwikkelen. In het kader van deze thema’s zijn 14 verschillende projecten uitgezet. Voorbeelden hiervan zijn: • Langdurige zorg Haren Donk Reit (HDR) Hierbij gaat het om het versterken van de integrale samenwerking in de wijk. Bij dit project wordt geëxperimenteerd met het aanvullen van de buurtteams van Divers in HDR met medewerkers van Juvans. De samenwerking moet aanwijsbare meerwaarde opleveren voor cliënten en burgers. • Participatie mensen met een beperking HDR (+ huiskamer HDR) In dit project wordt gekeken of mensen met een verstandelijke beperking kunnen aansluiten bij reguliere activiteiten (huidig aanbod Divers, sportclubs etc.) en hoe bewoners met en voor elkaar activiteiten kunnen organiseren. De inzet van Divers is om een goede inbedding in de buurt te krijgen en de verbinding te leggen met verschillende soorten wijkbewoners en vrijwilligers. • VrijwilligersAcademie Middels een samenwerkingsverband van vrijwilligers, studenten en beroepskrachten wordt een gezamenlijk educatieprogramma vrijwilligers, onder de titel VrijwilligersAcademie, aangeboden. Hierdoor krijgen vrijwilligers de mogelijkheid om te leren, te ontmoeten, te innoveren waardoor vrijwilligers uit buurtwerk, zorg en welzijn klaar zijn voor de toekomst die bestaat uit eigen kracht en welzijn nieuwe stijl. Projecten zijn oftewel al geëvalueerd, waarvan aparte rapportages beschikbaar zijn of worden in de loop van 2014 geëvalueerd. Succesvolle interventies, methodieken, activiteiten worden geïmplementeerd waar passend bij de vraag of mogelijkheden van de wijk en bewoners.
Rapportages Divers Opdracht 2013
45
Zorgen dat samenwerking (welzijn en maatschappelijk werk) een vaste plek heeft (‘eigen’ is) Thema’s integraal werken en communicatie staan hierbij centraal. In het kader van deze thema’s zijn verschillende activiteiten uitgevoerd: • Afstemming en interventie JPP-JW • Jpp-ers en jongerenwerkers werken in koppels aan 3 casussen waarbij ze oefenen met een integrale aanpak. De medewerkers worden door twee projectleiders ondersteund bij het vormgeven van een integrale aanpak. • 5 themabijeenkomsten voor beroepskrachten Met als doel kennisuitwisseling of meningsvorming, zoals discussies over het generalistisch werken en het werken met vrijwilligers, informatie-uitwisseling over innovatieve pilotprojecten, de transities jeugdzorg en AWBZ en de sociale wijkteams in de stad. • Communicatie Op allerlei manieren heeft communicatie een bijdrage geleverd aan de kennisuitwisseling en kanteling, door innovatienieuwsbrieven, Loesjesposters, een interactieve projectenkaart en artikelen op intranet. Uit de eerste peiling onder medewerkers najaar 2013, blijkt dat samenwerking tussen medewerkers van Juvans en Divers steeds beter wordt toegepast en gewaardeerd. Ook de reacties op de gezamenlijke themabijeenkomsten zijn overwegend positief. Er is nog steeds behoefte aan meer inhoudelijke uitwisseling van kennis en ervaringen. In het kader van professionalisering en welzijn nieuwe stijl zijn professionals getraind op verschillende terreinen, zoals het omgaan met kwetsbare groepen, het werken met vrijwilligers. Aan de gezamenlijke trainingen Sociale Netwerk Strategieën en Activerende Gesprekstechnieken heeft, het merendeel van de in wijken werkzame medewerkers van beide organisaties deelgenomen. Professionals meer toerusten om volgens Nieuwe Stijl te werken Onder dit doel vallen de volgende thema’s: • Vraag achter vraag. • Burger in kracht / informele sociale netwerken. • Formeel – informeel in verhouding (professional – vrijwilliger). • Collectief – individueel. • Direct erop af. • Resultaatgericht.
46
Jaarverslag 2013
Extra Extra opdrachten opdrachten 2013 2013
Naast de reguliere opdracht heeft Divers ook extra beschikkingen gekregen waarvan de verantwoording in het jaarverslag en de jaarrekening dient te geschieden. Hieronder staat de inhoudelijke verantwoording van de projecten die in 2013 een financiële opbrengst hebben gehad. Taalontmoetingen In 2013 zijn er door Divers in diverse wijken taalontmoetingen uitgevoerd. Taalontmoetingen zijn taalbijeenkomsten voor vrouwen. Zij werken aan de vergroting van hun taalvaardigheid, als middel om hun participatie in de Nederlandse samenleving te verbeteren en vergroten. De opdracht wordt uitgevoerd in samenwerking met ’t Gilde, zij leveren voor deze groepen de vrijwilligers. Het KW1C levert voor elke groep een docent. Taak van Divers is het werven van de deelnemers en het begeleiden van de vrijwilligers op de werkvloer. We hebben te maken met verschillende doelgroepen: • Er is een groep traditionele analfabeten die heel moeizaam vooruit komen. Hun woordenschat blijft zeer gering. • Daarnaast hebben we een groep nieuwkomers die naast het reguliere aanbod ook bij ons aanschuiven voor ontmoeten en contacten in de wijk. • Verder zijn er meer deelnemers naast het inburgeren, meer steun nodig hebben bij het ‘gesproken Nederlands’. Deze groep stroomt ook makkelijker door naar het vrijwilligerswerk • Sinds kort heeft een doelgroep niveau 2 afgerond. Zij willen verder werken aan het verbeteren van hun taal. Dit is vaak in combinatie met vrijwilligerswerk binnen Divers Naast deze lessen heeft Divers meegewerkt aan de Week van de alfabetisering en het Festival van het leren, de overleggen van het taalnetwerk, de werkgroepen vrijwilliger en PR, presentatie van het netwerk aan gemeentelijke ambtenaren en ministerie. MEER! met elkaar Extra opdracht MEER In 2012 heeft Divers een beschikking gekregen voor Meer met elkaar. Inhoudelijk betreft het, het organiseren van oa. ontmoetings en ontspanningsactiviteiten, educatieve activiteiten en themabijeenkomsten. Tevens is een aanvullende opdracht verstrekt om MEER een extra impuls te geven in 2012 om zodoende voor 2013 een beweging in gang te zetten, gericht op het werven van deelnemers uit verschillende Wmo doelgroepen en een traject uit te zetten om verschillende inititatiefgroepen aan elkaar te verbinden door bondgenootschappen tussen de groepen en deelnemers. Ook het werven deelnemers uit WMOgroepen en het organiseren van netwerkenverbindingen tussen deelnemers en intiatiefgroepen viel hieronder. In 2012 was een beperkt bedrag over. Dit is ingezet voor financiering van beperkt aantal extra uren. De overige uren zitten in de reguliere opdracht voor 2013. . AfterSkool Hambaken In de Hambaken zorgt een groep jongeren voor overlast en criminaliteit. Het AfterSkool project is gestart om te voor komen dat andere jongeren in de invloedsfeer van deze groep komen. Het vroegtijdig signaleren van deze jongeren, het aanbieden van activiteiten en het volgen van het gedrag van deze jongeren op school en in de vrije tijd is daarbij nood zakelijk. Zo voorkomen we dat ze gaan rondhangen en zich aansluiten bij de eerder genoemde overlastgevende en criminele jongeren. Het AfterSkool project is in 2012 onderdeel geworden van het uitvoeringsplan Hambaken en is in overleg met de projectleider van het sociaal wijkteam aangepast waar nodig of toegespitst op de actuele situatie in de Hambaken. De resultaten zijn als volgt: • 40 risicokinderen en risicojongeren zijn geworven voor de deelname aan activiteiten. • 40 risicokinderen en risicojongeren zijn intensief gevolgd en begeleid. Naast het jongerenwerk, komen er veel signalen binnen via de rolmodellen en partnerorganisaties. • Er waren vijf structurele activiteiten, specifiek gericht op risicokinderen/-jongeren, aanvullend op het reguliere aanbod. • Verschillende incidentele activiteiten, gericht op de vraag van risicokinderen/-jongeren aanvullend op het reguliere aanbod, zoals Wipe out evenement, filmavonden en toneellessen. • 40 kinderen/jongeren zijn gevolgd bij deelname aan activiteiten en tijdens hun vrijetijdsbesteding. • Er zijn afstemmingsafspraken gemaakt met verschillende partijen.
Rapportages Divers Opdracht 2013
47
• 9 oudere jongeren fungeren als rolmodel/voorbeeld voor de kinderen/jongeren. (Rolmodellen zijn goed toegerust om jongeren te begeleiden d.m.v. trainingen) • 5 volwassen buurtbewoners zetten zich vrijwillig in, dit zijn oudere broers/familie van de doelgroep. Effecten • Jongeren zijn minder op straat en de sociale controle op de jongeren is vergroot. • De doelgroep denkt meer na over de eigen toekomst (school- en beroepskeuze). • Jongeren zijn socialer, beter aanspreekbaar en zich meer bewust van eigen gedrag. • Contact tussen ouders en jongerenwerk is vergroot. • Intensievere samenwerking tussen scholen en jongerenwerk. Aanvullend Kinderwerk Hofstad In de Hofstad heeft wekelijks een kinderclub plaatsgevonden waarbij de groep opgesplitst is in twee leeftijdscategorieën om de kinderen zo voldoende aandacht te kunnen geven en ook stil te kunnen staan bij gewenst gedrag. Tijdens deze bijeenkomst is er ook gewerkt aan het gewenste gedrag op straat. Bij kinderen die ongewenst gedrag op straat vertoonden zijn ouders bezocht en zijn er afspraken gemaakt over het gedrag van hun kind. In een tweetal gezinnen heeft de opvoed ondersteuning een apart traject met de ouders doorlopen. Daarnaast hebben de kinderen maandelijks deelgenomen aan de schoonmaakactie in de buurt. Dit alles in afstemming met het comité Hofstad. Qua gedrag van de kinderen is het rustig in de Hofstad; kinderen, ongeacht cultuur, kunnen op straat met elkaar spelen. Wel merken we een smeulend conflict tussen volwassenen van allochtone en autochtone afkomst. Innovatieopdracht In 2012 is een extra opdracht gegeven voor het innovatieprogramma met Juvans. Hierbij werd oa geparticipeerd in het landelijke programma Sociaal werk in de wijk. In 2012 en deels 2013 heeft een projectleider vorm gegeven aan de uitwerking van het innovatieprogramma. Jeugd- en jongerenwerk de Schuilplaats Er zijn samen met het bestuur van Jeugd- en jongerenwerk de Schuilplaats verschillende acties uitgezet om bestuursleden te werven: • De ouderraad van basisschool de Matrix is benaderd en is samen met de directrice in de Schuilplaats geweest waar er een presentatie is gehouden over wat de Schuilplaats doet en mogelijke functies. • De dorpsraad is benaderd om vanuit daar bestuursleden te werven. Dit om het vertrek van de algemene coördinator van het bestuur van de Schuilplaats op te vangen. Ook hier is deze presentatie gegeven. • Ook is er contact geweest met personen die niet gekozen zijn om deel te nemen aan de dorpsraad. • Oproep in de Tweeterp (dorpsblad). • Mensen zijn een-op-een aangesproken, mensen vinden het leuk dat de Schuilplaats er is voor kinderen/jongeren in Engelen, maar geven aan dat ze het druk hebben met werk en sport. Dit heeft tot nu toe nog niet het gewenste resultaat opgeleverd. Mensen zijn bereid om wel eens te helpen, maar hebben op dit moment geen motivatie om een vaste functie als vrijwilliger te bekleden. Er is wel een bestuurslid bij gekomen. Er zijn twee nieuwe vrijwilligers bijgekomen een voor de meidenactiviteit en voor de vrijdagavond. Mogelijk komt er een nieuwe bij, een stagiaire die op dit moment ook in Engelen woont, heeft interesse om naast haar stage ook op vrijwillige basis te werken bij activiteiten. Naast de vaste vrijwilligers hebben we bij grote activiteiten wel veel incidentele vrijwilligers ingezet. Bijvoorbeeld de Halloween activiteit hadden we een grote groep vrijwilligers (80 personen) die verschillende functies tijdens de activiteit hadden: van verkeersregelaar tot figurant. In totaal zijn er op dit moment 11 vaste vrijwilligers (inclusief bestuursleden). Er is een samenwerking op touw gezet met de ouderraad van basisschool de Matrix in de vorm van elkaar ondersteunen bij eventuele activiteiten. Hierdoor kunnen de vrijwilligers wel eens helpen bij buitenschoolse activiteiten. In het najaar is overleg geweest met de gemeente, bestuur Schuilplaats en Divers en zijn de inspanningen geëvalueerd. Uitkomst was dat de vrijwillige inzet te veel fluctueerde en dat structurele inzet noodzakelijk blijft. Hierop is het aantal uren ondersteuning voor de Schuilplaats door de gemeente verhoogd.
48
Jaarverslag 2013
Jongerenwerk De Poort De subsidie is ingezet om twee jongerenwerkers van Divers volledig beschikbaar te hebben voor de Poort d.w.z. tweemaal 36 uur per week. De twee medewerkers hebben het hele jaar door voor de Poort gewerkt. De inhoudelijke aansturing vindt plaats door de coördinator van de Poort. Met de beleidsambtenaar van de gemeente is afgesproken dat de inhoudelijke verantwoording van de inzet van de medewerkers van Divers door De Poort geschiedt. K O W Boschveld In 2011 is opdracht ontvangen voor programmaleiding en programmakosten voor Kroon op je wijk. Doelstelling was onder andere het ontwikkelen van nieuwe diensten voor en door bewoners en het realiseren van een buurtonderneming cq buurtcorporatie. Dit project liep meerdere jaren. In 2013 zijn de volgende resultaten bereikt: Huishoudcoaching Vrijwillige coaches bieden (gemiddeld) een jaar lang een steuntje in de rug op uiteenlopende terreinen zoals administratie, post, financiën en het huishouden. Dit om een stukje nazorg te bieden en terugval naar hulpverleningstrajecten te voorkomen. De coaches zijn breed inzetbaar. Afhankelijk van de vraag van het huishouden/cliënt en of de vrijwilliger die vraag samen wil/kan beantwoorden. Belangrijkste criteria; motivatie en ontwikkelpotentieel. De samenstelling van het huishouden kan verschillen. Doelen: Een gezin/de cliënt kan het na een jaar weer zelfstandig, dan wel is er een netwerk gecreëerd of wordt zichtbaar dat blijvende (professionele) ondersteuning noodzakelijk is. Vrijwillige coaches hebben ook een signaleringsfunctie. Huishoudcoaching is een project van Juvans, Divers en Ypse. Juvans werft en begeleidt de gezinnen. Divers coördineert, werft/schoolt en begeleidt de coaches en Ypse verzorgt de scholing en intervisie. Huishoudcoaching is in 2011 gestart in de Hambaken en is in 2013 verbreed naar Boschveld. In 2014 zal worden onderzocht hoe het project kan worden uitgerold over de stad. De intentie is uitgesproken om dit in intensieve samenwerking te doen met de SMO en hun project sociale wooncoaches. Onder het mom van krachten bundelen en te zorgen voor 1 loket voor aanmelding. In Boschveld zijn in 2013 vijf extra coaches geworven, geschoold en na de zomer gematcht aan hun eerste huishouden. Deze nieuwe groep sluit zich aan bij de bestaande intervisiegroep. Twee meer ervaren huishoudcoaches geven mede de intervisievorm. In totaal zijn er in Hambaken zes trajecten succesvol afgerond en waren er vijf coaches actief (doorlooptijd van vorig jaar). Vier van de zes huishoudens kunnen weer zelfstandig verder en weten de weg te vinden indien er nieuwe vragen zich voordoen (naar bijvoorbeeld het wijkplein). In twee situaties zijn mooie stappen gemaakt naar zelfstandigheid maar is de zorg zo complex dat bepaalde vraagstukken blijven aandacht zullen vragen, mogelijk ook met professionale inzet. De focus is wel verschoven naar eerst zelf proberen en het eigen netwerk aanspreken. Cliënt; “Zij heeft mij laten durven. Door haar geduld, altijd aanwezige lach en vertrouwen kan ik veel nu zelf doen. Zelf mailen, bellen en dingen regelen” Coach: “Het papierwerk verloopt voorspoedig, huiswerk wordt door haar uitgevoerd en ze wordt heel blij (en ik ook) van alles wat we wegwerken” Boodschappendienst De boodschappenbus heeft elke donderdag gereden van en naar de Helftheuvel. Acht donderdagen heeft de boodschappenbus niet gereden door vakantie of gebrek aan aantal deelnemers (minimaal twee) Er zijn wisselend zo’n acht deelnemers die gebruik maken van de dienst waarvan enkele halverwege het jaar ook gebruik zijn gaan maken van de seniorenbus maar hier zijn andere gebruikers voor in de plaats gekomen. Niet iedereen kan gebruik maken van de seniorenbus doordat ze te jong zijn, begeleiding nodig hebben of fysiek niet zelfstandig in en uit kunnen stappen. Voor deze deelnemers is de boodschappendienst wel een passend alternatief. In 2013 hebben we twee vaste chauffeurs (uitkeringsgerechtigden) en heeft een tijdelijke chauffeur meegedraaid. Dit heeft voor hem contacten in de buurt opgeleverd en zelfvertrouwen waardoor hij, via een participatiebanentraject is doorgestroomd naar een opleidingstraject tot chauffeur met uitzicht op een betaalde baan. Klussendienst In afwachting van de nieuwe sociaal ondernemer zijn de hulpvragen rondom klussen gezamenlijk door enkele talenten
Rapportages Divers Opdracht 2013
49
opgepakt. In totaal zijn er zo’n drie grotere klussen uitgevoerd en meerdere kleinere. Sinds begin dit jaar is de sociale ondernemer de dienst aan het uitwerken en opzetten en wordt daarbij ondersteund door de medewerker van Divers die de bewoners in de dienst begeleid. Ondernemersnetwerk In oktober 2013 heeft een succesvolle tweede editie van de open dag plaats gevonden in samenwerking met de reparatiestraat. Georganiseerd door vijf actieve ondernemers, ondersteund door de Kroon op je wijk medewerker. Er deden zo’n dertig ondernemingen mee. Iets minder als vorig jaar wat voornamelijk te maken had met de gekozen datum (rondom herfstvakantie). In 2014 komt een derde editie en hebben zich twee nieuwe ondernemingen gemeld voor de werkgroep. Focus ligt dan nog meer op het bereiken van (nieuwe) bewoners. De zichtbaarheid van ondernemers brengt een impuls aan Boschveld en dat is zichtbaar aan de diverse mooie (zelfstandige) initiatieven die iets zeggen over de ondernemingszin in deze wijk. Te behalen resultaten vanuit de offerte Divers VTWG 2013: • Minimaal 50 jongeren zijn ondersteund bij hun creatieve en kunstzinnige ontplooiing. In totaal hebben 108 deelnemers mee gedaan aan Voor Talent Wordt Geklapt. Alle deelnemers hebben minimaal deelgenomen aan 3 workshops. In totaal hebben de deelnemers tot nu toe 1 Kick Off Bijeenkomst en 5 workshops gehad. Gedurende het project zijn er 11 deelnemers afgevallen, deze afvallers hebben wel nog deelgenomen aan de eerste workshops. • Er is op een positieve wijze bijgedragen aan hun algemene ontwikkeling, sociale vaardigheden e.d. • Aan bijgedragen d.m.v. Kick Off bijeenkomst (1) en workshops (5). Tijdens deze bijeenkomsten is aandacht besteed aan eigen ontwikkeling en samenwerking. • Aan bijgedragen door spelregels dit jaar aan te passen. Dit jaar mochten de deelnemers voor de eerste keer elkaars act verder ondersteunen. • Minimaal 50 jongeren hebben podiumervaring opgedaan. • In totaal hebben 97 deelnemers podiumervaring op gedaan. • 25 vrijwilligers hebben ervaring opgedaan in het organiseren van activiteiten en in het helpen van andere mensen. • Op dit moment bestaat het VTWG team uit 32 personen, waaronder 25 vrijwilligers en 5 stagiaires. Al deze vrijwilligers hebben zich deze editie ingezet voor VTWG. Vervolg VTWG 2013 • CoolDown VTWG (16 maart 2014) Alle 97 deelnemers doen mee aan de Cool Down. Tijdens deze bijeenkomst blikken we op een muzikale manier terug op het project en informeren we de deelnemers over het vervolg. Daarnaast wordt creatieve en muzikale ontplooiing gestimuleerd d.m.v. workshops. • Talentklas VWTG Winnaars (1-2-3 plek), extra gemotiveerde deelnemers en oud deelnemers krijgen de kans om mee te doen aan de talentenklas, welke zal bestaan uit een aantal extra workshops. Deelnemers krijgen hier info over tijdens de cooldown en kunnen zich vanaf dan aanmelden. • Finalistentour VTWG Alle winnaars van VTWG 10 mogen optreden op bestaande evenementen om nog meer podiumervaring op te kunnen doen. Coördinatie van het natraject wordt verzorgd door De Muzerije.
50
Jaarverslag 2013
Rapportages Divers Opdracht 2013
51
52
Jaarverslag 2013
44Jaarverslag Jaarverslag 2013 Welzijn 2013 VughtWelzijn Vugh (gemeente Vught) (gemeente Vught)
Jaarverslag 2013 Welzijn Vught (gemeente Vught)
53
1. Voor wie zich inzet voor een ander Vrijwilligerswerk is goed voor de ontplooiing van individuen en voor de samenleving. Onder dat motto kennen we het traditionele vrijwilligerswerk. En zo is het nog. Maar door ontwikkelingen in de samenleving verandert de rol van vrijwilligers aanzienlijk. Professionals doen een flinke stap terug. Vrijwilligers krijgen en nemen steeds meer verantwoordelijkheid. Mantelzorgers zijn geen vrijwilligers, maar ook op hen wordt steeds meer een beroep gedaan om steun en toeverlaat te zijn van een zieke of anderszins zorgbehoeftige naaste. Met het Servicepunt en Mantelzorgplaza zorgt Welzijn Vught dat mensen die zich voor de samenleving en voor andere mensen willen inzetten, daarvoor alle ruimte en ondersteuning krijgen. Cijfers vrijwilligerswerk en mantelzorg Prestatie-indicatoren
Realisatie
Streven
Realisatie
2011
2012
2013
2013
Aantal geregistreerde mantelzorgers Mantelzorgplaza
343
441
420
613 (122 nieuwe, 32 afgesloten in 2013)
Aantal contacten Mantelzorgplaza
5.242
6.172
6.000
6200 (+ 7578 bezoekers website)
Aantal (warm)bemiddelde vrijwilligers door Servicepunt
-
25
50
26
Aantal vragen Servicepunt
241
229
290
356
Aantal klussen in het kader van Make a Difference Day
11
13
30
8
Totaal aantal bezoeken website Servicepunt voor Vrije Tijd en Vrijwillige Inzet
23.815
24.400
3880
Aantal unieke bezoeken website Servicepunt voor Vrije Tijd en Vrijwillige Inzet
8.046
8.150
2774
Welzijn Vught speelt op verschillende manieren in op de ontwikkelingen in de samenleving en de veranderende rol van vrijwilligers. Het Servicepunt bevordert niet alleen vrijwilligerswerk, het helpt tegelijk instellingen zich voor te bereiden op de genoemde veranderingen. Via Mantelzorgplaza kunnen mantelzorgers rekenen op ondersteuning en verlichting om hun vaak lastige taak voort te blijven zetten. Ook hier spelen vrijwilligers een belangrijke rol. Servicepunt vrijwilligerswerk De basis van het vrijwilligerswerk in Vught is het Servicepunt met zijn vrijwilligersvacaturebank. Dankzij de samenwerking met Galant in Den Bosch is het bereik van de vacaturebank flink uitgebreid. Als er een vacature binnenkomt, kan die met één druk op de knop ook in Den Bosch zichtbaar worden gemaakt. De vacaturebank is voor iedereen toegankelijk via www.servicepuntvught.nl. Als de bibliotheek geopend is kan iedereen daar de vacatures inzien. Kracht Bij Servicepunt gaat men ervan uit dat iedereen vrijwilligerswerk kan doen. Iedereen kan een bijdrage aan de samenleving leveren en het Servicepunt helpt daarbij. Ook als iemand last heeft van een beperking. Wanneer iemand gemotiveerd is, zoekt het Servicepunt naar de beste match. Als mensen vanuit hun eigen kracht aan de slag gaan, worden ze er beter en sterker van.
54
Jaarverslag 2013
In plaats van betaald werk Vrijwilligerswerk dient altijd het belang van zowel de samenleving als de vrijwilliger. Voor sommige mensen heeft het verrichten van vrijwilligerswerk echter een bijzondere betekenis. Dat geldt bijvoorbeeld voor werkzoekenden die tijdelijk ontheven zijn van de plicht om te solliciteren. Op verzoek van de gemeente gaat Welzijn Vught voor hen actief op zoek naar vrijwilligerswerk. Maatschappelijk actief houden De methodieken die in de loop der tijd zijn ontwikkeld om vrijwilligerswerk te bevorderen worden ook voor andere groepen ingezet. Bijvoorbeeld voor mensen die door lichamelijke of psychische klachten ver afstaan van de arbeidsmarkt en daardoor in ledigheid of eenzaamheid dreigen te vervallen. Vrijwilligerswerk kan hen maatschappelijk actief houden. Na een intakegesprek activeert Welzijn Vught zijn eigen interne netwerk, maar ook de contacten die het Servicepunt onderhoudt. Is eenmaal een plek gevonden, dan vinden nog regelmatig gesprekken plaats tussen de vrijwilliger, de betreffende instantie en Welzijn Vught.
Psychische klachten Neem een mevrouw met psychische klachten, die al zo lang dagbesteding volgt bij de GGZ. Maar ze wil zich zo graag nuttig maken, het liefst in een verzorgingshuis. Natuurlijk is het de vraag of dat zal lukken, ook met de andere begeleiders in het huis. Maar een proefperiode is perfect verlopen. Het is duidelijk hoeveel plezier deze mevrouw aan het werk heeft. En plezier betekent juist voor haar en andere mensen met psychische problemen: groei en ontwikkeling.
Samenwerking in de zorg De afgelopen drie jaar tekenen zich twee duidelijke veranderingen in het vrijwilligerswerk af. In de eerste plaats trekken professionals zich terug en worden vrijwilligers belangrijker. In de tweede plaats realiseren organisaties zich dat zij met die veranderingen en dus met een ander type vrijwilliger rekening moeten houden. Het betreft vooral zorginstellingen die bezig zijn met extramuralisering. Deze instellingen zoeken nu opnieuw samenwerking en vragen het Servicepunt die te organiseren. Maatjes Door de extramuralisering is er een flinke toename van de vraag naar ‘maatjes’: vrijwilligers die één op één mensen thuis begeleiden. De vraag is zelfs zo groot dat zij het aanbod overtreft. Door samen te werken kunnen instellingen zelf in die behoefte proberen te voorzien. Want iemand met een psychische beperking kan vaak uitstekend iemand met een lichamelijk beperking helpen. En als iemand in aanmerking komt voor begeleiding door meerdere instanties, kunnen die instanties ook besluiten dat één van hen voor alle begeleiding zorgt.
Advies Organisaties die op of met vrijwilligers draaien, staan voor bijzondere uitdagingen. Zoals basketbalvereniging Octopus. Het Servicepunt adviseerde de club bij een project om ongepast en grensoverschrijdend gedrag van leden en spelers te voorkomen. Daarbij werd gebruik gemaakt van de toolkit In veilige Handen van de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV), aangevuld met een vervolgtraject van de Nederlandse Basketbal Bond en NOC*NSF. Zie ook: http://www.evbv-octopus.nl/. Mantelzorgplaza In Vught vervullen talloze inwoners zorgtaken voor zieke of zorgbehoeftige familieleden of vrienden. Hun exacte aantal is niet bekend. Velen van hen vervullen hun rol van mantelzorger als vanzelfsprekend en treden daar niet mee naar buiten. Toch is het belangrijk met hen in contact te komen. In de eerste plaats om als lokale gemeenschap waardering uit te spreken over hun zo belangrijke werk. Maar ook om met hen in gesprek te gaan over mogelijkheden van ondersteuning, zodat zij als mantelzorger niet overbelast raken.
Jaarverslag 2013 Welzijn Vught (gemeente Vught)
55
Contact en waardering Om met mantelzorgers in contact te komen organiseert Mantelzorgplaza met enige regelmaat een promotieactie, zoals in april 2013. Doel van zo’n evenement is vooral om met mantelzorgers in contact te komen en inzicht te krijgen in de problemen waar zij voor staan. Op 10 november 2013 vond ook in Vught de Dag van de Mantelzorg plaats. Ruim 230 mantelzorgers kregen namens de hele Vughtse gemeenschap lof toegezwaaid. Eerder werden onder jongeren die in een mantelzorgsituatie verkeren 50 bioscoopkaartjes uitgedeeld.
Ondersteuning Het hele jaar door verzorgt Mantelzorgplaza in de bibliotheek inloopspreekuren waar zowel zorgvragers als mantelzorgers hun verhaal kunnen vertellen. Daarnaast zijn er eenmaal per maand twee zogenaamde lotgenotengroepen, waarin deelnemers ervaringen uitwisselingen en elkaar advies geven. Ook voormalige mantelzorgers zijn verenigd in een groep, aanvankelijk met ondersteuning, maar nu op eigen kracht. Deze mensen worstelen vooral met de vraag hoe zij – vaak na het overlijden van een familielid, geliefde of vriend – het leven weer zullen oppakken. Vrijwilligers Via Mantelzorgplaza komen mantelzorgers ook in contact met vrijwilligers die hen ondersteuning bieden. Dat kan bijvoorbeeld door van tijd tot tijd taken van een mantelzorger over te nemen, zodat deze even tijd heeft voor zichzelf. In de praktijk blijkt echter dat het aanbod van vrijwilligers niet altijd aansluit op de vraag. Steeds vaker blijkt er achter de roep om ondersteuning een heel andere vraag schuil te gaan. Datzelfde geldt trouwens voor iemand die om zorg vraagt. Vroeger kwam er een betaalde kracht, nu vraagt men om ‘een vrijwilliger’. Maar weten we dan welke probleem er werkelijk achter de vraag ligt? Sterker sociaal netwerk Om de vraag achter te vraag kunnen bereiken is er op landelijk niveau een training voor vrijwilligers ontwikkeld, die in 2014 ook in Vught wordt gegeven. Dankzij de training bieden vrijwilligers niet langer een pasklare dienstverlening aan, maar richten zij zich vooral op het versterken van het sociaal netwerk. In een open en breed gesprek zoeken zij samen met zorgvrager en mantelzorger naar mogelijkheden die de eigen sociale omgeving biedt en de ondersteuning die een vrijwilliger daarbij kan bieden. Natuurlijk zijn er praktische behoeften waaraan meteen kan worden voldaan. Wie met een iPad wil leren omgaan, kan terecht in het iPad-café. Maar zelfs daar blijkt elkaar ontmoeten en elkaar helpen net zo belangrijk te zijn. In het algemeen gaat het erom het aanbod los te laten; de inzet wordt steeds meer de behoefte te bepalen en vervolgens samen met het eigen netwerk een manier te vinden om daaraan tegemoet te komen. Vrijwillige Hulpdiensten Vrijwilligers zijn ook actief in de vrijwillige hulpdiensten. Wie daar behoefte aan heeft kan een beroep doen op een extra paar handen bij tuinieren, klusjes, computeren, administratie, de bediening van apparaten, verhuizen of het omgaan met een scootmobiel. De diensten zijn op verzoek beschikbaar voor mensen die om gegronde redenen (tijdelijk) niet zelf allerlei dagelijkse handelingen kunnen verrichten. Ook mensen met een beperking maken er gebruik van. De hulp is kortdurend, maar kan langer duren als dat nodig is, bijvoorbeeld bij schuldhulpverlening. De vrijwilligers verlenen in de eerste plaats hulp, maar letten ook op of er met iemand meer aan de hand is. Als dat het geval is, kan aanvullende hulpverlening worden ingeroepen. In een aantal gevallen werken de vrijwilligers nauw samen met het maatschappelijk werk.
56
Jaarverslag 2013
Mantelzorgplaza jaarverslag 2013 Teaminzet
Geplande uren
Gerealiseerde uren
Vughterstede
850
850
Welzijn Vught
1875
1667
Totaal
2725
2517
Het team heeft diverse scholings- en vakbijeenkomsten bezocht het Overleg Armoedebestrijding Vught, Regionaal Steunpunten Overleg (4x), Natuurlijk een netwerkcoach, Cursus Sociale Netwerk Strategieën, Symposium De Mantelzorger van de toekomst e.a. Werkzaamheden en resultaat Mantelzorgplaza geeft informatie en advies, ondermeer door spreekuren (combi Servicepunt) 12 uren per week, extra activiteiten klantenbinding (frontoffice), doorgeleiden van vragen naar de backoffice, huisbezoeken, luisterend oor, vraagverheldering, emotionele steun, mantelzorgmakelaar etc. Resultaat Via het inloopspreekuur zijn 627 vragen binnengekomen. De frontoffice functioneert door middel van inzet van vrijwilligers en een betaalde kracht. We sluiten het jaar af met een stabiel team voor de frontoffice, waarmee we in 2014 de functie kunnen gaan uitbouwen qua dienstverlening. Aangezien de vragen aan de frontoffice complex zijn, is in 2013 de frontoffice overleg in het leven geroep. Daar waar het nodig is, zal een medewerker van de backoffice aanwezig zijn om meer achtergrondinformatie te geven. In 2013 zijn er 2 bijeenkomsten geweest. Daarnaast gaan ook de vrijwilligers op onderdelen meelopen in de back office om meer over het werk inhoudelijk te weten te komen. Bereik mantelzorgers • Contacten in totaal 6200. • Website bezoekers 7578. • Mantelzorgers 613 waarvan 32 ex-mantelzorgers. • Nieuwe mantelzorgers 122 meer ten opzichte van 2012 (461). Huisbezoeken Er zijn 55 huisbezoeken afgelegd (naast de bezoeken vanuit koppelingstrajecten of makelaarswerkzaamheden). De vragen rondom het mantelzorgcompliment blijven terugkomen. Huisartsen zijn regelmatig geconsulteerd voor overleg i.v.m. individuele casussen. Daarnaast is ook contact geweest met verschillende zorgaanbieders (Boswijk, Vivent, Vughterstede en Zorggroep E(e)lde). Mantelzorgmakelaar • Mantelzorgers: 39 (10 nieuw in 2013). • Hulpvragers: 31 ( 9 nieuw in 2013). • Trajecten/vragen: 27 nieuw, 30 in dienstverlening en 28 afgesloten. In 2013 zijn zes meervoudige en complexe situaties door de makelaar opgepakt. In twee situaties zijn mantelzorger(s) uitgevallen (ziekte, overlijden) en is, i.s.m. met de kinderen, een passende verpleeghuisplaats voor de cliënt gevonden. Andere meervoudige complexe zorgsituaties waren meer zorgmijdende families, die het uiteindelijk niet meer zonder professionele inzet van thuiszorg, dagopvang, etc. geregeld konden krijgen. Hier is dan ook met betrokken organisaties (thuiszorg, ouderenpsycholoog), fysio- en dagbehandeling in de vorm van MDO overleg een passende oplossing gezocht.
Jaarverslag 2013 Welzijn Vught (gemeente Vught)
57
2. Voor wie jong en zoekend is Kennen en gekend worden. Dat is het motto van welzijnswerkers die met jongeren aan de slag zijn. Waar jongeren voor overlast zorgen in hun omgeving, is contact leggen de eerste stap naar een oplossing. Door hun taal te spreken, vertrouwen te winnen en vervolgens alternatieve activiteiten aan te bieden. Juist die activiteiten helpen jongeren te ontdekken waar ze goed in zijn en waar ze zich verder in zouden kunnen ontwikkelen. Activiteiten kunnen er zelfs toe leiden dat jongeren zich interesseren voor het gemeentelijk beleid en daarvoor alternatieven formuleren. Cijfers jongeren • 10 verschillende groepen die zich structureel op een zelfde locatie ophielden zijn in beeld gebracht. • Met 15 andere groepen zonder vaste hangplek, maar in wisselende samenstelling her en der in Vught neerstrijkend, is contact gelegd. • Met 5 jongeren is (los van het JPP) een individueel traject uitgezet over onderwerpen als scholing, werk en inkomen, of daaraan gerelateerde zaken. • 3 jongeren zijn doorverwezen naar het JPP omdat dit zwaardere hulpvragen betrof. • Het aantal overlastmeldingen bij gemeente en politie is met maar liefst 37% gedaald. • In 25 verschillende overlastsituaties heeft het jongerenwerk gehandeld volgens het overlastprotocol. • Ook heeft het jongerenwerk 5 groepen geactiveerd om actief te zijn in en rondom de overlastlocaties. Uiteenlopend van het opknappen en schoonhouden van een plek tot het in overleg treden met bewoners en andere belanghebbende partijen. • Conform wat is afgesproken in het CJG-activiteitenplan 2013 zijn activiteiten ontwikkeld, georganiseerd en uitgevoerd voor groepen (risico)jongeren: • Traject stoppen met roken ism Novadic-Kentron (deelname van 11 jongeren) • 5 keer voorlichting alcohol/drugs (25 jongeren) • 2 individuele trajecten (moti4 Novadic-Kentron) stoppen met blowen. • Voorlichtingsactiviteit rondom racisme (27 jongeren) • Sexuele voorlichting i.s.m. GGD (sense) (24 jongeren) • 4 lessen groepsdruk en weerbaarheid BS de Piramide (60 jongeren) • 14 lessen groepsdruk Maurickcollege (350 jongeren)(i.s.m. het JPP) • 3 lessen Maurickcollege (on)veiligheidsgevoel (15 jongeren) (i.s.m. het JPP) • Alle relevante CJG-activiteiten zijn door het jongerenwerk bijgewoond • Er is buiten al genoemde organisaties om o.a. samengewerkt met MOVE, IJsbaan Vught, Rode Rik 2.0, Sticting Bijzonder gewoon, etc. Welzijnswerk Vught benadert jongeren op verschillend manieren. Op straat waar groepen jongeren rondhangen: door hen gericht activiteiten aan te bieden waarin zij zich kunnen ontplooien, of door met hen projecten uit te voeren die van belang zijn voor de hele Vughtse gemeenschap. Op straat Jongeren hangen nu eenmaal graag op straat. Meestal levert dat geen echte problemen op. Maar sommige vrienden groepen ontwikkelen gedrag waar de omgeving flink last van kan hebben. Ze laten rommel achter, scheuren met brommers, en maken dingen kapot. Met de meeste groepen bestaat al lang contact. Bij elke nieuwe melding wordt er contact gelegd met de jongeren zelf, degene die de overlast meldt en met de ouders, scholen en andere instanties. Jongeren met problemen worden op weg geholpen. Niet dat daardoor jongeren minder gaan ‘hangen’, maar de scherpe kantjes gaan er wel af.
Relaxed In Vught zwierf een groep jongeren rond, in de leeftijd tussen 16 en 23 jaar. Waar ze hingen werd stevig gedronken, geblowd, en met auto’s en brommers gescheurd. De jongerenwerker er op af. Gewoon een beetje kletsen. Maar hij zei erbij dat hun gedrag echt niet kon. ‘Kijk, met mij kun je het relaxed oplossen. Doe je dat niet, dan is de politie zó hier. Dan gaat het minder relaxed.’ Vervolgens organiseerde hij een voetbaltoernooitje en andere activiteiten in de Gouden Zonne. Daar zijn die jongeren nu twee keer per week. Zeker, ze hangen nog, maar minder vervelend dan voorheen. En sinds kort knappen ze hun eigen Jongeren Ontmoetings Plek (JOP) op, met materiaal dat ze zelf via de gemeente kunnen bestellen.
58
Jaarverslag 2013
Rolverdeling met politie De relatie met de politie is cruciaal. Een jongerenwerker kan het werk op zijn eigen manier doen, doordat op de achtergrond altijd de sterke arm dreigt. Omgekeerd neemt de jongerenwerker de politie werk uit handen, dat niet echt voor de politie is. Om de samenwerking tussen politie en ambulant jongerenwerk te verder verbeteren is in 2012 het ‘overlast protocol’ opgesteld. Dat bepaalt wie van de twee op een melding van overlast afgaat. In ernstige gevallen, bij vandalisme en criminaliteit, is dat de politie; bij minder ernstige incidenten gaat de jongerenwerker erop af. In dat laatste geval maakte de jongerenwerker samen met de melders, andere omwonenden en de jongeren zelf een analyse en een plan voor verdere actie. Binnen twee weken krijgt degene die de overlast heeft gemeld, bericht over de te ondernemen stappen.
Trots Soms is de jongerenwerker trots op wat hij voor elkaar krijgt. Zoals met die hanggroep waarbij ook een aantal criminele types hoorde. Ze hingen rond op een plek waar ze eigenlijk niet mochten staan op straffe van een bekeuring. Maar de politie kneep tot nu toe een oogje dicht. Bij een melding van overlast ging de jongerenwerker erheen. Hij trof er één grote rotzooi aan. Toen hij daar wat van zei, moest de groep zelf lachen om wat ze hadden aangericht. ‘Als de politie dit ziet, gaat jullie dat 450 euro kosten. Nu kun je het nog zelf opruimen.’ Hij wierp hen een vuilniszak toe. Een paar dagen later belde een van de jongeren: ‘We hebben alles toch maar opgeruimd.’ De groep komt nog steeds bijeen op dezelfde plek. Daar heeft de gemeenten op hun verzoek een vuilnisbak geplaatst.
Samen met hulpverlening Samen met andere organisaties maakt Welzijn Vught deel uit van de netwerkorganisatie Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Het welzijnswerk is hier de enige niet-hulpverlenende instantie. In het domein waar het welzijnswerk actief is kan een jongere nog twee kanten. Juist het welzijnswerk verkeert daarmee in de positie dat problemen vroegtijdig kunnen worden gesignaleerd en preventief actie kan worden ondernomen. Want voorkomen is beter dan behandelen. Bijzonder is de samenwerking tussen de jongerenwerker en een medewerker van het Jeugd Preventie Programma (JPP). Eigenlijk vormen ze een duo waarbij ze elkaar aanvullen, van elkaar leren en samen echt met jongeren aan de slag kunnen. De jongerenwerker is vooral goed in de omgang met groepen, de hulpverlener werkt individueel. Maar nu verleent de jongerenwerk ook lichte vormen van individuele ondersteuning, bijvoorbeeld het schrijven van een sollicitatiebrief. Bij ernstiger problemen, zoals bij schulden, trekken ze samen op.
Op school Aan het Maurickcollege geven jongerenwerker en maatschappelijk werker samen trainingen aan ‘moeilijke’ groepen, waarin leerlingen onder druk staan van medeleerlingen of zich anderszins onveilig voelen. Doordat afwisselend de nadruk ligt op de processen in de groep en de problemen van individuele leerlingen boekt het duo succes. Via social media worden leerlingen geattendeerd op thema’s die voor hen interessant zijn, zoals groepsdruk, internetgedrag en genotmiddelen.
Activiteiten Veel jongeren in de tienerleeftijd zijn zoekend, weten niet goed wat ze willen. Ze zijn gevoelig voor allerlei invloeden. Dat geldt zeker voor meisjes, ook als het geen zogenaamde ‘risicomeiden’ zijn. Welzijn Vught ondersteunt deze jongeren door activiteiten voor hen te organiseren, van allerlei soort en op allerlei terrein: van een zaalvoetbaltoernooi tot drugs voorlichting, van gamen tot een cursus BHV. Vrijwilligersladder Het doel van al die activiteiten is dat jongeren hun eigen kracht ontdekken en zich verder ontwikkelen. Als methodiek hanteren de jongerenwerkers de ‘vrijwilligersladder’. De meeste jongeren beginnen op de eerste tree: ze nemen gewoon deel aan een activiteit. Zij worden vervolgens gestimuleerd om zelf als vrijwilliger actief te worden en met elke stap op de ladder steeds een beetje meer verantwoordelijkheid te nemen voor activiteiten en voor andere jongeren. Jongerenwerkers ondersteunen de jongeren hun talenten te ontwikkelen. Zij organiseren bijeenkomsten en bieden daadwerkelijk de helpende hand.
Jaarverslag 2013 Welzijn Vught (gemeente Vught)
59
Kickboxen De ondersteuning van jongeren kan heel praktisch zijn. Een van de meiden was dol op kickboxen en bleek daar ook heel goed in. Eigenlijk was het haar lust en haar leven. Maar ouders konden die activiteiten niet langer betalen. De jongerenwerker slaagde erin de contributie voort te zetten via het jeugdsportfonds.
Participatie Om jongeren meer te betrekken bij het gemeentelijk beleid nam de gemeente Vught in 2013 het initiatief tot een jongerengemeenteraad. Jongeren vormden in de raadszaal groepjes met de opdracht ieder een project te bedenken waarin zij anderen overtuigend bewegen tot gezonde voeding en een gezonde leefstijl. Het winnende project wordt in 2014 uitgevoerd.
Inzet eigen netwerk Terwijl het gemeentelijk in teken staat van de drie grote transities, is het belangrijk dat jongeren ook zelf weten wat die voor hen betekenen. De jongerenwerker nodigde hen uit na denken over de volgende vraag: ‘Stel dat je problemen zou krijgen op school, wie zou je dan inschakelen?’ In feite ging het hier over één van de centrale uitgangspunten in de transities: het inzetten van je eigen netwerk. Opvallend is dat jongeren uit zichzelf al niet zo gauw naar professionals gaan, maar hun zaakjes dichtbij huis, in hun eigen netwerk oplossen.
60
Jaarverslag 2013
3. Voor wie de boot niet missen wil Ook in Vught verandert de samenleving in rap tempo. Niet iedereen is in staat op eigen kracht alle veranderingen bij te houden. Vooral ouderen zien door de bomen vaak het bos niet meer; ze weten niet altijd waar ze met hun vraag om hulp en ondersteuning naartoe moeten. Maar ook mensen die vanuit andere landen en culturen hier neerstrijken, staan voor een opgave. Net als trouwens de Vughtenaren die bij gebrek aan financiële middelen elk dubbeltje moeten omkeren om in hun levensbehoeften te voorzien.
Cijfers vrijwilligerswerk en mantelzorg • In 2013 kwamen zo’n 11 taalkoppels tot stand. • In het kader van participatie en vrijwillige inzet zijn 9 personen doorverwezen en zijn 8 personen geplaatst. • 4 personen zijn doorverwezen naar Stichting Leerpunt.
Vrijwillige ouderenadviseurs Ouderen treden niet zo gemakkelijk naar buiten met een vraag om hulp of ondersteuning. Daarom treden vrijwillige ouderenadviseurs van Ouderen Samen de ouderen actief tegemoet. Zij richten zich met name op ouderen van 75 jaar en ouder. Na een brievencampagne en een daarop volgend telefoongesprek gaan zij op pad. Informatie en advies De vrijwilligers zijn getraind in het voeren van gesprekken. Zij hebben geleerd te luisteren, samen te vatten en door te vragen. In de gesprekken met ouderen beperken zij zich tot geven van informatie en advies. Signalen die om verdere actie vragen worden doorgeleid naar andere instanties.
Veelvoorkomende vragen Tot de top drie van vragen van ouderen behoren: Hoe kan ik zo lang mogelijk in mijn eigen woning blijven wonen? Met welk soort vervoer kom ik op de plek waar ik wil zijn? En hoe regel ik dat ik hulp krijg in de huishouding en bij de zorg die ik nodig heb?
Nieuwe training Het is zeer waarschijnlijk dat achter deze vragen vaak meer en dieperliggende problemen schuilgaan. Met de huidige methodiek van vragen stellen komen die echter niet altijd naar voren. Daarom worden de werkprocessen nu onder de loep genomen. Het doel daarvan is vrijwilligers in staat te stellen dieper door te vragen en tegelijk een koppeling te leggen met instanties die deze vragen zouden kunnen beantwoorden. Nederlands voor buitenlanders Vught telt veel inwoners, afkomstig uit andere windstreken, voor wie Nederlands niet de moedertaal is. Wie beter in het Nederlands wil communiceren, kan de taal oefenen met een vrijwilliger. Taalmaatjes Kandidaten melden zich via de gemeenten, via de website van Welzijn Vught of via andere organisaties. De taalcoach van Welzijn Vught koppelt kandidaten aan een zogenaamd ‘taalmaatje’. De koppels treffen elkaar ongeveer twee uur per week.
Twee kanten Een koppeling kan op verschillende manieren ontstaan. Zo vertelde een mevrouw met een lichamelijke beperking aan de vrijwillige thuishulp dat zij iemand zocht die met haar wilde wandelen. Toen zij hoorde van de ‘taalmaatjes’ werd ze enthousiast en wilde de rol van maatje graag vervullen. Het mes snijdt nu aan twee kanten. Mevrouw oefent Nederlands met een Angolese vrouw terwijl ze samen door het dorp wandelen.
Jaarverslag 2013 Welzijn Vught (gemeente Vught)
61
Uit de voeten Bij de taalkoppels gaat het niet om het leren van perfect Nederland. Het belangrijkste doel is dat mensen met hun Nederlands uit de voeten kunnen. Voor mannen betekent dat doorgaans dat ze echt de taal willen oefenen, bijvoorbeeld door te e-mailen. Vrouwen zijn liever ongedwongen bezig met de taal, bijvoorbeeld tijdens een wandeling. Aanpak armoede Wie in Vught niet veel te besteden heeft, gaat naar de Kringloopwinkel van de Vincentiusvereniging. Daar is alles te vinden en voor een paar cent te koop. Maar er is meer. Netwerk In opdracht van de gemeente is de Voorbereidingscommissie Armoede omgevormd tot een Regiegroep die sturing geeft aan een netwerkoverleg Armoedebestrijding. Bovendien heeft de Regiegroep een onderzoek laten uitvoeren naar armoede in Vught en de verschillende instanties die zich daarmee bezighouden. Een daaruit voortvloeiend Actieplan zal in 2014 worden uitgevoerd. Geen pleisters Een van de conclusies uit het onderzoek is dat de bij armoede betrokken instellingen elkaar moeten opzoeken en allianties moeten smeden met het doel mensen in de volle breedte te ondersteunen. Het gaat erom mensen structureel te helpen en niet van tijd tot tijd pleisters te plakken. Uit de daarop volgende ontmoetingen is onder meer het Repair Café voortgekomen.
Repair Café Een bijzonder vrijwilligersproject is het Repair Café dat begin 2014 is geopend. Het project is een initiatief van de Vincentiusvereniging Vught, de Natuur- en Milieugroep Vught, Welzijn Vught en de Reinier van Arkelgroep. Vrijwilligers zijn aan de slag gegaan met het repareren van alle mogelijke spullen ‘die met de fiets te vervoeren zijn’. Het project is niet alleen fijn voor mensen met een smalle beurs of twee linkerhanden, het draagt ook bij aan hergebruik van materialen en dus aan een duurzame samenleving.
62
Jaarverslag 2013
4. Voor een leefbare gemeenschap Van welzijnswerk wordt vaak gedacht dat het alleen bedoeld is voor achterstandswijken, voor mensen met een laag inkomen en met weinig mogelijkheden om in het leven vooruit te komen. Maar ook in meer welvarende gemeen‑ schappen en buurten hebben bewoners behoefte aan ondersteuning om hun gemeenschap leefbaar te houden en toekomstbestendig te maken. Bovendien doet zich in elke buurt wel eens een conflict voor dat bewoners niet zelf kunnen oplossen.
Cijfers sociale samenhang In 2013 zijn 20 casussen behandeld door de vrijwilligers van buurtbemiddeling.
Leefbaar Cromvoirt Cromvoirt is zo’n gemeenschap die nu aandacht verdient, willen mensen er ook in de toekomst prettig kunnen wonen en leven. De inspanningen van de bewoners van Cromvoirt dateren van drie jaar geleden, toen voor Cromvoirt een Integraal Dorpsontwikkelingsplan (IDOP) werd ontwikkeld. Met als belangrijkste vraag: hoe moet ons dorp er over twintig jaar uitzien en wat moet er dan gebeuren? Contacten en verbindingen In de werkgroep Sociaal leven hebben inwoners een aantal maatregelen en activiteiten bedacht, die moeten bijdragen aan een leefbaar Cromvoirt op langere termijn. Met steun van Welzijn Vught ontwikkelen zij bijvoorbeeld een welkomstpakket voor nieuwe inwoners met het doel contacten te vergemakkelijken. Verder organiseren zij elke zes weken een ontmoetingsactiviteit voor alle dorpsbewoners. De eerste bijeenkomst trok tientallen bewoners. Daarnaast komen er in Cromvoirt vrijwillige dorpsondersteuners. Drie getrainde inwoners van Cromvoirt gaan optreden als vertrouwenspersoon, leggen verbindingen en bieden ondersteuning bij zorg- en hulpvragen. Vooral voor ouderen De betrokken welzijnswerker: ‘Ook in gemeenschappen als Cromvoirt moeten we investeren. Met name voor ouderen is het niet altijd veilig in huis. Tegelijk vragen zij niet zo gauw om hulp. Als je in dan niet inzet op gemeenschapszin, ontstaan er door verdere vergrijzing problemen als vereenzaming en teruglopende voorzieningen. Bovendien zullen steeds meer mensen niet meer voor zichzelf kunnen zorgen. Ook in Cromvoirt weten veel mensen niet wat de toekomst hen gaat brengen. Wat het is om zelf meer verantwoordelijk te zijn voor jezelf en voor anderen en dat je niet meer zomaar voor allerlei voorzieningen in aanmerking komt.’ Buurtbemiddeling In elke buurt doet zich wel eens iets voor. Vaak lossen bewoners hun akkefietjes zelf op. Maar soms kan een incident of ergernis doorzieken en van kwaad tot erger worden. Hooglopende ruzies tussen buren bereiken uiteindelijk de politie of de woningcorporatie. Woonwijze, de gemeente en Welzijn Vught hebben afspraken gemaakt over de inzet van buurtbemiddeling. Vrijwilligers Buurtbemiddeling werkt het best als een conflict nog niet muurvast zit. Dan weet Welzijn Vught zich verzekerd van een aantal getrainde vrijwilligers. In tweetallen pakken zij een zaak op. Eerst door met elke van beide partijen afzonderlijk contact te leggen en te peilen of zij langs de weg van bemiddeling tot een oplossing willen komen. Als dat het geval is, vindt een gezamenlijk gesprek plaats op neutraal terrein. Zo’n gesprek eindigt dan een contract, waarin beide partijen gedragsregels voor de toekomst onderschrijven.
Uit respect Zoals in het geval van twee buren, wier ruzie dreigt uit te lopen op een handgemeen. Oorzaak is de erfafscheiding die nauwelijks privacy biedt onder meer vanwege slecht onderhoud. De corporatie meldt dat de ruzie steeds verder uit de hand loopt. Twee vrijwilligers gaan erop af en praten met beide partijen. Dat leidt inderdaad tot een gezamenlijk gesprek op het kantoor van Welzijn Vught. Maar daar barst de bom opnieuw en een van de buren loopt kwaad weg. Op de gang zegt hij: ‘Voor jou heb ik wel respect, maar met hem wil ik niets meer te maken hebben.’ De aangesproken vrijwilliger: ‘Als je respect hebt voor mij, doe het dan voor mij. Dan doe je het ook voor je zelf.’ Het gesprek gaat verder, een misverstand komt aan het licht. Daarna gaat het snel. De ruzie wordt bijgelegd, een contract getekend.
Jaarverslag 2013 Welzijn Vught (gemeente Vught)
63
Druk op buurten Als een of beide partijen weigeren, houdt buurtbemiddeling op, maar natuurlijk niet het conflict. Met name de vermaatschappelijking van de zorg legt druk op sommige buurten en wijken doordat er steeds meer mensen wonen, die tot voor kort verbleven in een instelling. Als zij in de buurt onvoldoende worden begeleid, ontstaan er gemakkelijk problemen. Vooral doordat mensen onbekend zijn met de problematiek en er dus geen begrip voor kunnen opbrengen. Ook ligt een taak voor het welzijnswerk.
Niet zo gek In een van de Vughtse buurten komt een man met een verstandelijke beperking wonen. Hij maakt lawaai, zoekt ruzie met kinderen en loopt soms halfnaakt door de woning. In eerste instantie overweegt de buurtwerker buurtbemiddeling, maar de betrokken bewoner weigert. De buurtwerker praat met de bewonersgroep, maar raadt hen sterk af een bijeenkomst te beleggen. Die zou immers kunnen uitlopen op een situatie waarin de hele buurt zich tegen de man keert. Een betere oplossing blijkt MEE te vragen om de man te begeleiden. Daardoor wordt hij rustiger. Intussen concentreert de buurtwerker zich op de buurtbewoners en informeert hen over de achtergrond van de man en de ontwikkelingen in de zorg. Daardoor ontstaat begrip: de man is misschien vreemd, maar hoeft daarom nog niet weg.
64
Jaarverslag 2013
Jaarverslag 2013 Welzijn Vught (gemeente Vught)
65
DIR007-jun2014
Welzijnsonderneming Divers ondersteunt bewoners die investeren in zichzelf én een betere leefomgeving.