Digitale Universiteit
jaarverslag 2003
Jaarverslag 2003
Inhoudsopgave
Bericht van de Raad van Toezicht
6
Voorwoord
7
1
Het jaar in hoofdlijnen en mijlpalen
8
1.1
Winter 2003
9
1.2
Voorjaar 2003
9
1.3
Zomer 2003
10
1.4
Najaar 2003
11
Overzicht van projecten
12
2.1
Afrondingen projecten 2001 en 2002
13
2.2
Nieuwe projecten in 2003
16
2.3
Programma 2004 en projecten
22
2
3
4
5
6
ELO-programma
24
3.1
25
Projecten en activiteiten ELO-programma
Espelon B.V. en de Exploitatie B.V.
28
4.1
Espelon, centrum voor digitaal onderwijsmateriaal
29
4.2
Exploitatie B.V.
30
De organisatie en de mensen
32
5.1
Organigram
32
5.2
Personele bezetting
33
5.3
Projectorganisatie
35
5.4
Bureau Digitale Universiteit
37
Financieel Overzicht
38
6.1
Balans
38
6.2
Exploitatierekening
39
5
B
Bericht van de Raad van Toezicht
Bericht van de Raad van Toezicht
6
De basislogica van de Digitale Universiteit was eenvoudig: het hoger onderwijs staat voor een even belangrijke als lastige vernieuwingstaak, er heerst voortdurend schaarste aan mensen en middelen, dus construeren we een stevige samenwerkingsorganisatie om zoveel mogelijk samen aan te pakken. Zodoende kan het gestage proces van ontwikkeling en modernisering, gericht op het meer, beter en slimmer gebruikmaken van digitale hulpmiddelen, versneld worden, relatief minder kosten vergen en meer studenten en docenten bereiken. De basislogica was en is eenvoudig en overtuigend. De praktijk bleek in de eerste jaren van de DU weerbarstig. Zeer diverse ontwikkelingsambities bundelen, grote praktische hindernissen nemen, vele onderlinge verschillen overbruggen en van de kwaliteit van wat elders wordt gemaakt overtuigd raken – dat alles ging niet in een handomdraai. De Raad van Toezicht heeft in het afgelopen jaar kunnen vaststellen dat de DU haar draai heeft gevonden. Honderden professionals in onderwijsontwikkeling werken nu samen aan tientallen projecten die voor de dagelijkse praktijk van het hoger onderwijs van grote waarde zijn. Zij verdienen daarvoor waardering en stevige support.
De directeur en de medewerk(st)ers van het bureau van de DU hebben in het afgelopen jaar een belangrijke rol gespeeld. Ze hebben getoond de kunst te verstaan een balans te vinden tussen lokaal en centraal, steunen en sturen, kiezen en delen, en werkbare, praktische arrangementen weten te treffen die de samenwerking zichtbaar bevorderen. Met dat alles is een stevige basis gelegd waarop we voort kunnen bouwen. Inmiddels heeft een intensieve ronde van onderling strategisch beraad geleid tot een heldere keuze voor de volgende fasen van het bouwwerk. De Raad van Toezicht heeft alle vertrouwen in het succes van de Digitale Universiteit en heeft in het afgelopen jaar met groot genoegen vastgesteld dat staatssecretaris Nijs er net zo over denkt en dat liet merken in woord en daad.
Dr. S.J. Noorda, voorzitter Raad van Toezicht
V
Voorwoord
Jaarverslag 2003
Voorwoord
Werd in 2002 de Digitale Universiteit nog gezien als een puber die met zichzelf overhoop lag, in 2003 is het stormachtige leven van de angry young man in ander vaarwater terecht gekomen. Een duidelijke koers en duidelijke procedures brengen in 2003 het type samenwerking tot stand waarvoor de DU is opgericht. In 2003 levert de DU de eerste producten op, gaan er 23 nieuwe samenwerkingsprojecten van start, wordt Espelon b.v. opgericht, en worden de 26 projecten die begin 2004 van start gaan, doeltreffend voorbereid. Het gaat in 2003 behoorlijk goed met de DU en toch mankeert er nog iets. Aan de stemming binnen het samenwerkingsverband ligt het niet. Die wordt steeds beter en dat geldt vooral voor de wijze waarop wordt samengewerkt. Wel wordt het bureau bij haar controlerende werk nogal eens streng gevonden, maar een toenemend aantal projectleiders ziet zich hierdoor juist gesteund. Het ligt ook niet aan de kwaliteit van de afzonderlijke projecten die in 2003 van start gaan. Het project Competentiegericht toetsen bijvoorbeeld levert een jaar na de start een product op dat in 15 opleidingen wordt beproefd. Een goed voorbeeld van wat de DU beoogt: het ontwikkelen in korte tijd van digitale producten die opleidingen direct in gebruik nemen. Nee, wat er werkelijk mankeert is iets anders. In het voorjaar constateren we dat de DU weliswaar veel activiteiten ontplooit, maar ook een gefragmenteerd beeld laat zien. We trekken hieruit de conclusie dat onze vernieuwende energie meer impact zou hebben, als we voor alle activiteiten over een duidelijke focus zouden beschikken. Met het oog daarop besluiten we tot een korte, maar krachtige strategiediscussie. De start daarvan vindt in september 2003 plaats in de Raad van Toezicht, die nog eens onderstreept dat de DU de ambitie heeft de voorhoede te zijn op het gebied van opleidingsinnovatie en ICT in het hoger onderwijs. De uitkomsten van de discussie worden op 16 maart op INNOVATIUM 2004 gepresenteerd, in aanwezigheid van staatssecretaris Nijs. Centraal staat ‘transformatie van opleidingen’ als focus voor de DU.
Deze nieuwe koers is inmiddels uitgewerkt in het ontwikkelprogramma voor 2005. Maar er is meer nodig, want wat verstaan we precies onder transformatie, hoe brengen we die tot stand en hoe werken we daaraan samen? Met het doel dat te verduidelijken zindert het inmiddels van de initiatieven. Ten eerste zijn we bezig het begrip transformatie te concretiseren door voorbeelden van zich transformerende opleidingen te verzamelen. Ten tweede brengen we een bundel uit waarin auteurs verschillende facetten van transformatie zullen belichten. En ten derde zal de nieuwe focus in het thema van INNOVATIUM 2005 worden verwerkt. Tegen die tijd, 15 maart 2005, mogen we ervan uitgaan dat de DU is uitgepuberd en zich op z’n minst heeft ontwikkeld tot een gedreven adolescent. Het type dat nog altijd van plan is de wereld te veranderen, maar daarbij niet te ondoordacht te werk gaat en met een goed gevoel voor de werkelijkheid van het hoger onderwijs.
Dr. Marcel J.A. Mirande, Directeur Digitale Universiteit
7
1
Het jaar in hoofdlijnen en mijlpalen
8
Jaarverslag 2003
1.1
Winter 2003
Nieuwe aanpak voor acceptatie en beheersing van projecten Een nieuwe aanpak voor de acceptatie en beheersing van projecten is ingevoerd. Deze aanpak is verwerkt in twee handboeken die vanaf 2003 voor alle projecten gelden. Het Handboek DU-projecten beschrijft de wijze waarop DU-projecten worden ontwikkeld en uitgevoerd. Het Handboek Juridische Structuur DU-projecten geeft een structuur van af te sluiten overeenkomsten rond projecten, de producten die ze opleveren en hoe deze kunnen worden gebruikt. 23 nieuwe projecten van start Nadat een reorganisatie in 2002 veel aandacht heeft opgeëist kan in januari 2003 alle aandacht weer worden gericht op de inhoud van het werk. 23 nieuwe projecten en drie vervolgprojecten gaan van start. Er vindt er een kick-off bijeenkomst plaats voor projectleiders en medio maart is er een training in projectmanagement. Voorbereiding exploitatie producten De eerste producten dienen zich aan. Daarom werkt het bureau aan een businessplan voor een gezamenlijke Educational Service Provider (ESP) van de Digitale Universiteit en Stichting SURF. Ook komt er een voorstel voor de uitvoering van een haalbaarheidsexercitie naar de oprichting van een Exploitatie b.v. (EBV). ELO-programma De DU-instellingen werken met verschillende Elektronische Leeromgevingen (ELO’s) en maken gezamenlijk online onderwijsmaterialen en generieke tools. Uitwisseling van deze materialen tussen de verschillende ELO’s blijkt lastig. In het ELO-programma wordt gestreefd naar betaalbare en pragmatische oplossingen op korte termijn. Voor de langere termijn moet het programma invulling geven aan het in 2002 genomen Convergentiebesluit. Om het programma goed te besturen en aansluiting te houden met ontwikkelingen binnen alle instellingen is een ELOstuurgroep opgericht.
1.2
Voorjaar 2003
Bezoek Ministerie OCW Begin april bezoekt een delegatie van het Ministerie van OCW het bureau van de DU om zich te informeren over de stand van zaken. De vertegenwoordigers van de Directies WO, HBO en ICT spreken hun tevredenheid uit over het gedegen beheersysteem wat in gebruik is genomen voor toewijzing, monitoring en verantwoording van de projecten. Reflectie op ontwikkelprogramma In de maanden mei en juni brengt de directeur DU, samen met programmamanagers, een bezoek aan alle instellingen die zijn aangesloten bij de DU. Centraal agendapunt van de besprekingen is de notitie Een reflectie op het ontwikkelprogramma van de DU. De bevindingen uit deze besprekingen dragen bij aan de verdere ontwikkeling van het ontwikkelprogramma voor 2004. Deze leiden later in het jaar tot de start van een strategische discussie over de koers van de DU. Educational Service Provider (ESP b.v.) De Digitale Universiteit en Sichting SURF nemen het principebesluit om voor de ESP een fifty-fifty joint venture op te richten. Ton Muns, voorheen projectleider van het project HEO-ICT, is verantwoordelijk voor de voorbereiding en de start van de nieuwe onderneming. Eerste DU Productcatalogus De afronding van een groot aantal projecten uit 2001 en 2002 in het voorjaar leidt eind mei tot een productcatalogus van de DU. Hierin wordt de eerste lichting digitale onderwijsproducten van de Digitale Universiteit gepresenteerd. Handboek Technologie en Standaarden Het Handboek Technologie en Standaarden bevat keuzes voor technologie en standaarden die binnen de Digitale Universiteit gelden voor het ontwikkelen van digitale content. De keuzes zijn erop gericht digitale content uitwisselbaar en herbruikbaar te maken. Daarnaast zijn ze een voorwaarde voor opschaling.
9
D
1
Het jaar in hoofdlijenen en mijpalen
1.3
10
ELO voor het middelbaar beroepsonderwijs? In het project Espelo is onderzocht of het haalbaar is om vanuit de ESP een ELO aan te bieden aan het middelbaar beroepsonderwijs. Conclusie is dat een hostingaanbod alleen interessant is voor grote instellingen of clusters van scholen en het blijkt moeilijk om capaciteit voor implementatieondersteuning beschikbaar te maken. Pilot Learn eXact In juli is het startschot gegeven voor de implementatie van Learn eXact als Learning Content Management Systeem (LCMS) voor de Digitale Universiteit. Learn eXact ondersteunt het maken, opslaan, samenstellen en beschrijven van digitale content. Na een testperiode van een jaar, waarbij vier projecten betrokken zijn, zal worden besloten of de Digitale Universiteit Learn eXact tot standaard zal verheffen. DU strategiediscussie Hoe moet de DU er de komende jaren uitzien? De Raad van Toezicht besluit om een strategiediscussie te houden in het najaar van 2003 en het voorjaar van 2004. Deze discussie moet een duidelijke focus opleveren voor alle activiteiten van de DU in de komende jaren. Wijziging statuten De Raad van Toezicht stelt de wijziging vast van de DU-statuten. Hiermee formaliseert de Raad de feitelijk gegroeide situatie dat zij zaken goedkeurt nadat de Deelnemersraad is gehoord.
Zomer 2003
Eerste DU-SURF seminar Op 25 juni organiseert de DU in Amersfoort samen met SURF een seminar. Thema is LCMS voor het hoger onderwijs. Het seminar wordt bezocht door ongeveer 200 personen. Connector EML-Blackboard Het eerder gestarte laboratoriumexperiment om digitale leermaterialen van het project Rechten online te kunnen gebruiken in gangbare ELO’s (in het bijzonder Blackboard) levert een zogenaamde ‘connector’ op. Met deze connector is een substantiële hoeveelheid content naar tevredenheid omgezet naar Blackboard voor gebruik in het onderwijs. Start voorbereidingen INNOVATIUM Aan het eind van de zomer wordt gestart met de organisatie van een jaarlijks terugkerende conferentie voor en door de Digitale Universiteit. Als naam wordt INNOVATIUM gekozen. De eerste INNOVATIUM vindt plaats op 16 maart 2004. Doel is de kring van direct betrokkenen bij de DU te vergroten en het resultaat van drie jaar DU te presenteren. Nieuw contributiestelsel In juni 2003 stelt de Deelnemersraad een nieuw contributiestelsel vast. Hierin wordt rekening gehouden met de omzet van een instelling en met de mate waarin een instelling deelneemt aan DU-projecten. Dit is een belangrijk besluit omdat hiermee de continuïteit van de DU voor een reeks van jaren is veilig gesteld. Ontwikkelprogramma De Deelnemersraad keurt in september het programma voor ontwikkelprojecten 2004 goed. In het nieuwe ontwikkelprogramma worden de bestaande programmalijnen gehandhaafd. Daarnaast wordt een aantal nieuwe accenten aangebracht. Het is nu mogelijk om projecten in te dienen voor doorstroom- en schakelprogramma’s van hbo-bachelor naar wo-master. Instellingen kunnen ook voorstellen voor het ontwikkelen van sectorale ontwikkelprogramma’s en voor kleine risicodragende of verkennende projecten indienen.
DU 1.4
Jaarverslag 2003
Najaar 2003
Miljoenennota 2004: 10 miljoen voor DU Een belangrijke en welkome aanvulling op het budget van de DU is het besluit van het kabinet Balkenende in de Miljoenennota 2004 een bedrag van 10 miljoen euro voor de Digitale Universiteit te reserveren. Naast de twee miljoen euro subsidie voor 2004 is voor 2005 drie miljoen euro voorzien en staat voor 2006 vijf miljoen euro gereserveerd. Het ministerie vindt dat subsidiëring nodig is om de doelstellingen voor 2004-2006 te realiseren. Hieruit spreekt vertrouwen in de opzet en waardering voor de prestaties van de Digitale Universiteit. Portfolio’s in het hoger onderwijs ‘Portfolio’s in het hoger onderwijs’ is de titel van het tweede seminar dat de DU samen met SURF organiseert op 1 oktober in de Buitensociëteit in Zwolle. Het seminar wordt goed beoordeeld en trekt ruim 250 bezoekers. Citogroep kiest Digitaal Portfolio In november kiest de Citogroep voor Digitaal Portfolio van de DU als portfolioproduct voor het BVE-veld. Met het Digitaal Portfolio kan de in Arnhem gevestigde Citogroep een compleet dienstenpakket aanbieden. Start Espelon op 1 november Vanaf 1 november gaat Espelon b.v. van start. Ton Muns wordt benoemd tot directeur. Er wordt hard gewerkt aan de voorbereidingen voor de overdracht van de eerste DUproducten aan Espelon. Haalbaarheid Exploitatie B.V. De DU komt met drie commerciële bedrijven (HP, Acadoo en Wolters-Noordhoff) overeen om een haalbaarheidsexercitie te doen voor de Exploitatie B.V. De exercitie bestaat uit drie onderdelen: het verhelderen wat de Exploitatie B.V. te bieden heeft, het voeren van gesprekken met potentiële klanten en het selecteren van een ‘pilot customer’ en het uitvoeren van een proefproject voor de proefklant.
26 nieuwe projecten voor 2004 De belangstelling voor de projectenronde 2004 blijkt groot. Op 14 november komen 60 projectoutlines binnen bij het bureau. Daarvan worden er 26 goedgekeurd. Het gaat om 10 projecten in de vier programmalijnen, twee projecten in de categorie doorstroom- en schakelprogramma’s, vier in de categorie sectorale programma’s en acht kleine projecten. Vrijwel alle projecten gaan op 1 februari 2004 van start.
11
Beleidspunten ELO-convergentie De notitie Beleidspunten ELO-convergentie - kaderstellend en richtinggevend wordt afgerond en vastgesteld door de Deelnemersraad. Daarmee kan de uitwerking van afspraken tussen DU-deelnemers starten, die de technische samenwerking zullen bevorderen en faciliteren. Waar relevant zullen systemen interoperabel worden gemaakt. Voorbereidingen strategiediscussie De strategiediscussie bestaat uit drie rondetafelbijeenkomsten, waarvoor vertegenwoordigers van de diverse stakeholders worden uitgenodigd: vanuit de DU, de overheid, verwante organisaties en het bedrijfsleven. In het najaar 2003 is de discussie voorbereid via interviews met projectleiders van de DU en andere betrokkenen bij DUactiviteiten. De rondetafelbijeenkomsten gaan begin 2004 van start en de conclusies worden tijdens INNOVATIUM 2004 gepresenteerd.
In 2003 is de ‘DigiUni-pet’ van de kapstok gekomen, met opgestroopte mouwen werd het delen van inhoudelijke expertise in een meer open sfeer uitgeoefend. Van aanbod- naar vraag-, nee dialooggestuurd!
Wa 2003 t was in h kenmeet meest rk voor dende samen e in de Dwerking Univer igitale siteit? ?
DU c o n ta c tp
e
rsoon H.A.T. Logte nberg Saxion Hoges cholen
DU
2
Overzicht van projecten
12
In 2003 dienen de eerste projectresultaten zich aan. Belangrijke vraag hierbij is welke projecten uit 2001 en 2002 producten opleveren die geschikt zijn voor directe exploitatie. In het voorjaar gaan 26 nieuwe projecten van start en een reflectieronde langs alle DU-partners leidt in het najaar 2003 tot een nieuw programma voor ontwikkelprojecten voor 2004.
Jaarverslag 2003
2.1 Afrondingen projecten 2001 en 2002 Projecten uit 2001 Begin 2003 zijn de meeste projecten van het eerste uur (uit de ronde van 2001) nog niet afgerond. Naast het project Expertisecentrum is alleen het project Digitaal Portfolio gereed. Hieronder vindt u een overzicht van de projectresultaten in volgorde van oplevering. Digitaal Portfolio De eerste gebruikers voor Digitaal Portfolio melden zich al snel. Daarbij blijkt dat ‘klaar’ een relatief begrip is, want het gereedmaken van dit product voor exploitatie vraagt extra inspanning en middelen. De vraag naar Digitaal Portfolio is echter groot en diverse instellingen denken precies op dat moment na over de keuze van een portfoliosysteem. Het product blijkt op het juiste moment klaar om in deze afwegingen een rol te kunnen spelen. Toetsen en assessments voor tweedegraads lerarenopleidingen Het project Toetsen en assessments voor tweedegraads lerarenopleidingen is een project voor toetsitems op een aantal vakgebieden. Bij de heroriëntatie van dit project in 2002 is het ontwikkelbudget aanzienlijk gekort. Tegelijkertijd is na beëindiging van een eerste fase een vervolg mogelijk, mits wordt voldaan aan een aantal condities. De businesscase, één van de voorwaarden, geeft aan dat er grote belangstelling is voor de resultaten. De afronding van het project in januari 2003 voldoet daarmee aan de voorwaarden en het project krijgt goedkeuring voor een vervolg. E-Business Het project E-Business eindigt in het eerste kwartaal van 2003. Het omvat vijf deelprojecten voor de ontwikkeling van leer- en oefenmateriaal op het vakgebied. Bij de afronding blijkt dat de verdere exploitatie een aantal niet eerder onderkende problemen kent. Een belangrijk probleem is het feit dat een diversiteit aan systemen en programmatuur is gebruikt, waarmee grote bedragen gemoeid zijn. Zowel voor het verkrijgen van de licenties als voor het onderhoud en de systemen. Door deze hoge kosten zijn de producten niet te exploiteren.
Rechten online Rechten online is een van de grootste projecten bij de DU. In dit project zijn juridische leermaterialen op vrijwel alle vakgebieden ontwikkeld. De heroriëntatie in 2002 heeft geleid tot een grote korting op het omvangrijke ontwikkelbudget. In februari 2003 krijgt het project goedkeuring voor een vervolgproject. De leermaterialen in dit project zijn ontworpen op basis van EML. Een probleem met de gebruikte technologie is dat uitlevering van de producten alleen mogelijk is via de specifieke omgeving Edubox, die uitsluitend bij de Open Universiteit aanwezig is. Gebruik van het materiaal door een partner vraagt omzetting naar de omgeving Blackboard. Deze omzetting heeft in 2003 deels plaatsgevonden via ontwikkeling van de zogenaamde connector EML-Blackboard binnen het ELO-programma. Maar ook handwerk blijft vereist. De onderhoudbaarheid van het actualiteitsgevoelige juridische materiaal is daarmee een groot probleem. Eind 2003 is daarom besloten om extra middelen ter beschikking te stellen voor migratie van het materiaal naar de standaardomgeving voor opslag van digitale leermaterialen. Het migratieproject start begin 2004 en de exploiteerbare resultaten worden medio 2004 verwacht. Virtueel Bedrijf Het innovatieve onderwijsconcept dat praktijk en onderwijs wil koppelen is in het project Virtueel Bedrijf verder ontwikkeld voor twee varianten: de situatie van een project en van een bedrijf. Het project loopt volgens planning af in maart 2003 en met een overschot in budget. Het levert een serie publicaties op die worden verspreid via de website van de DU. Er zijn echter wel een paar problemen. De toepassing van de concepten vraagt een ondersteunende dienstverlening door deskundigen. Daarnaast zijn de gerealiseerde toepassingen vaak te opleidingsspecifiek (bijvoorbeeld in de vereiste begeleiding) of ze bevatten componenten waarop auteursrechten berusten.
13
2
Overzicht van projekten
Economie en Financiële Dienstverlening Het project Economie en Financiële Dienstverlening (EFD) is een samenvoeging van vijf deelprojecten. Dit grootste project van de DU eindigt medio 2003 volgens planning en binnen het toegestane budget. Een aantal deelproducten komen beschikbaar, maar directe exploitatie van de meeste blijkt lastig. Ten eerste ontbreken er afspraken bij de start over te gebruiken technologie. Dit heeft tot gevolg dat gedurende het project een leeromgeving is gebruikt en verder ontwikkeld die moeilijk is te verenigen met het later genomen Convergentiebesluit. Ten tweede is er een te smalle gebruikersbasis voor het systeem.
14
De voorstellen vanuit het project voor een aanzienlijke investering van de DU om de resultaten in de markt te kunnen zetten, te onderhouden en verder te ontwikkelen zijn in diverse opzichten niet in te passen en brengen te grote risico’s met zich mee. In het najaar van 2003 is besloten tot een beperkte investering om de producten zoveel
Bij de Universiteit van Amsterdam is Digitaal Portfolio volop in gebruik bij de opleiding Media en Cultuur. Een voorbeeld: de studenten analyseren aan het begin van het jaar een zelf gekozen filmfragment. Deze analyse komt voort uit de rol als mediagebruiker. Aan het eind van het jaar wordt opnieuw gevraagd het fragment te analyseren. De verschillen tussen deze analyses geven de
Digitaal Portfolio: student toont zijn kunnen ontwikkeling weer die de studenten doormaken: van mediagebruiker naar media-expert. Een voordeel van een digitaal portfolio is de mogelijkheid om ook film- en geluidsfragmenten op te slaan. Aan het eind van ieder studiejaar voeren alle studenten een gesprek met hun mentor die toegang heeft tot de in het portfolio gepresenteerde reflectievraagstukken. Mede op basis van deze vraagstukken kan de student een gefundeerde keuze maken voor het vervolgtraject van de studie. De opleiding, die voorheen gekenmerkt werd door massaliteit en frontaal onderwijs, krijgt nu voor iedere student een persoonlijke inrichting.
mogelijk te migreren naar een andere elektronische leeromgeving conform de overeengekomen DU-standaarden. Het uitzicht op gebruik op enige schaal lijkt hiermee voldoende. Dit nieuwe project start in januari 2004. Juridische gespreksvaardigheden Het project Juridische gespreksvaardigheden ontwikkelt een toepassing waarmee studenten gespreksvaardigheden zelfstandig of, afhankelijk van de onderwijssituatie, samen kunnen trainen. De toepassing lijkt ook voor andere opleidingen goed bruikbaar. De korting op dit project leidt tot het schrappen van een noodzakelijke test in de praktijk. Het risico dat het resultaat onvoldoende bruikbaar wordt op de langere termijn is reden om in te stemmen met een aanvullend budget voor de genoemde test. Deze wordt in het eerste halfjaar van 2004 uitgevoerd. Digileop (Telepabo) Dit project voor de ontwikkeling van een duaal en digitaal curriculum wordt medio 2003 afgerond. De expertise rond digitalisering en digitaal onderwijs is toegenomen bij de partners in het project en het project levert leermaterialen op. De exploitatie ervan buiten de betrokken partners blijkt ingewikkeld te zijn en wordt nader onderzocht.
Jaarverslag 2003
Projecten uit 2002 In 2002 zijn 16 OBM-projecten gestart, waarvan de meeste begin 2003 worden afgerond. Deze projecten voor ontsluiting van digitaal materiaal zijn uitgebreid aan bod gekomen in het jaarverslag 2002. Ze worden in dit jaar niet beschreven, maar staan wel vermeld in de tabel Overzicht projecten 2002. De oogst aan exploiteerbare producten blijft beperkt. Vijf producten komen in aanmerking voor overdracht aan Espelon. De overige project-
resultaten zijn te typeren als prototypes, concepten zonder aanvulling met leermaterialen, onvolledige leermaterialen of leermaterialen die minder geschikt zijn voor gebruik door niet-ontwikkelaars. In sommige gevallen is gebruik gemaakt van technologie die elders niet eenvoudig is te gebruiken bij gebrek aan uitleveromgevingen en expertise.
Overzicht projecten 2002 Project
Penvoerder
Deelnemende instellingen
Economie en financiële dienstverlening
OU
IH, UvA, HvU, Fontys
E-business
UT
OU, HvU, IH
Telepabo
IH
Fontys, Saxion
Rechten online
OU
UvA
Juridische gespreksvaardigheden
OU
HvU, VU, UM
Bestuurskunde courseware (OBM*)
UT
Membraantechnologie en procestechnologie (OBM)
UT
Saxion
On line leermodule MER (OBM)
VU
OU
e-Master Nederlandse Cultuurgeschiedenis (OBM)
OU
VU, UvA
LOKplus (OBM)
OU
VU, UvA
ICT architecturen (OBM)
OU
VU
AQUA (OBM)
HvU
Fontys
Interactieve videocase Innobus (OBM)
UT
Digitale Constructiewerkplaatsen (GIS) (OBM)
OU
VU, UvA
Modus (DOOS Data Analyse) (OBM)
UvA
OU
Digitaal Portfolio
Saxion
UT, VU, UvA, HvU, IH
Digitale voortgangstoetsen lerarenopleidingen
HvA
Fontys, IH, HvU
Web-toetsen (OBM)
UT
Saxion
Virtueel Bedrijf/ Virtueel Project
HvU
Alle
Experimenteren op afstand (OBM)
UT
UvA, VU
Streaming media (OBM)
UT
MEEWIZ (OBM)
UT
Saxion
OTODU (OBM)
OU
HR
DigiCol (OBM)
VU
UvA
OU
Alle
Digitale leermaterialen
Digitale toetsen, assessments en portfolio
Leren en begeleiden op afstand
Expertise opbouw en verspreiding Expertisecentrum *OBM = Projecten Ontsluiting Bestaand Materiaal
15
2
Overzicht van projekten
2.2
Nieuwe projecten in 2003
Het meerjarenplan 2003 - 2006 brengt een nieuwe programmatische aanpak die eind 2002 in gang wordt gezet met vier programmalijnen die gelden als kader voor de ontwikkelprojecten: 1. Digitale leermaterialen; 2. Digitale toetsen, assessments en portfolio; 3. Leren en begeleiden op afstand; 4. Expertise opbouw en verspreiding. Een eerste ronde voor het indienen van voorstellen voor projectontwikkeling (projectoutlines) vindt plaats eind 2002. Begin 2003 starten ruim 20 projecten. Hierna volgt een tweede ronde van voorstellen die leidt tot 15 nieuwe projecten. Een overzicht en beknopte beschrijving van deze projecten volgt hieronder per programmalijn.
16
Digitale leermaterialen Digitale onderwijsmaterialen kleine vakken Lerarenopleidingen VO/BVE Centraal in dit project staat de ontwikkeling van modellen voor instellingsoverstijgende samenwerking bij het opleiden van leraren voor kleine vakken uit diverse sectoren. Het doel is een vakinhoudelijke vernieuwing realiseren. De projectgroep ontwikkelt digitale materialen, expertiseopbouw en modellen en procedures die breed inzetbaar moeten zijn. DigiPabo (2) Dit project sluit aan op een eerder project Digileop voor dezelfde opleidingen. Bij vraaggestuurd onderwijs en flexibilisering van curricula verandert de rol van de docent naar die van begeleider (tutor) die het competentieverwervingsproces begeleidt en aanstuurt. In een deels digitale en op afstand uitgevoerde opleiding wordt dat een e-tutor. Deze e-tutor is verantwoordelijk voor begeleiding op afstand met digitale middelen, wat aanvullende competenties vereist. Het project ontwikkelt onder meer een online cursus e-tutoring en een good practice in het tweede jaar van de digitale lerarenopleiding primair onderwijs.
DU c o n ta c tp
e
rsoon Drs. H .G. Kle in Ikk Vrije U ink nivers iteit
DU
De competente ondernemer Hoe kunnen eerstejaars studenten bedrijfseconomie zich inleven in de wereld van de ondernemer? Het project De competente ondernemer ontwikkelt op basis van een bestaand digitaal spel een management game waarmee studenten basiskennis opdoen op het gebied van marketing en financiering. Het spel geeft richting voor de verdere studie en is opgebouwd uit leertaken die in complexiteit toenemen naarmate het spel vordert. Een internetversie maakt het mogelijk om zowel spel als begeleiding op afstand te laten plaatsvinden. Een Engelstalige variant verhoogt de aansluiting tussen Engelse vakliteratuur en de Nederlandse praktijk en verhoogt de verkoopbaarheid. E-business procesintegratie Lab Dit project is een vervolg op het project E-business. Ketenintegratie in een e-businessomgeving is voor het onderwijs een uitdaging omdat hierin verschillende vakgebieden (inkoop, logistiek en informatievoorziening) bij elkaar komen. Het project bouwt voort op resultaten van het voorgaande project. Het ontwikkelt een laboratoriumomgeving met het bijbehorende leermateriaal voor het analyseren, ontwerpen, simuleren en implementeren van interorganisatorische bedrijfsprocessen. Studenten kunnen op die manier actief experimenteren en alleen of samen reflecteren op hun ervaringen. Toolbox Personnel Assessment Het beoordelen van personeel speelt in veel onderdelen van arbeids- en organisatiepsychologie en managementwetenschappen een belangrijke rol. Het project ontwikkelt een Personnel Assessment-toolbox met een aantal generieke ICT- en webgebaseerde instrumenten, zoals simulatie en een observatiepracticum. Leren door te doen, leren op afstand en zelfstandig leren zijn belangrijke uitgangspunten.
Bij de faculteit Toegepaste Natuurwetenschappen van Fontys Hogescholen kwam het Virtueel Bedrijf als geroepen. De faculteit integreert drie opleidingen tot een nieuwe opleiding ‘Applied Science’. Hierin staat competentiegericht leren en projectgestuurd onderwijs centraal. Studenten moeten zelf aan de hand van competenties hun leerroute uitzetten. Een belangrijke drijfveer voor Fontys om een virtueel bedrijf te implementeren
Kennis in bedrijf met Virtueel Bedrijf Verzamelen en Beeldbank 2 Het eerste project richt zich op de ontwikkeling en uitbouw van een beeldbank met enkele duizenden gedigitaliseerde afbeeldingen van kunstwerken. In dit vervolgproject staat de ontwikkeling van een flexibel cursusaanbod op WO-niveau centraal. Rechten online 2 In dit vervolgproject worden digitale leermaterialen en toetsen ontwikkeld die bestemd zijn voor de WObacheloropleiding. Het project is toegekend nadat was voldaan aan de voorwaarden die zijn gesteld bij een heroriëntatie op het totale ontwikkelprogramma in 2002.
was te zorgen voor extra motivatie onder studenten. Daarnaast wilde men het beroepsgericht leren bevorderen door studenten met het bedrijfsleven te confronteren. “Het aardige daarbij is”, zegt Martijn van Dongen, projectleider bij de implementatie bij Fontys, “dat docenten óók een bedrijfsmatige aanpak volgen. Studenten worden beoordeeld zoals dat in een bedrijf gebeurt. Zo komt het competentiegericht leren goed tot zijn recht.” Een prettige bijkomstigheid is dat Fontys een goede elektronische leeromgeving heeft die breed wordt gebruikt. “Studenten worden vanaf de eerste dag getraind in het werken in
Digitaal toetsen, assessments en digitaal portfolio Flexibilisering van toetsing Het project Flexibilisering van toetsing is gestart als twee separate projecten die na de definitiefase zijn samengevoegd tot een project met vijf deelprojecten. Centrale vragen zijn: hoe moeten toets- en tentamensystemen worden ingericht om het toetsproces te flexibiliseren? En hoe kan toetsing tijd- en plaatsonafhankelijk plaatsvinden via gebruik van ICT? Een van de deelprojecten richt zich op manieren om open vragen semi-automatisch na te kijken. Ook wordt bekeken of de benodigde applicaties breed beschikbaar kunnen worden gemaakt voor DU-partners. Andere deelprojecten betreffen de convergentie van pen-en-papier en online toetsprocessen en de authenticatie en beveiliging van de toetsomgeving. De projectresultaten bestaan uit rapporten, een blauwdruk voor de inrichting van een toetszaal en een draaiboek voor een itembank community. Portfolio implementatie instrumenten Dit project beoogt implementatieprocessen te monitoren rond een digitaal portfolio en expertise over implementatie te bundelen. De resultaten van het project worden gepresenteerd op een website en omvatten onder meer inventarisaties, draaiboeken, product- en procesevaluaties en voorbeelden. Daarnaast wordt een Community of Practice van docenten gevormd rond verschillende aspecten van een digitaal portfolio.
die omgeving en dat heeft grote voordelen bij de het uitvoeren van de opdrachten in het Virtueel Bedrijf.”
Competentiegericht toetsen Het project Competentiegericht toetsen komt tegemoet aan de behoefte van opleidingen die werken met competenties en deze digitaal willen toetsen. In het verleden zijn opleidingsspecifieke intake- en peer-assessments ontwikkeld op basis van competenties die onderscheiden kunnen worden. In dit project worden deze competenties verder meetbaar gemaakt. Het project ontwikkelt hiervoor een databank met competenties en hun componenten. Verder worden digitale instrumenten ontwikkeld om deze competenties te meten en een systeem ontwikkeld dat de keuze van competenties en toetsvorm ondersteunt. Toetsing binnen competentiegericht onderwijs Centrale vraag in het project Toetsing binnen competentiegericht onderwijs is hoe ICT kan bijdragen aan het kiezen, ontwikkelen, verbeteren en implementeren van nieuwe toetsvormen. Hierbij wordt rekening gehouden met onderwijsvisies, leertrajecten en kwaliteitseisen. De beantwoording van deze vraag levert de volgende producten op: een heuristiek ter ondersteuning van de keuze van toetsvormen (passend bij het onderwijsconcept en de kwaliteitseisen), een draaiboek met deze heuristiek ten behoeve van de overdracht van kennis en ervaringen.
17
2
Overzicht van projekten
18
Digitale Toetsen Basiskennis Lerarenopleiding Het project Digitale Toetsen Basiskennis Lerarenopleiding is een vervolg op een eerder project voor dezelfde doelgroep, waarin vakinhoudelijke toetsen zijn ontwikkeld voor Wiskunde, Engels en Geschiedenis. Dit project wil de ontwikkelde toetsapplicatie ook inzetten voor de vakken Duits, Aardrijkskunde, Biologie, Natuurkunde, Scheikunde, Wiskunde en Engels (eerstegraads) en voor verwante opleidingen waar de vakken Engels en Wiskunde een rol spelen. Het project wil tevens een koppeling maken tussen het toetssysteem en het systeem voor blended learning dat het onderwerp is van het project Digitale onderwijsmaterialen kleine vakken Lerarenopleiding VO/BVE.
MyCQ is een 360 graden feedbackvragenlijst. Niet alleen de student geeft aan hoe hij scoort op bepaalde competenties, maar ook medestudenten, een docent of bedrijfsbegeleider beoordelen de student. Begeleiding, coaching en de beoordeling van de portfolio’s kunnen hiermee eenvoudiger op elkaar worden afgestemd. “Studenten twijfelen wel eens aan het oordeel van de docent”, zegt Ellen Duit, docent bij de opleiding Communicatie bij de School of Communications, Media and Art van INHOLLAND.
MyCQ: interactief competenties toetsen “Met deze tool horen ze een oordeel van verschillende kanten.” Een pilot onder eerstejaars studenten laat zien dat de beoordelingen van de docent en de medestudenten over het algemeen nauwelijks verschillen. Toch blijken studenten zichzelf regelmatig hoger in te schatten dan hun beoordelaars. Ellen Duit: “Een les die ik hieruit heb geleerd, is dat evaluatie van een project niet te snel moet volgen op de 360 graden beoordeling. De student moet de tijd krijgen om de beoordeling te overdenken.” Duit is zeer te spreken over de gebruiksvriendelijkheid van MyCQ. “Ik heb op één avond de beoordelingen voor alle 25 studenten ingevoerd.”
Leren en begeleiden op afstand Virtueel discursief kennisnetwerk Het hoofddoel van het project Virtueel discursief kennisnetwerk is het opbouwen van een databank voor het uitwisselen en ontwikkelen van kennis door studenten, docenten, experts en andere professionals. Dit mede gevoed door informatie uit de digitale bibliotheek. Het project wil tevens onderwijskundige scenario’s en didactische werkvormen ontwikkelen voor het werken in kennisnetwerken, enkele domeinspecifieke discursieve kennisbanken ontwikkelen en mogelijkheden voor implementatie onderzoeken van associatieve zoekmachines. Integratie video in onderwijs In het hoger onderwijs wordt steeds meer videomateriaal gebruikt om te illustreren, te instrueren, vragen uit te lokken of te beantwoorden of om hoorcolleges te distribueren. Ondanks het bestaan van ontsluitings- en bewerkingstools is er behoefte aan een overkoepelende stuctuur voor het terugvinden van materiaal. Technische en didactische integratie van materiaal in het onderwijs is daarbij gewenst. Dit project vertaalt deze behoeftes in twee deelprojecten: didactische inbedding van videomateriaal in het onderwijs en de opzet van een videocatalogus. Hiervoor inventariseert de projectgroep onder meer de wensen en eisen en wordt een categorisering en een zoekmachine geïmplementeerd.
DU
DiViDU Praktijkleersituaties vragen het nodige van begeleiding en begeleiders. In het project DiViDU wordt onderwijsmateriaal ontwikkeld met videofragmenten van begeleidingssituaties uit de praktijk. Dit leermateriaal heeft de volgende didactische componenten: instructie (nadruk op analyse), reflectie (nadruk op eigen handelen in zelf geproduceerd videomateriaal) en assessment (nadruk op het aantonen van vorderingen). In het project worden vier casussen gebouwd voor de lerarenopleiding, tandartsenpleiding en voor een professionaliseringstraject van docenten.
e-Xperimenteren Een vorig DU-project e-Xperimenteren op afstand leverde drie natuurwetenschappelijke experimenten op die via internet toegankelijk zijn. Dit project beoogt een verdere uitbouw en integratie van experimenten in een faciliterende digitale omgeving en het toevoegen van nieuwe experimenten. Het project moet de volgende zaken opleveren: een gecontroleerde toegang tot experimenten met agendabeheer, een werkplaats voor experiment-uitwerkingen, facilitering van het bijhouden van een elektronisch journaal, registratie van activiteiten ter ondersteuning hiervan en de realisatie van een pool van experimenten.
Virtueel Bedrijf In eerdere DU-projecten is gewerkt aan vormen van werkend leren in virtuele vorm. Drie onderwijsvormen zijn daarbij onderscheiden, oplopend in moeilijkheidsgraad: Virtueel Seminar (VS), Virtueel Project (VP) en Virtueel Bedrijf (VB). Het blijkt nog steeds lastig te zijn voor instellingen om zelfstandig een van deze vormen te realiseren in en voor het onderwijs. Dit project beoogt die barrières op te heffen door het opzetten van trainingen, de opbouw van expertise, het ontwikkelen van oplossingsrichtingen voor een aantal gezamenlijke deelvraagstukken en het ontwikkelen van instellingsspecifieke (pre)productiemallen van VB-omgevingen, van een virtuele werkomgeving en van verschillende businessmodellen.
Kennisbank voor Hospital Teachers Bij het project Kennisbank voor Hospital Teachers wordt een internationaal educatief netwerk voor hospital teachers en betrokken experts ingericht. Hospital Teachers zijn leraren verbonden aan ziekenhuizen. Zij werken met en voor leerlingen die ziek zijn (geweest). Dit gebeurt zowel binnen als buiten het ziekenhuis. Relatief gezien is het aantal hospital teachers per land in Europa beperkt, waardoor het moeilijk is kennis op een professioneel hboniveau te ontwikkelen. Dit project probeert hieraan een bijdrage te leveren door zelf materiaal te ontwikkelen en bestaande materialen bijeen te brengen in een leermaterialenbestand, bij voorkeur in internationaal verband. Hiervoor wordt een educatief netwerk, een kenniscentrum en een kennisbank opgezet, ondersteund door ICT-hulpmiddelen.
Multidisciplinaire Wiskunde In het project Multidisciplinaire Wiskunde worden digitale leermodulen ontwikkeld met wiskundige inhoud, toegespitst op de discipline waarin ze zullen worden gebruikt. Hierbij worden diverse onderwijskundige en didactische concepten toegepast en (zelf)toetsen en assessments ontwikkeld. Daarnaast wordt een flexibele uitleverstructuur opgezet binnen een ELO en wordt bestaand materiaal omgezet naar de nieuwe werkwijze.Tevens vindt een verkenning plaats van domeinspecifieke metadata waarbij MathML, de W3C-standaard voor wiskundige content, als uitgangspunt dient.
We hebben gezaaid en gewied en de gewassen staan er goed bij. Laten we nu vooral gaan oogsten.
Jaarverslag 2003
19
Wa 2003 t was in h kenmeet meest rk voor dende samen e in de Dwerking Univer igitale siteit? ?
DU c o n ta c tp
e
rsoon Drs. ir . R. va n Roo Hoges n chool Rotter dam
DU
2
Overzicht van projekten
Expertise opbouw en verspreiding SALDO - Samenwerkend Leren Digitaal Ondersteund Het project SALDO ontwikkelt didactische concepten voor samenwerkend leren (CSCL) en maakt handreikingen voor managers en docenten waarmee ze kunnen beslissen over de inzet in specifieke onderwijssettings. Het project komt met adviezen over de wijze waarop CSCL kan worden ingevoerd in het onderwijs met aandacht voor de competenties van docenten en de eisen die vanuit een onderwijskundig perspectief gesteld worden aan CSCLsoftware. Het SALDO-project levert een handboek op met daarin praktische voorbeelden en richtlijnen en een bijbehorende workshop.
20
Zelfstandig leren met digitale leermaterialen Het project Zelfstandig leren met digitale leermaterialen leidt tot het ontwerpen en ontwikkelen van twee didactische modellen en functionele ontwerpen voor het ontwikkelen, implementeren en exploiteren van leermaterialen. Deze modellen worden uitgewerkt in een handboek voor docenten. Het handboek helpt onderwijs te ontwerpen waarin studenten meer zelfstandig leren en geeft aanwijzingen om het principe van zelfstandig leren toe te passen. Daarbij wordt ingegaan op de rol van ICT
DU c o n ta c tp
ersoo Dr. K. n Schlu sman Open s Univer siteit N ederla nd
DU
als hulpmiddel. In het handboek worden twee modellen uitgewerkt: een taakgericht model, waarin studenten leren door het uitvoeren van taken, en een contextgericht model waarin studenten proberen het geleerde toe te passen in een realistisch project. Naast het handboek levert het project een workshop op waarin wordt ingegaan op de didactische modellen en het gebruik daarvan in het onderwijs. Kosten en baten van e-learning Het project Kosten en baten van e-learning levert de volgende drie producten op: een methodologisch raamwerk voor het omgaan met kosten en baten in instellingen en een via cases vanuit de instellingen gevalideerd instrument gebaseerd op dit raamwerk, een rapportage met aanbevelingen en een workshop over het thema. De uitkomsten van het project moeten beslissers op beleidsen uitvoeringsniveau ondersteunen die voor de keuze staan om al dan niet te starten met een invoeringstraject van onderwijsvernieuwing met ICT. Managen van competentiegerichte curricula De inzet van digitale tools leidt niet altijd tot snelle implementatie in een vakkengericht curriculum. De oorzaak is dat de tools vaak zijn gericht op een competentiegericht curriculum. Dit project geeft het antwoord op de vraag hoe een competentiegericht curriculum zodanig kan worden geïmplementeerd, dat het uitvoerbaar en betaalbaar is en dat er gebruik wordt gemaakt van op elkaar aansluitende digitale tools en instrumenten. Het project levert methoden en instrumenten en een Community of Practice. Onderwijs & ICT beleid (voorheen ICTO-beleidsplan) Opleidingsmanagers staan steeds vaker voor de taak om ICT&O-ambities te formuleren of centraal gemaakte keuzes te assimileren, deze te vertalen in een strategie en vervolgens deze onderwijsinnovaties zo te managen dat zij beheersbaar en effectief zijn. Naar eigen zeggen hebben ze daar weinig ervaring mee. Het project Onderwijs & ICT beleid richt zich op het vastleggen van kennis en expertise over het vertalen van een onderwijsvisie in een ICT&O-strategie, het schrijven van een bijbehorend beleidsplan en de systematische uitvoering van zo’n plan. Het levert ook professionaliserings- en ondersteuningstrajecten waarvan de ervaringen weer in een kennisbasis worden verwerkt.
Jaarverslag 2003
Overzicht projecten 2003 De volgende tabel geeft een overzicht van de projecten die in 2003 starten, doorlopen of een vervolg krijgen. Project
Overzicht projecten 2003 Penvoerder
Deelnemende instellingen
Digitaal onderwijsmateriaal voor kleine vakken Lerarenopleiding VO/VBE
HR
Fontys, HvU, HvA, OU
DigiPabo (2)
IH
Fontys, Saxion
De competente ondernemer
VU
OU, HR, HvA
E-business procesintegratie lab
UT
UvA, OU, IH, HvU
Toolbox Personnel Assessment
OU
VU, UT, Fontys
Verzamelen en Beeldbank
OU
UvA, VU
Rechten online – Fase II
OU
UvA
Economie en Financiële Dienstverlening (EFD)
OU
VU, Fontys, HvU, HvA, IH, Saxion, UvA
EFD (Onderhoud en Migratie)
OU
VU, Fontys, HvU, HvA, IH, Saxion, UvA
Juridische gespreksvaardigheden
OU
HvU, VU, UvA
Afronding Juridische gespreksvaardigheden
OU
HvU, VU, UvA
Competentiegericht toetsen
HvA
Saxion, UvA, IH, Fontys, EFA
Flexibilisering van Toetsing
VU
UT, Saxion, Fontys
Portfolio implementatie instrumenten
UvA
HvU, UT, HvA, VU, Saxion, IH
Digitale Toetsen Basiskennis Lerarenopleiding
HvA
UvA, OU, HR, Fontys, HvU, VU
Toetsing binnen competentiegericht onderwijs
Fontys
OU, HR
Vervolg Kennistoetsen Lerarenopleiding
HvA
Fontys, HvU, HR, Saxion, OU
Virtueel Discursief Kennisnetwerk
IH
HvA, UvA, HR, Fontys, UT, Saxion
DiViDU
UvA
VU, UT, HvA
Integratie Video in Onderwijs
VU
UvA, UT
Virtueel Bedrijf
HvU
OU, Fontys
Multidisciplinaire wiskunde
UT
UvA, OU
e-Xperimenteren
UT
UvA, VU, Fontys
Kennisbank voor Hospital Teachers
HvU
UvA, IH
Digileop (Telepabo)
IH
Fontys, Saxion
SALDO - samenwerkend leren digitaal ondersteund
IH
HvU, OU, HR, UvA, VU
Zelfstandig leren met digitale leermaterialen
OU
HR, UT, Fontys, UvA
Kosten en Baten van e-Learning
UT
HvA, IH, HvU, Fontys, OU, UvA
Managen van competentiegerichte curricula
HR
UvA, OU, IH, Fontys, HvU
Onderwijs & ICT-beleid
UvA
VU, UT, IH, Fontys, HvU
Inventarisatie COP-aspecten
HvU
N.v.t.
Marktonderzoek: scholings- en trainingsaanbod
OU
N.v.t.
Digitale leermaterialen
Digitaal toetsen, assessment en portfolio
Leren en begeleiden op afstad
Expertise opbouw en verspreiding
21
2.3
22
Programma 2004 en projecten
Reflectieronde Na de twee nieuwe projectrondes starten de voorbereidingen voor het programma voor 2004. De basis hiervoor vormt opnieuw het meerjarenplan 2003-2006 en de vier programmalijnen. Daarnaast is een rapport opgesteld Reflectie op het ontwikkelprogramma ten behoeve van een bilaterale overlegronde op bestuurlijk niveau waaraan de afzonderlijke DU-partners, de directeur DU en programmamanagers deelnemen. De reflectie bevat een evaluerend overzicht van de projecten die binnen de DU hebben plaatsgevonden, inclusief een overzicht van de nieuwe projecten. De resultaten van de overlegronde dienen als uitgangspunt voor het programma 2004. In de gesprekken komt de vraag aan het DU-bureau naar voren om te zorgen voor meer samenhang tussen de projecten. En er is behoefte aan een actievere regierol vanuit het bureau. Het programmamanagement krijgt het verzoek om twee voorstellen voor te bereiden voor opleidingen in de zorgsector (hbo en WO) en de nieuwe opleiding van hbo-rechten. Uit de gesprekken blijkt ook dat er behoefte is aan andersoortige projecten.
Nieuwe activiteiten Het nieuwe programma bevat daarom de mogelijkheid voor het indienen van een aantal nieuwe activiteiten, naast de voorstellen ingedeeld per programmalijn. Het programma biedt ruimte aan voorstellen voor schakelprogramma’s in de nieuwe bachelor-master structuur en aan kleine projecten die een thema verkennen of een risicovol onderwerp uitproberen. Zij hoeven niet noodzakelijkerwijs tot exploiteerbare producten te leiden, hebben een kortere looptijd en zijn niet gebonden aan de voorgeschreven fasering. De derde nieuwe categorie ‘sectorale voorstellen’ is bij uitstek gericht op het versterken van de programmatische samenhang tussen projecten. Het betreft voorstellen voor het ontwikkelen van een programma van projecten voor en door een aantal opleidingen die met elkaar een verwantschap hebben.
Jaarverslag 2003
In 2003 is Modus in gebruik bij twee-
dejaars Psychologie van de UvA in het kader van het vak Onderzoeksvaardigheden. Ook de studenten Psychologie bij de OU maken gebruik van Modus. Bij Tandheelkunde aan de UvA en VU (ACTA) overweegt men Modus te gaan inzetten in het onderwijs. Nu gebruiken de studenten een boek, maar volgens Irene Aartman,
Statistiek is geen struikelblok meer dankzij Modus
Programma ontwikkelprojecten 2004 Het programma 2004 bestaat uit de volgende categorieën waarvoor voorstellen kunnen worden ingediend:
docent bij ACTA, heeft Modus een belangrijke toegevoegde waarde omdat er oefeningen in zitten, met feedback
Programmalijnen: 1. Digitale leermaterialen; 2. Digitale toetsen, assessments en portfolio; 3. Leren en begeleiden op afstand; 4. Expertise opbouw en verspreiding.
op foute antwoorden en links om snel nog eens iets na te kunnen slaan.
23
ACTA wil wel de inhoud van Modus aanpassen, zodat het meer geschikt wordt voor tandheelkundestudenten. Hier is bij de ontwikkeling rekening
Nieuwe activiteiten: • Doorstroom- en schakelprogramma’s: van hbo-bachelor naar WO-master; • Sectorale ontwikkelprogramma’s; • Kleine risicodragende of verkennende projecten.
mee gehouden. “De ervaring leert dat alle onderwijsinstellingen en opleidingen net weer iets anders willen”, zegt Marco Teunisse, projectleider van Modus. “Daarom is ervoor gekozen om een klein gedeelte standaard zicht-
Projecten 2004 Na vaststelling van het programma 2004 door de Deelnemersraad in september 2003, start formeel de voorbereiding van voorstellen vanuit de instellingen. De contactpersonen van de instellingen spelen daarbij een cruciale rol. De belangstelling is groot. Medio november zijn 60 voorstellen ingediend. Hiervan worden 26 voorstellen goedgekeurd in december 2003. Zij kunnen starten vanaf februari 2004. Het programmamanagement overlegt nog met de indieners van drie afgewezen voorstellen omdat deze projecten met geringe aanpassingen alsnog goedgekeurd kunnen worden. Het programma 2004 is een feit en samen met de nog lopende projecten van 2003 zullen in 2004 ongeveer 70 projecten en activiteiten tegelijkertijd lopen.
baar te maken, en aan instellingen de mogelijkheid te geven eigen casussen en andere informatie toe te voegen.”
In
\
DU c o n ta
c tp e
rsoon Drs. P .H. Sm ulder Univer s siteit v an Am sterd
DU
am
3
ELO-programma
24
In 2002 neemt de Deelnemersraad het Convergentiebesluit. Doel is om bestaande systemen beter op elkaar te laten aansluiten, zodat de uitwisselingsmogelijkheden van digitale leermaterialen binnen de DU worden verbeterd. In 2003 geeft de nieuw opgerichte Stuurgroep ELO richting aan een nieuwe koers voor het ELO-programma, zoals verwoord in het Meerjarenplan 2003-2006.
Jaarverslag 2003
3.1
Het ELO-programma richt zich op drie aspecten: convergentie, implementatie van standaarden en uitwisselbaarheid. Hierbij wordt voor de korte termijn gestreefd naar niet te dure, pragmatische oplossingen. Voor de lange(re) termijn moet invulling worden gegeven aan het Convergentiebesluit. Daartoe moeten verschillende meer conceptuele activiteiten worden ontplooid, om zowel technisch-inhoudelijke als bestuurlijke onderbouwing te realiseren voor de drie eerdergenoemde aspecten: convergentie, implementatie van standaarden en uitwisselbaarheid. Een belangrijk onderwerp daarbij is de discussie over de ELO-architectuur.
Projecten en activiteiten ELO-programma
De volgende projecten en activiteiten worden in 2003 geïnitieerd: Beleidspunten ELO-convergentie: kaderstellend en richtinggevend. Dit projectresultaat vormt het bestuurlijk kader voor het ELO-programma. Op basis van een aantal interviews met stakeholders in de instellingen en enkele intensieve discussies met de stuurgroep is een notitie opgesteld waarin een 14-tal beleidspunten zijn opgesteld die door de Deelnemersraad zijn vastgesteld in de vergadering van december.
25
Metadatarichtlijn In het najaar is de opdracht verleend om een metadatarichtlijn voor de DU te ontwikkelen, met beoogde oplevering in januari 2004. Doel van het vaststellen van generieke metadata is het bieden van een eenduidige en werkbare richtlijn aan DU-projecten voor de verplichte en optionele metadatavelden van de LOM en de te gebruiken taxonomieën en vocabulaires. De verplichte velden maken het onder meer mogelijk leerobjecten (terug) te vinden ongeacht het project dat ze heeft ontwikkeld (dus op inhoudelijke gronden). De optionele velden maken het mogelijk per project eventueel noodzakelijke verfijningen aan te brengen.
DU
Ik zou de veranderingen ten opzichte van de jaren ervoor willen verwoorden met het volgende motto van Aristoteles (384-322 v.Chr.): ‘Denken alléén brengt niets in beweging: dit gebeurt pas als het zich toespitst op een doel en een daad.’
Wa 2003 t was in h kenmeet meest rk voor dende samen e in de Dwerking Univer igitale siteit? ?
DU c o n ta c tp
e
rsoon Mr. A .C.M. Negg Fontys ers Hoges cholen
DU
3
ELO - programma
Overzicht 14 beleidspunten:
R&D Onderwijscontent Onderwijs delen Beleid en visie
26
Operationeel
Algemeen
Beleidspunt
Motivatie
1. De ELO-diversiteit mag binnen de DU niet toenemen.
Uitgangspunt is dat de ELO-divergentie wordt tegengegaan.
2. DU instellingen streven ernaar onderwijscontent zoveel mogelijk te delen.
Uitgaande van een veranderende rol van de docent die in afnemende mate verantwoordelijk wordt voor de ontwikkeling van onderwijsmateriaal, kunnen instellingen schaalvoordelen behalen bij het uitwisselen van onderwijscontent.
3. Het DU-consortium streeft naar gemeenschappelijke aanschaf van ELOtoepassingen.
Gemeenschappelijke aanschaf betekent kostenbesparingen door ’automatische’ convergentie.
4. Nieuwe ELO-toepassingen worden binnen de DU gemeenschappelijk gehost en beheerd.
Gebruikmaken van schaalvoordelen bij nieuwe toepassingen.
5. De DU-instellingen richten een gemeenschappelijke ELO-helpdesk in.
De behoefte aan een 7x24 helpdesk wordt steeds groter, de kosten hiervan zijn echter te hoog voor individuele instellingen.
6. DU instellingen conformeren zich aan de IMS-standaarden voor zover die relevant zijn voor de samenwerking.
ontwikkelen en ontsluiten van onderwijsmateriaal wordt hiermee ELOonafhankelijk.
7. De DU-instellingen spannen zich in om de ELO-applicaties compliant te maken aan de afspraken.
In de komende periode worden de ELOtoepassingen daar waar nodig en mogelijk aangepast aan de afgesproken standaarden (IMS).
8. Onderwijscontent moet voldoen aan de afgesproken standaarden voor metadata.
Om onderwijscontent uit te kunnen wisselen moet ze voldoen aan één gemeenschappelijke standaard. De IMS standaarden en -specificaties zijn daarvoor het meest geschikt.
9. Instellingen moeten zorgen dat zij de DUcontent af kunnen spelen (DU-compliant maken van applicaties).
Om onderwijscontent uit te kunnen wisselen moeten de instellingen zorgen dat deze content afspeelbaar is in de eigen ELO (de eigen ELO is compliant aan de standaarden).
10. DU-instellingen werken samen om kleine vakken en studies in stand te houden.
Het uitwisselen van onderwijscontent kan voor kleine vakken van levensbelang zijn.
11. DU-instellingen werken samen om de doorstroming van studenten tussen de instellingen te bevorderen.
Om tegemoet te komen aan veranderende onderwijswensen van studenten moeten instellingen samenwerken om de doorstroming van studenten te bevorderen.
12. DU-instellingen streven naar samenwerking bij vakken met docentenschaarste of uitwisselen van onderwijs dat door ‘topdocenten’ wordt verzorgd.
Vakken die mogelijk zouden verdwijnen bij gebrek aan vakkundige docenten kunnen toch worden aangeboden wanneer onderwijs tussen instellingen wordt gedeeld.
13. DU-instellingen streven ernaar bestuurlijk dezelfde ELO-taal te spreken door professionalisering van onderwijsbestuur en -management op het gebied van ELO.
Om gezamenlijk invulling te geven aan een gemeenschappelijk ELO-beleid is het belangrijk dat de instellingen dezelfde taal spreken. Om het gemeenschappelijke beleid ten uitvoer te brengen is het noodzakelijk dat bestuur en onderwijsmanagement van de instellingen dezelfde taal spreken.
14. Binnen de DU wordt een gezamenlijk referentiemodel voor onderwijsinnovatie ontwikkeld.
Het referentiemodel geeft aan waar de overeenkomsten en verschillen tussen de instellingen zitten zodat duidelijk wordt waar wel en geen mogelijkheden voor ELO-samenwerking zijn.
Jaarverslag 2003
Connector EML-Blackboard In het project Rechten online (gestart in 2001) is een grote hoeveelheid content ontwikkeld in de taal EML. Er is een prototypische connector ontwikkeld om deze content te kunnen ontsluiten in Blackboard. Dit blijkt voor ongeveer 80% realiseerbaar, zij het dat voor elke conversie een zekere hoeveelheid handwerk nodig is. Quickscan QTI Een van de standaarden die in DU-verband veel gebruikt wordt is Question and Test Interoperability. In deze quickscan is uitgezocht in hoeverre een aantal veelgebruikte e-learningtoepassingen in de DU daadwerkelijk QTI-compliant zijn. ELO-architectuur Naast het bestuurlijke rapport Beleidspunten ELO-convergentie is vanuit informatietechnologisch oogpunt gewerkt aan een referentiekader voor de DU. Hiermee moeten gezamenlijke technologiekeuzes kunnen worden gemaakt, op basis waarvan de instellingen (nieuwe) technologiekeuzes voor e-learning kunnen afstemmen op het samenwerkingsverband. Er is een ELO-landkaart opgesteld en er zijn koppelvlakken vastgesteld tussen een aantal kerncomponenten van de elektronische leeromgeving.
Learning Content Management System (LCMS) In DU-verband wordt sinds 2002 gekeken naar een LCMS, omdat een dergelijk product een belangrijke bijdrage lijkt te kunnen leveren aan het interoperabiliteitsvraagstuk en kan helpen om de gewenste standaarden daadwerkelijk te implementeren. Na een pilot in het voorjaar wordt in juni de keuze gemaakt voor het LCMS learn eXact. Voor dit product wordt in eerste instantie een implementatie van een jaar voorzien, met een evaluatie in het voorjaar van 2004. Het project wordt uitgevoerd onder intensief toezicht van het programmamanagement. Er is een Technisch Team ingesteld en een groep Superusers om de implementatie met voldoende kennis en tijd te kunnen trekken. Daarnaast zijn er ‘gewone gebruikers’ die onder auspiciën van een Superuser werken. Direct na de zomer zijn alle voorzieningen ingericht en is het kernteam opgeleid.
27
Wa 2003 t was in h kenmeet meest rkende vo samenor de w in de D erking Univer igitale siteit? ?
ELO’s in relatie tot onderwijsconcepten Het doel van dit project is te komen tot een notitie die in kaart brengt, wat de DU-instellingen de komende jaren nodig hebben op het gebied van onderwijskundige instrumentaties, in het bijzonder vanuit het perspectief van de samenwerking in het consortium. Het project loopt door in 2004. Trendrapport ELO In het trendrapport wordt aangegeven welke ontwikkelingen te verwachten zijn op het gebied van e-learningstandaarden, bij de (e-learning) industrie en rondom niet-technische onderwerpen zoals auteursrecht. Dit project zal medio 2004 worden afgerond.
concrete visie naarvan vage van is 2003: de kapstok de ‘DigiUni-pet’ “In 2003 voor zowel geldt Dat ambitie. werd het gekomen, met opgestroopte mouwenhet een inhoudelijke delen heb, alsinde de DU expertise ik van datvan beeld uitgeoefend. sfeer open meer inhoudelijke groei die ik waarneem Van aanbod- naar vraag-, nee dialooggestuurd!” door het overleg en de projecten.
DU c o n ta
c tp e
rsoon H. va Logtenberg Heino n Drie l INHOL LAND DU-contactpersoon
DU
4
Espelon B.V. en de Exploitatie B.V.
28
Het meerjarenplan 20032006 kondigt de oprichting van twee bedrijven aan: een Educational Service Provider die zich met digitale producten richt op het hoger onderwijs en een Exploitatie B.V. die zich met e-learning richt op het bedrijfsleven. De Educational Service Provider is in de verslagperiode onder de naam Espelon van start gegaan. De Exploitatie B.V. is in de verslagperiode in voorbereiding genomen.
Jaarverslag 2003
4.1
Espelon, centrum voor digitaal onderwijsmateriaal
Het bedrijf Espelon B.V. is een gezamenlijk initiatief van SURF en de Digitale Universiteit. Beide partijen stellen in het voorjaar van 2003 gezamenlijk een businessplan op. Een half jaar later is Espelon een feit, het nieuwe bedrijf gaat in november van start. Het doel van Espelon is digitaal onderwijsmateriaal in exploitatie te nemen dat door consortia in het hoger onderwijs is ontwikkeld. Espelon regelt de ondersteuning bij het gebruik door de instellingen en zorgt voor het technisch en functioneel onderhoud van het materiaal. Indien nodig wordt gezorgd voor hosting en uitlevering via het web en voor de daarbij benodigde authenticatie- en autorisatiefaciliteiten. Belangrijk is dat voor het onderhoud en de verdere ontwikkeling van het materiaal expertise beschikbaar is. Espelon streeft er daarom naar om onderhoudscontracten af te sluiten met de oorspronkelijke ontwikkelaars: zij hebben immers de expertise. Bij het onderhoud en de verdere ontwikkeling van het materiaal krijgen de gebruikers een belangrijke stem. Espelon organiseert Communities of Practice (CoP’s) om de gebruikerservaringen uit te wisselen en te structureren. Vanuit deze CoP’s wordt sturing gegeven aan de ontwikkelingen. De gebruikers betalen voor uitlevering, het onderhoud en de ondersteuning. Uitgangspunt daarbij is dat de initiële investering niet wordt terugverdiend. In het algemeen geldt dat winstmaximalisatie niet wordt nagestreefd, wel continuïteit en groei. Espelon is een fifty-fifty joint venture van DU en SURF. De directeuren van SURF en de DU treden op als commissarissen van de vennootschap. De bezetting van Espelon bestaat uit een directeur, een coördinator WO, een PRmanager en een bureaumedewerker. Daarnaast maakt Espelon gebruik van een netwerk van kennismakelaars, productambassadeurs, een boekhouder en een webbeheerder. Zij worden op freelance- of detacheringbasis ingezet. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat Espelon na maximaal drie jaar financieel onafhankelijk is. Steeds na één jaar - voor het eerst in november 2004 - wordt de haalbaarheid van deze doelstelling kritisch bekeken.
In de eerste maanden na de start van Espelon blijkt een duidelijke behoefte aan een plaats waar ontwikkelde materialen kunnen worden ondergebracht en waar continuïteit geboden wordt. Van veel kanten zijn onderwijsmaterialen, -applicaties en -omgevingen aangeboden. Naast producten van SURF en het project HEO-ICT zal Espelon een reeks van DU-producten gaan exploiteren, waaronder Dimo, Treasury, Innobus, Digitaal Portfolio, Modus, Voortgangstoetsen lerarenopleiding, MyCQ, De competente ondernemer, Voortgangstoetsen, Digipabo en Beeldbank.
29
Tijdens het eerste jaar wordt behalve van communicatie en verkoop veel werk gemaakt van het Espelonweb, waar studenten tegen betaling toegang krijgen tot de digitale producten die zij voor hun studie nodig hebben. Daarnaast kan een opleiding op termijn een abonnement nemen op de producten voor een bepaald vakgebied. Dat zal om te beginnen gelden voor het Economieweb waarmee tal van economische opleidingen in het hoger onderwijs zullen gaan werken.
Wa 2003 t was in h kenmeet meest rk voor dende samen e in de Dwerking Univer igitale siteit? ?
Het meest kenmerkende voor de samenwerking in de DU is voor mij geweest de zichtbare professionalisering van beleid en bureau en de groei in de eenheid van contactpersonen.
DU c o n ta
c tp e r s
oon
Drs. S .C.C.M . van Hoges der W chool ee van U trecht
DU
4
Espelon B.V. en de Exploitatie B.V.
4.2
30
Exploitatie B.V.
In het meerjarenplan staat de volgende doelstelling voor de Exploitatie B.V. geformuleerd: ‘Het ter beschikking stellen van een samenhangend pakket van producten en diensten voor leren in een elektronische leeromgeving voor het bedrijfsleven. Om tot een commerciële exploitatie te komen, zal de Digitale Universiteit (meer specifiek de EBV) een strategische samenwerking met een of meer commerciële partners aangaan.’ Op 29 oktober 2003 is een werkgroep EBV ingesteld die bestaat uit vertegenwoordigers van Hewlett-Packard, Acadoo, Wolters-Noordhoff en de Digitale Universietit. Deze werkgroep krijgt een drieledige opdracht: • verhelder de business propositie van de EBV; • voer gesprekken met potentiële klanten en selecteer een pilot customer; • voer een proefproject uit voor een proefklant.
Kort na de start trekt HP zich vanwege gebrek aan belangstelling terug uit de werkgroep. Acadoo (in de rol van Service Provider) en Wolters-Noordhoff (in de rol van content leverancier) zetten de werkzaamheden voort. De werkgroep stelt een business propositie op voor de EBV met daarin overzichten van datgene wat de drie partijen zullen leveren en een globale opzet van de EBV. De business propositie van de EBV richt zich op kenniswerkers die zich blijvend willen ontwikkelen, met oog voor de bedrijfsstrategie en met gegarandeerd en gecertificeerd resultaat. Dat gebeurt met behulp van web-based resources, coaches, experts, gecombineerd met contactsessies voor intake, assessments, reflectie, advisering en inspiratie. Kortweg, blended learning voor kenniswerkers in het bedrijfsleven.
DU
De EBV zal aanvankelijk een kleine onderneming zijn, waarin twee functies worden vervuld: de marketingfunctie en de functie van ‘integrator’: het bijeenbrengen, organiseren en leveren van de diensten afkomstig van de drie betrokken partijen. Klanten betalen voor deze diensten aan de EBV en de EBV betaalt voor de diensten geleverd door de drie partijen. De te integreren diensten zullen worden afgeleid van de processen die zullen plaatsvinden om blended learning tot stand te brengen. De diensten van de EBV bestaan enerzijds uit bachelors en masters of delen daarvan, leidend tot assessments en certificering en anderzijds uit kennisonderhoud: just in time en just enough. Verder wordt het aanbod gekenmerkt door flexibele prijzen, abonnementen, tijd- en plaatsonafhankelijk leren, technische learning services en een breed spectrum van kennisgebieden. Het unique
Jaarverslag 2003
selling point is vooral certificering, die de onderwijsinstellingen kunnen verzorgen. Dit naast blended learning en het geheel van samenwerkende universiteiten, hogescholen en bedrijven. In 2004 moeten gesprekken plaatsvinden met potentiële klanten, wordt een pilot customer geselecteerd en vindt een pilot plaats. Daarna vindt besluitvorming plaats over de oprichting van de Exploitatie B.V..
31
Wa 2003 t was in h kenmeet meest rk voor dende samen e in de Dwerking Univer igitale siteit? ?
“In 2003 is de ‘DigiUni-pet’ van de kapstok voor de ontwikkelingen Mijn motto mouwen werd het met opgestroopte gekomen, een de expertise inhoudelijke vanin imagoinvan 2003: Het de DU vandelen open sfeer uitgeoefend. meer wordt zichtbaar. Universiteit Digitale Van aanbod- naar vraag-, nee dialooggestuurd!”
DU c o n ta c tp
er
soon Dr . A .G. Plu Heino sLogtenberg g Hoges chool van Am sterda m DU-contactpersoon
DU
5
De organisatie en de mensen 5.1
Organigram
De organisatie van de Digitale Universiteit in 2003 is weergegeven in het volgende organigram:
32
Deelnemersraad
Raad van Toezicht
DU-bureau
Programmaraad
Directie
Contactpersonen
Staf
Espelon (in samenwerking met SURF)
Ontwikkelprogramma
Exploitatie B.V.
1. Inhoudelijke en instrumentele programma’s 2. ELO-programma
Deelnemende instellingen Universiteit van Amsterdam Universiteit Twente Vrije Universiteit Open Universiteit Fontys Hogescholen Hogeschool INHOLLAND Hogeschool Rotterdam Hogeschool van Amsterdam Hogeschool van Utrecht Saxion Hogescholen Bestuurs- en adviesorganen Deelnemersraad De Deelnemersraad, samengesteld uit bestuurders van de deelnemende instellingen, bewaakt de gemeenschappelijke, inhoudelijke belangen en creëert bestuurlijk draagvlak voor de Digitale Universiteit. De Deelnemersraad wordt geconsulteerd over het meerjarenplan, het jaarplan, het ontwikkelprogramma, de voorstellen voor projecten en over beleidswijzigingen.
Jaarverslag 2003
Raad van Toezicht De Raad van Toezicht houdt toezicht op het bestuur van de stichting en geeft goedkeuring aan het jaarplan en de begroting, het jaarverslag en het financieel verslag en aan strategische beleidswijzigingen van de Digitale Universiteit. Directie De directie zorgt voor de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het beleid van de Digitale Universiteit. De directie is opdrachtgever van projecten en geeft leiding aan het stichtingsbureau. Programmaraad De Programmaraad geeft inhoudelijk advies over ontwikkelprogramma’s en projectvoorstellen ter voorbereiding op de besluitvorming van de Deelnemersraad en de directie. ELO-stuurgroep De ELO-stuurgroep geeft inhoudelijk advies over het elo-programma en projectvoorstellen die daar uit voortvloeien ter voorbereiding op de besluitvorming van de Deelnemersraad en de directie. Contactpersonen De contactpersonen verzorgen de communicatie tussen hun instelling en de DU. Zij spelen een cruciale rol bij de uitvoering van het DU-beleid en met name bij het tot stand komen van projectinitiatieven en samenwerkingsprojecten. 5.2
Personele bezetting
Raad van Toezicht Voorzitter: dr. S.J. Noorda, voorzitter College van Bestuur Universiteit van Amsterdam J.M.M. Elbers, voorzitter College van Bestuur Hogeschool INHOLLAND Drs. N.M. Verbraak, voorzitter Raad van Bestuur Fontys Hogescholen Prof. dr. F.A. van Vught, voorzitter College van Bestuur Universiteit Twente Drs. M.A.M. Wöltgens, voorzitter College van Bestuur Open Universiteit Nederland Deelnemersraad Voorzitter: S.M. Korteweg Drs. G.J. van Drielen, College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Prof. dr. ir. F. Mulder, College van Bestuur Open Universiteit Nederland Mr. drs. C. Boom, voorzitter Raad van Bestuur Saxion Hogescholen Mw. drs. W.M.E. Teune-Kasbergen, Raad van Bestuur Fontys Hogescholen Prof. mr. dr. H.M. de Jong, College van Bestuur Universiteit Twente L.N. Labruyère, College van Bestuur Hogeschool INHOLLAND Drs. M.F. Kramer, namens College van Bestuur Hogeschool van Utrecht
33
5
De organisatie en de mensen
De heer D. de Wolff, namens College van Bestuur Hogeschool van Amsterdam De heer A.C.L. Verkleij, namens College van Bestuur Vrije Universiteit Prof. dr. J. van der Gaag, Decaan faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie Universiteit van Amsterdam
34
Programmaraad Voorzitter: prof. dr. W.M.G. Jochems, Open Universiteit Nederland G.H.M. Arkink, Hogeschool Rotterdam Mw. prof. dr. F.M.T. Brazier, Vrije Universiteit Mw. drs. C.I.M. Nevejan, Hogeschool van Amsterdam Drs. A.A.F. Paulissen, Fontys Hogescholen Prof. dr. G.C.W. Rijlaarsdam, Universiteit van Amsterdam Mw. Dr. J. Snippe, Hogeschool INHOLLAND Drs. L.W. Velt, Saxion Hogeschool Enschede Prof. dr. ir. P.W. Verhagen, Universiteit Twente Drs. T. J. van Weert, Hogeschool van Utrecht Stuurgroep ELO Voorzitter: J.R.W. Blom, Hogeschool van Utrecht G.H.M. Arkink, Hogeschool Rotterdam P.W. Groen, Vrije Universiteit Ir. H.G.H.M. Groot Zwaaftink, Saxion Hogescholen Prof. dr. E.J.R. Koper, Open Universiteit Drs. A.A.F. Paulissen, Fontys Hogescholen Dr. J.T. van der Veen, Universiteit Twente Drs. S.H.J. Veling, Universiteit van Amsterdam H. van Driel, Hogeschool INHOLLAND Drs. L.J. van der Pijl, Hogeschool van Amsterdam. Contactpersonen Dr. S. van Geffen, Universiteit Twente H.A.T. Logtenberg, Saxion Hogescholen Drs. J.M. Ogg en H. van Driel, Hogeschool INHOLLAND Drs. A.G. Plug, Hogeschool van Amsterdam Drs. ir. R. van Roon, Hogeschool Rotterdam Mw. dr. K. Schlusmans, Open Universiteit Nederland Mr. A.C.M. Neggers, Fontys Hogescholen Mw. drs. H.G. Klein Ikkink, Vrije Universiteit Mw. dr. S.C.C.M. van der Wee, Hogeschool van Utrecht Mw. drs. P.H. Smulders, Universiteit van Amsterdam
Jaarverslag 2003
5.3
Projectorganisatie
Projectleiders 2003 Geavanceerd digitaal toetsen Silvester Draaijer, Vrije Universiteit Competentiegericht toetsen Pieter Rotteveel, Hogeschool van Amsterdam Flexibilisering van Toetsing Silvester Draaijer, Vrije Universiteit Portfolio implementatie instrumenten Marij Veugelers, Universiteit van Amsterdam Digitale Toetsen Basiskennis Lerarenopleiding Ton Plug, Hogeschool van Amsterdam Vervolg Kennistoetsen Lerarenopleiding Ton Plug, Hogeschool van Amsterdam Toetsing binnen competentiegericht onderwijs Gea van Zutven, Fontys Hogescholen Digitaal onderwijsmateriaal voor kleine vakken Lerarenopleiding VO/BVE Jan Rasenberg, Hogeschool Rotterdam DigiPabo (2) Pieter Swager, Hogeschool INHOLLAND De competente ondernemer Fons Vernooij, Vrije Universiteit E-business procesintegratie Lab Diana Limburg (vorige projectleider: Luitzen de Boer), Universiteit Twente Toolbox Personnel Assessment Wilfried van der Meeren, Open Universiteit Verzamelen en Beeldbank Mieke Rijnders, Open Universiteit Rechten online - Fase II Jürgen Wöretshofer, Open Universiteit Hbo-Rechten Rob Andeweg, Open Universiteit Sectorprogramma zorgopleidingen C. Pool-Tromp, Hogeschool Rotterdam
35
5
De organisatie en de mensen
Virtueel Discursief Kennisnetwerk Anneke Dirkx, Hogeschool INHOLLAND DiViDU Judith Janssen, Universiteit van Amsterdam 36
Integratie Video in Onderwijs Pieter Groen, Vrije Universiteit Virtueel bedrijf Darco Jansen, Open Universiteit Multidisciplinaire wiskunde Jeroen Verschuur, Universiteit Twente e-Xperimenteren Jeroen Verschuur, Universiteit Twente Kennisbank voor Hospital Teachers Rob Franke, Hogeschool van Utrecht SALDO - samenwerkend leren digitaal ondersteund Hans Ogg (vorige projectleider: Lianne van Elk), Hogeschool INHOLLAND Zelfstandig leren met digitale leermaterialen Leo Wagemans, Open Universiteit Kosten en Baten van e-learning Lisa Gommer, Universiteit Twente Managen van competentiegerichte curricula Pieter van Nispen (vorige projectleider: Jan van Veen), Hogeschool Rotterdam Onderwijs & ICT-beleid Peter Dekker, Universiteit van Amsterdam Inventarisatie COP-aspecten Magda Ritzen, Hogeschool van Utrecht Marktonderzoek: scholings- en trainingsaanbod Desiree Joosten ten Brinke, Open Universiteit Economie en Financiële Dienstverlening Simon Duindam, Open Universiteit Digileop (Telepabo) Hans Pronk, Hogeschool INHOLLAND Juridische gespreksvaardigheden Jürgen Wöretshofer, Open Universiteit
Jaarverslag 2003
5.4
Bureau Digitale Universiteit
Eind 2003 ziet de samenstelling van het DU bureau er als volgt uit: Dr. M.J.A. Mirande, directeur Dr. W. Verreck, programmamanager Ir. M.P. van Geloven, programmamanager Drs. J. Kuijs, programmamanager (per 1 maart 2003) Mw. dr. P.H.G. Fisser, programmamanager (per 1 juni 2003) Drs. F. J. Kresin, programmamanager Mw. drs. N. Christophe, programmamanager (per 19 mei 2003) Mw. V.W.S. Vree, medewerker communicatie en PR (per 18 augustus 2003) Mw. W.E. de Haas, financiële administratie Mw. S. Vredenberg, directie secretaresse (per 1 juni 2003) Mw. P.K. Ajodhia, secretaresse (per 1 september 2003) Uit dienst Mw. drs. M. Jas, programmamanager (per 1 februari 2003) Mw. drs. T. Dillingh, programmamanager (per 1 april 2003) Mw. J. van Vlaardingen, secretaresse (per 1 april 2003) Mw. drs. I. Magilsen, medewerker Communicatie en PR (per 1 juni 2003)
37
5 6
De organisatie en de mensen
Financieel overzicht
6.1 Balans 38
Balans per 31 december 2003 in euro (x 1000) ACTIVA
31 december 2003
31 december 2002
40.576
55.498
125.000
-
1.886.994
9.277.659
91.466
72.870
1.978.460
9.350.529
Liquide middelen
13.179.080
9.954.136
Totaal Activa
15.323.116
19.360.163
31 december 2003
31 december 2002
7.387.662
15.356.145
546.969
791.557
-295
7.974
Overige overlopende passiva
7.388.780
3.204.487
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva
7.935.454
4.004.018
15.323.116
19.360.163
Materiële vaste activa Deelnemingen Vlottende activa Debiteuren Overige vorderingen en overlopende activa Totaal vlottende activa
PASSIVA Bestemde reserve Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en sociale premies
Totaal Passiva
Jaarverslag 2003
6.2 Exploitatierekening 39
Exploitatierekening
2003
2002
-
5.772.084
Bijdrage deelnemers
2.382.346
9.983.165
Overige ontvangsten
1.200
-
2.383.546
15.755.249
Projectkosten
8.042.313
11.876.865
ESP diensten
614.989
-
1.641.597
2.628.567
394.724
369.950
10.693.623
14.875.382
-8.310.077
879.867
341.594
519.400
-7.968.483
1.399.267
Opbrengsten Subsidie OCW
Totaal opbrengsten
Lasten
Organisatiekosten Vergoeding adviesorganen Totaal lasten
Resultaat
Financiële baten en lasten
Exploitatieresultaat
KPMG Accountants N.V. zijn van oordeel dat het financieel verslag een getrouw beeld geeft van het vermogen op 31 december 2003 en van het resultaat over 2003.
Missie van de Digitale Universiteit De Digitale Universiteit is een samenwerkingsverband van tien universiteiten en hogescholen en richt zich op het realiseren van kwalitatieve en kwantitatieve schaalvoordelen op het gebied van onderwijs- en opleidingsinnovatie met ICT.
Stichting Digitale Universiteit Postbus 182 3500 AD Utrecht Telefoon: 030 238 8671 Fax: 030 238 8673 E-mail:
[email protected] Internet: www.du.nl
Colofon
Jaarverslag 2003 Digitale Universiteit Samenwerken aan vernieuwing van het Hoger Onderwijs Stichting Digitale Universiteit Postbus 182 3500 AD Utrecht Telefoon: 030 238 8671 Fax: 030 238 8673 E-mail:
[email protected] Internet: www.du.nl Copyright Deze uitgave is binnen het consortium van de Digitale Universiteit vrijelijk te gebruiken, mits voorzien van adequate bronvermelding. Niets uit deze uitgave mag buiten het consortium openbaar worden gemaakt, verspreid en/of verveelvoudigd door middel van internet, druk, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het bureau van de Digitale Universiteit. Tekst en redactie Bureau Digitale Universiteit Fotografie Monique Kooijmans Frank Kresin Vormgeving Axis Media-ontwerpers bv Druk Drukkerij Te Sligte B.V. Datum Juni 2004 Kenmerk DE.JV.098.Jaarverslag 2003