Inschrijvingsbesluit 2002/2003 transnationale Universiteit Limburg
Dit inschrijvingsbesluit is niet van toepassing op de Vlaamse (en ermee gelijkgestelde) studenten die onder de regels van het Vlaams collegegeld vallen: voor hen geldt het Decreet van 12 juni 1991. Voor andere studenten wordt verwezen naar Art. 30 van dit Inschrijvingsbesluit.
02.132 vastgesteld inschrijvingsbesluit.doc
1
Concept vastgesteld door het College van Bestuur op 13 juni 2002 INSCHRIJVINGSBESLUIT
transnationale UNIVERSITEIT LIMBURG 2002/2003
Het Inschrijvingsbesluit van de transnationale Universiteit Limburg bevat de bepalingen voor de inschrijvingsprocedure voor het studiejaar 2002/2003. Het Inschrijvingsbesluit is opgesteld met het voorbehoud van wetswijzigingen en met inachtneming van de geldende wettelijke bepalingen inzake: a. vooropleidingseisen: artt. 7.24, 7.25, 7.26, 7.27, 7.28, 7.29 en 7.30 WHW b. rechtmatig verblijf: art. 8 Vreemdelingenwet 2000.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen Artikel 1
Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder: a. Bachelor: de cursusjaren 1 tot en met 3 van de opleiding. b. College van Bestuur: College van Bestuur van de transnationale Universiteit Limburg. c. Collegegeld: instellings- dan wel duaal collegegeld. d. CROHO: Centraal register opleidingen hoger onderwijs. e. de universiteit: de transnationale Universiteit Limburg. f. duaal collegegeld: collegegeld verschuldigd voor de inschrijving voor een duale opleiding. g. EER-landen: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groot Brittannië, Ierland, Italië, Liechtenstein, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, IJsland, Zweden. h. instellingscollegegeld: collegegeld verschuldigd voor de inschrijving als student voor een voltijdse opleiding. i. OER: de onderwijs en examenregeling. j. propedeutische fase: het deel van de opleiding dat samenvalt met het eerste cursusjaar. k. student: inschrijvingsvorm in voltijd of duaal. l. studiejaar: de periode van 1 september van een kalenderjaar tot en met 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar. m. tUL: transnationale Universiteit Limburg. n. UM: Universiteit Maastricht. o. WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. p. WSF: Wet Studiefinanciering 2000. Artikel 2
Toelaatbaarheid en toelating tot de universiteit
Toelaatbaar tot de universiteit is degene die naar het oordeel van het College van Bestuur voldaan heeft aan de vooropleidingseisen zoals gesteld in de artikelen 7.24 tot en met 7.30 WHW. Artikel 3
Inschrijving en Inschrijvingsvormen
1. Ieder die wenst gebruik te kunnen maken van onderwijsvoorzieningen, examenvoorzieningen of voorzieningen van andere aard ten behoeve van initieel onderwijs aan de universiteit, dient zich door het College van Bestuur als student te laten inschrijven voor een opleiding. 2. De inschrijving als student staat slechts open voor degene waarvan de ouders, voogden 02.132 vastgesteld inschrijvingsbesluit.doc
2
a. b. c.
d. e.
3. 4.
of verzorgers aantonen, dan wel, indien hij meerderjarig en handelingsbekwaam is, degene die aantoont dat hij: de Nederlandse nationaliteit bezit of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander wordt behandeld, vreemdeling is en jonger is dan 18 jaar op de eerste dag waarop de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal inschrijving wordt gewenst, vreemdeling is, 18 jaar of ouder is op de eerste dag waarop de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal inschrijving wordt gewenst en op die dag rechtmatig verblijf houdt in de zin van art. 8 van de Vreemdelingenwet 2000, vreemdeling is en buiten Nederland verblijf houdt op de eerste dag waarop de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal de inschrijving wordt gewenst, of vreemdeling is, niet meer voldoet aan een van de voorwaarden, genoemd onder b, c of d, en eerder in overeenstemming met een van die onderdelen is ingeschreven voor een opleiding van een instelling, welke opleiding nog steeds wordt gevolgd en nog niet is voltooid. Inschrijving aan de universiteit kan geschieden voor een voltijdse of duale opleiding, voor zover deze als zodanig in het CROHO is opgenomen. Met ingang van het studiejaar 2002/2003 kunnen geen studenten voor de 1e maal voor de propedeutische fase van de ongedeelde opleidingen worden ingeschreven. Een dergelijk verzoek wordt aangemerkt als een verzoek tot inschrijving voor de overeenkomstige bachelor-opleiding.
Artikel 4
Bijvakstudent
1. Degene die elders binnen het hoger onderwijs als student een opleiding volgt en met toestemming van de desbetreffende tUL-examencommissie alhier deelneemt aan onderwijsactiviteiten die niet op de eigen instelling worden verzorgd, geldt als bijvakstudent. 2. Bijvakstudenten hebben alleen die rechten die verbonden zijn aan de betreffende studieactiviteit, welke noodzakelijk zijn voor het volgen van de onderwijsactiviteit.
Hoofdstuk II inschrijvingsprocedure en retributies paragraaf 1
De inschrijvingsprocedure
Artikel 5
Ingangsdatum inschrijving
1. Inschrijving voor een opleiding geschiedt voor het gehele studiejaar. Indien inschrijving plaatsvindt in de loop van het studiejaar, geldt zij voor het resterende deel van het studiejaar. Inschrijving met terugwerkende kracht is niet mogelijk. 2. Voor degene die zich wenst in te schrijven voor een duale opleiding is inschrijving na 1 november niet meer mogelijk. 3. Inschrijving vindt altijd plaats per de 1e van een kalendermaand. 4. De inschrijving is niet eerder rechtsgeldig dan nadat aan alle inschrijvingsvoorwaarden is voldaan. 5. Ingeval op de gewenste ingangsdatum van de inschrijving niet aan alle voorwaarden is voldaan, wordt de ingangsdatum gesteld op de 1e dag van de maand volgend op het tijdstip waarop wel aan alle inschrijvingsvoorwaarden is voldaan.
02.132 vastgesteld inschrijvingsbesluit.doc
3
Artikel 6
Het inschrijvingsverzoek
1. Inschrijving voor een opleiding aan de universiteit geschiedt door gebruikmaking van een door het Studentenservicecentrum UM verstrekt inschrijvingsformulier en door betaling van het verschuldigde collegegeld op de wijze als aangegeven in artikel 15 van dit besluit, voorafgaande aan de datum van inschrijving. 2. Voor inschrijving per 1 september van het studiejaar waarvoor inschrijving is verzocht, dient het inschrijvingsformulier volledig ingevuld en ondertekend, op uiterlijk 31 augustus daaraan voorafgaand bij het Studentenservicecentrum UM te zijn ingediend. 3. Indien voor de eerste maal inschrijving aan de universiteit wordt verzocht dienen bij het inschrijvingsformulier tenminste de volgende documenten te worden gevoegd; a. een kopie van een geldig paspoort of geldige identiteitskaart; b. een origineel gewaarmerkte kopie van het diploma dat op grond van de wet toelating geeft tot de desbetreffende opleiding en bij een VWO-diploma een origineel gewaarmerkte kopie van de bij het diploma behorende cijferlijst; c. een pasfoto; d. voor meerderjarige vreemdelingen die niet in het bezit zijn van de nationaliteit van een land dat deel uitmaakt van de EER: een afschrift van een door de Minister van Justitie vastgesteld vreemdelingendocument dat rechtmatig verblijf in Nederland aantoont of een afschrift van een verklaring van een buitenlandse overheidsinstantie dat verblijf in het buitenland aantoont; e. voor de student die reeds aan de Universiteit Maastricht is ingeschreven op basis van het wettelijk collegegeld: het bewijs van het betaalde wettelijk collegegeld aldaar. Het inschrijvingsformulier dient door betrokkene zelf of door een door betrokkene aangewezen gemachtigde ondertekend te worden. 4. Indien een of meerdere van de in lid 3 genoemde documenten ontbreken, kan de universiteit het inschrijvingsverzoek weigeren. Artikel 7
Collegekaart en bewijs van inschrijving
1. Nadat de inschrijving aan de universiteit heeft plaatsgevonden, wordt aan betrokkene eenmalig een collegekaart en per opleiding een bewijs van inschrijving verstrekt. 2. De collegekaart is het universitair legitimatiebewijs dat alleen rechtsgeldig is in combinatie met het bewijs van inschrijving voor een bepaalde opleiding en gedurende de periode waarvoor het bewijs van inschrijving is afgegeven. 3. De collegekaart en het bewijs van inschrijving zijn eigendom van de universiteit. Bij verlies dient de betrokkene bij het daartoe aangewezen orgaan te verzoeken een nieuwe collegekaart en/of bewijs van inschrijving te verstrekken. Hiervoor worden kosten in rekening gebracht. Paragraaf 2
Retributies
Artikel 8
Tarieven collegegeld /examengeld voor het studiejaar 2002/2003
Voor het studiejaar 2002/2003 zijn de volgende tarieven vastgesteld: a. instellingscollegegeld laag tarief € 1395,83 b. instellingscollegegeld hoog tarief € 1843,26 c. duaal collegegeld € 1035,98
02.132 vastgesteld inschrijvingsbesluit.doc
4
Artikel 9
Instellingscollegegeld laag tarief
Instellingscollegegeld zoals genoemd in artikel 8 onder a is verschuldigd door degene die zich inschrijft als student voor een voltijdse opleiding, voor de aanvang van het studiejaar de leeftijd van 30 jaar nog niet heeft bereikt en die a. de Nederlandse nationaliteit bezit, b. de nationaliteit van een ander EER-land bezit, c. een niet onder b bedoelde nationaliteit bezit, of d. op grond van de geldende afstudeerregeling van de universiteit financiële ondersteuning ontvangt. Artikel 10
Instellingscollegegeld hoog tarief
Instellingscollegegeld als genoemd in artikel 8 onder b is verschuldigd door degene die zich inschrijft als student voor een voltijdse opleiding en voor de aanvang van het studiejaar de leeftijd van 30 jaar heeft bereikt. Artikel 11
Duaal collegegeld
Duaal collegegeld als genoemd in artikel 8 onder c is verschuldigd door degene die zich inschrijft als student voor een duale opleiding. Artikel 12 studiejaar
Vermindering van collegegeld bij inschrijving in de loop van het
1. De voltijd student waarop het collegegeldtarief als genoemd in artikel 8 onder a van toepassing is, komt voor vermindering van het collegegeld in aanmerking: a. bij inschrijving in de loop van het studiejaar; b. in het geval degene die als voltijdstudent is ingeschreven voor een opleiding en wiens inschrijving in de loop van het studiejaar door of namens het College van Bestuur op grond van de artikelen 18 tot en met 21 van dit besluit is beëindigd en die in de loop van hetzelfde studiejaar opnieuw als voltijdstudent voor een opleiding wenst te worden ingeschreven. 2. De student waarop het collegegeldtarief van toepassing is als genoemd in artikel 8 onder b en c komt voor vermindering van het collegegeld in aanmerking bij inschrijving in de loop van het studiejaar, voor zover de student zich voor de eerste maal in het studiejaar bij de universiteit inschrijft, voor zover dat op grond van artikel 5 is toegestaan. 3. Vermindering als bedoeld in het eerste en tweede lid betekent dat het collegegeld wordt verlaagd met een twaalfde gedeelte voor elke maand dat de student niet is ingeschreven. Artikel 13
Vermindering of vrijstelling van collegegeld bij wijziging van inschrijvingsvorm
1. Degene die staat ingeschreven als voltijdstudent en waarop het collegegeldtarief van toepassing is als genoemd in artikel 8 onder a en in de loop van het studiejaar de inschrijving van een voltijdse opleiding aan de universiteit wenst te wijzigen in een duale opleiding voor zover dat op grond van artikel 5 is toegestaan, wordt vrijgesteld van het betalen van het duale collegegeld. 2. Degene die staat ingeschreven als student en waarop het collegegeldtarief van toepassing is als genoemd in artikel 8 onder c en in de loop van het studiejaar de inschrijving van de duale opleiding aan de universiteit wenst te wijzigen in een voltijdse opleiding, is het verschil verschuldigd tussen het reeds betaalde collegegeld en het instellingscollegegeld. 3. Degene die staat ingeschreven en waarop het collegegeldtarief van toepassing is als 02.132 vastgesteld inschrijvingsbesluit.doc
5
genoemd in artikel 8 onder b komt niet in aanmerking voor vermindering of vrijstelling van collegegeld bij wijziging van inschrijvingsvorm. Artikel 14
Vermindering of vrijstelling van collegegeld bij een inschrijving voor meer dan één opleiding
1. De voltijdstudent bedoeld in artikel 9 komt in aanmerking voor vermindering van het collegegeld bij inschrijving voor een tweede of volgende opleiding in het hoger onderwijs, indien het tarief van de tweede en volgende opleiding, hoger is dan het tarief dat voor de eerste opleiding is verschuldigd. 2. Vermindering als bedoeld in lid 1 betekent dat de student alleen het verschil verschuldigd is tussen het reeds betaalde collegegeld en het voor de tweede of meerdere opleidingen verschuldigde hogere collegegeld. 3. De voltijdstudent bedoeld in artikel 9 die zich naast een opleiding aan de tUL dan wel de UM, voor een andere opleiding bij de tUL laat inschrijven, wordt vrijgesteld van het betalen van collegegeld voor de andere opleiding. 4. De voltijdstudent als genoemd in artikel 9 onder d heeft alleen recht op vermindering of vrijstelling van collegegeld als bedoeld in dit artikel, indien naar het oordeel van het College van Bestuur de inschrijving voor meer dan één tUL -opleiding de studievoortgang niet zal belemmeren. 5. De voltijdstudent als genoemd in artikel 10 en degene die ingeschreven staat voor een duale opleiding komt niet in aanmerking voor vermindering of vrijstelling van collegegeld bij inschrijving voor meer dan één opleiding. Artikel 15
Heffing en betaling van het collegegeld /examengeld
1. De hoogte van het collegegeld wordt bepaald op basis van de documenten als bedoeld in art. 6 lid 3. Het voor het desbetreffende studiejaar verschuldigde bedrag wordt berekend vanaf het moment van inschrijving tot het einde van het studiejaar. 2. Wanneer na inschrijving wordt geconstateerd dat het oorspronkelijk vastgestelde collegegeld over dat studiejaar te laag is vastgesteld, is de student gehouden op eerste vordering het bedrag van verhoging te voldoen. 3. Wanneer na de inschrijving wordt geconstateerd dat het oorspronkelijk vastgestelde collegegeld over dat studiejaar te hoog is vastgesteld, wordt het teveel betaalde bedrag door de universiteit teruggestort. 4. Betaling van het verschuldigde collegegeld kan als volgt geschieden: a. met eenmalige machtiging tot inning van het collegegeld in één keer b. met eenmalige machtiging tot inning van het collegegeld in twaalf termijnen 5. Voor betaling van het collegegeld geldt dat deze betaling alleen kan leiden tot een rechtsgeldige inschrijving, indien de rekening waarvoor de machtiging is afgegeven over een saldo beschikt dat toereikend is om het collegegeld te kunnen voldoen. Bij een ontoereikend saldo dient de student op eerste vordering de eventueel inmiddels ontvangen collegekaart en bewijs van inschrijving te retourneren aan de universiteit. 6. Bij betaling op de in lid 4 onder b aangegeven betalingswijze geldt dat eenmalig € 13,50 aan administratiekosten in rekening wordt gebracht en de op de machtiging aangegeven regels van toepassing zijn. paragraaf 3
beëindiging inschrijving en restitutie collegegeld
Artikel 16
Beëindiging van de inschrijving als student en restitutie van het collegegeld
1. De inschrijving als student eindigt per 31 augustus van het studiejaar. 2. Beëindiging van de inschrijving als student in de loop van het studiejaar is alleen mogelijk op grond van een in de artikelen 17 tot en met 21 van dit besluit genoemde gronden. 02.132 vastgesteld inschrijvingsbesluit.doc
6
3. Het verzoek tot beëindiging van de inschrijving als student in de loop van het studiejaar dient schriftelijk te worden ingediend met gebruikmaking van daartoe strekkende formulieren die bij het Studentenservicecentrum UM en via de website van het Studentenservicecentrum UM kunnen worden verkregen. 4. Met het verzoek tot beëindiging van de inschrijving in de loop van het studiejaar, dient het originele bewijs van inschrijving en indien voorhanden, het originele bewijs van betaling bij het Studentenservicecentrum UM te worden ingeleverd. 5. Van de beëindiging van de inschrijving in de loop van het studiejaar, ontvangt de student een schriftelijke bevestiging. 6. Restitutie van het door de student reeds betaalde collegegeld, is behoudens artikel 22, slechts mogelijk in combinatie met een door de universiteit ingewilligd verzoek tot beëindiging van de inschrijving op grond van een in de artikelen 17 tot en met 21 genoemde redenen. Voor studenten die het hoge instellingscollegegeld of duale collegegeld verschuldigd zijn, is de mogelijkheid tot restitutie van collegegeld beperkt tot eenmaal per studiejaar. 7. Restitutie van collegegeld vindt plaats nadat de originele verklaringen van bewijs van inschrijving en/of bewijs van betaling van het Studentenservicecentrum UM ter hand zijn gesteld. Artikel 17
Beëindiging inschrijving bij afstuderen
1. De inschrijving wordt op verzoek van de student beëindigd met ingang van de maand volgend op de maand waarin het afsluitend examen van de desbetreffende opleiding met goed gevolg is afgelegd. 2. De afstudeerdatum wordt vastgesteld door de voor de opleiding ingestelde examencommissie. 3. Het verzoek tot beëindiging van de inschrijving op grond van het eerste lid dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk twee maanden na de vastgestelde afstudeerdatum te worden ingediend bij het Studentenservicecentrum UM. 4. Bij beëindiging van de inschrijving op grond van afstuderen, wordt voor elke maand dat betrokkene niet is ingeschreven een tiende deel van het betaalde collegegeld terugbetaald, tenzij betrokkene nog is ingeschreven voor een of meer andere opleidingen. De maanden juli en augustus tellen niet mee. Artikel 18
Beëindiging inschrijving bij ziekte of bijzondere familieomstandigheden
1 De inschrijving van het lopende studiejaar kan ingeval van ziekte of bijzondere familieomstandigheden op verzoek van de student worden beëindigd met ingang van de maand volgend op de tweede hele maand waarin betrokkene naar het oordeel van het College van Bestuur op grond van die omstandigheden niet aan het onderwijs heeft kunnen deelnemen. 2. Voor beëindiging van de inschrijving op grond van het eerste lid dient de vertraging of de te verwachten vertraging door ziekte of bijzondere familieomstandigheden tenminste twee maanden te bedragen en dient het verzoek te worden ondersteund door een verklaring van de studentendecaan. 3. Het verzoek tot beëindiging van de inschrijving op grond van het eerste lid, dient uiterlijk voor het einde van het lopende studiejaar te worden ingediend bij het Studentenservicecentrum UM. 4. Bij beëindiging van de inschrijving op grond van ziekte of bijzondere familieomstandigheden, wordt voor elke maand dat betrokkene niet is ingeschreven een twaalfde deel van het betaalde collegegeld van de in het studiejaar resterende maanden gerestitueerd, tenzij betrokkene nog is ingeschreven voor een of meer andere opleidingen. 02.132 vastgesteld inschrijvingsbesluit.doc
7
Artikel 19
Beëindiging inschrijving in het eerste jaar van de propedeutische fase
1. De inschrijving wordt op verzoek van de student tijdens het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase beëindigd met ingang van de tweede hele maand volgend op de maand waarin het verzoek is ontvangen. 2. Het verzoek tot beëindiging van de inschrijving op grond van het eerste lid, dient uiterlijk voor het einde van het lopende studiejaar te worden ingediend bij het Studentenservicecentrum UM. 3. Bij beëindiging van de inschrijving in het eerste jaar van de propedeutische fase, wordt voor elke maand dat betrokkene niet is ingeschreven een twaalfde deel van het betaalde collegegeld van de in het studiejaar resterende maanden gerestitueerd, tenzij betrokkene nog is ingeschreven voor een of meer andere opleidingen. Artikel 20
Beëindiging inschrijving bij wachttijden
1. Indien de student als gevolg van de inrichting van de opleiding wat betreft de volgtijdelijkheid van praktische oefeningen alsmede de momenten waarop deze gevolgd kunnen worden, gedurende een bepaalde tijd geen onderwijs kan volgen (wachttijden), wordt de inschrijving op verzoek beëindigd met ingang van de eerste maand volgend op de maand waarin het verzoek is ontvangen. 2. Het verzoek tot beëindiging van de inschrijving op grond van het eerste lid, dient tenminste twee maanden voorafgaande aan de wachttijd voorzien van een nadere motivering, te worden ingediend bij het Studentenservicecentrum UM. 3. Bij beëindiging van de inschrijving op grond van wachttijden, wordt voor elke maand dat betrokkene niet is ingeschreven een twaalfde deel van het betaalde collegegeld van de in het studiejaar resterende maanden gerestitueerd, tenzij betrokkene nog is ingeschreven voor een of meer andere opleidingen. Artikel 21
Beëindiging inschrijving op grond van een redelijk verzoek
1. De inschrijving kan op verzoek van de student worden beëindigd met ingang van de tweede hele maand volgend op de maand waarin het verzoek is gedaan, indien de reden van het verzoek tot beëindiging van de inschrijving naar het oordeel van het College van Bestuur redelijk is. 2. Het gemotiveerde verzoek tot beëindiging van de inschrijving op grond van het eerste lid, dient in het lopende studiejaar te worden ingediend bij het Studentenservicecentrum UM 3. Bij beëindiging van de inschrijving op grond van een redelijk verzoek, wordt voor elke maand dat betrokkene niet is ingeschreven, een twaalfde deel van het betaalde collegegeld over de in het studiejaar resterende maanden gerestitueerd, tenzij betrokkene nog is ingeschreven voor een of meer andere opleidingen. Artikel 22
Overlijden
1. Beëindiging van de inschrijving bij overlijden vindt plaats met ingang van de datum van overlijden. 2. Bij beëindiging van de inschrijving bij overlijden, wordt voor elke maand volgend op de datum van overlijden, een twaalfde deel van het betaalde collegegeld over de in het studiejaar resterende maanden gerestitueerd. Artikel 23
Annulering van de inschrijving voor aanvang van het studiejaar
1. Tot 1 september van het studiejaar waarvoor om inschrijving is verzocht kan de inschrijving ongedaan gemaakt worden. 2. Een verzoek tot beëindiging van de inschrijving voor aanvang van het studiejaar dient te 02.132 vastgesteld inschrijvingsbesluit.doc
8
geschieden middels een brief aan het Studentenservicecentrum UM. De eventueel reeds ontvangen collegekaart en/of bewijs van inschrijving en bewijs van betaling moet worden bijgevoegd. 3. Bij beëindiging van de inschrijving voor aanvang van het studiejaar, wordt het reeds betaalde collegegeld volledig terugbetaald of de verstrekte machtiging geblokkeerd. Artikel 24
Overboeking terugbetaling collegegeld
1. De restitutie van het collegegeld geschiedt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen drie maanden na de beëindiging van de inschrijving. 2. Indien het collegegeld door betrokkene wordt voldaan in termijnen, wordt het terug te betalen bedrag verrekend met de nog openstaande termijnen.
Hoofdstuk III Slotbepalingen Artikel 25
Schadevergoeding
1. Degene die gebruik maakt van onderwijs- of examenvoorzieningen zonder rechtsgeldige inschrijving, is een schadevergoeding verschuldigd. 2. Het verschuldigde bedrag aan schadevergoeding bedraagt een twaalfde deel van het instellingscollegegeld dan wel het duale collegegeld voor elke maand dat betrokkene onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van onderwijs- of examenvoorzieningen van een voltijdse opleiding, respectievelijk duale opleiding. 3. De schadevergoeding wordt geheven bovenop het voor het desbetreffende studiejaar geldende en verschuldigde collegegeld. Artikel 26
Onvolledig verzoek
De student die om een beschikking verzoekt op grond van deze regeling, is gehouden om het verzoek volledig en voorzien van de benodigde verklaringen in te dienen. Indien de beschikking als gevolg van het aanvullen van een onvolledig verzoek pas later kan worden afgegeven dan door verzoeker aanvankelijk is beoogd, komen de rechtsgevolgen daarvan voor rekening van de student. De in dit besluit opgenomen termijnen vangen aan na ontvangst van een volledig verzoek. Artikel 27
Onvoorziene gevallen en gevallen van onbillijke aard.
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet en ingeval van onbillijkheden van overwegende aard beslist de directeur van het Studentenservicecentrum UM. Artikel 28
Bezwaar
Tegen beschikkingen die gebaseerd zijn op het Inschrijvingsbesluit kan binnen 6 weken na toezending daarvan door belanghebbenden bezwaar gemaakt worden bij het College van Bestuur van de universiteit. Artikel 29
Mandaat
Het College van Bestuur heeft de directeur van het Studentenservicecentrum UM gemandateerd voor het nemen van beslissingen op grond van deze regeling met uitzondering van de besluiten genomen op grond van artikel 28.
02.132 vastgesteld inschrijvingsbesluit.doc
9
Artikel 30
Reikwijdte
Dit inschrijvingsbesluit is uitsluitend van toepassing op studenten met de Nederlandse nationaliteit, op studenten met een andere nationaliteit dan de Belgische of de Nederlandse die niet onder de regels van het Vlaamse collegegeld vallen en op studenten met een andere nationaliteit dan de Belgische of Nederlandse zoals omschreven in artikel 7, derde lid van het “Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse gemeenschap van België inzake de transnationale Universiteit Limburg” . Artikel 31
Inwerkingtreding regeling en citeertitel
1. Deze regeling treedt in werking op 1 september 2002 en is van kracht tot 1 september 2003. 2. Deze regeling kan worden aangehaald als “ Inschrijvingsbesluit transnationale Universiteit Limburg 2002/2003”.
Aldus vastgesteld door het College van Bestuur van de transnationale Universiteit Limburg op 13 juni 2002.
02.132 vastgesteld inschrijvingsbesluit.doc
10