Deel 2: DO en MVO in het onderwijs
Deel 2. Duurzame Ontwikkeling en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in het onderwijs
95
Deel 2: DO en MVO in het onderwijs
Inhoudsoverzicht
DEEL 2: DUURZAME ONTWIKKELING EN MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN IN HET ONDERWIJS .......................................................................................
95
1. DUURZAME ONTWIKKELING EN MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN IN HET ONDERWIJS .............................................................................................
99
1.1 Waarom DO en MVO in het onderwijs?...................................................... 99 1.2 Milestones inzake onderwijs en duurzame ontwikkeling ............................. 99 1.3 UN Decade of Education for Sustainable Development............................ 101 1.4 Duurzaam Onderwijs in België en Nederland ........................................... 101 1.4.1. Sociale Economie op de Campus ..................................................... 102 1.4.2. Het EI van MVO................................................................................ 102 1.4.3. EcoCampus ...................................................................................... 102 1.4.4. Project DOEN! .................................................................................. 103 1.4.5. DHO Keurmerk, AISHE & bijzonder kenmerk NVAO......................... 103 1.5 Referenties............................................................................................... 104 1.6 Meer weten? ............................................................................................ 104
2.
COMPETENTIES
VOOR
DUURZAME
ONTWIKKELING
EN/OF
VERANTWOORD
ONDERNEMEN ..............................................................................................
105
2.1 Competenties voor duurzame ontwikkeling .............................................. 105 2.2 Competenties voor maatschappelijk verantwoord ondernemen................ 107 2.2.1. Jonge MVO-professionals................................................................. 107 2.2.2. Business & Society – Vlerick Gent Leuven Management School ...... 108 2.3 Referenties............................................................................................... 109
97
Deel 2: DO en MVO in het onderwijs
1. Duurzame ontwikkeling en maatschappelijk verantwoord ondernemen in het onderwijs
1.1 Waarom DO en MVO in het onderwijs? Duurzame ontwikkeling wint steeds meer aan belang. Vanuit de belangrijke maatschappelijke rol die het onderwijs heeft, kunnen opleidingsinstituten niet langer aan de kant blijven, maar dienen zij hun steentje bij te dragen aan ‘een ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen’138. Reeds in 1992 werd het onderwijs via Agenda 21 opgeroepen om hierbij een rol te spelen. Met de ‘UN Decade of Education for Sustainable Development’ (DESD) die loopt van 2005 tot 2014, wordt deze boodschap nog eens extra in de verf gezet.
1.2 Milestones inzake onderwijs en duurzame ontwikkeling139 Reeds sinds 1972, maar vooral sinds eind de jaren ’80 – begin de jaren ‘90, worden er verklaringen ondertekend over de rol die het onderwijs moet spelen om mee te werken aan een duurzame samenleving. In deze verklaringen wordt meestal gefocust op de integratie van duurzame ontwikkeling in de verschillende rollen die een onderwijsinstelling opneemt. Zo wordt er gesproken van de integratie van duurzame ontwikkeling in onderwijs (curriculum), de nood naar interdisciplinair onderzoek
op
vlak
van
duurzame
ontwikkeling
en
de
maatschappelijke
verantwoordelijkheid die de instellingen moeten nemen via hun bedrijfsvoering. Een overzicht van de verschillende verklaringen en handvesten inzake onderwijs en duurzame ontwikkeling is terug te vinden in Tabel 1.140
138
BRUNDTLAND, G.H. en DE UNIVERSELE COMMISSIE VOOR MILIEU EN ONTWIKKELING, Onze Aarde Morgen: Het rapport van de Universele Commissie voor Milieu en Ontwikkeling, 1989, p. 60.
139
UNESCO, (http://www.unesco.org/iau/sd/sd_declarations.html), 15 mei 2007 en DOEN!, DOEN! Duurzame ontwikkeling in het hoger onderwijs, 2007, (powerpointpresentatie).
140
Een beperkt overzicht van de verschillende verklaringen en handvesten inzake onderwijs en duurzame ontwikkeling is eveneens terug te vinden op: http://www.unesco.org/iau/sd/sd_declarations.html.
99
HET IVOOR
Jaartal
Verklaring
Initiatiefnemer
1972
Stockholm Declaration
UN Conference on Human Environment
1988
Magna Charta Bologna
European University Association
1990
Talloires Declaration
Association of University Leaders for a Sustainable Future
1991
Halifax Declaration
International Association of Universities (IAU), UN University, Association of Universities and Colleges of Canada
1992
Agenda 21: Chapter 21
UN Conference on Environment and Development
1993
Swansea Declaration
Association Universities
1993
Kyoto Declaration
International Association of Universities (IAU)
1994
Copernicus Charter
Association of Universities
1997
Thessaloniki Declaration
UNESCO Conference on Environment and Public awareness for Sustainability
1999
Handvest Duurzaam HBO
Nederlandse Vereniging hogescholen (HBO-Raad)
2001
Lüneburg Declaration on Higher GHESP Partners (IAU, ULSF, Education for Sustainable Copernicus Campus en UNESCO) Development
2002
Ubuntu declaration on Education 11 internationale onderwijsinstellingen and Science and Technology for zoals United Nations University, de Sustainable Development International Council for Science, de International Association of Universities (IAU), de Copernicus-Campus Global Higher Education for Sustainability Partnership (GHESP)
2002
UN Decade of Education for UN General Assembly Sustainable Development (DESD 2005-2014)
2005
Regionale Strategie voor Educatie United Nations Economic Commission for voor Duurzame Ontwikkeling Europe (UNECE)
of
Tabel 1: Overzichtstabel verklaringen inzake onderwijs en duurzame ontwikkeling
100
Commonwealth
van
Deel 2: DO en MVO in het onderwijs
1.3 UN Decade of Education for Sustainable Development141 In Hoofdstuk 36 van Agenda 21, het actieprogramma voor de 21ste eeuw dat in juni 1992 werd aangenomen door de VN-conferentie over Milieu en Ontwikkeling, wordt de nadruk gelegd op de doorslaggevende rol van educatie voor de bevordering van duurzame ontwikkeling. In dit kader lanceerden de Verenigde Naties op 1 maart 2005 de ‘The United Nations Decade of Education for Sustainable Development (DESD)’. Dit decennium loopt van 2005 tot 2014. Het algemene doel van de DESD is om de principes, de waarden, en de praktijken van duurzame ontwikkeling te integreren in alle aspecten van onderwijs en het leren. De voornaamste doelstelling van DESD wordt door de Algemene Vergadering uiteengezet in resolutie 59/237: De Algemene Vergadering: ‘encourages Governments to consider the inclusion … of measures to implement the Decade in their respective education systems and
strategies and,
where appropriate, national
development plans.’
1.4 Duurzaam Onderwijs in België en Nederland Hieronder worden een aantal voorbeelden gegeven van acties ter bevordering van de integratie van duurzame ontwikkeling in het onderwijs, die door de overheden werden genomen en/of mee ondersteund. Het is geenszins de bedoeling hier een volledig overzicht te geven van beleidsmatige acties en acties binnen de instellingen.
141
UNESCO, (http://portal.unesco.org/education/en/ev.phpURL_ID=27234&URL_DO=DO_TOPIC&URL_SECTION=201.html), 15 mei 2007.
101
HET IVOOR
1.4.1. Sociale Economie op de Campus142 Tijdens de Week van de Sociale Economie wordt ‘Sociale Economie op de Campus’ georganiseerd. Met dit initiatief wil het Vlaams Overleg voor de Sociale Economie (VOSEC)
in
samenwerking
met
Febecoop
een
brug
slaan
tussen
de
maatschappelijke realiteit m.b.t. de duale economische invulling van tewerkstelling en ondernemersschap en het onderwijsgebeuren anderzijds. Gedurende een week worden de lessen, lezingen, stages, workshops, bezoeken e.d. georganiseerd met de focus op een thema uit de sociale economie. Op deze manier kan men eveneens in contact komen met mogelijke stages in sociale economie ondernemingen. 'Sociale Economie op de campus' werd tijdens het academiejaar 2005-2006 voor het eerst opgestart aan drie universiteiten: Universiteit Gent, Katholieke Universiteit Leuven en Universiteit Antwerpen. 1.4.2. Het EI van MVO143 Het EI van MVO is een scriptieprijs voor eindwerken die verband houden met duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen en/of bedrijfsethiek. De beste doctoraten en eindwerken op bachelor- en masterniveau worden bekroond. Het EI staat voor Economische Invulling, Ethisch Inzicht, Eigenzinnige Innovatie. De prijs is een initiatief van het Vlaams Netwerk voor Zakenethiek, maar wordt mee ondersteund door de Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, MVOVlaanderen, Business & Society Belgium en Kauri vzw. De eerste prijsuitreiking vond plaats in november 2006. 1.4.3. EcoCampus EcoCampus is de milieuzorgwerking voor het hoger onderwijs. EcoCampus is een initiatief van de cel Natuur- en Milieueducatie van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) van de Vlaamse overheid. Binnen EcoCampus wordt ondermeer een tool ontwikkeld voor het opzetten van een milieuzorgsysteem in het hoger onderwijs. EcoCampus gaat verder dan louter milieuzorg. Gelijklopend met het Vlaamse milieubeleid, wordt milieuzorg gekaderd binnen duurzame ontwikkeling. 142
VOSEC, (http://www.socialeeconomie.be/default.aspx?ref=ACAAAS&lang=NL), 15 mei 2007.
143
VLAAMS NETWERK VOOR ZAKENETHIEK, (http://www.heteivanmvo.be/), 15 mei 2007.
102
Deel 2: DO en MVO in het onderwijs
1.4.4. Project DOEN!144 Het project DOEN! is een project dat op 1 februari 2007 van start ging, op vraag van drie Vlaamse ministers: Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming Frank Vandenbroecke, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur Kris Peeters en Vlaams minister Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen Kathleen Van Brempt. DOEN! staat voor Duurzaamheid, Onderwijs, Ethiek en Netwerk en wordt uitgevoerd door het Vlaams Netwerk voor Zakenethiek in samenwerking met Sustenuto, een adviesbureau op vlak van duurzaam ondernemen. Het project biedt de hogescholen en universiteiten een platform voor het verder ontwikkelen en toepassen van Duurzame Ontwikkeling. DOEN! wil de instellingen bijstaan in het integreren van duurzame ontwikkeling in het onderwijsprogramma en in de interne bedrijfsvoering. Hiertoe werden twee lerende netwerken opgestart, nl. één rond curriculum en één rond bedrijfsvoering. 1.4.5. DHO Keurmerk, AISHE & bijzonder kenmerk NVAO145 De Nederlandse stichting Duurzaam Hoger Onderwijs (DHO) ontwikkelde in 2000 de AISHE-methode (Audit Instrument for Sustainability in Higher Education). De methode kan gebruikt worden om na te gaan hoe ver een onderwijsinstelling staat in het proces van invoering van duurzame ontwikkeling in hun onderwijs en organisatie; bij het ontwikkelen van beleid op dat gebied; en bij het vergroten van enthousiasme en draagvlak ervoor onder management, personeel en studenten. Indien men als instelling deze audit laat uitvoeren door DHO, dan kan men een DHO Keurmerk behalen. Een DHO Keurmerk kan behaald worden op verschillende niveaus, aangezien gewerkt wordt met de toekenning van sterren. Het hoogst mogelijk aantal uit te reiken sterren is hierbij vier.
144
MVOVLAANDEREN, (http://www.mvovlaanderen.be), 15 mei 2007.
145
Stichting DHO, Jaarboekje 07-08: De maatschappelijke rol van hoger onderwijs instellingen, 2007, p. 24-25.
103
HET IVOOR
Nederlandse WO- (Wetenschappelijk Onderwijs) en HBO- (Hoger Beroepsonderwijs) opleidingen die tegelijk met een zelfevaluatie ten behoeve van de accreditatie een AISHE-audit uitvoeren en het DHO Keurmerk behalen op tenminste het niveau van twee sterren, ontvangen bij de accreditatie van de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie) de toekenning van het ‘bijzondere kenmerk duurzame ontwikkeling’. De AISHE-methode van DHO is daarbij een gevalideerde en erkende methode om de opleidingen te beoordelen. Het vereiste minimumniveau is een DHO Keurmerk op het niveau van twee sterren, maar dit kan veranderen als het aantal toegekende keurmerken op het niveau van twee sterk toeneemt en daarmee niet meer voldoende onderscheidend is. Afgesproken is dat DHO en de NVAO één keer per jaar overleg zullen hebben om vast te stellen of de lat misschien hoger gelegd moet worden.
1.5 Referenties
BRUNDTLAND, G.H. en DE UNIVERSELE COMMISSIE VOOR MILIEU EN ONTWIKKELING, Onze Aarde Morgen: Het rapport van de Universele Commissie voor Milieu en Ontwikkeling, Lannoo, Tielt, 1989, 440 p.
•
DOEN!, DOEN! Duurzame ontwikkeling in het hoger onderwijs, 2007, (powerpointpresentatie).
•
MVOVLAANDEREN, (http://www.mvovlaanderen.be), 15 mei 2007.
•
Stichting DHO, Jaarboekje 07-08: De maatschappelijke rol van hoger onderwijs instellingen, DHO, Amsterdam, 2007, 80 p.
•
UNESCO, (http://www.unesco.org/iau/sd/sd_declarations.html), 15 mei 2007.
•
UNESCO, (http://portal.unesco.org/education/en/ev.phpURL_ID=27234&URL_DO=DO_TOPIC&URL_SECTION=201.html), 15 mei 2007.
•
Vlaams Netwerk voor Zakenethiek, (http://www.heteivanmvo.be/), 15 mei 2007.
•
VOSEC, (http://www.socialeeconomie.be/default.aspx?ref=ACAAAS&lang=NL), 15 mei 2007.
1.6 Meer weten? •
104
Meer informatie over de DESD is terug te vinden op onderstaande website: http://portal.unesco.org/education/en/ev.phpURL_ID=27234&URL_DO=DO_TOPIC&URL_SECTION=201.html
Deel 2: DO en MVO in het onderwijs
2. Competenties
voor
duurzame
ontwikkeling
en/of
verantwoord ondernemen
2.1 Competenties voor duurzame ontwikkeling Steiner en Posch146 geven aan dat duurzame ontwikkeling en het samenspel tussen de ecologische, sociale en economische dimensie kan gezien worden als een zeer complexe taak. Een logische consequentie van deze complexiteit is het complexe karakter van educatie voor duurzame ontwikkeling. Dieleman en Huisingh147 wijzen erop dat een van de uitdagingen van educatie voor duurzame ontwikkeling ligt in de integratie van wetenschap, sociale wetenschap en managementkunde tot een overkoepelend raamwerk van systeemdenken. Volgens dezelfde auteurs is er nood aan interdisciplinariteit, kennis, vaardigheden en attitudetraining. Steiner en Posch voegen zelfregulerend leren toe als vereiste voor educatie voor duurzame ontwikkeling.
De Nederlands stichting Duurzaam Hoger Onderwijs (DHO) heeft competenties geformuleerd om te kunnen werken in een duurzame samenleving. Deze worden opgesplitst in verschillende categorieën, en vormen een uitdieping en aanvulling op de hierboven aangegeven vereisten. De competenties gaan als volgt: 148
146
STEINER, G., POSCH, A., ‘Higher education for sustainability by means of transdisciplinary case studies: an innovatie approach for solving complex, real-world problems’, Journal of Cleaner Production, 2006, p. 877-890.
147
DIELEMAN, H.., HUISINGH, D., ‘Games by which to learn and teach about sustainable development: exploring the relevance of games and experiental learning for sustainability’, Journal of Cleaner Production, 2006, p. 837-847.
148
STICHTING DHO, Jaarboekje 06-07: Over integratie van duurzame ontwikkeling in het hoger onderwijs, 2006, p. 7-8.
105
HET IVOOR
Disciplinair De afgestudeerde student toont inzicht in duurzaamheidvraagstukken en kan de relatie leggen tussen het eigen vakgebied en duurzame ontwikkeling. Transdisciplinair De afgestudeerde student kan samenwerken met vertegenwoordigers van andere disciplines, zodat de reikwijdte en de beperkingen van de eigen discipline, in relatie tot het aan te pakken duurzaamheidvraagstuk en andere disciplines, onderkend worden. Intercultureel De afgestudeerde student kan samenwerken met mensen van andere culturen en heeft inzicht in elementen uit andere culturen die een basis vormen voor duurzame ontwikkeling in deze mondiale samenleving. Maatschappelijk belang De afgestudeerde student toont bewustzijn en besef van de maatschappij en de ontwikkeling naar de toekomst met oog voor sociaal-economische ongelijkheid. Daarbij kan de student diverse belangen onderkennen en er afwegingen tussen maken. Lange-termijnaspecten De afgestudeerde student kan een analyse voor de lange termijn maken en kan strategieën om een duurzaam toekomstbeeld te verwezenlijken toepassen. Systeem De afgestudeerde student kan de consequenties van producten en diensten (ecologisch/sociaal-cultureel/op lange termijn) in systeemverband plaatsen en van daaruit aan nieuwe oplossingen werken. Persoonlijk leiderschap De afgestudeerde student heeft moed en lef om op te boksen tegen de gevestigde orde. De student toont persoonlijk leiderschap. Overtuigingskracht, creativiteit, betrokkenheid en de kunst van het reflecteren zijn daarvoor essentieel.
106
Deel 2: DO en MVO in het onderwijs
2.2 Competenties voor maatschappelijk verantwoord ondernemen 2.2.1. Jonge MVO-professionals Uit een onderzoek van Van Ewijk (2006) komt naar voor dat voor het werken aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) vier competenties van belang blijken: samenhang zien, samenwerking, leiderschap en leren.149 Deze worden hieronder kort besproken.
A. Samenhang zien Vanuit een mondiaal lange termijn perspectief moet je economische, sociale en ecologische ontwikkelingen in onderlinge samenhang kunnen bekijken en vertalen naar de praktijk. Deze integrale bril is nodig voor het bedenken van creatieve, toekomstgerichte oplossingen op verschillende schaalniveaus: product, proces, organisatie, keten en systeem. B. Samenwerking Het realiseren van complexe veranderingen kan alleen door goed samen te werken met mensen uit verschillende vakgebieden en culturen. Dit vraagt om goede communicatieve vaardigheden. Door eerst te luisteren leer je belangen van mensen kennen, pas daarna kun je ze overtuigen van de noodzaak en op een interactieve manier tot oplossingen komen. C. Leiderschap Duurzame innovaties en organisaties starten met integer leiderschap van betrokken mensen die beschikken over moed en doorzettingsvermogen. De kern van dit leiderschap is om de juiste mensen op basis van hun innerlijke drijfveren te betrekken in een netwerk. Door aan te sluiten bij het gevoel ben je in staat om nieuwe waarden in een organisatie te verankeren.
149
VAN EWIJK, M., MVO en duurzame ontwikkeling: Praktijk, arbeidsmarkt & hoger onderwijs, 2006.
107
HET IVOOR
D. Leren Werken aan duurzame ontwikkeling is een continu leerproces. Je moet daarom in staat zijn om zowel je eigen leerproces aan te sturen als leerprocessen van anderen te ondersteunen. Beide vragen om continue reflectie op je eigen visie en waarden. Gebruik makend van je intuïtie kun je ondanks alle complexiteit en onzekerheid toch de juiste richting vinden.
2.2.2. Business & Society – Vlerick Gent Leuven Management School Uit een onderzoek van Business & Society in samenwerking met Vlerick Gent Leuven Management School150, gevoerd bij de CEO’s en HR managers van 67 bedrijven met meer 250 werknemers, blijkt dat MVO-educatie zich nog in een pril stadium bevindt en dat bedrijfsleiders nog geen duidelijk idee hebben over hoe deze educatie moet zijn en wat er aangeleerd moet worden. Er is evenwel een consensus dat MVO dient geïntegreerd te worden in het onderwijs en zeker binnen de managementdisciplines. Meer dan 80% van de bevraagde bedrijfsleiders vindt dat opleiding voor MVO geïntegreerd moet worden in bestaande opleidingsonderdelen en cursussen. Human resources, strategie, ondernemerschap, marketing en international business voeren de lijst aan van cursussen waarin aandacht aan MVO moet besteed worden. Corporate Governance is het meest genoemde antwoord als aan bedrijfsleiders gevraagd wordt welke onderwerpen aangesneden moeten worden in een MVOcursus. Daarnaast worden ook milieu, duurzame ontwikkeling, gelijkheid van kansen en transparantie en accountability vaak genoemd. De bedrijfsleiders verwachten dat MVO-opleiding toekomstige managers uitrust met de juiste attitude en bewustzijn over bedrijfsverantwoordelijkheden. Het grootste belang hechten ze aan integriteit.
150
LOUCHE, C. en HUDLOT, B., CSR Education: A Business Leaders’ point of view, 2007.
108
Deel 2: DO en MVO in het onderwijs
2.3 Referenties
DIELEMAN, H.., HUISINGH, D., ‘Games by which to learn and teach about sustainable development: exploring the relevance of games and experiental learning for sustainability’, Journal of Cleaner Production, 14 (2006), p. 837847.
LOUCHE, C., HUDLOT, B., CSR Education: A Business Leaders’ point of view, Business & Society Belgium, Brussel, 2007, 27 p.
STICHTING DHO, Jaarboekje 06-07: Over integratie van duurzame ontwikkeling in het hoger onderwijs, 14 (2006), p. 7-8.
STEINER, G., POSCH, A., ‘Higher education for sustainability by means of transdisciplinary case studies: an innovatie approach for solving complex, real-world problems’, Journal of Cleaner Production, 2006, p. 877-890.
VAN EWIJCK, M., MVO en duurzame ontwikkeling: Praktijk, arbeidsmarkt & hoger onderwijs, Amorion, 2006, 12 p. (onuitgegeven rapport onderzoeksresultaten).
109
HET IVOOR
110